Johannesschool Schoolgids 2014-2015
Johannesschool Mariastraat 30 2181 CT Hillegom Tel. 0252-517938
[email protected] www.johannesschool.nl
Inhoudsopgave
Colofon Johannesschool Mariastraat 30 2181 CT Hillegom Tel. 0252-517938 www.johannesschool.nl
[email protected]
Directeur Monica Tolenaar Dobbelmannduin 30 2202 EA Noordwijk 071-3616860 06-15006391
Locatiedirecteur Esther Oudshoorn Dijkwacht 76 2353 EK Leiderdorp 071-5143276 06-33835655
Schoolbestuur Sophia Stichting Postbus 98 2215 ZH Voorhout Tel. 0252-434020 www.sophiascholen.nl
Woord vooraf De eigentijdse basisschool Daar staat de Johannesschool voor Schoolklimaat Catechese Historie Kwaliteit en schoolontwikkeling Aanmelden en inschrijven Schorsen en verwijderen Leerplicht en verlof Leerkrachten en leerlingen Organisatie van het onderwijs Zorg voor onze leerlingen Passend Onderwijs Kleuters Werkwijze vanaf groep 3 Inhoud van het onderwijs Lezen Nederlandse taal Engels Schrijfonderwijs Rekenen en wiskunde Omgaan met ICT Oriëntatie op jezelf en de wereld Aardrijkskunde Geschiedenis Natuuronderwijs en techniek Burgerschap en integratie Verkeer Zelfstandig werken Sociaal-emotionele vorming Leefstijl Kunstzinnige oriëntatie Muziek Drama Tekenen Handvaardigheid en textiele werkvormen Culturele vorming Bewegingsonderwijs en sport Keuze vervolgonderwijs en resultaten Contacten met ouders Samenwerking met ouders Privacy Klachtenregeling
2 3 3 4 5 5 6 6 7 8 8 9 9 11 13 14 15 15 16 17 17 17 17 18 18 18 19 19 19 19 20 20 20 20 20 20 20 21 21 22 23 24 24
Praktische zaken 10-uurtje Aansprakelijkheid en verzekering Afspraken en regels Allergie en dieet Bibliotheek Buitenschoolse opvang Centrum Jeugd en Gezin Evenementen op de Johannesschool Feesten en vieringen Goede doelen Gevonden voorwerpen Hoofdluis Huiswerk Inloopkwartier Jaarkalender Jeugdbladen en leesboeken Kampweek groep 8 Kinderboekenweek Logopedie Maandsluiting Open podium Ouderbijdrage Overblijven Projecten Recycling Schoolfotograaf Schoollied Schoolplein Schoolreisjes en excursies Schoolt-shirts Sponsoring Sport- en speldagen Stagiaires en leraren in opleiding Traktaties en snoepen Typediploma Verkeerssituatie Vervanging leerkrachten Website Weekbrief Zanderijstocht Ziekte Zindelijkheid
26 26 26 27 27 27 27 27 27 28 28 28 28 28 28 29 29 29 29 29 29 30 30 30 30 31 31 31 31 31 31 32 32 32 32
Bijlagen Afkortingen- en begrippenlijst Plattegrond schoolgebouw
32 33
25 25 25 25 25 25 26
schoolgids 2014-2015
1
Woord vooraf
De eigentijdse basisschool
Voor u ligt de schoolgids voor het schooljaar 2014/2015. Met deze gids geven wij u een indruk van het reilen en zeilen op onze school. Die school is namelijk een wereld op zich. Een wereld die niet alleen uit kinderen bestaat, maar ook uit ouders, leerkrachten en het schoolbestuur, de Sophia Stichting. Over die wereld valt veel te vertellen. Over hoe hij is ingericht, wat erin gebeurt en waarom dat gebeurt. Ook is het in die wereld van belang te weten wie bepaalde dingen doet en hoe ze worden gedaan. In deze schoolgids geven wij dan ook aan wat u van onze school kunt verwachten en wat de Johannesschool voor de kinderen kan betekenen. Zoals in elke leefwereld bestaan er ook op onze school spelregels. Dat zijn de afspraken die erop gericht zijn het schoolleven voor iedereen aangenaam en soepel te laten verlopen. Het is wel zo prettig als die afspraken bekend zijn, vandaar dat een aantal in deze gids beschreven staat. De béste school bestaat niet. Scholen hebben verschillende kwaliteiten. Ze leggen op andere wijze accenten en werken vanuit verschillende invalshoeken. Gelukkig bestaat de beste school voor uw kind wel. Dat is de school die aansluit bij de ideeën die u heeft over opvoeding en onderwijs. Het is daarom goed dat u weet waar onze school voor staat, voordat u uw kind als leerling inschrijft. Het is ook goed dat ouders die al een kind bij ons op school hebben, van de gang van zaken op de hoogte blijven. Dat is dan ook de reden waarom wij in deze schoolgids niet alleen aandacht besteden aan allerlei praktische zaken. Wij geven ook een schets van de inhoud van ons onderwijs en de achtergronden daarvan. Er wordt informatie gegeven over rechten, plichten en mogelijkheden binnen onze school. Daarnaast informeren wij u over landelijke ontwikkelingen, zodat u de gang van zaken op de Johannesschool in een breder perspectief kunt
plaatsen. Ook staan we even stil bij de geschiedenis van onze school. Als je zo’n 120 jaar bestaat, mag dat ook wel…. Een van de redenen waarom onze school door menigeen als prettig ervaren wordt, is de bereidheid tot samenwerken. Waar behoefte is aan hulp, is het nooit moeilijk die te verkrijgen. Waar het voorkomt dat de één een steekje laat vallen, staat de ander klaar om de fout te herstellen en niet om zijn gelijk te halen. Dat schept een sfeer van saamhorigheid, waarin leerkrachten, kinderen en ouders goed met elkaar om kunnen gaan. Dat is belangrijk, want ouders en leerkrachten zullen het kind gezamenlijk moeten begeleiden op weg naar volwassenheid. Samen trachten wij binnen school dan ook een sfeer te creëren die maakt dat de kinderen met plezier naar school gaan, zich veilig en geaccepteerd voelen, zichzelf kunnen zijn, belangstelling voor elkaar hebben en de noodzakelijke kennis en vaardigheden verwerven. Onze school heeft u genoeg te vertellen. Voldoende om een uitvoerig boekje open te doen. Wij hopen van harte dat deze schoolgids ertoe bijdraagt dat kind en ouder zich snel thuis voelen op de Johannesschool. Aan het begin van het schooljaar ontvangen de ouders van onze huidige leerlingen de jaarkalender. Hierin vindt u specifieke informatie over het schooljaar. Deze kalender is bedoeld voor intern gebruik.
De Johannesschool heeft een rijke ervaring en traditie opgebouwd in meer dan honderd jaar. De samenleving verandert en het onderwijs op onze school speelt daar vanzelfsprekend op in. Die veranderingen zijn dan ook terug te vinden in het leerstofaanbod. De belangrijkste dingen die kinderen moeten leren om actief deel te nemen aan de samenleving, staan vastgelegd in de zgn. kerndoelen. De school hoort deze kerndoelen in acht jaren aan te bieden. Die doelen worden van tijd tot tijd bekeken en aangepast door de wetgever. De nieuwste kerndoelen bieden de school de ruimte om keuzes te maken die passen bij het eigen profiel. Elke school is uniek, elke leerling is uniek, elke leerling telt. Het aantal doelen is fors teruggebracht van 115 naar 58. De nieuwe kerndoelen zijn precies waar het moet en ruim waar het kan. Precies voor Nederlands en rekenen en wiskunde, globaal voor de overige vakken en leergebieden. Het onderwijs richt zich op de emotionele, verstandelijke ontwikkeling, op de ontwikkeling van de creativiteit en het verwerven van sociale, culturele en lichamelijke vaardigheden. In de eerste plaats omschrijven de doelen het eind van een leerproces, niet de wijze waarop ze kunnen worden bereikt. Onze leerkrachten doen een beroep op de natuurlijke nieuwsgierigheid en de behoefte aan ontwikkeling en communicatie van kinderen en proberen die te stimuleren. In de tweede plaats is het nodig dat inhoud en doel zoveel mogelijk op elkaar wordt afgestemd en verbinding heeft met het dagelijks leven. Taal komt bijv. voor bij alle vakken, net zoals dat geldt voor informatietechnologie. In de derde plaats zijn er doelen die voor alle leergebieden van belang zijn: goede werkhouding, gebruik van leerstrategieënreflectie op eigen handelen en leren, uitdrukken van eigen gedachten en gevoelens, respectvol luisteren en kritiseren van anderen, verwerven en verwerken van informatie, ontwikkelen van zelfvertrouwen, respectvol en verantwoordelijk omgaan met elkaar en zorg voor en waardering van de leefomgeving. In ons schoolplan 2011/2015 vindt u de doelen nader uitgewerkt op schoolniveau. Dit plan ligt ter inzage bij de directie en is te vinden op de website. Ook kunt u informatie vinden op www.slo.nl Een verantwoording over de na te streven doelen legt de school af bij de Inspectie, die aan de hand daarvan de opbrengsten en resultaten beoordeelt www.onderwijsinspectie.nl
• kinderen een veilige omgeving wordt aangeboden • kinderen leren om weerbaar en zelfredzaam te worden • we op een respectvolle manier met elkaar en elkaars eigendommen omgaan • kinderen een positief kritische houding ontwikkelen t.o.v. zichzelf en anderen • kinderen creatief leren omgaan met hun eigen mogelijkheden en beperkingen • kinderen zich verantwoordelijk kunnen voelen • alle mensen in de school fouten kunnen maken • kinderen de gelegenheid geven tot zelfontdekkend leren
Visie op mens en maatschappij Op de Johannesschool vinden wij het belangrijk dat: • kinderen worden voorbereid op een actieve rol in een democratische samenleving • ieders vrijheid daar eindigt waar de vrijheid van een ander wordt aangetast • kinderen opgroeien tot positief ingestelde burgers • kinderen een positief kritische kijk op de samenleving ontwikkelen • kinderen leren welke rechten en plichten zij als burger hebben • kinderen hun weg leren vinden in de grote hoeveelheid informatie die op hen afkomt • kinderen leren omgaan met de informatietechnologie • kinderen een tolerante houding ontwikkelen naar anderen en andersdenkenden • stereotype rolpatronen niet als vanzelfsprekend worden ervaren
Visie op levensbeschouwing en school Op de Johannesschool vinden wij het belangrijk dat: • de katholieke identiteit vorm krijgt • de kinderen leren en ervaren dat het de moeite waard is om mens te zijn • de kinderen leren en ervaren dat het een goede zaak is om zich voor een betere wereld in te zetten • de kinderen leren en ervaren dat de Bijbel daarbij een waardevolle inspiratiebron is • alle mensen volgens hun eigen geloofsovertuiging mogen leven, met respect voor identiteit
Visie op vorming, leren en onderwijzen Namens het team van de Johannesschool, Monica Tolenaar directeur
Daar staat de Johannesschool voor Visie op kind en ontwikkeling Op de Johannesschool vinden wij het belangrijk dat: • leerkrachten met kinderen omgaan vanuit een positieve grondhouding • het eigene van een kind wordt gerespecteerd • kinderen leren omgaan met hun gevoelens
2
Op de Johannesschool vinden wij het belangrijk dat: • het onderwijs aan kinderen op zo’n manier plaatsvindt, dat zij zelfstandig, verantwoordelijk, creatief en kritisch kunnen functioneren • kinderen leren hulpvaardig te zijn • kinderen leren samen te leven en samen te werken • ons onderwijs aansluit bij de ontwikkeling van het kind, en ook verdere ontwikkeling stimuleert
schoolgids 2014-2015
3
• ons onderwijs rekening houdt met verschillen in opvoeding, sociaal milieu en begaafdheden van leerlingen • we kunnen inspelen op individuele verschillen in aanleg, tempo en belangstelling • het onderwijs zowel gericht is op het welzijn als op het leveren van prestaties. Bij prestaties denken wij niet in de eerste plaats aan het vergelijken met anderen, maar aan het omzetten van bij het kind aanwezige capaciteiten in zo goed mogelijke resultaten • kennis geleidelijk, inzichtelijk en stapsgewijs wordt aangeboden • de leerstof vaak en met de nodige variatie wordt geoefend • het noodzakelijk is variatie in leersituaties aan te brengen, omdat kinderen niet altijd op dezelfde manier leren • kinderen leren om hun kennis toe te passen • kinderen een goede basis krijgen, waarop ze verder kunnen bouwen
Schoolklimaat Een basisschool is een echte leefgemeenschap. Het is van belang dat kinderen, ouders en ook leerkrachten zich daarin thuis voelen; wij zijn tenslotte op elkaar aangewezen. Wij zien onze school niet als een “zakelijk leerinstituut”, maar als een stimulerende omgeving, waarin sfeer en onderlinge verbondenheid belangrijk zijn. Wij willen voor kinderen en ouders niet “zo maar een school” zijn, maar hun school. Een school waarmee je je verbonden voelt.
Sfeer Een goede sfeer is het resultaat van de inspanningen van al diegenen die bij de school betrokken zijn. Op een aantal voorgaande pagina’s heeft u een en ander kunnen lezen over onze visie. Die visie begint met het uitgangspunt dat wij willen dat kinderen en ouders zich bij de school betrokken en veilig voelen. Dat is te merken aan de sfeer op school. Niet alleen tussen de leerkrachten onderling, maar ook naar ouders en kinderen toe. Aandacht voor de gezinssituatie, meeleven met zorgen en verdriet horen evenals “mee-vieren” bij onze opvatting. Alhoewel in deze schoolgids veel tussen de regels door te lezen is over ons schoolklimaat, willen wij toch bepaalde aspecten accentueren. Niet altijd zonnig Ook wanneer wij streven naar een goed klimaat op school, zal het er af en toe regenen, donderen of misschien zelfs wel bliksemen. Mensen, groot of klein, maken nu eenmaal fouten. Zolang dat incidenteel is, hoort dat bij het normale leven en is er niets aan de hand. Mensen (ook kinderen) hebben het recht om fouten te maken. Het is belangrijk, dat kinderen leren, dat fouten maken menselijk is en dat dit binnen bepaalde grenzen ook mag! Onlosmakelijk daarmee is echter verbonden de bereidheid je fouten te (willen) corrigeren. Van je fouten kun je leren. Dat in praktijk brengen is niet altijd even gemakkelijk, maar wel noodzakelijk. Daar moet je echter wel de kans toe krijgen! 4
Sociale vaardigheden Samenwerken moet je leren, zeker in een tijd van toenemend individualisme. Wij besteden dan ook bewust en gericht aandacht aan groepswerk. Kinderen mogen elkaar in bepaalde omstandigheden helpen, dat wordt zelfs op prijs gesteld en gestimuleerd. Er zijn daarover per groep afspraken gemaakt. Bij activiteiten waarbij alle kinderen tegelijkertijd betrokken zijn en de kleintjes zich verloren zouden kunnen voelen, wordt vaak een “adoptiesysteem” gehanteerd. Een oudere leerling ontfermt zich daarbij over een jongere. Dat is voor beide partijen leuk en bevordert de saamhorigheid. ’s Morgens is in het Ei bijv. het tutor-lezen. Oudere leerlingen begeleiden de jongere kinderen en bereiken daarmee goede resultaten én zorgen voor betere motivatie.
Zelfstandig en verantwoordelijk Opvoeden tot zelfstandigheid houdt onlosmakelijk in, dat kinderen leren omgaan met verantwoordelijkheid. De kinderen dragen dan ook een aantal verantwoordelijkheden. Die omvatten niet alleen allerlei klusjes binnen en buiten de klas. Wij geven de kinderen ook eigen verantwoordelijkheden in het leerproces. Dat gebeurt o.a. tijdens het zelfstandig werken in de klas, de hal, het Ei of de computerruimte. De school heeft een leerlijn zelfstandig werken ontwikkeld, waardoor afspraken in verschillende groepen op elkaar afgestemd zijn. De kinderen krijgen hierbij ook de ruimte om zelf te kiezen en hun werktijd zelf in te delen. Ook het leren plannen speelt een belangrijke rol. In de zelfstandigheidsontwikkeling zie je veel verschillen tussen de kinderen. Vandaar dat we in ons onderwijs ook op dat punt proberen om af te stemmen op het individuele kind. Kinderen krijgen in principe meer vrijheid om hun tijd in te delen, waardoor de leerkracht dat proces wel goed moet kunnen volgen. Dit betekent dat kinderen ook hun werkzaamheden en inzet leren verantwoorden. (Hoeveel tijd heb je besteed aan de les en wat heb je bijv. met de resterende tijd gedaan?)
Regels en afspraken Waar sprake is van ruimte en eigen verantwoordelijkheid, is tevens sprake van afspraken en regels. Op de Johannesschool zijn die afspraken erop gericht de ander zo min mogelijk in zijn vrijheid te belemmeren of te hinderen. Tijdens het kringgesprek komt de manier waarop de regels functioneren vaak aan de orde. Aan het begin van een nieuw schooljaar worden de regels en afspraken opnieuw besproken en vastgesteld in de lessen groepsvorming.
We maken daarbij gebruik van de methode voor sociaalemotionele ontwikkeling Leefstijl. De groepsregels worden zoveel mogelijk positief geformuleerd. (niet: er wordt niemand buitengesloten, maar wel: ieder kind doet mee) Kinderen worden aangesproken op hun gedrag door de leerkrachten en indien nodig op een zinvolle manier gecorrigeerd. Ook besteden we veel aandacht aan het krijgen van nieuwe kansen. Voor de Sophia Stichting is een gedragscode ontwikkeld, voor alle mensen die een rol hebben in de school. De code geeft een uitwerking van gedrag zoals wij die in onze visie hebben verwoord.
Verbondenheid Wij vinden het belangrijk, dat ook de ouders zich betrokken voelen bij de school. Uiteindelijk zijn ouders en school voor een kind twee belangrijke richtinggevers bij de groei naar volwassenheid. Vieringen ter gelegenheid van bepaalde gebeurtenissen scheppen een aparte sfeer. Niet alleen tussen kinderen en leerkrachten onderling, maar vaak met ouders. Vandaar dat wij proberen waar mogelijk onze ouders bij gezamenlijke vieringen te betrekken.
Catechese Onze school is een katholieke school. Dat is niet alleen herkenbaar in de catecheselessen, maar dit uitgangspunt kleurt ons hele onderwijs. Specifieke kerkelijke zaken als de voorbereiding op de Eerste Communie en Het Vormsel vinden niet (meer) op school plaats. De parochie rekent deze bijzondere activiteiten op het gebied van de geloofsbeleving tot haar taak. Zij vinden dan ook als regel buiten schooltijd plaats. De school ondersteunt deze activiteiten wel. Om het belang te onderstrepen dat wij hechten aan onze specifieke identiteit, heeft de Sophia Stichting voor haar scholen een identiteitsbegeleider aangesteld. Zij begeleidt de schoolteams in het vormgeven aan hun identiteit. Catechese staat ook als “vak” op het rooster. Dat wil zeggen, dat we er dan gericht en planmatig mee bezig zijn. Dat doen we middels de methode “Trefwoord”. “Trefwoord” is een interconfessionele methode voor godsdienstige en levensbeschouwelijke vorming. De methode biedt materiaal voor elke dag. Vaak wordt de dag met “Trefwoord” begonnen. Via deze methode proberen wij de
belevingswereld van het kind en de wereld van de Bijbel dichter bij elkaar te brengen. De eigen levenservaringen van kinderen zijn uitgangspunt en helpen het kind te begrijpen waar het in de Bijbel om gaat.
Historie De Johannesschool kan bogen op een rijke traditie. Het is een van de oudste Hillegomse scholen. De Joannesschool (zonder h) werd in 1891 opgericht. Pastoor Joannes van Grossel was de grote animator van de bouw. Enthousiast als hij was, bekostigde hij het grootste deel van de bouwsom uit eigen middelen. Slechts op die manier bleek de bouw haalbaar. Als dank werd de school naar de gulle gever vernoemd. De Joannesschool was een specifieke jongensschool en werd gebouwd aan het Laantje van Dorrestein (op de plek waar nu de parkeerplaats van de Kulturele Raad is). Het gebouw werd op 12 oktober 1891 plechtig ingezegend en de school ging van start met het respectabele aantal van 152 leerlingen. Daarvoor waren zeggen en schrijven twee leerkrachten beschikbaar! In 1969 ontstond, na een fusie met de Mariaschool voor meisjes, de school met de naam Johannesschool. Door een foutje in de akte werd er de letter “h” toegevoegd!
Grote verbouwing Tot grote vreugde van kinderen, ouders en leerkrachten werd op 30 juni 2005 een totaal vernieuwde school geopend. Niet alleen werden er zes leslokalen en 2 speelzalen bijgebouwd, ook het bestaande deel van het gebouw werd grondig onder handen genomen. Dat gold ook voor de speelplaatsen. Het resultaat mag er zijn! De school beschikt nu over: - 17 leslokalen + 1 handvaardigheidslokaal (voor HV en TW) - 2 speelzalen - 1 gemeenschapsruimte - 3 werkruimten voor leerlingen - 1 orthotheek - 2 RT-ruimten - 1 computerlokaal en diverse directie-, repro- en administratieruimten.
Gemeenschapsruimte Het Ei De gemeenschapsruimte ligt in het hart van onze school en vormt een min of meer natuurlijke afscheiding tussen de kleuterbouw en de overige groepen. Kinderen werken er vaak zelfstandig en er wordt aan het begin van bijna elke dag in groepjes gelezen. Ook doet het EI dienst als overblijfruimte. Verder gebruiken we het EI voor uitvoeringen, vieringen of ouderavonden. Deze centrale ruimte beschikt over een groot podium met een professionele licht- en geluidsinstallatie. schoolgids 2014-2015
5
Schoolontwikkeling
Kwaliteit van het onderwijs en schoolontwikkeling Lumpsum-bekostiging Goede leerkrachten, goed lesmateriaal en een goed geoutilleerd gebouw zijn voorwaarden voor het geven van goed onderwijs. De overheid stelt aan de scholen een vergoeding ter beschikking, gebaseerd op het aantal ingeschreven leerlingen. Dat is een vastgesteld bedrag, dat de scholen zelfstandig, naar eigen goeddunken mogen uitgeven aan personeel, leermiddelen en exploitatie. De jaarlijkse begroting wordt ter instemming aan de leden van de Medezeggenschapsraad voorgelegd.
Scholen hebben de opdracht om het onderwijsaanbod af te stemmen op de behoefte van het kind. In 2014 wordt de Wet op het Passend Onderwijs ingevoerd. Die wet stelt o.a. dat de school een passend onderwijsarrangement moet kunnen aanbieden aan ieder kind dat zich aanmeldt. Doel hiervan is om de uitstroom naar speciale scholen nog meer in te perken. Dit betekent dat leerkrachten in staat moeten zijn om verschillende niveaus in een groep te kunnen begeleiden. De onderwijskundige ontwikkeling van de school richt zich dan ook met name hierop. Onder begeleiding van de Onderwijsbegeleidingsdienst is er een leerlijn zelfstandig werken ontwikkeld voor alle groepen. Door kinderen zelfstandig, zonder directe hulp van de leerkracht, te laten werken, ontstaat de mogelijkheid voor de leerkracht om aan een groepje een instructie apart aan te bieden. Elders in deze gids leest u daar meer over. Een logische stap vanuit het zelfstandig werken is de ontwikkeling van het Structureel Coöperatief Leren. In 2009 is het team gestart met de invoering van deze manier van werken op onze school. Structureel Coöperatief Leren is een werkwijze om interactie tussen kinderen en samenwerking van kinderen optimaal te laten verlopen. Het levert voor alle kinderen hogere leerprestaties op dan het traditionele individueel werken aan opdrachten. In het afgelopen schooljaar heeft het team een scholingstraject gevolgd over meerbegaafdheid. Hierover is beleid geformuleerd met concrete afspraken over hoe we op de Johannesschool omgaan met kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong. Op de website vindt u de uitwerking hiervan.
Ouders kiezen voor een school om verschillende motieven: • u hecht waarde aan de katholieke identiteit van de school • u vindt praktische bereikbaarheid essentieel • u heeft goede ervaringen gehoord van familie of vrienden • de meeste kinderen uit de wijk waar u woont, bezoeken onze school
vier jaar worden, worden pas na de zomervakantie toegelaten.
De hoofdvraag is of u het vertrouwen heeft dat de Johannesschool goed genoeg is om het onderwijs voor uw kind te mogen verzorgen.
Gelukkig zijn er zelden redenen om een leerling te schorsen of te verwijderen van school. In al deze gevallen gaat het om ingrijpende beslissingen, vaak tegen de wens van de ouders. Een school heeft de vrijheid om dit besluit te nemen.
Hoe wordt het inschrijven geregeld? Na het kennismakingsgesprek krijgt u het inschrijfformulier mee naar huis. Wij adviseren a.s. ouders altijd om ook op andere scholen te gaan kijken, om een breder beeld te krijgen van het Hillegomse basisonderwijs. Als u het inschrijfformulier retourneert, krijgt u van de administratie een bevestiging. Die geeft u de zekerheid dat er voor uw kind een plekje wordt gereserveerd. Overigens is het niet toegestaan om uw kind in te laten schrijven op verschillende scholen. De toelatingsprocedure is als volgt: • broertjes/zusjes van reeds ingeschreven leerlingen hebben voorrang. • inschrijving gebeurt op volgorde van binnenkomst. Kort gezegd komt het erop neer dat u ruim van tevoren moet inschrijven om verzekerd te zijn van een plaats. De school mag het gebouw niet uitbreiden en daarmee is er een grens aan het aantal leerlingen dat we per jaar kunnen laten instromen. Voor het schooljaar 2014-2015 en 2015-2016 hebben we de inschrijving van nieuwe 4-jarige kleuters gesloten.
Kwaliteitsbewaking Schoolplan Elke school schrijft een schoolplan. Daarin staan de hoofdlijnen van het beleid voor een periode van 4 jaar beschreven. Door middel van het schoolplan legt de school aan de inspectie verantwoording af over het gevoerde beleid. Aan de hand van het schoolplan worden niet alleen de plannen van de school beoordeeld, maar wordt ook nagegaan in hoeverre de school erin geslaagd is die plannen ook daadwerkelijk uit te voeren. Ons schoolplan loopt van 2011-2015. Daarin vindt u de beleidsvoornemens van de komende jaren verwoord. Het plan ligt bij de directie ter inzage en is te vinden op de website. Personeelsbeleid Op de Johannesschool werkt een gemixt team: jonge leerkrachten weten zich gesteund door ervaring van de oudere collega’s. De Sophia Stichting heeft een integraal personeelsbeleid ontwikkeld, waarbij de richtlijnen van de wet BIO (beroepen in het Onderwijs) tot uitvoering worden gebracht. Zo heeft iedere leerkracht de verplichting om zich bij te scholen en worden er jaarlijks functionerings- en beoordelingsgesprekken met de directie gevoerd. Iedere leerkracht werkt via het eigen bekwaamheidsdossier en persoonlijk ontwikkelplan aan het verbeteren van de competenties en vaardigheden. 6
De inspectie van het onderwijs houdt toezicht op de kwaliteit van het onderwijs op school. Zelf willen wij echter ook graag de vinger aan de pols houden. Wij doen dit onder meer door: • het hanteren van een intern systeem voor kwaliteitszorg “Werken met kwaliteitskaarten” • het werken met up-to-date lesmethoden • het up to date houden van het leerlingvolgsysteem • het hanteren van de methode Kinderklanken, specifiek gericht op de taalontwikkeling van kleuters • het hanteren van het protocol Leesproblemen & dyslexie • het integraal gebruik van ICT hulpmiddelen in het onderwijs • het houden van een oudertevredenheidspeiling • het jaarlijks organiseren van een ouderpanel • het installeren van een leerlingenraad
Tussentijdse instroom en plaatsing van leerlingen
Aanmelden en inschrijven
Tijdstip van toelating
U kunt een afspraak maken voor een kennismakingsgesprek met een van de directieleden. Tijdens dit gesprek krijgt u volop de gelegenheid om een kijkje te nemen in de klassen en al uw vragen te stellen.
Uiteraard komt het ook voor dat kinderen worden aangemeld die al leerplichtig zijn en afkomstig zijn van een andere basisschool. Als een kind aangemeld wordt om een objectieve reden (bijv. een verhuizing) dan kijken wij eerst naar het aantal kinderen in de betreffende groep. Dat wil echter niet zeggen dat een kind dus automatisch geplaatst kan worden. Wij kijken –zeker bij een grote groep- bijzonder kritisch of de aangemelde leerling “past” in de beoogde groep. De reden van de aanmelding kan ook liggen in het feit dat er bij de ouders onvrede ontstaan is over de school die de leerling op dat moment bezoekt. De intern begeleider van de Johannesschool neemt in zo’n geval altijd contact op met de intern begeleider van de betreffende school en vraagt het onderwijskundig rapport van de leerling op. Deze informatie wordt door de directie gebruikt om te besluiten de leerling in te schrijven.
Om als leerling tot een basisschool te worden toegelaten, moet een kind volgens de wet de leeftijd van vier jaar hebben bereikt. Kinderen mogen wel een aantal keren een kijkje komen nemen voor hun vierde verjaardag. Zij draaien dan twee dagdelen mee. Dat vergemakkelijkt het wennen aan de nieuwe school. Kinderen die in of na de maand juni
Schorsen en verwijderen
Het schorsen van leerlingen Schorsing (tijdelijk) of verwijdering (definitief) van een leerling zijn beide zeer uitzonderlijke zaken, die gelukkig vrijwel nooit voorkomen. Er wordt tot schorsing overgegaan als het gedrag van een leerling bij herhaling dermate storend is, dat leerkrachten en/of leerlingen zich aantoonbaar niet meer veilig voelen of als lesgeven redelijkerwijze niet meer mogelijk is. De beslissing over het schorsen van leerlingen neemt de directeur.
Het verwijderen van leerlingen Het schoolbestuur van de Sophia Stichting beslist over het definitief verwijderen van leerlingen. Een verwijderingsprocedure wordt in gang gezet indien eerdere sancties (straf, schorsing) niet tot het gewenste resultaat hebben geleid. Definitieve verwijdering vindt pas plaats, nadat een andere basisschool of school voor speciaal onderwijs bereid is de leerling toe te laten. Indien het schoolbestuur echter kan aantonen dat het gedurende acht weken zonder succes heeft gezocht naar een school waarnaar verwezen kan worden, kan het bestuur alsnog tot definitieve verwijdering overgaan. Als ouders moedwillig onjuiste of onvolledige informatie verstrekt hebben aan de school, dan kan dat een doorslaggevende rol spelen in een verwijderingsprocedure.
Procedure Het besluit om een leerling niet toe te laten of te verwijderen wordt schriftelijk en met redenen omkleed meegedeeld aan de ouders. Daarbij wordt de ouders gewezen op de mogelijkheid om binnen zes weken bij het schoolbestuur bezwaar aan te tekenen tegen de beslissing. Als de ouders een bezwaarschrift indienen, is het schoolbestuur verplicht de ouders te horen. Er moet binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift door het schoolbestuur beslist worden. Als de ouders het niet eens zijn met de beslissing, dan kunnen zij een procedure aanspannen tegen het schoolbestuur.
Leerplicht en verlof Vanaf 4 jaar is uw kind welkom op onze school, maar is het nog niet leerplichtig. Met andere woorden het is nog niet verplicht om naar
schoolgids 2014-2015
7
school te gaan. De leerplicht geldt vanaf 5 jaar. Er is een uitzonderingsregel opgesteld, die het mogelijk maakt een vermoeide kleuter af en toe thuis te houden. Een 5-jarige kleuter mag vijf uur per week afwezig zijn zonder toestemming van de directeur (wel graag even laten weten s.v.p.) en vijf uur per week met toestemming van de directeur. In totaal kan er zo tien uur per week afgeweken worden van de leerplichtregel. De genoemde periode van tweemaal vijf uur mag overigens niet opgespaard worden voor extra vakantie !! Kinderen vanaf zes jaar zijn volledig leerplichtig. De directeur kan verlof tot schoolverzuim verlenen wegens “gewichtige omstandigheden”. Zij moet zich daarvoor verantwoorden tegenover de leerplichtambtenaar. De bevoegdheid van de directeur is beperkt, wanneer het schoolverzuim meer dan tien dagen bedraagt. In dat geval kan alleen de leerplichtambtenaar ontheffing verlenen.
Vakantie Sinds de leerplicht gewijzigd is, mag de directeur uitsluitend verlof voor vakantie verlenen aan kinderen, waarvan de ouders een beroep hebben dat het onmogelijk maakt om binnen de vastgestelde schoolvakanties een aaneengesloten periode van 2 weken met het gezin op vakantie te gaan. Dit moet worden aangetoond met een verklaring van de werkgever. Deze aanscherping is opgenomen om een eind te maken aan het verschijnsel dat ouders een extra vakantie vragen voor wintersport of voor een bezoek aan het geboorteland. Verlof wegens vakantie is –volgens de wet- niet mogelijk in de eerste twee weken van een schooljaar. Via onze website kunt u de folder downloaden van Bureau Leerplicht, waar de volledige regeling in opgenomen is.
Aanvraag van verlof Een verzoek voor verlof richt u aan de directie van de school. Dit doet u door het invullen en inleveren van een aanvraagformulier. Het formulier is bij de groepsleerkracht of bij de directie te krijgen. Het verzoek en de beslissing daarover worden in het leerlingdossier van het kind bewaard tot het eind van de schoolloopbaan. Bij de beoordeling van volgende verzoeken wordt altijd de voorgeschiedenis betrokken. De verzuimregistratie wordt door de inspectie gecontroleerd. Het overtreden van de Leerplichtwet kan leiden tot een procesverbaal voor ouders. Het mag duidelijk zijn, dat bij onverwachte ingrijpende gebeurtenissen zoals het overlijden van familieleden e.d. deze formele weg niet hoeft te worden bewandeld. Een telefoontje is dan natuurlijk voldoende.
Leerkrachten en leerlingen De leerlingen van de basisschool worden in groepen ingedeeld en krijgen les van een of meer groepsleerkrachten. Verder heeft elke school een directeur en (meestal) een adjunct-directeur. Daarnaast zijn er echter ook verschillen tussen scholen. Aan een school kunnen leerkrachten met 8
speciale taken zijn verbonden. In de jaarkalender vindt u een overzicht van de leerkrachten met de groepsindeling.
Samenstelling team Het aantal leerkrachten waarover een school kan beschikken hangt af van het aantal leerlingen. Eens per jaar, op 1 oktober, worden de leerlingen geteld. Op basis van deze telling krijgt de school een budget voor het volgend schooljaar toegewezen. Het schoolbestuur legt de wijze waarop men de gelden aan personeel wil besteden vast in een formatieplan. Dit plan kan alleen worden uitgevoerd nadat ermee is ingestemd door de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad, waarin ook de ouders vertegenwoordigd zijn.
Specialisten Op de Johannesschool hebben wij ervoor gekozen op bepaalde terreinen gebruik te maken van specialisten. Dit zijn leerkrachten die zich op een bepaald terrein gespecialiseerd hebben en daarvoor gericht worden ingezet. Op de Johannesschool is dat onder meer het geval voor wat betreft interne begeleiding, remedial teaching, ICT, textiele werkvormen en bewegingsonderwijs. Ook werken er een reken- en taalcoördinator op school.
Organisatie van het onderwijs De basis van het onderwijs op de Johannesschool wordt gevormd door het leerstofjaarklassensysteem. Dat wil echter niet zeggen dat het onderwijs strak uniform gereguleerd plaatsvindt. Integendeel! Niet alle kinderen in een groep zijn op hetzelfde moment met dezelfde leerstof bezig. Dat vereist dan ook een andere aanpak dan in het zuiver klassikaal onderwijs. Onze leerkrachten hebben er dan ook een belangrijke taak bij gekregen: die van organisator. Het is belangrijk dat het onderwijs goed georganiseerd wordt en dat er goed geregistreerd wordt. In een systeem waarin niet iedereen op hetzelfde moment dezelfde activiteit verricht, verlies je anders snel het overzicht. De reguliere basisschool kent acht leerjaren. Dat wil niet zeggen dat elk leerjaar over een eigen lokaal beschikt. Soms zitten er meerdere leerjaren in één groep en dus ook in één lokaal. Dit is bij ons structureel het geval in de kleuterklassen en incidenteel als het vanwege het leerlingenaantal zo uitkomt. In het laatste geval spreken we over een combinatiegroep.
Indeling van de groepen Het is niet vanzelfsprekend dat kinderen hun gehele schoolloopbaan met dezelfde kinderen in een klas zitten. Dat komt mede doordat het aantal aanmeldingen per leerjaar niet altijd even groot is. Daardoor zitten niet in alle klassen evenveel leerlingen en moeten er soms leerjaren gecombineerd worden. Ouders en leerlingen vinden die noodgedwongen wisselingen niet altijd even leuk. Het is daarom goed om de criteria die wij bij het indelen van de klassen hanteren onder uw aandacht te brengen. Wij proberen om elke groep zo evenwichtig mogelijk samen
te stellen. Bij het indelen houden wij rekening met leeftijd, geslacht, groepsgrootte en de persoonlijke omstandigheden van een kind. De eerste drie factoren zijn voor iedereen waarneembaar, de laatste niet. Persoonlijke omstandigheden vallen onder de privacy-bescherming. Zij kunnen echter wel belangrijk zijn bij het indelen van een groep. Indien u bepaalde wensen heeft m.b.t. de groepsindeling van uw kind, dan kunt u het beste bijtijds naar de groepsleerkracht of de directie stappen. Als het mogelijk is, zullen wij proberen met uw wensen rekening te houden.
Zorg voor onze leerlingen Op de Johannesschool proberen we gericht in te spelen op de persoonlijke behoeften van elk kind. Dit afstemmen van het aanbod noemen we adaptief onderwijs. Dit betekent overigens niet dat we op onze school in staat zijn om individueel onderwijs aan te bieden. Niet alleen leerlingen die tijdelijk of structureel leerproblemen hebben, komen daarbij aan hun trekken. Ook de “voorlopers” krijgen extra aandacht. Kinderen die meer uitdaging nodig hebben, stimuleren we met extra en verdiepende opdrachten. Op de website kunt u meer info vinden over onze werkwijze met meerbegaafde leerlingen.
Extra hulp Als uw kind extra hulp nodig heeft om het onderwijs te kunnen volgen, is de leerkracht in staat om de instructie en verwerking op het niveau van uw kind aan te passen. Soms is tijdelijke hulp door de eigen leerkracht aan de instructietafel voldoende om een kleine achterstand in te lopen. Deze werkwijze hoort tot het gebruikelijke handelen van de leerkracht. Op de Johannesschool hebben wij ervoor gekozen om een klein deel van het team gericht in te zetten om kinderen in een kleine groep te kunnen helpen. Dat betekent dat enkele leerkrachten (deels) zijn vrij geroosterd om extra hulp te kunnen bieden waar nodig.
Dyslexie en dyslexieverklaring Veel kinderen hebben moeite met het leren lezen. Het niet goed kunnen lezen en spellen heeft grote gevolgen voor de gehele schoolloopbaan.Preventie (voorkomen) van leesproblemen en het zo vroeg mogelijk verhelpen ervan is een belangrijke taak van de basisschool. Wij werken daarom met het Protocol Leesproblemen & Dyslexie. Aan de hand van een stappenplan kunnen de leerkrachten kinderen met leesproblemen vroegtijdig signaleren, systematisch volgen en begeleiden. Deze kinderen hebben gespecialiseerde hulp nodig. Vaak gebruiken wij daarbij hulpmiddelen als de computer, ingesproken teksten, uitvergrote werkbladen etc. Het extern onderzoek om dyslexie vast te kunnen stellen, wordt vergoed door uw ziektekostenverzekering, mits er voldaan wordt aan strenge criteria. De intern begeleider kan met u het stappenplan doornemen en op de website vindt u het volledige protocol. Leerlingen met een dyslexieverklaring krijgen een dyslexieafsprakenkaart, waarop staat beschreven wat er voor deze leerling wordt aangepast.
School Video Interactie Begeleiding (SVIB) Een van de voordelen van een school binnen een grote stichting is, dat je kunt beschikken over faciliteiten die je als individuele school niet in huis kunt halen. Dat is bijv. ook het geval met SVIB. Binnen de Sophia Stichting zijn enkele SVIB-begeleiders actief. Daarbij wordt de videocamera door speciaal opgeleide deskundigen gebruikt als observatie-instrument ten behoeve van een leerling, een groep of de leerkracht met als doel de hulpverlening zo optimaal mogelijk te maken. De school houdt zich daarbij aan het landelijke SVIBprotocol. Dit houdt in dat de gemaakte opnamen met uiterste zorgvuldigheid behandeld worden. De opnamen vallen onder het toezicht van de SVIB-begeleider en zijn uitsluitend voor hem en de betreffende leerkracht toegankelijk. Na gebruik worden de opnamen gewist. U wordt altijd van tevoren op de hoogte gesteld als de camera wordt ingezet in de groep van uw kind.
Leerlingvolgsysteem en CITO Als de ontwikkeling van een kind niet helemaal soepel verloopt, is het noodzakelijk om goed te kunnen signaleren en vervolgens te diagnosticeren. Het handelen van de leerkracht stemt zich vervolgens af op zo’n diagnose. In de kleuterbouw gebeurt het signaleren voornamelijk door gebruik te maken van het PRAVOO-observatiesysteem. Ook gaan wij na in hoeverre een kind de lees- en rekenvoorwaarden beheerst met behulp van de CITO-toetsen. Vanaf groep 3 gebruiken we allereerst de toetsen die in onze leermethoden zijn opgenomen. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van het CITO leerlingvolgsysteem voor de vakgebieden begrijpend lezen, spelling en rekenen. De sociaal-emotionele ontwikkeling wordt gevolgd via het instrument SCOL (Sociale Competentie Observatie Lijst). De leerkracht vult per leerling op de computer een scoreformulier in. De kinderen vanaf groep 6 vullen ook zelf een formulier in.
Specifieke zorg en remedial teaching In alle groepen beschikken we enkele dagdelen per week over een extra leerkracht voor remediërende activiteiten op diverse vakgebieden. Het werk van de remedialteachers wordt gecoördineerd door de intern begeleider. Zij begeleidt de aanvragen van de leerkrachten en bekijkt wie welke zorg nodig heeft. In principe proberen we om kinderen met leerproblemen binnen de groep te helpen. Dat is helaas niet altijd mogelijk. Soms vinden de remediërende activiteiten buiten de eigen groep plaats. Soms is het noodzakelijk dat de remedial teacher aanvullend onderzoek doet om de juiste diagnose te stellen. Als dat gebeurd is, wordt er een handelingsplan opgesteld. Daarin wordt vermeld op welke wijze wij proberen het kind aanvullende hulp te geven. Deze extra hulp kan gegeven
schoolgids 2014-2015
9
worden door de remedial teacher, maar ook door de eigen leerkracht. In het handelingsplan is een termijn opgenomen waarbinnen de extra hulp tot resultaten moet leiden. Als die resultaten niet binnen de gestelde termijn gehaald worden, kan er een nieuw handelingsplan worden opgesteld of wordt externe hulp ingeroepen. Als het nodig is om voor uw kind een handelingsplan op te stellen, wordt u vanzelfsprekend op de hoogte gebracht. Een categorie kinderen waar zeker ook extra aandacht aan besteed wordt zijn de begaafde leerlingen. De school is in principe van mening dat het leertraject dat deze leerlingen zullen volgen, niet wordt versneld, maar verbreed of verdiept. Het kan goed mogelijk zijn dat het kind een eigen leerlijn volgt; maatwerk is dan noodzakelijk. De school heeft verder een eigen orthotheek. Dat is een verzameling leer- en hulpmiddelen waarmee extra hulp kan worden gegeven aan kinderen met een voorsprong of met een achterstand. In het afgelopen schooljaar heeft het team o.l.v. externe deskundigen een training gevolgd om beter om te kunnen gaan met meerbegaafde leerlingen. We bieden meer uitdagende lesstof aan zoals Spaans, economie en technisch lego. Deze lessen worden door vrijwillige ouders gegeven aan kleine groepjes leerlingen uit de midden- en bovenbouw. In september 2013 starten de plusgroepen o.l.v. de remedial teachers. Leerlingen, die hiervoor in aanmerking
komen, worden geselecteerd door de leerkracht en intern begeleider. Op de website kunt u het protocol meerbegaafdheid vinden, waarin u informatie leest over de uitgangspunten van dit (nieuwe) beleid.
taak van de OA is het ondersteunen en begeleiden van het schoolteam bij het invoeren van onderwijskundige vernieuwingen.
Grenzen aan de zorg Onderwijsbegeleidingsdienst Het is voor ons belangrijk een goede adviserende instantie achter de hand te hebben als de indruk bestaat dat er meer hulp voor een kind nodig is. Daarom maken wij gebruik van de diensten van de Onderwijsbegeleidingsdienst Duinen Bollenstreek, tegenwoordig opgenomen in de dienst Onderwijs Advies (OA). Ouders en school kunnen de hulp van deze dienst inroepen bij leer- en gedragsproblemen. Binnen de OA zijn diverse deskundigen werkzaam, die kunnen helpen bij het begeleiden van kinderen met leeren/of gedragsmoeilijkheden. Dat doet men soms door het geven van adviezen op basis van gegevens die door de school zijn aangeleverd. In een aantal gevallen geeft de schoolbegeleider van OA een advies voor een plan van aanpak, dat door de leerkracht in de klas wordt uitgevoerd. Bij dit advies is altijd de intern begeleider van de school betrokken. OA kan ook aanvullend onderzoek verrichten, bijvoorbeeld naar de intelligentie van een kind (na overleg en met toestemming van de ouders). Het is voor de school financieel niet mogelijk om alle aanvragen voor onderzoek te honoreren en moet daarom keuzes maken en prioriteiten stellen. Een belangrijke andere
Remediërende hulp biedt niet altijd een afdoende oplossing. De leermoeilijkheden of de ontwikkelingsachterstand kunnen soms zo groot zijn, dat zij binnen onze school niet op verantwoorde wijze op te lossen zijn. Als blijkt dat onze zorg niet groot genoeg is om de onderwijsbehoefte van het kind te vervullen, dan is een verwijzing naar een school voor speciaal (basis) onderwijs noodzakelijk. Dat is een moeilijk besluit, want voor kinderen en ouders is het lastig om afscheid te nemen van de eigen school en vriendjes. Ook voor de school is het moeilijk te accepteren dat het onderwijs voor dit kind niet zal gaan lukken. In dit proces is een belangrijke rol weggelegd voor de intern begeleider. Zij staat de ouders met raad en daad bij en weet de weg bij alle instanties en andere scholen.
Passend onderwijs Goed onderwijs voor elk kind De meeste kinderen doen het prima op school: ze ontwikkelen zich naar verwachting en leren zonder problemen. Voor deze kinderen verandert er met Passend onderwijs
weinig. Ongeveer één op de vijf kinderen heeft echter meer begeleiding nodig, bijvoorbeeld in de vorm van specifiek lesmateriaal of een aangepaste leeromgeving. Het organiseren van deze ondersteuning is de kern van passend onderwijs. Dit doen we als school niet alleen, maar samen met andere scholen in de regio. Alle scholen in de regio werken namelijk samen om de juiste ondersteuning voor ieder kind te kunnen organiseren. Dit samenwerkingsverband (SWV) van scholen heet in onze regio: SWV Primair Onderwijs Duin- en Bollenstreek. Het SWV bestaat uit vijftien schoolbesturen in de gemeenten Hillegom, Katwijk, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen. Het gaat in totaal om 69 basisscholen, drie scholen voor speciaal basisonderwijs en twee scholen voor speciaal onderwijs. De ondersteuning die we in de regio met elkaar bieden is in te delen in twee soorten: de basisondersteuning en de speciale onderwijsvoorziening.
Basisondersteuning De schoolbesturen in het SWV hebben met elkaar afgesproken wat elke school in principe moet kunnen bieden aan onderwijsondersteuning. Dit wordt basisondersteuning genoemd. Scholen moeten op de eerste plaats voldoen aan het basisarrangement van de inspectie. Maar basisondersteuning gaat verder dan basiskwaliteit. Het betekent dat een school aan een aantal extra voorwaarden voldoet, zoals extra ruimte voor één-op-één-begeleiding, de juiste onderwijsmaterialen en natuurlijk deskundige leraren. Het is de bedoeling dat alle basisscholen in deze regio na twee jaar aan deze voorwaarden voldoen. In ons ondersteuningsprofiel staat beschreven welke (extra) ondersteuning wij de leerlingen bieden.
Speciale onderwijsvoorziening Als de ene school een kind geen passend onderwijs kan bieden, kan het zijn dat een andere school beter geschikt is. Dat kan een andere reguliere basisschool zijn, of een school voor speciaal (basis)onderwijs. In de regio Duin- en Bollenstreek zijn drie scholen voor speciaal basis onderwijs en twee scholen voor speciaal onderwijs. Hier zijn de groepen kleiner en wordt er nog meer op maat lesgegeven. Bovendien is er een scala aan extra begeleiding beschikbaar, van remedial teaching en logopedie tot een orthopedagoog en speltherapie.
De weg naar passend onderwijs Voorheen moesten ouders van kinderen die extra ondersteuning nodig hebben, zelf op zoek naar een geschikte school. Vanaf 1 augustus 2014 hebben schoolbesturen een zogenaamde zorgplicht. Dit betekent dat zij elk kind een passende onderwijsplek moeten bieden; op onze eigen 10
schoolgids 2014-2015
11
school of een andere school in de omgeving. De school regelt die passende onderwijsplek. De route is als volgt:
Hulp van de leerkracht Als de basisvoorwaarden op orde zijn, kan de route naar een passend onderwijsarrangement voor een leerling starten. Deze route bestaat uit verschillende stappen. Het begint bij de leerkracht. Het snel kunnen signaleren dat de ontwikkeling van een leerling stagneert, is de eerste stap. Op dat moment is handelingsgericht werken in de klas belangrijk. Dat betekent dat de leerkracht samen met ouders op zoek gaat naar de juiste aanpak voor het kind. In een groeidocument legt de leerkracht vervolgens onderwerpen als oorzaken, aanpak en doelen vast. Dit document wordt gesloten zodra alle doelen behaald zijn en extra ondersteuning niet meer nodig is.
Hulp van de intern begeleider Als een leerkracht de leerling zelf niet verder kan helpen, gaat hij in gesprek met de intern begeleider (IB-er) van de school. De IB-er (of andere functionaris) maakt een gedegen analyse van de situatie en geeft vervolgens advies over een mogelijke aanpak. Ook hierbij is het informeren en betrekken van ouders van groot belang. De IB-er voert vervolgens de regie over het afgesproken traject. Een ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld als resultaten achterblijven ondanks de ondersteuning op de basisschool, al dan niet met hulp van buiten. Om de onderwijsbehoeften goed te kunnen bepalen, is voor deze leerlingen een perspectief voor langere termijn nodig. Een ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld voor: - aanvullende ondersteuning in de klas of op school (in overleg met de IB-er) - schoolnabije ondersteuning (in overleg met ondersteuningsteam) - verwijzing en plaatsing speciaal (basis)onderwijs - plaatsing van leerlingen op een andere leerlijn (de eis van de inspectie) - leerlingen waarvan de uitstroom op niveau groep 8 niet haalbaar lijkt of leerlingen die doelen ondanks de ondersteuning herhaaldelijk niet behalen - leerlingen waarvan de ouders een goed beargumenteerde vraag hebben
Met hulp van het ondersteuningsteam Als zowel de leerkracht als de IB-er en de ouders er niet uitkomen, wordt de hulp van het ondersteuningsteam ingeroepen. Naast de leerkracht, ouders en IB-er, kan zo’n team bestaan uit de directeur van de school, een onderwijsspecialist en een jeugd- en gezinswerker. Het ondersteu12
ningsteam overlegt wat het kind nodig heeft, en legt dit vast in een arrangement. Er zijn drie soorten arrangementen: - hulp die een school zelf kan bieden - hulp die een school kan bieden met expertise van buiten - verwijzing naar een speciale onderwijsvoorziening
Speciale onderwijsvoorziening Stap 1: Gesprek met SBO of SO-school Als duidelijk is dat een speciale school voor een leerling beter geschikt is, wordt een deskundige van die school uitgenodigd om te praten over de duur en intensiviteit van het arrangement. Hiermee bedoelen we een pakket aan ondersteuning. Dit arrangement wordt zo flexibel mogelijk vormgegeven, bijvoorbeeld een aantal dagdelen in plaats van een volledige lesplek. Dat maakt terugplaatsing in het regulier onderwijs indien dit mogelijk is op termijn makkelijker. Stap 2: Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) Als de eerste stap is afgerond, kan bij het SWV een toelaatbaarheidsverklaring worden aangevraagd. Hierin staat hoe lang de verklaring geldig is (1 jaar), wat de ondersteuningsbehoefte is en de soort voorziening en categorie die daarbij aansluit. Er zijn twee mogelijkheden: - Speciaal basisonderwijs (SBO) - Speciaal onderwijs (SO): • Categorie I: zeer moeilijk lerende kinderen, langdurig zieke kinderen, kinderen met epilepsie of ernstige gedragsproblematiek • Categorie II: lichamelijk gehandicapte kinderen • Categorie III: meervoudig gehandicapte kinderen Binnen drie weken nadat de volledige aanvraag binnen is, wordt een besluit genomen. Stap 3: Bieden van extra ondersteuning Als een leerling een toelaatbaarheidsverklaring heeft gekregen wordt de plaatsing onmiddellijk, maar in elk geval binnen zes weken gerealiseerd. De scholen voor SBO en SO hanteren een flexibele instroom. Stap 4: Terugplaatsing vanuit het SO of SBO Bij plaatsing in het speciaal (basis)onderwijs wordt in het ontwikkelingsperspectief beschreven hoe aan terugplaatsing naar de reguliere school gewerkt wordt. Als bij evaluatie blijkt dat dit een optie is, vindt overleg plaats met ouders en de school van herkomst. Een andere reguliere school die meer passend is, bestaat ook tot de mogelijkheden. Stap 5: Rechtstreekse instroom Voor sommige leerlingen is al snel duidelijk dat zij aangewezen zijn op het speciaal onderwijs. Deze leerlingen hoeven niet de reguliere route te volgen. Een team van onderwijsspecialisten zal het verzoek om rechtstreekse instroom behandelen. Voor meer informatie zie website van SWV: http://po.swv-db.nl/
Kleuters Samenstelling van de groepen Er bestaat verschil in samenstelling tussen de kleuterklassen en de overige groepen. In de kleuterklassen zitten kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar. Een klas die zo is samengesteld heet een heterogene groep. Een heterogene kleutergroep bestaat uit de groepen 1 en 2. Wij streven bij het samenstellen van kleutergroepen naar een evenwichtige verdeling van jongens en meisjes en van 4-, 5- en 6-jarigen. Dit bevordert het onderlinge contact en stimuleert het leerproces. Een kleuter wisselt één keer van leerkracht tijdens de kleuterperiode. Op de Johannesschool wordt gewerkt met vijf kleutergroepen.
Sociaal contact Door de bewuste keuze voor heterogene groepen krijgen de kleuters binnen de groep te maken met kinderen van verschillende leeftijden. Het onderlinge contact wordt daardoor gestimuleerd. De oudste kleuter zal een jongere kleuter vaak bewust helpen. De jongste leert hulp aan te nemen van een ander kind. De jongste kleuter leert van de oudste, door te kijken hoe de oudste kleuter iets doet en het vervolgens na te doen. Omdat de kleuterklassen uit kinderen van verschillende leeftijden bestaan, wordt er in verschillende niveaus gewerkt.
Jongste kleuters (groep 1) Voor het eerst naar de basisschool gaan is een hele belevenis. De meeste kinderen hebben weliswaar een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf bezocht, maar een basisschool is toch anders en vooral groter. Het is echt wel even wennen aan die nieuwe omgeving, aan die nieuwe leerkracht en aan die nieuwe kinderen. Daar geven wij onze jongste kleuters de tijd en de ruimte voor. De nadruk ligt in het begin dan ook op het zelf ontdekken en naar eigen keuze spelenderwijs bezig zijn. In deze periode moet nog bijna niets en mag veel. Dat je als jongste kleuter moet leren in een grotere groep en in een bepaald ritme te functioneren, is op zich al moeilijk genoeg. Heel belangrijk is dat leerkrachten en ouders in de gaten houden of het kind niet te zwaar wordt belast. Een 4-jarige is nog niet leerplichtig en kan daarom afwijken van het lesrooster (zie Leerplicht en Verlof).
Oudste kleuters (groep 2) De kinderen van groep 2, de oudste kleuters, werken al meer aan de hand van gerichte opdrachten. Geleidelijk verschuift het accent in de kleuterbouw van vrije activiteiten naar gericht zelfstandig bezig zijn met een opdracht. Vrijwel alles gebeurt nog in spelvorm. Puzzelend en spelend is een kleuter ongemerkt bezig met voorbereidend lezen, schrijven en rekenen. Er wordt ook spelenderwijs met de computer gewerkt. Om even sfeer te kunnen proeven is er aan het eind van het schooljaar een uitwisselingsmiddag met groep 3.
Projecten en Schatkist Bij het jonge kind lopen allerlei ontwikkelingsgebieden
door elkaar heen. In de kleutergroepen werken wij daarom nog niet met aparte vakken, maar met projecten. Dat wil zeggen dat we uitgaan van een bepaald thema. Rond dit thema is een aantal leer- en ontwikkelingsactiviteiten gepland. Via de methode Schatkist worden de leerlijnen bepaald en zijn we er zeker van dat er aan de tussendoelen gewerkt wordt. Op www.schatkist.nl vindt u veel informatie.
Ervaringsgericht onderwijs Wat kinderen beleven, zien, ervaren en voelen maakt grote indruk en wordt daarom niet snel vergeten. Bij de projecten proberen wij daarom zoveel mogelijk ervaringsgericht te werken. Concreet betekent dat bijvoorbeeld dat een herfstproject niet compleet is zonder boswandeling. Ook door het spel ervaart een kind de wereld om zich heen. De spelontwikkeling bij het jonge kind is zeer belangrijk. Daarom wordt in groep 1 en 2 bijna alles spelenderwijs gedaan.
Voorbereidende activiteiten Spelenderwijs werken betekent niet dat er zo maar wat gebeurt of dat er ongeordend wordt gewerkt. De gang van zaken bij het voorbereidend lezen, schrijven en rekenen is daarvan een goed voorbeeld. De activiteiten daarbij zijn speels maar niet minder gericht. De toevoeging “voorbereidend” geeft aan dat wij de kinderen in deze fase niet “leren” lezen, schrijven of rekenen, maar dat we ons concentreren op de voorwaarden daartoe. Bij het voorbereidend lezen werken de kleuters met rijm en beginklanken. Ze ontdekken begrippen als “voor” en “achter” en sporen kleine verschillen op in tekeningen. Bij het voorbereidend rekenen moet u denken aan het op speelse wijze aanleren van begrippen als “meer”, “minder” en “weinig”. U ziet in deze voorbeelden al direct dat voorbereidend lezen en voorbereidend rekenen met elkaar samenhangen. De kinderen leren vaardigheden die ze later nodig hebben om te kunnen leren lezen, rekenen en schrijven. Op het eerste gezicht lijken die vaardigheden soms weinig met rekenen of lezen te maken te hebben. Om te kunnen leren lezen, moet je echter wel in staat zijn de letters van elkaar te onderscheiden. Voor je kunt leren rekenen moet je eerst hoeveelheden kunnen onderscheiden. In beide gevallen moet een kind dus in staat zijn verschillen waar te nemen. Dat leert het in de voorbereidende fase. Ze gebruiken daarbij zoveel mogelijk concrete materialen. Bij het voorbereidend schrijven is het leren beheersen van de fijne motoriek belangrijk. Deze wordt ontwikkeld door activiteiten als tekenen, werken met vingerverf, prikken en knippen. Als echte voorbereiding op het leren schrijven maken de kleuters voorbereidende schrijfoefeningen. Dat gebeurt binnen de methode “Schrijfdans”.
schoolgids 2014-2015
13
De naam zegt het al: via bewegen op bijpassende muziek leren de kinderen om te gaan met vorm en richting.
Creativiteit De kinderen in de kleutergroepen knutselen veel. Dit gebeurt om de fantasie, creativiteit en de motoriek van de kinderen te stimuleren. De leerkrachten laten de kinderen ook graag vrij en experimenteel werken. Goede voorbeelden daarvan zijn te zien bij het schilderbord.
Werken in groepen In de kleutergroepen werken de kinderen aan tafels, op de vloermat, op wandborden en in hoeken. De kinderen zijn niet allemaal met dezelfde activiteit bezig. In elke klas is materiaal aanwezig, dat er speciaal op gericht is de vaardigheden bij kleuters te helpen ontwikkelen. Dat is het ontwikkelingsmateriaal. Dit materiaal is gevarieerd samengesteld en richt zich op de ontwikkeling van specifieke vaardigheden. Het bestaat onder meer uit materiaal om te leren omgaan met kleuren en hoeveelheden. Er zijn spelletjes om te leren sorteren en plaatjes die in een logische volgorde gelegd moeten worden. Verder beschikken we over een groot aantal puzzels in allerlei maten en moeilijkheidsgraden. We maken volop gebruik van eigentijdse middelen die ons ten dienste staan. Er zijn computers waarop een aantal vaardigheden gericht wordt geoefend. In elke groep is verder ook een luisterhoek, waar het luisteren met cdspeler en hoofdtelefoon individueel wordt geoefend.
Werken met het keuzebord Bij de jongste kleuter ligt het accent regelmatig meer op de vrije keuze vanuit het kind zelf. Jongste kleuters worden doorlopend in de gelegenheid gesteld met materialen te experimenteren. Spelenderwijs ontdekken ze zo zaken die in het verlengde van het materiaal liggen. Deze experimentele fase gaat geleidelijk over in een volgende fase. Daarin mag het kind zelf opdrachten bedenken. Ook mag het in deze fase aangeboden opdrachten in een groepje, in tweetallen of zelfstandig uitwerken. In de fase erna krijgen de kinderen opdrachten waarbij de leerkracht duidelijk leiding geeft. Zo leert een kind spelenderwijs om zich te concentreren en wat langer ergens mee bezig te zijn. Als de kinderen werken met het keuzebord, hangen ze hun kaartje bij de gekozen activiteit. De leerkracht is daarbij niet nodig en het is mooi om te zien hoe kinderen hun keuze bepalen. Soms komt de voorkeur van de kleuter voort uit het materiaal, op een ander moment wordt de keuze bepaald door een ander kind dat ook met het zelfde materiaal aan de slag is.
Versneld of vertraagd naar groep 3 De kinderen gaan pas naar groep 3, wanneer ze daar in alle opzichten aan toe zijn. In elke groep zijn er kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong of leerlingen die zich in een langzamer tempo ontwikkelen. Meestal kunnen die in de groep naar behoren worden opgevangen. Als het een of het ander zich in uitgesproken mate voordoet, wordt “versnelde doorstroming” of “vertraagde doorstroming” (een extra kleuterjaar) overwogen. Het beoordelen daarvan is en blijft een moeilijke zaak. Gelukkig kunnen 14
we daarbij enkele objectieve graadmeters hanteren, zoals geijkte testen en observaties. Bij versnelde of vertraagde doorstroming kan daar ook een pedagogisch of psychologisch onderzoek bij gedaan worden. De motivatie over de uiteindelijk te volgen handelwijze wordt overlegd met de ouders. Het definitieve besluit over versnellen of verlengen wordt door de leerkracht en intern begeleider genomen.
Werkwijze vanaf groep 3 In het hoofdstuk over de eigentijdse basisschool beschreven we dat het onderwijs moet streven naar de 58 kerndoelen die door de wet zijn voorgeschreven. De manier waarop een school die doelen bereikt, is niet strikt vastgelegd en geeft scholen vrijheid om een eigen accent te kunnen leggen. Hieronder volgen een paar van de keuzes van de Johannesschool.
Gerichte tijdsbesteding Wij proberen onze lestijd zo effectief mogelijk te besteden. Dat houdt in dat we uitleg, begeleiding en instructie zoveel mogelijk ten goede willen laten komen aan degenen die dat nodig hebben. Daarom hanteren we meestal het model van de directe instructie. De leerlingen die de stof begrijpen, kunnen verder werken. Degenen die het nog niet begrijpen, krijgen gerichte aanvullende instructie. Hiervoor gebruiken we meestal de instructietafel. De instructiegroep wordt steeds kleiner en de leerkracht kan meer “maatwerk” leveren. Voorwaarde is wel, dat de kinderen voldoende zelfstandig zijn en dat er voldoende materiaal aanwezig is waarmee de leerlingen zelfstandig aan de slag kunnen. Dit systeem werkt efficiënt en motiverend. Het geeft de zwakkere leerlingen extra begeleiding en remt de betere leerlingen niet in hun ontwikkeling. Om het samenwerkend leren te stimuleren, maken we gebruik van coöperatieve werkvormen. In de middenbouwgang ziet u posters met de uitleg van een aantal van deze werkvormen.
Leerstofjaargroepen met niveau Het onderwijs voor de groepen 3 t/m 8 heeft het leerstofjaarklassensysteem als basis. De leerlingen zijn groepsgewijs ingedeeld. De leerstof is onderverdeeld in minimumleerstof, basisstof en extra stof. Als school proberen wij te bereiken dat alle leerlingen de basisstof beheersen. Vrijwel alle lesmethoden die wij gebruiken, toetsen door middel van speciale toetstaken of deze basisstof daadwerkelijk beheerst wordt. Voor leerlingen waarbij dat niet het geval is hebben wij extra oefenstof. Met behulp daarvan proberen wij de basisstof alsnog aan te brengen. Indien dat niet wil lukken, dan streven wij ernaar dat de leerling zich in elk geval de minimumstof eigen maakt. Dat is de stof die een kind minstens moet beheersen aan het eind van de basisschool. Soms krijgen kinderen voor een of meer vakken een persoonlijk programma met een eigen leerlijn. Dat programma wordt opgesteld door de groepsleerkracht, in samenspraak met de intern begeleider en/of de remedial teacher en de ouders. Voor de leerlingen die de basisstof goed beheersen is er ook extra stof (verrijkingsstof) beschikbaar. Ook in deze situatie kan met een eigen leerlijn worden gewerkt.
Versneld of vertraagd doorstromen in groep 3 t/m 8 De kinderen stromen door naar een volgend leerjaar, wanneer de minimum leerstofdoelen voor dit kind zijn bereikt. In elke leeftijdsgroep zijn voor- en achterlopers. Meestal kunnen die in de groep naar behoren worden opgevangen. Als het een of het ander zich in uitgesproken mate voordoet, wordt “versnelde doorstroming” of doubleren overwogen. Het beoordelen daarvan is en blijft moeilijk. Gelukkig kunnen we daarbij enkele objectieve graadmeters hanteren, zoals geijkte testen en observaties. Ook kan hierbij kan een pedagogisch of psychologisch onderzoek plaatsvinden. De motivatie over de uiteindelijk te volgen handelwijze wordt met de ouders overlegd. Het uiteindelijke besluit wordt genomen door de leerkracht en de intern begeleider.
Inhoud van het onderwijs Om de geestelijke en lichamelijke ontwikkeling van de kinderen zo goed mogelijk te kunnen begeleiden, hebben wij het onderwijs ingedeeld in de volgende gebieden. Vanaf groep 3 speelt het systematisch leren een steeds grotere rol. Het aanbieden van de leerstof gebeurt steeds meer in aparte vakken. Voor elk van die vakken hanteren wij een methode. Daarmee zorgen wij ervoor, dat de wettelijk verplichte kerndoelen allemaal aan bod komen, aangezien deze hierin zijn opgenomen.
A. Instrumentele vaardigheden • • • • • •
Lezen Nederlandse taal Engels Schrijven Rekenen en wiskunde Omgaan met ICT
B. Oriëntatie op jezelf en de wereld • • • • • • •
Aardrijkskunde Geschiedenis Natuuronderwijs en techniek Burgerschap en Integratie Verkeer Zelfstandig werken Sociaal-emotionele vorming
• Gymnastiek • Ritmiek
Lezen Aanvankelijk lezen In groep 3 maken we gebruik van de methode “Veilig Leren Lezen” van Uitgeverij Zwijsen. Door de structuur van de methode is de leerkracht goed in staat om het leesproces te volgen en de instructie op maat aan te kunnen bieden. Daarnaast biedt de methode veel aanvullend materiaal en mogelijkheden voor het digitale schoolbord. De leerstof is verdeeld over het schooljaar in 12 kernen. De kinderen krijgen steeds de werkboekjes mee naar huis, zodat u weet welke woorden en letters er zijn aangeboden. U kunt aanvullende informatie vinden op www.veiliglerenlezen.nl. Als u het oudergedeelte aanklikt, krijgt u een volledig overzicht van alles wat uw kind leert in die periode. Ook worden er suggesties gedaan voor boekjes en spelletjes.
Niveaulezen en tutorlezen Een kind leert het best als het leerstof krijgt aangeboden die net even moeilijker is dan het niveau dat het kind beheerst. Op dit basisprincipe is het niveaulezen gebaseerd. Boeken en testen zijn ingedeeld volgens het AVI-systeem. Een aantal malen per jaar wordt het leesniveau van een kind vastgesteld d.m.v. een aantal testen. De leerkracht neemt deze testen af en deelt het kind in op een niveau dat een trapje hoger ligt dan het niveau dat het kind beheerst. Het kind oefent vervolgens enige tijd in dat hogere niveau. Na een aantal maanden herhaalt dit proces zich totdat het kind het hoogste AVI heeft bereikt (AVIplus). Bij de meeste kinderen gebeurt dit in de loop van groep 6. Ook de kinderen van de groepen 7 en 8 worden getest op hun leesniveau. Als daaruit blijkt dat zij in het AVI thuishoren, gaan zij weer meedoen. Op het rapport wordt overigens het AVI-beheersniveau vermeld. Elke groep leest 3 keer per week van 8.30 uur tot 8.45 uur. Kinderen worden aan een vaste leerling (tutor) uit een andere groep gekoppeld. Deze tutoren krijgen uitleg van de intern begeleider over de manier waarop ze kinderen begeleiden.
Technisch voortgezet lezen Naast het niveaulezen wordt er door de school heen een specifieke methode gehanteerd voor het verbeteren van de technische leesvaardigheid. Het technisch lezen bestaat uit drie thema’s:
C. Expressieve vorming • • • •
Muziek Tekenen Handvaardigheid / textiele werkvormen Dramatische vorming
D. Bewegingsonderwijs en sport • Spel en beweging
• Het lezen van woorden • Het lezen van zinnen en teksten (letten op structuur, kenmerken en leestekens) • Het voordragen van teksten Door gerichte instructie en interventie van de leerkracht worden de kinderen gewezen op de moeilijkheden in de teksten. De methode
schoolgids 2014-2015
15
Leeshuis maakt gebruik van uitnodigende teksten en werkvormen.
Begrijpend en studerend lezen Nadat de kinderen in groep 3 begonnen zijn met eenvoudige multiple-choice vragen over een tekst, wordt het leesonderwijs vanaf groep 4 uitgebreid met begrijpend lezen. Het is belangrijk dat kinderen ook begrijpen wat zij lezen. Wij gebruiken hiervoor de methode “Leeshuis”. Geleidelijk aan leren de kinderen hoe zij de belangrijkste gegevens in een tekst kunnen zoeken. Ook leren zij een tekst in eigen woorden weer te geven en er een samenvatting van te maken. Het vinden van de juiste strategie is voor veel kinderen een lastige opgave. Wij besteden ook aandacht aan het leren hanteren van woordenboek en encyclopedie, het werken met het documentatiecentrum en het schrijven van een verslag. Leren omgaan met informatie wordt steeds belangrijker. Daar spelen wij als school op in. Dat gebeurt niet alleen tijdens de lessen studerend lezen, maar ook tijdens de taallessen en de lessen wereldoriëntatie zijn de kinderen daar volop mee bezig. Vanaf groep 4 gebruiken we de methode Nieuwsbegrip, waarbij de kinderen gebruik maken van actuele teksten op verschillende niveaus.
Het stimuleren van het lezen De leerkrachten lezen zeer regelmatig voor om de motivatie voor het lezen te verhogen bij de kinderen. De school doet ieder jaar mee met het nationale project tijdens de Kinderboekenweek. De Openbare Bibliotheek heeft een uitnodigend educatief aanbod waar de kinderen zoveel mogelijk gebruik van maken.
Nederlandse taal Er wordt in de groepen 4 t/m 8 gewerkt met de methode Taal in Beeld en Spelling in Beeld van uitgeverij Zwijsen. De keuze is hierop gevallen in verband met de goede mogelijkheden voor het zelfstandig leren, de mogelijkheid tot differentiatie en de compacte manier waarop de methode is opgebouwd. Er wordt uitgegaan van realistisch taalgebruik om aan te sluiten bij de dagelijkse wereld van het kind. Daarom wordt er gewerkt met thema’s, zoals omgeving, natuur, cultuur. Deze komen per leerjaar terug. Bij de methode hoort software voor individueel gebruik en is er materiaal ontwikkeld om te gebruiken bij het digitale schoolbord. Tijdens de jaarlijkse informatieavond hoort u van de leerkrachten wat de de leerstof voor dat leerjaar inhoudt. Er wordt gewerkt met vier taaldomeinen: 1 Woordenschat Het leerstofaanbod op het gebied van woordenschat is gericht op twee zaken: de beheersing van woordenschatstrategieën en –vaardigheden en de kennis van doelwoorden. De kinderen gebruiken een strategie om de betekenis van woorden te kunnen achterhalen en deze beter te kunnen onthouden. Het leren van woorden gebeurt bijv. door het afleiden van de betekenis ervan uit beeld, context of 16
woordbouw, of door woorden op te zoeken of na te vragen. Vervolgens leren kinderen de woorden beter te onthouden door ze te groeperen en te ordenen in woordschema’s. Bovendien passen ze de woorden toe in teksten, raadsels of presentaties. De doelwoorden vallen uiteen in drie categorieën: Algemene dagelijkse woorden: supermarkt, herinneren Schooltaalwoorden: aanwijzing, conclusie Woorden die nodig zijn bij het reflecteren op taal: persoonsvorm, synoniem. 2 Spreken en luisteren De leerstof in het onderdeel spreken/luisteren is erop gericht de leerlingen strategieën aan te leren om effectief te spreken en te luisteren. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen spreken, luisteren en een gesprek voeren. De leerlingen leren een groot aantal vaardigheden die ze hiervoor nodig hebben. Dit gebeurt bijv. in een kringgesprek en tijdens het houden van een spreekbeurt. Het kan zijn dat een kind moeite heeft om zich te uiten. Juist dan is het van belang om hierbij veel te kunnen oefenen, waarbij ook rekening gehouden wordt met sociale weerbaarheid. 3 Schrijven Het is niet alleen belangrijk dat een kind zich mondeling kan uiten. Ook schriftelijk moet een kind dit leren. We proberen te bereiken dat de kinderen gedachten, gevoelens en ervaringen aan het eind van groep 8 goed op papier kunnen zetten. Dit geldt zowel voor zakelijke als voor de wat vrijere teksten. De eisen, die aan een tekst gesteld worden, hebben niet alleen betrekking op de boodschap. Ook opbouw, woordkeus, zinsbouw layout en verzorging zijn belangrijk. 4 Taalbeschouwing Hieronder valt alles wat bijdraagt tot een betere beheersing van de taal. Ook de structuur van de taal hoort hierbij (grammatica). Het onderdeel taalbeschouwing bestaat uit drie onderdelen: Woordbouw: de functie, opbouw en de betekenis van woorden. Zinsbouw: de functie, opbouw en de betekenis van zinnen. Taalgebruik: de opbouw van teksten en het gebruik van taal.
Spelling Wij streven ernaar, dat een kind aan het eind van de basisschool vlot en correct kan schrijven. Daar is vaak veel oefening voor nodig. De methode Spelling in Beeld start in groep 4. De kinderen leren om te gaan met drie strategieën: Klankstrategie: het schrijven zoals je een woord hoort. Regelstrategie: het toepassen van spellingsregels. Weetstrategie: het inprenten van woorden. De werkwoordspelling komt vanaf groep 6 aan bod. Ook bij spelling wordt er volop gebruik gemaakt van de educatieve software en het digitale schoolbord.
Engels Engels is een verplicht vak. Dat wil zeggen dat het op elke basisschool gegeven dient te worden. Op onze school doen we dat vanaf groep 6. Voor het vak Engels gebruiken we de methode Take it easy. Er wordt intensief gewerkt met het digitale bord, waarop de lessen worden vertoond. De methode maakt gebruik van native speakers. Het onderwijs in de Engelse taal is erop gericht de kinderen in staat te stellen het Engels te gebruiken als communicatiemiddel. Hoewel communicatie zowel mondeling als schriftelijk kan verlopen, leggen wij het accent duidelijk op het mondelinge aspect. We proberen de kinderen eenvoudig Engels te leren verstaan en spreken. Bij het lezen besteden we aandacht aan de correcte uitspraak en aan de betekenis. Opdrachten waarin situaties moeten worden (na)gespeeld stimuleren het mondeling taalgebruik.
Schrijfonderwijs De voorbereidende schrijfoefeningen in de kleutergroepen en in groep 3 zijn de basis voor het echt leren schrijven. Vanaf groep 3 wordt er gebruik gemaakt van een methode om aan elkaar te leren schrijven. Hierbij gebruiken we de methode : “Pennenstreken”, die aansluit bij de methodiek om te leren lezen. De kinderen schrijven de letters die ze in de leesles hebben leren lezen. Op deze manier ontwikkelen uw leerlingen het technisch schrijven als een functionele vaardigheid. Ze brengen wat ze geleerd hebben meteen in de praktijk. In groep 3 en 4 werken de leerlingen aan het aanvankelijk schrijven. Hier staat het aanleren van de schrijfletters in kleine en hoofdletters centraal. In groep 5 en 6 wordt het schrijven verder geautomatiseerd, waarbij vanaf groep 6 ook het schrijven op tempo aan bod komt. Vanaf medio groep 4 leren de kinderen met een vulpen te schrijven. Deze wordt door school aangeschaft en éénmalig aan uw kind geleverd. Als uw kind een tweede exemplaar nodig heeft, vragen we u om de kosten te vergoeden.
Linkshandigheid Omdat leerkrachten minder druk op kinderen uitoefenen om rechts te schrijven, is het aantal linkshandige schrijvers de laatste jaren aanzienlijk gestegen. Slechts een gering percentage van de kinderen (5%) is echt linkshandig, 70% is rechtshandig en 25% heeft geen voorkeurshand. Met behulp van speciale testen stellen wij de voorkeurshand van het kind vast. Onze schrijfmethode “Handschrift” geeft bewust geen aparte methodiek voor linkshandigen. Met een aantal aanvullingen zijn ook linkshandige kinderen binnen de methode goed te helpen.
Rekenen en wiskunde Werkwijze Vanaf groep 3 werken we met de methode Wereld in Getallen. Vergeleken met het traditionele rekenen is het programma uitgebreid en kent een aantal nieuwe elementen. Met name het leren werken met verschillende
oplossingsstrategieën is hierbij essentieel. De nieuwe onderdelen komen vooral aan de orde in de thema’s. Daarbij gaat het erom dat de kinderen bepaalde problemen gezamenlijk oplossen. De vraagstukken die aan de orde worden gesteld, sluiten aan bij de belevingswereld van het kind. Bij deze methode is educatieve software ontwikkeld. Tijdens de jaarlijkse informatieavond hoort u van de leerkrachten welke leerstof er in dat jaar aan bod komt.
Verscheidenheid aan stof De rekenstof is verdeeld in drie onderdelen: • leerkrachtgebonden lessen • zelfstandig werken • een verrijkingsprogramma De gemiddelde leerling zal weinig moeite hebben met het basisprogramma en dit vlot kunnen doorlopen. Degenen die dat niet kunnen, krijgen verlengde instructie en extra oefenmateriaal. Voor de goede rekenaars is er aanvullende stof in de vorm van een verrijkingsprogramma. Wij proberen te bereiken dat alle leerlingen (ook de minder sterke rekenaars) het minimumprogramma beheersen. Als wij voorzien dat dit niet zal lukken, kan -na overleg met de ouders- een persoonlijke leerlijn ontwikkeld worden.
Omgaan met ICT De Sophia Stichting heeft het computergebruik op haar scholen tot speerpunt van beleid uitgeroepen. Dat heeft als gevolg dat er op alle Sophia-scholen grote aandacht bestaat voor gericht en structureel gebruik van de computer op school. Om het computergebruik op school te stimuleren heeft de Johannesschool ICT-coördinatoren aangesteld. Dat zijn leerkrachten die het schoolbeleid op het gebied van informatietechnologie coördineren en begeleiden.
Computergebruik door leerlingen De school beschikt over een goed geoutilleerd computerlokaal. Daarin bevinden zich 19 computerwerkplekken. Daarnaast heeft de school de beschikking over een computerruimte in de bovenbouwgang met nog eens 12 computerwerkplekken. Ook in de leslokalen staan computers ter beschikking van de kinderen Alle computers zijn via een netwerk met elkaar en met het Internet verbonden. De kinderen van groep 5 t/m 8 krijgen minstens een keer per week les op de computer van hun eigen leerkracht of van de ICT-coördinator. Ze worden dan wegwijs gemaakt in het gebruik van de computer en krijgen daarnaast een cursus tekstverwerken (Word) en leren werken met een grafisch programma (Paint), een digitale encyclopedie (Encarta), een spreadsheet programma (Excel) en een presentatieprogramma (Power Point). schoolgids 2014-2015
17
De kinderen uit de bovenbouw kunnen hun werkstukken op bepaalde tijden zelfstandig in het computerlokaal uitwerken. Ook leren zij daar het Internet te gebruiken. De Internetverbinding van school is beschermd middels een filter. Dit betekent dat de kinderen niet vrij over het net kunnen surfen en daardoor meer veiligheid is gegarandeerd. Er worden op school steeds meer programma’s gebruikt die deel uitmaken van onze lesmethoden. Sommige van deze programma’s zijn interactief; zij bieden niet alle kinderen dezelfde leerstof aan, maar bepalen zelf wat een kind op een bepaald moment nodig heeft. Een voorbeeld van een dergelijk programma is het computerprogramma bij “Veilig leren lezen”, (aanvankelijk lezen, groep 3). Ook voor het rekenonderwijs zijn dergelijke programma’s beschikbaar, te weten de programma’s Wereld in Getallen en Maatwerk, waar in de groepen 3 t/m 8 mee gewerkt wordt. Zowel de geschiedenis- als de aardrijkskundemethode worden ondersteund door computerprogramma’s, waar in de groepen 5 t/m 8 intensief mee gewerkt wordt. Ook in onze kleutergroepen wordt geregeld op de computer gewerkt met de programma’s “Woordenstart” en “Bas gaat digitaal” en “Schatkist”. De computer wordt voor alle leerlingen ingezet, maar vervult zeker ook een belangrijke rol als extra hulpmiddel bij leermoeilijkheden.
Het digitale schoolbord Op de Johannesschool wordt alleen nog maar gewerkt met het digitale schoolbord, het Smartboard. De invoering van dit hulpmiddel is snel gegaan en de leerkrachten scholen zich voortdurend bij om het bord zo doeltreffend mogelijk te kunnen gebruiken. De mogelijkheden hiermee zijn ongelooflijk groot en helpen de leerkrachten om het onderwijs aantrekkelijker aan te bieden. In september 2014 worden in alle kleutergroepen touch screens geplaatst om ook hier aan te sluiten bij de digitale ontwikkelingen.
uitsluitend een soort kaartkennis van landen, plaatsen en rivieren was, ligt achter ons. Om te kunnen begrijpen waarom mensen hun leven op een bepaalde wijze inrichten, is kennis van begrippen en processen nodig. Wij willen bereiken dat de kinderen informatie beter kunnen begrijpen en verwerken. Daarom brengen wij aardrijkskundige kennis aan die functioneel is. We zorgen ervoor dat de mens daarbij een centrale plaats krijgt. Topografische kennis en bekendheid met begrippen zijn binnen het kader van ons aardrijkskundig denken noodzakelijk. Deze kennis wordt echter beperkt tot datgene wat nodig is om zich op een behoorlijke wijze in de wereld om ons heen te kunnen oriënteren. Het is daarbij niet nodig, dat een kind alle landen en plaatsen van de wereld uit het hoofd weet te lokaliseren. Het kind moet echter wel weten waar en hoe het deze informatie kan vinden. Het documentatiecentrum geeft een extra dimensie aan de wereldoriënterende vakken. Daarvan maken wij dan ook graag gebruik bij het maken van werkstukken. De kinderen kunnen binnen het kader van de opdracht zelfstandig hun gang gaan. Daarbij worden steeds vaker de computer, de elektronische encyclopedie en het internet gebruikt. We behandelen binnen onze aardrijkskundemethode “Een wereld van verschil” aardrijkskundige begrippen en feiten die gericht zijn op ervaringen van de kinderen zelf. Op die manier willen wij de belangstelling en leergierigheid stimuleren. We vinden het heel belangrijk dat kinderen open staan voor de wereld om hen heen. Deze wereld dient zich niet te beperken tot de directe leefomgeving van het kind, ook niet wat betreft het aanleren van de topografische basiskennis. Tot en met groep 5 gaan wij uit van de directe omgeving van het kind. In groep 6 staat Nederland centraal, in groep 7 Europa en in groep 8 de rest van de wereld. Naast onze aardrijkskundemethode gebruiken we programma’s van de schooltelevisie en materiaal vanaf het internet.
Geschiedenis
Oriëntatie op jezelf en de wereld Verdeling in vakken Van totaalaanbieding in projecten bij de jongere kinderen verschuift het accent bij wereldoriëntatie geleidelijk naar het aanbieden van de stof in de volgende afzonderlijke vakgebieden: • • • • • • •
aardrijkskunde geschiedenis natuuronderwijs burgerschap en integratie verkeer zelfstandig werken sociaal-emotionele vorming
Aardrijkskunde De tijd dat aardrijkskunde 18
Ons geschiedenisonderwijs wil meer zijn dan het aanleren van jaartallen en het vertellen van spannende verhalen uit het verleden. Dat verleden beperkt zich voor de kinderen voornamelijk tot onze vaderlandse geschiedenis. Voor ons
geschiedenisonderwijs maken we gebruik van de methode “Bij de tijd”. Binnen het geschiedenisonderwijs hebben ook de vakgebieden “staatsinrichting” en “geestelijke stromingen” een plek gekregen. Bij het vakgebied staatsinrichting moet u denken aan de elementaire begrippen van bestuur, zoals land, provincie en gemeente. Het vakgebied geestelijke stromingen brengt de kinderen in contact met de voornaamste wereldgodsdiensten, met alle rituelen, gewoonten en gebruiken die daarbij horen. Vanaf het schooljaar 2009/2010 neemt de Gemeente Hillegom deel aan de projecten van Museum en School in Leiden. Dit betekent dat alle groepen zich kunnen inschrijven voor een speciale educatieve rondleiding in de Leidse musea. Ieder jaar wordt er gedurende drie weken gewerkt aan de Hillegomse Canon. De lessen worden afgesloten met een excursie.
Natuuronderwijs en techniek In de groepen 3 en 4 wordt gewerkt met de methode De grote reis. Daarnaast kijken de kinderen naar schooltelevisieprogramma’s. In de methode “Natuniek” (vanaf groep 5) worden natuurkundige en technische principes uitgelegd aan de hand van proeven en onderzoek. Daarbij wordt ook gebruik gemaakt van de meest moderne digitale materialen. Excursies nemen een belangrijke plaats in binnen ons natuuronderwijs. Zo gaan de bovenbouwleerlingen op bezoek bij het Technolab in Leiden, een onderdeel van de Universiteit.
Burgerschap en Integratie Burgerschap en Integratie veronderstelt een actieve en betrokken houding ten opzichte van de democratie en de samenleving. Burgerschap en Integratie gaat uit van sociaal- communicatieve vaardigheden. Burgerschap en Integratie staat ook voor kennis. Kennis van de democratische rechtstaat, kennis van de sociale aspecten van de samenleving, kennis van de multiculturele kanten. Het leerstofaanbod op de basisschool gaat vooral over: basiswaarden (houdingen), sociale competenties (vaardigheden) en de school als oefenplaats (vaardigheden). Sinds een aantal jaren hebben we de installatie van de leerlingen raad als nieuw beleid opgenomen in het leerstofaanbod. Uit elke groep 6 t/m 8 kunnen een jongen en een meisje worden gekozen. De leerlingenraad bestaat uit 12 kinderen, die onder leiding van de directie meedenken over de school. Op de website vindt u meer informatie.
Verkeer De Johannesschool doet mee aan het provinciale project “School op Seef”, waarbij de leerkrachten en leerlingen worden getraind door een verkeersleerkracht. Het is belangrijk de kinderen een juiste verkeersmentaliteit aan te leren. Bij de jongere kinderen wordt er in spelvorm aandacht besteed aan het verkeer. De kinderen fietsen op de speelplaats en bootsen situaties na.
In groep 6 wordt er een specifieke actie georganiseerd gericht op het verkeersgedrag van een fietser. In groep 7 leggen de kinderen een theoretisch en praktisch verkeersexamen af. Ook een fietsenkeuring maakt deel uit van dit examen. Het praktisch examen wordt afgenomen door VVN. Op de Johannesschool is een van de ouders actief als zgn. verkeersouder. Zij onderhoudt nauwe contacten met de plaatselijke afdeling van Veilig Verkeer Nederland.
Zelfstandig werken Een van de doelstellingen van de basisschool is het bevorderen van de sociale redzaamheid. Dat houdt in dat wij de kinderen moeten leren de meest elementaire problemen zoveel mogelijk zelfstandig op te lossen. Ze moeten zelfredzaam zijn: zichzelf kunnen redden. Zelfstandig werken wil zeggen, dat een kind het werk zoveel mogelijk zelfstandig en efficiënt doet. Een kind kan in de problemen komen, doordat het bij moeilijkheden niet altijd direct een beroep op de leerkracht kan doen. Wij leren het kind om te gaan met uitgestelde aandacht. Je kunt bijvoorbeeld met iets anders verder gaan, of je kunt hulp vragen bij een andere leerling. We proberen een kind ook te leren dat het een aantal moeilijkheden kan voorzien. Dat begint met werk goed plannen en indelen. Het is belangrijk dat kinderen van tevoren nagaan of de materialen die ze nodig hebben aanwezig zijn. Dat voorkomt dat ze later misgrijpen en daardoor niet verder kunnen. Het is prettig als je jezelf kunt redden. Dat vergroot je onafhankelijkheid en sterkt je zelfvertrouwen. Zelfstandig werken leert de kinderen verantwoordelijkheid voor zichzelf en anderen te dragen. Daarnaast leren ze naar elkaar te luisteren, elkaars hulp en vragen te accepteren en taken beter te overzien en begrijpen. Een stapje verder gaat de ontwikkeling van het coöperatief leren. Hierbij leren we de kinderen om gebruik te maken van elkaars specifieke talenten. Binnen de school hanteren we een leerlijn m.b.t. zelfstandig werken. Kinderen krijgen vooraf instructie over hoe te handelen als ze iets niet begrijpen. Afgesproken tekens (beer, stoplicht, kleurendobbelsteen) sturen de communicatie tussen leerkracht en leerling. Het is binnen het zelfstandig werken van groot belang dat kinderen leren werken zonder directe hulp van de leerkracht. Dat wil zeggen dat niet elk probleem kan worden opgelost zodra het zich voordoet. Voor de leerkrachten betekent zelfstandig werken duidelijke groepsafspraken maken en de kinderen blijvend motiveren m.b.t. het accepteren van de uitgestelde aandacht. De leerkracht kan tijdens deze organisatievorm de handen vrijmaken om individuele aandacht aan een kind te geven, of te werken aan de instructietafel.
schoolgids 2014-2015
19
Sociaal-emotionele vorming Leefstijl Zowel in onze maatschappij als in het onderwijs neemt de belangstelling toe voor het gericht aanleren van sociaal-emotionele vaardigheden. Aanvankelijk kwam deze belangstelling voort uit de behoefte om probleemgedrag te bestrijden en ongewenst gedrag te voorkomen. Tegenwoordig gaat men uit van een meer positieve benadering. Sinds enkele jaren werken wij op school daarom structureel met de methode “Leefstijl”. Het programma van Leefstijl kent zes thema’s. Thema 1: Thema 2: Thema 3: Thema 4: Thema 5:
De groep dat zijn wij! (over sfeer in de groep) Praten en luisteren (over communicatie) Ken je dat gevoel (over gevoelens) Ik vertrouw op mij (over zelfvertrouwen) Iedereen anders, allemaal gelijk (over diversiteit) Thema 6: Lekker gezond (over gezondheidsvaardigheden) Op welke wijze met het thema wordt omgegaan, is afhankelijk van de leeftijd van de kinderen. Naarmate de groep ouder is, wordt het thema meer uitgediept. In groep 7 worden lessen sociale weerbaarheid gegeven door onze vakleerkracht gymnastiek Kevin Floor. Hij is een gecertificeerd trainer om de Rots & Water lessen te geven. Deze lessen worden gegeven aan de meisjes en jongens afzonderlijk. Tijdens een ouderavond wordt er aan de ouders uitleg gegeven over deze lessenserie. In groep 8 wordt de videofilm Spijt gekeken en de bijbehorende lessen gegeven door directie en leerkrachten.
Kunstzinnige oriëntatie In de kerndoelen staan de volgende omschrijvingen: de kinderen leren beelden, taal, muziek, spel en beweging te gebruiken om er gevoelens en ervaringen mee uit te drukken en om er mee te communiceren • de kinderen leren op eigen werk en dat van anderen te reflecteren • de kinderen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed
Muziek Ons muziekonderwijs omvat de volgende onderdelen: • dansen • bewegen op muziek • ritmisch lopen • het bespelen van eenvoudige muziekinstrumenten • improviseren • luisteren naar klassieke en moderne muziek • spreken over muziek • zingen Binnen onze muziekmethode “Vier muziek met..” komen de genoemde onderdelen systematisch en op een gevarieerde wijze aan de orde. Regelmatig vinden er op school speciale activiteiten plaats die in het verlengde 20
liggen van het muziekonderwijs. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de maandsluitingen, bij activiteiten rondom de kinderboekenweek en bij de afscheidsmusical van groep 8. Daarbij speelt het plezier, dat actief en passief muziek beoefenen oplevert misschien wel de grootste rol.
belevingswereld van de kinderen. De aard van de activiteiten varieert: theatervoorstellingen, poppenkast, film, gastlessen of demonstraties door kunstenaars, optredens van musici, etc.
Drama
Bewegingsonderwijs en sport
We gebruiken de methode “Moet je doen” als bronnenboek voor het vak drama. Ook tijdens andere lessen komt drama aan de orde. Denk aan het spelen van een rollenspel bij taalactiviteiten of tijdens de lessen van Leefstijl. Tijdens de maandsluiting in het Ei krijgen de kinderen gelegenheid zich aan elkaar te presenteren.
Tekenen Tekenen is voor kinderen een manier om uiting te geven aan hun gevoelens. Maar niet alleen het uiten is daarbij van belang, ook het resultaat telt. Als kinderen bepaalde technieken beheersen en in staat zijn om te gaan met verschillende materialen, vergroot dat hun uitingsmogelijkheden. Uiten is vaak een kwestie van durf. De stimulerende rol van de leerkracht is daarbij belangrijk. Uitgangspunt bij ons tekenonderwijs is het aanleren van een aantal basistechnieken met de meest gebruikelijke materialen, zoals potlood, verf, krijt en wasco. Ook het aanleren van beeldkenmerken zoals ruimte, perspectief, overlapping komt aan bod. Bij de keuze van de onderwerpen gaan we uit van de belevingswereld van het kind. Soms zal er sprake zijn van een vrije onderwerpkeuze en in andere gevallen is de opdracht gerichter. Dat is bijvoorbeeld het geval als er decors of andere materialen voor de afscheidsmusical van groep 8 moeten worden gemaakt. Het tekenen staat dan in dienst van een ander expressievak. Materialen en technieken komen binnen het tekenonderwijs systematisch aan de orde.
Kinderen bewegen veel en graag. Het behouden van die actieve leefstijl is een belangrijke doelstelling van het bewegingsonderwijs. De lessen bewegingsonderwijs/ gymnastiek worden vanaf groep 3 twee keer per week gegeven door de vakleerkracht Kevin Floor. Voor de leerlingen is tijdens deze lessen het dragen van gymnastiekkleding en stevige gymschoenen (geen turnschoentjes) verplicht.
Inhoud De leerstof is onderverdeeld in: • spel en beweging • gymnastiek • ritmiek Het eerste onderdeel spreekt voor zich. Bij het onderdeel gymnastiek oefenen de leerlingen volgens een gestructureerd schema allerlei technische bewegingsvaardigheden. Het onderdeel ritmiek bevat het ritmisch bewegen met behulp van hoepels e.d. en het bewegen op muziek. De lessen zijn bewegingsintensief en vaak ook creatief. Wij proberen de kinderen zo intensief, verantwoord en leuk mogelijk te laten bewegen. Daarom werken we veelal in groepen. Vaak gebeurt dat met het gebruik van verschillende toestellen tegelijk. De kinderen komen op deze wijze vaak aan de beurt en bewegen dus veel.
Handvaardigheid en textiele werkvormen
Veiligheid
In de loop van de schoolloopbaan van het kind komen binnen deze vakgebieden allerlei technieken aan de orde, zoals kleien, houtbewerken, linoleum snijden, sieraden en poppen maken. Ook werken de kinderen met materialen als papier-maché, gips, karton, blik, textiel en kosteloos materiaal. Door middel van de beeldende vorming wordt de waarneming van het kind verder ontwikkeld. Als je iets wilt maken, moet je immers eerst goed kijken of voelen. Verder worden de fantasie en creativiteit ontwikkeld en worden de fijne en grove motoriek gestimuleerd.
Aandacht voor de veiligheid tijdens de gymlessen is belangrijk. Door de aard van de lessen lopen de kinderen immers een verhoogd risico op een blessure. Eigenlijk zijn alleen de materialen en toestellen voor 100% beheersbaar. Regelmatig wordt een en ander dan ook gecontroleerd. Bij de lessen bewegingsonderwijs streven wij naar dimensie-verruiming. Kinderen leren hun grenzen te verleggen.
Culturele vorming Dankzij een intensieve samenwerking tussen de Hillegomse basisscholen en de Kulturele Raad wordt aan de kinderen gedurende hun schoolloopbaan een evenwichtig cultureel programma aangeboden. Een werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de scholen, organiseert voor alle groepen jaarlijks culturele activiteiten in samenwerking met diverse culturele instanties, waaronder Kunstgebouw uit Leiden. Deze voorstellingen worden per leeftijdscategorie aangeboden en sluiten daardoor goed aan bij de
Schoolzwemmen
schoolsportevenementen. De Oudervereniging coördineert de deelname aan de toernooien en draagt zorg voor het begeleiden van de kinderen en de organisatie eromheen. De schoolongevallenverzekering is van kracht als kinderen in schoolverband aan een sportevenement deelnemen.
Keuze vervolgonderwijs en resultaten Bij het kiezen van de meest geschikte vorm van voortgezet onderwijs geven wij als school een advies. U maakt als ouders de uiteindelijke schoolkeuze. In vrijwel alle gevallen doet u dat in overleg met de leerkracht en het kind. Als ouders en leerkrachten zicht hebben op de prestaties en de capaciteiten van een kind, is die keus gemakkelijker te maken. De school maakt gebruik van verschillende instrumenten om een zo compleet mogelijk beeld te vormen van de mogelijkheden en toekomstperspectieven van ieder kind.
CITO Entreetoets De Entreetoetsen zijn schoolvorderingentoetsen. De leerlingen van groep 7 maken deze toetsen in de laatste maanden van het schooljaar. De uitslagen worden vergeleken met de gemiddelde prestaties in het land op dat moment. We krijgen zo een beeld hoe een kind presteert t.o.v. zijn leeftijdsgenoten. Als we constateren dat een kind een achterstand vertoont ten opzichte van het gemiddelde, proberen we daar gericht iets aan te doen.
CITO Eindtoets Deze toets is de laatste in het rijtje van objectieve graadmeters. De toets meet de schoolvorderingen en geeft op basis daarvan een advies voor het voortgezet onderwijs. De toets wordt in april in groep 8 afgenomen. Het schoolgemiddelde van de Johannesschool lag de laatste jaren hoger dan het landelijk gemiddelde. Daaruit mag u hooguit concluderen dat de school waarschijnlijk de kwaliteit levert die van haar verwacht mag worden. De Eindtoets is namelijk niet geconstrueerd om de kwaliteit van de school te meten, maar om de schoolkeuze van een kind te voorspellen.
In Hillegom wordt geen schoolzwemmen gegeven. In de zomerperiode kan de school gebruik maken van het zwembad de Vosse. De entreekosten zijn in dat geval voor rekening van de ouders. De kinderen horen minimaal een dag van tevoren of er gezwommen kan worden.
Sporttoernooien Wij nemen graag deel aan
schoolgids 2014-2015
21
Contacten met ouders Contact
Specifieke hulpmiddelen Ten behoeve van de schoolkeuze voor het voortgezet onderwijs zijn ook nog extra hulpmiddelen ontwikkeld. Op de Johannesschool bieden we in groep 8 nog een extra test aan. Het gaat om de Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau (NIO). De extra kosten daarvan komen voor rekening van de ouders. Deelname geschiedt op vrijwillige basis. De NIO is een combinatie van een aantal testen. Begin november wordt de NIO door een gekwalificeerde kracht afgenomen. De uitslag levert een beeld op van de intelligentie. Intelligentie blijkt een belangrijk criterium bij de schoolkeuze. Doorgaans komen de uitslagen van de schoolvorderingsonderzoeken overeen met die van het intelligentieonderzoek. Dat is echter niet altijd zo. De praktijk heeft geleerd dat een beeld van de intelligentie van een kind, samen met zicht op de vorderingen nuttige hulpmiddelen zijn bij de schoolkeuze voor het voortgezet onderwijs.
Informatieavonden Aan het begin van het schooljaar wordt er in iedere groep een informatieve avond georganiseerd. U kunt kennismaken met de nieuwe leerkrachten en met de andere ouders van de groep. Tijdens deze avond wordt in vogelvlucht het jaar met u doorgenomen. De informatie is praktisch en inhoudelijk van aard. We adviseren u met klem om deze avonden niet te missen. De ouders van 4-jarigen worden uitgenodigd voor deze avond als hun kind in het eerste halfjaar op school komt. Voor de ouders van kinderen, die in het tweede halfjaar op school komen, wordt in januari een extra avond georganiseerd.
Naar het voortgezet onderwijs
Email
In januari verzorgen we een informatieavond voor de ouders van groep 8 over het voortgezet onderwijs. U krijgt dan een beeld over de opbouw van de verschillende onderwijstypes VMBO, HAVO, etc. U kunt uw kind via onze school opgeven voor het vervolgonderwijs. U ontvangt tijdig bericht over de te volgen procedure. De basisschool is wettelijk verplicht advies uit te brengen omtrent de toelating tot het voortgezet onderwijs. Dat schriftelijke advies voegen we bij de aanmelding. De ouders ontvangen van het advies een kopie. Het advies is mede gebaseerd op de objectieve toetsen die hiervoor aan de orde zijn geweest. In de laatste jaren zijn door de school de volgende adviezen uitgebracht:
Email is een praktische manier om contact te leggen tussen school en ouders. Een korte vraag of oproep kan snel gerealiseerd worden. Houdt u er wel rekening mee dat een leerkracht de tijd krijgt om te reageren. Een groot aantal van de collega’s werkt namelijk in deeltijd. Bij urgente zaken is het dan efficiënter om telefonisch contact te leggen. Email is echter niet het communicatiemiddel dat het gesprek overbodig maakt. In geval van verschil van inzicht en discussie nodigen we u graag uit voor een persoonlijk gesprek.
2012 VMBO BB en Kader MAVO MAVO/HAVO HAVO HAVO/VWO VWO
8 12 8 7 6 11
2013 2014 6 6 8 15 13 12
11 14 5 4 8 11
De leerlingen zijn met deze adviezen vertrokken naar de volgende scholen voor voortgezet onderwijs: Fioretti College, College Hageveld, Coornhertlyceum, Herbert Vissers College, Sancta Maria, Haemstede Barger en Stedelijk Gymnasium.
22
Het is belangrijk dat u als ouder weet hoe het met uw kind op school gaat. Daarbij gaat het niet alleen om de prestaties, maar zeer zeker ook om de vraag of het kind zich op school prettig voelt. U kent uw eigen kind het beste, dus is het belangrijk dat u ook zelf het initiatief neemt tot contact. Voor en na schooltijd is er altijd de mogelijkheid om de leerkracht even aan te schieten. De leerkracht is het eerste aanspreekpunt voor u. De intern begeleider, Sandra van Tuijn, is verantwoordelijk voor alle extra zorg rondom de leerlingen.
Website We adviseren u om onze website regelmatig te bekijken. Iedere groep heeft een eigen onderdeel met nieuwtjes en foto’s. Ook kunt u veel informatie vinden over recente ontwikkelingen binnen onze school. In deze schoolgids staan onderwerpen soms heel summier en beknopt beschreven. Op de website vindt u meer uitgebreide informatie over nieuwe vakken, beleidsvoornemens en protocollen.
Rapport Wij willen graag zo doeltreffend en concreet mogelijk rapporteren. Waar mogelijk doen we dit met behulp van cijfers. Vanaf groep 3 krijgt uw kind per schooljaar twee rapporten. Het rapport geeft een schriftelijk verslag over het functioneren van een kind in een bepaalde periode. Het gaat daarbij niet alleen om leerprestaties. We beoordelen ook de andere ontwikkelingsgebieden, zoals de sociaal-emotionele ontwikkeling. Vanaf groep 7 worden er cijfers gehanteerd in het rapport.
Kindgesprekken Dit jaar starten we met het voeren van portfoliogesprekken met het kind zelf. De leerkracht spreekt ieder kind (vanaf groep 3) individueel en bespreekt de wensen en de voortgang. De leerkracht maakt een korte notitie van dit gesprek, die de ouders voor gezien ondertekenen. De leerkracht spreekt alle kinderen eenmaal voor de kerstvakantie en eenmaal in het tweede halfjaar.
ouders op school verrichten zijn dagelijks zichtbaar. Er gebeurt echter ook veel belangrijk werk achter de schermen. Werk dat niet dagelijks, en zeker niet voor iedereen zichtbaar is. We doelen dan met name op het werk dat gedaan wordt door de schoolraad, de medezeggenschapsraad en de oudervereniging.
Oudergesprekken Als ouders heeft u er recht op om goed geïnformeerd te worden over de ontwikkeling van uw kind. Daarom is het belangrijk om regelmatig contact te hebben met de leerkracht die uw kind begeleidt. Ook vanuit school bestaat er behoefte aan informatie, want daardoor kan de leerkracht beter inspelen op de individuele leerling. Het uitgangspunt is dat we alle ouders twee keer per jaar in de gelegenheid stellen om een gesprek te voeren met de leerkracht. Het moment daarvoor kunt u mede zelf bepalen en is niet langer meer gekoppeld aan de rapporten. Het kan misschien voor u belangrijk zijn om in een eerdere fase uw vragen te stellen of de leerkracht te informeren. Met deze nieuwe opzet willen we bereiken dat er meer sprake is van wederzijdse informatie-uitwisseling. Op de kalender zijn bij iedere groep in de planning oudergesprekken opgenomen, zodat u daar met uw eigen agenda rekening mee kunt houden. In totaal zijn er 4 gespreksavonden en 5 gespreksmiddagen ingeroosterd. Als u een gesprek wilt aanvragen bij de leerkracht van uw kind, kunt u op de website een aanvraagformulier downloaden of mondeling overleggen. Het kan ook zijn dat de leerkracht u voor een gesprek uitnodigt. Om de gesprekken goed te kunnen voorbereiden én om geconcentreerd te blijven, is het maximum van 8 afspraken op een middag/avond gesteld. Het kan dus gebeuren dat de planning van de betreffende juf of meester al vol is en dan vragen we u om voor de volgende keer een afspraak te maken. De ouders van onze nieuwe 4-jarige kleuters worden op de eerste gespreksmiddag na hun binnenkomst uitgenodigd. Tijdens dit kennismakingsgesprek krijgt u de gelegenheid om veel te vertellen over uw kind. Als uw kind meer dan gemiddelde zorg nodig heeft, is er vanzelfsprekend ook meer tijd nodig voor overleg. Het blijft dan echt maatwerk en dát is onveranderd! Op de Johannesschool werkt een aantal parttime leerkrachten. Zij hebben met elkaar een verdeling gemaakt, zodat u van te voren weet met welke leerkracht u het gesprek kunt voeren. We hopen dat u zich uitgenodigd voelt, want het begeleiden van onze Johannes-kinderen doen we tenslotte samen!
Samenwerking met ouders Achter de schermen
Veel van de praktische werkzaamheden die leerkrachten en
Medezeggenschapsraad Iedere school heeft een directie. Deze is belast met de dagelijkse leiding op school. Belangrijke beslissingen moet de directie echter nemen in overleg met de medezeggenschapsraad (MR). Elke school heeft een eigen MR. Deze is samengesteld uit gekozen ouders en leerkrachten. De MR heeft adviesrecht en in zeer belangrijke zaken zelfs instemmingsrecht. Dat laatste is bijvoorbeeld het geval bij het vaststellen van de schoolgids en het schoolplan. Door actief te zijn in de MR kunnen ouders en leerkrachten invloed uitoefenen op de gang van zaken op school. Het standpunt van de MR weegt zwaar mee in de besluitvorming van de directie. De MR heeft enkele bevoegdheden overgedragen aan de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR), waarin de MR-en van alle 23 scholen van de Sophia Stichting vertegenwoordigd zijn. Het gaat dan met name om bevoegdheden m.b.t. schooloverstijgende zaken. De vergaderingen van medezeggenschapsraden zijn in principe openbaar. De highlights van een vergadering worden gecommuniceerd met de overige ouders via de weekbrief. Op de website vindt u meer informatie over de huidige bezetting van de MR.
Oudervereniging Een basisschool zonder oudervereniging (OV) is nauwelijks voor te stellen. Het leven op school zou er beslist heel anders uitzien zonder de vele enthousiaste handen die door ouders worden toegestoken. Een deel van deze hulp wordt door individuele ouders gegeven. U kunt hierbij denken aan de hulp bij textiele werkvormen, bij het lezen, in het documentatiecentrum of bij de computers. Een andere vorm van ouderhulp krijgt vorm via de OV. Dat gebeurt o.a. bij het organiseren van schoolreisjes, sport- en speldagen, diverse feesten, fancy fair, braderie, sponsorloop, de deelname aan sporttoernooien, etc. Alle ouders zijn automatisch lid van de OV. Het bestuur van de OV wordt jaarlijks uit en door de ouders gekozen op de jaarvergadering. Op deze jaarvergadering wordt ook de hoogte bepaald van de vrijwillige ouderbijdrage. De ouderbijdrage voor het jaar 2013/2014 was € 40,00. Tijdens de ledenvergadering in oktober wordt het nieuwe bedrag vastgesteld. Kinderen die de school een gedeelte van het schooljaar bezoeken betalen een aangepast bedrag. Inning van het geld geschiedt bij voorkeur via automatische incasso. U wordt
schoolgids 2014-2015
23
gevraagd daarvoor een eenmalige machtiging te ondertekenen. Alle activiteiten die onder de vlag van de OV plaatsvinden worden uit de ouderbijdrage bekostigd.
Klassenouders In iedere groep wordt aan twee ouders gevraagd of zij de rol van klassenouder op zich willen nemen. Deze ouders spelen een rol in de communicatie tussen de ouders onderling en ondersteunen de leerkracht op een geweldige manier.
Ouderpanel Om communicatie tussen school en ouders optimaal te laten verlopen, werken we met een ouderpanel. Dit is een wisselende groep ouders, die gevraagd wordt om mee te denken over bepaalde beleidsmatige zaken. Ook voorgenomen besluiten kunnen besproken worden om een beeld te krijgen van de mening van de ouders. In het laatste ouderpanel is gesproken over de rapportverslagen en de wijze waarop de oudergesprekken worden georganiseerd. Tips, die we ontvingen vanuit dit panel, worden verwerkt in ons beleid. Op de jaarkalender vindt u meer concrete informatie over de medezeggenschapsraad, oudervereniging en ouderpanel.
Privacy gegevens Wet Bescherming persoonsgegevens In 2001 is de Wet Bescherming Persoonsgegevens (WBP) in werking getreden. Deze wet heeft betrekking op systematisch aangelegde bestanden en bevat regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met persoonsregistraties. Via deze wet is geregeld, dat een school met de gegevens van kinderen en ouders zorgvuldig omgaat. De gegevens mogen alleen worden gebruikt voor het doel waarvoor ze zijn verstrekt. Alle gegevens berusten onder beheer van de directie en worden op een afsluitbare plaats bewaard. Ze zijn uitsluitend voor de leerkrachten toegankelijk. Voor alle gegevens geldt een bewaartermijn van 5 jaar. Daarna worden de gegevens vernietigd.
Verstrekken van gegevens Zonder uitdrukkelijke toestemming van de ouders verstrekken wij geen gegevens van ouders of kinderen aan derden. Een uitzondering maken wij ten behoeve van de oudervereniging, de jeugdgezondheidszorg en de Martinusparochie. In geval van een echtscheiding verplicht de wet de school om aan de niet met gezag belaste ouder desgevraagd belangrijke informatie te verstrekken over het kind, diens verzorging en opvoeding, voor zover die informatie ook aan de met gezag belaste ouder wordt verstrekt.
Klachtenregeling Klachten Overal waar mensen samenwerken kan iets fout lopen. 24
Scholen zijn sinds 1998 verplicht om een klachtenregeling te hanteren. Als school voelen wij ons verantwoordelijk voor het realiseren van een veilige school met een prettig pedagogisch klimaat. Mochten er desondanks zaken anders gaan dan verwacht, dan kunt u ons daarop aanspreken. De klachten kunnen bijvoorbeeld gaan over de begeleiding van leerlingen, het toepassen van strafmaatregelen, de beoordeling van leerlingen of de schoolorganisatie. Wij gaan ervan uit dat u met klachten in eerste instantie naar de betrokkene gaat, bijv. de leerkracht. Komt u er samen niet uit, dan kunt u bij de directie van de school terecht. Bent u daarna nog niet tevreden, dan kunt u de Sophia Stichting inlichten. De stichting zal dan samen met u naar een oplossing zoeken.
Klachtenregeling De Sophia Stichting heeft een klachtenprocedure ontwikkeld die op ernstige klachten van toepassing is. Leerlingen, ouders en leerkrachten kunnen een beroep doen op deze procedure indien er meer aan de hand is dan zomaar een fout. Dat geldt bijv. bij seksuele intimidatie, maar ook voor andere ernstige klachten waarbij machtsmisbruik een rol speelt, zoals discriminatie, pesten, agressie en geweld. Op de Sophia scholen is een gedragscode ingesteld. Deze geldt voor kinderen, personeel en ouders. Op school ligt deze gedragscode ter inzage.
Procedure Mocht er sprake zijn van ernstige klachten over een vorm van machtsmisbruik t.o.v. een leerling, dan kunnen kinderen en ouders een beroep doen op de interne contactpersoon, de externe vertrouwenspersoon of een klacht indienen bij de klachtencommissie. Op onze school zijn twee interne vertrouwenscontactpersonen benoemd. Op de website van de school vindt u de contactmogelijkheden. Bij hen kunnen kinderen en ouders terecht om (vertrouwelijk) een geval van vermeend machtsmisbruik te bespreken. Zij zullen naar het verhaal luisteren en bespreken welke stappen ondernomen kunnen worden. De contactpersoon kan u doorverwijzen naar de externe vertrouwenspersoon. Deze werkt voor alle basisscholen van de Sophia Stichting en is aangesteld door het bestuur. De externe vertrouwenspersoon is er om met u verder over uw klacht te spreken en u te ondersteunen bij eventuele verdere stappen. De externe vertrouwenspersoon is volledig onafhankelijk en alle contacten met deze persoon zijn strikt vertrouwelijk. Als het nodig mocht zijn, dan wordt de klacht voorgelegd aan de klachtencommissie. Deze onderzoekt de klacht en adviseert het bestuur van de Sophia Stichting over te nemen maatregelen. Het bestuur beslist wat het met dit advies doet en laat dit aan alle partijen weten. De externe vertrouwenspersoon voor onze school is te bereiken via de GGD ZuidHolland Noord: Mevrouw A. Cools Coördinator externe vertrouwenspersonen Tel. (071) 516 33 42
Bezwaren- en klachtencommissie* Postbus 82324 2508 EH Den Haag T 070 - 3925508 (van 9.00 tot 12.00 uur) F 070 - 3020836 E
[email protected] W www.geschillencies-klachtencies.nl *Het reglement van de externe bezwaren- en klachtencommissie kan bij de commissie zelf worden opgevraagd. Hierin staan onder andere de stappen beschreven die moeten zijn genomen, voordat de commissie de klacht ontvankelijk verklaart.
Praktische zaken 10-uurtje We stellen kinderen in de gelegenheid om in de ochtendpauze iets te eten en te drinken. Als u uw kind iets meegeeft naar school, dan vragen we u om rekening te houden met een gezonde leefstijl. Vooral voor jonge kinderen is wat fruit en iets te drinken al voldoende. Het is ook mogelijk om een abonnement af te sluiten bij Campina. Er wordt gekoelde melk, chocolademelk en Optimel aangeboden. Op www.campinaopschool.nl kunt u zich aanmelden. Onze leerlingenraad heeft vorig schooljaar het gezonde besluit genomen om van de woensdag een fruitdag te maken. Alle kinderen nemen een stukje fruit mee of wat groente. Wij vragen aan de ouders van jonge kinderen om het fruit geschild mee te geven.
Aansprakelijkheid en verzekering Een ongeluk zit in een klein hoekje, zeker waar het kinderen betreft. Het schoolbestuur heeft daarom voor alle leerlingen een collectieve ongevallenverzekering afgesloten. Het gaat hier om een verzekering, waarbij uitsluitend lichamelijk letsel verzekerd is. Schade aan brillen, fietsen, kleding, tassen e.d. is niet meeverzekerd. Deze schade komt voor eigen rekening of voor rekening van de veroorzaker van de schade, die deze schade kan vergoeden via de eigen WA-verzekering. Op school zijn brochures op te vragen over aanvullende verzekeringen.
Afspraken en regels • een rustige sfeer binnen het schoolgebouw vinden wij belangrijk. We spreken de kinderen aan op hun gedrag en letten erop dat kinderen zich rustig door de school bewegen • we leren de kinderen dat jassen en tassen aan de kapstok horen. Vanaf groep 3 gaat de gymkleding elk weekend mee naar huis om gewassen te worden. • we vragen aan ouders om buiten op de kinderen te wachten. Het is heel onrustig als u pal voor het raam van het lokaal wacht. Wilt u daar s.v.p. rekening mee houden? De kleutergroepen hebben een eigen ophaalplek op het plein. Bij de klassendeur hangt de plattegrond. • kinderen kunnen allergisch zijn voor dieren. In de school worden dan ook geen dieren gehouden of verzorgd. Voor een spreekbeurt of een bijzondere gebeurtenis proberen we een uitzondering te maken. • mobiele telefoons zijn uitgeschakeld onder lestijd en vallen onder uw eigen verantwoordelijkheid.
Allergie en dieet Het is voor de gezondheid van uw kind belangrijk dat u de leerkracht voorziet van informatie als uw kind een allergie heeft of een speciaal dieet volgt.
Bibliotheek De kinderen kunnen uit de schoolbibliotheek een boek lenen en daarmee vrij gaan lezen. Het is voor de motivatie belangrijk dat het aanbod gevarieerd is. Daarom wordt het assortiment regelmatig onder de loep genomen en kritisch beoordeeld. Een aantal collega’s heeft zich ontwikkeld tot leesspecialisten en zij houden de voorraad up to date. Het uitlenen van de leesboeken gebeurt onder leiding van vrijwillige ouders.
Buitenschoolse opvang Er zijn in Hillegom verschillende instanties die buitenschoolse opvang verzorgen. De adresgegevens zetten we hier voor u op een rij: Wonderland
Mariastraat 20, 2181 CT Hillegom 0252-528593 Lawaaipapegaai Geel Guido Gezellelaan 5, 2182 WB Hillegom, 0252-520165 Lawaaipapegaai Rood De Kwekerij 1, 2182 AG Hillegom 0252-534265 De Theepot Abellalaan 74, 2182 TZ Hillegom, 06-17129162
De school is mede verantwoordelijk voor het aanbieden van buitenschoolse opvang, maar heeft de organisatie daarvan ingehuurd bij Wonderland en Catalpa (Lawaaipapegaai). Als u uw kind wilt opgeven, doet u dat rechtstreeks bij deze instanties. De contacten tussen school en de buitenschoolse opvang zijn prima; korte schoolgids 2014-2015
25
lijnen zorgen ervoor dat we op de hoogte zijn van elkaars activiteiten en afspraken.
Centrum voor Jeugd en Gezin Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) helpt ouders, kinderen en professionals bij het opgroeien en opvoeden. Medewerkers van het CJG volgen de groei en ontwikkeling van alle kinderen en jongeren tussen nul en negentien jaar. Eerst via de jeugdgezondheidszorg 0-4 (voormalig consultatiebureau). Daarna krijgen alle kinderen gedurende de schoolperiode een uitnodiging van de jeugdgezondheidszorg voor een onderzoek in groep 2 en groep 7 van het basisonderwijs en in klas 2 van het voortgezet onderwijs. Tijdens deze contacten kunnen ouders en kinderen hun vragen stellen aan de jeugdartsen of de jeugdverpleegkundigen. Zijn er meer vragen of problemen bij het opvoeden en opgroeien dan kunnen ouders terecht bij het CJG in de buurt. Het CJG is bereikbaar via de website (www. cjghillegom.nl) of per telefoon (088 254 23 84). Maar gewoon langskomen kan natuurlijk ook (ma t/m do tussen 9.00-10.00). Medewerkers van het CJG zijn te vinden in het CJG Hillegom, maar ook op scholen. Zij werken nauw samen met de leerlingenbegeleiding van school. De ouders zijn hier altijd van op de hoogte. Het CJG adviseert en ondersteunt de school tevens bij het uitvoeren van gezondheidsprojecten. Ook verzorgt het CJG de inentingen voor het Rijksvaccinatieprogramma voor kinderen vanaf vier jaar. Het CJG team van uw school is Linda Breedeveld, jeugdarts Willy Warffemius, jeugdverpleegkundige Ineke Stevens, assistente jeugdarts Ilse Dobbe, maatschappelijk werk jeugd Adresgegevens CJG Hillegom Mariastraat 28 Telefoon 088 - 254 23 84 www.cjghillegom.nl
Feesten en vieringen • Opening schooljaar In de eerste weken van het nieuwe schooljaar wordt een openingsviering gehouden in het Ei. Deze viering wordt voorgegaan door de identiteitsbegeleider van de Sophia Stichting. • Sint Maarten Jaarlijks wordt in de onderbouw van de school aandacht besteed aan het feest van Sint Maarten (11 november). Dat is niet voor niets, want deze heilige is tenslotte patroonheilige van onze parochie. Traditiegetrouw worden lampionnen gemaakt, waarmee de kinderen eerst naar de kerk en later langs de huizen gaan om onder het zingen van liedjes snoepjes op te halen.
26
• Kindertehuis in Polen Op initiatief van leerkracht John Droog en zijn vader wordt er om het jaar een inzameling gehouden voor een kindertehuis in Polen. Twee kinderen uit groep 7 brengen een bezoek aan dit tehuis en maken een reportage om de andere kinderen te informeren.
Gevonden voorwerpen • Sint Nicolaas Dit feest is een hoogtepunt in een kinderleven! Elk jaar bezoekt de Sint de school waar hij door alle leerlingen en leerkrachten gezamenlijk wordt ontvangen in het Ei. Voor de kinderen in de groepen 1 t/m 5 is er daarna een speciaal programma in de klas in aanwezigheid van Sint en zijn Pieten. Alle kinderen ontvangen individueel een cadeautje. De kinderen van groep 6 t/m 8 vieren het Sinterklaasfeest met zelfgemaakte surprises. De Sint brengt voor deze groepen een groepscadeau mee. • Kerstmis Wij vieren het kerstfeest op gepaste en gevarieerde wijze. Ter voorbereiding worden de lessen uit de catechesemethode Trefwoord gegeven. Het kerstverhaal wordt in alle groepen verteld. Tijdens de gemeenschappelijke kerstviering wordt gezongen en gemusiceerd. Daarna hebben de kinderen in hun eigen groep een sfeervol kerstdiner. Onze actieve oudervereniging is gestart met een kerstmaaltijd voor de ouders buiten op het plein. Onder het genot van een glaasje warme wijn en verwarmd door de vuurkorven, doen veel ouders mee aan deze gezellige happening. • Carnaval In de verschillende bouwen wordt rondom Carnaval een verkleedfeest georganiseerd waarbij de kinderen leuke spelletjes doen.
Evenementen op de Johannesschool Eenmaal per jaar organiseren wij op school een evenement zoals een fancy fair, een braderie of iets dergelijks. Het eerste doel is om geld te verzamelen voor ons goede doel Pater Uitendaal en om als school iets extra’s te kunnen aanschaffen, bijv. nieuw spelmateriaal voor de kinderen. Het tweede doel, en zeker nét zo belangrijk, is om de betrokkenheid van kinderen en ouders bij de school te vergroten. Dus dat betekent gewoon een heel gezellige middag of avond, die geen enkel Johannesgezin wil missen! Onze oudervereniging is gestart met een activiteit om op een bijzondere manier het schooljaar in te luiden. Het motto is: “We…….. het schooljaar in”. Zo is er een fietstocht georganiseerd en een swingende vossenjacht.
heid met de derde wereld geven we vorm door het ondersteunen van zijn werk. Voor het bijeenbrengen van het geld worden op school activiteiten als een fancy-fair, een braderie of een sponsorloop georganiseerd. Pater Uitendaal houdt ons geregeld via de weekbrief of soms zelfs in levenden lijve op de hoogte m.b.t. de bestemming van de gelden en zijn werk in Zambia.
• Pasen Op Witte Donderdag wordt de paasviering in het Ei gehouden. Daarna wordt er in de verschillende groepen een paasontbijt gehouden.
Gevonden voorwerpen in en om de school worden verzameld bij juf Janny en juf Dorien in groep 1/2C en in de verzamelmand in het Ei. Is uw kind iets kwijt, dan kunt u daar informeren c.q. gaan snuffelen. Regelmatig worden de gevonden voorwerpen tentoongesteld in het Ei. Gevonden spullen worden maximaal enkele maanden bewaard en daarna aan een goed doel geschonken of weggegooid. Tip: als jassen, bekers, laarzen, gymspullen en dergelijke voorzien zijn van de naam van uw kind, dan is de kans groter dat de eigenaar zijn spullen terugkrijgt.
Controle op school Regelmatig worden alle leerlingen preventief op de aanwezigheid van hoofdluis gecontroleerd. Dat gebeurt door een aantal ouders die daartoe door de jeugdarts zijn geïnstrueerd. Indien er hoofdluis wordt geconstateerd, worden de ouders van de betrokken leerling persoonlijk in kennis gesteld. De ouders van de overige leerlingen in de groep ontvangen een informatieve circulaire. Nadat in een groep hoofdluis is geconstateerd vindt twee maal gerichte nacontrole plaats. Algemene conclusie Hoofdluis is geen probleem van de school alleen. Alleen gezamenlijk kan het probleem onder controle worden gehouden. Kortom: Hoofdluis krijgen is geen schande; er niets aan doen wel!! U vindt meer informatie op www.hoofdluizen.nl
Huiswerk Vanaf groep 5 wordt regelmatig huiswerk meegegeven. Vanaf groep 6 is dit structureel het geval. Tijdens de informatieavond wordt u hierover door de leerkracht geïnformeerd.
Hoofdluis Het voorkomen van hoofdluis is een probleem dat de laatste jaren steeds vaker de kop opsteekt. De ervaring heeft geleerd dat het bestrijden van hoofdluis geen probleem hoeft te zijn indien wij op de medewerking van alle ouders kunnen rekenen. U wordt dan ook nadrukkelijk verzocht de school te waarschuwen als u bij uw kind hoofdluis constateert. Uiteraard neemt u thuis ook passende maatregelen om de hoofdluis te bestrijden.
Inloopkwartier Regelmatig worden de ouders van de leerlingen in groep 1/2 van 8.30u-8.45u in de gelegenheid gesteld om in de klas werkjes van hun kind te bekijken of samen met hun kind even een spelletje te doen. De data voor deze inloopochtenden vindt u op de deuren van de lokalen aangegeven.
Jaarkalender Hoe kom je eraan? Het krijgen van hoofdluis is niet het gevolg van het onvoldoende in acht nemen van lichaamshygiëne. Iedereen kan besmet raken met hoofdluis. Hoofdluizen kunnen niet springen of vliegen. Ze verplaatsen zich uitsluitend lopend. Van de ene haar op de andere, van het ene hoofd naar het andere. Vandaar dat vooral kinderen bevattelijk zijn voor hoofdluis. Tijdens spel hangen ze immers vaak om elkaars nek met de hoofden dicht naast elkaar. Luizen verspreiden zich ook via kleding: kragen van jassen, dassen en mutsen. Kapstokken waar veel jassen dicht bij elkaar hangen (op scholen, sportverenigingen e.d.) vormen dan ook een prima overstapplaats.
Goede doelen Regelmatig springt de school in op de actualiteit en draagt zo een steentje bij aan een maatschappelijk vraagstuk. Daarnaast hebben we twee vaste doelen, waaraan we graag meewerken.
Luizentassen We gebruiken luizentassen. Ieder kind krijgt van school een luizentas te leen. Bij verlies of vernieling vragen wij u de kosten van € 7,50 te vergoeden.
• Pater Harry Uitendaal Een oud-leerling van de school, pater Harry Uitendaal, werkt als missionaris in Zambia. Aan onze verbonden-
Hoe constateer je hoofdluis? Op de website van de Jeugdgezondheidsdienst vindt u alle informatie hierover.
De ouders van onze leerlingen ontvangen in het begin van het schooljaar een jaarkalender. Deze is bestemd voor intern gebruik. U vindt hierin de groepslijsten met adresgegevens, de kalender voor het lopende schooljaar, de roosters en belangrijke adressen.
Jeugdbladen en leesboeken In toenemende mate proberen uitgevers de school in te schakelen als tussenpersoon bij het verspreiden van hun uitgaven. Wij gaan niet onbeperkt op dergelijke verzoeken in. Binnen de school is besloten dat wij uitsluitend optreden als intermediair bij uitgaven met een aanvullende educatieve waarde. Een teamlid heeft de coördinatie van een en ander. Kinderen kunnen zich via school abonneren op diverse tijdschriften. Ook worden via uitgeverijen boekpakketten aangeboden. De school kan u informeren over de naam en bereikbaarheid van de jeugdarts of sociaal verpleegkundige JGZ. Op de website staat vermeld welke JGZ medewerkers aan de school verbonden zijn.
schoolgids 2014-2015
27
altijd schriftelijk bericht van de resultaten en eventuele vervolgacties ( uitnodiging voor een gesprek, plaatsing op de controlelijst). De gegevens worden met de leerkracht en /of de jeugdarts besproken.
U kunt ook rechtstreeks contact opnemen met het secretariaat JGZ van de GGD Hollands Midden. Tel. : 071 - 516 33 42 of mailen naar
[email protected].
Kampweek groep 8
Maandsluiting in het Ei
De kampweek vormt voor de kinderen van groep 8 een waardevolle afsluiting van de basisschoolperiode. Het is onze bedoeling een kampweek te organiseren die leuk, maar ook leerzaam is. Er gaat een ervaren begeleidingsgroep mee van ongeveer 10 personen, zorgvuldig samengesteld uit personeel en ouders, die ervoor zorgt dat alles op rolletjes loopt en dat het de kinderen aan (bijna) niets ontbreekt.
Ongeveer eens per maand houden we een bijeenkomst in het Ei, waarbij de verschillende groepen zich aan elkaar presenteren via dans, toneel, zang e.d.
Tijdens de kampweek verblijft de groep in een kampeerboerderij, die geheel aan onze wensen voldoet. Dat wil zeggen dat wij er de enige groep zijn, dat het er netjes en schoon is en dat we er de ruimte hebben. De kampeerboerderij is gelegen aan de rand van Nationaal Park “De Hoge Veluwe”. Het adres is: Kampeerboerderij De Houtkamp Houtkampweg 7 6731 AV Otterlo Tel: 0318-591706 Van de kampweek worden video-opnamen gemaakt, die enige tijd later op dvd te koop zijn. De ouders van de leerlingen in groep 8 ontvangen per brief nadere informatie over het kamp en de kosten hiervan.
Kinderboekenweek In de weken voor de herfstvakantie wordt op school uitgebreid aandacht besteed aan het kinderboek. Elk jaar heeft de kinderboekenweek een thema dat op school in projectvorm wordt uitgewerkt. Vast onderdeel van zo’n project is o.a. een gezamenlijke opening en afsluiting in het Ei en een kinderboekenmarkt voor kinderen en ouders.
Logopedie op school Logopedie houdt zich bezig met het verbeteren van het spreken en alles wat daarmee samenhangt: de taal, de uitspraak en de stem. Het is belangrijk dat problemen met spreken of verkeerde mondgewoonten zo vroeg mogelijk worden ontdekt en verholpen. Daarom worden alle kinderen rond hun vijfde verjaardag gescreend op school. Kinderen uit de overige groepen kunnen op verzoek onderzocht worden. U krijgt daarna
28
De logopedist geeft op verzoek ook voorlichting op school voor ouders van de leerlingen van groep één en twee over de taal- en spraakontwikkeling. In overleg met school kan het project “Mondje dicht, beter gezicht” in de kleutergroepen worden aangeboden. Meer informatie kunt u vinden op de website www.ggdhm.nl. De school kan u informeren over de naam en de bereikbaarheid van de logopedist, die in principe elke twee weken de school van uw kind bezoekt. U kunt ook rechtstreeks contact opnemen met het secretariaat van de afdeling jeugdgezondheidszorg van de GGD Hollands Midden. Tel. (071) 516 33 42 of mailen naar
[email protected]
Ouderbijdrage Praktisch alle scholen in het basisonderwijs bieden hun leerlingen naast het gewone onderwijsprogramma extra activiteiten aan. De extra activiteiten worden door de ouders op vrijwillige basis bekostigd. Ouders kunnen dus weigeren (een deel van) de ouderbijdrage te betalen. Een gevolg hiervan is wel, dat de school kan besluiten een leerling niet deel te laten nemen aan de activiteiten waarvoor niet betaald is. Een school mag een leerling echter om deze reden nooit uitsluiten van het reguliere onderwijsprogramma. Buitengewone activiteiten Op de Johannesschool wordt voor de volgende vier soorten “buitengewone activiteiten” een bijdrage van de ouders gevraagd. De punten 2 en 3 zijn alleen van toepassing op groep 7 en 8. 1. De basisbijdrage Hieruit worden allerlei festiviteiten en bijzondere activiteiten bekostigd voor de kinderen op school. U kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan Sinterklaas, kerst, sportdagen, sporttoernooien, schoolreisjes, excursies, e.d. De hoogte van de basisbijdrage wordt jaarlijks vastgesteld op de jaarvergadering van de oudervereniging, waarbij de oudervereniging tevens verantwoording aflegt over het gevoerde financieel beleid. 2. Extra testen schoolkeuze Op vrijwillige basis kunnen ouders hun kind laten deelnemen aan een aanvullend schoolonderzoek. De kosten voor dit onderzoek worden aan het begin van het schooljaar met u gecommuniceerd.3. Schoolkamp 3. Schoolkamp In groep 8 vindt een 5-daags schoolkamp plaats. De kosten voor het kamp van groep 8 bedragen in schooljaar 20112012 ca. €125,-. 3. Vrijwillige ICT bijdrage
In de loop van het schooljaar ontvangt u een brief waarin we u een bijdrage vragen om het voorzieningenniveau op ICT gebied te kunnen handhaven. Als het voor u niet mogelijk is om aan bovengenoemde verplichtingen te kunnen voldoen, kunt u dat aangeven bij de directeur van de Johannesschool of bij de penningmeester van de Oudervereniging.
Overblijven • Wettelijke regels De school is verplicht om te organiseren dat leerlingen kunnen overblijven op school (tussenschoolse opvang). De kosten zijn voor rekening van de ouders die van de voorziening gebruik maken. • Organisatie De organisatie van het overblijven ligt op onze school in handen van een overblijfcommissie. Het houden van toezicht op de overblijvers hoort dan ook niet tot de taken van de leerkrachten. De overblijfcommissie wordt gevormd door een vaste groep overblijfouders die voor hun werk een vrijwilligersvergoeding ontvangen. De Johannesschool is trots op het overblijfteam, dat al jaren goed draait dankzij een vaste kern enthousiaste (oud)ouders. Het schoolbestuur heeft ervoor gezorgd, dat alle leerlingen tijdens het overblijven verzekerd zijn tegen wettelijke aansprakelijkheid. Kinderen kunnen per dag worden opgegeven voor het overblijven. De leerkracht noteert de kinderen die overblijven op de overblijflijst van die dag. Op deze wijze weten de overblijfouders welke kinderen aanwezig moeten zijn. Dit jaar hebben we de organisatie gewijzigd vanwege de grote aantallen kinderen , die gebruik maken van het overblijven. De groepen 1 t/m 5 eten in het eigen lokaal. Naast de overblijfouders, is de leerkracht nog een kwartier in de klas aanwezig om te helpen. De groepen 6 t/m 8 lunchen in het Ei. Afgelopen schooljaar is er een enquête uitgezet onder de ouders om te onderzoeken of de organisatie van het overblijven veranderd kan worden. Dit jaar zal er opnieuw een peiling worden gehouden. • Kosten U kunt op verschillende manieren betalen: • door (half) jaarlijks te betalen als u gebruik maakt van vaste dagen per week. • door een strippenkaart aan te schaffen voor 10 keer overblijven. In de jaarkalender vindt u de bedragen zoals ze voor het schooljaar 2013-2014 zijn vastgesteld door de directie. De betaling gebeurt via rekeningnummer 519896440 ten name van Johannesschool tussenschoolse opvang. Het is belangrijk dat u de naam van uw kind en de groep erbij vermeldt. • Afspraken en regels Tijdens het overblijven gelden afspraken, waar het
overblijfteam de kinderen op aanspreekt. Deze afspraken zijn opgenomen in het overblijfreglement en in het boekje Tussenschoolse Opvang Johannesschool. Het reglement ligt ter inzage op school. Het boekje wordt verstrekt aan de ouders van kinderen die van de overblijf gebruik maken. Ook op de website is een hoofdstuk gewijd aan het overblijven. • Contact Op de jaarkalender vindt u de adresgegevens van de coördinator van het overblijven.
Projecten Gedurende een schooljaar worden er verschillende projecten georganiseerd. Soms door de school zelf, en soms in een breder verband met de Gemeente of een andere organisatie. De Johannesschool streeft ernaar om in ieder geval eens per twee jaar een gezamenlijk project voor alle groepen tegelijk te houden.
Recycling Op school worden lege batterijen, cartridges en oud papier ingezameld. U kunt de genoemde materialen meegeven aan uw kind of zelf inleveren op school in de container (oud papier), inlevertonnen (batterijen) en inleverboxen (cartridges).
Schoolfotograaf Eenmaal per jaar komt de schoolfotograaf op school. Er worden portretten en groepsfoto’s gemaakt en -op verzoek- foto’s met de broertjes/zusjes uit een gezin die op school zitten.
Schoollied Via de website kunt u het Johannesschoollied beluisteren. Met dit vrolijke lied sluiten we de gemeenschappelijke vieringen in het Ei af.
Schoolplein De school beschikt over twee schoolpleinen, een voor de kleuters en een voor de groepen 3 t/m 8. Elke dag spelen de kinderen daar buiten. Hoe goed het toezicht ook is, op zo’n speelplein gaat wel eens iets mis. Door de inrichting van het plein proberen we het risico daarop te beperken. Onze speeltoestellen worden jaarlijks door een onafhankelijke instantie gekeurd op veiligheid. U kunt zelf meehelpen de veiligheid van de kinderen te bevorderen door: • geen drinken in glaswerk mee naar school te geven • op het schoolplein alleen te lopen en uw fiets op het voorplein te laten staan • fietsen zoveel mogelijk in de fietsenrekken te plaatsen • honden bij de poort te laten en vast te zetten aan de haken schoolgids 2014-2015
29
We hanteren de volgende spelregels op het kleuterplein: • op het kunstgras onder de schommels mag niet gespeeld worden • fietsen mogen gestald worden in de fietsenrekken buiten het schoolplein (bij de begraafplaats) Op het schoolplein voor groep 3 t/m 8 hanteren we de volgende spelregels: • voor ren- en tikspelletjes is het deel van het plein tussen het Bernadettegebouw (Wonderland BSO) en de school bestemd; de rest van het plein is bestemd voor de speeltoestellen en andere activiteiten zoals knikkeren, touwtje springen, tafeltennis, etc. • op het schoolplein mag gespeeld worden met springtouwen en andere veilige materialen. Elke groep heeft een materialenbox met speelgoed tot de beschikking. Deze box wordt regelmatig aangevuld met nieuwe materialen. Skeelers, skates en ander rollend materieel worden alleen gebruikt op het stuk plein naast de lokalen van de bovenbouw. • voor balspelen gebruike de kinderen zachte ballen de kinderen mogen alleen voor of na het klimmen op het kunstgras komen en niet onder de klimtoestellen gaan zitten of spelletjes doen • van de glijpalen mogen de kinderen uitsluitend met de voeten naar beneden afglijden als de voorganger weg is. Er wordt niet naar boven geklommen langs deze palen • de kinderen mogen niet over de balustrade van de klimtoestellen klimmen of koppeltje duikelen • de hangbrug kent eenrichtingsverkeer. Kinderen mogen eraan hangen of er overheen lopen. Als de voorganger halverwege is, mag de volgende beginnen • kinderen mogen niet over de wanden van de klimwand heen klimmen Vanaf 10 minuten voor het begin van de school wordt er door leerkrachten op het schoolplein voor groep 3 t/m 8 gesurveilleerd. Bij slecht weer beoordelen de surveillanten of de kinderen eerder naar binnen mogen.
Schoolreisje en excursies Alle groepen gaan eens per jaar op schoolreisje. Het is de bedoeling dat het een fijne en gezellige dag wordt voor de kinderen. Naast de schoolreisjes vinden er zeer regelmatig excursies plaats die een aanvulling vormen op het lesprogramma. Bij een schoolreisje of excursie is een goede begeleiding noodzakelijk en gelukkig bieden zich daar meestal voldoende ouders voor aan. Soms zijn deze extra tripjes lang van tevoren gepland en op de kalender te vinden. Om in te kunnen spelen op de actualiteit, worden er ook gedurende het schooljaar nieuwe excursies georganiseerd.
Schooltijden Scholen hebben meer vrijheid gekregen om de schooltijden vast te stellen. Uitgangspunt is dat een kind gedurende acht jaar tijd minimaal 7520 uur onderwijs gevolgd heeft. Op de Johannesschool hanteren we de volgende schooltijden:
30
8.30 uur - 12.00 uur 13.15 uur - 15.15 uur
gesteld in de Mariastraat. Het in- en uitgaan van de school leidt dagelijks tot een aanzienlijke verhoging van de verkeersdrukte. Zeker in ons geval, waar meer dan 400 kinderen en hun ouders zich vrijwel tegelijkertijd in het verkeer begeven. Met het oog op de veiligheid van de kinderen doen wij daarom een dringend beroep op uw medewerking: houdt u zich aan het stopverbod en parkeert u ook niet gedeeltelijk op de stoep!! Parkeren bij het halen en brengen is toegestaan op het Kerkplein, op het Mariaplein, bij de Kulturele Raad en bij de Deltahof. Samen met Veilig Verkeer Nederland blijft de school zoeken naar manieren om de verkeersveiligheid rondom de school te verbeteren. Onze verkeersouders spelen een belangrijke rol hierbij.
Vervanging leerkrachten op woensdag voor groep 5 t/m 8: 8.30 uur - 12.30 uur woensdagmiddag zijn alle groepen vrij De deuren worden ‘s morgens om 8.20 uur geopend. De ouders van de kinderen uit de groepen 1 t/m 3 zijn welkom om hun kind de klas in te brengen. Vanaf groep 4 komt de leerkracht naar buiten en verzamelen de kinderen zich op een afgesproken plaats op het schoolplein. Voor de middag geldt er een zelfde afspraak. De deur wordt geopend om 13.10 uur. De kinderen uit groep 6 t/m 8 mogen vanaf 13.00 uur zelfstandig naar hun lokaal gaan. De leerkracht is hier aanwezig en vangt de kinderen op. De lessen starten om 13.15 uur. We vinden het belangrijk om ook echt op de afgesproken tijd met de lessen te beginnen en vragen daarbij om uw medewerking. De vrije dagen en vakanties vindt u vermeld op de jaarkalender. Deze kalender wordt uitgedeeld aan de ouders van onze huidige leerlingen.
School t-shirts Aan het begin van het schooljaar kunt u een t-shirt bestellen met het Johannesschoolembleem erop. Ouders van 4-jarigen kunnen een t-shirt kopen bij de directie.
Sponsoring Op onze school zijn regels m.b.t sponsoring in het leven geroepen, gebaseerd op een convenant dat het ministerie van OC&W heeft ontwikkeld. Dit convenant met de uitgangspunten van de Johannesschool ligt ter inzage bij de directie.
een sport-, bos- of piratendag. De groepen 5, 6 en 7 houden hun gezamenlijke sportdag op sportcomplex Ter Specke in Lisse. Groep 8 houdt zijn sportdag tijdens de kampweek.
Stagiaires en leraren in opleiding Elke basisschool is wettelijk verplicht medewerking te verlenen aan het opleiden van studenten van de Pedagogische Academie Basisonderwijs (PABO). Zij volgen de opleiding tot leraar basisonderwijs. Via deze stages dragen we dus bij aan de praktische training van onze toekomstige collega’s. Ook vanuit de opleiding Sociaal Pedagogisch Werk (SPW) komen geregeld stagiaires op onze school terecht. Zij volgen de opleiding voor klassenassistent of onderwijsassistent. Hoewel studenten te allen tijde opereren onder verantwoordelijkheid van een bevoegde mentor (de leerkracht), mogen zij zelfstandig (deel)taken uitvoeren. De mate waarin dat gebeurt is afhankelijk van het opleidingsniveau van de student.
Traktaties en snoepen Snoepen in de klas is niet toegestaan, maar voor traktaties bij verjaardagen maken we natuurlijk een uitzondering. Als u een bijzondere traktatie zoals ijs mee wilt geven, informeert u dan even bij de leerkracht over het beste tijdstip? Sommige kinderen mogen om medische redenen alleen “speciale traktaties”. Informeert u bij twijfel bij de leerkracht.
Typediploma Voor de kinderen uit groep 8 bestaat de mogelijkheid om na school een cursus typen te volgen. Over de wijze van aanmelding en de kosten wordt u in de loop van het schooljaar geïnformeerd.
Sport- en speldagen Minimaal eens per jaar wordt er per groep een sport- of speldag gehouden. De kleutergroepen hebben door het jaar heen diverse speldagen. De groepen 3 en 4 houden
Verkeerssituatie In het belang van de verkeersveiligheid heeft de gemeente op verzoek van de school een stop- en parkeerverbod in-
Leerkrachten kunnen om diverse redenen afwezig zijn: ze hebben verlof (compensatieverlof, BAPO of anderszins) of zijn ziek. In het geval dat een leerkracht onverwacht afwezig is, hanteren wij de volgende procedure om zorg te dragen voor vervanging: • we benaderen leerkrachten in de vervangingspool van de Sophia Stichting • we benaderen part-timers of ouders met een onderwijsbevoegdheid om extra te werken • we proberen de vervanging intern op te lossen door de inzet van vrijgeroosterde leerkrachten of directie Als deze mogelijkheden geen oplossing bieden en er geen vervanging geregeld kan worden, is de volgende stap dat er per dag een groep thuisblijft. Dat zal dan gebeuren onder de volgende voorwaarden: • alleen in uiterste nood wordt tot thuisblijven besloten • thuisblijven gebeurt in principe niet op de eerste dag van de afwezigheid van de betreffende leerkracht • de ouders worden altijd 1 dag van tevoren schriftelijk op de hoogte gesteld wanneer er geen les is • voor leerlingen die geen opvang hebben, wordt op de 1e dag binnen de school opvang (geen onderwijs) geregeld • indien de afwezigheid langer duurt, zal elke dag een andere groep thuisblijven om de pijn zoveel mogelijk te delen. Alle beslissingen in dergelijke situaties worden genomen door en onder verantwoordelijkheid van de directie.
Website Onze website is een bron van informatie. In het specifieke deel voor de ouders kunt u veel zaken uit deze gids nog eens nalezen. Het gedeelte voor de kinderen biedt met name veel visuele beelden. U blijft zo goed op de hoogte van het schoolleven van uw kind. Als u de website www.johannesschool.nl als startpagina installeert, weet u zeker dat u up to date blijft. schoolgids 2014-2015
31
Weekbrief
Ziekte
Bijlage 2
Iedere donderdag ontvangt u de digitale weekbrief via de email. Op de website kunt u lezen hoe u zich moet aanmelden voor dit informatiebulletin. Ook versturen de leerkrachten klassenmails aan de ouders van hun groep. Hierbij gaat het om specifieke informatie. De weekbrieven kunt u teruglezen via de website van de school.
Als uw kind door ziekte verhinderd is om naar school te gaan, kunt u dit ’s morgens telefonisch doorgeven. Als uw kind op school ziek wordt, is het belangrijk dat we over de juiste mobiele telefoonnummers beschikken.
Plattegrond schoolgebouw
Zanderijstocht Dit initiatief is inmiddels uitgegroeid tot een jaarlijks terugkerend sportevenement, waarbij de kinderen van groep 6 t/m 8 actief zijn op het ijs. Bij het evenement wordt gestreden om een wisselbeker voor de beste schoolprestatie en per groep om 3 medailles per onderdeel.
Zindelijkheid De school stelt het op prijs als de kinderen zindelijk zijn zodra zij de school gaan bezoeken. Dit komt de aandacht die de leerkracht aan de gehele groep kan besteden ten goede. Als het zindelijk maken van een kind moeizaam verloopt, kunt u al voordat het kind 4 jaar is voor advies en begeleiding aankloppen bij het consultatiebureau of de sociaal verpleegkundige van de GGD.
Bijlage
Afkortingen- en begrippenlijst ICT
IB-er WPO CITO
LGF
CVI RT LVS
PL&D
SVIB
OA WSNS
SBO
32
Informatie- en Communicatie Technologie; verzamelnaam voor alles wat op school met computers gebeurt. Interne Begeleider; leerkracht die de leerlingenzorg op school coördineert. Wet Primair Onderwijs; wettelijke grondslag voor het basisonderwijs. Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling; ontwikkelt en levert toets- en leerlingvolgsystemen Leerling Gebonden Financiering; persoonsgebonden budget t.b.v. de opvang van gehandicapte leerlingen in het basisonderwijs (ook bekend als “rugzakje”). Commissie Voor Indicatiestelling; instantie verantwoordelijk voor het toekennen van LGF. Remedial Teaching; extra hulp bieden aan leerlingen, individueel of in kleine groepjes. Leerling Volg Systeem; systeem van toetsen, testen en observaties, door de school gebruikt om de ontwikkeling van de leerlingen te volgen. Protocol Leesproblemen en Dyslexie; door de school gehanteerd protocol gericht op het vroegtijdig signaleren en aanpakken van leesproblemen en dyslexie. School Video Interactie Begeleiding; manier om de interactie tussen leerkrachten en leerlingen of tussen kinderen onderling, te verbeteren. Onderwijsadvies; instantie die de school onder wijsinhoudelijk ondersteunt via advies en scholing. Weer Samen Naar School; project van de Nederlandse overheid, gericht op het verkleinen van de uitstroom van leerlingen naar het speciaal (basis) onderwijs. Speciaal Basis Onderwijs; speciale scholen die
Vormgeving TiC eigenzinnige vormgeving Kudelstaart
[email protected]
onderwijs bieden aan leerlingen met leer- of gedragsproblemen. PCL Permanente Commissie Leerlingenzorg; instantie verantwoordelijk voor het verwijzen van leerlingen naar het SBO. WBP Wet Bescherming Persoonsgegevens; wet die richtlijnen bevat m.b.t. de omgang met persoonsgegevens. OC&W Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. AVI Analyse Van Individualiseringsvormen; dit systeem wordt op school gebruikt om het technisch leesniveau van kinderen te bepalen. OV Oudervereniging; groep ouders die schoolactiviteiten ondersteunt met hand- en spandiensten. MR Medezeggenschapsraad; raad bestaande uit gekozen ouders en personeelsleden die wettelijke bevoegdheden heeft m.b.t. het beleid van de school. GMR Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad; raad bestaande uit afgevaardigden van de scholen binnen de Sophia Stichting, die wettelijke bevoegdheden heeft m.b.t. het bovenschools beleid van de Sophia Stichting. NIO Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau; test gebruikt in het kader van de verwijzingsprocedure naar het voortgezet onderwijs. VMBO Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs. HAVO Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs. VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs. JGZ Jeugd Gezondheids Zorg; team van ondersteuners vanuit de GGD, bestaande uit een jeugdarts, een sociaal-verpleegkundige en een assistente. GGD Gemeentelijke Gezondheids Dienst.
Productie FLOW Grafische Realisatie Zandvoort
[email protected]
schoolgids 2014-2015
33