Joint Care-programma bij een heupoperatie
MARTINI ZIEKENHUIS
Tijdens uw opname krijgt u folders van/over: • • • • • •
Anesthesie Thuiszorg Opnameboekje Martini Ziekenhuis Fysiotherapie Ergotherapie Verpleeghuis
Algemeen - Neem bij elk bezoek aan het ziekenhuis uw ziekenhuispasje en identiteitsbewijs mee. - Bent u verhinderd? Neem dan tijdig contact op met het secretariaat van uw behandelend specialist.
Vooraf Binnenkort wordt u opgenomen in het Martini Ziekenhuis voor een operatie aan uw heup als onderdeel van het Joint Care-programma. Met deze brochure willen wij u informeren over wat u kunt verwachten en wat wij van u verwachten tijdens uw opname. Want ook al wordt de eigenlijke operatie door specialisten van ons ziekenhuis uitgevoerd, het eindresultaat wordt mede bepaald door uw betrokkenheid en medewerking. U volgt vijf dagen een intensief programma waarbij u de dag na de operatie al gaat lopen. Het programma speelt zich deels af in het ziekenhuis; thuis of in het verpleeghuis dient u ook nog de nodige inspanningen te verrichten. Voor een goed herstel vragen wij van u dus een flinke dosis motivatie. Tegelijkertijd krijgt u alle mogelijke ondersteuning van artsen, fysiotherapeuten, verpleegkundigen en uw eigen coach. Dat deze aanpak werkt, blijkt wel uit de goede ervaringen van de vele patiënten die u voorgingen. Het Joint Care-programma vraagt om een goede samenwerking tussen patiënt en hulpverleners en heeft daarom als motto: gezamenlijk op weg naar uw herstel. ‘Joint Care’ betekent letterlijk zowel ‘gezamenlijke zorg’ als ‘zorg voor uw gewricht’. Om zo veel mogelijk profijt te hebben van deze patiënteninformatie raden wij aan deze brochure voorafgaand aan de voorlichtingsmiddag door te lezen en mee te nemen bij elk bezoek aan het ziekenhuis. In deze folder is informatie opgenomen over de periode voor, tijdens en na uw opname in het ziekenhuis. U krijgt uitleg over: • het traject dat u doorloopt van huisarts tot de laatste controle; • het activiteitenprogramma tijdens uw opname; • uw heupoperatie; • het Joint Care-programma zoals u dat deze week doorloopt; • de pijnbestrijding en hoe u dit na de operatie zelf kunt regelen (PCA); • de rol van de coach in het Joint Care-programma; • veelgestelde vragen en antwoorden; • enkele praktische zaken.
1103100
11-09
Wij adviseren u om deze informatie samen met uw partner, familielid of kennis door te nemen. Op die manier kunt u goed voorbereid aan uw herstel beginnen. De medewerkers van het Joint Care-programma wensen u veel succes.
Martini Ziekenhuis Postbus 30033
9700 RM Groningen 050 - 524 52 45 www.martiniziekenhuis.nl
Pagina 1 van 7
Traject Vanaf het moment dat u met uw klachten naar de huisarts gaat tot uw controlebezoek bij de orthopeed, gebeurt samengevat het volgende:
1 bezoek huisarts 2 poliklinisch bezoek • diagnose door orthopedisch chirurg en afspraak operatie • opname intake (administratieve inschrijving) De periode tot de volgende afspraak is afhankelijk van de wachtlijsten en uw lichamelijke gezondheid.
3 bezoek pre-operatief spreekuur • gesprek met de anesthesioloog • aansluitend het verpleegkundige anamnesegesprek
4 opnameplanning schriftelijk • u ontvangt per brief de volgende gegevens: datum voorlichtingsbijeenkomst, opnamedatum, ontslagdatum en eventuele opnamedatum in een verpleeghuis
5 bezoek voorlichtingsmiddag • u ontvangt per post het programma plus de uitnodiging voor deze middag
6 opname 7 ontslag • naar huis of verpleeghuis
8 controlebezoek • bij de orthopedisch chirurg
Het activiteitenprogramma tijdens uw opname Hieronder vindt u per dag een korte beschrijving van de activiteiten die tijdens uw opname plaatsvinden: Zondag/woensdag:
Opname Eventueel een zetpil voor de ontlasting
Maandag/donderdag: Operatie Dinsdag/vrijdag:
Voor de eerste keer uit bed, op de stoel, lopen met looprek onder begeleiding van de fysiotherapeut
Woensdag/zaterdag:
Gehele dag in de huiskamer Oefenen met het lopen met elleboogkrukken onder begeleiding van de fysiotherapeut
Donderdag/zondag:
Gehele dag in de huiskamer Oefenen met fysiotherapeut bijvoorbeeld traplopen
Vrijdag/maandag:
Ter afsluiting gezamenlijk koffiedrinken met alle coaches. DVD ‘Weer naar huis’ bekijken
Ontslag van patiënten (naar huis of verpleeghuis) om ongeveer 11.00 uur.
Tijdens uw verblijf krijgt u per dag een uitgebreide beschrijving van de dagelijkse activiteiten. De heupoperatie
Martini Ziekenhuis Postbus 30033
9700 RM Groningen 050 - 524 52 45 www.martiniziekenhuis.nl
Pagina 2 van 7
Aandoening Artrose van de heup (= coxartrose ) is een aandoening die steeds vaker voorkomt bij oudere mensen. Het is het gevolg van overbelasting, afwijkingen in het heupgewricht of ziekten die gepaard kunnen gaan met kraakbeenbeschadiging zoals reuma of stofwisselingsziekten. Ook kan het heupgewricht door een ongeluk beschadigd zijn. De eerste klacht van een beschadigde of versleten heup is pijn bij het opstaan na een periode van rust. Dit noemt men startpijn. Na een paar stappen wordt de pijn meestal minder. Bij toename van de slijtage kunt u constante pijn ervaren. De pijn zit in de lies, de bilstreek en trekt door naar het bovenbeen tot in de knie. In een later stadium treedt verstijving van het gewricht op.
Diagnostiek De diagnose wordt gesteld op basis van lichamelijk onderzoek. Een röntgenfoto bevestigt meestal de diagnose.
Behandeling Een operatie is meestal de enige oplossing. U krijgt een heupprothese die uw eigen heup vervangt. De orthopedisch chirurg vervangt de versleten heupkop door een metalen kop die met een steel in het bovenbeen wordt geplaatst. In de heupkom wordt een kom geplaatst. Hiernaast ziet u een afbeelding van de situatie voor de operatie (links) en de situatie na het plaatsen van de prothese (rechts).
Landelijke Registratie Orthopedische Implantaten (LROI) De gegevens van uw operatie worden geregistreerd in de Landelijke Registratie Orthopedische Implantaten. Heeft u hiertegen bezwaar, laat u dit dan weten aan uw behandelend specialist. Deze registratie heeft tot doel een volledige registratie te zijn van alle in Nederland geimplanteerde en/of gereviseerde heup- en knie-protheses. Zo kan een beeld gevormd worden van de ‘levensduur’ van deze protheses, wat bijdraagt aan de kwaliteit van zorg.
Martini Ziekenhuis Postbus 30033
9700 RM Groningen 050 - 524 52 45 www.martiniziekenhuis.nl
Pagina 3 van 7
Het Joint Care-programma In overleg met uw behandelend arts hebt u besloten deel te nemen aan het Joint Care-programma. Hieronder leest u wat dit project inhoudt. Een belangrijk onderdeel van het Joint Care-programma is de unieke pijnbestrijding en de rol van de coach. Verderop in deze brochure wordt hieraan apart aandacht besteed. Van ons verwacht u een goede behandeling en eenduidige voorlichting. Van u verwachten wij de bereidheid mee te werken aan dit korte, maar intensieve programma.
Tijdsduur van de opname • De opname duurt vijf dagen gerekend vanaf de dag van de operatie. Dat betekent dat als u op zondag komt, op maandag geopereerd wordt en op vrijdag weer met ontslag gaat. • Als u op woensdag komt, wordt u op donderdag geopereerd en gaat u op maandag weer met ontslag.
De behandeling • Bijna de gehele behandeling vindt groepsgewijs plaats. U wordt allen op dezelfde dag geopereerd. De voorlichting, zorg en revalidatie (zoals fysiotherapie) gebeuren gedeeltelijk in groepsverband. Patiënten motiveren op deze manier elkaar tot een maximaal resultaat. • U bent niet ziek maar tijdelijk afhankelijk met enige ongemakken. Overdag ligt u niet in bed, maar zit u (net als de andere patiënten) in een comfortabele stoel in een speciaal ingerichte huiskamer. • Iemand uit uw naaste omgeving (partner, familielid of kennis) is bij uw verzorging en oefeningen betrokken. Wij noemen dit uw coach.
Voorlichting • U krijgt tijdens het gehele traject uitgebreide voorlichting: vanaf uw eerste bezoek aan de orthopedisch chirurg tot en met het laatste controlebezoek. • Door een zorgvuldige en strakke planning weten alle belanghebbenden vooraf precies waar ze aan toe zijn.
Na ontslag • Voor de periode na ontslag maken wij duidelijke afspraken met u, uw coach, de thuiszorgorganisatie of met een verpleeghuis. In bepaalde gevallen is namelijk een opname van maximaal twee weken in een verpleeghuis mogelijk. De intake-verpleegkundige bekijkt in overleg met u of u hiervoor in aanmerking komt.
De PCA-pomp en pijnbestrijding Pijn en pijnbestrijding Pijn is geen prettige ervaring en kan uw herstel in de weg staan. Pijn heeft bijvoorbeeld een remmende werking op uw vermogen om te bewegen. Daarom schrijft de anesthesioloog na de operatie pijnmedicatie voor. Deze pijnmedicatie richt zich op verzachting van de pijn en niet op pijnloosheid zoals tijdens uw operatie.
Het PCA-systeem Specifiek voor het Joint Care-programma is het gebruik van het PCA-systeem (vrij vertaald: patiënt gecontroleerde pijnbestrijding) als middel van pijnstilling. PCA betekent dat u uw pijnbestrijding kunt aanpassen aan uw eigen behoefte. Voor uw pijnstilling bent u dus niet afhankelijk van anderen. Dit systeem wordt direct na uw operatie bij u aangesloten. U kunt hier minimaal 24 uur gebruik van maken. Na het afsluiten van het PCA-systeem krijgt u tabletten om de pijn te bestrijden.
Bediening PCA-systeem Het PCA-systeem bestaat uit een pomp met daarin een reservoirspuit. Deze spuit bevat een bepaalde oplossing pijnmedicatie. Aan het PCA-systeem zit een knop die u in de hand houdt en bedient. Door de knop in te drukken, activeert u zelf de pomp. Vervolgens wordt een bepaalde hoeveelheid pijnstilling afgegeven. Als het effect daarvan volgens u onvoldoende is, kunt u de knop opnieuw indrukken. U kunt nooit te veel pijnmedicatie krijgen omdat het systeem is begrensd in tijd en hoeveelheid. Als u binnen 7 minuten vaker op de knop drukt, krijgt u toch maar 1 dosis pijnmedicatie. Verdere uitleg van de bediening van de pomp krijgt u zodra het systeem bij u is aangesloten.
Martini Ziekenhuis Postbus 30033
9700 RM Groningen 050 - 524 52 45 www.martiniziekenhuis.nl
Pagina 4 van 7
De coach in het Joint Care-programma Wanneer een coach? Om het Joint Care-programma tot een succes te maken, moet het voldoen aan een aantal voorwaarden. Een daarvan is dat iedere patiënt zijn eigen coach meeneemt. Een uitzondering hierop zijn de patiënten die na ontslag naar een verpleeghuis gaan om te revalideren. Het is voor deze patiënten prettig om een coach te hebben, maar geen voorwaarde om mee te kunnen doen aan het Joint Care-programma.
Wie is uw coach? De coach ondersteunt de patiënt in het ziekenhuis, maar heeft vooral de eerste weken thuis een belangrijke taak. Meestal vervult iemand uit de familie- of vriendenkring de functie van coach. Voorwaarde bij het kiezen van uw coach is dat deze thuis aanwezig is vanaf de dag van ontslag. Een coach krijgt tijdens de opname veel informatie over de zorg die thuis nodig is. Er wordt bijvoorbeeld verteld waarop hij of zij moet letten bij de operatiewond en hoe de coach de wond eventueel moet verbinden.
Wat doet de coach? Door hun aanwezigheid op de afdeling raken de coaches bekend met de zorg voor de Joint Carepatiënten. Verder kunnen zij ‘hand- en spandiensten’ voor de patiënten verlenen, zoals koffie of thee zetten, spullen aanreiken en meelopen naar het toilet. Natuurlijk blijven de verpleegkundigen verantwoordelijk voor de verpleegkundige zorg. Coaches zijn tijdens de opnameweek regelmatig aanwezig. Daarvoor maken de coaches op de dag van opname, op zondag of op woensdag, een rooster. Op de operatiedag en de eerste dag na de operatie is er geen coach aanwezig. De overige dagen is van 10.00 tot 19.30 uur één van de coaches aanwezig. Dat hoeft uiteraard niet steeds dezelfde persoon te zijn. Per dag kan één coach per groep mee-eten.
Vragen Als u nog vragen hebt over dit onderwerp kunt u deze stellen tijdens de voorlichtingsmiddag of tijdens de opname op de afdeling.
Veel gestelde vragen en antwoorden Ook al bevat deze brochure veel informatie, in de periode na ontslag uit het ziekenhuis rijzen vaak veel vragen. Daarom hieronder een overzicht van veelgestelde vragen én de bijbehorende antwoorden.
1. Bij welke problemen moet ik actie ondernemen? U neemt contact op met de verpleegkundige van de thuiszorg of uw huisarts als: • pijn onverwacht, ongewoon of onherkenbaar erger wordt; • de zwelling niet vermindert, ook al legt u uw been volgens advies hoog; • u koorts hebt, dat wil zeggen als uw lichaamstemperatuur boven de 38.5 graden komt; • de wond open raakt of er ongewoon vocht uit komt.
2. Waar moet ik op letten na de operatie? Tijdens de eerste 6 weken na de operatie is het, ter voorkoming van luxatie (het uit de kom raken van de heupkop), erg belangrijk dat u de volgende leefregels goed naleeft: • uw knie niet in de richting van de neus brengen; • niet bukken vanuit een stoel; • niet met de benen over elkaar zitten; • niet hurken; • niet op een lage kruk of stoel gaan zitten; • niet bukken vanuit een stand met de benen naast elkaar. Tijdens de opname leert u hoe u iets van de grond kunt rapen met bijvoorbeeld het geopereerde been naar achteren gestrekt; • niet op de ‘gewone’ manier een kous of sok aantrekken of schoenveters aantrekken/knopen; • de benen dient u licht gespreid te houden bij het gaan staan of zitten; • het wordt vrouwen die geopereerd zijn afgeraden om binnen 6 weken na de operatie geslachtsgemeenschap te hebben.
Martini Ziekenhuis Postbus 30033
9700 RM Groningen 050 - 524 52 45 www.martiniziekenhuis.nl
Pagina 5 van 7
3. Hoe lang moet ik het bloedverdunnende middel acenocoumarol gebruiken? Vanwege de operatie bent u de komende tijd minder mobiel, waardoor de kans op trombose (klontering van het bloed) toeneemt. Ter voorkoming van trombose krijgt u na de operatie een bloedverdunnende injectie. Deze injectie wordt meestal in de buik gegeven en wordt, tot u met ontslag gaat, iedere dag herhaald. Het is de bedoeling dat u dit medicijn tot 6 weken na de operatie blijft gebruiken. Tijdens uw opname leert de verpleegkundige op de afdeling u hoe u uzelf kunt injecteren. Als u voor de operatie al bloedverdunners (acenocoumarol, sintrommitis, fenprocoumon, marcoumar) gebruikte, dan wordt u hier na de operatie weer op ingesteld. Wel krijgt u tegelijkertijd bovenstaande injecties, deze worden gestaakt, zodra u goed ingesteld bent op de bloedverdunners of als u met ontslag gaat.
4. Hoe lang blijft mijn heup pijnlijk? De pijn na het plaatsen van een heupprothese wordt vanaf ongeveer 2 weken na de operatie geleidelijk minder. Drie tot vier maanden na de operatie treedt een aanzienlijke verbetering op. Soms voelt men een doffe pijn na wat langere wandelingen. Dit gevoel kan ongeveer 12 maanden aanhouden. ‘Startpijn’ kan eveneens nog een poosje aanhouden; het pijnlijke gevoel verbetert zonder behandeling. Het betekent namelijk niet dat de prothese niet goed functioneert of loszit. 5. Heb ik nog veel hulp nodig? Meestal volstaat ondersteuning bij het aan- en uittrekken van sokken, kousen en schoenen en eventueel het wassen van het onderbeen. U of uw coach kan de wond, indien nodig, meestal zelf verzorgen. Eventueel kan de thuiszorg hiervoor worden ingeschakeld. Mocht u voor de operatie al beperkingen hebben op ander gebied dan kunnen wij hier geen algemene antwoorden op geven. Vragen hierover kunt u voor de opname stellen tijdens de verpleegkundige intake. 6. Hoe vaak moet ik oefenen en hoe weet ik of ik teveel geoefend heb? Drie keer per dag 10 minuten oefenen is voldoende. Overdrijf de oefeningen niet. Als er toenemende zwelling van het been optreedt, moet u het been rust gunnen. Dit is ook nodig als de pijn toeneemt. 7. Hoe verzorg ik mijn wond? De wond moet schoon en droog blijven. Op de dag van ontslag is de wond meestal niet afgedekt met een verband of pleister. Soms lekken de wondjes waar de drain in heeft gezeten nog wat na. Deze gaatjes bevinden zich niet in de wond, maar in de omgeving hiervan. Verbinden met een schone pleister is in de regel voldoende. De huid rondom de hechtingen kan wat rood of geïrriteerd zijn. Wanneer de huisarts de hechtingen 14 dagen na de operatie verwijdert, zal dit snel verbeteren. Als de wond of genoemde gaatjes voordat de huisarts te hechtingen verwijdert bovenmatig lekken, is het verstandig om de huisarts eerder in te schakelen. Als de verpleegkundige op de afdeling de thuiszorgorganisatie al heeft ingeschakeld voor wondverzorging kunt u met hen overleggen wat te doen. (bijvoorbeeld het dagelijks verbinden van de wond). Let u erop dat u de eerste maanden na de operatie geen lotion of crème op de wond smeert. 8. Welke aanpassingen in huis zijn nodig? Zorg ervoor dat u in uw directe leefomgeving veel ruimte hebt om te bewegen. Zet bijvoorbeeld stoelen tijdelijk aan de kant. Er moet een redelijke doorgang voor u zijn. Als u een stoel gebruikt met armleuningen kunt u gemakkelijker opstaan uit de stoel. En verder: • voorkom losliggende en snel wegglijdende matjes op de vloer en in de badkamer; • zeker als u langer bent dan gemiddeld kan het wenselijk zijn de toiletpot te verhogen. Hiermee voorkomt u dat u bukkend moet zitten; • veel bedden zijn vrij laag. Als u bij het naar bed gaan of opstaan op de rand gaat zitten, is er weer sprake van het genoemde bukkend effect. U kunt dit oplossen door het bed tijdelijk op hoogte te brengen met behulp van klossen. De zogeheten seniorenbedden hebben in de meeste gevallen al de juiste hoogte. Alle hulpmiddelen die hierboven zijn genoemd, zijn te verkrijgen via de thuiszorgorganisatie. • Als laatste raden wij u aan om in toilet en doucheruimte beugels te plaatsen waar u zich aan vast kunt houden. Deze beugels zijn te koop in bouwmarkten.
Martini Ziekenhuis Postbus 30033
9700 RM Groningen 050 - 524 52 45 www.martiniziekenhuis.nl
Pagina 6 van 7
9. Wat voor schoenen kan ik het beste aantrekken? Het is verstandig schoenen te dragen die goed aansluiten en voorzien zijn van een brede hak. Het dragen van hoge hakken en slippers wordt de eerste maanden afgeraden. 10. Hoe lang moet ik gebruikmaken van een loophulpmiddel? De eerste 3 maanden moet u minimaal één kruk blijven gebruiken als u buiten loopt. Die kruk gebruikt u aan de niet-geopereerde kant. De kruk is een hulpmiddel bij het bewaren van uw evenwicht en niet bedoeld om uw geopereerde heup te ontlasten. Deze periode kan eventueel worden verlengd, afhankelijk van uw persoonlijke situatie en hoe ‘veilig’ u zich voelt.
Waneer mag ik weer…. 1. Douchen of in bad? Douchen is geen probleem mits u de eerste weken het wondgebied goed naspoelt zodat geen zeepresten achterblijven. Met het nemen van een bad kunt u beter wachten tot u gemakkelijk in en uit bad kunt stappen en uw been niet te hoog hoeft op te tillen. Ook hier geldt dat u het wondgebied steeds goed naspoelt. 2. Op mijn zij slapen? Dit is vaak op basis van wat u kunt en wilt maar in principe moet u de eerste 6 weken na de operatie op uw rug slapen. Bespreek deze vraag zo nodig voor uw ontslag met de orthopedisch chirurg. Als u op uw zij gaat slapen, leg dan wel altijd een kussen tussen uw knieën en ga op de niet-geopereerde zijde liggen. 3. Zelfstandig autorijden? Als u voldoende controle hebt over uw geopereerde been kunt u na 6 weken weer autorijden. Ons advies is om dit aspect voor te leggen aan uw arts als u voor controle op het spreekuur komt. Het is niet verstandig om auto te rijden als u nog pijnmedicatie slikt. De pijnmedicatie en de verminderde controle over uw geopereerde heup kunnen leiden tot een vertraagd reactievermogen. De kans bestaat dat eventuele schade niet wordt gedekt door uw autoverzekering. Lees hiervoor de polisvoorwaarden van uw verzekering goed door. 4. Fietsen? U mag ongeveer 3 maanden na de operatie weer de fiets gebruiken. U dient wel voldoende controle te hebben over uw geopereerde been. Heren wordt geadviseerd de eerste tijd op een damesfiets te rijden vanwege de lage instap. Het is aan te raden vooraf te oefenen op een hometrainer.
Praktische zaken Als u na het lezen van deze brochure nog vragen hebt over de operatie kunt u bellen met de secretaresse van uw specialist via het algemene telefoonnummer van het Martini Ziekenhuis: (050) 524 52 45. Mocht u voor uw opname nog vragen hebben, dan kunt u bellen met de opnameplanning via telefoonnummer (050) 524 61 15. Hebt u na uw ontslag nog vragen, dan kunt u contact opnemen met uw huisarts of thuiszorgorganisatie.
Tevredenheid De afdeling wil graag horen hoe u de opname ervaren hebt. Daarom krijgt u bij het ontslaggesprek een evaluatieformulier uitgereikt. U kunt op dit formulier goede en minder goede ervaringen vermelden. Wij gebruiken uw reactie om de kwaliteit van onze patiëntenzorg te verbeteren. Als er tijdens de opname dingen gebeuren waarover u niet tevreden bent, bespreek dit dan met degene die hiervoor direct verantwoordelijk is. U kunt ook een afspraak maken met het unithoofd. Daarnaast kunt u een afspraak maken met de ombudsfunctionaris van het ziekenhuis. Meer informatie daarover vindt u op onze website of in de folder Klachtenbehandeling.
Martini Ziekenhuis Postbus 30033
9700 RM Groningen 050 - 524 52 45 www.martiniziekenhuis.nl
Pagina 7 van 7