Jacobsstaf 89
de
mei 2011
Pelgrimage van vertrouwen In de voetsporen van Dante door Italië Strafbedevaarten in de middeleeuwen
Vaste Rubriek
Van de redactie De camino is een altijd stromende rivier waar je als pelgrim een duik in neemt. Je laat je mee stromen en na een tijd klim je weer eens op het droge. Waar je eruit stapt doet er eigenlijk niet zoveel toe; de beweging, het gaan, is het belangrijkste. Het op het droge stappen is een moeilijk moment. Opeens sta je stil, terwijl de rivier verder stroomt. De verleiding om er weer in te springen is groot, maar zoals de eerste duik wordt het toch niet meer. Velen nemen de opgedane ‘camino-energie’ mee in hun verdere leven. Zoals René Heinrichs, die een herberg begon in Frankrijk, of Jacob Keur, die na een grillige zoektocht rust vond in een leefgemeenschap en daar leeft in de geest van de camino. Hun getuigenissen kunt u lezen in deze editie. Wilt u ook iets met uw camino-energie doen? Geef dan in tekst of beeld vorm aan uw mooiste plek aan de camino en doe mee met de jubileumwedstrijd (p. 44). Of lever een bijdrage aan de jubileumtentoonstelling Onderweg naar Santiago de Compostela (p. 42). Maar het is natuurlijk ook aanlokkelijk om met de zomer in aantocht toch weer een duik in de rivier te nemen en weer op pad te gaan. Mocht u dan in Roncesvalles komen, bezoek dan beslist de spiksplinternieuwe pelgrimsherberg van het genootschap! Ik wens u inspirerende leesmomenten en een mooie caminozomer. Jasper Koedam
Inhoud Het Genootschap 39 Onderweg Joost Bol 40 Regioberichten 41 Agenda 42 Donativos en peregrinos gevraagd voor de jubileumtentoonstelling 44 Jubileumwedstrijd 45 Het Compostelaregister Harry Wasser
Op het vooromslag: Foto: Jacob Keur
Kopij inleveren voor 8 augustus 2011. 2 | De Jacobsstaf 89
Op het achteromslag: Haiku: Walther Halters; Foto: Jasper Koedam
Spiritualiteit 3
Pelgrimage van vertrouwen Jacob Keur
Wandelen & fietsen 8
Een kleine komedie Arno Cuppen & Huberta Wiertsema
13 Te voet met wielen Arlen Hoebergen
En verder... 19 Uitsluiting van het kwade Jan van Herwaarden 24 De Sint-Jacobusbroederschap in Utrecht Gerard Luiten 29 Een pelgrim twittert niet Carel Stolker 31 Koude Oorlogsveteranen langs de camino Huub Willems 32 Pelgrimeren: voortschrijdende gastvrijheid ervaren en doorgeven? René Heinrichs
Vaste rubrieken 7
Pelgrimeren kort
18 Langs de weg Arno Cuppen 35 Pelgrimsboeken Jeroen Gooskens 38 De herberg van … Kees Wittebrood
De Jacobsstaf 89 | 1
Spiritualiteit
Foto: 2 | Jacob De Jacobsstaf Keur 89
Spiritualiteit
Pelgrimage van vertrouwen Jacob Keur Een pelgrimage is niet altijd een makkelijke opgave. Eenzaamheid en fysieke pijn kunnen veel mensen parten spelen onderweg. Maar dit is zelden voor niets. Zo ondervond ook Jacob Keur. Het relaas van een spirituele worsteling. Enige tijd geleden begon in mij het verlangen te groeien om te pelgrimeren. Als zoekende gelovige wilde ik God concreter in mijn leven ervaren. Ik was op zoek naar een ‘thuis’ en mijn voortdurende rusteloosheid dwong me tot een radicale stap. Ik besloot de Camino del Norte te lopen. Ik had begrepen dat het landschap een ruwe schoonheid bezat en er verhoudingsgewijs weinig pelgrims waren. Ik hoopte dat de benauwende verwachtingen van mijn leven thuis langzaamaan naar de achtergrond zouden raken. Al wandelend zou ik steeds meer loskomen van mezelf en de wereld. Ik zou mijn blik richten op de oneindige weg en God tegemoet lopen. Het zou een spirituele tocht worden. Toen ik mijn eerste dag had gehad en aankwam in San Sebastian, voelde het allerminst spiritueel. Mijn knieën waren onder de, toen nog enorme rugzak, stukgelopen en mijn hoofd was voortdurend bezig geweest met elementaire zaken zoals eten, drinken en ‘hoe ver zou het nog zijn?’ De volgende dag vertrok ik weer met frisse moed en na een duik te hebben genomen in de zee, probeerde ik me weer voor de geest te stellen waar dit allemaal ook al weer voor bedoeld was: ik wilde God vinden. Omdat ik die nog niet gevonden had, ging ik weer lopen. In de veertig dagen die volgden heb ik gaandeweg steeds meer leren los te laten. Mijn tas werd lichter en mijn zorgen minder.
Luisteren Bijna alle mensen die ik op de camino heb ontmoet hebben me verder geholpen in mijn zoektocht naar God. Eerst waren er de mensen die me voortdurend wezen op het wonderlijk geheim dat God eigenlijk overal is en dat zoveel kilometers lopen eigenlijk een beetje zonde van je tijd is. Dat maakte niet veel indruk op me, want van een ding was ik overtuigd: God was misschien overal, maar Hij was zeker niet in mijn hart. En dus liep ik verder. Al was de omgeving nog zo stil, vredig en sereen, mijn strijd met somberheid, eenzaamheid, rusteloosheid, negatieve en veroordelende gedachtes waren vaak hevig. Mensen begonnen mij te wijzen op het begrip luisteren en hoe belangrijk die houding was op de camino. Een trucker werd eens woest omdat ik oordopjes met muziek in had. Ik was spaarzaam met mijn muziek en zette het alleen op als ik er echt helemaal doorheen zat. De man maakte me in gebrekkig Engels duidelijk dat ik als ik God wilde vinden, ik moest gaan luisteren. Luisteren? Hij wees naar de bomen langs de weg, de wind, de heldere blauwe lucht en zei: ‘Dat is de muziek van de camino.’ Ik heb mijn oordopjes niet meer in gehad. In de dagen daarna probeerde ik te luisteren naar de natuur buiten mij. Ik hoorde in het begin vooral de chaos in mezelf door alle onrustige verlangens en behoeftes. Mijn hoofd maakte overuren om controle te houden over mijn situatie. Na een paar dagen kon ik luisteren naar het suizen van de wind die door het sparrenbos ging en hoorde ik het beuken van de golven tegen de rotsachtige kust, de krijsende meeuwen en het geloei van de koeien. Toch bleef mijn malende en onrustige hoofd een bepalende factor voor de hele tocht. Ik
De Jacobsstaf 89 | 3
Spiritualiteit
‘Het beuken van de golven tegen de rotsachtige kust ...’ Foto: Jacob Keur
snapte niet waarom dat zo was en heb daar heel lang over nagedacht. Het belette mij om echt te genieten, om op te gaan in de natuur en in de mensen om me heen. Het leek een levensgroot obstakel. Na dertig dagen was ik zo moe gestreden dat ik de nederigheid kon opbrengen om te bidden en God te vragen of hij mij wilde helpen. Vanaf dat moment veranderde de camino gaandeweg in een zee van bloemen. Ik zag die bloemen opeens staan langs de kant van de weg terwijl ze er altijd al hadden gestaan en ik besloot mijn wandelstok er mee te versieren. Ik zag ook de ontroerende en mooie mensen op het pad, ik zag de kleine rups die behoedzaam over mijn mouw naar boven kroop en vond vreugde en blijdschap in mijn hart over al dat kleine. De camino was goed voor me. Al de dingen waar ik me eerst zorgen
4 | De Jacobsstaf 89
over maakte waren verdwenen. Mensen nodigden mij uit om mee te eten en waren goed voor me, mijn water was nooit op en ik vond buiten of binnen altijd een goede slaapplek. Het besef rees dat ik op de camino niets meer nodig had dan God alleen. Hij leek te voorzien in alles wat ik nodig had. Johannes 15:4 In een vreugdevolle stemming liep ik door naar Santiago. De aankomst was het einde van mijn pelgrimage en dat deed me verdrietig voelen. Dat kwam mede omdat ik niet overtuigd was dat mijn doel, dat ik God zou vinden, was behaald. Een jonge vrouw uit Denemarken wees me er op dat ik God had ontmoet en probeerde mijn twijfels daarover weg te nemen. Ik was niet overtuigd. ‘Wanneer weet je dat je
Spiritualiteit
Johannes 15:4. Foto: Jacob Keur
God hebt gevonden?’, vroeg ze. ‘Wat verwacht je van een ontmoeting met God?’ Ik had geen antwoord op die vragen. De laatste avond sliep ik in het Franciscaans klooster in Santiago. De lieve schat van een hospitalera vroeg me een Bijbeltekst voor te dragen bij de avonddienst in de kapel. Dat was Johannes 15:4 en de tekst bleef me voor altijd bij: ‘Blijf in mij, gelijk ik in u.’ De hospitalera vertelde dat de camino nu echt begon. Nu lag er de uitdaging om alles wat je onderweg had geleerd thuis in de praktijk te brengen. De goedheid die God had getoond door de mensen die mij thuis hadden uitgenodigd of waar medepelgrims vriendschappelijk in hadden gedeeld, mocht doorgegeven worden. Haar woorden en haar persoonlijkheid raakten me diep. De uitdaging waar ze over sprak bleek la-
ter een grotere uitdaging dan ik had voorzien. De volgende dag keerde ik met pijn in mijn hart terug naar Nederland. Thuis kon ik met moeite de neiging onderdrukken om in de ochtend mijn tas in te pakken en verder te trekken. Ik moest wennen aan de drukte van de stad, de media die van alle kanten op me af kwam, de stugheid van de mensen. Ik verlangde intens om weer buiten te zijn. Ik wilde het riet weer zien wiegen in de wind en de meeuwen horen krijsen. Ik voelde me langzaamaan weer terugrollen in het dwaze gedoe zelf de touwtjes in handen te moeten hebben. Ik liep tegen mijn beperkingen op, tegen mijn onrustige aard. Dat wil zeggen drukte in mijn hoofd en angst in mijn hart. Het drong langzaam tot me door dat ik op de camino God misschien toch wel had ontmoet.
De Jacobsstaf 89 | 5
Spiritualiteit
Ik had hem gezien in de mensen, in de natuur en ook een beetje in mezelf. Het stilstaan thuis hielp mij de waarheid te zien waar ik voorheen aan voorbij was gelopen. Op den duur was ik er redelijk van overtuigd dat mijn ervaring een spirituele ervaring was geweest. Na enkele weken thuis te zijn leek mijn spirituele reis ten einde, de liefde was gedoofd en er bleef een schrijnend verlangen om weer in Spanje op de camino te zijn. Daar was het goed, daar was het leven. De principes die ik had geleerd, zoals het luisteren, het vertrouwen en het besef dat God overal is, kon ik met moeite vasthouden. Ik dacht dat de camino alleen mij in staat zou stellen om dichtbij God te leven. Verplichtingen eisten van mij dat ik in de stad bleef en ik voelde mij gevangen in een leven wat mijn voorkeur niet had. Ik heb verwoede pogingen gedaan om uit de drukke stad te komen, maar tot mijn grote spijt slaagde geen van mijn plannen. Ik heb een aantal maanden daarna weer een camino gelopen, dat was de Primitivo. Maar het was niet zoals ik had gehoopt. Mijn strijd was zelfs nog groter. Kalligrafieschilderij Toen ik me na een jaar berustte in het feit dat het nu eenmaal zo was en accepteerde dat wat ik wilde nu niet voorhanden was, kwam een vriend me opzoeken die deelde in zijn enthousiasme over leefgemeenschappen. We gingen op zoek en kwamen er enkele tegen. Ik vond er een in de buurt en maakte een afspraak om daar een weekend te verblijven. Het heette de Debora Communiteit en stilte en gemeenschap waren belangrijke pijlers van die gemeenschap. Het was een soort bezinningshuis en leefgemeenschap ineen. Er waren getijdengebeden en het was zo stil en sereen in huis dat ik me direct thuis voelde. Hier moest ik zijn, dacht ik. Toen ze me mijn kamer lieten zien vond ik een kalligrafieschilderijtje aan de
6 | De Jacobsstaf 89
wand met de tekst: ‘Blijf in mij gelijk ik in u’. Dat was de tekst geweest die geklonken had op de laatste dag van mijn camino in de kapel van het Franciscaans klooster in Santiago. Deze woorden waren toen door mijzelf uitgesproken. Het hele weekend deed me denken aan mijn pelgrimage en iets in mij wilde eigenlijk niet meer naar huis terugkeren. De dagen van mijn weekendverblijf waren zo uitzonderlijk goed, dat ik er al binnen een week ben gaan wonen. Nu woon ik hier enkele maanden en waan mij weer terug op de camino. Later kwam ik er achter dat het startpunt van de camino zich bij mij om de hoek bevindt. De Debora Communiteit bevindt zich namelijk in Uithuizen, wat het startpunt is van de Jacobsroute en dus van de Camino de Santiago. Deze gemeenschap stelt mij in staat om te leven zoals ik gewend was op de camino. Ze leunt op de pijlers van gastvrijheid en gemeenschap, stilte en gebed en draagt alle goede dingen in zich wat de camino waardevol maakt. Ik voel mij hier weer een pelgrim. Een pelgrim die op een oneindige weg een avontuur aangaat met een God die zich niet makkelijk laat kennen, maar die op onverklaarbare wijze wil delen in zijn leven. Deze ervaring deel ik omdat ik geloof dat veel meer mensen/pelgrims op zoek zijn naar een plek om te wonen of te leven waarin ze in dezelfde condities verkeren als op de camino. De Debora Communiteit stelt mij in staat om zo te leven en ik hoop dat meer mensen de weg naar hier vinden. Als Debora Communiteit heten we pelgrims op weg naar Santiago van harte welkom om te komen eten en te slapen. Daarnaast is er genoeg plek voor nieuwe bewoners die mee willen bewegen in deze gemeenschap. Mocht u geïnteresseerd zijn neem dan gerust contact op, kom langs of kijk even op @ www.deboracommuniteit.nl.
Pelgrimeren kort
Pelgrimeren kort Santiagomelodieën in Utrecht Als u de komende weken in Utrecht komt, loop dan eens naar de Dom om te genieten van bekende Santiagomelodieën. Tot medio augustus speelt de speeltrommel in de Domtoren ieder kwartier een lied uit het rijke pelgrimsrepertoire ter gelegenheid van het vijfentwintigjarig jubileum van het genootschap. Te horen zijn het Ultreïa-lied Tous les matins, het Dum Pater Familias, Guide me, o thou great Redeemer en Pour avoir mon Dieu propice. Nieuwe refugio in Limburg De Broederschap van St. Jacobus de Meerdere heeft in overleg met de Zusters Dominicanessen besloten tot de inrichting van een pelgrimsrefugio in Venlo. Hiermee wordt de vierde officiële refugio gerealiseerd in Limburg aan de Jakobsweg tussen Rijn en Maas van Millingen naar Maastricht. Refugio St. Albertushof is gevestigd in het Missiehuis St. Albertus Magnus aan de Hakkesstraat 26 in Venlo (tel.: 077-3512107) en ligt aan de route die vanaf Straelen Nederland binnenkomt. Het onderkomen biedt vier ruime slaapplaatsen en op verzoek een mogelijkheid tot ontbijt. Het onderhoud wordt verzorgd door de zusters. Voor meer informatie kunt u mailen naar
[email protected].
Tentoonstelling ‘Een weg van sterren’ Van 14 mei tot en met 9 oktober 2011 besteedt het Museum voor Religieuze Kunst in Uden aandacht aan de pelgrimsroute naar Santiago. De tentoonstelling zoomt in op de historische achtergrond van de pelgrimage en de beweegredenen van de hedendaagse pelgrim. Het museum probeert met de expositie een brug te slaan tussen museumbezoek en de fysieke opgave van een pelgrimstocht. Naast vele (kunst) voorwerpen staan daarom vooral ook de ervaringen van pelgrims centraal. Er zijn onder meer kostbare relieken, middeleeuwse panelen, devotiebeelden en foto’s van Wiesje Peels te zien, maar ook korte documentaires van pelgrims die onder zeer verschillende omstandigheden de pelgrimage naar Santiago maakten. De fysieke ervaring van het pelgrimeren wordt tot stand gebracht door het gebruik van stappentellers door de bezoekers en door de inzet van loopbanden. Virtueel lopen de bezoekers van het museum zo gezamenlijk naar Santiago. Buiten de tentoonstelling worden er nog tal van extra activiteiten georganiseerd. Voor meer informatie en het programma, kijk op @ www.wegvansterren.nl.
Advertentie
De Jacobsstaf 89 | 7
Wandelen & fietsen
Een kleine komedie Arno Cuppen & Huberta Wiertsema Najaar 2009 liepen Huberta en Arno de eerste etappe van hun pelgrimstocht, die uiteindelijk moet leiden naar Jeruzalem. In Jacobsstaf 86 deden ze verslag van het traject SaintJean-Pied-de-Port, waar hun herberg is gevestigd, naar Turijn. Najaar 2010 pikten ze daar de draad weer op voor de tweede etappe tot Brindisi. Een verslag in de voetsporen van een middeleeuws meesterwerk. ‘Op het midden van onze levensweg bevond ik me in een donker woud, omdat ik van de rechte weg was afgedwaald. Ach, hoe moeilijk is het onder woorden te brengen hoe woest en
ruw en onbegaanbaar dat woud was!’ Nou, zo erg was het niet, onze tocht door de bergen en bossen van Ligurië. Zwaar was het, zeker, maar ook mooi. Een bijzondere start van de tweede etappe van onze voetreis naar Jeruzalem. Het citaat is van onze reisgenoot, de Italiaanse dichter en schrijver Dante Alighieri (12651321). Zo opent hij zijn La divina commedia (De goddelijke komedie). Wij namen dit meesterwerk van de wereldliteratuur mee in onze rugzak, in dwarsligger-formaat, slechts 185 gram. Bijna elke dag lazen we elkaar een stuk voor.
‘La commedia illumina Firenze’. Fresco van Domenico di Michelino (Florence, Santa Maria del Fiore)
8 | De Jacobsstaf 89
Wandelen & fietsen
Het verhaal van Dante volgt het patroon van snelle, glimmende auto’s. Het mag wat kosten, de mythische heldenreis. De held wordt uitwant het is je visitekaartje. De binnenwereld gedaagd om de gebaande weg te verlaten en wordt vaak even zorgvuldig afgescheiden: met op zoek te gaan naar een ‘schat’: een groter muren en hekken, met honden en videobewainzicht. Na veel beproevingen en met onverking. En tussen al die privé-eilandjes ligt het wachte hulp wordt de schat uiteindelijk geniemandsland. Letterlijk. Het is van niemand vonden en gaat de held terug naar huis, om die en bijna niemand maakt zich er druk om. Bijna te delen met anderen. Dat is ook de opdracht overal ligt dus troep, troep en nog eens troep. aan Dante: ‘Vertel een ieder wat je gezien hebt.’ Wegen zijn vaak slecht onderhouden en als er Dante noemde zijn epos Commedia: een veral trottoirs zijn, moet je nog beter opletten dan haal dat goed afloopt. Zijn fascinerende pelop een gemiddeld bergpad. grimstocht begint immers bij het lijden in de Op een mooie namiddag lopen we naar San hel, maar brengt hem, via de louteringsberg, Gimignano. We zien de beroemde torens al naar het onbeschrijflijke geluk van het hemelse van verre liggen. Het voelt vertrouwd. Zo’n paradijs. Pas na zijn dood krijgt zijn werk de twintig jaar geleden waren we hier ook. Als we eretitel divina. dichterbij komen vallen we echter van de ene De Commedia is ook een reis door het Italië verbazing in de andere. Overal staan sjieke hovan toen. En het is gewoon leuk om nu langs tels en holiday resorts. Een puntgave stoep-metplekken te komen die Dante al beschrijft. Zoverlichting leidt omhoog naar de oude stadsals Monteriggioni, dat zich nog steeds ‘boven muren. Keurige bordjes geven de richting aan. op zijn ronde omwalling kroont met torens’, Touringcars zetten honderden toeristen af op en Anagni, met het paleis van paus Bonifatius de stoep van het ooit zo slaperige stadje. Wat VIII, waar je nu als pelgrim kunt overnachten. een metamorfose. San Gimignano is een gepoFlorence, de stad waaruit Dante werd verbanlijst product geworden van het ‘merk’ Toscane. nen, laten we links liggen. In de Commedia is Een soepel draaiende geldmachine. Is het een er echter geen ontkomen aan. Florence speelt persiflage of toeval dat dit oude stadje met zijn daarin een, meestal nega‘Mensen die ons allerlei lekkers in handen stoppen’. Foto: Arno Cuppen tieve, hoofdrol. Prefab belevenissen Na twee weken laten we de Apennijnen – voorlopig – achter ons en lopen we door veel opener landschappen. Italië is ons inmiddels wat vertrouwder geworden. Al blijft ons fascineren hoe groot het verschil is tussen ‘privé’ en ‘de rest’. Veel Italianen maken echt werk van hun buitenkant: mooie kleding, kekke schoenen en
De Jacobsstaf 89 | 9
Wandelen & fietsen
torens, ooit gebouwd in tijden van grote onderlinge strijd, een icoon is geworden in onze moderne wereld, gedreven door onderlinge concurrentie? Waar gaat dit over, vragen we ons af als we door de hoofdstraat lopen. Al die winkels, al die spullen, al dat gedoe. We voelen ons echt als vreemdelingen, als pelgrims. Ja, dat is het ... Toerisme gaat heel vaak om consumeren. Consumeren van zorgvuldig gekozen imago’s, van hapklaar opgediende beelden, van prefab belevenissen. Pelgrimeren gaat vooral om zelf betekenis geven aan spontane gebeurtenissen, aan belangeloze ontmoetingen, aan je leven. Dat maakt je rijk en dit hier, dit stadje met al zijn schijn van het tegendeel, voelt zo arm. Hoe anders is onze ervaring in Siena, twee dagen later. Dante moest er niet veel van hebben: ‘Was er ooit een volk zo ijdel als dat van Siena?’ Misschien niet, en ook hier zijn veel toeristen, maar die voegen zich naar de stad, niet andersom. Vooral het stadsplein, de Piazza del Campo, is betoverend. Het is één grote, prachtige huiskamer en de gasten gedragen zich daarnaar. Dat geeft een heel bijzondere sfeer. En dat geldt ook voor de gastvrijheid van de Suore della Carità. Deze zusters staan met beide benen in de samenleving. Ze runnen een mensa voor armen in Siena, zamelen kleding in en geven die weer uit, en ... ze ontvangen pelgrims. Er wordt geen moment een expliciet beroep op je gedaan, maar de opzet is duidelijk: jouw bijdragen helpen hun lokale werk. Prachtig is ook te zien hoe ze een groep jonge studenten aan zich hebben kunnen binden die enthousiast meewerken. Gastvrijheid Hoe groot is het contrast met veel andere religieuze plekken waar wij langs komen. Steeds weer dringt het zich op: het is einde oefening voor de katholieke kerk als instituut. Bijna lege kerken, ook op feestdagen. Bijna lege kloosters,
10 | De Jacobsstaf 89
waar vooral oudere broeders en zusters rond schuifelen, niet zelden verzorgd door veel jongere geloofsgenoten uit voormalige missiegebieden. Wij praten met zusters uit Ecuador, Filipijnen, Sri Lanka, Uganda, Gabon, en India en krijgen een ongemakkelijk gevoel. Vooral als die zusters worden ingezet om gastenverblijven draaiende te houden, waar soms zonder blikken of blozen 40 euro wordt gevraagd voor een overnachting. Natuurlijk, vooral in Rome, de eeuwige stad, de heilige stad. Zeker, we hebben daar in anderhalve dag meer religieuzen gezien dan in al die weken daarvoor. En voor de kerk moet het er erg verleidelijk zijn om te denken: niets aan het handje, toch? Maar naar ons idee is het ook hier armoe troef. Verdwaasd liepen we rond door een reusachtige Sint-Pieter. Gebouwd om te imponeren, niet om te inspireren. Te midden van duizenden anderen: pelgrims en – vooral – horden toeristen. Van het kastje naar de muur met ons pelgrimspaspoort. Uiteindelijk stonden we verloren in de sacristie waar hoge heren van kleding wisselden: van kazuifel naar Prada? Geen blik werd ons waardig gegund. We voelden een aandrang om de tafels om te gooien in de voetsporen van de grote inspirator. En toch zijn er dan weer mensen die het vuur van hun geloof brandende houden. Die gewoon doorgaan of zelfs opnieuw beginnen. Zoals de monniken in San Marco la Catola die ons zo gastvrij ontvangen en – veel belangrijker – enkele jongeren op sleeptouw hebben genomen met een plezier en een uitstraling waar je u tegen zegt. Zoals die zusters in Siena. Zoals de Franse monniken die de abdij van Sant’Antimo weer tot leven brengen na eeuwenlange leegstand. Zoals de vrijwilligers van de Confraternita di San Jacopo die in Rome een pelgrimsherberg draaien. Zoals de broeders in Ostuni, één etappe voor Brindisi, die in vijftien jaar een mooi kloostertje hebben opgebouwd, tussen eeuwenoude olijfbomen.
Wandelen & fietsen
Abdij van Sant’Antimo. Foto: Arno Cuppen
Kleine gemeenschappen. Zoals in de begindagen, in de Romeinse catacomben waar we langsliepen. Vooral in Ostuni voelt dat zo. Het kerkje ligt er half onder de grond, in een oude wijnkelder. Eenvoudig, smaakvol, toegewijd. Dezelfde gastvrijheid troffen we trouwens ook bij gewone mensen. We vinden niet alleen een gladde buitenkant, maar ook een heel warme binnenkant. Grote, spontane gastvrijheid. Mensen die met ons mee op zoek gaan naar een goede overnachtingsplek of zo maar hun eigen huis openstellen voor ons. Mensen die ons spontaan allerlei lekkers in de handen stoppen. Ook dit waren stralende lichtjes langs onze pelgrimsweg. Louteringsberg Na Rome moeten we die weg zelf uitstippelen.
Voor ons ligt onbekend terrein, we hebben er letterlijk en figuurlijk geen beeld bij. Gelukkig maar, zo voelen we dat steeds sterker. Nu ligt de weg helemaal open. Nu zijn we echt op weg naar Jeruzalem. Het begin alleen al is grandioos. We lopen Rome uit over de Via Appia, de Romeinse hoofdweg naar het zuiden. Urenlang, over stukken originele bestrating, langs graftomben, beelden en mijlpalen. Ook daarna genieten we volop. We trekken door steeds wisselende landschappen en bezoeken spirituele pleisterplaatsen, zoals de heiligdommen van Padre Pio en Monte Sant’Angelo. Daar dalen we af naar de zee, de zee!, en lopen we langs de kust verder. Veel mooie dagen, met zon en weidse uitzichten. Enkele dagen met veel regen, een beukende storm en koud! Maar ook dan zijn er lichtpuntjes. Automobilisten
De Jacobsstaf 89 | 11
Wandelen & fietsen
Via Appia: langs graftomben, beelden en mijlpalen. Foto:Arno Cuppen
stoppen om ons een lift aan te bieden en we zullen nog vaak denken aan die buschauffeur, die ons een plechtig saluut brengt. Bij de dag leven, de dingen laten gebeuren. Natuurlijk, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Dat blijkt weer als we op de kaart zitten te turen voor morgen, de laatste etappe naar Brindisi. Paradiso! Het staat er echt, vlak voor Brindisi, met een symbooltje erbij dat op een kerk duidt. Met het lezen van Dante zijn we niet verder gekomen dan tot bijna bovenaan de Louteringsberg, en op onze spirituele weg vast ook niet. Kunnen we op de valreep dan toch nog een voorschotje nemen op hogere sferen? ’s Avonds leggen we het voor aan broeder Raffael. Die laat zich echter niet op de kast jagen en tikt de bal vrolijk terug. ‘Ja, ja, dat Paradijs ken ik ook. Tot voor kort was de maffia daar nog de baas.’ Pardon? En dan blijkt dat kerkje al lang niet meer eenzaam op het land te staan, maar opgeslokt te zijn door de grote stad. Waarna enkele smeuïge anekdotes over
12 | De Jacobsstaf 89
lokale maffiapraktijken volgen. De dag erna zijn we toch maar over de kortste weg naar Brindisi gegaan. En die liep toevallig niet via het Paradijs. Heaven can wait, nietwaar ? ‘En wat waren nu de hoogtepunten van jullie tocht?’, vroeg een vriend ons na afloop. Even voelden we ons op het verkeerde been gezet. Tja ... Dat waren dus niet de klassieke hoogtepunten die je zo makkelijk kunt benoemen omdat ze een begrip op zich zijn: San Gimignano, Siena, Rome ... Maar wat dan wel? De vele kleine dingen van alledag: samen onderweg zijn, de ontmoetingen, de verrassingen, dag in dag uit buiten lopen. Nee, inderdaad, daarvoor hoef je niet naar Italië, dat kan overal. Maar een nieuwe omgeving helpt wel. Het scherpt je zintuigen, maakt je opener, versterkt je beleving. We zien dus al uit naar komend na@ jaar: Griekenland en Turkije ... Verder lezen? Kijk op www.espritduchemin.org/ Nederlands/Jeruzalem
Wandelen & fietsen
Te voet met wielen De Camino de Madrid
Steeds meer lopende pelgrims zien de voordelen van een wandelkar: er kan meer bagage mee en het ontlast de rug. Maar het vergt wel een ander wandelgedrag, zo ondervonden Arlen Hoebergen en zijn partner onderweg van Madrid naar Sahagùn. Nee, we lopen niet naar Santiago de Compostela. We zijn drie dagen geleden uit Madrid vertrokken en lopen de Camino de Madrid, richting Santiago. Maar daar gaan we niet naar toe. Deze keer gaan we niet naar Santiago, we hebben een ander doel. Misschien zien we de kathedraal, het beeld en de crypte van Santiago nooit meer en blijft het bij die twee keer dat we er aankwamen. Bovendien, alleen de eerste keer is echt. Voor het eerst in Santiago aankomen zonder er ooit eerder geweest te zijn. Na 104 dagen, 2700 kilometer lopen, is het aankomen voor, in en onderin de kathedraal een einde en een begin tegelijkertijd. Nee, de camino had ons niet veranderd. Daar waren we zeker van toen we weer thuis waren. We dachten hetzelfde, we deden hetzelfde als voorheen. En nu? Wat zouden we nu doen als we nooit naar Santiago waren gelopen? Dan zouden we hier nu niet zijn. Tijdens de camino groeide er iets, gistte er iets. Het borrelde op, spatte weer uiteen maar kreeg langzaam vorm. Het besef dat wandelen, lopend onderweg zijn, ons gelukkig maakt. En dat dat best iets langer dan 104 dagen mag duren. Daarom zijn we nu hier. Daarom lopen we de Camino de Madrid. Maar nu, juist nu, twijfelen we als nooit tevoren. Waar zijn we aan begonnen? Brekebenen In Madrid zag alles er nog zo stralend en zon-
Arlen Hoebergen nig uit toen we begonnen bij de Iglesia Santiago. Het is niet alleen het weer, ook wij stralen. We hebben er zin in en we vallen op. Niet omdat we zo blij zijn of omdat we pelgrims zijn, maar door onze wheelies. Deze wandelkarren hebben we volgestouwd met onze bagage. Ruim dertig kilo per persoon. Drie keer zoveel dan we normaal meenemen op een wandelvakantie. We lopen soepeltjes met de wheelies achter ons aan. Zelfs de ongelijke voetpaden in Madrid en de stoepranden vormen geen probleem. Maar even buiten Madrid gaan we klimmen en we moeten hard aan de wheelies trekken om ze omhoog te krijgen. Het pad wordt rotsachtig en smal. Ik ga voorop en Jeannette volgt. Wat bezielt ons om met zoveel bagage te lopen? Niet alleen mijn hoofd twijfelt. Ook mijn voeten protesteren. En ik koester mijn voeten, ik houd van ze, want ze brengen me overal waar ik heen wil. Mijn voeten zijn gewend aan wandelen en als vanzelf ontwijken ze alle obstakels die ze op hun pad treffen. Ze nemen drempels met het grootste gemak, ontwijken boomstronken en stenen op het pad. Ze weten wat ze moeten doen, ze kiezen razendsnel de juiste richting, zonder na te denken. Ik ben er al voorbij voordat ik me zelfs maar gerealiseerd heb dat ik aan een struikeling ben ontsnapt. Maar met de wheelie achter me aan blijken deze soepele voeten brekebenen. Mijn voeten zijn behendig, maar de wielen van de kar zijn niet zo flexibel. Ze knallen bovenop de steen die mijn voeten ongemerkt wisten te ontwijken. Mijn voeten willen hun eigen gang gaan, maar de wheelie roept ze tot de orde. Ze moeten opnieuw leren lopen, er zijn geen automatismen meer. Ik moet mijn voeten dwingen een ander pad te kiezen, andere keuzes te
De Jacobsstaf 89 | 13
Wandelen & fietsen
14 | De Jacobsstaf Foto: Arlen Hoebergen 89
Wandelen & fietsen
maken. Keuzes die rekening houden met de wielen die achter mij aan hobbelen. Hindernisbaan Er waait een koude wind vandaag en af toe krijgen we een bui over ons heen. Iedereen had ons gewaarschuwd voor het weer hier. Wandelen in juni bij Madrid en Valladolid. Dat zou heet worden. Een brandende zon en temperaturen van ver boven de dertig graden. Ik heb mijn regenbroek en -jas aan, maar nog heb ik het koud. Na drie dagen zijn we een beetje gewend aan de wheelie achter ons. Maar even voorbij Navacerrada op een pad vol boomwortels wankelt Jeannette. Ze weet zich nog net staande te houden door een boom vast te grijpen. Het pad is zo steil dat ze er met de kar eenvoudigweg niet meer tegenop komt. Ik klik mijn wheelie los, zet hem tegen een boom en klauter snel naar Jeannette om die van haar tegen te houden. Ik til het gevaarte aan de achterkant op en zelfs samen krijgen we hem maar met moeite omhoog. Over een paar honderd meter doen we zeker een kwartier. Als we boven staan vraagt Jeannette of ze mij ook moet helpen. Even twijfel ik, maar als ik mijn wheelie daar ver beneden zie staan besef ik dat me dit alleen met geen mogelijkheid gaat lukken. Het is al na zevenen als we Cercedilla inlopen. We wilden eigenlijk voorbij Cercedilla gaan kamperen, maar als we een hostal zien kijkt Jeannette me veelbetekenend aan. Ik probeer nog de wandelgids uit mijn broek te halen, maar mijn van de kou en regen verkleumde vingers werken niet meer mee. Ik knik. ‘Zullen we dit maar doen?’ In drie dagen hebben we 66 kilometer gelopen. Met wheelie. Het voelt aan als meer dan 100 kilometer zonder. Zo zullen we nooit over tien dagen op onze geplande eindbestemming, Sahagùn, zijn. Voor we de volgende ochtend uit Cercedilla vertrekken doen we nog inkopen. Vanavond
gaan we kamperen en we kopen alles voor de lunch, het avondeten en het ontbijt. Jeannette ziet een tonnetje met vijf liter mineraalwater staan. ‘Kijk’, zegt ze, ‘dat is handig.’ Ik twijfel, maar even later vertrekken we uit Cercedilla met het tonnetje vastgebonden op mijn wheelie, en dat terwijl we vandaag de Guadarrama overgaan, een klim naar Puerta de Fuenfria op 1800 meter. We lopen over een licht stijgende asfaltweg, die we verkiezen boven het parallel lopende zandpad, en het klimmen valt niet tegen. Na bijna twee uur lopen, als de asfaltweg ophoudt, gaat het regenen. We gaan verder over een zandpad dat uitkomt op een oude Romeinse weg. Romeinse wegen zijn niet aangelegd voor wheelies, en wheelies zijn niet gemaakt voor oude Romeinse wegen. De enorme keien liggen schots en scheef. In de groeven tussen de keien kan een heel wiel van het karretje verdwijnen. En dat doen ze ook. Dit is geen weg, dit is een oude Romeinse hindernisbaan. Ieder voor zich zwoegen we ons naar boven en elke keer als ik denk dat we de wheelies beter kunnen gaan dragen, zie ik een ogenschijnlijk beter stukje voor ons. En elke keer blijkt dit een illusie. Twee oude Spaanse mannen met wandelstokken lopen ons voorbij. De man met een blauw alpinopetje op, een grote grijze snor en een dikke sigaar in zijn mond, blijft
De Romeinse weg naar Puerta de Fuenfria. Foto: Arlen Hoebergen
De Jacobsstaf 89 | 15
Wandelen & fietsen
naast me staan en bekijkt me nauwkeurig. Hij haalt de sigaar uit zijn mond en zegt: ‘Je moet er een motor op zetten, dat is veel handiger.’ Zijn metgezel komt erbij en wijst, een beetje beverig, met zijn stok naar het tonnetje water bovenop mijn wheelie. ‘Daar kun je beter een zadel plaatsen, dat is nog handiger.’ Ze kijken me nog even meewarig aan en lopen dan schaterlachend weg. Knarsetandend ploeter ik voort, en Jeannette ploetert een paar meter voor me. Een uur later bereiken we een grindpad dat ons licht stijgend naar Puerta de Fuenfria voert. De regen is overgegaan in een lichte miezer en in de mist beginnen we aan onze afdaling naar Segovia. De wheelie geeft me een licht duwtje in de rug, mijn voeten dansen over het pad. Ze hebben vrede gesloten met de wheelie. Ze maken af en toe een extra pasje, stappen naar links of
naar rechts om de wielen een obstakelvrije ondergrond te gunnen. De kar danst achter mijn voeten aan. Het water klotst in hetzelfde ritme mee. Een met mijn wheelie hup ik de berg af. Hupjes waar ik niet meer bij na hoef te denken. De miezer deert mij niet. De bomen om mij heen vervagen langzaam in de mist. De wereld om mij heen houdt op na 100 meter, daarbuiten bestaat de wereld niet. Chili De volgende dagen lopen we meer dan 30 kilometer per dag. De paden zijn goed en we zijn helemaal gelukkig. Om niet te vroeg in Sahagùn aan te komen maken we van de laatste drie dagen korte dagen. En net als die eerste keer dat we aankwamen in Santiago, is ook dit einde weer een nieuw begin. Ons doel ligt nog voor ons en heet niet camino maar sendero. El
Een paar rotsen op het pad zijn met de wheelie nog te omzeilen. Foto: Arlen Hoebergen
16 | De Jacobsstaf 89
Wandelen & fietsen
Sendero de Chile, het pad van Chili. Een pad van 7500 kilometer door Chili, van noord naar zuid. 300 dagen van 25 kilometer per dag, 300 volle dagen geluk. En hoewel Chili ook een Santiago heeft, met kathedraal, is dat niet ons doel. Ons doel is kaap Froward, het meest zuidelijke puntje van het vasteland van het Zuid-Amerikaanse continent. In één keer door Chili, van noord naar zuid, over de Sendero de Chile. Lopend. Dat heeft nog nooit iemand gedaan en dat gaan wij doen. Daarom lopen we de Camino de Madrid. Zo kunnen we ons Spaans een beetje bijspijkeren en onze wandelconditie op peil houden. Maar wat belangrijker is, we testen de wheelies waarmee we ook door Chili gaan lopen. Want de sendero is geen camino. Op de sendero geen ‘bon courage’ of ‘buen camino’, geen albergues, geen comunales, parochiales of privados. Geen
Franse dorpjes met een kroeg tegenover de kerk waar je de sleutel krijgt van een speciaal ingericht huisje voor pelgrims. Geen dorpjes. Ja, kleine pueblecitos, meer dan 200 kilometer van elkaar vandaan. En daartussen is niks. We moeten dus kamperen en dagenlang zelfvoorzienend zijn. Eigen eten mee en zelf koken. Dat lukt niet meer met rugzakken. Daarom hebben we de twee wheelies gekocht waarmee we tot veertig kilo per persoon mee kunnen nemen. Die zijn we nu aan het testen. Nog niet met veertig kilo, want hier zijn wel albergues. Op de Camino de Madrid zijn dorpjes en restaurantjes op loopafstand. Maar we weten nu wel dat we met de wheelies kunnen lopen. En @ dat was ons doel. Meer verhalen en foto’s staan op http://galopen.wordpress.com.
Advertentie
De Jacobsstaf 89 | 17
Langs de weg
Meester pelgrim Arno Cuppen In de winter is onze herberg gesloten; een waardevolle periode van rust en inkeer. Maar het is ook een periode van voorbereiding op het nieuwe seizoen, van werk achter de schermen. Figuurlijk en ... letterlijk. Surfend op het internet valt onder meer op dat het aantal commerciële initiatieven rond de camino flink blijft groeien. Er wordt niet alleen reclame gemaakt voor nieuwe reisgidsjes en -boeken, maar ook voor begeleide reizen, voor bagage- en personenvervoer, voor een reserveringsservice voor het laatste stuk in Galicië, voor Wi-Fi, voor all-inclusive doe-de-camino-in-enkele-dagen reizen, voor steeds luxere overnachtingsplekken, noem maar op. Kortom: bijna allemaal zaken waar op de pelgrimsmarkt geen droog brood mee te verdienen is, dacht ik altijd. Maar dat dacht ik ook toen bedrijven water in flesjes gingen verkopen, terwijl dat – in Nederland – met vergelijkbare kwaliteit bijna gratis uit de kraan komt. Wat die twee verder met elkaar gemeen hebben? Nou, bijvoorbeeld dat iets wat eenvoudig en zuiver is, door commerciële motieven snel kan vertroebelen. Zo is het water uit wegwerpflesjes niet alleen vierhonderd keer duurder dan kraanwater, maar ook meer vervuilend voor het milieu. Pelgrimeren is onder meer een goede mogelijkheid om even uit het leven van alledag te stappen. Weg van hectiek en commerciële prikkels. Maar het wordt steeds moeilijker om daaraan
18 | De Jacobsstaf 89
te ontsnappen. Nu zovelen als pelgrim op pad gaan, gaat de handel er achteraan en dreigt het onbevangene van de camino te vertroebelen. Maar, eerlijk is eerlijk: geen aanbod zonder vraag, of in elk geval niet lang. Als het leven van alledag meereist op de camino, komt dat vaak omdat we er zelf moeilijk afscheid van kunnen nemen. Van het vertrouwde, van het gemak, van de (schijnbare) zekerheden. En door de snelle ontwikkeling van de techniek lijken we ook niet te hoeven kiezen. We kunnen én op de camino zijn, én reuze gemakkelijk dagelijks contact houden met het hele thuisfront. Zelfs als pelgrim kunnen we zo multitasken. Denken we. Maar zo werkt het niet. Ook niet in het gewone leven. De techniek mag dan hard gaan, de mens is ontworpen voor loopsnelheid. Onderzoek wijst uit dat het voor jongeren niet anders is: hevige multitaskers scoren op alle fronten slechter dan hen die dat veel minder doen. Wat stoffig aandoende begrippen als tijd, rust en aandacht blijken bij nader inzien nog niet zo gek. En als die ergens thuishoren ... Ja, dan is dat op pelgrimstocht. Laten we daarom proberen de ‘duivelse’ verleidingen van de techniek te weerstaan. Niet omdat het ‘verboden vruchten’ zijn, maar omdat ze ons ervan weerhouden om zelfs op de camino echt in het hier en nu te leven. In de beperking toont zich de meester-pelgrim. Want juist die zelf opgelegde beperkingen brengen je in contact met nieuwe, onverwachte ervaringen, met andere @ mensen, met je eigen dromen en talenten.
En verder ...
Uitsluiting van het kwade Bedevaarten als verbanning in de late middeleeuwen Jan van Herwaarden In de middeleeuwen was het niet ongewoon veroordeelden voor straf op bedevaart te sturen. Santiago de Compostela was hiertoe een van de vele bestemmingen. Doel was dat de gestrafte tot inkeer kwam, maar de straf fungeerde ook als aflaat voor diegene in wiens opdracht de bedevaart gemaakt werd. Op 15 maart 1421 werd te Antwerpen een man wegens onzedelijk gedrag en geweldpleging veroordeeld tot een bedevaart naar Bari en een verbanning van tien jaar. Bij dit vonnis werd aangetekend dat het geoorloofd was hem te doden wanneer hij zich binnen die tien jaar in het markgraafschap bevond. De eventuele dader zou daarvoor niet worden beboet, integendeel, hij zou als beloning vijftig gulden van de stad ontvangen. Een dergelijke strafmaatregel was in die tijd heel gebruikelijk. In de Nederlanden gebruikten stedelijke overheden zo tussen 1300-1550 opgelegde bedevaarten als middel tot conflictoplossing en zuivering van de gemeenschap. Wie een stad deugdelijk wil besturen, moet ‘den quaden altoes worpen vutte’ (het kwaad altijd verwijderen), aldus een oude Antwerpse stadstekst uit het tweede kwart van de veertiende eeuw. Verbanning was van oudsher een middel van een gemeenschap – familie, clan, stam, volk, stad, rijk of kerk – om zich van ongewenste elementen te ontdoen, opdat de interne vrede bewaard bleef en het voortbestaan van de gemeenschap werd gewaarborgd. Vanaf omstreeks de elfde eeuw ontwikkelden in een aantal gebieden van Europa steden zich tot specifieke rechtsgemeenschappen met eigen regels. Vriendschap werd gezien als een bindmiddel gelijkwaardig aan de familiale solidari-
Een pelgrimspaar onderweg. De man schilt een peer en de vrouw houdt haar staf vast. Beiden dragen een hoed met een brede opstaande rand versierd met pelgrimstekens - herkenbaar is de afbeelding van Christus op de zweetdoek van Veronika die in Rome hogelijk werd vereerd; links van de Veronika is op beide randen een schelp bevestigd, het teken van de bedevaart naar Santiago de Compostela. Op de achtergrond wandelt een andere pelgrim voorbij (ets van Lucas van Leyden, 1509)
teit, waarbinnen het handhaven van de interne vrede essentieel was. Een verplicht op bedevaart gezonden stedeling werd een balling, een uitgestotene, die vredeloos was, dat wil zeggen dat hij geen enkele rechtsbescherming meer genoot en maar moest zien hoe hij zich in den vreemde staande kon houden. Het algemeen welzijn gold in de opkomende steden als richtinggevend. Wat daar tegenin
De Jacobsstaf 89 | 19
En verder ...
ging, diende te worden uitgebannen. Voorop stond de integriteit van de gemeenschap met als absolute tegenstelling de splijtzwam van verdeeldheid. Bestuurders en rechters keerden zich in het bijzonder tegen het ondermijnen van wat als eigen stedelijke normen en waarden werd beschouwd. Zij maakten dan een onderscheid tussen ‘nutscap’ en ‘onnutscap’. Nutscap omvat in principe al wat het algemeen welzijn bevordert en onnutscap is de ontkenning daarvan met als gevolg het schaden van de gemeenschap en het in gevaar brengen van de stadsvrede. De conflicten, zowel persoonlijk als politiek, liepen in een stad bij tijd en wijle hoog op. Het kon dan handig zijn tegenstanders uit te slui-
ten. In de handhaving van de stadsvrede werd verbanning als een geschikt middel gezien. In verstedelijkte gebieden kwam het herhaaldelijk voor dat winnaars in een conflict hun tegenstanders uitsloten. Daarbij waren de verliezers van gister niet zelden de winnaars van morgen. In afwachting van betere tijden hielden uitgeslotenen zich nogal eens op aan de grenzen van het stedelijk rechtsgebied, de zogeheten banmijl van de stad. In en rond een gewest als Holland boden vrije heerlijkheden als IJsselstein en Culemborg soelaas aan uitgestotenen. De ballingen konden daar een geschikt moment van terugkeer afwachten om vervolgens op hun beurt tegenstanders uit te sluiten.
Een aantal pelgrims onderweg. Op de hoedranden pelgrimstekens. De gekruiste pelgrimsstaven op de hoed en de mantel van de rechter pelgrim verwijzen naar Santiago de Compostela (gedeelte van het altaarstuk, gewijd aan de Zeven Werken van Barmhartigheid dat de Meester van Alkmaar omstreeks 1515 schilderde).
20 | De Jacobsstaf 89
En verder ...
Allegorie op het falen in de pelgrimstocht van het leven, 1511. Monogrammist HSR (Elzas/Bazel) (Berlijn, BodeMuseum).
Bedevaarten in het rechtssysteem Bedevaarten waren een geschikte straf in een periode van overgang in de manier van behandeling van delicten, waarbij de rol van de ‘maagschap’, bloed- en aanverwanten, steeds geringer en die van de (landsheerlijke of stedelijke) overheid steeds groter werd. Dit was vooral te danken aan hun christelijke karakter, dat tegelijkertijd de straf legitimeerde en de beschuldigde plaatste in een stramien van boete en inkeer. Die christelijke voorstellingswereld komt naar voren uit een ordonnantie van de Antwerpse magistraat van 26 november 1436. Daarin wordt onderscheid gemaakt tussen bedevaarten ‘alse verre alst is in kerstenhede’ (zover als de christenheid reikt), ‘over meer’ (overzee, naar bijvoorbeeld het Heilig Land, Cyprus of Rhodos), ‘aen gheen side des geberchs’ (dat wil zeggen over de Alpen en de Pyreneeën, en wellicht de Midden-Europese gebergten), en ‘aen des sijde des geberchs’ (dat wil zeggen in het gebied ten noorden van de genoemde ge-
bergten en wellicht ten westen van de MiddenEuropese gebergten). De praktijk van opgelegde bedevaarten laat zien wat dit daadwerkelijk inhield: tot in een boog rond de christelijke wereld werden mensen op stap gestuurd: naar Riga (Letland), Novgorod (Rusland), Constantinopel, Cyprus, het Heilig Land, Goa (Sint-Thomas), Sinaï, Apulische steden, Messina, Granada, Cabo São Vicente (Portugal), Lough Derg (Ierland), bekend van het vagevuur van Sint-Patrick, en Trondheim (Noorwegen). In de door mij op zoek naar opgelegde bedevaarten geraadpleegde bronnen – zoals stedelijke of gewestelijke vonnisboeken, en rekeningen van stedelijke of vorstelijke rechtbanken – worden in totaal 525 bedevaartsoorden in 440 verschillende plaatsen genoemd, waaraan dan nog vijf vooralsnog niet geïdentificeerde plaatsaanduidingen kunnen worden toegevoegd. Van die 440 plaatsen liggen er 143 binnen de grenzen van de huidige Benelux, 133 in Frankrijk, 53
De Jacobsstaf 89 | 21
En verder ...
in Duitsland, 39 in Italië, 18 op het Iberisch Schiereiland, 14 in Groot-Brittannië en 40 in diverse andere landen. Een eerste verkennend onderzoek naar middeleeuwse bedevaartsoorden in de Noordelijke Nederlanden leverde als resultaat 138 vereringsoorden in 111 plaatsen op. Ook naar deze plaatsen werd verplicht gepelgrimeerd. Bedevaarten zijn geloofshandelingen en werden derhalve gezien als positieve ondernemingen. Zij strekten niet alleen tot voordeel van de pelgrim zelf, maar kregen ook door kerkelijke bepalingen een heilzame werking toegedicht voor degenen voor wie of in wier opdracht zij werden ondernomen. Dat laatste element werd versterkt door het aflaatsysteem dat weliswaar aan strenge kerkelijke regulering onderhevig was, maar dat in het algemeen betrekkelijk enkelvoudig werd opgevat. Het bezoek aan een heiligdom werd beloond, zowel in de richting van de bezoeker als in de richting van hen aan wie de bezoeker zijn pelgrimage opdroeg of in wiens opdracht de pelgrimage was ondernomen. Zo kon ook de rechtsprekende instantie – de stad, de vorst enzovoorts – de vruchten plukken van opgelegde bedevaarten. In de zogenoemde zoenprocedure vormden bedevaarten een bestanddeel van de wapenstilstand en van de zoen zelf. In het eerste geval waren bedevaarten een sanctie op het zich niet houden aan de wapenstilstand, in het tweede geval waren zij onderdeel van de genoegdoening aan de benadeelde partij. Ook in correcties speelde de aard van de bedevaart een rol, want daarin werkte evenzeer het positieve element jegens slachtoffer en gemeenschap. Bovendien was de bedevaart een goed alternatief voor tijdelijke verbanning: de reis betekende enige tijd verwijdering uit het milieu waarin de daad was gepleegd, zonder dat deze verwijdering leidde tot doelloos rondhangen aan de periferie van de rechtskring waarbuiten men was verbannen.
22 | De Jacobsstaf 89
Een amalgaam aan delicten Allerlei delicten konden met bedevaarten worden bestraft. Behalve waar daden met bijbehorende straffen in tarieflijsten waren opgenomen, werden dezelfde soort delicten telkens met andere bedevaarten bestraft. In de bronnen figureren religieuze delicten als blasfemie en ketterij, delicten tegen het algemeen welzijn, zoals inbreuk op de rechten en voorrechten van de landsheer en de stad, inbreuk op de openbare orde, ambtsmisdrijven door of delicten jegens landsheerlijke en stedelijke functionarissen, verzet tegen ambtshalve verrichte handelingen, valsheid in geschrifte, valse eden, gebruik van valse maten en gewichten, inbreuken op verordeningen die handelsverkeer en nijverheid regelden, overtredingen van politieverordeningen, delicten tegen de persoon zoals vredebraak, doodslag, bedreigingen en provocaties, slaan en toebrengen van verwondingen, aantasten van iemands woning, het indienen van valse klachten, beledigingen en smaad, verkrachting en echtbreuk en inbreuken op de eigendom zoals diefstal, roof en stroperij. Er kleefden ook nogal wat bezwaren aan het opleggen van bedevaarten. Het duidelijkst kwam dat tot uiting in het besluit van de Dordtse stedelijke overheid op 7 december 1400 om het opleggen van verbanningen en bedevaarten – hier dus in een adem genoemd – drastisch te beknotten. De Dordtse overheid was tot haar beslissing gekomen omdat de stad zwaar te lijden had van de vele verbanningen en opgelegde bedevaarten die ten koste gingen van de neringen in de stad. Bovendien bleek dat de veroordeelden ‘zeer bedorven’ terugkeerden, terwijl juist was verondersteld dat bedevaarten een gunstige werking zouden hebben. De Reformatie heeft voor verschillende gebieden het einde betekend van het opleggen van bedevaarten, waarbij dient te worden aangetekend dat al voor de Reformatie sprake was van aanzienlijke vermindering. In Holland werden bedevaarten in een plakkaat van 23
En verder ...
juni 1587, in Gelre van 9 april 1622, verboden. Het verbieden van het zoenen van delicten in de ordonnantie van 9 juli 1570 betekende voor Vlaanderen het einde aan de praktijk van opgelegde bedevaarten. Voor de Brabantse steden is een dergelijke cesuur minder scherp te trekken: in Leuven werd tot en met 1662 jaarlijks de lijst met afkoopsommen van bedevaarten genoteerd en in Mechelen werden in ieder geval nog in 1729 in een vonnis bedevaarten opgelegd. In Luikse en Limburgse contreien werden in de zeventiende eeuw in ieder geval nog bedevaarten opgelegd, maar daarbij geldt het gebieden die niet tot de Republiek of de @ Generaliteitslanden behoorden.
Jan van Herwaarden promoveerde in 1978 te Groningen op Opgelegde bedevaarten en was tussen 1971 en 2005 verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, waar hij onder andere als hoogleraar Cultuurgeschiedenis de dr. Elie van Rijckevorsel-leerstoel bekleedde. Verder lezen: J. van Herwaarden, Opgelegde bedevaarten. Een studie over de praktijk van het opleggen van bedevaarten (met name in de stedelijke rechtspraak) in de Nederlanden gedurende de late middeleeuwen (ca 1300-ca 1550) (Assen-Amsterdam 1978) Paul van de Laar, Peter Jan Margry en Catrien Santing (red.), Een profane pelgrimage naar de Middeleeuwen (Hilversum 2005)
Met dank aan Catrien Santing.
Advertentie
De Jacobsstaf 89 | 23
En verder ...
De Sint-Jacobusbroederschap in Utrecht Gerard Luiten In de middeleeuwen, wanneer de pelgrimage naar Santiago de Compostela op gang komt, ontstaat er in de Noordelijke Nederlanden een netwerk van gasthuizen en broederschappen. Ook in Utrecht is een gasthuis met een daaraan verbonden broederschap geweest (zie Jacobsstaf 59 (2003)). In dit artikel gaat het over een tweede broederschap aan de Jacobikerk verbonden. Deze kerk, voor de eerst keer genoemd in het jaar 1173, is de derde parochiekerk van Utrecht en ligt aan de noordkant van de stad. De kerk is toegewijd aan de apostel Jacobus de Meerdere, wiens stoffelijk overschot in Galicië in Noord-Spanje in de negende eeuw is teruggevonden. Kwamen pelgrims langs Utrecht, dan konden zij overnachten in het Jacobsgasthuis aan de Oude Gracht en de Sint-Jacobskerk bezoeken. Een zegel met een afdruk van een stempel van de parochie van Sint-Jacob is uit die tijd bewaard gebleven en bevindt zich in het Centraal Museum. Drie pond entreegeld Net als in Jacobskerken in andere steden, wordt ook in Utrecht een Sint-Jacobusbroederschap opgericht. De leden hebben de pelgrimage naar Spanje volbracht. De broederschap wenst in de kerk een eigen kapel, net als andere broederschappen. De Jacobskerk is daarom een aantal keren verbouwd en vergroot. Bij de eerste grote uitbreiding wordt ten noorden van het hoogkoor een Jacobskapel ingericht. Het is bekend dat in het jaar 1334 in de kerk drie altaren ingewijd werden, een ervan is het altaar in de Jacobskapel. Een tweede vermelding die verwijst naar de kapel is de gebeurtenis beschreven in een nota-
24 | De Jacobsstaf 89
Utrecht in 1173 met de Jacobikerk
riële akte uit 1422. Deze luidt als volgt: ‘Uit de nalatenschap van Aleydis weduwe van Gerardus de Rijnoey vindt een schenking plaats. Het gaat om twee percelen grond in Linschoten en Spenghen en 30 Arnhemse goudguldens. De schenking vindt plaats in ruil voor een baan voor haar priester-zoon Johannes Gerardi. Als vicaris van de Jacobuskapel, heeft hij o.a. als opdracht drie maal per week een H.Mis opdragen.’ De meest uitgebreide informatie over de Jacobskapel en de Jacobusbroederschap geeft de fundatiebrief uit 1450. Er wordt in vastgelegd onder welke voorwaarden men tot de broederschap kan toetreden en welke verplichtingen het met zich meebrengt. Men mag broeder worden op de voorwaarden dat, zo staat te lezen: ‘Voert so en sel men tot geenrewijs Brueders annemen ofte ontfangen, si en hebben eerst binnen Compostelle tot Sunte Jacobs munster, in galissen gelegen, haer bedevaert versochtet ende voldaen. Of dat sij loven binnen jaers naest comende na haren ontvange dese bedevaerden te volbrengen …’
En verder ...
Vrij vertaald: ‘Broeder kunnen worden, zij die de pelgrimage naar Santiago de Compostela hebben volbracht of zij die het voornemen hebben, binnen een jaar de tocht te volbrengen.’ Een nieuwe broeder moet drie pond als entreegeld betalen en aan de bode van de broederschap vijf schellingen schenken. Hij moet dagelijks driemaal het Onzevader en driemaal het Weesgegroet bidden, voor de levende en overleden broeders. Aan de uitvaart van een overleden broeder wordt veel aandacht besteed. Alle broeders moeten op de uitvaart aanwezig zijn en na de begrafenis een avonddienst houden. De volgende dag wordt voor het zielenheil een mis opgedragen. Daarna moeten er in de loop der tijd nog dertig zielmissen volgen. De broeders moeten al deze gebeurtenissen bijwonen, zo niet dan volgt een boete. Wat ook is voorgeschreven is dat broeders elke zondagmorgen om acht uur de mis bijwonen. De broederschap wordt geleid door twee procurators, die voor twee jaar worden gekozen. Elk jaar kiest men een nieuwe. Zij beheren en beleggen het geld van de broederschap. De kas wordt gevuld met giften en legaten. Financiële zaken zijn volstrekt in de handen van de procurators. De broeders kunnen het handelen slechts af- of goedkeuren, een middenweg wordt uitdrukkelijk uitgesloten. Slechts met algemene instemming van de broeders kan men de statuten wijzigen. Het vieren van het jaarlijkse feest van SintJacob op 25 juli is precies in de fundatiebrief omschreven. Boeiender is een vermelding van het uitbundige patroonfeest in 1501. Op die feestdag werd een statige processie gehouden. Op de dag daaraan voorafgaand werden voor in de kerk op tafels de reliekenkas en de beelden van Onze-Lieve-Vrouw, Sint-Jacob en Sint-Cordula opgesteld. De kerk werd versierd met meitakken en ruikers bloemen met ertussen, volgens gebruik, vier dozijn hang-
broden. Is Sint-Jacobsdag aangebroken, dan kon de processie onder klokgelui aanvangen. De.reliekenkas en heiligenbeelden, voorafgegaan door vele mensen met kaarsen en bloemen, werden door priesters op draagbaren door de straten van Utrecht rondgedragen. De twee procurators liepen prominent mee. Met witte handschoenen aan, droegen zij brandende toortsen. Na terugkomst in de kerk volgde de hoogmis. Daarna vond de uitreiking van de hangbroden aan de aanwezige kinderen plaats. De broeders vertrokken naar een ‘eersamighe stede’, om de voorgeschreven feestelijke maaltijd te gebruiken en een nieuwe procurator te kiezen. De fundatiebrief wordt afgesloten met de namen van 29 getuigen, waarvan 6 met een eigen zegel. Dat bewijst de belangrijke statuur van de Jacobsbroederschap in die tijd. Otto Vervaart heeft de fundatiebrief kritisch bestudeerd en in zijn boekje gesteld, dat op het eerste gezicht de brief niet veel weg heeft van een ‘stichtings’brief. Als men de broederschap werkelijk nog had moeten stichten, zou men niet hebben gesproken over ‘brueders eendrachteliken vander bruederscap des lieZegel van de Jacobskerk, 16e eeuw (Utrecht, Centraal Museum)
De Jacobsstaf 89 | 25
En verder ...
Gewelfsleutel in de Jacobikerk met voorstelling van Sint-Jacobus die een pelgrim zegent. Foto: Gerard Luiten
ven apostols sunte Jacobs’, en vervolgens in de oorkonde zonder veel omhaal statuten hebben vastgesteld. Het is zeer aannemelijk dat de broederschap al veel langer bestond. Wat ook opvalt is dat de oorkonde geen enkele bepaling over pelgrimage bevat. In de huidige tijd worden pelgrims uitgezwaaid bij vertrek en blij ingehaald bij terugkomst. Daarvan is in die tijd blijkbaar geen sprake. De kapel is echter een kort leven beschoren. De Jacobskapel en naastliggende sacristie zijn in 1498 om onduidelijke reden afgebroken, om plaats te maken voor een groot OnzeLieve-Vrouwenkoor. Daarin komt een altaar waarop een Mariabeeld wordt geplaatst. Is deze verandering een teken dat het mirakelbeeld veel belangstelling geniet? Of is de oorzaak dat de pelgrimage naar Sint-Jacob aan
26 | De Jacobsstaf 89
populariteit verliest? We zullen het nooit weten. Wel is bij de bestemmingswijziging overeengekomen dat elders in de kerk een nieuw Jacobusaltaar wordt opgericht. Bronnen Over hoe de broederschap in de praktijk van alledag heeft gewerkt is niet veel bekend. Wat uit schriftelijke bronnen is overgeleverd en het vermelden enigszins waard is, zal hierna worden beschreven. a) Een van de zes broeders die hun zegel aan de oorkonde van 1450 bevestigden, was Dirc van Meerlo. Hij is een vertrouwd persoon in de Jacobskerk. In dat jaar lieten de kerkmeesters hem alle offerblokken legen. Op kosten van de kerkmeesters gaat hij in dat zelfde jaar met Geryt de Kraen naar Beusichem om een paard
En verder ...
te kopen. In 1454 wordt Dirc van Meerlo zelf kerkmeester in de Jacobskerk. b) In de Jacobskapel wordt wekelijks een mis gelezen, waarbij de broeders aanwezig moeten zijn. Er is een rekening bewaard gebleven waarin Dirc van Meerlo de kosten voor de missen aan de prior van de Utrechtse Dominicanen, die zetelde in het moederklooster in de Parijse Rue Saint-Jacques, verantwoordt. c) Op een rekening uit 1467 vermelden de kerkmeesters een speciale gift aan de pastoor van de Jacobskerk, geschonken door de ‘gesellen van sint Jacob’. d) Een bron uit 1512 doet ons verslag over een conflict rond de uitvoering van een legaat voor de Jacobsbroeders. Dit legaat, van een zekere Areyaen Mathijszoen, is bestemd voor het doen lezen van heilige missen. Jan Gheylinck heeft geweigerd dit legaat uit te betalen aan de broeders, die worden vertegenwoordigd door Aryaens zonen. De brief waarin het legaat is omschreven, is door Jan Gheylinck ten onrechte achtergehouden. Er onstaat een conflict. De Utrechtse Stadsraad komt tussenbeiden en laat de zaak onderzoeken. Een maand later stelt de Stadsraad Jan Geylinck in het ongelijk. In oktober 1512 laat de Stadsraad notuleren dat de procurator van de Jacobibroeders eindelijk de bewuste brief heeft ontvangen. Men omschrijft dat het legaat bestaat uit de opbrengsten van percelen in de Bemuurde Weerd. Hiermee is de zaak afgedaan. e) Een vermelding uit 1527: de kerkmeesters geven een verklaring af waarin ze de ontvangst van 20 gulden tegen een rente van de broeders erkennen. f ) Een bron uit 1546: de eerste kameraar, een financieel ambtenaar van de stad, moet aan de broederschap 32 gulden betalen voor twee percelen op Het Zand, het latere Paardenveld. Al deze overgeleverde bronnen illustreren de verwevenheid tussen de Jacobskerk en het Jacobusbroederschap. Wat ook opvalt is de be-
moeienis van het stadsbestuur. Sporen De Reformatie heeft uiteraard indirect consequenties voor het broederschap. Reeds weinige maanden nadat de katholieke eredienst is verboden, neemt de Stadsraad op 13 April 1579 het besluit om het overleg te openen met de kerkmeesters van Sint Jacob, met als doel beslag te leggen op geld en goederen van de broederschappen en deze aan te wenden voor de salarissen van predikanten en andere bedienaren van de Jacobskerk. Toch is de beslaglegging toen niet uitgevoerd. Nog jaren erna blijven de broederschappen overeind. Haar aard wijzigt echter drastisch. Alles wat aan de katholieke godsdienst herinnert verdwijnt. Wat overblijft is de jaarlijkse broedermaaltijd en als er een broeder overlijdt wordt hij met het gebruikelijke eerbetoon begraven. De situatie in de Jacobskerk, inmiddels Jacobikerk genoemd, is voor het broederschap ongewijzigd, in die zin dat de plek waar vroeger het Jacobsaltaar heeft gestaan, beschikbaar blijft. Het broederschapsgraf blijft in functie. De onderhandelingen tussen Stadsraad en vertegenwoordigers van de broederschappen over geld en goederen slepen zich voort. De Stadsraad is van mening dat broederschappen hun functie hebben verloren en dat zij hun inkomsten besteden aan ‘onmatige’ maaltijden. In 1615 wordt de knoop doorgehakt. De bezittingen van de broederschappen worden onder beheer van een rentmeester-generaal gesteld en aangewend voor de bouw van een tuchthuis. Hiermee houden de broederschappen formeel op te bestaan. Dat zal waarschijnlijk ook gelden voor het Sint-Jacobsbroederschap. Nu nog zichtbare sporen in de Jacobikerk die nog herinneren aan het Sint-Jacobusbroederschap zijn schaars. Meer is te zien dat herinnert aan de patoonheilige van de kerk, Sint-Jacobus
De Jacobsstaf 89 | 27
En verder ...
de Meerdere. De Jacobsschelp in de torenspits springt daarbij direct in het oog. In de kerk is van de broederschap nog iets te vinden. In het gewelf boven het hoogkoor bevindt zich een gewelfsleutel met de voorstelling van de Heilige Jacobus, met schelp, die een pelgrim zegent. In de vloer bevinden zich enkele grafstenen met een zichtbare schelp, duidend op een voormalig graf van een Jacobusbroeder. Er ligt nog een steen waar naast een schelp en een staf ( Jacobus de Meerdere), links een lelie (Maria) en rechts een zwaard (Catharina) staan afgebeeld. Deze gesymboliseerde heiligen zijn dezelfde die voorkomen in de aanhef van de fundatiebrief uit 1450. Hierdoor wordt de relatie tussen het Sint-Jacobsbroederschap en de Jacobikerk letterlijk tastbaar. De middeleeuwer ging na een kerkbezoek iets drinken in herberg de Galissen. Deze herberg
is honderden jaren in bezit geweest van het Jacobusbroederschap en is gelegen op de hoek Jacobskerkhof – Oude Gracht. Maar dat is iets @ voor een volgende Jacobsstaf.
Literatuurlijst: - Th. Van Riemsdijk, Geschiedenis en bijdragen van de Kerspelkerk van Sint Jacob te Utrecht, resp. 1882 en 1888 - Ada van Dijk, Middeleeuwse Kerken in Utrecht, Walburgpers, 1988 - O. Vervaart, Santiago in Utrecht, 2002 - A. van Hulzen, Utrecht, 1962 - Jaarverslagen over Restauratie 1973–74 no. 3 en 1975–76 no. 4 - Jaarboeken Oud Utrecht jaargangen: 1967; 1972; 1975; 1978.
Advertentie
Fietsvervoer Vanaf heden is ook fietsvervoer vanuit Rome mogelijk. www.fietsvervoer.nl Uw fiets retour vanuit Santiago de Compostela naar Nederland en Belgie !
In samenwerking met het Spaanse bedrijf Tournride verzorgt Soetens Transport elke vrijdag het vervoer met fietsen vanuit Santiago de Compostela naar Vessem (NL). Vanuit het distributiecentrum in Vessem wordt uw fiets door heel Nederland en Vlaanderen thuis afgeleverd. U betaalt voor de verzekering, de stalling in Santiago de Compostela en het vervoer naar huis éénmalig 119,-- incl. btw. Vraag naar de mogelijkheden.
SOETENS TRANSPORT Tel. 0031 (0)497 591673 kantoor gsm 0031 (0)653713539 fax 0031 (0)497 541076 e-mail:
[email protected]
28 | De Jacobsstaf 89
En verder ...
Een pelgrim twittert niet Carel Stolker Overdenkingen van een fietsende pelgrim op weg naar Santiago. ‘Bergafwaarts fietsend geen puddingbroodjes meer eten!’, noteerde ik op dag 15, ergens in de Pyreneeën, als een dringend advies aan mijzelf en aan wie mij ooit zou volgen. Het advies is goed. Pelgrimeren is vooreerst een praktische aangelegenheid. Een kwestie van overleven zelfs. Waren het in vroeger tijden struikrovers en wolven, tegenwoordig is het vooral de Spaanse N120 die haar slachtoffers eist. ‘Fiets zo dicht mogelijk op het voortrazende verkeer, zodat ze om je heen moeten’, krabbelde ik vlak bij Burgos in mijn dagboek. Het lijkt teruglezend een bijna vervreemdend advies dat lijkt op een andere ervaring die ik opschreef: ‘Vertrouw iedereen, vooral hen die je het minst vertrouwt – zij zijn het leukst’ (dag 21). Pelgrims zijn gelijkelijk gevaarzoekers en gelukzoekers. Sterrenakker De tocht der tochten is die naar Santiago de Compostela. Eeuwenlang trokken pelgrims naar deze Noord-Spaanse stad. De Jacobsroute, naar het graf van San(t) Iago – Sint Jakobus. De toevoeging Compostela verwijst naar Campus Stellae, Sterrenveld, de sterren die het gebeente van Jakobus deze plaats hebben aangewezen. Het verhaal is legende, de sterren niet. Zij zijn wezenlijk. Liggen op een akker en kijken naar de sterren. Keats schreef het in een onbewaakt moment: ‘Bright star, would I were stedfast as thou art! / Not in lone splendour hung aloft the night / And watching, with eternal lids apart…’ Sterren maken klein en groot. Sterren verbinden mensen, over middeleeuwen heen. Waarom fietsen naar Santiago? In mijn dagboekje lees ik op de eerste bladzijde al het
eenvoudige antwoord: ‘De onrust – de dagen, weken, jaren van vergaderen. Overal muziek, telefoon, tv, computers die praten. Ik zou zo graag eens vijf weken willen missen.’ Het is onze hoge ‘moet-druk’, heb ik later wel gedacht. Maar ook: die fascinerende katholieke route, het geloof van eeuwen achterna. Naar de sterrenakker. Drie wijzen van reizen garanderen bij aankomst in Santiago het sigillum: lopend, te paard en fietsend. Ik vertrok per fiets, in de derde week van maart 2004, om eind april aan te komen. Fiets. Ik verloor haar niet uit het oog (fiets is ‘zij’, want ik ben man). Niet één lekke band, verwonderlijker nog: niet één keer vroeg ze om extra lucht. Anders dan ik. Na terugkeer in Leiden vroeg ik mijn goede collega Frans Saris, decaan van de faculteit der wiskunde en natuurwetenschappen, om opheldering: waarom staat een fiets in de schuur binnen enkele weken op zachte banden en fiets ik met alles wat ik heb en houd bijna 3000 kilometer zonder bijpompen? Hij moest een vol jaar nadenken. Frans is een echte wetenschapper. Maar ik wist het antwoord allang: fiets was mijn maatje – daarom. Symboliek Een pelgrim moet iets hebben van een overlever. Hij moet alleen kunnen zijn en niet bang voor de weg. Een pelgrim plant zijn reis daarom niet; alleen het doel is bekend. De eerste honderden kilometers is het nog bijna angstig fietsen, van stad naar stad. Als lopen langs een touw omhoog: waar vind ik straks een slaapplaats? Maar langzamerhand neemt de weg het over. ‘Buen camino!’, groeten pelgrims elkaar. Het contact is rechtstreeks, van mens tot mens. Een pelgrim twittert niet; hij houdt
De Jacobsstaf 89 | 29
En verder ...
geen weblog bij. Hij maakt zich los en vindt zichzelf. Op een van de allermooiste en zwaarste stukken, tussen Astorga en Ponferrada, hoog in de Spaanse bergen, voerde de camino mij onder dreigende wolken en het aanmoedigende oog van God langs Rabanal del Camino, een langgerekt dorp tegen een helling, dat in de Codex Calixtinus al genoemd wordt als een etappeplaats voor pelgrims – alles is daar middeleeuwen – steeds maar hoger klimmend, naar het Cruz de Ferro, een eenvoudig ijzeren kruis bovenop een boomstam. Eeuwenoud, metershoog. Elke pelgrim legt daar een deel van zijn last af, verbeeld door het werpen van een steen op de grote hoop stenen aan de voet van het kruis. Een steen, meegenomen van huis. De symboliek van het werpen, zo’n eenvoudig gebaar waar het katholieke geloof zo goed in is. Het gebeurt er al eeuwen. Het was heel stil toen ik er, buiten adem, aankwam. Al die stenen, al die mensen. ‘Raap dus bijtijds een steen op, anders moet je een heel eind terug’, adviseerde tot mijn ontsteltenis het routeboekje, zonder veel gevoel voor de symboliek. De auteur kan geen katho-
liek zijn, want wezenlijker dan dit moment is er niet: wat wil ik na al dat klimmen en dalen echt kwijt? Maar ook: wat wil ik voor altijd be@ waren?
Rabanal del Camino. Foto: Tieleke Huijbers
Advertentie
Wilt u de Jacobsroute op een comfortabele manier wandelen? Alleen of met uw eigen gezelschap? Met gereserveerde hotelletjes en met vervoer van bagage? Met een uitgebreide routebeschrijving en kaartmateriaal?
Bel Topo-Aktief 024-360 64 27 of bezoek onze website www.topo-aktief.nl
30 | De Jacobsstaf 89
En verder ...
Koude Oorlogsveteranen langs de camino Huub Willems Toen ik medio oktober 2010 mijn werk als hospitalero in Santo Domingo de la Calzada overdroeg aan mijn opvolger, werd ik mij bewust dat de wereld de afgelopen twintig jaar op zijn kop is gezet. Om dit te verduidelijken moet ik, het kan niet anders, eerst iets over mezelf vertellen. Ik heb ruim dertig jaar, van 1958 tot 1989, gediend bij de Koninklijke Marine, waarvan meer dan tien jaar bij de inlichtingendienst als tolk-vertaler Russisch. Tijdens mijn diensttijd was de strategie van de NAVO gericht op het voorkomen van een oorlog met de ‘Russische beer’ die ons ‘vrije Westen’ naar het leven stond met veertigduizend tanks in Oost-Duitsland en SS-20 raketten die op West-Europa waren gericht. Om deze dreiging het hoofd te kunnen bieden waren beide partijen tot de tanden toe gewapend met raketten en nucleaire wapens. Er was sprake van een zogenoemde mutual assured destruction (MAD): mocht een van beide partijen tot de aanval overgaan, dan was wederzijdse totale vernietiging gegarandeerd. De ouderen onder ons zullen dit herkennen en zich de crises herinneren als weer eens sprake was een oorlogsdreiging zoals de opstand in Hongarije in 1956, de Cubacrisis in 1962 die dreigde uit te lopen op een allesvernietigende atoomoorlog, de opstand in Tsjecho-Slowakije in 1968 en de woelingen in Polen in 1980. Telkens werden tijdens die crises de NAVO en dus ook de Nederlandse strijdkrachten in staat van verhoogde paraatheid gebracht. Begin negentiger jaren stortte de Sovjet-Unie en het daarmee verbonden Warschaupact ineen: de ‘vijand’ had binnen enkele jaren opgehouden te bestaan. Afgelopen oktober heb ik, zoals gezegd, gewerkt in Santo Domingo de la Calzada en raad
eens wie mijn aflosser was? Een militair van de vroegere Sovjet-Unie: majoor buiten dienst Vladimir Vasiljevitch Petkarov (58), die tot 1993 zijn dienst voor het land in Kazachstan had doorgebracht bij de strategische nucleaire strijdkrachten van de Sovjet-Unie, na 1991 de Russische Federatie. Hij was gedurende zijn werkzame leven betrokken bij de verdediging van zijn land om de ‘kapitalisten’ buiten de deur te houden, zoals ik dat was om de ‘communisten’ te beletten ons hun wil op te leggen. De wederzijdse afschrikking heeft dus toch zijn doel bereikt: de ene zogenoemde Koude Oorlogsveteraan kon zijn functie overdragen aan de andere, zijn vroegere ‘tegenstander’. Het kan verkeren.
Huub Willems (l) en Vladimir Petkarov
Naschrift: Dat het kan verkeren bleek ook uit een opschrift dat ik las op de deur van mijn hospitalerokamer in de wel zeer luxueuze herberg: ‘La puerta se abre a todos enfermos y sanos, no solo a catolicos sino aun a paganos, a judios, herejes, ocios y vanos; y mas brevemente, a buenos y profanos’ (Poema siglo XIII) (Vert.: ‘De deur staat open voor zieken en gezonden, niet alleen voor katholieken maar zelfs ook voor heidenen, joden, ketters, leeglopers en nuttelozen; kortom voor gelovigen en @ niet-gelovigen’)
De Jacobsstaf 89 | 31
En verder ...
Pelgrimeren: voortschrijdende gastvrijheid ervaren en doorgeven? René Heinrichs Zo lang er pelgrims zijn, zijn er mensen die zich bekommeren om zijn welzijn. Verschillende pelgrims nemen uit dankbaarheid voor de onderweg genoten gastvrijheid het initiatief om te gaan hospitaleren of zelf een herberg te beginnen. Herbergeigenaar René Heinrichs brengt een ode aan het subtiele spel tussen herbergier en pelgrim.
den van hen die toevlucht bieden aan pelgrims. Met het fenomeen pelgrimsopvang ben ik ook vertrouwd als eigenaar en coördinator (een kleine honderd vrijwilligers geven een deel van hun tijd om pelgrims mee op te vangen en bij te staan) van een pelgrimsopvang te Augy-surAubois in de regio Centre in Frankrijk, gelegen aan de prachtige route GR654.
Elk artikel heeft zijn eigen ontstaansgeschiedenis en bedoeling. Zo ook dit artikel. Het begint in 1993. Toen vernam ik via een documentaire op de Nederlandse televisie van de pelgrimage naar Santiago de Compostela. Mijn bedoeling is aandacht te vragen voor een belangrijk fenomeen: de gastvrijheidservaring onderweg. Vanaf 1993 ben ik lid van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob. Dit genootschap viert dit jaar zijn vijfentwintigjarig bestaan. In die periode is veel gebeurd. Het pelgrimeren staat altijd voorop en daarbij vooral de aandacht voor de pelgrim, zoals het beheer van een herberg in Roncesvalles. Een poging tot hospitaleren in Santiago heeft geen vervolg gekregen. Hoewel ik zelf op beide plaatsen nooit heb gehospitaleerd ben ik met het verschijnsel pelgrimsopvang redelijk vertrouwd. Als voetpelgrim vanaf Saint-Jean-Pied-de Port in 1994 en als fietspelgrim vanuit Ossendrecht naar Santiago de Compostela in 1997. En in 1998 met negen andere pelgrims te voet en per fiets van Lourdes naar Santiago. Sinds 2006 ben ik weer enige keren onderweg geweest en heb ik weer gebruik gemaakt van de pelgrimsopvang. Zo stond ik aan de kant van hen die onderweg steeds weer de warme belangstelling ondervin-
Een open deur Onderweg naar Santiago is er een steeds groter en commerciëler wordend netwerk van opvang; er zijn particulieren die een kamer beschikbaar stellen, jeugdherbergen, campings, chambres d’hôtes, auberges de pèlerins, pensions en hotels. Naast de minder commerciële opvang door kerken – particuliere en door de (lokale) overheid geleide refugios – zijn er in landen als Nederland, België en Frankrijk ook niet-commerciële opvangmogelijkheden door pelgrims voor pelgrims. Zelf ben ik een pelgrimsopvang begonnen omdat ik erg getroffen was door de warme belangstelling onderweg, vooral tijdens de voetpelgrimage van 1994. Steeds weer kwam ik aan een open deur; er was steeds plaats in de innerlijke herberg. Zo herinner ik me als de dag van gisteren hoe ik werd opgevangen in een dorpje, nadat ik vanuit Castrojeriz in Spanje de steile klim naar de hoogvlakte had gemaakt. Ik kwam terecht in een steeds donker wordende lucht, dreigender en dreigender, waardoor ik me bewust werd van het gevaar dat ik liep: alleen in een open landschap zonder de mogelijkheid tot beschutting en diep in mezelf voelend hoe klein en kwetsbaar ik was als er een flink onweer zou
32 | De Jacobsstaf 89
En verder ...
uitbreken. Dit zette me aan tot het steeds sneller gaan lopen en bidden tot God om me toch niet op deze manier aan mijn einde te brengen. Na enige uren van inspanning, lijden en angst kwam ik aan in een klein gehucht en daar brak een ongelooflijk mooi onweer los met felle bliksemschichten. De cafébezoekers ontvingen me, verwenden me. Ja, ze hadden een plek om te overnachten: een oude gang met een koudwaterkraantje en twee stapelbedden die kraakten en piepten zodra je erop ging zitten of liggen. Geen elektriciteit. Maar de ontvangen warmte en zorg van de mensen was ontroerend en onvergetelijk. Zo iets overkwam me ook na de beklimming van de Cebreiro. Daar was ik helemaal natgeregend en doorweekt tot op het bot. De hartelijke belangstelling, het gemak waarmee ik werd opgevangen en mijn kleding in het volle restaurant te drogen kon hangen, de ervaring dat ik als pelgrim mocht zijn die ik was: dat alles heeft op mij een diepe en onvergetelijke indruk gemaakt. Het deed mij nadenken over mijn verblijf op
deze aarde. Ik besefte dat ik hier op deze aarde slechts een doorgangsmens ben die aangewezen is op de gastvrijheid van anderen, en op mijn beurt gastvrij mag zijn voor anderen. Op die eerste weg naar Santiago groeide de idee om ook materieel vorm te geven aan die gastvrijheid: als ik ooit in staat zou zijn om pelgrims op hun weg te ontvangen dan zou ik dat gaan doen. En zo begon ik, samen met mijn lief Hanny en de kinderen, de pelgrimsopvang Nos Repos in Frankrijk. We kochten binnen 48 uur een kleien fermette in oktober 2000 en we openden op 30 juni 2001. Dat betekent dat we dit jaar het tienjarig bestaan van de pelgrimsopvang vieren. We besteden daar veel aandacht aan (zie kader). Ontdekkingstocht Gastvrijheid verlenen kent twee kanten: er is iemand die zich beschikbaar stelt om welke gast dan ook op te vangen – de gastheer of gastvrouw – en er is diegene die opgevangen wordt, de gast. Dat kan leiden tot een fijn samenspel van gevoelens, uitwisseling van intimiteiten,
Tien jaar pelgrimsopvang Nos Repos Op 2 juli 2011 viert pelgrimsopvang Nos Repos in Augy-surAubois zijn tienjarig jubileum. Op het feestprogramma staan een plechtige misviering in het historische romaanse kerkje, een receptie en een feestmaaltijd. Als u geïnteresseerd bent om dit evenement bij te wonen, kijk dan op www.pelgrims.nl; daar vindt u alle mogelijke inlichtingen. Uw vrijwillige bijdrage voor de deelname aan de feestelijkheden en voor de instandhouding van de pelgrimsopvang wordt in dank aanvaard, ze kan ook ter plaatse overhandigd worden. Bent u ooit zelf gast geweest in Nos Repos en heeft u er misschien nog enkele interessante foto’s van, dan wordt u verzocht deze door te mailen aan
[email protected]. Het is de bedoeling om een dvd samen te stellen met foto’s van de voorbije tien jaar. Augy-sur-Aubois ligt aan de route van Vézelay (GR654), 8 kilometer voorbij Sancoins. De herberg is geopend van 12 maart tot en met 15 oktober 2011 en biedt plaats aan vijftien gasten. Als tegemoetkoming in de kosten wordt 8 euro per persoon gevraagd. U bent dagelijks welkom vanaf 17 uur. Indien mogelijk 1 dag van tevoren bellen op telefoonnummer: 00 33 248746830. Er zijn steeds Nederlandstalige hospitaleros aanwezig. De pelgrimsherberg wordt beheerd door de Stichting Vriendenkring Pelgrimsrefuge Nos Repos.
De Jacobsstaf 89 | 33
En verder ...
en ervaringen waarin respect en aandacht voor elkaar centraal staan. Bij werkelijk doorleefde gastvrijheid ontstaat er een relatie waarbij de mens steeds dichter bij zichzelf komt, bij het wezen van zijn mens zijn, als doorgaand wezen op deze aarde waarin in feite alles geschenk is. Het zijn juist deze ontmoetingen die blijven hangen, die steeds weer oplichten in het geheugen als we praten over onze tocht. De gastheer of -vrouw biedt de ruimte aan om jezelf te vinden en geeft daarin mogelijkheden en onmogelijkheden aan, en de gast op zijn beurt laat blijken in zijn gedrag dat hij dit respecteert en geeft ook zijn grenzen aan. Schitterend zijn dan de ontmoetingen aan tafel waarin de communicatie, het gemeenschappelijke van ons mens-zijn naar voren komt: het samen onderweg zijn naar ... Vroeger, ten tijde van Willibrordus en Bonifatius, was de opvang gericht op de pelgrimstocht voor en naar Christus. Later zette die zich voort in de tevens religieus georiënteerde pelgrimage naar Jacobus. In onze tijd is het niet meer zo duidelijk waar naartoe onze pelgrimage leidt. De beleving dat je mag zijn die je bent, het delen van elkaars gevoelens van bewondering als we samen naar de lichten van de Melkweg kijken, de ervaring van de rust en de stilte die gerespecteerd wordt, de onzekerheden en strijd die we ervaren op onze manier, het wegvallen van de maskers die we zo vaak opzetten: het brengt ons mensen vanuit heel de wereld samen. De pelgrimage functioneert dan als een ontdekkingstocht naar het wezen van onszelf. Veel hospitaleros kunnen vertellen van hele fijne ontmoetingen waarin juist het gelijktijdig trillen van de snaren het beste bij elkaar naar boven haalt. Veel aantekeningen in de gouden boeken bij pelgrimsherbergen, zeker bij Nos Repos, en de vele dankbetuigingen van pelgrims die Santiago gehaald hebben, geven blijk van juist dit aspect van pelgrimeren: de liefde,
34 | De Jacobsstaf 89
warmte en respect voor het eigen wezen. Op de weg naar Santiago – als plaats waar de omgang met het Transcendente verdicht werd en wordt ervaren – mogen we klaarblijkelijk ons zelf ontdekken en worden wie we zijn. Pleidooi Het is juist deze gastvrijheid die onder druk staat. Enerzijds door een groot claimgedrag van de gast: met een zekere gewoonheid wordt geëist dat voorzieningen steeds meer kwaliteit moeten bieden. Anderzijds door de gastheer of -vrouw die een slaatje wil slaan uit de enorme toename van pelgrims. De pelgrimage is een toeristenindustrie geworden! In plaats van gasten worden we steeds meer een nummer. Ondanks het goede streven van de verschillende genootschappen om pelgrims op te vangen, zijn de door de genootschappen geleide refugios door de enorme loop naar Santiago, hun basisfunctie van spirituele opvang vergeten; beter gezegd komt men daar niet meer aan toe. Hier zou ik een pleidooi willen houden voor de kleinschalige opvang van pelgrims waarbij beide deelnemers aan het verschijnsel gastvrijheid weer toekomen aan de ontmoeting; aan dat proces van zelfvinding als daar behoefte aan is. Het wordt tijd voor een netwerk van kleinschalige opvang door de landen heen, waarin er sprake zal zijn van een voortschrijdende gastvrijheid opdat pelgrimeren weer pelgrimeren wordt. Ligt hier misschien een uitdaging voor het Nederlands genootschap? Om te werken aan een Spiritualiteit van Gastvrij zijn? Zou het mooi zijn om de mensen die pelgrims opvangen in het kader van het programma Pelgrims voor Pelgrims, bij elkaar te brengen op een speciale dag van de Spiritualiteit van de Opvang? Van harte gefeliciteerd met dit jubileum en veel wijsheid en inspiratie voor de komende 25 @ jaar.
Pelgrimsboeken
Het is zoals het is Jeroen Gooskens Joop Smit, Jeruzalem, Rome, Santiago, Op weg met een pelgrim. ISBN 9789021142289, 174 p. Een leven zonder moord of brand, is daar een goed verhaal van te brouwen? Een boek zonder seks, drugs of rock-’n-roll, zou dat nog spannend kunnen zijn? Ja dus. Het pelgrimsverhaal van Joop Smit heeft mij van begin tot eind geboeid. Natuurlijk is zijn tocht niet alledaags. Het boek beschrijft liefst vier ommetjes, die de wandelaar in vier opeenvolgende jaren aflegt. De eerste etappe van huis uit (Utrecht) naar Venetië. Wandelen door Europa, vertrouwde paden, een zomerse oversteek van de Alpen en de Dolomieten, door de Povlakte. De tweede etappe exotischer door Griekenland en Turkije en Israël, vaak in de voetsporen van Paulus en Jezus. Dan de derde etappe door Italië langs de Via Francigena naar Rome. En de vierde etappe tenslotte langs de Via de la Plata vanuit Sevilla naar Santiago. Steeds verschillende coulissen die ruimte bieden voor steeds hetzelfde wonder. Alle tijd om rond te kijken en terug te blikken en het leven te beschouwen. En dat blijkt opgeteld wel degelijk onderhoudend. Eenvoudig en sober Het boek is eenvoudig en sober. De schrijver is een gewone Hollandse jongen, bouwjaar 1939. Joop (want pelgrims hebben volgens Joop geen status, alleen een voornaam) viert zijn pensioen als bijbelkundige met wandeltochten. Als priester en augustijn vraagt hij zich af wat zijn levenskeuzes waard zijn gebleken. Joop schrijft geen mooie zinnen, hij is
wars van pathetiek en drama, hij is (bijna dagelijks) nuchter en degelijk. Het boek is niet verlucht met mooie tekeningen of sfeerrijke foto’s of gevoelige gedichten. Droge dagboekaantekeningen zijn het van een wandelaar die zijn leven onder de loupe neemt. En toch is er de spanning van de rode draad, toch raakt de lezer gaandeweg geboeid en vraagt zich af hoe het avontuur afloopt. Wat betekent de desolate afbraak van de katholieke kerk voor de man met zijn priesteridealen? Wat blijft er na de afbraak van allerlei (af )godsbeelden nog over van God? Waar brengt hem de pelgrimstocht? De schil: de weg Op vier ommetjes is het boek gebaseerd, met een beetje goede wil zou je ook vier lagen in het boek kunnen onderscheiden. De eerste laag is de schil van het dagelijkse gebeuren. Het landschap met al zijn kleuren en gezichten, de geplaveide maar vaak ook ongeplaveide wegen, de ontmoetingen met grootmoedige en kleinzielige mensen, de gepaste vertraging die alle ruimte biedt voor herinneringen en dromen, voor de verkenning ook van het innerlijk landschap. Kortom het proces dat elke echte wandelaar zal herkennen: de weg die je stap voor stap slijpt tot pelgrim. Joop beschrijft dit alles mild en met de nodige relativering. De lezer leert hem gaandeweg beter kennen en gaat met hem meelopen, meedenken, meevoelen. Benieuwd naar wat elke nieuwe dag weer brengen gaat. De worsteling met de catholica De tweede laag is de worsteling van de katholieke jongen, die zijn leven als priester en als augustijn en als exegeet nauw met de katholieke kerk heeft verbonden. Een vriendelijk
De Jacobsstaf 89 | 35
Pelgrimsboeken
kloostertje in de Apennijnen levert hem een déjà vu van het verloren paradijs, dat voor Italianen nog lijkt te bestaan maar voor een nuchtere Nederlander voltooid verleden is. ‘Ik kan en ik wil niet meer terug’, schrijft hij dan. Maar hoe vooruit in een onttoverde wereld blijft een open vraag. In zijn opleidingsjaren (de zestiger jaren van de vorige eeuw) juichte Joop het aggiornamento (vert.: modernisering) van de kerk toe en droeg er zijn steentje aan bij. Maar daarna maakt hij de harde tegenstroom van de restauratie mee. Hij constateert dat droogjes (‘de reformatie wordt altijd weer gevolgd door een contrareformatie’), maar tegelijk voel je de pijn schrijnen. De warme bakermat verwordt tot een organisatie met ijskoude pretenties, de sacrale plaats vol mysterie wordt ontheiligd door fundamentalisten die alles met woorden dichttimmeren. In die kerk gaat Joop zich een ontheemde randfiguur voelen. Maar evengoed loopt hij bewust in de voetsporen van de apostel Paulus en van de historische Jezus, op sommige dagen zijn ze zelfs zijn metgezellen. ‘Ik zou me bij Paulus niet goed op mijn gemak voelen. Toch mag ik hem wel’, heet het dan. En als hij bij het meer van Tiberias een vissersbootje op het water een net vol oude verhalen omhoog ziet halen schrijft hij: ‘Soms had ik de indruk dat Jezus voor me uit liep, uitnodigend, uitdagend, zonder bepakking. Er ging een grote kracht van hem uit.’ De zoektocht naar God De derde laag dan: God. Ooit met de paplepel ingegeven, vanzelfsprekend. Tijdens zijn theologiestudie gaat Joop zich realiseren dat elk beeld van God mensenwerk is; Augustinus leert hem dat je elk (af )godsbeeld moet stukslaan. ‘Is er God buiten onze taal over God? Ik heb Hem nooit gezien of gevonden, alleen echo’s van zijn stem vernomen.’ Het doorvertellen van die echo’s in bijbelse verhalen wordt
36 | De Jacobsstaf 89
Joops levenstaak. ‘Maar God zelf blijft een oorverdovende stilte. Is er een Aanwezigheid, of doen we maar alsof om een dak boven ons hoofd te hebben en niet onbeschut te staan in een eindeloos zwijgend universum?’ Joop wandelt om dat verder uit te zoeken, al weet hij tegelijk, ‘een pelgrimstocht is mooi, maar uiteindelijk zal ik God toch thuis moeten vinden’. Natuurlijk blijft de strijd onbeslist, God blijft de mens nu eenmaal te boven gaan. ‘Maar belangrijker dan de vraag of God bestaat, is de zekerheid dat je als mens je hart moet zuiveren om hem te kunnen zien. En daarom blijf ik bidden tot God, al weet ik niet goed met wie ik de eer heb’, schrijft hij op de laatste bladzijde, en daar heeft hij vrede mee. Het hart van de pelgrim Tenslotte komen we bij de pit van de pelgrimstocht. Want waar het in de kern om gaat, dat is toch het hart van de pelgrim. ‘Die pelgrim is in wezen een voorbijganger. Hij gaat op weg en weet in zijn achterhoofd dat hij onderweg is van geboorte naar dood. Elke dag opnieuw is een geschenk dat hij ontvangt. Waar het in het leven echt om gaat – liefde, vergeving, schoonheid – daar moeten we hard voor werken, maar we scheppen het uiteindelijk niet zelf. Het wordt ons van hogerhand gegeven. Ik ben het allesbepalende centrum niet, ik ben maar een klein onderdeel van een wonderlijk en ondoorgrondelijk geheel, een geheim dat ik niet kan omvatten.’ Die ervaring zal elke rechtgeaarde wandelaar herkennen en delen. Al tijdens zijn eerste wandeletappe stuit Joop in het zuiden van Duitsland midden in een bos bij Walderkapelle op een heilwens voor passerende wandelaars: ‘Eenvoudig zijn. Dat je perfect wordt, dat wens ik je niet toe. Maar dat je de brokstukken van je leven kunt aanvaarden en de angst om jezelf aan God kunt overlaten, dat wens ik je van harte toe.’ En dat is drie jaar later en duizenden kilometers
Pelgrimsboeken
verder precies ook de gedachte waarmee hij in de kathedraal het beeld van San Iago omhelst: ‘Ik aanvaard mijn leven zoals het gelopen is en de persoon die ik geworden ben. Met de sterke kanten, maar ook met de manco’s die ik heb.’ Je kunt er een leven lang over piekeren. Je kunt er de wereld voor om lopen. Je kunt er hele
congressen over vol praten en vele sacrale velden voor bedenken. Maar de conclusie in de slotalinea is simpel: ‘Het is zoals het is. Dat betekent geen stilstand. Als dat eenmaal gezegd is kun je meer ontspannen verder.’ Kan het @ eenvoudiger?
Op weg naar een JAARBOEK 2011 De overtuiging dat onze genootschapspopulatie een enorm schrijverspotentieel herbergt, heeft bij mij het idee doen ontluiken om die verborgen schat te gaan onderzoeken en exploiteren. En om de resultaten hiervan aan het einde van een jaar in een JAARBOEK te publiceren. Er is reeds een voorzichtig begin gemaakt met de samenstelling van het JAARBOEK 2011. Een beperkt aantal auteurs heeft medewerking toegezegd aan het mogelijk verschijnen hiervan tegen het einde van dit jaar. Mooi trouwens om het eerste jaarboek juist aan het einde van ons jubileumjaar het licht te doen zien. Degenen onder u die menen een mooi en degelijk artikel te kunnen schrijven over een onderwerp dat nauw verbonden is met de schatrijke cultuur, geschiedenis of kunst van onze jacobspelgrimage, verzoek ik vriendelijk contact met mij op te nemen. In nader overleg kunnen dan de voorwaarden voor een eventueel artikel worden uiteengezet, zoals thema, opzet, lengte, redactie, et cetera. In blijde afwachting, met pelgrimagische groet, Jan Galjé,
[email protected], Archimedesstraat 31, 2517 RP Den Haag. Advertentie
Abdijstraat 53 - 5473 AC Heeswijk t. 0413-291394 -
[email protected]
De Jacobsstaf 89 | 37
De herberg van ...
Beheerder gezocht Kees Wittebrood
Foto: Kees Wittebrood
Het aardige van de rubriek ‘De herberg van …’ is dat je zoveel herkenning hebt. De beschrijving geeft onmiddellijk het déjà vu-gevoel als je daar zelf ook gelogeerd hebt. Dat zal niet zo snel het geval zijn bij onderstaand verhaal. Op de route van Vézelay naar Montréal-duGers via de GR645 liep ik een deel samen met de Vlaming Mark en de Fransman Joel. Zij hadden ieder weer een andere routebeschrijving van hetzelfde traject. Zo liepen we afwisselend volgens de verschillende gidsjes. Tussen Saint-Léonard-de-Noblat en Limoges kwamen we ’s middags in het dorp Aureil terecht terwijl we nog steeds geen overnachtingadres hadden. Bij toeval was de mairie die middag open en men vertelde ons daar dat 3 kilometer verder een gîte was, maar dat de uitbaatster er eigenlijk mee gestopt was. Het was een dame op leeftijd maar men gaf ons wel haar telefoonnummer. Joel, als Fransman, had als taak telefonische reserveringen te regelen. Hij zette zijn persoonlijke charme in en we mochten komen omdat ze gevoelig was voor ons argument dat er niets anders was. Het kostte wat moeite om het adres te vinden maar
38 | De Jacobsstaf 89
iets ten westen van het dorp, langs de drukke D797, vonden we het juiste adres. Een mooie oprijlaan gaf al snel zicht op de gîte: een verbouwde oude boerenschuur met boven twaalf bedden en sanitaire voorzieningen, en beneden een grote eetkeuken, woonkamer met houtkachel en een kapel die voorzien was van een eenvoudig altaar. Wat bleek nu: de gîte was twaalf jaar geleden door haar zoon, die priester is, opgezet met vrijwilligers van de parochies waar haar zoon stond. Dat hij een groot ritselaar was, bleek wel uit de inrichting. De bedden kwamen typisch uit een oud klooster en de balustrade van het trapgat was de rugleuning van een kerkbank. Intussen heeft de priesterzoon nu 65 parochies onder zijn hoede en geen tijd meer om de gîte te beheren en hospitaliers te regelen. De moeder is intussen hiervoor te oud. Zij woont in de grote, kasteelachtige boerderij even verderop met een andere ongetrouwde zoon die voor het bedrijf zorgt. Haar gastvrijheid was echter van grote klasse. Zij bracht ’s avonds met de auto (100 meter lopen was al moeilijk voor haar) gekookte pasta, brood, fruit en wijn, terwijl in de koelkast een weckfles met ingemaakt vlees op ons stond te wachten. Joel, een oud-kok, heeft er een heerlijke maaltijd van gemaakt. We waren de enige gasten. In het gastenboek zagen we dat er af en toe andere pelgrims waren geweest. Een unieke plek die meer verdient en vraagt om geadopteerd te worden, want @ madame zelf kan het nauwelijks meer aan. De redactie blijft benieuwd naar uw herbergervaring! Stuur uw bijdrage (maximaal 500 woorden) met foto over een refugio naar
[email protected].
Het Genootschap
Onderweg Onderweg naar Utrecht voor de ledenbijeenkomst op 19 maart jongstleden vroeg ik mij af hoe het zou gaan op deze dag. Verschillende locaties rondom de Dom, ruim 950 aanmeldingen en een keur van aangeboden programmaonderdelen. Zoveel aanmelding zelfs, dat aan een aantal leden andere onderdelen moesten worden aangeboden, omdat sommige zalen gewoon vol en nog eens vol waren. Een feest voor lichaam en geest was het thema, en een feest is het ook geworden. Wij kregen de stralende zon er als een cadeautje bij en zo was het zelfs tussen de programmadelen door heel gezellig toeven op het Domplein. Namens ons allen ook op deze plek nog eens dank aan de organiserende regio Utrecht-Rivierenland. Een dag eerder was er dan ook nog de wetenschappelijke conferentie in de Janskerk, waar ruim 220 leden en gasten konden luisteren naar een vijftal lezingen, gevolgd door een prima forumdiscussie met ook de nodige inbreng vanuit de zaal. Het zou te ver gaan hier op alle lezingen in te gaan. Voor geïnteresseerden komt er over enige maanden een kleine publicatie met de gehouden lezingen. Een van de sprekers was erelid en medeoprichtster van ons genootschap, Mireille Madou. Ik had het voorrecht haar een fraaie oorkonde te mogen aanbieden ter gelegenheid van haar vijftigjarig jubileum als auteur van publicaties over onze apostel Sint-Jacob en het feit dat zij enkele dagen tevoren op ‘tram acht’ was gestapt, zoals zij het zo mooi verwoordde. En na deze twee hoogtijdagen? Dan ga ik weer onderweg naar een van de wandelingen van de Camino der Lage Landen. Al ruim zevenhonderd leden van het genootschap heb-
ben een of meer dagen aan de wandelingen en fietstochten deel genomen. De wandelstaf en het gouden boek hebben inmiddels ruim 1500 kilometer door Nederland afgelegd, vanuit het zuidwesten in Brabant tot het hoge noorden in Groningen. De komende tijd gaat het nu zuidwaarts en met de voorjaarszon erbij worden dat beslist weer hele mooie dagen. Zijn jullie ook van de partij? Joost Bol, voorzitter
Advertentie
De Jacobsstaf 89 | 39
Het Genootschap
Regioberichten Regio Arnhem/Nijmegen In onze regio vermoeden wij dat er in het bonte gezelschap van inmiddels circa tienduizend genootschapsleden, ook een aantal mensen zijn die, net als wij, een ‘beetje gek’ zijn van wandelen op de camino, maar ook graag meedoen aan het jaarlijkse wandelfestijn in Nijmegen: de Vierdaagse. Nu hebben wij in Nijmegen een prachtig plekje waar pelgrims uit onze regio regelmatig elkaar ontmoeten: de Sint-Jacobskapel, aan het Glashuis in de oude benedenstad van Nijmegen. Deze kapel is een monument uit de eerste helft van de vijftiende eeuw en wordt door het stadsbestuur van de oudste stad van Nederland als een pareltje gekoesterd. De kapel hoorde bij een gasthuis, waar in vroeger tijden ook pelgrims onderdak vonden. Bij gelegenheid van het vijfentwintigjarig bestaan van het genootschap zal de Sint-Jacobskapel op de maandag vóór de Vierdaagse (op 18 juli) vanaf ca 10.30 uur tot 17.00 uur open zijn, speciaal voor genootschapsleden. Hierdoor is er voor pelgrims/Vierdaagselopers een mooie gelegenheid om elkaar te ontmoeten, te praten over ervaringen, enzovoorts. Natuurlijk is er voor onze gasten een hapje en een drankje. Op de kapelzolder is een interessante tentoonstelling te zien: houtsculpturen van in de natuur gevonden hout in combinatie met taalkunst/poëzie op een geschilderde achtergrond. Ook aanwezig: ‘De Wandelaar’, een 4 meter hoge figuur van hout en betonijzer. Op de zondag na de Vierdaagse (24 juli) organiseren wij bij diezelfde Jacobskapel in de openlucht de jaarlijkse Jacobusviering; een viering waarbij pelgrims van alle gezindten zich thuis kunnen voelen, met pelgrimsspiri-
40 | De Jacobsstaf 89
tualiteit als Leitmotiv bij teksten, met koffie en brood om te delen, enzovoorts. De viering zal worden geleid door Jeroen Gooskens. Aanvang: 9.30 uur. Na de viering is er een wandeling. De dag wordt afgesloten met een gezellig samenzijn en een gezamenlijke maaltijd. Leden vanuit alle regio’s zijn van harte welkom! Met het oog op de te organiseren maaltijd graag opgeven bij Frans Kosters, uiterlijk voor 17 juli a.s.: 0481-375201 of f.kosters@upcmail. nl. Regio Midden-Nederland Zaterdag 26 februari kwamen we met 51 mensen bijeen in Amersfoort voor onze voorjaarsvergadering onder de bezielende leiding van Fons Boink en Joop van Gool. Ze hadden weer een interessant programma gemaakt. Na een welkom en onder het genot van een kopje koffie werd het woord gegeven aan Tieleke Huijbers die ons, met het vertonen van prachtige dia’s, meevoerde op de camino van Le Puy- en-Velay naar Saint-Jean-Pied-de-Port. Hierna werd er informatie gegeven over de Camino der Lage Landen, die in onze regio van 29 oktober tot 5 november wordt gehouden. Regioleden worden uitgenodigd zich op te geven en mee te lopen! Dinsdag 24 mei zal er een fietstocht worden georganiseerd van ongeveer 70 kilometer door onze regio met de start en finish in Bunschoten-Spakenburg. Hierna werden we gesplitst in twee groepen, lopers en fietsers, en werd er informatie gegeven ten behoeve van de nieuwe pelgrims. Om 16.30 uur sloten we af met een gezellig Café Saint-Jacques. De volgende regiobijeenkomst is op zaterdag 24 september. Gerard van der Werf
Het Genootschap
Regio Limburg Uit reacties van Limburgse leden blijkt dat de uitnodigingen voor de regiobijeenkomsten en de nieuwsbrieven die digitaal naar ruim zeshonderd leden worden verspreid, niet door iedereen worden ontvangen. Oorzaken zijn mogelijk het niet kunnen openen van het bestand door de PDF-opmaak, een foutief emailadres op de landelijke ledenlijst of een nieuw e-mailadres. Wanneer u op de hoogte wilt zijn en blijven van het regionieuws, en de regiodagen in maart en november wilt bezoeken en u ontvangt nu geen digitale post, neem dan contact op met de ledenadministratie van het genootschap in Utrecht om uw juiste gegevens door te geven. Telefoon: 030-2315391 of
[email protected].
De Broederschap van St. Jacobus organiseert in samenwerking met het regiobestuur Limburg de jaarlijkse Jacobusavond op maandag 25 juli in Roermond. De avond bestaat uit een Jacobusmis met een kleine pelgrimstocht, gevolgd door een gezellig samenzijn met hapje en drankje, en een filmpresentatie van Leo Baeten in de Caroluskapel. Samenkomst uiterlijk 18.45 uur bij de Christoffelkathedraal op de Markt in Roermond. Voor deelname graag mailen naar
[email protected],
[email protected] (catering) of aan het regiobestuur Limburg.
Agenda 13 t/m 15 mei 25 juli 5 november 19 november
3-daagse pelgrimstocht van Houthem St. Gerlach naar Roermond Jacobusviering, kathedraal Roermond, 19.00 uur Landelijke Najaarsbijeenkomst Genootschap en Caminofestival te Utrecht Regiobijeenkomst Limburg in Roermond
Advertentie
• Frans voor particulieren • Frans voor bedrijf en werk • Frans voor scholieren en studenten Individueel - kleine groepen aan huis / incompany mogelijk.
[email protected] - www.lecolvert.nl 0348-412548 / 06-19184186 Van Helvoortlaan 7, 3443 AN Woerden
De Jacobsstaf 89 | 41
Het Genootschap
Donativos en peregrinos gevraagd voor de jubileumtentoonstelling Ter gelegenheid van het vijfentwintigjarig jubileum organiseert het genootschap in samenwerking met Museum Catharijneconvent in Utrecht de grote cultuurhistorische tentoonstelling Onderweg naar Santiago de Compostela (14 oktober 2011 - 26 februari 2012). De voorbereidingen zijn in volle gang en u kunt ook een steentje bijdragen: financieel, met uw verhalen of als ‘ praktijkpelgrim’. Donativo Er zijn momenten dat het nodig is dat je met de pet rond gaat. Dit is er een. Tijdens de algemene vergadering in Schoorl luisterden wij naar een lezing van ons erelid Mireille Madou. Zij toonde ons fraaie beelden van een prachtig retabel (zie afbeelding) uit de middeleeuwen dat te zien is in een museum in de Amerikaanse stad Indianapolis. In haar commentaar vertelde zij dat het een ‘mirakel’ zou zijn wanneer dit retabel hier in Europa nog eens te zien zou zijn. De kosten van het naar Nederland halen van internationale topstukken bedragen soms wel 15.000 euro voor een enkel schilderij. In de huidige tijd van stevig snoeien in de overheidssubsidies en het afhaken van vele sponsors is het helaas noodzakelijk om ook andere geldstromen aan te boren om de beoogde tentoonstellingscollectie bij elkaar te krijgen. Of het museum in Indianapolis zijn medewerking wil verlenen aan de bruikleen van het retabel is nog niet bekend, maar om het ‘mirakel van Mireille’ of de andere noodzakelijke wondertjes voor elkaar te krijgen, hebben wij uw hulp hard nodig. De Stichting Pelgrimsvrienden van Sint Jacob heeft speciaal voor het waarmaken van
42 | De Jacobsstaf 89
deze mirakels een bankrekening geopend. De stichting heeft een officiële ANBI-erkenning waardoor uw bijdragen eventueel ook als gift fiscaal aftrekbaar zijn. Bent u ook van de partij? Nu als donateur en straks als bezoeker van de unieke tentoonstelling over de weg naar Santiago? Het genootschap heeft bijna tienduizend leden en wanneer nu eens iedereen 10, 15 of 25 euro zou overmaken ... Het zou toch echt miraculeus zijn. Uw donativo kan worden gestort op bankrekening 59 81 493 bij de ING Bank ten name van Stichting Pelgrimsvrienden van Sint Jacob te Zeist. Voor meer informatie, mail voorzitter Joost Bol (
[email protected]). Verhalen en objecten Wat is een pelgrimstocht? Wat bezielt pelgrims? Wat maken zij mee onderweg? Drie belangrijke vragen die aan de orde komen in de tentoonstelling. Om deze vragen te kunnen beantwoorden, wil het museum verhalen, voorwerpen en foto’s van pelgrims verzamelen. Daarom doet het museum in aansluiting op de wedstrijd Uw mooiste plek aan de camino (zie pagina 44), een beroep op u. Dit voorjaar lanceert het museum een ‘virtuele pelgrimstocht’. Een digitaal platform en ontmoetingsplek waar pelgrims verhalen, foto’s en video’s kunnen delen met anderen. Door locaties op de camino via Google Maps te laden met herinneringen, ontstaat in woord en beeld een doorlopend verhaal van Nederland tot Santiago de Compostela. Met een persoonlijk profiel is het mogelijk om elkaar terug te vinden en contact te houden. Ook is de site door pelgrims onderweg te gebruiken als weblog. Wilt u uw verhaal ook vertellen op
Het Genootschap
‘De mirakelen van Sint-Jacobus’ van de Meester van de Legende van Sint-Godelieve (omstreeks 1500) (Indianapolis Museum of Art)
de tentoonstelling en uw uitrusting, dagboek of bijzondere souvenir tonen, dan kunt u dit aangeven op de site. Wij nemen dan contact met u op. Kunt u niet wachten? Stuur dan nu alvast uw bijdrage(n) voorzien van uw naam en adres naar Marije de Nood via m.denood@catharijneconvent. Praktijkpelgrims Schilderijen, retabels, pelgrimsvoorwerpen, oude routeboeken, fraaie beelden en tal van andere zaken zijn natuurlijk van belang om een mooie tentoonstelling te maken. Maar wat is beter dan de persoonlijke emotie van de pelgrims zelf om bezoekers juist dat beetje extra mee te geven dat het bezoek meer dan de moeite waard zal maken? Wij zoeken vrijwilligers uit ons ledenbestand – en het maakt niet uit of u gewandeld of gefietst heeft – die gedurende de looptijd van de tentoonstelling met een zekere regelmaat enkele dagdelen in de tentoonstellingszaal aanwezig willen zijn om hun ervaringen met de bezoekers te delen. Ook wanneer u verder weg woont kunt u zich aanmelden, want we
richten naast ons Huis van Sint Jacob een mini-refugio in voor de praktijkpelgrims die van verder weg komen en die bijvoorbeeld twee dagen dienst zouden willen doen. In een compensatie van de reiskosten wordt voorzien. Wilt u eventueel de inzet van de praktijkpelgrims voor ons coördineren? Dat zou al helemaal prachtig zijn. Wij denken dat twee of drie genootschapsleden dit mooi kunnen doen vanuit de tijdelijke dependance van ons genootschap in het ‘stratenmakershuisje’ op de binnenplaats van het museum, waar wij bezoekers ook kennis kunnen laten maken met het werk van ons genootschap zelf. Belangstelling? Op www.santiago.nl vindt u een aanmeldingsformulier.
Oproep De redactie is voor een interview in het jubileumnummer (september 2011) dringend op zoek naar een pelgrim die in 1986 (het oprichtingsjaar van het genootschap) te voet vanuit Nederland naar Santiago is gewandeld. Wilt u meedoen of kent u iemand, geef u dan op via
[email protected].
De Jacobsstaf 89 | 43
Het Genootschap
Jubileumwedstrijd ‘Uw mooiste plek aan de camino’ Iedere pelgrim heeft wel een ‘mooiste’ plek aan de camino: dat dorpje met die mooie kerk, die berg met dat fraaie uitzicht of die ruïne midden in het landschap. Maar het kan ook een plek zijn die voor u verbonden is met een persoonlijke herinnering. De redactie van de Jacobsstaf nodigt u uit in het kader van het jubileumjaar van het genootschap, uw mooiste plek aan de camino in woord of beeld vorm te geven. U kunt kiezen uit de volgende categorieën: poëzie, proza, fotografie, beeldende kunst (bijv. tekeningen, textiel, schilderijen, video, enz.). Een deskundige driekoppige jury beoordeelt de inzendingen. De drie mooiste werken per categorie krijgen een plaats in het jubileumnummer van de Jacobsstaf (september 2011). Maar dat is nog niet alles: de winnaar in iedere categorie krijgt op een of andere manier een plaats op de grote Santiago de Compostela-tentoonstelling in het Catharijneconvent in Utrecht! De redactie wenst u veel succes en inspiratie! Foto: Jasper Koedam
44 | De Jacobsstaf 89
Deelnamevoorwaarden: - uiterste inzenddatum: 10 juni 2011; - maximaal één inzending per lid per categorie; - voor poëzie en proza geldt een maximum van 250 woorden. Digitaal aanleveren in Word of per post naar het redactieadres; - foto’s: digitaal aanleveren in jpg-formaat (resolutie 500 kB-1MB) én een afdruk (grootte 20x30cm-24x36cm) per post naar het redactieadres; - werken in de categorie beeldende kunst (max. grootte ongeveer 40x60cm) per post naar het redactieadres; - vergeet niet uw contactgegevens te vermelden en eventueel een korte toelichting bij het werk over de plaats; - bestaand werk mag ook worden ingezonden; - alle inzendingen die niet aan bovengenoemde criteria voldoen, worden niet in behandeling genomen; - over de uitslag wordt niet gecorrespondeerd; - de redactie is niet verantwoordelijk voor schade en zoekraken van de inzendingen ontstaan tijdens de verzending; - alle inzendingen naar e-mail redactie@ santiago.nl en/of naar postadres Elzenstraat 59, 5306 XK Brakel o.v.v. ‘jubileumwedstrijd’.
Het Genootschap
Het Compostelaregister Ieder kwartaal worden in de Jacobsstaf de ontvangen aanvullingen op het compostelaregister gepubliceerd. Met ingang van dit jaar is op verzoek van enkele leden de mogelijkheid geopend om, in plaats van de voorletters, de roepnaam in het Compostelaregister op te nemen. Het Compostelaregister-in-druk 2010 is onlangs verschenen en aan de inschrijvers toegezonden. Er zijn nog een beperkt aantal exemplaren beschikbaar bij de Ledenservice. Per 1 januari 2011 waren 6443 compostela’s geregistreerd over de jaren vanaf 1969. Van de ontvangers daarvan ging, voorzover bekend, 53 procent te voet op pad en 47 procent per fiets. Een op de 3 pelgrims was vrouw, zij gingen relatief meer te voet. Naam Woonplaats Aankomst Reis Naam Woonplaats Aankomst Reis wijze wijze 2002 1974 Temmink, Antoinette Soest 19-mei-2002 voet Burgman, Betsy Hengelo 10-aug-1974 voet 2003 Casper, Josephine Breda 10-aug-1974 voet Blijlevens, Jacob Raamsdonkveer 23-jun-2003 voet Gieskes, Marty Bussum 10-aug-1974 voet GroenewoudHosman, Piet Bussum 10-aug-1974 voet van der Ven, D.J.M. Vinkel 13-sep-2003 voet Jacobse, Julia Alkmaar 10-aug-1974 voet 2004 Joosten, André Helenaveen 10-aug-1974 voet Halters, Walther Oosterhout 28-sep-2004 voet Joosten, Marly Roermond 10-aug-1974 voet 2005 Jurgens, Nol Nijmegen 10-aug-1974 voet Peet, Lidwien Oosterbeek 16-aug-2005 fiets Kester, José Honselaarsdijk 10-aug-1974 voet 2007 Klerks, Paul Helenaveen 10-aug-1974 voet Gruijters, Jo Helmond 30-mei-2007 fiets Luijk, Birgit van Leidschendam 10-aug-1974 voet 2008 Luijk, Jacinta van Leidschendam 10-aug-1974 voet Tiggelen, Lia van Apeldoorn 9-aug-2008 voet Luijk, Leo van Leidschendam 10-aug-1974 voet Nijhuis, A.A.H.B. Oosterhout 15-okt-2008 voet Luijk, Nanny van Leidschendam 10-aug-1974 voet 2009 Luijk, Rogier van Leidschendam 10-aug-1974 voet Rooijen-Berends, Meester, Jaap Lutjebroek 10-aug-1974 voet Ada van Woerden 16-mei-2009 voet Rabbering, Willy Roosendaal 10-aug-1974 voet Kam, J.P. Maarn 23-mei-2009 voet Simons, Astrid Leidschendam 10-aug-1974 voet Kam-van der Plas, L.M. Maarn 23-mei-2009 voet Simons, Damien Roosendaal 10-aug-1974 voet Leest, Hans van der Veghel 9-jun-2009 fiets Simons, Elvire Leidschendam 10-aug-1974 voet Vandeweijer, Jo Breda 1-jul-2009 fiets Simons, Egied Roosendaal 10-aug-1974 voet Kok, Frans Ouderkerk a/d Simons, Henny Leidschendam 10-aug-1974 voet Amstel 9-jul-2009 voet Simons, Jeroen Leidschendam 10-aug-1974 voet Golsteijn Brouwers, Speekenbrink, Anca Roosendaal 10-aug-1974 voet Wim van Wintelre 9-sep-2009 voet Ven, Marianne van de Nijmegen 10-aug-1974 voet Bouma, Tjeerd Lathum 24-sep-2009 voet Verbrugge, Wim Dordrecht 10-aug-1974 voet Montfoort, 1994 Margaretha van Lathum 24-sep-2009 voet Veer, Leo van der Leiden 15-jun-1994 fiets 2010 1996 Kolstee, Hugo Amsterdam 24-jan-2010 voet Burgman, Hans Waalre 18-mei-1996 voet Franke, Johan Groningen 3-mei-2010 fiets 1998 Blijlevens, Jacob Raamsdonkveer 4-mei-2010 voet Bergen, Frank van Hoorn 11-aug-1998 fiets Boon, P.M. Driebergen 8-mei-2010 voet 1999 Wijland, Christel Kamperland 13-mei-2010 fiets Blijlevens, Jacob Raamsdonkveer 17-jul-1999 voet Haccou, Babs Lage Zwaluwe 14-mei-2010 voet 2000 Holterman, Doortje Raalte 14-mei-2010 voet Halters, Walther Oosterhout 1-jul-2000 voet
De Jacobsstaf 89 | 45
Het Genootschap
Monteiro Hemmer, Miranda Haastrecht 14-mei-2010 voet Veldkamp, Gerard Raalte 14-mei-2010 voet Bennekom, J.P. van Maasdam 16-mei-2010 fiets Reus, Clary de Velsen-Noord 16-mei-2010 voet Gruijters, Ad Tilburg 18-mei-2010 voet Gruijters, Jo Helmond 18-mei-2010 voet Klop, Dirk Swifterbant 18-mei-2010 voet Pollemans, Marjan Tilburg 18-mei-2010 voet Hall, Willeke van der Voorst 24-mei-2010 voet Kuijper, Caty Zaltbommel 30-mei-2010 voet Hoogenraad, Niek Naaldwijk 5-jun-2010 fiets HoogenraadSchout Velthuijs, J. Naaldwijk 5-jun-2010 fiets Smits, Herman Amsterdam 6-jun-2010 fiets Smits, Mijke Amsterdam 6-jun-2010 fiets Boer, Rudy de Heiligerlee 7-jun-2010 voet Boer-Bouwmeester, Janet de Heiligerlee 7-jun-2010 voet Rijt, I.G.A. van Eindhoven 7-jun-2010 voet Jehee, Hubertus Den Haag 8-jun-2010 voet Jehee-Will, Justina Den Haag 8-jun-2010 voet Vries, Arnold de Naarden 13-jun-2010 voet Hijl, H.J. Cuijk 14-jun-2010 voet Hijl-Janssen, Paulien Cuijk 14-jun-2010 voet Schaaf, L.H. van der Utrecht 14-jun-2010 fiets Tan-Teeuwen, Margriet Geleen 14-jun-2010 voet Wender, Harry Oldenzaal 14-jun-2010 voet Glabbeek, W. van Eindhoven 15-jun-2010 voet Mies, Saskia Oudenbosch 15-jun-2010 voet Stolk, Suzanne Eindhoven 15-jun-2010 voet Buwalda, J. Enschede 17-jun-2010 fiets Middelkoop, C.H. Leiden 17-jun-2010 voet Moraal, A. Enschede 17-jun-2010 fiets Weezeman, H.G. Ede 19-jun-2010 voet Landwehr Johan, Nico Boxtel 23-jun-2010 fiets Landwehr Johan, Trees Boxtel 23-jun-2010 fiets Tijsen, Piet Uitgeest 2-jul-2010 fiets Tijsen-Bloedjes, Ria Uitgeest 2-jul-2010 fiets Groenendijk, Jacoba Kapelle 7-jul-2010 voet Koops, J. Hank 11-jul-2010 voet Dubelaar, A.M. Franeker 14-jul-2010 voet Hofstra, F.H. Franeker 14-jul-2010 voet Bakker, Jan-Anne Den Haag 23-jul-2010 fiets Claeys, Sophie Den Haag 23-jul-2010 fiets Hettema, P. Welsum 23-jul-2010 fiets Smits, M.A. Rijswijk ZH 23-jul-2010 voet Jonge, B. de Leusden 25-jul-2010 voet Enst, Maarten van Loenen a/d Vecht 4-aug-2010 voet Tünnissen, J.A.M. Hilversum 4-aug-2010 voet Hardonk, C.J. Assen 6-aug-2010 fiets Veldt, Jacqueline van ‘t Ter Apel 17-aug-2010 voet Garnier, M. Maastricht 18-aug-2010 voet Garnier-Zeekaf, Y. Maastricht 18-aug-2010 voet Osch, J.A.W.M. van Merselo 24-aug-2010 fiets Osch-Linders, M.W.H. van Merselo 24-aug-2010 fiets Berg, Harry van den Amsterdam 31-aug-2010 fiets
46 | De Jacobsstaf 89
Bouwman, Heintje Geerse, Herman Jongh Visscher, P.H. Ghijsen, Theo Beemsterboer, Ineke Kaate, Johan ten Hilverts, Jurrien Janse, Rinse Berg, Esther van den Berg, Bert van den Haren, Theo van Heus, M. de Bos-van der Gaag, Joke Knobbe, A.J. Krevelen, Roos van Verburg, Marco Kolk, Erik van der Hoovers, A.M.C.F. Vorster, R.P. Hoogkamer-van Beek, Ria Vlaar-van Nieuwenhuizen, D.C.M. Bruins, Mariet Christiaens, Marleen Weijs, Gerrit Cozijnsen, JanDirk Eltink, Guus Houtum, Antoon van Maas-Bruinsma, Willy Ramaekers, John Groeninxvan Zoelen, A.E. Selker, Rob Selker-van Kan, Marlies Weezendonk, E.G. van Jansen, D.W.A. Leeuw, J.L. de Diessen, F. van Krijger, Rederik de Vijverberg, M. Ariaens, H.J.W. Ariaensvan Hoogstraten, W. Vos, Inez Vos, Jorien Engelhard, Irène Roosenboom, J.P.F. Roosenboomde Jong, M. Vermeulen, T.A. Janssens, L. Perik, Hans Bunskoek-Rabbers, H. Blank, Fred Nijhuis, A.A.H.B. Nijhuis, A.G.J.
Nijmegen Nijmegen Heiloo Cuijk Amersfoort Amersfoort Leusden Vlijmen Houten Houten Wijchen Buren Nieuwleusen Sneek Delft Gouda Utrecht Den Haag Den Haag
3-sep-2010 fiets 3-sep-2010 fiets 7-sep-2010 fiets 10-sep-2010 fiets 15-sep-2010 fiets 15-sep-2010 fiets 19-sep-2010 fiets 20-sep-2010 voet 21-sep-2010 fiets 21-sep-2010 fiets 22-sep-2010 fiets 23-sep-2010 voet 24-sep-2010 voet 24-sep-2010 voet 25-sep-2010 fiets 27-sep-2010 voet 28-sep-2010 voet 29-sep-2010 voet 29-sep-2010 voet
Nieuw Vennep
2-okt-2010 voet
Ter Aar Coevorden Venlo Coevorden Waalre Boxtel Liempde Hoorn Maastricht
2-okt-2010 3-okt-2010 3-okt-2010 3-okt-2010 4-okt-2010 4-okt-2010 4-okt-2010 6-okt-2010 6-okt-2010
voet fiets voet fiets voet fiets fiets voet voet
Wassenaar Geleen Geleen Wassenaar Oosterhout Baarn Cuijk Haarlem Cuijk Cuijk
7-okt-2010 7-okt-2010 7-okt-2010 7-okt-2010 8-okt-2010 9-okt-2010 10-okt-2010 10-okt-2010 10-okt-2010 11-okt-2010
voet voet voet voet voet voet voet fiets voet voet
Cuijk Nieuw-Vennep Hilversum Arnhem Gennep
11-okt-2010 13-okt-2010 13-okt-2010 14-okt-2010 18-okt-2010
voet fiets fiets voet voet
Gennep Houten Veldhoven Almelo Dalerveen Aerdenhout Oosterhout Boxtel
18-okt-2010 19-okt-2010 20-okt-2010 20-okt-2010 22-okt-2010 23-okt-2010 23-okt-2010 23-okt-2010
voet fiets voet voet voet fiets voet voet
Het Genootschap
Waal, R. de Janssens, L. Gerven, C.H. van Hilst, F. van Straten, Hilde van Goossens, Dick Kraaijmes, Peter
Boxtel Veldhoven Rotterdam Zwaag Haarlem Engelen Rotterdam
23-okt-2010 24-okt-2010 26-okt-2010 27-okt-2010 28-okt-2010 3-nov-2010 5-nov-2010
voet voet voet voet voet voet voet
Craandijk, Wouter Amsterdam 18-nov-2010 voet Teerink, Jet Amsterdam 18-nov-2010 voet Berg, Aske van den Laag Soeren 18-dec-2010 voet Valk, Martin Beekbergen 18-dec-2010 voet 2011 Bronsgeest, Franny Alphen a/d Rijn 16-jan-2011 voet
Advertentie
In groepsverband van Porto naar Santiago de Compostela Wil je graag naar Santiago lopen, maar durf je niet goed alleen en wil je jezelf ook niet binden aan één wandelmaatje? Aard(e)werk organiseert van 5 t/m 19 juni 2011 o.l.v. Leonie Joosting Bunk een voettocht van Porto (Portugal) naar Santiago de Compostela (ca. 300 km). Je draagt je eigen rugzak. Leonie is professioneel trainer en coach. Ze liep twee maal naar Santiago en gunt anderen deze ervaring. Kosten begeleiding € 200,-. Dit bedrag is exclusief pelgrimspaspoort (aan te vragen bij het St. Jacobsgenootschap), reis en verblijfskosten. Reis naar Porto en vanaf Santiago zelf te regelen. Voor meer informatie: www.aard-e-werk.nl;
[email protected] of bel: 0623643834.
Advertentie
De Jacobsstaf 89 | 47
Het Genootschap
Regioafdelingen Regio Amsterdam Noord-Holland benoorden ‘t IJ
Postcode Regiocontactpersonen 1000-1119 Masha Plasmans, Molenbeekstraat 6 hs, 1078 XC Amsterdam 1160-1199 020-6223625,
[email protected] 1300-1399 Marja te Lintelo, Da Costastraat 86 E, 1053 ZR Amsterdam 1420-1439 020-6833272,
[email protected] 1120-1159 Adrie Dik ,Oude Hoeverweg 1, 1817 BL Alkmaar 072-5128067,
[email protected] 1440-1999 Rick van de Ven, Holleweg 58, 1851 KJ Heiloo 072-5340257,
[email protected]
Midden- Nederland Bollenstreek/ Rijnland
1200-1299 Fons Boink, Oude Arnhemseweg 373, 3705 MJ Zeist 1400-1419 030-6990212,
[email protected] 3600-3899 Joop van Gool, Julianalaan 29, 1412 GR Naarden 035-6943982,
[email protected] 2000-2199 Helmi van Ginneken,Langewerk 4, 2405 HK Alphen a/d Rijn 2300-2499 0172-416251,
[email protected] Annie Lohman, Hafkenscheidtlaan 52, 2191 BR De Zilk 0252-519860,
[email protected]
Den Haag Rotterdam
2240-2299 Jos Engels, Oosteinde 182, 2272 AH Voorburg 2500-2799 070-3872619,
[email protected] 2800-3399 Aart en Mieke Ligthart, Bermweg 264, 2906 LH Capelle a/d IJssel, 010-4582365,
[email protected]
Utrecht-Zuid / Rivierengebied Zuid-west- Nederland Breda/Tilburg Den Bosch
3400-3599 Bram van der Wees, Poortstraat 83, 3572 HE Utrecht 3900-4299 030-2732300,
[email protected] Jos Notenboom, Parallelweg 47, 4107 NA Culemborg 0345-513363,
[email protected] 4300-4799 Lies Wondergem, Oud Arnemuidsvoetpad 14, 4332 AP Middelburg,
[email protected] Frans de Valk, Rietdijk 7, 4316 AR Zonnemaire 0111-401431,
[email protected] 4800-5199 Toine Martens, Baakberg 66, 4707 RX Roosendaal 0165-854532,
[email protected] Frank van Boxtel, Biezenbeemd 15, 4907 EE Oosterhout 016-2470059,
[email protected] 5200-5499 Piet en Antje v. d. Tillaart, Parkietendonk 3, 5467 DR Veghel 0413-340653,
[email protected]
Zuid-Oost Brabant Limburg Arnhem/ Nijmegen Oost-Nederland Groningen/ Drenthe Friesland
5500-5799 Wim Golstein, Het Aangelag 18, 5513 BZ Wintelre 040-2053113,
[email protected] Frans Berkers, Sophiastraat 15, 5583 CA Waalre 040-2213826,
[email protected] 5800-6499 Eugene Uiting, Roerdompstraat 11, 5941 JM Velden 077-4723024,
[email protected] Jan Houben, Veld-Oostenrijk 18, 5961 NW Horst aan de Maas 077-3982757,
[email protected] 6500-7099 Marc Koch, Europalaan 11, 6991 DA Rheden 026-4954467,
[email protected] Joop Kamphuis, Willem Barentszstr. 10, 6991 BC Rheden 026-4954001,
[email protected] 7100-7799 John Vollenbroek, Prins Bernhardstraat 1, 7573 AM 8000-8299 Oldenzaal 0541-523483,
[email protected] 7800-7999 Jaap Middeldorp, Wijdeveldstraat 1, 9731 MX Groningen 9300-9999 050-3641980,
[email protected] Ineke de Jonge, Wijdeveldstraat 1, 9731 MX Groningen 050-5426220,
[email protected] 8300-9299 Klaske Scholte, Burmaniastrjitte 3, 8633 KA Ysbrechtum 0515-420231,
[email protected] Elly Koopman, L. van Beekstrjitte 2, 8561 GJ Balk 0514-601134,
[email protected]
48 | De Jacobsstaf 89
Colofon
De Jacobsstaf nr. 89 Jaargang 23 Mei 2011
Het Nederlands Genootschap van Sint Jacob is de vereniging van en voor belangstellenden in de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela in Galicië. Aanmelding voor het lidmaatschap dient te geschieden aan het adres van het Genootschap door inzending van het aanmeldingsformulier. Dit kan men opvragen bij het Informatiecentrum of downloaden van de website www.santiago.nl. Het lidmaatschap loopt uitsluitend per geheel kalenderjaar. Beëindiging dient vóór 1 december te worden gedaan per brief of e-mail:
[email protected]. De contributie bedraagt € 22,83 incl. het abonnement op de Jacobsstaf. De contributie voor een ‘inwonend lid’ bedraagt € 16,80 zonder de Jacobsstaf. Het eenmalige inschrijfgeld is € 11,78 per eerste lid per adres. Nieuwe leden ontvangen direct bij inschrijving gratis de pelgrimspas. De bedragen kunnen jaarlijks worden aangepast. Alle bedragen worden door het Genootschap automatisch geïncasseerd. Het Genootschap is gevestigd in het Huis van Sint Jacob: Janskerkhof 28A, 3512 BN Utrecht Tel: 030-2315391; Fax: 030-2318281 E-mail:
[email protected]. Website: www.santiago.nl Hier zetelt de ledenservice en de winkel, het informatiecentrum, de bibliotheek en het compostelaregister. Tevens is dit het vergadercentrum. Ook vindt hier de ledenadministratie plaats; e-mail:
[email protected].
regionale afdelingen. De indeling en de namen van de regiocontactpersonen staan elders in dit blad. De regiocontactpersonen vormen het meest directe contact van het Genootschap met de leden.
De openingstijden zijn: Maandag van 14 tot 16 uur, Donderdag van 14 tot 16 en van 19 tot 21 uur, Vrijdag van 10 tot 12 uur, Elke tweede en vierde zaterdag van de maand van 11 tot 15 uur.
De Jacobsstaf is het orgaan van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob en verschijnt viermaal per jaar. ISSN 0923-11458. © Nederlands Genootschap van Sint Jacob.
Het Informatiecentrum in Vessem is gevestigd in ’t Atelier van de Pelgrimshoeve Kafarnaüm, Servatiusstraat 11, 5512 AJ Vessem (NB). Het is geopend op elke tweede en vierde zaterdag van de maand van 11 tot 15 uur voor informatie over de tocht en aanmelding als lid. Bankgegevens Girorekening: 5151146 (Internationaal: IBAN: NL90PSTB0005151146 en BIC: PSTBNL21) Bankrekening: Rabobank Almere nummer 30.25.73.917 (Internationaal: IBAN: NL53RABO0303573917 en BIC: RABONL2U) t.n.v. Het Nederlands Genootschap van Sint Jacob. Bestuur van het Genootschap Joost Bol (voorzitter) André Brouwer (algemeen secretaris) Bas Brouwer (penningmeester) Adrie Dik, Herman Holtmaat en Daniëlle Lokin (leden) Ereleden J.H. van Kempen, J.M.A. van der Werff, A. van Wiechen, K.M.J. Dircksens, M.J.M. Madou Regio-afdelingen Het Genootschap heeft Nederland verdeeld in zestien
Werkgroepen Het Genootschap kent een aantal werkgroepen en commissies. Voor de juiste gegevens wordt verwezen naar www.santiago.nl
Redactie Joop van der Schoor (hoofdredactie), Jasper Koedam (eindredactie), Rony de Jong (bureauredactie), Tieleke Huijbers (fotoredactie) en André Brouwer. Redactieadres Elzenstraat 59, 5306 XK Brakel. E-mail:
[email protected] Druk & grafische verzorging Drukkerij Berne BV, Heeswijk Aanwijzingen voor de auteurs Bijdragen voor de Jacobsstaf dienen digitaal in Word, gezonden te worden aan
[email protected]. Voor artikelen geldt als richtlijn een maximumlengte van 1800 woorden; voor de regioberichten geldt een maximum van 300 woorden per regio. Voeg de illustraties apart toe als jpg-bestand, minimaal 500 kb. Geef in de tekst de plaats van de illustraties aan en voeg apart een lijst met bijschriften toe. De redactie behoudt zich het recht voor bijdragen in te korten of te weigeren. Meningen en feiten zoals die door auteurs worden weergegeven, vallen buiten verantwoordelijkheid van redactie en uitgever. Advertenties kan men inzenden via het redactieadres. Losse nummers zijn, indien nog leverbaar, via het Informatiecentrum te bestellen.
Grasland groene zee Nieuwsgierig zwarte ogen Pelgrim wuift, Hai Koe!