KBC -I nfo
Uw eigen zaak plannen en uitbouwen
Uw eigen zaak plannen en uitbouwen
KBC Bank & Verzekering wil u met deze gids helpen om goed voorbereid aan uw eigen zaak te beginnen. Wie goed voorbereid is, heeft veel meer kans op slagen dan iemand die zich hals over kop in het avontuur stort. Dat is logisch. Helaas besteden de meeste beginners weinig aandacht aan de planning van hun zaak. De statistieken zijn dan ook ontnuchterend: een vierde van alle beginners houdt het binnen een periode van twee jaar voor bekeken. Vaak blijkt dat ze nooit een degelijk ondernemingsplan op papier hebben gezet. Wij hopen dat u het wel doet en succes boekt. Een ondernemingsplan verplicht u grondig na te denken over uw project en vage ideeën in concrete cijfers uit te werken. Met een ondernemingsplan brengt u de markt voor uw producten en diensten in kaart, zet u uw strategie uiteen en geeft u aan of uw bedrijf financieel haalbaar is. Door al deze aspecten vooraf grondig te bestuderen en uiteen te zetten, voorkomt u heel wat moeilijkheden achteraf. Een ondernemingsplan is een onmisbaar hulpmiddel bij de start van uw bedrijf. Maar het blijft ook nadien heel nuttig. Het is een boordinstrument. Het helpt u te controleren of u uw plannen realiseert en in welke mate u eventueel de koers van uw onderneming moet bijsturen. Maak uw ondernemingsplan in de eerste plaats voor uzelf. Maar als uw plan goed in elkaar zit, dan kunt u het ook gebruiken om partners, zoals de bank, te overtuigen van de levenskansen van uw project.
1
Uw eigen zaak plannen en uitbouwen
Hoe u deze KBC-Gids gebruikt
Meer informatie nodig?
Met behulp van deze KBC-gids kunt u uw eigen ondernemingsplan schrijven, zodat u goed voorbereid bent en meer kans op slagen heeft. Alle onderdelen van het plan komen stap voor stap aan bod en elk deeltje wordt afgesloten met een samenvattende checklist. In het eerste deel, ‘Vooraleer u begint’, kijken we naar de voorwaarden voor het starten van een eigen zaak. Verder leert u om aan uw plannen concrete vorm te geven. Eerst bekijken we hoe u meer te weten komt over de markt voor uw product. Daarna gaan we dieper in op de manieren om het aan de man te brengen. Dan zeggen we iets over het productieproces, het personeelsplan en de risico’s van het ondernemen. Ten slotte leggen we uit hoe u een financieel plan opstelt. Dit laatste onderdeel is erg belangrijk. Als u een vennootschap bij de notaris opricht, bent u zelfs verplicht een financieel plan neer te leggen. Soms wordt die taak als een formaliteit afgehandeld door de accountant. Maar dat is geen goed idee. Gaat uw onderneming binnen drie jaar na de oprichting failliet, dan kan uw financieel plan worden opgevraagd. Als blijkt dat u met onvoldoende startkapitaal begonnen bent, kunt u persoonlijk voor het faillissement aansprakelijk worden gesteld. Maar laat dat niet de enige reden zijn om u te verdiepen in de cijfers. Een degelijk financieel plan helpt u bij de start, maar ook later de juiste beslissingen te nemen. Ook als u een zaak overneemt, stelt u het best een volledig ondernemingsplan op. Een aantal gegevens, zoals de vestigingsplaats, zal vastliggen. Maar het ondernemingsplan helpt u die gegevens kritisch te bekijken. Misschien blijkt dat het interessanter is om een nieuwe zaak te starten dan de firma over te nemen die u op het oog heeft.
Bij deze gids horen nog twee andere publicaties: ‘Vestiging’, over alle administratieve aspecten van een eigen onderneming, en ‘Eenmanszaak of vennootschap?’ met juridische informatie over de verschillende bedrijfsvormen die uw zaak kan aannemen. Heeft u deze publicaties nog niet in uw bezit, loop dan even langs bij het KBC-bankkantoor in uw buurt. Ze liggen er gratis voor u klaar. Vanzelfsprekend zijn onze KBCmedewerkers graag bereid om u aanvullend advies te geven. Wij wensen u alvast veel succes en een goede voorbereiding.
3
Uw eigen zaak plannen en uitbouwen
Inhoud
INLEIDING ........................................................................1 1 VOORALEER U BEGINT ...............................................7 1.1 Wie ben ik? ...........................................................7 1.2 Wat kan ik? ...........................................................8 1.3 Wat wil ik? ............................................................9 2 DE MARKT .................................................................11 2.1 Trends en ontwikkelingen ..................................12 2.2 Uw klanten ..........................................................13 2.3 Uw concurrenten ................................................14 2.4 Uw leveranciers ...................................................15 3 UW MARKETINGPLAN ..............................................17 3.1 Product ................................................................17 3.2 Prijs ......................................................................19 3.3 Plaats ...................................................................21 3.4 Promotie ..............................................................22 4 UW PRODUCTIE- EN PERSONEELSPLAN ..................25 4.1 Het organigram van uw bedrijf .........................25 4.2 Het productieproces ...........................................26 4.3 Risico’s ..................................................................26 5. UW FINANCIEEL PLAN ...............................................29 5.1 Investeringen ......................................................29 5.2 Financiering .........................................................31 5.3 Kosten ..................................................................32 5.4 Break-evenpunt ..................................................35 5.5 Liquiditeit ............................................................35 TOT SLOT: ALLES OP EEN RIJTJE ...................................37 Nuttige adressen .......................................................37 Starterscursussen .......................................................38
5
Uw eigen zaak plannen en uitbouwen
Vooraleer u begint
Producten en firma’s zijn belangrijk. Maar meer nog telt de mens achter het bedrijf en de cijfers. Of uw onderneming een succes wordt, zal in grote mate afhangen van uw persoonlijkheid, uw verwachtingen en uw mogelijkheden. Niet iedereen is uit het goede hout gesneden om een eigen zaak te starten. Begin uw ondernemingsplan daarom met een zelfonderzoek. Wie bent u? Wat kunt u? Wat wilt u?
1.1 Wie ben ik? Uw persoonlijkheid drukt haar stempel op uw onderneming en bepaalt mee of u succesvol bent. Mist u bepaalde kennis, dan kunt u die met een speciale opleiding misschien nog verwerven. Maar het karakter om zelfstandig een zaak te leiden heeft u of heeft u niet. Als u niet stressbestendig bent, geen doorzettingsvermogen heeft of geen beslissingen durft te nemen, begint u beter niet aan een eigen onderneming. Natuurlijk kunt u zwakke eigenschappen verbeteren en sterke punten verder ontwikkelen. Maar een mens kan zijn persoonlijkheid niet zomaar helemaal veranderen. Ga eens na in welke van de onderstaande activiteiten u goed of minder goed bent. Zet uw sterke en zwakke punten op een rijtje en kies een project waarin u uw beste eigenschappen maximaal kunt benutten. Dit zijn kenmerken waarin een zelfstandige zich moet herkennen: 1 Ik ben nieuwsgierig en volg wat er rondom mij gebeurt. 2 Ik ben kritisch ingesteld en laat me niet snel misleiden. 3 Ik pak problemen en uitdagingen op een creatieve manier aan. 4 Ik kan met risico’s omgaan. 5 Ik neem mijn verantwoordelijkheid en ga beslissingen niet uit de weg. 6 Ik ga op een vlotte manier met mensen om. 7 Ik kan anderen motiveren en inspireren. 8 Ik kijk vooruit en plan mijn zaken. 9 Ik kan goed organiseren. 10 Ik ben ordelijk en werk nauwgezet. 11 Ik ben een doorzetter en laat me niet snel doen.
7
Door naar de reacties van anderen te luisteren leert u veel over uzelf. Praat met mensen over uw voornemen om een eigen zaak te starten, en zie hoe ze reageren. Bespreek uw plannen met uw partner en eventueel met uw kinderen. Uw nieuwe zaak zal ook in hun leven ingrijpen. Zo zult u als beginnend ondernemer nog maar weinig vrije tijd hebben en uw privé- en professionele leven zullen gedeeltelijk in elkaar vloeien. Een groot deel van wat u verdient, gaat in de beginperiode terug naar de zaak. Het is belangrijk dat uw gezin uw situatie begrijpt en u steunt in de ontwikkeling van uw onderneming.
TIP Advies rendeert. Win vóór u belangrijke beslissingen neemt de raad in van uw boekhouder, een juridisch adviseur of een andere specialist. Zo’n advies kost geld, maar het rendeert ook. Vele starters maken fouten omdat ze onvoldoende zijn geïnformeerd.
8
1.2 Wat kan ik? Om te slagen moet u uw product door en door kennen. Maar u moet ook iets afweten van management en boekhouding. U moet bovendien inzicht hebben in de markt van uw product en thuis zijn in uw branche. Dat is heel wat, maar uw toekomstige klanten, uw medewerkers, uw leveranciers en al uw andere partners verwachten nu eenmaal dat u een specialist bent en dat u de ervaring heeft om een zaak professioneel te runnen. Zonder ervaring is de kans groot dat u kansen mist en uit onwetendheid grove fouten maakt. Starters met weinig ervaring doen het meestal niet zo goed en zelfoverschatting is een van de belangrijkste redenen waarom nieuwe ondernemingen niet van de grond komen. Heeft u te weinig ervaring, ga dan eerst nog een tijdje in loondienst werken of begin uw zelfstandige activiteit als bijberoep. Mist u bepaalde technische kennis, dan kunt u een opleiding volgen of iemand met de juiste knowhow in dienst nemen. Geef in uw ondernemingsplan duidelijk aan welke functie u in uw onderneming gaat vervullen en laat zien dat u er de nodige kwalificaties voor heeft. Beschrijf uw beroepservaring en alle andere relevante ervaringen die u heeft opgedaan. Geef een overzicht van uw opleiding en uw diploma’s.
Uw eigen zaak plannen en uitbouwen
Andere financiële tegemoetkomingen 1.3 Wat wil ik?
Checklist
Alleen als u weet wat u wilt, zult u uw doel bereiken. Dat spreekt vanzelf. Vage ideeën zijn een slechte basis om een bedrijf op te bouwen. U moet goed weten welke producten u op de markt wilt brengen en waarom. Als er onvoldoende behoefte bestaat aan uw producten of diensten, is uw project bij voorbaat gedoemd om te mislukken. In welke sector gaat u werken? Begeeft u zich in de kleinhandel of in de groothandel, in de import of in de export? Probeer uw doelstellingen zo nauwkeurig mogelijk te bepalen, maar wees bereid uw ideeën tijdens de verdere ontwikkeling van uw ondernemingsplan bij te stellen. Wat volgt in deze gids, zal u helpen uit te maken of uw plannen realistisch zijn. Verwacht niet dat u alles in één ruk haarfijn op papier kunt zetten. Uw plan zal enkele malen herwerkt en verfijnd moeten worden. Sommige starters spenderen een jaar aan de voorbereiding van hun zaak, en dat is zeker niet overdreven. Op het eind moet u wel een heel duidelijk antwoord kunnen geven op de vraag: ‘wat wil ik?’.
• Maak een lijst met uw sterke en zwakke eigenschappen en kies een project waarin u uw sterkste troeven maximaal benut. • Noteer uw beroepservaring, uw kwalificaties en uw diploma’s. Zijn er hiaten die u met een speciale opleiding kunt opvullen? Moet u advies inwinnen op het vlak van management en boekhouding? Waarom bent u de ideale man of vrouw om uw bedrijf te leiden? • Wat is het doel van uw project? Welke producten en diensten gaat u aanbieden, en waarom denkt u dat ze succes zullen hebben?
TIP Werk met uw doel voor ogen. Vraagt men u voor een opdracht die niet past bij wat u met uw bedrijf wilt doen, weiger die opdracht dan. Als een bestelling te veel risico’s inhoudt of te veel investeringen vergt, weiger ze dan ook. Volg het ondernemingsplan dat u heeft opgesteld.
9
Uw eigen zaak plannen en uitbouwen
De markt
Als kersverse ondernemer moet u de markt veroveren. Dat lukt u niet als u geen inzicht hebt in die markt. Daarom beginnen we dit deel met een marktanalyse. Daarna lichten we toe hoe u een marketingstrategie ontwikkelt om het commercieel gevecht in uw voordeel te beslechten. In het vierde hoofdstuk brengen we bedrijfsstructuur, personeel en productieproces ter sprake. Ten slotte leggen we uit hoe u een financieel plan opstelt. Na uw marktanalyse kunt u zich een nauwkeuriger en concreter beeld vormen van de markt waarop u zich gaat bewegen. Het is mogelijk dat de markt voor uw product in uw streek onvoldoende groot blijkt te zijn. Daarom is het goed om in uw marktanalyse meteen ook aanverwante producten en diensten te bestuderen, want misschien zijn die wel interessanter. Wees ook flexibel wat uw vestigingsplaats betreft. Bekijk niet alleen de situatie in uw eigen gemeente, maar bestudeer ook de markt in de omliggende gemeenten. Misschien blijkt op het laatst dat uw plan helemaal niet haalbaar is. U kunt dan uw strategie bijwerken tot het wel kans op slagen heeft. In sommige gevallen zult u helaas helemaal opnieuw moeten beginnen. Of misschien moet u zelfs uw project laten varen. Dat is natuurlijk jammer, maar het is beter dat uw plannen op papier sneuvelen dan in de werkelijkheid.
Wat komt aan bod in een marktanalyse? In uw marktanalyse gaat u na hoe de markt in haar geheel evolueert en wat de mogelijke omzet in uw sector en uw streek is. U bakent het marktsegment af dat u wilt bereiken. U bestudeert uw concurrenten en uw leveranciers. Ook andere factoren moet u in het oog houden. Denk maar aan het verkeer. Als uw gemeente beslist om de straat waar uw bedrijf gevestigd is op te breken, kan dat zware gevolgen hebben voor uw omzetcijfer. Ook andere veranderingen in de verkeerssituatie kunnen een flinke streep door de rekening van uw onderneming betekenen. Wees voorzichtig en vraag aan uw gemeentebestuur of er plannen zijn om in uw straat of uw buurt werken van lange duur uit te voeren. Een andere factor die een rol kan spelen is het weer. De horeca aan de kust weet er alles van. Maar ook andere sectoren moeten met het weer rekening houden. Een verkoper van huishoudtoestellen bijvoorbeeld, zal tijdens een hete zomer de omzet van ventilators zien stijgen. Uiteraard speelt ook de algemene economische conjunctuur een rol. Heeft de consument vertrouwen in de economie, dan zal dat uw zaak ten goede komen. Zit het land in een economische crisis, dan zal uw bedrijf dat waarschijnlijk ook wel voelen. Regelmatig wordt door UNIZO, de organisatie voor zelfstandige ondernemers, naar het sociaal-economische klimaat bij kleine bedrijven gepeild. De resultaten van het onderzoek worden in de KMO-conjunctuurindex uitgedrukt. Als de index boven de 100 stijgt, is de situatie gunstig.
11
Waar vindt u informatie?
2.1 Trends en ontwikkelingen
U kunt voor uw marktonderzoek gebruik maken van verschillende informatiebronnen, zoals adviesbureaus, gemeentebesturen, websites, databanken, universiteiten en vaktijdschriften. Denk verder aan uw beroepsvereniging, de telefoongids en de adresboeken van de Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappijen (GOM’s). Ook uw KBC-bankkantoor kan u nuttige informatie geven. In de KBC-databanken zitten bijvoorbeeld de jaarrekeningen van ongeveer 150 000 Belgische bedrijven, compleet met een financiële analyse. Al deze bronnen zijn nuttig, maar er gaat niets boven persoonlijk contact. Ga praten met potentiële klanten en leveranciers. Neem een kijkje bij uw concurrenten en noteer wat er daar gebeurt. Spreek ondernemers uit uw sector aan en steek uw licht op bij leveranciers. Deze mensen kunnen u heel wat nuttige tips geven. U kunt nog een stapje verder gaan en zelf een enquête uitvoeren of een bureau voor marktonderzoek inschakelen. Wanneer u zelf een onderzoek instelt, moet u dat wel met de nodige kennis van zaken doen. Uw enquête moet leiden tot antwoorden die op een eenduidige manier geïnterpreteerd kunnen worden. En uw vragen mogen niet suggestief zijn, Want dan krijgt u resultaten die niet met de werkelijkheid stroken. Bepaal vooraf duidelijk wat u te weten wilt komen, en zet ondubbelzinnige vragen op papier.
Naar welke informatie moet u op zoek gaan? Richt u zich met uw bedrijf tot particuliere consumenten, houd dan zeker de ontwikkeling van de bevolking in het oog. Onderzoek verschuivingen in de leeftijdscategorieën, de inkomenscategorieën, de gezinssituatie, de gemiddelde bestedingen aan uw product en de veranderingen in het koopgedrag van de consument. Bij het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) vindt u veel van die informatie. Bij het NIS vindt u onder meer hoe gezinnen in ons land hun budget besteden. U kunt er nagaan hoeveel een gemiddeld gezin per jaar aan uw product uitgeeft. En door de statistieken van verschillende jaren met elkaar te vergelijken, kunt u nagaan of de gemiddelde besteding in stijgende of dalende lijn gaat. Beperk u niet tot nationale ontwikkelingen, maar ga ook na wat er gebeurt in de regio waar u uw bedrijf wilt vestigen en vergelijk de nationale en regionale cijfers met elkaar. De Belgische bevolking vergrijst, maar in uw streek wonen misschien wel veel jonge mensen met kinderen. Dat kan een belangrijke factor zijn om mee rekening te houden. Wordt er veel gebouwd in uw streek? Meer dan elders? Wonen er kapitaalkrachtige of minder kapitaalkrachtige mensen? Zijn er de laatste tijd in uw streek bedrijven bijgekomen of verdwenen? Al deze gegevens maken duidelijk of uw product in uw regio zal aanslaan. Zijn uw klanten bedrijven, dan zal uw marktonderzoek niet zo gemakkelijk verlopen. Over bedrijven bestaan niet zo veel statistieken. Bij het NIS vindt u informatie over het aantal ondernemingen per gemeente, per sector en per juridische vorm. Maar u zult de markt zelf moeten verkennen als u meer wilt weten. Bel bedrijven op of bezoek ze. Raadpleeg de vakliteratuur van
12
Uw eigen zaak plannen en uitbouwen
uw sector en praat met leveranciers. De beroepsfederatie van uw sector heeft wellicht ook interessante cijfers en adressen voor u.
2.2 Uw klanten Uw onderneming zal een bepaald segment van de bevolking bedienen. Een segment is een groep mensen met min of meer gelijkaardige behoeften. Een voorbeeld van een marktsegment is dat van de jonge gezinnen waar beide partners uit werken gaan en die een voldoende inkomen hebben om allerlei huishoudelijke taken uit te besteden. Een ander marktsegment is dat van jonge gepensioneerden die niet meer werken, maar nog wel vitaal genoeg zijn om allerlei activiteiten te ontplooien, zoals reizen en sport. Hoe beter u uw klanten kent, hoe beter u ze kunt bedienen, hoe meer tevreden ze zullen zijn en hoe meer succes uw zaak zal hebben. Probeer daarom zoveel mogelijk informatie over uw doelgroep te verzamelen. Begin met uw klantenzone in kaart te brengen. Waar wonen uw klanten? In uw wijk, uw gemeente, de regio, het hele land, of verder? Zet het profiel van uw klanten op papier aan de hand van hun leeftijd, geslacht, gezinssituatie, nationaliteit en andere demografische gegevens. Vul ze aan met socio-economische informatie zoals de beroepsactiviteit, het inkomen, de sociale klasse en de levensstijl. Zijn uw klanten behoudsgezind of eerder progressief? Wat zijn hun interesses? Houden ze van comfort? Hoe besteden ze hun vrije tijd? Lezen ze veel? Het antwoord op dit soort vragen helpt u een beter inzicht te krijgen in hun behoeften en wensen. Zijn uw klanten van middelbare leeftijd, behoudsgezind en snobistisch, dan zult u in uw sportwinkel andere arti-
kelen aanbieden dan wanneer ze jong, avontuurlijk en non-conformistisch zijn. Zorg dat u de aankoopmotieven van uw doelgroep kent. Zijn ze gevoelig voor service? Zijn ze merktrouw? Zoeken ze kwaliteit of primeert de prijs? Ook over het koopgedrag moet u wat weten. Gaan uw klanten winkelen met de wagen of nemen ze de fiets? Wordt er vooral in het winkelcentrum gekocht, of zoekt uw doelgroep liever een rustige buurt op? Wie neemt in het gezin de aankoopbeslissing, en wie verbruikt of gebruikt uw product? Als u zich richt tot ondernemingen, dan moet u de bovenstaande criteria toepassen op het bedrijfsleven. Hoe groot zijn de bedrijven? Hoelang bestaan ze al? Welke bedrijfscultuur heerst er? In welke sector zijn ze actief? Wie beslist er over de aankopen? Welke factoren zijn belangrijk: prijs, flexibiliteit, service, korte leveringstermijnen, keuze ...? Op al die vragen moet u een antwoord hebben.
Hoeveel zult u kunnen verkopen? Uw potentiële omzet is de totale som geld die mensen in uw regio aan uw product besteden Als uw klanten particuliere consumenten zijn, kunt u het cijfer relatief gemakkelijk berekenen. Bij het NIS vindt u zowel de gemiddelde bestedingen per gezin voor uw product als het aantal gezinnen dat in uw regio woont. U moet beide maar met elkaar vermenigvuldigen om al een idee te krijgen van uw potentiële omzet. Stel dat de gemiddelde besteding aan uw product in uw streek 500 euro per jaar bedraagt en dat er 4 000 gezinnen wonen. Dan heeft u een potentiële omzet van 2 miljoen euro (4 000 x 500), maar natuurlijk alleen
13
op voorwaarde dat alle gezinnen hun aankopen in uw regio doen. Dat moet u proberen te achterhalen, maar gegevens daarover zijn helaas niet voor elke gemeente beschikbaar. Informeer bij uw gemeentebestuur of organiseer desnoods zelf een enquête. Stel dat 60% van de inwoners uit uw gemeente hun inkopen in hun eigen gemeente doet, en dat u van de omliggende gemeenten 15% gezinnen aantrekt. Als u weet dat er in uw gemeente 1 000 gezinnen wonen en in de omliggende gemeenten 3 000 gezinnen, dan kunt u uw potentiële omzet nauwkeuriger berekenen. In dit geval is uw potentiële omzet gelijk aan (1 000 x 60% + 3 000 x 15%) x 500 euro = 525 000 euro. Is er niemand anders in uw streek die uw product aanbiedt, dan kunt u in principe de potentiële omzet volledig zelf realiseren. Maar in de meeste gevallen zult u de koek met concurrenten moeten delen. Vergeet daarbij niet dat u misschien ook indirecte concurrenten heeft. Dat zijn bedrijven die gedeeltelijk dezelfde producten leveren, of die er een alternatief voor in huis hebben. Als u weet hoeveel concurrenten er zijn in uw streek, hoeveel omzet die voor hun rekening nemen, en hoe zij hun product aan de man brengen, krijgt u een idee van het marktaandeel dat u kunt veroveren.
TIP Stel in uw onderneming de klant centraal. Hij zorgt dat er geld binnenkomt. Toon uw dankbaarheid. Luister naar zijn wensen en opmerkingen en stem uw product daarop af. U kunt een trouwe klant, die in het algemeen tevreden is, toch verliezen door kleine foutjes en frustraties die zich blijven herhalen.
14
2.3 Uw concurrenten Waarom gaan mensen naar uw concurrenten? Wat maakt hen aantrekkelijk? Welk imago stralen ze uit? Op welke dagen en uren krijgen ze de meeste klanten over de vloer? Wat is hun omzet? Hoe voeren ze promotie? Welke mensen werken er? Hoe meer u weet van uw concurrenten, hoe gemakkelijker u een stuk van de markt voor uw bedrijf kunt winnen. Bezoek uw concurrenten. Vraag offertes en brochures. Kijk hoe ze hun winkelruimte inrichten, welke producten ze aanbieden en hoe ze hun prijzen afficheren. Tel het aantal bezoekers dat binnenkomt. Ga na wat ze kopen en hoe ze reageren in de winkel. Bekijk de openingstijden en de omgeving van de vestiging. Is er parkeergelegenheid? Zijn er uitbreidingsmogelijkheden? Is er veel of weinig passage? Maak een lijst van hun positieve en negatieve kenmerken, en vergelijk die lijst van eigenschappen met wat u in uw eigen bedrijf wilt doen. Op welke punten doet u het beter? Waarin blinkt u uit? Uw klanten moeten een goede reden hebben om bij u te kopen en niet bij de concurrentie. Die reden heet in marketingtermen uw ‘unique selling proposition’ (uw uniek verkoopargument) of kortweg USP. Uw USP kan een beter gelegen vestigingsplaats zijn, meer service, een uitgebreider assortiment, een sterke garantie, een aantrekkelijke prijzenpolitiek of een combinatie van verschillende factoren.
Uw eigen zaak plannen en uitbouwen
TIP Blijf uw concurrenten volgen, ook na de start van uw onderneming. Misschien is uw sterke troef uw ruime en aantrekkelijke showroom. Maar wat als een van uw concurrenten plots zijn verkoopoppervlakte vernieuwt en verdubbelt?
2.4 Uw leveranciers De juiste leverancier kiezen is geen kwestie van prijsvergelijking alleen. Een goedkope leverancier lijkt op het eerste gezicht misschien aantrekkelijk, maar biedt u misschien een ondermaatse service en slechte betalingsvoorwaarden. Als u iets meer betaalt, krijgt u allicht een betere kwaliteit, een snellere levering en interessantere betalingsvoorwaarden. Maak een lijst van alle potentiële leveranciers en vergelijk ze op het vlak van prijs, kortingen, kwaliteit, leveringstermijnen, service en betalingsvoorwaarden. Vraag bij de Nationale Bank van België of uw KBCbankkantoor de financiële gegevens van uw leveranciers op, zodat u weet dat ze betrouwbaar zijn. Werkt u met buitenlandse ondernemingen, informeer dan grondig naar de importmodaliteiten.
Checklist • Wat is de marktsituatie voor uw product in het algemeen? Neemt het bedrag dat mensen aan uw product willen besteden toe, of daalt het? Welke trends in de markt zijn interessant of oninteressant voor u? • Liggen de bestedingen aan uw product in uw regio hoger dan het nationale gemiddelde? Of liggen ze lager? En in welke richting evolueren ze? Is uw doelgroep voldoende groot? • Wat is de potentiële omzet in uw regio? En welk marktaandeel denkt u te kunnen veroveren? • Hoe ziet uw gemiddelde klant eruit? Welke wensen heeft hij? Waarom zou hij bij u komen kopen? • Wie zijn uw concurrenten? Wat zijn de zwakke en sterke punten van uw concurrenten? Op welke punten gaat u beter doen? • Met welke leveranciers gaat u werken?
15
Uw eigen zaak plannen en uitbouwen
Uw marketingplan
U weet nu hoe de markt evolueert, wie uw potentiële klanten en uw concurrenten zijn, en welke ‘unique selling proposition’ uw bedrijf heeft. Op al deze gegevens van uw marktanalyse baseert u uw marketingplan. In uw marketingplan legt u vast hoe u gaat inspelen op de wensen en de behoeften van uw doelgroep. U beschikt daarvoor over vier middelen: uw product, de plaats waar u zich vestigt (of de manier waarop u uw product verdeelt), de prijs die u voor uw product vraagt en de promotie die u voert. Product, prijs, plaats en promotie worden de vier P’s van de marketingmix genoemd. Het komt erop aan deze vier P’s zo goed mogelijk met elkaar te combineren.
3.1 Product Producten en diensten kunnen in enkele grote groepen worden ingedeeld. De categorie waartoe een product behoort, wordt bepaald door de andere elementen in de marketingmix: de vestigingsplaats, de prijsstrategie en het promotiebeleid. Ga eens na tot welke soort uw product behoort: • Gewoontegoederen zijn producten die de consument regelmatig koopt en waarvan hij zelden de prijzen vergelijkt. Meestal gaat het om goedkope goederen die overal verkrijgbaar zijn zoals brood, shampoo en tandpasta. Een carwash levert een gewoontedienst. • Keuzegoederen zijn producten waarbij de koper kijkt naar prijs, kwaliteit en service. Ze zijn duurder dan gewoontegoederen. Als de consument ze aanschaft, doet hij dat bewust. Meubelen en huishoudtoestellen zijn keuzegoederen. Een kapsalon levert een keuzedienst. • Industriële goederen zijn grondstoffen en onderdelen voor verwerking of gebruik in een bedrijf: machines, toebehoren, verf, klein materiaal. Uitzendbureaus leveren industriële diensten. • Specialiteitgoederen hebben een unieke eigenschap of dragen een exclusieve merknaam. Voor dit soort goederen wil de klant een extra inspanning leveren, en is hij bereid meer te betalen. Dure wagens en exclusieve merkkledij zijn voorbeelden van specialiteitgoederen. Een marketingconsultant levert een specialiteitdienst.
17
Of uw product bij uw doelgroep in de smaak valt, hangt af van verschillende factoren zoals kwaliteit, verpakking en service. • Kwaliteit is een ruim begrip. Het heeft niet alleen te maken met duurzaamheid en betrouwbaarheid, maar ook met precisie, bedieningsgemak, veiligheid en design. Als u meer kwaliteit biedt dan uw concurrenten, zit u goed. Maar u hoeft niet noodzakelijk de allerbeste kwaliteit te leveren. Dat hangt af van uw doelgroep en wat deze bereid is te betalen. Kwaliteit hangt nauw samen met imago. De orde en netheid in uw bedrijf, de manier waarop u werkt, de tijd die u vrijmaakt voor uw klanten en de kennis die u bezit, zijn enkele factoren die bijdragen tot een sterk imago en de klant het gevoel geven dat u een hoge kwaliteit levert. • Verpakking dient niet alleen om een product te beschermen. Een goede verpakking vereenvoudigt de opslag en het vervoer. Ze maakt een product aantrekkelijker en doet het opvallen in de winkelrekken. Een goede verpakking draagt bij tot het imago van uw onderneming. Ze speelt in op de belevingswereld van uw doelgroep. Zo zitten computerspelletjes in een andere doos dan boekhoudsoftware. En als het imago van uw onderneming verandert, moet uw verpakking mee evolueren. Ook de tijdsgeest speelt een rol. Vandaag is milieuvriendelijkheid erg belangrijk. Daar kunt u op inspelen. • Service is een belangrijk wapen in de concurrentiestrijd. Hij zorgt voor een goed imago, schept goodwill bij uw klanten en kan uw verkoop doen stijgen. Hoeveel service u moet bieden, hangt van uw product af, maar ook van uw doelgroep. Bij de meeste gewoontegoederen hoort geen speciale service. Bij specialiteitgoederen daarentegen is service meestal
18
erg belangrijk. Wie een fles water in de winkel gaat halen, verlangt niet veel meer dan een vriendelijke en vlotte bediening. Maar wie een dure hifiketen aanschaft, wil waarschijnlijk advies, een goede garantie en zal het een pluspunt vinden als de winkel een eigen hersteldienst heeft. Een vriendelijke ontvangst en een vlotte levering zijn minimumvereisten. Maar u kunt veel meer doen. Denk aan de wolwinkel die een breicursus organiseert of de opticien die uw bril gratis een grondige reinigingsbeurt geeft. Service gaat van gratis advies en begeleiding over eigen hersteldiensten tot financiële service (krediet- en betaalmogelijkheden) en supersnelle levering. Service kost geld. Soms veel, soms weinig. De kostprijs kunt u geheel of gedeeltelijk in de prijs van uw product opnemen. Voor bepaalde vormen van dienstverlening kunt u eventueel een apart tarief gebruiken. Kledingwinkels rekenen soms een vast bedrag aan voor verstelwerk aan een hemd of een broek. Door dergelijke diensten gratis aan te bieden, kunt u de concurrentie een stapje voor zijn. Maar u moet wel de financiële consequenties kennen en kunnen dragen.
TIP Trouwe klanten die terugkeren vormen de basis van een solide onderneming. Het is veel goedkoper om aan bestaande klanten te verkopen dan om nieuwe klanten te verwerven. Als u een slechte service levert, verliest u klanten en u zult voortdurend nieuwe klanten moeten aantrekken om uw bedrijf draaiende te houden.
Uw eigen zaak plannen en uitbouwen
Slechts enkele producten aanbieden is gevaarlijk. Als ze het op een bepaald moment niet meer zo goed doen, zal uw omzet in één klap drastisch dalen. Maar hoeveel producten moet u dan verkopen, en welke? Het is niet eenvoudig om een samenhangend en evenwichtig productassortiment samen te stellen. De meeste bedrijven kiezen voor een breed of diep assortiment. En ze vullen hun kernassortiment aan met een nevenassortiment. • Een diep assortiment bestaat uit een beperkt aantal productcategorieën. maar per soort wordt een ruime keuze van artikelen aangeboden. Een tenniswinkel verkoopt alleen tennisuitrusting, maar de klant vindt er wel veel verschillende tennisrackets en tenniskledingmerken. • Een breed assortiment bestaat uit een groot aantal productcategorieën, maar per soort worden slechts enkele merken aangeboden. Gewoontegoederen passen het best binnen een breed assortiment. Consumenten willen immers alle producten die ze regelmatig nodig hebben zoveel mogelijk op dezelfde plaats kunnen kopen. Een breed assortiment vereist grote voorraden en veel opslagplaats. Daarom is een breed assortiment voor veel KMO’s niet interessant. • Het kernassortiment bestaat uit de belangrijkste producten van uw onderneming. Ze zijn goed voor 80 of meer procent van de omzet. • Een nevenassortiment kan de kwaliteit van uw service in de verf zetten, uw imago versterken, de klantentrouw bevorderen of de winst van uw zaak zonder al te veel inspanningen verhogen. Artikelen of diensten die voor u weinig kosten, maar voor uw klanten een grote waarde hebben, zijn het interessantst. Denk aan de bakker die koffie verkoopt of de meubelzaak die onderhoudsproducten in de winkel heeft liggen.
Alle producten hebben een levenscyclus. Gewoonlijk worden vijf fasen in de cyclus onderscheiden: de ontwikkelingsfase, de introductiefase, de groeifase, de maturiteitsfase en de vervalfase. Een evenwichtig assortiment bestaat uit producten in verschillende fasen. Neem bijvoorbeeld een winkel in kantoorbehoeften. Die kan gsm’s verkopen (groeifase), computers (maturiteitsfase), maar ook nog enkele schrijfmachines (vervalfase). De schrijfmachines gaan niet elke dag meer over de toonbank, maar toch is het zinvol om ze in de winkel te hebben. Er is altijd wel een klant die nog een schrijfmachine wil. Dergelijke producten in de winkel houden, kan als een vorm van service worden beschouwd en uw imago versterken.
3.2 Prijs De verkoopprijs van uw product wordt in eerste instantie bepaald door de kostprijs van het product en de markt. • De kostprijs bepaalt de onderste prijsgrens. Uw verkoopprijs moet immers minstens uw kosten dekken, anders maakt u verlies. Niet alleen uw aankoopprijs, maar ook uw opslagkosten, verpakkingskosten en uw verkoopkosten (bijvoorbeeld de verwarming van uw winkel) moeten in rekening worden gebracht. Voorraad is voor vele bedrijven een grote kostenfactor. Ten eerste neemt voorraad ruimte in beslag en ruimte kost geld. Maar uw voorraad vertegenwoordigt ook een kapitaal dat u voor niets anders meer kunt gebruiken. En als u uw voorraad niet tijdig verkoopt, zult u uw geïnvesteerde kapitaal niet meer, slechts gedeeltelijk of alleen maar met een kleine winstmarge terugverdienen. Houd daarom niet meer voorraad dan nodig om aan de normale vraag van
19
uw klanten te voldoen. In hoofdstuk 5, ’Uw financieel plan’, leert u hoe u uw gemiddelde voorraad berekent. TIP Als u meer produceert, kan de kostprijs per stuk dalen. Maar dat is niet altijd het geval. Een grotere productie kan dure investeringen met zich meebrengen: extra opslagruimte, meer transportmiddelen, bijkomende machine, enz. Als die investeringen niet 100% rendabel zijn, kan de kostprijs per geproduceerde eenheid duurder uitvallen.
• De markt bepaalt de bovenste prijsgrens. Ze bestaat uit twee verschillende krachten: de vraagintensiteit en de concurrentie. Laten we eerst eens kijken naar de vraagintensiteit. Hoe minder de vraag verandert bij een prijswijziging, hoe voordeliger het is om de prijs te verhogen. Dat geldt vooral voor specialiteitgoederen die uniek zijn, een hoge kwaliteit hebben en waar weinig alternatieven voor bestaan. Als de vraag daarentegen sterk verandert bij een prijsaanpassing, dan is het interessant om de prijs te verlagen. Op die manier gaat uw omzet stijgen. Dat is een goede zaak zolang de extra kosten van de hogere productie en de grotere verkoop niet hoger liggen dan de extra opbrengsten. De concurrentie speelt ook een rol. Hoe meer concurrenten hetzelfde aanbod hebben, hoe meer u uw prijs moet afstemmen op die van uw concurrenten. Als u zich daarentegen van uw concurrenten onderscheidt (door service, kwaliteit, enz.), kunt u een andere prijzenpolitiek volgen dan die van uw concurrenten.
20
Bij uw prijsstelling moet u ook rekening houden met andere factoren. Zo lijkt 100,00 euro veel duurder dan 99,90 euro. Het trucje om prijzen naar beneden af te ronden werkt nog altijd. Prijskortingen kunnen uw product aantrekkelijker maken. Het is een strategisch systeem dat veelvuldig wordt toegepast. Maar u moet kortingen wel op de juiste manier gebruiken, zodat niet alleen de klant, maar ook uw bedrijf er beter van wordt. Bereken bij het toekennen van kortingen vooraf hoeveel meer omzet u moet halen om dezelfde winst te boeken. Controleer nadien of u juist zat, en welke bijsturingen u een volgende keer eventueel moet maken. Er bestaan verschillende kortingsystemen: • Een volumekorting bij aankoop van grotere hoeveelheden is ook in uw voordeel. Als klanten in één keer een grote hoeveelheid van uw producten aanschaffen, heeft u minder administratie, minder distributiekosten en meestal ook minder aanmaakkosten per stuk. • Een korting bij contante betaling wordt toegekend aan klanten die onmiddellijk betalen. Vaak gaat het om een korting van 2% wanneer de factuur binnen acht dagen voldaan wordt. De korting is voor uw bedrijf voordelig, omdat u op die manier over meer liquide middelen beschikt en zo zelf gemakkelijker aan uw eigen betalingsverplichtingen kunt voldoen. • Kortingen op verouderde of beschadigde artikelen zorgen ervoor dat u een groter gedeelte van uw stock kwijtraakt en u uw inkomsten gedurende het jaar min of meer stabiel kunt houden. • Een functionele korting wordt toegekend aan groothandelaars wanneer ze zelf de verkoop van de kleinhandelaar voor hun rekening nemen en instaan voor het opslaan van de goederen.
Uw eigen zaak plannen en uitbouwen
• Actiekortingen kunnen meer mensen naar uw zaak lokken tijdens kalmere perioden of een nieuwe impuls geven aan producten die niet zo goed verkopen. • Getrouwheidskortingen worden meestal via een klantenkaart toegekend. Klantenkaarten zijn een efficiënte manier om een adressenbestand op te bouwen. • Korting bij overname wordt onder meer in de autosector veel gebruikt. U ruilt uw oude wagen in voor een mooie korting op de aankoopprijs van uw nieuwe wagen. Zeker bij verkoop aan andere bedrijven is het normaal dat u een betalingstermijn toestaat, bijvoorbeeld van 30 of 60 dagen. Enerzijds vormen soepele betalingsvoorwaarden een aantrekkelijke service. Anderzijds hebben lange krediettermijnen een nadelige invloed op uw liquiditeitssituatie. Een bijkomend nadeel is het risico op wanbetaling. Als u krediet toestaat, reageer dan onmiddellijk als de betalingstermijn wordt overschreden.
3.3 Plaats Met ‘plaats’ bedoelen we niet alleen de eigenlijke vestigingsplaats van uw onderneming, maar ook de inrichting en de voorstelling van uw producten. De plaats waar u uw product verkoopt, moet passen bij uw product. Naar analogie van de productcategorieën spreken we van gewoontewinkels, keuzewinkels en speciaalzaken. Gewoontewinkels zijn gelegen op een plaats waar veel mensen komen. Voor keuzewinkels is een plaats waar al gelijkaardige winkels bestaan, de beste oplossing. Voor speciaalzaken is ligging doorgaans niet zo belangrijk, zolang uw potentiële klanten maar
weten waar ze u kunnen vinden. Ook voor de verkoop van industriële goederen is de ligging zelden doorslaggevend. In de meeste gevallen gaat men naar de klant, en niet omgekeerd. Wat dan vooral telt, is een goede verbinding met de belangrijkste wegen. Denk verder aan het volgende: • Valt uw bedrijfsgebouw voldoende op in het straatbeeld? Dat is vooral voor gewoonte- en keuzewinkels belangrijk. • Is het pand dat u wilt aankopen in goede staat? Vraag eventueel advies aan een architect. • Laat uw bedrijfsgebouw en uw inrichting aansluiten bij uw imago. Een zaak waar de prijs een belangrijk verkoopargument is, wordt het best functioneel ingericht. Bij exclusieve producten daarentegen hoort een sober, maar stijlvol interieur. • Wat zijn de mogelijkheden voor een etalage, showroom of opslagruimte? Onderschat het belang van een goede etalage niet. Ze moet de aandacht trekken van het publiek waarop u zich richt. Ze moet aansluiten bij uw imago, uw producten en uw prijzenpolitiek. • Houd rekening met factoren als temperatuur, geurof geluidshinder, wettelijke milieubepalingen, enzovoort. • Uw inrichting moet aangepast zijn aan uw verkoopsysteem, dat op zijn beurt moet aangepast zijn aan uw producten. Gewoontegoederen kunt u in een zelfbedieningszaak aanbieden, maar specialiteitsartikelen niet. • Kijk ook naar de uitbreidingsmogelijkheden. • Ga na of er binnenkort geen wegenwerken zijn gepland die invloed kunnen hebben op uw zaak.
21
TIP Stippel in uw winkel een strategisch parcours uit. Plaats vergelijkbare producten van verschillende merken bij elkaar, zodat klanten een overzicht hebben en gemakkelijk kunnen vergelijken. Plaats aan de kassa kleine en goedkope artikelen die de bezoeker nog snel kan meenemen.
3.4 Promotie U moet ervoor zorgen dat uw potentiële klanten weten wat u verkoopt en waar u te vinden bent. Daarom is promotie noodzakelijk. Vaak wordt dat onmiddellijk geassocieerd met advertenties. Maar advertenties zijn maar één manier om uw bedrijf bekend te maken. U neemt het best in uw marketingplan verschillende communicatiemiddelen op. Samen vormen die uw communicatiemix. Die mix bestaat uit vier elementen: reclame, publiciteit, verkooppromotie en persoonlijke verkoop. • Reclame omvat advertenties, verpakkingen, mailings, folders en affiches. Dit materiaal kunt u verspreiden op de manier en de schaal die u wilt. Er zijn vele kleine reclamebureaus en grafische bureaus die voor een beperkt budget goed werk leveren. Hoe beter u deze bureaus over uw zaak en uw producten informeert, hoe beter zij hun werk kunnen doen. Vertel hen over uw doelgroep en leg uit wat u met uw reclame wilt bereiken. Vertel hen waarin u beter bent dan anderen. Zorg ervoor dat uw ‘unique selling proposition’ centraal staat in uw reclameboodschap. • Publiciteit is het commercieel relevante nieuws dat over uw zaak verschijnt. Lokale bladen zijn vaak bereid over uw onderneming te schrijven, zeker als u
22
met iets bijzonders voor de dag komt, zoals een nieuw product dat tot dusver niet in uw regio verkrijgbaar was. Andere vormen van publiciteit zijn onder meer: een bijdrage van uw bedrijf aan een sociaal project – financieel of in natura –, een seminarie dat u organiseert of een toespraak die u houdt voor een lokale vereniging. • Verkooppromotie vestigt de aandacht op een product en informeert potentiële klanten. Vaak wordt aan verkooppromotie een speciale actie verbonden, zoals een wedstrijd, een korting, gratis staaltjes of spaarsystemen. De promotie werkt dan beter. • Persoonlijke verkoop verplicht de klant te reageren, positief of negatief. In een persoonlijk verkoopgesprek kunt u al uw argumenten uitspelen. Dat maakt het gemakkelijker om iemand te overtuigen. Concreet kunt u gebruikmaken van verkoopvoorstellingen, telemarketing, presentaties op handelsbeurzen, enzovoort. Uw communicatie moet consistent en herkenbaar zijn. Daarom kunt u niet zonder een degelijke huisstijl. Het belangrijkste element van uw huisstijl is uw logo. Zorg ervoor dat het uniek is en past bij het imago van uw onderneming. Bij uw huisstijl horen ook een vast lettertype en een vast kleurenpalet. Die gebruikt u niet alleen in al uw folders, op uw briefpapier, enveloppen, naamkaartjes, maar ook op uw voertuigen, uw verpakkingen, enzovoort.
Uw eigen zaak plannen en uitbouwen
TIP Communiceer met uw klanten en leveranciers op een prettige manier. Vermijd dure woorden, oppervlakkige opmerkingen en negatieve uitspraken, zoals ‘dat kan niet’ of ’dat was niet afgesproken’. Wees menselijk, concreet en duidelijk. Als u iets op papier zet, gebruik dan gewone spreektaal.
Checklist • Beschrijf uw producten (of diensten). Welke kwaliteit hebben ze? Hoe worden uw producten verpakt? Welke service gaat u uw klanten aanbieden? Sluiten de verpakking, de service en de kwaliteit van uw producten aan bij het imago dat uw wilt scheppen? • Is uw productassortiment evenwichtig en samenhangend? In welke fase van de levenscyclus zitten uw producten? Gaat u een breed of diep assortiment aanbieden? Wat is uw kernassortiment en wat is uw nevenassortiment? • Bepaal de onderste en bovenste prijsgrens van uw producten. Zet uw kortingstrategie en uw betalingsvoorwaarden op papier. • Waar gaat u uw bedrijf vestigen? Hoe gaat u uw pand inrichten? Sluiten het gebouw en de inrichting aan bij uw imago? Zijn er uitbreidingsmogelijkheden? En wat zijn de mogelijkheden voor een etalage, showroom en opslagplaats? • Bepaal de communicatiemix die voor uw bedrijf optimaal is. Hoe gaat uw huisstijl eruitzien?
23
Uw eigen zaak plannen en uitbouwen
Uw productieen personeelsplan In dit deel van het ondernemingsplan geeft u aan hoe uw onderneming georganiseerd is. U beschrijft de taken die verricht moeten worden, hoeveel tijd eraan besteed zal worden, welke medewerkers ervoor verantwoordelijk zijn en wat de opleiding en ervaring is van deze mensen.
4.1 Het organigram van uw bedrijf Het organigram van uw onderneming laat zien wie welke taken uitvoert. Begin met een gedetailleerde beschrijving van alle activiteiten die uw bedrijf onderneemt: aankoop, productie, marketing, verkoop, administratie, financieel beleid, communicatie, enzovoort. Ga dan na hoeveel tijd ze in beslag nemen en welke mensen u voor deze taken wilt inschakelen. Welke opleiding en ervaring hebben zij nodig? Gaat u pas afgestudeerden in dienst nemen en hen zelf opleiden? Of heeft uw bedrijf ervaren medewerkers nodig? Wat gaat u zelf doen? Wees realistisch bij de taken die u uzelf toevertrouwt. Veel zelfstandigen nemen te veel hooi op hun vork en kunnen moeilijk verantwoordelijkheden delegeren. Dat heeft niet alleen nare gevolgen voor de zaak, maar ook voor uw eigen welzijn. Toon alle verantwoordelijkheden in een schema, maar maak er geen loodzware hiërarchische structuur van. In een vlakke bedrijfsstructuur nemen medewerkers gemakkelijker hun eigen verantwoordelijkheid op. Zo’n structuur motiveert en past beter bij een KMO. Vermeld boven aan uw schema de naam van uw bedrijf en de keuze van uw ondernemingsvorm. Leg uit waarom u een NV, BVBA of een andere vorm van vennootschap wilt oprichten. Als u meer wilt weten over vennootschapsvormen, sla er dan de KBC-gids ‘Eenmanszaak of vennootschap?’ op na. De gids is gratis verkrijgbaar in uw KBC-bankkantoor.
25
TIP Wie met een eigen zaak begint, klopt meestal lange dagen. Veel beginnende zelfstandigen durven zelfs geen vakantie te nemen. Maar wie hard werkt, heeft nood aan ontspanning. Door regelmatig een uurtje te wandelen of te fietsen bouwt u een flinke weerstand op tegen stress. Het geeft u nieuwe energie en bevordert de creativiteit.
4.2 Het productieproces Met bedrijfscyclus bedoelen we het productieproces en de goederenstroom in uw onderneming. De bedrijfscyclus toont hoe goederen uw bedrijf binnenkomen, wat ermee gebeurt en hoe ze uw onderneming weer verlaten. Neem de volledige cyclus als een draaiboek op in uw ondernemingsplan. Vermeld bij elke stap de infrastructuur die u nodig heeft en motiveer uw keuze van machines en apparatuur. Die motivatie helpt u als u later financiering zoekt voor uw infrastructuur.
4.3 Risico’s We hopen dat het u niet overkomt, maar met mensen en machines kan het wel eens verkeerd lopen. Een arbeidsongeval, machinebreuk, een brand, enz.: als ondernemer loopt u nu eenmaal risico’s. Weeg af welke risico’s u kunt verminderen door preventie, welke risico’s u zelf kunt dragen en welke risico’s u laat verzekeren. Een onvoldoende adequate inschatting van de risico’s die u loopt kan tot een financiële ramp, en zelfs tot het faillissement van uw zaak leiden. Welke soorten risico’s kunnen we onderscheiden, en hoe kunnen we die risico’s dekken?
26
1 Uw medewerkers Een verzekering tegen arbeidsongevallen is verplicht als u personeel in dienst heeft. Uw medewerkers zijn erdoor verzekerd op het werk en op weg van en naar het werk. Een groepsverzekering wordt afgesloten door de werkgever ten voordele van zijn werknemers, waardoor de binding met uw bedrijf groter wordt. Er zijn verschillende vormen: een uitkering bij overlijden vóór de pensionering, een kapitaal bij pensionering of een combinatie van beide. Bij een groepsverzekering kunt u ook in enkele aanvullende voordelen voorzien, zoals een vergoeding voor ziekenhuisverpleging of een invaliditeitsrente bij blijvende arbeidsongeschiktheid. 2 Schade veroorzaakt aan anderen, zoals leveranciers en klanten Een verzekering “burgerlijke aansprakelijkheid” dekt de lichamelijke en stoffelijke schade die uzelf of uw personeelsleden aan derden veroorzaken. 3 Schade aan uw patrimonium Een brandverzekering kan, naast schade door brand, ook waterschade, storm- en hagelschade en glasbraak dekken. Ook productieverlies door brandschade of extra kosten zoals het huren of kopen van andere gebouwen na brand kunnen door een brandpolis worden gedekt. Heeft u een uitgebreid machine- of computerpark, dan is het zeker aan te raden een verzekering machinebreuk of alle risico’s elektronica af te sluiten. 4 Uzelf De sociale voorzieningen voor zelfstandigen zijn beperkter dan die voor werknemers. Om uw levensstandaard na ziekte, ongeval of pensionering te be-
Uw eigen zaak plannen en uitbouwen
houden, bestaan aangepaste oplossingen. Ook kunt u uw nabestaanden beschermen tegen het risico van uw overlijden. Vennootschappen kunnen met dit doel een groepsverzekering ten gunste van de bedrijfsleider afsluiten. Een verzekering gewaarborgd inkomen vult de beperkte vergoedingen van het ziekenfonds voor arbeidsongeschiktheid aan. Wanneer u als zelfstandige door ziekte of een ongeval (tijdelijk) niet meer kunt werken, ontvangt u de eerste drie maanden geen vergoeding van uw ziekenfonds. Bovendien zijn de vergoedingen vanaf de vierde maand kleiner dan die voor werknemers. Misschien zijn ze onvoldoende om al uw uitgaven te dekken. Met een verzekering ‘gewaarborgd inkomen’ voorkomt u dit probleem. Een levensverzekering wordt afgesloten met het doel de levensstandaard te behouden die tijdens de actieve periode werd opgebouwd. Via de storting van premies bouwt u een spaartegoed op dat u op de einddatum ontvangt. Bij overlijden vóór de einddatum keert de verzekeraar een verzekerd kapitaal uit. Op die manier beschermt u uw nabestaanden tegen het financieel risico van uw vroegtijdig overlijden. De schuldsaldoverzekering is een speciale levensverzekering. Zij wordt afgesloten bij het aangaan van een krediet en dekt uw uitstaande schulden. Als u vóór de einddatum van de lening overlijdt, hoeven uw nabestaanden de schulden niet verder af te lossen. 5 Uw voertuigen Voor bedrijfsvoertuigen dient u uiteraard ook de gepaste verzekeringen af te sluiten: “burgerlijke aansprakelijkheid”, omnium, eventueel een verzekering met bijstand bij pech of ongeval, enzovoort.
KBC Bank & Verzekering geeft u graag advies over de diverse verzekeringsvormen. Meer informatie over verzekeringen vindt u ook in de KBC-gids ‘Vestiging’. Gratis verkrijgbaar in het KBC-bankkantoor in uw buurt.
Checklist • Beschrijf de taken die moeten worden uitgevoerd in uw bedrijf, bepaal hoeveel tijd ze vergen, wie ervoor verantwoordelijk is en wat de opleiding en ervaring is van deze mensen. • Vat uw bedrijfscyclus samen als een compleet scenario. Vermeld bij elke stap de infrastructuur die u nodig hebt en motiveer uw keuze van machines en apparatuur. • Bepaal de risico’s in uw bedrijf en de verzekeringen die u nodig hebt.
27
Uw eigen zaak plannen en uitbouwen
Uw financieel plan
Het financieel plan is de grootste en belangrijkste stap in uw ondernemingsplan. Pas als u alle cijfers op een rijtje heeft gezet, weet u of de onderneming die u wilt starten levensvatbaar zal zijn en u voldoende inkomsten zal verschaffen.
Uw financieel plan bestaat uit vijf onderdelen: 1 Eerst gaat u na welke investeringen u moet doen om van start te kunnen gaan. 2 Daarna bepaalt u de middelen om die investeringen te betalen. Dit is uw financieringsplan. 3 Vervolgens telt u alle kosten op die u in één jaar tijd maakt. 4 Met die cijfers kunt u dan berekenen welke omzet u moet halen om rendabel te zijn. Dat is de breakevenanalyse. 5 Ten slotte berekent u of er tijdens het jaar wel genoeg liquide middelen zijn om de lopende uitgaven te betalen, zoals huur en interest. Het is best mogelijk dat u uw plannen moet aanpassen. Sommige starters werken bijvoorbeeld een heel ambitieus marketingplan uit, maar stellen achteraf vast dat het te veel kost. Het is niet erg om uw eisen in zo’n geval terug te schroeven. Integendeel, het maakt uw ondernemingsplan alleen maar realistischer.
5.1 Investeringen Bij investeringen maken we een onderscheid tussen vaste activa, realiseerbare activa en beschikbare activa. Bij vaste activa ligt het geïnvesteerde kapitaal vast. U kunt uw geld niet meer voor andere zaken gebruiken. Bij realiseerbare activa kunt u de investeringen op relatief korte termijn omzetten in geld. De beschikbare activa bestaan uit het geld dat u bij de start van uw bedrijf op uw rekening zet en het geld dat u vooraf in uw bedrijfskas stort. Materiële vaste activa zijn tastbare goederen, zoals gebouwen, meubilair, machines en bedrijfsvoertuigen. Ook goederen die slechts gedeeltelijk voor uw zaak gebruikt worden, zoals een auto, tellen mee. Gebruikt
29
u uw personenwagen drievierde van de tijd voor uw zaak, dan brengt u dat gedeelte van de waarde van uw auto in als vast actief. Niet de aankoopwaarde, maar de huidige waarde telt (behalve bij grond). Materiële vaste activa verliezen immers geleidelijk hun waarde. Ze verslijten en verouderen. Het waardeverlies beschouwen we als een kostenpost en noemen we ‘afschrijving’. Een wagen van 20 000 euro kan over een periode van vijf jaar worden afgeschreven. Bij de investeringen noteert u de huidige waarde (20 000 euro, als de wagen nieuw is). Bij de vaste kosten (zie 5.3) noteert u elk jaar de afschrijving (4 000 euro = 20 000 euro gedeeld door 5). Immateriële vaste activa zijn niet tastbaar. Het gaat om oprichtingskosten en notariskosten, kosten voor franchising, kosten voor de overname van klanten, een merknaam, enzovoort. Financiële vaste activa zijn geldmiddelen die u voor langere tijd investeert, zoals beleggingen, huur- en andere waarborgen. Veel ondernemingen dienen vooraleer ze van start kunnen gaan een voorraad handelsgoederen aan te leggen (voor bijv. dienstenondernemingen is dit niet het geval). Verkoopt u iets uit die voorraad, dan wordt u daarvoor niet altijd meteen betaald. Zowel het krediet dat u op die manier aan uw klanten toekent als de voorraad in uw onderneming moet gefinancierd worden. Het zijn realiseerbare activa. Ook de BTW die de staat u verschuldigd is, maar die u tijdelijk moet voorschieten, behoort tot de realiseerbare activa. Om te weten hoeveel uw realiseerbare investeringen precies bedragen, moet u dus het antwoord geven op de volgende drie vragen:
30
1 Met hoeveel voorraad moet ik starten? Als u de omloopsnelheid van uw producten kent, kunt u uw gemiddelde maandvoorraad bepalen en daarmee kunt u dan beginnen. Een product dat een maand op het schap blijft liggen alvorens iemand het koopt, heeft een omloopsnelheid of rotatie van 12. U moet het twaalf keer per jaar door een nieuw exemplaar vervangen. Een product dat hoogstens veertien dagen blijft liggen, heeft een omloopsnelheid van 24. Stel nu dat u een omzet van 500 000 euro beoogt en dat u hiervoor 250 000 euro goederen moet aankopen. Als deze goederen een omloopsnelheid van 2 hebben, heeft u een gemiddelde voorraad van 125 000 euro (250 000 gedeeld door 2). Een lage omloopsnelheid gaat gewoonlijk samen met een grote voorraad. Als uw producten snel roteren, heeft u doorgaans een kleinere voorraad nodig. Enkele voorbeelden. Non-foodartikelen in een superette hebben een gemiddelde omloopsnelheid van 2. Fruit heeft een rotatie van 20 à 25. Aardappelen in een frietkraam roteren dagelijks en hebben een omloopsnelheid van 320. De horecasector rekent met gemiddelde omloopsnelheden van 100. De voorraden worden er gemiddeld na 3 dagen verkocht. In principe is uw volledige voorraad realiseerbaar. Maar in werkelijkheid zult u een deel van uw stock niet verkopen. Uw winkelrekken staan immers nooit helemaal leeg. Het deel van de voorraad dat altijd in uw zaak aanwezig is, wordt de ijzeren voorraad of buffervoorraad genoemd. 2 Hoeveel middelen heb ik nodig om mijn klantenkrediet te financieren? Het antwoord hangt af van uw gemiddelde dagomzet en uw gemiddelde betalingstermijn. Laten we dat met een voorbeeld illustreren. Uw jaarlijkse omzet bedraagt 125 000 euro. Uw dagomzet is bijgevolg 342,47 euro (125 000 gedeeld
door 365 dagen). Voor 40% van uw producten geldt een betalingstermijn van 45 dagen. In 60% van de gevallen wordt u contant betaald. Uw gemiddelde betalingstermijn is bijgevolg (40% x 45) + (60% x 0) = 18 dagen. Het gemiddelde klantenkrediet is 342,47 euro (dagomzet) x 18 (gemiddelde betalingstermijn) = 6 164,46 euro. Dat is de som die u moet financieren. Hoe langer de betalingstermijn, hoe groter het te financieren klantenkrediet. De situatie verschilt van sector tot sector. In bepaalde branches zijn contante betalingen de regel. In andere sectoren zijn betalingstermijnen van 60 en zelfs 90 dagen heel gewoon. Beroepsverenigingen, collega’s en leveranciers kunnen u hierover meer inlichtingen verschaffen. 3 Hoeveel BTW is de staat mij in de beginperiode verschuldigd? Als ondernemer ontvangt u BTW van de klanten die goederen of diensten bij u aankopen. Als u zelf iets koopt, betaalt u BTW. Het saldo van de betaalde en ontvangen BTW rekent u af met de overheid. Als startend bedrijf zult u veel aankopen doen en relatief weinig verkopen. Het BTW-saldo zal daardoor in uw voordeel zijn. Van de overheid krijgt u de BTW echter niet onmiddellijk terug. U zult een periode van 6 à 7 maanden moeten overbruggen en financieren.
5.2 Financiering Nu u weet wat uw investeringen zijn, kunt u op zoek gaan naar de middelen om ze te financieren. Als u zelf maar 2 500 euro in uw eigen zaak wilt steken, zult u elders niet gemakkelijk een krediet van 50 000 euro krijgen. Dat is logisch. Een evenwichtige financiering bestaat uit voldoende eigen middelen, aangevuld met
vreemd vermogen zoals een lening of een krediet van de bank. Reserveer uw eigen middelen in de eerste plaats voor de financiering van voorraden en handelsvorderingen. Voor de financiering van uw vaste activa, de debiteurenkern (het bedrag van klantenvorderingen dat permanent openstaat) en de ijzeren voorraad kunt u dan een beroep doen op vreemd vermogen van de bank. Kies in dit geval voor een financiering op lange termijn. Terugbetalen op korte termijn is een typische fout van beginners en kan u in liquiditeitsproblemen brengen. Bij uw KBC-bankkantoor vertelt men u graag meer over de verschillende kredietvormen. Hieronder een beknopt overzicht: • Een termijnkrediet of investeringskrediet is vooral geschikt voor de financiering van grote investeringen, zoals de bouw van een werkplaats. Een bepaald bedrag wordt voorgeschoten en volgens een vooraf overeengekomen aflossingstabel terugbetaald. De periode van terugbetaling schommelt gewoonlijk tussen 5 en 15 jaar. De rente wordt naar keuze maandelijks, driemaandelijks, zesmaandelijks of jaarlijks aangerekend. In principe ligt de rentevoet vijf jaar vast. Er zijn ook andere mogelijkheden, bijvoorbeeld een driejaarlijks herzienbare rentevoet of een vaste rente gedurende 10 jaar. De terugbetaling gebeurt doorgaans met periodieke, gelijke kapitaalaflossingen. Ook hier zijn andere opties mogelijk: progressieve aflossingen, uitstel van betaling, vaste annuïteit, enzovoort. • Een lening op afbetaling is in de eerste plaats geschikt voor de financiering van beperkte investeringen, zoals wagens en kleine machines. Het bedrag komt overeen met het gefactureerde bedrag (exclusief recupereerbare BTW), eventueel verminderd met het voorschot dat u zelf al heeft betaald. De looptijd is
31
normaal gelijk aan de economische gebruiksduur van het gefinancierde voorwerp, met doorgaans een maximum van vijf jaar. De rentevoet hangt af van het bedrag en de looptijd en ligt vast voor de volledige looptijd van het krediet. De terugbetaling gebeurt meestal in gelijke maandelijkse aflossingen die telkens een deel rente en een deel kapitaalaflossing omvatten. • Leasing is een huurformule. Bij leasing wordt een goed door een leasingonderneming gekocht en aan u verhuurd. De huurperiode stemt overeen met de vermoedelijke economische gebruiksduur. Na de huurperiode kunt u het goed zelf kopen tegen de restwaarde die in het leasecontract vermeld staat. Maar u kunt ook verder huren tegen een sterk verminderde prijs of het geleasde goed terugbezorgen aan de leasingmaatschappij. Bij leasing wordt het goed voor 100% gefinancierd. Het bedrag van de betaling wordt vooraf in het leasecontract vastgelegd.
5.3 Kosten Een goede inschatting van de kosten die u in de loop van één jaar gaat maken, is erg belangrijk. Als u de kosten van uw vermoedelijke omzet aftrekt, krijgt u immers onmiddellijk een idee van winst of verlies. Maak in uw ondernemingsplan een onderscheid tussen vaste kosten en variabele kosten. Vaste kosten zijn onafhankelijk van de omzet. Het zijn alle kosten die u maakt, ongeacht hoeveel u verkoopt of produceert. De huur van uw winkel, bepaalde vervoerskosten, verzekeringen, sommige verkoopkosten, interest op leningen, bankkosten, personeelskosten en afschrijvingen zijn vaste kosten.
32
Of u nu twee klanten of honderd klanten over de vloer krijgt, uw vaste kosten blijven in principe gelijk. In werkelijkheid geldt dit echter alleen maar binnen een bepaald productievolume. Als het volume overschreden wordt, zult u misschien een aanpalend pand moeten huren of uw verkoopoppervlakte uitbreiden. Dat doet uiteraard uw investeringen en vaste kosten stijgen. Variabele kosten zijn afhankelijk van de omzet. Veranderingen in het productie- of verkoopproces oefenen een invloed uit op de variabele kosten. Grondstoffen zijn daar een goed voorbeeld van. Een bakker die 200 broden verkoopt, heeft meer variabele kosten dan een bakker die er 100 verkoopt. Verpakkingsmateriaal, commissielonen en sommige transportkosten zijn andere voorbeelden van variabele kosten. Omdat variabele kosten afhankelijk zijn van de omzet, kan men ze gemakkelijk uitdrukken als een percentage van de omzet. Als u verschillende producten verkoopt met verschillende variabele kosten, berekent u eerst het percentage per productcategorie en vervolgens het gemiddelde percentage van alle categorieën. Het verschil tussen uw omzet en alle variabele kosten heet contributie. De contributie moet de vaste kosten dekken, want anders wordt er verlies gemaakt. Blijft er na die dekking nog contributie over, dan heeft u winst gemaakt. De contributiemarge is de verhouding tussen de vaste kosten en de omzet. Daarmee kunt u uw break-evenpunt berekenen.
Uw eigen zaak plannen en uitbouwen
Overzicht investeringen en vaste kosten
Vaste activa 1
Materiële vaste activa • Aankoop grond • Aankoop gebouw: grondwaarde constructiewaarde • Verbouwingen • Inrichting • Toestellen, machines • Wagens, bedrijfswagens • Gereedschappen, klein materieel • Andere Totaal:
2
Beschikbare activa • Kasgeld • Bank • Andere Totaal:
Vaste kosten 1
Immateriële vaste activa • Oprichtingskosten • Kosten van vooronderzoek • Drempelkosten of franchiseaansluiting • Andere: brevetten, octrooien, goodwill • Andere Totaal:
3
Financiële vaste activa
2
• Waarborgen: energieleveranciers huurovereenkomsten andere • Aandelen • Obligaties • Andere Totaal:
Vervoerskosten • Brandstof (dit kan ook een variabele kostenpost zijn, bijvoorbeeld bij koerierbedrijven)
• Verkeersbelasting • Verzekering • Onderhoud en herstellingen • Parkeerkosten • Reiskosten • Andere Totaal:
Realiseerbare activa • Gemiddelde voorraad grondstoffen • Gemiddelde voorraad hulpstoffen • Gemiddelde voorraad handelsgoederen • Klantenkrediet • Andere Totaal:
Bedrijfskosten • Huur • Onroerende voorheffing • Elektriciteit (in een productieonderneming is dit meestal een variabele kostenpost) • Water (in een productieonderneming is dit meestal een variabele kostenpost) • Gas (in een productieonderneming is dit meestal een variabele kostenpost) • Onderhoud en herstellingen • Andere Totaal:
3
Kantoorkosten • Telefoon, fax, internet • Postzegels • Drukwerk • Documentatie • Lidmaatschapsgelden
33
• Boekhouding • Honoraria • Andere Totaal:
4
Publiciteitskosten • Reclame • PR • Geschenken • Etalage • Verpakking • Andere Totaal:
6
Afschrijvingen: Totaal:
34
9
Financiële kosten • Interest • Andere Totaal:
10 Gewaardeerd loon (= uw eigen nettovergoeding) Totaal:
11 Minimumvergoeding kapitaal (= de vergoeding van uw eigen kapitaal dat u aan de onderneming ter beschikking stelt) Totaal:
12 Extra aanloopkosten eerste jaar • Openingsreclame • Andere Totaal:
Personeelskosten • Brutolonen • Sociale lasten • Dubbel vakantiegeld • Sociaal secretariaat • Verzekeringen • Andere Totaal:
7
Andere bedrijfskosten • Provincie- en gemeentebelastingen • Milieubelastingen • Accijnzen • Andere Totaal:
Verzekeringen • Brand • Diefstal • Burgerlijke aansprakelijkheid • Sociale bijdragen • Aanvullende verzekeringen • Andere Totaal:
5
8
Algemeen totaal:
Uw eigen zaak plannen en uitbouwen
5.4 Break-evenpunt Is uw omzet gelijk aan uw totale kosten (vaste en variabele kosten), dan is uw onderneming op het breakevenpunt. Dit betekent dat u winst noch verlies maakt. Anders gezegd: het break-evenpunt is de minimumomzet die u moet halen om uit uw kosten te raken. Als u van uw zaak wilt leven, moet u bij die vaste kosten ook uw eigen loon rekenen. Het break-evenpunt berekenen is eenvoudig. U deelt uw vaste kosten door uw contributiemarge. Laten we dit illustreren met een voorbeeld. Een kledingdetaillist weet dat de gemiddelde verkoopprijs, BTW inbegrepen, in zijn sector 2,2 keer de aankoopprijs bedraagt. Wanneer hij voor 12 100 euro (inclusief 21% BTW) verkoopt, heeft hij voor 5 500 euro aangekocht. Op een omzet van 10 000 euro (exclusief BTW) realiseert hij dus een contributie van 45,40% (= 5 500 / 12 100 x 100). Hoeveel omzet moet hij nu realiseren om 60 000 euro vaste kosten te dekken? Eenvoudig: 60 000 euro vaste kosten gedeeld door 45,40% contributiemarge = 132 158,59 euro (exclusief BTW) of 159 911,89 euro (inclusief 21% BTW). Wanneer de kledinghandelaar nu zou inschatten dat deze omzet net haalbaar is en het daarbij zou laten, zou hij wel erg onvoorzichtig zijn. Hij zal immers niet elk kledingstuk met een contributiemarge van 45,40% kunnen verkopen. Een deel van zijn stock wordt bij de seizoenopruiming verkocht en een ander deel raakt wellicht niet verkocht. Bovendien moet de handelaar ook rekening houden met beschadiging van goederen en diefstal. Brengt hij al deze factoren in rekening, dan komt hij misschien uit op een contributiemarge van 36%, waardoor zijn minimumomzet stijgt tot 166 666,67 euro (exclusief BTW).
Met die omzet zijn wel de kosten gedekt, maar heeft hij zelf nog niets verdiend. Keert hij zichzelf een jaarlijks salaris uit van 25 000 euro, dan moet hij dit bedrag bij de vaste kosten van 60 000 euro tellen. Het breakevenpunt komt dan op 236 111,11 euro (= 85 000 / 36%) te liggen (285 694,44 euro inclusief BTW). Doe de berekening voor uw eigen situatie. Vergelijk dan het break-evenpunt met de omzet uit uw marktanalyse. U ziet meteen of u winst of verlies gaat maken. Als u verlies maakt, moet u uw project grondig herbekijken. U kunt verschillende scenario’s uitproberen. Elke ingrijpende verandering in uw ondernemingsplan zal een ander resultaat geven. Ga bijvoorbeeld eens na wat het verschil is tussen het huren en kopen van een pand. Uiteraard moet u bij elk scenario ook rekening houden met de technische mogelijkheden. Hebt u voldoende machines en ruimte om een bepaalde omzet te halen? Misschien moet u extra investeringen doen en verandert het resultaat.
5.5 Liquiditeit Inkomsten en uitgaven sluiten in een onderneming maar zelden mooi op elkaar aan. Het is mogelijk dat u winst maakt, maar toch met een tekort aan liquide middelen kampt. Als het geld dat u verdient maar traag naar de kas en de rekening van uw onderneming stroomt, kunt u op een bepaald moment zelfs in geldnood raken. Niet omdat u slechte zaken doet, maar gewoon omdat u uw geld nog niet ontvangen heeft. Bij startende bedrijven is dat een veel voorkomend probleem, zeker als de onderneming snel groeit. Meer klanten betekent immers meer geld uitgeven aan voorraad en meer openstaande facturen.
35
U kunt de problemen vooraf inschatten door uw inkomsten- en uitgavenstromen in kaart te brengen. U noteert per maand of per kwartaal wat u ontvangt en wat u uitgeeft. Aan de inkomstenzijde moet u rekening houden met de krediettermijnen die u uw klanten toestaat en eventuele (seizoen)schommelingen in de verkoop. Bij de uitgaven noteert u al uw variabele kosten, uw vaste kosten met uitzondering van de afschrijvingen. Breng ook het BTW-saldo (negatief of positief) in rekening. Zijn uw uitgaven op een bepaald ogenblik groter dan uw inkomsten, dan moet u dat met het geld op uw bankrekening of uit uw kas kunnen opvangen. Gaat dat niet, dan kunt u bij uw bank een kredietlijn aanvragen. Voorzie in een kaskrediet dat minstens gelijk is aan het maximale tekort plus een veiligheidsmarge. Lijkt het tekort aan liquide middelen u veel te groot, dan moet u uw financieringsplan herwerken en meer financiering op lange termijn zoeken.
36
Checklist • Begin uw financieel plan met een lijst van al de investeringen die u moet doen. Bepaal uw materiële, immateriële en financiële vaste activa. Bereken de voorraad die u nodig heeft, uw gemiddeld klantenkrediet en de BTW die u in uw beginperiode aan de staat voorschiet. • Maak een financieringsplan. Bepaal uw eigen vermogen en de omvang van het vreemd vermogen dat u nodig heeft. Wat gaat u financieren op lange termijn en wat op korte termijn? • Bepaal uw vaste en uw variabele kosten. Trek het totaal af van uw beoogde omzet, zodat u een idee krijgt van de omvang van uw winst of verlies. • Bereken het break-evenpunt van uw onderneming, zodat u de minimumomzet kent die u moet halen om uit de kosten te raken. • Stel een liquiditeitsplan op, zodat u zeker bent dat u op elk ogenblik uw rekeningen kunt betalen.
Uw eigen zaak plannen en uitbouwen
Tot slot: alles op een rijtje
Hebt u alle stappen van uw ondernemingsplan op papier gezet, vat ze dan nog eens samen op een kernachtige manier, op ongeveer één pagina. Schrijf duidelijk neer welk product u op welke markt wilt brengen, en waarom u denkt dat uw project zal slagen. Toon aan dat de markt voldoende groot is, dat uw marketingstrategie zal werken, en dat u voldoende financiële middelen heeft om uw zaak te doen draaien. Uiteraard kunt u deze samenvatting pas aan het eind van uw voorbereiding maken. Maar als u dan alles op papier hebt staan, zet de samenvatting dan helemaal vooraan in uw ondernemingsplan. Zo krijgen lezers snel een goede indruk van uw plannen en zien ze in één oogopslag hoe alles in elkaar past en doordacht is. Een krachtige samenvatting van uw project is een goede manier om de interesse van derden voor uw onderneming te wekken. Op die interesse mag u bij KBC alvast rekenen. Wij werpen graag een kritische blik op uw ondernemingsplan en geven met plezier advies en informatie. Veel succes en tot ziens in een van onze KBCbankkantoren.
Nuttige adressen Nationaal Instituut voor de Statistiek Leuvenseweg 44, 1000 Brussel Tel. 02 548 63 65 - Fax 02 548 63 67 Coupure Rechts 620, 9000 Gent Tel. 09 267 27 00 - Fax 09 267 27 29 Italiëlei 124/85, 2000 Antwerpen Tel. 03 229 07 07 - Fax 03 233 28 30 Hier vindt u bevolkingsstatistieken, financiële informatie, handelsgegevens, gerechtelijke statistieken, BTWstatistieken, informatie over gezinsbestedingen, enzovoort. Centrum voor Landbouweconomie Treurenberg 16, 1000 Brussel Tel. 02 553 15 00 - Fax 02 553 15 15
[email protected] Hier vindt u informatie over de bestedingen aan landbouwproducten. Belgisch Comité voor de Distributie Mariannestraat 34, 1180 Brussel Tel. 02 345 99 23 - Fax 02 346 02 04 Hier kan men u informatie verstrekken over supermarkten en filiaalbedrijven.
37
Starterscursussen KBC heeft samenwerkingsakkoorden met UNIZO. Samen worden op regelmatige basis starterscursussen georganiseerd. Meer informatie over data en lokalen kunt u verkrijgen bij: UNIZO - Unie van Zelfstandige Ondernemers Spastraat 8, 1000 Brussel Tel. 02 238 05 11 - Fax 02 238 05 96
[email protected]
38
Hebt u nog vragen over uw bankzaken of verzekeringen? Praat er dan over met een medewerker van uw KBC-bankkantoor of met uw KBC-verzekeringsagent. U kunt ook bellen naar het KBC-Telecenter op het nummer 078 152 153. Op werkdagen van 8 tot 22 uur en op zaterdag en banksluitingsdagen van 9 tot 17 uur. U kunt ook schrijven, faxen, mailen of surfen naar: KBC-Telecenter Schoenmarkt 35 2000 Antwerpen Fax 03 283 29 50
[email protected] www.kbc.be Alle verrichtingen van KBC Bank NV zijn onderworpen aan de Algemene Bankvoorwaarden, waarvan de tekst verkrijgbaar is in alle KBC-bankkantoren. Zetel van de vennootschap: KBC Bank NV, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België. RPR 0462 920 226, BTW BE 462 920 226, bankrekening 730-0000000-93. Verantwoordelijk uitgever: KBC Bankverzekeringsholding NV, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België. KBC Bank NV, inschrijvingsnummer CBFA 26 256. KBC Verzekeringen NV, onderneming toegelaten voor alle takken onder code 0014 (KB 4 juli 1979, B.S. 14 juli 1979). Deze gids is bedoeld om u te oriënteren. Hij is louter informatief. De teksten die erin zijn opgenomen, zijn niet bindend voor de betrokken partijen en kunnen de aansprakelijkheid van KBC Bank niet teweegbrengen. Alleen de bepalingen van de Algemene bankvoorwaarden zijn bindend. Deze uitgave of een deel ervan mag niet worden gereproduceerd of uitgegeven door afdrukken, fotokopieën of enige andere manier zonder de voorafgaande, schriftelijke toestemming van de uitgever.
Een zaak opstarten? Dat doe je niet zomaar. Een grondige voorbereiding is daarbij cruciaal. Deze brochure helpt je de commerciële haalbaarheid van je project in te schatten. Aan de hand van het ondernemingsplan breng je de markt in kaart, werk je de strategie uit en bekijk je de financiële haalbaarheid. Vraag ook naar onze andere brochure 'Eenmanszaak of vennootschap' die je helpt bij de keuze van een eventuele vennootschapsvorm.
www.kbc.be
D/2004/7434/10-N – SAP 1863N – 593/2 – 05-2005