Kader Ontmoetingscentra Dementie regio Haaglanden December 2013
INHOUDSOPGAVE pagina 1. Inleiding en doel document
3
2. Uitgangssituatie
3
3. Ontmoetingscentrum
3
4. Doelgroep
4
5. Indicatie
5
6. Aanbod
5
7.Ketensamenwerking
6
8. Organisatie
6
9. Financiering
7
Bijlagen Bijlage 1
Werkwijze van een ontmoetingscentrum, onderscheid met bestaande voorzieningen
9
Bijlage 2
Uitwerking programma-aanbod van een Ontmoetingscentrum
10
Bijlage 3
Subsidiecriteria
11
Kader Ontmoetingscentra Dementie regio Haaglanden, december 2013
2
1. Inleiding en doel document In regio Haaglanden is na de succesvolle start van de Ontmoetingscentra Loosduinen (Mozartduin) en Zoetermeer in 2011, het aantal ontmoetingscentra uitgebreid. Inmiddels is in Den Haag in elk stadsdeel minstens één ontmoetingscentrum en in de randgemeenten zijn eveneens vormen van laagdrempelige voorzieningen voor mensen met beginnende dementie opgezet. De stuurgroep Ontmoetingscentra dementie, verbonden aan het netwerk dementie regio Haaglanden, wil stimuleren dat in de regio een dekkend aanbod van ontmoetingscentra gerealiseerd wordt waarbij de ontmoetingscentra in opzet en uitvoering passen binnen het kader dat in dit document geschetst wordt. 2. Uitgangssituatie Het aantal ouderen met dementie neemt snel toe. Regio’s binnen Nederland wordt sindsdien gestimuleerd en ondersteund om adequate zorg aan mensen met dementie te bieden gedurende het gehele traject van beginnende geheugenproblemen tot en met de palliatieve fase. Belangrijke uitgangspunten hierbij zijn dat dementie niet alleen de persoon die de ziekte heeft, treft maar dat ook de naasten van deze persoon ondersteund dient te worden in het omgaan met de ziekte en zieke. Daarnaast zijn zorg en ondersteuning erop gericht om mensen met dementie zo lang mogelijk thuis te laten wonen en is samenhang in het aanbod van zorg en ondersteuning nodig om zorg op maat te kunnen bieden. Het Ontmoetingscentrum voor ouderen wordt aangereikt als één van de oplossingen in de zorg voor de snel groeiende groep dementerenden als mogelijkheid om mensen met dementie en hun partner te ondersteunen waardoor de persoon met dementie langer thuis kan blijven wonen (zie bijlage 1). Behoefte aan ontmoetingscentra Ontmoetingscentra hebben een eigen plek in het aanbod voor mensen met dementie en hun naasten. De ontmoetingscentra onderscheiden zich van het huidige aanbod van dagvoorzieningen voor mensen met dementie en hun mantelzorgers doordat: de ondersteuning zich zowel op de persoon met dementie als op de mantelzorger richt; alle ondersteuningsactiviteiten op één laagdrempelige locatie (buurtcentra, ouderencentra) worden aangeboden; de gekozen locaties sociale integratie met andere buurtbewoners mogelijk maakt; de begeleiding wordt geboden door één klein vast professioneel team, bestaande uit een programmacoördinator en een activiteitenbegeleider; er casemanagement wordt geboden en, zonodig, multidisciplinaire zorg wordt georganiseerd. Het professionele team werkt hiertoe, volgens een samenwerkingsprotocol, samen met andere zorgaanbieders en welzijnsinstellingen in de wijk/regio, zoals huisartsen, thuiszorg, wijkpost voor ouderen, ambulante GGZ, steunpunt mantelzorg en woonzorgcentra; de laagdrempelige, kleinschalige, geïntegreerde en niet-stigmatiserende opzet van de ondersteuning dicht bij huis het voor de persoon met dementie gemakkelijker maakt om hulp te aanvaarden. Het bevordert bovendien de vertrouwensband tussen personeel en mantelzorger. Hierdoor is deze laatste eerder bereid de zorg met anderen te delen. 3. Ontmoetingscentrum Doel van het Ontmoetingscentrum is om te voorzien in praktische, emotionele en sociale ondersteuning. De ondersteuning is bedoeld voor mensen met een lichte of matige vorm van dementie (niet voor mensen die al een verpleeghuisindicatie hebben) én voor zijn/haar mantelzorger. Deze ondersteuning wordt op een kleinschalige manier, intensief en geïntegreerd aangeboden, op een laagdrempelige plek in de wijk vanuit een samenwerkingsverband van een zorgen een welzijnsinstelling. Het doel dat het ontmoetingscentrum voor de deelnemer beoogt, is: In stand houden/ uitbreiden van het sociaal netwerk Bieden van structuur en zinvolle dagbesteding Verminderen van gedragsproblemen Uitstel van opname in beschermde woonomgeving en voor de mantelzorger: Ontlasten van de mantelzorg zodat ze de zorg langer en beter kunnen volhouden. Kader Ontmoetingscentra Dementie regio Haaglanden, december 2013
3
Creëren van een meer stabiele leefsituatie door het leren omgaan met een partner/ vader/moeder enz. met dementie. De filosofie achter het ontmoetingscentrum is erop gebaseerd dat mensen het best gezamenlijk begeleid kunnen worden in een normale omgeving. Gezamenlijk omdat gedeelde smart nu eenmaal halve smart is en die normale omgeving is van belang om de zorg voor iedereen zichtbaar te maken. Een buurman die door het ondersteuningsprogramma gaat zien met welke problemen een cliëntenpaar geconfronteerd wordt, zal eerder een handje toesteken als dat nodig is. Door de geïntegreerde begeleiding die het ondersteuningsprogramma biedt, worden deelnemer en mantelzorger beide geholpen bij het omgaan met alle veranderingen en beperkingen die de ziekte met zich meebrengt. Theoretisch uitgangspunt van de activerende begeleiding is het adaptatiecoping model. Dit model gaat ervan uit dat de oudere die aan beginnende dementie lijdt en de mantelzorger zullen moeten leren omgaan met de gevolgen van de dementie. Door de ondersteuning van de persoon met dementie, die gericht is op het leren omgaan met de eigen beperkingen, wordt gewerkt aan het voorkómen of verminderen van gedrag- en stemmingsproblemen waardoor de deelnemer langer thuis zal kunnen blijven wonen. Uitgangspunt hierbij zijn de wensen en mogelijkheden van de deelnemers De ondersteuning van de mantelzorger is niet alleen gericht op het leren omgaan met de gevolgen van dementie maar ook op het voorkomen van overbelasting en ziekte. Het activiteitenprogramma voor de dementerende is enerzijds gericht op beleving en meedoen aan bezigheden, anderzijds op het bieden van een gestructureerde dagindeling en maatschappelijke participatie zolang dit mogelijk is. De deelnemers geven aan, aan welke activiteiten zij willen deelnemen. De dagindeling zal dus vraaggericht georganiseerd worden. Voor de mantelzorgers is er een apart programma. In bijlage 1 is de werkwijze van een Ontmoetingscentrum beschreven, ook het onderscheid met bestaande voorzieningen wordt daar beschreven. 4. Doelgroep Deelnemer met dementie: Mensen met een lichte of matige beperking Psychogeriatrie (PG). De ondergrens voor mensen die gebruik kunnen maken van het ontmoetingscentrum ligt bij mensen waarbij de diagnose dementie is gesteld of binnen afzienbare tijd (2 maanden) gesteld zal worden. De bovengrens ligt bij de uitsluitcriteria zoals hieronder benoemd. Mantelzorgers: Het ondersteuningsaanbod van een ontmoetingscentrum is gericht op mensen met dementie en hun mantelzorgers. In veel gevallen zijn er meer mantelzorgers betrokken bij de zorg voor mensen met dementie. Vaak fungeert één van de mantelzorgers als centrale mantelzorger. De ondersteuning vanuit het ontmoetingscentrum richt zich vooral op de centrale mantelzorger/ contactpersoon zonder de andere mantelzorgers uit te sluiten. Als in- en uitsluitcriteria voor het ontmoetingscentrum worden benoemd (volgens het Amsterdams model): De deelnemer heeft een lichte tot matige dementie, met het accent op lichte dementie Er is in het dagelijks leven een beperking die groter is dan ouderdomsvergeetachtigheid of vergeetachtigheid ten gevolge van psychische klachten Om de veiligheid van de deelnemer te garanderen, is het nodig dat de deelnemer niet geneigd is om weg te lopen Gedragsproblemen van de persoon met dementie mogen niet zodanig zijn dat ze het groepsproces verstoren. De persoon moet in een groep kunnen functioneren Gezien de activiteiten van het Ontmoetingscentrum is het belangrijk dat de deelnemer mobiel is De deelnemer moet zelfstandig naar het toilet kunnen Hulp bij eten en drinken kan geboden worden De mantelzorger heeft behoefte aan ondersteuning bij het ziekteproces van de persoon met dementie en is bereid deel te nemen aan het ondersteuningprogramma
Kader Ontmoetingscentra Dementie regio Haaglanden, december 2013
4
De plaatsing in het Ontmoetingscentrum gebeurt nooit tegen de zin van betrokkenen. De persoon met dementie en de mantelzorger moeten altijd toestemming geven.
5. Indicatie Mensen bij wie de diagnose dementie nog niet gesteld is en mensen met een lichte beperking PG vallen niet onder de AWBZ aanspraken. Voor deze groep zal een beroep gedaan worden op gemeentelijke WMO financiering. Bij mensen bij wie de diagnose dementie nog niet gesteld is, wordt wel gestreefd naar toeleiding naar de diagnosestelling. Het ontmoetingscentrum wil een laagdrempelige voorziening zijn. Dat betekent zo min mogelijk bureaucratie. Voor een goede ondersteuning van de cliënt en mantelzorger is het van belang dat men al in een vroeg stadium mee kan doen. Deelnemers moeten vrijblijvend een of meer keer mee kunnen doen om kennis te kunnen maken met de werkwijze in het Ontmoetingscentrum. Wanneer besloten wordt tot deelname volgt een intake voor de noodzakelijke gegevens. Mensen die behoren tot de doelgroep en passen binnen de in- en uitsluitingscriteria kunnen direct meedoen. Deelnemers die aan de eisen voldoen zullen worden ondersteund bij het aanvragen van een indicatie voor dagbesteding en vervoer. 6. Aanbod Het aanbod in het ontmoetingscentrum is opgesteld op grond van het landelijk voorbeeld (zie bijlage 2). a. Dagactiviteitenprogramma Deelnemers kunnen meerdere dagdelen deelnemen aan het dagprogramma. Individueel of in groepsverband kan deelgenomen worden aan (re)creatieve activiteiten zoals tekenen, schilderen, naar muziek luisteren, de krant lezen, op de PC werken, boodschappen doen en de lunch voorbereiden. De activiteiten zijn gevarieerd. Beweegactiviteiten vormen een belangrijk onderdeel van het programma. Ook geheugentraining en kopgroepen kunnen onderdeel zijn van het programma. Afhankelijk van de aanpassingstaken waar de cliënt moeite mee heeft, zal de nadruk liggen op reactivering, resocialisering of bevordering van het emotionele functioneren rekening houdend met de wensen en de mogelijkheden van de cliënt. De activiteiten hebben een vrij karakter. Niemand doet iets wat hem niet ligt en er wordt rekening gehouden met de diversiteit tussen mensen. b. Mantelzorgondersteuning Mantelzorgers kunnen meedoen aan een gespreksgroep. In deze gespreksgroep kunnen ervaringen uitgewisseld worden en kan besproken worden hoe om te gaan met situaties in de dagelijkse praktijk van de zorg voor de persoon met dementie. c.1. Informatieve bijeenkomsten Mantelzorgers kunnen deelnemen aan informatieve bijeenkomsten over verschillende onderwerpen: ziektebeeld dementie, overzicht van handreikingen bij de zorg voor mensen met dementie en welke zorg is nodig/ mogelijk. Deze bijeenkomsten zijn vrij toegankelijk voor publiek, ze zijn dus ook bedoeld voor wijkbewoners. De informatieve bijeenkomsten worden één keer per maand georganiseerd. c.2. Alzheimer Café Mensen met dementie, mantelzorgers en belangstellenden kunnen een maandelijkse informele bijeenkomst bijwonen in het Alzheimer Café. De bijeenkomsten starten meestal met een inleiding door een deskundige of vertoning van een film, waarna de bezoekers ideeën, informatie en ervaringen kunnen uitwisselen. Om de regionale spreiding van Alzheimercafés te bevorderen is in een aantal ontmoetingscentra een Alzheimer Café opgezet.
Kader Ontmoetingscentra Dementie regio Haaglanden, december 2013
5
d. Praktische hulp en deskundig advies en begeleiding Mantelzorgers krijgen hulp bij het regelen van zorg thuis en opname in een beschermde woonomgeving. Daarnaast krijgen mantelzorgers individueel deskundig advies en begeleiding. Op dagen dat het ontmoetingscentrum open is, zal een spreekuur gehouden worden. Dan kunnen mantelzorgers maar ook wijkbewoners hun vragen bespreken. e. Casemanagement dementie Regio breed kunnen mensen met (een vermoeden van) dementie een casemanager als vaste begeleider krijgen. Afspraken over afstemming en overleg worden tussen de casemanager en het ontmoetingscentrum gemaakt. Heeft een deelnemer nog geen casemanager en wenst begeleiding dan zoekt de programmacoördinator contact met het Centraal Aanmeldpunt of een casemanager om de deelnemer aan te melden 7. Ketensamenwerking Het ontmoetingscentrum vormt een schakel in de keten dementie. Goede samenwerking met de andere ketenpartners is een voorwaarde voor succes. De keten begint bij signalering van mensen met geheugenproblematiek en beginnende dementie vanuit de eerstelijnszorg, welzijn (buurtcentra en ouderenconsulenten), de wijkagent, maatschappelijk werk, woningcorporaties, geheugenpoli’s, I-shops, consulenten mantelzorgers en kerken. Met deze instanties binnen de wijk/ stadsdeel of gemeente dienen contacten te worden gelegd en afspraken te worden gemaakt over toeleidingsmogelijkheden en doorstroommogelijkheden indien het ontmoetingscentrum voor een deelnemer niet meer de juiste plek is ( zie uitsluitcriteria). In het ontmoetingscentrum wordt een aantal ketenpartners betrokken bij het programma. De GG instelling en welzijn kunnen ondersteuning bieden in de bijeenkomsten voor mantelzorgers. Afstemming met de casemanagers is al eerder benoemd. Alzheimer Nederland afd. Haaglanden is betrokken op het gebied van informatievoorziening over dementie en de omgang hiermee in de vorm van een Alzheimer Café en/of informatieve avonden. Met de woonzorgcentra in de buurt wordt contact gelegd over informatievoorziening voor bezoekers van de verzorgings- en verpleeghuizen en over doorverwijzen van cliënten en mantelzorgers naar vormen van dagbehandeling. De I-shops kunnen informatiemateriaal geven aan belangstellenden, informatie verstrekken aan bezoekers van de I-shops en doorverwijzen naar het ontmoetingscentrum. 8. Organisatie Aantal deelnemers In de regio wordt van een groepsgrootte van 8 tot 12 deelnemers uitgegaan. De groepsgrootte is mede afhankelijk van de beschikbare ruimte en het beschikbare personeel. In het landelijk draaiboek wordt gesproken over een ruimte van ongeveer 60 m2, dat komt neer op 5m2 per persoon. Voor 8 tot 12 deelnemers is 1 beroepskracht nodig en daarnaast 1 of 2 vrijwilligers. Openingstijden Het ontmoetingscentrum dient minimaal twee dagen open te zijn per week. Uitgangspunt is dat de cliënt minimaal 1 dagdeel en maximaal 6 dagdelen deelneemt. Personeel Het vaste personeel bestaat uit een programmacoördinator en een activiteitenbegeleider. Programmacoördinator Taken programmacoördinator: structuur bieden en leiding geven aan de dagelijkse activiteiten in het ontmoetingscentrum individuele begeleiding van cliënt en mantelzorger, begeleidingsplan maken leiden van gespreksgroep de vraag achter de vraag achterhalen en doorverwijzen naar de juiste instantie die hulp kan bieden
Kader Ontmoetingscentra Dementie regio Haaglanden, december 2013
6
spreekuur houden organiseren van maandelijkse informatiebijeenkomsten of betrokken zijn bij het Alzheimer Café in het centrum contacten met verwijzers en instanties PR beleid maken en uitvoeren financieel beheer ontmoetingscentrum Activiteitenbegeleider Taken activiteitenbegeleider: activiteitenplan formuleren, uitvoeren en evalueren (onderdeel begeleidingsplan) individuele of groep gerichte activiteiten ontwikkelen en uitvoeren en hierbij inspelen op wensen, behoeften en problemen van de cliënt begeleiden vrijwilligers activiteitenbegeleider krijgt ondersteuning van vrijwilliger of stagiaire Ouderenconsulent organiseren van maandelijkse informatiebijeenkomsten of betrokken zijn bij het Alzheimer Café ondersteuning bieden aan programmacoördinator PR en werven vrijwilligers Vrijwilligers Vrijwilligers zijn van belang om de activiteitenbegeleider te ondersteunen bij het programma. Voor vrijwilligers is een introductietraining nodig, zodat vrijwilligers een basiskennis hebben van wat dementie is en hoe je mensen met dementie kan begeleiden. De vrijwilligers zijn er voor: ondersteunen van cliënten bij activiteiten o.v.v. de activiteitenbegeleider huishoudelijke taken, koffie, thee broodmaaltijd de rol als gastheer/ -vrouw aandacht kunnen geven aan de deelnemers De werving van vrijwilligers is een gezamenlijke inspanning van de welzijn en de VVT instelling. Gebouw: Het landelijk draaiboek voor ontmoetingscentra geeft hierover het volgende aan: Voor de ondersteuning van de deelnemers met dementie: Een gemeenschappelijke ruimte met tafels en stoelen van ongeveer 60m2 (bij 12 deelnemers) die tijdens de activiteitendagen beschikbaar is; Een lege ruimte, ook tijdens alle dagactiviteiten beschikbaar, die groot genoeg is voor de psychomotorische therapie; bijvoorbeeld een klein gymzaaltje of een ruimte die daarvoor gebruikt kan worden; Bij voorkeur is er in of in de nabijheid van de ruimte van de dagactiviteiten een keukentje aanwezig, waarin eenvoudige lunches/ maaltijden, hapjes en drankjes voorbereid kunnen worden en waarin een koelkast staat en het benodigde servies. Voor de ondersteuning van de mantelzorgers: Een ruimte waarin, op een vastgestelde ochtend of middag per week, vijftien tot twintig personen kunnen deelnemen aan een informatieve bijeenkomst of een discussiegroep; Een ruimte die een keer per week (op een van de activiteitendagen) beschikbaar is voor het spreekuur van de programmacoördinator; Een ruimte waarin een keer per maand een centrumoverleg kan plaatsvinden, waarbij mantelzorgers, begeleiders en cliënten aanwezig zijn.
Kader Ontmoetingscentra Dementie regio Haaglanden, december 2013
7
9. Financiering Om een Ontmoetingscentrum te starten is startfinanciering nodig. Daarnaast zijn er vaste kosten. De meeste ontmoetingscentra vragen een kleine eigen bijdrage van de deelnemers. Deze gelden worden volledig besteed aan lunches, versnaperingen bij koffie en thee en uitstapjes voor de deelnemers aan het programma. De deelnemers zonder de diagnose dementie worden vanuit de algemene subsidie van de gemeente betaald (zie bijlage 3 voor de subsidiecriteria van de gemeente Den Haag). Deelnemers met de diagnose dementie kunnen een beroep doen op de AWBZ 1. Voor andere financiële middelen kunnen fondsen of bedrijven uit het bedrijfsleven aangeschreven worden.
1
In 2015 verandert de financieringsstructuur. Kader Ontmoetingscentra Dementie regio Haaglanden, december 2013
8
Bijlage 1 Werkwijze van een ontmoetingscentrum, onderscheid met bestaande voorzieningen In 1993 werden in Amsterdam de eerste ontmoetingscentra voor thuiswonende mensen met dementie en hun mantelzorgers opgezet. Het doel is om te voorzien in praktische, emotionele en sociale ondersteuning en deze intensief en geïntegreerd aan te bieden, op een laagdrempelige plek in de wijk. In de ontmoetingscentra kunnen 10-15 mensen met dementie drie dagen per week deelnemen aan doelgerichte activiteiten gericht op het leren omgaan met de gevolgen van de aandoening, het verbeteren van het functioneren en het trainen van vaardigheden om verergering te voorkomen. Verder zal de activiteit individu gericht zijn, uitgaande van wat de cliënt kan en zullen de deelnemers persoonsgericht begeleid worden. Uitgangspunt zijn persoonlijke wensen en behoeften. Tegelijkertijd worden mantelzorgers ondersteund en getraind door middel van het deelnemen aan gespreksgroepen. Voor de deelnemer en de mantelzorger is het inloopspreekuur beschikbaar evenals het telefonische spreekuur. Door al deze activiteiten wordt bereikt dat het (dreigende) sociaal isolement van beiden wordt voorkomen of doorbroken. Deze activiteiten worden op methodische wijze aangeboden. Na binnenkomst van een cliënt vindt zowel bij de cliënt als bij de mantelzorger een probleeminventarisatie plaats. Op basis hiervan wordt een individueel begeleidingstraject opgesteld. Het ontmoetingscentrum onderscheidt zich van het huidige aanbod van voorzieningen voor mensen met dementie of voor mantelzorgers doordat: de ondersteuning zich zowel op de persoon met dementie als op de mantelzorger richt; de ondersteuning is gericht op het verwerken van de ziekte en het aanleren hoe ermee om te gaan de mantelzorger tegelijkertijd ‘respijtzorg’ krijgt de gekozen locatie sociale integratie met andere buurtbewoners mogelijk maakt en actief gewerkt wordt aan contact tussen deelnemers en buurtbewoners alle ondersteuningsactiviteiten op één laagdrempelige locatie worden aangeboden; de laagdrempelige, kleinschalige, geïntegreerde en niet-stigmatiserende opzet van de ondersteuning dicht bij huis maken het voor de persoon met dementie gemakkelijker om hulp te aanvaarden. Het bevordert bovendien de vertrouwensband tussen personeel en mantelzorger. Hierdoor is deze laatste eerder bereid de zorg met anderen te delen er casemanagement wordt geboden en, zonodig, multidisciplinaire zorg wordt georganiseerd. Het professionele team zal hiertoe, volgens een samenwerkingsprotocol, samenwerking zoeken met genoemde zorgaanbieders en welzijnsinstellingen in de wijk/regio de begeleiding wordt geboden door één klein vast professioneel team, bestaande uit een programmacoördinator, een activiteitenbegeleider en een enkele vrijwilligers (er zijn beperkte mogelijkheden voor stagiaires) De medewerkers van de Ontmoetingscentra krijgen een specifieke opleiding voor hun werkzaamheden en nemen regelmatig deel aan bijscholingsactiviteiten. Deze scholing wordt georganiseerd door het VU medisch centrum. De helpdesk op de afdeling psychiatrie VU medisch centrum Amsterdam is bereikbaar om lokale centra te ondersteunen. Het ‘format’ Ontmoetingscentrum wordt bewaakt door de landelijke werkgroep die één keer per jaar bij elkaar komt. Een eerste evaluatie is positief beoordeeld.
Kader Ontmoetingscentra Dementie regio Haaglanden, december 2013
9
Bijlage 2 Uitwerking programma-aanbod van een Ontmoetingscentrum Theoretisch uitgangspunt van de activerende begeleiding is het adaptatie-coping model. Dit model gaat ervan uit dat de oudere die aan dementie lijdt en de mantelzorger zullen moeten leren omgaan met de gevolgen van de dementie. Voor elke persoon met dementie die deelneemt aan de dagsociëteit van het Ontmoetingscentrum wordt, op basis van observatie van gedrag en stemming in het Ontmoetingscentrum enerzijds en informatie van de mantelzorger en de betrokken hulpverleners binnen en buiten het Ontmoetingscentrum anderzijds, nagegaan in hoeverre de persoon moeite heeft met het omgaan met de gevolgen van zijn dementie, zoals: het omgaan met de eigen beperkingen, het accepteren van begeleiding en behandeling, het ontwikkelen van sociale relaties, het behoud van een positief zelfbeeld, het omgaan met een onzekere toekomst en het handhaven van een emotioneel evenwicht. Dit wordt samengevat in een psychosociale diagnose. Op basis hiervan wordt voor de dementerende een begeleidingsplan opgesteld. De individuele doelen in het begeleidingsplan, die gebaseerd zijn op de psychosociale diagnose en de mogelijkheden van de persoon, variëren van (re)activering en (re)socialisering tot bevordering van het emotioneel functioneren. In de Ontmoetingscentra worden met het oog hierop verschillende activiteiten (individueel en in groepsverband) onder andere bewegingsactiviteiten, aangeboden. Dit geldt zowel voor mensen met een lichte als mensen met een matige dementie. Door activiteiten structureel en regelmatig aan te bieden, kunnen vaardigheden nog aangeleerd worden of behouden blijven en kan terugval door onderstimulering worden voorkomen. Regelmatig (doorgaans eenmaal per zes weken) wordt de begeleidingsstrategie geëvalueerd en zo nodig bijgesteld. Ook wordt een kopgroepprogramma aangeboden, met deskundige begeleiding wordt in een gespreksgroep gewerkt aan het verwerken en accepteren van de diagnose dementie en de focus gericht op wat wel mogelijk is. Ook de mantelzorgers krijgen begeleiding aangeboden. Voor elke mantelzorger wordt op basis van observatie en gesprek eveneens een psychosociale diagnose gesteld. Hierbij wordt gekeken in hoeverre de mantelzorger moeite heeft met het omgaan met de gevolgen die de ziekte van de dementerende heeft. De vragen die aan de orde komen zijn onder andere: heeft de mantelzorger moeite met het omgaan met de beperkingen van de persoon met dementie, met het accepteren van hulp, met het handhaven van de eigen sociale contacten, met het behoud van een positief zelfbeeld en met het handhaven van een emotioneel evenwicht? Op basis hiervan wordt in het ondersteuningsplan van de mantelzorger de nadruk gelegd op: a) het bieden van psycho-educatie door middel van, onder meer informatieve bijeenkomsten, gespreksgroepen en een doorlopend individueel spreekuur (ten behoeve van gezinsbegeleiding, inzicht gevende gesprekken, informatie en advies); b) het uitbreiden van het sociale netwerk door het regelmatig organiseren van Centrum overleggen, feestelijke bijeenkomsten en sociale uitstapjes en het stimuleren van de mantelzorger om weer sociale activiteiten voor zichzelf te ondernemen; c) het bieden van emotionele steun door middel van lotgenotencontact in gespreksgroepen en individuele gesprekken tijdens het spreekuur.
Kader Ontmoetingscentra Dementie regio Haaglanden, december 2013
10
Bijlage 3 Subsidiecriteria De genoemde criteria in deze bijlage gelden alleen voor de gemeente Den Haag. Eisen subsidiëring ontmoetingscentra Deze ontmoetingscentra zijn gebaseerd op het zogenaamde VU-model van ontmoetingscentra. Waarbij zorg voor de dementerende en ondersteuning van de mantelzorger(s) centraal staat. De methodiek is uitgewerkt tot een projectplan dat opgesteld is binnen het netwerk dementie van de Stichting Transmurale Zorg. In het ontmoetingscentrum wordt samengewerkt tussen zorgaanbieder, welzijnsorganisatie en PEP; Doel van het ondersteuningsprogramma is uiteindelijk: o het verminderen, of voorkomen van toename, van de belasting van de mantelzorger en het bevorderen van diens gezondheid en welbevinden. o het verbeteren van de kwaliteit van de zorg voor de dementerende. o het voorkomen of uitstellen van opname van de dementerende in het verpleeghuis. Het aanbod wordt deels bekostigd met reguliere middelen vanuit welzijn, zorg en mantelzorg. De subsidie is een aanvulling. Er wordt een samenwerkingsovereenkomst opgesteld tussen betrokken partijen waarin helder verwoord staat wat ieders verantwoordelijkheden zijn op het gebied van organisatie, financiën, samenwerking, evaluatie, verplichtingen etc Een gespecificeerde begroting wordt ingediend, waarbij duidelijk kosten en baten te herleiden zijn. Streven is voor iedere deelnemer een AWBZ-indicatie aan te vragen. Minimaal 2 tot 3 dagen per week open. Het ontmoetingscentrum is gesitueerd op een laagdrempelige locatie (buurtcentra/ouderencentra) Er wordt stadsdeelgericht gewerkt. Een evaluatiemoment is in het projectplan opgenomen. Welke kosten komen wel en welke komen niet voor subsidie in aanmerking? Niet voor subsidie komen in aanmerking: A. Kosten inzet ouderenwerker wat betreft inzet spreekuren en individuele begeleiding B. Uitjes C. Maaltijden D. Kosten inzet i-shoppersoneel en mantelzorgondersteuning E. Huisvesting F. Bouwkundige aanpassingen. Wel voor subsidie komen in aanmerking: A. Coördinatie van het project B. Activiteitenbegeleiding en uitvoeren vrijwilligersbeleid C. Promotie D. Materiaal ter uitvoering van de activiteiten.
Kader Ontmoetingscentra Dementie regio Haaglanden, december 2013
11