Jozef – doet aan de Here Jezus denken Onderstaand is een kort verslag van de jongerenbijbelstudie Ommen over Jozef. 1. Inleiding We vinden de geschiedenis van Jozef in Genesis 37 – 50. Jozef is misschien wel het meest duidelijke beeld van de Here Jezus in het Oude Testament. Enkele duidelijke parallellen: Zijn vader had hem lief Hij werd afgewezen door zijn broeders Hij ging naar de heidenen Hij werd ten onrechte veroordeeld Hij leed Hij werd verhoogd met glorie en eer Hij trouwde een bruid uit de heidenen Hij keerde terug naar zijn familie en werd geaccepteerd Hij redde zijn volk van de dood Maar Jozef is ook een voorbeeld voor de gelovige vandaag de dag. We zien hoe Jozefs karakter ontwikkelt zodat God hem kan gebruiken als dienstknecht. Uit het leven van Jozef kunnen wij leren hoe wij ons moeten gedragen zodat God ons kan gebruiken in Zijn dienst. In het boek Genesis vinden we grote geloofshelden: Henoch laat de wandel in het geloof zien, Noach de volharding van het geloof, Abraham de gehoorzaamheid van het geloof, Izaäk de kracht van het geloof, Jakob de discipline van het geloof, Jozef de triomf van het geloof. Jozef klaagde nooit en sloot nooit een compromis.
Jozef is geboren buiten het land in Haran (Gen. 30:25) en gestorven buiten het land in Egypte (Gen. 50:26). Vergelijk Abraham die geboren is buiten het land en gestorven in het land, Izaäk die geboren en gestorven is in het land en Jakob die geboren is in het land en gestorven buiten het land. Van deze allen is Jozef het kortst in het land geweest. De geboorte van Jozef is voor Jakob het begin van de terugkeer naar het land. In het Nieuwe Testament lezen we weinig van Jozef; de volmaakte Jozef: de Here Jezus Christus, is dan geopenbaard. De naam Jozef betekent: God zal toenemen. Hij is de eerste zoon van Rachel en de elfde zoon van Jakob (zie: de zonen van Jakob).
20110403 RdJ Jozef doet aan de Here Jezus denken
1
Zonen van Jakob Lea . . . Bilha (slavin van Rachel) . Zilpa (slavin van Lea) . Lea . Rachel .
Ruben Simeon Levi Juda Dan Naftali Gad Aser Issakar Zebulon Jozef Benjamin
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
2. Jozef verkocht (Genesis 37) Van de geliefde zoon naar een slaaf. Groter dan zijn broeders (H37:1-11) Het hoofdstuk begint in vers 2 met “Dit is de geschiedenis van Jakob. Jozef …” als Jakob terug is in het land. Zonder Jozef zou er geen geschiedenis van Jakob meer zijn: later blijkt dat door Jozef het volk behouden wordt (Gen. 45:7) Jozef was jong: 17 jaar en herder. Jozef werd gehaat door zijn broeders, zijn vader had hem lief boven de anderen (:4) en hij bracht kwaad gerucht over (:2) (= hij openbaarde hun zonden). Vergelijk de Here Jezus in Lk. 2:48-50 en Matth. 13:55-57. Zelfs zijn eigen broers geloofden niet (Joh. 7:5). Jozef deelt twee dromen met zijn broers waarom zij hem nog meer haatten (:8). Beide dromen komen uit: schoven (=voedsel) in Gen. 42:6 en sterren (=licht/licht ontvangen=duidelijkheid in een zaak) in Gen 44:14. Dromen in tweetallen H37 H40 H41
schoven en sterren schenker en bakker koeien en aren
Er zijn twee reacties op Jozefs dromen, benijden en in gedachten houden (:11). Benijden (of Jaloezie) is een emotie die het volk Israël begrijpt. God gebruikt deze emotie later om het volk tot Hem te laten terugkeren. Ook zijn er maar twee reacties mogelijk op onze Here Jezus ofwel wij verwerpen Hem ofwel we nemen Hem aan als zoenoffer voor onze zonden (vergl. reactie volk Israël en Maria in Lk. 2:19, 51). Samenzwering om te doden (H37:12-25) De broeders van Jozef zijn niet uit de gedachten van de vader en hij stuurt Jozef om hun welstand te onderzoeken maar zij zijn verder weg dan gedacht. Jozef gaat zijn broers zoeken in Sichem maar vindt ze daar niet, mogelijk omdat ze in Sichem tot een kwade reuk waren (Gen. 34:30), ze zijn verder getrokken naar Dotan. Jakob had land bij Sichem dat hij later aan Jozef gaf (zie Sichem). Vergelijk de Here Jezus: “Hij kwam tot het zijne, en de zijnen hebben Hem niet aangenomen” Joh. 1:12 (zijne = land, zijnen = broeders). 20110403 RdJ Jozef doet aan de Here Jezus denken
2
Sichem Gen. 12:6,7 Eerste altaar van Abraham Gen. 33:18-20 Jakob koopt stuk land en bouwt altaar Gen. 34 Moordpartij door Simeon en Levi Gen. 35:4 Jakob begraaft hier vreemde goden Gen. 48:22 Jakob geeft land aan Jozef (Joh 4:5)
Jozef zocht de welstand van zijn broers maar zij zochten hem te doden (:18) want hij openbaarde hun zonden (:2). De haat is er ook omdat zij kennis hebben van de toekomst namelijk dat zij voor hem zullen buigen. Ook de Here Jezus werd gehaat en er werd samengezworen om Hem te doden (Matth. 26:3-5). Let op de slappe houding van Ruben als verantwoordelijke eerstgeborene. Ze gooiden hem in de put en gingen eten (:25). Zie ook Joh. 13:18 Verraden voor zilverstukken (H37:26- 36) Jozef werd voor 20 zilverstukken verkocht. Juda was degenen die dit verraad inluidde. Ruben was afwezig (:29), Simeon had als tweede oudste moeten ingrijpen maar deed dit niet. Later in de geschiedenis vinden we deze hoofdrolspelers: Ruben, Simeon en Juda dan ook weer terug. Vergelijk het verraad met het verraad van onze Heer (Matth. 26:14-16). Twintig zilverstukken was de prijs voor een jonge slaaf, dertig zilverstukken voor een volwassen slaaf. Zie ook Zach. 11:13 en Ex. 21:32. Het kleed van Jozef wordt gebruikt als bewijs voor zijn „dood‟, in het leven van Jozef blijkt dat zijn kleed vaker een leugen vertelt!
20110403 RdJ Jozef doet aan de Here Jezus denken
3
3. Vals beschuldigd (Genesis 39) Van slaaf naar gevangene Het verhaal van Jozef gaat verder in Genesis 39. Hoofdstuk 38 vertelt een verhaal over Juda en hoe Tamar zich meer druk maakte over de familie dan Juda. Jozef wordt verkocht aan Potifar de overste der lijfwacht: dit lijkt een slecht situatie, slaaf en dan nog wel bij diegene die verantwoordelijk is voor het straffen van mensen. Potifar „koopt‟ met Jozef ook de aanwezigheid van God (:2) en de Here was met Jozef en zegende hem en met hem het huis van de Egyptenaar (:3-6). Jozef was een trouw dienaar. “Je bent een dienaar als de mensen je als dienaar behandelen”. De trouw aan God bewaarde hem niet voor aanvallen van de vijand, integendeel zelfs want :7 “Hierna” ….en :10 “dag aan dag” dus voortdurend. Jozef had goed leven met God gehad (nu mag je toch wel eens genieten?), was ver van huis (niemand ziet het toch?) toch deed hij het niet. Hoe won Jozef: - nee-zeggen - Jozef herinnert haar aan haar familie (effect op anderen) - Jozef herinnert haar aan God Jozef wist wat zonde was en dat die tegen God gericht was (Ps. 51:6), dat de zonde voortkomt uit de zondige aard van de mens (Ps. 51:7) en dat God let op het verborgene (Ps. 51:8). Jozef vlucht daarom. Opnieuw vertelt het kleed van Jozef niet de waarheid en hij wordt vals beschuldigd. Vergelijk de Here Jezus in Mark. 14:55-64. In 1 Tim. 6:11 worden we aangemoedigd te vluchten, te jagen, te strijden en te grijpen. In sommige gevallen moeten we vluchten omdat we anders zouden bezwijken. In de Bijbel vinden we de volgende „vluchtgegevens‟: Vluchtgegevens “de komende toorn ontvluchten” “van de vreemde herder vluchten” “de hoererij ontvluchten” “de afgodendienst ontvluchten” “de geldzucht ontvluchten” “de begeerten van de jeugd ontvluchten”
Matt. 3:7, Luk. 3:7 Joh. 10:5 1 Kor. 6:18 1 Kor. 10:14 1 Tim. 6:11 2 Tim. 2:22
Jozef wordt vals beschuldigd en in de gevangenis geworpen (:20) en wint opnieuw genegenheid van een overste want de Here was met hem (:21), zoals ook in de tijd bij Potifar (:2). Jozef had kunnen denken: “waar heeft mijn trouw aan God mij gebracht?” maar hij bleef trouw en daardoor kon God hem in de gevangenis gebruiken. Jozef betaalde wel een prijs voor zijn oprechtheid.
20110403 RdJ Jozef doet aan de Here Jezus denken
4
4. In de gevangenis (Genesis 40) Twee mede gevangenen Jozef was niet alleen in de gevangenis. Twee andere oversten (der bakkers en der schenkers) worden in de gevangenis geworpen. Vergelijk de Here Jezus die met twee rovers werd gekruisigd (Matt. 27:38). De overste der lijfwacht (Potifar?) stelt Jozef als dienaar voor hen aan. Hij was nu dienaar van dienaars in de gevangenis! Dit duurde geruime tijd (:4). Beiden droomden in dezelfde nacht een droom. Lessen. Jozef ziet dat de mannen mismoedig waren (:6). Jozef is opmerkzaam en hij weet dat een mismoedig gezicht bij de koning de dood kan opleveren. Je moet de mensen kennen want JIJ bent de link tussen God en mensen. Vergl. gelijkenis van de rijke vriend Luk. 11:5-8. Wij kennen die rijke vriend. Er zijn twee manieren om het hoofd te verhogen (in rang herstellen of boven u op een paal). Het is of het één of het ander: leven of dood. Vergl. Matt. 16:25. De situatie leek voor Jozef uitzichtloos, toch gebruikt God hem hier. God kan je op elk moment gebruiken. Als Jozef de droom aan de schenker heeft uitgelegd zegt hij “blijf aan mij denken” :14. De één dood, de ander levend met de opdracht aan Jozef te denken. Het is een beeld van de meest bekende redding: van de boosdoener aan het kruis, ook daar de één gered en de ander niet. Vergl. de vraag “denk aan mij” Luk. 23:42. Wij denken aan onze Heer bij het avondmaal “doet dit tot mij gedachtenis” 1Kor11:23-26. Maar de schenker vergat hem (:23). 5. Voor Farao (Genesis 41) Jozef als onderkoning Jozef zit nog 2 jaar in de gevangenis (Gen. 41:1) waarna Farao 2 dromen heeft. Deze dromen hebben enkele zeer vreemde elementen: - koeien die koeien opeten (de koe is geen vleeseter) - aren uit één halm - aren die aren opeten Farao betekent zoon van Ra (is zoon van de god van de Egyptenaren), het antwoord van Jozef is: God (:16). In hoofdstuk 40 gaat het over twee dromen over twee mensen, hier om twee dromen over de hele natie/wereld. Beide dromen hebben dezelfde betekenis, ze zijn één (:26), de herhaling betekent dat de zaak bij God vaststaat (:32). Jozef geeft wijze raad na de uitleg van de dromen zodat Farao niet anders kan dan erkennen dat Gods Geest in hem is (:38) en hij verhoogd hem. Vergelijk de Here Jezus Fp. 2:8-11, Hb. 1:3. Jozef krijgt een vrouw (bruid uit de heidenen) wat ziet op ons die uit de heidenen tot geloof gekomen zijn en behoren tot de bruid van Christus. Dit alles gebeurt in één dag! De zeven jaren hongersnood zijn een beeld van de zeven jaar verdrukking die over de hele aarde komen zal (zie Jer. 30:7). Jozef was 30 jaar oud toen hij voor Farao stond d.w.z. dat zijn vernedering ongeveer 13 jaar heeft geduurd (30 – 17) vergl. Gen 37:2. De Here Jezus was ongeveer 30 jaar toen Zijn openbare dienst begon (Luk. 3:23).
20110403 RdJ Jozef doet aan de Here Jezus denken
5
6. De verzoening van Jozef en zijn broeders (Genesis 42-45) De broeders komen bij Jozef en hij herkend hen (42:7). Daarop spreekt Jozef hen bits aan en zegt dat ze verspieders zijn. Hiermee openbaart hij opnieuw hun zonden doch zij zeggen: “wij zijn eerlijke lieden” 42:11. Jozef frist hun geheugen op door hen gevangen te zetten waarna hij hen voorstelt één achter te laten in gevangenschap terwijl de anderen de jongste broeder gaan halen, een tactiek die werkt (zie vers 21). Ruben Was jong geconfronteerd met huwelijksproblemen Nam de bijvrouw van zijn vader Was er op het kritieke moment niet Neemt geen verantwoordelijkheid Zet niet eigen leven maar dat van zijn zonen in Zal de voornaamste niet zijn
Gen. 30:14,15 Gen. 35:22 Gen. 37:29,30 Gen. 42:22 Gen. 42:37 Gen. 49:3,4
Toen zij bij Jakob terugkwamen bleek hun geld in de zak te liggen, zij hebben nooit betaald voor het graan vergl. Jes. 55:1. De situatie moet eerst hopeloos worden voordat de broeders een tweede keer naar Egypte, naar hun redder, gaan (43:1,2). Juda neemt nu verantwoordelijkheid. Juda Verkoopt Jozef Zondigt maar neemt maakt dingen in orde Neemt verantwoordelijkheid voor Benjamin Neemt de leiding bij het neerbuigen Pleit voor Benjamin Zijn broeders zullen hem loven
Gen. 37:26 Gen. 38 Gen. 43:9 Gen. 44:14 Gen. 44:18-34 Gen. 49:8
Bij het tweede bezoek hebben de broeders een grotere schuld (graan niet betaald). In eerste instantie richten ze zich tot de bediende die hen wijst op God (43:23). Als Jozef hen dan ontmoet en Benjamin ziet blijkt dat hij van hem houdt (:30). Ze zitten vervolgens aan drie tafels op volgorde van geboorte, de mannen zijn verbaasd: hoe weet hij dat? Opnieuw vertrekken de broeders en worden achterhaald en zijn overtuigd van eigen onschuld (44:9). Juda pleit voor Benjamin nadat hij erkend heeft dat God schuld aan het licht brengt (:16). Na dit pleit van Juda kan Jozef zich niet bedwingen en maakt zich aan zijn broeders bekend (45:1) een prachtig beeld van hoe de Here Jezus zich aan ons bekend maakt - liefde (:2) - komt naderbij (:4) - in het leven behouden (:5) - zorg (:11) - opdracht: vertel mijn heerlijkheid en wat gij gezien hebt (:13) Vergl. Zach. 12:10
20110403 RdJ Jozef doet aan de Here Jezus denken
6
7. Belangrijke lessen uit Jozefs leven Gods plannen en doel zijn groter en beter dan onze eigen plannen Gods zorg en gunst voor de rechtvaardigen Lijden voor God is soms nodig Zelfbeheersing (speciaal in de jonge jaren) Geduld en volharding in moeilijke tijden Eerlijkheid en een goede werkhouding Vreze Gods en trouw aan God
20110403 RdJ Jozef doet aan de Here Jezus denken
7