JAARVERSLAG 2014
JAARVERSLAG 2014
Colofon Jaarverslag van het Nederlands Migratie Instituut (NMI) Catharijnesingel 50, Utrecht Postbus 19215 3501 DE Utrecht T (030) 234 29 36 F (030) 230 49 32
[email protected] www.nmigratie.nl © april 2015 – Nederlands Migratie Instituut Alle rechten zijn voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gebruikt zonder voorafgaande toestemming van het NMI.
Jaarverslag NMI 2014 Inleiding
1
Hoofdstuk 1- De Dienstverlening van het NMI
3
De dienstverlening van het NMI Ontwikkeling in de dienstverlening Prognose en realisatie van de dienstverlening Verandering in de vraag naar diensten Eenmalige contacten Begeleidingscontacten Aanvragen en vertrek Export uitkeringen Dienstverlening aan reeds geremigreerden Dienstverlening aan vluchtelingen Voorlichtingsbijeenkomsten Nieuwsbrieven Website en internet Onderzoekers, journalisten en studenten Mediacontacten Externe contacten Project YouShareYouCare
3 3 4 5 7 7 8 9 10 10 11 11 11 11 12 12 12
Hoofdstuk 2 –De organisatie van de dienstverlening
14
Locaties, lage drempels en eigen taal Organisatie en Personeel
14 15
Hoofdstuk 3 – De toekomst van het NMI
16
Hoofdstuk 4 - Duur en intensiteit van begeleidingstrajecten
18
Bijlage 1 - Tabellen 2014 Dienstverlening NMI Individuele voorlichting/eenmalige contacten Begeleiding/Trajectcontacten/Dossiers Groepsvoorlichting Dienstverlening aan remigranten Dienstverlening aan vluchtelingen en asielgerechtigden Cliënten van het NMI Aanvragen en vertrek remigranten (SVB)
22
Bijlage 2-Beschrijving begeleidingstraject aanvraag remigratievoorziening
35
Bijlage 3 - Samenstelling personeel en bestuur
37
Bijlage 4 – Spreekuurlocaties
39
31 33
Inleiding Het jaar 2014 was een bijzonder jaar. De nieuwe Remigratiewet die al in 2009 was aangekondigd werd per 1 juli van kracht. De nieuwe wet biedt minder mogelijkheden en veel minder migranten kunnen gebruik maken van de voorzieningen van de wet. Het was daarom te verwachten dat velen nog voor 1 juli van de oude wet gebruik zouden willen maken. Dat gebeurde en bijgevolg beleefde het NMI het drukste jaar ooit. Het aantal cliëntcontacten was 11% hoger dan in het voorlaatste recordjaar 2013. De belangstelling voor remigratie onder Turkse migranten groeide verder door en is bepaald opmerkelijk: 57% van alle cliënten is van Turkse herkomst. De economische vooruitzichten in Turkije, dat al jaren een behoorlijke economische groei vertoont, zijn veel beter dan in Nederland. Juist onder de leeftijdsgroep van 45 tot 55 jaar, de groep die in de nieuwe wet geen aanvraag voor een remigratie-uitkering meer kan doen, is de belangstelling voor remigratie groot. De nieuwe wet was ingegeven door de gedachte dat de leeftijdsgrens van 45 jaar te vroeg is om mensen voor het arbeidsproces af te schrijven. De arbeidsmarkt laat echter zien dat de arbeidsparticipatie in 2014 onder migranten van Turkse en Marokkaanse herkomst in de leeftijdscategorie 45-65 jaar met resp. 45% en 50% veel lager ligt dan de 70% van de autochtone Nederlanders. 1 Het zijn niet alleen economische motieven die de sterke toename van het aantal Turkse remigranten verklaren. Voor velen is ook het sociale klimaat in Nederland slechter geworden, waardoor het verlangen naar het herkomstland toeneemt. De wens om te remigreren wordt nauwelijks beïnvloed door de mogelijkheden die de Remigratiewet biedt. Met het beperkter worden van de Remigratiewet bleek in de tweede helft van het jaar de belangstelling voor remigratie met export van een uitkering sterk toe te nemen. Het jaar was ook bijzonder omdat in het drukste jaar ooit, de onzekerheid over de toekomst van het NMI groeide. De huidige opdracht aan het NMI loopt af op 31 december 2015. Volgens de aanbestedingsregels is er voor een nieuwe opdracht een openbare Europese aanbesteding nodig. In de aanloop daartoe werden eerst via tendernet belangstellenden opgeroepen om zich te melden en aan te geven hoe zij de remigratievoorlichting dachten vorm te geven. Hoewel deze aanmelding een vrijblijvende en niet verplichtend karakter had, ontleent het NMI aan het feit dat zij als enige reageerde hoop op een toekomst na 2015.
1
CBS: Jaarrapport Integratie 2014, blz.50 1
2
Hoofdstuk 1 De dienstverlening van het NMI in 2014
De dienstverlening van het NMI De kerntaak van het NMI is het geven van voorlichting, advies en begeleiding aan allen die in het kader van de Remigratiewet willen terugkeren naar het land van herkomst, dan wel als erkend vluchteling willen doormigreren. Sinds 2010 is ook voorlichting over (veranderingen in) de sociale wetgeving aan reeds geremigreerden regulier onderdeel van de dienstverlening van het NMI. Deze dienstverlening wordt door het ministerie vergoed. Dit doet het NMI als onafhankelijke stichting in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken al vanaf 19912. Sinds dat jaar zijn er tientallen duizenden mensen door het NMI geholpen. Het NMI biedt verschillende diensten aan: individuele informatie over aan remigratie gerelateerde onderwerpen begeleiding bij remigratie voorlichting aan groepen publieksvoorlichting Op de publieksvoorlichting, via folders, nieuwsbrieven en de website na, worden de diensten geleverd op basis van de vraag van een persoon of organisatie. Die vraag leidt tot een contact en die contacten worden geregistreerd, geteld en samengevat onder de noemer cliëntcontacten. Het NMI levert diensten zo veel mogelijk op maat. De consulenten hebben een breed overzicht van de sociale wetgeving en bieden samenhangende informatie en begeleiding. Cliënten uit de grootste doelgroepen kunnen in hun eigen taal geholpen worden door consulenten die vaak afkomstig zijn uit dezelfde groepen en goed op de hoogte van alle relevante zaken in het remigratieland. Daardoor, en doordat het NMI op 11 verschillende locaties in het land spreekuur houdt waarbij in de grote plaatsen ook inloopspreekuren, is de drempel laag. Ook per telefoon, email of internet kan men met vragen over remigratie bij het NMI terecht. Ontwikkeling in de dienstverlening Het jaar 2014 was een bijzonder jaar omdat de nieuwe Remigratiewet vanaf 1 juli van kracht werd. De nieuwe wet betekent een versobering en een beperking van de toegang tot de voorzieningen van de wet. Zie kader op pg.4. Als gevolg van deze wetswijziging was het voor velen dit jaar (voorlopig) de laatste mogelijkheid om van de wet gebruik te maken. Als gevolg daarvan bereikte de vraag naar voorlichting en begeleiding door het NMI in het eerste half jaar een absoluut hoogtepunt in het bestaan van het NMI.
2
Eerder was het Ministerie van Justitie en daarvoor het Ministerie van Binnenlandse Zaken verantwoordelijk voor het remigratiebeleid.
3
Via het NMI werden er in die eerste 6 Wijzigingen in de Remigratiewet maanden 1758 aanvragen voor een remigratievoorziening ingediend. Een enorm Op 1 juli 2014 werd de nieuwe Remigratiewet van kracht. De basisaantal vergeleken met het gemiddelde van voorziening, (de vergoeding van de ver1200 voor een heel jaar in de voorgaande huiskosten) wordt afgeschaft en alleen jaren. migranten van de eerste generatie uit de De tweede helft van het jaar was het doelgroeplanden, die zich voor het aanzienlijk rustiger. inwerking treden van de wet in Nederland Aanvragen in het kader van de nieuwe wet hebben gevestigd, en op of na hun 18de waren er nauwelijks. Dat was verwacht want jaar naar Nederland kwamen, komen voor vrijwel iedereen die in die periode een een remigratie-uitkering in aanmerking. voorziening kon aanvragen kon dat ook voor Aanvragers moeten: 1 juli, maar toen nog met het voordeel van 55 jaar of ouder zijn (was 45 jaar) de vergoeding voor de verhuiskosten. minimaal één jaar uitkeringsgerechtigd Het merendeel van de contacten in de tweede zijn, (was een half jaar) minimaal 8 jaar legaal in Nederland helft van het jaar betrof het nawerk van de wonen (was 3 jaar) aanvragen in de eerste helft. Aanvragen kunnen tot uiterlijk 1 januari Het aantal begeleidingscontacten daalde van 2025 worden ingediend, daarna is dat niet 13.779 in de eerste helft naar 8.670 in de meer mogelijk. tweede helft van het jaar en het aantal eenmalige contacten van 2.941 naar 1.726. De totale jaarproductie kwam daarmee aanzienlijk hoger uit dan verwacht 3 en was zelfs groter dan die van het vorige recordjaar 2013. Zie onderstaande tabel en grafiek. Prognose en realisatie van de dienstverlening
Eenmalige contacten Voorlichtingsbijeenkomsten Trajectcontacten Totaal cliëntcontacten Begeleide cliënten
3
Realisatie 2013
Prognose 2014
Realisatie 2014
4.701 133 19.624 24.458 5.908
4.500 135 16.500
4.667 81 22.449 27.197 6.230
In het Werkplan 2014
4
Duizenden
Cliëntcontacten 2006-2014 30 25 20 15 10 5 0 2006
2008
2010
2012
2014
Dat het aantal begeleidingscontacten zoveel hoger was dan verwacht komt vooral door het grote aantal aanvragen. Dat dit aantal aanzienlijk hoger zou zijn dan in voorgaande jaren was wel zeker, maar dat het zo hoog zou zijn was niet voorzien. Nadat de wet, na een lange voorgeschiedenis in juli 2013 was goedgekeurd, ging het aantal aanvragen al flink omhoog. De verwachting was daarom dat de piek in aanvragen vanwege de langere periode tot invoering van de wet minder stijl zou zijn. De praktijk bleek anders: velen stelden de aanvraag uit tot het laatste moment.
Verandering in de vraag naar NMI diensten De veranderingen in de vraag naar NMI diensten bevestigen de trends die eerder zijn ingezet en waarover in voorgaande jaren is gerapporteerd. Cliënten Het aantal cliënten nam vergeleken met 2013 met 5% toe tot 6.230. De toename komt vrijwel geheel van Turkse migranten. Het aandeel van Turkse cliënten steeg van 53% naar 57%. De Surinaamse cliënten behielden hun aandeel en bleven met 1080 de tweede plaats bezetten. Onder Marokkanen neemt de belangstelling voor remigratie nog steeds af. Het NMI telde 13% minder Marokkaanse cliënten. Er kwamen minder cliënten uit Zuid Europa als geheel, maar waar het aantal uit Spanje, Portugal en Italië afnam, kwamen er juist meer Grieken. Hoewel Grieks van nationaliteit betreft het vooral migranten die hun herkomst in Turkije hebben. Uit de landen van voormalig Joegoslavië bleef het aantal cliënten ongeveer gelijk, zij het dat Kroaten zich minder meldden; waarschijnlijk speelt de toetreding van Kroatië tot de EU en de daarmee samenhangende hogere kosten van levensonderhoud hier een rol.
5
Herkomst Clienten
Turkije Suriname Marokko ex. Joegoslavie Zuid Europa Overigen
6
Eenmalige contacten /individuele voorlichting Het aantal eenmalige contacten bleef vrijwel gelijk en toont ongeveer hetzelfde beeld als dat van de begeleidingscontacten. Het grootste deel van de contacten is met de drie grootste doelgroepen, maar anders dan bij de begeleidingscontacten is het absolute aantal contacten met Turkse en Surinaamse migranten juist minder geworden. Door het grote aantal aanvragen uit die groepen, waarbij een eerste contact snel opgevolgd werd door een tweede en daardoor niet als eenmalig contact wordt geteld, stijgt het aantal begeleidingscontacten ten koste van de eenmalige contacten Het aantal vragen over de wijziging van de Remigratiewet was aanzienlijk minder dan in 2013. De grote inspanning in dat jaar om de doelgroepen via voorlichtingsbijeenkomsten, mailing en website te informeren heeft wat dat betreft vruchten af geworpen. De meeste informatieve vragen (80%) over de Remigratiewet komen binnen via de telefoon. Met de introductie van een nieuw telefoonsysteem waarbij alle eigen kantoren onder een virtuele centrale zijn gekomen is het mogelijk geworden deze dienstverlening efficiënter te maken, doordat ook consulenten op andere locaties dan Utrecht daarmee vragen via de infolijn kunnen beantwoorden.
Begeleidingscontacten Naar inhoud, bestede tijd en aantal zijn de trajectcontacten veruit het belangrijkst voor het NMI. Het aantal trajectcontacten nam sterker toe dan het aantal cliënten. Dat komt vanwege het grote aantal aanvragen. Een aanvraag brengt meer begeleidingscontacten met zich mee. Na een eerste gesprek over de mogelijkheden volgt meestal bij het 2de of 3de, maar soms pas bij het 6de of nog latere contact het invullen van de aanvraag. Daarna komen het bespreken van de beslissing en de vervolgstappen voor de daadwerkelijke remigratie. (Voor een beschrijving van een aanvraagtraject, zie bijlage 2, blz. 35). Na de aanvraag moet er van alles geregeld worden waarbij cliënten vaak de hulp van het NMI inroepen. De SVB vraagt soms om aanvullende informatie. Na uiterlijk 4 maanden komt de beslissing op de aanvraag. Cliënten komen met die beslissing naar het NMI om uitleg te vragen en door te nemen wat er vervolgens allemaal gedaan moet worden. Soms moet er bezwaar tegen de beslissing worden gemaakt. Heeft de aanvrager een dubbele nationaliteit dan moet hij/zij afstand doen van de Nederlandse nationaliteit. Pas daarna komt definitieve goedkeuring en wordt een vertrekdatum vastgesteld. Standaard krijgt de remigrant 6 maanden de tijd om het vertrek te regelen. Soms is het vanwege ziekte of schoolgaande kinderen nodig een verzoek om uitstel vertrek in te dienen. Een uitgebreide ‘checklist vertrek’ wordt systematisch doorgenomen. Daarbij komt niet alleen aan de orde wat er gedaan moet worden, maar ook waar men voor de verschillende te regelen zaken terecht kan. Het meest opvallend is, wederom, de sterke toename van het aantal contacten met Turkse migranten. Het aandeel van deze contacten steeg van 58% naar 64%, met iets meer dus dan de toename van het aantal Turkse cliënten; met andere woorden Turkse cliënten hebben wat meer begeleiding nodig dan de andere cliënten. Dat komt niet door een hoger percentage aanvragen, want dat is juist wel evenredig met het aantal cliënten.
7
De daling van het aantal contacten met Marokkanen zet zich voort. De aangekondigde opzegging van het sociaal verdrag met Marokko heeft het vertrouwen van deze groep verder ondermijnd. Als het sociaal verdrag inderdaad beëindigd wordt betekend dat o.a. dat export van een WIA uitkering naar Marokko niet meer mogelijk is. Velen vrezen bovendien dat ook de remigratie-uitkering door hetzelfde lot getroffen zal worden als dat van andere uitkeringen en geen inkomenszekerheid voor de toekomst biedt. De contacten met Surinaamse migranten namen toe in overeenstemming met de toename van het aantal aanvragen voor een remigratie-uitkering naar dat land. De PSA wet die in Suriname door het parlement werd aangenomen en die personen van Surinaamse afkomst die niet de Surinaamse nationaliteit hebben, bepaalde rechten geeft, en dus voor veel potentiële remigranten van belang is, leidt tot veel extra vragen aan het NMI. Met migranten uit de landen van voorheen Joegoslavië is het aantal contacten licht toegenomen, maar dit cijfer verhult dat het aantal contacten met migranten uit Kroatië juist sterk afnam. (zie tabel 10 blz.26) Dit kan te maken hebben met de toetreding van Kroatië tot de EU waardoor het aanvragen van een remigratie-uitkering minder voordeel brengt. Bovendien zijn na toetreding tot de EU de kosten van het levensonderhoud gestegen waardoor remigratie minder aantrekkelijk wordt. De al eerder gesignaleerde toename van het aantal contacten met Griekse migranten vlakte iets af, maar bleef met een stijging van 28% toch opvallend. Zoals eerder vermeld betreft het hier vooral leden van de Turkse minderheid in Griekenland. De toename van Griekse zijde compenseert de afname van het aantal contacten met de andere zuidEuropese landen; dat daalde met maar liefst 67%. Ook dat is een trend die al eerder is ingezet en gesignaleerd.
Aantal begeleidingscontacten naar herkomstland migranten 2013 Turkije
2014
11.477
14.421
Suriname
2.977
3.208
Marokko
1.565
1.497
ex Joegoslavië *
1.322
1.388
EU (Sp,Po,It,Gr)
1.008
935
ong.65 overige landen Totaal
1.274
1.000
19.623
22.449
*Bosnië, Servië, Slovenië, Kroatië, Kosovo en Macedonië Aanvragen voor de remigratieregeling en aantal vertrekgerechtigden
Jaar
2013 2014
Aanvragen remigratievoorziening Totaal Begeleid door NMI
2.284
1.476 (65%) 1.877
Aantal vertrokken gerechtigden Totaal
1.053
Bron: SVB en NMI
8
Begeleid door NMI
819 (78%)
Export uitkeringen Het feit dat de nieuwe wet aan minder mensen de mogelijkheid biedt om te remigreren maakt de belangstelling om te remigreren niet kleiner. Migranten komen bij het NMI voor informatie over de mogelijkheden voor remigratie, en niet in de eerste plaats voor informatie over de Remigratiewet. Ook migranten die niet in aanmerking komen voor de Remigratiewet kunnen, als zij een exporteerbare uitkering hebben, met behoud van uitkering remigreren. Wat de mogelijkheden precies zijn hangt af van het soort uitkering en het land waarheen geremigreerd wordt. Een bijstandsuitkering is nooit exporteerbaar, maar een AOW uitkering kan altijd meegenomen worden. Wel wordt op AOW (en enkele andere uitkeringen) de Wet BEU (Beperking Export Uitkeringen) toegepast waardoor de uitkering lager uitvalt. Remigreren met een WAO uitkering kan alleen naar een land van de Europese Economische ruimte en Zwitserland of naar een land waarmee Nederland een verdrag heeft gesloten zoals de meeste doelgroeplanden van de Remigratiewet maar ook landen als Australië, Chili, India of Egypte. In 2014 zagen we dat de export van uitkeringen veel populairder is geworden. Waar in voorgaande jaren het aantal cliënten dat ging remigreren met alleen een exporteerbare uitkering schommelde rond de 120, liep dat in 2014 op tot 411. Vanwege de opdracht van het NMI is de hulpverlening geconcentreerd op de doelgroepen van de Remigratiewet. Onder de doelgroepen geniet het NMI een goede bekendheid, onder migranten die niet tot de doelgroepen behoren is dat veel minder het geval en daarom zijn er maar weinig migranten uit andere landen die bij het NMI aankloppen voor informatie over de mogelijkheid voor remigratie met export van een uitkering. Voor de toekomst van het NMI los van de Remigratiewet is dit een dienstverlening die verder verkend zal worden. De expertise van het NMI bestaat uit het geven van samenhangende informatie over alles wat bij remigratie van belang is, en is dus veel breder dan alleen kennis van de Remigratiewet. Tot 1 juli, de datum van de wetswijziging werd een exporteerbare uitkering vaak aangevraagd in combinatie met een remigratie-uitkering. In het geval van een WAO uitkering biedt dat meer zekerheid. Is de uitkering hoger dan komt de remigratieuitkering niet tot uitbetaling (de zg. nihil-uitkering), maar indien bij herkeuring de mate van arbeidsongeschiktheid lager wordt beoordeeld, en daarmee de uitkering lager wordt, dan biedt de remigratie-uitkering een solide basis. Bovendien ontleent bij remigrerende partners na overlijden van de aanvrager de partner ook inkomenszekerheid aan de remigratie-uitkering, hetgeen bij een WAO of AOW uitkering niet het geval is. Na 1 juli 2014 biedt de Remigratiewet minder mogelijkheden en komt de mogelijkheid van remigratie met alleen export van een uitkering eerder in beeld. Voor migranten met de NL nationaliteit gaat remigratie dan niet ten koste van het Nederlanderschap. Een bijkomend voordeel voor diegenen die hun WAO uitkering naar Turkije exporteren is dat er daar over het bruto uitgekeerde bedrag geen belasting behoeft te worden betaald en men dus netto meer overhoudt. Dat in combinatie met de doorgaans lagere vaste lasten maakt deze mogelijkheid van remigratie naar Turkije extra populair.
9
Daar komt voor Turkije nog bij dat het mogelijk is Turks pensioen in te kopen, waardoor op een relatief voordelige manier beter voor de oude dag gezorgd kan worden. Deze ontwikkelingen verklaren de toename van de belangstelling voor remigratie met export van uitkering naar Turkije.
Aantal aanvragen voor export uitkering 400 350 300 250 200
Turkije
150
Overige landen
100 50 0 2011
2012
2013
2014
Dienstverlening aan reeds geremigreerden In 2014 waren er 1454 begeleidingscontacten met reeds geremigreerden; iets meer dan in 2013, Het merendeel (82%) daarvan betrof contacten met Turkse remigranten. Dat aandeel is vergeleken met vorig jaar toegenomen met 5 procentpunten. Het gaat hierbij vooral om contacten met migranten die met begeleiding van het NMI zijn geremigreerd. Men neemt contact op om uitleg te vragen over brieven van de SVB/UWV, wanneer zich problemen voordoen bij de uitbetaling van de remigratie-uitkering of omdat de persoonlijke situatie gewijzigd is en men zich afvraagt of dat invloed heeft op de uitkering.
Dienstverlening aan Vluchtelingen Het aantal contacten met vluchtelingen is weer verder gedaald. De nieuwe Remigratiewet beperkt de mogelijkheden voor vluchtelingen. In de oude wet was het voor erkende vluchtelingen niet alleen mogelijk terug te keren naar hun eigen land, maar konden zij ook doormigreren naar een ander land, mits zij een bewijs van toelating tot dat land konden overleggen. Die tweede mogelijkheid is in de nieuwe Remigratiewet uitgesloten. Omdat terug keer naar eigen land voor veel vluchtelingen juist geen optie is, zal de belangstelling om van de Remigratiewet gebruik te maken nog verder dalen.
10
Deze verandering van de wet kwam voor velen als een verrassing. In de behandeling van het wetsontwerp in het parlement is het nooit aan de orde geweest en voor zover ons bekend zijn vluchtelingenorganisaties hierover niet geraadpleegd. Dat deze mogelijkheid in de nieuwe wet verviel is aan de aandacht van relevante organisaties, inclusief het NMI, ontsnapt. Vlak voor de wet van kracht werd er zelfs nog rekening mee gehouden dat het op een vergissing berustte: dat bleek bij navraag op het ministerie niet het geval.
Voorlichtingsbijeenkomsten Het grote aantal voorlichtingsbijeenkomsten in 2013 kon dit jaar niet geëvenaard worden. Door de grote drukte ontbrak eenvoudig de tijd om ook aan alle aanvragen te voldoen, toen die tijd er wel was, na juli kwamen er veel minder aanvragen. In 2014 werden er 81 voorlichtingsbijeenkomsten gehouden. Niet alleen was het aantal bijeenkomsten lager, ook het gemiddeld aantal deelnemers daalde van 60 naar 50. Dit ondanks enkele bijeenkomsten met meer dan 100 deelnemers die in samenwerking met het Turks consulaat in Deventer werden georganiseerd. Naar aanleiding van het succes van deze bijeenkomsten organiseerde het NMI in april een overleg met alle sociale attachés van het Turkse consulaat om nader kennis te maken en elkaar te informeren om zo de samenwerking te bevorderen.
Nieuwsbrieven Nieuwsbrieven om reeds geremigreerden op de hoogte te houden van voor hen relevante ontwikkelingen in het Nederlands sociaal stelsel worden gemaakt als daar aanleiding toe is. Dit jaar werd een nieuwsbrief toegestuurd aan 400 Bosnische en Servische remigranten.
Website en internet De website van het NMI (www.nmigratie.nl) geeft algemene informatie van en over het NMI en voor remigratie relevant nieuws. De website wordt vaak bezocht, maar de bekendheid onder de doelgroepen dankt het NMI toch vooral aan de mond op mond reclame. De contactmogelijkheid via de website werd dit jaar 402 keer gebruikt. Vragen via het internet worden standaard binnen 3 werkdagen beantwoord.
Onderzoekers, journalisten en studenten Het NMI wordt geregeld benaderd door onderzoekers en journalisten die op zoek zijn naar achtergrondgegevens over remigratie of potentiële remigranten willen interviewen. Gegevens kunnen meestal geleverd worden, maar aan het verzoek om kandidaten te leveren die geïnterviewd willen worden kan zelden worden voldaan. Vanwege de privacy van de cliënten kunnen we niet veel meer doen dan cliënten er van op de hoogte stellen dat er onderzoekers of tv programma’s op zoek zijn naar personen die geïnterviewd willen worden, en het aan cliënten overlaten om al of niet contact met die onderzoekers of journalisten op te nemen.
11
Mediacontacten; radio –tv en kranten interviews De wijziging van de Remigratiewet genereerde enige belangstelling van de media. Bijgevolg werden medewerkers enkele keren geïnterviewd door radio, tv en krant. (AD, de Gelderlander, KonTV (Turkije) Haber/Interajans (Turkse media) Vandaag de dag, De Ware Tijd (Suriname)).
Externe contacten Met de SVB wordt op verschillende niveaus contact onderhouden. Regelmatig hebben NMI consulenten telefonisch of schriftelijk contact over aanvragen van cliënten. Jaarlijks wordt een aparte thema- bijeenkomst georganiseerd voor onze consulenten en SVB medewerkers over allerlei kwesties, waarin ook veranderingen in procedures rond sociale zekerheid en visumbeleid besproken worden. Zowel de SVB als het NMI ervaren deze bijeenkomsten als zeer nuttig. Tussen de teamleider van de afdeling remigratie van de SVB en de directeur van het NMI is desgewenst periodiek overleg. Op verzoek van de SVB hebben twee SVB medewerkers in verband met een opleidingstraject stage gelopen c.q. werkbezoek afgelegd aan het NMI. Met het Surinaams consulaat was er enkele keren overleg om elkaar te informeren over belangrijke kwesties zoals de veranderingen in het Diaspora beleid van de Surinaamse overheid en de invoering van de wet PSA (wet persoon van Surinaamse afkomst) en de veranderingen in de Remigratiewet. Het NMI heeft een informatiebijeenkomst van het consulaat bijgewoond over de gevolgen van de invoering van het Diaspora beleid. Met de Turkse sociaal attachees is er regelmatig overleg over de wijzigingen in de Remigratiewet en de relatie met daarmee samenhangende sociale regelingen. Een ander belangrijk onderwerp is de inkoop van Turkse pensioen naast het hebben van een exporteerbare Nederlandse uitkering. Tenslotte zijn er voor het NMI nuttige bijeenkomsten bijgewoond, w.o. het congres “Vijftig jaar Migrantenorganisaties in Nederland en een presentatie van onderzoeksresultaten over remigratie van hoog opgeleide Turkse jongeren”.
Project You Share You Care Het project YouShare YouCare dat in samenwerking met het Marokkofonds was opgezet en dat met financiering van het ministerie van Buitenlandse Zaken door het Marokkofonds werd uitgevoerd en eind 2012 van start ging, is voortijdig stopgezet. Het project beoogde een bijdrage aan de verbetering van de gezondheidszorg in Marokko te leveren door het tijdelijk uitzenden van ongeveer 40 professionals van Marokkaanse afkomst die de capaciteit van lokale organisaties in de gezondheidszorg zouden helpen versterken. Het NMI zou potentiële deelnemers adviseren over alles wat geregeld moet worden bij een tijdelijk verblijf in Marokko en tijdelijke afwezigheid uit Nederland. Die informatie was samengebracht in een handleiding. Bovendien ondersteunde en adviseerde het NMI bij de coördinatie van het project.
12
In het vorige jaarverslag werd al melding gemaakt dat het moeilijk was kandidaten te vinden. De geboden vergoeding bleek te laag voor de gezochte professionals en begin 2014 waren er nog steeds geen uitzendbare kandidaten. Het ministerie van Buitenlandse Zaken liet weten de financiering te willen stopzetten als er niet snel uitzendingen gerealiseerd zouden worden. De pogingen om kandidaten te vinden leverden onvoldoende op en de voorgestelde aanpassingen van het project (door onder andere ook uitzending van stagiaires mogelijk te maken), konden het ministerie niet overtuigen en besloten werd de financiering te stoppen. Het NMI heeft voor verrichte werkzaamheden, volgens afspraak, een vergoeding uit het project ontvangen.
13
Hoofdstuk 2
De organisatie van de dienstverlening
Locaties, lage drempels en eigen taal De manier waarop het NMI haar diensten levert is in 2014 hetzelfde gebleven. Cliënten konden ook in 2014 weer terecht op dezelfde 11 locaties. Na het drukke eerste half jaar is de locatie Maastricht opgeheven als vaste locatie.
Utrecht Rotterdam Den Haag Amsterdam Arnhem Enschede Eindhoven Breda Deventer Groningen Maastricht Outreachend Elders Totaal
Enkelvoudige contacten
Begeleidingscontacten
Totaal
3.519 356 123 222 26 347 49 1 3 2 2 32 7 4.667
8.395 5.194 1.971 2.355 1.591 1.210 834 532 228 66 33 506 6 22.449
11.914 5.550 2.094 2.048 1.617 1.557 883 553 231 68 35 538 13 27.116
*Dit totaal is lager dan het eerder genoemde aantal vanwege de voorlichtingsbijeenkomsten die niet op deze locaties hegouden worden
In augustus betrok het NMI een nieuwe eigen ruimte in (Samenwonen-Samenleven) het Huis van de Wijk in Amsterdam Slotervaart waar ook andere maatschappelijke organisaties en een buurtcentrum gevestigd zijn. De in de tabel vermelde locatie ‘Outreachend’ betrof: De contacten in Amsterdam Zuidoost waar het NMI wekelijks of bij de stadsdeelraad óf bij het centrum Roads Rotonde spreekuur draait De contacten in Amsterdam West waar wekelijks in het ontmoetingscentrum De Brug spreekuur werd gehouden ( tot 01-10-2014) Het outreachend werken in Zaandam, Roermond en Maastricht. Een goede bereikbaarheid en de mogelijkheid voor de meeste cliënten om in eigen taal geholpen te worden maken het voor potentiële remigranten gemakkelijk contact op te nemen met het NMI. Daarbij hoort ook de mogelijkheid voor inloopspreekuren. Alhoewel door het maken van afspraken de consulententijd beter benut kan worden, blijkt de behoefte aan het informele karakter van inloopspreekuren groot. Het aandeel van de begeleidingscontacten op basis van afspraak daalde tot 40%; dat kwam mede door de grote drukte en de daardoor soms moeilijke telefonische bereikbaarheid van het NMI. Het inloopspreekuur dat in alle grotere plaatsen gehouden wordt, biedt dan altijd een alternatief. 14
Organisatie en Personeel
In memoriam Abderrahman Klai In maart werd het NMI getroffen door het plotseling overlijden van Abderrahman Klai. Abderrahman Klai was tien jaar als consulent werkzaam bij het NMI. In die periode heeft hij een groot aantal cliënten geholpen bij hun remigratie. Klai kende het leven van Marokkaanse migranten uit eigen ervaring. Als jongeman ging hij als gastarbeider naar Nederland maar met het doel om te gaan studeren. Dat is hem gelukt. Na eerst een middelbare opleiding sociale dienstverlening voltooide hij de HBO opleiding maatschappelijk werk. Hij werkte 20 jaar als maatschappelijk werker en consulent arbeidsmarkt voor hij bij het NMI kwam. Het NMI herinnert hem als een zeer vriendelijke en bescheiden collega.
De organisatie van het NMI kende enkele personele wijzigingen maar bleef in haar structuur ongewijzigd. De kern wordt gevormd door de 14 consulenten in vaste dienst (11 fte) aangevuld met 6 consulenten in tijdelijke dienst; de leiding berust bij de directeur die ondersteund wordt door een kleine (parttime) staf van beleidsmedewerker en P&O medewerker, een administratie medewerkster en de Frontoffice medewerker. Om de grote toeloop van cliënten in het eerste half jaar het hoofd te bieden zijn er in die periode drie extra tijdelijke parttime consulenten ingeschakeld, naast de drie die al eerder vanwege langdurige ziekte van vaste medewerkers waren ingezet. Vanwege de toename van het aantal Turkse cliënten waren dit allemaal Turks sprekende consulenten. Bovendien konden er drie extra, eveneens Turks sprekende, stagiaires worden aangeworven. Stagiaires volgen of de HBO opleiding Sociaal Juridische Dienstverlening of HBO Recht. Voor de eerste opleiding betreft het een stage van tien maanden( 32 uur per week) voor de tweede een stage van zes maanden (32 uur per week). Zelden zullen stagiaires zich zo snel hebben moeten inwerken en zich zo nuttig hebben gemaakt als in dat eerste half jaar van 2014. Daar staat tegenover dat het NMI er alles aan doet de stage een leerzame ervaring te maken en ook begeleiding biedt bij het maken van eindwerkstukken of onderzoeksopdrachten. Ondanks dat hebben consulenten het nooit eerder zo druk gehad. Vanwege de grote inzet van de consulenten kon daardoor de productiviteit, die de laatste jaren onafgebroken is toegenomen, nog eens met 8% stijgen.
15
Hoofdstuk 3 De toekomst van het NMI De nieuwe Remigratiewet heeft gevolgen voor de vraag naar de diensten van het NMI. Door de veel kleinere doelgroep zal die vraag aanzienlijk kleiner worden. Bovendien eindigt de lopende opdracht van het ministerie van SZW aan het NMI op 31 december 2015. Een nieuwe opdracht kan niet zo maar aan het NMI gegund worden, maar moet via een aanbestedingsprocedure. Mocht het NMI de aanbestedingsprocedure die in de loop van 2015 gehouden zal worden niet winnen dan zou dat het einde van het NMI betekenen. Geconfronteerd met deze onzekere toekomst besloot het bestuur dat er alles aan gedaan moest worden om een winnende offerte uit te brengen. Voor het uitbrengen van een goede offerte werd bepaald dat er cliëntregistratiesysteem eerst veel beter in kaart gebracht moet cliëntgroepen er zijn en wat voor invloed de nieuwe Remigratiewet op vraag uit die verschillende groepen zal hebben. (Het resultaat van dit jaarverslag opgenomen; zie blz.18-21)
op basis van ons worden wat voor de omvang van de onderzoek is in dit
Omdat ook bij het winnen van de aanbesteding het NMI ten opzichte van de huidige omvang aanzienlijk in zal moeten krimpen, werd besloten te beginnen met een verkenning van andere mogelijkheden om onze expertise in te zetten. De expertise van het NMI over de Remigratiewet en alles wat bij (r)emigratie komt kijken), zoals een uitgebreide kennis van de sociale zekerheid en sociale wetgeving, de sociale voorzieningen in herkomstlanden en kennis van taal en cultuur van de grootste migrantengroepen, kan ook nuttig zijn voor andere instellingen en instituten. Dat zijn in de eerste plaats instellingen van de sociale zekerheid zoals de zorgverzekeringen, SVB en UWV, maar ook de gemeentes die steeds meer taken op het gebied van de sociale zekerheid krijgen. Daarom werd een begin gemaakt met een serie gesprekken met relevante instellingen. Vanwege de samenhangende informatie die het NMI biedt, en ook om de doelgroepen beter te bereiken, is eerst aansluiting gezocht bij gemeentes en maatschappelijke organisaties die informatie bieden en hulp verlenen bij vragen en problemen van cliënten waarmee de consulenten van het NM ook worden geconfronteerd. Met deze verkenning wordt het laagdrempelig werken, belangrijk uitgangspunt bij het consulentenwerk van het NMI, verder versterkt. Bovendien zijn deze gesprekken van belang voor de borging van taken die het NMI nu nog uitvoert maar die wellicht niet meer tot de nieuwe opdracht zullen behoren. Waar kunnen straks mensen terecht voor vragen die ze nu nog aan het NMI kunnen stellen? En waar kunnen ze heen als na 2025 wel de Remigratiewet ophoudt te bestaan maar de remigratie behoefte niet zal verdwijnen? Een eerste resultaat is een samenwerking met het Amsterdamse stadsdeel Oost om gezamenlijk met het WMO loket spreekuur in twee wijken met veel migranten te gaan houden. Ook in Zaandam konden dergelijke afspraken gemaakt worden. Deze afspraken werden eind 2014 effectief.
16
In het kader van de aanbesteding heeft het ministerie via het Rijksinkoopbureau tegen het eind van het jaar een marktconsultatie gehouden waarbij belangstellenden werden uitgenodigd hun belangstelling voor, ideeën over en ervaring met remigratievoorlichting kenbaar te maken. In december bleek dat het NMI als enige op deze oproep had gereageerd. Hoewel deze ronde tot geen enkele verplichting leidde, noch van de kant van de opdrachtgever, noch van de kant van de belangstellende organisatie, konden we hierdoor met goede hoop op een verdere toekomst het jaar afsluiten.
17
Hoofdstuk 4 Duur en intensiteit van begeleidingstrajecten In de jaarverslagen van het NMI zijn allerlei gegevens te vinden over het aantal en het soort contacten, de samenstelling van het klantenbestand naar herkomst, leeftijd en burgerlijke stand. We weten hoeveel mensen er in een jaar geholpen worden, welke onderwerpen aan de orde komen en hoeveel aanvragen er worden ingediend. Waar niet systematisch over gerapporteerd wordt is hoelang een begeleidingstraject duurt, hoeveel tijd er verstrijkt tussen een eerste contact en de uiteindelijke remigratie, en hoeveel contacten daar mee gemoeid zijn. Hoeveel mensen dienen geen aanvraag in, maar remigreren op een andere manier en hoeveel mensen zien af van remigratie? Om dat te onderzoeken en cliënten over een langere periode te volgen is er gekeken naar twee cohorten cliënten: degenen die een begeleidingstraject begonnen in 2007 en degenen die in 2010 voor het eerst bij het NMI kwamen. Het jaar 2007 is gekozen omdat we er vanuit mogen gaan dat de meesten die in dat jaar begonnen inmiddels het traject bij het NMI hebben afgesloten. Voor de cliënten uit 2010 zal dat in iets mindere mate het geval zijn, maar van de andere kant is de periode sinds 2010 lang genoeg om een vergelijking met 2007 te kunnen maken. Het totaal aantal mensen dat in de twee gekozen jaren door het NMI geholpen werd ontloopt elkaar niet veel. In 2007 waren dat er 8.177, in 2010 8.517. Ongeveer de helft komt voor het antwoord op een specifieke vraag en wordt, als het contact korter is dan 24 minuten, geregistreerd als een enkelvoudig contact. De andere helft wil meer of is al eerder bij het NMI geweest; dan wordt het contact als een begeleidings- of trajectcontact geregistreerd. Een flink deel van de begeleidingstrajecten is al in een voorgaand jaar begonnen, maar van de in totaal 3.590 trajecten in 2007 blijken er 2.396 in dat jaar te starten. Van de 4.509 trajecten in 2010 begonnen er 2.145 in dat jaar. Gemiddeld zijn er per traject 3 tot 4 contacten per jaar. In het onderstaande tabelletje zijn deze gegevens samengevat.
Aantal mensen geholpen met Enkelvoudig contact
2007 8.177 4.587
2010 8.517 4.008
met
3.590
4.509
4.587 12.210 3,4 2.396
4.008 16.090 3,6 2.145
Trajectcontact
Aantal contacten Enkelvoudig contact Traject contact Aantal contacten per traject Aantal startende trajecten
18
Duur van een traject Gemiddeld heeft een cliënt in een begeleidingstraject dus ongeveer 3,5 contacten in een jaar. Maar hoe lang duurt een gemiddeld traject en hoeveel contacten zijn daar in totaal mee gemoeid? Zekerheid daarover is moeilijk te krijgen, omdat veel trajecten nooit afgesloten worden. Een cliënt die in 2007 begint kan ook in 2014 nog terugkomen. Alleen wanneer het duidelijk is dat een cliënt vertrokken is wordt een traject afgesloten, maar lang niet alle cliënten die vertrekken melden dat aan het NMI. Zolang er geen zekerheid is over vertrek blijft het traject open staan. Neemt de cliënt na vertrek opnieuw contact op met het NMI dan start het zg. buitenlandtraject. Uit het cliëntregistratiesysteem kan wel achterhaald worden wanneer starters uit een bepaald jaar hun laatste contact met het NMI hadden. 4 Op basis van die gegevens blijkt dat zowel in 2007 als in 2010 van de cliënten die in die jaren een begeleidingstraject startten, 60% in datzelfde of het jaar erop ook het laatste contact heeft. Gemiddeld duurt voor hen het traject dus ongeveer een jaar. In het grafiekje hieronder is in beeld gebracht wanneer de 2.396 starters van 2007 voor het laatst contact hadden met het NMI. De eerste kolom geeft het aantal starters weer, de volgende kolommen het aantal cliënten dat in opeenvolgende jaren het laatste contact had.
2500
begeleidingstrajecten gestart in 2007
2000 1500 1000 500 0 eerste laatste laatste laatste laatste laatste laatste laatste laatste contact contact contact contact contact contact contact contact contact in 2007 in 2007 in 2008 in 2009 in 2010 in 2011 in 2012 in 2013 in 2014
4
Net zo als het moeilijk is om vast te stellen wanneer een traject afgelopen is, is het ook moeilijk te bepalen wanneer een traject begint. Wanneer een cliënt die éénmaal in 2007 bij het NMI kwam voor een kort contact in 2008 weer terugkomt, zal dat contact in het Jaarverslag van 2007 onder de enkelvoudige contacten zijn opgenomen en de cliënt is niet geteld bij het aantal dossiers van begeleide cliënten. Regipro zal achteraf het contact uit 2007 zien als het eerste contact van een begeleidingstraject. Naarmate er meer tijd verstrijkt zullen er meer eenmalige contacten het begin van een traject blijken te zijn en komen de cijfers uit het Jaarverslag minder overeen met de latere Regipro gegevens. Volgens JV 2007 waren er in dat jaar 4587 ECs, volgens Regipro nu waren het er 4045. Voor het bepalen van het aantal dossiers dat in 2007 begon is van de Regiprogegevens nu uitgegaan.
19
Voor de hele groep blijkt het gemiddelde begeleidingstraject ongeveer twee jaar te duren, maar de spreiding is groot. Meer dan de helft (60%) van de starters uit 2007 heeft in 2007 of 2008 het laatste contact, en voor hen duurt het traject dus gemiddeld 1 jaar, maar bij 20% duurt het traject 2-5 jaar en voor de resterende 20% duurt het traject langer dan 5 jaar. Een langer durend traject betekent niet noodzakelijk dat er sprake is van continue begeleiding. Iemand kan in 2007 2x komen om de mogelijkheden voor remigratie te verkennen om pas in 2014 de draad weer op te pakken en hulp te vragen bij een aanvraag voor een remigratie-uitkering. Opvallend is de toename in 2014; die komt voor rekening van de cliënten die na lang aarzelen gebruik maakt van de mogelijkheden van de oude wet voor ze dat vanaf 1 juli 2014, de invoeringsdatum van de nieuwe wet, niet meer kunnen. De cliënten die in 2010 begonnen vertonen hetzelfde beeld. Ook voor hen geldt dat voor 60% het traject gemiddeld één jaar duurt. Vanwege de kortere periode zijn er echter geen trajecten die langer dan 5 jaar duren. Conclusie: Voor 60 % van de cliënten duurt een traject gemiddeld 1 jaar, maar voor een groep van ongeveer 20% duurt de begeleiding 3 of meer jaar. Het gemiddeld traject duurt ongeveer 2 jaar. Aantal contacten in een traject en type trajecten De lengte van een traject zegt nog niets over de intensiteit van de begeleiding. Daarvoor is het nodig te weten hoeveel contacten er tijdens de duur van een traject zijn. Die gegevens zijn niet rechtstreeks uit het cliëntregistratiesysteem te halen. Om daar achter te komen is het nodig naar de individuele gegevens van cliënten te kijken. Dat is gedaan met behulp van een steekproef uit alle cliënten die in een bepaald jaar een traject begonnen. Van de groepen cliënten die begonnen in 2007 en in 2010 is een representatieve steekproef genomen van 5%. Uit dat onderzoek blijkt het volgende:
Een gemiddeld traject brengt 5-6 contacten met zich mee, maar de spreiding over het type trajecten is groot:
Cliënten die een aanvraag voor een remigratievoorziening doen hebben het grootste aantal contacten: van de cliënten die in 2007 begonnen hadden de aanvragers tijdens hun traject gemiddeld 13.5 keer contact (dat is inclusief de contacten na vertrek) tegen 2,8 contacten voor de niet-aanvragers. In 2010 is het gemiddeld aantal contacten van aanvragers 6,5 van niet-aanvragers is het 2,8.5 Binnen deze groep aanvragers is er een groot verschil tussen diegenen die alleen de basisvoorziening aanvragen en de aanvragers van een remigratie-uitkering. Uit beide jaren hebben de aanvragers voor een basis voorziening (vooral Spanjaarden) een kort traject met gemiddeld 3,5 contacten. De aanvragers van
5
Het verschil in aantal contacten van aanvragers wordt mede verklaard door de langere periode voor contacten, maar ook door 9 aanvragers uit 2007 met gemiddeld 33 contacten. In de groep uit 2010 komen nauwelijks cliënten voor met meer dan 20 contacten.
20
een remigratie-uitkering uit 2007 hadden 15, die uit 2010, 8,3 contacten. Dat is inclusief de contacten na vertrek.
Uiteindelijk blijkt 1/3 van alle cliënten die een begeleiding start, een aanvraag te doen voor een remigratievoorziening. Soms gaan daar vele jaren overheen.
Ongeveer 80% van de cliënten die een aanvraag indienen doet dat in het jaar waarin zij voor het eerst contact hebben met het NMI.
Ongeveer 15% van de begeleidingscontacten valt in de categorie Buitenland. Bij de meeste contacten gaat het om cliënten die met behulp van het NMI geremigreerd zijn.
Type trajecten Op grond van de steekproef kunnen we drie typen traject onderscheiden: 1. Aanvragers van een remigratievoorziening; ongeveer 30-35% van alle cliënten die een traject beginnen; verantwoordelijk voor iets meer dan de helft van het totaal aantal contacten van het cohort. 2. Buitenland cliënten maken ongeveer 10-15 % uit van het cliëntenbestand en zijn verantwoordelijk voor een zelfde percentage van de trajectcontacten 3. Overigen; 50-60% van alle dossiers. Deze categorie bestaat uit verschillende deelgroepen: a. Het gaat hier vooral om migranten uit de doelgroepen van de Remigratiewet. Voor een deel van hen biedt de Remigratiewet daarvoor de beste mogelijkheid, maar kunnen ze daar nog geen gebruik van maken, omdat ze nog niet aan alle voorwaarden voldoen of bijvoorbeeld vanwege schulden, of omdat de partner niet wil. b. Een ander deel komt niet in aanmerking voor de Remigratiewet of wil daarvoor het Nederlanderschap niet opgeven; indien zij een exporteerbare uitkering hebben biedt dat de beste mogelijkheid. Remigratie hoeft in die gevallen niet definitief te zijn, want vanwege het Nederlanderschap is terugkeer naar Nederland altijd mogelijk. Dat is niet zo voor de migranten die de NL nationaliteit niet hebben; vertrekken zij met een exporteerbare uitkering dan verloopt na 1 jaar hun verblijfsvergunning en wordt de remigratie onherroepelijk. c. Tenslotte is er een groep die besluit niet te remigreren maar in Nederland te blijven of te pendelen. De omvang van deze verschillende deelgroepen is moeilijk vast te stellen omdat dit meestal geen trajecten zijn met een duidelijk eind. Het contact tussen cliënt en NMI is ook niet van dien aard dat het voor de cliënt nodig is het NMI op de hoogte te stellen van wat hij of zij uiteindelijk besluit te doen.
21
Bijlage 1
Tabellen 2014 Dienstverlening NMI Tabel 1:
Prognose en realisatie van de dienstverlening
Tabel 2:
Aantal contacten per spreekuurlocatie
Tabel 3:
Aard en duur van de contacten
Tabel 4:
Eenmalige contacten naar doelgroep
Tabel 5: Tabel 6:
Eenmalige contacten naar herkomstland Eenmalige contacten naar geslacht
Tabel 7:
Eenmalige contacten naar leeftijd
Tabel 8:
Onderwerpen van Eenmalige contacten
Tabel 9:
Trajectcontacten naar doelgroep
Tabel 10:
Trajectcontacten naar herkomstland
Tabel 11:
Trajectcontacten naar burgerlijke staat
Tabel 12:
Trajectcontacten naar geslacht
Tabel 13:
Trajectcontacten naar leeftijd
Tabel 14:
Trajectcontacten naar onderwerp
Tabel 15:
Groepsvoorlichtingsbijeenkomsten naar herkomstland
Tabel 16: Tabel 17: Tabel 18:
Aard van de organisaties waaraan voorlichting werd gegeven Groepsvoorlichting naar aantal deelnemers Deelname aan groepsvoorlichting naar geslacht
Dienstverlening aan remigranten Tabel19:
Dienstverlening aan remigranten
Tabel 20:
Trajectcontacten met remigranten naar woonland
Tabel 21:
Dienstverlening aan remigranten naar onderwerp
Dienstverlening aan vluchtelingen en asielgerechtigden Tabel 22:
Diensten aan vluchtelingen/asielgerechtigden
Tabel 23:
Cliënten uit de groep vluchtelingen/asielgerechtigden naar herkomst
Tabel 24:
Dienstverlening aan Vluchtelingen/asielgerechtigden naar onderwerp
Cliënten van het NMI Tabel 25:
Cliënten, verdeeld naar geslacht
Tabel 26:
Cliënten, verdeeld naar leeftijd
Tabel 27: Tabel 28:
Cliënten, verdeeld naar doelgroep Intensiteit van de begeleiding
Tabel 29:
Cliënten verdeeld naar herkomstland
Tabel 30
Cliënten en aanvragers 2010-2014
Aanvragen en vertrek remigranten (SVB) Tabel 31:
Aanvragen voor basis- en/of remigratie-uitkering naar herkomstland (SVB)
Tabel 32:
Aantal beschikkingen voor basisuitkering en remigratie-uitkering (SVB)
Tabel 33:
Totaal aantal personen vertrokken met behulp van de Remigratiewet (SVB)
Tabel 34:
Aantal remigranten dat teruggekeerd is met terugkeeroptie (SVB)
22
DIENSTVERLENING NMI TABEL 1 Prognose en realisatie van de dienstverlening Dienstverlening Eenmalige contacten Groepsvoorlichting Trajectcontacten Aantal begeleide cliënten
Realisatie 2013 4.701 133 19.624 5.908
Prognose 2014 4.500 110 17.500
Realisatie 2014 4.667 81 22.449 6.230
Tabel 2 Aantal contacten per spreekuurlocatie Spreekuurlocatie Utrecht Rotterdam Amsterdam Den Haag Arnhem Enschede Eindhoven Breda Deventer* Groningen* Maastricht* elders Totaal
Aantal 2013 10.464 4.958 2.349 1.910 1.373 1.150 1.277 452 301 53 110 61 24.458
Aantal 2014 11.995 5.550 2.586 2.094 1.617 1.557 883 533 231 68 35 45 27.197
Totaal aantal contacten: eenmalige contacten + trajectcontacten, met in Nederland woonachtige potentiële remigranten en remigranten woonachtig in het bestemmingsland. In de met * gemarkeerde plaatsen is de spreekuurlocatie maximaal eens in de 14 dagen open.
Tabel 3 Aard en duur van de contacten in 2014 Eenmalige contacten Aantal Tijdsduur in uren 4.667 1.234
Trajectcontacten Aantal Tijdsduur in uren 22.449 11.385
23
Groepsvoorlichting Aantal Tijdsduur in uren 81 368
Totaal Aantal 27.197
Tijdsduur in uren 12.987
INDIVIDUELE VOORLICHTING / EENMALIGE CONTACTEN Tabel 4 Eenmalige contacten naar doelgroep (2014) Doelgroep Land of groep genoemd in wet Vluchtelingen/asielgerechtigden Zonder permanente verblijfsvergunning Derden en niet-gespecificeerd Totaal
Aantal 3.932 249 6 4.667
percentage 84,9% 5% 0,1% 10% 100%
Het betreft eenmalige contacten van 24 minuten of minder. De categorie ‘derden en niet-gespecificeerd’ betreft personen die namens iemand anders of die via de email informatie inwinnen. Tabel 5 Eenmalige contacten naar herkomstland Herkomstland Turkije Suriname Marokko Bosnië-Herzegovina Servië Spanje Irak Curaçao Portugal Iran Nederland (veelal Surinaamse afkomst) Afghanistan Kroatië Indonesië (incl. Molukken) Griekenland Tunesië Nederlandse Antillen Kaapverdië Italië Egypte Macedonië Aruba Dom.republiek Sudan Bulgarije Colombia Polen Somalië Ethiopië Ghana Brazilië Niet-gespecificeerd Totaal andere nationaliteiten Totaal
2013 2.044 659 584 187 146 78 89 26 37 49 59 14 26 27 27 33 31 12 29 19 3 21 3 19 1 17 2 11 9 4 13 14 409 4.701
Het betreft hier contacten van 24 minuten of minder.
24
2014 1.854 870 451 181 127 101 61 92 72 61 58 53 42 34 32 31 31 27 26 22 18 17 17 15 15 15 15 13 12 11 10 53 221 4.667
Tabel 6 Eenmalige contacten naar geslacht Geslacht
2013
2014
man
3.307
3.087
vrouw
1.314
1.474
geen antwoord
80
106
Totaal
4.701
4.667
% man
72%
68%
% vrouw
28%
32%
Totaal
100%
100%
Leeftijd (2014)
Aantal
Onder de 18 jaar
5
18 tot 35 jaar
181
35 tot 45 jaar
441
45 tot 55 jaar
1259
55 tot 65 jaar
591
65 jaar en ouder
297
onbekend
1893
Totaal
4667
Onderwerp
2013
2014
45+ regeling
3.925
2.980
381
1.229
1.961
830
WAO/WIA/Wajong
475
663
basisregeling
600
538
AOW
492
522
nationaliteit
534
492
zorgverzekering
309
340
terugkeeroptie
161
143
bedrijfspensioen
169
120
93
69
1.646
1.791
10.746
9.717
55+regeling wijziging rem.wet
visum overige
25
BEGELEIDING / TRAJECTCONTACTEN / DOSSIERS
Tabel 9 Trajectcontacten naar doelgroep Doelgroep
2013
2014
land/groep genoemd in wet
18.283
21.203
% van totaal in 2014 94%
vluchteling/asielgerechtigde
264
1.013
5%
anders
1.076
233
1%
Totaal
19.623
22.449
100%
Tabel 10 Trajectcontacten naar herkomstland Herkomstland Turkije Suriname Marokko Bosnië-Herzegovina Griekenland Spanje Servië Kroatië Portugal Iran Irak Tunesië Macedonië Kaapverdië Kosovo Italië Nederland (vnl. Surinaamse afkomst) Afghanistan Indonesië (incl. Molukken) Vietnam Sudan Rusland Bulgarije Curaçao Ethiopië Somalië Slovenië China+Hongkong Totaal van andere landen Totaal
2013
2014
Toe/afname
11.477 2.977 1.565 801 307 428 255 208 192 145 178 96 26 64 17 81 43 24 53 47 36 23 8 19 21 11 15 108 398 19.623
14.421 3.208 1.497 852 392 347 274 127 155 120 93 88 68 58 53 41 50 47 46 43 40 34 27 18 16 16 14 3
+26% +8% -4% +6% +28% -19% +7% -39% -19%
22.449
De trajectcontacten vonden plaats met zowel migranten in Nederland als met remigranten woonachtig in het herkomstland.
26
Tabel 11 Trajectcontacten naar burgerlijke staat
Tabel 12 Trajectcontacten naar geslacht
Burgerlijke staat
2013
2014
Geslacht
alleenstaand
4.915
5.263
man
57
84
anders duurzaam gescheiden gehuwd/samenwonend gescheiden weduwe/weduwnaar geen antwoord Totaal
487
578
10.712
12.312
1.805
2.106
548
638
1.099
1.468
2013
2014
14.867
16.965
4.570
5.383
186
101
Totaal
19.623
22.449
% man
75,8%
75,9%
% vrouw
24,2%
24,11
vrouw geen antwoord
19.623 22.449
Tabel 13 Trajectcontacten naar leeftijd Leeftijd
2013
2014
19
6
18 tot 35
535
475
36 tot 45
3.773
3.587
-5%
46 tot 55
8.850
10.839
+22%
56 tot 65
3.240
4.265
+32%
65 jaar en ouder
2.436
2.568
+5%
670
709
19.623
22.449
jonger dan 18
onbekend Totaal
Toe/afname
Tabel 14 Trajectcontacten naar onderwerp Onderwerp
2013
2014
12.283
13.152
WAO/WIA/Wajong
3.126
4.181
zorgverzekering
2.789
3.588
nationaliteit
2.940
3.283
AOW
2.412
2.527
Belastingen
1.625
2.132
55+regeling wijziging rem.wet
626
1.715
2.496
1.473
basisregeling
1.628
1.443
bedrijfspensioen
1.416
1.343
andere onderwerpen Totaal
9.165
9.540
40.196
44.977
45+-regeling
Toe/afname +7% +34% +29% +12% +5% +31% +173% -41% -11% -5%
27
GROEPSVOORLICHTING
Tabel 15 Voorlichtingsbijeenkomsten naar herkomstland (2014)
Tabel 16 Aard van de organisaties waaraan Groepsvoorlichting werd gegeven (2014)
Herkomstland Turkije Suriname Marokko Bosnië Portugal Italië
Aard organisatie Plaatselijk Landelijk Steunfunctie Ouderenwerk Maatschappelijk werk Anders
Aantal 45 21 5 2 1 1
Totaal
81
Totaal
Aantal deelnemers per bijeenkomst
Aantal bijeenkomsten 2013 2014
Minder dan 20 20 tot 50 50 of meer
22 53 58
5 47 29
Totaal aantal bijeenkomsten
133
81
Gemiddeld aantal deelnemers
60
50
Totaal deelnemers
8.053
3.991
Geslacht
Aantal deelnemers 2014
Vrouw Man Totaal
1.468 2.523 3.991
Percentage vrouwelijke deelnemers
37%
28
6 81
Tabel 17 Groepsvoorlichting naar aantal deelnemers per bijeenkomst
Tabel 18 Deelname groepsvoorlichting naar geslacht (2014)
Aantal 64 6 4 1
DIENSTVERLENING AAN REMIGRANTEN Deze diensten maken deel uit van de totale dienstverlening door het NMI. Onderstaande cijfers zijn opgenomen in de totalen in voorgaande tabellen.
Tabel 19 Dienstverlening aan remigranten Dienst Voorlichting/eenmalig contact Begeleiding /trajectcontact
2013 121 1.413
2014 137 1.454
Tabel 20 Trajectcontacten met remigranten naar woonland Woonland Turkije Marokko Bosnië-Herzegovina Suriname Griekenland Servië Spanje Irak Nederland Overige landen Totaal
2013 1.094 119 38 47
2014 1.191 61 59 53 14 11 8 6 2 49 1.454
8 19 31 5 70 1.431
Tabel 21 Onderwerpen alle contacten Onderwerp
2013
2014
45+-regeling
582
541
WAO/WIA/Wajong
339
471
zorgverzekering
200
278
belastingen
162
219
AOW
224
198
bedrijfspensioen
145
132
Alle andere onderwerpen
1.073
1.173
Totaal onderwerpen
2.725
3.012
Per contact worden meestal meerdere onderwerpen behandeld. Bovenstaande cijfers geven weer hoe vaak de zes meest gevraagde onderwerpen Aan de orde kwamen.
29
DIENSTVERLENING AAN VLUCHTELINGEN EN ASIELGERECHTIGDEN Deze diensten maken deel uit van de totale dienstverlening door het NMI en onderstaande cijfers zijn opgenomen in de totalen in voorgaande tabellen. Tabel 22 Diensten aan vluchtelingen/asielgerechtigden en aantal cliënten Dienst Voorlichting/eenmalig contact Begeleiding /trajectcontact Groepsvoorlichting Aantal cliënten uit de groep vluchtelingen/ asielgerechtigden
2013 314 1.145 6
2014 249 1.013 2
312
306
Tabel 23 Cliënten uit de groep vluchtelingen/asielgerechtigden naar herkomst Herkomstland Bosnië-Herzegovina Iran Irak Vietnam Sudan Afghanistan Sri Lanka Servië Ethiopië Turkije Rusland Azerbeidzjan Chili China Overige (+/-30) landen Totaal
2013 74 45 50 13 8 9 4 9 6 5 5 5 9 14 56 312
2014 78 40 34 13 13 12 10 9 8 7 5 5 3 0 69 306
Tabel 24 Onderwerp trajectcontacten 45+-regeling
2013
2014
1.261
742
270
164
nationaliteit
18
101
303
79
108
73
zorgverzekering Basisregeling
67
66
134
49
C-status/humanitaire gronden
108
49
Doormigratie
143
47
28
43
89
39
55+regeling Wijziging Remigratiewet AOW
WIA/WAO/Wajong terugkeeroptie visum Alle andere onderwerpen Totaal
53
30
462
270
3.044
1.752
30
CLIËNTEN VAN HET NMI In voorgaande tabellen lag focus op het werk van het NMI, hier gaat het om de karakteristieken van de cliënten. Personen die eenmalig contact met het NMI hebben worden niet geregistreerd als cliënt. Dat gebeurt pas vanaf het tweede contact.
Tabel 25 Cliënten naar geslacht
Tabel 26 Cliënten naar leeftijd
Geslacht
2013
2014
Leeftijd
man
4.364
4.585
jonger dan 18 jaar
6
4
vrouw
1.465
1.607
18 tot 45 jaar
1.256
1.131
geen antwoord
2013
2014
79
38
45 tot 55 jaar
2.658
2.874
Totaal
5.908
6.230
55 tot 65 jaar
989
1.184
ouder dan 65
720
753
% man
75%
74%
onbekend
279
284
% vrouw
25%
26%
Totaal
5.908
6.230
66%
67%
% cliënten < dan 55 jr.
De exacte leeftijd van een cliënt is vaak (nog) niet bekend, omdat de cliënt deze niet altijd wil geven. Pas in een later stadium van het traject, bijvoorbeeld bij het invullen van een aanvraagformulier voor de SVB of voor een andere instantie, wordt de geboortedatum genoteerd.
Tabel 27 Cliënt naar doelgroep Cliënt / doelgroep
2013
2014
% van totaal in 2014
land/groep genoemd in wet vluchteling/asielgerechtigde
5.469
5.811
93%
352
306
3
2
anders
84
111
Totaal
5.908
6.230
100%
2013
2014
Toe/afname
5.908
6.230
5,4%
3,3
3,6
asielzoeker
Tabel 28 Intensiteit van de begeleiding
aantal cliënten aantal contacten/cliënt aantal onderwerpen per cliënt Begeleidingstijd per cliënt (in minuten)
31
7
7
102
110
Tabel 29 Cliënten naar herkomstland Herkomstland Turkije Suriname Marokko Bosnië-Herzegovina Spanje Griekenland Servië Portugal Iran Irak Kroatië Tunesië Indonesië Macedonië Italië Nederland Kaapverdië Sudan Afghanistan China+Hongkong Totaal overige (60) herkomstlanden Totaal
2013 3.150 1.003 575 212 139 89 74 77 52 59 55 32 23 15 39 12 30 11 11 36 214 5.908
2014 3.548 1.080 502 205 121 105 91 69 44 41 34 31 22 22 20 19 18 14 14 1 229 6.230
Toe/afname 13% 8% -13% -3% -13% 18% 23% -10%
Tabel 30 Aanvragen voor een remigratievoorziening via het NMI Jaar 2010 2011 2012 2013 2014
Aantal aanvragen via het NMI 1.114 1.060 1.153 1.481 1.776
32
Aantal cliënten van het NMI 4.509 4.477 5.205 5.908 6.230
AANVRAGEN EN VERTREK REMIGRANTEN (SVB)
Tabel 31 Aanvragen basis- en/of remigratie-uitkering, naar nationaliteit(SVB) Herkomstland Turkije Nederland (incl. Surinamers) Marokko Spanje Bosnië-Herzegovina Griekenland Portugal Italië Kroatië Servië Tunesië Iran Suriname China Overige landen Totaal
2013 800 637 176 163 96 75 58 50 31 36 16 15 15 0 109 2.284
2014 1346 769 226 22 95 96 75 44 27 29 13 20 157 0 148 3.067
Niet alle aanvragen worden gehonoreerd.
Tabel 32 Aantal toegekende basis-en remigratievoorziening (SVB) Bestemmingsland Turkije Spanje Suriname Marokko Portugal Voormalig Joegoslavië (ex Slovenië) Italië Griekenland Tunesië China Kaapverdië Overige landen Totaal
Basis 2013 414 123 132 89 31 125
Remigr.uitkering (incl.nihil) 2013 361 12 124 83 11 116
Basis 2014 775 123 185 129 39 156
Remigr.uitkering (incl.nihil) 2014 709 23 173 118 20 137
34 47 8 4 4 42 1.053
7 22 8 4 4 32 784
34 78 10 0 2 29 1.560
8 46 10 0 2 27 1.273
Het betreft het aantal gerechtigden, vaak huishoudens met meerdere personen. Niet iedereen die een aanvraag doet krijgt in het zelfde jaar een beschikking of vertrekt in het jaar van de toekenning. Nihil uitkering: de samenlopende uitkering (bijvoorbeeld de AOW-uitkering) is hoger dan de remigratie-uitkering. De remigratie-uitkering komt dan niet tot uitkering.
33
Tabel 33 Totaal aantal personen vertrokken met behulp van de Remigratiewet (basis- en/of remigratievoorziening) (SVB) Jaar 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014
Totaal 1.851 1.840 1.725 1.610 1.822 1.520 1.601 1.498 1.636 2.376
Het aantal vertrokken personen bestaat uit de gerechtigde met eventuele partner en kinderen.
Tabel 34 Aantal remigranten dat teruggekeerd is met terugkeeroptie in 2014 (SVB) Remigratieland
Aantal
Marokko
1
Turkije
2
Suriname
4
Totaal
7
34
Bijlage 2 Beschrijving begeleidingstraject aanvraag remigratie-uitkering Beschrijving van een standaard Begeleidingstraject: Aanvraag remigratie-uitkering zonder exporteerbare uitkering voor cliënten met dubbele nationaliteit6 1.
Eerste contact komt meestal tot stand via telefoon, op inloopspreekuur of bij een voorlichtingsbijeenkomst. Cl. denkt over remigratie. Wat te doen? Eerste uitleg 5-10 minuten.
2. Tijdens 1ste contact of later wordt afspraak gemaakt voor meer gedetailleerde informatie over de mogelijkheden voor remigratie. 20-40 minuten. Consulent vraagt naar personalia, nationaliteit verblijfsvergunning, inkomen, soort uitkering, gezinssamenstelling, om te bepalen of cl. in principe in aanmerking komt voor een rem.uitkering. Consulent geeft aan wat de mogelijkheden zijnen waar Cl rekening mee moet houden. Een checklist aanvraag rem.uitkering wordt systematisch doorgenomen.(zie bijlage 1; checklist aanvraag) Daarbij komen ook de rechten aan de orde die cliënt na remigratie heeft; recht op AOW, eventueel bedrijfspensioen, toegang tot NL. Bij de meeste cliënten moet na het 2de contact de informatie inzinken. Cliënt praat er met anderen over, krijgt soms tegenstrijdige informatie. Vaak volgt een 3de contact waarin de informatie nog eens herhaald en verder uitgelegd moet worden. Het komt geregeld voor dat cliënt zelf niet precies weet wat voor uitkering hij/zij heeft; daarom worden cliënten verzocht alle stukken die zij hebben mee te nemen. Bij het 3de contact is inmiddels duidelijk of de cliënt een aanvraag kan indienen of dat er eerst enkele barrières geslecht moeten worden. Veel voorkomende belemmeringen zijn: schulden bij de overheid, privé schulden, partner weet het nog niet zeker. Mogelijke tussenstappen en diensten: Inventarisatie van belemmeringen; zijn er schulden? Wat voor schulden? Bij schulden aan het rijk kan er alleen een aanvraag voor een remigratie-uitkering worden ingediend als daarvoor een regeling is getroffen. Bij particuliere schulden zal consulent adviseren hoe daar mee om te gaan ( regeling treffen, afkopen, betalen). Soms is overleg nodig met curator of bewindvoerder, als cl. zelf niet precies weet wat er speelt; curator moet geen bezwaar hebben tegen remigratie, daarover wordt door consulent mondeling overleg gevoerd; ook wel met stadsbank, bij minnelijk traject bij schuldhulpverlening. Zijn er geen belemmeringen meer dan is het tijd nog een aantal zaken door te nemen: Ongehuwd/gehuwd; sommige remigranten zijn van plan na vertrek in herkomstland te huwen. Dan is het verstandig om voor het indienen van de aanvraag te huwen en het huwelijksdocument te legaliseren. Dan heeft partner bij overlijden aanvrager recht op de remigratie-uitkering. NL nationaliteit; is er voor de partner een mogelijkheid eerst NL nationaliteit aan te vragen? Advies hoe hierbij te handelen; baliemedewerkers van de gemeente zijn niet altijd precies op de hoogte. Advies over wedertoelating tot NL na remigratie; welk recht heeft men, wat moet daarvoor gedaan worden. Als cliënt gewerkt heeft is er wellicht pensioen opgebouwd; brief aan bedrijfspensioenfonds om pensioenrecht te bepalen. Rechten in NL die ook na vertrek blijven gelden: info over hoogte te verwachten AOW en over vrijwillig doorbetalen AOW premie. Voor Turkse remigranten; info over inkoop pensioen Turkije
6
Dit is het meest voorkomend begeleidingstraject. De beschrijving is gebaseerd gemiddelde traject van dit type. Het traject duurt gemiddeld 2 jaar en telt 5-15 contacten.
35
op
het
fictieve
4. Is cliënt vast besloten te remigreren en zijn er geen obstakels dan volgt (soms na enkele maanden of zelfs jaren) het 4de contact waarin een aanvraag voor een remigratie-uitkering wordt gedaan (40-60 minuten.) Het aanvraagformulier moet door cliënt zelf op de post gedaan worden. 5. Maximaal 4 maanden na de aanvraag komt (indien aanvrager de NL nationaliteit heeft) een voorbeschikking van de SVB. In de voorbeschikking wordt cl. gevraagd afstand te doen van de NL nationaliteit. Cliënt gaat met deze beslissing naar het NMI voor uitleg en bespreking verdere procedure. Cliënt heeft 4 weken de tijd om paspoort in te leveren, na 4 weken komt herinnering en dan nog eens 4 weken. Dat kan handig zijn voor diegenen die voor vertrek nog veel te regelen hebben. Het afstaan van de NL nationaliteit is voor de meeste remigranten een moeilijk moment, waarop nog eens uitgelegd moet worden wat eerder verteld is. Standaard wordt een afspraak voor cliënt bij de IND gemaakt, want cliënt heeft na het inleveren van het NL paspoort geen verblijfsdocument meer en moet daarom bij de IND een verblijfsvergunning aanvragen. De formulieren voor het aanvragen van de voorlopige verblijfsaantekening worden door de consulent ingevuld. Clint krijgt van IND een verblijfsaantekening in zijn paspoort van herkomstland met een geldigheid van 3 maanden; daarna krijgt cliënt een pasje voor 6 maanden. 6.
Na inleveren van het paspoort komt de werkelijke beschikking van SVB; cl. krijgt 6 maanden de tijd om te vertrekken, een uiterlijke vertrekdatum wordt door de SVB opgegeven. Binnen die periode kan Cl. zelf de vertrekdatum bepalen; deze moet middels vertrekkaart aan SVB doorgegeven worden. De vertrekkaart zit bij de beschikking. Aan cliënt wordt uitgelegd dat bepalend voor vertrek de uitschrijving uit het bevolkingsregister is, niet de datum op de vertrekkaart. De dag na uitschrijving gaat de rem.uitkering in.
Mogelijke tussenstap
7.
Cliënt is niet klaar voor vertrek. Uitstel kan aangevraagd worden op 3 gronden: ziekte, schoolgaande minderjarige kinderen, woningbezit waarbij woning nog niet verkocht is. Uitstel is standaard 6 maanden.
Voorbereiding vertrek. Met cliënt wordt de checklist voor vertrek doorgenomen en lijst wordt meegegeven. De lijst is in verschillende talen beschikbaar. Cliënt is zelf verantwoordelijk voor wat er geregeld moet worden en wordt gewezen op de gevolgen als bv. huur of zorgtoeslag niet tijdig wordt opgezegd.
8. Sommige cliënten komen weer terug met checklijst om te laten zien wat er wel of niet gedaan is. Soms willen cliënten van het NMI weten welk verhuisbedrijf ingeschakeld kan worden; daarover wordt geen advies gegeven. 9.
Eindgesprek; doornemen laatste zaken voor vertrek en wat te doen bij aankomst in herkomstland, meestal wordt het dossier doorgenomen en gecontroleerd of alles gedaan is.
36
Bijlage 3 Samenstelling personeel en bestuur Personeel 2014 Naam Mw.T.H. Tjoa Dhr.T.Bijenhof Mw. E.Lute Dhr. P. Arens Mw.R. Singapradja Mw. M.Plein Mw.N. Özen-Kaya Dhr.A. Alakay Dhr.M. Demirci Dhr.P. Denz Mw.J. Hé Dhr.A. Klai Mw.R. Magouz Mw.S.M. Manichand Mw.N. El Mansori-Azdad Mw.I. Ocak-Kılıç Dhr.M. El Ouakili Dhr.J. Volkers Mw.E. Wijdenes-Šehović Mw.A. Yavuz Mw.S. Kizil Mw. H.Caylak Mw. M.Kocuroglu Dhr. Y.Goktas Mw. A. Turgut Mw. D.Sertkaya Mw. Y.Altindag Mw. C. Kara Mw. R.Akoudad Mw. S.Taouil Mw. K.Kara Dhr. K.Amri Mw. D.Batun Dhr. K.Yilmaz Dhr. V.Turkal Dhr. M.Tamarzite Mw. S.Kamali
Functie Directeur P&O medewerker tot 15-06-2014 P&O medewerker/adviseur vanaf 16-06-2014 Beleidsadviseur Secr./financ. Medewerker tot 31-05-2014 Secr./financ. Medewerker vanaf 01-06-2014 Coördinator/consulent Sociale Zekerheid Consulent Consulent Consulent Consulent Consulent (overleden op 6 maart 2014) Consulent Consulent Consulent Consulent Consulent Consulent Consulent Consulent tijdelijk consulent tijdelijk consulent tot 1-06-2014 tijdelijk consulent tijdelijk consulent tot september 2014 tijdelijk consulent tot september 2014 tijdelijk consulent sinds mei 2014 Frontoffice sinds april 2013 Frontoffice sinds juli 2013 Frontoffice sinds juli 2014 Stagiaire (van 1-02-2013 tot 31-01-2014) Stagiaire (van 1-02-2013 tot 31-01-2014) Stagiaire (van 1-09-2013 tot 30-06-2014) Stagiaire (van 1-03-2014 tot 31-08-2014) Stagiaire (van 1-02-2014 tot 30-06-2014) Stagiaire (van 1-02-2014 tot 30-06-2014) Stagiaire (van 1-09-2014 tot 30-06-2015) Stagiaire (van 1-10-2014 tot 31-03-2015)
37
Dienstverband fulltime 55% 55% 83% fulltime fulltime 67% fulltime fulltime fulltime 80% 80% fulltime 60% 56% 80% fulltime fulltime 80% 80%
Bestuurssamenstelling op 31-12-2014 Het bestuur van het NMI wordt, conform artikel 4 van de Statuten van het NMI, gevormd door vertegenwoordigers uit de doelgroepen van het integratiebeleid en/of hun organisaties, vertegenwoordigers van verschillende relevante maatschappelijke organisaties, en leden die zijn benoemd op grond van hun kennis van en hun betrokkenheid met (re)migratie en de verschillende aspecten daarvan. Naam Functie Mw. M.W. Lubbi (zelfstandig adviseur) voorzitter Mw. D. Griffioen (directeur Beleggingsfondsen ASN Bank) penningmeester Mw. S.V. Wolf (zelfstandig onderzoeker, voormalig onderzoeker secretaris FORUM) Dhr. I. Ivakic (programma manager Stichting Schrijven en Lezen) lid Mw. T.Wijn (gepensioneerd manager VluchtelingenWerk Nederland) lid Dhr. A. Yalin (voormalig bestuurder stadsdeel Amsterdam, lid diverse bestuursfuncties)
38
Bijlage 4 Spreekuurlocaties Hoofdkantoor Utrecht spreekuur: iedere werkdag Catharijnesingel 50, Utrecht Postbus 19215 3501 DE Utrecht T (030) 234 29 36 F (030) 230 49 32
[email protected] www.nmigratie.nl
Overige spreekuurlocaties Amsterdam Gebouw Rue Paré Chris Lebeaustraat 4 1062 DC Amsterdam
Arnhem Wijkcentrum Symfonie Valckeniersstraat 1 6828 RM Arnhem
Breda Instituut voor Maatschappelijk Welzijn Willemstraat 20 4811 AL Breda
Den Haag Haags Ondernemershuis Vaillantlaan 154 2526 HP Den Haag
Deventer Bibliotheekgebouw Brink 70 7411 BW Deventer
Eindhoven Buurthuis ’t Bellefort Iepenlaan 42 5616 NS Eindhoven
Enschede Nijverheidstraat 11 7511 JM Enschede
Groningen Gebouw Sociale Verzekeringsbank (SVB) Cascadeplein 5 9726 AD Groningen
Maastricht Buurt Informatie Centrum Wittevrouwenveld Edisonstraat 4 6224 GK Maastricht
Rotterdam Humanitas Bergwegplantsoen 10 3027 SK Rotterdam
39