Jaarverslag Leerlingzaken
2013 – 2014
Inhoud Voorwoord > Waarom dit jaarverslag > Visie en uitgangspunten > De wet > Leerplicht en RMC > Verschillende soorten verzuim > Dag van de Leerplicht > Leerlingenadministratie > Thuiszitters > Overstappen naar een andere school > Samenwerking met partners > Leerlingenvervoer > Nawoord >
Voorwoord Het sociale domein bij gemeenten is sterk in beweging. Ook de gemeente Utrecht heeft zich de afgelopen jaren optimaal voorbereid op de drie decentralisaties: Jeugdzorg, Meedoen Naar Vermogen en Participatie. Per 1 januari 2015 is de gemeente hiervoor verantwoordelijk. Tegelijkertijd met deze voorbereidingen is er binnen het onderwijs gewerkt aan de invoering van passend onderwijs. Als wethouder van Onderwijs zie ik in welke mate deze veranderingen van invloed zijn op de rol en taken binnen team Leerlingzaken. Leerplicht en RMC hebben meebewogen met de ontwikkelingen en zijn er klaar voor om invulling te geven aan de nieuwe zorgstructuur op school, in de wijk en voor het gezin. Met de nieuwe rol is Leerplicht specifieker gericht op verzuim, partnerschap in de school en samenwerking met de buurtteams. Leerlingenvervoer heeft veel energie gestoken in een mooi participatietraject met partners en ouders om tot een nieuwe verordening te komen. Leerplicht in het po en vo Het team Leerplicht heeft zich ontwikkeld tot een stevige kern- en samenwerkingspartner in het primair- en voortgezet onderwijs en als specialist in het registreren en handelen bij verzuimsignalen. De leerplichtambtenaren hebben directe lijnen met de buurtteams in de wijken, waar zij makkelijk en snel naar kunnen doorverwijzen. Door de intensieve samen werking is er snel en op maat passende ondersteuning voor de jongere en het gezin. Om op alle scholen als duidelijk zichtbare kernpartner aanwezig te zijn, werkt Leerplicht schoolgericht. Iedere school voor basis-,
voortgezet- en speciaal onderwijs heeft een vaste leerplichtambtenaar. Deze leerplicht ambtenaar is het gezicht voor de school en de partners rondom de school. Leerplicht / RMC in het mbo Om de goede aansluiting te vinden tussen het onderwijs en de zorgpartners is er in 2014 gestart met een pilot jeugdteam MBO in het ROC MN op de Vondellaan. Ook hierin beweegt Leerplicht actief mee, door een
leerplichtambtenaar te detacheren in het jeugdteam en daarmee deskundigheid beschikbaar te stellen. Leerplicht is op de mbo-locaties aanwezig om vroegtijdige verzuimsignalen te bespreken met de studenten. Leerplicht blijft actief betrokken bij de overstap van het naar het mbo. Het overstappen naar een nieuwe opleiding is een risicomoment. Leerplicht brengt leerlingen in beeld die risicovol zijn bij deze overstap. Daar waar nodig handelt Leerplicht actief, door op huisbezoek te gaan, jongeren te motiveren en indien nodig de Leerplichtwet te handhaven. Dit jaar is er een intensieve betrokkenheid geweest bij tientallen individuele dossiers. Ambitie voor de toekomst Leerplicht heeft afgelopen jaar teruggeblikt op de invulling van de nieuwe taken. Dit heeft het inzicht opgeleverd dat Leerplicht de grootste toegevoegde waarde heeft bij leerlingen die opvallen door verzuim, maar niet in beeld zijn bij de zorgpartners. Leerplicht zal zich in haar werkzaamheden nog specifieker gaan richten op deze groep. Ook zij verdienen het om in beeld te zijn en begeleid te worden naar een startkwalificatie in het onderwijs. Leerlingenvervoer zorgt ervoor dat in samenwerking met ouders en scholen het vervoer aansluit bij de uitgangspunten van de transities en passend onderwijs: zelfstandigheid en maatwerk. Met respect zie ik hoe team Leerlingzaken zich als lerende professionals meebeweegt met de veranderingen die op de gemeente afkomen. Ik ben ervan overtuigd dat team Leerlingzaken klaar is voor de nieuwe verantwoordelijkheden van de gemeente. Jeroen Kreijkamp, Wethouder Onderwijs
Waarom dit jaarverslag De leerplichtwet verplicht scholen om ongeoorloofd verzuim te melden bij de gemeente. In Utrecht worden verzuimmeldingen behandeld met het team Leerlingzaken. Zij verantwoordt
zich door dit jaarverslag over de naleving van de leerplichtwet en de uitvoering van de RMC-afspraken. U vindt in dit verslag de kerncijfers van Leerlingenadministratie, Leerplicht, RMC en Leerlingenvervoer over het schooljaar 2013-2014.
Visie en uitgangspunten Elke jongere heeft het recht, maar ook de plicht om onderwijs te volgen. • We geven steun waar nodig, maar niet vrijblijvend. Leerplicht werkt vanuit een verplichtend kader. Dit betekent dat er soms een oplossing geforceerd moet worden. Elke jongere telt! • Liever voorkomen dan herstellen. Zoveel mogelijk jongeren halen een startk wali ficatie of een diploma naar vermogen. • Het is van belang om de juiste school of route bij elke jongere te vinden. • Soms is leren en werken op een passende arbeidsplek het maximaal haalbare voor een jongere. Verzuim is een belangrijk signaal voor mogelijke uitval. • Elk verzuim/gedrag heeft een reden. Het is van belang de ware reden te achterhalen om tot effectieve oplossingen te komen. • Er wordt altijd een analyse gemaakt op het gebied van onderwijs, de thuissituatie en de vrijetijdsbesteding indien de jongere verzuimt of uitvalt. • We volgen de contextuele benadering. Dit betekent dat er met alle (mogelijke) betrokkenen wordt samengewerkt.
De wet
Leerlingen in Utrecht
In Nederland is in het jaar 1969 de leerplichtwet ingegaan. In deze wet staat beschreven dat kinderen recht hebben op onderwijs. Er is niet alleen sprake van recht, kinderen hebben ook de plicht om onderwijs te volgen. In de leerplichtwet onderscheiden we drie fases:
Aantal in Utrecht woonachtige leerlingen naar onderwijssoort (peildatum 1-10-2013)
Vanaf 5 jaar: Leerplicht Kinderen mogen vanaf 4 jaar een school bezoeken. Vanaf de 5de verjaardag gaat de leerplichtwet in. Ze hebben dan de plicht om naar school te gaan. Kinderen zijn leerplichtig tot en met het schooljaar waarin ze 16 jaar worden. Ouders of verzorgers van het kind zijn verantwoordelijk voor de schoolinschrijving van hun kind. Ze moeten er op toezien dat hun kind naar school gaat en verantwoording afleggen als hun kind verzuimt. 16-18 jaar: Kwalificatieplicht Jongeren tussen de 16 en 18 jaar zijn kwalificatieplichtig. Dit houdt in dat zij hun startkwalificatie moeten behalen. Een startkwalificatie is minimaal een mbo-diploma niveau 2 of een havo- of vwo-diploma. De kwalificatieplicht is ingesteld om schooluitval van jongeren tegen te gaan. Daarnaast heeft het als doel om de kwaliteit van de startende jongeren op de arbeidsmarkt te vergroten. Jongeren in het praktijkonderwijs, zeer moeilijk lerende jongeren en meervoudig gehandicapte jongeren zijn vrijgesteld van de kwalificatieplicht.
14054
6261
Voortgezet onderwijs
Middelbaar beroepsonderwijs*
50302 Totaal
527 Speciaal basisonderwijs
1189
28271
(Voortgezet) Speciaal onderwijs
Basisonderwijs
* In totaal zijn er 26482 schoolgaande leerlingen op Utrechtse mbo’s (cijfers van DUO)
18-23 jaar: RMC (Regionaal Meld- en Coördinatiefunctie voor voortijdige schoolverlaters) De laatste fase richt zich op jongeren in de leeftijd van 18 tot 23 jaar die nog geen startkwalificatie hebben behaald, maar ook geen schoolinschrijving (meer) hebben. RMC trajectbegeleiders gaan actief op deze jongeren af om de mogelijkheden en motivatie van een
vervolgopleiding te bespreken. De RMC trajectbegeleider geeft passende hulp om ervoor te zorgen dat deze jongeren alsnog hun start kwalificatie kunnen behalen. Soms komt naar voren dat de jongere geen opleiding meer wil/ kan volgen. De RMC-trajectbegeleider verwijst de jongere dan door richting werk (bijvoorbeeld via de afdeling Werk & Inkomen) of hulpverlening.
Leerplicht en RMC In Utrecht werkt een team van leerplichtambtenaren en RMC-traject begeleiders aan het terugdringen van verzuim en het voorkomen van schooluitval. Zij zijn werkzaam binnen elk onderwijstype. Op het primair onderwijs werkt team Leerlingzaken wijkgericht. Dit wil zeggen dat de wijk waarin de leerling woont bepaalt welke leerplichtambtenaar betrokken is. In het primair onderwijs gaan leerlingen over het algemeen naar een school in de eigen woonwijk. Dit zorgt ervoor dat deze scholen nagenoeg een vaste leerplichtambtenaar hebben. In het voortgezet onderwijs en het mbo werkt de leerplichtambtenaar schoolgericht en heeft elke school of opleiding een vast contactpersoon bij Leerlingzaken. Zodra een jongere 18 jaar wordt, valt hij of zij onder de RMC-wet. In Utrecht is afgesproken dat elke jongere tussen de 18 en 23 die verzuimt, wordt gemeld door de school. Hiermee wordt in een vroeg stadium schooluitval voorkomen. Naast het oppakken van verzuimmeldingen en het werk als contactpersoon binnen de scholen, voeren leerplichtambtenaren en RMC-trajectbegeleiders nog andere taken uit.
Zo werken er meerdere BOA’s (buitengewoon opsporingsambtenaren) in het team die bevoegd zijn om een proces verbaal op te maken. Een aantal leerplichtambtenaren voert onderzoeken uit bij scholen om te bekijken of de verzuimadministratie op orde is. Dit gebeurt in samenwerking met de onderwijsinspectie met als doel elke jongere in beeld te krijgen die verzuimt. Tijdens deze controles wordt er beoordeeld of scholen de leerplichtwet en het meldproces correct naleven. Leerplicht sluit verder aan bij verschillende overleggen. Leerplicht is een kernpartner in het vo,
werkt samen met de zorgadviesteams op scholen en neemt deel aan het actieplan jeugdwerkloosheid. Verder werkt Leerplicht nauw samen met het openbaar ministerie. Een goede samenwerking met deze verschillende partijen is cruciaal voor een goede afstemming om samen een passende oplossing te bieden voor elke jongere.
Controle in vo
Controle in mbo
1e
2e
3e
4e
vo voldoende
0
0
7
0
1
vo onvoldoende
1
0
1
0
2
Totalen
1
0
8
0
1e
2e
3e
4e
mbo voldoende
1
1
1
1
mbo onvoldoende
3
0
0
Totalen
4
1
1
Percentages mbo- en vo-scholen voldoende/onvoldoende
17% 34% 65%
83%
2011-2012
2012-2013
65%
35%
2013-2014
n voldoende n onvoldoende (3 bestuurlijke boetes / 1 boete in 2014-2015 uitgeschreven obv 4e onderzoek in 2013-2014)
Alle vo scholen en mbo instellingen in Utrecht worden gecontroleerd op verzuimregistratie en het melden van verzuim. Als na een eerste onderzoek blijkt dat een school of opleiding op één of meerdere onderdelen waarop zij worden beoordeeld onvoldoende scoort, vindt er een tweede controle plaats. Als vervolgens bij een derde controle blijkt dat ze alsnog deze punten niet op orde hebben, wordt het complete dossier overgedragen aan de Inspectie van
het Onderwijs. Zij kunnen dan een bestuurlijke boete opleggen. De doelstelling van de controles is het zorgen voor een betrouwbare en sluitende registratie van verzuim. Hierdoor kan mogelijke uitval tijdig in beeld worden gebracht. In bovenstaande taartdiagrammen staat weergegeven wat de voortgang is van de kwaliteit in registratie en melding in de afgelopen drie schooljaren waarin deze controles zijn uitgevoerd.
“Ik vind het leuk om jongeren zo ver te krijgen dat ze niet meer verzuimen en het verschil te maken om ze op het rechte pad te krijgen. Ik probeer tot de kern te komen en altijd van het positieve uit te gaan. Vooral bij jongeren die ouder dan 18 jaar zijn, heb je soms een lange adem nodig. Zij komen niet altijd hun afspraken na en zien de noodzaak van school soms niet in. Maar als ik, door mijn inzet of gesprekken, één leerling toch weer op school krijg, ben ik blij. Wat ik erg fijn vind bij team Leerlingzaken is dat ik de professionele ruimte krijg om te kunnen doen wat ik nodig acht voor het kind.”
Kim, Leerplichtambtenaar
Verschillende soorten verzuim De kerntaken van Leerplicht/RMC zijn het terugdringen van verzuim en voorkomen van (dreigend) schoolverlaten. Dit kan alleen als de school in een vroeg stadium het verzuim signaleert, registreert en analyseert. Beginnend schoolverzuim wordt door de school aangepakt. Lukt dit niet, dan is de school verplicht Leerplicht/RMC tijdig in te schakelen. De leerplichtambtenaar overlegt vervolgens met school welke oplossingsrichting gekozen wordt. Binnen de Leerplichtwet hanteren we vier typen verzuim. Elk type kent een eigen specifieke aanpak. Absoluut verzuim Absoluut verzuim wil zeggen dat een kind of kwalificatieplichtige jongere (tijdelijk) niet ingeschreven is op een school. Elke week brengt
de leerlingenadministratie van de gemeente Utrecht in beeld welke jongeren geen schoolinschrijving meer hebben. Scholen die kinderen uitschrijven zonder dat hier een nieuwe inschrijving op volgt, worden door de Leerlingen administratie benaderd voor informatie. Als het niet duidelijk is waar de leerling naartoe is gegaan, stuurt de Leerlingenadministratie direct
een brief naar de ouders. Als er op deze brief niet gereageerd wordt, gaat de leerplichtambtenaar op huisbezoek. Er wordt onderzocht of de jongere op school zit. Is er echt geen schoolinschrijving, dan worden de ouders aangespoord om zo snel mogelijk de jongere in te schrijven op een passende school. Het kan zijn dat er omstandigheden zijn waardoor ouders hier niet
Aantal behandelzaken naar onderwijssoort Relatief verzuim*
Be middeling
Luxe verzuim
Absoluut verzuim**
RMC
(Speciaal) basisonderwijs
63
58
126
10
0
(Voortgezet) speciaal onderwijs
182
55
12
14
127
Voortgezet onderwijs
1376
194
115
42
252
Middelbaar beroepsonderwijs
4532
145
11
39
1253
Nieuwe leerplichtigen / nieuwe vestigers
0
34
0
27
70
Totaal
6153
Bij de schooltypes die staan beschreven bij absoluut verzuim gaat het om het type waar de jongere het laatst was ingeschreven. * Bij relatief verzuim is er wel een schoolinschrijving, maar is er ongeoorloofd schoolverzuim gedurende een aantal of alle lesuren. Relatief verzuim wordt vanaf 16 uur in 4 weken gemeld bij Leerplicht via het Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). ** Aan het eind van het schooljaar 2013-2014 waren
486
264
132
1702
er nog in totaal 18 absoluut verzuimzaken. Deze groep leerlingen krijgt voortdurend onze extra aandacht.
aan meewerken. Mogelijk dat er sprake is van een zorgelijke gezinssituatie waarbij hulp nodig is van bijvoorbeeld een buurtteam. Maar er kan ook een proces-verbaal opgemaakt worden en/ of een melding bij Bureau Jeugdzorg worden gedaan. Signaal verzuim Er is sprake van signaal verzuim wanneer een jongere wel een schoolinschrijving heeft, maar de lessen niet volgt. Bij 16 uur ongeoorloofd verzuim in een periode van vier weken is de school verplicht een verzuimmelding te doen bij Leerplicht. Na een melding is er overleg tussen school en een leerplichtambtenaar. Samen kijken ze naar wat er al is gedaan om het verzuim van de jongere tegen te gaan. Vervolgens kijken ze wat de beste stap is om de jongere weer naar school te laten gaan. Hierbij kan de jongere worden uitgenodigd voor een gesprek op bureau, kan de leerplichtambtenaar op huis bezoek gaan of kan de jongere een waar schuwingsbrief krijgen. Tijdens een gesprek kijkt de leerplichtambtenaar samen met ouders, leerling en school naar de oorzaak van het verzuim en gaan ze gezamenlijk op zoek naar een oplossing. Hierin werkt het team Leerplicht nauw samen met partijen zoals Bureau Jeugdzorg, JGZ en het buurtteam. Als een jongere zonder directe reden verzuimt en het verzuim blijft onder de 60 uur, kan de Leerplichtambtenaar besluiten om de jongere een HALT-straf op te leggen. Stopt het verzuim niet, dan wordt er een proces-verbaal opgemaakt. Dit kan zowel tegen de ouders als tegen de jongere zelf worden opgemaakt. De jongere moet dan wel 12 jaar of ouder zijn. Nadat een
“Terugdringen van ongeoorloofd schoolverzuim en het voorkomen van voortijdig school verlaten is mijn kerntaak. Daarvoor voer ik gesprekken met ouders, jongeren en scholen en probeer ik de reden van verzuim te achterhalen. Gezamenlijk maken we een plan om te voorkomen dat het verzuim zich herhaalt. Van het contact met leerlingen krijg ik energie. Ik probeer de doelen, wensen en talenten van een jongere te vinden, daarbij aan te sluiten en zo de leerling te motiveren weer naar school te gaan om een diploma te halen. Soms betekent dit dat je daarvoor buiten je kaders gaat. Ik ga voor elke jongere!”
Sarah, Leerplichtambtenaar
proces-verbaal is opgemaakt doet de Raad voor de Kinderbescherming altijd een kort onderzoek om een strafadvies te formuleren. Een straf kan bijvoorbeeld een jeugdreclasseringmaatregel zijn of een werkstraf.
Ziekteverzuim Ziekteverzuim is geoorloofd als een leerling om medische redenen niet in staat is om naar school te gaan. Als een leerling veel ziek is, verwijst school een leerling door naar de schoolarts.
Aantal behandelzaken naar onderwijssoort
“Als coördinator van de proces verbaal gesprekken plan ik gesprekken en doe de administratie en de dossiervorming. Ik heb een actieve rol op de achtergrond waarbij ik de leerplichtambtenaar in de rol van BOA ondersteun. Samenwerking met Leerlingen administratie, Leerplicht en Burger zaken is daarbij voor mij erg belangrijk. We werken allemaal samen aan één doel. Het terugdringen van verzuim en voortijdig schoolverlaten. Ik vind het belangrijk om daar mijn steentje aan bij te dragen.”
Wim, Medewerker Leerlingen administratie
Soort vrijstelling
Afgewezen
Toegekend
Totaal
Artikel 15: Ander onderwijs
Artikel 15
1
7
8
Artikel 3a: Vervangende leerplicht
Artikel 3a
2
1
3
Artikel 5 onder a
3
85
88
Artikel 5 onder b
1
9
10
Bedenkingen richting van het onderwijs
Artikel 5 onder c
0
95
95
Artikel 5 onder c: Onderwijs in het
Totaal
7
197
204
De schoolarts kan een inschatting maken welke lessen de leerling wel kan volgen. Als het ziekteverzuim voortduurt en afwijkt van de inschatting van de arts meldt de school dit als ongeoorloofd verzuim aan Leerplicht. Dit gebeurt ook als de jongere (en ouders) niet reageren op een oproep van de schoolarts of -verpleegkundige. Luxe verzuim Wanneer een leerling niet op school is geweest, meldt de school dit bij Leerplicht. De leerplichtambtenaar onderzoekt het verzuim. Indien blijkt dat er geen geldige reden is voor de afwezigheid, wordt er een proces-verbaal opgemaakt. Extra verlof Soms zijn er uitzonderlijke situaties – in de wet beschreven als ‘gewichtige omstandigheden’ – waarvoor extra verlof kan worden toegekend. De school beoordeelt deze aanvraag als het om maximaal tien schooldagen gaat. Leerplicht beoordeelt de aanvraag als het meer dan tien dagen betreft. Scholen hebben regelmatig overleg met Leerplicht voor een verlofaanvraag
Artikel 5 onder a: Lichamelijke of psychische ongeschiktheid Artikel 5 onder b:
buitenland
onder de tien dagen. Andersom vraagt Leerplicht altijd naar de mening van de school als het een om een verzoek van meer dan tien dagen gaat.
Dag van de Leerplicht Donderdag 20 maart 2014 was het de tiende Dag van de Leerplicht. Binnen het thema ‘School? Ik maak mijn verhaal af! Jij ook?’ vonden er landelijk verschillende activiteiten plaats. In Utrecht praatten zestien leerlingen van 3 mavo en 4 havo van het Gerrit Rietveld College op de Dag van de Leerplicht met burgemeester Jan van Zanen over hun toekomstplannen.
Leerlingen administratie Bij het terugdringen van verzuim en voorkomen van vroegtijdig schoolverlaten is een goede administratieve basis essentieel.
In het kader van het vak loopbaanoriëntatie was de burgemeester uitgenodigd om met de leerlingen in gesprek te gaan. Welke diploma’s heb je nodig om een stap dichterbij je droombaan te komen? Wie en wat kan je helpen bij het behalen van je doel? Niet alleen stonden de leerlingen stil bij hun toekomst, maar ook bij het verhaal van de burgemeester. Die brak het ijs al snel met verhalen over zijn eigen middelbare schooltijd. “Ik spijbelde heus wel eens. Dan pakte ik een extra tussenuur met een vriendje. Gingen we patat halen.” Hij sprak met gemotiveerde leerlingen. De één wil piloot worden, de ander graag de ICT in en er is zelfs een leerlinge die een toekomst in de politiek wel ziet zitten, want “daar kun je wat voor mensen betekenen”. Motivatie is volgens de leerlingen en Van Zanen het allerbelangrijkst om je doel te kunnen bereiken. Het is dan ook belangrijk dat middelbare scholen ervoor zorgen dat ze hun leerlingen blijven motiveren.
Met behulp van een leerlingvolgsysteem verwerkt de Leerlingenadministratie dagelijks gegevens met betrekking tot verzuim, vrijstellingen, verlof en processen verbaal. Het systeem heeft een koppeling met de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), waar scholen het verzuim melden. De leerplichtambtenaren gaan vervolgens met elke melding aan de slag. Wekelijks worden de in- en uitschrijvings gegevens van de ruim 50.000 Utrechtse leerlingen administratief geanalyseerd, zodat Leerlingzaken in Utrecht alle leerlingen goed in beeld heeft.
Thuiszitters Thuiszittende kinderen moeten zo snel mogelijk weer naar school, daarom is onze focus doorlopend gericht op deze kinderen. Een thuiszitter is een leerplichtige jongere tussen de 5 en 16 jaar of een jongere van 16 of 17 jaar die valt onder de kwalificatieplicht en die ingeschreven staat op een school of onderwijsinstelling en die zonder geldige reden meer dan 4 weken verzuimt, zonder dat hij/zij ontheffing heeft van de leerplicht resp. vrijstelling van geregeld schoolbezoek wegens het volgen van
Overstappen naar een andere school Het blijkt dat de overstap van het voortgezet onderwijs naar het mbo een risicomoment in de school loopbaan van leerlingen is. Daarom is het belangrijk om leerlingen in beeld te hebben en, waar nodig, extra te begeleiden bij deze overstap. We zetten daarom vanuit Leerplicht extra in op deze leerlingen, om te voorkomen dat ze uitvallen en voortijdig schoolverlater worden. Een goede samen werking met scholen en mbo-instellingen in de regio is daarbij essentieel. In Utrecht werken gemeenten, scholen uit het voorgezet onderwijs en mbo-instellingen samen om de overstap zo goed mogelijk te laten verlopen. Via een ondersteunend systeem worden
ander onderwijs. De groep thuiszitters is dynamisch. Dit betekent dat kinderen weer een plek op school vinden, maar dat er ook weer kinderen tijdelijk thuis zitten. Het is een groep
leerlingen die onze aandacht nodig heeft en ook krijgt. Aan het eind van het schooljaar 2013-2014 waren er in totaal 37 thuiszitters geregistreerd.
Laatst genoten onderwijssoort
Op 1-9-2013
Nieuwe gevallen
Opgelost
18 geworden
(Speciaal) basisonderwijs
4
11
12
0
Voortgezet onderwijs
28
59
68
6
(Voorgezet) speciaal onderwijs
9
14
14
2
Middelbaar beroepsonderwijs
6
13
15
4
Overig/ onbekend
2
1
3
3
Totaal
49
98
112
15
alle leerlingen die de overstap van vo naar mbo maken, gevolgd. In het systeem is te volgen waar een leerling zich in het overstapproces bevindt. Zo kunnen leerlingen met een verhoogd risico op uitvallen tijdig worden gesignaleerd en kan er preventief actie worden ondernomen. In mei onderzoekt Leerplicht samen met de vo-scholen welke leerlingen in het systeem hulp nodig hebben. Deze risicoleerlingen zijn op drie verschillende momenten van het schooljaar 2013-2014 en aan het begin van het schooljaar 2014-2015 besproken op zogenaamde ‘Overstaptafels’. Dit is een nieuw initiatief waarbij leerplicht en scholen met elkaar de risicoleerlingen bespreken. Overstaptafels Aan het eind van schooljaar 2012-2013 zijn de eerste twee ‘proeftafels’ georganiseerd. Na positieve reacties en ervaringen is er in dit schooljaar een start gemaakt met deze aanpak in de hele RMC regio Utrecht, onder de naam ‘De Overstaptafels’. Aan het eind van het schooljaar
en het begin van het nieuwe schooljaar zoeken mbo, vo en Leerplicht samen naar een passende vervolgplek voor leerlingen met een verhoogd risico op uitvallen. Elke leerling krijgt een eigen plan en een eigen casemanager die verantwoordelijk is voor de voortgang. Tijdens de eerste Overstaptafel lag de focus op leerlingen zonder aanmelding bij een vervolgopleiding. Bij de tweede Overstaptafel was er speciaal aandacht voor gezakte leerlingen en leerlingen die nog geen vervolgkeuze hadden gemaakt’. Aan het begin van het schooljaar 2013-2014 was er een tafel voor nog niet geplaatste leerlingen bij een vervolgopleiding. Voor deze leerlingen werd alsnog geprobeerd om een passende plek te vinden. Met deze gezamenlijke inspanningen hebben we alle risicoleerlingen in de gemeente Utrecht eerder en beter in beeld. We kunnen signaleren waar en wanneer het misgaat en daar gezamenlijk op sturen. Samen met de leerling, ouders en vo-school en/of mbo is een plan gemaakt zodat de leerling na de zomer op de juiste plek komt.
Samenwerking met partners Leerlingzaken en de gemeente Utrecht hechten veel waarde aan een goede samenwerking met scholen, schoolbesturen, samenwerkings verbanden in het primair- en voortgezet onderwijs en ketenpartners. De organisatie van Leerlingzaken is hierop aangepast en ingericht. Elke leerplichtambtenaar is contactpersoon voor een vast aantal scholen. Hiermee ontstaat er een hechte samenwerking en zicht op wat er specifiek nodig is voor een school of locatie. De introductie van de wet Passend Onderwijs en de aanpassingen van de Jeugdwet zorgen er geleidelijk voor dat de samenwerking met ketenpartners verandert. Er ontstaan meer vaste structuren, zoals het Kernpartneroverleg, ZAT’s, persoonlijke contacten/netwerken, overleggen en protocollen. Deze veranderingen leiden tot een accentverschuiving van de leerplichttaak. Waar de uitvoering sterk gericht was op het hulp en/of oplossingen bieden aan de leerling, geven we nu minder operationele hulp en houden ons meer bezig met preventie in de school. We zorgen ervoor dat leerlingen die hulp en/of zorg nodig hebben, de juiste ondersteuning krijgen.
Leerlingenvervoer Niet voor alle leerlingen is het vanzelfsprekend dat zij zelfstandig naar school kunnen. Leerlingenvervoer maakt het voor deze leerlingen mogelijk om naar school te gaan.
“Bij Leerlingenvervoer is geen dag hetzelfde. Ik krijg iedere dag nieuwe aanvragen, wijzigingen, maar soms ook klachten. Samen met de vervoerders proberen we dan per kind een oplossing te zoeken, zodat het gewoon naar school kan. Natuurlijk ligt de verantwoordelijkheid bij ouders om ervoor te zorgen dat een leerling naar school gaat. Wij proberen ouders, binnen de wettelijke regels, hierin zoveel mogelijk te ondersteunen. Voor mij ligt de uitdaging erin om constant te kijken hoe we het nog beter kunnen doen. En dat is best ingewikkeld, met alle landelijke ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld het passend onderwijs.”
Nienke, Medewerker Leerlingen vervoer
De gemeente Utrecht heeft als uitgangspunt dat het leerlingenvervoer zo efficiënt, veilig en prettig mogelijk geregeld moet zijn voor de leerlingen en ouders die voor leerlingenvervoer in aanmerking komen. In Utrecht zorgt de gemeente hier samen met de vervoerders Connexxion en Klomp voor. Dagelijks hebben zij contact om het leerlingenvervoer zo goed mogelijk te laten verlopen. Daarnaast is er regelmatig contact met ouders en scholen om, binnen de mogelijkheden, voor ieder kind een oplossing te vinden zodat het naar school kan. Een aantal scholen bespreekt het leerlingen vervoer in een klankbordgroep. Zij kijken waar de eventuele verbeterpunten voor het leer lingenvervoer liggen en adviseren hier over aan
de gemeente, die deze verbeterpunten ook met de vervoerders bespreekt. Om voor leerlingenvervoer in aanmerking te komen, wordt er gekeken naar een aantal voor waarden waar de leerling waar de aanvraag voor wordt ingediend aan moet voldoen. Deze voorwaarden zijn vastgelegd in de Verordening Leerlingenvervoer 2013. Zo wordt er bijvoor beeld gekeken naar het afstandscriterium en of de leerling naar de voor hem of haar dichtstbijzijnde toegankelijke school gaat. Daarnaast wordt er, als er aangepast vervoer wordt aangevraagd, ook gekeken naar de gezinsomstandigheden.
Leerlingenvervoer naar vervoersoort
Leerlingenvervoer naar onderwijssoort Regulier basisonderwijs op basis van levensbeschouwelijke richting
47
Eigen vervoer (auto of brommer)
174
Basisonderwijs Taalschool het Mozaiek
60
OV
175
Speciaal basisonderwijs
306
Basis-voorgezet onderwijs (Leerlingen met functie beperking)
5
OV met begeleider
85
Fiets
21
Speciaal Onderwijs vso zmlk
844
Aangepast vervoer (taxibusje)
1063
Voortgezet speciaal onderwijs
256
Totaal
1518
Waarvan aantal unieke leerlingen
1308
Totaal
1518
Deze tabel geeft weer naar welke onderwijssoort de Leerlingen met een beschikking Leerlingenvervoer in het
Leerlingenvervoer bestaat uit verschillende vervoerssoorten.
schooljaar 2013-2014 zijn vervoerd. NB: Uit de onderwijssoorten is de grond waarop het recht op leerlingen-
Het kan bijvoorbeeld een financiële vergoeding zijn of het
vervoer is ontstaan, niet op te maken.
kan een taxibusje zijn.
Nawoord De afgelopen tien jaar heeft het werk van het team Leerlingzaken een enorme vlucht genomen. De aandacht voor het voorkomen van voortijdig schoolverlaten en het terugdringen van verzuim heeft geleid tot een uitbreiding en professionalisering van het team. Het team Leerlingzaken zorgt dat jaarlijks vele duizenden meldingen van verzuim en voortijdig schoolverlaten verwerkt en opgevolgd worden en krijgen ruim 1000 kinderen ondersteuning bij het vervoer naar school. Na jaren van groei ondervindt het team de druk van teruglopende mogelijkheden op gemeentelijk niveau naast de grote veranderingen in de omgeving zoals de invoering van wet Passend Onderwijs en de transitie van de jeugdzorg. De ontwikkelingen stellen eisen aan het werk van team Leerlingzaken. Het afgelopen jaar hebben we de effectiviteit en kwaliteit van onze werkprocessen verbeterd. We doen dat vanuit onze kracht: de combinatie van een wettelijk
fundament (legitimering, bevoegdheden, opdrachten), jarenlange ervaring, het opgebouwde netwerk, de kwaliteit van de uitvoering en de intensieve samenwerking met partners. Met deze sterke basis werken we aan het doel de jongere te ondersteunen in zijn of haar schoolloopbaan. Daarbij geldt de missie voor het team: Elke jongere telt! Slaus van Dam, Manager Leerlingzaken
Colofon Uitgave Gemeente Utrecht, Maatschappelijke Ontwikkeling team leerlingzaken
Opmaak Ontwerpwerk, Den Haag
Fotografie Willem Mes, Robert Oosterbroek, Allard Willemse, Anton van Daal en Joni Prescher
Datum November 2014