Bijzondere Jeugdbijstand
Regelgeving: 1. Decreten inzake bijzondere jeugdbijstand gecoördineerd op 4 april 1990 2. Decreet 7 mei 2004 houdende wijziging van de decreten inzake bijzondere jeugdbijstand 3. Besluit 8 december 1998 van de Vlaamse regering betreffende de organisatie en de werking van de comités voor bijzondere jeugdzorg 4. Besluit 23 juli 1997 van de Vlaamse regering tot wijziging van het besluit van 20 juli 1988 houdende de oprichting en werkwijze van de bemiddelingscommissie voor bijzondere jeugdbijstand en van het administratief secretariaat 5. Besluit 13 juli 1994 van de Vlaamse Regering inzake de erkenningsvoorwaarden en de subsidienormen voor de voorzieningen van de bijzondere jeugdbijstand. 6. Besluit 20 juli 1988 van de Vlaamse regering houdende oprichting en werkwijze van de bemiddelingscommissie voor bijzondere jeugdbijstand en van het administratief secretariaat 7. Ministeriële omzendbrief van 1 maart 2002 betreffende de opname van jongeren 8. Omzendbrief van 20 januari 1999 betreffende de profilering van de comités voor bijzondere jeugdzorg 9. Omzendbrief van 14 oktober 1994 betreffende de gerechtelijke jeugdbijstand voor minderjarigen in een problematische opvoedingssituatie
Kinderrechtswinkel / Project Integrale Jeugdhulp
- 18 -
Decreet Rechtspositie IJH
Bijzondere Jeugdbijstand
Toepassingsgebied (artikel 3)
Toepassingsgebied2
Bekwaamheid van de minderjarige (artikel 4)
Bekwaamheid van de minderjarige (Gec. Decr. 1990 art. 9 §1, 4de)
Ҥ 1. Onverminderd de rechten van de ouders, oefent de minderjarige de rechten, opgesomd in dit decreet, zelfstandig uit.
“In de gevallen waarin de hulpverlening de persoonlijke vrijheid van de minderjarige raakt, kan de hulpverleningsvraag enkel ingewilligd worden en kan een hulpverleningsaanbod enkel uitgevoerd worden met de instemming van de minderjarige wanneer deze de leeftijd van veertien jaar heeft bereikt, of nadat de minderjarige werd gehoord wanneer hij jonger is dan veertien jaar;”
§ 2. In afwijking van § 1, oefent de minderjarige de rechten, bedoeld in artikelen 8, 13 en 22, zelfstandig uit op voorwaarde dat hij tot een redelijke beoordeling van zijn belangen in staat is, rekening houdend met zijn leeftijd en zijn maturiteit. De minderjarige van twaalf jaar of ouder wordt vermoed in staat te zijn tot een redelijke beoordeling van zijn belangen.”
artikel 48, 2de besluit 8 december 98: “Als de hulpverleners bij de problematische opvoedingssituatie zijn betrokken, wordt eerst met hen overleg gepleegd, na akkoord van de personen die over de minderjarige het ouderlijk gezag uitoefenen en van de minderjarige zelf vanaf de leeftijd van veertien jaar;”
Belang van de minderjarige (artikel 5)
Belang van de minderjarige (artikel 4 gec. Decreten 1990)
“Het belang van de minderjarige vormt de belangrijkste overweging bij het verlenen van jeugdhulp.
“Het comité heeft, rekening houdend met de functionele taakverdeling zoals bepaald in de artikelen 5 en 9 tot taak: 1e daadwerkelijke bijstand en hulp te organiseren in problematische opvoedingssituaties ten behoeve van minderjarigen en van diegenen die over hen het ouderlijk gezag uitoefenen of hen onder hun bewaring hebben, en dit in het belang van de minderjarige.”
Het belang van de minderjarige wordt vastgesteld in dialoog met de minderjarige zelf. Aan de mening van de minderjarige wordt passend gevolg gegeven, rekening houdend met zijn leeftijd en maturiteit. Bij de vaststelling van het belang van de minderjarige is tevens respect vereist voor de mening en voor de verantwoordelijkheden van de ouders.”
“De Rechten die in dit decreet zijn opgesomd, gelden zonder onderscheid voor alle minderjarigen” (artikel 6)
2
In dit onderdeel van de vergelijking verwijzen we voornamelijk naar andere regelgeving die van toepassing is, in overeenstemming met de laatste alinea van artikel 3 van het decreet rechtspositie dat stelt: “Dit decreet doet geen afbreuk aan wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen, die aan minderjarigen ruimere rechten toekennen.”
Kinderrechtswinkel / Project Integrale Jeugdhulp
- 19 -
Het recht op jeugdhulp (artikel 7) “Binnen het beschikbare jeugdhulpaanbod heeft de minderjarige recht op jeugdhulp, zoals bepaald in artikel 6 van het decreet integrale jeugdhulp.”
Het recht op jeugdhulp (artikel 4 gec. Decreten 1990) “Het comité heeft, rekening houdend met de functionele taakverdeling zoals bepaald in de artikelen 5 en 9 tot taak: 1e daadwerkelijke bijstand en hulp te organiseren in problematische opvoedingssituaties ten behoeve van minderjarigen en van diegenen die over hen het ouderlijk gezag uitoefenen of hen onder hun bewaring hebben, en dit in het belang van de minderjarige.”
Recht op ‘informed consent’ (artikel 8) Recht op vrije keuze van jeugdhulp (artikel 9) Recht op weigeren van jeugdhulp (artikel 10) Recht op informatie (artikel 11 § 1.) en Recht op informatie het recht om niet geïnformeerd te (art. 46 besluit 8 dec. 1998) worden (artikel 11 § 2.) “§ 1. De minderjarige heeft recht op duidelijke, toereikende en voor hem begrijpelijke informatie over de jeugdhulp en over alle zaken die daarmee verband houden, inzonderheid leefregels en afspraken. § 2. In het belang van de minderjarige, zoals omschreven in artikel 5, kan worden beslist om de minderjarige over bepaalde zaken niet te informeren. Een dergelijke beslissing wordt gemotiveerd en in het dossier van de minderjarige opgenomen. De persoon, bedoeld in artikel 24, heeft het recht over die zaken geïnformeerd te worden.”
Kinderrechtswinkel / Project Integrale Jeugdhulp
“Onverminderd de toepassing van art. 4§1 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, informeert de consulent die met het dossier is belast, bij de aanmelding, de hulpvrager, de jongere en de personen die over hem of haar het ouderlijk gezag uitoefenen of hem of haar onder hun bewaring hebben over: de mogelijkheden binnen de 1ste eerstelijnszorg en de werking van de bijzondere jeugdbijstand 2de de rechten en de plichten van de ouders en van de jongeren 3de de bestaande klachtenprocedures 4de de regelgeving met betrekking tot de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Verder licht de consulent voornoemde personen erover in dat: 1ste de hulpverlening gedurende het volledig verloop ervan een vrijwillig karakter heeft 2de als de sociale dienst de hulpvraag afwijst, de hulpvraag schriftelijk wordt voorgelegd aan het bureau
- 20 -
3de de betrokkenen een bemiddelingsverzoek kunnen indienen bij de bevoegde bemiddelingscommissie. De consulent geeft hen dan tevens inlichtingen over hoe een dergelijk verzoek moet worden ingediend.” Artikel 13, 11de besluit 13 juli 94 “Begeleidingstehuizen: Indien de voorziening op de hoogte is van het bestaan van een of meerdere spaarboekjes op naam van de minderjarige moeten de ouders of de wettelijke vertegenwoordiger van de minderjarige en de minderjarige zelf vanaf de leeftijd van twaalf jaar, hierover ingelicht worden.” Artikel 14,7de besluit 13 juli 1994 “Onthaal- oriëntatie- en observatiecentra: Het centrum dat het vanuit haar pedagogisch concept noodzakelijk vindt om minderjarigen soms tijdelijk af te zonderen of in hun vrijheid te beperken, om hun veiligheid, de veiligheid van andere minderjarigen of die van het personeel te verzekeren, beschikt hiertoe over een door de administratie goedgekeurd huishoudelijk reglement. In dit reglement, moeten minstens worden beschreven: de inrichting van de beveiligingskamer, het aanleggen van een beveiligingsdossier voor elke beveiliging die zich voordoet, de duur van de beveiligingssituatie en het toezicht op en de mogelijkheden tot contact van de betrokken minderjarige. Dit huishoudelijk reglement wordt bij opname bekendgemaakt aan de betrokken partijen.” Artikel 53§2, 1ste besluit 8 december 98: “De beslissing die het bureau overeenkomstig art. 37, tweede lid van de gecoördineerde decreten heeft genomen over de bestemming die aan het loon van de jongere zal worden gegeven, wordt schriftelijk meegedeeld aan: 1ste de jongere” Omzendbrief 1 maart 2002: “Het recht op vrije communicatie met zijn advocaat wordt hem meegedeeld. De jongere krijgt een document terzake te ondertekenen waarvan hij een exemplaar ontvangt.
Kinderrechtswinkel / Project Integrale Jeugdhulp
- 21 -
De jongere behoudt te allen tijde het recht op vrij verkeer met zijn advocaat. Er wordt de jongere meegedeeld dat hij recht heeft op de bijstand van een bedienaar van een erkende eredienst of een moreel consulent die een niet confessionele overtuiging vertegenwoordigt. Er wordt de jongere meegedeeld dat hij uiterlijk de dag volgend op zijn aankomst:” -door de federale directeur of zijn gemachtigde gezien zal worden -door de desbetreffende pedagogische directeur of zijn gemachtigde gezien zal worden -door een geneesheer onderzocht zal worden.”
Recht op communicatie (artikel 12)
Recht op communicatie (artikel 11 bis, 3de Besluit 13 juli 94) “De voorziening verstrekt, in een voor de gebruiker verstaanbare taal, de nodige informatie, inzonderheid over haar werking en de reglementen.” Omzendbrief jongeren:
1
maart
2002,
opname
“De jongere ontvangt, tegen ontvangstbewijs, een onthaalbrochure in een door hem gekozen landstaal. (Frans/Nederlands/Duits)”
Het recht om niet van de ouders te worden gescheiden (artikel 13)
Het recht om niet van de ouders te worden gescheiden
(Artikel 48 Besluit 8 december 98):
“3de Als twee vormen van hulpverlening even doeltreffend worden geacht, wordt de voorkeur gegeven aan de minst ingrijpende tussenkomst, die erop gericht is de jongere in zijn milieu te houden … 4de Als uitzonderlijk toch wordt voorgesteld de jongere uit zijn milieu te verwijderen, moet uit de gegevens blijken dat de pedagogische draagkracht van het natuurlijk milieu onvoldoende waarborgen biedt.”
Kinderrechtswinkel / Project Integrale Jeugdhulp
- 22 -
Recht op informatie over ouders of opvoedingsverantwoordelijke of op regelmatig persoonlijk rechtstreeks contact met die persoon, bij scheiding van ouders of opvoedingsverantwoordelijke (artikel 14) Recht (van de NBM) op ondersteuning bij zoeken naar informatie over situatie van familieleden (artikel 15) Recht op participatie bij de individuele Recht op participatie bij de individuele hulpverlening (artikel 16) hulpverlening (artikel 11 bis, 4de besluit 13 juli 94) “Onverminderd de procedureregels voor het verlenen van gerechtelijke jeugdhulp, heeft de minderjarige recht op participatie bij de totstandkoming en de uitvoering van de jeugdhulp die hem wordt verleend.
“Ze waarborgt de inspraak van de gebruikers en het personeel in de algemene werking van de voorziening en in de individuele hulp- en dienstverlening.”
De minderjarige heeft het recht zijn mening vrij te uiten in elke aangelegenheid of procedure betreffende de jeugdhulp die hem betreft. Aan de mening van de minderjarige wordt in de mate van het mogelijke passend gevolg gegeven, in overeenstemming met de leeftijd en de maturiteit van de minderjarige. Als aan de mening van de minderjarige geen passend gevolg wordt gegeven, wordt dat afdoende gemotiveerd. Op verzoek van de minderjarige wordt die motivering aan zijn dossier toegevoegd.”
Artikel 48, 1ste besluit 8 december 98:
Recht op evaluatie hulpverlening (artikel 17)
van
“De rechtstreeks betrokkenen worden gestimuleerd om zelf bij te dragen tot de oplossing van de problematische opvoedingssituatie.”
de Recht op evaluatie van de hulpverlening (artikel 11, 11de besluit 13 juli 94)
“Onverminderd de procedureregels voor het verlenen van gerechtelijke jeugdhulp, heeft de minderjarige recht op een periodieke evaluatie van de jeugdhulpverlening die hij krijgt, in verhouding tot de duur van die hulpverlening. Hij heeft recht op participatie bij die evaluatie.”
“Met uitzondering van de onthaal-, oriëntatie- en observatiecentra sturen de erkende voorzieningen om de zes maanden een evolutieverslag naar het Comité of naar de Jeugdrechtbank en de Sociale Dienst van de Vlaamse Gemeenschap bij die rechtbank.”
Bij semi-residentiële of residentiële hulpverlening: recht om te vergaderen met medebewoners over aspecten van de jeugdhulpverlening (artikel 18)
Kinderrechtswinkel / Project Integrale Jeugdhulp
- 23 -
Recht op participatie in jeugdhulpvoorziening (artikel 19)
de Recht op participatie in de jeugdhulpvoorziening (artikel 11 bis, besluit 13 juli 94)
“De jeugdhulpvoorzieningen beschikken over een regeling met betrekking tot de inspraak van de minderjarige. Die inspraakregeling voldoet ten minste aan de volgende eisen : 1° er is een inspraakorgaan inspraakprocedure;
of
een
2° indien mogelijk en in elk geval bij semiresidentiële of residentiële jeugdhulpverlening die gemiddeld ten minste zes maanden bedraagt, gebeurt de inspraak collectief;
“2de de voorziening stelt zich bereikbaar en beschikbaar op voor de betrokken partijen opdat zij in de hulp- en dienstverlening kunnen participeren. 4de, b. Ze waarborgt de inspraak van de gebruikers en het personeel in de algemene werking van de voorziening en in de individuele hulp- en dienstverlening. 5de De voorziening erkent en stimuleert de eigen mogelijkheden en de maatschappelijke participatie van de gebruiker bij de hulp- en dienstverlening.”
3° elke minderjarige aan wie de jeugdhulpvoorziening jeugdhulpverlening aanbiedt, kan participeren aan de inspraak; 4° de jeugdhulpvoorziening biedt haar medewerking om de inspraak te realiseren.
Recht op een dossier (artikel 20) & Recht op een dossier (artikel 11 besluit Recht op toegang tot 13 juli 1994) persoonsgegevens betreffende de gezondheid (artikel 21) “De minderjarige heeft recht op een dossier dat door de jeugdhulpvoorziening, de toegangspoort en de trajectbegeleiding zorgvuldig wordt bijgehouden en veilig wordt bewaard. Het opstellen, het bewaren en het gebruik van het dossier zijn onderworpen aan de verplichtingen die voortvloeien uit de wetgeving betreffende de verwerking van persoonsgegevens, aan de verplichtingen die voortvloeien uit de regelgeving van de sectoren en aan de supplementaire of specifieke verplichtingen, bepaald in deze afdeling.Als deze verplichtingen onderling tegenstrijdig zijn, hebben de verplichtingen die voor de minderjarige het gunstigst zijn, voorrang.” (artikel 20)
“14de Het dossier dat met inachtneming van artikel 11bis, 16de wordt aangelegd, bevat alle nuttige gegevens voor de hulpen dienstverlening.”
Recht op toegang tot persoonsgegevens betreffende de gezondheid (art 13, 5de besluit 13 juli 94) “Begeleidingstehuizen: In overleg met de minderjarige en zijn of haar ouders zorgt de voorziening ervoor dat een medisch dossier van de minderjarige wordt bijgehouden en beheerd door een arts.”
“In het dossier worden de persoonsgegevens betreffende de gezondheid apart bijgehouden. De verwerking van en de toegang tot die gegevens is onderworpen aan de relevante
Kinderrechtswinkel / Project Integrale Jeugdhulp
- 24 -
bepalingen uit de wetgeving tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en betreffende de rechten van de patiënt.” (artikel 21)
Recht op toegang tot dossiergegevens die geen persoonsgegevens betreffende de gezondheid uitmaken (artikel 22)
Recht op toegang tot dossiergegevens die geen persoonsgegevens betreffende de gezondheid uitmaken (artikel 40 §3 besluit 8 december 1998) “Het dossier van de jongere is vertrouwelijk. Alleen de personen die bij de door het comité georganiseerde hulpverlening van de jongere zijn betrokken ten tot het beroepsgeheim gehouden, kunnen toegang krijgen tot het dossier. De persoon van wie gegevens zijn opgeslagen in het dossier, alsook de minderjarige zelf vanaf de leeftijd van twaalf jaar, hebben evenwel het recht kennis te nemen van de gegevens die hem persoonlijk betreffen.” (artikel 11, 10de besluit 13 juli 94) “het handelingsplan kan binnen de voorziening, na evaluatie en samenspraak met de betrokken partijen, worden bijgestuurd. Deze bijsturing wordt schriftelijk vastgelegd.”
Recht op verzetten tegen toegang tot persoonsgegevens van persoon uit cliëntsysteem (artikel 23) Recht op bijstand (artikel 24)
Recht op bijstand (artikel 16§2 gec. Decreten 1990) “De minderjarige kan zich laten bijstaan, of, indien de bemiddelingscommissie het toelaat, zich laten vertegenwoordigen door een vertrouwenspersoon van zijn keuze. Indien de minderjarige daartoe niet zelf in staat is, kan de bemiddelingscommissie hem ambtshalve een vertrouwenspersoon toewijzen.
Recht op privacy (artikel 25)
Recht op privacy (artikel 11,12de besluit 13 juli 1994)
“De minderjarige heeft recht op respect voor zijn persoonlijke levenssfeer, met
De minderjarigen moeten de “12de gelegenheid hebben om zich moreel te
Kinderrechtswinkel / Project Integrale Jeugdhulp
- 25 -
inbegrip van : 1° de bescherming van persoonsgegevens, onverminderd bepalingen van afdeling 7 ;
zijn de
2° een respectvolle omgang met de eigen politieke, filosofische, ideologische of religieuze overtuiging en seksuele geaardheid ;” 3° voorzover de opdracht en de organisatie van de jeugdhulpaanbieder dit toelaten, het recht om bezoek te ontvangen en om te gaan met personen van zijn eigen keuze bij residentiële of semi-residentiële jeugdhulpverlening, tenzij een beperking van dat recht voortvloeit uit een rechterlijke beslissing ; 4° het recht op overleg omtrent de verblijfsomstandigheden bij residentiële of semi-residentiele jeugdhulpverlening. Behalve indien de beperking van het recht, bedoeld in het voorgaande lid, 3°, voortvloeit uit een rechterlijke beslissing, wordt die beperking uitvoerig gemotiveerd in het dossier van de minderjarige.”
Recht op vrij (artikel 26)
besteedbaar
verdiepen en hun eventuele godsdienst te beoefenen volgens de voorschriften en de verplichtingen ervan;” (artikel 44 gec. Decreten 1990) “Elke persoon die, in welke hoedanigheid ook, zijn medewerking verleent aan de toepassing van de gecoördineerde decreten of van een wet betreffende de opgave van maatregelen ten aanzien van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd, moet de godsdienstige, de ideologische en de wijsgerige overtuiging van de gezinnen waartoe de minderjarige behoren of van de personen bedoeld in de artikelen 30 en 47, eerbiedigen.” Omzendbrief jongeren:
1
maart
2002,
opname
“De jongere heeft recht op een kosteloos telefoongesprek ter verwittiging van zijn aankomst in het centrum.”
bedrag Recht op vrij besteedbaar bedrag (artikel 40 besluit 13 juli 94) “Aan de voorzieningen van de categorieën 1 tot 3 en 7 en aan de pleeggezinnen bedoeld in artikel 39 §3, worden subsidies toegekend om aan de minderjarigen zakgeld te betalen, waarvan de tarieven bepaald zijn in bijlage 4 bij dit besluit. De betaling van het zakgeld wordt door de voorziening gestaafd aan de hand van een ontvangstbewijs dat door de minderjarigen wordt gedateerd en ondertekend. De in het eerste lid bedoelde subsidies worden niet verleend voor de minderjarigen die zelfstandig wonen of die over een maandelijks netto-inkomen beschikken van meer dan 5 000 fr.”
Recht op een menswaardige Recht op een menswaardige behandeling (artikel 27 & artikel 28) behandeling (artikel 11,13de en 13, 7de en 8ste besluit 13 juli 1994) “13de Sancties moeten aan de persoonlijkheid van de minderjarige worden aangepast. Ze moeten altijd de opvoeding
Kinderrechtswinkel / Project Integrale Jeugdhulp
- 26 -
bevorderen en mogen geen traumatische uitwerking hebben. Lichamelijke straffen en geestelijk geweld, alsook de onthouding van maaltijden zijn verboden. Begeleidingstehuizen: 7de de voeding is evenwichtig en afwisselend 8ste de kledij van de minderjarige is verzorgd.”
klachtrecht (artikel 29)
Klachtrecht (artikel 11 bis besluit 13 juli 1994)
“De minderjarige heeft het recht om bij een jeugdhulpvoorziening, de toegangspoort of de trajectbegeleiding klachten te formuleren over : 1° de inhoud van de jeugdhulp en de wijze waarop ze wordt aangeboden ; 2° de leefomstandigheden binnen residentiële en semi-residentiële jeugdhulpverlening ; 3° de niet-naleving van de rechten, opgesomd in dit decreet.
“4de c. Ze waarborgt het recht op klachten en op effectieve klachtenbehandeling. Op basis van de klachtenanalyse, formuleert ze in overleg met de gebruiker, correctieve en preventieve maatregelen.”
De klachtenbehandeling verloopt volgens de bepalingen die terzake van toepassing zijn op de jeugdhulpvoorziening, de toegangspoort of de trajectbegeleiding.”
Kinderrechtswinkel / Project Integrale Jeugdhulp
Omzendbrief 1 maart 2002, opname jongeren: “Deze onthaalbrochure bevat… en de wijze waarop deze gevat kan worden met het oog op een klacht inzake de schending van de rechten van de jongere.”
- 27 -