Johannes 12:1-8 - Dichtbij Jezus Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe. Liturgie ■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
Zingen: GKB Gezang 159 en 148 Stil gebed Votum en groet Zingen: Opwekking 502 Gebed Bijbellezing: Johannes 12 : 1 – 8 Zingen: GKB Gezang 158 Preek Zingen: Aan Uw voeten Heer Gebed Lezen wet Zingen: GKB Gezang 23 Collecte Zingen: ‘Als je veel van iemand houdt’ en Psalm 150:1 (hertaald) Zegen
Preek: Dicht bij Jezus Inleiding dia 1 – papa en mama Houd je van je ouders? Misschien ben je wel eens boos op je ouders, en zeg je zelfs dat je ze stom vindt. Toch kan ik me eigenlijk niet voorstellen dat je niet van ze houdt. Maar zeg je het ook wel eens? ‘Papa, mama, ik houd van jullie.’ Of: ‘papa, mama, soms vind ik jullie irritant, maar ik ben echt heel erg blij dat ik jullie heb!’ Nou, wie zegt dat wel eens? dia 2 – zwart Je kunt ook op andere manieren aan je ouders laten zien dat je van hen houdt. Wie heeft er nog een goed idee?
Ouders moeten trouwens nu even hun mond houden, want jullie gaan natuurlijk allerlei klusjes bedenken die je kinderen kunnen doen. Maar ik wil nu ideeën van de kinderen. Hoe kun je aan je ouders laten zien dat je van hen houdt? (ideeën vragen, doorgaan met idee van cadeautjes) dia 3 – cadeautjes Heb je wel eens een cadeautje voor je ouders gekocht? Vertel eens: wat voor cadeautje heb je gekocht? (cadeautjes inventariseren) dia 4 – spaarvarken Sommige cadeautjes zijn natuurlijk duurder dan andere cadeautjes. Is er iemand die wel eens al zijn zakgeld aan een cadeautje heeft besteed, zodat er niets meer in je spaarpot zat? Dat is het geen cadeautje meer, maar een cadeau. dia 5 – zwart Zo’n cadeau heeft Maria ook gekocht, voor Jezus. En daarvoor heb ik even wat kinderen nodig. Kom maar naar voren! Wat heb ik hier? (parfum) Ik heb twee soorten, één voor jongens en één voor meisjes. Wie wil er wat parfum? (parfum spuiten) Vertel eens, hoe ruikt het? Nu heb ik jullie maar een heel klein beetje parfum gegeven, en dat kun je al best goed ruiken. Maar Maria had nog veel meer parfum. (flesjes pakken) Maria had zo veel parfum dat je er 11 flesjes voor nodig hebt. Stel je voor dat je al die parfum over je heen krijgt, kun je je voorstellen hoe dat ruikt?! (kinderen terug naar plek) Maria geeft Jezus een heel groot cadeau. Maar niet iedereen is daar zo blij mee. Judas bijvoorbeeld. Judas, vertel eens wat er is gebeurd! Sketch 1: Judas Ja, hallo allemaal, ik ben dus Judas. Misschien heb je wel eens van mij gehoord. Vaak denken mensen dat ik een schurk ben,
want ik heb Jezus verraden. Maar het kon niet anders! Die Jezus, die leek wel gek geworden! Laat ik je vertellen wat er vandaag is gebeurd. We zaten aan tafel, het eten was lekker. En toen kwam daar opeens die vrouw, die Maria. O, wat heb ik toch een hekel aan dat mens! Is ze niet goed bij haar hoofd ofzo? Echt, zulke idioten maken mij woedend! Maar goed, waar was ik gebleven… O ja, bij Maria. We waren aan het eten, en opeens stond zij bij Jezus. Ze had een grote fles parfum bij zich. Niet zomaar parfum, maar hele dure. Belachelijk, dat mensen zo veel geld aan parfum uitgeven… 30000 Euro voor een flesje, ben je helemaal gek geworden?! En het ergste: toen brak ze het flesje kapot, en heeft al die 30000 euro over Jezus uitgegoten. Dan ben je toch gewoon getikt? En stinken dat het deed! Maar wat doet Jezus? Helemaal niets. Jezus vindt alles maar goed. Laat Maria maar geld over de balk smijten. Lieve mensen, denk toch na! Zeg nu zelf, Jezus is gek geworden, toch?! Weggegooid geld Judas, bedankt voor je verhaal. Goed om het ook eens van jouw kant te horen. dia 6 – Judas Ik weet niet hoe dat bij jullie is, maar ik heb mijn oordeel over Judas altijd heel snel klaar: Judas is een verrader, een slechterik. Als hij moet kiezen tussen geld en vrienden, kiest hij altijd voor geld. Zo’n vriend zou ik niet graag willen hebben… En toch snap ik Judas wel. Als ik erbij was geweest, had ik hem groot gelijk gegeven. Judas ergert zich aan de geldverspilling van Maria.
Dit is toch gewoon weggegooid geld? dia 7 – zwembad De fles parfum was 300 denarie waard. Dat is zo veel geld als je in een jaar kon verdienen. Ongeveer 30000 euro. Om je even een idee te geven van hoe veel dat is: daarvan kun je een echt zwembad in de tuin maken. Of je koopt een nieuwe fiets, en voor al je klasgenoten koop je er ook één. En dan heb je nog zo veel geld over, dat je voor hen allemaal ook nog een i-Pad koopt. En dan heb je nog steeds heel veel over. 30000 Euro is heel veel geld! dia 8 – geld Maria koopt van dat geld parfum, en giet het in één keer over Jezus heen. Judas heeft toch gewoon gelijk dat dat niet normaal is? Van dat geld kun je zoveel andere dingen doen! Het is toch niet goed om zo met je geld om te gaan? Judas vindt het weggegooid geld, hij wordt er boos van, en ik kan me dat goed voorstellen! Maar Judas is niet alleen boos. Judas is ook teleurgesteld. Hij snapt niet waar Maria zo veel geld vandaan haalt. Hij zou willen dat hij dat geld zelf had. En toen hij leerling van Jezus werd, hoopte hij daar ook op. Dat Jezus hem rijk zou maken. Judas houdt niet van Jezus, Judas houdt van geld. En als Jezus niet zorgt dat hij rijk wordt, dan hoeft het van Judas niet meer. Volgens Judas heb je dan niets meer aan Jezus. Dan kan Jezus maar beter sterven. dia 9 – zwart Judas houdt van geld, en juist daarom is hij zo boos op Maria. Maria had geld en hij niet,
en dan gaat Maria daar zo dom mee om! Dat is weggegooid geld. Is Maria gek geworden? Ze zal het ons nu zelf vertellen. Maria, vertel eens wat er is gebeurd. Sketch 2: Maria Lieve mensen, dank jullie wel dat ik mijn verhaal mag vertellen. Luister toch niet te veel naar die Judas. Ik heb het echt met hem te doen. Altijd maar bezig met geld, maar van liefde heeft hij nog nooit wat begrepen. Wat gun ik het hem toch graag! Want liefde is zo veel mooier dan geld! Maar goed, ik ben dus Maria. Ik ben een zus van Marta en Lazarus. Weet je, mijn broer Lazarus was dood. En toen heeft Jezus hem weer levend gemaakt! Bijzonder he? Vandaag zaten we weer aan tafel, samen met Jezus. Het eten kan mij niet zo veel schelen, als ik maar naar Jezus kan luisteren! Maar ik heb al een paar weken het gevoel dat Jezus het moeilijk heeft. Jezus klinkt minder opgewekt dan normaal. Zijn leerlingen hebben er niets van door, maar ik wel. Moet je horen: Jezus zegt steeds dat hij dood zal gaan. En volgens mij bedoelt hij niet dat hij over 50 jaar doodgaat, maar binnenkort. Dat wil ik niet! Ik wil hem niet verliezen, ik houd van Jezus! Maar als Jezus het zegt, dan geloof ik het. Maar ik wil hem niet zomaar laten gaan. Ik wil hem nog één keer laten merken dat ik van hem houd. Daarom heb ik die fles parfum gekocht. Ja, die was duur, maar Jezus is het waard. Ik voelde gewoon dat dit hét moment was om afscheid van Jezus te nemen. En ik ben zó blij dat ik het heb gedaan! Jezus is je liefde waard Dank je wel, Maria. Fijn dat je ons wat meer wilde vertellen! dia 10 – hart Jezus
Laat Judas maar praten, Maria is niet gek! Maria houdt van Jezus. Zij weet ook wel dat het niet normaal is om zo’n groot cadeau te geven. Maar Maria weet ook dat Jezus haar liefde waard is. In de bijbel staan verschillende vrouwen met de naam ‘Maria’. Over de Maria waar het vandaag over gaat, staan nog 2 andere verhalen in de bijbel. En ik wil je wat over die verhalen vertellen. dia 11 – Marta en Maria Het eerste verhaal is het verhaal van Maria en haar zus, Marta. Jezus komt bij hen op bezoek. Marta heeft het er maar druk mee. Ze zorgt voor koffie en taart, en vraagt steeds of alles nog naar wens is. Maar Maria heeft helemaal geen tijd om voor de gasten te zorgen: zij wil alleen nog maar luisteren naar Jezus. dia 12 – Lazarus Het andere verhaal gaat over de broer van Maria, Lazarus. Lazarus is gestorven. Maar dan komt Jezus naar hen toe. En als Jezus het zegt, wordt Lazarus opeens weer levend! Jezus heeft Maria haar broer teruggegeven! Dat heeft enorm indruk gemaakt op Maria. dia 13 – hart en kruis Maria houdt heel veel van Jezus. Ze luistert heel graag naar hem. En ze luistert ook goéd! De meeste mensen begrepen Jezus niet, Maria wel. Zij snapte dat Jezus je niet rijk maakt, maar dat het gaat om liefde. En dat Jezus heel veel liefde voor haar en jou heeft. Zo veel liefde, dat Jezus er zelfs voor wil sterven. En Maria weet: als Jezus iets zegt, dan gebeurt het ook. Daarom houdt Maria met heel haar hart van Jezus: ze merkt hoe veel Jezus van mensen houdt. Maria had gelijk: Jezus is inderdaad gestorven omdat hij van je houdt.
Hij maakt je niet rijk, hij zegt niet dat als je in hem gelooft, je een zwembad in je achtertuin krijgt en een i-Pad. Maar Jezus belooft wel dat je eeuwig met hem mag leven. Dicht bij Jezus, hij houdt van je. Jezus is je liefde waard! Laat het maar zien dia 14 – Maria zalft voeten Maria zegt dat niet alleen, ze laat het ook zien, op een heel bijzondere manier. Ze geeft al haar spaargeld uit aan een fles parfum. Voor Maria maakt het niet uit wat het kost. Natuurlijk had ze het geld op heel veel andere manieren kunnen besteden, maar ze houdt van Jezus, en dat mag wat kosten. Wat anderen ervan vinden kan haar niet schelen. Liefde is geen kwestie van je gezonde verstand gebruiken. Maria geeft alles wat ze heeft. Omdat ze weet dat Jezus ook alles geeft wat hij heeft. dia 15 – parfum Jezus gaat sterven, en daarom wil Maria nog één keer laten weten dat ze van hem houdt. Ruiken jullie de parfum nog? Die geur gaat niet zo snel weg. Als je zoveel parfum hebt als Jezus, dan ruik je het nog dagen lang. Jezus wordt steeds aan Maria herinnerd. Misschien zelfs wel als hij een paar dagen later gekruisigd wordt. De geur geeft hem kracht. Maria gaf haar cadeau op precies het goede moment. Ze gaat niet eerst nog een paar weken nadenken of ze dit nu wel zal doen. Ze weet dat Jezus zal sterven. Dat ze misschien geen andere kans krijgt om Jezus haar liefde te laten zien. Daarom wil ze nu afscheid van hem nemen met dit cadeau. Nu kan het nog! Het is trouwens wel een vreemd cadeau… Als je mij nog eens een cadeautje wilt geven, maak je mij niet blij door zo veel parfum over mij heen te gooien… Maar het cadeau heeft een bijzondere betekenis.
Zo veel parfum werd in die tijd alleen gebruikt als iemand gestorven was. Zodat je de geur van de dood niet ruikt. Met het cadeau zegt Maria: ‘Jezus, dank u wel dat u voor mij gaat sterven.’ dia 16 – Jezus is de moeite waard Jezus is gestorven, al lang geleden. Maria kon Jezus dat cadeau geven, een prachtig cadeau op het goede moment. Wij kunnen dat cadeau niet geven. Maar je mag wel van Maria leren dat Jezus de moeite waard is! Dat mag je zelf ook laten zien. Liefde voor Jezus mag wat kosten. Je kunt het bijvoorbeeld laten zien door geld te geven aan een goed doel. Net als Maria kun je met je geld van Jezus houden. Of je kunt gewoon tegen Jezus zeggen dat je van hem houdt. En hem bedanken voor alles wat hij geeft. Doe dat dan ook gewoon. Als je bedenkt: dit wil ik voor Jezus doen, denk er dan niet te lang over na, want dan komt het er vaak niet meer van… Wees ook niet bang wat anderen, bijvoorbeeld je klasgenoten, ervan vinden. Jezus is de moeite waard. Want hij geeft alles voor jou. Dicht bij hem is het mooi. Amen.
Johannes 12:23-25 - Jezus' dood is leven Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe. Liturgie ■
Zingen: Psalm 91 : 1 en 2
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
Stil gebed Votum en groet Zingen: Opwekking 687 : 1, 2 en 4 Gebed Kinderen naar club Lezen: Johannes 12 : 20 – 36 Zingen: Psalm 6 : 1 en 2 Preek over Johannes 12 : 23 – 25 Zingen: LvK Lied 177 : 1, 6 en 7 Kinderen terug Lezen wet Zingen: LvK Lied 473 : 1, 2, 4 en 10 Gebed Collecte Zingen: Psalm 87 : 1, 3 en 5 Zegen
Preek: Jezus’ dood is leven Inleiding dia 1 – zwart Heb je dat ook wel eens? Dat je ergens zo naar uitkijkt, er zo veel zin in hebt, en het tegelijk ook wel spannend vind, dat je er de hele dag aan denkt? Als je opstaat is het het eerste dat je te binnen schiet. En het laat je maar niet los. Dat is gespannen verwachting. dia 2 – vliegtuig Kinderen zijn daar heel goed in. Bijvoorbeeld als je ouders vertellen dat jullie over 4 maanden naar een pretpark gaan, of op vakantie waar je elke dag kunt zwemmen in een zwembad. 4 Maanden is nog wel heel veel nachtjes slapen, maar wat heb je er veel zin in! En je vertelt het aan iedereen: ‘weet je, wij gaan naar de Efteling!’ of ‘wij gaan op vakantie naar het zwembad!’ ’s Nachts droom je erover hoe het zal zijn. Spannend! Toen ik 8 was – we logeerden bij mijn opa en oma kwamen opa en oma met een grote verrassing:
‘over een jaar gaan wij op vakantie naar Portugal en jullie mogen met ons mee.’ Ik kon mijn oren niet geloven! Portugal is heel ver weg, hoe kom je daar eigenlijk? Met het vliegtuig dus. Wat heb ik dat jaar vaak aan Portugal gedacht, en misschien nog wel maar aan dat ik ging vliegen. Vol verwachting. dia 3 – zwart Is het typisch iets voor kinderen om je zo intensief ergens op voor te bereiden? Kunnen alleen kinderen zo enthousiast zijn? Niet voor niets wordt wel eens gezegd ‘als een kind zo blij’… Kinderen worden van veel dingen enthousiast, en laten dat ook merken. Voor grote mensen zijn minder dingen nieuw. Maar ook zij kunnen vol verwachting ergens naar uitkijken. dia 4 – auto Ik had dat bijvoorbeeld toen ik mijn eerste auto kocht, mijn oldtimer, die nu als ‘Herman’ door het leven gaat. Maandenlang heb ik op autosites gezocht naar een mooie auto. Elke dag even kijken of er nog weer andere werden aangeboden. En uiteindelijk een afspraak voor een proefrit maken. Wat was ik enthousiast en zenuwachtig tegelijk! En het vervelendste: als volwassene wordt je geacht jezelf te beheersen, en te doen alsof het je allemaal niets kan schelen… Zie dit dus maar als een bekentenis. dia 5 – zwart Zulk enthousiasme kun je hebben als je een huis koopt, als je solliciteert en wordt aangenomen voor een baan, als je trouwt, als je kinderen krijgt, als je een mooi evenement organiseert, of als je een grote reis gaat maken. Ik denk dat iedereen zich er wel iets bij voor kan stellen, dat iedereen wel eens die gespannen verwachting heeft gehad. dia 6 – Jezus’ dood is leven Vanochtend gaat het over zulke verwachting. Het verhaal dat we gelezen hebben is een verhaal van zinderende verwachting.
Maar het loopt anders af dan gedacht: Jezus zal sterven, en daarom is er leven. Hooggespannen verwachtingen dia 7 – jaren op gewacht Maar laten we beginnen bij het begin, bij de verwachtingen die hoog gespannen zijn. Het is een verhaal uit de laatste week van Jezus. Drie jaar lang is Jezus met zijn leerlingen rondgetrokken in Israël. Jezus deed wonderen, Jezus genas mensen, Jezus vertelde over God, de mensen hingen aan zijn lippen, en kort geleden heeft Jezus zelfs een dode opgewekt: Lazarus. Jezus had een groep leerlingen om zich heen verzameld. Zij waren er al vroeg bij, hadden direct door: ‘bij deze man valt wat te halen.’ Daarom trokken ze met hem mee, hebben ze veel opzij gezet om maar bij Jezus in de buurt te kunnen zijn. Jezus had het steeds over een prachtige toekomst. Nou, daar wilden zij wel bij horen! Die drie jaren, het waren mooie jaren, maar soms ook zware jaren. Want niet iedereen zag in Jezus wat zij in Jezus zagen. Jezus had vijanden. Maar vandaag is de stemming geweldig. Het lijkt erop dat die prachtige toekomst waar Jezus het steeds over had, nu gaat doorbreken. dia 8 – nu gaat het gebeuren! Eerder die dag, je kunt het nalezen in Johannes 12:12-19, was Jezus door een grote menigte juichend onthaald als de nieuwe koning van Israël. Zelfs de Farizeeën, Jezus’ gezworen vijanden, moeten constateren: ‘kijk dan, de hele wereld loopt achter hem aan’. En inderdaad, het gedeelte dat we hebben gelezen, begint met dat er zelfs Grieken naar Jezus vragen. Het lijkt erop dat na drie jaar campagne voeren, Jezus nu echt op doorbreken staat. Het volk loopt met hem weg. Of die Grieken Jezus inderdaad hebben ontmoet, daarover zegt Johannes niets. Blijkbaar is dat niet belangrijk.
Waar het gaat is dat de gebeurtenissen van die dag en de komst van die Grieken voor Jezus duidelijk maken dat dit het moment is. Jezus zegt: ‘de tijd is gekomen dat de Mensenzoon tot majesteit wordt verheven.’ ‘Eindelijk,’ denken de leerlingen, ‘nu gaat het gebeuren!’ Wat hebben ze uitgekeken naar dit moment. Wat willen ze graag dat Jezus koning wordt, dat hij die ellendige Romeinse bezetter verjaagt, en die arrogante Farizeeën erbij. ‘Leve Jezus, leve de nieuwe Koning, leve de revolutie!’ De overwinning kan hen haast niet meer ontgaan. Nu wordt alles anders. Eindelijk hoeft Jezus niet meer rond te trekken, maar krijgt hij de macht. De verwachtingen zijn hoog gespannen. dia 9 – wat verwacht je van Jezus? Wat verwacht je zelf van Jezus? Misschien dat je met Jezus een onbezorgd leven hebt. Dat Jezus je bewaart voor pijn en lijden, dat hij je een goede gezondheid geeft, dat hij er voor zorgt dat je goed in je vel zit. Je kunt verwachten dat Jezus je gelukkig en blij maakt, zodat je altijd een brede lach op je gezicht hebt. Dat je elke dag Jezus ervaart. En als je in de put zit, kun je je afvragen: ‘hoe kan dat nou? Jezus wil me toch het beste geven?’ Je kunt ook verwachten dat Jezus je helpt om jezelf te ontdekken, jezelf te ontplooien. Met Jezus gaat er wat gebeuren in je leven! Jezus doet afstand van de macht dia 10 – verwachtingen vallen tegen Die verwachtingen vallen vaak tegen. Van Jezus merk je veel minder dan je zou willen. Je hebt grote zorgen in je leven, of je zit helemaal in de knoop met jezelf. Maakt Jezus wel verschil? Ook de leerlingen van Jezus worden flink teleurgesteld. Ze waren er helemaal klaar voor.
Dit was het moment om Jezus aan de macht te brengen. En zo lijkt Jezus ook te beginnen: dat hij tot majesteit wordt verheven. Maar dan begint Jezus over de graankorrel die moet sterven. Of het tot de leerlingen doordringt, is maar de vraag, in de volgende hoofdstukken van Johannes lijkt het daar niet op, maar als ze het al begrijpen, zijn ze verbijsterd. Jezus, de koning van de wereld, zal sterven. Drie jaar lang hebben ze zich voor Jezus ingespannen, maar nu gaat Jezus in een roemloze dood ten onder. Dit kan niet, dit klopt niet! Er was er maar één die het begreep, Maria. Over haar gaat het volgende week in de gezinsdienst. dia 11 – Jezus is gekomen om te sterven De tijd van majesteit waar Jezus over spreekt, is het kruis! Al die jaren heeft Jezus dat al voor ogen gehad. Dat zegt hij ook: ‘hiervoor ben ik juist gekomen’. En dat betekent niet dat het kruis fijn is. Ook al weet Jezus vanaf het begin al dat het hier op uitloopt, toch blijft het voor hem een enorme strijd. Jezus is doodsbang. Ja, Jezus, de koning waar de mensen mee weglopen, deze Jezus is doodsbang voor wat er komt. Het verscheurt hem. Hij is niet bezig met zijn gloriemoment. Hij weet dat hij moet lijden. De mensen lopen met Jezus weg. Ze willen hem aan de macht brengen. De macht is onder handbereik, maar Jezus ziet er van af. Al die hooggespannen verwachtingen, Jezus rekent er mee af. Hij jaagt de Romeinen niet weg. Hij geeft het volk geen stem. Hij komt niet met een nieuwe welvaartsstaat. Jezus belooft je geen onbezorgd leven, dat hij elke tegenslag voor je uit de weg ruimt. Jezus belooft niet dat je altijd voelt dat hij er is. Als je gelooft in Jezus, betekent dat niet dat je rijk zult zijn, dat je altijd blij zult zijn, en gezond. Verwacht geen sterke koning die jouw leven wel even aangenaam komt maken. Jezus doet juist afstand van de macht.
Hij kiest voor het kruis. Het kruis is het hoogtepunt dia 12 – geen dieptepunt maar hoogtepunt Jezus zal sterven. Al die hooggespannen verwachtingen drukt Jezus de kop in. Maar hoe kan dat nu? Jezus had het toch steeds over het eeuwige leven? Hoe kan hij dan sterven? Jezus zegt toch dat dit het moment is om tot majesteit te worden verheven? Hoe kan dat als hij dood is? Het lijkt het ongelukkig einde van een veelbelovende carrière. Alsof het Jezus net niet gelukt is. En ‘net niet’ gelukt is natuurlijk gewoon ‘mislukt’. Dat zóu het ook zijn als het Jezus was overkomen. Maar Jezus’ dood overkomt hem niet. Als Jezus had gewild, had hij de macht inderdaad kunnen pakken. Maar hij kiest ervoor daar van af te zien. Hij kiest voor de dood aan het kruis. Dat is namelijk wat al die tijd al de bedoeling was. Het kruis is geen teleurstelling. Juist aan het kruis is Jezus koning! In het hele bijbelboek Johannes wordt het kruis niet als dieptepunt gezien, ook niet als een noodzakelijk dieptepunt om later het hoogtepunt van de opstanding te hebben, nee, het kruis is zelf hoogtepunt. Niet voor niets zegt Jezus dat de tijd nu gekomen is: het kruis is hét gloriemoment. dia 13 – Gods absurde logica Maar hoe kun je het kruis nu als hoogtepunt zien? Waarom moet Jezus sterven om vrucht te kunnen dragen? De meeste christenen zijn wel een beetje gewend aan dat idee, maar logisch is het niet! Het is absurd dat de dood van Jezus aan het kruis het hoogtepunt van de hele wereldgeschiedenis is. Het is de logica van God. Maak van het kruis geen rekensom! Je kunt niet logisch beredeneren dat Jezus wel moest sterven, net zoals je kunt beredeneren dat één plus één twee is. God kun je niet in een systeem persen.
dia 14 – aan het kruis wint liefde van macht Over het kruis kun je je wel verbazen, ook zonder dat je het precies begrijpt. Johannes schrijft: ‘nu zal de heerser van deze wereld uitgebannen worden.’ Daarmee bedoeld hij Satan. Jezus’ leerlingen verwachten dat hij de strijd aangaat met de Romeinen, met de gevestigde orde. Dat Jezus de macht van hen overneemt. Zo gaat dat in onze wereld. Kijk bijvoorbeeld naar Oekraïne: de ene regering maakt plaats voor de volgende. Maar verandert er echt wat? Jezus’ strijd is van een heel andere orde. Hij doet niet mee met machtsspelletjes. Het leven wat Jezus geeft is heel anders. Daar gaat het niet om macht, het gaat er om liefde. Doordat Jezus weigert de macht te pakken, ook al ligt het voor het oprapen, doordat Jezus in de praktijk brengt wat hij al die jaren verteld heeft over liefde, wint hij van de Satan. Het kruis is prachtig, want daar wint Jezus’ liefde het van machtsspelletjes. Daar laat Jezus zien hoe ver zijn liefde gaat. Daarmee begint pas echt iets nieuws. Verlies je leven dia 15 – zoek geluk in Jezus’ liefde Aan de verwachtingen voldoet Jezus niet. Hij verjaagt de Romeinen niet, hij bezorgt je ook geen leven zonder zorgen. Die verwachtingen zijn ook te klein. Jezus komt met iets nog veel mooiers: een nieuw, eeuwig leven, waar Jezus’ liefde regeert. Maar dan moet je het wel willen zien! Je kunt niet aan de ene kant zeggen dat je onder de indruk bent van Jezus’ liefde terwijl je intussen van Jezus verwacht dat hij je een onbezorgd leven geeft: een mooi huis, een fijne baan, een goede gezondheid, en meer van dat soort dingen.
Dan zit je vast aan je eigen leven. Jezus wil dat je daar los van komt, zodat liefde de drijvende kracht is in jouw leven. Jezus noemt dat ‘je leven haten’. Dat woordje ‘haten’ is misschien wel een beetje misleidend. Het betekent niet dat je jezelf moet verwaarlozen of mishandelen. Het betekent ook niet dat je diep ontevreden moet zijn met je leven. Je leven haten betekent dat liefde doen je meer waard is dan je leven zonder zorgen. Het betekent dat je je geluk niet zoekt in de dingen die je hebt, maar in de liefde van Jezus. dia 16 – ook als het leven je toelacht Maar ‘je geluk in Jezus zoeken’, dat is nog best vaag. Het is ook makkelijk gezegd: ‘Jezus is voor mij belangrijker dan mijn leven.’ Als je leven toch niet bedreigd wordt, hoef je helemaal niet te kiezen tussen Jezus of je leven. Dan is Jezus een soort noodoplossing die je achter de hand houdt, voor die momenten dat je in je leven geen geluk kunt vinden. Maar dat is niet ‘je leven verliezen’! Je leven verliezen is voor elke dag, ook als het leven je toelacht. Het betekent liefde doen, in plaats van bezig zijn met je eigen geluk. Maar hoe doe je dat? Over die vraag heb ik deze week veel nagedacht, en volgens mij kan ik op die vraag helemaal geen antwoord geven. Je moet in je eigen leven zoeken naar hoe je liefde kunt doen. Dus ik ga niet zeggen hoe het moet. Maar wel een voorbeeld van hoe het kan. Afgelopen vrijdag was ik op een conferentie, en daar werd een waargebeurd verhaal verteld over een meisje. Alleen popmuziek en mode vond ze interessant, de rest van de wereld kon haar gestolen worden. Haar ouders ook, en ze is weggelopen van huis. 18 Maanden lang hebben haar ouders op haar moeten wachten. Geen idee hoe het met haar was, of ze nog wel leefde. Maar na 18 maanden kwam ze terug. Ze vertelde dat ze een Alpha-cursus had gedaan, Jezus had ontdekt en nu naar de kerk ging. dia 17 – voedselbank
Een dik jaar later zou ze in de kerstvakantie met haar familie op vakantie gaan, niet zomaar een vakantie, maar een verre vliegreis, echt een droomvakantie. Maar ze is niet meegegaan. Haar kerk had die dagen een actie om voedsel uit te delen aan de armen. Dit meisje heeft het begrepen. Zij heeft haar leven verloren, en zo het leven gevonden. Het geluk een fijn leven heeft ze ingeruild voor Jezus. En dat geluk gaat veel dieper. dia 18 – wees vol verwachting Verlies je leven. Dat is spannend, een sprong in het diepe. Zoals een kind die vakantie spannend vindt, het maanden over niets anders heeft, omdat hij dat nog nooit eerder heeft meegemaakt. Maar Jezus is voor je uit gegaan. Om het echte leven te geven. Je mag met een gerust hart vol verwachting van dat leven zijn. Amen.
1 Korintiërs 4:10 - Dienen met dwaze genade Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe. Liturgie ■
■
■
■
■
■
■
■
■
Zingen: Opwekking 331 Stil gebed Votum en groet Zingen: GKB Gezang 157 (zittend!) Gebed Kinderen naar club Lezen: 1 Korintiërs 4 : 6 – 21 Zingen: Psalm 49 : 2, 3 en 5 Preek over 1 Korintiërs 4 : 10
■
■
■
■
■
■
■
■
Zingen: Psalm 146 : 2, 3 en 4 Kinderen terug Lezen wet Zingen: Psalm 19 : 3 en 6 Gebed Collecte Zingen: Opwekking 378 : 1, 2, 3, 4 en 5 Zegen
Preek: Dienen met dwaze genade Inleiding dia 1 – zwart Een paar jaar geleden logeerde ik in Dordrecht, bij mensen die ik niet kende. Ik was toen nog student en ging naar de ‘nationale synode’, een bijeenkomst van christenen uit veel verschillende kerken, om over de kerkgrenzen heen te kijken. Hoe dan ook, die bijeenkomst duurde twee dagen, en dus had de organisatie gezorgd voor logeeradressen in Dordrecht. Uit allerlei verschillende kerken hadden mensen zich opgegeven om gasten een slaapplaats te geven. Zo kwam ik dus bij een totaal onbekend gezin terecht. dia 2 – bed Als ik ergens logeer, ben ik al snel tevreden. Een luchtbed en een slaapzak, en dan red ik me wel. Een kussen is fijn, maar eventueel prop ik wel wat handdoeken in een kussensloop. Na een gezellige avond werd het tijd om naar bed te gaan. Tot mijn stomme verbazing werd ik naar de ‘master-bedroom’ gebracht: de slaapkamer van de gastheer en gastvrouw. Ik mocht slapen op het comfortabele tweepersoonsbed. Terwijl zij op een luchtbed gingen slapen, volgens mij zelfs bij hun kinderen op de kamer. Wat een gastvrijheid! dia 3 – zwart Het is ook een mooi voorbeeld van zelfopoffering, waar het vanmorgen over gaat. Het is de laatste keer dat we stilstaan bij ons jaarthema: ‘dienen zoals Jezus’. Want dienen en jezelf opofferen, die horen helemaal bij elkaar.
Je kunt niet dienen als je eigen belang voorop staat. Daarom heb ik het bijbelgedeelte van vanmorgen gekozen. Het klinkt vrij makkelijk, zelfopoffering. Maar hoe langer ik me er deze week in verdiepte, hoe onrustiger ik er van werd. Wat Paulus schrijft, dat jeukt en prikt. Want als je zelfopoffering serieus neem, dan zet het je leven op z’n kop. Ik zou Paulus heel veel vragen over dit gedeelte willen stellen. Maar één vraag springt er voor mij bovenuit: ‘Paulus, houdt je van pijn ofzo? Is christen zijn zwaar afzien? Wat is dit voor wrede boodschap?’ dia 4 – dienen met dwaze genade Ik heb ook niet alle antwoorden gevonden. Volgens mij is het ook niet te beredeneren, het is een geheim. Maar ik heb wel ontdekt dat het een prachtig geheim is: het geheim van dienen met dwaze genade. In dat geheim wil ik je graag meenemen. Het leven is goed dia 5 – gehecht aan comfortabel leven Nederlanders staan wereldwijd bekend als gelukkige mensen. Het leven in Nederland is goed. Natuurlijk, er blijven altijd nog dingen te wensen over, en iedereen heeft ook zijn eigen leed om mee te dragen, daar wil ik niets vanaf doen, maar gemiddeld genomen hebben we het goed. Als ik naar mijn eigen leven kijk, dan is dat best comfortabel. Ik geniet ervan dat we een groot huis hebben, dat we genoeg geld hebben om rond te komen, en dat er dan ook nog wat over is voor leuke dingen, zoals uit eten of op vakantie gaan. Natuurlijk moet ik daar voor werken, maar het is mooi werk en zeker geen slavenarbeid. Wat ook heel belangrijk is, is dat ik me veilig voel. Op straat ben ik niet bang dat iemand mij bedreigt. Ik kan er ook rustig voor uitkomen dat ik christen ben. Verder weet ik dat ik in Nederland rechten heb, dat er allemaal wetten zijn om mij te beschermen.
Kortom: het is misschien wat saai, maar ik ben blij met mijn leven. Sterker nog: ik ben eraan gehecht. Ik ben gehecht aan veiligheid. Ik ben gehecht aan mijn rechten. Ik ben gehecht aan wat ik heb. Een leven zonder die dingen kan ik me nauwelijks voorstellen. dia 6 – onbezorgd leven als hoogste ideaal Ook de christenen in Korinte houden wel van het goede leven. En ook zij hebben over het algemeen niets te klagen. Hoe de verhoudingen er precies waren, dat weet ik niet, uit andere gedeelten van de brief wordt wel duidelijk dat er een rijkere en een armere groep gemeenteleden is, maar hier schrijft Paulus: ‘jullie zijn verzadigd, jullie zijn rijk en jullie zijn koningen.’ Dat laatste is wat vreemd gezegd: hoezo zijn deze christenen koningen? Paulus bedoelt het in ieder geval ironisch, ze zijn niet echt koningen, ze doen maar alsof. Waar het om gaat: ze genieten van het rijke leven, en doen alsof het leven daar om gaat. Hun geloof passen ze ook in dat plaatje. Paulus sneert: ‘u bent dankzij Christus zo geweldig wijs.’ Geloof geeft hen gewoon een beetje extra zekerheid. Het belangrijkste in het leven is dat ik het goed heb, dat ik een fijn en comfortabel leven heb. Anderen moeten daar vanaf blijven. Ik heb recht op een onbezorgd leven. Afgelopen week ging het nieuws over Benno L, die veel kinderen heeft misbruikt en zijn straf heeft uitgezeten. Sinds kort woont hij in Leiden. Als je daar woont, grijpt dat enorm in. Veel mensen voelen zich niet langer veilig. Vinden dat hij maar ergens anders heen moet. Ik snap dat wel: het is een inbreuk in je leven. Wie wil er nu geen comfortabel leven? Dat je hebt wat je nodig hebt, en daarmee tevreden kunt zijn? Dat je kunt genieten, en onbezorgd in het leven kunt staan? Dienen is dwaas dia 7 – Paulus en Jezus zijn dwaas Ik zou zeggen: iedereen wil dat.
Maar dan kom ik Paulus tegen. Een onbezorgd leven had hij niet bepaald. Hij was een armoedzaaier, had steeds honger en dorst, had nauwelijks kleren, is vaak genoeg mishandeld en slaapt regelmatig op straat. En voordat je medelijden met Paulus krijgt: hij kiest zelf voor die manier van leven, zo ver wil hij gaan om anderen te dienen. Paulus is dwaas geworden, omwille van Christus. En ‘dwaas’, dat lijkt mij precies het goede woord. Want wie doet dat nou? Alles opgeven wat je hebt? Dan ben je naar wereldse maatstaven inderdaad dwaas. Eerder in zijn brief heeft Paulus het ook al over dwaas en wijs gehad. Wat in de wereld dwaas is, is bij God wijs. Dat zie je bij Jezus, ook al zo’n dwaas. Wij kunnen graag onbezorgd willen leven, maar Jezus had pas echt een onbezorgd leven, in de hemel, bij zijn Vader. Maar Jezus geeft het op om de minste van de mensen te worden. Jesaja zegt dat prachtig in Jesaja 53: ‘hij werd veracht, door mensen gemeden, hij was een man die het lijden kende en met ziekte vertrouwd was, een man die zijn gelaat voor ons verborg, veracht, door ons verguisd en geminacht.’ Jezus geeft alles op om de mensen te dienen. Van die Jezus ben ik onder de indruk. Denk ik: ‘wauw, wie ben ik dat u zo ver gaat?! Dank u wel dat u uw eigen onbezorgde leven durft los te laten!’ dia 8 – wie ben ik om niet dwaas te zijn? En dan wringt het ook. Het wringt als christenen, als ik, vast willen houden aan ons veilige en comfortabele leven. Als we alles wel best vinden zo lang we het maar goed hebben. Als Jezus dwaas is geworden om mij, wie ben ik dan om niet dwaas te willen zijn? Als Jezus alles opgeeft, wie ben ik dan om alles te claimen? Paulus begreep dat. Het kruis van Jezus, waar al Jezus’ dwaasheid bij elkaar komt,
waar Jezus zelfs sterft om ons te dienen, dat kruis beïnvloedt elke dag Paulus’ leven. Dienen is dwaas. Het gaat veel verder dan vriendelijkheid. Dienen betekent dat je dingen opgeeft. Dienen betekent pijnlijke keuzes maken. En natuurlijk is ons leven anders als dat van Paulus. Voor ons zijn er weer andere keuzes. Net noemde ik al even Benno L. Als hij bij je in de straat zou wonen, zou je je daar op z’n minst ongemakkelijk bij voelen. Rikko Voorberg, kerkplanter in Amsterdam, heeft er een facebookpagina aan gewijd: ‘Benno L welkom in onze straat.’ Hij bracht mij aan het denken: durf ik die pijnlijke keuze inderdaad te maken? De kans dat ik voor die keuze gesteld wordt, is zeer klein, en toch kreeg ik er al hartkloppingen van. Ik bedoel niet dat iedereen hem warm moet ontvangen, ik heb er alle begrip voor als je dat niet kunt, helemaal als het iets persoonlijks is. Maar wat ik wel wil zeggen: als je zo dient, dan is dat pijnlijk en dwaas. Een ander voorbeeld komt uit de Middeleeuwen. Als de pest rond ging, een besmettelijke en dodelijke ziekte, waren het de christenen die voor de patiënten zorgden. Ook al liepen ze het gevaar zelf besmet te worden. Er zijn andere manieren om dwaas te dienen. Als je ervoor kiest je onbezorgde leven niet voorop te zetten. Om iets kostbaars weg te geven, mensen te dienen waar je een grote weerstand tegen voelt. Je kunt enorm geobsedeerd zijn met je eigen leven en daar hard voor vechten. Paulus heeft iets beters ontdekt. Jezus is zijn geluk, en dan zijn pijnlijke keuzes opeens minder pijnlijk. Wrede boodschap? dia 9 – wrede boodschap? Ik ga even terug naar de vraag die ik aan het begin stelde: Is christen zijn zwaar afzien? Is dit een wrede boodschap? Waarom zou je pijnlijke keuzes maken,
dwaas dienen en je onbezorgde leven op het spel zetten? dia 10 – het begint bij Jezus’ liefde Dat kan alleen als je iets mooiers hebt ontdekt. En dat heeft Paulus! Paulus heeft Jezus leren kennen, heeft geleerd dat Jezus’ liefde alles voor hem is, en dat hij daarom echt vrij is. Vorige week hebben we het daarover gehad. Het is echt een verademing als je zoals Paulus in het leven kunt staan. Dat je niet altijd druk hoeft te zijn met je eigen leven, maar dat je met een gerust hart kunt geven. Wil je Paulus’ geheim ontdekken, dan begint het bij Jezus en zijn liefde. Paulus kan het dus aan omdat hij iets beters heeft. Hij kan de pijn verdragen. Maar gelukkig houd het daar niet bij op. De pijn is voor Paulus ook meer dan de moeite waard. Dienen met dwaze genade, dat is voor Paulus vooral heel erg mooi! dia 11 – Gods koninkrijk ontdekken Zoals de Korintiërs het doen, dat is maar een half evangelie. Bij hen gaat het alleen maar om hun eigen behoud. Ze sluiten zich op in hun eigen comfortabele leven. Geloof is daar bij hen ook voor: het geeft hen extra zekerheid en gemak. Maar God is veel meer van plan dan met jou alleen! God wil een nieuwe wereld beginnen, zijn koninkrijk. Dat is een wereld waarin zelfopofferende liefde heel normaal is. Als je zoals die Korintiërs leeft, dan ontglipt je dat. Dan leer je niets over liefde, dan gaat het alleen maar om gemak. Om Gods koninkrijk in deze wereld te zien, om het te ontdekken in mensen die zichzelf geven, daar moet je wel dwaas voor worden. dia 12 – Gods genade ontdekken En toch, het blijft moeilijk. Volgens mij zit onze trots vaak nog in de weg. Bij de Korintiërs was dat in ieder geval wel het probleem, en bij mij werkt het net zo. De neiging om mezelf beter te vinden dan anderen, zit heel diep. Mensen die zichzelf in de nesten hebben gewerkt,
daar ga ik me toch niet voor opofferen?! Maar Paulus zegt: ‘bezit u ook maar iets dat u niet geschonken is?’ Er is geen enkele reden om je beter te voelen dan een ander! Dat ik mijn leven aardig op de rit heb, is geen prestatie maar een geschenk van God. God heeft de ander net zo lief als mij. Die ander die ik liever niet dien, die ik ontwijk, die is confronterend voor mijzelf! Dat geldt ook voor Benno L: ik ben niet beter. Ik weiger te geloven dat ik een beter mens ben. Hij zet mij op mijn plek: hij heeft Gods liefde net zo hard nodig als ik. Dienen maakt me nederig, laat me zien wat genade is. Ook ik kan van mijn comfortabele voetstuk vallen. Maar God is groter. Ik geloof in genade! Dien met dwaze genade dia 13 – dien met dwaze genade Dwaze genade is prachtig! Paulus zit er helemaal vol mee. Hij is vol van Jezus, diep onder de indruk van Jezus’ dwaasheid, en wil zelf ook niets liever meer. Dat wil hij graag delen! Daarom zegt hij: ‘ik roep u op mij na te volgen.’ Dien ook met dwaze genade! dia 14 – niet uit schuldgevoel Paulus zegt erbij dat hij de Korintiërs niet wil beschamen. Hij wil ze niet met een schuldgevoel opzadelen. Ik wil dat ook niet. En ik hoop dat we elkaar ook niet met dat schuldgevoel opzadelen. Het laatste wat we moeten, is de lat voor elkaar hoog leggen, elkaar beoordelen of we wel goed genoeg dienen en opofferen. Neem elkaar niet de maat! Het gaat niet om de vraag: dienen anderen wel genoeg, maar om de vraag: durf ik mijzelf op te offeren? En dan niet omdat je je verplicht voelt, maar omdat je net als Paulus getroffen bent door Jezus’ liefde. dia 15 – leer het van anderen
Zo dienen kun je ook leren als je naar anderen kijkt. Misschien is het je wel opgevallen dat Paulus niet schrijft dat je een voorbeeld aan Jezus moet nemen, maar aan Paulus. Kun je niet veel beter een voorbeeld nemen aan Jezus? Paulus zal dat nooit ontkennen. Maar de Korintiërs hebben Paulus in hun midden meegemaakt, Jezus niet. Ze kennen het voorbeeld van Paulus. Door naar Paulus te kijken kunnen ze het leren. Zo kun je het vandaag ook leren: door een voorbeeld te nemen aan mensen voor wie je bewondering hebt om hun zelfopoffering. dia 16 – wees niet bezorgd om jouw geluk Wat ik bij het voorbereiden van deze preek vooral heb geleerd, is dat zelfopoffering heel diep gaat. Ik had een wat burgerlijk beeld van dienen: elkaar een beetje helpen. Maar dwaas, zwak en veracht? Ik kon me er weinig bij voorstellen. Tot ik zag hoe mensen reageerden op het initiatief van Rikko Voorberg, om Benno L welkom te heten in je straat. Naast veel positieve reacties, waren er ook lelijke bedreigingen aan zijn adres. Als je bereid bent te dienen, kan het inderdaad verachting oproepen! Niet alleen lang geleden en ver weg, maar ook in onze eigen wereld. Zoek je geluk niet in wat je hebt, maar in Jezus. Dat betekent niet dat je niets meer mag hebben. Ik voel me wel eens schuldig over ons grote huis. Maar dat hoeft niet. Wees dankbaar voor alles wat je van God krijgt. Maar ga er dan niet bezitterig mee om, dat het jouw geluk moet dienen. Wat je van God krijgt, daar mag je ook ruimhartig van delen. Echt geluk vind je niet als druk met je geluk bezig bent. Echt geluk vindt je in Jezus dwaze genade. Amen.
1 Korintiërs 4:3-4 - In Jezus ben ik vrij (met Samen Groeien)
Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe.Bij deze preek is preekverwerkingsmateriaal beschikbaar:
Samen GROEI-en.” col=”6″] Liturgie ■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
Zingen: Opwekking 518 Stil gebed Votum en groet Zingen: GKB Gezang 145 : 2, 3 en 4 Gebed Kinderen naar club Lezen: 1 Korintiërs 3 : 1 – 4 : 5 Zingen: Psalm 139 : 1, 7 en 8 Preek over 1 Korintiërs 4 : 3 – 4 Zingen: Psalm 131 : 1, 2 en 3 Kinderen terug Lezen wet Zingen: GKB Gezang 140 : 1 Gebed Collecte Zingen: LvK Lied 90 : 1, 3 en 11 Zegen
Preek: In Jezus ben ik vrij Schaatssucces dia 1 – olympische spelen De Olympische spelen zijn in volle gang. Nederland is er van in de ban. We doen het ook goed! De ene na de andere medaille wordt binnengesleept. Alsof het niets is. Wij, Nederlanders, laten de wereld wel even zien wie de baas is! Oke, alleen met schaatsen, bij die andere sporten bakken we er vrij weinig van, maar schaatsen dat telt! En we zijn allemaal toch stiekem wel een beetje trots dat Nederland het zo goed doet. dia 2 – podium
Een wedstrijd om nooit te vergeten, was de 500 meter voor mannen. Nog nooit won een Nederlander Olympisch goud op die afstand, maar nu kleurde het hele podium oranje. Michel Mulder, Jan Smeekens en Ronald Mulder. dia 3 – banner Greijdanus En wat het voor mij extra bijzonder maakt: Michel en Ronald hebben op dezelfde school gezeten als ik: het Greijdanus College in Zwolle. Ik ken ze niet, en toch voelt het alsof ik een beetje meedoe in hun overwinning. Die Michel heeft toch maar mooi Jan Smeekens verslagen, ook al is het maar met een fractie van een seconde. En daar hoor ik bij! Het is alsof ik zelf Olympisch goud heb gewonnen. Ik zie mijzelf al op het podium staan, en ga me bijna beter voelen dan Jan Smeekens. Totdat ik bedenk dat wat hij in 35 seconden doet, dat ik daar toch minsten drie en een halve minuut voor nodig heb… dia 4 – zwart Vreemd is dat… Dat anderen goed schaatsen, en dat wij ons zo met hen verbonden voelen, dat we schaamteloos zeggen dat ‘wij’ hebben gewonnen. Het doet ons goed als landgenoten presteren. Want dan mogen we trots zijn op onze Nederlandse identiteit. dia 5 – in Jezus ben je vrij En over identiteit en prestaties gaat het vanmorgen. Identiteit gaat over de vraag: wie ben ik? Ben ik iemand omdat ik iets goed kan, en anderen daar bewondering voor hebben? Ben ik iemand omdat ik bij de goede groep hoor, bijvoorbeeld een sporter of een zanger, en anderen me daarom waarderen? Of zit het daar niet in? Voordat we met die vragen bezig gaan, moet ik nog even iets uitleggen. Deze preek is er een in een serie over dienen. Het bijbelgedeelte gaat daar niet rechtstreeks over. Maar dienen kan heel gevaarlijk zijn:
een manier om van je eigen schuldgevoel af te komen. Als je dient zonder dat dat geworteld is in het besef dat God zielsveel van je houdt, is dienen de zoveelste afgod in ons leven. Daarom staan we vandaag stil bij de vraag: hoe kijk je naar jezelf? Ik wil je graag laten zien dat je in Jezus vrij bent. dia 6 – boekje Over die vraag en de bijbeltekst van vanmorgen, heeft Tim Keller een mooi boekje geschreven: “bevrijd van je zelf.” Voor de preek heb ik daar dankbaar gebruik van gemaakt. Altijd maar vergelijken dia 7 – ik wil de beste zijn Hoe kijk je naar jezelf? Waarom ben jij waardevol? Op die vraag kan ik natuurlijk niet voor jullie een antwoord geven, want iedereen is anders. Wat ik wel weet is dat veel mensen zichzelf waardevol vinden omdat ze ergens goed in zijn. Grappen maken, preken, dienen. Maar goed is vaak nog niet goed genoeg. Ik wil niet goed zijn, ik wil beter zijn. Beter dan anderen. Hoe goed je ook bent, de zilveren medaille is een medaille voor verliezers… Mensen zijn steeds bezig zichzelf met anderen te vergelijken. Je moet de beste grap maken, en ik de beste preek, of je moet het beste dienen. Je bent iemand als anderen van je onder de indruk zijn. Zo zijn de Korintiërs ook druk bezig. Ze vergelijken zichzelf graag met anderen. Als ze ergens beter in zijn, dan zijn ze trots, maar als iemand anders beter is, dan zijn ze jaloers. Ze zijn druk bezig met hun ego. Want wat geeft het een goed gevoel als anderen van je onder de indruk zijn! Dat streelt je ego. Hoe anderen over je denken is dus heel belangrijk. Daarom moet je scherp blijven en presteren, laten zien dat je belangrijk bent.
Anders ben je een loser. dia 8 – ik hoor bij de goede groep Toch kan er maar één de beste zijn. Ik kan niet schaatsen. Dan kan ik me maar beter met een goede schaatser identificeren: dan deel ik in zijn roem. In Korinte gebeurt dat ook. De een hoort bij Paulus en de ander bij Apollos. Allebei zijn ze als evangelist in Korinte geweest. Ze hebben hetzelfde evangelie verteld, het gaat dus niet om een meningsverschil over de inhoud. Het gaat alleen maar om persoonlijke voorkeur: de een vindt Paulus aansprekend, de ander vindt Apollos een fijne man. Zo ontstaan er groepen, van mensen die trots zijn op dezelfde leider. Het lijken misschien verschillende dingen, je identiteit zoeken in waar jij het beste in bent en je identiteit zoeken in een groep, maar er zit steeds hetzelfde achter: je wilt anderen aftroeven zodat je positief over jezelf kunt denken. Wie je bent, wordt bepaald door anderen. dia 9 – dienen om jezelf waardevol te vinden Het klinkt misschien gek, maar ook dienen kan een manier zijn om positief over jezelf te denken. Je zet je volop in voor anderen, en hoopt dat anderen dat zien, en dat ze hun waardering uitspreken. En doen ze dat niet, dan helpt dienen tenminste nog om jezelf nuttig te voelen. Je moet wel dienen, want anders kun je niet tevreden zijn over jezelf. Dan is dienen jouw antwoord op de vraag ‘waarom ben ik waardevol?’ Juist dienen, je voor anderen inzetten, doe je dan om er zelf beter van te worden. Ik betrap mijzelf daar wel op: dat ik anderen dien omdat ik waardering wil. Maar dan is dienen een afgod, een afgod die je hard laat werken en zweten. Oordelen zijn niet belangrijk dia 10 – oordelen zijn niet belangrijk Jezelf steeds vergelijken met anderen, altijd beter moeten zijn en waardering nodig hebben, dat is een erg vermoeiende bezigheid. Het is nooit
goed genoeg, en als je wel tevreden over jezelf kunt zijn, moet je ervoor knokken dat vast te houden. Wie weet nog wie er vier jaar geleden met de Olympische schaatsmedailles vandoor gingen? Nee, er is niets mis met hard werken en complimenten. Maar laat dat niet bepalen wie je bent! dia 11 – meningen van mensen niet naar je identiteit trekken Paulus kijkt op een heel andere manier naar zichzelf. Hij zegt: ‘hoe u of een menselijke instelling over mij oordeelt, interesseert me niet’. Die hele vergelijkingswedstrijd, Paulus doet er niet aan mee. Paulus wijst erop dat hij, en ook Apollos, alleen maar dienaren waren. Het ging hen om de Korintiërs, niet om zichzelf. Voor Paulus is dat een diepe werkelijkheid. Het kan hem werkelijk niets schelen wat de Korintiërs van hem vinden. Ze mogen vinden wat ze willen, maar Paulus zal er niet anders over zichzelf door gaan denken. Dat betekent niet dat Paulus zich afsluit voor kritiek. Van Paulus mag iedereen kritiek op hem hebben. Maar kritiek raakt hem niet in wie hij is. Juist dat geeft ruimte voor kritiek. Kritiek is voor Paulus geen persoonlijke afwijzing. Daarom kan hij er nuchter mee omgaan. dia 12 – niet over jezelf oordelen Maar is Paulus dan zo’n super zelfbewust persoon, iemand die aan alle kanten uitstraalt: ‘kan me niet schelen wat je van me denkt, ik ben tevreden met mijzelf’? Nee dus! Paulus zegt niet: ‘het kan me niet schelen wat jullie van me denken, want ik weet wel hoe ik over mijzelf denk.’ In plaats daarvan zegt hij: ‘hoe ik over mijzelf oordeel telt evenmin.’ Je niets aantrekken van anderen en gewoon positief over jezelf denken, is geen oplossing. Anderen hebben misschien een oordeel over mij, maar de meest vernietigende oordelen heb ik nog altijd over mijzelf.
Ik ben nooit tevreden over hoe ik het doe. Dan moet ik mijn eigen waardering gaan verdienen… Dat werkt niet. Paulus weet dat ook. Er is vast veel op hem aan te merken. Als hij zichzelf vergelijkt met hoe hij graag wil zijn, dan stelt hij zichzelf teleur. Het is nooit goed genoeg. Met dienen is dat ook zo: als je dat doet om iemand te zijn, is het een bodemloze put waar je heel leeg van wordt. dia 13 – minder aan jezelf denken Paulus’ oplossing is heel simpel: hij is gestopt met vergelijken, hij trekt zich van oordelen niets meer aan. Om het met de woorden van Tim Keller te zeggen: Paulus denkt niet positiever over zichzelf, hij denkt ook niet negatiever over zichzelf, hij denkt minder aan zichzelf. Paulus wil zijn energie niet stoppen in zijn zelfbeeld. Dat is pas echt nederig: het gaat hem niet om zichzelf, hoe mensen over hem denken. Als je Paulus tegen zou komen, hoef je niet bang te zijn dat hij op een of andere manier beter van je wil worden, daar is Paulus namelijk niet mee bezig. Hij is oprecht op anderen gericht.Gods oordeel telt dia 14 – Gods oordeel telt Het moet heerlijk zijn, om net zoals Paulus in het leven te staan! Wat kun je toch veel met jezelf bezig zijn, wat kun je gevoelig zijn voor waardering, waardering van anderen en waardering van jezelf. En wat valt dat vaak tegen, omdat je nooit zo veel waardering krijgt als je zou willen. Dan is het toch fantastisch als je net als Paulus kunt zeggen: ‘wat mensen van me vinden, het maakt niet uit, en hoe ik over mijzelf denk, doet er ook niet toe.’ Dat is bevrijdend! Maar kan het echt? Is dat niet iets wat alleen voor heel bijzondere mensen, mensen zoals Paulus, is weggelegd? Is het misschien voor extreem ongevoelige mensen?
dia 15 – we gaan steeds naar de rechtbank Paulus heeft het steeds over ‘oordelen’. Daarmee komen we in de wereld van de rechtbank. In een rechtbank is er altijd een aangeklaagde en er is een rechter om een oordeel te vellen. Zelf ben ik nog nooit in een rechtbank geweest, maar het lijkt me erg spannend! Vooral als de rechter een beslissing over jou moet nemen. Ik zou daar heel onzeker van worden. Het stomme is dat we onszelf dat steeds aandoen. We gaan steeds naar de rechtbank toe, de rechtbank of je wel waardevol bent, en anderen mogen hun oordeel dan over je geven. Bijvoorbeeld of ze je foto op facebook liken. En met dat oordeel is het helaas niet klaar… Volgende week begint het weer van voor af aan. We laten ons steeds beoordelen. dia 16 – Gods oordeel telt: hij houdt van je! Voor Paulus geldt dat niet. Hij schrijft: ‘het is de Heer die mij oordeelt.’ En het fijne van dat oordeel, is dat het niet elke dag verandert! Alleen Gods mening telt, en gelukkig is Gods mening niet afhankelijk van wat ik doe. Voor God maakt het niet uit of je Olympisch goud wint, of alleen achter een stoel kunt schaatsen. Voor God maakt het niet uit of je een gangmaker bent, of dat je je leven maar saai vindt. Voor God maakt het niet uit of je keurig leeft, of dat je jezelf diep in de put hebt gewerkt. Voor God maakt maar één ding uit: Jezus. Als je in Gods rechtbank staat en tegen God zegt: ‘Heer, kijk toch alstublieft niet naar mij, van die rotzooi wordt niemand vrolijk, kijk toch naar Jezus’, dan wordt je vrijgesproken! Dan zegt God: ‘ja, Mark ik houd zielsveel van je!’ Probeer het maar eens met je eigen naam! Gods oordeel telt.
Als hij je waardevol vindt, en dat vindt hij, en als je daar zelf ook steeds meer van overtuigd bent, dan maakt het steeds minder uit wat anderen van je vinden. Aan het einde van deze dienst gaan we een lied zingen met de zin: ‘ik lach en loop te zingen in louter zonneschijn’. Daarmee wordt niet bedoeld dat alles in het leven makkelijk is, maar wel dat God van je houdt, en je daarom mag weten dat je waardevol bent. dia 17 – bij God vind je vrijheid Als je net als Paulus kunt zeggen: ‘het is de Heer die over mij oordeelt’, dan ben je vrij! Dan hoef je andere mensen niet al concurrenten te zien, die iets beter kunnen dan jij. Dan hoef je ze ook niet te zien als rechters, die je steeds weer beoordelen. Geloof in God wordt wel eens gezien als een einde aan al je vrijheid. Het is juist andersom: pas bij God vind je vrijheid. Wees vrij dia 18 – hoe kan Gods liefde in je hart landen? Ik hoop dat ik je iets heb kunnen laten zien van hoe mooi het is om vrij te zijn. Dat je waardevol bent voor God, en dat je daarom niet bezig hoeft te zijn met oordelen. Vrij zijn, het klinkt prachtig, maar in de praktijk is het best moeilijk. Ik weet met mijn verstand wel dat God van mij houdt, en dat dat genoeg is, maar ondertussen blijf ik gevoelig voor mensen. Hoe kan die liefde van God in je hart landen? Dat het geen mooie woorden zijn, maar dat het echt alles voor je is? dia 19 – geef God ruimte te zeggen dat hij van je houdt Zelf merk ik dat ik echt onder de indruk kan zijn van Gods liefde, maar als ik daar even wat minder mee bezig ben, het ook weer wegzakt en mensen weer belangrijker worden. Volgens mij is er maar een manier om uit Gods liefde te leven, en dat is er steeds weer mee bezig zijn. Want Gods liefde is niet een kwestie van weten hoe het in elkaar steekt. Zo werkt liefde niet.
In een gewone relatie ook niet. Dan moet je blijven vertellen dat je van elkaar houdt, met woorden, met een dikke knuffel of een avondje uit. Geef God die ruimte ook! Om tegen je te blijven zeggen dat hij van je houdt. Dat boekje van Tim Keller, ‘bevrijd van je zelf’, had ik al eens eerder gelezen. Deze week las ik het opnieuw, en ik was weer onder de indruk van Gods liefde. Ik heb het nodig dat God dat elke dag tegen mij zegt. En dat wil hij! Houd je oren en ogen open voor dat God het steeds wil zeggen. Zoek het in de bijbel of in je gebed. Je kunt ook herinneringen voor jezelf maken, door een mooie bijbeltekst op te hangen in je slaapkamer. Van mijn zusje kreeg ik dit kubusje toen ik belijdenis heb gedaan. Er staat op: ‘smile, God loves you’. ‘Lach, God houdt van je’. Ik heb hem maar weer eens op m’n bureau gezet. dia 20 – pas dan kun je dienen En als het tot je doordringt, als Gods liefde genoeg voor je is, dan kan dienen pas beginnen. Dan hoef je niet meer te dienen om waardering van anderen te krijgen, om je eigen ego wat op te krikken. Gods liefde is genoeg. Dan kun je oprecht dienen, zonder bijbedoelingen. Het is dan geen manier om jezelf waardevol te kunnen vinden, je weet al dat je waardevol bent, dus kun je je helemaal op de ander richten. Dus wees vrij. En geniet van Gods enorme liefde. Amen.
1 Korintiërs 12:12-13 - Iedereen is nodig
bij Jezus' leerlingen Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe. Liturgie ■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
Zingen: Opwekking 733 Stil gebed Votum en groet Zingen: Psalm 115 : 1, 6, 7 en 8 Gebed Kinderen naar club Lezen: 1 Korintiërs 12 Zingen: GKB Gezang 119 : 2 en 5 Preek over 1 Korintiërs 12 : 12 – 13 Zingen: Psalm 133 : 1, 2 en 3 Kinderen terug Lezen wet Zingen: E&R 260 (Hand en voet) Doop Anna-Loïs Stelma Lezen doopformulier 1 Doopsbediening Zingen: Psalm 103 : 1, 2 en 5 Gebed Collecte Zingen: LvK Lied 320 : 1, 2 en 4 Zegen
Preek: Iedereen is nodig bij Jezus’ leerlingen Samen sterk dia 1 – keuken Ik wil jullie vanochtend meenemen naar de keuken. Ik houd er wel van om een lekkere maaltijd klaar te maken. En of je zelf nu vaak in de keuken staat en de heerlijkste maaltijden weet te bereiden, of dat je er helemaal niets van bakt, iedereen weet dat je voor een lekkere maaltijd verschillende ingrediënten nodig hebt. dia 2 – ingrediënten
Veel ingrediënten zijn los helemaal niet lekker. Probeer maar eens een hap zelfrijzend bakmeel te eten, dan weet je waar ik het over heb… Zelfrijzend bakmeel moet je gebruiken, bijvoorbeeld om pannenkoeken te maken. En dan heb je ook andere ingrediënten nodig, zoals melk, boter, zout en eieren. Ik heb het eens gepresteerd de eieren te vergeten… Nou, daar worden die pannenkoeken dus ook niet beter van. Een leerzame ervaring: ik vergeet de eieren nooit weer! Samen maken de ingrediënten de maaltijd en je kunt niet zomaar iets eruit weglaten. Met mensen kan dat ook zo zijn. Mensen zijn verschillend. Verschillende mensen hebben verschillende dingen die ze goed kunnen. Als je de goede mensen bij elkaar zet, kunnen ze dingen die ze alleen nooit zouden kunnen. dia 3 – aftiteling Kijk maar eens in de aftiteling van een film. Dat is natuurlijk niet het interessantste stuk van een film, de meeste mensen zetten het dan ook snel uit, maar je krijgt er wel een mooi kijkje achter de schermen. De lijst van mensen die hebben meegewerkt, houdt maar niet op! Uiteraard heb je acteurs nodig, mensen die de hoofdrollen en bijrollen spelen. En een cameraploeg, om alles op te nemen. Maar daarmee ben je er nog lang niet! Je hebt een scriptschrijver nodig en een regisseur. Muziek is in veel films ook belangrijk, dus je hebt muzikanten nodig en iemand die de muziek selecteert. Achter de schermen heb je mensen die zorgen voor het decor, mensen die zorgen voor de goede kleding, mensen die de acteurs opmaken, mensen die zorgen dat iedereen op het goede moment op de goede plek is, en ga zo maar door. En al die mensen krijgen soms ook honger, dus er zijn ook nog mensen voor de catering nodig. Al die mensen kunnen in hun eentje geen film maken. Een acteur zonder cameraman kan niets beginnen. Allemaal hebben ze iets waar ze goed in zijn.
En allemaal zijn ze onmisbaar voor het maken van een film. Samen staan ze sterk. dia 4 – iedereen is nodig bij Jezus’ leerlingen Is dat in de kerk ook zo, dat je samen sterk staat? Daarover schrijft Paulus in zijn brief aan de christenen in Korinte. Wat hij zegt, kun je in 1 zin samenvatten: iedereen is nodig bij Jezus’ leerlingen. Samen sta je sterk.Ieder voor zich dia 5 – ieder voor zich Dat is tenminste de theorie. In de kerk kun je niet zonder elkaar. Maar is dat ook de praktijk? Heb je anderen echt nodig? Of redt je het zelf wel? We gaan naar Korinte, een Griekse stad, in de eerste eeuw. Korinte is een havenstad, een wereldstad. Allerlei soorten mensen wonen er door elkaar heen. Het is een hele diverse stad. Toch hadden al die verschillende mensen maar weinig met elkaar te maken. Als Jood ging je niet met Grieken om, en als rijke ging je niet met slaven om. O ja, misschien wel voor wat zakelijke contacten, maar verder hield je afstand. Het is ieder voor zich. dia 6 – wel of geen klanktaal spreken In het kerkje van Korinte gebeurt hetzelfde. Het is niet een geheel, van mensen die samen Jezus volgen, en waar iedereen gelijkwaardig is. Nee, sommigen waren onmisbaar voor het kerkje, of vonden zichzelf in ieder geval onmisbaar, terwijl anderen het gevoel kregen dat ze nergens nuttig voor waren, een blok aan het been. Er is een scherpe tegenstelling binnen het kerkje: sommige leden kunnen in klanktaal spreken, anderen kunnen dat niet. Wat die klanktaal nu precies was, ik weet het niet… De meningen verschillen er behoorlijk over.
De vraag is dan vooral of die mensen een bestaande vreemde taal spraken, of dat ze in een niet-bestaande taal spreken. Voor vandaag is het niet zo belangrijk. Waar het om gaat, is dat mensen die in klanktaal konden spreken, de belangrijkste gemeenteleden waren. Mensen die het niet konden, telden eigenlijk niet mee. In Korinte is het dus niet ‘samen sta je sterk’, maar ‘als je klanktaal spreekt, sta je sterk.’ Dan heb je helemaal geen anderen meer nodig. Dan kun je op eigen benen staan. En dus is het ieder voor zich. dia 7 – ik los het zelf wel op Bij zo’n indeling van wel en geen klanktaal spreken, denk ik: het zal wel, waar gaat dit over…? Maar wat daarachter zit, op eigen benen willen staan, dat is al een stuk herkenbaarder. Op school had ik altijd een enorme hekel aan samenwerken. Samen een werkstuk schrijven… verschrikkelijk! Laat mij dat maar alleen doen. Willen we elkaar wel nodig hebben? Volgens mij liever niet. Als je een probleem hebt, los je het zelf wel op. En met geloof gaat het vaak ook zo: het is mijn geloof, daar heb ik echt geen anderen bij nodig. Ze moeten zich niet met mij bemoeien.In Christus aan elkaar gegeven dia 8 – geloof is geen prestatie maar geschenk En juist dat punt, ‘het is mijn geloof’, daar begint Paulus mee. Want is het wel jouw geloof? De Korintiërs zien geloof als een mooie prestatie, zoals veel in Korinte om prestaties ging. Je kon jezelf opwerken, daarmee aanzien verdienen, of diep zinken en geen blik waardig gekeurd worden. Bij geloven gaat het juist niet om presteren. Paulus zegt: ‘niemand kan ooit zeggen “Jezus is Heer”, behalve door toedoen van de heilige Geest.’ Je geloof is dus niet een prestatie, iets om trots op te zijn, maar iets dat je van God krijgt!
De heilige Geest zorgt dat je kunt zeggen ‘Jezus is Heer’. En als je dat zegt, dan zeg je dat Jezus de belangrijkste is in je leven, dat je niet trots bent op jouw prestaties of op jouw geloof, maar op Jezus! En wat is dat heerlijk bevrijdend! Je hoeft jezelf niet steeds te bewijzen, je hoeft niet te presteren om indruk op anderen te maken, je hoeft je eigen problemen niet op te lossen, zodat anderen bewondering voor je hebben. Het is niet jij tegenover de rest van de wereld. Bij Jezus hoef je niet te presteren, hoef je je niet tegen anderen af te zetten, maar hoor je juist bij elkaar. dia 9 – delen van een lichaam Paulus vergelijkt dat met een lichaam. Een lichaam heeft veel verschillende lichaamsdelen. En in een lichaam is het natuurlijk niet zo dat de lichaamsdelen indruk proberen te maken op elkaar. Alsof je met je handen iets heel moois kunt maken, en je ogen dan jaloers worden… Dat slaat natuurlijk nergens op: zonder je ogen hadden je handen dat niet eens gekund. Christenen, mensen die zeggen dat Jezus Heer is, horen ook zo bij elkaar, als leden van een lichaam. Daar gaat het ook om bij de doop. De doop maakt christenen leden van 1 lichaam. Straks wordt Anna-Loïs gedoopt. Krijgt ze het teken dat zij ook bij het lichaam hoort. Dat zij en wij elkaar nodig hebben. In een lichaam heeft elk lichaamsdeel een eigen plek. Voeten zijn om mee te lopen en met je handen kun je iets oppakken. Doordat elk deel anders is, wordt het samen een lichaam. Ze vullen elkaar aan. dia 10 – verschillende gaven In de kerk is dat ook zo: daar hebben we allemaal een eigen plek, zodat we elkaar aanvullen. Paulus heeft het dan over gaven van de Geest.
Elke christen heeft zulke gaven gekregen. Maar wat zijn die gaven dan? Paulus noemt er heel wat, en op andere plaatsen in de bijbel noemt hij nog weer anderen. Er zijn dus meer gaven dan Paulus hier noemt. Ze hebben wel allemaal met elkaar te maken: het zijn gaven om elkaar te helpen met geloven. Gaven zijn dus iets anders als talenten. Je kunt het talent hebben om muziek te maken of om lekker te koken. Mooie dingen, waarmee je elkaar ook kunt aanvullen, maar je helpt er nog geen anderen mee om te geloven. Talenten kunnen wel gaven worden. Als je met de muziek die je maakt, mensen helpt te geloven. Of als je een maaltijd voor een ander maakt, en de ander daarin iets van Gods liefde ziet. Dan is het een gave geworden, die Paulus zelf ook noemt: de gave van bijstand verlenen.Hebben we elkaar echt nodig? dia 11 – hebben we elkaar echt nodig? Maar hebben we elkaar wel echt nodig? Het is mooi dat Paulus dat zegt, maar werkt het echt zo? Je kunt denken dat niemand jou nodig heeft. En je kunt ook denken dat jij niemand nodig hebt. Is het inderdaad zo dat sommige mensen veel voor anderen betekenen, en dat anderen vooral veel hulp nodig hebben? dia 12 – niemand heeft mij nodig? Eerst maar over dat jij niet nodig bent, dat niemand op jou zit te wachten, dat je niets voor het geloof van anderen betekent, en de kerk net zo goed zonder jou zou kunnen. Je voelt je minderwaardig. Paulus lijkt ook te zeggen dat dat klopt: dat er belangrijke en minder belangrijke leden zijn. Hij heeft het over zwakke delen van het lichaam. Blijkbaar heeft de een meer te bieden dan de ander. Maar schijn bedriegt! Want, zegt Paulus, juist die delen die het zwakst lijken, zijn het meest noodzakelijk! dia 13 – herinneren aan genade Ik denk dan maar aan Anna-Loïs.
Zij is vast niet de eerste van wie je zou zeggen: daar hebben we nou wat aan! Maar zij is niet alleen een geschenk aan haar ouders, ze is ook een geschenk aan de hele gemeente. Ze is een voorbeeld van iemand die nog niets gepresteerd heeft, in alles van anderen afhankelijk is. Om je eraan te herinneren: voor God hoef ik niet te presteren, het gaat om zijn genade. Juist mensen die weinig te bieden hebben, kunnen op die manier een geweldig getuigenis geven. dia 14 – groot geloof Wat ik opvallend vind, is dat Paulus de gave van een groot geloof noemt. Dat zou je misschien niet direct als een gave zien waardoor anderen wat aan je hebben. Maar wat is het bijzonder als iemand een zwaar leven heeft, en ondanks alle tegenslag een rotsvast vertrouwen op God heeft! Dan kom ik daar om die persoon te bemoedigen, maar ben ik degene die bemoedigd naar huis gaat! Zo geeft God iedereen zijn eigen, onmisbare plek, in het lichaam. Misschien door je kwetsbaarheid, misschien door je groot geloof, misschien door je gave om te bidden, en ga zo maar door. dia 15 – ik heb niemand nodig? Anderen denken: ik heb niemand nodig, alleen is wel net zo makkelijk. Juist dan kun je veel leren van die mensen die zichzelf als zwakke delen zien. Jezus wil je bevrijden van dat je altijd alles zelf moet doen. Hij wil je leren te ontvangen. Je doet jezelf alleen maar tekort als je zonder anderen denkt te kunnen. We zijn niet gemaakt om zelfstandig te zijn. En de een heeft meer zorg nodig dan de ander. Paulus zegt dat ook. Zo zit een lichaam ook in elkaar. Maar juist door voor de andere delen te zorgen, door jouw gave voor een ander in te zetten, kun je zelf ook weer groeien.
Wat heeft God het toch prachtig bedacht!Dien elkaar met je gaven dia 16 – dien elkaar met je gaven In de kerk hebben we elkaar nodig. Jij hebt anderen nodig en anderen hebben jou nodig. Dan zijn we zo’n lichaam waar Paulus het over heeft. Dien elkaar dus met je gaven. dia 17 – ontdek je gave Heb je geen idee wat je gave is? Dan begint het met het ontdekken daarvan. In 1 Korintiërs 12 noemt Paulus er heel wat op, misschien herken je er wel een van. Ik denk dat je er niet al te diep voor in jezelf moet graven. Als je anderen echt met je gaven wilt dienen, wordt ook vanzelf wel duidelijk wat je gaven zijn. Doe maar gewoon wat je tegenkomt, bijvoorbeeld op een kringbijeenkomst. En luister ook naar wat anderen zeggen: vaak heb je zelf niet zo goed door wat je gave is, maar kunnen anderen je er op wijzen. Laten we dat vooral ook doen! dia 18 – zet je gaven voor elkaar in De gaven die je hebt, brengen ook een verantwoordelijkheid met zich mee. De Geest geeft je die gaven niet om zelf van te genieten. Het zijn gaven om het hele lichaam mee te dienen. Gaven waarmee je anderen helpt om te geloven. Je bent elkaar tot hand en voet om Jezus te volgen en te belijden dat hij Heer is. Je kunt je gaven ook links laten liggen. Je hebt ze wel, maar je doet er niets mee. Dat is jammer voor de gemeente, want die had veel aan je gave kunnen hebben. Maar het is ook jammer voor jezelf. Want als je jezelf geeft in de gemeente, als je gericht bent op hoe je anderen met je gaven kunt helpen, voel je meestal jezelf ook veel meer deel van die gemeente. dia 19 – aan elkaar verbonden Als je elkaar met je gaven dient, dan ga je ook echt merken dat je aan elkaar verbonden bent, dat je bij elkaar hoort en samen sterk staat. Dan geldt ook wat Paulus in vers 26 schrijft:
‘wanneer één lichaamsdeel pijn lijdt, lijden alle andere mee.’ Want dan is het niet langer zo dat ieder voor zijn eigen leventje gaat, maar dat je jezelf ziet als een lichaamsdeel: je bent uniek in wat God aan jou gegeven heeft, je bent niet te missen in het lichaam van Christus, en je komt echt tot je recht in verbinding met het hele lichaam. Amen.
1 Korintiërs 11:33 - Verkondig Jezus door te delen (avondmaal) Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe. Liturgie Zingen: GKB Gezang 171 : 1 en 3 Stil gebed Votum en groet Zingen: Psalm 47 : 1 en 2 Gebed Kinderen naar club Lezen: 1 Korintiërs 11 : 17 – 34 Zingen: LvK Lied 106 : 1 en 2 Preek over 1 Korintiërs 11 : 33 Zingen: Opwekking 268 Kinderen terug Kinderlied Lezen wet Zingen: Psalm 65 : 2 en 3 Avondmaal Lezen formulier 4 Viering Zingen: GKB Gezang 141 : 1 en 2 Gebed Collecte Zingen: LvK Lied 21 : 1, 3 en 7 Zegen
Preek: Verkondig Jezus door te delen Inleiding dia 1 – taart Delen, eerlijk delen, dat is nog niet zo gemakkelijk. Op verjaardagsfeestjes vind ik het altijd lastig. Met de taart gaat het nog wel. Iedereen krijgt gewoon een stuk taart. Het ene stuk is misschien wat groter dan het andere, en ik durf nooit het grootste stuk te kiezen, maar een taart kun je redelijk eerlijk verdelen. dia 2 – zak chips Dat wordt anders als er een zak chips wordt opengetrokken. Meestal heb ik wel zin in chips, maar ik wil ook niet onbeschoft zijn en de hele zak leegeten… Wat moet je dan? Hoe kun je een zak chips goed verdelen? dia 3 – chips zakjes De makkelijkste oplossing is natuurlijk om van die kleine chipszakjes te kopen. Iedereen krijgt een zakje. Of de chips verdelen over bakjes, zodat iedereen z’n eigen portie heeft. Op kinderfeestjes kan dat nog. Op feestjes van grote mensen kan dat eigenlijk niet meer. Dan ben je aan elkaar overgeleverd. Dan krijgt onze slechtheid alle ruimte. Dan moet je zelf bedenken hoe je het aanpakt. dia 4 – graaien Je kunt er dan voor kiezen je niets van anderen aan te trekken. Er is chips en jij hebt zin in chips. Een en een is twee, dus aanvallen maar. Een zak chips moet zo snel mogelijk leeg. Als iedereen deze tactiek heeft, dan werkt het ook best aardig, en heb je binnen een minuut de zak eerlijk verdeeld. Het wordt lastiger als mensen rustig willen genieten van hun chips. Als je een beetje manieren hebt, moet je dan tactisch chips gaan pakken.
Goed om je heen kijken wanneer iemand weer wat pakt, en dan mag jij ook weer wat pakken. En dan proberen zo veel in je hand te hebben dat het niet opvalt, maar dat je toch een voorraadje kunt maken. dia 5 – lege zakken Je hebt ook nog van die mensen die achter het net vissen. Die zien de zak chips op tafel komen, en bedenken na een kwartier dat ze wel wat lusten. Maar dan is het natuurlijk al lang op. Pech gehad! Eerlijk delen, dat is niet makkelijk. Want je doet jezelf niet graag tekort. Ik in ieder geval niet. De meeste mensen kiezen voor zichzelf. 1. Leven voor jezelf dia 6 – leven voor jezelf In de stad Korinte werkt dat ook zo. We maken een sprong in de tijd en gaan naar de eerste eeuw. In die tijd is Korinte een grote en bruisende stad. Er is ook een kleine groep christenen, een kerkje. Het is een bont gezelschap van mensen die tot geloof zijn gekomen. Dit kerkje krijgt een brief van Paulus. Het gedeelte dat we daaruit hebben gelezen, gaat over het avondmaal. Tenminste, zo noemen we het in de kerk meestal. Paulus heeft het over de maaltijd van de Heer. Een veel mooiere naam! Als we hier in de kerk de maaltijd van de Heer vieren, dan is dat heel sober: een klein stukje brood en een slokje wijn. In Korinte ging dat heel anders. Daar vierden ze de maaltijd van de Heer als een echte maaltijd. Het was een feestmaal. dia 7 – armen vinden de hond in de pot Maar het was geen feest voor iedereen. De maaltijd werd gehouden in het huis van een wat rijker gemeentelid. Hij had een groot huis, waar iedereen in paste. Aan het einde van de middag druppelen de eerste mensen binnen. Het zijn mensen die hun zaakjes goed voor elkaar hebben, die niet hoeven te zwoegen voor hun geld. Het zijn echte levensgenieters. Als het eten op tafel komt, dan weten ze het wel: aanvallen!
Niet iedereen in Korinte heeft het zo goed. Andere leden van het kerkje moeten hard werken voor weinig geld. Zij kunnen pas aan het begin van de avond komen. Ze hebben stevige trek, maar vinden de hond in de pot en rijken die wat aangeschoten beginnen te raken door de wijn. Het zou zelfs goed kunnen dat er voor hen geen plek meer was in de eetkamer, en ze daarom naar de hal worden verwezen. Ze lijken een soort 2e-rangs leden. In Korinte gaat het er anders aan toe dan in Franeker. De maaltijd van de Heer vieren we hier niet als een echte maaltijd, al gaan we na de dienst vandaag wel zo’n maaltijd houden. Een ander verschil is hoe belangrijk status is. In Korinte bepaalde je status alles. In Nederland vinden mensen dan dat je omhoog gevallen bent… En misschien vindt je die Korintiërs ook gewoon ongemanierd. dia 8 – mijn behoefte en mijn status Maar zijn ze echt zo anders dan wij? Het gaat er om twee dingen. Het eerste is mijn behoefte. De rijken hadden zin in eten, dus ze gaan eten. En dat doen wij toch ook, je eigen behoefte volgen, je eigen gevoel? Wat overdreven gezegd: de hele wereld is er voor mij, ik ben de hoofdrolspeler, en de rest van de wereld is figurant. Natuurlijk zeg je dat normaal niet zo, maar we doen het vaak wel. Ik heb recht op mijn tijd, mijn geld, mijn leven. Het tweede is mijn status. In Korinte wilden de rijken niet met de armen delen. Wij zoeken ook het liefst soortgenoten op. De jongeren bij de jongeren, gezinnen bij de gezinnen, en ouderen bij de ouderen. De mensen waarmee je een soort natuurlijk band hebt. En mensen buiten die groep, die kun je beoordelen, op hun kleding, geur, lachje, maniertjes, enzovoort. 2. Jezus verkondigen dia 9 – maaltijd voor Jezus of voor jezelf? Als Paulus hoort hoe ze in Korinte de maaltijd van de Heer vieren, maakt het hem boos: dit kan zo niet! Paulus legt de vinger bij de zere plek: jullie komen niet samen om de maaltijd van de Heer te vieren.
De Korintiërs zullen wel gedacht hebben: ‘hoezo, dat vieren we toch regelmatig?’ Maar Paulus’ punt is: jullie vieren niet de maaltijd van de Heer, maar jullie eigen maaltijd. Wat de Korintiërs doen heeft helemaal niets met de maaltijd van de Heer te maken! In de maaltijd van de Heer gaat het om Jezus. Het gaat erom dat hij gestorven is, dat hij zijn leven voor ons gegeven heeft. Het gaat erom dat hij is opgestaan en ons een nieuw leven geeft. Elke keer als christenen de maaltijd van de Heer vieren, denken ze daaraan terug. Paulus gebruikt daarvoor het woord ‘gedenken’, Jezus’ dood en opstanding komen aan zijn maaltijd diep binnen. In Korinte is dat ver te zoeken. Het gaat om eetlust en status. dia 10 – blijkt in hoe je met elkaar omgaat Op die manier kun je Jezus niet verkondigen. Aan Jezus’ maaltijd vier je dat hij alles voor je heeft gegeven. Je viert dat hij zichzelf heeft opgeofferd. Dan kun je niet zeggen: ‘Jezus, fijn dat u dat deed, maar dat ga ik dus mooi niet doen. Al die mensen hier, ik doe wel vriendelijk tegen ze, maar eigenlijk kunnen ze me gestolen worden. Ik trek me liever terug in mijn eigen wereldje.’ Dan maak je jezelf belangrijker dan Jezus. Jezus kan al die mensen wel belangrijk vinden, maar jij bent toch echt belangrijker… Als je viert dat Jezus zich opoffert, dan blijkt dat ook in hoe je met elkaar omgaat. Het blijkt in dat je samen deelt, in dat je elkaar vergeeft, jezelf geeft voor anderen en elkaar dient. Dan zie je aan Jezus’ maaltijd wie hij is. Als Paulus het even later heeft over het onwaardig vieren van de maaltijd, heeft hij het daar over. Hij bedoelt dan niet dat het er allemaal heel plechtig aan toe moet gaan. Het is onwaardig als het ieder voor zich is. Het gaat erom dat je elkaar wilt dienen! En natuurlijk is dat niet alleen zo bij die maaltijd. Het gaat om een manier van leven. Dat het in mijn leven niet om mij gaat, maar om Jezus.
3. En ik dan? dia 11 – en ik dan? En ik dan? Altijd maar Jezus, altijd maar leven voor anderen, ik heb toch zelf ook nog behoeften? Ik moet toch ook voor mijzelf zorgen? dia 12 – zorg voor jezelf, dan kun je dienen Paulus zegt ook niet dat je niet meer mag eten. Hij zegt ook niet dat je geen luxe maaltijden mag houden. Wat hij wel zegt: als je zo veel honger hebt dat je jezelf niet meer kunt beheersen, als het eten al jouw aandacht opslokt, en er geen plaats meer is voor Jezus en voor je naaste, eet dan gewoon thuis! Zorg goed voor jezelf. Want juist als je goed voor jezelf zorgt, kun je anderen dienen. Als je de hele week doordraaft, geen moment de tijd hebt om tot rust te komen, dan is dienen heel moeilijk. Dan moet je in de kerk op adem komen, om de rust in te halen die je de rest van de week hebt gemist. Dan is het moeilijk om je op Jezus en elkaar te richten. Paulus zou dan zeggen: zorg goed voor jezelf, neem voor jezelf tijd om bij te komen, dan hoeft het in de kerk niet om jouw rust te gaan. Dan kun je dienen. dia 13 – dienen met Jezus die jou dient Maar moet je dan altijd maar dienen, steeds geven, zonder dat je er ook eens wat voor terugkrijgt? Ja, dat hoort bij dienen. Als je er iets voor terugkrijgt, is het geen dienen meer. Dan is het gewoon ‘voor wat hoort wat’. Dienen gaat juist verder: ik geef iets en ik hoef niets terug. Dat kan alleen met Jezus. Hij doet het op die manier. Wij kunnen onszelf heel belangrijk vinden, maar als er iemand is die het recht heeft voor zichzelf op te komen en alle andere mensen als 2e-rangs te beschouwen, dan is het Jezus wel. Maar juist Jezus doet dat niet.
Hij beschouwt zichzelf als 2e-rangs, of nog lager. Het gaat hem niet om zichzelf. Hij geeft zijn behoeften op, hij geeft zijn status op, allemaal om ons te dienen. Jezus geeft dus niet alleen een opdracht, hij doet het zelf ook voor jou. Daarom hoeft het niet meer om mij te gaan. En met elkaar dienen doe je niet iets terug voor Jezus. Dan zou je Jezus’ liefde kunnen verdienen. Jezus wil je laten zien dat dienen mooi is. Als je kunt dienen is dat een geschenk van hem. Als je erachter komt dat je zelf helemaal niet zo belangrijk bent, is dat enorm bevrijdend. Het is heerlijk om Jezus te volgen en je te geven. 4. Vier samen het feest dia 14 – toets jezelf Genoeg theorie voor vanochtend. Hoe kun je dit nu in de praktijk brengen. Drie korte dingen daarover: toets jezelf, dien elkaar en vier het feest. Eerst: toets jezelf. Paulus heeft het daar ook over: ‘laat ieder zichzelf eerst toetsen, voordat hij van het brood eet en uit de beker drinkt.’ Die uitspraak van Paulus is een beetje een eigen leven gaan leiden, alsof Paulus hier zegt dat je diep in jezelf moet graven. Dat kan heel navelstaarderig worden… Maar Paulus heeft het over een andere toets: toets jezelf of je bereid bent te dienen. Vraag jezelf af: leef ik voor mijzelf, of wil ik mij geven? Gaat het om Jezus, of gaat het om mijzelf? dia 15 – dien elkaar Het volgende: dien elkaar. Paulus schrijft over de maaltijden in Korinte: wees gastvrij voor elkaar, wacht op elkaar. Dat gaat over de maaltijd van de Heer, maar ook breder: over je levenshouding. Durf je eigen belang op te geven voor een ander? Het gaat er in dit leven niet om dat ik gelukkig wordt, mijn geluk ligt in Jezus. Eén voorbeeldje van hoe dat eruit kan zien: je bent jarig en je geeft een verjaardagsfeestje.
Wie nodig je dan uit? Je kunt de mensen uitnodigen die je er graag bij wilt hebben, je ‘soortgenoten’ en mensen die voor een fijne sfeer zorgen. Je kunt ook mensen uitnodigen waarvan je weet dat ze nooit eens op een feestje worden uitgenodigd, en waarmee je nog maar moet afwachten of het een leuk feestje wordt. Zo zou je kunnen dienen. dia 16 – vier het feest En vier dan ook samen het feest. Paulus bedoelt niet dat je je nog maar eens achter de oren moet krabben of je de maaltijd van de Heer echt wel kunt vieren. Paulus wil je stilzetten bij waar het echt om gaat: niet jezelf maar Jezus. En al geef je jezelf een dikke onvoldoende voor dienen, begin er gewoon mee, probeer het maar, bid erom, en vier het feest. Samen delen we de maaltijd van Jezus en verkondigen zijn naam. Amen.
Johannes 17:9-26 - Leerpreek: Kerk in de 21e eeuw Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe. Thuis of op de kring doorspreken over de preek? Er is een verwerkingsblad beschikbaar: DoorSpreken. Liturgie Zingen: GKB Gezang 121 : 1, 2 en 8 Stil gebed Votum en groet Zingen: Psalm 46 : 1, 2 en 4 Gebed
Lezen: Johannes 17 : 9 – 26 Zingen: Psalm 67 : 1 en 2 Preek Zingen: GKB Gezang 119 : 1, 2 en 5 Geloofsbelijdenis Zingen: GKB Gezang 162 : 1, 2 en 3 Gebed Collecte Zingen: GKB Gezang 64 : 1, 2, 3 en 4 Zegen
Leerpreek: kerk in de 21e eeuw Inleiding dia 1 – zwart Soms voel ik mijzelf oud. Ik ben geboren in 1987, ik ben nog maar 26 jaar, en toch voel ik mijzelf soms oud. Vooral als ik mijzelf hoor zeggen: ‘ik ben nog van de generatie…’ En vul dan maar wat in. Ik weet het, ik ben nog jong, maar wat is er in die 26 jaar enorm veel veranderd! dia 2 – gulden In 1987 hadden we nog geen euro’s maar guldens. Mijn eerste zakgeld was in guldens. En ik heb goed onthouden hoe je euro’s naar guldens omrekent. 1 Euro is 2 gulden en 20 cent en 371 duizendste van een cent.
Ik heb dus ook nogal nutteloze kennis opgedaan. dia 3 – tv Iets anders: wij hadden thuis een televisie zonder afstandsbediening. En dan niet zo’n plat scherm, maar met een enorme bak achter het beeldscherm. Op een gegeven moment kregen we zelfs, jawel, een videorecorder. In die jaren is trouwens aan televisieprogramma’s ook veel veranderd. Programma’s van toen vinden we nu saai. Net zoals kranten: artikelen mogen niet lang zijn, want dan leest niemand het. Is ook wel eens anders geweest… dia 4 – smartphone En dan de grootste verandering: bijna iedereen heeft internet en een mobiele telefoon. 20 Jaar geleden vonden we dat maar grote onzin. Je wilt toch niet altijd bereikbaar zijn?! Nu kunnen we niet meer zonder. Je hoeft niets meer te onthouden, want je kunt alles in 5 seconden opzoeken. dia 5 – zwart Wie ouder is dan ik, heeft nog veel meer veranderingen meegemaakt. Ik ga het maar niet opsommen, want dan ben ik heel lang bezig. Waar het mij om gaat: de wereld verandert. En de vraag voor vanmiddag is: wat moet de kerk daarmee? Moet de kerk ook veranderen? dia 6 – overzicht serie Vanmiddag is de laatste leerdienst over de kerk.
Twee weken geleden zijn we daarmee begonnen. We hebben het toen gehad over wat een kerk is. Vorige week zijn we verder gegaan met de vraag: waarom zou je meedoen met de kerk? Vanmiddag gaat het over de vraag: hoe zijn we kerk in de 21e eeuw? Zelf vind ik dit het moeilijkste onderwerp van deze serie leerdiensten. De bijbel zegt namelijk van alles over wat een kerk is en waarom je met de kerk mee zou doen, maar niet over hoe je kerk bent in de 21e eeuw. Wat daar nog bij komt: met dit onderwerp kom je makkelijk bij allerlei beleidsplannen uit. Maar wat ik veel belangrijker vind is dat we samen kerk zijn. Daarom wil ik jullie vanmiddag iets laten zien van hoe we samen kerk kunnen zijn in de 21e eeuw en ik hoop dat het je helpt je eigen plek in die kerk te vinden. dia 7 – opzet preek We doen dat vanmiddag weer aan de hand van drie vragen. De eerste: maakt het voor de kerk uit dat we in de 21e eeuw leven? Moet het in de 21e eeuw anders? De tweede vraag is: wat is belangrijk voor de kerk in de 21e eeuw? Hoe ziet onze tijd er uit en wat moeten we als kerk daarmee? Als laatste wil ik het nog hebben over andere manieren om kerk te zijn: hoe kan het ook?
1.Moet het anders? dia 8 – moet het anders? Eerst de vraag: moet het anders?
Zometeen na de preek zingen we het lied ‘de kerk van alle tijden’. De kerk is er al 2000 jaar, waarom zou het dan nu opeens allemaal anders moeten? Waarom zou de kerk er in de 21e eeuw anders uit moeten zien dan in de 16e eeuw of de 2e eeuw? Een kerk is toch gewoon een kerk? dia 9 – basis gelijk En zo is het ook! In de basis verandert er niets aan de kerk. Twee weken geleden had ik het over de vraag wat een kerk is. De basis is dat Christus het Hoofd is van de kerk. De kerk is niet van mensen afhankelijk, maar van God. En door die kerk wil God twee dingen geven: het evangelie en gemeenschap. God geeft zijn woord, Jezus heeft het daar ook over in Johannes 17, in de kerk willen we bij de waarheid van Jezus blijven. En God geeft relaties: God wil dat we ook elkaar liefhebben. Die basis van de kerk, daar verandert helemaal niets aan. Zo was het in de 2e eeuw, maar ook in de 16e eeuw, en zo moet het ook in de 21e eeuw zijn. dia 10 – kerk verandert Maar niet alles blijft hetzelfde. De wereld om de kerk heen verandert. En de kerk is door de jaren heen ook enorm veranderd. We kunnen wel doen alsof de kerk altijd hetzelfde is geweest, maar dat is echt grote onzin. Alsof de kerk er al 2000 jaar hetzelfde uit ziet…
In het bijbelboek Handelingen wordt geschreven over de kerk die elke dag bij elkaar komt, en dan niet in een kerkgebouw maar in gewone huizen. De kerk is veranderd. dia 11 – kerk midden in de wereld De wereld verandert en dat heeft invloed op de kerk. De bijbel zegt dan wel niet hoe we kerk moeten zijn in onze tijd, maar de bijbel zegt van alles over wat de kerk en de wereld met elkaar te maken hebben. Het is niet zo dat de kerk en de wereld twee gescheiden werelden zijn. Dat christenen zich moeten terugtrekken in de kerk, en wat er in de wereld gebeurt gewoon moeten negeren. Dan zou het voor de kerk niet uitmaken in welke tijd we leven. Maar dat is niet wat de bijbel over de wereld zegt. In Johannes 17 zegt Jezus dat christenen niet bij de wereld horen. Christenen horen bij God. Tegelijk hebben christenen wel een plek in de wereld, Jezus zegt ook ‘ik vraag niet of u hen uit de wereld weg wilt nemen’, en zelfs ‘ik zend hen naar de wereld.’ Christenen zijn burgers van twee koninkrijken. Ze horen bij het koninkrijk van God. In de apostolische geloofsbelijdenis die we straks lezen, wordt daarvoor het woord ‘heilig’ gebruikt. De kerk is van God, hoort bij hem. Daarom moet het er in de kerk anders aan toe gaan als in de wereld. Jezus zelf zegt in Johannes 18 ook:
‘mijn koninkrijk is niet van deze wereld’. Daarom gaat het in de kerk niet om macht, maar om elkaar dienen. Tegelijk heeft de kerk ook een plek in de wereld. God haalt de kerk niet uit de wereld weg. God stuurt de kerk juist de wereld in. Om daar, met de woorden van Matteüs 5, zout en licht te zijn. De kerk moet aan de wereld laten zien hoe het leven in Gods koninkrijk is. De kerk staat midden in de wereld. De wereld doet er toe! En als de wereld verandert, dan moet de kerk daar iets mee.
2.Wat is belangrijk voor kerk in de 21e eeuw? dia 12 – kerk in de 21e eeuw En dan komen we bij onze eigen tijd. De wereld verandert elke dag. Wat betekent dat voor hoe we samen kerk zijn? Wat in ieder geval belangrijk is, is dat we de basis in het oog houden. De kerk kan mensen wel met gratis bier lokken, en waarschijnlijk zou het nog werken ook, maar dat is niet waar het in de kerk om gaat. Trouwens, er zijn veel meer plaatsen waar je bier kunt krijgen. En waarschijnlijk is het daar ook nog gezelliger… Wat heeft de kerk nu wat andere dingen niet hebben? Dan kom je weer bij die twee dingen: evangelie en gemeenschap. Daar moeten we ons op richten.
Maar hoe doe je dat in onze tijd? Ik zal vijf kenmerken van onze tijd noemen en hoe we daar als kerk mee om kunnen gaan. Je kunt ongetwijfeld nog veel meer zeggen over onze tijd, maar laat ik er in ieder geval een begin mee maken. dia 13 – waarheid Het eerste is dat mensen in onze tijd weinig met ‘de waarheid’ hebben. Daar heeft de kerk direct een probleem. In de kerk gaat het nou juist om de waarheid in eigen persoon: Jezus. Maar bij waarheid wordt gedacht aan mensen die het altijd beter weten. Dat is niet de waarheid waar het in de kerk om gaat. Als het in de bijbel over de waarheid gaat, dan gaat het er niet om dat je overal iets van vindt, maar dat de waarheid je verandert. In Johannes 17 bidt Jezus: ‘heilig hen dan door de waarheid’. In onze tijd verlangen mensen er terecht naar dat je geen grote woorden spreekt waar in je eigen leven niets van te zien is. Mensen zoeken naar echtheid. Laten we de waarheid doen. En dat is niet de waarheid dat we perfect zijn. Het is de waarheid dat we vergeven zijn. Deze week las ik op een weblog een indrukwekkend verhaal van een christelijke vrouw die een abortus had laten doen. Ze was toen 20, schaamde zich kapot dat ze zwanger was terwijl ze niet was getrouwd, en liet zich door haar vriendje overhalen dan maar abortus te doen. Jarenlang is ze depressief geweest.
Ze kon zichzelf niet vergeten en was ervan overtuigd dat God dat ook niet kon. Tot ze uiteindelijk de waarheid van genade ontdekte. Laten we de waarheid van vergeving leven! dia 14 – ieder voor zich Het tweede kenmerk van onze tijd is dat onze wereld individualistisch is: het is ieder voor zich. Dat botst direct op dat andere kernpunt van de kerk: gemeenschap. Mensen willen graag vrijheid. Zelfontplooiing is typisch een woord van onze tijd. Maar gemeenschap hoort echt bij de basis van de kerk. De kerk is een nieuwe familie, van mensen die je zelf niet hebt uitgezocht, samen ontmoeten we God en geven we ons aan elkaar. Als Jezus bidt: ‘laat hen een zijn’, dan gaat het daar ook over. Als kerk moeten we dit laten zien aan de wereld. Laten zien dat we tijd nemen voor mensen. Laten zien dat zelfontplooiing ook niet alles is, dat jezelf aan anderen geven veel mooier is. Laten we op die manier mensen uitnodigen om mee te doen. Ik weet ook dat gemeenschap moeilijk is. Dat je soms mensen op je eigen kring al niet kunt vertrouwen. Christelijke gemeenschap is ook iets wat God moet geven. Maar als je het moeilijk vindt, begin dan in ieder geval met het verlangen ernaar! dia 15 – geen invloed Dan een heel ander kenmerk van onze tijd.
Nederland, en heel West-Europa, is gestempeld door het christelijk geloof. Er zijn tijden geweest dat bijna iedereen lid was van de kerk. Dat betekent trouwens niet dat mensen toen perse christelijker waren. Het betekende wel dat kerken enorm veel invloed hadden. Nu heeft de kerk nauwelijks invloed. Het klinkt gek, maar ik denk dat dat 1 van de mooie dingen van onze tijd is. Want Gods koninkrijk is niet van deze wereld. In de eerste eeuwen na Christus, had de kerk ook geen politieke invloed. De kerk was een soort alternatieve samenleving. Christenen stelden andere prioriteiten en hadden oog voor elkaar. Door hun leven maakten ze verschil. Zo kan de kerk vandaag ook verschil maken: door een alternatief te zijn voor een genadeloze wereld. En natuurlijk moet de kerk soms ook kritisch zijn op de wereld. De kerk moet opkomen tegen onrecht. Maar het grootste verschil maakt de kerk door het evangelie te leven. dia 16 – minder christenen Het volgende kenmerk heeft hier alles mee te maken: de kerken zijn enorm gekrompen. Er zijn steeds minder mensen christen. Steeds meer mensen die nog nooit van Jezus hebben gehoord. Voor de kerk is dat een opdracht. Jezus stuurt ons de wereld in. Het goede nieuws moet naar buiten. Dat moest het altijd al, dat is niet nieuw, maar wel nieuw is dat er zo dicht bij huis zo veel te doen is. Ik zou hier nog heel veel over kunnen zeggen,
maar ik laat het bij 1 ding. Hoe kan de kerk mensen met God in aanraking brengen? Het kan door mensen uit te nodigen, voor bijvoorbeeld een kerkdienst. In 1 Korintiërs 14 geeft Paulus de opdracht om rekening te houden met gasten. Maar het kan ook door mensen op te zoeken, de kerk dicht bij mensen te brengen, vrienden buiten de kerk te maken. dia 17 – iedereen gelijk Het laatste kenmerk van onze tijd is dat mensen weinig moeten hebben van gezag. Iedereen is gelijk, alles moet overlegd worden. Een kerk waar de dominee alles bepaalt, daar knappen mensen op af. En ook op een kerk die alles precies weet, maar nooit eens luistert. We moeten er maar op vertrouwen dat Gods boodschap krachtig genoeg is, en dat we het niet hoeven op te dringen.
3.Hoe kan het ook? dia 18 – hoe kan het ook? We komen aan het einde. Over andere manieren om kerk te zijn: hoe kan het ook? Aan het begin zei ik al dat kerken altijd zijn verandert. Als je de kerk van vandaag vergelijkt met de kerk van 2000 jaar geleden, is de kerk bijna onherkenbaar veranderd. Daarmee bedoel ik niet dat we het nu fout doen, en terug moeten naar zoals het 2000 jaar geleden was. Maar het laat wel zien dat kerk niet altijd op dezelfde manier hoeft.
In Nederland, ook in gereformeerde kerken, zijn de laatste jaren projecten waar mensen op een andere manier kerk zijn. Ik zeg niet dat we het hier nu ook direct anders moeten doen, maar het is wel goed om te weten hoe kerken op een andere manier kerk in onze tijd proberen te zijn en om gewoon eens wat inspiratie op te doen. dia 19: missionaire gemeenschapsvorming Hoe kan het anders? In veel plaatsen in Nederland wordt ingestoken op ‘missionaire gemeenschapsvorming’. Een initiatief dat veel voorbij komt, is ‘Nederland Zoekt’. Dat project is in Assen begonnen, maar draait inmiddels in veel meer plaatsen in Nederland. Verschillende gereformeerde kerken werken er nu mee. Kleine groepen, die nog gewoon in een woonkamer passen, zijn voor missionaire gemeenschapsvorming de basis. Het zijn groepen mensen die echt een gemeenschap zijn, hun leven delen met elkaar en God, samen hun geloof leven. En die kleine groep, die probeert het evangelie naar buiten te brengen. Sommige groepen doen dat door sterk op de wijk gericht te zijn. Andere groepen adopteren een opdracht, zoals voedsel uitdelen in een voedselbank. En er zijn nog veel meer mogelijkheden. Ze bouwen aan contacten buiten de kerk, proberen relaties met mensen te krijgen, en op die manier wat van God te laten zien. Meestal op zondagochtend komen alle groepen bij elkaar voor een gezamenlijke viering.
Voor wie er meer over wil weten: neem eens een kijkje op www.nederlandzoekt.nl. Hoe dan ook, uit zulke projecten komen mooie verhalen. Als student heb ik een onderzoek gedaan naar huiskerken, een vorm van kerk die wel redelijk vergelijkbaar is, en ik was enorm onder de indruk van hoe die kerken bezig zijn. Verhalen van mensen die tot geloof komen, en een nieuwe familie hebben gevonden. Soms kwamen ze echt elke dag bij elkaar, net als in Handelingen 2. dia 20 – kerk van alle tijden Het is niet hét recept voor kerkzijn in de 21e eeuw. Soms mislukken zulke projecten ook. Bovendien: het belangrijkste is niet de vorm waarin je de kerk giet. God is in de kerk aan het werk. Hij verandert mensen door het evangelie. Hij geeft mensen een gemeenschap. En hij wil dat de kerk een licht is voor de wereld. En hoe de kerk er in de toekomst ook uitziet, op die manier is de kerk van alle tijden. Amen.
Efeziërs 5 en NGB 28 - Leerpreek: Waarom meedoen met de kerk? Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe.
[wpdm_file id=2 desc="true" template="bluebox drop-shadow lifted" ]
Liturgie ■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
■
Zingen: Psalm 123 : 1 Stil gebed Votum en groet Zingen: GKB Gezang 118 : 1, 2 en 3 Gebed Lezen: Efeziërs 4 : 32 – 5 : 2 en 5 : 21 – 32 Zingen: Psalm 84 : 1 en 2 Preek Zingen: GKB Gezang 167 : 1 en 3 Geloofsbelijdenis: Zingen GKB Gezang 179b Gebed Collecte Zingen: Opwekking 710 Zegen
Waarom meedoen met de kerk? Inleiding dia 1 – preekserie Vorige week hebben we het over de kerk gehad. Vanmiddag gaan we daar mee verder. Het ging over de vraag: wat is een kerk? Nu gaat het om de vraag: waarom zou met de kerk meedoen? Volgende week staan we dan voor de laatste keer stil bij de kerk, dan over de vraag hoe we kerk zijn in de 21e eeuw. dia 2 – waarom meedoen? Waarom zou je meedoen met de kerk? Dat is in ieder geval niet vanzelfsprekend. In onze tijd worden mensen niet zo snel ergens lid van, helemaal niet als je daarmee ook nog verplicht wordt van alles te doen. We willen niet aan van alles gebonden zitten, we willen juist vrij zijn. Liever een 10-strippenkaart voor de sportschool, waarmee je op je eigen tijd kunt fitnessen, dan lid zijn van de voetbalclub, waar je een vaste avond in de week traint, op zaterdag vaak wedstrijden speelt, en dan ook nog bardiensten moet draaien.
Want dan is het gedaan met je vrijheid. En dan moet je natuurlijk net de kerk hebben… Lid zijn van een kerk is niet bepaald vrijblijvend. Waarom zou je niet gewoon af en toe een kerkdienst bezoeken, op de momenten dat je daar zelf behoefte aan hebt? Het fijne daarvan is dat je ook niet vastzit aan één kerk, maar ook eens ergens anders kunt kijken. Of waarom zou je die kerk niet helemaal links laten liggen? Als jij de kerk niet nodig hebt om in God te geloven, waarom zou je dan nog moeilijk doen met die kerk? Geloven kan toch ook prima zonder kerk? Toen iemand mij voor het eerst die vraag stelde, had ik geen idee wat ik zou moeten antwoorden… Voor mij was het de normaalste zaak van de wereld: als je christen bent, dan ben je toch ook lid van een kerk? Misschien denk je er zelf ook wel zo over. Maar ook dan is het nuttig om erover na te denken: waarom zou je meedoen met de kerk? Je kunt trouw kerklid zijn, zonder dat je weet waarom. Maar als je weet waarom je met de kerk meedoet, krijg je daar vaak ook weer nieuwe motivatie van. Het haalt je uit de sleur, en kan je helpen om vanuit je hart mee te doen. dia 3 – overzicht preek Reden genoeg om er vanmiddag bij stil te staan: waarom zou je meedoen met de kerk? Dat doen we aan de hand van drie vragen: wanneer doe je mee, waarom doe je mee en hoe doe je mee? Bij het zoeken naar een antwoord, worden we geholpen door de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Vorige week hebben we artikel 27 daarvan gelezen. Voordat we nu verder gaan, wil ik artikel 28 met jullie lezen. dia 4, 5, 6 – NGB 28 1. Wanneer doe je mee? dia 7 – wanneer doe je mee? Eerst over de vraag: wanneer doe je mee? Hierover kunnen heel makkelijk misverstanden ontstaan. Wanneer hoor je nu bij de kerk? De makkelijkste manier om die vraag te beantwoorden,
is gewoon de ledenlijst van de kerk erbij te pakken. Sta je in het boekje, dan hoor je erbij, en anders niet. dia 8 – meedoen ≠ lid zijn Meedoen met de kerk is dan hetzelfde als lid zijn van de kerk. Maar dat gaat te kort door de bocht. Je kunt op papier wel lid zijn van de kerk, maar daar in de praktijk niets van merken. En andersom: er kunnen ook mensen meedoen met de kerk die toch geen lid zijn. Meedoen is niet hetzelfde als lid zijn van de kerk. Met lid zijn is het heel makkelijk: je bent het of je bent het niet. Je staat binnen of je staat buiten. Maar daar gaat het in de kerk niet om. Het is niet zo dat als je maar lid bent, het wel goed zit. Dat stukje uit de NGB roept je niet op om ingeschreven te zijn bij een kerk, maar om mee te doen. dia 9 – samen op weg gaan In het bijbelboek Handelingen worden christen verschillende keren ‘aanhangers van de Weg’ genoemd. Bijvoorbeeld in Handelingen 22:4. Paulus zegt daar: “Ik heb de aanhangers van de Weg tot de dood toe vervolgd.” Aanhangers van de Weg, dat geeft goed aan wat het is om mee te doen. De Weg, dat is Jezus. Maar er zit ook iets in van dat als je Jezus volgt, je op weg gaat. In de kerk doen we dat, samen op weg gaan. En als je op weg gaat, heb je je bestemming nog niet bereikt. Als je op weg bent, blijf je in beweging. Je groeit naar Jezus en ook naar de kerk. Je gaat steeds meer van Jezus begrijpen, je leert steeds meer van hem te houden, en je gaat steeds meer op hem lijken. Als je op deze manier kijkt naar meedoen met de kerk, dan gaat het er niet perse om dat je ingeschreven staat. Het gaat erom dat je samen op weg bent, naar Jezus toe groeit. Dat is voor mensen die al jarenlang op weg zijn, maar ook als je nog maar net met het christelijk geloof in aanraking bent gekomen, en nieuwsgierig bent naar Jezus. Meedoen is samen op weg gaan. En daarmee bedoel ik niet dat het dus niet nodig is om lid te zijn. Op weg gaan betekent dat je ook steeds meer betrokken wordt op de kerk.
Dat je je op een gegeven moment daar ook aan verbindt. Maar meedoen begint al eerder. Iedereen mag meedoen. Want meedoen is op weg gaan, groeien. En begin daar ook maar gewoon mee. Doe met ons mee, ga samen met ons op weg. 2. Waarom doe je mee? dia 10 – waarom doe je mee? Maar waarom zou je? Waarom zou je meedoen met de kerk? Waarom niet gewoon in Jezus geloven zonder al dat gedoe van de kerk erbij? dia 11 – opdracht Vorige week heb ik jullie in groepjes over een vraag laten nadenken. Dat wil ik nu weer doen. Niet om jullie daarna te overhoren ofzo, maar omdat je het antwoord op een vraag beter onthoudt als je er zelf al over hebt nagedacht. Ik geef jullie een minuut om in 2/3-tallen na te denken over de vraag: waarom zou je meedoen met de kerk? Waarom zou je geen christen zijn zonder kerk? Overleg even met je (achter)buurman/vrouw. dia 12 – in de bijbel vanzelfsprekend De NGB is hierover heel fel. Er wordt gezegd dat buiten de kerk geen heil is. Dat is niet bedoeld als een veroordeling, het is een waarschuwing. In ieder geval hoort meedoen met de kerk erbij als je christen bent. In de bijbel is het net zo. Ik zet even wat teksten op een rijtje. Efeziërs 5, dat gedeelte wat we gelezen hebben, vers 25: “mannen, heb uw vrouw lief, zoals Christus de kerk heeft liefgehad en zich voor haar heeft prijsgegeven.” Het ging Jezus dus niet om losse christenen, maar om de kerk! Of Handelingen 2:47, over de eerste kerk: “De Heer breidde hun aantal dagelijks uit met mensen die gered wilden worden.” Wie gered wil worden, komt bij de kerk! Nog eentje: 1 Petrus 2:5: “Vorm een heilige priesterschap om geestelijke offers te brengen.” Met andere woorden: vorm een kerk!
Maar waarom? Ik ga er twee redenen voor geven. Je doet mee met de kerk om het evangelie te geloven en om het evangelie te leven. 2.1. Evangelie geloven dia 13 – evangelie geloven Waarom zou je meedoen met de kerk? De eerste reden is om het evangelie te geloven. Geloven is in je eentje veel moeilijker dan in de kerk. In de kerk help je elkaar om je geloof vol te houden. En nu ben ik even benieuwd: wie van jullie had zo’n soort antwoord ook zelf al bedacht? Mensen zitten nu eenmaal zo in elkaar dat het veel makkelijker is om te geloven, als mensen om je heen dat ook doen. Net zo goed is het ook veel makkelijker om niet te geloven als mensen om je heen ook niet geloven. In de kerk ga je samen voor het geloof in Jezus, en dat motiveert om ermee door te gaan. In Efeziërs 5 staat dat de kerk het gezag van Christus erkent: samen willen we bij hem blijven. De kerk is een plek om over God te leren en om elkaar scherp te houden. De NGB noemt dat onderwijs en tucht. dia 14 – onderwijs en tucht Dat je in de kerk over God leert, is vrij logisch. In kerkdiensten hoor je over God, op de kringen praat je ook over God. Maar heb je de kerk echt nodig om over God te leren? Er zijn toch ook prachtige boeken over God geschreven? En dat is ook zo, en lees die boeken vooral, maar niet in plaats van de kerk. Dan zijn er twee gevaren. Namelijk dat je alleen leest wat goed bij jou past, dat je alleen dat gelooft wat jij mooi vindt. In de kerk heb je dat risico minder. Iets anders is dat veel christenen, ik in ieder geval wel, geloven soms geweldig vinden, maar soms ook niet. Dan helpt de kerk om toch door te gaan. Over God leren kan tenminste nog uit boeken, tucht niet. Ook dat is een manier waarop de kerk je helpt geloven vol te houden. Helaas heeft het woord tucht vaak een heel negatieve lading,
namelijk dat zondaars bestraft worden. Maar daar gaat het niet om. Waar het wel om gaat, is dat christenen op weg zijn. En op die weg verlies je het doel, Jezus, wel eens uit het oog. Je slaat doodlopende zijweggetjes in, je loopt precies de verkeerde kant op. Tucht is dat je elkaar helpt om op de goede weg te blijven. Bijvoorbeeld als je denkt te zien dat iemand in de kerk wel heel erg aan geld gehecht is, dat je daarover in gesprek gaat. Tucht is niet iets wat een kerkenraad maar moet doen, je helpt elkaar om op weg te blijven. De kring is een hele goede plek om zo met tucht te beginnen. Daarom is het zo belangrijk dat je elkaar kent en elkaar leert te vertrouwen. De kerk helpt je om te geloven. Dat is één reden om met de kerk mee te doen. Maar het is maar een half verhaal. Want dan gaat het er alleen maar om wat jij er aan hebt. De kerk helpt jou om te geloven. Het gaat om jouw geloof. Maar de kerk is veel meer! 2.2. Evangelie leven dia 15 – evangelie leven Dat is het tweede antwoord op de vraag: waarom zou je meedoen met de kerk? De kerk helpt je niet alleen maar om te geloven in de goede boodschap van Jezus. De kerk is zelf ook een deel van die goede boodschap. De kerk is het evangelie in de praktijk. Hier leven we het evangelie. Is er ook iemand die dat antwoord al bedacht had? dia 16 – nieuw leven begint in kerk De kerk is er niet alleen voor jouw geloof. Geloven gaat er niet om dat jij maar in de hemel komt. Ik proef dat vaak wel: ‘als het maar goed zit tussen God en mij.’ En als je zo denkt, dan hoef je met al die mensen in de kerk niet zo veel te maken te hebben. Dan kun je in de kerk op je eigen eilandje blijven. Maar geloven is niet iets wat je nu doet en waar je dan later voor beloont wordt. Dan maak je het evangelie veel te klein,
haal je de kracht voor vandaag er ook uit. Geloven gaat niet om een nieuw leven in een verre toekomst. Geloven gaat over een nieuw leven dat je vandaag al krijgt. Een nieuw leven dat begint in de kerk! Dan zijn die woorden van de NGB zo gek nog niet. Buiten de kerk is er geen heil. Het heil is er niet pas in de hemel. De kerk is een voorproef van Gods nieuwe wereld. In Efeziërs 5 vergelijkt Paulus de kerk met een bruid. De kerk is de bruid van Christus. En straks komt de bruiloft. De bruid leeft daar naartoe, en Christus maakt zijn bruid er klaar voor. Het is niet zo dat we in de hemel allemaal ons eigen leven hebben, waar we gewoon langs elkaar heen kunnen leven. Dat je daar anderen opzoekt als je daar behoefte aan hebt. In de hemel is het altijd samen. Het gaat er niet om mij, het gaat er om God en de ander. Iedereen geeft zijn eigen belang op in het belang van de ander. Zo ziet Gods nieuwe wereld er uit. En dat begint in de kerk! Daarom heb ik ook dat kleine stukje aan het begin van Efeziërs 5 gelezen: over elkaar liefhebben en vergeven. Dat is het leven dat God nu al wil geven. Een leven voor hem en voor je naaste. En als je verlangt naar het nieuwe leven bij God, waarom zou je daar dan niet gewoon vandaag mee beginnen? Dat is de kerk. Blijf dus niet hangen in wat de kerk jou allemaal oplevert. De kerk is er om je gaven in te zetten. Om elkaar lief te hebben, voor elkaar te bidden, om elkaar te vergeven, elkaar te dienen. In de kerk leven we het evangelie. Voordat ik met het laatste punt verder ga: die twee redenen om mee te doen met de kerk, het evangelie geloven en het evangelie leven, zijn die duidelijk, zijn daar nog vragen over? 3. Hoe doe je mee? dia 17 – hoe doe je mee Dan het laatste punt: hoe doe je mee? Tussen de regels door heb ik daar al best veel over gezegd,
dus ik ga er nu niet uitgebreid meer op in. Ik heb al een paar dingen uit de NGB genoemd: onderwijs, tucht, gaven gebruiken. In de Heidelbergse Catechismus, een andere belijdenis uit de 16e eeuw, gaat het over een levend lid van de kerk zijn. Meedoen is dus actief. dia 18 – gaan/zijn Kerk is niet iets waar je af en toe naar toe gaat. Kerk is wat we samen zijn. Natuurlijk kun je geestelijke voedsel halen in de kerk, maar de kerk is een gemeenschap. Samen God ontmoeten en je leven met elkaar delen. Elkaar helpen om het evangelie te geloven en te leven. En dan kom ik weer op de kringen. Elkaar liefhebben, elkaar op de goede weg houden door tucht, elkaar dienen en vergeven, dat is in een grote groep mensen heel moeilijk. Dan kun je nooit iedereen kennen, laat staan vertrouwen. Begin er dus mee in die kleinere kring. Die zijn er niet als leuk extraatje. Misschien ben ik een beetje idealistisch. In de kerk wordt je vaak teleurgesteld door mensen die tegenvallen. Zo gaat dat met mensen… Maar ik wil het ideaal wel voorhouden, zoals de bijbel ook aanmoedigt om samen kerk te zijn. Ga die weg, ook als is het met vallen en opstaan. dia 19 – welkom op weg En dan is het niet zwart/wit, zo van: jij hoort erbij en jij niet. Meedoen met de kerk is een weg. Misschien ben je er al helemaal ingegroeid. Misschien doe je ook net je eerste, voorzichtige stapjes. Wees welkom op de weg, de weg van samen Jezus volgen. Het is de weg naar nieuw leven. Amen.
Efeziërs 4 en NGB 27 - Leerpreek: Wat is de kerk? Voor preeklezers: ik hoor graag als mijn preek ergens gelezen wordt. Neem dan even contact met mij op:
[email protected]. Dan stuur ik ook de bijbehorende powerpoint toe. Thuis of op de kring doorspreken over de preek? Er is een verwerkingsblad beschikbaar: DoorSpreken. Liturgie Zingen: Psalm 122 : 1 Stil gebed Votum en groet Zingen: GKB Gezang 119 : 1 en 2 Gebed Lezen: Efeziërs 4 : 1 – 16 Zingen: Opwekking 194 Leerpreek over Efeziërs 4 : 15-16 en NGB Art. 27 Zingen: Psalm 133 : 1, 2 en 3 Apostolische geloofsbelijdenis Zingen: GKB Gezang 107 : 1 en 3 Gebed Collecte Zingen: LvK Lied 481 : 1 en 4 Zegen
Preek: wat is de kerk? De kerk?!
dia 1 – zwart Vanmiddag gaan we het hebben over de kerk. En volgende week en de week daarna ook. Ik kan me voorstellen dat je denkt: ‘de kerk? Zijn er geen betere dingen om het over te hebben? Over Jezus bijvoorbeeld? Of over hoe je in het dagelijks leven christen kunt zijn?’ Die vragen hebben meer met de kerk te maken, dan je op het eerste gezicht misschien zou denken. Maar de kerk heeft natuurlijk wel last van een negatief imago. Veel mensen vinden Jezus nog wel interessant, maar de kerk, dat hoeft niet zo nodig. Want de kerk is vaak helemaal niet zo mooi als Jezus, het is er vaak een menselijke bende. De kerk, ik heb het maar even over de kerk in het algemeen, niet per se over de kerk in Franeker, de kerk staat bekend om allerlei regels. Je mag van de kerk nooit wat… Jezus heeft dat imago helemaal niet. Verder staat de kerk bekend om verdeeldheid. Zet twee christenen bij elkaar, en je hebt een kerk, zet drie christenen bij elkaar en je hebt een kerkscheuring… Terwijl Jezus juist bidt voor eenheid. En misschien nog wel het moeilijkste: kerkmensen! Wat zijn er toch veel mensen afgeknapt op de kerk omdat ze in andere kerkmensen teleurgesteld zijn geraakt. Volgens mij is dat imago van een menselijke kerk,
een kerk die heel anders is dan Jezus, al genoeg reden om in deze drie kerkdiensten bij de kerk stil te staan. Verder is het altijd goed om terug te gaan naar de basis. Wie zijn wij als kerk? Waarom doen we de dingen zoals we ze doen? Wat is het bestaansrecht van de kerk? En wat blijkt daarvan in de praktijk? dia 2 – overzicht serie Vanmiddag staan we stil bij de meest basale vraag: wat is de kerk? Volgende week gaan we verder met lid zijn van de kerk, waarom zou je erbij willen horen? En over twee weken staan we stil bij de kerk in de 21e eeuw. In de samenleving is veel verandert, kerken zijn enorm gekrompen, hoe zijn we kerk in die veranderde wereld? dia 3 – opzet preek Vandaag dus over: wat is de kerk. Ik wil dat doen aan de hand van drie vragen. De eerste: wat is een definitie van de kerk? Hoe kun je in 1 zin omschrijven wat een kerk is? Voor die vraag hebben we ook de meeste tijd nodig. De tweede vraag: wat heeft de kerk met doordeweeks te maken? En de laatste vraag: wat is het doel van de kerk?
1.Definitie van kerk dia 4 – opdracht Eerst dus de vraag: hoe kun je in 1 zin omschrijven wat een kerk is? Voordat ik daar iets over ga zeggen,
wil ik graag dat jullie daar zelf even in twee- of drietallen over nadenken. Neem even een minuut om met je buurman of buurvrouw te bedenken: wat is een kerk eigenlijk? dia 5 – zwart Over die vraag, wat is een kerk, gaat het ook in artikel 27 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis. Die belijdenis is een verwoording van het christelijk geloof uit de 16e eeuw. Je kunt hem vinden achterin het gereformeerd kerkboek. Ik wil nu het eerste gedeelte lezen uit artikel 27, waarin het gaat over wat een kerk is. dia 6 + 7 – NGB 27 dia 8 – definitie Oke, ik geef toe, dit is niet echt de omschrijving van een kerk in 1 zin. Drie dingen zijn in ieder geval belangrijk voor de vraag wat een kerk is: -de kerk is een vergadering, een gemeenschap, een groep mensen -het is een groep van mensen die geloven -en Christus is koning van die kerk. Precies diezelfde elementen komen ook voor in Efeziërs 4:15. De liefde die daar wordt genoemd, heeft alles te maken met dat de kerk een gemeenschap is. Waarheid heeft alles te maken met vasthouden aan het geloof, en Christus wordt het hoofd genoemd. De kerk, in 1 zin, is: een gemeenschap van mensen die Christus volgen en Christus als hoofd heeft. We kijken naar die drie onderdelen.
1.1. Christus is hoofd dia 9 – Christus is hoofd Eerst over dat Christus het hoofd van de kerk is.
Ik had het net al over dat negatieve imago van de kerk. De kerk is vaak heel menselijk. Er kunnen zomaar problemen ontstaan als mensen het niet met elkaar eens zijn of elkaar gewoon niet zo goed liggen. Hoe is het toch mogelijk dat de kerk het zo lang vol houdt? Dat er in onze tijd nog altijd kerken zijn? Ik kan dat niet anders dan een wonder noemen. Mensen vechten elkaar de kerk uit, Maar God gaat toch verder met de kerk. Want hij vindt de kerk belangrijk. Denk niet te menselijk over de kerk. Als de kerk aan mensen was overgeleverd, was er al lang geen kerk meer geweest. Maar de kerk is van Christus. Zoals het in Efeziërs 4:16 staat: vanuit Christus krijgt de kerk samenhang. Het gaat niet om mensen, maar om Christus. Heel bijzonder vind ik dat in kerken in het buitenland. Afgelopen zomer waren we in een kerk in Kopenhagen. Van het Deens verstonden we geen woord, maar toch voelden we verbondenheid. Na de dienst raakten we met een aantal mensen in gesprek, gelukkig kunnen ze daar ook prima Engels. Het waren totaal onbekenden voor ons, maar toch konden we veel delen, omdat we de verbondenheid in Christus ervoeren.
Christus is het hoofd van de kerk. Dat mag je ook ontspannen maken. Misschien vind je wel van alles over de kerk. Ben je bang voor de toekomst van de kerk. Maar God zorgt wel voor zijn kerk.
1.2.Gemeenschap dia 10 – samen God ontmoeten Het tweede onderdeel van wat een kerk is, is dat het een gemeenschap is. Kerk ben je niet in je eentje, kerk ben je samen. In de kerk horen we bij elkaar. Als je even om je heen kijkt, dan zie je natuurlijk ook dat je hier niet alleen bent. We zijn hier bij elkaar gekomen in de kerkdienst. Samen horen we over God, samen ontvangen we zijn Woord. Samen zingen en bidden we ook tot God, om God te aanbidden. Dat is gemeenschap: samen God ontmoeten. dia 11 – delen in elkaars leven Maar gemeenschap is meer. In Efeziërs 4 gaat het over elkaar liefhebben. Gemeenschap is ook delen in elkaars leven. Dat wordt heel mooi beschreven in Handelingen, waar het gaat over de eerste kerk. In Handelingen 2:44 staat: ‘Allen die het geloof hadden aanvaard,
bleven bijeen en hadden alles gemeenschappelijk.’ En dan wordt beschreven hoe ze delen in elkaars leven. Ze eten samen, ze zorgen voor elkaar, ze bidden amen. De kerk is voor hen hun nieuwe familie geworden. Dat de kerk een gemeenschap is, is iets anders dan dat je in kerkdiensten naast elkaar zit, maar verder niets met elkaar te maken hebt. In een bioscoop of theater heb je dat. Daar komen veel mensen die niets met elkaar hebben naar een voorstelling. Ieder zit er voor zich, om te genieten van een film of toneelstuk. In de kerk is dat anders: daar zitten we niet ieder voor zich. Daar delen we in elkaars leven. Dat is niet echt makkelijk. Je hebt elkaar niet uitgezocht. We hebben verschillende karakters, en soms klikt het helemaal niet. Maar hoe verschillend we ook zijn, we horen bij elkaar. En als we vasthouden aan dat Jezus het hoofd van de kerk is, dan kunnen we ook leren elkaar lief te hebben. Nog een ding over gemeenschap. Vroeger was dat veel vanzelfsprekender dan nu. In onze tijd is het ieder voor zich. Iedereen heeft ook druk genoeg met zijn eigen leven. Eens even bij elkaar op de koffie gebeurt nu veel minder dan vroeger. Je leven delen, dat gaat niet vanzelf.
Daarom is het goed om daar bewust in te investeren. Bijvoorbeeld bij het koffiedrinken na de kerkdienst of op je kring. Want kerk is niet alleen de kerkdienst. Het is ook delen in elkaars leven. Dat kan ook niet met meer dan 200 mensen. In kleine groepen, zoals de kring, kan dat veel beter. De kring is ook kerk.
1.3.Waarheid dia 12 – waarheid Het laatste onderdeel van wat een kerk is, is dat het een groep mensen is die Jezus wil volgen. Je kunt het met elkaar heel gezellig hebben, maar daarmee is er nog geen kerk. In de kerk gaat het om Jezus volgen. In Handelingen 2 wordt dat ook duidelijk genoemd. In vers 42 staat: ‘ze bleven trouw aan het onderricht van de apostelen, vormden met elkaar een gemeenschap, braken het brood en wijdden zich aan het gebed.’ Die laatste dingen hebben alles met gemeenschap te maken. Maar er staat een ding voor: ze bleven trouw aan het onderricht van de apostelen. Van de apostelen hadden ze gehoord over Jezus, en dat is de basis van de kerk. In Efeziërs 4 noemt Paulus dat ook. Hij heeft het over ons aan de waarheid houden.
In de kerk gaat het om de waarheid: dat Jezus Heer is, dat hij is gekruisigd en opgestaan, dat hij ons roept om zijn leerlingen te zijn. In de kerk helpen we elkaar om bij die waarheid te blijven. Om steeds voor ogen te houden: hier gaat het om. Om steeds meer te leren: wie is God, wie is Jezus, hoe kan ik elke dag voor hem leven? Dat gebeurt in een kerkdienst, als we zingen, bidden en luisteren, maar ook daarbuiten. Want in een kerkdienst kun je dingen nog makkelijk van je af laten glijden. Je kunt er zitten zonder echt mee te doen. In een persoonlijk gesprek, bijvoorbeeld op je kring, kan dat niet! Als je bijvoorbeeld met iemand in gesprek bent, die jou vraagt: ‘wat betekent Jezus eigenlijk voor jou?’, dan kun je je niet verstoppen. Dan help je elkaar om bij de waarheid te blijven.
2.Zondag en doordeweeks dia 13 – zondag en doordeweeks We hebben het nu gehad over wat een kerk is. Een kerk is gemeenschap van mensen die Christus volgen en Christus als hoofd heeft. Ik noemde net al dat de kerk meer is dan alleen kerkdiensten. Daar wil ik nog wat meer op ingaan: wat heeft de kerk met doordeweeks te maken? dia 14 – kerk ben je altijd De kerk houdt niet op als we weer naar huis gaan. Kerk is niet iets waar je af en toe naar toegaat,
zoals je naar school of naar je werk gaat, de kerk is je hele leven. In 1 Petrus 2:9 noemt Petrus de kerk ‘een volk’. Dat is ook iets wat nooit ophoudt. Ik hoor bij het Nederlandse volk. Of ik nu in Nederland ben of aan de andere kant van de wereld, een Nederlander zal ik altijd blijven. Zo is dat met de kerk ook: of je nu in een kerkdienst zit of op een kringbijeenkomst, of dat je gewoon thuis zit, kerk zijn we altijd. dia 15 – verzamelde en verspreide kerk Natuurlijk zit er wel verschil tussen of we bij elkaar zijn of niet. Dat is het verschil tussen de verzamelde kerk en de verspreide kerk. De verzamelde kerk is als we bij elkaar zijn, bijvoorbeeld in een kerkdienst. Maar na deze dienst gaat iedereen weer naar huis. De kerk gaat dan door, als verspreide kerk. Die twee, de verzamelde en verspreide kerk, staan niet los van elkaar. Wat we in ons dagelijks leven doen, als verspreide kerk, nemen we mee naar de verzamelde kerk. Dan delen we ons leven met elkaar. In gebeden of in gesprekken. Een mooie vorm is ook het geven van getuigenissen. In deze kerk zijn we daar niet zo aan gewend, maar het is heel goed om elkaar te vertellen wat God in je leven doet. En aan het einde van deze dienst krijg je de zegen mee.
Dan stuurt God ons er weer op uit, de wereld in, om daar op onze eigen plek voor hem te leven.
3.Doel van de kerk dia 16 – doel van de kerk Dan nog over het laatste: wat is het doel van de kerk? Waarom is er eigenlijk een kerk? Voor de meeste mensen is het vanzelfsprekend dat er een kerk is. Ik zelf weet ook niet beter dan dat er een kerk is. Ik ben er helemaal aan gewend. Maar juist dan is het goed om die vraag te stellen: waarom is er eigenlijk een kerk? De kerk kan zomaar een doel in zichzelf worden. Het hoogste doel is dan dat we het samen goed hebben. dia 17 – God en wereld Maar de kerk is er niet voor zichzelf. De kerk is er voor God en voor de wereld. De kerk is er om God te eren, in kerkdiensten, maar ook in het leven van elke dag. Het gaat niet om onszelf, maar om God. En de kerk is er om God bekend te maken. God wil door de kerk mensen met hem in contact brengen. Het goede nieuws van Jezus moet naar buiten! Daarom is er een kerk. De kerk is daarmee best bijzonder. De kerk moet steeds bedenken: het gaat niet om ons. Het gaat er niet om dat we het samen fijn hebben. We moeten ons steeds afvragen:
hoe eren we God en hoe kunnen we hem aan de wereld laten zien? Als de kerk dat niet doet, wordt het een naar binnen gekeerd clubje. Dan is alle spanning er vanaf, want dat wij ons goed voelen is het belangrijkste. Dan wordt het ook saai in de kerk. Maar God heeft veel grotere plannen. Spannende plannen, want de boodschap van de kerk is spannend: iedereen moet weten dat er bij Jezus eeuwig leven is. In Efeziërs 4 heeft Paulus het over groei. Het is een kerk die in beweging is. Een kerk waar mensen steeds verder naar Christus toegroeien. Een kerk waar je God steeds beter leert kennen, en leert hoe je voor hem kunt leven. Of je nu voor het eerst met die kerk in aanraking komt, of dat je er al 80 jaar bij hoort. Misschien heeft de kerk wel een negatief imago, maar de kerk is de moeite waard. Want God is er aan het werk. Amen. Thuis of op de kring doorspreken over de preek? Er is een verwerkingsblad beschikbaar:
Efeze 1,3-14 - Verruim je horizon, leef vanuit Gods overvloed Eerste zondag van het nieuwe jaar 2014.
Liturgie Voorzang: Gez 160 Stil gebed Votum Zegengroet Zingen: Ps 146,1.3.8 Gebed Lezen uit de Bijbel: Efeze 1 Preek over Efeze 1,3-14 Zingen: Opw 331 = ELB 328 ‘Breng dank aan de Eeuwige’ Kinderen Als wetslezing: Efeze 5,1-20 Zingen: Ps 25,2 (Of geloofsbelijdenis met Gez 108) Gebed Collecte Zingen: Zingend Gezegend 244 = ELB 166 (mel: LB Gez 434) Zegen met elkaar toezingen: Gez 10 Opmerkingen: - ik hoor het graag van te voren wanneer deze preek ergens gelezen wordt. Mijn mailbox is geduldig:
[email protected] - Bij deze preek is een pp-presentatie beschikbaar
Preek over Efeze 1,1-14 – Verruim je horizon, leef vanuit Gods overvloed 1. Neem even de tijd – [dia 2] bedenk 5 dingen waarvoor je nu, aan het begin van 2014, God al dankbaar bent. Misschien vind je dat meer iets voor oudjaar – een dankdienst aan het eind. Maar laten we het omdraaien: waar kun je God nu al voor bedanken? God is een God van overvloed. [dia 3] Hij geeft ons zo veel! Kies daarin je startpunt in 2014! Misschien vind je dat wat te hooggestemd. En denk je als je Paulus in Efeze 1 leest: Paulus voelde zich vast heel erg gezegend. Dit is toch één van de laatste brieven die we van Paulus hebben? Hij zal wel terug kijken op een mooi en vruchtbaar
leven. Maar om daar nu het jaar mee te beginnen…
Vergis je niet. Paulus zat in de gevangenis toen hij dit schreef – kijk maar in 4,1. Hij was waarschijnlijk in Rome – had pas bij Malta schipbreuk geleden. Al zijn persoonlijke bezit kwijt. Zijn eigen leven liep gevaar. Hij had lang in Efeze gewerkt. Maar iedereen daar in de buurt had zich van Paulus afgekeerd, weten we uit 2 Timoteüs 1,15. Wat was er nog over van zijn levenswerk? Hij had genoeg reden om erg bezorgd te zijn.
Hoe kan Paulus dan zulke dingen schrijven? En hoe doe je dat: in 2014 je startpunt kiezen in Gods overvloed? [klik] Als je zonder werk thuis zit. Als je het druk hebt met van alles en nog wat en niet weet hoe je het klaar krijgt? Als je ’s nachts ligt te piekeren en zorgen je overvallen? Hoe moet dit allemaal – te weinig geld, te weinig tijd, te weinig energie, te weinig … Niks geen overvloed!
Een inspirerend voorbeeld hierbij is Ann Voskamp. [dia 4] Toen ze nog jong was, stierf haar zusje. Een vrachtwagen overreed haar op het erf. Haar moeder zag het gebeuren en bracht daarna een groot deel van haar leven door in een psychiatrisch ziekenhuis. Hun levens sloegen dicht. Dicht voor elk idee van genade. Ann’s leven was vol van onvrede, een gevoel van afwijzing, van twijfel. Houdt God van me? Waarom pakt Hij ons dan af wat zo belangrijk voor ons is? Er is geen overvloed. Er is onrust, zelfhaat, tekortschieten. Zo ging ze om met haar kinderen: bitter, egoïstisch, angstig, gespannen – doe ik ooit genoeg? Nee…! Ze zag dat het anders kan – maar hoe? Hoe kun je verontwaardiging of woede omzetten in dankbaarheid en vrede? Tot ze ontdekt hoe belangrijk in de Bijbel het woord ‘danken’ is. Zou het zo simpel zijn, God danken voor wat hij geeft? Zolang we dankbaar kunnen zijn, is vreugde mogelijk? Echte, diepe vreugde? Gaandeweg ontdekt ze: dankbaarheid is de weg naar verlossing en genezing. Een vriendin daagt haar uit: maak een lijst met 1000 dingen waar je dankbaar voor bent. Langzaam leert ze het – dankbaar zijn onder alles. Ze wordt er vrolijk van. Open. Liefdevol. Ze ontdekt hoe God steeds dichtbij is – ze leert leven vanuit Gods overvloed. En daardoor leert ze te leven – hier en nu. Leven begint met dankzegging. We leven van Gods overvloed!
2. Kennelijk zitten wij zo in elkaar. [dia 5] Wij leven in een te kleine wereld met (of zonder) een te kleine god binnen een te kleine horizon.
De duivel heeft God vanaf het begin kleiner gemaakt. God is toch die God die jullie klein wil houden?
Die karige God? Die lastige God? Als we God kwijt zijn, houden we het graag zo. Zo houden we God op afstand. Dan doet het leven zonder God minder pijn. Beseffen we niet wat we missen.
Dat kan op verschillende manieren. Soms gaat het goed met ons. Dan lijkt ons leven [dia 6] ophet Sony Center in Berlijn. Misschien ben je er wel eens geweest. Cafés, terrassen, TV-studio’s, bioscopen – één en al entertainment. High tech, vrolijk en kleurig, alles overdekt en warm. Een leven vol beeld en geluid, je drinkt, je viert feest, je eet, gaat naar de film, druk met social media – noem het maar op. Onze mooie eigen wereld, klein en overzichtelijk. Tussen ons en de hemel zit een prachtig dak – dicht voor God. God hebben we netjes buitengesloten.
Maar als de zeepbel knapt, dan wordt ons leven zomaar anders. En lijkt het op dit Oekraïense pretpark, verlaten na de ramp in Tsjernobyl. [dia 7] Vergane glorie. Maar dat willen we niet weten en we houden ons groot. ‘Kijk eens wat een mooi pretpark we hier hebben!’ Of we weten het wel en we haten onszelf. ‘Wat is het hier ook een oude troep…’ Maar liever leven we zo verder – we weten waar we aan toe zijn. Liever zo, zonder Gods heerlijkheid. Liever zo, zonder Gods liefde. God maken we klein, Gods liefde sluiten we buiten.
Is in jouw leven zo ook God klein gemaakt of weggeduwd? Waarin [dia 8] herken jij je meer: druk en lawaaiig zonder God? Of is de glans eraf?
3. Luister naar Paulus – [dia 9] om je horizon te verruimen, je wereld te vergroten!
Ik weet niet hoe het jullie vergaat als je Paulus leest. Geestelijke zegen, heilig en zuiver zijn, Christus, Gods eer, redding en geloof… Bekende grote woorden uit het christelijk geloof. Misschien denk je: ja, Paulus, al die zegen, dat klinkt allemaal mooi. Maar het is theoretisch en abstract. Het gaat niet over mijn leven. Eigenlijk doet het me niks – het is alleen maar geestelijk. Noem eens iets wat er echt toe doet… Wat heb ik daaraan als ik ’s nachts wakker schrik en niet meer kan slapen omdat ik lig te piekeren? Als de zorgen me bespringen? Herken je dat? Ik wel – grote bekende woorden doen je soms niks.
Zie je wat er dan gebeurt? Dan heeft de duivel weer succes! God verbleekt. Gods liefde maken we klein. [dia 10] We maken onze wereld kleiner – en wat er over blijft, wat van onszelf is, daar geven we hoog van op. Onze dingen maken we groot – Gods dingen maken we klein.
Maar stel nu dat het anders is: [dia 11] Dat Gods dingen groter zijn dan onze dingen. Gods toekomst wonderlijk veel mooier dan ons hier en nu. Gods liefde de dragende grond onder alles?
Maak je horizon ruimer! Er zijn hemelsferen. Stel je voor dat onze wereld vol huis tuin en keuken-dingen alles was: boodschappen, geld verdienen, schoonmaken, auto’s, carrière… Al die geestelijke zegeningen in de hemelsferen gaan daar bovenuit!
Wat zijn dan die geestelijke zegeningen? [dia 12] Gods eeuwige liefde –dat als eerste. Zelfhaat, onzekerheid, onvrede, zinloosheid – al die dingen waar mensen last van hebben – waardoor we gesloten mensen worden. Ze hebben niet ’t laatste woord. Lieve broers en zussen, God houdt van jullie met een eeuwige liefde! [klik] Jou persoonlijk kent Hij en Hij houdt van je.
In hoofdstuk 2 noemt Paulus andere zegeningen. Dat je niet meer in de macht bent van de duivel. [klik] Niet meer beheerst door je wereldse begeerten en je wereldse verlangens. Vrij zijn. We horen bij Jezus. Jezus regeert over de duivel en al zijn machten. Ze kunnen ons niks meer doen. Ga eens praten met iemand uit Suriname die weet wat het is om bang te zijn voor geesten. Uit een wereld komt waar de geesten macht uitoefenen. Leven buiten de macht van de duivel is niet vanzelfsprekend.
Niet meer geconfronteerd met Gods toorn. [klik] Wij leefden ver bij God vandaan, mensen zonder hoop.
Onderling was er ruzie, oorlog, vervreemding. Overal afstand. Maar nu is er vergeving. Al onze rotzooi wordt opgeruimd en heel gemaakt. [klik] Nu is er nabijheid. God is dichtbij.
Als we bidden luistert God naar ons. En niet zo: wat mot je? Heb je weer wat te zeuren? O, je hebt het moeilijk. Interesseert me niet, zoek het maar uit. Tanden op elkaar, verder leven – en nou wegwezen. Aan ons bidden is niks vanzelfsprekend. God zelf bij ons. Gemerkt zijn met het stempel van de Heilige Geest, zegt Paulus in vers 13. Gods Geest is bij ons. In die Geest kunnen we bidden en komen we bij God. Vrije toegang tot God. [klik] Jullie zijn dankzij Jezus Gods kinderen geworden. God jullie Vader. ‘Fijn dat je naar me toe komt. Vertel wat er is – wat zit je dwars, wat ging er mis? Ik draag je en vergeef en help je. Ik ben altijd bij je!’
Er komt nabijheid tussen mensen. God ruimte ook de vijandschap tussen mensen op. [klik]Er hoeft geen ruzie te blijven tussen jou en die ander. Jezus brengt ook daar vrede.
En dat alles dankzij Christus – Gods grote kado voor ons. [klik] En de garantie daarvan is de Heilige Geest. [klik] Kijk eens wat een lijst!
Ik kan het nu in een preek alleen maar even aanstippen. Paulus noemt zoveel! Denk door over wat hij noemt. Verruim je horizon! Maak die geestelijke zegen voor jezelf concreet – door net als Ann Voskamp God te danken voor alles wat hij geeft. Krijg er oog voor – alles is genade! Door Christus Jezus onze Heer.
4. Op twee punten wil ik nog wat verder ingaan. Het eerste is Gods plan. [dia 13] We zijn gewend om dingen te zeggen als ‘God heeft een plan met je leven’. Direct worden daar vaak vraagtekens bij gezet. Is dat wel zo? En wij kunnen Gods plannen toch niet kennen? Wat zou jij daarvan zeggen? De gedachte van Gods plan met je leven komt onder andere uit Efeze 1.
Hoe discussiëren wij vaak over dat plan? Dan gaat het over dingen hier en nu. Welke keuzes moet ik maken? Welk beroep, welke baan? Waar moet ik gaan wonen? Waarom gebeuren die dingen die ik lastig vind of pijn doen? Als je vooral daar naar kijkt, dan krijg je snel teleurstelling – ik moet toch uiteindelijk zelf kiezen. Is er wel een plan van God? Heeft alles wat ik meemaak een bedoeling – ik zie er nog niks van…? Als er al een plan is, dan kunnen wij het niet kennen. Ik snap er niks van.
Vergelijk het eens met wat Paulus er in Efeze over zegt. Paulus kijkt niet naar beneden, naar de kleine stapjes die je hier en nu zet. Paulus’ horizon is veel ruimer. Hij kijkt naar het einddoel. God heeft een plan met deze wereld en daarom ook met ons. God werkt toe de voltooiing van de tijd. [klik] Dat betekent volgens vers 9 en 10, dat alles in hemel en aarde onder één hoofd gebracht wordt, onder Christus. [klik] De harmonie die door de zonde kapot is gegaan, wordt weer hersteld. Vrede in hemel en op aarde. Gods plan met ons is dat wij daarbij passen. Dus: heilig, dat is toegewijd aan en gericht op God. Zoals een zonnebloem meedraait met de zon – vers 4. [klik] Dat doet hij door ons in eenheid met Jezus Christus te adopteren als zijn kinderen – vers 5. [klik] Paulus schrijft ook over de uitvoering van Gods plan: wij hebben de Heilige Geest gekregen als begin van de erfenis van straks. [klik] En als garantie dat het allemaal goed komt en wij onze eindbestemming bereiken – vers 13-14.
Ook hier geldt: hoe ruim is je horizon? Hoe groot is je wereld? Denk je alleen aan je eigen dingen hier en nu? Maak je je eigen dingen groot en belangrijk, en verbleken God en de dingen van God? Dan verlies je het overzicht en snap je er steeds minder van. Kijk verder, naar God en Gods dingen, naar de geestelijke zegen en de hemelse gewesten. Dan ga je ook meer zien van Gods plan. Doe die dingen waardoor je meer zuiver wordt, meer toegewijd aan God. Zoek Gods vrede en Gods harmonie. Word steeds vervuld met de Geest en bedroef de Heilige Geest niet. Richt je op Gods rijk, richt je op je eindbestemming. Kijk verder dan je neus lang is!
Het tweede is Gods verkiezing. [dia 14] Dat wordt zomaar een lastig dogmatisch onderwerp. Moeilijk moeilijk moeilijk. Stof voor discussie. God weet alles van te voren. Hij bepaalt alles. Hij wil geëerd worden door mensen. Daarom kiest hij sommigen uit, anderen niet. Zomaar maken we God dan kleiner. Een soort op zichzelf gerichte machtige egoïst. De liefde en de overvloed verdwijnen eruit. [klik]
Paulus schrijft er anders over. Hij ervaart en ziet een overvloed van genade. God heeft hem en de gemeente in Efeze uitgekozen en onvoorstelbaar gezegend. God zelf heeft hem zijn wonderlijke plannen geopenbaard. Christus is alles. God houdt van ons met een eeuwige liefde – hij zag ons lang van tevoren. Hij wilde jou en mij! Gods liefde is sterker dan ons tegenspartelen. Hij heeft er een groot plezier in om iets moois van ons te maken. [klik] Daarvoor heeft hij alles gegeven – zijn Zoon, zijn Geest. Paulus ontdekte een gulle God, die ervan geniet om ons weer voor zich te winnen. Eén en al liefde – geduld – gulheid – gastvrijheid. Maak God niet kleiner, tot een abstracte almachtige liefdeloze macht. Hij is groter, wonderlijker. God is onze aanbidding meer dan waard!
5. Hoe leef je met die God? Hoe leef je uit die overvloed, als het slecht gaat? Als zorgen je ’s nachts bespringen en je niet weet hoe het moet? Mijn ervaring is: zomaar zijn onze dingen groot, en verbleekt God. Denk nog terug aan deze dia: [dia 15]. Het vliegt me soms aan – wat ik nog moet doen, wat niet lukt, wat niet af is. Zorgen bespringen me. Ik kan ’s nachts liggen piekeren. Onrustig – hoe moet het allemaal? Misschien herken je dat – dat het je aanvliegt – loop ik vast? Mislukt het allemaal? Kan het ooit nog goed komen?
Waar vind je dan rust? Alleen bij God.
Maar hoe krijg je weer oog voor God? Gek genoeg: door God te gaan danken en loven, te aanbidden, te zegenen. Zoals Paulus het doet. Dan wordt God groter, je wereld groter, je horizon wijder. [dia 16] Probeer het maar! Er is genoeg reden om God te danken. Gods overvloed is aanstekelijk groot. Hij neemt je vanzelf mee – zijn goedheid is aanstekelijk. De overvloed stroomt vanzelf naar je toe.
Natuurlijk moeten er dan soms dingen praktisch anders – is concrete hulp nodig, moet je dingen anders organiseren. Of zijn er niet direct oplossingen. Maar wat is het belangrijk: Gods liefde is er. We zijn op weg naar Gods toekomst. Dat geeft soms ruimte om het anders te gaan doen. Soms om toch verder te gaan – dankbaar voor wat er wel is.
Train je er in te leven vanuit wat God geeft. Richt je op wat God geeft – door een lied, een goed boek, door de Bijbel. Als ik ’s nachts wakker schrik, ga ik het doen: God, dank u voor wat u me allemaal hebt gegeven. [dia 17] Dank u voor de Here Jezus. Dank u dat u mijn Vader bent. Dank u voor de Heilige Geest. Dank u voor uw geweldige toekomst. Dank u dat uw liefde sterker is dan mijn zorgen en mijn mislukking en mijn falen. Dank u dat ik vrij ben van de duivel en de zonde. Dank u dat u sterker bent dan mijn ouderdom, mijn ziektes, mijn dood. Dank u, eeuwig komt u de dank toe!