Jezus Christus “de Leeuw uit Juda” "Gods Lam dat geslacht is"
De vijf wijze en de vijf dwaze Maagden.
VOORWOORD. Gelijkenis van de 10 Maagden die uittrokken de Bruidegom tegemoet. In welke Bijbelse tijd leven wij, als gemeente, nu eigenlijk? Vraagt u zich dat wel eens af? En wat heeft de Bijbel hierover al voorzegd. Want er gebeurt niets dan volgens Gods plan en openbaring. Bij het lezen van diverse commentaren over bijvoorbeeld Bijbelboeken als Daniël, Mattheüs, of Openbaring zag ik dat er door de eeuwen heen vaak verschillende verklaringen werden gegeven die elkaar vaak ook nog eens tegenspraken. Toch wil ik proberen, geleid door de Heilige Geest, dieper door te dringen in deze belangrijke Bijbelse waarheden. Doet u mee? Voorzeker, de Here Here doet geen ding, of Hij openbaart zijn raad aan zijn knechten, de profeten. (Amos 3:7) We leven, sinds de zondeval, op aarde in het strijdperk van twee koninkrijken die met elkaar in oorlog zijn. Het Koninkrijk van onze God, het Koninkrijk van de Hemel, en het koninkrijk van Satan, het koninkrijk van de duisternis. Deze koninkrijken zijn geestelijke koninkrijken waarin het niet gaat om wat wij met onze natuurlijke zintuigen horen, zien en 2
ervaren, maar om geestelijke uitingen van krachten en machten. De vijanden die tegenover ons staan, zijn geen personen van vlees en bloed, maar het zijn personen die naar ons toe komen als onzichtbare geestelijke wezens. Bij het lezen van dit boekje hebt u, wat de Amerikanen noemen, een 'informed choice'; een eigen, persoonlijke keuze mogelijkheid op basis van de aangeboden informatie! Sneek januari 2011
DE GELIJKENIS VAN DE WIJZE EN DWAZE MAAGDEN. INLEIDING. COMMENTAAR WIJZE & DWAZE MAAGDEN Het Universele Koninkrijk van God.
6 6 8 10
Dan zal het Koninkrijk van de Hemel vergeleken worden met tien Maagden, die hun Lampen namen en uittrokken, de Bruidegom tegemoet.(Vers 1) 12 Het Koninkrijk van de Hemel. 13 1 Het Koninkrijk. 16 2 De Hemel. 19 3 Het getal Tien. 22 4 Een Maagd. 24 5 De lampen. 26 3
6 Uittrekken. 7 De Bruidegom. Vijf waren dwaas en vijf waren wijs. (vers 2) 8 Het getal Vijf. 9 Dwaas. 10 Wijs.
29 31 40 40 43 46
Dwaas: Wel Lampen maar geen (reserve) Olijfolie. (vers 3) 48 Wijs: Olijfolie in hun Kruiken met hun Lampen (vers 4) 49 11 De Olijfolie. 49 12 De Kruiken. 58 Allen werden slaperig en sliepen in. (vers 5) 13 Inslapen.
65 65
En midden in de nacht klonk een geroep: De bruidegom, zie, gaat uit hem tegemoet! (Vers 6) 14 Het Geroep. 15 Het Uitgaan.
66 67 68
Toen stonden die Maagden op en brachten hun lampen in orde. (vers 7) 16 Het Opstaan.
69 69
Geef ons van jullie Olijfolie onze lampen gaan uit. (vers 8) 70 4
Nee, er mocht niet genoeg zijn, Koop voor uzelf. (vers 9) 72 17 Niet genoeg zijn. 72 18 De Verkopers. 74 19 Koop voor uzelf. 76 En die gereed waren gingen binnen en de deur werd gesloten. (vers 10) 78 20 Gereed zijn. 78 21 De Bruiloftszaal. 50 22 De Deur. 51 23 Gesloten worden. 83 Heer, Heer, doe ons open!(vers 11) 24 Heer. 25 Openen.
85 85 86
Voorwaar, ik zeg u, ik ken u niet.(vers 12) 26 Voorwaar. 27 Kennen.
87 88 58
Waakt dan, want u weet de dag noch het uur. (vers 13) 91 28 Waakt. 60 29 De Dag. 61 30 Het Uur. 62
5
De gelijkenis van de wijze en dwaze Maagden. INLEIDING. Deze Maagden vormen,volgens mij, de Gemeente van Jezus Christus in de eindtijd. “Jezus Christus” als “de Leeuw uit Juda”. als "het Lam dat geslacht is".
Profetisch woord:ontvangen Sneek 11 september 1996 s'morgens 6.00 u. •Boodschap van God: Jullie leven nu in de tijd, die Jezus aan gaf in de gelijkenis, van de vijf wijze en vijf dwaze Maagden. •Opdracht van God: Ga naar de verkopers om je kruik te laten vullen met Olijfolie. •Op de vraag aan God van mij: Wie zijn de verkopers van "Gods Heilige Olijfolie?" •Antwoord van God aan mij: De leiders van de nieuwe beweging. Daarom ben ik op zoek gegaan naar de “Heilige Olijfolie” die staat voor de Heilige Geest. Daarom ben 6
ik deze studie gaan maken om meer inzicht te krijgen in deze gelijkenis en de uitwerking daarvan in mijn leven. Het werd een zoektocht naar een weg van Reiniging en Heiliging met als doel een Levende Relatie door de Olijfolie van de Heilige Geest.
Mattheüs 25:1-13. 1. Dan zal het Koninkrijk 1* van de Hemel 2* vergeleken worden met tien 3* Maagden 4*, die hun lampen 5* namen en uittrokken 6*, de Bruidegom 7* tegemoet. 2. En vijf 8* van hen waren dwaas 9* en vijf 8* waren wijs 10*. 3. Want de dwaze 9* namen hun lampen 5* mee, maar geen Olijfolie 11*; 4. doch de wijze 10* namen Olijfolie 11* in hun kruiken 12* met hun lampen 5* 5. Terwijl de Bruidegom 7* uitbleef, werden zij alle slaperig en sliepen in 13*. 6. En midden in de nacht klonk een geroep 14*: De bruidegom 7*, zie, gaat uit 15* Hem tegemoet! 7. Toen stonden 16* al die Maagden 4* op en brachten haar lampen 5* in orde.
7
8. En de dwaze 9* zeiden tot de wijze 10*: Geeft ons van jullie Olijfolie 11*, want onze lampen 5* gaan uit. 9. Maar de wijze 10* antwoordden en zeiden: Neen, er mocht niet genoeg zijn 17* voor ons en voor u; ga liever naar de Verkopers 18* en koopt 19* voor uzelf. 10. Doch terwijl ze heengingen om te kopen, kwam de Bruidegom 7*, en die gereed 20* waren, gingen met hem de Bruiloftszaal 21* binnen, en de deur 22* werd gesloten 23*. 11. Later kwamen ook de andere Maagden 4* en zeiden: Heer 24*, Heer, doe ons open! 25* 12. Maar Hij antwoordde en zei: Voorwaar 26*, Ik zeg u, Ik ken 27* u niet. 13. Waakt dan 28*, want u weet de dag 29* noch het uur 30* (van de komst van de Mensenzoon).
COMMENTAAR WIJZE & DWAZE MAAGDEN De Ham vraag in Mattheüs 25:1-13 is volgens mij: Wijs of Dwaas, wel of geen Olijfolie, wel of geen Zalving! Het einde van de wereld. (Mattheüs 25:1) Dan, "in de Mattheüs 24 tijd", bij de komst van Jezus Christus als de Mensenzoon, als de Messias, 8
Mattheüs 24:39b, zal het Koninkrijk der Hemelen vergeleken worden met tien Maagden. De vraag die door de discipelen gesteld werd, ging over het einde van de wereld, in Mattheüs 24:3 en dan volgt Mattheüs 25.1-13. Dit hele 25e hoofdstuk is een antwoord daarop. In deze gelijkenis wordt de toekomende tijd gebruikt, terwijl in de meeste gelijkenissen van het Koninkrijk de tegenwoordige tijd gebruikt wordt, omdat zij de aardse aspecten ervan beschrijven. Deze gelijkenissen beschrijven echter de gebeurtenissen van de eindtijd, van het oordeel van God, en het sluiten van de Poorten van de Hemel. De ingang van het Koninkrijk van de Hemel wordt dan versperd. Dit hoofdstuk bevat dus het vervolg en het slot van de rede van onze Heer en Heiland, die in het vorige hoofdstuk (H.24) begonnen is, betreffende Zijn wederkomst en het einde der wereld. Dit was Zijn afscheidsrede als waarschuwing aan de discipelen, zoals die in Johannes 14-16 was tot vertroosting van de discipelen. Aan beide hadden zij behoefte in een wereld met zoveel verzoeking en benauwdheid. De toepassing van deze rede is: Waakt, en wees voorbereid door te investeren in een relatie met Jezus. Wij hebben als vervolg op deze ernstige waarschuwingen, in deze hoofdstukken, drie gelijkenissen: 9
• De goede en de slechte dienaar. (Mattheüs 24:45-51) • De Maagden met de lampen. (Mattheüs 25:1-13) • De drie dienaren met het geld. (Mattheüs 5:14-30) Het doel daarvan is steeds hetzelfde, namelijk ons op te wekken tot de grootst mogelijke zorg en haast, om ons voor te bereiden op de wederkomst van Jezus Christus! Het gaat hier ook over het oordeel van God over deze wereld, waarvan in elke afscheidsrede aan Zijn Kerk melding wordt gemaakt. • De eerste keer in Zijn rede voordat Hij stierf. (Johannes 14:15-31) • De tweede keer in Zijn rede vóór Zijn hemelvaart. (Handelingen 1.1-11) • De derde keer in Zijn rede bij het afsluiten van de boeken van de Bijbel. (Openbaring 22:6-20)
Het Universele Koninkrijk van God. Het universele Koninkrijk van God is er al vanaf het begin van de schepping geweest. God zelf is de schepper daarvan en Hij regeert over al zijn schepselen en Hij heeft daarom ook recht op hun gehoorzaamheid. Aan dat regeren is ook geen einde gekomen toen God Adam gezag gaf om de aarde 10
aan hemzelf te onderwerpen in Genesis 1:28. Ook niet toen de mens, Adam en Eva, door de zondeval zichzelf en hun machtsgebied daardoor uitleverden aan satan. Exodus 9:29: Opdat u weet dat de aarde aan de Here toebehoort. Exodus 15:18: De Here regeert voor altoos en eeuwig. U moet hierbij niet uit het oog verliezen dat satan nog steeds de overste van deze wereld is, en macht heeft over deze wereld. Dat ontkende ook Jezus niet bij Zijn verzoekingen in de woestijn, toen satan Hem alle macht en heerlijkheid aanbood van de koninkrijken van deze aarde. Maar hij bezit die macht maar beperkt! De echte heerschappij oefent God zelf uit. Maar satans macht is nog altijd zeer reëel en aan de uitoefening van die macht is nog geen einde gekomen, en die zal in de eindtijd waarin wij leven alleen maar toenemen. Wij leven nog maar het begin van de grote eindstrijd die nu al gaande is. Het zal uiteindelijk allemaal uitlopen op de verschijning Jezus Christus op het witte paard. (Openbaring 19:11) Want Hij is de Goddelijke Regisseur van dit wereld gebeuren, Hij verbreekt, op Zijn tijd, als Lam van God, de zeven zegels, laat de zeven bazuinen blazen en laat de zeven schalen uitgieten. Van de eerste tot de laatste dag is alles in Zijn Hand. Dan volgt de overwinning op 11
het Beest en de valse profeet, en komt het duizendjarig Vrederijk. Daarna wordt satan veroordeelt, en dan volgt het Laatste Oordeel volgens de boeken die over de daden en werken van de mensen geschreven zijn. Daarna loopt alles uit op een Nieuwe Hemel en een Nieuwe Aarde en het Nieuwe Jeruzalem. Dan zal het Koninkrijk van de Hemel vergeleken worden met tien Maagden, die hun Lampen namen en uittrokken, de Bruidegom tegemoet.(Vers 1) Het Koninkrijk van de Hemel is geen natuurlijk aards koninkrijk maar een Geestelijk Hemels Koninkrijk dat weergegeven wordt als een Bruiloftsfeest. Tegenover het Koninkrijk van de Hemel is er op dit moment ook een Aards Koninkrijk actief met natuurlijke menselijke bestuurders en met machten en krachten uit de geestelijke wereld die daar doorheen werken. (Filippenzen 6:12) want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van deze duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten. 12
We hebben dus niet, in de eerste plaats, te maken met een menselijke vorst of koning maar met een demonische geestelijke macht als vorst of machthebber die Satan vertegenwoordigd op deze plaats op aarde in de hemelse gewesten. Het Koninkrijk van de Hemel. (Psalm 114:1-2) Bij de uittocht uit Egypte, dat land met die vreemde taal, werd Juda Gods heilig volk, Israël zijn eigen koninkrijk. (Daniël 2:44-45) Maar in de dagen van die koningen zal de God van de Hemel een koninkrijk oprichten dat in eeuwigheid niet zal te gronde gaan, en waarvan de heerschappij op geen ander volk meer zal overgaan; het zal die koninkrijken verbrijzelen en daaraan een einde maken, maar zelf zal het bestaan in eeuwigheid, juist zoals u gezien hebt, 45 juist zoals u gezien hebt, dat zonder toedoen van mensenhanden een steen van de berg losraakte en het ijzer, het koper, het leem, het zilver en het goud verbrijzelde. De grote God heeft de koning bekendgemaakt wat na dezen zal geschieden; de droom is waarachtig en zijn uitlegging betrouwbaar. Toelichting op vers 44: Natuurlijke machthebbers sterven als het hun tijd is. Maar deze geestelijke vorsten, de geestelijke machten achter die heersers, bestuurders, koningen 13
of politieke systemen, leven gewoon door. Zij nemen hun intrek bij de opvolger of vervanger en werken zo verder in en door deze natuurlijke menselijke opvolger. Zo kunnen zij hun macht verder vergroten en uitbreiden met intimidatie, manipulatie en indoctrinatie door de menselijke generaties heen, ook in de Gemeente van Jezus Christus. Om deze geestelijke vorsten, systemen of koninkrijken zoals: de vorst van het Babel, de vorst van de Perzen, de vorst van Griekenland en de vorst van Rome, te verslaan, daarvoor is Jezus naar de aarde gekomen. Om voor eeuwig een Goddelijk Hemels Koninkrijk te stichten samen met de Gemeente als Zijn Bruid! Er staat: “In die dagen”(niet na die dagen) van die (vier) koningen (meervoud) was (en is) Jezus al bezig om hun macht te beperken, en een Hemels Koninkrijk op te richten voor Zijn Vader! Dus niet pas nu bij Zijn wederkomst! Hij is altijd al de Regisseur van het wereld gebeuren geweest. Hij kocht Zijn Bruid vrij met het “Genade Verbond” als huwelijkscontract en betaalde daarvoor met Zijn eigen Vlees en Bloed. God onze Vader had van voor het begin van de tijd een huwelijks voornemen tussen 14
Zijn geliefde Zoon en een uitverkoren menselijk geslacht voor ogen, van voor de grondlegging van de wereld. Dit voorstel om een Bruid te trouwen uit het geslacht van Adam werd door de Zoon van God, eer de wereld was, gunstig ontvangen en aangenomen. Hij, Jezus Christus, legde eerst Zijn Goddelijke natuur af en nam toen onze menselijke natuur aan in een persoonlijke harmonie met Zichzelf. Zo werd Hij gelijk aan de mensen door de geboorte uit de maagd Maria. Nu Hij zo dus van ons menselijk geslacht geworden is, komt Hij naar ons toe, voor een eeuwige huwelijksrelatie met Hem, om met ons in ondertrouw te gaan. Johannes 17:6 zegt: Ik heb Uw naam geopenbaard aan de mensen die U Mij gegeven hebt en zijn hebben Uw woord bewaard. In Spreuken 8:22-31 spreekt de Zoon: De Here (God) heeft Mij tot aanzijn geroepen als het begin van Zijn wegen, voor Zijn werken vanaf het allereerste begin. Van eeuwigheid aan ben Ik geformeerd, van voor het begin, eer de wereld bestond. Toen er nog geen oceaan was, ben Ik geboren, toen er nog geen bronnen waren, rijk aan water. Eer de bergen omlaag gezonken waren, voor de heuvels er waren ben Ik geboren; toen Hij de wereld en de velden nog niet gemaakt had, nog de stofdeeltjes van de wereld. Toen Hij de hemel 15
bereidde, was Ik daar; toen Hij een kring trok op het oppervlak van de oceaan, toen Hij de wolken daarboven bevestigde, en de bronnen van de oceaan met kracht opborrelden, toen Hij aan de zee haar perk stelde, opdat de wateren Zijn gebod niet zouden overtreden, en Hij de grondslagen van de aarde bepaalde, toen was Ik een troetelkind bij Hem, Ik was een en al verrukking dag aan dag, te allen tijde Mij verheugend voor Zijn aangezicht, Mij verheugend in de wereld op Zijn aarde, en Mijn vreugde was met de mensen. (Psalm 40:7-9) In slachtoffer en spijsoffer hebt U geen welbehagen, - U hebt Mij geopende oren gegeven -, brandoffer en zondoffer hebt U niet gevraagd. Toen zei Ik: Zie Ik kom; in de boekrol is over Mij geschreven; Ik heb lust om uw wil te doen, Mijn God, uw wet is in Mijn binnenste. (Mattheüs 4:17) Van toen af begon Jezus te verkondigen: `Begin een nieuw leven, want het hemelse koninkrijk is dichtbij. (Handelingen 1:3) Aan hen ook heeft Hij zich na zijn dood vele malen laten zien, veertig dagen lang. Hij bewees hun overtuigend dat Hij leefde en Hij sprak met hen over het koninkrijk van God. 1 Het Koninkrijk. Grieks: basi'leia, Is te vertalen als: Koninkrijk, Koninklijke macht, koningschap, of heerschappij van een koning. In het Nieuwe Testament wordt het 16
woord gebruikt voor de invloedsfeer van Gods Koningschap, of de erkende reikwijdte van Gods Koningschap, en om het Rijk van Jezus als de overwinnende Messias aan te duiden als het “Koninkrijk van Jezus”, (Lucas 22:29 en 1Corintiers 15:24) het “Koninkrijk van God” of het “Koninkrijk van de Hemel”. (De Joden gebruikten de naam van God liever niet). Het woord wordt ook gebruikt voor de Koninklijke macht en waardigheid verleend aan gelovigen in het Koninkrijk van de Messias. Voorbeelden: (Johannes 3:3 en 5) `Ik verzeker u,' zei Jezus, `niemand kan het koninkrijk van God zien, als hij niet opnieuw geboren wordt.' (5) `Ik verzeker u,' antwoordde Jezus, `niemand kan het koninkrijk van God binnenkomen, als hij niet geboren wordt uit water en Geest. (Lucas 17:20-21) Het koninkrijk van God komt niet zo, dat het te berekenen is; ook zal men niet zeggen; zie, hier is het of daar! Want zie het koninkrijk van God is bij u. (Mattheüs 4:23) Jezus trok heel Galilea door. Hij onderwees de mensen in hun synagogen, verkondigde hun het grote nieuws over het koninkrijk en genas hen van alle ziekten en kwalen.
17
(Mattheüs 6:10) uw naam worde geheiligd, uw koninkrijk kome, uw wil geschiede, op aarde zoals in de hemel. (Mattheüs 6:33) Zoek eerst Gods koninkrijk en zijn gerechtigheid, dan krijgt u al het andere erbij. (Mattheüs 12:28) Het is dankzij de Geest van God dat ik de demonen uitdrijf, en dat betekent dat het koninkrijk van God bij u gekomen is. (Mattheüs 18:23) is het hemelse koninkrijk te vergelijken met een koning die afrekening wilde houden met zijn dienaars. (Mattheüs 19:14) maar Jezus zei: `Laat die kinderen toch bij mij komen; houd ze niet tegen! Want voor wie zijn zoals zij is het hemelse koninkrijk.' (Mattheüs 22:2) Hij zei: `Het hemelse koninkrijk is te vergelijken met een koning die het bruiloftsfeest van zijn zoon voorbereidde. (Mattheüs 24:14) Eerst zal dit grote nieuws over het koninkrijk van God bekendgemaakt worden over de hele wereld, zodat onder alle volken van mij is getuigd, en dan zal het einde komen. (Romeinen 14:17) Want het koninkrijk van God is geen zaak van eten of drinken, maar van gerechtigheid, vrede en vreugde die de heilige Geest ons geeft. (1Korintiërs 4:20) Want het koninkrijk van God is geen zaak van woorden maar van kracht. 18
2 De Hemel. Grieks: oura'nos Dit woord heeft zowel een natuurlijke als een geestelijk betekenis die moeilijk zijn te scheiden. Het kan gaan over meerdere hemelen of hemelse regionen. De bijbel spreekt bijvoorbeeld over hemel der hemelen of over de “derde hemel” (2Corintiers 12:2). Er wordt dus onderscheid gemaakt tussen de hemelen waar Jezus is doorgegaan en de hoogste Hemelen waar God woont. Het woord is te vertalen als: De eerste, zichtbare, hemel, dat is het uitspansel van de lucht als deel van het heelal met alle dingen die daarin zichtbaar zijn, het firmament boven de aarde. Het is de door de zon verlichtte wolken hemel, het gebied waar de wolken en de stormen ontstaan en waar donder en bliksem ontstaan, het luchtruim. Wordt ook gebruikt voor de “tweede hemel” zoals we die zien als de sterrenhemel. En ook voor de derde Hemel; dat is het gebied boven de sterrenhemel, een voor ons onzichtbare Hemel. Het is de plaats van de eeuwigheid van de Hemelse vrede van de Hemelse schoonheid. Het is de plaats van het Eeuwige Goddelijke Licht waar geen duisternis meer kan komen Waar God onze Vader, Jezus Christus en de Heilige Geest wonen en regeren en tronen vanuit een Hemels Koninkrijk waar Gods wil nu al volmaakt gedaan wordt. Zij zijn daar met alle andere hemelse wezens en de engelen in allerlei rangorden. Het is de plaats waar Mozes het 19
voorbeeld van de Tabernakel zag en waar onze Here Jezus Christus met Zijn eigen bloed de hemelse Tempel is binnen gegaan. (Hebreeën 8:1-2) Het is de bewaarplaats van ons loon. (Mattheüs 5:12) en ook de plaats waar onze namen staan opgetekend. (Lucas 10:20) Het is ook de plaats van het paradijs waar de reeds gestorven heiligen zijn. Door onze wedergeboorte kunnen wij nu al verbonden zijn met deze derde Hemel, dit Hemelse Koninkrijk. Voorbeelden: (Nehemia 9:6) Toen bad Ezra: "U alleen bent Here. U hebt de hemel, de hemel boven de hemelen de aarde en de zeeën gemaakt met alles wat er in en op leeft. U bent Degene, Die aan alles leven schenkt en alle engelen in de hemel aanbidden U. (Mattheüs 3:16) Na gedoopt te zijn, klom Jezus meteen op de oever. De hemel scheurde open en Johannes zag dat de Geest van God in de vorm van een duif op Jezus neerdaalde. (Mattheüs 5:16) Laat daarom ook uw licht voor alle mensen schijnen. Als zij dan de goede dingen zien die u doet, zullen zij uw hemelse Vader eren. (2Corintiers 12:2-3) Veertien jaar geleden werd ik in de hemel opgenomen. Vraag me niet of het mijn lichaam of mijn geest was, want dat weet ik niet. Daar kan alleen God antwoord op geven. Maar hoe dan ook, ik was daar in het paradijs. 20
(Epheze 4:10) Hij (Jezus Christus) is naar de aarde afgedaald en weer opgestegen boven de hemelen, om alles overal, van hoog tot laag, met Zijn aanwezigheid te vullen. (Epheze 1:20) Door diezelfde grote kracht is Christus uit de dood teruggekomen om de belangrijkste plaats naast God in de hemelse gewesten in te nemen. (Hebreeën 8:1-2) Wat wij nog eens willen zeggen, komt eigenlijk hierop neer: Christus is onze hogepriester en Hij zit aan de rechterhand van God op de troon in de hemelen. Hij dient God in het hemelse heiligdom; in de ware tempel, die door de Here en niet door mensen gebouwd is. Tien Maagden die hun Lampen namen en uitrokken. De tweede gelijkenis is die van de tien Maagden die de Bruidegom bij zijn komst tegemoet moeten gaan. Met de Bruidegom kan, volgens mij, niemand anders bedoeld zijn dan de komende Mensenzoon Jezus Christus, en met de bruiloft niets anders dan de definitieve doorbraak van het Koninkrijk van de Hemelen, in de tijd van de voleinding van deze wereld. Toen Jezus op aarde was, was het de gewoonte dat de bruidsmeisjes op de avond van de eerste dag van de bruiloft, in het huis van de bruidegom waren, om daar op hem te wachten samen met de bruid. De bruid was dus ook al in dat huis, maar de bruidegom was nog ergens anders, meestal in 21
verband met de laatste formaliteiten met de familie van de bruid, en de voorbereidingen voor het feest. Daardoor kon hij langer opgehouden worden dan dat de bedoeling was. Wanneer de feeststoet van de bruidegom het huis naderde, gingen de bruidsmeisjes hem tegemoet om hem feestelijk binnen te halen in het huis van de bruidegom waar de bruiloft zou zijn. 3 Het getal Tien. Grieks: deka. We komen het getal tien veel tegen in de Bijbel onder andere bij de “tien geboden” bij de Tabernakel, en de Tempel komt de “maat en aantal van tien” voor en de “tiende geven”. Zo ook bij deze gelijkenis waar het getal “tien” de hele en volle symbolische maat is voor de Maagden die zo de totale Gemeente vertegenwoordigen. Ook in het boek Openbaring komen we het getal “tien” in de profetische beschrijving de verdrukking van “tien dagen”, een rossige draak met “tien horens”, een beest uit de zee met “tien horens” en “tien kronen”, een beest in de woestijn met “tien kronen”. Het getal “tien” is, volgens mij, dus vaak een symbolische weergave voor het totale volheid van het aantal dat zij vertegenwoordigt. De harp in het oude testament had “tien snaren”. (Psalm 33.2). Het beeld over de wereldstaten uit Daniel 2 heeft “tien (2 x 5) tenen”. (Daniel 2:42) Over Egypte kwamen tien plagen. (Exodus 7:14; 12:30) Voorbeelden: 22
(Genesis 18:32) En Abraham zei: De Here worde toch niet toornig, als ik nog eenmaal spreek; misschien worden er daar tien, rechtvaardigen in Sodom, gevonden. En Hij zei: Ik zal haar niet verwoesten ter wille van de tien. (Exodus 34:28) Mozes bleef veertig dagen en veertig nachten bij de Heer, hij at niet en dronk niet, hij schreef op de stenen platen de tekst van het verbond, de tien grondregels. (Leviticus 26:26) Tien vrouwen zullen hun brood in een oven bakken, en u zult uw brood eten en niet verzadigd worden. (Leviticus 27:30) Tien procent van alles wat je land aan koren en vruchten oplevert, komt toe aan de Heer: het is zijn rechtmatig eigendom. (1 Samuel 17:17-18) Op een keer zei Isaï tegen zijn zoon David: `Hier heb je ruim dertig kilo geroosterd graan en tien broden; breng die vlug naar je broers in het legerkamp. 18) en bezorg deze tien kazen bij de aanvoerder. Ga kijken hoe je broers het maken en neem van hen een levensteken mee terug. (2Koningen 20:9) Jesaja had geantwoord: `De Heer zal u een teken geven, waaraan u kunt zien dat hij zijn woord houdt. De schaduw zal tien treden opschuiven of tien treden terugschuiven op de trap van Achaz. U mag kiezen.' (Daniël 7:7) Daarna zag ik in de nachtgezichten en zie, een vierde dier, vreselijk, schrikwekkend en 23
geweldig sterk; het had grote, ijzeren tanden: het at en vermaalde, en wat overbleef, vertrad het met zijn poten; en dit dier verschilde van alle vorige, en het had tien horens. (Daniël 7:24) En de tien horens; uit dat koninkrijk zullen tien koningen opstaan, en na hen zal een ander opstaan; die zal van de vorige verschillen en drie koningen ten val brengen. (Openbaring 12:3) En er werd een ander teken in de hemel gezien, en zie, een grote rossige draak met zeven koppen en tien horens, en op zijn koppen zeven kronen. (Openbaring 13:1) en hij bleef staan op het zand der zee. En ik zag uit de zee een beest opkomen met tien horens en zeven koppen; en op zijn horens tien kronen en op zijn koppen namen van godslastering. (Openbaring 17:3) En hij voerde mij in de geest weg naar een woestijn. En ik zag een vrouw zitten op een scharlakenrood beest, dat vol was van godslasterlijke namen, en het had zeven koppen en tien horens. 4 Een Maagd. Grieks: par'thenos, Is te vertalen als: Een maagd, in Bijbelse zin, een vrouw die nooit seksuele omgang met een man heeft gehad. Het is een vrouw die zich onthouden heeft van alle onreinheid en hoererij in de afgodendienst, en zo haar maagdelijkheid behouden heeft. Het geldt ook voor 24
een man die zich onthouden heeft van alle onreinheid en hoererij in de afgodendienst, en zo zijn maagdelijkheid behouden heeft, het is ook een man die nooit omgang met vrouwen gehad heeft. Een heilig maagdelijk leven staat bij God zeer hoog aangeschreven en zo wil Hij dus ook zijn “Eindtijd Gemeente” zien, zonder smet, zonder rimpel, zoals bijvoorbeeld een man als de profeet Daniël. God biedt ons die weg van Reiniging en Heiliging aan door het eten en het drinken van het Vlees en Bloed van onze Here Jezus Christus tijdens het avondmaal. (Johannes 6). Dit is in Gods ogen een absolute vereiste om een weg met Hem te kunnen gaan. Zonder de weg van het Bloed is er geen Geestelijk Maagdelijk leven in de Gemeente van Jezus Christus mogelijk. Zoals ook de Priesters in het Oude Testament rein en heilig moesten leven om voor God aanvaardbaar te zijn in Zijn Tempel, zo moeten wij nu als Gelovigen en Priesters van het Nieuw Testament, het Nieuwe Verbond, ons onthouden van vreemde smetten. Voorbeelden: (Leviticus 21:14) Een weduwe, een verstotene, een onteerde of ontuchtige vrouw, deze zal hij, als priester, niet huwen, maar een maagd uit zijn volksgenoten zal hij tot vrouw nemen, (Jesaja 62:5) Want zoals een jongeling een maagd huwt, zullen uw zonen u huwen, en zoals de bruidegom 25
zich over de bruid verblijdt, zal uw God Zich over u verblijden. (Daniel 1:8-12) Daniel nu nam zich voor, zich niet te verontreinigen met de Koninklijke spijze of met de wijn. Toen schonk God aan Daniel gunst en barmhartigheid bij de overste. Neem toch met uw dienaren gedurende tien dagen de proef. (Mattheüs 1:23) Zie, de maagd zal zwanger worden en een zoon baren, en men zal Hem de naam Immánuel geven, hetgeen betekent: God met ons. (2 Korintiërs 11:2) Want met een ijver Gods waak ik over u, want ik heb u verbonden aan een man, om u als een reine maagd voor Christus te stellen. (Openbaring 14:4) Deze zijn het, die zich niet met vrouwen hebben bevlekt, want ze zijn maagdelijk. 5 De lampen. Grieks: lam'pas, Is te vertalen als: een fakkel, of toorts of een olielamp, waarvan de vlam meestal door olijfolie wordt gevoed en die bedoeld zijn om licht te geven. De fakkel of toorts is een stok die aan de bovenkant omwikkelt is met vlas of lappen. De olielamp is als een tuitvormig bakje met olijfolie waarin een pit hangt. Een luchter of kandelaar behoorde tot het gewone huisraad van een kamer. Om een feestzaal van een koninklijk paleis te verlichten had men natuurlijk een groteren luchter met verscheidene armen nodig. (Daniel 5:5) In 26
de Bijbel heet het Woord of de Wet van God een Lamp voor ons leven. In Spreuken wordt het door God bij de mens ingeblazen zelfbewuste leven van de Geest een Lamp van de Here genoemd, die al de kamers van zijn binnenste doorzoekt. Een lamp als de kandelaar, met de zeven armen, is in het Oude Testament een type (beeld) van onze Here Jezus Christus zelf. Hij is de LAMP van het nieuwe Jeruzalem. (Openbaring 21:23) En de stad heeft de zon en de maan niet nodig, dat die haar beschijnen, want de heerlijkheid Gods verlicht haar en haar lamp is het Lam. De Kandelaar of lamp als type van Jezus Christus. (Exodus 25:31-35) U zult een kandelaar van louter goud maken, van gedreven werk zal de kandelaar gemaakt worden, het voetstuk zowel als de schacht; de bloemkelken met knoppen en bloesems, zullen daarmee één geheel vormen. 32) Zes armen nu zullen uit zijn zijden uitsteken: drie armen van de kandelaar uit de ene zijde en drie armen van de kandelaar uit de andere zijde. 33) Drie bloemkelken in de vorm van amandelbloesem aan de ene arm, met knop en bloesem; en drie bloemkelken in de vorm van amandelbloesem aan de andere arm, met knop en bloesem; aldus voor de zes armen, die uit de kandelaar uitsteken. 34) Op de kandelaar vier bloemkelken in de vorm van amandelbloesem, met zijn knoppen en bloesems. 27
De lamp van ons lichaam is ons oog waarmee wij de natuurlijke dingen kunnen zien en ervaren. De lamp van onze geest is ons geestelijke oog waarmee wij de geestelijke dingen kunnen zien en ervaren. Onze geestelijke lamp kan alleen maar zien door de voeding die we ontvangen van de Heilige Geest, de olijfolie. Hoeveel zorg besteden wij (u en ik) aan onze lamp, het Leven makende Woord van God, hoeveel tijd besteden wij (u en ik) aan onze relatie met Jezus de Levende Kandelaar? Voorbeelden: (Leviticus. 24:2) Gebied de Israëlieten, dat zij tot u brengen zuivere olijfolie, uit gestoten olijven, voor de kandelaar, om voortdurend een lamp te laten branden. (Exodus 40:24) Hij plaatste de kandelaar in de tent der samenkomst tegenover de tafel, aan de zuidzijde van de tabernakel. (Openbaring 4:5) Uit de troon kwamen bliksemflitsen, gerommel en donderslagen; vóór de troon brandden zeven vurige fakkels, de zeven geesten van God. (Hebreen 9:2) Want er was een tent ingericht, de voorste, waarin de kandelaar en de tafel met de toonbroden stonden; deze werd het heilige genoemd; (1Samuel 3:3) Nog was de lamp van God niet uitgegaan. Samuel had zich te ruste begeven in de tempel van de Here waar de ark van God was. 28
(2Samuel 22:29) Want U, o Here, bent mijn lamp, en de Here doet mijn duisternis opklaren. (Psalm 119:105) Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad. (Spreuken 6:23) Want het gebod is een lamp en de onderwijzing een licht, de vermaningen der tucht zijn een weg ten leven, (Spreuken. 20:27) De geest van de mens is een lamp des Heren, doorzoekende al de schuilhoeken van het hart. (Prediker 12:6) voordat het zilveren koord losgemaakt en de gouden lamp verbroken wordt; voordat de kruik bij de bron verbrijzeld en het scheprad in de put verbroken wordt, (Lucas 11:34) De lamp van het lichaam is uw oog. Indien dan uw oog zuiver is, is ook uw gehele lichaam verlicht, maar wanneer het slecht is, is ook uw lichaam duister. (Johannes 5:35) Hij (Jezus)was de brandende en schijnende lamp en u hebt u een tijdlang in zijn licht willen verheugen. 6 Uittrekken. Grieks: ex'erchomai, Is te vertalen als: Uitgaan, er uitkomen, naar buiten komen uit een huis, er op uittrekken, met vermelding van de plaats waaruit men weggaat, of het punt waarvan men vertrekt. Het kan 29
dan gaan om mensen die een plaats uit eigen beweging verlaten, of om mensen die verdreven of uitgeworpen worden. Hier bij deze Maagden wordt van hun verwacht dat zij er voor gekozen hebben zich in te zetten voor het welslagen van deze feestdag. Het moet een echte onvergetelijke dag of nacht worden voor de bruid en de bruidegom. Daar gaat het om Daarvoor zijn ze uitgenodigd en daarom mag er ook een actieve voorbereiding en een volledige inzet van ze verwacht worden. Voor de volle honderd procent. Niet uit dwang, als een verplichting, maar uit hun grote liefde voor de bruid en voor de bruidegom. Het is een grote belediging naar het bruidspaar toe als zij wel de uitnodiging voor het feest aannemen maar niet de benodigde voorbereidingen treffen. Voorbeelden: (Mattheüs 8:34) En zie de hele stad liep uit Jezus tegemoet. (Mattheüs 13:3) Zie een zaaier ging uit om te zaaien. (Mattheüs 13:49) De engelen zullen uitgaan om de bozen uit het midden van de rechtvaardigen af te zonderen. (Mattheüs 14:14) En toen Hij (Jezus) uit het schip ging zag Hij een grote schare. (Mattheüs 26:30) En na de lofzang gezongen te hebben vertrokken zij naar de Olijfberg. 30
(Johannes 16:28) Ik ben van de Vader uitgegaan en in de wereld gekomen. 7 De Bruidegom. Grieks: numphiou. Is te vertalen als: De man die bij de bruid hoort. Als bruidegom, verloofde, ondertrouwde man, jonge (pas) gehuwde man of schoonzoon. Is in het Nieuwe Testament het enige woord voor bruidegom. Naast de bruid is de bruidegom de belangrijkste persoon op een bruiloftsfeest. Hij is de gastheer van het feest, hij heeft misschien grote kosten en moeiten gedaan om een bruid te verwerven en wil aan de gemeenschap waarin hij leeft zijn bruid voorstellen en haar schoonheid en geluk laten zien op deze hoogtij dag. Jezus zegt in deze gelijkenis, volgens mij, van zichzelf dat Hij de Bruidegom is van Zijn Gemeente Kijk eens naar de overeenkomsten in de gelijkenis over het Koninklijke Bruiloftsmaal in Mattheüs 22:1-14. Ook hier zien we dat het slecht afloopt met de genodigden vanwege hun onwillige houding naar de Bruidegom. Een Hemelse uitnodiging is niet vrijblijvend! De Koning werd terecht toornig, hij voelde zich zwaar beledigd en zond Zijn legers uit. Die doodde de genodigde en stak hun stad in brand. Ook in Lucas 14:15-24 lezen we over mensen die de uitnodiging van een feestmaal afslaan. Je kunt je 31
bij een Hemelse uitnodiging dus niet verontschuldigen. Die kun je niet ongestraft voorbij laten gaan. Niet voor een akker niet voor een span ossen en niet voor een vrouw! Ook voor hen is later geen plaats meer aan de Maaltijd vanwege hun beledigende houding. Voorbeelden: (Mattheüs 9:15) Jezus zei tot hen: Kunnen soms bruiloftsgasten treuren, zolang de bruidegom bij hen is? Er zullen echter dagen komen, dat de bruidegom van hen weggenomen is, en dan zullen zij vasten. (Mattheüs 22:1-2) En Jezus antwoordde en sprak wederom in gelijkenissen tot hen en zei: Het Koninkrijk van de Hemel is gelijk aan een Koning die voor Zijn Zoon een Bruiloft aanrichtte. (Johannes 3:29) Die de bruid heeft, is de bruidegom; maar de vriend van de bruidegom, die erbij staat en naar hem luistert, verblijdt zich met blijdschap over de stem van de bruidegom. Zo is dan deze mijn blijdschap vervuld.
De Bijbelse namen of titels van de Bruidegom: A: Zijn naam is: Wonderbare Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader Vredevorst. Groot zal de heerschappij zijn en eindeloos de vrede op 32
de Troon van David en over zijn Koninkrijk, doordat Hij het sticht en grondvest met recht en gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid. De ijver van de Here van de hemelse legers zal dit doen. (Jesaja 9:5-6) B: Zijn naam is: “Jezus”. En zie u (Maria) zult zwanger worden en een Zoon baren, en u zult Hem de naam Jezus geven. Deze zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en de Here God zal Hem de Troon van Zijn Vader David geven, en Hij zal als Koning over het huis van Jacob heersen tot in eeuwigheid en Zijn koningschap zal geen einde hebben. (Lucas 1:31) Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd en Hem de Naam boven alle naam geschonken, opdat in de naam van Jezus zich alle knie zou buigen van hen die in de Hemel en van hen die op de aarde en die onder de aarde zijn, en alle tong zou belijden: Jezus Christus is Heer, tot eer van God de Vader. (Philippenzen 2:9-11) C: Zijn naam is “de Christus”, dat is “de Gezalfde, de Messias”. 16 Simon Petrus antwoordde en zei: U bent de Christus, de Zoon van de levende God! 17 Jezus antwoordde en zei: Zalig bent u, Simon Barjona, want vlees en bloed heeft u dat niet geopenbaard, maar mijn Vader, die in de hemelen is. 20 Toen verbood Hij met nadruk zijn discipelen aan iemand te zeggen: Hij is de Christus. (Mattheüs 16:16-17 en 20). 33
D: Zijn naam is: “Here of Heer”. Dus moet ook het hele huis van Israel zeker weten dat God Hem (Jezus) en tot Here en tot Christus gemaakt heeft, deze Jezus, die u gekruisigd hebt. (Handelingen 2:3637) God zelf verbindt dus Zijn naam “Here of Heer” ook aan de naam van Zijn Zoon. Nu wordt Jezus al als Heer erkend in de Gemeente, maar eens zal Hij erkend worden als Heer der Heren en Koning der Koningen over de hele wereld. De naam:”HERE JEZUS CHRISTUS” vertegenwoordigt de volle kracht en autoriteit van onze opgestane HEER in de strijd tegen ziekte, onrecht en gebondenheid. Zij is een krachtig middel in de strijd in de Hemelse Gewesten bijvoorbeeld in de bevrijdingsbediening. E: Zijn naam is: “Immánuel” Daarom zal de Here zelf een teken geven: Zie, de jonkvrouw zal zwanger worden en een zoon baren; en zij zal Hem de naam Immánuel geven. (Jesaja 7:14) Dit alles is geschied opdat vervuld zou worden wat de Here door de profeet gesproken heeft, toen hij zei: Zie de maagd zal zwanger worden en een Zoon baren, en men zal Hem de naam Immánuel geven, wat betekend: God met ons. (of Godmens). (Mattheüs 1:23). Het geeft aan dat God, die Heilig is, de zondaar weer verdraagt, ja zelfs uitnodigt om te komen tot Zijn Heil. 34
F: Zijn naam is: “Zoon van God”. En het geschiedde, terwijl al het volk gedoopt werd, dat, toen ook Jezus gedoopt werd en in gebed was, de hemel zich opende, en de Heilige Geest in lichamelijke gedaante als een duif op Hem nederdaalde, en dat er een stem kwam uit de hemel: U bent mijn Zoon, de geliefde, in U heb Ik mijn welbehagen. (Lucas 3:21-22) G: Zijn naam is: “Zoon van David”. En de scharen, die voor Hem uit gingen en die volgden, riepen, zeggende: Hosanna de Zoon van David, gezegend Hij, die komt in de naam des Heren; Hosanna in de hoogste hemelen! (Mattheüs 21:9) H: Zijn naam is: “Zoon van Mensen”. Want zoals de Vader leven heeft in Zichzelf, heeft Hij ook de Zoon gegeven leven te hebben in Zichzelf. En Hij heeft Hem macht gegeven om gericht te houden, omdat Hij de Zoon des mensen is. (Johannes 5:27) I: Zijn naam is: “Lam van God”. De volgende dag stond Johannes daar weer met twee van zijn discipelen. En toen hij Jezus zag gaan, zei hij: Zie, het lam Gods! (Johannes 1:35-36) J: Zijn naam is: “Leeuw van Juda”. En een uit de oudsten zei tot mij: Ween niet; zie, de leeuw uit de stam Juda, de wortel Davids, heeft overwonnen om de boekrol en haar zeven zegels te openen. (Openbaring 5:5) K: Zijn naam is: “Het Lam dat geslacht is” is waardig te ontvangen de macht en de rijkdom 35
en de wijsheid en de sterkte en de eer en de heerlijkheid en de lof. (Openbaring 5:6) Conclusie: Jezus is onze Bruidegom en hij is de Regisseur van deze wereld.
Het Geheimenis: Wij lezen in de Bijbel over drie verborgen verbonden. A. Het verborgen verbond van drie Personen in een volmaakte perfecte heilige drieeenheid! God als de Vader, Jezus Christus als de Zoon, en beiden weer in een volkomen samenwerking met de Heilige Geest die uitgaat van de Vader en de Zoon. Deze drie Personen leven en werken in een volkomen Goddelijke eenheid. Zij leven als één Persoon in een drievoudige samenstelling. Want drie zijn er, die getuigen in de hemel: de Vader, het Woord, en de Heilige Geest; en deze drie zijn één. (1Johannes 5:7) B. Het verborgen verbond van twee naturen, namelijk: Jezus als God en mens in één Persoon. “Zoon van God” en “Zoon van Mensen”. Het Woord is Vlees geworden en heeft onder ons gewoond. (Johannes 1:1-14)
36
C. Het mystieke en verborgen huwelijksverbond tussen Jezus Christus, Israel en de Gelovigen, de Gemeente. De vijf wijze Maagden blijken samen, na het binnengaan door de deur, als de Gemeente, de Bruid van Jezus Christus, de Bruidegom, te zijn. Dat was eeuwen lang een verborgen geheimen. Israel en de Gemeente als de Bruid van Jezus Christus in het Nieuwe Jeruzalem. En er kwam één van de zeven engelen, en hij sprak met mij, en zei: Kom hier, ik zal u tonen de bruid, de vrouw van het Lam. En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg, en hij toonde mij de heilige stad, Jeruzalem, nederdalende uit de hemel, van God; en zij had de heerlijkheid Gods, en haar glans leek op een zeer kostbaar gesteente, als de kristalheldere diamant. 12 En zij had een grote en hoge muur en zij had twaalf poorten en op de poorten twaalf engelen, en namen op de poorten geschreven, welke zijn die van de twaalf stammen van de kinderen van Israel. 13 Naar het oosten waren drie poorten en naar het noorden drie poorten en naar het zuiden drie poorten en naar het westen drie poorten. 14 En de muur der stad had twaalf fundamenten en daarop de twaalf namen van de twaalf apostelen van het Lam. (Openbaring 21.9-14) Het geheimenis bekendgemaakt. (Epheziërs. 3.2-19) U hebt immers gehoord van de bediening door Gods genade mij met het oog op u 37
gegeven dat mij door openbaring het geheimenis bekendgemaakt is, gelijk ik boven in het kort daarvan schreef.(4-5) Daarnaar kunt u bij het lezen u een begrip vormen van mijn inzicht in het geheimenis van Christus, dat ten tijde van vroegere geslachten niet bekend is geworden aan de kinderen der mensen, zoals het nu door de Geest geopenbaard is aan de heiligen, zijn apostelen en profeten: (6-7) dit geheimenis, dat de heidenen mede-erfgenamen zijn, medeleden en medegenoten van de belofte in Christus Jezus door het evangelie, waarvan ik een dienaar geworden ben naar de genadegave Gods, die mij geschonken is naar de werking zijner kracht. (8-13) Mij, verreweg de geringste van alle heiligen, is deze genade te beurt gevallen, aan de heidenen de onnaspeurlijke rijkdom van Christus te verkondigen, en in het licht te stellen wat de bediening van het geheimenis inhoudt, dat van eeuwen her verborgen is gebleven in God, de Schepper van alle dingen, opdat thans door middel van de gemeente aan de overheden en de machten in de hemelse gewesten de veelkleurige wijsheid Gods bekend zou worden, naar het eeuwige voornemen, dat Hij in Christus Jezus, onze Here, heeft uitgevoerd, in wie wij de vrijmoedigheid en de toegang met vertrouwen hebben door het geloof in Hem. (13) Daarom verzoek ik u met aandrang, de moed niet op te geven bij mijn verdrukkingen om uwentwil, want die zijn een eer voor u. (14-19) Om die reden buig ik mijn knieën voor de Vader, naar wie alle geslacht in de hemelen en op de 38
aarde genoemd wordt, opdat Hij u geve, naar de rijkdom zijner heerlijkheid, met kracht gesterkt te worden door zijn Geest in de inwendige mens, opdat Christus door het geloof in uw harten woning maakt. Geworteld en gegrond in de liefde, zult u dan samen met alle heiligen, in staat zijn te vatten, hoe groot de breedte en lengte en hoogte en diepte is, en te kennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat, opdat u vervuld wordt tot alle volheid Gods. (Epheziërs 5.22-33) Vrouwen, wees aan uw man onderdanig als aan de Here, want de man is het hoofd van zijn vrouw, evenals Christus het hoofd is zijner gemeente; Hij is het, die zijn lichaam in stand houdt. (24) Welnu, gelijk de gemeente onderdanig is aan Christus, zo ook de vrouw aan haar man, in alles. (25) Mannen, hebt uw vrouw lief, evenals Christus zijn gemeente heeft liefgehad en Zich voor haar overgegeven heeft, (26) om haar te heiligen, haar reinigende door het waterbad met het woord, (27) en zo zelf de gemeente voor Zich te plaatsen, stralend, zonder vlek of rimpel of iets dergelijks, zo dat zij heilig is en onbesmet. (28-30) Zo zijn ook de mannen verplicht hun vrouw lief te hebben als hun eigen lichaam. Wie zijn eigen vrouw liefheeft, heeft zichzelf lief; want niemand haat ooit zijn eigen vlees, maar hij voedt het en koestert het zoals Christus de gemeente, omdat wij leden zijn van zijn lichaam. (31) Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot een vlees zijn. (32) Dit geheimenis is groot, maar ik 39
spreek met het oog op Christus en op de gemeente. (33)Intussen ook u, laat ieder voor zich zijn eigen vrouw zo liefhebben als zichzelf en de vrouw moet ontzag hebben voor haar man.
Vijf waren dwaas en vijf waren wijs. (vers 2) 8 Het getal Vijf. Grieks: pente. Het getal vijf is het getal van de mens. De mens heeft aan iedere hand vijf vingers en aan ieder voet vijf tenen. Het getal vijf staat voor het menselijk handelen, het doen en ondernemen vanuit het menselijk verstand en de menselijke ziel, en zijn eigen ego daarbij op de troon. Hier in deze gelijkenis geeft de opdeling van tien in twee maal vijf aan dat het hier, volgens mij, meer gaat om de verhoudingen. De groep van tien wordt als snel letterlijk verdeel in twee even grote groepjes van vijf door het wel of niet bezitten van een kruik gevuld met olijfolie. Hier zijn helaas vijf bruidsmeisjes die de komst van de Bruidegom niet goed voorbereid hebben. Het wijs en dwaas zijn van de meisjes doet denken het slecht of verstandig zijn van de slaven uit de vorige gelijkenis. De dwaze meisjes nemen geen extra olijfolie mee. Een in olijfolie gedompelde fakkel brandt maar kort. Het mocht van hen verwacht worden, uit respect voor de bruidegom, dat ze daar 40
zelf in zouden voorzien. Maar zij houden geen rekening met eventuele tegenvallers in de tijd van wachten op de Bruidegom. Maar urenlang wachten op de komst van de Bruidegom was toen in die tijd niet ongebruikelijk. De noodzakelijke gesprekken met de familie van de bruid moesten eerst plaats vinden voordat de bruiloft kon beginnen. Dat was aan iedereen bekend. Conclusie: Dwaas zijn zij die, in Gods ogen, niet beantwoorden aan wat van hen verwacht mag worden, wijs zijn zij die dat wel doen. Deze vrouwen (en mannen) worden alle tien maagdelijk genoemd. Dat is voor alle tien een compliment! Dat getuigt er van dat ze alle tien rein en heilig geleefd hebben en dat ze daarom ook alle tien werden uitgenodigd door de Koninklijke Bruidegom Jezus Christus om een onderdeel van Zijn Bruid te worden. Alle tien hebben, voor het oog van de buitenwereld, de goede werken en de juiste dingen gedaan die van ze verwacht mochten worden. Net als bij de christenen in Epheze lijkt alles voor onze natuurlijke ogen in orde en toch is er verschil. Maar om dat te zien is een geestelijk onderscheiden en een geestelijk inzicht nodig door de Heilige Geest, die de harten van mensen doorzoekt en kent. Als Jezus de verhoudingen niet willekeurig gekozen heeft, maar dat lijkt mij onwaarschijnlijk, want Jezus zegt nooit iets zo maar!
41
In Johannes 8:26 zegt Jezus: wat ik tot de wereld spreek heb ik eerst gehoord van Mijn hemelse Vader. Deze getallen en verhoudingen zijn dus niet zomaar uit de lucht komen vallen maar zijn in de hemel bepaald bij onze hemelse Vader samen met de Heilige Geest. Als dit de waarheid is, dan zal de helft van de Eindtijd Gemeente dus niet door de toelatingstest van het Hemelse Koninkrijk komen. Waarom? Omdat ze, tijdens hun leven, niet langer geïnteresseerd waren in een levende, brandende “geoliede”, liefdes relatie vanuit hun hart, met Jezus Christus. Want het antwoord: “Ik ken u niet”, beter vertaald: “Ik wil niets meer met jullie te maken hebben”, laat weinig andere opties open. Zij zijn blijkbaar hun eerste grote liefde voor hun Jezus kwijtgeraakt zoals de gemeente van Epheze die kwijtraakte, ondanks hun goede werken. Het antwoord aan de gemeente van Epheze laat ook hier niets aan twijfels over: Gedenk van welke hoogte u gevallen bent, en bekeer u en doe weer uw eerste werken. Zo niet dan kom Ik tot u en Ik zal uw kandelaar van zijn plaats weg nemen indien u u niet bekeert. (Openbaring 2:4-5)
42
9 Dwaas. Grieks: mo'ros, Is te vertalen als: traag of lui van aard, of dwaas of dom van verstand. Geestelijk gezien: goddeloos, huichelachtig, zonder een hart van aanbidding in geest en in waarheid. De Bijbel laat vanaf het begin van de schepping zien wat de sleutel van goed en kwaad, wijs en dwaas, is, namelijk: Gehoorzaamheid aan God. Toen Adam en Eva zondigden door ongehoorzaamheid was dat de “dwaasheid ten top”. Satan, de grootste leugenaar, stelde God, de bron van alle waarheid, als een leugenaar voor en bracht zijn eigen visie als de waarheid mee. Adam en Eva leerden al snel die waarheid als een leugen kennen, maar toen was het te laat. Ook nu noch kiezen veel mensen, net als Adam en Eva, in hun leven, voor een eigen weg die zij beter vinden dan Gods geopenbaarde waarheid in Zijn Woord. Zij kiezen liever voor dingen die God verboden heeft, en doen dingen in hun leven liever op een andere manier dan volgens de natuurlijke weg die God daarvoor aan geeft. Als een gelijkenis met dezelfde strekking vertelt Jezus in Mattheüs 7:2427 over twee fundamenten, over de rots en het zand, over een wijs man en een dwaas man. Het gaat ook hier over het wel of niet aannemen van de woorden van Jezus over het Koninkrijk van de Hemel. En net als bij de wijze en dwaze Maagden gaat het om de keuzes die wij zelf maken of gemaakt hebben.
43
Voorbeelden: (1 Samuel 13:13) Samuel zei tot Saul: U hebt dwaas gehandeld; u hebt niet in acht genomen het gebod van de Here, uw God, dat Hij u geboden heeft, anders zou de Here uw koningschap over Israel voor altijd bevestigd hebben. (2 Samuel 24:10) Maar David had wroeging, nadat hij het volk geteld had, en David zei tot de Here: Ik heb zwaar gezondigd, doordat ik dit gedaan heb; nu dan, Here, doe toch de ongerechtigheid van uw knecht weg, want ik heb zeer dwaas gehandeld. (Psalm 14:1-2) De dwaas zegt in zijn hart: Er is geen God. Zij bedrijven gruwelijke en afschuwelijke misdaden, niemand is er, die goed doet. (Prediker 2:14) de wijze heeft (geestelijke) ogen in zijn hoofd, maar de dwaas wandelt in de duisternis; (Jesaja 32:6) Want een dwaas spreekt dwaasheid en zijn hart brengt ongerechtigheid voort: het bedrijven van goddeloosheid, en het prediken van afval tegen de Here; het onverzadigd laten van de hongerige, en het onthouden van een dronk aan de dorstige. (Mattheüs 7: 26) Een ieder nu, die deze Mijn woorden hoort en ze niet doet, zal gelijken op een dwaas man, die zijn huis bouwde op het zand. (1Korintiërs 1:27) Integendeel, wat voor de wereld dwaas is, heeft God uitverkoren om de wijzen te beschamen, en wat voor de wereld zwak is, heeft God uitverkoren om wat sterk is te beschamen; 44
De vijf dwaze Maagden: • Zij hadden niet, met hart en ziel, de juiste prioriteiten gesteld en daardoor niet de juiste keuzes gemaakt in hun leven. • Zij vonden een doop met water en vervulling met de Heilige Geest voor zichzelf, misschien, niet nodig. • Zij hadden, in hun hart, voldoende aan hun wereldse wijsheid die in Gods ogen dwaasheid is. • Zij minachten, in hun hart, misschien, de gaven van God zoals Esau en ze hadden bewust niet voldoende olijfolie gekocht en leefden daardoor niet vanuit de vrucht en de gaven van de Heilige Geest. (Galaten 5:22; 1Contiers 12) • Zij waren daardoor, in hun geest en ziel, geestelijk zwakke mensen gebleven, omdat ze niet functioneerden door de kracht van de Heilige Geest. • Zij kozen, in hun hart en ziel, niet voor de benodigde zorg voor hun lamp d.w.z. voor een relatie met Jezus de bruidegom door een leven door de Heilige Geest tijdens hun leven. (Galaten 5) • Zij misten daardoor de, geestelijke, kracht om, met de juiste hartsgesteldheid, door te gaan tot het einde, om zo in te gaan in de Hemelse heerlijkheid.
45
Daarom is het antwoord van de bruidegom, Jezus Christus, voor hen: “Ik ken jullie niet!” beter vertaald: “Ik wil niets meer met jullie te maken hebben”. 10 Wijs. Grieks: 'phronimos, Is te vertalen als: wijs, verstandig, of kundig met hun verstand. Verder als voorzichtig, bedachtzaam, bezonnen, dat wil zeggen: bedacht op iemand anders, iemand die Gods belangen voor zijn leven zoekt. Jezus zegt, wie zoekt die vindt, wie klopt die zal open gedaan worden. Wijsheid is het, in Gods ogen, om actief naar Hem op zoek te gaan. Jezus zegt van zichzelf in het boek Spreuken: ”Ik ben de Ware Wijsheid”. Voorbeelden: (Spreuken 3:7) Wees niet wijs in eigen ogen, vrees de Here en wijk van het kwaad; (Spreuken 10:8) Wie wijs van hart is, neemt geboden aan, maar wie dwaas van lippen is, komt ten val. (Spreuken 11:30) De vrucht des rechtvaardigen is een boom van het leven, en wie wijs is, wint harten. (Daniël 1:20) In elke zaak, waarbij het aankwam op wijs inzicht en waarover de koning hen ondervroeg, bevond hij hen tienmaal voortreffelijker dan al de geleerden, al de bezweerders in zijn ganse rijk.
46
(Romeinen 16:19) Want uw gehoorzaamheid is bij allen bekend geworden. Over u verblijd ik mij dus, doch ik wil, dat u niet alleen wijs bent tot het goede, maar ook onbesmet van het kwade. (2Timoteüs 3:15) en dat u van kindsbeen af de heilige schriften kent, die u wijs kunnen maken tot zaligheid door het geloof in Christus Jezus. (Mattheüs 7.24) Een ieder nu, die deze mijn woorden hoort en ze doet, zal gelijken op een verstandig man, die zijn huis bouwde op de rots. (Psalm 14:2) De Here ziet neder uit de hemel op de mensenkinderen, om te zien, of er een verstandig is, een, die God zoekt. (Jeremia 23:5) Zie, de dagen komen, luidt het woord des Heren, dat Ik aan David een rechtvaardige Spruit zal verwekken; die zal als koning regeren en verstandig handelen, die zal recht en gerechtigheid doen in het land.
Vijf wijze Maagden: • Zij hadden, met hun hele hart en ziel, de juiste prioriteiten gesteld en de juiste keuzes gemaakt in hun leven • Zij hadden een reiniging en heiliging ondergaan in de waterdoop door onderdompeling, en zij werkten aan een levende relatie met Jezus de bruidegom, door de kracht van de Heilige Geest 47
• Zij hadden er voor gekozen zichzelf (hun kruik) helemaal te laten vullen met de Olijfolie, in de Heilige Geest, door het ontvangen van de doop en de vervullingen met de Heilige Geest. • Zij verzorgden hun lampen zo goed als mogelijk was, door het lezen en bestuderen van Zijn Woorden, en zij werkten daardoor aan een goede relatie met Jezus de bruidegom. • Zij konden, in hun hart, zo de wijsheid van God ontvangen die alle verstand te boven gaat in een leven door de Vrucht van de Heilige Geest. (Galaten 5) • Zij waren volgelingen van de Bruidegom geworden, met heel hun hart en ziel, en daardoor gevuld met een grote geestelijke kracht en autoriteit in de Heilige Geest.
Dwaas: Wel Lampen maar geen (reserve) Olijfolie.(vers 3) Met lampen moeten de op olijfolie brandende fakkels bedoeld zijn, die normaal gebruikt worden bij het tegemoet gaan van een Bruidegom. De dwaze Maagden namen wel fakkels mee maar geen flesje of kruikje olijfolie. De gelijkenis zegt niet, dat ze onvoldoende olijfolie mee namen, maar dat ze helemaal geen extra olijfolie mee namen. De wijze Maagden namen zowel de fakkels als een extra voorraadje olijfolie mee. Bij de dwaze Maagden 48
leek het eerst dus, alsof ze ook klaar waren voor de bruiloft, maar in werkelijkheid was het niet zo. Zij hadden bewust geen (reserve) olijfolie meegenomen, dus zij wisten ook dat hun fakkels niet zo lang konden branden. Ze waren net zo als de mensen die in de vorige gelijkenis 'huichelaars' genoemd worden. In deze lijn zal het ontbreken van de olijfolie uitgelegd kunnen worden. Wat de dwaze Maagden hadden meegenomen leek veel, maar stelde in werkelijkheid niets voor. Ze zijn dan ook het type van de mensen die wel de woorden van Jezus horen en in Hem geïnteresseerd lijken, maar dat zonder Zijn woorden ook echt te willen gaan doen. Zij hebben Jezus en de Heilige Geest wel leren kennen, maar vinden het niet nodig hun leven daardoor te laten leiden. Ze vinden het wel leuk om er bij te horen, dat heeft ook zo zijn voordelen, maar dat is het dan ook. Het moet hun niet te veel kosten en zeker niet teveel van de Geest, dat wordt te zweverig. Het moet niet te dicht bij komen allemaal. Wijs: Olijfolie in hun Kruiken met hun Lampen (vers 4) 11 De Olijfolie. Grieks: 'elaion, Is te vertalen als: Olijfolie: wordt genoemd onder de handelsgoederen. De uit de vruchten van de olijfboom gewonnen boomolie behoorde met melk, wijn en kleren tot de eerste levensbehoeften van de Joodse mensen. Vooral 49
spijzen en gebak werden met olijfolie toebereid. Al blijft ook de beste olijfolie niet langer dan 2-3 jaren goed, toch is zij veel duurzamer dan de in het Oosten weinig gebruikelijke boter. Verder werd ook de olijfolie vaak aangewend als uitwendig geneesmiddel De Bijbel spreekt niet van olijfolie baden, ook niet van olijfolie als inwendig geneesmiddel. Men bewaarde de olijfolie in kleinere of grotere buikvormige kruiken Men gebruikte olijfolie voor het laten branden van lampen, het inwrijven en zalven van het lichaam en andere voorwerpen. Een grote voorraad olijfolie was door David verzameld en bevond zich bij het heiligdom Volgens Jesaja 39:2 had koning Hizkia te Jeruzalem ook een groten voorraad van deze welriekende olijfolie (Hebr. schèmen); bovendien had hij oliemagazijnen De bereiding van de samengestelde zalven vereiste een bijzondere kunstvaardigheid en de zalfbereiders vormden een bepaalden stand. De overlevering van de Rabbijnen zegt, dat men door koken de essence uit de specerijen trok, en deze dan met de olie vermengd op het vuur zette, totdat alle waterdelen uit de overigens vloeibaar blijvende zalf verdampt waren. Ook bij het gewone Spijsoffer ontbrak de olijfolie nooit al bestond dit ook uit meel. Bij de reiniging van de melaatse diende de gewone olijfolie ook tot besprenging en zalving van mensen tot Koning of Profeet. Voor het bewaren en vervoeren van Olijfolie, om mensen te zalven, gebruikte men een kruikje, flesje of een hoorn van een os of een koe. 50
Waarom het op tijd bezitten van de Olijfolie zo’n belangrijke voorwaarde is voor de tien Maagden voor de toegang tot het Koninkrijk van de Hemel, het Koninkrijk van Jezus, dat er geen tweede kans is. In het Oude Testament werd de beste, de hoogste kwaliteit olijfolie, voor godsdienstige doeleinden aangewend in opdracht van God zelf. Heel precies en nauwkeurig en met groot respect, zoals Hij dat leerde in Zijn woord door bemiddeling van Zijn dienstknecht Mozes. Dat alles werd voor de Hogepriester en de Priesters vermengd met geurige kruiden als mirre, kaneel, kalmoes en kassie van de hoogste en zuiverste specerij kwaliteit. De op deze manier bereide olijfolie wordt door God gezien als de meest Heilige en kostbaarste Zalfolie die apart gezet werd voor het Priesterlijke werk. Met minder kon Hij geen genoegen nemen. Uit een aantal teksten blijkt dus, dat de zuiverste Olijfolie en de met welriekende specerijen vermengde Heilige Olijfolie inderdaad van grote betekenis waren bij de zalvingen van mensen en voorwerpen als vertegenwoordiger (type) van Jezus en de Heilige Geest. Waarom deze Heilige Zalfolie zo belangrijk is lezen we in Exodus 30: 22-32: 22-23 Daarna gaf de Here Mozes opdracht een hoeveelheid van de beste kruiden te verzamelen: 5,5 kilo pure mirre, 2,8 kilo kaneel, 2,8 kilo kalmoes, 24 5,5 kilo kassie en 3,7 liter olijfolie. 25 De Here droeg ervaren 51
zalfmengers op dit alles te verwerken tot een heilige zalfolie. 26-27 "Gebruik dit", zei Hij, "om de tabernakel, de ark van het verbond, de tafel met al het toebehoren, de kandelaar met al het toebehoren, het reukofferaltaar 28 en het brandofferaltaar met al het toebehoren en het wasvat met het voetstuk te zalven. 29 Heilig deze, zodat ze allerheiligst worden; alles wat ermee in aanraking komt, zal heilig zijn. 30 Ook Aäron en zijn zonen moeten ermee worden gezalfd, zodat zij Mij als priesters kunnen dienen. 31 En zeg tegen het volk Israël: 'Dit is voor altijd mijn heilige zalfolie. 32 Het mag nooit worden uitgegoten over een gewoon mens en u mag nooit iets dergelijks voor uzelf maken, want het is heilig en u moet het ook zo behandelen. Vanzelf gevloeide vrije Mirre: een mirrehars dat vanzelf, zonder een gemaakte insnijding, uit de struik is gevloeid. Dit woord Mirre heeft een aantal afgeleide betekenissen. Een ervan is “rein”, en dat is van toepassing op de Reinheid van God en Jezus. Onze Here Jezus Christus was Rein in Zijn Woorden Zijn Daden en Zijn Handelingen. Een andere betekenis is “Vrijheid”. Wij weten dat Jezus kwam om voor gevangenen vrijheid te proclameren. Iedere gebondene die bij Hem kwam ontving zijn vrijheid terug. Nog een betekenis is “Welriekend” Onze Heer wordt in het Hooglied van Salomo zoete mirre en vloeiende mirre genoemd. 52
Mirre soorten zijn doorgaans sterk vertakte, bladverliezende struiken of kleine bomen, die een paar meter hoog worden. Mirre geeft een gomhars. De ruwe hars wordt bewerkt door middel van stoomdestillatie. Het eindresultaat is een dikke lichtgele olie met een warme, kruidige, zoetige en enigszins rokerige geur. Verwarmt brengt mirre een zware geur voort. De aanduiding mirre is via het Grieks afkomstig uit een Semitische taal: de wortel mirre betekent "bitter". Bittere mirre is vrij makkelijk verkrijgbaar, in tegenstelling tot zoete mirre. De opbrengst aan etherische olie is voor mirre ongeveer zes tot acht procent. Dat wil zeggen dat er ongeveer zestien kilogram hars nodig is voor een liter olie. Welriekende specerij Kaneel: Deze specerij wordt in de Bijbel vaak met andere specerijen genoemd (Hooglied 4:14). In Exodus 30:23 komt zij voor als een bestanddeel van de Heilige Zalfolie, en in Spreuken 7:17 als Reukwerk en in Openbaring 18:13 als kostbaar handelsartikel. De kaneel komt uitsluitend uit Oost Indië, en wel van Ceylon. De kaneel zelf is de geelachtige rode binnenbast, die in de zon gedroogd wordt en achter de bijna reuk- en smaaklozen, grijsbruinen buitenbast verborgen is. De geurige reuk en smaak van de binnenbast komen van de olie, die hij bevat. Welriekende specerij Kalmoes: van het Grieks. Kalamos, het Latjns calamus d.i. riet), Kalamus is een waterplant met een kruipende, specerijachtige wortelstok. Uit de knoestige wortel, 53
ongeveer zo dik als een duim, van buiten roodachtig, van binnen wit, met een scherpen, bitteren smaak, bereidde men de kalmoes voor de zalfolie, terwijl hij ook bij het reukwerk wordt gebruikt. Het eigenlijke vaderland van de kalmus is Arabië, Z. Azië, vooral Indië, vanwaar hij nog altijd op de markt te Damascus aangevoerd werd. Kassie: Er is weinig bekent over kassie, maar het had een zeer hoge handelswaarde. Is in Exodus 30:24 en Ezechiël. 27:19 de vertaling van het Hebreeuwse. Kiddah, een welriekende substantie die door Zuid Arabische stammen op de markt te Tyrus aangevoerd. Het vaderland van deze geurigen boombast, voor de bereiding van de welriekende zalfolie is Indië. De frisse, purperbruine, zacht riekende en brandend scherp smakende kassie werd zeer hoog gewaardeerd. Nu komen we bij het hart van het evangelie, het gaat dus allemaal om de Heilige Goddelijke Zalving bij het verbond tussen God en mensen. Het gaat in het Nieuwe Verbond net als in het Oude Verbond om de Goddelijke Zalving. Onder het Oude Verbond waren de Hoge Priester en de andere Priesters de dragers van deze Zalving. Zonder gezalfde Priesters was er, voor het volk van Israël, geen echte relatie tussen God en mensen meer mogelijk. Daarvoor was het offer van de Tweede Adam, Jezus Christus, nodig. Jezus betekent 54
“Verlosser” en Christus betekent “Gezalfde”. Zonder de Goddelijke Zalving van de Gezalfde is er geen echte verlossing en zalving mogelijk. Zijn naam is: “Jezus”. En zie u (Maria) zult zwanger worden en een Zoon baren, en u zult Hem de naam Jezus geven. Deze zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en de Here God zal Hem de Troon van Zijn Vader David geven, en Hij zal als Koning over het huis van Jacob heersen tot in eeuwigheid en Zijn koningschap zal geen einde hebben. (Lucas 1:31) Zijn naam is “de Christus”, dat is “de Gezalfde, de Messias”. 16 Simon Petrus antwoordde en zei: U bent de Christus, de Zoon van de levende God! 20 Toen verbood Hij met nadruk zijn discipelen aan iemand te zeggen: Hij is de Christus. (Mattheüs 16:16; 20). De Geestelijke Olijfolie is een Nieuw Testamentische type van het ontvangen van de Doop en de Vervullingen met de Heilige Geest naar het Oude Testamentische voorbeeld. Ook wij zijn nu van een Koninklijk Priesterlijk geslacht. Geen Zalving betekent geen Heiliging en zonder de voorgeschreven Heiliging kunnen wij niet tot God naderen, dus geen relatie met Hem hebben en geen erkenning krijgen.
55
Deze doop en de vervulling, deze Heilige Zalving, zijn een absolute voorwaarde in de relatie met de Gezalfde Jezus Christus tot een Heilig leven. (Hebreeën 2:11) Nu wij door Jezus voor God zijn geheiligd, afgezonderd, hebben wij dezelfde Vader als Hij. Daarom schaamt Jezus Zich er niet voor ons Zijn broeders te noemen. (1Petrus 1:15) Wees heilig in alles wat u doet, want de Here Die u heeft geroepen om Zijn kind te worden, is heilig. 16 Hij heeft dat Zelf gezegd: "Wees heilig, want Ik ben heilig." (1Petrus 2:9-10) 9 Maar zo bent u niet. U bent door God uitgekozen om koninklijke priesters te zijn; mensen die voor God zijn afgezonderd om overal te vertellen hoe goed en groot Hij is, Die u geroepen heeft om vanuit de duisternis naar Zijn heerlijk licht te komen. 10 Vroeger hoorde u bij een volk dat niet bij Hem hoorde; nu bent u zelf het volk van God! Vroeger wist u niet hoe goed en vriendelijk God is; nu hebt u Zijn goedheid zelf ervaren. Voorbeelden: (Psalmen 133:1-3) 1. Kijk eens hoe goed en waardevol het is als broeders in vrede met elkaar omgaan. 2 Dat is net zo kostbaar als de olie waarmee Aäron werd gezalfd en die van zijn baard af op zijn kleding vloeide. 3 Het is net zo kostbaar als de dauw die 56
van de berg Hermon neerstroomt op de bergen van Jeruzalem. Dat is de plaats waaraan de HERE Zijn zegen verbindt en het leven tot in eeuwigheid. (Exodus 39:37) De kandelaar van louter goud, samen met zijn lampen, de lampen die men daarop hun plaats moest geven, en al zijn gerei, de olijfolie voor het licht, (Leviticus 21:12) Het heiligdom zal de Priester niet verlaten, opdat hij het heiligdom van zijn God niet ontheilige, want de wijding van de zalfolie van zijn God is op hem: Ik ben de Here. (Leviticus 14:16-18) de priester zal zijn rechtervinger dopen in de olijfolie die in zijn linkerhand is, en van die olijfolie met zijn vinger zevenmaal sprenkelen voor het aangezicht des Heren. (17) Van de rest van de olijfolie die in zijn hand is, zal de priester iets strijken aan de rechter oorlel van hem die gereinigd moet worden, en aan zijn rechterduim en zijn rechter grote teen, boven op het bloed van het schuldoffer. (18) En wat van de olijfolie in zijn hand is overgebleven, zal de priester doen op het hoofd van hem die gereinigd moet worden; zo zal de priester over hem verzoening doen voor het aangezicht des Heren. (1Samuel 16:1) De Here zei tot Samuel: Hoelang zult u nog leed dragen over Saul, en Ik heeft hem toch verworpen, dat hij geen koning meer over Israel zal zijn? Vul uw hoorn met olijfolie en ga heen: Ik zend u naar de Betlehemiet Isaï, want onder zijn zonen heb Ik Mij een koning uitgezocht. 57
(Ezechiël 16:9) Toen wies Ik u, Israël, met water, spoelde het bloed van u af en zalfde u met olijfolie. (Marcus 6:13) En zij dreven vele boze geesten uit en zalfden vele zieken met olijfolie en genazen hen. (Lucas 7:46) Met olijfolie hebt u mijn hoofd niet gezalfd, maar zij heeft met mirre mijn voeten gezalfd. (Jakobus 5:14) Is er iemand bij u ziek? Laat hij dan de oudsten der gemeente tot zich roepen, opdat zij over hem een gebed uitspreken en hem met olijfolie zalven in de naam des Heren. 12 De Kruiken. Grieks: ag'geion, Is te vertalen als: een kruik, een emmer of een vat. De kruik is vaak een groot aarden, licht breekbaar, vaatwerk dat men op de schouder droeg en dat diende om water te halen en meel te bewaren. Dergelijk vaatwerk wordt ook bedoeld in Johannes 2. Zij hadden elk een inhoud van 2-3 metreten dat is ongeveer 80-118 Liter. Er zijn ook een kleinere soorten vaatwerk, waarschijnlijk van metaal, waaruit men op reis en in het veld kon drinken. Verder de waterfles en de kruik waarin men water of olijfolie bewaarde. Een kleine, aarden kruik, waarschijnlijk in de vorm van een fles met een nauwe opening, werd tot allerlei doeleinden gebruikt onder andere om honing in te doen. De kannen in Marcus 7:4-8 waren waarschijnlijk houten vaten. De kruik waarin het manna bewaard werd (Exodus 16:33.) was klein en zeker afgesloten. 58
Voorbeelden: (Exodus 16:33) Daarom zei Mozes tot Aaron: Neem een kruik, doe daarin een volle gomer manna en leg dit voor het aangezicht des Heren, om het voor de toekomende geslachten te bewaren. (1Koningen 17:14) Want zo zegt de Here, de God van Israel: Het meel in de pot zal niet opraken, en de olijfolie in de kruik zal niet ontbreken tot op de dag, waarop de Here regen op de aardbodem geven zal. (Prediker 12:6) voordat het zilveren koord losgemaakt en de gouden lamp verbroken wordt; voordat de kruik bij de bron verbrijzeld en het scheprad in de put verbroken wordt, (Hebreeën 9:4) met een gouden reukofferaltaar en de ark van het verbond, rondom met goud overtrokken, waarin zich bevonden een gouden kruik met het manna, de staf van Aaron, die gebloeid had, en de tafelen van het verbond; De Heilige Priester Wijding in het Oude Verbond. (Leviticus 8:1-13) 1 De HERE zei tegen Mozes: 2 Breng Aäron en zijn zonen naar de ingang van de tabernakel, samen met hun kleding, de zalfolie, de stier van het zondoffer, de twee rammen en de mand met ongezuurde broden. 59
3 Laten alle Israëlieten zich daar verzamelen.? 4 Daarop werden alle Israëlieten bijeengeroepen bij de ingang van de tabernakel. 5 Mozes zei tegen hen:Wat ik nu ga doen, heeft de HERE mij opgedragen. 6 Toen liet hij Aäron en zijn zonen naar voren komen en waste hen met water. 7 Hij kleedde Aäron met het onderkleed, de ceintuur en de bovenmantel en hing de efod met de prachtig geweven gordel om zijn schouders. 8 Daarna deed hij hem het borststuk om en plaatste de Urim en de Tummim in de buidel. 9 Op Aärons hoofd zette hij de heilige tulband met de gouden plaat er voorop, precies zoals de HERE het hem had opgedragen. 10 Toen nam Mozes de zalfolie en sprenkelde ervan op de tabernakel en op elk voorwerp dat zich erin bevond, zodat het werd geheiligd. 11 Het altaar besprenkelde hij zevenmaal en ook de onderdelen van het altaar en het wasvat met het voetstuk werden besprenkeld en daardoor geheiligd. 12 Toen goot hij de zalfolie over het hoofd van Aäron om hem te heiligen, dat wil zeggen: af te zonderen en te wijden voor zijn taak. 13 Daarna hing Mozes de zonen van Aäron de mantels om met de gordels en de hoofddoeken, zoals de HERE hem had opgedragen. De Heilige Priester Wijding in het Nieuwe Verbond. De Heilige Kruik is ons Geheiligd Lichaam: Ons lichaam is het Aarden Vat (2 60
Corinthiers 4:7) waarin de Heilige Geest woont. Wij zijn als “Geheiligde Klei” in de handen van de Heilige Hemelse Pottenbakker gevormd. Laten we onze lichamen dan ook rein en heilig bewaren, in deze zondige maatschappij, tot aan de ontmoeting met de Hemelse Bruidegom. Zoals de Priesters en de Levieten in het Oude Verbond alleen maar tot God mochten naderen in heilige en reine staat en levenswandel. Jezus Christus de Messias, de Verlosser, wordt "uitverkoren" genoemd omdat Hij door God tot het hoogst denkbare ambt is aangesteld als onze Grote Hogepriester. Ook wij zijn uitgekozen Priesters, gekozen door God zelf, om het heil te ontvangen. De Gelovigen van het Koninkrijk van God worden ook "uitverkorenen" van God genoemd. Deze wijding van de priesters onder het Oude Verbond was een afschaduwing van toekomstige gebeurtenissen door onze Heer en Heiland in het Nieuwe Verbond. Ten eerste. Omdat onze Here Jezus de grote Hogepriester van onze belijdenis is, en door God geroepen om dit te zijn tot in eeuwigheid. Hij werd Geheiligd, en Gezalfd met de Heilige Geest boven Zijne tijdgenoten. Daarom wordt Hij de Messias, de Christus de Gezalfde genoemd, bekleed met de Heilige Klederen, ja met Hemelse Schoonheid en Heerlijkheid, geheiligd door Zijn eigen Bloed, niet met dat van stieren of bokken, Hebreeën 9-12, maar 61
geheiligd door het lijden dat Hij doormaakte. Hebreeën 2:10. Ten tweede. Omdat alle Gelovigen, in Geestelijken zin, Priesters zijn onder het nieuwe verbond, om Geestelijke offeranden te offeren, 1 Petrus 2:5. Gewassen in het Bloed van Christus de Gezalfde, en aldus door God gemaakt tot Priesters, Openbaring 1:5-6. Ook zijn zij bekleed met de Hemelse Schoonheid en de Heiligheid van Jezus Christus en ook zij hebben de Heilige Zalving van Hem ontvangen. 1Johannes 2:27. Hun handen zijn gevuld met het werk, dat zij voortdurend mogen doen; en het is door Jezus Christus grote Offer, dat zij tot deze dienst Gezalfd, en Gewijd zijn. Zijn bloed, gesprengd op het geweten, reinigt het van dode werken, opdat zij, als Heilige Priesters, de levende God dienen. De Heilige Geest van God is de vinger van God genoemd om de boze geesten uit te drijven, Lukas 11:20, en door Hem wordt de verdienste van het Bloed en van de Heilige Zalving van Jezus Christus krachtig toegepast op onze zielen, zoals Mozes hier het bloed en de Heilige Zalfolie op Aaron en zijn zonen meest doen. Zo wordt ook hier duidelijk aangegeven dat de dienaren van het Evangelie plechtig afgezonderd moeten worden tot hun heilig dienstwerk onder de Heilige Zalving van de Geest van Jezus die op hen is. Met grote ernst en na rijp beraad, als mensen die gebruikt worden in een groot en heilig werk, en op een post van grote 62
verantwoordelijkheid worden gesteld. Door Jezus Christus kunnen wij nu zeggen: Ik verblijd mij zeer in de Here, mijn ziel juicht in mijn God, want Hij heeft mij bekleed met de klederen van het heil, met de mantel der gerechtigheid heeft Hij mij omhuld, zoals een bruidegom, die zich als een Priester het hoofdsieraad ombindt, en zoals een bruid, die zich met haar versierselen tooit. (Jesaja 61:10). De Bijbel zegt: (2 Corinthiërs 4:7) Maar wij hebben deze schat in aarden vaten, zodat de kracht, die alles te boven gaat, van God is en niet van ons: (1Petrus 1:14-15) Voegt u, als gehoorzame kinderen, niet naar de begeerten uit de tijd dat u noch onwetend was, maar zoals Hij, die u geroepen heeft, heilig is, wordt zo ook zelf heilig in al uw wandel; er staat immers geschreven: Wees heilig want Ik ben heilig. (1Petrus 2:9) U echter bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk God ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht De taken van de "VADER-PRIESTER" in zijn gezin: 1. Een voorbeeld zijn in het opofferen van zichzelf in toewijding aan onze HEER JEZUS CHRISTUS. (Romeinen 12:1) 63
2. Een voorbeeld zijn in het geven van geld, goederen of dienstbetoon, zoals de HEILIGE GEEST hem leidt. 3. Voorgaan in het brengen van lofoffers d.m.v. zang, dans en/of muziek. 4. Voorgaan in het aanbidden in GEEST en in WAARHEID. 5. Voorgaan in het hebben van een relatie met de VADER en de ZOON, door de HEILIGE GEEST, d.m.v. gebed, stille tijd en Bijbellezen. 6. Voorgaan in het leren luisteren naar de stem van GOD. 7. Een voorbeeld zijn in het belijden van schuld aan GOD en mensen. 8. Een voorbeeld zijn in het vergeven van mensen. 9. Het zegenen van echtgenoot, kinderen, huisgenoten. 10.Voorbede doen voor de noden in het gezin, in het algemeen, in het bijzonder bij : ziekte (handoplegging, ziekenzalving). : relatie problemen in huwelijk of gezin. 64
: leer / prestatie problemen school / werk. 11.Het vrijzetten, reinigen, heiligen van gezinsleden. 12.Een voorbeeld zijn in zijn handel en wandel naar de gezinsleden toe, volgens de richtlijnen van Gods WOORD en geleid door de HEILIGE GEEST. Allen werden slaperig en sliepen in. (vers 5) 13 Inslapen. Grieks: kath'eudo, Is te vertalen als: in slaap vallen, insluimeren, slaperig worden, of normaal slapen. Dit woord wordt ook gebruikt voor “lichamelijk dood zijn”. Geestelijk gezien kan het vertaald worden met: Jezelf bewust overgeven aan luiheid en zonde, en onverschillig zijn over je eigen heil. Dit inslapen in deze gelijkenis hoeft niet per se negatief uitgelegd te worden, maar geeft slechts de lange duur van het uitblijven van de bruidegom aan. Het benadrukt dat het wachten onverwacht lang duurt. Zowel bij de wijze als de dwaze Maagden verslapt de aandacht bij het wachten door de drukte en de spanningen van de voorbereidingen voor deze dag. De natuurlijke vermoeidheid slaat toe en ze worden allemaal wat doezelig, wat slaperig en vallen tenslotte in slaap. Die natuurlijke slaap hebben we allemaal 65
nodig om lichamelijk fit te blijven, daar is niets mis mee. Er wacht nog een lange nacht van feesten met het bruidspaar dus dit slaapje tussen door is voor iedereen een goede keuze! Maar als de bruidegom nadert blijkt dat de dwaze Maagden, misschien al lang geleden, ook geestelijk in slaap gesukkeld zijn. Dat is voor hen het echte wezenlijke probleem, dat nu zichtbaar wordt bij het wakker worden. Juist dat geestelijk wegdoezelen sluimeren en inslapen, dat in je geloofsleven onzichtbaar kan plaats vinden, dat is funest voor de levende relatie met God onze Vader, en met Jezus de Bruidegom. Voorbeelden: (Daniël 12:2) Velen van hen die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, de een tot eeuwig leven en de ander tot versmading, tot eeuwig afgrijzen. (Psalm 4:8) In vrede kan ik mij ter ruste begeven en aanstonds inslapen, want U alleen, o Here, doet mij veilig wonen. (1Thessalonicenzen 5:6) laten wij dan ook niet (geestelijk) slapen gelijk de anderen, doch wakker en nuchter zijn.
En midden in de nacht klonk een geroep: De bruidegom, zie, gaat uit hem tegemoet! (Vers 6)
66
14 Het Geroep. Grieks: krau'ge, Is te vertalen als: luid geschreeuw of doordringend luid roepen van mensen, of geestelijk gezien, als een indringend smeek gebed. Hier zaten (lagen) alle tien Maagden op te wachten, die schreeuw die luide oproep om de Bruidegom tegemoet te gaan. Hem feestelijk binnen te brengen in het huis waar de Bruid op hem wacht. Daarvoor waren ze gekomen, daarvoor hadden ze hun feestkleed aan gedaan en hun olielampen mee genomen. Nu zal het allemaal gaan gebeuren. Zo zijn ze alle tien wakker geworden door het luide rumoer en de indringende stemmen die naar hun toe komen van uit de verte, daar over de weg, midden in die stille nacht. Het is nu de hoogste tijd om op te staan en je uiterlijk even te verzorgen, voordat je kunt reageren op de oproep, en de Bruidegom kunt ontmoeten. Voorbeelden: (Lucas 1:42) En Elisabeth riep uit met luide stem en sprak: Gezegend bent u onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van uw schoot. (Handelingen 2:39) Want voor u is de belofte en voor uw kinderen en voor allen, die verre zijn, zoveel als de Here, onze God, ertoe roepen zal. (1 Thessalonicenzen 4:16) want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij de klank van de bazuin van God, nederdalen van de 67
hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; 15 Het Uitgaan. Grieks: ex'erchomai, Is te vertalen als: het uitgaan, het er uit komen, het te voorschijn komen van mensen die naar buiten gaan. Dat woord wordt ook gebruikt bij mensen die uittrekken met vermelding van de plaats waaruit men weggaat, of het punt waarvan men vertrekt. Zo komen ook deze Maagden tevoorschijn uit het huis waar zij in slaap gevallen waren met als doel de Bruidegom te ontmoeten. Zij moeten nu het huis van de bruid verlaten, en op weg gaan, naar buiten, het geroep, de muziek en de brandende fakkels tegemoet. Voorbeelden: (Hooglied 7:11) Kom, mijn geliefde, laten wij uitgaan naar het veld, laten wij vernachten tussen de hennabloemen. (Jesaja 37:32) Want van Jeruzalem zal een overblijfsel uitgaan, en van de berg Sion wat ontkomen zal; de ijver van de Here van de hemelse legers zal dit doen. (Maleachi 4:2) Maar voor u, die mijn naam vreest, zal de zon der gerechtigheid opgaan, en er zal genezing zijn onder haar vleugelen; u zult uitgaan en springen als kalveren uit de stal. 68
(Hebreeën 13:12-13) Daarom heeft ook Jezus, om zijn volk door zijn eigen bloed te heiligen, buiten de poort geleden. (13) Laten wij daarom tot Hem uitgaan buiten de legerplaats en zijn smaad dragen.
Toen stonden die Maagden op en brachten hun lampen in orde. (vers 7) 16 Het Opstaan. Grieks: e'geiro, Is te vertalen als: iemand opwekken, maken dat iemand opstaat, overeind komt uit de slaap. Wekken, wakker worden. Maken dat iemand, uit een liggende houding, opstaat van bed of van het aanliggen tijdens het eten. Ook er voor zorgen dat iemand verschijnt bijvoorbeeld voor het publiek. De geestelijke betekenis is: uit de doodsslaap wekken, de doden terugroepen tot het leven. Toen ineens midden in de nacht, de Bruidegom er aan kwam, moesten die Maagden plotseling opstaan, zichzelf verzorgen en alles klaar maken voor de ontmoeting. Daarom moesten nu, omdat het buiten inmiddels donker was geworden, de meegebrachte fakkels aangestoken worden. Dat ze daarvoor al gebrand hadden, en langzaam uitgegaan waren wordt hier niet gezegd. Het is bovendien ondenkbaar dat men in een besloten ruimte van een huis, terwijl men slaperig werd, zomaar de fakkels zou laten branden. 69
Voorbeelden: (Psalm 139:2) U kent mijn zitten en mijn opstaan, U verstaat van verre mijn gedachten; (Hooglied 3:2) Ik wil opstaan en rondgaan in de stad, op straten en pleinen en mijn zielsbeminde zoeken; ik zocht hem, maar ik vond hem niet.
Geef ons van jullie Olijfolie onze lampen gaan uit. (vers 8) Tot zover is er in deze gelijkenis alles nog in harmonie. Maar nu komt het grote verschil, het onderscheidt, letterlijk, aan het licht. De dwaze Maagden staken hun fakkels wel aan, maar de vlam doofde direct weer omdat ze niet eerst in de kruik met olijfolie werden gedoopt en dus niet doordrenkt waren met de olijfolie. Dan wordt er snel even voor de, voor hen, makkelijkste oplossing gekozen: Geef ons van jullie Olijfolie want onze lampen gaan uit. Kijk zo wordt het probleem gemakkelijk bij een ander neergelegd. Zelf geen voorbereidingen treffen en als er problemen van komen de oplossingen daarvan bij de ander neerleggen. Dat die anderen mogelijk dan zelf ook in de problemen kunnen komen, daar wordt verder niet over nagedacht. Maar de Heilige Geestelijke Zalvingen, waar deze Olijfolie voor staat, zijn niet te leen of te koop of te huur bij je (geestelijke) vader of moeder, broer of zus buurman of buurvrouw. 70
Daarvoor moet je zelf naar de “Bron van de Heilige Olijfolie”, de Heilige Geest, die van Jezus Christus en de Vader uitgaat, en naar ons toe komt. De Heilige Geest, die het gratis door geeft via Zijn Verkopers. Dat zijn de mannen en vrouwen van God die Hij daarvoor uitgekozen heeft. Voorbeelden: (Jesaja 55:1-3) O, allen die dorst hebben, komt tot de wateren, en u die geen geld heeft, komt, koopt en eet; ja komt, koopt zonder geld en zonder prijs wijn en melk. Waarom weegt u geld af voor wat geen brood is en uw vermogen voor wat niet verzadigen kan? Hoort aandachtig naar Mij, opdat u het goede eet en uw ziel zich in overvloed verlustige. Wend uw oor en komt tot Mij; hoort opdat uw ziel leve; Ik zal met u een eeuwig verbond sluiten. (Johannes 6:48-51) Ik (Jezus) ben het Levende Brood. Uw vaderen hebben in de woestijn het manna gegeten en zij zijn gestorven; dit is het Brood dat uit de Hemel neerdaalt, zodat wie er van eet niet sterft. Ik ben het Levende Brood, dat uit de Hemel neergedaald is. Als iemand van dit Brood eet zal hij tot in eeuwigheid leven; en het Brood, dat Ik geven zal, is Mijn Vlees voor het leven van deze wereld. (Johannes 7:38) En op de laatste de grote dag van het feest, stond Jezus en riep, zeggende: Indien iemand dorst heeft hij komt tot Mij om te drinken! Wie in Mij geloofd zoals de schrift zegt, stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien. 71
Nee, er mocht niet genoeg zijn, Koop voor uzelf. (vers 9) 17 Niet genoeg zijn. Grieks: ar'keo, Is te vertalen als: Het zal niet toerijkend zijn, men zal niet genoeg hebben, men zal zich tevreden moeten stellen met het aanwezige, er zal niet voldoende zijn, er zal niet genoeg aanwezig zijn. De wijze Maagden moeten zich hier verdedigen tegen de dwaze, en zich afkeren van het idee van de dwaze Maagden, door nee tegen ze te zeggen, en zo te voorkomen dat ze zelf in moeilijkheden zouden komen. Zij moesten daarom, noodgedwongen, door dit verbod, een hindernis op werpen voor de dwazen Maagden dat ze niet aan hun Olijfolie, hun Zalving, mochten komen. De dwaze Maagden hadden hun tijd geld en energie in andere, in hun ogen, belangrijkere dingen gestoken. Zaken die voor deze bruiloft van geen betekenis waren. Zij waren niet echt geïnteresseerd in het feest van de Bruidegom en de Bruid. Ze waren erbij als meelopers! De bruidsmeisjes die wèl zorgvuldig genoeg geweest waren, door naar de Verkopers op de markt te gaan, zij moesten dit noodgedwongen wel weigeren om ook zelf niet te worden afgewezen door de Bruidegom. “Er is niet genoeg Olijfolie, niet genoeg Zalving, voor ons alle tien”. De vijf dwaze meisjes gaan dan eerst maar 72
Olijfolie halen bij de Verkopers. Het was geen geestelijk egoïsme van de wijze Maagden, dat ze de dwazen geen Olijfolie gaven. Ze konden dat ook niet doen. De echte gehoorzaamheid aan de woorden van Jezus gebeurt in een persoonlijke relatie met Hem, door te eten van Zijn Vlees en te drinken van Zijn Bloed. (Johannes 6) De huichelarij van de ene mens kan bij God nooit door een ander mens gecompenseerd worden. Je kunt niet nee liften op het Geloof en de Zalving van een ander mens. Voorbeelden: (Lucas 14:15-24) Toen iemand van de disgenoten dat hoorde, zei hij tot Jezus: Zalig wie brood eten zal in het Koninkrijk van God. Jezus zei tot hem: Iemand richtte een grote maaltijd aan en nodigde veel mensen. En hij zond zijn slaaf uit tegen het uur van de maaltijd om tot de genodigden te zeggen: Kom, want het is nu gereed. En zij begonnen zich allemaal te verontschuldigen. De eerste zij tot hem: Ik heb een akker gekocht en ik moet die noodzakelijk gaan bezien; ik verzoek u houd voor verontschuldigd. En een ander zij: Ik heb vijf span ossen gekocht en ik ga die keuren; ik verzoek u houd voor verontschuldigd. En weer een ander zei: Ik heb een vrouw getrouwd en daarom kan ik niet komen. En de slaaf kwam terug en berichtte zijn heer deze dingen. Toen werd de heer van dat huis toornig en zei tot zijn slaaf: Ga dadelijk de straten en stegen van de stad in en breng de bedelaars en misvormden en blinden en lammen hier. En de slaaf zei: Wat u hebt opgedragen is geschied en nog is er 73
plaats. En de heer zei tot de slaaf: Ga de wegen en de paden op en dwing hen binnen te komen, want mijn huis moet vol worden. Want ik zeg u; Niemand van die mannen, die genodigd waren, zullen van mijn maaltijd proeven. 18 De Verkopers. Grieks: po'leo, Is te vertalen als: verkopen, te koop aanbieden. Of de verkopers, of kooplieden of handelaren die dingen verkopen, of plaats waar goederen te koop staan aangeboden. Het gaat in deze gelijkenis over Geestelijke zaken die van het grootste belang zijn voor het welslagen van ons Geestelijk leven. Het gaat hier over het Koninkrijk van de Hemel waar de Verkopers door God zelf aangestelde mannen en vrouwen zijn. In het Oude Testament waren het de Priesters de Levieten en de Profeten en de Koningen die Gezalfd werden. In het Nieuwe Testament is er sprake van de Zalving op de Apostelen de Herders de Leraren de Profeten en de Evangelisten, als de vijfvoudige bediening in het Lichaam van onze Here Jezus Christus, de Gemeente. God zelf kiest hiervoor mensen uit en plaatst ze in bedieningen naar mensen toe zoals ook Jezus zelf zei: “Ik ben niet gekomen om te heersen maar om te dienen”. Jezus zelf heeft op aarde de totale vijfvoudige bediening voor geleefd aan Zijn discipelen en gezegd: “Zoals de Vader Mij gezonden heeft zo zend ik ook jullie” (Johannes 20:21). Jezus was na de doop in de Jordaan door Zijn Vader in de Hemel 74
gezalfd met de Heilige Geest in de zichtbare vorm van een Duif die op Hem kwam. Ook de discipelen ontvingen de Heilige Geest na Jezus opstanding toen Hij op hen blies en zei: “Ontvang de Heilige Geest”.(Johannes 20:22) Vervolgens werden ze gedoopt in de Heilige Geest op de eerste Pinksterdag en uitgezonden over deze wereld met de boodschap: Gaat heen en maakt alle volken tot Mijn discipelen en doop ze in de naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest en leert ze onderhouden alles wat Ik u bevolen heb. (Mattheüs 28:19) Voorbeelden: (Zacharia 4:2-5) Hij vroeg me: `Wat zie je?' Ik antwoordde: `Een kandelaar, geheel van goud, met bovenaan een olieschaal met Olijfolie. De kandelaar heeft zeven lampen en naar elke lamp gaan zeven toevoerbuizen. Naast de kandelaar staan twee olijfbomen, één rechts en één links.' `Weet je niet wat de betekenis hiervan is?' zei de engel. `Nee, mijn heer,' antwoordde ik. Hij zei: ‘Deze zeven lampen zijn de ogen van de Heer, waarmee hij waakt over de hele aarde.' `En wat betekenen de beide olijfbomen, rechts en links van de kandelaar?' vroeg ik. En ik voegde eraan toe: `Wat is de betekenis van die beide zijtakken van de olijfbomen waaruit goudkleurige Olijfolie stroomt door twee gouden buizen?' `Weet je dat niet?' vroeg de engel me. `Nee, mijn heer,' antwoordde ik. Hij zei: `Dat zijn de beide mannen die God met Olijfolie Gezalfd heeft om hem, de Heer van de hele aarde, te dienen.' 75
(Openbaring 11:3-4) Mijn twee getuigen zal ik opdracht geven het rouwkleed aan te trekken en al die twaalfhonderdzestig dagen mijn boodschap te verkondigen.' Dit zijn de twee olijfbomen en de twee kandelaren, die voor het aangezicht van de Here der aarde staan. (Openbaring 2:1 en 5) Schrijf aan de engel der gemeente te Efeze: Dit zegt Hij, die de zeven sterren in zijn rechterhand houdt, die tussen de zeven gouden kandelaren wandelt: (5) Gedenk dan, van welke hoogte u gevallen bent en bekeer u en doe weer uw eerste werken. Maar zo niet, dan kom Ik tot u en Ik zal uw kandelaar van zijn plaats wegnemen, indien u u niet bekeert. (Openbaring 13:17) Dat niemand kan kopen of verkopen, dan wie het merkteken, de naam van het beest, of het getal van zijn naam heeft. 19 Koop voor uzelf. Grieks: ago'razo, Te vertalen als: Ga naar de mensen die zaken doen, die kopen en verkopen op de markt. In Geestelijke zin wordt het woord gebruikt voor de gelovigen die duur “gekocht” zijn met Zijn Bloed. Met dat advies moesten deze dwaze Maagden het doen. Midden in de donkere nacht op zoek naar een verkoper of handelaar van de Olijfolie, van de Zalving. Nu moeten ze wel, met onrust en angst in 76
hun hart, gaan ze er op uit om te proberen recht te zetten wat is misgegaan. Herstellen wat ze hebben verzuimt, wat ze, bewust, hebben nagelaten. Dat wordt nu haast werk, want de Bruidegom is al hoorbaar in aantocht. Hun mooie feestkleding ten spijt zullen ze in het donker, zonder het licht van hun fakkels, moeten zoeken en tasten en proberen op de weg te blijven. Er voor zorgen niet te vallen en hun kleding niet te bevuilen of te scheuren door ergens achter te blijven haken. Als ze eindelijk een Olijfolie verkoper gevonden hebben, en de benodigde Olijfolie ingeslagen, gaan ze weer de weg terug naar het Bruiloftsfeest. Voorbeelden: (Spreuken 23:23) Koop waarheid en verkoop ze niet, en span je in voor wijsheid en vermaning en verstand. (Openbaring 3:17-18) Omdat u zegt: Ik ben rijk en ik heb mij verrijkt en heb aan niets gebrek, en u weet niet, dat u bent de ellendige en jammerlijke en arme en blinde en naakte, raad Ik u aan van Mij te kopen goud dat in het vuur gelouterd is opdat u rijk mag worden, en witte kleren, opdat u die aandoet en de schande van uw naaktheid niet zichtbaar wordt; en ogenzalf om uw oogleden mee te bestrijken zodat u zult zien. (Openbaring 5:9) En zij zongen een nieuw gezang zeggende: U bent waardig de boekrol te nemen en haar zegels te openen; Want U bent geslacht en U hebt hen 77
voor God gekocht met Uw Bloed, uit elke stam en taal en volk en natie; en U hebt hen voor onze God gemaakt tot een Koninkrijk en tot Priesters, en zij zullen als Koningen heersen op de aarde.
En die gereed waren gingen binnen en de deur werd gesloten. (vers 10) 20 Gereed zijn. Grieks: 'hetoimos, Te vertalen als: Klaar, gereed. Iedereen en alles is in staat van paraatheid om direct tot actie over te kunnen gaan. Het geeft het voor het feest gereed zijn van de wijze Maagden aan. Om binnen te gaan in de feestzaal, samen met de Bruidegom en zijn vrienden. Op weg naar de Bruid die klaar staat om de Bruidegom en de gasten, die komen, te ontvangen. Alle dingen werden daarvoor klaargemaakt, zoals de brandende fakkels, voor de verlichting van de feeststoet en de feestzaal. Alles wat nodig was werd van te voren gereed gemaakt, geschikt gemaakt voor het grote doel, de Bruiloft. Bij de komst van de Bruidegom en zijn vrienden moesten de bruidsmeisjes gereed zijn om hem tegemoet te gaan en feestelijk binnen te halen. Wie op dat beslissende moment niet gereed was, kon niet meer delen in de vreugde van het bruiloftsfeest. Het gaat hier, in Geestelijke zin, over het al dan niet gereed zijn, om het al dan niet hebben van de benodigde Zalving om het Koninkrijk van God de 78
Vader en Jezus Christus Zijn Zoon binnen te gaan. Bent u gereed om binnen te gaan? Is uw fakkel brandende op dit moment, bent u onder de Zalving van de Heilige Geest? Of bent u te druk met ander dingen die u van meer belang acht dan uw uitnodiging voor “de Bruiloft van het Lam” Voorbeelden: (Mattheüs 22:2-11) Jezus zei: Het Koninkrijk van de Hemel is gelijk aan een koning die voor zijn zoon een bruiloft aanrichtte. En hij zond zijn slaven uit om de tot de bruiloft genodigden te roepen, maar ze wilden niet komen. Weer zond hij andere slaven uit, met de boodschap: Zeg de genodigden; Zie ik heb mijn maaltijd bereid, mijn ossen en gemeste beesten zijn geslacht en alles is gereed: komt tot de bruiloft. Maar zij sloegen er geen acht op en gingen heen, de een naar zijn akker de ander naar zijn zaken. De overige grepen zijn slaven en zij mishandelde en doodde hen. En die koning werd toornig, en hij zond zijn legers uit en verdelgde die moordenaars en stak hun stad in brand. Toen zij hij tot zijn slaven: De bruiloft is wel gereed, maar de genodigden waren het niet waard. Ga daarom naar de kruispunten van de wegen en nodig iedereen die je aantreft, tot de bruiloft. En die slaven gingen naar de wegen en verzamelden iedereen die zij aantroffen, zowel slechten als goeden. En de bruiloftszaal werd vol met hen die aanlagen.
79
21 De Bruiloftszaal. Grieks: 'gamos, Te vertalen als: De bruiloftsplaats of zaal. Het huwelijksfeest, het huwelijk, de echtvereniging of de huwelijksfestiviteiten. Hier gaat het allemaal gebeuren, in deze feestzaal zal het huwelijk voltrokken worden en wordt het feest gevierd van de Bruid, de Gemeente, met haar Bruidegom, Jezus Christus, de Gezalfde. Als alles voor het feestmaal van de Bruiloft in gereedheid is gebracht en het Bruidspaar met hun gasten, de genodigden, binnen zijn kan het feest beginnen. Een ongenodigde gast is, als buitenstaander, zonder de Zalving, hierbij niet welkom. Het is een besloten gebeurtenis met familie, vrienden en vriendinnen onder elkaar. Voorbeelden: (Mattheüs 22:10-14) En die slaven gingen naar de wegen en verzamelden iedereen die zij aantroffen, zowel slechten als goeden. En de bruiloftszaal werd vol met hen die aanlagen. Toen de koning binnentrad om hen, die aanlagen, te overzien, zag hij daar iemand die geen bruiloftskleed aan had, en hij zei tot hem: Vriend hoe bent u hier gekomen zonder bruiloftskleed? En hij verstomde. Toen zij de koning tot de bedienden: Bindt hem aan handen en voeten en werp hem uit in de buitenste duisternis; daar zal het geween zijn en het tandengeknars. Want vele zijn geroepen maar weinigen uitverkoren. 80
(Openbaring 19:7-9) Laten wij blij zijn en juichen en Hem eren, want de bruiloft van het Lam en Zijn bruid is gekomen. De bruid is klaar. 8Zij mocht een kleed van schitterend wit linnen aantrekken. Dat fijne linnen stelt de goede daden van de gelovigen voor." 9De engel zei tegen mij: "Schrijf op: Gelukkig zijn de mensen die uitgenodigd zijn voor het bruiloftsmaal van het Lam." En hij voegde eraan toe: "Dit zegt God, Die altijd de waarheid spreekt." 22 De Deur. Grieks: 'thura, Te vertalen als: De ingang of toegang van een huis of gebouw. Ook als de binnen of buitendeur of poort. Of de vestibule, dat is een ruime ingang van bijvoorbeeld een paleis. Maar ook voor de deur waar de schapen door naar binnen en naar buiten gaan. Het gezegde "een open deur" wordt gebruikt bij een, onverwachte, gelegenheid om daarmee iets te doen. Geestelijk spreken we over de “deur van ons geloof”. De Deur van het Koninkrijk van de Hemel. Dat de deur, de poort de vestibule van het Koninkrijk van de Hemel wordt vergeleken met een paleis, duidt op de Koninklijke voorwaarden waaraan voldaan moet worden om in het Koninkrijk van God te kunnen worden ontvangen. Het is ook in de naam van Jezus de Gezalfde, als “de Deur”, die behoudt brengt aan 81
allen die Gezalfd zijn en die Zijn Goddelijke Zalving navolgen. Opmerking: JEZUS is de BRUIDEGOM en de DEUR. Voorbeelden: (Exodus 12:22) Daarna zult u een bundel hysop nemen en in het bloed in een schaal dopen, en van het bloed in die schaal strijken aan de bovendorpel en aan de beide deurposten; niemand van u zal de deur van zijn huis uitgaan tot de morgen. (Johannes 10:1-2) Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie niet door de deur de schaapskooi binnenkomt, maar op een andere plaats inklimt, die is een dief en een rover; (2) maar wie door de deur binnenkomt, is de herder der schapen. (Johannes 10:7 en 9) Jezus zei dan nogmaals: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Ik ben de deur der schapen. (9) Ik ben de deur; als iemand door Mij binnenkomt, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden. (Handelingen 14:27) En daar aangekomen, riepen zij de gemeente bijeen en gaven verslag van al wat God met hen gedaan had, en dat Hij ook voor de heidenen een deur van het geloof had geopend. (Openbaring 3:8) Ik weet uw werken: zie, Ik heb een geopende deur voor uw aangezicht gegeven die niemand kan sluiten; want u hebt kleine kracht, maar u 82
hebt mijn woord bewaard en mijn naam niet verloochend. (Openbaring 3:20) Zie, Ik sta aan de deur (van uw hart) en Ik klop. Indien iemand naar mijn stem hoort en de deur opent, Ik zal bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij. 23 Gesloten worden. Grieks: 'kleio, Te vertalen als: Sluiten, afsluiten, of opsluiten, toesluiten. Het wordt gebruikt voor het dichtdoen, het sluiten van een deur of een poort. In geestelijk zin: De Hemel afsluiten, en zo maken dat de hemelwolken geen regen meer geven, en daarna de hemelwolken weer open bidden. (Elia). Of de ingang, de deur, of toegangspoort van het Koninkrijk van de Hemel versperren. Hier dus, zonder mededogen, het afsluiten van de deur van de Bruiloftszaal zodat het duidelijk wordt dat hij ontoegankelijk is geworden voor de dwaze Maagden. De Bruidegom sluit ook zijn Hart af voor deze Maagden. Het lijkt een harde onrechtvaardige maatregel maar dat is het niet. Het laat duidelijk zien dat er geen medelijden met ze is. Wie zelf eerst bewust verstek laat gaan, bij de voorbereidingen, moet later niet de schuld van de straf bij een ander neerleggen. Jezus, de Gezalfde, laat in Zijn gelijkenissen over het Koninkrijk van God, steeds duidelijk uitkomen dat het een zaak van leven of dood is. Er is geen tussen weg, geen tweede kans. Ons 83
leven op aarde is als een stage lopen met een eindexamen, zonder herkansingen. Ook bij het laatste vers, vers 13, van deze gelijkenis hoor je dat er een duidelijke waarschuwing klinkt om niet Geestelijk in te slapen. De Here Jezus Christus wil u graag binnen in Zijn Koninkrijk, maar alleen op Zijn voorwaarden, alleen met Zijn Heilige Zalving. Hij wil nu al een levende relatie met u, onder de Zalving van de Heilige Geest, de Heilige Olijfolie in deze gelijkenis. Voorbeelden: (1Koningen 8:35) Wanneer de hemel gesloten blijft, zodat er geen regen komt, daar zij tegen U gezondigd hebben, en zij te dezer plaatse bidden, uw naam belijden, en zich van hun zonde bekeren, omdat U hen vernederd hebt, (1Koningen 17:1) Toen zei de Tisbiet Elia, uit Tisbe in Gilead, tot Achab: Zowaar de Here, de God van Israel, leeft, in wiens dienst ik sta, er zal deze jaren geen dauw of regen zijn, tenzij dan op mijn woord. (gebed). (Jesaja 45:1) Zo zegt de Here tot zijn gezalfde, tot Kores, wiens rechterhand Ik gevat heb om volken voor hem neer te werpen: de lendenen van koningen ontgord Ik; om deuren voor hem te openen, geen poorten blijven gesloten. (Ezechiël. 44:2) En de Here zei tot mij: Deze poort zal gesloten blijven; zij zal niet geopend worden en 84
niemand mag daardoor binnengaan, want de Here, de God van Israel, is daardoor binnengegaan; daarom moet zij gesloten blijven. (Openbaring 21:25) en haar poorten zullen nooit gesloten worden des daags, want daar zal geen nacht zijn;
Heer, Heer, doe ons open!(vers 11) De dwaze Maagden komen, door eigen verzuim,doordat ze niet onder de Zalving zijn, te laat aan bij het huis van de Bruidegom en vinden de deur van het Koninkrijk gesloten. Toch hebben ze nog het lef om te vragen om toegelaten te worden. Ondanks hun beledigende houding naar de Bruidegom, door geen Olijfolie mee te nemen, wat toch een absolute voorwaarde is om naar binnen te mogen voor het feest. 24 Heer. Grieks: kurios, Te vertalen als: Hij die de beheerder, de eigenaar, de heer en meester of bezitter is van mensen of goederen waarover hij de bevoegdheid heeft om te beslissen. De eigenaar: dat is hij die over iemand de macht heeft en zijn meester is. In het Land of de Staat is dat: De regeerder, de vorst of bestuurder, bijvoorbeeld de Romeinse keizer. Het is ook een eretitel die getuigt van zijn kracht en macht en het respect en eerbied, waarmee de slaven hun meester groeten. Ook als titel voor de vader van het gezin of de familie uit respect voor hem. 85
Deze titel wordt aan God, als “Adonaj” Heer en ook aan Jezus als de Messias gegeven. Voorbeelden: (Lucas 2:11) U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad van David. (Handelingen 2:36) Dus moet ook het ganse huis Israëls zeker weten, dat God Hem en tot Here en tot Christus gemaakt heeft, deze Jezus, die u gekruisigd hebt. (Romeinen 10:9) Want indien u met uw mond belijdt, dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u behouden worden; (Kolossenzen 3:24) u weet toch, dat u van de Here tot vergelding de erfenis zult ontvangen. U dient Christus als Heer. 25 Openen. Grieks: an'oigo, Te vertalen als: openen van deuren, doe ons open, wilt u de deur openen. Ook het openen van zintuigen. In geestelijke zin: Here Jezus laat ons toe tot Uw Hemels Koninkrijk. Geef ons een geopende deur om naar binnen, naar de feestzaal, te kunnen gaan voor het feest. Maar zij zijn te laat, zij hebben hun tijd van voorbereiding, om binnen te gaan onder de Zalving, 86
in een Geestelijk sluimeren en slapen voorbij laten gaan. Voorbeelden: (Mattheüs 6:33) Zoek eerst Mijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid en al het andere zal je bovendien geschonken worden. (Mattheüs 7:7-8) Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en u zult vinden; klop en u zal opengedaan worden. Want iedereen, die bidt, ontvangt, en wie zoekt, vindt, en wie klopt die zal open gedaan worden. (Openbaring 3:7) Dit zegt de Heilig, de Waarachtige, die de sleutel van David heeft, die opent en niemand zal sluiten, en Hij sluit en niemand opent. Ik weet uw werken: zie ik heb een geopende deur voor uw aangezicht gegeven die niemand kan sluiten: want u hebt kleine kracht, maar u hebt Mijn woord bewaard en Mijn naam niet verloochend. . (Openbaring 4:1) Na deze dingen zag ik, en zie, er was een deur geopend in de hemel; (Openbaring 19:11) En de Tempel van God die in de Hemel is, ging open en de Ark van Zijn verbond werd zichtbaar in Zijn Tempel
Voorwaar, ik zeg u, ik ken u niet. (vers 12) Ze mogen niet meer naar binnen. Waarom niet? 87
Omdat ze geen echte liefdes relatie tot de Bruidegom, de Gezalfde, hadden vanuit hun hart. Zij waren er alleen voor hun eigen plezier bij geweest en zijn nu door de mand gevallen. Hij wil niets meer met ze te maken hebben, ze zijn voor hem als buitenstaanders, als vreemden geworden! 26 Voorwaar. Grieks: a'men, Te vertalen als: Amen, acceptatie, aanvaarding, instemming, getrouw, echt, of inderdaad. Wordt Amen gebruikt aan het begin van een redevoering dan is de betekenis: zeker, of stellig. En aan het eind benadrukt het: zo is het, zo zij het, moge het zo vervuld worden. Het woord "Amen" is een heel opmerkelijk woord. Het was letterlijk overgenomen van het Hebreeuws in het Grieks van het Nieuwe Testament, daarna in het Latijn en in het Engels en vele andere talen, zodat het feitelijk een universeel woord is. Men heeft wel gezegd dat dit het meest bekende woord in de menselijke spraak is. Het woord is in feite bijna identiek met het Hebreeuwse woord “amam”, voor "geloven" of gelovig. Zodoende ging het "zeker" of "stellig" betekenen, een uitdrukking van volkomen vertrouwen. Het was een gewoonte, die vanuit de synagogen overkwam naar de christelijke bijeenkomsten, dat degene die gelezen of gesproken had, een plechtig gebed aan God opdroeg, waarop de anderen met ‘Amen’ antwoordden, en zo het 88
onderwerp dat besproken was tot hun eigendom maakten. Ook bevestigt ‘Amen’ een lofprijzing of een profetie. Dat Jezus begint met dit woord ‘Amen’, voorwaar, geeft aan dat hij hierdoor wil inleiden wat hij gaat zeggen. Het wordt gebruikt aan het begin van zijn antwoord om dat te benadrukken als zeker en stellig, en dat Hij heel bewust meent wat hij gaat zeggen. Zeker als Hij het tweemaal achter elkaar zegt geeft van Zijn kant aan: Spits je oren en open je ogen en je hart, want dit is zeer belangrijk, dit mag je zeker niet missen! Voorbeelden: (Mattheüs 19:23) Voorwaar, Ik zeg u, een rijke zal moeilijk het Koninkrijk van God binnen gaan. (Johannes 3:3) Jezus antwoordde en zei tot hem: voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien. (Johannes 5:19) Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u de Zoon kan niets doen van Zichzelf, maar Hij moet het de Vader eerst zien doen; want wat die doet dat doet de Zoon precies zo. (Johannes 6:53) Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, als u het Vlees van de Mensenzoon niet eet, en Zijn Bloed niet drinkt, hebt u geen leven in uzelf. 89
27 Kennen. Grieks: eido of oida, Te vertalen als: weten of kennen, iemand door en door kennen, kennis van iemand hebben. Zich om iemand bekommeren, koesteren, aandacht schenken, erkennen, hoogachten of respecteren. Of iets doorzien, met de ogen of de zintuigen iets waarnemen, opmerken, onderscheiden of ontdekken. Van iets op de hoogte zijn; dat wil zeggen, met het oog, of het verstand, de aandacht op iets richten, of aandacht schenken aan iemand. In die lijn kan ook het antwoord van deze heer, Jezus de Gezalfde, in deze gelijkenis worden opgevat: “Ik ken u niet” wil niet zeggen: Ik heb jullie nog nooit eerder ontmoet, of ik weet niet wie jullie zijn, maar: Ik heb geen behoefte meer om nog met jullie om te gaan, er is niets dat ons nog samenbindt. Betere vertaling is “Ik wil niets meer met jullie te maken hebben”. Ik zal niet meer naar jullie omzien! Jullie zijn, vanaf nu, uit Mijn oog en uit Mijn hart! Einde relatie, over en uit! Jezus trekt hier dus heel duidelijk een streep. Het is hier heel duidelijk alles of niets. Er is blijkbaar geen enkele discussie meer mogelijk na deze uitspraak. Er valt ook niet meer te onderhandelen over herkansingen, aanvullende mogelijkheden of minder harde voorwaarden. Die tijd is nu geweest. Het is het Eeuwige Feest of de Eeuwige Duisternis.
90
Voorbeelden: (Mattheüs 26:72) En wederom loochende Petrus het met een eed: Ik ken die mens niet. (Marcus 1:34) En Jezus liet de geesten niet toe te spreken, omdat zij Hem kenden. (Lucas 9:47) Maar Jezus kende de overlegging van hun hart, en Hij nam een kind en plaatste dat bij Zich, en Hij zei tegen hen:. (Openbaring 3:8) Ik weet (ken) uw werken; zie, Ik heb u een geopende deur voor uw aangezicht gegeven die niemand sluiten kan, Waakt dan, want u weet de dag noch het uur. (vers 13) Na deze gelijkenis wordt ons, door Jezus, direct een advies en een waarschuwing meegegeven. Hij wijst ons op de voorbereidingen, de Heilige Olijfolie, de Heilige Zalving, dat is de doop in de Heilige Geest! Om erop bedacht te zijn, om klaar te zijn als de Here Jezus Christus zelf komt als onze Bruidegom. Waken is punt één, maar klaar zijn (het tweede) is eveneens nodig. Als het erop aankomt en je plotseling wakker schrikt en je dan constateren moet niet gereed te zijn, dat is rampzalig. Nu is het voor ons van het uiterste belang om ons voor te bereiden op Christus wederkomst
91
I. Om dan bereid te zijn om Hem tegemoet te gaan; zoals dit ons wordt getoond in de gelijkenis van de tien Maagden, (Mattheüs 25 1-13); II. Om dan bereid te zijn om aan Hem rekenschap af te leggen; zoals ons dit wordt getoond in de gelijkenis van de dienstknecht (Mattheüs24.45-51) en de drie dienstknechten, (Mattheüs 14-30); III. Om dan bereid zijn, om het eindoordeel over ons van Hem te horen. Hopelijk gaan we dan door voor het eeuwige leven, zoals ons dit wordt getoond in een duidelijke beschrijving van het laatste oordeel, (Mattheüs 31-46). Dit zijn zaken van groot belang, omdat zij ons eeuwig welzijn aangaan. 28 Waakt. Grieks: grego'reo Te vertalen als: waken, wakker zijn, niet slapen, maar ook waakzaam zijn, opletten. Het betekent ook zorgvuldige aandacht schenken aan de omstandigheden. Of opletten dat niet iemand een plotselinge ramp overkomt door nalatigheid of luiheid. Voorbeelden: (Mattheüs 26:41) Waakt en bid, dat u niet in verzoeking komt. (Marcus 13:35) Waakt dan, want u weet niet, wanneer de heer van het huis zal komen. 92
(1Corintiers 16:13) Blijft waakzaam, staat in het geloof, weest mannelijk, weest sterk! 29 De Dag. Grieks: he'mera, Het oosters gebruik van deze term verschilt van ons westers gebruik. Ieder deel van de dag wordt daar gerekend als een hele dag, vandaar dat de uitdrukking "drie dagen en drie nachten" niet letterlijk drie hele dagen betekent, maar met elkaar één hele dag plus een deel van twee andere dagen. Verder moeten we er op letten dat in het Oude Testament de gebruikelijke volgorde is: en het “was avond geweest” en het “was morgen geweest” zoals in Genesis 1 want de nieuwe dag begint dan als de zon is onder gegaan. Te vertalen als: de dag, of overdag, als de tijdsruimte tussen zonsopgang en zonsondergang, als de natuurlijke dag. Als onderscheid van en in tegenstelling tot de nacht. Als de menselijke dag, de tijdsruimte van 24 uur (dus met inbegrip van de nacht). Ook voor het gebruikt van tijd in het algemeen, dat wil zeggen “de dagen van zijn leven”. "De dag" wordt ook beschouwd als de tijd om zich te onthouden van uitspatting, ondeugd, misdaad, omdat zulke wandaden 's nachts en in de duisternis bedreven worden. Ook als speciale aanduiding voor een van te voren vastgestelde dag of tijd. Bijvoorbeeld: “De laatste dag van deze tegenwoordige eeuw”, 93
“de dag dat Christus zal wederkeren uit de hemel”, “de jongste dag” de dag dat Hij de doden zal opwekken, “de dag dat Hij het eindgericht, het oordeel, zal houden”, “de dag dat Hij Zijn koninkrijk zal voltooien”. Voorbeelden: (Psalm 25:5) leid mij in uw waarheid en leer mij, want U bent de God van mijn heil, U verwacht ik de ganse dag. (Psalm 84:10) Want een dag in uw voorhoven is beter dan duizend ergens anders; ik wil liever staan aan de drempel van het huis van mijn God dan verblijven in de tenten der goddeloosheid. (Spreuken 8:34) Welzalig de mens die naar mij luistert, dag aan dag wachthoudende aan mijn deuren, bewakende de posten van mijn poorten. (Johannes 6:54) Wie Mijn Vlees eet en Mijn bloed drinkt, heeft eeuwig leven en Ik zal hem opwekken op de jongste dag. (2 Petrus 2:9) dan weet de Here de godvruchtigen uit de verzoeking te verlossen en de onrechtvaardigen te bewaren om hen op de dag van het oordeel te straffen,
94
30 Het Uur. Grieks: 'hora, Kan vertaald worden als: het jaargetijde, of het jaar van de seizoenen of perioden, voorjaar, zomer, herfst, winter. Ook als het twaalfde deel van een dag, een uur, (de twaalf uren van de dag werden gerekend van zonsopgang tot zonsondergang).Kan ook gebruikt worden voor iedere bepaalde tijd, tijdstip, of moment. Of een telkens terugkerend tijdstip bijvoorbeeld: een ogenblik of een uur. Maar ook in geestelijke zin wordt dit woord gebruikt voor het aanduiden van Geestelijke Bijbelse perioden. Zoals “in de laatste periode” als aanduiding voor de eindtijd (1Johannes 2:18), “de tijd is al verstreken” (Mattheüs 14:15), In de toekomst zal er een “periode van verzoeking” zijn (Openbaring 3:10). Voorbeelden: (Prediker 3:1) Alles heeft zijn uur en ieder ding onder de hemel zijn tijd; (Ezechiël 30:3) Want nabij is de dag, ja, nabij is een dag van de Here, een dag van wolken, het uur der volken zal het zijn. (Mattheüs 24:44) Daarom, weest ook u bereid, want op een uur, dat u het niet verwacht, komt de Zoon des mensen. (Mattheüs 24:50) dan zal de heer van die slaaf komen op een dag, dat hij het niet verwacht, en op een uur, dat hij het niet weet, 95
E-BOOK Versie 14 A5V3 juli 2012. Copyright © Deze Bijbelstudie is eigendom van Bijbelstudieshop "HuisvanShalom" Alle rechten voorbehouden. Zij kan gebruikt worden tot opbouw van uzelf en anderen tot eer van het koninkrijk van God. Op zoek naar meer Bezoek Bijbelstudieshop "HuisvanShalom" Door Arie en Maria Heemsbergen. Website: http://home.solcon.nl/aheemsbergen/
96