Jaarverslag 2009
Jaarverslag 2009
Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra Postbus 7010 6801 HA Arnhem T 026 355 24 00 F 026 351 50 51
[email protected]
Jaarverslag 2009
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
Voorwoord In het jaar dat achter ons ligt werden wij, meer dan voorheen, uitgedaagd te zoeken naar kansen die ontwikkelingen in onze omgeving ons bieden en deze ten volle te benutten. In het voor u liggende jaarverslag leest u om welke ontwikkelingen het gaat en hoe wij daarop hebben ingespeeld. Wij hebben het jaar 2009, voor het eerst sinds jaren, afgesloten met een negatief resultaat. Dit is met name veroorzaakt door voorzieningen die wij hebben moeten treffen om knelpunten binnen onze organisatie op te lossen. De omzet is ten opzichte van 2008 op hetzelfde niveau gebleven. De samenstelling van deze omzet is echter wel gewijzigd. De rijksbijdragen en subsidies van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) namen af, terwijl de overige opbrengsten in omvang toenamen. In 2009 hebben we een forse kwaliteitsslag uitgevoerd om de inhoud van de leergangen en cursussen te verbeteren. Dit heeft geleid tot een kostenstijging ten opzichte van 2008. Met name gemeenten zijn vanaf 2010 genoodzaakt drastisch te bezuinigen. Dat zal ongetwijfeld gevolgen hebben voor de vraag naar opleidingen en oefeningen. Wij anticipeerden hierop door een aantal bezuinigings- en efficiencymaatregelen te treffen. Ondanks het tegenvallende financiële resultaat was 2009 een succesvol jaar voor wat betreft de bereikte doelen. We hebben andermaal stappen gezet die onze positie als kennis- en opleidingsinstituut verder versterkten. Dat was mogelijk dankzij de inzet van gemotiveerde en betrokken medewerkers, gastdocenten en -auteurs. Met dit jaarverslag willen wij u informeren over de behaalde resultaten. Ik wens u veel leesplezier. ing. W. Papperse Directeur
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
3
Jaarverslag 2009
Inhoud
Voorwoord Inhoud Missie en doel Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra (NIFV) 1
Directieverslag 2
Informatie 3
Onderzoek 4
Brandweeracademie 5
GHOR Academie 6
Academie voor Crisisbeheersing 7
Academie voor Leiderschap Veiligheidsregio's 8
Leiderschap 9
Middelen en processen 10
Personeel, klanten, maatschappij: waardering 11
Jaarrekening 2009 12
Bijlagen
3
4
5
8
12
15
18
24
27
34
38
39
42
46
60
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
Missie en doel Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra (NIFV) Met actuele kennis, advisering, toegepast onderzoek, vraaggerichte opleidingen en oefeningen en leiderschapsontwikkeling, helpen wij professionals binnen de brandweer, GHOR en crisisbeheersing, beleidsmakers en bestuurders zich optimaal voor te bereiden om de fysieke veiligheid van onze samenleving te borgen. Onze uitgangspunten Onze opleidingen, oefeningen, onderzoeken en adviezen komen tot stand in samenspraak met professionals binnen de brandweer, GHOR en crisisbeheersing, beleidsmakers en bestuurders. Onze producten zijn praktijkgericht en hebben een duidelijke toegevoegde waarde. Wij dragen bij aan een optimale voorbereiding om de fysieke veiligheid van onze samenleving te borgen. Opleiding, bijscholing, oefening en training Onze opleidingen, bijscholingen, oefeningen en trainingen sluiten aan bij de vraag van de doelgroep. Ze zijn onderscheidend en praktijkgericht.
Onze producten en diensten zijn onderscheidend en praktijkgericht.
Leiderschapsontwikkeling Wij verzorgen individuele en collectieve maatwerkprogramma's om strategisch leidinggevenden binnen de veiligheidsregio's te helpen zich verder persoonlijk te ontwikkelen. Onderzoek en advisering Onze onderzoeksprogramma's zijn kwalitatief hoogwaardig en methodologisch verantwoord. Onze advisering betreft zowel toegepast onderzoek, consultancy, als implementatie van kennis en inzichten bij de klant. Kennis Wij ontwikkelen, verrijken en verspreiden kwalitatief hoogwaardige kennis om deze toepasbaar te maken voor de doelgroep. Deze kennis is hoogst actueel, toegankelijk en praktisch. Koepel en academies Onder de koepel Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra (NIFV) opereren vier academies en twee afdelingen. De academies maken ons goed herkenbaar voor onze verschillende doelgroepen. De Brandweeracademie, de GHOR Academie en de Academie voor Crisisbeheersing leveren les- en leerstof, opleidingen en oefeningen
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
5
Jaarverslag 2009
op het terrein van brandweer, respectievelijk geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen en crisisbeheersing. De Academie voor Leiderschap Veiligheidsregio’s levert producten en diensten op het terrein van leiderschapsontwikkeling. De afdeling Informatie richt zich op het verzamelen, beheren en verspreiden van kennis. De afdeling Onderzoek ontwikkelt kennis door het uitvoeren van meerjarenonderzoeksprogramma’s en het verrichten van onderzoek op het brede terrein van fysieke veiligheid en crisisbeheersing in opdracht van derden. De lectoraten vormen de schakel tussen onderzoek enerzijds en onderwijs anderzijds.
De academies maken ons goed herkenbaar voor bestaande en nieuwe doelgroepen.
Rechtsvorm Het NIFV is een zelfstandig bestuursorgaan (ZBO). Een publiekrechtelijke organisatie, ingesteld bij wet. Het opleiden van officieren voor de brandweer is één van de wettelijke taken van het NIFV. In 2007 heeft de Eerste Kamer ingestemd met de nieuwe Brandweerwet1. Daarin is bepaald dat het fungeren als Infopunt Veiligheid, het beheer van kennisdocumenten en het verrichten van toegepast wetenschappelijk onderzoek wettelijke taken zijn van het NIFV. Vooruitlopend op het van kracht worden van de wet voert het NIFV, in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), deze taken al uit sinds 2006. Naast wettelijke taken mogen wij ook andere taken verrichten. Organigram
1
Via een aanpassingswet is de Brandweerwet opgenomen in de Wet veiligheidsregio's die in februari 2010 door de Eerste Kamer werd aangenomen.
6
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
7
Jaarverslag 2009
1
Directieverslag
Grote veranderingen in omgeving In de omgeving waarin wij als NIFV opereren, voltrekken zich grote veranderingen. De belangrijkste zijn: decentralisatie van taken van het Ministerie van BZK naar het veld vorming van veiligheidsregio's transitie naar functie- en competentiegericht opleidingsstelsel en duaal leersysteem heroriëntatie totale brandweerleerorganisatie toenemende behoefte aan bijscholingen toenemende concurrentie van onze markttaken. Wij zijn alert op deze ontwikkelingen en vragen ons voortdurend af hoe wij er adequaat op kunnen inspelen. Hieronder gaan we er nader op in en geven we enkele voorbeelden van projecten die we in 2009 hebben afgerond. Decentralisatietendens De rijksoverheid draagt steeds meer taken en verantwoordelijkheden over aan het veld. Voor het NIFV houdt dit in, dat het Ministerie van BZK zich geleidelijk terugtrekt als opdrachtgever van het NIFV. In de optiek van het Ministerie van BZK dient het Veiligheidsberaad, als bestuurlijke koepel voor de fysieke veiligheid en de daarbij betrokken diensten en instellingen, de rol van opdrachtgever over te nemen. Het proces van regionalisering is echter nog niet voltooid. Het Veiligheidsberaad heeft nog geen wettelijke status en beschikt nog niet over de financiële middelen. Dat alles maakt, dat wij voortdurend onze positie moeten bevechten, zowel tegenover onze huidige als onze nieuwe opdrachtgever. Bezuinigingen op rijksbijdragen maken het meer dan voorheen noodzakelijk ook andere partijen te enthousiasmeren voor taken en projecten die wij kunnen uitvoeren. Denk hierbij aan andere ministeries dan het Ministerie van BZK zoals VWS, VROM/WWI, Verkeer en Waterstaat en Sociale Zaken en Werkgelegenheid. En niet in de laatste plaats aan semipublieke organisaties zoals Schiphol en de vitale sectoren: energiebedrijven, waterschappen, telecommunicatieorganisaties, waterleidingbedrijven et cetera. LFR naar NIFV Het beleid van de rijksoverheid om taken af te stoten had in 2009 tot gevolg, dat aan het NIFV gevraagd werd of de Landelijke Faciliteit Rampenbestrijding (LFR), een agentschap van het Ministerie van BZK, kon worden ondergebracht bij het NIFV. Eind 2009 stemde het bestuur NIFV in met de voorwaarden waaronder de overgang van de LFR naar het NIFV kon plaatsvinden. Met ingang van 1 januari 2010 zou de LFR deel gaan uitmaken van de NIFV-organisatie. Deze overgang is echter gekoppeld aan de invoering van de Wet veiligheidsregio's, de overgangswet en enkele AMvB's. De invoeringsdatum van deze wetten en maatregelen is echter uitgesteld. Ondersteuningsorganisatie Fysieke Veiligheid Het Veiligheidsberaad zal in de toekomst behoefte hebben aan deskundige adviseurs. Dat is de reden waarom wij het afgelopen jaar de samenwerking met het Bureau
8
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
Veiligheidsraad, de Nederlandse Vereniging voor Brandweerzorg en Rampenbestrijding (NVBR) en GHOR Nederland hebben geïntensiveerd. Het bijeen gaan brengen van deze organisaties op één locatie, het gebouw van het NIFV, is een eerste stap op weg naar de vorming van een Ondersteuningsorganisatie Fysieke Veiligheid (OFV). In 2009 hebben wij met alle betrokken partijen onderhandeld over de voorwaarden waaronder het Bureau Veiligheidsberaad en het bureau van GHOR Nederland bij het NIFV, als drager van de te vormen OFV, kunnen worden ondergebracht. In 2010 moet de collocatie van bureaus daadwerkelijk plaatsvinden. Op bestuurlijk niveau werd voornamelijk gesproken over de aansturing van de te vormen OFV. In 2010 moet overeenstemming worden bereikt over de inrichting ervan. Overgang naar het nieuwe brandweeronderwijs De implementatie van het nieuwe brandweeronderwijs vergt meer tijd dan was voorzien. In de ene regio zijn het functiehuis brandweer en het nieuwe systeem wel geïntroduceerd, in de andere (nog) niet. Voor de NIFV-uitgeverij betekent dit dat naast leerstof voor het nieuwe systeem ook leerstof voor het oude systeem geleverd moet worden. Bedrijfsmatig gezien is dat een haast onmogelijke taak. Bemoedigend is dat in 2009 de nieuwe leergangen door zoveel regio's werden verzorgd, dat een eventuele terugkeer naar het oude stelsel feitelijk niet meer aan de orde is. Vakbekwaam blijven: noodzakelijk Bij een brand in een loods in De Punt kwamen in 2008 drie brandweerlieden om het leven. Het onderzoek dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid uitvoerde naar deze brand, maakte onder meer duidelijk hoe belangrijk het is dat brandweerlieden vakbekwaam blijven. Het verschijnsel 'koude rookgasexplosie' bleek namelijk niet te zijn beschreven in de leerstof waarmee de slachtoffers ooit waren opgeleid. Het kwam wel aan de orde in een van onze bijscholingen. Het volgen van bijscholingen is echter, ook in het nieuwe onderwijsstelsel, niet verplicht. In een reactie op het rapport hebben wij aangegeven dat wij dat zeer ongewenst vinden. Het rapport was voor ons ook aanleiding de wijze waarop leerstof tot stand komt aan de kaak te stellen. Wij hebben bepleit het ontwikkelen van kennis ten behoeve van leerstof voor opleidingen voor de functies, lager dan die van officier, te verheffen tot wettelijke taak, met de daarbij behorende rijksbijdragen. De NVBR steunt ons hierbij. Draagvlak voor GHOR Academie Een onderzoek uitgevoerd in opdracht van GHOR Nederland en NIFV toonde aan, dat er in Nederland behoefte is aan een landelijke kennis- en opleidingsfunctie voor geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen. Vervolgens is een breed samengestelde taskforce aan de slag gegaan om nadere invulling te geven aan een programma en aan de context van zo'n opleidings- en kennisfunctie. Voor de GHOR Academie is hiermee een stevig fundament gelegd. Nieuwe masteropleiding Samen met de Politieacademie ontwikkelden wij een nieuwe multidisciplinaire master opleiding: de Master of Crisis and Public Order Management (MCPM). Deze vervangt de leergang Master of Crisis and Disaster managerment (MCDM) die wij elf jaar met succes verzorgden. De MCPM is voor een deel gelijk aan de MCDM. Nieuw is (onder meer) dat in de MCPM ook aandacht wordt besteed aan het aspect gevaarbeheersing.
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
9
Jaarverslag 2009
Onderzoek leervoorkeuren De resultaten van onderzoek dat de Academie voor Leiderschap Veiligheidsregio's in 2009 deed naar de leervoorkeuren van onze doelgroep zullen ook gevolgen hebben voor de andere academies binnen het NIFV. Het onderzoek toonde aan, dat onze doelgroep de voorkeur geeft aan zelf ontdekkingen doen in de praktijk, deelnemen aan de praktijk, de kunst van anderen afkijken in plaats van leerboeken bestuderen en frontale lessen volgen. Lectoraten Met het vertrek van de lector Brandweerkunde en de lector Crisisbeheersing ontstonden vacatures die in 2009 nog niet konden worden ingevuld door geschikte kandidaten. Eind 2009 waren echter geschikte kandidaten 'in beeld' zodat wij verwachten de vacatures in 2010 te kunnen invullen. In het afgelopen jaar hebben wij plannen ontwikkeld om te komen tot lectoraten voor de vakgebieden Transportveiligheid, Informatiemanagement en GHOR. Onderzocht wordt of relevante organisaties bereid zijn deze lectoraten mede te financieren. Financiële gang van zaken Omzet De omzet van het NIFV was in 2009 met € 27,7 miljoen vrijwel gelijk aan de in 2008 gerealiseerde omzet (€ 28,0 miljoen). Resultaat Het nettoresultaat over 2009 bedroeg -/- €0,7 miljoen, een daling van €2,2 miljoen ten opzichte van 2008. De daling van dit resultaat is voornamelijk een gevolg van een drietal geplande, eenmalige voorzieningen, te weten: het treffen van een reservering voor het oplossen van knelpunten personeel de aanloopkosten voor de verbouwing de voorbereidingskosten in 2009 voor de vervanging van een cursistenadministratie- en informatiesysteem en het op de toekomst voorbereiden van de ICT-structuur. Het bestuur van het NIFV heeft vooraf ingestemd met bovengenoemde maatregelen. Daarnaast heeft het NIFV in 2009 een forse kwaliteitsslag gemaakt op de inhoud van de leergangen en de cursussen. Dit was noodzakelijk om aan de wijzigingen in de vraag te kunnen voldoen en om met voldoende actuele les- en leerstof te kunnen werken. Kasstroom, investeringen en financiering De kasstroom uit operationele activiteiten kwam in 2009 uit op -/- € 0,4 miljoen. De kasstroom is aangewend voor de financiering van investeringen in materiële vaste activa. De Current Ratio (vlottende activa gedeeld door vlottende schulden), een maatstaf voor de liquiditeit, daalde van 2,05 in 2008 naar 1,98 in 2009. De investeringen gedurende het verslagjaar beliepen € 1,5 miljoen. Voor een overzicht van deze investeringen wordt verwezen naar de toelichting op de balans van de specificatie van de materiële en immateriële vaste activa.
10
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
De verhouding eigen vermogen/vreemd vermogen (solvabiliteit) was in 2009 1,51 (2008: 1,66). De daling van de solvabiliteit ten opzichte van 2008 is vooral veroorzaakt door het negatieve resultaat en een stijging van het vreemd vermogen (kortlopende schulden) als gevolg van de reservering knelpunten personeel. In maart 2009 is de tweede lichting van de voltijdopleiding Brandweermanager afgerond. In oktober 2009 is de derde lichting van een 13 maanden durende voltijdopleiding Brandweermanager gestart met 16 deelnemers. Deze wordt per 1 november 2010 afgerond.
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
11
Jaarverslag 2009
2
Informatie
Loket voor informatieproducten De afdeling Informatie is het loket voor de informatieproducten van het NIFV. Wij borgen de verzamelde en ontwikkelde kennis en verspreiden deze via websites, publicaties en congressen. De bibliotheek en de uitgeverij van het NIFV zijn onderdelen van de afdeling Informatie, evenals Infopunt Veiligheid. Infopunt Veiligheid Sinds enkele jaren kunnen beroepsoefenaars fysieke veiligheid hun vragen voorleggen aan de vakspecialisten van het NIFV. De antwoorden op vragen worden gerubriceerd in dossiers, die via de website www.infopuntveiligheid.nl kunnen worden geraadpleegd. Experts van de Academie voor Crisisbeheersing werkten mee aan het ontwikkelen van dossiers; onder andere het dossier ‘Civil-militaire samenwerking’, het dossier ‘Multidisciplinair opleiden, trainen en oefenen’ en het dossier ‘Vitale infrastructuur’. Infopunt Veiligheid, een wettelijke taak van het NIFV, is een successtory. In korte tijd is het aantal vragen dat jaarlijks bij het infopunt binnenkomt, ruimschoots verdubbeld. Het beantwoorden van 2000 vragen was de doelstelling voor 2009. Het werden er 2245.
Infopunt Veiligheid is een successtory. Ook Infopunt Veiligheid is bezig met de toekomst. Om onze instrumenten en organisatie verder te verbeteren zijn we in 2009 gestart met de uitwerking van enkele verbeterpunten, waaronder onze website. Er is o.a. een prototype van een nieuwe website ontwikkeld. Daarbij hebben we een aantal uitgangspunten genomen: Verbeteren van de ordening en interpretatie van informatie voor de gebruiker. Dat doen we onder andere door het labelan van informatie aan de hand van een vast format. Verbeteren van de toegankelijkheid van informatie. Dat doen we onder andere door het verbeteren van de zoek- en vindfunctie en de navigatiestructuur. Gebruikers op de hoogte houden van de laatste ontwikkelingen. Dat bereiken we onder andere door nieuwe technieken te gebruiken zoals RSS feeds en social networking. Binden van de gebruikersgroep. We gaan gebruikers de mogelijkheid bieden om te reageren en onze informatie te waarderen. Ook creëren we de mogelijkheid om je te abonneren op berichten bij wijzigingen van de informatie. De uitkomsten van dit prototype moeten in 2010 leiden tot een weloverwogen besluit en uiteindelijk zichtbare verbetering. Kennisborging Het borgen van de kennis die in de sector fysieke veiligheid is ontwikkeld en verzameld is eveneens een wettelijke taak van het NIFV.
12
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
In 2009 hebben de NVBR en het Portefeuille Overleg Crisisbeheersing (POC) de rol van opdrachtgever voor het actualiseren en beheren van leidraden en handreikingen overgenomen van het Ministerie van BZK. De NVBR voor 'brandweerdocumenten' en het POC voor documenten op het terrein van multidisciplinair optreden. Naar verwachting zal het Veiligheidsberaad de rol van opdrachtgever overnemen van de NVBR en het POC, zodra het beraad wettelijk is verankerd. In 2009 hebben we in totaal vijftien documenten aan NVBR respectievelijk POC opgeleverd. De Handleiding PREVAP 2009 (Preventieactiviteitenplan) werd door de Programmaraad Risicobeheersing van de NVBR vastgesteld en voor gebruik vrijgegeven door de Redactieraad Brandweer en Crisisbeheersing. De Handreiking Cellen en cellengebouwen - onderdeel van de serie ‘Handreikingen brandveiligheid’ - werd herzien. De doelstelling om in 2009 een koppeling aan te brengen tussen Infopunt Veiligheid en Kennisborging is gerealiseerd. Dit betekent dat handreikingen en leidraden via Infopunt Veiligheid toegankelijk zijn. De Handleiding PREVAP biedt een systematiek voor het ramen van de menskracht die nodig is voor werkzaamheden op het gebied van brandpreventie, voor zover die onder directe verantwoordelijkheid van het gemeentebestuur worden uitgevoerd. Het gaat daarbij in hoofdzaak om preventieactiviteiten in het kader van de behandeling van meldingen, van vergunningverlening, controle en handhaving. De handleiding komt in de plaats van de verouderde versie uit 1997. De Handreiking Cellen en cellengebouwen is bedoeld als richtsnoer voor ontwerpers, bouwers en gebruikers van cellen en cellengebouwen. De Handreiking Cellen en cellengebouwen geeft een indruk van alle belangrijke aspecten die komen kijken bij de brandbeveiliging van deze objecten. Tevens biedt de handreiking een kader voor het beveiligen van cellen en cellengebouwen met behulp van brandbeveilingsmaatregelen en -voorzieningen. De maatregelen en voorzieningen zijn vooral gericht op het voorkomen van slachtoffers. Implementatie nieuwe onderwijs De implementatie van het nieuwe brandweeronderwijs vergt meer tijd dan was voorzien. In de ene regio zijn het functiehuis brandweer en het nieuwe systeem wel geïntroduceerd, in de andere (nog) niet. Dit heeft voor de uitgeverij vervelende consequenties. In de afgelopen jaren is veel geïnvesteerd in het ontwikkelen van leerstof voor het nieuwe systeem. Daarbij zijn veel inhoudelijke verbeteringen doorgevoerd. Zolang de Wet veiligheidsregio's, nog niet in werking is getreden is het bestaande (oude) systeem het formele systeem. Zolang wordt van de uitgeverij ook verwacht zowel leerstof voor het oude systeem als voor het nieuwe systeem te leveren. Het doel om in 2009 twee themapublicaties op te leveren is niet gerealiseerd. Een van de geplande publicaties (Warmtebeeldcamera's) 'staat in de grondverf'. Van het uitbrengen van een andere (Binnenvaartincidenten) hebben we afgezien. De te maken kosten hiervoor staan namelijk niet in verhouding tot de verwachte opbrengsten.
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
13
Jaarverslag 2009
Brandweeropleidersnet Instructeurs ondersteunen bij het vormgeven en verzorgen van het nieuwe brandweeronderwijs. Dat is het doel van het digitale netwerk Brandweeropleidersnet. Het netwerk dat we ontwierpen in 2008 konden we in 2009 aanbieden aan het veld. Het werd met enthousiasme ontvangen.
Brandweeropleidersnet met enthousiasme ontvangen. Database brandonderzoek In 2009 werd financiering gevonden voor de bouw van een (goed werkende) Database brandonderzoek. Deze is inmiddels operationeel en voorziet in een grote behoefte. De resultaten van het project Brandonderzoek, dat in opdracht van de NVBR wordt uitgevoerd, worden in de database opgeslagen. Drukbezochte congressen Hoe bescherm je cultureel erfgoed bij calamiteiten? Wat kun je bij een calamiteit wel en niet van de brandweer verwachten? Deze vragen stonden centraal tijdens het symposium Bescherming cultureel erfgoed bij calamiteiten. Gerenommeerde sprekers deelden hun expertise en ervaring. Het symposium kwam mede tot stand door een financiële bijdrage van de Mondriaan Stichting, Stimuleringsfonds voor beeldende kunst, vormgeving en cultureel erfgoed. Met de organisatie van het Tweede Nationale Congres Fire Safety Engineering beoogden we zo veel mogelijk wetenschappelijk kennis op dit terrein bijeen te brengen en te bundelen. Sprekers uit binnen- en buitenland benaderden de onderwerpen vanuit verschillende invalshoeken: brandveiligheid, simulatie, zelfredzaamheid en performance based regelgeving. Inzicht krijgen in de belangrijkste leermomenten van branden in gebouwen zoals 'De Punt'. En: het verder ontwikkelen van het risicobewustzijn bij gebouwbranden. Dat waren de thema's van het drukbezochte symposium Risicobewustzijn bij gebouwbranden.
Risicobewustzijn bij gebouwbranden verder ontwikkelen. Tijdens het symposium Veilig(er) optreden bij binnenvaartincidenten werden door sprekers vanuit de brandweer en de binnenvaart een aantal problemen met hun mogelijke oplossingen belicht. Centrale thema's waren communicatie en samenwerking, leren van binnenvaartincidenten en verzekeringsaspecten. Portfolio afdeling Informatie Beheer kennisdocumenten Websites Infopunt Veiligheid Congressen Uitgeverij
14
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
3
Onderzoek
Kennis vergroten, verdiepen, verspreiden Door het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek ontwikkelen wij kennis. Deze kennis wordt verspreid via Infopunt Veiligheid en verwerkt in opleidingen, publicaties en oefeningen. Onderzoeksresultaten worden ook gebruikt als basis voor beleid en evaluatie. Meerjarenonderzoeksprogramma's Simulatie Het meerjarenonderzoek programma Simulatie richt zich op het verhogen van het kennisniveau van lokale overheden in Nederland op het gebied van (brand)simulatie. Simulatie wordt vaak toegepast bij het beoordelen van de brandveiligheid van gebouwen. Het onderzoek programma kent verschillende onderdelen. In 2009 stonden projecten gericht op het modelleren van natuurbrandverspreiding en projecten gericht op het beschikbaar stellen en verspreiden van kennis van (brand)simulatie centraal. Modelleren van natuurbrandverspreiding De verspreiding van natuurbranden wordt in Nederland op dit moment nog bepaald met een eenvoudige rekenregel. Bij andere incidenten (bijvoorbeeld chemische), worden doorgaans nauwkeuriger modellen gebruikt om de verspreiding van, bijvoorbeeld, gevaarlijke stoffen te voorspellen. Natuurbranden worden in het Programma Nationale Veiligheid aangemerkt als een belangrijk risico. Uit onderzoek is gebleken dat het risico van natuurbranden in Nederland beduidend groter is dan andere risico’s op het gebied van externe veiligheid. Gewijzigd bos- en natuurbeheer en intensievere recreatie vergroten de kans op en het effect van natuurbranden. Veiligheidsregio’s waarin het risico op natuurbranden bestaat hebben daarom behoefte aan een model voor berekening van de verspreiding van natuurbranden.
Het risico van natuurbranden is in Nederland beduidend groter dan andere risico’s op het gebied van externe veiligheid. In 2008
hebben wij het onderzoek gestart naar modellen voor natuurbrandverspreiding. Hierbij zijn modellen uit het buitenland en hun belangrijkste kenmerken geïnventariseerd. Vervolgens hebben we gekeken naar de toepasbaarheid van deze modellen op de Nederlandse situatie, rekening houdend met de wensen en behoeften van ‘het veld’. Het onderzoek is in 2009 afgerond. Het heeft geresulteerd in de aanbeveling om het model van de Rocky Mountain Research Station (US Forest
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
15
Jaarverslag 2009
Service), FARSITE, geschikt te maken voor het modelleren van natuurbrandverspreiding in Nederland. Vervolgens zijn we in 2009 gestart met een vervolgproject. Dit heeft als doel een specifiek voor Nederland geschikt model voor natuurbrandverspreiding te realiseren, met toepassingsmogelijkheden in de respons- en preparatiefase van de incidentbestrijding (beoogd einde project: eind 2011). De verschillende belanghebbende partijen (onder andere brandweer, natuurbeherende instanties en interregionale werkgroepen) worden bij dit project intensief betrokken. Kennis van (brand)simulatie Samen met IBPSA-NVL en de TU Eindhoven heeft het NIFV een ‘Referentiestudie’ (‘benchmark’) uitgevoerd. Simulatieberekeningen van brand- en rookverspreiding kunnen met verschillende software en verschillende adviesbureaus worden uitgevoerd. De referentiestudie geeft inzicht in de overeenkomsten en verschillen van de resultaten van simulatieberekeningen van brand- en rookverspreiding in een gebouw. In de referentiestudie komen verschillende casussen aan bod; in 2009 hebben we het onderzoek aan de tweede casus van de referentiestudie (atrium met brand in aangrenzende ruimte) afgerond. De uitkomsten van de referentiestudie worden meegenomen bij de ontwikkeling van de ‘Handreiking Fire Safety Engineering’ (werktitel), waar wij in 2009 aan zijn
Het veld heeft grote behoefte aan vergroting van de kennis en vaardigheden op het gebied van simulaties.
begonnen. In reactie op de resultaten van eerdere deelprojecten uit het onderzoek programma heeft ‘het veld’ te kennen gegeven grote behoefte te hebben aan vergroting van de kennis en vaardigheden op het gebied van simulaties. De Handreiking FSE moet in die behoefte voorzien. De Handreiking FSE beoogt de afstemming tussen toetser en brandveiligheidsadviseur te verbeteren, met het doel de kwaliteit van de bouwvergunningverlening te verhogen. Daarnaast vervullen wij een vraagbaakfunctie op het gebied van FSE (via Infopunt Veiligheid) en hebben wij in 2009 tweemaal, op verzoek van de betreffende brandweerorganisatie, een second opinion over de kwaliteit en validiteit van simulatieberekeningen bij bouwvergunningaanvragen gegeven. Gevolgen ingezet beleid BZK merkbaar Het uitvoeren van meerjarenonderzoeksprogramma's is een wettelijke taak van het NIFV. Dit betekent dat het NIFV hiervoor een rijksbijdrage ontvangt. Omdat bestaande meerjarenonderzoeksprogramma's zijn of worden afgerond, hebben we in nauw overleg met de Wetenschappelijke Raad van de NVBR aan het ministerie van BZK voorstellen gedaan voor nieuwe onderzoeksprogramma's en vervolgtrajecten van bestaande. Daarbij ervaren wij de gevolgen van het beleid dat het Ministerie veel taken wenst over te dragen aan het veld, i.c. de veiligheidsregio's, verenigd in het
16
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
Veiligheidsberaad. Het Veiligheidsberaad is echter op dit moment nog niet zo ver dat het de rol van opdrachtgever kan overnemen van het ministerie. Tegelijkertijd bezuinigt het ministerie drastisch op onderzoekssubsidies. Dit noodzaakt ons ook andere partijen te enthousiasmeren voor onze onderzoeksvoorstellen. Denk hierbij aan de ministeries van VROM (Brandveiligheid van gebouwen), Verkeer en Waterstaat (Veiligheid van transportassen) en Sociale Zaken. Ook semipublieke organisaties als Schiphol komen in aanmerking. Een initiatief om in samenwerking met TNO en het Duitse Fraunhofer Institut een beroep te doen op Europese subsidies lijkt succesvol. Het gaat hierbij om het ontwikkelen van een systeem dat het mogelijk maakt dat verschillende landen kunnen samenwerken op het terrein van hulpverlening en crisisbeheersing zonder daarbij afstand te doen van hun bestaande systemen. Incidentonderzoek Ook in 2009 deden zich incidenten voor die wij nader hebben onderzocht. In opdracht van de gemeenten Den Helder, respectievelijk Nijmegen, voerden wij onderzoek uit naar de brand die de replica van het VOC-schip Prins Willim verwoestte en naar een brand in een houtmotsilo. In opdracht van de Onderzoeksraad voor Veiligheid deden wij onderzoek naar het ongeval waarbij een toestel van Turkish Airlines neerstortte bij Schiphol. Aan de twee laatste onderzoeken leverden ook experts van de Academie voor Crisisbeheersing een bijdrage. Advies Adviezen brachten wij uit over de brandveiligheid van een parkeergarage in Dordrecht en een asielzoekersopvangcentrum in Crailo. In opdracht van de gemeente Utrecht geven wij leiding aan het project 'Veiligheid tunnel A2'. De A2 is een van de drukste wegen van Nederland. Een ongeval, brand of incident in de tunnel heeft direct gevolgen voor de doorstroming en voor het in- en uitgaande verkeer naar de stad. Om hulpverleners goed voor te bereiden is het project Veiligheid tunnel A2 Leidsche Rijn van start gegaan. Het project bestaat in hoofdlijnen uit drie delen: het eerste deel is het vaststellen van (maatgevende) scenario's met daaraan gekoppelde inzetstrategieën. Het tweede deel van het project bestaat uit het opstellen van plannen en procedures die specifiek voor de tunnel gelden en waarin bepaalde inzetstrategieën zijn verwerkt. Het opleiden, trainen en oefenen van functionarissen en eenheden vormt het derde deel van het project. Kennis verspreid Ook in 2009 leverden onze onderzoekers bijdragen aan vakbladen, (wetenschappelijke) tijdschriften en (internationale) congressen. Ook beantwoordden zij talloze vragen via Infopunt Veiligheid. Portfolio afdeling Onderzoek Meerjarenonderzoeksprogramma's Opdrachtonderzoek Advies
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
17
Jaarverslag 2009
4
Brandweeracademie
Vakbekwaam blijven met state of the art bijscholingen De Brandweeracademie biedt een omvangrijk pakket aan producten en diensten voor de Nederlandse brandweer: opleidingen, oefeningen, bijscholingen, lectoraten en onderwijsmiddelen. De Brandweeracademie ondervond in 2009 de gevolgen van enkele ontwikkelingen in onze omgeving waarvan de impact groter bleek dan verwacht. Regiovorming Het proces van regiovorming dat binnen de brandweer gaande is brengt met zich mee, dat formatieplaatsen en functies worden herverdeeld; met een grote immobiliteit als gevolg. Functiewisselingen vinden namelijk niet of nauwelijks plaats, zolang niet duidelijk is in welke functie iemand wordt herplaatst. Wij hadden wél voorzien dat deze ontwikkeling gevolgen zou hebben voor het aantal opleidingen van de Brandweeracademie, maar niet de omvang ervan. Als gevolg van het regionaliseringproces bleef voor sommige leergangen het aantal aanmeldingen enigszins achter en moest de start van drie leergangen worden geannuleerd. In 2009 hebben we samen met het Ministerie van BZK gewerkt aan een nieuw financieringsstelsel, het zogenoemde vouchersysteem. Dit houdt in dat voor regio's een budget beschikbaar is waarvoor zij opleidingen bij de Brandweeracademie kunnen afnemen. Als eenmaal tot de invoering van het nieuwe financieringsstelsel is overgegaan en het door een regio te besteden budget is vastgesteld leidt dit naar verwachting tot een grotere vraag naar opleidingen en is het denkbaar dat we kandidaten moeten teleurstellen. Het aantal deelnemers per leergang is namelijk aan een maximum gebonden. Goede communicatie over het benutten van het budget dat elke regio ter beschikking heeft blijkt nodig. In 2010 zullen we hieraan de nodige aandacht besteden.
Vouchersysteem door alle partijen met enthousiasme ontvangen. Het vouchersysteem is bedoeld voor de leergangen die de Brandweeracademie als wettelijke taak uitvoert. Dit betekent dat het budget ervoor wordt verstrekt door het Ministerie van BZK. Het is de bedoeling dat het Veiligheidsberaad de rol van opdrachtgever van het NIFV gaat overnemen. Op dit moment is nog onzeker of in de toekomst het vouchersysteem in zijn huidige vorm gehandhaafd zal blijven. We houden rekening met de mogelijkheid dat het ook voor opleidingen zal worden ingezet die niet tot de wettelijke taak van de Brandweeracademie horen. (bijvoorbeeld een opleiding Specialist brandonderzoek). Gevolgen financiële crisis In 2009 verzorgden wij opleidingen waarvoor het budget was vastgesteld voordat de volle omvang van de financiële crisis duidelijk was. Pas in 2010 en 2011 zullen voor de Brandweeracademie de gevolgen van de crisis duidelijk merkbaar worden. Vanuit
18
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
de regio's bereikten ons signalen, dat op budgetten voor opleidingen drastisch bezuinigd zal worden. Onderwijskundige visie Het ontwikkelen van een onderwijskundige visie als basis voor onder meer een handleiding voor de ontwikkeling van producten en de begeleiding van deelnemers. Dat was een van de doelstellingen voor 2009. De opgeleverde handleidingen leiden ertoe dat voor alle leergangen en bijscholingsproducten dezelfde uitgangspunten worden gehanteerd. Vragen die erin worden beantwoord zijn onder meer: wat zijn onze uitgangspunten ten aanzien van leerwerkplekleren, wat betekent een elektronische leeromgeving, wat mogen deelnemers van ons verwachten, wat mag van een deelnemer worden verwacht, welke rol speelt de decaan bij de individuele begeleiding van deelnemers, wat doet een studiebegeleider?
Onderwijskundige visie vormt basis voor handleidingen voor de ontwikkeling van producten en begeleiding van deelnemers. Standaardisatie, uniformering leergangen Alle leergangen zijn in 2009 intensief onderzocht op gebreken en tekortkomingen. Ze zijn vrijwel allemaal inhoudelijk en onderwijskundig verbeterd en geactualiseerd. Ook de lay-out werd zo nodig aangepast. De leergangen Officier van dienst en Adviseur gevaarlijke stoffen zullen een volledig nieuwe inhoud krijgen. Dit proces is eind 2009 in gang gezet. Netcentrisch werken in leergangen Studies, experimenten en ervaringen laten steeds weer zien dat de effectiviteit van de hulpverlening is gebaat bij goede informatievoorziening. Een nieuwe manier van informatievoorziening wordt vormgegeven volgens het concept van netcentrisch werken, ook wel NEC (Network Enabled Capabilities) genoemd. NEC is een operationeel concept waarin besluitvormers, informatieleveranciers en eenheden ofwel allen die betrokken zijn bij de bestrijding van een incident, crisis of ramp - in een geïntegreerd interactief informatienetwerk samenwerken. Netcentrisch werken: wat betekent dat specifiek voor de officier van dienst, de hoofdofficier van dienst en de Adviseur gevaarlijke stoffen? Welke scenario's in leergangen moeten worden aangepast? Kortom: het operationeel vertalen van netcentrisch werken naar de leergangen. Met die opdracht is in 2009 het project 'Netcentrisch werken binnen de Brandweeracademie' van start gegaan. Nieuwe leergangen De les- en leerstof voor de leergang Specialist industriële veiligheid en de leergang Specialist brandonderzoek verscheen volgens planning in 2009. Eén groep heeft inmiddels deelgenomen aan de leergang Specialist brandonderzoek. Het netwerk Brandonderzoek van de NVBR heeft de leergang kritisch gevolgd en was tevreden. Wij zijn er trots op dat we erin geslaagd zijn binnen één jaar een leergang Medewerker brandonderzoek en een leergang Specialist brandonderzoek te ontwikkelen.
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
19
Jaarverslag 2009
Nieuwe masteropleiding Samen met de Politieacademie en GHOR Nederland werd in 2009 een nieuwe master opleiding ontwikkeld: Master of Crisis and Public Order Management (MCPM). Deze opleiding komt in de plaats van de leergang Master of Crisis and Disaster Management. In deze leergang bestond het eerste jaar uit de opleiding tot commandeur. Aan de nieuwe masteropleiding ontbreekt echter nog de operationele component: de opleiding voor de functie van commandant van dienst. Momenteel wordt onderzocht of deze component kan worden ontwikkeld onder de vlag van CENS2. Implementatie leergangen De leergangen Manschap en Bevelvoerder werden in 2008 als pilot door enkele regio's uitgevoerd. In 2009 werden deze leergangen door zoveel regio's verzorgd, dat een eventuele terugkeer naar het oude stelsel feitelijk niet meer aan de orde is. Uit evaluaties bleek, dat cursisten tevreden tot zeer tevreden zijn over het door de Brandweeracademie geproduceerde materiaal. Kritiek richtte zich voornamelijk op het examen Bevelvoerder dat volgens sommigen te kennisgericht is. Het oplossen van dit knelpunt is echter primair een verantwoordelijkheid van het Nbbe. Het Nbbe heeft dit inmiddels opgepakt.
Terugkeer naar het oude stelsel is feitelijk niet meer aan de orde. Succesvolle bijscholingen Als gevolg van hierboven geschetste ontwikkelingen hebben we de doelstelling: '15% meer deelnemers aan leergangen', niet kunnen realiseren. Daarentegen plukten we in 2009 wel de vruchten van een forse investering in de ontwikkeling van een groot aantal state of the art bijscholingen. Dat wil zeggen: bijscholingen, waarin de meest recente vakinhoud aan de orde komt, verzorgd door experts van naam en faam. Het aantal deelnemers aan de diverse bijscholingen was aanzienlijk hoger dan verwacht. Speerpunt 2009: ontwikkeling preventie Op het terrein van bijscholingen hebben we in 2009 het speerpunt verlegd naar preventieopleidingen. Eerst hebben we uitvoerig onderzocht aan welk soort bijscholingen in het veld behoefte is. Daarna hebben we een mix van bijscholingsproducten ontwikkeld, zowel voor de hogere functies op preventiegebied (een masterclass preventie bijvoorbeeld) als voor de lagere functies. Vanaf begin 2010 zullen we deze bijscholingen gaan aanbieden. Leergang Docent Er was in 2009 veel vraag naar de niet-wettelijke leergang 'Docent', die we samen met de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen ontwikkeld hebben. Opmerkelijk, omdat een ooit behaald diploma Instructeur ook in het nieuwe opleidingsstelsel zijn geldigheid behoudt. Aan de pedagogisch-didactische aantekening, die je kunt behalen na afronding van de leergang Docent, blijken veel opdrachtgevers grote waarde te hechten. We bespeuren zelfs een tendens, dat aan het certificaat van de leergang Docent meer waarde wordt gehecht dan aan het rijksdiploma. Sommige regionale opleidingsinstituten eisen al, dat ten minste één op de vier van hun instructeurs beschikken over deze aantekening.
20
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
Aan de pedagogisch-didactische aantekening wordt grote waarde gehecht. Lectoraat Brandpreventie Naar aanleiding van de brand in het cellencomplex op Schiphol werd in opdracht van de Ministeries van BZK en VROM/WWI het Actieprogramma Brandveiligheid opgesteld. Het bewaken van het actieprogramma en het ondersteunen van de overheid bij het realiseren van de doelstellingen ervan, waren in 2009 de belangrijkste activiteiten van het lectoraat Brandpreventie. De belangrijkste speerpunten van het actieprogramma zijn: realiseren van doelkwantificering invulling geven aan risicobenadering bevorderen brandveiligheid in de woonomgeving. Doelkwanticering Op tal van beleidsterreinen zijn doelstellingen geformuleerd, die in concreet meetbare cijfers worden uitgedrukt. Denk hierbij aan doelstellingen op het terrein van milieuveiligheid, gezondheidszorg en verkeersveiligheid. Opmerkelijk is, dat brandveiligheid in dit rijtje niet voorkomt. We weten dus niet hoeveel doden en gewonden bij brand acceptabel worden geacht. Evenmin is er een bovengrens gesteld aan de materiële schade die jaarlijks door brand mag worden aangericht.
Het formuleren van doelstellingen op het terrein van brandveiligheid is gewenst. De lector Brandpreventie heeft het afgelopen jaar onderzoek gedaan naar wat het effect is geweest van doelkwantificering op andere beleidsterreinen. Een vraag die daarbij werd gesteld was bijvoorbeeld: wat was het effect van het invoeren van airbags op het aantal verkeersdoden? Ook heeft de lector onderzocht wat er in het buitenland gedaan wordt op het terrein van doelkwantificering bij brandveiligheid. De ambitie van de lector is, dat ook in Nederland doelstellingen op het terrein van brandveiligheid worden geformuleerd. Risicobenadering De rijksoverheid overweegt de brandveiligheidsregelgeving om te zetten van een effectgerichte benadering op basis van regels naar een risicogerichte benadering op basis van maatwerk, Fire Safety Engineering genoemd. Het lectoraat is mede initiator van deze kentering en doet onderzoek naar de consequenties hiervan. Naar aanleiding van Kamervragen begeleidde de lector, in samenwerking met de Hogeschool Leeuwarden en in opdracht van het Ministerie van VROM/WWI een onderzoek naar de risico's waardoor stalbranden kunnen ontstaan. Het lectoraat nam ook initiatieven die moeten leiden tot een goede samenwerking tussen de brandweer en de erfgoedsector. Met als doel: ons cultureel erfgoed beter beschermen tegen brand. Rookmelders kunnen veel leed en schade voorkomen. Maar hoeveel extra slachtoffers kun je voorkomen, wanneer een woning is voorzien van rookmelders en daarnaast ook van een onbrandbaar bankstel, een onbrandbare tv en onbrandbare
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
21
Jaarverslag 2009
matrassen? Uit diverse testbranden is gebleken dat een onschuldig prullenbakbrandje in enkele minuten kan uitgroeien tot een waar inferno, wanneer ook een brandbaar bankstel vlamvat. Zelfs wanneer rookmelders zijn gemonteerd is de kans om een dergelijke brand te overleven gering. Met name voor verminderd zelfredzamen. Bevorderen brandveiligheid in de woonomgeving Sinds 2008 doet het lectoraat onderzoek naar fatale woningbranden, in samenwerking met de afdeling onderzoek van het NIFV. De gegevens die onderzoeken van de lector opleveren vormen de basis van campagnes die onder meer worden gevoerd door de Nationale Brandpreventieweek. Als voorzitter van de Stichting Nationale Brandpreventieweek is de lector daar nadrukkelijk bij betrokken. Het onderzoek leverde interessante gegevens op, waaruit je bijvoorbeeld kunt concluderen met welke voorzieningen of maatregelen de brand voorkomen of beperkt had kunnen worden. Meerjarenonderzoek van fatale woningbranden is noodzakelijk om gefundeerde antwoorden te kunnen geven op vragen als: "Met welk percentage dring je het aantal slachtoffers terug wanneer alle woningen zijn voorzien van rookmelders?: En: "Met welk percentage wanneer daarnaast woningen zijn ingericht met onbrandbaar meubilair?" En: "Welke reductie van slachtoffers kan worden bereikt met (woning)sprinklers?" Het lectoraat trekt de initiatieven om te komen tot onbrandbaar meubilair en het toepassen van (woning)sprinklers.
Meerjarenonderzoek van fatale woningbranden is gewenst en noodzakelijk. Strategische reis brandweer De initiatieven van het lectoraat sluiten naadloos aan bij de 'Stragische reis brandweer' die de NVBR heeft uitgestippeld. De afgelopen jaren lag de focus vooral op repressie. De Strategische reis brandweer focust meer op preventie en op de vraagstukken die op het grensvlak liggen van preventie en repressie. De lector wordt door de NVBR betrokken bij deze vraagstukken. Bijvoorbeeld over aanrijdtijden brandweer, het uitrukken met vier man in plaats van met zes, het terugdringen van loze meldingen en de beheersbaarbaarheid van brand.
22
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
Portfolio Brandweeracademie Onderwijsmiddelen voor: manschappen bevelvoerders. Opleidingen Leergangen Brandweermanagement Master of Public Safety Commandant van dienst Hoofdofficier van dienst Adviseur gevaarlijke stoffen Officier van dienst Tactisch manager Adviseur beleid en bestuur Operationeel manager Specialist risico's en veiligheid Specialist planvorming en rampenbestrijding Specialist brandpreventie Specialist opleiden en oefenen Oefenen Operationele trainingen Oefeningen USAR Bijscholen NBC voor OVD Brandweer Praktisch meten Workshop Een nieuwe kijk op brandbestrijding
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
23
Jaarverslag 2009
5
GHOR Academie
Een roerig, maar stabiliserend jaar De GHOR Academie is hét loket voor opleidingen, oefeningen en kennis op het gebied van geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR). De GHOR Academie biedt ondersteuning aan alle spelers die een rol hebben in de geneeskundige hulpverlening in opgeschaalde vorm: van GGD tot ziekenhuis en van traumacentrum tot psychosociale hulpverlening. "Onderzoek of er in Nederland behoefte is aan een landelijke kennis- en opleidingsfunctie voor geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen." Zo luidde de opdracht van GHOR Nederland en het NIFV aan het onderzoeksbureau BOA Organisatieadvies. De belangrijkste bevinding uit het onderzoeksrapport was, dat hiervoor "brede support is te verwachten, mits de regie goed wordt georganiseerd en de organisatie goed is ingebed in het veld". Een brede taskforce bestaande uit stakeholders afkomstig uit het mono- en multidisciplinaire veld, aangevuld met vertegenwoordigers van de Bestuurscommissie GHOR (burgemeesters) en de departementen van VWS en BZK, is vervolgens aan de slag gegaan om nadere invulling te geven aan een programma en aan de context van zo'n opleidings- en kennisfunctie. Op basis van de aanbevelingen van de taskforce konden we in 2009 een gedegen meerjarenplan opstellen. Het meerjarenplan vormt een stevig fundament voor de GHOR Academie. Doelstellingen GHOR Academie 1 Het opzetten van een kenniscirkel, waarbij: a. kennis en ervaring via Infopunt Veiligheid, Kennisnet GHOR en Documentenbeheer GHOR effectief wordt ontsloten, gebundeld, beheerd en verspreid. b. in samenwerking met het RIVM een Lectoraat GHOR wordt gerealiseerd om nieuwe kennis vanuit de praktijk te ontwikkelen. Tevens wordt gezamenlijk met het RIVM en GGD Nederland ingezet op de realisatie van een Academische Werkplaats Crisisbeheersing OGZ. c. een kennis- en onderzoeksinfrastructuur wordt ontwikkeld en d. kennis wordt gebruikt om (op verzoek) zorg te dragen voor beleidsadvisering. 2 De GHOR Academie ontwikkelt a. een kennisinfrastructuur, waarmee b. een breed opleidingen-training-oefen (OTO) programma Crisisbeheersing voor GHORfunctionarissen en crisiscoördinatoren binnen zorginstellingen wordt samengesteld en uitgevoerd. Dit OTO-programma wordt tevens ingezet bij OTO van andere hulpverleningsorganisaties en openbaar bestuur daar waar het de GHOR-component en de multidisciplinaire samenwerking betreft. 3. De GHOR Academie blijft beperkt van omvang. De GHOR Academie beoogt met behulp van een groot netwerk in de keten van opgeschaalde zorg op het gebied van kennis en OTO de doelen te realiseren. Hiervoor participeert de GHOR Academie in de programmaraden van GHOR Nederland en draagt zij zorg voor afstemming met de koepels van zorginstellingen, universiteiten en onderzoeksinstituten en organisaties in de veiligheidsketen en het openbaar bestuur. De GHOR Academie realiseert voor kennis en OTO een geaccepteerde partner op het gebied van opgeschaalde geneeskundige zorg binnen de crisisbeheersing door samenwerking met het NIFV en experts uit het veld. 4. Voor verdere professionalisering van de keten van opgeschaalde zorg worden kwalificatieprofielen, kwaliteitseisen en een toetsingssystematiek ontwikkeld.
24
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
5. Tot slot beoogt de GHOR Academie haar continuïteit na 2015 te realiseren door structurele middelen te genereren op marktgerichte c.q. wettelijk toegestane naast wettelijke taken. Vraaggericht Deel uitmaken van de Raad van RGF'en, vast lid zijn van de Programmaraden OTO (Opleiden, trainen, oefenen) en Research en Development, uitstekende contacten hebben met de overige programmaraden en hun voorzitters (bestuursleden van GHOR Nederland): dat alles maakt dat we redelijk goed weten wat er in het land speelt, waaraan behoefte is en welke vragen er leven. Daar stemmen we ons jaarplan op af. Met onze kennis en ervaring hebben we inbreng in de beleidsvorming. De programmaraden en de Algemene Ledenvergadering stellen dat beleid vast en als vraaggerichte kennis- en OTO-organisatie voeren wij het uiteindelijk uit. Het verrichten van toegepast wetenschappelijk onderzoek is gewenst, omdat er een grote behoefte is aan evidence based praktijk. Daar spelen wij op in, door vraaggericht, maar mét het veld- practise based onderzoek op te zetten. Heel belangrijk is, dat onderzoeksresultaten worden terugvertaald naar protocollen, opleidingen, trainingen en oefeningen. De producten die voortkomen uit het project Vakbekwaamheid zijn op die manier al geborgd. In de komende jaren zal dat ook gebeuren met de overige producten. Verbinden Het met elkaar verbinden van alle initiatieven die worden of zijn ontwikkeld op het terrein van opgeschaalde zorg is een belangrijk doel van de GHOR Academie. Als voorbeeld noemen we rampenopvangplannen die Ziekenhuizen, GGD's, ambulancediensten en huisartsen binnen hun eigen kolom hebben opgesteld. De Wet veiligheidsregio's schrijft voor, dat de GHOR regio's convenanten moeten maken met alle partners ten tijde van opgeschaalde zorg. Dit betekent dat de GHOR ook de relatie moet leggen tussen de verschillende partners. De GHOR Academie doet in feite niets anders: wij helpen hen met het implementeren van hun eigen ZIROP (ziekenhuisrampenopvangplan) of GROP (GGD rampenopvangplan). Tegelijkertijd proberen we ook de partners horizontaal met elkaar te verbinden. Het proces van opschalen wordt daardoor beter geborgd.
Het met elkaar verbinden van initiatieven op het terrein van opgeschaalde zorg is een belangrijk doel van de GHOR Academie.
Infopunt Veiligheid: ook voor GHOR Het beantwoorden van vragen van professionals is een wettelijke taak van het NIFV. Het GHOR-veld blijkt nog onvoldoende bekend met de mogelijkheid dat ook GHORprofessionals met vragen of voor adviezen kunnen aankloppen bij Infopunt; een aandachtspunt waar we de komende tijd veel aandacht aan zullen besteden. Toch
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
25
Jaarverslag 2009
hebben een aantal GHOR-regio's, GHOR-bureaus en ook ziekenhuizen de weg naar Infopunt gevonden. Vragen die aan het infopunt worden voorgelegd gaan vooral over planvorming en preparatie. Een specifiek thema in het afgelopen jaar was het (concept) Landelijk protocol officier van dienst geneeskundig (LPO). Het werkdocument dat hiervoor is opgesteld zal in samenwerking met GHOR Nederland en Ambulancezorg Nederland worden gevalideerd zodat er uiteindelijk een Landelijk protocol OVD-G ontstaat. Antwoorden op vragen via Infopunt Veiligheid worden altijd voorgelegd aan experts op GHOR-gebied. Zolang echter nog discussie gevoerd wordt, bijvoorbeeld over protocollen en of die wel of niet geïmplementeerd kunnen worden, moeten we het antwoord op vragen schuldig blijven. Want juist ónze doelgroep hecht erg veel waarde aan valide en actuele informatie. Een belangrijk aandachtspunt is ook: aan onze doelgroep duidelijk maken dat aan Infopunt alle vragen over opgeschaalde zorg kunnen worden voorgelegd. Portfolio GHOR Academie Kennis GHOR Kennisnet Voorbereiding van het validatieproces Landelijk protocol OVD-G Vraagbeantwoording en advisering via Infopunt Veiligheid Kennisdeling door middel van ontwikkelen van kennisplatforms Opleiden Basismodule GHOR Officier van Dienst Geneeskundig (OVD-G) Operationeel Medewerker Actiecentrum GHOR (OMAC) Hoofd Sectie GHOR (HS GHOR) Hoofd Actiecentrum (HAC GHOR) Hoofd Gewondennest (HGN) Coördinator Gewondenvervoer (CGV) Cursus Chemisch besmette slachtoffers op de spoedeisende hulp (SEH) Maatwerkproducten Scholing Rijksheren IGZ Cursus 'Decontaminatie voor ambulanceverpleegkundigen en –chauffeurs RAV Zuid-Holland-Zuid' Ontwikkeltrajecten (eerste uitvoeringen 2010) Cursus Regionaal Geneeskundig Functionaris van Dienst Implementatiecursus GGD Rampenopvangplan (GROP) OVD-G Nascholing: BOB (beeld- oordeels en besluitvorming) en effectief overleg OVD-G Nascholing: Incidenten gevaarlijke stoffen
26
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
6
Academie voor Crisisbeheersing
Meer dan opleiden en oefenen alleen Adequate sturing van en goede voorbereiding op een incident, ramp of crisis zijn in een dichtbevolkt land als Nederland onontbeerlijk. De Academie voor Crisisbeheersing biedt ondersteuning in de vorm van opleidingen, trainingen, oefeningen, advies en kennisontwikkeling. In onze opleidingen, cursussen en workshops staan maatschappelijke vragen en concrete opleidingsbehoeften centraal. De Academie voor Crisisbeheersing is hét adres voor mono- en multidisciplinaire opleidingen, oefeningen en trainingen op operationeel, tactisch en strategisch niveau. Onze oefenexperts beschikken over uitgebreide kennis en ervaring. De digitale oefenmiddelen die zij inzetten, behoren tot de ‘state of the art’. Al onze opleidingen, trainingen en oefeningen bieden wij ook als maatwerk aan. In 2009 hebben we veel tijd en energie geïnvesteerd in een onderzoek naar de positie van onze academie in het veld van crisisbeheersing. Daarbij is ons duidelijk geworden dat van ons meer wordt verwacht dan alleen het verzorgen van opleidingen en oefeningen. Bij veel veiligheidsregio's in wording leven vragen over de inrichting van hun veiligheidsregio. Onze trainers-adviseurs zijn heel goed in staat daarin te adviseren. In de komende tijd zullen we onze focus ook in deze richting verleggen. Opleiden Ontwikkeltraject Procesmanager oefenen: oefenen is een vak Het ontwikkeltraject Procesmanager oefenen (PMO) is in opdracht van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) ontwikkeld. Wij voeren het sinds 2004 uit in samenwerking met PLATO (Universiteit Leiden) en Twynstra Gudde. Doel van het traject is: het vergroten van de professionaliteit in het oefenvakgebied bij die organisaties die zich met multidisciplinair oefenen bezig (gaan) houden. Doel van het traject is ook de netwerkvorming tussen disciplines en regio's te stimuleren. Om per traject een evenwichtige multidisciplinaire groep te kunnen samenstellen worden de deelnemers nadrukkelijk geselecteerd naar afkomst vanuit de discipline, regio en samenwerkende crisispartners. In 2009 werden voor het eerst drie ontwikkeltrajecten PMO uitgevoerd. Daardoor kon het netwerk van oefen- en opleidingsprofessionals zich met maar liefst 46 professionals verder uitbreiden. Het aantal disciplines dat het gedachtegoed Oefenen
Netwerk van opleidings- en oefenprofessionals breidt zich uit. als professie inmiddels uitgegroeid tot
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
kent, is vijftien.
27
Jaarverslag 2009
We zijn er trots op, dat we een handboek hebben kunnen schrijven over de in de loop der jaren opgedane inzichten en ervaringen op het gebied van multidisciplinair oefenen. Het handboek 'Oefenen als professie' verscheen eind 2009. Het is een handig naslagwerk voor iedereen die zich bezighoudt met, of meer wil weten over oefenen. Masterclass Evaluatoren Gecertificeerd evaluator mag je je noemen als je de Masterclass evaluatoren (MCE) na een stevig examen hebt afgerond. In het najaar van 2009 werd opnieuw een groep evaluatoren opgeleid. Dit keer voor het eerst onder de vlag van de Academie voor Crisisbeheersing. Daarnaast beheren we ook de pool van gecertificeerde evaluatoren (LME: Landelijk Multidisciplinair Evaluatieteam), die op verzoek kunnen worden ingezet bij multidisciplinaire oefeningen. In 2009 zijn de netwerken van LME en PMO aan elkaar gekoppeld. Ook verscheen de brochure ‘Oefenen als professie’ waarin de train-de-traineropleidingen PMO en MCE uitvoerig worden beschreven en waarin de samenhang tussen beide wordt uitgelegd in het studiehuis: oefengebonden functies. Van beide functies zijn kwalificatiedossiers opgesteld en beide worden als multidisciplinaire functies genoemd in het nieuwe Besluit personeel veiligheidsregio’s. De opleidingen PMO en MCE worden aanbevolen door het Centre of Excellence National Safety and Security (CENS2). Van MCDM naar MCPM Elf jaar lang heeft de opleiding Master of Crisis and Disaster Management (MCDM) crisismanagers voorbereid op hun taak ten tijde van een crisis, zwaar ongeval of calamiteit. Met succes: de waardering voor de opleiding was hoog. Van politiezijde was echter behoefte aan een masteropleiding waarin ook aandacht is voor openbare orde en gevaarbeheersing.
Veel belangstelling voor vernieuwde masteropleiding. Daarom sloegen NIFV en Politieacademie de handen ineen en creëerden een nieuwe multidisciplinaire master: de Master of Crisis and Public Order Management (MCPM). De Politieacademie kon door de samenwerking met het NIFV gebruik maken van de brede ervaring, opgedaan met de MCDM-opleiding. Hoewel delen van de nieuwe opleiding identiek zijn aan de MCDM-opleiding, zijn er ook veel verschillen. Niet alleen voor de deelnemers vanuit de politie, maar ook voor de deelnemers uit de andere kolommen. Het geweld tegen hulpverleners bijvoorbeeld neemt nog steeds toe; hoe ga je daar mee om? Of: hoe stelt de brandweer zich op bij grote evenementen? Dat zijn heel concrete zaken, waarop deze master inspeelt. Begin 2010 start de eerste MCPM-opleiding met acht politiefunctionarissen en zestien deelnemers met een andere achtergrond (onder meer brandweer, GHOR, ziekenhuis, waterschap, Openbaar Ministerie). Ontwikkeling multidisciplinaire opleidingen Lid COPI, Voorzitter COPI en
28
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
Voorzitter OT Vooruitlopend op de invoering van de Wet veiligheidregio’s heeft het Ministerie van BZK in 2009 aan CENS2 opdracht gegeven opleidingen te ontwikkelen voor de in deze wet genoemde functies. Deze opdracht is vanuit CENS2 neergelegd bij de drie samenwerkende instituten: de Politieacademie, de Nederlandse Defensie Academie en de Academie voor Crisisbeheersing (NIFV). Om een breed draagvlak te creëren zijn er zowel een multidisciplinaire klankbordgroep, een multidisciplinaire ontwikkelgroep als een zeer brede multidisciplinaire meeleesgroep gevormd. De curricula van deze opleidingen zullen medio 2010 worden opgeleverd. Cursussen Ook in 2009 verzorgden wij talloze basiscursussen Crisisbeheersing en Rampenbestrijding. Niet alleen voor de doelgroep gemeenten, maar ook en vooral voor de 'crisispartners', onder meer: Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat, waterschappen, NS ProRail, Defensie. Opmerkelijk was dat meerdere crisispartners aangaven dat de 'kerndiensten' (rood-wit-blauw-oranje) te weinig aandacht hebben voor de werkwijzen van de andere crisispartners. Wij signaleerden dat er toenemende belangstelling is voor maatwerkcursussen Crisisbeheersing en Rampenbestrijding voor gemeenten en voor cursussen en trainingen op het gebied van informatiemanagement, waaronder plotten, geoinformatie en verslagleggen. Trainen In 2009 hebben we trainingen georganiseerd voor de calamiteitenorganisatie van diverse instellingen zoals Saxion Hogescholen en, in nauwe samenwerking met de GHOR Academie, ook voor ziekenhuizen. Basisboek regionale crisisbeheersing Het Basisboek regionale crisisbeheersing voorziet in de behoefte aan actuele leerstof die aansluit bij nieuwe inzichten en de ontwikkelingen in wet- en regelgeving. Het boek is vooral geschreven voor functionarissen van de regionale crisisorganisatie maar is ook van nut voor andere crisispartners. Wij hebben het boek in 2009 opgeleverd; het zal begin 2010 verschijnen.
We spelen in op de vraag naar attractief en vernieuwend oefenen. Oefenen EU Floodex 2009 Een stormvloed in het Noordzeegebied. Delen van Duitsland, GrootBrittannië en Nederland staan onder water. Er is veel windschade, de Nederlandse rampenbestrijding is overvraagd en wordt ondersteund door (flood rescue) response modules uit Engeland, Polen, Estland en Duitsland. Dat was het scenario voor de oefening EU Floodex 2009. Een van onze medewerkers werd door het LOCC gevraagd de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor het Observer Programme. Binnen dit onderdeel viel onder andere een te organiseren Engelstalige opleiding Masterclass Evaluatoren en de evaluatie van de oefening. Zowel de opleiding als de evaluatie is tot grote tevredenheid van de opdrachtgever (het Ministerie van BZK) uitgevoerd. Uit deze opdracht vloeiden twee andere opdrachten voort: het verzorgen
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
29
Jaarverslag 2009
van MCE's en evaluaties voor een regionaal brandweerkorps in Engeland en voor het brandweeropleidings- en oefencentrum in Weeze (Duitsland). Nieuwe oefenmethode Op basis van de vraag naar attractief, vernieuwend oefenen hebben we, samen met een van de veiligheidsregio's, een nieuwe oefenmethode bedacht die als pilot in 2010 ervaring moet opleveren waar andere veiligheidsregio's hun voordeel mee kunnen doen. CENS2 Het Centre of Excellence National Safety and Security (CENS2) is een gezamenlijk initiatief van NIFV, Politieacademie en Nederlandse Defensie Academie. Het is een programma dat in gezamenlijkheid producten ontwikkelt. Daardoor ontstaan er betere en beter geïntegreerde producten dan wanneer iedere organisatie dat afzonderlijk zou doen. Wanneer de producten en diensten gereed zijn, worden ze uitgevoerd door deze instituten, in samenhang met andere partijen, om zo het multidisciplinaire karakter te benadrukken. Het CENS2-programma kent drie pijlers: opleiden, oefenen en kennis. De Academie voor Crisisbeheersing heeft het afgelopen jaar in de pijler Oefenen een voortrekkersrol vervuld. Wij hebben ingespeeld op vragen uit het veld, waaruit bleek dat er vooral behoefte is aan het meer en beter kunnen delen van kennis en ervaring en niet zozeer aan (nieuwe) producten. De kwaliteit van oefenen stond daarom centraal tijdens verschillende georganiseerde expertmeetings. ICT ondersteund oefenen - Virtueel Oefenen met NIFV-ADMS Dat het virtueel oefenen met NIFV-ADMS breed erkend wordt en dat de inzet ervan wordt ervaren als een vanzelfsprekendheid blijkt uit een enquête onder 400 gebruikers en oefencoördinatoren. In 2009 hebben we met vier organisaties meerjarencontracten voor het gebruik van NIFV-ADMS afgesloten en hebben we een bestaand contract verlengd. In samenwerking met het Office of Emergency Management New York, de universiteit Leiden en Brandweer Amsterdam-Amstelland werd de kwaliteit van het NIFV-ADMS verder verbeterd. Onder andere ten aanzien van de gebruiksvriendelijkheid, realistische beelden en incidentverloop als ook variatie in inzetmogelijkheden. - IDM In maart 2009 is de IDM Trainer in eigendom overgegaan van BZK naar het NIFV. De ingeslagen weg om IDM ook in te zetten voor andere trainingen dan trainingen voor OT’s werd in 2009 vervolgd. Gebleken is dat de IDM Trainer ook kon worden gebruikt bij landsgrensoverschrijdende oefeningen. Een nieuwe IDM-training die ontwikkeld werd is een training voor nieuwe, onervaren burgemeesters en locoburgemeesters. Dit is een training, die in samenwerking met het Genootschap van burgemeesters wordt gegeven. Kennis delen Expertmeetings
30
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
Onder de vlag van CENS2 hebben we enkele expertmeetings georganiseerd rond het thema 'leren van evaluaties van incidenten en oefeningen.' Deze expertmeetings hebben geleid tot: het benoemen van vijf principes die stimuleren dat hulpverleners van evaluaties leren een handreiking met praktische tips voor organisatoren van oefeningen en lessen voor de oefenpraktijk het benoemen van zes professionele standaarden voor evaluatieonderzoek. het initiatief van enkele gerenommeerde onderzoekers om een pamflet op te stellen met de professionele standaarden voor evaluatieonderzoek en de tien zuivere vragen die in elke evaluatie onderzocht moeten worden.
Zoeksysteem We hebben in samenwerking met CENS2 een zoeksysteem ontwikkeld waarbij oefendoelen het vertrekpunt zijn en waarin als zoekresultaten naar voren komen: oefenlocaties en ICT-ondersteunende hulpmiddelen waarmee die oefendoelen te bereiken zijn. Aan die zoekresultaten zijn ervaringen van eerdere gebruikers gekoppeld. Het zoeksysteem dat in 2010 wordt uitgetest bij een brede groep van gebruikers en leveranciers voldoet daarmee aan de CENS2 eis: het delen van elkaars ervaringen. MOTO-dossier Ten slotte hebben we het revitaliseren van multidisciplinaire oefenmiddelen ter hand genomen. Deze vormen nu vaak nog een statisch document, het MOTO-dossier (Multidisciplinair Opleiden, Trainen, Oefenen) van Infopunt Veiligheid. Advies en uitvoering Opleidings- en oefenbeleidsplan voor waterschap In 2008 stelden wij een meerjarenopleidings- en oefenbeleidsplan op, in opdracht van een van de waterschappen. Op basis daarvan hebben wij in 2009 een jaarprogramma geschreven en uitgevoerd. Evaluatiepunten uit 2008 zijn meegenomen in het jaarprogramma 2009. Zo werd nu eerst getraind en geoefend per functionaliteit. Daardoor kon later in teamoefeningen beter gepresteerd worden. Deze werkwijze geeft aan, dat het cyclisch oefenen maatwerk is en dat op basis van evaluaties telkens nagedacht moet worden over de juiste vervolgoefendoelen die aansluiten op het lerend vermogen van de organisatie en de betrokken functionarissen. Oefenbank multidisciplinair In opdracht van het ministerie van BZK hebben we de vernieuwde Oefenbank multidisciplinair geïntroduceerd bij de veiligheidsregio's. Via een besloten deel kunnen regiobeheerders zelf geplande oefeningen plaatsen in de database en, nadat de oefening is gehouden, draaiboeken, evaluatieverslagen en aanvullende informatie. Het NIFV beheert de oefenbank in overleg met vertegenwoordigers vanuit het landelijk overleg Multidisciplinair Opleiden, Trainen en Oefenen (MOTO). Wij hebben de veiligheidsregio's bezocht om de oefenbank te demonstreren en om samenwerkingsafspraken te maken. Van de 25 regio's hebben al 22 regio's hun medewerking toegezegd. De meeste regio's starten in 2010 met het invoeren van gegevens. Tunnel A2 Leidsche Rijn
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
31
Jaarverslag 2009
In 2008 en 2009 heeft de Academie voor Crisisbeheersing het voorzitterschap geleverd bij de scenarioanalyse van de tunnel A2 Leidsche Rijn bij Utrecht. De rapportage hebben we in 2009 opgeleverd. In het kader van de wetgeving is het nodig bij een nieuwe tunnel een scenarioanalyse uit te voeren. Dit geschiedt in een multidisciplinaire groep, bestaande uit onder andere Rijkswaterstaat, brandweer, politie, KLPD, GHOR en gemeente. Vitale sectoren De Wet veiligheidsregio's geeft aan dat een regionaal beleidsplan tevens een oefenplan dient te bevatten. Bovendien geeft de wet aan dat het beleidsplan moet zijn gebaseerd op een regionaal risicoprofiel. Bedrijven, behorend tot vitale sectoren, moeten uiteraard worden opgenomen in dit risicoprofiel. Het Veiligheidsberaad heeft daarom besloten om voor de vitale sectoren landelijke convenanten op te stellen opdat de samenwerking/afstemming tussen vitale sectoren en alle veiligheidsregio's uniform kan worden. Wij zijn in 2009 begonnen met het adviseren van veiligheidsregio's en vitale sectoren over hun rollen en samenhang van taken en bevoegdheden binnen crisisbeheersing. Daarnaast adviseren wij over meerjaren-OTO-beleids- en uitvoeringsplannen. Personal coaching In 2009 hebben we het traject van personal coaching verder vormgegeven en uitgevoerd. Personal coaching is een persoonlijke wijze van opleiden en advisering in combinatie met trainen. De doelgroep bestaat voornamelijk uit bestuurders en ambtenaren van gemeenten. Portfolio Academie voor Crisisbeheersing Opleidingen Master of Crisis and Public Order Management Train de trainer Masterclass Evaluatoren (MCE) Basismodule Crisisbeheersing en rampenbestrijding Cursus Crisisbeheersing BT/OT/COPI Plotter Omgaan met de media Juridische aspecten Effectief communiceren Basismodule OVD Oefeningen Bestuurlijke oefeningen Virtueel oefenen NIFV-ADMS Training Crisismanagementteams (IDM-Trainer) Ontwikkeltrajecten Procesmanager oefenen (train-de-trainer) Oefening Actiecentrum Trainingen voor (crisisteams van) vitale sectoren Bijscholingen Maatwerk Crisisbeheersing en rampenbestrijding Workshop Gemeentelijke processen Workshop Burgemeester en wethouders Oefenen met vitale sectoren Advies Personal coaching voor bestuurders en ambtenaren van gemeenten
32
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
Draaiboeken Oefenbank multidisciplinair Organiseren van expertmeetings over leren van oefeningen en incidenten en andere thema's op het terrein van de crisisbeheersing Kennisdossier Multidisciplinair Opleiden, Trainen en Oefenen (MOTO) als onderdeel van Infopunt Veiligheid Beheer Oefenbank multidisciplinair Landelijk Multidisciplinair Evaluatieteam (LME)
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
33
Jaarverslag 2009
7
Academie voor Leiderschap Veiligheidsregio's
Leiderschapsfilosofie geïmplementeerd De Academie voor Leiderschap Veiligheidsregio's ondersteunt strategische leiders bij hun zoektocht naar goed leiderschap. Een andere opdrachtgever De programma's van de Academie voor Leiderschap worden gefinancierd door het ministerie van BZK. Het is de bedoeling dat BZK het opdrachtgeverschap overdraagt aan het Veiligheidsberaad, zodra dit een wettelijke status heeft en hiervoor voldoende geëquipeerd is. Over de wijze waarop onze programma's in de toekomst gefinancierd zullen worden, heeft in het afgelopen jaar op bestuurlijke niveau veel overleg plaatsgevonden. Dat leidde tot onrust en onzekerheid. Dit heeft echter geen invloed gehad op de uitvoering van onze programma's. Die kregen, evenals in voorgaande jaren, een hoge waardering van de deelnemers. Filosofie geïmplementeerd In 2008 hebben we een filosofie voor leiderschap geformuleerd en gedeeld met onze doelgroep. Deze filosofie bleek in 2009 zeer bruikbaar bij het bouwen van programma's. Bij het verkennen van de verdiepingen in het Huis van Leiderschap ontdekten we witte vlekken. In de programma's 'De ziel van leiderschap' en 'Meesterlijk communiceren' worden de witte vlekken ingevuld. De pilot van het programma 'De ziel van leiderschap' oogstte in 2009 veel waardering. Voor het gelijknamige programma dat we in 2010 zullen verzorgen is veel belangstelling. Het nieuwe leiderschapsconcept Niet langer bieden de negen kerncompetenties van het LMD brandweer voldoende handvatten. Meer kwaliteiten zijn van belang, zoals authenticiteit, openheid, verbinding, reflectie en inspiratie. Het nieuwe leiderschap kent daarom vier dimensies waartussen de authentieke leider een goede balans moet zien te vinden: spiritueel leiderschap, fysiek leiderschap, emotioneel leiderschap en mentaal leiderschap. Wij trekken de vergelijking met een huis met verdiepingen. Het fysieke leiderschap vormt ‘de begane grond’, de verankering. Fysiek staat voor: goed in je vel zitten. Maar ook - in overdrachtelijke zin - goed in je werk zitten, vakkennis hebben, je organisatie op orde hebben. Op de verdieping daarboven huist de rationele component: oordeelsvorming. Op de derde verdieping is plaats voor de emotionele component. Moed hebben te laten zien wat je echt voelt, anderen ruimte geven je een spiegel voor te houden. De spirituele component ten slotte, vinden we op de bovenste verdieping. Als je weet wat voor jou wezenlijk en essentieel is in het leven kun je als leider beter mensen inspireren en motiveren. Via een trappenhuis staan de verdiepingen met elkaar in verbinding. Leiders moeten via de trappen regelmatig de verschillende verdiepingen bezoeken en zich op alle terreinen verder ontwikkelen.
34
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
Aansluiten bij onderwijsactiviteiten NIFV Beter aansluiten op de onderwijsactiviteiten van het NIFV. Dat was een van de doelstellingen voor 2009. Om deze doelstelling te realiseren voerden we structureel overleg met de manager van de Brandweeracademie. Dit leidde ertoe dat het aspect persoonlijke effectiviteit werd ingebouwd in de opleiding Docent. Wij werken binnen de Academie voor Leiderschap met een driehoek waarin drie aspecten van belang zijn: vakmanschap, het sturen van vakmanschap (het managerial aspect) en het aspect persoonlijke effectiviteit. Bij persoonlijke effectiviteit gaat het om vooral om zelfkennis, reflectievermogen, creativiteit en van daaruit in echte verbinding komen met anderen. Het beste 'instrument' voor effectief communiceren is daarbij 'jijzelf': de persoon achter de functionaris. Steeds meer blijkt authenticiteit de cruciale succesfactor te zijn voor leiderschap, veel meer dan vakmanschap of managerial vaardigheden.
Meer aandacht voor het aspect persoonlijke effectiviteit in leergangen. We gaan na of het aspect persoonlijke effectiviteit ook kan worden geïmplementeerd in andere opleidingen van de Brandweeracademie en in die van de Academie voor Crisisbeheersing en de GHOR Academie. Verbreding De doelstelling om onze doelgroep te verbreden naar de GHOR en de coördinerend gemeentesecretarissen is slechts ten dele gerealiseerd. Een verklaring hiervoor is, dat het GHOR-veld geen LMD-systeem kent en dat dus een vruchtbare voedingsbodem voor LMD-achtige ontwikkelingsactiviteiten ontbreekt. De groep coördinerend gemeentesecretarissen is zeer divers en kent evenmin een LMDsysteem. Het bleek lastig om deze doelgroep te interesseren voor onze programma's. Onderzoek naar leervoorkeuren Wij hebben in 2009, in samenwerking met een expert, onderzoek gedaan naar de leervoorkeuren van onze doelgroep. Dit onderzoek leverde interessante informatie op; niet alleen van belang voor onze programma's, maar ook voor opleidingen die door de andere academies worden verzorgd.
Onze doelgroep is wars van opleiden en oefenen. Wat bleek? Degenen die tot onze doelgroep behoren zijn wars van opleiden en oefenen. Zelf ontdekkingen doen in de praktijk, deelnemen aan de praktijk, de kunst van anderen afkijken: daar gaat hun absolute voorkeur naar uit. Rekening houden met leervoorkeuren betekent dus: minder boeken, minder frontale lessen, minder PowerPoint-sheets. En meer aandacht voor stages, voor de kwaliteit van leerwerkplekken en het stellen van eisen aan leerwerkplekbegeleiders. De constatering over de leervoorkeuren van onze doelgroep heeft uiteraard gevolgen voor de manier waarop we kijken naar het NIFV-brede opleidingspakket. We gaan onderzoeken in hoeverre we andere leerinterventies moeten aanbieden.
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
35
Jaarverslag 2009
Met voldoening constateerden we, dat de werkvormen van de huidige leertrajecten redelijk tot goed aansluiten bij de leervoorkeuren van de doelgroep. Tot de gesubsidieerde activiteiten van de Academie voor Leiderschap Veiligheidsregio's behoren individuele programma's en collectieve programma's. Tot de individuele programma's behoren trajectbegeleiding, coaching, een specifiek feedback arrangement en (maatwerk) individuele opleidingsprogramma's bij een extern opleidingsinstituut. Wij verzorgden in 2009 de volgende collectieve programma's: De ziel van leiderschap, een pelgrimstocht. Dit is een nieuw leertraject. Het thema is de zoektocht naar wat je werkelijk bezielt als mens en leider en om vanuit die bezieling een brug te slaan naar de dagelijkse zakelijkheid. Samen leidinggeven aan Nationale Veiligheid. Dit is een Multi action learning programma, dat in samenwerking met de SPL (School voor Politie Leiderschap) en de NLDA (Nederlandse Defensie Academie) wordt georganiseerd. Meesterlijk communiceren. Ook dit is een nieuw leertraject. Het thema is beter leren communiceren vanuit een rationele (vrijmoedig spreken in debat en dialoog) en emotionele (geweldloos communiceren) invalshoek. Persoonlijke en Functioneel Leiderschap. Intervisie leidinggevende vrouwen in de brandweer. In 2008 organiseerden we intervisiebijeenkomsten voor vrouwen die (nog) niet tot de strategische top van de brandweer behoren, maar deel uitmaken van de subtop. We faciliteerden het ontstaan van intervisiegroepen die in 2009 zelfstandig aan de slag konden. Gelet op het enthousiasme van de deelnemers is het wenselijk dit traject te continueren. Empathie Atelier Bestuurstafel met burgemeester Jorritsma Symposium. De opzet van het symposium dat we in 2009 organiseerden was anders dan de opzet van symposia in voorgaande jaren. We hebben werkvormen gekozen waarbij de deelnemers aan den lijve ondervonden wat het betekent om in beweging te komen: door middel van ruiken, proeven, voelen en luisteren zonder woorden te gebruiken. Deze werkvorm bleek verrassend goed aan te slaan bij de deelnemers.
Wat kunnen we doen om jonge ambitieuze officieren te blijven boeien? Talentmanager Naast het uitvoeren van trajecten en programma's die door het Ministerie van BZK worden gefinancierd ontplooiden wij ook andere activiteiten. Wij traden op als klankbord en facilitator voor een persoonlijkheidstraining voor jonge officieren. Dat deden wij in opdracht van vijf regio's in het zuidwesten van Nederland. Bij de opzet van deze training stond de vraag "wat kunnen we eraan doen om jonge, ambitieuze officieren te blijven boeien?" centraal. Twaalf officieren volgden een programma Interregionale talentmanager, waarin persoonlijke effectiviteit in brede zin centraal stond. En met succes. De helft heeft inmiddels een andere functie binnen de brandweerorganisatie.
36
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
Teamcoaching RRC Een van de nevenactiviteiten van de Academie voor Leiderschap Veiligheidsregio's was het organiseren van een meerdaagse teamcoaching voor de Raad van Regionaal Commandanten (RRC). In 2008 hebben we voor de RRC een programma ontwikkeld dat aansluit bij de collectieve leiderschap ontwikkeling en de betreffende strategische agenda in een tijd van globalisering. Na overleg met de voorzitter van de RRC heeft deze leergang een sterk maatwerkkarakter gekregen. Na een vertraagde start in 2008 zijn er in 2009 drie leerbijeenkomsten geweest. Portfolio Academie voor Leiderschap Veiligheidsregio's Individuele programma's: trajectbegeleiding, coaching, feedback arrangement, individuele opleidingsprogramma's Collectieve programma's Jaarlijks symposium
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
37
Jaarverslag 2009
8
Leiderschap
Daadkracht en betrokkenheid Goed leiderschap is essentieel voor het realiseren van de ambities en de doelen van het NIFV. Kenmerkend voor goed leiderschap vinden wij: daadkracht op basis van commitment met de missie, visie en strategie van het NIFV: koersbepalend, met oog voor de buitenwereld voorbeeldgedrag van managers in woord en daad coachend leiderschap en people management outputsturing als norm voor leidinggevenden en medewerkers aanspreekbaar zijn op resultaten, stimuleren van betrokkenheid en mobiliseren van kwaliteiten en competenties van de NIFV-medewerkers zichtbaar zijn: open en toegankelijk leiderschap. De betrokkenheid van managers komt tot uiting in: goede communicatie tussen managers en medewerkers en toegankelijkheid van managers voorbeeldgedrag van managers - op basis van de kernwaarden van het NIFV - in woord en daad, dat blijkt uit heldere afspraken met medewerkers over de te bereiken resultaten persoonlijk contact met opdrachtgevers, klanten en leveranciers deelname aan interne audits het volgen en zelf geven van opleidingen het bevorderen en bewaken van een integere NIFV-organisatie. Binnen het NIFV bevorderen wij een cultuur waarin iedereen door kennis, houding en gedrag onderstreept dat excellente bedrijfsvoering de basis is van succes. Dit vindt bijvoorbeeld plaats door: het gebruiken van prestatie-indicatoren bij verbeteracties het evalueren van leergangen, modules en cursussen het opzetten van afdelingsoverstijgende projecten, waarbij deze projecten zwaarder wegen dan projecten op de eigen werkplek het behandelen van leveranciers en klanten als partners, vanuit het besef dat het gaat om continue verbetering van de kwaliteit van de gehele keten het benadrukken dat het NIFV voldoet aan de verplichtingen die het heeft aan de samenleving. Strategische MT-sessies Jaarlijks worden strategische MT-sessies gehouden. Deze hebben tot doel de langetermijnambities van het NIFV te bespreken, gezamenlijk ideeën en kennis uit te wisselen en thema’s te behandelen zoals strategische verkenning en scenarioplanning. In 2009 werden drie van deze bijeenkomsten georganiseerd.
38
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
9
Middelen en processen
Efficiënt en effectief Middelen In dit hoofdstuk gaan we in op de wijze waarop we informatie en technologie, de financiële en technische middelen efficiënt en effectief inzetten. Middelenmanagement geeft de criteria op grond waarvan is te beoordelen of het NIFV de ter beschikking staande middelen effectief inzet om zijn doelstellingen te realiseren. De relatie met het organisatiegebied Management van processen is duidelijk aanwezig, omdat de middelen alleen ingezet kunnen worden via de processen. Financiële middelen Continuering van een financieel gezonde huishouding was de doelstelling van ons financieel beleid in 2009. Dat vroeg om: strakke sturing op projectbudgetten door projectleiders outputsturing per afdeling/programma aan de hand van de Business Balanced Scorecard (BBSC) verdere verbetering van managementinformatievoorziening gebruik van kengetallen als middel voor resultaatverbetering toepassing van voor- en nacalculatie voor alle projecten. Het management control proces van het NIFV bestaat uit de volgende stappen: jaarplan en begroting jaarplannen en budgetten per onderdeel afspraken met managers planningsafspraken met medewerkers rapportage op jaarplan van het NIFV rapportage op jaarplannen en budgetten per onderdeel voortgangsbesprekingen directeur met afdelingsmanagers voortgangsbesprekingen afdelingsmanagers met medewerkers. In
de voortgangsbesprekingen hanteren we een vaste agenda: orderportefeuille/werkpakket personeel/bemanning urenverantwoording en productiviteit klanten en klanttevredenheid budget versus realisatie forecast.
Dit
proces wordt ondersteund door: een Business Balanced Scorecard (BBSC) voor het NIFV totaal en per onderdeel financiële rapportages per onderdeel per maand een tijdlijn met de data van de bovengenoemde voortgangsbesprekingen korte verslagen van de voortgangsbesprekingen.
Risicoanalyses Wij stellen risicoanalyses op, die we gebruiken om in het kader van risicomanagement de juiste maatregelen te nemen om deze risico's te mitigeren.
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
39
Jaarverslag 2009
Informatisering en automatisering Ons informatiebeleid is gebaseerd op de informatiepiramide waarbij de BBSC centraal staat. Het hoogste niveau van de informatiepiramide geeft informatie van strategisch niveau voor het management van het NIFV. Op tactisch niveau richt het informatiebeleid zich op het delen van kennis. Op operationeel niveau is het gericht op het effectief en efficiënt kunnen uitvoeren van de operationele processen (offreren, verkopen, uitvoeren van opleidingen/trainingen/onderzoeken, uitgeven van boeken, facturering). Ons technologiebeleid is gericht op het ondersteunen van het informatiebeleid. Via de basisstructuur worden drie categorieën toepassingen aangeboden: standaard werkplekvoorzieningen op eindstations systemen die worden ingezet in het primaire productieproces systemen die worden ingezet ter ondersteuning van de bedrijfsvoering. Nieuw in 2009 Projectmanagement Van een (externe) expert heeft een werkgroep, bestaande uit een geselecteerd aantal medewerkers, veel geleerd over projectmanagement. De werkgroep heeft voorstellen geformuleerd die moeten leiden tot verbetering van het projectmanagement binnen het NIFV. Deze voorstellen hadden betrekking op het gebruik van standaardformats, capaciteitsplanning en de rol van de projectmanager. Huisvesting Optimalisatie van de gebruiksmogelijkheden van het gebouw waarin wij gehuisvest zijn is dringend gewenst. Voor dat doel hebben we een langetermijnhuisvestingsplan opgesteld. Daarbij heeft een extern bureau ons geadviseerd. Vooral nu besloten is dat de bureaus van het Veiligheidsberaad en GHOR Nederland in ons gebouw ondergebracht zullen worden, is enige haast bij de uitvoering van dit plan geboden. Begin 2010 zal worden besloten of we extra ruimte creëren door opdracht te geven tot de verbouwing van twee van de vier torens of door een aantal hotelkamers te verbouwen tot werkplekken. Verbouwing foyer De foyer van het NIFV is de ruimte waar onze gasten elkaar ontmoeten, met elkaar in gesprek gaan en kennis en ervaring uitwisselen. De foyer heeft dus een belangrijke functie. In 2009 hebben we de inrichting van de foyer gemoderniseerd. Met nieuw meubilair, nieuwe stoffering, nieuwe verlichting en de beschikbaarheid van draadloos internet voldoet de ruimte nu aan de eisen van deze tijd. Archivering Als zelfstandig bestuursorgaan dient onze archivering te voldoen aan de eisen die de Erfgoedinspectie daaraan stelt. In 2009 zijn daartoe belangrijke stappen gezet: de beheersregeling werd door het bestuur vastgesteld, de basisselectielijst werd ter goedkeuring aan het Nationaal Archief voorgelegd en elke afdeling en academie maakte op uniforme wijze bestandsoverzichten. Communicatie naar Informatie Het besluit om de 'poot' Communicatie onder te brengen bij de afdeling Informatie begon in 2009 zijn vruchten af te werpen. De al jarenlang gewenste standaardisatie van producten is ermee bereikt.
40
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
Cursistenadministratiesysteem In 2009 hebben we besloten het cursistenadministratiesysteem te vervangen door een nieuw systeem. Dit zal in 2010 worden geïmplementeerd. Bedrijfsbureau Brandweeracademie Het bedrijfsbureau is geherstructureerd. Rond de bijscholingsproducten zijn clusters gevormd: groepjes medewerkers die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor alle werkzaamheden die samenhangen met bijscholingen. Voor medewerkers van het bedrijfsbureau is een scholingstraject gestart. Vragen als: "Hoe kun je de kernwaarden van de Brandweeracademie (dienstbaarheid, klantgerichtheid) vertalen in zichtbaar gedrag?" staan daarin centraal. Het gaat om zaken als: hoe behandel je een telefonisch gestelde vraag, hoe ga je om met brieven, hoe bel je een klant terug.
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
41
Jaarverslag 2009
10
Personeel, klanten, maatschappij: waardering
People, planet, profit Onze verantwoordelijkheid gaat verder dan het vergroten van fysieke veiligheid. We streven naar continuïteit van bedrijfsvoering op een verantwoorde wijze waarbij respect voor onszelf en onze omgeving centraal staan en we streven naar duurzame ontwikkeling. Maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) betekent voor ons, dat er een goede balans bestaat tussen de gebieden People, Planet en Profit binnen onze organisatie en de omgeving waaraan wij ons bestaansrecht ontlenen. De belangrijkste uitgangspunten die we daarbij hanteren zijn: respect voor mens en omgeving (People) duurzaam en minimale milieubelasting (Planet) verantwoordelijk omgaan met continuïteit (Profit). Respect voor mens en omgeving Mensen vormen onze organisatie en haar omgeving en zijn daarom essentieel in ons beleid op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Daarin draagt het NIFV zorg voor goed werkgeverschap op een verschillend aantal gebieden, maar wordt ook van medewerkers gevraagd dat zij een actieve bijdrage leveren. Belangrijke aandachtsgebieden op de People-kant van MVO zijn binnen het NIFV de onderwerpen integriteit, veiligheid en gezondheid, ontwikkeling van medewerkers en maatschappelijke betrokkenheid. Gedragscode integriteit In 2008 is er binnen het NIFV een gedragscode Integriteit opgesteld die geldend is voor de gehele organisatie. Daarin zijn kernwaarden en de normen en spelregels voor gedrag vastgesteld. De gedragscode behandelt ook de maatregelen en voorzieningen die door het NIFV zijn getroffen om medewerkers daarbij te ondersteunen. Daarnaast gedragen medewerkers van het NIFV zich ‘zoals een goed ambtenaar betaamt’. Daar wordt door alle medewerkers de eed of belofte voor afgelegd, deze zijn opgenomen in personeelsdossiers. Veiligheid en gezondheid Veiligheid is een van onze belangrijkste kernwaarden. Op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen vertaalt dit zich in een verantwoordelijkheid naar medewerkers toe, maar ook in een stuk verantwoordelijkheid van de medewerkers zelf om veiligheid een prominente plek te geven in hun dagelijkse praktijk. In het arbobeleid van het NIFV zijn de belangrijkste onderwerpen opgenomen die de interne organisatie betreffen. Er wordt een risicoinventarisatie en -evaluatie uitgevoerd om risico’s vast te stellen en maatregelen te formuleren. Daarnaast worden er door de BHV-organisatie periodiek ontruimingsoefeningen georganiseerd. Om de gezondheid van medewerkers te stimuleren is er binnen de organisatie de mogelijkheid om aan lichaamsbeweging te doen in de fitnessruimte die gratis ter beschikking wordt gesteld. In het bedrijfsrestaurant worden in dat kader producten aangeboden die voorzien zijn van het ‘Ik kies bewust’-label. Doelstelling van het NIFV is om ziekteverzuim zoveel mogelijk terug te dringen en dit jaarlijks niet boven de 5% uit te laten komen.
42
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
Ontwikkeling van medewerkers Wij formuleren een HRM-beleid dat voorwaarden schept voor medewerkers om zich te kunnen ontplooien en een optimale bijdrage te kunnen leveren aan de taken en opdrachten waarvoor wij staan. Daarin is een belangrijk uitgangspunt dat het NIFV zich kenmerkt als een uitdagend en aantrekkelijk werkgever. Medewerkers worden goede arbeidsvoorwaarden geboden naast het recht op ontwikkeling, ontplooiing en invloed binnen de organisatie. Over ontwikkeling worden jaarlijks met iedere medewerker afspraken gemaakt in het PEP gesprek. Hoofddoelstelling van het HRM beleid is het creëren van een zo optimaal mogelijke afstemming tussen ontplooiing en persoonlijke groei van de individuele medewerker in een prikkelende omgeving en resulterend in de verwezenlijking van de organisatiedoelstellingen. Maatschappelijke betrokkenheid De kerntaken van het NIFV zijn maatschappelijk van aard. De organisatie is in die zin intrinsiek maatschappelijk betrokken. Het NIFV is rechtstreeks betrokken bij organisaties die zich inzetten voor bijvoorbeeld brandbestrijding en inzet bij rampen in binnen- en buitenland. Daarnaast bestaan er verschillende initiatieven waar het NIFV actief in participeert om een bijdrage te leveren aan het welzijn van de maatschappij. Voorbeelden zijn deelname in het bestuur van de Stichting Nationale Brandpreventieweek en het Nationaal Brandweer Documentatiecentrum.
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
43
Jaarverslag 2009
Duurzaam en minimale milieubelasting (Planet) Minimaliseren CO2-uitstoot De belangrijkste onderwerpen binnen het NIFV op het gebied van Planet zijn het minimaliseren van de CO2-uitstoot en het duurzaam inkopen van producten en diensten door het NIFV. In 2009 hebben wij een CO2-jaarrekening op laten stellen waarmee we inzicht hebben verkregen in de CO2-uitstoot en de veroorzakers daarvan. In dat jaar zijn we overgegaan op groene stroom en op aardgasverbruik in plaats van het gebruik van propaangas. Dit heeft geleid tot een reductie van de CO2 uitstoot van 999 ton CO2 naar 671 ton CO2. In de toekomst zal een verdere verlaging van de milieubelasting worden nagestreefd. Een maximale CO2-uitstoot van 574 ton lijkt haalbaar. Uitstoot door vervoer vormt het grootste aandeel in de CO2-uitstoot. Wij zullen in de toekomst overschakelen op voertuigen die het energielabel A, B of C dragen. Ook is er binnen de organisatie reeds sprake van afvalscheiding. Daarnaast zal ieder jaar besloten worden welke maatregelen worden ingevoerd om een verdere verlaging van de CO2-uitstoot te realiseren. De jaarlijkse reductiedoelstelling op het gebied van CO2-uitstoot bedraagt 5%. Duurzaam inkopen Een ander focusgebied is duurzaam inkopen. In onze algemene voorwaarden zijn duurzaamheidscriteria opgenomen en ook in de leveranciersselectie speelt duurzaamheid in toenemende mate een rol. Daarbij is het wel van belang dat deze criteria niet ten koste gaan van de functionaliteit en de operationele uitvoering binnen de organisatie. Wij streven naar 100% duurzaam inkopen binnen ondersteunende producten en diensten. Verantwoordelijk omgaan met continuïteit (Profit) Het NIFV heeft geen winstdoelstelling en streeft naar continuïteit op een verantwoorde wijze. Onze dienstverlening kenmerkt zich door interactie en samenwerking met partners in binnen- en buitenland, waarbij wij als toonaangevend kennisinstituut nieuw verworven vakkennis direct benutten ter voortdurende verbetering van onze producten en diensten. Om de continuïteit op een verantwoorde wijze te waarborgen meten we onze klanttevredenheid, evalueren we onze docenten en voeren we een gedegen financieel beleid. In het algemeen geldt dat alle initiatieven binnen het NIFV worden getoetst aan het criterium continuïteit, ook die op het gebied van People en Planet. Klanttevredenheid De managers van de afdelingen en academies toetsen structureel de tevredenheid van hun klanten. De uitkomsten van evaluaties stellen ons in staat onszelf te verbeteren en nog beter aan te sluiten op behoeften en verwachtingen uit de markt. Zodoende waarborgen we continuïteit. Onze doelstelling bij klanttevredenheidsonderzoeken is een score die groter of gelijk is aan 7,5 op een schaal van 10. Evaluatie van docenten Onze docenten vormen een belangrijk uithangbord voor het NIFV en dragen in belangrijke mate bij aan de continuïteit van de organisatie. Om kwaliteit te bewaren en onze klanten aan ons te binden worden de 300 gastdocenten die we jaarlijks inzetten structureel geëvalueerd.
44
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
Gedegen financieel beleid Om continuïteit op een verantwoorde wijze te garanderen ligt er binnen onze organisatie grote nadruk op gedegen financieel beleid zoals vastgelegd in de planning & control cyclus van het NIFV. Jaarlijkse plannen worden opgesteld en per kwartaal worden reviews met de afdelingen gedaan. Daarbij zijn de belangrijkste doelstellingen dat er sprake is van break even resultaat en voldoende solvabiliteit. Een belangrijke basis op het gebied van financiering is neergelegd in het treasury statuut van het NIFV. Het treasury statuut geldt als een gedragscode als het gaat om het nemen van beslissingen op het gebied van ondernemingsfinanciering, beheersing van renterisico’s, liquiditeitenbeheer en organisatie van de financiële logistiek. Ook wordt een actief risicomanagement gevoerd om er voor te zorgen dat het NIFV risico’s expliciet maakt en beheerst. Risico’s worden periodiek geïnventariseerd en besproken.
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
45
Jaarverslag 2009
11
Jaarrekening 2009
Het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra is per 1 januari 1996 opgericht, bij de wet van 6 december 1995, houdende wijziging van de Brandweerwet 1985 in verband met de oprichting van het Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding. Grondslagen van consolidatie De geconsolideerde jaarrekening omvat de financiële gegevens van het NIFV en zijn deelnemingen. Alle significante onderlinge schulden, vorderingen en onderlinge transacties zijn geëlimineerd in de geconsolideerde jaarrekening. Het aandeel van derden in het geconsolideerde resultaat en groepsvermogen is verantwoord onder 'belang derden'. Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Voor zover niet anders vermeld zijn activa en passiva gewaardeerd tegen nominale waarde. Baten en lasten Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. De 'percentage of completion' methode wordt gehanteerd voor de leergangen Brandweermanagement en de overige langlopende opleidingen. De resultaten van de overige projecten worden verantwoord bij afronding van een project omdat deze projecten een korte doorlooptijd hebben of resultaat neutraal zijn. Immateriële vaste activa De op de balans van het NIFV opgenomen immateriële vaste activa hebben betrekking op software en licenties en geactiveerde ontwikkelkosten voor publicaties en leergangen. Deze zijn gewaardeerd tegen de direct toewijsbare kosten. Amortisatie van de geactiveerde ontwikkelkosten voor de publicaties vindt plaats op basis van de lineaire methode op basis van het aantal gedrukte boeken. Amortisatie van geactiveerde kosten voor de leergangen vindt plaats op jaarbasis (2 of 3 jaar). Voor de overige immateriële vaste activa vindt afschrijving plaats op basis van afschrijvingspercentages per jaar (voor ADMS-software: 16,7%, voor overige software: 33,3%). Materiële vaste activa De bedrijfsgebouwen en terreinen, machines en installaties en andere vaste bedrijfsmiddelen worden gewaardeerd tegen aanschaffingsprijs (verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs) verminderd met de daarop van toepassing zijnde afschrijvingen, dan wel lagere bedrijfswaarde. Terrein en pand Kemperbergerweg zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs zoals overeengekomen bij de instelling van het NIFV per 1 januari 1996, vermeerderd met de investeringen en verminderd met de afschrijvingen sindsdien. De afschrijvingen zijn berekend volgens de lineaire methode op basis van de bedrijfseconomisch verantwoord geachte gebruiksduur; er wordt geen rekening gehouden met een eventuele restwaarde. Investeringen worden geactiveerd indien zij meer bedragen dan € 500. De volgende afschrijvingspercentages zijn gehanteerd: Stenen 3,33% Dak 6,67%
46
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
Installaties Schilderwerk/stoffering Hardware en software Machines en installaties Inventarissen Hulpverleningsvoertuig Vervoermiddelen
6,67% 14,3% 20% - 33,3% 10% - 12,5% 10% - 20% 6,67% 10% - 25%
Het NIFV mag de panden pas vervreemden of bezwaren na verkregen toestemming van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de minister van Financiën en de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (Rijksgebouwendienst). Bij eventuele opheffing van het NIFV worden de panden om niet aan de Staat overgedragen. Voorraden De voorraad lesmateriaal wordt gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs (kosten extern drukwerk) of lagere marktwaarde. De onderhanden projecten worden gewaardeerd tegen integrale kostprijs verminderd met de aan de opdrachtgever gefactureerde termijnen. In de kostprijs is een toeslag voor indirecte kosten opgenomen. Verliezen op lopende projecten worden op het onderhanden werk in mindering gebracht. Resultaatneming vindt plaats naar rato van de voortgang van de opleidingen en leergangen op basis van de 'percentage of completion' methode. De resultaten van de overige projecten worden verantwoord bij afronding van een project omdat deze projecten een korte doorlooptijd hebben of resultaat neutraal zijn. Onderhanden projecten in eigen beheer zijn gewaardeerd tegen direct toewijsbare kosten. Vorderingen Vorderingen worden gewaardeerd op de nominale waarde onder aftrek van een voorziening voor oninbaarheid. Niet in de balans opgenomen verplichtingen Per 1 januari 2011 zal de Landelijke Faciliteit Rampenbestrijding worden overgenomen door het NIFV. De verwachting is, dat deze overname geen consequenties heeft voor de vermogenspositie van het NIFV.
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
47
Jaarverslag 2009
Geconsolideerde balans per 31 december 2009 (in duizenden euro's) 2009
2008
4.745 1.361
5.185 1.509
6.106
6.694
769 5.685 14.796
342 4.104 16.385
Totaal vlottende activa
21.250
20.831
Totaal activa
27.356
27.525
4.056 480 982 10.694
4.056 1.792 1.073 9.960
16.212
16.881
437
462
16.649
17.343
10.707
10.182
27.356
27.525
Activa Vaste activa Materiële vaste activa Immateriële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen
Passiva Eigen vermogen Startvermogen Algemene reserve Wettelijke reserve Bestemde reserve Totaal eigen vermogen Belang derden Totaal groepsvermogen Kortlopende schulden
Totaal passiva
48
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
Geconsolideerde winst- en verliesrekening 2009 (in duizenden euro's)
Baten Rijksbijdragen Subsidies Overige opbrengsten
Lasten Personeelskosten Salarissen voltijd officiersopleidingen Huisvestingskosten Materiële lasten Leveranties door derden
Bedrijfsresultaat Financiële baten & lasten
Belastingen
Belang derden Netto resultaat
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
2009
2008
2.119 4.413 21.176
2.731 4.993 20.230
27.708
27.954
14.206
11.977
273 1.426 2.884 8.899
847 1.389 3.081 8.742
27.688
26.036
20
1.918
232
625
252
2.543
516
577
(264)
1.966
405
455
(669)
1.511
49
Jaarverslag 2009
Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2009 (in duizenden euro's)
2009
2008
(669) 1.801 (22) (1.554) 93 (25)
1.511 1.506 33 1.047 (3.282) 52
(376)
867
(1.470)
(2.097)
257
96
Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
(1.213)
(2.001)
Totaal netto kasstroom
(1.589)
(1.134)
16.385
17.519
14.796
16.385
Kasstroom uit operationele activiteiten Nettoresultaat Afschrijvingen Mutatie in voorraden Mutatie in vorderingen Mutatie in kortlopende schulden Mutatie in aandeel derden Totaal Kasstroom uit operationele activiteiten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in (im)materiële vaste activa Desinvesteringen/ afschrijving desinvesteringen materiële vaste activa
Liquide middelen per 1 januari Liquide middelen per 31 december
50
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
Toelichting op de geconsolideerde balans (in duizenden euro's) Materiële vaste activa
Balans per 1- 1- 2009 Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijving Boekwaarde Mutaties Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen desinvesteringen Afschrijvingen Waardeverminderingen
Balans per 31 - 12 - 2009 2009december 2009 Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijving Boekwaarde
Gebouwen en terreinen
Vervoermiddelen
Machines en installaties
8.301 8.301 (5.148) (5.148) 3.153
1.501 (1.048) 453
929 929 (600) (600) 329
213 213 --(531) (531) (202) (202) (520)
282 (377) 326 (230) --
41 41 --(70) (70) --
546 (5) 1 (434) --
1
(29)
108
8.514 8.514 (5.881) (5.881) 2.633
1.406 (952)
970 970 (670) (670) 300
Software/ Licenties
Geactiveerde ontwikkelkosten
Totaal
1.322 (886)
1.073 --
2.395 (886)
436
1.073
1.509
88 --(145)
300 --(391)
388 --(536)
(57)
(91)
(148)
1.410 (1.031)
1.373 (391)
2.783 (1.422)
379
982
1.361
454
Materieel en inventarissen
Totaal
15.564 4.833 15.564 (3.583) (10.379) (10.379) 1.250 5.185
1.082 (382) (382) 327 (1.265) (1.265) (202) (202) (440)
16.264 5.374 16.264 (4.016) (11.519) (11.519) 1.358 4.745
Immateriële vaste activa
Balans per 1 - 1- 2009 Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijving Boekwaarde Mutaties Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen desinvesteringen Afschrijvingen
Balans per 31 - 12 -2009 Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijving Boekwaarde
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
51
Jaarverslag 2009
Toelichting op de geconsolideerde balans (in duizenden euro's) 2009
2008
Voorraden Voorraad lesmateriaal Onderhanden projecten in opdracht van derden Onderhanden projecten voor eigen rekening
294 299 176
272 20 50
769
342
3.943 1.743
3.023 1.081
5.686
4.104
7.999 6.797
11.500 4.885
14.796
16.385
Vorderingen Debiteuren Overige vorderingen
Liquide middelen Deposito's Bank/kas
52
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
oelichting op de geconsolideerde balans in duizenden euro's)
Eigen vermogen Startvermogen
Balans per per 31 december 2007
Algemene reserve
4.056
Mutaties Activering ontwikkelkosten publicaties en leergangen Brandweermanagement Resultaat Bestemming resultaat
Balans per 31 december 2008
4.056
Mutaties bestemde reserve bedrijfsrisico's en private activiteiten Activering ontwikkelkosten publicaties en leergangen Brandweermanagement Afschrijving ontwikkelkosten publicaties en leergangen Brandweermanagement Resultaat Bestemming resultaat
Balans per 31 december 2009
1.355
Wettelijke reserve
Bestemde reserve bedrijfsrisico's en private activiteiten
Totaal vermogen
--
9.959
15.370
1.288
-1.511 --
11.247
16.881
(1.700)
--
(1.073) 1.511 (1.288)
1.073
505
1.073
1.700
4.056
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
(300)
300
--
391 (669) (1.147)
(391) 1.147
-(669) --
480
982
10.694
16.212
53
Jaarverslag 2009
Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening (in duizenden euro's)
Personeelskosten Lonen en Salarissen Sociale lasten/pensioenkosten Uitzendkrachten/detachering Overige personeelskosten Reis- en verblijfkosten
2009
2008
8.246 1.859 2.537 1.148 416
7.687 1.697 1.963 268 362
14.206
11.977
599 150 169 146 362
588 190 166 86 359
1.426
1.389
508 2.376
614 2.467
2.884
3.081
6.105 399 2.395
6.500 389 1.853
8.899
8.742
Huisvestingskosten Afschrijvingen Energie Schoonmaken Onderhoud gebouwen en terreinen Overige huisvestingskosten
Materiële lasten Afschrijvingen Overige materiële lasten
Leveranties door derden Diensten, gastdocenten, externe deskundigen Catering Drukkosten les- en leermiddelen
54
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
Accountantsverklaring Aan: Het bestuur van het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra Opdracht Wij hebben gecontroleerd of de in dit verslag opgenomen verkorte geconsolideerde jaarrekening 2009 van het Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra (hierna: NIFV) te Arnhem over 2009 op de juiste wijze is ontleend aan de door ons gecontroleerde jaarrekening 2009 van het NIFV. Bij die jaarrekening hebben wij op 26 maart 2010 een goedkeurende accountantsverklaring verstrekt. Het bestuur van het NIFV is verantwoordelijk voor het opstellen van de verkorte geconsolideerde jaarrekening 2009 in overeenstemming met de grondslagen zoals gehanteerd in de jaarrekening 2009 van het NIFV. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de verkorte geconsolideerde jaarrekening 2009 te verstrekken. Werkzaamheden Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. Dienovereenkomstig dienen wij onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de verkorte geconsolideerde jaarrekening 2009 op de juiste wijze is ontleend aan de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel is de verkorte geconsolideerde jaarrekening 2009 in alle van materieel belang zijnde aspecten op de juiste wijze ontleend aan de jaarrekening. Toelichting Wij vestigen er de aandacht op dat voor het inzicht dat vereist is voor een verantwoorde oordeelsvorming omtrent de financiële positie en de resultaten van het NIFV en voor een toereikend inzicht in de reikwijdte van onze controle de verkorte geconsolideerde jaarrekening 2009 dient te worden gelezen in samenhang met de volledige jaarrekening, waaraan deze is ontleend, alsmede met de door ons daarbij op 26 maart 2010 verstrekte goedkeurende accountantsverklaring. Deze toelichting doet geen afbreuk aan ons oordeel. Arnhem, 26 maart 2010 KPMG ACCOUNTANTS N.V. C. in ’t Veld RA
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
55
Jaarverslag 2009
Management, bestuur en commissies Samenstelling management per 31 december 2009 ing. W. Papperse directeur W. Beckmann MEd manager Brandweeracademie mevrouw drs. S.I Meulesteen-Van Esseveld MCDM, arts manager GHOR Academie en Academie voor Crisisbeheersing drs. R.A. van Duijn manager Academie voor Leiderschap Veiligheidsregio's mevrouw M. van Haaren hoofd P&O A. Haouli hoofd Financiële Zaken drs. C.J.M. Huijben controller mevrouw drs. L.A. van der Hulst manager afdeling Informatie dr. ir. J. Post manager afdeling Onderzoek W.A. Schruijer directiesecretaris mevrouw E. Wiegand hoofd Facilitaire Zaken Lectoren ing. R.R. Hagen MPA lector Brandpreventie vacature lector Brandweerkunde vacature lector Crisisbeheersing
56
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
Bestuur Bestuursleden van het NIFV worden bij Koninklijk Besluit benoemd. Het bestuur heeft de algemene leiding over het instituut. Het bestuur benoemt een directeur die de dagelijkse leiding heeft. Het bestuur kwam in 2009 vijfmaal bijeen. Samenstelling bestuur per 31 december 2009 Voorzitter mevrouw mr. G.H. Faber burgemeester gemeente Zaanstad Vice-voorzitter mr. B.B. Schneiders burgemeester gemeente Haarlem Leden mevrouw mr. Y.P. van Mastrigt burgemeester gemeente Hoogezand-Sappemeer J.D. Berghuijs algemeen directeur Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond mr. G.J.H.M. Wagemans directeur Chemelot DSM Adviserend lid ing. S.J.M. Wevers MCDM commandant Hulpverleningsdienst Regio Twente Rooster van aftreden 2013 mevrouw mr. G.H. Faber 2013 mevrouw mr. Y.P. van Mastrigt 2013 mr. B.B. Schneiders 2013 J.D. Berghuijs 2013 mr. G.J.H.M. Wagemans Curatorium Master of Crisis and Disaster Management (MCDM) mr. T.P.J. Bruinsma burgemeester gemeente Vlaardingen prof. dr. A.B. Ringeling hoogleraar Bestuurskunde Erasmus Universiteit Rotterdam drs. P.A.M. Meijknecht directeur Hulpverleningsdienst Flevoland mr. A.F. Gaastra directeur Politie- en Veiligheidsregio's Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
57
Jaarverslag 2009
dr. ir. P. Verlaan commandant Regionale Brandweer Midden- en West-Brabant De samenstelling van het curatorium zal in 2010 worden gewijzigd in verband met de nieuwe master opleiding MCPM die de opleiding MCDM vervangt. Curatorium leergangen Brandweermanagement prof. dr. J.W.M. Kessels hoogleraar Organisatiepsychologie en Human Resource Development Universiteit Twente J. Kuipers Sectormanager Brandweer Den Haag mr. M. van de Vegt directeur Faculteit Algemene Politiekunde Politieacademie drs. H. Mulders voorzitter College van Bestuur Hogeschool Edith Stein Mevrouw C. van de Wiel commandant Brandweer Amsterdam-Amstelland P.E.J. den Oudsten burgemeester gemeente Enschede H. Ester directeur Stichting Brandweeropleidingen Gelderland en Overijssel (BOGO) Standing invitations gelden voor: directeur Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra directeur Politie- en Veiligheidsregio's, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Redactieraad Brandweer en crisisbeheersing In de redactieraad Brandweer en crisisbeheersing zijn de kolommen brandweer, politie, GHOR en gemeenten vertegenwoordigd, alsmede de kring Wetenschap. ing. G.K. Swillens, voorzitter burgemeester Wijk bij Duurstede A.H. Groot Kormelink, secretaris Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra ing. W. Papperse Directeur Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra Namens de kring Wetenschap: prof. dr. B.J.M. Ale TU Delft, faculteit TBM, sectie Veiligheidskunde Namens de kolom Gemeenten: mr. H.L. van Boven MBA MCDM Gemeente Noordoostpolder
58
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
Namens de kolom Brandweer: ing. A.H. Emmen, MCDM Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant ing. A.F.M. Schippers MPA Hulpverleningsdienst Kennemerland (NVBR) Namens de kolom Politie: G. Olthof MA-hrm Politieacademie C.H.M. Poppelaars bc. Politieacademie Namens de kolom GHOR: drs. A.R.J. Stumpel, arts GHOR-regio Gooi en Vechtstreek Stuurgroep GHOR-projecten mevrouw drs. M.J.I. Quint-Maagdenberg, voorzitter mevrouw drs. E.A. van Eijk Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport prof. dr. T.J.F. Savelkoul VU medisch centrum dr. ir. R.D. Woittiez RIVM F.C.W. Klaassen, arts GHOR Nederland ing. W. Papperse Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra mr. W.L.F.C. ridder van Rappard Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
59
Jaarverslag 2009
12
Bijlagen
Publicaties Gewijzigd in 2009: Een nieuwe kijk op straalpijpvoering
1e druk, 2e oplage, oktober 2009
Nieuw in 2009: Landelijk Protocol levensreddend handelen door de brandweer Oefenleider Veiligheidsfunctionaris bij oefeningen Aanvullende module Brandweerduiker Aanvullende module Brandweerchauffeur Landelijke operationele aansturing ERIC kaartenboek 2009
versie 2.1 2e druk, 2009 2e druk, 2009 5e druk, 2009 5e druk, 2009 1e druk, 2009 6e druk, 2009
Academie voor Crisisbeheersing/PLATO Universiteit Leiden/Twijnstra Gudde: Oefenen als Professie, Handboek procesmanagement oefenen voor crisisbeheersing en rampenbestrijding Wetenschappelijke artikelen Kobes, M., Helsloot, I., Vries, B. de, Post, J.G., (in press) Building safety and human behavior in fire: A literature review. Fire Safety Journal. Kobes, M., Helsloot, I., De Vries, B., Post, J.G., Oberijé, N., Groenewegen. K., 2010. Way finding during fire evacuation; an analysis of unannounced fire drills in a hotel at night. Building and Environment 45, p. 537-548. Kobes, M., Oberijé, N., Groenewegen-Ter Morsche, K., 2009. Route choice, (pre-) movement time and (pre-)evacuation behavior - Analysis of evacuation experiments in a hotel. 1st International conference on evacuation modeling and management. TU Delft. Didderen, E., Van Wijngaarden, M., Kobes, M., 2009. Emergency team training in virtual reality. An evaluation of the design process and of the performances of NIFVADMSTM in training sessions. SimTecT 2009 Simulation Conference and Exhibition. Kobes, M., Oberijé, N., Groenewegen-Ter Morsche, K., 2009. Serious gaming for behavioural assessment and research in case of emergency. An evaluation of experiments in virtual reality. SimTecT 2009 Simulation Conference and Exhibition. Kobes, M., Oberijé, N., Groenenwegen-Ter Morsche, K., Helsloot, I., De Vries, B., 2009. Hotel evacuation at night; an analysis of sixty unannounced fire drills, in: Proceedings of the 4th International symposium on human behavior in fire, Interscience Communications, p. 219-230. Oberijé, N., Kobes, M., Weges, J.M., Post, J.G., 2009. Fire in Euroborg football stadium; Analysis of human behaviour, in: Proceedings of the 4th International symposium on human behavior in fire, Interscience Communications, p.323-334.
60
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
Groenewegen, K., Van Vliet, V.M.P., Weges, J.M., Kobes, M., Van der Plas, M., 2009. De vuurproef doorstaan? Simulatie van brand- en rookontwikkeling bij lokale overheden. TVVL Magazine (38) 2, 46-50. Dr. M. van Duin: Rampen in Nederland, in Crisis, Studies over crisis en crisisbeheersing, E.R. Muller (e.a.) Kluwer, Deventer, 2009. p. 33-60. Dr. M. van Duin: Grip 4 en pluriforme werkelijkheid, in ts. Recht, Bestuur, Organisatie van Hulpdiensten, aflevering 1, p. 28-31. Dr. M. van Duin, De vliegtuigcrash in Haarlemmermeer, een eerste balans, in Magazine nationale veiligheid en crisisbeheersing, jaargang 7, nr. 4, p. 3-6. Dr. M. van Duin, De brandweer van de toekomst; anders dan in het verleden? in ts. Recht, Bestuur, Organisatie van Hulpdiensten, aflevering 4, p. 147-154. P. Schneider: A masterclass in excercise evaluation in ts. Crisis Response. Vakblad- en interviewartikelen Kobes, M., 2009. Nachtelijk onderzoek naar het vluchtgedrag in een hotel, in: NIFV, Fysieke Veiligheid, thema: Onderzoek, Arnhem, 2-4.
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
61
Jaarverslag 2009
Congressen en bijeenkomsten Congres/bijeenkomst
Datum
Symposium bescherming Cultureel erfgoed bij calamiteiten Workshops Gebruiksbesluit en vluchtveiligheid Workshops Gebruiksbesluit en vluchtveiligheid Workshops Gebruiksbesluit en vluchtveiligheid Open dag Brandweermanagers In-company workshop vluchtveiligheid Expertmeeting Veiligheidsregio Symposium Verkeersongevallen OGS-dag Diplomauitreiking officieren Kick-off Brandpreventieweek 2e Nationale FSE Congres (zelfredzaamheid, brandveiligheid en simulatie) Expertmeeting Veiligheidsregio Finec bijeenkomst (Financieel-economische criminaliteit) Opening Academisch Jaar Informatiebijeenkomst Toolbox brandveiligheid Expertmeeting Veiligheidsregio Risicobewustzijn bij gebouwbranden Beëdiging Brandweermanagers Studiedag wet op de veiligheidsregio NTC-bijeenkomst Expertmeeting Veiligheidsregio Veiligheidsbewustzijn Brandweer Veilig(er) optreden bij binnenvaartincidenten Congres vakbekwaam worden, vakbekwaam blijven Totaal
62
Deelnemers
21 januari 28/29 januari 4/5 februari 18/19 maart 4 april 21 april 13 mei 14 mei 26 mei 5 juni 8 juni
109 20 23 23 174 23 70 135 110 133 130
10/11 juni 17 juni
116 70
19 juni 10 september 11 september 16 september 8 oktober 15 oktober 29 oktober 5/6 november 25 november 25 november 3 december 17 december
95 138 10 120 217 45 45 42 115 252 142 223 2580
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Jaarverslag 2009
Uitgevoerde onderzoeken Titel rapport
opdrachtgever
10 jaar rampenbestrijding in Nederland: evaluaties nader beschouwd. (Crisisbeheersing 1998 - 2008) Actieprogramma Brandveiligheid 2007-2008 Alternatieven voor primaire bluswatervoorziening BrandweerBRZO mobiele inzetmiddelen
Ministerie BZK
Brandweerzorg voor het RIVM Consumer Fire Safety: European statistics and potential fire safety measures De bestrijding van de brand op de Prins Willim
Ministerie BZK NVBR Centrum Industriële Veiligheid (vhr Rotterdam-Rijnmond) RIVM Consumer Council, Austrian Standards Institute, Austria Gem. Den Helder en Veiligheidsregio Noord Holland Noord
Evaluatie Brandweerinzet Natuurgebied De Schoorlse Duinen Evaluatie van de incidentbestrijding bij CP Kelco Fatale woningbranden 2008. Gelijkwaardige brandveiligheid parkeergarage IKEA Barendrecht; second opnion Implementatietest Exercise Management Systeem Incidentevaluatie Houtmotsilobrand Informatierouting bij buisleidingincidenten: regelingen en praktijk Kennis en oefening van de brandweer op het gebied van verschijnselen van plotselinge branduitbreiding. Incl. rapport van Onderzoeksraad voor Veiligheid over de brand in De Punt
VHR Noord Holland Noord Gemeente Nijmegen Ministerie BZK Brandweer Barendrecht
Kwantitatieve risicoanalyse voor arbeidsveiligheid; de ontwikkeling van een risicomodel en software Landelijke operationele aansturing Leveringsrisico's bij brand. Pompstation Vitens Wierden Modellen voor natuurbrandverspreiding in Nederland (meerjarenonderzoek Simulatie) Onderzoek naar de inzet van de krijgsmacht (uitgezonderd Koninklijke Marechaussee) als medehandhaver van openbare orde bij grootschalige crisis
Ministerie SZW; Wormmetamorfose consortium Ministerie BZK Vitens B.V. Ministerie BZK
Rapport onderzoekscommissie brandweer Gemeente Lisse, 16 juni 2009 Referentiestudie NIFV/IBPSA-NVL/TU-e (Simulatieprogramma) Samenwerking bij incidenten met vervoer van gevaarlijke stoffen. Toetsingskader tijdelijke noodopvang asielzoekerscentrum (TNV AZC) te Crailo Verbetering brandveiligheid: gebruik brandkrommen in Nederland Visie op brandpreventie in de Veiligheidsregio Voorkomen en bestrijden van rampen zoals Buncefield; relevante verbeterpunten voor Nederland Evaluatie beleid nodeloze brandmeldingen Zeist
Gemeente Lisse
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
afstudeerscriptie Brandweer Nijmegen Ministerie VROM Onderzoeksraad voor Veiligheid
Ministeries BZK en Defensie
Ministerie BZK Ministerie V&W Regionale brandweer Gooi en Vechtstreek Ministerie BZK NVBR Ministerie BZK Gemeente Zeist
63
Jaarverslag 2009
Samenstelling en redactie: Lex Schruijer en Kees Huijben Eindredactie: Yvonne Stassen
64
NEDERLANDS INSTITUUT FYSIEKE VEILIGHEID Nibra
Nederlands Instituut Fysieke Veiligheid Nibra Kemperbergerweg 783 Postbus 7010 6801 HA Arnhem T 026 355 24 00 www.nifv.nl