Kangoeroe
Springmuis thema
de wereldwijde reken-, denk- en puzzelwedstrijd
© Vlaamse Wiskunde Olympiade vzw
Hoofdrekenen 1. Het bord van juf Nele is 6 m breed. Het middelste deel meet 3 m. De 2 andere delen hebben dezelfde breedte. Hoe breed is het rechterdeel? 3m
?
6m
1m
B
C
1,25 m
1,5 m
D
1,75 m
E
2m
bron: Koala 2012, vraag 3
2. Juf Nele vult de wondere wiskunderoos juist in. Welke bewerking schrijft ze op de plaats van het vraagteken?
+2 +5
+1 7
9
?
+
Springmuis thema
A
2
:4
A
−3
B
C
:8
+7
D
E
×6
−1
bron: Koala 2014, vraag 3
3. Inge schrijft de tekens +, −, × en : in het rooster. Ze zorgt ervoor dat alle oefeningen juist zijn. Hoe ziet het rooster er dan uit?
A
5 : 3 = 2 x 1 + 3 = 4 = = 5 1
D
5 - 3 = 2 : + 1 x 3 = 4 = = 5 1
B
5 - 3 = 2 x : 1 + 3 = 4 = = 5 1
E
5 + 3 = 2 x : 1 - 3 = 4 = = 5 1
C
5
3 = 2
1 = 5
3 = 4 = 1
5 - 3 = 2 x + 1 : 3 = 4 = = 5 1
bron: Koala 2012, vraag 4
4. Als de som van de getallen in beide rijen dezelfde is, wat hoort er dan op de plaats met het vraagteken? 1 11 A
99
2 12 B
3 13 100
4 14
5 15 C
6 16 209
7 17
8 18 D
9 19 289
10 20
199 ? E
299
Springmuis thema
bron: Springmuis 2010, vraag 17
Cijferend optellen 1. Louis maakte een oefening zonder fouten. Per vergissing liet hij er een druppel chocolademelk op vallen. Welk cijfer zit er achter de vlek? A
B
5
C
6
D
7
1 2 3 4 +
E
8
5 6 7 8 6
1 2
9
Springmuis thema
bron: Springmuis 2011, vraag 10
2. Kaat schrijft een correcte rekensom op. Ze bedekt 2 dezelfde cijfers met een sticker. Welk cijfer is dit? A
B
5
C
6
D
7
8
4
+5
E
9
=104
bron: Springmuis 2013, vraag 14
3. Verplaats vier getalkaartjes naar rechts, zodat de som klopt. Welk getalkaartje blijft er links over?
17
167 30 +
49 96
A
17
B
30
D
96
E
167
49
C
bron: Koala 2011, vraag 11
4. Wannes heeft een natuurlijk getal van 5 cijfers. Hij schrapt ´e´en van de cijfers en houdt een getal van 4 cijfers over. De som van dit getal van 4 cijfers en het oorspronkelijke getal van 5 cijfers is gelijk aan 52 713. Wat is de som van de 5 cijfers van het oorspronkelijke getal? A
17
B
19
C
20
D
23
E
26
bron: Wallabie 2013, vraag 24
Optellen en aftrekken 1. Tijdens de Olympische Spelen 2012 won Belgi¨e 1 zilveren en 2 bronzen medailles. Nederland won 6 gouden, 6 zilveren en 8 bronzen medailles. Hoeveel medailles won Nederland meer dan Belgi¨e? A
B
8
C
11
D
14
E
17
20
bron: Koala 2013, vraag 6
Springmuis thema
2. Antje en Bram spelen een spelletje darts. Ieder van hen gooit 3 pijltjes. Antje wint. Hoeveel punten heeft ze meer dan Bram? 7 8 1 2
7
30 40 20 50 100 10 60 80 70
6
8 5
1
4
2
30 40 20 50 100 10 60 80 70
3
3
Antje
Bram
A
2 punten
B
3 punten
D
5 punten
E
6 punten
C
6 5 4
4 punten
bron: Springmuis 2012, vraag 13
3. In een restaurant kost het voorgerecht e 4, het hoofdgerecht e 9 en het dessert e 5. Als je alles in ´e´en keer bestelt, betaal je slechts e 15. Hoeveel moet je dan minder betalen? A
e3
B
e4
C
e5
D
e6
E
e7
bron: Springmuis 2010, vraag 3
4. Aan de Miss Kat verkiezing namen 66 katten deel. Na de eerste ronde vielen 21 katten af, omdat ze geen muizen konden vangen. Van de overblijvende katten hebben er 27 witte pootjes en hebben er 32 ´e´en zwart oor. Alle katten met zowel witte pootjes als ´e´en zwart oor geraakten in de finale. Hoeveel finalisten zijn er minstens? A
5
B
7
C
11
D
14
E
27
bron: Koala 2013, vraag 21
Vermenigvuldigen 1. In een winkel kan je verschillende bakjes met appels kopen. Er zijn bakjes met 9 appels en met 10 appels. Juanita wil juist 48 appels kopen. Hoeveel bakjes moet ze dan kopen? A
5
B
6
C
7
D
E
8
9
2. Hanna maakt 7 tafels klaar voor een feestje. Ze zet op iedere tafel 1 kandelaar. Er zijn 4 kandelaars waar 5 kaarsen in moeten. In de rest van de kandelaars moeten 3 kaarsen. Alle kandelaars zitten vol kaarsen. Hoeveel kaarsen heeft Hanna dan nodig? A
25
B
26
C
29
D
32
E
35
bron: Springmuis 2012, vraag 18
3. Op een boerderij wonen 3 konijntjes, 4 kuikentjes, 1 biggetje en een aantal geitjes. Boer Teun ziet dat alle dieren samen 44 poten hebben. Hoeveel geitjes heeft boer Teun? A
2
B
3
C
4
D
E
5
6
bron: Springmuis 2012, vraag 14
4. Peter kocht een tapijt van 36 dm bij 60 dm. Het tapijt bestaat uit kleine vierkanten met afwisselend een zon of een maan. De breedte van het tapijt bevat 9 vierkanten. Hoeveel maantjes ziet Peter als hij zijn tapijt volledig uitrolt?
36 dm
Springmuis thema
bron: Springmuis 2013, vraag 12
60 dm
A
60
B
63
C
65
D
67
E
68
bron: Springmuis 2013, vraag 23
Delen 1. Biniam maakt belegde boterhammen. Voor 1 belegde boterham heeft hij 2 sneetjes brood nodig. Bij de bakker heeft 1 groot brood 18 sneetjes. Hoeveel belegde boterhammen kan Biniam maken met 1 groot brood? A
2
B
6
C
9
D
12
E
18
bron: Springmuis 2013, vraag 9
Springmuis thema
2. Fien deelt 35 snoepjes uit aan haar vrienden. Ze geeft al haar vrienden evenveel snoepjes. Hoeveel vrienden kan Fien hebben? A
7
B
8
C
9
D
10
E
11
bron: Springmuis 2013, vraag 7
3. In de boekenwinkel kan Rubi een strip kopen voor e 3. Hoeveel strips kan ze kopen voor e 32? A
9
B
10
C
11
D
12
E
13
bron: Springmuis 2011, vraag 2
4. Meester Nicolas ziet dat er dubbel zoveel meisjes als jongens in zijn klas zitten. Welke van volgende getallen kan het aantal leerlingen uit de klas van meester Nicolas zijn? A
20
B
24
C
25
D
28
E
29
bron: Springmuis 2012, vraag 23
Tijd 1. Een verstrooide horlogemaker maakte een klok met 2 grote wijzers. Hij vergat welke wijzer de uren en welke wijzer de minuten aanduidt. Om 8.30 uur keek hij naar de klok hiernaast. Hoe zullen de wijzers dan staan om 15.45 uur? 11 12 1 10
A
B
3
8 6
5
11 12 1 10
D
E
6
6
5
2
9
3
8
5
4 7
5
6
2
9
4 7
6
10
3
8
7
11 12 1 2
9
C
4 7
4
10
3
8
3
8
11 12 1 2
9
4 7
Springmuis thema
10
2
9
11 12 1 2
9
11 12 1 10
3
8
5
4 7
6
5
bron: Springmuis 2012, vraag 2
2. ’s Avonds kijkt Aleisha naar de klok in de keuken. Hoe ziet de klok op haar wekkerradio er op dat moment uit?
11 12 1 10
2
9
3
8
4 7
A
08 : 13
B
14 : 46
D
20 : 28
E
21 : 13
C
6
5
19 : 13
bron: Wallaroe 2013, vraag 9
3. Het is nu 2 uur in de namiddag. Jan stapte 3 uur geleden op een trein. Hoe laat was het toen? A
7 uur
B
C
8 uur
9 uur
D
10 uur
E
11 uur
bron: Wallaroe 2013, vraag 13
4. Een gezin met 5 personen heeft 2 badkamers die ze elke ochtend gebruiken vanaf 7 uur stipt. De gezinsleden blijven 8, 10, 11, 14 en 17 minuten aan een stuk in een badkamer. In geen enkele badkamer is er meer dan 1 persoon op hetzelfde moment. Hoe laat kunnen ze ten vroegste klaar zijn? A
7.24 uur
B
7.31 uur
D
7.33 uur
E
7.35 uur
C
7.32 uur
bron: Wallabie 2014, vraag 18
Rijen en patronen 1. Elisa maakt figuren met witte en paarse diamanten. Hieronder staan de eerste 3 figuren. In elke volgende figuur komt er 1 rij diamanten bij. Elisa zorgt ervoor dat in de onderste rij de buitenste diamanten wit zijn. Alle andere diamanten zijn paars. Hoeveel paarse diamanten heeft figuur 5? 3 2
Springmuis thema
1
A
B
19
C
20
D
21
E
22
23
bron: Koala 2014, vraag 16
1 6 11 16
2. Leen schrijft de getallen van 1 tot 100 op een kaart met vijf kolommen. Daarna knipt ze de kaart in stukken. Welk van de volgende stukken kan van Leens kaart komen?
2 7 12 17
3 8 13 18
4 9 14 19
A
42 47
43 48
44 49
45 50
46 51
B
31 46
32 47
33 48
34 49
35 50
C
66 61
65 60
64 59
63 58
62 57
D
54 59
55 60
56 61
57 62
58 63
E
86 91
87 92
88 93
89 94
5 10 15 20
90 95 bron: Springmuis 2010, vraag 20
3. Zeger
heeft
12
tegels
van
de
?
. Hij maakt daarmee vorm 1 doorlopende lijn zoals in de tekening. Hoe moet Zeger de tegel op de plaats van het vraagteken leggen? A
B
C
D
E
bron: Springmuis 2014, vraag 10
4. In een theater zijn de stoelen genummerd zoals in de figuur. Rubi kocht ticket nummer 100. Fara wil zo dicht mogelijk bij Rubi zitten. Er zijn nog maar 5 tickets beschikbaar: 76, 94, 99, 104 en 118. Welk is het best?
Springmuis thema
A
76
B
94
C
99
D
104
E
118
bron: Koala 2010, vraag 23
Kubus en balk 1. Davina bouwde een toren zoals in de figuur. Hoeveel blokken heeft C´edric nog nodig om dezelfde toren te bouwen als Davina?
toren Davina
A
5
B
C
6
7
D
toren Cédric
E
8
9
Springmuis thema
bron: Koala 2013, vraag 3
2. Een grote kubus bestaat uit 64 kleine witte kubusjes. Jan schildert 5 zijvlakken van de grote kubus groen. Hoeveel kleine kubusjes hebben er dan 3 groene zijvlakken?
A
4
B
C
8
16
D
E
20
24
bron: Springmuis 2010, vraag 14
3. Deze balk is opgebouwd uit 3 stukken. Elk stuk bestaat uit 4 blokjes. Welke vorm heeft het witte stuk?
A
B
D
E
C
bron: Springmuis 2012, vraag 15
Springmuis thema
4. Abdel stapelt 4 dobbelstenen zoals in de figuur. Hoe ziet Abdels toren er langs achter uit? (Overstaande zijvlakken van een dobbelsteen hebben samen 7 ogen.)
A
B
C
D
E
bron: Springmuis 2011, vraag 21
Ruimtelijke ori¨ entatie (1) 1. Van welk dier zien we hier de schaduw?
Springmuis thema
A
B
C
D
E
bron: Koala 2014, vraag 1
2. Welke vorm past op de vorm hiernaast?
A
B
D
E
?
C
bron: Springmuis 2014, vraag 8
3. Rubi vertrekt in de richting van de pijl. Op elk kruispunt gaat ze naar links of naar rechts. • Eerst gaat ze naar rechts. • Dan gaat ze naar links. • Dan gaat ze naar rechts. • Dan gaat ze naar links. • Bij het volgende kruispunt gaat ze naar links. • Bij het volgende kruispunt gaat ze naar links. Bij welk kasteel komt Rubi aan?
A
B
D
E
C
bron: Springmuis 2013, vraag 10
4. Er liggen 7 stokken over elkaar op de grond. Welke stok ligt er onderaan?
6
5
7
4 3 2 1
Springmuis thema
A
1
B
2
C
3
D
4
E
5
bron: Springmuis 2014, vraag 15
Ruimtelijke ori¨ entatie (2) 1. Jonathan speelt met blokken. Hij bouwt een toren zoals in de figuur. Hoeveel blokken heeft Jonathan gebruikt?
A
7
B
C
8
9
D
E
10
11
Springmuis thema
bron: Springmuis 2013, vraag 16
2. Meneer Delfleur heeft bloemen geschilderd op een raam. Hoe zien die bloemen eruit langs de andere kant van het raam?
A
B
D
E
C
bron: Springmuis 2014, vraag 13
3. Hoeveel stenen zijn er nodig om deze schouw te metsen?
A
18
B
48
C
56
D
60
E
72
bron: Wallaroe 2013, vraag 12
4. Senne maakt een kasteel met kubussen zoals in de figuur. Hoeveel kubussen heeft Senne nodig?
A
56
B
60
C
64
D
68
E
72
Springmuis thema
bron: Springmuis 2011, vraag 19
Correcte antwoorden • Hoofdrekenen: 1C • 2A • 3B • 4A • Cijferend optellen: 1E • 2C • 3E • 4D • Hoofdrekenen: 1D • 2B • 3A • 4D • Vermenigvuldigen: 1A • 2C • 3D • 4D • Delen: 1C • 2A • 3B • 4B
Springmuis thema
• Tijd: 1E • 2E • 3E • 4B • Rijen en patronen: 1A • 2E • 3B • 4E • Kubus en balk: 1C • 2A • 3D • 4C • Ruimtelijke ori¨entatie (1): 1C • 2E • 3A • 4B • Ruimtelijke ori¨entatie (2): 1D • 2D • 3B • 4A
Heb je de smaak te pakken?
Stel je eigen Kangoeroethema samen op www.usolvit.be en controleer nadien je antwoorden!