Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde 2011
mw. drs. E. Muntendam, adviseur Jeugd © CMO Groningen, juli 2011
CMO Groningen Postbus 2266 • 9704 CG GRONINGEN Tel. (050) 577 01 01 Bezoekadres: Wegalaan 3
[email protected] • www.cmogroningen.nl Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling Groningen
Colofon Titel: Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde 2011 Datum: juli 2011 Opdrachtgever: Gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde Auteur: drs. Erna Muntendam, adviseur/onderzoeker Adressen: Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling Groningen Postbus 2266 9704 CG Groningen www.cmogroningen.nl © Copyright 2011, Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling Groningen Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling Groningen. Voor zover het maken van kopieën is toegestaan op grond van artikel 16B Auteurswet 1912j° het Besluit van 20 juni 1974, Stb. 351, zoals gewijzigd bij Besluit van 23 augustus 1995, Stb. 471 en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 882, 1180 AW Amstelveen). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze opgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich te wenden tot het Centrum voor Maatschappelijke Ontwikkeling Groningen.
2
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5.
Inleiding ….........................................................................................................5 Samenvatting resultaten jongerenpeiling ........................................................7 Responsgegevens ............................................................................................11 3.1 Respons ...................................................................................................11 3.2 Respondenten .........................................................................................11 Uitkomsten jongerenpeiling ...........................................................................15 4.1 Onderwijs ................................................................................................15 4.2 Geluk .......................................................................................................16 4.3 Problemen................................................................................................17 4.4 Centrum voor Jeugd en Gezin..................................................................18 4.5 Alcohol‐ en drugsgebruik ........................................................................19 4.6 Vrije tijd....................................................................................................20 4.7 Werk en inkomen ....................................................................................29 4.8 Veiligheid .................................................................................................30 4.9 Wonen in de gemeente ...........................................................................33 4.10 Voorlichting en informatie.......................................................................39 Aanbevelingen. ................................................................................................43
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
3
4
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
1.
Inleiding
Aanleiding In het kader van het jeugdbeleid willen de drie gemeenten Veendam, Pekela en Menterwolde graag een jongerenpeiling houden om te achterhalen wat momenteel de stand van zaken is met betrekking tot allerlei zaken die jongeren tussen de 12 en 24 jaar aangaan. In de jeugdpeiling staat de vraag centraal hoe jongeren in de drie gemeenten in het leven staan, waar ze tegenaan lopen en wat zij binnen de gemeente eventueel anders willen zien. Opdracht De gemeenten Veendam, Pekela en Menterwolde hebben vanuit het gebiedsprogramma CMO Groningen de opdracht verstrekt om deze jongerenpeiling uit te voeren. Alle jongeren van 12 t/m 23 jaar die woonachtig zijn in de drie gemeenten hebben begin mei 2011 een brief thuis ontvangen, waarmee zij via een website in een digitale vragenlijst hun mening en visie hebben kunnen geven. Uitkomsten De uitkomsten van deze jongerenpeiling levert de gemeenten een globaal beeld op van datgene wat er onder de jongeren leeft. In deze rapportage wordt verslag gedaan van de jongerenenquête. Individuele opmerkingen van jongeren die de vragenlijst ingevuld hebben zijn niet specifiek in het verslag opgenomen, omdat veel opmerkingen met elkaar overeenkwamen. Er is voor gekozen om enkele opmerkingen in een citatenkader toe te voegen. Alle opmerkingen zijn echter wel meegenomen in de analyse. Leeswijzer Het rapport is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk twee geeft een samenvatting van de belangrijkste resultaten uit de jongerenpeiling. Hoofdstuk drie gaat nader in op de responsgegevens. Hoofdstuk vier geeft een meer gedetailleerde beschrijving van de uitkomsten per thema in zijn geheel. Hoofdstuk vijf geeft tot slot de belangrijkste aanbevelingen weer op basis waarvan de gemeente haar voordeel kan doen bij het (verder) ontwikkelen en vormgeven van het jeugdbeleid.
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
5
6
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
2.
Samenvatting resultaten jongerenpeiling
Dit hoofdstuk geeft de belangrijkste resultaten van de jongerenpeiling weer. Het is een samenvatting van de uitgebreide resultaten die in hoofdstuk 4 zijn uitgewerkt. Bij de subkopjes staan de paginanummers vermeld waar u deze uitgebreidere resultaten kunt vinden. Eerst wordt nader ingegaan op de respons en het profiel van de respondenten. Daarna komen de afzonderlijke thema’s op het gebied van onderwijs, geluk, problemen, Centrum voor Jeugd en Gezin, alcohol‐ en drugsgebruik, vrije tijd, werk en inkomen, wonen in de gemeente en voorlichting en informatie aan de orde. Respons en respondenten (pagina 11) Van alle jongeren van 12 t/m 23 jaar (7.119) hebben in totaal 1.300 jongeren de vragenlijst ingevuld. Dit is een respons van 18%. Deze groep bestaat voor 56% uit meisjes en 44% uit jongens. In Veendam is de respons eveneens 18% (654 jongeren), in Pekela 20% (373 jongeren) en in Menterwolde 16% (274 jongeren). Er hebben meer jongeren van 12 t/m 17 jaar de vragenlijst ingevuld dan jongeren van 18 t/m 23 jaar (respectievelijk 68% en 32%). De grootste groep respondenten is afkomstig uit de dorpen Veendam, Oude Pekela, Nieuwe Pekela, Muntendam en Zuidbroek. Onderwijs (pagina 15) De meeste jongeren (90%) volgen momenteel een vorm van onderwijs. Zij zitten vooral op de HAVO/ VWO of het VMBO. Over het algemeen ervaren de jongeren een goede relatie met school. Ze gaan er met plezier naar toe, voelen zich er thuis en hebben goed contact met de leerkracht. Meer dan derde (38%) zegt zich wel eens te vervelen op school. Geluk (pagina 16) De meeste jongeren voelen zich gelukkig. Zij waarderen hun geluk gemiddeld met een 8. Wel voelt bijna de helft van de jongeren (45%) zich wel eens eenzaam. De meeste jongeren geven aan een goede relatie met hun ouders te hebben. Zij waarderen deze relatie gemiddeld met een 8,1. Meer dan helft (56%) kan de dingen die hem of haar bezighoudt goed met zijn of haar ouders bespreken en bijna driekwart (73%) kan bij problemen altijd bij zijn of haar ouders terecht. Jongeren die dat niet doen of kunnen, geven overwegend aan daar geen behoefte aan te hebben en/of problemen liever met vrienden te bespreken. Problemen (pagina 17) De meeste jongeren doen bij problemen een beroep op hun ouders, familie, vrienden en/of partner. Ruim een vijfde van de jongeren heeft wel eens een beroep gedaan op een professional, overwegend een (school)psycholoog, huisarts of (school)maatschappelijk werker. Centrum voor Jeugd en Gezin (pagina 18) Ruim een kwart van de jongeren (28%) heeft wel eens van het CJG gehoord. Er zijn maar weinig jongeren die er daadwerkelijk zijn geweest of verwachten er in de toekomst gebruik van te maken. De belangrijkste redenen hiervoor zijn dat deze jongeren aangeven geen problemen te hebben of deze liever met familie of vrienden te bespreken. Het merendeel begrijpt ook (nog) niet goed waarvoor ze precies bij een CJG terecht kunnen. De meeste jongeren vinden de locatie waar het CJG is gevestigd een prima plek. Bezwaar van de school en het gemeentehuis is dat deze plekken te openbaar zijn en iedereen kan zien wanneer je daar binnenstapt. Ook gaan lang niet alle jongeren (meer) naar een school binnen de gemeente.
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
7
Alcohol‐ en drugsgebruik (pagina 19) De helft van de jongeren heeft wel eens alcohol gedronken, waarvan meer dan de helft minder dan 1 keer per week en ongeveer 1 tot 3 glazen per keer. 14% drinkt wekelijks en 8% twee à drie keer per week. Van de jongeren die eigenlijk nog geen alcohol mogen drinken (12 t/m 15 jaar) drinkt 13% van de 13 jarigen, 21% van de 14 jarigen, en 46% van de 15 jarigen (waarvan 16% wekelijks of vaker) wel eens alcohol. Bijna 10% van de jongeren heeft wel eens drugs gebruikt, voornamelijk hasj, marihuana of weed. Tweederde hiervan gebruikt inmiddels niet meer. 5 Jongeren gebruiken drugs, maar willen eigenlijk stoppen. Vrije tijd (pagina 20) Jongeren vullen hun vrije tijd op verschillende manieren in. Bijna driekwart (72%) is lid van een vereniging of club. Meer dan de helft van de jongeren (57%) zit op een sportvereniging. Wat betreft uitgaansgelegenheden blijkt dat de jeugdsozen in de afzonderlijke gemeenten door een kleine groep jongeren wordt bezocht. In de gemeente Menterwolde is het soosbezoek onder de jongeren nog het grootst met 15% en 20% in respectievelijk het jongerencentrum in Zuidbroek en Malgré Tout in Meeden. 63% Van de jongeren uit de kern Meeden gaat soms tot vaak naar de soos in Meeden. Ook trekt ze een breed publiek uit andere dorpen en gemeenten. De meeste jongeren uit Veendam gaan in Veendam uit, in Pekela gaan ze overwegend naar Winschoten en Stadskanaal en in Menterwolde ook naar Veendam. 40% Van de jongeren gaat wel eens naar een uitgaansgelegenheid in de stad Groningen. Ruim de helft vindt het niet zo erg om ver weg te moeten om te kunnen stappen. Jongeren ontmoeten elkaar meestal op school (80%), bij elkaar thuis (52%) of tijdens het uitgaan (45%). Tweederde van de jongeren (66%) vindt dat er onvoldoende plekken zijn waar jongeren elkaar kunnen ontmoeten en dat er onvoldoende te doen is in de kernen. Meer dan 80% van de jongeren in de kernen Borgercompagnie en Noordbroek is ontevreden over de ontmoetingsplaatsen en in de kernen Zuidbroek, Noordbroek en Nieuwe Pekela over het aanbod. Dingen die in de meeste kernen gemist worden zijn een bioscoop, een (buiten)zwembad, een leuk activiteitenaanbod, leuke winkels, uitgaansgelegenheden en geschikte hangplekken. Werk en inkomen (pagina 29) De meeste jongeren hebben minder dan €10,‐ (39%) of €10,‐ tot €30,‐ (29%) te besteden. Dat geld is overwegend afkomstig van ouders (zak‐ en kleedzakgeld) of bijbaantjes. 4% Van de jongeren heeft schulden, overwegend bij ouders of studiefinanciering. Veiligheid (pagina 30) Een vijfde van de jongeren (19%) wordt wel eens gepest, waarvan 5% meerdere keren per week en 15% doet zelf wel eens mee aan het pesten van anderen. 12% Van de jongeren geeft aan dat er in het afgelopen jaar wel eens iets van hem/haar is gestolen en 18% dat er wel eens spullen vernield zijn. 3% Van de jongeren draagt wel eens een (steek)wapen. De meeste jongeren vinden het dragen van wapens eng en/of dom. Ruim een derde van de jongeren (36%) voelt zich ’s avonds niet veilig op straat. In de kernen Ommelanderwijk/Zuidwending (43%), Oude Pekela (39%), Veendam (38%), Wildervank (38%) en Zuidbroek (35%) is dat gevoel van onveiligheid het grootst. Plekken waar jongeren zich vooral onveilig voelen zijn het park, het winkelcentrum, op straat buiten de eigen woonbuurt en op het station. In zijn algemeenheid worden donkere, afgelegen en onverlichte wegen en straatjes genoemd en plekken waar veel jongeren samenkomen. Jongeren denken dat meer toezicht (29%) of meer verlichting (24%) het gevoel van veiligheid kan vergroten. De wens dat de leefsituatie in eigen dorp of gemeente veiliger wordt, speelt een belangrijke rol in de keuze om al of niet in de regio te willen blijven wonen.
8
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
Wonen in de gemeente (pagina 33) Ruim de helft van de jongeren (53%) staat neutraal ten opzichte van zijn of haar dorp. Ongeveer een kwart (22%) voelt zich (zeer) betrokken en een andere kwart (25%) (geheel) niet betrokken bij zijn of haar dorp. In de kernen Zuidbroek (41%), Noordbroek (35%), Ommelanderwijk/Zuidwending (35%) en Nieuwe Pekela (33%) is de betrokkenheid het kleinst. 61% Van de jongeren wil later wel in zijn of haar eigen gemeente blijven wonen. Zeker als het aanbod van werk, geschikte woonruimte en allerlei voorzieningen en uitgaansgelegenheden voldoende is. Ook familie en vrienden en een gevoel van veiligheid spelen een belangrijke rol in de keuze om in het dorp te blijven wonen. Jongeren waarderen de voorzieningen restaurants/snackbars, bibliotheek/cultureel centrum en openbaar vervoer het meest. Hangplekken en jeugdsozen voor jongeren worden het minst gewaardeerd. Dat laatste geldt minder voor de gemeente Menterwolde waar ruim een kwart de jeugdsoos wel waardeert. In Veendam waarderen jongeren ook de winkels en in Pekela en Menterwolde overwegend niet. 39% Van de jongeren in Pekela geeft de speelplekken een onvoldoende. Slechts 11% van de jongeren vindt dat de gemeente voldoende naar hen luistert, als zij beslist over zaken die jongeren aangaan. De gemeente zou meer in contact moeten komen met jongeren. Jongeren dragen hiervoor zelf ideeën aan. De belangrijkste thema’s die jongeren willen aanpakken wanneer zij een maand burgemeester zouden mogen zijn in de gemeente hebben betrekking op de thema’s vrije tijd, (verkeers)veiligheid, voorzieningen, werkgelegenheid, milieu en leefbaarheid. Voorlichting en informatie (pagina 39) Jongeren maken steeds meer gebruik van sociale media. Vooral Hyves en MSNworden inmiddels door meer dan 80% van de jongeren gebruikt. Ook Facebook (41%) en Twitter (37%) zijn sterk in opkomst. Jongeren zouden graag meer informatie ontvangen over werk/solliciteren en school/opleiding. Zij geven aan met name via de e‐mail informatie te willen ontvangen.
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
9
10
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
3.
Responsgegevens
3.1
Respons
Alle jongeren van 12 t/m 23 jaar uit de gemeenten Veendam, Pekela en Menterwolde hebben begin mei 2011 een uitnodiging ontvangen om een digitale vragenlijst in te vullen. In totaal zijn 7.119 uitnodigingsbrieven verstuurd en hiervan zijn 1.300 teruggekomen. Dat is een respons van 18%. In de gemeente Veendam wonen 3.610 jongeren, in Pekela wonen 1.835 jongeren en in Menterwolde 1.674 jongeren van 12 t/m 23 jaar (bron CBS; cijfers 1 januari 2011). In Veendam hebben 654 jongeren de vragenlijst ingevuld (respons 18%), in Pekela 372 jongeren (respons 20%) en in Menterwolde 274 (respons 16%). Voor Veendam en Pekela betekent dit dat de uitkomsten voor 95% betrouwbaar zijn en voor Menterwolde voor ruim 90%. Voor een betrouwbaarheid van 95% waren er 38 respondenten meer nodig geweest. Tabel 1‐ Responsgegevens
Veendam Pekela Menterwolde Totaal
3.2
Aantal jongeren 3.610 1.835 1.674 7.119
Respons in aantal Respons in % 654 18% 372 20% 274 16% 1.300 18%
Respons t.o.v. het totaal 50% 29% 21% 100%
Respondenten
In deze paragraaf gaan we nader in op het profiel van de respondenten. Achtereenvolgens komen de woonplaats, het geslacht, de leeftijd en de woonsituatie van de respondenten aan de orde. Woonplaats Ruim een derde van de respondenten (35%) komt uit de woonplaats Veendam, 17% uit Oude Pekela en 11% uit zowel Nieuwe Pekela als Wildervank. Minder dan 10% van de respondenten komt uit de andere kernen. In onderstaand figuur is te zien hoe responsverdeling binnen de drie gemeenten is. Figuur 1 Respons binnen de drie gemeenten
Pekela
Menterwolde
Meeden Muntendam
34%
Zuidbroek
32%
Noordbroek
18%
Oude Pekela
59%
Nieuwe Pekela Boven Pekela
Veendam
17%
Borger-/Tripscompagnie
37% 4%
2%
Wildervank Ommelanderwijk/Zuidwending
22% 6%
Veendam 0%
70% 10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
11
Geslacht Van de totale respons is 56% meisje en 44% jongen. Dezelfde verhoudingen gelden ongeveer binnen de afzonderlijke gemeenten. De werkelijke verdeling jongens en meisjes binnen de drie gemeenten ligt andersom (52% jongen en 48% meisje). Figuur 2 Geslacht respondenten
50%
57%
56%
60% 44%
56%
56%
44%
43%
44%
40%
Jongen
30%
Meisje
20% 10% 0% Veendam
Pekela
Menterwolde
Totaal
Leeftijd De leeftijdsgroepen zijn onder de respondenten minder evenredig verdeeld. Meer jongeren van 12 t/m 17 jaar hebben de vragenlijst ingevuld dan jongeren van 18 t/m 23 jaar (respectievelijk 68% en 32%). Dezelfde verhoudingen gelden ook ongeveer voor de afzonderlijke gemeenten. In de gemeenten Veendam, Pekela en Menterwolde wonen 3.860 jongeren in de leeftijd van 12 t/m 17 jaar en 3.259 jongeren in de leeftijd van 18 t/m 23 jaar. De respondenten maken respectievelijk 23% en 13% van de totale populatie leeftijdsgenoten uit. In de gemeente Veendam liggen deze verhoudingen min of meer gelijk (23% en 12%). In de gemeente Pekela ligt het percentage respondenten in de leeftijd van 12 t/m 17 jaar iets hoger (25% tegenover 15% van de 18 t/m 23 jarigen) en in Menterwolde iets lager (20% tegenover 12% van de 18 t/m 23 jarigen). Figuur 3 Respons van totale populatie per leeftijdsgroep
30% 25%
25%
23%
23% 20%
20% 15%
15%
12%
12%
13%
12 t/m 17 jaar 18 t/m 23 jaar
10% 5% 0% Veendam
Pekela
Menterwolde
Totaal
Van alle leeftijden is het percentage dat de vragenlijst heeft ingevuld bij de 12 jarigen het grootst in alle gemeenten, namelijk 18% in Veendam, 16% in Pekela, 14% in Menterwolde. In figuur 4 is de verdeling per leeftijdsjaar weergegeven. Deze percentages geven het aantal ingevulde enquêtes weer ten opzichte van het aantal jongeren in deze leeftijd in de drie gemeenten. Als het aantal respondenten per leeftijdsgroep vergeleken wordt met het totaal aantal jongeren in die leeftijdsgroep, blijkt dat bijna 35% van alle 12‐jarigen de enquête heeft ingevuld. In Veendam en Pekela is dit percentage iets hoger met respectievelijk 39% en 37%. Verder valt op dat in Pekela ten opzichte van de andere twee gemeenten een hoger percentage 16 jarigen (28%) en 20 jarigen (21%) de enquête heeft ingevuld. In Menterwolde is het percentage 13 jarigen met 26% hoger dan in de andere gemeenten.
12
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
Figuur 4 Respons per leeftijdsgroep 45% 40% 39% 37% 35%
34%
30% 25%
28% 23%
26% 24% 23% 22%
21%
20% 15%
Veendam
22% 22% 21% 20% 19% 19% 18% 18% 18% 18% 17% 17% 16% 16% 16% 16% 15%
Pekela 21% 15% 13%
10%
10%
10%
19
20
Menterwolde Totaal
16% 14% 12% 13% 11% 10% 9%
9% 7% 6% 4%
5% 0% 12
13
14
15
16
17
18
21
22
23
Woonsituatie Ruim driekwart van de respondenten woont met twee ouders, al of niet aangevuld met broertjes en/of zusjes. In Menterwolde is dit percentage iets hoger (79%) en in Veendam en Pekela iets lager (beide 74%). 20% van de respondenten woont (al of niet afwisselend) bij één ouder. In Menterwolde is dit percentage 15% en in Veendam en Pekela 21%. De overige respondenten wonen, al of niet met partner en/of kind(eren), zelfstandig. Figuur 5 Woonsituatie respondenten
100% 80%
74% 79%75%
Veendam Pekela
60%
Menterwolde
40%
21%
20%
Totaal
20% 15% 4% 5% 4% 4%
0% Bij 2 ouders
Bij 1 ouder
Zelfstandig
Het volgende hoofdstuk geeft de uitkomsten van de jongerenpeiling weer op de afzonderlijke thema´s.
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
13
14
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
4.
Uitkomsten Jongerenpeiling
“Ik vind het prima dat de provincie Groningen probeert te peilen hoe het met de jongeren gesteld is en ik vind deze enquête een prima manier en volgens mij stonden alle belangrijke dingen er wel in.”
“Ben blij dat wij een stem krijgen, graag zou ik duidelijke informatie willen over wat de gemeente hiermee gaat doen.” “Ik vond het goed dat ik ook iets kon zeggen over de gemeente.” “Het is wel goed dat jullie deze enquête houden. Zo blijven jullie op peil met de mening van de jongeren in de buurt.” “Ik vind het echt super dat jullie dit doen.”
Zoals uit bovenstaande citaten naar voren komen, zijn de jongeren erg enthousiast over dit initiatief. Ze hopen dat de gemeente iets doet met hun reacties. In deze rapportage zijn in de kaders tussen de tekst verschillende citaten van de jongeren opgenomen. Daarnaast is zoveel mogelijk gewerkt met afgeronde percentages. Deze zijn overwegend per gemeente in kaart gebracht. Daar waar relevant en interessant zijn uitsplitsingen gemaakt per kern of leeftijdsgroep.
4.1
Onderwijs
Schoolniveau Van alle respondenten gaat 90% op dit moment naar school. Een derde van alle respondenten volgt HAVO/VWO of heeft dat in het verleden gedaan. 30% Zit of zat op het VMBO, 21% op het MBO en 8% op het HBO of de Universiteit. 7% Van de respondenten zit nog op de basisschool en 2% geeft aan iets anders te volgen, zoals het speciaal onderwijs in de vorm van een ZMLK of mytylschool, of een inburgeringscursus. De verhoudingen komen per gemeente redelijk overeen met het gemiddelde. Alleen in Veendam zijn iets meer respondenten met een HAVO/VWO opleiding (36%) en in Pekela iets minder (30%). Ook is het percentage jongeren onder de respondenten dat momenteel niet naar school gaat in Pekela en Menterwolde iets hoger (beide 13%) en in Veendam iets lager (9%). Figuur 6 Opleidingsniveau respondenten
40% 36%
35%
30%
30%
31% 30% 29%
32% 30%
33%
25%
Veendam
22% 21% 20% 20%
20%
Pekela Menterwolde
15% 10%
6%
7% 8%
8% 7%
9%
Totaal 8%
5% 0% Basisschool
VMBO
HAVO/VWO
MBO
HBO/Universiteit
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
15
Relatie met school Hoe de jongeren hun relatie met school ervaren is gevraagd aan de hand van acht stellingen. In onderstaande figuur zijn de resultaten weergegeven. Ruim driekwart van de jongeren geeft aan niet gepest te worden (78%), zich niet buitengesloten te voelen (77%), met plezier naar school gaan (77%) en goed contact met de leerkracht te hebben (74%). Ook geeft driekwart aan op een leuke school te zitten. Het percentage jongeren die op al deze stellingen negatief antwoorden is ongeveer 6%. De overige respondenten staan er neutraal tegenover. Daarnaast geeft tweederde van de jongeren aan zich op school thuis te voelen en niet liever op een andere school te zitten. 10% Voelt zich niet thuis op school en 12% zou liever wel op een andere school zitten. Van de respondenten zegt 38% zich op school te vervelen. Maar over het algemeen ervaren de jongeren een goede relatie met school. De verhoudingen komen per gemeente wederom redelijk overeen met het gemiddelde. Alleen is het percentage jongeren dat zich op school verveelt in de gemeenten Veendam iets hoger (41%) en in Menterwolde iets lager (33%). Ook is het percentage jongeren dat aangeeft op een leuke school te zitten in Veendam iets hoger (78%) en in Pekela iets lager (70%). In onderstaand figuur staan de percentages weergegeven van de respondenten die bevestigend op de afzonderlijke stellingen hebben geantwoord. Figuur 7 Relatie met school Ik word gepest op school
4% 5% 74% 71% 75% 74%
Ik heb goed contact met de leraren Ik voel me buitengesloten op school
6% 4% 7% 6%
Ik zou liever op een andere school willen zitten
Menterwolde Pekela
12% 10% 13% 12%
Veendam 75%
Ik heb een leuke school
70%
78%
38% 33% 38% 41%
Ik verveel me op school
77% 76% 78%
Ik ga met plezier naar school 0%
Totaal
66% 63% 67%
Op school voel ik mij thuis
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
4.2
Geluk
Ervaren geluk en eenzaamheid Aan de jongeren is gevraagd hoe gelukkig zij zich voelen. De jongeren hebben hiervoor een rapportcijfer gegeven. Het gemiddelde rapportcijfer dat zij hebben gegeven is een 8. Ruim tweederde (68%) van de respondenten beoordeelt zijn of haar geluk met een 8 of hoger. Ruim een kwart geeft een voldoende (6 of 7) en 4% geeft een onvoldoende (een 5 of lager) voor zijn of haar geluk. Er zijn geen grote verschillen te zien in het ervaren geluk van de jongeren tussen de drie gemeenten. Aan de jongeren is tevens gevraagd of zij zich wel eens eenzaam voelen. Iets meer dan de helft (52%) van de jongeren voelt zich nooit eenzaam. 45% Voelt zich wel eens eenzaam en ruim 4% van de jongeren voelt zich vaak eenzaam. In figuur 8 op de volgende pagina is te zien dat in de gemeente Pekela en Menterwolde het percentage jongeren dat zich wel eens eenzaam voelt iets hoger (46%) en in Pekela iets lager (41%).
16
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
Figuur 8 Gevoel van eenzaamheid
Totaal 4%
Menterwolde 2%
45%
52%
46%
52%
Vaak eenzaam Wel eens eenzaam
Pekela 4%
Veendam 4% 0%
41%
46% 20%
Nooit eenzaam
56%
50% 40%
60%
80%
100%
Relatie met ouders en betrokkenheid Aan de jongeren is gevraagd aan te geven hoe zij de betrokkenheid van hun ouders ervaren. Zij hebben hiervoor wederom een rapportcijfer gegeven. Gemiddeld hebben de jongeren de betrokkenheid van hun ouders gewaardeerd met een 8,1. Bijna driekwart (72%) van de respondenten beoordeelt de betrokkenheid van hun ouders met een 8 of hoger. Ruim een vijfde (22%) ervaart de betrokkenheid als een voldoende (6 of 7) en 7 % als een onvoldoende (een 5 of lager). Er zijn geen grote verschillen te zien in de ervaren betrokkenheid van de ouders tussen de drie gemeenten. Hooguit kan gezegd worden dat het percentage jongeren dat de betrokkenheid van hun ouders met een 8 of meer beoordeelt in Menterwolde iets hoger ligt (76%) en in Veendam iets lager (69%). Meer dan de helft van alle jongeren (56%) geeft aan dat zij heel goed de dingen die hen bezighouden met zijn of haar ouders kan bespreken. 38% Geeft als antwoord ‘gaat wel’ en 6% geeft aan zelden of helemaal geen dingen met zijn of haar ouders te kunnen bespreken. 41% Van de jongeren zegt dagelijks dingen met zijn of haar ouders te bespreken, 37% doet dit wekelijks en 9% maandelijks. 13% Zegt bijna nooit dingen met zijn of haar ouders te bespreken. De belangrijkste redenen hiervoor zijn dat deze jongeren daar zelf geen behoefte aan hebben of het liever met hun vrienden bespreken. Ongeveer 3% van de jongeren geeft aan dat zijn of haar ouders te druk, nooit thuis of niet geïnteresseerd zijn. Een enkeling geeft aan bang te zijn dat zijn of haar ouders dan bezorgd of boos worden. Anderen geven aan niet zo makkelijk over hun problemen te kunnen praten. Er zijn verder geen grote verschillen te zien tussen de drie gemeenten. Tot slot is aan de jongeren gevraagd of ze bij hun ouders terecht kunnen als ze problemen hebben. Bijna driekwart (73%) antwoordt altijd bij zijn of haar ouders terecht te kunnen en ruim een vijfde (21%) meestal. 5% Kan soms bij zijn of haar ouders terecht en 2% zelden of nooit. Er zijn wederom geen grote verschillen te zien tussen de drie gemeenten.
4.3
Problemen
Aan de jongeren is gevraagd op wie ze een beroep doen als ze problemen hebben. Er mochten meerdere antwoorden gegeven worden. Een ruime meerderheid geeft aan in dat geval een beroep te doen op ouders of familie (71%) en/of vrienden of hun partner (65%). 18% Geeft aan zijn of haar eigen problemen op te lossen. In figuur 9 op de volgende pagina is een uitsplitsing gemaakt per gemeente. Hierin zijn geen grote verschillen te zien. 22% Van alle jongeren heeft voor zijn of haar problemen wel eens een beroep gedaan op een professional. In de meeste gevallen gaat het om een (school)psycholoog (12%), huisarts (8%), (school)maatschappelijk werker (4%) of Bureau Jeugdzorg (3%). 3% Geeft aan gebruik te maken van andersoortige professionele hulp zoals de GGZ (Accare, Lentis, Jonx, etc.), de Kindertelefoon of digitale hulpverleningssites zoals: pratenonline.nl. Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
17
Figuur 9 Bij wie terecht bij problemen 13% 14%
Iemand op school
13%
18% 16% 18% 19%
Niemand
Totaal Menterwolde Pekela
65% 68%
Vrienden/partner
Veendam
60% 66% 71% 72%
Ouders/familie
70%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
4.4
Centrum voor Jeugd en Gezin
In 2011 moet in elke gemeente een Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) zijn. Het CJG is er om ouders, kinderen en jongeren te helpen bij vragen en problemen bij opgroeien en opvoeden. Inmiddels is een CJG in Menterwolde gevestigd in het gemeentehuis en zijn er in Pekela CJG spreekuren op de scholen. In Veendam is momenteel een CJG in ontwikkeling in een nieuw te bouwen multifunctioneel gebouw aan het Jan Salwaplein. Bekendheid en gebruik CJG Ruim een kwart van de jongeren (28%) heeft wel eens van het CJG gehoord. In de gemeente Pekela is dit bijna een derde (32%), in Menterwolde 29% en in Veendam 25%. 2% Van de jongeren zegt wel eens bij het CJG te zijn geweest en 5% verwacht er in de toekomst gebruik van te maken. Ruim de helft van de jongeren (53%) geeft aan te verwachten in toekomst geen gebruik te maken van het CJG. 43% Weet het nog niet. Dat geldt voor alle drie gemeenten. De belangrijkste redenen waarom jongeren geen gebruik van het CJG verwachten te gaan maken zijn: omdat zij geen problemen hebben om te bespreken en deze ook niet verwachten. Het is dus niet nodig; omdat zij hun problemen goed kunnen bespreken met hun ouders, familie of vrienden en dat ook liever doen. Ze willen liever een vertrouwd gezicht en niet naar vreemden voor hun problemen; omdat zij met hun problemen bij de andere instellingen (BJZ, GGZ, etc.) terecht kunnen. Omstandigheden waaronder jongeren eventueel wel naar het CJG zouden gaan zijn: indien zij om wat voor reden dan ook niet bij hun ouders of vrienden terecht kunnen met hun problemen; indien zij geen andere oplossing zien voor hun problemen; indien zij eventueel zelf kinderen krijgen en vragen hebben over de opvoeding. Meerdere jongeren geven tenslotte aan dat zij nog niet zo goed begrijpen wat het CJG voor hen zou kunnen betekenen. Ze hebben geen idee waarvoor ze eventueel naar een CJG zouden kunnen/ moeten gaan. Ze zouden hierover graag meer informatie hebben, bijvoorbeeld via de scholen. Locatie CJG 87% Geeft aan de locatie waar het CJG is gevestigd een prima plek te vinden. Dat geldt voor alle drie gemeenten. 13% Vindt de locatie niet zo’n geschikte plek. De meeste van deze jongeren geven aan niet te weten waar ze het CJG zouden moeten vinden. Ze weten niet waar het zit en zijn er nog nooit
18
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
geweest. In Pekela geeft een groep jongeren aan niet op een school in Pekela te zitten of niet meer naar school te gaan. In dat geval is het een drempel om het CJG te bezoeken. Een andere groep geeft aan het bezwaarlijk te vinden dat iedereen je kan zien wanneer je bij het CJG naar binnen gaat. Ze zijn bang dat ze door klasgenoten een stempel zullen krijgen. In Menterwolde geven de meeste jongeren, die de plek niet geschikt vinden, aan dat het gemeentehuis een te hoge drempel is om naar toe te gaan voor het bespreken van problemen. Ze geven aan als jongere daar niet snel naar toe te zullen gaan. Het gebouw is te openbaar en iedereen kan je zien. Een aparte, meer specifieke plek zou beter zijn. In Veendam vindt een groep jongeren het een probleem dat het CJG zo dicht naast de sporthal komt te staan. Ze vinden dat het gebouw niet op een opvallende plek staat en slecht zichtbaar is. De voorzieningen staan erg dicht op elkaar. Ook ontstaan er parkeerproblemen door de bouw van het CJG.
4.5
Alcohol‐ en drugsgebruik
Alcohol De helft van de jongeren geeft aan wel eens alcohol te drinken, waarvan iets meer dan de helft minder dan 1 keer per week. 14% Geeft aan wekelijks alcohol te drinken en 8% twee à drie keer per week. Enkele jongeren drinken vaker dan drie keer week. Er zijn geen grote verschillen te zien per gemeente. Hooguit kan gezegd worden dat het percentage jongeren dat 1 keer per week drinkt in Veendam iets hoger is (15%) en het percentage dat vaker per week drinkt iets lager is (7%). In Menterwolde is deze laatste groep 11% van het totaal aantal jongeren en in Pekela 10%. Figuur 10 Alcoholgebruik Totaal
50%
27%
14%
9%
Menterwolde
51%
27%
12%
11%
Nee <1x per week
Pekela
48%
51%
Veendam 0%
29%
10%
20%
30%
13%
27% 40%
50%
60%
70%
10%
15% 80%
90%
1x per week ≥ 2x per week
7% 100%
Wanneer we kijken naar de verschillen per leeftijdsgroep dat zien we dat van de groep 12 tot 18 jarigen 35% aangeeft wel eens alcohol te drinken (waarvan 13% wekelijks of vaker) en van de groep 18 t/m 24 jaar 81% (waarvan 43% wekelijks of vaker). Kijken we specifiek naar de groep jongeren die eigenlijk nog geen alcohol mogen drinken (12 t/m 15 jaar) dan valt op dat 13% van de 13 jarigen, 21% van de 14 jarigen, en 46% van de 15 jarigen (waarvan 16% wekelijks of vaker) aangeeft wel eens alcohol te drinken. Bijna de helft van de jongeren (47%) die wel eens alcohol drinken (n=647) zegt 1 tot 3 glazen te drinken per gelegenheid. Bijna een derde (29%) drinkt 3 tot 5 glazen, 18% 5 tot 10 en 6% drinkt meer dan 10 glazen per gelegenheid. De laatste twee groepen behoren tot de categorie ‘binge’ drinkers (5 glazen of meer per gelegenheid). Er zijn kleine verschillen te zien per gemeente. Voor de volledigheid zijn de percentages in figuur 11 op de volgende pagina uitgesplitst naar gemeente.
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
19
Figuur11 Hoeveel alcohol
47%
Totaal (n=647)
29%
53%
Menterwolde (n=135)
18%
28%
6%
12%
7%
1 tot 3 3 tot 5 5 tot 10
42%
Pekela (n=193)
35%
48%
Veendam(n=319)
0%
10%
20%
17%
26%
30%
40%
50%
60%
6%
21%
70%
80%
≥ 10
5%
90%
100%
Drugs Bijna 10% van de jongeren heeft wel eens drugs gebruikt, waarvan tweederde aangeeft het laatste jaar niet meer te gebruiken. Van de jongeren die aangeven wel eens drugs gebruikt te hebben (n=121) zegt 15% dit maandelijks te doen, 8% wekelijks en 5% dagelijks. 5 jongeren geven aan drugs te gebruiken maar eigenlijk te willen stoppen. De jongeren die drugs gebruiken, gebruiken overwegend hasj/marihuana/weed. Een enkeling gebruik daarnaast ook XTC (13), cocaïne (12), paddo’s (6), speed (4) of GHB (2). Het drugsgebruik binnen de groep 12 t/m 17 jaar is 4% en binnen de groep 18 t/m 23 jaar 19%.
4.6
Vrije tijd
Verenigingen en clubs In de gemeenten Veendam, Pekela en Menterwolde zijn diverse verenigingen of clubs die zich ook richten op jongeren. Van het totaal aantal respondenten geeft bijna driekwart (72%) aan lid te zijn van een vereniging of club. Meer dan helft (57%) is lid van een sportvereniging en 30% is lid van de bibliotheek. Jongeren zijn nauwelijks lid van een politieke organisatie of koor (beide 1%). 4% Geeft aan ergens anders lid van te zijn. Hierbij zijn scouting, een sport‐ of dansschool en een studentenvereniging het meest genoemd. In figuur 12 zijn de genoemde lidmaatschappen van jongeren per gemeente weergegeven. Een jongere kon meerdere clubs of verenigingen aankruisen. Figuur 12 Percentage lidmaatschappen verenigingen of clubs
Toneelvereniging
2% 1% 3%
Hobbyclub
3% 2% 3%
Kerkelijke organisatie
Muziekvereniging/-les
6% 7% 8% 5% 3%
Totaal Menterwolde Pekela
8% 10%
Veendam
9% 30% 34% 28% 31%
Bibliotheek
57%
Sportvereniging 0%
54% 56%
10%
20%
30%
40%
60%
70%
20
50%
62%
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
Uitgaansgelegenheden De gemeenten Veendam, Pekela en Menterwolde kennen verschillende jeugdsozen en uitgaans‐ gelegenheden. Aan jongeren is gevraagd of en hoe vaak ze daar komen. De jeugdsozen in de afzonderlijke gemeenten worden door een kleine groep jongeren bezocht. Het merendeel van de jongeren komt zelden of nooit in een van de jeugdsozen. In de gemeente Menterwolde is het soosbezoek onder de jongeren nog het grootst met 15% en 20% in respectievelijk het jongerencentrum in Zuidbroek en Malgré Tout in Meeden. De meeste jongeren die naar een jeugdsoos gaan, doen dat in hun eigen gemeente. Alleen Malgré Tout in Meeden trekt ook een breed publiek uit andere dorpen en gemeenten. Tevens is gevraagd hoe vaak de jongeren naar de uitgaansgelegenheden buiten de gemeente gaan. 40% Van de jongeren gaat wel eens naar een uitgaansgelegenheid in de stad Groningen en/of naar een uitgaansgelegenheid elders. Kijken we naar de verschillen tussen de leeftijdsgroepen, dan blijkt dat meer jongeren van 12 t/m 17 jaar naar de jeugdsozen gaan en dat meer jongeren van 18 t/m 23 jaar naar cafe’s in en/of buiten de gemeenten en naar de stad Groningen gaan. In onderstaande figuren (13 t/m 15) is per gemeente weergegeven hoe vaak jongeren in de diverse uitgaansgelegenheden komen. Tevens wordt per gemeente toegelicht hoe groot het percentage jongeren uit de afzonderlijke kernen is dat een jongerensoos in de eigen gemeente bezoekt. Figuur 13 Uitgaansgelegenheden Veendam Uitgaan/cafébezoek elders Uitgaan/cafébezoek in Groningen
Cafébezoek buiten gemeente 4%
70%
26%
14%
Jeugdsoos andere gemeente 3% 12% Jongerencentrum JONO, Veendam 2% 10%
Vaak 54%
32%
Jeugdsoos van de kerk 3%4%
0%
61%
30%
9%
Cafébezoek binnen gemeente
64%
29%
7%
93%
Soms Zelden of nooit
85% 88%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Van de jongeren uit de kern Veendam gaat 14% soms tot vaak naar het jongerencentrum JONO en 10% naar Malgré Tout in Meeden. Van de jongeren uit Wildervank is dit respectievelijk 5% en 12% en van de jongeren uit Ommelanderwijk/Zuidwending respectievelijk 10% en 13%. Jongeren uit Borger‐ of Tripscompagnie gaan nauwelijks naar jeugdsozen. Meer dan de helft gaat naar een café binnen of buiten de gemeente. Een enkele jongere uit de gemeente Veendam gaat ook naar jongerencentra in andere gemeenten. Op de vraag waar jongeren uit de gemeente Veendam meestal naar toe gaan als ze in het weekend gaan stappen, noemt ruim tweederde (67%) van de jongeren Veendam. 16% Gaat naar de stad Groningen. Een enkeling gaat naar Leer in Duitsland om te stappen. 9% Van de jongeren gaat (nog) niet uit. Van de jongeren uit Oude Pekela gaat 11% soms tot vaak naar de jeugdsoos 'Ons Stee'. Van de jongeren uit Nieuwe Pekela gaat 17% soms tot vaak naar de jeugdsoos in het ijsbaangebouw. Enkele jongeren uit Oude en Nieuwe Pekela gaan ook wel eens naar jeugdsozen in andere gemeenten. Jongeren uit Boven Pekela komen niet in de jeugdsozen. De helft van deze jongeren gaat of naar een café buiten de gemeente of naar een uitgaansgelegenheid in Groningen. Op de vraag waar jongeren uit de gemeente Pekela meestal naar toe gaan als ze in het weekend gaan stappen noemt bijna een derde (32%) Winschoten en bijna een kwart (23%) Stadskanaal. 9% Blijft in Oude of Nieuwe Pekela en een andere 9% gaat naar de stad Groningen. Een enkeling gaat naar Leer in Duitsland of Emmen om te stappen. 12% Van de jongeren gaat (nog) niet uit. Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
21
Figuur 14 Uitgaansgelegenheden Pekela
Uitgaan/cafébezoek elders
35%
10%
Uitgaan/cafébezoek in Groningen
8%
Cafébezoek buiten gemeente
8%
55%
33%
60%
24%
67%
Cafébezoek binnen gemeente 2% 14%
Vaak
84%
Soms Jeugdsoos van de kerk 3%5%
93%
Jeugdsoos andere gemeente 5%
95%
5% IJsbaangebouw, Nieuwe Pekela 1%
94%
Ons Stee, Oude Pekela 2%5% 0%
Zelden of nooit
93%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Van de jongeren uit Zuidbroek gaat 30% en van de jongeren uit Noordbroek gaat 14% soms tot vaak naar het jongerencentrum in Zuidbroek. 63% Van de jongeren uit Meeden gaat soms tot vaak naar Malgré Tout in Meeden. Maar ook komen respectievelijk 16% en 10% van de jongeren uit Muntendam en Zuidbroek soms tot vaak in Malgé Tout. Van de jongeren uit Muntendam gaat 23% soms tot vaak naar het jongerencentrum in Muntendam. Een enkele jongere uit de gemeente Menterwolde gaat ook naar jongerencentra in andere gemeenten. Op de vraag waar jongeren uit de gemeente Menterwolde meestal naar toe gaan, als ze in het weekend gaan stappen, noemt bijna de helft (47%) Veendam. 10 % Blijft in de gemeente zelf en 18% gaat naar de stad Groningen. Een enkeling gaat naar Leer in Duitsland om te stappen. 10% Van de jongeren gaat (nog) niet uit. Figuur 15 Uitgaansgelegenheden Menterwolde Uitgaan/cafébezoek elders
8%
32%
61%
Uitgaan/cafébezoek in Groningen
7%
34%
59%
Cafébezoek buiten gemeente
9%
Cafébezoek binnen gemeente 3%
23% 16%
Jeugdsoos van de kerk 4% 6%
92%
Jongerencentrum Muntendam 3% 7% 8%
81% 90%
Jeugdsoos andere gemeente 3%5%
Jongerencentrum Malgré Tout, Meeden
68%
Vaak Soms Zelden of nooit
90% 13%
Jongerencentrum Zuidbroek 3% 12%
80% 86%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Uitgaan in ander dorp of andere stad Iets meer dan helft (52%) vindt het niet erg om naar een ander dorp of andere stad te moeten om te kunnen stappen. Het maakt ze niets uit, als het maar gezellig is. Ze geven aan dat het daar veel leuker is om te stappen en dat de sfeer daar beter is en dat maakt dat ze het reizen er voor over hebben. Ze gaan met andere vrienden of ontmoeten die daar en het is dan leuk om samen te zijn. De meesten gaan op de fiets en geven aan dat de meeste uitgaansgelegenheden in andere dorpen gemakkelijk te fietsen zijn of dat ze toch al gewend zijn om ver te fietsen. Anderen beschikken weer over een auto
22
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
waardoor de uitgaansplekken gemakkelijk te bereiken zijn. Weer anderen geven aan dat er altijd wel iemand is die hen weg wil brengen. Ook rijden er sinds kort nachtbussen tussen Stadskanaal en Pekela’s en tussen de stad Groningen, Hoogezand, Veendam, Muntendam en Zuidbroek. Tot slot geven veel jongeren aan het leuk te vinden om andere vrienden te leren kennen uit andere dorpen en andere uitgaansplekken te ontdekken. Ruim een kwart van de jongeren (27%) vindt het wel vervelend om naar een andere dorp of andere stad te moeten om te kunnen stappen. Ze zouden het leuk vinden als er in de eigen omgeving wat meer te doen zou zijn. Ze vinden de uitgaansgelegenheden in hun eigen dorp beperkt. Ze geven aan vooral het reizen vervelend te vinden. Het openbaar vervoer kost tijd en geld en rijdt ’s nachts bovendien beperkt en onregelmatig. Ze moeten dan eerder naar huis om de laatste trein of bus te halen of een andere oplossing voor de terugreis te bedenken. Jongeren vinden het vervelend om afhankelijk te zijn van vervoer en dit steeds te moeten regelen. Ze willen niet iedere keer hun ouders vragen en als ze met de auto gaan moet er altijd iemand de ‘BOB’ zijn. Zo ver op de fiets in het donker, wordt door enkelen als onveilig ervaren. Zeker als er alcohol in het spel is. En ook als het slecht weer of koud is, is dat niet fijn. Bezoek jongerencentra Aan de jongeren is gevraagd of zij (vaker) naar een jeugdsoos zouden gaan als deze meer centraal gelegen zou zijn. Ruim een derde van de jongeren (37%) zegt dat dit niets uit zou maken. Ruim een kwart (26%) antwoordt met ‘misschien’ en 9% geeft aan dat ze in dat geval wel (vaker) naar de jeugdsoos zouden gaan. 19% Weet het niet. In onderstaande figuur zijn de percentages per gemeente opgesplitst. Figuur 16 Vaker naar jeugdsoos indien centreaal gelegen
Totaal Menterwolde
9%
26%
37%
19%
13%
21%
41%
18%
Pekela 6% Veendam 10% 0%
25%
40%
Ja Misschien Nee
19%
Weet ik niet 29%
20%
33%
40%
60%
20%
80%
100%
Ruim driekwart van de jongeren (78%) vindt dat een jeugdsoos in ieder geval ontmoetingsmogelijk‐ heden met vrienden en andere jongeren moet kunnen bieden, gevolgd door ontspanning/niets hoeven (54%), activiteiten (49%), sportieve activiteiten (40%) en informatie (20%). 7% Noemt iets anders. Jongeren vinden het belangrijk dat het een veilige plek is met een goede sfeer en veel gezelligheid waar jongeren kunnen praten en chillen. Er moet goede muziek zijn en iets te drinken en te eten. Disco’s of feesten, optredens van dj’s en bandjes, (sport)activiteiten, een dagje uit en (computer)spelletjes doen of games staan op het verlanglijstje van jongeren. Een enkeling ziet het jongerencentrum ook als plek waar een hulpverlener aangesproken kan worden of waar lezingen of een beroependag gehouden kunnen worden. De veiligheid wordt als een belangrijke voorwaarde ervaren. Sommigen vinden dat er te veel jongeren uit een bepaalde groep in het jongerencentrum aanwezig zijn waarbij zij zich niet veilig voelen. Voor die jongeren is dat een reden om niet naar een jongerencentrum te gaan. Contact met vrienden of vriendinnen Jongeren hebben nog steeds vooral contact met elkaar door af te spreken (62%). Ongeveer de helft van de jongeren geeft aan (ook) via sms (50%), via MSN(48%) en/of via Hyves of Facebook (46%) contact met elkaar te hebben. Een kwart van de jongeren belt elkaar om contact te hebben. 12% Gebruikt ook nog andere media zoals pingen, skypen, twitteren, whatsapp of geeft aan via school of Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
23
de sportvereniging contact te hebben met elkaar. In figuur 17 is een uitsplitsing gemaakt per gemeente. Hierin is te zien dat ten opzichte van de jongeren in andere gemeenten iets meer jongeren in Menterwolde met elkaar afspreken (65%) en iets meer jongeren uit Pekela via sms (55%), MSN(53%) en Hyves of Facebook (51%) contact met elkaar hebben. Figuur 17 : Wijze van contact met vriend(inn)en 12% 11% 13%
Anders
25% 26% 24%
Bellen
41%
Hyves/Facebook
46%
Totaal
51% 46%
Menterwolde
Msn
48% 46% 53% 46%
Sms
50% 53% 55% 46%
Veendam
62% 65% 61%
Afspreken 0%
Pekela
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Ontmoetingsplaatsen Jongeren ontmoeten elkaar meestal op school (80%). Meer dan de helft (52%) van de jongeren geeft (daarnaast) aan dat ze elkaar thuis of bij iemand thuis ontmoeten. Ook ziet 45% van de jongeren elkaar bij het uitgaan (stappen of shoppen). Andere ontmoetingsplaatsen, door meer dan een derde van de jongeren genoemd, zijn bij het sporten (39%) en op straat of het centrum (38%). 5% ziet zijn of haar vrienden/vriendinnen en in het jongerencentrum en/of bij activiteiten van de kerk. Ruim 5% van de jongeren zegt zelden of nooit met vrienden af te spreken. 5% Geeft aan elkaar ergens anders te ontmoeten, namelijk bij de scouting, op verjaardagen of feesten, in het zwembad, op de skatebaan en in het Borgerswold. Er zijn geen grote verschillen te zien per gemeente. Hooguit kan gezegd worden dat iets minder jongeren uit Pekela elkaar op straat ontmoeten (34% tegenover 39% in andere twee gemeenten) en iets meer jongeren in Menterwolde elkaar in het jongerencentrum ontmoeten (11% tegenover 5% in Pekela en 3% in Veendam). Tweederde van de jongeren (66%) vindt dat er onvoldoende plekken zijn waar jongeren elkaar kunnen ontmoeten. In Menterwolde is dit percentage 76%, in Pekela 66% en in Veendam 61%. Jongeren die wel tevreden zijn over de hoeveelheid ontmoetingsplekken geven diverse plekken aan. Hieronder is een overzicht opgenomen van de meest gebruikte openbare ontmoetingsplekken die er momenteel in de drie gemeenten zijn. Veendam Pekela Menterwolde Jeugdsoos Skatebaan/skateparkje Centrum School(plein) Park(je) Borgerswold Voetbalveld(je) School(plein) Speeltuin Winkelcentrum/Helling Park Voetbalveld Speeltuintje Speeltuin Skatebaan Pannakooi Voetbalveld(je) Zwembad Meeden Wijkontmoetingsplek (WOP) Heeresmeer IJsbaan Praathuis Skatebaan Park Bij de C1000 Zwembad Klipheerd Bankje (vijver Wedderweg) Voor Van Beresteyn Heemtuin 24
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
Vertier Op de vraag of er voldoende te doen is voor jongeren in het dorp waarin ze wonen geeft ruim tweederde van de jongeren (68%) aan dat dit niet het geval is. In de gemeente Pekela en Menterwolde is dit percentage 75% en in Veendam 61%. Splitsen we de antwoorden over twee bovengenoemde items uit naar de afzonderlijke kernen dat blijkt dat de onvrede over de ontmoetingsplekken het grootst is in de kernen Borgercompagnie en Noordbroek waar respectievelijk 88% en 84% van de jongeren aangeeft dat er onvoldoende van zijn. In de kern Veendam zijn de jongeren het meest tevreden over de ontmoetingsplekken. 41% Vindt dat er voldoende van zijn. Wat betreft het aanbod is de onvrede het grootst in de kernen Zuidbroek, Noordbroek en Nieuwe Pekela waar respectievelijk 87%, 86% en 83% van de jongeren vindt dat er onvoldoende voor hen te doen is. In de kern Meeden zijn de jongeren het meest tevreden. Hier vindt meer dan de helft van de jongeren (54%) dat er voldoende voor hen te doen is. In onderstaande figuur is het percentage jongeren per kern aangegeven dat vindt dat er onvoldoende plekken zijn en onvoldoende te doen is. Figuur 18 Percentage jongeren dat ontevreden is
Pekela
Menterwolde
onvoldoende plekken
onvoldoende te doen 46%
Meeden
70% 73% 75%
Muntendam Zuidbroek
86% 84%
Noordbroek 71% 67%
Oude Pekela Nieuwe Pekela
64%
71%
75%
Borger-/Tripscompagnie Wildervank
62%
88%
71% 78% 73%
Ommelanderwijk/Zuidwending 56% 59%
Veendam 0%
83%
69%
Boven Pekela
Veendam
87%
76%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Dingen in de omgeving Aan de jongeren is tevens gevraagd welke dingen ze leuk vinden in de directe omgeving en welke dingen ze missen. In onderstaande plaatjes zijn alle antwoorden die de jongeren hebben gegeven verwerkt. Deze zijn ontstaan met behulp van ‘Wordle’, een hulpmiddel bij het genereren van veelvoorkomende woorden uit grote hoeveelheden teksten of antwoorden. Hoe groter het woord hoe vaker het genoemd is. Bij elk plaatje wordt een toelichting gegeven. Jongeren in Veendam geven aan vooral het (winkel)centrum, Borgerswold en het zwembad (Tropiqua) leuk te vinden. Ook de uitgaansgelegenheden en discotheken (waaronder Party Palace Rumors en Grand Café Rembrandt) worden met name in de kern Veendam gewaardeerd. De aanwezigheid van vrienden/vriendinnen is voor jongeren erg bepalend of het ergens leuk is of niet. Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
25
Plaatje 1: Leuke dingen in de gemeente Veendam
Dingen die jongeren in Veendam missen in hun directe omgeving zijn een bioscoop, leuke activiteiten voor jongeren, leuke winkels, een McDonald's, uitgaansgelegenheden, discotheken, hangplekken en een zwembad in met name de kleinere kernen. De jongste leeftijdsgroep mist vooral een speeltuin, een kinderdiscotheek of uitgaansgelegenheid en activiteiten voor kinderen. Plaatje 2: Dingen die gemist worden in de gemeente Veendam
Jongeren in Oude Pekela geven aan vooral het winkelcentrum (de Helling), het zwembad Atlantis, de skatebaan, het voetbalveld en de pannakooi leuk te vinden. In Nieuwe Pekela vinden jongeren het Heeresmeer (de Koele), het voetbalveld, het park, het zwembad in Oude Pekela, het sporten en de jeugdsoos leuk. In Boven Pekela waarderen jongeren vooral het voetbalveld, de school en de sportverenigingen. Ook voor de jongeren uit Pekela geldt dat de aanwezigheid van vrienden/ vriendinnen erg bepalend is of het ergens leuk is of niet. In het plaatje op de volgende pagina een totaaloverzicht.
26
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
Plaatje 3: Leuke dingen in de gemeente Pekela
Dingen die jongeren in Pekela missen in hun directe omgeving zijn leuke winkels of een winkel‐ centrum (in met name Nieuwe en Boven Pekela), een discotheek, uitgaansgelegenheden, een bioscoop, leuke activiteiten voor jongeren, een buitenzwembad in Nieuwe Pekela en hangplekken. In Boven Pekela wordt ook nog een supermarkt gemist. Plaatje 4: Dingen die gemist worden in de gemeente Pekela
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
27
Jongeren in Menterwolde geven vooral aan de jeugdsoos en het zwembad leuk te vinden. Dat geldt vooral voor de jongeren in Zuidbroek en Meeden. In Zuidbroek vinden jongeren verder de skatebaan, het voetbalveld, de ijsbaan, de sportmogelijkheden en de trein leuk. In Muntendam wordt de Heemtuin en het voetballen gewaardeerd. In Noordbroek is dat vooral de supermarkt. Ook voor de jongeren uit Menterwolde geldt dat de aanwezigheid van vrienden/vriendinnen erg bepalend is of het ergens leuk is of niet. Plaatje 5: Leuke dingen in de gemeente Menterwolde
Dingen die jongeren in Menterwolde missen in hun directe omgeving zijn (meer) activiteiten voor jongeren, winkels of een winkelcentrum en hangplekken, een zwembad en sportaccommodatie in Noord‐ en Zuidbroek, een jeugdsoos, uitgaansgelegenheden en bioscoop in Muntendam en Noordbroek, een supermarkt in Zuidbroek, een skatebaan in Noordbroek, een manege in Muntendam en een treinstation en beter openbaar vervoer in Meeden. Plaatje 6: Dingen die gemist worden in de gemeente Menterwolde
28
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
Zelf activiteiten organiseren Op de vraag of jongeren zelf activiteiten (mee) zouden willen organiseren geeft ruim een kwart (27%) aan dit wel te willen. 44% Van de jongeren weet het nog niet en 29% wil dat niet. Jongeren geven de volgende redenen aan waarom ze dit niet willen: ze hebben er geen tijd voor en zijn te druk met school, studie, sport, werk of andere dingen; ze hebben er geen interesse voor, belang bij of behoefte aan; ze hebben er geen zin in; ze vinden het niet leuk; ze vinden het te veel werk; ze denken dat niet te kunnen. Van de jongeren die wel zelf activiteiten (mee) willen organiseren geeft bijna de helft van de jongeren aan het liefst hiervoor via de e‐mail (48%) of via school (47%) gevraagd te worden. 40% Wordt het liefst per post gevraagd en ruim een kwart (28%) via Hyves. In mindere mate wensen jongeren gevraagd te worden via sms, website van de gemeente of de jeugdsoos (allen 15%) of via een jongerenwebsite (5%). 12% Wenst liever op een andere manier gevraagd te worden, zoals persoonlijk of face‐to‐face, telefonisch, door het plaatsen van advertenties of ophangen van posters, door oproepen via Facebook, MSNof Twitter, via sportverenigingen of via ouders, vrienden of kennissen. Kijken we naar de afzonderlijke gemeenten dan valt alleen op dat ruim een kwart van de jongeren in Menterwolde (26%) het liefst gevraagd wordt via de jeugdsoos (tegenover 10% in Pekela en 12% in Veendam).
4.7
Werk en inkomen
Inkomsten en inkomstenbron 39% Van de jongeren geeft aan minder dan € 10,‐ per week te besteden te hebben. Ruim een kwart (29%) heeft tussen de € 10,‐ en € 30,‐ te besteden. Bij 14% is dat tussen de € 30,‐ en de € 50,‐, bij 11% tussen de € 50,‐ en € 100,‐ en 9% heeft meer dan € 100,‐ te besteden per week. Figuur 19 Inkomen per week
Meer dan € 100,--
9%
Tussen de € 50, -- en € 100,--
11%
Tussen de € 30, -- en € 50,--
14%
Tussen de € 10, -- en € 30,--
29%
Minder dan € 10,-0%
39% 5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
45%
Kijken we naar de afzonderlijke leeftijdscategorieën dan zien we dat meer dan de helft van de jongeren tussen de 12 en 18 jaar (52%) minder dan € 10,‐ per week te besteden heeft en bijna een derde (32%) tussen de € 10,‐ en € 30,‐. Bij de jongeren van 18 t/m 23 jaar heeft ongeveer een kwart tussen de € 30,‐ en de € 50,‐ (26%), tussen de € 50,‐ en € 100,‐ (22%) en meer dan € 100,‐ (22%) te besteden per week. Op de vraag hoe de jongeren aan dit geld komen, geeft de helft van de jongeren aan dat dit zak‐ en/of kleedgeld is dat ze krijgen van hun (pleeg)ouders. Bijna een kwart (24%) verdient het geld voornamelijk door een bijbaantje (al of niet aangevuld met zakgeld) en 14% van de jongeren heeft (parttime) werk. Minder dan 5% geeft aan het geld te krijgen via studiefinanciering, een uitkering of stagevergoeding. 4% Krijgt het geld op een andere manier. Ze geven aan geld van hun ouders te krijgen als ze het nodig hebben, geld te sparen van verjaardagen of prijzen, klusjes (in huis) te doen, maar veelal ook een combinatie van eerdergenoemde inkomstenbronnen. Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
29
Figuur 20 Inkomstenbron
Stagevergoeding
1%
Uitkering Studiefinanciering
3% 5%
(Part-time) werk
14%
Bijbaantje
24%
Zak- en kleedgeld ouders
50%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Kijken we weer naar de afzonderlijke leeftijdscategorieën dan zien we dat 70% van de jongeren tussen de 12 en 18 jaar zak‐ of kleedgeld krijgt van ouders en 21% door een bijbaantje. Bij de leeftijdsgroep 18 t/m 23 jaar wordt het geld voornamelijk verkregen uit werk (35%) of een bijbaantje (29%). 14% Van deze groep ontvangt studiefinanciering en 10% heeft een uitkering. Schulden 4% Van de jongeren geeft aan schulden te hebben. Dat zijn met name jongeren in de leeftijdsgroep 18 t/m 23 jaar. 11% Binnen deze groep geeft aan schulden te hebben. Van de jongeren die schulden hebben (n=51) geeft 20% aan deze bij hun ouders te hebben, 15% bij de provider van hun mobiele telefoon, 15% bij de bank, 6% bij een postorderbedrijf en 4% bij vrienden. Bijna driekwart (73%) geeft aan ergens anders schulden te hebben zoals bij de studiefinanciering, de zorgverzekeraar of ziektekostenverzekering.
4.8
Veiligheid
Pesten Een vijfde van de jongeren (19%) geeft aan wel eens gepest te worden op of buiten school, waarvan 5% één of meerdere keren per week. 12% Wordt minder dan twee keer per maand gepest en 3% twee of drie keer maand. De jongeren die gepest worden zijn met name te vinden in de leeftijdsgroep 12 t/m 17 jaar. Binnen deze groep wordt een kwart wel eens gepest, waarvan 6% één of meerdere keren per week. In de oudere leeftijdsgroep geeft 6% aan wel eens gepest te worden. 15% Van de jongeren geeft aan wel eens mee te doen aan het pesten van anderen. Binnen de leeftijdgroep 12 t/m 17 jaar is dit 19% en binnen de leeftijdsgroep 12 t/m 23 jaar 6%. Criminaliteit Aan de jongeren is gevraagd of zij in de voorafgaande 12 maanden wel eens slachtoffer zijn geworden van een van de volgende dingen: iets gestolen, spullen vernield, bedreigd, in elkaar geslagen of tegen zijn/haar zin betast. In figuur 21 op de volgende pagina zijn de antwoorden weergegeven. Hieruit blijkt dat 21% van de jongeren aangeeft dat er wel eens iets van hem/haar is gestolen en 18% zegt dat er wel eens spullen van hem/haar zijn vernield. Met bedreigingen heeft bijna 10% wel eens te maken gehad in het afgelopen jaar. 2% Van de jongeren is wel eens in elkaar geslagen en 4% geeft aan tegen de zin in betast te zijn.
30
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
Figuur 21 Is een van de genoemde dingen jou in de afgelopen 12 maanden wel eens overkomen?
Ik wel eens tegen mijn zin betast
4%
Ik ben wel eens in elkaar geslagen
2%
Ik ben wel eens bedreigd
10%
Er zijn spullen van mij vernield
18%
Er is iets van de gestolen 0%
21%
5%
10%
15%
20%
25%
Gevoel van veiligheid 61% Van de jongeren geeft aan zich in zijn of haar eigen dorp veilig op straat te voelen. Ruim een derde van de jongeren (36%) voelt zich vooral ’s avonds niet veilig op straat. 3% Van de jongeren voelt zich zowel ’s avonds als overdag niet veilig. In Menterwolde is het percentage jongeren dat zich veilig voelt iets hoger (66%). 30% Van de jongeren voelt zich daar ’s avonds onveilig, terwijl dat percentage in Veendam 38% en in Pekela 36% is. Kijken we naar de afzonderlijke kernen dat valt op dat de jongeren in Borger‐/Tripscompagnie (88%), Boven Pekela (86%) en Noordbroek (76%) zich het veiligst voelen. In Ommelanderwijk/Zuidwending (43%), Oude Pekela (39%), Veendam (38%), Wildervank (38%) en Zuidbroek (35%) is het percentage jongeren dat zich ’s avonds onveilig voelt het hoogst. Voor Oude Pekela en Veendam geldt ook nog eens dat respectievelijk 5% en 4% van de jongeren zich zowel overdag als ’s avonds onveilig voelt. In figuur 22 is een uitsplitsing gemaakt per kern van het percentage jongeren dat zich overdag en ’s avonds veilig voelt.
Pekela
Menterwolde
Figuur 22 Percentage jongeren dat zich veilig voelt
Meeden
65%
Muntendam
66%
Zuidbroek
61%
Noordbroek
76%
Oude Pekela Nieuwe Pekela
56% 63%
Veendam
Boven Pekela
86%
Borger-/Tripscompagnie
88%
Wildervank
59%
Ommelanderwijk/Zuidwending
58%
Veendam
58%
0% 10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
De jongeren hebben aangegeven op welke plekken in hun dorp ze zich niet veilig voelen op straat. 18% Van de jongeren voelt zich onveilig in het park, 15% in het winkelcentrum, 13% op straat buiten de eigen woonbuurt en 10% op het station. In figuur 23 op de volgende pagina is te zien dat er wel grote verschillen te zien zijn per gemeente. Het percentage jongeren dat zich in het park onveilig voelt is in de gemeenten Pekela (24%) en Veendam (20%) het hoogst en meer specifiek nog in de kernen Oude Pekela en Nieuwe Pekela (beide 25%) en Veendam (22%). Het percentage jongeren dat zich in het winkelcentrum onveilig voelt is vooral in de kern Oude Pekela (20%) en Veendam (19%) erg hoog. Het percentage jongeren dat zich op straat buiten de eigen woonbuurt onveilig voelt, is in de kernen Zuidbroek (18%) en Oude Pekela (15%) erg hoog. Het percentage jongeren dat zich tot slot Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
31
op het station onveilig voelt, is in de kernen Zuidbroek (17%) en Veendam (12%) hoog. In onderstaande tabel is een uitsplitsing gemaakt per gemeente. Figuur 23 Onveilige plekken 3%
Bij school
2%
Bij sportaccommodatie
2%
3% 3% 3%
5%
In trein of bus
5%
Tijdens het uitgaan
5%
6% 6%
7% 9%
Totaal
9%
Op straat in eigen buurt
10%
7%
Op het station
8%
Pekela Veendam
10% 11% 10% 13%
Op straat buiten eigen buuurt
13% 12%
In het winkelcentrum
7%
In het park
7%
0%
Menterwolde
12%
14%
15% 15%
18% 18% 20%
5%
10%
15%
20%
24%
25%
30%
6% Van de jongeren noemt een andere plek waar zij zich onveilig voelen. Het gaat vooral om donkere, afgelegen en/of verlaten plekken en om plekken waar groepen jongeren rondhangen. Er zijn ook meer specifieke plekken genoemd zoals het asielzoekerscentrum, het praathuisje, de Aldi, een café in de Kerkstraat (Zuidbroek), de oude Spar, Tussenklappen, de Jumbo, Dukdalf, industrieterrein Phoenix, in het natuurgebied in Menterwolde en het fietspad naast het stadion. “Op donkere plekken waar weinig licht is en waar je niemand ziet of niemand je opmerkt.” “Daar waar hangende jongeren zijn die me op onprettige wijze aanspreken. Deze zijn niet op vaste plekken die ik kan aanwijzen.” “Gewoon laat in de avond op straat. Er hangen/lopen jongeren die ruzie willen maken om helemaal niets. Wellicht zijn zij onder invloed van verdovende middelen of vinden ze het gewoon grappig.”
Bijna een derde van de jongeren (29%) denkt dat meer toezicht en bijna een kwart (24%) dat meer verlichting op diverse plekken de veiligheid vergroot. Deze percentages liggen in Menterwolde iets lager met respectievelijk 23% en 19%. In Veendam is het percentage jongeren dat meer toezicht wenst iets hoger met 32%. 11% vVndt dat er minder mogelijkheden voor jongeren moeten komen om samen te hangen en dat de bosjes en struiken gesnoeid moeten worden om plekken opener en veiliger te krijgen. 5% Vindt dat er meer fietspaden moeten komen, 4% meer openbaar vervoer en 3% meer verkeersdrempels. 3% Noemt tot slot nog iets anders, waaronder jongeren harder aanpakken bij overlast en overtreding, meer politiecontroles, parkwachters inzetten, meer voorlichting geven, coffeeshop niet in het centrum, betere/andere hangplekken creëren en minder langs openbare wegen, flitspalen in de straat, maximum snelheid lager en meer oversteekplaatsen. Wapens 3% Van de jongeren draagt wel eens een (steek)wapen, waarvan 1% dagelijks en 2% af en toe. In totaal gaat het om 42 jongeren, waarvan 28 uit Veendam, 9 uit Pekela en 9 uit Menterwolde. De meeste van deze jongeren dragen een wapen tijdens het uitgaan en enkelen op school of als ze zich niet veilig voelen. Anderen dragen een wapen als gereedschap bijvoorbeeld bij het vissen, het slijpen van takken of bij de scouting.
32
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
Ruim een kwart van de jongeren (26%) merkt dat andere jongeren (steek)wapens dragen. In Pekela is dit percentage 31%. De meeste jongeren vinden het eng (41%) of dom (39%) of beide dat andere jongeren wapens dragen. 11% Maakt het niets uit en 3% vindt het prima. “Ik vind het gevaarlijk, want ik loop over straat en ze kunnen me dan ineens neersteken. Dat vind ik eng.” “Ik vind het zielig, het is een teken dat ze zwak zijn. Ze willen gewoon stoer doen voor hun vrienden."” “Ik vind het op zich prima, als ze worden bedreigd of als ze zich niet veilig voelen. Alleen te gebruiken in noodgevallen!” “Belachelijk, als iedereen dat heeft worden mensen bang en kopen ze zelf ook maar iets. Hierdoor ontstaat een onveilige situatie.”
4.9
Wonen in de gemeente
Betrokkenheid bij dorp Gevraagd is of de jongeren zich betrokken voelen bij hun dorp. 22% Van de jongeren geeft aan zich (zeer) betrokken te voelen bij zijn of haar dorp. Een kwart van de jongeren voelt zich (geheel) niet betrokken. De overige 53% van de jongeren heeft ‘neutraal’ geantwoord. Kijken we naar de afzonderlijke kernen dat valt op dat het percentage jongeren dat zich niet of totaal niet betrokken voelt bij zijn of haar dorp in Zuidbroek (41%), Noordbroek (35%), Ommelanderwijk/Zuidwending (35%) en Nieuwe Pekela (33%) het grootst is. In onderstaande figuur is een uitsplitsing gemaakt per kern. Figuur 24 Betrokkenheid bij dorp
Pekela
Menterwolde
(Zeer) betrokken Meeden
Oude Pekela
Veendam
Borger-/Tripscompagnie Wildervank Veendam 0%
33%
49%
7%
64%
29%
31%
44%
25%
28%
52%
35%
50%
15%
21%
57%
22%
10%
25%
53%
22%
20%
Ommelanderwijk/Zuidwending
35%
41%
18%
Boven Pekela
19% 41%
39%
24%
Nieuwe Pekela
17%
53%
28% 20%
Noordbroek
(Totaal) niet betrokken 54%
28%
Muntendam Zuidbroek
Neutraal
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90% 100%
Tevens is aan de jongeren gevraagd of ze later in hun gemeente zouden willen blijven wonen. 61% Antwoordt hierop bevestigend en 39% geeft aan dit niet te willen. Er zijn verschillen per gemeente. In Veendam geeft 66% aan in de gemeenten te willen blijven wonen en in Menterwolde en Pekela is dat respectievelijk 57% en 54%. Kijken we naar de afzonderlijke kernen dan valt op dat het percentage jongeren dat in de gemeente wil blijven wonen in Muntendam (71%), Veendam (70%) en Meeden (67%) het hoogst is en in Zuidbroek (41%) en Noordbroek (49%) het laagst. De meeste jongeren willen later in de gemeente blijven wonen, omdat het daar gezellig is, er aardige mensen wonen en het er goed bevalt. Ze wonen er al heel lang, soms al vanaf de geboorte en kennen Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
33
daardoor veel mensen, vrienden en familie. Iedereen kent elkaar en ze voelen zich er thuis. Het dorp is gezellig, klein en rustig en alles is lekker dichtbij. Ze hebben er bijna alles wat ze nodig hebben. Er staan mooie huizen en de grond is goedkoop. De jongeren die later niet in de gemeente willen wonen, vinden dat er veel te weinig te doen is en dat er te weinig voorzieningen zijn (winkels, uitgaansgelegenheden, sportmogelijkheden, opleidingen, openbaar vervoer, etc.). Ze vinden het dorp te klein en saai. Er is nauwelijks kans op werk en bovendien ook weinig variatie in de mogelijkheden. Er is vooral werk voor laag opgeleiden. Elders zijn meer ontwikkelingskansen en mogelijkheden, mat name voor hoger opgeleiden. Jongeren die weg willen zijn niet zo positief over de sfeer in de gemeente. Ze vinden dat er te veel hangjongeren zijn, die criminaliteit veroorzaken. Ze voelen zich daardoor niet veilig en vinden het ook geen fijne omgeving om hun toekomstige kinderen op te laten groeien. Weer anderen geven aan ook wel eens iets anders van de wereld te willen zien. “Omdat dit dorp de beste plek op de wereld is. Chille mensen wonen hier en het is altijd gezellig.” “Een erg gezellige en rustige gemeente waarin je elkaar kunt vertrouwen.” “Ik merk hoe ouder ik word, hoe minder er te doen is in mijn dorp.” “Ik zou naar een gemeente gaan waar je overdag gezellig kan winkelen en op terrasjes kan zitten en ’s avonds lekker uit kan gaan. Ik zou ook ergens wonen waar goede sportverenigingen zijn.”
Aan de jongeren die niet in de gemeente willen blijven wonen (n=509) is gevaagd onder welke omstandigheden ze wel in de gemeenten willen blijven wonen. Hieronder is per gemeente en opsomming gegevens van de meest genoemde antwoorden. Als er meer voorzieningen (openbaar vervoer, betere scholen, (vervolg) opleidingen, sportmogelijkheden, ziekenhuis) en uitgaansgelegenheden (discotheek, bioscoop, theater, terrasjes, eetgelegenheden) zouden zijn Als ook mijn (toekomstige) partner, familie of vrienden hier blijven wonen Als het veiliger en er minder criminaliteit zou zijn, er minder jongeren op straat hangen en er meer toezicht is op of strengere aanpak van (hang)jongeren Als er meer te doen zou zijn of meer activiteiten voor jongeren georganiseerd zouden worden Als er meer winkels of een (mooier) winkelcentrum zou komen Als er leuk werk of meer werkgelegenheid is Als de mensen zich anders (minder asociaal, toleranter en meer betrokken) gaan gedragen Als de buurten en dorpen opgeknapt en beter onderhouden worden en er meer groen zal zijn Als er voldoende/goedkope woningen beschikbaar zouden zijn Als het groter/levendiger/meer als een stad zou zijn Onder geen enkele omstandigheid blijven
Veendam (n=221) 29%
Pekela (n=170) 27%
Menterwol de (n=118) 42%
15% 12%
22% 22%
11% 9%
15%
19%
19%
13% 13% 3%
17% 15% 9%
31% 9% 8%
5%
4%
5%
8% 9% 8%
3% 6% 10%
5% 0% 5%
Stellingen over de gemeente Aan de jongeren zijn vijf stellingen voorgelegd over werk en wonen in de gemeente (zie figuur 25 op de volgende pagina). Bijna een kwart van de jongeren (22%) is het (een beetje) eens met de stelling ‘er is in de gemeenten voldoende werk voor jongeren die van school afkomen’. 38% Is het daar (helemaal) niet mee eens. Per gemeente zijn de uitkomsten nogal verschillend. In Menterwolde en Pekela is het percentage jongeren dat niet met de stelling eens is een stuk hoger met respectievelijk 49% en 48% en in Veendam een stuk lager (29%). Over de bijbaantjes zijn de jongeren iets positiever.
34
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
Zo is bijna de helft van de jongeren (46%) het eens met de stelling dat er voldoende bijbaantjes zijn in de gemeente. Bijna een derde (31%) is het daar niet mee eens. Ook hierbij geldt dat er meer jongeren in Pekela (37%) en Menterwolde (36%) (helemaal) oneens zijn met de stelling en in Veendam (25%) minder jongeren. Op de stelling dat er voldoende betaalbare woonruimte voor jongeren is, geeft 18% van de jongeren aan het hier (helemaal) mee eens te zijn. Een derde van de jongeren is het daar echter (helemaal) niet mee eens. Dat geldt voor alle drie gemeenten. Meer dan de helft van de jongeren (52%) geeft aan in de gemeente te willen blijven wonen als er voldoende werk zou zijn. In Veendam ligt dit percentage iets hoger (54%) en in Menterwolde iets lager (48%). 46% Van de jongeren zegt in de gemeente te blijven wonen als er voldoende geschikte woonruimte voor jongeren zou zijn. Dat geldt voor alle drie gemeenten. Figuur 25 Percentage jongeren dat eens is met stelling 46% 45%
Blijven indien voldoende woonruimte
46% 48%
Blijven indien voldoende werk 18% 17%
Er is voldoende woonruimte
17%
0%
10%
Totaal Menterwolde Pekela
Er zijn voldoende bijbaantjes
16%
52% 54%
21%
34%
Er is voldoende werk
52%
Veendam
46% 40%
53%
22% 20%
20%
26%
30%
40%
50%
60%
Voorzieningen Figuur 26 op de volgende pagina geeft weer hoe jongeren de voorzieningen in de afzonderlijke gemeenten beoordelen. Hieruit blijkt dat vooral de voorzieningen restaurants/snackbars (60%), bibliotheek/cultureel centrum (59%) en het openbaar vervoer (53%) goed scoren en door meer dan de helft van de jongeren als voldoende wordt gewaardeerd. De winkels (38%) en sport‐/trapveldjes (35%) worden door ruim een derde van de jongeren met een voldoende gewaardeerd. Ruim een kwart vindt de speelplekken voldoende (28%). Hangplekken en jeugdsozen/jongerencentra scoren het minst goed. 19% Van de jongeren waardeert deze met een voldoende. Bijna een derde waardeert de hangplekken met een onvoldoende en 19% de jeugdsozen/jongerencentra. Bij de laatste voorzieningen heeft een groot percentage aangegeven geen oordeel te geven of te kunnen geven (omdat ze jeugdsoos niet bezoeken). Over de inlooppunten van de CJG kan geen betrouwbaar oordeel gegeven worden. Bijna de helft van de jongeren geeft namelijk aan hierop geen antwoord te kunnen geven. Bovendien is het CJG in Veendam nog niet operationeel. Van de jongeren die er wel een mening over kunnen geven (n=580) geeft een kwart een positief en 19% een negatief oordeel. Bij enkele voorzieningen zijn grote verschillen te zien per gemeente. Zo is 69% van de jongeren in Veendam tevreden over de restaurants/snackbars tegenover 57% in Pekela en 43% in Menterwolde. Bijna een kwart van de jongeren (22%) waardeert de restaurants/snackbars in Menterwolde met een onvoldoende. Ook voor de bibliotheek/cultureel centrum geldt dat jongeren in Veendam (70%) meer tevreden zijn dan in Pekela (53%) en Menterwolde (42%). Over de winkels is 47% van de jongeren in Veendam positief tegenover 37% in Pekela en 17% in Menterwolde. Meer dan de helft (55%) geeft in Menterwolde een negatief oordeel over de winkels en in Pekela ruim een derde (37%). Over de speelplekken zijn de jongeren in Pekela het minst positief (18% tegenover ruim 30% in de andere gemeenten). 39% Beoordeelt de speelplekken als onvoldoende in Pekela. Wat betreft de jeugdsozen/ jongerencentra zijn de jongeren in Menterwolde het meest positief (27% tegenover 16% in Pekela en 18% in Veendam). Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
35
Figuur 26 Beoordeling voorzieningen
CJG
Veendam 8%
Onvoldoende
Jeugdsozen Speelplekken Hangplekken Sportveldjes Bibliotheek Restaurants Winkels
18%
Voldoende
18%
21%
22% 38%
Onvoldoende
31%
31%
21% 27%
Onvoldoende
Onvoldoende
Onvoldoende
28%
12%
8%
53%
42%
53%
22%
69%
11%
57%
43%
37%
60%
55%
47% 15%
29%
37% 16%
33% 17%
38%
19%
16%
OV
Onvoldoende
20%
12%
Voldoende
19%
33%
70%
21%
32%
16%
11%
Voldoende
35%
37%
18%
6%
25%
37%
39%
4%
Voldoende
19%
20%
18%
31%
19%
27%
32%
Voldoende
11%
20%
16%
Voldoende
Onvoldoende
9%
13%
29%
Voldoende
Totaal 7%
13%
Onvoldoende
Onvoldoende
Menterwolde
12%
9%
Voldoende
Pekela
Voldoende 0%
54%
52% 20%
40%
52% 60%
53% 80%
100%
Gemeente Aan de jongeren is gevraagd of ze vinden dat de gemeente voldoende naar hen luistert, als zij beslist over zaken die jongeren aangaan. 16% Vindt dat er niet goed geluisterd wordt en bijna driekwart weet het niet. Er zijn geen grote verschillende te zien per gemeente. Jongeren dragen de volgende ideeën aan zodat de gemeente beter naar ze kan luisteren: Meer/vaker een enquête uitzetten (breed zoals deze of over een specifiek thema); De jongeren laten stemmen over ideeën, bijvoorbeeld via polls of een gastenboek op de gemeentelijke website of een speciale jongerenwebsite; Jongeren uitnodigen en in gesprek/debat gaan (in focusgroepen of een jongerenraad); Naar hangplekken komen of andere plekken waar jongeren zich begeven (bijvoorbeeld scholen); Sociale media inzetten zoals Hyves, Facebook, Twitter of e‐mail Op deze manier kunnen jongeren in de gemeente hun meningen en wensen kenbaar maken aan de gemeente. Opgemerkt wordt dat naast het luisteren het ook van belang is dat er daadwerkelijk iets mee wordt gedaan of dat daarover informatie teruggekoppeld wordt.
36
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
“Een maandelijks debat houden met de jongeren uit de gemeente om meningen uit te spreken.” “Ik denk dat het heel erg gaat helpen als de gemeente een paar jongeren van verschillende leeftijden en groepen bij elkaar zet, dat de gemeente kan vertellen wat er mogelijk is, en dat die jongeren dan kunnen gaan brainstormen over wat ze willen."” “Door een soort van Hyves te maken waar jongeren hun punten op kunnen plaatsen wat zij belangrijk vinden en waar de burgemeester weer op kan lezen wat wij schrijven.” “Om via veel gebruikte sociale media de mening te vragen en misschien direct benaderen van jongeren.”
Vervolgens is de jongeren gevraagd wat zij zouden willen verbeteren wanneer zij een maand lang de burgermeester in hun gemeente mogen zijn. De belangrijkste thema’s voor de jongeren zijn vrije tijd, veiligheid, verkeersveiligheid, voorzieningen, werkgelegenheid, milieu en leefbaarheid. In onderstaande tekstvakken staat per thema een selectie van enkele door jongeren gemaakte opmerkingen. Met betrekking tot de vrije tijd willen jongeren onder andere meer uitgaansgelegen‐ heden (discotheek), meer sportvoorzieningen (meer sportverenigingen, een (openlucht) zwembad, meer/betere (overdekte) hangplekken, een skatebaan, een voetbalkooi en een sportschool), meer speelplekken en meer activiteiten voor jongeren. Plekken die er al zijn zouden beter onderhouden of opgeknapt moeten worden. “Dan zou ik graag willen dat er ook wat meer te doen was voor jongeren van onze leeftijd.” “Ik zal veel geld besteden voor het verbeteren van de sportgelegenheden omdat kinderen dat toch meer nodig hebben dan menig mens denkt, en omdat er best wel veel overgewicht is.”
“Ik zou met de jeugd om de tafel gaan zitten, om samen tot goede ideeën te komen voor bijvoorbeeld een hangplek. Ik vind het voor de jeugd erg vervelend dat ze haast geen mogelijkheid hebben om elkaar te ontmoeten of even rustig met elkaar te kletsen en te ontspannen.” “Ik zou een speciale hangplek voor de jongeren maken, waar andere mensen geen last hebben van de jongeren en andersom ook niet.” “Zorgen dat het zwembad en de sportzaal opgeknapt worden bij Van der Valk, zodat al die verenigingen weer kunnen sporten. Dit is voor de sport, vrije tijd, werk en veiligheid belangrijk.”
Om de veiligheid te verbeteren willen de jongeren dat de hangjongeren en het alcohol‐ en drugsgebruik strenger aangepakt worden en er meer toezicht, inzet en controle is van de politie. Daarnaast zou er betere verlichting moeten komen om straten veiliger te maken. Wat betreft de verkeersveiligheid zouden de gevaarlijke kruispunten en oversteekplaatsen veiliger gemaakt moeten worden. Daarnaast zouden de snelheidsregels beter nageleefd moeten worden omdat er op sommige plekken veel te hard wordt gereden. “Heel erg streng optreden naar op straat hangende jongeren. Gesprekken met ouders aangaan over waarom deze jongeren überhaupt zo laat nog op straat zijn en uitzoeken waarom ze niets beter te doen hebben.” “Ik zou er voor zorgen dat er minder geweld komt en dat mensen verdraagzamer tegen elkaar worden zodat de mensen in het asielzoekerscentrum zich hier ook prettiger voelen.” “Bedenken wat ik kan doen tegen hard drugs gebruik onder de jongeren.” “Dit jaar veel problemen met straatverlichting. Daardoor is het ‘s avonds soms heel donker in het dorp. Het brengt natuurlijk ook gevaar met zich mee voor het verkeer.” “De wegen verbeteren, want soms zitten er best veel gaten in de weg.” Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
37
Ten aanzien van de voorzieningen zien de jongeren graag dat er meer en betere/leukere winkels komen, dat het openbaar vervoer wordt verbeterd (bereikbaarheid en frequentie, met name naar de stad Groningen), dat er betere (betaalbare) huisvesting komt en beter(e) onderwijs(mogelijkheden), waaronder meer vervolgstudies op MBO of HBO niveau. “Openbaar vervoer. Door de komst van de trein in Veendam is de bereikbaarheid van de andere kernen er erg op achteruit gegaan.” “Huisvesting verbeteren. Jongeren kunnen tegenwoordig moeilijk aan een huis komen.” “Ik zou persoonlijk als burgemeester iets doen aan het onderwijs van jongeren. Jongeren in Oost‐Groningen beginnen vaak met een taalachterstand, waardoor ze slechter presteren op school met als gevolg een slechte loopbaan met alle problemen vandien.” “Onderwijs. Jongeren beter bewust maken van discriminatie, vreemdelingen‐ en homohaat, pesten, etc.”
Om de werkgelegenheid te verbeteren vinden jongeren dat bedrijven gestimuleerd moeten worden jongeren aan te nemen en er meer bedrijven naar de regio gehaald moeten worden zodat er meer kans op werk is. Ook wensen jongeren dat er makkelijker bijbaantjes te krijgen zouden zijn. “Ik zou toch proberen om meer bedrijven naar de gemeente te krijgen om meer werkgelegenheid te creëren.”
“ Werk. Ik zou voor jongeren meer bijbaantjes beschikbaar maken.”
Wat betreft het milieu zouden jongeren graag willen dat de openbare ruimten schoner gehouden wordt, dat er meer prullenbakken en hondenpoepbakken komen en dat er meer toezicht en controle is op het op straat gooien van rommel. “Beetje meer orde en reinheid op straat, proberen of iedereen zijn rommel niet op straat achterlaat.” “Ik zou meer aan het milieu doen want ik kom wel eens in een straatje dan zie ik geen prullenbakken en dan wordt het natuurlijk gewoon op de straat gedumpt! Ik vind dat er meer prullenbakken moeten zijn.” “Ik zou ervoor zorgen dat de honden niet overal meer gaan poepen op straat, want dat is heel erg vies.” “ Vaker zorgen dat er wordt schoongemaakt in het centrum. En meer toezichthouders in het centrum.”
Ten aanzien van de leefbaarheid vinden de jongeren dat de betrokkenheid van de mensen in de dorpen en de wijken verbeterd moet worden door er gezamenlijke activiteiten te organiseren. Gestimuleerd moet worden dat de mensen met z’n allen gaan zorgen voor een betere en leukere gemeente. Ook moet er iets gedaan worden aan het opknappen en gezelliger aankleden van de openbare ruimte (met planten, groen, etc.) en de leegstand en verpaupering van woningen en winkels. “Burgers meer betrokken laten worden met hun eigen buurt, of eigen dorp op een leuke manier (vooral voor kinderen) door bijvoorbeeld een groot feest of een soort 'spelletjesdag' te houden voor scholen.” “Ik zou alle niet geschoolde mensen een opleiding aanbieden, ze laten stoppen met roken, bier drinken en rond te hangen. Ik zou ze heropvoeden.”
Specifiek in Pekela worden nogal wat opmerkingen gemaakt over het asielzoekerscentrum. Enkele jongeren zien dit centrum graag gesloten en anderen roepen op om de toestroom van asielzoekers te beperken. In Zuidbroek wensen de jongeren een goedlopende supermarkt en de restauratie van het zwembad dat nu gesloten is. In Veendam zouden jongeren Borgerswold veiliger willen maken door
38
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
meer verlichting te plaatsen zodat mensen er ’s avonds veiliger kunnen wandelen, fietsen, honden uitlaten en gebruik kunnen maken van de (sport)voorzieningen daar. Ook zouden er meer activiteiten en festivals in Borgerswold georganiseerd moeten worden om het gezelliger te maken. Jongeren uit de kleinere kernen in Veendam zien graag dat buslijn 301 weer gaat rijden.
4.10 Voorlichting en informatie Voorlichtingsactiviteiten In de gemeente Veendam, Pekela en Menterwolde zijn de afgelopen jaren enkele voorlichtings‐ activiteiten georganiseerd voor jongeren. Gevraagd is met welke voorlichtingsactiviteiten de jongeren bekend zijn. De jongeren konden meerdere antwoorden geven. In onderstaande figuur is dit weergegeven. Hieruit blijkt dat vooral de voorlichtingsactiviteiten ‘Vuurwerklessen’ en ‘Alcohol & jongeren’ bekend zijn bij de jongeren. De activiteit ‘Omgaan met geld’ en de ‘Weerbaarheids‐ trainingen’ zijn vooral bekend bij jongeren in Veendam en ‘Buurt Onderwijs en Sport (BOS)’ vooral bij jongeren in Menterwolde. De ‘Dag van de leerplicht’ en het ‘Nationaal Actieplan Sport en Bewegen (NASB)’ zijn het minst bekend bij de jongeren. Ongeveer een derde van de jongeren is met geen van de genoemde activiteiten bekend. Figuur 27 Bekendheid met voorlichtingsactiviteiten 7%
Dag van de leerplicht
6% 7%
NASB BOS
9% 10% 9%
5%
13%
11%
24%
7% 8% 14%
Gezonde & veilige school Weerbaarheidstrainingen
7%
17%
Totaal
19% 18%
Menterwolde Pekela
17% 16%
21%
Omgaan met geld
Veendam
23% 27% 25%
31% 37%
Alcohol & jongeren
41%
52%
42%
Vuurwerklessen 0%
43% 42%
10%
20%
30%
40%
52%
50%
56%
60%
Sociale media Aan jongeren is gevraagd welke sociale media ze gebruiken. Hyves en MSN worden veruit het meest gebruikt en wel door respectievelijk 88% en 84% van de jongeren. 41% Van de jongeren gebruikt Facebook en 37% gebuikt Twitter. LinkedIn en my space worden (nog) nauwelijks door jongeren gebruikt (2%). 9% Geeft aan (ook) andere sociale media te gebruiken, zoals pingen, skype, youtube, tagged en tumbir. In figuur 28 op de volgende pagina is een uitsplitsing gemaakt van de meest gebruikte sociale media per gemeente. Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
39
Figuur 28 Gebruik sociale media
Twitter
32%
37% 39% 39% 41% 38% 37% 45%
Facebook
Totaal Menterwolde Pekela
88% 90% 87%
MSN
Veendam
84% 86% 82%
Hyves 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
90%
100%
Informatievoorziening Voor wat betreft de informatievoorziening voor jongeren is nagegaan hoe zij het liefste informatie ontvangen. Uit figuur 29 blijkt dat bijna tweederde van de jongeren (63%) het liefst informatie ontvangt via e‐mail. Daarnaast ontvangt 44% van de jongeren de informatie (ook) graag via school. Ruim een derde ontvangt de informatie graag door folders (39%) en Hyves (38%). Een kwart ziet de informatie graag in huis‐aan‐huisbladen verschijnen en 19% via sms. Er zijn maar weinig jongeren die informatie willen ontvangen via een gemeentelijke (7%) of jongerenwebsite (6%), via de bibliotheek (6%), via een jongereninformatiepunt (6%), via het gemeentehuis (3%) of via het CJG (2%). Daarnaast geeft 5% van jongeren aan op een andere manier informatie te willen ontvangen. Via de post of een persoonlijke brief is hierbij het vaakst genoemd. Enkelen noemen ook de plaatselijke krant, andere sociale media zoals Facebook en Twitter of willen de informatie graag tijdens voorlichtingsactivitei‐ ten op de scholen of in de jeugdsoos. Jongeren van 12 t/m 17 jaar ontvangen relatief gezien de informatie liever via school (56% tegenover 19% bij de oudste leeftijdgroep), Hyves (42% tegenover 27%) en sms (23% tegenover 11%). Er zijn geen grote verschillen per gemeente te zien. Figuur 29 Wijze van informatievoorziening CJG Gemeentehuis
2% 3%
Anders
5%
Jongereninformatiepunt
6%
Biliotheek
6%
Jongerenwebsite
6%
Gemeentelijke website
7%
Sms
19%
Huis-aan huis bladen
25%
Hyves
38%
Folders
39% 44%
School E-mail
63%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Onderwerpen De jongeren is gevraagd waarover zij meer zouden willen weten. In figuur 30 op de volgende pagina zijn de verschillende opties weergegeven. De jongeren konden meerdere antwoorden geven. Veruit de meeste jongeren zouden met name meer willen weten over werk/werk zoeken en solliciteren (45%) en over school en opleidingen (36%). Meer dan een kwart zou meer informatie willen over geldzaken (31%), over de gemeente (28%), over vrijetijdsbesteding of over wonen (beide 25%).
40
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
18% Van de jongeren wil iets meer weten over gezondheid, 14% over vrijwilligerswerk en 10% over instellingen en hulpverlening of verslavingen. Slechts een kleine groep jongeren zou meer willen weten over seksualiteit (7%), mantelzorg (7%) en veilig vrijen (6%). 7% Van de jongeren geeft aan geen behoefte aan informatie te hebben. 4% Wil graag over andere onderwerpen informatie zoals bijbaantjes, dieren, politiek en veiligheid. Jongeren van 12 t/m 17 jaar willen relatief gezien meer weten over school/opleiding en verslavingen en jongeren van 18 t/m 23 jaar willen relatief gezien meer weten over wonen. Voor de overige onderwerpen zijn geen grote verschillen tussen de leeftijdsgroepen. Er zijn ook geen grote verschillen per gemeente. Figuur 30 Onderwerpen waarover jongeren meer willen weten
Veilig vrijen
6%
Mantelzorg
7%
Seksualiteit
7%
Verslavingen
10%
Instellingen/hulpverlening
10%
Anders
11%
Vrijwilligerswerk
14% 18%
Gezondheid Wonen
25%
Vrijetijd
25%
Gemeente
28%
Geldzaken
31%
School/opleiding
36%
Werk/solliciteren 0%
45%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
45%
50%
Ruim de helft van de jongeren (54%) geeft aan de informatie over deze onderwerpen het liefst schriftelijk te ontvangen. 18% Wil de informatie liever in een groepsbijeenkomst ontvangen en 9% in een individueel gesprek. 6% Ontvangt de informatie graag digitaal via de e‐mail. 8% Ontvangt de informatie liever op een andere manier zoals via de post, via school, via internet of via andere sociale media zoals Hyves en MSN. Tot slot Aan het einde van de enquête is aan de jongeren gevraagd of er nog verdere opmerkingen zijn of zaken vergeten zijn. Een groot deel van de jongeren miste geen onderwerpen en is positief over het initiatief van de jongerenpeiling. Wel zijn ze benieuwd wat er met de uitkomsten wordt gedaan. Volgens een aantal 20 plussers en kinderen die nog op de basisschool zitten sloot de enquête niet helemaal aan bij hun leefsituatie. Enkele jongeren vonden de enquête te lang. “Voor studenten wonend in deze gemeente is de enquête echt te kinderachtig geschreven en zijn veel vragen niet van toepassing. Erg jammer dat wij op deze manier geen goed beeld kunnen geven van onze wensen.” “Vragenlijst is meer voor oudere kinderen dan ik, ik stap nog niet, basisschoolkinderen houden zich nog met andere zaken bezig.” “De enquête is vrij lang. Hierdoor bestaat de kans dat mensen afhaken.”
In het onderstaande overzicht is een verscheidenheid aan reacties op deze vraag opgenomen. Globaal komt het er op neer dat er meerdere opmerkingen gemaakt zijn over het ontbreken van meer vragen met betrekking tot het gedrag van mensen en omgang met elkaar (normen en waarden), Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
41
de bereikbaarheid van de gemeente, het milieu, de verscheidenheid (of het ontbreken daarvan) aan en kwaliteit van sportvoorzieningen en ‐verenigingen, de overlast van hangjongeren, de mogelijkheden voor mensen met een beperking, het openbaar vervoer, het asielzoekerscentrum, het omgaan met verschillende culturen, verkeersveiligheid, geldproblemen, geldbesteding, criminaliteit, alcohol‐en drugsgebruik, vrijetijdsbesteding, infrastructuur, status gezin en werkloosheid. “Dat er nu ook echt dingen moeten gebeuren om de jeugd wel tevreden te krijgen hier in de buurt en omstreken, aan de hand van deze enquête.” “De asocialiteit, die sterk is toegenomen de afgelopen jaren. Tenminste dat vind ik.” “De vraag waarom de goed opgeleide jongeren Oost‐Groningen verlaten, want ik denk dat je hiermee een probleem blijft houden. De bewoners zijn hier op meerdere vlakken achtergebleven dat wil zeggen financieel en normen en waarden.” “Er had dieper op sport in moeten gaan. Want niet alle voorzieningen zijn er in de gemeente Pekela.” “Heb je overlast van hangjongeren op straat? Irriteer je je aan jongeren die niks doen voor de maatschappij?” “Ik heb nu zo ongeveer alles wat mij (en vele anderen) niet aanstaat gearticuleerd, en hoop dat u hier iets mee kunt.” “Ik zou graag willen weten hoe je over sport denkt in uw eigen gemeente. Bijvoorbeeld: Sport je graag? Bestaat de mogelijkheid om jouw sport uit te oefenen in jouw eigen gemeente? Sport je veel?” “Ja, hoe we dan te weten komen of we gewonnen hebben en waar we de prijs op kunnen halen.” “Of we trots zijn in deze gemeente te wonen.”
“Of je met de uitkering die je hebt ook rond kunt komen!! Ik vind het namelijk behoorlijk vreemd dat er niet iets van een aanvulling is voor jongeren (die door omstandigheden niet thuis bij hun ouders kunnen wonen.)” “Of je naar school gaat in de gemeente of ergens anders heen moet, wat voor opleiding je dan doet en of je een stageplek kan vinden in de buurt.” “Vragen over het uitgaansleven. Wordt er veel geweld gebruikt bij het uitgaansleven en wat wij jongeren hier van vinden wat we eraan kunnen doen en hoe we ons hierbij voelen.” “De mate van zelfstandigheid van jongeren. Ook vind ik dat er onvoldoende wordt gevraagd naar de woonsituatie, opleidingsniveaus en achtergrond van jongeren. Hoe kan er aan de hand van deze vragen nu een kwalitatief goed beeld worden geschetst?” “De verschillende culturen binnen de gemeente.” “Werkloze jongeren, en wat daar aan te doen valt, in plaats van heel snel een bijstandsuitkering geven.”
42
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
5.
Aanbevelingen
Op basis van de uitkomsten van de jongerenpeiling 2011 kan een aantal aanbevelingen worden gedaan. Hieronder worden ze per punt behandeld. 1. Geen aanbevelingspunten op de thema’s onderwijs, geluk en problemen De meeste jongeren gaan met plezier naar school en ervaren een goede relatie met school. Ook voelen de jongeren zich over het algemeen gelukkig en kunnen ze met vragen en problemen bij hun ouders, familie of vrienden terecht. Voor deze thema’s zijn dan ook geen aanbevelingen te noemen. 2. Meer voorlichting geven over de mogelijkheden en het nut van het CJG voor jongeren Het CJG is bij ruim een kwart van de jongeren bekend. Er zijn maar weinig jongeren die er daadwerkelijk zijn geweest of verwachten er in de toekomst gebruik van te maken. Een groot deel van de jongeren begrijpt (nog) niet goed waarvoor ze precies bij een CJG terecht kunnen. De indruk bestaat dat ze er alleen voor problemen naar toe kunnen. Voorlichting over de mogelijkheden van het CJG is dus gewenst. In samenwerking met de scholen zou wellicht een soort werkbezoek georganiseerd kunnen worden. Met de jongeren zou eveneens een discussie aangegaan kunnen worden of het CJG wel de plek is waar jongeren hun informatie willen halen of dat ze toch meer behoefte hebben aan een specifieke plek voor jongeren. 3. Blijvend inzetten op alcoholpreventie onder jongeren Het alcoholgebruik onder de jongeren is hoog. De helft van de jongeren heeft wel eens alcohol gedronken. 21% Van de jongeren drinkt wekelijks of vaker. Ook drinken jongeren al op jonge leeftijd. De percentages van het alcoholgebruik onder jongeren en het aantal ‘binge’ drinkers (5 of meer glazen per gelegenheid) in dit onderzoek liggen een stuk lager dan de cijfers die genoemd zijn in de ‘Jeugdgezondheidsenquête 2008/2009 1 ’, maar dat heeft te maken met een andere vraagstelling en andere doelgroep. De cijfers kunnen daarom niet met elkaar vergeleken worden. Inmiddels vinden er door de VNN al diverse interventies plaats op het alcoholgebruik van jongeren met behulp van het project 'Jongeren en Alcohol', dat vorig jaar is gestart. Geadviseerd wordt deze investering voort te zetten om zodanig het alcoholgebruik onder jongeren te verminderen. 4. In overleg met jongeren invulling geven aan de vrijetijdsbesteding per dorp De huidige jeugdsozen in de afzonderlijke gemeenten worden niet erg goed bezocht door de jongeren. Uit de open reacties blijkt echter wel dat er behoefte is aan jeugdvoorzieningen en activiteiten. Jongeren geven aan uitgaansmogelijkheden en ontmoetingsplekken te missen. Het is aan te bevelen dat de gemeenten en het jongerenwerk per dorp met de jongeren nader overleg voeren om concrete invulling te geven aan de vrijetijdsbesteding. Dit kan per dorp anders zijn. Het is belangrijk om een voor jongeren aanspreekbare mix te maken van ontmoetingsplekken en activiteiten zowel in de open lucht als onder dak. Overigens is Malgré Tout in Meeden wel een goed lopende jeugdsoos. Jongeren, ook buiten de kern Meeden en buiten de gemeente Menterwolde, noemen het als voorbeeld hoe zij graag invulling zouden willen geven aan een jeugdsoos in hun eigen dorp of gemeente. Nagegaan zou kunnen worden wat maakt dat deze soos juist wel goed loopt en of dit concept geïntroduceerd kan worden in de andere kernen. 5. Aandacht voor een veilige leefsituatie en (woon)omgeving Jongeren voelen zich met name onveilig in parken, in het winkelcentrum, op straat buiten de eigen woonbuurt en op stations. Meer in het algemeen gaat om donkere en afgelegen plekken waar ’s avonds en ’s nachts weinig verlichting is. Om de onveiligheidsgevoelens van jongeren enigszins weg 1
Jongeren in Groningen ‐ Resultaten van de Jeugdgezondheidsenquête 2008—2009 (GGD Groningen) Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011
43
te nemen en de veiligheid te bevorderen is aandacht voor goede verlichting op deze plekken en zeker waar fietsroutes langsgaan aan te bevelen. Daarnaast is meer toezicht gewenst in met name de uitgaansgebieden en daar waar veel jongeren samen rondhangen. De wens dat de leefsituatie in het eigen dorp of de gemeente veiliger wordt speelt een ook een belangrijke rol in de keuze om al of niet in de regio te willen blijven wonen. 6. Investeren op een manier waardoor jongeren trots kunnen zijn op hun dorp Ruim de helft van de jongeren (53%) staat neutraal ten opzichte van zijn of haar dorp. Een kwart voelt zich (geheel) niet betrokken bij zijn of haar dorp. Er is dus een geringe identificatie van jongeren met hun dorp en dat maakt dat jongeren minder bereid zijn zich er voor in te spannen. Het advies is om te investeren op een manier waardoor jongeren trots kunnen zijn op hun dorp. Zeker met het oog op behoud van jongeren. Jongeren zijn namelijk wel bereid in hun dorp te blijven wonen mits er voldoende werk, woonruimte en allerlei voorzieningen en uitgaansgelegenheden zijn. Ook familie en vrienden en een gevoel van veiligheid spelen een belangrijke rol in de keuze om in het dorp te blijven wonen. In de gemeente Appingedam zijn inmiddels goede ervaringen op gedaan met het project ‘Eemsdelta loves me!’ Dit is een project waarin met jongeren samen is onderzocht via welke methode zij willen participeren, zodat de gemeente gebruik kan maken van de ervaringsdeskundig‐ heid van de jongeren. Het uiteindelijke doel is de voorzieningen voor jongeren zodanig te verbeteren zodat de uitmigratie verminderd wordt en er voldoende potentiële beroepsbevolking in de regio blijft. Wellicht kan een dergelijk project ook uitgezet worden in de regio Veendam, Pekela, Menterwolde. 7. Meer met jongeren in contact treden over zaken die hen aangaan De jongeren vinden dat er onvoldoende naar hen geluisterd wordt als er beslist wordt over zaken die jongeren aangaan. Het is daarom aan te bevelen om meer in contact te komen met de jongeren. Jongeren geven hiervoor zelf verschillende ideeën aan, door bijvoorbeeld meer enquêtes uit te zetten (over bijvoorbeeld een specifiek thema) of jongeren te laten stemmen over ideeën aan de hand van polls op de gemeentelijke website. Ook stellen jongeren voor dat de gemeente hen uitnodigt en met hen in gesprek/debat gaat over allerlei onderwerpen. Dit kan door bijvoorbeeld focusgroepen of een jongerenraad op te richten. Tot slot stellen jongeren voor om meer gebruik te maken van sociale media. Zo zou de gemeente een Hyvespagina kunnen maken waar jongeren en gemeente hun discussiepunten kunnen plaatsen en met elkaar van gedachten kunnen wisselen. De aanbeveling is om deze mogelijkheden (samen met de jongeren) verder te verkennen. 8. Benut sociale media om met jongeren te communiceren Jongeren maken steeds meer gebruik van sociale media. Vooral Hyves en MSN worden inmiddels door meer dan 80% van de jongeren gebruikt. Ook Facebook en Twitter zijn sterk in opkomst. In de communicatie met jongeren is het aan te bevelen om meer gebruik te maken van deze sociale media. Ook in het horen en bevragen van jongeren (zie vorig punt) is de inzet van sociale media aan te bevelen. Daarnaast blijft de e‐mail en school voor jongeren een belangrijke plek om informatie over diverse onderwerpen te ontvangen. De belangrijkste informatiebehoefte van jongeren ligt bij de onderwerpen school/opleiding en werk/solliciteren. 9. Meer inzetten op een schone en gezellige omgeving Uit de jongerenpeiling komt naar voren dat de jongeren naast thema’s als vrijetijdsbesteding en veiligheid ook milieu en leefbaarheid belangrijk vinden. Zij storen zich aan de troep op straat en vinden dat mensen weinig verantwoordelijkheid nemen voor het opruimen van hun eigen rommel. Het is aanbevelingswaardig om vanuit de gemeente dit thema op te pakken door enerzijds meer prullenbakken te plaatsen en anderzijds inwoners te stimuleren om met z’n allen voor een schoner en gezelliger dorp te zorgen. Ook dit kan bijdragen aan een gevoel van trots zijn op de eigen buurt (zie punt 6). Jongeren zouden betrokken kunnen worden voor het (mee) organiseren van (opknap‐ of gezelligheids)activiteiten om de leefbaarheid te verbeteren. Leader4jongeren (projecten door en voor jongeren) biedt hierin tevens financiële mogelijkheden (zie: www.leaderoostgroningen.nl).
44
Jongerenpeiling gemeenten Veendam, Pekela, Menterwolde, juli 2011