2
Zorg voor jeugd: begin bij de burger! |
2013
Colofon Zorg voor jeugd: begin bij de burger! Participatie: bevindingen en handreikingen voor gemeenten op beleids- en zorgniveau is een uitgave van het Landelijk Cliëntenforum Jeugdzorg (LCFJ) en LOC Zeggenschap in zorg. Het LCFJ is de landelijke belangenorganisatie van en voor cliënten in de jeugdzorg en is sinds 1 april 2012 onderdeel van LOC (LCFJ wordt in de rest van de publicatie benoemd als LOC/LCFJ). LOC komt op voor de belangen van cliënten van geestelijke gezondheidszorg, jeugdzorg, maatschappelijke zorg, thuiszorg, verpleging & verzorging, verslavingszorg en welzijn.
April 2013
3
Zorg voor jeugd: begin bij de burger! |
2013
U kunt de uitgave Zorg voor Jeugd: begin bij de burger! gratis downloaden op www.loc.nl/publicaties, www.loc.nl/jeugdparticipatie en op www.lcfj.nl/transitie. Een gedrukt exemplaar (bij)bestellen kan voor 5 euro via www.loc.nl/publicaties.
LOC/LCFJ Postbus 700 3500 AS Utrecht
4
T (030) 284 32 00 F (030) 284 32 01 e-mail:
[email protected]
Zorg voor jeugd: begin bij de burger! |
2013
Inhoud Pagina
5
1. Inleiding
6
2. Aan de slag
7
3. Tips en handreikingen
11
4. Voorbeelden
15
5. Lijst met landelijke cliëntenorganisaties
20
6. Literatuurlijst
21
Zorg voor jeugd: begin bij de burger! |
2013
1
Inleiding De komende jaren gaat er veel veranderen in de jeugdzorg. Er komt een nieuwe Jeugdwet en de zorg voor jeugd wordt straks overal aangestuurd vanuit de gemeente. Het idee hierachter is dat de hulp dan beter en efficiënter kan worden georganiseerd. Tegelijkertijd wordt er naar gestreefd de hulp vooral te richten op het versterken en ondersteunen van eigen kracht en de eigen regie van jongeren en ouders. De zorg voor jeugd ondergaat dus ook een inhoudelijke verandering (transformatie) zodat optimaal kan worden aangesloten bij wat ouders en jongeren wensen wanneer zij op zoek zijn naar ondersteuning bij eenvoudige én complexe vragen rond opvoeden en opgroeien. Deze gedachte wordt door ouders en jongeren als zeer positief gezien.
Aanleiding Als het gaat om het organiseren van de dialoog met ouders, jongeren, burgers over de toekomst van de zorg voor jeugd, staan gemeenten nog te vaak met lege handen. Dat blijkt onder meer uit onderzoek ‘Participatie in zicht’ dat Verwey-Jonker onlangs in opdracht van LOC/LCFJ gedaan heeft (download het onderzoeksrapport (januari 2013) op www.loc.nl/participatieinzicht). De vraag om handreikingen die helpen vorm te geven aan de participatie rond de transitie en transformatie van de jeugdzorg is groot. Daarom heeft LOC/LCFJ de afgelopen periode samen met andere cliëntenorganisaties en gemeenten diverse bijeenkomsten en pilots gehouden rond transitie/transformatie en participatie. Hierin hebben we veel ervaringen opgedaan die we graag nu al met u willen delen. Doel Deze handreiking moet gezien worden als een werkdocument voor gemeenten dat samen met alle betrokken partijen (burgers jong en oud, gemeenten, professionals, beleidsmedewerkers) in de komende periode verder ontwikkeld wordt. In deze versie zijn alvast de eerste bevindingen opgeschreven van de verschillende LOC/LCFJ-pilots in het land rond het vormgeven en opbouwen van (vernieuwde) burgerparticipatie in gemeenten. Met deze handreiking willen wij gemeenten inspireren om actief met participatie aan de slag te gaan en bieden wij hen handreikingen, tips en voorbeelden over hoe zij dit het beste kunnen aanpakken.
6
Zorg voor jeugd: begin bij de burger! |
2013
2
Aan de slag
Dialoog vanaf het begin Wil de transformatie werkelijk kunnen slagen dan zal de dialoog met ouders en jongeren vanaf het begin gevoerd moeten worden. En hun input zal dan gedurende het hele proces (maar ook daarna) medebepalend en mede richtinggevend moeten zijn. Dit vraagt om een open en actieve rol van de overheid en de intentie om aan te sluiten bij wat er onder de burgers leeft. Het is zaak dat gemeenten en professionals in dialoog gaan met ouders en jongeren. Zij zijn immers diegenen voor wie de transitie zou moeten leiden tot een betere, meer gerichte, ondersteuning. We kunnen veel denken en praten over participatie, maar de beste aanpak is: begin ermee en bouw het op. Organiseer een ontmoeting en ga het gesprek aan. Burgers, ouders en jongeren hebben specifieke kwaliteiten, ervaringen en vaardigheden die zij graag willen inzetten bij het vormgeven van de nieuwe zorg voor jeugd. Zij zien uit naar dat gesprek. En wat levert het op? Bouwstenen voor een gemakkelijk toegankelijke participatie, verbeteringen binnen de jeugdhulp dicht bij het gezin en zorg gebaseerd op eigen kracht en regie. Kortom: de vernieuwingen liggen voor het oprapen. Proactieve houding Participeren is een werkwoord en vraagt van alle betrokken partijen een inspanning, een proactieve houding gedurende het gehele proces. Het is niet alleen een kwestie van de mouwen opstropen en samen aan de slag gaan met een keur aan inspirerende werkvormen. Het vraagt ook om het samen hanteren van de goede waarden en het investeren in de onderlinge relatie. Het uitgangspunt daarbij is: wat en hoe kunnen mensen bijdragen. Belangrijk is het erkennen van de kracht van iedere burger en die serieus nemen op een manier dat de Een inspirerend citaat over bevindingen daadwerkelijk cliëntenparticipatie uit een column van leidend zijn voor vorm en beleid. Wilma Kuiper van de Stichting Dit vraagt van alle betrokken Cliëntenperspectief: “Het belangrijkste antwoord dat wij vonden was zo simpel dat partijen een actieve inzet, het loslaten van bestaande regels en wij erover gestruikeld konden zijn: het zelfbewustzijn en de gewoonten, het checken van ervaringsdeskundigheid van de beelden en verwachtingen van cliëntenraad……”
7
Zorg voor jeugd: begin bij de burger! |
2013
elkaar door ontmoetingen en dialoog en het uitdagen tot vernieuwing. De burger verwacht dat gemeenten en bestuurders naar hen toekomen en hen als actieve en gelijkwaardige partner zien voor input en meedenken. Het is immers een samenwerkingsrelatie die beide partijen veel oplevert. De burger is een nieuwe zeer belangrijke samenwerkingspartner waarin geïnvesteerd moet worden wil het – zoals met alle samenwerkingspartners – tot een goed en blijvend resultaat leiden. Netwerken Netwerken is op bestuurlijk niveau en in de dagelijkse omgang met collegaorganisaties gebruikelijk. Het is heel gewoon om – met of zonder specifieke en creatieve activiteiten – ontmoetingsmomenten te organiseren. Geen bijeenkomst eindigt zonder een netwerkborrel. Vaardigheden en kwaliteiten om te netwerken worden dus gehonoreerd en ingezet, dus waarom niet ook bij participatie rond de zorg voor jeugd? Van de (landelijke en Een inspirerend citaat uit Ontketende gemeentelijke) overheden mag Dienstverlening – J. Van der Thorn Lemma 2005): “Voor een klantgerichte, worden verwacht, dat zij hun dienstverlenende organisatie betekent het woorden over zaken als ‘eigen ontwerpen van werkprocessen het kracht’, ‘eigen regie’ en ‘burger hanteren van de omgekeerde volgorde: centraal’ weten te vertalen in beginnen bij de gebruikers en terugwerkend, de processen ontwerpen die daden die stroken met de visie leiden tot tevreden gebruikers. Moeilijkheid die uit het gebruik van deze is dat dit bijna niet lukt, als wordt termen spreekt. Dat betekent dat vastgehouden aan bestaande functies en de overheid burgers niet alleen posities. Het vergt een andere denkdiscipline, waarbij bestaande functies informeert en die op meer of en posities ondergeschikt worden aan het minder intensieve manieren vanuit de gebruikers ontworpen betrekt bij plannen die zij zelf wil werkproces……..” uitzetten, maar dat ze ook open staat voor burgers die zelf ideeën en plannen hebben die de overheid zou kunnen ondersteunen. Het initiatief en de regie ligt dan bij de burger en het is de overheid die uitnodigt, participeert en faciliteert. Ofwel: overheidsparticipatie is een uitdagende manier om aan de inhoudelijke transformatie essentiële input te geven. En vergeet naast de gemeentelijke inzet ook niet regionaal te opereren. Ook voor onze pilots hebben we gekozen voor een lokale (of regionale) aanpak. Zo kunnen cliënten zich richten op de eigen omgeving (motivatie en
8
Zorg voor jeugd: begin bij de burger! |
2013
betrokkenheid zijn daardoor hoger) en de kans op succes in de participatie neemt aanmerkelijk toe. En het geeft direct resultaat in de omgeving van de cliënten. De invloed van cliënten is zichtbaarder en per saldo worden cliënten daardoor sterker en mondiger. Zo wordt een basis gelegd voor een duurzame dialoog tussen jeugdzorg-gebruikers en de gemeentelijke opdrachtgever(s). Hierdoor ontstaat tevens in de uitvoering van de activiteiten meer diepgang en duurzaamheid. Daarna kunnen de opgedane expertise en ervaringen uiteraard wel landelijk verspreid worden. Bij de transitie van jeugdzorg naar gemeenten is het ook belangrijk te kijken naar preventie: hoe voorkomt u dat jongeren met jeugdzorg in aanraking komen. Bekijk dit vraagstuk breder dan jeugdzorg alleen en faciliteer ook ondersteuning dwars door financieringsstromen en leeftijdsgrenzen heen. Zorg dus voor een goed ondersteuningsklimaat voor jong én oud. Gebruik daarbij een open mind en durf buiten de geijkte patronen te denken. Sluit als gemeente aan bij bestaande burgerinitiatieven voor de beste resultaten. Stap 1: Participatiekaart De gemeenten willen jongeren en ouders actief betrekken bij het beleid rond de (zorg voor) jeugd. Waar zijn nu al burgers/ ouders/ jongeren actief die aangesproken en uitgenodigd zouden kunnen worden om een bijdrage te leveren? Met andere woorden, hoe ziet de participatiekaart er uit? En vinden we hier contactpersonen/ sleutelfiguren, die van meet af aan kunnen en willen meewerken aan een goede participatie-opzet rond de (zorg voor) jeugd in het werkgebied? Om tot een passende participatiekaart te komen is het relevant om eerst na te denken over welke participatie-initiatieven u (voor zover aanwezig) zou willen betrekken. Denk aan: • Jeugdzorg gerelateerde participatie (cliëntenraden huidige jeugdzorg) • Zorg gerelateerde participatie (Wmo, lokale welzijnsvoorzieningen) • Jeugd gerelateerde participatie (jongerenraden, leerlingraden, mbo/ hbo) • Algemene burgerparticipatie (wijkraden) • Personen betrokken bij incidentele participatie rond jeugd en gezinnen Als deze keuze genomen is kan een overzicht worden gemaakt met namen van participatiegroepen, contactpersonen/sleutelfiguren en (liefst) contactgegevens.
9
Zorg voor jeugd: begin bij de burger! |
2013
Stap 2: Bijeenkomst Op basis van de informatie in het overzicht kan er bijvoorbeeld een bijeenkomst worden georganiseerd. De opties zijn: • Gemeenten organiseren een brede bijeenkomst voor alle burgers/ouders/jongeren op de lijst (informatie over jeugdzorg, transitie/transformatie, netwerk verkennen, hoe gaan we samen aan de slag met participatie?) • Gemeenten organiseren een bijeenkomst met een consultatiegroep (mensen geworteld in de lokale gemeenschap met een uitstekend netwerk) om te bedenken hoe gestart kan worden met participatie (bijeenkomsten, sociale media, enquête, projecten) De gemeente, burgers en andere betrokkenen zijn in dit proces gelijkwaardige partners met verschillende rollen en verantwoordelijkheden. Om deze goed te kunnen uitvoeren – om elkaar goed aan te kunnen vullen – is het voor de gemeente wel van belang helder te krijgen: • hoe burgers/ cliënten betrokken willen worden bij de zorg voor jeugd na de transitie (meepraten/ meedenken/ meedoen). In welke vorm? Welke aanpak (digitaal of fysiek bij elkaar komen)? Hoe verloopt de samenwerking tussen participatiegroepen? • hoe burgers/ cliënten willen dat de zorg voor jeugd er inhoudelijk uit gaat zien (wat zijn belangrijke items).
10
Zorg voor jeugd: begin bij de burger! |
2013
3
Tips en handreikingen
Doelen van bijeenkomsten Bijeenkomsten en pilots met burgers kunnen verschillende doelen dienen. I Bevorderen van participatie Sommige bijeenkomsten bewerkstelligen en bevorderen de participatie (de dialoog voeren met burgers, ouders én jeugdigen op alle niveaus en in allerlei vormen) in het transitieproces. Of scheppen ze de voorwaarden voor een duurzame vorm van (mede)zeggenschap en co-creatie. II Bewerkstelligen van verbeteringen in de zorg voor jeugd Een goede start is het organiseren van een bijeenkomst of pilot om te kijken hoe inwoners van de gemeente zelf willen dat hulp er uit ziet. Of organiseer een bijeenkomst waarmee een integrale benadering van cliënten in de jeugdzorg/ jeugdbeleid wordt bevorderd en waarin oog is voor kind én gezin en het betrekken van alle voor de hulp relevante leefgebieden. Is de gemeente al goed bezig met participatie in een breed perspectief, maar krijgt jeugdhulp/ jeugdzorg nog niet voldoende aandacht? Dan is het ook mogelijk een specifieke bijeenkomst daarover te houden. Zet bijvoorbeeld verschillende partijen (zorgaanbieders én -gebruikers) bij elkaar zodat er een goede samenhang en samenwerking kan ontstaan tussen organisaties die werkzaam zijn binnen het preventieve domein en zorg voor jeugd. III Empoweren van burgers Of – tot slot – heb het over het empoweren van burgers. Hoe ze te stimuleren, of faciliteren zodat de eigen kracht, potentie en zienswijze van de burgers verbetert, dat cliënten ‘zelf en direct’ een bijdrage kunnen leveren aan het transitieproces. Uiteraard is het ook mogelijk een combinatie van deze doelen te formuleren. Dit hangt helemaal van de gemeente, het tempo en de fase van het proces af. Praktische tips Ga vooraf na op welk niveau van participatie er ingezet wordt: informeren, meepraten of meebeslissen. Communiceer dat ook zodat er geen verkeerde verwachtingen over en weer zijn. Let altijd op het tijdstip van bijeenkomsten:
11
Zorg voor jeugd: begin bij de burger! |
2013
avondbijeenkomsten voor werkende burgers, niet onder schooltijd voor jeugdigen. Houd er rekening mee dat cliënten niet altijd beschikbaar zijn en dat er periodes zijn waarin zij andere problemen aan hun hoofd hebben. Gebruik taal die verstaanbaar is voor de ander. Communicatie is een belangrijk aspect, dus spreek en schrijf heldere en concrete taal. Zorg ook voor reis- en onkostenvergoedingen. En – bij een langdurige project – vrijwilligersvergoedingen. Maak daar vooraf afspraken over. Ga naar plekken waar u logischerwijs betrokkenen kunt vinden. Zoek actief mensen op. Werk samen met bijvoorbeeld scholen, welzijn, bibliotheken, belangrijke verenigingen en dorpsraden. En ga vooraf alvast opzoek naar goede en niet goed werkende voorbeelden. Wees ook tijdens het proces duidelijk over wat mensen wel en niet kunnen verwachten van hun inbreng: wat ligt al vast en heeft men geen invloed op; wat is het wettelijk kader waarbinnen u moet blijven. Zorg voor tijdige en goede terugkoppeling, ook over de dingen die niet lukken. En maak duidelijk hoe u elkaar over en weer kunt bereiken buiten de bijeenkomst(en). Denk als gemeente ook na over uw motivatie om te kiezen voor participatie en vraag aan burgers, ouders en jongeren waarom zij participatie belangrijk vinden. Deel uw informatie en laat burgers deze aanvullen. Over de visie ga je met elkaar in dialoog. Dat verandert de negatieve beelden die soms belemmerend zijn voor het aangaan van het gesprek. Neem burgers, ouders, jeugdigen altijd serieus. Wees echt geïnteresseerd en verdiep u in de ander en kies de methode die past bij de vraag en de doelgroep. Gebruik altijd een positieve benadering: het gaat om samenwerken. Respecteer de ideeën en inbreng van anderen. Zorg voor diversiteit. Maar ook talentontwikkeling is belangrijk en kan een belangrijke drijfveer zijn om deel te nemen aan participatie. Bereid de bijeenkomsten goed voor: in tijd, in samenstelling, welke gesprekspunten en vragen zijn er, is de locatie goed bereikbaar? Zorg ook voor een tijdige uitnodiging met een agenda. Bedenk vooraf argumenten die motiveren en die aansluiten bij de doelgroep. Let op: een goede voorbereiding kost tijd. Kies voor een methode die energie losmaakt. Maak het interessant en aantrekkelijk. Zet verschillende middelen in, bijvoorbeeld digitale. En organiseer participatie in combinatie met andere participatievormen die al bestaan. Organiseer participatie rond klanten, ga er niet zomaar vanuit dat organisaties dat zelf doen. Bouw vertrouwen op met kleine stappen en kleine successen. Stel een participatietoets verplicht aan organisaties (een beetje dwang helpt).
12
Zorg voor jeugd: begin bij de burger! |
2013
Wat te doen en wat juist niet? We eindigen dit hoofdstuk met enkele pijlers van wat wel en wat vooral niet te doen. De ervaringen die tijdens de bijeenkomsten en pilots zijn opgedaan, heeft LOC/LCFJ vertaald in do’s, don’ts en musts. Het gaat daarbij dus niet over welke inhoudelijke en organisatorische wensen ouders en jongeren met betrekking tot jeugdhulp en jeugdzorg hebben, maar over de vormgeving en uitvoering van de participatie. Wees er van bewust dat er niet zoiets bestaat als een blauwdruk die voor elke gemeente kan worden gebruikt: iedere gemeente heeft zijn eigen kleur, eigen fase en eigen tempo. Wel kunnen we wat richting meegeven die het vormgeven van participatie gemakkelijker maakt. We maken een onderscheid in: musts (iets wat zeker moet), do’s (wat belangrijk is voor een goed resultaat) en don’ts (wat werkt niet bevorderlijk). Om participatie vorm te geven is het noodzakelijk om een visie daarop te hebben of te ontwikkelen. Weet waar u aan begint, wat u wilt, met wie en met welk doel. Alleen als u overtuigd bent van de waarde van participatie zal het die waarde ook hebben. Musts Wat zeker altijd moet is het betrekken van ouders en jongeren bij het ontwikkelen van een gezonde participatie. Geloof in de kracht en de waarden van de burger en zie welke kansen en kwaliteiten zij bieden. Representativiteit is belangrijk, maar een ontmoeting met één sleutelfiguur levert ook al veel informatie op en kan voor een vliegende start zorgen. Investeer ook in het leggen van contacten bij het opstarten van een participatieprogramma en onderhoud deze contacten goed tijdens het proces. Wees niet bang om buiten de geijkte patronen te denken. Creativiteit is een goede motor. Do’s Belangrijk voor een goed eindresultaat is te beginnen met te inventariseren wat er al is aan participatie. Organiseer vervolgens de participatie ‘bottom-up’. Start met eenvoudige ondersteuning op onderwerpen waar vanuit de burgers, ouders en jeugdigen interesse voor is. Zoals een gezond inspirerend samenlevingsklimaat voor wonen, leven en opvoeden. Zoek ook altijd de verbindingen tussen gemeenten, organisaties, burgers, ouders, jeugdigen, het netwerk en de professionals. Pak de participatie binnen de transformatie vooral samen aan. Ga uit van vertrouwen in burgers, organisaties en organen. Geloof in de kracht van alle betrokkenen. Zorg ook dat de partners op het
13
Zorg voor jeugd: begin bij de burger! |
2013
toekomstige gemeentelijke terrein hierbij worden betrokken zoals: migranten, GGz, Maatschappelijke Dienstverlening, zwerfjongeren, welzijnswerk, licht verstandelijk beperkten, bibliotheek, woningcorporaties, enzovoort. Sluit aan bij de verschillende sociale netwerken die de gemeente al heeft. En richt u op de diverse doelgroepen: dus jong én oud. Hou daarbij wel in de gaten dat de inhoud en kwaliteit voorop dienen te staan. Richt primaire processen in vanuit gezinnen en hun netwerken. De werkvloer van de hulpverlening is van de professional en de burger: ouders en jeugdigen. De ruimte voor de professional die tegenwoordig veel genoemd wordt, bestaat alleen maar in relatie tot zijn cliënt. Staar u ondertussen vooral niet blind op de eigen gemeente alleen. Wissel als beleidsmedewerker onderling ervaringen uit met collega’s binnen uw gemeente én uit andere gemeenten. Voel als gemeente ook de verantwoordelijkheid voor de mogelijkheden die cliëntenraden krijgen: worden zij voldoende gestimuleerd en hebben ze voldoende financiële mogelijkheden om ook echt te kunnen meedenken? Communiceer (en blijf dit ook doen) met en naar de participerende burgers en naar de inwoners in uw gemeente in het algemeen. Persoonlijk contact werkt het meest effectief, begin daar altijd mee. Later in het proces kan ook aan andere vormen worden gedacht. En zorg als het niet loopt, voor continuïteit. Dat kan door de communicatie op gang te houden. En door burgers uit te nodigen voor een evaluatie en nieuwe kansen te creëren. Don’ts Er zijn ook genoeg dingen die niet bevorderlijk werken. Straal bijvoorbeeld niet uit dat er helemaal opnieuw wordt begonnen. Waardeer de initiatieven die al zijn genomen want dat versterkt het innovatieve proces dat al is gestart. Kijk vooral ook niet alleen naar de bestaande vormen en systemen om deze nieuwe manier van organiseren te bereiken. Zorg dat u niet verzandt in een discussie over de representativiteit, maar richt de schijnwerper op het ontmoeten van de burger. Het werkt als een druppel in een vijver: het effect breidt zich uit. Let er ook op dat u organisatiebelangen niet voorop probeert te stellen. En speel geen politieke spelletjes met het participatietraject over de hoofden van burgers. Ga niet te verkrampt organiseren vanuit angst; probeer de gemeente niet overal tegen in te dekken en benadruk gewoon dat er verschillen zijn. Maak ruimte voor het maken van een cultuuromslag. Verlies uzelf niet in het ‘blauwdruk denken’. En laat beelden van ouders en jongeren binnen de jeugdzorg bepalend zijn.
14
Zorg voor jeugd: begin bij de burger! |
2013
4
Voorbeelden Op welke manier kunnen betrokkenen concreet vorm geven aan participatie? Welke middelen en methoden kunnen zij hierbij inzetten? Hier volgen enkele voorbeelden die we in relatie tot de bijeenkomsten en pilots tegengekomen zijn. Alle digitale verwijzingen zijn ook online verzameld in een handig overzicht op de pagina www.loc.nl/jeugdparticipatie en op www.lcfj.nl/transitie.
KiesMeNu en Toolkit jeugdparticipatie Stichting Alexander, een ideëel landelijk instituut voor jeugdparticipatie en participatief actiegericht jongerenonderzoek, heeft tot doel: empowerment en zinvolle en duurzame invloed van jeugd op beleid en de uitvoeringspraktijk. Om de participatiestructuur en -cultuur van een gemeente/ jeugdzorgorganisatie te versterken is onder andere de KiesMeNu-methode ontwikkeld. Organisaties verankeren aan de hand van een keuzemenu in een aantal stappen participatie. Een brochure over KiesMeNu is hier te downloaden: www.st-alexander.nl/downloads/KiesMeNu.pdf. Daarnaast heeft stichting Alexander samen met het Verwey-Jonker Instituut de Toolkit Jongerenparticipatie ontwikkeld. Deze toolkit helpt te beslissen welke methode u het beste kunt inzetten wanneer u jongeren wilt raadplegen of eigen initiatief van jongeren wilt stimuleren. En laat zien welke methode geschikt is om een participatietraject met jongeren in een wijk of school vorm te geven. De toolkit is te raadplegen via: www.toolkit-jeugdparticipatie.nl. Participatiemeter (JIJ meter) De JIJ meter is een instrument dat is ontwikkeld door JIJ Utrecht. Het is bedoeld voor jongeren, ouders en hulpverleners en kijkt (meet) hoe betrokkenen in hun instelling hun mening mogen geven over zorg. De JIJ meter wordt elk jaar opnieuw ingevuld. De JIJ meter meet: • •
of mensen weten hoe zij hun mening kunnen geven op welke manier mensen hun mening mogen geven, of zij gebruik van maken van de verschillende manieren om hun mening te geven
•
hoe tevreden ze zijn over de manieren waarop mensen hun mening kunnen geven de invloed die cliënten hebben op hulp aan hen
•
15
Zorg voor jeugd: begin bij de burger! |
2013
•
hoe goed betrokkenen vinden dat er naar hen wordt geluisterd en of de cliënt centraal staat in de cultuur en werkwijze
Met de uitkomsten van de JIJ meter gaat JIJ Utrecht samen met de instelling bespreken en vaststellen wat er beter kan. Zo krijgen cliënten meer mogelijkheden om mee te denken, mee te doen en mee te beslissen binnen de instelling. Meer informatie staat op www.jijutrecht.nl en zoek op de term ‘jij meter’. Filmpjes met de wensen van ouders en jongeren over de transitie Met ervaringsdeskundige ouders en jongeren in Zuid-Holland zijn wensen geformuleerd over de transitie en transformatie in de jeugdzorg. LOC/LCFJ, JSO en Zorgbelang Zuid-Holland hebben met hen op basis hiervan korte filmpjes gemaakt om hun wensen te verduidelijken. Deze filmpjes verhelderen de wensen en vormen een goed uitgangspunt om vanuit cliëntperspectief de discussie over de transformatie te voeren. De filmpjes zijn te bekijken via de website van LOC/LCFJ, ga naar www.lcfj.nl/transitie onder het kopje ‘Verslag bijeenkomst transitie jeugdzorg Zuid Holland’. Er is ook een DVD van te bestellen via Zorgbelang Zuid-Holland op www.zorgbelang-zuid-holland.nl. Flyers van LOC/LCFJ LOC/LCFJ heeft diverse flyers gemaakt over wat ouders en jongeren wensen voor de transitie: ‘De 10 wensen van cliënten over de transitie van de jeugdzorg’ en ‘Waar gaan jongere cliënten voor?’. Deze zijn te downloaden op: http://www.lcfj.nl/transitieflyers-wat-clienten-willen-en-wat-jongeren-willen. Cursus passende medezeggenschap LOC heeft een cursus passende medezeggenschap ontwikkeld. In deze tweedaagse cursus kan er met u uitgezocht worden hoe u vanuit een stevige basis kunt werken aan medezeggenschap die bij u past en die daardoor succesvol is. Voor meer informatie, neem contact op via
[email protected]. Waarde-volle zorg visie LOC heeft een visie ontwikkeld op waarde-volle zorg. Eigen regie en uitgaan van de mogelijkheden van mensen, niet van hun beperkingen zijn belangrijke pijlers van waarde-volle zorg. Over deze visie en de uitgangspunten daarvan kunnen gesprekken gevoerd worden. In de dialoog komt de transformatie tot
16
Zorg voor jeugd: begin bij de burger! |
2013
stand. Samen in gesprek helpt te komen tot zorg waarbij ouders en jongeren zich gehoord en geholpen voelen. Lees meer over de visie op waarde-volle zorg op www.loc.nl/visie. Bouwstenen voor een goed gesprek Bouwstenen voor een goed gesprek is een handreiking voor cliëntenparticipatie. Deze handreiking is met name bedoeld om moeilijk bereikbare doelgroepen, zoals zwerfjongeren en mensen met verslavingsproblematiek toch te kunnen vinden. Het gaat om de doelgroepen die horen bij de prestatievelden 7, 8 en 9 van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). In deze handreiking wordt een aantal bouwstenen aangedragen om ook met deze doelgroep in gesprek te komen. Met behulp van deze handvatten kan cliëntparticipatie vorm krijgen. Bouwstenen voor een goed gesprek is gemaakt door Panteia en is ook te downloaden op www.panteia.nl (zoek in google op ‘panteia’ en ‘bouwstenen’). Zeven ambities Bureaucratie staat met stip op nummer één als het gaat om knelpunten in de jeugdzorg. In de klankbordgroep Regeldruk Aanpak (RAP) zetten aanbieders, beleidsmakers en cliëntenvertegenwoordigers (waaronder LOC/LCFJ) zich samen met het ministerie van VWS in voor het verminderen van de ervaren regeldruk. Voor een regelarme toekomst formuleerde de groep ‘zeven ambities met power’. Met Eigen Kracht, participatiekracht, beroepskracht, organisatiekracht, bestuurskracht, burgerkracht en veerkracht krijgt de transformatie in de transitie vorm. Deze ambities zijn in de vorm van een flyer te downloaden op www.lcfj.nl/transitie onder het kopje ‘Zeven ambities’.
17
Zorg voor jeugd: begin bij de burger! |
2013
Participatieladder De participatieladder is een hulpmiddel om te bepalen wat u wilt met participatie zodat doelen en verwachtingen helder zijn. De participatieladder heeft diverse treden: 6 Zelfbeheer: burgers nemen zelf initiatieven 5 Meebeslissen: burgers beslissen mee 4 Coproduceren: burgers werken met gemeente aan projecten 3 Dialoog/adviseren: burgers gaan in gesprek en geven advies 2 Raadplegen: burgers geven hun mening 1 Informeren: burgers krijgen informatie Op de website van MOVISIE staat het artikel ‘Participatieladder ordent praktijkvoorbeelden cliëntenparticipatie’ met een aantal voorbeelden van werkvormen per trede. Ga naar www.movisie.nl en zoek op de term ‘participatieladder’. Zet online participatie in Online participatievormen kunnen een waardevolle aanvulling vormen op de schriftelijke en face-to-face participatievormen die al door gemeenten worden gebruikt. Gemeenten kunnen deze zelf ontwikkelen en beheren, maar kunnen er ook voor kiezen om dit instrument extern in te kopen, bijvoorbeeld via Mett. Deze organisatie biedt een online platform voor burgerparticipatie aan gemeenten. Zie www.mett.nl.
18
Zorg voor jeugd: begin bij de burger! |
2013
Cliënt als co-opdrachtgever De elf gemeenten in de regio Arnhem gebruiken verschillende sporen om ouders en jongeren bij de transitie jeugdzorg te betrekken. Ze benutten de ervaringen van ouders en jongeren door middel van gemeentelijke keukentafelgesprekken. Ook is er een Brigade van cliënten samengesteld als procesbewaker. De meerwaarde is voor hen nu al duidelijk. Meer informatie over hoe de Brigade gevormd is en hoe deze wordt ingezet is te vinden op: www.wmotogo.nl/52/bij-ons-in-de-gemeente-westervoort/ Thuis in de gemeente ‘Thuis in de gemeente’ is een handreiking van Nivel voor professionals en gemeenten om meedoen van mensen met een verstandelijke beperking te bevorderen. Hierin worden vijf handreikingen voor gemeenten en vijf voor professioneel begeleiders aangereikt om op lokaal niveau ervoor te zorgen dat mensen met een verstandelijke beperking kunnen meedoen. De handreiking ‘Thuis in de gemeente’ is te downloaden op www.nivel.nl (zoek in google op ‘nivel’ en ‘thuis in de gemeente’. Lees meer Lees ook meer over de transitie en/of cliëntparticipatie op: Decentralisatie jeugdzorg (van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten) http://www.vng.nl/onderwerpenindex/jeugd/decentralisatie-jeugdzorg Dossier transitie (van Nederlands jeugd instituut) http://www.nji.nl/smartsite.dws?id=129690 LCFJ transitiedossier (informatie over de transitie in de jeugdzorg) www.lcfj.nl/transitie MOVISIE (dossier cliëntparticipatie) http://www.movisie.nl/kennisdossier/cli%C3%ABntenparticipatie Voor de jeugd (over de stelselwijziging jeugd) www.voordejeugd.nl
19
Zorg voor jeugd: begin bij de burger! |
2013
5
Lijst met landelijke cliëntenorganisaties Naast LCFJ en LOC die te bereiken zijn via de websites www.lcfj.nl en www.loc.nl/jong zijn ook andere cliëntenorganisaties landelijk actief: Anders sterk (cliëntenorganisatie voor en door ouders van kinderen met een GGZ-problematiek) www.anderssterk.nl Balans (vereniging van ouders met kinderen met ontwikkelingsstoornissen) www.balansdigitaal.nl Koepel WMO raden www.koepelwmoraden.nl Landelijke Clientenraad (organisatie ter versterking positie individuele cliënt) www.landelijkeclientenraad.nl LFB (organisatie voor en door mensen met een verstandelijke beperking) www.lfb.nu LPGGz (cliënten- en familiekoepel in de GGz) www.platformggz.nl NJR (Nationale Jongeren Raad) www.njr.nl NVA (Nederlandse Vereniging voor Autisme) www.autisme-nva.nl Platform VG (koepelorganisatie voor mensen met verstandelijke beperking) www.platformvg.nl SJN (Samenwerkende Jongerenraden Nederland) www.sjn.nl SZN (Stichting Zwerfjongeren Nederland) www.zwerfjongeren.nl Zorgbelang (zet zich in voor de belangen van zorgvragers) www.zorgbelang-nederland.nl
20
Zorg voor jeugd: begin bij de burger! |
2013
6
Literatuurlijst Bouwstenen voor een goed gesprek (2012). PANTEIA http://panteia.nl/nl/~/media/7%20Panteia/Files/Bouwstenen%20voor%20een% 20goed%20gesprek.ashx Cliëntenparticipatie: impuls voor kwaliteit en vernieuwing (2012). LOC/LCFJ http://www.lcfj.nl/files/6408/lcfj_participatie_web.pdf Cliëntenparticipatie in de voorbereiding van de AWBZ-transitie (2012). MOVISIE http://www.movisie.nl/publicaties/cli%C3%ABntenparticipatie-voorbereidingawbz-transitie Jongerenparticipatie gewoon doen! (2012) Stichting Zwerfjongeren Nederland http://zwerfnet.nl/wp-content/uploads/2012/02/Jongerenparticipatie_Gewoondoen.pdf Naar een participatiesamenleving: een nieuwe visie op sociaal beleid (2012). Partners+Propper http://www.partnersenpropper.com/upload/artikelen/Artikel%20Naar%20een% 20Participatiesamenleving%20-%2020%20december%202012.pdf Participatie in zicht (2013). Verwey-Jonker Instituut http://www.loc.nl/documenten/nieuws/jeugdzorgnaargemeentendef.pdf 1: Thuis in de gemeente, handreikingen voor professionals en gemeenten om meedoen van mensen met een verstandelijke beperking te bevorderen 2: Thuis in de gemeente, hoe kun jij meedoen en erbij horen? (2010) Nivel http://www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/Handreiking-thuis-in-degemeente.pdf http://www.nivel.nl/sites/default/files/bestanden/thuis-in-de-gemeente-hoekun-jij-meedoen.pdf Transitie en transformatie in medezeggenschap (2012). MOVISIE http://www.movisie.nl/publicaties/transitie-transformatie-medezeggenschap
21
Zorg voor jeugd: begin bij de burger! |
2013
Uitspraken over inspraak (2012). Cliëntenraden in Noord-Brabant i.s.m. Zorgbelang http://praatmetons.nl/jongeren-in-beeld Zag je het maar (2012). Het netwerk Gewoon meedoen http://www.mee.nl/upload/File/zag-je-het-maar(1).pdf Samen sterk (2013). Landelijke Cliëntenraad en Koepel Wmo-raden http://www.landelijkeclientenraad.nl/Content/Downloads/LCR-Handreikingweb.pdf
22
Zorg voor jeugd: begin bij de burger! |
2013
23
Zorg voor jeugd: begin bij de burger! |
2013
24
Zorg voor jeugd: begin bij de burger! |
2013