Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
1
‘Alles van waarde is weerloos.’ Lucebert
Foto’s: ANNAstede Bestuurskantoor INOS Breda
Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
2
Inhoud hoofdstuk
pag
1.
Inleiding
5
2.
Missie en visie INOS
7 7
2.1
3.
Waarden & normen 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
4.
Visie op identiteit van INOS
Waarden & normen Wat verstaan we onder waarden en normen? In het spanningsveld tussen waarden en normen Wat verstaan we onder identiteit? Op zoek naar de koppeling tussen waarden en normen De koppeling van waarden en normen binnen INOS De koppeling tussen waarden en normen op een INOSschool
De vertaling van de waarden op onze school 4.1 4.2 4.3
Concretisering van de INOS-waarden op team en individueel niveau Waarden en normen en kinderen Mijn school, mijn team en ik
9 9 10 13 14 15 18 21
23 23 25 26
Bijlage:
Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
3
De Projectgroep Identiteit Martijn Arts, INOS bestuurskantoor Marjolijn Euler, KBS De Zandberg Wim Goijaarts, INOS / KBS Hagehorst Carolein Kasse, KBS St. Joseph Jo Morreel, iXc-DKSR Corrie Oprins, iXc-DKSR René Rijpert, OE Jacinta, De Burchtgaarde Kees van Sprundel, SBO Breda Dicky Wijland, Edux Onderwijsadvies Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
4
1. Inleiding December 2009
Voor ieder bedrijf, iedere organisatie is het van groot belang te weten: waar staan wij voor? Wat vinden wij belangrijk? Wat behoort tot het fundament van onze organisatie? INOS is verbindend, ambitieus, resultaatgericht en omgevingsbewust Bij INOS realiseren 1361 medewerkers onderwijs aan 10.226 leerlingen verdeeld over 31 scholen. Onderwijs dat wordt vormgegeven vanuit een heldere missie en visie op onderwijs en leren: INOS brengt leren tot leven. INOS heeft helder verwoord waar de organisatie voor staat: INOS is verbindend, ambitieus, resultaatgericht en omgevingsbewust. Maar, INOS is ook een katholieke organisatie Naast een missie en visie vanuit waarden omtrent onderwijs en leren is INOS ook een organisatie met katholieke waarden. Bij INOS leefde ontstond steeds meer behoefte om helder en duidelijk aan te kunnen geven wat haar katholieke identiteit inhield, op welke katholieke waarden deze is gebaseerd en hoe deze op eigentijdse wijze kan worden vertaald in het onderwijs op de verschillende scholen. De opdracht De opdracht die INOS zichzelf, in oktober 2008, stelde was om de katholieke identiteit van de stichting te ontdekken of te herontdekken, deze op harmonieuze wijze te laten aansluiten bij de missie en visie van de stichting en op eigentijdse wijze te vertalen naar het aangeboden onderwijs op de scholen van de stichting. Hiertoe werd een projectgroep in het leven geroepen. De doelstellingen De doelen die de projectgroep zich stelde bij de uitvoering van de opdracht waren: • de fundamentele katholieke waarden ontdekken, • deze vertalen naar een stichting en naar onderwijs van deze tijd, • voor scholen een heldere structuur bieden waarbinnen zij enerzijds herkenbaar zijn als een school van INOS en anderzijds op eigen en authentieke wijze hun invulling kunnen geven aan de katholieke waarden. Opbrengst De inspanningen van de projectgroep moest opbrengen: ‘Een heldere, eigentijdse en authentieke beschrijving van de katholieke identiteit van INOS, die als basis dient voor een praktische vertaling naar beleid en zichtbaar gedrag op de verschillende scholen.’ Gesprekken De opbrengst op de scholen wordt hoofdzakelijk bepaald door de gesprekken die de teams zullen voeren over de identiteit van de school en van henzelf in relatie met de school en de wijze waarop het team en de individuele leerkracht deze toont in concreet gedrag en concrete afspraken. Deze gesprekken zijn van essentiële waarde voor de ‘geloofwaardigheid’ van de katholieke identiteit van de stichting en de school.
Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
5
INOS is een organisatie met 32 scholen voor regulier basisonderwijs (BAO), speciaal basisonderwijs (SBO) en speciaal onderwijs (SO -REC ) in Breda, die de verbinding tussen het leren en ontwikkelen van kinderen centraal stelt. Op 1 augustus 2005 is INOS Stichting Katholiek Onderwijs Breda opgericht na een fusie tussen de ‘Juan Luis Vives stichting’ en “Mark en Aa, Stichting Katholiek Onderwijs Breda’. Op 01 oktober 2007 waren bij INOS 1361 personen in dienst; in 2007 bezochten in totaal 10.226 leerlingen een INOS-school. Het strategisch beleid van INOS betreft de volgende speerpunten: 1. De school gaat open (brede school, actief samenwerking zoekend) 2. Eigentijds, open leerklimaat (missie, visie: verbinding) 3. Passend onderwijs 4. Organisatorische eenheden (schaalvergroting waardoor echt leiderschap door directeuren mogelijk wordt) 5. Zelfverantwoordelijke teams De missie van INOS is ‘INOS brengt leren tot leven’. Deze missie zal inspirerend moeten werken op het realiseren van een eigentijds open leerklimaat binnen de INOS-scholen. Kernwoorden daarbij zijn: 1. de school gaat open en zoekt actief samenwerking in de buurt; 2. verbinding; 3. passend onderwijs uitgaand van elk kind; 4. een uitdagende omgeving; 5. normen en waarden; 6. basiskwaliteit en eigen onderscheidende profielen per school. De visie van INOS INOS heeft de ambitie om zich actief als partner op te stellen in de ketens rond INOS en haar scholen. Actief naar belanghebbenden. In de eerste plaats het kind en zijn ouders, maar ook de maatschappij als geheel. Actief ook naar de partners die opvang en zorg aan de school bieden en actief naar de directe omgeving van de school: de buurt en parochie. In de verbindingen maakt INOS haar ambitie waar: leren daadwerkelijk tot leven brengen. Visie op identiteit Het vertrekpunt ligt in de katholieke inspiraties en vieringen. De school geeft daarmee actief vorm aan haar identiteit. Op een eigentijdse wijze geeft zij invulling aan veelvormige wijzen van levensbeschouwing. Vervolgens verbindt zij de verschillende levensbeschouwingen met elkaar. Leraren ondersteunen daarbij de kinderen bij het zoeken naar hun persoonlijke identiteit.
Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
6
2. Missie en visie INOS 2.1.
Visie op identiteit van INOS
Het uitgangspunt van het document ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’ is de missie en visie van INOS in het algemeen en de visie van INOS op identiteit in het bijzonder. (zie de brochure ‘INOS brengt leren tot leven’ https://portal.inos.nl/Pages/Default.aspx )
Visie op identiteit. Het vertrekpunt ligt in de katholieke inspiraties en vieringen. De school geeft daarmee actief vorm aan haar identiteit. Op een eigentijdse wijze geeft zij invulling aan veelvormige wijzen van levensbeschouwing. Vervolgens verbindt zij de verschillende levensbeschouwingen met elkaar. Leraren ondersteunen daarbij de kinderen bij het zoeken naar hun persoonlijke identiteit. Normen en waarden zijn daarbij vanzelfsprekend. Vraagstukken van identiteit moeten niet alleen vanuit de confessionele achtergrond worden bezien, maar moeten in een breed perspectief worden behandeld. Zo zijn een ‘open klimaat’ en ‘de brede school’ al gauw containerbegrippen, terwijl deze juist op locatie op een specifieke wijze vorm moeten krijgen en de identiteit van een school kunnen bekrachtigen. De kleur van de aparte scholen moet dus duidelijk worden gedefinieerd en vormgegeven op de diverse beleidsterreinen. Het waarden en normen kader is daarin opgenomen. Het identiteitsbegrip wordt daardoor gekoppeld aan de schoolontwikkeling.
Identiteit INOS is een stichting voor katholiek onderwijs. In de scholen wordt gewerkt vanuit katholieke inspiraties. Identiteit wordt evenwel niet alleen vanuit de confessionele achtergrond bepaald, maar staat in een eigentijds perspectief waarbij identiteit breed wordt opgevat. Al werkende ontstaat identiteit in het samenspel van pedagogisch en onderwijskundig handelen. Naast het waarden en normen kader vanuit de katholieke traditie en achtergrond is dus ook het totaal dat een INOS-school biedt een belangrijke bijdrage bij het ontwikken van identiteit en de daarbij behorende waarden en normen. De cultuur van INOS als geheel en de pedagogische identiteit van INOS-scholen zijn gebaseerd op een eigentijdse invulling van de katholieke traditie. Vorming van identiteit en persoonlijke ontwikkeling is in INOS-scholen van groot belang, naast het leren van cognitieve, culturele en sociale vaardigheden. De identiteit van INOS is gericht op het leggen van verbindingen. INOS gaat uit van een samenleving waarin sprake is van een veelvoud aan levensbeschouwingen en van de verschillende persoonlijke wijzen waarop deze levensbeschouwingen gestalte Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
7
krijgen. Vanuit haar katholieke identiteit, op een eigentijdse wijze vormgegeven, verbindt zij deze levensbeschouwingen met elkaar. Waarden en normen geven richting aan. Vanuit haar identiteit formuleert INOS een aantal waarden die richting geven aan het onderwijs. Naastenliefde, weerbaarheid, gemeenschapszin, tolerantie, respect, verwondering, authenticiteit, eigentijdse spiritualiteit, dicht bij jezelf kunnen blijven, zijn daarbij sleutelwoorden. Kinderen ontwikkelen een eigen identiteit. Ieder kind ontwikkelt een persoonlijke identiteit. De school ondersteunt het kind bij het zoeken naar deze identiteit. De scholen hebben zicht op hun identiteit. Dit is gedefinieerd en is leidraad voor het handelen in de scholen. Een brede projectgroep op INOS-niveau is samengesteld uit diverse geledingen van INOS, waarbij veel aandacht is voor een evenwichtige opbouw qua leeftijd en ervaring. Deze werkgroep werkt een kader uit, ontwikkelt en concretiseert het identiteitsbegrip op INOS-niveau en geeft wegen aan om dit waar te maken op schoolniveau. Op basis van deze richtinggevende beleidsnotitie wordt de wijze bepaald waarop in de scholen de identiteit wordt vormgegeven opdat deze voor iedereen beleefbaar en herkenbaar is. Een gedragscode op basis van de binnen INOS geaccepteerde identiteit en waarden en normen, wordt vastgelegd. De gedragscode werkt als toetsingskader voor individueel gedrag. In het kader van de katholieke identiteit worden gericht middelen en rituelen aangereikt, bijvoorbeeld vieringen, gebaseerd op de katholieke traditie, als rode draad. De vieringen en rituelen maken de levensbeschouwing en de verbindingen tussen de verschillende levensbeschouwingen zichtbaar en bespreekbaar. Relaties met de parochie, de katholieke kerk en het bisdom worden actief onderhouden met het doel: • de identiteitsvraag vanuit de confessionele achtergrond te verdiepen en mede vorm te geven; • de relatie met de katholieke traditie waaruit INOS is voortgekomen te blijven onderhouden; • open in de samenleving te staan door actief samenwerking te zoeken met ook deze voor INOS belangrijke organisaties en instituten; • een bijdrage te leveren aan de vernieuwing en het eigentijds vertalen van de katholieke onderwijs- en leefwereld.
De gedragscode van INOS (zie bijlage)
De gedragscode van INOS vormt een onderdeel van het identiteitsbeleid van INOS. Daarmee is deze code een vertaling van de uitgangspunten van de identiteit van INOS. De inspiratiebronnen voor het leven zijn door INOS vertaald in een aantal belangrijke waarden die de basis zijn voor het stellen van normen en concreet gedrag in onze organisatie. Die waarden zijn o naastenliefde, o weerbaarheid, o gemeenschapszin, o tolerantie, o respect, o verwondering, Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
8
o o
authenticiteit en eigentijdse spiritualiteit.
‘Je kunt een mens niets leren; je kunt hem alleen helpen het te ontdekken in zichzelf.’ Galileo Galilei
Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
9
3.
Waarden & normen
Spreken over de identiteit van een organisatie is spreken over waar de organisatie voor staat. De waarden en normen van de organisatie dus. Belangrijk is daarom dat we helder afbakenen wat we onder die begrippen verstaan.
3.1
Waarden & normen
Waarden en normen zijn containerbegrippen. Het lijken twee eenvoudige begrippen, maar in concrete gesprekken blijken mensen die op heel eigen en zeer uiteenlopende wijze in te vullen. Er is de ouder die begrip vraagt voor het feit dat zijn kind terugslaat wanneer het zich gepest weet. En de ouder die er op rekent dat zijn kind zich hoe dan ook veilig mag weten op school. Er is de leerkracht die elke prestatie meet aan de hand van de normjaartaak en er is de leerkracht die vlot elke dag nog een stapel werk mee naar huis neemt. Er is het team dat kiest voor een duidelijke levensbeschouwelijke identiteit, dat glashelder ergens wil voor staan. En daarnaast is het team dat uitdrukkelijk kiest voor een ‘low profile’, dat iedereen wil welkom heten en niemand voor het hoofd wil stoten. In elke situatie beroept men zich, bewust of onbewust, op ‘waarden en normen’. Waarden en normen 1e vaststelling: In de samenleving wordt veel gesproken over waarden en normen: in de politiek, op het werk, op school, .. Iedereen, van de ministerpresident tot de vader of moeder op een ouderavond pleit voor het hanteren van ‘waarden en normen’. Voor niet iedereen is echter duidelijk wat waarden en normen zijn, of over welke waarden en normen we het hebben. Waarden en normen dragen bij aan het vertrouwen dat we hebben in onze samenleving, in de organisatie waar we werken, in elkaar. Waarden en normen zeggen iets over hoe we zijn georganiseerd, wat we belangrijk vinden, waar onze grenzen liggen.
Zingeving, levensbeschouwing 2e vaststelling: Wanneer mensen spreken over levensbeschouwing of zingeving, bedoelen ze meestal het hebben van waarden en normen. Het hebben van een levensbeschouwelijke identiteit wordt blijkbaar spontaan en wellicht in vele gevallen ook onbewust geassocieerd met waarden en normen. En niet ten onrechte: o levensbeschouwing is een visie op het leven: wat het leven betekent, wat de waarde ervan is en hoe het geleefd moet worden. o Zingeving, een begrip uit de metafysica, wijsgerige antropologie en de psychologie, betekent het zoeken naar de zin, de bedoeling of het doel van het leven of van grote gebeurtenissen in het leven, of het trachten dit doel zelf te scheppen. (Bron: Wikipedia) Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
10
Normen & waarden!? 3e vaststelling: Meestal spreken mensen van normen & waarden, zonder verdere begripsomschrijving. Normen en waarden zijn containerbegrippen geworden. Wanneer we een gesprek over normen en waarden tot stand willen brengen dienen we eerst zorgvuldig te bepalen welke inhoud we voor beide begrippen voor ogen hebben. Als school, als leerkracht, kunnen wij niet om dit debat heen. Onze school staat midden in een wijk, midden in onze hedendaagse maatschappij. Die omgeving vraagt op steeds dringender wijze waar wij voor staan, voor willen staan.
3.2
Wat verstaan we onder waarden en normen?
Waarden Waarden zijn opvattingen of voorstellingen van wat mensen in een samenleving of groepering als goed of juist beschouwen. Waarden zijn idealen en motieven die in een samenleving of groep als nastrevenswaardig worden beschouwd. Waarden drukken we uit in woorden als eerlijk, respect, veilig, vertrouwen, … Voorbeelden van waarden in de opvoeding zijn: zelfvertrouwen, eerlijkheid, creativiteit, respect, zelfstandigheid, sociaal zijn, gehoorzaamheid, ambitieus zijn, gastvrijheid, goede manieren, verantwoordelijkheidsgevoel. We kunnen twee soorten waarden onderscheiden: 1.
Absolute waarden Absolute waarden zijn juist die waarden die op een oneindig wezen (God) terug te brengen zijn of op een absoluut streefvermogen van de mens (meestal rationeel verklaarbaar). Over absolute waarden bestaat meestal een consensus. Bijvoorbeeld: ieder redelijk wezen wil naar geluk streven. Naar geluk streven is een absolute waarde. De '10 geboden' en 'de rechten van de mens'1 hebben een sterk absoluut karakter. In beide gevallen vertegenwoordigen die ‘lijstjes’ de meest essentiële waarden voor een grote groep mensen. Er kan dan in de praktijk behoorlijk geredetwist worden over de concrete beleving. Wat echter niet belet dat er een brede maatschappelijke consensus bestaat dat er aan de rechten van de mens en de rechten van het kind niet zomaar getornd kan worden. Hetzelfde geldt voor talloze gelovigen voor de 10 geboden: de 10 geboden behoren tot de essentie van onze gemeenschappelijke geloofsgeschiedenis. Wanneer we los komen van de formulering en in gesprek gaan met moslims
1 De verwijzing naar de Rechten van de mens (en bij uitbreiding naar de rechten van het kind) gebeurt niet vrijblijvend. Nederland heeft zich, net zoals alle andere Europese landen, gecommitteerd om deze rechten na te leven. Ze vormen mede hierom de basis voor de invulling en de organisatie van het (basis-)onderwijs.
Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
11
ontdekken we, dat wij als christenen, vele basiswaarden met hen delen. 2.
Relatieve waarden: Relatieve waarden zijn die waarden, die tijds-, cultuur- en persoonsgebonden zijn. Ze zijn daardoor zeer persoonlijk en kunnen door anderen totaal anders ingekleurd worden. Bijvoorbeeld: mooi gekleed gaan kan voor iemand zeer waardevol zijn, terwijl dit voor anderen van minder belang is of misschien zelfs onbelangrijk. Dit verschil in beleving van die waarde kan miscommunicatie of onbegrip oproepen bij verwachtingen omtrent de wijze waarop een leerkracht gekleed dient te gaan in zijn werk.
Zijn en hebben Bij waarden wordt meestal gebruik gemaakt van het woord ‘zijn’, bijvoorbeeld ‘ik wil eerlijk zijn’. Wanneer we het hebben over onze belangen, gebruiken we juist het werkwoord ‘hebben’, bijvoorbeeld ‘ik wil macht hebben, ik wil aanzien hebben’. HEBBEN EN ZIJN
Op school stonden ze op het bord geschreven. Het werkwoord hebben en het werkwoord zijn; Hiermee was tijd, was eeuwigheid gegeven, De ene werklijkheid, de andre schijn. Hebben is niets. Is oorlog. Is niet leven. Is van de wereld en haar goden zijn. Zijn is, boven die dingen uitgeheven, Vervuld worden van goddelijke pijn. Hebben is hard. Is lichaam. Is twee borsten. Is naar de aarde hongeren en dorsten. Is enkel zinnen, enkel botte plicht. Zijn is de ziel, is luisteren, is wijken, Is kind worden en naar de sterren kijken, En daarheen langzaam worden opgelicht. Ed. Hoornik
Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
12
Normen Norm komt van het Latijnse woord norma hetgeen winkelhaak, richtsnoer, maatstaf of regel kan betekenen. Norm betekent algemeen genomen: een maatstaf van leven of handelen. Normen zijn concrete regels en voorschriften voor ons handelen in bepaalde situaties en komen voort uit de waarden. Ze vertalen waarden in concreet gedrag. Een norm is dus een concrete richtlijn voor gedrag. Voor iedere menselijke activiteit gelden normen die aangeven hoe een menselijke activiteit behoort te zijn. De norm ligt vervat in geschreven of ongeschreven wetten, in geboden en verboden die een bepaalde waarde moeten beschermen. Wanneer je eerlijkheid een belangrijke waarde vindt, dan verwacht je van de ander dat hij niet tegen je liegt. Vinden we rechtvaardigheid een waarde, dan verwachten we bij verdeling van snoep dat iedereen evenveel krijgt. De belangrijkste waarde in het wegverkeer vinden veel mensen veiligheid. In de christelijke geloofsleer ligt achter de concrete normen de waarde van de liefde. Het gaat dan om de liefde tot God en de liefde tot de naaste mens. Normen geven richting aan ons bestaan, ze beïnvloeden ons doen en laten, ons zelfbeeld en zelfvertrouwen, onze relaties met anderen. De norm is er omwille van een waarde, 'de waarde is het waarom van de norm'.
Samengevat: waarden & normen: WAARDE:
NORM:
datgene wat voor ons een grote betekenis heeft, alles wat een zin geeft aan het leven, wat voor ons waardevol is.
de afspraken die we hierover willen maken.
Of wel: de principes van waaruit wij -bewust of onbewust- leven.
Of wel: concrete richtlijnen die we willen (doen) naleven.
De waarde is het waarom van de norm. De concrete werkelijkheid van waarden en normen situeert zich in het spanningsveld tussen 'absoluut & relatief’ én in het spanningsveld tussen 'waarden & normen'.
Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
13
3.3
In het spanningsveld tussen waarden en normen.
De relatie tussen de waarde en de daaruit voortvloeiende norm is niet altijd helder! Waarden worden meestal vrij algemeen geformuleerd: eerlijkheid, dienstbaarheid, vrijheid, verantwoordelijkheid, bescheidenheid, respect, geluk, … liefde. De manieren om deze waarden vorm te geven of te beleven zijn bijna onuitputtelijk. Neem de waarde ‘respect’. In onze Westerse cultuur getuigt het van respect om elkaar tijdens een gesprek in de ogen te kijken, in de Arabische cultuur kijkt men een ‘oudere’ niet in de ogen wanneer die tot u spreekt. Denk verder nog aan de discussie of het kan dat een islamitische vrouw de hand weigert te schudden van een Nederlandse man. Met andere woorden: er is geen rechtstreeks of algemeen verband tussen een ‘waarde’ respect en de ‘normen’ die mensen hierbij hanteren. Hetzelfde geldt voor de waarde ‘eerlijkheid’. Wat doe je wanneer de caissière in de supermarkt een fout maakt in jouw voordeel? Maak je haar daar attent op of meen je dat dit een terechte tegemoetkoming is voor die keren dat er teveel afgerekend werd en u het niet gemerkt had? Of denk aan de bekende, ondertussen beruchte uitspraak van Mgr. Muskens over de arme die brood mag stelen wanneer hij honger heeft. Samengevat: de context speelt een doorslaggevende rol bij het bepalen van de norm die bij een waarde hoort. De koppeling tussen een waarde en een norm dient steeds opnieuw tot stand gebracht te worden. We moeten het er dus regelmatig over hebben.
‘Als we vooruit willen, dan moeten we terug en die kostbare waarden herontdekken: dat alle realiteit berust op morele funderingen en dat alle realiteit geestelijke controle behoeft.’ Martin Luther King
Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
14
3.4
Wat verstaan we onder identiteit?
Waarden komen voort uit specifieke historische en culturele situaties. Binnen een geschiedkundige of maatschappelijke context bouwen mensen aan hun identiteit. Dit is zowel een persoonlijk als een collectief proces.
Waarden en identiteit Identiteit verwijst naar de antwoorden op de vragen: wie ben ik? Wie zijn wij? Waar kom ik vandaan, waar ga ik heen? Naar de eigen persoonlijkheid, in zoverre deze zich van een andere onderscheidt; wat jou tot jou maakt. Identiteit is ook de uitleg die we geven aan wat we waardevol geven in het leven. De identiteit van personen, groepen, organisaties wortelt, bewust of onbewust, in hun diepste waarden. Die identiteit moet je afbakenen, door middel van grenzen bewaken. Waar kunnen, mogen, dienen de waarden van INOS te wortelen? Op welke waarden is het onderwijs en het gedrag van medewerkers gebaseerd? De identiteit van personen, groepen of organisaties, krijgt effectief vorm in het concrete gedrag, in de normen die men hanteert en naleeft. Wat zijn dan voor INOS, bestuur en scholen, de kenmerkende attitudes en gedragingen, wezenlijke vieringen en rituelen, essentiële verhalen en teksten?
Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
15
3.5
Op zoek naar de koppeling tussen waarde en norm
Bij INOS leeft de vraag om helder en duidelijk te kunnen aangeven voor welke (katholieke) waarden de organisatie, de stichting en haar scholen, staat. En vervolgens hoe deze te vertalen naar de concrete situatie van een school. Het bestuur van INOS kiest er bewust voor om zich te baseren op de katholieke tradities. De grote opdracht aan bestuur, stichting, scholen is om deze katholieke waarden te vertalen, te beleven. Breder geformuleerd: hoe kunnen deze waarden op vruchtbare en effectieve wijze beleefd worden in het dagelijks leven van een basisschool? Nicolas Rescher heeft een denk– en werkkader ontwikkeld om op zinvolle en efficiënte wijze te werken in het spanningsveld tussen de waarden waar men voor kiest en de normen die men hanteert in het dagelijkse leven. De ladder Nicolas Rescher is een Amerikaans filosoof die in 1993 The Validity of Values publiceerde. In dit werk ontwikkelt hij een ‘ladder’ om af te dalen van de hoogste waarde(n) naar de concrete beslissingen in de realiteit van leven en werk.
Bijvoorbeeld: Niveau 1: nagestreefde doelwaarde: RESPECT voor de MEDEMENS Niveau 2:
verwijzende instrumentele waarden en beginselen: EERLIJKHEID
Niveau 3:
normen: niet liegen, de waarheid spreken
Niveau 4:
gedragsregels: geef geen misleidende informatie bij het afleggen van verklaringen
Niveau 5:
beslissing over een concrete gedraging: antwoordt naar waarheid op de vraag die je wordt gesteld
Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
16
De waarden en normen van INOS en haar scholen volgens de ladder van Rescher: een proces dat loopt van boven naar beneden en beneden naar boven.
Hier begint de dialoog tussen bestuur en scholen.
Het bestuur heeft zicht op de wijze waarop de school de waarden naar eigen situatie vertaalt.
Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
17
Hoe werkt dit denk- en werkkader? Nog wat voorbeelden:
respect voor de medemens
eerlijkheid
niet liegen, de waarheid spreken
geen misleidende informatie bij het afleggen van verklaringen.
‘Heeft Mieke naar waarheid geantwoord toen haar gevraagd werd waarom ze te laat was?’
Zorg voor anderen
Veiligheid, eerbied
Bezorg mensen geen onnodige overlast; bedrieg niemand
Ruim je rommel op; respecteer de spelregels
‘Wil je a.u.b. dat cola-blikje opruimen?’ ‘Wacht even je beurt af.’l
Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
18
3.6
De koppeling van waarden en normen binnen INOS.
Een heldere katholieke identiteit, al onze beslissingen, ons handelen en gedrag zijn gebaseerd op het fundament van onze waarden. Wat zijn de fundamentele waarden van INOS Niveau 1: de na te streven doelwaarden: ons fundament
De 10 geboden of beloften De Bergrede De rechten van de mens, van het kind Of: ‘Bronnen van leven’ (zie bijlagen)
De Stichting INOS ontleent haar katholieke identiteit aan het Evangelie van Jezus Christus (zie strategisch beleidsplan 2008 – 2012). De grote bronnen van na te streven doelwaarden zijn: • • •
de waarden van de 10 geboden of beloften de Bergrede, De rechten van de mens, van het kind.
Hiermee wil men zich zowel aansluiten bij de wortels van de katholieke traditie als bij het fundament van onze beschaving.
Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
19
De na te streven doelwaarden worden voor INOS gespecificeerd in drie hoofdwaarden: de instrumenten waar we mee werken. Niveau 2: de verwijzende instrumentele waarden en beginselen Een INOS-school brengt leren tot leven. 1. leren en ontwikkelen in verbinding met - het kind - met ouders - de buurt - de samenleving 2. vanuit de katholieke traditie 3. professionals leggen de verbinding
1. Leren en ontwikkelen in verbinding met - het kind - de ouders - de buurt - de samenleving
2. Vanuit de katholieke traditie.
3. Professionals leggen de verbinding.
Uitgangspunt is de ontwikkeling van elk kind
Elk kind draagt mee de verantwoordelijkheid voor zijn of haar eigen ontwikkeling.
Leren en organiseren gaan hand in hand.
Leren; de ontwikkeling van de hele mens.
Via verschillende vormen van leren en ontwikkelen.
Ouders als actieve partners bij het leren en ontwikkelen van hun kinderen
In relatie met, of gebaseerd op de katholieke traditie waaruit INOS is voortgekomen
Open in de samenleving staan door actieve samenwerking met voor INOS belangrijke organisaties en instituten.
De professional als regisseur van de onderwijssituatie.
Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
20
Samengevat niveau 1 en 2: In niveau begint de dialoog met de scholen.
De 10 geboden of beloften De Bergrede De rechten van de mens, van het kind
INOS-bestuur
Niveau 2 formuleren in functie van …
elke concrete school
De verwijzende instrumentele waarden van INOS worden door iedere school naar de eigen situatie vertaald. Iedere school is en blijft zo op unieke wijze herkenbaar als een ‘INOS-school’.
Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
21
3.7
De koppeling tussen waarden en normen op een INOS-school.
De norm is er omwille van een waarde, 'de waarde is het waarom van de norm'. 1. Het bepalen van de fundamentele en instrumentele waarden (de missie) van de organisatie is primair de verantwoordelijkheid van het bestuur. 2. Het vertalen van die waarden in normen (een visie op het onderwijs dat INOS wil aanbieden) start bij het bestuur. 3. Vervolgens wordt deze visie op unieke wijze vertaald en verwerkt op elke INOSschool.
¨ Op niveau 2 heeft het bestuur van INOS haar missie uitgeschreven. ¨ Op niveau 3 wordt de missie van het bestuur vervolgens vertaald in de visie van
de school.
1.
Leert en ontwikkelt in verbinding met het kind / de ouders / de buurt / de samenleving.
2.
Vanuit de katholieke traditie
3.
professionals leggen de verbinding
vertaling van de INOS-waarden naar de school, en geformuleerd in normen of leefregels en concrete gedragsregels (niveau 3 en 4).
NORMEN voor •
Vieringen / rituelen / feesten / verhalen
•
Bindingen & verbindingen
•
Ontwikkeling persoonlijke identiteit
•
Effectief gedrag
Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
22
Een LEEFREGEL: 1.
geeft aan waar je je aan wilt houden; die drukt uit waar je voor kiest en wat je gelooft dat jij kunt.
2.
naleven heeft een individuele én een groepsdimensie.
3.
gaat over concreet waarneembaar gedrag van elke betrokkene (leerling, teamlid, ouders/opvoeders).
4.
Een leefregel wordt geïnspireerd en gevoed vanuit een levensbeschouwelijke en / of gelovige traditie. Kinderen, collega’s, ouders worden niet waargenomen of beleefd als ’’not yet’, maar als mensen die zoeken naar veiligheid, gedragenheid en zingeving, willen werken aan hun eigenwaarde, hun vaardigheden willen vergroten en humor weten te waarderen. Als mensen die ruimte vragen om (vol)waardig te leven.
5.
Een leefregel werkt als een kompas voor effectief handelen in concrete situaties.
Niveau 3 is, net zoals niveau 2, een gezamenlijke verantwoordelijkheid van bestuur èn school. Vanuit de missie van het bestuur èn de visie van de school worden er doelen bepaald en strategieën ontwikkeld. Het bestuur kan haar scholen dan ‘sturen’ op basis van de effecten (opbrengsten) van de gerealiseerde doelen.
‘Zo doen wij dat bij ons op school!’
Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
23
4. De vertaling van de waarden op onze school De vertaling van de centrale waarden uit de missie van INOS in concreet gedrag. 4.1 Concretisering van de INOS-waarden op teamniveau en individueel niveau Niveau 2 Kernwaarden uit de missie-tekst van INOS
Niveau 3 Wat verstaan we daar onder? Hoe zorgen we ervoor dezelfde
Niveau 4/5 Hoe kunnen we dit zien aan mijn, ons werk, gedrag?
taal te spreken?
Wat nemen we op in ons teamplan, in mijn POP?
Naastenliefde Weerbaarheid Gemeenschapszin Tolerantie Respect Verwondering Authenticiteit Eigentijdse spiritualiteit
Opdracht:
¨ Bespreek in kleine groepen wat volgens de groep wordt verstaan onder de waarden uit de missie en visie van INOS, zoals die hierboven zijn genoemd. Het mogen ook meerder interpretaties zijn.
¨ Bespreek vervolgens hoe alle interpretaties van deze waarden zo concreet mogelijk, in zichtbaar gedrag, in de school waar te nemen zijn.
¨ Verzamel van alle groepjes de interpretaties en concrete waarnemingen hiervan, zodat een beeld ontstaat wanneer de kernwaarden in van de gehele school zijn vertaald en toegepast. Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
24
¨ Welke stappen gaan we nemen, afspraken gaan we maken om de waarden tot leven te brengen in onze school? Deze stappen nemen we op in ons jaarplan.
Gesprek In overleg met de identiteitsbegeleider kan het gesprek over de waarden en de wijze waarop de concrete normen in de school uitgewerkt kunnen worden op vele manieren worden gevoerd. Steeds in functie van de concrete situatie op een specifieke school. Van binnen naar buiten Wanneer de waarden zijn vertaald in heldere en uitvoerbare normen is het belangrijk dat men ‘buiten’ de school deze kent en herkent. Met andere woorden: hoe gaan we met onze waarden en normen naar buiten? Hoe maken we ouders duidelijk waar we voor staan? Allereerst in ons eigen gedrag en beleid, maar ook …………… een flyer, een kunstwerk op het plein, op onze website, ……..
Beeldengroep van Juan Munoz bij GGZ 's-Hertogenbosch
Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
25
4.2 Waarden, normen en kinderen Hoe leren we kinderen omgaan met waarden en normen? Kinderen ervaren vaak dat er verschillen bestaan in de waarden en normen thuis en op school: wat thuis mag, mag niet altijd ook op school of omgekeerd. Kinderen komen daardoor soms in de knoei. Het is belangrijk dat we kinderen leren omgaan met waarden en normen. Zowel met waarden en normen die thuis gelden, als die op school gelden of in de omgeving gelden en eventuele verschillen daartussen. Door kinderen te helpen waarden en normen te verhelderen, helpen we hen bewust te worden van hun eigen denken en handelen, met als achterliggend doel een groeiende zelfstandigheid, toenemend zelfvertrouwen en een zelfbewuste levenshouding. Dagelijks doen zich in school situaties voor die aanleiding kunnen geven voor een gesprek over waarden en normen: een voorval op het speelplein, een kringgesprek over een bepaald onderwerp, de bespreking van de inhoud van een (prenten)boek. Benut vooral de praktijk van alledag door de gewoonten en regels waarmee de kinderen dagelijks worden geconfronteerd (bijvoorbeeld de klasseregels) te bespreken en te zien welke ideeën en gedachten er achter zitten. Verhelderen van waarden en normen die op school gelden Wat is bijvoorbeeld het nut van bepaalde regels en welke ideeën zitten achter bepaalde gewoonten? Pas als kinderen de zin van een regel of gewoonte hebben ontdekt, kunnen zij die zich eigen maken. Het komt voor dat kinderen de zin van een regel met geen mogelijkheid kunnen ontdekken. Dat is dan een goede gelegenheid om ze te laten ervaren dat je regels kunt aanpassen of zelfs afschaffen. Naarmate kinderen ouder worden, kan hen geleerd worden ook inzicht te krijgen in de waarden en normen van anderen. Het blijkt dat als je met kinderen praat over zaken als schelden, vloeken, homoseksualiteit, buitenlanders, ze vaak klakkeloos de ideeën van ouders en vriendjes overnemen. Kinderen confronteren met andere ideeën en opvattingen zet ze aan het denken over hun eigen mening.
Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
26
4.3.
Mijn school, mijn team en ik
Het vertalen van de essentiële katholieke waarden van INOS naar de specifieke school, door het team en de individuele leerkracht op die school is een proces dat vorm krijgt door hier met elkaar over te willen en kunnen praten. Een proces dat van het individu vraagt zich open op te stellen en zich eerlijk uit te spreken. Een proces van keuzes maken: als team (dit zijn ònze normen bij de INOS-waarden, ònze leefregels) en als individu (bij deze school, dit team wil ik horen, hier sta ik achter). Dit proces is een continue zoektocht. Omdat de samenleving verandert, omdat zich op school steeds nieuwe situaties voordoen, omdat mensen veranderen, omdat antwoorden nieuwe vragen oproepen. Het vertrekpunt van die zoektocht blijft echter steeds dat fundament van INOS, de doelwaarden en de instrumentele waarden (niveau 1 en 2). Deze zoektocht kan een team samen met haar identiteitsbegeleider afleggen. Omdat geen school hetzelfde is, zal de zoektocht of het proces op alle scholen anders zijn. Op alle scholen geldt echter: deze zoektocht kan alleen plaatsvinden in een sfeer van veiligheid, vertrouwen en respect.
De essentiële algemene waarden van INOS: naastenliefde, weerbaarheid, gemeenschapszin, tolerantie, respect, verwondering, authenticiteit, eigentijdse spiritualiteit. De essentiële katholieke waarden van INOS: De 10 geboden De Bergrede De rechten van de mens, het kind Een INOS-school brengt leren tot LEVEN: leren en ontwikkelen in verbinding met - het kind - met ouders - de buurt - de samenleving vanuit de katholieke traditie, en professionals leggen de verbinding.
Dit document helpt schoolteams en identiteitsbegeleider op weg bij de zoektocht geeft wat structuur aan het proces. Scholen zullen er hun eigen bevindingen aan toevoegen, hun eigen afspraken in opnemen, en wellicht in een later stadium weer uit verwijderen. Immers, iedere school legt een andere weg af, vertrekkend vanaf een verschillend punt op ‘de ladder’. Wat ons bindt zijn en blijven onze gezamenlijke waarden, onze ‘shared values’ die ons tot een INOS-school maken.
‘Cheshire Kat’, vroeg Alice, ‘kun je me vanaf hier de weg wijzen?’ ‘Dat ligt er voornamelijk aan waar je naartoe moet’, antwoordde de Kat. ‘O, dat kan me niet zoveel schelen’, zei Alice. ‘Dan doet het er niet toe welke kant je op gaat, dan is iedere richting goed’, zei de Kat. Lewis Caroll: Alice in Wonderland, 1865
Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
27
Bijlage
De gedragscode voor alle bij INOS betrokken personen 1. Inleiding Deze gedragscode vorm een onderdeel van het identiteitsbeleid van INOS. Daarmee is deze code een vertaling van de uitgangspunten van de identiteit van INOS. De inspiratiebronnen voor het leven zijn door INOS vertaald in een aantal belangrijke waarden die de basis zijn voor het stellen van normen en concreet gedrag in onze organisatie. Die waarden zijn Naastenliefde, Weerbaarheid, Gemeenschapszin, Tolerantie, Respect, Verwondering, Authenticiteit en Eigentijdse spiritualiteit. Voor een ander deel vindt deze gedragscode een bron in wat de Nederlandse wetgeving voorschrijft. Hierbij kan gedacht worden aan de CAO, de Arbo-wet, de Wet Bescherming Persoonsgegevens en de Leerplichtwet. Daardoor ontstaat ook een relatie tussen deze gedragscode en het veiligheidsbeleid van INOS. Deze gedragscode vormt de gezamenlijke basis voor wenselijk gedrag in onze organisatie. Van de scholen wordt verwacht dat deze gedragscode aangevuld wordt met eigen afspraken op schoolniveau (bijvoorbeeld in een schoolreglement). Daarmee wordt deze code schoolspecifiek, zonder aan gemeenschappelijke kracht in te boeten. De invullingen op schoolniveau worden afgestemd met de eigen MR en ter kennisgeving aan het College van Bestuur verzonden. Deze gedragscode is van toepassing op alle personen die gezamenlijk de leergemeenschap op de INOS-scholen vormen. Daarbij kunnen in het bijzonder genoemd worden: Alle medewerkers van INOS (zowel OP als OOP), stagiairs in alle varianten (incl LIO), vrijwilligers en leerlingen van alle leeftijden. Daarnaast nemen de medewerkers van partner-organisaties (kober, surplus, IMW, etc) en ouders een bijzondere positie in: Voor hen geldt dat deze gedragscode niet voorschrijvend van aard kan zijn. Wel geeft deze gedragscode weer wat INOS als wenselijk gedrag ziet, ook voor deze partners en ouders.
2. Doel A. Het scheppen van een goed pedagogisch klimaat, waarbinnen alle betrokkenen zich prettig en veilig voelen. B. Het bijdragen aan preventie van machtsmisbruik in ruime zin. C. Het bevorderen en bewaken van veiligheids-, gezondheids- en welzijnsaspecten voor alle mensen bij hun werk op school. D. Het bewaken van de privacy van alle betrokkenen. E. Het voldoen aan wettelijke eisen m.b.t. veiligheid (conform Arbowet en arbocatalogus PO). De voordelen: • Betrokkenen kunnen elkaar aanspreken op het naleven van gezamenlijk vastgestelde gedragsregels. • De school kan door middel van deze gedragsregels naar buiten toe, vooral naar de ouders van de leerlingen, duidelijk maken hoe binnen de school betrokkenen omgaan met de hen toevertrouwde leerlingen. Aandachtspunten:
Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
28
• • •
Een gedragscode houdt niet in, dat ongewenst gedrag dat niet in regels is vastgelegd toelaatbaar is. Een gedragscode mag het spontane omgaan van alle betrokkenen met elkaar niet in de weg staan. Bij het vaststellen van regels moet rekening gehouden worden met de aard en het sociaalemotioneel ontwikkelingsniveau van de voorkomende leeftijdsgroepen.
3. Algemeen toepasbare normen binnen INOS De eerder geformuleerde waarden, vinden hun vertaling in de volgende algemeen toepasbare normen: 1. Wij gaan binnen INOS op basis van wederzijds respect en gelijkwaardigheid met elkaar om. 2. Wij respecteren ieders persoonlijke integriteit (zowel fysiek als emotioneel), afkomst, (seksuele) geaardheid, geslacht en geloofsovertuiging. 3. Wij realiseren ons dat afhankelijkheidsrelaties (medewerker-leerling, leidinggevendeondergeschikte) bij onderwijs horen. Daarvan wordt geen misbruik gemaakt. 4. Wij hanteren respectvol taalgebruik. (Niet seksistisch, grof, kwetsend, of godslasterlijk.) 5. Wij kleden ons volgens de gangbare normen. 6. Wij voorkomen zoveel mogelijk situaties waarin één leerling zich met één personeelslid / medewerker in dezelfde ruimte bevindt zonder dat er visueel contact naar buiten deze ruimte mogelijk is.
4. Concreet gedrag op onderscheiden terreinen 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
Seksuele intimidatie Pesten Racisme/ discriminatie Lichamelijk geweld Privacy Kleding ICT en mobiele telefoon Genotmiddelen
4.1 Seksuele intimidatie A. Schoolcultuur / pedagogisch klimaat De algemeen toepasbare normen betekenen op het terrein van seksuele discriminatie dat binnen INOS geen seksistisch taalgebruik wordt gehanteerd. Dit geldt ook voor seksueel getinte grappen, toespelingen, aansprekingen, liederen, gedragingen, affiches, tekeningen, artikelen, bladen e.d die door de ontvanger/lezer als seksueel kwetsend kunnen worden ervaren. Personeel vervult hierin een voorbeeldrol, maar ziet ook toe op het hanteren van wenselijk gedrag tussen leerlingen. B. Eén op Eén contacten: medewerker - leerling • Wij voorkomen zoveel mogelijk situaties waarin één leerling zich met één personeelslid / medewerker in dezelfde ruimte bevinden. Wanneer dat voor een goede uitoefening van de functie niet te vermijden is, gaat de sterke voorkeur uit naar een ruimte waar visueel contact met andere ruimtes in de school bestaat. • Leerlingen worden buiten schooltijd niet langer dan een half uur alleen op school gehouden. Bij uitzonderingen worden de ouders vooraf schriftelijk op de hoogte gebracht. • Zonder medeweten van de ouders en/of directie worden leerlingen niet bij personeelsleden thuis uitgenodigd. In voorkomende gevallen worden redenen en tijdsduur aangegeven. C. Troosten, belonen, feliciteren e.d. in de schoolsituatie Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
29
Ieder heeft het recht aan te geven wat hij/zij prettig of niet prettig vindt. Dit zal worden gerespecteerd. Toch is er behoefte aan enkele concrete, vastgelegde richtlijnen. Deze zijn: • Vanaf groep 4 (8 jaar) worden in principe geen kinderen meer op schoot genomen, of getroost bij verdriet/pijn door middel van zoenen. • In de groepen 1 t/m 4 (t/m 8 jaar) worden de wensen en gevoelens van zowel de kinderen als de ouders t.a.v de kinderen hieromtrent gerespecteerd. • Spontane reacties bij troosten / belonen in de vorm van een zoen blijven mogelijk, ook in de hogere klassen, mits het hier genoemde recht van de kinderen wordt gerespecteerd. De beleving van het kind is hierbij normgevend. • Ook felicitaties moeten een spontaan gebeuren blijven. D. Verkleden/uitkleden In situaties waarin kinderen zich moeten verkleden, of uitkleden (douchen na de gymles, omkleden bij de zwemles) heeft de medewerker een toezichthoudende taak. In het algemeen geldt de afspraak dat vrouwelijke medewerkers deze toezichthoudende taak uitvoeren bij de meisjes en bij de jongens t/m groep 6 (10 jaar) en mannelijke medewerkers deze toezichthoudende taak uitvoeren bij de jongens. Let wel: in alle gevallen blijft de medewerker verantwoordelijk voor de mogelijke gevolgen van (wan)gedrag van kinderen. Indien een medewerker op grond van bovenvermelde afspraak niet aanwezig is in een omkleedruimte terwijl auditieve signalen aangeven dat de toezichthoudende taak noodzakelijk is, moet hij/zij het betreden van de omkleedruimte duidelijk hoorbaar aankondigen. Na dit signaal moeten kinderen, indien zij dit wensen, de gelegenheid krijgen een handdoek of iets dergelijks voor te slaan. E. Buitenschoolse activiteiten (schoolkamp, schoolreis) • Tijdens gemengde buitenschoolse activiteiten is waar mogelijk zowel vrouwelijke als mannelijke begeleiding aanwezig. • Tijdens de reis worden geen aanstootgevende liederen gezongen. Zie ook “schoolcultuur/pedagogisch klimaat”. • Tijdens een schoolkamp slapen mannelijke begeleiders bij de jongens en vrouwelijke begeleiders bij de meisjes. Indien een goede verdeling van taken dit niet mogelijk maakt, wordt vooraf de verdeling aan de leerlingen en ouders kenbaar gemaakt. • Voor het betreden van ruimtes waarin leerlingen zich aan-, om- en uitkleden, gelden dezelfde afspraken als genoemd onder het kopje “verkleden/uitkleden”. • Indien er hulp geboden moet worden bij ongevallen, of ziekte waarbij het schaamtegevoel van de leerlingen een rol speelt, wordt, rekening houdend met de aanwezige mogelijkheden, de uitdrukkelijke wens van de leerling gerespecteerd. • Indien mogelijk maken jongens en meisjes gebruik van gescheiden toiletten en douches. • Bij de te ondernemen activiteiten wordt rekening gehouden met de eigenheid van beide seksen. • De goede spontaniteit in de omgang van leiding / leerlingen en leerlingen onderling dient gewaarborgd te blijven. F. Meldingsplicht Alle medewerkers die getuige zijn van (of een redelijk vermoeden hebben van) mogelijke ontuchtige handelingen van medewerkers naar minderjarige leerlingen (onder de 18 jaar), zijn wettelijk verplicht hiervan melding te doen aan het College van Bestuur.
4.2 Pesten Plagen en pesten zijn heel verschillende dingen. Plagen is incidenteel en tussen gelijkwaardige partijen. Pesten is (psychisch of seksueel) systematisch geweld tussen ongelijkwaardige partijen. Pesten is een probleem, dat wordt aangepakt. Een eerste vereiste daarbij is dat alle betrokkenen, medewerkers – ouders – leerlingen, pesten als een bedreiging zien en bereid zijn het te voorkomen of te bestrijden.
Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
30
Op schoolniveau wordt gestreefd naar een goed pedagogisch klimaat waarin iedereen veiligheid en geborgenheid wordt geboden. Er wordt gewerkt aan een positieve groepsvorming, met respect voor elkaars mogelijkheden en onmogelijkheden, waarbij niemand buitengesloten wordt. Uitgangspunt is dat signalen over pesten doorgeven niets te maken heeft met klikken, maar juist met opkomen voor elkaar. Mocht pestgedrag geconstateerd worden, dan wordt duidelijk gemaakt dat dit gedrag niet getolereerd wordt. Door de klassenleerkracht / directeur wordt met alle betrokkenen besproken hoe dit een volgende keer voorkomen kan worden. Bij de aanpak van pesten gaan we uit van de vijfsporenaanpak: hulp aan de gepeste hulp aan de pester hulp aan de zwijgende middengroep hulp aan de leerkracht hulp aan de ouders Iedere school beschikt over een eigen schoolspecifiek pestprotocol.
4.3 Racisme en discriminatie Wij leven in een multiculturele samenleving. Dit houdt in dat verschillende groepen uit onze samenleving hun eigen volkscultuur hebben. Iedere groep heeft zijn eigen aard: huidkleur, levensovertuiging, volksgewoonten zoals kleding en voedsel enz. De • • • • • •
algemeen toepasbare normen binnen INOS, worden als volgt concreet gemaakt: De medewerker behandelt alle leerlingen en hun ouders gelijkwaardig. De medewerker gebruikt geen racistische en/of discriminerende taal. De medewerker draagt er zorg voor dat er in zijn/haar lokaal geen racistische of discriminerende teksten en/of afbeeldingen voorkomen op posters, in schoolkrant, te gebruiken boeken e.d. De medewerker ziet er op toe dat leerlingen en ouders ten opzichte van medeleerlingen en hun ouders geen racistische of discriminerende houding aannemen in taal en gedrag. De behandeling van gesignaleerde racistische/discriminerende taal en/of gedragingen gebeurt in overeenstemming met de procedure, zoals die is beschreven bij pesten. De medewerker neemt duidelijk afstand van racistisch / discriminerend gedrag van collega's, ouders en andere volwassenen binnen de school. Hij/zij maakt dit ook kenbaar.
4.4 Lichamelijk geweld Bij dit onderwerp hanteren we de regel dat binnen de schoolpoorten iedere vorm van lichamelijk geweld, zowel door volwassenen als door kinderen zoveel mogelijk wordt voorkomen en niet wordt getolereerd. In de relatie volwassene - leerling: • Lichamelijk geweld is niet toegestaan. Bij overtreding van bovenstaande regel door een emotionele reactie deelt de medewerker dit mee aan de directie. Daarna neemt de medewerker of de directie zo snel mogelijk contact op met de ouders/verzorgers om het gebeurde te melden en uit te leggen. • Bij lichamelijk geweld door een volwassen persoon, niet zijnde een medewerker, toegebracht aan een leerling, wordt dit gemeld bij de directeur. Die tracht te bemiddelen tussen betrokken partijen. Bij ernstige situaties wordt de politie ingeschakeld. In de relatie leerling- leerling: Zie bij pesten.
Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
31
Als de veiligheid van medewerkers en/of leerlingen door het gedrag van ouders en/of leerlingen niet langer gegarandeerd kan worden, kan dit reden zijn tot schorsing en mogelijk ook verwijdering van het kind (of meerdere kinderen) van de betreffende ouders en/of kan ouders de toegang tot het schoolterrein worden ontzegd. Dit alles volgens de INOS-regeling “Time-out, Schorsing en Verwijdering”. Het is leerlingen verboden zaken mee te brengen waarmee anderen kunnen worden verwond. (Te denken valt aan: zakmessen, voorwerpen verboden bij de wet, vuurwerk, aanstekers, lucifers etc.)
4.5 Privacy De huidige manier van werken in de school heeft er toe geleid dat steeds meer mensen te maken krijgen met kinderen / ouders of omgekeerd. Dit geldt zowel binnen als buiten de school. Dit zal in de toekomst zeker niet minder worden (denk aan samenwerkingsverband WSNS, parttimebanen, klassenassistenten, enz.). Vanuit dit gegeven is het goed afspraken te maken over de bescherming van de privacy. Gegevens over thuissituatie, medische informatie, gegevens van hulpverlenende instanties e.d. zijn privacygegevens. Dit geldt ook voor uitslagen van testen e.d. We kennen de volgende afspraken: Het bewaren van privacygegevens: • Het leerlingdossier wordt opgebouwd om de ontwikkeling van een leerling te volgen en een goede begeleiding van een leerling mogelijk te maken. Daarbij zijn de wettelijke richtlijnen rondom de bescherming van privacygegevens van toepassing. • Privacygegevens die relevant zijn voor aanpak en begeleiding van het kind en vrijwillig door ouders bekend zijn gemaakt aan medewerker of directie worden alleen met toestemming van de ouders bewaard in het leerlingdossier. Het delen van privacygegevens: • In formele en informele sfeer wordt de privacy van ouders en kinderen gerespecteerd. • Privacygegevens worden alleen besproken voor zover relevant bij de uitoefening van het werk. • Leerlinggegevens worden niet besproken in bijzijn van derden ( bijv. andere ouders) • Uitslagen van testen en onderzoeken worden alleen met toestemming van de ouders en/of betrokken instanties doorgegeven aan derden en uitsluitend dan als het voor de verdere begeleiding van het kind van belang is. • Gegevens die door kinderen, ouders of instanties aan de medewerker, of directie in strikt vertrouwen worden gemeld, worden niet met collega’s besproken, tenzij dit in strijd is met het draaiboek (seksuele) kindermishandeling. Indien geheimhouding de opvang en begeleiding van het kind ernstig belemmeren, worden alleen relevante gegevens doorgegeven aan direct betrokkenen. Dit na bespreking met het betreffende kind(eren), of ouders. • Gegevens, die bij regelgeving door instanties kunnen worden opgevraagd zonder medeweten van het kind en/of ouders en vallen onder het begrip privacy worden met de grootste terughoudendheid verstrekt. Te denken valt aan de kinderbescherming, vertrouwensarts etc. • Iedere medewerker respecteert het recht van ouders privacygegevens niet beschikbaar te stellen aan school of hulpverlenende instanties. Bijzondere afspraken rondom privacy bij gescheiden ouders: Volgens het Burgerlijk Wetboek wordt informatie verstrekt aan beide ouders, ook indien de ouders zijn gescheiden of een van hen geen ouderlijk gezag meer heeft over het kind. De ouder zonder wettelijk gezag moet zelf om de informatie vragen. Deze wordt verstrekt tenzij het belang van het kind zich hiertegen verzet. Dit ter schriftelijke beoordeling van een deskundige derde zoals een Arts of Psycholoog. Bijzondere afspraken rondom het gebruik van foto- en filmmateriaal: Voor het mogen gebruiken van foto’s en/of films van kinderen t.b.v. informatie en promotie (al of niet digitaal) vraagt de school eenmalig schriftelijke toestemming aan de ouders/verzorgers. Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
32
Bijzondere afspraken rondom privacy bij aanwezigheid van met HIV besmette medewerkers of kinderen. Vooraf: Ieder kind met een HIV- infectie kan in principe normaal naar een basisschool, club enz. Ditzelfde geldt voor medewerkers of andere begeleiders. Indien op basisscholen de normale hygiënische regels in acht worden genomen, bestaat er geen infectiegevaar voor kinderen of medewerkers. Dit uitgangspunt is gebaseerd op informatie van de Gezondheidsraad en de Nationale commissie aidsbestrijding die op onderzoek is gebaseerd. Algemene afspraak: • Iedere medewerker neemt de informatie door, die gegeven wordt in de Aidsfolder, die zich in de G.G.D.-wijzer bevindt. • Indien een medewerker andere relevante informatie over dit onderwerp heeft of krijgt, kan hij/zij deze toevoegen aan de G.G.D.-wijzer. Enkele concrete richtlijnen voor wenselijk gedrag in de omgang met HIV-besmetting en in de bescherming van de privacy rondom HIV-besmetting: • Een seropositieve medewerker of ouder van een seropositief kind is niet wettelijk verplicht de school in te lichten over de besmetting. Wij dienen dit dus te respecteren. • Indien bedoelde medewerker of ouder een collega of medewerker in vertrouwen neemt, mag deze zonder toestemming van de betrokkene(n) de verstrekte informatie niet doorgeven of opslaan in het aanwezige dossier. • Op het moment dat de vertrouwelijke informatie wordt verstrekt overlegt de in vertrouwen genomen medewerker met de informatiegever bij wie hij/zij om hulp kan vragen als de geheimhouding te zwaar weegt of gaat wegen. Te denken valt aan een collega, contactpersoon, vertrouwenspersoon, schoolarts, RIAGG, huisarts e.a. • De groepsleerkracht, die op de hoogte is van de aanwezigheid van een met HIV besmette leerling, laat betreffende leerling onbevangen aan alle schoolactiviteiten meedoen. • Indien ouders van andere kinderen vragen of er op school medewerkers of kinderen aanwezig zijn, die besmet zijn met HIV, worden deze ouders doorverwezen naar de directie.
4.6 Kleding Vanuit de algemeen toepasbare normen van INOS, zijn enkele concrete richtlijnen afgeleid voor kleding die als gepast wordt gezien. Daar waar nodig, of wenselijk wordt onderscheid gemaakt tussen leerlingen en volwassenen (medewerkers, vrijwilligers, stagiaires en andere betrokkenen) • •
• •
Kleding moet veilig zijn, mag geen risico’s veroorzaken (denk hierbij aan de hoofddoek tijdens de gymles, loshangende kleding bij handvaardigheid enz.) Het dragen van hoofddeksels in de klas wordt niet toegestaan. Een uitzondering wordt gemaakt voor hoofdbedekking om levensbeschouwelijke redenen. INOS respecteert de wens van alle betrokkenen om een hoofddoek of ander hoofddeksel te dragen om zo hun levensovertuiging uit te dragen. Dit geldt niet voor gezichtsbedekkende kleding. Volwassenen dienen zich te allen tijde te realiseren dat ze een voorbeeldfunctie hebben voor de leerlingen. Ook in kleding, gebruik van make-up en andere lichaamsversieringen dient dit herkenbaar te zijn. Kleding moet passen in de schoolcultuur. Omdat binnen INOS hierin een grote variëteit bestaat, dient op schoolniveau aandacht besteed te worden aan wat als passend in de schoolcultuur wordt ervaren. Hier kunnen verdere afspraken worden gemaakt over de grenzen van uitdagende of aanstootgevende kleding, het gebruik van make-up en lichaamversieringen van uiteenlopende aard.
4.7 ICT en mobiele telefoon Internet: Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
33
• •
Internet wordt uitsluitend gebruikt voor onderwijs- en werkdoeleinden. Het bezoeken van sites met uitingen van agressie, geweld, racisme of porno wordt gezien als misbruik en wordt niet getolereerd. • Ook pesten via PC, of internet is niet toegestaan (zie 4.2 pesten). Meer gedetailleerde richtlijnen zijn vastgelegd in het INOS protocol PC-gebruik. Gebruik GSM: • Steeds meer leerlingen beschikken over een mobiele telefoon. Als regel geldt dat deze tijdens de schooluren, dus ook tijdens de pauzes, uitgeschakeld is. Bij bijzonderheden kunnen ouders via het telefoonnummer van de school altijd tijdig hun kinderen bereiken of een boodschap doorgeven. • Voor een goede voortgang van de lessen is het gewenst, dat ook mobiele telefoons van medewerkers in de klassen uitgeschakeld zijn. • Vanzelfsprekend geldt ook hier dat het gebruik van een GSM voor pestgedrag niet is toegestaan (zie 4.2 pesten)
4.8 Genotmiddelen Roken: Alle scholen van INOS zijn conform de Nederlandse wetgeving rookvrij. Alcohol: • Voor de leerlingen geldt dat het gebruik van alle alcoholhoudende dranken niet is toegestaan. • Voor medewerkers geldt dat alcohol tijdens de werktijd niet is toegestaan. • Over het gebruik van alcohol door medewerkers tijdens festiviteiten worden op schoolniveau nadere afspraken gemaakt. Voor leerlingen geldt te allen tijde de wettelijk vastgestelde leeftijdsgrens van 16 jaar. Drugs: Het gebruik, in bezit hebben of verhandelen van elke soort van drugs op school is ten strengste verboden.
5. Slotbepalingen • • •
De bepalingen en afspraken in dit document zijn niet in strijd met de klachtenregeling en het personeelsbeleidsplan, zoals die door het College van Bestuur zijn vastgesteld. Bij zaken die niet in dit document worden genoemd, of waarin dit document niet voorziet, beslist de directie, eventueel in overleg met het College van Bestuur. Iedere betrokkene die zich door het niet (juist) toepassen van deze gedragscode (ernstig) benadeeld voelt, kan een beroep doen op de klachtenregeling die door het bevoegd gezag is vastgesteld. De klachtenregeling staat beschreven in de schoolgids, of is ter inzage op te vragen bij de directie van de school, bij de vertrouwenspersoon van de school, of bij het College van Bestuur van INOS.
Katholieke Identiteit INOS (Vastgesteld Februari 2010 na positief advies GMR) ‘Tijdloze waarden in eigentijds onderwijs’
34