05_12 k Examentraining in meivakantie k Engels leren met popmuziek k Leerlingen brengen steur in Maas terug >
- - - - - - - Rotterdams Onderwijs Magazine
Citoscore bemoedigend
Kennismaken met techniek
Bibliotheek investeert in leesplezier
juni _ nr. 05 _ jaargang 35
van de redactie
Vooruitgang Het schooljaar zit er weer bijna op, ook voor het ROM. We hebben er hopelijk weer een kleurrijke editie van gemaakt, zowel wat uiterlijk betreft als qua inhoud. Er zitten in elk geval weer de nodige vrolijke onderwerpen in en dat mag ook wel, zelfs al zijn in onze stad de gevolgen van de economische crisis voelbaar geworden. Er zijn immers ook tekenen die erop wijzen dat de Rotterdamse kinderen beter presteren en dat Rotterdamse onderwijsprofessionals dus vooruitgang boeken. Meer hierover in het artikel over de jongste Citoscore, blz. 6. Het is allemaal nog broos, we moeten voorzichtig zijn, maar toch… Wat bij alle artikelen opvalt, is dat de mensen die in het ROM aan het woord komen één groot ding met elkaar delen: de liefde voor het vak. Daarin schuilt de motor om door te gaan, ondanks crisis, ondanks tegenslagen. ‘We kunnen meer bereiken dan we soms wel eens denken’, zegt een woordvoerder van een school in dit nummer. Dat is een mooi uitgangspunt. Ook volgend jaar willen wij die gedachte ondersteunen met prettig leesbare, interessante artikelen en sprekende foto’s uit de praktijk van de onderwijsprofessionals van deze stad.
agenda 12 september NIJMEGEN
symposium taaltalent het jonge kind www.expertisecentrumnederlands.nl 12 september AMERSFOORT
congres ouderbetrokkenheid www.cps.nl/nationaalcongres 29 september UTRECHT
congres meesterlijk onderwijs www.aob.nl 5 oktober ROTTERDAM / NEDERLAND
dag van de leraar www.dagvandeleraar.nl 10 oktober NEDERLAND
scholenactie dag van de duurzaamheid www.dagvandeduurzaamheid.nl 11 oktober ROTTERDAM
mbo uitblinkersgala www.ditismbo.nl
Graag tot na de zomervakantie. Rien van Genderen
11 oktober DRIEBERGEN
congres docent en integriteit www.medilex.nl 14 november ROTTERDAM
conferentie teach like a champion www.cedgroep.nl
colofon Rotterdams Onderwijs Magazine voorlichtings- en opinieblad voor onderwijs, educatie, vorming, opleiding en training in Rotterdam. Gratis voor personeel van voorscholen, primair en voortgezet onderwijs in Rotterdam. 35e jaargang -- nr.5 -- juni 2012 ISSN 1386-2863 -- Verschijnt acht keer per jaar -- Oplage 7000 Losse nummers € 6,- Abonnement januari - juni 2012 (5 nummers) € 30,Uitgave Stichting de Meeuw Redactie Manon Ferwerda, Irene van Kesteren, Tim van der Korput, Lydia den Ouden, Rien van Genderen (hoofd- en eindredactie) Medewerkers Ronald Buitelaar, Petja Buitendijk (foto), Jan van der Meijde (foto), Marijke Nijboer, Renate Mamber, Ad Oskam (strip), Anne-Marie Plasschaert, Linda Rommens, Ron van Rutten (foto), Ineke Westbroek Redactie-adres Postbus 61055 -- 3002 HB Rotterdam -- telefoon 010 4863022 -0631643711 -- fax 010 4866455 -- e-mail
[email protected] Grafische vormgeving Trichis Communicatie en Ontwerp BNO -- Rotterdam Foto cover Jan van der Meijde Druk Veenman Drukkers -- Rotterdam © Stichting de Meeuw 2|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 05 | 12
29 november ROTTERDAM
symposium dag van het literatuuronderwijs www.dagvanhetliteratuuronderwijs.nl
inhoud 02 agenda 04 meer taalplezier op Zuid Joris Lutz: ‘Zonder lezen en schrijven gaat het niet gebeuren’
10_ ‘ALLES IS TAAL, ZELFS REKENONDERWIJS’ Eva Brandt, jonge leerkracht cos De Wereld R
05 een opgestoken duim voor de basisscholen Citoscore 2012 bemoedigend voor Rotterdam
06 meer relaxed het examen in vmbo Slinge oefent in de meivakantie
08 estafette Professionals uit het basisonderwijs wisselen ervaringen uit. Hoe bewaar je de rust in je programma bij een volledig dagarrangement?
16
13_ H ET BELANG VAN HOGE VERWACHTINGEN Maria basisschool is trots op Ilyas O
de klas van…
Quint de Ruijter, Calvijn Lombardijen
18
column Anne-Marie Onterecht zesje
18
strip Ad Oskam
Steuren
22 column L!nda Kleuterverdriet
22 een scheepswerf op de Wielslag ‘Ik wist niet dat je van hout een boot kon maken’
14_ OUDERS MAKEN VERTELTAS OP FINLANDIA ‘Voorlezen!’ roepen de kinderen R
25 topklassen tweespraak Laatste aflevering: ‘Ik dacht soms dat we geen pepernoot opschoten’
28 rock ’n roll als lesmateriaal Engels leren met Groove.me 30 de nieuwe rol van de Bibliotheek Rotterdam 32 veldwerk Mies van Driel,
Rotterdamse Montessorischool
19_ ‘DIT WORDT EEN HEEL BIJZONDERE DAG’ De prinses, de Wilhelminaschool en de steur O
05 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|3
Taal tekst Ineke Westbroek
Dring laaggeletterdheid terug door kinderen en hun ouders meer plezier te laten beleven aan lezen en schrijven. Vanuit die gedachte bieden Stichting Wereldleren en Theater Walhalla de bovenbouw van scholen in Rotterdam Zuid dit schooljaar ‘Meer taalplezier op Zuid!’ aan. Met de theatervoorstelling ‘Joris Speldt’ met Joris Lutz, en een bijpassend lesprogramma, krijgen kinderen van de basisscholen Willem van Oranje en de Pniëlschool meer lol in taal en worden zij, samen met hun ouders, bewust gemaakt van het belang daarvan.
> Meer taalplezier op Zuid
ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ ‘VZroeger zuchten Z Z Z Z Zwas Z Z Zhet ZZZ Z Z Z Z Zen Z Zsteunen, ZZZZZZ Znu Z Zgaan Z Z Z Zze Z Zenthousiast Z Z Z Z Z Z Z Z Zaan Z Z Zde Z Z sla ZZ ZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZZ ‘W
at willen jullie worden?’ vraagt Joris Lutz aan de kinderen van PCBS Willem van Oranje. De droomberoepen vliegen door de theaterzaal van Walhalla tijdens de voorstelling Joris Speldt: ‘Voetballer! Advocaat! Dierenarts!’ ‘Zonder lezen en schrijven gaat het niet gebeuren’, waarschuwt Joris. Het zal de scholieren dan net zo vergaan als de personages in het stuk, met wie zij zo enthousiast meeleven. Joris, die journalist wil worden, maar steeds andere smoezen verzint als hij iets moet opschrijven. En met Zara, die droomt van een grote zangcarrière, maar door de eerste de beste nepmanager wordt opgelicht, omdat zij het valse contract niet kan ontcijferen. ‘Kunt u echt niet lezen?’ vraagt een jongen bezorgd aan Joris Lutz, als deze de volgende dag op school komt om het lesprogramma in te leiden. De acteur waarschuwt nog een keer de groepen in de bovenbouw voor de gevolgen van laaggeletterdheid. En hij zet ze aan het werk. De leerlingen gaan een taalkrant maken met interviews, strips, gedichten en recensies van de theatervoorstelling.
4|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 05 | 12
Taalkrant ‘Hoe kan een Nederlandse man, in Nederland geboren, die op school heeft gezeten een analfabeet zijn? Dat is voor mij nog meer reden om vanaf vandaag mij nog meer in te zetten om toch de Nederlandse taal te leren!’ schrijft een leerling een paar weken later in de Taalkrant over taalambassadeur Koos Vervoort. Koos vertelde zijn verhaal op school. Hij was dyslectisch, maar op zijn school deed hij voor spek en bonen mee, omdat zijn leerkrachten dachten dat hij gewoon dom was. Jarenlang hield hij zijn lees- en schrijfproblemen verborgen, zelfs voor zijn eigen vrouw. Op zijn veertigste maakte hij een inhaalslag. Hij ging weer naar school en tekende zijn ervaringen op in het boek ‘Dit is pas het begin’. Een Nederlander met taalproblemen… Een eyeopener voor allochtone leerlingen en hun ouders, constateren leerkrachten Hanane Lahlimi (groep 6/7), Désirée van der Stoep (groep 5/6) en Winnie Hoogvorst (groep 8) ‘Juf, lezen is belangrijk, ik wil niet hetzelfde meemaken als Koos’, bekende een moeilijk
lezende leerling aan Lahlimi, die merkt dat Koos’ verhaal ook ouders stimuleert om alsnog taalcursussen te volgen. Sinds ‘Meer taalplezier op Zuid!’ is het taalplezier op school toegenomen, signaleert Hoogvorst, die evenals haar collega’s dagelijks een kwartier inruimt voor vrij lezen, met de klas musicals leest en leerlingen in tweetallen boeken laat bespreken: ‘Vroeger werd er gezucht en gesteund als de leesboeken tevoorschijn kwamen, nu gaan ze enthousiast aan de slag.’ ‘Bij mij ook’, vertelt Van der Stoep, ‘als ze binnenkomen, gaan ze meteen lezen. Als ze het spannend vinden, kijken ze achterin hoe het afloopt.’
Vaste plek Een belangrijk doel van ‘Meer Taalplezier op Zuid!’ is om de bevordering van taalplezier in te bedden in het schoolprogramma. Op PCBS Willem van Oranje gebeurt dit door vrij lezen een vaste plek te geven op het rooster en regelmatig leesactiviteiten te organiseren, voor kinderen én hun ouders.
Citoscore 2012 bemoedigend voor Rotterdam 536 535 534 533 532 531 530
ZZZ ZZZ Z ZZ ag’ ZZZ
W Zonder lezen en schrijven kun je je dromen niet waarmaken, legt Joris Lutz uit. foto Petja Buitendijk
‘Als kinderen ouders zien lezen’, weet directeur Sandra de Vette, ‘gaan zij dat zelf ook meer doen.’ Ouders lijken enthousiast tijdens de presentatie van de Taalkrant. Er zijn voorleesworkshops, toneelstukjes en een tweedehands boekenmarkt, waarbij leerlingen, ouders en leerkrachten boeken verkopen. Chantal (groep 7) en haar moeder zijn al langer met taal bezig. ‘Chantal schrijft verhaaltjes’, vertelt haar moeder, ‘en ze schrijft dingen van zich af. Briefjes zoals: ‘Daarom ben ik boos, mama’. Mijn zoon van twee leert ook al aardig wat woorden, doordat ik hem voorlees uit Nijntje en Dikkie Dik.’ Deïanierea (groep 8) somt op wat zij thuis allemaal leest: avonturenboeken, grappige boeken, stripverhaaltjes. Ze weet ook waarvoor ze het doet: ‘Dan kun je je woordenschat verbreden.’ Z
529
2009
2010
2011
2012
Nederland G4 Rotterdam
Wordt er beter gepresteerd door het Rotterdamse basisonderwijs? Of, de vraag preciezer gesteld: Slagen de Rotterdamse basisscholen erin om de kansen van hun leerlingen te vergroten? Daar ziet het inderdaad naar uit volgens de Cito-eindtoets basisonderwijs van 2012. ‘Rotterdam trekt een been bij’, aldus wethouder Hugo de Jonge in het AD Rotterdams Dagblad. Landelijk gezien bleef de gemiddelde Citoscore gelijk aan die van 2011. Die is en blijft 535,5 wat overigens wel iets hoger is in vergelijking met de jaren daarvoor. Maar nu Rotterdam. Cito meet ook de cijfers van de vier grote steden. Die blijven al jaren achter op het landelijke gemiddelde, omdat juist daar veel leerlingen zijn van ouders die zelf een lage tot zeer lage opleiding hebben genoten. Wel gaat het in de steden geleidelijk aan omhoog, zelfs zo, dat het verschil iets wordt ingelopen. Was het verschil in 2010 nog 2,4; vorig jaar was dit 1,8 en dit jaar was het teruggebracht tot 1,7 punt. Opmerkelijk is dat die inhaalmanoeuvre vooral te danken is aan Rotterdam en wat 2012 betreft zelf geheel aan Rotterdam valt toe te schrijven! Dat is wel even iets om bij stil te staan. Is hier sprake van een trendbreuk? Cito houdt nog wat slagen om de arm. Het is nog te vroeg om al luidkeels te gaan juichen, ook omdat het Rotterdamse streven is om in 2014 de gemiddelde score tot 534 te brengen. Dat is wel weer 2,5 punt hoger is dan de score van dit jaar. Een opgestoken duim is in elk geval zeker op zijn plaats, voor al die professionals in de Rotterdamse basisscholen.
05 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|5
Examenvoorbereiding
> Drie Dolle Dwaze Dagen bij VMBO Slinge
‘Ik heb het over voor mijn examen’
UUUUUUUUUUUUUUUU UUUUUUUUUUUUUUUU UUUUUUUUUUUUUUUU UUUUUUUUUUUUUUUU tekst Ineke Westbroek
Goede examenresultaten zijn belangrijker dan uitslapen, vinden eindexamenkandidaten op VMBO Slinge. De meerderheid meldde zich daarom aan voor de Drie Dolle Dwaze Dagen, zoals Slinge de vakantieschool in de meivakantie noemt. Zij lieten zich bijspijkeren in vakken waar zij moeite mee hebben en krikten hun zelfvertrouwen op met trainingen tegen stress en faalangst.
6|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 05 | 12
S
ommigen komen binnen met dikke slaapogen. Het valt niet mee om op de dag na Koninginnendag vroeg op te staan. ‘Maar’, zegt een meisje ferm, ‘ik heb het over voor mijn examen.’ Zeventig van de negentig eindexamenleerlingen en tien derdeklassers geven zich op voor de Drie Dolle Dwaze Dagen. Zij offeren hun meivakantie op voor betere eindexamenkansen, willen niets aan het toeval overlaten. Slagen zullen zij, liefst met hoge cijfers, om te kunnen doorstromen naar een hoger mbo-niveau. Dat betekent extra buffelen voor de eindexamenvakken, maar ook trainen in omgaan met stress en faalangst, om niet van pure zenuwen de kluts kwijt te raken.
T RENÉE BOUWER VMBO Slinge
O ‘Eerst op heuphoogte, dan de zijkant’, vertelt Anneke Smit. foto Petja Buitendijk
Boys met O-benen In de verzorgingles zijn zes meiden in de weer met een praktijkopdracht. Om de beurt moeten zij een ‘oude mevrouw’ vanuit haar bed in een rolstoel tillen en naar het aangrenzende lokaal brengen, zogenaamd de huiskamer van het verpleeghuis. Laura en Emine onderbreken hun gesprek over mooie boys en boys met O-benen, om zo’n praktijkoefening te doen. ‘Eerst op heuphoogte, dan de zijkant’, instrueert docent Anneke Smit Emine, die als verzorgster de oude dame (Laura) enthousiast moet maken voor bloemschikken. ‘Blijf praten tegen mensen die in bed liggen’, regisseert Smit. ‘Hebt u er zin in?’ vraagt Emine aan de oude dame. ‘Ja hoor.’
www.slinge.info ’Hebt u het al eerder gedaan?’ Door veel praktijksituaties te oefenen verwacht Laura minder zenuwachtig te zijn als zij dit soort opdrachten tijdens het examen moet uitvoeren: ‘Daar krijg ik nu de kans voor.’ Aydan werkt bij de stresstraining aan haar zelfbeheersing. ‘Ik ben heel snel boos’, weet zij van zichzelf, ‘daardoor heb ik moeite met samenwerken.’ En dat moet, tijdens examenopdrachten voor de opleidingsrichting Sport en Veiligheid, die zij volgt. Zij vertrouwt erop dat het lukt: ‘Dankzij de oefeningen weet ik al hoe ik moet ademhalen als ik boos word.’
Vanzelfsprekend Vestigingsdirecteur Renée Bouwer is aangenaam verrast door de animo onder zowel leerlingen als docenten, die belangeloos
meewerken: ‘Mooi dat leerlingen het belang inzien van goede examenresultaten. En ook zo bijzonder dat docenten zich spontaan aanmelden.’ Verzorgingsdocent Smit vindt het vanzelfsprekend om haar leerlingen in de vakantie bij te spijkeren: ‘Extra steun is heel belangrijk. Door te oefenen worden ze zekerder en gaan ze meer relaxed het examen in.’ Aanleiding voor de Dwaze Dagen vormden de verzwaarde eindexameneisen. Daarnaast wil Slinge de slaagpercentages verhogen. ‘Die zijn altijd goed geweest’, aldus Bouwer, ‘maar waarom zouden we niet hoger willen?’ En dat gaat lukken, spreekt ‘motivational speecher’ Beryl Valpoort de leerlingen moed in: ‘‘Laat je dromen uitkomen. Je kunt meer dan je denkt’ U
05 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|7
Estafette > Strakke organisatie zorgt voor rust
gggggggggggg Meer mensen ing huis, g ggg gggg ggg tekst Marijke Nijboer
Onderwijzen is een uitdagend vak. Waar loop jij tegenaan bij jouw werk en welke vraag zou je willen stellen aan een onderwijscollega? In deze aflevering van de doorgeefrubriek stelt Emine Kula, leerkracht op de Talmaschool, haar vraag aan Martijn van Minnen, vda-coördinator op de Nicolaasschool: hoe bewaar je als school met een volledig dagarrangement de rust in je programma?’
B
h Emine Kula: ‘Wij zijn niet altijd even streng bij het toepassen van onze gedragsregels’.
In deze aflevering van estafette wisselen een LEERKRACHT OP EEN BASISSCHOOL EN EEN coÖrdinator volledig dagarrangement hun ervaringen uit. voor de volgende aflevering geven zij het stokje – met brandende vraag – door aan aan EEN VOLGENDE COLLEGA.
8|
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 05 | 12
ij het volledig dagarrangement (vda) komen kinderen op een schooldag in aanraking met meerdere volwassenen. Soms leidt dat tot onrust, zegt Emine Kula: ‘Dan lijkt het of je na afloop van een activiteit een heel andere groep in je lokaal terugkrijgt. Voor je dan weer rustig aan het werk bent…’. Op zowel Emine’s Talmaschool als op de Nicolaasschool is het volledig dagarrangement verweven in het curriculum. De lesuren sport, ict of handvaardigheid kunnen op elk willekeurig moment van de dag zijn ingeroosterd. Op de Nicolaasschool is de organisatie van de vda-activiteiten echter opvallend strak. Zo wordt de instructie al in de klas gegeven, zodat de groep na aankomst op de andere plek meteen kan beginnen. Ook de verplaatsing van en naar de vda-activiteiten gaat volgens een strak rooster. ‘Wij hebben gemerkt dat de grootste onrust niet optreedt tijdens de spelactiviteiten, maar wanneer kinderen in een rij moeten wachten,’ vertelt Martijn van Minnen. ‘Daarom hebben we alles op elkaar afgestemd. Klassen gaan in shifts naar de vda-activiteiten. Klassen die bij elkaar op de gang zitten vertrekken zoveel mogelijk gelijktijdig, zodat ze elkaar niet storen. Van alle leerkrachten en vda-krachten wordt verwacht dat ze zich aan het schema houden, zodat kinderen zo min mogelijk staan te wachten.’
Ruzie oplossen Emine: ‘Op tijd zijn lukt bij ons ook wel, maar als er buiten ruzie ontstaat, nemen kinderen dit ondanks bemiddeling van de vda-kracht toch mee de klas in. Dan moet jij als groepsleerkracht zorgen dat de sfeer weer verbetert.’ Martijn: ‘Ook bij ons ontfermt de vda-kracht zich over een
gggggggg en orde g g toch ggg ggg ruzie buiten. Na afloop komen de vda-mensen altijd nog even mee de klas in voor de overdracht aan de leerkracht, en dan wordt dit verteld. Voorafgaand aan hun les, wanneer zij in de klas alvast instructie komen geven, krijgen ze ook een overdracht van de leerkracht. Die meldt het als bijvoorbeeld iemand niet goed in z’n vel zit.’ Kinderen krijgen het hele schooljaar dezelfde vda-vakken van dezelfde krachten. Omdat de Nicolaasschool groot is (800 leerlingen), kan zij deze vakdocenten een redelijk aantal uren aanbieden. Vaak zijn dit vakleerkrachten die al in dienst waren. Zij kennen de kinderen. En doordat ze meer uren werken, is het verloop niet zo groot. De vakleerkrachten bewegingsonderwijs, mensen met een CIOS- of Haloopleiding, verzorgen tussen de middag ook spelactiviteiten op het plein. Emine: ‘Onze school doet steeds meer een beroep op de groepsleerkrachten om bepaalde vakken te gaan geven. Omdat het budget hiervoor opraakt, hebben wij momenteel minder externen. Dat is jammer. Aan de andere kant: mijn indruk is dat de inschakeling van externen voor onrust zorgt.’ Martijn: ‘Dat is ook wel begrijpelijk. Op de ene school worden zij beter opgevangen dan op de andere. Onze coördinator brede school houdt goed contact met alle externen.’
Kind eruit gestuurd Emine: ‘Wij zijn niet altijd even streng bij het toepassen van onze gedragsregels. Wat doen jullie als een kind er bij een vda-activiteit wordt uitgestuurd? Martijn: ‘Wij hanteren overal dezelfde gedragsregels. Als een kind zich na een waarschuwing nogmaals misdraagt, gaat er een bericht naar huis. Het kind mag dan eventueel een periode niet meedoen.’ De Nicolaasschool werkt door de hele school met PAD, het Programma Alternatieve Denkstrategieën (zie het ROM van maart, red.). ‘We leren kinderen om, als ze voelen dat ze kwaad worden, naar een PAD-plek te gaan om na te denken. Als dit tijdens de sportles gebeurt, vertelt de sportdocent dat na afloop aan de juf.’ Emine: ‘Daar zit denk ik onze valkuil. Sommige gastjes draaien zo door dat ze alleen nog naar hun eigen juf luisteren.’ Martijn: ‘Onze vda- en bredeschoolmedewerkers zijn onderdeel van het team. We zijn selectief bij het binnenhalen van mensen. Het zijn allemaal mensen met een gedegen opleiding.’ g
h Martijn van Minnen: ‘Wij hebben alles op elkaar afgestemd zodat groepen elkaar niet hoeven te storen.’ foto’s Jan van der Meijde
De Brandende Vraag
Martijn wil de volgende aflevering graag wijden aan de social media. ‘Kinderen wensen elkaar soms de lelijkste dingen toe via msn of Twitter. Dat gebeurt buiten schooltijd, maar de volgende dag leeft het in de klas. Hoe kun je daar goed mee omgaan?’ In de volgende aflevering praat hij daarover met een collega uit het voortgezet onderwijs.
05 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
|9
Mijn vak
U Eva Brandt: ‘Leerkrachten zijn erg eigenwijs en dus blijven de deuren nog vaak dicht.’ foto’s Jan van der Meijde
10 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 05 | 12
cc UUUUUUUUUUU U U UBrandt: UUUUUUUU Eva UUUUUUUUUUU ‘Alles isUtaal, U UUUU UUUUU U U U Uhet UUUUUUU zelfs UUUUUUUUUUU rekenonderwijs’ U UUUUUUUUUU U U U U U U U UU U U
tekst Anne-Marie Plasschaert
Weloverwogen en goed doordacht formuleert Eva Brandt haar kijk op het onderwijs. Vroeger zei ze: ‘Ik wil mijn eigen school.’ Nu zet zij zich vooral in om zelf als leerkracht verder te komen, het taalonderwijs te verbeteren, en collega’s te enthousiasmeren voor goed muziekonderwijs.
'V
eel mensen zien mij als bijzonder ambitieus’, zegt Eva Brandt (24), ‘docenten van de pabo vooral. Maar ik zie mijzelf helemaal niet zo. Ik wil wel dingen veranderen, zodat je als leerkracht en als school steeds beter wordt.’ Brandt volgde de pabo bij INHolland vanwege de bevoegdheid protestant-christelijk die alleen daar te halen is, en ze koos voor het duale traject omdat de praktijk haar veel meer leerde dan de opleiding. Tijdens de LIO-stage werkt zij op de Dr. H. Piersonschool, voorloper van wat nu christelijke ontmoetingsschool (c.o.s.) De Wereld heet. Na haar afstuderen in 2009 kan en wil Brandt graag op de school blijven werken. ‘Er stonden allerlei ontwikkelingen op stapel, onder meer als gevolg van een fusie met de andere protestant-christelijke school, hier een straat achter. Het aantal leerlingen op
beide scholen daalde en dan kun je maar beter de krachten bundelen. Ik wilde daar graag aan meewerken, want ik had het hier erg naar mijn zin met mijn collega’s en het zijn hier ook hele leuke kinderen.
Omslag Nog een belangrijke reden om te blijven noemt Brandt de kans die ze kreeg om wat te doen met ontwikkelingsgericht muziekonderwijs, haar afstudeeronderwerp. ‘Door in gesprek te gaan met collega’s, te laten zien hoe het kan, maak je mensen enthousiast. Ik heb methodes geïntroduceerd voor het ontwikkelingsgerichte muziekonderwijs en collega’s komen die lenen. Mijn collega observeert, zodat ook zij straks weet wat zij er in haar klas mee kan doen. Andere collega’s vertellen mij nu wat ze in hun muziekles gaan doen. Dat enthousiasmeren is stap één.’
>>
‘Ik wil dingen veranderen, zodat je als leerkracht en als school steeds beter wordt’ 05 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 11
T Eva Brandt cos De Wereld 010 465 79 49
>> Ze geeft aan dat er op De Wereld een cultuur is waarin echt wordt gekeken naar specialisaties van de leerkrachten: ‘Zo zou het op alle scholen moeten zijn, maar dat is niet zo. Ik zag het niet op de scholen waar ik voorheen stage heb gelopen. Maar ook van pabo-studenten hoor ik dat dit niet vaak voorkomt. Die omslag in het onderwijs voor elkaar krijgen, daar zou ik graag aan willen werken. Dat er meer naar elkaar gekeken wordt, zodat je van elkaar kunt leren. Ik kan nu, na twee jaar werken in een pittige combinatieklas, van mijzelf zeggen: ik ben goed in het organiseren van onderwijs in zo’n groep. Daar heb ik ook hard aan gewerkt. Volgend jaar komen er twee andere collega’s op een combinatieklas, die hebben daar nog geen ervaring mee. Dan is het toch fijn als ze bij mij langs kunnen komen om zaken door te spreken en vragen te stellen. Maar leerkrachten – ik ben er zelf één – zijn allemaal erg eigenwijs en dus blijven op veel scholen de deuren nog steeds dicht.’
Afscheid Een andere uitdaging ligt voor Brandt in het taalonderwijs. ‘Ik zit op een cursus voor taalcoördinator en daar wil ik ook echt wat mee doen. Alles is taal, zelfs het rekenonderwijs. En ik werk op een binnenstadschool waar
12 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 05 | 12
Voor Eva Brandt is muziek heel belangrijk. ‘Ik heb een jaar pianoles gehad en op de pabo leerde ik gitaar en blokfluit spelen, want ik deed muziek als minor. Maar ik ben vooral van het zingen, in koren en op zangles.’ Op het keyboard leert ze zichzelf kinderliedjes spelen uit de bundel ‘Eigenwijs’. ‘Het is lastig om naast mijn werk nog de discipline op te brengen om toonladders te oefenen. En het gaat er ook niet om of ik een instrument goed bespeel. Het gaat mij er vooral om dat ik de leerlingen met muziek in contact breng. Ik wil ze ook meer met muziekinstrumenten kennis laten maken. Sommige leerlingen weten helemaal niet welke talenten ze misschien wel bezitten.’ Brandt verheugt zich er op als straks wellicht ook op haar school de extra leertijd wordt ingevoerd. ‘Dan zijn er alle kansen om deze leerlingen echt kennis te laten maken met muziek, kunst en cultuur.’
leerlingen met verschillende taalachtergronden binnenkomen. Maar er bestaat niet eens een goede methode voor begrijpend lezen! Ik weet wel dat ik niet het hele talenonderwijs kan veranderen, maar ik wil er wel wat mee doen.’ Genoeg plannen voor de toekomst, maar met het einde van het schooljaar in het verschiet, komt er ook nog een moeilijk moment van afscheid nemen. ‘Vorig jaar kwam ik op
de combinatie zes/zeven en ik ben met ze mee gegaan’, vertelt Brandt. ‘Het was eerst een lastige groep, een pittige groep, maar het klikte meteen tussen ons. Ik denk dat ik wel mag zeggen dat ik net zo veel van hen heb geleerd als zij van mij. Ik moest er eerst rust en veiligheid creëren om te kunnen leren. We hebben er met z’n allen hard aan gewerkt en nu is het een hele sociale groep. Ze hebben echt wel een plekje in mijn hart veroverd. U
‘Er zou meer naar elkaar gekeken moeten worden, zodat je van elkaar kunt leren’
S succes van : de Maria basisschool
tekst Ronald Buitelaar
W De overwinning van Ilyas was er een van de hele school. foto Ron van Rutten
Donderdag 19 april mocht leerling Ilyas El Markhous (11) van de Maria basisschool in Middelland meedoen aan het door uitgeverij Zwijsen georganiseerde landelijke spellingskampioenschap 2012. Ilyas werd verdienstelijk zesde. Directieondersteuner Elsa Bezuijen over de wedstrijd en de uitstraling ervan op het onderwijs. ‘Het is een geweldig mooie prestatie van Ilyas om zesde te worden bij een wedstrijd waar honderden scholen uit het hele land aan mee hebben gedaan. Het laat zien dat ook een binnenstadschool als de onze resultaten kan boeken bij een talige bezigheid als spellen.’ ‘Dat Ilyas zover is gekomen is voor een belangrijk deel de verdienste van de leerkracht van groep acht. Zij straalt uit dat spelling leuk is en heeft de leerlingen er bijzonder enthousiast voor weten te maken.’
‘Hoe enthousiast werd duidelijk toen tijdens de voorrondes bleek dat we echte spelling uitblinkers hebben. Toen kregen de kinderen er pas echt zin in. Met als gevolg dat Ilyas als absolute uitblinker met de hele klas op 19 april voor de finale naar IJsselstein mocht. Zenuwachtig was hij niet. Hij is tamelijk nuchter en rustig. Wel fanatiek, want zelfs in de bus bleef hij oefenen met spellingskaarten van de methode.’ ‘Dat hij uiteindelijk zesde werd hebben we op school gevierd als een overwinning. Vooral omdat we gemerkt hebben dat we zelf wel eens denken dat dit soort competities niet voor scholen als de onze zijn weggelegd. Ten onrechte naar nu blijkt. Het laat zien hoe belangrijk het is dat je als school hoge verwachtingen hebt van leerlingen en van leerkrachten. Wat dat betreft stellen we vast dat de deelname aan deze spellingswedstrijd ons echt een positieve boost heeft gegeven. We kunnen meer bereiken dan we soms wel eens denken.’ M
05 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 13
Taalontwikkeling
> Ouders en kinderen Finlandia aan de slag met Verteltas
UUUUUUUUUUU ‘KUinderen U U U U U kunnen UUUUU U U Uwachten U U U U Utot UU niet zeU UUUUUUUUUUU aan de beurt zijn’ UUUUUUUUUUU
W De inhoud van de Verteltas wordt leeg gekieperd. foto's Petja Buitendijk
14 |
tekst Ineke Westbroek
‘Wat voor tas is dat, mama? Wat zit erin?’ De Verteltas slaat aan op basisschool Finlandia in Oud Mathenesse. Sinds dit schooljaar werkt de school in de peuterspeelzaal en de onderbouw met de tas, die leesplezier en ouderbetrokkenheid bevordert. Kinderen keren de tas met boeken, spelletjes en attributen thuis om en gaan er meteen mee aan de slag met hun ouders.
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 05 | 12
T www.verteltas.nl
'M
ama, ik ga nu voor jou lezen. ’Resoluut pakt Gisèle (3) ‘Bobbi gaat naar zee’ en vertelt plaatje voor plaatje de wederwaardigheden van de kleine strandganger. ‘Gisèle houdt van lezen’, vertelt moeder Corina Soares, ‘elke avond maakt ze een samenvatting van het boek dat we hebben gelezen. Sprookjes, oude Disneyboekjes. De kinderbijbel vindt ze ook heel leuk.’ Gisèle stortte zich dan ook vol overgave op de Verteltas, toen zij die een weekje mee naar huis mocht nemen. En zij is niet de enige van haar groepsgenoten op peuterspeelzaal Finnie. In de ouderkamer van Finlandia verdringen peuters elkaar om als eerste de Verteltas te pakken te krijgen. De inhoud wordt leeg gekieperd. Schelpen en zandvormpjes komen tevoorschijn, een strandbal, een bootje, een fotocamera, een cd, en het prentenboek ‘Bobbi gaat naar zee’. ‘Voorlezen!’ roepen de kinderen, terwijl zij in de schelpen graaien. Eén van de moeders leest voor en laat de plaatjes zien. Kinderen luisteren aandachtig, sommigen puzzelen of doen strandspelletjes, waaraan pop Ko ook mee moet doen.
Maandthema’s Op Finlandia zijn tien Verteltassen in omloop, die aansluiten op de maandthema’s die op de peuterspeelzaal en in de onderbouw worden behandeld, zoals vakantie, ziekenhuis, feestdagen, seizoenen. Aan verteltassen rond nieuwe thema’s wordt hard gewerkt door de ouders, die de tassen in elkaar zetten en samen met ouderconsulent Maria Martins da Silva de inhoud samenstellen. De Verteltas is in Engeland ontwikkeld en door de Stichting Kenniscentrum Verteltas negen jaar geleden in Nederland geïntroduceerd. In Rotterdam traint Stichting de Meeuw leerkrachten, pedagogisch medewerkers en ouderconsulenten in het gebruik van de tas. Deze moet een belangrijke bijdrage leveren aan de taalontwikkeling en betrekt ouders actief bij het leerproces van hun
kinderen. Ouders en kind krijgen de tas een week te leen om aan de slag te gaan met de boeken, spelletjes, poppen, knuffelbeesten en puzzels.
Felgekleurd Sinds de invoering van de Verteltas constateert Maria Martins da Silva een toenemende ouderbetrokkenheid op school: ‘De tas trekt nieuwe moeders, de belangstelling voor de ouderkamer groeit. Ouders komen erdoor in beweging, werken met elkaar aan de tassen.’ De moeders zijn trots op hun product. ‘Met vijf andere moeders heb ik de vakantietas, de wintertas, de ziekenhuistas en de voorjaarstas gemaakt’, vertelt een Turkse moeder. ‘Leuk, maar veel werk’, somt zij op: ‘Stof kopen op de markt, tas ontwerpen en in elkaar zetten, vragenlijst uitprinten, kopiëren en plastificeren, boekjes en speelgoed kopen. We verdelen de taken.’ De felgekleurde tassen zijn helemaal ‘hot’. ‘Kinderen kunnen niet wachten tot ze aan de beurt zijn’, bemerkt Martins da Silva, die de uitleen regelt. ‘Ze zijn verdrietig als ze de tas terug moeten brengen.’ Gisèle wacht met smart op de sprookjestas. ‘Dan kan zij voor prinses spelen’, lacht haar moeder, die al met taalspelletjes bezig was voor de komst van de Verteltas: ‘Taalontwikkeling is belangrijk. Mijn dochter begon al vroeg te praten en leert snel woorden. Daar speel ik op in.’ U
‘De tas trekt nieuwe moeders naar de ouderkamer’
05 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 15
De klas van
Calvijn Lombardijen heeft op 25 april in Zwolle meegedaan aan de verkiezing van de sportiefste vo-school van Nederland. De titel ontging ze net, maar wel hebben de leerlingen een andere mooie prijs in de wacht gesleept: zij waren namelijk het beste in de podiumpresentatie.
DE KLAS VAN QUINT DE RUIJTER DOCENT LICHAMELIJKE OPVOEDING EN MENTOR MAVO-SPORT/BRUGKLAS – CALVIJN LOMBARDIJEN
‘PLEZIER OVERBRENGEN EN ENERGIE KANALISEREN’ tekst Ronald Buitelaar foto Jan van der Meijde ‘Dit is mijn tweede jaar als mentor van een sport/brugklas. Een klas die nogal wat beweeglijke en actieve kinderen telt. Ik heb zelf veel en gevarieerd gesport en herken die behoefte om actief bezig te zijn. Via extra gymlessen en sportclinics kanaliseer ik de energie en bied ik de leerlingen een uitlaatklep. Dat kost behoorlijk wat energie maar levert ook het nodige op. Wat ik heel belangrijk vind is dat de groep plezier heeft in sporten en dat er verbondenheid ontstaat. Ik gebruik sport als middel om structuur aan te brengen in hun denken en handelen. Dat gaat over leren omgaan met verantwoordelijkheden en met elkaar. Het is de bedoeling dat leerlingen genoeg bagage meekrijgen om gemotiveerd met alle schoolvakken bezig te zijn. Als we dat bereiken zijn we goed bezig.´
16 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 05 | 12
Darryll (13)
‘Ik vind meneer de Ruijter aardig. Hij wordt niet direct boos als kinderen zich niet goed gedragen, maar geeft eerst een aantal waarschuwingen.’
Melanie (12)
Rasheem (14)
‘Ik vind mijn mentor een gezellige man. Hij is sportief, je kunt alles tegen ‘m zeggen en hij is er gewoon altijd voor je.’
‘We hebben een gezellige klas en een goede band met elkaar. We doen bijna alles samen. Zowel in de klas als daarbuiten.’
Zacharias (13)
Jonna (13)
‘Meneer de Ruijter is een sportieve leraar en een aardige mentor. Onze sportklas is gewoon een hele leuke groep.’
‘Ik vind mijn leraar leuk en de kinderen aardig. Het is wel druk in de klas, maar dat hoort wel een beetje bij een sportklas.’
05 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 17
Anne-Marie
Steuren
door Ad Oskam
Onterecht zesje Vanmorgen werd ik gewekt met het nieuws dat uit onderzoek onder hbo-docenten blijkt dat er wel eens een zesje wordt gegeven terwijl de student dat eigenlijk niet verdient. Dat ‘nieuws’ werd elk half uur herhaald en breed uitgemeten. Oorzaken worden gevonden in druk van buitenaf door management, ouders, leerlingen en administratie. Natuurlijk ben ik er geen voorstander van om een voldoende te geven als het werk dat niet waard is, maar hoe naïef ben je om te denken dat het dan ook niet gebeurt. Er zijn zo veel oorzaken waardoor dat wel eens voorkomt - en dan gaat het niet alleen om de financiering op basis van percentages overgaan en slagen. Docenten moeten te veel uren voor de klas staan, hebben te weinig tijd om goed na te kijken en de administratieve rompslomp slokt een groot deel van die geringe nakijktijd op. Bovendien ben je altijd zelf de klos, want herkansen betekent ook weer extra tijd die je toch al niet hebt. Allemaal waar, er slipt echt wel eens wat tussendoor, heel vervelend. En dan is er natuurlijk nog het menselijke aspect. Een docent is begaan met de leerlingen die aan hem zijn toevertrouwd. Dus ja, je ‘helpt’ wel eens een jongere die enorm zijn best doet terwijl z’n hele wereld in elkaar stort als gevolg van ruzies en echtscheiding in het gezin. Dan beoordeel je die ene keer wat milder om hem niet nog meer af te nemen. Een docent die deze keuze maakt, doet dat op basis van zijn deskundigheid. Het is een weloverwogen beslissing. Wat is er dus ineens een commotie over een onterecht zesje. Ook in het verleden stuurden ouders hun kinderen naar een school waar de leerlingen vooral goede cijfers haalden. En de directeur, die zat daar bovenop. Wat een drukte over die weloverwogen beslissing een leerling ‘te helpen’. Daar moeten we blij mee zijn, het getuigt van deskundigheid en we voorkomen er uitvallers mee. Maar deze andere zienswijze vereist dat we meer vertrouwen stellen in docenten. Die hebben niet voor het vak gekozen om zo makkelijk mogelijk van vakantie naar vakantie te hobbelen. Zij vinden hun beroep zo mooi omdat zij hun leerlingen, met alle beperkingen die zich in organisaties voordoen, zo goed mogelijk willen voorbereiden op hun toekomst
Journaliste Anne-Marie Plasschaert is docent Nederlands en redactionele vaardigheden in het mbo.
18 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 05 | 12
Techniek en science
> Prinses en leerlingen Wilhelminaschool brengen steur terug
CCCCCCCCCCC Als dieren C C Cde CC CCCCCC C CCCCCCCCCC uitsterven,sterft CCCCCCCCCCC uiteindelijk C C C C C C C Cook CCC C CC CC C C CCCC de mens uit C C C CC C C C C C C
tekst Ronald Buitelaar
Vorige maand hebben leerlingen van groep 7 van de Wilhelminaschool in Charlois samen met prinses Laurentien drie steuren uitgezet in de Nieuwe Maas. Voorafgaand aan de vrolijke tewaterlating sprak de prinses met de leerlingen in Diergaarde Blijdorp over het belang van natuurbeheer en -behoud. Ook werden in overleg drie namen voor de steuren verzonnen.
De steuren Abad, Seve en Wasabi maken kennis met het Rotterdamse Maaswater. foto’s Jan van der Meijde U
V
oor de leerlingen was 9 mei behalve een vakantiedag ook een dag waarop ze oog in oog kwamen te staan met een heuse prinses. Dat de realiteit er vaak anders uitziet dan de verwachting, bleek toen sommige leerlingen niet door hadden dat de gezellig kletsende en casual geklede mevrouw met wie ze op de foto gingen toch echt prinses Laurentien was: ‘Ik dacht dat ze ouderwets zou praten en een mooie prinsessenjurk aan zou hebben.’
05 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
>>
| 19
>>
Het zorgde ervoor dat het ijs direct gebroken was en de prinses flitsend uit de startblokken ging: ‘Ik dacht vanmorgen echt van wow, dit wordt een heel bijzondere dag. Vandaag zullen er voor het eerst in vijftig jaar weer steuren in de Nederlandse rivieren zwemmen.’ Dat de prinses weinig hoefde uit te leggen over het belang van dit soort acties werd duidelijk toen leerling Anastazia in een zin samenvatte waar het bij natuurbehoud eigenlijk om draait: ‘Als de dieren uitsterven, sterft uiteindelijk ook de mens uit.’ Een opmerking die prinses Laurentien de hand voor haar mond deed slaan: ‘Wow, wat verwoord jij dat goed, zeg.’
Coole namen De prinses leidde het gesprek soepel naar de betekenis van namen. Een onderdeel waar zij zich goed op had voorbereid: ‘Ik heb de website van jullie school bekeken en de betekenis van jullie namen op internet opgezocht. Wat hebben jullie coole namen zeg.’ Waarmee het gesprek als vanzelf op de naamgeving van de steuren kwam. Na een inventarisatierondje van kenmerkende eigenschappen voor steuren werden drie begrippen geselecteerd waar verder over doorge-
praat werd: vrijheid, doorzettingsvermogen en de letters van alle betrokken organisaties. Op aangeven van opnieuw Anastazia werd besloten om vrijheid te vertalen in het Hongaarse szabadság. Uiteindelijk afgekort tot Abad. ‘Lekker mysterieus’, aldus de prinses, 'jullie kunnen later als een van de weinigen uitleggen waarom een van de steuren Abad genoemd werd.’ Op dezelfde wijze werd de tweede naam Seve, afgeleid van de Engelse vertaling van doorzetten - perseverance - gekozen. De derde naam ontstond uit de samentrekking van de beginletters van het Wereldnatuurfonds, de Wilhelminaschool, Ark, Sportvisserij Nederland en Diergaarde Blijdorp tot Wasabi (pittig).
Van Brienenoordbrug Aan de oever, onder de Van Brienenoordbrug, sprak de prinses een groot gezelschap toe,
www.edutainmentnederland.nl
waaronder wethouder Alexandra van Huffelen. Zij hield hen voor hoe belangrijk het is om naar de jeugd te luisteren: ‘Jongeren hoef je niets over het belang van de natuur te vertellen. Die begrijpen heel goed hoe belangrijk natuurbescherming is voor het voortbestaan van de mens. Het is aan ons om volwassenen meer naar de jeugd te laten luisteren. De natuur en de mensheid zullen er wel bij varen.’ Sharda Hakkeling, directeur van de Wilhelminaschool, keek tevreden op de dag terug. Het bijzondere evenement past in het streven van de school om techniek en science een prominentere rol in het curriculum te geven: ‘De lijnen zijn al uitgezet, maar zo’n gebeurtenis als dit zorgt voor veel nieuwe contacten en mogelijkheden om op school verder aan de slag te gaan.’
Het workshopaanbod van Stichting Edutainment Nederland
Wij bieden educatieve, sportieve en creatieve workshops aan. Met behulp van originele leerlijnen laten wij kinderen van 4 t/m 18 jaar op een interactieve manier kennis maken met verschillende onderwerpen.
Meervoudige Intelligentie | Maatwerk | Verhalend Ontwerp | Deskundig team | Werken aan opbrengst | Verlengstuk van de school 20 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 05 | 12
05 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 21
Techniek
L!nda Linda Rommens is lerares onderbouw op een Rotterdamse basisschool.
Kleuterverdriet Kleuters kunnen zo ontzettend verdrietig zijn, de betraande puppyoogjes kunnen mijn hart breken. Een kus of een knuffel blijft niet altijd achterwege en ik plak regelmatig een pleister op een heel klein los velletje. Ze kunnen het je moeilijk maken, die kleintjes. Komen ze zachtjes huilend bij je met een klein splintertje dat je er makkelijk uit kunt halen, maar krijsen op het moment dat jij met je speciaal aangeschafte regenbooggekleurde pincetje aan komt zetten. Soms willen ze een pleister of een zalfje op iets wat je niet kunt zien en soms mag je helemaal niet aan een geschaafde knie zitten en geef je het slachtoffertje maar een nat doekje om erop te houden in de hoop dat de modder zo een beetje uit de wond gaat. En dan heb je nog dat verdriet waarvan je je afvraagt waar het vandaan komt en wat je ermee moet doen. Iedere dag heb je een paar van die gevalletjes. Ik had laatst nog een mooie met Chanelle. ‘Juf, Justin stak zijn tong uit naar mij’ en ze kijkt me aan met betraande ogen terwijl er een eenzame traan over haar wang rolt. Een uitgestoken tong…. Wat moet ik ermee? Ik hou haar hand vast en in mijn hoofd flitsen mijn gedachten voorbij: Ziet ze er moe uit? Wat zei moeder over slecht geslapen, onrustig weekend? Ga ik hier op in? Had ze vanmorgen ook al geen ruzie met hem? Soms laat ik de situatie gaan door te antwoorden: ‘Dat is vervelend’ en er verder niets over te zeggen. Soms haal ik het ‘dadertje’ met de flauwe waarschuwing ‘dat is niet leuk, niet meer doen’ maar in dit geval blijft humor mijn favoriet. ‘Maar Chanelle, wat deed hij dan precies? Doe het eens voor?’ En Chanelle steekt haar tong uit naar mij. Ik reageer overdreven verbaasd en leg mijn voorhoofd op haar schouder terwijl ik heftige huilgeluiden maak. Chanelle schiet in de lach. ‘ Juf, doe niet zo gek, zo verdrietig ben ik niet!’ en ze rent snel weg om haar vriendinnetje Lexy te vertellen wat ik nu toch weer deed.... Opgelost! Linda Rommens
22 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 05 | 12
W Pieter Visser wijst aan hoe je een gang aanbrengt, een heel precies werkje. foto Petja Buitendijk
tekst Renate Mamber
‘Meneer, moet er geen metaal overheen? Want dit gaat niet goed, hoor, hout in water.’ Emin uit klas twee van VMBO de Wielslag kijkt bezorgd naar de romp van de houten sloep. Ook zijn klasgenoot Ayhan is verbaasd. ‘Ik wist niet dat je van hout een boot kon maken. Ik dacht dat het alleen van metaal kon.’
T GEERT MILLEKAMP VMBO de Wielslag www.dewielslag.nl
het aanbrengen van de volgende gang, een heel precies werkje. ‘Ik weet dat niet ieder van jullie verder wil met techniek’, zegt Visser voordat ze beginnen. ‘Maar voor elk vak is het handig dat je je handen kunt gebruiken en dat je kunt samenwerken.’ Met z’n vijven tillen de leerlingen de gang op en zetten die tegen de lijm op de romp. Daarna zetten ze de lijmklemmen erop en verwijderen ze de overtollige lijm. De jongens beginnen lacherig, maar als ieder zijn eigen taak krijgt werken ze door.
> Kennismaken met techniek
hhhhhhhhhhhhhh werd hOude h h h h haula hhhh hhhh hscheepswerf hhhhhhhhhhhhh hhhhhhhhhhhhhh V
MBO De Wielslag bouwt onder leiding van scheepstimmerman Pieter Visser drie sloepen op een eigen scheepswerf in de deelgemeente Feijenoord. Een sloep wordt zelfs afgebouwd tot een motorboot. Later worden ook het basisonderwijs en de rest van de wijk bij het project betrokken. Zo moet er iets gemeenschappelijks ontstaan in de wijk vanuit de elementen werken, wonen en onderwijs.
Belevingswereld Het sloepenproject lijkt alleen al geslaagd omdat het jongeren kennis laat maken met boten. Iets wat niet in hun belevingswereld ligt. Zelfs Yunus die later timmerman wil worden kan zich er niet direct iets bij voorstellen. Hij maakt liever meubels, want die kun je gebruiken. Het idee gaat pas leven als Pieter Visser vertelt dat hij zelf helemaal in zijn eentje een zeiljacht heeft gemaakt. Dan branden opeens de vragen los. ‘Vaart u ermee?’ ‘En hoeveel mensen kunnen erop.’ ‘En kun je er echt op slapen?’
Langzaam dringt het tot de leerlingen door dat ook een boot iets is wat je gewoon kunt gebruiken en dat het leuk is. En dat is precies de bedoeling. ‘Het project valt onder Praktische Sector Oriëntatie, PSO, van de lessen techniek’, vertelt Visser. ‘Het gaat erom dat de kinderen op een andere manier met het vak kennismaken dan in het technieklokaal op school. Hier kunnen ze zich oriënteren in een praktijksituatie. Ze gaan deze sloepen straks zelf gebruiken als roeiboot voor een sloepenrace. Dan zien ze dat je met techniek iets kunt maken dat je kunt gebruiken.’
Tot in detail De praktijksituatie is tot in het detail nagemaakt in de leegstaande leslocatie aan de Putsebocht. De oude aula is nu een scheepswerf. Daar staan op bouwstellingen twee rompen van roeiboten in verschillende stadia. Het is de derde les. Van de sloepen is nog niet veel meer te zien dan aan elkaar gelijmde planken, gangen heten die. In deze fase van het project helpen de leerlingen bij
‘Ik vind dit leuker dan een gewone techniekles’, zegt Ilhan. ‘Het is interessant en het is leuk om samen te werken. Het is niet moeilijk. Als je uitlegt krijgt en luistert dan begrijp je het wel.’
Vakhuis Het idee van het sloepenproject is van rector Geert Millekamp. ‘We hebben meerdere doelstellingen met dit project’, zegt hij. ‘We willen van deze locatie een vakhuis maken, zodat je jongeren op een aantrekkelijke manier laat zien wat je met een vak kunt. Maar wat mij betreft staat het nog voor iets groters. We willen ook andere scholen erbij betrekken, net als de wijk, de ouders, opa’s en oma’s.’ De basisscholen in de buurt zijn op de hoogte van het project en er worden plannen ontwikkeld om de leerlingen van de hoogste groepen erbij te betrekken. ‘We doen dit niet alleen’, zegt Millekamp, ‘maar met iedereen in de wijk die mee wil doen.’ De drie sloepen moeten over zestien maanden af zijn. Dan is ook de het nieuwe schoolgebouw aan de Putselaan klaar. De Wielslag gaat dit nieuwe gebouw delen met andere voorzieningen voor de buurt. Het wordt dus een multifunctionele accommodatie in het gebied Bloemhof-Afrikaanderwijk. Millekamp heeft al een idee voor de opening. ‘Dan laten we de sloepen te water en houden we sloepenraces. Aan het einde van de dag veilen we de sloepen voor een goed doel.’ h
05 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 23
Beter Presteren met
DYNAMIC ACTIVITIES UW PLANNING NOG NIET (HELEMAAL) GEREGELD? Bel ons op 010-8489619 DYNAMIC ACTIVITIES regelt het snel en vakkundig, zodat u zich kunt richten op zaken die uw aandacht nodig hebben! Brede School jaarplanning en invulling Brede school coördinatie; coördinator op school en coördinatie op afstand Brede school activiteiten; verlengde leertijd, Vakantieschool, Weekendschool, Ouderbetrokkenheid, Groep nul, Topklassen
Vele tevreden klanten gingen u voor!
100% is tevreden met de Ondersteuning – Advies - Deskundigheidsbevordering continuïteit* Beter Presteren? Dynamic Activities neemt voor u het programma zorgeloos uit handen.
98% is tevreden met de docenten*
ERVAAR NU OOK DE RUST VAN EEN BETROUWBARE PARTNER EN EEN GOED GEREGELD PROGRAMMA Bel voor referenties of vraag het na bij uw collega’s!
Continuïteit gegarandeerd Gekwalificeerde en vakbekwame docenten Optimale opbrengsten en meetbare resultaten Volledige aansluiting op uw schoolplan
98% tevreden met de inhoudelijke aansluiting*
* resultaten zijn uit ons klanttevredenheidsonderzoek
advertentie dynamo 220-305 mei.indd 2
24 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 05 | 12
24-05-12 16:04
t
topklassen : tweespraak tekst Marijke Nijboer foto Jan van der Meijde
Het Topklassenarrangement, onderdeel van Beter Presteren, moet scholen helpen om hun onderwijsprestaties te verbeteren. Mooi doel, maar hoe pak je dat aan? Hélène de Jong, intern begeleider, bovenbouwcoördinator en lid van het managementteam op de Prinses Margrietschool, en Florence Weytingh, docent geschiedenis en conrector op het Montessori Lyceum Rotterdam, wisselen hun ervaringen uit. In deze aflevering praten zij over de doorgaans beperkte uitwisseling tussen scholen. De intervisiegesprekken die Topklassescholen voeren, vullen volgens hen een leemte.
hhhhhhhhhhhhhhhh h‘Alles h h h h hwat h h h hwe hhhhhh h geleerd h h h h h h h hebben hhhhhhhh h heeft h h h h heen h h hplek hhhhhhh hhhhhhhhhhhhhhhh h gekregen’ hhhhhhhhhhhhhhh ‘Ik dacht soms dat we geen pepernoot opschoten’ Florence (rechts op de foto) Ik dacht soms dat we geen pepernoot opschoten. Maar toen ik ter voorbereiding van ons reflectiegesprek ging afvinken wat we al hebben gedaan met de aanbevelingen van het Topklassenteam, bleek dat enorm mee te vallen. Het Topklassenteam vond wel dat wij wat meer moeten focussen. Toen wij dat hoorden viel er een stukje van de puzzel op z’n plek. Wij hadden vanuit onze onderwijscommissie wel acht projecten lopen. Van vakoverstijgende projecten tot concretere invulling van de keuzewerktijd en van het analyseren van de examencijfers tot het opstellen van de elektronische leeromgeving. Op aanraden van het Topklassenteam gingen we op zoek naar onze gemeenschappelijke focus. Die hebben we gelegd naast de Montessori-gedachte. Zo zagen we dat in feite alle projecten draaien om meer
inzicht bij leerlingen, docenten en ouders in onze leerstof en leerstijl. Die acht projecten brachten we terug tot vier. Binnen die vier onderwerpen kijken de secties zelf hoe zij naar de gestelde doelen toewerken. Nu de doelen helderder zijn, lopen allerlei onderdelen beter. Het is een eyeopener. Hélène Wij hebben meegedaan aan een collegiale schoolanalyse, een initiatief van onze stichting. Uit dat traject en de reflectiegesprekken kwamen vier punten naar voren die voor ons team belangrijk zijn: gedrag, het directe instructiemodel (lesmodel waarbij rekening wordt gehouden wordt met verschillende leervermogens van kinderen, red.), groepshandelingsplannen en leerlijnen. Vervolgens hebben we een plan van aanpak gemaakt
05 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 25
mini’s regels. Tijdens het reflectiegesprek hebben we het ook over ouderbetrokkenheid gehad. Wij gaan een traject doen met CPS, gericht op het verbeteren van contacten met ouders uit de verschillende etnische groepen. Daarbij wordt ook aan de leerkrachtvaardigheden gewerkt. Florence Er zit wel een spanning tussen de verwachtingen die men van ons koestert en de realiteit. Wij hebben te maken met pubers. De overheid verwacht een enorme impuls van ons, maar een puber is soms ineens een heel jaar van het pad af. In het onderwijs heerst het gevoel dat wat je doet nooit genoeg is. Negatieve publiciteit wakkert dat aan. Terwijl het zo gaaf is om jongeren dingen te leren: schrijven, lezen, wie je bent, wat je richting is in het leven. Je levert volledige mensen af. Hélène Ja, die spanning herken ik. Het is fantastisch om ambitieus aan de slag te zijn. Maar ik heb wel zorg om de huidige ontwikkelingen, ook rond onze formatie. Deze krimpt, terwijl we méér moeten doen. Het Topklassenteam had begrip voor waar wij tegenaan lopen, dat vond ik prettig. Zij snappen dat je vanuit bepaalde gegevens hebt te werken.
VLOEIEND LEZEN Correct en snel lezen maakt van een leerling nog geen goede lezer. Het gaat om de combinatie van tempo, correctheid, expressie en begrip. De huidige didactische benadering schiet hierin vaak tekort, aldus Karin van de Mortel van CPS Onderwijsontwikkeling en Advies. In een filmpje op YouTube pleit ze voor vloeiend lezen en legt ze uit wat ze ermee bedoelt. TECHNIEK EN MEISJES Terwijl ze er zelf meestal niet op zouden komen, zijn meisjes juist heel geschikt voor de techniek, vooral als er oog voor detail nodig is. Denk aan de fabricage van robotarmen of medische apparatuur. De roc’s Zadkine en Albeda College organiseerden daarom een techniekdag voor meisjes. Enkele honderden leerlingen uit 2-vmbo kwamen langs om zelf te ervaren hoe interessant techniek ook voor hen kan zijn.
Florence Ze denken mee, en helpen je verder. En wij hebben heel goede tips gekregen. Ze stralen zo’n positieve energie uit; ik had er na afloop weer helemaal zin in.
TALENQUIZ Leuk om de les mee te openen of als tussendoortje: de Talenquiz. Leerlingen maken op een aansprekende manier kennis met de veelzijdigheid van taal en taalwetenschap. Iedere maand verschijnt een nieuwe quiz, gemaakt door de Taalstudio. Geschikt voor de bovenbouw van het vo. Ga naar taalstudio.nl.
Hélène Bij ons is de grootste positieve verandering van de afgelopen tijd, dat de urgentie duidelijker is geworden bij het team. Ik heb het gevoel dat we het met z’n allen gaan doen. Er ligt nu een heel goed plan. Sommige doelen zijn erg ambitieus; daar gaan we via tussenstappen naar toe. Alles wat we de afgelopen periode hebben geleerd heeft een plek gekregen in ons plan van aanpak. Dat gaan we nu volgen, met heel veel aandacht voor het borgen.
OPFRISSEN PIRAMIDE Wie al geruime tijd met het vve-programma Piramide werkt, kan baat hebben bij een opfrisser. Vaak blijkt namelijk dat de kennis en het gebruik van de methode na enige tijd wat verwatert. Onder begeleiding van een Piramide-trainer kan de uitvoering onder de loep worden genomen en kunnen onderdelen worden bijgeschaafd of juist een verdieping krijgen. Meer informatie bij Mariska Oudwater, m.oudwater@ de-meeuw.nl.
Florence Precies. Wij gaan ook een jaar lang veel aandacht geven aan het borgen, zodat het geleerde niet wegsijpelt. Ik zou zeggen: als je als gemeente het onderwijsniveau echt wilt verhogen, behoudt dan het Topklassenteam. Het is zó waardevol. Die terugkoppeling, daar hebben we echt wat aan. Hélène Dit team komt je niet afrekenen op wat beter kan, maar helpt je om je onderwijs nog beter op te bouwen. h
26 |
BEN IK IN BEELD Het bekende programma voor de vve, Ben ik in Beeld, dat dit jaar nog wordt uitgevoerd door Stichting de Meeuw, zal per 1 januari 2013 onder de hoede komen van de CED-Groep. Beide organisaties hebben een jarenlange traditie van samenwerking voor de voor- en vroegschoolse educatie. Meer hierover via stichtingdemeeuw.nl.
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 05 | 12
KINDERTAALKALENDER De Kindertaalkalender is een scheurkalender die goed is voor een leerzaam en speels begin van de schooldag. Bijvoorbeeld met een woordspelletje, woordzoeker, taalkraker, taalraadsels, taalmop of een andere taalkwestie. De kalender is bestemd voor het primair onderwijs. Zie schoolsupport.nl. REKENUITDAGINGEN Verwacht u aankomend schooljaar in uw groep 7 of 8 een aantal razend enthousiaste rekenaars, die op hoge snelheid door de rekenstof vliegen? En vindt u het lastig steeds passende uitdagingen voor hen te vinden? Samen met fiscalisten van KPMG Meijburg & Co heeft de CED-Groep casussen uitgewerkt tot uitdagende rekenprojecten, voor de beste leerlingen uit groep 7 en 8. Komend najaar start een nieuw project. Meer informatie bij Vera Vergunst: v.vergunst@ cedgroep.nl.
V DE B RAAG VOO ROCHUR R E EN V HET BAS S OOR I S OND TGEZET ERW AAN IJS !
Training, begeleiding en nascholing voor professionals en vrijwilligers die met kinderen en jongeren werken Stimuleer onderwijsondersteunend gedrag
Opbrengstgericht werken in groep 0
Ouders willen graag betrokken zijn bij de schoolloopbaan van hun kinderen, maar weten soms niet hoe. Zeker als ze hun oudere kinderen niet meer kunnen helpen bij het huiswerk. Ouders realiseren zich te weinig dat interesse tonen in de schooldag, complimentjes en met de docent praten al heel waardevol zijn voor een kind. De Meeuw begeleidt scholen die ouders willen helpen hun rol in te richten, o.a. door leerkrachten en docenten te trainen in het contact leggen met ouders en de samenwerking te verbeteren. Samen creëren zij dan de omstandigheden waarbij kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen.
Opbrengstgericht werken staat volop in de belangstelling om de onderwijskwaliteit en de leerlingresultaten te verbeteren. Hoe kan je bij peuters opbrengstgericht werken met aandacht voor de wijze waarop zij zich ontwikkelen? Hoe integreer je de gestelde doelen in de praktijk en verbeter je de aansluiting van groep 0 naar groep 1? De Meeuw helpt bij het opstellen van duidelijke doelen en het doelmatig inzetten van de toets- of observatiegegevens. Ook krijgen de leerkracht en pedagogische medewerkers praktische handvatten. Onze begeleiding resulteert in een implementatieplan waarmee u direct aan de slag kan.
Meer informatie: Francis Wesseling
Meer informatie: Jenny de Joode
Leren omgaan met agressief gedrag
Samen werken aan pedagogische kwaliteit
In veel organisaties is de confrontatie met agressie door kinderen, jongeren of ouders helaas geen zeldzaamheid. Omgaan met agressief gedrag vraagt een bewuste reactie: hoe kun je met je eigen gedrag het gedrag van de ander beïnvloeden? In de tweedaagse training leren deelnemers om agressie-incidenten te herkennen en te voorkomen.
De Meeuw heeft diverse opdrachtgevers ondersteund bij de ontwikkeling van een gedeelde pedagogische visie. Dat doen we met behulp van de pedagogische cirkel; een krachtig model om pedagogisch beleid te ontwikkelen en handen en voeten te geven in de praktijk van kinderopvangorganisaties, BSO en TSO, (brede) scholen, pleinen en speeltuinen, integrale kindcentra en sportverenigingen. De Meeuw biedt inspirerende workshops, korte of lange kwaliteitstrajecten met gebruik van de pedagogische cirkel.
Meer informatie: Francis Wesseling
Meer informatie: Tineke van Zalinge
Meer weten? Kijk op www.stichtingdemeeuw.nl of bel 010 - 486 30 22. 05 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 27
Engels
> Groove.me: popsongs voor Engelse les
CCCCCCCCCCC CCCCCCCCCCC CCCCCCCCCCC CCCCCCCCCCC CCCCCCCCCCC
Rock ’n roll als lesmateriaal
h Er wordt meegerockt tijdens de les Engels op De Fontein. foto’s Jan van der Meijde
tekst Marijke Nijboer
Groep 5/6 van De Fontein in Noord swingt erop los. De kinderen hebben al gauw geraden om welk liedje deze Engelse les draait: ‘I gotta feeling’ van de Black Eyed Peas. De methode groove.me is helemaal van deze tijd: een aansprekende les met muziek, beweging en een centrale rol voor het digibord. Maar leren ze net zoveel als tijdens een ‘ouderwetse’ les?
28 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 05 | 12
Vanaf augustus 2012 is groove.me beschikbaar voor groep 5 t/m 8. Op www.groove.me staan zes proeflessen.
ze moeten ook een samenspraakje doen met hun buurman of buurvrouw. ‘What shall we do on Saturday?’, vraagt de één. De ander: ‘Let’s dance.’ Twee meisjes zijn lovend over de les. ‘Het is leuk om mee te zingen. Maar het is soms ook wel moeilijk. Van sommige woordjes weet ik niet hoe je ze moet uitspreken.’ De Fontein is een van de twintig partnerscholen van groove.me. Volgens de makers is dit ‘wereldwijd’ de eerste en enige complete lesmethode op basis van popliedjes. Twee oud-Malmberg directeuren ontwikkelden groove.me samen met leerkrachten en experts. Het idee erachter is dat muziek kinderen aanspreekt en hen over de drempel helpt om Engels te gaan spreken. Door hen te laten kijken, luisteren, lezen, praten, zingen en bewegen worden meerdere intelligenties aangesproken. Elke maand staat een nieuw liedje centraal, waaraan twee lessen worden gewijd. Met behulp van de feedback van partnerscholen wordt de methode nog steeds verder afgestemd.
Native speaker
‘E
r wordt meegerockt en meegezongen als het lied door het lokaal schalt. ‘Meester, dit is echt leuk!’ roept een jongen. ‘I gotta feeling, that tonight’s gonna be a góód night.’ Daarna vertelt leerkracht Rutger van Zomeren de groep wat er gaat komen. ‘Je leert om te vertellen wat je van plan bent te doen. We leren woorden voor wat je in je vrije tijd doet en de dagen van de week.’ Er verschijnt een woordenlijst op het digibord. Als Van Zomeren woorden aanraakt, spreekt een stem ze uit: again, around, clock, stressed out. Wie de betekenis kent, mag het zeggen. Waar nodig verbetert de meester. Wat is een body rock? ‘Bewegen met je hele lichaam,’ raadt een meisje. Op verzoek van Van Zomeren staat ze op en doet dit voor.
Nienke van den Berg is coördinator partnerscholen van groove.me. De meeste scholen, vertelt zij, geven één groove.me-les per week. ‘Meestal gebruiken scholen daarnaast geen andere methode. Dat hoeft ook niet, want groove.me voldoet aan de kerndoelen.’ Op De Fontein geeft een native speaker al jaren instructie met behulp van flashcards. ‘Onze kinderen hebben een dijk van een woordenschat,’ zegt Van Zomeren. Omdat hun niveau zo goed is, krijgt deze groep 5/6 groove.me-lessen voor groep 7/8. Van Zomeren denkt dat zijn school er goed aan doet om de oorspronkelijke lessen in ere te houden. ‘En dan hebben we dit ernaast als andere, leuke werkvorm.’ De leerkracht: ‘Ik zou graag zien dat de kinderen nog zelf meer Engels spreken tijdens de les. En eigenlijk zou de leerkracht zelf ook alleen Engels moeten spreken.’ Groove.me ontwikkelt momenteel lessen op verschillende niveaus; onder andere voor leerlingen die al jaren Engelse les achter de rug hebben. Deze zullen meer Engelstalige instructies bevatten. Verder doet Van Zomeren de suggestie om naast popsongs ook wat kinderliedjes te gebruiken. ‘Ik weet niet of dit na veertig weken nog leuk is. Ik denk dat je wat meer variatie moet inbouwen.’ Volgens Van den Berg wordt ook hieraan gewerkt: de nieuwe lessen voor groep 1 tot en met 4 zullen ook kinderliedjes bevatten. De les besluit met karaoke. De klas wordt in tweeën gesplitst en iedereen zingt z’n eigen partij, vol overgave. E
Veel popliedjes zitten boordevol slang; voor ons soms moeilijk te plaatsen spreektaal. Neem alleen al dat ‘gotta’ in de titel. Van Zomeren vertaalt de kreet, maar legt niet uit dat dit een samentrekking is van ‘got’ en ‘to’. ‘Deze groep snapt de betekenis,’ zegt hij later. ‘Het heeft een context, dat helpt.’ Hij lijkt gelijk te krijgen. Zo raadt een jongen de overdrachtelijke betekenis van ‘Let’s paint the town’: zet de stad op z’n kop.
Samenspraakje Op het digibord verschijnen plaatjes, die moeten worden gekoppeld aan uitdrukkingen: ‘Let’s play chess’ wordt gesleept naar het schaakbord, enzovoort. Daarna gaan de kinderen gaan aan de slag met werkbladen. Sommige opdrachten vullen ze individueel in, maar
05 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 29
Taal Met ‘de Bibliotheek op school’ kan iedere basisschool een volwaardige bibliotheek realiseren. foto Petja Buitendijk R
> Bibliotheek werkt aan leesbevordering
ZZZZZZZZZZZZZZZZ Z Z Zmoet Z Z Z Z Zhet ZZZZ ZZZZ ‘Ik zelfs ZZZZZZZZZZZZZZZZ Zafkappen, Z Z Z Z Z Z Z Z Zanders ZZZZZZ Zblijven ZZZZZZ Z Zlezen. Z Z Z Z’Z Z Z ze ZZZZZZZZZZZZZZZZ M
tekst Ineke Westbroek
Het verhogen van de kwaliteit van het Rotterdamse onderwijs is een speerpunt van gemeente en schoolbesturen. Investeren in taal is hierbij cruciaal. Met de nieuwe educatieve aanpak ‘de Bibliotheek op school’ wil de Bibliotheek Rotterdam hieraan een belangrijke bijdrage leveren.
et Kippenvel boeken van R.L. Stine vrolijkt Rianne lange tramritten op. Thuis verslindt zij boeken over Harry Potter. Wijnand leest ‘Het leven van een loser’ van Jeff Kinney, en beleeft veel plezier aan Billie Turf en Suske en Wiske. Elijah houdt van spannende boeken en Donald Duck en Souhaila verdiept zich in de lotgevallen van de hond van Juf Jansen (door Elisabeth Mollema). De leerlingen van groep 6 van de Goede Herderschool ontwikkelen zich als enthousiaste lezers. Het project ‘de Bibliotheek op school’, waaraan de school sinds dit schooljaar deelneemt, speelt hierin een rol, geloven Inge Noordzij, leerkracht en leescoördinator en Fatima Koote (verlengde leertijdcoördinator en leescoördinator).
Doorslaggevend Verbetering van de taalvaardigheid bij de leerlingen, van wie een aantal taalachterstand heeft, was voor de Goede Herderschool een doorslaggevende reden voor deelname. Een andere reden vormde de veranderingen in het
30 |
Rotterdams Onderwijs Magazine --- 05 | 12
T MANON MICHIELSEN de Bibliotheek op school
[email protected]
hoop leuke boeken over, waarin de kinderen zich vier keer per week een halfuur kunnen verliezen. ‘Als ze binnenkomen, pakken ze een boek’, vertelt Cora Jansen, leerkracht van groep 6. ‘Ze lezen van alles: kinderboeken, oorlogsboeken en historische boeken. Op een gegeven moment moet ik het zelfs afkappen, anders blijven ze lezen.’
Hele jaar door bibliotheekwerk in Rotterdam, waarbij het aantal vestigingen geleidelijk wordt teruggebracht naar zes grote stadsbibliotheken. Met ‘de Bibliotheek op school’ kan iedere basisschool een volwaardige bibliotheek realiseren, ook digitaal. Zo wil ‘de Bibliotheek op school’ bijdragen aan leesbevordering en mediawijsheid op basisscholen. Het komende schooljaar wordt ‘de Bibliotheek op school’ aangeboden aan basisscholen en vve-instellingen in wijken waar bibliotheekfilialen worden opgeheven. Het doel: kinderen beter en met meer plezier laten lezen. Om leesbevordering een structurele plek in het curriculum te geven, schoolt de bibliotheek leerkrachten in hun taak als leescoördinator op hun school. Samen met een leesconsulent van de bibliotheek brengt de leescoördinator eenheid, voldoende leestijd en voorleestijd en ouderactiviteiten in het leesonderwijs. Een vast onderdeel vormt het programma Boek1Boek, waarbij leerlingen in de klas via internet bibliotheekboeken kunnen bestellen.
Opschoonactie ‘Plezier in lezen was lange tijd een ondergeschoven kindje op school’, weet Manon Michielsen, programmamanager educatie bij de Bibliotheek Rotterdam, ‘de aandacht ging vooral uit naar begrijpend en technisch lezen. Terwijl wetenschappelijk onderzoek uitwijst dat kinderen dankzij elke dag een kwartier vrij lezen, duizend nieuwe woorden per jaar leren. ‘De Bibliotheek op school´helpt hierbij.’ De scholen die aan de Rotterdamse pilot meedoen, zijn blij dat er een manier is gevonden om leesbevordering te structureren: ‘Leerkrachten vertellen dat het een eyeopener voor hen is. Ze zijn niet langer afhankelijk van die ene enthousiaste leerkracht, die ook weer weg kan gaan.’ Op de Goede Herder, die investeert in een nieuwe collectie, begon het project met een drastische opschoonactie van de schoolbibliotheek, waarbij veel werd weggegooid. Noordzij: ‘Verouderde boeken en boeken die van ellende uit elkaar vielen.’ Gelukkig bleven er nog een
Bij moeilijke woorden biedt het woordenboek uitkomst. De woordenschat zal dus wel fors toenemen? Jansen is voorzichtig optimistisch: ‘De woordenschattoets, twee keer per jaar, is bij de meesten voldoende, het vrij lezen draagt daar zeker aan bij.’ Volgend schooljaar voert de school leesbevordering structureel in. Vrij lezen, voorlezen en boekbesprekingen komen op het lesrooster en in de klassen worden boekenhoekjes ingericht. Noordzij: ‘Dus niet alleen rond de Kinderboekenweek, maar het hele jaar door.’ Om ouders te stimuleren met hun kinderen te lezen, worden zij uitgenodigd voor voorleessessies in de klas en worden in de ouderkamer activiteiten rondom leesbevordering georganiseerd. Activiteiten rond de Verteltas (zie artikel blz. 14, red.) en Leesvogel (interactief leesprogramma) werden al op school uitgevoerd. Thuis lezen doet Wijnand al met zijn vader. ‘Samen met mijn zus op de bank, dan leest papa uit ‘De hut van Oom Tom’, een heel zielig boek.’ z
05 | 12 --- Rotterdams Onderwijs Magazine
| 31
v veldwerk :
Mies van Driel
Leraar Rotterdamse Montessorischool, Middelland
Wat was je zelf voor leerling? Ik was een gemiddelde leerling en moest me behoorlijk inspannen. Ik vond school niet leuk en had eigenlijk alleen plezier tijdens de gymlessen en bij de creatieve vakken. Waarom ben je in het onderwijs gaan werken? In ben er ingerold, vond het een leuke uitdaging en vind het nog altijd geweldig om ‘s morgens door vijfentwintig blije kinderen verwelkomd te worden. Je mooiste moment? Als een kind tegen je zegt: ‘Ah, nu snap ik het’. Vanwege het volle programma is het namelijk niet altijd mogelijk dat alle kinderen die hulp nodig hebben gelijk geholpen kunnen worden. Je absolute dieptepunt? Ik vind het vervelend als ouders niet altijd zien dat het in de klas om meer draait dan alleen hun kind. Dat maakt communicatie wel eens lastig. Zijn er zaken in het (Rotterdamse) onderwijs, die je zou willen veranderen? Er moet een leerlingvolgsysteem bijgehouden worden. Soms krijg ik echter het idee dat er zoveel geregistreerd moet worden dat ik me afvraag of dat allemaal nodig is om een kind op een hoger niveau te krijgen. Meer of minder aandacht voor rekenen en taal? Wij besteden al veel tijd en aandacht aan de basisvaardigheden. Wel zou ik het graag iets creatiever willen aanbieden. Waar zou je in bijgeschoold willen worden? In het creatiever aanbieden van de basisvaardigheden, zodat ik talenten nog beter tot hun recht kan laten komen. Wat is je mening over de taakbelasting in het onderwijs? Een groep draaien is zwaar, maar wel te doen. Het zijn de bijkomende werkzaamheden die het vaak té zwaar maken. Zijn er zaken die je aan beleidsmakers en politici kwijt zou willen? Eis niet telkens iets nieuws van ons. Het aanleren van de basisvaardigheden kost ons al genoeg tijd. Daar kan niet zo heel veel bij. Voel je beroepstrots? Als ik zie dat kinderen lachend en met stralende ogen binnenkomen en vertrekken ben ik trots dat ik schooljuf ben. Wat is je persoonlijke onderwijswens? Ik zou graag meer handen in de klas zien. Zeker in een kleuterklas waar je als leerkracht soms handen en ogen tekort komt. Nog tips voor (aankomende) leerkrachten? Blijf altijd van alles de humor inzien, durf nee te zeggen en zoek een goed maatje met wie je twijfels en onzekerheden kunt bespreken.
tekst Ronald Buitelaar foto Jan van der Meijde Mies begint haar loopbaan bij KLM, maar wisselt vanwege de ziekte van haar zoon een aantal maal van werkgever: ‘Ik wilde snel bij hem kunnen zijn.‘ Als haar zoon de Rotterdamse Montessorischool bezoekt wordt ze er vrijwilliger en raakt ze gemotiveerd voor een baan in het onderwijs: ‘Ik besloot de Pabo te volgen, liep stage op de Montessorischool en werd na mijn diplomering in 2000 gevraagd om er te komen werken.’ Mies draait de eerste tien jaar een eigen middenbouwgroep. Tegenwoordig vangt ze het compensatieverlof op van haar collega’s in onder- en middenbouw.