J A A RV E R S L A G PA RT I C I PAT I E F O N D S 2 0 0 4
WAT I S H E T PA RT I C I PAT I E F O N D S ?
Het Participatiefonds betaalt, onder bepaalde voorwaarden, de uitkeringskosten van werkloos onderwijspersoneel uit het primair en voortgezet onderwijs. Deze voorwaarden zijn vastgelegd in de reglementen Participatiefonds. Daarnaast ondersteunt het fonds scholen bij het opzetten van hun personeels- en mobiliteitsbeleid. Het fonds zet zich ook in voor medewerkers die werkloos (dreigen te) worden: zij worden begeleid bij het vinden van (ander) werk. In 1995 is de Stichting Participatiefonds opgericht door de sociale partners in het onderwijs. Het Participatiefonds wordt bestuurd door het Algemeen Bestuur dat bestaat uit vertegenwoordigers van werknemers- en werkgeversorganisaties uit het onderwijs.
Jaarverslag Participatiefonds 2004
2
INHOUD V E R S L A G VA N H E T B E S T U U R
4
1 DOELSTELLINGEN
5
2 T O E K O M S T VA N H E T PA RT I C I PAT I E F O N D S
7
3 FINANCIEEL VERSLAG
11
Kerncijfers/kengetallen (2004/2003/2002)
12
Resultaat
12
Jaarrekening (balans, rekening van baten en lasten, etc.)
13
Begroting versus realisatie
20
Accountantsverklaring
21
4 D E A C T I V I T E I T E N VA N H E T PA RT I C I PAT I E F O N D S
23
Inleiding
24
Instrumenten
24
Premies
24
Controle
24
Jaarverslag Participatiefonds 2004
3 5 INSTROOMBEPERKING
27
Reglementen Participatiefonds
28
Controle Participatiefonds
28
Aantallen instroommeldingen
29
DIA en www.instroomtoets.nl
32
Informatiecentrum Participatiefonds
32
6 UITSTROOMBEVORDERING
Activeringsbeleid 7 PERSONEELSBELEID EN MOBILITEITSBEVORDERING
35 36
37
Inleiding
38
Regioadviseurs
38
De Onderwijsvacaturebank
39
Cliëntenplatform
39
Communicatie
40
8 B E Z WA A R E N B E R O E P
41
9 O R G A N I S AT I E
45
Samenstelling Algemeen en Dagelijks Bestuur
46
Samenstelling Bestuursbureau
47
Samenstelling Uitvoeringsorganisatie Zoetermeer
47
Adressen
48
V E R S L A G VA N H E T B E S T U U R
Modaliteiten
Het aantal OALT-meldingen bedroeg ruim 800.
Veel tijd en energie werd gestoken in de vraag
In het bestuur werd diverse malen de vraag
of binnen de huidige structuur van het fonds
besproken wat van een werkgever mag worden
het mogelijk en haalbaar is te komen tot een
verwacht in het kader van de inspannings-
differentiatie van het aanbod aan de scholen.
verplichting, mede gelet op afspraken van sociale
Dit modaliteitenstelsel, waarin voor het
partners inzake het flankerend OALT-beleid. Grote zorg bestond èn bestaat nog over het aantal te verwachten ontslagen in verband met de terug-
mogelijk alternatief voor het wetsvoorstel VO uit
loop van ID-banen. Een landelijk project van het
Pf dat reeds geruime tijd bij de Tweede Kamer lag.
SBO om deze ontslagen zoveel mogelijk te voor-
Uiteindelijk bleek voor deze voorstellen onvol-
komen werd door het fonds positief benaderd,
doende bestuurlijk draagvlak. Mede op aandringen
maar aan onze financiële randvoorwaarden kon
van OCW werd afgezien van bespreking met en
door OCW niet worden voldaan.
enquêteren van besturen in het primair onderwijs
Zowel de problemen omtrent OALT en ID maakten
betreffende een modaliteitenstelsel voor die sector.
duidelijk dat het fonds, en dus de gezamenlijke
Uiteindelijk werd besloten verder af te zien van
schoolbesturen, werd geconfronteerd met veelal
een kritische houding ten opzichte van de hoofd-
onvermijdelijke ontslagen, veroorzaakt door buiten
4
lijnen van het wetsvoorstel VO uit Pf, na een aan-
de school liggende omstandigheden. Een collectieve
Jaarverslag Participatiefonds 2004
Participatiefonds drie dekkingsvarianten waren opgenomen, werd breed besproken als een
vankelijk scherpe briefwisseling met de minister.
verevening heeft dan duidelijke meerwaarde.
De discussie over de andere taak van het fonds ten
De Digitale Instroom Aanvraag (DIA) bleek een
behoeve van het VO, namelijk beperking van het
succes. Van deze gebruikersvriendelijke mogelijk-
wachtgeldvolume, is nog in volle gang, in afwach-
heid om via internet een ontslagmelding te laten
ting van de resultaten van extern onderzoek.
toetsen, werd in 40% van de gevallen gebruik gemaakt.
Financiële perikelen
Door het bestuur werd op termijn gekozen voor
Was in het begin van het verslagjaar nog sprake
een meer marktconforme benadering van het
van overschotten, allengs werd duidelijk dat door
activeringsbeleid.
de uitvoering van de afspraken met de minister om via een verlaging van de opslag en premie deze
Spanning
overschotten terug te brengen tot de overeen-
Het bestuur moest laveren in het spanningsveld
gekomen buffers, de overschotten in tekorten
tussen consistentie ten opzichte van de aangesloten
zouden worden geconverteerd. De minister bleek
scholen en strategie ten opzichte van OCW.
in 2004 helaas niet in staat op haar beurt de
Daarbij werd door het bestuur met nadruk
afspraken uit de beheersovereenkomst na te komen,
gestipuleerd dat het fonds als zelfstandige
waardoor een kostendekkende premie uit bleef.
bestuursorgaan een eigen verantwoordelijkheid
In de loop van 2005 bleek gelukkig een verhoging
heeft bij de uitoefening van de bij wet opgedragen
van de opslag en een vrijwel kostendekkende
taken. Het fonds is niet louter een uitvoerings-
premie weer mogelijk, waarmee de afspraken uit
organisatie van OCW. De mate van zelfstandig-
de beheersovereenkomst werden nagekomen.
heid stond ter discussie tussen OCW en het fonds. Onderscheiden opvattingen leidden helaas in
OALT en ID
het verslagjaar soms tot fricties tussen bestuur
Anders dan werd verwacht, bleek in het verslag-
en de minister. De dragende organisaties, veelal de
jaar minder krapte op de arbeidsmarkt, ook in de
peetvaders genoemd, en OCW hebben de eigen rol
Randstad. Het aantal ontslagmeldingen in het VO
en verantwoordelijkheid in het overleg met OCW
daalde flink. Hetzelfde deed zich voor in het PO,
bevestigd.
wanneer het aantal ontslagen in verband met de beëindiging van de OALT-bekostiging niet wordt
dr. G.J. van der Top,
meegerekend.
Voorzitter.
1 DOELSTELLINGEN WA A R S TA AT H E T PA RT I C I PAT I E F O N D S V O O R ? WAT I S H E T B E L E I D , WAT W I L HET FONDS BEREIKEN EN HOE?
1. DOELSTELLINGEN
Het Participatiefonds is verantwoordelijk voor het
vormt de basis voor een prettige werkomgeving
beheren en terugdringen van de werkloosheids-
voor het personeel; bevordert de kwaliteit van het
uitgaven in het primair en voortgezet onderwijs.
onderwijs; en kan mogelijk ontslagen voorkomen.
Scholen in het primair en voortgezet onderwijs
Het fonds zet zich ook in voor individuele mede-
moeten zelf de, door hen veroorzaakte, werkloos-
werkers die werkloos zijn of worden, onder andere
heidskosten betalen, tenzij het Participatiefonds
met reïntegratietrajecten, waarbij zij worden
die kosten vergoedt.
begeleid bij het vinden van werk.
Het Participatiefonds betaalt de uitkeringskosten van werkloos onderwijspersoneel, mits een
Uitgangspunten in het beleid van het
schoolbestuur kan aantonen dat zij voldoende
Participatiefonds zijn:
inspanningen heeft gedaan om een ontslag te
>
gezamenlijk (scholen en schoolbesturen) het risico voor werkloosheidsuitgaven dragen
een alternatief heeft geboden: binnen de school,
(solidariteitsbeginsel),
of daarbuiten. Om deze voorwaarden te toetsen,
>
beheersing van de werkloosheidskosten,
6
heeft het Participatiefonds de Instroomtoets ontwik-
>
terugdringen van (langdurige) werkloosheid,
doelstellingen
vermijden en de medewerker, voor zover mogelijk,
keld. Daarmee wordt bepaald of de werkloosheids-
>
maatwerk voor scholen,
kosten, die voortvloeien uit een ontslag, wel of
>
anticiperen op nieuwe ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en in wet- en regelgeving
niet vergoed worden door het Participatiefonds.
op het gebied van sociale zekerheid, Het Participatiefonds ondersteunt daarnaast scholen bij het opzetten van hun personeels- en mobiliteitsbeleid. Een goed beleid op dit punt
>
stimuleren van eigen verantwoordelijkheid en zelfredzaamheid van scholen.
2 T O E K O M S T VA N H E T PA R T I C I PAT I E F O N D S I N D I T H O O F D S T U K W O R D T E E N K O RT E V O O R U I T B L I K G E G E V E N O P T O E K O M S T I G E O N T W I K K E L I N G E N E N D E M O G E L I J K E E F F E C T E N / G E V O L G E N E RVA N V O O R H E T FONDS, DE SCHOLEN EN INSTELLINGEN.
2 . T O E K O M S T VA N H E T PA R T I C I PAT I E F O N D S
Toekomstig beleid
van de opslag die de VO-scholen ontvangen voor
Zoals gebruikelijk wordt er ook in dit jaarverslag
de dekking van de premie van het fonds.
van het Participatiefonds kort ingegaan op de ver-
Die opslagverhoging kwam er echter niet, om
wachte ontwikkelingen voor de nabije toekomst en
die reden heeft het Bestuur van het fonds ook
op de hoofdlijnen van het beleid dat het bestuur
de premie niet verhoogd. Het Bestuur wilde het
van het fonds voor die periode voor ogen staat.
onderwijsveld niet de dupe laten worden van
De periode die het betreft is in dit verslag echter
de financiële problemen bij OCW.
korter dan in andere jaren. Op 31 december van het verslagjaar was de toekomst van het fonds -
In 2005 zal alle aandacht van het Bestuur er op
zowel financieel als qua structuur - namelijk
zijn gericht om te voorkomen dat het fonds
verre van duidelijk en evenmin erg zeker.
“omvalt”, dat wil zeggen dat het de schoolbesturen moet laten weten dat zij hun eigen werkloosheidskosten zullen moeten betalen omdat het fonds de
Al jaren lag er bij de Tweede Kamer een wets-
middelen daar niet meer voor heeft.
8
ontwerp ter behandeling dat het opheffen van
Toekomst van het Participatiefonds
VO uit het fonds
de verplichte aansluiting van het voortgezet
Bij het vaststellen van de jaarrekening over 2004
onderwijs bij het Participatiefonds beoogde.
is er nog geen volledige duidelijkheid of bij de
Telkens werd de Kamerbehandeling uitgesteld.
Voorjaarsnota van 2005 en/of in de begroting voor
Het heeft tot eind maart van het jaar 2005
2006 voldoende middelen kunnen worden vrij-
geduurd voordat de Kamer uiteindelijk zijn goed-
gemaakt om een structureel gezonde financiële
keuring aan het wetsontwerp hechtte, wel met
situatie voor het fonds in 2006 en verder te garan-
een aantal aanpassingen op het oorspronkelijke
deren. Alle aandacht van het bestuur zal zich
voorstel.
richten op het verkrijgen van die garantie.
Het is vrijwel zeker dat het VO per 1-1-2007 uit het
Bij gebreke aan deze middelen zal het fonds niet
Participatiefonds zal treden. Formeel wordt de uit-
meer aan de verplichtingen kunnen voldoen. en
tredingsdatum niet bij wet, maar bij een (nog uit
zou het bestuur zich genoodzaakt kunnen zien in
te vaardigen) Koninklijk Besluit vastgesteld.
2005 een reorganisatievoorziening te vormen van
Nu het VO waarschijnlijk in 2005 en 2006 nog
€ 1,5 miljoen.
aangesloten blijft bij het fonds, kan het Bestuur van het fonds alle aandacht richten op het vinden
Naast aandacht voor de structuur en de financiën,
van oplossingen voor de grote financiële proble-
zal in de nabije toekomst naar verwachting ook
matiek waar het Participatiefonds mee kampt.
het beleid van het fonds op het gebied van reïntegratie van werklozen onderwerp van bespreking
Verre van rooskleurig
zijn. De wetgeving zal veranderen, met name voor
Aan het einde van het boekjaar was de financiële
wat betreft de verantwoordelijkheid van school-
toekomst van het Participatiefonds verre van
besturen voor de reïntegratie en de daarmee
rooskleurig. Een drastische premieverhoging werd
gemoeide kosten.
door het Bestuur noodzakelijk geacht om te voor-
Mede naar aanleiding daarvan heeft het bestuur
komen dat het fonds, binnen enkele maanden,
van het Participatiefonds besloten om het reïnte-
niet meer aan zijn financiële verplichtingen zou
gratiebeleid op een andere leest te schoeien
kunnen voldoen. Op basis van een (beheers)over-
(aanbesteding van doelgroepen, inschakelen
eenkomst die met de minister van OCW was
van meerdere reïntegratiebedrijven).
gesloten, zou het ministerie van OCW zorg (moeten) dragen voor een evenredige verhoging
De implementatie van dat nieuwe beleid zal in 2005 plaatsvinden. Met name in het PO komen er naar verwachting veel werklozen bij. In 2004 zijn vele honderden zogenoemde OALT-docenten (Onderwijs in Allochtone Levende Talen) ontslagen vanwege beëindiging van de bekostiging, en in 2005 en 2006 komen daar naar verwachting nog enkele duizenden werklozen bij omdat de subsidies op ID-banen (In- en doorstroombanen) zijn verminderd. De reïntegratie van deze doelgroepen vergt een andere aanpak dan bij hoger opgeleiden (de “traditionele” doelgroepen van het reïnteToekomst van het Participatiefonds
9
gratiebeleid van het Pf).
Toekomst van het Participatiefonds
10
3 FINANCIEEL VERSLAG IN HET FINANCIEEL VERSLAG GEEFT HET FONDS INZICHT IN AL ZIJN GELDSTROMEN EN LEGT HET FINANCIËLE VERANTWOORDING AF AAN ZIJN FINANCIERS/SUBSIDIEVERSTREKKERS, MAAR OOK AAN DE SCHOLEN EN INSTELLINGEN, DIE PREMIE B E TA L E N A A N H E T F O N D S .
3. FINANCIEEL VERSLAG
Kerncijfers
ULTIMO 2004
ULTIMO 2003
ULTIMO 2002
Schoolbesturen
1.668
1.799
1945
Onderwijsinstellingen
7.776
7.799
7.899
Premiepercentage PO
1,85
0,28
1,43
P R I M A I R O N D E RW I J S
Opslagpercentage
1,82
0,25
1,40
Totale premieopbrengsten
42.126
42.119
71.267
Totale uitkeringskosten
68.314
59.267
64.736
-
(803)
(909)
331
334
345
Negatief getoetsten
V O O RT G E Z E T O N D E RW I J S
Onderwijsinstellingen
564
578
585
Financieel verslag
Schoolbesturen
12
Premiepercentage VO
0,13
0,13
3,78
Opslagpercentage
0,10
0,10
3,56
4.045
67.697
109.708
64.833
63.670
73.165
-
(1.908)
(77)
5.659
92.426
-
Totale premieopbrengsten Totale uitkeringskosten Negatief getoetsten
K E N G E TA L L E N
Solvabiliteitsbuffer
Resultaat
In de beheersovereenkomst tussen het ministerie
Over de periode van 1 januari 2004 tot en met
van OCW en het Participatiefonds is afgesproken
31 december 2004 heeft de Stichting Participatie-
de solvabiliteitsbuffer zodanig af te bouwen
fonds een negatief resultaat behaald van € 87,776
dat deze zich bevindt binnen een bandbreedte
miljoen.
van 1 en 5% van de gemiddelde werkloosheidsuitgaven over de afgelopen 3 jaar. Het negatieve
DE SPECIFICATIE IS ALS VOLGT (X € 1.000):
Resultaat business Resultaat uitvoering Totaal resultaat
(86.767) (1.009) (87.776)
resultaat over 2004 is een uitvloeisel van deze afspraken; de premies zijn zodanig verlaagd dat de solvabiliteitsbuffer in 2004 met ruim € 87 miljoen afneemt tot € 5,7 miljoen. De solvabiliteitsbuffer komt hiermee binnen de afgesproken bandbreedtes (4,32%).
Jaarrekening
Balans per 31-12-2004 (alle bedragen x € 1.000) na resultaatverdeling)
A C T I VA
2004
2003
Vlottende activa
PA S S I VA
2004
2003
10.659
97.426
Eigen vermogen Reserves Participatiefondsactiviteiten Reserve uitvoering
Kortlopende vorderingen Debiteuren Financieel verslag
13
Overige vorderingen
598 98.024
-
3.698
-
3.698
6.974
4.192
Langlopende schulden
4.203
3.663
520
26.323
4.723
29.986
Schulden aan ministeries
Liquide middelen
Kortlopende schulden
Rekening-courant
Crediteuren
ministerie van Financiën 17.229
81.775
Schulden aan ministeries 4.148 Overige schulden
17.229 Totaal
- 411 10.248
81.775
21.952 111.761
Totaal
450
582
5.397
11.704
10.039
21.952 111.761
Rekening van baten en lasten
(alle bedragen x € 1.000) 2004
2003
Baten Premieopbrengsten primair onderwijs Premieopbrengsten voortgezet onderwijs
42.126
42.119
4.045
67.697
Subsidies van ministeries
3.200
3.200
Rentebaten
1.048
2.782
Overige baten
2.420
14.962
Totale baten
52.839
130.760
55.126
48.219
Lasten Uitkeringskosten voortgezet onderwijs
54.006
55.924
Financieel verslag
Uitkeringskosten primair onderwijs
14
Suppletie en samenloop WW/WAO
24.016
18.794
-
(2.711)
3.468
3.352
Negatief getoetsten Kosten uitvoering Overige lasten
3.999
9.110
Totale lasten
140.615
132.688
Resultaat
(87.776)
(1.928)
Toelichting op de balans ACTIVA V L O T T E N D E A C T I VA
Kortlopende vorderingen Debiteuren
2003
18
(35)
Te vorderen wachtgelden
4.185
3.698
Totaal
4.203
3.663
Overige vorderingen
2004
2003
15
Te vorderen interest
Financieel verslag
Te vorderen premies
2004
Afrekening UWV Te vorderen van de Stichting Participatiefonds Totaal
49
77
471
8.095
-
18.151
520
26.323
De post afrekening UWV betreft de eindafrekening van de betaalde voorschotten, wachtgelduitkeringen en de nog te ontvangen afrekening BZA.
Liquide middelen Rekening-courant ministerie van Financiën Dit betreft de rekening-courant met het ministerie van Financiën uit hoofde van het Geïntegreerd middelen beheer. De tegoeden zijn direct opeisbaar en zijn rentedragend.
PASSIVA EIGEN VERMOGEN
Reserve Beheersovereenkomst OCW en Participatiefonds In de beheersovereenkomst tussen het ministerie van OCW en het Participatiefonds is afgesproken de reserves van het fonds af te bouwen tot de overeengekomen bandbreedte van 1 tot 5% van de gemiddelde werkloosheidsuitgaven van de afgelopen 3 jaar. Om mogelijk tijdelijke insolvabiliteit te vermijden is een aanvullende buffer van € 5,0 miljoen gevormd.
Saldo begin boekjaar
Financieel verslag
Participatiefonds-activiteiten
16
Resultaat boekjaar Saldo einde boekjaar
2004
2003
97.426
99.263
(86.767)
(1.837)
10.659
97.426
Het resultaat boekjaar is het verschil tussen de premieopbrengsten enerzijds en de werkloosheidsuitgaven anderzijds. Het saldo einde boekjaar is opgebouwd uit enerzijds een solvabiliteitsbuffer ad. € 5,659 miljoen en anderzijds een aanvullende buffer ad. € 5,0 miljoen.
Reserve uitvoering
Saldo begin boekjaar Resultaat boekjaar Saldo einde boekjaar
2004
2003
598
689
(1.009)
(91)
(411)
598
Deze reserve betreft gereserveerd vermogen ter financiering van de Participatiefonds uitvoering. De reserve wordt gemuteerd met het aan de Participatiefonds uitvoering toe te rekenen resultaat over boekjaar 2004. Ten gevolge van het negatieve exploitatieresultaat zijn de reserves van de stichting met ruim € 87 miljoen gedaald. Zoals eerder aangegeven is de continuïteit van het Participatiefonds mede afhankelijk of bij de behandeling van de voorjaarsnota en/of in de begroting voor 2006 door OCW voldoende middelen kunnen worden vrijgemaakt. Hierdoor is de continuïteit van de stichting onzeker.
Langlopende schulden Reserve uitvoering
2004
2003
Te betalen aan ministerie van OCW
-
3.698
Totaal
-
3.698
Crediteuren
2004
2003
Declaratie WW, BWOO en BBWO
6.911
4.449
Kortlopende schulden
Declaratie suppletie-uitkeringen
(257)
6.974
4.192
17
Beide posten betreffen ontvangen declaraties van UWV, die betrekking hebben op het jaar 2004,
Financieel verslag
Totaal
63
maar pas in 2005 zijn ontvangen en betaald.
Schulden aan ministeries
2004
2003
Te betalen aan ministerie van OCW
4.148
450
Totaal
4.148
450
Voor de financiering van de debiteuren van het Participatiefonds heeft het fonds een lening van het ministerie van OCW ontvangen. Deze lening zal in 2005 worden afgelost. Overige schulden Nog te betalen facturen Restitutie aan ZWB-besturen Totaal
2004
2003
582
261
-
5.136
582
5.397
De posten “nog te betalen uitvoeringskosten en facturen” hebben betrekking op 2004 en zijn in 2005 afgewikkeld.
Toelichting op de rekening van baten en lasten BATEN P R E M I E O P B R E N G S T E N P R I M A I R O N D E RW I J S
De premie in het primair onderwijs is per 1 augustus 2004 verhoogd van 0,28% naar 1,82%.
Premieopbrengsten primair onderwijs
2004
2003
42.126
42.119
In 2004 is door de OBD-instellingen € 1,9 miljoen aan premie afgedragen ( 2003 = € 2,1 miljoen) Premieopbrengsten voortgezet onderwijs De premie in het voortgezet onderwijs is in 2004 ongewijzigd gebleven (0,13%).
Financieel verslag
18 Premieopbrengsten voortgezet onderwijs
2004
2003
4.045
67.697
Subsidies van ministeries
2004
2003
Subsidies Arbeidsmarktbeleid activiteiten
3.200
3.200
Dit betreft een subsidie van het ministerie van OCW. Hiermee wordt het activeringsbeleid gefinancierd dat (scholing, begeleiding, reïntegratie) gericht is op het voorkomen van werkloosheid. Tevens wordt dit budget gebruikt om scholen te ondersteunen bij het voeren van het personeelsbeleid gericht op het voorkomen van werkloosheid. Rentebaten
2004
2003
Rentebaten
1.048
2.782
Overige baten
2004
2003
Onttrokken aan premieopbrengsten
2.420
3.200
Afrekening apparaatskosten 1995
-
381
Afname uitstaande wachtgelders 2002
-
344
Oude Solvabiliteitsbuffer OCW
-
11.037
2.420
14.962
Totaal
Jaarlijks wordt een bedrag onttrokken aan de premieopbrengsten voor de financiering van de apparaatskosten.
LASTEN Uitkeringskosten primair onderwijs en voortgezet onderwijs De totale uitkeringkosten betreft de som van de BWOO, BBWO en WW. 2004
2003
Uitkeringskosten primair onderwijs
55.126
48.219
Uitkeringskosten voortgezet onderwijs
54.006
55.924
In 2004 is door de OBD-instellingen € 1,9 miljoen uitgekeerd ( 2003 = € 1,9 miljoen)
Suppletie PO en VO
Financieel verslag
Suppletie en samenloop WW/WAO
19
Samenloop WW/WAO primair onderwijs Samenloop WW/WAO voortgezet onderwijs Totaal
2004
2003
10.808
6.406
8.206
8.118
5.002
4.270
24.016
18.794
De samenloop WW/WAO betreft WW-uitkeringen voor personeel dat gedeeltelijk arbeidsongeschikt is. Negatief getoetsten
2004
2003
Negatief getoetsten primair onderwijs
-
(803)
Negatief getoetsten voortgezet onderwijs
-
(1.908)
Totaal
-
(2.711)
In de beheersovereenkomst tussen het ministerie van OCW en het fonds is afgesproken dat alle werkloosheidskosten gefinancierd worden uit de premieopbrengsten. Dit betekent dat de opbrengsten van de negatief getoetsten vanaf 2004 direct terugvloeien naar het ministerie en dus niet meer ten gunste van het Participatiefonds komen. Kosten uitvoering Kosten Bestuur Kosten Bestuursbureau Looncontrole UWV
2004
2003
44
51
795
679
311
286
Kosten uitvoeringsorganisatie Heerlen
1.229
1.247
Kosten uitvoeringsorganisatie UPF
1.089
1.089
Totaal
3.468
3.352
Overige lasten
2004
2003
-
5.136
Restitutie ZWB Programmakosten Arbeidsmarktbeleid
3.999
3.974
Totaal
3.999
9.110
Begroting versus realisatie
(alle bedragen x € 1.000) R E A L I S AT I E
BEGROTING
2004
2004
42.126
47.952
Baten Premieopbrengsten primair onderwijs Premieopbrengsten voortgezet onderwijs
4.045
4.433
Subsidies van ministeries
3.200
3.400
Rentebaten
1.048
1.275
Overige baten
2.420
2.420
Totale baten
52.839
59.480
55.126
57.942
Lasten Uitkeringskosten voortgezet onderwijs
54.006
52.327
Financieel verslag
Uitkeringskosten primair onderwijs
20
Suppletie en samenloop WW/WAO
24.016
13.200
Kosten uitvoering
3.468
3.392
Overige lasten
3.999
4.481
Totale lasten
140.615
131.342
Resultaat
(87.776)
(71.862)
Verschillenanalyse Baten/Lasten De premieopbrengsten in het PO blijven achter ten opzichte van de begroting omdat de beoogde premieverhoging op een later tijdstip is doorgevoerd. Aanvullende financiering was niet gewenst omdat bij de gehanteerde premiepercentages en de gebudgetteerde werkloosheidsuitgaven de solvabiliteitsbuffers binnen de afgesproken bandbreedte zouden komen te liggen. Bij het opmaken van de begroting voor 2004 was er nog geen zicht op een sterke stijging van de samenloop en suppletie-uitkeringen. In de begroting is hier daarom destijds geen rekening mee gehouden.
Financieel verslag
21
Financieel verslag
22
4 D E A C T I V I T E I T E N VA N H E T PA R T I C I PAT I E F O N D S H E T F O N D S H E E F T E E N A A N TA L P R E V E N T I E V E I N S T R U M E N T E N T O T Z I J N B E S C H I K K I N G O M D E W E R K L O O S H E I D S U I T G AV E N A D E Q U A AT T E K U N N E N B E H E R E N E N T E R U G T E D R I N G E N . D E M A N I E R WA A R O P H E T F O N D S D E Z E I N Z E T, W O R D T B E S C H R E V E N I N H O O F D S T U K 4 .
4 . D E A C T I V I T E I T E N VA N H E T PA R T I C I PAT I E F O N D S
In hoofdstuk 1 van dit verslag stond het al beschreven:
lozen op de arbeidsmarkt een sluitende aanpak
het Participatiefonds is verantwoordelijk voor het beheren
ontwikkeld, dat wil zeggen dat werklozen worden
en terugdringen van de werkloosheidsuitgaven in het
begeleid totdat zij een nieuwe baan hebben gevon-
primair en voortgezet onderwijs. In dit verslag wordt
den. Deze aanpak noemen we het activeringsbeleid.
gerapporteerd over alle activiteiten die het fonds in 2004 heeft ondernomen om de genoemde doelstellingen
Premies
te behalen. Dit inleidende hoofdstuk geeft aan welke
De premies van het Participatiefonds worden per
instrumenten het Participatiefonds hiervoor benut.
soort onderwijs vastgesteld. De premies worden
Tevens worden de premies van het fonds bekeken
uitgedrukt in een percentage van het coördinatie-
en komt de controle van het fonds aan de orde.
loon sociale verzekeringen van alle personeelsleden (met uitzondering van de vervangers) die bij het
De activiteiten van het Participatiefonds
24
In de daaropvolgende hoofdstukken wordt gedetailleerd
schoolbestuur in dienst zijn. Onderstaand overzicht
ingegaan op de verschillende beleidsinstrumenten die het
betreft de verschillende premiepercentages
fonds inzet. Tenslotte komen bezwaar en beroep en de
per schooljaar.
organisatiestructuur van het fonds aan de orde. Schooljaar 2003-2004
Totale premie
Instrumenten
Primair onderwijs
0,28
Onderwijsinstellingen in het primair en voortgezet
Voortgezet onderwijs
0,13
onderwijs zijn zelf verantwoordelijk voor de door hen veroorzaakte werkloosheidskosten, tenzij het Participatiefonds die kosten vergoedt. Het
Schooljaar 2004-2005
Totale premie
Participatiefonds heft een premie bij de school-
Primair onderwijs
1,85
besturen voor de financiering van de werkloos-
Voortgezet onderwijs
0,13
heidskosten die ten laste van het fonds komen. Om te kunnen bepalen of het fonds deze kosten vergoedt, dienen schoolbesturen ontslagen te
Tabel 1: Overzicht van de verschillende premies
melden bij het Participatiefonds. Met behulp van
per onderwijssector voor schooljaar 2003-2004
de, in de reglementen van het fonds uitgewerkte,
(uitgedrukt in percentages)
instroomtoets wordt bepaald of het fonds de kosten overneemt, dan wel dat het betreffende
De inning van de premie vindt grotendeels auto-
schoolbestuur de kosten moet betalen.
matisch plaats via het CASO-systeem.
De instroomtoets is het belangrijkste preventieve instrument dat het fonds hanteert om werkloos-
Controle
heidskosten te voorkomen. Daarnaast onderneemt
C O N T R O L E VA N D E P R E M I E
het Participatiefonds verschillende activiteiten in
Om de werklast voor de schoolbesturen en de
het kader van personeels- en mobiliteitsbeleid
administratiekantoren te verminderen is de
om onderwijsinstellingen te ondersteunen in hun
controle voor het Participatiefonds zoveel
beleid om ontslagen zoveel mogelijk te voorkomen.
mogelijk gekoppeld aan de controle van het
Ook met het inzetten van preventieve instrumen-
(bijvoorbeeld bij bijzondere opdrachten) wordt
ten zal er altijd sprake zijn van instroom in een
de controle apart uitgevoerd. Bij de controle met
(werkloosheids)uitkering. Daarom heeft het fonds
betrekking tot de premie Participatiefonds worden
voor de herintreding van wachtgelders c.q. werk-
zelden onvolkomenheden geconstateerd.
Vervangingsfonds. Daar waar het niet mogelijk is
In 2003 is naar aanleiding van de reguliere controle per saldo een bedrag van € 13.873,gevorderd. In 2004 bedroeg de vordering naar aanleiding van deze controle € 58.948,-. Naast de reguliere controle vindt jaarlijks een steekproefcontrole ten behoeve van de jaarrekening plaats. Deze steekproef omvat minimaal 200 en maximaal 225 scholen of instellingen. De gehanteerde toetsingsnormen bestaan uit de reglementen Participatiefonds en de bestuursvoorschriften. Zij dienen als basis voor de controle-, tolerantie-, en materialiteitsnormen (1% zijn vastgesteld. Met een betrouwbaarheid van
De activiteiten van het Participatiefonds
voor het Participatiefonds) die door het bestuur
25
95%. Voor de beoordeling is de regressieschattermethode gebruikt. Controle op de premieberekening en -afdracht levert een geschatte maximale fout op van € 41.676,- (dat is 0,09%) en een geprojecteerde fout van -/-€ 8.333,- (dat is 0,02%).
De activiteiten van het Participatiefonds
26
5 INSTROOMBEPERKING D I T H O O F D S T U K G A AT I N O P D E V O O RWA A R D E N D I E H E T F O N D S S T E LT A A N E E N VERZOEK TOT ONTSLAGVERGOEDING (INSTROOMTOETS). OOK DE ONTWIKKELING VA N H E T A A N TA L O N T S L A G E N M E D E W E R K E R S I N 2 0 0 4 ( E N V O O R G A A N D E J A R E N ) E N D E M E E S T V O O R K O M E N D E O N T S L A G R E D E N E N , Z O A L S D E B E Ë I N D I G I N G VA N D E S U B S I D I E V O O R O A LT- O N D E RW I J S , K O M E N H I E R A A N B O D .
5. INSTROOMBEPERKING
Reglementen Participatiefonds
Hierin werd door artikel 9f nog niet voorzien.
In de verscheidene onderwijswetten is vastgelegd
Het artikel is nu op dit punt aangevuld.
dat het Participatiefonds de voorwaarden kan stellen waaronder een verzoek tot vergoeding van
A RT I K E L 9 S U B P
de ontslag/uitkeringskosten wordt gehonoreerd.
Een nieuw artikel betreffende het ontslag van een
Deze regels worden per schooljaar en per onder-
OALT-leraar in verband met de beëindiging van de
wijssoort vastgelegd in een reglement.
bekostiging van het onderwijs in allochtone levende talen per 1 augustus 2004.
GELDENDE REGLEMENTEN
In het verslagjaar zijn de reglementen voor
A RT I K E L 1 5
de volgende sectoren van toepassing geweest:
In de toelichting bij artikel 15 is bepaald dat een
>
primair onderwijs voor het schooljaar
bevoegd gezag de bedoelde administratie ten be-
2003/2004 en 2004/2005,
hoeve van controle door het Participatiefonds ge-
voortgezet onderwijs voor het schooljaar
durende een periode van vijf jaar dient te bewaren.
> Instroombeperking
28
2003/2004 en 2004/2005, >
expertisecentra voor het schooljaar 2003/2004
Controle Participatiefonds
en 2004/2005.
INHOUDELIJKE CONTROLE
Een schoolbestuur kan voor controle in aanmerBELANGRIJKSTE WIJZIGINGEN
king komen wanneer een uitkeringsaanvraag bij
Deze wijzigingen gelden voor alle sectoren.
het UWV is ingediend, wanneer deze uitkering is
Uitgezonderd Artikel 9 sub p: deze geldt alleen
toegekend en wordt uitgekeerd èn er bij het
voor PO en WEC.
Participatiefonds een instroomtoets heeft plaatsgevonden. Bij de controle worden alle aspecten
A RT I K E L 9 S U B B
nagegaan die voor de betreffende vergoedingsver-
Bij een ontslag op grond van denominatie zijn de
zoeken van belang zijn en waarbij het Participatie-
categorieën I en II van de inspanningsverplichting
fonds afhankelijk is van de gegevens van het
komen te vervallen.
schoolbestuur, dus zowel de opgave van natuurlijk verloop en andere ontslagen als de activiteiten in
A RT I K E L 9 S U B E
het kader van de inspanningsverplichting.
Om in geval van arbeidsongeschiktheid ongewenste onduidelijkheid over de status van ‘het medisch
In het kader van de Werkgevers Audit zijn in 2004
advies van UWV’ te voorkomen is in de toelichting
50 ontslagmeldingen gecontroleerd door contro-
bij artikel 9e opgenomen dat het hierbij gaat om
leurs van de UWV. UPF heeft naar aanleiding van
het medisch advies als bedoeld in artikel 20 leden
deze meldingen een aantal gerichte vragen
2 en 6 BZA, dat in de praktijk het functie-onge-
gesteld aan de controleurs.
schiktheidsadvies wordt genoemd.
De 50 ontslagmeldingen hadden betrekking op de schooljaren 2001/2002 en 2002/2003. Deze contro-
A RT I K E L 9 S U B F
le is gedeeltelijk in 2004 afgerond. Er zijn tot nu
In het openbaar onderwijs kan de werknemer
toe 44 rapporten ontvangen. Bij de controle van
op grond van de Awb tegen het ontslagbesluit - na
33 meldingen bleek dat de verstrekte gegevens
afronding van de bezwaarprocedure - beroep aan-
correct waren.
tekenen bij de Rechtbank, sector bestuursrecht en
Bij 11 rapporten is een opmerking gemaakt.
vervolgens op grond van de Beroepswet hoger
Onder andere omdat de controleurs geen duidelijk
beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.
antwoord op de, door het Participatiefonds, gestelde
niet hadden aangetroffen in het personeelsdossier.
Aantallen instroommeldingen 2004 (meldingen van ontslag)
Het ging onder andere om de vraag of er in het
ALGEMEEN
personeelsdossier bewijsstukken aanwezig waren,
Het totaal aantal instroommeldingen over het
waaruit kon worden opgemaakt dat het school-
kalenderjaar 2004 bedraagt 3.294. In 2003 was
bestuur daadwerkelijk aan bepaalde inspannings-
dit aantal 3.067, een toename van 227 meldingen
verplichtingen had voldaan. Verder is de vraag
(een stijging van 7%). Dit aantal is onder te verde-
aan de controleurs voorgelegd of er afspraken
len in 2.053 ontslagen uit vaste dienst en 1.241
waren gemaakt over de informatievoorziening
ontslagen uit tijdelijke dienst, in 2003 respectie-
aan het Participatiefonds. Wanneer er documen-
velijk 1.512 en 1.555.
vragen konden geven en/of bepaalde documenten
ten ontbraken, heeft het Participatiefonds, in het kader van de onderzoeksplicht, het schoolbestuur
O V E R Z I C H T E N VA N O N T S L A G E N U I T
nogmaals benaderd. Inmiddels is in 5 gevallen het
VA S T E D I E N S T
vergoedingsverzoek om de uitkeringskosten voor
Onderstaande tabel geeft het totaal aantal
rekening van het fonds te laten komen herzien en
meldingen voor het primair onderwijs (tabel 1)
afgewezen. De overige 12 rapporten zijn nog niet
en het voortgezet onderwijs (tabel 2, pagina 30)
afgehandeld omdat bij 6 schoolbesturen aanvul-
uit vaste dienst aan, dat betrekking heeft op het
lende informatie is gevraagd. Van de 6 resterende
kalenderjaar 2002, 2003 en 2004.
meldingen is nog geen rapport ontvangen. In 2005 worden deze afgehandeld.
Tabel 1:
Instroombeperking
29 Top 6 van ontslagen uit vaste dienst in het primair onderwijs (in aantallen personen)
ONTSLAGGROND
2004
2003
2002
1. Beëindiging bekostiging OALT
835
2. Arbeidsongeschiktheid
288
375
313
3. Uitspraak van de kantonrechter
159
162
90
4. Eigen verzoek
146
263
247
65
94
68
5. Ongeschiktheid/onbekwaamheid 6. Formatieve ontwikkelingen/ kwalitatieve fricties Alle andere ontslaggronden* Totaal
-
12
10
4
108
71
58
1.613
975
780
* Onder ‘alle andere ontslaggronden’ worden de volgende ontslaggronden bedoeld: denominatie, opheffing van de instelling, onverenigbaarheid van karakters, dringende redenen, overige gronden, afloop van de leer- arbeidsovereenkomst, aanscherping bevoegdheidseisen OALT, beëindiging subsidie ID-banen, daling Velo-vergoeding of gebruikersvergoeding.
TOELICHTING:
door de beëindiging van de subsidie voor OALT
In dit overzicht zijn niet alleen de cijfers van 2004
buiten beschouwing worden gelaten, was het
vermeld, maar ook van 2003 en 2002 om beter
totaal aantal ontslagen beperkt gebleven tot
inzicht te geven in de trends en ontwikkelingen.
778 personen. In dat geval was er in het primair
In het primair onderwijs is er in 2004 een flinke
onderwijs ook sprake geweest van een daling van
stijging te zien in het totaal aantal ontslagen
het aantal ontslagen personen met ongeveer 20%.
medewerkers uit vaste dienst ten opzichte van
In 2004 is de daling van het aantal ontslagen op
2003, namelijk een stijging van 65%. Ten opzichte
eigen verzoek en in verband met arbeidsonge-
van 2002 is er zelfs sprake van een verdubbeling,
schiktheid aanzienlijk. In 2004 deden zich de
namelijk een stijging van 106%. Deze stijging
eerste ontslagen (23 in totaal) in verband met de
wordt voornamelijk veroorzaakt door de beëindi-
beëindiging van ID-banen voor (deze ontslaggrond
ging van de bekostiging OALT. Als de ontslagen
is niet apart opgenomen in dit overzicht).
Tabel 2:
Top 6 van ontslagen uit vaste dienst in het voortgezet onderwijs (in aantallen personen)
ONTSLAGGROND
2004
2003
2002
1. Eigen verzoek
183
196
250
2. Arbeidsongeschiktheid
105
171
104
3. Uitspraak van de kantonrechter
85
85
59
4. Ongeschiktheid/onbekwaamheid
25
37
39
5. Formatieve ontwikkelingen/ kwalitatieve fricties
16
4
4
-
-
-
6. Beëindiging bekostiging OALT Alle andere ontslaggronden* Totaal
26
44
45
440
537
501
Instroombeperking
30 *) Onder ‘alle andere ontslaggronden’ worden de volgende ontslaggronden bedoeld: denominatie, opheffing van de instelling, onverenigbaarheid van karakters, dringende redenen, overige gronden, afloop van de leer- arbeidsovereenkomst, aanscherping bevoegdheidseisen OALT, beëindiging subsidie ID-banen, daling Velo-vergoeding of gebruikersvergoeding.
TOELICHTING:
In het voortgezet onderwijs zijn de aantallen ont-
als voortgezet onderwijs het aantal ontslagen in
slagen in 2004 in vergelijking met 2003 gedaald,
2004 in verband met ongeschiktheid/onbekwaam-
met 18%. Ten opzichte van 2002 is er een daling
heid en arbeidsongeschiktheid aanzienlijk is
van 12%. Verder valt op dat zowel voor het primair
afgenomen ten opzichte van 2003.
Tabel 3:
Top 6 van ontslagen uit tijdelijke dienst in het primair onderwijs (in aantallen personen)
ONTSLAGGROND
1. Ongeschiktheid/onbekwaamheid
2004
2003
2002
120
176
105
2. Formatieve ontwikkelingen/ kwalitatieve fricties
89
85
16
3. Eigen verzoek
65
90
71
4. Arbeidsongeschiktheid
21
25
20
5. Beëindiging bekostiging OALT
10
-
-
6. Uitspraak van de kantonrechter
6
5
4
Alle andere ontslaggronden*
149
163
70
Totaal
460
544
286
Tabel 4:
Top 6 van ontslagen uit tijdelijke dienst in het voortgezet onderwijs (in aantallen personen)
ONTSLAGGROND
2004
2003
2002
1. Ongeschiktheid/onbekwaamheid
312
446
226
2. Eigen verzoek
144
179
188
3. Formatieve ontwikkelingen/ kwalitatieve fricties
135
119
18
11
23
14
4
9
1
4. Arbeidsongeschiktheid 5. Uitspraak van de kantonrechter 6. Beëindiging bekostiging OALT
-
-
-
Alle andere ontslaggronden*
175
235
104
Totaal
781
1.011
551
*) Onder ‘alle andere ontslaggronden’ worden de volgende ontslaggronden bedoeld: denominatie, opheffing van de instelling, onverenigbaarheid van karakters, dringende redenen, overige gronden, afloop van de leer- arbeidsovereenkomst, aanscherping bevoegdheidseisen OALT, beëindiging subsidie ID-banen, daling Velo-vergoeding of gebruikersvergoeding.
TOELICHTING:
is er in 2004 in het voortgezet onderwijs ten
Het totaal aantal ontslagen uit tijdelijke dienst
opzichte van 2003, sprake van een stijging van
is in 2004 ten opzichte van 2003 aanzienlijk
het aantal ontslagen uit tijdelijke dienst.
voortgezet onderwijs met 23%; ten opzichte van
Instroombeperking
gedaald; in het primair onderwijs met 15%, in het
31
2002 is er sprake van een groei van 60%. In het
Overzichten van ontslagen uit vaste en tijdelijke dienst
primair onderwijs wordt deze daling ten opzichte
Het overzicht op pagina 32 geeft de (on)vermijd-
van 2003 vooral veroorzaakt door de ontslagen op
bare ontslagen en de werkvoorraad weer van het
grond van kwalitatieve fricties, overige gronden,
totaal aantal meldingen uit vaste en tijdelijke
ongeschiktheid/onbekwaamheid en op eigen ver-
dienst voor primair onderwijs en voortgezet
zoek. Voor het voortgezet onderwijs geldt hetzelfde.
onderwijs voor de jaren 2004, 2003 en 2002 per
Alleen als gevolg van formatieve ontwikkelingen
ultimo van dat jaar.
Tabel 5:
Aantal meldingen van ontslag uit vaste en tijdelijke dienst In aantallen personen
P R I M A I R O N D E RW I J S
V O O RT G E Z E T O N D E RW I J S
2004
2003
2002
2004
2003
2002
Totaal
2.073
1.519
1.066
1.221
1.548
1.052
Onvermijdbaar
1.662
1.119
884
1.025
1.209
919
Vermijdbaar
64
128
35
55
129
63
Ingetrokken
40
12
26
14
56
12
1.766
1.259
945
1.094
1.394
994
233
186
59
53
113
47
Afgedaan In behandeling Onvolledig Werkvoorraad
74
74
62
74
41
11
307
260
121
127
154
58
Instroombeperking
32 TOELICHTING:
opzichte van de reglementen 2003/2004, zoals de
Uit dit overzicht blijkt dat het totaal aantal mel-
toevoeging van enkele ontslaggronden. Daarnaast
dingen primair onderwijs en voortgezet onderwijs
is in juli 2004 opnieuw een gewijzigde versie van
in 2004 3.294 bedraagt. Dit is in vergelijking met
DIA ingezet. In deze versie zijn een aantal wensen
2003 een stijging van 7%; in vergelijking met 2002
van scholen verwerkt, waarmee de DIA gebrui-
een stijging van 55%.
kersvriendelijker is geworden.
Van het totaal aantal ontslagen van 3.294 waren er 2687 (81%) onvermijdbaar, en 119 ( 4%) vermijd-
Instroomtoets
baar. In 2003 was het totaal aantal ontslagen
De internetsite www.instroomtoets.nl wordt het
3.067. Hiervan waren 2.328 onvermijdbaar en 257
meest bezocht in de maanden dat ook de meeste
vermijdbaar. Dat wil zeggen 76% onvermijdbaar
meldingen worden gedaan. Zo was het aantal
en 8% vermijdbaar. In 2002 was 85% onvermijd-
‘hits’ (het aantal pagina’s dat is bezocht) in de
baar en 5% vermijdbaar. Kortom er is geen sprake
maand juni ruim 166.000 en in de maand juli
van grote verschillen.
een kleine 140.000. In de relatief rustige maand februari lag dit aantal rond 50.500 hits. Ook hier
DIA nog gebruiksvriendelijker
kan geconstateerd worden dat de site voorziet in
De Digitale Instroom Aanvraag (DIA) heeft in 2004
een behoefte. Waar overigens de DIA alleen (met
flink aan populariteit gewonnen. Na de lancering
toegangscode) te benaderen is voor schoolbestu-
per 1 oktober 2003 is het aantal vergoedingsver-
ren, is de site voor iedereen toegankelijk.
zoeken dat met de DIA is ingevuld gestegen van 38 keer in het laatste kwartaal van 2003 tot 569 keer
Informatiecentrum Participatiefonds
in het derde (en drukste) kwartaal van 2004. Zo’n
Het Informatiecentrum Participatiefonds geeft
40% van de meldingen wordt met de DIA ingevuld
telefonisch informatie over de instroomtoets.
en dat is een mooi resultaat voor het eerste jaar.
In het centrum zijn in het jaar 2004 2.333 telefo-
In mei 2004 is de DIA ook beschikbaar gesteld
nische vragen behandeld, tegen 2.059 in het voor-
voor het schooljaar 2004/2005. In deze versie zijn
gaande jaar. Een toename van 274 gesprekken: een
alle aanpassingen verwerkt aan de hand van de
stijging van 13%. In het jaar 2003 was er nog een
wijzigingen in de reglementen 2004/2005 ten
stijging van 52% te constateren. Procentueel
gezien is het totaal aantal aangenomen gesprekken in het jaar 2004 (96%) gelijk gebleven ten opzichte van het jaar 2003. In de maanden mei, juni, juli en augustus werden voornamelijk inhoudelijke vragen gesteld over het nieuwe artikel 9p (ontslag als gevolg van beëindiging bekostiging OALT) waarop scholen de ontslagen, als gevolg van de beëindiging bekostiging OALT, konden melden. VRAGEN VIA
[email protected]
Via dit e-mailadres heeft het Participatiefonds in 2004 419 vragen en verzoeken binnengekomen. In 178 gevallen ging het om het aanvragen van
Instroombeperking
In 2003 waren dat er 172 (een stijging van 243%).
33
een nieuwe code voor de Digitale Instroom Aanvraag (DIA). Daarnaast waren er 31 vragen over bijvoorbeeld adreswijzigingen en verzoeken om uitstel, vragen over het schoolbudget of over vervanging. De overige 210 e-mailberichten gingen over inhoudelijke zaken. Met name het aantal vragen over ontslagen van OALT-personeel en IDmedewerkers viel op. Vragen over het recht op een uitkering of rechtspositie, zijn verwezen naar de betreffende instanties.
Instroombeperking
34
6 UITSTROOMBEVORDERING H E T A C T I V E R I N G S B E L E I D VA N H E T F O N D S I S E R O P G E R I C H T O M ( P O T E N T I Ë L E ) WERKLOZEN UIT HET PO EN VO TE STIMULEREN OM ZO SNEL MOGELIJK WEER AAN DE SLAG TE GAAN. IN DIT HOOFDSTUK WORDEN DE VERSCHILLENDE ACTIVIT E I T E N B E S C H R E V E N D I E H E T F O N D S H I E RV O O R O N T W I K K E LT.
6. UITSTROOMBEVORDERING
Het arbeidsmarktbeleid van het Participatiefonds bestaat
hadden afgesproken. Eind 2004 waren er bij
uit het activeren van wachtgelders en is gericht op het
Loyalis 648 voormalig OALT-docenten actief bezig
opheffen van fricties op de arbeidsmarkt. In hoofdstuk 7
met reïntegratieactiviteiten.
(personeelsbeleid en mobiliteitsbevordering) wordt verder ingegaan op de laatstgenoemde activiteit van het fonds
In 2004 bedroeg het aantal personen dat via de
(opheffen van fricties op arbeidsmarkt).
voormelding is aangemeld voor het activeringsbeleid 4.293. Dit aantal is in de acht jaar dat het Participatiefonds activeringsbeleid voert, nog nooit zo hoog geweest. In 948 gevallen betrof het
Het Participatiefonds heeft een aanpak ontwik-
voormeldingen van OALT-docenten. Zonder OALT-
keld die erop is gericht werklozen afkomstig uit
docenten is het aantal voormeldingen in 2004
het primair en voortgezet onderwijs te activeren
vergelijkbaar met het aantal van 3.149 in 2003.
zo snel mogelijk weer aan de slag te gaan. Loyalis
Hier staat tegenover dat het aantal CWI-meldingen
Mens en Werk voert dat beleid uit in opdracht van
in 2004 met 1.732 fors lager ligt dan de 2.970 in
36
het Participatiefonds. Het meest vroege aangrij-
2003. Dit komt omdat in 2004 een CWI-melding
Uitstroombevordering
Activeringsbeleid
pingspunt wordt gevormd door de voormelding
plaatsvond op basis van toekenning van een recht
van een concreet voorkomend ontslag. Op dat
en niet meer op basis van de aanvraag van een
moment worden al activiteiten opgezet met de
uitkering.
potentiële werkloze. Ook richt het activeringsbeleid zich op diegenen die (desondanks) toch in de
In 2004 is de aanmelding door CWI/UWV van
uitkeringsregeling stromen. Het sluitstuk van het
cliënten die in aanmerking komen voor opdracht-
activeringsbeleid wordt gevormd door activiteiten
geverschap WW (= publieke bekostiging) eindelijk
voor die mensen die langdurig wachtgeld ontvan-
goed van de grond gekomen. Dit is ook zichtbaar
gen. Ondersteunend aan het activeringsbeleid
in de gerealiseerde bekostiging. Aan het eind van
biedt het Participatiefonds de mogelijkheid om
het vierde kwartaal van 2003 was de verhouding
voor niet direct bemiddelbare werklozen en moei-
private bekostiging door het Participatiefonds
lijk bemiddelbare werklozen uit de bovengenoem-
versus publieke bekostiging door UWV 72%-28%.
de doelgroepen, aanbodversterkende trajecten in
In 2004 is dit aan het einde van het vierde kwar-
te zetten, zoals trainingen, cursussen e.d. (met als
taal: 50%/50%. Overigens heeft UWV met ingang
doel om de kansen van deze werklozen op de
van 1 oktober 2004 een vergoedingsplafond van
arbeidsmarkt te vergroten).
€ 3.250,- vastgesteld per traject dat bekostigd
OALT
Ook wordt casemanagement niet meer door UWV
Het activeringsbeleid in het jaar 2004 stond in
vergoed.
wordt in het kader van Opdrachtgeverschap WW.
het teken van het massaontslag van grofweg de helft van de 1.500 docenten Onderwijs Allochtone
Belangrijk aandachtspunt in 2004 was het voor-
Levende Talen (OALT) in het primair onderwijs.
bereiden van het nieuwe activeringsbeleid na
Dit massaontslag is het gevolg geweest van de
1 augustus 2005 als het Participatiefonds met
beëindiging van de bekostiging van het OALT-
meerdere reïntegratiebedrijven zal gaan werken.
onderwijs per 1 augustus 2004. Met Loyalis is over-
Ook de gegevensverificatie van uitkeringsgerech-
eengekomen deze groep apart in beeld te brengen
tigden was hierbij een punt van aandacht.
en de begeleiding zo goed mogelijk aan te laten sluiten bij de activiteiten die werkgevers en werknemers in het kader van het sociaal plan OALT
7 PERSONEELSBELEID EN MOBILITEITSBEVORDERING VA N R E G I O A D V I S E U R T O T D E O N D E RW I J S VA C AT U R E B A N K : H E T F O N D S O N D E R STEUNT SCHOLEN (EN ZIJN MEDEWERKERS) OP ALLERLEI MOGELIJKE MANIEREN B I J D E A A N PA K VA N H U N P E R S O N E E L S - E N M O B I L I T E I T S B E L E I D .
7. PERSONEELSBELEID EN MOBILITEITSBEVORDERING
Het Participatiefonds ondersteunt het integraal personeels-
kingsverbanden op het gebied van mobiliteit. Op
beleid in het primair en voortgezet onderwijs om zo de
verzoek van scholen of besturen c.q. samenwer-
omvang van de werkloosheidsuitgaven terug te dringen.
kingsverbanden wordt door de regioadviseurs
De nadruk ligt daarbij met name op het mobiliteitsbeleid.
voorlichting gegeven over personeels- en mobili-
De verantwoordelijkheid voor het te voeren personeels-
teitsbeleid. Tot slot zijn de regioadviseurs ook
en mobiliteitbeleid ligt bij de schoolbesturen van de
beschikbaar voor individuele adviesgesprekken
onderwijsinstellingen en is van essentieel belang voor het:
over dit thema en informeren zij het schoolma-
> bevorderen van de kwaliteit van het onderwijs,
nagement over beschikbare instrumenten.
> bijdragen aan het persoonlijk welzijn van leerkrachten, > voorkomen van ontslagen en de daaruit voortvloeiende financiële risico’s.
Bij de genoemde bezoeken en telefonische consulten uit het overzicht komen zowel onderwerpen van het Participatiefonds als onderwerpen van het Vervangingsfonds aan de orde. Een duidelijk
zoals die blijkt uit onderzoek en uit werkcontacten, kiest
onderscheid is niet altijd te maken omdat bij het
38
het Participatiefonds al enige jaren voor een aanpak van
bespreken van onderwerpen als ziekteverzuim-
Personeelsbeleid en mobiliteitsbevordering
Tegen deze achtergrond en de behoefte van instellingen,
praktische ondersteuning. In het vervolg van dit hoofdstuk
beleid en Arbo-beleid heel nadrukkelijk ook
worden de verschillende activiteiten die het Participatie-
aspecten van het (integrale) personeelsbeleid aan
fonds in dat kader verricht nader toegelicht.
de orde komen. Andersom is dit natuurlijk ook het geval. Ook in 2004 heeft de uitvoering van gerichte verzuimprojecten in opdracht van het
Regioadviseurs
Participatiefonds een belangrijke rol gespeeld
Voor het Participatiefonds zijn in samenwerking
bij het adviseren en activeren van de scholen.
met het Vervangingsfonds achttien regioadviseurs
Concreet gaat het hierbij om de begeleiding van
werkzaam. Eén van hun taken is het adviseren en
in totaal ruim 500 scholen in het kader van het
sturen bij het opzetten van personeelsbeleid
tweede project hoog-verzuim-scholen (HVS+-pro-
onder andere aan de hand van voorbeelden uit de
ject). Het aantal niet-projectgebonden contacten
praktijk. Ook bieden zij ondersteuning bij het
is echter voor het tweede jaar op rij duidelijk toe-
opzetten van regionale netwerken of samenwer-
genomen. Dit heeft overigens deels te maken met
Consulten door de regioadviseurs T O TA A L 2 0 0 4
T O TA A L 2 0 0 3
A A N TA L
%
A A N TA L
%
HVS+-project Vf
1.606
41%
1.798
49%
Overige scholen/besturen
1.905
48%
1.473
40%
346
9%
306
9%
69
2%
83
2%
3.926
100%
3.660
100%
Scholen of besturen
Overig Zorgverleners e.d. Algemene voorlichting Totaal
Tabel 1: consulten door de regioadviseurs, inclusief telefonische consulten van ten minste 15 minuten
het feit dat de regioadviseur een inhoudelijke rol
In 2004 zijn bijna 1.200 vacatures via
heeft gekregen bij de beoordeling van subsidie-
de Onderwijsvacaturebank vervuld:
aanvragen Aanvullend Pakket. Uiteraard zijn er
bijna 30% van alle aangemelde vacatures.
ook bezoeken, waarbij louter en expliciet onderwerpen van het Participatiefonds aan de orde
Van alle in 2004 gemelde vacatures waren er 1.504
zijn geweest.
voor het basis- en speciaal onderwijs en 2.457 voor het voortgezet onderwijs. Vanzelfsprekend gaat
De scholen waarderen het werk van de
het met name om vacatures voor onderwijzend
regioadviseurs gemiddeld met een 8,2.
personeel, hoewel er ook regelmatig vacatures voor leden van de directie (bijna 6%) en voor
De behoefte aan ondersteuning door de regio-
onderwijsondersteunend personeel (ruim 8%)
adviseur en de waardering voor hun werk blijkt
worden gemeld. Opvallend is echter wel dat deze
ook uit de jaarlijks gehouden evaluatieonderzoe-
vacatures relatief minder vaak via de Onderwijs-
ken van de niet-projectgebonden activiteiten.
vacaturebank worden vervuld. Kijken we naar de
Uit de eind 2004 gehouden enquête onder 360
herkomst van de geselecteerde kandidaten, dan
bezochte scholen en besturen blijkt een gemiddel-
blijkt ruim de helft reeds in het onderwijs werk-
de waardering voor de regioadviseur van 8,2.
zaam te zijn. Iets meer dan 20% is pas afgestudeerd
De bestuurders en leidinggevenden binnen de
aan de lerarenopleiding. De overige kandidaten
scholen ervaren de gesprekken met de regioadvi-
waren eerst werkzaam buiten het onderwijs (onge-
seur als zeer nuttig en geven aan dat deze hen aan-
veer 8%), zijn herintreder (3%) of waren werkloos
zetten tot het nemen van actie. Hoewel de verschil-
vanuit het onderwijs (2%) of daarbuiten (4%).
len klein zijn, is de waardering voor het werk van de regioadviseur in het voortgezet onderwijs nog
Personeelsbeleid en mobiliteitsbevordering
39
2004
2003
Totaal aantal bezoekers
829.354
488.712
Aantal gemelde vacatures
3.961
4.635
Opheffen van fricties: de Onderwijsvacaturebank
Aantal via de Onderwijs-
1.177
999
Het Participatiefonds biedt sinds 1999 alle scholen
vacatures
iets groter dan in het primair onderwijs.
vacaturebank vervulde
in het primair en voortgezet onderwijs de mogelijkheid om via www.onderwijsvacaturebank.nl hun
Tabel 2: Kengetallen van de
vacatures kosteloos op het internet te plaatsen.
Onderwijsvacaturebank
Daarnaast kan het onderwijspersoneel hun CV op deze vacaturebank plaatsen.
Cliëntenplatform Het aantal bezoekers van de Onderwijsvacature-
De cliëntenplatforms van het Participatiefonds
bank is het afgelopen jaar met ruime tweederde
(samen met het Participatiefonds) vormen een
toegenomen, van bijna 500.000 in 2003 tot maar
klankbord en denktank voor het fonds. Er is een
liefst ruim 800.000 in het afgelopen jaar. Het aan-
platform voor het primair onderwijs en een plat-
tal gemelde vacatures neemt echter voor het
form voor het voortgezet onderwijs. De leden van
tweede jaar op rij af. Waarschijnlijk wordt dit
de platforms leveren feedback op de producten en
veroorzaakt door de wat ruime arbeidsmarkt voor
diensten van het fonds. De ideeën en inbreng van
onderwijspersoneel op dit moment. Opmerkelijk
de leden worden gebruikt voor de kwaliteitsverho-
is dat het afgelopen jaar bijna 1.200 vacatures via
ging van bestaande producten en diensten en de
de Onderwijsvacaturebank zijn vervuld. Dit is
ontwikkeling van nieuwe producten en diensten.
maar liefst (bijna) 30% van alle aangemelde vacatures. Hieruit blijkt dat deze internetsite van het
In de platforms zitten vertegenwoordigers uit de
Participatiefonds een belangrijk en succesvol
diverse geledingen van het scholenveld: besturen,
wervingskanaal is. Deze mening wordt overigens
directies, onderwijzend personeel, onderwijson-
gedeeld door het blad Straks voor de klas van de
dersteunend personeel en (gemeenschappelijke)
Aob. In een vergelijking van vacaturesites voor
medezeggenschapsraad. Beide platforms hebben
het onderwijs werd de Onderwijsvacaturebank
een onafhankelijke voorzitter. Gedurende het ver-
als beste getest. De site van het Participatiefonds
slagjaar hebben de platforms drie maal overleg
werd als enige met een 8 gewaardeerd.
gevoerd. In de eerste helft van het jaar is uitvoerig
gesproken over de ontwikkeling van modulaire
I N F O R M AT I E S TA N D , L E Z I N G E N
stelsels voor het Participatiefonds en Participatie-
Samen met het Vervangingsfondsfonds bezoekt
fonds. De laatste vergadering van het cliënten-
het Participatiefonds regelmatig met een informa-
platform van 2004 heeft met name in het teken
tiestand evenementen voor schoolleiding en/of
gestaan van de actuele ontwikkelingen rondom de
medewerkers (bijvoorbeeld MR-leden) in het primair
uittreding van het voortgezet onderwijs uit beide
en voortgezet onderwijs. Het fonds geeft informatie
fondsen.
over zijn producten en diensten en de aanwezigen kunnen bij vertegenwoordigers van het fonds
Communicatie
gerichte vragen stellen over de situatie op hun
R]ENTREE
eigen school. In 2004 zijn in totaal vijf congressen
Via het blad R]entree informeren het Participatie-
en evenementen met de stand bezocht.
scholenveld en andere betrokkenen regelmatig
VERKOOP PRODUCTEN
over de belangrijkste ontwikkelingen op de beleids-
De producten die het Participatiefonds in de loop
40
terreinen van beide fondsen. In vergelijking met
der jaren heeft ontwikkeld, worden tegen kostprijs
Personeelsbeleid en mobiliteitsbevordering
fonds en het Vervangingsfonds gezamenlijk het
eerdere jaren is het aantal nummers uitgebreid
aan het scholenveld aangeboden. Op deze manier
tot zes.
probeert het fonds, naast bijvoorbeeld via de regioadviseurs, onderwijsinstellingen concrete
I N T E R N E T S I T E W W W. V F P F. N L
handvatten te geven bij de professionalisering van
De internetsite die het Participatiefonds in samen-
het personeels- en mobiliteitsbeleid. Hieronder staat
werking met het Participatiefonds beheert dateert
een overzicht van de verkochte producten in 2004.
inmiddels weer van 1999. In het verslagjaar is daarom gestart met de bouw van een volledig
HELPDESK DIENSTEN VF/PF
nieuwe site, die bovendien als ‘portal’ zal dienen
Het Participatiefonds heeft bij Diensten Vf/Pf een
voor de overige internetsites van de beide fondsen.
helpdesk ingericht. Bij deze helpdesk kunnen
De nieuwe site zal worden gebouwd rondom een
scholen, besturen en andere belangstellenden
zestal themagebieden:
algemene informatie over de producten en diensten
>
Vervanging;
van de stichting krijgen. Specifieke technische
>
Werkloosheid en reïntegratie;
vragen over de geautomatiseerde producten - zoals
>
Verzuim en reïntegratie;
KOMPAS en de Onderwijsvacaturebank - worden
>
Personeelsbeleid;
via deze helpdesk doorgeleid naar een daartoe
>
Arbeidsomstandigheden;
gespecialiseerd bureau.
>
Arbo-dienstverlening.
De bedoeling is dat de nieuwe site begin 2005 ‘in de lucht’ gaat. Tot die tijd blijft vanzelfsprekend de ‘oude’ site beschikbaar. Het onderhoud aan deze site is in 2004 echter beperkt gebleven tot datgene wat nodig was om de site inhoudelijk actueel te houden.
8 B E Z WA A R E N B E R O E P E E N S C H O O L O F B E S T U U R K A N A LT I J D B E Z WA A R M A K E N T E G E N E E N B E S L I S S I N G VA N H E T F O N D S . H O E D I T I N Z ´ N W E R K G A AT, W O R D T T O E G E L I C H T I N D I T H O O F D S T U K .
8 . B E Z WA A R E N B E R O E P
De Stichting valt als bestuursorgaan onder de werking
Commissie bezwaarschriften
van de Algemene wet bestuursrecht. Tegen besluiten van
Het bestuur van de stichting heeft een commissie
de Stichting staat bezwaar en beroep open conform de
ingesteld die namens het bestuur de ingediende
hoofdstukken 6, 7 en 8 Awb.
bezwaarschriften behandelt. De commissie is samengesteld uit vier bestuursleden van de stichting.
Als een schoolbestuur het niet eens is met een beslissing
Op 31 december 2004 was de bezwaarschriften-
van de Stichting, dan is het mogelijk om binnen zes weken
commissie als volgt samengesteld:
na dagtekening van deze beslissing bezwaar aan te tekenen bij het bestuur. Het gaat daarbij vooral om beslissingen
VOORZITTER:
over de uitvoering van de Reglementen Participatiefonds.
dr. G.J. van der Top
in de gelegenheid gesteld het bezwaarschrift tijdens een
LEDEN:
hoorzitting mondeling toe te lichten. Binnen zes weken na
mr. H.K. Evers
ontvangst van het bezwaarschrift neemt het bestuur een
C. Oderkerk
42
beslissing. Het bestuur heeft de mogelijkheid om de
A.A. Rolvink
(van 01-09-2004 tot 31-12-2004)
Bezwaar en beroep
Het schoolbestuur wordt vervolgens, indien gewenst,
beslistermijn met vier weken te verlengen. De beslissing
T. Duif
(van 01-01-2004 tot 31-08-2004)
kan een volledige of gedeeltelijke toekenning, dan wel
P.A. Taapke RA
een afwijzing van het gevraagde inhouden. P L A AT S V E RVA N G E N D E L E D E N :
Is het schoolbestuur het met deze uitspraak niet eens,
J.S. Duijnhouwer
dan kan binnen een termijn van zes weken beroep ingesteld
J.T.M. Eerden
worden bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.
De bezwaarschriftencommissie is 11 keer in vergadering bijeengekomen.
De bezwaarschriften A A N TA L L E N
Gedurende de verslagperiode zijn 128 bezwaarschriften bij het bestuur ingediend. Een daling van 12% ten opzichte van het verslagjaar 2003. In 2004 hebben in totaal 60 hoorzittingen plaatsgevonden (2003: 44 hoorzittingen). Per hoorzitting kunnen meerdere bezwaarschriften worden behandeld.
Jaar
Ingediende bezwaarschriften
1996
127
1997
167
1998
239
1999
169
2000
262
2001
224
2002
86
2003
145
2004
128
Tabel I: aantal ingediende bezwaarschriften vanaf 1997 t/m 2004 ONDERWERPEN
Bij de bezwaarschriften gericht tegen de toepassing van het Reglement Participatiefonds is de volgende verdeling naar onderwerp te maken.
Onderwerpen bezwaarschriften
2004
2003
15
6
kwalitatieve fricties
4
4
33
35
0
2
43
ongeschiktheid/onbekwaamheid
Bezwaar en beroep
formatieve redenen
denominatie opheffing van de instelling
0
1
onverenigbaarheid van karakters
2
1
arbeidsongeschiktheid
31
36
uitspraak van de kantonrechter
10
11
dringende redenen andere gronden
1
0
24
38
eigen verzoek
6
8
zij-instromer
1
0
einde bekostiging OALT
1
0
geen verdeling geregistreerd
0
3
128
145
2004
2003
totaal Tabel 2: De onderwerpen van de bezwaarschriften Resultaten ingediende bezwaarschriften
Resultaten bezwaarschriften herziening van de primaire beslissing
0
4
gegrond
51
51
ongegrond
20
24
niet ontvankelijk
6
10
intrekking
6
4
nog in behandeling per 1 maart 2005 (1 maart 2004) totaal Tabel 3: de resultaten van de bezwaarschriften
45
51
128
144
De bezwaarschriften zijn voor 52% afkomstig uit
In 2004 heeft de Afdeling bestuursrecht van de
het primair onderwijs, voor 44% uit het voortgezet
Raad van State in totaal zeven uitspraken gedaan
onderwijs en voor 4% van de expertisecentra.
in beroepszaken ingesteld tegen het Participatie-
Eenmaal in bezwaar komen schoolbesturen bij
fonds. Van de zeven uitspraken ging het in zes
de primaire beslissing in veel gevallen uiteindelijk
gevallen om een ongegrond verklaring van het
toch nog met de gevraagde informatie, die al
ingestelde beroep. In één geval ging het om een
eerder door het Participatiefonds was opgevraagd.
gegrond verklaring.
Uit die informatie blijkt vervolgens dat er wel aan de vereisten van de instroomtoets is voldaan.
Intern Klachtrecht
Dit verklaart het relatief hoge aantal gegrond
Iedereen heeft het recht om bij het Participatie-
verklaarde bezwaarschriften.
fonds een klacht in te dienen als hij of zij ontevreden is over de manier waarop hij of zij door het
In totaal zijn er 45 bezwaarschriften op 1 maart
fonds wordt behandeld of aangesproken.
2005 in behandeling, die betrekking hebben Bezwaar en beroep
44
op 2004.
In het klachtenreglement is onder andere bepaald dat klachten die schriftelijk worden ingediend
De beroepschriften
worden geregistreerd en jaarlijks gepubliceerd.
Gedurende de verslagperiode is door één school-
Daarnaast wordt de werking van de klachten
bestuur beroep aangetekend bij de Afdeling
regeling in de praktijk door het bestuur periodiek
Bestuursrechtspraak van de Raad van State tegen
geëvalueerd.
een beslissing op bezwaar van het Participatiefonds. In 2003 waren dit er nog negen.
Gedurende het verslagjaar hebben zich, net als voorgaande jaren, geen klachten in de zin van het klachtenreglement voorgedaan.
9 O R G A N I S AT I E D E M E N S E N D I E V E R A N T W O O R D E L I J K Z I J N V O O R H E T B E L E I D VA N H E T FONDS EN DE MENSEN DIE ACHTER DE SCHERMEN HIERAAN WERKEN, KOMEN HIER AAN BOD.
9 . O R G A N I S AT I E
De Stichting wordt bestuurd door een Algemeen en een Dagelijks Bestuur, die bestaan uit vertegenwoordigers
Op 31 december 2004 was het Algemeen Bestuur
van werknemers- en werkgeversorganisaties. Het Algemeen
als volgt samengesteld:
Bestuur en het Dagelijks Bestuur worden in hun werkzaamheden ondersteund door het bestuursbureau
ONAFHANKELIJK VOORZITTER:
Participatiefonds. De taken van het bestuursbureau zijn
dr. G.J. van der Top.
onder andere beleidsvoorbereiding voor het bestuur en het coördineren en uitvoeren van het beleid dat het
LEDEN:
bestuur heeft vastgesteld. Het bestuursbureau verzorgt
Y. Raaymakers
(AC)
daarnaast de aansturing van de uitvoeringsorganisatie.
mr. S.J. Steen
(ABC)
M.B. Wigman C. Oderkerk Het Algemeen Bestuur bestaat uit zestien perso-
A.A. Rolvink
(ACOP)
46
nen alsmede een onafhankelijk voorzitter. Door
P.A. Taapke RA
(Besturenraad)
Organisatie
Samenstelling Algemeen Bestuur
het Algemeen Bestuur worden twee vice-voorzit-
mr. T.A.M. van de Pas
ters benoemd.
drs. W. Bos
De Centrales van Overheids- en Onderwijspersoneel
J.S. Duijnhouwer
(CCOOP)
welke zijn vertegenwoordigd in de Sector
J.T.M. Eerden
(VBKO)
Commissie Onderwijs, benoemen elk twee
E.W. de Jong
bestuursleden. Het betreft de volgende centrales:
G.A.C. Egelmeers
>
Ambtenarencentrum (AC):
>
Algemene Centrale van Overheidspersoneel
mr. H.K. Evers
(ACOP);
mr. N.Ph. Geelkerken (VOS/ABB)
Christelijke Centrale van Overheids- en
C.B.D. Smit
Onderwijspersoneel (CCOOP);
mr. J.J. van Willegen
> >
(CMHF)
Centrale van Middelbare en Hogere Functionarissen bij Overheid, Onderwijs, Bedrijven en
Gedurende de verslagperiode is de samenstelling
Instellingen (CMHF).
van het Algemeen Bestuur gewijzigd. De heer M.B. Wigman heeft namens het ambtenaren
De Centrales welke zijn vertegenwoordigd in de
centrum het lidmaatschap overgenomen van
Commissie Besturenorganisaties, benoemen elk
de heer Duif. De heer J.J.van Willegen heeft het
twee bestuursleden. Het betreft de volgende
lidmaatschap namens de VOS/ABB overgenomen
centrales:
van de heer B. Wever.
>
Algemene Bijzondere Centrale (ABC);
Het Algemeen Bestuur is 10 keer in vergadering
>
Vereniging Besturenraad Protestants
bijeengekomen.
Christelijk Onderwijs (Besturenraad); >
Vereniging Besturenorganisaties van Katholieke Onderwijsinstellingen (VBKO);
>
Vereniging van Openbare en Algemeen Toegankelijk Scholen (VOS/ABB).
Samenstelling Dagelijks Bestuur
Gedurende de verslagperiode is de samenstelling
Het Dagelijks Bestuur bestaat uit de onafhankelijke
van het Dagelijks Bestuur niet gewijzigd.
voorzitter, de beide vice-voorzitters en twee door
Het Dagelijks Bestuur is 7 keer in vergadering
het Algemeen Bestuur aan te wijzen leden.
bijeengekomen.
Op 31 december 2004 was het Dagelijks Bestuur
Samenstelling Bestuursbureau
als volgt samengesteld:
Het bestuursbureau is gevestigd in Rotterdam. ONAFHANKELIJK VOORZITTER:
Gedurende de verslagperiode waren bij het
dr. G.J. van der Top
bestuursbureau een directeur, een adjunctdirecteur, een zestal (senior)beleidsmedewerkers en secretariële ondersteuning werkzaam.
LEDEN:
J.T.M. Eerden mr. H.K. Evers
In onderstaande organogram is de organisatie-
A.A. Rolvink
structuur van het Bestuursbureau uiteengezet.
mr. N.Ph. Geelkerken
Directeur mr. N.P. Dekker
Adjunct directeur drs. F.A. van Dijk
Organisatie
47 Juridische
Financieel economische
Arbeidsmarkt
Arbo
beleidsmedewerkers
beleidsmedewerker
beleidsmedewerkers
beleidsmedewerker
Secretariaat
Communicatie medewerker
Illustratie I: Organogram bestuursbureau Rotterdam.
Samenstelling uitvoeringsorganisatie Zoetermeer De uitvoeringsorganisatie Zoetermeer zorgt voor de uitvoering van de instroomtoets. In onderstaande organogram is de organisatiestructuur van de uitvoeringsorganisatie uiteengezet.
Hoofd R. Bruijn van Rozenburg
Informatie Centrum
Adviseur
Post/Archief
ICT Gegevensbeheer
Illustratie II: Organogram uitvoeringsorganisatie Zoetermeer.
Afdeling toetsing
Juridische afdeling
Adressen B E S T U U R S B U R E A U PA RT I C I PAT I E F O N D S / PA RT I C I PAT I E F O N D S
Blaak 22 3011 TA Rotterdam Telefoonnummer:
010 - 217 7640
Faxnummer:
010 - 214 1358
E-mail:
[email protected]
U I T V O E R I N G S O R G A N I S AT I E Z O E T E R M E E R
Postbus 870 2700 AW Zoetermeer
Organisatie
48
Telefoonnummer:
079 - 323 24 20
Faxnummer:
079 - 323 38 54
E-mail:
[email protected]
U I T V O E R I N G S O R G A N I S AT I E PA RT I C I PAT I E F O N D S H E E R L E N
Postbus 4839 6401 JM Heerlen Telefoonnummer:
045 - 579 81 03/8107
Faxnummer:
045 - 579 34 82
E-mail:
[email protected]
www.vfpf.nl.
Colofon Op de omslag van dit jaarverslag zijn de klassenfoto´s U I T G AV E
afgebeeld van leerlingen van de Prins Florisschool
Stichting Participatiefonds
in Oosterheem en de Koningin Beatrixschool in Driemanspolder. Met dank voor het beschikbaar
VORMGEVING
stellen van de foto´s.
Proforma & De Stal Bovengenoemde scholen maken onderdeel uit van DRUKWERK
de Vereniging voor Christelijk Onderwijs Zoetermeer.
Drukkerij Sint Joris
Het webadres is: http://www.vcoz.nl/