Ergotherapeutisch Adviesteam ‘Ergonomisch werken’ Carlijn van Os, Riana Siegmann, Paul Verspaget, Hendrik Wörmann Senioradviseur: Anneco van der Toorn In opdracht van: Eindhoven Handling B.V. Fred Abbink Amsterdamse Hogeschool voor Paramedische Opleidingen Opleiding Ergotherapie Januari 2005 © Copyright Amsterdamse Hogeschool voor Paramedische opleidingen
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
Inhoudsopgave Voorwoord ......................................................................................................................2 Inleiding..........................................................................................................................3 1. Het project...................................................................................................................4 § 1.1 Het doel van het project ......................................................................................4 § 1.2 Het ontstaan van het project ................................................................................4 § 1.3 Beschrijving project............................................................................................4 2. Ergotherapeutische visie ..............................................................................................5 3. Eindhoven Handling....................................................................................................6 4. Taakomschrijving........................................................................................................7 § 4.1 Platform..............................................................................................................7 § 4.2 Passage ...............................................................................................................7 § 4.3 Operations ..........................................................................................................7 5. Overzicht van de knelpunten........................................................................................8 § 5.1. Platform.............................................................................................................8 § 5.2 Passage en operations .........................................................................................9 § 5.3 De criteria...........................................................................................................9 6 Adviezen per knelpunt...............................................................................................10 § 6.1 Fysieke aspecten ...............................................................................................10 § 6.2 Fysische aspecten..............................................................................................17 § 6.3 De psychosociale aspecten................................................................................20 § 6.4 Passage en operations .......................................................................................22 § 6.4.1 Pakket van eisen werkplekken passage en operations .....................................23 Literatuurlijst.............................................................................................................26
Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
1
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
Voorwoord In de afgelopen twintig weken hebben wij ons met veel plezier gewijd aan het afstudeerproject ‘Ergonomisch werken’. Het was leuk en zeer leerzaam. Het project heeft plaatsgevonden op Eindhoven Airport. Mede omdat het project plaatsvond buiten de gezondheidszorg was deze opdracht een bijzondere uitdaging voor ons als studenten ergotherapie. We hebben net als de medewerkers van het platform in wind en regen koffers getild om ervoor te zorgen dat de vliegtuigen op tijd konden vertrekken. Dat was voor het verloop van het project goed maar ook voor onze eigen bewustwording. Graag willen we alle medewerkers van Eindhoven Handling bedanken voor hun gastvrijheid, hun uitleg over het bedrijf en de werkzaamheden en voor hun hulp bij ons onderzoek. In het bijzonder willen we de opdrachtgever Fred Abbink en de leidinggevenden van het platform Harold Hellings en Hans Raaymakers noemen. Fred voor het begeleiden van ons project en Harold en Hans voor alle tijd die ze tijdens de drukte op het platform voor ons hebben vrijgemaakt. Ook de heer C. Kuiper, lector van de kenniskring Arbeid en Gezondheid, willen we bedanken voor het toezenden van een hoofdstuk van zijn nog niet gepubliceerde boek ‘Arbeid en Gezondheid’. De heer A. Moss van de arbeidsinspectie heeft veel tijd aan ons besteed door uitgebreid te vertellen over het onderzoek dat de arbeidsinspectie heeft uitgevoerd over fysieke belasting bij afhandelingsbedrijven op vliegvelden in Nederland. De heer R. Steultiëns, arboarts van Eindhoven Handling, heeft tijdens het gesprek dat wij met hem hadden veel enthousiasme en interesse getoond voor ons project, wij willen hem hiervoor bedanken. De heer J. Poelstra, operations manager van Groningen Airport Eelde, willen we graag bedanken voor zijn zeer uitgebreide rondleiding en uitleg over het vliegveld en de werkzaamheden. De heer A. van der Veen, operations manager van Rotterdam Airport, heeft ons geholpen door ons de mogelijkheid te geven om een rondleiding te krijgen bij het afhandelingsbedrijf van Rotterdam Airport, wij bedanken hem hiervoor. Mevrouw M. van Poppel van de Vrije Universiteit van Amsterdam, het Instituut voor Extramuraal Geneeskundig Onderzoek (EMGO) heeft ons erg geholpen door onze vragen te beantwoorden die wij hadden naar aanleiding van haar onderzoek over til-instructie. Tevens willen we natuurlijk Anneco van der Toorn bedanken voor de begeleiding tijdens ons project. Ze was altijd optimistisch, ook als wij het even niet meer zagen zitten. Adviesteam ‘Ergonomisch werken’ Carlijn van Os, Riana Siegmann, Paul Verspaget, Hendrik Wörmann.
Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
2
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
Inleiding Voor u ligt het adviesrapport van afstudeerproject ‘Ergonomisch werken’. Het adviesrapport is één van de vijf producten van het afstudeerproject. De vijf producten zijn: 1. Het adviesrapport: in het adviesrapport zijn de knelpunten met bijbehorende adviezen opgenomen. 2. De cursushandleiding ‘Ergonomisch werken’: de bijeenkomsten van de cursus staan hierin. 3. De theoretische onderbouwing bij de cursus: de achtergrondinformatie voor de cursusleider. 4. De aanvulling op het huidige opleidingsprogramma: in de vorm van een Wordbestand wordt informatie over ergonomisch werken verschaft. 5. De theoretische onderbouwing: hierin is de theoretische verantwoording opgenomen. In dit adviesrapport zijn aan de hand van de knelpunten, die uit het onderzoek zijn gekomen, adviezen gegeven. In de theoretische onderbouwing is de achtergrondinformatie opgenomen over de knelpunten. De adviezen zijn getoetst aan door ons opgestelde criteria. In het eerste hoofdstuk wordt beknopt weergegeven wat het project inhoudt en welke activiteiten zijn ondernomen tijdens het project. In hoofdstuk 2 wordt de ergotherapeutische visie beschreven Er wordt in hoofdstuk 3 een korte beschrijving gegeven van Eindhoven Handling. Er wordt kort beschreven welke werkzaamheden de verschillende afdelingen uitvoeren, dit gebeurt in hoofdstuk 4. In hoofdstuk 5 en 6 worden de knelpunten beschreven met bijbehorende adviezen.
Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
3
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
1. Het project § 1.1 Het doel van het project Het doel van het afstudeerproject ‘Ergonomische werken’ is het verminderen en voorkomen van arbeidsgerelateerde klachten met betrekking tot ergonomie binnen Eindhoven Handling B.V. De opdrachtgever, Fred Abbink, wilde dat het adviesteam een aanvulling zou maken op het huidige opleidingsprogramma voor platformmedewerkers. § 1.2 Het ontstaan van het project De passagiers aantallen groeien sterk op Eindhoven Airport. Daardoor worden de werkzaamheden voor Eindhoven Handling steeds intensiever. Onder de medewerkers zijn meer fysieke klachten ontstaan. Dit was voor de opdrachtgever reden om contact op te nemen met de Amsterdamse Hogeschool voor Paramedische opleidingen, Opleiding Ergotherapie. § 1.3 Beschrijving project Het adviesteam is van mening dat het belangrijk is om ook op de overige afdelingen, passage en operations, de klachten te inventariseren. Het adviesteam is het onderzoek begonnen met het meewerken op het platform en bij passage. Daarna is er bij alle afdelingen een enquête afgenomen. Hier is een goede respons op gekomen. Op basis van de enquête is een keuze gemaakt voor het platform, omdat hier de meeste fysieke klachten waren. Om verder op de problemen in te gaan zijn er op kleine schaal aanvullende interviews gehouden met de medewerkers van het platform. Alle gegevens, uit de participerende observaties, de enquêtes en de interviews verkregen, zijn geanalyseerd en geordend. Hieruit zijn knelpunten gehaald. De knelpunten en bijbehorende adviezen zijn opgenomen in dit rapport. Deze adviezen zijn gericht aan het management. Alle relevante informatie is opgenomen in de theoretische onderbouwing behorende bij dit rapport. Uit het onderzoek is gebleken dat de medewerkers niet voldoende kennis hebben over ergonomische principes om ze te kunnen toepassen tijdens de werkzaamheden. Er is gekozen voor een cursus om deze informatie over te dragen en om een gedragsverandering te bewerkstelligen omtrent ergonomische werkhoudingen onder de medewerkers. Ook wordt er aandacht besteed aan beschermingsmiddelen, wet- en regelgeving en aan werkplekinrichting. Deze informatie wordt ook opgenomen in het huidige opleidingsprogramma voor nieuwe medewerkers. Wat het adviesteam opviel tijdens het inventariseren van de gegevens is dat de werkplekken van de medewerkers van operations en passage ergonomisch niet verantwoord zijn omdat de werkplekken niet voor de individuele medewerkers kunnen en worden ingesteld. In de bijlagen van dit rapport is een pakket van eisen opgenomen voor de werkplekken van passage en operations.
Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
4
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
2. Ergotherapeutische visie Het project ‘Ergonomisch werken’ is uitgevoerd door vier studenten ergotherapie van de Amsterdamse Hogeschool voor Paramedisch Opleidingen. In dit hoofdstuk wordt beschreven waarom dit project juist door ergotherapie studenten werd uitgevoerd. Aan de hand van de definities van ergotherapie en ergonomie worden de overeenkomsten tussen beiden vakgebieden beschreven. De definitie van ergonomie: ‘Ergonomie tracht op basis van kennis omtrent de anatomische, fysiologische en psychologische kenmerken van de mens, om producten, technische systemen, taken en functies zodanig te ontwerpen dat (1) de veiligheid, gezondheid en het welzijn van de mens gewaarborgd is en (2) doelmatig functioneren wordt bevorderd’ (NVvE, n.d.). De definitie van ergotherapie: Ergotherapie biedt de cliënt mogelijkheden een optimale wijze van uitvoeren van dagelijkse activiteiten te bereiken in de eigen omgeving, waarbij het concrete, voor de cliënt betekenisvolle handelen op de gebieden zelfredzaamheid, arbeid (productiviteit) en vrije tijd onderwerp is van therapie (NVE, 1999). De definitie’s komen in grote mate overeen. Beiden besteden aandacht aan de persoon met alle bijbehorende aspecten en aan de omgeving waarin gehandeld wordt. Tijdens het project is door het adviesteam niet alleen aandacht besteed aan het fysieke functioneren van de medewerkers maar ook aan het psychosociaal functioneren en de eigen omgeving. Al deze aspecten spelen een belangrijke rol in het functioneren van de medewerkers en voor het ontstaan en in stand houden van de klachten.
Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
5
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
3. Eindhoven Handling Het fundament voor Eindhoven Handling is begin jaren zeventig gelegd toen luchtvaartmaatschappij Sabena begon met het uitvoeren van burgervluchten vanaf het van oorspong militaire vliegveld Eindhoven. Voor het laden en lossen van zowel de bagage als catering werd een expediteur gevraagd die op het vliegveld gevestigd was. Hieruit is het huidige Eindhoven Handling ontstaan. Op dit moment groeit het aantal passagiers sterk op Eindhoven Airport. Door deze toename en de verwachtingen voor de toekomst zijn er vernieuwingen in de organisatie geïmplementeerd om de hoge servicegraad te kunnen garanderen. De organisatie bestaat uit drie afdelingen: passage, operations en het platform. De werkzaamheden van de verschillende afdelingen worden beschreven in hoofdstuk 4. De afdeling platform heeft een eigen opleidingsprogramma ontwikkeld, waarmee de medewerkers worden opgeleid. Dit opleidingsprogramma is zo ontwikkeld dat medewerkers voor verschillende werkzaamheden van een afdeling inzetbaar zijn. De huidige omvang van Eindhoven Handling is honderd medewerkers. Hiervan werken dertien vaste medewerkers en twintig oproepkrachten op het platform. De overige medewerkers werken op passage en bij operations. Door de sterke passagiersgroei op Eindhoven Airport wordt er meer gevraagd van de medewerkers van Eindhoven Handling. Een van de luchtvaartmaatschappijen met toestellen van 180 passagiers, heeft een contract afgesloten met Eindhoven Handling waardoor ze een omdraaitijd van 25 minuten hebben afgesproken. Dit betekent dat binnen 25 minuten het bagageruim gelost en geladen moet worden, alle passagiers moeten uitstappen en een de nieuwe passagiers moeten instappen. Dit leidt tot grote werkdruk bij de medewerkers.
Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
6
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
4. Taakomschrijving § 4.1 Platform De werkzaamheden: • • • • • • • • • • • • •
Het ‘blokken’ van de vliegtuigen. Vliegtuigtrappen aanrijden. Het aan- en wegrijden van transport band. Het voortrekken van de bagagekarren. Het uitladen van de bagage in het vliegtuig. Het op de band van de aankomsthal leggen van de bagage. Het sorteren en op karren laden van de bagage. Het laden van bagage in containers. Het inladen van de bagage in het vliegtuig. Het legen van het vliegtuigtoilet en het bijvullen van de watertank. Het de-icen van de vliegtuigen. Het opstarten en aansluiten power. Het wegduwen (push-backen) van de vliegtuigen, zodat deze kan vertrekken
§ 4.2 Passage De werkzaamheden: • • • • •
Het inchecken van de passagiers. Het begeleiden van de passagiers bij het uitstappen. Het begeleiden van de passagiers bij het instappen. Het invoeren van passagiersgegevens in de computer. Het innen van benzinetoeslag.
§ 4.3 Operations De werkzaamheden: • • •
Het verwerken van planningen van de vliegtuigmaatschappijen. Het aansturen van andere afdelingen. Communicatie met klanten, personeel en de crew van andere vliegtuigen middels telefoon, portofoon en de computer.
Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
7
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
5. Overzicht van de knelpunten § 5.1. Platform De fysieke belasting: Knelpunt 1 De werkzaamheden die de platformmedewerkers in het vliegtuigruim uitvoeren, zijn door de houding die ze moeten aannemen en het gewicht van de bagage die ze moeten duwen, tillen en trekken, ergonomisch ontoelaatbaar. Knelpunt 2 De werkzaamheden die de platformmedewerkers op het platform uitvoeren zijn ergonomisch ontoelaatbaar door het gewicht van de bagage en de houding die ze aannemen. Knelpunt 3 De medewerkers besteden onvoldoende aandacht aan het op ergonomische wijze inrichten van de werkplek. Knelpunt 4 Het tillen van elektrische rolstoelen veroorzaakt zware fysieke belasting vanwege het gewicht van de rolstoelen. De fysische belasting: Knelpunt 5 De platformmedewerkers ervaren geluidshinder. Knelpunt 6 De werkomstandigheden worden negatief beïnvloed door fysische factoren. De psychosociale belasting: Knelpunt 7 Er wordt hoge werkdruk ervaren door de platformmedewerkers Knelpunt 8 De platformmedewerkers werken door met lichamelijke klachten
Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
8
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
§ 5.2 Passage en operations Knelpunt 1 De werkplekken op passage en operations zijn ergonomisch ontoelaatbaar omdat ze niet goed kunnen en worden ingesteld voor de individuele medewerker. § 5.3 De criteria Alle mogelijke oplossingen zijn getoetst aan criteria. De criteria: • • • •
De adviezen verlagen de fysieke belasting. De adviezen zijn werkzaam binnen Eindhoven Handling. De adviezen zijn bruikbaar binnen Eindhoven Handling. De adviezen zijn toepasbaar binnen Eindhoven Handling.
Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
9
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
6 Adviezen per knelpunt § 6.1 Fysieke aspecten Knelpunt 1 De werkzaamheden die de platformmedewerkers in het vliegtuigruim uitvoeren, zijn door de houding die ze moeten aannemen en het gewicht van de bagage die ze duwen, tillen en trekken, ergonomisch ontoelaatbaar. Behorende bij de taken: In- en uitladen van bagage in het vliegtuigruim. Beschrijving en achtergronden van de situatie: Het vliegtuigruim is niet hoog genoeg om staand te kunnen werken, waardoor de medewerkers op hun knieën moeten werken. Ook komt het voor dat het ruim zo laag is dat medewerkers in het ruim moeten liggen om de bagage op de juiste plek te krijgen. Tevens dient de bagage boven schouderhoogte getild te worden om de bagage op de juiste plek te krijgen. Het is, volgens de NIOSH methode1, toegestaan om frequent maximaal vijf kilo geknield te tillen. Als men meer tilt is de kans op fysieke klachten erg groot. De oorzaken: • Het vliegtuigruim is te laag. • het gewicht van de bagage te hoog. De gevolgen: Er kunnen pijnklachten ontstaan aan: • de knieën door slijtage, door het vaak op de knieën werken zonder kniebeschermers; • de rug door beschadiging, door het draaien en buigen van de rug, door de houding en het boven de macht tillen van bagage; • de schouders door beschadiging, door het boven de macht tillen van bagage; • de spieren door beschadiging door het repeterend tillen van zware bagage. De mogelijke oplossingen: • Hulpmiddelen aanschaffen om de bagage in het ruim te laden en te lossen en het handmatig hanteren van lasten tot een minimum te beperken. + Er zijn minder medewerkers nodig voor de te verrichten werkzaamheden. + Het vermindert de fysieke belasting en het risico op lichamelijke klachten. − Het kost geld.
1
Voor meer informatie over de NIOSH methode, zie de Theoretische Onderbouwing. Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
10
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
•
Het dragen van kniebeschermers. + Het dragen van kniebeschermers is mogelijk, ze zijn voor alle medewerkers beschikbaar. De medewerkers dienen zich bewust te worden van het belang van de kniebeschermers. − Er dient een gedragsverandering plaats te vinden onder de medewerkers.
•
De cursus ‘Ergonomisch werken’ door een deskundige laten geven. Waarin aandacht wordt besteed aan bewustwording en aan ergonomische werkhoudingen. + Het vermindert de fysieke belasting en het risico op lichamelijke klachten. - Er moet geld en tijd vrijgemaakt worden voor het laten geven van de cursus. - Het is in het ruim maar beperkt mogelijk om van houding te veranderen.
•
Het regelmatig afwisselen van werkzaamheden en werkhouding. + Het vermindert de fysieke belasting en het risico op lichamelijke klachten. - Het kost tijd voor de leidinggevende om het in te plannen.
•
Vliegtuigen bouwen waarin het ruim zo gemaakt is dat de medewerkers op een ergonomisch verantwoorde manier de bagage in het ruim kunnen laden. + Het vermindert de fysieke belasting en het risico op lichamelijke klachten. − Het moet zowel nationaal als internationaal worden besproken en zal op korte termijn niet haalbaar zijn.
•
Internationale afspraken maken over het maximale toegestane gewicht van de bagage. + De werkzaamheden op en rond het platform worden fysiek minder zwaar. + Het vermindert de fysieke belasting en het risico op lichamelijke klachten. − Er worden waarschijnlijk meer bagage gebruikt om het gewicht over de koffers te verdelen.
Adviezen: Op lange termijn: •
Hulpmiddelen aanschaffen om de bagage in het ruim te laden en te lossen om het handmatig hanteren van lasten tot een minimum te beperken.
Het werk in het ruim is fysiek erg belastend vanwege de beperkte bewegingsruimte en de houding die ten gevolge hiervan moet worden aangenomen. Dat is op geen andere wijze op te lossen dan door de inzet van hulpmiddelen. Op korte termijn: Op korte termijn worden enkele verbeteringen geadviseerd. Dit zijn echter geen oplossingen. • •
Het dragen van kniebeschermers. Geknield tillen. Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
11
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
•
Meer overleg over de taken bij aanvang van de dienst. Hierin wordt besproken hoe het werk van die dag verdeeld gaat worden en hoe de werkzaamheden afgewisseld gaan worden.
Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
12
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
Knelpunt 2 De werkzaamheden die de platformmedewerkers op het platform moeten uitvoeren zijn ergonomisch ontoelaatbaar door het gewicht van de bagage en de houding die ze aannemen. Behorende bij de taken: • Het in- en uitladen van het vliegtuig. • Sorteren en op karren laden van bagage. • Het op de band van de aankomsthal leggen van bagage. • Het in- en uitladen van containers. Beschrijving en achtergronden van de situatie: De bagage is vaak zwaarder dan 25 kg en de medewerkers werken in een nietergonomische houding (ze weten niet goed in welke houding ze moeten werken) waardoor er fysieke overbelasting optreedt bij de medewerkers. De oorzaken: • Het komt voor dat er bagage boven de 25 kg getild moet worden. • Er zijn geen hulpmiddelen om in bovenstaande situaties de bagage te verplaatsen. • De medewerkers weten niet in welke houding het werk het minst fysiek belastend is. • De frequentie van het tillen. De gevolgen: Er kunnen pijnklachten ontstaan aan: • de rug door beschadiging, door het draaien en buigen van de rug, door de houding en het boven de macht tillen van bagage; • de schouders door beschadiging, door het boven de macht tillen van bagage; • de spieren door beschadiging door het repeterend tillen van zware bagage. De mogelijke oplossingen: • Hulpmiddelen aanschaffen om het handmatig hanteren van lasten tot een minimum te beperken. + Er zijn minder medewerkers nodig voor de te verrichten werkzaamheden. + Het vermindert de fysieke belasting en het risico op lichamelijke klachten. − Het kost geld. •
Het regelmatig afwisselen van werkzaamheden en houding. + Het vermindert de fysieke belasting en het risico op lichamelijke klachten. - Het vergt meer planning en zal daarom in het begin meer tijd kosten.
•
De cursus ‘Ergonomisch werken’ laten geven door een deskundige waarin aandacht wordt besteed aan ergonomische werkhoudingen. + Het vermindert de fysieke belasting en het risico op lichamelijke klachten. − Het kost geld.
Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
13
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
•
Het labelen van de bagage van boven de 25 kg zodat de platformmedewerkers weten welke koffers ze door twee personen moeten tillen of met behulp van een tilhulpmiddel. . + Het vermindert de fysieke belasting en het risico op lichamelijke klachten. − Het zal enige gewenning vergen voor de medewerkers van passage. - Het zal enige gewenning vergen voor de medewerkers van het platform om de koffers op een juiste manier met zijn tweeën te tillen of om gebruik te maken van een tilhulpmiddel.
•
Medewerkers worden gestimuleerd door de leidinggevende en de directe collega’s, om een juiste werkhouding aan te nemen. + Medewerkers en leidinggevende zijn bewust bezig met de juiste werkhouding aan te nemen tijdens werkzaamheden. + Het vermindert de fysieke belasting en het risico op lichamelijke klachten.
•
Internationale afspraken maken over het maximale toegestane gewicht van de bagage. + De werkzaamheden op en rond het platform worden fysiek minder zwaar. + Het vermindert de fysieke belasting en het risico op lichamelijke klachten. − Er worden waarschijnlijk meer bagage gebruikt om het gewicht over de koffers te verdelen. − Het kost veel tijd eer dit gerealiseerd is.
Adviezen: • Hulpmiddelen aanschaffen om bagage van boven de 25 kg vanaf de bagageband naar de karren te transporteren om het handmatig hanteren van zware lasten tot een minimum te beperken. • Het labelen van alle bagage van boven de 25 kg. • De cursus ‘Ergonomisch werken’ laten geven door een deskundige aan alle medewerkers van het platform. • De leidinggevenden op de hoogte stellen van de juiste werkhoudingen zodat ze daar de medewerkers op aan kunnen spreken. • Het regelmatig afwisselen van werkzaamheden en werkhouding.
Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
14
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
Knelpunt 3 • De medewerkers besteden onvoldoende aandacht aan het op ergonomische wijze inrichten van de werkplek. Behorende bij de taken: • In- en uitladen van de vliegtuigen, zowel in het ruim als op het platform. • Sorteren en op de karren laden van bagage. • De bagage op de band bij de aankomsthal leggen. • Het in- en uitladen van containers. De beschrijving en achtergronden van de situatie: De medewerkers besteden niet veel aandacht aan het op ergonomische wijze inrichten van de werkplek waardoor ze onnodig lang dragen en tillen. Ook maken ze onnodig veel draaiingen in hun onderrug. De medewerkers zijn bij het inrichten van de werkplek gebonden aan de nagelvaste materiele omgeving. Alleen de luchthaven heeft invloed op de nagelvaste voorzieningen. De overige materialen zoals de bagagekar en de transportband kunnen wel door de medewerkers ingesteld worden zodat de medewerkers zo ergonomisch mogelijk kunnen werken. De oorzaken: • De medewerkers hebben weinig kennis van juiste werkplekinrichtingen. • De medewerkers zien het belang niet in van het inrichten van hun werkplek. • Alleen de luchthaven heeft invloed op de nagelvaste voorzieningen. De gevolgen: Er kunnen pijnklachten ontstaan aan: • de rug door beschadiging, door het draaien en buigen van de rug, door de houding en het boven de macht tillen van bagage; • de schouders door beschadiging, door het boven de macht tillen van bagage; • de spieren door beschadiging door het tillen van zware bagage op niet-ergonomische wijze. De mogelijke oplossingen: • De cursus ‘Ergonomisch werken’ laten geven door een deskundige waarin aandacht wordt besteed aan het belang van een juiste werkplekinrichting en hoe de werkplek optimaal in gericht kan worden. + Het vermindert de fysieke belasting en het risico op lichamelijke klachten. − De gewoontes van de medewerkers zijn moeilijk te doorbreken. − Het kost geld en tijd. De adviezen: Het geven van de cursus ‘Ergonomisch werken’ door een deskundige aan alle medewerkers van het platform.
Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
15
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
Knelpunt 4 Het tillen van elektrische rolstoelen veroorzaakt zware fysieke belasting vanwege het gewicht van de rolstoelen. Behorende bij taken: In- en uitladen van vliegtuigen met gehandicapte passagiers. De beschrijving en achtergronden van de situatie: Vanaf Eindhoven Airport vertrekken er vluchten naar Lourdes. Deze vluchten hebben doorgaans veel passagiers met een handicap. Hierdoor komt het gebruik van elektrische rolstoelen regelmatig voor. Deze rolstoelen moeten, net zoals handmatig aangedreven rolstoelen, tijdens de vlucht in het ruim. De medewerkers leggen handmatig aangedreven rolstoelen op de transportband. Dit is goed te doen omdat handmatig aangedreven rolstoelen niet zwaar zijn. De elektrische rolstoelen worden op de transportband getild en omhoog gereden. Omdat elektrische rolstoelen vaak meer dan 120 kg wegen en ze vaak door twee personen getild worden, tilt elke medewerker meer dan 60 kg. De oorzaken van het knelpunt: • De rolstoelen moeten in het ruim en er zijn geen juiste hulpmiddelen om ze het ruim in te krijgen. • De elektrische rolstoelen zijn zwaar. De gevolgen van het knelpunt: Er kunnen pijnklachten ontstaan aan: • de rug door beschadiging, door het draaien en buigen van de rug en door de houding; • de spieren door beschadiging door het tillen van zware rolstoelen. De mogelijke oplossingen: • Het aanschaffen van een oprijgoot waarop de stoel op de transportband gereden kan worden. + Het vermindert de fysieke belasting en het risico op lichamelijke klachten. + De aanschaf van een oprijgoot is niet duur. + Het is gemakkelijk te realiseren. − De oprijgoot moet aanwezig zijn als er passagiers met elektrische rolstoelen reizen. − De medewerkers moeten het belang inzien van het gebruik van de oprijgoot. •
Elektrische rolstoelen niet toelaten. + Het vermindert de fysieke belasting en het risico op lichamelijke klachten. − De luchthaven zal hiermee veel klanten verliezen.
Het advies: Het aanschaffen van een oprijgoot.
Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
16
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
§ 6.2 Fysische aspecten Knelpunt 5 De platformmedewerkers ervaren geluidshinder. Behorende bij de taken: Alle taken die worden uitgevoerd op het platform in de nabijheid van vliegtuigen. De beschrijving en achtergronden van de situatie: Ten gevolge van het stijgen en landen van vliegtuigen is er veel geluidshinder tijdens de werkzaamheden. De vliegtuigen maken ook veel geluid als ze aan de grond staan. Een startend vliegtuig produceert vanaf een afstand van 50 meter 140 tot 170 decibel. Hierdoor ervaren de medewerkers tijdens de werkzaamheden voor geluidshinder. De oorzaken van het knelpunt: • De medewerkers hebben de beschikking over gehoorbeschermers maar maken hier geen consequent gebruik van. • De medewerkers zijn zich niet bewust van de gevolgen van het geluid en het risico op gehoorbeschadiging. De gevolgen van het knelpunt: • De medewerkers kunnen elkaar niet goed verstaan tijdens de werkzaamheden. • Er kan gehoorbeschadiging optreden als de medewerkers lang bloot staan aan geluid van 80 decibel of hoger. De mogelijke oplossingen: • De cursus ‘Ergonomisch werken’ laten geven door een deskundige waarin aandacht wordt besteed aan de bewustwording van het gebruik van gehoorbeschermingsmiddelen. + Medewerkers worden op de hoogte gebracht van het belang van het gebruik van gehoorbeschermingsmiddelen. + Er zal minder kans op gehoorbeschadiging zijn als de adviezen uit de cursus worden opgevolgd. − Het kost geld. •
De medewerkers worden regelmatig gewezen op het gebruik van passende gehoorbescherming door de leidinggevenden. + De medewerkers hebben, door het gebruik van gehoorbescherming, minder kans op het oplopen van blijvende gehoorbeschadiging. − Er zal een gedragsverandering moeten plaatsvinden. Dit kost veel tijd.
•
De motoren uitzetten en pas starten als alle bagage en passagiers in het vliegtuig zijn. + De medewerkers hebben minder kans op gehoorbeschadiging.
Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
17
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
De adviezen: • Het geven van de cursus ‘Ergonomisch werken’ door een deskundige aan alle medewerkers van het platform. • De motoren pas starten als de bagage en de passagiers in het vliegtuig zitten.
Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
18
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
Knelpunt 6 De werkomstandigheden worden negatief beïnvloed door de weersomstandigheden. Behorende bij de taken: Alle taken die worden uitgevoerd op het platform. De beschrijving en achtergronden van de situatie: De medewerkers werken alle jaargetijden op het platform, alle werkzaamheden vinden buiten plaats. Hierdoor worden ze blootgesteld aan uiteenlopende weertypes. De oorzaken van het knelpunt: • De medewerkers zijn niet goed gekleed op de wisselende weersomstandigheden. • Alle werkzaamheden op het platform vinden buiten plaats, hierdoor heeft het weer grote invloed. De gevolgen van het knelpunt: • De medewerkers hebben een grotere kans om ziek te worden als ze niet op de weersomstandigheden gekleed zijn. • Medewerkers hebben een grotere kans om bij lage temperaturen, regen en tocht, eerder klachten aan de spieren en gewrichten te krijgen. De mogelijke oplossingen: • De medewerkers dienen de beschikking te hebben over juiste kleding, passende bij de weersomstandigheden. + Deze kleding is beschikbaar voor de meeste medewerkers. − Het onderhouden van de juiste beschermende kleding en aanschaffen van nieuwe kleding kost geld. •
De medewerkers worden gestimuleerd door de leidinggevende en directe collega’s om gebruik te maken van gehoorbescherming. + Het vermindert het risico op gehoorbeschadiging. − Er zal een gedragsverandering moeten plaatsvinden. Dit kost veel tijd.
•
Het overkappen van de bagageafhandeling, met name het gebied waar de bagagekarren worden geladen vanaf de bagageband. Dit om storende weersinvloeden (regen, tocht) te minimaliseren. + Het weer heeft minder invloed op de medewerkers waardoor zij hun taken beter en prettiger uitvoeren. + Het vermindert de fysieke belasting en het risico op lichamelijke klachten. − Het kost geld. In de nieuwbouwplannen van het vliegveld wordt een overkapping voor het inladen van de bagagekarren gerealiseerd.
• •
De adviezen: De juiste kleding dragen, passend bij de weersomstandigheden. Het overkappen van de bagageafhandeling. Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
19
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
§ 6.3 De psychosociale aspecten Knelpunt 7 Er wordt hoge werkdruk ervaren door de platformmedewerkers. Behorende bij taken: Alle taken die moeten worden uitgevoerd zodat een vliegtuig op tijd kan vertrekken. De beschrijving en achtergronden van de situatie: Door de korte omdraaitijden van de vliegtuigen hebben de medewerkers te maken met piekbelasting. Een week van te voren komt er een planning uit, het gebeurt echter vaak dat er een dag van te voren bekend wordt dat er extra vluchten komen. De planning is er dan niet op berekend en dat zorgt voor extra werkzaamheden voor de medewerkers. De oorzaak van het knelpunt: Sommige vliegtuigmaatschappijen hebben een contract afgesloten met Eindhoven Airport dat de vliegtuigen een omdraaitijd hebben van 25 minuten. Hierdoor moeten de medewerkers heel snel werken om de vliegtuigen op tijd uit- en weer in te laden. De gevolgen van het knelpunt: • Het lichaam heeft tijd nodig om te herstellen na grote lichamelijke en psychische inspanning. Naarmate er meerdere vliegtuigen achter elkaar worden geladen en gelost wordt de mogelijkheid om te herstellen steeds kleiner. De mogelijke oplossingen: • Een duidelijke taakverdeling. + Na enige tijd zal duidelijk inplannen een automatisme worden en zal geen extra tijd meer kosten. − In het begin zal het voor de medewerkers en de leidinggevenden meer tijd kosten. Deze oplossing kan worden bereikt door elke morgen op een planbord de taken in te plannen met de namen van de medewerkers erachter. Op deze manier kan elke medewerker zien wat zijn / haar taken van deze dag zijn. •
Een langere omdraaitijd regelen met de vliegtuigmaatschappijen. + De werkdruk vermindert voor de medewerkers waardoor er minder risico is op ziekte. − Het kost geld. − Er is een kans dat het contract dan verbroken wordt.
De adviezen: • Een duidelijke taakverdeling. • Mogelijkheden onderzoeken voor een langere omdraaitijd.
Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
20
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
Knelpunt 8 De medewerkers werken door met lichamelijke klachten. De beschrijving en achtergronden van de situatie: Op het moment dat medewerkers zich ziekmelden, weten ze dat er op die dag waarschijnlijk geen vervanging geregeld kan worden. Op een dergelijk moment kan het voorkomen dat men zich schuldig voelt omdat dezelfde hoeveelheid werk door minder personen gedaan moet worden. De oorzaak van het knelpunt: Er is geen concreet beleid omtrent de ziekmelding, controle en begeleiding van de arbeidsongeschikte medewerkers vastgelegd en bekend gemaakt. De gevolgen van het knelpunt: Medewerkers lopen langer met klachten door zonder zich ziek te melden. Hierdoor heeft de medewerker meer tijd nodig om te herstellen van de klachten. De mogelijke oplossingen: • Meer overleg en een duidelijke taakverdeling. + De overige medewerkers weten hoe ze de zieke medewerker gezamenlijk kunnen vervangen. Het overleggen zal in het begin onwennig zijn maar uiteindelijk wordt het team er sterker door. Door de problemen openlijk te bespreken en naar de mening te vragen van de medewerkers voelen zij zich meer betrokken bij de organisatie en gaan ze zich meer als een team gedragen. Dit zorgt voor een fijner werkklimaat voor de medewerkers. •
Verzuimbeleid opstellen, toelichten aan de medewerkers en aan elke medewerker het verzuimreglement verstrekken. + Het levert op termijn medewerkers op die zich op tijd ziekmelden in plaats van door te lopen met verergerende klachten. Hierdoor is de herstelperiode minder lang. + Het is in de wet vastgelegd dat een bedrijf verzuimbeleid moet hebben. − Het kost geld.
•
Oproepkrachten aanstellen die op elk moment oproepbaar zijn. − Het is moeilijk om mensen te vinden die op elk moment oproepbaar zijn.
De adviezen: • Meer overleg en een duidelijke taakverdeling. • Verzuimbeleid opstellen. • Een uitzendbureau contracteren voor oproepkrachten.
Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
21
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
§ 6.4 Passage en operations Knelpunt 1 De werkplekken op passage en operations zijn ergonomisch ontoelaatbaar omdat ze niet goed kunnen en worden ingesteld voor de individuele medewerker. Behorende bij de taken: • Het invoeren van passagiersgegevens in de computer. • Het inchecken van passagiers. • Het verwerken van planningen van de vliegtuigmaatschappijen. • Het aansturen van andere afdelingen. • Communicatie met klanten, personeel en de crew van andere vliegtuigen middels telefoon, portofoon en de computer. De beschrijving en achtergronden van de situatie: De medewerkers van passage en operations maken veel gebruik van computerwerkplekken. De medewerkers hebben geen eigen werkplek maar maken gebruik van gezamenlijke werkplekken. Naast dat deze werkplekken niet ergonomisch zijn ingericht, stellen de medemerkers het meubilair niet op hun lengte en op de werkzaamheden die ze gaan uitvoeren in. De oorzaken van het knelpunt: • De inrichting van de werkplek is niet ergonomisch. • De gebruikte bureaus en stoelen zijn slechts in beperkte mate in te stellen. • De medewerkers hebben weinig kennis van juiste werkplekinrichtingen en het instellen van het meubilair. • De medewerkers zien het belang niet in van het inrichten van hun werkplek en het instellen van de werkplek op hun eigen lengte en op de werkzaamheden die ze gaan uitvoeren. De gevolgen van het knelpunt: • Overbodige fysieke belasting met als mogelijk gevolg lichamelijke klachten. De mogelijke oplossingen: • Voor de nieuwbouw worden er wellicht nieuwe bureaus en stoelen aangeschaft. Dit kantoormeubilair zal moeten voldoen aan de in de bijlagen toegevoegde eisen. + De medewerkers hebben de beschikking over goed meubilair. − Het kost geld. − Er zal een gedragsverandering moeten plaatsvinden zodat de medewerkers de werkplekken goed voor zichzelf zullen instellen. Hier zal aandacht aan besteed moeten worden. De adviezen: • De aanschaf van nieuw, ergonomisch meubilair. • Aandacht voor de gedragsverandering bij de medewerkers van passage en operations. Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
22
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
§ 6.4.1 Pakket van eisen werkplekken passage en operations Voor de bureaustoel Bij het werken met een beeldscherm dient de bureaustoel te voldoen aan de NEN-EN 1335: 2000, deel 1, 2 en 3, de N 1335-1: 2000/AC en de Nederlandse Praktijkrichtlijn (NPR) 1813 waaronder: • De stoel heeft een in hoogte verstelbare zitting tussen de 40 en 54 cm. • Het heeft een zittingoppervlak vanaf 38 tot 44 cm diep en vanaf 40 cm breed. • Het heeft een instelbare zitdiepte t.o.v. de rugleuning tussen 38 en 48 cm. • De stoel heeft een instelbare lendesteun, minimaal tussen de 17 en de 23 cm vanaf de zitting. • De stoel heeft een rugleuning oppervlak van 22 tot 37 cm hoog en 36 cm breed. • Het hoogste punt van de rugleuning is vanaf 36 tot 43 cm boven de zitting. • De armsteunen zijn in hoogte instelbaar van minimaal 20 tot 31 cm boven de zitting. • Het steunvlak van de armsteunen vanaf 15 tot 20 cm lang en 5 cm breed. • De onderlinge afstand tussen de armsteunen zijn instelbaar tussen 36 en 51 cm • De afstand van de voorkant van de armsteun tot de voorkant van de zitting is tussen de 20 en 24 cm. Pakket van eisen voor bureau De eisen gesteld voor bureautafels zijn opgenomen in de NEN 2449, NEN-EN 527 deel 1 en 2 en NPR 181: • Het werkblad moet geheel vlak zijn. • Het werkblad moet licht getint zijn, maar niet reflecterend. • Het werkblad moet in hoogte instelbaar zijn tussen tenminste 62 en 82 cm in stappen van maximaal 3,2 cm. • Het moet een vrije voetruimte hebben van minimaal 80 cm t.o.v. de voorrand van het werkblad. • Het moet een vrije beenruimte hebben van minimaal 65 cm in hoogte. • Het moet een vrije bovenbeenruimte van minimaal 45 cm hebben t.o.v. de voorrand van het werkblad. • Het moet een vrije beenruimte van minimaal 60 cm in breedte hebben. • Het werkblad moet minimaal een oppervlakte hebben van 120x80 cm, bij het gebruik van een VGA scherm bij voorkeur 160x80 cm. en een diepte van 100cm i.v.m. de kijkafstand. Bij het gebruik van een LCD scherm, een oppervlakte van 125x80. • De bladdikte mag maximaal 2 cm zijn.
Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
23
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
Als de stoel goed ingesteld is en de medewerker kan niet met zijn voeten plat op de grond staan zonder dat de bovenbenen door de voorrand van de zitting worden afgekneld, is een voetenbank vereist. Pakket van eisen voor een voetenbankje Het voetenbankje moet voldoen aan DIN 4556. Dit houdt in: • De afmeting minimaal 45 cm. breed en 35 cm. diep. • De voorzijde mag maximaal 50 mm. hoog zijn. • De hoogte vanaf de voorzijde oplopend tot maximaal 11 cm. • De hellingshoek instelbaar tussen 5° en 15°. • Oppervlak moet slipvrij zijn. Tijdens de werkzaamheden bij passage wordt regelmatig met één hand getypt en met de andere hand het paspoort vast gehouden. Het typen kan tweehandig worden uitgevoerd door gebruik te maken van een documenthouder. Documenthouder De NPR 1813 geeft de volgende eisen voor de documenthouder: • De documenthouder moet vrij op het werkvlak kunnen worden aangebracht. • De hellingshoek ligt tussen 25° - 75°. • Het steunoppervlak mag niet kleiner zijn dan de daarop te plaatsen documenten. • De documenthouder moet stabiel staan en mag niet trillen tijdens de bediening van het toetsenbord. Toetsenbord Toetsenborden zijn ingedeeld volgens de NEN 2294 • Het moet zo dun mogelijk zijn, in het midden niet dikker dan 40 mm. • De hellingshoek bedraagt 5° - 25°. • Het toetsenbord mag tijdens het gebruik niet verschuiven. De inrichting van de werkomgeving Het is belangrijk dat hulpmiddelen die vaak worden gebruikt, binnen handbereik staan. De maximale reikwijdte wordt voor het grootste deel bereikt zonder de romp te bewegen. Handelingen, die buiten de reikafstand plaats vinden, kunnen leiden tot klachten van de schoudergordel. Speciaal wanneer deze met kracht uitgevoerd worden en vaak voorkomen (de ergoshop, 2003). Het toetsenbord dient recht voor de gebruiker en onder handbereik te staan, zo dat het gedeelte dat gebruikt wordt recht voor de gebruiker staat. De muis staat in het verlengde van de armleuning en onder handbereik. Hiervoor is het belangrijk dat de kabels van de muis en het toetsenbord lang genoeg zijn. Voor een goede opstelling van het beeldscherm zijn een aantal factoren van belang: • De grootte van het beeldscherm: 15, 17, 19, 21 inch. Dit is van belang voor de hoogtebepaling, maar ook voor de afstand van het scherm ten opzichte van de ogen. • Wat is de ooghoogte: de ooghoogte van de persoon kan pas worden bepaald, wanneer de stoel en het bureau goed zijn ingesteld. Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
24
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
Voor beide maten geldt, dat de plaats van het beeldscherm binnen de blikrichting van 0° - 35° moet vallen. De afstand tot het beeldscherm 14 inch beeldscherm afstand 50-70 cm. 15 inch beeldscherm afstand 55-75 cm. 17 inch beeldscherm afstand 60-85 cm. 19 inch beeldscherm afstand 70-95 cm. 21 inch beeldscherm afstand 75-105 cm. De plaats van het beeldscherm Het beeldscherm dient haaks op een raam te staan op een afstand van minimaal twee meter en niet onder een lichtarmatuur.
Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
25
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
Literatuurlijst Boeken •
•
•
•
• • •
• • • • • • • • • • •
Baarda, D.B., Goede, M.P.M. de, Teunissen, J. (1997) Basisboek kwalitatief onderzoek: praktische handleiding voor het opzetten en uitvoeren van kwalitatief onderzoek. Houten: educatieve partners Nederland B.V. Baarda, D.B., Goede de, M.P.M., Kalmijn, M. (2000) Enquêteren en gestructureerd interviewen: praktische handleiding voor het maken van een vragenlijst en het voorbereiden en afnemen van gestructureerde interviews Houten: Educatieve Partners Nederland B.V. Baarda, D.B., Goede de, M.P.M. (1997) Methoden en technieken: praktische handleiding voor het opzetten en uitvoeren van onderzoek. Houten: Educatieve Partners Nederland B.V. Baarda, D.B., Goede de, M.P.M, Dijkum van C.J. (2003) Basisboek statistiek met SPSS: handleiding voor het verwerken en analyseren van en rapporteren over (onderzoeks)gegevens. Groningen: Stenfert Kroese. Balm, M.F.K. (2000) Gezond bewegen kun je leren: gedragsverandering door ergo-, fysio- en oefentherapeuten. Utrecht: Uitgeverij Lemma B.V. Block, P. (2001) Feilloos adviseren: een praktische gids voor adviesvaardigheden. Schoonhoven: Academic Service economie en bedrijfskunde. Brug, J., Schaalma, H., Kok, G., Meertens, R.M., Molen van der, H.T., (2000) Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering -een planmatige aanpak. Assen: Van Gorcum. Burgt van der, M., Verhulst, F (2004) doen en blijven doen: voorlichting en compliancebevordering door paramedici. Bohn Stafleu Van Loghum: Houten. Buunk, A.P., Gerrichhauzen, J. (1993) Stress en werk. Groningen: WoltersNoordhoff. Evers, A. (1995) Meetinstrumenten voor arbeidsomstandigheden, stress en welzijn. Lisse: Swets&Zeitlinger B.V. Heerkens, Y., Kuiper, C. (2005) Arbeid en gezondheid. Utrecht: Lemma B.V. Kok, G.J., Mertens, R.W. Wilke, H.A.M. (1992) Voorlichting en verandering. Groningen: Wolters-Noordhoff. Kor. R., & Wijnen. G.(1999) Projectmatig werken bij de hand. Deventer: Kluwer. Lienden van, H. (2003) Werken met een budget: een leerboek voor de gezondheidszorg. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg. Molen van der, H., Kluytmans, F., Kramer, M. (1995) Gespreksvoering: vaardigheden en modellen. Groningen: Wolters-Noordhoff. Nathans, H. (1996). Adviseren als tweede beroep: Resultaat bereiken als adviseur. Deventer: Kluwer bedrijfswetenschappen. NVE, (1999), Berpoepsprofiel ergotherapeut. Utrecht: Uitgeverij LEMMA. Peereboom, K.J. (1999) Handboek fysieke belasting: een complete methode voor het inventariseren en oplossen van knelpunten. Den Haag: Sdu uitgevers.
Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
26
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
•
• • • • • • •
• •
• • • •
Pheasant, S., Stubbs, D., (1992) Tillen en het verplaatsen van lasten: een ergonomische benadering. Hardinxveld-Giessendam: Lanser/Bureau voor Bedrijfswelzijn. Rozendaal, R., Huijing, P.A.J.B.M. (1996) Kinesiologie van de mens. Educatieve partners Nederland B.V.: Houten. Schabracq, M.J. (1995) Mentale belasting in het werk. Snijders, S.J., Nordin, M., Frankel, V.H. (2001) Biomechanica van het spierskeletstelsel. Maarssen: Elsevier gezondheidszorg. Stollé, J.W. (2004) Zicht op arbeidsomstandigheden. Bussum: uitgeverij Coutinho. Stoop, L. Brouwer, H. (1991) Werkstress: aanpak en preventie. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Veen. Stroes, H.J., Egberts, M.E. (1996) Veranderen met resultaat. Deventer: Kluwer Bedrijfsinformatie. Tulder van, M.W., Koes, B.W. (2004) evidence-based handelen bij lage rugpijn: epidemiologie, preventie, diagnostiek, behandeling en richtlijnen. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. Twomey, L.T., Taylor, J.R. (2000) Physical therapy of the low back. Philadelphia: Churchill Livingstone. Verhoeven, W. (1992) Van knelpunt tot oplossing: stappenplan voor een methode om vanuit gesignaleerde ergonomische knelpunten tot maatregelen te komen. Leiden: TNO. Vink, P., Dul, J. (1994) Lichamelijke belasting tijdens arbeid: wetgeving en oplossingen. Zeist: Uitgeverij Kerckebosch. Voskamp, P. Scheijndel, P.A.M. van, Peereboom, K.J. (2003) Handboek ergonomie. Alphen aan de Rijn: Kluwer. Voskamp, P., Schilder, C. (2004) Zakboek ergonomie: gegevens voor het ontwerpen en beoordelen van werksituaties en producten. Den Haag: Sdu Uitgevers BV; Wijnen, G., Willem, R., Storm, P. (1996) Projectmatig werken.Utrecht: Uitgeverij Het Spectrum B.V.
Scripties • • • •
•
Baaij, J., Bouman, N., Schilder, M. (2003) Arbo in de Cacaofabriek: adviesrapport. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam, Opleiding Ergotherapie. Baaij, J., Bouman, N., Schilder, M. (2003) Arbo in de Cacaofabriek: Theoretische onderbouwing. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam, Opleiding Ergotherapie. Baldee, S., Dusseljee, J., Ferket, J., Maitimo, M. (2004) Steigerbouw nieuwe stijl: adviesrapport. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam, Opleiding Ergotherapie. Baldee, S., Dusseljee, J., Ferket, J., Maitimo, M. (2004) Steigerbouw nieuwe stijl: Theoretische onderbouwing. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam, Opleiding Ergotherapie. Bouwmeester, K., Lemans, B.J.C., Noort van de, C., Scheffe, C. Zaat, A. (2003) Fysieke belasting bij ADM Cocoa B.V.: Adviesrapport. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam, Opleiding Ergotherapie.
Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
27
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
•
•
•
•
•
•
•
•
•
Bouwmeester, K., Lemans, B.J.C., Noort van de, C., Scheffe, C. Zaat, A. (2003) Fysieke belasting bij ADM Cocoa B.V.: Naslagwerk. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam, Opleiding Ergotherapie. Brands, F., Dijkstra, J., Roozeboom, L., Vreugdenhil, M. (2002) Ergonomisch werken kun je leren! Instructie programma voor de trainer ter bevordering van ergonomie in peuterspeelzalen van Welzijnswerk ‘de Schoor’te Almere. Trainershandleiding. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam, Opleiding Ergotherapie. Brands, F., Dijkstra, J., Roozeboom, L., Vreugdenhil, M. (2002) Ergonomisch werken kun je leren! Instructie programma voor de trainer ter bevordering van ergonomie in peuterspeelzalen van Welzijnswerk ‘de Schoor’te Almere. Onderbouwingsverslag. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam, Opleiding Ergotherapie. Brands, F., Dijkstra, J., Roozeboom, L., Vreugdenhil, M. (2002) Ergonomisch werken kun je leren! Instructie programma voor de trainer ter bevordering van ergonomie in peuterspeelzalen van Welzijnswerk ‘de Schoor’te Almere. Studiemateriaal voor de trainer. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam, Opleiding Ergotherapie. Brands, F., Dijkstra, J., Roozeboom, L., Vreugdenhil, M. (2002) Ergonomisch werken kun je leren. Instructie programma voor de trainer ter bevordering van ergonomie in peuterspeelzalen van Welzijnswerk ‘de Schoor’te Almere. Studiemateriaal voor de deelnemers. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam, Opleiding Ergotherapie. Jansen, M., Lingen van, A., Nieuw- Amerongen van, P., Vonderhorst, S., (2004) Gezond werken op het kinderdagverblijf: theoretische onderbouwing. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam, Opleiding Ergotherapie. Jansen, M., Lingen van, A., Nieuw- Amerongen van, P., Vonderhorst, S., (2004) Gezond werken op het kinderdagverblijf: Instructieboek. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam, Opleiding Ergotherapie. Jansen, M., Lingen van, A., Nieuw- Amerongen van, P., Vonderhorst, S., (2004) Gezond werken op het kinderdagverblijf: Eindverslag. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam, Opleiding Ergotherapie. Spek van der, H. (2002) Adviserend schrijven, Bussum.
Artikelen • •
•
•
Broek van den, M. (2005) Tillen doe je zo: door de knieen gaan bij optillen is niet beter dan bukken. Volkskrant, 15 januari 2005. Burg van der, P., Dieën van, J., Toussaint, H., Hartman, J., Zevenboom, L. (1999) Het tillen van een onverwacht zware last en het risico op rugschade. Tijdschrift voor ergonomie. Jrg. 24, Nr. 4. 94-98. Kuijer, P.F.M., Verschoof, S. Freings-Dresen, M.H.W. (2002) succesfactoren bij implementatie van ergonomische maatregelen: een systematisch literatuuronderzoek en een casestudie. Tijdschrift voor ergonomie. Jrg. 27, Nr. 6, 21-27. Poppel van M.N.M. Koes, B.W., Ploeg van der, G.E., Smid, T., Bouter, L.M. (1999) Geen meetbaar effect van tilgordel en tilinstructies ter preventie van lage rugklachten Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
28
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
•
op de werk plek; een gerandomiseerde, gecontroleerde trial. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Jrg. 143. Nr. 38, 1914-1918. Steenhuizen, S., Boeken Kruger, M.C., Looze de, M.P. (1997) Onbekendheid met te tillen gewicht, een factor om rekening mee te houden? Tijdschrift voor ergonomie. Jrg. 22. Nr. 6, 166-171.
Module’s / Tijdschriften • • • • • • • • • • • • • •
Arbeidsinspectie (1997) Arbo informatieblad: ‘zittend en staand werk’. Den Haag: Sdu Uitgevers. Arbeidsinspectie (2003) Campagne Tillen in de industrie 2003. Den Haag: Arbeidsinspectie. Arbeidsinspectie (2003) wat doet de arbeidsinspectie? Den Haag: Arbeidsinspectie. Arbeidsinspectie (2003) fysieke belasting. Den Haag: Arbeidsinspectie. Arentz, V. (2000) Handboek arbo- & milieucoordinator. Alphen a/d Rijn: Kluwer. Christis en Fortuin, (1989) ASA. Nederlands Instituut voor Arbeidsomstandigheden. Ergoshop, De, (2003) Dynamisch zitten op de werkplek: de ergoshop helpt u daarbij. Gouda: de Ergoshop. Hulst van der, P. (2002) Arbeid- Arbo en ergotherapie. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam. Kwaliteitsinstituut voor gezondheidszorg CBO, (2003) Richtlijn Aspecifieke lage rugklachten, Alphen aan de Rijn, van Zuiden Communications B.V. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ( 2000) Preventie van werkstress. Den Haag: Ministerie van SZW. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ( 2000) Schadelijke geluid op het werk. Den Haag: Ministerie van SZW. Tigchelaar, E., (2003) Studiehandleiding Afstudeerprogramma. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam. TNO Arbeid(2001) Vragenlijst BewegingsApparaat. Hoofddorp: TNO Arbeid. Voskamp, P., Peereboom, K.J. (2000) Fysieke belasting bij werk. Den Haag: Sdu Uitgevers onder auspiciën van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Internetadressen •
Arbeidsinspectie (2002, 01 november). Signaleringmethode werkdruk Arbeidsinspectie. Geraadpleegd in december 2004 op het World Wide Web: http://arbeidsinspectie.szw.nl/
•
Arbobondgenoten (2002), Wat is arbo, wat is VGWM. Geraadpleegd in december 2004 op het World Wide Web. http://www.arbobondgenoten.nl/watisarbo.htm
•
Arbo kenniscentrum voor zorg en welzijn (2004) fysieke belasting. Geraadpleegd in december 2004 op het World Wide Web. http://www.arbozw.nl/pages/get_pages_details.asp?section=themas&id=7
Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
29
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
•
Arbo platform Nederland Tarieflijst boetennormbedragen* bestuurlijke boete arbeidsomstandigheden. Geraadpleegd in december 2004 op het world wide web. http://www.arbo.nl/content/network/szw/docs/arbobeleidsregels/bijlage_beleidsregels .pdf
•
Arbopodium, (n.d.) Effecten van schadelijk en hinderlijk geluid: Effecten van blootstelling aan (schadelijk) geluid. Geraadpleegd in december 2004 op het World Wide Web. http://www.arbopodium.nl/default.asp?path=v2jck8j8
•
Curtis, B. Besser, B. (n.d.) Ramp. Geraadpleegd van september 2004 tot januari 2005 op het World Wide Web. http://www.osha.gov/SLTC/etools/baggagehandling/ramp.html
•
Dangerous Decibels, (2001-2004) A public health partnership for prevention of noice-induced hearing loss. Geraadpleegd in december 2004 op het World Wide Web: http://www.dangerousdecibels.org/
•
Erp, A.J. (2004) Slijtage van de knie. Geraadpleegd in december 2004 op het World Wide Web: www.knie.nl
•
Erp, A.J. (2004)Orthopedie. Geraadpleegd in december 2004 op het World Wide Web op: http://www.Orthopedie.nl
•
Expertisecentrum voor arbeid en gezondheid (n.d.) Vragenlijst Beleving en Beoordeling van de Arbeid (VBBA), Geraadpleegd in oktober 2004 op het World Wide Web. www.skb.nl:
•
FNV bondgenoten (2004) Arbo&milieu. Geraadpleegd op december-2004 op het World Wide Web. http://www.arbobondgenoten.nl/
•
FNV bondgenoten (n.d.) Lichamelijke belasting en tillen. Geraadpleegd in december 2004 op het World Wide Web. http://www.arbobondgenoten.nl/faq/lichblst/lichblstfaq.htm#1evraag
•
Gehoor.be (n.d.) Het oor: oor. Geraadpleegd in december 2004 op het World Wide Web. http://www.gehoor.be/index/default.asp?dossier=oor
•
Groenesteijn, L., Kuijt-Evers L. F. M., Koningsveld, E. A. P., Wijma, J. (2003) Werkboek Fysieke belasting. Geraadpleegd in december 2004 op het World Wide Web. http://www.aeno.nl/publicaties/werkboek_fysieke_b.pdf
•
Hoevers (2004) Startpagina: Arbo.Geraadpleegd in oktober 2004 op het World Wide Web: http://arbo.pagina.nl/
•
Maas, A.J. J. (2004). Het gehoor. Geraadpleegd in december 2004 op het World Wide Web. http://www2.eur.nl/fgg/kno/patientenzorg/cochimp/gehoor.htm Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
30
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
•
Medlook,(n.d.) Artrose. Geraadpleegd in december 2004 op het World Wide Web. https://www.medlook.nl/do/DetailDiseaseInit?pk=1006370805590
•
Ministerie van SZW ( 1998) arbowet- en regelgeving. Geraadpleegd in december 2004 op het World Wide Web. http://home.fnv.nl/02werkgeld/arbo/wetgeving/arbowetweter/index.htm
•
Ministerie van SZW (n.d.) Tillen: algemene informatie. Geraadpleegd in oktober 2004 op het World Wide Web. http://home.szw.nl/navigatie/rubriek/dsp_rubriek.cfm?rubriek_id=2&subrubriek_id= 207&link_id=11347#817610
•
NVvE (n.d.) Ergonomie: De definite van ergonomie. Geraadpleegd in januari 2005 het World Wide Web: http://www.ergonoom.nl/
•
Nederlandse overheid (2004)Wet en regelgeving. Geraadpleegd in oktober 2004 op het World Wide Web: http://wetten.overheid.nl
•
Russell, G. (2002) Bereken Maximaal Tilgewicht Online. Geraadpleegd in oktober 2004 op het World Wide Web. http://www.arbobondgenoten.nl/arbothem/lichblst/lift.htm
•
SKB vragenlijst service (n.d.) Werkdruk en werkstress. Geraadpleegd in oktober 2004 op het World Wide Web. http://www.skbvs.nl/
•
TNO Arbeid (2001) Vragenlijst Bewegingsapparaat. Geraadpleegd in september 2004 op het World Wide Web. www.arbeid.tno.nl
•
TNO Arbeid (2004) De arbowet ’98. Geraadpleegd in september 2004 op het World Wide Web: http://www.arbo.nl/topics/subject/wetgeving/arbowetuit.stm
•
TNO Arbeid (2004)Rug aan rug bij het bestrijden van fysieke belasting. Checklist Fysieke belasting. Geraadpleegd in oktober 2004 op het World Wide Web. http://www.arbo.nl/topics/subject/fysieke belasting/rug/rug8.stm
•
TNO Arbeid (2005) arbeidsomstandighedenwetgeving. Geraadpleegd in januari 2005 op het World Wide Web http://www.arbo.nl/legislation/index2.stm#arbowet
Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
31
Het adviesrapport ‘Ergonomisch werken’
•
Universiteit van Utrecht (n.d.) Wet- en regelgeving. Geraadpleegd in december 2004 op het World Wide Web: http://www.bio.uu.nl/~arbo/Wetenregelgeving/wetenregelgeving.html
•
Van Dale (n.d.) On-linewoordenboek. Geraadpleegd van september 2004 tot januari 2005 op het World Wide Web: http://www.vandale.nl/opzoeken/woordenboek/
•
Vogelaar, M (2001) Gehoorbescherming. Geraadpleegd in december 2004 op het World Wide Web. http://www.sorb.nl/catalog/producten_product.php?producten_ id=2&producten_extra_id=2
•
Wilder, M.M.W. (2002) Arbo wetweter. Geraadpleegd in november 2004 op het World Wide Web http://home.fnv.nl/02werkgeld/arbo/wetgeving/arbowetweter/index.htm
•
Winter, R. (n.d.) Digitaal informatieplatform voor wetgeving en normalisatie. Geraadpleegd in december 2004 op het World Wide Web: http://www.euronorm.net/content/template2.php?itemID=7
•
WHO (2004) Selected occupational risks: Work-related noise. Geraadpleegd in december 2004 op het World Wide Web http://www.who.int/whr/2002/chapter4/en/index8.html
Adviesteam ’Ergonomisch werken’ Amsterdams Hogeschool voor Paramedische opleidingen Januari 2005
32