15 JUNI 2014
STUDIEARTIKELEN ________________________________________________________________________________________________________________
________________________________________________________________________________________________________________
________________________________________________________________________________________________________________
________________________________________________________________________________________________________________
4-10 AUGUSTUS
11-17 AUGUSTUS
18-24 AUGUSTUS
25-31 AUGUSTUS
Heb jij Jehovah’s kijk op menselijke zwakheid?
Help anderen het beste uit zichzelf te halen
BLADZIJDE 23 LIEDEREN: 77, 79
BLADZIJDE 28 LIEDEREN: 42, 124
„Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben” BLADZIJDE 12 LIEDEREN: 3, 65
„Gij moet uw naaste liefhebben als uzelf” BLADZIJDE 17 LIEDEREN: 84, 72
STUDIEARTIKELEN __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
„Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben” „Gij moet uw naaste liefhebben als uzelf”
BOTSWANA COVER: Langs de rivier de Okavango in Botswana wordt het goede nieuws gepredikt tot vissers die Mbukushu spreken ‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐
BEVOLKING
2.021.000 VERKONDIGERS
2096
In deze artikelen zullen twee geboden van de Wet worden besproken die volgens Jezus Christus het belangrijkst waren. We komen te weten wat Jezus bedoelde toen hij zei dat we Jehovah met heel ons hart, onze ziel en ons verstand moeten liefhebben. We gaan bespreken hoe we kunnen laten zien dat we onze naaste liefhebben als onszelf. __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
Heb jij Jehovah’s kijk op menselijke zwakheid? Help anderen het beste uit zichzelf te halen Hoe kunnen we personen helpen die het gevoel hebben dat ze zwak zijn? Daar gaan deze artikelen op in. Er wordt ook in besproken wat we kunnen doen om jonge of pasgedoopte broeders te helpen het beste uit zichzelf te halen.
GEMEENTEN
47 AANWEZIGEN OP HET AVONDMAAL IN 2013
5735 ‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐
OOK IN DEZE UITGAVE __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
3 „Effen de baan voor uw voet” om vorderingen te maken __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
7 Vragen van lezers __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
8 Hoe kun je gescheiden geloofsgenoten helpen? __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________
22 Kun je je dit herinneren? BOTSWANA
June 15, 2014
®
Deze publicatie is niet voor de verkoop bestemd maar wordt verschaft als onderdeel van een wereldwijd Bijbels onderwijzingswerk dat gesteund wordt door vrijwillige bijdragen. Tenzij anders vermeld, is de gebruikte Bijbelvertaling de NieuweWereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen (uitgave 2004). De afkorting v.G.T. betekent „voor de gewone tijdrekening”. G.T. staat voor „van de gewone tijdrekening”. Waar de uitgever artikelen primair voor Jehovah’s Getuigen zelf bedoelt, zijn ze in een wat informelere stijl geschreven.
Vol. 135, No. 12 Semimonthly DUTCH The Watchtower (ISSN 0043-1087) is published semimonthly by Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.; L. Weaver, Jr., President; G. F. Simonis, Secretary-Treasurer; 25 Columbia Heights, Brooklyn, NY 11201-2483, U.S.A., and in England by Watch Tower Bible and Tract Society of Britain, The Ridgeway, London NW7 1RN (Registered in England as a Charity). Uitgegeven door Wachttoren-, Bijbel- en Traktaat-
genootschap, Noordbargerstraat 77, NL-7812 AA Emmen, Nederland. Christelijke Gemeente van Jehovah’s Getuigen (Verantwoordelijke uitgever: Marcel Gillet), Potaardestraat 60, ¨ B-1950 Kraainem, Belgie, PP-PB BRUXELLES X - BRUSSEL X No. 10/667. 5 2014 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania. Printed in Britain.
„Effen de baan voor uw voet” om vorderingen te maken
TOEN Gods volk in 537 v.Chr. uit Babylon vertrok, had Jehovah oog voor hun route naar Jeruzalem. Hij zei tegen ze: „Baant de weg van het volk. Hoogt op, hoogt de hoofdweg op. Ruimt de stenen weg” (Jes. 62:10). Stel je eens voor hoe sommige Joden dat misschien aangepakt hebben. Het kan zijn dat mannen die vooruitgestuurd waren, de weg hebben hersteld door bijvoorbeeld kuilen te vullen en oneffen plaatsen te egaliseren. Door dat te doen zouden ze een hulp zijn voor hun mede-Israëlieten die over dezelfde weg naar hun land terugkeerden. Je zou die route kunnen vergelijken met een weg naar geestelijke doelen. Jehovah wil dat al zijn aanbidders zonder onnodige hindernissen verdergaan op die weg. Zijn Woord moedigt ons aan: „Effen de baan voor uw voet, en mogen al uw eigen wegen stevig bevestigd zijn” (Spr. 4:26). We kunnen allemaal voordeel trekken van die wijze raad van God. 15 JUNI 2014
BEREID DE WEG DOOR GOEDE BESLISSINGEN TE NEMEN
Misschien heb je mensen weleens over een tiener horen zeggen: ’Ze heeft veel mogelijkheden’ of ’Hij zal het nog ver schoppen.’ Jongeren hebben in het algemeen een goede gezondheid, zijn vaak snel van begrip en willen graag succesvol worden. De Bijbel zegt dan ook: „De luister der jongelingen is hun kracht” (Spr. 20:29). Een jongere die zijn of haar talenten en energie gebruikt om Jehovah te dienen, kan geestelijke doelen bereiken en echt gelukkig worden. Maar de wereld hecht ook veel waarde aan de talenten van onze jongeren. Als een jonge Getuige het goed doet op school, kan het zijn dat een decaan, een leraar of een medeleerling hem onder druk zet om hoger onderwijs te volgen om succesvol te worden in deze wereld. Of misschien wordt een jonge broeder die goed is in sport door een talentscout
3
benaderd die hem een carrière in de sportwereld voorhoudt. Heb je zoiets weleens meegemaakt of ken je iemand die onder druk gezet wordt? Wat zal een christen helpen een goede keus te maken? Onderwijs uit de Bijbel kan iemand helpen zich voor te bereiden op de beste weg in het leven. Prediker 12:1 zegt: „Gedenk nu uw Grootse Schepper in uw jongelingsdagen.” Wat is de beste manier om dat te doen? Sta eens stil bij wat Eric in West-Afrika meemaakte. Hij hield van voetballen. Toen hij vijftien was, werd hij geselecteerd voor een nationaal team. Dat betekende dat hij kon verwachten dat hij al gauw een geweldige sportopleiding zou krijgen in Europa, waardoor hij misschien profvoetballer kon worden. Maar wat zou hij doen met de raad „gedenk nu uw Grootse Schepper”? En welke les zit daarin voor jou of een jongere in je omgeving? Tijdens zijn middelbareschooltijd begon Eric de Bijbel te bestuderen met Jehovah’s Getuigen. Vanaf dat moment leerde hij dat zijn Schepper de problemen van de mensheid voor altijd zou oplossen. Hij ging beseffen dat het wijs was zijn tijd en energie te gebruiken om Gods wil te doen. Toen hij zich realiseerde hoe belangrijk dat was, besloot hij niet voor een carrière in de sportwereld te gaan. In plaats daarvan liet hij zich dopen en deed hij zijn best om geestelijk te groeien. Na verloop van tijd werd hij dienaar in de bediening en later kreeg hij een uitnodiging voor de Bijbelschool voor Ongehuwde Broeders. Als Eric voor een sportcarrière had gekozen, was hij misschien rijk en beroemd geworden. Maar hij zag de waarheid in van dit Bijbelse principe: „De waardevolle dingen van de rijke zijn zijn sterke stad, en in zijn verbeelding zijn ze als een beschermende muur” (Spr. 18:11). De zekerheid die iemand lijkt te krijgen door rijkdom is in werkelijkheid een illusie. Bovendien zegt de Bijbel over personen die begerig rijkdommen hebben nagejaagd: „[Zij] hebben zich overal met vele pijnen doorboord” (1 Tim. 6:9, 10). Gelukkig hebben veel jongeren vreugde en blijvende zekerheid gevonden door in de volletijdDe naam is veranderd.
4
dienst te gaan. Eric zegt: „Ik zit nu bij een groot ’team’ van volletijddienaren van Jehovah. Dat is het beste team waar je bij kunt horen, en ik ben Jehovah dankbaar dat hij me de enige weg naar echt geluk en succes in het leven heeft laten zien.” Hoe zit het met jou? Waarom zou je er niet voor zorgen dat je „eigen wegen stevig bevestigd zijn” voor Jehovah door in de pioniersdienst te gaan, in plaats van je op wereldse doelen te richten? — Zie het kader „Voordelen die de universiteit niet kan bieden”. RUIM HINDERNISSEN UIT DE WEG
Tijdens een bezoek aan het bijkantoor in de Verenigde Staten merkte een echtpaar dat de Bethelieten die Jehovah daar dienden geluk uitstraalden. De zuster schreef later: „We waren te veel gewend geraakt aan ons leventje.” Ze besloten veranderingen aan te brengen in hun leven zodat ze meer tijd en energie konden besteden aan de dienst. Op een bepaald moment leken die veranderingen te moeilijk. Maar toen lazen ze Johannes 8:31, de dagtekst van die dag. Daar zegt Jezus: „Indien gij in mijn woord blijft, zijt gij werkelijk mijn discipelen.” Met dat in gedachten redeneerden ze: „Ons leven vereenvoudigen is elk offer waard.” Ze verkochten hun grote huis, deden andere dingen weg en verhuisden naar een gemeente die hulp nodig had. Nu pionieren ze, helpen ze bij de bouw van Koninkrijkszalen en werken ze als vrijwilliger op congressen. Hoe gaat het met ze? „We staan ervan te kijken hoeveel vreugde het geeft een eenvoudiger leven te leiden, terwijl we gewoon doen waar Jehovah’s organisatie ons toe aanmoedigt.” BLIJF OP DE WEG NAAR GEESTELIJKE VORDERINGEN
Salomo schreef: „Wat uw ogen betreft, recht vooruit dienen ze te kijken, ja, uw eigen stralende ogen dienen met gespannen aandacht recht voor u uit te zien” (Spr. 4:25). Zoals een bestuurder zich focust op de weg vóór hem, zo moeten wij afleidingen vermijden die ons ervan kunnen weerhouden onszelf geestelijke doelen te stellen en die te bereiken. Welke doelen zou jij jezelf kunnen stellen? De volletijddienst is een goede keuze. Een ander doel DE WACHTTOREN
kan zijn om in een gemeente in de buurt te helpen waar behoefte is aan ervaren predikers die het grote gebied kunnen bewerken. Of misschien is er een gemeente die veel bekwame verkondigers heeft, maar niet genoeg ouderlingen en dienaren. Zou je daar hulp kunnen bieden? Waarom zou je de kringopziener niet eens vragen of je zou kunnen helpen? Als je bereid bent een gemeente te ondersteunen die verder weg ligt, kun je informatie opvragen bij het bijkantoor. Zie Georganiseerd om Jehovah’s wil te doen, blz. 111, 112.
Laten we teruggaan naar het tafereel in Jesaja 62:10. Sommige Joden hebben misschien hard gewerkt om de weg naar hun land vrij te maken en te egaliseren, zodat Gods volk op zijn bestemming kon aankomen. Als jij je best doet om doelen te bereiken in je heilige dienst, geef het dan niet op. Met Gods hulp zal het jou misschien ook lukken. Blijf om Jehovah’s wijsheid vragen terwijl je de hindernissen vóór je uit de weg probeert te ruimen. Na verloop van tijd zul je waarschijnlijk zien hoe hij je kan helpen de baan voor je voet te effenen (Spr. 4:26).
Voordelen die de universiteit niet kan bieden
TOEN Flavia klein was, hoorde ze van haar oma, die een van Jehovah’s Getuigen was, over de Bijbel. Maar haar vader was leraar en probeerde bij haar het verlangen aan te wakkeren om over de natuur te leren en hoger onderwijs te volgen. Mensen zeiden tegen haar: „Jouw generatie kan de aarde van de ondergang redden.” Met de steun van haar vader ging ze naar een topuniversiteit, waar ze onderzoek ging doen naar manieren om schone brandstoffen te produceren. Al gauw merkte Flavia dat veel studenten er niet in geïnteresseerd waren ’de aarde te redden’. Bovendien waren bepaalde onderzoeksprogramma’s op de universiteit afhankelijk van financiële steun van bedrijven, waardoor sommige onderzoekers geneigd waren om die bedrijven te begunstigen. Dat zat Flavia dwars. Toen Jehovah’s Getuigen bij haar aanbelden, kreeg ze opnieuw belangstelling voor wat de Bijbel over God en de toekomst zegt. Flavia aanvaardde de Bijbelse waarheid en liet zich dopen. Maar omdat ze nog aan
6
de universiteit studeerde, had ze weinig tijd om in de velddienst te gaan. Op een dag besprak een kringopziener Jakobus 4:17: „Indien iemand daarom weet hoe hij het juiste moet doen en het toch niet doet, is het hem tot zonde.” Daardoor ging Flavia over haar eigen situatie nadenken. Ze zegt: „Ik wilde Jehovah’s zegen, maar ook voldoening halen uit mijn carrière in de wetenschap. Ik moest een keus maken.” Flavia besloot te stoppen met haar studie aan de universiteit. Had ze daar later spijt van? Ze zegt: „Ik heb in Jehovah’s dienst voordelen ervaren die de universiteit niet kan bieden. Jehovah heeft me echt geholpen. Hij heeft me geleerd om vriendelijk te zijn, liefde te tonen en anderen geestelijk te helpen. Ik heb een gelukkig huwelijk en een toekomst die veel beter is dan de toekomst die de wetenschap biedt. Alleen Jehovah kan de aarde redden. Ik zal hem niet de rug toekeren.” Flavia en haar man dienen op het hoofdkantoor van Jehovah’s Getuigen in New York.
DE WACHTTOREN
VRAGEN VAN LEZERS
Is crematie gepast voor christenen? Er staan in de Bijbel geen fundamentele bezwaren tegen crematie. In de Bijbel staan verslagen waarin wordt beschreven dat lichamen of beenderen van dode mensen werden verbrand (Joz. 7:25; 2 Kron. 34:4, 5). Daarmee werd misschien aangegeven dat die mensen geen fatsoenlijke begrafenis verdienden. Maar dat was niet altijd de reden waarom een lichaam werd verbrand. Dat blijkt uit het verslag over de dood van koning Saul en zijn drie zoons. De vier mannen stierven in de strijd tegen de Filistijnen. Een van de zoons was Jonathan, de goede en trouwe vriend van David. Toen dappere Israëlieten uit Jabes-Gilead erachter kwamen wat er was gebeurd, namen ze de vier lichamen, verbrandden die en begroeven daarna de beenderen. Later prees David die Israëlieten voor wat ze hadden gedaan (1 Sam. 31:2, 8-13; 2 Sam. 2:4-6). De Bijbelse hoop voor de doden is de opstanding, waarbij God de persoon weer tot leven brengt. Jehovah heeft geen beperkingen en kan de persoon dus met een nieuw lichaam tot leven wekken, of zo iemand na zijn dood nu is gecremeerd of niet. De drie getrouwe Hebreeën die door koning Nebukadnezar tot een vurige oven veroordeeld werden, hoefden niet bang te zijn dat God ze niet kon opwekken als ze op die manier werden gedood (Dan. 3:16-18). Dat gold ook voor de getrouwe aanbidders van Jehovah die in naziconcentratiekampen stierven en er vervolgens gecremeerd werden. Verscheidene aanbidders van God zijn omgekomen door een explosie of een ander ongeval waarbij geen stoffelijke resten overgebleven zijn. Toch zullen ze worden opgewekt (Openb. 20:13). Jehovah kan een gestorven persoon een opstanding geven zonder gebruik te maken van iemands vroegere lichaam. Dat blijkt uit de opstanding tot hemels leven die God gezalfde christenen geeft. Net als Jezus, die „levend [werd] gemaakt in de geest”, worden gezalfde christenen opgewekt als dezelfde persoon maar met een geestelijk lichaam. 15 JUNI 2014
Bij hun opstanding tot hemels leven nemen ze niets van hun stoffelijke lichaam mee (1 Petr. 3:18; 1 Kor. 15:42-53; 1 Joh. 3:2). Onze hoop op de opstanding is niet afhankelijk van wat er na de dood met iemands lichaam gebeurt, maar is gebaseerd op Gods vermogen en verlangen om zijn beloften te vervullen (Hand. 24:15). We begrijpen misschien niet helemaal hoe Jehovah het wonder van de opstanding in het verleden heeft verricht of hoe hij dat in de toekomst zal doen. Toch stellen we ons vertrouwen in hem. Hij heeft „een waarborg verschaft” door Jezus op te wekken (Hand. 17:31; Luk. 24:2, 3). Christenen doen er goed aan rekening te houden met sociale normen, plaatselijke ideeën en wettelijke vereisten in verband met het verwijderen van een dood lichaam (2 Kor. 6:3, 4). Maar of iemand na zijn dood wel of niet gecremeerd zal worden, is een beslissing van iemand zelf of van zijn familie.
7
EEN STORM VAN EMOTIES
Hoe kun je gescheiden geloofsgenoten helpen? Iedereen kent wel iemand die gescheiden is. Dat komt doordat echtscheiding een algemeen verschijnsel is geworden. Zo bleek uit een onderzoek in Polen dat echtscheiding vooral voorkomt onder dertigers die drie tot zes jaar getrouwd zijn. Maar echtscheiding is niet beperkt tot die leeftijdsgroep. Volgens het Instituut voor Gezinsbeleid in Spanje „laten statistieken zien dat de helft van de huwelijken [in Europa] in een echtscheiding eindigt”. In andere ontwikkelde landen is er een soortgelijke situatie.
8
Wat doet een echtscheiding met iemand? Een ervaren huwelijkstherapeute in Oost-Europa merkte op: „Echtscheiding is alleen maar de officiële bevestiging van een relatie die al verbroken is, iets wat emotioneel heel pijnlijk is.” Ze voegde eraan toe dat dit vaak een storm van „sterke, extreme emoties, zoals woede, spijt, teleurstelling, wanhoop en schaamte” op gang brengt. Sommigen overwegen zelfs een eind aan hun leven te maken. „Als de echtscheiding eenmaal is uitgesproken, begint de volgende fase. De gescheiden man of vrouw voelt zich leeg en onzeker, en vraagt zich misschien af: Wie ben ik eigenlijk? Waar leef ik voor?” Ewa vertelt hoe ze zich een paar jaar geleden voelde: „Nadat de echtscheiding uitgesproken was, schaamde ik me diep als buren en collega’s me ’een gescheiden vrouw’ noemden. Ik zat vol woede. Ik bleef achter met twee kleine kinderen voor wie ik tegelijkertijd vader en moeder moest zijn.” Adam, die twaalf jaar lang een gerespecteerde ouderling was, zegt: „Ik heb zo veel zelfrespect verloren dat ik soms heel boos ben, en ik heb de neiging me compleet af te zonderen.” JE EVENWICHT TERUGVINDEN
Velen die gescheiden zijn, maken zich zorgen over hun toekomst en hebben soms zelfs jaren later nog moeite hun evenwicht terug te vinden. Ze kunnen het idee krijgen dat anderen geen belangstelling voor ze hebben. Een columniste die over het onderwerp schrijft, zegt dat ze bovendien „hun gewoonten moeten aanpassen en zelf met hun problemen moeten leren omgaan”. Stanisław vertelt: „Toen we gingen scheiden, zorgde mijn ex-vrouw ervoor dat ik mijn twee dochtertjes niet meer zag. Daardoor kreeg ik het gevoel dat niemand meer om me gaf en dat zelfs Jehovah me in de steek gelaten had. Ik wilde niet meer leven. Maar na een tijdje besefte ik dat ik het helemaal verkeerd had gezien.” Ook Wanda, een gescheiden zuster, voelde zich onzeker over Sommige namen zijn veranderd. DE WACHTTOREN
haar toekomst: „Ik was ervan overtuigd dat mensen — ook geloofsgenoten — na een tijdje niet meer naar mij en mijn kinderen zouden omkijken. Maar terugkijkend besef ik hoeveel steun en hulp ik van de broeders en zusters heb gekregen bij mijn inspanningen om mijn kinderen als aanbidders van Jehovah op te voeden.” Uit deze opmerkingen blijkt dat sommigen na hun scheiding overspoeld worden door negatieve emoties. Ze krijgen misschien een laag zelfbeeld en denken dat ze weinig waard zijn en geen aandacht verdienen. Ook kunnen ze kritisch op hun omgeving worden. Daardoor kunnen ze de gemeente koud en onvriendelijk gaan vinden. Maar ervaringen zoals die van Stanisław en Wanda laten zien dat gescheiden broeders en zusters na een tijdje kunnen gaan beseffen dat hun geloofsgenoten echt om hen geven. Broeders en zusters zijn juist vaak een bijzondere steun geweest, ook als dat in eerste instantie niet door de persoon werd opgemerkt. GEVOELENS VAN EENZAAMHEID EN AFWIJZING
Houd in gedachte dat gescheiden geloofsgenoten zich van tijd tot tijd erg eenzaam kunnen voelen, hoeveel we ook voor ze doen. Vooral gescheiden zusters kunnen het idee krijgen dat bijna
niemand belangstelling voor ze heeft. Alicja vertelt: „Ik ben nu al acht jaar gescheiden. Toch voel ik me soms nog minderwaardig. Op zulke momenten heb ik de neiging me af te zonderen, te huilen en toe te geven aan zelfmedelijden.” Het is niet ongebruikelijk dat iemand die gescheiden is met zulke gevoelens worstelt, maar de Bijbel waarschuwt tegen afzondering. Als iemand zich afzondert, kan dat ertoe leiden dat hij „alle praktische wijsheid” afwijst (Spr. 18:1). Tegelijkertijd moet iemand die zich eenzaam voelt, beseffen dat het van „praktische wijsheid” getuigt om niet geregeld naar iemand van het andere geslacht te gaan voor advies of troost. Als iemand dat toch zou doen, zouden er ongepaste romantische gevoelens kunnen ontstaan. Gescheiden geloofsgenoten kunnen met heel wat negatieve emoties te maken krijgen, zoals angst voor de toekomst en gevoelens van eenzaamheid en zelfs van afwijzing. In het besef dat zulke gevoelens normaal maar ook moeilijk te overwinnen zijn, moeten we Jehovah navolgen door zulke broeders en zusters onze loyale steun te geven (Ps. 55:22; 1 Petr. 5:6, 7). We kunnen er zeker van zijn dat alle hulp die we geven erg gewaardeerd zal worden. In de gemeente is dus hulp te vinden van ware vrienden! — Spr. 17:17; 18:24.
Een evenwichtige kijk op echtscheiding Als aanbidders van Jehovah nemen we het huwelijk heel serieus omdat we ons door de Bijbel laten leiden. In Maleachi 2:16 staat bijvoorbeeld duidelijk dat Jehovah echtscheiding haat. Volgens de Bijbel is „hoererij” de enige grond voor echtscheiding. Het zou dan ook een ernstige fout zijn als iemand
met de gedachte zou spelen een onbijbelse scheiding aan te vragen, terwijl hij of zij misschien al een andere huwelijkspartner op het oog heeft (Gen. 2:22-24; Deut. 5:21; Matth. 19:4-6, 9). Maar als een broeder of zuster gaat scheiden, bijvoorbeeld omdat zijn of haar partner over-
spel heeft gepleegd, zullen geloofsgenoten zo iemand bijstaan. Ze volgen Jehovah na door hun best te doen om „rechtvaardigen” te helpen die het een tijdlang heel zwaar hebben (Ps. 34:15, 18; Jes. 41:10).
WAT KUN JE DOEN? Kun je een steun zijn voor een gescheiden geloofsgenoot? Hoe kun je iemand helpen die de gevoelens heeft die eerder in het artikel werden genoemd? Kijk eens wat de Bijbel zegt en hoe sommige Getuigen praktische hulp hebben geboden.
Luister aandachtig
Toon belangstelling
(Spr. 16:20, 23).
(Fil. 2:4).
Het is begrijpelijk dat iemand misschien niet wil praten over alles wat aan de scheiding voorafgegaan is. En als iemand zijn frustratie wel uit, zal dat misschien averechts werken en niet per se de stress verminderen (Spr. 12:25; Rom. 12:15). Michał, die veel heeft gedaan voor de eerder genoemde Adam, vindt dat je meelevend en aandachtig kunt luisteren zonder alle details te hoeven horen. Hij zegt: „Ik heb geprobeerd Adam te laten inzien dat hij op een zwak en emotioneel moment per ongeluk iets zou kunnen vertellen waar hij later spijt van krijgt.” Daarom zei Michał tegen hem dat hij niet alle details hoefde te weten. Toch luisterde hij als een echte vriend. Misschien help je iemand al als je bijvoorbeeld voor of na de vergadering gewoon zoiets zegt als: ’Hoe gaat het met je? Ik kan me voorstellen dat het niet makkelijk voor je is. Je kunt op me rekenen.’
Mirosław vertelt: „Mijn vrouw en ik hebben tijd vrijgemaakt om een gescheiden zuster te helpen. We hebben bijvoorbeeld het slot op haar deur gerepareerd en haar een keer naar de dokter gebracht.” Dat lijken misschien kleine dingen, maar voor de zuster was het echt een hulp. Ze vond geleidelijk haar evenwicht terug. Later ging ze zelfs in de pioniersdienst en haar elfjarige dochter liet zich dopen.
10
Verzeker de persoon ervan dat Jehovah de situatie begrijpt. Als iemand weinig zelfrespect heeft, kun je hem ervan verzekeren dat God om al zijn aanbidders geeft. We zijn zeker „meer waard dan vele mussen”; hij vindt ons uniek en kostbaar (Matth. 10:29-31). „Jehovah is de onderzoeker van harten” en kan personen die gescheiden zijn dus goed begrijpen. Hij zal zijn trouwe aanbidders nooit in de steek laten (Spr. 17:3; Ps. 145:18; Hebr. 13:5). Laat dus zien dat je om de persoon geeft en verzeker hem ervan dat God waardering heeft voor zijn liefde voor de waarheid en zijn inspanningen om de ware aanbidding te ondersteunen (Fil. 2:29).
Moedig de persoon aan dicht bij de gemeente te blijven. Sommigen vinden het vanwege alle emoties moeilijk om de vergaderingen te bezoeken. Maar de vergaderingen zijn juist een bron van kracht en aanmoediging — ze zijn „tot opbouw” (1 Kor. 14:26; Ps. 122:1). Initiatief van de ouderlingen is in dit verband heel waardevol. De eerder genoemde Wanda vertelt: „We denken nog vaak terug aan hun liefdevolle zorg.”
Moedig de persoon aan zijn of haar band met God te versterken door gebed, persoonlijke studie en meditatie (Jak. 4:8). Jehovah is almachtig en woont in de hemel. Toch heeft hij aandacht voor „de ellendige en de verslagene van geest” die respect heeft voor zijn Woord (Jes. 66:2). Verzeker de persoon daarvan, en benadruk dat het voor ons allemaal belangrijk is steeds dichter tot God te naderen door middel van gebed en persoonlijke studie.
15 JUNI 2014
Bied aan om samen te werken in de velddienst of samen een vergadering voor te bereiden. Dat zal de persoon helpen zelfvertrouwen te ontwikkelen terwijl hij of zij het leven weer oppakt. Marta heeft een ijverige zuster geholpen die het na haar scheiding heel moeilijk had. Ze vertelt: „We gaan geregeld samen in de velddienst. Het maakt ons heel blij als we zien dat we de doelen halen die we ons gesteld hebben. Soms bereiden we samen een vergadering voor en maken we daarna samen iets lekkers.”
11
„Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben” „Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand.” — MATTH. 22:37.
WAT ZOU JE ANTWOORDEN? ________________________________________________________________________________________________________________________________
Wat wil het zeggen God lief te hebben?
________________________________________________________________________________________________________________________________
Waarom moeten we God liefhebben?
________________________________________________________________________________________________________________________________
Hoe kunnen we laten zien dat we van Jehovah houden?
JEHOVAH’S Zoon, Jezus Christus, zei dat hij zijn Vader liefhad (Joh. 14:31). Hij zei ook: „De Vader heeft genegenheid voor de Zoon” (Joh. 5:20). Dat zal ons niet verbazen. Jezus was in zijn voormenselijke bestaan namelijk miljoenen jaren Gods „meesterwerker” (Spr. 8:30). Tijdens die samenwerking leerde de Zoon veel over de eigenschappen van zijn Vader en had hij ontelbare redenen om van hem te houden. Doordat ze nauw met elkaar omgingen, groeide hun onderlinge liefde. 2 Als je van iemand houdt, heb je een gevoel van diepe genegenheid voor hem of haar. David zong: „Ik zal genegenheid voor u hebben, o Jehovah, mijn sterkte” (Ps. 18:1). Die gevoelens moeten wij ook voor God hebben, want hij heeft genegenheid voor ons. Als we Jehovah gehoorzamen, zal hij laten zien dat hij van ons houdt. (Lees Deuteronomium 7:12, 13.) Maar kunnen we echt van God houden als we hem niet kunnen zien? Wat wil het zeggen Jehovah lief te hebben? Waarom moeten we hem liefhebben? En hoe kunnen we laten zien dat we van hem houden? 1. Waardoor groeide de onderlinge liefde tussen God en zijn Zoon? 2. (a) Wat wil het zeggen van iemand te houden? (b) Welke vragen
gaan we bespreken?
12
DE WACHTTOREN
WAAROM WE GOD KUNNEN LIEFHEBBEN
„God is een Geest” en daarom kunnen we hem niet zien (Joh. 4:24). Toch is het mogelijk Jehovah lief te hebben, en in de Bijbel krijgen we de opdracht om die liefde te tonen. Mozes zei bijvoorbeeld tegen de Israëlieten: „Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en geheel uw ziel en geheel uw levenskracht” (Deut. 6:5). 4Waarom is het mogelijk God lief te hebben? Omdat hij ons geschapen heeft met een geestelijke behoefte en het vermogen om liefde te tonen. Als onze geestelijke behoefte wordt vervuld, groeit onze liefde voor Jehovah en hebben we een goede basis voor geluk. Jezus zei: „Gelukkig zijn zij die zich bewust zijn van hun geestelijke nood, want hun behoort het koninkrijk der hemelen toe” (Matth. 5:3). Over het aangeboren verlangen van de mens om iets hogers te aanbidden is wel gezegd: „Wij zouden met ontzag, verbazing en eerbiedige verwondering vervuld moeten zijn wegens de algemeenheid van ’s mensen zoeken naar en geloof in een opperwezen” (Man Does Not Stand Alone, door A.C. Morrison). 5Heeft het zin om God te zoeken? Ja, want hij wil dat we hem vinden. De apostel Paulus maakte dat duidelijk toen hij getuigenis gaf aan een groep die bijeengekomen was op de Areopagus. Dat deed hij in het zicht van het Parthenon, een tempel die gewijd was aan Athena, de beschermgodin van het oude Athene. Stel je voor dat je erbij was. Paulus heeft het over „de God die de wereld heeft gemaakt en alles wat daarin is” en legt vervolgens uit dat Hij „niet in door handen gemaakte tempels” woont. De apostel voegt eraan toe: „Hij [God] heeft uit één mens elke natie van mensen gemaakt om op de gehele oppervlakte der aarde te wonen, en hij heeft de 3
3, 4. Waarom is het mogelijk God lief te heb-
ben? 5. Hoe weten we dat het zin heeft om God te zoeken? 15 JUNI 2014
bestemde tijden en de vastgestelde grenzen van de woonplaats der mensen verordend, opdat zij God zouden zoeken, of zij wellicht naar hem tasten en hem werkelijk vinden zouden, ofschoon hij eigenlijk niet ver is van een ieder van ons” (Hand. 17:24-27). Mensen kunnen God inderdaad vinden. De ruim zevenenhalf miljoen Getuigen van Jehovah is dat gelukt, en ze houden echt van hem. WAT HET WIL ZEGGEN GOD LIEF TE HEBBEN
Onze liefde voor Jehovah moet uit het hart komen. Jezus maakte dat duidelijk toen een farizeeër vroeg: „Leraar, wat is het grootste gebod in de Wet?” Jezus antwoordde: „’Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand.’ Dit is het grootste en eerste gebod” (Matth. 22:34-38). 7 Wat bedoelde Jezus toen hij zei dat we God moeten liefhebben met heel ons hart? Hij bedoelde dat we Jehovah met heel ons figuurlijke hart moeten liefhebben, wat invloed heeft op onze verlangens, emoties en gevoelens. We moeten hem ook liefhebben met heel onze ziel of heel ons leven en wezen. Bovendien moeten we God liefhebben met heel ons verstand of ons volledige denkvermogen. Het komt erop neer dat we Jehovah volledig, zonder terughoudendheid, moeten liefhebben. 8Als we God liefhebben met heel ons hart, onze ziel en ons verstand, zullen we zijn Woord ijverig bestuderen, zijn voornemen van harte ondersteunen en enthousiast het goede nieuws van het Koninkrijk bekendmaken (Matth. 24:14; Rom. 12:1, 2). Door ware liefde voor Jehovah zullen we 6
6. Wat was volgens Jezus „het grootste en eer-
ste gebod”? 7. Wat wil het zeggen God lief te hebben met (a) heel ons hart? (b) heel onze ziel? (c) heel ons verstand? 8. Waartoe zal liefde voor God ons motiveren?
13
steeds dichter tot hem naderen (Jak. 4:8). Natuurlijk kunnen we onmogelijk alle redenen opnoemen waarom we God moeten liefhebben. Maar laten we er eens een paar bespreken. WAAROM WE JEHOVAH MOETEN LIEFHEBBEN 9Jehovah is onze Schepper en Verzorger. „Door hem hebben wij leven en bewegen wij ons en zijn wij”, zei Paulus (Hand. 17:28). Jehovah heeft ons de schitterende aarde gegeven om op te wonen (Ps. 115:16). Hij geeft ons ook voedsel en andere dingen die we nodig hebben om te leven. Paulus kon daarom tegen de heidense inwoners van Lystra zeggen dat „de levende God” goedheid toonde door „regens vanuit de hemel en vruchtbare tijden te geven” en door hun „hart overvloedig met voedsel en vrolijkheid te vervullen” (Hand. 14:15-17). Is dat geen reden om van onze Grootse Schepper en liefdevolle Verzorger te houden? — Pred. 12:1. 10 God heeft het mogelijk gemaakt dat er een eind komt aan de zonde en de dood die we van Adam geërfd hebben (Rom. 5:12). „God beveelt zijn eigen liefde jegens ons hierin aan, dat Christus voor ons is gestorven terwijl wij nog zondaars waren” (Rom. 5:8). We houden beslist heel veel van Jehovah. Dankzij hem kunnen we vergeving van onze zonden krijgen als we berouw hebben en geloof stellen in Jezus’ offer (Joh. 3:16). 11Jehovah geeft ons een hoop die ons vervult met „vreugde en vrede” (Rom. 15:13). De hoop die we hebben, stelt ons in staat geloofsbeproevingen te doorstaan. Gezalfden die „zelfs tot de dood” trouw blijven, zullen „de kroon des levens” krijgen in de hemel (Openb. 2:10). Trouwe aanbidders 9. Waarom hou je van Jehovah als je Schepper
en Verzorger? 10. Hoe moeten we reageren op Gods voorziening om een eind te maken aan zonde en dood? 11, 12. Welke hoop heeft Jehovah ons gegeven?
14
met een aardse hoop zullen eeuwige zegeningen ervaren in het beloofde paradijs (Luk. 23:43). Wat doen die vooruitzichten met ons? Worden we niet vervuld met vreugde en vrede, en met liefde voor de Gever van „elke goede gave en elk volmaakt geschenk”? — Jak. 1:17. 12God heeft ons de prachtige hoop op de opstanding gegeven (Hand. 24:15). We zijn natuurlijk heel verdrietig als een dierbare overlijdt, maar omdat we de hoop op de opstanding hebben, zijn we niet bedroefd „gelijk de overigen, die geen hoop hebben” (1 Thess. 4:13). Jehovah verlangt er vurig naar de doden op te wekken, vooral trouwe aanbidders zoals Job (Job 14:15). Stel je voor hoe vreugdevol het zal zijn om herenigd te worden met personen die een opstanding zullen krijgen op aarde. Wat houden we toch veel van onze hemelse Vader, die ons die geweldige hoop heeft gegeven! 13Jehovah zorgt echt voor ons. (Lees Psalm 34:6, 18, 19; 1 Petrus 5:6, 7.) Omdat we weten dat onze liefdevolle God altijd bereid is degenen die hem trouw zijn te helpen, voelen we ons veilig in zijn kudde (Ps. 79:13). Bovendien zal Gods liefde voor ons blijken uit wat hij zal doen door middel van het Messiaanse Koninkrijk. Nadat zijn uitverkoren Koning, Jezus Christus, de aarde heeft ontdaan van geweld, onderdrukking en slechtheid, zal de gehoorzame mensheid gezegend worden met blijvende vrede en voorspoed (Ps. 72:7, 12-14, 16). Vind je ook niet dat die vooruitzichten ons reden geven om onze zorgzame God lief te hebben met heel ons hart, onze ziel, onze kracht en ons verstand? — Luk. 10:27. 14 Jehovah heeft ons het kostbare voorrecht gegeven om als zijn Getuigen te dienen (Jes. 43:10-12). We hebben God lief omdat hij ons de mogelijkheid heeft 13. Waaruit blijkt dat God echt voor ons zorgt? 14. Welk kostbare voorrecht heeft God ons ge-
geven? DE WACHTTOREN
Jehovah heeft voorzien in herders die oprechte belangstelling voor de kudde tonen (Zie alinea 19)
gegeven om zijn soevereiniteit te ondersteunen en mensen echte hoop te bieden in deze wereld vol problemen. Bovendien kunnen we met geloof en overtuiging spreken omdat we goed nieuws bekendmaken uit het Woord van de ware God, en zijn beloften komen altijd uit. (Lees Jozua 21:45; 23:14.) Natuurlijk is onze lijst met zegeningen en met redenen om Jehovah lief te hebben oneindig veel langer. Maar hoe kunnen we laten zien dat we van hem houden?
15 Bestudeer ijverig Gods Woord en pas het toe. Door dat te doen, laten we zien dat we van Jehovah houden en echt willen dat zijn Woord een licht is op ons pad (Ps. 119:105). Als we het moeilijk hebben, kunnen we troost halen uit liefdevolle uitspraken uit de Bijbel zoals: „Een gebroken en verbrijzeld hart, o God, zult gij niet verachten.” „Uw liefderijke goedheid, o Jehovah, (...) bleef [mij] schragen. Wanneer mijn verontrustende gedachten vele werden binnen in mij, waren het uw vertroos-
tingen die mijn ziel gingen strelen” (Ps. 51:17; 94:18, 19). Jehovah toont medelijden met mensen die het zwaar hebben, en dat doet Jezus ook (Jes. 49:13; Matth. 15:32). Bijbelstudie maakt ons bewust van Jehovah’s liefdevolle zorg voor ons en daardoor gaan we nog meer van hem houden. 16 Bid geregeld tot God. Door onze gebeden naderen we steeds dichter tot de „Hoorder van het gebed” (Ps. 65:2). Als we merken dat God onze gebeden verhoort, groeit onze liefde voor hem. Zo hebben we misschien ervaren dat hij niet toelaat dat we boven onze krachten worden beproefd (1 Kor. 10:13). Als we zorgen hebben en een oprechte smeekbede tot Jehovah richten, zullen we waarschijnlijk de onvergelijkelijke „vrede van God” ervaren (Fil. 4:6, 7). Soms bidden we misschien net als Nehemia in stilte en merken we dat ons gebed verhoord wordt (Neh. 2:1-6). Als we aanhouden in het gebed en zien dat Jehovah onze smeekbeden verhoort, groeit niet alleen onze liefde voor hem maar ook het vertrouwen dat hij ons zal helpen een volgende geloofsbeproeving te doorstaan (Rom. 12:12).
15. Hoe kan het bestuderen en toepassen van
16. Hoe kan geregeld bidden onze liefde voor
Gods Woord ons helpen?
God verdiepen?
HOE WE KUNNEN LATEN ZIEN DAT WE VAN GOD HOUDEN
15 JUNI 2014
15
Maak er een gewoonte van onze vergaderingen en grote bijeenkomsten bij te wonen (Hebr. 10:24, 25). De Israëlieten kwamen bij elkaar om naar Jehovah te luisteren en over hem te leren zodat ze eerbied voor hem konden hebben en zich aan zijn Wet konden houden (Deut. 31:12). Als we echt van God houden, is het geen last om zijn wil te doen. (Lees 1 Johannes 5:3.) Laten we vergaderingsbezoek daarom nooit als iets onbelangrijks bezien. We zullen beslist niets willen doen waardoor we onze eerste liefde voor Jehovah verliezen (Openb. 2:4). 18Predik ijverig „de waarheid van het goede nieuws” (Gal. 2:5). Onze liefde voor God motiveert ons om anderen te vertellen over het Messiaanse Koninkrijk van zijn geliefde Zoon, die in Armageddon „voor de zaak van waarheid” zal rijden (Ps. 45:4; Openb. 16:14, 16). Wat is het geweldig dat we mensen mogen helpen meer te weten te komen over Gods liefde en zijn beloofde nieuwe wereld! — Matth. 28:19, 20. 19 Toon waardering voor Gods regeling om de kudde te weiden (Hand. 20:28). Ouderlingen zijn een voorziening van Jehovah, die altijd onze belangen op het oog heeft. Ze zijn „als een wijkplaats voor de wind (...) en een schuilplaats voor de slagregen, als waterstromen in een waterloos land, als de schaduw van een zware, steile rots in een uitgeput land” (Jes. 32:1, 2). Wat zijn we blij als we ergens kunnen schuilen voor een storm of een hevige regenbui! En als we in de brandende zon lopen, zijn we dankbaar voor de schaduw van een steile rots. Die beeldspraak helpt ons in te zien dat ouderlingen ons de nodi17
ge geestelijke hulp en aanmoediging geven. Door degenen die onder ons de leiding nemen te gehoorzamen, laten we zien hoeveel waardering we hebben voor deze „gaven in mensen” en tonen we onze liefde voor God en voor Christus, het Hoofd van de gemeente (Ef. 4:8; 5:23; Hebr. 13:17). BLIJF GROEIEN IN JE LIEFDE VOOR GOD 20Als je een hechte band met Jehovah hebt, zul je een dader van het woord zijn, niet alleen een hoorder. (Lees Jakobus 1:22-25.) Een dader van het woord heeft het geloof dat werken voortbrengt zoals een ijverige deelname aan de prediking en de vergaderingen. Omdat je echt van God houdt, zul je gehoorzaam zijn aan zijn „volmaakte wet”, die alles omvat wat hij van je vraagt (Ps. 19:7-11). 21Liefde voor Jehovah zal je ertoe aanzetten vaak en innig tot hem te bidden. David doelde kennelijk op het dagelijks branden van reukwerk onder het Wetsverbond toen hij zong: „Moge mijn gebed als reukwerk voor uw [Jehovah’s] aangezicht worden bereid, het opheffen van mijn handpalmen als het avondgraanoffer” (Ps. 141:2; Ex. 30:7, 8). Als we onze nederige verzoeken, innige smeekbeden en oprechte woorden van lof en dank tot Jehovah richten, zullen die gebeden zijn als de zoete geur van reukwerk dat Jehovah’s goedkeuring had (Openb. 5:8). 22Jezus zei dat we niet alleen God moeten liefhebben maar ook onze naaste (Matth. 22:37-39). Zoals we in het vervolg van onze bespreking zullen zien, zal onze liefde voor Jehovah en zijn beginselen ons helpen goed om te gaan met de mensen om ons heen en liefde voor onze naaste te tonen.
17. Hoe bezien we vergaderingsbezoek als we
van God houden? 18. Waartoe motiveert liefde voor God ons? 19.Waarom moeten we waardering hebben voor Jehovah’s regeling om zijn kudde te weiden?
16
20. Wat zul je doen als je van God houdt? 21. Waarmee kunnen onze oprechte gebeden
vergeleken worden? 22. Wat gaan we in het volgende artikel bespreken? DE WACHTTOREN
„Gij moet uw naaste liefhebben als uzelf” „Het tweede [gebod] (...) is dit: ’Gij moet uw naaste liefhebben als uzelf.’” — MATTH. 22:39. EEN farizeeër stelde Jezus ooit op de proef door te vragen: „Leraar, wat is het grootste gebod in de Wet?” Zoals besproken in het vorige artikel, antwoordde Jezus dat „het grootste en eerste gebod” is: „Gij moet Jehovah, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw verstand.” Hij voegde eraan toe: „Het tweede, hieraan gelijk, is dit: ’Gij moet uw naaste liefhebben als uzelf’” (Matth. 22:34-39). 2 Jezus zei dat we onze naaste moeten liefhebben als onszelf. Het is dus goed ons af te vragen: Wie is onze naaste? Hoe kunnen we naastenliefde tonen? WIE IS ONZE NAASTE? 3 Sta eens stil bij wat Jezus zei toen een zelfingenomen man hem vroeg: „Wie is dan mijn naaste?” Als antwoord vertelde Jezus de illustratie van de barmhartige Samaritaan. (Lees Lukas 10:29-37.) Je zou misschien verwachten dat een Israëlitische priester en een leviet zich een goede naaste zouden betonen op het moment dat ze een man zien die beroofd, in elkaar geslagen
1, 2. (a) Wat was volgens Jezus het op één na grootste gebod van de
Wet? (b) Welke vragen gaan we bespreken? 3, 4. (a) Met welke illustratie beantwoordde Jezus de vraag: „Wie is dan mijn naaste?” (b) Hoe hielp de Samaritaan de man die beroofd, in elkaar geslagen en halfdood achtergelaten was? (Zie beginplaatje.) 15 JUNI 2014
17
WAT ZOU JE ANTWOORDEN? ________________________________________________________________________________________________________________________________
Wie is onze naaste?
________________________________________________________________________________________________________________________________
Waarom kunnen en moeten we liefde voor onze naaste tonen?
________________________________________________________________________________________________________________________________
Wat zijn enkele aspecten van liefde die in 1 Korinthiërs 13:4-8 worden genoemd?
en halfdood achtergelaten is. Maar ze liepen voorbij zonder iets voor hem te doen. De man kreeg hulp van een Samaritaan, iemand die bij een volk hoorde dat zich aan de Wet van Mozes hield maar door de Joden werd veracht (Joh. 4:9). 4De barmhartige Samaritaan behandelde de wonden van de man door er olie en wijn op te gieten. Hij gaf de waard twee denarii om voor de man te zorgen. Dat kwam overeen met ongeveer twee daglonen (Matth. 20:2). Het is dus duidelijk wie zich een goede naaste betoonde. Jezus’ illustratie leert ons dat we medegevoel en liefde moeten tonen tegenover onze naaste. 5 Er zijn niet zo veel mensen die net zo meelevend zijn als de barmhartige Samaritaan. Dat komt vooral doordat we in „de laatste dagen” leven, waarin veel mensen geen natuurlijke genegenheid hebben, heftig zijn en geen liefde hebben voor het goede (2 Tim. 3:1-3). Bij een natuurramp bijvoorbeeld kunnen er kritieke situaties ontstaan. Neem wat er gebeurde toen de stad New York in oktober 2012 door de orkaan Sandy werd getroffen. In een zwaar getroffen deel van de stad hadden plunderaars het gemunt op inwoners die het toch al moeilijk hadden omdat ze zonder elektriciteit, verwarming en andere noodzakelijke dingen zaten. Jehovah’s Getuigen zetten in dat gebied een actie op touw om geloofsgenoten en anderen te helpen. Christenen doen die dingen uit liefde voor hun naaste. Wat zijn nog meer manieren om naastenliefde te tonen? MANIEREN OM NAASTENLIEFDE TE TONEN 6Geef mensen geestelijke hulp. Dat doen we door hun de hartverwarmende 5. Hoe toonden Jehovah’s aanbidders naasten-
liefde tijdens een recente natuurramp? 6. Hoe houdt de prediking verband met naastenliefde?
18
„vertroosting uit de Schriften” te laten zien (Rom. 15:4). Het is zonder twijfel een uiting van naastenliefde als we anderen in de prediking over de waarheid uit de Bijbel vertellen (Matth. 24:14). Wat is het een voorrecht dat we de Koninkrijksboodschap van „de God die hoop geeft” bekend mogen maken! — Rom. 15:13. 7Pas de Gulden Regel toe. Jezus verwoordde deze regel in de Bergrede. Hij zei: „Alle dingen dan die gij wilt dat de mensen voor u doen, moet ook gij insgelijks voor hen doen; dit is trouwens de betekenis van de Wet en de Profeten” (Matth. 7:12). Als we anderen behandelen zoals Jezus adviseerde, handelen we in harmonie met de geest achter „de Wet” (Genesis tot en met Deuteronomium) en „de Profeten” (de profetische boeken van de Hebreeuwse Geschriften). Uit „de Wet en de Profeten” blijkt duidelijk dat God degenen zegent die liefde voor anderen tonen. Jehovah zei bijvoorbeeld via Jesaja: „Betracht gerechtigheid en doet wat rechtvaardig is (...) Gelukkig is de sterfelijke mens die dit doet” (Jes. 56:1, 2). We worden inderdaad gezegend omdat we onze naaste liefdevol en rechtvaardig behandelen. 8Heb je vijanden lief. Jezus zei: „Gij hebt gehoord dat er werd gezegd: ’Gij moet uw naaste liefhebben en uw vijand haten.’ Ik zeg u echter: Blijft uw vijanden liefhebben en blijft bidden voor hen die u vervolgen, opdat gij er blijk van moogt geven zonen te zijn van uw Vader, die in de hemelen is” (Matth. 5:43-45). Paulus maakte hetzelfde duidelijk toen hij schreef: „Indien uw vijand honger heeft, geef hem te eten; indien hij dorst heeft, geef hem iets te drinken” (Rom. 12:20; Spr. 25:21). Volgens de Wet van Mozes 7. Wat is de Gulden Regel, en wat is het resul-
taat als we die toepassen? 8. Waarom moeten we onze vijanden liefhebben, en welke uitwerking zal dat misschien hebben? DE WACHTTOREN
moest iemand zijn vijand helpen zijn dier te bevrijden als het onder een last was bezweken (Ex. 23:5). Door op die manier samen te werken, konden voormalige vijanden goede vrienden worden. Omdat christenen liefde tonen, hebben veel van onze vijanden een mildere houding gekregen. Als we laten zien dat we onze vijanden — zelfs fanatieke vervolgers — liefhebben, aanvaarden enkelen van hen misschien de waarheid. Wat zou dat geweldig zijn! 9 „Streeft naar vrede met alle mensen” (Hebr. 12:14). Natuurlijk omvat de uitdrukking „alle mensen” ook onze broeders en zusters, want Jezus zei: „Wanneer gij (...) uw gave naar het altaar brengt en u daar herinnert dat uw broeder iets tegen u heeft, laat uw gave dan daar vóór het altaar en ga heen; sluit eerst vrede met uw broeder en offer daarna, wanneer gij zijt teruggekomen, uw gave” (Matth. 5:23, 24). God zal ons zegenen als we laten zien dat we van onze broeder of zuster houden en direct iets doen om vrede te sluiten. 10Vermijd een kritische instelling. Jezus zei: „Houdt op met oordelen, opdat gij niet wordt geoordeeld; want met het oordeel waarmee gij oordeelt, zult gij geoordeeld worden; en met de maat waarmee gij meet, zal men u meten. Waarom kijkt gij dan naar het strootje in het oog van uw broeder, maar beschouwt niet de balk in uw eigen oog? Of hoe kunt gij tot uw broeder zeggen: ’Laat mij het strootje uit uw oog halen’, wanneer er, zie! een balk in uw eigen oog is? Huichelaar! Haal eerst de balk uit uw eigen oog, en dan zult gij duidelijk zien hoe gij het strootje uit het oog van uw broeder moet halen” (Matth. 7:1-5). Wat een krachtige 9. Wat zei Jezus over vrede sluiten met onze
broeder? 10. Waarom moeten we het vermijden een kritische instelling te hebben? 15 JUNI 2014
Japan
Canada Jehovah’s volk komt snel in actie als er hulp nodig is (Zie alinea 5)
manier om duidelijk te maken dat we geen kritiek moeten hebben op de kleine tekortkomingen van anderen terwijl we zelf misschien grote tekortkomingen hebben! EEN BIJZONDERE MANIER OM NAASTENLIEFDE TE TONEN 11We willen onze naastenliefde op een unieke manier laten zien. Net als 11,12.Op welke unieke manier tonen we naastenliefde?
19
Jezus prediken we het goede nieuws van het Koninkrijk (Luk. 8:1). Hij gaf zijn volgelingen de opdracht: „Maakt discipelen van mensen uit alle natiën” (Matth. 28:19, 20). We vervullen die opdracht door te proberen onze naaste te helpen de brede weg die naar de vernietiging leidt te verlaten en de smalle weg die naar het leven leidt te gaan bewandelen (Matth. 7:13, 14). Het is zeker dat Jehovah zulke inspanningen zegent. 12 Net als Jezus helpen we mensen zich bewust te worden van hun „geestelijke nood” (Matth. 5:3). Als ze gunstig reageren, spelen we een rol in het vervullen van die behoefte door ze over „Gods goede nieuws” te vertellen (Rom. 1:1). Degenen die de Koninkrijksboodschap aanvaarden, worden via Jezus Christus met God verzoend (2 Kor. 5:18, 19). Het goede nieuws prediken is dus een heel belangrijke manier om naastenliefde te tonen. 13 Als we doeltreffend zijn in het brengen van nabezoeken en leiden van Bijbelstudies kunnen we mensen helpen naar Gods rechtvaardige maatstaven te gaan leven. Misschien zal een Bijbelstudent daardoor grote veranderingen in zijn leven aanbrengen (1 Kor. 6:9-11). Het maakt ons heel gelukkig te zien hoe God personen met „de juiste gezindheid voor het eeuwige leven” helpt om de nodige veranderingen aan te brengen en een hechte band met hem te krijgen (Hand. 13:48). In veel gevallen wordt daarmee wanhoop vervangen door vreugde, en overmatige bezorgdheid door vertrouwen in onze hemelse Vader. Vind je het niet geweldig nieuwelingen vorderingen te zien maken? Het is echt een zegen om als Koninkrijkspredikers op deze bijzondere manier naastenliefde te tonen! 13. Hoe vind je het dat je deel mag nemen aan
het predikingswerk?
20
EEN GEÏNSPIREERDE BESCHRIJVING VAN LIEFDE 14Als we in onze omgang met onze naaste toepassen wat Paulus over liefde schreef, kunnen we veel problemen voorkomen. En het kan ons gelukkig maken en Gods zegen brengen. (Lees 1 Korinthiërs 13:4-8.) Laten we kort bespreken wat Paulus over liefde zei en bekijken hoe we zijn woorden kunnen toepassen op onze relatie met anderen. 15 „De liefde is lankmoedig en vriendelijk.” Net zoals God geduldig en vriendelijk omgaat met onvolmaakte mensen, zo moeten wij geduldig en vriendelijk zijn als anderen fouten maken en onnadenkend of zelfs onvriendelijk zijn. „De liefde is niet jaloers”, dus ware liefde zal niet toelaten dat we jaloers zijn op iemands bezittingen of op iemands voorrechten in de gemeente. We zullen dan ook niet gaan opscheppen of naast onze schoenen gaan lopen. De Bijbel zegt: „Hoogmoedige ogen en een arrogant hart, de lamp der goddelozen, zijn zonde” (Spr. 21:4). 16 Door liefde zullen we ons fatsoenlijk gedragen tegenover onze naaste. We zullen niet liegen, stelen of iets anders doen waarmee we Jehovah’s wetten en beginselen zouden overtreden. Door liefde zullen we belangstelling hebben voor anderen in plaats van onze eigen belangen op het oog te hebben (Fil. 2:4). 17 Echte liefde wordt niet snel geërgerd en „rekent het kwade niet aan”. We houden dus niet als het ware een lijst bij van 14. Vertel met eigen woorden welke aspecten
van liefde in 1 Korinthiërs 13:4-8 genoemd worden. 15. (a) Waarom moeten we geduldig en vriendelijk zijn? (b) Waarom moeten we jaloezie en opscheppen vermijden? 16, 17. Hoe kunnen we in overeenstemming met 1 Korinthiërs 13:5, 6 handelen? DE WACHTTOREN
onvriendelijke dingen die anderen doen (1 Thess. 5:15). Als we wrokgevoelens zouden hebben, zouden we God niet behagen. In feite zouden we dan als een smeulend vuur zijn dat ineens kan oplaaien, waardoor we onszelf en anderen schade toebrengen (Lev. 19:18). De liefde „verheugt zich met de waarheid”. Maar „ze verheugt zich niet over onrechtvaardigheid” — ook niet als iemand die een hekel aan ons heeft slecht behandeld wordt of onrecht lijdt. (Lees Spreuken 24:17, 18.) 18Kijk eens wat Paulus verder zegt over liefde: „Ze verdraagt alle dingen.” Als iemand ons kwetst maar om vergeving vraagt, motiveert liefde ons om hem te vergeven. De liefde „gelooft alle dingen” in Gods Woord en maakt dat we dankbaar zijn voor het geestelijke voedsel dat we krijgen. De liefde „hoopt alle dingen” die in de Bijbel staan en zet ons ertoe aan anderen over onze hoop te vertellen (1 Petr. 3:15). Ook hopen we in moeilijke situaties op de beste afloop en bidden we daarvoor. De liefde „verduurt alle dingen”, of het nu gaat om zonden die mensen tegen ons begaan, om vervolging of om andere beproevingen. Bovendien zegt Paulus: „De liefde faalt nimmer.” Gehoorzame mensen zullen tot in alle eeuwigheid liefde blijven tonen. BLIJF JE NAASTE LIEFHEBBEN ALS JEZELF
Door de raad uit de Bijbel toe te passen, kunnen we liefde voor onze naaste blijven tonen. Dat wil zeggen dat we van alle mensen houden, niet alleen van personen met dezelfde etnische achtergrond als wij. We moeten ook niet vergeten dat 19
18. Wat leren we in 1 Korinthiërs 13:7, 8 over
liefde?
Jezus zei: „Gij moet uw naaste liefhebben als uzelf” (Matth. 22:39). God en Christus verwachten van ons dat we onze naaste liefhebben. Als je het in een bepaalde situatie moeilijk vindt liefde voor je naaste te tonen, vraag Jehovah dan om zijn heilige geest. Hij zal je beslist zegenen en helpen (Rom. 8:26, 27). 20Het gebod om onze naaste lief te hebben als onszelf wordt „de koninklijke wet” genoemd (Jak. 2:8). Toen Paulus een paar geboden uit de Wet van Mozes had opgesomd, zei hij: „Het wetsreglement (...) wordt samengevat in dit woord, namelijk: ’Gij moet uw naaste liefhebben als uzelf.’ De liefde berokkent de naaste geen kwaad; daarom is de liefde de vervulling van de wet” (Rom. 13:8-10). We moeten dus naastenliefde blijven tonen. 21 Als we erover mediteren waarom we liefde voor onze naaste moeten tonen, is het goed stil te staan bij wat Jezus over zijn Vader zei: „Hij laat zijn zon opgaan over goddelozen en goeden en laat het regenen over rechtvaardigen en onrechtvaardigen” (Matth. 5:43-45). We moeten liefde tonen voor onze naaste, of hij nu rechtvaardig is of niet. Zoals eerder opgemerkt, doen we dat vooral door hem over het Koninkrijk te vertellen. Stel je voor wat een zegeningen hij zal ervaren als hij gunstig reageert op het goede nieuws! 22We hebben veel redenen om onvoorwaardelijk van Jehovah te houden. Er zijn ook heel wat manieren om te laten zien dat we onze naaste liefhebben. Door liefde voor God en onze naaste te tonen, geven we blijk van respect voor wat Jezus over dit belangrijke onderwerp zei. En we laten vooral zien dat we de goedkeuring zoeken van onze liefdevolle hemelse Vader, Jehovah.
19, 20. Welke Bijbelse raad moet ons motive-
21, 22. Waarom moeten we God en onze naas-
ren liefde voor onze naaste te blijven tonen?
te liefhebben?
15 JUNI 2014
21
KUN JE JE DIT HERINNEREN?
Kijk eens wat je hebt onthouden van de laatste uitgaven van De Wachttoren: Wanneer moest het paschalam op 14 Nisan geslacht worden?
Sommige Bijbelvertalingen zeggen dat het geslacht moest worden „tussen de twee avonden”. Dat wil zeggen in de avondschemering of tegen het vallen van de avond — na zonsondergang, maar voordat het helemaal donker is (Ex. 12:6). — 15/12, blz. 18, 19.
Grote is vernietigd en de strijd van Armageddon is gestreden. — 15/2, blz. 10. Waarom verwachtten de Joden in Jezus’ tijd de Messias? (Luk. 3:15)
Drie principes zijn: (1) Zoek eerst Gods Koninkrijk en zijn rechtvaardigheid (Matth. 6:19-34). (2) Anderen dienen maakt gelukkig (Hand. 20:35). (3) Geniet ervan Jehovah te dienen als je jong bent (Pred. 12:1). — 15/1, blz. 19, 20.
We kunnen niet met zekerheid zeggen of de eerste-eeuwse Joden Daniëls profetie begrepen zoals wij (Dan. 9:24-27). Toch hebben ze misschien gehoord over de aankondiging die een engel deed aan een paar herders of over wat de profetes Anna zei toen ze Jezus als baby in de tempel zag. Ook kwamen er astrologen die naar degene zochten die als „koning der joden” geboren was (Matth. 2:1, 2). Later gaf Johannes de Doper te kennen dat de Christus spoedig zou verschijnen. — 15/2, blz. 26, 27.
Welke vier ruiters zijn sinds 1914 aan het rijden?
Hoe kun je vermijden dat je ja nee wordt? (2 Kor. 1:18)
Jezus berijdt een wit paard en heeft de hemel ontdaan van Satan en zijn demonen. De ruiter op een vuriggekleurd paard beeldt de oorlogen af die de mensheid hebben getroffen. De ruiter op een zwart paard vertegenwoordigt hongersnood. De ruiter op een vaal paard doodt met dodelijke plagen en maakt zo miljoenen slachtoffers (Openb. 6:2-8). — 1/2, blz. 6, 7.
Het is waar dat we soms door omstandigheden waar we geen invloed op hebben ons niet aan ons woord kunnen houden. Maar als we iets beloven of een verbintenis aangaan, moeten we er alles aan doen om ons eraan te houden. — 15/3, blz. 32.
Welke Bijbelse principes kunnen jongeren gebruiken om verstandige beslissingen te nemen?
Wanneer zal „de bruiloft van het Lam” plaatsvinden? (Openb. 19:7)
„De bruiloft van het Lam” vindt plaats nadat de Koning, Jezus Christus, zijn overwinning voltooit, dat wil zeggen nadat Babylon de
22
Hoe kunnen we de verleiding weerstaan om naar porno te kijken?
Drie nuttige tips zijn: (1) Kijk snel weg als je iets erotisch te zien krijgt. (2) Bescherm je denken door je op positieve dingen te richten en tot God te bidden. (3) Wees voorzichtig door films en websites die porno bevatten te vermijden. — 1/4, blz. 10-12.
Welke onverwachte gevolgen kan het hebben als een christen zijn of haar gezin achterlaat om in het buitenland geld te verdienen?
Als ouders ervoor kiezen niet als gezin bij elkaar te wonen, kunnen de kinderen daar emotionele en morele schade van ondervinden. Misschien krijgen ze een hekel aan hun ouders. En volwassenen die ver van hun partner wonen, kunnen te maken krijgen met seksuele verleidingen. — 15/4, blz. 19, 20. Waarom werden bij een terechtstelling aan een martelpaal de benen van een misdadiger gebroken?
De Romeinen stelden sommige misdadigers terecht aan een martelpaal. Op verzoek van de Joden werden de benen van de misdadigers naast Jezus gebroken. Dat maakte het moeilijker voor de slachtoffers om te ademen en versnelde het stervensproces. Daardoor hoefden de lichamen niet de hele nacht aan de paal te blijven hangen (Deut. 21:22, 23). — 1/5, blz. 11. Welke vier vragen moeten we in gedachte houden als we mensen benaderen in de dienst?
Wie benader ik? Waar benader ik ze? Wanneer benader ik ze? Hoe moet ik ze benaderen? — 15/5, blz. 12-15. Hoe dodelijk is roken?
De afgelopen eeuw heeft roken honderd miljoen slachtoffers geeist. Momenteel gaan er elk jaar zo’n zes miljoen mensen aan dood. — 1/6, blz. 3. DE WACHTTOREN
Heb jij Jehovah’s kijk op menselijke zwakheid? „De leden van het lichaam die zwakker schijnen te zijn, [zijn] noodzakelijk.” — 1 KOR. 12:22. WE VOELEN ons allemaal weleens zwak. Een griep of een allergieaanval bijvoorbeeld zou ons zo kunnen uitputten dat we nauwelijks energie hebben voor onze dagelijkse bezigheden. Stel nu eens dat je je niet een of twee weken zwak voelt, maar maandenlang. Zou je het dan niet fijn vinden als anderen empathie zouden hebben? 2 Paulus wist wat het betekende om druk vanuit de gemeente en daarbuiten te ervaren en er zelfs door te worden verzwakt. Meerdere keren had hij het gevoel dat hij het niet meer volhield (2 Kor. 1:8; 7:5). Toen hij nadacht over zijn leven en de vele beproevingen die hij als trouwe aanbidder had meegemaakt, gaf hij toe: „Wie is er zwak en ik ben niet zwak?” (2 Kor. 11:29) En over de verschillende broeders en zusters in de gemeente, die hij vergeleek met de delen van een lichaam, zei hij dat de leden „die zwakker schijnen te zijn, noodzakelijk zijn” (1 Kor. 12:22). Wat bedoelde hij daarmee? Waarom moeten we Jehovah’s kijk hebben op degenen die zwakker schijnen te zijn? En welk voordeel zal dat voor ons hebben? 1, 2. Waarom kon Paulus meevoelen met de zwakkeren? 15 JUNI 2014
23
WAT ZOU JE ANTWOORDEN? ________________________________________________________________________________________________________________________________
Hoe beziet Jehovah personen in de gemeente die zwak lijken?
________________________________________________________________________________________________________________________________
Wat moeten we doen om Jehovah’s kijk op menselijke zwakheid te krijgen?
________________________________________________________________________________________________________________________________
Welke zegeningen ervaren we als we de zwakkeren helpen?
JEHOVAH’S KIJK OP MENSELIJKE ZWAKHEID
We leven in een prestatiegerichte wereld waarin jeugdige kracht vaak wordt verheerlijkt. Veel mensen laten zich door niets weerhouden om hun zin te krijgen en trekken zich daarbij meestal niets aan van de gevoelens van zwakkeren. Hoewel we zulk gedrag niet goedkeuren, zouden we onbewust een negatieve kijk kunnen ontwikkelen op degenen die regelmatig hulp nodig hebben, ook in de gemeente. Maar we kunnen een evenwichtiger kijk ontwikkelen: Gods kijk. 4 Uit een illustratie die Paulus opschreef in zijn eerste brief aan de Korinthiërs kunnen we meer te weten komen over de manier waarop Jehovah menselijke zwakheid beziet. In hoofdstuk 12 herinnert Paulus ons eraan dat zelfs het minst aantrekkelijke of het zwakste deel van het lichaam een functie heeft. (Lees 1 Korinthiërs 12:12, 18, 21-23.) Sommige evolutionisten hebben deze kijk op het lichaam in twijfel getrokken. Toch is uit onderzoek naar de anatomie van het menselijk lichaam gebleken dat lichaamsdelen die ooit als nutteloos bezien werden wel degelijk essentiële functies hebben. Zo werd door sommigen beweerd dat de kleine teen geen nut zou hebben. Maar inmiddels wordt algemeen erkend dat die teen bijdraagt aan het evenwicht van het hele lichaam. 5De illustratie van Paulus laat uitko3
In zijn boek De afstamming van de mens beschrijft Charles Darwin een aantal organen als „nutteloos”. Een van zijn aanhangers beweerde dat het lichaam tientallen „rudimentaire organen” bevatte, zoals de appendix en de thymus.
3.Waardoor zou onze kijk op degenen die hulp nodig hebben in de gemeente beïnvloed kunnen worden? 4, 5. (a) Wat leren we uit de illustratie in 1 Korinthiërs 12:21-23 over Jehovah’s kijk op menselijke zwakheid? (b) Welke voordelen heeft het als we zwakkeren helpen?
24
men dat alle broeders en zusters in de gemeente nuttig zijn. Satan ontneemt mensen hun waardigheid en wil ons laten geloven dat Jehovah niet om ons geeft (Job 4:18, 19). Maar Jehovah beziet al zijn aanbidders, ook degenen die zwakker lijken, als „noodzakelijk”. Die gedachte zou ons allemaal moeten helpen gelukkig te zijn met onze rol in de plaatselijke gemeente en met onze plek in de gemeente van Gods wereldwijde volk. Denk eens terug aan een moment waarop je je arm aanbood aan een oudere om hem te ondersteunen. Misschien moest je je tempo aanpassen. Maar was het niet nuttig om die hulp te bieden en gaf het je geen goed gevoel? Als we op de behoeften van anderen reageren door ze te helpen, ervaren we vreugde en groeien we in geduld, liefde en rijpheid (Ef. 4:15, 16). Onze liefdevolle Vader weet dat een gemeente die alle broeders en zusters — ongeacht hun beperkingen — als kostbaar beziet, evenwicht en liefde weerspiegelt. 6Het is interessant hoe Paulus in zijn brief aan de Korinthiërs de woorden zwak en zwakheid gebruikte. Hij gebruikte die termen om te omschrijven hoe ongelovigen de eerste-eeuwse christenen bezagen en ook hoe hij zichzelf bezag (1 Kor. 1:26, 27; 2:3). Toen hij het had over degenen die sterk waren, was het niet zijn bedoeling om sommige christenen het gevoel te geven dat ze superieur waren aan andere (Rom. 15:1). Hij zei juist dat christenen met meer ervaring geduldig moesten zijn met degenen die nog niet stevig geworteld waren in de waarheid. MOETEN WE ONZE KIJK BIJSTELLEN? 7 Als we „de geringe” helpen, volgen we Jehovah na en krijgen we zijn goedkeuring
6. Hoe gebruikte Paulus de woorden zwak en
sterk? 7. Waardoor vinden we het soms moeilijk om iemand die hulp nodig heeft bij te staan? DE WACHTTOREN
(Ps. 41:1; Ef. 5:1). Maar soms zou een negatieve kijk op degenen die het moeilijk hebben ons ervan kunnen weerhouden hulp te bieden. Of misschien voelen we ons ongemakkelijk omdat we niet goed weten wat we moeten zeggen en nemen we daardoor afstand van personen die het zwaar hebben. Cynthia, die door haar man in de steek werd gelaten, zegt: „Als broeders en zusters je ontwijken of niet doen wat je verwacht van goede vrienden, kan dat pijn doen. In moeilijke tijden heb je behoefte aan mensen om je heen.” David uit de oudheid wist hoe het voelde om genegeerd te worden (Ps. 31:12). 8 We zullen waarschijnlijk meer medegevoel hebben als we bedenken dat veel van onze lieve broeders en zusters verzwakt zijn door tegenslagen zoals een slechte gezondheid, een verdeeld huisgezin of depressiviteit. Misschien zullen we ooit zelf met zo’n situatie te maken krijgen. Voordat de Israëlieten het beloofde land binnentrokken, werden ze eraan herinnerd dat ze hun hart niet mochten verharden tegenover hun broeders in nood. Jehovah verwachtte van ze dat ze de armen zouden helpen (Deut. 15:7, 11; Lev. 25:35-38). 9In plaats van veroordelend of argwanend te zijn, moeten we geestelijke steun geven aan personen die het moeilijk hebben (Job 33:6, 7; Matth. 7:1). Ter illustratie: Een motorrijder is gewond geraakt bij een verkeersongeluk en wordt binnengebracht op de spoedeisende hulp. Zal het medische team dan proberen te achterhalen of hij het ongeluk heeft veroorzaakt? Nee, ze geven direct de medische hulp die nodig is. Zo is het ook met een geloofsDe naam is veranderd. 8. Wat zal ons helpen meer medegevoel te heb-
ben? 9. Wat moet onze prioriteit zijn als we personen helpen die het moeilijk hebben? Illustreer dat. 15 JUNI 2014
genoot die verzwakt is door persoonlijke problemen. Onze prioriteit moet zijn hem geestelijke hulp te geven. (Lees 1 Thessalonicenzen 5:14.) 10Als we de tijd nemen om na te denken over de omstandigheden van onze broeders en zusters, zien we hun ogenschijnlijke zwakte misschien in een ander licht. Sta eens stil bij zusters die jarenlang volharden ondanks tegenstand van gezinsleden. Ze zien er misschien onopvallend en kwetsbaar uit, maar laten ze niet zien dat ze een sterk geloof en veel innerlijke kracht hebben? Als je een alleenstaande moeder met haar kind of kinderen op de vergaderingen ziet, ben je dan niet onder de indruk van haar geloof en wilskracht? En denk eens aan tieners die de waarheid trouw blijven ondanks de slechte invloeden op school. Als we bescheiden zijn, erkennen we dat personen die zwakker lijken misschien net zo rijk zijn in geloof als degenen onder ons die zich in gunstiger omstandigheden bevinden (Jak. 2:5). ONTWIKKEL JEHOVAH’S KIJK
We kunnen Jehovah’s kijk op menselijke zwakheid ontwikkelen door te beschouwen hoe hij met zijn aanbidders omging. (Lees Psalm 130:3.) Stel je voor dat je bij Mozes was toen Aäron een gouden kalf maakte. Wat zou je gevonden hebben van Aärons slappe excuses? (Ex. 32:21-24) Of wat zou je gevonden hebben van Aärons houding toen hij onder invloed van Mirjam kritiek had op Mozes omdat hij met een buitenlandse trouwde? (Num. 12:1, 2) Hoe zou je gereageerd hebben op het moment dat Aäron en Mozes nalieten de eer te geven aan Jehovah toen 11
10. Wat blijkt vaak als we stilstaan bij de om-
standigheden van onze broeders en zusters die zwakker lijken? 11, 12. (a) Wat zal ons helpen onze kijk op menselijke zwakheid bij te stellen? (b) Wat leren we van de manier waarop Jehovah met Aäron omging?
25
Jehovah hield rekening met Elia’s beperkingen en stuurde een engel om hem aan te moedigen (Zie alinea 14, 15)
Hij bij Meriba door een wonder in water voorzag? — Num. 20:10-13. 12 In al die situaties had Jehovah Aäron ter plekke kunnen straffen. Maar hij zag dat Aäron niet slecht was. Het lijkt erop dat Aäron zich door omstandigheden of de invloed van anderen van het goede pad liet afbrengen. Maar toen hij geconfronteerd werd met zijn fouten, gaf hij ze direct toe en ondersteunde hij Jehovah’s oordelen (Ex. 32:26; Num. 12:11; 20:23-27). Jehovah koos ervoor zich te concentreren op Aärons geloof en zijn berouwvolle houding. Eeuwen later werden Aäron en zijn nakomelingen nog steeds herinnerd als personen die Jehovah vreesden (Ps. 115:10-12; 135:19, 20). 13Om Jehovah’s kijk te ontwikkelen, moeten we onze kijk op degenen die zwak lijken analyseren (1 Sam. 16:7). Hoe rea-
geren we bijvoorbeeld als een tiener onverstandig is in zijn keuze van ontspanning of een onverschillige houding heeft? Zijn we overdreven kritisch? Zou het niet beter zijn erover na te denken hoe we hem kunnen helpen naar rijpheid te groeien? Als we het initiatief nemen om iemand die hulp nodig heeft te steunen, groeien we in begrip en liefde. 14We worden ook geholpen onze kijk op anderen te verruimen als we onze denkwijze vergelijken met Jehovah’s reactie op aanbidders die ontmoedigd waren. Elia was zo iemand. Hij had onbevreesd 450 profeten van Baäl uitgedaagd maar vluchtte later voor koningin Izebel toen hij hoorde dat ze hem wilde vermoorden. Na een tocht van zo’n 150 kilometer naar Berseba liep de profeet ver de woestijn in. Uitgeput door zijn zware reis in de bran14, 15. (a) Wat vond Jehovah ervan dat Elia
13. Hoe kunnen we onze kijk op de zwakheid
van anderen analyseren?
26
tijdelijk ontmoedigd was? (b) Wat kunnen we leren van de ervaring van Elia? DE WACHTTOREN
dende hitte ging hij onder een bremstruik zitten en vroeg hij Jehovah „of zijn ziel mocht sterven” (1 Kon. 18:19; 19:1-4). 15Wat vond Jehovah ervan dat zijn trouwe profeet zo wanhopig was? Verwierp hij zijn dienstknecht omdat hij tijdelijk in de put zat en alle moed had verloren? Nee. Jehovah hield rekening met Elia’s beperkingen en stuurde een engel naar hem toe. Die engel spoorde hem twee keer aan iets te eten zodat de volgende reis niet te veel voor hem zou worden. (Lees 1 Koningen 19:5-8.) Zelfs voordat Jehovah zijn profeet instructies gaf, luisterde hij naar hem en trof hij praktische maatregelen om hem te sterken. 16 Hoe kunnen we onze zorgzame God navolgen? We moeten niet te snel zijn met het geven van raad (Spr. 18:13). Het is beter de tijd te nemen om medegevoel te tonen met iemand die zich vanwege zijn persoonlijke omstandigheden misschien minderwaardig voelt (1 Kor. 12:23). Dan zijn we beter in staat de persoon echt te helpen. 17 Denk nog eens terug aan de ervaring van Cynthia en haar twee dochters. Toen haar man het gezin in de steek had gelaten, hadden ze het gevoel dat ze er alleen voor stonden. Hoe reageerden geloofsgenoten? Ze zegt: „Toen we ze belden om te vertellen wat er was gebeurd, stonden ze drie kwartier later bij ons voor de deur. Ze waren in tranen. Ze bleven de eerste twee, drie dagen bij ons. Omdat we niet goed aten en erg emotioneel waren, namen ze ons een tijdje in huis.” Dat doet ons waarschijnlijk denken aan de woorden van Jakobus: „Indien een broeder of een zuster zich in een naakte toestand bevindt en het toereikende voedsel voor de dag ontbeert, doch iemand van u tot hen zegt: ’Gaat heen in vrede, houdt u warm
en goed gevoed’, maar gij geeft hun niet wat zij voor hun lichaam nodig hebben, wat heeft dat voor nut? Zo is ook geloof, indien het geen werken heeft, op zichzelf dood” (Jak. 2:15-17). De hulp die Cynthia en haar twee dochters van de plaatselijke broeders en zusters kregen, kwam precies op het goede moment. Zes maanden na hun traumatische ervaring voelden ze zich sterk genoeg om in de hulppioniersdienst te gaan (2 Kor. 12:10). DE VOORDELEN
Misschien weet je uit eigen ervaring dat het tijd kan kosten om te herstellen van een slopende ziekte. Zo heeft een christen die door persoonlijke moeilijkheden of beproevingsvolle omstandigheden is verzwakt misschien ook tijd nodig om weer geestelijk sterk te worden. Nu zal hij natuurlijk zelf zijn geloof moeten versterken door persoonlijke studie, gebed en andere geestelijke activiteiten. Maar laten wij zien dat we geduldig met hem zijn totdat hij zijn evenwicht weer heeft gevonden? En zullen we tijdens die herstelperiode laten merken dat we nog steeds van hem houden? Proberen we degenen die tijdelijk zwak zijn het gevoel te geven dat ze nog steeds waardevol zijn? — 2 Kor. 8:8. 19 Vergeet nooit dat we door onze broeders en zusters te ondersteunen de vreugde ervaren die alleen geven ons schenkt. We leren daardoor ook hoe we medegevoel en geduld kunnen ontwikkelen. Maar er zijn nog meer voordelen. De hele gemeente zal in hartelijkheid en liefde groeien. En wat nog belangrijker is, we volgen zo het voorbeeld van Jehovah, die iedereen als kostbaar beziet. We hebben dus alle reden om gehoor te geven aan de aanmoediging de zwakken bij te staan (Hand. 20:35). 18
18, 19. (a) Hoe kunnen we degenen helpen 16, 17. Hoe kunnen we Jehovah navolgen in de
zorg voor onze broeders en zusters? 15 JUNI 2014
die tijdelijk zwak zijn? (b) Wat zijn de voordelen als we degenen helpen die zwak zijn?
27
Help anderen het beste uit zichzelf te halen „Ik wil raad geven met mijn oog op u.” WAT ZOU JE ANTWOORDEN? ________________________________________________________________________________________________________________________________
Wat zijn enkele voorbeelden uit de Bijbel die laten zien dat Jehovah het potentieel in zijn aanbidders ziet?
________________________________________________________________________________________________________________________________
Waarom moeten we naar het goede in anderen zoeken?
________________________________________________________________________________________________________________________________
Hoe kunnen we jonge of pasgedoopte broeders helpen het beste uit zichzelf te halen?
— PS. 32:8.
ALS ouders hun kinderen zien spelen, staan ze vaak versteld van de aangeboren talenten van hun zoontje of dochtertje. Misschien weet je dat uit eigen ervaring. Het ene kind is van nature sportief, terwijl het andere kind beter is in tekenen of knutselen. Maar wat voor talenten kinderen ook hebben, hun ouders vinden het fijn om ze te helpen die mogelijkheden te ontdekken. 2 Ook Jehovah is heel geïnteresseerd in zijn kinderen. Hij beziet zijn aanbidders op aarde als „de begeerlijke dingen van alle natiën” (Hag. 2:7). Ze zijn vooral begeerlijk of kostbaar voor hem vanwege hun geloof en toewijding. Maar we hebben waarschijnlijk gemerkt dat onze broeders en zusters allemaal verschillende talenten hebben. Sommige broeders zijn heel bekwame sprekers, terwijl andere uitblinken in organisatorische dingen. Veel zusters zijn goed in talen en gebruiken dat talent in de prediking. Andere zusters zijn een geweldig voorbeeld in het helpen van zieken of het geven van aanmoediging (Rom. 16:1, 12). Zijn we niet blij met zulke broeders en zusters in onze gemeente? 3Maar misschien hebben sommige geloofsgenoten, onder wie jonge of pasgedoopte broeders, hun plek in de gemeente nog niet gevonden. Hoe kunnen we ze helpen hun mogelijkhe1, 2. Hoe beziet Jehovah zijn aanbidders op aarde? 3. Welke vragen gaan we in dit artikel bespreken?
28
DE WACHTTOREN
den volledig te benutten? Waarom moeten we proberen naar het goede in ze te zoeken en ze bezien zoals Jehovah ze beziet? JEHOVAH ZIET HET GOEDE IN ZIJN AANBIDDERS
4Uit een aantal Bijbelverslagen blijkt dat Jehovah niet alleen het goede ziet in zijn aanbidders, maar ook hun mogelijkheden. Toen Gideon bijvoorbeeld was uitgekozen om Gods volk te bevrijden van de onderdrukking door de Midianieten, was hij vast overweldigd door de begroeting van een engel die zei: „Jehovah is met u, gij dappere, sterke man.” Het lijkt duidelijk dat Gideon zich op dat moment helemaal niet dapper of sterk voelde. Hij gaf toe dat hij twijfels had en zich onbetekenend voelde. Maar zoals het gesprek daarna onthulde, had Jehovah een veel positievere kijk op hem dan Gideon op zichzelf had. (Lees Rechters 6:11-16.) 5 Jehovah vertrouwde erop dat Gideon Israël kon bevrijden omdat Hij zijn capaciteiten had gezien. Jehovah’s engel had bijvoorbeeld opgemerkt hoe Gideon uit alle macht graan dorste. En er was hem nog meer opgevallen. In Bijbelse tijden klopten boeren graan meestal uit op een open plek waar de wind het kaf weg kon blazen. Maar Gideon was in het geheim tarwe aan het dorsen in een wijnpers om zijn kleine oogst verborgen te houden voor de Midianieten. Wat een slimme aanpak! Geen wonder dat Gideon in Jehovah’s ogen meer was dan een oplettende boer — hij was een verstandig man. Jehovah zag zijn potentieel en leidde hem op. 6Jehovah zag ook de mogelijkheden van de profeet Amos, terwijl velen hem 4, 5. Hoe laat het verslag in Rechters 6:11-16
zien dat Jehovah oog heeft voor het potentieel van zijn aanbidders? 6,7.(a)Wat was Jehovah’s kijk op Amos, maar hoe werd hij bezien door sommige Israëlieten? (b) Wat wijst erop dat Amos waarschijnlijk niet ongeschoold was? 15 JUNI 2014
misschien als nogal onbetekenend of eenvoudig bezagen. Amos beschreef zichzelf als een schaapherder en een kerver van sycomoorvijgen, wat door velen als voedsel voor arme mensen werd beschouwd. Toen Jehovah Amos aanstelde om het afgodische tienstammenrijk Israël te veroordelen, vonden sommige Israëlieten misschien dat hij een slechte keus was. (Lees Amos 7:14, 15.) 7Amos kwam uit een afgelegen dorp, maar zijn kennis van de gebruiken en bestuurders in zijn tijd wijst erop dat hij niet onontwikkeld was. Hij was waarschijnlijk goed op de hoogte van de omstandigheden in Israël, en het kan zijn dat hij dankzij contacten met reizende kooplieden veel af wist van naburige volken (Amos 1:6, 9, 11, 13; 2:8; 6:4-6). Sommige Bijbelgeleerden in deze tijd zeggen dat Amos een bekwaam schrijver was. Hij koos niet alleen voor eenvoudige en krachtige bewoordingen maar maakte ook goed gebruik van parallellisme en woordspelingen. En Amos’ moedige reactie tegenover de slechte priester Amazia bevestigt dat Jehovah de goede persoon had uitgekozen en bekwaamheden bij hem had gezien die anderen misschien niet hadden opgemerkt (Amos 7:12, 13, 16, 17). 8Jehovah ziet inderdaad de mogelijkheden die elk van zijn aanbidders heeft. Hij verzekerde koning David dat hij hem altijd zou leiden want hij zei: „Ik wil raad geven met mijn oog op u.” (Lees Psalm 32:8.) Zie je waarom dat aanmoedigend voor ons is? Misschien hebben we weinig zelfvertrouwen. Maar Jehovah kan ons helpen verder te gaan dan de grenzen die we denken te hebben en doelen te bereiken die we niet voor mogelijk houden. Net zoals een instructeur een onervaren 8. (a) Welke verzekering gaf Jehovah aan Da-
vid? (b) Waarom zijn de woorden in Psalm 32:8 geruststellend voor iemand die weinig zelfvertrouwen heeft?
29
rotsklimmer gadeslaat om hem te helpen punten te vinden waar hij het beste houvast heeft, zo is Jehovah bereid om ons te leiden terwijl we geestelijke vorderingen maken. Hij kan ook geloofsgenoten gebruiken om ons te helpen het beste uit onszelf te halen. Hoe doet hij dat? ZOEK NAAR HET GOEDE IN ANDEREN
Paulus gaf alle christenen de aansporing om oog te hebben voor de belangen van geloofsgenoten. (Lees Filippenzen 2:3, 4.) Waar het in Paulus’ raad om draait, is dat we de talenten van anderen moeten opmerken en erkennen. Hoe voelen we ons als iemand interesse toont voor de vorderingen die we hebben gemaakt? Meestal is dat een stimulans om verder te groeien en zal dat het beste in ons naar boven halen. Dat geldt ook voor onze broeders en zusters; als we laten merken dat we ze waarderen, geven we ze een goed gevoel en helpen we ze om geestelijk te groeien. 10Wie hebben in het bijzonder onze aandacht nodig? Natuurlijk hebben we allemaal weleens behoefte aan speciale aandacht. Toch moeten vooral jonge of pasgedoopte broeders het gevoel hebben dat ze betrokken zijn bij de gemeenteactiviteiten. Dat zal ze helpen te beseffen dat ze een plek hebben in de gemeente. Maar als zulke broeders niet de gepaste waardering krijgen, kan daardoor hun verlangen om naar meer verantwoordelijkheden te streven bekoelen, terwijl Gods Woord ze juist daartoe aanmoedigt (1 Tim. 3:1). 11Ludovic, een ouderling die in zijn 9
9. Hoe kunnen we Paulus’ aansporing om oog
te hebben voor de belangen van anderen toepassen? 10. Wie hebben in het bijzonder onze aandacht nodig? 11. (a) Hoe hielp een ouderling een jonge broeder om over zijn verlegenheid heen te komen? (b) Welke les kun je halen uit de ervaring van Julien?
30
jeugd veel heeft gehad aan zulke aandacht, zegt: „Een broeder maakt sneller vorderingen als ik oprechte belangstelling voor hem heb.” Hij vertelt over Julien, een jonge broeder die nogal verlegen was: „Omdat Julien zich soms op een onhandige manier probeerde te bewijzen, kwam hij wat geforceerd over. Maar ik zag dat hij heel aardig was en graag anderen in de gemeente wilde helpen. In plaats van zijn motieven in twijfel te trekken, concentreerde ik me op zijn goede eigenschappen en probeerde ik hem aan te moedigen.” Na een tijdje werd Julien aangesteld als dienaar in de bediening en nu is hij gewone pionier. HELP ZE HET BESTE UIT ZICHZELF TE HALEN 12Het is logisch dat we opmerkzaam moeten zijn als we iemand willen helpen zijn mogelijkheden volledig te benutten. Zoals het voorbeeld van Julien laat zien, moeten we misschien verder kijken dan iemands zwakke plekken om de goede eigenschappen en vaardigheden te onderscheiden die verder ontwikkeld kunnen worden. Jezus had die kijk op Petrus. Hoewel Petrus soms onevenwichtig overkwam, voorspelde Jezus dat hij zo stabiel zou worden als een rots (Joh. 1:42, vtn.). 13Barnabas gaf blijk van een soortgelijk onderscheidingsvermogen in het geval van Johannes, die de Romeinse naam Markus had (Hand. 12:25). Tijdens Paulus’ eerste zendingsreis met Barnabas was Markus hun „dienaar” en zorgde hij misschien voor hun fysieke behoeften. Maar 12. Wat is nodig om iemand te helpen zijn
mogelijkheden volledig te benutten? Geef een voorbeeld. 13, 14. (a) Hoe liet Barnabas zien dat hij onderscheidingsvermogen had? (b) Welke hulp kreeg een jonge broeder van een ouderling? (Zie beginplaatje.) DE WACHTTOREN
Frédéric (links) moedigde Rico aan zijn best te blijven doen in de dienst voor Jehovah (Zie alinea 16)
toen ze in Pamfylië aankwamen, liet hij zijn reisgenoten plotseling in de steek. Ze moesten dus zonder hem door een gevaarlijk gebied naar het noorden reizen (Hand. 13:5, 13). Kennelijk concentreerde Barnabas zich niet op het onberekenbare gedrag van Markus en greep hij later juist de gelegenheid aan om hem verder op te leiden (Hand. 15:37-39). Dat hielp de jonge man om een rijpe dienaar van Jehovah te worden. Toen Paulus gevangenzat in Rome, was Markus bij hem. In zijn brief aan de gemeente in Kolosse sprak Paulus positief over Markus en deed hij ook de groeten van hem (Kol. 4:10). Het zal Barnabas vast veel voldoening hebben gegeven dat Paulus zelfs specifiek om de hulp van Markus vroeg (2 Tim. 4:11). 14Alexandre, een pas aangestelde ouderling, weet nog hoeveel hij heeft gehad aan de hulp van een broeder met inzicht: „Toen ik jong was, vond ik het heel moeilijk om in het openbaar te bidden. Een ouderling liet me zien hoe ik me kon voorbereiden en rustiger kon zijn. In plaats van me niet meer te vragen, gaf hij me vaak de gelegenheid om te bidden op velddienstbijeenkomsten. Uiteindelijk kreeg ik meer zelfvertrouwen.” 15 Als je een goede eigenschap bij een broeder of zuster opmerkt, geef je hem of haar daar dan een compliment voor? In Romeinen 16 uitte Paulus zijn waardering voor meer dan twintig geloofsgenoten die hem dierbaar waren vanwege hun goede eigenschappen (Rom. 16:3-7, 13). Hij benadrukte bijvoorbeeld de volharding van Andronikus en Junias, en erkende dat ze Christus langer hadden gediend dan hij15. Hoe toonde Paulus waardering voor zijn
broeders en zusters? 15 JUNI 2014
zelf. Ook noemde hij de moeder van Rufus, misschien omdat ze hem eerder liefdevol verzorgd had. 16 Het kan goede resultaten hebben als we anderen oprechte complimenten geven. Neem bijvoorbeeld Rico, een jongen in Frankrijk. Hij was ontmoedigd omdat zijn vader, die geen Getuige was, ertegen was dat hij gedoopt zou worden. Rico dacht dat hij moest wachten om Jehovah volledig te gaan dienen totdat hij meerderjarig was. Verder was hij verdrietig omdat hij op school gepest werd. Frédéric, een ouderling die was gevraagd om met hem te studeren, vertelt: „Ik gaf Rico een compliment omdat die tegenstand liet zien dat hij moedig genoeg was geweest om voor zijn geloof uit te komen.” Dat gaf Rico de kracht zijn best te blijven doen en hielp hem zijn band met zijn vader te verbeteren. Hij werd op zijn twaalfde gedoopt. 17 Elke keer dat we een compliment geven omdat iemand een toewijzing goed behartigd heeft of iets gedaan heeft wat prijzenswaardig is, sporen we hem aan 16. Welk resultaat kan het hebben als we com-
plimenten geven aan een jongere? 17. (a) Hoe kunnen we broeders helpen vorderingen te maken? (b) Op welke manier toonde een zendeling persoonlijke belangstelling, en met welk resultaat?
31
Jérôme (rechts) hielp Ryan om zendeling te worden (Zie alinea 17)
De naam is veranderd.
BOUW AAN DE TOEKOMST 19 Toen Jehovah Jozua aanstelde om de Israëlieten te leiden, gaf Hij Mozes de opdracht Jozua aan te moedigen en te sterken. (Lees Deuteronomium 3:28.) Steeds meer mensen sluiten zich bij ons aan in de wereldwijde gemeente. Alle ervaren christenen — niet alleen ouderlingen — kunnen jonge broeders en nieuwelingen helpen het beste uit zichzelf te halen. Op die manier zullen steeds meer personen de volletijddienst op zich nemen en zullen steeds meer broeders „bekwaam (...) zijn om anderen te onderwijzen” (2 Tim. 2:2). 20 Of we nu in een grote gemeente zitten of in een kleine groep die in de richting van een gemeente groeit, het is belangrijk dat we aan de toekomst bouwen. Dat kunnen we doen door Jehovah na te volgen, die altijd naar het goede in zijn aanbidders zoekt.
18. Waarom is het nuttig om met jongere broe-
19, 20. Waarom moeten we anderen helpen
ders samen te werken?
vorderingen te maken?
Dit tijdschrift en andere publicaties zijn gratis te downloaden van www.jw.org/nl
Je kunt de Nieuwe-Wereldvertaling ook online lezen
Ga naar www.jw.org/nl of scan de code
w14 06/15-O 140218
Jehovah vollediger te dienen. Sylvie, die al jaren op Bethel in Frankrijk dient, zegt dat ook zusters complimenten kunnen geven aan broeders. Ze merkt op dat vrouwen vaak oog hebben voor andere details. Als zusters hun waardering uiten voor hun inspanningen, „kunnen hun woorden van aanmoediging een aanvulling zijn op wat ervaren broeders zeggen”. Ze voegt eraan toe: „Ik zie complimenten geven als een plicht” (Spr. 3:27). Jérôme, die zendeling is in Frans-Guyana, heeft heel wat jonge mannen geholpen in aanmerking te komen voor de zendingsdienst. Hij zegt: „Ik heb gemerkt dat jonge broeders meer zelfvertrouwen krijgen als ik ze complimenten geef voor specifieke punten in hun dienst of voor goed overdachte commentaren. Het helpt ze hun capaciteiten verder te ontwikkelen.” 18 We kunnen geloofsgenoten ook aanmoedigen geestelijke vorderingen te ma-
ken door met ze samen te werken. Een ouderling kan een jonge broeder die handig is met computers vragen informatie van jw.org uit te printen voor ouderen die geen computer hebben. Of je kunt een jonge broeder vragen je te helpen bij klusjes in of bij de Koninkrijkszaal. Door zulke initiatieven krijg je de kans jongeren te observeren, ze complimenten te geven en de resultaten te zien (Spr. 15:23).