J
J A A R V E R S L A G
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds
2010
2
2
COLOFON Dit is een uitgave van de Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds Vormgeving Cor Zeeman Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds Postbus 3292 1280 GG Rijswijk (ZH) www.Alcatel-Lucentpensioenfonds.nl
DOEL Het pensioenfonds heeft tot doel de pensioenregelingen te waarborgen die door de bijdragende ondernemingen ten behoeve van de (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden en hun eventuele partners zijn getroffen en in de pensioenreglementen zijn vastgelegd
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
INHOUD
Kerncijfers
4
Personalia
5
Karakteristieken van het pensioenfonds
6
Directieverslag Verslag van het bestuur en de directie
8
Overzicht verzekerden
32
Overzicht pensioenverplichtingen
33
Jaarrekening Balans per 31 december 2010
35
Staat van baten en lasten over 2010
36
Kasstroomoverzicht 2010
37
Toelichting behorende bij de jaarrekening
38
Overige gegevens Financiering en uitvoering
67
Rapport bevindingen Visitatiecommissie
68
Verklaring Verantwoordingsorgaan
70
Reactie van het bestuur op de verklaring
72
Jaarverslag Deelnemersraad
73
Actuariële verklaring
74
Accountantsverklaring
76
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
3
KERNCIJFERS
(Alle bedragen in duizenden euro’s)
Verzekerden (ultimo) Actieve deelnemers Pensioengerechtigden Gewezen deelnemers
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Reglementsvariabelen Indexatie pensioengerechtigden / gewezen deelnemers Aanpassing actieve deelnemers uit PF (per 1 april ’11/’10) Aanpassing actieve deelnemers uit ondernemingsgarantie Franchise (in Euro’s)
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
4
Vermogenspositie (ultimo) Voorziening Pensioenverplichtingen (a) (Benodigde) Reserve Solvabiliteit Aanwezige Algemene Reserve (c) Pensioenvermogen (b) Dekkingsgraad (b / a) Onderdekking (b - a) Benodigde Algemene Reserve (d) Tekort Algemene Reserve (c-d) Benodigde dekkingsgraad
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Premies Deelnemersbijdrage Ondernemingsbijdrage FVP bijdrage Inkomende waardeoverdrachten individueel en inkopen Totaal
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Uitkeringen Pensioenuitkeringen Uitgaande waardeoverdrachten Totaal
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Beleggingen Vastgoed Aandelen Obligaties Geldmarktbeleggingen Rentederivaten Valutaderivaten Vorderingen beleggingen Schulden beleggingen Totaal
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Beleggingsrendement Beleggingsrendement fonds Beleggingsrendement WM-Universum
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
2010
2009
519 1.234 2.589
562 1.189 2.788
●●●●●●●●
●●●●●●●●
0,00% 0,00% 1,00% 12.673
0,00% 0,00% 1,92% 12.465
●●●●●●●●
●●●●●●●●
582.261 61.373 -66.264 577.370 99,2% -4.891 77.615 -143.879 123,9%
529.562 50.186 -39.350 540.398 102,0% 0 20.017 -59.367 113,3%
●●●●●●●●
●●●●●●●●
1.768 9.576 133 57 11.534
2.005 11.722 136 18 13.881
●●●●●●●●
●●●●●●●●
19.940 1.147 21.087
19.243 1.183 20.426
●●●●●●●●
●●●●●●●●
31.353 89.772 430.167 12.133 12.251 -990 7.888 -7.488 575.086
18.690 71.872 402.060 21.194 23.576 -724 0 0 536.668
●●●●●●●●
●●●●●●●●
9,1% 12,0%
8,4% 15,9%
PERSONALIA BESTUUR Benoemd door de onderneming:
ACCOUNTANT KPMG Accountants N.V. F.J.J. Glorie RA
Voorzitter: J. Koenhein
CERTIFICEREND ACTUARIS Actuarieel Adviesbureau Confident B.V. H.J. Bets AAG
Penningmeester: J.A. Smit, tot 1 december 2010 G.A. Parlevliet, vanaf 1 februari 2011 Lid: M.S. van Beek P.M.G. Westenberg, tot 1 maart 2010 K. Lustig, vanaf 1 november 2010 Benoemd door de ondernemingsraad: Secretaris: F.J.M. Musters Lid: R.N. Dröge Gekozen door de gepensioneerden: Lid: J.W. Thurkow J.T. van Leerdam DAGELIJKS BESTUUR J. Koenhein F.J.M. Musters, tevens voorzitter PENSIOENBUREAU C.W. Zeeman, directeur R.A. Bos, medewerker
ADMINISTRATIE Blue Sky Group B.V. A.E.H.A. Karregat VERMOGENSBEHEERDERS Aegon Asset Management Nl. (Europese Obligaties) R. van der Graaf Altera (direct onroerend goed) R. Hogenboom Blackrock (Wereldwijde Aandelen) A. van den Berg Blackrock (Onroerend Goed) A. van den Berg Batterymarch (Emerging Market Equity) B. Roda Lazard Asset Management (Emerging Market Equity) M. Pandya LEDEN BELEGGINGS ADVIESCOMMISSIE F. Lute, extern deskundige P. Menco, extern deskundige S. Lambermont, intern R. N. Dröge, intern K. Lustig, intern C.W. Zeeman, voorzitter
COMPLIANCE OFFICER M. Huntjens Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
VERANTWOORDINGSORGAAN Namens de onderneming: J.W. van der Vlist M. Huntjens Namens de actieven: S. Braham G. Verboon Namens de gepensioneerden: J. Leguijt H. Moerkerken DEELNEMERSRAAD Namens de actieven: S. Braham G. Verboon Namens de gepensioneerden: H. Holland J. Leguijt H. Moerkerken P. Sebel INTERN TOEZICHT Visitatiecommissie: VCHolland W. de Bruijn G. Euverman H. Hanneman ADRESSEN Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds Postbus 3292 2280 GG Rijswijk (ZH) Blue Sky Group B.V. Afdeling Pensioen Service Postbus 123 1180 AC Amstelveen 020-4266300
5
KARAKTERISTIEKEN VAN HET PENSIOENFONDS Profiel
6
De Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds, voorheen stichting Lucent Technologies Pensioenfonds, opgericht in 1993, is statutair gevestigd in Rijswijk (ZH). De laatste statutenwijziging was in april 2011. De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel onder nummer 41194413. Het pensioenfonds is een ondernemingspensioenfonds en is aangesloten bij de koepelorganisatie ondernemingspensioenfondsen OPF en bij Eumedion, de belangenorganisatie van institutionele beleggers op het terrein van Corporate Governance. Het pensioenfonds heeft tot doel de pensioenregelingen te waarborgen die door de bijdragende ondernemingen ten behoeve van de (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden en hun eventuele partners zijn getroffen en in de pensioenreglementen zijn vastgelegd.
Organisatie Bestuur Het bestuur heeft zijn statutaire verantwoordelijkheden, in lijn met de Pensioenwet, en draagt de eindverantwoordelijkheid voor de uitvoering van de pensioenregeling, het vermogensbeheer en het beleid van het fonds. Het bestuur van het fonds heeft een groot deel van de werkzaamheden uitbesteed. De uitbestede werkzaamheden betreffen de pensioenadministratie en het vermogensbeheer. De dagelijkse aansturing is gedelegeerd aan het Dagelijks Bestuur en de Directeur. Uitgangspunt is dat het bestuur, conform de eisen van de Pensioenwet, verantwoordelijk blijft voor de juiste uitvoering van de uitbestede taken. Dagelijks Bestuur Het dagelijks bestuur van het fonds wordt gevormd door een bestuurslid benoemd door de onderneming en een bestuurslid benoemd
door de ondernemingsraad. De vergadering van het dagelijks bestuur wordt bijgewoond door de directeur van het fonds. Het dagelijks bestuur heeft uitsluitend bevoegdheden conform de statuten en reglementen van het fonds. Pensioenbureau Het pensioenbureau heeft twee medewerkers, de directeur van het fonds en de medewerker pensioenbureau. Deze voeren de dagelijkse activiteiten uit. Tevens is de directeur verantwoordelijk voor de operationele zaken betreffende het fonds. De bevoegdheden van de directeur en de medewerker pensioenbureau zijn vastgelegd in de reglementen van het fonds. De twee medewerkers zijn in dienst van het pensioenfonds. Verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan is, met het passeren van de statuten, op 16 april 2008 ingesteld. Het bestuur legt verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan over het beleid en de wijze waarop het is uitgevoerd, en over de naleving van regelgeving met betrekking tot goed pensioenfondsbestuur. Deelnemersraad De deelnemersraad is, met het passeren van de statuten, op 16 april 2008 ingesteld en samengesteld uit (gewezen) deelnemers en gepensioneerden. De deelnemersraad adviseert het pensioenfonds desgevraagd of uit eigen beweging over aangelegenheden die het pensioenfonds betreffen. Intern toezicht Het bestuur heeft ervoor gekozen het intern toezicht in te vullen middels de aanstelling van een visitatiecommissie. Drie onafhankelijke deskundigen bezien en beoordelen de beleidsen bestuursprocedures en -processen kritisch. De visitatie is eind 2010, begin 2011 uitgevoerd door VCHolland. Een samenvatting van het rapport is in dit jaarverslag opgenomen.
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
Uitvoeringsorganisatie De uitvoeringsorganisatie is Blue Sky Group B.V. te Amstelveen. De werkzaamheden betreffen de pensioenadministratie en bestuursondersteuning. De beheersing van de uitbestede werkzaamheden Blue Sky Group B.V. worden door het bestuur beoordeeld aan de hand van de verkregen SAS70 Type II rapportage. Tevens wordt jaarlijks een evaluatie van de SLA gehouden. Beleggingscommissie Het fonds heeft een beleggingscommissie ingesteld die het bestuur adviseert ten aanzien van het beleggingsbeleid. Dit betreft zowel advies over het strategische en tactische beleggingsbeleid evenals over meer specifieke zaken. Alle leden van de beleggingscommissie worden benoemd door het bestuur. De commissie bestaat uit twee leden van het bestuur, waarvan één een werkgevers vertegenwoordiger is en één een werknemersvertegenwoordiger, de directeur, twee externe en één interne deskundigen.
Jaarlijks stelt de beleggingscommissie een beleggingsplan op en legt dit voor aan het bestuur. Maandelijks wordt de actuele situatie besproken in de beleggingscommissie en worden eventueel voorstellen voor aanpassingen van het strategische of tactische beleid voorgesteld aan het bestuur. Compliance officer Het bestuur heeft een compliance officer benoemd, die toeziet op de naleving van relevante wettelijke bepalingen en de gedragscode door bestuursleden, directeur en commissieleden van het fonds. Externe ondersteuning Het fonds wordt op verzoek bijgestaan door externe deskundigen voor actuariaat en risicobeheersing op lange termijn, door een externe adviserende actuaris en een organisatie die Asset Liability Management (ALM) studies, Continuïteits Analyse (CA) en Scenario Analyse (SA) uitvoert.
7
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
VERSLAG VAN HET BESTUUR EN DE DIRECTIE Hoofdlijnen
8
De ontwikkelingen die invloed hebben op het pensioenfonds volgen elkaar in hoog tempo op. Met name de turbulentie op de financiële markten onder invloed van de kredietcrisis en schuldencrisis hebben grote invloed gehad op de resultaten in 2010. Nadat in november 2008 het fonds in onderdekking was geraakt is er bij De Nederlandsche Bank een Kortetermijnherstelplan ingediend. Hierin is het beleid beschreven dat erop gericht is om binnen 5 jaar weer een dekkingsgraad van 105% te realiseren. Gedurende het jaar zakte de dekkingsgraad steeds verder weg onder invloed van de dalende rente. Met een dieptepunt van circa 93% in augustus toen de lange rente op het laagste punt van 2010 stond. Daarna trad enig herstel in, door zowel een stijgende rente als ook een positieve ontwikkeling van de aandelen portefeuilles. Dit heeft geresulteerd in een positief fondsrendement van 9,1%. Door de over het hele jaar bekeken gedaalde lange rente namen de pensioenverplichtingen toe. Door de dit jaar nog verder verbeterde levensverwachting namen per jaareinde de voorziening pensioenverplichtingen nog verder toe. Hierdoor kwam de dekkingsgraad uiteindelijk op 99,2% ultimo 2010. Ondanks deze daling van de dekkingsgraad loopt het fonds vóór op het beschreven herstelplan, maar slechts miniem. Conform het herstelbeleid is er in 2010 niet geïndexeerd en heeft de onderneming een herstelbijdrage betaald aan het fonds. Het beleggingsbeleid van 2009 met een dekkingsgraad afhankelijke allocatie verdeling is in 2010 voortgezet. In 2010 heeft het bestuur met betrekking tot medezeggenschap en verantwoording, een aantal keer overleg gevoerd met de Deelnemersraad en het Verantwoordingsorgaan. Het thema “Maatschappelijk Verantwoord Beleggen” heeft door alle turbulentie op de financiële markten weinig aandacht gekregen.
Er is een stevig maatschappelijk debat gaande betreffende de toekomst van pensioenen. Ook bij ons fonds staat dit hoog op de agenda. De onderneming heeft per 31 december 2011 de uitvoeringsovereenkomst opgezegd. Er wordt nog overleg gevoerd over een eventuele voortzetting na 1 januari 2012.
Goed pensioenfondsbestuur Wettelijk is geregeld dat een pensioenfonds maatregelen dient te treffen die goed pensioenfondsbestuur waarborgen. Hiervoor zijn principes betreffende zorgvuldig bestuur, transparantie, openheid en communicatie, deskundigheid, verantwoording en intern toezicht, in de Pensioenwet vastgelegd. Het beleid van het fonds is gericht op een integere bedrijfsvoering. Dit houdt onder meer in: adequate administratieve organisatie, interne controle (AO/IC) en (financiële) risicobeheersing, analyse en beheersing van integriteitrisico’s en het voorkomen van belangenverstrengeling. Samenstelling van de directie en het bestuur In het afgelopen jaar zijn er een aantal wijzigingen geweest in de samenstelling van het bestuur van het pensioenfonds. Piet Westenberg en Jan Smit zijn op 1 maart 2010 respectievelijk op 1 december 2010 teruggetreden als bestuurslid namens de werkgever. Het bestuur wil beide heren hartelijk danken voor hun enorme inzet tijdens de turbulente periode waarin het fonds zich bevindt. De vrijgevallen posities binnen het bestuur zijn door de werkgever ingevuld door de benoeming van Koen Lustig per 1 november 2010 en Gert Parlevliet per 1 februari 2011. Beide heren zijn weliswaar geen deelnemer in ons fonds, maar wel werknemer in de onderneming. Door een statuten wijziging is het mogelijk gemaakt beide heren toe te laten treden tot het bestuur. De Nederlandsche Bank (DNB) heeft hun benoeming goedgekeurd. Per 1 maart 2010 is het pensioenbureau uitgebreid
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
met Ruud Bos ter ondersteuning van de directeur. De onderneming De onderneming Alcatel-Lucent Nederland heeft twee ondernemingspensioenfondsen, Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds (ALUPF) en Stichting Pensioenfonds Alcatel Nederland (SPAN). De onderneming heeft voor beide fondsen de uitvoeringsovereenkomst opgezegd. Het verantwoordingsorgaan Het bestuur van het fonds besteedt conform de Pensioenwet en de daarin opgenomen eisen voor goed pensioenfondsbestuur veel aandacht aan de opzet en inrichting van de organisatie, inclusief de interne beheersing. Reglementair is bepaald hoe het bestuur omgaat met zijn rol als bestuur en invulling geeft aan begrippen als goed bestuur, verantwoording en intern toezicht. Het verantwoordingsorgaan bestaat uit een vertegenwoordiging van actieven (2 personen), pensioengerechtigden (2 personen) en de werkgever (2 personen). De verantwoording die het bestuur aflegt aan het verantwoordingsorgaan is onderdeel van de jaarverslagcyclus. De opzet en inhoud van het jaarverslag zijn meer toegesneden op de verantwoordingswijze. In dit jaarverslag wordt separaat verslag gedaan van de bevindingen van het verantwoordingsorgaan ten aanzien van het gevoerde beleid. Tevens heeft het bestuur zijn reactie hierop in het jaarverslag vastgelegd. Deelnemersraad Het bestuur van het fonds besteedt, conform de principes van goed pensioenfondsbestuur, veel aandacht aan medezeggenschap. Bij belangrijke wijzigingen, zoals omschreven in de Pensioenwet en het reglement van de deelnemersraad, vraagt het bestuur advies aan de deelnemersraad. De deelnemersraad bestaat uit een vertegenwoordiging van actieven (2 personen)
en pensioengerechtigden (4 personen). Namens de pensioengerechtigden heeft een gewezen deelnemer zitting in de deelnemersraad. Deze is in 2009 gepensioneerd maar dient zijn termijn uit. Het bestuur heeft onder meer advies ingewonnen over het herstelplan, het beleggingsplan en de statutenwijzigingen. Intern toezicht Voor het intern toezicht is gekozen voor een visitatie commissie, die de beleids- en bestuursprocedures en -processen, de wijze waarop het fonds wordt aangestuurd, en de wijze waarop wordt omgegaan met de risico's op de langere termijn voor (de dekkingsgraad van) het pensioenfonds, beoordeelt. De visitatie commissie bestaat uit drie externen. Een samenvatting van het rapport met de bevindingen van de visitatiecommissie is opgenomen in het jaarverslag. Deskundigheid In het kader van het bevorderen van deskundigheid van de bestuurders van het pensioenfonds is er, vanwege wisselingen in het bestuur, een vernieuwde inventarisatie gedaan naar het kennisniveau van het bestuur. Het gehele bestuur heeft in 2010 zeven dagdelen een niveau 2 cursus gevolgd met betrekking tot alle relevante onderwerpen het pensioenfonds betreffend. Tevens zijn seminars bezocht en bijeenkomsten gehouden waarin experts over specifieke onderwerpen uitleg gaven. Het deskundigheidsplan wordt opgesteld voor zowel de bestuursleden als ook de leden van de organen (Verantwoordingsorgaan en Deelnemersraad) om hun kennis met betrekking tot pensioenen in het algemeen en betreffende het beleid van ons pensioenfonds in het bijzonder te kunnen verbreden en verdiepen. Voor het Verantwoordingsorgaan en de Deelnemers raad is in het verslagjaar een externe training verzorgd. Er heeft een zelfevaluatie plaats gevonden betreffende het functioneren van het bestuur. De conclusie is dat het bestuur voldoende
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
9
functioneert en voldoende kennis heeft om het pensioenfonds te besturen. Communicatie en tijdigheid blijven een punt van aandacht. Gedragscode De gedragscode voor pensioenbestuurders en betrokkenen (OPF modelcode) is door alle nieuwe bestuursleden en betrokkenen ondertekend. De al aangestelde bestuursleden en betrokkenen hebben over 2010 de nalevingsverklaring ondertekend. In het verslagjaar zijn twee transacties gemeld bij de Compliance Officer, die door de Compliance Officer zijn beoordeeld en goedgekeurd. Toezichthouder
10
Gedurende 2010 is er veelvuldig contact geweest met de toezichthouder DNB, met name betreffende de stand van zaken in het fonds. Het fonds heeft de evaluatie van het herstelplan aan DNB doen toekomen. Middels de maandelijkse rapportage wordt DNB op de hoogte gehouden van de situatie bij ons pensioenfonds. Tevens ontvangt DNB maandelijks het dekkingsgraad overzicht. Wijziging statuten, uitvoeringsovereenkomst en ABTN De gewijzigde statuten zijn notarieel verleden op 28 april 2011 en worden geacht in werking te zijn getreden op 1 januari 2011. De statuten zijn aangepast voor het toelaten van niet deelnemers (die wel werknemer zijn bij de onderneming) in het bestuur. Tevens is het reglement met betrekking tot de verkiezing van gepensioneerden in het bestuur aangepast. De uitvoeringsovereenkomst tussen het pensioenfonds en de onderneming is getekend op 25 september 2008 en wordt geacht in werking te zijn getreden op 1 januari 2008. De onderneming heeft per 31 december 2011 de uitvoeringsovereenkomst opgezegd. De Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN) is op 19 december 2008 voor het laatst getekend. De ABTN wordt in 2011 aangepast zodat deze weer in lijn is met de
wijzigingen in beleggingsbeleid.
het
strategische
Uitbesteding Het pensioenbureau heeft maandelijks overleg gevoerd met de uitvoeringsorganisatie over de dienstverlening in overeenstemming met de service-level-agreement. De beheersing van de uitbestede werkzaamheden bij Blue Sky Group B.V. worden door het bestuur mede beoordeeld aan de hand van de verkregen SAS70 Type II (betreffende risico beheersing) rapportage. Per kwartaal wordt uitgebreid gerapporteerd over de uitvoering. De beleggingen zijn ondergebracht bij verschillende mandaatmanagers per beleggings categorie. Maandelijks rapporteren deze aan de custodian de waarde van de beleggingen. Tevens wordt er maandelijks van de managers performance-rapportage ontvangen. Al deze gegevens worden verwerkt in een maandelijkse performance-rapportage, inclusief risico berekeningen, voor het gehele fonds. Gedurende het jaar is er veelvuldig contact met de managers over de stand van zaken. Jaarlijks ontvangt het fonds SAS 70 rapportage en/of accountants-rapportage van de mandaatmanagers betreffende de beleggingen. De custodian checkt tevens de waarde van de discrete portefeuilles en rapporteert eventuele verschillen. Communicatie met deelnemers en gepensioneerden In het afgelopen jaar is aan de communicatie met deelnemers en gepensioneerden inhoud gegeven door: • nieuwsbrieven in april, juni en augustus • maandelijks overzicht met de ontwikkeling van de dekkingsgraad op het web • vergadering voor deelnemers en gepensioneerden in juni • het verder uitbreiden van de eigen website, www.alcatel-lucentpensioenfonds.nl , met daarop alle nieuwsbrieven, jaarverslagen, informatie over pensioensparen, de reglementen, het herstelplan, statuten en
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
gegevens hoe in contact te komen met de helpdesk van het Alcatel-Lucent Pensioenfonds.
Kenmerken Pensioenregeling 2008
Pensioen
• Ouderdomspensioen De pensioenregeling is een uitkeringsovereenkomst, die kan worden gekenmerkt als een voorwaardelijk geïndexeerde, fiscaal maximale, middelloonregeling met een pensioenleeftijd van 65 jaar. Jaarlijks wordt een aanspraak op ouderdomspensioen opgebouwd van 2,25% van de in dat jaar geldende pensioengrondslag. Deze is gelijk aan 12 maandsalarissen verhoogd met 8% vakantietoeslag en verminderd met de franchise (2011: € 12.898 ; 2010: € 12.673). Deelname aan de regeling is verplicht vanaf het tijdstip van indiensttreding. • Nabestaandenpensioen De nabestaanden pensioenregeling bestaat uit een partnerpensioen op opbouwbasis van 70% van het ouderdomspensioen en een wezenpensioen op opbouwbasis van 14% van het ouderdomspensioen. • Arbeidsongeschiktheidspensioen De arbeidsongeschiktheidspensioenregeling bestaat uit een excedent pensioenregeling en een wga-hiaat pensioenregeling. Voor (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten is er een (gedeeltelijke) voortgaande pensioenopbouw.
Afkoop kleine pensioenen
Premiebeleid
Eind 2010 heeft er een actie plaatsgevonden waarbij deelnemers de mogelijkheid werd geboden in te gaan op het verzoek van het fonds om kleine pensioenen af te kopen. Hiervan hebben ongeveer 200 deelnemers gebruik gemaakt. De waarde van de afgekochte pensioenen zijn aan de deelnemers overgemaakt.
Voor 2010 en 2011 is de voorschotpremie vastgesteld op 30% van de pensioengrondslag. (2008 en 2009: 26%). In deze pensioenpremie zit, naast de actuariële premie voor de jaarlijkse financiering van de pensioenverplichtingen, een opslag voor de excassokosten, de Solvabiliteitsbuffer en de Algemene Reserve. In het actuariële verslag, verderop in dit jaarverslag, wordt bij de premietoets aangetoond, dat de premie kostendekkend is geweest in 2010. Van de pensioenpremie van 30% wordt 7,5% opgebracht door de actieven. Door grote schommelingen in de lange rente is de kostendekkende premie voor 2010 (hoge lange rente begin 2010) meer dan kostendekkend en voor 2011 (lagere lange rente) minder dan kostendekkend. In april 2011 is op basis van een toets de verwachting uitgesproken dat de
Uniform Pensioen Overzicht (UPO) In juni 2010 hebben de actieve deelnemers en arbeidsongeschikten in het Alcatel-Lucent Pensioenfonds het Uniform Pensioen Overzicht ontvangen met daarop de pensioensituatie per 1 januari 2010. Het Uniform Pensioen Overzicht is een gestandaardiseerd overzicht, ontwikkeld door de pensioenfondsen en verzekeraars, dat inzicht geeft in de huidige en toekomstige pensioensituatie. In mei 2010 hebben alle pensioengerechtigden een opgave van hun pensioenrecht, een opgave van de opgebouwde aanspraken op nabestaandenpensioen en informatie over toeslagverlening ontvangen. In december 2010 hebben alle gewezen deelnemers (slapers) een opgave van hun opgebouwde pensioenaanspraken ontvangen. De gewezen deelnemers ontvangen elke 5 jaar een Uniform Pensioen Overzicht.
Pensioenregelingen Op dit moment heeft het pensioenfonds drie pensioenreglementen. “Reglement 1993”, “Reglement 2003” en “Reglement 2008”. “Reglement 2006” is opgegaan in “Reglement 2008”, waarbij de pensioenrechten 1 op 1 zijn overgegaan.
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
11
premie over 2010 en 2011 gecombineerd kostendekkend zal zijn. Zie ook de toelichting bij post 14. Naast de premie is 1% (het maximum) van de salarissom in rekening gebracht bij de onderneming ter dekking van de uitvoeringskosten. Toeslagverlening Indexering (pensioengerechtigden en gewezen deelnemers) Jaarlijks wordt door het bestuur vastgesteld of de middelen van het pensioenfonds toereikend zijn om de premievrije pensioenrechten (gewezen deelnemers) en de ingegane pensioenen te indexeren met het percentage van de prijsstijging. Daarvoor hanteert het bestuur de prijsindex voor alle huishoudens zoals gepubliceerd door het CBS over het voorafgaande jaar (het jaargemiddelde over de periode van een jaar van januari tot en met december). Over de betrokken periode is de Consumenten Prijs Index gestegen met 1,3%. Ultimo 2010 waren de middelen niet toereikend om te indexeren, daar het fonds in een situatie van onderdekking verkeert. Conform de ABTN wordt er niet geïndexeerd als het fonds een dekkingsgraad heeft onder de 105%. Het bestuur heeft besloten om niet af te wijken van het beschreven beleid en geen indexatie toe te kennen aan de pensioengerechtigden en gewezen deelnemers per 1 april 2011. Zie ook het hoofdstuk herstelplan in het bestuursverslag. •
12
• Aanpassing (actieven) Jaarlijks wordt door het bestuur vastgesteld of de middelen van het pensioenfonds toereikend zijn om de opgebouwde pensioenrechten van de actieve deelnemers aan te passen conform de ontwikkeling van de loonindex zoals gepubliceerd door het CBS voor de sector “metaal- en elektrotechnische industrie” over het voorafgaande jaar (het jaargemiddelde over de periode van een jaar van januari tot en met december). Over de betrokken periode is deze loonindex gestegen met 0,6%. Ultimo 2010 waren de middelen niet toereikend om te indexeren, daar het fonds in een situatie van onderdekking verkeert.
Conform de ABTN wordt er niet geïndexeerd (aangepast) als het fonds een dekkingsgraad heeft onder de 105%. Het bestuur heeft besloten om niet af te wijken van het beschreven beleid en geen indexatie (aanpassing) toe te kennen aan de actieven per 1 april 2011. Zie ook het hoofdstuk herstelplan in het bestuursverslag. Aanpassing uit de garantie afspraak van de onderneming (actieven) Gezien de geldende CAO-afspraken, betreffende de indexatiegarantie, en het pensioenreglement dienen de opgebouwde aanspraken van de actieven in 2010 te worden verhoogd met 1,0%. De 1,0% is de minimumgarantie die is afgesproken. Aangezien het pensioenfonds niet voldoende middelen heeft, komt deze aanpassing uit de garantieregeling. Het verschil tussen 1,0% en 0,0% aanpassing is meegenomen in de premieverrekening naar de onderneming. •
• Voorwaardelijkheid De aanpassing (boven de indexatie-garantie voor actieven) en indexering hebben een voorwaardelijk karakter. Dit betekent dat geen recht op aanpassing cq indexering bestaat en dat het niet zeker is of en in hoeverre in de toekomst aanpassing cq indexering kan plaatsvinden. Een eventuele achterstand in de aanpassing cq indexering kan in principe worden ingehaald (reparatie- en inhaaltoeslag), maar ook deze toeslag is voorwaardelijk, dat wil zeggen dat daarop geen recht bestaat. Het pensioenfonds streeft ernaar de pensioenrechten en pensioenen jaarlijks aan te passen cq te indexeren met de in het reglement genoemde maatstaven. Er is geen geld gereserveerd voor toekomstige indexaties. Zolang het pensioenfonds zich bevindt in een situatie van onderdekking wordt er, conform de ABTN, niet geïndexeerd. Tienjaars overzicht toeslagverlening Onderstaand het tienjaars overzicht met betrekking tot de indexatie, aanpassing en datgene wat in het verleden gekort of gerepareerd is op de indexatie en aanpassing.
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
De reparatie wordt gescheiden genoemd daar het beleid er op is gericht deze reparatietoezegging toe te kennen op het moment dat er geen tekort algemene reserve meer is. De tabel geeft aan dat er reparatie- en inhaaltoeslagen te verwachten zijn in de toekomst, als er voldoende financiële ruimte beschikbaar komt binnen het pensioenfonds. gegevens
Inactieven
jaarverslag
Indexatie
2000
Inactieven CPI
reparatie
Op dit moment is er door de onderdekking op korte termijn geen zicht op reparatie- en inhaaltoeslagen. Totdat deze reparatie- en inhaaltoeslagen zijn ingelopen zal er een kostendekkende premie moeten worden betaald door de onderneming en de actieve deelnemers.
Levens inhaal
ver-
Actieven aanpassing
Actieven CLI
reparatie
inhaal
2,20%
1,70%
2001
0,00%
3,45%
0,00%
1,11%
0,00%
3,90%
2002
2,90%
2,90%
0,00%
0,70%
0,00%
3,20%
2003
0,84%
2,10%
-1,26%
0,00%
0,00%
2,70% *
1,75%
2004
1,20%
1,20%
0,00%
0,00%
2,50%
1,80%
**
0,70%
2005
1,30%
1,70%
-0,40%
0,00%
2,20%
1,00%
**
2006 2007 2008 2009 2010
2,55% 1,10% 0,00% 0,00% 0,00%
1,10% 1,60% 2,50% 1,20% 1,30%
1,45%
0,00% -0,50% -2,50% -1,20% -1,30%
2,73% 3,63% 0,00% 4,00% 2,18%
2,95% 1,00% 2,00% 1,92% 1,00%
1,50% 1,00% 4,20% 3,90% 0,60%
2001-2010
9,89%
19,05%
-2,00%
-7,16%
14,35%
15,32%
23,80%
wachting
herstelplan
-3,45%
1,75%
ontvriezing
Legenda: %
toegekende toeslag
%
referentie voor de toeslag
%
-3,90% -3,50%
0,30% -2,70%
1,20% 1,45%
*** **** **** **** -2,05%
0,00% 0,00% -2,20% -1,98% 0,40% -6,43%
reparatie
*
De ontvriezingspremie kent een leeftijdsstaffel van 0,75%, 1,75% en 2,75%. Deze is apart gefactureerd aan en betaald door de onderneming. ** Het meerdere boven 1,50% is apart gefactureerd aan en betaald door de onderneming. *** Het meerdere boven 0,70% (door het pensioenfonds toegekende aanpassing) is apart gefactureerd aan en betaald door de onderneming. **** Het meerdere boven 0,00% (door het pensioenfonds toegekende aanpassing) is apart gefactureerd aan en betaald door de onderneming. Levensverwachting De levensverwachting is de laatste twee decennia sterk toegenomen en deze trend zet zich volgens het Actuarieel Genootschap voorlopig door, omdat mensen gezonder leven en profiteren van de medische vooruitgang. De inschatting van de levensverwachting staat centraal in de berekening van de pensioenverplichtingen. Want hoe langer men leeft, hoe langer het pensioenfonds pensioen moet uitbetalen. Dat houdt in dat als de gemiddelde deelnemer steeds ouder wordt, het
pensioenfonds meer geld moet hebben om aan zijn verplichtingen te kunnen voldoen. Door deze verbeterde levensverwachting is de waarde van de verplichtingen van het pensioenfonds over de afgelopen 10 jaar met 14% toegenomen. De deelnemer ontvangt geen hoger pensioen door dit effect, maar op termijn gemiddeld wel 14% langer pensioen. Door de samenstelling van de populatie in ons pensioenfonds is de verwachting dat
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
13
deelnemers in ons fonds langer leven dan gemiddeld. Hiervoor is net als in het verleden een correctiefactor op de sterftekansen van de Nederlandse bevolking bepaald. De berekenings systematiek gaat uit van een voor mannen en vrouwen verschillend correctiefactor tot 65 jaar, waarbij er van
uitgegaan wordt dat de levensverwachting gemiddeld 2 jaar langer is dan die van de gemiddelde Nederlandse man cq vrouw op 65 jarige leeftijd. De berekende correctiefactoren zijn 57,88% voor mannen en 51,31% voor vrouwen tot leeftijd 65, daarna lineair oplopend tot 100% op leeftijd 100.
14
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
Actuarieel verslag De financiële opzet van het Fonds is gebaseerd op verschillende veronderstellingen. De belangrijkste zijn: intrest, sterfte, inflatie, kosten, etc. In het algemeen zullen de werkelijke ontwikkelingen afwijken van de veronderstellingen. In dit actuarieel verslag worden de in het boekjaar opgetreden afwijkingen tussen veronderstelling en werkelijkheid nader geanalyseerd. Deze Verzekeringstechnische analyse (Alle bedragen in miljoenen euro’s) Omschrijving
verschillen worden ook wel de technische winst- en verliesbronnen genoemd. Het mutatieoverzicht pensioenvermogen over het boekjaar 2010 toont een negatief resultaat van € 15,7M. Het resultaat in 2009 bedroeg € 35,7M positief. Dit resultaat kan als volgt worden gesplitst naar technische winst- en verliesbronnen.
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Beleggingsrendementen/marktrente Voorwaardelijke toeslagverlening Premies Kosten Kanssystemen en overige technische grondslagen Actuariële grondslagen Overige oorzaken Saldo
2010
●●●●●●●●●●●●●
-9,7 -0,2 3,9 -0,4 0,5 -10,1 0,3 -15,7
2009
●●●●●●●●●●●●●
50,6 -0,2 5,1 -0,2 0,0 -20,4 0,8 35,7
15 Toelichting op het resultaat Resultaat op beleggingsrendementen / marktrente De door een pensioenfonds na te komen verplichtingen liggen gemiddeld genomen ver in de toekomst. Voor de dekking van die verplichtingen worden nu premies betaald. Uit de premies wordt een voorziening gevormd zodat te zijner tijd te verrichten uitkeringen daaruit kunnen worden voldaan. Die voorziening noemen wij de Voorziening Pensioenverplichtingen (verder VPV). De VPV is de contante waarde nú van de toekomstige uitkeringen. Daarbij wordt rekening gehouden met de toekomstige uitkeringen voor zover zij zijn opgebouwd over de achterliggende jaren. De verplichtingen worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Voor boekjaar 2010 zijn de in de toekomst te verrichten uitkeringen contant gemaakt met behulp van de per ultimo 2010 geldende rentetermijnstructuur. Deze kwam eind 2010
ongeveer overeen met een vaste rekenrente van 3,5% (2009: 3,9%). De gewogen gemiddelde duur van de voorziening totdat deze tot uitkering komt bedraagt eind 2010 17,2 jaar. Eind 2009 was deze gelijk aan 16,8 jaar. Het resultaat op beleggingen is gelijk aan de behaalde beleggingsopbrengsten verminderd met de technisch benodigde intrest. De beleggingsopbrengsten worden verminderd met de kosten voor het vermogensbeheer. De technisch benodigde intrest wordt vastgesteld door gebruik te maken van de 1-jaars rente volgend uit de rentetermijnstructuur die gold bij aanvang van het verslagjaar. De 1-jaars rente bedroeg begin 2010 1,303% (2009: 2,544%). Daarnaast wordt in dit resultaat ook de mutatie van de technische voorzieningen meegenomen die volgt uit het toepassen van de nieuwe rentetermijnstructuur per ultimo verslagjaar in plaats van de rentetermijnstructuur zoals die gold bij aanvang van het verslagjaar.
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
Over het boekjaar 2010 is het resultaat op beleggingsrendementen /marktrente negatief en
bedraagt - € 9,7M. In 2009 bedroeg het resultaat € 50,6M positief.
Uitsplitsing resultaat op beleggingsrendementen/marktrente (Alle bedragen in miljoenen euro’s) Omschrijving ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Directe beleggingsopbrengsten Indirecte beleggingsopbrengsten Kosten vermogensbeheer Beleggingsopbrengsten Toevoeging interest Voorziening Mutatie VPV, Wijziging Rentetermijnstructuur Resultaat
16
Resultaat op voorwaardelijke toeslagverlening In april 2011 (verwerkt in boekjaar 2010) wordt een aanpassing verleend van 1,0% voor de actieve deelnemers (die volledig voortvloeit uit de in de CAO vastgelegde garantie-regeling van de onderneming), inactieve deelnemers zijn geïndexeerd met 0%. In de premie voor actieven was een koopsom opgenomen voor bovengenoemde garantie-indexatie van € 1,0M (2009: € 1,5M). Daarnaast volgt het overbruggingspensioen de AOW-ontwikkeling. In boekjaar 2010 leidde dit tot een aanpassing van deze overbruggingspensioenen met 2%. Tevens is er een klein verlies als gevolg van een
19,0 30,2 -0,5
2010
●●●●●
48,7 -6,8 -51,6 -9,7
●●●●●
17,3 24,9 -0,5
2009
●●●●●
41,7 -13,3 22,2 50,6
verschil tussen de in boekjaar 2009 ingeschatte indexatiekosten en de werkelijk opgetreden indexatiekosten in april 2010. In boekjaar 2010 is er per saldo een verlies van € 0,2M als gevolg van de benodigde vermeerdering van de Voorziening Pensioenverplichtingen. In april 2010 (verwerkt in boekjaar 2009) is een indexatie verleend van 1,92% voor de actieve deelnemers (die volledig voortvloeit uit de in de CAO vastgelegde garantie-regeling van de onderneming), inactieve deelnemers zijn geïndexeerd met 0%. Per saldo werd er in het boekjaar 2009 een verlies geleden van € 0,2M.
Uitsplitsing resultaat op voorwaardelijke toeslagverlening (Alle bedragen in miljoenen euro’s) Omschrijving ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Indexatie gewezen deelnemers en gepensioneerden Aanpassing actieven Garantie aanpassing actieven Koopsom garantie aanpassing Resultaat Resultaat op premies In de Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (verder: ABTN) is vastgelegd hoe de premies worden berekend. Het resultaat op premies is het verschil tussen aan de ene kant de pensioenpremie zoals deze van werkgever en werknemers in het boekjaar worden ontvangen en aan de andere kant het voor de tijdsevenredige opbouw van de pensioen-
●●●●●
●●●●●
-0,2 0,0 -1,0 1,0
2010
●●●●●
-0,2
●●●●●
-0,2 0,0 -1,5 1,5
2009
●●●●●
-0,2
aanspraken benodigde bedrag. De premies bevatten naast een opslag voor excassokosten tevens opslagen voor solvabiliteit, algemene reserve en uitvoeringskosten. De opslag voor de algemene reserve wordt gezien als bijdrage om onder andere de indexatieambitie op termijn te verwezenlijken. De opslag voor uitvoeringskosten (maximaal 1% van de salarissom) wordt als bate gebruikt voor het
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
resultaat op kosten. De post inkoop aanpassing actieven betreft de in de CAO vastgelegde garantie regeling van de onderneming.
Daarnaast is er in 2010 een herstelopslag van € 3,0M (2009: € 3,5M) opgenomen in de premie als gevolg van het herstelplan.
Uitsplitsing resultaat op premies (Alle bedragen in miljoenen euro’s) Omschrijving
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Bijdragen (premies incl. inkopen) Inkoop reguliere pensioenopbouw Inkoop FVP, AOW, Sparen Premies herverzekering Inkoop aanpassing actieven april Opslag voor directe kosten Resultaat Als volgt te verklaren: Opslag voor Reserve Solvabiliteit Opslag voor Algemene Reserve Herstelpremie Overig
●●●●●
-5,0 -0,1 -1,1 -1,0 -0,4 0,4 0,2 3,0 0,3
Resultaat op kosten Resultaat op kosten wordt veroorzaakt door een verschil tussen de vrijval excassokosten uit de VPV, de bijdrage van de onderneming in de Uitsplitsing resultaat op kosten (Alle bedragen in miljoenen euro’s) Omschrijving
Resultaat op kanssystemen Een belangrijk onderdeel van het resultaat op kanssystemen is het sterfteresultaat. Aan de berekening van de VPV liggen prognosetafels ten grondslag. Verschillen tussen het op basis van de prognosetafels verwachte en werkelijke sterftecijfer beïnvloeden het verloop van de VPV en daarmee het resultaat van het Fonds. Bij pensioenen met een risico van langleven (ouderdomspensioen en ingegaan nabestaandenpensioen) wordt een zekere vrijval uit de VPV verwacht in verband met overlijden. Deze vrijval wordt de langleven-risicopremie genoemd. Als in werkelijkheid niemand
11,5
3,9
3,9
●●●●●
-5,6 -0,3 -1,0 -1,5 -0,4 0,7 0,9 3,5 0,0
2009
●●●●●
13,9
5,1
5,1
kosten en de werkelijke uitvoeringskosten. Per saldo is over het boekjaar 2010 het resultaat op kosten € 0,4M negatief. (2009: € 0,2M negatief)
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
In premie begrepen opslag voor kosten Vrijval voor kosten uit voorziening Kosten eigen beheer Resultaat
2010
●●●●●
●●●●●
0,4 0,3 -1,1
2010
●●●●●
-0,4
●●●●●
0,4 0,3 -0,9
2009
●●●●●
-0,2
overlijdt, treedt deze risicopremie als verlies op. Bij pensioenen met een risico van kortleven (latent nabestaandenpensioen) wordt enerzijds verwacht dat een bedrag vrijvalt door overlijden, maar anderzijds dat door ingang van nabestaandenpensioen een bedrag aan de VPV moet worden toegevoegd. Het saldo hiervan wordt de kortleven-risicopremie genoemd. Als gevolg van flexibele keuzemogelijkheden binnen de pensioenregeling en bijzondere reglementsbepalingen en de daarbij toegepaste reserveringsmethoden kunnen winsten of
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
17
verliezen ontstaan. Daarbij moet onder andere gedacht worden aan resultaten die ontstaan als gevolg van de burgerlijke staat bij pensionering, verschuiving van de pensioeningangs-
datum, wijziging van de verhouding tussen ouderdoms- en nabestaandenpensioen en egalisatie van de pensioeninkomsten voor en na 65 jaar.
Uitsplitsing resultaat op kanssystemen (Alle bedragen in miljoenen euro’s) Omschrijving
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Risico van langleven Risico van kortleven Sterfterisico Overige technische grondslagen Resultaat
18
Resultaat op actuariële grondslagen In boekjaar 2010 heeft het pensioenfonds de nieuwe AG-prognosetafels 2010-2060 met leeftijds- en sekseafhankelijkefactoren op de sterftekansen ingevoerd. De hierin verwerkte levensverwachting is verder verbeterd. Doordat deelnemers langer leven is in 2010 een negatief resultaat geboekt van € 10,1M (bovenop de voorziening die al in 2009 was geboekt). In boekjaar 2009 is, op basis van
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Voorziening Omrekening naar prognosetafels Resultaat
Uitsplitsing resultaat op overige oorzaken (Alle bedragen in miljoenen euro’s) Omschrijving
0,0 0,5 0,5
●●●●●
-1,6 1,5
2009
●●●●●
-0,1 0,1 0,0
2010
●●●●●●●●●●●●●
-10,1 -10,1
2009
●●●●●●●●●●●●●
-20,4 -20,4
Over het algemeen is de overdrachtssom bij een waardeoverdracht niet gelijk aan de bijbehorende mutatie in de VPV. De wettelijk voorgeschreven methoden wijken af van de reserveringsmethoden zoals die bij het pensioenfonds worden gehanteerd. Het resultaat op individuele waardeoverdrachten bedroeg in 2010 € 0,2M tegen € 0,6M in 2009.
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Resultaat op uitkeringen Resultaat op individuele waardeoverdrachten Resultaat
-0,9 0,9
2010
●●●●●
door het CBS gepubliceerd nieuwe tabellen, een inschatting gemaakt van het effect van de verbeterde levensverwachting op de VPV. In afwachting van de meest recente overlevingstafels, zijnde de AG prognose tafels, is de voorziening pensioenverplichtingen verhoogd met 4%. Hierdoor is in 2009 een negatief resultaat geboekt van € 20,4M.
Uitsplitsing resultaat op actuariële grondslagen (Alle bedragen in miljoenen euro’s) Omschrijving
Resultaat op overige oorzaken Over het algemeen is de vrijval uit de voorzieningen ten behoeve van de uit te betalen uitkeringen niet gelijk aan de werkelijk uitgekeerde bedragen. Kleine verschillen kunnen ontstaan door allerhande oorzaken. In 2010 werd een positief resultaat geboekt van € 0,1M en in 2009 van € 0,2M.
●●●●●
2010
●●●●●●●●●●●●●
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
0,1 0,2 0,3
2009
●●●●●●●●●●●●●
0,2 0,6 0,8
Dekkingsgraad en Buffers De Voorziening Pensioenverplichting (VPV) bedroeg aan het einde van het verslagjaar € 582,3M (2009: € 529,6M) op basis van de ultimo 2010 geldende rentetermijn-structuur. Het aanwezige pensioenvermogen bedroeg op dat moment € 577,4M (2009: € 540,4M). Dit komt overeen met 99,2% (2009: 102,0%) van de VPV. Het aanwezige Vermogen is € 4,9M lager dan de VPV en € 66,3M (2009: € 39,4M) lager dan het Vereist Vermogen (Solvabiliteitsbuffer). Dit betekent dat het fonds in een situatie van onderdekking zit en het kortetermijnherstelplan dat is ingediend bij DNB nog geldig is. In de ABTN is een omschrijving opgenomen voor de Solvabiliteitsbuffer. Deze is gebaseerd op de 6 S-en formule als voorgeschreven voor het Vereist Eigen Vermogen onder het Financieel Toetsings Kader (FTK). Eind 2010 wordt rekening gehouden met Renterisico (S1 ad € 33,0M), Aandelen en Vastgoedrisico (S2 ad € 31,8M), Valutarisico (S3 ad € 12,4M), Commodityrisico (S4 ad € 0,0M), Kredietrisico (S5 ad € 0,0M) en Verzekeringstechnisch risico (S6 ad € 21,5M). Door diversificatie wordt het risico verminderd met € 37,3M. De benodigde solvabiliteitsbuffer bedraagt eind
2010 € 61,4M (2009: € 50,2M). Het Tekort Vereist Eigen Vermogen in 2010 bedraagt derhalve € 66,3M (2009: € 39,4M). Het fonds kent een voorwaardelijke indexatie (een streven naar volledige indexatie) en streeft ernaar een algemene reserve te hebben, die onder andere bijdraagt aan de mogelijke verwezenlijking van het indexatie streven. Dit is met uitzondering van de indexatiegarantie voor actieven. Met betrekking tot voorwaardelijke indexatie moet rekening worden gehouden met de huidige populatie alsook de toekomstige populatie, zodanig dat een bestendig patroon van toeslagen mogelijk is. In het licht van de huidige dekkingsgraad is het niet waarschijnlijk dat volledige indexatie op korte termijn een haalbare zaak is. De Benodigde Algemene Reserve voor 2010 is € 77,6M (2009: € 20,0M). Deze benodigde reserve is gebaseerd op de helft van het gemiddelde voorspelde prijsindexcijfer van DNB van 1,55% voor de komende 2 jaren (2011 en 2012) maal de Voorziening Pensioenverplichting en de duration ultimo 2010 ad 17,2 jaar (2009: 0,45% en 16,8 jaar). Ultimo 2010 is er dus een Tekort Algemene Reserve van € 143,9M [€ 66,3M + € 77,6M] (2009: € 59,4M [€ 39,4M + € 20,0M]).
Technische voorzieningen/Pensioenvermogen (Alle bedragen in miljoenen euro’s) Omschrijving
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Voorziening pensioenverplichtingen Pensioenvermogen Dekkingsgraad (in procenten) Onderdekking (dekkingsgraad 100%) Aanwezige Algemene Reserve Reserve Solvabiliteit Vereist Eigen Vermogen (100% + Res. Solvabiliteit) Tekort Vereist Eigen Vermogen Benodigde Algemene Reserve Tekort Algemene Reserve
2010
2009
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
61,4 643,7 -66,3 77,6 143,9
10,8 50,2 579,8 -39,4 20,0 -59,4
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
582,3 577.4 99,2% -4,9
529,6 540,4 102,0%
19
Financiële positie
20
Het positieve rendement op de beleggingen en de fors hogere voorziening pensioenverplichtingen door de lagere rente en de verbeterde levensverwachting leidden per saldo tot een dekkingsgraad die lager is dan aan het begin van het jaar 2010. De aanwezige dekkingsgraad is gedaald van 102,0% naar 99,2%. In 2009 was de dekkingsgraad gestegen van 95,3% naar 102,0%. De benodigde dekkingsgraad, gebaseerd op het benodigd zijn van de solvabiliteitsbuffer en de benodigde algemene reserve, is weer toegenomen van 113,3% naar 123,9%. In 2009 daalde deze van 128,3% naar 113,3%. Deze stijging wordt veroorzaakt door enerzijds het beleggingsbeleid dat een gering hoger risico met zich brengt t.o.v. 2009 (benodigde reserve solvabiliteit + 1,0%pt) en anderzijds een fors hogere inflatie verwachting (benodigde algemene reserve + 9,6%pt). De combinatie van een positief beleggingsresultaat (9,1%), waardoor de bezittingen toenamen, en een gedaalde lange marktrente (van 3,9% naar 3,5%) waardoor de pensioen-verplichtingen toenamen zouden een ongeveer gelijke dekkingsgraad hebben opgeleverd. De verbeterde levensverwachting heeft er echter voor gezorgd dat de dekkingsgraad weer is gedaald tot net onder de 100%. De verbeterde levensverwachting had een negatief effect van 2,3% (2009: 4,0%) op de dekkingsgraad. Door de lagere marktrente zijn weliswaar de obligaties meer waard geworden, echter de voorziening voor pensioenverplichtingen is nog harder in waarde toegenomen. De ontwikkeling van de dekkingsgraad en de factoren welke hebben bijgedragen aan de verbetering van de financiële positie (in %-punten dekkingsgraad) is opgenomen in het jaarverslag onder het kopje herstelplan. De uitstroom in cashflow van het fonds is ongeveer gelijk gebleven. De binnenkomende geldstroom uit hoofde van premiebetaling, voor de nominale pensioeninkoop, door werknemers en werkgever is circa € 14M (2009: € 12M) lager dan de uitgaande
geldstroom aan pensioenbetalingen. Door dit effect zal er geld moet worden onttrokken aan de beleggingsportefeuille.
Beleggingen Het doel van het beleggingsbeleid is de aan het fonds toevertrouwde middelen zodanig te beheren dat bij een solide beleggingsbeheer een zo optimaal mogelijk resultaat wordt behaald. Uiteindelijk doel is te voldoen aan de verplichtingen van het fonds op korte en lange termijn. Belangrijke randvoorwaarde hierbij is dat het risico van onderdekking (het ontstaan van een dekkingstekort) wordt beperkt. Centraal binnen het beleggingsbeleid staat het voorzichtigheidsbeginsel inhoudende dat het beleggingsbeleid rekening houdt met de verplichtingenstructuur van het fonds. Maatschappelijk Verantwoord Beleggen (MVB) Het bestuur heeft een voorkeur om te beleggen in bedrijven die maatschappelijk verantwoord ondernemen of die hier naar toe groeien. De rendementskwestie blijft echter voor het fonds belangrijk. Het bestuur ziet het als zijn primaire verantwoordelijkheid om nu en in de toekomst aan de verplichtingen richting de pensioengerechtigden te kunnen voldoen. Binnen dit kader zal het bestuur het beleggingsbeleid zoveel mogelijk laten afhangen van maatschappelijk aanvaarde normen en waarden en de richtlijnen van de wetgever. Het bestuur zal geen actief stembeleid voeren en zal geen engagement (betrokkenheids) beleid voeren met bedrijven waarin de asset managers beleggen. Om de ontwikkelingen betreffende MVB goed te kunnen volgen en stimuleren is ons fonds aangesloten bij Eumedion. Tevens ondersteunt het fonds de gekozen beleidsvisie van Eumedion. Eumedion behartigt de belangen van de aangesloten institutionele beleggers en stelt zich ten doel de naleving van Corporate Governance verder te bevorderen. Het Alcatel-Lucent Pensioenfonds belegt wereldwijd in aandelen via een enhanced indexing mandate. Het bestuur is er zich van bewust dat daardoor de mandaat manager
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
mogelijk investeert in bedrijven die voor wat betreft hun activiteiten minder goed passen in een MVB portefeuille, daar deze in de index zijn opgenomen. Het pensioenfonds belegt niet in hedgefunds. In 2010 is, evenals in 2009, MVB enigszins onderbelicht gebleven doordat door de kredietcrisis alle aandacht opeiste. Bij de nieuwe assetallocatie voor aandelen, begin 2011, is er wel voor gezorgd dat de beleggingen in ongewenste bedrijven zijn uitgesloten. Algemene ontwikkelingen betreffende beleggingen De rendementen die een pensioenfonds kan behalen op zijn beleggingen, wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkelingen op de financiële markten en de economieën. De eerste maanden van 2010 werd de stijgende lijn van eind 2009 voortgezet. De markten hadden de vrees voor een eventuele herhaling van de Grote Depressie van de jaren ’30 achter zich gelaten leek het. Het vertrouwen kwam langzaam terug tot in het tweede kwartaal bleek dat de groei in Amerika aan het afvlakken was. Het herstel werd met name gedragen door de stimuleringsmaatregelen van de overheid. De vrees voor een Double Dip scenario deed weer zijn intrede. Bijna tegelijkertijd ontstond er in Europa een schuldencrisis. Het Griekse begrotingstekort bleek inmens. De EU moest ingrijpen nadat ook Spanje, Portugal en Ierland in de problemen kwamen. Er werd besloten een Europees financieel noodfonds op te zetten en dit gaf rust op de financiele markten. De Amerikaanse overheid zette voor de tweede keer de geldpers aan om de economie een duw in de rug tegeven. In Europa bleef de groei enigszins achter bij Azie en Amerika, maar die
groei is niet evenwichtig verdeeld. De ZuidEuropese landen doen het aanzienlijk minder goed dan met name Duitsland en in mindere mate Frankrijk en Nederland. Al met al was 2010 een goed jaar voor de aandelenmarkten, zodat het jaar met flinke koerswinsten kon worden afgesloten. Met name de aandelen in de Emerging Markets deden het (weer) erg goed en de verliezen van 2008 zijn weer goedgemaakt. De lange rente op de kapitaalmarkten bleef de eerste maanden van 2010 steeds verder dalen, met een dieptepunt in augustus. Door de eerder genoemde maatregelen van de EU en de angst voor een stijgende inflatie werd de rentedaling gestopt en steeg daarna gestaag. De stijging van de lange rente heeft de laatste vier maanden van het jaar de daling van de eerste acht maanden bijna teniet gedaan. Maar per land verschillen de rente niveaus enorm. De rente in de Zuid-Europese landen blijft op een enorm hoog niveau door de grote schuldenlast die deze landen hebben en het moeilijk terug te dringen overheidstekort. De prijzen van grondstoffen gingen in 2010 verder omhoog. De olie is flink in waarde gestegen. De onrust in de olie-producerende landen zijn daar deels debet aan, evenals de stijgende vraag naar energie. Ook goud wordt in deze onrustige tijden nog steeds gezien als een waardevolle belegging. Op de valutamarkten heeft de Amerikaanse dollar weer wat van zijn waarde teruggewonnen, maar de valutakoersen blijven vrij volatiel door de onzekere economische situatie in de verschillende regio’s. De ontwikkeling van de benchmarks die het fonds hanteert voor zijn beleggingen in de diverse beleggingscategorieën in de afgelopen jaren was de volgende:
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
21
Datum Δ in %
MSCI World index
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●
31-12-2004 31-12-2005 31-12-2006 31-12-2007 31-12-2008 31-12-2009 31-12-2010
MSCI EM Euro-big index Govies
6,5 26,2 7,4 -1,7 -37,7 25,9 19,5
De vermelde percentages betreffen de rendementen in een jaar in € (zonder correctie voor valuta-afdekking). • MSCI World index is een benchmark voor wereldwijde aandelen • MSCI EM Index is een benchmark voor aandelen in de opkomende markten
• •
●●●●●●●● ●●●●●●●●●●
16,5 54,4 18,2 25,7 -50,9 72,9 27,1
7,6 5,5 -0,4 1,8 9,3 4,3 1,0
EPRA UK20 custom
●●●●●●●●
40,5 28,1 47,1 -25,7 -43,7 36,1 18,0
Eurobig Govies is een benchmark voor euro-staats-obligaties EPRA UK20 custom is een benchmark voor Direct Europees onroerend goed
22
De ontwikkeling van de dollar (in onze portefeuille afgedekt en heeft derhalve weinig effect) en de rente, die het fonds nauwlettend volgt vanwege de grote invloed op de financiële positie van het fonds, was in de afgelopen jaren de volgende: Datum €/$ Δ in % %rente Δ in % RTS Δ in % € staats FTK 15 jaar ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
31-12-2004 31-12-2005 31-12-2006 31-12-2007 31-12-2008 31-12-2009 31-12-2010
●●●●●
1,35 1,18 1,31 1,46 1,39 1,43 1,34
●●●●●
8,3 -12,9 11,4 10,8 -4,9 3,2 -6,5
●●●●●
3,63 3,35 3,81 4,34 3,65 3,44 3,16
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
●●●●●
-16,2 -7,7 13,7 13,9 -15,9 -5,8 -8,1
●●●●●
4,18 3,68 4,30 4,90 4,00 4,12 3,78
●●●●●
-14,7 -12,0 16,8 14,0 -18,4 3,0 -8,3
Beleggingsresultaten en beleggingsbeleid De ontwikkeling van de financiële markten heeft in 2010 geleid tot een positief fondsrendement van 9,1% (2009: 8,4%). Dit wordt grotendeels verklaard door de goede resultaten van aandelen, van rond de 20% tot 30%, en onroerend goed van rond de 14%. Ook
de obligatieportefeuille liet een positief resultaat zien van circa 3%. De interne benchmark van de normportefeuille voor beleggingen voor het fonds was over 2010 9,2% (2009 8,4%). Er is een geringe afwijking ten opzichte van de interne benchmark door de overgang medio 2010 van niet AAA obligaties naar AAA obligaties, waarbij de benchmark niet is aangepast.
De volgende rendementen per manager zijn behaald: (In procenten) Categorie (Manager) 2010 2010 In % Bench mark
2009 Bench mark
2009 Gehedged
Aandelen Wereld (Blackrock) 21,1 19,5 16,7 28,9 25,9 EME (Batterymarch) * 28,6 27,1 28,6 75,5 72,9 EME (Lazard) * 32,3 27,1 32,3 73,0 72,9 Onroerend goed (Blackrock) 14,4 18,0 14,4 40,0 36,1 Onroerend goed (Altera) ** 4,3 2,7 4,3 Obligaties Euro(Aegon) 1,5 1,9 1,5 3,6 4,3 Oblies Euro long (Aegon) 8,7 15,9 8,7 -1,3 -5,7 Oblies Euro AAA (Aegon) *** 4,2 1,0 4,2 2,0 2,9 EMD (Ashmore)**** 3,2 0,6 Cash (Banken) 1,8 0,0 1,8 1,6 0,0 LDO (Aegon) ***** 3,7 3,7 3,7 -0,2 -0,2 Valuta (Deutsche Bank) ***** -0,3 -0,4 0,0 -1,0 -1,0 Totaal incl. derivaten 9,1 9,2 9,1 8,4 8,4 * EME: Emerging Market Equity (aandelen) mandaten. ** Onroerend goed: Direct OG Winkels mandaat vanaf juni 2010. ** Oblies Euro AAA: AAA Euro-staatsobligaties mandaat vanaf juli 2009. **** EMD: Emerging Market Debt (Obligaties) mandaat Ashmore tot maart 2009. ***** LDO: Long Duration Overlay en Valuta-afdekking betreffen derivaten. De rendementen zijn berekend ten opzichte van de totale portefeuille.
26,2 75,5 73,0 40,0
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●
●●●●●
2010 Gehedged ●●●●●
2009 In % ●●●●●
●●●●●
●●●●●
3,6 -1,3 2,0 -5,1 1,6 -0,2 0,0 8,4
De aandelen van Europees onroerend goed hebben hortent en stotend na twee dips in mei en november toch het jaar goed afgesloten. De financiële wereld is door de kredietcrisis veranderd en daardoor het beleggingsbeleid ook. Het eind 2008 ingezette tactische beleggingsbeleid, waarbij bij een dalende dekkingsgraad het bestuur besloot over te gaan op een middelenverdeling met een lager risico (met minder aandelen en vooral meer staatsobligaties), heeft zich in 2009 vertaald in een nieuw strategisch beleggingsplan. In 2010 is dit beleggingsbeleid onveranderd voortgezet.
De basisgedachte van het strategisch beleggingsplan is dat het beleggingsbeleid afhankelijk is van de hoogte van de dekkingsgraad. Bij een dekkingsgraad van rond de 120% past een verdeling tussen zakelijke waarden en vastrentende waarden van 35% respectievelijk 65%. Bij een dekkingsgraad van rond de 105% past een verdeling van zakelijke waarden en vastrentende waarde van 20% respectievelijk 80%. Hierbij resteert in principe
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
23
geringe ruimte voor renterisico door een duration mismatch van 25%. De valutaposities in dollars worden in principe volledig afgedekt. Tevens worden er marges beschreven waarbinnen van het strategisch beleid mag worden afgeweken. Per beleggingscategorie wordt een rendementsdoelstelling beschreven die tot uitdrukking wordt gebracht in een of meer vergelijkingsmaatstaven (benchmarks).
Tactische (tijdelijke) afwijkingen buiten de aangegeven marges zijn toegestaan, mits in de bestuursvergadering duidelijk besproken, geaccordeerd en vastgelegd. Het beleid zal worden uitgevoerd door per mandaat een manager aan te stellen. Er vindt geen automatische rebalancing tussen mandaten plaats.
De allocatie van de portefeuille was als volgt: (In procenten) Categorie 2010 Strategisch ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Aandelen Wereld Aandelen Emerging Markets Onroerend goed Europa Staats Obligaties Euro Totaal
24
●●●●●●●●●●
10,0 5,0 5,0 80,0 100,0
De strategische benchmark is in 2010 niet veranderd ten opzichte van 2009. Gezien het feit dat het fonds zich gedurende 2010 nog steeds bevond in een situatie van onderdekking is, zeker in de onzekere marktomstandigheden, het voorkomen van het verder wegglijden van de dekkingsgraad meer van belang dan de kans op het missen van mogelijk te behalen rendement. Weliswaar is het zo dat, hoe hoger het risicoprofiel hoe sneller men uit de problemen is, als de economieën zich weer herstellen op korte termijn. Maar met een even grote kans dat dit zich niet voordoet en het fonds verder wegzakt onder de 100% dekkingsgraad. Dat laatste kon en kan het fonds zich niet permitteren zeker ook gezien de geringe herstelkracht uit de premie-inkomsten en herstelbijdragen. Gedurende de eerste maanden van 2010 zakte echter de dekkingsgraad steeds verder weg door de lage lange rente, waardoor de verplichtingen fors hoger werden. Het bestuur volgt dan ook een voorzichtige koers daar waar het de beleggingen betreft. Er kan om tactische redenen tijdelijk door het bestuur worden afgeweken van het strategische plan, mits onderbouwd. Dat heeft zich echter in 2010 niet voorgedaan. Naast verschuivingen in de portefeuille op grond van de verschillende
Ultimo 2010
2009 Strategisch
9,3 6,9 5,7 78,1 100,0
10,0 5,0 5,0 80,0 100,0
●●●●●●●● ●●●●●●●●●●
Ultimo 2009
●●●●●●●●
8,6 6,0 3,8 81,6 100,0
beleggingsrendementen heeft er in 2010 ook een herallocatie plaatsgevonden. Juni 2010 heeft het bestuur besloten de onderwogen positie in het onroerend goed weer terug te brengen op het normniveau van de onroerend goed allocatie (5%). Er is gekozen voor een belegging in een onroerend goed fonds van Altera. Altera, een beleggingsfonds in eigendom van hun participanten (dus ook ons pensioenfonds), belegt in vier segmenten (winkels, bedrijfspanden, huizen en kantoren). Ons pensioenfonds heeft een aandeel genomen in de beleggingen in winkels in Nederland. De reden was dat deze direct onroerend goed belegging een geringe correlatie heeft met het indirecte onroerend goed fonds waar we al in belegd waren. Door deze geringe correlatie is het risicoprofiel slechts gering gestegen. De herallocatie is gefinancierd uit de aangehouden kaspositie bij de bank. Daarnaast heeft het bestuur, in het licht van de schuldencrisis in de zuidelijke landen, halverwege het jaar besloten alle obligaties van Portugal, Ierland, Italië, Griekenland en Spanje te verkopen en hiervoor obligaties te kopen in Europese landen met een AAA rating. Dit is gebeurd binnen de portefeuille zelf, die door Aegon beheerd word. Deze mogelijkheid bestond omdat ons fonds een gesepareerde
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
portefeuille aanhoudt op eigen naam. De reden van deze interne herallocatie was gelegen in de grote onzekerheid met betrekking tot de stabiliteit van genoemde landen. Het risico van een sterke rente stijging of afwaardering van deze obligaties werd als niet passend gezien in de beleggings portefeuille. Aan het eind van 2010 was er een geringe overweging van zakelijke waarden ten opzichte van de vastrentende waarden. Het bestuur heeft gemeend dat dit, in het licht van de economische ontwikkelingen eind 2010, geen reden gaf om dit te herbalanceren naar de strategische allocatie. Het bestuur is er zich van bewust dat hierdoor een iets hoger risico wordt gelopen. De aandelenportefeuilles worden belegd in euro’s, dollars en overige valuta’s. Het valutarisico van de dollar is door het fonds afgedekt. Op deze manier worden de dollarbeleggingen teruggebracht tot eurobeleggingen. Op de balans van het fonds is de waarde van de dollartermijncontracten apart vermeld. De overige valuta worden niet afgedekt omdat de verwachting is dat afdekking op lange termijn geen rendement oplevert (en ook geen rendement kost) en de koersschommelingen in de valuta op korte termijn slechts een gering effect hebben. Door het sterker worden van de dollar ten opzichte van de euro steeg (relatief gezien) de waarde van de in dollars genoteerde beleggingen, echter de waarde van de dollartermijncontracten nam in gelijke mate af. De performance van de mandaatmanagers was in 2010 over het algemeen beter dan de verwachtingen ten opzichte van de benchmark, met uitzondering van Blackrock (Onroerend goed) en Aegon (Obligaties). De onroerend goed manager (een actieve beheerder) heeft in tegenstelling tot vorig jaar een mindere gelukkige inschatting op landen niveau gemaakt, waardoor de performance dit jaar enigszins tegenviel. De euro-obligatie manager (een passieve beheerder) heeft het op zich goed gedaan. Door bovengenoemde herallocatie naar obligaties van enkel AAA landen is de
benchmark niet meer geheel in lijn met de portefeuille en de rendement vergelijking niet zuiver. Het bestuur en de beleggingscommissie volgen de resultaten van de mandaatmanagers op de voet, voeren daar met de managers gesprekken over en zullen, als daar aanleiding toe is, daar conclusies aan verbinden. De afwijkingen ten opzichte van de benchmark dienen echter wel bekeken worden in het licht van het verstrekte mandaat en over een langere periode. Er is op dit moment geen aanleiding om van manager te wisselen. Door de invoering van de marktwaardewaardering van de verplichtingen is het beleggingsresultaat niet meer op zichzelf staand. Er moet vooral gekeken worden naar het resultaat van de beleggingen ten opzichte van de verplichtingen. De verplichtingen worden contant gemaakt met behulp van de door DNB vastgestelde rentetermijnstructuur. Door de gedaalde lange rente is de waarde van de verplichtingen flink gestegen. Door de gestegen levensverwachting stegen de verplichtingen nog verder. Ondanks het positieve beleggingsrendement is de dekkingsgraad, door de sterke toename van de waarde van de verplichtingen, gedaald van 102,0% tot 99,2%. De kosten van de beleggingsportefeuille (inclusief de kosten van de custodian en de performance berekeningen) bedragen 18 basispunten (=0,18%) gelijk aan de 18 basispunten in 2009. Dit betreft zowel de direct betaalde kosten als ook de indirekt in de fondsen verwerkte kosten. Het fonds belegt grotendeel passief en vooral in staatsobligaties.
Herstelplan Conform het gestelde in artikel 140, lid 2, van de Pensioenwet heeft het bestuur van het fonds op 27 maart 2009 een Kortetermijnherstelplan en Langetermijnherstelplan ingediend bij De Nederlandsche Bank (DNB). Tevens is op 3 juli 2009 aanvullende informatie verstrekt aan DNB. Op 6 juli 2009 heeft DNB besloten in te stemmen met beide plannen, met het
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
25
26
voorschrift om bij ingrijpende wijzigingen dit te melden aan DNB. De te nemen maatregelen dienen ertoe te leiden dat over een termijn van 5 jaar (gerekend vanaf 1 januari 2009) de dekkingsgraad (modelmatig) weer boven de minimaal vereiste dekkingsgraad van 105% is beland. De te nemen maatregelen in het Langetermijnherstelplan dienen ertoe te leiden dat over een termijn van 15 jaar (gerekend vanaf 1 januari 2009) de dekkingsgraad (modelmatig) weer boven de vereiste dekkingsgraad (ter grootte van de solvabiliteitsbuffer) is beland. Gezien de lange horizon is de voorspellende waarde laag. De herstelplannen zijn opgesteld met inachtneming van de uitgangspunten zoals die door DNB zijn voorgeschreven. Nadrukkelijk merken wij op dat inherent aan de modelmatige aanpak ook het herstelplan een benadering van de werkelijkheid is. Dit betekent dat de werkelijke ontwikkeling van de dekkingsgraad in positieve of negatieve zin kan afwijken van het verwachte herstelpad, waardoor de financiële positie van het fonds zich sneller of langzamer kan herstellen dan voorzien. Jaarlijks dient het fonds te rapporteren over de voortgang van het herstel. Dit is maart 2010
geschied en met deze evaluatie heeft DNB ingestemd. Beleid tijdens herstelperiode Het ingediende plan gaat uit van bestaand beleggingsbeleid, premiebeleid en indexeringsbeleid. Het Kortetermijnherstelplan kan als volgt worden samengevat: • de pensioenrechten van de gewezen deelnemers en gepensioneerden worden niet geïndexeerd; • de pensioenrechten van de actieve deelnemers worden niet geïndexeerd, anders dan met de door de werkgever gegarandeerde en gefinancierde aanpassing (indexering), die geen effect heeft op de dekkingsgraad; • de werkgever stort jaarlijks een herstelbijdrage ter grootte van maximaal 50% van de kostendekkende premie (het % is afhankelijk van de dekkingsgraad, conform de uitvoeringsovereenkomst). • het beleggingsbeleid wordt gevoerd in lijn met het strategisch beleggingsplan. Daarnaast is ingevolge artikel 138 van de Pensioenwet een Langetermijnherstelplan opgesteld en ingediend bij de toezichthouder.
Dekkingsgraad ontwikkeling
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
Verwachte dekkingsgraad ontwikkeling conform herstelplannen
Korte termijn
Lange termijn
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●● Dekkingsgraad ultimo 2010 resp. ultimo 2012 Premie kostendekkend + herstelopslag (afhankelijk van dekkingsgraad)
●●●●●●●●
●●●●●●●
0,0% 5,2% 0,0%
106,0% 1,2% -1,4% 3,7% 1,7%
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●
●●●●●●●
Sturingsmiddelen
Effect op de dekkingsgraad
Geen / gedeeltelijke toeslagverlening tijdens korte / lange termijn Resultaat beleggingen minus de oprenting van de VPV Overig (resultaat uitkeringen)
Dekkingsgraad ultimo 2012 resp. ultimo 2016 Minimaal Vereist E.V. ultimo 2012 resp. Vereist E.V. ultimo 2016
99,2% 1,6%
106,0% 104,0%
111,2% 110,5%
In 2010 heeft de dekkingsgraad zich ten opzichte van het herstelplan als volgt ontwikkeld: 2010 2010 2009 2009 realisatie herstelplan realisatie herstelplan ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●● ●●●●●●●●●
102,0% 9,2% -1,2% -9,0% 0,0% -1,7% -0,1%
97,0% 5,5% -4,5% 0,0% 0,0% 0,0% 1,0%
●●●●●●●●
●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●
●●●●●●●
●●●●●●●●
●●●●●●●
110,5%
116,4%
109,5%
116,4%
Dekkingsgraad begin van het jaar Resultaat beleggingsactiviteiten Rentetoevoeging voorz. Pensioenverpl. Wijziging marktrente Indexering pensioenrechten Wijziging actuariële grondslagen Overig Dekkingsgraad eind van het jaar Vereiste dekkingsgraad (vereist eigen vermogen)
99,2%
De dekkingsgraad bedroeg ultimo 2010 99,2% (2009: 102,0%). In het herstelplan is uitgegaan van een verwachte stijging van de dekkingsgraad in 2010 van 2,0% (2009: 1,7%) zie bovenstaande tabel. De dekkingsgraad is echter met 2,8% gedaald (2009: 6,7% gestegen). Het herstel loopt ultimo 2010 evenals 2009 vóór op het herstelplan, edoch in 2010 nog maar minimaal. Dit betekent niet dat de financiële problemen zijn opgelost, daar in het herstelplan wordt uitgegaan van deterministische berekeningen. Het herstel is in 2010 minder dan verwacht, dit in tegenstelling tot 2009. Weliswaar was het rendement op de bezittingen beter dan verwacht (9,2% t.o.v. 5,5%) en de rente toevoeging VPV lager dan verwacht (-1,2% tov -4,5%) als gevolg van de lage 1-jaars rente
99,0%
95,3% 7,9% -2,3% 4,2% 0,0% -3,5% 0,4%
102,0%
95,3% 5,5% -4,5% 0,0% 0,0% 0,0% 0,7%
97,0%
waarmee dit wordt berekend, maar de daling van de lange rente had een sterk negatief effect van -9,0%. In het herstelplan wordt uitgegaan van een gelijkblijvende rente. De wijziging van de actuariële grondslagen had een negatief effect van -1,7%, dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de sterk verbeterde levensverwachtingen. In de post overig is de herstelpremie van de onderneming verwerkt, dit had een positief effect van 0,5% (2009: 0,7%) Uitwerking In 2010 is uit hoofde van het herstelplan een herstelbijdrage van de onderneming ad € 2.954 duizend (2009: € 3.536) ontvangen. Per 1 april 2011 zijn de pensioenrechten van de actieve deelnemers verhoogd met 1,00% (2009: 1,92%), waarvoor een extra premie van
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
27
€ 983 duizend (2009: € 1.546 duizend) in rekening is gebracht bij de onderneming. De pensioenrechten van de gewezen deelnemers en pensioengerechtigden zijn per 1 april 2011 en 1 april 2010 niet verhoogd.
28
Evaluatie Door het bestuur is de, door DNB voorgeschreven, jaarlijkse evaluatie van het herstelplan uitgevoerd. Daarbij zijn de effecten van de herstelmaatregelen op de dekkingsgraad weergegeven. In 2009 is er een nieuw strategisch beleggingsplan ontwikkeld, met een verminderd beleggingsrisico en een daarbij behorende verminderde vereiste dekkingsgraad. Door dit verminderde risico is ook de herstelkracht afgenomen. Aangezien de dekkingsgraad hierdoor modelmatig jaarlijks slechts gering stijgt, is in het voor 2011 ingevulde dekkingsgraadsjabloon op verzoek van DNB gebruik gemaakt van de forward rente curve om de rentetoevoeging voorziening pensioenverplichting te berekenen. Door het gewijzigde strategische beleggingsbeleid en de gewijzigde renteberekening, is de verwachting dat de dekkingsgraad stijgt van 99,2% ultimo 2010 naar 102,8% aan het eind van 2011. De ontwikkeling van de dekkingsgraad van eind maart 2011 is in lijn met het verwachte herstel conform het herstelplan. Maatregelen voor de situatie waarin onvoldoende herstel optreedt Tijdens de uitvoering van het herstelplan zal het bestuur voortdurend volgen hoe het herstel vordert en vaststellen of het herstel plaatsvindt conform het geplande herstelpad. Mogelijke aanvullende maatregelen die genomen kunnen worden: • Extra bijdrage van de onderneming
• Garantie-indexatie bijdrage van actieven benutten voor herstel i.p.v. indexatie • Tijdelijke verlaging van de pensioenopbouw • Zoeken naar maatwerk gebruik makend van artikel 141 van de Pensioenwet • Vermindering (afstempelen) van de (opgebouwde) pensioenrechten De drie eerstgenoemde dienen middels (CAO) overleg met onderneming en/of vakorganisaties tot stand te komen. De laatst genoemde maatregel zou enkel ingezet dienen te worden als alle mogelijke alternatieven onvoldoende blijken te hebben gewerkt. Evenwichtige belangenafweging Alle sturingsmiddelen worden maximaal aangewend, zoals ze vooraf in de ABTN zijn vastgesteld en zonder dat momenteel rigide maatregelen noodzakelijk zijn. Het bestuur is er zich van bewust dat er van de onderneming en alle deelnemers, actieven, gewezen deelnemers en gepensioneerden, een stevig offer wordt gevraagd. Het bestuur is van mening dat de gevolgen van deze maatregel ieder in ongeveer gelijke mate zal treffen en is dan ook van oordeel dat zij met dit beleid recht doet aan het uitgangspunt van evenwichtige belangenafweging. Communicatie over het herstelplan Op de website wordt maandelijks de ontwikkeling van de dekkingsgraad getoond. Door middel van de Nieuwsbrief worden de pensioengerechtigden en actieve deelnemers op de hoogte gehouden. De Nieuwsbrief wordt tevens op de website geplaatst. Overige belanghebbenden kunnen de Nieuwsbrief opvragen.
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
Kengetallen
(Alle bedragen in duizenden euro’s, tenzij anders aangegeven) Omschrijving
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
a. Voorziening pensioenverplichtingen b. (Benodigde) Reserve Solvabiliteit c. Aanwezige Algemene Reserve d. Pensioenvermogen (a + b + c) e. Dekkingsgraad (d / a in %) f. Eigen Vermogen (b + c) g. Vereiste Res. Solvab./Beleggingsris. h. Tekort Vereist Eigen Vermogen (f - g) i. Benodigde Algemene Reserve j. Reserveoverschot of -tekort (c - i) k. Benodigde dekkingsgraad (in %)
2010
●●●●●●●
582.261 61.373 -66.264 577.370 99,2% -4.891 61.373 -66.264 77.615 -143.879 123,9%
Het pensioenvermogen is het totaal aan activa (beleggingen, vorderingen en liquiditeiten) minus de kortlopende schulden en overlopende passiva. De dekkingsgraad geeft aan in hoeverre de opgebouwde pensioenaanspraken door het vermogen worden gedekt. De verplichtingen zijn berekend op basis van de rentetermijnstructuur. De wijze van berekening van de vereiste reserves en buffers is aangegeven in de toelichting op de balans en staat van baten en lasten.
Risicobeleid Algemene leidraad voor het uitvoeren van de beheertaken van het pensioenfonds is risicobeheerst operationeel management. Onderstaand treft u de risico´s die het bestuur met prioriteit heeft aangepakt: • Beleggingsrisico’s • Waarderingsrisico’s • Actuariële risico’s • Renterisico • Liquiditeitsrisico Beleggingsrisico’s Het beleggingsbeleid is in 2009 sterk gewijzigd. Er is een nieuw strategisch beleggingsplan geschreven. In 2010 is dit beleggingsbeleid voortgezet. Het vooraf te bepalen beleggingsrisico is niet alleen gerelateerd aan de verplichtingen, maar ook
2009
●●●●●●●
529.562 50.186 -39.350 540.398 102,0% 10,836 50.186 -39.350 20.017 -59.367 113,3%
2008
●●●●●●●
532.010 64.555 -89.385 507.180 95,3% -24.830 64.555 -89.385 86.119 -175.504 128,3%
2007
●●●●●●●
422.230 76.979 55.242 554.451 131,3% 132.221 92.057 -36.815 140,0%
afhankelijk van de dekkingsgraad. Hoe lager de dekkingsgraad hoe minder beleggingsrisico het fonds bereid is te nemen. Per beleggingscategorie is een strategische weging aangegeven alsmede de bandbreedtes waarbinnen de allocaties zich kunnen bewegen. De keuzes zijn mede een resultante van de Asset Liability Management studie, de Continuïteits Analyse uitkomsten en Scenario Analyse berekeningen. Door spreiding in de portefeuille aan te brengen is er een relatief beperkt risico. De belangrijkste beleggingsrisico’s zijn het markt-, prijs-, valuta- en kredietrisico. Het valutarisico in dollars is afgedekt. Waarderingsrisico’s Het bestuur is er zich van bewust dat er, in het licht van de schuldencrisis, in de portefeuille waarderingsrisico’s aanwezig kunnen zijn. Door zoveel mogelijk in liquide markten te beleggen wordt dit beperkt gehouden. Deze risico’s zijn in het licht van de schuldencrisis groter dan normaal. Actuariële risico’s In 2010 is het Actuarieel Genootschap gekomen met nieuwe AG prognosetafels, waarin de meest actuele levensverwachtingen is verwerkt. In deze tafels is de sterftetrend verdisconteerd. Hoewel door toepassing van deze AG-prognosetafels het langlevenrisico
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
29
voor het fonds sterk gereduceerd is, blijft het risico bestaan dat de prognoses de verbetering van de levensverwachting te laag inschatten. Overige relevante actuariële risico’s zijn het overlijdens- en het arbeidsongeschiktheidsrisico. Deze zijn bijna volledig herverzekerd. Renterisico Het fonds is gevoelig voor wijzigingen in de marktrente omdat de duration van de beleggingen en de verplichtingen niet gelijk zijn. Bij de bepaling van het beleggingsbeleid weegt het bestuur zorgvuldig de voordelen (meer zekerheid) en nadelen (minder rendement als de rentecurve stijgt) van meer of minder duration matching af ten opzichte van alternatieve strategieën. Het duration mismatch risico is verminderd door de toepassing van een Long Duration Overlay. Liquiditeitsrisico
30
Het bestuur is er zich van bewust dat er zeker ten tijde van crisis, in de portefeuille liquiditeitsrisico’s aanwezig kunnen zijn. Enerzijds doordat liquide assets plots minder liquide kunnen zijn dan werd aangenomen, omdat er geen kopers meer zijn danwel geen fatsoenlijke prijsvorming meer tot stand komt (staatsobligaties van de Zuid-Europese landen en Ierland), anderzijds door te beleggen in fondsen die eens per maand kunnen worden verhandeld. Door zoveel mogelijk met gesepareerde mandaten en liquide fondsen te werken wordt dit risico beperkt gehouden. De participatie in het LDO fonds is vanaf april 2011 ook liquide, wel kent deze een bijstortingsverplichting indien de rentestand hier aanleiding toe geeft. Dit is slechts een klein deel van de totale portefeuille.
Financiële vooruitzichten De heropleving van de wereldeconomie werd midden 2009 ingezet en dit heeft zich in 2010 verder doorgezet. Ondersteund door de dynamiek van de opkomende landen is er weer groei van de wereldeconomie. Echter, er zijn nog veel onzekerheden zoals de crisis rond de
terugbetaling van overheidsschulden van landen in Europa, de manier hoe in de Verenigde Staten wordt omgegaan met het grote overheidstekort, de recente gebeurtenissen zoals de natuurramp en nucleaire problemen in Japan en de crisis in het Midden-Oosten en in Noord-Afrika. De opkomende landen worden ook voor 2011 gezien als een belangrijke economische motor. Men verwacht dat deze landen een belangrijke rol zullen blijven spelen in de opleving van de wereldeconomie. Er moet wel rekening worden gehouden met een eventuele oververhitting van de economie en daardoor een inflatiedreiging in de opkomende landen. Voor de eurozone wordt een lichte groei verwacht, maar blijft de schuldencrisis een factor van belang. Dit alles zal zijn weerslag hebben op de beleggingen. 1. Aandelen. Evenals voorgaand jaar zullen, door de aanhoudende problemen met de overheidsschulden en de onzekerheid dat dit met zich meebrengt, de aandelenmarkten uiterst volatiel blijven. De benodigde bezuinigingen op de overheidsuitgaven kunnen de groei in Europa afremmen en dit heeft een drukkend effect op de aandelenkoersen. De bedrijfswinsten kunnen evenwel meevallen en dit heeft een positief effect op de aandelenkoersen. We verwachten dat de aandelenmarkt, vooral gebaseerd op emotie, gevoel en onzekerheid, nog een poos volatiel blijft. Per saldo verwachten we een geringe positieve bijdrage. 2. Onroerend goed. De onroerend goed aandelen hebben het afgelopen jaar goed gedaan. Er zijn nog steeds huuropbrengsten die zorgen voor een permanente stroom aan inkomsten, maar de groeiende leegstand kan voor problemen gaan zorgen. Het indirect onroerend goed zal, net als de aandelen, nogal bewegelijk reageren gedurende het jaar is de verwachting. Het direct onroerend goed, dat is toegevoegd aan onze portefeuille en dat over het algemeen een stabielere opbrengst genereert, zal naar
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
verwachting een geringe positieve bijdrage leveren aan het eind van het jaar. 3. Vastrentende waarden. De waarde van de Euro-obligatie is sterk afhankelijk van de rente. De rente is tegenwoordig, meer dan voorheen, ook erg afhankelijk van het uitgevende land. Het verschil in rentevergoeding tussen de verschillende landen in Europa was vóór 2010 redelijk stabiel, maar door de schuldencrisis verschilt de rente nu sterk per land. Evenals de bewegelijkheid van de rente en dus de waarde van de Euro-obligaties. Landen met een AAA rating hebben een redelijk geleidelijk bewegende rente. Landen met een wat mindere rating dienen een flinke renteopslag te betalen en de rentebewegingen zelf zijn erg volatiel, onder andere onder invloed van allerlei politieke uitspraken. De Duitse, Nederlandse en Franse rente beweegt zich begin 2011 in een min of meer stabiele range. De verwachting is dat de rente wellicht nog gering zal stijgen, maar door onverwachte effecten kan de rente toch ook dalen. Al met al blijft het inschatten van de renteontwikkeling uiterst moeilijk. Als de situatie blijft zoals die nu is zullen de vastrentende waarden een positief resultaat te zien geven. 4. Verplichtingen. De waarde van de pensioenverplichtingen hangt in hoge mate samen met de (lange) renteontwikkeling. Weliswaar is het renterisico op de balans (en de dekkingsgraad) door de gedeeltelijke renteafdekking middels de Long Duration Overlay flink verminderd, het renterisico blijft de aandacht houden van het bestuur. Eind derde kwartaal 2010 waren de verplichtingen door de lage rentestand opgelopen tot het hoogste punt sinds het bestaan van het fonds. De hoogte van de verplichtingen is, door de stijging van de rente, daarna weer wat afgenomen. De verplichtingen zullen door de toevoeging van de rekenrente, op basis van de rentetermijnstructuur, toenemen en door de uitbetalingen afnemen.
Deze twee effecten zullen elkaar ongeveer in evenwicht houden. Per saldo wordt een gering lagere pensioenverplichting verondersteld. De voorziening pensioenverplichting is eind 2009 met 4% en eind 2010 met nogmaals 2,3% verhoogd voor verbeterde levensverwachting. De verwachting is dat komend jaar (2011) geen grote aanpassingen meer worden doorgevoerd in de A.G. prognose tabellen en de voorziening pensioenverplichtingen weinig zal wijzigen onder invloed hiervan. Gelet op deze vooruitzichten en de samenstelling van de beleggingsportefeuille, verwacht het bestuur een gematigd positief beleggingsrendement voor 2011. Door de verwachte geringe rentestijging zal de pensioenverplichting aan het eind van het jaar licht zijn afgenomen. De dekkingsgraad beweegt zich begin 2011 rond de 100% en de verwachting is dat deze eind van het jaar daar marginaal boven zal eindigen. Omdat het fonds in een situatie van onderdekking zit is de verwachting dat het fonds op korte termijn (minimaal gedurende de kortetermijnherstelperiode) niet kan voldoen aan de indexatieambitie. Het bestuur verwacht, conform het herstelplan, op de lange termijn wel weer aan deze ambitie te kunnen voldoen.
Overige vooruitzichten Opzegging Uitvoeringsovereenkomst In september 2010 heeft de werkgever AlcatelLucent het bestuur laten weten dat de uitvoeringsovereenkomst is opgezegd per eind december 2011. In april 2011 heeft de onderneming aangegeven de voorkeur te hebben zich aan te sluiten bij het bedrijfstakpensioenfonds van het ICK. Dit zou beter passen bij het bedrijf. Voor de actieve deelnemers worden dan de nieuw op te bouwen pensioenrechten daar ondergebracht. Dit wordt momenteel met de sociale partners besproken. Het bestuur onderzoekt nu de gevolgen van dit voornemen.
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
31
OVERZICHT VERZEKERDEN
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Stand per 31-12-2009 Toetreding Vertrek/premievrije aanspraak Ingang pensioen Overlijden Overdrachten (uit) Andere oorzaken *
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Stand per 31-12-2010
Actieve deelnemers
●●●●●●●●●●●●●
562 19 -58 -3 -1
●●●●●●●●●●●●●
519
Gewezen deelnemers
●●●●●●●●●●●●●
2788 58 -54 -7 -12 -184
●●●●●●●●●●●●●
2589
* Dit betreft de afkoop van kleine pensioenen.
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
32
per 31-12-2009 Toekenning Overlijden Afloop Andere oorzaken
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
per 31-12-2010
Ouderdomspensioen
●●●●●●●●●●●
931 57 -20
●●●●●●●●●●●
968
Nabestaanden -pensioen
●●●●●●●●●●●
162 22 -4 -4
●●●●●●●●●●●
176
Wezenpensioen
Invaliditeitspensioen
40 5
56
-6 -3
-2
36
54
●●●●●●●●●●● ●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●● ●●●●●●●●●●
Toelichting: Het aantal actieve deelnemers omvat de volgende groepen van aangeslotenen (ultimo): 2010
2009
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
Alcatel-Lucent Nederland EB, VROM en SAR deelnemers Premievrije voortzetting van WAO gerechtigden Totaal
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
465 0 54 519
505 1 56 562
OVERZICHT PENSIOENVERPLICHTINGEN (Alle bedragen in duizenden euro’s) Categorie
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Actieve deelnemers Gewezen deelnemers Ingegaan ouderdomspensioen Ingegaan nabestaanden-/invaliditeits/wezenpensioen Subtotaal AOW-garantie en bijzondere toezeggingen Opslagen ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Totaal
2010
●●●●●●●
Markt waarde* 102.802 190.281 245.841
2010
●●●●●●●
2009
●●●●●●●
90.486 170.424 232.366
Markt waarde* 88.525 171.509 230.732
27.781 566.705
25.995 519.271
24.734 515.500
24.177 505.589
4.140 11.416
3.828 10.462
3.678 10.384
3.618 10.184
●●●●●●●
582.261
4%
2009
●●●●●●●
●●●●●●●
533.561
●●●●●●●
529.562
4%
86.771 168.449 226.192
●●●●●●●
519.391
* op basis van de ultimo 2010 respectievelijk 2009 geldende rentetermijnstructuur.
Rijswijk, 9 juni 2011
33
Het bestuur:
De directeur:
M.S. van Beek R.N. Dröge J. Koenhein, voorzitter J.T. van Leerdam K. Lustig F.J.M. Musters, secretaris G.A. Parlevliet, penningmeester J.W. Thurkow
C.W. Zeeman
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
JAARREKENING
34
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
BALANS OP 31 DECEMBER 2010 (Alle bedragen in duizenden euro’s)
31-12-2010
31-12-2009
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
31.353 89.772 430.167 12.133 12.251 7.888
18.690 71.872 402.060 21.194 23.576 0
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
2.577 1.330
3.356 1.263
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
61.373 -66.264
50.186 -39.350
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
582.261
529.562
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Activa Beleggingen voor risico pensioenfonds • Vastgoed (1) • Aandelen (2) • Obligaties (3) • Geldmarktbeleggingen (4) • Rentederivaten (5) • Vorderingen beleggingen (7a)
Totaal beleggingen voor risico pensioenfonds
Herverzekeringsdeel voorziening pensioenverplichtingen (8) Overige vorderingen en overlopende activa (9) Overige activa (10) Totaal activa
Passiva Eigen vermogen • Reserve Solvabiliteit (11) • Algemene Reserve (11) Totaal Eigen vermogen
Technische voorzieningen • Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds (12) Valutaderivaten (6) Schulden beleggingen (7b) Overige schulden en overlopende passiva (13) Totaal passiva
Pensioenvermogen
583.564 41
587.512
-4.891
990 7.488 1.664
587.512
577.370
537.392 52
542.063
10.836
724 0 941
542.063
540.398
N.B.: De bij de posten vermelde nummers verwijzen naar de toelichting behorende bij de balans.
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
35
STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2010 (Alle bedragen in duizenden euro’s)
2010
2009
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
11.477 -1.090
13.863 -1.165
-5.129 -1.225 -6.775 -51.636 20.398
-5.941 -1.747 -13.294 22.193 19.846
1.314 -10.107 461
1.724 -20.368 35
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
19.008 30.222 -542
17.326 24.851 -529
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Baten en lasten pensioenactiviteiten Premies (14) Waardeoverdrachten, per saldo (15) Mutatie voorziening pensioenverplichtingen • Pensioenopbouw (16) • Indexering (17) • Rentetoevoeging (18) • Wijziging marktrente (19) • Onttrekking pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten (20) • Pensioenrechten waardeoverdrachten, per saldo (21) • Wijziging actuariële grondslagen (22) • Overige mutaties voorziening pensioenverplichtingen (23) Totaal mutaties voorziening pensioenverplichtingen
36
Pensioenuitkeringen (24) Herverzekeringen (25) Pensioenuitvoeringskosten (26) Totaal baten en lasten pensioenactiviteiten Baten en lasten beleggingsactiviteiten Directe beleggingsopbrengsten (27) Indirecte beleggingsopbrengsten (27) Kosten van vermogensbeheer (27)
Totaal baten en lasten beleggingsactiviteiten Saldo van baten en lasten
-52.699 -19.940 -1.086 -1.077 -64.415
48.688
-15.727
2.448
-19.243 -996 -889 -5.982
41.648 35.666
Bestemming van het saldo van baten en lasten: Het fondsresultaat wordt jaarlijks geheel ten gunste, dan wel ten laste, van het eigen vermogen gebracht. Reserve Solvabiliteit Algemene Reserve ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Totaal saldo van baten en lasten
11.187 -26.914
-14.369 50.035
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
-15.727
35.666
N.B.: De bij de posten vermelde nummers verwijzen naar de toelichting behorende bij de staat van baten en lasten.
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
KASSTROOMOVERZICHT OVER 2010 (Alle bedragen in duizenden euro’s)
2010
2009
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
12.852 21 -19.816 -1.147 -1.085 -1.038 10
14.090 54 -19.260 -1.085 -801 -876 29
-10.203
-7.849
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
702.182 18.291 -1.282 -717.440 9.061 -542
543.200 17.933 -13.173 -521.172 -18.786 -523
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
1.263 1.330
1.633 1.263
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Kasstroom uit pensioenactiviteiten Ontvangen premies Ontvangen waardeoverdrachten Betaalde pensioenuitkeringen Betaalde waardeoverdrachten Betaalde premies herverzekering Betaalde pensioenuitvoeringskosten Overige mutaties uit pensioenactiviteiten
Totaal kasstroom uit pensioenactiviteiten ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Verkopen beleggingen Ontvangen directe beleggingsopbrengsten Gerealiseerde waardeverandering valutaderivaten Aankopen beleggingen Mutatie geldmarktbeleggingen Betaalde kosten van vermogensbeheer Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten Mutatie liquide middelen (overige activa)
10.270 67
Liquide middelen stand 1 januari 2010 Liquide middelen stand 31 december 2010 ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Mutatie liquide middelen (overige activa)
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
67
7.479 -370
-370
37
TOELICHTING BEHORENDE TOT DE JAARREKENING 2010 Activiteiten Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds, statutair gevestigd te Rijswijk (hierna: het pensioenfonds) heeft tot doel de pensioenregelingen te waarborgen die door de aangesloten ondernemingen ten behoeve van de (gewezen) deelnemers, pensioengerechtigden en hun eventuele partners zijn getroffen en in de pensioenreglementen zijn vastgelegd. Overeenstemmingsverklaring
38
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen zoals deze zijn opgenomen in Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek met inachtneming van artikel 146 Pensioenwet en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, in het bijzonder Richtlijn 610 Pensioenfondsen (RJ 610). Het bestuur heeft op 9 juni 2011 de jaarrekening vastgesteld. Pensioenregeling De pensioenregeling is een uitkeringsovereenkomst, die kan worden gekenmerkt als een voorwaardelijk geïndexeerde, fiscaal maximale, middelloonregeling met een pensioenleeftijd van 65 jaar. Jaarlijks wordt een aanspraak op ouderdomspensioen opgebouwd van 2,25% van de in dat jaar geldende pensioengrondslag. De nabestaanden pensioenregeling bestaat uit een partnerpensioen op opbouwbasis van 70% van het ouderdomspensioen en een wezenpensioen op opbouwbasis van 14% van het ouderdomspensioen. De arbeidsongeschiktheidspensioenregeling bestaat uit een excedent pensioenregeling en een wga-hiaat pensioenregeling. Voor (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten is er een (gedeeltelijke) voortgaande pensioenopbouw. Toeslagverlening Jaarlijks wordt door het bestuur vastgesteld of de middelen van het pensioenfonds toereikend
zijn om de premievrije pensioenrechten (gewezen deelnemers) en de ingegane pensioenen te indexeren met het percentage van de prijsstijging. Daarvoor hanteert het bestuur de prijsindex voor alle huishoudens zoals gepubliceerd door het CBS over het voorafgaande kalenderjaar. Jaarlijks wordt door het bestuur vastgesteld of de middelen van het pensioenfonds toereikend zijn om de opgebouwde pensioenrechten van de actieve deelnemers aan te passen conform de ontwikkeling van de loonindex. Er is in de CAO een indexatie-garantie door de onderneming afgesproken voor de actieve deelnemers. De aanpassing en indexering hebben een voorwaardelijk karakter. Dit betekent dat geen recht op aanpassing cq indexering bestaat en dat het niet zeker is of en in hoeverre in de toekomst aanpassing cq indexering kan plaatsvinden. Het pensioenfonds streeft ernaar de pensioenrechten en pensioenen jaarlijks aan te passen c.q. te indexeren met de in het reglement genoemde maatstaven. Er is geen geld gereserveerd voor toekomstige aanpassing c.q. indexering. Financiering en premie De financiering is gebaseerd op een doorsneepremie. Deze is voor 2010 en 2011 vastgesteld op 30% (2009: 26%) van de pensioengrondslag, waarvan 7,5% (2009: 6,5%) wordt opgebracht door de actieve deelnemers. De pensioenpremie bevat naast de actuariële premie voor de financiering van de pensioenopbouw een opslag voor excassokosten en een solvabiliteitsopslag. Daarnaast wordt maximaal 1% van de salarissom in rekening gebracht bij de onderneming ter dekking van de uitvoeringskosten. Jaarlijks wordt getoetst of de premie kostendekkend is geweest. Verder kan de premie worden verhoogd in verband met de financiering van de onvoorwaardelijke aanpassing (indexering) van de opgebouwde pensioenrechten van de actieve deelnemers.
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
GRONDSLAGEN Grondslagen Algemeen Algemeen Alle bedragen zijn vermeld in duizenden euro’s, tenzij anders vermeld. Beleggingen, pensioenverplichtingen en kasstroomoverzicht worden gewaardeerd op marktwaarde. Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben. Gebruik van schattingen en veronderstellingen Bij het opstellen van de jaarrekening is het gebruik van schattingen en veronderstellingen noodzakelijk. De schattingen en veronderstellingen zijn vooral van invloed op de hoogte van de voorziening pensioenverplichtingen. Voor de waardering van de beleggingen, inclusief derivaten, kan in belangrijke mate gebruik worden gemaakt van marktinformatie. Verwerking De belangrijkste activa en verplichtingen van het pensioenfonds zijn de beleggingen en de pensioenverplichtingen. De beleggingen bestaan volledig uit financiële activa en derivaten. Deze worden in de balans opgenomen respectievelijk van de balans verwijderd op transactiedatum (datum van koop of verkoop). Dit is het moment waarop de toekomstige economische voordelen en de risico’s verbonden aan het financiële instrument worden overgedragen. Pensioenverplichtingen worden in de balans opgenomen op het moment van toekenning of overdracht van de pensioenrechten. Zij worden van de balans verwijderd op het moment van uitkering of overdracht van de pensioenrechten. Saldering Een financieel actief en een financiële verplichting worden gesaldeerd en als nettobedrag in de balans opgenomen indien sprake is van een wettelijke of contractuele bevoegdheid om het actief en de verplichting
gesaldeerd en gelijktijdig af te wikkelen en bovendien de intentie bestaat om de posten op deze wijze af te wikkelen. De met gesaldeerd opgenomen financiële activa en financiële verplichtingen samenhangende rentebaten en rentelasten worden eveneens gesaldeerd opgenomen. Presentatie beleggingen en beleggingsopbrengsten De beleggingen bestaan voor een belangrijk deel uit participaties in beleggingsfondsen. De participaties worden in de balans gerubriceerd conform de aard van de onderliggende beleggingen van deze beleggingsfondsen. Waardeveranderingen van participaties in beleggingsfondsen worden in de staat van baten en lasten opgenomen onder indirecte beleggingsopbrengsten. Zij bestaan uit de directe en indirecte opbrengsten van de onderliggende beleggingen en de kosten van vermogensbeheer die ten laste van het beleggingsfonds komen. Door beleggingsfondsen uitgekeerde dividenden worden gepresenteerd onder directe beleggingsopbrengsten. Waardeveranderingen beleggingen Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen, inclusief derivaten. Alle waardeveranderingen, inclusief valutakoersverschillen, worden als opbrengst beleggingen direct in de staat van baten en lasten opgenomen. Vreemde valuta Activa en verplichtingen in vreemde valuta worden omgerekend naar euro’s tegen de koers per balansdatum. Transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers op transactiedatum. Valutakoersverschillen bij de omrekening van activa en verplichtingen worden in de staat van baten en lasten opgenomen onder de post waarop de activa en verplichtingen betrekking hebben.
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
39
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Waardering beleggingen Participaties in beleggingsfondsen worden gewaardeerd tegen de berekende intrinsieke waarde op balansdatum of de meest recent beschikbare intrinsieke waarde. De intrinsieke waarde wordt vastgesteld op basis van de marktwaarde van de onderliggende activa en verplichtingen. De marktwaarde is het bedrag waarvoor een actief of een verplichting kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde, tot een transactie bereid zijnde partijen die onafhankelijk zijn. De marktwaarde is gebaseerd op actuele marktprijzen, tenzij anders vermeld.
40
Vastgoed De marktwaarde van de (onderliggende) beursgenoteerde aandelen van vastgoedfondsen is gebaseerd op de beurskoers per balansdatum. De marktwaarde van de (onderliggende) objecten van het direct vastgoed wordt bepaald met behulp van interne en externe taxaties. Aandelen De marktwaarde van de (onderliggende) beursgenoteerde aandelen is gebaseerd op de beurskoers per balansdatum. Obligaties De marktwaarde van de (onderliggende) beursgenoteerde obligaties is gebaseerd op de beurskoers per balansdatum. Geldmarktbeleggingen De marktwaarde van (directe) geldmarktbeleggingen wordt bepaald door te ontvangen rente en terugbetaling contant te maken op basis van actuele marktrente. Het verschil tussen marktwaarde en verkrijgingsprijs is hier in het algemeen gering. Derivaten Derivaten zijn afgeleide financiële instrumenten, waarvan de waarde afhankelijk is van een of meer onderliggende primaire financiële instrumenten. Derivaten bevatten
rechten en verplichtingen waardoor een of meer van de financiële risico’s, waaraan de onderliggende primaire financiële instrumenten onderhevig zijn, tussen partijen worden overgedragen. Derivaten leiden bij het aangaan van de transactie niet of tot een relatief gering vermogensbeslag. Basisvormen van derivaten zijn termijncontracten, opties, swaps en futures. Het onderliggende primaire financiële instrument kan onder meer een renteproduct, een valutaproduct of een aandelenproduct zijn. De rente-derivaten worden gewaardeerd tegen de reële waarde. De marktwaarde van de intrest-rate-swaps worden gewaardeerd op reële waarde, te weten de relevante marktnoteringen of, als die niet beschikbaar zijn, de waarde die wordt bepaald met behulp van marktconforme waarderingsmodellen. De valuta-derivaten worden gewaardeerd tegen marktwaarde. Voor de niet-beursgenoteerde contracten is de waardering gebaseerd op recente marktinformatie. Securities lending Securities lending houdt in dat bepaalde obligaties voor een korte periode worden uitgeleend aan andere marktpartijen. Beleggingen die in het kader van een securities lending programma worden uitgeleend, blijven deel uitmaken van de balans en worden gewaardeerd conform de grondslag voor waardering en resultaatbepaling zoals die geldt voor deze beleggingen. Indien uit hoofde van een secutities lending programma als zekerheid beleggingen zijn ontvangen worden deze beleggingen en de daarmee samenhangende verplichtingen niet in de balans van het pensioenfonds opgenomen. Alle uit het securities lending programma voortvloeiende baten en lasten worden volgens het toerekenbeginsel over de looptijd van de desbetreffende transacties verantwoord en in de rentebaten of -lasten in de staat van baten en lasten. Herverzekeringsdeel voorziening pensioenverplichtingen Herverzekeringscontracten worden opgenomen voor de actuarieel bepaalde contante waarde
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
van de verzekerde uitkeringen, volgens de grondslagen van het pensioenfonds, rekening houdend met de kredietwaardigheid van de verzekeraar. Vorderingen Vorderingen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs onder aftrek van eventuele bijzondere waardeverminderingen, indien sprake is van oninbaarheid. Liquide middelen Liquide middelen worden opgenomen voor de verkrijgingsprijs. Voorziening pensioenverplichtingen De voorziening pensioenverplichtingen wordt actuarieel berekend en wordt vastgesteld op basis van de nominaal verworven pensioenrechten, voor zover zij onvoorwaardelijk zijn (behoudens eventuele afstempeling), met uitzondering van de toekomstige aanpassing (indexering) van de opgebouwde pensioenrechten van actieve deelnemers uit hoofde van de door de onderneming toegezegde garantie, die is vastgelegd in de CAO. Dit betekent dat de voorwaardelijke toekomstige indexering niet in de voorziening is begrepen, maar de op balansdatum toegezegde indexering, per 1 april van het jaar volgend op het verslagjaar, wel in de voorziening wordt opgenomen. De pensioenverplichtingen worden contant gemaakt tegen de nominale marktrente per balansdatum volgens de rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door De Nederlandsche Bank (DNB). De voorziening met betrekking tot ouderdomspensioen, nabestaandenpensioen (partnerpensioen en wezenpensioen) is de contante waarde van de beste inschatting van de toekomstige uitgaande kasstromen die voortvloeien uit de tot balansdatum opgebouwde onvoorwaardelijke pensioenrechten. Daarin is begrepen de toekomstige premievrije pensioenopbouw van arbeidsongeschikte deelnemers.
De voorziening met betrekking tot arbeidsongeschiktheidspensioen is de contante waarde van de verwachte uitgaande kasstromen die voortvloeien uit de verplichtingen aan bij het pensioenfonds aangemelde arbeidsongeschikte deelnemers, nog niet aangemelde arbeidsongeschikte deelnemers en zieke deelnemers die naar verwachting arbeidsongeschikt zullen worden verklaard. De belangrijkste actuariële grondslagen en veronderstellingen zijn: • een marktrente conform de rentetermijnstructuur, zoals gepubliceerd door DNB (ongewijzigd); • afgeleide marktrente rentetermijnstructuur DNB is 3,5% (2009: 3,9%); • een levensverwachting volgens AG-prognose tafels 2010-2060 met leeftijds- en sekseafhankelijke correctiefactoren op de sterfte kansen. Sterftecorrectie Man is 0,5788 (58%) tot 65 jaar en Vrouw is 0,5131 (51%) tot 65 jaar. Tussen 65 jaar en 100 jaar wordt lineair geinterpoleerd naar 1,00 (100%). (2009: AGprognosetafels 2005-2050 met twee jaren leeftijdterugstelling); • de deelnemers worden als gehuwd beschouwd (partnerfrequentie actieve- en gewezen deelnemers 100%, gepensioneerden conform feitelijke situatie) (ongewijzigd); • de deelnemers worden geacht te zijn geboren op 1 juli van betreffende geboortejaar (ongewijzigd); • het veronderstelde leeftijdsverschil tussen mannen en vrouwen bedraagt 3 jaar met mannen ouder dan vrouwen (ongewijzigd); • een opslag van 2% van de voorziening ter dekking van excassokosten (ongewijzigd). Ultimo 2010 is overgegaan op de nieuwe door het Actuarieel Genootschap uitgebrachte generatietafels en zijn de correctiefactoren opnieuw vastgesteld. Vooruitlopend op de nieuwe AG-prognosetafels was de voorziening pensioenverplichtingen in 2009 in verband met de gestegen levensverwachting reeds verhoogd met 4,0%, gebaseerd op een schatting van het effect op de pensioenverplichtingen.
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
41
Voor arbeidsongeschikte deelnemers wordt uitgegaan van gelijkblijvende arbeidsongeschiktheid tot pensioendatum. Schulden Schulden worden verkrijgingsprijs.
gewaardeerd
tegen
Grondslagen voor resultaat bepaling Algemeen Baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop deze betrekking hebben. De grondslagen voor resultaatbepaling vloeien voor het merendeel voort uit de voor de beleggingen en de voorziening pensioenverplichtingen gehanteerde waarderingsgrondslagen. Voor een aantal posten worden de grondslagen voor resultaatbepaling hierna (nader) uiteengezet.
42
Premies Het resultaat op premies wordt ten gunste van het resultaat gebracht in de periode waarin de daarmee samenhangende pensioenrechten worden opgebouwd. Premiekortingen en extra premies worden verwerkt in de periode waarin aan de met de werkgever overeengekomen voorwaarden wordt voldaan. Waardeoverdrachten Waardeoverdrachten en de daarmee samenhangende toevoeging en onttrekking aan de voorziening pensioenverplichtingen worden in de staat van baten en lasten opgenomen op het moment van overdracht van de pensioenverplichtingen. Pensioenopbouw De pensioenopbouw met betrekking tot ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen wordt toegerekend aan de periode waarin de opbouw van de pensioenrechten plaatsvindt. De verplichtingen met betrekking tot arbeidsongeschiktheidspensioen worden opgenomen in de periode waarin deze ontstaan. De toekomstige premievrije pensioenopbouw van arbeidsongeschikte deelnemers wordt ten laste van het resultaat gebracht in de periode waarin de arbeidsongeschiktheid ontstaat.
Indexering De toevoeging aan de voorziening pensioenverplichtingen uit hoofde van indexering wordt in de staat van baten en lasten opgenomen in de periode waarin het (voorlopig) bestuursbesluit wordt genomen. Rentetoevoeging voorziening pensioenverplichtingen De pensioenverplichtingen worden contant gemaakt tegen de nominale marktrente op basis van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur. Aan de voorziening pensioenverplichtingen wordt rente toegevoegd op basis van de 1-jaarsrente volgens deze rentetermijnstructuur primo verslagperiode. De rentetoevoeging wordt berekend over het gemiddelde van de stand van de voorziening primo periode en de stand van de voorziening ultimo periode, de laatste exclusief het effect van de indexering. Wijziging markrente Het effect van de verandering van de marktrente op de voorziening pensioenverplichtingen wordt ultimo verslagperiode in de staat van baten en lasten opgenomen. Onttrekking pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten De vrijval van de voorziening pensioenverplichtingen wordt ten gunste van de staat van baten en lasten gebracht in de periode waarin de lasten bij de berekening van de voorziening waren voorzien. Wijziging actuariële grondslagen Het effect van wijzigingen in de actuariële grondslagen op de voorziening pensioenverplichtingen wordt ultimo verslagperiode in de staat van baten en lasten opgenomen. Pensioenuitkeringen Pensioenuitkeringen worden in de staat van baten en lasten opgenomen in de periode waarop zij betrekking hebben. Herverzekeringen Herverzekeringsuitkeringen worden in de staat van baten en lasten opgenomen in de periode
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
waarop zij betrekking hebben. Winstaandelen worden ten gunste van het resultaat gebracht in de periode waarin zij bekend worden. Kosten Kosten worden ten laste van het resultaat gebracht in de periode waarop zij betrekking hebben.
Grondslagen voor het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de directe methode. Dit houdt in dat alle ontvangsten en uitgaven ook als zodanig worden gepresenteerd. Onderscheid wordt gemaakt tussen kasstromen uit pensioenactiviteiten en kasstromen uit beleggingsactiviteiten. Kasstromen in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers op transactiedatum. Onder liquide middelen (overige activa) worden verstaan banktegoeden die niet het karakter hebben van beleggingen.
43
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
TOELICHTING OP DE BALANS (Alle bedragen in duizenden euro’s)
Activa Beleggingen Het beheer van de beleggingen is ondergebracht bij Aegon Asset Management (Euro Staats Obligaties en Long Duration Overlay), Blackrock (Vastgoed en Wereld Aandelen), Lazard Asset Management (Emerging Market Aandelen), Batterymarch Financial Management (Emerging Market Aandelen) en Deutsche Bank (Dollar). 1 Vastgoed ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●● Beursgenoteerd Niet-beursgenoteerd ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Totaal
44
2010
2009
●●●●●●●●●●●●● 21.377 9.976 ●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●● 18.690 0 ●●●●●●●●●●●●●
31.353
18.690
De portefeuille bestaat uit participaties in een privaat beleggingsfonds, dat belegt in beursgenoteerde Europese vastgoedfondsen, en participaties in een privaat vastgoedfonds, dat uitsluitend belegt in winkels in Nederland. 2 Aandelen ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Totaal
2010
2009
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
89.772
71.872
Dit betreft participaties in drie aandelenbeleggingsfondsen, die beleggen in beursgenoteerde aandelen. De samenstelling naar regio is als volgt: USA Europa Opkomende markten Overig ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Totaal
25.388 14.894 44.249 5.241
20.699 13.305 33.812 4.056
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
89.772
71.872
3
Obligaties
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Totaal
2010
2009
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
430.167
402.060
De portefeuille bestaat uit beursgenoteerde euro-staats-obligaties met een vaste rente, van landen die deel uit maken van de Europese Monetaire Unie en participaties in een beleggingsfonds, dat belegt in beursgenoteerde euro-staats-obligaties met een vaste rente, van landen die deel uit maken van de Europese Monetaire Unie met een AAA rating. De kredietwaardigheid van de portefeuille kan als volgt worden weergegeven: AAA rating AA rating A rating Geen rating of lager dan A rating ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Totaal
411.050 19.117 0 0
249.113 62.649 69.739 20.559
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
430.167
402.060
Er zijn per balansdatum voor € 186,5M (2009: € 65,7M) aan obligaties in bruikleen gegeven aan derden. Hiervoor zijn zekerheden ontvangen tot een bedrag van € 209,2M (2009: € 69,4M). Op de zekerheden is een garantie afgegeven door Kasbank N.V. Het fonds heeft echter het economische risico behouden en bijgevolg zijn de betrokken obligaties onder obligaties geclassificeerd en niet van de balans gehaald. 4
Geldmarktbeleggingen 2010
2009
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
Banktegoeden in rekening-courant Totaal
12.133 12.133
21.194 21.194
Een deel van de liquide middelen staan vrij ter beschikking. Per balansdatum bedragen deze € 1,6M (2009: € 1,0M). De overige liquide middelen wordt als cash positie aangehouden als onderdeel van de mandaten van de vermogensbeheerders. 5
Rentederivaten
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Totaal
2010
2009
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
12.251
23.576
Dit betreft 3000 participaties in een Long Duration Overlay fonds. Het Fonds is een zogeheten overlay structuur met als doel (een deel van) het beoogde renterisicoprofiel van de totale vastrentende portefeuille van een Participant cq Pensioenfonds in Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
45
overeenstemming te brengen met het individueel gewenste renterisicoprofiel. Het beleggingsbeleid is gericht op beleggen op het lange eind van de euro-rentecurve. Een participatie verlengt de duration van 1 miljoen euro met 1 jaar. Indien de waarde van een participatie de bovengrens van 10.000 euro overschrijdt, gaat het fonds over tot uitbetaling in geld aan de Participant van het verschil tussen de Participatiewaarde en de Emissiewaarde. Indien de waarde van een participatie de ondergrens van 2.000 euro overschrijdt, dient de Participant direct aan het fonds een bijstorting in geld te doen van het verschil tussen de Emissiewaarde en Participatiewaarde. Op de eerste werkdag van iedere maand kan worden toeen uitgetreden tegen de intrinsieke waarde van het Fonds waarbij respectievelijk een op- of afslag in rekening wordt gebracht. Voor grotere herallocaties is toe- en uittreding dagelijks mogelijk. 6 Valutaderivaten ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Totaal
46
2010
2009
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
-990
-724
Per balansdatum heeft het bestuur conform het strategische beleggingsbeleid het dollarrisico dat het fonds loopt volledig afgedekt door het sluiten van valutatermijncontracten (bij de Deutsche Bank). In totaal is hiermee voor een waarde van $28M (2009: $28M) aan beleggingen teruggebracht tot beleggingen in euro. De overige valuta’s worden niet afgedekt. Het risico voor de overige valuta’s is beperkt doordat deze nooit allemaal dezelfde kant op bewegen en ongecorreleerd zijn. Alle derivatencontracten zijn niet-beursgenoteerd en hebben een looptijd korter dan een jaar. Er is conform contract geen onderpand verstrekt aan de Deutsche Bank. Valutatermijncontracten ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Verkopen 7a
2010 Contractomvang
●●●●●●●●
20.871
Marktwaarde
●●●●●●●●
-990
2009 Contractomvang
●●●●●●●●
19.386
Marktwaarde
●●●●●●●●
-724
Vorderingen beleggingen 2010
2009
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
Dividendbelasting Nog niet afgewikkelde beleggingstransactie Totaal
418 7.470 7.888
0 0 0
Het betreft terug te vorderen dividendbelasting die is ingehouden in het Aegon obligatiefonds en het Altera vastgoedfonds. Het betreft de verkoop van obligaties in de Aegon portefeuille op 30 december 2010, die op 4 januari 2011 is afgewikkeld.
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
7b
Schulden beleggingen 2010
2009
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
Openstaande transactie Nog niet afgewikkelde beleggingstransactie Totaal
2 7.486 7.488
0 0 0
Het betreft nog openstaande transacties in het Aegon obligatiefonds. Het betreft de aankoop van obligaties in de Aegon portefeuille op 30 december 2010, die op 4 januari 2011 is afgewikkeld. 8
Herverzekeringsdeel voorziening pensioenverplichtingen
Onder herverzekeringsdeel voorziening pensioenverplichtingen is de gekapitaliseerde waarde van het herverzekeringscontract opgenomen. ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Totaal
2010
2009
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
52 1 0 -12
61 2 1 -12
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
41
52
De mutaties kunnen als volgt worden weergegeven: Balanswaarde begin van het jaar Rentetoevoeging Wijziging marktrente Uitkeringen herverzekering ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Balanswaarde eind van het jaar
41
52
Het herverzekeringsdeel voorziening pensioenverplichtingen heeft voor het overgrote deel een langlopend karakter. 9
Overige vorderingen en overlopende activa 2010
2009
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
Werkgever Totaal
2.577 2.577
3.356 3.356
De vorderingen hebben een resterende looptijd korter dan een jaar. De vordering van de werkgever (2010) betreft o.a. de premie van november en december 2010, de kostennota 2010 en de indexatie-garantie. (alle posten zijn in 2011 betaald)
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
47
10 Overige activa Overige activa, zijnde liquide middelen, worden onderscheiden van banktegoeden die het karakter hebben van beleggingen of direct beschikbaar zijn om te worden belegd. Deze posten zijn begrepen in geldmarktbeleggingen. 2010
2009
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
Liquide middelen (Banktegoeden in rekening-courant) Totaal
1.330
48
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
1.330
1.263 1.263
Passiva 11 Eigen vermogen De mutaties in de reserves zijn als volgt:
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
2009 Stand begin van het jaar Resultaat Stand eind van het jaar
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
2010 Stand begin van het jaar Resultaat Stand eind van het jaar
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Benodigd
Reserve Solvabiliteit
Algemene Reserve
Totaal Eigen Vermogen
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
64.555 -14.369 50.186
-89.385 50.035 -39.350
-24.830 35.666 10.836
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
50.186 11.187 61.373
-39.350 -26.914 -66.264
10.836 -15.727 -4.891
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
77.615
De (benodigde) reserve solvabiliteit is gelijk aan het vereist eigen vermogen. Een eventueel overschot of tekort komt tot uitdrukking in de algemene reserve. De algemene reserve is onder meer beschikbaar om invulling te geven aan de indexatieambitie. Aangezien er ultimo 2010 een situatie van onderdekking is, is ook de aanwezige algemene reserve negatief. Tevens is de benodigde algemene reserve berekend en weergegeven. Het vereist eigen vermogen wordt berekend op basis van de standaardmethode (van DNB), uitgaande van de feitelijke waarde van de beleggingen zonder toepassing van iteraties. Het vereist eigen vermogen dient zodanig te worden berekend dat met een zekerheid van 97,5% wordt voorkomen dat binnen een termijn van één jaar de waarde van de netto activa lager is dan de waarde van de pensioenverplichtingen. Aangezien er een situatie van onderdekking is, is er eigenlijk geen berekening benodigd conform de 6 S-en formule om te zien dat je er niet aan voldoet, maar op deze wijze heb je wel inzicht in de hoogte hiervan. Voor de berekening van de hoogte van de (benodigde) reserve solvabiliteit zie de paragraaf “Solvabiliteitsrisico”. Het berekende minimaal vereist eigen vermogen (104,0% dekkingsgraad) bedraagt € 23.572 duizend en is begrepen in de reserve solvabiliteit. In 2009 was dit € 21.486 duizend (104,1% dekkingsgraad). In de jaarrekening wordt de nominale dekkingsgraad weergeven. Ultimo 2010 bedraagt deze 99,2% (2009: 102,0%). Bij de reële dekkingsgraad wordt bij de waardering van de pensioenverplichtingen rekening gehouden met de verwachte toekomstige prijsinflatie. Voor het bepalen van de reële dekkingsgraad worden de pensioenverplichtingen contant gemaakt tegen de reële rente. De reële rente wordt berekend door de nominale marktrente te verminderen met de geschatte inflatiecomponent. Deze benaderingswijze wordt gebruikt, omdat de reële rentetermijnstructuur niet rechtstreeks kan worden gebaseerd op marktinformatie.
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
49
Ultimo boekjaar 2010 bedraagt de reële dekkingsgraad 74% bij een verwachte prijsinflatie van 1,55% per jaar (de door DNB verwachte prijsinflatie voor de komende 2 jaar). Bij een prijsinflatie van 2,00 % per jaar (de inflatiedoelstelling van de ECB) bedraagt ultimo 2010 de reële dekkingsgraad 68%. Ultimo 2009 bedroeg de reële dekkingsgraad 95%, gebaseerd op een verwachte prijsinflatie van 0,45% per jaar (de verleden jaar door DNB verwachte prijsinflatie voor de komende 2 jaar). Dit betekent dat het fonds op dit moment naar verwachting niet (volledig) de verwachte toekomstige prijsinflatie kan compenseren. 12 Voorziening pensioenverplichtingen voor risico pensioenfonds De voorziening pensioenverplichtingen is als volgt samengesteld: 2010
2009
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
Actieve deelnemers Arbeidsongeschikte deelnemers Gewezen deelnemers Ingegaan ouderdomspensioen Ingegaan partnerpensioen en wezenpensioen Ingegaan arbeidsongeschiktheidspensioen
50
Totaal
99.825 5.537 195.067 253.234 27.983 615
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
582.261
85.862 4.844 175.735 237.643 24.787 691 529.562
De mutaties in de voorziening zijn als volgt:
2010
2009
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
Stand begin van het jaar Pensioenopbouw deelnemers (16) Pensioenopbouw FVP (16) Inkomende waardeoverdrachten (21) Uitgaande waardeoverdrachten (21) Rentetoevoeging (18) Wijziging marktrente (19) Indexering (17) Onttrekking voor pensioenuitkeringen (20) Onttrekking voor pensioenuitvoeringskosten (20) Wijziging actuariële grondslagen (22) Actuariële resultaten (23) Overige mutaties (23) Totaal mutaties voorziening pensioenverplichting Stand eind van het jaar
529.562 4.992 137 98 -1.412 6.775 51.636 1.225 -20.003 -395 10.107 -586 125 52.699 582.261
532.010 5.764 177 40 -1.764 13.294 -22.193 1.747 -19.456 -390 20.368 -57 22 -2.448 529.562
De voorziening pensioenverplichtingen heeft voor het overgrote deel een langlopend karakter. De gemiddelde duration is 17,2 jaar (2009: 16,8 jaar). N.B. De bij de posten vermelde nummers verwijzen naar diverse posten in deze toelichting.
51 13 Overige schulden en overlopende passiva 2010
2009
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
Belastingen en premies sociale verzekeringen Herverzekeraar Waardeoverdrachten Vooruit ontvangen premies Pensioenuitkeringen Overige schulden en overlopende passiva Totaal
548 200 0 596 61 259
De schulden hebben een resterende looptijd korter dan een jaar. Betreffende “Vooruit ontvangen premies”, zie post 14 “Premies”.
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
1.664
469 198 36 0 16 222 941
Overige informatie Beleggingsportefeuille De totale beleggingsportefeuille bedraagt € 575.086 duizend (2009: € 536.668 duizend) en is als volgt samengesteld: 2010
2009
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
Vastgoed Aandelen Obligaties Geldmarktbeleggingen Rentederivaten Valutaderivaten Vorderingen Schulden Totaal
31.353 89.772 430.167 12.133 12.251 -990 7.888 -7.488 575.086
18.690 71.872 402.060 21.194 23.576 -724 0 0 536.668
Mutaties beleggingen
52 ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
2009 Balanswaarde begin van het jaar Aankopen Verkopen Waardeveranderingen
Vastgoed
Aandelen Obligaties
Overig*
Totaal
●●●●●●●
●●●●●●●
●●●●●●●
●●●●●●
●●●●●●
24.380 0 -14.807 9.117
49.816 25.375 -27.991 24.672
420.893 479.000 -494.670 -3.163
7.408 48.674 -5.732 -6.304
502.497 553.049 -543.200 24.322
Balanswaarde eind van het jaar
18.690
71.872
402.060
44.046
536.668
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●
●●●●●●●
●●●●●●●
●●●●●●
●●●●●●
18.690 10.150 0 2.513
71.872 428 0 17.472
402.060 699.665 -663.924 -7.634
44.046 677 -38.258 17.329
536.668 710.920 -702.182 29.680
●●●●●●●
●●●●●●●
●●●●●●●
●●●●●●
●●●●●●
2010 Balanswaarde begin van het jaar Aankopen Verkopen Waardeveranderingen
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Balanswaarde eind van het jaar
31.353
89.772
430.167
23.794
575.086
* Overig betreft geldmarktbeleggingen, rentederivaten, valutaderivaten, kosten van vermogensbeheer (zie ook 27 beleggingsopbrengsten). De verkopen betroffen vooral de rentederivaten (herbalancering) en geldmarktbeleggingen (herallocatie naar vastgoed). De aankopen en verkopen van obligaties is relatief veel in 2010,
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
door de herallocatie van obligaties uit niet AAA landen (Portugal, Italie, Ierland, Griekenland en Spanje) naar obligaties van AAA landen (vooral Frankrijk, Duitsland en Nederland).. Niet in de balans opgenomen verplichtingen • Langlopende contractuele verplichtingen Het pensioenfonds heeft een overeenkomst betreffende pensioenuitvoering afgesloten voor de periode tot en met 31 december 2011. De verplichting voor de resterende looptijd bedraagt € 442 duizend (2009: € 425 duizend). Verder heeft het pensioenfonds het overlijdensrisico en het arbeidsongeschiktheidsrisico gedeeltelijk herverzekerd. De overeenkomst is eind 2010 verlengd voor de periode tot en met 31 december 2015. De totale verplichting voor de resterende looptijd bedraagt ongeveer € 2.500 duizend (2009: ongeveer € 800 duizend). • Voorwaardelijke verplichtingen en vorderingen Het fonds heeft een voorwaardelijke verplichting met betrekking tot een reparatie-indexatie. Deze reparatietoezegging wordt toegekend op het moment dat er geen tekort algemene reserve meer is. Daarnaast heeft het fonds een voorwaardelijke verplichting tot inhaal-indexatie, die wordt toegekend bij een reële dekkingsgraad groter dan 100%. Deze reparatie- en inhaal-indexatie zal zodanig worden toegekend dat er sprake is van evenwichtig beleid. De omvang van de niet toegekende reparatie- en inhaal-indexatie bedraagt ultimo boekjaar € 52.656 duizend (2009: € 42.250 duizend). Risicobeheer
53
In het bestuursverslag worden de belangrijke risico’s die het pensioenfonds loopt besproken en wordt ingegaan op het beleid dat wordt gevoerd om deze risico’s te beheersen. In deze paragraaf van de jaarrekening worden alleen de financiële risico’s beschreven en gekwantificeerd. Solvabiliteitsrisico Het belangrijkste risico van het pensioenfonds is het solvabiliteitsrisico. Dit is het risico dat het fonds op lange termijn de pensioenverplichtingen niet kan nakomen. De solvabiliteit wordt gemeten aan de hand van het verschil tussen het aanwezig eigen vermogen en het vereist eigen vermogen. Daarnaast wordt de dekkingsgraad als solvabiliteitsratio gehanteerd. Door middel van een ALM-studie (Asset Liability Matching), Continuïteits Analyse en Scenario Analyse kan inzicht worden verkregen in de toekomstige ontwikkeling van het solvabiliteitsrisico. In een ALM-studie wordt integraal gekeken naar het financieringsbeleid, het indexatiebeleid en het strategische beleggingsbeleid. Het vereist eigen vermogen (de Reserve Solvabiliteit) wordt berekend op basis van een scenarioanalyse zoals gebruikt in de standaardmethode (van DNB), uitgaande van de feitelijke waarde van de beleggingen zonder toepassing van iteraties. Doordat het fonds niet belegt in bijzondere beleggingen kan deze 6 S-en formule onverkort gebruikt worden.
Het vereist eigen vermogen (benodigde solvabiliteitsbuffer) berekend op basis van de feitelijke beleggingsportefeuille ultimo verslagjaar bedraagt € 61.373 duizend (2009: € 50.186 duizend). Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
Aangezien in 2010 het aanwezige eigen vermogen een tekort laat zien van € 4.891 duizend, is het tekort van het aanwezig eigen vermogen ten opzichte van het vereist eigen vermogen € 66.264 duizend (2009: € 39.350 duizend). Dit kan als volgt worden gespecificeerd: ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Vereiste buffers • Rentemismatchrisico (S1) • Vastgoedrisico en aandelenrisico (S2) • Valutarisico (S3) • Commodityrisico (S4) • Kredietrisico (S5) • Verzekeringstechnisch risico (S6)
2010
2009
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
33.029 31.784 12.417 0 0 21.482
28.062 23.813 9.040 0 2.745 20.164
98.712 -37.339
83.824 -33.638
61.373 -4.891
50.186 10.836
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
Totaal Diversificatie van risico’s Totaal vereist eigen vermogen Aanwezig eigen vermogen ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Tekort Vereist Eigen Vermogen
54
-66.264
-39.350
Liquiditeitsrisico (S7), Concentratierisico (S8), Operationeel risico (S9) zijn nihil verondersteld. De verschillende risico’s worden hieronder verder toegelicht. De dekkingsgraad is de verhouding tussen de netto activa (totaal beleggingen + vorderingen + overige activa - schulden en overlopende passiva) en de pensioenverplichtingen. De dekkingsgraad bedraagt 99,2% (2009: 102,0%). De met het vereist eigen vermogen overeenkomende dekkingsgraad bedraagt 110,5% (2009: 109,5%). Het minimaal vereist eigen vermogen komt overeen met een dekkingsgraad van 104,0% (2009: 104,1%) en bedraagt € 23.572 duizend (2009: € 21.486 duizend). De ontwikkeling van de dekkingsgraad kan als volgt worden geanalyseerd: 2010 2010 2009 realisatie herstelplan realisatie
2009 herstelplan
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●
●●●●●●●
●●●●●●●●
●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●
●●●●●●●
●●●●●●●●
●●●●●●●
Dekkingsgraad begin van het jaar Resultaat beleggingsactiviteiten Rentetoevoeging voorz. Pensioenverpl. Wijziging marktrente Indexering pensioenrechten Wijziging actuariële grondslagen Overig Dekkingsgraad eind van het jaar
102,0% 9,2% -1,2% -9,0% 0,0% -1,7% -0,1% 99,2%
97,0% 5,5% -4,5% 0,0% 0,0% 0,0% 1,0%
99,0%
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
95,3% 7,9% -2,3% 4,2% 0,0% -3,5% 0,4%
102,0%
95,3% 5,5% -4,5% 0,0% 0,0% 0,0% 0,7%
97,0%
Herstelplan De dekkingsgraad bedroeg ultimo 2008 95,3% en het pensioenfonds heeft ingevolge artikel 140 van de Pensioenwet een kortetermijnherstelplan bij De Nederlandsche Bank ingediend. Het herstelplan is erop gericht dat het pensioenfonds binnen vijf jaar (gerekend vanaf 1 januari 2009) weer beschikt over het minimaal vereist eigen vermogen (dekkingsgraad 104,0%). In het herstelplan is uitgegaan van een verwachte stijging van de dekkingsgraad in 2010 van 2,0% (2009: 1,7%) zie bovenstaande tabel. De dekkingsgraad is echter met 2,8% gedaald (2009: 6,7% gestegen). Het hertstel loopt ultimo 2010 evenals 2009 vóór op het herstelplan, edoch in 2010 nog maar minimaal. Dit betekent niet dat de financiële problemen zijn opgelost, daar in het herstelplan wordt uitgegaan van deterministische berekeningen. Het herstelplan kan als volgt worden samengevat: • de pensioenrechten van de gewezen deelnemers en gepensioneerden worden niet geïndexeerd; • de pensioenrechten van de actieve deelnemers worden niet geïndexeerd, anders dan met de door de werkgever gegarandeerde en gefinancierde aanpassing (indexering), die geen effect heeft op de dekkingsgraad; • de werkgever stort jaarlijks een herstelbijdrage ter grootte van maximaal 50% van de kostendekkende premie (het % is afhankelijk van de dekkingsgraad, conform de uitvoeringsovereenkomst); • het beleggingsbeleid wordt gevoerd in lijn met het strategisch beleggingsplan. Voor een uitgebreidere toelichting op het herstelplan en een vergelijk tussen de verwachte en gerealiseerde uitkomsten wordt verwezen naar het bestuursverslag. Het solvabiliteitsrisico wordt beïnvloed door de volgende financiële risico’s: mismatchrisico, beleggingsrisico en verzekeringstechnisch risico. Hierna worden deze financiële risico’s beschreven en voor een deel gekwantificeerd. Mismatchrisico Rentemismatchrisico Rentemismatchrisico (S1) is het verschil in rentegevoeligheid tussen de portefeuille obligaties en de pensioenverplichtingen. De rentegevoeligheid van de verplichtingen is, als gevolg van de langere looptijden, hoger dan die van de portefeuille obligaties. Een daling van de marktrente leidt tot een stijging van de waarde van de pensioenverplichtingen, die slechts voor een deel wordt gecompenseerd door een stijging van de waarde van de portefeuille obligaties. Het risico kan (verder) worden beheerst door de inzet van rentederivaten (Long Duration Overlay Fonds). De rentegevoeligheid kan worden gemeten aan de hand van de duration. Dit is de met de contante waarde van rente en aflossing gewogen gemiddelde looptijd in jaren. De duration mismatch is het verschil tussen de duration van de pensioenverplichtingen en de naar omvang (ten opzichte van de pensioenverplichtingen) gewogen duration van obligaties.
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
55
De duration van de portefeuille obligaties en de pensioenverplichtingen en de duration mismatch zijn als volgt: ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Obligaties exclusief rentederivaten Obligaties inclusief rentederivaten Obligaties gewogen ten opzichte van pensioenverplichtingen Pensioenverplichtingen
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Mismatch
2010
2009
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
17,2
16,8
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
6,9 13,9 10,6
6,6
6,4 13,4 10,8
6,0
In 2010 is de rentemismatch iets opgelopen van 6,0 jaar tot 6,6 jaar, met name doordat de pensioenverplichtingen een langere duration kregen door toedoen van de lagere lange rente en door de verbeterde levensverwachting. (In 2009 was de rentemismatch verkleind van 9,7 jaar tot 6,0 jaar, voornamelijk door verlenging van de duration van de obligatieportefeuille en het bijkopen van participaties in het long duration overlay beleggingsfonds). Het pensioenfonds heeft 3.000 participaties in het long duration overlay fonds (2009: 3.000 participaties). Een participatie in het fonds verlengt de duration van € 1,0 miljoen obligatieportefeuille met ongeveer één jaar. De duration van de obligatie portefeuille is daardoor met ongeveer 7 jaar verlengd.
56
Als de marktrente (rentetermijnstructuur) met één procentpunt stijgt, daalt de waarde ongeveer met de duration als percentage. Bij een rentestijging daalt de waarde van de beleggingen minder dan de waarde van de pensioenverplichtingen, waardoor de dekkingsgraad verbetert. Bij een rentedaling stijgt de waarde van de beleggingen minder dan de waarde van de pensioenverplichtingen, waardoor de dekkingsgraad verslechtert. Een daling van de nominale marktrente met één procentpunt resulteert in een daling van de dekkingsgraad met ongeveer 6,6 procentpunten (2009: ongeveer 6 procentpunten). Hierbij is het effect van een renteverandering op de waarde van vastgoed en aandelen buiten beschouwing gelaten. Hiervoor is ervan uitgegaan dat de marktrente voor alle looptijden in gelijke mate stijgt of daalt. Er kan echter sprake zijn van verschillen in de rentebeweging voor verschillende looptijden. De lange rente kan bijvoorbeeld sterker stijgen of dalen dan de korte rente. Veranderingen in de rentecurve worden niet gemeten aan de hand van de duration, maar hebben wel invloed op de rentemismatch. Inflatierisico Inflatierisico is het verschil in gevoeligheid voor de inflatie tussen de beleggingsportefeuille enerzijds en de verplichtingen anderzijds. Het pensioenfonds streeft ernaar de opgebouwde pensioenrechten jaarlijks te indexeren op basis van de collectieve loonstijging en de prijsinflatie. Hieraan kunnen overigens geen rechten worden ontleend. Door dit streven is het pensioenfonds gevoelig voor onverwachte toename van de inflatie. Dit risico kan worden gereduceerd door een gedeelte van de obligatieportefeuille te beleggen in inflation linked bonds. Het bestuur heeft besloten nog niet te beleggen in inflation linked bonds.
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
Beleggingsrisico Vastgoedrisico Vastgoedrisico (S2) is het risico dat de waarde van vastgoed en vastgoedaandelen verandert als gevolg van veranderingen in de desbetreffende marktprijzen. Het risico wordt beperkt doordat het pensioenfonds de vastgoed beleggingen heeft verdeeld over een beursgenoteerd indirect vastgoed beleggingsfonds, dat zijn portefeuille spreidt over verschillende vastgoedfondsen en categorieën vastgoedobjecten in Europa, en een direct vastgoed beleggingsfonds dat belegt in winkels in Nederland. De portefeuille vastgoed maakt ongeveer 5% (2009: 4%) uit van de totale beleggingen. Een waardedaling van de vastgoedbeleggingen met 10% resulteert in een daling van de dekkingsgraad met ongeveer 0,5 procentpunt (2009: ongeveer 0,4 procentpunt). Aandelenrisico Aandelenrisico (S2) is het risico dat de waarde van aandelen verandert als gevolg van veranderingen in de desbetreffende marktprijzen. Het risico wordt beperkt doordat de aandelenbeleggingsfondsen gespreid zijn over verschillende bedrijfstakken en regio’s. Informatie over de spreiding van de portefeuille naar regio is opgenomen in de toelichting op de balanspost aandelen. De aandelenportefeuille maakt ongeveer 15% (2009: 15%) uit van de totale beleggingsportefeuille. Een waardedaling van de portefeuille met 10% resulteert in een daling van de dekkingsgraad met ongeveer 1,5 procentpunt (2009: eveneens ongeveer 1,5 procentpunten). Valutarisico Valutarisico (S3 ) is het risico dat de waarde van beleggingen verandert als gevolg van veranderingen in valutakoersen. Het valutarisico wordt afgedekt door middel van currencyforwards. Van de beleggingen bestaat omgerekend netto € 62.083 duizend (2009: € 45.842 duizend) uit een andere valuta dan de euro. De valutapositie (uitgedrukt in duizenden euro’s) kan als volgt worden geanalyseerd: Vastgoed
Aandelen
Obligaties
Overig
Totaal
Valutaderivaat
Netto positie
●●●●●●●●●●
●●●●●●
●●●●●●
●●●●●●
●●●●●●
●●●●●●
●●●●●●
●●●●●●
Euro US dollar Overige valuta
18.690 0 0
6.644 20.699 44.529
402.060 0 0
44.046 0 0
471.440 20.699 44.529
0 -19.386 0
471.440 1.313 44.529
●●●●●●●●●●
●●●●●●
●●●●●●
●●●●●●
●●●●●●
●●●●●●
●●●●●●
●●●●●●
●●●●●●●●●●
●●●●●●
●●●●●●
●●●●●●
●●●●●●
●●●●●●
●●●●●●
●●●●●●
Euro US dollar Overige valuta
31.353 0 0
6.818 25.388 57.566
430.167 0 0
23.794 0 0
492.132 25.388 57.566
0 -20.871 0
492.132 4.517 57.566
●●●●●●●●●●
●●●●●●
●●●●●●
●●●●●●
●●●●●●
●●●●●●
●●●●●●
●●●●●●
2009
Totaal 2010
Totaal
18.690
31.353
71.872
89.772
402.060
430.167
44.046
23.794
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
536.668
575.086
-19.386
-20.871
517.282
554.215
57
De onder overige valuta vermelde valutapositie heeft met name betrekking op valuta van opkomende landen. Commodityrisico Commodityrisico (S4) is het risico dat de waarde van commodities verandert als gevolg van veranderingen in de desbetreffende marktprijzen. Het fonds belegt niet in commodities. Kredietrisico Kredietrisico (S5) is het risico dat tegenpartijen hun contractuele verplichtingen aan het pensioenfonds of de beleggingsfondsen waarin het pensioenfonds participeert niet nakomen. Een specifiek risico van de beleggingsfondsen die in (vastgoed)aandelen en obligaties beleggen is het settlementrisico. Dit is het risico dat tegenpartijen van transacties hun tegenprestatie niet leveren. Informatie over de kredietwaardigheid van de obligatie portefeuille op basis van credit ratings en over de spreiding van de portefeuille naar regio is opgenomen in de toelichting op de balanspost vastrentende waarden. Ongeveer 96% (2009: 62%) van de totale obligatie portefeuille heeft de hoogste rating AAA, de overige 4% in AA+. Het kredietrisico wordt nihil verondersteld, daar AAA staatsobligaties geen kredietrisico hebben. Verzekeringstechnisch risico
58
Het belangrijkste verzekeringstechnisch risico (S6) is het langlevenrisico. Dit is het risico dat deelnemers langer blijven leven dan gemiddeld verondersteld bij de vaststelling van de premie en de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen. Door toepassing van de AGprognosetafels 2010-2060 met correcties voor ervaringssterfte wordt rekening gehouden met een toekomstige verbetering van de levensverwachting. Overige risico’s Liquiditeitsrisico Liquiditeitsrisico (S7) is het risico dat onvoldoende liquide middelen beschikbaar zijn om op korte termijn aan de verplichtingen (voornamelijk de pensioenuitkeringen) te kunnen voldoen. Dit risico is onder normale omstandigheden nagenoeg afwezig, omdat de pensioenuitkeringen ruimschoots kunnen worden voldaan uit de ontvangen premies en directe beleggingsopbrengsten en bovendien verreweg het grootste deel van de beleggingsportefeuille bestaat uit liquide vermogenstitels. Dit neemt niet weg dat ingenomen derivatenposities kunnen leiden tot de contractuele verplichting tot bijstorting. Concentratierisico Pensioenfondsen lopen concentratierisico (S8) als een adequate spreiding van activa en passiva ontbreekt. Het concentratierisico is gesteld op 0% omdat de beleggingsportefeuille gediversificeerd is en de demografische opbouw van de deelnemers niet geconcentreerd. Operationeel risico Operationeel risico (S9) betreft het risico dat ontstaat als gevolg van het falen of tekortschieten van interne processen, menselijke en technische tekortkomingen, en onverwachte externe gebeurtenissen. Het operationeelrisico is gesteld op 0% omdat het fonds een groot deel van de operationele taken uitbesteed aan partijen met een SAS70 type II verklaring. Daarnaast heeft het fonds maatregelen genomen ten behoeve van risico management. Dit wil overigens niet zeggen dat deze operationel risico’s er niet zijn, daar deze onontkoombaar zijn. Beheersing van de risico’s is belangrijker dan deze een gemodelleerde waarde te geven. Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
Systeemrisico Systeemrisico betreft het risico dat het mondiale financiële systeem (de internationale markten) niet langer naar behoren functioneert, waardoor beleggingen van het fonds niet langer verhandelbaar zijn en zelfs, al dan niet tijdelijk, hun waarde kunnen verliezen. Net als voor andere marktpartijen, is dit risico voor het fonds niet beheersbaar.
59
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
TOELICHTING OP DE STAAT VAN BATEN EN LASTEN OVER 2010 (Alle bedragen in duizenden euro’s)
Baten en lasten pensioenactiviteiten 14 Premies 2010
2009
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
Werkgeversdeel Werknemersdeel FVP Totaal
60
9.576 1.768 133
11.477
11.722 2.005 136 13.863
De feitelijke premie bedraagt € 11.477 duizend (2009: € 13.863 duizend). In de premie is begrepen een extra premie van € 983 (2009: € 1.546 duizend) in verband met de door de onderneming in de CAO gegarandeerde verhoging van de pensioenrechten van de actieve deelnemers per 1 april 2011 met 1,00% (1 april 2010: 1,92%). In de premie in 2010 is begrepen een herstelopslag van € 2.954 duizend (2009: € 3.536 duizend) uit hoofde van het herstelplan. De kostendekkende premie volgens artikel 128 van de Pensioenwet bedraagt € 8.565 duizend (2009: € 10.012 duizend). De kostendekkende premie is als volgt samengesteld: ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Actuarieel benodigde koopsom voor pensioenopbouw en risicodekking Opslag voor het bij de aangroei van VPV behorende vereiste vermogen solvabiliteitsbuffer Opslag uitvoeringskosten Actuarieel benodigde premie toegezegde indexering
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Totaal
2010
2009
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
684
1.027
682 983
499 1.546
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
6.216
8.565
6.940
10.012
Het verschil tussen de feitelijke premie en de kostendekkende premie betreft voornamelijk de in rekening gebrachte herstelpremie, die geen onderdeel is van de kostendekkende premie. Voor de jaren 2010 en 2011 is de pensioen voorschotpremie vastgesteld op 30% van de pensioengrondslag. Door het hoger dan verwachte renteniveau viel de benodigde premie voor de nominale pensioeninkoop over 2010 lager uit dan berekend. Het verwachte renteniveau voor 2011 is fors lager en de benodigde premie voor de nominale pensioeninkoop derhalve fors hoger. Het overschot van 2010 (€ 596 duizend) is geboekt als vooruit ontvangen premie voor de nominale pensioeninkoop van 2011 (zie post 13). Het verschil in benodigde premie per jaar komt ook duidelijk tot uitdrukking in de post pensioenopbouw (zie post 16).
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
15
Waardeoverdrachten
Hieronder is opgenomen het saldo van inkomende bedragen uit hoofde van overgenomen pensioenverplichtingen en uitgaande bedragen uit hoofde van overgedragen pensioenverplichtingen. 2010
2009
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
Inkomende waardeoverdrachten Uitgaande waardeoverdrachten Totaal
57 -1.147 -1.090
18 -1.183 -1.165
Als gevolg van de financiële positie van het pensioenfonds zijn, op grond van wet- en regelgeving, in de loop van 2010 de inkomende en uitgaande waardeoverdrachten opgeschort. Door de verbeterde dekkingsgraad begin 2011 worden deze alsnog afgehandeld. 16 Pensioenopbouw Onder pensioenopbouw is opgenomen de actuarieel berekende waarde van de diensttijdopbouw. Dit is het effect op de voorziening pensioenverplichtingen van de in het verslagjaar opgebouwde nominale rechten ouderdomspensioen en nabestaandenpensioen (zie ook post 14). 2010
2009
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
2010
2009
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
Pensioenopbouw actieve deelnemers Pensioenopbouw FVP Totaal
-4.992 -137 -5.129
-5.764 -177 -5.941
17 Indexering
Actieve deelnemers Gewezen deelnemers Gepensioneerden Totaal
-986 -91 -148
-1.225
-1.510 -93 -144 -1.747
De pensioenrechten van de actieve deelnemers worden per 1 april 2011 verhoogd met 1,00% (1 april 2010: 1,92%) vanuit de door de onderneming gegeven garantie. De premievrije pensioenrechten en de ingegane pensioenen worden per 1 april 2011 niet verhoogd (1 april 2010: niet verhoogd). De op balansdatum toegezegde indexering per 1 april van het volgende jaar is in de voorziening opgenomen. De toevoeging aan de voorziening in 2010 met betrekking tot de premievrije pensioenrechten en de ingegane pensioenen betreft het verschil tussen de per 1 april 2010 Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
61
werkelijk toegekende indexering en het daarvoor in de voorziening pensioenverplichtingen per 31 december 2009 begrepen bedrag. 18 Rentetoevoeging voorziening pensioenverplichtingen De pensioenverplichtingen worden contant gemaakt tegen de marktrente per balansdatum op basis van de door DNB gepubliceerde rentetermijnstructuur. Aan de voorziening pensioenverplichtingen wordt rente toegevoegd op basis van de 1-jaarsrente volgens deze rentetermijnstructuur primo verslagperiode. ●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Totaal
2010
2009
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
-6.775
-13.294
De rentetoevoeging aan de voorziening pensioenverplichtingen is gebaseerd op een rekenrente (1jaarsrente) van 1,3% (2009: 2,5%). 19
Wijziging marktrente
De waarde van de pensioenverplichtingen verandert onder invloed van veranderingen in de gehanteerde rekenrente.
62
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Totaal
2010
2009
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
-51.636
22.193
In 2010 is de afgeleide marktrente gedaald van 3,9% tot 3,5% en in 2009 gestegen van 3,5% tot 3,9%. Het verschil in effect 2009/2010 wordt veroorzaakt door enerzijds afronding van de percentages, en anderzijds door vorm van de curve. De curve moet eerst een jaar ontwikkeld worden, en vervolgens vindt de overgang naar de nieuwe curve plaats. Door het ontwikkelen van de curve wijzigt de gemiddelde rente (stijl verloop van de rentecurve eerste paar jaar). 20 Onttrekking pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten Toekomstige pensioenuitkeringen en pensioenuitvoeringskosten (in het bijzonder excassokosten) worden vooraf actuarieel berekend en opgenomen in de voorziening pensioenverplichtingen. De hieronder opgenomen afname van de voorziening betreft het bedrag dat vrijkomt ten behoeve van de financiering van de pensioenen en kosten van de verslagperiode. 2010
2009
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
Onttrekking pensioenuitkeringen Onttrekking pensioenuitvoeringskosten Totaal
20.003 395
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
20.398
19.456 390 19.846
21 Pensioenrechten waardeoverdrachten Hieronder zijn opgenomen de toevoeging aan de voorziening pensioenverplichtingen uit hoofde van pensioenrechten met betrekking tot inkomende waardeoverdrachten en de onttrekking aan de voorziening pensioenverplichtingen uit hoofde van pensioenrechten met betrekking tot uitgaande waardeoverdrachten. 2010
2009
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
Pensioenrechten inkomende waardeoverdrachten Pensioenrechten uitgaande waardeoverdrachten Totaal
-98 1.412 1.314
-40 1.764 1.724
22 Wijziging actuariële grondslagen De actuariële grondslagen zijn de uitgangspunten en veronderstellingen waarop de berekening van de voorziening pensioenverplichtingen is gebaseerd. Onder wijziging actuariële grondslagen is het effect van aanpassing van de bestandsgrondslagen, economische grondslagen en kostengrondslagen op de voorziening opgenomen. 2010
2009
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
Overgang op AG-prognosetafels 2010-2060 Wijziging correctie ervaringssterfte Voorlopige schatting effect verbetering levensverwachting Totaal
-11.338 1.231 0 -10.107
0 0 -20.368 -20.368
De wijziging actuariële grondslagen in 2010 betreft de overgang op de nieuwe door het Actuarieel Genootschap uitgebrachte generatietafels. Hierop worden correcties toegepast in verband met hogere overlevingskansen van de populatie van het pensioenfonds ten opzichte van de overlevingskansen van de totale bevolking. Deze correctiefactoren zijn in 2010 eveneens opnieuw vastgesteld. Vooruitlopend op de nieuwe AG-prognosetafels was de voorziening pensioenverplichtingen in 2009 in verband met de gestegen levensverwachting reeds verhoogd met 4,0%, gebaseerd op een schatting van het effect op de pensioenverplichtingen. 23 Overige mutaties voorziening pensioenverplichtingen 2010
2009
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
Actuariële resultaten, per saldo Arbeidsongeschiktheidspensioen en premievrije pensioenopbouw arbeidsongeschikten Totaal
586 -125
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
461
57 -22 35
63
24 Pensioenuitkeringen 2010
2009
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
Ouderdomspensioen Partnerpensioen en wezenpensioen Arbeidsongeschiktheidspensioen Afkoop kleine pensioenen Totaal
-17.903 -1.682 -105 -250 -19.940
-17.548 -1.583 -112 0 -19.243
De uitkeringen zijn inclusief een bedrag van € 250 duizend voor de afkoop van ongeveer 200 kleine pensioenen. 25 Herverzekeringen 2010
2009
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
Premies herverzekering Uitkeringen herverzekering Mutatie herverzekeringsdeel voorziening pensioenverplichtingen
64
Totaal
-1.087 12 -11 -1.086
-999 12 -9 -996
In het herverzekeringscontract zit een winstdelingsclausule die tot uitkering komt bij het aflopen van het contract. Ultimo 2010 liep het contract af, waardoor er in 2011 en 2012 winstdeling vrijvalt. Dit wordt gebruikt om (een deel van) de verzekeringspremie voor 2011 en 2012 te financieren. 26 Pensioenuitvoeringskosten Dit betreft de kosten met betrekking tot de uitvoering van de pensioenregeling. De kosten van vermogensbeheer zijn hierin niet begrepen. 2010
2009
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
Kosten pensioenuitvoering en bestuursondersteuning Kosten accountant en actuaris Overige kosten Totaal
-768 -120 -189
-1.077
-607 -107 -175 -889
In 2010 zijn de werknemers (2) van het pensioenbureau overgegaan van de onderneming en in dienst gekomen bij het pensioenfonds.
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
Baten en lasten beleggingsactiviteiten 27 Beleggingsopbrengsten Onder beleggingsopbrengsten zijn opgenomen de op de verslagperiode betrekking hebbende: • directe beleggingsopbrengsten (dividend, rente en opbrengst securties lending); • indirecte beleggingsopbrengsten (waardeveranderingen inclusief valutakoersverschillen); • kosten van vermogensbeheer (exclusief kosten ten laste van beleggingsfondsen). Direct
Waardeverandering
Totaal
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
Vastgoed Aandelen Obligaties Geldmarktbeleggingen Rentederivaten Valutaderivaten
0 375 16.736 215 0 0
9.117 24.672 -3.163 -254 -880 -4.641
9.117 25.047 13.573 -39 -880 -4.641
Totaal vóór kosten Kosten van vermogensbeheer
17.326
24.851 -529
42.177 -529
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
Vastgoed Aandelen Obligaties Geldmarktbeleggingen Rentederivaten Valutaderivaten
394 420 17.917 277 0 0
2.513 17.472 -7.634 0 19.419 -1.548
2.907 17.892 10.283 277 19.419 -1.548
Totaal vóór kosten Kosten van vermogensbeheer
19.008
30.222 -542
49.230 -542
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
2009
Totaal 2010
●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●●
Totaal
17.326
19.008
24.322
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
29.680
41.648
48.688
65
OVERIGE INFORMATIE Verbonden partijen De aangesloten ondernemingen en haar bestuursleden worden aangemerkt als verbonden partijen. Tussen het pensioenfonds en de aangesloten ondernemingen is een uitvoeringsovereenkomst inzake de financiering en de uitvoering van de pensioenregeling gesloten. Een samenvatting van de uitvoeringsovereenkomst is opgenomen in de paragraaf Financiering en premie van de algemene toelichting. Het pensioenfonds heeft geen leningen verstrekt aan bestuursleden en heeft ook anderszins geen vorderingen op bestuursleden. Inzake de beloning van bestuurders wordt verwezen naar de paragraaf Bezoldiging bestuurders hierna. Medewerkers Het pensioenfonds heeft ultimo 2010 twee werknemers in dienst. Op 1 april 2010 is de directie in dienst getreden van het pensioenfonds. Daarvoor was de directie gedetacheerd door de werkgever. De kosten zijn opgenomen in de kosten pensioenuitvoering. Bezoldiging bestuurders De bestuurders van het pensioenfonds ontvangen geen bezoldiging. Op grond van artikel 383 lid 1 Boek 2 BW wordt vermelding van de beloning van de directie achterwege gelaten.
66
Honorarium accountant De accountantskosten zoals bedoeld in artikel 382a Titel 9, Boek 2 BW bedragen € 49 duizend (2009: € 55 duizend). De kosten hebben nagenoeg volledig betrekking op de controle van de jaarrekening. Belastingen Het pensioenfonds is op grond van de aard van de activiteiten vrijgesteld van belastingheffing voor de vennootschapsbelasting. Resultaatbestemming Het fondsresultaat wordt jaarlijks geheel ten gunste, dan wel ten laste, van het eigen vermogen gebracht. Toezichthouder Evenals vorig jaar is geen sprake van door DNB genomen corrigerende maatregelen ingevolge artikel 96 Pensioenwet, anders dan de vigerende herstelplannen (kortetermijnherstelplan en langetermijnherstelplan). Rijswijk, 9 juni 2011 Het bestuur: M.S. van Beek R.N. Dröge J. Koenhein, voorzitter J.T. van Leerdam K. Lustig F.J.M. Musters, secretaris G.A. Parlevliet, penningmeester J.W. Thurkow
De directeur: C.W. Zeeman
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
OVERIGE GEGEVENS Informatie over de tussen het pensioenfonds en de sponsor getroffen overeenkomst betreffende de financiering en de uitvoering van de pensioenregeling. De financieringsovereenkomst (onderdeel uitmakend van de uitvoeringsovereenkomst) behelst in het kort het navolgende: De aangesloten onderneming verbindt zich jegens de stichting tot het betalen van alle bij de deelnemer ingehouden pensioenbijdragen alsmede de werkgeversbijdrage, als onderdeel van de totaal verschuldigde premie, en van de uitvoeringskosten die aan de aangesloten onderneming in rekening worden gebracht. De uitvoeringskosten die in rekening worden gebracht zullen evenwel niet meer bedragen dan 1% van de loonsom van de aangesloten onderneming. De premie (werknemers- en werkgeversbijdrage) wordt door de aangesloten onderneming maandelijks afgedragen na ontvangst van een maandelijkse voorschot premienota. Het voorschot premiepercentage, als percentage van de pensioengrondslag, wordt jaarlijks door het bestuur van de stichting, gehoord de actuaris, vastgesteld. Bij die vaststelling wordt rekening gehouden met de kosten van voortgaande pensioenopbouw van de actieven inclusief een opslag voor de excassokosten, de Solvabiliteitsbuffer en de Algemene Reserve. Jaarlijks wordt binnen 5 maanden na afloop van het jaar een definitieve premienota vastgesteld. •
•
De pensioenregeling wordt administratief uitgevoerd door de Blue Sky Group B.V. onder verantwoordelijkheid van bestuur en directeur.
•
De onderneming heeft per 31 december 2011 de uitvoeringsovereenkomst opgezegd. Er wordt nog overleg gevoerd over een eventuele voortzetting na 1 januari 2012.
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
67
RAPPORT BEVINDINGEN VISITATIECOMMISSIE Samenvatting van het Rapport Bevindingen Visitatiecommissie Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds Intern toezicht Het intern toezicht heeft betrekking op het kritisch beoordelen van het functioneren van (het bestuur van) het pensioenfonds door onafhankelijke deskundigen. Het bestuur van het Fonds heeft besloten om voor de invulling van het interne toezicht een visitatiecommissie te benoemen. Daartoe heeft zij een overeenkomst gesloten met VCHolland voor het verzorgen van een visitatie in 2011. De visitatie is uitgevoerd door de heren W. de Bruijn, G. Euverman en H. Hanneman, allen leden van VCHolland. De visitatiecommissie heeft op 3 februari 2011 haar rapportage met het bestuur besproken. Hieronder volgen samengevat de belangrijkste bevindingen van de visitatie.
68
De visitatiecommissie komt op basis van haar onderzoek tot de constatering dat de aansturing van het Fonds door het bestuur zich in positieve zin kenmerkt door een structurele aanpak. Het bestuur anticipeert doelgericht op de voor het Fonds relevante ontwikkelingen. Er is sprake van een adequate governancestructuur. Het bestuur kent een dagelijks bestuur en voorts is binnen het Fonds een beleggingscommissie en een communicatiecommissie actief. De taken zijn schriftelijk vastgelegd. De visitatiecommissie beveelt het bestuur aan het functioneren en de bestaansgrond van het dagelijks bestuur te evalueren. De visitatiecommissie heeft kunnen constateren dat het bestuur op een duidelijke en transparante wijze omgaat met de Deelnemersraad en het Verantwoordingsorgaan. De medezeggenschap is op een goede wijze binnen het Fonds ingevuld. Wel doet de commissie de aanbeveling na te gaan of de informatievoorziening van deze organen adequaat is. Het bestuur geeft (pro-)actief aandacht aan de bevordering van de deskundigheid van het Bestuur evenals de Deelnemersraad en het Verantwoordingsorgaan. Het bestuur kent een procedure voor een zelfevaluatie. De statuten voorzien echter niet in de mogelijkheid om een niet naar behoren functionerend bestuurslid te schorsen dan wel voor te dragen voor ontslag. De commissie beveelt aan daar wel in te voorzien. Het bestuur voert een actief communicatiebeleid aan de hand van een communicatieplan. Er is voorzien in een uitgebreid jaarverslag en een informatieve website. Een klantenpanel dat de communicatie-uitingen van het Fonds vooraf beoordeelt op begrijpelijkheid of een klanttevredenheidsonderzoek zouden naar het oordeel van de commissie nuttige feedback kunnen leveren. De basispensioenregeling heeft het karakter van een voorwaardelijk geïndexeerde, fiscaal maximale, middelloonregeling Er is daarbij een toeslagbeleidsstaffel van kracht afhankelijk van de dekkingsgraad. Over 2009 en 2010 zijn geen toeslagen verleend. De onderneming heeft aangegeven te willen overgaan op een nieuwe pensioenregeling en onderzoekt de alternatieven. De commissie beveelt het bestuur aan een gedetailleerd draaiboek op te stellen voor de mogelijke overgang naar een nieuwe regeling en het waarborgen van de verplichtingen tegenover de onderneming na beëindiging van de huidige regeling. De uitvoeringskosten van het Fonds zijn conform begroting, maar hoger dan de hiervoor beschikbare middelen. De commissie beveelt het bestuur aan te voorzien in een structurele dekking.
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
In de ABTN 2008 is uitgebreid aandacht gegeven aan de risico’s die het Fonds loopt en de door het Fonds genomen beheersingsmaatregelen. Het bestuur geeft daar ook invulling aan. De visitatiecommissie doet daarbij nog wel de aanbeveling in de risicoparagraaf ook aandacht te geven aan het inflatierisico. De reële dekkingsgraad kan in de informatie aan de deelnemers worden meegenomen. Inmiddels is het beleggingbeleid sterk gewijzigd ten opzichte van het in de ABTN 2008 weergegeven beleid. De commissie beveelt het bestuur aan de ABTN te actualiseren. Er is sprake van volledige uitbesteding van het pensioen- en vermogensbeheer. Het Fonds is met de externe dienstverleners overeenkomsten aangegaan waarbij ook aandacht is gegeven aan bewaking en instandhouding van de vereiste kwaliteit. De mandaten zijn marktconform. De kwaliteit van de door de externe dienstverleners gehanteerde processen en procedures is op objectieve wijze getoetst. Met betrekking tot de externe dienstverleners worden de regels van DNB in acht genomen. Gezien de mate van uitbesteding beveelt de commissie aan van de deskundigheidsbevordering op dit gebied een speerpunt te maken. De commissie beveelt aan de binnen het Fonds gehanteerde processen en procedures vast te leggen in een ‘procedureboek’. De rapportages binnen het Fonds en die van externe dienstverleners zijn duidelijk en overzichtelijk en ook qua frequentie voldoende om snel te kunnen ingrijpen. Binnen de bestaande governancestructuur is sprake van een periodieke monitoring van de geleverde prestaties mede op basis van SLA’s. De notulen van de bestuursvergaderingen zijn beknopt, maar geven een goed beeld van wat in die vergaderingen besproken is. Wel beveelt de commissie aan de onderbouwing van de genomen besluiten uitvoeriger op te nemen. Het Fonds heeft een gedragscode die ook voorziet in een insidersregeling en een compliance regeling. De complianceofficer komt van buiten het Fonds. Het Fonds beschikt ook over een integraal integriteitsplan. Er is sprake van een adequate klachten- en geschillenregeling. Het Fonds maakt veelvuldig gebruik van ALM-excercities ter onderbouwing van het financieringsbeleid. De visitatiecommissie doet daarbij wel de aanbeveling om een goed onderscheid te houden tussen het strategische en tactische beleggingsbeleid en te bezien of de ALM-frequentie verlaagd kan worden. In het beleggingsbeleid is de laatste tijd wat meer aandacht uitgegaan naar beperking van het neerwaartse dekkingsgraadrisico. De visitatiecommissie doet daarbij de aanbeveling, de toeslagambitie meer af te stemmen op wat naar verwachting haalbaar is en daarover te communiceren met belanghebbenden. Het bestuur heeft aandacht voor het risicobeleid van het Fonds en geeft blijk daarvan in jaarverslag en ABTN en het in 2010 beleggen van een ‘risicodag’. De commissie doet hierbij de aanbeveling een integraal ‘risk control framework’ op te zetten. Utrecht, 3 februari 2011 De visitatiecommissie, Wim de Bruijn
Gerrit Euverman
Henk Hanneman
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
69
VERKLARING VERANTWOORDINGSORGAAN Het verantwoordingsorgaan heeft aan de hand van discussies met het bestuur en het voorlopige jaarverslag van de Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds zich een beeld gevormd van de implementatie van het geponeerde beleid van het bestuur over 2010. Het verantwoordingsorgaan geeft hierbij haar oordeel over de hieronder genoemde 6 beleidsterreinen waarvoor het bestuur verantwoordelijk is: 1. Het Pensioenbeleid 2. Het Premiebeleid 3. Het Toeslagenbeleid 4. Het Beleggingsbeleid 5. Het beleid betreffende goed Pensioenfondsbestuur 6. Herstel/reparatie beleid Het verantwoordingsorgaan wil opmerken dat de evenwichtigheid en samenhangendheid van het conservatieve beleid zoals vorig jaar reeds is opgemerkt ook dit jaar is voortgezet. Ad 1. Het Pensioenbeleid Het verantwoordingsorgaan merkt op dat er sinds de vorige jaren zich geen verandering in het beleid heeft voorgedaan en kan zich als zodanig vinden in de implementatie van het beleid van het bestuur op dit punt.
70
Ad 2. Het Premiebeleid Op dit punt heeft het Pensioenfonds zich gehouden aan het reeds jaren bestaande beleid ten opzichte van een kostendekkende premie. Er is voldoende inzicht en toelichting gegeven over de hoogte en opbouw van de premie over het afgelopen jaar. Ad 3. Het Toeslagenbeleid Het verantwoordingsorgaan begrijpt de huidige situatie van het pensioenfonds met betrekking tot dekkingsgraad en VPV en vindt de uitblijvende indexatie voor pensioengerechtigden / slapers en aanpassing voor actieve deelnemers gezien de huidige financiële situatie gerechtvaardigd. Het ingezette herstelbeleid voldoet aan de gestelde criteria en het beoogde resultaat lijkt haalbaar in de gestelde termijn. Echter op lange termijn ontstaat de vraag of het herstelbeleid het gewenste effect heeft op het toeslagenbeleid en het verantwoordingsorgaan adviseert hierover te communiceren naar de belanghebbenden. Ad 4. Het Beleggingsbeleid Het gevoerde Beleggingsbeleid over 2010 is, zoals vorig jaar is opgemerkt, een afwijking in tactische zin van de Strategische Beleggings Portefeuille 2010 (zoals vastgelegd in het beleggingsplan 2009-2011). Gezien de beursomstandigheden zijn deze tactische afwijkingen gedaan met het oogmerk het risico in neerwaartse zin en de daaruit voortvloeiende invloed op de dekkingsgraad en toeslagen zo veel mogelijk te beperken. Bovendien zijn de herstelbetalingen van de onderneming gemaximaliseerd. Het jaarverslag geeft inzicht op welke gebieden deze beslissingen gevolgen hebben gehad m.b.t dekkingsgraad en VPV.
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
Ad 5. Het beleid betreffende goed Pensioenfondsbestuur Het verantwoordingsorgaan is van mening dat het beleid m.b.t. de Pensioenfonds governance dit jaar op goede wijze is voortgezet. Het bezoek van de visitatie commissie en de daar uit voortvloeiende acties geeft een duidelijk beeld van hoe het bestuur zich in de toekomst wenst op te stellen. Desalniettemin blijft de volledigheid en tijdigheid van de informatie voorziening c.q. adviesaanvragen richting de deelnemersraad een punt van zorg en moet structureel verbeterd worden. Het verantwoordingsorgaan adviseert het bestuur om net zoals vorig jaar, een proactief publicatie-/discussieplan richting deelnemersraad te maken. Ad 6. Het Herstelbeleid Met betrekking tot dit plan heeft het verantwoordingsorgaan geen expliciete opmerkingen. Het ingediende plan bij DNB wordt gevolgd en lijkt maakbaar en haalbaar te zijn binnen de door DNB gegeven richtlijnen, ondanks extra gedane aanpassing van herziene sterftetabellen. Aanvullende opmerkingen Het verantwoordingsorgaan is ook dit jaar van mening dat in het jaarverslag vermeld zou moeten worden dat er t.a.v. de reparatie van de Toeslagen geen verjaringstermijn bestaat en dat deze reparatie wordt uitgevoerd zodra het fonds hiertoe de middelen heeft. Met betrekking tot de informatie voorziening naar deelnemers via nieuwsbrieven, helpdesk en de website is er goede vooruitgang geconstateerd. Desalniettemin vertrouwen wij erop dat het bestuur feedback blijft vragen voor mogelijke verdere verbetering in deze. Tenslotte ziet het verantwoordingsorgaan een actieve rol voor het pensioenbestuur weggelegd om blijvend aandacht te vragen voor de maatschappelijke discussie over de uitvoeringskosten van het pensioenfonds en deze discussie voort te zetten met andere adviesraden zoals de visitatiecommissie en de deelnemersraad. Namens het verantwoordingsorgaan, Hilversum, 12 mei 2011 S. Braham Secretaris
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
71
REACTIE VAN HET BESTUUR OP DE VERKLARING Het bestuur heeft de verklaring van het verantwoordingsorgaan in de bestuursvergadering van 13 mei besproken. Onderstaand treft u de reactie van het bestuur op de verklaring van het verantwoordingsorgaan aan. Algemeen. Het bestuur waardeert de tijd en zorg die het verantwoordingsorgaan heeft besteed om het door het bestuur gevoerde beleid van een oordeel te voorzien. Het Toeslagenbeleid Het bestuur neemt het advies, verantwoordingsorgaan ter harte.
met
betrekking
tot
de
communicatie,
van
het
Het beleid betreffende Pensioenfonds governance Het bestuur streeft ernaar de informatievoorziening naar de deelnemersraad nog verder te verbeteren en zal het planningsschema aanvullen met een publicatieplan en een te bespreken onderwerpenlijst.
72
Aanvullende opmerkingen. De opmerking over de verjaringstermijn is besproken en het bestuur zal de tabel in het jaarverslag met de niet toegekende indexaties indien nodig aanpassen zodat meerdere jaren zichtbaar blijven. In de ABTN is het toeslagenbeleid beschreven inclusief eventuele reparatie en inhaal indexaties. Het bestuur is niet voornemens zich te mengen in de maatschappelijke discussie over de uitvoeringskosten, maar zal dit wel intern aandachtig blijven volgen en bespreken met de adviesraden. Het bestuur geeft in het jaarverslag de uitvoeringskosten transparant weer. Rijswijk, 9 juni 2011 Het bestuur
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
JAARVERSLAG DEELNEMERSRAAD De deelnemersraad heeft 2 keer met het bestuur van het ALU pensioenfonds vergaderd (18 augustus en 8 oktober) en is 3 keer plenair bijeen geweest (18 augustus, 6 oktober en 25 november). In 2010 heeft de deelnemersraad het Bestuur over de volgende zaken geadviseerd: - ABTN. De deelnemersraad gaat akkoord met de door het bestuur vermelde wijzigingen. - Communicatieplan. De deelnemersraad heeft positief over het Communicatieplan geadviseerd. - Wijziging Statuten in verband met benoemen niet aangeslotene door de onderneming tot bestuurslid. De deelnemersraad heeft “geen overwegende bezwaren” tegen deze wijziging van de statuten. - Wijziging Statuten in verband met verkiezing Pensioengerechtigden. De deelnemersraad heeft positief over deze wijzigingen geadviseerd. - Beleggingsplan. De deelnemersraad adviseert positief over het gepresenteerde beleggingsplan. Echter wel onder de voorwaarde dat de deelnemersraad meer op de hoogte zal worden gehouden over het beleggingsbeleid en niet later dan midden volgend jaar een update ontvangt, waar ook het Japan scenario (deflatie scenario) voor de volle 15 jaar is doorgerekend en ook het Weimar scenario (stagflatie scenario). Het bestuur heeft op verzoek van de deelnemersraad het Beleggingsplan 2009-2011 verder uitgewerkt met scenario’s. Dit beleggingsplan is besproken in de overlegvergaderingen. Het bestuur heeft in het beleggingsplan een sterke relatie aangelegd met de dekkingsgraad: hoe lager de dekkingsgraad, des te meer vast rentende waarden. Risico beperking is het credo van het bestuur. Hoe dit beleggingsplan inkomsten moet genereren om pensioenen en indexering van pensioenen te betalen is de deelnemersraad nog niet duidelijk geworden. De deelnemersraad heeft het bestuur gevraagd om een beter gestructureerd beleggingsplan. Ook heeft de deelnemersraad een ongevraagd advies uitgebracht. De deelnemersraad adviseert het bestuur om op zo kort mogelijke termijn een werkgroep in te stellen die als opdracht krijgt zo snel mogelijk de mogelijke levensvatbare toekomst-scenario's voor het PF uit te werken en aan het bestuur voor te leggen. Het bestuur waardeert de pro-actieve opstelling van de VGG (Vereniging Gooise Gepensionneeerden). Het bestuur zal de inputs als advies meenemen voor bepaling van de toekomst van het fonds, naast de constatering van de opzegging van de uitvoeringsovereenkomst door de sponsor, hetgeen ook een wijziging in de vorm van de voortzetting zal kunnen gaan betekenen. 2010 was het jaar waarin de rente naar ongekend lage nivo’s is gedaald. En ook de dekkingsgraad is daarmee gezakt naar ongekend lage nivo’s. Gelukkig heeft het rentenivo zich wat hersteld en daarmee ook de dekkingsgraad. Namens de deelnemersraad Hilversum, 5 mei 2011. H. Holland Secretaris
J.C. Leguijt plv. secretaris
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
73
ACTUARIËLE VERKLARING Opdracht Door Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds te Rijswijk is aan Actuarieel Adviesbureau Confident B.V. de opdracht verleend tot het afgeven van een actuariële verklaring als bedoeld in de Pensioenwet over het boekjaar 2010. Gegevens De gegevens waarop mijn onderzoek is gebaseerd, zijn verstrekt door en tot stand gekomen onder de verantwoordelijkheid van het bestuur van het pensioenfonds. Voor de toetsing van de fondsmiddelen en voor de beoordeling van de vermogenspositie heb ik mij gebaseerd op de financiële gegevens die ten grondslag liggen aan de jaarrekening. In overeenstemming met de richtlijn “Samenwerking tussen accountant en actuaris ter zake van de controle van verantwoordingen van verzekeringsinstellingen” heeft de accountant van het pensioenfonds mij geïnformeerd over zijn bevindingen ten aanzien van de betrouwbaarheid en de volledigheid van de administratieve basisgegevens en de overige uitgangspunten die voor mijn oordeelsvorming van belang zijn. Werkzaamheden
74
Ter uitvoering van de opdracht heb ik onderzocht of is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet. De door het pensioenfonds verstrekte administratieve basisgegevens en de bevindingen van de accountant ten aanzien hiervan zijn zodanig dat ik die gegevens als uitgangspunt voor mijn beoordelingswerkzaamheden heb aanvaard. De beoordeling van de kasstromen van de vastrentende portefeuille voor de bepaling van S1 is door mij uitgevoerd, omdat deze geen onderdeel van de controle van de accountant uitmaakt. Als onderdeel van de werkzaamheden voor de opdracht: - heb ik ondermeer onderzocht of de technische voorzieningen, het minimaal vereist eigen vermogen en het vereist eigen vermogen toereikend zijn vastgesteld, en - heb ik mij een oordeel gevormd over de vermogenspositie van het pensioenfonds. Mijn onderzoek heb ik zodanig uitgevoerd, dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de resultaten geen onjuistheden van materieel belang bevatten. Ik heb mij een oordeel gevormd over de waarschijnlijkheid waarmee het pensioenfonds de tot balansdatum aangegane verplichtingen kan nakomen, mede in aanmerking nemend het financieel beleid van het pensioenfonds. De beschreven werkzaamheden en de uitvoering daarvan zijn in overeenstemming met de binnen het Actuarieel Genootschap geldende normen en gebruiken, en vormen naar mijn mening een deugdelijke grondslag voor mijn oordeel.
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
Oordeel De technische voorzieningen zijn, overeenkomstig de beschreven berekeningregels en uitgangspunten, als geheel bezien, toereikend vastgesteld. Het eigen vermogen van het pensioenfonds is op de balansdatum lager dan het wettelijk minimaal vereist eigen vermogen. Gemeten naar de wettelijke maatstaf is ten aanzien van de verplichtingen, aangegaan tot balansdatum, sprake van een dekkingstekort. Met inachtneming van het voorafgaande heb ik mij ervan overtuigd dat is voldaan aan de artikelen 126 tot en met 140 van de Pensioenwet, met uitzondering van de artikelen 131, 132, 133. Aan de artikelen 131, 132 en 133 wordt niet voldaan in verband met de dekkingsgraad van 99,2%. Artikel 135 is niet getoetst op de letterlijke tekst van artikel 13.1 van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen van 18 december 2006, maar op de interpretatie van de Nederlandsche Bank en de uitwerking van het Actuarieel Genootschap van deze regel. De vermogenspositie van Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds is naar mijn mening slecht vanwege een dekkingstekort.
Amersfoort, 9 juni 2011 Drs H.J. Bets, AAG verbonden aan Actuarieel Adviesbureau Confident B.V.
75
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT Aan: het Bestuur van Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de jaarrekening 2010 van Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds te Rijswijk gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2010 en de staat van baten en lasten over 2010 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het bestuursverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant
76
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds per 31 december 2010 en van het resultaat over 2010 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Amstelveen, 9 juni 2011 KPMG ACCOUNTANTS N.V. F.J.J. Glorie RA
77
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
78
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
79
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds JAARVERSLAG 2010
Stichting Alcatel-Lucent Pensioenfonds
JAARVERSLAG
2007