Achtste jaargang / nummer 4 / juni 2007
Jaarthema: Verbonden met Israël: de staat Israël / Katern InZicht: Over oorlog en geweld / Joods Historisch Museum
Inhoud
3 4 6 7 9 10 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20
Colofon
Interview Henk Janssen interview met CIDI en EAJG Ga en leer: Halacha Jaarthema: Verbonden met Israël, deel 4 Bezinningsdag Synagogen in Nederland: Borculo Een echo uit de synagoge Graat in de keel Gehoord bij verwanten: Magen David Op zondag: Iona Het Judas-evangelie Te doen onderweg Werkplaats van het geheugen Column Marieke den Hartog Boekbesprekingen Lernen met LEV Varia
Kerk & Israël Onderweg is een uitgave van de Protestantse Kerk in Nederland en verschijnt vier maal per jaar. Vanuit de onopgeefbare verbondenheid van de christelijke gemeente met het Joodse volk wil dit blad een bron van informatie zijn voor allen die geïnteresseerd zijn in of zich verantwoordelijk weten voor de verhouding van Kerk en Israël. Uitgever: Dienstenorganisatie Protestantse Kerk in Nederland Joseph Haydnlaan 2a 3533 AE Utrecht Postbus 8504 3503 RM Utrecht telefoon (030) 880 13 40 fax (030) 880 14 45 e-mailadres
[email protected] website www.pkn.nl/kerk&israel Redactie: Marieke den Braber (hoofdredacteur) Greetje van der Harst-de Leeuwe Marieke den Hartog Co Kooman Max Mesman (eindredacteur) Henk de Ruiter Bart Seelemeijer Jacobi Vlaming Adri van der Wal Vormgeving en druk: Van de Ridder Druk & Print, Nijkerk Abonnementsprijzen: Particulier abonnement 7 8 per jaar (vier nummers) Pakketabonnement 7 3,55 per jaar (vier nummers, vanaf 10 exemplaren) Kerk & Israël Onderweg is voor (visueel) gehandicapten ook verkrijgbaar in gesproken vorm op cd-rom (voor de Daisyspeler). Nadere informatie hierover is te krijgen bij de Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden (CBB) te Ermelo, telefoon (0341) 56 54 77. Artikelen mogen met bronvermelding overgenomen worden in andere uitgaven. De redactie ontvangt graag een exemplaar van deze uitgaven. Kopij voor het septembernummer 2007 opsturen vóór 1 juli 2007 naar de redactie van Kerk & Israël Onderweg (zie voor de adresgevens hierboven). Toezending per e-mail heeft onze voorkeur:
[email protected] De redactie kan geen plaatsing garanderen. Neem s.v.p. contact op met één van de redactieleden voor u kopij aanlevert.
Bij de cover: Joods Historisch Museum, tentoonstelling Geschiedenis 1900-heden. Foto: Liselore Kamping
Juni 2007
Kerk & Israël Onderweg
ISSN 1566-9033
Henk Janssen, nieuwe voorzitter OJEC: ‘Omdat de zaak me ter harte gaat!’ Voor Henk Janssen (1944) begon de ontmoeting met het Jodendom al in de wieg. Zijn familie liet Joodse kinderen uit Amsterdam onderduiken in Limburg. Tijdens zijn studie en later in zijn werk kreeg de Joods-christelijke dialoog een plaats. Sinds 1 februari 2007 is de deken voorzitter van het OJEC, Overlegorgaan Joden en Christenen, en zet hij zich op landelijk niveau in voor de dialoog.
Als deken van Arnhem zoekt Janssen ook naar mogelijkheden voor de Joodschristelijke dialoog. ‘Als ik ergens naar toe ga, zoek ik altijd uit of er een synagoge is geweest. En ik vraag de mensen of ze contacten hebben met Joden.’ Toen hij studentenpastor was, kon hij nog een heel Joods leerhuis opzetten. Spijtig constateert hij, dat hij daar nu te weinig tijd voor heeft. Wel kon hij in Arnhem zorgen dat de kandelaar, die tijdens de oorlog in de Walburgisbasiliek terecht was gekomen, aan de Joodse gemeenschap werd teruggegeven.
Henk Janssen, nieuwe voorzitter OJEC
‘Er moet ruimte zijn om respect te tonen’ Zelf zou Janssen nooit de term Joodschristelijke dialoog met een streepje schrijven, maar met een spatie tussen Joods en christelijk. ‘Er moet ruimte zijn’, zo zegt hij, ‘om respect te tonen. Je moet het niet willen “vastplakken”. We zijn verbonden, maar iedere identiteit heeft ook zijn eigenheid. En die moet je ten volle respecteren in de dialoog. De manier waarop de ander tegen zichzelf aankijkt, kan botsen met je eigen beeld of manier van doen. Maar het is wel noodzakelijk voor de dialoog dat je dit zelfverstaan respecteert.’
Niet alleen de krenten ... Van zijn leermeester Yehuda Aschkenasy leerde hij dat het uitgangspunt voor de dialoog is: staan in je eigen traditie en tegelijk ook instaan voor je eigen traditie. Dus niet kiezen voor de krenten in de pap van de andere traditie, bijvoorbeeld de synagogale liederen of sabbatsrituelen. Maar ook je eigen traditie niet als minderwaardig beschouwen. Dan ben je geen goede gesprekspartner voor de ander. Wel is er altijd sprake van asymmetrie in de dialoog tussen Jodendom en christendom. Immers, het Jodendom kan prima bestaan zonder het christendom. Andersom is het voor christenen ondenkbaar zich niet
Juni 2007
bewust te zijn van hun wortels in het Jodendom.
Nieuwe generatie Het OJEC zal zich de komende tijd eerst bezig houden met een inventarisatie: wat zijn de vragen en de wensen die leven bij de partners? Vervolgens zullen prioriteiten gesteld worden. In ieder geval gaat het OJEC proberen een jongere achterban te bereiken. De mensen die zich nu inspannen voor de Joods-christelijke dialoog leven uit het beginvuur, begonnen in de nasleep van de Tweede Wereldoorlog. Het is de kunst om het vuur van de dialoog levend te houden en over te dragen aan een nieuwe generatie.
gelegenheid van het 25-jarig bestaan (in november 2006). Met het aantreden van de nieuwe voorzitter, een nieuwe secretaris en penningmeester is het OJEC er klaar voor: ‘Het OJEC wil de dialoog inhoudelijk vooruit helpen en daarbij de jongere generatie betrekken’. Deken Janssen hoopt dat het OJEC nu weer vooral inhoudelijk en als echt overlegplatform aan de slag gaat: om mensen bij elkaar te brengen. Het moet zich niet laten bepalen door de waan van de dag, geen ‘klachtenbureau’ worden, maar kwaliteit leveren. Marieke den Braber
‘Het is de kunst het vuur van de dialoog levend te houden’ Mensen bij elkaar brengen Het OJEC maakte al een frisse ‘doorstart’ met het symposium ter
Kerk & Israël Onderweg
Interview Priscilla Andoetoe en Max Wieselmann Priscilla Andoetoe is voorlichtster bij het CIDI, het Centrum voor Informatie en Documentatie. Max Wieselmann is voorzitter van Een Ander Joods Geluid. Een dubbelinterview.
Er is in Nederland een heel palet aan meningen te vinden over Israël en het Midden-Oosten in de media. Uw organisatie bericht over Israël. Wat is de positie van uw organisatie, waarin is zij specifiek in de berichtgeving? Pricilla Andoetoe (PA): Het Centrum voor Informatie en Documentatie (CIDI) komt al 33 jaar op voor het recht op vrede en veiligheid van het Joodse volk, onder meer door evenwichtige informatie te geven over Israël en de Joodse gemeenschap in het algemeen. CIDI dringt mensen geen mening op, maar probeert door het verstrekken van informatie handvatten aan te reiken, op basis waarvan mensen dan zelf hun standpunt kunnen bepalen. CIDI is wel uitgesproken vóór een ‘twee staten’-oplossing, waarin Palestijnen en Israëliërs waardig en in vrede Priscilla Andoetoe van het CIDI.
naast elkaar kunnen leven, en waar de veiligheid van Israël en de levensvatbaarheid van de Palestijnse staat gegarandeerd is. Max Wieselman (MW): Een ander Joods Geluid (EAJG) is het Joodse kritische geluid, dat zich keert tegen de gedachten dat de Joodse gemeenschap onvoorwaardelijk het beleid van Israël moet steunen en dat kritiek op Israël niet mag, althans niet naar buiten toe. De kern van onze boodschap is dat Israël een eind moet maken aan de bezetting van Palestijns gebied en dat Israël de sleutel in handen heeft tot de oplossing van het conflict. Wij willen een eerlijker beeld geven, van bepaalde zaken ook de achterkant laten zien. Binnen de Joodse gemeenschap vindt men dat niet altijd leuk. Maar we worden geaccepteerd als stroming binnen die gemeenschap. Het zionisme is ontstaan uit het verlangen van Joden zich te vestigen in het Oude Land en als reactie op pogroms, antisemitisme, het uitmoorden van joodse gemeenschappen. Is uw organisatie zionistisch, in die zin dat u denkt dat een Joodse staat moet bestaan voor het garanderen van de mogelijkheid tot Joods leven? PA: Ja. De staat Israël moet volgens CIDI een Joodse staat blijven. Een Joodse staat waarin de burger- en religieuze rechten (en plichten) van alle bewoners gegarandeerd worden. Hoe daar precies invulling aan wordt gegeven moet in Israël zelf op democratische wijze bepaald worden.
Juni 2007
Kerk & Israël Onderweg
MW: Uitgangspunt van EAJG is dat we niet tornen aan het bestaansrecht van Israël als staat. We zijn vooral ontstaan uit bezorgdheid over de gezondheid van Israël. Een land dat zo lang een ander land bezet houdt, maakt dat er generaties opgroeien in confrontatie met geweld. Dat kan niet goed zijn. Sommigen van ons zullen in Israël nog de veilige ‘thuishaven’ zien, anderen binnen onze groep zien in het conflict juist een bedreiging voor de Joodse gemeenschappen buiten Israël. Vindt u dat een staat bestaansrecht kan ontlenen aan de Tora, Koran of ander religieus geschrift? PA: De Tora heeft natuurlijk als inspiratiebron gediend voor de wens om een eigen staat te creëren. Maar staten kunnen hun bestaans recht niet ontlenen aan religieuze argumenten. Regels rond staatsvorming staan in het Volkenrecht, en daarin zijn geen religieuze argumenten opgenomen om staten te stichten of te ontmantelen. MW: Ik denk dat ik namens vrijwel alle leden spreek als ik het recht van ieder erken om aan een religieus geschrift een identiteit te ontlenen, maar als dat gepaard gaat met uitsluiting van het bestaansrecht van anderen of met de ander als tweederangs burger te bestempelen, het dan voor ons niet acceptabel is. Sommige Christenen zien de positie van Israël vandaag in bijbels perspectief: als de Joden maar Jezus zouden erkennen als Messias zou ‘Israëls lijden’ voorbij zijn. Sommige moslims kennen een enigszins vergelijkbare gedachtegang: zij stellen dat wanneer Joden zich schikken onder Islamitische overheersing de strijd beëindigd zal worden. Ziet uw organisatie een religieuze verklaring voor de situatie van Israël vandaag? PA: Het zou een misvatting zijn te denken dat het feit dat er nog geen Palestijnse staat is, te wijten is aan een religieuze Joodse claim op het land. Dat is in eerste plaats gekomen
doordat de Arabische landen in 1947 niet instemden met het delingsplan van de Verenigde Naties. MW: De situatie van vandaag vloeit voort uit de verkeerde gedachte die ten grondslag gelegen heeft aan het ontstaan van Israël: een land zonder volk voor een volk zonder land. Het is misschien begrijpelijk in het licht van toen, maar het is wel de oorzaak van het conflict. Het is een conflict om land, om bronnen, om ruimte. Dat moet je proberen op te lossen. Ik zie dus geen religieuze verklaring, wel religieuze motieven ter rechtvaardiging. De zionisten in de negentiende eeuw dachten niet zozeer religieus, maar nationalistisch: ieder volk heeft een staat, waarom wij ook niet, en de mensen die er nu wonen? Dat regelen we wel...
‘Voor vrede is respect nodig’ Wat is uw antwoord op het idee van sommige Christenen, dat als de Joden Jezus als Messias zouden erkennen, Israëls lijden voorbij zou zijn? PA: Ik vind het nogal aanmatigend. Verzoening betekent dat je respect hebt voor elkaars uitgangspunten. Als je die ander, weliswaar niet met grof geweld maar toch met de in de vraag genoemde vorm van drang probeert over te halen tot je eigen uitgangspunten, dan is dat geen teken van respect. En voor vrede is respect nodig. MW: Het valt een beetje buiten mijn denkraam. Wat ik wel zie, en daar maak ik me wel zorgen over, is dat sommige christelijke organisaties zo onvoorwaardelijk achter Israël staan dat zij het fundamentalis me ‘aan de andere kant’ in de hand werken. In mijn beleving doen zij daardoor de situatie escaleren.
‘Terugtrekking van Israël is geen tovermiddel’ Hoe dient Israël in uw ogen te reageren op Islamitisch fundamentalisme? PA: Waar Islamitisch fundamentalisme zich uit in geweld tegen Israël mag Israël zich met alle middelen verdedigen. Daarbij moet de burgerbevolking wel zoveel mogelijk ontzien worden. MW: Ik was waarnemer bij de Palestijnse verkiezingen. De stem op Hamas moet toch vooral als proteststem worden gezien. Israël saboteert iedere poging van de Palestijnen om er iets van te maken. Ook vóór Hamas was er volgens Israël al geen ‘partner for peace’. De Palestijnse infrastructuur wordt heel bewust vernietigd. Dat heeft niets meer met terreurbestrijding te maken.
Juni 2007
Oplossingen moeten onder internationale druk tot stand komen. Europa zou een belangrijke rol kunnen vervullen.
Max Wieselmann van Een Ander Joods Geluid.
De Protestantse Kerk spreekt van een ‘onopgeefbare verbondenheid’ met het volk Israël. Hoe zou volgens u aan dat beginsel vorm moeten worden gegeven? PA: Het is heel belangrijk om Israël en het Joodse volk te blijven steunen. Bijvoorbeeld door het ondersteunen van vredesprojecten waar echt een dialoog gevoerd wordt, of scholings projecten voor kinderen; er zijn tal van maatschap pelijke projecten die het ondersteunen waard zijn. Tegelijk - en dat is ook heel belangrijk - is het zaak om hier in Nederland te laten zien dat je achter Israël staat, en om politici en media scherp te houden. Een concreet voorbeeld: met enige regelmaat wordt opgeroepen om Israël en Israëlische producten te boycotten. Neem zo’n oproep niet voor kennisgeving aan, maar teken er protest tegen aan. MW: Ik merk dat meer groepen binnen de Protestantse Kerk zich zorgen beginnen te maken over de situatie, ook over wat de Palestijnen wordt aangedaan. Als je je met elkaar zorgen maakt, is het ook mogelijk verder te praten. Als je inziet dat het zo niet langer kan, kun je kijken naar oplossingen. Ik hoop dat mensen minstens vanuit mede menselijkheid openstaan voor de andere kant. Terugtrekking van Israël is geen tovermiddel, waardoor alle problemen meteen de wereld uit zijn, maar het is wel de basis voor de oplossing. Nu wordt gedaan alsof alle Palestijnen terroristen zijn, maar de meesten zijn brave burgers, die gewoon willen wonen en werken.
tech-industrie. Ook zou ik de aandacht willen vestigen op de vele samenwerkingsprojecten tussen Joden en Arabieren in Israël. Voor een realistische beeldvorming over de regio is aandacht voor dit soort projecten hard nodig. MW: Het lijkt me zinvol aandacht te schenken aan groepen binnen en buiten Israël, die hard bezig zijn om Israël te redden: mensen die van het land houden, maar ook zien dat het verkeerd loopt en die proberen het tij te keren. Ook in Palestina zijn groepen actief die op een eerbiedwaardige manier aandacht geven aan wat er niet goed gaat. Jacobi Vlaming interviewde Priscilla Andoetoe en Greetje van der Harst-de Leeuwe interviewde Max Wieselman.
Berichtgeving over Israël beperkt zich over het algemeen tot de conflicten van Israël met zijn omgeving. Als u een bijlage van een krant zou mogen vullen met ander nieuws over Israël, waarvoor zou u dan kiezen? PA: Ik zou de snel groeiende Israëlische economie voor het voetlicht willen brengen; zo heeft Israël een van de meest liberale investeringsmarkten ter wereld en zijn er dagelijks fascinerende ontwikkelingen op het gebied van biotechnologie en in de high
Kerk & Israël Onderweg
Ga en Leer! De halacha als richtlijn voor het handelen In de vorige aflevering las u over de twee typen van bijbeluitleg in de Joodse traditie: de haggadische midrasj in een vertelling, een preek, een anekdote en de halachische midrasj, die een richtlijn, een voorschrift, een opdracht verwoordt. Vorige keer de haggada, nu: halacha.
Veel bijbelteksten zelf zijn ‘halacha’: ‘Houd hun ook deze regels voor’ (Exodus 21:1) zegt God tegen Mozes. Eén van de Tien Woorden luidt: Pleeg geen moord (Exodus 20:13). Maar wanneer is moord nu moord. Is ‘per ongeluk’ ook moord? Of: Wanneer is ‘opzettelijk’ ook echt ‘opzettelijk’. Is moord alleen fysiek, of ook mentaal aantoonbaar. En wanneer iemand de aanslag op zijn leven overleeft, is er dan nog sprake van moord? Maar ook: welke straf staat er op?
Letselschade... Lees Exodus 21 vanaf vers 18. Uw letselschade-advocaat kan direct aan de slag om de hoogte van het geldbedrag vast te stellen voor smartengeld of letselschade. Niet teveel en niet te weinig, maar gewoon de geldwaarde van ‘oog om oog en tand om tand’. En rechters moeten toezien op de uitvoering van de juridische uitspraak (Ex.21:22). Zo doen we dat in het dagelijkse leven. ‘Dit is mijn uitspraak en daar moet u het mee doen’: halacha. De Joodse toepassing van regels vanuit de bijbelse waarden en normen is omvangrijk. Vooral de Misjna is een grote geordende
verzameling van ‘wettelijke uitspraken’, die allemaal ‘uitleg’ zijn van bijbelse regels, woorden en termen. Maar ook in de andere uitlegverzamelingen vinden we dergelijke regels terug.
Klop op de deur van de Schrift Niet dat het altijd voor de hand ligt, wat je met een bijbeltekst kunt uitleggen, maar, zoals rabbi Banna’ah zei: Je moet net zo lang kloppen op de deur van de Schrift, totdat ze kennis verschaft om te leren. Wanneer kennis van halacha verlangd wordt, dus kennis om te weten wat God van de mensen verwacht om te doen, hoe de mens dient te handelen, dan zal kennis van halacha zich aandienen. Wanneer kennis van haggada verlangd wordt, dus kennis om door een verhaal de geloofsboodschap over te dragen, dan zal die kennis van haggada zich aandienen (vrij naar Leviticus Rabba 21,5). Bid en je zal gegeven worden, zoek en je zal vinden, klop en je zal worden opgedaan, heet dat in het Evangelie (Matteüs 7:7-11). Bijvoorbeeld uit: Deuteronomium Rabba 2,1:
De Klaagmuur in Jeruzalem.
En ik heb de Heer gesmeekt (Deuteronomium 3:23). Deze Bijbeltekst levert hier vier keer een halacha op. a. Is het een Jood toegestaan om staande, een gebed hardop en luid te bidden? De Wijzen leerden ons: Wanneer iemand staande bidt, dan zou je kunnen denken dat hij zijn stem mag verheffen. Maar Hanna heeft het ons lang geleden duidelijk anders laten zien: Ze bad namelijk in stilte, ze bad in haar hart (1 Samuël 1:13). b. Je zou misschien kunnen denken dat een man de drie gebeden van de dag in één keer mag opzeggen. Dat is niet zo, want van Daniël leren we: Daar knielde hij neer, bad tot zijn God en prees hem. Precies zoals drie keer per dag zijn gewoonte was (Daniël 6:11). c. Je zou misschien kunnen denken dat een man ze mag zeggen, wanneer hem dat uitkomt. David heeft lang geleden duidelijk verklaard: In de avond, in de morgen, in de middag, klaag ik en zucht ik en hij hoort mijn stem (Psalm 55:18). d. Je zou misschien kunnen denken dat een man mag bidden voor wat hij nodig heeft [zonder ook gezangen en psalmen te zingen]. Hij zou echter zijn plicht verzuimen. Want Salomo heeft lang geleden het gebed gedefinieerd als Hoor naar het smeken (rinnah) en het gebed (tefillah) (1 Koningen 8:28). ‘Rinnah’ betekent aanbidding van God [met gezangen en psalmen] en ‘tefillah’ een gebed voor iemands persoonlijke noden. [Deuteronomium Rabba 2,1] De uitleg geeft aan wat wel en niet is toegestaan: halacha. Maar samen met de haggada wordt de ‘lengte, de hoogte, de diepte en de breedte’ van de Schrift ´geproefd´, toegepast en uitgelegd. Bart Seelemeijer
Juni 2007
Kerk & Israël Onderweg
Jaarthema Verbonden met Israël: De staat Israël (deel 4) Koningschap en kruis: Handelingen 1:6 Zij dan die samengekomen waren, vroegen Hem: ‘Heer, herstelt u in deze tijd het koningschap voor Israël?’ En Hij zei tot hen: ‘Het is niet aan jullie te weten de tijden of de gelegenheden die de Vader heeft vastgesteld door zijn eigen macht. Maar jullie zullen kracht ontvangen wanneer de heilige Geest over jullie komt en jullie zullen mijn getuigen zijn in Jeruzalem en in geheel Judea en Samaria en tot aan het uiterste van de aarde’. (Handelingen 1:6-8, eigen vertaling)
Er is Lucas veel aan gelegen om zijn tijdgenoten duidelijk te maken dat de gekruisigde Jezus toch de Messias van Israël is, die het koningschap van God op aarde zal vestigen. Jezus’ smadelijke executie aan het kruis was niet het einde, en niet de vernederende mislukking van zijn missie. Verder wil Lucas zonneklaar maken - ondanks het uiteengaan van de wegen van de Jezus-beweging en de synagoge (ongeveer 70-80 AD) - dat Jezus profeet en Messias van Israël was, dat de Jezusbeweging zijn wortels in datzelfde Jodendom heeft.
Het koningschap van God Na zijn dood en opstanding, verscheen Jezus aan zijn leerlingen en sprak hij met hen over ‘de dingen die het koningschap van God aangaan’ (Handelingen 1:3). Volkomen in de lijn van alles wat ze Jezus hebben zien doen en horen spreken (waar het evangelie van Lucas uitvoerig over berichtte), komen de leerlingen na zijn dood en opstanding terug op de grote vraag: hoe zit het met Jezus’ missie, om de vervulling van de beloften van God aan Israël tot stand te brengen. Lucas 4:43 vat Jezus’ missie samen: Ook aan de andere steden moet Ik het evangelie van het koningschap Gods brengen, want daartoe ben Ik gezonden. Jezus stelt zijn leven in dienst van het goddelijk moeten, dat Hem vanaf zijn oorsprong dreef. Het gaat niet om zijn persoon. Zijn missie is het koningschap
Juni 2007
Gods in woord en daad te verkondigen. Al Gods beloften aan Israël gedaan, worden in dit samenvattende begrip van ‘het koningschap Gods’ samengevat. In Jezus gaat zich Gods heerschappij realiseren. Het is een centraal idee van Tenach, verder ontwikkeld door rabbijnen en apocalyptici, dat Gods activiteit aanduidt, die niet zal rusten voordat de heling, redding en bevrijding naar lichaam, ziel en geest zijn gehele schepping bereikt. Gods volk Israël is zijn instrument om dit tot stand te brengen.
Gods ingrijpen Basileia (door mij vertaald met ‘koningschap’) betekent zowel ‘heerschappij’ als ‘rijk’. Maar het begrip duidt niet zozeer een statische toestand aan. Het betreft veeleer een dynamische zaak of sfeer, die door Gods ingrijpen tot stand zal komen en mensen in vrijheid ertoe wil nodigen daaraan mee te werken. God strijdt tegen de demonische machten die er in zijn wereld en het hart van mensen geslopen zijn. In dit woord wordt heel de boodschap van LucasHandelingen samengevat. Het verhaal van Jezus is als een verhaal waarin de heling van Gods koningschap gerealiseerd wordt.
De missie van Jezus De missie van Jezus is de aloude missie van het volk Israël, door God gegeven aan Abraham in wie ‘alle geslachten van de aardbodem gezegend zullen worden’ (Genesis 12:3). Dat blijkt ook daaruit dat het ‘herstellen van het koningschap voor Israël’ op hetzelfde neerkomt als het ‘komen van het koningschap Gods’. Gods heil gaat via Israël de hele wereld in en door. Gods Geest zal die beweging vanuit Jeruzalem op gang brengen. Want in het verhaal van die weg van het evangelie de hele wereld in, blijft Jeruzalem het middelpunt. Dit evangelie is en blijft allereerst bestemd voor het aloude Godsvolk Israël, dat geroepen is ervan te getuigen ten overstaan van alle volken. Jos de Heer Jos de Heer is predikant in de Protestantse Kerk, en auteur van de commentaarserie Lucas-Acta, die in twee delen verscheen. Zie: www.josdeheer.nl
Aan het begin van Jezus’ openbaar optreden is hij veertig dagen lang beproefd door de duisternis. Nu, als een soort revanche daarop, vertoont Hij zich veertig dagen lang levend aan zijn volgelingen. Het gesprek gaat uiteraard over zijn centrale missie: het realiseren van het koningschap van God. Uit Jezus’ antwoord op de kernvraag van de apostelen blijkt dat hun vraag een schot in de roos is. Zijn antwoord kan gezien worden als een soort inhoudsopgave van het gehele boek Handelingen. De weg van het evangelie van het koninkrijk voor Israël gaat vanuit Jeruzalem geheel Judea en Samaria door, tot aan het uiterste van de aarde!
Kerk & Israël Onderweg
Jaarthema Verbonden met Israël: De staat Israël (deel 4)
Zionistische verwachtingen rondom Jezus De Duitse theoloog Friedrich Wilhelm Marquardt leefde van 1928-2002. In zijn uitleg van het Nieuwe Testament gebruikt hij de betiteling ‘zionisme’. Zoals de vraag van de leerlingen aan Jezus: ‘Heer, herstelt u in deze tijd het koninkrijk voor Israël?’ (Handelingen 1:6). En de hoop van de Emmaüs gangers: ‘Want wij hoopten, dat hij degene was, die komen zou om Israël te verlossen’ (Lucas 24:21). Hoe komt Marquardt ertoe, de karakterisering ‘zionistisch’ te gebruiken? Wat zijn de implicaties? Marquardt hoort in de woorden van Lucas 24 een uiting van politieke verwachting. In tegenstelling tot de gangbare opvatting, waardeert hij dit positief. Voor hem is het legitiem: dat Israël hoopt op verlossing van de Romeinse overheersing. Weliswaar heeft Jezus zijn aanhangers hierin teleurgesteld. Maar dat acht Marquardt kenmerkend voor de hoop van Israël op de Messias: dat zij tot mislukken gedoemd schijnt. Hij houdt eraan vast, dat het perspectief op een politieke toekomst voor Israël rondom Jezus is opgelicht. Een bevestiging hiervan hoort hij in de vraag van Handelingen 1:6. Opvallend is voor hem de herhaling van deze verwachting in de tijd tussen Pasen en Pinksteren. Jezus wijst de vraag niet af, maar ziet het tijdstip van de vervulling als aan God voorbehouden. En dat is goed Joods. Zo hoort Marquardt Lucas het evangelie besluiten en de Handelingen der Apostelen openen met, wat hij noemt, ‘het zionistische motief’.
Zionisme als historisch proces Voor Marquardt is zionisme het historische proces, waarin het Jodendom
zichzelf weer bewust wordt, een volk te zijn. Daarnaast is het de bewustwording, dat het in Palestina (dus in dat bepaalde land) hoort. En ten slotte is het de ontwikkeling, dat het in Palestina een Joodse staat sticht waar zegen van uitgaat, een getuigenis van het rijk van God. Op deze wijze verbindt hij de drie facetten, die voor ons als kerk hoorbaar worden in de wijze, waarop Israël zichzelf verstaat: als volk, in het land, in een staatsvorm.
Zionisme in het Nieuwe Testament? Hoe komt Marquardt ertoe, om in zijn uitleg van het Nieuwe Testament de betiteling ‘zionisme’ te gebruiken? Dat hangt samen met zijn verzet tegen de vergeestelijking van de hoop van Israël, die hij in de christelijke traditie aantreft. Hij noemt dat een vervreemding van de gerichtheid van Israël op het ‘hier en nu’. De belangrijkste reden echter is zijn inzicht, dat wij leven na 1948, na de stichting van de staat Israël. Dat is voor hem ‘een hermeneutische gebeurtenis’. Iets dat erom vraagt, verstaan te worden. De wedergeboorte van de staat en de zelfidentificatie van haar Joodse inwoners
De Emmaüsgangers. Schilderij van Caravaggio.
met het bijbelse Israël, biedt mogelijkheden voor nieuw verstaan van oude teksten.
Betiteling Marquardt is zich bewust van de misverstanden en gevaren, die het gebruik van deze betiteling met zich mee kan brengen. Hij wil geen aanzet geven tot een christelijk-zionistische ideologie; een vorm van christelijke rechtvaardiging van de staat Israël. Op zich waardeert hij het spreken van diverse kerken over de staat Israël als ‘teken van Gods trouw’. Maar hij pleit voor grotere terughoudendheid. Van ‘teken’ wil hij spreken in de zin van ‘verstaan van de tekenen der tijden’ (Matteüs 16:2-3). Maar dan wel in vragende vorm. Dus: zou het niet kunnen, dat de staat Israël een teken van de trouw van God is aan het Joodse volk, juist na Auschwitz?
Consequenties Voor mij betekent de visie van Marquardt, dat het Nieuwe Testament geen breuk vormt met de verwachting van het herstel van het Davidische koninkrijk in de profetie en de psalmen. Hij spoort mij daarmee aan, de verwachting en de vragen van het zionisme ook theologisch ernstig te nemen. Tot de verbondenheid van de kerk met Israël hoort voor mij ook het engagement met de staat Israël. Bijvoorbeeld in de vorm van ondersteuning, die Nes Ammim biedt aan ontmoetingen tussen Joodse en Arabische burgers van Israël. Laten wij het doen in de hoop op een verder ‘ontluiken van het begin van de verlossing’ in de staat Israël! Co Kooman Bronnen: • Wanneer herstel jij het rijk voor Israël?, een voordracht uit ‘92, opgenomen in: F.W. Marquardt, Bij de slip van zijn kleed (Ten Have, 2003). • Christentum und Zionismus, in: Evangelische Theologie, 28, 1968, opgenomen in: F.W. Marquardt, Verwegenheiten (Kaiser 1981).
Juni 2007
Kerk & Israël Onderweg
Jaarlijkse conferentie Kerk en Israël: De werkelijkheid van Israël is complex Ieder jaar organiseert de afdeling Kerk en Israël op het Protestants Dienstencentrum te Utrecht in het voorjaar een conferentie. De conferentie op 21 maart stond in het teken van de staat Israël. Dit sloot aan op het jaarthema van Kerk & Israël Onderweg, ter afronding van een vierjarig project: rond de Schriften van Israël, het volk Israël, het land Israël en de staat Israël. In een constructieve sfeer werd er over dit thema gesproken en nagedacht.
Meindert Dijkstra van Werkgroep Keerpunt
om de staat heen kan, omdat deze een verschijningsvorm is van het volk Israël en van existentieel belang voor het Jodendom wereldwijd, vroeg Meindert Dijkstra zich af wat een christen met de moderne staat heeft. De scheiding tussen kerk en staat, ons door Israël aangereikt, zoals hij zei, acht hij een zegen.
Vanzelfsprekend
Verschijningsvorm Zo’n constructieve sfeer is bij dit thema geen vanzelfsprekendheid, want steeds blijkt hoe bij het gesprek over de staat Israël de gedachten uiteen kunnen gaan en de gemoederen verhit kunnen raken. Zowel aan Joodse zijde als aan christelijke zijde bestaat een veelheid aan opvattingen rond het thema ‘staat Israël’. Is Israël een staat als alle andere? Of mag men de staat Israël met bijzondere termen duiden? Is de staat Israël bijvoorbeeld een teken van Gods trouw (Marquardt)? Of is de staat het begin van de verlossing van de wereld?
Inleiders De vier inleiders op deze bijeenkomst waren: Marieke den Hartog vanuit de landelijke organen van Kerk en Israël, Priscilla Andoetoe vanuit het Centrum Informatie en Documentatie Israël, Meindert Dijkstra vanuit de Werkgroep Keerpunt en Theo Klein, hoofdredacteur Centraal Weekblad en deelnemer aan de persreis van United Civilians for Peace. Ook zij legden eigen accenten. Alle sprekers onderschreven het bestaansrecht van de staat Israël. Ook was men het eens over een twee-statenoplossing. Dan ziet men twee volken in veiligheid. Maar waar Marieke den Hartog zei, dat als de kerk het gesprek met Israël zoekt, zij niet
Juni 2007
Waar de binding met de Schriften, met het land en met het volk van Israël als redelijk vanzelfsprekend wordt beleefd in de hedendaagse kerk, blijkt dit rondom de staat duidelijk anders. In ieder geval kan sinds de stichting van de staat de entiteit Israël niet meer vergeestelijkt worden, zoals dat lang in de kerk is gebeurd. Evenzeer blijkt hier een vraag of en zo ja, in hoeverre hier theologische argumenten mogen worden gebruikt. Meindert Dijkstra was daarover heel duidelijk: religieuze argumenten mogen niet gebruikt worden voor politieke realiteiten. Of is het legitiem, zoals Marieke den Hartog deed, het visioen van opstanding dat Ezechiël 37 vertelt te betrekken op de staat Israël? Mag men ook Psalm 137 beschouwen als eerste zionistische Psalm? In de forumdiscussie kwam naar voren dat bijbelse uitgangspunten niet zomaar over te planten zijn, maar evenmin zijn te negeren.
Steun Nu getuigt de Protestantse Kerk in Nederland in haar kerkorde van ‘onopgeefbare verbondenheid’ met het Joodse volk. De vier inleiders op deze bijeenkomst pleitten allen voor steun aan vredesinitiatieven van onderop. Priscilla Andoetoe bepleitte investering in
vredesonderwijs en dialoog. Theo Klein pleitte voor wederzijds vertrouwen op kleinschalige wijze. Maar is het dan duidelijk genoeg dat we die verbondenheid en betrokkenheid als kerken doen? Dat was voor Marieke den Hartog een belangrijk punt. Zij stelde onder verwijzing naar Jonathan Sacks dat religie strategieën aanreikt om breuken te overbruggen. En er moet taal gezocht worden die het bijzondere van Israël recht doet. Theo Klein, hoofdredacteur Centraal Weekblad
Leerpunten Nu het genoemde vierjarige project ten einde loopt, is het goed enkele leerpunten terug te halen. In de jaargang over de Schriften van Israël bleek hoe wij als christenen de Schriften van Israël meelezen, maar op heel verschillende manier. Tevens werd duidelijk hoe het Nieuwe Testament telkens weer de Schriften van Israël veronderstelt. In de jaargangen over volk en land kwam naar voren hoe deze grootheden geen vastliggende categorieën zijn. Het werd onder andere duidelijk dat het land in de loop van de eeuwen een zeer wisselende omvang heeft. Het maakt nogal wat uit of men het heeft over de omvang van het koninkrijk ten tijde van Salomo of over de rompstaat Yehud in de periode na de Babylonische ballingschap. In ieder geval is duidelijk dat we het gesprek over Israël, dat momenteel in de Protestantse Kerk in Nederland stokt, vlot moeten trekken en met nieuw elan voort moeten zetten. Op dezelfde constructieve wijze als op 21 maart. Adri van der Wal
Kerk & Israël Onderweg
Synagogen in Nederland Borculo: een kleine ‘Portugese’ synagoge In deze rubriek komen aspecten van Joodse synagogen in Nederland aan bod.
werden er brandbommen in de synagoge gegooid. Na de oorlog keerde slechts een handvol leden van de Joodse gemeenschap in Borculo terug. Het gebouw werd verkocht en diende lange tijd als opslagplaats. Sinds juni 2000 zijn de synagoge en de mikwe eigendom van de Stichting Synagoge Borculo. De mikwe is inmiddels gerestaureerd en er zijn een aantal verbeteringen aangebracht. De De voormalige synagoge van Borculo vinden we in het centrum, aan de Weverstraat. De bouw, samen met de mikwe, dateert uit 1877. In de bouwvorm zien we een verkleinde versie van de ‘Portugeesche Synagoge’ te Amsterdam. Achter de synagoge staat de mikwe, die van water werd voorzien door de rivier de Berkel. Dit rituele badhuis werd tot circa 1974 gebruikt. Aan het einde van de Tweede Wereldoorlog
vrouwengalerij, de muren en het plafond moeten nog opgeknapt worden en tonen de inwerking van de tijd na 1945. Er wordt hard gezocht naar geld om ook dit te restaureren. Met de synagoge en de mikwe blijft voor Borculo een herinnering aan de Joodse gemeenschap behouden. Hans Groesgen
Een echo uit de synagoge op elke zondagmorgen Schriftlezingen op Sjabbat en feest- en treurdagen in de synagoge 2 juni Behaälotcha - Wanneer je ontsteekt. Numeri 8:1-12:16, Zacharia 2:14-4:7. 9 juni Sjelach Lecha - Zend jij. Numeri 13:1-15:41, Jozua 2:1-24. 16 juni Korach. Numeri 16:1-18:32; Numeri 28:9-15*, Jesaja 66:1-24.* 23 juni Choekat - De inzetting. Numeri 19:1-22:1, Richteren 1:1-33. 30 juni Balak. Numeri 22:2-25:9, Micha 5:6-6:8. 7 juli Pinchas. Numeri 25:10-30:1, Jeremia 1:1-2:3. 14 juli Matot - Stammen / Masee Reizen. Numeri 30:2-36:13. Jeremia 2:4-28; 3:4.
Juni 2007
21 juli Devariem - Woorden. Deuteronomium 1:1-3:22, Jesaja 1:1-27. 24 juli Tisja Beav - negende Av. Ochtend: Deuteronomium 4:25-40. Verwoesting van de tempel, Jeremia 8:139:23. Middag: Exodus 32:11-14; 34:1-10. Jesaja 55:6-56:8. 28 juli Waëtchanan - En ik smeekte. Deuteronomium 3:23-7:11, Jesaja 40:1-26. 4 augustus Ekev - Als gevolg. Deuteronomium 7:12-11:25, Jesaja 49:1451:3. 11 augustus Reë - Zie Deuteronomium 11:26-16:17. Jesaja 54:11-55:5.
Kerk & Israël Onderweg
18 augustus Sjoftiem - Rechters. Deuteronomium 16:18-21:9, Jesaja 51:1252:12. 25 augustus Ki Tetsee - Wanneer je uittrekt. Deuteronomium 21:10-25:19, Jesaja 54:110. 1 september Ki Tavo - Als je komt. Deuteronomium 26:1-29:8, Jesaja 60:1-22. 8 september Nitsaviem - Aangetreden / Wajelech - En hij ging. Deuteronomium 29:9-31:30. Jesaja 61:10-63:9. * Vanwege Rosj Chodesj, het begin van de maand. Met dank aan ds. C. Schakel, Amsterdam.
10
Achtste jaargang / nummer 4 /juni 2007 In het midden van het blad Kerk & Israël Onderweg bevindt zich één- tot tweemaal per jaar een katern met de naam InZicht. Het katern telt vier pagina’s met achtergrond informatie bij een van de thema’s van het blad. U kunt InZicht gebruiken voor uw eigen verdieping, of als materiaal voor een gespreksgroep of een bezinningsmoment tijdens bijvoorbeeld een vergadering. In dit nummer van InZicht gaat Bart Seelemeijer in op het thema oorlog en geweld, in het bijzonder in Israël en de Palestijnse gebieden.
Over oorlog en geweld Onze wereld kent geweld in vele soorten en gradaties. Zo ook in Israël en de Palestijnse gebieden. Het geweld laat ons niet koud. Het bepaalt in toenemende mate onze houding. De politieke werkelijkheid en de geloofstraditie van Israël staan op het spel. We maken ons zorgen: Wat moeten we hiervan denken? Waar is Israël toch mee bezig? Daarover gaat deze katern, mede vanuit onze onopgeefbare verbondenheid met Israël. Water, wind en vuur: de natuur kan in onze ogen meedogenloos te keer gaan. Natuurgeweld is vaak onvermijdelijk, en blijkbaar geldt dat ook voor menselijk geweld. Er is zinloos geweld, huiselijk geweld, fysiek geweld, verbaal geweld, politioneel geweld, wapengeweld, oorlogsgeweld ... de mens kan meedogenloos zijn en maakt vaak meer kapot dan ons lief is.
En dan Israël. Oorlogshandelingen en geweldsdaden, het vaak genoemde - door sommigen geroemde - militaire overwicht van de staat Israël in het Midden-Oosten... het zijn voor christelijke geloofs gemeenschappen ‘stenen des aanstoots’ of niet te vermijden voorbeelden van zelfverdediging.
Oorzaken Of we het willen of niet: geweld is van alle eeuwen. Ook in de Bijbel vinden we verhalen over oorlog en geweld. De ruzie tussen Kaïn en Abel (Genesis 4:3-8), die uitmondt in broedermoord, is de eerste bijbelse uiting. In de rabbijnse traditie onderscheidt men vanuit die situatie een viertal oorzaken, dat aan het gebruik van geweld ten grondslag ligt: gevoelens, economie, superioriteit en erfrecht.
Foto: Reuters
‘Als volkeren en landen worden vernederd, halen ze stevig uit en volgt extreem geweld’ 1. Gevoelens Het offer van Abel wekt de woede en jaloezie van Kaïn op. Die woede zou eigenlijk tegen God gericht moeten zijn, want die merkte Kaïns offer niet op. Maar dat gebeurt niet. Hij richt zijn woede tegen
Juni 2007
Kerk & Israël Onderweg
zijn broer omdat die hem ‘na-aapt’: ‘Ook Abel bracht een offer’. En Abel overtroeft hem door ‘de mooiste’ uit de kudde te kiezen. En dan, Abels offer is ‘koosjer’, hij koos een eerstgeborene uit. Het zijn gevoelens van vernedering, van onderdrukking, je niet serieus genomen voelen, die bij Kaïn leiden tot geweld. Niet alleen op persoonlijk niveau, maar ook op staatsniveau, bij een al dan niet vermeende aantasting van de eigen soevereiniteit. Tom Friedman zegt: ‘Op het moment dat volkeren en landen worden vernederd, halen ze stevig uit en gaan zich te buiten aan extreem geweld’. Deze extremiteit horen we in het ‘wraaklied’ van Lamech (Genesis 4:23-24), de laatste telg van Kaïns geslacht. Een toegebrachte wond of striem zal door Lamech met de dood gewroken worden. Die houding van wraak is in bijbels opzicht uiteindelijk een ‘doodlopende weg’. Jagersma concludeert: ‘Met dit lugubere en in uiterste hoogmoed uitgesproken wraaklied van Lamech eindigt in de zevende generatie het verhaal van Kaïn en zijn nakomelingen. Hoogmoed en wraakzucht houden voor God geen stand. Met de laatste woorden van Lamech is de lijn Kaïn in de bijbel dan ook definitief verleden tijd’.
2. Economie Kaïn zei tegen zijn broer: ‘Laten wij het veld ingaan’ (Genesis 4:8). Maar... waar hadden ze ruzie over, kun je je afvragen. De rabbijnse traditie oppert dat ze zeiden: ‘Laten we de wereld onder elkaar verdelen. De één neemt het land (het onroerend goed) en de ander het roerend goed.’ Toen begon het. De één zei: ‘Dus het land waar je op staat is mijn land’. De ander reageerde fel: ‘Maar wat jij draagt is dan van mij. Kleed je uit!’ De eerste reageerde toen weer fel: ‘Vlieg op, van de grond! Je staat op mijn erf’. Vanwege deze ruzie, viel Kaïn zijn broer aan en sloeg hem dood (uit: Genesis Rabba 22.7). Hier gaat het in feite om economische wedijver zonder morele grenzen, die de basis legt voor de uitbarsting van geweld of het elkaar de oorlog verklaren.
3. Superioriteit Rabbi Jozua van Siknin zei uit naam van Rabbi Levi: ‘Beiden namen land en beiden namen roerende goederen. Maar waar hadden ze dan ruzie over? De ene zei: De tempel moet in mijn gebied gebouwd worden, terwijl de ander vasthield aan: Het moet in mijn gebied gebeuren’. Daarom staat er geschreven: Laten we het veld ingaan. ‘Veld’ verwijst naar niets anders dan de Tempel, zoals te lezen valt: Zion, dat is de tempel, zal als een akker omgeploegd worden (Micha 3:12; uit: Genesis Rabba 22.7)
Juni 2007
Kaïn en Abel, schilderij van Jacopo Robusti (1514-1594)
Ideologische of religieuze wedijver, en het aanspraak maken op exclusieve religieuze rechten, vormen een basis voor geweld.
4. Erfrecht Over die woordenwisseling waardoor Kaïn zijn broer aanviel en hem dood sloeg, zei Rabbi Juda ben Rabbi: ‘Hun ruzie betrof de eerste Eva. Rabbi Aibu zei: De eerste Eva was al tot stof weergekeerd! Waar ging hun ruzie dan over? Rabbi Huna zei: Abel is één van een tweeling en beiden eisten hun recht op. De ene stelde de eis: Ik heb het recht aan mijn kant, want ik ben de eerstgeborene, terwijl de ander volhield: Ik moet haar hebben, want ze werd tegelijk met mij geboren’ (uit: Genesis Rabba 22.7). In de rabbijnse traditie zijn verschillende overleveringen bekend rondom deze ‘tweeling’. Daar zullen we nu niet op ingaan. Waar het hier om gaat, is dat geboorterecht en/of erfrecht een basis kan zijn voor het overgaan tot het gebruik van geweld.
Oorlog en geweld in de Bijbel In de bijbel vinden we veel oorlog en geweld. Ten minste, dat is onze algemene indruk. En die indruk is niet geheel onjuist. Er zijn zelfs beschreven situaties, die we vandaag de dag zouden scharen onder de noemer van oorlogsmisdaden, genocide, of door Israël, of door (destijds) buitenlandse mogendheden begaan. Maar wanneer we alle gegevens op een rij zetten, dan zien we dat het benoemen en beschrijven van oorlog en geweld vrijwel altijd bedoeld is om te waarschuwen. Om er lessen voor de toekomst uit te trekken. Het verlangen naar een toekomst waar de zwaarden in ploegijzers worden omgesmeed, is daar een voorbeeld van.
Kerk Kerk && Israël Israël Onderweg Onderweg
‘Oorlog bezoedelt altijd, ook al wordt ze gevoerd om ménselijk leven mogelijk te maken’ De vele negatieve en positieve aspecten die de bijbel over dit onderwerp oproept, worden als volgt samengevat door de joodse publicist W. Whitlau (in zijn artikel ‘Geweld in de bijbel’): Het mag duidelijk zijn ‘dat het in de Hebreeuwse bijbel en in de interpretaties die de mondelinge Tora daarom heen weeft, aanmerkelijk minder bloeddorstig toegaat, dan men op het eerste gezicht wel denken zou. Oorlog wordt gezien als een soms onvermijdelijk proces van doorbraak. Oorlog bezoedelt altijd, ook al wordt ze gevoerd om uiteindelijk ménselijk leven op aarde mogelijk te maken. Ook in onmenselijke situaties die de oorlog meebrengt, zal waar mogelijk menselijkheid moeten worden hooggehouden. Geweld en oorlog zijn in de bijbel en jodendom nooit probleemloos, nooit volstrekt legitiem, laat staan geheiligd. De vraag is niet of er ooit geweld mag worden gebruikt. De vraag is hoe we zo met geweld in de wereld omgaan, dat er een wereld van vrede, een wereld zónder geweld kan ontstaan’.
Rodeef Oorlog of niet, er kunnen zich situaties voordoen, waarin de mens medeplichtig wordt aan onmenselijkheid, door die onmenselijkheid te laten voortbestaan. Om dat te voorkomen, door ‘gerechtvaardigd’ geweld te gebruiken, kent de rabbijnse traditie het model van de ‘rodeef’. Een ‘rodeef’, een ‘achtervolger’, heeft het oogmerk iemand te doden, die kennelijk de
intentie heeft een ander om te brengen. In de huidige situatie in Israël kunnen we die rechtvaardiging herkennen, wanneer bijvoorbeeld een Palestijn in een auto vanuit een helikopter wordt gedood. Het blijkt vrijwel altijd om ‘bommenmakers’ te gaan, die de intentie hadden om Israëlische burgers te doden. In april 2006 maakte generaal Amos Yadlin bekend dat Iran raketten in Noord-Korea had besteld. Met een bereik van 2500 km zou zowel Israël als ook Europa ‘een potentieel radioactieve woestenij’ kunnen worden. Peter Bjørn Perlsø schreef op een website: ‘Tijd om aan te vallen. Ik geloof in vergelding van bedreiging. In de Talmud Sanhedrin 72a staat: Wanneer hij komt om je te doden, dood hem eerst.’ Het principe is afgeleid van de Bijbeltekst uit Exodus 22:2-3: Betrapt iemand de dief op heterdaad en slaat hij hem dood, dan laadt hij daarmee geen bloedschuld op zich. Gebeurt dit echter na zonsopgang, dan laadt hij wel bloedschuld op zich. ‘Raba zei: Waarom is deze wet op het inbreken ingesteld? Omdat er de vooronderstelling is, dat de eigenaar zich niet terughoudend zal opstellen, als het erom gaat zijn bezit te verdedigen. Daarom zal de dief van te voren bedacht hebben: Als ik daar naar binnen ga, zal de eigenaar mij willen tegenhouden om de diefstal te voorkomen. Als dat gebeurt, zal ik hem doden. Daarom schrijft de Tora voor: Wanneer hij komt om je te doden, dood hem het eerst.’ (uit: BT Sanhedrin 72a) Zoals altijd in de rabbijnse traditie, is dat niet een blanco cheque om te doden. De achtervolger, de rodeef, moet zich ook bewust zijn, dat hij de moord wellicht kan voorkomen door de vermeende dader te verminken, door een arm of been van hem te breken. (BT Sanhedrin 57a en 74a).
Wat moet je ervan denken? a. Geweldloosheid? Er is een bekende anekdote van Sam en Moos in Wereldoorlog I, die uit de loopgraven springen en roepen: ‘Stop met schieten, hier zitten mensen’. Alsof mitrailleurvuur uit schuttersputjes in het verlengde ligt van prijsschieten tijdens een
drijfjacht op konijnen. In ieder geval roept dit het gevoel op, dat het ‘bij de beesten af’ is om mensen te doden. Vanuit de christelijke traditie citeren we graag de opmerking van Jezus tegen Petrus, wanneer hij Malchus het oor heeft afgeslagen: Steek je zwaard terug op zijn plaats. Want wie naar het zwaard grijpt, zal door het zwaard omkomen (Matteüs 26:52). Of wij het recht hebben om ons daarop te beroepen, om geen geweld te gebruiken in het huidige Israël en de ander de les te lezen? Dat ligt vanwege het in onze eigen traditie gehanteerde geweld niet echt voor de hand. Welke politiek moet gevoerd worden om de woorden van Jesaja 2:4 werkelijkheid te laten worden? Ploegijzers in plaats van zwaarden, het tot stand brengen van een messiaanse toekomst van een geweldloze samenleving. Daar is niet zomaar een antwoord op te formuleren. b. Gerechtvaardigde oorlog? En dan, is oorlog niet ook een noodzakelijk kwaad? Waar Jesaja de zwaarden wil omsmelten, ziet Joël in 4:10 (NBV; 3:10 NBG) een oorlog opdoemen. De noodzaak dient zich dan aan om ploegijzers weer tot zwaarden en snoeimessen weer tot speren te smeden. En wel in de tijd ‘dat ik het lot van Juda en Jeruzalem ten goede keer’ (Joël 4:1 NBV; 3:1 NBG). ‘Israël voert een existentiële oorlog’, schrijft het CIDI (Centrum Informatie en Documentatie Israël). In tegenstelling tot de Hezbollah is Israël niet uit op de vernietiging van welke staat dan ook, of de uitroeiing van een volk. In 1992 nog verklaarde Hezbollah zich bereid, dat wel ten opzichte van Israël te willen: ‘Het is een totale oorlog, tot de vernietiging van Israël en de dood van de laatste Jood op deze wereld’. De CIDI-conclusie ziet dat als ‘een openlijk verklaarde genocide. Israël voert in dat licht bezien geen territoriale, maar een existentiële oorlog. Anders dan de Hezbollah heeft Jeruzalem niet de bedoeling burgers te doden’. Bij dat laatste zetten de Nederlandse Joden van ‘Een ander Joods geluid’ echter vraagtekens, zeker toen duidelijk werd dat er in de Libanon-oorlog fragmentatiebommen Friesch Dagblad, 10 augustus 2006.
werden gebruikt, die niet helemaal koosjer zijn. c. Etnische zuivering? De hectiek van het geweldadige conflict wordt wel teruggevoerd op ‘een etnische zuivering’ vanaf 1948 door de Joodse staat. De Joodse historicus Ilan Pappe stelde dat onlangs scherp aan de orde met de publicatie van zijn boek: Etnic cleansing of Palestine. Ratna Pelle, medewerkster van de website Israel-Palestina.info, reageert op de eenzijdigheid van dat standpunt. ‘In tegenstelling tot wat Pappe beweert, is nooit officieel besloten tot het etnisch zuiveren van Palestina, wel tot het innemen en verwoesten van strategisch gelegen dorpen van waaruit aanvallen werden uitgevoerd. Beide kanten maakten zich schuldig aan oorlogsmisdaden. Hoewel een deel van de zionistische leiders blij was met de vlucht van de Arabieren, was er ook scherpe kritiek en werden de Arabieren soms actief in bescherming genomen. Palestijnse en Arabische leiders verklaarden openlijk hun doel om de Joden uit Palestina te verdrijven.’ ‘Het feit dat de Palestijnen om verschillende redenen vluchtten, zowel vanwege de oproepen, als door actieve verdrijving, alsook vanwege het oorlogsgeweld, allerhande geruchten en de vlucht van de eigen lokale leiders, is uiteraard ingewikkeld ... Maar Pappe’s claim dat de vermeende etnische zuivering van weleer nooit is gestopt, is absurd. De bevolking in de bezette gebieden is sinds 1967 gestaag gegroeid, de kindersterfte gedaald en de levensverwachting en welvaartsniveau gestegen. De nederzettingen zijn verkeerd, de muur en de checkpoints maken het leven van de Palestijnen soms onnodig moeilijk, en Israëlische soldaten zijn soms wreed; dit alles staat echter los van het begrip ‘etnische zuivering’.’
Tot slot Dit katern is niet bedoeld om een veroordelend standpunt in te nemen in dit conflict. Ze draagt hopelijk bij in de onderlinge discussie in de verschillende gespreksgroepen om een eigen standpunt te bepalen. Ik ben me er van bewust dat nog Op de website Israel-Palestina.info en in Trouw.
Kaïn en Abel, Aalesund Kerk in Noorwegen.
Juni 2007
Kerk Kerk && Israël Israël Onderweg Onderweg
andere argumenten en invloeden een rol spelen in deze complexe oorlogssituatie. De kop in het zand steken is echter geen optie. Laten we de opmerking van Karl Jaspers ter harte nemen: ‘De militarist verzwijgt de gruwelen van de oorlog, de pacifist verzwijgt de gruwelen van de vrede’, wanneer hij daarmee onrecht laat voortbestaan. Laat het ons er niet van weerhouden de weg van de vrede te verkennen. Bart Seelemeijer
Gespreksvragen 1. Herkent u de genoemde oorzaken van geweld in het bestaande conflict in het Midden-Oosten? En speelt ´geloof´ nog een rol? 2. Is de lijn van Kaïn in de Bijbel echt definitief ten einde, zoals Jagersma aangeeft? 3. Spelen de genoemde oorzaken ook een rol in ‘niet geweldadige’ conflicten in de samenleving of in uw persoonlijk leven? 4. Kunt u zich vinden in de verhouding tussen de door Whitlau geformuleerde
bijbelse visie op geweld met betrekking tot de staat Israël? 5. Is het principe van de ‘rodeef’ een gerechtvaardigde overweging om ‘toe te slaan’? 6. Wat vindt u ervan dat de Bijbeltekst (Exodus 22:2-3) zo wordt uitgelegd? 7. De teksten over de ‘zwaarden en de ploegscharen’ lijken of zijn tegenstrijdig (Jesaja 2:4 en Joel 4:10 NBV). Hoe gaat u daarmee om? Geraadpleegd en te raadplegen literatuur • Tzvi Marx, Een tijd om te doden... in: Tenachon, De Levenscyclus, nr. 15, febr. 2006. • W. Whitlau, Geweld in de bijbel, in: Niet in de hemel, Baarn 1985, p.180-190. • K.A.D. Smelik, Een tijd van oorlog, een tijd van vrede, Zoetermeer 2005. • H. Jagersma, Verklaring van de Hebreeuwse Bijbel, Nijkerk 1995. • CIDI, Israël voert existentiële oorlog, in: Reformatorisch Dagblad, 9 augustus 2006; Friesch Dagblad, 10 augustus 2006. • Trouw, 2 februari 2007, E. Mulder, Etnische zuivering die nooit is gestopt. Interview met Ilan Pappa, Joods historicus, over zijn boek Etnic cleansing of Palestine. • Trouw, Podium, 8 februari 2007, Ratna Pelle, Er was en is geen sprake van etnische zuivering. • PC Zapper, Gemiste uitzendingen NCRV: Tegenpolen, 19 november 2006, Lody van der Kamp en Harry de Winter. Websites • www.gatago.com, 28-04-2006, Peter Bjørn Perslø. • www.cidi.nl, 17 augustus 2006, Vraag en antwoord met betrekking tot het conflict tussen Israël en Hezbollah. • www.rhr-na.org, Rabbi B. Walt & J. Greenfield, Rodef, A rabbinic Resource on Jewish Values and Issues of Torture. • www.jewishencyclopedia.com War, Ban, Achan. • www.Trouw.nl • www.Israel-Palestina.info
Colofon InZicht
Juni 2007
Uitgever: Dienstenorganisatie Protestantse Kerk in Nederland Joseph Haydnlaan 2a 3533 AE Utrecht Postbus 8504 3503 RM Utrecht telefoon (030) 880 13 40 fax (030) 880 14 45 e-mailadres
[email protected] website www.pkn.nl/kerk&israel
Kerk Kerk && Israël Israël Onderweg Onderweg
Redactie: Marieke den Braber (hoofdredacteur) Greetje van der Harst-de Leeuwe Marieke den Hartog Co Kooman Max Mesman (eindredacteur) Henk de Ruiter Bart Seelemeijer Jacobi Vlaming Adri van der Wal
Israël is springlevend! Staat Israël en niet Sjoa is graat in de keel van de kerk De terugkeer van het Joodse volk naar het land Israël na 1800 jaar ballingschap heeft twee gevolgen die als een graat in de keel van de kerk zitten: Het heilige land is een concreet gebied geworden: Israël met Jeruzalem als hoofdstad.
Een land met een hoofdstad: Jeruzalem
Het kan niet meer gereduceerd worden tot iets spiritueels, met Christus als heilige plaats, en een ‘hemels’ Jeruzalem. Verder is de Joodse ballingschap niet langer het levende bewijs van de claim dat het christendom het ‘oude’ Israël heeft vervangen, door het ‘nieuwe’. Want het ‘oude’ Israël is terug, levend en wel! Aartsvader Abraham werd in de Tora (Genesis 12:7) een land beloofd als deel van het verbond. Christenen hebben deze belofte vaak gespiritualiseerd. Het land, Jeruzalem en de Tempel werden tot niet-geografische, spirituele, transcendente dimensies. Augustinus (4e eeuw) presenteerde een triomfalistische theologie die tot zeker 1948 gebruikt werd door christelijke voorgangers: De Joden waren verdeeld over de aarde omdat ze Jezus omgebracht hadden. De standaard theologie ging ervan uit dat Joden lijden omdat ze geweigerd hebben Christus te aanvaarden. Hun lijden is de straf voor de kruisiging van Christus. De verschrikkingen van de Sjoa konden worden ‘verklaard’ met behulp van deze theologie. Gelukkig heeft de katholieke kerk deze leer officieel laten vallen met de Nostrae Aetate-verklaring in 1965.
Met nieuwe ogen De nieuwe realiteit sinds 1948 daagt het christendom uit: de staat Israël is de terugkeer van een geografische Joodse geschiedenis. De christelijke gemeenschap moest met nieuwe ogen naar zichzelf kijken, in relatie tot de Joodse gemeen schap. Het Jodendom bleek geen oude stoffige religie, waaruit je kon leren over de leefwereld van Jezus. De landbelofte kon niet meer spiritueel bezien worden. De staat
Juni 2007
Israël was een realiteit en het Joodse volk bleek springlevend. Mei 1948 luidde een nieuw tijdperk in voor de Joods-christelijke relatie. Ik overdrijf niet, wanneer ik zeg dat Israël en niet de Sjoa het debat bepaalde in de jaren vijftig of er wel of geen missie bedreven moest worden onder de Joden. Een uitspraak uit de Talmoed parafraserend: ‘Wat meer dan 1800 jaar christelijke ontkenning van Israël en het Joodse lijden niet deden, deed de stichting van de staat Israël in 1948’. Het opende een zelfkritisch christelijk denken, dat de impuls is geweest voor een hernieuwd overdenken van de christelijke identiteit, nu de Joodse gemeenschap, het Jodendom en de staat Israël zo levend bleken. Hoe moeilijk dat is, blijkt uit een citaat van Bram van de Beek: ‘Zij [de Joden] zijn de eersten om hun land op te geven. Zij hebben een thuis dat niet ontnomen kan worden: een erfdeel van heiligen in het Licht... Dat betekent dat er niet meer zoiets als een specifiek land voor Israël kan zijn’.1
van de bijbelse belofte, omdat de idyllische profetische beloften niet gerealiseerd worden. Het zijn deze christenen die moeite hebben met het vieren van ‘Israëlzondag’. Gelukkig zijn er ook christenen die niet in deze ontkenning meegaan. Zij hebben de moed om kritisch te kijken naar het christendom. Ze ontwikkelen een nieuwe kijk op het Jodendom en het Joodse volk, door Israël serieus te nemen. Israël is voor hen een ‘wonder’ dat gebeurde in deze tijd. Op geen enkele manier worden ze daardoor beperkt om eerlijk en kritisch naar Israël te kijken, vanuit een zorg voor het welzijn van Israël en zijn buren. Ze hebben daartoe het recht, maar alleen als ze het recht op terugkeer van het volk Israël naar het land Israël niet ter discussie stellen. Tzvi Marx Rabbijn dr. Tzvi Marx is directeur van de Folkertsmastichting voor Talmudica, Hilversum, en docent Jodendom aan de Radboud Universiteit
Theologische verandering De stichting van de staat Israël leverde een onvermijdelijke theologische verandering op voor het christendom, dat zichzelf zag als vervanging van het oude Israël, als het ware Israël. Sommige christenen reageerden met ontkenning. Ze zagen de staat niet als een theologische uitdaging, maar als een vluchtplaats voor de Joden na het leed van de Holocaust. Deze tijdelijke staat zou uiteindelijk in een algemene Arabische staat (moeten) opgaan, waar Joden welkom zouden zijn, maar niet soeverein. Als het moderne Israël als voortzetting van het bijbelse en profetische verleden wordt ontkend, kan de mythe van het christendom als het ‘ware’ Israël overeind worden gehouden. De
Nijmegen. 1 A. van de Beek, De kring om de Messias. Israël als volk van de lijdende Heer, Meinema, Zoetermeer 2002, blz. 362.
Niet de Sjoa is de graat in de keel (foto is genomen in Yad Vashem).
Het Jodendom bleek geen oude stoffige religie aanhangers van deze theorie vergroten Israëls fouten, om maar te onderstrepen dat het moderne Israël geen vervulling kan zijn
Kerk & Israël Onderweg
11
Magen David Adom: Wie één leven redt, heeft een hele wereld gered Nederland kent het Rode Kruis, Turkije de Rode Halve Maan en Israël de Rode Davidsster. Waarom is er niet gewoon één internationale medische hulporganisatie? In dit artikel gaan we na, hoe het zo ingewikkeld kon worden en hoe er misschien weer eenheid ontstaat.
In 1918, het laatste jaar van de Eerste Wereldoorlog, streden meer dan 1500 Joodse vrijwilligers mee met de Britten in Palestina, het zogenaamde ‘Joodse Legioen’. Het onderdeel daarvan, dat medische zorg verleende, gebruikte de rode Davidsster als embleem. Toen Magen David Adom (MDA) in 1949 om erkenning van het Internationale Rode Kruis vroeg, werd de aanvraag echter (met één stem!) verworpen, vanwege het embleem. Hoewel het Rode Kruis het eigen embleem zag als een hommage aan de Zwitserse oprichter Jean Henri Dunant, namelijk een omgekeerde Zwitserse vlag, werd in Israël het kruis toch vooral als christelijk symbool gezien. Dat verwees voor Joden niet zozeer naar humaniteit, maar naar de kruistochten en alle ellende die Joden was aangedaan. Ook de verhouding tussen Israël en het Rode Kruis was al een ambivalente, vanwege de dubieuze rol die het Rode Kruis speelde tijdens de Tweede Wereldoorlog. (Uit archieven is gebleken dat het Rode Kruis op de hoogte was van de vernietigingskampen, dat er zelfs sprake was van collaboratie en dat men zich door de Nazi’s liet misleiden bij een inspectie van Theresienstadt.) Het Islamitische Rode Halve Maansymbool (zelf een reactie op het kruisteken) kwam niet in aanmerking, vanwege het conflict
van Israël met de Arabische buurstaten. De Davidsster was een oud symbool, dat al dateerde van de 7de eeuw voor Christus.
Erkenning In 1950 werd Magen David Adom bij wet de enig erkende eerste hulporganisatie in Israël, die zich houdt aan het reglement van het Rode Kruis. Ze verleent bijstand aan iedere Israëli, ongeacht geloof, afkomst of politieke overtuiging. Ze maakt gebruik van ambulances, eerste hulpposten en een bloedbank. In 1986 sloot de Rode Halve Maan zich aan bij het Internationale Rode Kruis. Omdat de Islamitische landen binnen de conferentie van lidstaten een meerderheid vormden, kon Israël worden buitengesloten. Pas in juni 2006 werd MDA erkend als volwaardig lid van het Internationale Rode Kruis en de Rode Halve Maan-organisaties.
Rode Kristal Als oplossing voor de gevoeligheden heeft men een neutraal embleem ontworpen, de Rode Kristal, die gebruikt kan worden bij operaties buiten Israël, indien de situatie neutraliteit vereist. Zo heeft MDA bij rampen in het buitenland (bijvoorbeeld Turkije, Zaïre, Sri Lanka) hulp geboden in samenwerking met het Internationale Rode Kruis. Ook werkt MDA
samen met de Arabische Rode Halve Maan. Elk jaar wordt er een Internationaal MDACongres gehouden. Het laatste congres werd toegesproken door de Jordaanse Dr. Mohammed Al-Hadid. Bijzonder is dat de organisatie met heel veel vrijwilligers werkt. In 2004 waren dat er 10.000, waarvan 5000 tieners, die tijdens zomer cursussen werden getraind. Ongeveer 80% van de eerste hulpverlening wordt door vrijwilligers verricht.
In Nederland In 1981 werd de stichting Magen David Adom Nederland opgericht, voor fondsen werving. Inmiddels heeft de stichting 6000 donateurs. Uniek is dat de donateurs zowel Joden als christenen zijn. Vorig jaar is er 500.000 euro bijeengebracht. In Israël rijden enkele ambulances rond met het opschrift ‘Vrienden van Magen David Adom Nederland’. Nieuwste projecten zijn de aanschaf van enkele eigen bemande helikopters (tot nu toe werden helikopters van de luchtmacht ingezet) en een verbeterd communicatie netwerk. Als je meer wilt weten of geïnteresseerd bent in het ondersteunen van MDA kijk dan op www.mda-nederland.nl Greetje van der Harst - de Leeuwe Meer informatie: Stichting Magen David Adom Nederland. e-mail:
[email protected]
Juni 2007
Kerk & Israël Onderweg
12
Op zondag Joodse wortels op Iona? Is er een Israël-theologie te vinden in de liederen uit Iona? Dat is een typisch Nederlandse vraag. Het antwoord is typisch Brits: dat hangt ervan af. In dit artikel geeft Martin Grashoff wat achtergrondinformatie, waarmee u zelf kunt kiezen uit beschikbare liederen.
Op Iona vragen we nooit naar de Joodse wortels van het christelijk geloof. We worden eerder geacht om solidariteit te tonen met ‘de verdrukte Palestijnen’ en gepaste onvrede over ‘de imperialistische politiek’ van de staat Israël. Tegen welk simplisme sommigen soms gepast tegengas geven, onder wie een Nederlandse dominee en een Palestijnse vrijwilliger. Een Israël-theologie? Nee, niet echt.
‘Keltische’ spiritualiteit De spiritualiteit, die als Keltisch wordt aangeduid, heeft meer in zich dan romantiseren over een verondersteld goddelijke schepping. Op Iona zijn we daar behoorlijk kritisch over. Spiritualiteit dient stevig geaard te zijn, verbonden met concreet handelen in het dagelijks leven. Voor mij persoonlijk is dat een link naar de Joodse wortels van mijn geloof. Al wat de ENE heeft gesproken zullen we doen en willen we horen (Exodus 24:7). Handelen komt eerst. In vele Iona-liederen is dat terug te vinden. De Iona Community is beter te typeren met het label ‘orthopraxie’ dan met ‘orthodoxie’. Het leven is gelukkig sterker dan de leer. Vaak wordt verwezen naar een ‘incarnational theology’. Dit gaat over God die in en tussen mensen ontmoet kan worden en ons aanspreekt. Dat klinkt theologischer dan het feitelijk is. Voor mij persoonlijk betekent dat niet dat God mens werd. Dat lijkt mij onbijbels. Johannes formuleert heel zorgvuldig: het Woord werd vlees, de hoorbare reflectie van God, niet de ENE zelf (Johannes 1:1-14).
Eerlijk gezegd kan ik deze voor mij absoluut wezenlijke nuance, op Iona nauwelijks uitleggen. Een vrouwelijke rabbijn uit Amerika, een Nederlandse arts en een paar kritische Britten snapten het, maar de meeste mensen mixen vrolijk Jezus, God en de Geest door elkaar als uitwisselbare grootheden. Maar is dat echt zo verschillend van Nederland? Dat gezegd hebbend, is een kritische benadering van liedteksten wel nuttig.
Gerechtigheid en vrede De nadruk op het doen van gerechtig heid en het werken aan vrede is terug te vinden in vele liederen. In de praktijk gaat dat over concrete zaken, zoals het verzet tegen de vervanging van het huidige Britse kernwapenarsenaal - à raison van 20-40 miljard pond, de strijd tegen vrouwenhandel (jazeker, Nederland is in beeld), inzet voor milieu en eerlijke handel. Een van de gebeden die we geregeld gebruiken in vieringen, is letterlijk geschreven voor de poort van Faslane, de basis van de Trident-onderzeeërs. Ook als deze activiteit naar Nederlandse smaak wat gedateerd lijkt, blijft de kern van de zaak volledig overeind. Het is een zegen voor de kerk dat er nog steeds een beweging is, die zich durft uitspreken over maatschappelijk onrecht. Die het waagt voor schut te gaan of te worden gearresteerd, en die daarmee een duidelijk getuigenis geeft van wat navolging inhoudt.
dat de beker terugkomt als ‘The blood of Christ’. Voor mij is dat wat teleurstellend en weinig vernieuwend. God vraagt geen mensenoffers - zie Genesis 22:10-13, lees de Psalmen en Profeten maar blijft de rechtvaardige trouw tot voorbij de dood. Dat lijkt mij dichter bij de kern. Toch zing ik graag een aantal tafelliederen van hier, omdat ze gewoon mooi zijn. En daar kan een onnauwkeurige vertaling bij van pas komen. In de Neder landse liedbundel transformeert Alfred Bronswijk ‘This is the body of Christ’, een van mijn favorieten, in een ‘better than the original’-versie (‘Brood, hier gedeeld’). Uiteindelijk ben ik het eens met een opmerking van Roel Bosch, studenten predikant in Maastricht, dat de eenvoud en directheid van de Iona-liederen hun kracht is. Kies dus in de eerste plaats met gevoel en niet als een inquisiteur. Mijn absolute favoriet? ‘Heaven shall not wait’, in het Engels. Martin Grashoff Martin Grashoff is emeritus-predikant in de Protestantse Kerk. Hij woont en werkt drie jaar op Iona en is op zoek naar een inspirerende gemeente in Schotland.
Trouw tot voorbij de dood Op een aantal punten kunnen Ionaliederen tamelijk traditioneel zijn. Tafelliederen weerspiegelen vaak een conventionele verzoeningsleer: Christus offert zich voor ons heil. Ongeacht welk goed bijbels woord je meegeeft als de wijn rondgaat - ‘The wine of the Kingdom’, ‘The cup of salvation’ - je kunt er gif op innemen
Juni 2007
Kerk & Israël Onderweg
Heaven shall not wait for the poor to loose their patience, the scorned to smile, the despised to find a friend: Jesus is Lord; He has championed the unwanted; in him injustice confronts its timely end.
13
Het Evangelie van Judas en de Joods-christelijke dialoog Heeft het Evangelie van Judas betekenis voor de Joods-christelijke dialoog? Toen vorig jaar het nieuws over de vondst naar buiten kwam, waren de eerste reacties uit Joodse kring positief. Eindelijk een rehabilitatie van Judas, eindelijk daarmee de schuld van Jezus’ kruisdood niet gelegd bij de Joden.
Judas (= Iouda(s) = Jehoedah = Jood!) stond eeuwenlang symbool voor het Joodse volk. Sprak men over Judas, dan dacht men aan het Joodse volk. Dacht men aan de Joodse rol bij Jezus’ kruisdood, dan zag men de figuur van Judas. Vanaf de Middeleeuwen tot in onze tijd was Judas de gemene verrader met de hakenneus. Gierig houdt hij de geldbuidel in zijn hand omklemd. Kortom: Judas als perfide en geldzuchtige Jood.
Judas: geen verrader, maar overleveraar En nu dan een ‘evangelie’ waarin Judas niet de slechterik is, maar de held? Dat zet veel op zijn kop. Nu is dit evangelie (op het laatste papyrusblad heet het voluit ‘Het Evangelie van Judas’) niet direct een ‘gewoon’ evangelie, zoals we dat allereerst uit het Nieuwe Testament kennen. In zekere zin is dit een protest-evangelie. Anders dan in de bekende evangeliën is De kus van Judas, fresco van Giotto (ca. 1267-1337)
in het drama van Jezus’ dood. Ook bij Jezus moet de innerlijke, de goddelijke kern uit het lichaam worden bevrijd. Judas weet dat, want hij is Jezus’ ware leerling. Door Jezus over te leveren, werkt hij beslissend mee aan het heil. Zo immers wordt Jezus’ geestelijke kern uit het vergankelijke lichaam bevrijd. Geen verrader is Judas, maar bevrijder. Letterlijk luidt de Koptische tekst: ‘En hij [Judas] gaf Hem aan hen over’. Het Koptisch, de taal van de oude christenen in Egypte, gebruikt hier een leenwoord uit het Grieks dat betekent: ‘overgeven’, ‘over handigen’, ‘overleveren’. Er staat beslist niet: ‘verraden’. We konden dit weten, want ook de bijbelse evangeliën melden bijna altijd dit Griekse werkwoord. Het is alleen - en jammer genoeg - vrijwel steeds tendentieus en daarmee fout vertaald met ‘verraden’. Maar bijna overal melden óók de canonieke evangeliën: Judas levert Jezus over. Daarmee wordt hij niet de gemene Jood, maar is hij op geheimenisvolle wijze een schakel in Gods heilsplan. Karl Barth wist het al: ‘God heeft zo gehandeld, zoals Judas gehandeld heeft’.
Jezus als de Naam en de Profeet
Jezus hier een gnostische wijsheidsleraar. Hij brengt geheime kennis (= gnosis) voor ingewijden. Judas is de ingewijde bij uitstek. Hij alleen weet wie Jezus werkelijk is. Daarom vervult Judas een onmisbare rol
Juni 2007
Door deze nieuwe vondst staat een centraal element van de bijbelse evangeliën in een nieuw licht. Maar er is meer. Gnostische teksten zijn voor ons vaak uiterst merkwaardig. Men moet ze leren lezen, want dikwijls geven ze waardevolle tradities door. Voor het gesprek tussen Joden en christenen meldt het Evangelie van Judas zeker nog twee bijzonder belangrijke gegevens. Allereerst het feit dat Jezus diverse keren ‘de Naam’ wordt genoemd. Dat verwijst
Kerk & Israël Onderweg
naar Joods-christelijke spreken zoals dat in de oergemeente van Jeruzalem voorkwam en ook in veel oude Joods-christelijke bronnen te vinden is. En met ‘Joodschristelijk’ bedoel ik hier: afkomstig van de oudste christenen, die allen Joden waren. Zij hebben over Jezus niet gesproken in ingewikkelde termen als de ‘Godmens’ of over Christus als zijnde ‘twee naturen’ en ‘een Persoon’. Dergelijke taal, waarmee de Griekse en Latijnse kerk later getracht heeft een mysterie te omschrijven, was hun vreemd. De eerste Joden die in Jezus hun Messias erkenden, noemen Hem ‘de Naam’. Dat wil zeggen: Jezus is de wezensopenbaring van God. ‘De Naam’ is het heilige Tetragrammaton, de vier letters (vgl. Exodus 3:14). Zo spreekt men in de oergemeente over Jezus (bijv. Handelingen 2:21; 4:12). Jezus heeft de Naam ontvangen ‘die boven elke naam is’ (Filippenzen 2:9). En zij zagen in Jezus ‘de Profeet’. Ook dat was een oer-Joodse voorstelling (Deuteronomium 18:15), levend in Jezus’ dagen (Johannes 1:21) en bij de eerste Joodse christenen (Handelingen 3:22; 7:37). Men vindt haar zelfs in de Koran (19:30). Trefzeker meldt het Evangelie van Judas: ‘Hij [Jezus] werd door allen beschouwd als een Profeet’. Kan de nieuwe vondst van belang zijn voor het gesprek tussen Joden en christenen? Krom hout, slag in de goede richting? Gegevens in dit nieuwe ‘evangelie’ brengen oude wegen in zicht. Ze lijken mij zeker begaanbaar. J. van Oort Prof. dr. J. van Oort is deskundige op het terrein van het oudste christendom. Hij is verbonden aan de universiteiten van Utrecht, Nijmegen en Pretoria. Van zijn boek ‘Het Evangelie van Judas. Inleiding, vertaling, toelichting’ verscheen onlangs de derde druk.
Noot van de redactie: Dit is feitelijk juist. Maar de identificatie van Jezus met ‘de Naam’ is in de afgelopen decennia in de dialoog tussen Joden en christenen juist vaak een belemmering gebleken.
14
Te doen onderweg Aankondigingen van activiteiten, waaraan lezers dit kwartaal kunnen deelnemen.
In de provincie Overijssel Enschede. Voor het ‘Twentse Leerhuis’ spreekt in de Opstandingskerk op 19-9, 310, 17-10, 31-10 en 14-11 drs. L. Mock over ‘De Joodse Feestdagen’, en op 23-1, 6-2, 20-2, 5-3 en 19-3 drs. D. van Uden over ‘Het Gouden Kalf’. Inlichtingen: (053) 476 15 49.
In de provincie Zuid-Holland Hendrik-Ido-Ambacht. Op 15 november spreekt de heer R. van Dam over zijn werk voor de ‘Europese Coalitie voor Israël’ in de Elimkerk. Inlichtingen: (078) 681 65 01.
In de provincie Zeeland Middelburg. Van september tot en met april kunt u deelnemen aan de basiscursus bijbels Hebreeuws, die om de twee weken gegeven wordt. Verder kunt u aansluiten bij de vertaalgroep bijbels Hebreeuws, de gesprekskring Joodse gedachtewereld aan de hand van het Achttiengebed, en de basiscursus bijbels Grieks. De docent is Johan Murre. Inlichtingen: (0118) 63 61 77.
In de provincie Utrecht Driebergen. Het ‘Tenachon-leerhuis’ heeft dr. Marcus van Loopik om zijn nieuwe boek ‘Bitter & zoet’ te bespreken, over zestien Psalmen met de daarbij behorende zelf gemaakte kleuretsen. Naast de persoonlijke psalmvertaling door de schrijver, bevat het boek een indrukwekkende belichting vanuit de rijke Joodse traditie. Op één van de avonden zal geproefd worden van ‘het spel van aanspraak en tegenspraak’, het zogenaamde ‘in chevroeta lernen’ aan de hand van Tenachon-vragen en opdrachten. Hierbij zal het eerste nummer van de nieuwe Tenachon-serie over Psalmen worden gebruikt. De besprekingen vinden plaats op 15-10, 29-10, 12-11 en 26-11 in de Morgensterkapel/Maranathakerk. Inlichtingen: (0343) 53 13 92.
Juni 2007
Seizoen 2007-2008 Onze volgende uitgave verschijnt in september. U kunt uw activiteiten voor het seizoen 2007-2008 laten vermelden door uw lijst vóór 1 juli 2007 op te sturen. Bij voorkeur per e-mail: naar
[email protected] Eventueel per post: Kerk en Israël, Postbus 8504, 3503 RM Utrecht. Vermeld datum, plaats en een telefoonnummer voor verdere informatie!
Kerk & Israël Onderweg
Tanach In april is hij uitgekomen: de Tanach. De eerste complete Hebreeuwse bijbel met Nederlandse vertaling sinds 1868. Op 19 september 2007 is er een speciaal symposium ter gelegenheid van het verschijnen van deze unieke tweetalige teksteditie. Dit symposium is een initiatief van het Nederlands Bijbelgenootschap (NBG) en de Sja’ar Stichting in samenwerking met de Katholieke Raad voor Israël (KRI), Kerk & Israël (PKN) en de Faculteit Katholieke Theologie (Universiteit van Tilburg). De organisatie is in handen van LUCE / Centrum voor Religieuze Communicatie (UvT). Op het symposium komen experts uit de joodse en christelijke traditie aan het woord. Aandacht wordt gegeven aan de bijzondere positie van de Hebreeuwse taal. Ook wordt ingegaan op diverse joodse vertalingen in heden en verleden. Ook komen de kleine, maar veelbetekenende wijzigingen aan bod in de Nederlandse tekst van de Nieuwe Bijbelvertaling binnen deze joodse uitgave. Met medewerking van prof.dr. Panc Beentjes (UvT), prof.dr. Judith Frishman (UvT), prof.dr. Irene Zwiep (UvA), drs. Henk Heikens (KRI) en dr. Peter Booij (NBG). Het symposium vindt plaats op woensdag 19 september 2007, van 14.00 tot 16.30 uur in de Boothzaal (Universiteitsbibliotheek) aan de Heidelberglaan 3 op de Universiteits campus De Uithof te Utrecht (goed bereikbaar per auto of openbaar vervoer). De toegang is gratis, maar opgave vooraf is noodzakelijk. U kunt zich opgeven via
[email protected] of (030) 253 21 49.
15
Joods Historisch Museum: Werkplaats van het geheugen Het Joods Historisch Museum (het presenteert zich op folders met kleine letters jhm) in Amsterdam bestaat 75 jaar. Gestart in 1932 in het Waaggebouw is het sinds 1987 gehuisvest in het synagogencomplex tegenover de Dokwerker. Dat jubileum evenals de verhuizing van 20 jaar geleden werd op 23 februari gevierd met openstelling van vernieuwde expositieruimten.
Wie weet hoe dit museum voordien gehuisvest was, kan alleen maar verrukt zijn over de nieuwe indeling. Het grondpatroon wordt gevormd door vier voormalige synagogen, tegen elkaar aangebouwd en uit verschillende jaren: de Grote Synagoge uit 1671, de Obbene Sjoel uit 1685, de Dritt Sjoel uit 1700 en de Nieuwe Synagoge uit 1752. Elk gebouw heeft weer zijn eigen geschiedenis. Het mooiste aanzicht op dit unieke complex - waar ter wereld vind je nog een dergelijke samenballing van gebedshuizen? - heb je vanaf het Jonas Daniël Meijerplein bij de Dokwerker. Om binnen te komen moet je dan een drukke verkeersader over. En eenmaal binnen via de Sjoelgass - de zij-ingang tussen Grote Synagoge en Dritt Sjoel - moet je je laten leiden door de kleuren van en op de muren. Die wijzen je de weg in deze museale doolhof.
Religie en geschiedenis Wat wil je zien? Waarin ben je geïnteresseerd? Een dominee die zijn catechisanten van binnenuit een synagoge wil laten zien, doet er goed aan eerst de Portugees Joodse Synagoge aan de overkant van het Jonas Daniël Meijerplein te bezoeken. Daar kan hij het eeuwenoude grondpatroon van elke synagoge aanwijzen, in solide en majestueuze staat: de arke in het Oosten, de bima in het midden, de vrouwengalerijen.
De benedenverdieping van het JHM is dan direct herkenbaar en met de audiotour in de hand kan elke leergierige zelfstandig van al die tentoongestelde religieuze attributen te weten komen waarvoor ze dienen, en zich laten voorlichten over de Joodse feesten. Wie daarna rechts het trapje opgaat, komt op de vrouwengalerij en krijgt daar de geschiedenis van het Nederlandse Jodendom tussen 1600 en 1900 voorgeschoteld. Via een loopbrug beland je vervolgens op de galerijen van de Nieuwe Synagoge, waar de geschiedenis van 1900 tot heden present wordt gesteld. Daar is gebruik gemaakt van de nieuwste technische snufjes en verplaatsen filmbeelden op drie wanden je onmiddellijk bij het lot van de Joden vóór, tijdens en ná de Tweede Wereldoorlog. Intussen kun je je bij de verschillende objecten rustig en individueel via veertien beeldschermen verder laten informeren over bijvoorbeeld de Amsterdamse Jodenbuurt, het Joodse leven in de provincie, onderduiken, Westerbork. Die beelden en persoonlijke verhalen laten je niet onberoerd, maar de vrolijke noot wordt ook getoond. Bijvoorbeeld in de Ajaxmuts met Davidsster, al zegt het huisblad daarvan dat Ajax zelf niet blij is met het ‘Joods imago’. Kortom, voor mij was de nieuwe expositie op de galerijen van de Nieuwe Synagoge in zijn lief en leed een ontroerende verrassing.
Kindermuseum
Joods Historisch Museum. Foto: Jeroen Nooter
Juni 2007
Niet geheel nieuw, maar wel modern van opzet is het Kindermuseum. Het is nu ondergebracht in de voormalige Obbene Sjoel, telt drie verdiepingen en bevat vijf kamers. In elke kamer wordt een film vertoond, alle gemaakt door cineast Frans Weisz. In de woonkamer stelt Max de Matze de
Kerk & Israël Onderweg
Tentoonstelling Religie. Foto: Liselore Kamping
familie Hollander aan je voor; in de keuken krijg je te horen wat koosjer is en wat niet (en mag je een challe gaan bakken); in de studeerkamer word je wegwijs gemaakt in de Tora (en kun je met Hebreeuwse letters je naam leren schrijven); in de muziekkamer klinkt de ramshoorn (en kun je met ratels en trommels spelen); op zolder kun je met Benji Hollander wegdromen op het hemelbed en je eigen wenswereld dromen. Deze permanente tentoonstelling voor kinderen is speels van opmaak en heeft een hoog educatief gehalte. Voor schoolgroepen zijn er aparte educatieve programma’s en gelden aangepaste prijzen. Bij de officiële opening werd gesteld dat het JHM tot Werkplaats van het geheugen wil dienen. Ons geheugen is kwetsbaar, want vergeetachtig. Vandaar dat dit museum vanaf nu het collectieve geheugen van de Nederlandse samenleving ook wil opfrissen met evenementen (inleidingen, lezingen, films) in het nieuwe auditorium. Henk Lensink Wie de evenementenagenda wil raadplegen en/of nadere informatie over dit museum wil verkrijgen, kijkt op internet op www.jhm.nl.
16
Boekbespreking Genuanceerd pleitbezorger Palestijnen De Utrechtse Oudtestamenticus Th. C. Vriezen kende het Midden-Oosten en zijn bewoners goed, ook uit eigen ervaring. Hij verbleef er langere tijd in 1924, 1950 en van 1954-55. Als archeoloog en bijbelweten schapper had hij oog voor de ‘feiten op de grond’, en niet alleen die van het bijbelse tijdvak. Als theoloog verdiepte hij zich terdege in alle aspecten van de staats vorming van Israël en propageerde hij het kijken naar twee kanten. Hij schreef zelfs een boek waarin het Palestijnse vluchtelingenvraagstuk aan de orde werd
Web-bespreking De website www.kerkenisrael.nl Het Deputaatschap Kerk en Israël van de Christelijk Gereformeerde Kerken heeft als website: www.kerkenisrael.nl. Een over zichtelijk en goed leesbare site, met meteen al een aardigheidje. De cursor verandert in een jadje. Dat maakt het aanklikken van de beschikbare pagina’s soms lastig, maar eenmaal gewend, is hij heel ‘handig’. Een overzicht van de beschikbare pagina’s meldt onder meer: ‘activiteiten’, het blad ‘Vrede over Israël’, ‘Joodse feesten’ en ‘over het Jodendom’. ‘Speciale pagina’s’ geeft direct een duidelijk overzicht van alle thema’s die beschikbaar zijn.
gesteld. De hier verzamelde lezingen van zijn hand (uit de jaren 1959-1970) vind ik minstens zo interessant als de bijdragen van zijn leerlingen/volgelingen. Het boek kan besteld worden door € 10 (incl. verzendkosten) over te maken op girorekening 83 65 289 van de Th.C. Vriezenstichting te Utrecht. Vermeld daarbij: ‘Bestelling bundel’. Marieke den Hartog Meindert Dijkstra en Karel Vriezen (red.), ‘Zijt gij voor Israëls...’ (Amos 9:7). Over de visie van Th. C. Vriezen op Israël en Palestina in het licht van de actualiteit van het Israëlisch-Palestijnse Conflict. Utrechtse Theologische Reeks, deel 54. 2006. ISBN 90 72235 61 4.
Bijvoorbeeld: tefilien. Gedegen en heldere informatie over de Joodse gebedsriemen. Verwijzingen naar Bijbelteksten in ‘rood’ levert bij aanklikken de betreffende NBG-tekst. Er zijn liturgische teksten en verwijzingen naar het Nieuwe Testament. Foto’s illustreren het gebruik en het maken van de tefilien en er is een verwijzing naar een uitgebreider artikel in het blad ‘Vrede over Israël’. Van dat blad zijn 250 artikelen in ‘archief’ en ‘printklaar’ beschikbaar. Tip: Er is lijst van Hebreeuwse woorden met Nederlandse uitspraak en uitstekende verklaringen. Ook zijn er relevante links naar Israël, Jodendom, Kerk en Israël, Messias belijdende Joden en diversen. Een website die het bezoek waard is. Bart Seelemeijer
Afzender
Geef u op voor een abonnement of proefnummer
Mevrouw/de heer *
met behulp van deze bon. Een particulier
(doorstrepen wat niet van toepassing is)
abonnement kost € 8 per jaar; u ontvangt voor de betaling een acceptgirokaart. Pakketabonnementen Voorletter(s)
abonnementenadministratie van Kerk & Israël Onderweg, tel. (030) 880 17 25, e-mail
[email protected].
Achternaam
(Kruis aan wat van toepassing is) 0 Ik abonneer me op Kerk & Israël Onderweg voor € 8 per jaar.
Straat en huisnummer
0 Stuur mij het eerstvolgende nummer van Kerk & Israël Onderweg als gratis proefnummer. 0 Informeer mij over een cadeau-abonnement.
In deze column geeft Marieke den Hartog, projectmedewerker Kerk en Israël van de Protestantse Kerk in Nederland, haar visie op een actueel onderwerp.
Mij niet gelijk aan de kinderen der Ethiopiërs, o kinderen
Abonnement/Proefnummer
zijn mogelijk. Nadere informatie kunt u krijgen bij de
Column Marieke den Hartog
Postcode en woonplaats
✁
AH ook geen koosjer vlees meer Zo luidde de kop in het NIW van 16 februari jl. (blz. 9). Wat bleek het geval? Er is één Albert Heijn-vestiging in Nederland (op het Gelderlandplein in Amsterdam), waar koosjer vlees werd verkocht en nu niet meer. Onder druk van maatschappelijke organisaties werd besloten onverdoofd geslacht halal-vlees uit de schappen te weren. Daarop besloot AH zelf het op Joodse wijze ritueel geslachte vlees ook maar niet meer te verkopen. ‘Zodra we een leverancier vinden die verdoofd geslacht koosjer vlees heeft, zouden we het graag weer verkopen’, aldus een woordvoerder van AH in het bewuste NIW-artikel. Maar ja, dat bestaat niet, aldus rabbijn R. Evers in een ingezonden brief enkele weken later (nr. 26, vanaf blz 69). En houdt AH nu ook op met de verkoop van levend gevilde paling, of levend gekookte kreeften? Een mevrouw schreef ons een brief met de vraag wat de kerk hieraan doet. Welnu, als kerkelijk medewerker, schrijf ik deze column en doe ik een beroep op u als lezers om een gewetensonderzoek te doen: waarom vlees eten, waarom iets anders dan scharrelvlees eten? Maar ook: waarom eigenlijk nog langer bij AH kopen, die er blijkbaar, onder maatschappelijke druk, een dubbele moraal op na gaat houden? Als u wilt dat er op dat terrein iets verandert kunt u beter naar AH schrijven dan naar uw kerk! Ten slotte: misschien moeten we Handelingen 15:29 wel zo lezen dat ook de volgelingen van Jezus uitsluitend ritueel geslacht vlees dienen te nuttigen. Zo interpreteerde ooit Tamara Benima die tekst. Goed idee: dat zou pas echt een staaltje van praktische solidariteit met de Joodse gemeenschap zijn! Marieke den Hartog
Kopieer deze bon of knip hem uit, vul uw gegevens in en stuur de bon in een envelop zonder postzegel op naar: Kerk & Israël Onderweg
Datum
t.a.v. Monique Lagerweij
✃
Antwoordnummer 53019 3503 VB UTRECHT
Juni 2007
Handtekening
Kerk & Israël Onderweg
17
Geen Israël zonder Messiasverwachting Dit stelt M. van Loopik in zijn bijdrage aan de bundel ‘Messianisme en eindtijd verwachting bij joden en christenen’. Zijns inziens is het messiaanse verlangen in Israël altijd in een of andere vorm aanwezig geweest en gebleven (blz. 47-48). De kerkhistoricus H.-M. Kirn is van mening dat eindtijdverwachtingen als vanzelf bij het Joodse en het christelijke denken horen, vanuit het geloof in God als Schepper (blz. 157). Daartegenover stelt de semiticus W.H. Rose in zijn bijdrage, dat de achtste eeuw voor Christus (de periode van Amos, Jesaja en Micha) de geboortetijd van de messiaanse verwachtingen van Israël is geweest (blz. 26). De bundel bestaat uit 12 artikelen, vooraf gegaan door een inleiding. Het boek is de neerslag van twee projecten (in 1999 en 2004) rond dit thema. Uit deze bundel blijkt dat messianisme en eindtijdverwachting zowel voor Joden als voor christenen centrale thema’s zijn. Het boek laat verder zien dat in bijbelse tijden en in de geschiedenis daarna messianisme en eindtijdverwachting zich op zeer diverse wijzen hebben gemanifesteerd. Men kan aan beide thema’s zowel een profetische als een apocalyptische invulling geven. Tevens ontdekt men in deze artikelenbundel hoe aan deze beide verschijnselen niet alleen theologische, maar ook historische, sociale, politieke en culturele aspecten kleven. Dit breed geschakeerde boeket artikelen is een goede inleiding in dit themaveld dat, zoals de redacteuren terecht zeggen (blz. 16), een wezenlijke rol speelt in de dialoog tussen Joden en christenen. Adri van der Wal G.C. den Hertog / S. Schoon (red.), Messianisme en eindtijdverwachting bij joden en christenen, Zoetermeer (Boekencentrum) 2006, 240 blz. Prijs € 19,50. ISBN 90 239 1986 6
Bitter en Zoet Psalmen blijven een bron van inspiratie. Meer meditatie en nieuwe gezichts punten vinden we in de ‘platenatlas’ van de schriftgeleerde/ graficus Marcus van Loopik: Bitter en zoet. Niet zomaar een paar etsen, maar iconologische landschappen vol symbolische beeldtaal. Lijnen, vormen, figuren en kleuren die uitnodigen om te ÔMet mijn symbolische kleuretsen wil ik, net als met mijn lessen,
vooral veel over het jodendom vertellen. Jarenlang heb ik
voordrachten in leerhuizen met
mijn graÞsche werk omlijst. Met dit boek wil ik voldoen aan de herhaaldelijk geuite wens van
mijn toehoorders een uitgave te
verzorgen waarin mijn lessen en etsen broederlijk verenigd zijn. Het boek bevat een keuze van
beschouwen. Niet oppervlakkig kijken, maar de verbeelding van de emotionele lagen van de psalmen op je netvlies etsen. Zestien psalmen worden zichtbaar en hoorbaar gemaakt: de geschreven teksten lenen zich uitstekend om hardop gelezen en gehoord te worden. De structuur van de hoofdstukken is opgebouwd rond een psalm in de Nieuwe Bijbel Vertaling 2004 met daarnaast een eigen werkvertaling. Dat levert op zich al een mooi woordlandschap op. Dan volgt de ets, de verbeelding, die wordt toegelicht met meditatieve gedachten, rabbijnse visies en Joodse gedichten. Tot slot is er steeds een afsluitende beschrijving van de ets door de kunstenaar zelf. Een spiritueel rijke ‘atlas’, een uitzonderlijke wandelkaart door de wereld van de Joodse psalmtraditie.
echter niet in de joodse natie, de joodse staat’ (blz. 96). Daarmee werd en bleef Buber een kritisch volger van de politieke ontwikkelingen in Israël. Want ‘hoewel Buber bezwaren had tegen de joodse staat, heeft hij zich er niet van afgewend, maar is hij loyaal gebleven. Intussen bleef hij strijden voor de rechten van Palestijnse vluchtelingen en de Arabische minderheid, hoe pover de ontstane situatie zich ook leende voor idealen van eenheid tussen joden en Arabieren’ (blz. 97). ‘Wat hij in de zionistische beweging was geweest, bleef hij in de nieuw gestichte staat: een luis in de pels’ (blz. 100). Bart Seelemeijer Bart Voorsluis, Leren met Martin Buber, Meinema Zoetermeer 2007, 136 blz., € 12,90.
Bart Seelemeijer M. van Loopik: Bitter & Zoet. Zestien Psalmen verbeeld, vertaald, belicht. KBS, Den Bosch 2006. ISBN 978 90 6173 899 2. Prijs € 29,50.
Leren met Martin Buber In het theologische landschap van Nederland is Martin Buber (18781956) een bekende naam. In leerhuizen wordt met bewondering over hem gesproken. Zijn boeken staan in vele herdrukken in boekenkasten: Chassidische Vertellingen, Ik en Gij, of: De weg van de mens. En bij predikanten natuurlijk dé vertaling van Tenach in het Duits. Het belang van Bubers werk is groot en bestrijkt een aantal aandachtsgebieden: filosofie, godsdienstwetenschappen, politiek. Bart Voorsluis, verbonden aan het VU-podium, dat het gesprek tussen wetenschap en samenleving wil bevorderen, brengt veel van Bubers inzichten in zijn boekje: Leren met Martin Buber, weer eens onder onze aandacht. Met zestien hoofdstukken schetst hij aan de hand van een Buber-citaat de inhoud van diens denken. Op heldere collegetoon met compacte informatie, dat wel, maar niet altijd gemakkelijk van taal. Het is een prima boekje om samen te lezen en te door denken. Hij wil ons dan ook graag zien ‘leren’ en daarmee recht doen aan Bubers oproep tot ‘dialogisch’ leven.
ISBN 97890 211 4066 7.
Een ander Stel je voor: je krijgt een stapel oude dagboeken van je bejaarde vader. Als je ze leest, lijk je geschokt te moeten concluderen dat zijn leven gebaseerd is op een leugen: misschien is zijn naam niet zijn echte naam. En was hij in de oorlog slachtoffer van het Hitlerregime of kampbeul? Je wereld staat op zijn kop, maar je kunt hem niets meer vragen, want hij is dementerend. En wat als het verschrikkelijke de waarheid zou blijken te zijn, welke gevolgen zou dat hebben voor de relatie en voor je zelfbeeld? De vraag blijft tot het einde spannend, en dat geeft het boek een enorme lading. Genade krijgen kan ook als een veroordeling voelen, maar ‘ik zou niet de rechter zijn, ik zou de zoon zijn’. Dit boek gaat over identiteit, over de relatie tussen vader en zoon, over de kracht van woorden, over waartoe mensen in staat zijn uit overtuiging of uit lijfsbehoud. De stijl doet denken aan Philip Roth en is ironisch Amerikaans, maar ontroert ook. Greetje van der Harst Michael Lavigne: Een ander. Meulenhoff 2006. ISBN 90 290 77 468. Prijs € 19,90. Meer recensies en aankondigingen van publicaties lezen? Kijk dan op www.pkn.nl/kerk&israel in de rubriek ‘Kerk&Israël Onderweg’.
zestien kleuretsen bij de psalmen, voorzien van uitleg.
Hoe vaak je de psalmen ook
leest, steeds weer zul je nieuwe gezichtspunten ontdekken, die
passen bij dat bepaalde moment van je levensweg. Het is alsof je
iedere dag opnieuw geboren wordt.Õ
Ð Marcus van Loopik
ISBN: 90 6173 899 7 ISBN: 978 90 6173 899 2
NUR 716
www.bijbel.net
Juni 2007
In het kader van onze serie in dit blad over Israël als staat, is het zinvol de stem van Buber nog eens te horen. Voorsluis concludeert: ‘Zijn zionisme was niet politiek, maar cultureel en religieus. (...) Maar ook was hij doordrongen van de tragische onvruchtbaarheid van de diaspora en wenste haar te beëindigen. Hij geloofde
Kerk & Israël Onderweg
18
Lernen met LEV ‘Rechtvaardigheid zul je najagen’ In deze rubriek bespreken medewerkers van de Stichting LEV (Leren en Vernieuwen) gedeelten uit de Tora. Stichting LEV ontwikkelt onder meer studiemateriaal voor leerhuizen en ‘lerngroepen’. In de 48e afdeling van de week, Sjoftiem (Deuteronomium 16:18-21:9) staan we stil bij de uitleg van vers 16:20: ‘Rechtvaardigheid, rechtvaardigheid zul je najagen’.
Opdracht: Lees Deuteronomium 16:18-20. Wat zeggen deze verzen over recht en rechtvaardigheid? Bij wie ligt de verantwoordelijkheid voor recht en rechtvaardigheid, denkt u?
Tweemaal tsedek Het begin van de afdeling benadrukt dat het scheppen van een rechtsorde fundamenteel is voor iedere samenleving. Dit blijkt ook uit het feit dat het een van de noachidische geboden is. Een samenleving moet rechtbanken hebben. Het was één van de belangrijkste taken van de koning om hiervoor te zorgen (zie onder meer 2 Kronieken 19:5-7). In Deuteronomium 16:18-19 lezen we dat de aangestelde ‘rechters en beambten’ met rechtvaardigheid moeten rechtspreken, niet bevooroordeeld mogen zijn en zich niet mogen laten omkopen. En dan lezen we in vers 20: ‘Rechtvaardigheid, rechtvaardigheid zul je najagen [...].’ De vraag bij dit vers is: Waarom wordt het woord rechtvaardigheid (tsedek) hier herhaald? Hierop worden verschillende antwoorden gegeven. Allereerst wijst het herhalen op het benadrukken van ‘rechtvaardigheid’. Door het woord te herhalen, onderstreept Mozes hoe belangrijk rechtvaardigheid is! ‘Alleen maar naar rechtvaardigheid moet je streven’, vertaalt Dasberg (vergelijk de Nieuwe Bijbelvertaling: ‘Zoek het recht en niets anders dan het recht’).
Rechtspraak Een ander antwoord op de vraag naar de betekenis van de verdubbeling komen we tegen in Sifree (verzameling tanaïtische midrasjiem. ‘Rechtvaardigheid, rechtvaardigheid zul je najagen’. Vanwaar weten we dat als iemand die onschuldig bevonden is door de rechtbank, [bij nieuwe aanwijzingen] voor schuld niet nogmaals gedagvaard wordt? Uit wat de schrift leert: ‘Rechtvaardigheid, rechtvaardigheid zul je najagen’. Vanwaar weten we dat iemand die schuldig
Juni 2007
is bevonden door de rechtbank [bij nieuwe aanwijzingen voor vrijspraak] nogmaals gedagvaard wordt?, Uit wat er gezegd is: ‘rechtvaardigheid, rechtvaardigheid zul je najagen’. [Sifree Deuteronomium, piska 144] De midrasj beschrijft twee situaties: 1. Iemand die middels een fatsoenlijk proces (1e “rechtvaardigheid”) is vrijgesproken, mag niet nogmaals beschuldigd worden (2e “rechtvaardigheid”). 2. Iemand die middels een fatsoenlijk proces (1e “rechtvaardigheid”) is veroordeeld, moet de kans krijgen zijn onschuld te bewijzen (2e “rechtvaardigheid”). De midrasj maakt duidelijk dat je bij vrijspraak niet nogmaals mag worden gedagvaard voor hetzelfde. Vrijspraak is - definitief - vrijspraak. Zelfs als er nieuwe aanwijzingen zijn dat iemand het toch gedaan heeft. In geval van een veroordeling krijg je wel alsnog een tweede kans je onschuld te bewijzen. Rechtvaardigheid houdt in dat er gekozen wordt voor de meest milde aanpak. Een boef die ten onrechte vrijgesproken wordt, is altijd nog beter dan dat een onschuldig iemand ten onrechte veroordeeld wordt. Dit komt overigens overeen met onze wetgeving.
Individu Er is nog een andere uitleg van de verdubbeling van het woord rechtvaardig heid: Het eerste “rechtvaardigheid” heeft betrekking op de rechtvaardigheid van rechtelijke macht (regering, rechters). Het tweede “rechtvaardigheid” geeft aan dat het niet alleen hún verantwoordelijkheid is. Het is ook een opdracht voor ieder individu! De opdracht aan het individu kun je op verschillende manieren invullen. Zo lezen we in Sifree:
Ga in het geval van een conflict met een ander niet naar de eerste de beste rechter, maar zoek een rechter die bekend staat om zijn of haar goede wijze van conflict bemiddeling. In de Babylonische Talmoed komen we nog een andere duiding tegen: Wie onrecht ziet in zijn huis en niet protesteert, is aansprakelijk voor dat onrecht. Wie onrecht ziet in zijn stad en niet protesteert, is aansprakelijk voor dat onrecht. Wie onrecht ziet in de wereld en niet protesteert, is aansprakelijk voor dat onrecht. [Babylonische Talmoed, Sjabbat 54b] Waarom wordt het woord ‘rechtvaardigheid’ herhaald? Om aan te geven dat er een verschil is tussen het ‘signaleren’ van onrecht en het ‘optreden’ tegen onrecht. Het citaat maakt duidelijk dat niet alleen het waarnemen van onrecht belangrijk is. Onrecht zien en niets doen, kan niet. We moeten er zelf iets tegen doen! De houding van ‘laat de rechtbanken zich daar maar mee bezig houden, ik houd mijn mond’, is niet toelaatbaar. Ieder mens wordt opgeroepen op te komen voor rechtvaardigheid! Henk Scholder
‘Rechtvaardigheid, rechtvaardigheid zul je najagen’. Zoek naar een rechtbank die goed rechtspreekt, zoals de rechtbank van Rabban Jochanan ben Zakkai of de rechtbank van Rabbi Eliëzer. [Sifree Deuteronomium, piska 144]
Kerk & Israël Onderweg
19
Varia
Tora krijgt uitgebreide aandacht. Het doel, waar een deel van de collecte aan besteed wordt, is het project Net@ in Israël. (Zie ook Kerk & Israël Onderweg, september 2006.) Alle materiaal is te downloaden via www.pkn.nl/ kerk&israel. Daar vindt u ook informatie over de verschillende voorbereidings bijeenkomsten.
Website Kerk & Israël vernieuwd Onze website, www.pkn.nl/kerk&israel, is helemaal aangepast. De agenda is onderverdeeld in provincies, zodat u nu nog gemakkelijker de activiteiten bij u in de buurt kunt vinden. Een lijst met materialen, ook geschikt voor jongeren is opgenomen. Nieuw is de index van de jaargangen van Kerk & Israël Onderweg. Ook bieden we meer dan 50 links waar u informatie kunt vinden. Neem gauw een kijkje!
Israëlzondag 2007 Dit jaar is het thema ‘Gelukkig Leven’. Centraal staat de tekst van Psalm 37. Alle materiaal wordt geïllustreerd met een schitterende afbeelding van Marcus van Loopik. Aandacht is er voor onderdelen van de kerkdienst, en het Joodse feest Simchat
>hgV
aodcYV\ ,d`idWZg'%%,
Juni 2007
Er zijn twee programma-onderdelen: a. Cursus op 12 en 26 september en 10 oktober. Locatie: Protestants Landelijk Dienstencentrum Utrecht. Kosten: € 85 incl. reader, lunch, koffie/ thee. b. Reis naar Israël van 16-26 oktober. Als u meegaat, is deelname aan de onder a. genoemde cursus verplicht. Kosten: € 1200 incl. vlucht, verblijf halfpension, vervoer.
Dagseminar met rabbijn Van der Kamp Voor iedereen die in Kerk en Israël geïnteresseerd is. Met diepgang en humor weet rabbijn Van de Kamp op locatie zeer veel te vertellen over het Joodse leven van vroeger en nu. Hij begeleidt de deelnemers naar de synagoge van het verzorgingshuis Beth Shalom (Amsterdam), de synagoge van Weesp en de begraafplaats van Muiderberg. Verder is er een wandeling langs de monumentenroute in Amsterdam. Wanneer: 4 september 2007 Tijd: 09.00-18.00 uur (aankomst en vertrek: station NS Amersfoort) Kosten: € 25 voor Kerk en Israëlcommissieleden, € 50 voor introducés (inclusief reader, koffie/thee; u zorgt zelf voor een lunch) Info: Marieke den Braber, m.den.braber@ pkn.nl 030-880 1865 (niet voor opgave) Opgave: Jehoeda services info@ jehoedaservices.com, (020) 404 78 33.
Pelgrimeren voor kader
KddgbZZg^c[dgbVi^Z/EgdiZhiVcihZ@Zg`^cCZYZgaVcY!@Zg`Zc>hgV
a!edhiWjh-*%)!(*%(GBJigZX]i! iZa%(%--%&*&*!Z"bV^a/^c[d5e`c#ca!lZWh^iZ/lll#e`c#ca!\^gd()(-%%
ingeleid in de motivaties en doelstellingen van de grote religies ten aanzien van het land Israël.
Door de eeuwen heen is Israël het doel geweest van ontelbare pelgrims. In dit seminar gaan we in de voetsporen van die vele pelgrims die het ‘Heilige Land’, de ‘heilige plaatsen’, de ‘heilige stad’ als doel kozen voor hun reis. Aan de hand van hun indrukken maken we kennis en worden we
Kerk & Israël Onderweg
Informatie en opgave: Marieke den Braber,
[email protected] (030) 880 18 65 of www.pkn.nl/kerk&israel
Jaarthema 2007-2008: Antisemitisme Een preek, verschillende boeken, een jaarlijks onderzoek van het CIDI: er is veel te doen over antisemitisme. Daarom zal Kerk & Israël Onderweg komend jaar (september 2007-juni 2008) veel aandacht hieraan besteden. Te denken valt aan artikelen over ‘moeilijke’ bijbelteksten, een bespreking van de actuele situatie en diverse deskundigen die aan het woord komen. Wilt u op de hoogte blijven? Houdt dan het blad en onze website, www.pkn.nl/kerk&israel in de gaten.
20