De Heere Jezus Christus is de grote Overwinnaar Ds. D.W. Tuinier – Psalm 68:19 (Hemelvaartsdag)
Zingen: Lezen : Zingen: Zingen: Zingen:
Psalm 68: 9 Psalm 68 Psalm 47: 1, 3, 4 Psalm 24: 5 Psalm 89: 8
Gemeente, met de hulp van de Heere willen we op deze bijzondere dag, de dag waarop we de hemelvaart van de Heere Jezus gedenken, uw aandacht vragen voor een gedeelte uit het Woord van de Heere. Het is het negentiende vers uit Psalm 68: Gij zijt opgevaren in de hoogte, Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd, Gij hebt gaven genomen om uit te delen onder de mensen; ja, ook de wederhorigen, om bij U te wonen, o HEERE God! We schrijven onder onze tekst: De Heere Jezus Christus is de grote Overwinnaar. We letten op drie gedachten: 1. De zegetocht die Hij maakt 2. De vijanden die Hij verslaat 3. De zegeningen die Hij uitdeelt 1. De zegetocht die Hij maakt Gemeente, Psalm 68 is een overwinningslied. David, de man naar Gods hart, bezingt Gods triomf, Gods overwinning over al Zijn vijanden. Leest u maar in de verzen 2 en 3: God zal opstaan, Zijn vijanden zullen verstrooid worden, en Zijn haters zullen van Zijn aangezicht vlieden. Gij zult hen verdrijven, gelijk rook verdreven wordt; gelijk was voor het vuur smelt, zullen de goddelozen vergaan van Gods aangezicht. David bezingt eerst de wonderlijke uittocht van het volk Israël uit Egypte. Hij roemt de wijze waarop de Israëlieten door Gods verlossende hand uit Egypte zijn geleid. In vers 9 van de psalm staan we stil bij de Sinaï. Leest u maar: Daverde de aarde, ook dropen de hemelen voor Gods aanschijn; zelfs deze Sinaï, voor het aanschijn Gods, des Gods van Israël. We horen in vers 13 dat de koningen van Kanaän door God worden verstrooid en verdreven. Israël mag het beloofde land uit Gods hand ontvangen. De koningen der heirscharen vloden weg, zij vloden weg; en zij die te huis bleef, deelde de roof uit. God is Triomfator. De Heere is Verwinnaar in de strijd!
www.prekenweb.nl
1/11
Ds. D.W. Tuinier – De Heere Jezus Christus is de grote Overwinnaar
Deze overwinning op alle vijanden loopt uit op de woorden van onze tekst: Gij zijt opgevaren in de hoogte, Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd. Onze tekst ziet op het opbrengen van de ark des verbonds naar Sion, de berg des Heeren. De Heere heeft deze berg als woning uitgekozen. Op deze berg wordt de ark neergezet in het heilige der heiligen. God wil daar wonen, op die berg, te midden van Zijn volk. Deze geschiedenis vindt u ook beschreven in 2 Samuël 6. In de woorden van onze tekst bezingt David het opgaan van de ark des Heeren als hoogtepunt, als teken van de overwinning van alle vijanden. Gij zijt opgevaren in de hoogte, Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd. Opmerkelijk dat onze tekst begint en eindigt met Gij. Op de Hemelvaartsdag is er niets van de mens bij. Er is niets van u en van mij en van David bij. Wie is David? Wie bent u en wie ben ik? Wat is in ons te roemen? Wat is in ons te prijzen? Gij zijt opgevaren in de hoogte. David ziet hier in deze woorden de ark die omhoog gevoerd wordt op de berg Sion. We weten dat de ark ook tijden van vernedering heeft doorgemaakt. Dan denk ik aan de strijd tegen de Filistijnen in de dagen van Eli en zijn zonen Hofni en Pinehas. Toen was het: ‘Ikabod; de eer is weggevoerd.’ Maar nu heeft God de ark verhoogd. Ze vaart op in de hoogte. Ze wordt neergezet voor Gods heilig aangezicht. Daar wil de Heere wonen. Daar wil Hij zijn. Daar werkt Hij Zijn genade. Daar openbaart Hij Zijn heerlijkheid. Daar spreekt Hij tot dat onreine, in zichzelf zondige volk, van boven het verzoendeksel. Het gaat over de ark. Maar meer dan de ark is de Heere Jezus Christus! Alles in de tekst spreekt van Hem. David is niet alleen koning geweest, maar ook profeet. Hij mag hier, geïnspireerd door de Heilige Geest, oudtestamentisch profeteren van de hemelvaart van de Heere Jezus. Gij zijt opgevaren in de hoogte. ‘Gij, Ark, meerdere Ark, Middelaar van het genadeverbond, Gij, Heere, alleen Gij zijt Verwinnaar in de strijd!’ We hebben al gezegd: ‘David heeft in zichzelf niets te roemen.’ Het gaat niet om hem. Een mens staat niet in het middelpunt. Het gaat om Hem, Sions gezalfde Koning! Gij zijt opgevaren in de hoogte. Het geloof van David is in oefening. De eer van God is op zijn hart gebonden en Christus is in het oog. Hij ziet omhoog. Gij zijt opgevaren in de hoogte. Hij ziet daar de ark gaan, de ark des verbonds, die omhoog gebracht wordt. Hoe hoger de ark op de berg Sion komt, hoe dieper David in het stof buigt en zich verootmoedigt en des te meer komt God aan Zijn eer. Gij zijt opgevaren in de hoogte, Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd, Gij hebt gaven genomen om uit te delen. De apostel Paulus schrijft later in zijn brief aan de gemeente van Efeze: Nu dit: Hij is opgevaren; wat is het, dan dat Hij ook eerst is nedergedaald in de nederste delen der aarde? Die nedergedaald is, is Dezelfde ook - hij bedoelt Christus - Die opgevaren is ver boven al de hemelen (Ef.4:9-10). Aan Christus’ hemelvaart ging een hellevaart vooraf. Daar hebben we bij stilgestaan tijdens de lijdensweken en op Goede Vrijdag. Wat is Hij diep afgedaald in de verdorven menselijke natuur! Hij is de mensen in alles gelijk geworden, uitgenomen de zonde. Hij is www.prekenweb.nl
2/11
Ds. D.W. Tuinier – De Heere Jezus Christus is de grote Overwinnaar
gehoorzaam geweest. Hij is neergedaald tot in de dood, ja, tot in de dood van het kruis. Opdat Hij een volkomen losprijs zou aanbrengen, opdat Hij de zaligheid zou verdienen. Op de Paasdag heeft de Vader Hem opgewekt uit het graf. De Vader heeft Hem verhoogd. Het offer van Zijn Zoon kan Hem alleen behagen. De Zoon is opgestaan door Zijn eigen goddelijke kracht. Vandaag herdenken wij dat God de Vader Hem heeft opgenomen. God heeft Hem uitermate verhoogd, zo schrijft de apostel in de Filippenzenbrief. Hij vaart ten hemel op, vol eer. De kerker werd Zijn buit. Toen zag Hij Zijn strijd bekronen. De Vader heeft Hem opgenomen. Hij is met eer en heerlijkheid gekroond, omdat Zijn Vader volkomen tevreden is met het offer van Zijn Zoon. De hemel, die op Goede Vrijdag voor Hem gesloten werd, wordt nu voor Hem geopend. De Vader zegt: ‘Mijn Zoon, zit aan Mijn rechterhand!’ David profeteert dit heilsfeit met deze woorden: Gij zijt opgevaren in de hoogte. Opgevaren en opgenomen. Dat ziet op een plechtig, statig opstijgen, als een koning, als een overwinnaar. Gij zijt opgevaren in de hoogte. Vanaf de Olijfberg is Hij immers heengegaan. Zijn jongeren hebben het gezien. En Hij is gegaan ver boven alle hemelen, zegt de apostel in zijn brief aan de gemeente van Efeze, opdat Hij alle dingen vervullen zou. Gij zijt opgevaren in de hoogte. In de hoogte… Gemeente, denk toch nooit aards, zondig en menselijk van Zijn hemelvaart. Gij zijt opgevaren in de hoogte. Hij is ingegaan in de troonzaal van Zijn Vader. Hij is ingegaan in het Vaderhuis met zijn vele woningen. Hij is opgevaren, ingegaan in het binnenste heiligdom, in het heilige der heiligen. Daar heeft Hij aan de rechterhand van Zijn Vader Zijn plaats ingenomen. De plaats van macht, eer en gunst. Hij is thuisgekomen als de Middelaar van het genadeverbond, als het Hoofd van Zijn bruidsgemeente, als de Koning van Zijn Kerk. Nee, Hij is niet gekomen met het bloed van stieren of van bokken. Ook niet met de verdiensten van Zijn volk. Dat kon niet. Dat was onmogelijk. Al hun offers, hun eigengerechtigheden, alles wat de mens aanbrengt is ongenoegzaam om aan het goddelijke recht een volkomen genoegdoening te geven. Maar de Koning is de hemel ingegaan met Zijn eigen hartenbloed. Waarom? Om verzoening te doen voor de zonden van al de Zijnen. Hij is daar om Zijn werk af te maken. Hij is in de hemel, Zijn Kerk ten goede. Hij bereidt voor hen een plaats. Hij behartigt daar hun belangen. Hij is hun grote Voorbidder. Hij is ook de Dóórbidder. De apostel roept het uit: Die ook ter rechterhand Gods is, Die ook voor ons bidt (Rom.8:34). We gaan naar onze tweede gedachte: 2. De vijanden die Hij verslaat We lezen in onze tekst: Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd. Als Overwinnaar van dood en graf voert Hij ook Zijn overwonnen vijanden mee. Hij heeft de gevangenis zelf meegenomen. Eigenlijk staat er: ‘Gij hebt de gevangenis gevangen genomen.’ Jongens en meisjes, een gevangenis is een verdrietige plaats. In de gevangenis zit je gevangen. Je zit vast en kunt niet weg. Je zit opgesloten. Als ik zeg: ‘De boze macht die www.prekenweb.nl
3/11
Ds. D.W. Tuinier – De Heere Jezus Christus is de grote Overwinnaar
ons gevangen houdt’, waar heb ik het dan over? Je weet het wel: de macht van de zonde, de macht van de dood, waarin we allemaal door onze zonde zijn gekomen. Wij waren vrij. Adam en Eva, onze eerste ouders, leefden met God. Ze leefden tot eer van God. Ze stonden in de vrijheid van de kinderen van God. Ze dachten dat ze nog vrijer zouden kunnen worden. Maar in plaats daarvan werden ze gebonden en gevangen. Moed- en vrijwillig hebben ze geluisterd naar de stem en de raad van de duivel. Toen is de zonde in ons leven gekomen. We zijn ongehoorzaam geweest. We hebben niet naar God, onze Schepper geluisterd. We zijn van vrije mensen gebondenen en gevangenen geworden. We zijn gebonden door de zonde en gevangen in de macht van de boze. We zijn allemaal krijgsgevangenen. Krijgsgevangenen van de satan. Het ergste is dat we in onze blindheid, in onze doodstaat achter hem aanhollen. We doen precies wat hij zegt. En we doen niet meer wat de Heere van ons vraagt. Dat kunnen we niet meer. Eigenlijk willen we het ook niet meer. We zitten vast, gebonden en gevangen in de gevangenis van de vorst der duisternis! Nodig is dat u hiervoor buigt. Deze aangrijpende werkelijkheid moet beleving worden. Dit is schuld, schuld voor God. Is dat u tot smart? Bent u daar bedroefd over? Gaat u daar gebukt onder? Heb je verdriet over je zonden, jongens en meisjes? Waar brengt je dat? Kom je aan de voeten van de Heere? Buig je aan de troon van Zijn genade? Vandaag mag je horen van de grote Overwinnaar, de Heere Jezus Christus. Hij is de tweede Adam. Hij heeft gedaan wat de eerste Adam heeft laten liggen. Hij kwam in deze wereld, die in het boze ligt. Hij daalde af in oorlogsgebied . Waarom? Om de strijd aan te gaan met Zijn vijanden. Hij is het huis van de sterk bewapende ingegaan. Hij streed tegen de helse macht. Door Zijn bitter lijden en sterven, Zijn opstanding uit de dood en Zijn hemelvaart, overwon Hij dood, hel en graf. Op Hemelvaartsdag heeft Hij de gevangenis gevankelijk gevoerd. Hij ging de hemel binnen als Overwinnaar van de satan. Toen is vervuld wat God reeds had beloofd in de moederbelofte. De strijd tussen het vrouwenzaad en het slangenzaad is door Hem gewonnen. Dood, hel en graf verslond Hij tot eeuwige overwinning. Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd. Hij heeft de gevangenis weggenomen. De vijand is verslagen. Hij is Triomfator. Hij heeft de sleutels van de hel en van de dood. Daar gaat de Koning als Overwinnaar in de strijd. Hij voert, zoals een oudtestamentische koning die de oorlog gewonnen heeft, de vijanden mee als krijgsgevangenen. De kop van de satan is vermorzeld. De dood is tenietgedaan. De hel heeft niet meer het laatste woord. Sions Koning heeft het laatste woord. De Bruidegom neemt ook Zijn bruid mee. Zij was gevangen, hebben we gezien. Zijn kinderen waren Zijn vijanden. Maar van eeuwigheid in Hem verkoren, zocht Hij ze op. Hij kwam om hen te zoeken en zalig te maken. Hij maakte hen van vijanden tot vrienden. Hij arresteerde hen op het slagveld van vrije genade. Hij kocht hen vrij, met de prijs van Zijn bloed. Hij verloste hen uit de heerschappij van de zonde en de banden van de dood. Daarvoor gaf Hij Zijn leven. Daarvoor stortte Hij Zijn bloed. Zij die gebonden zaten in de schaduwen van de dood, heeft Hij verlost. Hij heeft ze vrij gemaakt. Hij is ingegaan in het huis van de sterk bewapende. Hij rukte hen uit de klauwen van de boze. Op Zijn kroningsdag neemt Hij Zijn Kerk mee. Ze zijn met Hem gestorven. Ze zijn met Hem opgewekt. Ze worden ook met Hem gezet in de hemelen. Nee, niets van de mens gaat www.prekenweb.nl
4/11
Ds. D.W. Tuinier – De Heere Jezus Christus is de grote Overwinnaar
mee. Alleen in Zijn bloed is de Kerk gewassen, gereinigd en geheiligd. Dat alleen behaagt God. Op grond van Zijn offer stelt Hij de Zijnen Zijn Vader voor als een reine maagd, zonder vlek en zonder rimpel. Gemeente, wat is deze Koning groot! Gij zijt opgevaren in de hoogte. Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd. Wat is Hij schoon! Wat is Hij dierbaar. Hem prediken wij u. Hem wijzen we u aan. Zijn dienst wordt u aangeprezen. Hebt u uzelf al leren kennen als een gebondene? Buigt u voor de Heere? Lever uw wapens toch in. Bekeer u tot God. Koning Jezus is opgevaren naar de hemel. Hij heeft de gevangenis gevankelijk gevoerd. Zijn liefste werk is om gebondenen en gevangenen vrij te maken. Duidelijk zien we dat in Zijn preek in de synagoge van Nazareth: Heden is deze Schrift in uw oren vervuld (Luk.4:21). Toen heeft Hij de profetie van Jesaja aangehaald en Hij heeft gezegd: De Geest des Heeren HEEREN is op Mij, omdat de Heere Mij gezalfd heeft, om een blijde boodschap te brengen de zachtmoedigen; Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van harte, om de gevangenen vrijheid uit te roepen, en de gebondenen opening der gevangenis (Jes.61:1). Dit mag u vandaag ook horen. Dat móet u horen. Dat is de blijde boodschap van het evangelie. Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van harte, om de gevangenen vrijheid uit te roepen, en de gebondenen opening der gevangenis. Hoort u het evangeliewoord? Om uit te roepen het jaar van het welbehagen des HEEREN en de dag der wraak onzes Gods; om alle treurigen te troosten (Jes.61:2). Bent u een gevangene? Stemt u in met de dichter: ‘Voer mij uit mijn gevangenis’? Is het voor u onmogelijk om uzelf te verlossen? Loopt u vast? Luister: er is een Koning, Die u verlost. Hij kán u niet alleen redden, Hij wíl het ook. Hij is de almachtige Bevrijder. Maar Hij is ook de Gewillige. Voor gevangenen en gebondenen zoals wij zijn, is er een weg om bevrijd te worden. De dichter zingt: Nooddruftigen veracht Zijn goedheid niet; Nooit zal Hij Zijn gevangenen begeven. Gemeente, heeft het evangelie op deze Hemelvaartsdag al waarde voor u? Dat is nodig. Als u niet buigt voor God, dan komt er een ogenblik dat u gedwongen wordt om voor Hem te buigen. Gods Woord is daar duidelijk in: Voor Mij zal alle knie zich buigen (Rom.14:11). Aangrijpend! Daarom: vlied de toekomende toorn! Bekeer u tot de Heere. Zoek Hem en leef. Nu wordt u nog ernstig gewaarschuwd, lieflijk genodigd en gelokt. Buigt u dan in ’t stof, En verheft met lof ’t Heilig Opperwezen; Wilt Het eeuwig vrezen. We weten dat de engelen tegen de discipelen hebben gezegd: Deze Jezus, Die van u opgenomen is in de hemel, zal alzo komen, gelijkerwijs gij Hem naar de hemel hebt zien www.prekenweb.nl
5/11
Ds. D.W. Tuinier – De Heere Jezus Christus is de grote Overwinnaar
heen varen (Hand.1:11). Deze hemelvaart ziet ook op Zijn wederkomst op de wolken van de hemel. Alle oog zal Hem zien. We zullen Hem allemaal zien, als Hij wederkomt om te oordelen de levenden en de doden. Hij zal alzo wederkomen. Hij staat nu nog als uw Redder voor u. Hij wil uw Redder, uw Bevrijder zijn. Hij wacht om genadig te zijn. Vreselijk is het als u onder deze waarheid onbekeerd doorleeft. Vreselijk is het als u niet luistert. Onuitsprekelijk erg zal het zijn als u Hem ontmoeten zult zonder een Borg voor uw schuld. Daarom: zoek Hem te kennen, Wien te kennen het eeuwige leven is. U die Hem in beginsel mag kennen en liefhebben, de apostel roept u op: Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zo zoekt de dingen die boven zijn, waar Christus is, zittende aan de rechterhand Gods (Kol.3:1). Wat is er dan een schuld! Wat moeten we ons dan diep schamen! Wat zijn we dan uit de aarde aards! Wat is er weinig verwachting van de bruid om de Bruidegom te ontmoeten op de grote bruiloftsdag! Zoek daarom de gemeenschap met Hem. Dat is het ware leven. Alles buiten Hem is leeg en koud. U die de Heere nog niet vreest, laat u waarschuwen, laat u nodigen! Zoekt de HEERE, terwijl Hij te vinden is; roept Hem aan, terwijl Hij nabij is (Jes.55:6). We gaan naar onze derde gedachte, maar we gaan eerst zingen Psalm 24 vers 5: Verhoogt, o poorten, nu de boog; Rijst, eeuw’ge deuren, rijst omhoog; Opdat g’ uw Koning moogt ontvangen. Wie is die Vorst, zo groot in kracht? ‘t Is ‘t Hoofd van ‘s hemels legermacht; Hem eren wij met lofgezangen. 3. De zegeningen die Hij uitdeelt De tekst spreekt van zegeningen, van weldaden. Ze worden gaven genoemd. Gij hebt gaven genomen om uit te delen onder de mensen. Dat deden de koningen in het Oude Testament ook. Dat heeft David ook gedaan. Maar het gaat vandaag niet alleen om de aardse David. Het gaat om de meerdere David, de grote Davidszoon. Hij deelt zegeningen uit op de dag van Zijn kroning. Hij deelt Zijn verworven genadeschatten en gaven uit. Dat is het werk van Zijn Geest. Een aardse koning die na de behaalde overwinning op de vijand terugkeert in zijn stad, deelt geschenken uit. Zo doet de verhoogde en verheerlijkte hemelse Koning ook. Hij heeft gaven genomen om uit te delen onder de mensen. Paulus zegt in Efeze 4 vers 8: En heeft de mensen gaven gegeven. Als het over deze gevende Koning gaat en over Zijn gaven die Hij uitdeelt, waar zullen we dan beginnen en waar zullen we eindigen? Dat is eigenlijk niet in woorden uit te drukken. Want Koning Jezus is zo’n goede Koning. Zijn juk is zacht. Zijn last is licht. Zijn dienst is een liefdedienst. Hij is een priesterlijk bewogen Koning. Hij is gunnend, eerlijk, mild en volkomen betrouwbaar. Meer dan David is Hij, Die de overwonnen buit niet voor Zichzelf houdt. Hij deelt ze uit aan mensen, Adamskinderen, die verloren liggen in zonde en schuld. www.prekenweb.nl
6/11
Ds. D.W. Tuinier – De Heere Jezus Christus is de grote Overwinnaar
De apostel zegt in Efeze 4 vers 10: Opdat Hij alle dingen vervullen zou. Hij heeft het Oude Testament, de belofte, vervuld. Nieuwtestamentisch is Jezus Christus de grote Vervuller. Hij heeft de profetieën vervuld. Zo gaat Hij ook Zijn Kerk vervullen, volmaken met gaven. Gij hebt gaven genomen om uit te delen onder de mensen. U vraagt natuurlijk: ‘Welke gaven?’ Weet u wat de belangrijkste gave is? Ziet u daar die Galilese mannen gaan op de Olijfberg, even buiten Jeruzalem? Gij Galilese mannen, zo spreken de engelen hen aan, nadat hun lieve Meester was heengegaan. Ze worden herinnerd aan hun afkomst: Galilea. Daar heeft hun Meester ze vandaan gehaald. Daar heeft Hij ze getrokken en geroepen. In zichzelf zijn en blijven ze arm en ellendig, maar ze zijn vol van de liefde, de gunst en de genade van hun Meester en Zaligmaker. Hij heeft hen op het hart gedrukt dat ze na Zijn hemelvaart naar Jeruzalem moesten gaan. Daar moeten ze wachten op ‘de gave’. Ze moeten wachten op de vervulling van de belofte van de Heilige Geest, de beloofde Trooster. Hun Koning gaat heen. Hij zal Zijn Vader bidden en een andere Trooster zal komen. De Heilige Geest is de grootste Gave. De duur verworven Geest van Christus. Die zal komen en hen leren en onderwijzen in de weg van zalig worden. Ja, de Geest zal Christus verheerlijken in hun hart en leven. Van die Geest belijden onze vaderen in het avondmaalsformulier dat Hij door Zijn bitter lijden, sterven en de dood, de oorzaak van hun honger en kommer, dat is de dood en de zonde, heeft weggenomen. Dat Hij de gevangenis gevankelijk gevoerd heeft en hun vijanden overwonnen. Maar ook dat Hij de levendmakende Geest heeft verworven. Gij hebt gaven genomen om uit te delen. De gave van de Heilige Geest. Het liefste werk van de Geest is plaats maken voor Hem, de Heere Jezus Christus, in harten van zondaren. De grootste gave is eigenlijk Jezus Zelf! Hij is van de Vader gegeven en gezonden. Hij is in deze wereld gekomen in de volheid van de tijd. Hij heeft Zichzelf gegeven. In verwondering roept de apostel het uit: Doch Gode zij dank voor Zijn onuitsprekelijke gave (2 Kor.9:15). Hij heeft Zijn leven gegeven voor mensen die midden in de dood liggen. Hij is de dood ingegaan om doodschuldigen te herstellen in ’s Vaders gunst en gemeenschap. Hij kwam om hen te verlossen uit de gevangenis van de zonde en van de dood. De Heilige Geest maakt de mens van dood levend. De Geest overtuigt van zonde, van gerechtigheid en van oordeel. De Geest werkt in de ziel een hartelijke droefheid naar God, die een onberouwelijke bekering werkt tot zaligheid. De Geest werkt een heimwee in het hart, een honger en een dorst naar de Heere Jezus. Hij maakt plaats voor Hem. Hij openbaart, verklaart en verheerlijkt Hem. De Heere Jezus Zelf zegt daarvan: Die zal Mij verheerlijken; want Hij zal het uit het Mijne nemen, en zal het u verkondigen (Joh.16:14). Ja, dat is het eerste doel: de verheerlijking van Zijn Naam. Gaven. Dat zijn de gaven zoals we ervan lezen in Galaten 5; de negenvoudige vrucht van de Geest van Christus. Dat zijn vruchten, verdiensten van Hem, van Zijn borgwerk. Jongens en meisjes, de Heere Jezus is in de hemel. Hij heeft de gevangenis gevankelijk gevoerd. Dat deed Hij ook om gaven te nemen en gaven uit te delen. Jullie mogen vandaag horen van een Uitdeler, de meerdere Jozef, de grote Zafnath Paäneah. Jozef www.prekenweb.nl
7/11
Ds. D.W. Tuinier – De Heere Jezus Christus is de grote Overwinnaar
stond bij zijn schuren om mensen die honger hadden in Egypte brood te geven. Meer dan Jozef is de Heere Jezus! Hij wil jullie een nieuw hart geven. Hij wil je zonden vergeven. Hij geeft de ware vrede in je hart en rust in je ziel. Hij deelt gaven uit. Hij wil er om gevraagd zijn. Doe je mond wijd open, zegt de Heere in Zijn Woord, en Ik zal hem vervullen. Hij heeft gaven genomen. Catechisanten, dat is vergeving van je zonde, dat is Hem liefhebben en Hem dienen. Weet je nog, de weldaden die voortvloeien uit de verdiensten van Christus: rechtvaardigmaking, heiligmaking en straks het eeuwige zalige leven voor Zijn Kerk. Kinderen des Heeren, ook de gave van de heiligmaking. Dat is het nieuwe leven. Dat is de dagelijkse bekering. Het arme zondaarsleven blijft. Daar groeit u nooit bovenuit. Maar in die weg wordt u meer en meer uitgedreven tot Hem, de Uitdeler van Zijn menigerlei genade. Zodat u uit Hem bediend wordt. Uit Hem mag leven. Uit Hem vruchten voortbrengen, die tot Zijn eer zijn. En zelf bent u er zo goed mee. Hij heeft gaven genomen. Paulus zegt in de Efezebrief: Die nedergedaald is, is Dezelfde ook, Die opgevaren is ver boven al de hemelen, opdat Hij alle dingen vervullen zou. En Dezelfde heeft gegeven sommigen tot apostelen, en sommigen tot profeten, en sommigen tot evangelisten, en sommigen tot herders en leraars (Ef.4:10-11). Daarmee worden Zijn knechten bedoeld. De evangelisten, de herders en de leraars, de hemelboodschappers, die de gemeente moeten voorhouden: dood en leven, Adam en Christus, vloek en zegen. Zij die als herders achter de kudde aandringen. De wachters op Sions muren. Gij hebt gaven genomen om uit te delen. Deze Koning staat op Zijn kroningsdag klaar om uit te delen! Als er iets uitgedeeld gaat worden wat heel veel waarde heeft, bijvoorbeeld op de markt, dan staat u al urenlang in de rij te wachten. Daar moet u bij zijn, want dat wat uitgedeeld wordt heeft blijkbaar waarde voor u. Dat is waardevol. Vandaag staan de uitdelers van de menigerlei genade Gods op de preekstoel. Op de markt van vrije genade krijgt u de kostbaarste waar aangeboden. Hoor dan de woorden van Jesaja: O alle gij dorstigen, komt tot de wateren, en gij, die geen geld hebt, komt, koopt en eet, ja komt, koopt zonder geld, en zonder prijs, wijn en melk! Waarom weegt gijlieden geld uit voor hetgeen geen brood is, en uw arbeid voor hetgeen niet verzadigen kan? Hoort aandachtiglijk naar Mij, en eet het goede, en laat uw ziel in vettigheid zich verlustigen (Jes.55:1-2). Op de markt van vrije genade mag u horen dat de Heere Jezus Christus en al Zijn weldaden u nog om niet worden aangeboden, uit genade. Gemeente, hoe komt het dat daar zo weinig belangstelling voor is? Weet u hoe dat komt? Dat komt omdat we van onszelf nog zoveel hebben. We zijn zo rijk en verrijkt en we menen aan geen ding gebrek te hebben. We beseffen niet dat we arm, blind, naakt, jammerlijk en ellendig zijn. Wij zijn niet écht arm en behoeftig en ellendig. We dóen wel arm. We práten wel arm en nederig. Maar we zíjn het niet. En dat is erg. www.prekenweb.nl
8/11
Ds. D.W. Tuinier – De Heere Jezus Christus is de grote Overwinnaar
Dat geldt ook Gods volk. Hoe komt het toch dat u deze Koning met al Zijn schatten en gaven zo weinig nodig hebt? Hoe komt het toch dat u uw binnenkamer zo leeg laat? Hoe komt het dat u zo weinig bij de Bron terechtkomt? Hoe komt het dat er zo weinig of niets van u uitgaat? Omdat er geen inkomsten zijn. Als die er niet zijn, dan heeft u ook niets uit te delen. Dan gaat er geen geur en smaak van u uit. Het ligt in ieder geval niet aan de Koning en Zijn gaven. Hij staat gereed om u te ontvangen. Niemand is te slecht, niemand is te onwillig en niemand is te ver weg. Niemand kan zeggen: ‘Voor mij kan het niet.’ Gemeente, het ligt aan ú. Ga eerlijk met uzelf om. Jonge mensen, het ligt aan jullie. Het ligt aan onszelf. Daarom is het ontdekkende werk van Gods Geest zo nodig. Daarom hebt u armmakende en leegmakende genade nodig. Armen vervult Hij met Zijn heilsgoederen. Rijken zendt Hij leeg weg. De dichter zingt: Hun zal een schat van zegeningen, In Hem ten erfdeel zijn. Nee, er staat niet in onze tekst: ‘Hij heeft gaven genomen om uit te delen onder Zijn kinderen.’ Er staat niet: ‘Hij heeft gaven genomen om uit te delen onder de uitverkorenen.’ Er staat: Om uit te delen onder de mensen. Dat zijn we allemaal. Hoort u dat? Wij zijn mensen, gevallen mensen. Van ons is geen enkel goed te verwachten. Vanuit Gods Woord hoort u dat Koning Jezus de gevangenis gevankelijk heeft gevoerd. Hij heeft genadegaven verdiend. Nu staat Hij gereed om ze uit te delen. Genadegaven. Er is genade. Jozef leeft nog! (Gen.45:26) De schuren van Jozef zijn vol, óvervol! De meerdere Jozef staat gereed bij de deuren van Zijn schuren om Zijn gaven, het hemelse brood dat alleen maar verzadigen kan, uit te delen. Hebt u er behoefte aan? Bent u er verlegen om? Brengt het u op uw knieën? U vraagt: ‘Zou het voor mij nog kunnen? U moest eens weten wie ik ben.’ De tekst gaat verder. Het wordt nog eens bevestigd: Ja, ook de wederhorigen. Dat zijn niet zulke beste mensen. Dat zijn wederspannigen. Dat zijn hardnekkige, weerbarstige mensen. Ze zijn onbuigzaam, onwillig. Eigenlijk staat er: onbesnedenen van hart. Hoort u dat? Misschien moet u zeggen: ‘Zou het voor mij nog kunnen? U moest eens weten wie ik ben, zo hard, hardnekkig en onbuigzaam. Ik ben al oud geworden en ik heb nog steeds niet gebogen. Ik ben zo onwillig en hard van binnen.’ Luister, het kan ook voor u! Het kan ook nog voor jou! Dit hemelvaartsevangelie is ruim, want deze genadeschatten worden onbeperkt uitgedeeld. Deze gaven worden onbeperkt gepredikt aan wederhorigen. Niemand wordt uitgezonderd. Het is een blijde boodschap voor wederhorigen, het evangelie van heil en verlossing voor gevangenen en gebondenen. Hoe meer u probeert uzelf te verlossen, des te strakker de banden en kettingen van de zonden gaan knellen, des te meer komt u er achter dat u een wederhorige bent. Wederhorigen, om bij U te wonen, o HEERE God! Wederhorigen, vijanden, worden vrienden. Zwervers, dolenden, komen thuis. Verloren zonen en dochteren komen tot inkeer. www.prekenweb.nl
9/11
Ds. D.W. Tuinier – De Heere Jezus Christus is de grote Overwinnaar
Ze worden stilgezet. Ze worden door Christus’ opstandingskracht opgewekt uit het graf van de zonde. Ze worden bevrijd van de boeien van de zonde en de dood. Zij krijgen een afkeer van de zonde. Zij komen terug bij de Vader in een weg van belijdenis van hun zonden en schuld. Hartelijk worden hun zonden beweend. Wat valt het voor hen mee, als ze thuiskomen! In zichzelf zijn ze arm, ellendig, behoeftig en nooddruftig. Maar: Nooddruftigen zal Hij verschonen; Aan armen, uit genâ, Zijn hulpe ter verlossing tonen; Hij slaat hun zielen gâ. Om bij U te wonen, o HEERE God! Dan komen ze thuis. Wat valt het voor zo’n verloren zoon of dochter mee! De lompen en versleten kleren worden vervangen door het beste kleed. In plaats van de hongerdood sterven, wordt het gemeste kalf geslacht en de ring van Vader wordt ontvangen. De tekst zegt: Om bij U te wonen. Wónen. In de gunst en gemeenschap van Vader hersteld worden. Aan de tafel van Vader aanzitten. Delen in Zijn weldaden, gaven en schatten. Wonen wijst op: bij Hem blijven, nooit meer weggaan, gemeenschap met Hem oefenen, in Zijn liefde en gunst delen, in de gaven en genade van de Koning delen. We lezen in de gelijkenis van de verloren zoon: En zij begonnen vrolijk te zijn. Denk aan Mefiboseth. Wat viel het ook voor hem mee! Hij werd opgehaald uit Lodebar. Hij dacht: ‘Het is omkomen, het is verloren. Ik heb alles tegen. Alles getuigt tegen me. Mij wacht de onverbiddelijke dood.’ Maar dan: om Jonathans wil, om de meerdere Jonathan, om de Heere Jezus Christus’ wil geen veroordeling, niet omkomen, niet de dood, maar het leven en een plaats aan de tafel van de Koning. Daar mag hij aanzitten aan ’s Konings tafel, in Zijn nabijheid, delen in Zijn gaven en weldaden. Hier geeft de Heere de Zijnen reeds voorsmaken te ervaren van het hemelleven dat hen wacht. Want dat is de grootste gave: altijd bij de Heere zijn, waar Hij alles is in allen. Om in de hemel voor eeuwig te delen in Zijn gunst en gemeenschap. Eindeloos en storeloos. Ja, ook de wederhorigen, om bij U te wonen, o HEERE God! David ligt hier op zijn knieën van verwondering. O HEERE God! Het is een uitroep van verwondering en stille aanbidding. Hij is klein, ootmoedig en afhankelijk. Hij eindigt hier in de drie-enige God, de Jehova van het verbond. Hij verwondert zich over de genadige verkiezing van de Vader, het offer van Zijn Zoon en de toepassende bediening van de Heilige Geest.
www.prekenweb.nl
10/11
Ds. D.W. Tuinier – De Heere Jezus Christus is de grote Overwinnaar
Dat is ook de God van je doop, jonge mensen. Je mag vandaag op Hemelvaartsdag met je gedoopte voorhoofd bij de Heere komen en tot Hem zeggen: ‘Heere, toen bent U reeds in mijn leven gekomen. Toen ik nog zo klein was hebt U me al afgezonderd. Toen hebt U gezegd dat U Uw gaven, Uw zegeningen, Uw genade in mijn leven wilde verheerlijken. Tijdelijke zegeningen, geestelijke zegeningen, maar ook eeuwige zegeningen. Wilt U Uw Woord genadig vervullen? Wilt U het toepassen door Uw Geest?’ Laat dan je gedoopte voorhoofd aan de Heere zien. De Heere klopt vanmorgen op de deur van je hart. O HEERE God! David eindigt hier in een drie-enige God. Paulus deed dat ook: Gezegend zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke zegeningen in de hemel in Christus (Ef.1:3). Gij zijt opgevaren in de hoogte, Gij hebt de gevangenis gevankelijk gevoerd, Gij hebt gaven genomen om uit te delen onder de mensen; ja, ook de wederhorigen, om bij U te wonen, o Heere God! Amen.
Slotzang: Psalm 89:8 Gij toch, Gij zijt hun roem, de kracht van hunne kracht; Uw vrije gunst alleen wordt d’ ere toegebracht; Wij steken ‘t hoofd omhoog en zullen d’ eerkroon dragen Door U, door U alleen, om ‘t eeuwig welbehagen; Want God is ons ten schild in ‘t strijdperk van dit leven, En onze Koning is van Isrels God gegeven.
www.prekenweb.nl
11/11