KONINKLIJK
V TE AMSTERDAM,
onder bescherming van Z. M. Koning Willem Ill.
JAARVERSLAG IN DE
EEN EN TWINTIGSTE ALGEMEENE VERGADERING, op Maandag 26 Mei 1879, UITGEBRACHT
DOOR DEN
VOORZITTER
W. HERMAN 3. VAN LENNEP.
KONINI{LIJK
OUDHEIDKUNDIG GENOOTSCHAP TE AMSTERDAM, ONDER BESCHERMING
VAN
Z. M. KONING WILLEM III.
JAARVERSLAG IN DE EEN EN TWINTIGSTE ALGEMEENE VERGADERING, op Maandag 26 Mei 1879, UITGEBRACHT DOOR DEN VOORZITTER
111r.
HERMAN J. VAN LENNEP.
MIJNE HEEREN !
D
e
„blijde inkomsten" van vorstelijke personen in Amsterdam ,
zoo uitstekend door den Heer R. W. P. DE
VRIES
,
onzen Secretaris,
op den 16den December 1878 herdacht, zijn in de maand April vermeerderd met die van onzen Koninklijken Beschermheer en Koningin EMMA.
--
Hier voegt geene beschrijving van de feesten , toen gevierd;
uw Verslaggever mag alleen vermelden, dat ook dit Koninklijk Genootschap vertegenwoordigd was op de officiëele receptiën , waar de gansche natie hare vertegenwoordigers zond, om HH. MM. hare hulde te brengen. Die maand , waarin ons genootschapsjaar eindigt, was dus niet geschikt voor de werkzaamheden , die ons heden avond moeten bezig houden, en gij zult het mij niet euvel duiden, indien ik misschien tegen onze Statuten heb gezondigd, door eene maand aan mijn driejarig praesidium te durven toevoegen. Het was mij toch niet mogelijk, MM. HH. ! in de eerste dagen van Mei, volgende op de feestweek , eene taak te volbrengen , die noodwendig de herinnering in het leven moest roepen aan eene treurige gebeurtenis, die op den 13den Januari ,
I een avond aan onze gezellige bijeenkomsten van dezen winter gewijd, ons allen zoo hoogst treurig stemde. Dien avond toch moest uw Voorzitter een woord van hulde brengen aan de nagedachtenis van een der Oprichters van ons Genootschap, wiens dood het geheele Nederlandsche volk in diepen rouw dompelde. Uw Voorzitter heeft den moed niet hier den onvergetelijken Prins eene hem waardige hulde te brengen ; maar hij weet dat uw Genootschap, datzichenols radtiëvnhelzértbwaen, na reeks van jaren met trots zal gewagen van het feit, dat de veelgeliefde Vorst tot zijne Oprichters behoorde, dat het zijne nagedachtenis in eere zal houden. En wanneer ik dan bij de herinnering aan Uwe eerste werkzaamheid in dit Genootschapsj aar , vermeld dat door Uwe keuze Uw Bestuur aldus geconstitueerd werd : W. C. SCHëFFER,
Vice-Voorzitter, R. W. P.
Secretarissen, F. H. en P. J. H.
HERMAN J. VAN LENNEP,
MASCIIHAUPT,
CUYPERS,
DE VRIES
en A. D.
Voorzitter, DE VRIES,
Penningmeester en Jhr. Dr. J. P. Six
Conservatoren, -- dan herinneren wij ons allen
met diepe smart, dat wij onzen onvergetelijken F. H.
MASCHHAUPT
niet
meer in ons midden zien. -- Eene schijnbaar lichte ongesteldheid, die onverwacht een dreigend aanzien nam, sleepte hem binnen weinige dagen ten grave. Hij die ons zoo herhaaldelijk aangenaam en nuttig bezig hield met zijne bijdragen over het gildewezen en over historische penningen, betrekking hebbende op het Amsterdam, dat hij zoo goed kende ; hij die ons twee avonden, den 28 October en den 11 November 1878, bepaaldelijk wist te boeien door zijne duidelijke voordracht, zijne eenvoudige en klare behandeling van het onderwerp dat hij gekozen had; hijdeznpostvaPgmertpijznswadgebhr
^ .}
waarnam , is ons helaas ontvallen ! Als Penningmeester van mis Genootschap uitstekend op zijne plaats , als specialiteit in de kennis van historische penningen niet licht te vervangen , was hij een onzer nuttigste leden. —
Ware hij hier op een der kerkhoven ter aarde besteld , velen
Uwer
hadden zeker de lijkbaar gevolgd, om hem dien wij niet alleen als nuttig lid van ons Genootschap eerden , maar wien wij het eerre eer rekenden de hand der vriendschap te mogen drukken, de laatste eer te bewijzen. — Uw eerste Secretaris en de Heer P. H.
CRAANDI rK
vertegenwoordigden
te Bussum ons Genootschap , en de hartelijke woorden door den deer It. W. P. DE VRIES bij het graf gesproken, waren zeker de uiting van Uw aller gevoelen. In Uwe Vergadering van 16 Januari 1879 werd met groote meerderheid de Heer D. C.
MEIJER
JR. in zijne plaats tot Penningmeester
verkozen , die , al zij het na eenige aarzeling, aan onze roepstem gehoor gaf en dien lastigen doch in elk Genootschap zoo nuttigen post aanvaardde. Had uw vroegere Voorzitter en Vice-Voorzitter, de Heer FREDERIK MULLER,
gemeend om redenen van gezondheid te moeten bedanken voor eene
eventueele herkiezing, Uw Bestuur meende hem eene blijvende plaats in zijn midden te moeten verzekeren , en bood hem het Eere-lidmaatschap van het Bestuur aan. Bij verschillende gelegenheden hadden wij reden ons te verheugen, den man die zoo veel tot den bloei van ons Genootschap heeft bijgedragen , te kunnen raadplegen en ons geluk te wenschen dat hij , als zijne gezondheid dit toelaat , steeds bereid is ons met zijne krachtige medewerking te steunen. Was de vermeerdering van ons ledental niet zoo aanzienlijk als in een vorig jaar , wij zagen toch met genoegen e 1 f Heeren tot ons Genootschap toetreden , en wat meer zegt, de meesten hunner gaven het
6 bewijs, dat zij niet alleen lid in naam wilden zijn, maar belang stelden in Uwe werkzaamheden. Daarentegen betreurden wij het verlies van een JACOB DE Vos Jz., mede-oprichter van ons Genootschap , een man die voor kunsten en wetenschappen leefde; van ons Eerelid den Minister P. P. VAN BossE, wiens naam tot de geschiedenis van een veelbewogen tijdperk behoort , en die zeker, als een volgend geslacht dat tijdperk beschrijft, eene eereplaats onder de mannen van zijn tijd in de geschiedboeken zal innemen; -- voorts zullen drie andere Leden om verschillende redenen in het vervolg niet meer op onze Ledenlijst voorkomen. Is de aanwinst van slechts e 1 f nieuwe Leden schijnbaar gering, in eene stad als de onze, wij moeten niet vergeten, MM. HH. ! dat onze stadgenooten, die in de termen vallen om in ons Genootschap te worden opgenomen, in den regel reeds lid zijn van zoovele nuttige inrichtingen, dat hun den tijd ontbreekt onze vergaderingen bij te wonen of ons in onzen arbeid te steunen ; en onze ijverige Penningmeester, die waarlijk geene gemakkelijke taak heeft, zal zeker de eerste zijn om mijne meening te onderschrijven , dat de bloei van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap niet afhankelijk is van de betaling van contributiën in geld , wèl van de behartiging van Art. 1 onzer Statuten. Is het dan te verwonderen , dat mede op het initiatief van den Heer MEIJER, op den 5den December een adres aan de Tweede Kamer der Staten Generaal werd verzonden, waarbij wij met den meesten ernst en nadruk verzochten en er op aandrongen : „dat de Commissie van Rijksadviseurs toch bestendigd, aangevuld -- des noods gereorganiseerd worde, doch in ieder geval behouden blijve, daar de ontbinding en on voltalligheid der Commissie eene ware ramp voor de Kunst in ons Vaderland mag geacht worden."
7 Ons adres , in extenso onder de Bijlagen achter dit Verslag opgenomen, genoot de eer door enkele leden der Kamer besproken te worden, doch de Regeering stelde zich in deze kwestie aanvankelijk geene partij ; de Tweede Kamer verminderde de Rijks=begrooting met f 84,650, bestemd voor het onderhoud van historische gedenkteekenen. Een tweede adres, door ons tot den Minister van Binnenlandsche Laken gericht, vond geen gunstig gehoor, en de Commissie van Rijksadviseurs behoort thans weder tot de geschiedenis. De winter verliep, en het behoud der monumenten van een groot verleden scheen geheel aan wandalisme prijs gegeven, toen sedert een paar weken de hoop op betere dagen weder eenigszins verlevendigd werd. Eene wetsvoordracht is thans aanhangig , waarbij slechts aan enkele historische gedenkteekenen blijvende Rijkszorg wordt toegedacht, voor anderen kans op subsidie bestaat. Gij ziet, MM. HH. I dat ik slechts weinige woorden wil besteden aan deze voor ons zoo belangrijke gebeurtenis ; maar met des te meer ernst moet ik U er op wijzen , dat ons Genootschap thans met verwante instellingen in ons Rijk , eene hoogere roeping heeft, dan toen eene wakkere Rijks-Commissie den Minister ter zijde stond ; f i n a n t i e e 1 is onze kracht gering , moreel kunnen wij , wanneer wij binnen zekere perken blijven, veel doen. Niet alleen de stad onzer inwoning trekke de aandacht Uwer wakende oogen ; ook daarbuiten kunnen wij onzen invloed doen gelden, en zij het dan dat wij onze bemoeiingen niet met zakken guldens kunnen doen vruchten dragen , anderen hebben , sedert onze Vereeniging in het leven werd geroepen, meermalen op hare aansporing hunne beurs voor de belangen door ons voorgestaan, geopend. Dank wederom aan de liberaliteit van ons Medelid FRANKEN
,
konden
8 wij de muurbekleeding van een perceel in de 2 e Boom dwarsstraat voor verderen ondergang bewaren en voor ons Museum aanschaffen ; dank aan den Heer G. A. HEINEKEN
,
eene collectie zeer merkwaardige Schilders-
portretten aan onzen Atlas toevoegen. Dank ook aan den Heer Jhr. J. PLoos VAN AMSTEL te 's Hage en Jhr. J. A. G. PLOOS VAN AMSTEL te Wanneperveen , zijn wij thans eigenaars van het fraai Schilderij der Bruiloft van ADRIAAN PLOOS VAN AMSTEL
,
en van de Wapenborden , Bekers en andere merkwaardigheden
die familie betreffende , tot nu toe slechts in bruikleen afgestaan. Maar ook de aan dit Verslag toegevoegde Bijlage zal U wederom toonera, hoe aanzienlijk onze collectie is vermeerderd , en hoeveel reden wij hebben te verwachten, dat, als ons Museum eenmaal naar het RijksMuseum wordt overgebracht, het alsdan geene onwaardige plaats zal innemen. 'Geven deze geschenken ons het bewijs dat wij steeds op de belangstelling van velen mogen rekenen, aangenaam is het mij tevens er op te mogen wijzen , hoe een woord van ons ingang vindt bij autoriteiten. De U allen zoo goed bekende buitenpoort van het voormalige Rasphuis op den Heiligeweg, werd wederom bedreigd onder de pleister en verf der nieuwere restaurateurs begraven te worden. Nog intijds daarop opmerkzaam gemaakt, richtten wij ons tot de Commissie van Administratie over de Gevangenissen alhier , en ontvingen wij een hoogst beleefd schrijven van die Commissie , waarbij zij ons mededeelde, dat zij ons verzoek om dit monument weder in den primitieven toestand te herstellen , bij den Minister zou steunen , en dat zij inmiddels den Hoofdopzichter over 's Lands Gebouwen verzocht had, de a a n g e v a n g e n herstellingen te schorsen. Dat er sedert dien tijd niets meer aan verricht is , doet
9 ons hopen , dat de he r s t e l l i n g e n door ons verlangd zullen plaats hebben , te meer daar deze niet veel behoeven te kosten.
Het getal betalende personen , die onze Verzameling dit jaar, namelijk van 10. Mei 1878 tot Ult°. April 1879 bezochten , was iets minder groot dan in 1877-1878 , en bedroeg 966 die 25 Cent betaalden , en 1897 die van de Zon- en Feestdagen gebruik maakten en voor 10 Cent toegang erlangden. Dit getal van 2863 is niet onaanzienlijk , als men nagaat dat de meeste werkelijk belangstellenden áls lid kunnen binnenkomen, terwijl ook aan de schenkers van voorwerpen vrijkaarten zijn afgegeven. Onze Gewone Vergaderingen werden over het algemeen druk bezocht en geen wonder ! want elke avond schonk ons het voorrecht iets goeds te hooren van ervaren mannen , hun onderwerp volkomen meester. Onze Tweede Secretaris , de Heer A. D. DE VRIES Az. , hield ons den 24 Juni, 14 October en 5 Mei aangenaam bezig, de eerste maal met eene toelichting over een deel van onzen Atlas van Amsterdam , vervolgens met de vertooning van eene fraaie verzameling Photographiën naar Kunstvoorwerpen in Hout- , Zilver- en Ivoorwerk , Borduur- en Kantwerk ; en ten derden male met eene bijdrage over de verschillende uitgaven van VONDEL'S Werken , tijdens het leven van den dichter verschenen. Uw Vice -Voorzitter gaf ons 16 September eene keurige collectie Gravures en Etsen te bewonderen , van de voornaamste meesters der Hollandsche School uit de 17" eeuw ; hem volgde op 30 September de Heer W. J. HOFDIJK met zijne schitterende Verhandeling over
10 J. C. J. VAN SPEYK
, terwijl de Heer F. H. MASCHHAUPT den 28 Octo-
ber en 11 November wijdde aan zijne belangrijke Voordrachten over het Gildewezen. De Heer ABRAHAM BREDIUS vestigde den 25 November onze aandacht weder op de voortbrengselen onzer Schilders uit den gouden tijd, terwijl de Heer R. W. P. DE VRIES den 16 December de verschillende blijde Inkomsten van Vorstelijke personen in Amsterdam in herinnering bracht. Eene Historische Novelle van den Heer J. A. ALBERDINGK THYM , getiteld // Gerard de Lairesse", boeide U den 13 Januari , terwijl Dr. J. P. Six den 2 7sten van die maand ons eene belangrijke en leerzame Bijdrage schonk over Banden van oude boeken , door de vertooning eener allerkeurigste verzameling verduidelijkt. De I0de Februari was wederom aan de Hollandsche Schilderschool gewijd ; aistoen verplichtte de Heer F. ADAMA VAN SCHELTEMA ons zeer , door ons in kennis te brengen met een deel der rijke verzameling van het Kabinet ELLINCKHUIJSEN , die de vorige maand werd geveild. De 2 48te Februari werd door den Heer D. C. MEIJER JR. aan de nagedachtenis van VONDEL gewijd , waartoe de keurige Tentoonstelling, in ,,Arti et Amicitiae" gehouden , hem gereede aanleiding gaf. Eene schoone collectie Prachtwerken , ons door den Heer A. WILLET gezonden , hield ons den 10 Maart aangenaam bezig, terwijl Dr. J. A. BOHRINGER ons den 31. 8tee van die maand de krachtige figuur van MICHEL ANGELO , in eene uitgewerkte Verhandeling , in ons geheugen terugvoerde. De levendige beschrijving van het leven van NICOLAAS TULP , ons op 7 April door Dr. herinnering blijven.
H. C. ROGGE
gegeven , zal mede nog lang in onze
11 Nogmaals breng ik hun allen onze hulde en dank, voor het genot dat zij ons schonken. En thans, MM. HH.! ga ik den hamer nederleggen, dien Gij mij gedurende een tijdvak van drie jaren hebt toevertrouwd. Vergun mij dan nog even, mijnen Mede-Bestuurders dank te zeggen voor de aangename wijze , waarop zij mij in dien tijd ter zijde stonden ; en zoo i k vorhetlasngUwVorziteunamgsprek,vo de uitstekende wijze, waarop zij de belangen van ons Genootschap, hetzij als Vice-Voorzitter , hetzij als Conservatoren , Secretarissen of Penning-. mestr,hbnaigd. Maar vooral Uwe belangstellende medewerking in de bereiking van het schoone doel, waarnaar wij streven , maakte onzen arbeid licht ; moge die liefde voor het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap, die U allen bezielt , steeds dezelfde blij ven , eene schoone toekomst is daaraan verzekerd ! Ik heb gezegd.
Bij lagen.
AAN DE TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. De werkzaamheden , ja zelfs het voortbestaan der C o m m i s s i e van R ij k s a d v i s e u r a voor Monumenten van Geschiedenis en Kunst, zal weldra in Uwe Vergadering, bij de behandeling van Art. 131 der Staatsbegrooting voor Binnenlandsche Zaken, een punt van ernstige overweging uitmaken. Immers heeft ZExc. de Minister bij de beantwoording van eenige opmerkingen, over gemeld artikel gemaakt, het bestendigen dier Commissie ter sprake gebragt en zijn er in het publiek enkele luidklinkende stemmen gehoord, die de opheffing van die Commissie zeer wenschelijk achtten. Het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap te Amsterdam zou voorzeker aan zijne roeping en zijn verleden ontrouw zijn , indien het over deze belangrijke zaak het stilzwijgen bewaarde. Het nadert dus Uwe Vergadering om met gepaste vrijmoedigheid, maar met den meesten ernst en nadruk te verzoeken, ja er op aan te dringen : Ndat de Commissie van Rijksadviseurs toch bestendigd, -- aangevuld, — des noods gereorganiseerd worde, doch in ieder geval behouden blijve, daar de ontbinding en onvoltalligheid der Commissie eene ware ramp voor de Kunst in ons Vaderland mag geacht worden." Door de instelling toch der Commissie van Rijksadviseurs , door de Regering gesteund met magt en middelen, is het voor het eerst mogelijk geweest een dam op te werpen tegen de in Nederland steeds toenemende verwaarloozing van gedenkstukken , belangrijk voor Geschiedenis en Kunst. — Het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap , voor 20 jaar te Amsterdam opgerigt, ten einde die veronachtzaming van Vaderlandsche gedenkstukken te stuiten, heeft wel een kring van gelijkgezinden in den lande mogen vormen , een en ander verhoeden , en de goedkeuring, ja medewerking van zijnen Koninklijken Beschermheer mogen ondervinden, maar het mist de autoriteit en middelen , teregt aan het College van Rijksadviseurs geschonken. -De Commissie van vier leden der Koninklijke Akademie van Wetenschappen die van 1860-1870 ,
met bewonderingwaardige kennis en ijver hare krachten wijdde aan de opsporing en het behoud der Monumenten voor onze geschiedenis en kunst, was ten slotte gedwongen wegens gebrek aan magt , gelden en medewerking der Regering hare taak neder te leggen. — De benoeming en werkzaamheden der bestaande Commissie van Rijksadviseurs heeft voor het eerst sedert jaren , de verwaarloozing , verminking en slooping onzer kunstwerken doen ophouden , en in
1J den korten tijd van vier jaren niet alleen veel gedaan, doch meer nog verhoed en gered; en wat nog beter is , aan velen en allerwege de oogen geopend voor het onherstelbare verlies, dat onze nationaliteit dreigt, wanneer de Monumenten dier nationaliteit gesloopt en weggevoerd worden. Het is alzoo op grond van de vruchtbare en zoo hoogst nuttige werkzaamheden van het College van Rijksadviseurs, dat het Bestuur van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap haren dringender wensch , ja bede herhaalt: dat ge me l de Co m m i s s i e bestendigd en aangevuld, des noods gereorganiseerd worde. Hetwelk doende enz. Bestuurderen van het Kon. Oudheidk. Genootschap , HERMAN J. VAN LENNEP, Voorzitter. R. W. P. DE VRIES , Secretaris. AMSTERDAM,
5 December 1878.
AAN ZIJNE EXCELLENTIE DEN MINISTER VAN BINNENLANDSCHE ZAKEN. EXCELLENTIE
!
Ook na de beraadslagingen, in de Tweede Kamer der Staten Generaal gevoerd , over de Commissie van Rijksadviseurs, voelt het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap zich krachtens zijne instelling en roeping gedrongen uwe Excellentie met gepasten eerbied er op te wijzen : 10. dat de taak der Commissie van Rijksadviseurs , wat het opsporen van Monumenten van onze geschiedenis en kunst betreft , wel verre van afgedaan te zijn, eigenlijk geacht mag worden ter naauwernood te zijn begonnen en er althans nog ontzaggelijk veel te doen overblijft. Op tallooze plaatsen toch schuilen de meest verschillende overblijfsels der werkzaamheid van onze vroegere kunstenaars en geleerden en gedarig treft men zoowel in grootere steden als kleinere plaatsen geheel vergeten of verloren gewaande gedenkstukken van vroegenen tijd aan. Moge de Commissie van Rijksadviseurs zich ook tot nu toe , hoofdzakelijk met architectonische zaken hebben bezig gehouden , de andere deelen van hare instructie, ter naauwernood aangeraakt, zijn toch zoo uitgebreid, dat het hier te lande evenzeer als elders, jaren arbeid zal kosten eer Regering en Volk volkomen onderrigt zijn van al datgene, wat voor kunst en wetenschap van belang uit vroegere tijden is overgebleven. 2°. Dat in ons land, waar sedert eene reeks van jaren zooveel is verminkt , verwaarloosd en vernietigd, en waaruit zooveel is weggevoerd, zoodat het bijna een stelsel is geworden veel te laten vergaan of te verkoopen ten einde slechts geld te sparen of te verkrijgen, dat hier , ná de opheffing eener vaste Rijkscommissie om tegen dat alles te waken , het vroeger heerschende wandalisme op nieuw het hoofd zal opsteken, nu het niet meer van regeringswege wordt gestuit, maar integendeel naar schijn en veler oordeel door de opheffing dezer Commissie van rijkswege zou aangemoedigd worden. Mogt uwe Excellentie meenen dat de bestaande Commissie van Rijksadviseurs , om redenen behoort opgeheven en de Correspondenten ontslagen te worden, dan acht het Kon. Oudh. Genootschap het toch zijn pligt bij uwe Excellentie met den meesten nadruk er op aan te
14 dringen dat van Rijkswege ten onzent eene Commissie benoemd worde , gesteund door uitdrukkelijken last , magt en middelen , om een vollediger Inventaris op te maken van al wat als gedenkstukken van geschiedenis , kunst en wetenschap hier te lande nog bestaat , en met de bevoegdheid tergelegener tijd, gevraagd en ongevraagd , verslag van hare bevindingen te mogen geven en verzoeken betreffende deze zaken intedienen. Het zij vergund in herinnering te brengen welke groote intellectueele en moreele krachten de vereeniging der kundige mannen , die als M Correspondenten" der Rijksadviseurs over het geheele land verspreid zijn , ter bereiking van dit en dergelijke doeleinden zouden kunnen aanbrengen ; welk nut van hunne zamenwerking en meerdere organisatie te verwachten is , en hoezeer velen niets liever zouden wensehen dan aanleiding te hebben hunne kennis ten dienste des lands vruchtbaar te maken. Het Kon. Oudh. Gen. acht het overbodig hierbij te wijzen op het groote moreele en wetenschappelijke nut, dat dergelijke Commissiën in Frankrijk, Duitschland en België gesticht hebben en hoopt dat uwe Excellentie, die het nut eereer dergelijke Commissie openlijk geroemd heeft , aan onze geschiedenis , wetenschap , kunst en nijverheid de krachtige moreele en eene matige geldelijke steun zal willen verleenen om daardoor het wandalisme te breidelen en de bewijzen en den roem onzer nationaliteit te redden en te behouden. Hetwelk doende enz. Bestuurderen van het Kon. Oudheidk. Genootschap, HERMAN J. VAN LENNEP, Voorzitter. R. W. P. DE VRIES, Secretaris. AMSTERDAM
,
24 Dec. 1878.
EkillYiliaZOT.
Oprichters, Z. M. DE KONING. Z. K. H. PRINS VAN ORANJE. Z. K H. PRINS HENDRIK DER NEDERLANDEN. Z. K. H. PRINS FREDERIK DER NEDERLANDEN. C. Becker, Amsterdam. L. M. Beels van Heemstede , PP H. Binger, PP D. D. Buckler , (Overleden) P P A. J. de Bull , (Bedankt). PP M. Calisch , (Overleden) PP D. Henr. de Castro Mz. , PP P. L. Dubourcq , (Overleden) C. P. van Eeghen, Mr. A. J. Enschedé, Haarlem. D. Franken Dz., Parijs. P. F. Greive (Overleden) Amsterdam. Mr. J. R. Corver Hooft, P., W. J. Hofdijk , H. G. Jansen , (Bedankt) Prof. J. W. Kaiser, P H. F. C. ten Kate, 's Gravenpage. (Bedankt). Mari ten Kate , „ PP D. van der Kellen , Jr. , 9P J. W. Kerkhoven , (Overt.) P P Mr. H. J. Koenen, (Overt.) Amsterd. G. D. Kolle , (Overleden) PP J. H. Lehman , (Bedankt) Mr. J. v. Lennep, (Overleden) „ „
)
Baarn. L. Lingeman , J. D. Lodeesen, (Overt.) Amsterdam. C. F. Lurasco, Dr. S. I. Mulder, (Overleden) Fred. Muller, PP N. Pieneman , (Overleden) PI Rotterdam. Ch. Rochussen , Hk. Salm , (Overleden) Amsterdam. Prof. J. G. de Hoop Scheller, PP Dr. P. Scheltema, (bedankt) PP Haarlem. H. J. Scholten , H. J. Schuymer, Hzn. , Amsterdam. (Bedankt) J. G. Schwartze, (Overleden) Jhr. Dr. J. P. Six, PP E. B. Swalue , (Overleden) PP Mr. P. J. Teding van Berkhout , VP Prof. -J. A. Alberdingk Thij m, , , Dr. D. J. Veegens, (Overleden),, W. J. de Voogt, (Overleden) J. de Vos , Jzn., PP A. Willet, JP Mr. F. de Wildt, (Overleden),, „
„
,,
Bestuur. VAN MEI
1879
C. Schoffer, President. Mr. Herman J. van Lennep, Vice-President. R. W. P. de Vries, Secretarissen. Mr. A. D. de Vries Az.
TOT MEI
1880.
D. C. Meijer Jr., Penningmeester. Jhr. Dr. J. P. Six, ) Conservatoren. P. J. H. ^ Cuyp ers ^ ^,
Eereleden van het Bestuur. D. Franken Dz. I. Gosschalk. Prof. J. W. Kaiser.
D. van der Kellen Jr. Frederik Muller. J. Taanman.
Permanente Commissie voor het Museumfonds. C. Schoffer, President. C. Becker.
C. P. van Eeghen. Jhr. Dr. J. P. Six.
F e r e I e ii e n1 Jhr. Mr. J. G. H. van Tets van Oud- Minister van Goudriaan, ' 8 Gravenhage. Finantiën . Jhr, Mr. W. Boreel van Hogelanden, Oud - Commissaris des Konings in de Prov. Noord -Holland, 's Gravenhage. Mr. C. Fock , Commissaris des Konings in de Provincie Zuid Holland, 's Gravenhage. Mr. J . Messchert van Vollenhoven, Oud - Burgemeester v. Amsterdam. Jhr. Mr. C. J. A. den Tex, Burgemeester van Amsterdam.
Parijs. D. Franken Dz. , D. van der Kellen Jr., Directeur van het Nederl. Museum van Gesch. 's Gravenhage. en Kunst, J. F. G. Meijer , Directeur van het Koninklijk Penningkabinet , 's Gravenhage. Jhr. Mr. Victor de Stuers , 's Gravenhage. Mr. L. A. J. W. Baron Sloet van de Beele, Oud- Gouverneur- Generaal van Ned.- Indië, Arnhem. Dr. C. Leemans, Directeur v.'s Rijks Museum van Oudheden, Leiden.
17 Jhr. W. J. C. Rammelman Elsevier, Archivaris van Leiden, Leiden. Dr. H. C. Rogge , Bibliothecaris der Universiteit , Amsterdam. Directeuren van Teijlers- Stichting, Haarlem.
A. Crabeé , Eug. M. O. Dog:14e , A. W. Franks , Alex. Pinchart,
Brussel. Luik. Londen. Brussel.
Donateurs. Jul. J. Boas Berg, W. J. Hofdijk,
Amsterdam.
Jhr. W. van Loon,
Amsterdam.
PP
Gewone leden. Prof. A. Allebé , Amsterdam. J. Ankerstuit Jr., Mr. E. J. Asser , J. Backer Jr. , Jhr. Mr. S. Backer, H. H. Beels. D. C. Berg, Jhr. P. S. Berg , Jhr. Mr. W. E. J. Berg van Dussen Muilkerk , Q. Blaauw, M. H. Boas, G. A. Bodenhei m , Adr. Bom , Bern. J. M. de Bont , J. C. R. Bonebakker, Jhr. Th. L. Brantsen, Abr. Bredius, Mr. P. A. Brugmans, Eug. Bunge, F. E. Buijn,
J. M. Cantor , Amsterdam. A. Caramelli, 1 Mr. C. A. Chais van Buren, P J. C. Coers, PP E. Colinet, P. A. P. J. P. Colombon , V. van Coppenaal, W. J. van Coppenaal, P. H. Craandijk , H. H. Cretier , W. P. van Wickevoort Crommelin, Alex. Daniels, F. Disch, P. van Eeghen , G. Eltzbacher, Jul. Eltzbacher , J. G. Engels , E. W. B. v. Erven Dorens, Mr. J. G. A. Faber , 2 )
!
l8 Amsterdam. F. J. Fobbe, E. Fuld, 77 P. Smidt van Gelder, 77 C. M. van Gogh, 73 J. G. de Groot Janin Jr , „ A. Th. Hartkamp, 73 Mr. C. L. Hartogh, , Ger. A. Heineken, 77 Joh. Hilman, /7 Mr. S. J. Hingst, !7 Jhr. Mr. H. Hoeufft van Yelsen, 77 A. Holtzman, 77 P. H. Holtzman, 77 Jhr. M. W. H. Hooft, 77 M. H. Insin ger , 77 J. J. Jitta, 77 S. W. Josephus Jitta , ' 77 A. C. toosten , 7' Mr. W. P. Sautijn Kluit, 7 J. J. Kluppel, !7 E. J. L. Koch, 77 F. G. Kramp, 77 J. R. de Kruijfi`, Rud. J. Kijzer, 7f P. C. Labouchère , 11 Mr. E. J. Everwijn Lange 7J J. A. Lan gerhuizen , 77 Mr. W. W. van Lennep, f7 Mr. Henrick S. van Lennep, 37 P. van Limmik , 77 H. Luden, 71 J. H. Maschhaupt , 77 P. A. Manus, ,
3
,,
Dr. J. de la Mar, A m ster d am. A. W. van Megen , ff W. E. Mercier, 77 J. ter Meulen, 77 Prof. Dr. W. Moll, 7: P. A. Mottu, 37 J. H. Tutein Nolthenius , 77 G. Obreen, 77 Mr. L. J. G. van Ogtrop, 77 J. E. Oijens, 77 Mr. J. C. de Marez Oijens , 7 ! M. P. Pels, 77 J. Petersen, 77 Prof. Mr. N. G. Pierson, 79 Jhr. Mr. B. J. Ploos van Amstel, 79 Prof. B. de Poorter, 77 Mr. H. P. G. Quack , 71 R. vom Rath, 77 W. L. Ravesteij n , 17 Mr. F. J. M. A. Reekers , 79 A. Rehbock , 79 P. Reurop , 77 Mr. M. J. Rikoff, 71 Jhr. Mr. W. Roëll, 17 Mr. N. de Roever Az., 11 C. F. Roos Jr., 77 Jhr. H. J. Rutgers van Rozenburg, !7 T. C. M. H. v. Rijckevorsel, 77 S. W. M. Rijnbende, ff W. E. Rijnbende, 77 G. B. Salm , 77 Scheltema, F. Adama van 7'7
19 Amsterdam. C. J. J. Schmitz , F. J. W. H. Schmitz , T. Scholten, AP L. M. Schouwenburg, 7, J. de Jong Schouwenburg , s, Mr. J. A. Sillem, 7, Mr. P. W. H. van Sonsbeeck , PP W. Steelink Jr. , 7, A. B. J. Sterck, ,7 J. D. Thie, 99 Mr. G. van Tienhoven , 77 Jhr. G. A. Tindal , ,, W. E. Uhlenbroek , 7, Mr. D. Visser van Hazerswoude, 7, Mr. W. van der Vliet, 77 J. A. Volcker van Soelen , 77 W. J°. de Vries Jzn . , AP Jere. de Vries , ,, Mr. L. de Vries Feijens, 77 J. D. Waller , 7, Mr. W. S. J. v. Waterschoot van der Gracht, 77 A. C. Wertheim , 7, C. Wertheim, 77 Mr. J. Wertheim , P, Dr. G. F. Westerman, A7 F. A. van West, 77 „, de Wit , L. C. Dudok P. H. Witkamp , 77 J. R. Wijtman , „ C. W. Bruinvis, Alkmaar. Brouwers, Amstel. NieuwerJ. W. Arnhem. J. G. v. d. Bergh , „
W. Canneman , Arnhem. Jhr. Mr. Th. H. F. van Riemsdijk, ,P Mr. Alex. Ver Huell, ,! Mr. C. A. Nairae , Barnereld. Dordrecht. Mr. S. van Gijn , Eindhoven. A. Hermans Smits, Mr. G. Corver Hooft, 's Graveland. Jhr. P. H. Six, PP IL C. Robidé v. d. Aa, 's Gravenpage. Mr. J. E. Banck, J. W. Pieneman Boelen , LP Ph. J. Koelman , AP Dr. P. L. Muller, J. B. Rietstap , AP A. des Tombe, AP Mr. F. A. H. von Weckherlin , „ Groningen. Mr. H. Q. Feith , Mr. Lewe Quintus, Jhr. Mr. J. P. Teding van Haarlem. Berkhout , J. J. Graaf, 1, J. van der Vlugt, PP Jhr. M. A. Snoeck, 's Hertogenbosch. Hilversum. H. A. van Trigt , Jhr. Mr. J. J. de Geer Jutphaas. van Rhijnhuizen, Leeuwarden. A. P. Hendriks, Mr. A. Loonma Ypey , ,, Leiden. Dr. W. N. du Rieu, Dr. C. Sepp , Jhr. W. C. M. de Jonge Middelburg. van Ellemeet, „
„
2*
20 Nijmegen. J. A. Koopmans , Oosterbk. J. Kneppelhout, Rolduc. W. Everts , Rotterdam. Hk . Muller Sz. , J. H. Scheller, PP N. C. Vogel, Mr. J. F. B. Baert, Utrec ht. Prof. Dr. W. G. Brill , Jhr. J. J. de Geer van Oudegein , Mr. C. G. C. v. Hengst, G. W. van Heukelum , Dr. G. A. Hulsebos , Jhr. Mr. E. Huijdecoper,
Mr. S. Muller Fz. , Utrecht. A. J. Nijland , PP Mr. H. Royaards van Scherpenzeel , PP Mr. W . J. Royaards van den Ham, PP A. Teepe, F. Baron van Tuyll van Serooskerken , Velzen. W. P. Drossaart, Vlaardingen. Th. Borret , Vogelenzang. J. M. van Kempen , Voorschoten. Mr. J. Heydanus, Weesp. Baron Gericke v. Herwijnen, Brussel.
AANWINSTEV VAN HET MUSEUM. Mei 1878 tot Mei 1879. a.
DOOR GESCHENK.
Van Jhr. J. Ploos van Amstel te 's Hage en Jhr. J: A. G. Ploos van Amstel te Wanneperveen. Tijd
19e E. Portret van bisschop Gozewijn van Aemstel. Teekening in kleuren. 18e E. Grafzerk der famielje. Amstel van Mijnden (zijtak der oude Heeren van Aemstel) in de kerk te Loenen. Teekening. Op deze grafzerk , die uit het laatst der 15e eeuw dagteekent, is het wapen van Aemstel afgebeeld, omringd door de kwartieren van Anton van Amstel Mijnden en zijne vrouw Elisabeth van Zuylen van Nijevelt. Op de grafzerk leest men : Int jaer MCCCC en XCIIIJ op te(n) XXV dach in januario sterf die eerbare(n) en wiise anthonis va(n) amstel va(n) mij(n)de(n) heer tot croneborch en tot lonen) bit voer die zielen. Int jaer XVcXXVII op te(n) VLIJ dach in augusto sterf juffrou elisabeth va(n) zuyle va(n) nyvelt a(n)tonis weduwe. Int jaer X Vc38 op de VIII dach in Julio sterf melis van Aemstel van mijnden heer tot Croneborch en loene. leert sterven." 't
1616. Bruiloft van Adriaan Ploos van Amstel (in 't begin der 17de eeuw, hoofd der famielje Ploos van Amstel , eene zijtak der Amstels van Mijnden) en Agnes van Byler , Wed. Broekhuize. Schilderij op paneel zonder naam van den schilder of jaartal. Tegen den Achterkant van het paneel is een briefje gehecht , waarop met de hand van Cornelis Ploos van Amstel geschreven staat : • P. Memori , Adriaan Ploos van Amstel geb. Ao 1566 obit 1639, Ridder Heere van 't Gheyn,Lievendaal, Oude Geyn, Tienhove Gecommitteerde der vergadering der Staten Generaal, Trouwd 1616 Vrouwe Agnes van Byler , wed. Broekhuize, Burgemeester van Delft. Adriaan Ploos van Amstel heeft in 1625 (?) de Bijbels geteekend.
1638. Aanstelling van Cornelis van Eavensway tot Drossaart der hooge heerlijkheid van 't Gheyn en Jutfaas , door Adriaan Ploos van Amstel, heer van genoemde heerlijkheid. Handschrift op perkament met afhangend zegel.
22 17e E. Groot koperen zegel van den Ridder Gerard Ploos van Amstel , Heer van Oude -Geyn tot Geyn , Kolonel-Houtvester der Provincie Utrecht, (in 1847 gevonden in de gemeente Nuland bij 's Hertogenbosch) met afdruk in lak. 1683. Wapens van Jacobus Ploos van Amstel en Margareta Tol , gehuwd in 1683 (ouders van Wyna Johanna Ploos van Amstel , die in 1718 huwde met Isaacq L•hoff) , op doek geschilderd. 1684. Wapens van Jacobus Loohof en Johanna Pierraart, gehuwd in 1684 (ouders van Isaacq Ltihoff, gehuwd met Wyna Johanna Ploos van Amstel) , op doek geschilderd. 18e E. Doodbaar van »Berent Willem Ploos van Amstel , heer van Schonauwen , raad en oudborgerm*. der stad Utrecht. Overleden 12 may 1721 oud 72 jaar." Deze doodbaar stond nog op het graf in de Domkerk te Utrecht , 15 Juni 1793. Teekening. A Gouden cachet , met het wapen der famielje Ploos van Amstel. Glazen Beker , met deksel. Op den beker staan het wapen en een 3> naamcijfer der famielje Ploos van Amstel. 7> Twee tinnen tafelborden , met het wapen der famielje Ploos van Amstel. 1766. Portret van Cornelis Ploos van Amstel , geboren 4 Januari 1720, overleden 1798. Schilderij op paneel door J. Buys, met den naam van den schilder en het jaar 1766. 18e E. Portret van Cornelis Ploos van Amstel. Miniatuur op porcelein. a Portret van Cornelis Ploos van Amstel , buste in pleister in lijst. 1775. Brief over den menseh en zijne betrekkingen. Handschrift door C. Ploos van Amstel. 172 bladz. » Brieven over de Beeldhouwkunst en de Begeerten aan M. T. D. S. Handschrift door Corn. Ploos van Amstel met verscheidene teekeningen. (94 bladz.) Deze beide handschriften werden blijkens den titel , door Ploos van Amstel aan zijne lieve vriendin de kunstlievende Juffrouw Elisabeth van Woensel" geschonken.
1776. Benoeming van Corn. Ploos van Amstel tot z ordentlicher Professoren der kurfiirstlichen Mahler-Bildhauer- and Baukunst-Akademie" te Dusseldorf. Handschrift. 188 E. Kristallen Flacon met gouden dop , tevens Tooneelkijker. 1800. Zilveren penning op het 50jarig bestaan der lijmkokerij van Jan, Adriaan van Eyk , op den Overtoom. 17 Febr. 1800. Very. v. Loon. No. 857.
1758. Stoplap door Johanna Stokkelaar geb. van Eijk.
23 1789. Speldenkussen van de familie Stokkelaar van Eijk , geborduurd met familiewapen en initialen. » Zijden met gouddraad bewerkte Brieventasch. 1697. Begrafenisbriefje van Frans Jansz. van Heulen , zijden-vetermaker 10 December 1697. 1699. Begrafenisbriefje van H. Grootenhof. 1878. Portret van Jacob van Eeghen, geboren te Amsterdam 1 Maart 1818, overleden 28 October 1834 , Schilderij op doek door Otterbeek , naar eene teekening in Pastel van 1830. Douairière van Karnebeek-Rochussen , 's Gravenhage. 1701. Gevelsteen met afbeelding van een kuiper , bezig met een vat te kuipen , met het opschrift : D. KUYPER , -- A°. 1701. Uit een huis op de Spuistraat te Amsterdam. P. H. Craandijk. 18e E. Gevelsteen met afbeelding van een hert bij een boom. Uit een huis op den Singel, No. 4. » 17e E. Gevelsteen met afbeelding van een leeuw met zwaard on pijlbundel en het onderschrift : (EE)NDRACHT VERWINT. Uit een huis op den Singel bij den Blauwburgwal. W. G. Bom. 1670. Gevelsteen met afbeelding van een bok en het onderschrift ANNO 1670. J. Rinse Jr. 186 E. Gevelsteen met af beelding van een zwart paard , afkomstig uit een stalhouderij op het Rembrandtsplein. J. Gosschalk. 17e E. Muurbekleeding van tegeltjes, voorstellende een zeeslag van blauwe tegeltjes en twee leeuwen van gele tegeltjes. Afkomstig van de Perceelen N°. 6 en 8, in de 2e Boomdwarsstraat, te Amsterdam. D. Franken Dz. Twee zoutvaatjes met vogels en arabesken blauw aardewerk Nassau. » F. Disch. (Dornbusch, Flandr. Steingut N°. 19) . Blauwe Siegburger kruik met voorstelling van de Barmhartige Sama» ritaan en omschrift. Da sprach Jhesus zu ihm so gehe du hin und » thu desgleichen auch Sant Luce am X Capfitol, 1619 1. C. » »
Drinkglas. Groen glazen kan met tinnen deksel. Germaansch aarden kannetje.
1788. Bord van Delftsch aardewerk met bloemenrand en opschrift :
Wat
zijn
Gods werke wonder Groot wie had dat kunne denken
» » »
24 dat God uit zulke Groote nood aan ons nu weer komt schenken wie had dat voor een jaar Gedogt wie zou God nu niet looven d' oranje vorst heeft ons bezogt oranje is weer booven.
1788 Abr. Bredius. 1788. Bord van Delftsch aardewerk met bloemenrand en opschrift: God schonk door pruisens magt den prins zijn regte weer en veste neerlands heil door weldaan keer op keer na wij met engeland en pruisen zijn verbonden blijft vrijheid steeds bewaard en Godsdienst On geschonden.
18e
Jul. J. Boasberg. J. G. van Nïftrik.
E. Glas met opschrift : Roept vivat aen alle cant Tot oranien In Hollandt.
18e E. Theeservies van Amstelporcelein , bestaande uit trekpot, melkkan, sui-
kerpot en twee kopjes en schoteltjes met geschilderde landschappen. J. A. D. Bornemann. Gemerkt Amstel. 1604. Koperen Vijzel met het omschrift : Lof God van al Anno 1604. Mr. C. H. Bosch Reitz. F. Diseh. 18e E. Twee tinnen kandelaars. H. Herman. » Koperen koffiekan met koper komfoor. 19e E. Twee houten vergulden driearmige kandelaars (style de l'empire). Mevr. Slaap. 1760. Eikenhouten Mangelplank met ornamenten en opschrift : Anno 1760 — Jochim Scholtsz — Lij b. Jansd. Roos -- Was wit -- Mangel-glat , Mevr. N. N. met stok. 1798. Geweer met wijden ijzeren loop met het jaartal 1798 , in Atjeh P. A. H. J. T. Colombon. Veroverd. 1760. Model in hout van een boerenwagen. Dr. J. G. Boerlage, te Dordrecht. 16e E. Lederen boekband met vergulde stempels , voorstellende de liefde in medaljon en geornamenteerden rand. In de band zijn eenige perkamenten bladen met pennekunst van Andreas Muhemius Coloniensis,
25 Anno 1589 , Amsterdami, en handschriftelijke aanteekeningen betreffende de geslachten Both on Hof kens. Jhr. Mr. P. J. F. Rethaan Macaré. 1773. Clavecimbaal met het opschrift : Johannes Zumpe Fecerunt Londini 1773. j Prince street 1773. et Buntebart Dr. H. M. Berns, te Eerbeek. 1764. Vleugelpiano , te Hamburg vervaardigd door J. A. Hass, de zangboom met geschilderde bloemen versierd. Afkomstig volgens overlevering van den componist W. A. Mozart. Jhr. P. H. Six. 19e E. Gezicht aan de Slijpsteenen te Amsterdam met het gebouw het Zeerecht. Schilderij op paneel zonder naam van den schilder. W. L. J. Bos. 1786. Zilveren cachet met ivoren handvat van het Coll(egie) van Serg(eanten) opger(igt) 1786, in palmhouten koker. W. L. J. Bos. 1787. Diploma van Salomon Bos , als Lid van het Genootschap tot Nut der Schutterij te Amsterdam. Gravure door N. v. d. Meer Jr. W. L. J. Bos. 1787. Gedicht aan Salomon Bos , ter gelegenheid van zijn aanstelling tot Directeur van het Genootschap tot Nut der Schutterij , 22 Jan. 1787, door H. Scholte , Pennekunst door H. B. W. L. J. Bos. 19e E. Portret van Dr. I. Capadoce , op koperen plaat gegraveerd door J. W. Caspari , naar W. B. van der Kooi, met gekleurde afdruk. Mej. E. Capadoso. 17e E. Koperen Gildepenningen van Middelburg van de navolgende Gilden. Burgemeester en Wethouders Balanskinderen. van Middelburg. Boekdrukkers en Boekbinders. Bontwerkers en Paruikenmakers. Broodbakkers. Fruiteniers. Houtzagers. Kuipers, (2 verschillende). Metselaars en Schaliedekkers. Oude-kleerkoopers. Schoenmakers , Huidevetters en Leerverkoopers. Smeden. St. Lucas of Schilders. Vettewariers en Graankoopers. Wevers. Zijden-, Wollen- en Lakenkoopers, (2 verschillende).
26 1 4e E. Gothiek familiezegel met omschrift, Marie de lepines au bois , gevon-
den onder het Kasteel Nyevelt.
Jhr. D. J. A. A. van Lawick van Pabst tot Nyevelt.
Eene verzameling Zegels afkomstig van stukken uit het Archief te J. H. Balfoort te Utrecht. Culemborg. Een verzameling penningen en afgietsels betreffende de Nederlandsche geschiedenis. Th. Delprat. Zilveren draagpenning op Paus Paulus V. J. Geerling. 1577. Zilveren legpenning 1577. v. L. I. 239. » Penning op den Vrede van Breda , 1667 , (afgietsel), v. L. II. 555, 1. Mr. C. H. Bosch Reitz. Dezelfde penning , afslag in brons. G. Theod. Bom. Toegangspenning tot den Amsterdamschen Hortus Medicus, (eenzijdig). de Ruiter.
1772. Zilveren Penning op den brand van den Schouwburg te Amsterdam , 1772, met gedrukte beschrijving. Vervolg op van Loon, 469. P. H. Craand j7c.
1787. Zilveren medaljon ter eere van Hendrik Hooft Dz. .1 Geerling. 1878. Bronzen Gedenkpenning ter eere van Dr. G. P. Westerman , veertig jaar Directeur van het Genootschap Natura Ar t i s Mag is t r a. Commissie voor het Huldablijk aan Dr. G. F. Westerman.
1800. Damesportret in de kleeding van omstreeks 1800 , Miniatuur op ivoor. P. Reurop. 1837. Ebbenhouten Makelaarsstokje met zilver gemonteerd, met naam van Philippus Reurop 1837, met aanstelling en andere daarbij behoorende stukken. p b.
IN BEUIKT.REN.
17e E. Plafond op doek geschilderd met mythologische voorstellingen van de
Dageraad , in de manier van Lairesse , afkomstig uit het huis Heerengracht , 258. Departement van Binnenlandsche zaken. 1640. Het lijk van Christus door de vrouwen beweend , schilderij op doek door Pieter de Grebber , gem. P. D. G. (door elkaar) ,1640. Mr. A. D. de Vries Az. 1801. De Latijnsche School te Amsterdam , Schilderij op doek door J. Smies, 1801. Met naam van den schilder. P. C. Librecht Lezwijn, te Leiden. 18e E. Metalen Vaas met paarlemoeren met zilver bewerkte bloemen , tevens bestemd voor candelabre , vervaardigd door Morillon la Cave. Dr. J. J. F. la Cave.
27 18e E. Portret van den graveur F. Morilion la Cave , schilderij op doek door
Zofani , benevens andere geteekende portretten van de familie la Cave. Dr. J. J. F. la Cave. 18° E. Kan van Engelsch aardewerk , met wapen en omschrift : By hammer and hand All arts do stand. W. Dronrijp Prins. Afbeeldingen van Schepen met daaronder gevoegde gedichten. SchildeA rijen op koper, afkomstig van de overlieden Jan Staffelt (1737), Cornelis Swart (1739) , Dirck van der Hans (1743) en Tjerck Gerdes (1774), van het Groot Binnen- en Buitenlands-vaardersgild te Amsterdam. Het tweede met den naam van Cornelis Swart is geschilderd door J. D. Blauw. (?) . J. C. Alders. 7) Eenig Kindergoed. 1862. Model in karton van de Noorderkerk te Amsterdam , van binnen en 9 van buiten , vervaardigd door P. Koster. 18e E. Koperen ovale Tabaksdoos met gegraveerde voorstellingen : De doop van Christus , de verzoeking in de woestijn , de gevangenneming, Christus voor Cajaphas en Christus gegeeseld. Willem v. Lennep. » Trom van de Schutterij te Amsterdam met de wapens van Amsterdam en Hasselaar en het opschrift : Stads rust onze lust W(ijk) 48. H. A. Klijn.
Twee O. I. blauw porceleinen schotels met bloemen. Mevr. Gebhard-- Crone. 18° E. (?) Steenen koelvat. T. van der Velden Tz. n
C. DOOR AANKOOP.
1583. Portret van Pieter Dirksz. , levensgroot ten voeten nit; hij houdt zijn lange baard die eerst tot aan den grond reikt met de hand vast. Op den achtergrond links een geornamenteerde kolom met het opschrift Aetatis 55. 1583 en zijn wapen. Schilderij op doek. Pieter Dirksz. bijgenaamd Langebaard was geboren te Edam in 1528, werd aldaar Burgemeester , overleed 1 April 1606 en werd in het Koor der groote kerk aldaar begraven. De schilderij is afkomstig van de Familie Boes; eene vrij gevolgde copie van deze schilderij, geschilderd in 1635, berust op het Raadhuis te Edam.
17e E. Gesneden houten bord , waarschijnlijk afkomstig van het scheepstim-
mermansgild , met gesneden afbeelding van den romp van een schip , omgeven door kinderfiguren en verschillende attributen van het beroep
28 18e E. Koperen ronde tabaksdoos met gegraveerde afbeelding van Christus met de Samaritaansche vrouw en de stad Samarya. Koperen ovale tabaksdoos met gegraveerde afbeeldingen van de 3> kruisiging en de opstanding. 1784. Adelbrief gegeven door Keizer Karel VII aan Jacobus Philippus Laugier de Tassy. Handschrift op perkament met wapen in kleuren en handteekening des keizers. 17e E. Twee albums van de Middelburgsche familiën van der Hooghe, Buttler en Schotte, met verschillende geteekende wapens en emblemen en prentjes. Gebonden in groen fluweel.
BIBLIOTHEEK. a.
DOOR GESCHENX.
Mededeelingen van de Rijks-Adviseurs voor de Monumenten van Geschiedenis en kunst. 's Hage 1878. le dl. 2e afl. Ministerie van Binnenl. Zaken. Handelingen en mededeelingen en levensberichten der Maatsch. v. Nederl. letterkunde , 1878 . Maatsch. v. Nederl. Letterkunde. Catalogus der Bibliotheek , 3e afdeeling (Tooneel). Verslag der Algemeene en Sectie-Vergaderingen van het Provinciaal Utrechtsch Genootschap , in 1878. Provinciaal lJtrechtsch Genootschap. P. J. H. Baudet , Naschrift op het leven en werken van W. J. Blaeu. » Notice sur la part prise par W. J. Blaeu dans la deterA mination des longitudes terrestres , Utrecht 1875. Avec facs. Archief van het Zeeuwsch Genootschap van Wetenschappen, IVe dl. 1e en 2e stuk. 1878 en 1879. Zeeuwsch Genootschap van Wetenschappen. Handelingen van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant. 1838—.1878. Prov. Gen. v. K. en W. in N.-Brabant. C. R. Hermans, Gesch. d. Rederijkers. 1867 , 2e deel. A v. d. Does de Bye , Anal. Catal. der oorkonden met opgave der H. S. berustende in het N. B. Gen. 1875. » C. R. Hermans , Anal. opgave der gedr. Charters betr. N. Brabant van 704-1648. 's Bosch 1844. » Charters en gesah. bescheiden betr. Ravesteyn, 2e en 3e gedeelte, 1849 , 50. C. R. Hermans, Vluchtig overzicht der Verzamelingen v. h. N. Brab. Gen. 1855. Verz. v. oorkonden betr. het beleg van 's Bosch in 1629. Noord-Brabants Oudheden. 's Bosch 1865. Met pl. » Verz. v. kronijken betr. de stad en de Meijerij van 's Bosch, le stuk, 1846. Catal . d. verzameling munten en penningen , 1860. A Suppl. Catalogus der Bibliotheek , 1866. A J. Buijzen , Verh. over de Rupsensoorteu , 1845. » Verslag van de aanwinsten der Koninklijke Bibliotheek over 1877. 's Hage 1878. -------
---
Bestuur der Koninklijke Bibliotheek.
Verslag der Maatschappij Arti et Amicitiae te Amsterdam. 1877. Maatschappij Arti et Amicitiae.
30 Verslag van de Maatschappij van den Werkenden Stand. 1877. Maatschappij van den Werkenden Stand.
Verslag van het Leeskabinet te Rotterdam over 1878. Bestuur v. h. Leeskabinet. Verslag van het Kabinet van Provinciale Oudheden te Groningen. 1877. Commissie over het Kabinet.
Verslag van de Commissie van Bestuur van het Museum van Oudheden in
Drenthe over 1877 en 1878.
Commissie van het Museum.
Catalogus der Bibliotheek van de Overijsselsche Vereeniging tot ontwikkeling van Provinciale welvaart. Zwo lle 1877. Vereeniging tot ontw. v. Prov. welvaart. Verslag van het Stedelijk Museum van Alkmaar. 1878. Gemeentebestuur van Alkmaar.
Gids in het Bisschoppelijke Museum voor Kerkelijke Oudheid en Kunstgesch. te Haarlem. Haarl. 1878. Commissie over het Bisschoppelijk Museum. Bijlage tot den Zen druk der Beschrijving van de Gemeente - Verzameling Commissie over de verzameling. te Nijmegen. Nijmegen 1878. S. Muller Fz. , Catalogus van het Museum van Oudheden te Utrecht. Utr. 1878. Gemeentebestuur van Utrecht. Met 3 platen. Catalogus van den Topographischen Atlas der stad Utrecht. A Utr. 1878. Met plaat. van den Historischen Atlas der stad Utrecht . • Catalogus » Utr. 1878. . Catalogus van den Topographischen Atlas der Provincie a Utrecht. Utr. 1878. Verslag van het voorgevallene in de Gemeente -Verzamelingen te Utr. in 1878.
Catalogus der Bibliotheek van het Departement van Oorlog. Breda 1878. P. A. T. Delprat.
F. A. T. Delprat, Feestrede gehouden bij het 100 jarig bestaan van het Departement Amsterdam der Noderl. Maatschappij tot bevordering van Nijverheid. Haarl. 1878. » Rapport sur l'activité de la Commission Impériale Archéologique a St. PetersCommission Impériale Archéologique St. Petersbourg. bourg. 1875. Anzeiger fur Kunde der Deutschen Vorzeit. 1878. Germ. Museum , Nurnberg. Arend , Algemeene Geschiedenis des Vaderlands. IV: 2° afl. 18-33 D. Franken Dz. Bijdragen voor Vaderl. Geschiedenis en Ondheidkunde 1878. Xe deel , 1, 2. » » W. G. Brill , Voorl. over Vaderl. Gesch. II , 5. » Woordenboek der Nederlandsche taal I , 13 en III , 6 , 7.
81 J. B. .fietstap. Heraldieke Bibliotheek 1878. 2-4. Kunstvoorwerpen uit vroegere eeuwen , met beschrijving van E. Colinet en P. A. Mottu. A. D. de Vries Az. , Amst. 1879, 2° aflevering. A. D. de Vries Az. , en D. C. Meijer Jr., Catalogus der Vondel- Tentoonstelling D. C. Meijer Jr. in .Asti et Amicitiae in 1879. Met Supplement. G. Penon , De Vondel - Tentoonstelling en de Vondel -Bibliographie. Gron. 1879. Dr. G. Penon. D. C. Meijer Jr. , De Hervorming van Amsterdam. Amst. 1878. D. C. Meijer Jr. Joh. F. Stieler , Amsterdams eer en opkomen door de Hervorming. Amst. 1878. Joh. F. Stieler.
It. W. P. de Vries , De blijde inkomsten van vorstelijke personen in Am-. R. W. P. de Vries. sterdam van de 16e-190 eeuw. Amst. 1879. J. F. Gebhard Jr. , Amsterdamsche aanteekeningen uit 1672. 's Hage 1879. J. F. Gebhard Jr.
N. de Roever Az. , De Amsterdamsche Weeskamer. Amst. 1878. Mr. N. de Roever Az. W. P. Sautijn Kluit , De Amsterdamsche Beurs in 1763 en 1773. Amst. 1865. Mr. W. P. Sautijn Kluit. Aanwijzing van het Capitaal en derzelver verdeelinge bij de respective kamers in de geoctroyeerde Nederl. Oost- en West-Ind. Compagnien. Amst . 1780. G. Obreen. de Bijl, Vertoog aan Stad Amsterdam over de vrijheid. Amst. 1795. Corn. P. A. P. J. T. Colombon.
T. Asselijn , Broederschap der Schilderkunst ingewijdt door schilders , beeldhouwers , en deszelfs begunstigers, op den 21 van wijnmaent 1654 op St. Jorisdoelen te Amsterdam. D. Franken Dz. M. H. Pimentel , Gesch. aant. betr. de Portug. Israelieten in den Haag. 's Hage 1876. M. Il. Pimentel. H. Zoeteboom , Zaanlants Arkadia. Amst. 1658. Met pl. W. Steelink. C. A. Nairac, Een oud hoekje der Veluwe. Barneveld 1878. Met kaart. Mr. C. A. Nairac. Beschrijvinge van de Landtrijs in Europa en Asia gedaen door de Heer Carel Quina , Ridder. Begonnen in 't jaar 1668 en volbraght in 't jaar 1671. Handschr. met geteekend Portret , wapen en andere teekeningen.
Folio. Jhr. D. J. A. A. van Laadtic van Pabst tot Nyevelt. Amor and Psyche , ein Singspiel bei der vermahlung von Friderique Sophie Wilhelmine von Preussen mit Wilhelm V. Berl. 1767. Jhr. Mr. W. E. J. Berg v. Dussen Muilkerk.
32 Aan Z. D. Hoogheid Willem V bij de geboorte van eereen Erfprins 24 Aug. Jhr. Mr. W. E. el: Berg v. Dussen Muilkerk. 1772. 's Bosch. 1772. Volledige beschr. van de geboorte van den Erfprins (Extra 's Gravenh. » Courant van 17 Sept. 1772). Bekroonde Dichtstukken op het Hooge Huwelijk van Carel George August van Brunswijk en Frederika Louisa Wilhelmina van Oranje, Oct. 1790. » De Vereenigde harten op het altaer der Bataefse veldelingen (Willem Fre» derik en Frederika Louisa Wilhelmina) , Oct. 1791. » J. Munnekemolen , Kerkrede op dit Huwelijk , 14 Oct. 1790. » Bekroonde Dichtstukken op het Hooge Huwelijk , 's Hage 1791. van Oranje's kleinzoon. eerste levensjaar Rott. 1793. » Het Catalogue raisonn4 de la Bibliothéque de M. Lamb. Vine. Ledeboer Bz. Rott. 1878. L. V. Ledeboer Bz. Alphabetisch overzicht der Tooneelstukken in de Bibliotheek van Joh. Hilman. Amst. 1878. ‘Toh. HaZman. Catalogus der Collectie Nederlandsche munten , bijeenverzameld door Jhr. Mevr. Lopez Suasso. A. P. Lopez Suasso. Amst. 1878. Die Alterthumer-Sammlung der Herren P. Hildebrandt in Munchen. Auction 15 Apr. 1879. Mit 12 Tafeln. C. Schiler. Eene verzameling kunstcatalogi. » Catalogue des Tableaux formant la Galerie de S. M. Guillaume II. Amst. 1850. Avec prix. P. A. P..1. T. Colombon. Proef van vignetten , versierde en andere letteren , welke tot sieraad der Drukkunst gegoten worden bij P. Versteegh in Utrecht. 1781. Mr. N. de Roever Az. Bloemlezing uit de 52 Sententiae van Joh. Wanning , 1584. Amst. 1878. D. Franken Dz. J. van Eeghen, Keuze uit nagelaten gedichtjes.
Amst. 1877. M. Portr.
Douairière van Karnebeek — Rochussen. De Waterramp van 1858, 24 Etsen uitgegeven door de Maatsch. Ami et C. Schófer. Amicitiae. b.
DOOR AANKOOP.
W. Pleyte , Nederlandsche Oudheden. Leiden. 1878/79. Afl. 3 en 4. J. B. Dornbusch , Abhandlung liber das sogenannte Flandrische Steingut. des 16 und 17 Jahrhundert. Utr. 1878. Mit Tafel. H. G. Bohn, A guide to the knowledge of pottery-porcelain and other objects of vertu. Lond. 1857. With Illustr.
33 L. van Bos
Konst Kabinet van Marten Kretzer , Amst. 1650.— M. G. Tangnagel , St. Nicolaes milde gaven aen d' Amstelse Jonckheyt. 1640.— R. Anslo , Martelkroon van Steven , de eerste martelaar. Amst. 1646. In een h. b. 4°. H. Frauberger , Die Geschichte des Fchers. Lpz. 1878. Mit Abb. P. Scheltema , Historische beschrijving " der Schilderijen van het Raadhuis te Amsterdam. Amst. 1879. Beschrijving der vroegere Nederlandsche Gemeentezegels in het Rijks Archief en elders bewaard. 's Hage 1878. Overijsselsche Almanak voor Oudheid en Letteren, 1846, 48 en 49. Verschillende geschreven aanteekeningen over Costuum enz. , verzameld door Dr. G. D. J. Schotel. ,
ATLAS VAN AMSTERDAM. Deze verzameling werd ook gedurende het Genootschapsjaar 1878/79 aanmerkelijk u i t g e b r e i d. Zij werd verrijkt met min of meer belangrijke G e s c he n k en van de Heeren : Aug. Allebé , M. A. J. Bakhuijzen , Dr. A. W C. Berns, A. L. Braskamp, C. W. Bruinvis , H. L. Caarelsen, P. A. P. J. T. Colombon , J. F. Croockewit, E. F. Georges, Gerard A. Heineken , J. Ph. van der Kellen , Mr. Herman J. van Lennep , J. H. Maschhaupt , D. C. Meijer Jr. , A. J. Nijland , Mr. N. de hoever Az. , C. Schóffer, de Senaat van het Amst. Studentencorps , J. J. Spits , K. N. Swierstra , Directeuren van Teylers Stichting , Mr. A. D. de Vries Az. en R. W. P. de Vries; terwijl d o or A a n k o op o. a. werd verkregen de Plattegrond door Balthazar Florisz. in 9 bladen 1625 , Portret van A. Angemeer en Anna van Marie d. R. Jelgerhuis , vele Portretten van Schilders, enz. enz.
Inkomsten en Uitgaven van het Kt GENOOTSCHAT O NTVANGSTEN. Aan Contributi6n • • . . . . . . . • • Renten It Entrée-gelden á 25 Cents f 241.50 if „ „ 189.70 „ 10 idem
f 2190 — „ 17 85
f 431 20 „ 12 65 -- 50
. „ Verkoop Catalogi . diverse Ontvangsten . . f)
T OTAAL . . . . • .
.1 2652
2k
FONDS TOT AANKOOP VAN VOORWERPEN VOOR O NTVANGSTEN. Aan in ontvangst gebracht op de rekening 1877-78
TOTAAL . . • • •
f 1148
25
f 1148
ALGEME Schuld van het K. 0. G. aan het Fonds voor de Amst. Afdeeling op 1 Mei 1878 f 699,115 „ 363,39 In kas 1 Mei 1878 Te kort 1 Mei 1878 ... . . •
Debet.
f
335 r:
f
335
iinklijk Oudheidkundig Genootschap. TAAR 1878-1879. 4, UITGAVEN.
Per Huur Museum-Gebouw „ Reparatie Duinwater en belasting Assurantie Verlichting en verwarming Arrangeeren en schoonhouden van localen en voorwerpen „ Concierge en oppassers Bureau-kosten , porto en vracht „ Drukwerken „
„
„
f 3, If
„
„
-900 35 62 19 335 98 30 114 675
„
.
„
Aankoop van voorwerpen (buiten de Amst Afdeeling) „ Batig Saldo over 1878/79
955 156 338 25 62 ,, 79 „ 365 88 36 5 f 2135 „
„
„
TOTAAL .
•
,, ,,
295 221
57 27
f 2652 205
AMSTERDAMSCHE AFDEELING VAN HET MUSEUM. UITGAVEN.
Per gekochte voorwerpen 1876-77 1877-78 id. /7 1878-79 id. Batig Saldo TOTAAL . . •
f
191
—
,,
258
14 73
7) 7,
212 486
38 5
f 1148 25 3
E STAAT. Credit. Genootschapsjaar 1878-79 . . . . j 221 Batig Saldo de voor het Fonds aan G. 0. Schuld van het K. Amst. Afdeeling op 30 April 1879 f486,38 5 „371,93 In kas 30 April 1879
Te kort 30 April 1879 . . . . .
27
„ 114
455
I 335
572
)
»
Dec. 31.
9 Coupons dito
dito
dito
9 Coupons van Pandbrieven 4 1/2 0/0 , ten laste der Nationale Hypotheekbank; voor 6/m. rente a f 22,50
Aan Saldo van oude Rekening . ..
Jan. 1.
Juli_, 30.
ONTVANGSTEN.
1878,
50 42
554
I
50
42
202
202
149
»
»
f
VAN 1 JANUARI TOT DECEMBER
UITGAVEN.
1 8 7 8.
"
'
»
>>
Saldo op nie-awe Rekening
Hypotheekbank rentende 4 1/2 0/0 , N°. 242 , gekoeht als volgt : f 500,— a, 100 0/0 .....
Dec. 31. Voor het montant van 1 /2 Pandbrief Nationale
1878.
31
VOOR HET MUSEUMFONDS ,
Rekening van Ontvangsten en Uitgaven
42 42
500 54
J
))
I 554
201328_021 J aa016187901 Jaarverslag van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap 21
11 c ► 11A:inc?c i 1 -.171 T r, _s I'; t
N .. L- .)}. V1 ^rtF-^ , W , tFi1wCntI'.1;11, a 323, Alt,.ItC'1'tl7i,i.