Crowdfunding van duurzame-energieprojecten op gemeentelijk vastgoed Enkele succesvolle voorbeelden ter inspiratie voor zowel de wethouder duurzaamheid als de wethouder financiën
Juli 2015
Voorwoord Mening wethouder is nog steeds in de veronderstelling dat investeren in zonnepanelen voor haar of zijn gemeente niet rendabel is. Uiteraard is dit afhankelijk van het antwoord op de vraag wat voor de gemeente de definitie van rendabel is, los van de vraag of een gemeente haar eigen vastgoed sowieso niet vol moet leggen met zonnepanelen om aan de klimaatdoelstellingen van de gemeente te voldoen. Een investering in zonnepanelen is echter al sneller rendabel dan menigeen denkt doordat er mogelijkheden zijn die men vaak niet kent. Zo kan men bijvoorbeeld gebruik maken van de landelijke subsidieregeling SDE+ wanneer men een aansluiting heeft (of laat aanleggen) die groter is dan 3 x 80 Ampère én men een installatie aanschaft die groter is dan 15.000 Wattpiek. Aansluitingen tot en met 3 x 80 Ampère hebben doorgaans een lager verbruik waardoor het hier vaak interessant is om gewoon te salderen. Zonnepanelen die invoeden op de eigen meter hebben als voordeel dat er meer vermeden kosten zijn dan alleen de inkoop van de energie. Eén van de extra voordelen betreft de energiebelasting (EB) en de Opslag Duurzame Energie (ODE). Wanneer het elektriciteitsverbruik binnen een kalenderjaar hoger is dan de elektriciteitsproductie van de zonnepanelen, mag de volledige productie worden afgetrokken van het verbruik en wordt alleen over het netto verbruik EB en ODE berekend. Een ander extra voordeel zit in de transportkosten. Wanneer er ook variabele transportkosten in rekening worden gebracht door de netbeheerder, dit is afhankelijk van de grootte van de aansluiting, dan is er een extra voordeel wanneer er gelijktijdig wordt verbruikt en opgewekt. Hiermee worden namelijk de transportkosten vermeden. Bij aansluitingen groter dan 3 x 80 Ampère leveren zonnepanelen al snel 1,9 cent per kilowattuur (kWh) extra op aan vermeden kosten wanneer het jaarverbruik hoger is dan 50.000 kWh. Wanneer het jaarverbruik lager is, loopt dit zelfs op naar 4,9 cent per kWh. Dankzij de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en de Nederlandse Waterschapsbank (NWB) is het voor de gemeente geen probleem om investeringen in zonnepanelen te financieren, maar ook crowdfunding via Greencrowd is uitermate geschikt om zonnepanelen te financieren. Door een deel van de investering te crowdfunden, kan de gemeente haar inwoners en personeel op een financieel aantrekkelijke manier laten participeren in het project. In dit document vindt u niet alleen enkele succesvolle voorbeelden van zonne-energie-projecten op gemeentelijk vastgoed die deels gefinancierd zijn met crowdfunding. Wij geven u ook inzicht in de mogelijkheden die er allemaal zijn om rendabel zonne-energie van uw daken te halen. Doe er uw voordeel mee want ik denk dat crowdfunding van duurzame-energie-projecten ook voor uw gemeente heel erg interessant kan zijn. Wij helpen u hier graag bij!
Jan Willem Zwang Directeur Greencrowd
2
Inhoud Voorwoord .............................................................................................................................................. 2 1.
Inleiding ........................................................................................................................................... 4
2.
Neder-Betuwe ................................................................................................................................. 5
3.
Leeuwarden ..................................................................................................................................... 6
4.
Overige gemeenten ......................................................................................................................... 7
5.
Kostprijs energie .............................................................................................................................. 8
6.
Mogelijkheden rendabel structureren van zonne-energie ........................................................... 10 Salderen ............................................................................................................................................. 10 Landelijke subsidieregeling Stimulering Duurzame Energie (SDE+) .................................................. 11 Regeling Verlaagd Tarief / Postcoderoos .......................................................................................... 15
7.
Financiering ................................................................................................................................... 18
8.
Risico’s zonnestroom..................................................................................................................... 19
Bronnen ................................................................................................................................................. 21 Contact .................................................................................................................................................. 21
3
1. Inleiding Crowdfunding is in Nederland enorm in opkomst. Dit blijkt onder andere uit het onderzoek dat Douw&Koren heeft uitgevoerd en op 2 juli heeft gepubliceerd: “In de eerste helft van 2015 werd in Nederland €49 miljoen via crowdfunding opgehaald. In totaal werden daarmee meer dan 1.500 projecten en ondernemingen succesvol gefinancierd. Crowdfunding blijft groeien door bijdragen van een steeds groter wordende groep van inmiddels tienduizenden mensen die direct doneren aan en investeren in projecten en onderneming die hen aanspreken. Sinds de opkomst van crowdfunding in Nederland enkele jaren terug is meer dan 150 miljoen euro middels crowdfunding opgehaald. Ondernemingen haalden in de eerste helft van 2015 maar liefst 41,8 miljoen euro op via crowdfunding, met als gemiddeld succesvol opgehaald bedrag 89.000 euro. Voor creatieve projecten, zoals films, muziek en theater, bedraagt het totaal opgehaalde bedrag 4,2 miljoen euro en het gemiddelde bedrag per project was 9.700 euro. Voor maatschappelijke projecten, zoals een speeltuin of schoolproject, is het totaal opgehaalde bedrag 3 miljoen euro en het gemiddelde bedrag per project 4.700 euro.” Bron: http://www.douwenkoren.nl/crowdfunding-grootste-vorm-van-alternatieve-financieringdankzij-vele-kleine-bijdragen/ Het crowdfunden van duurzame-energie-projecten wordt in het onderzoek (nog) niet uitgelicht, maar op basis van onze eigen ervaring kunnen wij melden dat deze vorm van crowdfunding steeds populairder wordt. In dit document vindt u enkele succesvolle voorbeelden van duurzame-energie-projecten op gemeentelijk vastgoed die de afgelopen jaren via het crowdfundingplatform van Stichting Greencrowd gerealiseerd zijn. Hiermee kunt u hopelijk uw voordeel doen om een volgende stap te zetten in het realiseren van uw duurzaamheidsdoelstellingen
4
2. Neder-Betuwe De gemeente Neder-Betuwe was de eerste gemeente waar zonnepanelen op het gemeentehuis (in Opheusden) zijn gerealiseerd met gebruik van crowdfunding. Greenspread heeft de investering gedaan en een deel hiervan geherfinancierd door gebruik te maken van crowdfunding nadat het systeem was opgeleverd.
Het geld dat vrij werd gemaakt met deze herfinanciering, is vervolgens gebruikt om een zonnepaneleninstallatie te realiseren op de brandweerkazerne in Kesteren. Ook deze investering is vervolgens geherfinancierd met crowdfunding en met dat geld is de brandweerkazerne in Ochten vol gelegd met zonnepanelen. Het succes van de eerste crowdfundingprojecten heeft ertoe geleid dat de gemeente nog 6 panden vol heeft gelegd met zonnepanelen en ook hier is wederom gebruik gemaakt van crowdfunding. Zo zijn 3 sporthallen vol gelegd met zonnepanelen in Dodewaard, Ochten en Kesteren en zijn er 3 basisscholen vol gelegd met zonnepanelen in Opheusden. Bij de projecten in Neder-Betuwe:
zijn er 1.036 zonnepanelen met een totaal vermogen van 264 kWp gerealiseerd op 9 daken van de gemeente Neder-Betuwe; hebben 162 crowdfunders samen meer dan € 132.000,- ingelegd; variëren looptijden voor crowdfunders tussen de 3 en 11 jaar; variëren rentevergoedingen tussen de 2,5% en 6,5% per jaar; zijn op de eerste projecten al 2 keer rente en aflossing uitgekeerd; en wordt op jaarbasis in totaal ongeveer 250.000 kWh duurzame elektriciteit geproduceerd.
5
3. Leeuwarden De gemeente Leeuwarden heeft de exploitatie van zonnepanelen op 38 gemeentelijke panden aanbesteed in 2013. Greenspread uit Arnhem heeft deze aanbesteding gewonnen, onder andere door in te zetten op crowdfunding met als doel inwoners van Leeuwarden en omgeving te laten participeren in dit project. Het project is gefaseerd opgeleverd en ook gefaseerd gecrowdfund. Een deel van de financiering van de eerste 9 gymzalen is in 2 fases gedaan. Na deze gymzalen zijn ook nog zonnepanelen gelegd op een zwembad en een grote sporthal. De crowdfunding van deze laatste twee installaties is zo goed als afgerond.
Bij de projecten in Leeuwarden:
worden in totaal naar verwachting 30 panden met zonnepanelen belegd met in totaal ongeveer 2.400 zonnepanelen; zijn er 1.011 zonnepanelen met een totaal vermogen van 252,75 kWp gerealiseerd op 11 daken van de gemeente Leeuwarden; hebben 99 crowdfunders samen meer dan € 185.000,- ingelegd; variëren looptijden voor crowdfunders tussen de 8 en 10 jaar; variëren rentevergoedingen tussen de 4% en 5% per jaar; worden op de eerste projecten dit jaar al rente en aflossing uitgekeerd; en wordt op jaarbasis nu al ongeveer 240.000 kWh duurzame elektriciteit geproduceerd.
6
4. Overige gemeenten Andere gemeenten waar Greencrowd zonnepaneleninstallaties heeft gecrowdfund, zijn:
Arnhem, 32 zonnepanelen in een oost-west-opstelling op het Montessori-college (zie onder);
Tiel, 34 zonnepanelen op OBS De Achtbaan en 231 zonnepanelen op Brede Zorgschool de Cambier (zie onder);
Wijk bij Duurstede, 165 zonnepanelen op het Revius Lyceum (zie onder);
Wilt u alle door Stichting Greencrowd gecrowdfunde projecten zien, neem dan een kijkje op www.greencrowd.nl/projecten
7
5. Kostprijs energie Om te bepalen of een investering in zonnepanelen rendabel is, is het zaak goed zicht te hebben op de huidige kosten voor elektriciteit. De energieprijs is opgebouwd uit verschillende onderdelen en wordt op basis van het verbruik in rekening gebracht:
De kale energieprijs; Energiebelasting (EB); Opslag Duurzame Energie (ODE); en BTW.
De EB en ODE zijn gestaffeld zoals blijkt uit onderstaande tabel: Verbruik 0 - 10.000 10.001 - 50.000 50.001 - 10.000.000 > 10.000.000
Energiebelasting 0,119600 0,046900 0,012500 0,000500
Opslag Duurzame Energie 0,003600 0,004600 0,001200 0,000055
Als gevolg van deze staffel, wordt de kostprijs per kWh lager naarmate het verbruik hoger is. Hierdoor wordt het bij een hoog energieverbruik steeds lastiger om zonder subsidie toch rendabel zonnepanelen te exploiteren omdat zonnepanelen het totale verbruik verlagen waardoor ze in eerste instantie tegen de laagste kostprijs salderen. Onderstaande grafiek toont goed aan waarom zonnepanelen voor consumenten zo interessant zijn: zij verbruiken over het algemeen minder dan 10.000 kWh per jaar (in 2014 was het gemiddelde elektriciteitsverbruik van een gemiddeld huishouden 3.350 kWh op jaarbasis).
In aanvulling op bovenstaande onderdelen worden er vaak nog vaste kosten in rekening gebracht, zoals vastrecht (administratiekosten), onafhankelijk van het verbruik.
8
Netwerkkosten worden ook door het energiebedrijf in rekening gebracht maar zijn gereguleerd. Afhankelijk van het type aansluiting bestaan de netwerkkosten uit een vast bedrag (aansluitingen tot en met 3 x 80 Ampère) en uit een bedrag dat afhankelijk is van het verbruik (aansluitingen groter dan 3 x 80 Ampère). Onderstaande tabel (bron Stedin) toont de variabele transportkosten per type aansluiting.
Om te bepalen wat de benodigde zwaarte van de aansluiting moet zijn om de opgewekte zonneenergie te kunnen verwerken, is gebruik gemaakt van de zonnepanelentool van Liander: https://www.liander.nl/mkb/terugleveren/collectieven/zonnepanelentool/ Om financiële tegenvallers te voorkomen, is het raadzaam het energiecontract goed door te nemen om te zien of er een bepaling is opgenomen over een eventuele bandbreedte van het energieverbruik. Hiermee kan voorkomen worden dat een forse daling van het elektriciteitsverbruik alsnog tot een forse stijging van de elektriciteitskosten zal leiden.
9
6. Mogelijkheden rendabel structureren van zonne-energie Er zijn meerdere mogelijkheden om investeringen in zonnepanelen rendabel te structureren. Een aantal hiervan worden in de volgende paragrafen uitgewerkt.
Salderen Wanneer men zelf investeert in zonnepanelen en de duurzaam opgewekte kWh invoedt op de aansluiting van het pand waarop de zonnepanelen liggen, maakt men gebruik van salderen. Hiermee worden inkoopkosten voor elektriciteit vermeden. De besparing die dit oplevert, wordt gebruikt om het rendement op de investering te kunnen bepalen. Salderen is een containerbegrip dat kan worden verdeeld in een drietal onderdelen. In de eerste plaats is er het salderen van de duurzaam opgewekte energie met het verbruik. Wanneer men zonnepanelen plaatst, wekken deze elektriciteit op. Tijdens het produceren van stroom ontstaat er mogelijk ook teruglevering. Naast de directe besparing van de opgewekte energie die u zelf gebruikt, wordt ook de teruglevering op het net vergoed. Uw energieleverancier doet dit door de teruggeleverde stroom te verrekenen met de stroom die u hebt afgenomen. Dit heet salderen. Het salderen is wettelijk vastgelegd, en wordt uitgevoerd op de jaarafrekening door uw energieleverancier. In artikel 31 C van de Elektriciteitswet valt te lezen dat de teruglevering van energie onbeperkt gesaldeerd moet worden met het verbruik uit het net. Is de teruglevering hoger dan het verbruik uit het net, dan ontvangt u hiervoor een ‘redelijke vergoeding’. Deze vergoeding is bij elke energieleverancier verschillend. Bovenstaande geldt voor kleinverbruikers, oftewel aansluitingen met een aansluitvermogen tot en met 3 x 80 Ampère. Aansluitingen groter dan 3 x 80 Ampère zijn grootverbruikersaansluitingen. Hiervoor geldt dat zij zelf moeten onderhandelen met hun energieleverancier over terugleververgoedingen. Over het algemeen kan worden aangenomen dat men, wanneer het verbruik per saldo hoger is dan de teruglevering en men over een kalenderjaar een netto-verbruiker is, een vergoeding voor teruglevering krijgt die gelijk is aan de prijs die men betaalt voor elektriciteit. In de tweede plaats is er het salderen van variabele transportkosten. Dit gebeurt automatisch wanneer er tegelijkertijd zonne-energie wordt opgewekt en er elektriciteit wordt verbruikt. De verbruikte stroom die gelijktijdig wordt opgewekt, gaat niet over het net maar wordt achter de meter ingevoed. Hierdoor ontstaat een extra besparing op de energiekosten. Ook dit geldt echter alleen voor grootverbruikersaansluitingen, dus groter dan 3 x 80 Ampère. De besparing op de transportkosten vindt dus plaats wanneer er gelijktijdig wordt opgewekt en verbruikt. De vermeden kosten worden per kWh berekend en bestaan uit:
transportdiensten; blind verbruik; en meetdiensten.
Afhankelijk van de netbeheerder, de aansluiting, het net en piek- of daltarief kunnen de transportdiensten variëren tussen de 0,8 en 4 cent per kWh. Blindverbruik verschilt per netbeheerder en varieert tussen de 0 en 0,9 cent per kWh.
10
Meetdiensten worden vastgesteld door Tennet en bedragen 0,00101 cent per kWh ongeacht wie de netbeheerder is. Vermeden transportkosten als gevolg van gelijktijdig verbruik en opwek bedragen minimaal 0,9 cent per kWh maar kunnen oplopen tot bijna 4 cent per kWh. In de laatste plaats kan men salderen voor de EB en voor de ODE. Voor zowel de EB als de ODE geldt dat de verbruiksperiode wordt aangeduid als een kalenderjaar (Wet belastingen op milieugrondslag artikel 47.1.d.2) en dat er alleen belasting in rekening wordt gebracht op het positieve saldo van de via de aansluiting geleverde elektriciteit minus de via de aansluiting ingevoede elektriciteit (Wet belastingen op milieugrondslag artikel 50.2), ongeacht of dit gelijktijdig wordt gebruikt of dat deze wordt teruggeleverd aan het net. Voor de EB en ODE maakt het dus niet uit dat er in de zomer wordt teruggeleverd en in de winter wordt verbruikt. Er wordt alleen gekeken naar het totale verbruik minus de totale opwek binnen een kalenderjaar. Wanneer er meer is teruggeleverd dan verbruikt, betaalt men geen EB en geen ODE.
Landelijke subsidieregeling Stimulering Duurzame Energie (SDE+) Met de subsidieregeling SDE+ stimuleert het ministerie van Economische Zaken de ontwikkeling van een duurzame energievoorziening in Nederland. Bedrijven en (non-profit) instellingen, dus ook gemeenten, die hernieuwbare energie (gaan) produceren, kunnen gebruik maken van de SDE+. Voor de SDE+ 2015 is een budget van 3,5 miljard euro beschikbaar. Men kan subsidie aanvragen voor de productie van:
hernieuwbare elektriciteit; hernieuwbare warmte of de gecombineerde opwekking van hernieuwbare warmte en elektriciteit; hernieuwbaar gas.
Hernieuwbare elektriciteit: zon-PV De categorie zon-PV ≥ 15 kWp wordt ook in 2015 alleen opengesteld voor installaties die worden aangesloten op een grootverbruikersaansluiting (een aansluiting op het elektriciteitsnet van meer dan 3 * 80A). Met het verzwaren van een bestaande aansluiting of het aanleggen van een nieuwe grootverbruikersaansluiting gaan hoge kosten gepaard. De kosten kunnen oplopen tot € 20.000 of meer en houden verband met het totale nominale vermogen van de productie-installatie. Hoe groter het nominale vermogen hoe hoger de kosten zullen zijn. Indien de zonnecollectoren of –panelen niet op een dak geplaatst worden maar in een veldopstelling of aan een gevel (in het zicht), dan zal een omgevingsvergunning in het kader van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht vereist zijn. Kleinschalige systemen worden in de SDE+ niet gesubsidieerd. Fases SDE+ 2015 De SDE+ 2015 is geopend van 31 maart 9:00 uur tot 17 december 2015 17:00 uur. In de onderstaande tabel staan de negen fases waarin men subsidie kan aanvragen. De subsidie loopt per fase op.
11
Fase
Datum openstelling
1 dinsdag 31 maart 2015 9:00 2 maandag 20 april 2015 17:00 3 maandag 11 mei 2015 17:00 4 maandag 1 juni 2015 17:00 5 maandag 22 juni 2015 17:00 6 maandag 31 augustus 2015 17:00 7 maandag 21 september 2015 17:00 8 maandag 12 oktober 2015 17:00 9 maandag 9 november 2015 17:00 Sluiting donderdag 17 december 2015 17:00
uur uur uur uur uur uur uur uur uur uur
Voorlopig Fasebedrag Basiscorrectiebedrag (€/kWh) energieprijs 2015 € 0,070 € 0,035 € 0,045 € 0,080 € 0,035 € 0,045 € 0,090 € 0,035 € 0,045 € 0,100 € 0,035 € 0,045 € 0,110 € 0,035 € 0,045 € 0,120 € 0,035 € 0,045 € 0,130 € 0,035 € 0,045 € 0,140 € 0,035 € 0,045 € 0,150 € 0,035 € 0,045
Het bedrag in fase 9 is 15 cent per kWh maar voor zon-PV gemaximeerd op 14,1 cent per kWh. Verklaring eigenaar Wanneer men een aanvraag doet en niet de eigenaar van de beoogde locatie voor de productieinstallatie is, dan is men verplicht om een verklaring van de eigenaar met de aanvraag mee te sturen. De eigenaar verklaart hierin dat hij toestemming geeft om de productie-installatie op de beoogde locatie te installeren en te exploiteren. Subsidie maximumbedrag De subsidie die Rijksdienst voor Ondernemend Nederland u toewijst is een maximumbedrag. De uiteindelijke hoogte wordt per jaar berekend op basis van de hoeveelheid subsidiabele hernieuwbare energie die u produceert en het vastgestelde correctiebedrag. De subsidie geldt tot een maximum aantal vollasturen en heeft een maximale looptijd, afhankelijk van de categorie. Basisbedrag De kostprijs voor de productie van hernieuwbare energie is vastgelegd in het basisbedrag voor de technologie. Dit is een gemiddelde: de som van investerings- en exploitatiekosten, plus een redelijke winstmarge, gedeeld door de te verwachten hoeveelheid geproduceerde duurzame energie. Het basisbedrag wordt per categorie per SDE+ ronde door het ministerie van Economische Zaken vastgesteld. Dit basisbedrag geldt vervolgens de gehele subsidieperiode. Correctiebedragen en basisenergieprijs De opbrengst voor de productie van de (grijze) energie is vastgelegd in het correctiebedrag. Bij de bepaling van het correctiebedrag wordt uitgegaan van gemiddelde energieprijzen per categorie, zoals die gedurende het productiejaar werkelijk zijn opgetreden. Het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) berekent jaarlijks deze energieprijzen. Dat gebeurt op basis van de gemiddelde prijzen op bijvoorbeeld de APX-energiebeurs. De basisenergieprijs is de ondergrens voor het correctiebedrag. Als het correctiebedrag gelijk is aan de basisenergieprijs is de maximale subsidie bereikt. Het ministerie van Economische Zaken stelt de basisenergieprijs per SDE+ ronde vast op basis van berekeningen van het ECN. Deze geldt vervolgens de gehele subsidieperiode.
12
Vollasturen De SDE+ subsidie is gemaximeerd aan de hand van het maximum aantal vollasturen per jaar. Het aantal vollasturen is het aantal uren dat een productie-installatie op het nominale vermogen volledig produceert. Het aantal vollasturen kan worden bepaald door de totale jaarproductie te delen door het nominale vermogen van de installatie. SDE+ bijdrage De SDE+ vergoedt het verschil tussen de kostprijs van hernieuwbare energie en die van grijze energie: SDE+ bijdrage = basisbedrag – correctiebedrag. De hoogte van de SDE+ bijdrage is daarmee afhankelijk van de ontwikkelingen van de energieprijs. Bij een hogere energieprijs krijgt u minder SDE+, maar ontvangt u meer van uw energieafnemer. Bij een lagere energieprijs krijgt u meer SDE+, maar ontvangt u minder van uw energieafnemer.
Bijstelling van uw subsidie Iedere maand betaalt Rijksdienst voor Ondernemend Nederland u een voorschot voor de verwachte subsidiabele energieproductie in het komende jaar. Die voorschotten corresponderen met 80% van de subsidiabele energieproductie. De voorschotten worden bepaald met een voorlopig correctiebedrag dat door ECN wordt berekend als verwachting van de energieprijs in het komende jaar. Na afloop van het kalenderjaar wordt gekeken of u te weinig of te veel SDE+ subsidie heeft ontvangen. Dit heet ‘bijstellen’. Soms duurt het langer voordat uw subsidie wordt bijgesteld, omdat er nog geen gegevens zijn over de productie van een volledig kalenderjaar of omdat het definitieve correctiebedrag over het voorgaande kalenderjaar nog niet is vastgesteld. De definitieve correctiebedragen worden jaarlijks omstreeks april in de Staatscourant gepubliceerd. De bijstelling kan zowel positief als negatief zijn. Bij een positieve bijstelling heeft u nog SDE+ subsidie tegoed. RVO.nl betaalt dit bedrag in één keer aan u uit. Bij een negatieve bijstelling heeft u teveel SDE+ subsidie ontvangen. Dit bedrag wordt verrekend met de toekomstige voorschotten.
13
Subsidieperiode Voor de categorie zon-PV is de subsidieperiode 15 jaar. Banking Het is mogelijk om subsidiabele productie die niet is benut mee te nemen naar een volgend jaar. Na de reguliere subsidieperiode krijgt de producent van hernieuwbare energie nog één jaar de tijd om eventueel niet benutte subsidiabele productie in te halen. In 2015 wordt in het Besluit SDE banking uitgebreid. Het wordt mogelijk gemaakt om ook productie die hoger is dan de maximaal subsidiabele productie mee te nemen naar een volgend jaar. Dit kan gebruikt worden als in een later jaar de productie tegenvalt. Deze vorm van banking is gemaximeerd op 25% van de subsidiabele jaarproductie. Voorbeeld banking Onderstaande grafiek toont de werking van banking aan. Gedurende de looptijd kan het voorkomen dat er overproductie (productie kilowatturen hoger dan SDE-beschikking) in een eerder jaar benut kan worden in een meteen daaropvolgend jaar. Na 15 jaar wordt bepaald hoeveel kilowattuur er geproduceerd en gesubsidieerd is. Indien er nog SDE over is (gedurende de eerste 15 jaar zijn er minder kilowatturen geproduceerd dan beschikt is), kan over (een deel van) de productie in jaar 16 alsnog subsidie worden ontvangen. Of er nog subsidie wordt uitgekeerd, is uiteraard ook afhankelijk van de ontwikkeling van de energieprijs.
14
Regeling Verlaagd Tarief / Postcoderoos Leden van coöperaties en Verenigingen van Eigenaren komen in aanmerking voor een belastingkorting van 7,5 cent/kWh op hun gezamenlijk opgewekte hernieuwbare energie. Deze regeling geldt voor kleinverbruikers die samen eigenaar zijn van een productie-installatie en die in een zogenaamde postcoderoos rondom deze productie-installatie wonen. De korting van 7,5 cent per kWh (inclusief BTW gaat het om 9 cent) wordt toegepast op de persoonlijke energierekening van de leden, tot het eigen verbruik (maximaal 10.000 kWh per jaar). Leden hebben met deze regeling lagere kosten en de coöperatie heeft inkomsten van de verkochte stroom. Achtergrond Het kabinet wil met deze regeling de lokale duurzame opwekking van elektriciteit stimuleren. Achterliggend idee is dat daarmee niet alleen een bijdrage wordt geleverd aan de doelstelling voor duurzame energie, maar ook aan een groter draagvlak voor duurzame energie. Burgers worden immers zelf producent. Bovendien zorgt de regeling voor energiebewustzijn, waardoor burgers ook meer gaan letten op energiebesparing. In de toekomst leidt de regeling mogelijk tot minder netgebruik, omdat minder transport van elektriciteit nodig is. Tot nu toe konden alleen burgers en kleinere bedrijven, die op eigen terrein of dak duurzame elektriciteit kunnen opwekken, gebruik maken een verlaging van de energiebelasting. Met de regeling Verlaagd Tarief maakt het kabinet dit ook mogelijk voor burgers en kleinere bedrijven zónder geschikt eigen dak of terrein. Doelgroep Het verlaagde belastingtarief is bedoeld voor leden van een coöperatie die gevestigd zijn in de postcoderoos. De zogenoemde postcoderoos wordt bepaald door het postcodegebied waarin de productie-installatie ligt. Een postcodegebied is een gebied waarin alle postcodes dezelfde vier cijfers hebben. De postcoderoos is het postcodegebied waarin de productie-installatie ligt, plus de direct daaraan grenzende postcodegebieden. Hierbij geldt dat ook postcodegebieden die alleen met 'een punt' (bijvoorbeeld in een 'meerpostcodenpunt') het postcodegebied waarin de productie-installatie staat, raken, tot de postcoderoos behoren. Leden kunnen profiteren van de belastingkorting als ze in de postcoderoos rondom de productieinstallatie wonen. Dus als zij in hetzelfde postcodegebied wonen waarin de productie-installatie staat, of in een direct daaraan grenzend postcodegebied. Een collectief bepaalt dus de postcoderoos door een productielocatie te kiezen. De regeling geldt ook voor leden van VvE’s met een eigen productie-installatie, mits deze is geplaatst op het gebouw of de grond van de betreffende VvE. Per 1-1-2015 is de regeling aangepast en kunnen ook bedrijven lid worden van een coöperatie en in aanmerking komen voor de korting. Deze aanpassing geldt met terugwerkende kracht tot 1-1-2014 en is dus ook van toepassing voor tussen 1-1-2014 en 1-1-12015 opgerichte coöperaties. Restrictie: elke ondernemer mag maximaal 20% van het totale kapitaal van de coöperatie inbrengen.
15
Toepasbaarheid De Regeling Verlaagd Tarief is alleen toepasbaar door coöperaties en Verenigingen van Eigenaren (VvE). Het betreft hier doorgaans collectieven die rondom een productie-installatie zijn georganiseerd. De regeling geldt voor elektriciteit die is opgewekt met hernieuwbare energiebronnen. Dat zijn wind, zonne-energie, aardwarmte, golfenergie, getijdeenergie, waterkracht, biomassa, stortgas, rioolzuiveringsgas en biogas. De organisaties moeten wel aan een aantal eisen voldoen. En wellicht ten overvloede: de coöperatie/VvE komt niet zelf in aanmerking voor het verlaagd tarief. Dit recht hebben alleen haar leden. Aanwijzing Om in aanmerking te komen voor de regeling dient de coöperatie een aanwijzing te hebben van de Belastingdienst. Een aanwijzing geeft aan dat de belastingdienst vindt dat een organisatie (bijvoorbeeld een lokaal duurzaam energie initiatief) inderdaad tot een bepaalde categorie behoort, waarvoor specifieke fiscale regels van toepassing kunnen zijn. Een lokaal initiatief kan bijvoorbeeld een aanwijzing aanvragen voor een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI), of voor het Verlaagde Tarief Energiebelasting voor lokaal opgewekte duurzame elektriciteit. Wanneer een organisatie een dergelijke aanwijzing krijgt, kunnen zij (of hun begunstigers of leden) in aanmerking komen voor bijzondere belastingkortingen. In beginsel wordt door de Belastingdienst voor elke productie-installatie een afzonderlijke beschikking gegeven. Dat is nodig om in de beschikking aan te kunnen geven, wat de postcodegebieden zijn waarbinnen leden van de coöperatie voor het verlaagde tarief in aanmerking kunnen komen. Als de coöperatie binnen één en hetzelfde postcodegebied meerdere productie-installaties heeft waarmee dezelfde soort duurzame energie wordt opgewekt, kunnen deze in de beschikking worden samengenomen, omdat de postcodegebieden waarbinnen leden voor het verlaagde tarief in aanmerking kunnen komen, voor die installaties hetzelfde zijn. (MR artikel 19a7). De coöperatie kan hiervoor kiezen om de administratieve lasten te delen, zoals een koepel coöperatie. Ook vergroot het de schaal van het project (kostenvoordeel). Een nadeel van deze constructie is eventuele “besmetting”. Als één installatie niet “lukt” kun je de andere installatie meetrekken.
16
Per productie-installatie dient een aanwijzing te worden verkregen. Een coöperatie kan dus meerdere aanwijzingen krijgen. Ook kunnen afzonderlijke coöperaties opgericht worden, in dit verband ook wel genoemd ‘satelliet-coöperaties’. Leden van bestaande coöperaties kunnen voor elke productie-installatie een aparte ‘satelliet-coöperatie’ oprichten. De verwachting is dat dit ook een uitkomst biedt voor (grote) bestaande coöperaties die niet voldoen aan de eisen van de regeling. Bijvoorbeeld omdat bedrijven lid zijn of omdat leden niet in de postcoderoos wonen. Het oprichten van ‘satelliet-coöperaties’ zou uitkomst kunnen bieden. Energiebedrijven Kleinverbruikers investeren via een coöperatie of VvE in een duurzame elektriciteitsinstallatie. De opgewekte energie wordt door de coöperatie of VvE verkocht aan een energieleverancier naar keuze. De deelnemende kleinverbruikers krijgen de korting verrekend op hun eigen energierekening. Om deze belastingkorting daadwerkelijk door te kunnen voeren, heeft een energieleverancier gegevens nodig over het aan dit lid toegerekende aandeel opgewekte stroom uit een productieinstallatie. De coöperatie is verantwoordelijk voor die toerekening en geeft dat aan de energieleveranciers door via een ledenverklaring. Op basis van deze informatie passen de betreffende leveranciers het verlaagd tarief toe. Samenvatting Regeling Verlaagd Tarief Voor de uitvoering van de Regeling Verlaagd Tarief is het noodzakelijk dat een aantal partijen medewerking verleent. Het is een samenspel tussen de coöperatie of Vereniging van Eigenaren (VVE), haar leden, de Belastingdienst en de betrokken energieleverancier(s). 1. Particulieren en/of MKB-bedrijven verenigen zich in een coöperatie dan wel VVE en schaffen vanuit deze entiteit een PV-installatie aan. 2. De coöperatie of VVE sluit een stroomleveringsovereenkomst met een energiebedrijf. Hierin staat onder meer welke vergoeding de coöperatie krijgt per geproduceerde kWh. 3. De coöperatie of VVE vraagt een beschikking voor de Regeling Verlaagd Tarief aan bij de Belastingdienst. 4. De coöperatie of VVE speelt de energieleverancier(s) via een ledenverklaring jaarlijks gegevens toe met betrekking tot het aan de leden toegerekende aandeel opgewekte stroom uit de productie-installatie. 5. De leden ontvangen periodiek een uitkering van de coöperatie (vanuit de stroomverkoop) en zien daarnaast jaarlijks de energiebelastingkorting op de factuur van hun energiebedrijf verrekend. 6. De Regeling Verlaagd Tarief is een uiterst sympathieke regeling voor gemeenten die hun daken beschikbaar willen stellen voor lokale initiatieven om gezamenlijke duurzame-energieprojecten te realiseren.
17
7. Financiering Op het gebied van financiering zijn er verschillende mogelijkheden voor zonnepanelen. Om een project gefinancierd te krijgen, ongeacht of dit een zonnepanelenproject is of een ander soort project, moet het goed gestructureerd zijn. Greencrowd helpt u graag bij het structureren van uw project zodat u zeker weet dat het ook gefinancierd kan worden, ongeacht of dit met crowdfunding zal zijn, door fondsen of met banken. Voor het structureren van uw project kunnen wij een maatwerkofferte opstellen. Zonnepanelen komen in aanmerking voor groenfinanciering wanneer er tijdig een groenverklaring wordt aangevraagd. Met een groenverklaring kunt u vervolgens financieren met een rentekorting die kan oplopen tot wel 0,5% per jaar. Naast de reguliere banken zijn er ook diverse fondsen actief op het gebied van financiering van zonnepanelen. De meeste provincies hebben eigen energiefondsen opgericht waar u kunt aankloppen voor (mede-)financiering van zonnepanelen, mits deze projecten in hun provincie gerealiseerd worden uiteraard. Crowdfunding is enorm in opkomst en op het gebied van crowdfunden van duurzame-energieprojecten is Greencrowd in aantallen succesvol gefinancierde duurzame-energie-projecten absolute koploper. Greencrowd beschikt over een bestaande groep crowdfunders waarvan een groot deel in meerdere projecten heeft geïnvesteerd. Hierdoor kan Greencrowd ook garanties afgeven over het zeker op te halen bedrag onder haar eigen ‘crowd’. Greencrowd wil lokale, duurzame energieproductie koppelen aan lokale afname en financieren met lokaal geld. Het heeft daarom onze voorkeur om ieder project zoveel mogelijk lokaal, onder de eigen achterban van de projecteigenaar, te crowdfunden. Hier hebben wij ook verschillende middelen voor ontwikkeld, zoals een widget die u zelf op uw website kunt plaatsen om het project te crowdfunden. De kosten voor crowdfunding via Greencrowd zijn transparant en laag:
3% afsluitprovisie over het opgehaalde bedrag; € 100,- plaatsingskosten; en € 2,- per crowdfunder per jaar voor de jaarlijkse afhandeling van betalingen en jaaropgaves.
Wanneer u zelf niet in staat bent het project te ontwikkelen of te exploiteren, dan helpen wij u graag. Greencrowd richt vooral op de structurering en de financiering van uw business case. Voor het ontwikkelen en exploiteren van zonne-energieprojecten werkt Greencrowd samen met gerenommeerde partijen zoals Greenspread, Eneco en Qurrent. De projecten die in dit document als voorbeeld zijn gegeven, zijn allemaal ontwikkeld door Greenspread en worden ook door hen geëxploiteerd.
18
8. Risico’s zonnestroom Hardware Een investering in zonnestroom is risicoarm. Een zonnestroomsysteem kent nauwelijks bewegende onderdelen en onderhoudskosten zijn mede daardoor laag. Opbrengstgaranties op zonnepanelen gelden doorgaans voor een periode van 25 jaar en de garantie op productiefouten is standaard 10 jaar. Omvormers kennen over het algemeen een garantietermijn van 5-10 jaar. Voor de levensduur van deze componenten kunnen deze periodes van respectievelijk 25 en 10 jaar veilig worden gehanteerd in de business case. Opbrengst Voor wat betreft het vermogen van de panelen geven de A-merk-panelenfabrikanten garanties van minimaal 80% na 25 jaar, ten opzichte van het originele nominale vermogen. A-merk fabrikanten zijn daarbij herverzekerd voor faillissement, zodat met grote zekerheid aanspraak gemaakt kan worden op deze garantie. Een andere bepalende factor in de opbrengst is het aantal vollasturen zon op een locatie. Een aantal jaren ervaring met PV panelen in Nederland heeft ertoe geleid dat met redelijk grote nauwkeurigheid kan worden voorspeld hoeveel vollasturen een bepaalde locatie jaarlijks gemiddeld behaalt. In Nederland ligt de zonnestroomproductie op een schaduwvrije locatie met optimale oriëntatie tussen de 900 en 1.000 kWh per kWp opgesteld vermogen. Schaduw Schaduw heeft een grote invloed op de opbrengst van zonnepanelen. Schaduw op één paneel heeft sterke invloed op een hele rij aan elkaar gekoppelde panelen (een string). Schaduw op de panelen op een willekeurig moment van de dag dient zoveel mogelijk te worden vermeden. Gezien de lage ligging is dit bij een zonneweide een extra belangrijk aandachtspunt. In het ontwerp van een zonnestroomsysteem dient rekening te worden gehouden met de zonnestand in alle seizoenen en de schaduw die omliggende objecten afhankelijk daarvan kunnen geven. Ook dient hierbij rekening te worden gehouden met groei van bomen en struikgewas over de beoogde levensduur van het zonnestroomsysteem (25 jaar). Vuil Zonnepanelen kunnen blootstaan aan vuil, zoals stof en vogeluitwerpselen. Mits geplaats onder een voldoende grote hellingshoek (15° of meer) vergen de zonnepanelen weinig onderhoud, aangezien de regen in dat geval het merendeel van het vuil wegspoelt. Eén of twee keer per jaar reinigen, is in het algemeen voldoende. Extreme weersomstandigheden Extreme weersomstandigheden die zonnestroomsystemen kunnen bedreigen, zijn storm, hagel, onweer en sneeuwdruk. De plaatsing van bliksemafleiding leidt niet tot een verhoogd risico voor blikseminslag in zonnestroomsystemen. Verzekering tegen deze gebeurtenissen is opgenomen in een standaardverzekering voor zonnestroomsystemen. Diefstal en vandalisme De kabels van zonnestroomsystemen zijn, net als de panelen zelf, een potentieel doelwit voor dieven. Daarnaast is een aantal gevallen bekend van vandalisme van zonnepanelen. Deze risico’s gelden in sterke mate voor zonneweides, zeker in vergelijking met dakgebonden systemen, vanwege het ontbreken van de hoogtebarrière. Daarom dient voldoende aandacht te worden besteed aan
19
beveiliging middels een hek en camerabewaking. Verzekering tegen deze gebeurtenissen is, zoals aangegeven, opgenomen in een standaardverzekering voor zonnestroomsystemen. Wet- en regelgeving De huidige business cases maken in de meeste gevallen gebruik van saldering. Het risico bestaat dat de regels rondom saldering worden aangepast. Minister Kamp heeft al aangegeven dat salderen in 2017 onder de loep wordt genomen om de salderingsmethodiek in 2020 eventueel al aan te passen. Het aanpassen van saldering kan een negatief effect op de business case hebben. Crowdfunding staat in de meeste gevallen nu al onder toezicht van de AFM. De AFM heeft aangegeven dat de regels rondom crowdfunding verder worden aangescherpt met als doel de consument te beschermen. Het risico bestaat dat de kosten voor crowdfunding hierdoor zullen toenemen dan wel dat er minder crowdfundingplatforms overblijven. De Regeling Verlaagd Tarief is in 2014 in werking getreden. Het aantal projecten dat onder de Regeling Verlaagd Tarief tot stand komt, is zeer beperkt als gevolg van zowel de complexiteit als het lage financiële rendement. Het risico bestaat dat de regeling wordt verbeterd nadat er al een aanwijzing is afgegeven voor een project waardoor deze geen gebruik kan maken van de verbeterde regelgeving.
20
Bronnen Voor de totstandkoming van dit document hebben wij gebruik gemaakt van verschillende bronnen, zoals: www.belastingdienst.nl www.greencrowd.nl www.greenspread.nl www.hieropgewekt.nl www.rvo.nl www.stedin.nl
Contact Greencrowd Utrechtseweg 310, gebouw H01 6812 AR Arnhem 085 – 4013 471
[email protected] www.greencrowd.nl
21