Kansen voor benutting LNG-koude in de Eemshaven Verslag workshop 18-11-2009
Energy Delta Convention Groningen
Delft, december 2009
Opgesteld door A. (Ab) de Buck
1
November 2009
3.067.1 – Kansen voor benutting LNG-koude in de Eemshaven – Verslag 18-11-2009
Organisatie Stichting Energy Valley, provincie Groningen/Eemsdelta Green en SenterNovem.
Deelnemers Cees van der Ben (Vopak LNG Holding), Maarten Berkhout (NUON), Ab de Buck (CE Delft, verslag), Patrick Cnubben (Energy Valley), Harry Croezen (CE Delft), Elwin ter Horst (RWE), Klaas Hoving (Gasunie Trade & Supply), Barbara Huneman (provincie Groningen), Gert van Ingen (dagvoorzitter), Frans Meijer (Essent New Energy B.V.), Harry Schreurs (SenterNovem), Léon Slangen (provincie Groningen), Jaap Verhoeff (Energy Valley), Cor Zijderveld (SBE).
1
3-D-presentatie Eemsdelta (Patrick Cnubben, Energy Valley) Na een korte aftrap van dagvoorzitter Gert van Ingen, presenteert de heer Cnubben een 3-D-animatie van de toekomstige Eemshaven, met daarin alle geplande grootschalige investeringen. Tijdens de animatie ‘vliegen’ de deelnemers over het gebied en krijgen een goed beeld van waar welk bedrijf komt. Dhr. Cnubben geeft aan dat voor de geplande investeringen de locaties in de Eemshaven vastliggen. De 3-D presentatie geeft een sterk beeld van de omvang van deze investeringen.
2
Kader en doel workshop (Gert van Ingen, AKZO Nobel Energy) Gert van Ingen licht de opzet en het doel van de workshop toe. De workshop is een initiatief van de stichting Energy Valley, de provincie Groningen/ Eemsdelta Green en SenterNovem. Achtergrond zijn de ambities van het Rijk en de Noordelijke provincies in het Energieakkoord Noord-Nederland om te komen tot grootschalige energie-efficiëntie en opslag van CO2. Daarin past het om nu gericht te kijken naar mogelijkheden om LNG-koude te benutten. De focus ligt daarbij op elektriciteitsproductie en CO2-opslag. Dit in het verlengde van de studie van CE Delft die is uitgevoerd in opdracht van SenterNovem.
2
November 2009
3.067.1 – Kansen voor benutting LNG-koude in de Eemshaven – Verslag 18-11-2009
Deze workshop •
Focus: • Eemshaven • daar geplande moderne technologieën (LNG-terminal, kolenvergassing, poederkoolcentrale, CO2-afvang en –opslag)
•
Doel: • kennis delen over mogelijke opties voor energetische integratie, benutting LNG-koude • Verkennen of en zo ja, hoe daarop geanticipeerd kan worden (planologie haven; Inhoudelijke planning installaties)
•
Punten: • Mogelijke technische opties (toegespitst op de Eemsdelta) • Energiegebruik • Economie • Emissies • Impact van onzekerheden (marktontwikkelingen, technologie) Ab de Buck/Harry Croezen/18 november 2009
4
Een belangrijk leerpunt voor Gert was de situatie in de haven van Rotterdam, zoals die bleek uit een eerdere workshop: LNG-terminal en elektriciteitscentrales zijn daar op grote afstand van elkaar gepland, waardoor er weinig efficiënte mogelijkheden zijn voor integratie, daarnaast zijn de kosten er extra hoog juist vanwege de grote transportafstanden. Bij de planvorming in de Eemshaven kunnen we dat voorkomen, hier is nog ruimte om in beslissingen met integratiekansen rekening te houden. De heer Zijderveld geeft aan dat er in de Eemsdelta ook andere belangrijke kansen liggen op het vlak van energiebesparing en duurzame energie door integratie van processen. Denk bijv. aan de in gang gezette projecten op het vlak van biomassa (algenteelt) en CO2-levering aan de glastuinbouw. Die moeten we ook niet uit het oog verliezen. De heer Meijer geeft aan dat het uiteindelijk vooral zal gaan om de prijs van CO2. Bij een voldoende hoge CO2-prijs zullen de diverse besparingsopties kunnen worden gerealiseerd. De heer ter Horst geeft aan dat het vooral van belang zal zijn of investeringen rendabel zijn: wat zijn de te verwachten kosten en wat de opbrengsten? Dat zal bepalen of geïnvesteerd wordt of niet.
3
Presentatie: Kansen voor integratie LNG-Koude met kolenvergassing en CO2-opslag (Ab de Buck, CE Delft) Ab de Buck licht de resultaten toe van de studie van CE Delft naar opties om LNG-koude te benutten. De studie is uitgevoerd in opdracht van SenterNovem. Kernpunten zijn: −
3
November 2009
Er zijn technische opties voor benutting LNG-koude. Het meest interessant lijken CO2-compressie en O2-fabricage. In Japan zijn dit soort processen sinds de jaren ’80 in operatie.
3.067.1 – Kansen voor benutting LNG-koude in de Eemshaven – Verslag 18-11-2009
−
De te verwachten grote fluctuaties in LNG-uitzending, maken het nodig dat zogenoemde back-up voorzieningen aanwezig zijn. Daarbij kan gedacht worden aan de ‘standaard’-installatie. Aanvullend daarop zijn dan investeringen nodig voor de integratie. Een 1e raming voor LNG-integratie in CO2-compressie ligt in de orde van M€ 30,=.
−
De diverse opties leiden tot forse besparingen in energiegebruik en daarmee ook tot forse besparingen in operationele kosten.
−
In de studie is ervan uitgegaan dat 50% van de tijd LNG-koude beschikbaar is en 50% van de tijd niet. Realiteit zal waarschijnlijk wat gunstiger zijn.
−
De beschikbare hoeveelheid LNG-koude van een 12 BCM-terminal is (bij de aanname van 50% beschikbaarheid) ruim voldoende voor compressie van de gecombineerde CO2-stromen van RWE en NUON.
Conclusies Techniek: • Diverse technische opties om LNG-koude te gebruiken in CO2-opslag, kolenvergassing en kolenverbranding • Technische geavanceerde installaties, merendeels ‘bewezen’ technologie [in Japan in operatie] • Back-up voorzieningen nodig voor situaties dat geen LNG-koude beschikbaar is = ‘gewone’ installatie • Meeste potentieel bij CO2-compressie en O2-productie Energie: • In totaal grote besparingen op energiegebruik (alle opties samen: 170 GWh = 45.000 huishoudens) • Totale hoeveelheid beschikbare koude (4,5 PJ) is voldoende voor alle opties (ca. 3 PJ), Economie: • Investeringen sterk afhankelijk van ligging installaties. Een raming beschikbaar (M€ 30,=) voor secundaire koelcyclus CO2-afvang. • Potentieel grote besparingen op operationele kosten (energie: orde M€ 10 – 15/jr.) Milieu: • Aanzienlijke besparingen op emissies CO2: totaal ca. 100 kton
Ab de Buck/Harry Croezen/18 november 2009
4
4
November 2009
21
Vragen/ discussiepunten n.a.v. de presentatie −
Fluctuaties in uitzending LNG De heer Hoving licht toe dat vanwege eigendomsverhoudingen van gas en fluctuaties in prijzen de LNG-markt naar verwachting aan sterke fluctuaties onderhevig kan zijn. Er moet daarom rekening mee gehouden worden dat een terminal gemiddeld aanzienlijk minder dan 100% bezet zal zijn. Het zwaartepunt zal waarschijnlijk in de winter liggen (dan kan de doorzet soms ook boven de 100% liggen), in de zomer zal de doorzet vaker lager zijn.
−
Kosten integratie CO2-compressie; impact van afstanden De heer Van der Ben geeft aan dat de raming van M€ 30,= geldt voor integratie met CO2-compressie/liquefactie, direct nabij de LNG-terminal. Naarmate de afstanden groter worden, stijgen de prijzen sterk.
3.067.1 – Kansen voor benutting LNG-koude in de Eemshaven – Verslag 18-11-2009
Ordegrootte M€ 1,=/km (heen èn terug). Dit tekent het belang van plannen van installaties in elkaars nabijheid. −
Effect op energetisch rendement centrale De heer Zijderveld vraagt wat het effect is van de integratie met LNG op het energetisch rendement van centrale + CO2-opslag. In principe gaat het rendement van een kolencentrale ca. 9%-punt omlaag door CO2-opvang. Door integratie van LNG-koude met CO2-compressie verbetert dit weer met 1,1%; het totaal van de opties leidt tot 2,7% rendementsverbetering.
−
Beschikbare hoeveelheid koude LNG-terminal Diverse mensen vragen of de hoeveelheid beschikbare koude voldoende is voor de verschillende stappen. In de case-studie vraagt CO2-compressie van 4 Mton CO2 ca. 1,4 PJ van de in de case-studie beschikbare LNG-koude (4,5 PJ), dus ca. 30%. Voor het totaal van de vier beschreven opties is ca. 3,4 PJ nodig en wordt dus de meeste beschikbare koude benut. Als de koude ingezet wordt voor CO2-compressie/liquefactie geldt dat de beschikbare hoeveelheid ook voldoende is voor de combinatie van de CO2-stromen van NUON en RWE (totaal ca. 11 Mton ). Dit vergt ca. 3,9 PJ van de in de case-studie beschikbare 4,5 PJ. N.B.: uitgangspunt is hierbij dat de LNG-koude 50% van de tijd beschikbaar is.
−
Benodigde druk voor CO2-opslag Uitgangspunt in de studie is opslag van CO2 bij een druk van ca. 120 bar (super-kritisch). Dit conform de AMESCO-studie (algemene MER voor CO2opslag) en de MER voor de CO2-opslag in Barendrecht http://www.shell.nl/home/content/nld/responsible_energy/co2_storage/ mer_enviro_report/all_content.html. De heer Berkhout geeft aan dat er mogelijk ook velden zijn waar het tegen een lagere druk opgeslagen kan worden (bijv. 30 bar). De heer Croezen geeft aan dat hij weinig van dergelijke locaties kent. De eerste conclusie lijkt te zijn dat als opslag plaats vindt bij een druk van 30 bar, integratie met LNG minder e-besparing oplevert. Als echter voor opslag een druk van 120 bar nodig is, is integratie met LNG-koude waardevol. Dit vereist dat de compressie plaats vindt nabij de LNG-terminal (en niet op de locatie van de injectie).
CO2 1 atm
Koude/warmte uitwisseling
opwarmen
Bij emissiebron
CO2 net pomp
CO2 120 bar
L N G Terminal
5
November 2009
3.067.1 – Kansen voor benutting LNG-koude in de Eemshaven – Verslag 18-11-2009
5
Discussie −
Noodzaak back-up voorzieningen De vraag komt op in hoeverre er mogelijkheden zijn om integratie te realiseren zonder back-up voorzieningen. Dat zou leiden tot een forse daling van de investeringskosten.
−
Regelgeving/vergunningverlening De heer Slangen geeft aan dat de provincie Groningen wil faciliteren bij het realiseren van deze vorm van integratie, en daarover graag met de bedrijven in overleg treedt. Hij denkt daarbij aan de volgende punten: • facilitatie overheid bij realisatie CO2-pijpleidinginfrastructuur/ inpassing in leidingstraten; • realisatie van voorzieningen bij de bedrijven (T-stukken) die latere integratie mogelijk maken; dit vergelijkbaar aan ‘capture-ready’voorzieningen zoals die nu bij Advanced Power worden gerealiseerd; • ruimte in vergunningen om installaties ook te opereren in situaties wanneer geen LNG-koude beschikbaar is, c.q. dan extra emissies toe te staan (bijv. extra CO2-emissies wanneer geen CO2-koude beschikbaar is). De heren Van der Ben, Ter Horst en Berkhout benadrukken dat een verplichting tot integratie forse nadelen zou hebben voor de commerciële operatie van de installaties. Het legt extra beperkingen op aan de LNG-terminal en de centrales. Dit zal de flexibiliteit en internationale concurrentiepositie ernstig ondergraven. Een verplichting tot integratie moet dus achterwege blijven. De heer Van Ingen benadrukt dat de opmerking van de heer Slangen gezien moet worden als een handreiking. PAUZE
6
Vervolg-discussie Wat zijn de meest kansrijke opties? Welke rol kunnen overheden vervullen?
6
November 2009
−
CO2-terminal De heer Verhoeff pleit voor integratie van LNG met een CO2-terminal, met tussenopslag en scheepstransport. Deze zou onafhankelijk van de bedrijven door een derde partij wordt bedreven. Hij denkt aan een soort publiekprivate samenwerking.
−
Voorsorteren is belangrijk De heer Meijer benadrukt dat het van belang is dat bedrijven en overheden nu geen beslissingen nemen die verhinderen dat er later iets kan worden gerealiseerd. De heer Slangen geeft aan dat analoog aan ‘capture-ready’ gedacht kan worden aan een verplichting tot ‘integration-ready’.
−
Organisatie Diverse deelnemers geven aan dat het zaak is om vervolgacties voor deze integratie-opties aan te laten haken bij een bestaande organisatie, zoals
3.067.1 – Kansen voor benutting LNG-koude in de Eemshaven – Verslag 18-11-2009
een CCS-platform Noord-Nederland. Dhr. Slangen geeft aan dat er in Groningen wordt gewerkt aan een ‘CCS-Stichting’ waarin dit soort projecten gerealiseerd moeten gaan worden. Energy Valley kan ook een natuurlijke rol spelen bij het bijeenbrengen van de partijen, zoals ook vandaag met deze bijeenkomst. −
7
Vervolgstappen De heer Cnubben stelt voor dat gelet op interesse van de ondernemingen het zaak is om gezamenlijk ‘terms of reference’ op te stellen. Aan de hand daarvan kunnen samen vervolgstappen in gang worden gezet, bijv. vervolgonderzoek. De heer Zijderveld geeft aan de optie van LNG-integratie in te willen brengen in de sessie van 2 december (‘Energiecentrales als katalysator van vergroening’). De heer Slangen benadrukt dat de provincie in vergunningen samen met energiecentrales en LNG-terminal wil kijken naar opties om koude, warmte en CO2 te benutten en samen daarvoor goede antwoorden te vinden.
Afsluiting De heer Van Ingen sluit de workshop af. Hij heeft een duidelijke bereidheid geconstateerd om open te staan voor integratie-opties en benutting van LNG-koude. Hij doet een oproep om in de toekomst samen verder te werken en kennis uit te wisselen. Tot slot bedankt hij de bezoekers aan de workshop en CE Delft voor het uitvoeren van het onderliggende onderzoek. Dank gaat ook uit naar de organisatie van de workshop, de stichting Energy Valley, de provincie Groningen/Eemsdelta Green en SenterNovem.
7
November 2009
3.067.1 – Kansen voor benutting LNG-koude in de Eemshaven – Verslag 18-11-2009