VO Jaarverslag 2013 Stichting VO Amstelveen 49558
9
Jaarverslag 2013
Inhoudsopgave Jaarverslag 2013 -Inleiding
2
-Kerngegevens
3
-Kernactiviteiten
3
-Juridische structuur
4
-Organisatiestructuur
4
-Bestuursverslag
5
-Aanpassingen beleid voor 2014 en later
8
-Herkomst van de leerlingen
9
-Treasury verslag
11
-Sociaal Jaarverslag
12
-Jaarverslag 2013 MR
19
-Continuïteitsparagraaf
21
Jaarrekening: -Grondslagen
28
-Bepaling van het exploitatieresultaat
32
-Balans per 31 december 2013
33
-Staat van baten en lasten over 2013
34
-Kasstroomoverzicht over 2013
36
-Toelichting op de jaarrekening
37
Overige gegevens: -Voorstel Resultaatbestemming
53
-Controleverklaring
54
Jaarverslag 2013
9
Inleiding Met dit jaarverslag legt het bestuur van Scholengemeenschap Panta Rhei verantwoording af over zowel de inhoudelijke als de financiële ontwikkelingen van de school in het jaar 2013. Dit verslag wordt voorgelegd aan het ministerie, de medezeggenschapsraad, de adviesraad, het management van de school en aan samenwerkingspartners. Het verslag wordt gepubliceerd op de website van de school op een voor iedereen toegankelijke plaats.
Scholengemeenschap Panta Rhei is een school voor vmbo (incl lwoo), mavo en ISK in Amstelveen. De laatste jaren is de school gegroeid naar ruim 800 leerlingen. Daarmee heeft de school min of meer zijn huidige maximale omvang bereikt, gezien zowel de leerlingenpopulatie als de huisvesting. Het leerlingenaantal is in 2013 met 25 leerlingen gegroeid. Deze groei zit vooral in de bovenbouw door een grotere instroom vanuit de onderbouw en door extra instroom van buiten. De school heeft in de tweede ronde beperkt geloot, waardoor niet alle aangemelde leerlingen geplaatst konden worden.
In 2013 zijn er drie extra leslokalen bijgekomen in het bovenbouwgebouw.
Door de groei heeft de school in 2013 een hogere overheidssubsidie ontvangen. Ruim 70 % van de leerlingen heeft een lwoo-advies, waardoor de school extra financiële middelen heeft gekregen. Daarnaast komt meer dan 40 % van de leerlingen uit gebieden die door het ministerie als probleemwijken zijn aangewezen. Hiervoor wordt jaarlijks aanvullend budget ter beschikking gesteld.
Jaarverslag 2013
9
Doelstelling Panta Rhei is een scholengemeenschap voor vmbo/mavo/ lwoo en ISK gevestigd in Amstelveen. De school biedt leerlingen als voorbereiding op het middelbaar beroepsonderwijs, een samenhangend geheel van basisvorming en leerwegen. Aan leerlingen die dat nodig hebben, wordt met leerwegondersteuning hulp op maat geboden. Tevens is er op verzoek van de gemeenten in Amstelland een internationale schakelklas. Panta Rhei toont mede hierdoor haar maatschappelijke betrokkenheid en medeverantwoordelijkheid voor kwetsbare leerlingen in de samenleving.
Missie Panta Rhei is een stabiele, inspirerende school met een positieve uitstraling. Er wordt leerlinggericht gewerkt vanuit maatschappelijk relevante contexten. Er wordt waardering en respect getoond voor de inzet van de leerlingen en hun mogelijkheden om te leren. De docenten sluiten aan op de onderwijsbehoeften van de leerlingen.
Visie Panta Rhei wil een kwaliteitsschool zijn, waar leerlingen een diploma halen op een niveau dat bij hen past. Ook de identiteitsontwikkeling en de voorbereiding op het vervolgonderwijs en de maatschappij beschouwt Panta Rhei als de kerntaken van een kwaliteitsschool. De missie van Panta Rhei is vertaald in een visie op het onderwijs. Daarin staan de komende vier jaar de volgende thema’s centraal: een uitdagende onderwijspraktijk; een actieve leerling; een vakbekwame docent; teams die het verschil maken.
Kernactiviteiten Scholengemeenschap Panta Rhei behoort tot het algemeen bijzonder onderwijs. Kenmerkend voor het algemeen bijzonder onderwijs is dat het neutraal onderwijs is. Neutraal in de zin van de gelijkwaardige betekenis van alle levensbeschouwingen en maatschappelijke stromingen. Panta Rhei verzorgt onderwijs voor voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) en ISK. De scholengemeenschap biedt naast de mavo een viertal opleidingen in de sectoren techniek (Techniek Breed), economie (Handel & Administratie), verzorging (Zorg & Welzijn breed) en een intersectorale opleiding (Sport, Dienstverlening & Veiligheid).
Jaarverslag 2013
10
Juridische structuur De rechtspersoonlijkheid voor het Voortgezet Onderwijs Amstelveen is een stichtingsvorm. De stichting is in 1975 opgericht na een aantal fusies. Panta Rhei is de enige onder dit bestuur vallende scholengemeenschap. Het bestuur van de school telde eind 2013 7 leden, 6 onbezoldigde leden en een bezoldigd bestuurder/algemeen directeur. Het bestuur vergadert met een frequentie van eens per zes weken, met uitzondering van de vakanties. Ieder kwartaal wordt aan het bestuur een overzicht van de financiële ontwikkeling van de school in een financiële managementrapportage en een voortgangsrapportage van de onderwijskundige ontwikkelingen verstrekt.
Organisatiestructuur Scholengemeenschap Panta Rhei heeft twee gebouwen ter beschikking. Het hoofdgebouw Pandora 1 is het lesgebouw voor de onderbouw (leerjaar 1 en 2). De overblijfvoorzieningen voor de leerlingen zijn ook in dit gebouw. Tevens zijn hier de directie en de administratie gehuisvest. De directie bestaat uit de algemeen directeur en twee adjunct-directeuren: een adjunct-directeur onderwijs en een adjunctdirecteur financiën/beheer. Onderwijskundig is de school verdeeld in 4 kernteams: een kernteam onderbouw Basis/Kader, een kernteam onderbouw Kader/ Gemengd/ Theoretisch, een kernteam bovenbouw SDV/ZW en een kernteam bovenbouw TB/HA/mavo. De kernteams worden ondersteund door een aantal gebouwgebonden dagassistenten, die medeverantwoordelijk zijn voor de dagelijkse gang van zaken. Voor de begeleiding van leerlingen beschikt de school over een viertal interne begeleiders, een decaan, een remedial teacher en een zorgcoördinator. Daarnaast worden leerlingen met specifieke zorgvragen begeleid door externe instanties zoals maatschappelijk werk en ambulante begeleiding. De salarisadministratie is uitbesteed aan een administratiekantoor. De schoonmaak wordt uitgevoerd door een extern bedrijf. Er is externe ICT-ondersteuning. Onderhoudsplannen worden door derden opgesteld in samenspraak met de gemeente. Als een Europese Aanbesteding verplicht is, maakt de school gebruik van een hierin gespecialiseerd bedrijf. In 2013 heeft geen Europese aanbesteding plaatsgevonden.
Bovenbouwgebouw
Leerplein Zorg & Welzijn
De school maakt de laatste jaren een grote ontwikkeling door, die mede tot stand is gekomen door het realiseren van de nieuwbouw, waarin deels is gekozen voor contextrijk leren op de leerpleinen.
Jaarverslag 2013
11
Bestuursverslag Aandachtspunten van het gevoerde beleid Sinds 2010 zit de school in een volledige nieuwbouw aan Pandora 1-2 te Amstelveen. De gebouwen zijn uitgerust met lokalen voor theorie, vaklokalen en leerpleinen. Iedere bovenbouwafdeling (op de mavo na) heeft een contextrijk leerplein waar het beroepsgerichte vak en een deel van de AVO-vakken worden gegeven. Het onderbouwgebouw heeft een zestal vaklokalen: kennis der natuur, verzorging, techniek, handvaardigheid, tekenen en drama/muziek. Naast het bovenbouwgebouw is door de gemeente een sporthal gebouwd, waar de school overdag gebruik van maakt. Bij de sporthal heeft de school ook de beschikking over een fitnessruimte. In 2013 zijn op de bovenbouw nog drie avo-lokalen gerealiseerd.
Project onderbouw
Beide schoolgebouwen zijn met elkaar verbonden door middel van een gedeeltelijke droogloop. Tussen de twee gebouwen is een sportcourt aangelegd.
De onderbouw heeft een aantal profielklassen: sportklassen en media & entertainmentklassen voor leerlingen met bijzondere talenten en taalaccentklassen voor leerlingen met taalproblemen. Naast het reguliere onderwijs had de onderbouw in 2013 vier keer een projectweek.
Leerlingen krijgen les in de nieuwe sporthal
Filmopname expressieklas
Jaarverslag 2013
12
De afgelopen jaren heeft de school veel geïnvesteerd in ICT. Het aantal beschikbare computers is momenteel ongeveer twee computers per drie leerlingen. Voor de pauzes is in beide gebouwen een personeelskamer ingericht. De leerlingen van zowel de onder- als de bovenbouw maken gebruik van de aula. De leerlingen van onder- en bovenbouw pauzeren op verschillende tijden om al te grote drukte in de aula te vermijden.
Eind 2013 is aan een schoolplan 2013-2017 gewerkt, waarin de ambities voor de school voor de komende jaren zijn vastgelegd. De belangrijkste aandachtspunten daarin zijn: 1) De school wil de huidige geboden kwaliteit nog aanzienlijk verbeteren. De eerste stap die gezet is, is dat de school niet meer onder verscherpt toezicht van de inspectie staat sinds december 2013. 2) De school wil een uitdagende onderwijspraktijk bieden die zodanig is ingericht dat het leerproces optimaal gestimuleerd wordt. 3) De school wil actieve leerlingen. Een actieve leerling is een leerling die ondernemend is, zelfbewust, verantwoordelijkheid voor het leren toont en zich proactief opstelt. 4) De school wil vakbekwame docenten. De vakbekwame docent verzorgt kwaliteitslessen, bedient groep(jes) leerlingen op maat, zet ICT op verschillende manieren in, werkt handelingsgericht en vergroot daarmee de opbrengsten. 5) De school wil teams die het verschil maken. Ze onderscheiden zich binnen en buiten de school en zijn gericht op het leveren van kwaliteit.
De schoolleiding vindt een goed personeelsbeleid uitermate belangrijk. Jaarlijks wordt de werkverdeling geëvalueerd en indien nodig aangepast. Ook in 2013 was er een cyclus van functioneringsgesprekken en werden exitgesprekken gevoerd. Een deel van het onderwijzend personeel is, mede gebruik makend van de beschikbare middelen voor de functiemix, in een hogere schaal geplaatst. Bij de functioneringsgesprekken van leidinggevenden wordt gebruik gemaakt van een 360 graden-feedbackmethode. Enkele keren per jaar vonden er personeelsactiviteiten plaats, deels team gebonden en deels plenair. Voor enkele functies zijn de afgelopen jaren functieomschrijvingen opgesteld en indien nodig opnieuw gewaardeerd. De school heeft een externe Arbodienst. Er vond een maandelijks bezoek van Arboarts aan de school plaats. Tijdens deze bezoekuren kunnen personeelsleden worden opgeroepen voor een gesprek. Een preventief gesprek behoort ook tot de mogelijkheden.
Met het lidmaatschap van de VO-raad onderschrijft de school de Code Goed Onderwijsbestuur zoals deze is opgesteld door de VO-raad. Deze code wordt dan ook volledig nageleefd. Zo beschikt de school sinds 2010 over een klokkenluidersregeling en is in 2013 een integriteitscode vastgesteld. Het reglement is te downloaden via www.vo-raad.nl.
Jaarverslag 2013
13
Enkele aspecten voortvloeiend uit de Code Goed Onderwijsbestuur zijn: Klachtencommissie: Voor klachten betreffende de hantering van de code is een door de VO-raad opgestelde klachtencommissie, die volgens het reglement Commissie Klachten Code Goed Onderwijsbestuur werkt. Dialoog met belanghebbenden: Formatie, wijzigingen in de taakverdeling, vakantieregelingen, ouderbijdragen, examenresultaten, inspectierapporten, beleidswijzigingen, aan/verbouwplannen, jaarrekeningen, financiële kwartaalrapportages en jaarbegrotingen worden aan de MR voorgelegd ter informatie, of ter instemming of voor advies, conform de wet op de medezeggenschap. De MR-vergadering is gesplitst in een deel met de directie en een deel zonder de directie. In het gedeelte met de directie worden toelichtingen gegeven en daarna worden deze onderwerpen in de vergadering, zonder de directie besproken. De MR vergadert eenmaal per zes weken, afhankelijk van de onderwerpen. Indien noodzakelijk worden stukken die geen instemming dan wel een negatief advies krijgen met de directie besproken en eventueel aangepast. In 2013 zijn er geen beleidsontwikkelingen geweest waarvoor geen instemming dan wel negatief advies is afgegeven. Deze stukken worden ook in de bestuursvergadering behandeld ter goedkeuring of informatie. Voor de school belangrijke beleidswijzigingen op het gebied van onderwijs worden samen met het onderwijspersoneel besproken voordat ze ter goedkeuring naar MR/Bestuur gaan. Naast de MR, waarvan enkele ouders lid zijn, heeft de school een ouderraad waarin met name de dagelijkse gang van zaken besproken wordt. Met leerlingen worden structureel lunchgesprekken georganiseerd waarbij van alles besproken kan worden. Een verslag wordt in Focus gepubliceerd. Indien mogelijk worden de uitkomsten van deze gesprekken daadwerkelijk uitgevoerd. Alle relevante stukken worden op de website gepubliceerd in een openbaar toegankelijk gedeelte, bij vertrouwelijke stukken alleen op het beveiligde ouder-/personeelsgedeelte. Er is verder een adviesraad waarin het bedrijfsleven, basisonderwijs en mbo participeren. De adviesraad is in 2013 enkele keren bijeengekomen. Behandelde onderwerpen waren uitbreidingsplannen van de school, het inspectierapport, het schoolplan, de financiën en de integriteitscode. Tenslotte doet de school mee aan Vensters voor Verantwoording waardoor aan derden verantwoording wordt afgelegd over onder meer de resultaten, de in -en uitstroom en de financiën.
Jaarverslag 2013
14
Aanpassingen beleidsvoornemens voor 2014 en volgende jaren 1) Het nieuwe schoolplan wordt in 2014 formeel goedgekeurd. Het schoolplan wordt uitgewerkt in operationele activiteitenplannen (zie hoofdstuk aandachtspunten van het gevoerde beleid). 2) De school gaat ervan uit dat er voldoende leerlingen zijn om in het schooljaar 2014-2015 weer met 9 klassen in het eerste leerjaar te starten. Ook in het 2e leerjaar zullen 9 klassen gevormd worden. Er zijn op de onderbouw, naast reguliere klassen, profielklassen voor sport, media & entertainment en taalaccent. Daarnaast is er een ISK-klas. De bovenbouw heeft ongeveer 11 klassen in het derde leerjaar en 10 klassen in het 4e leerjaar. Naar verwachting zal dit ook in het schooljaar 2014-2015 het geval zijn. 3) De determinatieprocedure van het 2e jaar naar de bovenbouw en in het derde leerjaar moet nog verder verbeterd worden, onder andere door enige sturing in de becijfering van de resultaten van leerlingen. 4) De lessentabel wordt gewijzigd om in de toekomst met een sluitende begroting te kunnen werken. De school moet in de toekomst jaarlijks gemiddeld 1.000 lesuren aan leerlingen aanbieden, dat is op de onderbouw nu gemiddeld 1.100 uur en op de bovenbouw 1.050 uur. Om het onderwijs betaalbaar te houden is het onvermijdelijk dat hiervoor aanpassingen nodig zijn. Panta Rhei zal daarom in het schooljaar 2014-15 minder lesuren aanbieden. 5) In 2013 is een Risico Inventarisatie Analyse uitgevoerd. De verbeterpunten zijn deels in 2013 en zullen verder grotendeels in 2014 uitgevoerd worden. 6) Panta Rhei is sinds augustus 2011 een opleidingsschool geworden. In 2014 gaat de school proberen via een accreditatie de officiële status (de bekostiging) hiervoor te verkrijgen. 7) Er komt een gemeenschappelijke personeelsruimte voor de onder -en bovenbouw, mede om de samenwerking en afstemming tussen het personeel te verbeteren. Enkele vergaderruimtes worden efficiënter ingedeeld. 8) Het IT-gebruik in de klas dient op een hoger plan te worden gebracht; de randvoorwaarden op hardware gebied zijn verwezenlijkt maar het gebruik van IT in de klas kan nog verbeterd worden. De school krijgt een nieuwe elektronische leeromgeving. 9) De school wil gezonde financiële kengetallen behouden, conform de richtlijnen van het ministerie. 10) In 2014 wordt passend onderwijs ingevoerd. De school werd verplicht om zich aan te sluiten bij een ander samenwerkingsverband. In 2015 worden de lwoo-gelden geherstructureerd. Wat de consequenties van al deze maatregelen voor de school zijn, is nog niet geheel duidelijk. 11) In 2017 worden de nieuwe examens van de beroepsgerichte vakken geëxamineerd. De leerlingen die in het schooljaar 2014-15 in de eerste klas zitten zijn de eerste die op deze wijze examens gaan afleggen. Deze herstructurering heeft verregaande gevolgen voor de huidige afdelingsstructuur van de bovenbouw. De school is sinds eind 2013 doende met het in beeld brengen van de consequenties. 12) Het financiële en personele administratiepakket worden met elkaar geïntegreerd binnen de onderwijsomgeving van AFAS. Het autoriseren van facturen gaat voortaan ook via dit pakket. Facturen worden eerst goedgekeurd door de budgethouders, vervolgens door de verantwoordelijke adjunct-directeur en tenslotte door de algemeen directeur/bestuurder.
Jaarverslag 2013
15
Gebruikerskengetallen Index jaar 2013
jaar 2012
2013 t.o.v 2012
Opbrengsten*
8.952.637
8.529.390
105
Kosten
8.588.778
8.050.371
107
363.859
479.019
76
7.850
7.530
104
806
782
103
Opbrengst/LL
11.107
10.907
102
Kosten/LL
10.656
10.295
104
Opbrengst/m2
1.140
1.133
101
Kosten/m2
1.094
1.069
102
Resultaat
Aantal m2 Aantal Leerlingen
* de opbrengsten zijn exclusief intrest en de buitengewone opbrengst van de steunstichting
De opbrengsten per leerling zijn licht gestegen veroorzaakt door de extra gelden die eind 2013 werden ontvangen in het kader van het regeerakkoord. De kosten per leerling zijn gestegen door prijsstijgingen, toename van de personeelsomvang in het schooljaar 2012-13, waarvan de effecten in 2013 duidelijker zichtbaarzijn. Het aantal m2 is met 4% gestegen terwijl de leerlingengroei 3% was.
Herkomst van de leerlingen De leerlingen van Panta Rhei komen voor een groot deel uit Amsterdam en Amstelveen.
In de eerste tabel is aangegeven waar de eerstejaars leerlingen vandaan komen. Ruim 56 % van de leerlingen komt uit Amsterdam of Zuidoost. In 2013/2014 zijn drie zaken opvallend: Er is weer sprake van een stijging van leerlingen uit Amsterdam-Zuid-Oost (5 leerlingen) nadat dit jaren gedaald was. Uit de andere stadsdelen van Amsterdam zijn beduidend minder leerlingen, nadat dit jaren lang gestegen was. Verder is er weer sprake van een toename van leerlingen uit de regio, terwijl dit de laatste jaren afgenomen was. Alleen de leerlingenstroom uit Amstelveen is de laatste jaren stabiel.
Jaarverslag 2013
9
Plaats van herkomst 1e leerjaar (inclusief ISK) Woonplaats
Aantal
Aantal
Percentage
Percentage
2012/13
2013/14
2012/13
2013/14
Amstelveen
59
58
28,50%
28,29%
Amsterdam behalve ZO
80
69
38,65%
33,66%
Amsterdam ZO
41
46
19,81%
22,44%
Overige
27
32
13,04%
15,61%
207
205
100,00%
100,00%
herkomst eerste jaars leerlingen 2013/14 16%
Amstelveen
28%
Amsterdam behalve ZO 22%
Amsterdam ZO Overige 34%
Plaats van herkomst van alle leerlingen in het schooljaar 2013/2014 (Stand eind maart 2014) Woonplaats
Aantal
Aantal
Percentage
Percentage
2012/13
2013/14
2012/13
2013/14
Amstelveen
189
221
24,36%
27,49%
Amsterdam behalve ZO
274
287
35,31%
35,70%
Amsterdam ZO
213
191
27,45%
23,76%
Overige
100
105
12,89%
13,06%
776
804
100,00%
100,00%
Jaarverslag 2013
10
Herkomst leerlingen schooljaar 2013/14 13% 27% Amstelveen Amsterdam behalve ZO
24%
Amsterdam ZO Overige 36%
Treasury verslag Door de school is het treasury beleid gevoerd binnen de kaders van de “Regeling beleggen en belenen voor instellingen voor onderwijs en onderzoek”. De beschikbare liquide middelen zijn ondergebracht op bankrekeningen bij de Rabobank Amstelveen en de ING Bank. De school beschikt verder niet over andere geldmiddelen.
Jaarverslag 2013
11
Sociaal Jaarverslag Panta Rhei heeft in 2013 werkgelegenheid geboden aan gemiddeld 109 personeelsleden. Daarnaast waren er enkele personen via een uitzendorganisatie werkzaam. Ongeveer 15 % van het personeel is van allochtone afkomst.
Verdeeld over de verschillende leeftijdscategorieën ziet de verdeling als volgt uit: (Peildatum 1 maart 2014) leeftijd
Man
Vrouw
Totaal:
0-24
1
3
4
25-34
9
17
26
35-44
16
13
29
45-54
9
12
21
55-59
7
10
17
60 en ouder
7
5
12
49
60
109
Totaal
Leeftijdsverdeling van het personeel 18 16 14 12 10 8 6 4 2 0
Man Vrouw
0-24
25-34
35-44
45-54
55-59
60 en ouder
Jaarverslag 2013
12
In de bovenbouw werken meer oudere personeelsleden. Verdeeld over de verschillende functiecategorieën ziet de leeftijdsverdeling als volgt uit: (peildatum 1 maart 2014) leeftijd
Dir
Oop
Totaal:
Op
0-25
0
3
1
4
25-35
0
2
24
26
35-45
0
4
25
29
45-55
1
8
12
21
55-60
0
3
14
17
60-100
2
4
6
12
Totaal:
3
24
82
109
Leeftijdsopbouw functiegroepen 90 80 70 60 50
Dir
40
Oop
30
Op
20 10 0 0-25
25-35
35-45
45-55
55-60 60-100 Totaal:
De onderstaande tabel (peildatum 1 maart 2013) geeft de verdeling over de verschillende functieschalen aan, waarbij de schalen t/m 9 altijd onderwijs ondersteunend personeel zijn. In het hoofdstuk functiemix wordt ingegaan op de verschuiving van LB naar LC voor een deel van het onderwijzend personeel.
Jaarverslag 2013
13
Aantal functiecategorie
OP
personen
Aantal fte
Perc.
functieverd.
4
7
4,95
5,45%
5
1
1
1,10%
6
8
6,5
7,16%
7
2
1,9
2,09%
8
4
2,51
2,76%
9
1
1
1,10%
13
2
1,9
2,09%
15
1
1
1,10%
LB
39
31,37
34,53%
44,83%
LC
33
29,62
32,61%
42,33%
LD
10
8,98
9,89%
12,83%
1
0,11
0,12%
109
90,84
99,88%
geen Totaal:
100,00%
Functies in schalen (fte) 4 LD 10% 5%
5 1% 6 7%
7 2%
8 3% 9 13 1% 2% 15 1%
LC 33% LB 35%
Jaarverslag 2013
14
Functiemix Opnieuw heeft in het begin van de cursus 2013/2014 in het kader van de functiemix een aantal LC-benoemingen plaatsgehad en is met terugwerkende kracht per 1 augustus 2013 een tweede serie benoemingen uitgebracht. In het projectplan functiemix (waarvan inmiddels de derde versie bestaat) zijn de verschillende functies uitvoerig beschreven en is aangegeven hoe te komen tot herschikking van functies en welke financiële gevolgen dat heeft. Gebaseerd op de functieverdeling van 1 oktober 2008 is de beoogde verdeling voor 2014 vastgelegd. Met de tot nu toe uitgebracht benoemingen ziet de verdeling der functies er als volgt uit:
LB-functie
LC-functie
LD-functie
Verdeling 2008
74,60%
14,80%
10,60%
Verdeling per 1-4-2010
60,10%
29,40%
10,50%
Verdeling per 1-8-2011
47,80%
41%
11,20%
Verdeling per 1-10-2012
46,30%
40,6
13,10%
verdeling per 1-1-2014
44,83%
42,33%
12,83%
Streefverdeling
21,60%
59,80%
18,60%
Uit bovenstaande tabel blijkt dat door de LC-benoemingen de functieverdeling beneden de in 2008 afgesproken streefverdeling blijft. Dit wordt veroorzaakt doordat de schooldirectie heeft besloten voorzichtiger om te gaan met de benoemingen omdat niet duidelijk is of de financiering van de functiemix gewaarborgd is. Hierover is op dit ogenblik landelijk overleg tussen de vertegenwoordigers van de werkgevers, de werknemers en het ministerie.
Functieverdeling OP formatie maart 2014 13% 45% 42%
LB LC LD
Jaarverslag 2013
15
Klachtenregelingen/ vertrouwenspersoon
De school heeft twee vertrouwenspersonen. De vertrouwenspersonen hebben een (bij-/na-) scholingscursus gevolgd. De vertrouwenspersoon heeft een rol in de behandeling van vertrouwelijke zaken. Ook hebben leerlingen de mogelijkheid een klacht in te dienen bij de Algemeen directeur/bestuurder. Naast deze interne mogelijkheden voor klachten kan men ook terecht bij de onderwijsinspectie en externe klachtencommissie. De school hanteert hiervoor een klachtenreglement.
Ziekteverzuim Personeel Het ziekteverzuim is in 2013 iets lager dan voorgaande jaren. 2011
2012
2013 Landelijk gemiddelde VO
Verzuimperc.
8,02
5,47
4,86
Verzuimperc. zonder
5,69
4,11
3,03 -
5,3
langdurig ziekte
In -en uitstroom van personeel In 2013 hebben 9 personeelsleden de school verlaten: -een personeelslid is met pensioen gegaan -vier mensen hebben elders een nieuwe werkkring aanvaard -een docent was maar voor korte tijd aangenomen als ziektevervanger -drie personeelsleden zijn ontslagen.
Er zijn acht leraren benoemd (gedeeltelijk via een uitzendbureau). Verder is er nog een aantal mensen bij de school werkzaam via een uitzendbureau. In vergelijking met de landelijke cijfers heeft de school een jong personeelsbestand.
Jaarverslag 2013
16
Ontwikkeling formatie onderwijs gebonden t.o.v. overheadtaken Het personeel kan in de volgende categorieën worden ingedeeld:
1) Lesgevende taken van docenten met daarin opgenomen de onderwijsassistentie en de aulasurveillance. 2) Les gerelateerde taken zoals het decanaat, de remedial teaching, de zorgcoördinatie en de leerlingbegeleiding. 3) Les verdringende organisatorische taken van lesgevenden. 4) Overig onderwijs ondersteunend personeel zoals de facilitaire dienst, de administratie en het secretariaat. 5) Management: directie en teamleiders.
De ontwikkeling van de verschillende categorieën is als volgt:
In aantal werkzame Fte's (inclusief uitzendkrachten)
Schooljaar
lessen
lesgerelat.
Organisatie
Overig OOP
Management Totaal
Jaar 13/14
65,8
5,6
3,2
11,3
6,5
92,4
Jaar 12/13
62,9
4,6
3,1
11,3
6,5
88,4
Jaar 11/12
58,8
5,1
2,7
11,5
6,5
84,6
Jaar 10/11
57,3
5,1
2,9
10,8
6,6
82,7
Jaar 09/10
52,8
4,9
3,6
9,8
6,8
77,9
Jaar 08/09
54,7
4,9
1,8
9,7
8,3
79,4
Jaar 07/08
48,9
4,8
1,2
9,6
6,7
71,2
In procenten van de totale tijd: Schooljaar
lessen
lesgerelat.
organisatie
OOP
Management Totaal
Jaar13/14
71,21%
6,06%
3,46%
12,23%
7,03%
100,00%
Jaar 12/13
71,15%
5,20%
3,51%
12,78%
7,35%
100,00%
Jaar 11/12
69,50%
6,03%
3,19%
13,59%
7,68%
100,00%
Jaar 10/11
69,29%
6,17%
3,51%
13,06%
7,98%
100,00%
Jaar 09/10
67,78%
6,29%
4,62%
12,58%
8,73%
100,00%
Jaar 08/09
68,89%
6,17%
2,27%
12,22%
10,45%
100,00%
Jaar 07/08
68,68%
6,74%
1,69%
13,48%
9,41%
100,00%
Jaarverslag 2013
17
taken in fte 100 90 80 70 Management
60
Overig OOP
50
Organisatie lesgerelat.
40
lessen 30 20 10 0 Jaar 13/14Jaar 12/13Jaar 11/12Jaar 10/11Jaar 09/10Jaar 08/09
taken in % van de gehele formatie 100% 90% 80% 70% Management
60%
OOP
50%
organisatie
40%
lesgerelat.
30%
lessen
20% 10% 0% Jaar13/14
Jaar 12/13
Jaar 11/12
Jaar 10/11
Jaar 09/10
Jaar 08/09
Procentueel wordt er in 2013/14 minder uitgegeven aan management en meer aan onderwijs ten opzichte van de voorgaande jaren. Dat komt vooral door de inzet van extra onderwijsassistentie op de leerpleinen en door klassplitsingen. De groei van de school is vooral ingezet in extra lessen.
Jaarverslag 2013
18
Jaarverslag 2013 MR Samenstelling MR Van januari tot en met juni zaten namens het personeel in de MR: Raymond Spruijt (voorzitter), Walter van Liempt (secretaris), Trees de Jonge (notulist deel 3) en Ghislaine Roos. Namens de ouders hadden zitting: Petra Veraar (vice-voorzitter), Marcel van Bruggen, Linda den Hertog en Helmich Weidema. Petra Veraar en Linda den Hertog moesten aan het einde van het schooljaar de MR verlaten, omdat hun kinderen met een vmbo-diploma op zak de school verlieten. Na de zomer werden hun plaatsen in de MR opgevuld door Marja Hoogetoorn en Fokke Jan van der Tol.
Vergaderingen In 2013 heeft de MR acht keer vergaderd (waarvan één keer met het toezichthoudend deel van het bestuur) en is er één keer een werkmiddag gehouden. Daarnaast heeft de personeelsgeleding 4 maal een voorvergadering gehouden.
De MR heeft ingestemd met de volgende onderwerpen: Ontwikkeling formatie onderwijsgebonden taken Verbeterplan opbrengsten Sg. Panta Rhei Concept begroting 2013 Notitie “LC-Benoeming”*, “Evaluatie Sollicitatieronde LC3”* en “Bijstelling FUNCTIEMIX” Notitie “Deskundigheidsbevordering” Notitie “Het inzetten van resterende taaktijd” Toetsbeleid; Verzuimprotocol; Vakantieregeling 2013/2014; Pestprotocol Lessentabel 2013/2014; Formatieplan 2013/2014; Vitaliteitsnotitie; Managementrapportage Jaarverslag 2012; Calamiteitenplan; Kadernotitie begroting 2014; Integriteitscode Profiel lid van toezichthoudend deel van het bestuur; Nota rekenbeleid
Een greep uit de overige onderwerpen die besproken werden: Leerlingbetrokkenheid en –tevredenheid; Tussentijdse evaluatie verbeterplan Ondersteuningsplanraad (OPR); Leerling- en ouderconsultaties; Samenwerkingsverband Amstelland en de Meerlanden; Onderwijstijd; Notulen bestuursvergaderingen
Jaarverslag 2013
19
Werkmiddagen In november hield de MR een werkmiddag. Deze werkmiddag stond in het teken van de koersnotitie, vitaliteit en een training in het beoordelen van de begroting. De training werd verzorgd door een deskundige van de AOB. Na afloop van de training is de begroting 2013/2014 besproken en toegelicht door de financieel directeur Frank Vijgen. De bevindingen zijn vastgelegd in een verslag en besproken met de directie in de daaropvolgende MR-vergadering. De hieruit voortkomende wijzigingen werden door de directie ter harte genomen en door het bestuur goedgekeurd.
Overige activiteiten De MR heeft net als het vorige jaar zitting gehad in de sollicitatiecommissie voor de LC-benoemingen.
Samenwerking met bestuurders De MR streefde in 2013 naar een prettige en constructieve samenwerking met de algemeen directeur en de adjunct-directeuren. In hoofdlijnen lukte dit, terwijl tegelijkertijd de aangeleverde stukken kritisch beoordeeld werden in het belang van leerlingen, personeel en/of organisatie en soms een scherp debat niet uit de weg werd gegaan. De vergaderingen hadden een prettige, open sfeer.
Deze constructieve samenwerking bleek dit jaar ondermeer uit een pakket aan wijzigingen in het taakbeleid waarbij 2/3 van het personeel op 17 mei 2013 met een ruime meerderheid ingestemd heeft.
De belangrijkste wijzigingen in het taakbeleid waren: Lestaak van 40+2 leerpleinuren naar 42 leseenheden van 30 minuten waarbij leerpleinuren als volwaardige lessen gerekend worden. Wijziging in de urenverdeling van de deskundigheidsbevordering. Eventuele extra lessen voor docenten met een substantieel overschot aan taaktijd. De taaktijd wordt jaarlijks met de MR vastgesteld.
Het jaarlijkse uitje met de directie en het toezichthoudend deel van het bestuur bood een informele en plezierige mogelijkheid om nader kennis te maken met de overige bestuurders. In oktober hebben de bestuurders en de MR overleg gevoerd over het werk van de MR en de relatie MR-bestuur geëvalueerd.
Jaarverslag 2013
20
Continuïteitsparagraaf A. Gegevensset De school verwacht de komende jaren de volgende leerlingenontwikkeling: 2013/14
2014/15
2015/16
2016/17
2017/18
78
90
95
100
105
128
110
105
100
95
53
78
90
95
100
Onderbouw lwoo 2e lj.
142
128
110
105
100
Vmbo Zorg en Welzijn
27
23
30
38
43
Lwoo Zorg en Welzijn
63
70
63
55
50
Vmbo Techniek
24
20
27
34
38
Lwoo Techniek
59
63
56
49
45
Vmbo SDV
27
24
32
41
45
Lwoo SDV
71
74
66
57
53
Vmbo Handel & Adm.
33
26
35
45
50
Lwoo Handel & Adm.
75
82
73
63
58
Mavo/gem. leerweg
9
15
17
20
22
VAVO*
1
1
1
1
1
16
12
10
8
6
806
816
810
811
811
Onderbouw vmbo 1e lj. Onderbouw lwoo 1e lj. Onderbouw vmbo 2e lj.
Mavo/gemengd lwoo Totaal:
Het totale leerlingenaantal zal rond de 800 blijven. De school verwacht de komende jaren minder leerlingen met lwoo. Door de vermindering van het aantal lwoo-leerlingen en de overheveling van de lwoo-gelden naar het samenwerkingsverband verwacht de school minder inkomsten (afgezien van eventuele inflatiecorrecties). De school moet de komende jaren bezuinigen om financieel gezond te blijven. De lessentabel van de school bevat ruim 8 % meer lessen dan noodzakelijk is om aan de verplichte onderwijstijd te voldoen. De verplichte onderwijstijd is bovendien door het ministerie op de onderbouw teruggebracht van 1040 naar 1000 uur. Door aanpassing van de onderwijstijd kan de noodzakelijke bezuiniging deels gerealiseerd worden. De directie heeft besloten om in 2014 te
lesrooster van de onderbouw gemiddeld verlaagd van 57 naar 54 lessen. De bovenbouw krijgt komende jaren te maken met een aanpassing van de afdelingsprofielen. Een deel van de bezuiniging hoopt de directie te halen uit deze profielaanpassingen, doordat de klassen op de bovenbouw optimaler gevuld kunnen worden. Bezuinigen op de overhead is vrij lastig, omdat de taken die deze medewerkers doen, uitgevoerd moeten worden in verband met de hoge verantwoordingsplicht van de overheid.
Personele bezetting
De personele bezetting in fte gaat er komende jaren volgens prognoses als volgt uitzien (in fte) 2013
2014
2015
2016
6,9
6,9
6,9
6,9
Onderwijzend personeel
64,71
65,89
63
62
Overige medewerkers
17,37
18,26
18
18
Totaal
88,98
91,05
87,9
86,9
Management/ directie
Jaarverslag 2013
9
Ontwikkeling balans: 2013
2014
2015
2016
Activa: Vaste Activa: Materiele vaste activa
1.724.000 1.800.000 1.800.000 1.800.000
Vlottende Activa:
2.547.000 2.560.000 2.658.000 2.592.000
Totaal Activa
4.271.000 4.360.000 4.458.000 4.392.000
Passiva: Eigen vermogen: Algemene reserve
1.508.000 1.562.000 1.670.000 1.604.000
Voorzieningen
823.000 1.010.000 1.150.000 1.300.000
Langlopende Schulden
738.000
588.000
438.000
288.000
Kortlopende schulden
1.202.000 1.200.000 1.200.000 1.200.000
Totaal Passiva
4.271.000 4.360.000 4.458.000 4.392.000
De post voorzieningen is opgesplitst in een personeelsgedeelte en een onderhoudsvoorziening. Bij de personeelsvoorziening is rekening gehouden met te verwachten uitkeringen voor jubilea en de afkoopsommen bij ontslag en te verwachten werkeloosheidsuitkeringen. Bij de onderhoudsvoorziening wordt rekening gehouden met toekomstige grote onderhoudswerkzaamheden aan de gebouwen. Deze bedragen zijn gebaseerd op de meerjarenonderhoudsramingen die zijn opgesteld in overleg met de gemeente. Het bedrag in de onderhoudsvoorziening zal de komende jaren verder stijgen omdat er nog geen grote onderhoudswerkzaamheden te verwachten zijn vóór 2020. De school verwacht komend jaar een kleine aanpassing van het gebouw: de personeelsruimte wordt van de tweede verdieping naar de begane grond verplaatst. Daardoor zijn er ook wat aanpassingen aan vergader -en lesruimten.
Op grond van de winstverwachting zullen de reserves t/m 2015 nog enigszins groeien, voor 2016 verwacht de school in verband met een tekort een afname van de reserves. De langlopende schulden betreft een lening die bij de Rabobank is afgesloten ter financiering van de nieuwe inventaris voor de nieuwbouw. Ieder jaar wordt op deze lening een bedrag van € 150.000,= afgelost. Het in het betreffende jaar af te lossen leningsbedrag wordt als kortlopende schuld opgenomen. De langlopende schuld gaat de komende jaren afnemen. De stichting verwacht niet, dat de komende jaren extra leningen noodzakelijk zijn.
De post kortlopende schulden zal jaarlijks ongeveer gelijk blijven. Hierin is een aantal vaste posten opgenomen zoals de belastingen en premies voor de maand december, de al opgebouwde vakantie -en bindingstoelage, de aflossing van de lening, lopende crediteuren en andere overlopende passiva.
Jaarverslag 2013
10
Raming van Baten en Lasten 2013
2014
2015
2016
Baten: Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en subsidies Overige baten Totaal baten
8.748.000 8.695.000 8.714.000 8.484.000 74.000
62.000
62.000
62.000
131.000
130.000
111.000
112.000
8.953.000 8.887.000 8.887.000 8.658.000
Lasten Personeelslasten
6.421.000 6.675.000 6.617.000 6.529.000
Afschrijvingen
276.000
245.000
255.000
260.000
Huisvestingslasten
857.000
806.000
814.000
829.000
Overige lasten
1.035.000 1.091.000 1.086.000 1.100.000
Totaal Passiva
8.589.000 8.817.000 8.772.000 8.718.000
Financiële baten/lasten
-30.000
-15000
-7000
-5000
Begrotingstekort/ overschot
334.000
55.000
108.000
-65.000
Verhoudingsgewijs zullen er minder leerlingen met lwoo zijn, waardoor de totale financiering na 2015 zal afnemen. Regionaal stijgt het aantal leerlingen in de leeftijdscategorie licht. De personele bezetting zal door de aangekondigde bezuinigingen de komende jaren afnemen, evenredig met de te verwachten lagere rijksbijdragen. De school beschikt over gebouwen die pas enkele jaren in functie zijn. Het is voorlopig niet te verwachten dat er grotere onderhoudsprojecten zullen plaatsvinden. Voor toekomstig onderhoud is een voorziening getroffen. De overige lasten zullen toenemen onder andere door prijsstijgingen.
B Overige rapportages B1 Rapportage aanwezigheid en werking van het interne risicobeheersings-en controlesysteem
Voor de boekhouding en HRM/payroll gebruikt de school het administratiepakket AFAS. De laatste maanden van het kalenderjaar wordt een begroting en meerjarenbegroting opgesteld die door het schoolbestuur wordt geaccordeerd. Vanuit AFAS worden de jaarrekening en managementrapportages gegenereerd. Ieder kwartaal bespreekt het schoolbestuur een managementrapportage. In het voorjaar legt de school verantwoording af middels de jaarrekening die door een accountant wordt gecontroleerd. De salarisverwerking is opgedragen aan een externe partij, die ook zorg draagt voor de uitbetaling en de afdrachten naar de diverse instanties. Deze verzorgt in principe ook de inschaling van nieuwe medewerkers, tenzij in overleg met de algemeen directeur/bestuurder hiervan afgeweken wordt. De hieruit voortvloeiende aktes van benoeming worden door een interne medewerker verzorgd. Voor de facturering, accordering en betaling van facturen is de administratie zo ingericht dat het klaarzetten en uiteindelijk betalen van de facturen door verschillende personen geschiedt. Om een betaling uiteindelijk door te zetten moeten budgethouders, adjunct-directeur financiën en de algemeen directeur/bestuurder hun akkoord geven.
Jaarverslag 2013
11
De leerlingenadministratrie wordt bijgehouden middels het schoolpakket SOM. Met dit pakket kan de gegevensuitwisseling met het ministerie plaatsvinden via DUO. De controle op dit systeem vindt plaats door de teamleider ICT dan wel de verantwoordelijke adjunct/directeur. De absentenadministratie wordt bijgehouden door in alle lokalen geplaatste scanners in combinatie met handmatige controle door de docenten. De mentoren (in samenspraak met de telefoniste) zoekt uit wat de redenen zijn van absentie van leerlingen. De interne begeleiders hebben als opdracht leerlingen, die teveel ongeoorloofd verzuimen, te melden aan de leerplichtambtenaren.
B2 Beschrijving van de belangrijkste risico's en onzekerheden Financieel gezien werd de vermogenspositie van de stichting verbeterd door toevoeging van het positief bedrijfsresultaat 2013 ad circa € 345.000,-.
De belangrijkste risico's voor de school zijn: 1. Personele risico's: het aanbod bij vacatures is groot, alleen voldoen sollicitanten veelal niet volledig aan de eisen. Dat geldt zeker voor de zogenaamde "tekortvakken". Het blijft een uitdaging om bevoegd en kwalitatief goed personeel te vinden. Met name op de bovenbouw werkt een aantal mensen dat binnen afzienbare tijd met pensioen gaat. Moeilijk is in te schatten of deze personeelsleden de nodige professionaliteit kunnen leveren tot hun pensioen. Dat kan tot meer verzuim leiden, waardoor de premiekosten van het risicofonds en de WGA-verzekering kunnen gaan stijgen. Sommige oudere personeelsleden maken gebruik van de mogelijkheden om tegen inlevering van een deel van hun salaris minder te werken (de BAPO-regeling). Als iedereen boven 52 jaar dit gaat doen, dan is dat een extra kostenpost. De BAPO-regeling is momenteel gespreksonderwerp bij de cao-onderhandelingen. Het is nog niet in te schatten wat de uiteindelijke consequenties voor de school en het personeel zullen worden. De effecten van aanpassingen van de pensioenpremies zijn ook moeilijk in te schatten, vooral omdat niet duidelijk is of het rijk de bekostiging daarop iedere keer gaat aanpassen. In de cao is ook geregeld, dat de school docenten moet ontslaan die niet binnen twee jaar hun onderwijsbevoegdheid halen. Ontslag kan in bepaalde gevallen leiden tot extra uitkeringskosten. Hierdoor wordt het in de toekomst wellicht nodig extra te reserveren voor wachtgeldbetalingen. 2) Bekostiging: de ontwikkelingen rondom de bekostiging blijven een onzekere factor omdat deze mede afhankelijk zijn van de economische ontwikkelingen. Onduidelijk is ook nog wat de effecten zullen zijn van de overheveling van de lwoo gelden van het Rijk naar het samenwerkingsverband, vooral ook omdat het ministerie het totaal van deze gelden regionaal bevroren heeft. De school heeft veel lwoo-leerlingen, waardoor de school bij aanpassing van de bekostiging hiervoor erg gevoelig is. Naast de onzekere ontwikkeling van de gelden zijn er procentueel minder leerlingen met lwoo, waardoor de bekostiging op termijn lager zal worden. 3) Imago: Het imago van de school is momenteel positief, maar er kunnen dingen gebeuren die het imago schaden waardoor de inschrijvingen achterblijven. 4) Demografische ontwikkelingen: De basisgeneratie in Amstelland daalt komende jaren. Daar staat tegenover dat de basisgeneratie in Amsterdam nog groeiende is. Per saldo blijft de basisgeneratie in ons voedingsgebied in tact. De school krijgt nog extra gelden via het leerplusarrangement. Hiervoor moet minimaal 35 % van de leerlingen uit aangewezen achterstandswijken komen. Het is nog niet duidelijk hoe het Rijk in de toekomst omgaat met deze gelden. Er bestaat nog een risico dat het percentage leerlingen uit deze achterstandswijken lager wordt dan 35 % waardoor deze extra bekostiging wegvalt. Zeer waarschijnlijk wordt de procedure voor inschrijven van leerlingen in Amsterdam in 2015 veranderd. De effecten hiervan voor Panta Rhei zijn nog niet in te schatten. 5) Materiele risico's: de school beschikt over nieuwe schoolgebouwen en inventaris, waardoor het risico vrij laag is dat hieraan in de nabije toekomst problemen te verwachten zijn. Voor dit risico is ook een onderhoudsvoorziening gecreëerd. De school merkt wel dat ouders of andere partijen in toenemende mate een beroep doen op schadevergoeding bij calamiteiten. Om dit risico enigszins af te dichten is er een schoolverzekering afgesloten. De gebouwen en inventaris zijn via de gemeente verzekerd.
12
Jaarverslag 2013
B3 Rapportage toezichthoudend orgaan Verslag Raad van Toezicht Het toezicht op de school is gebaseerd op het one-tier-model. Dit betekent dat het bestuur statutair als één orgaan functioneert waarin zowel het toezichthoudend bestuur als de met de dagelijkse leiding belaste bestuurder zijn ondergebracht. De uitvoerend bestuurder is tevens algemeen directeur. Onder de toezichthoudende leden van het bestuur zijn de volgende aandachtsgebieden verdeeld: financiën, huisvesting, juridische zaken, leerlingenzorg, onderwijs en personeel. Het bestuur kwam in 2013 zes keer bijeen. De samenstelling van het bestuur was het gehele jaar: a) Het toezichthoudend deel: mw. C. Smink-Douma – voorzitter dhr. C.J. Aarts - lid mw. C.I. Kempkes - lid dhr. R. Melchiot - lid dhr. I. Rychter - lid mw. I. Veldman - lid b) Het uitvoerend deel: dhr. H.A.C. de Weerd – dagelijks bestuurder Er waren twee bijeenkomsten met de medezeggenschapsraad, waarvan één met een informeel karakter.
De stichting staat ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Er namen gemiddeld vijf bestuursleden per bijeenkomst deel aan de bestuursvergadering. Van alle bestuursvergaderingen zijn notulen gemaakt die na vaststelling ondertekend zijn door de voorzitter van het bestuur. De agenda van de bestuursvergaderingen komt na gezamenlijk overleg tussen de voorzitter en de bestuurder/ algemeen directeur tot stand. Op verzoek van de dagelijks bestuurder, afhankelijk van het onderwerp, zijn de adjunct-directeuren aanwezig in de bestuursvergadering. Goedgekeurde notulen zijn ter informatie naar de medezeggenschapsraad gestuurd. Besproken onderwerpen waren onder meer in willekeurige volgorde: de onderwijskwaliteit, de contracten met de arbodienst en het risicofonds, de financiële kwartaalrapportages, het jaarverslag/jaarrekening 2012, de kaderstelling financiële begroting 2014, de lc-benoemingen, de overhead van de school, passend onderwijs, de rapporten van de inspectie, tevredenheidsonderzoek medewerkers, ouders en leerlingen, de uitbreiding van de huisvesting, de steunstichting, het beleid met betrekking tot eventuele calamiteiten, het verbeterplan met betrekking tot de opbrengsten, het schoolplan 2013-2017, de teamleiderswisseling, het toetsbeleid, de integriteitscode, de identiteits -en maatschappelijke ontwikkeling van de leerlingen, de verzuimcijfers van het personeel en het functioneren van het one-tier-model. Regelmatig vindt er, naast de bestuursvergaderingen, bilateraal overleg plaats tussen de voorzitter en de dagelijks bestuurder/algemeen directeur. Dit geldt soms ook voor andere bestuursleden die afhankelijk van hun aandachtsgebied bilaterale gesprekken voeren met de bestuurder/algemeen directeur en/of beide adjunct-directeuren. Ten slotte is er met de bestuurder/algemeen directeur een functioneringsgesprek gevoerd.
Amstelveen, juni 2014 Namens het bestuur mw. C. Smink-Douma – voorzitter
Jaarverslag 2013
13
Financiële kengetallen Kengetallen algemeen De commissie Don heeft in opdracht van het ministerie de financiële positie van scholen in kaart gebracht. Daarbij zijn kengetallen vastgesteld waaraan de school moet voldoen voor een gezonde financiële basis. In het rapport Don zijn de volgende kengetallen genoemd: 1) Solvabiliteit 1 (het eigen vermogen gedeeld door het totale vermogen): deze moet minstens 20 % zijn. 2) Solvabiliteit 2 (Het eigen vermogen plus de voorzieningen gedeeld door het totale vermogen). De solvabiliteit 2 wordt als richtlijn gebruikt door de inspectie bij de financiële beoordeling van de onderwijsinstelling. De solvabiliteit 2 moet minimaal 30 % zijn. 3) De kapitalisatiefactor (het totale kapitaal minus gebouwen en terreinen gedeeld door de totale baten): deze moet tussen 30 en 65 % liggen, waarbij 30 % vooral voor grote schoolbesturen wordt gehanteerd en 65 % voor kleine schoolbesturen (Panta Rhei ligt daar tussenin). 4) De liquiditeit ofwel current ratio(de vlottende activa gedeeld door de kortlopende schulden): deze moet tussen 0,5 en 1,5 liggen. 5) De rentabiliteit (het exploitatieresultaat gedeeld door het totale vermogen): deze moet tussen de 0 en 5 % liggen.
Overige kengetallen waar de school naar kijkt: 6) Huisvestingslasten t.o.v. de totale lasten: Bij vmbo-scholen ligt dit percentage altijd hoger dan het landelijk percentage voor het Voortgezet Onderwijs omdat vmbo-scholen duurdere praktijklokalen hebben. 7) Weerstandsvermogen: een in het verleden gebruikt kengetal om de risico's van de school uit te drukken. Het eigen vermogen wordt gedeeld door de baten. Het weerstandsvermogen moet tussen 10% en 40 % liggen 8) Voorzieningen t.o.v. de totale baten: dit kengetal geeft aan in hoeverre de school voldoende vermogen op bouwt voor de te verwachten uitgaven in de toekomst. Meestal gaat het hierbij om onderhouds-en personeelsvoorzieningen. Door de nieuwbouw is dat vrij laag geweest, de verwachting is dat de school de komende jaren boven het gemiddelde uit gaat komen. 9) Rijksbijdragen t.o.v. de baten: dit kengetal geeft aan welk deel van de inkomsten van het rijk afkomstig zijn. 10) Personele deel van de rijksbijdragen: geeft aan welk deel van de rijksbijdragen voor personeel vergoed worden. Voor vmbo-scholen ligt dat percentage altijd wat lager omdat het vmbo een hoger bedrag aan materiele vergoeding krijgt door de praktijklokalen. Overzicht van de ontwikkeling van de kengetallen over een aantal jaren: Kengetal
2011
2012
2013
2014
2015
2016 norm of land. gemidd.
Solvabiliteit 1
21%
31%
35%
36%
37%
37% > 20 %
Solvabiliteit 2
33%
47%
55%
59%
63%
66% > 30 %
Kapitalisatiefactor
41%
38%
34%
45%
45%
45% 30%-65 %
172%
168%
212%
213%
222%
216% 50-150 %
Rentabiliteit
3,2%
12,7%
7,8%
1,3%
2,4%
-1,5% >0 %
Huisvestingslasten t.o.v. totaal
9,9%
9,0%
10,0%
9,1%
9,3%
9,5% 7%
Weerstandvermogen
9,3%
13,7%
16,8%
17,6%
19,0%
18,5% 28,60%
Voorzieningen t.o.v. baten
Liquiditeit
5,3%
7,3%
9,2%
11,4%
12,9%
15,0% 8,20%
Rijksbijdragen t.o.v. totale baten
96,2%
94,3%
97,7%
97,8%
98,1%
98,0% 91,20%
Personele deel rijksbijdragen
72,9%
84,7%
84,6%
83,9%
83,7%
83,3% 85,10% Jaarverslag 2013
14
Algehele conclusies over de belangrijkste kengetallen: (de landelijke vergelijking is gemaakt met vergelijkbare scholen voor Voortgezet onderwijs). Solvabiliteit 1 en 2: Zowel solvabiliteit 1 als 2 zijn ruim binnen de aanvaardbare marges. Het ministerie kijkt vooral naar solvabiliteit 2. Landelijk is de solvabiliteit 2 in 2012 57 % maar wel dalende, terwijl Panta Rhei nu 55 % heeft met een stijgende lijn naar het landelijk gemiddelde toe. Kapitalisatiefactor: Panta Rhei is een middelgrote school, kleine scholen moeten op 65 % zitten en grote op 30 %. Middelgrote scholen moeten daar dus ergens tussenin zitten. Met 44 % ( in 2013) zit de school goed in de middenmoot. De landelijke kapitalisatiefactor was in 2012 53 %. Liquiditeit: deze is boven het vereiste niveau van 150 %. Voor kleine en middelgrote scholen is het goed enige buffer te hebben. Landelijk was de liquiditeit in 2012 118 %, daar zit de school ruim boven. Rentabiliteit: de rentabiliteit van vergelijkbare scholen was in 2012 1,5 % de school zit daar, mede door eenmalige meevallers ruim boven.
Jaarverslag 2013
15
Jaarrekening 2013 Grondslagen Algemeen De jaarrekening is opgesteld volgens artikel 9 BW 2 en RJ 660. Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling.
Waardering van de activa en passiva Voor zover niet anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Een actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen ervan naar de instelling zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Baten worden in de staat van baten en lasten opgenomen wanneer een vermeerdering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermeerdering van een actief of een vermindering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Lasten worden verwerkt wanneer een vermindering van het economisch potentieel, samenhangend met een vermindering van een actief of een vermeerdering van een verplichting, heeft plaatsgevonden, waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Indien een transactie ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en/of
De opbrengsten en kosten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Opbrengsten worden verantwoord indien alle belangrijke risico’s met betrekking tot de handelsgoederen zijn overgedragen aan de koper. De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro’s, de functionele valuta van de onderneming.
Gebruik van schattingen
De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkeklijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
9
Jaarverslag 2013
Jaarverslag 2013
10
Materiële vaste activa: De bedrijfsgebouwen worden in het algemeen niet gewaardeerd, omdat ze eigendom zijn van de gemeente. Verbouwingen en niet binnen de verordening van de gemeente gefinancierde gebouwaanpassingen worden gewaardeerd tegen hun historische kostprijs. Dit geldt tevens voor inventaris en computers. De kostprijs bestaat uit de verkrijgingprijs en overige kosten om de activa op hun plaats en in de staat te krijgen noodzakelijk voor het beoogde gebruik. De afschrijvingen worden gebaseerd op de geschatte economische levensduur en worden berekend op basis van een vast percentage van de kostprijs, rekening houdend met een eventuele residuwaarde. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Met ingang van 2013 zijn afschrijvingspercentages gehanteerd die afhankelijk zijn van de geschatte levensduur per soort inventaris en computer, in plaats van vaste percentages voor alle inventaris en computers. De volgende afschrijvingspercentages worden gehanteerd: • Bedrijfsgebouwen
5%
• Inventaris
5 - 25%
• Computerapparatuur en toebehoren
10 -25%
De ondergrens voor de activering van de materiële vaste activa is € 500,=. Voor de kosten van periodiek groot onderhoud wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening is opgenomen onder de overige voorzieningen aan de passiefzijde van de balans.
Bijzondere waardeverminderingen Voor vaste activa wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat deze activa onderhevig zijn aan bijzondere waardeverminderingen. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. Als het niet mogelijk is de realiseerbare waarde te schatten voor een individueel actief, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Wanneer de boekwaarde van een actief of een kasstroomgenererende eenheid hoger is dan de realiseerbare waarde, wordt een bijzonder waardeverminderingsverlies verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten investeringen in handelsvorderingen en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financierings-verplichtingen, afgeleide financiële instrumenten (derivaten), handelsschulden en overige te betalen posten. De stichting heeft derivaten afgesloten bij een geldlening om grote renteschommelingen op te vangen.
Jaarverslag 2013
11
Financiële instrumenten worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Indien financiële instrumenten niet zijn gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de staat van baten en lasten, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering.
In contracten besloten financiële instrumenten die niet worden afgescheiden van het basiscontract worden verwerkt in overeenstemming met het basiscontract.
Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd.
Financiële instrumenten die op grond van de economische realiteit worden aangemerkt als een financiële verplichting, worden gepresenteerd onder schulden. Rente, dividenden, baten en lasten met betrekking tot deze financiële instrumenten worden in de staat van baten en lasten verantwoord als kosten of opbrengsten.
Hedge-accounting Panta Rhei maakt gebruik van interest rate swaps om de variabele rentekasstromen van de opgenomen leningen te ruilen voor een vaste rente. Zij past voor deze instrumenten kostprijs-hedgeaccounting toe. Omdat de interest rate swaps betrekking hebben op de afdekking van variabele rentekasstromen die naar verwachting zullen plaatsvinden, vindt geen herwaardering van de interest rate swaps plaats. Zodra rentekasstromen van de leningen in de winst-en-verliesrekening worden verantwoord, worden de met de interest rate swaps samenhangende renteresultaten in de staat van baten en lasten verwerkt. lndien de interest rate swaps niet langer voldoen aan de voorwaarden voor 'hedge-accounting', aflopen of worden verkocht of wanneer niet langer wordt gekozen voor hedge-accounting, wordt hedge-accounting beëindigd. De cumulatieve winst, die of het cumulatieve verlies dat tot dat moment nog niet in de winst-en-verliesrekening was verwerkt, wordt als overlopende post in de balans opgenomen totdat de afgedekte rentekasstromen plaatsvinden. Indien de rentekasstromen naar verwachting niet meer plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies in de winst-en-verliesrekening verantwoord
Panta Rhei documenteert de hedge relatie en toetst periodiek de effectiviteit van de hedge relaties door vast te stellen dat geen sprake is van over-hedges. Een verlies als gevolg van een over-hedge wordt op basis van kostprijs of lagere marktwaarde direct in de winst en verliesrekening verwerkt.
Het resultaat van het bovenstaande was en is dat wij tegen renteschommelingen m.b.t. een lening van 1,1 miljoen waren ingedekt. Gezien de lage rentestand van de afgelopen jaren is dit achteraf niet noodzakelijk geweest.
Vorderingen De grondslagen voor de waardering van vorderingen en effecten zijn beschreven onder het hoofd Jaarverslag 2013
12
Financiële Instrumenten.
Jaarverslag 2013
13
Voorzieningen Een voorziening wordt in de balans opgenomen, wanneer er sprake is van: • een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting die het gevolg is van een gebeurtenis in het verleden; en • waarvan een betrouwbare schatting kan worden gemaakt; en • het waarschijnlijk is dat voor afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen nodig is. Voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen en verliezen af te dekken.
Voorziening groot onderhoud Een kosten-egalisatievoorziening, wordt bovenschools planmatig gevormd voor kosten van groot onderhoud aan onroerende zaken die een onregelmatig verloop hebben over de jaren. Onder groot onderhoud is begrepen het in stand houden van gebouwen en installaties die de waarde van het gebouw, inventaris niet beïnvloeden. De voorziening wordt bepaald op basis van het meerjaren onderhoudsplan, dat door derden wordt opgesteld. De werkelijke uitgaven voor onderhoud van onroerende zaken wordt ten laste van de voorziening gebracht.
Overige voorzieningen De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. De voorziening bestaat uit het aantal aanwezige fte’s vermenigvuldigd met een normtarief.
Langlopende/kortlopende schulden en overlopende passiva De waardering van de langlopende en kortlopende schulden is toegelicht onder het hoofd Financiële instrumenten.
Jaarverslag 2013
14
Bepaling van het exploitatiesaldo Baten en lasten: De stichting rekent de baten en lasten toe aan het jaar waarop ze betrekking hebben. De baten bestaan uit subsidies van het Rijk, leerlingenbijdragen, verhuur en overige opbrengsten. De lasten bestaan uit personele lasten, huisvestingslasten, afschrijvingen en overige lasten. Bij de personele lasten is rekening gehouden met het in 2014 uit te keren vakantiegeld over de periode juni - december 2013 en de te verstrekken bindingstoelage over 2013 in augustus 2014.
Voorstel resultaatbestemming De directie stelt voor het resultaat over 2013 ten gunste te brengen van de reserves uit overheidsmiddelen. Het resultaat is in de balans per 31 december 2013 verwerkt.
Consolidatie: De stichting heeft geen verbonden partijen, derhalve is er geen sprake van consolidatie.
Kasstroomoverzicht Dit overzicht is opgesteld volgens de indirecte methode.
Vreemde valuta: Er zijn geen transacties geweest in vreemde valuta. De bedragen zijn opgenomen in gehele euro’s.
Overige: Geen
Jaarverslag 2013
15
MAB Model A Balans 1
Activa 31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
1.724.604
1.926.097
Vaste Activa
1.2
Materiële vaste activa
Totaal vaste activa
1.724.604
1.926.097
Vlottende activa
1.5
Vorderingen
1.7
Liquide middelen
2
934.258
99.501
1.612.762
1.783.672
Totaal vlottende activa
2.547.020
1.883.173
Totaal activa
4.271.624
3.809.270
Passiva 31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
1.508.357
1.174.679
2.1
Eigen vermogen
2.2
Voorzieningen
823.416
624.252
2.3
Langlopende schulden
737.500
887.500
2.4
Kortlopende schulden
1.202.351
1.122.839
Totaal passiva
4.271.624
3.809.270
In de balans is de resultaatbestemming verwerkt.
Jaarverslag 2013
9
MB Model B Staat v. Baten en Lasten Baten
Begroot 2013
2013
2012
EUR
EUR
EUR
8.747.628
8.492.000
8.039.489
3.1
Rijksbijdragen
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
73.696
61.500
85.649
3.3
College-, cursus-, les- en examengelden
94.527
106.000
127.855
3.4
Baten in opdracht van derden
3.5
Overige baten
Totaal Baten
9.890
20.755
26.896
15.000
255.642
8.952.637
8.674.500
8.529.390
Lasten
Begroot 2013
2013
2012
EUR
EUR
EUR
6.420.638
6.541.000
6.085.384
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
275.938
260.000
231.461
4.3
Huisvestingslasten
856.861
779.200
727.138
4.4
Overige lasten
1.035.341
1.060.000
1.006.388
Totaal Lasten
8.588.778
8.640.200
8.050.371
363.859
34.300
479.019
-30.181
-32.000
-33.385
333.678
2.300
445.634
Saldo Baten en Lasten
5 Financiële baten en lasten
Resultaat
Jaarverslag 2013
10
Vergelijking van de begroting met de jaarrekening Baten:
De werkelijke baten zijn t.o.v. de begroting ongeveer €280.000,= hoger. De belangrijkste verschillen zijn ontstaan door: In het herfstakkoord is aan de scholen een tweetal extra bedragen ter beschikking gesteld voor in totaal € 225.000,=. Scholen moeten deze extra bijdragen opnemen in de jaarrekening 2013. Dit bedrag verklaart meteen het grote verschil in de ontvangen rijksbijdragen t.o.v. de begrote bijdragen. De College-,cursus, les-en examengelden zijn lager doordat er in 2013 minder werkweken zijn georganiseerd, waar de ouders voor moeten bijdragen. Daartegenover zijn de overige lasten een stuk lager. Bij de baten in opdracht van derden is extra geld binnengekomen voor burgerschap. Hiermee was in de begroting 2013 geen rekening mee gehouden. De overige baten zijn hoger omdat de school meer gelden via projecten heeft ontvangen.
Lasten De lasten zijn iets lager dan begroot. Dat komt gedeeltelijk omdat de stichting voorzichtig begroot. Met name door het in dienst nemen van jonge personeelsleden in lagere loonschalen zijn de personeelskosten lager. Voorts was er een teruggave van de belastingdienst van ongeveer € 50.000,=. De afschrijvingskosten zijn in 2013 iets hoger door de extra afschrijvingen rondom de aanbouw. In 2014 zal dit lager worden. De huisvestingslasten zijn hoger door een extra toevoeging aan de onderhoudsvoorziening. Deze aanpassing was noodzakelijk doordat de prijzen voor grotere onderhoudsprojecten gestegen zijn en er een uitbreiding van het gebouw in 2013 heeft plaatsgevonden. Voor energie is meer uitgegeven onder andere door de lange winterperiode van 2013. De overige incidentele lasten zijn lager dan begroot. Lagere uitgaven dan begroot aan aan onderhoud inventaris en de zorg voor eerste leerjaarsleerlingen wegens afname van het aantal leerlingen met lwoo en aan de werkweek omdat er minder leerlingen zijn meegegaan. Daar staat tegenover dat er wat extra uitgaven zijn wegens incidentele uitgaven van voorgaande jaren.
Jaarverslag 2013
11
MC Model C Kasstroomoverzicht 31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo Baten en Lasten
363.859
479.019
Afschrijvingen
275.938
231.459
Mutaties voorzieningen
199.164
206.159
834.757
-41.817
79.512
76.880
Verandering in vlottende middelen: Vorderingen (-/-) Schulden Kasstroom uit bedrijfsoperaties
83.716
1.035.334
Ontvangen interest
17.162
28.500
Betaalde interest (-/-)
47.343
61.885
Buitengewoon resultaat
-
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten
-30.181
-33.385
53.535
1.001.949
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa (-/-)
-74.445
-497.192
Totaal kasstroom uit investeringen activiteiten
-74.445
-497.192
Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden (-/-)
-150.000
-380.499
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
-150.000
-380.499
Mutatie liquide middelen
-170.910
124.258
Jaarverslag 2013
12
Toelichting op de jaarrekening VA Vaste activa 1.2
Materiële vaste activa Aanschaf
1.2.1
Gebouwen en terreinen
1.2.2
Inventaris en apparatuur Egalisatiereserve Totaal
Afschrijving
prijs
cumulatief
1-1-2013
1-1-2013
Boekwaarde
Investering Desinvestering
Afschrijving
1-1-2013
Aanschaf
Afschrijving
prijs
cumulatief
31-12-2013
31-12-2013
Boekwaarde
31-12-2013
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
606.170
59.265
546.905
693.189
-
46.015
1.299.359
105.280
1.194.079
1.907.274
528.082
1.379.192
237.256
-
229.923
2.144.530
758.005
1.386.525
-
-
-
-856.000
-
-
-856.000
-
-856.000
2.513.444
587.347
1.926.097
74.445
0
275.938
2.587.889
863.285
1.724.604
Bij gebouwen is rekening gehouden met de toezegging van de gemeente Amstelveen, dat de nieuwbouwprojecten voor € 856.000,= gefinancierd worden. Derhalve ontstaat er een negatieve investering bij gebouwen. In verband met de nieuwe lokalen is extra geïnvesteerd in nieuwe inventaris.
Jaarverslag 2013
9
VV Voorraden & Vorderingen 1.5
Vorderingen
1.5.1
Debiteuren
1.5.6 1.5.8
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
3.705
10.448
Overige overheden
856.000
0
Overlopende activa
74.553
89.053
934.258
99.501
Vorderingen
De overige overheden betreffen de toezegging van de gemeente voor de financiering van aanbouw. Alle vorderingen hebben een looptijd van korter dan 1 jaar.
1.5.8.1
Vooruitbetaalde kosten
52.115
47.923
1.5.8.2
Verstrekte voorschotten
5.414
7.939
1.5.8.3
Overige overlopende activa
17.024
33.191
Overlopende activa
74.553
89.053
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
1.141
1.365
EL Effecten & Liquide middelen 1.7
Liquide middelen
1.7.1
Kasmiddelen
1.7.2
Tegoeden op bank- en girorekeningen
1.611.621
1.782.307
Liquide middelen
1.612.762
1.783.672
De liquide middelen zijn direct opeisbaar.
Jaarverslag 2013
9
2.1
Eigen vermogen Stand 1-1- 2013 EUR
2.1.1
Overige Resultaat
mutaties
EUR
EUR
Stand 31-12-2013 EUR
Algemene reserve
1.174.679
333.678
1.508.357
Eigen vermogen
1.174.679
333.678
1.508.357
Het resultaat over 2013 is aan het eigen vermogen toegevoegd.
Jaarverslag 2013
10
VL Voorzieningen LLschulden 2.2
Voorzieningen Stand per 1-1-2013
Rente mutatie Dotaties
Stand per ortlopend deel Langlopend deel
Onttrekkingen
Vrijval
- contant
31-12- 2013
<1 jaar
>1 jaar
2.2.1
Personeelsvoorzieningen
135.500
0
7.000
0
0
128.500
41.000
87.500
2.2.3
Overige voorzieningen
488.752
219.027
12.863
0
0
694.916
34.174
660.742
Voorzieningen
624.252
219.027
19.863
0
0
823.416
75.174
748.242
De personeelsvoorziening is aangepast aan toekomstig te voorziene verplichtingen. Het gaat hierbij om jubilea, toekomstige wachtgelden en niet vergoede arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Hierin is ook meegenomen de te verwachten boetes van de arbeidsinspectie. De overige voorzieningen betreffen de onderhoudsvoorziening voor de beide gebouwen. Op grond van de door de gemeente verstrekte gegevens is de hoogte van de dotatie bepaald.
2.3
Langlopende schulden Stand per 1-1-2013
2.3.3
Kredietinstellingen
887.500
Langlopende schulden
887.500
Aangegane leningen
0
Stand per
Looptijd
Looptijd
Aflossingen
31-12-2013
>1 jaar
150.000
737.500
600.000
137.500 ong. 5 %
>5 jaar
Rentevoet
150.000
737.500
600.000
137.500
De langlopende lening bij kredietinstellingen betreffen twee leningen ter financiering van de inrichting van de nieuwbouw. De in 2014 te betalen aflossing wordt bij de kortlopende schulden vermeld. Als zekerheid is de inventaris verpand.
Jaarverslag 2013
9
KS Kortlopende schulden 2.4
Kortlopende schulden 31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
2.4.1
Kredietinstellingen
150.000
150.000
2.4.3
Crediteuren
187.876
91.634
2.4.4
OCW/EZ
99.000
119.000
2.4.7
Belastingen en premies sociale verzekeringen
256.225
275.940
2.4.8
Schulden ter zake van pensioenen
84.954
77.898
2.4.9
Overige kortlopende schulden
19.360
10.304
2.4.10
Overlopende passiva
404.936
398.063
1.202.351
1.122.839
Kortlopende schulden
Kredietinstellingen: het betreft het gedeelte van de langlopende lening welke in 2014 wordt afgelost. De bedragen bij OCW gaan over prestatiesubsidies die nog niet definitief zijn vastgesteld, waardoor er een terugbetalingsverplichting zou kunnen ontstaan. Overlopende passiva: het betreft onder andere gereserveerde vakantiegelden, bindingstoelagen en nog te ontvangen facturen ten laste van 2013.
Uitsplitsing
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
208.956
212.103
47.269
63.837
256.225
275.940
Overige
19.360
10.304
Overige kortlopende schulden
19.360
10.304
2.4.10.3 Vooruit ontvangen investeringssubsidies
24.846
24.846
213.140
203.123
2.4.7.1
Loonheffing
2.4.7.3
Premies sociale verzekeringen Belastingen en premies sociale verzekeringen
2.4.9.2
2.4.10.5 Vakantiegeld en -dagen 2.4.10.7 Rente 2.4.10.8 Overige Overlopende passiva
-
187
166.950
169.907
404.936
398.063
Jaarverslag 2013
9
MG Model G Verantwoording subsidies G1
Subsidies zonder verrekeningsclausule Toewijzing Omschrijving
Kenmerk
Toewijzing datum
Bedrag
Ontvangen t/m
toewijzing
verslagjaar
afgerond?
EUR
EUR
Ja/Nee
Nieuwe post
0
0 J
Totaal
0
0
G2
Subsidies met verrekeningsclausule
G2A
Aflopend per ultimo verslagjaar Toewijzing Omschrijving
kenmerk
Toewijzing datum
Bedrag
Ontvangen t/m
toewijzing EUR
G2B
Prestatie
Totale
verslagjaar EUR
kosten EUR
Te verrekenen EUR
Nieuwe post
0
0
0
0
Totaal
0
0
0
0
Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Toewijzing Omschrijving
kenmerk
Toewijzing datum
Bedrag
Saldo
toewijzing
Ontvangen
Lasten
Totale kosten
in verslagjaar in verslagjaar 1-1-2013
Saldo nog te besteden
31-12-2013
31-12-2013
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
Nieuwe post
0
0
0
0
0
0
Totaal
0
0
0
0
0
0
Jaarverslag 2013
9
Financiële instrumenten Het gebruik van financiële instrumenten stelt ons bloot aan krediet-, rentekasstroomen liquiditeitsrisico.
Kredietrisico Wij lopen kredietrisico over vorderingen en liquide middelen en vorderingen opgenomen onder financiële vaste activa en positieve marktwaarde van afgeleide financiële instrumenten. Het maximale kredietrisico bedraagt € 99.501.
Rentekasstroom en liquiditeitsrisico Wij lopen voor €189.000,= (vorderingen) rentekasstroomrisico over opgenomen leningen. Om dit risico te matigen is een interest rate swap afgesloten.
Reële waarde De reële waarde van de vorderingen, liquide middelen en kortlopende en variabel rentende langlopende schulden benadert de boekwaarde daarvan. De reële waarde van het afgeleide financiële instrument (renteswap) bedraagt ultimo 2013 € 78.151,= negatief (2012: €113.023 negatief ). Dit bedrag geeft een indicatie van het verschuldigde bedrag bij voortijdige afwikkeling van de afgeleide instrumenten.
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Voor de schoonmaak van de school is via een Europese aanbesteding een langdurig contract afgesloten met een schoonmaakbedrijf. Dit contract loopt tot medio 2014. De resterende verplichting eind 2013 bedraagt € 40.253,=. Voor de levering van boekenpakketten is met een boekenleverancier via een Europese aanbesteding een contract afgesloten voor de jaarlijkse levering van de schoolboeken. Het bedrag is afhankelijk van de jaarlijkse afname en bedraagt circa € 460.000,=.
Voor het gebruik van de diverse printers in school is in 2011 een contract afgesloten met HP. De totale verplichting hiervan bedraagt ultimo 2013 € 10.860,= Voor de huur van kopieerapparatuur is een langdurig contract afgesloten met een resterende verplichting van € 73.000.=. Dit contract loopt nog tot juli 2016.
Overzicht verbonden partijen
Er zijn geen verbonden partijen.
9
Jaarverslag 2013
Jaarverslag 2013
10
Staat van baten en lasten OB Overheidsbijdragen 3.1
Rijksbijdragen
3.1.1
Rijksbijdragen OCW/EZ
3.1.2
Overige subsidies OCW/EZ Rijksbijdragen
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
8.682.878
8.029.339
64.750
10.150
8.747.628
8.039.489
8.682.878
8.029.339
64.750
10.150
Uitsplitsing 3.1.1.1
OCW
3.1.2.2
niet geoormerkte subsidies
De overheidsbijdragen zijn gestegen door toename van leerlingen en door de extra gelden uit onder andere het herfstakkoord. De overige subsidies zijn gestegen, omdat enkele voorschotten uit eerdere jaren definitief toegekend zijn.
3.2
3.2.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
73.696
85.649
73.696
85.649
De overige overheidsbijdragen en -subsidies bestaan vooral uit ISK-bijdragen van de gemeenten Amstelveen, Uithoorn en Aalsmeer aan een eventueel tekort voor de ISK-klas.
Jaarverslag 2013
11
AB Andere baten 3.3
3.3.1
College-, cursus-, les- en examengelden 31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Lesgelden sector VO
94.527
127.855
Coll-, curs-, les- en examengelden
94.527
127.855
De daling wordt veroorzaakt doordat het eerste jaar geen werkweek heeft gehad.
3.4
3.4.2
Baten in opdracht van derden 31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Contractonderzoek
9.890
20.755
Baten in opdracht van derden
9.890
20.755
Overige non-profit organisaties
9.890
20.755
Contractonderzoek
9.890
20.755
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Overige
26.896
255.642
Overige baten
26.896
255.642
Uitsplitsing 3.4.2.5
3.5
3.5.6
Overige baten
In de overige baten van 2012 is een bedrag van € 218.000,= door de kwijtschelding van geleende bedragen bij de steunstichting.
Jaarverslag 2013
12
LA Lasten 4.1
Personeelslasten
4.1.1
Lonen en salarissen
4.1.2
Overige personele lasten
4.1.3
Af: uitkeringen Personeelslasten
31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
5.893.074
5.709.109
616.819
596.738
89.255
220.463
6.420.638
6.085.384
De personeelslasten zijn gestegen door toename van het leerlingenaantal waardoor ook meer formatie moest worden uitgeven. De uitkeringen zijn lager als gevolg van minder langdurige zieken en omdat de vergoeding van het risicofonds pas na 13 weken plaatsvindt (in 2012 was dat na 6 weken).
Uitsplitsing 4.1.1.1
Brutolonen en salarissen
4.560.545
4.488.242
4.1.1.2
Sociale lasten
651.972
618.510
4.1.1.3
Pensioenpremies
680.557
602.357
5.893.074
5.709.109
0
77.100
Lonen en salarissen
4.1.2.1
Dotaties personele voorzieningen
4.1.2.2
Personeel niet in loondienst
311.866
213.903
4.1.2.3
Overig
304.953
305.735
Overige personele lasten
616.819
596.738
De lasten "personeel niet in loondienst" zijn in 2013 gestegen doordat er meer gebruik is gemaakt van uitzendbureaus voor tijdelijk personeel.
Jaarverslag 2013
13
4.2
4.2.2
Afschrijvingen 31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
Materiële vaste activa
275.938
231.461
Afschrijvingen
275.938
231.461
De afschrijvingskosten zijn hoger door de extra afschrijving op gebouwen en aangeschafte inventaris in verband met de uitbreiding van de nieuwe lokalen.
4.3
Huisvestingslasten 31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
96.838
86.426
2.549
2.175
4.3.1
Huur
4.3.2
Verzekeringen
4.3.3
Onderhoud
166.925
153.606
4.3.4
Energie en water
100.735
86.945
4.3.5
Schoonmaakkosten
255.746
234.445
4.3.6
Heffingen
4.304
6.906
4.3.8
Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen
206.164
149.552
4.3.7
Overige
23.600
7.083
856.861
727.138
Totale Huisvestingslasten
De huurkosten zijn hoger doordat de school meer accommodatie moest huren en de prijzen zijn gestegen. De energiekosten zijn vooral hoger door de weersomstandigheden in 2013. In de energiekosten van 2013 zijn enkele naheffingen over 2012 verwerkt. De hogere schoonmaakkosten zijn er als gevolg van de uitbreiding van lokalen en extra vloerenonderhoud in het hoofdgebouw. De dotatie is aangepast aan de meerjarenonderhoudsprognose De overige huisvestingslasten zijn hoger door noodzakelijk uitgevoerde gebouwaanpassingen.
Jaarverslag 2013
14
4.4
Overige lasten 31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
4.4.1
Administratie en beheerslasten
315.798
282.897
4.4.2
Inventaris, apparatuur en leermiddelen
702.582
757.927
4.4.4
Overige
16.961
-34.436
1.035.341
1.006.388
Onderzoek jaarrekening
17.007
12.614
Accountantslasten
17.007
12.614
Overige lasten
Specificatie honorarium 4.4.1.1
De hogere administratie en -beheerslasten zijn veroorzaakt door de toename van leerlingen en gestegen prijzen. Voor onderhoud inventaris, apparatuur en leermiddelen is minder uitgegeven doordat van het zorgbudget minder leerlingen voor lwoo getest zijn. De overige lasten betreffen correcties die betrekking hebben op 2012 en voorgaande jaren. Het bedrag voor het onderzoek van de jaarrekening is eenmalig hoger om de kosten op het jaar te laten drukken, waarop ze betrekking hebben.
FB Financieel en buitengewoon 5
Financiële baten en lasten 31-12-2013
31-12-2012
EUR
EUR
5.1
Rentebaten
17.162
28.500
5.5
Rentelasten (-/-)
47.343
61.885
-30.181
-33.385
Financiële baten en lasten
De rentebaten -en lasten zijn aangepast aan de geldende tarieven. De rentelasten zijn gedaald omdat een deel van de lening is afgelost.
Jaarverslag 2013
15
SG Segmentatie Baten
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
WO
hbo
BVE
VO
PO
3.1
Rijksbijdragen
8.747.628
3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
73.696
3.3
College-, cursus-, les- en examengelden
94.527
3.4
Baten in opdracht van derden
3.5
Overige baten
9.890 26.896
Totaal Baten
Lasten
8.952.637
EUR
EUR
EUR
EUR
EUR
WO
hbo
BVE
VO
PO
4.1
Personeelslasten
4.2
Afschrijvingen
275.938
4.3
Huisvestingslasten
856.861
4.4
Overige lasten
1.035.341
Totaal Lasten
8.588.778
Saldo Baten en Lasten 5 Financiële baten en lasten
6.420.638
363.859 -30.181
Resultaat
333.678
Resultaat na belastingen
333.678
Totaal resultaat
333.678
Jaarverslag 2013
9
VT Verplichte Toelichting Model E: Verbonden partijen Naam
Juridische vorm 2013
Statutaire zetel
Code
Eigen vermogen
activiteiten
Resultaat Art 2:403 BW
31-12-2013
jaar 2013
EUR
EUR
Er zijn geen verbonden partijen.
Deelname
Ja/Nee
n.v.t.
%
n.v.t.
Consolidatie Ja/Nee
n.v.t.
WNT Wet Nomering bezoldiging topfunctionarissen 4.1 Vermelding bezoldiging topfunctionarissen Vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking Functie
Algemeen directeur/ bestuurder
Voorzitter (J/N)
Naam
N
H.A.C de Weerd
Omvang dienstverb. in FTE
Beloning
Belastb vaste en var. onk
Voorz. belong betaalbaar
Uitk. beëindiging dvb
31-12-2013
1
90.542
0
16.242
0
Ingangs datum Einddatum dienstverb. dienstverb.
Omvang dienstverb. in FTE
Beloning
Belastb vaste en var. onk
Voorz. belong betaalbaar
Uitk. beëindiging dvb
Ingangs datum Einddatum dienstverb. dienstverb.
31-5-2011
Vermelding alle interim-bestuurders Functie
Voorzitter (J/N)
Naam
geen
Jaarverslag 2013
9
Vermelding alle toezichthouders Functie
Voorzitter (J/N)
Naam
Ingangs datum Einddatum dienstverb. dienstverb.
Beloning
Belastb vaste en var. onk
Voorz. belong betaalbaar
Uitk. beëindiging dvb
onbezoldigd bestuurder
N
C.J. Aarts
1-8-2004
1-8-2016
0
0
0
0
onbezoldigd bestuurder
N
C. Kempkes
25-3-2011
25-3-2023
0
0
0
0
onbezoldigd bestuurder
N
R. Melchiot
2-10-2009
2-10-2021
0
0
0
0
onbezoldigd bestuurder
N
I. Rychter
25-3-2011
25-3-2023
0
0
0
0
onbezoldigd voorzitter
J
C. Smink
17-10-2006
17-10-2018
0
0
0
0
N
I. Veldman
25-3-2011
25-3-2023
0
0
0
0
Voorz. belong betaalbaar
Uitk. beëindiging dvb
Motivatie overschrijding
onbezoldigd bestuurder
4.2 Gegevens bij overschrijding toepasselijke norm Functie
Ingangs Omvang dienstverb. in datum Einddatum dienstverb. FTE dienstverb.
Beloning
Belastb vaste en var. onk
geen
Bezoldiging volgens RJ 660 Conform RJ 660.305 doen wij tevens verslag van de bezoldiging van de algemeen directeur/bestuurder. Deze bedraagt EUR 113.090, zijnde periodiek betaalde beloningen ad EUR 90.542 sociale lasten wergever ad EUR 6.306 en pensioenlasten ad EUR 16.242
De toezichthoudende bestuursleden zijn onbezoldigd.
Jaarverslag 2013
10
Het bestuur van de stichting voor Voortgezet Onderwijs Amstelveen, Amstelveen, 17 juni 2014 mw. C. Smink-Douma, voorzitter, toezichthoudend bestuurder
dhr. C.J. Aarts, toezichthoudend bestuurder
mw. C.I. Kempkes toezichthoudend bestuurder
dhr. R. Melchiot toezichthoudend bestuurder
dhr. I. Rychter toezichthoudend bestuurder
mw. I. Veldman toezichthoudend bestuurder
dhr. H.A.C. de Weerd, uitvoerend bestuurder/directeur
Jaarverslag 2013
9
Overige gegevens Voorstel resultaatbestemming Het bestuur heeft besloten het resultaat over 2013 ten gunste te brengen van de reserve uit overheidsmiddelen. De resultaatbestemming is in de balans per 31 december 2013 verwerkt.
Jaarverslag 2013
10
Controleverklaring
Jaarverslag 2013
11