KANSSPELCOMMISSIE
Activiteitenverslag 2007
FOD Justitie
Kansspelcommissie
Activiteitenverslag 2007
FOD Justitie
Dit verslag werd opgesteld overeenkomstig artikel 16 van de wet van 7 mei 1999 en bestrijkt de periode van 1 januari tot 31 december 2007. Het geeft een samenvatting weer van de gegeven adviezen en de gepubliceerde Koninklijke Besluiten, alsook een overzicht van de werkzaamheden van de Kansspelcommissie en haar secretariaat. Het verslag werd door de Kansspelcommissie goedgekeurd tijdens haar vergadering van 2 april 2008. Het is beschikbaar op de site : http//www.gamingcommission.fgov.be.
INHOUDSTABEL VOORWOORD EN INLEIDING VAN DE VOORZITTER (p.2) HFST I – VOORSTELLING VAN DE KANSSPELCOMMISSIE (p.4) HFST II – ONTWIKKELINGEN (p.6-7) 2.1. MEMORANDUM VOOR DE FORMATEUR (p.6) 2.2. WETSONTWERP: STAND VAN ZAKEN (p.7) 2.3. EUROPESE ONTWIKKELINGEN (p.6-7) HFST III – SITUATIE VAN DE WERELD VAN HET KANSSPEL IN BELGIE (p.8-27) 3.1. SITUATIE OP HET TERREIN (p.8-10) 3.1.1. Vergunning klasse A (p.11-12) 3.1.2. Vergunning klasse B (p.13-14) 3.1.3. Vergunning klasse C (p.15-18) 3.1.4. Vergunning klasse D (p.19-20) 3.1.5. Vergunning klasse E (p.21) 3.1.6. Inbelspelen (p.22-23) 3.1.7. Weddenschappen (p.24) 3.1.8. Internet (p.25-26) 3.2. FINANCIELE ASPECTEN (p.27)
HFST VIII – HET SECRETARIAAT EN ZIJN MIDDELEN (p.48-51) 8.1. HET PERSONEEL (p.48) 8.2. HET BUDGET (p.48-49) 8.3. DE INFORMATICA (p.49-51) HFST IX – SAMENWERKINGEN EN MEDEWERKINGEN (p.52-56) 9.1. SAMENWERKINGEN (p.52-55) 9.2. MEDEWERKINGEN (p.55-56) CONCLUSIE (p.58) BIJLAGEN (p.60-72) SAMENVATTING (DUITS EN ENGELS) (p.62-68) PARLEMENTAIRE VRAGEN (p.70) ORGANIGRAM (p.72)
HFST IV – BESCHERMING VAN DE SPELERS (p.28-32) 4.1. LIJST MET UITGESLOTENEN (p.28-29) 4.2. HET EPIS SYSTEEM (p.30-31) 4.2.1. De werking (p.30) 4.2.2. De analyse (p.30-31) 4.3. PREVENTIE EN ZORGVERSTREKKING (p.31) 4.4. UITSLUITINGSPROCEDURES IN DE CASINO’S VAN BUURLANDEN (p.31-32) HFST V – CONTROLE EN SANCTIES (p.34-37) 5.1. DE CONTROLES (p.34-36) 5.1.1. Samenwerking met criminaliteitsbeleid, parket en politiediensten (p.35) 5.1.2. Samenwerking met de Cel voor Financiële Informatieverwerking (p.35) 5.1.3. Samenwerking met FOD Economie – Afdeling Metrologie (p.35-36) 5.1.4. Samenwerking met FOD Financiën (p.36) 5.1.5. Conclusies (p.36) 5.2. DE SANCTIES (p.36-37) HFST VI – BIJDRAGEN VAN DE FOD ECONOMIE – AFDELING METROLOGIE (p.38-40) HFST VII – RECHTSPRAAK (p.42-47)
1
VOORWOORD EN INLEIDING VAN DE VOORZITTER Het jaar 2007 begon veelbelovend: op 17 januari volgde in het Parlement een hoorzitting omtrent het wetsontwerp van mevr. Onkelinx inhoudende een wetswijziging van de kansspelwetgeving van 1999. Uit de korte discussie bleek dat een consensus haalbaar was, doch de nakende verkiezingen maakte dat dit dossier van prioritair naar non-prioritair afgleed en tenslotte van de politieke agenda verdween.
Daarnaast werd blijvend geijverd voor een aanpassing van de wet die de coherentie moet bevorderen en daardoor de geloofwaardigheid van de Kansspelwet dient te verzekeren. Ook op Europees gebied werd door de Kansspelcommissie gewerkt naar een evenwicht tussen beperkte aanbieding via een vergunningsstelsel en vrij verkeer van diensten en vestigingsvrijheid zoals het Verdrag stelt.
Niettemin bleven de struikelblokken bestaan en bleken ze, door het uitblijven van pasklare oplossingen, nog pijnlijker aanwezig in het kansspellandschap: de kansspelen via informatiemaatschappij-instrumenten of kortweg via internet baadden nog steeds in een nevellandschap. De aanhoudende verwarring naar aanleiding van het wetsvoorstel met betrekking tot online casinospelen en weddenschappen, leidde ertoe dat het aanbod van illegale kansspelen via internet bleef bestaan.
Tot slot gaat een woord van dank uit naar iedereen die in 2007 in positieve zin meewerkte aan de voornoemde doelstellingen van de Kansspelcommissie. Moge de aanhouder winnen!
Het illegale karakter van enkele weddenschappen werd zichtbaar gemaakt door een nationale operatie Betex, die tijdelijk orde in de chaos bracht. Evenwel kreeg deze actie geen navolging zodat het regime van tolerantie langzaam terug voet aan de grond kreeg. De belspelen, omkaderd door een KB van 10 oktober 2006, werd aan een evaluatie onderworpen. Hieruit bleek dat de belspelen niet steeds deze omkadering volgden zodat de interpretatie van de diverse bepalingen stof gaf ter discussie. Hierbij werd 2007 ook het jaar van de community poker met vormen zoals Ohama en Texas Hold’empoker. Het meest verontrustende fenomeen was en is nog steeds het feit dat vooral jongeren zich onledig hielden met dit pokerspel, hetgeen, ondanks de aanwezigheid van alle kenmerken van een kansspel, ook appelleert op behendigheid en zodoende de illusie wekt van gemakkelijk geldgewin. De Kansspelcommissie heeft telkenmale zijn verantwoordelijkheid genomen om de horzel te blijven op het logge paard en, zonder de kansspelen te diaboliseren, uiting gegeven aan de bezorgdheid voor de bescherming van de speler. Zo werd duidelijke taal gesproken in verband met kansspelen via internet, weddenschappen, televisiespelen en pokerspelen. Meer nog, initiatieven werden ontwikkeld ten aanzien van parket en politie teneinde op het terrein praktische uitvoering te geven aan de Kansspelwet. De inspanningen om dit fenomeen op te nemen in het Nationaal Veiligheidsplan van 2008-2011 vonden niet meteen een weerklank, doch er mag zeker sprake zijn van een aandachtsvestiging.
2
E. Marique Voorzitter
3
HOOFDSTUK I – VOORSTELLING VAN DE KANSSPELCOMMISSIE
4
5
HOOFDSTUK II – ONTWIKKELINGEN 2.1. MEMORANDUM VOOR DE FORMATEUR Op 16 juli 2007 werd een memorandum kansspelen opgesteld ten behoeve van de nieuw te vormen regering, waarvan de essentie hieronder wordt weergegeven. 1. De nood aan een wetwijziging inzake kansspelen is groot. Gezien de maatschappelijke, economische en sociale impact van kansspelen en vooral van illegale kansspelen dient er werk worden gemaakt van een grondige aanpassing van de wet. In dat opzicht kan worden verwezen naar het wetsontwerp houdende diverse bepalingen betreffende kansspelen in de Kamer van Volksvertegenwoordigers ingediend op 7 december 20061. Een moderne versie van de Kansspelwet van 7 mei 1999 zal meer rechtszekerheid en duidelijkheid scheppen in de nog vaak chaotisch georganiseerde kansspelen zoals weddenschappen of kansspelen via moderne elektronische weg (internet, gsm, mediaspelen). Ook in de Senaat werd door senator Martine Taelman een voorstel van resolutie ingediend (wetsgevingstuk nr. 4-418/1) waarin de Regering gevraagd wordt actief werk te maken van een wetswijziging rond kansspelen en het advies daaromtrent van de Kansspelcommissie dringend op de agenda te zetten. 2. Hiermee samenhangend bestond er een noodzaak tot inbedding van het item “illegale kansspelen” in het Veiligheidsplan 2008-2011. Het was van groot belang dat dit thema zou voorkomen onder de prioriteiten daar momenteel kansspelen nog steeds zowel bij parket als politiediensten in belangrijke mate terra icognita is. De impact van criminele organisaties in internetspelen wordt onder andere aangetoond in het Cert-lexi rapport (Cybercriminalité des jeux en ligne, juli 2006), het oprukkende fenomeen van illegale wedkantoren (actie Betex, interventie in talrijke illegale kantoren in samenwerking met het Staatssecretariaat voor Fraude, de Opsporingsdiensten Financiën en de Kansspelcommissie, mei 2007) en het organiseren van illegale spelen zoals poker en teerlingsspelen. Om de geloofwaardigheid van een coherente kansspelwetgeving te behouden, is het dus noodzakelijk dat een structurele aanpak onderschraagd wordt met praktische know-how. 3. Er is ook nood aan duidelijkheid op Europees niveau. De artikelen 43 EG en 49 EG waarborgen respectievelijk de vrijheid van vestiging en het vrij verkeer van goederen en diensten binnen de lidstaten van de Europese Unie. Aan de andere kant is er de Europese vraag tot omkadering en kanalisering van de kansspelen binnen de lidstaten zelf teneinde de bescherming van de speler, inzonderheid de probleemspelers en jeugdige spelers, en de openbare orde te waarborgen.
1 Doc 51 2807/001
6
2.2. WETSONTWERP : STAND VAN ZAKEN De Kansspelcommissie werd op 17 januari 2007 gehoord in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, Commissie Justitie, in verband met het hiervoor genoemd wetsontwerp, ingediend door de toenmalige minister van Justitie, mevrouw Laurette Onkelinx. Samen met de Commissie kwamen er ook diverse personen, actief in de sector, aan het woord. De discussie draaide in hoofdzaak rond de problematiek inzake internetspelen met als belangrijkste vraagstuk de wijze waarop België deze kansspelen (casinospelen en weddenschappen) via internet zou regelen. De vrees bestond dat België de poort zou openen voor allerhande internetsites via een systeem van certificatie en dit zonder strikte controle. Ook de plaats van de server in België, teneinde een efficiënte controle mogelijk te maken, baarde zorgen. De Kansspelcommissie weerlegde de meeste kritiek op het systeem kansspelen via internet en pleitte voor een dringende oplossing inzake deze snel evoluerende spelen. Vooral jongeren vinden gretig hun weg naar de kansspelen via de moderne technologieën. Het voornemen om de reële weddenschappen onder de Kansspelwet onder te brengen, baarde minder zorgen. Het debat bracht aan het licht dat er hervormingen nodig waren. Hoewel de minister de Kansspelwet aanvankelijk op de prioritaire lijst had geplaatst met als doel dit nog uit te voeren vóór de verkiezingen van juni 2007, bleek snel dat dit item geen prioriteit kon blijven. Het verdween naar de non-prioritaire dossiers. Hoewel op zeer regelmatige basis de waarschuwingen van de Kansspelcommissie realiteit werden, veroorzaakten de regeringsperikelen na de verkiezingen van juni 2007 een gebrek aan verdere ontwikkelingen in de Kansspelwet. De operatie Betex in de wedkantoren toonde zeker aan dat de onwettelijkheid van reële weddenschappen eerder regel was dan uitzondering. Een druk bijgewoonde persconferentie omtrent de gevaren van het pokerspel via internet bevestigde nogmaals de dringende nood aan aanpassing van de actuele Kansspelwet. Het jaar 2007 bracht niet de verwachte wijziging, misschien zal 2008 dit wel doen.
2.3. EUROPESE ONTWIKKELINGEN Als reactie op een vergadering die werd georganiseerd door de Belgische FOD Buitenlandse Zaken (zie punt 9.1.3.), werd in 2007 een initiatief genomen tot het opstarten van een discussieforum aangaande het vrij verkeer van diensten inzake kansspelen. Er werd een werkgroep samengesteld uit personen van de FOD Buitenlandse Zaken met ondermeer de permanent vertegenwoordiger, de Kansspelcommissie, de FOD Justitie en de FOD Financiën, teneinde een stelling in te nemen in de materie van de kansspelen versus de
Europese Unie. Op de eerste plaats zou een position-paper worden opgesteld, met daarin een aantal criteria die een discussiebasis kunnen vormen voor een beleid inzake kansspelen en die alle partijen zouden kunnen verzoenen. Eerder dan een combattief standpunt in te nemen, wenst de werkgroep vooral een dialoog te openen gelet op de diverse procedures die momenteel lopen tegen diverse lidstaten betreffende deze materie en die uitgaan van de Commissaris van de Interne Markt van de Europese Unie. Op Europees niveau, werd er een document opgesteld ter omkadering van kansspelen. Hierin hebben de lidstaten een ruime inbreng teneinde een nationale politiek te voeren inzake kansspelen met het oog op het kanaliseren van kansspelen en de bescherming van de spelers. Op te merken valt dat het huidig document een informeel karakter heeft en enkel tot doel heeft om de visies van de andere landen te toetsen. In dit opzicht en in het kader van de vergadering, georganiseerd door de FOD Buitenlandse Zaken, heeft de permanent vertegenwoordiger contact gehad met een aantal landen zoals Portugal, Frankrijk, Duitsland, Nederland, Ierland, Verenigd Koninkrijk, Finland en Zweden. Een aantal landen reageerden voorzichtig positief tot positief. De dialoog zal worden verder gezet in 2008. De Europese Commissie heeft de Belgische autoriteiten in het bijzonder ondervraagd over het feit of de toepassing van de nationale bepalingen inzake de grensoverschrijdende verschaffing van sportsponsoringcontracten verenigbaar is met het principe van de vrije levering van diensten, zoals gegarandeerd door artikel 49 van het Verdrag.
7
HOOFDSTUK III - SITUATIE VAN DE WERELD VAN HET KANSSPEL IN BELGIË 3.1. SITUATIE OP HET TERREIN Een van de belangrijkste opdrachten van de Commissie is het beheer van de vergunningen die worden toegekend op grond van de wet van 7 mei 1999 inzake de kansspelen. Het jaar 2007 bleek eerder stabiel. Een bijkomende taak was het analyseren van de toelatingsaanvragen voor de televisiespelen.
5. Wat het aantal vrijwillige uitsluitingen betreft bedraagt het landelijke gemiddelde 60,65 uitsluitingen voor 100.000 inwoners. Dat cijfer is gestegen in vergelijking met 2006. De hoogste verhouding vinden we nog steeds in Bergen, op de voet gevolgd door Luik.
De één-loketprocedure voor de toekenning van de vergunningen van kansspelinrichtingen klasse C kende in 2007 een enorm succes. De hernieuwing van die vergunningen werd verdergezet.
Op reglementair vlak, werd in 2007 binnen de groep automatische spelen in de klasses I en II ook het type “kiosk spel” toegelaten. Dit automatisch “kiosk spel” is een spel dat de speler toelaat te kiezen tussen verschillende spelen in een meubel.
De tabel op pagina 9 toont het aantal actieve vergunningen in 2007 per type en per aantal inwoners van het land, de gewesten en de provincies.
Een aantal voorwaarden werden wel gesteld: zo kunnen er ondermeer maximaal vijf beschikbare spelen worden aangeboden, alle spelen dienen te voldoen aan de eisen van het keuringsprotocol en elk spel moet beschikken over een eigen set individuele elektronische tellers.
De verhouding van de vergunningen per aantal inwoners in functie van de plaats is in vergelijking met 2006 niet significant veranderd, zoals weergegeven op pagina 10: 1. Aarlen en Veurne blijven de arrondissementen met de meeste vergunningen van klasse B per inwoner. Dit jaar werden 2 nieuwe vergunningen toegekend (één in Knokke en een andere in Luik), het ging evenwel tweemaal om verhuizingen. 2. Voor de vergunningen van klasse C vinden we het hoogste cijfer in het arrondissement Moeskroen en het laagste in het arrondissement Tielt. Dit jaar werden 2.455 nieuwe vergunningen toegekend. 171 nieuwe vergunningen die werden toegekend, werden hetzelfde jaar opnieuw ingetrokken of afgenomen. 3. Voor de vergunningen van klasse D is Oostende het arrondissement met het hoogste cijfer. In Brussel vindt men echter het hoogste aantal houders van een vergunning klasse D, namelijk 534.Het aantal vergunningen is anderzijds met 537 eenheden gestegen in vergelijking met 2006, waarvan er 29 werden toegekend aan personen met een vreemde nationaliteit,waarmee het totale aantal actieve vergunningen op 4.102 komt. Deze vergunningen vertegenwoordigen niet noodzakelijk allemaal personen die nog actief zijn binnen de sector. 4. Het aantal actieve vergunningen van klasse E steeg in 2007 met 2 eenheden tot een totaal van 196. Het arrondissement Brussel-Hoofdstad heeft de hoogste concentratie vergunningen van klasse E.
8
Voor het ogenblik maken enkel de kansspelinrichtingen klasse II gebruik van deze mogelijkheid.
9
10
3.1.1. VERGUNNING KLASSE A In de sector van de Belgische casino’s wijzigde in 2007 het aandeelhouderschap van de vennootschappen die de casino’s van Oostende en Chaudfontaine uitbaten. In het verlengde daarvan veranderde tevens het bestuur. Het casino van Dinant, in handen van de Franse groep Barrière, gaf er omwille van de negatieve resultaten de voorkeur aan om afstand te doen van de vergunning. Die terugtrekking wordt pas effectief in 2008 wanneer een nieuwe vergunning wordt toegekend. Het casino is de grootste werkgever van Dinant en verschaft werk aan ongeveer 73 mensen. De Commissie wenste de nodige transparantie met betrekking tot de herneming en de onderhandelingen over het afsluiten van het contract tussen de stad en de groep Barrière. De opmerkingen die geformuleerd werden door de Commissie in het kader van de redactie van een nieuw bestek, meer bepaald met betrekking tot het informatica- en uitbatingsprotocol (art. 6) werden in overweging genomen. In het kader van de stopzetting van activiteiten door de inrichting, ontstonden er problemen met de IT-erkenning van het casino. De nieuwe uitbater zal onmiddellijk aan die situatie moeten remediëren.
slechts één lijst overblijft, namelijk de officiële EPIS-lijst die wordt beheerd door de Commissie. Na een overgangsperiode waarin het publiek wordt ingelicht, zal de nieuwe uitsluitingsprocedure van kracht worden vanaf 1 april 2008 (zie punt 4.1.). Zoals in het voorgaande jaar, geven we u hier een kort overzicht van de toegevoegde waarde van de casino's in 2006, dat van Brussel inbegrepen, samen met hun omzet en het aantal voltijdse equivalenten onder contract, behoudens interimarissen en studenten. We stellen een toename vast.
Wat betreft de spelen hebben de “slots” steeds meer succes. De goktafels verliezen aan belang, alhoewel poker een aparte plaats inneemt. De stijging van het aantal machines die door de casino’s worden uitgebaat, van 768 in 2006 naar 942 in 2007, is een duidelijk bewijs van die trend en zou op het vlak van de personeelsbezetting voor problemen kunnen zorgen. We merken bovendien dat de spelen Baccarat, Big Wheel en Sic Bo minder succes hebben en nog amper uitgebaat worden. Het casino van Namen heeft op 15 juli 2007 een nieuwe bingozaal ingehuldigd. Er zijn 7 personen nodig om dit spel aan te kunnen bieden. Er doken ook verschillende soorten pokertafels op. De casino’s van Namen en Spa hebben als eerste verschillende pokertafels geopend voor de organisatie van zogenaamde “Sit & Go”-spelen (een soort minitornooi) en pokertafels onder de vorm van "cash games"(pokerspel waarbij de spelers vrij kunnen beslissen te tafel te vervoegen of te verlaten). Het casino van Brussel biedt sinds eind november eveneens de mogelijkheid om poker te spelen onder de vorm van “cash games". De casino’s hebben gevraagd dat er maatregelen worden getroffen wat betreft de kansspelen op het internet die volgens hen een vorm van oneerlijke concurrentie zijn, meer bepaald: wat betreft de verhoging van het gemiddelde uurverlies omdat dit nu de Belgische casino’s zou benadelen tegenover de grenscasino’s, de toelating van “mystery jackpots” en het afbakenen van een belastingtarief voor pokerspelen onder de vorm van "cash games". Er werd een punt gemaakt van de initiatieven en de wetswijzigingen die noodzakelijk zijn voor het goede beheer van de inrichtingen van klasse I. Daaruit werd geconcludeerd dat de Commissie het juiste evenwicht moet verzekeren tussen de bescherming van de spelers en de rentabiliteit van de casino’s. Ten slotte heeft de Commissie in de loop van 2007 het officiële systeem van uitsluiting en de systemen van uitsluiting toegepast door de casino’s eenvormig gemaakt zodat er nog
11
3.1.1.1. Poker
3.1.1.2. Witwassen van geld
Het Belgisch Kampioenschap Poker in de casino’s van Namen en Spa en het Kampioenschap Poker van Oostende
In oktober 2007 vond in de Commissie een vergadering plaats met de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI). Die bijeenkomst had tot doel de balans op te maken van de controles georganiseerd door de Commissie inzake het witwassen van geld. De Commissie heeft immers een controlerende en toezichthoudende bevoegdheid in de materie in de zin van art. 21 en 22 van de wet van 11 januari 1993 inzake het voorkomen van het gebruik van financiële systemen om geld wit te wassen.
Poker is momenteel een heuse hype. Op het Belgisch Kampioenschap Poker waren 8.596 Belgische en buitenlandse deelnemers aanwezig. De finale werd uitgezonden op Be TV. De finale telde 800 deelnemers. Het prijzengeld (de totale som die onder de winnaars wordt verdeeld) bedroeg dit jaar 1.200.000 euro. Die som werd verdeeld over 10 prijzen toegekend aan de 10 finalisten: 300.092 euro voor de winnaar, 175.100 euro voor de tweede, 100.049 euro voor de derde, 75.051 euro voor de vierde en zo verder met een steeds lager bedrag.
Niet alle casino’s konden in 2007 bezocht worden maar de controles op dit vlak zullen in 2008 worden voortgezet. Het CFI stelt sinds 2005 een daling van het aantal aangiftes vast. Het CFI dringt er tevens op aan dat de casino’s hun aangiftes online doen.
In het casino van Oostende namen tijdens de kwalificatierondes voor het tornooi 643 spelers deel. Het prijzengeld bedroeg 43.197 euro. Die som werd over 9 finalisten verdeeld, waaronder 12.960 euro voor de winnaar.
De casino’s hebben de Commissie onder meer gewezen op de omvang van de aan te geven verrichtingen en noemen het voorbeeld van Nederland waarnaar bepaalde klanten zich richten. De Kansspelcommissie heeft dit verzoek niet ingewilligd.
Ontwerp van reglementswijziging Er bestaat momenteel een grote vraag om pokertornooien te organiseren. Tal van spelers willen ook buiten het casino poker kunnen spelen. Velen willen daarnaast dat ze kunnen spelen tegen een beperkte inzet. In de casino’s bedraagt de minimuminzet om aan een partij te kunnen deelnemen 50 euro. Daarnaast bestaat het reële gevaar dat ook de andere kansspelen meer aantrek zullen krijgen. Daarom heeft de Commissie het College van Procureurs-generaal ondervraagd over de mogelijkheid om de interpretatie van artikel 3.3. van de wet van 7 mei 1999 over de kansspelen, met betrekking tot de uitsluiting van spelen die slechts een beperkte inzet vergen en slechts een beperkte winst opleveren, te actualiseren. Dat standpunt werd hernomen in de omzendbrief 8/2004 van 12 oktober 2004 en voorziet een maximuminzet van 0,22 euro en een maximumwinst van 6,20 euro per spel. In dat kader werd de aanname van een “modus vivendi” overwogen voor de pokertornooien met beperkte inzet en winst. Deze tornooien zouden onderworpen worden aan de voorafgaande goedkeuring van de Commissie. De uitbaters zouden moeten beschikken over een vergunning van klasse D. De registratie van de spelers, onderworpen aan controle door het EPIS, zou verplicht zijn. Dit ontwerp wordt nog bestudeerd. Op de bijeenkomst met de casino’s van 3 oktober 2007 werd het thema van de eventuele uitbating van automatische, interactieve pokermachines in inrichtingen van klasse I en II aangesneden. Dat met het oog op een gedegen omkadering van de pokerhype. Het bleek dat hiervoor een nieuwe definitie van het pokerspel noodzakelijk is. Wat er ook van zij, de stijgende populariteit van het pokerspel en in het bijzonder van Texas Hold'em, vergt onze bijzondere aandacht. De Commissie pleit er dan ook voor dat er in het Parlement een debat wordt gehouden over dit onderwerp.
12
3.1.1.3. Werkgroep over de systemen voor het toezicht op de spelactiviteiten In 2006 werd een taskforce opgericht die de krachten van Financiën, de Afdeling Metrologie en de Kansspelcommissie bundelt. Deze samenwerking wierp ondertussen al zijn vruchten af. De taskforce wil onder meer zorgen voor een beter toezicht op de activiteiten van de casino’s waardoor tevens een inkrimping van het aanwezige personeel in de casino’s mogelijk zou worden. Voor de inzameling van betrouwbare cijfers waarover diverse administraties wensen te beschikken, werden verschillende maatregelen overwogen. Daaronder: - het afschaffen van de fooien; - de implementatie van een elektronisch telsysteem voor jetons aan de centrale kassa of aan de tafels, of van geautomatiseerde terugbetalingmodaliteiten voor de spelers. Automatische verkoopautomaten voor jetons kunnen aan de kassa’s worden gezet. De omzet van die aankopen kan dan via modem naar de Commissie worden verzonden zodat die een realtimeoverzicht heeft. Een dergelijk systeem zou de controle op witwaspraktijken aanzienlijk verbeteren. Er werd verder onderzoek verricht naar de toezichtmaatregelen die in verschillende andere landen werden getroffen. Dit leverde interessante inzichten op.
3.1.2 VERGUNNING KLASSE B Begin 2007 waren alle 180 vergunningen klasse B toegekend. Geen enkele vergunninghouder zette de uitbating vrijwillig stop. De Kansspelcommissie trok wel twee vergunningen in. Eén intrekkingbeslissing werd bij hoogdringendheid geschorst door de Raad van State.
Onderstaande kaart geeft een overzicht van de geografische verdeling van de vergunningen van klasse B per gemeente.
Twee vergunninghouders konden genieten van de uitzonderingsmaatregel inzake verhuis van een speelhal om vergunningen om te wisselen. Daarnaast werden twaalf dossiers toegevoegd aan de wachtlijst. Geen enkel dossier van deze wachtlijst verkreeg een vergunning, waardoor eind 2007 de wachtlijst 26 dossiers telde. Naar aanleiding van deze lange wachtlijst werd gevraagd of de Kansspelcommissie niet kon optreden tegen de vele ‘slapende’ vergunningen, om op die manier plaats te creëren voor de dossiers op de wachtlijst. De Kansspelcommissie meent dat zij in deze niet regulerend kan optreden. De sector dient zelf het initiatief te nemen om vergunningen waarvoor geen plannen zijn om de uitbating op korte termijn op te starten, bij de Kansspelcommissie in te leveren. Op die manier wordt plaats gecreëerd voor degenen die wel zijn geïnteresseerd in het effectief uitbaten van een kansspelinrichting klasse II. De Kansspelcommissie ontving eveneens een aanvraag tot overname van een speelhal door middel van een koop-verkoop van een bedrijfstak. De Kansspelcommissie concludeerde dat de koop-verkoop van de speelhal als bedrijfstak toegelaten is, maar dat de bijhorende vergunning niet kan worden overgedragen. Hierop zal later worden teruggekomen onder punt 7.10.1. De sector is vragende partij om het aantal toegelaten machines te verhogen en om pokerspelen waarbij spelers het tegen elkaar kunnen opnemen, toe te laten. Een verhoging van het toegelaten aantal machines dringt zich volgens de Kansspelcommissie niet onmiddellijk op. Er zijn immers een aantal kansspelinrichtingen die gesloten zijn. Daarenboven exploiteren niet alle geopende kansspelinrichtingen het maximaal aantal toegelaten machines. Uit de verschillende bezoeken ter plaatse is eveneens gebleken dat nooit alle machines tegelijkertijd in gebruik zijn. De Kansspelcommissie toont wel begrip voor de vraag in verband met de pokerspelen. De hype rond poker is immers immens. Deze tendens heeft een invloed op het regelmatig bezoeken van deze inrichtingen. Dit spel wordt aangeboden in illegale speelholen waar de eerlijkheid van het spel niet kan worden gegarandeerd. Daarom moet er gewerkt worden aan een pokeraanbod door uitbaters die de wet van 7 mei 1999 wel eerbiedigen.
Onderstaande grafiek toont de evolutie van het aantal behandelde vergunningsaanvragen sinds de oprichting van de Commissie in 2001. Evolutie van de vergunningen klasse B 180
Intrekkingen van de vergunning
160 140
Stopzetting na toekenning van de vergunning
120
Toegekende en ingetrokken of stopgezette vergunningen Toegekende en actieve vergunningen
100 Totaal 80 60 40
Totaal
Toegekende en actieve vergunningen
20 0 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
13
Onderstaande grafiek toont de evolutie van de beslissingen van de Commissie wat betreft de 605 vergunningsaanvragen klasse B sinds 2001. In 2007 werden 2 nieuwe vergunningen klasse B toegekend, maar het ging in feite om twee verhuizingen. In 2007 werden in totaal 15 aanvragen ingediend waarvan het merendeel op de wachtlijst belandde voor de toekenning van een vergunning klasse B. In 2007 waren er ook twee opschortingen van vergunningen.
14
Het aantal toegekende vergunningen daalde van 2.828 in 2006 naar 2.455 in 2007 (een verschil van 373). Dat cijfer kan niet enkel verklaard worden door de indiening van nieuwe aanvragen, maar vooral door de hernieuwing van zo’n 1.148 vergunningen in 2007.
3.1.3. VERGUNNING KLASSE C
3.1.3.1. Algemene situatie In 2007 werden 8.262 vergunningen toegekend, een stijging van 1.100 eenheden in vergelijking met 2006 toen er 7.162 vergunningen werden toegekend. Onderstaande grafiek toont de evolutie van de behandelde vergunningen klasse C sinds 2001. Evolutie van de vergunningen klasse C
Het aantal terugtrekkingen na de toekenning van een vergunning daalde van 2.229 in 2006 tot 1.619 in 2007. Het aantal terugtrekkingen voor toekenning ging van 73 in 2007 naar 51 in 2007 en het aantal toegekende vergunningen die werden ingetrokken of opgeheven ging van 404 in 2006 naar 171 in 2007. 126 vergunningen werden in 2007 geweigerd op grond van gemotiveerde beslissingen. 3 vergunningen werden in 2007 opgeheven op basis van een gemotiveerde beslissing. Onderstaande kaart toont de geografische spreiding van de vergunningen klasse C per gemeente.
9000 Intrekkingen van de vergunning
8000 7000
Stopzetting na toekenning van de vergunning
6000 5000
Toegekende en ingetrokken of stopgezette vergunningen
4000
Totaal
3000
Toegekende en actieve vergunningen
2000 Totaal
1000 0 2001
2002
2003
2004
2005
2006
2007
Het aantal terugtrekkingen, aangeduid met de zwarte lijn, daalde in 2007. Onderstaande grafiek toont de evolutie van de beslissingen van de Commissie met betrekking tot de 23.277 vergunningsaanvragen klasse C die werden ingediend sinds 2001 (1.741 bijkomende aanvragen in vergelijking met 2006).
3.1.3.2. De hernieuwingen De wet van 7 mei 1999 voorziet dat een vergunning klasse C geldig is voor een periode van 5 jaar. De 1.148 vergunningen die in 2002 werden afgeleverd moeten dus hernieuwd, opgeheven of ingetrokken worden in de loop van het jaar 2007. Het onderzoek van de dossiers houdt het volgende in: - verificatie van de betaling van de jaarlijkse bijdragen; - verificatie van het strafregister; - de registratie van de titularis en van het etablissement als drankgelegenheid in de Kruispuntbank van Ondernemingen; - het advies van de burgemeester.
15
Onderstaand schema biedt een overzicht van de hernieuwingen die sinds 2006 verwerkt dienden te worden.
De Commissie streeft ernaar deze procedure nog te verbeteren door middel van de voorafgaande invoer van de vergunningaanvraag klasse C door de aanvrager via het internet. Deze zou tevens de betaling van zijn borg rechtstreeks via het loket kunnen verrichten. De exacte modaliteiten voor het indienen van een aanvraag moeten worden vastgelegd in de loop van het jaar 2008.
3.1.3.4. De wedkantoren en drankgelegenheden De Kansspelcommissie wordt geconfronteerd met een toename van het aantal drankgelegenheden met namen als “Toto Bets”, “King Bets”, “Sportwereld”, “Belga Star Sport Café”, “Bet Time”, ….
3.1.3.3. Het loket In 2007 werd de toekenningprocedure voor vergunningen via een publiek toegankelijk loket nog verder uitgebreid. 46,7% van de toegekende vergunningen in 2007, tegenover 29,7% in 2006, of een totaal van 1.147 werden op die manier behandeld. De formaliteiten worden vervuld door plaatsers die door hun klanten daartoe gevolmachtigd worden. Het voordeel van deze procedure is duidelijk, zowel voor de aanvragers als voor de Kansspelcommissie die minder administratieve kosten moet maken en aanvragen sneller kan verwerken alsook vergunningen sneller kan toekennen. Onderstaande grafiek geeft een beeld van het aantal toekenningen via het loket en het aantal toekenningen via de gewone procedure.
In het kader van deze dossiers werden de nodige onderzoekingen verricht bij de Kruispuntbank van Ondernemingen. Daaruit bleek dat de activiteiten van deze inrichtingen systematisch onder de volgende NACEBEL-codes ressorteerden: - 92710: de kans- en geldspelen, - 9271001: de organisatie van loterijen, lotto’s, pronostieken, weddenschappen bij notering, enz., - 9271004: de activiteiten verbonden aan de verkoop van loterijbiljetten, de distributie en ophaling van deelnamebiljetten, enz., - 9271002: de uitbating van casino’s en speelhallen, - …. De verschillende wettelijke bepalingen werden onderzocht om een duidelijk beeld te krijgen over de mogelijkheid om al dan niet vergunningen klasse C af te leveren. A. DRANKGELEGENHEDEN A.1. Toegelaten spelen Artikel 39 van de wet van 7 mei 1999 bepaalt het soort etablissement waar kansspelen mogen worden uitgebaat evenals het aantal toegelaten spelen. Artikel 1 van het KB van 22 december 2000 dat de lijst bevat van kansspelen waarvan de uitbating is toegestaan in kansspelgelegenheden klasse III, verduidelijkt de aard van deze kansspelen. A.2. Registratie bij de KBO Artikel 42 van de wet van 7 mei 1999 inzake kansspelen, kansspelgelegenheden en de bescherming van de spelers stipuleert dat: “de aanvrager van een vergunning klasse C ingeschreven moet zijn bij de Kruispuntbank van Ondernemingen in de hoedanigheid van een commerciële onderneming”. In de praktijk gaat de Commissie na of het etablissement als drankgelegenheid is opgenomen binnen het geheel van de inrichtingen van de aanvrager. Kansspelen mogen immers, in
16
het kader van de vergunning klasse C, enkel worden uitgebaat in dit soort etablissement. De registratie op het niveau van de KBO laat toe een onderscheid te maken tussen een hoofdbezigheid en een secundaire activiteit. Dit onderscheid wordt in de praktijk echter maar weinig gemaakt. Nochtans is dit onderscheid noodzakelijk. Indien de hoofdbezigheid effectief het houden van weddenschappen is, kan de vergunning klasse C niet worden afgeleverd vermits het niet echt om de uitbating van een drankgelegenheid gaat. B. DE WEDKANTOREN B.1. Weddenschappen op paardenrennen De weddenschappen op paardenrennen worden geregeld door het KB van 8 juli 1970 inzake het algemeen kader met betrekking tot de heffing van belastingen (artikels 39 en volgende). Dit soort weddenschap mag dus in geen enkel geval gehouden worden in een drankgelegenheid. Artikel 50 quinquies, §1, van hetzelfde KB preciseert heel duidelijk dat “een toegelaten agentschap voor weddenschappen alleen mag worden gevestigd in een gebouw of in een gedeelte van een gebouw uitsluitend gebruikt voor het aannemen van weddenschappen die betrekking hebben op, hetzij alleen paardenwedrennen, hetzij gezamenlijk op voornoemde wedrennen, op alle sportieve evenementen verenigbaar met de openbare zedelijkheid. Het agentschap moet volledig zelfstandig zijn van elke drankgelegenheid en moet minimaal op een afstand van 1.000 meter van elk ander agentschap zijn gevestigd.” B.2. Weddenschappen op evenementen Ook al stipuleert artikel 50 quinquies van de belastingcode dat alle andere weddenschappen (met uitzondering van de sportprestaties en de paardenrennen) verenigbaar moeten zijn met de goede zeden om toegelaten te worden, blijven deze weddenschappen kansspelen die vallen onder de toepassing van artikel 4 van de wet op de kansspelen2 en zijn ze derhalve verboden. Deze weddenschappen mogen derhalve niet gehouden worden in drankgelegenheden. Er moet worden opgemerkt dat in de omzendbrief IR/IV-4/68.616 dd.26.06.06/1 met betrekking tot de heffingen op spelen en weddenschappen wordt gestipuleerd dat “de plaats waar inzetten of inleggelden, bestemd om ingezet te worden op weddenschappen op sportevenementen of alle andere evenementen verenigbaar met de openbare zedelijkheid, andere dan paardenwedrennen, mogen worden aangenomen, is fiscaal niet wettelijk gereglementeerd, zodat zij bijgevolg in elke inrichting, zelfs in drankgelegenheden of elke andere voor het publiek toegankelijke plaats kunnen ingezameld worden”.
B.3. Weddenschappen op sportprestaties De weddenschappen op sportprestaties tegen onderlinge notering worden geregeld door de wet van 26 juni 1963 betreffende de aanmoediging van de lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven. Deze wet diende als basis voor het toezicht op de ondernemingen die weddenschappen organiseren op sportuitslagen. Deze materie werd geregionaliseerd en valt onder de bevoegdheid van de minister die lichamelijke opvoeding en sport onder zijn bevoegdheden heeft. In de praktijk beheren ADEPS (Wallonië) en BLOSO (Vlaanderen) deze materie. Deze wet van 1963 houdt geen rekening met de weddenschappen op winstkansen via een bookmaker. B.3.1. De onderlinge weddenschappen Het gaat hierbij om weddenschappen waarbij de deelnemers onderling met elkaar wedijveren. Dit is hoofdzakelijk zo wanneer de deelnemers uit verschillende mogelijkheden kunnen kiezen en voorspellingen opstellen – waarop zij een inzet doen – die door vergelijking met de typeoplossing als basis zullen dienen voor de toekenning van de prijzen. De inrichter van de wedstrijd zorgt alleen voor het contact tussen de deelnemers, hij neemt persoonlijk geen enkel risico. Hij verenigt de ingezamelde inzetten waarvan hij vervolgens het bedrag onder de winnende wedders verdeelt na voorafneming van een bepaalde quotiteit om zijn diverse kosten te dekken (belasting op spelen en weddenschappen, heffing ten behoeve van het Nationaal Sportfonds, …) en zich een winst toe te eigenen. Indien wedstrijden van weddenschappen op resultaten van sportgebeurtenissen (paardenwedrennen uitgezonderd) volgens het systeem van de onderlinge weddenschap worden georganiseerd, zijn deze onderworpen aan een voorafgaande vergunning van de bevoegde minister die de lichamelijke opvoeding en de sport onder zijn bevoegdheid heeft alsook aan een heffing ten behoeve van het Nationaal Sportfonds. B.3.2. Weddenschappen bij notering Weddenschappen bij notering zijn geen wedstrijden van weddenschappen omdat bij deze vorm van weddenschap geen wedijver bestaat onder de deelnemers onderling. Het zijn weddenschappen waarbij iedere wedder zijn inzet afzonderlijk inzet tegen de inrichter van de weddenschap. Het organiseren van weddenschappen bij notering op sportgebeurtenissen (paardenwedrennen uitgezonderd) is niet onderworpen aan een voorafgaande vergunning van de minister die de lichamelijke opvoeding en de sport onder zijn bevoegdheid heeft noch aan de heffing ten behoeve van het Nationaal Sportfonds. Het organiseren en aannemen van weddenschappen op sportgebeurtenissen, paardenwedrennen uitgezonderd, is niet onderworpen aan enige vergunning vanwege de FOD Financiën. B.4. Fiscale verplichtingen
2 Artikel 4 stipuleert dat: “Het is verboden, onder welke vorm, op welke plaats en op welke rechtstreekse of onrechtstreekse manier ook, één of meer kansspelen of kansspelinrichtingen te exploiteren tenzij die overeenkomstig deze wet zijn toegestaan. Niemand mag zonder voorafgaande schriftelijke vergunning van de Kansspelcommissie een of meer kansspelen of kansspelinrichtingen exploiteren.”
Voor alle soorten spelen en weddenschappen, geldt dat bepaalde fiscale verplichtingen, overeenkomstig de artikelen 53 tot en met 63 WGB, moeten worden nagekomen (o.a. de
17
aangifte) met het oog op de voldoening van de verschuldigde belasting inzake de spelen en de weddenschappen. B.5. Gokken via internetkiosken Inzake de organisatie van spelen en weddenschappen via het internet gelden dezelfde wettelijke bepalingen op het vlak van de belasting op de spelen en weddenschappen als inzake de traditionele spelen en weddenschappen. De internetkiosken zijn in feite “toestellen” die voorzien zijn van een biljettenlezer en een ticketprinter die toelaten via het internet op zeer eenvoudige wijze weddenschappen aan te gaan op allerhande sportieve evenementen of andere evenementen (zoals voetbal, wielrennen, tennis enz.). Deze toestellen zijn bedoeld om geplaatst en geëxploiteerd te worden in openbare gelegenheden (bv. cafés, snookerzalen, krantenwinkels enz.) De deelnemer kan een formulier invullen op het scherm en ontvangt na betaling een ticket als bewijs van zijn deelname. Bij winst wordt het bedrag meteen aan de deelnemer uitbetaald op de manier die hij gekozen heeft. De aandacht wordt erop gevestigd dat de uitgereikte tickets moeten gedrukt zijn bij een drukker die daartoe speciaal door de administratie werd aangenomen. B.5.1. Soorten weddenschappen die toegelaten zijn bij het gokken via internetkiosken Voor zover wordt voldaan aan alle fiscale verplichtingen en voorwaarden mogen enkel de volgende weddenschappen worden aangeboden via de internetkiosken op de volgende plaatsen: • weddenschappen op sportevenementen, uitgezonderd paardenwedrennen: op welke plaats dan ook; • onderlinge weddenschappen op paardenwedrennen gehouden in België: op welke plaats dan ook, uitgezonderd in drankgelegenheden; • weddenschappen bij notering op paardenwedrennen gehouden in België: enkel op paardenwedrenbanen; • weddenschappen op paardenwedrennen gehouden in het buitenland: enkel in de erkende agentschappen.
Er dient een kanttekening te worden geplaatst wat betreft de weddenschappen op evenementen. Hoewel deze materie niet fiscaal gereglementeerd is, laat artikel 4 van de wet van 7 mei 1999 de uitbating van dergelijke weddenschappen niet toe.
3.1.3.5. Advies van de burgemeester Het KB van 22 december 2000 inzake de werking en het bestuur van kansspelinrichtingen van klasse III, de modaliteiten betreffende de aanvragen en de vorm van de vergunning klasse C, voorziet dat bij de vergunningsaanvraag een advies moet gevoegd worden van de burgemeester van de gemeente waar de inrichting wordt uitgebaat. Dat advies moet vermelden dat aan alle wettelijke uitbatingvoorwaarden voor de drankgelegenheid is voldaan. De Commissie vraagt dat dit advies op papier wordt gezet met het briefhoofd van de gemeentelijke administratie en dat het wordt ondertekend door de burgemeester of de persoon die de officiële volmacht daartoe heeft. Krachtens de Nieuwe Gemeentewet kan deze volmacht aan verschillende personen worden toegekend (ambtenaar van de burgerlijke stand, eerste schepen, politiebeambte), maar ze moet wel een officieel karakter hebben. Bepaalde gemeenten hebben de Kansspelcommissie gevraagd het advies in kwestie af te wachten alvorens een vergunning af te leveren. Het gaat om de volgende gemeenten: Schaarbeek, Jette, Evere, Sint-Joost, Luik, Namen, Brugge, Dendermonde en Oudenaarde. Bij de lokale instanties dienen bijgevolg de nodige stappen te worden ondernomen opdat deze adviezen zo snel mogelijk zouden worden afgeleverd.
C. GENOMEN MAATREGELEN
3.1.3.6. Administratieve opmerkingen
De Kansspelcommissie heeft de volgende maatregelen genomen:
1. Wat betreft de hernieuwingen: de hernieuwingen per fax zijn niet geldig. Ze moeten ons bereiken per aangetekende post en dat binnen de 15 dagen na de ontvangst van de hernieuwingaanvraag.
1. Er zal controle worden gevoerd op het terrein om de concrete werking van dit soort etablissement vast te stellen; 2. Controle van de registratie bij de KBO; 3. Wat betreft de aflevering van de vergunning klasse C, nagaan of de etablissementen wel over alle nodige machtigingen beschikken om weddenschappen te organiseren; 4. Contactopname met de FOD Financiën om de mogelijkheid te bespreken inzake punt II. A.2. van de omzendbrief IR/IV-4/68.616 dd.26.06.06/1 met betrekking tot spelen en weddenschappen te wijzigen. Concreet wordt nu het volgende gestipuleerd: “De plaats waar inzetten of inleggelden,
18
bestemd om ingezet te worden op weddenschappen op sportevenementen of alle andere evenementen verenigbaar met de openbare zedelijkheid, andere dan paardenwedrennen, mogen worden aangenomen, is fiscaal niet wettelijk gereglementeerd, zodat zij bijgevolg in elke inrichting, zelfs in drankgelegenheden of elke andere voor het publiek toegankelijke plaats kunnen ingezameld worden”.
2. Loket: de aanvragen moeten vergezeld worden van een document van de Kruispuntbank van Ondernemingen waarin wordt bevestigd dat het etablissement wel degelijk geregistreerd is als drankgelegenheid. De enige NACEBEL-codes die aanvaard worden door de Commissie, zijn de volgende: 554 (cafés) – 5540 (cafés) – 55401 (cafés en bars) en 5530105 (cafés-restaurants-tavernes). 3. Voor de nieuwe aanvragen (rechtspersoon) verstuurd per post, moeten de identiteit en de gegevens van de gerant(en) opgenomen worden in het dossier.
3.1.4. VERGUNNING KLASSE D
De bijgevoede taartgrafiek geeft duidelijk aan hoe de verschillende dossiers met elkaar in verhouding staan.
3.1.4.1. Algemene situatie Sinds 2002 bestaat de mogelijkheid om een vergunning klasse D te bekomen. Deze is vereist voor de tewerkstelling in de speelzaal van een speelautomatenhal of casino tijdens de openingsuren ervan. Het zijn dus de werknemers van de vergunninghouders klasse A en B die een dergelijke vergunning nodig hebben. Op 31 december 2007 waren er in totaal 4.103 goedgekeurde vergunningen waaronder 738 in 2007. Onderstaande tabel geeft een overzicht van alle dossiers D die tot op 31 december 2007 door de Kansspelcommissie werden behandeld.
Op onderstaande kaart wordt de geografische spreiding van de vergunningen klasse D weergegeven per gemeente.
In totaal nam de Commissie in 5.110 dossiers minstens één beslissing. 228 dossiers wachten nog op een behandeling. Het gaat om nieuwe of onvolledige dossiers. Hoewel er momenteel nog steeds 4.103 vergunningen actief zijn, kende de Commissie er in totaal 4.848 goed. 623 ervan werden door de houder zelf stopgezet. De vergunninghouders zijn verplicht binnen de drie maand een opleiding te volgen na de toekenning van de vergunning. Pas na deelname hieraan ontvangen zij definitief hun vergunning en identificatiebadge. Wanneer zij de opleiding niet volgen, wordt hun vergunning opnieuw ingetrokken en mogen zij niet meer werken in de sector. Het merendeel van de in totaal 122 vergunningen werden om die reden ingetrokken. Voor een minderheid gebeurde dit nadat werd vastgesteld dat de houder ervan niet voldeed aan de vereisten van de functie. Sinds 2005 valt een grote stijging van het aantal stopzettingen na toekenning op. Dit heeft te maken met de sanctieprocedures die sindsdien werden opgestart tegen de afwezigen tijdens de opleidingen. Velen die niet meer in de sector werken, vragen zelf hun dossier stop te zetten om zo een sanctie te voorkomen. Het hoge aantal weigeringen in 2007 heeft enkel betrekking op dossiers die onvolledig waren en bleven.
Als aanvulling bij bovenstaande kaart kan vermeld worden dat de 5.338 dossiers als volgt zijn opgesplitst naar taal: 1.959 Nederlandstalige, 3.377 Franstalige en 2 Duitstalige dossiers. Hoewel er momenteel nog steeds 4.103 vergunningen D actief zijn, betekent dit niet dat er een dergelijk aantal personen ook effectief is tewerkgesteld binnen de speelhallen en casino’s. Uit officieel en openbaar bekendgemaakte gegevens uit de jaarrekeningen van
19
alle vergunninghouders klasse B blijkt dat er in 2006 857 personeelsleden tewerkgesteld werden in deze branche. Dat cijfer komt overeen met het aantal werknemers in 2005. Er kan dus vanuit gegaan worden dat ook voor 2007 het aantal werknemers zich in een gelijke orde van grootte situeert. Uit vergelijkbare cijfers voor de casinobranche blijkt dat hier in 2004 708 personen en in 2005 718 personen werkzaam waren. Cijfers voor 2006 zijn nog niet voor handen. Het Brusselse casino opende pas in 2006 zijn deuren. Dat jaar werden 261 mensen tewerkgesteld. Het aantal werknemers voor 2007 in de casinosector wordt geschat op 1.000 voltijdse equivalenten. Dit betekent ongeveer 1.700 werknemers in de speelhallen en casino’s samen.
3.1.4.2. Opleiding Zoals reeds vermeld moeten alle houders van een vergunning klasse D binnen de drie maand na de toekenning van de vergunning een opleiding volgen die door de Commissie wordt georganiseerd. Sinds januari 2003 vonden reeds 59 dergelijke vormingsessies plaats. Tijdens de opleiding wordt in een eerste deel aandacht besteed aan de wetgeving. De kansspelsector is geen gewone economische sector. Ze is onderworpen aan een specifieke wetgeving waarin ook de werknemers een bepaalde rol hebben. Dit komt uitgebreid aan bod. Voor dit gedeelte verlenen twee politiefunctionarissen die als expert gedetacheerd zijn bij de Kansspelcommissie en jarenlange ervaring hebben op het terrein, hun medewerking. Beiden benaderen de items wetgeving en controle vanuit de praktijk. Na afloop weten de cursisten perfect wat hun verantwoordelijkheden zijn, met welke moeilijkheden ze te maken kunnen krijgen en hoe ze daarop moeten reageren. In het verlengde van het wetgevend gedeelte wordt ook aandacht besteed aan het werk van de afdeling kansspelen binnen de Afdeling Metrologie van de FOD Economie. In het technische labo van deze afdeling worden alle machines die uiteindelijk op de markt zullen komen, getest en gecontroleerd op hun conformiteit met de geldende reglementeringen. Verschillende ingenieurs van deze dienst engageren zich reeds enkele jaren voor de medewerking aan de opleiding. In de namiddag komt het thema gokverslaving aan bod. De Franstalige cursisten krijgen hieromtrent toelichting van een psychotherapeut die verbonden is aan het UVC Brugmann te Brussel waar hij sinds jaren gokverslaafden in therapie begeleidt. Aan Nederlandstalige zijde is er een samenwerking tussen een psychiater, verbonden aan Vagga-Altox vzw. te Deurne en twee maatschappelijk werkers, verbonden aan CAD-Limburg vzw. Ook zij staan dagelijks professioneel in voor de begeleiding van gokverslaafden. In eerste instantie wordt een beeld geschetst van wat er onder pathologisch gokken begrepen moet worden. Er worden enkele hulpmiddelen aangereikt hoe probleemgedrag te detecteren. Nadien volgt een overzicht van wat er bestaat op vlak van hulpverlening. Tot slot komt preventie en signalering aan bod. Het is niet de bedoeling om van de cursisten geschoolde hulpverleners te maken, maar ze moeten minsten een duidelijk beeld hebben
20
van wat een dergelijke verslaving inhoudt en hoe ze gepast kunnen reageren tegenover een klant in nood.
3.1.4.3. Vervolgcursus D De bovenvermelde opleiding betreft een basisopleiding waaraan elke persoon die pas een vergunning klasse D kreeg toegekend, dient deel te nemen. Artikel 8 van het KB van 20 juni 2002 betreffende de modaliteiten van de aanvraag, de vorm van de vergunning klasse D en de vereiste bekwaamheden en getuigschriften voor het uitoefenen van een beroepsactiviteit in een kansspelinrichting klasse I en II, bepaalt dat het getuigschrift, uitgereikt na deelname en gunstige evaluatie, geldt voor een periode van vijf jaar. Deze termijn kan verlengd worden voor éénzelfde periode, mits het volgen van een aanvullende opleiding, georganiseerd door de Commissie. Omdat de eerste opleidingen plaatsvonden in 2003, zullen in 2008 de eerste aanvullende opleidingen moeten worden georganiseerd. In oktober 2007 werd gestart met de voorbereidingen hieromtrent. In eerste instantie moest nagegaan worden om hoeveel cursisten het zou gaan. Uit onze statistische gegevens blijkt dat in 2003 1.324 cursisten de basisopleiding volgden. Aan alle vergunninghouders A en B werd gevraagd een overzicht te geven van hun huidig personeelskader. Dit werd vergeleken met deze van de kandidaten voor een licentie in 2003. Op basis van deze vaststellingen kon worden afgeleid dat 622 vergunninghouders opnieuw een opleiding moeten volgen. 237 ervan werken in de speelautomatenhallen. Een 10-tal zalen dienen nog een antwoord over te maken. De Commissie schat dat 650 vergunninghouders aan de aanvullende opleiding zullen deelnemen. 50% van het personeel blijft dus werkzaam in de sector en er valt een grotere stabiliteit op binnen de casinobranche. Naar de inhoud van de vervolgcursus toe, werd een eerste initiatief genomen in de loop van de maand november. Alle lesgevers werden samengeroepen voor een vergadering en bevestigden hun medewerking voor deze vervolgcursus. Er werd een werkdocument uitgewerkt voor het thema gokverslaving. Deze zal in de eerste maanden van 2008 verder worden uitgewerkt. Er zal alvast meer nadruk worden gelegd op het herkennen en signaleren van noodsignalen van de speler. Ook wordt gepleit voor een grotere betrokkenheid van het management en de werkgevers. Op wetgevend vlak zal een opfrissing voorzien worden en een toelichting bij de recente ontwikkelingen.
3.1.5. VERGUNNING KLASSE E
In 2007 werden 9 vergunningen toegekend die nog steeds actief zijn in 2007, 5 houders van vergunningen hebben hun activiteiten gestopt en 1 vergunning werd ingetrokken voor de toekenning.
Onderstaande grafiek toont de evolutie van de behandelde vergunningsaanvragen klasse E sinds 2001. We stellen vast dat het aantal actieve vergunningen lijkt te stagneren. Onderstaande kaart geeft een beeld van de geografische spreiding van de vergunningen klasse E per gemeeente.
Onderstaande grafiek toont de evolutie van de beslissingen van de Commissie met betrekking tot de vergunningen klasse E sinds de start van de Commissie in 2001.
21
3.1.6. INBELSPELEN A. ACHTERGROND
aangekondigd werd niet gerespecteerd. Na de technische controle werd “modus operandi” van de IT evenwel aangepast. De beller die te vroeg inhaakte, maakte geen deel meer uit van de selectie. De onaantastbaarheid van de software was niet verzekerd.
Artikel 4 van de wet van 7 mei 1999 stelt dat “het verboden is op welke plaats dan ook, onder welke vorm en op welke rechtstreekse of onrechtstreekse manier ook, één of meerdere kansspelen of kansspelinrichtingen uit te baten anders dan diegene die zijn toegelaten overeenkomstig de wet”.
Bovendien bleef het wachten op het “kengetal voor spelletjes” dat moet worden toegekend door het Belgische Instituut voor de Postdiensten en de Telecommunicatie (BIPT). De operators hebben de nodige stappen bij dit organisme ondernomen. De monitoring van de spelers werd niet door alle telefoonoperators verzorgd.
De wetgever heeft een bepaling3 gestemd in het kader van de programmawet van 27 december 2004 volgens dewelke “de Koning de voorwaarden bepaalt waaraan de spelen moeten voldoen die worden aangeboden in het kader van televisieprogramma's via nummerreeksen van het Belgische nummerplan, waarvoor het is toegestaan om van de oproeper naast de prijs van de communicatie ook een betaling voor de inhoud te vragen, doch beperkt tot deze reeksen waarop het eindgebruikertarief geen functie is van de tijdsduur van de oproep, en die een totaal spelprogramma inhouden”. Deze paragraaf is artikel 3.4. van de wet op de kansspelen geworden.
De organisators moeten de klachten die ze ontvangen overbrengen aan de Commissie.
B. CONCRETE GEVALLEN VOORTKOMEND UIT HET KB De dossiers werden in januari 2007 ingediend. De operators werd gevraagd informatie te geven over: - hun statuten en die van de organisators en facilitators; - de aandeelhouders; - het rijksregisternummer van de bestuurders; - de gegevens van de notarissen en deurwaarders; - de berekening van het aantal spelers; - de duur die als basis dient voor de berekening van het aantal spelers; - de controle van de identiteit en de leeftijd van de winnaars; - wie het bedrag van de winsten vastlegt in de loop van het spel; - de methode op basis waarvan de maximumwinsten worden berekend wanneer er meerdere antwoorden mogelijk zijn. Wat betreft de klachten wilde de Kansspelcommissie weten welke controle wordt uitgevoerd op het spel en welk gevolg wordt gegeven aan de klachten. Op technisch vlak onderzocht de Commissie welke de locatie, werking en beveiliging van het informaticasysteem was en of de spelen geheel toevallig waren. Na een technisch onderzoek is gebleken dat de regie besliste op welk moment een televisiekijker verbonden werd, rekening houdend met het aantal oproepen dat plaats had gevonden. Het engagement om de Xe beller aan het spel te laten deelnemen zoals was
3 Art. 291 van de programmawet
22
De Commissie opteerde op 30 maart 2007 voor de volgende aanbevelingen: - de maximumduur van het spel moet aan het begin van het spel worden vastgelegd en moet door de presentator worden meegedeeld aan het publiek; - het spel mag niet gespreid worden over verschillende uitzendingen; - een spel met dezelfde vragen maar met nieuwe antwoorden is geen nieuw spel; - de televisiekijker moet duidelijk geïnformeerd worden over het begin en het einde van het spel; - de presentator moet regelmatig de boodschappen communiceren inzake het verbod voor minderjarigen om deel te nemen aan het spel en het gevaar op overmatig spelen; - de gebruikte selectiemethode moet duidelijk worden uitgelegd tijdens het spel en effectief worden toegepast; - als het spel onderbroken wordt door publiciteit of door een tweede spel, moet het eerste spel duidelijk afgesloten worden; - de vragen, antwoorden en prijzen die te winnen zijn, vastgelegd of met jackpot, en de bonussen moeten 48 uur voor de uitzending verstuurd worden aan de deurwaarder of de notaris met de bronnen die toelaten de antwoorden te verifiëren. Wat betreft het tijdstip wordt een uitzondering verleend aan spelen die betrekking hebben op de actualiteit maar dezelfde gegevens moeten in elk geval – per e-mail – bij de deurwaarder of notaris aankomen voor de uitzending; - het totaal van de prijzen (bonussen inbegrepen) per spelbeurt mag de 5.000 euro niet overschrijden; - het aantal oproepen en niet het aantal deelnemers moet berekend worden; dit moet een minuut lang getoond worden en niet voor even in de loop van een minuut; - als er per spel meerdere antwoorden mogelijk zijn, moet de geselecteerde speler gekozen worden uit de volledige lijst spelers en niet enkel uit diegenen die hebben deelgenomen aan de laatste manche; - als er een mogelijkheid bestaat op een jackpot of een brandkast moeten de minimum- en maximumprijzen meegedeeld worden; - het aantal en de telefoonnummers van de bellers moeten 8 weken bijgehouden worden om de Commissie de mogelijkheid te geven ze te controleren. De Kansspelcommissie leverde op 18 april 2007 een goedkeuring voor alle actieve dossiers. Ter gelegenheid van die erkenning werden verschillende bindende aanbevelingen geformuleerd ten opzichte van de organisatoren en de leveranciers van spelen.
Aan het begin van de maand juli 2007 werd elk dossier geëvalueerd. De leveranciers werden gewaarschuwd en mochten hun opmerkingen overmaken. Het secretariaat van de Kansspelcommissie heeft enkele willekeurig gekozen uitzendingen geanalyseerd om te bepalen wat de verhouding is tussen de personen die louter enkele keren deelnemen aan deze spelen en de spelers die heel vaak inbellen en verder om te evalueren of de drempel van 50 euro niet te hoog ligt voor een doeltreffende bescherming van de spelers. De volgende vaststellingen werden gedaan:
Belspelen kunnen dus degelijk tot grote schulden leiden. Het percentage doorgeschakelde oproepen is relatief laag (tussen 0,3 en 6% van de oproepen). Het lijkt noodzakelijk dat aan de spelleveranciers wordt opgelegd om een vast percentage van de inkomende oproepen door te schakelen. Ook de andere spelers uit de goksector moeten immers een zeker herverdelingspercentage garanderen. Hier zijn het de operators zelf die kiezen wanneer ze een kandidaat verbinden. Momenteel is nog geen enkele afspraak gemaakt voor wat betreft de monitoring. De organisator, de operator en de faciliterende onderneming zijn derhalve gezamenlijk verantwoordelijk. Er zijn meerdere operators actief binnen dit domein. Tal van kleinere operators hebben tot op vandaag geen monitoringprocedure ingesteld. Onder deze omstandigheden moet de lijst van de telefoonmaatschappijen waarmee het spel plaats kan hebben, meegedeeld worden aan zenders die niet kunnen onderhandelen met de andere ondernemingen die niet voor monitoring zorgen. Het valt op te merken dat de manier waarop de cliënt gewaarschuwd wordt, aanzienlijk verschilt van operator tot operator. De cliënt wordt dan weer verwittigd per sms, dan weer per mail. Er dient op dit vlak een uniform beleid tot stand te komen.
We zien dat iets minder dan 3% van de bellers verantwoordelijk is voor zo’n 30% van de oproepen tijdens de geanalyseerde uitzendingen. Dit toont het belang aan van een doeltreffende monitoring. Bepaalde personen belden meer dan 100 keer tijdens hetzelfde programma.
Gemiddeld pleegden de zware bellers elk 45,1 oproepen (10419:231).
Wat de blokkering betreft, bieden alle operators deze dienst aan. De blokkering wordt ook geregeld door artikel 120 van de wet van 15 juni 2005 over elektronische communicatie en door het ministerieel besluit van 12 december 2005 tot vaststelling van de categorieën uitgaande gesprekken en categorieën opgeroepen nummers waarvan de blokkering kosteloos aan de eindgebruikers aangeboden moet worden. Het gaat om een wettelijke verplichting. Ten slotte merkt de Kansspelcommissie op dat de zenders publiciteit toelaten van organisatoren van illegale weddenschappen die zich richten tot een jong publiek. Door deze praktijken te hanteren, geven de zenders weinig blijk van werkelijk professionalisme. De wettekst betreffende televisiespelen moet de essentiële voorwaarden voor een vergunning bevatten om zodoende de juridische middelen te garanderen waarmee de kijker – speler beschermd kan worden. De wettekst moet in die zin worden herzien. In het kader van een wetswijziging die het opleggen van administratieve boetes aan overtreders van de wet op de kansspelen zou mogelijk maken, zou een samenhangend beleid mogelijk worden. De opheffing van een goedkeuring biedt momenteel geen garanties voor een concrete opvolging van het fenomeen van de televisiespelen. Het aanbod van de operators heeft al grondige wijzigingen ondergaan, maar verandert nog permanent. Een juridisch antwoord daarop lijkt weinig geschikt omdat het vaak te traag is in vergelijking met het aanbod en veel te atypisch in vergelijking met de klassieke strafdossiers. De televisiespelen moeten opnieuw binnen het algemene kader van de kansspelen gesitueerd worden en dienen onderworpen te worden aan een vergunning die overeenkomt met die voor de kansspelen.
23
3.1.7. WEDDENSCHAPPEN
ciën, in Hasselt vond de rechtbank de maatregel van sluiting niet in evenredigheid. Hoger beroep werd ingediend.
In 2007 bleef de sector van de weddenschappen zorgen baren. Nog steeds is dit landschap op diverse wijze gereglementeerd: de weddenschappen op de sportuitslagen tegen onderlinge notering hangen af van de bepalingen van de wet van 26 juni 1963, terwijl de weddenschappen op sportuitslagen tegen vaste notering onder het Wetboek van de met Inkomstenbelastingen Gelijkgestelde Belastingen (WGB) valt. De weddenschappen op paardenwedrennen in binnenland (waar ook nog een onderscheid bestaat tussen op de renbaan en buiten de renbaan) en buitenland worden ook geregisseerd door diverse artikelen in het WGB. Een derde vorm van weddenschappen is deze op gebeurtenissen, deze weddenschappen bevinden zich in een juridisch vacuüm (zo wordt het meestal voorgesteld door de operators van dergelijke weddenschappen) want deze weddenschappen zijn, in tegenstelling tot de weddenschappen op sportuitslagen, paardenkoersen en windhondenrennen, niet expliciet buiten de Kansspelwet van 7 mei 1999 gesloten. Per definitie, zijn deze weddenschappen verboden. Een vierde categorie zijn de verboden weddenschappen naar aanleiding van hanengevechten of hondengevechten en ook deze zijn uiteraard verboden.
Het bleek evenwel dat talrijke operators zich in orde gingen stellen met de FOD Financiën, hoewel naar het jaareinde terug bleek dat er zich opnieuw talrijke illegalen manifesteerden, meestal onder een andere naam en firma.
Hoewel de sector nog steeds heel wat potentieel inhoudt en volgens de Beroepsvereniging van Wedkantoren nog altijd 1.500 personen tewerkstelt, zijn er verontrustende tekenen aanwezig (zoals een sterke vermindering inzake de weddenschappen op paardenwedrennen en vooral de sterke opmars van kantoren waar sportweddenschappen tegen vaste noteringen worden aangeboden). Deze laatste kantoren zijn niet altijd in orde met de actuele wetgeving en scheppen zo een klimaat van oneerlijke concurrentie en dragen bij tot de criminaliteitsfeer. Het volstaat immers om dergelijke weddenschappen 48 uur op voorhand te melden bij de betrokken ontvanger der belastingen met een aangiftekaart 714 B. De belastingsverschuldigde dient dan wel aan een aantal bepalingen te voldoen die verband houden met de tickets, het register der ontvangsten, het stellen van een zakelijke waarborg én het betalen van de belastingen. Veelal zullen dergelijke kantoren ofwel niet ofwel slechts gedeeltelijk voldoen aan deze eisen. Het is dan ook in deze laatste context dat de Kansspelcommissie in samenwerking met de recherchediensten van de FOD Financiën en onder auspiciën van het Staatssecretariaat voor de fraude op 22 mei 2007 aan de operatie Betex heeft deelgenomen. Er werden 173 inrichtingen bezocht, verspreid over het ganse grondgebied, die ofwel een sluiting van de inrichting inhielden ofwel een staking van de weddenschapsactiviteiten voor de inrichting. De procedure verliep als volgt: de recherchediensten FOD Financiën dienden proces-verbaal op te stellen dat dan de gewestelijk directeur zou toelaten om een beslissing te treffen gaande van sluiting van de inrichting tot het verbod van aanname van de weddenschappen vooral in café’s of boekhandels. Deze beslissingen werden toegestuurd aan de belastingplichtige en aan de procureur des Konings, die voor de notificatie zorgde. In de praktijk werd de lokale politie met deze taak belast. De actie was belangrijk om aan te tonen dat er een wil bestond om in te grijpen tegen dit fenomeen. Er werden drie zaken in kort geding ingesteld in Antwerpen, Luik en Hasselt tegen de getroffen beslissingen. In Antwerpen en Luik volgde de rechtbank de methodiek van Finan-
24
De weddenschappen baarden ook zorgen op het gebied van de kansspelen via internet. Het valt vaak op dat websites deze weddenschappen gaan gebruiken om publiciteit te maken en om spelers te lokken voor hun andere aanbiedingen zoals ondermeer casinospelen of pokerspelen. Vaak worden de weddenschappen, die niet onder de bevoegdheid van de Kansspelcommissie vallen, gebruikt als afleidingsmanoeuver om zo een discussie uit te lokken over de vigerende Europese houding. Uiteraard gaan de illegale operatoren grif voorbij aan het feit dat het uitbaten van casinospelen wel degelijk verboden is. Ook in 2007 werd dikwijls publiciteit gemaakt rond weddenschappen op gebeurtenissen zoals de aanslepende regeringscrisis, dit zijn zoals hoger reeds gesteld verboden weddenschappen. Deze weddenschappen kennen een matig succes maar zijn steeds goed voor de nodige reclame, die dan weer spelers lokken naar de “meer gevaarlijke” spelen op deze sites. Voor de paardenwedrennen was 2007 opnieuw een somber jaar: zowel federaal als gewestelijk blijven de discussies omtrent een regeling voortduren. Op diverse vlakken zijn er initiatieven, in Vlaanderen staat de creatie van een Vlaamse Federatie op til, de discussie op Federaal vlak over de bevoegdheid en een nieuwe wetgeving blijft aanwezig en ook de taxatie op deze weddenschappen blijft een discussiepunt.
3.1.8. INTERNET De Kansspelcommissie heeft de principes onderzocht die ten grondslag liggen aan de onlinespelen waarbij het illegale spel wordt uitgebaat in België met gebruik van servers die gelokaliseerd zijn in het buitenland terwijl de speler zich in België bevindt: er wordt reclame voor gemaakt in België en het geld om te spelen wordt in ons land geïnd. Gezien het aanbod van spelen aan de hand van instrumenten van de informatiemaatschappij exponentieel uitdijt zonder garanties over de oprechtheid van deze spelen, zonder omkadering van het type spelen, zonder dat de financiële stromen gecontroleerd worden en zonder bescherming van de spelers, is dit een extreem belangrijke kwestie. Het witboek van het Laboratoire d’expertise en sécurité informatique (Cert-Lexi) van juli 2006 bevestigt dat "De sector van de onlinespelen momenteel grotendeels wordt gecontroleerd door criminele groepen. De andere organisaties die in de sector actief zijn, houden zich amper aan de internationale wetgevingen". Het komt er wat betreft de operator die niet in België gevestigd is op aan te onderzoeken welke principes van toepassing zijn op de inbreuken waarvan de speler verblijvend in België de bestemmeling is of nog het slachtoffer. A. WET OP DE KANSSPELEN Er dient hier gewezen op de toepassing van artikel 4 van de wet van 7 mei 1999 betreffende het algemeen verbod op de uitbating van kansspelen, van artikel 60 betreffende de reclamepraktijken, van de artikels 63 en 64 houdende bestraffing van overtredingen op deze bepalingen en van artikel 65 over de verdubbeling van de strafmaat wanneer deze inbreuk werd gepleegd ten overstaan van een persoon jonger dan 18 jaar. Zodoende kan geen enkele operator die over een door de Commissie afgeleverde vergunning beschikt, gratis jetons of waardebonnen afleveren die bedoeld zijn om gratis te spelen. Deze operatoren worden onder meer permanent onderworpen aan een onderzoek van hun solvabiliteit, van hun professionalisme en van de transparantie van hun aandeelhoudersstructuur. De spelen die ze aanbieden in België moeten voldoen aan verschillende strikte voorwaarden die worden geregeld door de wet van 7 mei 1999. Een uitbating die verzorgd wordt vanuit het buitenland maakt de door de wetgever gewenste controle onmogelijk. Wanneer een in België gevestigde operator zich niet houdt aan zijn verplichtingen wordt hiervan proces-verbaal opgemaakt door de politiediensten van de Commissie. De pv’s worden vervolgens gecommuniceerd aan het parket. Voor houders van een vergunning wordt onder meer een administratief dossier geopend dat kan leiden tot de opschorting van de vergunning, een gedeeltelijk of volledig verbod op de exploitatie van de speltoestellen of de opheffing van de vergunning.
B. HET STRAFRECHT In België zijn een paar principes beschikbaar om uitbaters van illegale spelen die via het internet worden aangeboden te vervolgen. Een van die principes is het principe van de territoriale bevoegdheid B.1. Het principe van de territoriale bevoegdheid (art. 3 Sw.)4 In dit geval zijn de Belgische autoriteiten territoriaal bevoegd om een inbreuk met betrekking tot kansspelen op het internet te vervolgen. De territoriale bevoegdheid en haar uitbreiding via de objectieve ubiquiteitstheorie waarvan het concept hieronder wordt toegelicht, vormen de grondslag voor de Belgische jurisdicties. De uitzonderingen op dit principe vormen dus het onderwerp van een strikte interpretatie. Om te bepalen wat de locatie is van een inbreuk die werd begaan binnen meerdere territoria doet men in België beroep op de "objectieve ubiquiteitstheorie": het volstaat dat een van de samenstellende delen van de inbreuk plaatsvond in België opdat ze kan worden beschouwd als een inbreuk in België en er bijgevolg door de Belgische rechters kennis van genomen kan worden5. Een van de constitutieve elementen van de inbreuk is de betaling op Belgische grondgebied. In dat geval kan de Belgische rechter dus uitspraak doen over inbreuken waarvan de schade werd veroorzaakt in België6. Deze theorie houdt rekening met de inbreuk zelf, niet met de intentie van de dader. Dankzij dit principe is de verblijfplaats van de dader niet langer van belang. Het volstaat dat een inbreuk die resulteert uit een spel dat georganiseerd wordt vanaf een site in het buitenland een werkelijke daad op het Belgische territorium met zich meebrengt, te weten het spelen, en een werkelijke daad in het buitenland, te weten het aanvaarden van de deelname van een speler uit België, om beschouwd te worden als een inbreuk begaan binnen het nationale territorium. B.2. De bestraffing van illegale casino’s en onlinespelen Het principiële verbod op de exploitatie van kansspelen stoot evenwel op bepaalde problemen bij de toepassing, in het bijzonder wanneer er elementen van buitenlands recht aanwezig zijn. Indien illegale spelen via het internet mogelijk worden gemaakt, kan men ervan uitgaan dat de daad werd uitgevoerd op de plek waar de strafbare gegevens aan de server werden geleverd om vervolgens verspreid te worden. Het betreft hier wel degelijk de plek waar de speler zich bevindt. Het is hij die de informatie levert die bepalend is om het spel mogelijk te maken, die zijn privégegevens en bancaire gegevens onthult, die het 4 GEURTEN (T.), « La répression des jeux de hasard, loteries et casinos en ligne » Université de Liège Faculté de Droit, Ecole de Criminologie Jean Constant, Droit Pénal des affaires », 2006-2007 5 FRANCHIMONT M., JACOBS A., MASSET A., « Manuel de procédure pénale », Collection de la Faculté de Droit de l’Université de Liège, 2006, Larcier, Brussel, p. 1256 en volgende; Cass., 24 januari 2001,Pas., nr. 48; Cass., 20 juni 1977, Pas., 1977, I, 1070 en 28 december 1998, Pas., nr. 534 6 MEUNIER (C.), La loi du 28 novembre 2000 relative à la criminalité informatique » in: Actualités du droit des technologies de l’information et de la communication, CUP, vol.45, 2001, pp. 63
25
speltype bepaalt en het bedrag van de inzet. Het is uiteindelijk hij die de duur van het spel bepaalt en de rekening betaalt. Hij neemt het reële risico aan het spel verslaafd te raken. Daarnaast zijn het de nationale verzekeringsmaatschappijen die de lasten dragen voor de behandeling van gokverslaving. Binnen het kader van de Dienstenrichtlijn, die evenwel geen rekening houdt met kansspelen, geldt hetzelfde principe, namelijk dat de dienst plaatsvindt in het land waar hij verbruikt wordt. Dit geldt dus a fortiori voor alles wat buiten het toepassingsgebied van de Dienstenrichtlijn valt. Indien btw verschuldigd zou zijn op kansspelen, zou deze belasting wordt gefactureerd aan de klanten die de dienst verbruiken. Deze analyse stemt overeen met de principes van het internationale recht. De wet betreffende het Europees aanhoudingsbevel van 19 december 2003 ter omzetting van de kaderovereenkomst van de Raad van Ministers van de Europese Unie van 13 juni 2002, is in dit opzicht eveneens interessant7. Artikel 5,§1, van deze wet stipuleert het volgende: “De tenuitvoerlegging wordt geweigerd ingeval het feit waarop het Europees aanhoudingsbevel betrekking heeft, krachtens het Belgische recht niet strafbaar is. §2. De vorige paragraaf is niet van toepassing in het geval het gaat om een van de volgende strafbare feiten voor zover deze in de uitvaardigende lidstaat met een maximale vrijheidsbenemende straf van minimaal drie jaar worden bestraft: 1° deelneming aan een criminele organisatie; … 8° fraude, … 9° witwassen van de opbrengst van misdrijven; 11° computercriminaliteit; ”
In het spelcontract is de kenmerkende prestatie de betaalde of gewedde som (de inzet); de toepasselijke wetgeving is die van het land waar deze som moet worden betaald9. Over het algemeen zal de speler de kenmerkende prestatie leveren. Als het spelcontract wordt afgesloten in België, is de Belgische wetgeving van toepassing zelfs als de exploitant van het spel buitenlands is. C. CONCLUSIE Van zodra het obstakel van de lokalisatie van de baan is, kan op nationale schaal ten volle worden overgegaan tot de bestraffing van alle illegale activiteiten. Op Europese schaal wachten deze problemen nog op een oplossing. Deze repressie moet eerst worden gecoördineerd binnen de Europese Unie om vervolgens het bredere niveau uit te klaren dat de Verenigde Staten en Azië omvat. In het specifieke geval betreffende de naleving van de commerciële praktijken en dus van de publiciteit, dient er een samenwerking te bestaan tussen de diensten van de Algemene Directie Controle en Bemiddeling van de FOD Economie en de Kansspelcommissie met betrekking tot het onderzoek van de spelen die worden aangeboden aan de hand van instrumenten van de informatiemaatschappij en om concrete uitvoeringsmaatregelen te treffen die voldoende zijn om een doeltreffende bescherming van de speler te verzekeren.
Het is dus mogelijk om exploitanten van onlinespelen te vervolgen op basis van inbreuken die worden bestraft door andere regelgevingen (bv. die over belastingfraude) en de uitvoering van het aanhoudingsbevel mogelijk maken. Overtredingen van de wet op de kansspelen gebeuren heel zelden door een geïsoleerde persoon en vereisen meestal een medeplichtigheid van publicitaire organismen en financiële organisaties. In dat geval zijn de regels over de strafbare medeplichtigheid van toepassing. B.3. Met betrekking tot het contractenrecht Wanneer het contract elementen van buitenlands recht bevat, voorziet het Verdrag van 19 juni 1980 over de wet betreffende de contractuele verplichtingen dat het contract geregeld wordt door de wetgeving die door de partijen gekozen wordt (art 3,1°). Bij gebrek aan keuze is de wet van toepassing van het land waaraan het contract het nauwst gerelateerd is (art.4, 1°). Deze wet is die van het land waar de partij de kenmerkende prestatie dient te leveren op het moment van het sluiten van de overeenkomst, zijn gebruikelijke verblijfplaats of, wanneer het een vennootschap betreft, haar bestuurlijke zetel8. 7 Cass. 8 december 2004, p.041562 F, J.T., 2005, p.133 met noot CASTIAUX (J.), WEYEMBERGH, R.D.P., 2005, p.536 8 KOHL (A.) op cit; betreffende de toepassing van de wet op de plek van uitvoering van de kenmer-
26
kende prestatie: AUDIT(B.), Droit international privé, Paris Economica, p.146, nr. 171 9 BATTIFOL( H.) en LAGARDE(P.), Droit international privé, t. 26e éd. Paris, L.G.D.J., p.256, nr. 581
3.2. FINANCIELE ASPECTEN
3.2.1. Solvabiliteitsratio’s Bij de toekenning van vergunningen A, B en E controleert de Kansspelcommissie of de houders voldoende solvabel zijn om hun activiteiten uit te oefenen. Ze beschouwt de solvabiliteitsratio als een alarmsignaal dat een zeker aantal vragen oproept wanneer deze voor de vergunningen van klasse B en E onder de 30% of voor de casino’s onder de 35% duikt. Hiertoe stelt de Kansspelcommissie zich de volgende vragen: - Heeft de onderneming de nodige middelen om haar voortbestaan te verzekeren? - Wat zijn de huidige financieringsmiddelen? Vergunningen klasse A De Commissie heeft de solvabiliteit van de zwakste casino’s onderzocht. Het casino van Dinant doet afstand van zijn vergunning. De Commissie wacht op de volledige jaarrekening voor het boekjaar 2007 vooraleer zich uit te spreken over het tweede casino dat wordt geobserveerd. Vergunningen klasse B In tegenstelling tot de inrichtingen klasse I, baten de kansspelinrichtingen van klasse II uit met beperkte eigen middelen. Ze hebben meestal ook geen andere keuze dan materieel te huren of schulden aan te gaan om de uitrusting te kopen die voor de exploitatie nodig is. De Commissie wil dat de houders van een vergunning klasse B, ongeacht de grootte van hun onderneming, minstens een solvabiliteitsratio van 30% bereiken. Op die manier wordt een reële concurrentie bewaard en een monopolie van de grote ondernemingen vermeden.
30% bereiken of overschrijden. Bij de grote ondernemingen heeft de opname van die borg evenwel geen beduidende impact. Het aantal (72) verminderde na opname van de borg tot 28. Er werd hen een kennisgeving gestuurd en het gros van de ondernemingen met een vergunning klasse B wist de ratio van 30% te bereiken door ofwel het vermogen te vergroten, ofwel door te fuseren met andere ondernemingen. Een van deze ondernemingen wist een ander bedrijf over te nemen en haalde op die manier een solvabiliteitsratio van 37%. 2 ondernemingen hebben uitstel gevraagd tot 1 april 2008, 1 onderneming heeft de gokactiviteiten stopgezet.
3.2.2. Faillissementen Vanaf 1 januari 2007 is de procedure voor de behandeling van faillissementen duidelijk: wanneer de waarborg betaald werd door de vergunninghouder, wordt de waarborg – na aftrek van eventueel verschuldigde bijdragen – terugbetaald aan de curator die in het faillissement optreedt. Indien de waarborg via de Post werd betaald, kan niet worden achterhaald wie de borgsteller is. In dat geval gaat de Kansspelcommissie er van uit dat de waarborg betaald werd door de vergunninghouder en wordt de waarborg terugbetaald aan de curator, eveneens na afhouding van eventueel verschuldigde bijdragen.
3.2.3. Administratieve vereenvoudiging (DC)
De vergunninghouder moet op zijn beurt het bewijs leveren aan de Commissie dat zijn onderneming solvabel is en over voldoende financiële middelen beschikt. Hij moet de nodige inlichtingen verstrekken om de transparantie van de onderneming te garanderen, een inzicht verschaffen in het aandeelhouderschap en eventuele latere wijzigingen dienaangaande melden.
Elke vergunninghouder is in het bezit van een bewijs van inschrijving bij de Deposito- en Consignatiekas (DC). Ingeval van faillissement dient de curator dit document op te vragen bij de gefailleerde. Als het echter verloren gegaan is, moet een verklaring van verlies ingevuld worden. In het verleden was de handtekening nodig van de burgemeester van de gemeente waar de kansspelinrichting zich bevond. Dit leidde tot heel wat tijdverlies bij de curatoren. Na onderling overleg met DC is sinds 1 januari 2007 de handtekening van de burgemeester niet meer nodig. Er wordt in deze beroep gedaan op het plichtsbewustzijn en de deontologie van de curator.
Evolutie van de solvabiliteitsratio vergunningen klasse B Alle ondernemingen met een vergunning B waarvan de solvabiliteitsratio in boekjaar 2005 minder dan 30% bedroeg, werden in 2007 verzocht hun cijfers van boekjaar 2006 te bezorgen.
Daarnaast heeft de Commissie voor de minister van Justitie een advies geformuleerd om de waarborg af te schaffen. Ze stelt voor om deze waarborg te vervangen door een bijdrage die vóór de toekenning van de vergunning moet worden betaald en vervolgens geldig is voor een periode van vijf jaar.
Uit de financiële analyse van de ondernemingen met een vergunning klasse B blijkt dat 72 niet de door de Commissie vastgelegde solvabiliteitsratio van 30% halen. Tijdens de berekening van deze ratio is, na opname van de aan de Commissie gestorte borg in het eigen vermogen, gebleken dat de solvabiliteitsratio’s voor de kleine ondernemingen (bvba) met een vermogen van € 18.600,00 die een garantie betalen van € 74.368,00, de ratio van
27
HOOFDSTUK IV – BESCHERMING VAN DE SPELERS 4.1. LIJST VAN UITGESLOTEN SPELERS
verslaving aan deze spelen. Het viel reeds voor dat een uitsluiting als voorwaarde werd opgelegd in het kader van een voorwaardelijke invrijheidsstelling. Deze denkpiste moet ook in overweging worden genomen bij een toekenning van penitentiair verlof in geval gokgedrag voor de betrokkene tot problemen zou kunnen leiden. Aantal uitgesloten personen in 2007 per type van uitsluiting: In totaal stonden er in 2007 34228 personen geregistreerd in EPIS, als volgt verdeeld:
De wetgever heeft in de Kansspelwet van 1999 een volledig hoofdstuk gewijd aan de bescherming van de speler. Hiermee benadrukte hij het belang dat aan dit thema moest gehecht worden. Hij gaf de Commissie de mogelijkheid om spelers de toegang te ontzeggen tot alle casino’s en speelautomatenhallen van het land. Zonder twijfel is dit het meest slagkrachtige instrument in de strijd tegen de gokverslaving. Enkele jaren na de invoering van “de lijst van uitgesloten spelers” heeft het systeem jammer genoeg nog niets aan populariteit ingeboet. Dagelijks vragen problematische gokkers aan de Commissie om te kunnen genieten van deze beschermingsmaatregel. De aanvragen gebeuren schriftelijk. Ze gebeuren op vrijwillige basis en kunnen enkel door de persoon in kwestie ingediend worden. Teneinde de identiteit van de aanvrager na te gaan, dient een kopie van de identiteitskaart te worden bijgevoegd. Sinds de invoering van EPIS (Excluded Persons Information System) werd de verspreiding van de lijst van uitgesloten spelers progressief afgebouwd. Naast de vrijwillig uitgesloten spelers bevat het systeem ook de gegevens van iedereen die op basis van een gerechtelijke uitsluiting de toegang tot de speelautomatenhallen en casino’s moet worden geweigerd. Deze tweede categorie betreffen personen die onder de toepassing vallen van artikel 54, paragraaf 3, alinea’s 2, 3 en 4 van de Kansspelwet: - personen die in staat van verlengde minderjarigheid zijn verklaard; - onbekwaamverklaarden op verzoek van hun wettelijke vertegenwoordiger of van hun gerechtelijke raadsman; - personen aan wie, overeenkomstig het koninklijk besluit nr. 22 van 24 oktober 1934, een verbod is opgelegd om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen. Een derde categorie van personen die in de EPIS-database zijn opgenomen, zijn zij die omwille van een wettelijke uitsluiting geen toegang mogen hebben tot speelhallen en casino’s. Het betreft personen die onder de toepassing vallen van artikel 54, paragraaf 2 van de Kansspelwet: magistraten, notarissen, deurwaarders en leden van de politiediensten buiten het kader van de uitoefening van hun functies. Het merendeel van de personen opgenomen in EPIS behoort tot deze laatste twee categorieën. De Commissie vernam recent dat verscheidene veroordeelden tijdens hun penitentiair verlof kansspelinrichtingen klasse I en II bezochten. Hieraan moet in de toekomst aandacht besteed worden, zeker in geval het gaat om misdrijven die het gevolg zijn van een zekere
28
Behalve de vrijwillige en gerechtelijke uitsluitingen zijn er nog de wettelijke uitsluitingen. In totaal beschikken we voor het jaar 2007 over het volgend aantal wettelijke uitsluitingen: - magistraten: 2.461 - notarissen: 1.370 - gerechtsdeurwaarders: 531 - politiefunctionarissen: 39.745 In verhouding met het voorbije jaar vertoont het aantal vragen betreffende vrijwillige uitsluitingen een stijgende tendens. Dit geldt zowel voor de aanvragen tot uitsluiting zelf als voor de aanvragen tot reïntegratie. Dit is verontrustend. Enerzijds lijkt de problematiek nog in omvang toe te nemen, anderzijds – juist omdat het om een vrijwillig initiatief gaat – moet de Commissie ingaan op het toenemend aantal aanvragen tot reïntegratie. Er dient nagedacht te worden over een begeleide reïntegratie. Omdat het een vrijwillige uitsluiting betreft, kan deze ook herroepen worden. Deze procedure is eveneens schriftelijk en werd wettelijk vastgelegd in artikel 3 van het KB van 15 december 2004 betreffende de wijze waarop de toegang tot de kansspelinrichtingen klasse I en II wordt verboden of ontzegd. De vrijwillig uitgesloten speler vraagt persoonlijk de opheffing aan per aangetekend schrijven. Minimum drie maanden na ontvangst van de aanvraag door de Kansspelcommissie, krijgt hij opnieuw toegang.
De jaarlijkse groei van het aantal uitgesloten spelers wijst niet alleen op de omvang van het maatschappelijke probleem. Het geeft ook aan dat de administratieve verwerking ervan een intensieve bezigheid is. Per uitgesloten speler wordt bij het secretariaat een dossier geopend. De vrijwillige uitsluitingen krijgen absolute voorrang. Deze dossiers worden nog op de dag van ontvangst zelf verwerkt. De absolute voorwaarde voor deze snelle behandeling is dat het dossier volledig is. Aangezien het een delicate materie betreft, wordt hierop streng toegezien.
Op onderstaande kaart wordt per gemeente de geografische spreiding weergegeven van personen die vrijwillig werden uitgesloten.
Sommige ondernemingen, zoals bijvoorbeeld bepaalde banken, verbieden hun personeel om naar casino’s of speelzalen te gaan om deontologische redenen of omwille van belangenconflicten. Een Orde van Advocaten en enkele publieke administraties zoals de penitentiaire of fiscale administratie, kennen een dergelijke deontologische code. Deze personen zijn niet opgenomen in EPIS. Casino’s houden ook zelf lijsten van uitgesloten spelers bij. Volgens hen zouden sommige spelers problemen hebben met een uitsluiting door een openbare instantie omdat ze vrezen te worden ‘geregistreerd’. In de loop van 2007 nam de Commissie hieromtrent contact op met de casino’s. Het is wenselijk één uniforme lijst van uitgesloten spelers na te streven. In april 2008 zullen de afzonderlijke lijsten van alle casino’s moeten worden vernietigd. De enige uitsluitingsprocedure die kan worden toegepast, is deze welke door de wetgever is voorzien. Tijdens de periode tussenin krijgen de casino’s de gelegenheid hun cliënteel hierover te informeren.
Het arrondissement Brussel telt de meeste uitgesloten spelers, gevolgd door dat van Luik en Antwerpen.
De onderstaande grafiek geeft aan welke leeftijdsgroepen het meest vertegenwoordigd zijn per type uitsluiting.
29
4.2. HET EPIS-SYSTEEM
4.2.1. De werking Telkens wanneer een speler zich inschrijft in een casino of speelautomatenhal, dient EPIS verplicht te worden geraadpleegd. In geval van defect of storing voorziet artikel 7 van het KB van 15 december 2004 betreffende het instellen van een systeem van informatieverwerking voor spelers aan wie de toegang tot kansspelinrichtingen van klasse I en klasse II worden ontzegd10, in een noodprocedure. Ook hierop wordt controle uitgevoerd. De consultatie van EPIS gebeurt op basis van drie criteria: naam, voornaam en geboortedatum. De combinatie van deze drie gegevens geeft uitsluitsel over de te controleren persoon. Indien betrokkene de toegang dient geweigerd te worden, verschijnt er een rood teken. Een correcte registratie in de kansspelinrichting is bijgevolg cruciaal. In geval van fouten bij één van de drie criteria verloopt de controle in EPIS niet correct, waardoor een persoon zou kunnen worden toegelaten terwijl hij moet worden geweigerd. De controle van het identiteitsdocument is dus essentieel. Om registratieproblemen te vermijden, stelde de Commissie terzake een nota op. Deze is ook te raadplegen op de website www.gamingcommission.fgov.be : “De gegevens moeten ingebracht worden zoals deze aangeduid zijn op de identiteitskaart of het paspoort. De accenten dienen te worden gerespecteerd, alsook het gebruik van hoofdletters en kleine letters. Bijzondere gevallen: - Naam: samengestelde namen moeten worden ingevoerd, rekening houdende met de voorziene spaties; Voor de Franse inwoonsters dient de meisjesnaam te worden gebruikt; - Voornaam: enkel de eerste voornaam dient te worden ingevoerd (m.a.w. het deel voor de eerste spatie);
Ingeval er geen voornaam is, dient “ /” in te voeren (“ /” wordt sindsdien door “*” vervangen); Is het een samengestelde voornaam (aanwezigheid van een “-” die de beide voornamen scheidt), dan moet deze volledig worden ingevoerd; - Geboortedatum: indien het identiteitsdocument enkel een geboortejaar weergeeft dan dient 01/01/jjjj in te voeren (jjjj = jaar in 4 cijfers).” Sommige speelhallen en casino’s maken bij de registratie van de klanten gebruik van een lezer voor elektronische identiteitskaarten. De gegevens van de speler worden rechtstreeks in het registratiesysteem van de zaal gekopieerd. Hierdoor worden fouten vermeden en is de controle in EPIS veel betrouwbaarder.
4.2.2. De analyse Sinds EPIS in gebruik werd genomen, beschikt de Commissie over heel wat bijkomende informatie omtrent het bezoekgedrag van het cliënteel van de casino’s en speelautomatenhallen. Zo werd bijvoorbeeld in de maand september 2007 EPIS 518.035 keer geconsulteerd. Voor diezelfde periode varieert in de speelautomatenhallen het aantal bezoekers tussen de 11 en de 306 per dag. In de casino’s kan dit oplopen tot 1267 bezoekers per dag. 4.2.2.1. Controle van de registratie Op basis van de gegevens die de Commissie uit de EPIS-logs haalt, kan nagegaan worden welke speelhallen of casino’s het meest aantal spelers over de vloer krijgen, welke de meest populaire periodes van het jaar zijn en in welke streken van het land zich de meeste spelers bevinden. De bekomen gegevens zijn individueel. Telkens een speler in een kansspelinrichting binnengaat, kan nagegaan worden wanneer en waar dit was, alsook de naam, de voornaam en de geboortedatum van de gecontroleerde persoon. Deze gegevens vormen een uitstekende basis voor de controles op de spelersregistratie in de kansspelinrichtingen. Als deze correct verloopt, zullen de EPIS-logs, de beelden van het videobewakingssysteem en de F5-bestanden met elkaar overeenstemmen. 4.2.2.2. Perspectieven op vlak van de bescherming van de speler
10 “Wanneer de toegang tot EPIS, om welke reden dan ook en buiten de wil van de exploitant, onmogelijk is, moeten de spelers onverminderd artikel 62 van de wet, opgenomen worden in een andere lijst. Deze lijst omvat de naam, voornaam, geboortedatum, geboorteplaats, adres en beroep van elke speler. De exploitant brengt de Kansspelcommissie en de beheerder van EPIS onmiddellijk per fax op de hoogte van het feit dat EPIS niet toegankelijk is. Wanneer EPIS weer toegankelijk is, moeten alle spelers, opgenomen in de aparte lijst, worden gecontroleerd. Wanneer er voor één van deze spelers een ‘ja’ verschijnt, moet de Kansspelcommissie hiervan onverwijld in kennis worden gesteld. Na deze controle wordt het schriftelijk register onmiddellijk vernietigd door de verantwoordelijke van de kansspelinrichtingen klasse I of II.”
30
Naast een analyse per kansspelinrichting, kunnen de EPIS-logs ook per geconsulteerde bezoeker worden geanalyseerd. De Commissie weet perfect wie zich waar heeft ingeschreven en op welk tijdstip dit was. Dit geeft ook een beter inzicht over de evolutie van een gokverslaving. Neem bijvoorbeeld Bart (fictieve naam). In april 2006 gaat hij voor de eerste maal spelen in een speelautomatenhal. Al snel gaat hij ook in het casino gokken. Hij kan zijn speelgedrag gedurende ongeveer één jaar enigszins onder controle houden met gemiddeld 6 à 7 bezoeken per maand aan een kansspelinrichting. Eind 2007 escaleert zijn situatie.
Hij gaat nu zowel in casino’s als speelautomatenhallen en gaat bijna dagelijks gokken. Uiteindelijk besluit hij om bij de Kansspelcommissie een aanvraag in te dienen om hem de toegang tot alle kansspelinrichtingen te laten weigeren.
Onderwijs en Vorming, Frank Vandenbroucke, als van de het Waalse Katholieke onderwijs, ontving de Kansspelcommissie positieve reacties. Eind 2007 werd een ontwerp van bestek voor deze opdracht overgemaakt aan de inspecteur van Financiën.
Sinds het gebruik van EPIS beschikt de Commissie over informatie die haar veel kan bijbrengen over gokverslaving. Deze gegevens zullen in de nabije toekomst nog verder moeten geanalyseerd worden. Omdat ze het spelgedrag van een gokker perfect in beeld brengt, kunnen uit de analyse van de individuele logs risicofactoren naar voor komen. Er zal worden nagedacht hoe deze informatie in de toekomst kan gebruikt worden in het kader van de bescherming van de speler. Net zoals registratiegegevens kunnen gebruikt worden in het kader van onderzoeken naar witwaspraktijken, zouden ze ook ten dienste van de bescherming van de (individuele) speler en de preventie (tertiaire) van gokverslaving moeten kunnen gesteld worden. Hierbij wordt de bescherming van de persoonlijke levenssfeer uiteraard niet uit het oog verloren.
Naast preventie wenst de Commissie ook aandacht te schenken aan hulpverlening. Eind 2007 kreeg ze groen licht voor de uitvoering van een studie met betrekking tot het aanbod van hulpverlening aan gokverslaafden in België. Via deze studie wenst de Commissie meer inzicht te krijgen in volgende thema’s: 1. Inventarisering van het hulpverleningsaanbod aan gokverslaafden in België. 2. Analyse van het hulpverleningsaanbod en determinering van de verschillende achterliggende theoretische modellen en programma’s. 3. Literatuurstudie naar de meest efficiënte behandelingsprogramma’s voor gokverslaafden. 4. Vergelijking van de resultaten uit fase 2 en 3. 5. Schatting van de te nemen initiatieven en kostprijs voor implementatie van de meest efficiënte behandelingsprogramma’s inclusief aanbevelingen inzake een coherent beschermingsbeleid over de bevoegdheidsgrenzen heen.
Een denkpiste zou kunnen zijn dat een speler, van zodra hij een bepaald aantal keer per maand gaat spelen, hierover wordt aangesproken en attent wordt gemaakt op de gevaren van een gokverslaving. Hiervoor dient voorafgaand een risicoanalyse gemaakt te worden. Parallel met het systeem van het vrijwillige toegangsverbod, zou de Commissie de mogelijkheid moeten hebben om de problematische speler dichter bij de hulpverlening te brengen. Dit zou op systematische wijze kunnen gebeuren bij elke aanvraag tot uitsluiting. Een eenvoudig toegangsverbod houdt namelijk meerdere beperkingen in. Enerzijds heeft zij alleen maar betrekking op casino’s en speelautomatenhallen. Vaak zoeken gokverslaafden tijdens de periode dat ze uitgesloten zijn, hun toevlucht tot andere gokmogelijkheden zoals bingo’s, weddenschappen of online gokken. Een tweede beperking heeft te maken met het feit dat het een vrijwillige uitsluiting betreft die op eigen initiatief weer ongedaan kan gemaakt worden. Een uitsluiting kan een doeltreffend hulpmiddel zijn voor iemand die iets aan zijn verslaving wil doen. Maar wanneer deze niet gepaard gaat met een begeleiding door een gespecialiseerd hulpverlener, mist het vaak zijn doel. 4.3. PREVENTIE EN ZORGVERSTREKKING De Kansspelcommissie, als federaal orgaan bevoegd voor de bescherming van de speler, trok in 2007 de kaart van de preventie. Terzake werden twee projecten opgestart. Enerzijds werd de aanzet gegeven voor de vernieuwing van de folder die reeds 6 jaar oud is. Hieromtrent werd overleg gepleegd met verschillende organisaties uit de hulpverleningssector welke resulteerde in een voorontwerp dat begin 2008 zal beoordeeld worden door het Team Preventieontwikkeling. Dit is een vereniging van 4 deskundigen op vlak van preventie. De vernieuwde folder zal in een nieuw en frisser jasje gestoken worden. Een tweede preventie-initiatief is de creatie van een preventiefilm voornamelijk bedoeld voor de schoolgaande jeugd. Voorafgaand werd bij de regionale overheden gepolst naar hun houding tegenover een dergelijk initiatief. Van zowel de Vlaamse minister van Werk,
Aan de hand van deze kennis kunnen initiatieven genomen worden om preventie en zorgverstrekking enerzijds en de werkzaamheden van de Federale en regionale overheden anderzijds beter op elkaar af te stemmen. 4.4. UITSLUITINGSPROCEDURES IN DE CASINO’S VAN BUURLANDEN
4.4.1.Voor Duitsland De uitsluitingsaanvraag voor de in Duitsland aangrenzende casino's te Aachen, Duisburg of Hohensyburg, moet bij de vennootschap die deze casino’s uitbaat, d.w.z. Westdeutsche Spielbanken GmbH & Co KG, worden ingediend. Gegevens: Westdeutsche Spielbanken GmbH & Co KG LandvermannstraSSe 6 47051 Duisburg Tel: +49 2 03 713910 Fax: +49 2 03 71391135 Email:
[email protected] Contactpersoon ter plaatse: Dhr. Manfred Mahlmann Mevr. Monika Aberle (Email:
[email protected])
31
4.4.2. Voor Frankrijk De persoon die zich uit casino’s wil laten uitsluiten, moet zich begeven naar één van de lokale kantoren van de « Renseignements généraux » (Centrale inlichtingendienst) om zijn uitsluiting te vragen. Deze uitsluiting duurt ten minste 3 jaar en geldt voor het hele Franse grondgebied. De persoon moet zich fysiek begeven naar een lokaal kantoor van de « Renseignements généraux - divison des courses et des jeux» (Centrale inlichtingendienst – afdeling rennen en spelen) om een aanvraag in te dienen. Het is niet mogelijk om deze aanvraag per formulier of telefonisch te doen. Een aanvraagdossier wordt samengesteld en wordt verstuurd naar de « Direction des libertés publiques et des affaires juridiques – Bureau de la prévention et de la protection sociale » (Directie van publieke vrijheden en juridische zaken – Kantoor voor preventie en sociale zekerheid) te Parijs. Een commissie moet de aanvraag bekrachtigen, waarna de persoon op de uitsluitingslijst wordt opgenomen. Deze lijst wordt gestuurd aan alle casino’s en lokale kantoren van de « Centrale inlichtingendienst – afdeling rennen en spelen». Om terug in de casino’s toegelaten te worden, moet een aanvraag van intrekking van het verbod bij de « Directie van publieke vrijheden en juridische zaken – Kantoor voor preventie en sociale zekerheid » worden ingediend. Gegevens: Hieronder enkele adressen en telefoonnummers van de « Centrale inlichtingendienst » (ministerie van Binnenlandse zaken) van het Noord departement: voor Lille (dichtbij Kortrijk en Tourcoing): Hôtel de Police 19 bte 741 rue de Marquillies 59034 Lille CEDEX FRANCE Tel: +33 3 20 10 76 35 (direct) /34 Contactpersoon: Dhr. Cedric Desmazières voor Valenciennes (dichtbij Mons en Charleroi): Tel: + 33 3 27 22 21 74 (algemeen)/80 Contactpersoon: Dhr. Geneau voor Maubeuge (dichtbij Mons en Charleroi): Tel: + 33 3 27 63 64 08
32
voor Duinkerke (voor de mensen aan het kust): Hôtel de Police 60 Quai des Hollandais 59140 Dunkerque FRANKRIJK Tel: + 33 3 28 23 57 10 (op afspraak – enkel op donderdag) Opgelet: Een hervorming van de diensten is aan de gang en zou effectief moeten zijn voor 1 juli 2008. De nieuwe contactgegevens zijn nog niet bekend maar zullen worden bijgewerkt voor deze datum.
4.4.3. Voor Nederland De Kansspelcommissie beschikt over het aanvraagformulier tot uitsluiting voor dit land. De uitsluitingsaanvraag kan ook via het internet op de site van Holland casino op het volgende adres worden gevraagd: http://www.hollandcasino.nl/corporate/NL/Bezoekbeperking/default.htm Hierop geeft de verzoeker aan voor welke periode hij niet tot het casino wilt worden toegelaten. Een andere mogelijkheid is de bezoekbeperking. De verzoeker bepaalt zelf hoe vaak hij denkt het casino op een verantwoorde wijze te kunnen bezoeken. Een entreeverbod of bezoekbeperking geldt voor alle vestigingen van Holland Casino. Ze gelden voor een periode van 6 of 12 maanden, of voor onbepaalde tijd (met een minimum van een jaar) en zijn tussentijds niet opzegbaar. Na afloop van deze periode wordt de verzoeker eerst uitgenodigd voor een gesprek met een van de medewerkers van het casino voordat hij weer het casino kan bezoeken.
33
HOOFDSTUK V - CONTROLE EN SANCTIES 5.1. DE CONTROLES Inleiding: De voornaamste taken van de Kansspelcommissie zijn adviesverlening, afleveren of weigeren van vergunningen, de bescherming van de spelers en het toezicht op de naleving van de wet van 7 mei 1999 (wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers) en zijn uitvoeringsbesluiten. De Commissie beschikte in 2007, wisselend, over zes attaché’s, bijgestaan door drie gedetacheerde leden van de Federale Politie alsook door twee boekhouders die voornamelijk de solvabiliteit van de vergunde ondernemingen volgden. Het dient opgemerkt dat de controle niet de enige taak is van de attaché’s zodat deze controle op het terrein niet altijd optimaal kan verlopen. Er werden bijzondere inspanningen geleverd voor de samenwerking met parket en politie. De materie van kansspelen is een taak van de lokale politie, in sommige gevallen zal ook de federale politie optreden. De controledienst van de Kansspelcommissie kan in beide gevallen technische steun bezorgen ofwel aanwezig zijn op het terrein. De bevoegdheid van de controledienst van de Kansspelcommissie voorzien in de artikelen 15 en 20 van de voormelde wet, strekt zich uit over het ganse Belgische grondgebied. Op regelmatige basis worden casino’s en speelautomatenhallen bezocht waar dan voornamelijk de registratieplicht, de administratieve vereisten in verband met de vergunning klasse D voor de personeelsleden, de aanwezigheid van folders en de exploitatie van de toegelaten kansspelen wordt nagegaan. De bijdrage van de Afdeling Metrologie van de FOD Economie wordt regelmatig benut. Bij de drankinstellingen wordt verscherpt toezicht uitgeoefend op het bestaan van een geldige vergunning, de aanduiding van het verbod op krediet en het verbod van deelname aan de kansspelen door minderjarigen. Tenslotte wordt voornamelijk de solvabiliteit en het cumulverbod van de E- vergunninghouders nauwlettend bekeken. Hieronder wordt een overzicht gegeven van het aantal controles, opgemaakte rapporten, processen-verbaal, inbeslagnames en bijkomende interventies in illegale gokhuizen.
Commentaar: Controles De controles verminderen, dit is te wijten aan de meer punctuele controles op basis van klachten. Minder controles wil niet automatisch zeggen dat er minder inrichtingen worden bezocht aangezien een controle meerdere etablissementen kan omvatten. Rapporten Voor iedere individuele controle is er een rapport (niets te melden, kleine onregelmatigheden of inbreuken die kunnen tot een administratieve sanctie leiden) of een proces-verbaal (strafrechterlijke inbreuken). Het aantal is lichtjes verhoogd wat wijst op een goed beheer van de kansspelinrichtingen. Proces-verbaal Het aantal is sterk verminderd gezien de administratieve aktes nu ingedeeld worden in de rapporten: de inbreuken zijn sterk verschillend en betreffen fraudepraktijken, het verlenen van krediet, het verkopen van toestellen zonder voorafgaande toelating. Er is een bijna constante aanmaak van processen-verbaal inzake internetspelen. Inbeslagname Enkele grote zaken in Antwerpen en de inbeslagname van geldsommen in Brussel werkten terecht de verhoging van deze cijfers in de hand. Illegale gokhuizen Dit zijn de interventies in illegale speelholen waar de Kansspelcommissie rechtstreeks bij betrokken was, met name in Namen, Waremme, Brussel, Antwerpen en Leuven. Daarnaast werd de exploitatie van heel wat illegale pokerpartijen vermeden door het optreden van de plaatselijke politiediensten in samenwerking met de Kansspelcommissie. De Commissie heeft bijzonder geïnvesteerd in technische controlemiddelen: door het gebruik van informaticasystemen en de certifiëringsprocedure van deze systemen kwam heel wat informatie terecht bij de Kansspelcommissie. Deze informatie zorgde op zijn beurt voor zeer gerichte controles. Daarnaast werden heel wat inspanningen gevraagd aan de sector voor de investering van controlemechanismen op de toestellen en meerbepaald op het besturingsgedeelte. Doch de controle ter plaatse blijft nodig teneinde de aanwezigheid op het terrein niet te verliezen. Deze zal in de toekomst nog versterkt worden door het uitwerken van een controlestrategie in twee delen: controlegericht naar de inrichtingen en de andere licentiehouders en repressiegericht naar de illegale inrichtingen. In dit laatste verband werden bijzondere inspanningen geleverd om de illegale kansspelen als fenomeen in het Nationaal Veiligheidsplan 2008-2011 te brengen. De kansspelen werden voldoende interessant bevonden, doch niet als individueel fenomeen maar als onderdeel van andere fenomenen: enkel wat betreft illegale internetspelen werden de kansspelen bij name genoemd. Er werd geadviseerd om in samenwerking met de politie en het strafrechterlijk beleid van de FOD Justitie een werkgroep op te richten om de kansspelen te duiden in de keten van rechtshandhaving en zo argumenten aan te brengen voor het volgend Nationaal Veiligheidsplan.
34
5.1.1. Samenwerking met criminaliteitsbeleid, parket en politiediensten Er werd in 2007 opnieuw nauw samengewerkt met de instanties verantwoordelijk voor het criminaliteitsbeleid, parket en de diverse politiediensten. De Procureur-generaal van Luik, Visart de Bocarmé, is de mandaathouder in de schoot van het College der Procureurs-generaal inzake de kansspelmaterie. Teneinde deze zaak op de voet te volgen mandateerde deze magistraat mevrouw Laurent, substituut procureurgeneraal die verschillende malen vergaderingen bijwoonde van de Kansspelcommissie en die bovendien op de hoogte werd gehouden van het gebeuren in de sector. Heel in het bijzonder was er op 22 mei 2007 de operatie Betex, een organisatie in samenwerking met het Parket-generaal, de diensten van FOD Financiën, het Staatssecretariaat voor Fraudebestrijding en de Kansspelcommissie. Deze nationale operatie was gericht tegen de illegale wedkantoren en resulteerde in een onderzoek over 17 gerechtelijke arrondissementen en 173 instellingen. Een tweede initiatief was een druk bijgewoonde persconferentie op 13 juli 2007 met de Procureur-generaal Visart de Bocarmé over het fenomeen poker welke een probleem kon vormen voor jongeren gelet op de enorme hype. Mede door het ingenomen standpunt werd klare wijn geschonken over de wettelijke omkadering van pokerspelen. In de marge van dit gebeuren werd er ook een initiatief genomen door de Kansspelcommissie naar het college toe om pokerspelen mogelijk te maken buiten kansspelinrichtingen klasse I en II alsook de bij wijze van voorbeeld gestelde bedragen met betrekking tot artikel 3.3 van de Kansspelwet (zeer beperkte inzet en materieel voordeel van geringe waarde) in de circulaire van het college aan te passen. Dit is momenteel nog ter bespreking. Ook het internetgokken en de publiciteit hiervoor werden verschillende malen onder de aandacht gebracht van de Procureur-generaal. Met de verschillende parketten werd ook samengewerkt in het kader van diverse kantschriften of adviezen met betrekking tot de kansspelmaterie. Daarnaast werden diverse vergaderingen georganiseerd over specifieke kansspelthema’s (operatie Betex, overleggen van verschillende invalshoeken met het parket Brussel, organisatie van controles met het parket Luik). Een minpunt in deze samenwerking is het feit dat sommige parketten terughoudend zijn met betrekking tot het geven van toestemming van inzage in dossiers of toestemming geven aan de politie voor het doorspelen van feedback na controles. Ook het verdere verloop in de keten van rechtshandhaving is niet optimaal te noemen. Het vervolgingsbeleid vertoont niet zelden een verschillende juridische analyse van die van de Kansspelcommissie. Hierdoor neemt de rechtsonzekerheid op het gebied van internetspelen toe. De samenwerking met de politiediensten verloopt optimaal. Naast een dagdagelijkse en zeer diverse ondersteuning in de vorm van verduidelijkingen inzake de kansspelwetgeving en specifieke opzoekingen in het kader van opdrachten inzake opsporingsonderzoeken of onderzoeksdossiers, werd er eveneens intensief geïnvesteerd in opleiding en samenwer-
king met de lokale politiediensten van Charleroi, Aarlen, Brussel, Luik, Vlaams Brabant, Antwerpen en Turnhout. Met de federale politie werd samengewerkt in het kader van specifieke dossiers zoals hold-up en fraude. Het struikelblok hier is de investering van personeel en middelen om de politiediensten te sensibiliseren en te ondersteunen in een materie die niet altijd de prioriteit geniet. De repressie van illegale kansspelen is nog steeds niet een constante waardoor er gedoogbeleid kan optreden in sectoren buiten de bevoegdheid van de Commissie zoals de weddenschappen. Dit blijft een heikele materie. Ook het uitwerken van een netwerk van contactpersonen bij de politie in het kader van illegale kansspelen, had in Vlaanderen niet het gewenste effect. Daarnaast dient ook gesteld dat de Kansspelcommissie, in dit geval zowel de gedetacheerden van de federale politie als de attaché’s, officiers van gerechtelijke politie, op vraag van de onderzoeksmagistraat, ook meer zelf overgaat tot uitvoering van specifieke onderzoeksdaden zoals verhoren en inbeslagnames inzake de kansspelmaterie.
5.1.2. Samenwerking met de Cel voor Financiële Informatieverwerking De Kansspelcommissie heeft, in het kader van artikel 20 van de wet van 7 mei 1999, een toezichthoudende en controlerende functie voor de toepassing van de wet van 11 januari 1993 (wet tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld). In dit kader is er een samenwerking met de Cel voor Financiële Informatieverwerking. Op 10 oktober 2007 werd in dit samenwerkingskader een vergadering gehouden waarbij de Kansspelcommissie een nieuwe checklist voor de witwascontrole in kansspelinrichtingen klasse I heeft voorgesteld. De Cel heeft hierop enkele opmerkingen laten geworden. Eveneens werd in een informatieve nota van de Kansspelcommissie opgenomen dat de meldingen aan het CFI ook via internet konden gebeuren.
5.1.3. Samenwerking met FOD Economie – Afdeling Metrologie De Afdeling Metrologie kende in 2007 een volledige hervorming waarbij de Dienst Kansspelen werd gereduceerd. De tendens is een hervorming waarbij de controleopdracht van deze dienst zou worden uitbesteed en waarbij de toezichthouders ook andere taken zouden moeten uitvoeren, zoals het ijken van snelheidsmeters. Nochtans is de Dienst Kansspelen van primordiaal belang voor de kansspelindustrie en voor de Kansspelcommissie. Het is nodig dat een onafhankelijk orgaan de procedure van ijking en herijking blijft opvolgen. In dit tijdperk van voornamelijk elektronische spelen is de samenwerking tussen beide diensten een noodzaak voor het opvolgen van deze toestellen zodat een correct spel gewaarborgd is voorafgaand aan en tijdens de opstelling. De controles op geregelde tijdstippen van diverse kansspelinrichtingen, zijn meestal in samenwerking met deze dienst. Ook de technische subcommissie en de dagdagelijkse vragen met betrekking tot de technische kant van de toestellen, draaien in grote mate op de know-how van deze dienst, die in
35
de loop van de jaren een zeer verdienstelijke kennis heeft verkregen van de materie. Dhr. France, directeur van deze dienst, en zijn medewerkers hebben regelmatig contact met de sector teneinde de mogelijkheden te bespreken waarna de Commissie, na advies van voormelde dienst, een geargumenteerde beslissing kan nemen.
5.1.4. Samenwerking met FOD Financiën Het jaar 2007 werd gekenmerkt door een grotere samenwerking met Financiën op het gebied van weddenschappen en nieuwe mogelijkheden in de kansspelinrichtingen klasse I zoals poker in de vorm van tornooien en cash games. Dit resulteerde in de operatie Betex, waar ook het staatssecretariaat voor de beteugeling van de fraude en de diverse parket- en politiediensten aan deelnamen. Door het verfijnen en verduidelijken van het KB betreffende de werkingsregels en de nadere regels inzake de boekhouding en de controle van de kansspelen waarvan de exploitatie is toegestaan in de kansspelinrichtingen klasse I, dienden de taxatieregels, inzonderheid voor poker, te worden aangepast. In dit dossier was er regelmatig overleg tussen de Commissie en de dienst spelen en weddenschappen van de FOD Financiën. De Kansspelcommissie verleende eveneens haar medewerking aan een werkgroep die werd opgericht met het oog op een efficiëntere controle van de spelverrichtingen in de kansspelinrichtingen klasse I en het verminderen van de effectieve aanwezigheid van ambtenaren. De Kansspelcommissie gaf ook advies in diverse dossiers betreffende de aard en de mogelijke plaats van opstelling van automatische ontspanning- of kansspelen. Een goede samenwerking blijft belangrijk omdat de coherente en gelijklopende aanpak door zowel Justitie als Financiën naar de sector een belangrijke slagkracht inhouden.
5.1.5. Conclusies De controles op het terrein blijven nodig om de aanwezigheid van de Kansspelcommissie te beklemtonen. Een multidisciplinaire aanpak is ook van groot belang. Zo wordt naar de vergunninghouders een duidelijke eenvormige boodschap gegeven. Ook met betrekking tot het illegaal gebeuren dient de samenwerking met de parketten en de federale en de lokale politie hand in hand te verlopen om zo de repressie van illegale kansspelen te benadrukken. Gezien de beperktheid van de eigen middelen, moet de Kansspelcommissie nog meer investeren in vorming en ondersteuning en nog meer aandacht besteden aan de illegale kansspelen. Zoniet wordt de geloofwaardigheid van de Kansspelwet ondergraven. Het is ondermeer ook daarom dat een wetwijziging met uitgebreidere bevoegdheden naar weddenschappen, belspelen en vergunde kansspelen via internet, een belangrijke uitdaging zal zijn naar de toekomst. Ook hier werd reeds door deelname aan studiedagen en interven-
36
ties in 2007 een knowhow opgebouwd die belangrijk zal zijn voor de toekomst. Het is ook belangrijk een inspanning te leveren om kansspelen en vooral illegale kansspelen een prioritaire plaats toe te kennen in het vervolgingsbeleid. Een initiatief terzake zou de oprichting kunnen zijn van een studiegroep om de verschillende aspecten van de keten van de rechtshandhaving inzake kansspelen en de huidige omkadering en behandeling na te gaan. 5.2. DE SANCTIES In 2007 werden 167 sanctieprocedures opgestart waarvan 11 tegen kansspelinrichtingen klasse II, 8 tegen kansspelinrichtingen klasse III (Nederlandstalig), 144 tegen vergunningshouders D en 4 tegen vergunningshouders E. In de kansspelinrichtingen klasse II werden administratieve inbreuken (strafrechtelijke inbreuken worden apart behandeld) vastgesteld zoals het niet tijdig opsturen van de jaarrekeningen, het niet betalen van de bijdrage, inbreuken op registratie van spelers, toestellen zichtbaar van buitenaf, personeel werkzaam zonder vergunning klasse D, verkoop toestellen zonder voorafgaande toestemming en het niet voldoende lang bijhouden van camerabeelden. De maatregelen waren ofwel zonder voorwerp, twee intrekkingen van een vergunning, een schorsing van 14 dagen en vier keer een tijdelijk exploitatieverbod van een aantal machines. In de kansspelinrichtingen klasse III werden de volgende inbreuken vastgesteld: geen drankgelegenheid zoals bedoeld in de wet, maar wel een VZW, een wedkantoor of een restaurant als hoofdactiviteit. Er werd tevens vastgesteld dat twee uitbaters een strafregister hadden en dat enkele uitbaters in het verleden illegale kansspelen hadden geëxploiteerd. De sancties varieerden van intrekkingen tot vrijwillige stopzetting van de vergunning. Het grote aantal sancties met betrekking tot vergunningen klasse D valt te verklaren door het feit dat personen opgeroepen waren voor het volgen van de cursus D, maar niet opdaagden. Andere inbreuken hadden betrekking op het spelen in eigen zaal, het geven van een lening aan een speler of zich niet gedragen op een wijze die beantwoordt aan de vereisten van de functie. In dit geval werd meestal een vrijwillige stopzetting van de vergunning aangevraagd. De vergunninghouders klasse E kregen twee waarschuwingen voor het plaatsen van bingo’s in inrichtingen die zonder de verplichte vergunning klasse C werkten. De beslissingen werden met omvangrijke rechtvaardigingen genomen. In tegenstelling tot de voorgaande jaren, werden er niet veel beroepen aangetekend. De sancties zijn een direct ingrijpend middel met grote weerklank op het terrein. Het geheel blijft echter zwaar omwille van de strikte procedure en de praktische moeilijkheden in sommige gevallen. Zo kan een vergunningshouder klasse E moeilijk een schorsing
oplopen, tenzij de feiten heel ernstig zouden zijn, gezien het sociaal-economische karakter van de onderneming. Het opleggen van een boete zou veel praktischer en efficiënter zijn. Bij een sanctieprocedure is er ook heel wat werk omtrent het correct statueren. Het opstellen van een dossier, de repliek hierop en de beslissing door de voltallige Kansspelcommissie maken de sanctieprocedure zwaar en dus ook uitzonderlijk, gelet op het grote en verscheiden takenpakket bij de Commissie.
37
HOOFDSTUK VI – BIJDRAGEN VAN DE FOD ECONOMIE – AFDELING METROLOGIE
6.3. MODELGOEDKEURINGEN Onderstaand volgt een overzicht van de afgeleverde modelgoedkeuringen, zowel voor de nieuwe modellen als voor de varianten daarop:
6.1. SITUATIE VAN DE “ACTIVITEIT KANSSPELEN” Het Afdeling Metrologie hangt af van de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid van de FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie. De Dienst Kansspelen werd eind 2001 geïnstalleerd binnen de Afdeling Metrologie. De herstructurering van de Algemene Directie Kwaliteit en Veiligheid leidde in 2006 tot de ontbinding van alle Diensten. De Dienst Kansspelen bestaat daarom niet meer als op zichzelf staande dienst. Alle medewerkers werden opnieuw ingedeeld bij drie diensten: de Dienst Reglementering en Controlebeleid, de Dienst Controle en de Dienst Kwaliteit en Innovatie. De activiteit “kansspelen” hangt nu af van het departement "Modelgoedkeuringen" van de Dienst Reglementering en Controlebeleid. 6.2. OPDRACHTEN VAN DE DIENST KANSSPELEN Deze opdrachten worden beschreven in artikels 52 en 53 van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers. Ze omvatten hoofdzakelijk de aflevering van modelgoedkeuringen en de uitvoering van de oorspronkelijke controle, de regelmatige controles en de technische controles.
Het aantal aanvragen voor klasse I is tegenover vorig jaar nog toegenomen. De andere cijfers blijven daarentegen nagenoeg stabiel. Sommige modellen werden getest door erkende onderzoekscentra. 6.4. CONTROLES
6.4.1. Oorspronkelijke controles
De modelgoedkeuring omvat een administratief en een technisch onderzoek evenals de uitvoering van diepgaande labotests. Daarvoor wordt meer bepaald het betreffende goedkeuringsprotocol gehanteerd dat de uitleg, de interpretatie en de omschrijving van de uitvoeringsmodaliteiten van de geldende voorschriften omvat. De oorspronkelijke controle omvat een onderzoek om te bepalen of, voorafgaand aan het eerste gebruik, elk spel automatisch overeenkomt met de modelgoedkeuring. De nadruk wordt gelegd op de controle van de programmatuur om te bepalen of de aanwezige software voor het automatische spel overeenkomt met het goedgekeurde programma. De regelmatige controle heeft hetzelfde doel als de oorspronkelijke controle en gebeurt op regelmatige intervallen op de machines in dienst. De huidige regelgeving voorziet slechts in een periodieke controle per jaar voor de machines die geïnstalleerd zijn in de kansspelinrichtingen van klasse I.
38
Het aantal oorspronkelijke controles voor de machines van klasse I is tegenover afgelopen jaar fel toegenomen. Het aantal controles van klasse II is zelfs exponentieel toegenomen, maar dat is perfect normaal gezien de controles van klasse II pas eind 2006 zijn gestart. Het aantal controles voor klasse III is dan weer heel stabiel gebleven. Alle machines staan nu volledig onder toezicht. Voor klasse I biedt het aantal oorspronkelijke controles geen exacte weergave van het aantal geïnstalleerde nieuwe machines of nieuwe kits gezien de machines die niet conform werden geacht tijdens de periodieke controles eveneens aan een nieuwe oorspronkelijk verificatie worden onderworpen.
6.4.2. Periodieke controles
Onderstaande tabel biedt een overzicht van het geringe aantal wijzigingen in 2007:
De periodieke cycli van machinecontroles in de kansspelinrichtingen van klasse I staan nu vast. Dit jaar steeg het aantal verificaties van klasse I met 20%.
6.4.3. Bezoeken aan kansspelinrichtingen Het hele jaar door worden bezoeken aan de casino’s en gokzalen georganiseerd, meestal in samenwerking met het secretariaat van de Kansspelcommissie en soms buiten de gebruikelijke werkuren.
6.4.4. Elektronische handtekening Zoals in de voorgaande jaren kon de controle van de elektronische handtekening tijdens de controle van de automatische kansspelen van klasse II en III overal worden uitgevoerd. Enkel in klasse I is de test nog niet voor alle machines mogelijk en moet de software geverifieerd worden aan de hand van meer complexe procedures. 6.5. GOEDKEURINGSPROTOCOLS De goedkeuringsprotocols, één voor elke klasse, omvatten alle technische voorschriften en de beschrijving van de tests die moeten worden uitgevoerd. Door de publicatie van nieuwe KB’s en ten gevolge van de gewijzigde interpretatie van de voorschriften, werden de protocols aangepast. De minst belangrijke aanpassingen werden aangebracht door middel van aanvullende toelichtingen. Na meerdere van dergelijke aanvullende toelichtingen of in het geval van belangrijke wijzigingen moet een nieuwe versie worden gepubliceerd.
Alle aanpassingen zijn het resultaat van besprekingen in de technische subcommissie van de Kansspelcommissie en worden voor publicatie goedgekeurd door de Commissie. De nieuwigheden voor klasse I betreffen hoofdzakelijk de implementatie van het KB van 3 december 2006 betreffende de regels voor de werking van, de modaliteiten voor de boekhouding van en de controle van kansspelen waarvan de exploitatie is goedgekeurd in kansspelinrichtingen van klasse I: Het betreft in het bijzonder: - de afschaffing van bingo-automaten; - de vereenvoudiging van de constructievereisten voor keno, paardenkoersen, wheel of fortune, video slot; - de toevoeging van automatische poker, blackjack en roulette. Een ontwerptekst ter wijziging van de technische regels met betrekking tot poker wordt momenteel uitgewerkt. Het project betreft machines van klasse I en II. De Dienst Kansspelen blijft daarnaast verder zijn steun verlenen aan het uitwerken van ITtoezichtsprotocols die door de Kansspelcommissie worden uitgegeven. 6.6. TESTTOESTELLEN Zoals afgelopen jaar was het ook nu mogelijk om de procedure voor de installatie van testtoestellen op het terrein toe te passen. Een klein aantal toestellen van hetzelfde model wordt voor een beperkte periode geplaatst in een reële uitbatingsituatie, onder strikte voorwaarden en onder de controle van de Dienst Kansspelen, die het gemiddelde uurverlies registreert door middel van de controle van de interne statistieken van deze spelen en er dan tevens de opvolging van verzekert. Er vallen meerdere redenen aan te dragen waarom dit nodig is: de labotests en de toekomstige berekeningen, die horen rekening te houden met het gedrag van de gemiddelde speler, kunnen verfijnd worden op basis van de verworven informatie waardoor de fabrikant
39
snel aan problemen en kinderziektes kan remediëren. Meerdere producenten hebben al gebruik gemaakt van die mogelijkheid. 6.7. LIJST VAN DE GOEDGEKEURDE SPELEN VOOR DE INRICHTINGEN VAN KLASSE I, II EN III Op basis van de afgeleverde modelgoedkeuringen werd elke maand een lijst bezorgd aan de Kansspelcommissie om haar toe te laten de goedkeuringen voor de betrokken spelen toe te wijzen. De sector wordt op de hoogte gehouden van deze goedkeuringen aan de hand van maandelijkse informatieve nota’s. 6.8. VORMING VAN KANDIDAAT-HOUDERS VAN EEN VERGUNNING KLASSE D De Dienst heeft gezorgd voor de vorming van kandidaat-houders van een vergunning klasse D binnen het domein van de metrologische aspecten van de regelgeving over de kansspelen tijdens opleidingssessies die door de Kansspelcommissie werden georganiseerd. 6.9. LABO Het belangrijkste lab bevindt zich in Brussel. Het bijkomende lab van Luik bestaat nog steeds, maar het wordt momenteel slechts weinig gebruikt en blijft bijgevolg stand-by. 6.10. VERGADERINGEN De Dienst Kansspelen neemt zeer regelmatig deel aan interne vergaderingen of aan vergaderingen met de technische subwerkgroep van de Kansspelcommissie, al dan niet in aanwezigheid van de fabrikanten of vertegenwoordigers van de sector. Hier worden de technische aspecten van de functioneringsregels besproken met het oog op de toewijzing van de modelgoedkeuringen. Deze besprekingen liggen aan de basis van de evolutie van de goedkeuringsprotocols en van de aanvullende toelichtingen. Daarnaast vinden eveneens nog ontelbaar veel vergaderingen plaats met de fabrikanten in het kader van de verwerking van hun aanvragen voor modelgoedkeuringen. De Dienst Kansspelen blijft daarnaast actief binnen de technische nevenwerkgroep van de GREF (Gaming Regulators European Forum).
40
6.11. PERSONEEL Twee medewerkers, Marc Derclaye en Saber Boubaker hebben in mei 2007 de dienst verlaten. Ze werden vervangen door Jean-Michel Coulon en Guillaume Hublau (aanwervingsprocedure aangevat in 2007 en afgerond in februari 2008). Dit brengt het totaal aantal personeelsleden dat actief is binnen het domein van de kansspelen op 7 ingenieurs waarvan er momenteel enkele slechts deeltijds bezig zijn met de activiteit kansspelen en 1 administratieve kracht. 6.12. WEBSITE VAN DE DIENST KANSSPELEN De volgende inlichtingen zijn beschikbaar op de website van de FOD Economie: adres, e-mailadres, reglementering, goedkeuringsprotocols en informatieve nota’s. Het adres van de website: http://economie.fgov.be/organization_market/metrology/games_of_chance/ games_of_chance_nl_001.htm
41
HOOFDSTUK VII – RECHTSPRAAK 7.1. HOF VAN JUSTITIE VAN LUXEMBURG
7.1.1. Sportweddenschappen Het Europees Hof van Justitie van Luxemburg11 bevestigt in een arrest haar vroegere rechtspraak. De strikte omkadering van de kansspelen met inbegrip van de weddenschappen ressorteert onder de bevoegdheid van de nationale instanties. Waar beperkingen met betrekking tot het aantal operators in principe gerechtvaardigd kunnen worden, dienen deze beperkingen alleszins te passen binnen een verlangen om het aantal werkelijke spelgelegenheden en de activiteiten binnen dit domein op een samenhangende en systematische manier te beperken. Het voorkomen van de exploitatie van kansspelen voor criminele of frauduleuze doeleinden door ze te kanaliseren in controleerbare circuits staat voor een samenhangende, gecontroleerde expansiepolitiek met de doelstelling spelers die zich bezighouden met verboden, clandestiene kansspelactiviteiten naar goedgekeurde en gereglementeerde activiteiten te transfereren. De erkende operators moeten een betrouwbaar en tegelijk aantrekkelijk alternatief bieden voor verboden activiteiten. Daarvoor kan een uitgebreid spelaanbod nodig zijn alsook reclame van een zekere omvang en de mogelijkheid om gebruik te kunnen maken van nieuwe distributietechnieken.
7.1.2. Concessieovereenkomsten Het Hof van Justitie van Luxemburg12 vindt dat de verlenging van de oude concessies niet kan gerechtvaardigd worden door de noodzaak om aan de concessiehouders continuïteit, financiële stabiliteit en een correct rendement voor in het verleden gedane investeringen te verzekeren en evenmin door de noodzaak om de toevlucht tot clandestiene activiteiten te ontmoedigen. Het totale gebrek aan mededinging aan het einde van de concessie is niet conform de artikels 43 CE en 49 CE en vormt een overtreding van het algemene principe van transparantie evenals van de verplichting een adequaat niveau van publiciteit te garanderen.
7.1.3. Arrest televisiespelen Er werd bij het Europees Hof van Justitie een prejudiciële vraag aanhangig gemaakt van het Bundeskommunikationsamt (Oostenrijk)13 in een zaak Kommunikationsbehörde Austria (KommAustria) tegen Österreichischer Rundfunk (ORF) betreffende de kwalificatie als “te-
11 EHvJ, 6 maart 2007, C-338/04, C-359/04 en C-360/04 12 EHvJ, 13 september 2007, C-260/04 13 Zaak C-195/06
42
leverkoop” of als “televisiereclame” van een spel waaraan een prijs is gekoppeld, georganiseerd tijdens de uitzending van de ORF van “Quiz-Express”. Het Hof kwam tot de volgende besluiten in haar arrest van 18 oktober 2007: “Het 1e artikel van richtlijn 89/552/CEE van de Raad van 3 oktober 1989, betreffende de coördinatie van bepaalde wetgevende, reglementaire en administratieve bepalingen van de lidstaten met betrekking tot de uitoefening van activiteiten op het vlak van televisie-uitzendingen, zoals gewijzigd door richtlijn 97/36/CE van het Europees Parlement en de Raad, van 30 juni 1997, moet in die zin geïnterpreteerd worden dat een uitzending of een deel van een uitzending, in de loop waarvan een organisatie die televisie-uitzendingen verzorgt, de mogelijkheid biedt aan de kijkers om deel te nemen aan een spel waarmee een prijs kan gewonnen worden door daartoe onmiddellijk een speciaal telefoonnummer te bellen en dus door middel van een betaling, valt onder de definitie die voornoemd artikel (onder f), geeft van televerkoop indien deze uitzending of een deel van deze uitzending een werkelijk aanbod van diensten vertegenwoordigt, rekening houdend met de doelstelling van de uitzending waarbinnen het spel vervat zit, het belang ervan binnen de uitzending uitgedrukt in tijd en de verdisconteerde economische opbrengsten in verhouding tot de opbrengsten die verwacht worden van de volledige uitzending evenals van de zin van de vragen die aan de kandidaten worden gesteld; […]” 7.2. EVA-HOF Het EVA-Hof14 heeft geoordeeld dat Noorwegen het monopolie van loterijen aan de hand van automatische toestellen kan uitbreiden omdat dit het meest doeltreffende model is om de verslaving aan kansspelen te bestrijden. Het betreft hier een werkelijke aanmoediging om strikte voorwaarden op te leggen aan kansspelen. Deze rechtspraak stelt verder dat het monopolie zichzelf niet kan controleren en dat de staat de controle moet toevertrouwen aan een regulator die onafhankelijk is van de operator die voordeel haalt uit het monopolie. 7.3. DE EUROPESE COMMISSIE In het kader van de vraag naar de verenigbaarheid van nationale maatregelen inzake publiciteit van kansspelen en weddenschappen (vb. sponsoring wielerploegen) met artikel 49 van het EG-verdrag (vrij verkeer van diensten), antwoordde de Belgische Staat dat het gevoerde sportsponsoringbeleid gebeurt op een wijze die verenigbaar is met het Gemeenschapsrecht en de interpretatie hieraan gegeven door het Hof van Justitie in het licht van de gerechtvaardigde beperkingen in de sector van kansspelen en weddenschappen.
14 EVA-Hof, 14 maart 2007, E-1/06
7.4. RAAD VAN STATE
7.4.1. Vordering tot schorsing De eiser had bij de Raad van State15 een verzoek tot schorsing ingediend betreffende een beslissing van de Kansspelcommissie die, op basis van elementen van fraude gepleegd door een croupier van een roulettetafel en op basis van het feit dat deze verdovende middelen had gebruikt, besliste dat deze persoon niet beantwoordde aan de “functievereisten uit hoofde van artikel 45 van de wet van 7 mei 1999”. De Raad van State constateert dat de eiser geen enkel argument noch document naar voor brengt van die aard om de realiteit en de omvang van het materiële nadeel vast te stellen. De eventuele morele schade kan mogelijk hersteld worden door een vernietigingsarrest.
7.4.2. Jaarlijkse bijdragen De Raad van State16 heeft geweigerd een prejudiciële vraag te stellen aan het Arbitragehof betreffende de wet ter bekrachtiging van het KB ter uitvoering van artikel 19 van de wet van 7 mei 1999.
7.4.3. Inhoudingen van bijdragen op de garanties De auditeur van de Raad van State17 acht dat het beroep betrekking heeft op een beslissing van de Kansspelcommissie die een jaarlijkse bijdrage inhoudt op de garantie die door de houder van de vergunning wordt gestort in de Deposito- en Consignatiekas. Uit hoofde van het artikel 19, §2 en 71 van de wet en het 1e artikel van het KB van 20 december 2002, beschikt de Kansspelcommissie niet over een discretionaire bevoegdheid om te beslissen of de betaling al dan niet verschuldigd is. Ze kan enkel nakijken of de voorwaarden van de vordering en eventueel van de inhouding op de gestorte garantie vervuld zijn.
tieve politieke rechten tenzij de wet hier expliciet van afwijkt. De wetgever heeft niet specifiek een bevoegde rechter aangeduid. Uit hoofde van artikels 144 en 145 van de Grondwet worden dergelijke geschillen behandeld door de rechtbanken en hoven. De behandeling van dit beroep behoort niet tot de jurisdictie van de Raad van State. De kwalificatie als retributie of belasting is niet relevant voor de afhandeling van het geschil.
7.4.4. Commissie: autonoom organisme In navolging van bovenvermeld KB komt ook de minister van Justitie niet tussen in de beslissingen. De minister van Justitie dient te worden vrijgepleit gezien de Commissie een autonoom organisme is met beslissingsbevoegdheid.
7.4.5. Een enkele strafprocedure In het kader van een procedure tot schorsing van een beslissing van de Kansspelcommissie heeft de Raad van State18 besloten dat wanneer de periode van 6 maanden waarin de Kansspelcommissie zich moet uitspreken over een sanctie conform het KB van 20 juli 2002 verlopen is, er pas een nieuwe procedure kan worden opgestart nadat de feiten een eerste keer ter kennis werden gegeven aan de dader van de wetsovertreding.
7.4.6. Duur van het mandaat van de voorzitter van de Commissie De wet van 7 mei 1999 legt geen maximumduur vast voor het mandaat van de voorzitter van de Kansspelcommissie. Het beroep dat op die basis wordt ingediend, wordt niet behandeld door de Raad van State.19
7.4.7. Functievereisten
Het geschil betreft een subjectief recht (politiek) bedoeld in de artikels 144 en 145 van de Grondwet. De rechtbanken en hoven zijn nu bevoegd voor de subjectieve rechten inclusief de subjec-
Het advies van de auditeur20 luidt dat toen de Kansspelcommissie een besluit nam, de veroordeling nog steeds ingeschreven was in het certificaat van goed gedrag en zeden van de gerant van de eiser. Het gaat bovendien om een veroordeling van belang gezien de strafmaat vijftig maanden opsluiting bedroeg. De feiten waarop de veroordeling is gebaseerd, zijn evenmin banaal. Ze zijn zelfs van die aard om uit hoofde van de bewindvoerder een zeker gevaar te vermoeden. Hieruit volgt dat de Kansspelcommissie rekening kan houden met de veroordeling ingeschreven op het certificaat van goed gedrag en zeden en dat dit een pertinent en aanvaardbaar element is om te evalueren of een persoon beantwoordt aan de functievereisten voor de exploitatie van een kansspelinrichting.
15 RvS, 26 november 2007, nr. 177.794, A 184.954/XI-16410 16 RvS, 29 maart 2007, nr. 169.537, A 148.170/XII-4069 17 13 maart 2007 A/A.157.675/XII-4317
18 RvS 21 juni 2007, nr. 172.58. A.183.986/XII-5131 19 RvS 21 juni 2007, nr. 172.58. A.183.986/XII-5131 20 Auditoraat 07.06.2007 G/A 133.787/XI-15.762
Noch wat betreft het bestaan van de vordering op bijdragen, noch wat betreft de dekking ervan, beschikt de Commissie over de bevoegdheid om een evaluatie te maken die haar zou toelaten om een keuze te maken tussen de verschillende oplossingen die eventueel juridisch verdedigbaar zijn.
43
De omstandigheid dat de gerant zich gedurende de proefperiode voorbeeldig heeft gedragen is niet van die aard om te beletten dat de Kansspelcommissie nog steeds vindt dat het vroegere gedrag niet beantwoordt aan de functievereisten. Ondanks het feit dat de wetgever dit concept niet beter heeft gedefinieerd, noch straffen heeft vastgelegd die automatisch leiden tot de uitsluiting van een persoon wat betreft de uitbating van een kansspelinrichting, heeft de wetgever wel de term “vereisten” gebruikt, wat erop wijst dat de wetgever minstens heeft geacht dat de uitbating van een kansspelinrichting, zelfs van klasse C, een zekere mate van "eerbaarheid” veronderstelt waarvan de Kansspelcommissie acht dat de beheerder deze kwaliteit onvoldoende bezit. De uitbatingsvergunning die werd afgeleverd door de burgemeester bevestigt evenmin de eerbaarheid van de beheerder. De gemeentelijke instanties zijn niet de administratieve instantie bevoegd voor het afleveren van vergunningen klasse C en geven bovendien geen beeld van de morele kwaliteiten van de aanvrager. Bij ontstentenis daarvan is het noodzakelijk te onderzoeken of de politie een voorafgaand onderzoek heeft ingesteld. Het is niet overdreven te stellen dat een persoon die veroordeeld is voor de aangegeven feiten en tegen de voornoemde straf, niet aan de wettelijke, morele voorwaarden voldoet om aan de functievereisten te beantwoorden. 7.5. HOF VAN BEROEP
7.5.1. Wettigheid van contracten Het Hof van Beroep van Brussel oordeelde dat er geen relatie bestond van die aard om de rechtsgeldigheid te wijzigen van de leningovereenkomst of van de samenwerkingsovereenkomst via tussenpersonen met het oog op de uitbating van kansspelen (bingo's) in strijd met de goede zeden, gezien de overeenkomsten werden ondertekend door twee verschillende ondernemingen en er geen verwarring bestaat. Het doel van de contracten is verschillend. Het ene is gericht op het uitbaten van kansspelautomaten, terwijl het tweede gericht is op het lenen van een som geld. De datums van de contracten zijn niet gelijklopend. Er werd niet aangetoond dat het geld dat geleend werd aan natuurlijke personen aangewend werd voor de exploitatie van de spelen van de maatschappij. 21
7.5.2. Bijkomende kansspelen
44
hoofdspel. Dit spel vraagt in realiteit een gezamenlijke inzet voor de twee spelen, maar de winst die eruit kan voortvloeien is van een andere aard, afhankelijk van de winstkans van de loten die het resultaat zijn van de deelname.
7.5.3. Weddenschappen op hondengevechten Het Hof van Beroep van Brussel23 heeft een man veroordeeld tot een effectieve gevangenisstraf van 12 maanden. Hij werd schuldig bevonden aan een inbreuk op de Kansspelwet en op de wet op de weddenschappen. De startinzet bedroeg 500 euro. De eigenaar van de winnende hond sleepte de inzetten in de wacht. Na enige tijd liep de startinzet op tot duizenden euro’s.
7.5.4. Cumulatie van de vergunningen klasse E en C Het Hof van Beroep van Gent24 oordeelde dat de exploitatie van een of meerdere kansspelen of kansspelinrichtingen verboden is, tenzij men over een vergunning beschikt. Het is de uitbater van een kansspelinrichting die over een uitbatingsvergunning moet beschikken voor een kansspelinrichting – in functie van de kansspelinrichting gaat het om een vergunning klasse A, B of C – en niet van diegene die de kansspelen levert of ze ter beschikking stelt. Die laatste moet in het bezit zijn van een vergunning klasse E. De houder van een vergunning klasse E kan zijn automaten uitbaten in een kansspelinrichting klasse III. De wet van 7 mei 1999 belet echter in geen geval een gemeenschappelijke exploitatie van kansspelen, zelfs niet via een samenwerkingsakkoord via tussenpersonen waarbij de uitbater van een kansspelinrichting klasse III “zich ertoe verbindt, in hoedanigheid van commissionair, de handelsrelaties van de verdeler van de kansspelautomaten te verzekeren, meer bepaald ten bedrage van het deel van eerstgenoemde in het gemeenschappelijke uitbatingresultaat van de voornoemde kansspelautomaten” voor zover de doelstelling erin bestaat “de gemeenschappelijke exploitatie van de kansspelautomaten te verzekeren” (en dus niet van een kansspelinrichting). Een Cassatievoorziening werd ingediend.
7.5.5. Cheques
Een onderneming organiseerde een gezamenlijke deelname aan een spel. De deelnemers betaalden een prijs die hoger lag dan die van een gewoon biljet. Deze onderneming zorgde evenwel voor een garantie waarbij de speler die een prijs won die lager lag dan de deelnamekosten, het verschil voor een maand kreeg teruggestort. Het Hof van Beroep22 voegde zich bij het standpunt dat deze activiteit op zich een bijkomend kansspel vormde naast het
Het Hof van Beroep van Gent heeft de beslissing van de rechtbank van Brugge bevestigd, die het verzoek om betaling van twee ongedekte cheques ongegrond verklaarde omdat ze waren uitgegeven om speelschulden te betalen. Artikel 1965 van het Burgerlijk Wetboek is bijgevolg van toepassing. Het overhandigen van een cheque kan niet beschouwd worden als een contante betaling zoals bedoeld in artikel 59 van de wet van 7 mei 1999.
21 7e Kamer, 25.01.2007, R.G. 55, 2004/AR/925 22 Hof van beroep Antwerpen, 5e bis burgerlijke zaken, 8 november 2007, 2007AR/540
23 BOUDART (P.), Hondengevechten voor de rechtbank, D.H., 01.02.2007 p.13 24 Beroep Gent, 6e kamer, 4 september 2007, nr. 1011/06 BG 58.L9.2073/02
7.6. RECHTBANK
7.6.1. Rechter in kort geding De voorzitter van de rechtbank in kort geding25 oordeelde dat de rechter rekening moet houden met de wetgeving die van toepassing is en niet met een ontwerp tot wetswijzigingen. Het verzoek inwilligen om de strafprocedure hangende te houden ten overstaan van de houder van een vergunning met als reden dat er een wetswijziging op til is, zou erop neerkomen dat de Commissie haar taak niet kan uitvoeren zoals die is vastgelegd door de wetgever.
7.6.2. Broncode van casino’s De voorzitter van de rechtbank in kort geding26 oordeelde dat de leverancier die houder is van een vergunning klasse E voor een casino de broncodes van het softwareprogramma moet leveren om zo de nodige inlichtingen te kunnen verstrekken aan de Kansspelcommissie. Deze broncodes moeten verstrekt worden zelfs indien de onderaannemer van de leverancier van de houder van de vergunning klasse E failliet is verklaard.
Door over te gaan tot zo’n beoordeling van het risico, heeft de organisator van de wielerwedstrijd evenwel voldaan aan zijn plicht om met een positieve ingesteldheid te bestuderen of “de toekenning van een inschrijving voor de koers aan de ploeg niet een inbreuk betekent op de goede trouw die krachtens artikel 1134, al. 3 van het burgerlijk wetboek de relaties tussen de partijen van het contract dient te regeren en oplegt dat er geen schade wordt gedaan aan het belang van anderen op een manier die ongerechtvaardigd zou zijn want foutief, in de mate dat het onwettige gedrag tegenovergesteld zou zijn aan een bonus vir”28.
7.6.4. Schadevergoeding De rechtbank van eerste aanleg van Brussel29 heeft een verzoek tot betaling van een schadevergoeding en intresten verworpen dat werd ingediend tegen de Staat terwijl de gemeente na de weigering van de vergunning een overeenkomst had afgesloten met een kandidaat-uitbater. De gratuite verklaring dat de Belgische Staat verkeerde stukken gebruikte, moet worden beschouwd als een tergende en roekeloze actie en uit hoofde daarvan is een schadeloosstelling verschuldigd aan de Belgische Staat. 7.7. RAADKAMER
7.6.3. Reclame voor illegale spelen
7.7.1. Uitsluitingattest
Bij de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg in Brussel, zetelend in kort geding27 werd een verzoek ingediend tot inschrijving van een wielerploeg op de deelnemerslijst van wielerwedstrijden op last van een dwangsom van één miljoen euro per wielerwedstrijd lastens de verweerder. Deze wielerploeg droeg de kleuren van een operator die illegaal reclame maakte voor casino- en pokerspelen.
Om voor de Raadkamer te kunnen pleiten voor een probatieuitstel, pleitte een advocaat op basis van een uitsluitingattest afgeleverd door de Commissie vermits de beklaagde vervolgd werd voor feiten van diefstal waarvan de opbrengst bedoeld was voor gokspelen.
Voor de organisator dreigde het risico op gerechtelijke stappen vermits artikel 4 van de wet van 7 mei 1999 kansspelen verbiedt. Artikel 63 bestraft elke persoon die, op welke wijze ook, reclame maakt voor of spelers werft voor een kansspelinrichting die bij wet verboden is. Rekening houdend met het huidige Belgische positieve recht evenals de conformiteit met het Europese recht zoals er tot op vandaag rekening mee wordt gehouden door de Kansspelcommissie en het ministerie van Justitie, lijkt niet op het eerste gezicht dat de inschatting van de organisator van de koers van het bestaan van een risico om zich bloot te stellen in geval van het toekennen van een inschrijving voor de koers aan een ploeg die gesponsord wordt door een organisator van illegale kansspelen, aan vervolging, van welke aard ook, manifest ongegrond zou zijn. 25 Kort geding Brussel 5.04.07, nr. 07.468/C 26 Kort geding Oostende 1.03.07, c/07/00022 27 Kort geding 24.04.07, nr. 07/663/C
7.8. DE ALGEMEEN DIRECTEUR DER BELASTINGEN De regionale directeur der belastingen doet uitspraak over zijn beslissing en geeft deze ter kennis van de belastingplichtige en de procureur des Konings. Artikel 71 stelt dat “eenieder die, of direct, of via tussenkomst van andere personen, de sluiting of het UITDRUKKELIJKE verbod tegengaat krachtens artikel 70 bestraft wordt met een gevangenisstraf van 8 dagen tot twee jaar en/of een boete.”
28 ROMAIN (J.F.) Het principe van de kracht van wet (reikwijdte en beperkingen): bedenkingen over een nieuw contractueel paradigma, in Les obligations contractuelles, CJBB 2000, p. 43 en s., spec. 84 nr. 15.1) 29 Brus., 22 k., 5 juni 2007, AR 06/9599/A. De beslissing is niet definitief
45
Het is duidelijk dat het om een inbreuk gaat vanaf het moment dat de beslissing is uitgesproken en niet vanaf het moment dat ze ter kennis wordt gegeven. De overtreding van de fiscale wet bestaat dus al voor de directeur de incriminerende beslissing neemt. Deze operators overtreden de wet, meer bepaald door niet de verplichte tickets af te leveren door de erkende drukkers. De beslissing van de directeur formaliseert deze situatie vermits er een strafrechterlijke aantijging is. Voor meer veiligheid heeft de belastingadministratie, zonder dat ze daartoe verplicht is, een gewone en aangetekende zending geadresseerd aan de belastingplichtige die tot op dat moment een administratieve inbreuk pleegde en vanaf dat moment een strafrechtelijke inbreuk. Op dezelfde datum ontving de bevoegde procureur des Konings de beslissing tot sluiting of stopzetting van de activiteiten. De procureur des Konings gaat na of de beslissing gerespecteerd wordt. Als hij vaststelt dat de overtreding van de door de belastingdirecteur getroffen maatregelen doorgaat, is er sprake van een inbreuk die de inbeslagname van fondsen of effecten blootgesteld aan kansspelen of weddenschappen evenals de fondsen en effecten bedoeld voor de dienstverlening in het kader van kansspelen of weddenschappen en in het bezit van delinquenten op het moment van de vaststelling van de overtreding noodzaakt. (art. 71,1°) Het is belangrijk dat bij een nationale actie de uitvoering wordt gecoördineerd en dat een gelijke behandeling wordt gegeven aan alle overtreders van de wetgeving voorzien in het Wetboek van de met de inkomstenbelasting gelijkgestelde belastingen. Aanvullend, praktisch gezien, als het parket zich in een eerste fase tevreden stelt de beslissing van de directeur kenbaar te maken door middel van een politiebezoek, zou de overtreder natuurlijk de fondsen en effecten blootgesteld aan de spelen en elk document met betrekking tot de overtreding kunnen laten verdwijnen. Artikel 70 zou zodoende geen draagkracht meer hebben. 7.9. GEMEENTE
7.9.1. Weigeren van overeenkomst Een gemeenteraad heeft geweigerd een overeenkomst af te sluiten met een kandidaatuitbater van een speelhal van klasse II door zich te beroepen op de argumenten van het OCMW dat wees op de gevaren van verslaving aan het spel en de mogelijke schuldenlast.30 De kandidaat voor de overeenkomst heeft aangekondigd beroep aan te tekenen bij de Raad van State.
7.10. KANSSPELCOMMISSIE
7.10.1. Toepassing van art. 26 van de wet van 7 mei 1999 Artikel 26 van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers luidt als volgt: “De toegekende vergunningen kunnen niet worden overgedragen”. De Kansspelcommissie besliste in de zitting van 9 mei 2007 dat een koop-verkoop aangegaan onder levenden met het oog op de overdracht van de vergunning klasse A, B, C of E in strijd is met artikel 26 van de Kansspelwet. Een overdracht van een algemeenheid of van een bedrijfstak conform artikel 770 van het Wetboek van Vennootschappen wordt eveneens als een koop-verkoop onder levenden beschouwd. De koop-verkoop van een kansspelinrichting is toegelaten volgens het Wetboek van Vennootschappen, doch de bijhorende vergunningen kunnen niet worden overgedragen. Een nieuwe vergunning dient in deze te worden aangevraagd.
7.10.2. Toegangsverbod tot speelautomatenhallen Krachtens artikel 54, §4, van de wet van 7 mei 1999, ontzegt de Commissie preventief de toegang tot de kansspelinrichtingen van klasse I en II aan sommige categoriën van personen. Vaak wordt de toegang tot de hierboven genoemde inrichtingen geweigerd aan deze personen die pas ontdekken dat hen de toegang wordt geweigerd op het moment dat ze zich aanbieden aan de ingang van één van deze inrichtingen. De reacties zijn des te heviger wanneer de kandidaat-speler ontwenningsverschijnselen vertoont. De Commissie heeft vastgesteld dat de verzoekschriften die zijn ingediend niet altijd gevolgd worden door een gerechtelijke beslissing. De tijd die verstrijkt tussen het indienen van een verzoekschrift en de vraag tot opneming in een instelling heeft geen invloed op het toegangsverbod. Zolang het verzoekschrift niet verworpen wordt, blijft het toegangsverbod van kracht. 7.11. INTERNATIONAAL
7.11.1. Frans Hof van Cassatie In zijn principearrest van 10 juli 200731, heeft het Frans Hof van Cassatie de argumentatie hernomen van de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen
30 Gemeenteraad wil geen speelhal in Bergstraat, Het Laatste Nieuws (ed. Waasland), p.37
46
31 C. Cass. fr. (com.), 10 juli 2007 arrest nr. 1023 FS-P beroep nr. B 06-13.986
Gambelli en Placanica, daarbij behoudende dat de nationale rechter moet onderzoeken of de beperkingen met betrekking tot het vrije verkeer van dienstverrichtingen conform de voorwaarden zijn van artikel 49 van het Verdrag van Rome. Het Frans Hof van Cassatie refereerde ook aan het arrest Zenatti van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen van 21 oktober 1999. Het Hof verwees de zaak naar het Hof van Beroep om zo na te gaan of de bescherming van het algemeen belang al dan niet gewaarborgd wordt door de regels die nageleefd worden door de operator in de lidstaat waar hij gevestigd is. Hij legt aan PMU, dat aansprakelijk wordt gesteld, op om te bewijzen dat PMU wel degelijk bijdraagt aan de afbouw van de markt van de online weddenschappen en dat PMU in zekere zin een opdracht van algemeen nut vervult, wat nog verre van bewezen is.
7.11.2. Rechtbank te Utrecht: Nederland De Rechtbank te Utrecht32 heeft de gokaanbieder verboden via haar website illegale gokspelen aan te bieden, waaronder het gokken op Nederlandse amateurwedstrijden en wedstrijden uit het betaald voetbal. De rechtszaak was aangespannen door de enige vergunninghouder in Nederland voor het aanbieden van sportprijsvragen. Illegale kansspelen bedreigen zowel de integriteit van de sport alsook de donaties aan de sport en andere goede doelen. De organisator investeerde de laatste vijf jaar al ruim drie miljoen euro aan juridische zaken met als zwaartepunt het voorkomen van illegale kansspelactiviteiten. In het vonnis overweegt de Utrechtse rechter dat het aanbieden van gokspelen, waaronder het gokken op amateurwedstrijden en wedstrijden uit het betaald voetbal, zonder Nederlandse vergunning verboden is. De aanbieder moet per direct haar gokaanbod staken op straffe van een dwangsom van 100.000 euro per dag, met een maximum van drie miljoen euro. Dit is de 17e keer dat de Nederlandse rechter oordeelt dat het aanbieden van illegale gokspelen in Nederland verboden is. Door onder een andere naam de activiteiten voort te zetten hoopte de organisatie het vonnis te kunnen ontlopen. Na Malta en Costa Rica is de aanbieder op dit moment in Antigua gevestigd waardoor de organisatie buiten het bereik van de Nederlandse wet hoopt te blijven.
7.11.3. Het Duitse federale Hooggerechtshof oordeelt dat de organisatie van de loterijen de concurrentie op de markt vermindert De beslissing van 8 mei 2007 van het Duitse federale Hooggerechtshof herbevestigt de uitspraak van het regionale Hooggerechtshof van Düsseldorf, dat het beroep van de loterijen tegen de onmiddellijke uitvoering van de beslissing van de federale concurrentie-instantie van 23 oktober 2006 verwerpt. Het federale Hooggerechtshof oordeelt dat het territoriale pact tussen de loterijen illegaal is. Dit pact, ook “blokkeringakkoord” genoemd, is erop gericht hun verkoopgebied te beperken tot hun respectieve federale staten. 32 Utrecht sector Handelsrecht, 5 oktober 2007, 233334/KGZA ZA 07-639
47
HOOFDSTUK VIII – HET SECRETARIAAT EN ZIJN MIDDELEN 8.1. HET SECRETARIAAT VAN DE COMMISSIE Op 1 januari 2007 waren 23 personen tewerkgesteld bij het secretariaat van de Kansspelcommissie, onder wie drie experts (afgevaardigde leden van de federale politie). In de loop van 2007 verlieten drie personen hun functie. Ze werden vervangen. Vijf bijkomende agenten vervoegden de staf, onder wie een bestuurder. Het jaar 2007 werd afgesloten met een effectief van 28 agenten bij de Commissie, de Voorzitter en de afgevaardigde politiebeambten inbegrepen. Het verschil tussen het operationele kader en het effectieve kader bestaat nog uit 3 personen, zijnde een communicatieadviseur, een jurist en een informaticadeskundige. Er werd een nieuw personeelsplan opgesteld voor 2008-2011. Er werd een herberekening gemaakt van alle opdrachten en taken en het noodzakelijke effectief steeg tot 44 agenten. Er werd ook een tweede plan opgesteld in functie van eventuele nieuwe opdrachten. Een tiental personen zijn nodig om daarbovenop de internetspelen, de weddenschappen en de televisiespelen te beheren.
Er werden verschillende KPI’s (Key Performance Indicator = Sleutel Prestatie Indicator) aangepast en geïmplementeerd, waaronder: - het maandelijkse rekeningsaldo dat een indicatie geeft van het uiteindelijke resultaat van een hele aaneenschakeling van werkzaamheden: als het geld is overgemaakt op de rekening van de Kansspelcommissie betekent dit dat de nieuwe aanvraag is ingevoerd, dat het dossier werd aangemaakt en vervolledigd, dat de mailing werd gegenereerd en verstuurd naar het ad-hocadres; - het maandelijkse overzicht van de vast te stellen rechten en de vastgestelde rechten geeft een indicatie van het resultaat van de werkzaamheden van alle teams samen; - het aantal dossiers op de agenda van de Kansspelcommissie geeft nog een andere indicatie van het resultaat van de werkzaamheden van alle teams samen; - het aantal klachten dat de Voorzitter ontvangt met betrekking tot de werkzaamheden van het secretariaat; - het aantal overuren, het aantal inhaaluren, vakantiedagen en maandelijkse ziektedagen bieden een momentopname van de ploeg. 8.2. HET BUDGET Het KB van 20 december 200633 betreffende de bijdrage in de werkings-, personeels- en oprichtingskosten van de Kansspelcommissie verschuldigd door de houders van de vergunningen klasse A, B, C en E legt deze bijdragen vast voor het kalenderjaar 2007. De bijdragen vastgelegd door het KB zien er als volgt uit:
In de maanden juli, augustus en september konden we een twaalftal studenten verwelkomen. De Commissie en de bestuurder van het secretariaat werken perfect samen op basis van de aangepaste "Balanced Scorecard”-methode. Deze moderne managementtool biedt hen de mogelijkheid hun visies, strategieën en acties duidelijk af te lijnen.
48
33 MB 29/12/2006, ed. 6
De bedragen van de bijdragen aan de Kansspelcommissie voor het jaar 2007 werden in 2006 als volgt begroot:
ratie aan te kopen. Wegens perikelen allerhande (budgetbeperkingen, ontbreken van een regering, …) kon de bestelling niet meer worden geplaatst. Het dossier dient te worden hernomen in 2008. De aanwezige bestandsserver (voor de files) is totaal verouderd en beantwoordt niet meer aan de behoeften van de Kansspelcommissie. De bestelling werd geplaatst. Levering en ingebruikname zijn voorzien in 2008.
8.3.2. Het Web Concreet bedroegen de uitgaven in 2007 ongeveer € 2.100.000. Door de budgettaire en andere tekorten konden we niet alle projecten concretiseren die nodig waren om al onze opdrachten te vervullen. De niet-gebruikte bedragen worden geboekt in een structureel fonds dat in theorie gereserveerd is voor de Kansspelcommissie. 8.3. DE INFORMATICA De derde pijler, na het budget en het personeel, is de IT. In 2007 stootten we binnen die IT op enkele belangrijke lacunes.
De officiële website van de Kansspelcommissie (www.gamingcommission.fgov.be) is uitgegroeid tot het ideale communicatiekanaal met de diverse sectoren. Tevens werd een “beschermde zone” ingesteld welke enkel toegankelijk is voor de leden van de Commissie en haar secretariaat. Op die manier kunnen alle documenten voor de commissievergaderingen zeer snel ter beschikking worden gesteld. Volgende grafiek geeft een overzicht van het aantal bezoekers voor de periode van januari t/m december 2007.
Gezien de Commissie zich geconfronteerd zag met diverse problemen heeft ze om een externe audit verzocht om de mogelijke oplossingen te analyseren.
8.3.1. De middelen 8.3.1.1. Toepassingssoftware De nodige aanpassingen aan de maatsoftware werden aangebracht teneinde de administratieve behandeling van de dossiers verder te optimaliseren. De in 2005 ingestelde procedure ‘loket C’ kende in 2007 nog een enorm succes. 8.3.1.2. Hardware Teneinde de performantie en beschikbaarheid van de informatica-infrastructuur te verhogen, werden diverse oplossingen bestudeerd. De twee nieuwe servers (voor de eigen database van de Commissie), besteld einde 2006, werden geïnstalleerd en in gebruik genomen. Teneinde te komen tot een clusterconfiguratie (verhogen van de beschikbaarheid, fail-over, performantieverhoging) werd een dossier ingediend om een tweede gelijkaardige configu-
49
De gegevens van de tabel hiernaast helpen de tabel op pagina 49 beter te begrijpen. Deze cijfers geven een kort overzicht van de bezoeken aan de website van de Commissie, de EPIS-databank inbegrepen. Het aantal “hits” stemt overeen met het aantal keren dat de site werd bezocht. Het aantal “files” stemt overeen met het aantal van de site van de Commissie gedownloade bestanden. Het aantal “pages” stemt overeen met het aantal gedownloade pagina’s. Een pagina kan meerdere bestanden bevatten. De tweede tabel is onderverdeeld in twee delen: het eerste geeft het gemiddelde van de dagcijfers voor elke maand, het tweede deel geeft het totaal van deze cijfers per maand. We merken op dat het aantal bezoeken aan de site doorheen het jaar constant blijft met een piek in de maand augustus. Ook de bezoeken aan de EPIS-databank vertonen in deze periode een piek. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de bezoeken aan de EPIS-databank per maand, enerzijds via de web service, anderzijds via de web application.
50
8.3.3. Protocols Een nieuw element in de toepassing van de desbetreffende protocols (sinds einde 2006) is de invoering van een procedure voor certificering van de hardware en software welke in gebruik is in de diverse kansspelinrichtingen. De overgangsperiode eindigt op 10 maart 2008. Op deze datum dienen alle vergunde kansspelinrichtingen te beschikken over de nodige certificaten goedgekeurd door de Kansspelcommissie op basis van een rapport opgesteld door een onafhankelijk keuringsorganisme. Eind 2006 aanvaardde de Commissie de firma’s GLI en NMI alsmede gerechtsdeskundige P. De Voght als erkende keuringsinstanties. Eind 2007 was de certificering voor klasse I en II afgelopen. Klasse III werd gedeeltelijk afgewerkt, het resterende gedeelte is voorzien voor 2008. In 2007 werden de mogelijkheden inzake verdere automatisering en informatisering van de dagdagelijks ontvangen financiële en technische informatie vanuit de kansspelinrichtingen I, II en III bestudeerd. Realisatie en implementatie van de bijkomende software (fase I, recuperatie bestanden, screening content, upload naar de databank en generatie van error reports) werd gerealiseerd in 2007. Fase 2 (analyse, statistieken, …) is voorzien voor 2008.
51
HOOFDSTUK IX – SAMENWERKINGEN EN MEDEWERKINGEN 9.1. SAMENWERKINGEN In 2007 werden de banden met de Nationale Loterij verder aangehaald in het kader van een samenwerkingsprotocol. Tevens was er een levendige dialoog met de sector in het kader van de Staten-Generaal van de kansspelen evenals met buitenlandse controleorganismen en andere personen of partijen die belangstelling hebben voor de materie. Verscheidene bezoeken van buitenlandse delegaties werden georganiseerd.
9.1.1. De 4de Staten-Generaal d.d. 24 oktober 2007: een overzicht Om de achttien maanden organiseert de Kansspelcommissie een Staten-Generaal. Omdat een Staten-Generaal meer uitgebreid is en een ruime blik biedt op het verleden en de toekomst, wordt dit systeem verkozen boven het voorziene systeem van overlegcomités. De Voorzitter opende op 24 oktober 2007 de 4e Staten-Generaal met een warme oproep om de onverschilligheid inzake het kansspelbeleid tegen te gaan en om een wetswijziging inzake weddenschappen en internetgaming in het Parlement door te voeren. Deze oproep vond meteen zijn weerklank in de uiteenzettingen van senator Taelman en senator Vandenberghe. De heer Volders, jurist bij het Zwitsers Instituut voor Vergelijkend Recht, belichtte de kansspelen vanuit Europees oogpunt. In het kader van het aanbod van kansspelen via het internet, verdedigde Mario Galea, directeur-generaal van de Autoriteit loterijen en spelen in Malta, de liberale politiek van zijn land. Omdat het volgens hem een illusie is te geloven dat internet kan worden verboden, verkoos hij een open debat met de regulators en toonde hij zich bereid om financiële afspraken te maken met de andere landen. De heer Hofmann, adjunct van de onderdirecteur van de Afdeling wedrennen en gokken in Frankrijk, verdedigde eerder een terughoudend standpunt waarbij kansspelen strikt worden gecontroleerd door het land zelf. Meester Vlaemminck leidde het debat in goede banen en legde nogmaals de nadruk op het feit dat beperkingen op de Europese regelgeving slechts zijn toegestaan op voorwaarde dat een coherent beleid wordt gevoerd met het oog op de bescherming van de consument en de bescherming van de openbare en fiscale orde. Nele Hoekx, assistent KUL, bekritiseerde deze verregaande controlemogelijkheden en verdedigde het internetbeleid daarentegen vanuit een totaal andere positie, nl. van de zijde van de speler. In het licht van de bescherming van de speler, pleitte senator Crombé-Berton voor de uitbreiding van de bevoegdheden van de Commissie met onder meer de vorming van een medisch-sociale pijler. Niet onbelangrijk was haar voorstel om de Kansspelcommissie onder
52
parlementaire controle te brengen. Het fenomeen van gokverslaving werd toegelicht door respectievelijk de heer Minet, therapeut-clinicus, de heer Hendrickx, medewerker OIVO en de heer Roosen, psychiater. Het repressiebeleid van de illegale kansspelen werd besproken door mevrouw Laurent, gedelegeerd substituut-procureur-generaal verantwoordelijk voor deze materie. Vorming en overleg zijn volgens haar niet te missen factoren in het vervolgingsbeleid. Hierbij is de hulp van de lokale politiediensten onontbeerlijk, aldus de uiteenzetting van de heer Van Thielen, directeur-generaal van de gerechtelijke politie. De heer De Mets vestigde er de nadruk op dat ook illegale spelen worden getaxeerd. Hij kondigde aan dat pokerspelen in de toekomst zouden worden belast onder de noemer 'casinospelen'. Deze aankondiging gaf de casinouitbaters zekerheid. Inzake de belspelen pleitte de heer Deseyn, lid van de CD&V van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, voor een correcte toepassing van het bestaande KB van 10 oktober 2006. Terwijl mevrouw Mulier, attaché bij het secretariaat van de Kansspelcommissie, het beleid inzake belspelen evalueerde, beklemtoonde de Kansspelcommissie haar beperkingen in de mogelijkheid om daadwerkelijk op te treden tegen inbreuken. Net zoals voor de andere kansspelen zou er een vergunning moeten komen, moeten de spelen en spelregels alsook de inhoud van de vragen correct zijn en dient er gekeken naar een redelijk uitbetalingspercentage. Ook de sector zelf was vertegenwoordigd door de heren Jacobs, Allcock en De Bethune. In de namiddag kregen alle andere vertegenwoordigers van de sector de gelegenheid hun standpunten uiteen te zetten. De casino’s werden vertegenwoordigd door de heer Mewissen die de gelegenheid te baat nam om de desiderata naar voren te schuiven met betrekking tot de kansspelen via internet, het gemiddeld uurverlies, de mystery-jackpot, de billto-credit, het aantal toegelaten speelautomaten en tenslotte het aantal tornooien per jaar. De heer Callu, expert en lid van de Kansspelcommissie, gaf onmiddellijk het wederwoord. Als vertegenwoordiger van de Unie van de Belgische Automatenbranche kwam de heer Michiels aan het woord. Ook hij zag in de internetspelen een specifieke taak weggelegd voor de speelautomatenhallen. Voor het overige werden onder meer de kredietkaarten, het aantal toestellen, het doorsturen van financiële informatie, de diversificatie van de spelen, de toelating van een beperkt budget voor gratis drank, verplaatsingsmogelijkheden van de zaak buiten de gemeente en de wachtlijst besproken. De vragen werden beantwoord door de aanwezige attachés van de Kansspelcommissie en de heer France, Afdeling Metrologie. Voor de drankgelegenheden (klasse III) werden vooral onderwerpen naar voren geschoven betreffende de elektronische identiteitskaart, het loket en de beslissingsmacht van de burgemeesters. Ook hier werden de antwoorden verschaft door de attachés. Verder werd erop gewezen dat voor de vergunninghouders klasse D een vervolgcursus op til is. Ondanks zekere berichten waren er geen vakbonden of personeelsleden aanwezig. De vergunninghouders klasse E verzochten de vergunning voor fabricatie en plaatsing te ontdubbelen van deze van reparatie.
Ook de sectoren die momenteel buiten de bevoegdheid vallen van de Kansspelcommissie kregen de mogelijkheid om het woord te voeren. Zowel de wedkantoren (bij monde van UPAP, Stanleybet en de Belgische Federatie voor Paardenwedrennen) als de Nationale Loterij (bij monde van de heer Messens) zetten hun meningen uiteen. De heer Nuyts kreeg het woord met betrekking tot het illegaal gokken en de fiscale fraude. De heer Dethier van de pokerfederatie pleitte op zijn beurt voor een grondige hervorming inzake het poker.
(bv. internet of de clandestiene speelholen), de informatie en de statistieken (bv. de belastingen of het aantal en de soorten toegelaten spelen) en de mediaspelen (bv. de noodzaak om een wettelijk kader te creëren). De groep over de technische standaarden had het meeste succes. De groep komt overigens meerdere keren per jaar samen. Na een gesprek over de agendapunten werd een rapport opgesteld ter attentie van alle deelnemers.
“Last but not least” kwam de hulpverleningssector aan de beurt waarbij de heer De Bus en de vereniging Le Pélican hun standpunten konden uiteenzetten. De Staten-Generaal werd afgesloten met een opmerkelijke toespraak van de heer Willemen, CAD Limburg. Hij uitte zijn voorkeur voor de beperking van kansspelen boven de liberalisering. Volgens hem zouden kansspelen met hoge risicofactoren beter verboden worden en moet de reclame van kansspelen volledig aan banden worden gelegd. Hij bevestigde eveneens de noodzaak van wetenschappelijke studies zodat er meer aandacht kan worden besteed aan de preventie en het signaliseringsbeleid. Ook de mogelijkheid van uitsluiting door familieleden of maatschappelijke instellingen werd bepleit.
De tweede dag namen de heer Antoja, voorzitter van Euromat, mevrouw Ligné, secretarisgeneraal van de De Europese Vereniging van Kansspelen en Weddenschappen (EGBA) en de heer Hornig, van de Europese Staatsloterij en Toto Verenigingen (AELTE) het woord. De heer Antoja gaf een overzicht van de omvang van de sector die zijn organisatie dekt. Hij pleitte voor verantwoord spelen en zelfregulerende maatregelen om de strijd aan te gaan met het witwassen van geld en fraude. Frankrijk en België tekenden voorbehoud aan bij de aanwezigheid van mevrouw Ligné, die de woordvoerster is van de uitbaters van illegale kansspelen in de voornoemde landen. De heer Hornig bevestigde dat loterijen in strikte zin kansspelen zijn, dat ze gevaarlijk kunnen zijn en dat ze onderworpen moeten worden aan een onafhankelijke regulator. Dat geldt eveneens voor de andere spelen.
Bovenstaand resumé bewijst het grote succes van de Staten-Generaal en het belang van de organisatie ervan. De meeste aandacht ging uit naar de internetspelen, de weddenschappen en de bescherming van de speler. De noodzaak van een wetswijziging kwam duidelijk naar voor waarbij de Kansspelcommissie volledige beschikking dient te krijgen over de nodige financiële middelen.
9.1.2. Gaming Regulators’ European Forum In Dubrovnik, Kroatië, werd van 13 tot 17 juni de jaarlijkse vergadering van het GREF gehouden. 85 afgevaardigden uit 27 landen gaven gehoor aan de uitnodiging. De Belgische delegatie telde 3 vertegenwoordigers. Gibraltar en Bulgarije namen voor de eerste keer deel aan de vergadering. De directeur van de Kroatische belastingdienst opende de werkzaamheden. Zoals elk jaar werd het grootste deel van de eerste dag besteed aan een samenvatting per land van de voornaamste evoluties, zowel op wettelijk, gerechtelijk als technisch vlak. De belangrijkste gesprekspunten waren gewoontegetrouw de internetspelen, met het pokerspel in het bijzonder, de standpunten van organisatoren van weddenschappen zoals Bwin of Unibet, de mediaspelen, de door de Europese Commissie ingeleide strafprocedures en de monopoliepositie van de Staten met betrekking tot de kansspelen. Een groot deel van de Staten lijkt wat de toekomst betreft een afwachtende houding aan te nemen. Er wordt gewacht op de beslissingen van de Hoven als gevolg van de sanctieprocedures en op het resultaat van de strafprocedures voor het Europese Gerechtshof in Luxemburg. Er werden 5 werkgroepen samengesteld die 5 facetten van de kansspelen onderzochten: de technische regels (bv. de online controlesystemen), de spelverslaving, de illegale spelen
Op het eind van de dag werd nog verwezen naar de volgende vergaderingen van de Internationale Vereniging van de Spelregulators (IAGR) en de Europese Vereniging voor de Studie van Spelen (EASG) en naar de zone op de website van het GREF voorbehouden voor de regulator, die door iedereen wordt beschouwd als een nuttig instrument. Wat betreft de verkiezingen van de Directie werd de heer Callu, lid van de Kansspelcommissie, opnieuw verkozen tot co-voorzitter. Hij blijft eveneens co-voorzitter van de werkgroep over spelverslaving. Tijdens de vergaderingen werden de professionele en vriendschappelijke banden opnieuw aangehaald. De meest verscheiden onderwerpen, met inbegrip van de internationale samenwerking op het vlak van de bescherming van de speler en meer bepaald van de jonge speler, werden nader onderzocht. Werkgroep over spelverslaving De Belgische Kansspelcommissie maakt deel uit van de werkgroep die zich buigt over verslaving. De heer Callu, expert van de Commissie, is er de co-voorzitter van. Dit jaar werd nog een nieuwe co-voorzitster verkozen. Het gaat om mevrouw Ruth Callaghan, verantwoordelijke voor de ontwikkeling van het beleid, de strijd tegen de problemen verbonden aan het spel bij de Britse Spelcommissie. De groep moet elk jaar de resultaten van haar werk voorleggen en daarover een rapport opstellen. Er worden eveneens andere ideeën voor projecten verzameld. In 2006-2007 konden niet alle ondernomen initiatieven in goede banen worden geleid (meer bepaald over de "good practices” inzake de behandelingen van pathologische spelers) omwille van het vertrek van de heer Janni Parakÿla, voormalig co-voorzitter van de groep. De groep heeft dit jaar beslist informatie te verzamelen over wetenschappelijke studies die werden gehouden in de verschillende landen, de gespecialiseerde zorgstructuren, het geïmplementeerde beleid inzake de strijd tegen spelverslaving of nog de financiering van de verschillende
53
programma’s. Deze inlichtingen zullen door middel van een vragenlijst ingezameld worden. Er werd eveneens beslist de nadruk te leggen op de versterking van het contactennetwerk tussen de regulators en de specialisten inzake spelverslaving, evengoed op het vlak van onderzoek als behandeling, net als op het voorstel voor een vaklexicon gewijd aan ziekelijk spelen.
In de namiddag werd dan ook gepleit voor een oprichting van een denktank bestaande uit verschillende verantwoordelijken, juristen en regulators, die samen met de verantwoordelijken van de Europese Commissie, Parlement en Raad kunnen debatteren over een toekomst zonder onmiddellijk in te gaan op de desiderata van een liberalisering van de weddenschappen.
9.1.3. Vergadering in Brussel georganiseerd door de FOD Buitenlandse Zaken
In België vond een dergelijke vergadering plaats en werd er een gezamenlijke positie ingenomen ten opzichte van kansspelen via het internet.
In het kader van de werkzaamheden van agenten (buitenlandse zaken) van de lidstaten bij de Europese Commissie werd er in Brussel een vergadering gepland. Een sessie van deze vergadering werd besteed aan de discussies aangaande kansspelen. Een bijzonder accent werd gelegd op de actuele procedures tegen diverse lidstaten inzake inbreuken op de bepalingen met betrekking tot het vrij verkeer van diensten bepaald in het Europees Verdrag. Deze vergadering was een initiatief van de Belgische Regering en was een première. Er waren 23 landen aanwezig. De groep bestond voornamelijk uit juristen die de diverse ministers van Buitenlandse Zaken bijstaan in hun betrekkingen met de Europese Commissie. In de voormiddag werd een beeld geschetst over de actuele toestand inzake kansspelen. Niet alleen het groot aantal infringements-procedures opgestart door de Europese Commissie maar ook de talrijk procedures voor het Europees Hof, de Europese Vrijhandelsorganisatie (EFTA), de nationale hoven en rechtbanken, en de positie van het directoraat-generaal van de dienst Interne Markt van de Europese Commissie die een liberalisering van de weddenschapsmarkt wil forceren, werden behandeld. Ook België werd diverse keren aangeschreven om uitleg te geven, ondermeer over de publiciteit voor kansspelen en de distributeur van een spel (prejudiciële vraag). Actueel is de Kansspelwet van 7 mei 1999 nog niet in vraag gesteld, mede door het feit dat noch weddenschappen noch internetspelen een onderdeel vormen van deze wet. Evenwel is in de nabije toekomst wel te verwachten dat ook hier problemen zouden kunnen opduiken. Nadien werd er gediscuteerd over de verschillende strategieën van de landen. Sommige landen stellen zich zeer monopolistisch op en menen dat kansspelen, ook via internet, een zaak zijn van het eigen kansspelbeleid vooral inzake de bescherming van de speler. Anderen menen dat een liberalisering het toezichtbeleid in vraag zal stellen. Er wordt ook geopperd dat de constante rechtspraak van EFTA en het Europees Hof mogelijkheden bieden voor een afremming. Het valt wel op dat Europa steeds meer rechtvaardiging gaat vragen met betrekking tot de elementen die worden geargumenteerd op de inbreuken op het vrij verkeer van diensten. Het non-discriminatoir karakter, de geschiktheid van de beperkende maatregel, de bescherming van de consument, de input van criminaliteit, het bereiken van het doel en de beperking van het aanbod (proportionaliteit) dienen steeds meer gerechtvaardigd en gecontroleerd te worden door de nationale rechter. Het valt te vrezen dat de actuele toestand niet langer houdbaar blijft. Ook het principe van “origin of country”, de taxatie en de daaruit vloeiende oneerlijke concurrentie, werden aangesneden.
54
9.1.4. Andere bezoeken 9.1.4.1. De heer Remme, van het Nederlandse ministerie van Justitie In maart 2007 ontving de Commissie de heer Remme, hoofd van het programma kansspelen van het Nederlandse ministerie van Justitie. Aanleiding van deze samenkomst was het arrest van het Europees Hof in de zaak Placanica. Hierin stelde het Hof dat een nationale staat een beperking mag opleggen inzake vrij verkeer van diensten m.b.t. kansspelen op voorwaarde dat voldoende aangetoond wordt dat deze beperking noodzakelijk is om fraude te bestrijden en de speler te beschermen. Zo stelt zij ondermeer dat het toegelaten is de kansspelen te kanaliseren dankzij een systeem van vergunningen. Het Hof aanvaardde niet dat de staatskas wordt gespijsd door een uitbater die over een monopolie beschikt. In het kader van deze rechtspraak stelde zich de vraag of het overheidsmonopolie van Nederland inzake casino’s (Holland Casino) nog kon standhouden. De heer Remme benadrukte de voordelen van een dergelijk monopolie en stelde dat hierdoor meer nadruk kan worden gelegd op de bescherming van de speler en de beteugeling van fraude en witwaspraktijken. Het monopolie is volgens hem zeker niet enkel ingegeven vanuit de overweging de staatskas te beschermen. Het is immers zo dat in Nederland de minister van Financiën de geldstroom beheert maar geen enkele inspraak heeft in het beleid van Holland casino welke exclusief toebehoort aan de minister van Justitie. Naast het Europese beleid toonde de Kansspelcommissie tevens interesse in het Nederlandse beleid inzake kansspelen via het internet. De heer Remme bevestigde dat er momenteel in de eerste kamer een wetsvoorstel ter bespreking ligt op grond waarvan Holland Casino als proef één internetsite zou mogen aanbieden. Door op een gecontroleerde site te gokken, wordt zekerheid geboden omtrent de uitbetaling van de winst en het respecteren van privacy. De Kansspelcommissie uitte echter haar zorg betreffende de deelname aan deze internetspelen door de Belgische bevolking aangezien het gokken op internet in België verboden is. Zij wierp dan ook op dat er een regeling moet komen waarbij het onmogelijk wordt om online te gokken door burgers van een land waar de wetgeving dit verbiedt.
9.1.4.2. De Bulgaarse Kansspelcommissie Op 13 en 14 september 2007 verwelkomde de Kansspelcommissie haar Bulgaarse tegenhanger. Het doel van dit bezoek was een overzicht te bieden van het dagelijkse werk van de Commissie wat betreft het beheer van de kansspelinrichtingen en van de Belgische wetgeving op dat vlak, ook dankzij een praktische benadering op het terrein met een bezoek aan verschillende kansspelinrichtingen waaronder het casino van Brussel. De nadruk werd meer bepaald gelegd op de controle aan de ingang van de inrichtingen. De Kansspelcommissie zorgde donderdagnamiddag ook voor een ontmoeting met de directeur bevoegd voor de kansspelen bij de Algemene Directie belast met de interne markt van de Europese Commissie. Dat was vooral interessant met het oog op de procedures die onlangs werden aangespannen tegen verschillende Europese landen op het vlak van kansspelen. Vrijdagochtend werd ook een ontmoeting georganiseerd bij de Afdeling Metrologie om er de technische procedures te tonen waaraan de spelautomaten onderworpen worden. De Bulgaarse delegatie drukte alvast de hoop uit dat deze ervaringsuitwisseling wordt verder gezet en nodigde op haar beurt de Belgische Kansspelcommissie uit. 9.1.4.3. De heer Myard, UMP-afgevaardigde Dhr. Myard, afgevaardigde voor de UMP, heeft op 30 november 2007 een ontmoeting gehad met de Belgische Kansspelcommissie in het kader van een informatiemissie van de Franse Assemblée Nationale over de reglementering van de kansspelen in verschillende landen. De heer Myard werd vergezeld door drie medewerkers. Deze missie sluit aan op de problematiek van de vrijmaking van de kansspelen door de Europese Commissie en op de procedure die ze is begonnen tegen Frankrijk met betrekking tot het monopolie van PMU. De Commissie nodigde verschillende vertegenwoordigers van de politieke wereld (senator mevrouw Crombé-Berton en de heer Meireleire, haar medewerker) en van de Belgische academische wereld (juffrouw Nele Hoekx van de KULeuven) uit die belangstelling tonen in de sector, om eventuele vragen van de afgevaardigde te beantwoorden. Er werden verschillende onderwerpen aangesneden waaronder de samenstelling en de bevoegdheden van de Commissie. De maatregelen voor de tenuitvoerlegging van het kanaliseringbeleid werden eveneens uiteengezet. Er werd ook een balans opgemaakt van het ontwerp van wetswijzigingen. De Commissie onderstreepte dat er voor haar geen sprake kan zijn van zelfregulering en dat de regulator precieze technische normen moet vastleggen, normen die hij moet kunnen controleren en dus beheersen. Er werd eveneens gesproken over het probleem van de verslaving en van de maatschappelijke kost ervan. In België wordt binnenkort mogelijk een wetsvoorstel ingediend inzake verslaving, om zo de betrokken families (patrimoniale belangen) de kans te bieden een verbod te vragen aan de Commissie op basis van een dossier en een ernstige analyse.
Extra aandacht ging naar de problemen met het witwassen van geld, fiscaliteit en de online spelen. Vooral voor dat laatste punt zal het erg belangrijk zijn om over welafgelijnde normen te kunnen beschikken. Het schandaal “Ye” heeft in België het probleem van de vervalste wedstrijden blootgelegd wat het belang van een kwaliteitslabel aantoont om professioneel te kunnen werken. De vergunninghouder moet zich onderwerpen aan de Belgische wet die op haar beurt samenhangend zijn, evenwichtig en niet-discriminerend moet zijn en tot doel heeft de materie te kanaliseren. De resultaten van de onderzoeken voor deze missie zullen gebundeld worden in een informatierapport over het spelmonopolie in het licht van de Europese regelgeving. 9.2. MEDEWERKINGEN - Londen ICE-ATEI: 23-25 januari Deze commerciële beurs is gericht op professionals op het vlak van kansspelen en lunaparken. De laatste technologische ontwikkelingen en het huidige en toekomstige materiaal nodig voor de exploitatie van traditionele of online kansspelen, inclusief weddenschappen, worden er voorgesteld. De regulators kwamen samen op 23 januari. - Instituut voor Europees recht in Trier: 10 februari De Academie voor Europees recht in Trier organiseerde begin februari een colloquium over de kansspelen. Het Belgische standpunt werd er uiteengezet. - Belgische Senaat: voorstel tot colloquium: 16 maart Op initiatief van senator Crombé-Berton werd in de Senaat een colloquium georganiseerd over de problematiek van pathologische spelers en de gevolgen die de verslaving kan hebben op hun sociale, professionele en familiale situatie. - European Gambling Briefing: 8 mei Deze ontmoeting die politici, regulators, advocaten en uitbaters uit heel Europa samenbrengt, biedt de mogelijkheid een balans op te maken van de huidige wetgevende en commerciële situatie, onder meer met betrekking tot de instrumenten van een informatiemaatschappij. Eén van de belangrijkste interessepunten is de ontwikkeling van grensoverschrijdende mogelijkheden, waaronder de rol van Europa en haar jurisprudentie op dit gebied. Er werd ook een blik geworpen op de ontluikende activiteiten van de andere continenten. - Franse Senaat: Voor een aanpassing van het Franse model voor kansspelen en geldspelen: 17 oktober 2007 In het Maison de la Chimie in Parijs werd een colloquium gehouden dat erop gericht was het actuele kader van de Franse kansspelen te evalueren. Het initiatief kwam van UMPsenator François Trucy uit Var, de auteur van het informatierapport L’Evolution des jeux de hasard et d’argent. Verschillende Franse ministers kwamen er praten, onder wie de minister van Binnenlandse Zaken, Michèle Alliot-Marie die pleitte voor de oprichting van een enkele
55
autoriteit inzake spelen. Frankrijk blijft "erg vastberaden" wat betreft het openbreken van het monopolie op online sportweddenschappen, maar houdt rekening met de "Europese context" in haar besprekingen met de Europese commissie. De voorzitter van de Belgische Kansspelcommissie werd uitgenodigd zich te uit te spreken over het Belgische standpunt in deze materie. Dhr. Trucy toonde zich al in 2006 geïnteresseerd in het Belgische kansspelbeleid.
56
57
CONCLUSIE 2007 werd gewijd aan een betere organisatie van het beheer van de individuele dossiers en tevens aan de behandeling van algemene vragen. Wat betreft de individuele dossiers werd er zorg voor gedragen dat de antwoorden die geformuleerd werden volledig waren en de beslissingen voldoende gemotiveerd. Er werd bijgevolg minder beroep aangetekend tegen de beslissingen van de Commissie. Voor de meer algemene dossiers werd de samenwerking met de FOD Financiën, de parketten en de politiediensten uitgebreid in de strijd tegen fiscale fraude op het vlak van de weddenschappen. In 2007 kon evenwel geen enkele duurzame structurele oplossing geïmplementeerd worden. De agenda van het Parlement liet geen diepgaander onderzoek toe van het wetsontwerp dat werd ingediend door de regering en dat handelde over de internetcasinospelen, de weddenschappen en de internetweddenschappen. Dit ontwerp moet nog opnieuw aan het Parlement worden voorgelegd. De Kansspelcommissie blijft de verschillende sectoren uitnodigen om zich in alle transparantie uit te laten over de evolutie van het kansspel. Op 24 oktober werd in navolging daarvan in het Justitiepaleis van Brussel een Staten-Generaal van de kansspelen gehouden. Deze manifestatie benadrukt het unieke karakter van het fenomeen van de kansspelen en bood tevens de gelegenheid om een balans op te maken van de internetspelen, de televisiespelen en de weddenschappen. Het kansspel moet beschouwd worden als een kwestie op zich en mag niet gemengd worden met andere concepten. Het is noodzakelijk om duidelijke en volledige informatie te geven aan de jongeren, de operators en de autoriteiten om hen bewust te maken van de ware inzet van de ontwikkeling van het spel. Een ander opvallend element in 2007 was de implementatie van maatregelen voor de kanalisering van de pokerspelen. Deze hype heeft zich werkelijk over alle lagen van de bevolking uitgebreid: van de jongsten tot de oudsten, op het internet of live. Het is belangrijk het clandestiene element uit het spel te halen en het spel op zich in de schijnwerpers te plaatsen om te voorkomen dat het in criminele handen terechtkomt. Het is beter een gekende speler te hebben in een gekende inrichting dan een speler die zich beweegt in een duistere omgeving waar de spelvoorwaarden moeilijk te controleren zijn. De reputatie van de Kansspelcommissie in het buitenland als een moderne, dynamische en baanbrekende regulator bleek 2007 opnieuw gegrond. Dat valt althans af te leiden uit de bezoeken van buitenlandse instanties en uit de aanhoudende informatie-uitwisselingen via mail met die laatsten.
58
De Kansspelcommissie wil een regulator zijn die de wil van de wetgever strikt naleeft en zonder taboes de reflectie wenst te voeden over de bescherming van de speler, over de transparantie van de spelwereld evenals over de rendabiliteit en de solvabiliteit van de spelers. Om vertrouwen te kweken in het Belgische spellandschap komt het erop aan te volharden in een strenge toepassing van de wetten via aangepaste controles.
59
BIJLAGEN
Samenvatting (DUITS en ENGELS) Parlementaire vragen Organigram
Verantwoordelijke uitgever: Etienne Marique 47 Kantersteen 1000 Brussel
60
61
AUFGABEN Die Glücksspielkommission wurde durch das Gesetz vom 7. Mai 1999 eingerichtet. Dieses Organ unterbreitet der Regierung und dem Parlament Stellungnahmen und fällt vor allem Entscheidungen bezüglich der Erteilung von Lizenzen für Casinos, Spielhallen, Schankwirtschaften, Lieferanten, Spiele und Personal. Darüber hinaus hat die Kommission eine Kontroll- und Bestrafungsfunktion. Das Glücksspiel ist eigentlich untersagt, aber der Gesetzgeber hat dieses Verbot durch ein Lizenzsystem angepasst, dessen Bedingungen strengstens befolgt werden müssen. Ist dies nicht der Fall, kann die Staatsanwaltschaft Personen, die einen Gesetzesverstoß begangen haben, strafrechtlich verfolgen. Nach den Untersuchungen befindet die Kommission über die zu ergreifenden Maßnahmen und kann beispielsweise die Lizenz entziehen lassen. Besondere Aufmerksamkeit der Kommission gilt darüber hinaus dem illegalen Glücksspiel, und hier arbeitet sie eng mit Staatsanwaltschaft und Polizei zusammen. Die Kommission setzt sich aus ihrem Präsidenten Etienne Marique, Magistrat, und 12 weiteren Mitgliedern, die sechs Minister vertreten, zusammen und wird von einem Sekretariat mit 26 Beamten unterstützt.
Spiele im Visier 2007 wurden zahlreiche Wettbüros ohne Beachtung gesetzlicher Auflagen betrieben. Gegen dieses Phänomen kann die Kommission nicht einschreiten, aber sie hat die Operation Betex unterstützt, die am 22. Mai unter der Mitarbeit der Finanzbehörden und der Stellen gegen Steuerhinterziehung stattgefunden hat. Insgesamt wurden 173 Einrichtungen inspiziert, und 88 unter ihnen mussten die Annahme von Wetten einstellen, 13 mussten schießen. Die Kommission wünscht, dass diese Wettbüros unter ihre Zuständigkeit fallen, aber dafür ist eine Gesetzesänderung erforderlich. Auf alle Fälle werden die Wettbüros auch 2008 noch von sich reden machen. 2007 erfreute sich auch das Spiel Poker – vor allem das Texas Hold’em Poker aus den USA - zunehmender Beliebtheit. Die Glücksspielkommission plädiert – auch im Parlament – für eine Debatte über dieses Thema. Poker ist wie alle Glücksspiele vor allem für junge Menschen über das Internet immer besser zugänglich: Um ein Online-Spiel zu bezahlen, braucht man keine Kreditkarte mehr. Die Spiele werden über Server im Ausland betrieben, während sich der Spieler in Belgien befindet. Aber in unserem Land findet die Werbung statt und hier wird auch das Geld eingesetzt. Also findet die belgische Gesetzgebung Anwendung. Da es keinen rechtlichen Rahmen gibt, müssen dringend Initiativen ergriffen werden, um die Spiele im Internet sowohl auf nationaler als auch europäischer Ebene unter sehr strengen Bedingungen zu erlauben.
62
Casinos Alle belgischen Casinos mit Ausnahme des Casinos von Dinant, dessen Liquidität nicht gesichert werden konnte, haben sich auf den neuen gesetzlichen Rahmen eingestellt. Der Betreiber von Dinant beschloss, seine Tätigkeiten einzustellen. Für die Aktionäre war eventuell von Bedeutung, dass die Casinos von Ostende und Chaudfontaine in diesem Jahr von der französischen Gruppe Partouche übernommen worden sind. Im Jahr 2007 wurde auch die Anzahl der Automaten in den Casinos um 174 Stück aufgestockt und beträgt nun 942. Vor allem die vor kurzem genehmigten Automaten für mehrere Spieler scheinen sich wachsender Beliebtheit zu erfreuen. Durch den königlichen Erlass vom 3. Dezember 2006 wurden für das Publikum mehr Möglichkeiten zum Pokerspielen geschaffen, das außerhalb der Casinos immer noch verboten ist. Der Erlass genehmigte das Organisieren von Spielen mit Jetons (die gegen Echtgeld erworben werden und den entsprechenden Wert haben) auf den Tischen sowie Mini-Turniere mit begrenzten Möglichkeiten des Jeton-Kaufs. Die Kommission hat auch in einer Arbeitsgruppe mitgewirkt, die konkrete Vorschläge für eine bessere Kontrolle der Casino-Betriebe unterbreiten sollte.
Spielhallen Das Gesetz erlaubt lediglich das Betreiben von 180 Lizenzen, und 2007 waren all diese Lizenzen vergeben. Kein Betreiber hat seine Tätigkeiten freiwillig eingestellt. Die Kommission hat jedoch die Rücknahme einer Lizenz wegen Nichtzahlung der Lizenzgebühr beschlossen. Zur Warteliste kamen 12 Anträge hinzu, somit liegt die Zahl der potentiellen Antragsteller bei 26. Der Kauf von Beteiligungen an einer Gesellschaft, die eine Spielhalle betreibt, ist laut Unternehmensgesetz zulässig, aber Artikel 26 des Gesetzes vom 7. Mai 1999 über die Glücksspiele erlaubt keine Abtretung einer Lizenz. Die Kommission verweigert der Branche immer noch eine Erhöhung der Gesamtzahl der genehmigten Automaten sowie die Möglichkeit der Vergabe von Geschenken. Die Branche beantragt auch das Betreiben von elektronischen Pokertischen, um eine Kundschaft zurückzugewinnen, die ihre Einrichtungen nicht mehr so oft frequentiert.
Cafés Die Anzahl der 2007 vergebenen Lizenzen der Klasse C beläuft sich auf 2 828. Insgesamt waren somit 8 262 Lizenzen aktiv. Der Schalter, durch den sich die Wartezeit auf eine Lizenz der Klasse C beträchtlich verkürzen lässt, verzeichnete somit einen zunehmenden Erfolg. Für die Erteilung der Lizenz muss der Antrag ausgefüllt und die Garantieleistung erbracht werden. Daneben ist das Dokument des zentralen belgischen Unternehmensregisters BCE (Banque-carrefour des entreprises) vorzulegen, das bescheinigt, dass die Einrichtung als Ausschank registriert ist. Es wurde eine Mitteilung veröffentlicht, in der die Bedingungen geklärt werden, unter denen ein Glücksspiel der Klasse III neben einem Terminal für Sportwetten betrieben werden darf.
Darüber hinaus gab es eine weitere Mitteilung über die Internet-Seite der Kommission bezüglich der Stellungnahmen der Bürgermeister vor der Aushändigung der C-Lizenz. In manchen Gemeinden darf der Nachweis der Beantragung der Stellungnahme nämlich in keinem Fall die Stellungnahme selbst ersetzen. Es wurden auch beträchtliche Bemühungen genehmigt, um über die Vermittler eine Verknüpfung der Bingos mit der Kommission zu ermöglichen.
D-Lizenzen Zu den täglichen Aufgaben der Kommission gehört auch die Organisation eines Schulungstages für Personen, die in Casinos und Spielhallen arbeiten. Dabei geht es um das Gesetz über Glücksspiele und die Probleme, denen diese Menschen bei der Ausübung ihres Berufs begegnen können. Eine bestimmte Anzahl von Personen nimmt nicht an diesen Schulungen teil, und deren Lizenzen müssen alsdann eingezogen werden.
Der Schutz des Spielers Bei den Kontrollen durch die Kommission liegt der Schwerpunkt stets prioritär auf den Regeln zum Schutz der Spieler, beispielsweise die Abfrage der EPIS-Datenbank. In dieser Datenbank sind Personen, die sich freiwillig sperren ließen (hier sind insgesamt 7 221 Personen eingetragen), sowie die gerichtlich und rechtlich ausgeschlossenen Personen (insgesamt 28 247) gespeichert. 2007 beschloss die Kommission die Abschaffung der von den Casinos geführten Listen, die eine größere Eintrittsfreiheit boten. Seit dem 1. April 2008 gilt nur noch die EPIS-Liste, um sich ausschließen zu lassen. Allerdings muss hier betont werden, dass die Anträge für einen erneuten Zutritt zu Casinos und Spielhallen per Einschreiben bei der Kommission eingehen müssen und dass eine Frist von drei Monaten ab Eingang dieses Schreibens eingehalten werden muss, bevor der Spieler wieder eine Spieleinrichtung betreten darf. Die Broschüre mit den Kontaktdaten der Zentren für die Behandlung von Spielsüchtigen wurde aktualisiert. Die Untersuchung des CRIOC über das Spielverhalten von Jugendlichen zwischen 12 und 17 Jahren kommt auch in den Bedenken der Kommission zu diesem Punkt zum Ausdruck. Die immer größer werdenden Möglichkeiten des Spielens im Medium Internet, das vor allem bei den Jugendlichen sehr beliebt ist, sowie die Werbung für diese Spiele einschließlich Poker werden hier wohl erkannt. Die Kommission hat versucht, Politiker auf dieses Problem aufmerksam zu machen. Derzeit laufen verschiedene Studienprojekte, die sich insbesondere mit der Hilfe für Spieler und mit der Realisierung eines Films für Jugendliche zu diesem Thema befassen.
Reparaturstellen und Spielevermittler 2007 gab es hier 196 aktive Lizenzen. Die Spielevermittler haben in diesem Jahr eine umfassende technische Aktualisierung unternommen, um die Anforderungen des Informatikprotokolls einzuhalten.
Spiele im Fernsehen Insgesamt wurden bei der Kommission fünf Genehmigungsanträge eingereicht. Mit Unterstützung des Dienstes für Metrologie hat die Kommission den Spielablauf und das Auswahlverfahren der Teilnehmer untersucht. Letztendlich haben vier Spieleanbieter die Genehmigung erhalten, einer hat seinen Antrag zurückgezogen. Im Jahr 2007 verzeichnete die Kommission 400 Beschwerden zu Spielen. Darüber hinaus hat sie sich die Bearbeitung dieser Beschwerden zur Aufgabe gemacht. Ende des Jahres wurde eine globale Bewertung des königlichen Erlasses zu den im Fernsehen ausgestrahlten Spielen vorgenommen. Der derzeitige rechtliche Rahmen ist anscheinend nicht ausreichend, und auch für diese Spiele müssen Lizenzen vergeben werden.
Die Kontrollen Bei den Kontrollen wurde die Zusammenarbeit mit den Polizeidienststellen in diesem Jahr fortgesetzt. Es wurden 152 Kontrollen durchgeführt, und zwar 84 im niederländischsprachigen und 68 im französischsprachigen Teil des Landes. Es wurden 199 Berichte und 80 Protokolle verfasst, davon 14 gegen Internetseiten, und diese wurden an den Prokurator des Königs weitergeleitet. Es wurden 119 Glücksspielautomaten beschlagnahmt, und es gab insgesamt sechs direkte Interventionen in heimlichen Spielhöllen.
Die Zusammenarbeit mit anderen Dienststellen Im Bereich der Kriminalpolitik hat das Poker-Problem die Aufmerksamkeit des Kollegiums der Generalprokuratoren auf sich gezogen. Dieses versuchte in Zusammenarbeit mit der Kommission, die Situation gegenüber der Öffentlichkeit in einer Pressekonferenz zu klären. Die Kommission verfolgt darüber hinaus aufmerksam den weiteren gerichtlichen Werdegang ihrer Akten. Die Dienststelle für Metrologie, die dem FÖD Wirtschaft untersteht, ist mit der Zulassung der Automatenmodelle und mit deren grundlegender Überprüfung beauftragt, bevor diese in Spieleeinrichtungen betrieben werden können. Ferner nimmt sie an den Konferenzen der technischen Unterkommission teil, wenn Entscheidungen über technologische Innovationen getroffen werden müssen.
Zusammenkünfte und Beteiligungen Im Oktober wurde in Brüsseler Justizpalast eine Generaltagung zu Glücksspielen abgehalten. Am Vormittag gab es Vorträge, gefolgt von Diskussionen, die sich insbesondere mit dem laufenden Gesetzesentwurf, mit der Problematik der Verfolgung von Zuwiderhandelnden, mit der Spielsucht auch bei Jugendlichen oder mit der Bewertung des königlichen Erlasses zu Spielen im Fernsehen befassten. In einer internationalen Gruppe gab es eine Sitzung über Entwicklungen in Europa. Der Nachmittag gehörte der Branche und ihren Forderungen.
63
Die Kommission pflegte fruchtbare Kontakte mit entsprechenden ausländischen Stellen. Dies gilt vor allem für das Gaming Regulators European Forum, das in diesem Jahr in Dubrovnik stattfand. Auf internationaler Ebene gibt es eine wichtige Initiative des FÖD Auswärtige Angelegenheiten, an der 23 europäische Länder in Brüssel teilnahmen. Die Kommission wurde auch um ihre Teilnahme an verschiedenen Treffen gebeten. Vor allem erwähnt sei hier eine Zusammenkunft im französischen Senat im Rahmen einer Diskussion über eine Anpassung des französischen Modells der Glücks- und Geldspiele, bei der Europäischen Rechtsakademie Trier und beim European Gambling Briefing in Brüssel. Auch im belgischen Senat wurde von der Senatorin Frau Berton-Crombé eine sehr gute Initiative zu krankhaftem Spielen eingebracht.
Sekretariat In diesem Jahr wurden mehrere Personen eingestellt. Dadurch konnten die Mitarbeiter, die uns 2006 verlassen haben, ersetzt und der Personalbestand konnte vervollständigt werden. Ferner wurde José Derlet zum neuen Verwalter benannt. Im Informatikbereich wurde das System, das die Spielautomaten mit der Glücksspielkommission verbindet, für die Klasse I und einen Großteil der Geräte der Klasse II zertifiziert. Zu Beginn 2008 soll es für die Klasse III zertifiziert werden. Noch 2007 hat die Glücksspielkommission einige Beobachtungen im Hinblick auf den nationalen Sicherheitsplan für den Zeitraum 2008-2011 formuliert. In diesem Sicherheitsplan muss ein Schwerpunkt auf den Glücksspielen und mehr noch auf den illegalen Glücksspielen liegen. Es muss eine Studie der Glücksspiele vorgenommen werden,um die Einhaltung der öffentlichen Ordnung zu gewährleisten, damit eine Bilanz der illegalen Spiele und der dazugehörenden Phänomene gezogen werden kann.
64
65
SUMMARY The Gambling Commission was set up by the Act of 7 May 1999. This body provides advises to the Government and Parliament but above all takes decisions concerning the granting of licences to casinos, gambling halls and their employees as well as to drinking establishments, providers and repairers of games of chance. The Commission also fulfils a role of control and sanction. In this scope, games of chance are forbidden but the lawmaker has softened this prohibition by means of a system of licences submitted to the respect of strict conditions. When a licensee does not respect these conditions, public prosecutors may prosecute the offenders on criminal grounds. At the end of the investigations, the Commission decides on the measures to be taken. It may for instance proceed to the withdrawal of the licence. Moreover, the Commission gives particular attention to illegal games and collaborates closely with the prosecutors and the police services. The Commission is made up of its president, Etienne Marique, who is a magistrate, and of 12 members who represent 6 ministers. It is assisted by a secretariat made up of 26 public servants. Games of chance in the spotlight In 2007, a great amount of betting shops have been operated without respect for legal obligations. The Commission is not empowered to intervene in this case. It has nevertheless supported the “Betex” operation, which took place on 22 May with the help of the finances services and services in charge of combating fiscal fraud. In total, 173 establishments have been visited, among which 88 have been constrained to stop accepting bets and 13 to close. The Commission pleads for these betting shops to fall under its remit, which requires a law change. What is sure, it that betting shops will continue to cause much comment in 2008. The year 2007 was also marked by the increasing popularity of poker and in particular of the texas hold’em poker, that originates from the United-States. The Gambling Commission pleads for the opening of a debate on this question, also within Parliament. Poker, such as all the other games of chance, is more and more accessible thanks to the Internet, and particularly for young people : you don’t need any credit card anymore to pay for on-line games. These games are operated by means of servers based abroad while the players are in Belgium. Advertising and payment also occur in our country. The Belgian legislation is thus enforceable. Given the absence of legal framework, initiatives must be taken urgently in order to allow online gambling at the national and at the European level, under very strict conditions.
66
Casinos All Belgian casinos have adapted themselves to the new legal framework except the casino of Dinant, whose financial robustness could not be guaranteed. The operator has thus decided to put an end to its activities. On the point of view of the shareholders, the casinos of Ostende and Chaudfontaine have been completely taken over by the French group Partouche. In 2007 also, the number of machines in the casinos of the country have increased with 174 units to reach a total of 942 machines. The lately authorized multiplayers in particular, seem to have a lot of success with the clients. The Royal decree of 3 December 2006 has also extended the possibilities for the public to play poker, which is still forbidden outside casinos, by authorising the organisation of “cash games”, where the players may enter or leave the game as they wish, and of mini–tournaments with limited possibilities of re-buys. The Commission has also taken part in a working group in charge of making concrete proposals with a view to insure a better control of the casinos’ operations.
Gambling halls The law only allows for the operation of 180 licences. In 2007, all these licences were granted. No operator has voluntarily put an end to its activities. The Commission has however decided to withdraw a licence on the ground that it had not paid its contributions. 12 demands have been added to the waiting list, which increased the number of possible applicants to 26. The purchase of shares in a company which operates a gambling hall is authorised by the Companies’ code, whereas article 26 of the Act of 7 May 1999 on games of chance does not allow the licence’s handover. The Commission still refuses to allow an increase of the amount of machines authorised and the possibility for this class of establishment to offer gratuities. The sector has also asked for the possibility to operate electronic poker tables in order to recover clients who stop going to their establishments.
Drinking establishments The number of class C licences granted in 2007 amounts to 2.828. Overall 8.262 licences were valid. The “counter service” which allows to reduce considerably the length of time to obtain such licences is increasingly successful. In order to be acceptable, the request must be complete and the guarantee deposited. A document of the « Banque carrefour des entreprises » must be joined which testifies that the establishment is registered as a drinking establishment. A note has been written in order to clarify the conditions under which a game of chance of class III can be operated next to a terminal offering sports bets. Another note has been published on the Internet site of the Commission concerning the preliminary mayors’ advise for the granting of a class C licence. Indeed, for certain local authorities, the proof of request of the advise may in no case replace the advise itself. Great efforts have also been made to allow the connexion of bingo machines with the Commission via the suppliers.
Class D licences
On-site controls
Among the daily tasks of the Commission, there is the organisation of a training day for the personnel which works in casinos and gambling halls. This training aims at giving an overview of the gambling legislation and of the problems this personnel may be faced with while carrying out their tasks. A certain amount of persons do not attend these trainings and the licences must therefore be withdrawn.
As regards the controls, the collaboration with the police services has been continued this year. 152 controls have been carried out, among which 84 in the Dutch-speaking part and 68 in the French-speaking part of the country. 199 reports and 80 official statements, whereof 14 against internet sites, have been established. They have been handed over to the local prosecutors. 119 machines, all classes of games of chance confounded, have been seized. Overall, there have been 6 direct interventions in illegal gambling rooms.
The gamblers’ protection During the controls carried out by the Commission, an emphasis is first and foremost put on the observance of the rules relating to the gamblers’ protection, such as the fact of questioning the EPIS database. The EPIS database contains the names of the persons who have voluntarily asked to be excluded (7.221 persons) as well as the persons legally and judicially excluded (28.247 persons in total). In 2007, the Commission has decided to suppress the lists held by the casinos which offered a greater flexibility. From the 1st of April 2008, only the EPIS list will be valid in order to get excluded. It must however be stressed that the demands to be allowed to enter casinos and gambling establishments again must be introduced by registered post with the Commission and that there is a period of 3 months from receipt of this letter before the person may again access gambling rooms. The folder mentioning the details of the treatment centres for problem gamblers has been updated. The study carried out by the CRIOC (Consumers’ organisations’ research and information centre) on the gambling habits of young people aged between 12 et 17, echoes back the concerns of the Commission. The proliferation of the gambling offer on the Internet, a media which reaches overall young people, and of advertisements for these games including poker, is not innocent in this respect. The Commission has tried to catch the attention of the political world on this point. Several projects are still under way, notably a study on the assistance to gamblers and the production of a film intended for young people.
Machines’ repairers and suppliers In 2007, 196 licences were valid. Games’ suppliers have proceeded this year to an important technical update in order to abide with the requirements of the Commission’s IT protocol.
TV games In total, 5 files have been introduced for approval by the Commission. The Commission has examined the way the games are conducted and the way the participants are selected with the assistance of the Metrology service. Finally, 4 games’ providers have been granted an approval and 1 has withdrawn its request. In 2007, the Commission has registered more than 400 complaints related to these games. It is the Commission which is in charge of handling the complaints. At the end of the year, a global assessment of the Royal decree on TV games has been carried out. It seems that the current legal framework does not suffice and that these games should be submitted to a licence regime.
The cooperation with others services With regard to the criminal policy, the poker problematic has drawn the attention of the College of General prosecutors. The latter, in collaboration with the Commission, has tried to make the situation clear for the public during a press conference. The Commission is careful about the judiciary follow-up given to the cases it has set up. The Metrology service, which depends on the Ministry of Economy, is in charge of approving the machines’ models and of carrying out the basis verifications before operation on-site. It also participates in the meetings of the technical sub-commission when decisions have to be taken concerning technical innovations.
Participations and meetings The «General Assembly on games of chance» took place in October in the Courthouse of Brussels. The morning was devoted to various presentations which were followed by a number of debates, notably on the ongoing draft law, the problems related to the prosecution of offenders, gambling addiction, also among young people, or on the assessment of the Royal decree on TV games. A session dedicated to the European developments gathered an international panel. The afternoon was dedicated to the sector and its claims. The Commission has held fruitful contacts with its foreign counterparts, notably within the Gaming Regulators European Forum, which took place this year in Dubrovnik. At the international level, an important initiative from the Ministry of Foreign affairs has gathered 23 European countries in Brussels. The Commission has also been solicited in order to participate to several meetings, notably at the French Senate in the scope of a discussion on a probable French games of chance’s model revision, at the Academy of European Law of Trier and at the European Gambling Briefing, in Brussels. At the Belgian Senate, a very interesting initiative on pathological gambling has also been taken by the senator Mrs. Berton-Crombé.
Secretariat This year, a number of persons were hired. These recruitments have allowed to replace the departures that occurred in 2006 and to start completing the personnel’s frame. A new administrator, José Derlet, has also been appointed.
67
At the IT level, the system linking gambling machines to the Gambling Commission has been certified for class I establishments and for the great majority of class II establishments. It is in the process of being certified, in the beginning of 2008, for class III establishments. In 2007 also, the Gambling Commission has expressed a number of remarks with a view to the national security plan for the period between 2008 and 2011. In this security plan, the emphasis has been put on games of chance, and in particular on illegal games of chance. A study on games of chance is necessary in order to ensure the respect of public order in order to assess the consequences of illegal games and all appending phenomena.
68
69
70
71
72