In het verhaal van Jezus (Lucas-project 2012). De doop van Jezus. Preek over Lucas 3:21-22. [dia 1] Sinds kort hebben we thuis een slimme telefoon (een smartphone) waarop je allerlei applicaties kunt installeren, zgn. apps. Een app is een toevoeging, een programmatje. Bijvoorbeeld appie, de app van Albert Heijn. Geweldig, dacht ik. Het werkt zo: als je iets weggooit scan je de streepjescode op de verpakking, waarmee het product automatisch wordt toegevoegd aan je boodschappenlijst. Zodat je het niet vergeet te kopen als je weer in de winkel bent (maar dan wel de AH natuurlijk). Slimme klantenbinding, die overigens uitnodigt tot weinig creatief koop- en dus ook eetgedrag, maar dat terzijde. Maar wat bleek? Na een tijdje kwam ik erachter dat het toch wel een hoop gedoe is eigenlijk. Met dat scannen enzo. Dus ik gebruik het nooit. [dia 2 – leeg scherm] Ik moest hier in de afgelopen week aan denken terwijl ik bezig was met dit verhaal. Ik zal je uitleggen waarom. Voordat je het weet behandel je bijbelteksten ook als apps. Daarmee bedoel ik dat je de bijbel als een (waardevolle) toevoeging beschouwt. Totdat blijkt dat het teveel gedoe is. Er staan dingen in die je niet begrijpt, die je niet direct aanspreken. Of er staan dingen in die je heel goed begrijpt maar die je niet wilt horen. Je gaat de app niet meer gebruiken. De Bijbel blijft steeds vaker dicht. Je bidt niet meer. Dat kan gebeuren als geloven, God, voor jou een add-on is, iets van de buitenkant. Een toevoeging. Iets dat jou een fijn gevoel geeft. Gebeurt dat (een tijd lang) niet, dan is het zomaar weg. God is een hulpmiddel. Persoonlijk beschouw ik deze manier van geloven en bijbellezen als een van de grotere problemen van christenen in deze tijd. Het andere probleem is dat je bijbellezen niet persoonlijk durft te maken. Maar het kan dus ook andersom. Je maakt het wel persoonlijk. Maar op de verkeerde manier. Toegepast op de geschiedenis over de doop van Jezus gaat dat zo. Je vraagt je af hoe je een betere christen kunt worden. Per slot van rekening ben jij ook niet perfect en kan je wel wat hulp gebruiken. Dan lees je over Jezus, die zich liet dopen, vervolgens bad, en door een speciale gebeurtenis bevestigd werd: de Geest daalde neer in de gedaante van een duif en er klonk een stem: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.’
Je denkt: dat moet ik ook. Je neemt de bewuste beslissing om je te laten dopen, bidt vurig en wacht op iets zichtbaars van God. Alleen, het gebeurt niet. Na een tijdje – de één houdt dit beduidend langer vol dan de ander – houdt dit natuurlijk op en je concludeert dat het christelijk geloof toch niks voor jou is. Jezus wordt een applicatie, een voorbeeld dat moet ‘werken’ en als het niet werkt, druk je op delete. Of misschien laat je Hem zitten op je telefoon, maar je stopt met het actieve gebruik ervan. Ik nodig iedereen vanochtend uit om de uitdaging aan te gaan en echt, in het verhaal van Jezus te stappen. In plaats van Hem proberen in te passen in jouw verhaal. Maak je gedachten dus even leeg en vraag God om de ruimte echt te zien, te horen wat er hier gebeurt. In deze geschiedenis die Lucas voor ons opschreef. […] We stappen in het verhaal. Lucas vertelt eerst over het optreden van Johannes de Doper. Hij was de tweede Elia die komen zou, voorafgaand aan het aanbreken van de dag van de HEER, het koninkrijk van God. Zijn missie was: verkondigen iedereen zich moest bekeren en zich moest laten dopen om zo vergeving van zonden te krijgen (vs. 3). Om goed te begrijpen wat Johannes hier deed moet je iets weten over de doop van Johannes. In de tijd van het Oude Testament bestond er zoiets als een proselietendoop. Een onderdompeling waardoor niet-joden, voorafgaand aan hun besnijdenis (waarmee ze echt jood werden) zich lieten reinigen. Eigenlijk heel vernederend want de boodschap was: als je jood wilt worden moet je je eerst goed wassen. De doop van Johannes was daar het ritueel van. Johannes past dit ritueel nu toe, niet op proselieten, maar op joden zelf: Johannes zei tegen de mensen die massaal uitliepen om zich door hem te laten dopen: ‘Addergebroed, wie heeft jullie wijsgemaakt dat je veilig bent voor het komende oordeel? Breng vruchten voort die een nieuw leven waardig zijn, en zeg niet meteen bij jezelf: Wij hebben Abraham als vader. Want ik zeg jullie: God kan uit deze stenen kinderen van Abraham verwekken! Ja, de bijl ligt al aan de wortel van de boom: iedere boom die geen goede vruchten draagt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen.’ [vs. 7-9]
Schokkend dus, wat Johannes hier doet. Als je bij God wilt horen moet je niet allereerst ánderen oproepen tot bekering. Maar je moet eerst zelf tot bekering komen. Dat blijft een ongemakkelijke boodschap.
Maar dan gebeurt het eerste wonder. We staan nog steeds bij de Jordaan en we zien Johannes de profeet met die rare boodschap van hem. Toen wij in Zwolle woonden kwam er een tijd lang een vrouw voorbij die door de straten liep en alleen maar bijbelteksten riep. Meestal van het type Johannes de Doper. Het wonder van Johannes is dat Lucas vertelt: het hele volk kwam. Het hele volk. Lucas noemt tollenaars, soldaten. Iedereen komt. Tollenaars (ambtenaren), soldaten (defensiepersoneel). Maar ook mensen met een uitkering, mensen met een eigen bedrijf, zorgpersoneel, mensen uit de bouw – Lucas bedoelt maar: iedereen. Jammer genoeg ontbreken de leiders van het volk, dat geeft te denken. Maar toch, het héle volk. Dat over Johannes. We kunnen er niet al te uitgebreid op ingaan vanochtend hoewel er veel meer over te zeggen zou zijn. Maar dit is al geweldig. Er hangt iets in de lucht. Een soort van … Jordaanse revolutie! Blijf nog even staan, daar bij de Jordaan. Want daar komt Jezus aan! Wat doet Híj nou? Stapt hij het water in? Johannes protesteert – lees Matteüs 3 - nee, ik ga u niet dopen. Doopt u mij liever! Maar Jezus is resoluut. Laat het gebeuren. En daar gaan ze. We zetten het beeld even stil. Kijk daar eens naar. Wát gebeurt hier? Johannes had gezegd: als de messias komt (en ik ben het niet), dan doopt hij jullie met de Geest en met vuur (vs. 16-17). M.a.w.: dan komt het oordeel. En dan komt de messias – Matteüs zegt het zo: Hij komt Gods gerechtigheid vervullen (Mat. 3:15), maar niet door van een afstandje te zeggen hoe het moet. Maar door zelf kopje onder te gaan. De messias van God stapt in het badwater waarin zojuist het hele volk zich had gewassen. Wat gebeurt hier dus? De messias stapt in ons vuil, in onze viezigheid. Dát is het verhaal van de doop van Jezus. Jij staat daar vanochtend, als het ware, tussen al die mensen. Je bent hier gekomen. Waarom? Om net als al die mensen iets van je leven te maken. Om je te bekeren. Om een serieus, nieuw begin te maken. Al was het maar voor weer een week. En dan … stapt Jezus het verhaal van jouw leven binnen. Het boek van Lucas is een grote uitnodiging om in te stappen in het verhaal van Jezus. Maar het begint andersom. Jezus is niet iemand die blijft staan, op een afstandje. Om vanuit de oevers van de Jordaan / vanuit de hemel toe te kijken wat wij van ons leven maken. Hoe serieus we zijn. Of we wel echt, zoals Johannes zegt – onze kleding delen met wie niks heeft, genoegen nemen met wat we hebben, enz.
Jezus ziet jou. Hij kwam voor jou. Niet om te kijken van een afstandje. Maar om het verhaal van jouw leven binnen te stappen. Hij wacht niet tot jij alles op orde hebt. Hij nodigt zichzelf uit bij zondaars. Dat was vroeger zo. Dat is nu nog steeds. Als in een kamer of een schuur waar jaren niemand gewoond heeft: door het stof, het spinrag, de voedselresten. Jezus stapt resoluut het water in – aan de kant Johannes, Ik begrijp je wel maar dit moet gebeuren – het vieze water van de Jordaan. Zie je dat Jezus hier geen voorbeeld geeft? Jezus komt niet als eerste bij het water van de Jordaan – mensen, even aan de kant dan laat ik eens en voor altijd zien wat precies de bedoeling is. Jezus geeft geen voorbeeld voor jouw leven. Hij doet veel meer. Jezus doet jouw leven over. Het leven van het volk. Ons leven. Jouw leven. Eens en vooral. Dát is de boodschap van de doop van Jezus in de Jordaan. Maar er is meer. Wat Jezus doet prikkelt wel tot navolging, maar op een bepaalde manier. Als Jezus omhoog komt is Hij aan het bidden – wat weten we niet, is blijkbaar niet belangrijk. Maar we zien wel de hemel open scheuren en de Heilige geest als een duif op Jezus neerkomen en we horen een stem: ‘Jíj bent mijn geliefde Zoon, in jou vind ik vreugde.’ Hier gebeurt iets heel belangrijks. Maar wat? De Heilige Geest is de kracht van God. Maar de kracht tot wat? Tot zijn taak, zijn missie! Jezus wordt als een echte messias gezalfd (Jesaja 61; Lucas 4:18-19; Psalm 2:7). Maar wat is de taak, welke missie heeft deze messias? Dat kan je zien aan de gedaante waarin de Geest op Jezus neerdaalt. Het voorbeeld vind je in de woorden die daar te horen zijn: dit is mijn geliefde Zoon, in wie Ik vreugde vind. De manier waarop je kunt navolgen, in de duif. Eerst over die woorden. Mijn Zoon: dat heeft hier de betekenis van – wat jij vanaf het begin ook had kunnen en moeten zijn. Zoon of dochter van God. De geslachtslijst van Jezus, waar Lucas mee vervolgt, loopt daar ook op uit. Jezus is … zoals algemeen werd aangenomen de zoon van Jozef, de zoon van Eli, de zoon van Mattat […] en dan gaat Lucas helemaal terug naar het begin: … de zoon van Enos, de zoon van Set, de zoon van Adam, de zoon van God (vs. 38) Dus: mensen, goed kijken – dít is de mens zoals ik jou vanaf het begin ook bedoeld en gemaakt heb. De nieuwe mens, de tweede Adam. Mijn nieuwe schepping. Eigenlijk zien we hier opnieuw (net als in het begin) het beeld van Gods drie-eenheid.
Zoals de Vader door zijn Woord de hemel en de aarde maakte in samenwerking met de Geest, die over de wateren zweefde, zo maakt God hier een nieuw begin: de Vader wijst het Woord aan en de Geest bevestigt de verbinding. Dat is één. Hier gebeurt iets belangrijks omdat het een nieuw begin is. Al die mensen die net als wij hier vandaag gekomen zijn om hun leven te beteren die zien hier: het begint niet bij mij. Maar ik moet bij Jezus zijn. Hij is Gods nieuwe schepping. Dat is de bedoeling, het resultaat waar God naar op zoek is. Waar Hij aan werkt. Verder – Jezus heeft een taak, een missie, zei ik net. En dan komt straks ook het antwoord op de vraag in beeld hoe wij Hem kunnen navolgen. Aan de duif kan je zien waar Jezus voor gekomen is. [dia 4] De duif is het symbool voor vrede Maar iedereen tóen wist ook: een duif, dat is in de buurt van Jeruzalem heel snel een dode duif [dia 5] – een offerdier (vgl. Lucas 2:23). In Jeruzalem werden duiven ze in grote getale gevangen en verhandeld als offerdier. Zo zou het met Jezus ook gaan toen Hij in de buurt van de tempel kwam. Johannes begreep dat direct – na deze gebeurtenis voegt hij een element toe aan zijn verkondiging. Eerst was het: degene die na mij komt is groter dan ik. Na Jezus’ doop was het: daar is het lam, dat gekomen is om de zonden van de wereld weg te nemen (Johannes 1:27; 29 e.v.). Een duif is als een lam, heel mak. Een onschuldig, gewillig, slachtoffer. Daarvoor is Jezus gekomen. Om vrede te brengen door te offeren. Om in de kracht van de Geest een leven te lijden dat jij en ik hadden moeten leiden: meer gehoorzaam aan God dan aan de mensen. Meer voor de ander dan voor jezelf. Als Jezus in Matt. 10:16 de leerlingen eropuit stuurt zegt Hij: “[…] ik zend jullie als schapen onder de wolven. Wees dus scherpzinnig als een slang, maar behoud de onschuld van een duif.” Dat was Jezus. En dat mag jij ook zijn. Een onschuldig slachtoffer. Onschuldig, niet als in: zielig. Onschuldig als in is: oprecht, toegewijd. Gehoorzaam. Slachtoffer. Een offer. Dat geeft aan: het kost wat, om zo te leven. Leven als een offer is niet eerst: wat krijg ik, maar wat geef ik. Niet eerst wat doe ik maar wat laat ik (omwille van de ander en God). Vaak ook niet allereerst wat zeg ik maar wat zeg ik niet (en wat bid ik wel ~ het gebed als toepassing van de 10 geboden). Leven als een offer is niet zelf in the lead zijn maar worden geofferd.
Dat over de doop van Jezus. [dia 6 – leeg scherm] Er is nog één ding. In Lucas 12 vs. 50 zegt Jezus dat Hij nóg een doop moet ondergaan: “Ik ben gekomen om op aarde een vuur te ontsteken, en wat zou ik graag willen dat het al brandde! Ik moet een doop ondergaan, en ik word hevig gekweld zolang die niet volbracht is.” De doop van Jezus bij de Jordaan was dus nog niet af. Die eerste doop was het begin van zijn werk op aarde. Die tweede doop het einde ervan. Zijn hele leven kanje zien als één grote doop in onze dood – in onze vuiligheid. Kijk hier eens naar: [dia 7] Bij de eerste doop zegt de God de Vader: "Dit is mijn geliefde Zoon.” Bij de tweede doop zegt God de Zoon: "God, mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?" Bij de eerste doop scheurde de hemel open. Bij de tweede doop viel duisternis over het hele land. Bij de eerste doop kreeg Jezus de Geest. Bij de tweede doop gaf Jezus de geest. Bij de eerste doop vloeide er water. Bij de tweede doop vloeiden er water en bloed. Terug naar mijn slimme telefoon. [dia 8 – leeg scherm] Ik maakte aan het begin van de preek de vergelijking tussen mij en de smartphone. Zoals een smartphone allerlei apps heeft zo heb ik ook veel dingen die mijn leven gemakkelijker maken. Tenminste, dat is de bedoeling: geld, een baan, mooie kleren, kinderen. Eigenlijk is dat al krom. Maar als ik Jezus behandel als een app maak ik een hele grote fout. Ja, je kunt aan de doop van Jezus zien wie jij mag zijn. Langzaam maar zeker een nieuwe schepping, dor de kracht van de Geest als je bereid bent om te leren wat het betekent om te leven als een offer. Meer voor God dan voor anderen. En meer voor anderen dan voor jezelf. Maar de truc met Jezus, God en geloven is niet dat je het doet zolang het werkt voor jou, zoals bij een app. Het is eerder omgekeerd. Niet Jezus is het voorbeeld in jouw leven. Maar jij bent het in zijn leven. Jíj bent de app in het leven van Jezus. Nu maar hopen en bidden dat het werkt. Die app, jij dus. Anders heeft Jezus er straks niks aan. [amen]