Jaarverslag Stichting O.V.O. Hoeksche Waard, te Puttershoek

Jaarverslag 2011 Stichting O.V.O. Hoeksche Waard, te Puttershoek

Jaarrekening 2011 42568 / Stichting O.V.O. Hoeksche Waard, te Puttershoek

INHOUDSOPGAVE Pagina: Bestuursverslag: Algemeen instellingsbeleid

4

Financieel beleid

14

Jaarrekening: Grondslagen van waardering en resultaatbepaling

21

Balans per 31 december 2011, vergelijkende cijfers per 31 december 2010

25

Staat van baten en lasten 2011, vergelijkende cijfers 2010

27

Kasstroomoverzicht 2011, vergelijkende cijfers 2010

28

Toelichting op de te onderscheiden posten van de balans

29

Verantwoording Regeling OCW-subsidies

32

Toelichting op de te onderscheiden posten van de staat van baten en lasten

33

Verbonden partijen

36

Bezoldiging van bestuurders en toezichthouders

37

Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT)

38

Niet uit balans blijkende verplichtingen

39

Ondertekening bestuur

40

Overige gegevens: Bestemming van het resultaat

42

Gebeurtenissen na balansdatum

43

Controleverklaring

44

DEFINITIEF

2


BESTUURSVERSLAG

DEFINITIEF

3


Algemene Informatie omtrent de instelling • Doelstelling van de organisatie; missie en visie Ons motto ‘Jouw toekomst, onze uitdaging’ geeft de missie en visie van onze stichting op kernachtige wijze weer: Stichting OVO HW ziet het als een uitdaging kwalitatief hoogstaand openbaar voortgezet onderwijs aan te bieden, dat elke leerling voorbereidt op de toekomst. Om haar doelstellingen te bereiken werkt Stichting OVO HW intensief samen met een aantal maatschappelijke partners, de gemeente Oud-Beijerland en de overige gemeenten in de Hoeksche Waard. Enkele belangrijke organisaties waarmee wordt samengewerkt zijn: - Stichting Acis openbaar primair onderwijs Hoeksche Waard - Stichting Koers VO - Samenwerkingsverband ROOZZ, regionaal overleg openbaar onderwijs Zuid-Holland Zuid - Onderwijsgroep Galilei (praktijkonderwijs). • Organisatie Stichting OVO nam op 1 januari 2011 de bestuurstaak voor de Regionale Scholengemeenschap Hoeksche Waard over van de gemeente Oud-Beijerland. De nieuwe stichting kent een College van bestuur en een Raad van toezicht. De Raad van toezicht oefent het toezicht uit op het beleid van het College van bestuur. Stichting OVO HW biedt op twee locaties in Oud-Beijerland openbaar voortgezet onderwijs aan. Tot 1 augustus 2011 droegen de beide locaties de naam RSG Hoeksche Waard, met als toevoeging locatie Hoefsmid, dan wel Koninginneweg. Met ingang van het schooljaar 2011/2012 hebben de locaties een eigen naam: -

Hoeksch Lyceum (in plaats van RSG Hoefsmid) met het aanbod: gymnasium, atheneum, havo en mavo. Actief College (in plaats van RSG Koninginneweg) met het aanbod: vmbo basis- en kaderberoepsgericht in de sectoren techniek breed en zorg en welzijn.

Eveneens met ingang van het schooljaar 2011/12 is een nieuw management statuut van kracht. De locatiedirecteuren dragen de integrale verantwoordelijkheid voor hun vestiging onder eindverantwoordelijkheid van het college van bestuur. In 2011 heeft Stichting OVO HW een strategisch beleidsplan (SBP) 2011-2015 opgesteld. Het SBP biedt kaders voor het door de scholen te ontwikkelen schoolplan 2012-2016 en de jaarplannen. Het financiële beleid is vastgelegd in de meerjarenbegroting 2011-2015. Ook is er een treasurystatuut. • Kernactiviteiten De kernactiviteit van Stichting OVO HW is het verzorgen van goed openbaar voortgezet onderwijs in de Hoeksche Waard. Stichting OVO HW streeft ernaar goede contacten te onderhouden met schoolbesturen in de regio, maatschappelijke organisaties en de gemeenten in de Hoeksche Waard. • Onderwijskundig beleid/kwaliteitsbeleid De belangrijkste doelstellingen met betrekking tot het onderwijskundig- en kwaliteitsbeleid zijn vastgelegd in het strategisch beleidsplan 2011-2015. De scholen van Stichting OVO leggen hun meerjarenbeleid vast in het schoolplan 2012-2016 dat is gebaseerd op de meerjarenplannen, de onderwijsopbrengsten en trendanalyses, inspectierapporten, tevredenheidpeilingen (ouders, leerlingen en personeel) en de ontwikkeling van het marktaandeel. Stichting OVO HW is in 2011 op beide scholen gestart met een inhoudelijk verbeteringstraject in samenwerking met CPS-Onderwijsontwikkeling. De samenwerking zal in 2012 worden voortgezet.

DEFINITIEF

4


De kwaliteitsagenda Voortgezet Onderwijs: Op het Actief College en Hoeksch Lyceum vonden de volgende activiteiten plaats in het kader van de kwaliteitsagenda: -

Basiskwaliteit op orde

Alle opleidingen van de twee locaties hebben in 2011 het basisarrangement verworven van de onderwijsinspectie. Bovendien is een inhoudelijk verbetertraject van start gegaan in samenwerking met CPS Onderwijsontwikkeling. In 2011 hebben de scholen van Stichting OVO HW, ondersteund door CPS- Onderwijsontwikkeling, een rekenen taalbeleid ontwikkeld en een implementatieplan opgesteld. -

Uitblinken op alle niveaus

De samenwerking met CPS Onderwijsontwikkeling zal in 2012 worden voortgezet. Doelstelling: de kwaliteit verder verhogen. -

Burgerschapsvorming en maatschappelijke stages

In 2011 werden de maatschappelijke stages op het Actief College en Hoeksch Lyceum ingevoerd. Op 29 november jl. ondertekenden de locatiedirecteuren van het Hoeksch Lyceum en het Actief College een convenant met de welzijnsorganisaties en zorginstellingen in de Hoeksche Waard. De MaS heeft als doel de leerling iets te laten doen voor een ander en daar zelf ook wat van te leren. De MaS heeft een minimale omvang van 30 uur en is een voorwaarde voor het behalen van het einddiploma Mavo, Havo en Vwo. Door de MaS ontwikkelen de leerlingen sociale vaardigheden, actief burgerschap, waarden- en normenbesef. • Onderwijsprestaties In 2007 werd een nieuw toezichtkader van kracht voor de onderwijsinspectie. Schoolbesturen kregen een toezichthoudende taak op de onderwijskwaliteit. De onderwijsinspectie monitort de scholen sinds dat jaar op de tussen- en eindopbrengsten. Alle opleidingen van het Actief College en Hoeksch Lyceum bezitten thans het kwaliteitskeurmerk van de onderwijsinspectie. • Personeelsbeleid en –ontwikkelingen Sociaal plan: Het leerlingenaantal op het Hoeksch Lyceum en het Actief College is in de afgelopen jaren sterk gedaald. De formatie onderwijs ondersteunend personeel (OOP) steeg aanvankelijk nog, waardoor een groot financieel tekort ontstond over de boekjaren 2008, 2009 en 2010. Eind 2010 werd een sociaal plan van kracht, dat voorziet in het afslanken van de formatie. In 2011 leidde dit tot het vertrek van diverse medewerkers. Zo daalde de formatie OOP van 32 fte eind 2010 naar 17,5 eind 2011. Op hetzelfde moment was de formatie onderwijzend personeel nog enigszins boven genormeerd, terwijl de directie formatie overeenkomt met de door het Ministerie van Onderwijs, cultuur en wetenschappen (OCW) gebruikte ratio. Het sociaal plan eindigt op 1 augustus 2012. De doelstellingen waren eind 2011 al grotendeels bereikt.

DEFINITIEF

5


Personeel in cijfers:

Aantal mannen Aantal vrouwen Totaal aantal medewerkers

2006 n.n.b. n.n.b. 165

2007 97 71 168

2008 98* 74* 172*

2009 100 79 179

2010 92 68 160

2011 80 73 153

Mannen in fte Vrouwen in fte Totaal in fte

99,6 48,2 147,8

94,9 52 146,4

97,1 65,4 162,5

95,9 61,1 157

86,9 50,9 137,8

70 49,7 119,7

Medewerkers in deeltijd in fte Medewerkers in voltijd in fte Totaal in fte

36 111,8 147,8

40,3 106,6 146,4

47,7 114,8 162,5

50,1 106,9 157

45 92,8 137,8

47 72,7 119,7

Gem. leeftijd mannen Gem. leeftijd vrouwen Totaal Gem. leeftijd Totaal Gem. leeftijd landelijk

50,6 41,7 47,2 45

50,7 42,2 47,1 45,1

50 41,1 46 45,1

51 42,2 47,1 45,2

51,2 43,4 47,9 45,3

n.n.b. n.n.b. 42,8 n.n.b.

20 tot 35 jaar in aantallen 35 tot 55 jaar in aantallen 55 jaar en ouder in aantallen Totaal aantal medewerkers

35 43^ 87^ 165

31 53^ 84^ 168

31* 58*^ 83*^ 172*

38 52^ 89^ 179

29 45^ 86^ 160

35 66 52 153

17

17

23*

32

9

30

15

14

16*

25

28

37

Mobiliteit aantal medewerkers nieuw in dienst Mobiliteit aantal medewerker uit dienst

^Categorie 35 tot 50 en/of categorie 50 en ouder *Halfjaarcijfer Bron: Werkgeversspiegel ABP, peildatum 31 december & Administratiekantoor Dyade, Raet, peildatum 1 januari Verzuim: Het verzuim ligt bij Stichting OVO HW ruim boven het landelijk gemiddelde. Met name op het Hoeksch Lyceum was het verzuim in 2011 zorgwekkend hoog. Op zowel het Actief College als het Hoeksch Lyceum was de verzuimfrequentie boven de 1,5. Hoe hoger de frequentie, hoe hoger de kans op daaruit voortvloeiend langdurig verzuim. Nu het sociaal plan is uitgevoerd en de rust binnen de organisatie is teruggekeerd, zal het ziekteverzuim naar verwachting afnemen. Door het verzuimbeleid deels te herzien en door adequater handelen van de leidinggevenden met betrekking tot verzuimende medewerkers mag worden verwacht dat het verzuim in de loop van 2012 zal dalen WAO/WIA: Van WAO/WIA instroom is binnen het bestuur nauwelijks sprake. Dat betekent dat de medewerkers, na soms langdurige re-integratie, de eigen of andere functie weer kunnen oppakken. Het beleid is erop gericht dat er zo min mogelijk uitkeringslasten voor het bestuur ontstaan. Het hoge verzuim brengt financiële risico’s met zich mee. Om aan de onderwijsbehoefte van de leerlingen en de eisen van de onderwijsinspectie te kunnen voldoen zal het vervangingsbeleid in 2012 extra aandacht krijgen.

DEFINITIEF

6


• Huisvesting/ facilitair In 2009 stelde de gemeente Oud-Beijerland een meerjaren integraal onderwijs huisvestingsplan (MIOH) vast. Daarin wordt (ver)nieuwbouw voorzien voor het Actief College in 2017. Het MIOH geeft een ambitie weer. Zekerheid is er helaas nog niet. In november/december liet stichting OVO HW een meerjaren onderhoudsplan opstellen door Asset Facility Management. Hierdoor wordt het mogelijk een realistische jaarlijkse dotatie aan de voorziening onderhoud te doen. Een second opinion werd verricht door Valtos architecten In het Hoeksch Lyceum zijn werkzaamheden verricht ter verbetering van het binnenklimaat. De maatregelen betroffen: het aanbrengen van nieuwe CV ketels en thermostatische kranen op de radiatoren, nieuwe kozijnen met dubbel glas, ventilatieroosters, meer openslaande ramen en nieuwe screens. Een deel van de kosten kwam ten laste van de subsidie Binnenklimaat van het Ministerie van OCW. Voor de gebouwen van het Actief College en het Hoeksch Lyceum werd een asbest rapportage opgesteld. Alleen in de stookruimte bleek in geringe mate asbest te zijn verwerkt. Inmiddels is het asbest tegelijk met het vervangen van de cv ketel verwijderd. In het Actief College komt enig asbest voor, maar dit levert geen gevaar op voor de volksgezondheid zo lang het ‘met rust’ wordt gelaten. Desalniettemin zal in 2012 een en ander worden verwijderd. Het gebouw van het Actief College onderging een metamorfose en kreeg daardoor een verzorgdere uitstraling. De beide gebouwen kregen tegelijk met de naamswijziging nieuwe gevelbelettering en nieuwe logo’s. • Toegankelijkheid en toelatingsbeleid Volgens artikel 3, lid 1 van de statuten van de Stichting OVO HW, stelt de stichting zich ten doel openbaar voortgezet onderwijs aan te bieden in Oud-Beijerland. Deze wezenskenmerken zijn nadrukkelijk genoemd in artikel 42 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO). Het betreft de algemene toegankelijkheid zonder onderscheid van godsdienst of levensbeschouwing en de aandacht voor en de eerbiediging van de verschillende godsdiensten en levensbeschouwingen in de Nederlandse samenleving. Pluriformiteit wordt op onze scholen gezien als een uitdaging in de interactie met (jonge) mensen en de afstemming met de maatschappij. Openheid, respect en integriteit zijn daarom diep verankerd in het onderwijs op onze scholen. Deze principes openbaren zich in de dagelijkse omgang met elkaar in en rond de school. Scholen nemen actief stelling tegen discriminatie, pesten, geweld en intimidatie. • Beleid t.a.v. verbonden partijen Stichting OVO HW neemt deel aan het samenwerkingsverband Koers VO. De missie van het samenwerkingsverband is “Samen werken aan een perspectiefrijke toekomst voor elke jongere”. Samenwerkingsverband Koers VO is een vereniging van 18 besturen met ruim 90 vestigingen van scholen voor voortgezet onderwijs. Het zijn scholen van praktijkonderwijs tot en met gymnasium in de regio Rotterdam. Met ingang van 1 augustus 2013 wordt de wetswijziging Passend onderwijs ingevoerd. Het samenwerkingsverband Koers VO blijft bestaan en zal worden uitgebreid met enkele besturen van scholen voor VSO. In 2012 zullen de organisatiestructuur en het beleid van het nieuwe samenwerkingsverband vorm krijgen. Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs en Stichting Acis openbaar primair onderwijs Hoeksche Waard werken bestuurlijk nauw samen. Gestreefd wordt naar het realiseren van goede doorgaande leerlijnen. Stichting OVO HW heeft in het kader van VAVO opleidingen voor 13 leerlingen overeenkomsten gesloten met ROC-instellingen. Per 1 oktober 2011 hebben we 13 VAVO-leerlingen. VAVO-Rijnmond College 9 en Da Vinci College 4 VAVO leerlingen.

DEFINITIEF

7


Stichting OVO HW is lid van ROOZZ, het regionaal overleg openbaar onderwijs Zuid-Holland Zuid dat onder andere de mobiliteit van medewerkers van de openbare scholen in de regio wil bevorderen. • Governance ontwikkelingen Stichting OVO HW wordt bestuurd door een College van bestuur. De Raad van toezicht voert het toezicht uit op het beleid van het bestuur. De organisatie van de stichting past daarmee binnen de kaders van de Code goed bestuur. De Raad van Toezicht van Stichting OVO Hoeksche Waard vergaderde in 2011 tien keer en keurde de volgende documenten goed: -

Bestuursverslag en Jaarrekening 2010 Begroting 2012 en meerjarenbegroting 2012-2015 Strategisch beleidsplan 2012-2016 Treasurystatuut Profielschets leden Raad van Toezicht Stichting OVO HW

• Verslag van de Raad van Toezicht Inleiding Dit verslag is bedoeld als een verantwoording van de Raad van Toezicht (hierna aangeduid met RvT) over zijn toezichtsbevindingen en -activiteiten aan de stakeholders van de onderwijsorganisatie, bestaande uit het Hoeksch Lyceum en het Actief College, waarop de RvT intern toezicht uitoefent. Die stakeholders zijn in de eerste plaats het gemeentebestuur van Oud-Beijerland in zijn rol als extern toezichthouder van de Stichting, alle gemeentebesturen in de Hoeksche Waard, die in het verlengde van hun extern toezicht op het openbaar primair onderwijs van de Stichting Acis toch ook belang hebben bij een goed openbaar voortgezet onderwijs in de Hoeksche Waard, de medewerkers van de schoolorganisaties Hoeksch Lyceum en Actief College, de leerlingen met hun ouders en verder de Stichting Acis met al zijn scholen. In juni 2011 verscheen reeds een verslag van de Raad over de eerste helft van dat jaar. In die periode ontstond de zekerheid dat van de door de stichting Acis voor openbaar primair onderwijs en de stichting OVO HW vóór 1 augustus 2011 voorziene fusie geen sprake zou zijn. Die zekerheid berustte op het ontbreken van voldoende bereidheid bij de externe toezichthouders, in casu de gemeentebesturen van Strijen, Binnenmaas, Korendijk en Cromstrijen, om vóór die datum in te stemmen met een voor de fusie noodzakelijke wijziging in de statuten van Acis. Voor de voorgeschiedenis en met name voor de bestaansgronden van deze situatie verwijzen wij naar dat halfjaarverslag. Hierna wordt achtereenvolgens beschreven hoe de RvT aankijkt tegen de ambitie en missie van de organisatie, de realisatie van beleid en gedrag van de organisatie, de risico’s waarmee de intern toezicht zelf. Het verslag eindigt met een vooruitblik. Ambitie en Missie Het was van begin af aan duidelijk dat de organisatie zich moest voorbereiden op een fusie met de Stichting Acis. Een horizontale fusie met partners uit het voortgezet onderwijs was in het kader van de verzelfstandigingsoperatie afgevallen, mede omdat daarmee het brede aanbod van openbaar voortgezet onderwijs binnen de Hoeksche Waard niet voldoende kon worden veiliggesteld. Daar tegenover bood een fusie met Acis zowel groeikansen, als de mogelijkheid om openbaar primair en voortgezet onderwijs zodanig op elkaar af te stemmen dat uitval van leerlingen zou verminderen. Positief geformuleerd: deze fusie zou het bestuur, i.c. de bestuurder, in staat stellen om, samen met alle betrokken medewerkers, uiteindelijk in een samenhangend onderwijsorganisatorisch concept leerlingen van ongeveer 4-18 jaar een ononderbroken onderwijsloopbaan te bieden. Daartoe zou moeten worden gewerkt aan een geleidelijk groeiende harmonisatie van leerlijnen in de kernen van vooral instrumentele vakgebieden als Nederlands, Engels, rekenen/wiskunde en informatietechnologie en aan een eensgezinde aanpak van leerlingenzorg. De presentatie van deze ambitie naar de Hoeksche Waardse gemeenschap kon, gezien de niet voldoende krachtige marktpositie en het daarmee verband houdende minder positieve imago van de beide scholen, geen uitstel dulden. Immers de eerste aanmeldingen van leerlingen voor het schooljaar 2011-2012 zouden al in februari plaatsvinden. Met het oog daarop werd door het bestuur van OVO HW actief op vele fronten de publiciteit gezocht. Die zoektocht had succes, maar helaas ook een negatief bijverschijnsel, zowel voor OVO HW als voor Acis. Men kon uit verschillende publicaties te gemakkelijk de conclusie trekken dat de beoogde fusie al een voldongen feit was.

DEFINITIEF

8


Dit ondanks de zorgvuldigheid waarmee het bestuur in zijn contacten met de pers steeds het voorbehoud van instemming met een fusie door de gemeentebesturen had gemaakt. De voorzitter van Acis heeft over die verkeerde beeldvorming een en andermaal tegenover (vertegenwoordigers van) de gemeentebesturen zijn spijt betuigd. Ondertussen kon er in de verslagperiode minder aan de inhoudelijke realisatie van de ambitie worden gewerkt dan wel gewenst zou zijn. Verreweg de meeste energie en tijd moest het bestuur besteden aan de sanering van het financieel en personeelsbeleid, waaronder de uitwerking van het Sociaal Plan dat in overleg met de onderwijsvakbonden in het najaar van 2010 tot stand was gekomen en aan bespreekbaar maken van een uit de pas geraakte werken denkcultuur die kwaliteitsverlies en daardoor imagoschade had veroorzaakt. Inmiddels heeft het bestuur een strategisch meerjarenplan annex jaarwerkplan opgesteld dat voor het werk in het schooljaar 2011-2012 en de verdere toekomst richtinggevend is. De directeuren van beide scholen werken de plannen nu uit op schoolniveau. De ambitie heeft daarin een belangrijke plaats gekregen. De missie blijft het bieden van goede kansen in het openbaar voortgezet onderwijs voor allereerst de leerlingen van de openbare basisscholen. Van het te ontwikkelen overgangsprogramma kunnen echter de kinderen van wie de ouders de voorkeur geven aan vervolgonderwijs van een andere signatuur of in een andere plaats evenzeer profiteren. Beleid en gedrag van de onderwijsorganisatie Bij de aanvang van de verslagperiode werd de RvT geconfronteerd met een onderwijsorganisatie die het, mede tengevolge van nogal wat vrij snel op elkaar volgende wisselingen in de management samenstelling en –structuur, ontbrak aan een transparant en door alle medewerkers gedragen eenduidig financieel, personeel en onderwijskundig beleid. Organisatiebreed was er verder bij veel medewerkers geen goed inzicht in de precaire financiële positie en de mogelijke consequenties daarvan. Een en ander had geleid tot een terugloop van de leerlingeninstroom, tot imagoschade en tot een substantieel personeelsoverschot. De RvT heeft er begrip voor dat het bestuur zijn prioriteit legde en legt bij een grondige saneringsoperatie. Die operatie omvat de uitvoering van het Sociaal Plan die in mei 2012 zal zijn afgerond, het vereenvoudigen van de managementstructuur, het drukken van het kostenpeil en het verhogen van de kwaliteit van het onderwijs. Op planniveau wordt thans hard gewerkt aan een betere beleidsvoering. De Rvt heeft er alle vertrouwen in dat het huidige bestuur er in zal slagen om vanaf komend schooljaar de organisatie gezond te krijgen en planmatig naar de beoogde groei te leiden. De RvT heeft verder hoge verwachtingen van de professionaliseringsprogramma’s voor de docenten die deze groei thans begeleiden. Risico's De borging van het voortbestaan van beide scholen van de Stichting na de verzelfstandiging is geen sinecure. Met name het handhaven van een zo breed mogelijk onderwijsaanbod vergt veel inventiviteit en inspanning. Het huidige totale leerlingenaantal van ongeveer 1200 maakt dat net mogelijk, maar 1500 is een betere basis voor de bekostiging van dat brede aanbod. Dat aantal lijkt op demografische gronden goed haalbaar, maar het wordt pas realiseerbaar door versterking van de kwaliteit van het onderwijs aan en de begeleiding van de leerlingen. De RvT is van mening dat die 1500-grens binnen enkele jaren kan worden bereikt door kwaliteitsverhoging in het te bieden onderwijs en versterking van de zorgstructuur. Een tweede risico ligt op het financiële vlak. Het kan niet zo zijn dat het tekort van twee miljoen in de jaarrekening van 2010, waarop RvT noch bestuur invloed hadden, zich nog enkele malen zou herhalen. In dat geval zou de Stichting snel failliet zijn. Echter, de vooruitzichten zijn thans zo dat in 2014 een sluitende begroting kan worden gepresenteerd en dat het eigen vermogen op peil is gebleven. De tekorten die er nog zijn als naijleffect van de ongunstige beginsituatie worden nu systematisch weggewerkt, mede dankzij de herstelde financiële discipline. Tot nu toe is het bestuur binnen de normen van de commissie Don gebleven en dat zal zo kunnen blijven. Een derde risicofactor vormt het gebouw van het Actief College, dat kwalitatief niet voldoet aan de eisen voor een goede vmbo-school. Het gebouw mist daardoor de nodige aantrekkingskracht. Een eerste bescheiden renovatie heeft plaatsgevonden, maar bestuur en RvT zien reikhalzend uit naar nieuwbouw. Een vierde risicofactor is de dalende trend van landelijke aard van de aanmeldingen voor de vmbo-sector, een trend die ook landelijk in economisch opzicht zorgen baart en daarom de school zou moeten aansporen om het onderwijs meer aantrekkingskracht te geven. Daaraan wordt thans gewerkt door samenwerking met het regionaal bedrijfsleven en door verbreding van het aanbod aan vmbo-stromen.

DEFINITIEF

9


Continuïteit en kwaliteit RvT en Bestuur Zag het er aanvankelijk naar uit dat een fusie met de Stichting Acis mogelijk zou plaatsvinden per 1 augustus 2011, thans is een streefdatum afhankelijk gesteld van het moment waarop het bestuursbeleid zal hebben geleid tot het ontkrachten van de zakelijke argumenten die gemeentebesturen nu nog tegen een fusie kunnen aanvoeren. Dit uitstel van het fusiemoment zal naar de mening van bestuur en RvT de groei van de samenwerking met de Acis-organisatie niet in ernstige mate hoeven te belemmeren. In de loop van het verslagjaar is door het Gemeenschappelijk Orgaan, dat namens de gemeentebesturen extern toezicht uitoefent op de stichting Acis, besloten om ook voor deze organisatie het raad-van-toezicht model in te voeren. De open procedure voor de samenstelling van een Raad van Toezicht zal in het voorjaar van 2012 van start gaan. Dit geldt overigens ook voor de open procedure die moet leiden tot een nieuwe raad van Toezicht voor OVO HW. Beide raden moeten uiterlijk per 1 augustus 2012 operationeel zijn. Betrokkenen van Acis en van OVO HW zullen pleiten voor opneming van de bestuurder als adviseur in beide sollicitatiecommissies. In de afgelopen periode is al onder minder gemakkelijke omstandigheden gebleken dat het bestuur uitstekend heeft gefunctioneerd. De werkrelatie met de RvT liet niets te wensen over en op de beide scholen wist de bestuurder zich in korte tijd een gezaghebbende positie te verwerven. De RvT heeft zich overigens wel zorgen gemaakt over zijn werklast. De RvT heeft de bestuurder dan ook dringend geadviseerd te zoeken naar verlichting van die werklast en de RvT vindt dat er op dit vlak in het nieuwe schooljaar meer moet gebeuren dan tot nu toe is gelukt. Inmiddels wordt met alle betrokkenen gezocht naar oplossingen. De RvT zelf heeft naar behoren gefunctioneerd. Dit dankt hij aan de gezamenlijke competenties van de leden, berustend op een hoog opleidingsniveau,veel bestuurlijke en leidinggevende ervaring in onderwijs, andere publieke sectoren en bedrijfsleven en aan de grote betrokkenheid van alle leden bij het onderwijs in het algemeen en bij het fusieproces in het bijzonder . Mede daardoor kan worden verwacht dat een aantal van de huidige leden zullen mee solliciteren naar een plaats in de nieuwe RvT. Vooruitblik De RvT is, de in paragraaf 4 vermelde risico’s incalculerend, optimistisch gestemd over de toekomst van het Actief College en het Hoeksch Lyceum. Er zal sprake zijn van een stevige leiding, een taakgerichte managementstructuur en een consequente financiële discipline. Met de docenten zal door scholing en collegiale visitatie planmatig hard worden gewerkt aan verhoging van de kwaliteit van het te bieden onderwijs en aan een adequate leerlingenzorg. Er zullen in samenwerking met de collega’s uit het primair onderwijs activiteiten worden ondernomen om de overgang van de leerlingen uit het primair onderwijs te stroomlijnen. Deze wendingen kunnen verreweg het best tot hun recht komen in één bestuurlijke constructie van primair en voortgezet onderwijs, met één Raad van Toezicht, één Bestuur, een gezamenlijk bovenschools meerjarenbeleidsplan met een ruime mate van zeggenschap voor de afzonderlijke scholen, zoals dat ook nu al voor de scholen van Acis geldt, één bestuursbureau en één Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad. De RvT is van mening dat zo’n nieuwe organisatie van grote betekenis kan zijn voor de ouders in de Hoeksche Waard die voor hun schoolgaande kinderen de voorkeur geven aan openbaar onderwijs. Die nieuwe organisatie kan zo een pluspunt worden in de aantrekkingskracht van onze regio. Daar waar mogelijk en door partijen gewenst zal bovendien de reeds lopende samenwerking met andere school- en zorgorganisaties verder worden versterkt aan het doel van een efficiëntere schoolloopbaan van de kinderen die aan deze organisaties en de onze door de Hoekschewaardse ouders zijn toevertrouwd. In dit kader past een compliment van de RvT aan het Acisbestuur voor de voortvarende wijze waarop dit heeft bijgedragen aan de constructie van het interzuilair expertisecentrum en het eveneens interzuilaire (Hoekschewaardse!) samenwerkingsverband po in het kader van ‘passend onderwijs’. In samenwerking met de andere schoolorganisaties voor voortgezet onderwijs in de Hoeksche Waard is de monitoring van de voortgang van de basisschoolverlaters gestart. Ook in breder regionaal opzicht komen de vo-scholen dichter bij elkaar. Zo zijn in goed overleg met de Galileigroep en andere regionale schoolbesturen door het OVO HW-bestuur licentie-aanvragen voor de sector economie en voor een nevenvestiging voor praktijkonderwijs in het Actief College ingediend. Verder zullen de beide OVO HW-scholen per 1 augustus 2013 deel uitmaken van het samenwerkingsverband passend onderwijs vo in de regio. Tenslotte zal OVO HW profijt kunnen hebben, onder meer voor de personeelsvoorziening, van de aansluiting bij ROOZZ, het Regionaal Overleg Openbare Scholen Zuid-Holland Zuid.

DEFINITIEF

10


Al met al voorziet de RvT een goede toekomst voor een onderwijsorganisatie op menselijke maat, bestaande uit scholen met een grote mate van autonomie, samenwerkend met elkaar waar dat profijt voor allen oplevert, met als opbrengst een optimale schoolloopbaan voor alle kinderen van ouders die vertrouwen hebben in een stevig onderwijsgeheel voor vier- tot achttienjarigen en die respect koesteren voor het openbare karakter van dat geheel: ieder kind welkom, ongeacht welke talenten het meebrengt, ongeacht sociaal-culturele afkomst, ongeacht levensbeschouwelijke achtergrond, ongeacht geaardheid. • Zaken met een behoorlijke politieke of maatschappelijke impact In 2009 startte de RSG Hoeksche Waard in samenwerking met de onderwijsgroep Galilei met het verzorgen van praktijkonderwijs. In 2011 is een Regionaal Plan Onderwijs opgesteld met als doel het praktijkonderwijs in de Hoeksche Waard een formele status te geven. Alle verbonden besturen ondersteunden het RPO, inclusief de gemeente Oud-Beijerland die daarmee de zorgplicht voor de huisvesting van het praktijkonderwijs op zicht neemt. Het praktijkonderwijs zal onder de bestuurlijke paraplu van de onderwijsgroep Galilei gaan vallen maar in het gebouw van het Actief College worden ondergebracht. Stichting OVO HW vroeg middels hetzelfde RPO een licentie aan voor het VMBO, sector economie. Ook deze aanvraag kon rekenen op algemene steun van de ‘verbonden schoolbesturen’ en de gemeente Oud-Beijerland. Verwacht wordt dat het Ministerie van OCW de licenties op korte termijn verstrekt. Het ziet er dus naar uit dat het onderwijsaanbod in de Hoeksche Waard met ingang van 1 augustus 2012 aanzienlijk wordt verrijkt. • Afhandeling van klachten Stichting OVO HW hanteert een gedragscode. Deze geeft richtlijnen waar men zich aan dient te houden. Doel is de kinderen, ouders en het personeel een veilige omgeving en een aantrekkelijk schoolklimaat te bieden. Het bestuursbeleid kan per locatie nader worden gespecificeerd en vastgelegd in schoolregels of (pest)protocollen. Door middel van deze gedragscode kan het aantal klachten tot een minimum worden beperkt. Stichting OVO HW kent een klachtenregeling die sterk overeenkomt met de modelregeling van de besturenorganisatie. Beide scholen hebben één of meerdere schoolcontactpersonen aangewezen en in de schoolgids een verwijzing naar de klachtenregeling opgenomen. Het bestuur houdt kritische vragen, meldingen en klachten systematisch bij. In 2011 kwamen enkele klachten binnen die naar tevredenheid van de klager door het bestuur konden worden opgelost. Er werden geen klachten ingediend bij de klachtencommissie.

DEFINITIEF

11


• Ouders Stichting OVO HW ziet ouders als belangrijke partners. Het Actief College en het Hoeksch Lyceum nemen ouders serieus en werken met hen samen. Ouders als onmisbare hulp Beide locaties hebben een ouderraad die een rol speelt bij de organisatie en uitvoering van activiteiten. Daarnaast worden hand- en spandiensten door ouders verricht. Ouders als klant Samen met hun kind zijn ouders onze belangrijkste cliënten. Periodiek meten wij de tevredenheid van ouders en leerlingen. Ouders als belanghebbenden In de bestuursfilosofie van het Policy Governance model van John Carver zijn ouders, samen met andere factoren uit het maatschappelijke domein, stakeholders waar het schoolbestuur verantwoording aan moet afleggen. Het bestuur plaatst het jaarverslag op de website: www.ovohw.nl Ouders als formele gesprekspartner In 2007 is een nieuwe Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS) van kracht geworden. Het reglement voor de MR is hier op gebaseerd. De MR heeft advies- dan wel instemmingsrecht. In de Wet op de medezeggenschap is vastgelegd dat alle scholen een medezeggenschapsraad (MR) hebben waarin ouders, leerkrachten en leerlingen vertegenwoordigd zijn. De locatiedirecteur vertegenwoordigt het bevoegd gezag in het overleg met de MR, daar waar het gaat om door het bestuur aan de directeur gemandateerde taken. De MR bespreekt het bestuursbeleid met het college van bestuur. Op 31 december 2011 was de heer P. Legierse (vertegenwoordiger personeelsgeleding) voorzitter van de MR, mevrouw I. Termeer (vertegenwoordiger onderwijs ondersteunend personeel) was secretaris. • Locatiedirecteuren De locatiedirecteuren zijn binnen hun vestiging eindverantwoordelijk voor: -

De kwaliteit van het onderwijs Het welbevinden van de leerlingen Het personeel De financiën De communicatie met de omgeving De profilering van de school Het dagelijks onderhoud van het gebouw

Huisvestingsaangelegenheden van enige importantie worden door het bestuur verricht. De kosten worden rechtstreeks doorbelast aan de desbetreffende locatie. De locatiedirecteuren en de voorzitter college van bestuur voeren geregeld overleg. De bestuurder is voorzitter van het centraal management team.

DEFINITIEF

12


• Organisatiecommunicatie Stichting OVO HW geeft drie maal per jaar in samenwerking met Stichting Acis het blad Acis/OVO Actueel uit. Het wordt verspreid onder de ouders en medewerkers van onze scholen, de scholen voor primair onderwijs, de plaatselijke politiek, gemeenteambtenaren, peuterspeelzalen, kinderdagverblijven en de plaatselijke pers. In Acis/OVO Actueel wordt aandacht besteed aan: -

ontwikkelingen rond de openbare scholen in de HW (primair en voortgezet onderwijs) ontwikkelingen rond de stichting Acis/OVO HW. algemeen onderwijsnieuws.

Stichting OVO HW trad in 2011 op lokaal en regionaal niveau geregeld in de publiciteit. Ook werd een nieuwe website www.ovohw.nl gelanceerd. Ook het Hoeksch Lyceum en het Actief College kregen een nieuwe website (www.hoekschlyceum.nl en www.actiefcollege.nl), nieuwe schoolgids, flyers, banners etc. • Ontwikkeling van het marktaandeel Het leerlingenaantal en het marktaandeel van het openbaar voortgezet onderwijs zijn in de afgelopen jaren gedaald, terwijl de populariteit van het openbaar basisonderwijs in de Hoeksche Waard in dezelfde periode juist is gestegen. Er valt dus nog ‘een wereld te winnen’. Schooljaar

Actief College (v.h. RSG Koninginneweg)

Hoeksch Lyceum (v.h. RSG Hoefsmid)

Totaal

2004/2005 2005/2006 2006/2007 2007/2008 2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012

541 563 543 509 471 440 429 365

1.104 1.088 1.089 1.071 991 910 859 828

1.645 1.651 1.632 1.580 1.462 1.350 1.288 1.193

De instroom op het Hoeksch Lyceum nam in 2011 toe ten opzichte van 2010 (van 158 naar 172 leerlingen), maar de instroom op het Actief College daalde (van 104 naar 61). Door het versterken van de profielen van de beide scholen en het verbeteren van de onderwijskwaliteit, de communicatie, de samenwerking met het openbaar basisonderwijs en de uitstraling van de gebouwen zal naar verwachting een hogere instroom in 2012 kunnen worden gerealiseerd. De begroting 2012 en meerjarenbegroting zijn gebaseerd op een jaarlijkse instroom van 75 leerlingen op het Actief College en 200 leerlingen op het Hoeksch Lyceum. Als deze verwachting wordt bewaarheid, dan vertonen de cijfers een sterk stijgende tendens. Schooljaar

Actief College (v.h. RSG Koninginneweg)

Hoeksch Lyceum (v.h. RSG Hoefsmid)

Totaal

2012/2013 2013/2014 2014/2015 2015/2016 2016/2017

337 319 286 300 300

821 840 884 942 975

1.158 1.159 1.170 1.242 1.275

DEFINITIEF

13


Financieel Beleid • Inkomsten Stichting OVO HW ontvangt zijn inkomsten voornamelijk van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. De baten hebben betrekking op de personele kosten, de materiële instandhouding, het onderwijsleerpakket. Daarnaast ontving Stichting OVO HW een bruidsschat van € 500.000 van de gemeente Oud-Beijerland in verband met de verzelfstandiging, alsmede de rente van € 340.000 over het vermogen met betrekking tot de kalenderjaren 2009 en 2010. Met ingang van 2012 ontvangen de beide locaties een eigen budget. • Afschrijvingen Investeringen van € 500 of meer worden geactiveerd. Aanschaffingen beneden dit bedrag worden rechtstreeks ten laste van de exploitatie gebracht. De bijbehorende afschrijvingstermijnen worden toegelicht in het hoofdstuk "Grondslagen van waardering en resultaatbepaling". • De voorziening groot onderhoud Eind 2011 is een meerjaren onderhoud planning (MOP) opgesteld voor het onderhoud van de schoolgebouwen. De dotatie aan de voorziening onderhoud zal worden afgestemd op de MOP. In het boekjaar 2012 zal er een voorziening onderhoud gevormd gaan worden. Het onderhoud als in de MOP vermeld wordt zo efficiënt mogelijk uitgevoerd. Onderhoudswerkzaamheden zullen, waar mogelijk, gecombineerd en daardoor weleens uitgevoerd worden in een ander kalenderjaar dan in de MOP vermeld. • Bapo en arbeidsjubilea De jaarlijkse Bapo-kosten worden ten laste gebracht van de exploitatie. Voor arbeidsjubilea is een voorziening gevormd. • Bezoldiging bestuurders De bestuurder van Stichting OVO HW ontving voor zijn werkzaamheden in het kalenderjaar 2011 een bezoldiging van ongeveer € 23.075,- bruto. De totale werkgeverslast is in 2011 € 34.229,-. • Risico's De belangrijkste risico’s voor een schoolbestuur zijn dalende leerlingenaantallen, een hoog ziekteverzuim en bezuinigingen door de overheid. Het aantal kinderen in de basisschoolleeftijd neemt in de Hoeksche Waard geleidelijk af. Op termijn is dit een risico voor de scholen van Stichting OVO HW. Verwacht wordt dat het marktaandeel en de instroom van leerlingen in het schooljaar 2013/2014 weer zal gaan stijgen. Er zal strak gestuurd moeten worden op een bij het leerlingenaantal passende personele inzet. (maximaal 85% van de middelen is bestemd voor personele kosten). Stichting OVO HW volgt de ontwikkelingen nauwgezet en speelt tijdig op de nieuwe omstandigheden in. Het ziekteverzuim van personeel is een ander risico. Stichting OVO HW is risicodrager. Vervangingskosten komen voor eigen rekening. Een goed personeels- en verzuimbeleid zullen leiden tot lagere vervangingskosten Ook wordt het uitgavenpatroon van de scholen gemonitord. Hierdoor zijn de risico’s voor de stichting beperkt.

DEFINITIEF

14


• Financiële positie op balansdatum Onderstaand treft u de balans aan per 31 december 2011. De balans is een momentopname van de vermogensstructuur van een organisatie. Hierna vindt u een overzicht van de financiële situatie op 31 december 2011 in vergelijking tot de situatie van een jaar daarvoor. Na de balans volgt een korte toelichting op de belangrijkste wijzigingen in de balans. Activa Materiële vaste activa

Vorderingen

31-12-2011 1.693.950

116.754

31-12-2010 Passiva 1.190.357 Eigen vermogen

83.592 Voorzieningen

31-12-2011

31-12-2010

4.209.837

4.130.088

176.237

122.364

Liquide middelen

3.967.584

4.012.505 Kortlopende schulden

1.284.113

1.034.002

Totaal activa

5.778.288

5.286.454 Totaal passiva

5.670.187

5.286.454

Toelichting op de balans: Activa: De materiële vaste activa zijn gestegen a.g.v. investeringen. De vorderingen zijn licht gestegen. Hier zijn geen bijzonderheden over te vermelden. De liquide middelen zijn licht gedaald. Hier zijn geen bijzonderheden over te vermelden. Passiva: Het eigen vermogen is gestegen a.g.v. het positieve resultaat. De voorzieningen zijn gestegen door de dotatie aan de jubliea voorziening. De kortlopende schulden zijn met name gestegen door een stijging in het saldo van de crediteuren.

• Analyse resultaat De begroting van 2011 liet een positief resultaat zien van € 40.739. Uiteindelijk resulteert een positief resultaat boekjaar 2011 van € 79.749: een verschil van € 39.010 met de begroting. Het resultaat over het boekjaar 2010 was € 2.070.619 negatief. In de navolgende paragraaf treft u een vergelijking aan en een specificatie van de belangrijkste verschillen.

DEFINITIEF

15


• Analyse realisatie huidig jaar versus realisatie voorgaand jaar en realisatie huidig jaar versus begroting Onderstaand een vergelijking van de staat van baten en lasten op basis van gerealiseerde en begrote baten en lasten voor het kalenderjaar 2011 en gerealiseerde baten en lasten voor het kalenderjaar 2010: Realisatie 2011

Begroting 2011

Verschil

Realisatie 2010

9.953.320 600.385

9.787.905

165.415

9.989.146

-35.826

500.000

100.385

0

600.385

Verschil

Baten Rijksbijdragen OCenW Overige overheidsbijdragen Overige baten Totaal baten

287.891

203.760

84.131

602.829

-314.938

10.841.596

10.491.665

349.931

10.591.975

249.621

Lasten Personele lasten

8.866.379

8.891.290

-24.911

10.500.478

-1.634.099

Afschrijvingen

197.164

217.000

-19.836

214.363

-17.199

Huisvestingslasten

662.377

657.156

5.221

733.782

-71.405

1.374.427

1.034.180

340.247

1.213.991

160.436

11.100.347

10.799.626

300.721

12.662.614

-1.562.267

-258.751

-307.961

49.210

-2.070.639

1.811.888

338.500

348.700

-10.200

20

338.480

79.749

40.739

39.010

-2.070.619

2.150.368

Overige instellingslasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Nettoresultaat

Toelichting op de staat van baten en lasten: Het resultaat is ten opzichte van 2010 gestegen met € 2.150.368. De belangrijkste oorzaken van deze stijging zijn: Daling rijksbrijdragen OCenW met name door daling aantal leerlingen Bruiddschat Overige baten, diverse posten Daling personele lasten / uitrol sociaal plan Daling huisvestingslasten, groot onderhoud is geactiveerd Rente over het eigen vermogen Overige verschillen

-36.000 500.000 -215.000 1.600.000 71.500 340.000 -110.500 2.150.000

Het begrote resultaat 2011 wijkt af van het gerealiseerde resultaat. De belangrijkste oorzaken van deze afwijking zijn: Hogere rijksbijdragen Overige baten Daling personele lasten / uitrol sociaal plan Hogere overige instellingslasten, diverse posten Overige verschillen

165.500 184.500 25.000 -340.000 4.000 39.000

DEFINITIEF

16


• Toekomstparagraaf

Realisatie 2011

Begroting 2012

Baten Rijksbijdragen OCenW

9.953.320

9.027.343

Overige overheidsbijdragen

600.385

500.000

Overige baten

287.891

236.100

10.841.596

9.763.443

Totaal baten Lasten Personele lasten

8.866.379

7.613.807

Afschrijvingen

197.164

180.000

Huisvestingslasten

662.377

901.350

1.374.427

1.201.847

11.100.347

9.897.004

-258.751

-133.561

338.500

43.300

79.749

-90.261

Overige instellingslasten Totaal lasten Saldo baten en lasten Financiële baten en lasten Nettoresultaat

• Treasuryverslag De stichting hanteert een eigen treasurystatuut. In dit statuut is bepaald binnen welke kaders instellingen voor onderwijs hun financierings- en beleggingsbeleid dienen in te richten. Het uitgangspunt is dat de toegekende publieke middelen overeenkomstig hun bestemming worden besteed. De stichting heeft een zeer terughoudend financieel beleid gevoerd. Er is gebruik gemaakt van spaarrekeningen. De tegoeden op deze rekeningen zijn direct opeisbaar. Alle rekeningen-courant rekeningen zijn ondergebracht bij de Rabobank.

DEFINITIEF

17


• Kengetallen Met betrekking tot de solvabiliteit, liquiditeit, rentabiliteit en het weerstandsvermogen vermelden wij onderstaand de kengetallen: Solvabiliteit: De solvabiliteit geeft de verhouding tussen eigen en vreemd vermogen aan en verschaft dus inzicht in de financieringsopbouw. De solvabiliteit geeft ook aan in hoeverre de instelling op langere termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Definitie 1: Eigen vermogen gedeeld door het totale vermogen. Kengetal 2011: Kengetal 2010:

72,9% 78,1%

Definitie 2: Eigen vermogen en voorzieningen gedeeld door het totale vermogen Kengetal 2011: Kengetal 2010:

75,9% 80,4%

Definitie 2 van de solvabiliteit geeft aan dat 75,9% van het totale vermogen uit eigen vermogen ofwel reserves en voorzieningen bestaat, hetgeen inhoudt dat slechts 24,1% van het totale vermogen gefinancierd wordt met vreemd vermogen. Liquiditeit: De liquiditeit geeft aan in hoeverre de instelling op korte termijn aan haar verplichtingen kan voldoen. Definitie: De verhouding tussen de vlottende activa (som van liquide middelen, vorderingen en voorraden) en de kortlopende schulden. Kengetal 2011: Kengetal 2010:

3,2 4,0

De liquiditeitsratio geeft aan dat 3,2 keer kan worden voldaan aan de uitstaande kortlopende schulden, bestaande uit kortlopende verplichtingen aan kredietinstellingen, crediteuren, nog te betalen posten en de overlopende passiva. De stichting heeft op 31 december 2011 de beschikking over € 3.967.584 aan liquide middelen en heeft daarnaast € 116.754 openstaan aan nog te ontvangen bedragen. Deze bedragen zijn binnen één jaar opeisbaar, waardoor kan worden voldaan aan de openstaande schulden die binnen één jaar voldaan moeten zijn, te weten € 1.284.113. De liquiditeitspositie van de stichting is hierdoor goed te noemen. In bovenstaande berekening is geen rekening gehouden met de in de voorzieningen opgenomen verplichtingen.

DEFINITIEF

18


Rentabiliteit: De rentabiliteit geeft aan of er sprake is van een positief dan wel negatief bedrijfsresultaat in relatie tot de totale baten. Definitie: Resultaat gedeeld door de totale baten (inclusief financiële baten). Kengetal 2011: Kengetal 2010:

0,7% -19,5%

Dit houdt in dat 0,7% van de baten wordt omgezet in het uiteindelijke resultaat, ofwel van elke euro die wordt ontvangen, wordt € 0,01 behouden en wordt € 0,99 besteed. In vergelijking met vorig jaar is de ratio toegenomen, hetgeen aangeeft dat in het jaar 2011 procentueel minder kosten zijn verantwoord dan in het voorafgaande jaar 2010. Kapitalisatiefactor: De kapitalisatiefactor geeft een indicatie hoe rijk een schoolbestuur is, dit om te signaleren of onderwijsinstellingen misschien een deel van hun kapitaal niet of inefficiënt benutten voor de vervulling van hun taken. Definitie: De activazijde van de balans minus de materiële vaste activa betreffende gebouwen en terreinen gedeeld door de totale baten (inclusief financiële baten). Kengetal 2011: Kengetal 2010:

45,8% 49,9%

Weerstandsvermogen: Het weerstandsvermogen geeft aan het vermogen om niet-voorziene tot de reguliere bedrijfsvoering behorende risico's op te vangen. Definitie: Het eigen vermogen minus de materiële vaste activa, uitgedrukt in een percentage van de rijksbijdrage OCW. Kengetal 2011: Kengetal 2010:

25,3% 29,4%

Bij toepassing en verankering van het risicomanagement in de organisatie en het goed functioneren van de planning & control cyclus blijven altijd restrisico's achter. Voor het opvangen van de mogelijke financiële effecten moet het bestuur voldoende weerstandsvermogen hebben of opbouwen.

DEFINITIEF

19


JAARREKENING

DEFINITIEF

20


GRONDSLAGEN VOOR WAARDERING VAN ACTIVA, PASSIVA EN RESULTAATBEPALING Algemeen De grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn conform de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven is door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. De jaarrekening is opgesteld in euro’s. Activa en passiva (met uitzondering van het groepsvermogen) worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs of de actuele waarde. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld, vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de staat van baten en lasten en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. Voor zover noodzakelijk worden op de vorderingen voorzieningen getroffen voor verwachte oninbaarheid. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs plus bijkomende kosten of de vervaardigingsprijs, verminderd met de afschrijvingen. De afschrijvingen vinden lineair en naar tijdsgelang plaats op basis van de verwachte toekomstige gebruiksduur. Er wordt rekening gehouden met de bijzondere waardeverminderingen die op balansdatum worden verwacht. Voor een uiteenzetting ten einde vast te kunnen stellen of voor een materieel vast actief sprake is van een bijzondere waardevermindering, wordt verwezen naar de opgenomen paragraaf Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa. Onderstaand worden de afschrijvingstermijnen per categorie weergegeven. Tevens zijn de activeringsgrenzen vermeld. Categorie

Gebouwen en terreinen (installaties) Gebouwen en terreinen (verbouwingen) Inventaris & apparatuur (hardware) Inventaris & apparatuur (kantoormeubilair) Inventaris & apparatuur (SIC) Inventaris & apparatuur (algemeen) Inventaris & apparatuur (praktijklokalen)

afschrijvingstermijn in maanden

afschrijvingspercentage per jaar

activeringsgrens in €

120 360 48 60 96 240 360

10% 3% 25% 20% 13% 5% 3%

500 500 500 500 500 500 500

De gebouwen en terreinen worden opgenomen indien sprake is van economisch eigendom. Hiervan is bijvoorbeeld sprake in het geval van eigen investeringen of van doordecentralisatie van de huisvesting. Op terreinen wordt niet afgeschreven. Kosten van groot onderhoud aan de bedrijfsgebouwen worden rechtstreeks verantwoord in de staat van baten en lasten. Vlottende activa Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Als de ontvangst van de vordering is uitgesteld op grond van een verlengde overeengekomen betalingstermijn wordt de reële waarde bepaald aan de hand van de contante waarde van de verwachte ontvangsten. Voorzieningen wegens oninbaarheid dienen in mindering te worden gebracht op de boekwaarde van de vordering.

DEFINITIEF

21


Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito's met een looptijd korter dan 12 maanden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingsreserves en/of -fondsen. Hierin is tevens een segmentatie opgenomen naar publieke en private middelen. Omschrijving Bestemmingsreserve privaat

Doel Overige activiteiten

Beperkingen Geen

EUR 410.832

Voorzieningen Algemeen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen. Voor uitgaven voor groot onderhoud wordt een voorziening gevormd om deze lasten gelijkmatig te verdelen over een aantal boekjaren. Voorzieningen worden onderscheiden naar aard en doel. Toevoegingen aan de voorzieningen vinden plaats door dotaties ten laste van de staat van baten en lasten. De onttrekkingen vinden rechtstreeks plaats ten laste van de betreffende voorziening. Pensioenvoorziening Nederlandse pensioenregelingen: De instelling heeft een aantal pensioenregelingen. De belangrijkste kenmerken van deze regelingen zijn: · pensioengevende salarisgrondslag (eindloon, middelloon e.d.) · afspraken over indexatie · beschrijving belangrijkste kenmerken van de uitvoeringsovereenkomst · wijze waarop pensioenregelingen zijn ondergebracht bij de pensioenuitvoerder (opf, bpf, verzekeraar) · dekkingsgraad van de pensioenuitvoerder. Op de Nederlandse pensioenregelingen zijn de bepalingen van de Nederlandse Pensioenwet van toepassing en worden op verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies aan pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen betaald door de instelling. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen.

DEFINITIEF

22


Voorziening jubilea De voorziening jubilea wordt opgenomen tegen de contante waarde van de verwachte uitkeringen gedurende het dienstverband. Bij de berekening van de voorziening wordt onder meer rekening gehouden met verwachte salarisstijgingen en de blijfkans. Overige voorzieningen De overige voorzieningen worden opgenomen tegen nominale waarde van de voor de afwikkeling van de voorziening naar verwachting noodzakelijke uitgaven. Kortlopende schulden De overlopende passiva betreffen de vooruitontvangen bedragen die aan opvolgende perioden worden toegerekend en/of nog te betalen bedragen, voor zover ze niet onder de andere kortlopende schulden zijn te plaatsen.

Baten en lasten Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. Per school worden de baten en lasten toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Lasten en risico's die hun oorsprong vinden vóór het einde van het verslagjaar, zijn in acht genomen als zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Het resultaat van de staat van baten en lasten wordt toegevoegd aan de reserve die door het bestuur is bepaald. Rijksbijdragen worden als baten verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarop de toekenning betrekking heeft. Overheidssubsidies Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de stichting de condities voor ontvangst kan aantonen. Afschrijvingen op materiële vaste activa Materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen en vastgoedbeleggingen wordt niet afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de economische levensduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Boekwinsten en -verliezen bij verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen.

DEFINITIEF

23


Personeelsbeloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. De stichting heeft de toegezegd-pensioenregelingen bij bedrijfstakpensioenfondsen verwerkt als zou sprake zijn van een toegezegde-bijdrageregeling. Voor toegezegde-bijdrageregelingen betaalt de instelling op verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies aan pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen. Behalve de betaling van premies heeft de instelling geen verdere verplichtingen uit hoofde van deze pensioenregelingen. De premies worden verantwoord als personeelskosten als deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen. Toelichting kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij de indirecte methode wordt het resultaat als basis genomen. Dit overzicht geeft weer waaraan de in de verslagperiode beschikbaar gekomen gelden zijn besteed. In samenhang met de balans en de staat van baten en lasten moet het kasstroomoverzicht bijdragen aan het inzicht in de financiering, de liquiditeit, de solvabiliteit en het vermogen van de instelling om geldstromen te genereren.

DEFINITIEF

24


BALANS PER 31 DECEMBER 2011, VERGELIJKENDE CIJFERS PER 31 DECEMBER 2010 (na verwerking resultaatbestemming)

1

Activa

31-12-2011 €

€

31-12-2010 €

€

VASTE ACTIVA 1.2

Materiële vaste activa

1.2.1

Gebouwen en terreinen

1.2.2

Inventaris en apparatuur

660.284

-

1.033.666

1.190.357

TOTAAL VASTE ACTIVA

1.693.950

1.190.357

1.693.950

1.190.357

VLOTTENDE ACTIVA 1.5

Vorderingen

1.5.1

Debiteuren

1.5.7

Overige vorderingen

1.5.8

Overlopende activa

1.7

DEFINITIEF

56.607

77.988

-

2.679

60.147

2.925 116.754

83.592

Liquide middelen

3.967.584

4.012.505

TOTAAL VLOTTENDE ACTIVA

4.084.338

4.096.097

TOTAAL ACTIVA

5.778.288

5.286.454

25


2

Passiva

31-12-2011 €

€

31-12-2010 €

€

VERMOGEN 2.1

Eigen vermogen

2.1.1

Algemene reserve

2.1.3

Bestemmingsreserves (privaat)

3.799.005

3.719.256

410.832

410.832 4.209.837

2.2

Voorzieningen

2.2.1

Personeelsvoorzieningen

176.237

4.130.088

122.364 176.237

2.3

Langlopende schulden

2.3.5.2

Vooruitontvangen investeringssubsidies

108.101

122.364

108.101

-

2.4

Kortlopende schulden

2.4.3

Crediteuren

304.076

182.396

2.4.4

OCW

265.261

379.051

2.4.7

Belastingen en premies sociale verzekeringen

328.765

-

2.4.8

Schulden terzake pensioenen

89.740

-

2.4.9

Overige kortlopende schulden

2.4.10

Overlopende passiva

TOTAAL PASSIVA

DEFINITIEF

-

6.380

296.271

466.175 1.284.113

1.034.002

5.778.288

5.286.454

26


STAAT VAN BATEN EN LASTEN 2011, VERGELIJKENDE CIJFERS 2010

2011 € 3

Baten

3.1

Rijksbijdragen OCW

3.2

Overige overheids-bijdragen en -subsidies Overige baten

3.5

Lasten

4.1

Personeelslasten

4.2

Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Huisvestingslasten Overige lasten

4.3 4.4

Totaal lasten

Saldo baten en lasten *

5

Financiële baten en lasten Nettoresultaat *

€

€

2010 €

€

9.953.320

9.787.905

600.385

500.000

-

287.891

203.760

602.829

Totaal baten

4

Begroot 2011

€

10.841.596

9.989.146

10.491.665

10.591.975

8.866.379

8.891.290

10.500.478

197.164 662.377

217.000 657.156

214.363 733.782

1.374.427

1.034.180

1.213.991

11.100.347

10.799.626

12.662.614

-258.751

-307.961

-2.070.639

338.500

348.700

20

79.749

40.739

-2.070.619

* (-/- is negatief)

DEFINITIEF

27


KASSTROOMOVERZICHT 2011, VERGELIJKENDE CIJFERS 2010

€

2011 €

€

2010 €

Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo baten en lasten

-258.751

-2.070.619

Aanpassingen voor: - Afschrijvingen - Mutaties voorzieningen

197.164 53.873

214.363 4.385

Veranderingen in vlottende middelen: - Vorderingen - Kortlopende schulden

-33.162 250.111

-5.213 293.783 467.986

Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest

507.318

340.085 -1.585

338.500 547.735

Totaal kasstroom uit operationele activiteiten

-1.563.301

Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa

-700.757

-304.979 -700.757 -700.757

Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten

-304.979 -304.979

Kasstroom uit financieringsactiviteiten Nieuw opgenomen leningen Aflossing langlopende schulden

113.790 -5.689

Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten Kasstroom uit overige balansmutaties Mutatie liquide middelen

108.101 108.101

-

-

-

-44.921

-1.868.280

Het verloop van de geldmiddelen is als volgt: € Stand liquide middelen per 1-1 Mutatie boekjaar liquide middelen Stand liquide middelen per 31-12

DEFINITIEF

2011 €

€

4.012.505 -44.921

2010 € 5.880.785 -1.868.280

3.967.584

4.012.505

28


TOELICHTING OP DE ONDERSCHEIDEN POSTEN VAN DE BALANS 1

Activa

1.2

Materiële vaste activa Schoolgebouwen De door de stichting beheerde schoolgebouwen zijn juridisch wel, doch economisch geen eigendom van de stichting. Deze gebouwen zijn volledig gesubsidieerd en dienen, wanneer ze niet meer conform de bestemming worden gebruikt, om niet te worden overgedragen aan de Gemeente. Voor een overzicht van de onder ons bestuur staande scholen verwijzen wij naar het bestuursverslag.

Aanschaf-

Afschrij-

Boek-

Investe-

Boekwaarde

Afschrij-

Aanschaf-

Afschrij-

Boek-

prijs

vingen

waarde

ringen

desinves-

vingen

prijs

vingen

waarde

1-1-2011

1-1-2011

1-1-2011

2011

teringen

€

€

€

2011

€

2011

€

31-12-2011

€

€

31-12-2011 €

31-12-2011 €

1.2.1.1

Gebouwen

-

-

-

673.169

-

12.885

673.169

12.885

660.284

1.2.2.1


2.785.010

1.594.653

1.190.357

27.588

-

184.279

2.812.598

1.778.932

1.033.666

Totaal materiële vaste activa

2.785.010

1.594.653

1.190.357

700.757

-

197.164

3.485.767

1.791.817

1.693.950

1.5

Vorderingen

1.5.1

Debiteuren

31-12-2011 €

1.5.1

Debiteuren

Overige vorderingen

1.5.7.12

Overige vorderingen

Overlopende activa

1.5.8.3

Nog te ontvangen posten

1.5.8.7

Overige overlopende activa

Liquide middelen

1.7.1

Kasmiddelen

1.7.2

Tegoeden op banken girorekeningen

1.7.3

Spaarrekeningnen Totaal liquide middelen

77.988

-

77.988

2.679 -

2.679

60.147

-

-

2.925

Totaal overlopende activa

1.7

€

56.607

Totaal overige vorderingen

1.5.8

€

56.607

Totaal debiteuren

1.5.7

31-12-2010

€

60.147

2.925

5.288

7.173

175.745

31.478

3.786.551

3.973.854 3.967.584

4.012.505

De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de stichting.

DEFINITIEF

29


2

Passiva

2.1

Eigen vermogen

2.1.1

Algemene reserves

Stand per

Resultaat

Overige

Stand per

1-1-2011

2011

mutaties

31-12-2011

€ 2.1.1

€

€

€

Algemene reserve

3.719.256

79.749

-

3.799.005

Totaal algemene reserve

3.719.256

79.749

-

3.799.005

2.1.3

Bestemmingsreserves (privaat)

2.1.3.1

Algemene reserve privaat

410.832

-

-

410.832

Totaal bestemmingsreserves privaat

410.832

-

-

410.832

4.130.088

79.749

-

4.209.837

Totaal eigen vermogen

2.2

Voorzieningen Stand per

Dotatie

Onttrekking

Vrijval

1-1-2011

Rente mutatie

Stand per

Kortlopende

(bij contante

31-12-2011

deel

deel

< 1 jaar

> 1 jaar

waarde)

Langlopende

2.2.1

Personeelsvoorzieningen

2.2.1.5

Voorziening Jubileum

122.364

66.399

12.526

-

-

176.237

22.838

153.399

Totaal personeelsvoorzieningen

122.364

66.399

12.526

-

-

176.237

22.838

153.399

€

2.3

€

€

€

€

€

€

€

Langlopende schulden Stand

Ontvangen

Toegerekende

Stand

Looptijd

Looptijd

per

investerings

subsidies

per

> 1 jaar

> 5 jaar

1-1-2011

subsidies

-/-

31-12-2011

2.3.5.2

Vooruitontvangen investeringssubsidies

2.3.5.2.1

Vooruitontv. investeringssubs. OCW

-

113.790

5.689

108.101

104.308

89.136

Totaal vooruitontvangen investeringssubsidies

-

113.790

5.689

108.101

104.308

89.136

€

2.4

Kortlopende schulden

2.4.3

Crediteuren

€

€

€

31-12-2011 €

2.4.3

Crediteuren

OCW

2.4.4

Te verrekenen geoormerkte subsidie

Belastingen en premies sociale verzekeringen

2.4.7.1

Loonheffing

2.4.8

265.261

182.396

379.051 265.261

328.765

379.051

328.765

-

Schulden terzake pensioenen Schulden terzake van pensioenen Totaal schulden terzake van pensioenen

DEFINITIEF

€ 182.396

304.076

Totaal belastingen en premies sociale verzekeringen

2.4.8

€

304.076

Totaal OCW

2.4.7

€

31-12-2010

€

Totaal Crediteuren

2.4.4

€

89.740

89.740

-

30


2.4.9

Overige kortlopende schulden

31-12-2011 €

2.4.9.7

2.4.10

Huur en medegebruik

€

-

€ 6.380

Totaal Overige

-

6.380

Totaal overige kortlopende schulden

-

6.380

Overlopende passiva

2.4.10.3

Vakantiegeld en -dagen

2.4.10.11

Overige overlopende passiva Totaal overlopende passiva

DEFINITIEF

31-12-2010

€

242.060

383.009

50.418

83.166 296.271

466.175

31


Verantwoording Regeling OCW-subsidies G2-A Aflopend per ultimo 2011

Omschrijving

Toewijzing Kenmerk

Bedrag van de

Ontvangen t/m

toewijzing

2011

Datum €

Binnenmilieu VO

DEFINITIEF

BEK-09/129122U

€

Te verrekenen Totale kosten €

ultimo 2011 €

4-2-2010

379.051

379.051

113.790

265.261

Totaal

379.051

379.051

113.790

265.261

32


TOELICHTING OP DE ONDERSCHEIDEN POSTEN VAN DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN 3

Baten

3.1

Rijksbijdragen

2011 €

3.1.1.1

Rijksbijdrage OCW

Niet-geoormerkte subsidies OCW

2010 €

9.737.905

417.123

Totaal Rijksbijdragen

3.2.1.2

€

9.534.301

Totaal overige subsidies OCW

3.2

€

9.534.301

Totaal Rijksbijdrage OCW 3.1.2.2

Begroting 2011

€

€ 9.513.781

9.737.905 50.000

9.513.781 475.365

419.019

50.000

475.365

9.953.320

9.787.905

9.989.146

Overige overheidsbijdragen en subsidies Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies

600.385

500.000

-

Totaal gemeentelijke bijdragen

600.385

500.000

-

Totaal overige overheidsbijdragen en subsidies

600.385

500.000

-

3.5

Overige baten

3.5.1

Verhuur

30.993

15.000

20.731

3.5.2

Detachering personeel

31.450

-

-

3.5.4

Sponsoring

1.498

-

-

3.5.5

Ouderbijdragen

123.013

76.800

582.098

3.5.6.2

Overige

100.937

111.960

-

Totaal overige baten

DEFINITIEF

287.891

203.760

602.829

33


4

Lasten

4.1

Personeelslasten

2011 €

Begroting 2011

€

€

2010

€

€

€

4.1.1.1

Brutolonen en salarissen

6.742.350

8.482.399

8.248.201

4.1.1.2

Sociale lasten

1.506.446

-

1.689.391

Totaal lonen en salarissen 4.1.2.1

Dotaties personele voorzieningen

4.1.2.3

Overig

8.248.796

9.937.592

66.399

245.491

-

629.337

163.400

562.886

Totaal overige personele lasten 4.1.3

8.482.399

Af: Uitkeringen (-/-) Totaal personele lasten

695.736

408.891

562.886

78.153

-

-

8.866.379

8.891.290

10.500.478

Gemiddeld aantal werknemers Gedurende het jaar 2011 waren gemiddeld 127 werknemers in dienst op basis van een volledig dienstverband (2010: 145). Hiervan zijn er 0 werkzaam in het buitenland in 2011 (2010: 0). Het gemiddeld aantal werknemers bedraagt 154 in 2011 (2010: 192).

4.2

2011

Afschrijvingen €

Begroting 2011

€

€

€

2010 €

€

4.2.2.1

Gebouwen en terreinen

12.885

-

-

4.2.2.2


184.279

217.000

214.363

Totaal afschrijvingen

197.164

217.000

214.363

4.3

Huisvestingslasten

4.3.1

Huur

4.3.2

Verzekeringen

4.3.3

Klein onderhoud en exploitatie

4.3.4

Energie en water

176.416

160.000

165.506

4.3.5

Schoonmaakkosten

257.354

270.000

272.972

4.3.6

Heffingen

75.722

5.000

7.141

4.3.7

Dotatie onderhoudsvoorziening

-

198.156

-

4.3.8.1

Tuinonderhoud

12.450

13.000

-

4.3.8.2

Bewaking/beveiliging

7.463

-

-

4.3.8.3

Overige huisvestingslasten

417

-

-

Totaal huisvestingslasten

DEFINITIEF

37.996

10.000

-

-

1.259

94.559

1.000

267.345

662.377

19.559

657.156

733.782

34


4.4

Overige lasten

2011 €

4.4.1.1

Administratie en beheer

4.4.1.2

Reis- en verblijfkosten

4.4.1.3 4.4.1.4

Begroting 2011

€

€

€

2010 €

€

418.166

60.000

2.376

6.000

-

Telefoon- en portokosten

37.471

40.000

-

Kantoorartikelen

12.004

9.000

-

Totaal administratie- en beheerslasten 4.4.2.1

Inventaris, apparatuur en leermiddelen

4.4.2.2

Bibliotheek/mediatheek

206.197

470.017

115.000

206.197

249.158

340.700

917.337

-

1.200

-

Totaal inventaris, apparatuur en leermiddelen

249.158

341.900

917.337

4.4.4.1

Wervingskosten

3.643

-

-

4.4.4.2

Representatiekosten

1.243

-

-

4.4.4.3

Huishoudelijke kosten

4.4.4.5

Buitenschoolse cq bijzondere activiteiten

4.4.4.7

Contributies

4.4.4.8

Abonnementen

4.4.4.9

Medezeggenschapsraad

4.4.4.10

Verzekeringen

4.4.4.11

Overige

4.4.4.12

Reproductiekosten, drukwerk, schoolgids

20.271

20.000

-

104.292

39.900

-

11.203

-

-

7.856

12.000

-

179

400

-

3.097

2.500

-

472.077

482.480

90.457

31.391

20.000

-

Totaal overige Totaal overige lasten

655.252

577.280

90.457

1.374.427

1.034.180

1.213.991

In het boekjaar zijn de volgende bedragen aan accountantshonoraria ten laste van het resultaat gebracht: 2011 € 4.4.1.1.a

Controle van de jaarrekening

4.4.1.1.b

Andere controlewerkzaamheden

Begroting 2011

€

€

€

2010 €

€

19.010

15.000

9.000

-

-

3.000

19.010

15.000

12.000

Bovenstaande honoraria betreffen uitsluitend de werkzaamheden die bij de stichting zijn uitgevoerd door accountantsorganisaties en externe accountants zoals bedoeld in art. 1, lid 1 Wta (Wet toezicht accountantsorganisaties). De kosten voor de controle zijn inclusief bekostiging en omzetbelasting. 5

Financiële baten en lasten

2011 €

Begroting 2011

€

€

€

2010 €

€

5.1

Rentebaten

340.085

350.000

20

5.5

Rentelasten

-1.585

-1.300

-

Totaal financiële baten en lasten *

DEFINITIEF

338.500

348.700

20

35


VERBONDEN PARTIJEN Naam

Code

Eigen

Resultaat

Verklaring

Juridische

Statutaire

activi-

vermogen

jaar

art. 2:403

Deelname

lidatie

vorm

zetel

teiten

31-12-2011

2011

BW ja/nee

%

ja/nee

€

Conso-

€

ACIS, Stichting voor Openbaar Primair Onderwijs Hoeksche Waard

Stichting

Puttershoek

Totaal

1

4.215.693

-285.965

4.215.693

-285.965

nee

n.v.t

nee

Code activiteiten: 1. contractonderwijs, 2. contractonderzoek, 3. onroerende zaken, 4. overige Naam

Omschrijving doelstelling

Samenstelling van bestuur en directie

ACIS, Stichting voor

Het verzorgen van (speciaal)

Voorzitter:

W.A. van Steenis

Openbaar Primair Onderwijs

basisonderwijs.

Secretaris:

R.J. Glerum

Penningmeester:

H.W. Witte

Hoeksche Waard

Overige bestuursleden:

J.H. Stuurman P.M.A. Homminga

DEFINITIEF

36


BEZOLDIGING VAN BESTUURDERS EN TOEZICHTHOUDERS

Duur

Ingangs-

Taak

(D) dienst-

Periodiek

Bonus

Ontv. pensioen

Uitk. wegens

arbeidsovereenkomst

datum

omvang

betrekking

betaalde

betalingen /

bijdragen / bel.

beëindiging v/h

/ werkzaamheden

dienst-

of op (I)

beloning /

gratificatie

betaalbaar

dienst-

op termijn

verband

interim basis Bestuurders

vanaf

tot

datum

FTE

D of I

2011

2011

€ L.J. van Heeren

1-1-2011

31-12-2011

1-1-2011

0,2167

D

2011

€ 23.075

-

23.075

Totaal bestuurders

-

-

4.053

-

Duur

Ingangs-

Taak

(D) dienst-

Periodiek

Bonus

Ontv. pensioen

Uitk. wegens

arbeidsovereenkomst

datum

omvang

betrekking

betaalde

betalingen /

bijdragen / bel.

beëindiging v/h

/ werkzaamheden

dienst-

of op (I)

beloning /

gratificatie

betaalbaar

dienst-

op termijn

verband

vanaf

tot

datum

FTE

D of I

2011

2011

€ G. van Toorn

€ 4.053

interim basis Toezichthouders

2011

€

1-1-2011

1-8-2011

1-1-2011

-

I

2011

€ 3.000

2011

€ -

€ -

-

J. Kuurman

1-1-2011

1-8-2011

1-1-2011

-

I

3.000

-

-

-

W. van Steens

1-1-2011

31-12-2011

1-1-2011

-

I

2.769

-

-

-

C. deLiefde

1-1-2011

31-12-2011

1-1-2011

-

I

1.385

-

-

-

P. Homminga

1-1-2011

31-12-2011

1-1-2011

-

I

1.252

-

-

-

H. Witte

1-1-2011

31-12-2011

1-1-2011

-

I

1.318

-

-

-

B. de Koning

1-10-2011

31-12-2011

1-1-2011

-

I

690

-

-

-

J. Schippers

1-10-2011

31-12-2011

1-1-2011

-

I

690

-

-

-

Totaal toezichthouders

DEFINITIEF

14.104

-

-

-

37


WET OPENBAARMAKING UIT PUBLIEKE MIDDELEN GEFINANCIERDE TOPINKOMENS (WOPT) Bij de stichting is geen sprake van uit publieke middelen gefinancieerde topinkomens.

DEFINITIEF

38


NIET UIT DE BALANS BLIJKENDE VERPLICHTINGEN

Leverancier

Periode van t/m

Looptijd in maanden

Bedrag per maand

CSU

1-1-2012

31-12-2012

12

11.314

Eneco

1-1-2012

31-12-2012

12

7.643

Dyade Zuid-West Nederland

1-1-2012

31-12-2012

12

4.550

Vordering Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

DEFINITIEF

Omschrijving Regeling onvoorziene gevallen VO

Bedrag 265.383

39


ONDERTEKENING

Puttershoek, d.d. Stichting O.V.O. Hoeksche Waard

Bestuur,

Stichting O.V.O. Hoeksche Waard Biezenvijver 5 Puttershoek

DEFINITIEF

40


OVERIGE GEGEVENS

DEFINITIEF

41


BESTEMMING VAN HET RESULTAAT

Statutaire regeling inzake bestemming resultaat Er is statutair niets geregeld inzake de bestemming van het resultaat.

Bestemming van het resultaat Resultaat 2011 € 2.1.1

DEFINITIEF

€

€

Algemene reserve (publiek)

79.749

Totaal resultaat

79.749

42


GEBEURTENISSEN NA BALANSDATUM Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum die hier dienen te worden toegelicht.

DEFINITIEF

43


CONTROLEVERKLARING

Pagina voor de controleverklaring (beslaat twee pagina's)

DEFINITIEF

44


Pagina voor de controleverklaring (beslaat twee pagina's)

DEFINITIEF

45

Jaarverslag Stichting O.V.O. Hoeksche Waard, te Puttershoek

Recommend Documents