Jong Centraal in beweging Jaarverslag 2007 Centrum voor Jeugd en Gezin Amersfoort
Jong Centraal heeft een ambitie. Ze wil in toenemende mate koppelingen maken met en verwijzingen maken naar het grotere geheel van de lokale keten. Op die manier kan Jong Centraal ontwikkelingen verklaren. En zo een zo compleet en samenhangend mogelijk beeld geven over de hulpvragen van kinderen, jongeren en gezinnen in de stad.
Inhoud
Inleiding: Een bewogen jaar
3
1. Jong Centraal, de cijfers
4
Inleiding
4
1.1 Informatie en advies
5
1.1.1 Vraagsteller
5
1.1.2 Wijze contact
6
1.1.3 Leeftijd
6
1.1.4 Onderwerp
6
1.2 Dossiers
7
1.2.1 Aanmelder
7
1.2.2 Wijze van contact
7
1.2.3 Leeftijd en geslacht
9
1.2.4 Etniciteit
9
1.2.5 Woonplaats en wijk
10
1.2.6 Probleemgebied
10
1.2.7 Resultaat en doorlooptijd
12
1.2.8 Toeleidingen
13
1.3 Conclusies 2. Frontoffice en MDT
14 15
Inleiding
15
2.1 WMO-taken
15
2.2 Werkprocessen en kwaliteit
17
2.3 Het Multidisciplinair Team (MDT)
17
2.4 PR
19
2.5 Personeel en organisatie
19
3. Backoffice en ketensamenwerking
20
Inleiding
20
3.1 Doelstellingen projectplan
20
3.2 Signaleren op beleidsniveau
21
3.3 Samenwerking en werkafspraken
21
3.4 Partneroverleg
21
3.5 Ketenoverleg
21
3.6 Communicatie
22
Bijlage Signalen
23 2
Een bewogen jaar Januari 2008. Jong Centraal, het Centrum voor Jeugd en Gezin van Amersfoort, viert haar éénjarig bestaan. Een bewogen eerste jaar waarin Jong Centraal in Amersfoort haar plek begint te krijgen. De positie van Jong Centraal in de lokale keten en haar opdracht om als signaleerder en trekker tot een samenhangend interventieaanbod te komen, vraagt om rapportage die verbindingen heeft met de werkzaamheden en resultaten van ketenpartners en de ontwikkelingen in de stad. In deze rapportage is daar een begin mee gemaakt. Het is de ambitie van Jong Centraal in toenemende mate koppelingen en verwijzingen te maken naar het grotere geheel van de lokale keten. Dit maakt het mogelijk ontwikkelingen te verklaren. En zo een zo compleet en samenhangend mogelijk beeld te geven over de hulpvragen van kinderen, jongeren en gezinnen in de stad. Jong Centraal is volop in ontwikkeling. Aan het uitkristalliseren van de werkprocessen wordt hard gewerkt. Aan de voorgenomen werkwijze worden kwaliteitscriteria gekoppeld. Hierbij proberen we een goede balans te vinden tussen maatwerk, flexibiliteit, uniformiteit en een nauwkeurige registratie. De resultaten van Jong Centraal zijn niet langs een meetlat te leggen. Dit komt omdat er nog nauwelijks sprake was van meetbare kwaliteitscriteria en ook de eerste cliëntevaluatie nog niet is afgerond. Ten aanzien van de kwantiteit van de resultaten van Jong Centraal zijn voor 2007 geen streefcijfers gesteld. Voor 2008 worden met de partners wel streefdoelen afgesproken voor de frontoffice van Jong Centraal. Deze rapportage is opgebouwd uit twee delen. Ten eerste het cijfermatige deel waarin Jong Centraal verantwoordt wat de frontoffice in 2007 aan resultaten heeft geboekt. In hoofdstuk 1 staan kwantitatieve gegevens die een beeld geven van de klanten en hun hulpvragen. In het tweede deel wordt verantwoording afgelegd over het werkplan van Jong Centraal voor 2007. Dit geldt ook voor de doelen en taken uit het projectplan. Hoofdstuk 2 richt zich op de frontoffice en hoofdstuk 3 op de backoffice. We verwachten dat u na het lezen van dit verslag net als wij een positieve indruk zult hebben van het eerste jaar Jong Centraal. De eerste resultaten van de frontoffice en de eerste stappen die gezet zijn in de ketenbenadering vinden wij bemoedigend. Wij zijn dan ook bijzonder gemotiveerd om met de partners in 2008 verder te bouwen aan het Centrum voor Jeugd en Gezin in Amersfoort.
Marije Schotpoort Amersfoort, 22 januari 2008
3
1. Jong Centraal, de cijfers In dit hoofdstuk vindt u cijfermatige feiten en analyses van de resultaten en de klanten van Jong Centraal in 2007. In paragraaf 1.2 worden de cijfers over de informatie- en adviesvragen gegeven. Informatie- en adviesvragen zijn vragen die in één of enkele (meestal) telefonische contacten kunnen worden afgehandeld. Er vindt geen intake plaats en de registratie is beperkt. In paragraaf 1.3 zijn alle feiten en cijfers te vinden over de 91 dossiers die Jong Centraal in 2007 onder haar hoede had. In deze paragraaf worden, waar mogelijk en nuttig, vergelijkingen met de informatie- en adviesvragen (I&A) gemaakt. Ook worden in beperkte mate koppelingen gemaakt met gemeentelijke cijfers en ontwikkelingen en resultaten van partnerorganisaties. Naast alle informatie over de klanten en vragen die aan Jong Centraal zijn gesteld, is het aantal vragen een belangrijke graadmeter voor de de bekendheid van en de behoefte aan een laagdrempelige balie voor opgroei-, opvoed- en onderwijsvragen in Amersfoort. In onderstaande tabel is naast de totalen van informatie- en adviesvragen en dossiers ook het aantal vragen en dossiers per maand af te lezen.
Maand binnenkomst Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December Eindtotaal
Aantal I&A 28 35 39 22 51 41 21 7 20 19 38 22 343
% I&A 8% 10% 11% 6% 15% 12% 6% 2% 6% 6% 11% 6% 100%
Aantal dossiers 14 8 12 9 10 7 3 3 6 6 11 2 91
% dossiers 15% 9% 13% 10% 11% 8% 3% 3% 7% 7% 12% 2% 100%
Meteen vanaf de start in januari 2007 is veelvuldig contact gezocht met Jong Centraal. Verklaringen zijn dat het Primair Onderwijs Adviesloket klanten heeft meegenomen en de media-aandacht en het PR-materiaal van Jong Centraal effect hebben gehad. Tegen de zomer werd het rustiger. Met een absolute dip in de zomervakantiemaand augustus. Na de zomervakantie is het aantal contacten weer toegenomen. De piek die we enkele weken na de start van het schooljaar (oktober) verwachtten, diende zich in november aan. Ondanks de feestdagen was december relatief druk. We willen benadrukken dat Jong Centraal zich op het vlak van de PR na campagne bij de start in 2007 redelijk rustig heeft gehouden. Buiten een aantal voorlichtingsactiviteiten, artikelen in de stadberichten en het aanvullen van PR-materiaal bij instellingen van partnerorganisaties (scholen, consultatiebureaus e.d.) hebben we geen PR-activiteiten ondernomen. Het is goed om te zien dat klanten Jong Centraal het hele jaar hebben weten te vinden.
4
We zijn benieuwd wat de PR-activiteiten die voor dit voorjaar staan gepland en de aandacht voor Jong Centraal in de media, n.a.v. van het éénjarig bestaan en de themapagina over Amersfoort Jong, voor effect zullen hebben op de aantallen vragen en dossiers.
1.1 Informatie en advies Informatie- en adviesvragen zijn alle vragen die worden gesteld aan Jong Centraal over opgroeien, opvoeden en onderwijs die niet complex of meervoudig zijn, zonder intake of dossier. De volgende onderwerpen komen achtereenvolgens aan de orde; - Wie stelden de vragen aan Jong Centraal? - Op welke wijze werd contact gelegd? - Op welke onderwerpen hadden de hulpvragen betrekking? 1.1.1 Vraagsteller Vraagsteller Onderwijs - Basisonderwijs Ouders Anders Onderwijs - Voortgezet onderwijs/MBO Jongerenwerk SOVEE Algemeen Maatschappelijk werk Jeugdigen Peuterspeelzaal Onderwijs JGZ (GGD) Leerplicht Eduniek Bureau Jeugdzorg REC-4 RIAGG Schoolmaatschappelijk werk JGZ-Ouder Kind Zorg Eindtotaal
Aantal % 84 24% 83 24% 64 19% 19 6% 17 5% 12 3% 10 3% 10 3% 9 3% 8 2% 7 2% 5 1% 5 1% 3 1% 3 1% 2 1% 1 0% 1 0% 343 100%
Een kwart van de I&A-vragen is door ouders gesteld en een kwart door het basisonderwijs. In de tabel staan, met uitzondering van ouders en jeugdigen, voornamelijk (diensten van) partnerorganisaties. De partnerorganisaties zijn de instellingen die participeren in het samenwerkingsverband Jong Centraal. Onder de 64 vragen die gesteld zijn door ‘anders’, zijn onder andere professionele organisaties te vinden die niet tot de partners behoren. Het is aardig te kijken hoe de verdeling er uit ziet als een onderverdeling in partners en niet-partners wordt gemaakt.
5
Vraagsteller Aantal % Professionals van partnerorganisaties 200 58% Ouders 83 24% Professionals van niet-partnerorganisaties 38 9% Jongeren 10 3% Overig 22 6% Totaal 343 100%
De niet-partnerorganisaties van Jong Centraal die vragen hebben gesteld zijn zeer divers. Van particuliere praktijken, MEE, geïndiceerde jeugdhulpverlening en Stadsring 51 tot bureau HALT, Meander Medisch Centrum en huisarts. Overige vraagstellers zijn onder andere familieleden en buren. 1.1.2 Wijze contact Wijze van contact Telefonisch Inloop mail/schriftelijk Anders Eindtotaal
Aantal 279 33 24 7 343
% 81% 10% 7% 2% 100%
Het leeuwendeel van de informatie- en adviesvragen komt telefonisch binnen en wordt ook telefonisch afgehandeld. Dat kan in één gesprek of in meerdere telefonische contacten. Onder inloopcontacten vallen ook de vragen die gesteld worden door klanten die bij SOVEE binnen zijn voor overleg of een dienst en doorverwezen worden naar of binnenlopen bij Jong Centraal. Onder anders vallen ten slotte ook de vragen die worden gesteld aan een frontoffice medewerker terwijl deze op dat moment contact heeft met de klant vanuit een andere functie. 1.1.3 Leeftijd Gegevens Leeftijdscategorie Aantal % 0-4 24 7% 4-12 187 55% 12-23 106 31% Anders 24 7% (leeg) 2 1% Eindtotaal 343 100%
Meer dan de helft van de vragen werd gesteld over kinderen van 4 t/m 12 jaar. Aangezien een kwart van de vragen door professionals in het basisonderwijs werd gesteld is ook te verwachten dat deze leeftijdscategorie hoog vertegenwoordigd is. Het lage aantal vragen over kinderen van 0-4 jaar hangt naar inschatting van Jong Centraal en haar partners samen met het hoge bereik en de bezoekfrequentie van de consultatiebureaus. Onder de categorie ‘anders’ vallen ondermeer de adviesvragen die professionals stelden voor zichzelf, bijvoorbeeld tips over gespreksvoering en vragen over routes en werkwijzen in de keten. 6
1.1.4 Onderwerp Probleemgebied School/werk Ouders/verzorgers/thuis Psychosociaal Sociale contacten/vrienden Sport/vrije tijd Huisvesting/opvang Gezondheid Politie/justitie Financiën Huiselijk geweld Loverboys
Aantal 165 160 110 55 20 16 15 12 7 8 2
Percentage 48% 47% 32% 16% 6% 5% 4% 3% 2% 2% 1%
Bij alle informatie- en adviesvragen is geregistreerd op welke probleemgebieden de vraag betrekking heeft. Per vraag is het mogelijk meerdere probleemgebieden aan te kruisen. Bij de helft van de vragen was sprake van een vraag over ‘school/werk’ en/of over ‘ouders/verzorgers/thuis’. Er is echter niet altijd sprake van een primair schoolprobleem of problemen met de ouders. Dikwijls is er een situatie die consequenties heeft voor thuis en op school. Als derde en vierde worden psychosociale problemen en ‘sociale contacten/vrienden’ genoemd. Jeugdgezondheidsvragen worden nauwelijks (4%) gesteld.
1.2 Dossiers Als de medewerker van Jong Centraal te maken heeft met een complexe hulpvraag of meervoudige problematiek dan wordt een persoonlijke intake gedaan met de klant. Er wordt een dossier over het kind of de jongere gemaakt waarin de hulpvraag, beoordeling en alle stappen worden vastgelegd. In deze paragraaf worden de dossiers geanalyseerd. De volgende vragen komen aan de orde; - Wie heeft het kind/de jongere aangemeld? - Hoe werd contact gelegd? - Wat waren het geslacht en de leeftijd van de kinderen en de jongeren? - Wat is de etnische achtergrond van de kinderen en jongeren? - In welke plaats wonen de kinderen en jongeren en, als dit Amersfoort is, in welke wijk? - Op welke gebieden heeft het kind of de jongere problemen? - Hoeveel dossiers zijn afgesloten en hoe lang is Jong Centraal gemiddeld met een dossier bezig? - Naar welke organisaties zijn de kinderen, jongeren en gezinnen toegeleid? 1.2.1 Aanmelder Aanmelder type organisatie - professional Jongere Ouder Eindtotaal
Aantal
% 48 53% 5 5% 38 42% 91 100%
7
Van de categorie ‘organisatie – professional’ was de helft van de aanmeldingen afkomstig uit het basisonderwijs. Dus zowel bij de informatie- en adviesvragen als de dossiers is het primair onderwijs voor een kwart van de aanmeldingen verantwoordelijk. Het aantal dossiers waarbij het eerste contact door de ouders is gelegd is met ruim 40% fors hoger dan bij de informatie- en adviesvragen, waar ouders slechts 24% van de vragen voor hun rekening namen. Uit het voortgezet onderwijs kwamen 5 aanmeldingen en leerplicht heeft 6 gezinnen/jongeren/kinderen aangemeld. 1.2.2 Wijze van contact Wijze van contact telefonisch mail/schriftelijk inloop anders eindtotaal
Aantal 58 19 10 4 91
% 64% 21% 11% 4% 100%
Het percentage dossiers dat per mail of schriftelijk is aangemeld ligt bij de dossiers 14% hoger dan bij informatie- en adviesvragen. De verklaring hiervoor is dat het basisonderwijs regelmatig gebruik maakt van het aanmeldformulier. Van de mogelijk om in te lopen wordt nauwelijks gebruik gemaakt. Het is interessant om te zien welke contactvoorkeur de verschillende aanmelders hebben. Dit is te zien in onderstaande tabel. Professionals melden 89% van hun complexe vragen of meervoudige problematiek per mail of schriftelijk (35%) of via de telefoon (54%). Bij ouders wordt 82% van de dossiers telefonisch aangemeld. De dossiers die via jongeren zelf zijn binnengekomen zijn op één hand te tellen. Hoewel de cijfers niet representatief zijn, is wel opvallend dat 3 van de 5 dossiers via de inloop werden aangemeld. Tijdens inloopcontact is het vaak mogelijk meteen de intake te doen, wat een snellere dienstverlening door Jong Centraal mogelijk maakt.
Aanmelder type
Wijze van contact organisatie - professional anders inloop mail telefonisch Totaal organisatie - professional jongere anders inloop telefonisch Totaal jongere ouder anders inloop mail telefonisch Totaal ouder Eindtotaal
Aantal Percentage Percentage van per categorie het totaal 4% 2 6% 3 35% 17 54% 26 48 1 3 1 5 1 4 2 31 38 91
53% 20% 60% 20% 5% 3% 10% 5% 82% 42% 100% 8
1.2.3 Leeftijd en geslacht Kinderen en jongeren zijn uiteindelijk de klant die centraal staat in de dienstverlening van het Centrum voor Jeugd en Gezin. Het maakt niet uit wie aanmeldt en of de beoordeling en eventuele doorverwijzing ook de ouders betreft; het dossier wordt altijd op naam van het kind of de jongere aangemaakt. Als er meerdere kinderen in het gezin zijn waar Jong Centraal bij betrokken is dan worden meerdere dossiers gemaakt.
Leeftijdcategorie Geslacht 0 - 4 jaar Man Totaal 0 - 4 jaar 4 - 12 jaar Man Vrouw Totaal 4 - 12 jaar 12 - 23 jaar Man Vrouw Totaal 12 - 23 jaar Anders Eindtotaal
% v/d leeftijdscategorie % van het totaal 2 100% 2% 2 35 70% 15 30% 55% 50 17 47% 19 53% 40% 36 3% 3 100% 91
Aantal
De verdeling in leeftijden is bij informatie- en adviesvragen en dossiers nagenoeg gelijk. De verdeling in geslacht is 60% jongens en 40% meisjes. Opvallend is dat de dossiers over jongeren van 12 tot 23 jaar voor de helft jongens en voor de helft meisjes betreft. In de basisschoolleeftijd (4 t/m 12 jaar) echter is Jong Centraal in 70% van de dossiers betrokken bij een opvoed-, opgroei- of onderwijssituatie die draait om een jongen. Het is vanuit de hulpverlening bekend dat jongens onder de twaalf die problemen hebben deze naar buiten brengen. Dit ‘acting out’ manifesteert zich in druk, agressief of anderszins opvallend gedrag. Meisjes echter trekken zich eerder terug. Met het intreden van de (pre-)pubertijd verdwijnt dit verschil tussen jongens en meisjes. 1.2.4 Etniciteit Etniciteit Nederland Turkije Nederlandse Antillen Afghanistan Marokko (leeg) Venezuela Tunesië S.K.-N.-Anguilla Ierland Irak Polen Filippijnen Haïti Ethiopië Somalië Zuid-Afrika Eindtotaal
Aantal
% 56 9 5 4 3 3 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 91
62% 10% 5% 4% 3% 3% 1% 1% 1% 1% 1% 1% 1% 1% 1% 1% 1% 100%
9
In de tabel etniciteit is te zien wat de etniciteit van de kinderen en jongeren is waarvoor Jong Centraal zich met opbouw van een dossier heeft ingespannen. De Gemeente Amersfoort registreert de etniciteit van haar inwoners aan de hand van een specifieke indeling. Als deze naast de gegevens van Jong Centraal wordt gezet levert dit het volgende beeld.
Etniciteit Nederlands Overige westerse landen* Overige niet-westerse landen* Turkije Marokko Antillen en Aruba Suriname Totaal
% in Amersfoort 78,1% 8,4% 4,2% 4,1% 2,9% 1,2% 1,1% 100%
% dossiers Jong Centraal 61,5% 2,2% 17,6% 9,9% 3,3% 5,5% 0,0% 100%
Jong Centraal bereikt een hoger percentage allochtonen dan dat deze allochtone groepen procentueel deel uitmaken van de Amersfoortse bevolking. Vooral het bereik onder kinderen en jongeren uit een niet-westers land is hoog. * Overig westers; Europa, Noord-Amerika, Australië, Nieuw-Zeeland, Japan en Indonesië. Overig niet-westers; Azië, Latijns-Amerika en Afrika.
1.2.5 Woonplaats en wijk Jong Centraal is een lokale voorziening. Toch worden er ook met enige regelmaat vragen bij Jong Centraal gesteld over kinderen, jongeren en gezinnen uit omliggende gemeenten. Ook intensieve begeleiding van Jong Centraal naar hulp of zorg, vastgelegd in een dossier, heeft plaatsgevonden voor klanten die buiten Amersfoort wonen. Omdat het Primair Adviesloket (PAL) in Jong Centraal is opgegaan, nemen scholen van PC Eemland en NIS uit de regio ook contact op met Jong Centraal contact. Melden professionals buiten het primair onderwijs, ouders of jongeren aan voor kind of jongere buiten Amersfoort, dan zorgt de frontoffice voor een verwijzing of een warme overdracht naar CJG/opvoedwinkel/jeugdloket in de eigen woonplaats.
Woonplaats AMERSFOORT HOOGLAND LEUSDEN SOEST ZEIST NIJKERK HUIS TER HEIDE Eindtotaal
Aantal % 78 86% 2 2% 2 2% 6 7% 1 1% 1 1% 1 1% 91 100%
10
Van de kinderen en jongeren uit Amersfoort voor wie bij Jong Centraal een dossier is aangemaakt in 2007 is in onderstaande tabel te zien dat zij uit vrijwel alle Amersfoortse wijken afkomstig zijn. Er zijn verschillende indelingen voor prioriteitswijken in de stad. Jong Centraal heeft voor deze rapportage de prioriteitswijken van de opvoedondersteuning voor 2007 gehanteerd (in grijs). Dit zijn Liendert-Rustenburg, Kruiskamp-Koppel, Randenbroek-Schuilenburg en het Soesterkwartier. Twee prioriteitswijken, namelijk de Koppel en Rustenburg, komen bij Jong Centraal in 2007 niet voor. Ruim eenderde, namelijk 35%, van de dossiers is afkomstig uit de gezamenlijke prioriteitswijken. Opvallend is dat 9% van de dossiers uit de Stadskern komt. Toevoeging van Schothorst aan de prioriteitswijken voor de opvoedondersteuning in 2008 is volgens de cijfers van Jong Centraal volledig gerechtvaardigd. Schothorst levert met 16% de meeste klanten voor intensieve beoordeling en toeleiding door Jong Centraal.
Wijk van Amersfoort Soesterkwartier Stadskern Liendert Schothorst Noord Schothorst Zuid De Kruiskamp Randenbroek Vathorst Zielhorst De Berg Zuid Kattenbroek Leusderkwartier Vermeerkwartier De Berg Noord Schuilenburg Hooglanderveen Hoogland Nieuwland (leeg)
Aantal % 8 10% 7 9% 6 8% 6 8% 6 8% 6 8% 5 6% 5 6% 5 6% 4 5% 4 5% 4 5% 3 4% 2 3% 2 3% 2 3% 1 1% 1 1% 1 1% 78 100%
1.2.6 Probleemgebied Ook bij de dossiers wordt geregistreerd op welke probleemgebieden de situatie van kind of jongere betrekking heeft. Aangezien de vragen die ten grondslag liggen aan een dossier doorgaans complexer zijn dan die van een informatie- en adviesvraag, zou je verwachten dat er per dossier gemiddeld meer probleemgebieden aan de orde zijn dan bij een informatie- en adviesvraag. Dit blijkt niet het geval. Hoewel de dossierproblematiek zwaarder is dan die van informatie- en adviesvragen, betreft zij niet significant meer probleemgebieden dan de gemiddelde informatie- en adviesvraag.
11
Probleemgebied School/werk Ouders/verzorgers/thuis Sociale contacten/vrienden Psychosociaal Gezondheid Huisvesting/opvang Politie/justitie Sport/vrije tijd Loverboys Financiën Huiselijk geweld
Aantal 49 36 28 27 6 5 5 4 3 2 1
Percentage 54% 40% 31% 30% 7% 5% 5% 4% 3% 2% 1%
School en werk spelen in meer dan de helft van de dossiers een belangrijke rol. Het blijkt dat problemen van kinderen en jongeren op school en op het werk snel zichtbaar zijn en nadelige consequenties kunnen hebben op sociaal-emotioneel gedrag en op de leerprestaties. Jong Centraal kan niet genoeg benadrukken hoe cruciaal een goede samenwerking met het onderwijs is. Een Centrum voor Jeugd en Gezin zonder onderwijspartners is geen compleet CJG. In 40% van de gevallen heeft de hulpvraag van kind, jongere of gezin te maken met de thuissituatie. Oorzaak of gevolg, het gezin is de plek waar de problemen van een kind of jongere worden geleefd en gevoeld. Deze cijfers sterken Jong Centraal in de overtuiging dat altijd naar het gezin moet worden gekeken tijdens de intake en de beoordeling. Regelmatig worden ook de ouders toegeleidt naar een hulp- of zorgverlenende instantie. Problemen met vrienden en andere sociale contacten komen bij dossiers wel wat meer voor dan bij informatie- en adviesvragen. Psychosociale problematiek komt bij een derde van de kinderen en jongeren voor. Ook de GGD Eemland … (jeugdmonitor) komt overeen. 1.2.7 Resultaat en doorlooptijd Van de 91 dossiers zijn er 18 nog in begeleiding. In 21 gevallen is er geen toeleiding geweest en waren advisering en bemiddeling van Jong Centraal voldoende. De overige 80% is afgesloten. In oktober heeft er een onderzoek plaatsgevonden naar de doorlooptijd van de dossiers van Jong Centraal. Voor de snelheid waarmee een klant wordt geholpen zijn streeftijden afgesproken. Na analyse van de dossiers blijkt dat de intake gemiddeld binnen de streeftijd van 10 dagen wordt gehouden. Ook de streeftijd voor verwijzing naar een interventie, namelijk binnen een maand, wordt gemiddeld gehaald. Dat dossiers na de toeleiding niet worden afgesloten komt door de nazorg die Jong Centraal biedt. Gemiddelde doorlooptijd in werkdagen 1) van aanmelding tot intake 2) van intake tot toeleiding 3) van toeleiding tot afsluiting (nazorg) Totaal
Openstaande dossiers 2007 9 14
Afgesloten dossiers 2007 (steekproef) 4 18 30 52
Gemiddeld totaal 7 17 30 54
(Peildatum 8 oktober 2007, uit: ‘Analyse doorlooptijd Jong Centraal’)
12
Een belangrijke constatering is dat Jong Centraal op een aantal verschillende manieren bij ieder afzonderlijk dossier nazorg verleend. De nazorg van Jong Centraal duurt gemiddeld 30 werkdagen. Voor een deel was de nazorg voorzien, voor een deel niet. Alle acties van de frontoffice van Jong Centraal zijn gericht op een aaneengesloten hulpverleningstraject. Een gezin of jongere raakt hierdoor niet tussen de wal en het schip. De cijfers uit de ‘analyse doorlooptijd’ weerleggen de cijfers uit de halfjaarlijkse rapportage van juni 2007 dat te veel dossiers open staan, omdat nog geen toeleiding is gerealiseerd en de indruk die dit wekt dat de doorlooptijd te hoog is. Dat de frontoffice de kwaliteitseisen voor de doorlooptijd in het eerste half jaar na de oprichting gemiddeld gehaald heeft is een prachtig resultaat. Streven naar toeleiding van ieder dossier binnen een maand is een mooi doel voor de toekomst. 1.2.8 Toeleidingen In onderstaande tabel is te zien waar Jong Centraal haar klanten succesvol naar heeft verwezen. Er is zeer divers verwezen, geheel in lijn met de grote diversiteit van de vragen en situaties die Jong Centraal krijgt voorgelegd. Organisatie
Interventie
Aantal
SOVEE
Trajectbureau
1
WUL
3
Coaching
2
Nieuwe Perspectieven
1
Opvoedondersteuning
4
Eduniek
2
Fornhese
2
NIS Zandbergen Amant
Gedragsgroep
3
Coaching
2
Intensief ambulant
2
AMW
3
Thuisbegeleiding (GV)
1
Jeugdgezondheidszorg
1
Psycholoog/pedagoog
4
SER Risicojongeren
1
Utrecht Medisch Centrum
Diagnostiek jonge kinderen
ZMOK Amant/Jong Centraal/NIS
1 1
Schoolmaatschappelijk werk
Bureau Jeugdzorg
4 2
SWA
BSO+
1
Riagg
Onderzoek
4
Behandeling
1
SPV
1
Mulock Houwer 2000
1
MEE
2
Gemeente Amersfoort Totaal
Leerplicht
1 51
13
1.3 Conclusies De volgende conclusies kunnen worden getrokken n.a.v. de informatie- en adviesvragen: - er zijn 343 vragen gesteld; - een kwart van de vragen werd gesteld door ouders en een kwart door professionals uit het basisonderwijs; - professionals van partnerorganisaties waren verantwoordelijk voor 200 vragen (58%); - 80% van de vragen kwam telefonisch binnen; - de helft van de vragen werd gesteld over kinderen van 4 t/m 12 jaar en een derde van de vragen over jongeren van 12 t/m 23 jaar; - de meeste vragen gingen over school/werk en thuis/ouders. Bij de dossiers zijn dit de belangrijkste cijfers en conclusies: - er zijn 91 dossiers gemaakt in 2007; - 42% werd aangemeld door ouders en slecht 5% door jongeren. De rest (55%) werd door professionals aangemeld. In de helft van de gevallen door het primair onderwijs; - de meeste dossiers zijn telefonisch aangemeld, 20% schriftelijk of per mail; - van de mogelijkheid om in te lopen wordt nauwelijks gebruik gemaakt; - 60% van de dossiers betrof een jongen, 40% een meisje; - 55% van de klanten was in de basisschoolleeftijd (4-12), een derde 12 t/m 23 jaar; - de top 4 probleemgebieden is school/werk (54%), ouders/verzorgers/thuis (40%), sociale contacten/vrienden (31%) en psychosociaal (30%). De andere probleemgebieden scoren niet hoger dan 7%; - 80% van de dossiers uit 2007 is in 2007 afgesloten met een gemiddelde doorlooptijd van ruim 50 werkdagen. De streeftijden voor intake en toeleiding zijn gemiddeld gehaald; - 86% van de dossiers betrof een kind of jongere uit Amersfoort; - 35% van de kinderen en jongeren komt uit de prioriteitswijken en 16% uit Schothorst; - 80% van de dossiers is afgesloten, bij een kwart van de dossiers is niet toegeleid; - er zijn 51 zeer diverse verwijzingen gerealiseerd;
14
2. Frontoffice en MDT In dit hoofdstuk wordt verantwoording afgelegd voor de ontwikkeling en werkzaamheden van frontoffice en MDT in 2007. Allereerst worden in 2.2 de vijf taken die de frontoffice uitvoert in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning besproken. Voor 2007 is een werkplan opgesteld waarin de nadruk met name is gelegd op het primaire proces. In paragraaf 2.3 is te lezen in hoeverre Jong Centraal erin is geslaagd de punten van het werkplan, die betrekking hebben op de frontoffice, uit te voeren. Vervolgens wordt het MDT geëvalueerd in 2.4. In de hoofdstukken 2.5 en 2.6 komen de PR en personeel & organisatie aan de orde. 2.1 Vijf WMO-taken Jong Centraal heeft tot taak invulling te geven aan de vijf taken uit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning die gemeenten moeten uitvoeren. De verantwoordelijkheid voor de realisatie van de WMO-taken ligt in de aansturing bij de projectleider en in de uitvoer bij de frontoffice. De partners bewaken de aanpak en resultaten van de frontoffice. In deze paragraaf wordt aangegeven of en hoe Jong Centraal deze functies heeft gerealiseerd. 1) Informatie en advies In 2007 is door de frontoffice een papieren sociale kaart ontwikkeld voor intern gebruik. Er is nog geen sociale kaart informatie beschikbaar voor de klanten van Jong Centraal. De medewerkers van Jong Centraal hebben in een jaar grote parate kennis ontwikkeld op het gebied van het lokale aanbod in Amersfoort. De website van Jong Centraal is actief, maar daar is inhoudelijk nog weinig informatie te vinden. Er hebben met regelmaat stukjes over Jong Centraal in de stadsberichten (huis aan huis bladen) gestaan. 2) Signaleren Jong Centraal is in 2007 gestart met een onderzoek naar signaleren en beoordelen onder enkele ketenpartners. Met de ontwikkelingen op het gebied van de verwijsindex is ervoor gekozen om het signaleren te koppelen aan de ontwikkeling en invoering van de verwijsindex en bijbehorende signaleringsdrempels. In de werkafspraken met partners zijn afspraken gemaakt over de afhandeling van individuele signalen. Een standaardafspraak is dat Jong Centraal terugkoppeling verzorgd naar de signalerende professional. 3) Beoordelen en toeleiden Jong Centraal heeft bij het gros van de 343 informatie- en adviesvragen en 91 dossiers haar taak als beoordelaar en doorverwijzer uitgevoerd. Alle activiteiten van Jong Centraal zijn gericht op een succesvolle doorverwijzing. Daarvoor is het soms nodig om meerdere huisbezoeken af te leggen, mee te gaan naar een intake of een ronde tafelgesprek te beleggen met alle betrokken professionals en het gezin. 4) Bieden van licht pedagogische hulp Hulpverlening en zorg worden geboden door de organisaties in de backoffice. Dit zijn zowel samenwerkingspartners (de partners van Jong Centraal), netwerkpartners (lokale instellingen waar samenwerkingsafspraken mee zijn gemaakt) als andere instellingen die hulp, zorg of onderwijs bieden in de regio. Zoals bij de werkprocessen (2.3) ook beschreven staat, zullen sommige interventies rechtstreeks door Jong Centraal ingezet kunnen gaan worden. De uitvoerende hulpverleners zijn in dienst van de partnerorganisaties.
15
5) Coördinatie van zorg Jong Centraal heeft in 2007 niet stadsbreed de zorgcoördinatie verzorgd, geregeld of gefaciliteerd. Op het gebied van zorgcoördinatie zijn er in 2007 ontwikkelingen in de Amersfoort geweest, die in 2008 hun vervolg zullen krijgen. Met de invoer van de verwijsindex moeten automatisch ook sluitende afspraken worden gemaakt over welke partij die betrokken is bij (de kinderen en jongeren in) een gezin de zorgcoördinatie op zich neemt. Deze zorgcoördinator is verantwoordelijk voor en aanspreekbaar op de inzet en voortgang van de totale hulpverlening aan het gezin. De Gemeente Amersfoort is zodoende trekker geworden als het gaat om het uitdenken en implementeren van zorgcoördinatie. Jong Centraal wil graag actief betrokken zijn bij de ontwikkeling van zowel de verwijsindex als de zorgcoördinatie en zal een eventuele rol en bijbehorende verantwoordelijkheden graag op zich nemen. Wat heeft Jong Centraal op het niveau van haar klanten wel aan zorgcoördinatie gedaan? Alle activiteiten van Jong Centraal zijn gericht op het zo snel mogelijk doorverwijzen van kinderen, jongeren en gezinnen naar een aanbieder in het lokale veld die dat kan bieden wat de klant nodig heeft. Soms wordt er niet doorverwezen, maar advies gegeven of bemiddeld. Soms zijn meerdere interventies nodig, voor kind of jongere of ook voor de ouders en andere kinderen in het gezin. Zodra de verwijzing een feit is en het gezin met een warme overdracht bij alle aanbieders ‘binnen’ is, sluit Jong Centraal het dossier en is de nazorg afgerond. De coördinatie van zorg ligt dan in handen van de instellingen die het gezin in behandeling hebben. Indien er meerdere partijen zijn is Jong Centraal in 2007 niet op de hoogte geweest van welke partij de zorgcoördinatie op zich nam en ook is geen zorgcoördinator aangewezen indien nodig. Jong Centraal verleent wel kortdurende zorgcoördinatie als blijkt dat een klant al bij meerdere lokale instellingen hulp en zorg krijgt, maar er desondanks een hulpvraag is die bij Jong Centraal wordt neergelegd. In dat geval betrekt de medewerker van de frontoffice alle betrokkenen bij het op de rit krijgen van de totale hulp- en zorgverlening. Daarbij wordt gezamenlijk beoordeelt of de geboden hulp de juiste hulp is en voldoende om aan de hulpvraag te kunnen beantwoorden. Hierbij wordt nadrukkelijk naar het hele gezin gekeken. Zodra het aanbod van hulpverlening weer passend en op elkaar is afgestemd, sluit Jong Centraal het contact af en zijn de gezamenlijke hulpverlenende instellingen verantwoordelijk voor de zorgcoördinatie.
2.2 Werkprocessen en kwaliteit Het frontoffice team was in 2007 samengesteld uit de medewerkers van het Primair Onderwijs Advies Loket en medewerkers van SOVEE. De eerste maanden is er de nodige tijd gestoken in het werken aan een uniforme werkwijze, waarbij specialismen wel overeind blijven. Samenwerking binnen het team en goede uitwisseling en overdracht vragen continu aandacht. Het team heeft regelmatig overleg over beleidsmatige en organisatorische zaken en wekelijks worden casussen besproken. De volgende punten uit het werkplan 2007 hebben betrekking op de werkprocessen en zijn in 2007 gerealiseerd: - er is een taakverdeling tussen front- en backoffice gerealiseerd. Daarbij kan worden aangevuld dat onder regie van de Gemeente Amersfoort vanaf 2008 invulling gaat worden gegeven aan het ontwikkelen van de vierde WMO-taak in Jong Centraal: het bieden van licht pedagogische hulp. 1,1 fte (school)maatschappelijk werk (geleverd door Amant) wordt aan de frontoffice gekoppeld. De strikte scheiding tussen toeleiden in de frontoffice en hulp in backoffice vervaagt hierdoor enigszins. Voor de klant een goede zaak; - complexe vragen worden besproken in het Multidisciplinair Team; 16
-
Jong Centraal verwijst indien nodig naar Bureau Jeugdzorg; er is een eerste versie opgesteld van de beschrijving van het primaire proces. Een verdere uitwerking is in 2007 verzorgd door 2 studenten van de Hogeschool van Utrecht in het kader van een adviestraject dat onderdeel uitmaakt van hun afstuderen. De implementatie vindt plaats in 2008.
De volgende punten moeten in 2008 worden gerealiseerd: - de klachtenregeling en het bezwaar & beroep; - privacyafspraken in een convenant vastleggen; - kwaliteitscriteria uitbreiden (niet alleen kwantitatief); - opstellen klantprofielen.
2.3 Het Multidisciplinair Team (MDT) In het MDT brengt de frontoffice medewerker van Jong Centraal een zaak in om deze multidisciplinair te bespreken. Het MDT richt zich op de doelgroep ‘Jeugd in de leeftijd van 0-23 jaar’. In principe kunnen alle zaken worden besproken. Er zijn afspraken met het ZAT van PC Eemland en het Zorgplatform VO. Dit om te voorkomen dat zaken dubbel besproken worden of tussen ‘wal en schip’ terechtkomen. Het MDT komt één keer in de twee weken bijeen op maandag van 13.30-15.00 uur. In het MDT hebben vertegenwoordigers van de volgende organisaties zitting: Bureau Jeugdzorg, mevrouw P. Bijleveld (jeugdhulpverlener) Jeugd Gezondheidszorg, mevrouw A. Verheul t/m september, mevrouw Koudijs vanaf oktober (schoolarts/jeugdverpleegkundige) Riagg, mevrouw D. Textor (GZ-psycholoog) Amant, mevrouw E. Van Ginneken ((school)maatschappelijk werker) MEE, de heer G. Aanstoot (gezinsbegeleider) Eduniek (tevens voorzitter), mevrouw I. Beumer (GZ-psycholoog/orthopedagoog) In het MDT brengt de frontoffice medewerker van Jong Centraal een zaak in die zij multidisciplinair wil bespreken. Het MDT richt zich op de doelgroep ‘Jeugd in de leeftijd van 0-23 jaar’. In principe kunnen alle zaken worden besproken. Er zijn afspraken met het ZAT van PC Eemland en het Zorgplatform VO. Dit om te voorkomen dat zaken dubbel besproken worden of tussen ‘wal en schip’ terechtkomen. Dit jaar is het MDT 17 keer bij elkaar gekomen. De startbijeenkomst was 29 januari. Op 10 december was de laatste bespreking. Hierbij zijn 52 zaken besproken. Vaak betreft het één kind/jongere. Enkele zaken gaan over meerdere kinderen in één gezin. Bij 34 zaken ging het om kinderen jonger dan 12 jaar, bij 18 zaken om jongeren ouder dan 12 jaar. Opvallend is dat het nauwelijks om kinderen jonger dan 4 jaar gaat. Bij de meeste zaken die besproken worden, is vooraf aan alle deelnemers kort schriftelijke informatie verstrekt en de reden van bespreking in het MDT is daarbij aangegeven. Het komt echter ook voor dat een recent binnengekomen zaak mondeling toegelicht wordt. Per zaak wordt na bespreking in het MDT vastgesteld of op het verloop van betreffende zaak in het MDT teruggekomen moet worden.
17
Wat gaat goed - Samenstelling van het MDT is breed. Dit betekent veel verschillende deskundigheden en disciplines. Hierdoor kan vanuit diverse invalshoeken en mogelijkheden meegedacht worden in vaak ‘multiproblem’ situaties. Dit wordt door alle betrokkenen als zeer waardevol ervaren. - Efficiënte manier van vergaderen, gericht op het aandragen van mogelijkheden voor vervolgstappen. - Korte lijnen waardoor een goede afstemming tussen de aanwezige organisaties plaatsvindt. Zo nodig worden namen genoemd en afspraken gemaakt om na te gaan of gezinnen ‘aankomen’ bij de betreffende organisatie. - Regelmatig betreft het zaken waarbij al een ruim hulpverleningsverleden bestaat. Door de diversiteit van deskundigheid in het MDT lukt het om een adequaat aanbod te formuleren en vastgelopen situaties ‘vlot’ te trekken. Wat kan beter - Er is onduidelijkheid over het privacyreglement. Bespreekpunten voor volgend jaar zijn daarom: hoe is de privacy geregeld? Kan een gezamenlijk privacydocument voor alle partnerorganisaties opgesteld worden? Moet de JGZ medewerker van besproken zaken een aantekening in het dossier maken? - Bekendheid Jong Centraal en het MDT bij de diverse partnerorganisaties vergroten. Inbreng zaken door collega’s uit partnerorganisaties stimuleren. - Aandachtspunten voor de komende periode zijn: nagaan of er geen dubbele bespreking plaatsvindt bij zaken in het VO (namelijk in ZAT en in MDT) en nagaan of inbreng zaak door hulpverlener uit andere dan partnerorganisatie, bijvoorbeeld intern begeleider van de basisschool, meerwaarde biedt.
2.4 PR In het begin van het jaar is er veel aandacht besteed aan naamsbekendheid voor Jong Centraal. Onder andere via de busreclame, posters in de abri’s en de lokale media. Verder is er een grote mailing geweest met posters, folders (voor de diverse doelgroepen) naar de organisaties die met jeugdigen werken in Amersfoort. In lokale huis-aan-huisbladen hebben enkele artikelen gestaan over Jong Centraal. Medewerkers van de frontoffice hebben bij vele organisaties aan uitvoerend werkers of bij bijeenkomsten van professionals informatie gegeven over Jong Centraal. Het communicatieplan dat is opgesteld in mei 2007 is in augustus bij de projectleider van Jong Centraal ter uitvoering neergelegd. Binnen het partneroverleg echter ontstond discussie over nut en noodzaak van stadsbrede PR, als het de bedoeling is dat klanten zoveel mogelijk de bestaande wegen naar hulp, zorg en onderwijs blijven bewandelen. Jong Centraal heeft in 2007 een communicatieadviseur aangetrokken om een communicatieplan te maken. Deze zal in 2008 worden uitgevoerd. Uitgangspunt is dat Jong Centraal een vangnetfunctie heeft en bij iedere burger in de stad bekend moet zijn.
2.5 Personeel en organisatie In 2007 hebben vijf personen in de frontoffice van Jong Centraal gewerkt. Amant levert een inzet van 46 uur per week. SOVEE brengt op jaarbasis een inzet van 2070 productieve uren in. Het heeft lang geduurd voordat een projectleider kon worden aangesteld. De taken van de coördinator zijn het eerste halfjaar waargenomen door de directeur, de kwartiermaker en de medewerkers van het team. 1 augustus is de
18
projectleider met haar werkzaamheden gestart. Er heeft een personele wisseling plaatsgevonden in augustus. Eén van de medewerkers van Amant heeft Jong Centraal verlaten en is vervangen door een medewerker die speciaal voor Jong Centraal is geworven. In 2007 is de beleidskeuze gemaakt om in de frontoffice medewerkers minimaal 16 uur in de week te laten werken. Hierdoor krimpt het team van vijf naar vier medewerkers. Door deze maatregel nemen de overheaduren af en neemt het aantal contactmomenten per medewerker toe (minimaal vier dagdelen verspreid over de week). Daarnaast is er voor gekozen dat medewerkers bij voorkeur louter voor Jong Centraal werkzaam zijn, zodat klanten (en dan vooral professionals) zo min mogelijk te maken krijgen met medewerkers die meerdere functies en rollen in het lokale veld vervullen. Wel zo duidelijk voor alle betrokkenen. De enkele medewerker die nog wel twee functies heeft houdt deze in tijd strikt gescheiden door voor beide functies op aparte, hele dagen te werken. Aan het einde van 2007 hebben 3 medewerkers afscheid genomen van Jong Centraal: één medewerker van Amant en twee medewerkers van SOVEE. Amant werft een nieuwe medewerker en het is de bedoeling dat een medewerker van de GGD in de front-Office komt.
19
3 Backoffice en ketensamenwerking Jong Centraal is meer dan een laagdrempelige balie, zoals ook blijkt uit dit hoofdstuk. In 3.2 worden de doelstellingen die de frontoffice overstijgen besproken en in 3.3 de signalerende functie van Jong Centraal. In 3.4 wordt slechts beknopt ingegaan op de samenwerking met de backoffice, omdat er een uitgebreid evaluatieonderzoek naar de samenwerking binnen Jong Centraal in 2007 is verricht. Daarna wordt aandacht besteed aan het partner- en ketenoverleg, om af te sluiten met de interne communicatie in paragraaf 3.7.
3.1 Doelstellingen projectplan Naast de vijf gemeentelijke WMO-taken, die in 2.3 worden verantwoord, heeft Jong Centraal twee doelen, namelijk: 1) Bundelen van taken op het gebied van opvoeden, opgroeien en onderwijs; 2) Realiseren van een adequaat, goed bereikbaar, laagdrempelig en samenhangend interventieaanbod in Amersfoort (ketenbenadering). Deze twee ambitieuze doelstellingen uit het projectplan van Jong Centraal hebben geen weerslag gekregen in het werkplan van Jong Centraal voor 2007. Dit betekent niet dat er niets is gebeurd. Invulling geven aan de twee eerder genoemde doelen is een gezamenlijke verantwoordelijk van alle partners. In 2007 is hiermee een begin gemaakt. Jong Centraal heeft het voorzitterschap vervuld van de werkgroep opvoedondersteuning, één van de werkgroepen van het ketenoverleg jeugdzorg, -hulpverlening, onderwijs en veiligheid. In paragraaf 3.6 is hierover meer te lezen. Los van de concrete invulling die aan de ketenbenadering is gegeven door de werkgroep opvoedondersteuning, is er in de keten de bereidheid, motivatie, intentie en inzet om gezamenlijk en in samenhang het interventieaanbod in Amersfoort neer te zetten.
3.2 Signaleren op beleidsniveau Jong Centraal is de spin in het web van jeugdzorg, -hulpverlening en onderwijs. Jong Centraal heeft een algemene signaleringsfunctie en de volgende bijbehorende taken: 1) Genereren van beleidsinformatie. 2) Het in kaart brengen van het lokale interventieaanbod en de gemeente informeren wanneer een passend lokaal aanbod ontbreekt. In de bijlage ‘Signalen’ is de praktische, gebundelde uitwerking te zien van de signalerende functie van Jong Centraal. De meeste signalen komen van de frontoffice of zijn door de projectleider geformuleerd naar aanleiding van ontwikkelingen in de stad en gesprekken met ketenpartners. Voor de toekomst is het de bedoeling dat Jong Centraal in toenemende mate gevoed wordt door medewerkers uit alle lagen van de partnerorganisaties om haar signalerende functie optimaal te kunnen vervullen. Ze bijlage.
20
3.3 Samenwerking en werkafspraken De frontoffice van Jong Centraal heeft met vele organisaties te maken. Om de samenwerking rondom individuele cliëntstromen goed te laten verlopen, heeft Jong Centraal in het eerste halfjaar met vele organisaties concrete werkafspraken gemaakt. De werkafspraken hebben globaal dezelfde kenmerken. Deze kenmerken zijn: • een vaste contactpersoon per organisatie; • afspraken rondom informatie-uitwisseling en jaarlijks contact; • specifieke afspraken, vooral over de overdracht van cliënten. Het is de bedoeling is dat de werkafspraken jaarlijks worden bijgesteld. De organisaties wordt gevraagd de werkafspraken te ondertekenen. In het tweede halfjaar zijn er geen werkafspraken met nieuwe netwerkpartners gemaakt. Van oktober tot en met december hebben adviseurs van Cap Gemini in opdracht van de Gemeente Amersfoort evaluatief onderzoek gedaan naar de samenwerking binnen Jong Centraal. Onderdeel van de evaluatie waren de werkafspraken. In afwachting van de uitkomsten van het onderzoek hebben er tussen Jong Centraal en de (netwerk)partners geen gesprekken plaatsgevonden om de werkafspraken te evalueren. Zodra het onderzoeksverslag in 2008 is besproken in het partneroverleg zullen naar aanleiding van de uitkomsten afspraken worden gemaakt over de samenwerking en de werkafspraken.
3.4 Partneroverleg In 2007 zijn de partners drie keer bij elkaar geweest. De intentie is uitgesproken van het partneroverleg meer te maken dan een groep vertegenwoordigers van instellingen die de voortgang van de frontoffice bewaakt. Ten eerste zijn partners betrokken bij de doelstelling tot een samenhangend en vraaggericht interventieaanbod te komen in de stad. In 2008 hopen we zaken met elkaar te doen om aan deze doelstelling te gaan werken. Daarnaast is het de bedoeling concrete werkzaamheden die voortkomen uit de ontwikkeling en ‘exploitatie’ van een Centrum voor Jeugd en Gezin bij de partners te beleggen. Twee keer is, in verschillende samenstellingen, een deel van de partners bijeen gekomen om te spreken over de wijkgerichte aanpak van het Centrum voor Jeugd en Gezin in Amersfoort. Er zijn wel ideeën over een mogelijke decentrale aanpak. In afwachting van de invulling die de Gemeente Amersfoort geeft aan haar regierol en de status van de concepten die de Gemeente heeft gepresenteerd voor een decentrale (overleg)structuur, is in de laatste maanden door de partners geen actie meer ondernomen op dit vlak.
3.5 Ketenoverleg jeugd In april 2007 heeft Jong Centraal de opdracht gekregen om een inventarisatie uit te voeren over de opvoedingsondersteuning in Amersfoort. Er is gevraagd om samen met de partners een aanbod opvoedingsondersteuning voor 2008 te formuleren. De werkgroep heeft geïnventariseerd wat het opvoedingondersteuningsaanbod in de stad is en heeft een advies uitgebracht hoe tot een algemeen bekend, samenhangend en vraaggericht aanbod te komen. De wethouder heeft haar goedkeuring verleend en de werkgroep gevraagd het advies in 2008 (versneld) uit te voeren. Jong Centraal heeft zich in het laatste ketenoverleg aangemeld voor de werkgroep risicojongeren.
3.6 Communicatie 21
De communicatieadviseur die door Jong Centraal is aangetrokken heeft in 2007 voorbereidingen getroffen voor een intern communicatieplan. Onder interne communicatie wordt die communicatie bedoeld die gericht is op directie, management, staf en uitvoerende medewerkers van de partnerorganisaties.
22
Bijlage Signalen In deze bijlage vindt u een overzicht van alle signalen die bij Jong Centraal binnen kwamen over het hulp-, zorg-, en onderwijsaanbod en de ketensamenwerking in Amersfoort. In de frontoffice van Jong Centraal lopen de medewerkers er met enige regelmaat tegenaan dat aanbod afwezig, onvoldoende of niet toegankelijk is voor cliënten. Signalen zijn vaak gebaseerd op incidenten en soms op meer structurele problemen. Ook de projectleider is verantwoordelijk voor een aantal signalen, welke zij heeft opgepikt in het werkveld en haar contacten met management en directies van partners. Daarnaast zijn door professionals signalen aan Jong Centraal doorgegeven. Wat gaat er met deze lijst gebeuren? Partners van Jong Centraal kunnen signalen die betrekking hebben op hun organisatie en aanbod ter harte nemen en overwegen aanpassingen te doen. In het partner- en ketenoverleg moet worden besloten hoe opvolging te geven aan de inventarisatie signalen 2007. Daarnaast is de wens van Jong Centraal de verantwoordelijkheid om te signaleren op aanbod-, afstemming- en samenwerkingsniveau vanaf 2008 breed te dragen in de keten jeugdzorg-, -hulpverlening, onderwijs en veiligheid. Optimaal zou het zijn als vanuit Amersfoortse instellingen signalen per mail, schriftelijk en telefonisch worden doorgegeven aan Jong Centraal en in de bestaande vergaderstructuren meerdere malen per jaar aandacht wordt besteed aan de signalen die zijn binnengekomen. Het is van belang harde afspraken te maken over de opvolging van signalen en de verantwoordelijkheden van instellingen. Daarbij moet per signaal gewogen of aanpassingen in het aanbod en de samenwerking nodig zijn. Onderwijs - Als een school ervoor kiest de ouders te motiveren contact op te nemen met Jong Centraal, terwijl ouders zelf geen (duidelijke) hulpvraag hebben, dan komt de situatie niet met de juiste zwaarte bij Jong Centraal over het voetlicht. Risico is dat Jong Centraal geen of niet de juiste actie onderneemt. - In 2007 is vijf keer bij Jong Centraal de vraag gesteld wat te doen met een kind in de onderbouw dat helemaal niet of heel slecht Nederlands spreekt (signalen via scholen en Op Stap). De schakelklas op de Wiekslag (bedoeld voor asielzoekerkinderen) is voor kinderen van zes jaar. Behalve taalspeelgroepen van de SWA - die geen oplossing bieden - is er geen aanbod. - Er zit verschil in het aanbod van NIS en PC Eemland. Helaas kunnen we daardoor soms niet het aanbod adviseren dat we het meest passend achten. - Met enige regelmaat worden door scholen kinderen aangemeld die naar de inschatting van Jong Centraal eerder geholpen hadden moeten worden buiten de school. Huisvesting - Twee keer heeft zich het volgende probleem voorgedaan. Jongeren van 17 jaar die een mbo-opleiding of onderwijs van een lager niveau volgen kunnen zich niet voor zelfstandige woonruimte inschrijven. Ze zijn te jong, de wachtlijst is te lang of hun opleidingsniveau is te laag (inschrijven voor kamers bij Woonkompas kan bij minimaal hbo). Een particuliere kamer is duurder en vaak voor een scholier niet te betalen.
23
Vrije tijd/opvang - Er is een tekort aan dagbestedingactiviteiten voor jongeren uit het praktijkonderwijs, jongeren met een licht verstandelijke handicap. Signaal van een praktijkschool en van Nieuwe Perspectieven. - Buitenschoolse opvang in Amersfoort is er voor schoolgaande kinderen van 4-12 jaar. Er is geïndiceerde opvang binnen de BSO+ voor kinderen met hulpverleningsproblematiek, waarbij ambulante zorg onderdeel uitmaakt van de behandeling. Tussen deze reguliere en zware vorm van buitenschoolse opvang is geen tussenvorm. Ouders van kinderen met bijvoorbeeld een gedragsstoornis die op zoek zijn naar opvang, maar geen hulpvraag hebben, kunnen soms bij een reguliere BSO wel terecht. Dit hangt af van de organisatie, groepssamenstelling en de leidsters. Niet voor alle kinderen is de reguliere BSO echter geschikt. Of het vinden van een plaats op een reguliere BSO is moeilijk of onmogelijk. - Er is geen reguliere buitenschoolse opvang voor kinderen die op de middelbare school zitten. - Er is geen BSO voor kinderen ouder dan 12 met een licht verstandelijke handicap, gedragsstoornis of andere beperking. Gedrag en hulpverlening - Kind van zes heeft problemen met het reguleren van agressie in vrije situaties met andere kinderen. Verder geen grote bijzonderheden qua gedrag en opvoeding. Geen aanbod. - Door een school wordt gevraagd naar een agressieregulatietraining voor kinderen in de bovenbouw van het basisonderwijs. Er is geen aanbod. - Kinderen die problemen hebben met de scheiding van hun ouders kunnen terecht bij de Riagg. Deze groepen zijn voor kinderen vanaf 9 jaar. Voor kinderen die jonger zijn is geen specifiek aanbod. - SOVA trainingen worden gegeven voor kinderen in de basisschoolleeftijd. De pubergroep van de Riagg start vanaf de tweede klas van het middelbaar onderwijs. Voor kinderen in de brugklas is geen aanbod. - Er bestaat geen faalangsttraining. - NLD is geen DSM IV diagnose en geeft geen toegang tot geïndiceerde hulpverlening. Als het lukt een aspergerachtige diagnose te krijgen is hulp wel mogelijk. - Als een jongere van 18 jaar of ouder graag ondersteuning wil in zijn of haar thuissituatie zijn er geen gespecialiseerde mogelijkheden (Intensief Ambulant en BJZ kennen een leeftijdsgrens van 18). - Er is onvoldoende aanbod voor de training van weerbaarheid/assertiviteit. Verwijzing/aanmelding - Ouders kunnen zich aanmelden bij Bureau Jeugdzorg. Dit gaat via de Centrale Aanmelding. Professionals in de stad die zich zorgen maken over een kind/jongere/gezin kunnen dit melden bij BJZ. Zij moeten hun zorgmelding echter ook doen via de Centrale Aanmelding. Dit geeft vertraging en voegt een schakel toe. - De schat aan intakegegevens van Jong Centraal leidt in veel gevallen nog niet tot snellere doorstroom. - Er valt regelmatig een gat (in de tijd) tussen niet-geïndiceerde hulp en geïndiceerde hulp door de tussenkomst van BJZ en de wachtlijsten bij geïndiceerde hulpverlening.
24
Wijkgebonden aanbod Het volgende aanbod staat alleen open voor inwoners van bepaalde wijken: - Spel aan Huis - BSO+ - Opvoedondersteuning - Stap in Naamsbekendheid Jong Centraal - In Vathorst bleek Jong Centraal nog niet/nauwelijks bekend. Politie/justitie - Er is geen (intensief) aanbod voor kinderen en hun ouders van ongeveer 8 tot 12 die met justitie in aanraking zijn geweest. - Nieuwe Perspectieven is voor jongeren buiten Amersfoort niet toegankelijk (hoewel de jongeren vaak (ook) een netwerk hebben in Amersfoort). Ouders - Het is niet altijd mogelijk om ouders te betrekken bij de hulpverlening of ouders worden door de hulpverlenende instantie niet betrokken bij de hulpverlening. Hulpverlening zou altijd naar het gezin moeten kijken en minimaal moeten proberen - en daarvoor ook de mogelijkheden hebben - om ouders te betrekken. - Er is geen aanbod voor ouders van loverboymeisjes.
25