REGIONAAL ARBEIDSMARKT NETWERK ZUID-LIMBURG
KANTELEN EN VERBINDEN Naar een nieuw elan op de regionale Zuid-Limburgse arbeidsmarkt.
Startnotitie inclusieve arbeidsmarkt
1 REGIONAAL ARBEIDSMARKT NETWERK Zuid-Limburg
1. Voorwoord Het REKO+1 is in Zuid-Limburg als het gaat om arbeidsmarktbeleid langzamerhand een begrip. Steeds beter kunnen we belangrijke thema’s oppakken en sturen. Dat smaakt naar meer. Ondanks alle successen staan ons echter ook nog voldoende uitdagingen te wachten. De partners van het REKO+ hebben zich gebogen over die uitdagingen en hoe we daar op moeten anticiperen en acteren. Een uitgebreide heisessie (21-11-2012) heeft tot het inzicht geleid dat we als REKO+ ook moeten bewegen. In die context hebben we deze startnotitie ook een titel meegegeven waarin de beweging ligt opgesloten: Kantelen refereert aan de kanteling van de arbeidsmarkt. Na enkele decennia komt een einde aan het overschot van het aanbod op de arbeidsmarkt en gaan we een tijdperk van tekorten aan menskracht tegemoet. In die context willen we ook anders aankijken tegen de kansen van werkenden, werkzoekenden en schoolgaanden. We willen werk maken van werken, participeren en leren naar vermogen. De competenties (wat kunnen burgers wél2) worden uitgangspunt van ontwikkeltrajecten. Verbinden maakt de beweging duidelijk om echt samen te gaan werken. De bezuinigingen noodzaken tot efficiency. Daarnaast is er de wil om intensief samen te werken met de ZuidLimburgse ondernemers. Niet langer een keten ten dienste van de ondernemers, maar een netwerkstructuur waarbij werkgevers betrokken zijn bij de vormgeving en uitvoering van het beleid. Daarmee wordt de triple helix3 compleet en zijn we toegerust voor de komende uitdagingen. Die • • • •
zijn er legio, b.v.: upgrading werkenden en werkzoekenden; invulling van de personeelsbehoefte van de economische speerpuntsectoren; de participatie vergroten en de krapte bestrijden (ook de onderkant van de arbeidsmarkt4); omgaan met de flexibilisering5 van de arbeid.
Het REKO+ wil de sturingskracht vergroten door als sluitend netwerk te gaan functioneren. Samen vormen we de “inclusieve arbeidsmarkt” en werken resultaatgericht aan zowel de bestuurlijke agenda, als ook aan een eigen uitvoeringsagenda. Onderhavige startnotitie kan beschouwd worden als aanbiedingsnota aan het bedrijfsleven en uitnodiging om mee te participeren in het RAN. 1
De drie centrumgemeenten (Maastricht, Sittard-Geleen, Heerlen), De beide ROC’s (Leeuwenborgh Opleidingen en Arcus college), Zuyd Hogeschool, Servicecentrum Limburg Competent, UWV WERKbedrijf en stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven. 2 De regio heeft goede ervaringen met Leren & Werken, waarin het duale leren centraal stond. Dat brengt ons tot de overtuiging dat de ontwikkelpotentie van de beroepsbevolking hoog is en er nog voldoende ontwikkelvermogen in burgers aanwezig is waar bedrijven binnenkort grote behoefte aan hebben. 3 Triple Helix staat voor de samenwerking en interactie tussen bedrijfsleven, kennisinstellingen en overheid. Dit sturingsmodel is gericht op strategieontwikkeling, aanpakken van knelpunten, innovatie in het bedrijfsleven, kennisontwikkeling, economisch rendement, onderwijs vernieuwing in een maatschappelijke context. 4 De participatiewet voegt de verschillende wettelijke regelingen samen (Wajong, SW toegevoegd aan WWB, waardoor er één ontschotte arbeidsreserve ontstaat. Het is belangrijk om (ook) in overleg met werkgevers de andere decentralisaties (WMO, Jeugdzorg) tot stand te brengen en combinaties in de maatschappelijke omgeving te organiseren en zo b.v. vorm te geven aan het begrip “tegenprestatie”. 5 De mondialisering vergt andere arbeidsverhoudingen en herijking van de sociale zekerheid (b.v. scholingsarrangementen, van werk- naar baangarantie, detacheringsconstructies).
2 REGIONAAL ARBEIDSMARKT NETWERK Zuid-Limburg
2. Inleiding We kunnen trots zijn op een aantal aanpakken die vanuit het REKO+ zijn opgestart en uitgevoerd. • Vanaf 2005 hebben we vormgegeven aan de regionale vraaggerichte werkgeversbenadering. Inmiddels wordt die doorontwikkeld en ondersteund door een gewestelijke werkgeversdienstverlening. Ook hier willen we komen tot een participatie van werkgevers op verschillende niveaus (strategisch, tactisch, operationeel); • Leren en Werken. We hebben in de periode 2009 t/m 2011 vormgegeven aan gerichte programma’s om duaal leren en het toepassen van EVC’s mogelijk te maken voor werkenden en werkzoekenden. Ten opzichte van de andere regio’s in Nederland waren we hier zeer succesvol. Het duaal leren en het toepassen van verkorte opleidingstrajecten is en blijft zinvol om de beroepsbevolking beter te scholen en het algemene kennisniveau te verhogen; • Actieplan jeugdwerkloosheid. Op regionale schaal hebben we de dreigende verdubbeling omgebogen naar een forse daling. Tevens hebben we daarmee structuren ingericht rondom jongeren en zijn we in staat om (kwetsbare) jongeren terug te leiden naar school of werk. Een groot aantal partners is verbonden rondom de jongerenloketten. • Het inrichten van een scholingsfonds. Vanaf 2013 gaan we het Limburgse MKB ondersteunen met scholingstrajecten. Door deze aanpakken zijn we instaat om majeure thema’s uit te voeren en te participeren in andere programma’s of projecten (sectorconvenanten Zorg en Techniek, LED-people, Koers voor Limburg). Door die samenwerking is de gezamenlijke sturingskracht versterkt en hebben we de verbinding kunnen verankeren in een gezamenlijke steunstructuur. Tenslotte hebben we veel goodwill gekweekt bij de betrokken ministeries. De arbeidsmarktregio Zuid-Limburg staat te boek als een regio waar we structureel samenwerken, methodieken ontwikkelen en goede resultaten boeken. We kunnen en willen ons verbeteren op een aantal punten: • Sturing en agendavoering. Door de bestuurlijke en uitvoeringsagenda’s te herijken en te vervlechten en professioneel te ondersteunen versterken we de sturingskracht; • Monitoring en resultaatgerichtheid. We gaan meer focussen op de kansen en pijnpunten. De sturingskracht gaan we versterken door versterkt in te zetten op resultaatsturing. Door de bestendiging/herinrichting van de steunstructuur gaan we de gezamenlijke agenda’s ontwikkelen, sturen, operationaliseren en monitoren; • Vertegenwoordiging. De samenstelling passen we aan conform de eisen waarvoor we gesteld worden. Dat betekent meer inzet op netwerkvorming (hechte samenwerking) en meer betrokkenheid van ondernemers. Werkgevers bepalen in hoge mate de agenda en prioritering: hun mogelijkheden om arbeid beschikbaar te stellen geven de richting aan; • Communicatie. De successen gaan we intern en extern delen.
3 REGIONAAL ARBEIDSMARKT NETWERK Zuid-Limburg
3. Richting We hebben een gezamenlijk beeld van onze toekomst. Als regio moeten we in staat zijn tot zelfsturing. Daar worden we op afgerekend. Enerzijds door de wettelijke kaders6. De Programmaraad en de Inspectie Werk en Inkomen zal toezien op de sturingskracht van de regio. Anderzijds zijn we ons bewust van de kansen en bedreigingen van de regio. De economische versterking van de regio is een intrinsieke drijfveer om een stimulerend en innoverend arbeidsmarktbeleid te ondersteunen. De regio kent legio problemen die terug te voeren zijn op onze recente economische geschiedenis. Daarentegen zijn er ook veel kansen om Zuid-Limburg te versterken. De economische programma’s (m.n. LED) en de centrale ligging in Europa bieden kansen en die willen we benutten door vorm te geven aan een adequaat geschoolde beroepsbevolking die in staat is mee te bewegen met de vraag van de economie. Die beweging vraagt om een gezamenlijk gedragen en beleefde aanpak. Het REKO+ ziet als primaire opgave het verbinden van ondernemers aan deze gezamenlijke taakstelling en ambities. Conform de triple helix gedachte willen we een inclusieve arbeidsmarkt gaan organiseren waarin ruimte is voor dynamiek en innovatie van de arbeidsmarkt. Samen met overheid, ondernemers en onderwijs willen we het REKO+ tot een regionaal arbeidsmarkt netwerk transformeren dat in staat is een bijdrage te leveren op een aantal majeure thema’s: • bestrijding krapte: oplossen van de kwalitatieve mismatch; • vergroting van de arbeidsparticipatie: de beroepsbevolking participeert naar vermogen (in regulier werk, maar ook via maatschappelijke participatie). Ondernemers zijn daarin een verbindende factor. Zij geven kansen aan mensen om naar vermogen te scholen en te participeren; • ondernemerschap bevorderen: de technische innovaties (zie LED) moet leiden tot kennisvalorisatie (spin-off van bedrijvigheid). Daarnaast willen we de beroepsbevolking ondernemender maken in de breedste zin: iedereen is zelf verantwoordelijk voor het benutten van zijn/haar competenties. Via een activerende, ondersteunende omgeving leidt dat tot meer ondernemerschap. • werving en behoud van kenniswerkers: Zuid-Limburg moet excelleren op een aantal sectoren. Dat schept een natuurlijke wervingskracht. We buigen braindrain om in braingain. De LED-agenda is daarbij het instrument. Onze eigen jongeren scholen we naar maximaal vermogen. We worden richtinggevend in nieuwe onderwijsconcepten die aansluiten bij de behoeften van onze belangrijkste economische sectoren. Dat betekent o.a.: bestrijding uitval, doorlopende leerlijnen, scholen in bedrijf, vakscholing aan de onderkant, competentiemeting, inrichting centers of expertise, loopbaanoriëntatie en arrangementsvorming voor de begeleiding naar de optimale werkplek. • flexibilisering van de arbeidsmarkt: samen met onderwijs en ondernemers gaan we aantrekkelijke leer-/werkomgevingen inrichten die de instroom vanuit initieel onderwijs optimaal uitdaagt, maar ook werkenden gelegenheid biedt tot doorontwikkeling. Werkzoekenden vinden op de korstmogelijke manier hun weg terug naar werk dat aansluit op hun competenties. De transities ondersteunen we via afstemming van het gezamenlijke instrumentarium. • de dynamiek van de arbeidsmarkt: de wisselingen in de economie vraagt om intersectorale mobiliteit. We begeleiden die mobiliteit door een specifiek instrumentarium (flexpools, sociale arrangementen, werkgaranties, bedrijfscarrières). 6
Bijvoorbeeld Suwi-wet, Participatiewet, WMO, Jeugdzorg.
4 REGIONAAL ARBEIDSMARKT NETWERK Zuid-Limburg
4. Het Regionaal Arbeidsmarkt Netwerk (RAN) De bijstelling van de regionale structuur van het arbeidsmarktbeleid komt terug in de naamgeving. Het REKO+ zal nu voorlopig aangeduid worden als Regionaal Arbeidsmarkt Netwerk. Zodra de betrokkenheid van de werkgevers in het nieuwe netwerk vorm heeft gekregen, moet bezien worden welke werktitel gebruikt gaat worden. Essentie is dat een netwerk gevormd wordt dat gericht is op het maken van de verbinding tussen de drie O’s. Het netwerk positioneert zich op grond van: •
Missie WERK is elementair voor iedereen (individu, gemeenschap, economie). Iedere burger is gelinkt aan werk.
•
Visie Actief participeren via WERK is een sleutelactiviteit: het is deelnemen aan, in en levensvatbaar houden van de samenleving. Het is de basis voor de omslag van een zorgmaatschappij naar een participatie- en kennismaatschappij.
•
Strategie Kantelen: we ondersteunen iedereen die kan participeren op de arbeidsmarkt. Daarvoor zijn we servicegericht naar werkgever en werkende/werkzoekende. We zoeken actief naar de cross-overs die te maken zijn in het algemene arbeidsmarktbeleid en de HRM-vraagstukken binnen sectoren. We verbinden de burger en de ondernemer. Dat leidt tot een maatschappelijke context waarin burgers hun verantwoordelijkheid nemen om naar maximaal vermogen scholen, te werken en te participeren. Bovenstaande beweging past in het provinciale economische beleid:
5 REGIONAAL ARBEIDSMARKT NETWERK Zuid-Limburg
5. Verbindingen in het RAN In het Regionaal Arbeidsmarkt Netwerk gelden een aantal spelregels. We regelen samen de onderlinge verbindingen door: • het organiseren van doorzettingsmacht; • het samenvoeging van sterkten en bijeenbrengen van expertise; • het halen en brengen van kennis, kunde en middelen; • de toegang tot mensen en middelen coördineren; • een duidelijk commitment: er is geen vrijblijvendheid; • de compactheid van de organisatie en de ondersteunende uitvoeringsgerichte structuur; • de onderlinge versterking en aanvulling; • het beoordelen van de voortgang/resultaten en het aanspreken van elkaar; • een gezamenlijke entreetoets (selectie nieuwe leden). Gezamenlijk wordt gezocht naar verbindingen: • van strategisch, naar tactisch en operationeel niveau; • sturing op regionaal, gewestelijk en lokaal niveau. 6. Governance De afzonderlijke partners van de Triple Helix participeren en sturen in hun eigen lijnorganisaties. Onderling zijn ze via diverse netwerken met elkaar verbonden. Het zijn de overheidsnetwerken, de ondernemersnetwerken en de onderwijsnetwerken die in het RAN samenkomen. Gezamenlijk dragen we zorg voor de verbindingen met de overige structuren (zonder doublures). Te noemen zijn in ieder geval: • LED(-people); • Koers voor Limburg/kompas voor samenwerking (economie, wonen, zorg, onderwijs, cultuur); • Stedelijk Netwerk Zuid-Limburg (arbeidsmarktbeleid). Bij de vorming van het nieuwe RAN-netwerk gaan we de doorzettingsmacht- en kracht benoemen. Daarvoor maken we inzichtelijk vanuit welke gremia er mandaat ligt en tot welke vorm van resultaatsturing men over wil gaan. De analyse van de netwerken maakt duidelijk waar we op ons gaan richten: het betreft de verbinding met de economische agenda met de onderwijs agenda in de context van de arbeidsmarkt.
6 REGIONAAL ARBEIDSMARKT NETWERK Zuid-Limburg
Door de transitie van taken van het rijk naar de gemeenten krijgen de overheidsnetwerken eveneens verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg en de WMO. Het RAN-netwerk heeft zijn werkterrein op het brede arbeidsmarktbeleid. Daarin staat de kwaliteit van de nieuwe instroom (onderwijs), de mobiliteit van de arbeid(sreserve) en de soepele werking van de markt centraal. Schematisch:
Bovenstaand instrumentarium gaan we ontleden en aanvullen: we benoemen de reguliere functionaliteiten per partner en de functionaliteiten die specifiek tot stand komen door de samenwerking in het RAN. In de uitvoeringsagenda specificeren wij de producten en targets. 7. Uitvoeringskracht Voor de sturingskracht maken we ook gebruik van een gezamenlijke steunstructuur. Deze structuur wordt samengesteld door de partners.
7 REGIONAAL ARBEIDSMARKT NETWERK Zuid-Limburg
De volgende functionaliteiten maken deel uit van de steunstructuur: • programma en projectmanagement; • informatiemanagement (sturingsinfo, dashboard, AO/IC); • marketing en communicatie; • onderzoek; • secretaris. Bij de uitvoering van gezamenlijke projecten hanteren we voor de projectsturing een omslagpercentage van 15% voor de overhead. De basisfinanciering wordt opgebracht door een contributie, of wel door inbreng van personeel of wel door een rechtstreekse financiële bijdrage. Aanvullende financiële middelen proberen we door financial engineering te genereren, dan wel door het actief werven van beschikbare subsidies. 8. Agenda’s In het RAN dragen we zorg voor de afstemming van de bestuurlijke agenda op het arbeidsmarktbeleid (en de verbinding met onderwijs en economie) en de eigen uitvoeringsagenda. Die ordenen we op thema’s en tijdlijnen (kort, middellang en lange termijn). We ontwikkelen samen criteria voor de uitvoeringsagenda van het RAN. Criteria voor activiteiten binnen de RAN-uitvoeringsagenda zijn o.a. het leveren van een bijdrage aan: • de ontwikkeling van een duurzame arbeidsmarkt; • de economische vitaliteit van de regio; • de versterking en verduurzaming van de netwerkstructuur; • gebruikmaking en versterking van het eigen instrumentarium; • bestuurlijke agenda van het Stedelijk Netwerk Zuid-Limburg; • de LED-people agenda; • de afstemming met aanpalende netwerken ; • de leveringsplicht en resultaatsturing van de gezamenlijke partners; • de experimenteerruimte; • het draagvlak en bekendheid van het netwerk. Het RAN zorgt voor heldere besluitvorming en positionering door het geven van bestuurlijke opdrachten en de invulling van opdrachtgever/-nemerschap.
8 REGIONAAL ARBEIDSMARKT NETWERK Zuid-Limburg