ZORGVERZEKERAARS NEDERLAND - ZN DIALOOG NR 10 - 26 MEI 2015
1 2
3 4
JE EIGEN TEGENGELUID ORGANISEREN Zorgverzekeraar De Friesland en patiëntenbeweging Zorgbelang Fryslân werken structureel samen voor de inrichting van het toekomstig zorglandschap in de provincie. De gebeurtenissen rond het faillissement van De Sionsberg laten zien dat dit soms tot wrijving leidt. Maar er moet ruimte blijven om het met elkaar oneens te zijn, vinden beide. Diana Monissen en Margreet de Graaf in gesprek.
denk ik dat dit overal kan. Ik weet dat zorgverzekeraars gewantrouwd worden, maar wantrouwen
ZORGVERZEKERAARS NEDERLAND - ZN DIALOOG NR 10 - 26 MEI 2015
“JE HOEFT HET NIET ALTIJD MET ELKAAR EENS TE ZIJN, MAAR JE MOET DE ANDER WEL BETREKKEN BIJ JE ONTWIKKELPLANNEN.”
heeft weinig nut. Juist bij wantrouwen moet je elkaar
TOEKOMSTBESTENDIGE ZORG
opzoeken.” De Graaf knikt en zegt: “Je moet iemands drijfveren leren kennen. En je moet als partijen beseffen dat een grens zit aan het gegeven dat we
1 2
Volgens Monissen is het “eigenlijk heel vanzelfspre-
het over dezelfde mensen hebben. Je hebt verschil-
3
kend” als zorgverzekeraar en patiëntenbeweging
lende rollen als verzekerde en patiënt, maar het is wel
4
samen optrekken op het dossier toekomstbestendige
dezelfde mens.”
zorg. “We hebben allebei dezelfde mensen in het vi-
Diana Monissen is bestuurder
zier”, zegt ze. “Je hoeft het niet altijd met elkaar eens
Als je dat uitgangspunt respecteert, moet je ook
van De Friesland Zorgverzekeraar.
te zijn, maar je moet de ander wel betrekken bij je
boter bij de vis doen, vindt Monissen. “Dus stellen
ontwikkelplannen.” Toch was de komst van Monissen
we geld beschikbaar aan Zorgbelang Fryslân, voor
een verdieping in de relatie met De Friesland, zegt
thema’s waarop het onderzoek wil verrichten, zonder
De Graaf. “Ik vind samen optrekken zelf ook logisch,
daarbij de onderzoeksagenda te willen bepalen.” Dit
Margreet de Graaf is bestuurder
maar de mate waarin wij samenwerken blijkt toch
leidde bijvoorbeeld tot onderzoek van Zorgbelang
van Zorgbelang Fryslân.
wel bijzonder, merk ik als ik er elders in het land over
Fryslân onder de bevolking over hoe die de toe-
vertel. ‘Jij hebt het maar gemakkelijk met je zorgver-
komst van de zorg in de regio ziet. De uitkomsten
zekeraar’, hoor ik dan.” Omgekeerd geldt hetzelfde,
hiervan vonden hun weg naar een cliëntnota, die
zegt Monissen. “Mensen zijn wel eens jaloers. Toch
De Friesland nu gebruikt in de zorginkoop. “Zaken
en dan zien we een rol voor de zorgverzekeraar om
de huisarts, het individueel zorgplan en een crisis-
die tegen te gaan en oog te hebben voor versprei-
plan voor als de zorgbehoefte toeneemt heeft De
ding van voorzieningen.”
Friesland letterlijk overgenomen”, zegt De Graaf. De visies van de zorgverzekeraar en de patiëntenbeweging wijken ook wel eens van elkaar af, leerde de
DE INRICHTING VAN HET TOEKOMSTIG ZORGLANDSCHAP
situatie rondom het faillissement van De Sionsberg. Zorgbelang Fryslân belegde een Sionsbergdag waarin alle betrokken partijen hun zegje konden doen. “We merkten tijdens die dag dat de bewoners
ZORGVERZEKERAARS NEDERLAND - ZN DIALOOG NR 10 - 26 MEI 2015
als het avond-, nacht- en weekendspreekuur van
De Friesland gaf Zorgbelang Fryslân een belangrijke
écht reële eisen stelden aan het behoud van de
rol in het programma Friesland Voorop, over de herin-
ziekenhuiszorg in hun regio”, zegt De Graaf.
richting van het Friese zorglandschap. “Wij vonden
“Maar we zagen helaas ook hoe de medisch
altijd al dat je de toekomst van de zorg op regionaal
specialisten het gesprek gingen beheersen
niveau moet bekijken”, zegt De Graaf. “We hebben in
en de stemming gingen bepalen. Toch
kaart gebracht hoe mensen in Friesland die toekomst
denk ik achteraf nog steeds: als we
zien en daarnaast werd Friesland een zogenaamde
niets hadden gedaan, was de boel
Broedplaats in het kader van het VWS-onderzoek
ook ontspoord. Die dag was van-
als basis voor de nieuwe zorgberoepenstructuur.” Dit
uit ons perspectief belangrijk,
heeft data opgeleverd op provinciaal niveau die De
om te zorgen dat men-
Friesland heeft verrijkt tot op postcodeniveau, stelt
sen gezien en gehoord
Monissen, om een concreet beeld te krijgen van wat
werden.” De zorgver-
3
de zorgvraag van de toekomst is. “We zien bijvoor-
zekeraar wilde ook
4
1 2
beeld dat het aantal jongeren tussen nu en 2030 met achttien procent daalt”, zegt ze. “Ook zien we dat een derde van onze huisartsen eenpitter is en dat we veel apotheekhoudend huisartsen hebben, beide groepen kennen binnen afzienbare tijd veel uittreders. We móeten die zorg dus anders organiseren. Het in Drachten opgezette anderhalvelijns centrum is een goed voorbeeld van hoe dat kan.” Hier heeft de zorgverzekeraar ook een regierol, vindt De Graaf. “In Drachten wilde zich ook een tweede anderhalvelijns centrum vestigen”, zegt ze. “Dat vinden we verspilling
“JE HEBT VERSCHILLENDE ROLLEN ALS VERZEKERDE EN PATIËNT, MAAR HET IS WEL DEZELFDE MENS.”
werkbezoek kwam, hebben we het verhaal in de pers
thema’s met elkaar oneens te zijn. We moeten ons vrij
voor een lastige situatie, zegt Monissen. Niet al-
gebracht en daarbij recht gedaan aan wat achter de
kunnen voelen om het openlijk met elkaar oneens te
leen omdat de medisch specialisten zich dominant
schermen is gebeurd om de toekomst van de zorg in
zijn, ook naar zorgaanbieders en gemeenten. Maar
opstelden, maar ook omdat de actiegroep Red de
de regio veilig te stellen”, zegt ze.
het blijft vervelend te moeten beseffen dat wij altijd zo
Sionsberg niet bereid was het gesprek aan te gaan
sterk zijn als onze gepercipieerde onafhankelijkheid.
met De Friesland. “Je hebt dan twee groepen die de
Een uitvloeisel is bijvoorbeeld dat we elkaar bij open-
ONAFHANKELIJKHEID
bare gelegenheden niet bij de voornaam aanspreken.”
een zorgaanbieder te handelen naar de regels voor
De vraag hoe (on)afhankelijk Zorgbelang Fryslân is,
Daarmee hou je een beeld in stand dat je eigenlijk he-
zo’n situatie. Natuurlijk wil je daarbij rekening houden
speelt in een samenwerking als die met De Friesland
lemaal niet in stand zou willen houden, stelt Monissen.
met de burgers, maar daarbij bestaat wel het gevaar
altijd, stelt De Graaf. “We hebben geen macht, maar
“We hebben een gedeeld belang in goede zorg voor
dat je meer van ze gaat vragen dan ze kunnen
een gegund gezag van de negentig ledenorganisa-
de Friezen. Maar we hebben tegelijkertijd ook een
overzien. Het was waarschijnlijk adequater geweest
ties”, zegt ze. “Wat je kunt bereiken wordt je gegund
gedeeld belang in het organiseren van ons eigen
als Zorgbelang het proces anders had aangepakt,
door de manier waarop je je opstelt. Maar om wat te
tegengeluid. Dat moet niet alleen in ons tweeën zitten,
en niet voor iedereen had opengesteld. Zelf hebben
bereiken heb je ook financiering nodig en die komt
je moet er als organisaties op alle niveaus voortdurend
we dat in het traject van toewerken naar een toe-
onontkoombaar voor een deel van de zorgverzeke-
in blijven investeren.”
komstbestendige oplossing met nieuwe aanbieders
raar. In ons geval staat dit ons beiden niet in de weg
wel gedaan.” Voor De Graaf was dat een onprettig
een goede werkrelatie te hebben en het tóch op
discussie gaan overheersen”, zegt ze. “Tegelijkertijd heb je als zorgverzekeraar bij het faillissement van
moment. “Maar toen de handtekeningen met de
ZORGVERZEKERAARS NEDERLAND - ZN DIALOOG NR 10 - 26 MEI 2015
burgerparticipatie maar de gekozen route zorgde
1
nieuwe aanbieders waren getekend en de minister op
2
3 4
Deel deze ZN dialoog
Zorgverzekeraars Nederland nr 22 / 27 mei 2015
Gecontracteerde zorginstellingen krijgen extra ruimte voor indicatie wijkverpleging bij PGBhouders PGB-houders die gebruik maken van wijkverpleging moeten te allen tijde bij een gecontracteerde zorgaanbieder terecht kunnen voor een indicatie. Dat vinden ActiZ, BTN, V&VN en ZN. Om te voorkomen dat de indicatie en het opstellen van een zorgplan voor PGB-houders in de knel komt, hebben zorgverzekeraars besloten dat deze extra indicaties buiten de in 2015 afgesproken budgetplafonds vallen. In het overgangsjaar 2015 moeten mensen die gebruik maken van wijkverpleging geïndiceerd worden conform de nieuwe aanspraak wijkverpleging in de Zorgverzekeringswet. Dit geldt ook voor mensen die hun wijkverpleging organiseren via een PGB. Voordat verzekerden aanspraak kunnen maken op een PGB in de Zorgverzekeringswet, hebben zij een indicatie en een zorgplan nodig. Dit zorgplan, dat onlosmakelijk is verbonden met de indicatiestelling zal – conform de aanspraak in de polisvoorwaarden – opgesteld moeten worden door een verpleegkundige die voldoet aan het normenkader van de V&VN. Dit leidt daarmee tot extra werkdruk bij de beschikbare verpleegkundigen van gecontracteerde zorginstellingen. In de contractering van wijkverpleegkundige zorg voor 2015 blijkt er onvoldoende ruimte te zijn voor het indiceren en opstellen van zorgplannen voor PGB houders. Om het (her)indiceren en het opstellen van een zorgplan te borgen voor PGB-houders, is door de zorgverzekeraars besloten dat dit voor PGB houders niet mee wordt genomen in het voor 2015 afgesproken budgetplafond. Dit betekent dat deze kosten buiten het budgetplafond van de zorgaanbieder worden gehouden indien de overschrijding aantoonbaar veroorzaakt wordt door de indicatiestelling PGB. ActiZ, BTN, V&VN en ZN gaan er vanuit dat met de extra budgettaire ruimte die hiermee gecreëerd is, PGBhouders te allen tijde bij gecontracteerde zorgaanbieders terecht kunnen voor een wijkverpleegkundige indicatie.
Zorgverzekeraars zetten volgende stap in transparantie met monitor huisartsen en aanvullende verzekeringen Hoe vaak gaan mensen naar de huisarts, welke verrichtingen doen huisartsen het vaakst en welke geneesmiddelen schrijven ze het vaakst voor. Dat en meer staat in de huisartsenmonitors die Vektis, het informatiecentrum van zorgverzekeraars, vandaag publiceert op www.zorgprismapubliek.nl. Door deze gegevens te delen, stellen zorgverzekeraars geïnteresseerden in staat om meer kennis en inzicht te verkrijgen over kosten en ontwikkelingen in de zorg. Het doel is om daarmee uiteindelijk de betaalbaarheid en de kwaliteit van zorg te verbeteren. Vektis publiceert voor geïnteresseerden monitors die op een toegankelijke wijze cijfers en feiten presenteren over huisartsenzorg en aanvullende verzekeringen. Deze monitors zijn gebaseerd op vergoede declaraties van zorgverzekeraars. De komende maanden breidt Vektis, de monitors uit met informatie over verzekerdenmutaties en diabetespatiënten.
ZN journaal nr. 22
27 mei 2015
Zorgverzekeraars zetten met het publiceren van monitors een volgende stap in transparantie. Eerder dit jaar hebben ze een open dataset met Zvw-gegevens over 2012 gepubliceerd. Deze set geeft inzicht in de door zorgverzekeraars betaalde zorgkosten van alle zorgsoorten binnen de Zorgverzekeringswet. Zie ook het bericht van Vektis
Start overleg Cao Zorgverzekeraars 2015-2016 Maandag 18 mei is het overleg over de Cao 2015-2016 van start gegaan. Bij dit eerste overleg zijn de wederzijdse voorstellen uitgewisseld en toegelicht. Centraal thema bij de onderhandelingen zijn de wetswijzigingen die voortvloeien uit het in 2013 gesloten Sociaal Akkoord op centraal niveau. De Wet Werk en Zekerheid zorgt voor de nodige aanpassingen in arbeidsrecht en sociale zekerheid. Te denken valt aan thema’s als meer zekerheid voor flexwerkers, de ontslagvergoeding en de beperking van de uitkeringsduur in de Werkloosheidwet. Het is aan Cao-partijen om te bezien of en hoe deze aanpassingen in de Cao worden verwerkt. Vakorganisaties hebben ingezet op reparatie van het derde WW-jaar, meer zekerheden voor flexwerkers, vermindering van de werkdruk en duurzame inzetbaarheid. Werkgevers willen bij de mogelijke aanpassingen op grond van de Wet Werk en Zekerheid goed kijken naar de wachtgeldregeling. Deze regeling ziet ook op doorbetaling bij werkloosheid. Daarnaast hebben werkgevers voorstellen gedaan ten aanzien van de overwerkregeling. Het overleg wordt voorgezet op dinsdag 2 juni 2015.
Akkoord over de VUT-regeling Zorgverzekeraars Cao-partijen hebben een akkoord bereikt over de VUT-overgangsregeling per 1 januari 2015. De VUTregeling verdwijnt uit de Cao, in plaats daarvan krijgen de daarvoor in aanmerking komende werknemers een individuele aanspraak, die kan worden verzilverd als zij op de VUT-uittredingsdatum nog in dienst zijn. Aanleiding voor de aanpassing van de VUT-regeling is de uitvoerbaarheid van de regeling. In de loop der jaren is de regeling steeds ingewikkelder geworden. De recente wijzigingen in de AOW-wetgeving en de pensioenregeling hebben ervoor gezorgd, dat uittreden met een VUT-uitkering voor veel werknemers niet meer haalbaar was. In de individuele aanspraak is nu opgenomen, dat de werknemer kan kiezen voor het opschuiven van de VUT-regeling met het aantal maanden dat voor de betreffende werknemer sprake is van een AOW-gat. Het VUT-budget wordt berekend per 31 december 2014 en bestaat globaal uit de totale werkgeversbetaling die in de tot 1-1-2015 geldende VUT-regeling beschikbaar was. Per 1 januari 2015 is het prepensioen, dat vanaf de 62-jarige leeftijd tot de 65-jarige leeftijd tot uitbetaling kwam, opgenomen in het levenslang pensioen op 67-jarige leeftijd. Voor de VUT-aanspraak heeft dat tot gevolg, dat vanaf de uittredingsdatum het volledige VUT-budget in maandelijkse termijnen wordt uitgekeerd. De werknemer kan vervolgens het levenslang pensioen vervroegen zodat dit aansluit op het einde van de VUT-uitkering. Daarbij kan eventueel ook gekozen worden voor een AOW-vervangende uitkering vanuit het pensioen, voor de periode dat de wettelijke AOW nog niet tot uitbetaling komt. Om in aanmerking te komen voor de VUT-regeling moet aan verschillende voorwaarden worden voldaan. Men moet in ieder geval al per 1 januari 2000 in dienst zijn en geboren in de jaren 1950 tot en met 1960. Het betreft een groep van circa 700 werknemers.
ZN journaal nr. 22
27 mei 2015
ZN-weblog Zorgverzekeraars: zijn NIET aanbestedingsplichtig Zorgverzekeraars zijn niet aanbestedingsplichtig voor het uitvoeren van de zorgverzekering. Dat blijkt uit de recente uitspraak van het Hof in Den Bosch. Dat was goed nieuws voor zorgverzekeraars. Maar ook voor kleine zorgaanbieders, voor wie een aanbestedingstraject een enorme klus zou zijn. Vanaf de inwerkingtreding van de Zorgverzekeringswet was het voor zorgverzekeraars duidelijk dat ze niet aanbestedingsplichtig waren. Iedereen was dan ook erg verrast toen op 19 juni 2014 een voorzieningenrechter in Breda een uitspraak deed waaruit bleek dat zorgverzekeraars wel aanbestedingsplichtig waren. Zeker gezien het tijdstip waarop het vonnis kwam, immers: het contracteren voor 2015 stond al voor de deur. Deze uitspraak zou een groot effect kunnen hebben op de zorginkoop voor alle zorgverzekeraars. Zij zouden dan immers al hun inkoop moeten aanbesteden volgens de geldende regels van de Aanbestedingswet 2012 en hun inkoopbeleid moeten herzien. Administratieve druk zou hierdoor voor zowel zorgaanbieders als zorgverzekeraars toenemen. Zorgverzekeraar CZ is samen met ZN en Achmea in hoger beroep gegaan tegen deze uitspraak. In dit hoger beroep sprak het Gerechtshof in Den Bosch op 12 mei 2015 het verlossende woord: zorgverzekeraars zijn geen aanbestedende diensten. Want er wordt niet voldaan aan de voorwaarden van een publiekrechtelijke instelling in de zin van de Aanbestedingswet 2012. De vraag die centraal stond was: zijn zorgverzekeraars publiekrechtelijke instellingen? Als het antwoord hierop ja luidt zouden zorgverzekeraars aanbestedingsplichtig zijn. In tegenstelling tot de voorzieningenrechter is het oordeel van het Hof dat zorgverzekeraars geen publiekrechtelijke instellingen zijn. In de motivering hiervoor is het uitvoerig ingegaan op de definitie van een publiekrechtelijke instelling. Volgens de definitie in de wet moet een instelling aan drie criteria voldoen om te kunnen worden beschouwd als ‘publiekrechtelijke instelling’. Ten eerste moet de instelling opgericht zijn met het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen belang, anders dan van industriële en commerciële aard. Ten tweede moet de instelling een rechtspersoonlijkheid hebben. En tot slot moet er overwegende overheidsinvloed aanwezig zijn bij de rechtspersoonlijkheid (in de vorm van financiering, toezicht of benoeming van het bestuur). Het Hof oordeelde dat de zorgverzekeraars al niet aan het eerste criterium voldoen, en kwam niet meer toe aan de behandeling van de andere twee criteria. De conclusie luidde: zorgverzekeraars zijn geen publiekrechtelijke instellingen maar ‘gewone’ private ondernemingen. Meer juridisch geformuleerd: zorgverzekeraars moeten niet worden aangemerkt als aanbestedende diensten. Zorgverzekeraars, en uiteraard ook ZN, zijn blij met deze uitspraak. Opgelucht halen we adem. De verplichte aanbesteding met enorme extra administratie lasten voor zorgverzekeraars én nog belangrijker, voor zorgaanbieders, is van de baan! Gelukkig. Want hierdoor is het voor zorgverzekeraars mogelijk om zich te blijven concentreren op een zorgvuldige invulling van de huidige werkwijze van inkopen. Op naar een vruchtbare contracteerperiode voor 2016! Nicolette Cremers, Senior Beleidsadviseur Verzekeringen en Uitvoering
ZN journaal nr. 22
27 mei 2015