JAARVERSLAG 2010 William Schrikker Jeugdreclassering
Diemen, 1 april 2010
Inhoudsopgave Woord vooraf ........................................................................................................................................... 3 1. De organisatie……………………………………………………………………………………………...... .4 1.1 Structuur en doelstelling .................................................................................................................... 4 1.2 De medezeggenschapsraden ........................................................................................................... 7 2. Strategie ............................................................................................................................................ 10 2.1 Analyse gevoerd beleid ................................................................................................................... 10 2.2 Continuering van beleid en nieuw beleid......................................................................................... 10 3. Productie............................................................................................................................................ 12 4. Werken aan kwaliteit ....................................................................................................................... 14 4.1 Veiligheid ……………………………………………………………………………………………..…….14 4.2 Methodisch handelen………………………………………………………………………………………15 4.3 Dossiervorming en inzagerecht ....................................................................................................... 17 4.4 Bereikbaarheid en beschikbaarheid ................................................................................................ 18 4.5 Het kwaliteitsmanagementsysteem................................................................................................. 18 4.6 Klachten van clienten ...................................................................................................................... 19 5. Samenwerken ................................................................................................................................... 20 5.1 Samenwerking binnen de WSG ...................................................................................................... 20 5.2 Ketenpartners .................................................................................................................................. 22 5.3 Allianties .......................................................................................................................................... 25 6. Personeel........................................................................................................................................... 26 6.1 Personeelsbeleid ............................................................................................................................. 26 6.2 Formatie........................................................................................................................................... 27 6.3 Medewerkerstevredenheidonderzoek ............................................................................................. 28 7. Huisvesting en materiele zorg ........................................................................................................... 29 7.1 Analyse gevoerd beleid t.a.v. huisvesting en materiele randvoorwaarden ..................................... 29 7.2 Continuering van beleid en nieuw beleid......................................................................................... 30 8. Financieel Management .................................................................................................................... 33 BIJLAGEN ............................................................................................................................................. 34 Gestelde doelen in 2010 en het resultaat………………………………………………………………… 34 Doelgroepomschrijving WSJR 38 Diensten van de William Schrikker Jeugdreclassering…………………………………………………… 39
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
2
Woord vooraf Voor U ligt het jaarverslag 2010 van de William Schrikker Jeugdreclassering. Dit Jaarverslag 2010 beschrijft de ontwikkelingen en resultaten over 2010. Het jaar 2010 heeft onder andere in het teken gestaan van het door de Minister voor Jeugd en Gezin te nemen besluit over de bestuurlijk- en juridische inpassing van de Stichting William Schrikker Groep. De uitkomsten van de evaluatie en het besluit van de Minister zijn van groot belang geweest voor de cliënten en het personeel. De William Schrikker Groep (WSG) ziet kansen in het besluit dat genomen is en heeft in 2010 daarop haar strategie bepaald. Onze visie op wat nodig is voor onze doelgroep is door de jaren heen gevoed door menig autoriteit binnen de jeugdzorg, de gehandicaptenzorg, de geestelijke gezondheidszorg, de politiek, door alle op de doelgroep gerichte cliëntenorganisaties en door (inter)nationaal onderzoek. Het is mede deze brede erkenning die de medewerkers van de WSG ook in 2010 motiveerde zich naar beste kunnen in te zetten voor circa 10.000 cliënten met een beperking en/of hun ouders met een beperking.
Het jaarthema 2010 van de WSG was: “Koersvast”. Dit thema was een logisch gevolg van het tot op heden gevoerde meerjarenbeleid van de organisatie. Het jaarthema verwoordde dat we expliciet de verdere implementatie van de vijf Programma’s uit 2009 hebben ingezet en extra aandacht hebben voor de borging van de gemaakte en bestaande afspraken. Sinds 1 januari 2011 bestaat de Jeugdreclassering 10 jaar . Het zijn 10 jaren geweest waarin groei, innovatie en het behartigen van de belangen van de doelgroep continu op de agenda hebben gestaan. Ik ben er trots op wat we samen hebben neergezet en kijk terug op een tijd vol veranderingen, professionalisering, het behalen van het HKZ certificaat en ontwikkelingen binnen de Jeugdreclassering. Het samenwerken met medewerkers die betrokken zijn op de doelgroep binnen een organisatie die vooruitstrevend is en wil blijven is een goede reden om door te gaan. De doelgroep is de laatste jaren steeds meer onder de aandacht gekomen en we hebben er mede voor gezorgd dat de eerste gedragsinterventie voor LVB (licht verstandelijk beperkte) is erkend door de erkenningscommissie…..maar we zijn er nog niet.
R. Schuddemat Directeur Jeugdreclassering Maart 2011
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
3
1. De organisatie In dit hoofdstuk worden achtereenvolgens beschreven: de (juridische) structuur van de Jeugdreclassering, de visie en missie van de organisatie, de invulling van de medezeggenschap binnen de organisatie en de gevoerde organisatieontwikkelingen.
1.1 Structuur en doelstelling De Stichting William Schrikker Groep (WSG), is opgericht in december 2003 en actief per 1 januari 2004. Deze zetel is gevestigd in Amsterdam. Daarvoor bestond de William Schrikker Groep uit 1 stichting, te weten de William Schrikker Stichting. De Stichting William Schrikker Groep, kent de volgende dochterstichtingen: o
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering
o
William Schrikker Stichting Pleegzorg
o
Stichting Expertisecentrum Jeugdzorg – Gehandicaptenzorg William Schrikker
o
William Schrikker Stichting Zorg & Wonen
Intern wordt gewerkt met resultaat verantwoordelijke eenheden (RVE’s). Elke RVE heeft een Directeur of Manager die direct ressorteren onder de Raad van Bestuur. De William Schrikker Groep kent de volgende RVE’s: o
Jeugdbescherming
o
Jeugdreclassering
o
Pleegzorg
o
Expertisecentrum
o
Servicecentrum
o
Zorg en Wonen bevindt zich in de projectfase
De Jeugdbescherming en Jeugdreclassering werken sinds de invoering van de Wet op de jeugdzorg in 2005 onder mandaat van de Bureaus Jeugdzorg.
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
4
Structuur William Schrikker Jeugdreclassering Hieronder is het huidige organogram van de WSJR weergegeven: William Schrikker Jeugdreclassering
Directeur JR
Jeugdreclassering
Ondersteuning ……………
Team IM/TM
Team IM/TM
Team IM/TM
Team IM/TM
Dm IM/TM
Manager JR
Dir. Secr.
Project Manager
Team Secr. Cl. Reg. JR werkers
JR werkers
JR werkers
JR werkers
JR werkers
Sovatrainers
Het Management Team van de WSJR bestaat eind 2010 uit de Directeur Jeugdreclassering, een Manager Jeugdreclassering, een Projectmanager, acht Inhoudelijk Managers en vijf Teammanagers. De Jeugdreclasseringteams worden via het ‘duaal management’ principe aangestuurd door een Inhoudelijk Manager en een Teammanager. Wegens de aanhoudende groei van de laatste jaren in de Jeugdreclassering heeft dit eind 2010 geresulteerd naar een onderzoek voor een aanpassing van de huidige organisatiestructuur. De verwachting is dat de nieuwe managementstructuur voldoende mogelijkheden zal bieden om de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden (TVB) uit te voeren.
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
5
De doelstelling van de WSG (missie en visie) De WSG is een landelijk werkende instelling met een aanbod voor specifieke doelgroepen. Zij omschrijft haar missie als volgt:
De William Schrikker Groep stelt de onbedreigde ontwikkeling van het kind centraal. Juist voor kinderen met een beperking en kinderen van ouders met een beperking is specialistische ondersteuning nodig wanneer opvoed- en opgroeiproblemen ontstaan. Het is ons doel om – ook als dat moeilijk gaat – kinderen en ouders maximaal voor elkaar te behouden. De William Schrikker Groep steunt ouders en kinderen waar mogelijk en neemt zorg over waar nodig. Daarbij is steeds een individuele aanpak op maat nodig, toegesneden op het kind, de ouder, de beperking en de mogelijkheden en krachten van de cliënt en diens omgeving.
De visie van de WSG: Mensen met een beperking zijn volwaardige burgers. Hun beperking maakt dat zij ondersteuning nodig hebben, soms levenslang en levensbreed. De WSG biedt deze ondersteuning wanneer het gaat om opgroeien en opvoeden. Kinderen hebben een veilige en goede opvoedomgeving nodig om zich maximaal te kunnen ontwikkelen. Wanneer die ontwikkeling ernstig bedreigd wordt, grijpt de samenleving in. In situaties waarin dit ingrijpen kinderen en/of ouders met een beperking betreft, is specialistische hulp en ondersteuning nodig. De WSG heeft kennis van, en ervaring met opvoedsituaties waarin een beperking een rol speelt. De WSG biedt hulpverlening waarbij het kind veilig is en de ouders maximaal hun ouderschap kunnen invullen. De meest geëigende omgeving daarvoor is het eigen gezin; een (netwerk)pleeggezin wordt ingezet als die primaire opvoedomgeving niet voldoende kan worden hersteld. Soms is uithuisplaatsing in een andere omgeving noodzakelijk. Indien kinderen uit onze doelgroep van het rechte pad raken,kunnen wij via onze Jeugdreclassering hulp, ondersteuning en toezicht bieden.
De medewerkers van de Jeugdreclassering hebben deskundigheid op het gebied van handicaps, de sociale kaart, aspecten van communicatie, veiligheidsmanagement, acceptatieproblematiek en het hierbij horende methodisch handelen. Zij zijn zowel sturend als meelevend, zij geven voorschriften, maar blijven ook in gesprek. Door deze proactieve en outreachende houding geven zij samen met de klant invulling aan het begrip samenredzaamheid; juist ook als het gaat om voorkoming van recidive, zoals binnen de RVE Jeugdreclassering het geval is. De Jeugdreclassering rust de individuele medewerker toe met een op onze bijzondere doelgroep toegesneden instrumentarium om de zorg voor onze doelgroep adequaat te kunnen uitvoeren. Hiertoe bieden we vanuit het Expertisecentrum Jeugdzorg en Gehandicaptenzorg WS opleidingen, trainingen en methodiekontwikkeling.
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
6
De Jeugdreclassering biedt haar diensten aan wanneer jongeren met een beperking binnen het kader van jeugdreclassering begeleiding krijgen opgelegd. Hierbij stelt zij te allen tijde de jongere centraal en richt zij zich op het systeem rond de jongere en streeft naar opvoeding in gezinsverband, bij voorkeur in of vanuit het gezin van herkomst. Gezien de leeftijdsfase van de jongeren richt de begeleiding zich ook nadrukkelijk op de ontwikkeling naar zelfstandigheid van de jongeren.
De Jeugdreclassering begeleidt de volgende maatregelen: •
Hulp en Steun
•
Toezicht en Begeleiding
•
ITB Criem
•
Harde Kern Aanpak
•
Scholing -en Trainingsprogramma
•
Nazorg
•
Gedragsbeïnvloedende Maatregel
•
Ondertoezichtstelling (alleen in combinatie met een Jeugdreclasseringmaatregel)
Daarnaast bieden wij een aangepaste sociale vaardigheidstraining aan voor de LVB. (In de bijlage worden deze diensten nader toegelicht). 1.2 De medezeggenschapsraden De William Schrikker Groep heeft drie medezeggenschapraden, de Cliëntenraad, de Ondernemingsraad (OR) en de Pleegouderraad de POR. Het accent van de POR ligt logischerwijs bij de Pleegzorg en hier heeft de Jeugdreclassering niet direct mee te maken, met de andere twee raden wel. Ondernemingsraad (OR) De OR heeft maandelijks overleg met de Raad van Bestuur en heeft 2x per jaar een direct overleg met de Raad van Toezicht. De OR werkt intern met onderdelencommissies. De Onderdeelcommissie (OC) voor de Jeugdreclassering spreekt maandelijks met de directeur. De OC JR is in 2010 gepositioneerd en de relatie tussen de directeur en de OC is in volle ontwikkeling.
De besproken thema’s tussen de directeur en de Onderdeel Commissie (OR) in 2010 zijn onder andere: •
Op welke manier sluit de RVE Jeugdreclassering het beste aan bij de ontwikkelingen betreffende het Kantoor van de Toekomst
•
Projecten en pilots
•
Het (blijven) betrekken van medewerkers in (beleids)ontwikkelingen
•
Het besteden van aandacht aan de gewenste organisatiecultuur –en structuur binnen de organisatie
•
Het binden van medewerkers aan de organisatie en het helpen om nieuwe
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
7
collega’s te vinden •
Loopbaanontwikkeling en beoordeling
•
Het verlagen van de werkdruk en het normaliseren van de caseload
•
Het besteden van aandacht aan versterking en versteviging van de kwaliteit en professionaliteit
Cliëntenraad De cliëntenraad bestaat voornamelijk uit cliënten van de Jeugdbescherming. Waarschijnlijk omdat de Jeugdbeschermingsmaatregelen veelal langer duren. Omdat de Jeugdreclassering het belangrijk vindt dat cliënten feedback geven over de begeleiding die zij krijgen en over de organisatie, organiseert de Jeugdreclassering Jongerenforums. Hetgeen hier besproken wordt, wordt gedeeld met de cliëntenraad.
Cliënten(jongeren)forums Binnen de Jeugdreclassering is in 2009 een start gemaakt met het raadplegen van haar cliënten via zogenaamde cliënten(jongeren)forums. Er zijn in 2010 twee medewerkers gedeeltelijk vrijgesteld om op basis van een plan in de regio cliënten te ontmoeten in de Jongerenforums. De Jeugdreclassering heeft in 2010 gericht aandacht besteed aan de ontwikkelingen op het gebied van de cliëntenparticipatie. In 2010 is besloten dat cliëntenparticipatie een terugkerend thema zal zijn tijdens de maandelijkse gesprekken tussen de directeur en de individuele managers.
De verwachting was dat, via de Jongerenforums, de jeugdigen specifieke zaken zullen benoemen en met verbetervoorstellen voor de RVE Jeugdreclassering zullen komen. In 2010 hebben een aantal bijeenkomsten plaatsgevonden en heeft de directeur Jeugdreclassering alle cliënten voorzien van een antwoord op een aantal vragen die uit de jongerenforums naar voren zijn gekomen. Een voorbeeld daarvan is de behoefte van een aantal jongeren om breder dan regionaal met andere jongeren van gedachten te wisselen over hoe de begeleiding vanuit de Jeugdreclassering ervaren wordt. Aan dit verzoek is gehoor gegeven door een bijeenkomst te organiseren waarin een aantal cliënten van de Jeugdreclassering elkaar konden ontmoeten. In september 2010 heeft dit jongerencongres plaatsgevonden in het Galgenwaard Stadion in Utrecht. De jongeren en medewerkers van de Jeugdreclassering hebben dit ervaren als een leuke en zinvolle dag. Cliëntenfeedback In samenwerking met de St. Alexander heeft de William Schrikker Groep de C-toets, (de gebruikelijke tevredenheidtoets in de jeugdzorg) vereenvoudigd zodat hij voor een groter gedeelte van de doelgroep te benutten is. Deze versie van de toets is door St. Alexander gevalideerd. Aangezien het een pilot was, is naast een verslag met de inhoudelijke resultaten een procesverslag gemaakt zodat het voor een volgende keer makkelijker verloopt om tot gegevens te komen en te verwerken.
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
8
Ouders en jongeren ouder dan 12 jaar zijn geïnterviewd. De response was hoog: heel veel cliënten hebben de vragen beantwoord. Dat is meer dan bij dit soort onderzoeken gebruikelijk is. Meestal is het zo’n 30 procent. (Bij de jeugdreclassering 70 jongeren en 71 ouders). De toets is gericht op ouders en jeugdigen boven de 12 jaar. Per organisatieonderdeel was er een aparte toets voor zowel ouders als kinderen, in totaal gaat het dus over 6 verschillende vragenlijsten. . Een aantal uitkomsten bij de Jeugdreclassering waren: •
Ouders worden graag betrokken bij de hulpverlening
•
Jongeren weet niet goed wat de jeugdreclassering voor ze kan doen
•
Ouders en jongeren weet niet goed wat er in het plan van aanpak staat
•
Ouders en jongeren weten niet goed hoe ze een klacht kunnen indienen
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
9
2.
Strategie
2.1 Analyse gevoerd beleid De Jeugdreclassering is een RVE die bekend staat om haar drang tot innovatie. Daar waar het kan en zij kansen ziet voor de doelgroep zal zij participeren en ontwikkelkansen creëren. In 2010 heeft dit onder andere geresulteerd in het opzetten van een team Dubbele Maatregelen en de daarbij horende ontwikkeling van de methodiek. Het nazorgtraject met de gemeente Den Haag waardoor de gemeente vrijwillige nazorgtrajecten kan aanbieden aan cliënten als de door de Kinderrechter opgelegde maatregel is beëindigd of na detentie. En de volledig erkende gedragsinterventie NTP-LVB (Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer voor Licht Verstandelijk Beperkte) die in samenwerking met het Expertise Centrum WSG, Spirit en van Montfoort is ontwikkeld. Tevens heeft in 2010 een invitational met Stichting Reclassering Nederland plaatsgevonden waarin de Jeugdreclassering en de Volwassen Reclassering (SRN) een continuüm gaan vormen, zodat er geen breuk in de zorg ontstaat. 2.2 Continuering gevoerd beleid en nieuw beleid Het centrale jaarthema van 2010 ‘Koersvast’ verwoordde het doel om het ingezette meerjarenbeleid vast te houden met de aanpassing ‘huis op orde’. De innovatie heeft verder gestalte gekregen in het Strategisch Innovatie Programma Care a la Carte. De directe link van Care a la Carte met de Jeugdreclassering is nog in ontwikkeling. Het accent op systeem gericht werken wordt ook binnen de Jeugdreclassering omarmt. Op strategisch niveau lag bij de Jeugdreclassering de puzzel voor hoe wij als landelijke werkende instelling aan kunnen sluiten bij de regionale ontwikkelingen waaronder bijvoorbeeld de veiligheidshuizen. In veel arrondissementsgebieden is het aantal medewerkers beperkt, dus waar we actief moeten participeren vraagt om een bewuste keuze.
(Culturele) Diversiteit De WSG heeft op het onderwerp (culturele) diversiteit een heldere visie ontwikkeld en heeft haar beleid en aanbod daarop aangepast. Dit is geen kwestie van idealisme of politieke correctheid, maar noodzakelijk om in de toekomst te kunnen blijven aansluiten bij de vraag van klanten en personeel (‘markt’) en de eisen (prestatie-indicatoren) die vanuit de overheid (zullen) worden gesteld. Onder andere het beleid van het Ministerie van Jeugd en Gezin, zoals beschreven in de brief ‘Diversiteit in het Jeugdbeleid’ van juli 2008. De WSG vervult hierin een voortrekkersrol. In 2010 is de projectgroep Culturele Diversiteit WSG van start gegaan die als paraplu en ‘leidende coalitie’ fungeert om verbindend te werken tussen de verschillende onderwerpen die vragen om een Interculturele benadering. Personeelsbeleid, management, en ontwikkeling van methoden en William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
10
hulpmiddelen vragen hierin om een integrale aanpak. Binnen de Jeugdreclassering is dit al lange tijd een punt van aandacht geweest. In 2010 is extra inspanning verricht om met name binnen het management ook tot culturele diversiteit te komen. Deze inspanning heeft er toe geleid dat er nu twee managers zijn aangesteld van niet Nederlandse afkomst.
In 2008 is een samenwerking aangegaan met de Federatie Antilliaanse Jeugdzorg met als doel uitwisseling en wederzijdse deskundigheidsbevordering. In 2010 zijn twee medewerkers van de Jeugdreclassering wederom naar Curaçao geweest om de verdieping training LVB te geven op de onderdelen LVB en jeugdcriminaliteit, seks en misbruik. Daarnaast is er door deze twee medewerkers een aandeel geleverd in de ontwikkeling van het nieuwe aanbod groepstraining voor Antilliaanse LVB jongeren zelf, op verschillende competentiegebieden die specifiek voor LVB jongeren met Antilliaanse achtergrond extra aandacht vragen.
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
11
3.
Productie
De in het najaar 2009 verwachte groei van circa 10% is fors lager uitgevallen. Per saldo is een groei gerealiseerd van JR regulier van 5%. Het aantal maatregelen JR in combinatie is gegroeid met 12%. ITB Criem laat een daling zien ten opzichte van vorig jaar. In onze aanvraag op de hardheidsclausule was uitgegaan van een hogere groei dan de werkelijk gerealiseerde groei 2010. Daar de aanvraag bijna volledig is gehonoreerd, is over 2010 voor meer maatregelen subsidie ontvangen dan gerealiseerd. Kwantitatieve gegevens jeugdreclassering: Subsidie 2010 1)
Gem.2010
Gem. 2009
Gem. 2008
JR regulier
1.360
1.322
1.260
1.101
JR in combinatie
280
297
265
220
ITB Criem 2)
198 mnd
187 mnd
240 mnd
210 mnd
Harde Kern Aanpak 2)
294 mnd
292 mnd
246 mnd
318 mnd
STP 2)
4 mnd
4 mnd
Advies
19
19
15
Uitvoering
7
7
6
SOVA –trainingen 3)
n.v.t.
314
316
-
3 mnd
Gedragsmaatregelen:3)
304
1) De subsidie is gebaseerd op het 12-maandsgemiddelde 2009 plus de toekenning van de hardheidsclausule. Het toegekende bedrag voor de hardheidsclausule is teruggerekend in aantallen. 2) ITB en STP worden niet gefinancierd op basis van het 12-maands gemiddelde maar op basis van het aantal gerealiseerde maanden. 3) Zowel de GBM als de SOVA trainingen betreffen het totaal aantal maatregelen cq trainingen in het desbetreffende jaar. Bovengenoemde aantallen zijn inclusief de maatregelen welke door de William Schrikker Jeugdbescherming worden uitgevoerd. Niet meegenomen zijn de Jeugdbeschermingsmaatregelen welke door de William Schrikker Jeugdreclassering zijn uitgevoerd in verband met de dubbele maatregel. Er zal een onderlinge verrekening hieromtrent plaats vinden. Landelijke prestatie-indicatoren
In 2010 zou er gestart worden met het implementeren van de landelijke Prestatie Indicatoren zoals die vanuit afspraken tussen de Mogroep (vanaf 1 januari 2011 Jeugdzorg Nederland), IPO, William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
12
Ministerie, NIZW (nu Nji) zijn ontstaan met als doel om de resultaten van de provinciaal gefinancierde jeugdzorg vast te leggen. Op landelijk niveau is afgesproken dat het Samenwerkingsverband Effectieve Jeugdzorg Nederland (SEJN) landelijk de prestatiegegevens verzamelt en op een onafhankelijke en wetenschappelijk te verantwoorden wijze rapportages verzorgt, voorzien van vergelijkingsmateriaal en contextinformatie. De opdrachten voor de Jeugdreclassering en de Jeugdbescherming komen in grote lijnen overeen, zodat er voor gekozen is om de prestatie-indicatoren gezamenlijk te implementeren. In 2010 heeft het accent gelegen op de verkenning van de mogelijkheden om instrumenten te digitaliseren, wat voor de Jeugdreclassering als landelijk werkende instelling een voorwaarde is, en wat de afspraken en mogelijkheden zijn voor de uitwisseling van gegevens als landelijk werkende instelling. In 2010 is een plan gemaakt dat bestaat uit twee delen. De WSG zal starten met de prestatieindicatoren Cliënttevredenheid en Reden beëindiging. Uit audits, in het kader van kwaliteitsbeleid, is naar voren gekomen dat de afsluiting van een maatregel kan worden verbeterd. De gegevens voor deze beide prestatie-indicatoren worden aan het einde van de maatregel verzameld. Door hiermee te starten sluiten we aan bij een reeds bestaand plan om de uitvoering van de afsluiting te verbeteren Fase 2 betreft de implementatie van de prestatie-indicator Vermindering van de ernst van de problematiek. Momenteel ligt de aandacht op de implementatie van de risicotaxatie jeugdreclassering die voor medewerkers vergelijkbaar aanvoelt en onderdeel is van de verplichte methodiek van het Handboek. Er zijn zeer diverse meningen en afspraken over de implementatie van de STEP, die deze indicator zou moeten meten. Bij veel provincies bestaat de afspraak dat zorgaanbieders deze lijsten invullen. Wij zijn nog aan het onderzoeken wat hierin wijsheid is om te organiseren voor onze cliënten. Daarnaast wil de WSG onderzoeken en ontwikkelen hoe de resultaten op de prestatie-indicatoren geïntegreerd kunnen worden in de P&C- cyclus en hoe de resultaten bruikbaar kunnen worden gemaakt voor de uitvoerend medewerkers.
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
13
4.
Werken aan kwaliteit
Kwaliteit is een breed begrip waarin de organisatie vorm en inhoud wil geven vanuit twee uitgangspunten, waarbij het streven is dat zij onderling in balans zijn. Een uitgangspunt is de beheersing gericht op controle van de processen, gebruik van kaders, het bewaken van de voortgang, het beoordelen van de resultaten, etc. Het andere uitgangspunt is het organiseren van betrokkenheid tussen cliënten, medewerkers en management. Dat het een breed begrip is blijkt wel uit de diverse onderdelen van dit hoofdstuk. Waarbij het accent betreft veiligheid, methodisch handelen en bereikbaarheid meer ligt op betrokkenheid. Het accent bij dossiervorming, privacyreglement en het kwaliteitsmanagementsysteem meer ligt op de beheersbare kant. 4.1 Veiligheid Ten tijde van de invoering van het Handboek in 2007 was er nog geen landelijk risicotaxatie instrument voor de jeugdreclassering beschikbaar. Daarom is er besloten om de Washington Pre screen (WSJCPA) te gaan toepassen in afwachting van de ontwikkelingen om tot een landelijk instrumentarium voor de gehele jeugdstrafrechtketen te komen. Het landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen (LIJ) is gebaseerd op een uitgebreide versie van de Washington Pre -screen en sluit aan bij de systematiek en rol van de jeugdreclassering. Het voordeel zal zijn dat er een ketenbrede toepassing komt. De Jeugdreclassering heeft in 2010 deel genomen in de ontwikkeling van het Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen met een focus op de doelgroep LVB. De Jeugdreclassering participeerde zowel op inhoud als op de uitvoering middels het draaien van een pilot door uitvoerend werkers in de regio’s Rotterdam en Utrecht. De Jeugdreclassering heeft zich ook in 2010 het doel gesteld om jongeren een veilige opvoedingssituatie te bieden waarin bedreigingen gereduceerd zijn. Het ging hierbij om jongeren die zich veelal buiten de primaire opvoedingssituatie bevinden. Dit maakte dat de jeugdreclassering zich ook richtte op ontwikkelingen in de leefomgeving. De door de Jeugdreclassering begeleidde jongeren spelen een rol bij door burgers ervaren overlast en gevoelens van onveiligheid. De Jeugdreclassering realiseert zich dit en is van mening dat zij zich ook, met anderen, dient in te spannen om een bijdrage te leveren aan een veilige samenleving.
Concreet voerde de Jeugdreclassering in 2010 daarom het volgende beleid op het gebied van veiligheid van de jongeren: •
Mogelijke risico’s werden in kaart gebracht en beoordeeld met behulp van een risicotaxatie lijst gekoppeld aan een plan van aanpak.
•
Binnen de methodiek van het Handboek Jeugdreclassering is er aandacht voor veiligheidsaspecten zowel voor jeugdigen als voor de samenleving.
•
Daarnaast werd onder andere door medewerkers in de regio’s, waar het vergroten van veiligheid en leefbaarheid binnen de stad hoog op de agenda stond, verschillende
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
14
contacten onderhouden met de gemeenten en daar waar mogelijk aangesloten bij het beleid van de gemeenten. •
Binnen de RVE Jeugdreclassering is ook in 2010 aandacht geweest voor calamiteiten. Wij vinden het belangrijk dat we transparant zijn, ook in ernstige situaties die anders lopen dan wij zouden wensen. In 2010 zijn er 5 calamiteiten geweest en gemeld aan de inspectie Jeugdzorg. De inspectie heeft hiervoor geen verbeterpunten geformuleerd en de meldingen afgesloten in 2010.
4.2 Methodisch handelen Het methodisch handelen binnen de RVE Jeugdreclassering vindt plaats volgens het Handboek Jeugdreclassering. De puntjes zijn op de i gezet voor de implementatie van deze methodiek. Hiervoor is onder andere de casuïstiekbespreking ingevoerd om het handelen volgens het Handboek van de Jeugdreclassering te borgen. Daarnaast is er een methodiek ontwikkeld voor het team Dubbele Maatregelen op basis van het Handboek Jeugdreclassering en de Delta methode van de Jeugdbescherming. Naast deze reguliere ontwikkelingen hebben ook op dit vlak projecten plaatsgevonden. De Dubbele Maatregelen: De Dubbele Maatregel is aan de orde als bij een jongere sprake is van een ontwikkelingsbedreiging, op grond waarvan een ondertoezichtstelling is uitgesproken, en als de jongere daarnaast een strafbaar feit heeft gepleegd, waardoor ook een jeugdreclasseringmaatregel is uitgesproken.
Voor de uitvoering van de Dubbele Maatregel is in 2010 een methodisch kader ontwikkeld waarin beide maatregelen tot hun recht komen. Beide maatregelen zijn samengevoegd tot een werkbaar en praktisch geheel, omdat de praktijk vraagt om een integrale en eenduidige aanpak. Het gaat immers om twee maatregelen, maar vooral om één jongere! De basis voor dit methodisch kader is zowel het Handboek Jeugdreclassering als de Delta methode voor de Jeugdbescherming. Omdat de jongeren waar het bij de Jeugdreclassering om gaat een (vaak licht verstandelijke, maar soms ook andere) beperking hebben, zijn kennis over de toepassing van beide methoden bij mensen met een beperking in dit methodisch kader geïntegreerd. Nieuwe medewerkers zijn allen geschoold in de methodieken middels een interne opleiding. Het project leverde de volgende eindproducten op: •
Methodisch kader
•
Format Plan van Aanpak
•
Organisatorische aanbevelingen
•
Instrumenten (levenslijn en dagelijks routine interview)
De inhoudelijk manager is de schakel in de communicatie en kennisoverdracht in regionale ontwikkelingen naast de verantwoordelijkheden en aansturing op casuïstiek niveau. Intern ging het om het verbeteren en het actualiseren van kennis en vaardigheden door middel van
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
15
individuele vakinhoudelijke begeleiding en het implementeren van de casuïstiekbespreking in de subteams. Deze genoemde overweging t.a.v. de uitvoering van de Dubbele Maatregel binnen de Jeugdreclassering geeft aan dat er sprake was van een innovatief zorgaanbod. Het werken met de casuïstiekbespreking: In 2009 is er gestart met een pilot rondom casuïstiekbespreking binnen de Jeugdreclassering. Tijdens een casuïstiekbespreking brengen medewerkers systematisch zaken in waardoor collega’s kunnen meedenken en toetsen of de ingezette koers en voorgestelde besluiten wenselijk zijn. De casuïstiekbespreking wordt voorgezeten door de inhoudelijk managers die uiteindelijk de beslissingen goedkeurt. •
In 2010 is betreft de werkbegeleiding ,casuïstiekbespreking, binnen de zogenaamde subteams geïmplementeerd.
Een bijkomend voordeel is dat medewerkers binnen een subteam goed op de hoogte zijn van elkaars werkwijze waardoor tijdens vakantie de begeleiding beter gecontinueerd kan worden en medewerkers van elkaar kunnen leren.
Projecten Methodisch handelen: Er zijn met betrekking tot het methodisch handelen 4 projecten: twee gaan over het verder uitwerken van systeemgericht werken welke goed past binnen de strategie van de WSG. De andere gaan over werken met een methodiek die bewezen effectief is, ook voor de doelgroep LVB. Signs of Safety Signs of Safety is een oplossingsgerichte benadering in de kinderbescherming waarbij het actief werken aan veiligheid van kinderen met een kinderbeschermingsmaatregel centraal staat. Het zorgen voor open en concrete communicatie over de gevaren en het benutten van het netwerk bij het tot stand brengen van veiligheid zijn daarbij centrale aspecten. In 2010 is kennis gemaakt met Signs of Safety, waarbij bleek dat deze werkwijze zeker bruikbaar en inzetbaar is in de Jeugdreclassering. Dit zal in 2011 nader worden onderzocht.
Gezinsgerichte Jeugdreclassering De Jeugdreclassering heeft in 2010 het Expertisecentrum gevraagd te werken aan een beknopte verkenning van de huidige stand van zaken op het gebied van gezinsgerichte jeugdreclassering. Het doel is te komen tot een aantal aanbevelingen die gebruikt kunnen worden voor het ontwikkelen van gezinsgericht werken binnen de jeugdreclassering. Bij de Jeugdreclassering wil men het gezin meer betrekken bij een jeugdreclasseringmaatregel om zo de kans op recidive te verminderen. Bekend is dat interveniëren op meerdere terreinen succesvoller is dan een interventie die zich alleen richt op de jongere. Vooral bij jongeren met een LVB (zeker als ook ouders een beperking hebben) zou een interventie zich moeten richten op beschermende omgevingsfactoren zoals het gezin en het bredere netwerk. Het Expertisecentrum zal begin 2011
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
16
de aanbevelingen formuleren voor de verdere ontwikkeling van gezinsgerichte jeugdreclassering voor de Jeugdreclassering. Erkenning gedragsinterventie Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer voor Licht Verstandelijk Beperkte (NPT -LVB) Het Expertisecentrum heeft in opdracht van de William Schrikker Jeugdreclassering samen met Spirit en Adviesbureau van Montfoort de Nieuwe Perspectieven bij Terugkeer (NPT) methodiek verder ontwikkeld tot de nieuwe nazorgmethode NPT-LVB, speciaal voor jongeren met een LVB. Doel van de interventie is nazorg en preventie van terugval voor jongeren met een LVB na vrijheidsbeneming. Per 1 april 2010 is deze gedragsinterventie erkend door de erkenningscommissie Justitie. Dit is de eerste volledig erkende interventie speciaal voor jongeren met een LVB! Zorgaanbieders kunnen deze interventie inkopen en hun medewerkers laten trainen. Cosova+ De Jeugdreclassering ziet het als haar taak om met de aanbieders van de gedragsinterventies en de Raad voor de Kinderbescherming, zorgvuldig te onderzoeken of de betreffende interventie voldoende toegerust is op de specifieke doelgroep van de Jeugdreclassering. Daar waar nodig spant de Jeugdreclassering zich in om, samen met anderen, tot aanpassingen van de gedragsinterventies te komen of om nieuwe gedragsinterventies te ontwikkelen. Al jarenlang wordt door gespecialiseerde sovatrainers van de Jeugdreclassering de gespecialiseerde sovatraining uitgevoerd. De beschrijving en uitvoering van deze interventie voldoet echter niet aan de eisen die door de erkenningcommissie Justitie aan interventies worden gesteld. In opdracht van de Landelijke Raad voor de Kinderbescherming is het Expertisecentrum (in nauwe samenwerking met jeugdreclasseringwerkers) samen met Adviesbureau Van Montfoort in 2010 gestart om de cognitieve sociale vaardigheidstraining voor jongeren met een lichte verstandelijke beperking te ontwikkelen die wel voldoet aan de eisen van de erkenningcommissie. Amsterdam West Vanuit de pilot Amsterdam West hebben een aantal jongeren die een jeugdreclasseringmaatregel opgelegd hebben gekregen een gezinsgerichte vorm van jeugdreclassering FFPS (Functional Family Parole Service) aangeboden gekregen en zijn in het kader van de pilot wekelijks gevolgd en besproken. Medio 2010 zijn twee medewerkers gestart met de training om te kunnen werken volgens deze methodiek. In 2011 zal de Jeugdreclassering zich opnieuw beraden over de voortgang van FFPS. 4.3 Dossiervorming en inzagerecht De Jeugdreclassering sluit aan bij de landelijke afspraken die branche breed gemaakt zijn. Deze afspraken zijn geïmplementeerd in de procedures voor de medewerkers. In 2010 zijn de dossiers bewaard en bijgehouden op het centrale kantoor in Diemen. In de praktijk is wel gebleken dat het voor medewerkers die ver wonen van kantoor, lastige is om cliëntendossiers goed te beheren omdat zij minder vaak op het centrale kantoor komen. Dit vanwege het feit dat medewerkers
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
17
steeds meer van huis uit werken. In 2010 zijn daarom wederom dossierdagen en periodieke controles georganiseerd om er zorg voor te dragen dat de dossiers op orde blijven. In 2010 zijn de voorbereidingen gestart om te gaan werken met digitale dossiers. Het inzagerecht is wettelijk bepaald en geïmplementeerd in de procedures. Bovendien werkt de Jeugdreclassering met het privacyreglement tekst en toelichting van Jeugdzorg Nederland. Hierin staat duidelijk vermeld hoe om te gaan met de privacy van cliënten en diens wettelijk vertegenwoordigers. Bovendien wordt er aandacht besteed aan het verstrekken van informatie aan derden. In 2010 hebben 10 jongeren gebruik gemaakt van het inzagerecht. 4.4 Bereikbaarheid en beschikbaarheid De jeugdreclasseringmedewerkers werken veelal ambulant, vanuit huis en bezoeken de cliënten in hun eigen woonomgeving. De medewerkers van de Jeugdreclassering zijn bereikbaar op werkdagen tijdens kantoortijden, per mail en mobiele telefoon. Bij afwezigheid zoals vakantie en ziekte wordt er via de voicemail doorverwezen naar een collega zodat continuïteit van dienstverlening is verzekerd. In 2010 zijn er 12 meldingen geweest van ontevredenheid van ouders van cliënten betreft de bereikbaarheid van de jeugdreclasseringwerker. Deze zijn alle opgelost middels een telefonisch gesprek met betrokkenen. In sommige situaties is de desbetreffende jeugdreclasseringwerker erop aangesproken en in een aantal situaties is aan de betrokkenen uitgelegd dat de medewerkers hun telefoon tijdens gesprekken met cliënten en ketenpartners uit zetten.
4.5 Het Kwaliteitsmanagementsysteem De Jeugdreclassering heeft in 2010 opnieuw aandacht gehad voor het onderhouden en verbeteren van het kwaliteitsmanagementsysteem. Dit systeem geeft met name vorm aan de beheersingskant van kwaliteit. Enkele grote verbeteringen in 2010 komen voort uit de implementatie van de voortgangssystematiek. Hierdoor is gestart met het systematisch verantwoording afleggen op basis van ontwikkelingen en resultaten van de directeur aan de bestuurder. Deze voortgangsystematiek versterkt het werken volgens de PDCA cyclus en versterkt de transparantie. Uit de evaluatie blijkt nog wel dat de borging van hetgeen besproken is nog niet helemaal optimaal wordt opgenomen en de planning zal nog verbeteren. In deze voortgangsrapportage en het voortgangsgesprek is gestart met het opnemen van de beoordeling van het kwaliteitsmanagementsysteem. Dit blijkt een complexe handeling omdat het vraagt om overzicht en inzicht in de onderlinge samenhang van alles wat er speelt. Toch werkt dit wel versterkend in de integrale verantwoordelijkheid voor o.a. kwaliteit van de directeur en managers. Ter ondersteuning van de beoordeling wordt er per kwartaal een kwaliteitsrapportage verstrekt. Deze is gemakkelijk te maken omdat in 2010 Topdesk is geïmplementeerd voor het bijhouden van de verbeterroute. Hierin zijn verbeterpunten geformuleerd naar aanleiding van audits, suggesties van medewerkers, onderzoeken en klachten. Dit systeem is bij de jeugdreclassering goed geïmplementeerd en de punten zijn adequaat opgepakt. Bijvoorbeeld het bespreken van
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
18
aandachtspunten uit de interne audit in de teams. De analyse was dat het belangrijk was om nog eens aandacht te vragen voor de volgende punten: de wettelijke termijn van rapportages, mogelijkheid om suggesties te mailen, bekendheid met de doelen van het jaarplan en de afspraken rondom email.
Naast input vanuit kwaliteit, wordt er ook informatie aangeleverd door andere interne staf organen en wordt er binnen de Jeugdreclassering informatie verzameld. Eind 2010 zijn rapportage formats (maandrapportage) vastgesteld waarin de manager zal rapporteren over de werkzaamheden waarover hij verantwoordelijk is en de behaalde resultaten ten behoeve van de maandelijkse gesprekken met de directeur. De planning was dat deze rapportageformats eind 2010 in IJ gebouwd zouden zijn zodat de informatie voor de managers beschikbaar zou zijn. Dit is helaas niet gehaald in 2010 maar zal in februari 2011 zijn afronding vinden. Een ander terugkerend onderdeel van het kwaliteitsmanagementsysteem is het up-to-date houden en gebruik van het kwaliteitshandboek. In 2010 is hier een inventarisatie op gedaan, meerdere documenten moeten worden aangepast, dit zal in 2011 verder worden opgepakt. In 2010 zijn de voorbereidingen getroffen zodat het systeem van het digitale handboek gebruiksvriendelijker zal worden. Wij zijn hiertoe overgaan van DKS naar iDocument een vernieuwd product van dezelfde leverancier. Deze is in januari 2011 beschikbaar gesteld voor de medewerkers. De reacties hierover zijn positief. Certificering
In januari 2010 is de Jeugdreclassering HKZ gecertificeerd, volgens de nieuwe HKZ norm voor de Bureaus Jeugdzorg. In 2009 is er middels werkgroepen aan verschillende thema’s gewerkt om de organisatie HKZ-proof te maken. Het was een spannende audit met een zeer positief resultaat. Belangrijke aandachtpunten van de audit betreffen de hele William Schrikker Groep en gingen met name over het concreet formuleren en monitoren van de doelen door het management. Met de implementatie van de voortgangssystematiek is hierin veel verbeterd.
4.6 Klachten van cliënten De WSG heeft een klachtenregeling voor cliënten (conform de Wet op de jeugdzorg). De Jeugdreclassering laat ingediende klachten door cliënten in behandeling nemen door een onafhankelijke Klachtencommissie voor cliënten van de WSG. Cliënten die een klacht indienen hebben de mogelijkheid om zich te laten ondersteunen door een onafhankelijke Vertrouwenspersoon. De klachtenroute stond voor 2010 gepland om geëvalueerd te worden. Er is besloten om het proces hetzelfde te laten maar de uitvoering ervan te verbeteren. Het doel is om meer maatwerk te leveren naar de cliënt toe. In 2010 zijn 3 klachten door de klachtencommissie behandeld.
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
19
5.
Samenwerken
De Jeugdreclassering ziet de noodzaak van een goede samenwerking met zowel de andere onderdelen van de WSG als met externe organisaties. Intern is goede afstemming van belang om continue hoogwaardig aanbod te leveren vanuit de Groep. Een voorbeeld hiervan uit 2010 is het opzetten van een team dat uitvoering geeft aan de Dubbele Maatregel. 5.1 Samenwerking binnen de WSG Jeugdbescherming De samenwerking met de Jeugdbescherming richtte zich met name op twee grote onderwerpen: de uitvoering van de Dubbele Maatregel en de gesloten plaatsingen. Binnen de jeugdreclassering komt het regelmatig voor dat er een verzoek moet worden gedaan om een jeugdige gesloten civiel te plaatsen. De Jeugdreclassering maakt dan gebruik van de coördinator gesloten plaatsingen van de Jeugdbescherming. Er is in 2010 meer deskundigheid opgedaan rondom deze plaatsingen.
In 2010 is aandacht besteed aan een goede uitvoering van het intern overdragen van zaken tussen de RVE Jeugdbescherming en de RVE Jeugdreclassering. Hierin is een positieve ontwikkeling te zien .Een zorgvuldige overdracht is zeer in het belang van goede en continue hulpverlening.
Pleegzorg Eind oktober 2010 zou er worden gekeken of er mogelijkheden zijn voor plaatsing en begeleiding van jongeren uit het team Dubbele Maatregelen in een pleeggezin. Het blijkt in de praktijk dat er jongeren geplaatst worden. We zouden dit meer gestructureerd willen vormgeven. Expertise Centrum De samenwerking met het Expertise Centrum kreeg vooral vorm in de lopende trajecten zoals: deskundigheidsbevordering, visieontwikkeling en in het initiëren -en zo mogelijk mede ontwikkelen of aanpassen van gedragsinterventies. Het Expertiseteam In 2010 zijn in totaal 76 adviesgesprekken door het expertiseteam gevoerd. Hiervan zijn 5 gesprekken aangevraagd door de William Schrikker Jeugdreclassering. Tijdens deze gesprekken worden voorgenomen besluiten bij complexe casuïstiek voorgelegd aan een team van twee gedragswetenschappers, een jurist (op aanvraag) en afhankelijk van de problematiek, een andere deskundige. Het oordeel over de werkzaamheden van het expertiseteam is ook dit jaar overwegend goed tot uitstekend. De adviesgesprekken leidden tot nieuwe inzichten, een betere onderbouwing en/of bevestiging van de gemaakte keuzes. Ook leidden de adviezen tot handvatten voor verdere begeleiding.
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
20
Kweekvijver Jeugdbescherming en Jeugdreclassering e
Het Expertisecentrum heeft in 2009 het format voor ‘De Kweekvijver’ ontwikkeld. In 2010 is het 3
opleidingstraject van start gegaan. De Kweekvijver JB-JR beoogt een opleidingsroute te realiseren waarin gedragswetenschappelijk opgeleide gezinsvoogden en jeugdreclasseringwerkers intern opgeleid worden tot potentiële Inhoudelijk Managers. In het kader van het beleidsstreven: Vinden en Binden, om werknemers langer te binden aan de organisatie zal dit betekenen dat deze medewerkers langer dan voorheen werkzaam zullen zijn binnen de William Schrikker Jeugdreclassering en vacatures voor Inhoudelijk Managers beter zijn in te vullen. De Kweekvijver wordt begeleid door een staffunctionaris van het Expertisecentrum. Twee medewerkers van de Jeugdreclassering zitten in de kweekvijver. Klinische lessen In 2010 is bekeken of de klinische lessen geregionaliseerd zouden worden. Uiteindelijk bleek er nog altijd behoefte aan centrale klinische lessen in Diemen en is besloten niet over te gaan tot het regionaliseren van de klinische lessen. Het Expertisecentrum heeft in 2010 twee bijeenkomsten van maximaal 2 uur georganiseerd waarin een deskundige een lezing heeft gegeven over ‘Eerwraak en eer gerelateerd geweld’ en ‘Doofheid en Coda problematiek’. Toolbox Jeugdreclassering Het Expertisecentrum ontwikkelde i.s.m. met de Jeugdreclassering een Toolbox Jeugdreclassering. De Toolbox JR is bedoeld voor ondersteuning van het gesprek van een jeugdreclasseringmedewerker met een jongere met een (licht) verstandelijke beperking die een delict heeft begaan. Het helpt de jongere meer grip te krijgen op het eigen gedrag, zicht te krijgen op oorzaak -gevolg rondom het delict en om het gesprek concreet te maken. Voor de jeugdreclasseringwerker is het een hulpmiddel om bepaalde, moeilijke onderwerpen ter sprake te brengen en om gefocust te blijven op de criminogene factoren. De beeldtaal die in de Toolbox JR gebruikt wordt is aangepast aan de beeldtaal van hedendaagse jongeren en geïnspireerd op de manier waarop apps (i-phone applicaties) worden vormgegeven. De Toolbox JR bevat een doosje met 40 pictogrammen, een delictenkaart, thermometer en stoplicht, fotoboekje strafzitting, plattegrond en gedragsregels tijdens zitting, vragenlijstjes alcohol, drugs, seksualiteit en een moeilijke woordenboekje. Het eerste exemplaar van de Toolbox JR is in januari 2011 overhandigd aan de directeur.
Servicecentrum De samenwerking met het Servicecentrum uitte zich op vele gebieden, zoals onder andere; een verbeterde dienstverlenende instelling, verbeteren van de administratieve processen met het oog op stroomlijning van het postproces (vooral cliëntgerelateerde post) en zijn de voorbereidingen gestart voor het digitaliseren van de dossiers. (zie hfdst. 7)
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
21
5.2 Ketenpartners Vanuit de aard van het werk is er intensieve samenwerking met de Rechtbank, de Raad voor de Kinderbescherming, de Bureaus Jeugdzorg en het Openbaar Ministerie. Het beleid is en blijft erop gericht om met hen samen te werken gericht op verbeteren en transparantie. Het middenmanagement van de Jeugdreclassering heeft regelmatig contact met genoemde organisaties. Zij bespreken dan de actuele samenwerking en stemmen daar waar noodzakelijk verder af. Daarnaast participeren zowel werkers als management in regionale overlegvormen zoals het Arrondissementaal Platform Jeugdcriminaliteit (A.P.J.) het Arrondissementaal Justitieel Beraad (AJB) , netwerktrajectberaden en de Veiligheidshuizen.
Veiligheidshuizen Zowel gevraagd als ongevraagd zoekt de Jeugdreclassering contact met de verschillende Veiligheidshuizen. Afhankelijk van de regionale opzet participeert de Jeugdreclassering zo veel als mogelijk. De Veiligheidshuizen hebben een steeds belangrijkere rol in de ketensamenwerking gekregen. In 2010 heeft de WSJR deelgenomen in 12 Veiligheidshuizen. (er zijn nu ongeveer 42 veiligheidshuizen in Nederland)
Netwerk trajectberaden Sinds 2009 is door nagenoeg alle Justitiële Jeugdinrichtingen (J.J.I.’s) gevraagd of de Jeugdreclassering deel kan nemen aan de zogenaamde netwerkberaden. In dit overleg wordt de nazorg na detentie georganiseerd. De jeugdreclassering heeft graag gehoor gegeven aan dit verzoek. In 2010 heeft de jeugdreclassering deelgenomen in 17 netwerkberaden. ICT Nazorg Voor een goede ondersteuning van de Netwerk- en Trajectberaden is een ICT- applicatie ontwikkeld. Deze applicatie maakt het mogelijk informatie over een jongere effectief en efficiënt uit te wisselen tussen organisaties die zich bezighouden met de nazorg aan jeugdigen. De ICT- oplossing is ondersteunend aan de casus overleggen. Deelnemers aan de netwerk- en trajectberaden worden bijvoorbeeld geholpen bij het inplannen van jeugdigen voor de beraden, het doorplannen van de bijeenkomsten en het verzamelen én aanleveren van informatie. De ICTondersteuning betekent in de praktijk minder onnodige administratieve handelingen en altijd de juiste gegevens over de jeugdige binnen handbereik. Het doel van het landelijke programma aanpak jeugdcriminaliteit is ervoor te zorgen dat de applicatie gebruikt wordt bij alle netwerk- en trajectberaden en dat alle betrokken ketenpartners toegang hebben tot het systeem. Het ICTsysteem voor Nazorg Jeugd is sinds 23 september landelijk beschikbaar. De implementatie voor deze applicatie heeft in 2010 plaatsgevonden. In januari 2011 is een ieder getraind. JD -Online JD -Online is de digitale toegang tot het Justitieel Documentatie Systeem (JDS) voor het zelfstandig verkrijgen van uittreksels en rapportages uit het persoonsdossier (PD). Het PD bevat de aan de rechterlijke autoriteiten uitgebrachte psychiatrische en psychologische rapporten over
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
22
onderzoeken naar het gedrag en/ of de levensomstandigheden van natuurlijke personen. Het gaat om alle rapportages van instellingen zoals de Raad voor de Kinderbescherming en de Reclassering, die in de afgelopen tien jaar zijn uitgebracht aan het Openbaar Ministerie en de Rechter Commissaris. De Justitiële Informatiedienst beheert de fysieke documenten, die nog zijn opgeslagen in het beveiligde PD- archief. Sinds enige tijd worden de persoonsrapportages door de rapporterende instanties in digitale vorm aangeleverd en is het ook mogelijk deze elektronisch te raadplegen via JD -Online. De voorbereiding voor de toegang tot deze webapplicatie is in 2010 afgerond.
Daarnaast werkt de Jeugdreclassering mee aan meerdere regionale projecten om de samenwerking dusdanig te verbeteren dat de cliënten hier direct profijt van hebben, doordat methodieken beter aansluiten.
Regionale projecten Verbeter Traject toezicht Jeugd (in Breda) In 2010 heeft de Jeugdreclassering deelgenomen aan de pilot Verbetertraject Toezicht Jeugd in Breda. Het doel is het verbeteren van het toezicht op de naleving van de bijzondere voorwaarde bij de maatregel Hulp en Steun bij een voorwaardelijke veroordeling en opgelegd als schorsende voorwaarde. Deze pilot, gestart vanuit het ministerie vindt plaats in Breda en is in 2010 getoetst en nader uitgewerkt. Het verbetertraject Toezicht Jeugd is eind 2010 middels expertmeetings geëvalueerd. Het departement heeft besloten dat de pilot verlengd wordt tot en met juni 2011.
Denktank Breda Dit is een werkgroep van de rechtbank in Breda om civiele en strafrechtelijke zaken gezamenlijk af te doen. De opzet van deze ‘denktank’ is de jongere centraal te zetten bij zittingen. En zowel civiele als strafrechtelijke zaken passend en op maat aan te bieden ten behoeve van de jongeren. Doel is per 2011 te starten met zogenaamde ‘combi’-zaken. In 2010 hebben de voorbereidingen hiertoe plaatsgevonden en hebben de Jeugdreclassering en ketenpartners in de regio hierin samengewerkt. Versterken betrokkenheid ouders in Utrecht Vanaf 1 december 2009 is de pilot Versterken betrokkenheid ouders gestart. De duur van de pilot is 20 maanden, vanaf 1 december 2009 tot 31 juli 2011. Deze pilot beoogt de vrijwillige betrokkenheid van de ouders bij het contact van hun kinderen met justitie, via OTP (Oproep ten Parkette) en zitting, aanmerkelijk te vergroten. De pilot wordt wetenschappelijk onderzocht. De pilot richt zich op alle verdachte jongeren en op hun ouders waarbij middels een aantal onderzoeksvragen nader zal worden gekeken naar minderjarige verdachten en ouders met een Marokkaanse dan wel autochtoon Nederlandse achtergrond. Van de Jeugdreclassering neemt het team werkende in de regio Utrecht deel aan de pilot. Zij zijn in 2010 getraind.
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
23
Stand van zaken onderzoek Volgens planning loopt de uitvoering van het veldonderzoek tot 1 maart 2011. Echter in verband met de wetswijziging omtrent de aanwezigheid van ouders op zitting en het feit dat de selectie van de onderzoeksgroep voor de kinderrechterzittingen zijn maximum heeft bereikt, is begin januari het veldonderzoek met betrekking tot de kinderrechterzittingen voltooid. Het veldonderzoek met betrekking tot de OTP- zittingen loopt nog en is verlengd tot 1 mei 2011. Tsjechië project; Liberta Care en de WSG. Dit project biedt zorg aan jongeren die tijdelijk extra ondersteuning nodig hebben, door leerwerktrajecten uit te voeren in Tsjechië. In april 2010 is een kleine delegatie van de Jeugdreclassering naar Tsjechië geweest om onderzoek te doen naar mogelijkheden om ‘multiproblem’ jongeren tijdelijk te kunnen plaatsen in het buitenland. De start van het project heeft in de zomer van 2010 plaatsgevonden. Er zijn in 2010 twee cliënten geplaatst. Tot dusver heeft dit project zeker zijn meerwaarde bewezen in de zin van een time-out functie voor jongeren die vanwege diverse problematiek, in een rustige omgeving, hun leven weer op de rails kunnen zetten.
Waterschapproject Zwolle Binnen de regio Zwolle en omstreken, de regio Salland, is er sprake van een werkervaringplek voor LVB -jongeren die in problemen zijn geraakt. Het project is uitgevoerd door de Jeugdreclassering als projectleverancier, Waterschap Groot Salland – projectaannemer en uitvoerende werkgevende organisatie en in samenwerking met een jobcoach organisatie. Het project heeft in 2010 door omstandigheden stilgelegen . Thematafel Eindhoven De kern van de opgestelde methodiek bestaat uit een intensieve begeleiding van jongeren voor, tijdens en na detentie. De focus ligt op de begeleiding die start aan het einde van de detentie en nog meer na de detentie. Tijdens deze drie fases zal de begeleiding niet door verschillende mensen of organisaties verricht worden, maar zal één trajectbegeleider de begeleiding voor zijn rekening nemen. Dit sluit echter niet uit dat er partnerorganisaties betrokken zullen worden tijdens het traject. De trajectbegeleider zal alleen constant een centrale functie innemen binnen het traject en nauw bij de risicojongeren betrokken zijn. De samenwerking met andere partners is van groot belang omdat zij vaak over informatie, kennis en specifieke vaardigheden beschikken die de trajectbegeleider goed kan gebruiken en waarmee de samenwerking afgestemd kan worden. Eind 2010 is dit project tijdelijk geparkeerd door de gemeente Eindhoven.
Humanitas (Dordrecht en Groningen) In 2010 is een start gemaakt met gesprekken met Humanitas betreft het project Homerun. Door samenwerking tussen beide organisaties zijn er een aantal cliënten die gekozen hebben voor vrijwillige begeleiding na het aflopen van hun strafrechtelijke maatregel.
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
24
5.3 Allianties De Jeugdreclassering is voortdurend op zoek naar partners om het aanbod voor de doelgroep LVB te verbeteren. Dit kan dan leiden tot samenwerkingsovereenkomsten voor de Jeugdreclassering of voor de Groep als geheel. In 2010 heeft een invitational met Stichting Reclassering Nederland plaatsgevonden waarin de Jeugdreclassering en de Volwassen Reclassering (SRN) een continuüm gaan vormen, zodat er geen breuk in de zorg ontstaat.
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
25
6.
Personeel
6.1 Personeelsbeleid
De William Schrikker Jeugdreclassering stelt zich tot doel een personeelsbeleid te voeren waarin randvoorwaarden helder zijn uitgewerkt en waar de condities aanwezig zijn voor medewerkers om optimaal te kunnen (samen)werken, in een motiverende werksituatie die een stimulans vormt voor inzet en ontwikkeling. De personeelsvisie is vastgesteld door de Bestuurder in het Bestuur en Directie overleg, waarbij is aangegeven dat er consensus is over de richting. Personele regelingen Veel personele regelingen zijn geactualiseerd of herzien, zoals de gesprekscyclus en werving & selectie. Deze actie zet zich verder door in 2011, zodat de WSG eind 2011 beschikt over een moderne arbeidsvoorwaardenregeling, die aansluit bij het project Verbindend Werken. Nieuw personeelsmanagementsysteem Per 1 januari 2011 wordt het nieuwe personeelsinformatiesysteem PIMS@all van CENTRIC fasegewijs in gebruik genomen. Dit systeem is zeer gebruiksvriendelijk voor managers en medewerkers. Het systeem sluit aan op het ‘nieuwe werken’, waarbij veel acties op afstand kunnen plaatsvinden. Het opleidingstraject voor P&O -administratie is eind 2010 gestart; voor de managers is dit gebeurd in december 2010 en januari 2011. Het traject van ontsluiting voor alle medewerkers zal 1 juli 2011 plaatsvinden.
Begeleiding In het kader van de verdere ontwikkeling van de medewerkers voeren leidinggevenden jaarlijks structureel gesprekken met hun medewerkers. Een competentieprofiel is een belangrijk hulpmiddel bij deze gesprekken. In 2010 hebben alle medewerkers een gesprek gehad met hun leidinggevende. De behoefte van medewerkers naar een bepaalde vorm van coaching is de laatste jaren toegenomen. In 2010 hebben er vijf medewerkers externe coachingstrajecten gevraagd en zijn er vier aangeboden. Coaching helpt medewerkers bij het langer succesvol kunnen vervullen van hun functie.
Deskundigheidsbevordering Aanbod: In 2010 hebben de volgende opleidingsactiviteiten binnen de Jeugdreclassering plaatsgevonden: LOTje-R: (interne opleiding) Begin 2010 waren de laatste bijeenkomsten van LOTje-R groep 7. In het voorjaar zijn LOTje-R groep 8 en groep 9, met resp. 12 en 13 deelnemers gestart. Deze groepen werden voor de zomer afgerond.
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
26
Handboek JR In het najaar volgden 7 medewerkers van de Jeugdreclassering die vanuit de WSJB zijn ingestroomd de training Handboek JR , deze is verplicht voor alle medewerkers van de jeugdreclassering. Delta Er zijn 2 Deltatrainingen georganiseerd voor JR -medewerkers die al het LOTje-R certificaat behaald hebben en nu werken in het team Dubbele Maatregelen. In het voorjaar namen 10 deelnemers deel en in het najaar bestond de groep uit 12 werkers. Omgaan met Agressie Voor een groep van 14 deelnemers werd in oktober de 2-daagse training in oktober georganiseerd.
Management Development traject Voor het middenkader zijn opleidingswensen en behoeften geïnventariseerd en is er een opleidingstraject ontwikkeld wat in 2011 zijn uitvoering zal krijgen. Aandacht voor psychosociale arbeidsomstandigheden In de scholingsactiviteiten binnen de RVE’s van William Schrikker Groep lag de nadruk tot nu toe op inhoudelijke onderwerpen die direct betrekking hebben op het primaire proces. Er was minder aandacht voor generieke professionele competenties zoals samenwerken, onderhandelen, rapporteren, maar ook: organiseren, omgaan met werkdruk. In 2010 is onder andere aandacht besteed aan het onderwerp Timemanagement tijdens een georganiseerde themadag. Het resultaat is de bewustwording van de mogelijkheden om je werk anders te organiseren waardoor de werkdruk als minder belastend wordt ervaren. Stagebeleid In het schooljaar 2009/2010 hebben 3 stagiaires hun stage gelopen bij de WSJR. Dit waren stages van tien maanden. 6.2 Formatie
Op 31 december 2010 waren er 141 medewerkers in loondienst bij de William Schrikker Jeugdreclassering, waarvan 117 in de functie van Jeugdreclasseringwerker of medewerker dubbele maatregelen. In 2010 zijn er 35 medewerkers ingestroomd, een stijging van 23%. Verzuim De William Schrikker Jeugdreclassering streeft ernaar een gezond en prettig werkklimaat te bieden aan haar medewerkers. Dit om de motivatie en betrokkenheid van de medewerkers te
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
27
stimuleren en de kans op uitval c.q. verzuim te beperken. Centraal staan alle medewerkers, als ‘menselijk kapitaal’ van de William Schrikker Jeugdreclassering. Verzuimoorzaken worden in samenwerking met AON Verzuim Management zo snel mogelijk opgespoord, geanalyseerd en aangepakt. De gezamenlijke inspanningen zijn gericht op een zo spoedig mogelijke (gedeeltelijke) terugkeer van de medewerker bij de William Schrikker Jeugdreclassering, primair op de eigen werkplek. Voor factoren die de werkhervatting (gedeeltelijk) in de weg kunnen staan, wordt door de medewerker, de direct leidinggevende en P&O naar een oplossing gezocht. Het verzuimpercentage over 2010 betrof 4,6%, exclusief verzuim door zwangerschap en andere vangnetsituaties. Het streven is om dit te verlagen maar het meerderendeel is niet arbeidsgerelateerd en minder beïnvloedbaar. verloop De uitstroom in 2010 bedraagt 10%. 6.3 Medewerkertevredenheidonderzoek In 2010 heeft organisatiebreed een medewerkertevredenheidonderzoek (MTO) plaats gevonden. De resultaten van dit onderzoek zijn per organisatieonderdeel uitgesplitst en besproken op organisatie- en teamniveau. Afgesproken is dat teams op grond van de uitkomsten van het MTO eigen actiepunten ontwikkelen en dat onderwerpen die voor het hele organisatieonderdeel aandacht behoeven op dat niveau worden opgepakt in 2011.
Algemene aandachtspunten zijn: •
Informatieverzending van werkvloer naar de directeur van het organisatieonderdeel.
•
Het inwerken van nieuwe medewerkers.
•
Tijdsbesteding van de medewerker aan zijn cliënten.
•
Samenwerking tussen de teams en afdelingen binnen de WSG.
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
28
7. Huisvesting en materiële zorg In 2010 bestaat het Servicecentrum (SC) uit de afdelingen: Facilitaire dienst, Administratie, ICT, Communicatie, P&O, Materiële dienstverlening, PGB -servicebureau, Secretariaat en registratie en Informatisering. Met ingang van 1 mei 2010 is een deel van de cliëntenregistratie in goed overleg overgedragen aan de Jeugdreclassering. 7.1 Analyse gevoerd beleid ten aanzien van huisvesting en materiële randvoorwaarden. Bij aanvang van het jaar was sprake van een 5-tal programmapunten: Strategisch samenwerken, Besturingssysteem, Verbindend Werken, Professionalisering en Attitude. Het servicecentrum heeft vooral bijgedragen aan de onderdelen Besturingssysteem, Verbindend Werken en Attitude. Besturingssysteem Samen met de kwaliteitscontroller is een nieuw autorisatieschema opgesteld, welke is toegesneden op het nieuwe besturingssysteem. De verschillende onderdelen personeel, financiën, juridisch en kwaliteit zijn WSG -breed in werkgroepen voorbereid. Hierin heeft ook de Jeugdreclassering geparticipeerd. In januari 2011 heeft de definitieve besluitvorming plaatsgevonden binnen het Bestuur en Directieoverleg. Verbindend Werken Een speerpunt voor de WSG is de ontwikkeling van het Kantoor van de Toekomst: het programma Verbindend Werken, waarbij de manier van werken (outreachend, flexibel, vanuit huis, op afstand) van toepassing is op de hele organisatie van de WSG en tegelijkertijd de onderlinge verbinding binnen de WSG wordt gezocht. De programmaorganisatie is sinds de zomervakantie van 2010 gestart. Er zijn een vijftal werkgroepen ingesteld: Werkstijl, Centrale locatie, Decentrale locaties, ICT en Gebouw en Inrichting. Alle werkgroepen zijn bemenst met medewerkers uit alle hiërarchische lagen, uit alle RVE’s, met ondersteuning van bureau Veldhoen. Voorop staat het belang om alle dilemma’s goed voor het voetlicht te brengen en een advies uit te brengen dat toegesneden is op de WSG. Het project moet immers voordelen opleveren voor de cliënt, de medewerkers en de organisatie. De resultaten van de verschillende werkgroepen worden besproken in de programmaraad. Deze maakt een advies rondom de besluitvormingspunten voor de bestuurder.
De eerste veranderingen hebben in 2010 dan ook al plaatsgevonden. Onder andere: het meer werken en vergaderen in de regio’s en het gebruik maken van de meetingpoints, ook door de Jeugdreclassering.
Attitude Het programma Attitude is begin dit jaar tijdelijk stopgezet. Besloten is om de aandachtsvelden van Attitude onder te brengen in het project Verbindend Werken in de werkgroep Werkstijl.
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
29
7.2 Continuering van beleid en nieuw beleid
Idocuments Het digitale kwaliteithandboek DKS is vervangen door iDocuments. Onder de nieuwe naam WSgids is iDocuments per 1 januari 2011 in gebruik genomen. Hiermee wordt aan een groot aantal klachten van medewerkers rondom het eenvoudig zoeken naar processen en formulieren tegemoet gekomen. Ook de lay-out is aangepast aan de WSG huisstijl. Geïntegreerde rapportage Per 15 april is een geïntegreerde rapportage (PMS/MobilityMix/Leaseplan) opgesteld met betrekking tot de reiskosten per Resultaat Verantwoordelijke Eenheid, per regio en per team. Inmiddels wordt gewerkt aan een maandelijkse standaardrapportage middels een rapportagetool via de concerncontroller. Verbeteren Postproces Per 1 juli 2010 is het project Slimmer werken van start gegaan in samenwerking met En Campagne. Doel is om de processen die samenhangen met cliëntgerelateerde post, beschikkingen en indicaties te optimaliseren. Als methode wordt Lean/Six Sigma gehanteerd. Centraal in deze methode staat het tegengaan van verspillingen in de meest brede context.
Verbetering dienstverlening Een van de projecten binnen het programma Verbindend Werken is het gebruikmaken van TOPDESK, binnen het Servicecentrum . Hierin kunnen alle wensen/klachten worden geregistreerd, een automatische respons gegeven en bestaat er een rappelsysteem. Begin 2010 werkten de Facilitaire Dienst en ICT met deze tool. Eind 2010 is de tool ook door de afdeling Informatisering in gebruik genomen. De Declaratie administratie en Materiële Dienstverlening onderzoeken nog of Topdesk voor hen geschikt is, waarbij de mogelijkheid voor cliëntgerelateerde registratie van belang is.
Communicatie Website Met de vernieuwde website heeft de WSG een digitaal communicatiemiddel dat alle faciliteiten in zich heeft om onze cliënten en externe relaties (o.a. stakeholders/pers) goed te voorzien van informatie. Daarnaast is de website een visitekaartje wat de ‘Company pride’ verhoogt onder de medewerkers. Een belangrijk neveneffect is dat de drukkosten voor de folders verlaagd zijn, omdat deze nu gedownload kunnen worden. Studio WSG In 2010 is met een eigen TV -programma gestart als nieuw intern communicatiemiddel . In het programma komen actuele en belangrijke onderwerpen aan de orde voor de medewerkers. Met
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
30
900 hits voor de laatste uitzending over klachten lijkt dit een adequaat middel dat gecontinueerd zal worden in 2011. ICT Mijn WSG Het belangrijkste project van de afdeling ICT is Mijn WSG. Met Mijn WSG wordt een fundament gelegd voor een moderne en flexibele ICT omgeving voor de WSG. Er wordt één toegang gecreëerd tot applicaties en data waardoor de overgang naar het nieuwe werken eenvoudig kan verlopen omdat mensen thuis en in Diemen weer op dezelfde manier met ICT werken. Tevens worden de vele kleine printers vervangen door printen met Multifunctionals waarmee een kostenbesparing en betere informatie beveiliging wordt bereikt. De implementatie van Mijn WSG is door personele problemen uitgesteld. In december zijn de eerste afdelingen overgezet en in maart werkt de gehele WSG met het nieuwe systeem. Informatisering IJ 3.4.1 Jeugdzorg Nederland heeft een nieuwe versie van IJ beschikbaar gesteld. In november 2010 is de nieuwe release van IJ 'live' gegaan en succesvol geïmplementeerd. In deze nieuwe versie zitten vele nieuwe functionaliteiten, maar worden ook enkele (WSG)problemen opgelost. Een voorbeeld van een nieuwe functionaliteit is de mogelijkheid om met een enkele handeling de hele caseload(of enkele posten) over te zetten naar een andere medewerker. Dit was een wens van teammanagers. In IJ 3.4.1 zit onder andere de nieuwe functionaliteit om gescande documenten op te slaan op cliëntniveau. Een eerste stap in de realisatie van een elektronisch dossier.
Burger Service Nummer (BSN) IJ is aangepast voor de invoer en verwerking van BSN nummers. Door middel van geautomatiseerde koppeling worden de NAW gegevens opgehaald en opgeslagen in IJ. In 2010 zijn voor alle cliënten de BSN gegevens in IJ ingevoerd.
Verwijsindex De verwijsindex is een ict toepassing waarin risicomeldingen over jongeren van 0-23 jaar worden vastgelegd. De voorbereidingen voor de implementatie zijn in 2010 getroffen. Voor de zomer 2011 zal het operationeel zijn voor medewerkers van de WSG. JR-processen In november zijn de nieuwe JR processen uitgerold. Hiermee worden de processen van JR ondersteund in IJ. Daarnaast zijn eind 2010 de processen voor de Dubbele Maatregel gebouwd en is gestart met het testen van de processen.
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
31
Facilitaire dienst Kostenbeheersing Voor besparing op de mobiele verbruikskosten is gestart in 2010 met een nieuw online tool TelcoView. De verwachting is dat de totale mobiele kosten met 10% tot 20% zullen afnemen door het verhogen van het kostenbewustzijn en het beheersen van de kosten. Uit de trendanalyse blijkt dat de telefoonkosten in alle RVE’s aan het dalen zijn.
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
32
8. Financieel Management Het financieel beleid van de WSJR is gericht op continuïteit van een gezonde organisatie, welke functioneert binnen de voorwaarden van de subsidieverordening van de Stadsregio Amsterdam. Het financieel beleid is verankerd in de Planning & Controlcyclus van de William Schrikker Groep. De directeur WSJR is verantwoordelijk voor het budget en legt hier over periodiek verantwoording af aan de Raad van Bestuur. Naast de financiële kwartaalrapportages wordt er maandelijks de vinger aan de pols gehouden op de productierealisatie versus de ingezette formatie. Bij financiering van de groei blijft de huidige wijze van financieren (T-1) een grote onzekere factor welke niet of nauwelijks te beïnvloeden is maar grote impact kan hebben op het resultaat. Eind 2010 is de toekenning hardheidsclausule 2010 bekend geworden, deze is zo goed als volledig gehonoreerd.
De William Schrikker Jeugdreclassering vormt samen met de William Schrikker Jeugdbescherming de Stichting William Schrikker Jeugdbescherming en Jeugdreclassering. Voor nadere informatie omtrent de financiën wordt verwezen naar de jaarrekening van deze stichting.
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
33
BIJLAGE 1. Gestelde doelen in het jaarplan 2010 en het resultaat
Beleid en strategie Doel 2010:
Door middel van:
Te meten met:
Resultaat:
1. (Door)ontwikkeling
Beleidsontwikkeling van
De mate van realisatie
NPT –LVB erkend als
van nieuwe vormen van
samenwerkingsafspraken met
van vastgelegde
gedragsinterventie
hulpverlening met
betrekking tot innovatie op
samenwerkingsafspraken
door de
samenwerkingspartners
gebied van
erkenningscommissie
hulpverleningsaanbod.
Doel behaald.
2. Professionalisering
Aanpassen inhoudelijke
Exit vragenlijst, Lotje®
De exitvragenlijst is
van methode
processen.
inservice training
niet ingevoerd. De
jeugdreclassering
Trainingen voor medewerkers
implementatie van de risicotaxatie is geslaagd. Doel deels behaald.
3. Implementatie van
Invoering van nieuwe
strategisch leerplan
functiescholing JR
Evaluatierapportage
Strategisch leerplan is geschreven en besproken in MT. De implementatie heeft nog niet plaatsgevonden. Doel niet behaald.
4. uitbreiding
Conferentie Ned. Antillen
Evaluaties internationale
Twee medewerkers
samenwerking
Contact leggen met
stages, vastgelegde
zijn twee weken naar
internationale
internationale
samenwerkings-
de Nederlandse
ketenpartners (t.a.v.
samenwerkingspartners
afspraken
Antillen geweest om
jeugd -en
training te geven.
gehandicaptenzorg)
Doel behaald.
5. Toewerken naar een
Organisatie advies en
Evaluatie van vastgesteld
Implementatie betreft
passende
ontwikkeling met betrokkenheid
organisatieplan door
organisatieadvies
organisatievorm waarbij
van de medezeggenschap
medewerkers en cliënten
heeft
de vraag van de cliënt
organen
plaatsgevonden.
een centrale positie
Evaluatie staat niet
inneemt.
op papier. Doel deels behaald.
6. Toerusting van
Faciliteren van medewerkers
Toetsing van
MTO heeft
decentraal werken in
om vanuit huis te kunnen
medewerkertevredenheid
plaatsgevonden.
kantoor van de
werken in de regio.
en toetsen van verhoging
Verbeteringen nav de
contacttijd
uitkomsten worden in
toekomst
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
34
2011 geïmplementeerd. Doel deels behaald. 7. Het optimaliseren
Inventariseren, onderzoeken
Uitkomsten inventarisatie,
Inventarisatie heeft
van het primaire
van financiële en digitale
financiële en digitale
plaatsgevonden, en
proces, zorg op maat.
mogelijkheden.
mogelijkheden.
een nieuw digitaal systeem is doorgevoerd.
8. Blijvend aandacht
Streven naar blijvende
Jaarrekening
Hardheidsclausule is
vragen voor knelpunten
toekenning hardheidsclausule.
toegekend. Doel
binnen huidige
Onderzoeken naar alternatieve
behaald.
financieringsstructuur
mogelijkheden om financiën te genereren.
9. Het breder
Beleidsontwikkeling/positionerin
Aanwezigheid in koepel
In 2010 is de
positioneren van onze
g t.a.v. de expertise,
en overlegplatformen die
aanwezigheid
begeleiding in het
betrouwbaarheid (als landelijk
invloed hebben op
vergroot in
(jeugd)zorgstelsel.
werkende instelling) van de
regionaal en landelijk
overlegplatvormen
WSG-JR
beleid
t.o.v. 2009 met 8. Doel behaald
10. Het Proactief
Voortdurend monitoren van f.t.e
reageren op de te
in relatie tot aantallen cliënten
Caseloadlijsten
instroom in 2010 op
verwachten groei. 11. Het toerusten van
Ondanks de grillige 1-12-2010 behaald.
Ontwikkelen van Toolbox JR
medewerkers met een
Beschikbaarheid van de
Eind 2010 was de
Toolbox JR
toolbox gereed,
Toolbox JR
januari 2011 gepresenteerd. Te behalen doel is bijgesteld om de toolbox pas uit te reiken na volgen van de training betreffende het gebruik van de toolbox.
12. Implementeren van
Fasegewijs invoeren van
Evaluatie
Sinds september
casuïstiekbespreking
Casuïstiek bespreking binnen
2010 is in alle
de subteams
subteams casuïstiekbespreking ingevoerd. Doel behaald.
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
35
Productie Doel 2010:
Door middel van:
Te meten met:
Resultaat:
13. Het genereren van
Implementatieplan maken.
Step
Implementatieplan is
Exit-vragenlijst
aanwezig .
prestatie-indicatoren conform de landelijke
Doel deels behaald.
uitgangspunten.
Kwaliteit Doel 2010:
Door middel van:
Te meten met:
Resultaat:
14. Inzicht krijgen en
Voortgangsrapportages
Voortgangsrapportages
Behaald: (zie; totaal
houden op de
en de kwaliteitscontroller.
beoordeling
hoofdlijnen van het
kwaliteitsmanage
kwaliteitsmanage
mentsysteem 2010)
mentsysteem 15. HKZ certificeren
Externe Audits door LRQA
Auditrapportage en
Behaald januari
certificaat.
2010.
Samenwerken Doel 2010:
Door middel van:
Te meten met:
Resultaat:
16. Participeren in de
Blijvend onder de aandacht
Deelname per provincie
Doel is behaald ten
verwijsindex van
brengen van noodzaak tot
aan de verwijsindex
opzichte van de
gemeenten
participatie
voorbereidingen treffen hiervoor. Voor de zomer van 2011 is de verwijsindex operationeel binnen de WSG.
17. Continueren en
Afstemming van processen met
waarnodig uitbreiden
andere RVE’s
Evaluatiemomenten.
Bijeenkomsten hebben
van interne
plaatsgevonden,
samenwerking
verbindingen zijn gemaakt, advies aan directie is gegeven. Implementatie 2011. Doel behaald.
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
36
18. Positioneren
Uitvoeren van implementatieplan
dubbele maatregel in
Evaluatie
Evaluatie is
implementatieplan
beschreven en heeft
samenwerking met
plaatsgevonden.
de
Positief resultaat.
Jeugdbescherming
Pilotfase is afgerond. Doel behaald.
19. Onderzoek naar
Onderzoek
Uitkomsten onderzoek en
mogelijkheden van
het aantal gerealiseerde
forensische
plaatsen
Doel is niet behaald.
pleegzorg 20. Samenwerking
Overleg en afstemming
met
Concrete
Invitational met de
samenwerkingsafspraken
SRN heeft
reclasseringsorganis
plaatsgevonden.
aties rond 18+
Nieuwe afspraken zijn gemaakt. Doel deels behaald.
21.Deelname
Overleg met het Ministerie van
netwerk-
Justitie
Aanwezigheid in beraden
Aanwezigheid in 17 beraden. Doel
trajectberaden
behaald.
22. Deelname aan de
Overleg met het Ministerie van
JCO’s
Justitie
Aanwezigheid
Aanwezigheid in 12 veiligheidshuizen. Doel behaald.
Personeel Doel 2010:
Door middel van:
Te meten met:
Resultaat:
23.
Maandrapportages
Aanwezigheid
Doel behaald
Personeelsformatie
maandrapportage en
ondanks grillige
in orde als gevolg
voortgangsrapportages.
instroom.
Doel behaald.
van structureel extra toegekende middelen. 24.
Interne opleiding, themadagen,
Certificaten,
deskundigheidsbevo
klinische lessen
aanwezigheid
rdering van het
themadagen en
personeel stimuleren
klinische lessen..
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
37
Huisvesting en materiële zorg Doel 2010:
Door middel van:
Te meten met:
Resultaat:
25. Het participeren
Afspraken maken / plannen
Aanwezigheid
Medewerkers maken
van de
medewerkertevredenhe
steeds meer gebruik van
Jeugdreclassering in
id.
de meetingpoints. Doel
de Meetingpoints 26. Ontwikkelen van
behaald. Samenwerkingsplan/document
Mate van participatie in
Doel niet behaald gezien
visie op relatie en
veiligheidshuizen
de inventarisatie niet
samenwerking met
(te meten dec. 2010)
heeft plaatsgevonden.
Te meten met:
Resultaat:
de veiligheidshuizen.
Financieel Management Doel 2010:
Door middel van:
27. Vasthouden
Uitwerking vindt plaats in het
Planning & Control
Implementatie
aan de ingezette
programma ‘Besturingssysteem’
cyclus
besturingssysteem heeft
koers t.a.v. het
plaatsgevonden. Doel
thema ‘ koersvast’
behaald.
28.
Budgettering
Kwartaalrapportage
Implementatie heeft
Kostenbeheersing
plaatsgevonden. Doel
op reiskosten en
behaald.
telefoonkosten
2. Doelgroepomschrijving Doelgroepspecificatie William Schrikker Jeugdreclassering De William Schrikker Jeugdreclassering richt zich op gehandicapte jeugdigen die een delict hebben gepleegd of hiervan worden verdacht. De jeugdigen zijn in de leeftijd van 12 tot maximaal 23 jaar. Zij moeten wel voor hun achttiende jaar zijn aangemeld. Gehandicapte jongeren hebben een zeer specifieke begeleidingsvraag. De handicap van de jongere interfereert met de normale ontwikkeling. Inzicht in deze interferentie en in de noodzaak tot extra zorg en stimulans om de invloed van de handicap op een normale ontwikkeling zo klein mogelijk te houden, is noodzakelijk om de ontwikkelingskansen van het kind te optimaliseren. Jongeren met een licht, matig of ernstig verstandelijke handicap (IQ< 85) De William Schrikker Jeugdreclassering richt zich op jongeren met een lichamelijke, en/of verstandelijke of zintuiglijke handicap. In de praktijk gaat het voornamelijk om jongeren met een IQ lager dan 70. Maar ook jongeren met een IQ tussen 70 en 85 met daarbij ernstige
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
38
gedragsproblematiek worden doorverwezen naar de William Schrikker Jeugdreclassering. In andere gevallen worden jongeren begeleid door de reguliere jeugdreclassering bij de Bureaus Jeugdzorg.
3. De diensten van de William Schrikker Jeugdreclassering Het doel van de Jeugdreclasseringmaatregelen is het voorkomen dan wel terugdringen van een criminele carrière. De maatregel kun je zien als een (serie) pedagogische interventie(s) binnen een strafrechtelijk kader. De diensten van de William Schrikker Jeugdreclassering bestaan uit het volgende aanbod: Toezicht en Begeleiding ‘Toezicht en Begeleiding’ is een vrijwillige vorm van hulpverlening en wordt veelal gebruikt om de jongere te ondersteunen tot aan de strafzitting. Er is dus geen sprake van een opgelegde maatregel. Het basisonderzoek van de Raad voor de Kinderbescherming geeft de richting aan voor wat er nodig is voor de jongere. Aangegeven wordt op welke terreinen zaken geregeld moeten worden. De jeugdreclasseringwerker ondersteunt de jongere hierbij. De gesprekken met de jongere zijn erop gericht om vanuit het perspectief dat de Raad aangeeft concrete doelen te formuleren en tot afspraken te komen. Het is de bedoeling dat de jeugdreclasseringwerker samen met de jongere binnen zes weken een PVA opstelt. Hierin worden doelen voor zowel de korte als voor de langere termijn geformuleerd. De duur van de begeleiding is 6 maanden. Hulp en Steun De aanleiding van de maatregel ‘Hulp en Steun’ is vaak dezelfde als bij de ‘Toezicht en Begeleiding’. Het verschil zit hem echter in het dwingende karakter van de maatregel, samenhangend met de complexe situatie waarin de cliënt zich bevindt en de aard van het gepleegde delict. De maatregel kan volgen op een eerdere ‘Toezicht en Begeleiding’.
‘Hulp en Steun’ is normaal gesproken een bijzondere voorwaarde gekoppeld aan sancties. De bijzondere voorwaarde kan op diverse plaatsen binnen het jeugdstrafrecht opgelegd worden. De Officier van Justitie kan dit doen als voorwaarde bij niet vervolgen, de Rechtbank bij schorsing uit voorlopige hechtenis, bij een voorwaardelijke veroordeling en bij aanhouding van een zitting.
Tot slot kan Hulp en Steun opgelegd worden bij voorwaardelijke invrijheidstelling. Dit houdt in dat de jongere zich in zijn proeftijd houdt aan de aanwijzingen die hem zijn gegeven door de jeugdreclassering. Afhankelijk van de situatie varieert de duur van de maatregel met een maximum van twee jaar. Wanneer de maatregel op zitting is opgelegd geldt de duur van twee jaar. Korter kan, maar alleen als de jongere erin slaagt ‘goed’, dus in overeenstemming met de afspraken te functioneren. In de praktijk is het tot nu toe een uitzondering dat de maatregel eerder wordt beëindigd.
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
39
Criem aanpak Criem staat voor Criminaliteit in Relatie tot Integratie van Etnische Minderheden. De Criem aanpak is bedoeld voor minderjarigen (12-17 jaar) afkomstig uit etnische minderheidsgroepen, die zich met lichtere vormen van criminaliteit bezighouden en die geen of een relatief licht justitieel verleden hebben. Deze jongeren hebben nog (bijna) geen bemoeienis gehad met de jeugdreclassering. Het gaat om een zorgtraject. Het traject heeft een preventief karakter: de inzet is erop gericht marginalisering te voorkomen. De jongere heeft (beginnende) problemen op verschillende leefgebieden en de interventies van de jeugdreclasseringwerker zijn bedoeld om deze problemen op te lossen. Naast aandacht voor de problemen op de verschillende leefgebieden wordt er in het traject nadrukkelijk aandacht besteed aan integratie. De aanpak is systeemgericht, naast aandacht voor de jongere en het gezin wordt gewerkt met de bredere pedagogische context (de school, de buurt enz.) en de verbanden daartussen. De begeleiding duurt in principe 3 maanden met in uitzondering de mogelijkheid om 1 keer met 3 maanden te verlengen. Stimuleren en motiveren zijn kernwoorden. Toezicht en controle worden vooral pedagogisch ingezet, uit de feedback moet geleerd worden. Tot beëindigen van het traject als sanctie wordt slechts in uitzonderingen besloten. Het strafrechtelijk kader zal normaal gesproken zeer licht zijn. Slechts in uitzonderingen gaat het om een schorsing voorlopige hechtenis of om een veroordeling met een groot voorwaardelijk gedeelte van de straf. Harde Kern aanpak De Harde Kern aanpak is bedoeld voor recidiverende jongeren voor wie allerlei andere, lichtere vormen van begeleiding en straffen zijn ingezet zonder het gewenste resultaat. Harde Kern aanpak is een alternatief voor detentie. De Jeugdreclassering maakt in samenspraak met de Raad voor de Kinderbescherming een plan voor de inhoud en vormgeving van de begeleiding. De jongere kan kiezen: of meewerken aan dit plan, of reguliere strafafdoening (veelal detentie). Bij mislukken volgt alsnog detentie. Er wordt een schema gemaakt waarin vastligt hoe de daginvulling van de jongere is en welke activiteiten de jongere heeft buiten de kantooruren. Op tijden dat er geen activiteit vermeld staat is de jongere thuis. In het traject ontwikkelt de jongere een andere levensstijl in zijn normale omgeving. Na positieve afronding van het traject heeft hij een nieuw, geregeld bestaan opgebouwd. Werk, school en woonsituatie zijn stabiel. Hij heeft een positieve vrije tijd besteding en kan omgaan met negatieve groepsdruk. Er wordt op een strakke manier begeleid. De jongere dient zich te houden aan de in het contract opgenomen afspraken. Er is intensieve controle op het nakomen van die afspraken. Voor de controle wordt zo veel als mogelijk het netwerk ingeschakeld. De jongere wordt ondersteund bij
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
40
het opbouwen van een ander leven. De jeugdreclasseringwerker heeft regelmatig persoonlijk contact met de jongere. De Harde Kern aanpak duurt zes maanden. In de loop van deze maanden zullen de afspraken minder strak en de controles minder frequent worden.
Juridisch karakter Harde kern aanpak heeft een stevig juridisch kader. Het wordt opgelegd als bijzondere voorwaarde: •
bij schorsing uit voorlopige hechtenis
•
bij een strafrechtelijk vonnis
•
voorwaardelijke invrijheidstelling of voorwaardelijk beëindiging PIJ.
Gevolg van dit strakke juridische kader is dat wanneer de jongere zich niet aan de aanwijzingen van de jeugdreclasseringwerker houdt de consequentie detentie of PIJ is. Scholing- en trainingsprogramma (STP) Het STP is een variant in de tenuitvoerlegging van een vrijheidsbenemende straf of maatregel voor jongeren en gericht op de terugkeer in de maatschappij. STP's vinden plaats buiten de justitiële jeugdinrichting, in aansluiting op het verblijf in de inrichting en tijdens de laatste periode van de straf of maatregel. Het beoogde resultaat van het STP is dat de jeugdige voorbereid wordt op een goede terugkeer in de maatschappij. Het STP wordt tijdens de laatste fase van het verblijf in de inrichting ingezet en dient een bijdrage te leveren aan de geslaagde terugkeer van de jeugdige in de samenleving. Het is belangrijk dat het STP uitgevoerd wordt in de regio waar de jeugdige naar terugkeert of waar hij na het verblijf in de inrichting gaat wonen. Om een geslaagde terugkeer mogelijk te maken, dient het STP zich te richten op alle leefgebieden van de jeugdige: wonen, werk of school, vrije tijd en het sociaal netwerk. Voor het STP kan starten is het een vereiste dat er een woonplek, werk of school en een vrijetijdsbesteding geregeld is voor de jeugdige. De uitvoering van het STP is in handen van de jeugdreclassering; de inrichting blijft eindverantwoordelijk. Er is sprake van duaal casemanagement. Beide genoemde partijen maken afspraken over de vorm en inhoud van het STP.
Nazorg Vrijwillige begeleiding in het kader van nazorg na een PIJ -maatregel of detentie. Begeleiding op verzoek van de justitiële jeugdinrichting en/of de Raad voor de Kinderbescherming. Gedurende zes maanden wordt de jongere begeleid en voorbereid op een terugkeer in de vrije maatschappij.
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
41
Dubbele Maatregel In sommige situaties legt de kinderrechter een cliënt een dubbele maatregel op: dit is een samenloopmaatregel van een jeugdreclasseringmaatregel en een ondertoezichtstelling. Door het Expertisecentrum is een geïntegreerde werkwijze ontwikkeld waarin de opdracht van de ondertoezichtstelling (opheffen bedreigde ontwikkeling) en de opdracht van de jeugdreclassering (het verminderen van de kans op recidive) elkaar versterken. Doel hiervan is om de betrokken jongeren met een verstandelijke beperking, die in hun ontwikkeling bedreigd worden èn een strafbaar feit hebben gepleegd, een begeleidingsaanbod te bieden dat daadwerkelijk aansluit bij hun meervoudige ondersteuningsbehoefte. De William Schrikker Jeugdreclassering beschikt over een team dubbele maatregelen. De Gedragsbeïnvloedingen maatregel (GBM) Sinds 1 februari 2008 kan aan criminele jongeren een zogeheten ‘gedragsbeïnvloedende maatregel’ worden opgelegd. Deze vrijheidsbeperkende maatregel, die het midden houdt tussen een taakstraf en de PIJ- maatregel (Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen), biedt de rechter de betere mogelijkheden om jeugdige daders op maat te straffen.
De nieuwe maatregel is bedoeld voor jeugdige veelplegers van 12 tot 21 jaar met gedragsproblemen. Ook jongeren met gedragsproblemen die voor het eerst een relatief zwaar vergrijp plegen, zoals een gewelddadige overval, komen voor de maatregel in aanmerking. De maatregel biedt uitkomst in situaties waarbij de rechter een voorwaardelijke straf of een taakstraf te licht vindt en de PIJ- maatregel te zwaar. Kenmerkend voor de gedragsbeïnvloedende maatregel is dat de jongere een ‘heropvoeding’ ondergaat buiten de gebruikelijke justitiële jeugdinrichting.
Straffen op maat In zijn uitspraak geeft de rechter aan hoe de maatregel er uitziet. Zo kan hij de jongere verplichten een programma te volgen dat bestaat uit speciale behandeling of begeleiding – of combinaties hiervan. Daarbij kan het bijvoorbeeld gaan om Individuele Trajectbegeleiding, vormen van gezinstherapie Multisysteemtherapie (MST), de Functional Family Therapy (FFT) of de relatief nieuwe Multidimensional Treatment Foster Care. Bij deze laatste aanpak worden jongeren met chronisch anti -sociaal of crimineel gedrag, of jongeren die lijden aan ernstige emotionele stoornissen, in een pleeggezin geplaatst dat vooraf een speciale training heeft gehad. De jongeren staan onder streng toezicht met duidelijke regels, zowel thuis als op school. De combinatie van strafrechtelijke interventies en een zorgaanbod maakt het mogelijk de jongeren beter ‘op maat’ te straffen, gericht op de persoon van de dader en zijn of haar problematiek. De gedragsbeïnvloedende maatregel kan worden opgelegd voor minimaal 6 maanden en maximaal 1 jaar. Daarna kan ze nog éénmaal verlengd worden met dezelfde termijn als waarvoor ze in eerste instantie werd opgelegd.
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
42
Trainingen Gespecialiseerde sociale vaardigheidstraining als taakstraf Dit is een trainingsprogramma waarbij de jongere zich op sociaal gebied verder leert ontwikkelen. Er wordt gewerkt vanuit het competentiemodel, waarbij niet de beperkingen maar juist de vaardigheden van de jongere worden bekeken. Het uiteindelijke doel van deze training is dat de jongere niet recidiveert (lees: niet opnieuw delicten pleegt). De Sociale Vaardigheidstrainingen worden in of dichtbij de woonplaats van de jongere gegeven.
Gezien het feit dat er voor justitiële gedragsinterventies alleen nog gebruik gemaakt mag worden van erkende programma’s (welke wetenschappelijk onderbouwd bijdragen aan vermindering van recidive) zal de Gespecialiseerde Sociale Vaardigheidstraining op termijn verdwijnen en plaats moeten maken voor een erkende vaardigheidstraining gericht op de LVB doelgroep. Gespecialiseerde competentietraining in het kader van Persoons Gebonden Budget (PGB) Met de gespecialiseerde competentietraining in het kader van een PGB wordt een op maat afgestemd product aangeboden dat veel verder gaat als ingekaderde sociale vaardigheidstraining training zoals die thans door de afdeling jeugdreclassering in het kader van een taakstraf wordt aangeboden. Het doel van de competentietraining is om de jongeren competenter te laten functioneren in het (algemeen) dagelijks leven aan de hand van een intensieve training. Dit gebeurt doormiddel van het aanleren van vaardigheden of het beter inzetten van al aanwezige vaardigheden om zo de competentie en het handelingsrepertoire van de jongere te vergroten.
William Schrikker Stichting Jeugdreclassering
43