Kaderbeleidsnotitie voor verhuur van
gemeentelijk vastgoed
Gemeente Zwartewaterland
Mei 2012
-1-
-2-
Inhoudsopgave
Inleiding Noodzaak opstellen huurbeleid; Verbeterslag Meerwaarde Werkzaamheden team Vastgoed Inleiding Huidige werkwijze Gewenste situatie Toekomstige werkwijze Indeling vastgoedportefeuille Eigendomsindeling Gebouwenbeheer Openbaar groen & Landerijen Maatschappelijk/Cultureel vastgoed Strategisch vastgoed Overeenkomsten Huurovereenkomsten Leegstandswet Huurprijsbeleid Gesubsidieerde instellingen Implementatie Samenvatting Bijlagen: Huurovereenkomst naar ROZ-Model Gebruiksregels Sporthal
Opgesteld door: H.J. Polman voor gemeente Zwartewaterland Mei 2012
2 3 3 3 4 4 4 4 5 6 6 7 8 8 8 10 10 10 11 13 13 14
Inleiding In het kader van de opdracht om de huur- en pachtadministratie op orde te brengen, is geconstateerd dat voor het verhuren van gemeentelijk onroerend goed geen duidelijke beleidslijn aanwezig is. Hierdoor is in de loop der jaren een grote diversiteit ontstaan in het gebruik en beheer van gemeentelijk onroerend goed. Daarnaast bestaat binnen de organisatie behoefte om de rollen, taken en verantwoordelijkheden ten aanzien van het beheer van de gemeentelijke eigendommen duidelijk te beschrijven. Ook het snel en adequaat inzicht hebben in de portefeuille dient verbeterd te worden. Dit alles mede op basis van meerdere interne controles van de afgelopen jaren. Het vaststellen van een beleidsnotitie Huur en Verhuur gemeentelijke gebouwen is van belang om het beheer van de gemeentelijke eigendommen te stroomlijnen, zodat het effectiever en efficiënter in is te zetten. Een beleidslijn verhuur eigendommen geeft richting aan de uitvoering, waardoor er eensluidendheid ontstaat in toewijzing van gebruik van gemeentelijke eigendommen, maar ook in het gebruik van overeenkomsten en de wijze van prijsvaststelling en prijsaanpassing. Kortom het geeft beleidsmatige kaders en organisatorische handvatten om invulling te geven aan het eigendommenbeheer en de verdere uitvoering van de Huur- en Pachtadministratie. In de deze beleidsnotitie worden daarom handvatten gegeven voor huurprijsberekening en het opstellen en gebruik van overeenkomsten volgens een vast format. Door op deze wijze beleidsregels vast te stellen wordt extra invulling gegeven aan het zorgvuldigheidsbeginsel en het gelijkheidsbeginsel. Bij het opstellen van deze beleidsnotitie is ook gekeken naar de nota Grondbeleid, de (concept)structuurvisie, de notitie Accommodatiebeheer, uitgangspunten vanuit het raadsprogramma, specifiek daar waar vanuit dit programma de opdracht is verstrekt te besparen op de beheers- en onderhoudskosten. Dit omdat al deze beleidsstukken raakvlakken hebben met het beheer, gebruik en de verhuur van gemeentelijk vastgoed. De zaken aangedragen in deze nota vinden aansluiting bij de door van Heijst & Partners in haar projectplan opgestelde verbeterpunten (kostendekkendheid, uniformiteit contracten, marktconformiteit huurprijzen, coördinatie bij één team). Tenslotte zijn de opgestelde huurbeleidsregels in overeenstemming met de nota Ruimte, waarin bundeling van functies in gebouwen wordt gepromoot, zodat de aantrekkelijkheid en levendigheid van een gebied verbeterd wordt.
2
Noodzaak opstellen huurbeleid Zoals in de inleiding reeds is aangegeven is tijdens de uitvoering van de opdracht om de Huur- en Pachtadministratie op orde te brengen geconstateerd dat er geen duidelijk huur- en huurprijsbeleid aanwezig is. Hierdoor zijn er meerdere vormen van huurovereenkomsten in gebruik en wordt er op uiteenlopende wijze een huurprijs berekend. Deels is dit verklaarbaar vanuit de samenvoeging van de drie gemeenten tot de huidige gemeente Zwartewaterland in 2001. Daarnaast zijn er tot op heden meerdere teams/medewerkers die zich met verhuur van gemeentelijke eigendommen bezig houden, veelal vanuit hun specifieke professie en met koppelingen aan gemeentelijke subsidies. Door deze werkwijze ontbreekt eensluidendheid in overeenkomsten en prijsbepaling. Daarnaast heeft de gemeente diverse eigendommen in bezit, die slechts door één huurder gebruikt worden. Omdat dit veelal niet kostendekkend is, heeft de gemeente hierdoor een hogere onderhoudspost. Verbeterslag In dit Huurbeleid zijn voorschriften opgenomen omtrent gebruik van gebouwen, prijsbepaling etc. Daarnaast is het verstandig om voor eensluidendheid van het opstellen van overeenkomsten en de aanpassing van prijzen, de uitvoering tevens te centraliseren bij één team. Hierdoor wordt de verhuur van gemeentelijke eigendommen beter gestroomlijnd waardoor uitvoering wordt gegeven aan het taakstellende besluit vanuit het raadsprogramma 2011 om te besparen op beheers- en onderhoudskosten. Meerwaarde Welke meerwaarde kan de gemeente nu halen uit het vaststellen van een beleidsnotitie voor verhuur van gemeentelijke eigendommen? Doordat verantwoordelijkheid voor het Vastgoed wordt neergelegd bij team Vastgoed is er één team dat het gemeentelijk Vastgoed beheert. Door daarnaast ook beleidskaders vast te stellen, wordt er een meerwaarde verkregen op zowel financieel, procesmatig, organisatorisch en onderhoudsgebied. Op het procesmatig gebied betekent dit dat er duidelijkheid ontstaat in de helderheid van de rollen en taakverantwoordelijkheden en geeft het handvatten om het proces te optimaliseren. De organisatorische meerwaarde vertaalt zich in de duidelijkheid van de contracten. Voor het financiële deel wordt de meerwaarde hoofdzakelijk gevonden in de eensluidende berekeningswijze van de huurprijzen en de jaarlijkse huurprijsverhogingen. Het onderhoudsaspect vindt zijn meerwaarde in de inzichtelijkheid van de kosten en opbrengsten, mede in relatie tot de economische en technische afschrijving op de eigendommen. Dit wordt versterkt doordat team Vastgoed de eindverantwoordelijkheid krijgt voor zowel het opstellen, wijzigen en bijhouden van huur- en onderhoudsgegevens.
Huurbeleidsregel 1. Kaderstelling. Het Huurbeleid wordt vastgesteld om daarmee volgens vaste richtlijnen eenduidigheid te krijgen bij het verhuren en beheren van gemeentelijk Vastgoed. Het opstellen, aanpassen, het beheer en de uitvoering vindt gecentraliseerd plaats bij team Vastgoed. Hierdoor ontstaat een beter inzicht in de vastgoedportefeuille.
3
Werkzaamheden team Vastgoed Inleiding. Om uitvoering te geven aan het huurbeleid is van belang dat er inzicht is in de huidige werkwijze. Ook zal er een gewenste situatie geschetst dienen te zijn, zodat daarheen gewerkt kan worden. Door daarnaast te bepalen welk team als verantwoordelijk team gezien dient te worden kan door dit huurbeleid een meerwaarde behaald worden voor de gemeente, zodat er op (onderhouds)kosten bespaard wordt en er daarnaast een hogere opbrengst wordt behaald. Door daarnaast eensluidende contracten te gebruiken wordt de kwaliteit van de dienstverlening verbeterd. Daarom wordt in dit deel de belangrijkste werkzaamheden van team Vastgoed omschreven. Deze werkzaamheden worden geschetst aan de hand van de huidige werkzaamheden als ook aan de hand van gewenste werkwijze. Huidige werkwijze De werkwijze zoals deze gehanteerd wordt ten tijde van opstelling van deze notitie concentreert zich op de administratieve uitvoering en het technisch beheer. Het aangaan van huurovereenkomsten wordt veelal nog gedaan door de diverse beleidsvelden. Hierdoor wordt veelal teruggegrepen op verouderde overeenkomsten, wordt niet gekeken naar de kostendekkendheid van de verhuur en worden de kosten voor bijvoorbeeld gas, water, elektra etc niet doorberekend, maar wordt aangegeven dat deze in de huurprijs zijn opgenomen. Aanpassingen worden veelal ad-hoc uitgevoerd en niet volgens een vast omlijnd kader/beleid. Ook is er geen snel en direct inzicht in de huurovereenkomsten, omdat deze op meerdere werkplekken worden bewaard en niet centraal gearchiveerd. Huurprijsberekeningen, de jaarlijkse huurverhogingen en mogelijke aanpassingen aan overeenkomsten worden zeer divers of niet uitgevoerd. Daarnaast zijn er in de opdracht voor het op orde brengen van de huur- en pachtadministratie een aantal ontwikkelpunten genoemd die verbeterd dienen te worden. Deze ontwikkelpunten betreffen o.a. actualisatie van contracten en zorg dragen voor een uniform contract voor alle huur- en pachtzaken. Door te starten met het in kaart brengen van de (verhuurde) eigendommen en deze centraal inzichtelijk te maken, worden al verbeteringen bereikt. Gewenste situatie Het is wenselijk om het opstellen van de huurovereenkomsten en de aanpassing van de huurprijzen te centraliseren bij team Vastgoed. Hierdoor wordt er een beter overzicht gecreëerd van aanwezige huurovereenkomsten en te ontvangen huren vs de te maken onderhoudskosten. Dit omdat ook het beheer en onderhoud geclusterd is binnen team Vastgoed. Om een beter overzicht te houden, is het van belang dat team Vastgoed naast het beheer, ook wordt belast met de uitvoering van het huurbeleid. Dit in relatie tot de specifieke vakkennis die benodigd is voor het opstellen van overeenkomsten en huurprijzen als ook voor het toezicht en plannen van onderhoud. Dit betekent dat team Vastgoed op de hoogte wordt gebracht van elke aanvraag voor het gebruik van een gemeentelijk eigendom. Ook de inbreng van nieuw vastgoed en wijzigingen in gebruik worden door team Vastgoed behandeld. Team Vastgoed zorgt er vervolgens voor dat de huurders de juiste huurovereenkomst ontvangen en dat de jaarlijkse huurprijsaanpassing op het juiste moment geschiedt. Dit uiteraard in overleg met de betreffende beleidsafdeling ivm eventuele subsidies. Ook de gesprekken omtrent extra voorwaarden en afspraken worden door team Vastgoed gevoerd. Hierdoor ontstaat een situatie waarin eenduidigheid in contracten en huurprijzen vanuit één team wordt bewaakt. De eindverantwoordelijkheid voor alles wat te maken heeft met verhuur en beheer van de gemeentelijke eigendommen komt hiermee te liggen bij team Vastgoed. Hoe dit binnen het
4
team opgezet wordt, zal in een later stadium aan de orde komen, als de diverse werkprocessen worden opgesteld. Er zal een onderscheid zijn naar beleidsmatig, administratief en technisch beheer. Met administratief wordt in deze bedoeld het bijhouden van de contractgegevens, het aanpassen van de contracten, het aanpassen van huurprijzen. Toekomstige werkwijze Om nu vanuit de huidige werkwijze de gewenste situatie te bereiken is het van belang dat er wordt bepaald hoe er vanaf heden wordt gehandeld bij het aangaan en aanpassen van huurovereenkomsten. Als gemeente hebben we divers vastgoed in eigendom. Echter niet al het vastgoed is ook specifiek benodigd voor de gemeentelijke taak. Vanuit de gemeentelijke kerntaken dient de gemeente zorg te dragen voor de huisvesting van specifieke doelgroepen. De focus ligt hierbij op huisvesting van organisaties die het welzijn- of maatschappelijk nut versterken en op de huisvesting van onderwijsinstellingen. Verhoging van de transparantie en uniformiteit van de huren; Kwaliteitsverbetering van het beheer van gemeentelijke eigendommen; Verbetering van de dienstverlening en invulling van de gemeentelijke taken; Verbetering van de exploitatie van gemeentelijke eigendommen; Denken en handelen gericht op langere termijn; Vast stramien van prijsbepaling voor verhuur van gemeentelijke eigendommen; Duidelijke richtlijn voor opstellen van overeenkomsten en huurprijzen; Door enkel gebouwen in eigendom te houden voor instellingen die vallen binnen de kerntaken van de gemeente, zal commerciële verhuur enkel mogelijk zijn indien gebouwen niet (meer) volledig ingezet (kunnen) worden voor de kerntaken. Daarnaast kan commerciële verhuur plaatsvinden in gebouwen die uit strategisch oogpunt zijn aangekocht, maar nog niet direct worden ingezet voor de gewenste ontwikkelingen. Huurbeleidsregel 2. Indeling en verantwoordelijkheid vastgoedportefeuille. In de gemeentelijke vastgoedportefeuille zijn enkel gebouwen opgenomen die voor de gemeentelijke kerntaken benodigd zijn, of uit strategisch oogpunt zijn aangekocht. Om de gemeentelijke vastgoedportefeuille adequaat te kunnen beheren is team Vastgoed het verantwoordelijk team voor alle zaken die met aankoop, verkoop, verhuur en onderhoud van gemeentelijk vastgoed te maken hebben. Team vastgoed is ambtelijk eindverantwoordelijk voor het besluitvormingsproces over verhuur, prijsvaststelling, uniforme contracten en aanpassing van contracten en (huur)prijzen. Hierdoor is de transparantie, uniformiteit en eenduidigheid van het gemeentelijk vastgoed geborgd.
5
Indeling Vastgoedportefeuille Om een Vastgoedportefeuille adequaat te kunnen beheren, dient er inzicht te zijn in kosten en opbrengsten. Ook het eigendom dient bekend te zijn. Daarnaast wordt veelal onderscheid gemaakt in vormen van vastgoed. Te denken valt aan Maatschappelijk/Cultureel vastgoed, Strategisch vastgoed Eigendomsindeling De gemeentelijke eigendommen die zijn te verhuren zijn te onderscheiden in: 1. Eigendommen benodigd voor eigen bedrijfsvoering; 2. Eigendommen benodigd voor uitvoering van specifieke taken; 3. Eigendommen die vanuit maatschappelijk/cultureel oogpunt in gebruik zijn; 4. Strategisch aangekocht eigendom; 5. Landerijen. De eigendommen genoemd onder 1 en 2 zijn veelal te vatten onder de noemer van Maatschappelijk Vastgoed. Huisvesting van deze groepen is onderdeel van de kerntaken van de gemeente, waarbij de gemeente integraal verantwoordelijk is. Daarnaast zijn er instellingen (3) die binnen de kerntaken van de gemeente vallen. Deze instellingen ontvangen veelal subsidies van de gemeente voor het uitvoeren van hun taken. Binnen de huurprijsvaststelling wordt hiermee rekening gehouden (zie § huurprijsvaststelling). Eigendommen die in gebruik zijn bij instellingen die niet direct tot de kerntaken van de gemeente behoren, kunnen worden afgestoten. Daarnaast zijn er eigendommen die uit strategisch oogpunt (punt 4) of voor toekomstige ontwikkelingen zijn aangekocht, maar nog niet direct hiervoor ingezet worden, omdat de uitvoering van de ontwikkeling dit momenteel nog niet toelaat. Deze eigendommen zijn tijdelijk te verhuren, veelal naar aard van korte duur of op grond van de Leegstandswet. Momenteel wordt het merendeel van deze eigendommen verhuurd door Ad Hoc en Saltus beheer BV. Ook worden er eigendommen verhuurd waarbij de gemeente geen primaire taak heeft om in de huisvesting te voorzien. Deze eigendommen dienen tegen een commerciële huurprijs te worden verhuurd. Te denken valt hierbij aan naschoolse opvang, kinderopvang etc. Een lijst van te behouden eigendommen voor de specifieke taken is als bijlage aan deze notitie toegevoegd. Tenslotte zijn er nog gronden en landerijen in eigendom. Landerijen worden in pacht uitgeven op basis van de Pachtwetgeving. Daarnaast komt het voor dat er openbaar groen in gebruik is gegeven of verhuurd is aan burgers. Omtrent het verhuren of afstoten van Openbaar Groen wordt apart geadviseerd. Getracht wordt daarbij om zoveel mogelijk te verkopen en te voorkomen dat Openbaar Groen verhuurd wordt. Huurbeleidsregel 3. Onderverdeling eigendommen. De te verhuren eigendommen worden onderverdeeld in: Maatschappelijk Vastgoed (onderverdeeld in: Onderwijs, Sport, Welzijn & Cultuur en eigen bedrijfsvoering); Strategisch Vastgoed; Gronden en overig Vastgoed.
6
Gebouwenbeheer Voor een goed gebouwenbeheer is het noodzakelijk te kijken welke functies qua gebruik bij elkaar passen en goed samen kunnen gaan. Om duidelijkheid te verschaffen omtrent gebruiksmogelijkheden is het aan te bevelen het maatschappelijk vastgoed nader onder te verdelen in: Eigen bedrijfsvoering, Onderwijs, Sport en Welzijn & Cultuur. Bij huisvesting voor de gemeentelijke bedrijfsvoering valt te denken aan het gemeentehuis, de gemeentewerf en de brandweerkazernes. Onder huisvesting voor onderwijs vallen de scholen. Voor de gebouwen benodigd voor Welzijn & Cultuur is het beter te spreken van multifunctionele gemeenschapsaccommodaties. Ter verduidelijking wordt het als volgt omschreven: Een plek waar delen van de gemeenschap kunnen samenkomen met een grote verscheidenheid aan maatschappelijke voorzieningen en dienstverlening, waarbij geen centrale rol is weggelegd voor scholen of zorginstellingen. Een dergelijk gebouw komt het meest overeen met de vroegere wijk- of buurthuizen. De volgende voorzieningen zijn bijvoorbeeld in de gemeenschapsaccommodatie te vinden: muziekschool, bibliotheek, centrum voor jeugd en gezin, cultureel centrum, jongerencentrum, vrijwilligerssteunpunt, zorgsteunpunt, welzijn ouderen. Veelal instellingen zonder winstoogmerk en in aanmerking komend voor een subsidie van overheidswege. Een voorbeeld van een dergelijke gebouw in de gemeente is gebouw Teeuwland. In dit kader wordt reeds opgemerkt dat gestreefd wordt om zoveel mogelijk maatschappelijk/culturele voorzieningen in één gemeentelijk gebouw te huisvesten, het clusteren van functies, zoals ook in de nota Ruimte wordt voorgestaan. Een dergelijke combinatie van meerdere organisaties in een gebouw levert extra mogelijkheden op om te besparen op het onderhoud en gebouwen af te stoten of te slopen. Huisvesting van particulieren en commerciële bedrijven wordt niet gezien als kerntaak van de gemeente. Mochten niet alle ruimten in de gemeentelijke eigendommen benodigd zijn voor de primaire doelgroepen, kan overwogen worden om een externe partij één of meerdere ruimtes in huur te geven. Indien een mogelijke huurder niet behoort tot de primaire doelgroep, en het betreffende gebouw/object ook niet (meer) benodigd is voor huisvesting binnen de primaire doelgroep, wordt een afweging gemaakt of de gemeente belang heeft bij het in stand houden van het object. Indien instandhouding van belang is en primaire doelgroepen geen belangstelling hebben voor huur van het object, dan kan besloten worden om het object commercieel te verhuren. Periodiek(per jaar) zal dan bezien worden of de wens het bestaande object in stand te houden nog steeds actueel is. Indien na een aantal opeenvolgende perioden nog steeds de actualiteit om het object in stand te houden ontbreekt zal het object afgestoten of gesloopt worden. In een eerder stadium is een besluit genomen om zoveel mogelijk eigendommen af te stoten dan wel onder te brengen bij professionele partijen die zich bezig houden met beheer van maatschappelijk vastgoed of in een stichting zoals bijvoorbeeld de Overtoom in Genemuiden. Dit standpunt blijft uiteraard overeind. Indien dit niet mogelijk blijkt te zijn zullen zoveel mogelijk instellingen gezamenlijk worden ondergebracht binnen de diverse gebouwen. Huurbeleidsregel 4. Eigendommen tbv primaire taak De gemeente heeft enkel gebouwen in eigendom die benodigd zijn voor haar primaire taak om de drie doelgroepen (eigen bedrijfsvoering, Maatschappelijke organisaties, Onderwijs) te huisvesten. Indien een eigendom niet meer voor de primaire taak aangehouden dient te worden, wordt een afweging gemaakt om het pand te behouden, te slopen of commercieel te verhuren. 7
Openbaar groen & Landerijen Naast gebouwen heeft de gemeente ook groen, landerijen en grond in eigendom. Het openbaar groen grenst veelal aan particulier eigendom. In meerdere gevallen heeft dit geresulteerd in verhuur van de betreffende strook groen voor een periode van 19 of 29 jaar. Hoe met huur van openbaar groen om te gaan wordt separaat geadviseerd in een nader op te stellen groenstructuurplan. Landerijen rond de kernen en industrieterreinen zijn veelal aangekocht vanuit een strategisch oogpunt. Deze worden kortdurend verpacht. Dit heeft veelal te maken met mogelijkheden tot uitbreiding van woonkernen, bedrijventerreinen en natuurdoeleinden. Deze gronden worden in gebruik gegeven op grond van de pachtwetgeving. Voor het huurbeleid wordt de verpachting buiten beschouwing gelaten. Maatschappelijk/Cultureel vastgoed Wat is Maatschappelijk Vastgoed? Maatschappelijk vastgoed kenmerkt zich door het feit dat het maatschappelijke functies mogelijk maakt. Hierbij dient onder maatschappelijke functies te worden verstaan functies die uitgevoerd worden door instellingen zonder winstoogmerk. Het gemeentelijk doel bij exploitatie van maatschappelijk vastgoed is om zoveel mogelijk voorzieningen en activiteiten tegen zo min mogelijk kosten aan te bieden. Het gaat dan om sociale en culturele instellingen zoals bijvoorbeeld scholen, buurthuizen, zorginstellingen, kinderboerderijen etc. Dit vraagt binnen de gemeente om een goede invulling en bezetting van de diverse eigendommen. De gemeente heeft immers een sociaal-maatschappelijke verantwoordelijkheid om een bijdrage te leveren aan de leefbaarheid binnen de gemeente/wijk/kern. Daarnaast heeft de gemeente, indien zij faciliteiten aanbiedt voor de maatschappelijke functies, ook een financieel-economische taak om goed met de gemeenschapsgelden om te gaan en te zorgen voor een goede kosten-baten verhouding. Daarnaast is het zo dat de verantwoordelijkheid voor het beheer en de exploitatie bij meerdere teams is ondergebracht, waarbij de nadruk ligt op onderhoud, sleutelbeheer en beveiliging. Baten in de vorm van huur- of verkoopopbrengsten in relatie tot koppelingen met mogelijke subsidiestromen zijn niet direct inzichtelijk. Door vaststelling van dit huurbeleid wordt tevens een andere aanpak van het vastgoed vastgesteld. Doordat er getracht wordt meer instellingen binnen één gebouw te clusteren zal een rendementsverbetering gehaald worden binnen de exploitatie van een bepaald gebouw. Huurbeleidsregel 5. Maatschappelijk vastgoed. Verhuur van maatschappelijk vastgoed vindt plaats aan instellingen of verenigingen voor Onderwijs, Sport, Welzijn & Cultuur. De betreffende gebouwen worden door zoveel mogelijk verenigingen of instellingen gebruikt. Indien mogelijk worden door de gemeente voorstellen gedaan om meerdere verenigingen binnen dit vastgoed te huisvesten. Dit mede uit oogpunt van maatschappelijke en welzijnszorg. Strategisch vastgoed Wat is Strategisch vastgoed? Dit vastgoed kenmerkt zich door het feit dat het is aangekocht met het oog op toekomstige ontwikkelingen. Veelal in het kader van uitbreiding van kernen of herstructurering van bedrijventerreinen en stadscentra. Momenteel wordt dit vastgoed via een tweetal externe bureaus in gebruik gegeven/verhuurd. Het merendeel van het strategisch vastgoed dat de gemeente momenteel in eigendom heeft zijn diverse gronden. Deze worden zo via geliberaliseerde pacht van jaar tot jaar bij agrariërs in gebruik gegeven. Het Strategisch vastgoed dat is aangekocht in het kader van (her)ontwikkeling van stadscentra of bedrijventerreinen, zal per object nader bekeken worden in hoeverre dit verhuurbaar is.
8
Aandachtspunt hierbij is dat voorkomen wordt dat de gemeente geen vrije beschikking heeft over het pand indien de gewenste ontwikkeling zijn uitvoering krijgt. Derhalve zal verhuur aan een rechtspersoon enkel kunnen voor een periode korter dan 1 jaar. Bij woningen zal derhalve op basis van de Leegstandswet worden verhuurd. Bedrijfslocaties worden middels een “HUUROVEREENKOMST KANTOORRUIMTE en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:230a BW” tijdelijk verhuurd. Hierbij dient een aantal zaken specifiek benoemd te worden. Een voorbeeld van deze overeenkomst is als bijlage bij deze beleidsnotitie toegevoegd. Huurbeleidsregel 6. Strategisch vastgoed. Verhuur van strategisch vastgoed vindt plaats op grond van of de Leegstandswet of voor korte duur. Het huidig strategisch vastgoed blijft vooralsnog in beheer bij de huidige externe bedrijven. Nieuw strategisch vastgoed wordt door team Vastgoed verhuurd.
.
9
Overeenkomsten Voor eensluidendheid in de verhuur van vastgoed is het van belang dat er standaard overeenkomsten gebruikt worden. In deze paragraaf worden voorstellen gedaan voor specifieke huurovereenkomsten. Ook worden voorstellen gedaan omtrent de wijze van huurprijsvaststelling en de jaarlijkse aanpassing van de huurprijs. Huurovereenkomsten Vanuit het verleden blijkt dat er een veelheid aan huurovereenkomsten aanwezig is. Om hierin meer uniformiteit te brengen zal vanaf vaststelling van dit beleid voor nieuwe en aan te passen overeenkomsten een standaard model worden gehanteerd. Hiervoor wordt het zogenaamde ROZ-model gebruikt, een standaard contractmodel in de vastgoedbranche. Er wordt onderscheid gemaakt in een model voor woningen, winkelruimte en kantoorruimte. Het vastgoed waar de gemeente op dit moment over beschikt, is goed in te passen in deze modellen. Dit vergroot de beheersbaarheid en transparantie. Recente huurcontracten zijn vooruitlopend hierop al conform deze modellen afgesloten. Een voorbeeldmodel van deze overeenkomsten is als bijlage bij deze notitie gevoegd. Ook de gemeentelijke sporthal “de Prinsenhof” in Hasselt zal door middel van een overeenkomst naar het ROZ-model worden verhuurd. Aan deze huurovereenkomst wordt een specifiek gebruiksreglement toegevoegd. Ook dit is als bijlage bijgevoegd. De diverse contracten worden binnen het postregistratiesysteem Decos in een eigen boek geadministreerd. Vanuit dit boek worden aan de betreffende medewerker herinneringen gezonden indien de termijn van huurprijsaanpassing of de huurtermijn zelf afloopt. Leegstandswet Indien een bedrijfspand is aangekocht als strategische aankoop en de gemeente wenst deze nog tijdelijk te verhuren omdat de ontwikkeling van het betreffende gebied nog op zich laat wachten, wordt een overeenkomst gebruikt naar model van de ROZ. Hierbij geldt dat er maximaal 2 jaar verhuurd kan worden, wat ook duidelijk in de huurovereenkomst wordt opgenomen. Dit om te bereiken dat een huurder aan het eind van de huurperiode het pand daadwerkelijk verlaat en zich niet kan beroepen op huurbescherming. Binnen de reguliere huurwetgeving heeft een huurder huurbescherming, zodat hij niet zonder huisvesting komt te zitten. Voor woningen bestaat daarnaast de mogelijkheid om op basis van artikel 15 van de Leegstandswet te verhuren. Woningen die strategisch zijn aangekocht komen in aanmerking om middels deze constructie verhuurd te worden. Aanvragen voor huur van gemeentelijk eigendom op grond van de leegstandswet zullen in nauw overleg met de medewerkster Volkshuisvesting behandeld en afgewerkt worden. Huurbeleidsregel 7. Overeenkomstvormen De gemeente Zwartewaterland hanteert als huurovereenkomst het model zoals door de Raad voor Onroerende Zaken is vastgesteld. Er wordt onderscheid gemaakt in een model voor Woningen, Winkelruimte, Kantoren en andere bedrijfsruimten, Alle bestaande huurovereenkomsten worden op termijn vervangen door een huurovereenkomst conform dit model. Voor verhuur van Strategisch vastgoed worden specifieke overeenkomsten gebruikt. Huurbeleidsregel 7a: Sporthal “de Prinsenhof” Verhuur geschiedt eveneens met een huurovereenkomst naar het ROZ-model. Een specifiek gebruiksreglement maakt onderdeel uit van deze overeenkomst. 10
Huurprijsbeleid Bij het bepalen van de huurprijs voor de drie doelgroepen is het van belang dat er een uniforme en transparante huurprijsmethodiek wordt vastgesteld. Hieronder wordt de toegepaste rekenmethodiek beschreven en de wijze van jaarlijkse huurverhoging. Binnen de verhuur van gebouwen wordt uitgegaan van bruto en netto vloeroppervlakten. De gemeente stelt vast dat zij de bruto vierkante meter bedragen bepaalt aan de hand van de waarde van vergelijkbare panden in het economisch verkeer. Hiervoor worden minimaal 3 vergelijkbare panden gezocht die in het jaar voorafgaand aan het aangaan van de huur binnen de gemeente, in de markt, zijn verhuurd. Het gemiddelde van deze drie panden is de basis voor de prijsbepaling door de gemeente. Deze prijs wordt eventueel naar beneden bijgesteld indien de onderhoudstoestand slecht is, er geen faciliteiten of minimale faciliteiten zijn voor de huidige kantoorvoorzieningen (zgn verouderingskorting). Indien extra voorzieningen worden geleverd (bijvoorbeeld gestoffeerd en gemeubileerd) worden deze via een toeslag op de vierkante meterprijs doorberekend. Daarnaast geldt dat verkeersruimten circa 33% van het bruto vloeroppervlakte van het gebouw bestrijken. Binnen zowel de vastgoedsector als de bouwsector wordt dit als een richtlijn gebruikt. Voor het gebruik van de verkeersruimten door de diverse gebruikers van het gemeentelijk eigendom wordt de verdeelsleutel bepaald op 40% voor de huurder en 60% voor de verhuurder. Voor de door te berekenen toeslag verkeersruimte (uitgedrukt in m²) wordt derhalve conform volgende berekening gerekend: •
Toeslag verkeersruimte = 1/3 x Bruto vloeroppervlakte x 40%.
Door deze toeslag bij de te huren ruimten op te tellen wordt de door huurder te huren vloeroppervlakte verkregen. Voor de door huurder te betalen jaarhuur wordt vervolgens de te huren vloeroppervlakte vermenigvuldigd met de huurprijs (in het economisch verkeer) per vierkante meter. •
Jaarhuur = vierkante meter prijs x te huren vloeroppervlakte
Boven deze jaarhuur betaalt de huurder tevens servicekosten. In de servicekosten worden opgenomen: Gebruik van gas, water en elektra, gebruikersdeel WOZ, Afval, waterschapslasten, reinigingsheffingen, schoonmaakkosten, gevelreiniging/glasbewassing, gebruik ICT, beheer. Voor de berekening van deze kosten wordt gebruik gemaakt van de kentallen zoals deze op www.milieubarometer.nl/branchevoorbeelden worden gepubliceerd. Dit in combinatie met de gemiddelde tarieven zoals deze door het CBS bij cijfers/overige prijzen/aardgas en energie worden gepubliceerd. Indien er in een gebouw slechts één huurder is, worden de energiekosten etc. rechtstreeks doorberekend. Jaarlijks worden deze prijzen verhoogd conform het Consumentenprijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie alle huishoudens, zoals gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Deze prijswijzigingen zijn door vaststelling van dit beleid gemandateerd aan de
11
eenheidsmanager Ontwikkeling & Beheer. Aan het eind van de huurperiode van vijf jaar wordt de jaarhuur telkens opnieuw vastgesteld en voorgelegd aan het college van Burgemeester en Wethouders. Indien er gebouwen worden verhuurd met verdiepingen, wordt de jaarhuur voor de afzonderlijke verdiepingen conform het onderstaande ITZA-schema aangepast. Bijlage: ITZA-schema Mogelijke waardering van m2-’s binnen gebouwen voor commerciële doeleinden, uitgedrukt in procenten, uitgaande van gelijke bouwkundige kwaliteit __________________________________________________________________________ Omschrijving BG __________________________
-/-1 ____
+/+1 _____
+/+2 _____
+/+3 _____
+/+4 _____
>=+5 _____
100 100 75
20 20 20
85 100 50
70 100 50
50 100 50
25 100 50
15 100 50
100 50 25
20 10 5
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
kantoren 1. zonder lift 2. met lift 3. zone B*
winkels 1. tot 10 meter diepte 2. 10-20 meter diepte 3. 20 meter en dieper
20 10 5
bedrijfshallen 1. alle m² 100 20 20 5 0 0 0 __________________________________________________________________________ * Zone B: 7.20 meter achter de gevel
Huurbeleidsregel 8. Huurprijsbepaling en aanpassing. De huurprijs wordt bepaald aan de hand van de waarde in het economisch verkeer van minimaal drie vergelijkbare panden. Voor gebruik van verkeersruimten wordt een toeslag berekend over de bruto vloeroppervlakte conform de formule: • Toeslag verkeersruimte: 1/3 x Bruto vloeroppervlakte x 40%. De oppervlakte van de ruimten die de huurder gebruikt, verhoogd met de toeslag voor verkeersruimte wordt vermenigvuldigd met de huurprijs in het economisch verkeer. Hierdoor ontstaat de jaarhuur. • Jaarhuur = vierkante meter prijs x te huren oppervlakte Voor verdiepingen worden per verdieping aanpassingen gedaan conform het zgn ITZAschema. Boven de jaarhuur worden de servicekosten apart in rekening gebracht, aan de hand van kentallen gepubliceerd op: www.milieubarometer.nl/branchevoorbeelden in combinatie met de energiekostencijfers gepubliceerd door het CBS. Jaarlijkse aanpassing vindt plaats conform CPI van het CBS en is aan de eenheidsmanager Ontwikkeling & Beheer gemandateerd. Aan het eind van de huurperiode van vijf jaar wordt de huur telkens opnieuw bepaald en aan het college van Burgemeester & Wethouders12 voorgelegd.
Gesubsidieerde instellingen Voor de bestaande situaties geldt dat er veelal een “beleidshuur” is toegepast. Een dergelijke huur staat niet in relatie tot de kosten van het vastgoed object, maar wordt veelal bepaald op beleidsuitgangspunten of prestaties die de huurder aan de gemeente levert. Aan maatschappelijk/culturele instellingen wordt, in nieuwe situaties, een huur in rekening gebracht die kostprijsdekkend is. Dit houdt in dat rekening wordt gehouden met de levensduur van het object, restwaarde, investering (onderhoud/upgrading), bezettingsgraad en leegstand. In deze gevallen zal zo veel mogelijk in overleg met de betreffende beleidsafdeling getracht worden om een maximaal rendement uit de gebouwen te halen. Dit door zo veel mogelijk maatschappelijke en culturele functies binnen de gemeentelijke gebouwen te combineren. Door een dergelijke clustering kan zoveel mogelijk rekening gehouden worden met subsidiestromen en huuropbrengsten in relatie tot de kosten. Het combineren van meerdere verenigingen in een maatschappelijk/cultureel gebouw past binnen de uitgangspunten van de Nota Ruimte. Daarnaast zorgt de combinatie van meerdere organisaties in een gebouw tot extra mogelijkheden om andere gebouwen af te stoten of te slopen, waardoor kostenbesparing op onderhoud kan plaatsvinden. De betreffende beleidsteams hebben hierin een adviserende rol. Team Vastgoed is in deze ambtelijk eindverantwoordelijk om de huurprijs door het college te laten vaststellen. Huurbeleidsregel 9. Gesubsidieerde instellingen Voor maatschappelijk/culturele instellingen wordt de huurprijs in overleg met het betreffende beleidsteam bepaald. De beleidsteams hebben een adviserende rol. Team Vastgoed is ambtelijk eindverantwoordelijk bij vaststelling van de huurprijs. Kostendekkendheid is het uitgangspunt. Implementatie De implementatie van dit beleid zal zijn uitwerking vinden zoals hieronder geschetst. In bestaande situaties waarin geen huurovereenkomst aan het gebruik van gemeentelijk vastgoed ten grondslag ligt, de huur is aangegaan voor een symbolisch bedrag, de huren reeds jaren niet zijn aangepast of een huurovereenkomst die tegen het eind van de termijn loopt, zullen de nieuwe contractmodellen worden ingevoerd. Huurspecifieke afspraken worden opgenomen aan het eind van de huurovereenkomst onder algemene bepalingen. Het team Vastgoed zal hiervoor in overleg treden met de betrokken huurders/gebruikers en, daar waar van toepassing de betrokken beleidsteams hierbij betrekken. Veel eigendommen zijn reeds vanuit de voorgaande gemeenten verhuurd. Vanuit deze geschiedenis valt op dat er veel gebouwen voor een symbolische huurprijs van een euro of gulden worden verhuurd. Omdat de kosten echter vele malen hoger zijn, is verhuur niet rendabel. Door vaststelling van een algemeen huur- & verhuurbeleid wordt tevens besloten om al de huidige huurovereenkomsten te beëindigen. Dit echter wel in overeenstemming met de gestelde regels van opzegging en de afspraken zoals deze in de huidige huurovereenkomsten zijn gemaakt. Vervolgens zal er met de betreffende huurders een nieuwe overeenkomst worden afgesloten die gestoeld is op het vastgestelde huurbeleid. Om een duidelijke taakverantwoordelijkheid te krijgen worden de diverse werkprocessen nader uitgewerkt. In een later stadium wordt een voorstel hiertoe door team Vastgoed uitgewerkt.
13
Samenvatting. Door de verhuur van gemeentelijke eigendommen op een dergelijke wijze in te kaderen, heeft de gemeente goede handvatten om vragen en verzoeken van burgers en bedrijven sneller, beter, transparanter, completer en met oog voor gelijkheid te behandelen. Door daarnaast ook functies in gebouwen te bundelen wordt versterkt ingezet op kostenbesparing. Dit omdat gebouwen efficiënter en beter benut worden waardoor diverse gebouwen afgestoten kunnen worden. Hierdoor wordt mede uitvoering gegeven aan de opdracht om te besparen op onderhoud en beheer. Hieronder worden alle voorgestelde huurbeleidsregels, samenvattend, opgesomd: Huurbeleidsregel 1. Kaderstelling. Het Huurbeleid wordt vastgesteld om daarmee volgens vaste richtlijnen eenduidigheid te krijgen bij het verhuren en beheren van gemeentelijk Vastgoed. Het opstellen, aanpassen, het beheer en de uitvoering vindt gecentraliseerd plaats bij team Vastgoed. Hierdoor ontstaat een beter inzicht in de vastgoedportefeuille. Huurbeleidsregel 2. Indeling en verantwoordelijkheid vastgoedportefeuille. In de gemeentelijke vastgoedportefeuille zijn enkel gebouwen opgenomen die voor de gemeentelijke kerntaken benodigd zijn, of uit strategisch oogpunt zijn aangekocht. Om de gemeentelijke vastgoedportefeuille adequaat te kunnen beheren is team Vastgoed het verantwoordelijk team voor alle zaken die met aankoop, verkoop, verhuur en onderhoud van gemeentelijk vastgoed te maken hebben. Team vastgoed is ambtelijk eindverantwoordelijk voor het besluitvormingsproces over verhuur, prijsvaststelling, uniforme contracten en aanpassing van contracten en (huur)prijzen. Hierdoor is de transparantie, uniformiteit en eenduidigheid van het gemeentelijk vastgoed geborgd. Huurbeleidsregel 3. Onderverdeling eigendommen De te verhuren eigendommen worden onderverdeeld in: Maatschappelijk Vastgoed (onderverdeeld in: Onderwijs, Sport, Welzijn & Cultuur en eigen bedrijfsvoering); Strategisch Vastgoed; Gronden en overig Vastgoed. Huurbeleidsregel 4. Eigendommen tbv primaire taak De gemeente heeft enkel gebouwen in eigendom die benodigd zijn voor haar primaire taak om de drie doelgroepen (eigen bedrijfsvoering, Maatschappelijke organisaties, Onderwijs) te huisvesten. Indien een eigendom niet meer voor de primaire taak aangehouden dient te worden, wordt een afweging gemaakt om het pand te behouden, te verkopen, commercieel te verhuren of te slopen. Huurbeleidsregel 5. Maatschappelijk vastgoed. Verhuur van maatschappelijk vastgoed vindt plaats aan instellingen of verenigingen voor Onderwijs, Sport, Welzijn & Cultuur. De betreffende gebouwen worden door zoveel mogelijk verenigingen of instellingen gebruikt. Indien mogelijk worden door de gemeente voorstellen gedaan om meerdere verenigingen binnen dit vastgoed te huisvesten. Huurbeleidsregel 6. Strategisch vastgoed. Verhuur van strategisch vastgoed vindt plaats op grond van of de Leegstandswet of voor korte duur. Het huidig strategisch vastgoed blijft vooralsnog in beheer bij de huidige externe bedrijven. Nieuw strategisch vastgoed wordt door team Vastgoed verhuurd.
14
Huurbeleidsregel 7. Overeenkomstvormen De gemeente Zwartewaterland hanteert als huurovereenkomst het model zoals door de Raad voor Onroerende Zaken is vastgesteld. Er wordt onderscheid gemaakt in een model voor Woningen, Winkelruimte, Kantoren en andere bedrijfsruimten. Alle bestaande huurovereenkomsten worden op termijn vervangen door een huurovereenkomst conform dit model. Voor verhuur van Strategisch vastgoed worden specifieke overeenkomsten gebruikt. Huurbeleidsregel 7a: Sporthal “de Prinsenhof” Verhuur geschiedt eveneens met een huurovereenkomst naar het ROZ-model. Een specifiek gebruiksreglement maakt onderdeel uit van deze overeenkomst. Huurbeleidsregel 8. Huurprijsbepaling en aanpassing. De huurprijs wordt bepaald aan de hand van de waarde in het economisch verkeer van minimaal drie vergelijkbare panden. Voor gebruik verkeersruimten wordt een toeslag berekend over de bruto vloeroppervlakte conform de formule: • Toeslag verkeersruimte: 1/3 x Bruto vloeroppervlakte x 40%. De oppervlakte van de ruimten die de huurder gebruikt, verhoogd met de toeslag voor verkeersruimte wordt vermenigvuldigd met de huurprijs in het economisch verkeer. Hierdoor ontstaat de jaarhuur. • Jaarhuur = vierkante meter prijs x te huren oppervlakte Voor verdiepingen worden per verdieping aanpassingen gedaan conform het zgn ITZAschema. Boven de jaarhuur worden de servicekosten apart in rekening gebracht, aan de hand van kentallen gepubliceerd op: www.milieubarometer.nl/branchevoorbeelden in combinatie met de energiekostencijfers gepubliceerd door het CBS. Jaarlijkse aanpassing vindt plaats conform CPI van het CBS en is aan de eenheidsmanager Ontwikkeling & Beheer gemandateerd. Aan het eind van de huurperiode van vijf jaar wordt de huur telkens opnieuw bepaald en aan het college van Burgemeester & Wethouders voorgelegd. Huurbeleidsregel 9. Gesubsidieerde instellingen Voor maatschappelijk/culturele instellingen wordt de huurprijs in overleg met het betreffende beleidsteam bepaald. De beleidsteams hebben een adviserende rol. Team Vastgoed is ambtelijk eindverantwoordelijk bij vaststelling van de huurprijs. Kostendekkendheid is het uitgangspunt. Resumé. Wij stellen u voor: De “Kaderbeleidsnotitie voor verhuur van gemeentelijk vastgoed” vast te stellen; In te stemmen met de in de kaderbeleidsnotitie geformuleerde beleidsregels; In te stemmen met de werkwijze voor implementatie van deze kaderbeleidsnotitie. Jaarlijkse aanpassing van de huurprijzen geschiedt conform het CPI van het CBS en wordt gemandateerd aan de eenheidsmanager van de afdeling Ontwikkeling & Beheer.
15
Deze Kaderbeleidsnotitie is vastgesteld door het college van burgenmeester en wethouders van de Gemeente Zwartewaterland in haar vergadering van 29 mei 2012.
Burgemeester en wethouders van Zwartewaterland, de secretaris,
de burgemeester,
mr. D. Leentjes
ing. E.J. Bilder
16
GEMEENTE ZWARTEWATERLAND HUUROVEREENKOMST KANTOORRUIMTE en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:230a BW Gemeentelijk huurcontractnummer: Model door de Raad voor Onroerende Zaken (ROZ) op 30 juli 2003 vastgesteld. Verwijzing naar dit model en het gebruik daarvan zijn uitsluitend toegestaan, indien de ingevulde, de toegevoegde of de afwijkende tekst duidelijk als zodanig herkenbaar is. Toevoegingen en afwijkingen dienen bij voorkeur te worden opgenomen onder het hoofd 'bijzondere bepalingen'. Iedere aansprakelijkheid voor nadelige gevolgen van het gebruik van de tekst van het model wordt door de ROZ uitgesloten.
ONDERGETEKENDEN Publiekrechtelijk rechtspersoon zetelend te
: Gemeente Zwartewaterland : Telvorenstraat 2 : 8061 CB HASSELT
hierna te noemen 'verhuurder', in deze op basis van artikel 160 van de Gemeentewet vertegenwoordigd door haar burgemeester de heer ing. E.J. Bilder.
EN Naam
:
gevestigd te kantoorhoudende te postadres
: : : :
hierna te noemen 'huurder', ingeschreven in het handelsregister onder nummer: omzetbelastingnummer: . in deze vertegenwoordigd door in zijn/haar hoedanigheid van
.
, .
ZIJN MET BETREKKING TOT HET HIERNA GENOEMDE EN OMSCHREVEN GEMEENTELIJK EIGENDOM GELEGEN AAN: Straatnaam Postcode en Plaats
: :
Kadastraal bekend
: GEMEENTE: Hasselt, Sectie: , Nummer: Oppervlakte: m², (Geheel).
Hierna te noemen ‘het gehuurde’
HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
17
,
Het gehuurde, bestemming 1.1
Verhuurder verhuurt aan huurder en huurder huurt van verhuurder de bedrijfsruimte, zoals in de aanhef van deze overeenkomst nader is omschreven en welke bedrijfsruimte nader is aangegeven op de als bijlagen bij deze overeenkomst gevoegde en daarvan deeluitmakende door partijen geparafeerde tekening en een door partijen geparafeerd proces-verbaal van oplevering, waarin wordt aangegeven welke installaties en andere voorzieningen wel, en welke installaties en andere voorzieningen niet, tot het gehuurde behoren en waarin tevens een beschrijving van de staat van het gehuurde wordt gegeven, eventueel aangevuld met door partijen geparafeerde foto’s.
1.2 Het gehuurde zal door of vanwege huurder uitsluitend worden bestemd om te worden gebruikt als Kantoor, dit conform het ter plaatse geldende bestemmingsplan: 1.3
1.4
Het is huurder niet toegestaan zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van verhuurder een andere bestemming aan het gehuurde te geven dan omschreven in 1.2. De hoogst toelaatbare belasting van de vloeren van het gehuurde bedraagt:
.
Voorwaarden 2.1
Van deze overeenkomst maken deel uit de ‘ALGEMENE BEPALINGEN HUUROVEREENKOMST KANTOORRUIMTE' en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:230A BW’, gedeponeerd bij de griffie van de rechtbank te Den Haag op 11 juli 2003 en aldaar ingeschreven onder nummer 72/2003, hierna te noemen 'algemene bepalingen'. De inhoud van deze algemene bepalingen is partijen bekend. Huurder en verhuurder hebben een exemplaar van de algemene bepalingen ontvangen.
2.2
De algemene bepalingen waarnaar in 2.1 wordt verwezen, zijn van toepassing behoudens voor zover daarvan in deze overeenkomst uitdrukkelijk is afgeweken of toepassing daarvan ten aanzien van het gehuurde niet mogelijk is.
Duur, verlenging en opzegging 3.1
Deze overeenkomst is aangegaan voor de duur van jaar, ingaande op en lopende tot en met . . 3.2 Na het verstrijken van de in 3.1 genoemde periode wordt deze overeenkomst voortgezet voor een aansluitende periode van jaar, derhalve tot en met . Deze overeenkomst wordt vervolgens voortgezet voor aansluitende perioden van telkens jaar.
3.3
Beëindiging van deze overeenkomst vindt plaats door opzegging tegen het einde van een huurperiode met inachtneming van een termijn van tenminste één jaar.
3.4
Opzegging dient te geschieden bij deurwaardersexploot of per aangetekend schrijven.
Huurprijs, omzetbelasting, huurprijsaanpassing, betalingsverplichting, betaalperiode 4.1
4.2
De aanvangshuurprijs van het gehuurde bedraagt op jaarbasis € zegge: . Dat is per jaar per vierkante meter een bedrag van €
. .
Partijen komen overeen dat verhuurder wel/geen omzetbelasting over de huurprijs in rekening brengt. Indien géén met omzetbelasting belaste verhuur wordt overeengekomen is huurder naast de huurprijs een afzonderlijke vergoeding aan verhuurder verschuldigd, ter compensatie van het nadeel dat verhuurder c.q. diens rechtsopvolger(s) lijdt dan wel zal lijden, omdat de
18
omzetbelasting op de investeringen en exploitatiekosten van verhuurder niet (meer) aftrekbaar zijn. Het gestelde in 19.1 t/m 19.9 algemene bepalingen is dan niet van toepassing. 4.3
Indien partijen een met omzetbelasting belaste verhuur zijn overeengekomen maken huurder en verhuurder gebruik van de mogelijkheid om op grond van Mededeling 45, besluit van 24 maart 1999, nr. VB 99/571, af te zien van het indienen van een gezamenlijk optieverzoek voor een met omzetbelasting belaste verhuur. Huurder verklaart door ondertekening van de huurovereenkomst mede ten behoeve van de rechtsopvolger(s) van verhuurder, dat hij het gehuurde blijvend gebruikt of blijvend laat gebruiken voor doeleinden waarvoor een volledig of nagenoeg volledig recht op aftrek van omzetbelasting op de voet van artikel 15 van de Wet op de omzetbelasting 1968 bestaat.
4.4
Het boekjaar van huurder loopt van
4.5
De huurprijs wordt jaarlijks per aangepast, voor het eerst met ingang van overeenkomstig 9.1. t/m 9.4 algemene bepalingen.
4.6
De vergoeding die huurder verschuldigd is voor door of vanwege verhuurder te verzorgen bijkomende leveringen en diensten wordt bepaald overeenkomstig 16 algemene bepalingen. Op deze vergoeding wordt een systeem van voorschotbetalingen met latere verrekening toegepast, zoals daar is aangegeven.
tot en met
. ,
4.7.1 De betalingsverplichting van huurder bestaat uit: de huurprijs; de afzonderlijke vergoeding indien geen met omzetbelasting belaste verhuur is overeengekomen de over de huurprijs verschuldigde omzetbelasting indien partijen een met omzetbelasting belaste verhuur zijn overeengekomen; het voorschot op de vergoeding voor de door of vanwege verhuurder te verzorgen bijkomende leveringen en diensten met de daarover verschuldigde omzetbelasting; 4.7.2 Huurder is geen omzetbelasting meer over de huurprijs verschuldigd indien het gehuurde niet langer met omzetbelasting mag worden verhuurd, terwijl partijen dat wel waren overeengekomen. Als dat het geval is, komen de in 19.3.a algemene bepalingen bedoelde vergoedingen voor de omzetbelasting in de plaats en wordt de in 19.3.a sub I bedoelde vergoeding bij voorbaat vastgesteld op % van de actuele huurprijs. 4.8.
Per betaalperiode van één kalendermaand bedraagt bij aanvang van de huurovereenkomst: de huurprijs voor de gebruiksruimten welke door huurder en verhuurder zijn overeengekomen een toeslag van 33% over de totaaloppervlakte van het medegebruik van de verkeersruimten van het gehuurde de over de huurprijs verschuldigde omzetbelasting of de afzonderlijke vergoeding als genoemd in 4.2 indien geen met omzetbelaste verhuur wordt overeengekomen of de in 4.7.2.genoemde vergoeding(en) indien niet meer met omzetbelasting mag worden verhuurd, terwijl partijen dat wel waren overeengekomen het voorschot op de vergoeding voor door of vanwege verhuurder verzorgde bijkomende leveringen en diensten met de daarover verschuldigde omzetbelasting(servicelasten)
totaal zegge: 4.9
€ € € € €
€ € € €
.
Met het oog op de datum van ingang van de huur, heeft de eerste betaling van huurder betrekking op de periode van tot en met en is het over deze eerste periode verschuldigde bedrag
19
€ , zegge: . Dit bedrag is inclusief omzetbelasting, ook wat de omzetbelasting over de huurprijs betreft, doch alleen als huurder omzetbelasting over de huurprijs verschuldigd is. Huurder zal dit bedrag voldoen vóór of op . 4.10 De uit hoofde van deze huurovereenkomst door huurder aan verhuurder te verrichten periodieke betalingen als weergegeven in 4.8 zijn in één bedrag bij vooruitbetaling verschuldigd in euro’s en moeten vóór of op de eerste dag van de periode waarop de betalingen betrekking hebben volledig zijn voldaan. 4.11 Tenzij anders vermeld, luiden alle bedragen in deze huurovereenkomst en de daarvan deel uitmakende algemene bepalingen exclusief omzetbelasting.
Leveringen en diensten 5.
Als door of vanwege verhuurder te verzorgen bijkomende leveringen en diensten komen partijen overeen(servicelasten) -
Bankgarantie 6.
Het in 12.1 algemene bepalingen bedoelde bedrag van de bankgarantie wordt bij deze tussen partijen vastgesteld op € . zegge: .
Beheerder 7.1
Totdat verhuurder anders meedeelt, wordt het beheer gecoördineerd door team Vastgoed van de gemeente Zwartewaterland, Telvorenstraat 2, 8061 CB Hasselt, telefoon: 038 385 30 00.
7.2
Tenzij schriftelijk anders overeengekomen, dient huurder zich voor wat betreft de inhoud en alle verdere aangelegenheden betreffende deze huurovereenkomst met de beheerder te verstaan.
Bijzondere bepalingen Volledigheid overeenkomst, wijzigingen en aanvullingen 8.1
Deze overeenkomst bevat alle afspraken tussen partijen met betrekking tot de onderhavige huur- en verhuurrelatie en treedt in de plaats van alle eerdere schriftelijke en mondelinge afspraken welke partijen ter zake hebben gemaakt.
8.2
Deze overeenkomst kan slechts worden gewijzigd of worden aangevuld door middel van een door alle partijen ondertekend document, welk document aan deze overeenkomst zal worden gehecht.
20
Aldus opgemaakt te Hasselt in drievoud En ondertekend te: Hasselt op ………………………………(datum) Gemeente Zwartewaterland Voor deze
Plaats: voor deze :
op …………………. (datum) .
........................................................................... …………………………............................................... (handtekening verhuurder) (handtekening huurder) De heer ing. E.J. Bilder .
Afzonderlijke handtekening(en) van huurder(s) voor de ontvangst van een eigen exemplaar van de ‘ALGEMENE BEPALINGEN HUUROVEREENKOMST KANTOORRUIMTE en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:230a BW’ als genoemd in 2.1. Handtekening huurder(s): Plattegrond met daarop aangegeven de gebruikte ruimten van het gehuurde:
Bijlagen: 1) 2) 3) 4) 5)
tekening van de gehuurde bedrijfsruimte algemene bepalingen bankgarantie overzicht van de servicelasten proces-verbaal van oplevering
21
Algemene voorwaarden voor het gebruik van sporthal “de Prinsenhof” te Hasselt G E M E E N T E ZWARTEWATERLAND Burgemeester en wethouders van Zwartewaterland; besluiten: vast te stellen de navolgende "Regeling betreffende de verhuur- en gebruiksvoorwaarden voor de (gemeentelijke) binnensportaccommodaties" in de gemeente Zwartewaterland. Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder: 1. de sportaccommodatie: de sporthal "De Prinsenhof" (de gehele hal of de halve hal); 2. de verhuurder: de gemeente Zwartewaterland; 3. de huurder/ster: een vereniging, een (sport)bond, een school, een instelling of particulier die de sportaccommodatie heeft gehuurd; 4. de gebruiker: degene, die op uitnodiging van de huurder/ster gebruik maakt van de door hem/haar gehuurde sportaccommodatie; 5. seizoen: tijdvak na de zomervakantie tot de zomervakantie van het basisonderwijs. Per seizoen wordt opnieuw bekeken of op dezelfde tijdstippen het gebruik van de sportaccommodatie kan doorgaan; 6. de beheerder: de door het gemeentebestuur van Zwartewaterland met het beheer van de gemeentelijke sportaccommodatie belaste persoon of personen. Artikel 2 Burgemeester en Wethouders van Zwartewaterland zijn belast met het beheer en de exploitatie van de sporthal. Artikel 3 1. Burgemeester en Wethouders beslissen op aanvragen tot huur van de binnensportaccommodaties. 2. Bij de beoordeling van de aanvragen worden - indien daartoe aanleiding is - de volgende gedragslijnen gevolgd: − Tijdens schooltijden hebben scholen voorrang op overig gebruik; − specifieke zaalsportverenigingen hebben voorrang ten opzichte van de buitensportverenigingen; − de sporthal en de sportzaal zijn op de door-de-weekse dagen in principe bestemd voor trainingen; − de Zwartewaterlandse (sport)verenigingen hebben voorrang op verenigingen van elders; − tot 20.00 uur worden de uren zoveel mogelijk beschikbaar gesteld ten behoeve van de jeugdleden; − gelet op de inrichting van de gymnastieklokalen krijgen de gymnastiekverenigingen, voor zover uit hun aanvraag blijkt dat zij voor haar groepen gebruik moeten maken van de in het gymnastieklokaal aanwezig zijnde specifieke turntoestellen, voorrang ten 22
opzichte van andere georganiseerde sportverenigingen en/of andere ongeorganiseerde sportgroepen; − lang gebruik gaat voor kort gebruik. 3. Bij inwilliging van het verzoek wordt tussen de verhuurder en de huurder/ster een huurovereenkomst voor langere periode gesloten. De voorwaarden en bepalingen van deze regeling worden als bijlage aan de huurovereenkomst toegevoegd. 4. In de huurovereenkomst worden naast de huurprijs en betalingswijze ook de uren, respectievelijk dagen waarop de sportaccommodatie in gebruik wordt afgestaan, opgenomen. Artikel 4 Openstelling gemeentelijke sportaccommodatie. De sporthal is in principe beschikbaar voor het sportgebruik op: − maandag t/m vrijdag van 8.30 tot 23.00 uur − zaterdag en zondag van 08.00 tot 24.00 uur De sportaccommodatie is gesloten op: a) Nieuwjaarsdag, b) 1e en 2e Paasdag, c) Koninginnedag, d) Hemelvaartsdag, e) 1e en 2e Pinksterdag, f) de zomervakantie en g) 1e en 2e Kerstdag. Verder is de sporthal op 24 en 31 december vanaf 15.00 uur gesloten. Burgemeester en Wethouders kunnen in bepaalde gevallen, van de in dit artikel vermelde tijden c.q. perioden, ontheffing verlenen. Artikel 5 Het gebruik van de sportaccommodatie houdt mede in het gebruik van de daarbij behorende kleed- en wasgelegenheid, de toiletten en de aan de gemeente in eigendom toebehorende toestellen en materialen (m.u.v. klein materiaal zoals ballen, rackets etc.). De toestellen en materialen mogen uitsluitend worden gebruikt onder toezicht van deskundige leiding en voor de doeleinden waarvoor zij zijn vervaardigd. Aanwijzingen gegeven door of namens de sporthalbeheerder dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd. De sporthalbeheerder is bevoegd om personen die zijn aanwijzingen niet opvolgen uit de sportaccommodatie te verwijderen of te doen verwijderen. De apparatuur voor de scheidingswand in de sportaccommodatie mag uitsluitend door de sporthalbeheerder worden bediend. Artikel 6 a) De verhuur geschiedt tegen een door de raad van de Gemeente Zwartewaterland c.q. het college van Burgemeester en Wethouders vastgestelde vergoeding. De huur cq gebruiksvergoeding wordt jaarlijks per 1 januari aangepast conform het door het CBS gepubliceerde prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie, alle huishoudens, waarbij de bedragen naar boven worden afgerond op hele euro’s. De vergoeding voor het gebruik moet binnen 14 dagen na dagtekening van de nota worden voldaan. Van gebruik is sprake zolang geen tijdige opzegging heeft plaatsgehad bij de beheerder. De vergoeding is ook
23
b) c)
d)
e)
f)
verschuldigd wanneer op de overeengekomen gebruiksuren geen gebruik wordt gemaakt van de sportaccommodatie, met uitzondering van het niet beschikbaar zijn ingevolge het bepaalde in artikel 6, sub c. De sportaccommodatie wordt verhuurd voor hele uren. De minimale verhuurde tijd van de sportaccommodatie bedraagt één uur per keer. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd, rekening houdend met alle daarbij betrokken belangen en al dan niet na overleg met de huurder/ster, het reguliere gebruik van de binnensportaccommodatie te doorbreken en het gebruik incidenteel aan derden toe te wijzen. Bij gebruikmaking door Burgemeester en Wethouders van de onder sub c omschreven bevoegdheid zal de huurprijs worden verminderd met de uren waarop in deze gevallen door de huurder/ster geen gebruik van de sportaccommodatie kan worden gemaakt. In deze gevallen kan de huurder/ster geen aanspraak maken op enige schadeloosstelling. Indien een huurder/ster, door welke omstandigheden dan ook, geen gebruik van de sportaccommodatie heeft gemaakt, kan hij nimmer recht doen gelden op ontheffing van de te betalen vergoeding. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd in bijzondere gevallen een afwijkend tarief in rekening te brengen.
Artikel 7 De gebruikstijden worden per seizoen vastgesteld. Aanvragen voor het gebruik in het nieuwe seizoen van de sportaccommodatie moeten een maand voor het einde van het seizoen schriftelijk worden ingediend bij de beheerder. Op de aanvraag moet in ieder geval worden aangegeven het doel waarvoor het gebruik wordt gevraagd. Tijdens het lopende seizoen kunnen aanvragen zowel schriftelijk, als mondeling als telefonisch worden gedaan bij de beheerder. Mondelinge en telefonische reserveringen zijn mogelijk op werkdagen tussen 08.00 - 17.00 uur, telefoon 038 . a) Opzegging en wijzigingen Huurder/ster ontvangt voor aanvang van elk nieuw seizoen een overzicht van de in principe toegewezen uren. Eventuele wijzigingen of opzeggingen dienen vóór 1 oktober van dat seizoen schriftelijk aan de beheerder te worden doorgegeven. Indien na deze datum nog opzeggingen worden doorgegeven is de huurder/ster verplicht de volledige gebruiksvergoeding te betalen, tenzij voor de teruggegeven uren een andere huurder/ster wordt gevonden. b) Incidenteel gebruik Een eenmaal vastgestelde incidentele reservering kan niet worden geannuleerd, als zodanig is de aanvrager de huur verschuldigd. Als voor de teruggegeven uren een andere huurder/ster wordt gevonden, is men géén huur verschuldigd. Is de verschuldigde vergoeding reeds betaald, dan zal alsnog restitutie plaatsvinden. Artikel 8 a) Indien een huurder/ster zijn betalingsverplichtingen niet nakomt, wordt hij door Burgemeester en Wethouders door middel van een aanmaning op zijn verzuim gewezen. b) Indien de huurder/ster zonder genoegzame redenen ook na het verzenden van de aanmaning zijn betalingsverplichtingen niet binnen de gestelde termijn heeft voldaan, kunnen Burgemeester en Wethouders de ingebruikgeving beëindigen. c) Bij beëindigen van de ingebruikgeving, als bedoeld in sub b., kan de huurder/ster geen aanspraak maken op verlaging of teruggaaf van de vergoeding of een schadeloosstelling, in welke vorm dan ook.
24
Artikel 9 De huurder/ster dient te zorgen voor een E.H.B.O./BHV bevoegdheid en uitrusting. De huurder/ster is verplicht zich te verzekeren tegen wettelijke aansprakelijkheid. Artikel 10 De door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen ambtenaren, belast met het toezicht op de in en krachtens deze bepalingen gegeven regels, hebben te allen tijde vrije toegang tot de accommodaties. De door deze ambtenaren te geven aanwijzingen dienen strikt te worden opgevolgd. Artikel 11 De sportaccommodatie mag niet door de huurder/ster aan derden verhuurd worden. Artikel 12 Het is verboden in de sportaccommodatie te roken. Artikel 13 Door de huurder/ster dienen de navolgende voorwaarden en bepalingen voor het gebruik in acht worden genomen. a) De sportaccommodatie mag niet worden betreden voordat de voor de oefeningen, lessen en dergelijke verantwoordelijk(e) persoon of personen aanwezig is of zijn. Tevens is het verboden andere ruimten te betreden dan die waarvan het gebruik is toegestaan. Personen die niet met de groep meedoen, om wat voor reden dan ook, dienen toch in de zaal plaats te nemen. b) De sportaccommodatie is uitsluitend toegankelijk voor de huurder/ster waarmee de huurovereenkomst is gesloten. c) In de sportaccommodatie worden géén dieren toegelaten. d) In de sportaccommodatie mogen geen alcoholhoudende dranken of warme etenswaren worden gebruikt. Tevens is het gebruik van breekbare drankflesjes, glazen etc. niet toegestaan. Het vorenstaande is niet van toepassing op het horecagedeelte van de sporthal. e) De sportaccommodatie mag niet eerder worden betreden en niet later worden verlaten dan in de vergunning is bepaald. De kleedruimtes mogen een kwartier voor en een kwartier na de huurovereenkomst worden betreden. f) Het betreden van de sportaccommodatie is slechts toegestaan op gymnastiekschoenen of niet afgevende sportschoenen (zwarte zolen zijn ten strengste verboden). De voor de lessen, oefeningen en dergelijke verantwoordelijke persoon dient hier op toe te zien. Blootsvoets oefenen is toegestaan. g) Het gereedzetten van materialen en toestellen ten behoeve van het specifieke gebruik van de sportaccommodatie, is begrepen in de gehuurde gebruikstijd. In de sporthal/sportzaal is de beheerder bevoegd circa 5 minuten voor het einde van de gebruikstijd het gebruik stop te zetten, waarna de gebruikers de materialen en toestellen op de daarvoor bestemde plaatsen dienen op te bergen. Het gereed zetten van materialen en toestellen in de sporthal/sportzaal geschiedt door de gebruiker met eventuele hulp van de beheerder. h) De huurder/ster c.q. de door de huurder/ster aangewezen leider of leidster is verplicht na te gaan, of de sportaccommodatie en de daarin aanwezige toestellen en materialen zich in goede staat bevinden. Bij constatering van onregelmatigheden dient onmiddellijk kennis te worden gegeven aan de beheerder.
25
i) De huurder/ster die onmiddellijk voor het constateren van een onregelmatigheid, waarvan kennis is gegeven, van de sportaccommodatie gebruik heeft gemaakt, is bij schuld of grove nalatigheid aansprakelijk voor de kosten van vernieuwing, herstel of reiniging. j) Tijdens het gebruik ontstane schade aan gebouw of inventaris dient direct gemeld te worden aan de beheerder. k) Wordt een onregelmatigheid, welke niet werd gemeld, geconstateerd door de beheerder, dan is de laatste huurder/ster aansprakelijk voor de kosten van vernieuwing, herstel of reiniging. l) De in de sportaccommodatie aanwezige toestellen en/of spelmateriaal mogen alleen worden gebruikt, voor het doel waarvoor ze zijn bestemd. Zonder toestemming van de beheerder mogen deze niet uit de sportaccommodatie worden verwijderd. m) Het verplaatsen van toestellen en spelmateriaal moet zodanig geschieden, dat de vloer niet wordt beschadigd. De ringstellen dienen één voor één in gebruik te worden gesteld en wel door de (deskundige) leider/ster. n) Het gebruik van magnesium is in beperkte mate toegestaan, het dient bewaard te worden in een goed sluitende bak. Er mag niet mee gemorst worden en de toestellen, waaraan zich magnesium bevindt, moeten na gebruik worden schoongemaakt. Het trekken van krijtstrepen op de vloer is verboden. o) Het is niet toegestaan het ter beschikking gestelde in enigerlei vorm aan derden af te staan, zonder toestemming van Burgemeester en Wethouders of de door het college gemachtigde persoon/personen. p) Voor het verwijderen van toestellen, matten enz. ten behoeve van uitvoeringen en dergelijke buiten de sportaccommodatie, tenzij eigendom van de specifieke vereniging, dient toestemming te zijn verkregen van Burgemeester en Wethouders of de door het college gemachtigde persoon/personen. q) Het is verboden in de sportaccommodatie gebruik te maken van andere ballen dan die, welke voor wedstrijdgebruik zijn goedgekeurd of waarvan het gebruik met toestemming van de beheerder wordt toegestaan. Het gebruik van ballen, die ook buiten de zaal zijn gebruikt, is niet toegestaan. r) De leider is tevens verantwoordelijk voor het ordelijk gebruik van tribunes, de douches en doucheruimten. Alle gebruikte ruimten dienen onmiddellijk na afloop van het gebruik bezemschoon te worden opgeleverd. De leider/ster moet controleren of er kledingstukken zijn blijven hangen. s) Andere voorwerpen, dan vanwege de gemeente aangebrachte inventaris, worden in de sportaccommodatie niet toegelaten, tenzij Burgemeester en Wethouders of een door het college gemachtigde persoon/personen, hiervoor in bijzondere gevallen toestemming hebben verleend. De gemeente draagt geen verantwoordelijkheid voor voorwerpen, welke de gebruiker in het gebouw, hetzij met, hetzij zonder medeweten van Burgemeester en Wethouders hebben gebracht of achtergelaten. t) Met betrekking tot het verhuurde neemt de gemeente geen enkele aansprakelijkheid op zich en de huurder/ster vrijwaart de gemeente voor alle aansprakelijkheid van derden, die met betrekking tot de ingebruikgeving tegenover de gemeente zou worden gemaakt. Voor ongevallen, die in de sportaccommodatie gebeuren draagt de gemeente generlei verantwoordelijkheid, tenzij sprake is van grove nalatigheid harerzijds. u) De aanwijzingen, door de beheerder gegeven, moeten stipt en onmiddellijk worden opgevolgd. v) Blijft een huurder/ster in gebreke de door zijn toedoen veroorzaakte schade te vergoeden, dan wordt hem het gebruik van de sportaccommodatie ontzegd, totdat het verschuldigde bedrag aan de gemeente is overgemaakt.
26
w) De gemeente kan niet aansprakelijk worden gesteld voor vermissing of beschadiging van kleding of meegebrachte materialen en dergelijke. Artikel 14 a) Bij activiteiten in de sporthal, waarbij entreegelden worden geheven, dient de huurder/ster zorg te dragen voor voldoende toezicht (waaronder tenminste 1 bedrijfshulpverlener) om een ordelijk verloop, voor, tijdens en na afloop van de activiteiten te waarborgen. b) De gebruikers van de sporthal dienen alleen via de kleedkamers naar de sportvloer te gaan. Het publiek dient via de daarvoor bestemde ingang naar de tribunes te gaan en mag niet binnen de afgelijnde sportvelden komen. c) Wangedrag van de deelnemers wordt bestraft met verwijdering uit het gebouw voor een nader door Burgemeester en Wethouders te bepalen tijd. De huurder/ster wordt ten spoedigste van een verwijdering op de hoogte gesteld. d) In de sporthal mag niet dan met schriftelijke toestemming van Burgemeester en Wethouders overgegaan worden tot het plaatsen van reclameaanduidingen. Wanneer schriftelijke toestemming zal worden gegeven zal dit alleen gebeuren bij wedstrijden en andere evenementen, waarbij publiek wordt toegelaten. De vormgeving, tekst, kleur en afmeting van de borden, dienen door Burgemeester en Wethouders te worden goedgekeurd. Plaatsing van de borden dient te geschieden in overleg met de beheerder van de sporthal. Voor het plaatsen en weghalen dient de huurder/ster zelf zorg te dragen. e) Bij gebruik van de sportaccommodatie voor andere evenementen dan sportevenementen dient de vloer te worden voorzien van een beschermingslaag. Voor het aanbrengen en verwijderen van deze beschermende laag dient de huurder van de sporthal op verzoek van de sporthalbeheerder zo mogelijk assistentie te verlenen. Artikel 15 Burgemeester en Wethouders kunnen te allen tijde andere, bijzondere voorwaarden aan de huurovereenkomst verbinden. Artikel 16 Bij niet nakomen van de verhuur- en gebruiksvoorwaarden zullen de te maken en/of gemaakte kosten, voortvloeiende uit de te nemen gerechtelijke en buitengerechtelijke stappen, voor rekening van de huurder/ster zijn. Artikel 17 In gevallen waarin deze voorwaarden en bepalingen niet voorzien, beslissen Burgemeester en Wethouders. Artikel 18 a) Deze regeling wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 augustus 2012. b) Met de vaststelling van deze regeling komen alle hiervoor vastgestelde voorwaarden en bepalingen voor het gebruik van de gemeentelijke binnensportaccommodatie te vervallen. Zwartewaterland, mei 2012 Burgemeester en wethouders voornoemd de secretaris
de burgemeester
mr. D. Leentjes
ing. E.J. Bilder
27
Tarievenoverzicht gebruik sporthal “de Prinsenhof” te Hasselt Tarieven voor gebruikers van Sporthal 'de Prinsenhof" te Hasselt per 1 januari 2012 1. Van maandag tot en met zaterdag hele hal halve hal kwart hal
Bedrag € 33,00 € 19,00 € 12,00
2. Zondag hele hal halve hal kwart hal
€ 56,00 € 30,00 € 16,00
3. Vergaderruimte per dagdeel per uur
€ 29,00 € 8,00
4. Ontmoetingsruimte per dagdeel per uur
€ 40,00 € 11,00
5. Het podium per dag of dagdeel
€ 49,00
6. Een vitrine verenigingen particulieren
€ 6,00 € 11,00
7. Commerciële verhuur hele hal halve hal
€ 64,00 € 35,00
8. Schoonmaak bij festiviteiten zijnde geen sport
€ 39,00
28