Jij
en en
DE JEUGDRECHTBANK
Een Een jongerenbrochure jongerenbrochure van van de de bijzondere bijzondere jeugdbijstand jeugdbijstand In In samenwerking samenwerking met met de de kinderrechtswinkels kinderrechtswinkels
PRODUCTIE Agentschap Jongerenwelzijn Diensten van de Administrateur-generaal Ellips Koning Albert II-laan 35, bus 32 1030 Brussel
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Lucien Rahoens Afdelingshoofd Afdeling Preventie- en verwijzingsbeleid
TEKSTBEHANDELING Team verwijzersbeleid
www.wvg.vlaanderen.be/jongerenwelzijn D/2007/3214/326
Jij en de jeugdrechtbank Een jongerenbrochure van de bijzondere jeugdbijstand in samenwerking met de kinderrechtswinkels
Vlaamse Overheid Agentschap Jongerenwelzijn
© 2007
WAT ER IN DIT BOEKJE STAAT 0. Bij wijze van start
4
1. Kinderrechten
5
2. Wat is de jeugdrechtbank?
6
3. Jij en de jeugdrechtbank a) Hoe kom je bij de jeugdrechtbank? b) Wat doet de procureur? c) Wat doet de jeugdrechter? d) Wat kan de jeugdrechter?
7 7 10 11 12
4. Consulent a) Wie is de consulent? b) Wat doet de consulent?
13 13 14
5. Advocaat
16
6. Bij de jeugdrechter a) Gesprek met de jeugdrechter b) Je bent opgepakt door politie of rijkswacht c) Een voorlopige beslissing of beschikking d) De ‘zitting’ e) Niet akkoord? - in beroep gaan
17 17 18 18 19 20
7. Wat gebeurt er met je dossier? a) Wat zit er in je dossier? b) Wie heeft toegang tot je dossier?
22 23 23
2
c) Hoe kun je weten wat er in je dossier staat? 23 8. Heb je een strafregister? 9. Maatregelen die een jeugdrechter kan opleggen
25 26
26 28
9.1. herstelrechtelijk aanbod 9.2. ambulante maatregelen
10. Plaatsing a) Je wordt geplaatst. Wat nu? b) Waar kan de jeugdrechter je plaatsen? c) Hoe lang word je geplaatst?
29 29 30 32
11. Goed om weten als je geplaatst wordt a) Wat gebeurt er nu? b) Jij en je ouders c) Briefwisseling d) Weekend, vakantie, ontspanning… e) Zakgeld f) Kindergeld en spaarrekening g) Bijdrage in de onderhoudskosten
33 33 34 34 35 35 35 37
12. Je bent bijna 18!
37
13. Heb je nog vragen?
40
14. JO-lijn
41
15. De Kinderrechtswinkels
43
16. De kinder- en jongerentelefoon
45
17. Nuttige adressen
46
3
BIJ WIJZE VAN START De jeugdrechtbank: wat betekent dat voor jou? Je moet naar de jeugdrechtbank. Wat houdt dat voor jou in?
Heel wat vragen komen bij je op. Er gebeurt ineens zoveel!
Daarom is dit boekje voor jou. Het probeert een antwoord te geven op enkele vragen. Je komt niet zomaar bij de jeugdrechtbank. De jeugdrechter en de procureur kunnen een aantal belangrijke beslissingen over jou nemen, zelfs als jij en je ouders er niet mee akkoord gaan. De jeugdrechter wordt daartoe bijgestaan door een consulent, een medewerker van de sociale dienst bij de jeugdrechtbank. Deze consulent onderzoekt je situatie. Hij of zij maakt hierover verslagen en geeft adviezen aan de jeugdrechter. De consulent blijft je contactpersoon zolang de hulpverlening loopt. Je wordt voor de jeugdrechtbank ook bijgestaan door een advocaat. Na het lezen van dit boekje zul je weten waarvoor je terechtkomt bij de jeugdrechtbank, met wie je te maken krijgt en wat jouw rechten zijn bij de jeugdrechtbank. Heb je vragen en kan je er bij niemand uit je omgeving mee terecht, dan kan je ook een beroep doen op Jolijn of op de Kinderrechtswinkels. De telefoonnummers vind je achteraan in dit boekje.
4
Als jongere heb je recht op informatie. Vraag ernaar!
1. KINDERRECHTEN
Sinds 1989 is het internationaal verdrag inzake de rechten van het kind van kracht. Dat verdrag geeft aan alle jonge mensen van 0 tot 18 jaar een groot aantal fundamentele rechten. De basisrechten houden in dat elk kind recht heeft op een gezin, een goede opvoeding en ontwikkeling en een toereikende levensstandaard, op gezondheidszorg, onderwijs en vrije tijd. De beschermingsrechten houden in dat elk kind het recht heeft op bescherming tegen misbruik en mishandeling. De inspraakrechten houden in dat het kind recht heeft op een eigen mening en het recht heeft om mee te denken en mee te werken, bijvoorbeeld in de jeugdbeweging, de jeugdvereniging. Dat recht geldt even goed thuis en op school en, niet te vergeten, in de hulpverlening. Al die rechten zijn gefundeerd op respect voor het welzijn en de mening van kinderen en jongeren. In de bijzondere jeugdbijstand vinden we het belangrijk dat deze rechten gerespecteerd worden.
5
2. WAT IS DE JEUGDRECHTBANK Zoals het woord zegt, is de jeugdrechtbank een rechtbank voor jongeren, meestal tot hun achttiende verjaardag. Als jongere kom je dus niet voor dezelfde rechtbank als volwassenen. De jeugdrechter zal je een maatregel opleggen. Hiermee hoopt hij of zij dat jouw situatie terug beter wordt. Je kunt om verschillende redenen in contact komen met de jeugdrechtbank. De jeugdrechtbank kan tussenkomen als je een “misdrijf” hebt gepleegd, maar ook als je in een moeilijke situatie leeft. Hierover lees je straks meer. Daarnaast komt de jeugdrechtbank ook tussen bij adoptie, bij ontvoogding, bij het verlenen van toelating om te trouwen als je nog minderjarig bent of bij wijzigingen in het omgangsrecht als je ouders gescheiden zijn. Over deze tussenkomsten hebben we het niet in dit boekje. Heb je hierover vragen dan kunnen de mensen van de Kinderrechtswinkels meer uitleg geven.
6
3. JIJ EN DE JEUGDRECHTBANK A. Hoe kom je bij de jeugdrechtbank terecht?
MOF
Je hebt iets ernstigs misdaan of in moeilijke woorden: je hebt een als “misdrijf” omschreven feit (MOF) gepleegd. In dat geval wordt je naam doorgegeven aan de jeugdrechtbank. Je kunt voor de jeugdrechter komen als je bijvoorbeeld drugs dealde, iemand kwetste met een wapen of meerdere diefstallen pleegde. De jeugdrechter oordeelt dan over je situatie en houdt rekening met wat je misdaan hebt en met de oorzaken van je gedrag.
POS
Maar ook als je je in een moeilijke situatie bevindt, kan je naam aan de jeugdrechtbank worden doorgegeven. Men spreekt dan van een problematische opvoedingssituatie (POS). Het gaat hier om ingewikkelde situaties. Als de moeilijkheden zich opstapelen. Als er opeenvolgende of langdurige conflicten zijn. Meestal had je voordien al contact met het comité voor bijzondere jeugdzorg, waarna een bemiddelingscommissie via de Procureur aan de jeugdrechtbank vroeg om tussenbeide te komen. Dit is meestal als er ernstige problemen zijn én de ouders of de jongere niet meer vrijwillig willen meewerken met het comité. De jeugdrechtbank kan oordelen dat de situatie thuis voor jou of voor je ouders te moeilijk is geworden en dat er hulp nodig is. De problemen kunnen heel verschillend zijn. Je hebt problemen thuis, je vecht, het loopt fout, … Maar het kan ook gebeuren dat je ouders het moeilijk hebben met het verzorgen of opvoeden van kinderen. En vaak gebeurt het dat allerlei van dit soort problemen samen voorkomen. De jeugdrechter oordeelt over je situatie en gaat na hoe jij en je ouders het best geholpen kunnen worden.
7
Hoogdringendheid Wanneer de procureur kan aantonen dat er zich voor jou een problematische situatie voordoet waarbij er aanwijzingen zijn dat er dringende nood is om onmiddellijk in te grijpen, dan kan de jeugdrechter onmiddellijk een beslissing nemen. Vooral wanneer het niet meteen haalbaar is om de vrijwillige hulpverlening in te schakelen of instemming van de ouders en/of minderjarige te bekomen, kan de jeugdrechter ‘tijdelijk’ een ‘hoogdringende’ maatregel opleggen. Deze mogelijkheid is ingegeven uit bezorgdheid om bij ernstige situaties, die een bedreiging inhouden voor de minderjarige, direct te kunnen reageren. Men noemt dit een afdwingbare pedagogische maatregel. Het gaat meestal om een situatie waarin de jongere moet worden beschermd tegen een vorm van lichamelijk of geestelijk geweld, letsel of misbruik, nalatige behandeling of mishandeling waarbij onmiddellijk moet worden ingegrepen, zonder dat er instemming werd gevraagd. Dit betekent dat de sociale dienst bij de jeugdrechtbank jou en je ouder(s) verder opvolgt, tenzij de consulent op de sociale dienst van de jeugdrechtbank jou en je ouder(s) na korte tijd kan motiveren om vrijwillige hulp aan te vragen bij een comité voor bijzondere jeugdzorg (CBJ) In dat geval kan op vraag van jou of je consulent de maatregel bij de rechtbank worden ingetrokken. Je wordt dan verder begeleid op het comité voor bijzondere jeugdzorg, waar je meer inspraak hebt.
Ontzetting van het ouderlijk gezag De jeugdrechter kan ook tussenkomen als je ouders met jou niet handelen zoals de wet dat van hen verwacht. Zo kan de jeugdrechter in ernstige situaties, zoals zware mishandeling,
8
misbruik of verwaarlozing, beslissen dat de ouders van hun ouderlijk gezag worden ontzet. Ouders hebben dan niet meer het recht om hun kind zelf op te voeden of om beslissingen over hun kind te nemen. Iemand anders neemt de taak van de ouders over. Die persoon wordt pro-voogd genoemd. Dat doet zich heel zelden voor, omdat ouders en kinderen ook in moeilijke situaties belangrijk zijn voor elkaar.
SAMENGEVAT: 1.De jeugdrechtbank komt tussenbeide als je de wet overtreden hebt. 2.De jeugdrechtbank komt ook tussenbeide als je in een moeilijke, ingewikkelde situatie leeft én als hulp voor jou of voor je ouders noodzakelijk is. Dat wil zeker niet zeggen dat je een misdrijf gepleegd hebt. 3.De jeugdrechtbank neemt een hoogdringende maatregel, wanneer er zich een dringende nood voordoet om onmiddellijk in te grijpen. Pas nadien wordt onderzocht of vrijwillige hulp mogelijk is. 4.Uitzonderlijk komt de jeugdrechtbank ook tussen als je ouders niet doen wat van hen verwacht wordt.
9
b) Wat doet de procureur? De procureur of het parket heeft een belangrijke rol. Hij of zij beslist of je zaak naar de jeugdrechter gaat of niet. •
Als de politie vaststelt dat je strafbare feiten gepleegd hebt, als je bijvoorbeeld iets gestolen hebt of iemand verwond hebt met een steekwapen, wordt de procureur daarvan op de hoogte gebracht.
•
De procureur kan een bemiddeling voorstellen, waardoor jij in overleg met het slachtoffer de schade of het ervaren leed kunt herstellen. Soms kan deze ook een ouderstage voorstellen aan je ouders, wanneer zij nalatig in de opvoeding waren. Het parket beschikt over een aantal criminologen, die de procureur bijstaan in deze taak en jou en je ouders informeren over de mogelijkheid van bemiddeling of herstelgericht groepsoverleg.
•
De procureur wordt ook gewaarschuwd als kinderen of jongeren zich in een moeilijke of onveilige situatie bevinden. Dat gebeurt door de bemiddelingscommissie of door diensten of personen die op de hoogte zijn van de situatie.
•
De procureur kan ook onmiddellijk optreden als hij dat nodig vindt. Als je je in een onveilige situatie bevindt, kan hij je in veiligheid brengen. Dit vooral wanneer je onmiddellijk moet worden beschermd tegen een of andere vorm van lichamelijk of geestelijk geweld.
De procureur oordeelt steeds over de ernst van de situatie. Hij kan de jeugdrechter dan vragen om een maatregel te nemen. Deze vraag noemt men een vordering.
10
c) Wat doet de jeugdrechter?
Als je bij de jeugdrechter terechtkomt, wordt er over jou een dossier geopend. De jeugdrechter bestudeert je gegevens en geeft aan de sociale dienst de opdracht om je situatie verder te onderzoeken en een advies te geven over je nabije toekomst. De jeugdrechter wordt bijgestaan door de griffier. Je hebt recht op bijstand van een advocaat telkens als je bij de jeugdrechter komt, nog vóór hij of zij een maatregel neemt. Het is belangrijk dat je je mening aan de jeugdrechter kenbaar maakt als je dat nodig vindt. Je hebt het recht om gehoord te worden vóór de jeugdrechter een beslissing neemt over jouw situatie en telkens bij een nieuwe beslissing. De jeugdrechter neemt de beslissing die naar zijn of haar oordeel voor jou en je gezin de beste oplossing biedt. Hij of zij geeft aan de consulent opdracht om jou en je gezin verder te volgen en te helpen. Je hebt recht op hulpverlening. De jeugdrechter houdt rekening met je mening, maar kan toch een beslissing nemen die jij en/of je ouders niet goed vinden. Dat kan heel moeilijk zijn. De beslissing van de jeugdrechter moet echter uitgevoerd worden. Als de jeugdrechter dat wenst kan hij hiervoor een beroep doen op politie of rijkswacht. Het is belangrijk dat je zo goed mogelijk tracht mee te werken. Als je niet akkoord gaat met de genomen beslissing, kun je overwegen om in beroep te gaan. Vraag dat eerst aan je advocaat.
11
d) Wat kan de jeugdrechter beslissen? De jeugdrechter kan jou en je gezin onder begeleiding plaatsen van een consulent van de sociale dienst. Je mag dan thuis blijven, maar een consulent waakt erover dat jij de voorwaarden naleeft die de jeugdrechter je heeft opgelegd. Dat kan inhouden dat je bijvoorbeeld terug regelmatig naar school moet gaan, dat je wekelijks met een gespecialiseerde hulpverlener over je problemen gaat praten, dat je een prestatie of een gemeenschapsdienst uitvoert, enzovoort. De jeugdrechter of de consulent kan, indien begeleiding nodig is, ook een gespecialiseerde dienst inschakelen, zoals thuishulp of een centrum voor geestelijke gezondheidszorg. Of kan aan een thuisbegeleidingsdienst vragen jou en je gezin te begeleiden. Een plaatsing kan heel verschillende vormen aannemen. Als je een misdrijf gepleegd hebt, kan de jeugdrechter je ook berispen. Hij of zij vertelt aan jou en je ouders dat wat je gedaan hebt, niet opnieuw mag gebeuren en dat het zeker niet goed te praten valt. Hij of zij kan je ook een herstelgerichte maatregel opleggen. Je moet een bepaald aantal uur werken, of je moet een vorming volgen. Meestal word je daarbij begeleid door een gespecialiseerde dienst. Als je je aan de gemaakte afspraken gehouden hebt, wordt in de meeste gevallen je dossier op de jeugdrechtbank gesloten. Een belangrijke voorwaarde hierbij is dat de schade aan het slachtoffer vergoed is. In zeer uitzonderlijke situaties én als je een ernstig misdrijf (zoals een moord) hebt gepleegd, kan de jeugdrechter beslissen dat een gewone strafrechtbank daarover moet oordelen. Dit heet ‘uithandengeving’. Terwijl de procedure loopt, verblijf je meestal in een gesloten gemeenschapsinstelling of in een federale jeugdinstelling. Als je namelijk een jongen bent die een zwaar strafbaar feit
12
pleegde waarvoor je als volwassene een gevangenisstraf van 5 tot 10 j. (of meer) zou kunnen krijgen, dan kan je vanaf je 14e verjaardag geplaatst worden in de gesloten jeugdinstelling te Everberg, die men De Grubbe noemt. Dit federaal centrum neemt voor een korte periode de observatie en begeleiding op zich. Dit kan enkel onder bepaalde voorwaarden en enkel als er in de gesloten opvoedingsafdeling van een gemeenschapsinstelling geen plaats meer is. Men plaatst je daar als men vindt dat anderen tegen jou moeten beschermd worden. Je plaatsing wordt maandelijks geëvalueerd door je jeugdrechter en kan maximum twee maanden en vijf dagen duren.
4. CONSULENT a)
Wie is de consulent?
Een consulent is een medewerker van de sociale dienst bij de jeugdrechtbank. Hij of zij is deskundig om je te helpen en volgde daarvoor een speciale opleiding. Elke jongere heeft zijn eigen consulent. Als je hem of haar iets wilt vertellen of vragen, neem dan contact op met je consulent. Dat kan zowel telefonisch als persoonlijk. Je consulent is op de hoogte van je situatie. Iedere consulent is op vaste momenten bereikbaar op de sociale dienst van de jeugdrechtbank. Het is wel handig als je eerst een afspraak maakt.
13
b) Wat doet de consulent? •De belangrijkste taak van jouw consulent is ervoor te zorgen
dat jij de hulp krijgt die het meest geschikt is voor jou. Je kan altijd zeggen wat je vindt van zijn of haar voorstellen, ook als je het er niet mee eens bent. Hij of zij zal hier zoveel mogelijk rekening mee houden.
• Om jou, je gezin en je situatie beter te leren kennen maakt je consulent een maatschappelijk onderzoek. Hij of zij spreekt met jou en je ouders over de situatie en tracht samen met jullie te zoeken wat de problemen zijn en wat er nu het best kan gebeuren. Dat betekent dat de consulent met jou en je ouders gesprekken voert, hoort wat jullie mening is over de situatie, wat er in het verleden al geprobeerd is om de problemen op te lossen en waar het wel nog goed gaat. Aan je consulent kan je ook vragen stellen over de jeugdrechtbank. •Je consulent kan ook overleggen met mensen die je situatie goed kennen, zoals het CLB, het comité, het OCMW of een andere hulpverleningsdienst. Hij of zij maakt hierover een verslag voor de jeugdrechter en geeft advies over hoe het nu verder kan. Bij het voorstel aan de jeugdrechter houdt de consulent zoveel mogelijk rekening met wat jij en je ouders willen. •Soms stelt de consulent ook iets anders voor. Dan zal deze uitleggen waarom. De jeugdrechter houdt bij zijn beslissingen meestal rekening met het advies van de consulent maar kan ook iets anders beslissen. Hij of zij kan dus een beslissing nemen waar jij of je ouders niet mee akkoord gaan. •Daarna stelt je consulent een hulpverleningsprogramma op. Daarin schrijft deze neer wat hij of zij samen met jou en je ouders wil bereiken en hoe die hulpverlening zal verlopen. Dat hulpverleningsprogramma wordt met jou en je ouders besproken. Je mag hier ook zelf naar vragen.
14
• De consulent organiseert dan de hulpverlening. Hij of zij zoekt uit welke dienst jou en je gezin best kan helpen. Als de jeugdrechter beslist dat je geplaatst wordt, zoekt de consulent uit waar je het best terecht kan. Hij gaat met jou en je ouders op kennismaking in de voorziening, maakt afspraken, tracht je bij te staan. De consulent volgt jou, je gezin en de hulpverlening die georganiseerd wordt. • Minstens één keer per jaar wordt onderzocht of de beslissing van de jeugdrechter nog aangepast is aan jouw situatie. Je mag zelf vragen om een beslissing te herzien. Je legt dan uit aan je consulent waarom je dat wil en wat je beter zou vinden. De consulent vertelt dit aan de jeugdrechter. De jeugdrechter probeert hier rekening mee te houden.
• Je consulent komt minstens twee keer per jaar met jou en met je ouders praten. Dan wordt bekeken hoe de hulpverlening verloopt, wat er veranderd is, wat er nog moeilijk is en of de hulpverlening nog nodig is. De consulent maakt hierover een verslag en geeft advies aan de jeugdrechter.
Als er iets misloopt met jou of je omgeving, spreek je best eerst met de mensen rondom je. Als dat niet kan of als je niet geholpen wordt, kun je beroep doen op je consulent. Je kunt dan samen zoeken naar een oplossing. De consulent brengt de jeugdrechter op de hoogte. Ook voor vragen over de jeugdrechtbank kun je terecht bij je consulent.
15
5. ADVOCAAT Als jongere heb je bij de jeugdrechtbank recht op bijstand van een advocaat. Deze advocaat verdedigt jouw belangen voor de jeugdrechtbank. Hij verdedigt je ouders niet. Zij kunnen ook een eigen advocaat aanspreken om zich te verdedigen voor de jeugdrechtbank. Je kunt zelf naar een advocaat stappen om te vragen of deze je wil helpen. In bepaalde regio’s kan je een beroep doen op advocaten die zich speciaal ten dienste stellen van jongeren. Het gaat dan om de “jeugdbalie”, de “advocatenpermanentie op de jeugdrechtbank”. Vraag hierover inlichtingen aan de griffier van de jeugdrechtbank of de consulent. Als je geen advocaat hebt, stelt de jeugdrechtbank zelf een advocaat aan. Deze advocaat moet je bijstaan zelfs als je hiermee niet akkoord gaat. Je mag wel een andere advocaat kiezen om hem te vervangen. Als je wilt weten wie je advocaat is, kun je contact opnemen met het ‘Bureau voor kosteloze rechtspleging’. Het adres kun je opvragen bij de griffie van de jeugdrechtbank. Je kan het adres en de openingsuren van dat Bureau ook opvragen bij de Kinderrechtswinkels. De advocaat die je bijstaat, krijgt inzage in je dossier zodat hij of zij volledig op de hoogte is van je situatie. Hij praat er met jou over. Je kan zelf ook om een gesprek vragen. Het is belangrijk dat je hem vertelt wat je zelf wilt. Als je bij de jeugdrechter komt, kan de advocaat je eerst even alleen spreken. Je mag er zelf ook om vragen. De advocaat ziet er op toe dat alles verloopt zoals wettelijk is verplicht. De advocaat behartigt meestal je belangen tot het moment waarop je dossier gesloten wordt.
16
Wat je met je advocaat bespreekt blijft tussen jullie beiden. Ook je ouders worden hier niet over ingelicht!
6. BIJ DE JEUGDRECHTER a. Gesprek met de jeugdrechter
Als je iets wilt bespreken met de jeugdrechter, dan kan je altijd om een gesprek vragen. De jeugdrechter nodigt je uit, samen met de personen die met je welzijn begaan zijn. Meestal zijn dat je ouders, de begeleiders van de voorziening of je pleegouders. De bespreking vindt meestal plaats in het bureau (het kabinet) van de jeugdrechter. Naast de jeugdrechter en de griffier zijn meestal ook je advocaat en je consulent bij de bespreking aanwezig. Als je met de jeugdrechter spreekt, is het belangrijk dat je je eigen mening geeft.
17
b. Je bent opgepakt door DE politie Je hebt iets verkeerds gedaan, je bent thuis weggelopen of je hebt zonder toestemming de voorziening verlaten en je werd opgepakt door de politie. Dan word je soms bij de jeugdrechter gebracht. Dat kan een andere jeugdrechter zijn dan de persoon die je normaal gezien bijstaat. De jeugdrechter bekijkt je situatie en neemt de beslissing die hij op dat ogenblik voor jou noodzakelijk acht. Je hebt recht op een advocaat. Ook als je opgepakt bent is het belangrijk dat je je eigen mening geeft.
c. Een voorlopige beslissing of beschikking Na een gesprek met jou, je advocaat en je ouders kan de jeugdrechter een voorlopige beslissing nemen. Hij of zij doet dit op basis van de ontvangen informatie. Die voorlopige beslissing, ook wel beschikking genoemd, moet uitgevoerd worden. Een maatregel die bij een voorlopige beslissing genomen is, kan niet langer duren dan drie maanden met mogelijkheid tot éénmaal een verlenging van nog eens drie maanden. De jeugdrechter kan de voorlopige beslissing bevestigen met een vonnis.
18
d. Zitting’ de jeugdrechter neemt een eigenlijke beslissing of vonnis. Nadat je situatie aangemeld werd op de jeugdrechtbank heeft de jeugdrechter ongeveer zes maanden de tijd om jouw situatie op een zitting te bespreken. Daarna wordt je situatie minstens éénmaal per jaar opnieuw besproken. Enkele weken voor de zitting - en tenminste 10 dagen voor de zitting - krijgen jij en je ouders een uitnodiging. Soms brengt een deurwaarder die uitnodiging bij je thuis. Zo’n uitnodiging noemt men een dagvaarding. Als je 12 jaar bent of ouder moet je op de zitting aanwezig zijn. De jeugdrechter heeft de plicht om jou te horen vóór hij of zij een beslissing neemt. Als je jonger bent word je niet opgeroepen of gewaarschuwd, maar ook dan heb je het recht om gehoord te worden en om je mening te zeggen. Je schrijft dan best een briefje aan de jeugdrechter dat je gehoord wilt worden, en je waarschuwt je advocaat. De dag van de zitting meld je je aan, samen met je ouders of de personen die je vergezellen. Een bode of iemand die je aan de ingang opwacht, brengt je naar de wachtzaal tot jij aan de beurt bent. Dan word je naar de zittingzaal gebracht. In de zittingzaal zit de jeugdrechter in het midden, links zie je de procureur en rechts de griffier. Jij zit naast je ouders en je advocaat. Als je schade berokkend hebt en je hebt die nog niet betaald, is er voor het slachtoffer ook een burgerlijke partij aanwezig, die schadevergoeding eist. De jeugdrechter leidt de zitting, luistert naar de aanwezigen. De procureur overloopt de situatie en vraagt de jeugdrechter een bepaalde beslissing te nemen.
19
Je advocaat is er om je te verdedigen. Hij spreekt in jouw belang. Het is belangrijk dat je advocaat je mening kent. Vraag vooraf een gesprek met hem. Als de jeugdrechter je vraagt hoe het op dit moment met je gaat, mag je zeggen wat er op je hart ligt. De jeugdrechter wil een goede beslissing nemen. Daarom is het goed dat je laat weten wat jij werkelijk belangrijk vindt. De griffier schrijft alles op. De jeugdrechter neemt de beslissing over je nabije toekomst. Hij of zij schrijft zijn beslissing neer in een vonnis. Soms kan hij het nodig vinden om er eerst nog eens over na te denken, zodat je zijn of haar beslissing niet onmiddellijk kent. Soms beslist de jeugdrechter op een zitting om je dossier te sluiten, zodat je niet meer onder begeleiding staat van de jeugdrechtbank. Dat kan gebeuren als hij of zij van oordeel is dat je situatie niet langer onveilig is of dat de opgelegde maatregel zijn doel heeft bereikt. Als je iets wilt bespreken met de jeugdrechter in verband met je situatie, schrijf hem of haar een brief waarin je vraagt om gehoord te worden. Die brief stuur je naar de jeugdrechter bij de jeugdrechtbank die jouw situatie behandelt.
Je gaat niet akkoord met de beslissing van de jeugdrechter:
e. je kunt beroep aantekenen Als jij of je ouders niet akkoord gaan met de beslissing van de jeugdrechter, kun je hiertegen in beroep gaan. Die mogelijkheid bespreek je zo snel mogelijk met je advocaat. Hij kan je hierover informatie geven en je bijstaan. Je kan in beroep gaan tegen elke beslissing die de jeugdrechter
20
neemt: tegen een voorlopige beslissing, een vonnis maar ook bijvoorbeeld tegen een verbod om op bezoek te gaan bij je ouders. Meestal heb je 15 dagen de tijd om in beroep te gaan, gerekend vanaf de dag dat de jeugdrechter de beslissing nam of vanaf de dag dat jij van de beslissing op de hoogte werd gebracht. Daarna wordt je zaak bij het hof van beroep bekeken door een andere jeugdrechter. Hij moet dit doen binnen de twee maanden dat je in beroep bent gegaan. Als je geplaatst bent in een gesloten gemeenschapsinstelling (Mol Hutten of Beernem) heb je maar 48 uur (twee dagen) om in beroep te gaan. Je laat het best onmiddellijk aan de directeur van de instelling of de gesloten opvoedingsafdeling weten dat je beroep wilt aantekenen. De directeur moet je beslissing om in beroep te gaan opschrijven en doorgeven aan de bevoegde diensten. Later kun je hierover nog altijd spreken met je advocaat. Dat beroep wordt snel behandeld. Meestal binnen de 15 werkdagen te rekenen vanaf de akte van hoger beroep. Na deze periode kan je niet meer in beroep gaan! Denk eraan dat de beslissing van de jeugdrechter uitgevoerd moet worden, ook als je in beroep gaat. In de periode voor er een uitspraak is van het hof van beroep kan de jeugdrechter geen nieuwe beslissing over dezelfde zaak nemen. Dat wil zeggen: als je beroep aantekent tegen de plaatsing blijf je waar je bent tot er een nieuwe beslissing genomen is.
21
7. WAT GEBEURT ER MET JE DOSSIER a. Wat zit er in je dossier? Als je met de jeugdrechtbank in contact bent gekomen, houdt de griffier van de jeugdrechtbank een dossier bij over jou. Dat dossier bevat heel wat informatie: het gaat over de feiten en de omstandigheden van de gepleegde feiten maar ook over gegevens die het maatschappelijk onderzoek aan het licht bracht. Het dossier bevat daarnaast ook de verslagen en de hulpverleningsprogramma’s die de consulent maakte, de verslagen van de voorzieningen en de beslissingen die de jeugdrechter heeft genomen. In de bijzondere jeugdbijstand wordt er in de sociale diensten met een elektronisch dossier gewerkt. Gegevens die jij of anderen doorgeven tijdens de gesprekken worden door de consulent verzameld en opgeslagen in dat elektronisch dossier. Dank zij deze gegevens kan je consulent naar een betere hulpverlening toewerken, specifiek op jouw situatie gericht. In je dossier staan vertrouwelijke zaken. De consulent en de hulpverleners gaan heel discreet met je gegevens om.
b. Wie heeft er toegang tot je dossier? Het dossier over de feiten en de procedure is voor elke partij in het geding toegankelijk en wordt gebruikt voor de behandeling van je situatie voor de jeugdrechtbank. Je persoonlijk dossier gaat over je persoonlijkheid en het milieu waarin je leeft. De procureur moet toestemming verlenen aan wie het dossier in wil kijken. Je advocaat kan het dossier lezen. Ook de advocaat van je ouders kan dat.
22
De consulent zal relevante gegevens overmaken aan degenen die de hulpverlening uitwerken. Jijzelf hebt eveneens een principieel recht op kennis van je eigen levensgeschiedenis en principieel inzagerecht.
c. Hoe kun je weten wat er in je persoonlijk dossier staat?
Iedereen over wie gegevens opgeslagen worden kan vragen deze gegevens in te kijken. Men noemt dit het inzagerecht. Om inzage te krijgen in jouw gegevens kan je je wenden tot de consulent die jouw dossier behandelt. Je kan dan ook vragen gegevens te corrigeren indien jij vindt dat sommige zaken niet kloppen of dat jouw mening niet duidelijk wordt vertolkt. Om jouw inzagerecht uit te oefenen en ondersteuning te krijgen kan je voor bijstand ook beroep doen op een ander persoon die gehouden is aan het beroepsgeheim. Indien dit nodig is kan je bepaalde zaken die je meedeelt aan de consulent als vertrouwelijk bestempelen. Met dergelijke gegevens wordt heel omzichtig omgegaan.
23
Het inzagerecht is persoonlijk, dit betekent dat anderen (dan de consulent) jouw gegevens niet kunnen opvragen. Je kan ook geen inzage krijgen in gegevens van anderen. Het hulpverleningsprogramma dat de consulent maakt, wordt met jou en je ouders besproken. Ook de plannen die de voorziening maakt over hoe ze de hulpverlening concreet organiseren, worden samen met jou en je ouders besproken. In je dossier staat dus een deel van je levensgeschiedenis. Het kan zijn dat je later heel wat vragen hebt over wat er met je gebeurd is. Aarzel dan niet om contact op te nemen met de sociale dienst bij de jeugdrechtbank om meer informatie te krijgen. Indien je geplaatst wordt in een voorziening of een pleeggezin zal de consulent een verslag aan hen overmaken op basis van jouw gegevens. Indien je hierom vraagt kunnen jouw gegevens ruimer doorgegeven worden.
24
8. HEB JE EEN STRAFREGISTER a)Heb je een strafregister als je als jongere
strafbare feiten hebt gepleegd?
Je vernam dat er verschillende redenen zijn om een jongere naar de jeugdrechtbank door te verwijzen. Als je naar de jeugdrechtbank werd verwezen omdat je je in een moeilijke situatie (POS) bevindt, heb je geen strafbare feiten gepleegd. Dan kun je ook geen strafregister hebben. Als je strafbare feiten hebt gepleegd, en de jeugdrechter velt daarover een vonnis, dan wordt dat in het centraal strafregister bijgehouden. Deze worden alleen aan gerechtelijke overheden ter kennis gebracht. • De feiten staan niet in het gemeentelijk strafregister. Ze staan ook niet op je getuigschrift van goed gedrag en zeden. De informatie uit het centraal strafregister is niet toegankelijk voor particulieren. Je toekomstige werkgever bijvoorbeeld krijgt geen inzagerecht. • De informatie is wel toegankelijk voor de overheid, op voorwaarde dat ze onontbeerlijk is. Zo is het mogelijk dat het centraal strafregister geconsulteerd wordt als je na je achttiende nog ernstige feiten pleegt, maar ook als je je kandidatuur stelt voor het leger of de rijkswacht. Normaal heeft je werkgever echter geen toegang, ook niet als je werkgever de overheid is. • De informatie wordt medegedeeld tot je achtentwintig jaar bent.
25
b) Kan de
informatie in het centraal strafregister vroeger geschrapt worden?
De informatie over de vonnissen van de jeugdrechtbank kan op jouw verzoek vijf jaar na het einde van de maatregel geschrapt worden. Je neemt hiervoor contact op met de jeugdrechtbank van je verblijfplaats. Dat is niet noodzakelijk de jeugdrechtbank die je zaak behandelde.
Bijvoorbeeld Jan, 20 jaar, woont te Gent. Hij was naar aanleiding van herhaalde diefstallen en inbraken door de jeugdrechtbank te Antwerpen geplaatst van 1 december 1998 tot 5 juli 2000. Hij kan pas op 5 juli 2005 de jeugdrechtbank te Gent verzoeken om de gegevens uit het centraal strafregister te schrappen. Jan is geboren op 11 oktober 88. Als hij geen verzoek tot schrapping doet, worden de gegevens vanaf 11 oktober 2016 niet meer meegedeeld.
9. MAATREGELEN DIE EEN JEUGDRECHTER KAN OPLEGGEN 9.1 Herstelrechtelijk aanbod Indien je voor de jeugdrechter komt omwille van een als misdrijf omschreven feit, dan zal deze je soms nog kansen geven en je niet direct plaatsen. Je moet dan wel het gepleegde feit, waarbij er een slachtoffer(s) was, hebben toegegeven en bereid zijn om bepaalde voorwaarden te aanvaarden, zodat je thuis kan blijven.
1. Bemiddeling
Hierbij krijg je de mogelijkheid om met de hulp van een onpartijdige bemiddelaar de schade te vergoeden aan het slachtoffer of hem/haar je verontschuldigingen aan te bieden. Een bemiddelingsdienst nodigt jou, je ouders, en meestal ook het slachtoffer uit om te bespreken hoe jij het best het
26
slachtoffer kunt vergoeden of schadeloos kan stellen, bijv. door iets voor hem/haar te doen of karweitjes op te knappen, zodat je diegene die jij schade hebt berokkend financieel kan vergoeden. De bedoeling is vooral ten aanzien van deze persoon de emotionele of materiële schade te herstellen.
2. Herstelgericht groepsoverleg (kortweg HERGO genoemd)
Ook hier zal een onpartijdige bemiddelaar alle betrokkenen samenroepen, waarbij zeker je ouders, jij en het slachtoffer moeten aanwezig zijn, zodat er samen een oplossing kan worden gezocht om de schade en het leed voor het slachtoffer te vergoeden. Hierbij kunnen ook andere personen worden uitgenodigd uit je sociale omgeving, bijv. een jeugdwerker uit het buurthuis. Kortom iedereen die een rol kan spelen bij het relationele of materiële herstel van de schade. Zolang iedereen in het groepsoverleg meedoet en ook instemt met het voorstel tot herstel zal de jeugdrechter niet tot een plaatsing beslissen. Als er een akkoord wordt bereikt en je de intentie uitdrukt om dit akkoord uit te voeren dan wacht de jeugdrechter af of jij je zult houden aan de gemaakte afspraken. In die intentieverklaring deel jij mee welke concrete stappen je zal ondernemen om de schade aan de gemeenschap te herstellen. En hoe je de relationele en materiële schade voor het slachtoffer wil herstellen. Hierbij kan je steeds de raad inwinnen van een advocaat, die je ook kan bijstaan bij het zoeken naar een schadeherstel en op het ogenblik dat het akkoord wordt vastgelegd.
3. het geschreven project
Je kan ook aan de jeugdrechter een zelfgeschreven project
voorleggen, waarbij je bepaalde verbintenissen voorstelt die je op je wil nemen. Bijvoorbeeld, hoe jij de veroorzaakte schade zelf wil herstellen, of hoe je zelf schriftelijke of mondelinge verontschuldigingen wil overmaken aan het slachtoffer. Maar daarin kan je ook voorstellen dat jij aan de activiteiten van een leer- en opvoedingsproject wil deelnemen of een behandeling
27
wil volgen, bijv. bij een dienst, die je deskundig kan begeleiden bij een alcohol- of drugverslaving. Je kan daar zelf creatief in zijn, als je je maar voorneemt de voorgestelde verbintenissen in dat project ernstig te nemen en deze op te volgen. Jij kan zelf in dat project ook het initiatief nemen en deelname aan een Hergo voorstellen.
9.2. Ambulante maatregelen De jeugdrechter houdt rekening met de ernst van de feiten, je persoonlijkheid en met het milieu waarin je opgroeit en zal daarom niet altijd direct tot een plaatsing beslissen. Hij heeft dan andere mogelijkheden en maakt het behoud van je verblijf bij je thuis en/of in je leefomgeving afhankelijk van een of meer voorwaarden, zoals bijv. het regelmatig school volgen, het deelnemen aan een opleidingsmodule, meewerken aan sociale en culturele activiteiten. De jeugdrechter kan je ook richtlijnen meegeven om bepaalde plaatsen of vrienden niet meer op te zoeken, bijv. stadionverbod, of de psychosociale begeleiding van een geestelijk gezondheidscentrum te aanvaarden, bijv. voor je alcoholprobleem. Of hij kan je ook tijdelijk huisarrest of een omgangsverbod opleggen met verkeerde bijv. drugdealende vrienden. De jeugdrechter beslist dan tot een ambulante maatregel. Naast de berisping en/of een ondertoezichtstelling van de sociale dienst bij de jeugdrechtbank heeft de jeugdrechter dus ook de mogelijkheid om pedagogische en medische richtlijnen op te leggen of van jou te vragen een prestatie te leveren of een gemeenschapsdienst te verrichten. Men spreekt dan van een constructieve en alternatieve sanctionering. Indien je deze richtlijnen niet opvolgt of niet ingaat op het voorstel van een ‘alternatieve afhandelingwijze’ kan de jeugdrechter toch nog tot een plaatsingsmaatregel beslissen.
28
10. PLAATSING a. Je wordt geplaatst. Wat nu? Je wordt geplaatst. Wellicht is je eerste reactie dan: weg van thuis, een ander huis, minder of meer vrijheid, vreemde mensen die zich met mij bemoeien, nieuwe gezichten. Plaatsing betekent in de eerste plaats: een tijdelijk onderkomen en een rustpauze. Het geeft jou en je ouders de gelegenheid om een stuk weg af te leggen en beter te leren inspelen op spanningen. Je wordt alleen geplaatst als het echt niet anders kan. Ook als je geplaatst bent, blijven je ouders belangrijk voor jou. Zij worden bij grote beslissingen betrokken en worden over je situatie ingelicht. De consulent zal samen met jou en je ouders zoeken op welke manier jullie het best met elkaar in contact kunnen blijven. Je kunt op weekend naar huis gaan, je ouders kunnen op bezoek komen of je kunt met elkaar telefoneren. Alleen in zeer uitzonderlijke situaties beslist de jeugdrechter dat je tijdelijk geen contact kunt hebben met je ouders. Je hebt recht op hulpverlening op maat. De consulent zoekt, naar de voorziening die jou en ook je ouders het best kan helpen. Hij of zij probeert je zo dicht mogelijk bij je thuis te plaatsen, zodat je regelmatig contact kunt houden met je ouders, familie en vrienden. Soms kun je echt niet meer naar huis. Je wordt dan geleidelijk aan voorbereid om op eigen benen te staan.
29
b. Waar kan de jeugdrechter je plaatsen? Er zijn veel verschillende vormen van begeleiding of plaatsing: - Je gaat naar een dagcentrum voor schoolgaande jeugd.
Je wordt daar na de schooltijd en tijdens de vakanties opgevangen, maar je blijft er niet slapen. Ook je ouders thuis worden begeleid.
- Je gaat voor korte tijd naar een onthaal-, oriëntatie- en observatiecentrum. Dat centrum helpt jou en je ouders meer inzicht in je situatie te verwerven. Je leert er elkaar beter kennen. Het centrum zoekt samen met jou en je ouders uit hoe je het best geholpen kan worden. Soms verblijf je een tijdje in een dergelijk centrum, soms blijf je thuis wonen en komen de hulpverleners van dat centrum aan huis. Ze zoeken samen met jou en je ouders waar je nadien het best wordt opgevangen. - Je gaat tijdelijk in een pleeggezin wonen of bij een betrouwbare persoon. Dat kan dus ook bij familie zijn. Ook als je in een pleeggezin woont, blijft de band met je eigen familie belangrijk. Een pleeggezinnendienst begeleidt jou, je ouders en je pleegouders. - Je gaat in een instelling of home wonen. Je wordt er opgevangen in een leefgroep. Vanuit dat begeleidingstehuis ga je naar school. De begeleiders ondersteunen jou en je ouders bij de oplossing van je problemen. - Als je zeventien bent en op eigen benen wil of moet staan, kun je onder begeleiding op kamer gaan wonen (begeleid zelfstandig wonen). - De jeugdrechter kan je ook plaatsen in een schoolinternaat of in een Medisch Pedagogisch Instituut (M.P.I.)
30
- Als de jeugdrechter vindt dat je zelf beschermd moet worden (omdat je bijv. altijd wegloopt) of dat je gedrag niet langer geduld kan worden (bijvoorbeeld omdat je een overval pleegde), kan de jeugdrechter je voor een bepaalde periode in een gemeenschapsinstelling plaatsen of wanneer daar geen plaats is ook voor korte tijd in de federale jeugdinstelling te Everberg. Er is een gemeenschapsinstelling voor meisjes in Beernem en een voor jongens in Mol en Ruiselede. De federale instelling in Everberg noemt: ‘De Grubbe’. Je vrijheid daar is beperkt: je blijft de hele dag onder toezicht van de begeleiders en je volgt ter plaatse les in de instelling. De jeugdrechter geeft de gemeenschapsinstelling de opdracht om je enkele dagen op te vangen, te observeren of te behandelen. Bij het einde van die periode evalueert de jeugdrechter je verblijf en beslist hoe het verder moet. - Soms blijkt uit het onderzoek dat je het heel moeilijk hebt en dat zeer gespecialiseerde hulp nodig is. Dan kan de jeugdrechter je in een jeugdpsychiatrische afdeling plaatsen. - In zeer uitzonderlijke situaties, als je een ernstig misdrijf(zoals een moord) hebt gepleegd en tenminste 16 jaar bent, kan de jeugdrechter beslissen dat een gewone strafrechtbank daarover moet oordelen. Dit heet een ‘uithandengeving’. Als de jeugdrechter ervan uitgaat dat de gewone jeugdbeschermingsmaatregelen niet toereikend zijn, kan deze de zaak uit handen geven. Dit doet hij op grond van de persoonlijkheid van de minderjarige in samenhang met de ernst van de feiten. Een uithandengeving is altijd ‘met redenen omkleed’. Dat wil zeggen dat de jeugdrechter zich baseert op een beoordeling van je persoonlijkheid om bij ernstige misdrijven een strafrechtbank te laten beslissen. - Als de jeugdrechter de zaak uit handen geeft zendt hij het dossier terug naar het openbaar ministerie. Deze kan nu vervolgen voor het bevoegde strafgerecht. Dat kan de correctionele rechtbank zijn of het hof van assisen. Je valt dan als jongere niet meer onder het jeugdbeschermingstelsel, maar onder de regels van het ‘gemene strafrecht’.
31
c) Hoe lang word je geplaatst? De jeugdrechter moet bij elke beslissing tot plaatsing vastleggen voor hoe lang hij je plaatst. In de beschikking of in het vonnis schrijft hij dit neer. In de meeste voorzieningen kan dit maximaal voor de duur van één jaar. In een onthaal-, oriëntatie- en observatiecentrum en een gemeenschapsinstelling is de termijn beperkter. Aan het einde van de termijn evalueert de jeugdrechter je plaatsing. De consulent geeft hierbij advies. Je wordt hiervoor opnieuw opgeroepen bij de jeugdrechtbank. De jeugdrechter beslist dan of je plaatsing moet worden verlengd, gewijzigd of beëindigd. De jeugdrechter kan de plaatsing ook wijzigen of beëindigen vóór het einde van de vastgelegde termijn. Hij ontvangt immers regelmatig verslagen over het verloop van de hulpverlening, zowel van de voorziening als van de consulent. In bepaalde voorzieningen kan de jeugdrechter je maar voor korte tijd plaatsen. Je wordt telkens op het einde van de termijn uitgenodigd om bij de jeugdrechter te komen. Dat kan een hele belasting worden. Daarom vraagt men je soms om een briefje te schrijven met de boodschap dat je niet bij de jeugdrechter wilt komen om je mening te geven en dat je geen advocaat wilt. Denk goed na voor je dit doet. Teken het briefje alleen als je het zelf echt wil. Het is immers jouw recht om gehoord te worden door de jeugdrechter en je hebt recht op bijstand van een advocaat. Je kan ook aan de jeugdrechter zelf een brief met je mening sturen.
32
11. GOED OM TE WETEN ALS JE GEPLAATST WORDT a.)Wat gebeurt er nu? Als de jeugdrechter heeft beslist dat je geplaatst wordt, zoekt de consulent samen met jou waar je best terecht kunt: voorziening, betrouwbare persoon of pleeggezin. De consulent gaat met jou en je ouders op kennismakingsgesprek naar de voorziening of het pleeggezin, maakt afspraken, tracht je bij te staan. Voor kortere of langere tijd zonder je familie en vrienden in een onbekende omgeving gaan wonen, is altijd moeilijk. Het vraagt een grote inspanning van jou. Je zult je moeten aanpassen aan nieuwe regels en nieuwe gezichten. Het is belangrijk dat je voordien nadenkt over wat je echt belangrijk vindt. Maak een lijstje over alle (praktische) zaken die je wilt weten. Wanneer kun je je ouders zien? Kun je bij hen op weekend gaan? Hoe blijf je in contact met je broers en zussen. Hoe kun je contact houden met je vrienden? Naar welke school kun je gaan? Kun je nog naar de sportclub of jeugdbeweging? Mag je je huisdier meenemen? Hoe laat ga je slapen? Kun je een radio op je kamer hebben? Kun je je lievelingsprogramma’s op televisie zien? Mag je roken? Uitgaan? Wat wordt er van je verwacht? Met wie ga je samenleven? Is er een aparte begeleider in geval van problemen? Enzovoort. Vorm je een beeld van het leven in de voorziening of het pleeggezin, en tracht duidelijke afspraken te maken. Als je het gevoel hebt dat je je écht niet in je nieuwe omgeving kunt aanpassen, zeg dat dan tegen je consulent. De consulent volgt jou, je gezin en de hulpverlening die georganiseerd wordt. Hij of zij ziet er ook op toe dat je een vertrouwenspersoon hebt als je het soms moeilijk hebt.
33
Aandacht: -
- -
Na een kennismakingsgesprek kan de voorziening of het pleeggezin nog zeggen dat je niet bij hen terecht kunt, omdat je bijvoorbeeld niet in de leefgroep past. Soms vindt de jeugdrechter dat hij snel een beslissing moet nemen. Dan kan er meestal geen kennismakingsgesprek georganiseerd worden. Als je naar een gemeenschapsinstelling gaat, is er evenmin een kennismakingsgesprek.
b.)Jij en je ouders Ook als je geplaatst bent, worden je ouders bij grote beslissingen betrokken en worden zij over je situatie ingelicht. De consulent zal samen met jou en je ouders zoeken op welke manier jullie het best met elkaar in contact kunnen blijven. Je kunt op weekend naar huis gaan, je ouders kunnen op bezoek komen, je kunt geregeld met elkaar telefoneren. Alleen in uitzonderlijke situaties beslist de jeugdrechter dat je tijdelijk geen contact kan hebben met je ouders.
c) Briefwisseling, Je wilt schrijven naar je ouders, naar je vriend of vriendin. Meestal mag je zonder beperking schrijven. Je mag vrij brieven ontvangen. Je hebt recht op briefgeheim, dit wil zeggen dat je brieven zonder jouw toestemming niet door anderen gelezen mogen worden. In uitzonderlijke situaties beperkt de jeugdrechter je recht om vrij brieven te schrijven en te ontvangen. Je wordt van deze beslissing op de hoogte gebracht.
34
d) Weekend, vakantie, ontspanning... Je wilt op weekend gaan bij je moeder of bij je tante. Je zou graag bij een rockbandje aansluiten. Je wilt op kamp gaan met je sportvereniging. Wat moet je dan doen? Voor sommige activiteiten heb je toestemming van de jeugdrechter nodig, voor andere dan weer niet. Je moet toestemming hebben van de jeugdrechter om op weekend of op vakantie te gaan. Je bespreekt al die zaken het best vooraf met je consulent, met de voorziening op een kennismakingsgesprek en later ook met je begeleider of met je pleegouders en de pleeggezinnendienst die je begeleidt. Toestemming vragen doe je door een brief te schrijven aan je jeugdrechter waarin je de situatie uitlegt. Eventueel doe je dit samen met iemand van de voorziening. De jeugdrechter zal je brief schriftelijk beantwoorden. Soms vraagt hij aan de consulent om je vraag te onderzoeken. Als je in een gesloten gemeenschapsinstelling werd geplaatst zijn de voorwaarden strenger. Je kan dan niet zomaar direct op weekendverlof of op vakantieuitstap.
e) Zakgeld Je hebt recht op zakgeld. Hoe ouder je bent, hoe meer zakgeld je krijgt. Je mag je zakgeld vrij besteden. Rijzen er problemen, dan kun je die altijd met je consulent bespreken.
Het bedrag van je zakgeld is vastgelegd. We geven je een idee van het bedrag dat je tegoed hebt, volgens een tabel op 1 februari 2008 vastgelegd.
35
In een voorziening of pleeggezin Leeftijd van 6 tot 8 van 8 tot 12 van 12 tot 14 van 14 tot 16 van 16 tot 18 van 18 tot 20
jaar jaar jaar jaar jaar jaar
Bedrag/maand op 1.02.2006 euro 5,25 10,47 20,93 31,40 41,86 51,38
Het zakgeld word je wel niet verleend als je zelfstandig woont of als je maandelijks over een netto-inkomen beschikt dat meer dan 169,35 euro bedraagt.
f) Kindergeld en spaarrekening Wat gebeurt er met het kindergeld?
Als je geplaatst bent, gaat er automatisch twee derden van het kindergeld waarop je ouders recht hebben naar de Vlaamse Gemeenschap. Dat wordt gebruikt om de kosten van je plaatsing mee te betalen. Het resterende derde kan de jeugdrechter aan je ouders toewijzen. Dat is doorgaans het geval als je vaak naar huis gaat. De jeugdrechter kan ook beslissen het resterende derde van het kindergeld op een spaarrekening te plaatsen op jouw naam. Die spaarrekening is voor jou als je 18 jaar wordt. Met het gespaarde bedrag kan de overgang naar je zelfstandige leven vlotter verlopen.
36
Je kunt niet zomaar het geld van je spaarrekening gebruiken. Als je geld van die spaarrekening wilt opnemen vóór je meerderjarig bent, moet je toestemming vragen aan de jeugdrechter. Bij je consulent kun je ook altijd terecht met vragen hierover. Hij of zij kan je vertellen of je een spaarrekening hebt en bij welke bank.
g) Bijdrage in de onderhoudskosten De jeugdrechter kan aan je ouders een bijdrage vragen in de kosten van je plaatsing. Als je over eigen inkomsten beschikt, bijvoorbeeld omdat je werkt, kan hij of zij ook aan jou een bijdrage vragen.
12. JE BENT BIJNA 18! Op je 18de verjaardag word je meerderjarig. De jeugdrechter sluit je dossier. Je wordt niet langer gevolgd. Vanaf nu kun je zelf beslissingen nemen over je toekomst. Je kunt op je eigen benen staan. Je hebt lang op dit moment gewacht. Je bent blij, maar je zit met heel wat vragen. Soms verlang je nog wel wat begeleiding en ondersteuning. Ook als volwassene kun je het moeilijk hebben, zeker als je er alleen voor staat. Praat erover en aarzel niet om hulp te vragen en te zoeken. Je kunt terecht in de JAC’s, in de centra voor algemeen welzijnswerk, in de centra voor geestelijke gezondheidszorg, bij de sociale diensten van het ziekenfonds of het OCMW ...
37
1. Verlenging van een bestaande jeugdbeschermingsmaatregel Soms wil je liever nog even blijven waar je bent, zodat de overgang naar je zelfstandige leven beter begeleid kan worden of omdat je bijvoorbeeld nog een opleiding volgt. Als je geplaatst bent en je wilt ook na je achttiende verjaardag nog in de voorziening of het pleeggezin blijven, of je wilt onder begeleiding op kamers gaan wonen, dan kun je ‘voortgezette hulpverlening’ aanvragen. Daarvoor kun je een beroep doen op het comité voor bijzondere jeugdzorg. Het comité kan enkel hulpverlening organiseren als jij ermee akkoord gaat. Je schrijft een brief naar het comité met je vraag naar verdere begeleiding. Je verstuurt die brief minstens één maand vóór je 18de verjaardag. Het openbaar ministerie kan bij MOFook een verlenging vorderen. De jeugdrechter zal deze toestaan wanneer uit je gedrag blijkt dat je volhardt in je gevaarlijk of risicovol gedrag. Maar een verlenging kan dan nooit langer duren dan tot je twintigste verjaardag.
2. Hernieuwing van een bestaande jeugdbeschermingsmaatregel Je wou op eigen benen staan, maar je merkt kort na je achttiende verjaardag dat zelfstandigheid beter zou lukken mét begeleiding. Je kunt dan aan het comité vragen om je nog een beperkte periode te begeleiden. Een sociale dienst bij het comité voor bijzondere jeugdzorg onderzoekt je vraag en motiveert de wenselijkheid van een voortgezette hulpverlening.
38
Die begeleiding kun je vragen: - -
tot drie maanden na je achttiende verjaardag als je terug wilt naar een voorziening of pleeggezin, tot zes maanden na je achttiende verjaardag als je verder begeleid zelfstandig wilt wonen.
Begeleid zelfstandig wonen kun je niet alleen via het comité voor bijzondere jeugdzorg. Tot je 25 bent, kun je ook beroep doen op de diensten van de centra voor algemeen welzijnswerk. Als je naar school ging in een M.P.I., kan je soms ook beroep doen op de diensten van het Vlaams Fonds. Deze diensten zijn gratis. Het is belangrijk dat je hulp vraagt, als je het moeilijk hebt. Ook voor (jonge) volwassenen bestaan er heel wat hulpverleningsdiensten waar je op vrijwillige basis beroep op kunt doen. Als je nog vragen hebt over je specifieke situatie en je wilt eventueel voortgezette hulpverlening aanvragen, neem dan contact op met je consulent van de sociale dienst bij de jeugdrechtbank. Deze zal je hierover meer informatie geven.
Niet vergeten! Het geld van je spaarrekening is voor jou als je achttien bent. Met het gespaarde geld kan de overgang naar je volwassen leven vlotter verlopen.
39
13. HEB JE NOG VRAGEN Is er iemand in je directe omgeving met wie je de vragen kan
bespreken? Een leerkracht, een medewerker van het CLB, een jeugdwerker, een familielid... Als je geplaatst bent, denk dan ook aan je individuele begeleider, de psycholoog, de directie van de voorziening waar je verblijft. Zij zullen samen met jou naar een antwoord zoeken. Kan je om één of andere reden niet bij hen terecht met je vragen, of wordt er geen antwoord gevonden, dan kan je een beroep doen op je consulent. Deze zal ook de jeugdrechter aanspreken als deze het antwoord op je vragen kan geven. Ook je advocaat kan jou advies geven en de vragen en de problemen samen met jou aanpakken. Als je in beroep wil gaan tegen een beslissing van de jeugdrechter, neem dan onmiddellijk contact op met je advocaat of met de directeur van de Gemeenschapsinstelling of het federale jeugdcentrum De Grubbe. In dit boekje vind je heel wat nuttige informatie over met wie je waarover kan spreken. Soms lukt dit om allerlei redenen niet. Met al je vragen en problemen over de Bijzondere Jeugdzorg en de Jeugdrechtbank kan je ook nog terecht bij de JO-lijn en de Kinderrechtswinkels.
40
14. JOLIJN
0800/ 900 33 Jolijn is een luisterlijn voor jongeren, ouders en voor iedereen met vragen over de hulpverlening in de bijzondere jeugdbijstand (comité voor bijzondere jeugdzorg, bemiddelingscommissie of jeugdrechtbank). Je kunt gratis telefoneren naar Jolijn. Je oproep wordt niet vermeld op de rekening. Ook vanuit een telefooncel is je oproep gratis.
Wanneer ? Maandagvoormiddag: 9 - 13 uur Woensdagnamiddag: 13 - 18 uur Vrijdagnamiddag: 13 - 18 uur Je kunt er terecht voor informatie of advies of met een klacht over de werking van de bijzondere jeugdbijstand.
41
Samen met de medewerker van Jolijn wordt er gezocht welke stappen je het best zet om een antwoord op je vragen te krijgen. Jolijn luistert naar je verhaal, naar je problemen, naar wat goed en minder goed gaat. Je kunt ook schrijven naar Jolijn:
JOLIJN
[email protected]
Agentschap Jongerenwelzijn Koning Albert II-laan 35, bus 32 1030 Brussel Of mailen:
Antwoorden op je vragen of adressen van lokale diensten vind je terug op onze website
www.wvg.vlaanderen.be/jongerenwelzijn/preventie_verwijzers
42
15. KINDERRECHTSWINKELS Je bent zestien, kan je zelf beslissen wat er gebeurt met het geld op je spaarrekening? Wat gebeurt er als je met je fiets tegen iets of iemand rijdt? Als je ouders scheiden, kan je dan meebepalen wanneer je bij wie zal wonen of op bezoek gaan? Wat kan er gebeuren wanneer je in aanraking komt met de politie of de jeugdrechter? Deze en heel wat andere vragen rond rechten en plichten van minderjarigen werden al gesteld in de Kinderrechtswinkel. De Kinderrechtswinkel is er voor kinderen en jongeren tot 18 jaar, dus zolang je minderjarig bent.
Wat doet de Kinderrechtswinkel? De Kinderrechtswinkel verkoopt niets. Wel kan je er zomaar binnenlopen voor gratis informatie en advies. Je kan er ook terecht voor documentatie over rechten van kinderen Met alle vragen en problemen rond rechten van minderjarigen ben je in de Kinderrechtswinkel op het juiste adres. De medewerkers van de Kinderrechtswinkel luisteren naar je vragen en zullen uitleg geven over welke wetten of decreten van toepassing zijn, wat die betekenen en welke gevolgen ze kunnen hebben voor jou.
43
De Kinderrechtswinkel: Hoe kom ik er? Wat de Kinderrechtswinkel voor je doet is gratis en je hoeft je naam niet te noemen. Je kan gewoon langskomen of bellen. Er is een Kinderrechtswinkel in Brugge en een in Gent.
Kinderrechtswinkel BRUGGE Kleine Hertsbergestraat1 te 8000 Brugge Tel: 050/ 33 95 84 E-mail:
[email protected]
Kinderrechtswinkel GENT Hoogstraat 81 te 9000 Gent Tel: 09/ 233 65 65 E-mail:
[email protected]
44
16. DE KINDER- EN JONGERENTELEFOON Alle jongens en meisjes willen wel eens iets vertellen, zitten wel eens met een vraag of hebben een probleem waar ze zelf geen raad mee weten. Het is dan prettig om met iemand te praten die je goed kent en die je vertrouwt: je ouders, een vriend of vriendin, misschien een leerkracht. Maar soms is die persoon er niet. Of je durft er niet over te praten. Of er is niemand die tijd voor je maakt. Als je niemand hebt om mee te praten, of als je liever praat met iemand die jou niet kent, dan kan je bellen naar de kinderen jongerentelefoon. Je kunt er terecht met vragen over honderd dingen: over pesten, ruzie of vriendschap over verliefdheid en seksualiteit over vrije tijd, hobby’s, verveling over school, huiswerk en rapport over gevoelens over uiterlijk, gezondheid en verslaving over je gezin en over nog veel meer. De kinder- en Jongerentelefoon kan je over het hele land bereiken op het nummer 102 Alle dagen vanaf 16 tot 22 uur (behalve op zon- en feestdagen) Je kan er ook naar mailen of schrijven. per post op POSTBUS 50 - 2800 MECHELENvia mail:
[email protected]
45
17. Nuttige adressen Jeugdrechtbank: Adres
………………………………………………………………………………………
Je jeugdrechter is:
..........................................................................
................................................................
Adres:
.....................................................................
.....................................................................
Bereikbaar op volgende dagen via mail of telefoon:
...........................................................................
................................................................
Adres:
..........................................................................
.................................................................
Je advocaat is:
De sociale dienst bij de jeugdrechtbank
46
Je consulent is:
………………………………………………………………………………………
Je consulent is bereikbaar:
Dag en telefoonnummer:
…………………………………………………………………………………
Persoonlijk nummer van je consulent:
………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………
Je begeleider heet:
………………………………………………………………………………………
Je komt terecht in:
………………………………………………………………………………………•
De dienst of voorziening die jou begeleidt:
Je spaarrekening(en) is (zijn):
………………………………………………………………………………………
………………………………………………………………………………………
Vraag naar deze gegevens, vul ze in.
Ken je het adres van de jeugdrechtbank niet? De postbode brengt jouw brief op de juiste plaats als je duidelijk schrijft: Jeugdrechtbank - en het postnummer en de stad.
47
PRODUCTIE Agentschap Jongerenwelzijn Diensten van de Administrateur-generaal Ellips Koning Albert II-laan 35, bus 32 1030 Brussel
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Lucien Rahoens Afdelingshoofd Afdeling Preventie- en verwijzingsbeleid
TEKSTBEHANDELING Team verwijzersbeleid
www.wvg.vlaanderen.be/jongerenwelzijn D/2007/3214/326
Jij
en en
DE JEUGDRECHTBANK
Een Een jongerenbrochure jongerenbrochure van van de de bijzondere bijzondere jeugdbijstand jeugdbijstand In In samenwerking samenwerking met met de de kinderrechtswinkels kinderrechtswinkels