Jaarverslag Inholland 2015
Hogeschool Inholland Stichting Hoger Onderwijs Nederland
Jaarverslag 2015
Den Haag, 29 juni 2016
Pagina 1 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11 3.12 3.13 3.14 3.15 4. 4.1 4.2 4.2.1 4.2.2 4.2.3 4.2.4 4.2.5 4.2.6 4.2.7 4.3 4.4 5. 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.12 5.13 5.14 5.15 6. 6.1 6.2 6.3 6.4
Voorwoord ............................................................................................................... 3 Verslag van Raad van Toezicht .............................................................................. 5 Verslag van College van Bestuur ..........................................................................11 Bestuurlijke verantwoording ........................................................................................11 Nieuwsoverzicht………………………………………………………………………………26 Onderwijs en Onderzoek ............................................................................................41 Personeel......................................................................................................................60 Management Control Systeem, Doelmatigheid en Risicomanagement .......................63 Financiële kerngegevens ............................................................................................64 De financiële verantwoording ......................................................................................65 Toelichting op de financiële cijfers t.o.v. het vorige kalenderjaar .................................65 Continuïteitsparagraaf ................................................................................................68 Studenten ...................................................................................................................76 Holding Inholland B.V. ................................................................................................87 Stichting Samenwerkingsinstituut Verloskunde Amsterdam Groningen ......................88 Treasurybeleid ............................................................................................................88 Notitie Helderheid .......................................................................................................90 Tot slot........................................................................................................................93 Prestatieafspraken .................................................................................................94 Inleiding ......................................................................................................................94 Prestatieafspraak Onderwijs ......................................................................................95 Onderwijsportfolio en – differentiatie ...........................................................................95 Docent/studentratio.....................................................................................................97 Studiesucces ..............................................................................................................98 Onderwijskwaliteit .....................................................................................................103 Docentkwaliteit .........................................................................................................104 Onderwijsintensiteit...................................................................................................105 Indirecte kosten ........................................................................................................106 Profilering en zwaartepuntvorming en Versterken Praktijkgericht Onderzoek ...........107 Gehanteerde definities……………………………………………………………………..122 Jaarrekening .........................................................................................................123 Geconsolideerde balans per 31 december 2015 .......................................................123 Geconsolideerde staat van baten en lasten 2015 .....................................................124 Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2015 ................................................................125 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling ..................................................126 Toelichting op de geconsolideerde balans ................................................................135 Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen…………………………………..145 Financiële instrumenten ............................................................................................146 Overzicht verbonden partijen ....................................................................................148 Toelichting op de geconsolideerde staat van baten en lasten………………………….150 Enkelvoudige balans per 31 december 2015……………………………………………..159 Enkelvoudige staat van baten en lasten 2015…………………………………………....160 Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening……………………………………………..161 Controleverklaring……………………………………………………………………………165 Gebeurtenissen na balansdatum…..............................................................................172 Bestemming resultaat………………………………………………………………………..172 Bijlage……………………………………………………………………………………….173 Specificatie posten OCW……………………………………………………………………173 FSR Financiële Specificatie Rijkssubsidies (HO)………………………………………..174 Specificatie Meerjarig Investeringsprogramma…………………………………………..175 Gegevens van de rechtspersoon…………………………………………………………..180 Pagina 2 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
1. Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag 2015 van Hogeschool Inholland. Het jaarverslag beschrijft de belangrijkste activiteiten, de behaalde resultaten en de ontwikkelingen op het gebied van onderwijs en onderzoek en gaat uitgebreid in op de koers die Hogeschool Inholland de komende jaren kiest met het dit jaar tot stand gekomen Instellingsplan 2016-2022. Met dit jaarverslag legt Hogeschool Inholland verantwoording af over het verslagjaar. In 2015 slaat Hogeschool Inholland definitief een nieuwe koers in. De reorganisatie wordt afgerond, de inspanningen van de afgelopen jaren werpen vrucht af en op alle niveaus wordt gevoeld dat we het verleden achter ons kunnen laten. Vanuit de hele organisatie wordt in het kader van de totstandkoming van het Instellingsplan 2016-2022 actief meegedacht over de keuzes voor de komende jaren. De afgelopen jaren is fors geïnvesteerd in het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs en in het op orde krijgen van de financiën. We kunnen trots zijn op wat is bereikt. Alle opleidingen van Inholland zijn geaccrediteerd en voldoen daarmee ten minste aan de basiskwaliteit. We hebben nieuwe opleidingen ontwikkeld en ons onderzoek is versterkt en nader gethematiseerd. Er zijn nieuwe vormen ontwikkeld om onderwijs en onderzoek sterker te verbinden met het werkveld, zoals leerwerkplaatsen, kenniswerkplaatsen, labs en een center of expertise. Uit de NSE en het MTO 2015 blijkt dat de tevredenheid van studenten en medewerkers toeneemt. Tegelijkertijd is het zo dat we als hogeschool nog veel te doen hebben. Het profiel van Inholland dient verder versterkt te worden en onze reputatie is nog steeds kwetsbaar. NSE en MTO geven hier richting aan.
Hogeschool Inholland is klaar voor de volgende stap op weg naar een hogeschool waar de locaties stevig verankerd zijn in de regio, waar het onderwijsportfolio aansluit bij de behoeften van student en werkveld en waar onderzoek het onderwijs, de professionals en het werkveld versterkt. Voortbouwend aan de ontwikkeling die in 2011 met het Strategisch Programma in gang is gezet, zal de komende jaren met het Instellingsplan stevig worden ingezet op: de profilerende thema’s (duurzaam, gezond en creatief), de kernwaarden ‘persoonlijk en dichtbij’, de verbinding met de regio’s, de nadruk op teams en eigenaarschap en de vernieuwingen die in het onderwijs zijn doorgevoerd. Wij willen ook dit jaar alle collega’s bedanken voor hun betrokkenheid, vitaliteit en inzet. Het was de afgelopen jaren een enorme uitdaging om de kwaliteit van ons onderwijs en onderzoek te verbeteren terwijl de organisatie tegelijkertijd ingrijpend werd gereorganiseerd. Wij hebben er
Pagina 3 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
alle vertrouwen in dat we met elkaar de komende jaren de ambities zoals verwoord in het Instellingsplan gaan realiseren.
Het College van Bestuur, Jet de Ranitz Huug de Deugd Marcel Nollen
Pagina 4 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
2. Verslag van Raad van Toezicht De Raad van Toezicht was in 2015 betrokken bij de belangrijkste ontwikkelingen binnen Inholland: het Instellingsplan 2016-2022, de herinrichting van de stafafdelingen, de hernieuw bouw in Alkmaar en de studenteninstroom. De Raad van Toezicht verleende goedkeuring aan het Instellingsplan 2016-2022, de jaarrekening 2014, de begroting 2016 en de herziening van de Inholland Statuten. Ook is, na een zorgvuldige aanbestedingsprocedure, een nieuwe accountant geselecteerd. De Raad van Toezicht heeft besloten de collegeleden Dhr. Nollen en Dhr. De Deugd voor een periode van vier jaar te herbenoemen. De Raad van Toezicht vergaderde (m.u.v. een bijeenkomst in Diemen) in Den Haag. 6 keer was er een ‘reguliere’ vergadering, en tweemaal extra (telefonisch en fysiek) , dat was in verband met de voorgenomen wijziging in de stafstructuur (paragraaf 3.1). De Onderwijscommissie en de Auditcommissie vergaderden allebei vier keer. Bij de bijeenkomsten van de Onderwijscommissie worden regelmatig gasten uitgenodigd om toelichting te geven op een specifiek onderwerp. De Selectie-/Remuneratiecommissie kwam enkele keren bij elkaar in verband met de beoordelingen van de bestuurders en de werving- en selectie van een nieuw lid van de Raad van Toezicht. In maart heeft de Raad haar eigen functioneren en dat van de individuele leden van de Raad besproken. In maart vond ook een strategisch overleg met het College van Bestuur plaats. De voorzitter van de Raad van Toezicht had daarnaast regelmatig contact met de voorzitter van het College van Bestuur en de voorzitter van de HMR. De Raad van Toezicht woonde in september de collegejaaropening in Rotterdam bij en is op reguliere basis
schriftelijk
geïnformeerd over specifieke ontwikkelingen. Tot slot voerde een vertegenwoordiging van de Raad van Toezicht tweemaal regulier overleg met de Hogeschool Medezeggenschapsraad (HMR); in november voerde de Raad beoordelingsgesprekken met de leden van het College van Bestuur.
Governance Conform de Branchecode Goed Bestuur Hogescholen hanteert de Raad van Toezicht van Hogeschool Inholland een toetsingskader voor het toezicht waarin wordt aangegeven op welke wijze invulling wordt gegeven aan het toezicht op de uitvoering van de werkzaamheden door het College van Bestuur. De taakverdeling en werkwijze van de Raad van Toezicht zijn neergelegd in een huishoudelijk reglement waarin tevens de reglementen voor de verschillende commissies zijn opgenomen. De Raad van Toezicht hanteert voorts een profielschets voor de
Pagina 5 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
omvang en samenstelling van de Raad van Toezicht en stelt jaarlijks een rooster van aftreden vast. Het toetsingskader, het huishoudelijk reglement (inclusief de commissiereglementen), de profielschets en het rooster van aftreden zijn op de website geplaatst. Conform de branchecode zijn tevens de klokkenluiderregeling, de integriteitscode en de regeling ongewenst gedrag op de website geplaatst evenals een beschrijving van het beleid aangaande risicomanagement. De branchecode geeft heldere richtlijnen over de wijze waarop de onafhankelijkheid van de Raad van Toezicht geborgd dient te worden. De samenstelling van de Raad van Toezicht van Hogeschool Inholland wijkt af van de bepaling dat een toezichthouder in de vijf jaar voorafgaand aan de benoeming geen lid van het College van Bestuur was (artikel III.4.2.a). In eerdere jaarverslagen is hierover verantwoording afgelegd. De profielschets is opnieuw besproken bij het ontstaan van een vacature in de Raad.
(her) Benoemingen Raad van Toezicht Dhr. Breukink (voorzitter Raad van Toezicht en voorzitter renumeratiecommissie) en Mevr. Andriessen (lid en voorzitter onderwijscommissie) zijn beiden herbenoemd tot 1 juli 2019. Mevr. Van der Sluis (lid, lid onderwijscommissie en lid renumeratiecommissie) is herbenoemd tot 1 december 2019. Dhr. Van der Steenhoven heeft aangegeven niet voor herbenoeming per 1 december 2015 beschikbaar te zijn en aan te blijven tot februari 2016 in verband met het aanvaarden van een nieuwe functie. In november is conform de richtlijnen in de branchecode en het Reglement Medezeggenschap, de procedure gestart om een nieuw lid Raad van Toezicht te werven. Bij die gelegenheid is het profiel opnieuw geschreven en vastgesteld.
Strategie (branchecode III.1.5) Tijdens het strategisch overleg met het College van Bestuur zijn de eerste ideeën over het Instellingsplan 2016-2022 besproken. Het instellingsplan is daarna nog twee keer geagendeerd alvorens het werd goedgekeurd. De strategie met betrekking tot onderwijs, onderzoek en valorisatie inclusief de hieraan verbonden risico’s waren meerdere malen onderwerp van gesprek in zowel het reguliere overleg van de Raad van Toezicht als in de commissievergaderingen .
Horizontale dialoog (branchecode V 2.3) De Raad van Toezicht ziet er op toe dat externe belanghebbenden van de hogeschool betrokken worden bij de ontwikkeling van beleid en dat dit met hen als stakeholders wordt gecommuniceerd. Het College van Bestuur treedt regelmatig in overleg met MBO-, HBO- en WO-instellingen. Met het werkveld in brede zin is in 2015 de directe dialoog aangegaan door
Pagina 6 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
middel van de ‘diners pensant’ (in het verzorgingsgebied Noord en Zuid), ter voorbereiding op het Instellingsplan. Elke locatie heeft een Raad van Advies waarin regionale partners participeren. De collegeleden participeren samen met de betrokken directeuren in deze raden van advies. Er wordt teruggekoppeld in het wekelijkse overleg van het College van Bestuur, in de bilaterale contacten van de collegeleden met de directeuren en - in geval van samenwerking - met de Raad van Toezicht. Op locatieniveau worden de externe contacten behartigd door de relatiebeheerders en de directeuren. Zij koppelen terug naar de collegeleden die in voorkomende gevallen de Raad van Toezicht informeren. In 2015 stonden de gesprekken vooral in het teken van het Instellingsplan 2016-2022. Voor het Instellingsplan (en de daaronder liggende domeinplannen) hebben de Collegeleden en de hogeschooldirecteuren hun externe netwerk geconsulteerd.
Vanuit de commissies van de Raad van Toezicht
Verslag van de Onderwijscommissie De Onderwijscommissie wordt gevormd door mw. dr. M.F. Andriessen (voorzitter) en mw. prof. dr. L.E.C. van der Sluis. Vanuit het College van Bestuur is de portefeuillehouder Onderwijs aanwezig bij het overleg , en het (nu waarnemend) Hoofd Onderwijsbeleid. De commissie bespreekt de rapportages en ontwikkelingen op het terrein van onderwijs en onderzoek en koppelt haar bevindingen mondeling en (via het verslag) schriftelijk terug naar de Raad van Toezicht. Voorafgaand aan de vergadering van de Onderwijscommissie wordt regelmatig een gesprek met medewerkers georganiseerd; op die manier blijft de Onderwijscommissie nauw betrokken bij de ontwikkelingen op het gebied van onderwijs en onderzoek: vertegenwoordigers van de examencommissies, de programmamanager langstuderen, de medewerkers van Inholland Onderwijsaudit en een manager Onderwijs & Onderzoek zijn aanwezig geweest. Een terugkomend onderwerp in de onderwijscommissie is de stand van zaken Onderwijs & Onderzoek, waaronder de prestatie afspraken en studiesucces.
Verslag van de Auditcommissie De Auditcommissie wordt gevormd door drs. K. van der Steenhoven (voorzitter) en mr. H.J. Rutten. De Auditcommissie beoordeelt, voorafgaand aan vergaderingen van de Raad van Toezicht, de financiële rapportages en ontwikkelingen en koppelt haar bevindingen mondeling en (via het verslag) schriftelijk terug naar de Raad van Toezicht. Vanuit het College van Bestuur is de portefeuillehouder Bedrijfsvoering aanwezig alsmede het hoofd Financiën, Businesscontrol & CSA. De accountant is aanwezig bij de bespreking van de jaarrekening en
Pagina 7 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
de Managementletter. In 2015 is met de Auditcommissie gesproken over (nieuw)bouwplannen Alkmaar en Amsterdam, de afronding van de reorganisatie, instroomcijfers, accountantsaanbesteding, de kaderbrief, de begroting 2016, alsmede de managementletter 2016. Ook heeft de Auditcommissie kennis gemaakt met de nieuwe accountant.
Verslag van de Selectie-/Remuneratiecommissie De Selectie-/Remuneratiecommissie wordt gevormd door H.W. Breukink (voorzitter) en mw. prof. dr. L.E.C. van der Sluis. De commissie beoordeelde het functioneren van de leden van het College van Bestuur over 2015, en adviseerde de Raad over de herbenoeming van twee collegeleden. De commissie stelde een remuneratierapport op dat werd gepubliceerd op de website van Hogeschool Inholland. De opvolging van Koos van der Steenhoven als lid van de Raad is een belangrijk aandachtspunt van de commissie. November 2015 stelde de Raad van Toezicht de procedure voor werving en selectie vast (inclusief het profiel ) en startte de procedure in samenwerking met een extern bureau. . Onderdeel van de procedure was (conform branchecode) een open werving (vacaturetekst in de Volkskrant). Begin 2016 wordt de procedure afgerond en kan het nieuw lid Raad van Toezicht benoemd worden.
Bezoldiging In het licht van de vergrootte ruimte voor bezoldiging van toezichthouders binnen de WNT na aanpassing van de wet (WNT 2) besluit de Raad van Toezicht op 19 november 2015 dat de bezoldiging van de Raad licht verhoogd wordt. De Raad van Toezicht acht dit gepast gezien de zwaarte van de opdracht en rekening houdend met het reputatierisico. Gezien de prestaties van Inholland in relatie tot andere instellingen acht de Raad het onwenselijk om de maximale ruimte binnen het bezoldigingskader op te zoeken.
Contacten met de Hogeschool Medezeggenschaps Raad (HMR) Een vertegenwoordiging van de Raad van Toezicht spreekt tweemaal per jaar met de voltallige HMR over strategische en operationele ontwikkelingen. In 2015 vonden de gesprekken plaats in maart en oktober. Er was tussentijds regelmatig contact tussen de voorzitter van de Raad van Toezicht en de voorzitter van de HMR. Een belangrijk gespreksthema was het Instellingsplan, waarbij de medezeggenschap nadrukkelijk aandacht vroeg voor de servicegerichtheid naar de studenten.
Pagina 8 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Samenstelling van de Raad van Toezicht per 31 december 2015 Mw. Dr. M.F. Andriessen (vice-voorzitter) Geboortedatum: 22-10-1946 Nationaliteit: Nederlandse Functies: interimbestuurder en adviseur Nevenfuncties: instellingsauditor NVAO en FIBAA, voorzitter bestuur NVVE, , lid Adviesraad VOvA, lid Bestuur Klein Pompeï (her)Benoeming: 1 juli 2015 tot 1 juli 2019
H.W. Breukink (voorzitter) Geboortedatum: 5 juni 1950 Nationaliteit: Nederlandse Functie: commissaris ING Group, voorzitter Raad van Commissarissen van Nieuwe Steen Investments, lid Raad van Commissarissen van Brink Groep, lid Raad van Toezicht van het Gemeentemuseum in Den Haag. (her)Benoeming: 1 juli 2015 tot 1 juli 2019
Mw. Prof. dr. L.E.C. van der Sluis Geboortedatum: 26 augustus 1972 Nationaliteit: Nederlandse Functie: hoogleraar Strategisch Talentmanagement, Nyenrode Business Universiteit Nevenfuncties: buitengewoon hoogleraar North-West University in Vanderbijlpark, Zuid-Afrika Spreker. Tevens schrijver, coach, trainer, adviseur en lid van diverse jury’s en experts panels in het onderwijs en het bedrijfsleven. (her)Benoeming: 1 december 2015 tot 1 december 2019
Drs. K. van der Steenhoven Geboortedatum: 2 juli 1949 Nationaliteit: Nederlandse Functie: Consultant bij ABDTOPConsult (ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) Nevenfuncties: voorzitter Raad van Toezicht Het Nieuwe Instituut te Rotterdam, lid Raad van Toezicht CVO te Rotterdam, voorzitter Raad van Toezicht Jeugdgezondheidszorg Zuid-Holland West , voorzitter van het bestuur van het Letterkundig Museum, Den Haag, vice-voorzitter Raad van Toezicht van het Wereldmuseum Rotterdam .
Pagina 9 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
(her) Benoeming: 1 december 2015 t/m 11 februari 2016 (per 11 februari 2016 teruggetreden als lid)
Mr. H.J. Rutten Geboortedatum: 20 mei 1958 Nationaliteit: Nederlandse Functie: lid College van Bestuur ROC Midden Nederland Nevenfuncties: voorzitter RvC SPF Beheer tot 1 april 2015 Benoeming: 1 april 2012 tot en met 1 april 2016
Samenstelling Onderwijscommissie Dr. M.F. Andriessen (voorzitter) Prof. dr. L.E.C. van der Sluis
Samenstelling Auditcommissie Drs. K. van der Steenhoven (voorzitter) (vacature per november 2015) Mr. H.J. Rutten
Samenstelling Selectie-/ remuneratiecommissie H.W. Breukink (voorzitter) Prof. dr. L.E.C. van der Sluis
Pagina 10 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
3. Verslag van College van Bestuur 3.1
Bestuurlijke verantwoording
Voor Inholland was 2015 het jaar van bestendiging en opbouw. De reorganisatie werd afgerond en de in de afgelopen jaren in gang gezette ontwikkelingen kregen steeds meer hun beslag. Er ontstond weer ruimte voor toekomstplannen. In totaal hebben 3643 studenten Inholland verlaten met een bachelordiploma, daarnaast werden 75 master- en 78 Ad-diploma’s uitgereikt. Onderstaand worden de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van onderwijs, onderzoek en organisatie in het verslagjaar weergegeven.
Onderwijs en onderzoek Instellingsplan 2016-2022 Het in 2011 gemaakte Strategisch Plan ‘Verbinding als opdracht’ heeft een belangrijke rol gespeeld bij de omslag die Inholland de afgelopen jaren heeft doorgevoerd. 2015 stond in het teken van de totstandkoming van het vervolg op het Strategisch Plan. Tal van medewerkers vanuit alle lagen van de organisatie waren actief betrokken bij de totstandkoming en er is op diverse manieren (brainstormsessies, diners pensant) inbreng geleverd door een groot aantal stakeholders. Het Instellingsplan werd eind 2015 formeel goedgekeurd door de Raad van Toezicht en verkreeg instemming van de Hogeschoolmedezeggenschapsraad. Met het Instellingsplan 2016-2022 met als titel ‘Durf te leren’ zet Inholland een volgende stap. De komende jaren wordt met het Instellingsplan 2016-2022 vol ingezet op:
de profilerende thema’s Duurzaam, Gezond en Creatief,
de kernwaarden ‘persoonlijk en dichtbij’,
de verbinding met en tussen de regio’s,
de nadruk op teams en eigenaarschap,
de vernieuwingen die in het onderwijs worden doorgevoerd.
Het Instellingsplan is tevens gekoppeld aan de ambitie om in 2018 op te gaan voor de Instellingstoets Kwaliteitszorg van de NVAO en daarmee de kwaliteitsborging en kwaliteitscultuur op hogeschoolniveau te toetsen.
Prestatieafspraken In november 2012 zijn in het kader van het ‘Besluit experiment prestatiebekostiging hoger onderwijs’ prestatie afspraken gemaakt met het Ministerie van OCW. Op grond daarvan is bekostiging toegekend. De prestatieafspraken geven de ambitie weer op de profilering van de instelling, maar ook op thema’s als uitval en rendement, studenttevredenheid, docentkwaliteit,
Pagina 11 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
onderwijsintensiteit en indirecte kosten. Met deze prestatieafspraken heeft Inholland in 2012 het ambitieniveau voor (begin) 2016 uitgesproken. Eind 2015 is de balans opgemaakt. Inholland voldoet met uitzondering van die op het gebied van studiesucces aan alle afspraken. Een uitgebreide verantwoording wordt gegeven in hoofdstuk 4 Prestatieafspraken.
Digitale bibliotheek Op 1 september was de digitale bibliotheek een feit. In 2013 besloot het College van Bestuur tot een volledig digitale bibliotheek, een unicum in het onderwijs. De transitie naar de digitale bibliotheek betrof de overgang van een papieren collectie naar een digitale collectie, waarbij de collectie tegelijkertijd werd aangepast aan de veranderde eisen van het afstudeerniveau. In de afgelopen jaren was al een grote digitale collectie opgebouwd, bestaande uit vakbladen, wetenschappelijke tijdschriften, jaarverslagen, wet- en regelgeving, normen, rapporten, kennisbanken en e-boeken. Deze collectie is gedurende de transitie verder uitgebreid met de noodzakelijke bronnen, zodat de fysieke bibliotheken gesloten konden worden. De digitale bibliotheek zal 24 uur per dag toegankelijk zijn voor studenten en medewerkers van de hogeschool. Bij de transitie is structureel overleg gevoerd met curriculumcommissies en de informatiespecialisten om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de wensen vanuit het onderwijs. De Hogeschoolmedezeggenschapraad leverde een belangrijke bijdrage in het daadwerkelijke implementatie- en communicatietraject. Met behulp van collectievormingsplannen wordt afgesproken welke bronnen in de digitale collectie moeten worden opgenomen en hoe de collectie in de toekomst verder wordt opgebouwd in relatie tot het onderwijs.
Langstudeerders De kwaliteitsslag die de afgelopen jaren is gerealiseerd heeft mede geresulteerd in een groei van het aantal langstudeerders. Omdat vanaf 2010 de lat hoger is gelegd, zijn de curricula van de opleidingen daarop aangepast voor de instromende cohorten; voor de zittende studenten zijn maatregelen genomen om de studenten bij te spijkeren. Niet alle studenten zijn in staat dit verhoogde niveau te halen. Daarom is in 2014 een project Langstudeerders gestart waarbij het uitgangspunt is dat geen enkele concessie aan kwaliteitseisen wordt gedaan. De gerichte en projectmatige aanpak werpt vrucht af: van alle 7.485 langstudeerders op 1 oktober 2014 hebben op 1 oktober 2015 4.201 studenten (47%) de hogeschool verlaten (68% met diploma, 32% zonder diploma). De stijging in het aantal langstudeerders die zich vanaf 2010 aftekende, is het afgelopen jaar omgezet in een daling. Belangrijke instrumenten zijn intensieve begeleiding, trainingen gesprektechniek, flyers, brieven, nauwgezet monitoren van studenten, voortgangsrapportages daarover en een teamsite om kennis te delen tussen de domeinen. Concrete acties die in het verslagjaar in het kader van het langstuderen zijn ondernomen:
Pagina 12 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
individuele gesprekken van langstudeerbegeleiders met studenten;
Spirit Classes: workshops om studenten te motiveren waardoor ze weer grip hebben op hun toekomst;
Step2.inholland.nl: een traject met jobcoaches voor studenten die het perspectief buiten Inholland hebben en die de hogeschool zonder diploma zullen verlaten;
afstuderen in een strakke projectvorm.
Organisatie
Instroom De totale populatie daalde in 2015 met 6,6% naar een kleine 27.000 studenten. De instroomdaling van de afgelopen jaren werkte in de hogere jaren door, terwijl het aantal nieuwe inschrijvingen verminderde (-13,7%). Belangrijkste oorzaken van de afname van de instroom zijn de introductie van het nieuwe leenstelsel, de verhoogde vooropleidingseisen voor Pabostudenten (een van de grootste opleidingen binnen Inholland) en vermeerdering van het aantal fixusopleidingen. Als gevolg van de invoer van het leenstelsel stroomden per 1 februari 2015 meer studenten in dan in het verleden. Daardoor viel de februaridoorstroom hoger uit dan in 2014; dit is een eenmalig effect. De masteropleidingen lieten een groei zien, net als enkele domeinen met bacheloropleidingen in de technische en biomedische sector.
Herinrichting stafafdelingen In de aanloop naar beide reorganisaties werden vanuit de organisatie vragen gesteld over het ongewijzigde aantal stafhoofden in relatie tot het verdwijnen van een fors aantal ondersteunende functies. Het College van Bestuur gaf in 2013 aan dat een herindeling van de stafafdelingen voorzien was, maar dat dit geen deel zou uitmaken van het reorganisatietraject. Na het afronden van de reorganisatie is de inrichting van de staven onder de loep genomen en is besloten tot een herschikking die moet leiden tot meer integrale samenwerking en advisering. Om tot een daadwerkelijk andere invulling van de rol van de staven te komen en structurele verbeteringen te bewerkstelligen is een cultuurverandering nodig. Hoewel een aanpassing van de organisatiestructuur niet automatisch leidt tot een aanpassing van werkwijze, houding en gedrag, kan een structuurwijziging wel als hefboom dienen om dit teweeg te brengen. Per 1 januari 2016 wordt de nieuwe structuur geïmplementeerd en telt Inholland nog 5 stafdelingen (Onderwijsbeleid/JZ, IVT, Facilitaire Zaken, HRM/Communicatie en Finance, Business Control en CSA) in plaats van de huidige 8. Met de herinrichting worden de afdelingen evenwichtiger qua grootte en/of zwaarte, wordt het aantal directe aanspreekpunten voor domeinen verminderd
Pagina 13 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
en wordt de verhouding tussen domeindirecteuren en stafhoofden in het directieoverleg in evenwicht gebracht. Nationale Studenten Enquête 2015 (NSE) Jaarlijks wordt de nationale studentenenquête afgenomen. In vergelijking met vorig jaar werd in 2015 bijna over de gehele linie beter gescoord of de score bleef stabiel. Gezien het feit dat Inholland de afgelopen jaren twee ingrijpende reorganisaties meemaakte en tegelijkertijd een kwaliteitsverbetering moest realiseren, is dat een prestatie. De score voor Inholland van 3,6 (uit 5) op ‘algemene tevredenheid’ toont aan dat de verbeterstappen werken en dat studenten een daadwerkelijke kwaliteitsverbetering ervaren. Zo is de tevredenheid van studenten toegenomen over de beschikbaarheid van werkplekken, studiebegeleiding, de bereikbaarheid van docenten buiten contacturen, kwaliteit van de toetsing en het tijdig bekendmaken van resultaten van toetsen en beoordelingen. Als verbeterpunten komen klachtenbehandeling en de informatieverstrekking naar studenten naar voren. In totaal hebben 9.328 Inholland studenten deelgenomen, dit leverde een respons 33,4% op.
Medewerkerstevredenheidsonderzoek 2015 (MTO) Najaar 2015 vond het tweejaarlijkse Medewerkerstevredenheidsonderzoek plaats. Ten tijde van het vorige MTO (2013) bevond Inholland zich in heel wat roeriger tijden (reorganisatie, dalende instroom). Inmiddels is een heel andere fase aangebroken en het is spannend of en hoe de veranderingen van de afgelopen jaren de tevredenheid van medewerkers beïnvloed hebben. De resultaten werden begin 2016 bekend. De algemene tevredenheid blijkt over de gehele linie te zijn gestegen (+ 0.3); op geen enkel vlak is een daling ten opzichte van 2013 opgetreden. Positief is ook dat de loyaliteit voor Inholland groeiende is en dat een expliciete waardering wordt uitgesproken voor de leidinggevenden. Vanzelfsprekend zijn er ook belangrijke aandachtspunten waar een verbeterslag nodig is. Een aanzienlijk deel van de medewerkers heeft aangegeven de student- en kwaliteitsgerichtheid van de hogeschool als verbeterpunt te zien. Een ander belangrijk aandachtspunt is de werkdruk, hierop wordt weliswaar beter gescoord dan in 2013 maar de algemene waardering blijft onvoldoende. De genoemde aandachtspunten zullen in het kader van het Instellingsplan (student, kwaliteit, professionalisering) en - in het verlengde daarvan – het Strategisch Personeelsplan worden opgepakt (werkdruk).
Reorganisatie In 2015 is de reorganisatie 2013-2015 afgerond. De reorganisatie had niet alleen een kwantitatieve doelstelling, maar moest ook deels de kwalitatieve frictie oplossen. In totaal zijn 254 medewerkers boventallig verklaard. Een deel is herplaatst op een andere functie of Pagina 14 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
werkeenheid binnen Inholland. Anderen hebben met of zonder hulp van Inholland elders een betaalde baan gevonden en 86 medewerkers zijn uiteindelijk ingestroomd in de WW/BW. Zij worden nog door Inholland begeleid bij het vinden van ander werk of het vinden van een alternatief teneinde uit de uitkeringssituatie te komen. In de nasleep van de reorganisatie is in verband met eigenrisicodragerschap voor de komende jaren in het kader van wettelijke verplichtingen (zoals WW/BW) een voorziening getroffen.
Aanpassing statuten De statuten zijn eind 2015 gewijzigd. Aanpassing was nodig om de statuten beter te laten aansluiten bij de veranderde wet- en regelgeving (aanpassing WHW in 2010 in verband met de verbetering van het bestuur bij instellingen voor hoger onderwijs en de nieuwe branchecode in 2013); bovendien zijn passages hier en daar gemoderniseerd en toegankelijker gemaakt. De statuten zijn zoveel mogelijk opgezet als "basisdocument"; de uitwerking vindt plaats in onderliggende reglementen. Op grond van het BW, de WHW en de Branchecode zijn aanpassingen doorgevoerd over de wijze waarop de leden van het College van Bestuur en de Raad van Toezicht worden benoemd, geschorst en ontslagen, welke bevoegdheden hen toekomen, over de wijze waarop besluiten van het College van Bestuur en de Raad van Toezicht tot stand komen, rekening houdend met een eventueel quorum, gekwalificeerde meerderheid of adviesrecht van bijvoorbeeld de medezeggenschapsraad als bedoeld in artikel 10.17 WHW of tegenstrijdig belang van een lid van het College van Bestuur of de Raad van Toezicht met de Stichting, de Hogeschool of een door haar in stand gehouden instelling. In de statuten is nu tot slot expliciet opgenomen dat het College van Bestuur moet worden aangemerkt als instellingsbestuur in de zin van de WHW (artikel 8.1).
Op 19 november keurde de Raad van Toezicht de aanpassing goed waarna het formele passeren van de akte eind december volgde.
Wij Inholland Wij Inholland is een podium voor studentenprojecten waar wij trots op zijn. Projecten die voldoen aan drie criteria: multidisciplinair, innovatief en van toegevoegde waarde voor de regio. Elk jaar kennen wij de Wij Inholland Award toe aan een van de genomineerde projecten. De winnaar van de Award kan rekenen op onze steun om zijn project een stap verder te brengen. Die steun kan bestaan uit toegang tot ons netwerk, ondersteuning bij communicatie, social media, public relations of materiele faciliteiten.
Pagina 15 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Ook dit jaar deden er geweldige projectenteams mee o.a. Zuid Onderneemt, SAIL, Zorgtechnology. De projecten die tussen begin april en eind juni de meeste fans wisten te realiseren kregen de kans om hun project te pitchen. De jury bestaande uit Marcel Nollen (voorzitter), Jojanneke de Koning, Sieb Kroeske en Conny Rijkers heeft op 30 juni na uitvoerig beraad drie projecten genomineerd die kans maken om te worden gekozen tot winnaar van deze prestigieuze prijs tijdens de hogeschoolbrede jaaropening op 2 september.
De drie genomineerde projecten voor de Wij Inholland award 2015 waren:
Leiderschap Draait Door: Crismary Olivero Hernandez, Sophie Wever en Joost Wijtenburg
ARGO: Brecht Wartna, Mukhtar Yaqoobi, Twan bakker en Dominique Plu
UAV: Lucien Fesselet
Tijdens de opening van het collegejaar hebben de aanwezigen de winnaar van de Wij Inholland award 2015 gekozen. Het project Argo laat zien wat de samenwerking tussen totaal verschillende opleidingen kan opleveren. De studenten van de opleiding Dier & Veehouderij, Luchtvaartechnologie, Media & Entertainment Management en Leisure Management hebben samen een onderzeeër met ‘vissenstaart’ gebouwd. Onderzocht is welke vis de optimale zwembeweging heeft, vervolgens is dit vertaald naar een technisch ontwerp. Het resultaat leverde het project veel publiciteit op in binnen- en buitenland. Met minimale middelen hebben de studenten een geweldig project met grote impact voor Inholland neergezet. De studenten zelf hebben vooral geleerd elkaars taal te spreken, zelfvertrouwen opgedaan om over grenzen heen te opereren en van elkaar te leren. Corporate Governance Inholland levert een bijdrage aan de uitdagingen in de Randstad, van de kop van Noord-Holland tot de Drechtsteden, met onderwijs voor studenten en professionals en praktijkgericht onderzoek voor de beroepspraktijk. We zijn onderscheidend op de thema’s duurzaam, gezond en creatief, en werken daarin samen met het beroepenveld, overheden en maatschappelijke partners. Wij doen dat persoonlijk en dichtbij, vanuit de overtuiging dat voor ons en onze studenten zowel succes als tegenslag de sleutel zijn tot ontwikkeling als professional en als mens. Diversiteit is daarbij een kracht.
Missie en visie worden uitgebreid uitgewerkt in het Instellingsplan 2016 - 2022. Inholland telde in 2015 bijna 27.000 studenten. Op acht locaties verspreid over Noord- en ZuidHolland wordt onderwijs aangeboden op tal van vakgebieden. Inholland kiest voor drie Pagina 16 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
profilerende hoofdthema’s: ‘Creatief’, ‘Gezond’ en ‘Duurzaam’. De nadruk ligt op het bacheloronderwijs (70 bacheloropleidingen), maar Inholland biedt daarnaast ook zeven masteropleidingen en zes Associate Degree-opleidingen aan. De opleidingen die Inholland in Suriname aanbood, zijn in 2012 overgedragen aan de Mr. F.H.R. Lim A Po Stichting. Voor de toen zittende studenten wordt tot 1 oktober 2016 nog begeleiding vanuit Inholland aangeboden. AVAG (Academie Verloskunde Amsterdam Groningen) is een samenwerkingsinstituut op het gebied van Verloskunde. De licentie voor de bacheloropleiding Verloskunde berust bij Inholland; het wetenschappelijk onderzoek is onderdeel van VUmc. Inholland voldoet aan de Branchecode Goed Bestuur Hogescholen (2013), die vanaf 1 januari 2014 van kracht is voor alle hogescholen in Nederland; daar waar wordt afgeweken (samenstelling van de Raad van Toezicht in relatie tot artikel III.4.2.a van de branchecode) wordt dit gemotiveerd (hoofdstuk 2). In naleving van deze branchecode hechten het College van Bestuur en de Raad van Toezicht veel belang aan het verstrekken van inzicht in de bestuursstructuur en naleving van de code. In 2014 zijn in navolging van de Branchecode de profielschets van de Raad van Toezicht, het toetsingskader van de Raad van Toezicht, het samenwerkingsstatuut en het beleid aangaande intern risicomanagement vastgesteld en op de website geplaatst. In 2015 zijn in vervolg daarop de bepalingen in de statuten in overeenstemming gebracht met wet- en regelgeving (WHW en branchecode); naar verwachting zal de akte begin 2016 gepasseerd worden.
Statuten en reglementen Inholland maakt deel uit van de Stichting Hoger Onderwijs Nederland. In de statuten (herzien in 2015) legt Inholland de grondregels en bepalingen van deze stichting vast. In het bestuursreglement zijn de regels voor besturing van de hogeschool vastgelegd. Het Huishoudelijk Reglement van de Raad van Toezicht bevat bepalingen over de taken en bevoegdheden en de samenstelling. Informatie over de leden van de Raad van Toezicht is te vinden in het hoofdstuk Raad van Toezicht. De integriteitscode biedt een handvat waarmee wordt aangegeven wat onder integriteit wordt verstaan. De code wordt geconcretiseerd in een aantal regelingen en reglementen binnen Inholland te weten
Klokkenluiderregeling, Regeling
vertrouwenspersonen, Reglement Hoor- en adviescommissie personeel Inholland, Klachtenregeling studenten (Studentenstatuut art. 45 en 46), Regeling studeren met een handicap of functiebeperking, Reglement Bruikleen apparatuur, Declaratiereglement en het Treasurystatuut (herzien in 2015). Daarnaast is externe regelgeving van toepassing waaronder de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, de Branchecode Governance en de CAO HBO.
Pagina 17 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
De statuten, het bestuursreglement, het huishoudelijk reglement van de Raad van Toezicht, de integriteitscode, de klokkenluiderregeling, de regeling vertrouwenspersonen (ongewenst gedrag) en het treasurystatuut zijn te vinden op de website van Inholland.
Control De controlfunctie binnen Inholland is gericht op het verbeteren van de efficiëntie, kwaliteit, transparantie en de verspreiding van informatie. Beheersing van de financiële posities, processen en procedures en facilitering van het primaire proces zijn kerntaken. De belanghebbenden (intern en extern) worden voorzien van de benodigde (plannings)rapportages. De controlfunctie is ingericht naar de organisatieonderdelen: instelling, domeinen en staven en wordt (functioneel) aangestuurd door de concerncontroller. Control stelt kaders op basis van de uitgangspunten van het College van Bestuur en van geldende wet- en regelgeving en vertaalt dit naar een organisatiebrede P&C-cyclus. Alle organisatieonderdelen stellen een jaarplan op met concrete doelen (plan). Voortgang op de realisatie hiervan (do) wordt gerapporteerd in triaalrapportages (check). Deze worden besproken in de triaaloverleggen met het CvB, zodat er tijdig bijsturing kan plaatsvinden (act). Op deze manier kan worden bewaakt dat de afgesproken doelen ook daadwerkelijk worden gerealiseerd. In 2015 heeft een personele wisseling plaatsgevonden door vertrek van de concerncontroller. Vanaf najaar 2015 wordt deze functie op interimbasis ingevuld; verwacht wordt dat voorjaar 2016 een nieuwe instellingscontroller kan worden aangesteld. Tegelijkertijd is een breder traject gestart om de controlfunctie om te buigen naar business control.
Interne audits Inholland Onderwijsaudit, onderdeel van de stafafdeling Onderwijsbeleid, heeft als doel een bijdrage te leveren aan de kwaliteit van de beheersing van de organisatie, zowel op het gebied van onderwijs en onderzoek (primaire processen) als op het gebied van onderwijsondersteunende processen, door het toetsen van opzet, bestaan en werking van de beheersingsmaatregelen. Dat gebeurt door een onafhankelijke en objectieve beoordeling op basis van een methodische aanpak. Inholland Onderwijsaudit heeft haar eigen verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en onafhankelijkheid van de uit te voeren audit. Zij hanteert hierbij de standaarden van de beroepsorganisatie IIA. Onafhankelijkheid is tevens gewaarborgd door de positionering binnen de organisatie. Dit is formeel vastgelegd in het Auditcharter. Het College van Bestuur bewaakt en draagt actief uit dat het team Inholland Onderwijsaudit haar werkzaamheden onafhankelijk kan uitvoeren en daarover kan rapporteren. Onderwijsaudit werkt primair voor het College van Bestuur en in voorkomende gevallen voor het management en werkt op basis van een Auditjaarplan.
Pagina 18 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
De rapportages van de audits zijn bestemd voor de opdrachtgever van de audit. Inholland Onderwijsaudit voert geen financiële en IT-audits uit. De uitgevoerde audits in 2014-2015 hadden betrekking op onderwerpen die te maken hebben met aspecten van compliance (opleidingscommissies en code of conduct higher education), informatievoorziening (betrouwbaarheid informatievoorziening HRM), studenttevredenheid (klachten), governance (vestigingsdirecteuren) en accreditatie (instellingstoets kwaliteitszorg).
Veiligheid 2015 Inholland streeft naar een studie- en werkklimaat waarin studenten en medewerkers veilig zijn en zich veilig voelen in positieve verbintenis met de hogeschool. Dit is een belangrijke voorwaarde voor een zo optimaal mogelijk studie- en werkklimaat. Een en ander is beschreven in het integraal veiligheidsbeleid van Inholland. Het voorlichtingsprogramma voor de medewerkers rond risicovol gedrag is mede hierop gebaseerd. Door binding met de student en collega kan een zorgvraag worden waargenomen en daarmee worden voorkomen dat dit escaleert. De voorlichting wordt erg gewaardeerd door de deelnemers en het programma wordt voortgezet in 2016 met extra aandacht op vaardigheden om het juiste gesprek op gedrag te kunnen voeren. Ook dit jaar is er uitvoering gegeven aan de opleidingsprogramma’s voor de BHV-, en crisismanagement organisatie. Hiermee wordt gewerkt aan vaardigheid ten tijde van incidenten of crisis. Tot slot is het Arbobeleidsplan aangepast. Het oude plan stamt uit 2005 en sloot niet meer aan bij de huidige organisatie. Besluitvorming over dit plan volgt begin 2016. Bestuur en Toezicht College van Bestuur Het College van Bestuur is het centrale bestuursorgaan van Inholland. De leden hebben een mandaat dat is vastgesteld door de Raad van Toezicht. Het College van Bestuur legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht. In de statuten van de Stichting Hoger Onderwijs Nederland en het huishoudelijk reglement van de Raad van Toezicht is vastgelegd voor welke besluiten goedkeuring nodig is van de Raad van Toezicht.
Samenstelling Mw. drs. G.M.C. de Ranitz (voorzitter) Dr. M.J.W.T. Nollen Drs. H. de Deugd
Pagina 19 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Takenpakket Het College van Bestuur heeft een breed takenpakket. Hieronder vallen het vaststellen van strategie, missie en doelstellingen, het bewaken van de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek, het vaststellen van het portfolio in onderwijs en onderzoek, de zorg voor huisvesting en het beheer van financiële, materiële en personele middelen, de zorg voor veiligheid en gezondheid en overige arbeidsomstandigheden in de gebouwen en op de terreinen van Inholland. Het College van Bestuur beschouwt haar bestuurlijke opdracht als collectieve verantwoordelijkheid: collegiaal bestuur is het uitgangspunt.
Portefeuilleverdeling Per 1-1-16
Portefeuilles*
Regio
Jet de Ranitz Voorzitter
Strategie Strategische communicatie (intern en extern) Externe vertegenwoordiging Hogeschool Medezeggenschap Veiligheidsbeleid Bestuurszaken Financiën & Business Control Facilitaire zaken en vastgoed Holding Human Resource Management ICT, informatiebeleid en informatievoorziening
Regio Amsterdam (Amsterdam, Amstelveen, Diemen, Haarlem)
Onderwijs- en Onderzoeksbeleid Kwaliteit, kwaliteitsbeleid, accreditatie en valorisatie Studentzaken Docentenbeleid Internationalisering Onderwijsaudit
Regio Den Haag (incl. regio Leiden) Regio Alkmaar (incl. regio Noord-Holland Noord)
Marcel Nollen Lid portefeuille Bedrijfsvoering
Huug de Deugd Lid portefeuille Onderwijs & Onderzoek
Regio Rotterdam (Rotterdam, Dordrecht, Delft)
*In geval van verhindering of afwezigheid van een portefeuillehouder wordt deze naar bevind van zaken vervangen door een van de andere collegeleden. In geval van verhindering van een portefeuillehouder bij een commissievergadering van de Raad van Toezicht, zal deze door de collegevoorzitter worden vervangen.
Bezoldiging De bezoldiging van de leden van het College van Bestuur wordt vastgesteld door de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht wordt hierin geadviseerd door de Selectie/Remuneratiecommissie. De Raad van Toezicht hanteert hierbij de vigerende bezoldigingscode passend binnen de WNT. Voor hogescholen is dat de Uitwerking Bezoldiging Bestuurders Hogescholen. Voor de bezoldiging van College van Bestuur en de Raad van Toezicht wordt
Pagina 20 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
verwezen naar het hoofdstuk 2 Verslag Raad van Toezicht en paragraaf 5.9 Toelichting op de geconsolideerde staat van baten en lasten.
Nevenfuncties Jet de Ranitz Vice-voorzitter kandidaatstellingscommissie Tweede Kamer kieslijst, Partij van de Arbeid. Lid Jury ‘Young Talent Award’, Stichting Topvrouw van het Jaar. Lid Regiegroep ‘Agenda Stad’, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Voorzitter Jury Excellente Scholen, Inspectie van het Onderwijs. Lid Bestuur Praemium Erasmianum. Vanaf 2016 vice-voorzitter. Lid Raad van Toezicht NTR omroep, tevens lid auditcommissie & remuneratiecommissie. Vanaf 2016 vice-voorzitter. Vice-voorzitter Vereniging Hogescholen. Portefeuille: bekostiging. Voorzitter remuneratiecommissie en bestuurscommissie bekostiging. Comité van Aanbeveling, Landelijke Kamer van Verenigingen (studentengezelligheidsverenigingen) Commissaris van SURF-SARA, tevens lid Informatiekamer van OCW en SION vanuit portefeuille ICT v(tot 1-6-2015).
Huug de Deugd Lid Bestuur Stichting AVAG. Lid Bestuur Ben Sajet Centrum.
Marcel Nollen Lid Rotterdams Centrum voor Theater. Lid Raad van advies SURF.
Raad van Toezicht Voor informatie over de Raad van Toezicht wordt verwezen naar hoofdstuk 2 (Verslag Raad van Toezicht).
Pagina 21 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Organisatie per 1 januari 2016 De opleidingen bij Inholland zijn georganiseerd in 6 domeinen: Agri, Food & Life Sciences (AFL), Business, Finance & Law (BFL), Creative Business (CB), Gezondheid, Sport en Welzijn (GSW), Onderwijs & Innovatie (O&I), Techniek, Ontwerpen en Informatica (TOI). Er zijn 5 stafafdelingen (met ingang van 1 januari 2016) : Onderwijsbeleid/JZ, HRM/Communicatie, Facilitaire Zaken/Huisvesting en Vastgoed, Financiën, Business Control en Centrale Studentenadministratie en IVT. Elk domein wordt aangestuurd door een directeur; de 5 stafafdelingen worden aangestuurd door een stafhoofd. De verantwoordelijkheden en (gemandateerde) bevoegdheden van de directeuren en stafhoofden zijn vastgelegd in het directiereglement. De directeur/het stafhoofd is primair verantwoordelijk voor de gang van zaken en het resultaat van het eigen domein of stafafdeling. De directeuren en stafhoofden sturen vanuit hogeschoolbrede strategische kaders en zijn via het tweewekelijkse directieoverleg (College van Bestuur, directeuren, stafhoofden) mede-initiërend bij de totstandkoming, vormgeving en uitvoering van het strategisch beleid. Directeuren en stafhoofden kunnen worden belast met hogeschoolbrede taken en leggen verantwoording af aan het College van Bestuur.
Medezeggenschap De Hogeschool Medezeggenschapsraad van Inholland (HMR) speelt een rol bij de vaststelling van het beleid van de hele hogeschool door middel van advies- en instemmingsrecht. Er vindt regelmatig overleg plaats met het College van Bestuur over zaken op het gebied van onderwijs, organisatie en financiën. Medezeggenschap geeft studenten en medewerkers de mogelijkheid mee te praten over onderwerpen die belangrijk zijn voor werk en studie binnen de hogeschool. Binnen Inholland heeft de HMR instemmingsrecht op zowel de kaderbrief als op de hele begroting. Inholland kent medezeggenschap op verschillende niveaus: •
op hogeschoolniveau is er de Hogeschool Medezeggenschapsraad;
•
verder zijn er deelmedezeggenschapsraden. Iedere
deelmedezeggenschapsraad vertegenwoordigt een domein inclusief Werving, Instroom en Relatiemanagement (WIR) en Inholland Serviceorganisatie (ISO) per vestiging. •
voor de stafafdelingen is er de deelraad centrale stafafdelingen (OMR)
De HMR bestaat uit 20 leden, die voor de helft uit en door het personeel worden gekozen en voor de helft uit en door de studenten. De zittingstermijn is voor beide geledingen twee jaar. Na afloop van de zittingstermijn zijn de leden herkiesbaar. De deelmedezeggenschapsraden worden betrokken bij het beleid van hun domein of van de stafafdelingen. Alle deelraden tellen 10 leden, behalve de deelraden Verloskunde en Agri, Food
Pagina 22 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
& Life Sciences. Deze raden tellen respectievelijk 8 leden en 6 leden, waarvan de ene helft studenten en de andere helft medewerkers. De OMR telt 5 personeelsleden. De zittingstermijn voor leden van de deelmedezeggenschapsraden bedraagt eveneens 2 jaar. Na afloop van de zittingstermijn zijn de leden herkiesbaar. De HMR stelt jaarlijks een uitgebreid jaarverslag op waarin alle behandelde items worden opgesomd. Dit jaarverslag wordt het College van Bestuur en de Raad van Toezicht aangeboden en is via de HMR-site voor alle studenten en medewerkers beschikbaar.
Overlegstructuur Het Directieoverleg is het voornaamste overlegorgaan voor beleidsvorming op het gebied van onderwijs en onderzoek; in het afstemmingsoverleg wordt afgestemd over thema’s op het gebied van bedrijfsvoering. Besluitvorming vindt plaats in het Collegeoverleg. Driemaal per jaar vindt een meerdaags strategisch directieoverleg plaats. In 2015 speelde het Instellingsplan in wording vanzelfsprekend een belangrijke rol, mede in relatie tot de onderliggende plannen van domeinen, staven en vestigingen. De overlegstructuur is als volgt georganiseerd: -
Wekelijks overleg van het College van Bestuur;
-
Tweewekelijks directieoverleg met College van Bestuur, directeuren, stafhoofden en de directeur van de Holding, voorgezeten door de voorzitter van het College van Bestuur;
-
Maandelijks Afstemmingsoverleg met vertegenwoordigers van de domeinen, de serviceorganisatie en alle stafhoofden onder leiding van de portefeuillehouder Bedrijfsvoering;
-
PAR: maandelijks overleg met vertegenwoordigers domeinen, stafhoofden ICT en FZ/VG, concern control en portefeuillehouder Bedrijfsvoering
-
Driemaal per jaar een tweedaagse strategiesessie met directeuren en stafhoofden.
Lokaal cao overleg Inholland In 2015 heeft Inholland vier keer lokaal cao overleg gevoerd met de vakorganisaties. Reorganisatie was dit jaar een belangrijk onderwerp. Een ander thema was de besteding van de decentrale arbeidsvoorwaardenmiddelen. In dit kader is in 2015 een arbeidsongeschiktheidsverzekering bij gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid afgesloten bij APG. Dit als uitbreiding van de structurele bestedingsdoelen (kinderopvang, betaald ouderschapsverlof en een deel van de vergoeding woon-werkverkeer. Voor de incidentele middelen zijn afspraken gemaakt over continuering van Pinot Gris (heroriëntatiecursus voor 55plussers) en een tweetal andere cursussen in het kader van duurzame inzetbaarheid. Dit naast
Pagina 23 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
een aantal bestedingsdoelen zoals het medewerkersvriendelijk maken van systemen, de aanpak van langdurig ziekteverzuim en de extra facilitering van vaderschapsverlof.
Communicatie naar de stakeholders Inholland werkt samen met grote en kleine bedrijven, (kennis)instellingen, partners in de onderwijsketen en overheden. Studenten leren de beroepspraktijk kennen door stages en vanuit bedrijven en instellingen worden regelmatig gastdocenten geleverd. Via een aantal communicatiemiddelen worden daarnaast contacten onderhouden met stakeholders. Voorbeelden hiervan zijn het jaarverslag, de website en intranet, persberichten en social media. Het College van Bestuur bezoekt de verschillende vestigingen regelmatig om ter plekke contacten te onderhouden op de locatie, woont het overleg met de vestigingsraden van advies bij en overlegt op bestuurlijk niveau in de diverse regio’s met MBO-, VO-, HBO- en WOinstellingen. De samenwerking tussen overheden, bedrijfsleven en onderwijs (triple helix) wordt vormgegeven door regelmatige contacten met het ministerie van OCW en de Inspectie, gemeenten, banken, brancheverenigingen en ondernemers.
Marktactiviteiten Zowel door middel van post-initieel als ook deeltijdonderwijs heeft Inholland een breed aanbod voor een leven-lang-leren. De basis is echter altijd verbonden met het voltijdaanbod in het initieel onderwijs. Het leven-lang-leren aanbod is daaraan complementair, voor de deeltijdstudent, voor de alumnus en voor de docent die zijn professionaliteit wil verbreden of verdiepen. De verbinding in de driehoek van onderwijs, onderzoek en arbeidsmarkt door uitwisseling op kennis en praktijkrelevantie zorgt voor innovatiekracht in het onderwijs en is randvoorwaardelijk voor kwaliteit. Via de Holding wordt het post-initiële aanbod verzorgt en het aanbod varieert van maatwerk in de vorm van een een- of meerdaagse training tot volwaardige masteropleidingen en alles daar tussen.
Klachtafhandeling Inholland hanteert de vigerende regelgeving op het gebied van klachten en bezwaren. Het studentenstatuut gaat in hoofdstuk 3.8 uitgebreid in op de procedures voor en de definities van klachten en geschillen. Dit studentenstatuut is via Intranet toegankelijk voor alle studenten. De geschillen die zijn gebaseerd op de regels in de onderwijs- en examenregeling (OER) worden behandeld door de examencommissies van de opleidingen. De geschillen als gevolg van meningsverschillen over andere regels van het Studentenstatuut, zoals bijvoorbeeld het Inschrijvingsreglement of Profileringsfonds worden behandeld door de Bezwaarschriftenadviescommissies. De klachten worden behandeld door de
Pagina 24 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
klachtencoördinatoren van de domeinen. Zij zetten de klacht uit bij betrokken personen en zien toe op een adequate en tijdige afwikkeling. De klachten die via andere wegen binnenkomen, waaronder rechtstreeks via het College van Bestuur of de domeindirecteur worden eveneens via de klachtencoördinator afgehandeld, zodat een eenduidige afhandeling wordt geborgd. De klachtenprocedure van Inholland is via Intranet goed toegankelijk voor alle studenten en heeft dienstverlening als uitgangspunt. Waar een klacht tevens een bezwaar inhoudt of andersom, wordt deze waar nodig uitgesplitst voor klachtencoördinator, adviescommissie bezwaarschriften of een examencommissie. Klachten en geschillen worden in een daartoe ontwikkeld systeem geregistreerd en in procedure gezet zodat afhandeling via het systeem gevolgd wordt. Studenten dienen via een digitale portal, via een digitaal formulier met een keuzemenu hun klacht, bezwaar of beroep in, waarna dit automatisch wordt doorgeleid naar de desbetreffende klachtencoördinator of de afdeling Juridische Zaken voor de verdere behandeling. Door het registratiesysteem is de rapportage nauwkeuriger. Inholland is zich zeer bewust van het belang van een goede klachtafhandeling en doet er alles aan om de procedures helder en toegankelijk te maken, bureaucratie te voorkomen en binnen de daarvoor gestelde termijnen te reageren. Bij een gegronde klacht worden adequate maatregelen getroffen om herhaling in de toekomst te voorkomen. Ondanks deze formeel correcte procedures en de voor studenten toegankelijke processen voor klachten en geschillen wordt de klachtbehandeling door studenten relatief laag gewaardeerd in de Nationale Studentenenquête 2015. In 2016 wordt daarom een project opgezet : van klachtenmanagement naar relatiemanagement waarmee in de klachten- en geschillenprocedures het motto ‘Persoonlijk & Dichtbij’ meer aandacht krijgt. De informatievoorziening over de interne regels wordt tekstueel en qua vorm herzien. Standaardbrieven in bepaalde procedures worden herschreven. Daarbij worden de systemen om de administratieve last te verminderen verbeterd. In deze formele procedures moet de scope van ‘de procedure is correct gevolgd’ naar ‘de student is gehoord en gezien’. In samenspraak met betrokken partijen, waaronder de klachtencoördinatoren van de domeinen, de studenten, communicatieadviseurs, juristen, examencommissies en de serviceorganisatie worden deze stappen in 2016 uitgevoerd.
Pagina 25 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
3.2
Nieuwsoverzicht
[ Foto’s worden door de vormgever toegevoegd] Nieuws jaaroverzicht 2015 Januari [FOTO NIEUWJAARSBIJEENKOMST] Tijdens de nieuwjaarsbijeenkomsten in de eerste werkweek van 2015 nodigt collegevoorzitter Jet de Ranitz alle collega’s uit om samen na te denken over de toekomst door samen te werken aan het nieuwe Instellingsplan 2016-2022. “We willen de bladzijde omslaan en de moeilijke periode die achter ons ligt, afsluiten”, zei De Ranitz tijdens haar bezoek aan de locaties. “Waar willen we over vijf jaar zijn? Hoe gaan we ervoor zorgen dat onze kwaliteit en ambitie in de buitenwereld worden herkend en erkend? Hoe zorgen we ervoor dat onze studenten en afgestudeerden door werkgevers als waardevolle nieuwe stagiairs en medewerkers worden binnengehaald?” Het Instellingsplan 2016 – 2022 zal die antwoorden bieden. Het College van Bestuur wil het plan in 2015 uitdrukkelijk samen met alle medewerkers opstellen. 8 Net als andere Nederlandse hogescholen en universiteiten houden studenten en collega’s van Hogeschool Inholland een minuut stilte stil bij de aanslag op de redactie van het satirische weekblad Charlie Hebdo. Tijdens, voor en na de herdenking wordt de kreet ‘Je suis Charlie’ veel gebruikt op Twitter door mensen die steun betuigen aan de twaalf slachtoffers.
9 Met één druk op de knop brengt collegevoorzitter Jet de Ranitz de gloednieuwe röntgenbuis van de buckykamer in beweging, waarmee deze officieel geopend werd. De buckykamer maakt deel uit van het geavanceerde skillslab van de bacheloropleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken (MBRT) en de masteropleiding Medical Imaging / Radiation Oncology (MIRO). Naast de röntgenbuis bevat deze kamer ook een bandbucky, tafelbucky en een generator, die de hoogspanning maakt voor de röntgenstraling. Al deze onderdelen bij elkaar vormen een mooi, geavanceerd röntgenapparaat.
21 Mike Koot en zijn medestudenten van de opleiding Sport en Bewegen vallen in de prijzen met Outdoor Volleybal Clinic, een plan om kinderen met overgewicht van de Haarlemse wijk Rozenprieel meer te laten sporten. Reden genoeg voor wethouder Merijn Snoek (Jeugd, Onderwijs en Sport) om Rozenprieel tot ‘Sportiefste wijk van Haarlem’ uit te roepen. De hoofdprijs wordt uitgereikt tijdens het congres Sport in Beweging bij Inholland Haarlem.
Pagina 26 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
27 Met het doorknippen van het rode lint opent collegevoorzitter Jet de Ranitz Student Advies, het nieuwe leerwerkbedrijf van de opleiding Business Studies bij Inholland Alkmaar. Het leerwerkbedrijf, opgericht door vier studenten Business Studies, heeft als doel om studenten van de hogeschool werkervaring te laten opdoen door hen adviesopdrachten voor het middenen kleinbedrijf te laten uitvoeren. Vertegenwoordigers van mede-initiatiefnemers gemeente Alkmaar, het Ondernemersklankbord Noord-Holland Noord en Hogeschool Inholland wonen de opening bij. Februari 16 Bijna dertig participerende bedrijven en instellingen, waaronder Inholland Delft, geven het startsein voor het High Tech Centre Delft. Technische studenten van het vmbo, mbo, hbo en wo werken in het nieuwe centrum voor techniekonderwijs samen aan actuele bedrijfscasussen. Vanuit deze benadering proberen ze de kennis en vaardigheden van praktische en theoretische studenten te integreren. Docenten en bedrijfsmedewerkers treden op als coach voor de studenten. [FOTO STUDIEKEUZECHECK] Maart [FOTO HARMEN BIJWAARD] Met de razendsnelle ontwikkelingen in de medische technologie wordt de roep om de zogeheten Zorgprofessional 2.0 steeds luider, betoogt lector Medische Technologie Harmen Bijwaard in zijn inaugurele rede, tijdens de viering van het 25-jarig bestaan van de Inhollandopleiding Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken in de Philharmonie te Haarlem. “Veel ontwikkelingen worden gedreven door een technology push en niet door wat wenselijk en noodzakelijk is. De Zorgprofessional 2.0 kan hier uitkomst bieden.”
De medische beeldvorming en radiotherapie zijn steeds meer afhankelijk geworden van ictvoorzieningen en –infrastructuur. Het lectoraat Medische Technologie richt zich daarom sinds 2013 ook op het brede terrein van ict in de zorg en eHealth, het gebruik van technologie ter ondersteuning en verbetering van de gezondheidszorg. Het lectoraat maakt samen met de lectoraten GGZ-Verpleegkunde en Kracht van Sport deel uit van één onderzoeksgroep. Daar komt het lectoraat Multimorbiditeit, dat net van start is gegaan, nog bij.
Bijwaard wil met zijn onderzoeksteam een belangrijke bijdrage te leveren om studenten van diverse studierichtingen op te leiden tot Zorgprofessional 2.0. Hij doelt hiermee op een beroepsbeoefenaar die open staat voor (ict en technische) innovatie, iemand die
Pagina 27 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
zorgconsumenten daarover kan adviseren en de innovatie kan implementeren in de beroepspraktijk. “Praktijkgericht onderzoek speelt een centrale rol. Het draagt bij aan de onderzoekende blik van de Zorgprofessional 2.0, aan het up-to-date houden van de kennis van docenten en studenten en aan verbinding met het werkveld.”
1 Zeven opleidingen van verschillende hogescholen, waaronder de sociaal-agogische opleidingen en de opleiding Facility Management van Inholland, starten met de landelijke pilot ‘Protocol Afstuderen HBO’ om de kwaliteit van het afstudeerwerk in Nederland beter te waarborgen. Een expertgroep van de Vereniging Hogescholen heeft genoemd protocol ontwikkeld om landelijke afspraken te maken over het afstudeerprogramma van opleidingen.
20 Tijdens een breedmanagementbijeenkomst in de Caballero Fabriek in Den Haag presenteert collegevoorzitter Jet de Ranitz een SWOT-analyse, die als opmaat kan dienen voor het nieuwe Instellingsplan 2016-2022. Directeuren, stafhoofden, managers, projectleiders en lectoren spreken met het College van Bestuur over het gebruiken van de sterktes, dan wel zwaktes om kansen te benutten en bedreigingen het hoofd te bieden. De daaruit voortgekomen ‘confrontatiematrixen’ vormen input voor de verdere visieontwikkeling op weg naar het nieuwe instellingsplan.
[FOTO PABOBOEK] 23 Pabo-studenten Marjolein Vingerhoed en Gina Gallo maken het prentenboek ‘De verloren kleuren’ om kinderen te helpen bij het rekenen. “De meiden zijn hier helemaal los gegaan: het was een gouden combinatie. Toen ze het boek aan de klas presenteerden was iedereen zo enthousiast dat wij gelijk al zeiden dat ze een uitgever moesten benaderen”, zegt docent Ingrid Samson van de Haarlemse Pabo. “En voor de uitgever hebben ze niet eens zoveel hoeven te veranderen. We zijn supertrots op die twee!!” 25 Met 92 punten (Amsterdam) en 86 punten (Den Haag) is de master Leren en Innoveren van Inholland opnieuw de beste op zijn gebied in de vandaag verschenen Keuzegids Masters 2015. De master staat daarmee op de vijfde plaats van de top 20 van de allerbeste Nederlandse masteropleidingen in het hoger onderwijs en het wetenschappelijk onderwijs. Met de zes masters die Hogeschool Inholland aanbiedt op het gebied van onderwijs en zorg, is Inholland een relatief kleine aanbieder. “Inholland doet het opnieuw goed”, aldus luidt de algemene conclusie van de Keuzegids Masters. De masteropleiding Leren en Innoveren scoort het maximaal aantal plussen op docenten, contacturen, communicatie en inhoud.
Pagina 28 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
[FOTO RAVESLOOT] 30 “Mensen moeten meer invloed krijgen op hun eigen leven door middel van duurzame energie”, zegt Christoph Maria Ravesloot maandag tijdens zijn inaugurele rede bij Inholland Alkmaar. De nieuwe lector Innovatiemodellen Duurzame Energie (IDE) presenteert een innovatief proces om duurzame energie in de praktijk toe te passen, waarbij hij benadrukt dat hij “ongekende prestaties” wil leveren en vooral een bijdrage wil leveren aan het onderwijs. Volgens de toegepast wetenschapper loopt de discussie over duurzame energie vaak spaak, omdat er verschillende brillen worden opgezet. In de duurzame energie vindt Ravesloot het vooral belangrijk om er samen uit te komen, zonder daarbij altijd consensus te bereiken. April [FOTO CONSERVATORIUM] Music Academy Inholland, het enige Conservatorium in Nederland dat zich helemaal focust op popmuziek en e-music (onder andere dance), gaat voortaan verder onder de naam Conservatorium Haarlem. De vooruitstrevende en innovatieve hbo-muziekopleiding is onderdeel van het Domein Creative Business van de Haarlemse vestiging van Inholland. De hogeschool is van mening dat de oude naam niet langer voldoet. Arjen Davidse, artistiek leider van Conservatorium Haarlem: “Na de verhuizing van het Conservatorium van Alkmaar naar Haarlem in 2011, bleek steeds duidelijker dat zowel aankomende studenten als de regionale en landelijke muzieksector nauwelijks wisten dat er een Conservatorium is in Haarlem. En dat terwijl de opleiding in 2012 en 2014 door de studenten (landelijke NSE studentenenquête) en door Elsevier magazine werd verkozen als hoogst gewaardeerd Conservatorium van Nederland. Voor Inholland reden actie te ondernemen: met de nieuwe naam weet iedereen meteen wat wij zijn en waar men ons kan vinden.”
Conservatorium Haarlem beschikt over de meest moderne faciliteiten die er in het Nederlands conservatoriumlandschap te vinden zijn. Daarnaast werkt er een jong team van aansprekende docenten, allen ook zelf nog actief als professioneel popmuzikant of producer. De afstudeerrichtingen zijn Pop en E-Music; bij Pop kun je kiezen voor hoofdvak zang, gitaar, basgitaar, drums, toetsen, saxofoon of trompet. E-Music is dé hbo-dance-opleiding van Nederland. [FOTO ONDERZOEKSBUNDEL]
Pagina 29 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
14 De bundel ‘Praktijkgericht onderzoek profileert’ wordt gepresenteerd tijdens de Dag van het Onderzoek 2015 bij Inholland Den Haag. Collegelid Huug de Deugd krijgt het eerste exemplaar uit handen van Ingrid Wegman, programmamanager Onderzoek. De bundel, die voor de tweede keer in deze vorm verschijnt, bevat een selectie van artikelen van lectoren en onderzoekers van Hogeschool Inholland die in 2014 verschenen zijn. “Deze bundel laat de groeiende betekenis van onderzoek bij Inholland zien in al haar verscheidenheid. De titel verwijst naar onze keuze voor inhoudelijke focus in het onderzoek”, zegt Huug de Deugd in het voorwoord. “Steeds scherper is de inhoudelijke profilering in het onderzoek gericht op de vraagstukken rond duurzaamheid, gezondheid, business en creatief.” 16 Jos Fransen is recent benoemd als lector Teaching, Learning & Technology bij Hogeschool Inholland. Hij treedt daarmee aan als opvolger van emeritus lector eLearning Guus Wijngaards, die in mei 2014 afscheid nam. Tegelijk is op dat moment de naam van het lectoraat aangepast van eLearning naar het beter bij de missie passende Teaching, Learning & Technology. Het lectoraat maakt deel uit van de onderzoeksgroep van het Domein Onderwijs, Leren en Levensbeschouwing, waarbij wordt ingezet op een onderzoeksagenda onder de verbindende titel ‘Onderwijzen en leren in diversiteit’. 27 Met een duurzame theelichthouder winnen studenten Technische Bedrijfskunde én hun studentenbedrijf Beannovative de Jong Ondernemenprijs 2015 gewonnen. De prijs wordt uitgereikt tijdens het Mix & Match Event bij Inholland Alkmaar. Bijna driehonderd studenten van achttien opleidingen ontmoetten daar vertegenwoordigers van het regionale bedrijfsleven, op zoek naar stages en afstudeeropdrachten. Mei [FOTO BRC]
Wat zijn de belangrijkste business trends en wat betekenen deze voor innovatie, organisatieontwikkeling en ondernemerschap? Deze vragen worden woensdag 20 mei beantwoord tijdens het symposium ‘Business trends: gevolgen voor organisatie en werk’ van het Business Research Centre (BRC) bij Inholland Rotterdam. De aangesloten lectoren van de nieuwe onderzoeksgroep presenteren hun onderzoeksresultaten. Daarnaast geven keynote speakers Tjeb Maris (adviesbureau Marezate) en Ria Joosten (zakenvrouw van het jaar 2014) hun visie op de veranderingen in organisatie en werk.
Pagina 30 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Het BRC is een onderzoeksgroep van Inholland die praktijkgericht onderzoek uitvoert in opdracht van het werkveld met de focus op innovatie, organisatieontwikkeling en ondernemerschap. Aangesloten lectoren zijn Petra Biemans (HRM en Persoonlijk Ondernemerschap), Gürkan Çelik (Crosscultureel Ondernemerschap), Peter de Koning (associate lector Governance, Finance & Accountancy) en Don Ropes (Intellectual Capital). De onderzoeksgroep is onderdeel van het Domein Business, Finance & Law, waar de opleiding Business Studies de ruggengraat vormt met zes afstudeerrichtingen.
In aanloop naar de lancering van het BRC hebben de genoemde lectoraten gezamenlijk onderzoek uitgevoerd. Centrale vraag was welke ontwikkelingen zich in het werkveld voordoen en wat deze betekenen voor organisatie en werk. Tijdens het symposium worden de resultaten gepresenteerd in de vorm van 14 verschillende trends in het economische domein. Een van de trends is bijvoorbeeld dat de nieuwe werknemer zich vandaag de dag, om ‘mee te kunnen’ steeds meer moet ontwikkelen tot een ‘superman’ die superslim, supersociaal, superzelfstandig en superflexibel is. 19 “De nieuwe strategie van de Vereniging Hogescholen is een mooi richtsnoer om de komende jaren het hbo verder in te richten. Kwaliteit van onderwijs en onderzoek staan nog steeds met stip op één”, reageert collegevoorzitter Jet de Ranitz van Hogeschool Inholland op de strategische visie ‘#hbo2025: Wendbaar & Weerbaar’ van de Vereniging Hogescholen. De gezamenlijke onderwijsambitie vertaalt zich enerzijds in meer honours- en excellentietrajecten binnen de bacheloropleiding, meer associate-degreeprogramma’s, meer professionele masters en meer deeltijdaanbod. Daarnaast zijn de ambities verwoord in een hoger budget om het praktijkgericht onderzoek te verstevigen. 20 Collegelid Huug de Deugd installeert Nelleke Kreike als lector Green Biotechnology in het Rosarium in het Amstelpark te Amsterdam. Model in praktijkgericht onderzoek dat Kreike doet is de petunia, een plant waar al veel onderzoek naar wordt gedaan en die antwoord kan geven op veel onderzoeksvragen. Die gaan in op grote thema’s, zei Kreike. De huidige uitdagingen in de plantenveredeling liggen vooral in voedselvoorziening: hoe voeden we iedereen? Hoe gaan we om met klimaatverandering? Hoe voorkomen we plantenziekten? “Ik wil bescheiden blijven: het lectoraat gaat er geen antwoord op geven, maar daar wel een bijdrage aan leveren.” 21 Studenten zijn meer tevreden over hun opleiding bij Inholland, zo blijkt uit de resultaten van de Nationale Studentenenquête (NSE) 2015. De algemene tevredenheid over de studie is ten opzichte van afgelopen jaar gestegen naar een score van 3,6. De tevredenheid van studenten
Pagina 31 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
is toegenomen over onder andere de beschikbaarheid van werkplekken, studiebegeleiding, de bereikbaarheid van docenten buiten contacturen, kwaliteit van de toetsing en het tijdig bekendmaken van resultaten van toetsen en beoordelingen is toegenomen. De resultaten van de NSE worden meegenomen in de onderwijsevaluaties, teruggekoppeld en besproken met de studenten. Juni [FOTO KAREL WERDLER] Wereldwijd tonen toeristen buitengewone interesse voor begraafplaatsen, spookhotels, slagvelden, oorlogsmonumenten en andere donkere bestemmingen en rituelen. Getriggerd door hun drijfveren, begon Karel Werdler met onderzoeken. In aanloop naar zijn promotie publiceert de toerismedocent het naslagwerk ‘Dark tourism, De dood achterna’, vol min of meer macabere, maar fascinerende trekpleisters. “Wij kunnen heel veel en weten heel veel als mensen, maar de dood blijft altijd een grote onbekende. Die is altijd interessant en aanwezig.” “Bij toerisme denk je toch vaak aan zon, strand, vrolijkheid en gezelligheid. De dood is eigenlijk precies het tegenovergestelde. Het heeft me altijd hogelijk verbaasd dat iets zoals dood begrafenissen en rampen kijken toch een zekere toeristische aantrekkingskracht hebben”, vertelt Karel Werdler tijdens een wandeling langs de 19e en 20e eeuwse graven van De Nieuwe Ooster. De promoverende toerismedocent is met zijn fascinatie voor dark tourism kind aan huis op de Amsterdamse begraafplaats. Het is een plek die uniek is om de graven, maar ook om het Nederlands Uitvaart Museum ‘Tot Zover’. De collectie omvat onder meer oude haarschilderijen, dodenmaskers, urnen, filmfragmenten, maar ook een collectie miniatuurlijkwagentjes.
De Nieuwe Ooster is een van de locaties die een rol speelt in het promotietraject dat Werdler doet bij de London Southbank University, partner van Hogeschool Inholland op het gebied van toerisme- en managementstudies. In het onderzoek vergelijkt de HTRO-docent dark tourismlocaties in Amsterdam, Barcelona en Berlijn. Hoe kunnen de steden omgaan met hun ‘donkere erfgoed? En wat drijft de bezoekers? Wat vinden ze interessant? Is het sensatiezucht, historische belangstelling of spelen er hele andere dingen een rol? Zijn boek ‘Dark tourism, De dood achterna’, is goed te gebruiken door HTRO-studenten die interesse hebben in de meer duistere kanten van het toerisme. Maar ook een soort reisgids, voor toeristen met buitengewone interesse voor begraafplaatsen, spookhotels, slagvelden en oorlogsmonumenten. Voor de echte ‘dark tourist’ zelfs een must-have om zijn eigen bucketlist te verrijken.
Pagina 32 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
26 Pabo-student Kelly Helleman wint met haar stageklas de UNICEF Film Award voor beste acteerprestatie tijdens het UNICEF Kinderrechten Filmfestival in Diligentia Den Haag. Kelly maakte de film Het Alternatief met kinderen van basisschool Het Mozaïek uit Delft. De film gaat over arme kinderen die moeten werken in een kledingfabriek en niet naar school kunnen. Een kledinginkoper wil hun lot verbeteren door meer geld voor de kleding te betalen op voorwaarde dat de kinderen naar school kunnen gaan. Het filmproject haalde creatieve talenten naar boven bij de kinderen en zorgde voor een bijzondere band tussen Kelly en haar klas. “Ik zou er zo weer aan mee doen”, zegt Kelly. “De kinderen vonden het blooperfilmpje dat ik voor ze maakte nog het leukst.” Juli [FOTO HULPHOND] Studenten Tuinbouw & Agribusiness en Dier- en Veehouderij van Inholland Delft onderzoeken of het haalbaar is om speurhonden in te zetten bij gezondheidsinspecties van de tuinbouwkwaliteitsdienst Naktuinbouw. “Samenwerken met honden is veel nuttiger dan alleen zijn baasje zijn,” zegt Eva Marije over het bijzondere onderwijsproject.
Voor het multidisciplinaire onderwijsprogramma Green Juniors konden Jan Paauw, Koen Gottschal, Iris van der Poorten en Eva Marije Eikelhof kiezen uit projecten van verschillende opdrachtgevers. Zij twijfelden geen moment toen zij zagen dat dit project voor Naktuinbouw tot de mogelijkheden behoorde. Jan: “Koen wilde graag een businessplan schrijven, ik ben een groot fan van bloembollen en de dames zijn gek op honden. Dit maakte de keuze erg makkelijk.” Eva Marije vertelt dat zij ook al jaren in het asiel werkt met honden. “Ik vind het erg mooi om mijn werk met honden te kunnen combineren!”
Studenten Haye van Leeuwen (Tuinbouw & Agribusiness) en Samantha Dooijenburgh (Dier- en Veehouderij, ontbreekt op de foto), maakten vorig jaar al een begin met het onderzoek. Zij concludeerden dat honden inzetbaar zijn bij het detecteren van ziekten en plagen bij gewassen, in kassen, koelcellen en het open veld. Voorwaarde is wel dat de honden goed getraind zijn. Haye vertelt dat er met honden een wereld te winnen valt. “In de groene sector wordt veel verlies geleden door ziekten en plagen. Detectiehonden hebben hun dienst al bewezen in andere sectoren bij het zoeken naar mijnen, drugs, geld en zelfs naar sommige vormen van darmkanker.” 1 Frans van der Reep, seniorstrateeg bij KPN en lector Digital World bij Inholland houdt de eerste Pieter Teyler van der Hulstlezing bij Inholland Haarlem. In zijn toespraak gaat Van der
Pagina 33 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Reep in op de impact van nieuwe technologieën en op maatschappelijke in- en uitsluiting. De Pieter Teyler van der Hulstlezing, vernoemd naar de beroemde in Haarlem geboren lakenkoopman en bankier, is in het leven geroepen om het gedegen en brede economische karakter van de nieuwe Inholland-opleiding Business Studies te onderstrepen. Aansluitend ontvangen Tim van Zutphen en Linda de Wildt de prijs voor beste propedeusestudent van Business Studies uit handen van collegevoorzitter Jet de Ranitz. Augustus [FOTO TOPSPORTPRIJS]
Judoka Juul Franssen wint de Inholland Topsportprijs 2015. In de ogen van de jury is de studente Sociaal Pedagogische Hulpverlening van Inholland Rotterdam “een geweldig presterende judoka die op studiegebied goed op schema ligt”. De Inholland Topsportprijs gaat jaarlijks naar de student die aansprekende topsportprestaties weet te combineren met uitstekende studieprestaties.
Juul heeft al vele jaren belangrijke (jeugd)titels in de wacht gesleept. Dit jaar won ze belangrijke medailles bij internationale toernooien met als klapstuk een bronzen medaille bij de Europese Spelen in Bakoe. Zo werd zij in 2006, 2008 en 2013 Europees Kampioen in haar leeftijdsklasse. Met haar studie Sociaal Pedagogische Hulpverlening ligt zij goed op schema. Als grote waardering voor haar sport- en studieprestaties is zij in Hoogvliet ‘overvallen’ in de sporthal van haar club, Budokan Rotterdam. Juul kreeg de cheque van 1.000 euro uit handen van juryvoorzitter en directeur Rotterdam Topsport Hans den Oudendammer en Eric Westhoek (zie foto), vestigingsdirecteur van Inholland Rotterdam. De cheque is bedoeld om Juul te ondersteunen in haar carrière.
Hogeschool Inholland geeft topsporters de mogelijkheid om hun sportieve carrière te combineren met het volgen van een hbo-studie. Door middel van een studieprogramma op maat en soms een financiële tegemoetkoming kunnen topsporters werken aan een duurzame beroepscarrière. De jury van de prijs wordt gevormd door studenten en medewerkers van Hogeschool Inholland en een vertegenwoordiger van het NOC*NSF.
23 Meer dan honderd Inholland-studenten leveren in augustus vijf dagen lang een mooie bijdrage aan SAIL Amsterdam 2015. Tijdens dit immense publieksevenement lopen de studenten stage bij de SAIL Academy en zetten bijzondere projecten op poten, in
Pagina 34 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
samenwerking met mbo’ers van het ROC van Amsterdam. Projectleider Vivianne Hahn: “Op veel fronten hebben wij geprobeerd het onderwijs in contact te brengen met SAIL. Niet alleen voor huidige studenten in de vorm van stageplaatsen en projecten, maar zelfs ook aankomende studenten waren erbij betrokken. Studenten die zich ingeschreven hadden voor Inholland voor het nieuwe studiejaar zijn benaderd en mochten ook meelopen met SAIL. De ideale start van je schoolcarrière!” 26 Minister Bussemaker van Onderwijs heeft vertrouwen in het verbeterproces van de opleidingen Commerciële Economie (CE) en Media en Entertainment Management (MEM). Dit zegt zij in een tussenrapportage over de stand van zaken bij de opleidingen, die zij naar de Tweede Kamer stuurde. Een onafhankelijk panel gaat eind 2016 opnieuw langs bij de twee opleidingen voor een zogenoemde mid term review, een tussentijdse beoordeling van het afstudeerniveau en van de kwaliteit van de begeleiding bij het afstuderen. De tussenrapportage is een uitwerking van een bestuurlijke afspraak die Inholland met de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) heeft gemaakt naar aanleiding van de accreditatie van de opleidingen in 2013. 27 Met een samenwerkingsovereenkomst om ‘biobased’ straatmeubilair op Schiphol te plaatsen, zetten Hogeschool Inholland Delft, de luchthaven Schiphol, de gemeente Haarlemmermeer, Strukton Prefab Beton, kennismakelaar TheSolidGrounds (TSG), hennepspecialist Hempflax en de Miscanthusgroep een nieuwe stap in de richting van een biobased economy. Een ontwikkeling die noodzakelijk is volgens Inholland-projectleider Willem Kemmers. “De fossiele grondstoffen raken op, we hebben een CO2-probleem: de enige manier om hiermee om te gaan is een andere mindset.” 31 De bibliotheek van Inholland is vanaf vandaag digitaal. Via insite.inholland.nl/bibliotheek hebben studenten van Inholland 24 uur per dag, 7 dagen per week toegang tot de digitale collectie in de cloud. De bibliotheek heeft geen papieren collectie, studenten hoeven dus niet meer naar de balie te komen om boeken te lenen. Door in te loggen op de website hebben ze toegang tot eindeloos veel informatiebronnen voor studie- of stageopdrachten. Of het nu gaat om e-books, artikelen of databanken met informatie over alle denkbare onderwerpen. De informatiespecialisten zijn dé gezichten van de bibliotheek en helpen studenten de juiste informatie te zoeken én te vinden. September [FOTO ABOUTALEB]
Pagina 35 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Aan de vooravond van de 'derde industriële revolutie' daagt de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb het onderwijs en studenten tijdens de jaaropening bij Inholland Rotterdam uit om nog meer dan nu te komen met innovatieve oplossingen, om een nieuwe circulaire economie in gang te zetten. “De samenwerking met jullie is van grote betekenis”, zegt Aboutaleb tijdens de jaaropening, speciaal gericht op de nieuwe studenten. “Breek je hoofd erover en bedenk zelf wat binnen dit grote verhaal jouw rol zou kunnen zijn. En kom daarmee voor de dag.”
Aboutaleb hamert op innovaties die broodnodig zijn om mee te kunnen in de overgang van de globale economie naar een “glokale economie met lokale invulling”. Volgens de burgemeester zijn we hard onderweg naar een circulaire economie. Waar fietsen en kleding niet meer gemaakt hoeven te worden in ontwikkelingslanden, maar gewoon om de hoek met een 3Dprinter, van tevoren online besteld. Waar een gemeente als Rotterdam de burgers betaalt voor hun afval, in plaats van vice versa. Van afval kun je immers energie maken, en energie is geld waard. “Als ik straks een pak wil, dan laat ik in een studio een 3D-scan van mijn lichaam maken. De printer print mijn pak en een paar uur later kan ik hem gewoon in Rotterdam Zuid ophalen”, schetst Aboutaleb de nabije toekomst. “Wat doet dat met de textielindustrie in Pakistan, Bangladesh en India. Wat doet dat met containerstromen deze kant uit? Hebben we dat logistieke centrum in Singapore nog wel nodig? Wat doet dat met onze haven hier? Er komen fascinerende ontwikkelingen op ons af, die geweldige vraagstukken met zich meebrengen.” Om die vraagstukken op te lossen, ziet Aboutaleb een grote rol weggelegd voor de nieuwe generatie studenten en opleidingen. “U heeft hier een geweldige uitdaging, de wereld ligt aan uw voeten.”
[FOTO ARGO] 2 Dominique Plu (Dier en Veehouderij), Twan Bakker, Brecht Wartna en Mukhtar Yaqoobi (Luchtvaarttechnologie) winnen met hun studentenproject Argo, een onderzeeër met ‘vissenstaart’, de Wij Inholland Award 2015. Collegelid Marcel Nollen reikt de prijs voor het beste studentenproject uit tijdens de jaaropening, op woensdag 2 september bij Inholland Rotterdam. Met dit project laten de studenten volgens de jury zien wat voor mooie en innovatieve producten er voort kunnen komen uit een samenwerking tussen totaal verschillende opleidingen.
Pagina 36 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
3 Studenten kunnen hun cijfers, rooster(wijzigingen) en beschikbare lokalen voortaan vinden in de MijnInholland-app. Zij ontvangen via deze gratis app ook notificaties over veranderingen in hun rooster. In de toekomst kunnen ze zelfs ook hun studievoortgang bijhouden.
15 Hogeschool Inholland Alkmaar gaat van start met een grote renovatie, die ongeveer een jaar gaat duren. “Wij zijn uit onze verouderde jas gegroeid en modern hbo-onderwijs vraagt om een modern gebouw. Tijd om de boel eens flink aan te pakken. We willen het schoolgebouw voor de komende dertig jaar laten aansluiten bij de ambities van de hogeschool”, aldus Dirk van der Bijl, vestigingsdirecteur van Inholland Alkmaar. “Er worden onderwijsruimten gecreëerd die voldoen aan de maatstaven van nu en de toekomst.” 24 “Technologie kan pas bijdragen aan de kwaliteit van het hoger onderwijs, als duidelijk is wat we met het onderwijs willen en wat de rol van techniek daarbij kan zijn”, zegt Jos Fransen bij Inholland Rotterdam tijdens zijn inaugurele rede als lector Teaching, Learning & Technology. “Juist in een tijd waarin technologische ontwikkelingen steeds sneller gaan, moeten we de verleiding weerstaan om te denken dat de inzet van technologie vanzelfsprekend bijdraagt aan de kwaliteit van het onderwijs.” 28 Vooral voor mkb’ers met een niet-westerse achtergrond is het een belangrijke dag. Lector Gürkan Çelik (Crosscultureel Ondernemerschap) presenteert tijdens zijn inauguratie bij Inholland Rotterdam zijn onderzoeksagenda. De komende jaren zet hij zich volop in om mkbondernemers te helpen om hun groeikansen op crosscultureel gebied te herkennen en te realiseren. Samen met onderzoekers, ondernemers en studenten worden instrumenten ontwikkeld om crosscultureel ondernemen en samenwerken in het mkb te bevorderen. Met zijn onderzoek is Gürkan onderdeel van het Business Research Centre van Inholland. 29 De opleiding Muziek van het Conservatorium Haarlem komt als beste uit de bus in de categorie Muziek in de nieuwe Keuzegids HBO 2016. De Inholland-opleiding krijgt hiermee het speciale kwaliteitszegel ‘Topopleiding 2016’. De opleiding krijgt in de gids 80 punten (op de schaal van 100) en dankt deze waardering aan een zeer goede beoordeling van de faciliteiten en een beter dan gemiddelde beoordeling op meerdere punten, waaronder de docenten, de communicatie en het aantal contacturen. Andere Inholland-opleidingen die bovengemiddeld scoren zijn Technische Bedrijfskunde in Alkmaar (72 punten), Medisch Beeldvormende en Radiotherapeutische Technieken in Haarlem (68 punten), Food, Commerce & Technology in Delft (66) en Verloskunde in Amsterdam (68).
Pagina 37 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Oktober [FOTO RAKET] Yvar in ’t Veld en Wolraad Kempe, studenten Luchtvaarttechnologie van Hogeschool Inholland Delft, winnen eind oktober met hun zelfgebouwde duurzame raket, Aquilo, de Andre Kuipers Ruimtevaartprijs 2015. Wolraad Kempe neemt de prijs in ontvangst tijdens het jaarlijkse gala van de Nederlandse Lucht en Ruimtevaart Fonds in Hotel van Oranje te Noordwijk. Yvar in 't Veld kon helaas niet aanwezig zijn bij de uitreiking in verband met zijn tentamens.
Begin mei lanceerden Yvar en Wolraad met succes hun raket, gemaakt van composiet en 3Dgeprinte onderdelen. De Aquilo bereikte een hoogte van 1,0 km. De studenten werkten bij het bouwen samen met raketbouwvereniging Delft Aerospace Rocket Engineering (DARE) van de Technische Universiteit Delft.
Volgens onderzoek kan Aquilo een aantal mini-satellieten ter grootte van een colablikje meenemen in de ruimte. De focus van dit studiejaar is om de satellieten op het hoogste punt los te laten en de terugkeer van de raket op aarde te optimaliseren. Het ‘lijf’ van de raket Aquilo II is inmiddels gebouwd en de studenten zijn druk bezig met het ontwerpen en printen van de onderdelen. Het concept is bedoeld om nieuwe technieken toe te passen in de ruimtevaarttechnologie. De lancering hiervan staat in het voorjaar van 2016 gepland.
[FOTO BDB] 2 De eerste groep ‘zittende’ docenten begint bij Inholland Den Haag aan het tiendaagse traject voor de Basiskwalificatie Didactische Bekwaamheid (BDB), verzorgd door onderwijskundig advies- en trainingsbureau Edufit. De BDB is onderdeel van het Pedagogisch Didactisch Professionaliseringsaanbod om de kwaliteit van het onderwijs van Hogeschool Inholland te versterken. De opleiding, opgezet vanuit vragen waarmee docenten vaak geconfronteerd worden, is bedoeld om “de didactische meesterschap” te vergroten. 7 De conceptversie van het ‘Instellingsplan 2016-2022’ is klaar. Het concept van het plan is tot stand gekomen na een uitgebreide dialoog met medewerkers, studenten en externe relaties. Het College van Bestuur nodigt alle collega’s uit om feedback te geven. “Inholland onderscheidt zich op de thema's Duurzaam, Gezond en Creatief. We zijn 'persoonlijk en dichtbij' en overzien de Randstad. Bovendien geeft onze eigen geschiedenis extra lading aan het leerproces. Van hieruit gaan we met zelfvertrouwen naar de toekomst. We zijn benieuwd naar ieders reactie op het plan”, aldus collegevoorzitter Jet de Ranitz.
Pagina 38 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
[FOTO NFIA]
9 De Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) en Hogeschool Inholland gaan een structurele relatie aan om actuele kennis en innovatieve ideeën uit te wisselen. In deze nieuwe samenwerking krijgen studenten van Inholland-opleidingen zoals Business Studies en de internationale opleiding International Business Innovation Studies, interessante nieuwe mogelijkheden voor stageplekken en afstudeerprojecten. Jeroen Nijland (zittend, rechts), commissaris NFIA en Marcel Nollen (zittend, links), collegelid van Hogeschool Inholland ondertekenen het convenant bij Inholland Den Haag. 15 Nadia Bara’s scriptie ‘Veiligheid voorop! Onderzoek naar het maken van veiligheids- en risico-inschattingen bij Jeugdbescherming Regio Amsterdam’ is volgens de jury van de VBSPscriptieprijs de beste inzending van 2015. Nadia studeerde af bij de hbo-opleiding Pedagogiek van Inholland Amsterdam. De scriptie van Nadia Bara gaat over de manier waarop de professionals van de jeugdbescherming in de regio Amsterdam de veiligheid en de veiligheidsrisico’s van kinderen inschatten. 29 Een ambitieuze onderzoeksagenda presenteertDonald Ropes bij Inholland Rotterdam tijdens zijn lectorale rede ‘Cultivating responsiveness: learning and development in complex environments’, bij Inholland Rotterdam. Niet voor niets volgens de lector Learning and Development in Organisations, want de toekomst van Nederland staat op het spel. Om de economische vooruitgang en welvaart die we kennen te behouden, is het niet slim achterover te leunen. “We moeten ons blijven ontwikkelen, proactief handelen en ons continu aanpassen.”
November [FOTO NOVEMBERTROTOP] Communicatie-studenten Francis Bak en Jennifer Smit presenteren hun onderzoek ‘Bouwen aan digitaal vertrouwen’ en adviseren daarmee de financiële branche om het vertrouwen met jongeren te herstellen door persoonlijk met hen te communiceren. De studenten van Inholland Rotterdam voerden het onderzoek uit als onderdeel van hun stage bij het financiële communicatieadviesbureau Value@Stake. “Alle grote financiële concerns bouwen online experiences voor de nieuwe generatie omdat iedereen denkt dat ze alles digitaal doen”, vertelt Michael Renssen, partner van Value@Stake. “Nu blijkt dat jongeren graag persoonlijk contact willen, óók voor de simpele vragen. Dat is totale disruptie en dat hebben Francis en Jennifer fantastisch aangetoond.”
Pagina 39 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
“Wij, jongeren van 18 tot en met 25 jaar, zijn voor verzekeraars en hypotheekverstrekkers de klanten van de toekomst”, zegt Francis. “Binnen nu en vijf jaar gaan wij die markt betreden en moet hij aan onze behoeften voldoen. Op dit moment voeren deze financiële instellingen wel klantonderzoek uit, maar alleen onder hun eigen klanten. Jongeren zijn nog geen klant en worden daarom nooit meegenomen in deze onderzoeken. Wij zijn met ons onderzoek in dit gat gesprongen.” “Opvallend is dat jongeren erg wantrouwend tegenover marketingreclames staan”, zegt Jennifer. “Reclames hebben een averechts effect op jongeren. Ze hebben het gevoel dat de organisaties alleen maar geld willen verdienen.” De studenten adviseren financiële instellingen om aannames over jongeren niet klakkeloos over te nemen. “Ga dieper in op wat zij verwachten en behoefte aan hebben. Werk aan digitaal vertrouwen door je te verdiepen in de doelgroep. Stel de klant centraal en behandel ze persoonlijk.”
16 Na de brute aanslagen in Parijs in de avond en nacht van 13 november neemt Hogeschool Inholland samen met vele anderen in Europa de wereld een minuut stilte in acht. Collegevoorzitter Jet de Ranitz: “Waar je ook bent op dat moment, we hopen dat je dit moment van respect voor de doden, gewonden en hun families met ons zult delen; opdat we samen laten zien dat wij niet buigen voor terreur. Bovendien laten wij daarmee aan elkaar zien dat wij binnen onze hogeschool elkaar vasthouden en dat wij ons niet uit elkaar laten spelen. Studenten en collega’s van Inholland hebben vele verschillende achtergronden en overtuigingen, maar hierin zijn wij één: wij geloven niet in geweld als oplossing voor problemen en wij staan samen voor de verworvenheden van ons land. Wij bouwen aan een toekomst, aan die van ons allemaal. Dat is de essentie van onderwijs.” 20 De diversiteit aan opleidingen binnen Hogeschool Inholland leidt tot interessante crossovers. Op dit moment werken studenten Luchtvaarttechnologie en Tuinbouw & Agribusiness van Inholland Delft samen aan een project waarbij drones ingezet worden bij scouting en metingen in de kas. De studenten hebben hun eerste vlucht in één van de kassen van Bunnik Plants in Bleiswijk al achter de rug. Dit onderzoek wordt uitgevoerd vanuit de Inholland Innovatie Studio in het kader van het voor Inholland profilerende thema Duurzame Techniek en Groen. Studenten krijgen de mogelijkheid via onderwijsprojecten en extracurriculaire activiteiten te werken aan duurzame innovaties.
Pagina 40 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
December 2 Hogeschool Inholland maakt bekend per september 2016 te starten met de flexibele deeltijdopleidingen Maatschappelijk Werk en Dienstverlening (Rotterdam, Haarlem, Den Haag, Amsterdam en Alkmaar) en Sociaal Pedagogische Hulpverlening (Rotterdam, Haarlem, Den Haag en Alkmaar) in een nieuwe, modulair opgebouwde onderwijsstructuur. 16 Studenten van de opleiding Hoger Toeristische en Recreatief Onderwijs halen 17.420 euro op tijdens de actieweek 'HTRO 4 Save the Children'. De derdejaarsstudenten van van Inholland Rotterdam, Haarlem en Diemen namen vorige week het Stayokay-hostel in Haarlem over. Ze organiseerden er twaalf evenementen en vier congressen voor hun minor Hospitality Management én om geld op te halen voor hulporganisatie Save the Children. Studenten Media en Entertainment Management maakten radio in het hostel. 24 Het Instellingsplan 2016-2022, ‘Durf te leren’, is definitief. De Raad van Toezicht en de Hogeschool Medezeggenschapsraad hebben met het plan ingestemd. Het Instellingsplan heeft een aantal versies gekend, vooral om de vele inhoudelijke en tekstuele suggesties van collega’s te kunnen overnemen. De HMR gaf complimenten over het proces van totstandkoming; er was veel aandacht voor de afstemming met collega’s en toetsing van de inhoudelijke strategie.
3.3
Onderwijs en Onderzoek
In 2015 heeft de hogeschool via een intensief traject van analyse, scenario ontwikkeling en consultatie een nieuw instellingsplan gerealiseerd dat in december 2015 is vastgesteld. Dit instellingsplan ‘Durf te leren’ volgt op het strategisch programma Verbinding als Opdracht zoals dat in 2011 is vastgesteld.
De ambities van de hogeschool zijn verwoord in een missie, die de koers van Inholland voor de komende jaren bepaalt: ‘Inholland draagt bij aan de uitdagingen in de Randstad, van de kop van Noord-Holland tot de Drechtsteden, met onderwijs voor studenten en professionals en praktijkgericht onderzoek voor de beroepspraktijk. We zijn onderscheidend op de thema’s duurzaam, gezond en creatief, en werken daarin samen met het beroepenveld, overheden en maatschappelijke partners. Wij doen dat persoonlijk en dichtbij, vanuit de overtuiging dat voor ons en onze studenten zowel succes als tegenslag de sleutel zijn tot ontwikkeling als professional en als mens. Diversiteit is daarbij een kracht’.
Pagina 41 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Kernpunten in het afgelopen jaar op het gebied van onderwijs waren versterking van de accreditatiewaardigheid van opleidingen, herontwerp van curricula en aandacht voor interventies die studiesucces vergroten en langstuderen terugdringen. Voor onderzoek lag het accent op het versterken van focus en massa op de drie profilerende thema’s van de hogeschool en de verbinding met onderwijs en het werkveld (triple helix).
Het jaar 2015 was ook het laatste jaar van de prestatieafspraken die in het verlengde van het strategisch programma van 2011 zijn afgesloten. In een separaat hoofdstuk van dit jaarverslag wordt hierover gerapporteerd.
Onderwijs
Studiekeuzecheck Voor het tweede jaar is de studiekeuzecheck (SKC) uitgevoerd door alle opleidingen van Inholland (exclusief deeltijd/duaal en numerus fixusopleidingen). De uitvoering is gemonitord en gaf geen aanleiding tot een koerswijziging qua regelgeving of aanpak. Wel zijn er maatregelen genomen om, binnen de kaders, meer maatwerk per opleiding te realiseren (andere starttijden, intensievere bijeenkomsten, etc.). Afgelopen jaar is nadrukkelijk het gebruik van de online vragenlijst gemonitord, aangezien deze is toegevoegd aan de middag studeren op de hogeschool. Tevens is ingezet om nadrukkelijker een koppeling te maken van de studiekeuzecheck aan de studieloopbaanbegeleiding. Zo worden de SKC gegevens direct geladen in de SLB afsprakentool, zodat alle gegevens beschikbaar zijn voor de studiebegeleiders bij de start van de opleiding. De opleidingen zijn daarover tevreden. De projectstatus is opgeheven en SKC is ondergebracht in de lijn. Uit de resultaten van de eerste effectstudie blijkt dat de uitval bij SKC plichtige opleidingen gedaald is van 40 naar 37,2 %. Door nadrukkelijk in te blijven zetten op professionalisering van SKC zou het mogelijk moeten zijn het uitvalpercentage nog 2% te laten dalen. Naast een effect op de uitval lijkt er een klein effect te zijn op de studievoortgang. Dat wil zeggen dat studenten gemiddeld meer EC halen in de eerste 6 maanden van hun studie.
Pilots flexibilisering en experimenten vraagfinanciering Naar aanleiding van het advies van de commissie Rinnooy Kan heeft de minister van OCW besloten om voor het deeltijdonderwijs pilots te faciliteren voor flexibilisering van onderwijs en experimenten met vraagfinanciering. Hiervoor kunnen de onderwijsinstellingen gebruikmaken van de “subsidieregeling flexibel hoger onderwijs voor volwassenen”.
Pagina 42 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Inholland heeft een aanvraag ingediend voor de pilots flexibilisering voor 29 deeltijdopleidingen1. Inholland heeft geen aanvraag gedaan voor de experimenten vraagfinanciering.
Inholland wil de pilots gebruiken om de deeltijdopleidingen te vernieuwen door gebruik te maken van de ruimte in de wetgeving om vanuit leeruitkomsten flexibel opleiden mogelijk maken en zo een adequaat aanbod te realiseren voor werkende en werkzoekende volwassenen. Door meer flexibiliteit in opleidingstrajecten - inclusief versterking van werkplekleren en validering van het geleerde buiten het hoger onderwijs - worden deeltijdopleidingen beter afgestemd op deze doelgroep en daardoor aantrekkelijker voor werkenden en wordt de concurrentiepositie ten opzichte van private aanbieders versterkt. Bij de deelnemende opleidingen is sprake van een expliciete vraag uit de markt.
Inholland gebruikt de pilots met flexibel deeltijdonderwijs bovendien als proeftuin voor flexibilisering van het voltijds onderwijs, met name op het gebied van inzet van online leren/ blended learning, werkplekleren, leerwegonafhankelijke beoordeling en de veranderende rol van de docent als leercoach.
Inholland zal met alle bestaande bachelor-deeltijdopleidingen, 3 nieuwe/vernieuwde deeltijdopleidingen (Tuinbouw & Agribusiness, Sociaal Pedagogische Hulpverlening en Maatschappelijk Werk en Dienstverlening) en één Ad-programma deelnemen aan de pilots.
Opleidingscommissies Naar aanleiding van de landelijk toegenomen aandacht voor de opleidingscommissie en de uitkomst van de bevindingen van de audit naar opleidingscommissies, die leidde tot de vraag of het huidige reglement voor de opleidingscommissie nog wel adequaat is, is een traject gestart om de verdere ontwikkeling van de opleidingscommissies binnen Inholland te versterken. Daarbij gaat het om het ontwikkelen van een werkwijze die aansluit bij de onderwijscyclus en voldoet aan de wettelijke eisen. In juni is een kaderdocument opleidingscommissies opgesteld en in juli is een vereenvoudigd regelement opleidingscommissies vastgesteld. Het studiejaar 2015-2016 wordt gebruikt om ervaring op te doen met een meer principle based manier van werken, die vervolgens kan leiden tot nadere aanpassingen.
Onderwijsevaluaties 1
Deze zijn in januari 2016 door de minister toegekend Pagina 43 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
in het najaar van 2014 is Inholland gestart met een andere aanpak van de onderwijsevaluaties. Gekozen is voor een benadering waarbij de evaluatie primair plaatsvindt in direct contact tussen docent en student, ondersteund door een beperkte vragenlijst. In de HMR is de keuze voor deze systematiek herbevestigd. Op basis van de ervaringen tot en met periode twee van het collegejaar 2015-2016 zal een evaluatie en eventuele bijstelling plaatsvinden.
Langstudeerders In 2014 is een project Langstudeerders gestart met als doel via een projectmatige aanpak het aantal langstudeerders te reduceren. Voorop staat hierbij dat geen enkele concessie wordt gedaan aan de kwaliteitseisen. Van alle 7.485 langstudeerders op 1 oktober 2014 hebben op 1 oktober 2015 4.201 studenten (47%) de hogeschool verlaten. Van deze studenten heeft 68% dit met diploma en 32% zonder diploma gedaan. Het aantal langstudeerders bij Inholland in percentages (per domein) tot en met 2015 is na een stijging vanaf 2010 omgezet in een daling (zie onderstaande grafiek). Op basis van onderzoek zijn de volgende aanbevelingen gedaan voor een succesvolle aanpak:
begeleiding door getrainde
medewerkers die buiten de opleiding staan;
realistische communicatie, ook als
het diploma niet haalbaar lijkt (met jobcoaching om de student te helpen een ander perspectief vorm te geven);
individuele activiteiten: een
strakke aanpak: contact leggen en houden;
voor kansrijke langstudeerders: een strakke aanpak in projectvorm;
extra aandacht voor vierdejaarsstudenten die risico lopen om langstudeerder te worden;
goede begeleiding vanaf jaar 1: niet alleen praten over de studievoortgang, maar ook monitoring, reflectie en confrontatie.
Voor het studiejaar 2015-2016 heeft elk domein opnieuw een plan van aanpak gemaakt waar deze leeruitkomsten in verwerkt zijn.
Portfolio-ontwikkelingen Ontwikkelingen in het onderwijsportfolio hebben in 2015 met name gelegen op de ontwikkeling van nieuwe AD-opleidingen. De aanvragen voor de AD Tuinbouwmanagement (Delft, in
Pagina 44 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
samenwerking met ROC Onderwijsgroep Lentiz), de AD ICT-servicemanagement (Diemen; in samenwerking met ROC van Amsterdam) en de AD Business Studies Logistiek (Haarlem; in samenwerking met ROC van Amsterdam) zijn door de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs en OCW positief beoordeeld. De ontwikkeling van nieuw onderwijsaanbod op het gebied van Precision Engineering zal plaatsvinden binnen het kader van de opleiding Luchtvaarttechnologie, passend binnen de landelijke afspraken rond de herstructurering van de technische opleidingen.
Accreditaties In 2015 heeft Inholland NVAO-accreditatie verkregen voor de opleidingen:
Master Advanced Nursing Practice
Rechten
Pabo
Elektrotechniek
Technische Bedrijfskunde
Integrale veiligheid
Dier- en veehouderij
Master Physician Assistant
Ten behoeve van de accreditatie van de opleiding Bouwmanagement en Vastgoed heeft de NVAO een verificatiecommissie ingesteld. Deze zal in februari 2016 een visitatie uitvoeren bij de opleiding.
Voor de opleiding Sport en Bewegen heeft Inholland in 2015 accreditatie aangevraagd op basis van een positieve beoordeling door het visiterende panel. Daarnaast zijn visitaties uitgevoerd bij de 2e graads lerarenopleidingen en de opleiding Bedrijfswiskunde, met een mondelinge positieve terugkoppeling. De formele accreditatieaanvraag voor deze opleidingen zal in 2016 worden gedaan.
Externe validering: Vreemde Ogen Dwingen Op landelijk niveau heeft de commissie Externe Validering Examenkwaliteit Hoger Beroepsonderwijs, onder leiding van prof J. A. Bruijn, (Commissie Bruijn) in 2012 advies uitgebracht over de versterking van de externe validering in het hoger beroepsonderwijs. Dit
Pagina 45 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
heeft geleid tot een programma dat voorziet in pilots op het gebied van externe validering, een protocol voor de beoordeling van eindwerkstukken en het formuleren van eisen voor een basisen seniorkwalificatie examinering. Inholland heeft op basis van de aanbevelingen van de Commissie Bruijn en het door de Vereniging Hogescholen opgestelde programma een Aanpak Vreemde Ogen Inholland opgesteld. Kernpunten van deze aanpak zijn het participeren in landelijke en hogeschool pilots op het gebied van gemeenschappelijk toetsen en het opnemen van externe validering in het toetsbeleid zoals dat binnen de domeinen van Inholland wordt geformuleerd.
Inholland heeft in 2015 geparticipeerd in de volgende pilots: Landelijke pilots
1 2 3 4
Opleiding Facility Management (MTV) SPH (GSW) Verloskunde Verpleegkunde (GSW)
Penvoerder Haagse Hogeschool Windesheim Hogeschool Zuyd Hogeschool Rotterdam
Hogeschool pilots
Opleiding 1
MBRT (GSW)
2
Accountancy (MFR)
3
Bedrijfseconomie (MFR)
4
Financial Services Management (MFR)
Andere betrokken hogescholen Hanzehogeschool, Fontys Windesheim, Hanzehogeschool Haagse Hogeschool, Saxion Hogeschool van Amsterdam, Hogeschool Rotterdam
Daarnaast zijn er binnen verschillende opleidingen activiteiten opgezet en gerealiseerd met betrekking tot het in samenwerking met andere hogescholen uitvoeren van scriptiereviews of het bespreken van beoordelingsinstrumenten. In 2014 heeft de Expertgroep Protocol (Commissie Andriessen) in opdracht van de Vereniging Hogescholen het rapport Beoordelen is mensenwerk opgesteld. Naar aanleiding van deze rapportage en opgedane ervaringen heeft Inholland in 2015 haar beleid bijgesteld in het Bijgesteld Kader Leerlijn Onderzoekend vermogen in het bachelor curriculum en Onderzoek in het afstuderen. Onderzoek en onderzoekend vermogen wordt nu meer in de context van de
Pagina 46 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
beroepsbekwaamheid geplaatst en afstuderen kan een bredere vorm krijgen dan een enkel afstudeeronderzoek. In 2016 vindt de implementatie van dit bijgestelde kader plaats. Eind 2013 is het rapport van de andere Expertgroep verschenen: ‘Verantwoord toetsen en beslissen in het Hoger Beroepsonderwijs’. In dit rapport staat een programma van eisen voor een basis- en seniorkwalificatie examinering (BKE/SKE) beschreven. Inholland heeft inmiddels in lijn met het programma van eisen een eigen BKE en SKE traject ontwikkeld.
Onderzoek
Versterken Praktijkgericht Onderzoek In 2015 heeft Inholland de focus op het versterken van het praktijkgericht onderzoek gecontinueerd. Verbinding met en bijdrage aan kwalitatief hoogwaardig onderwijs én valorisatie van kennis naar beroepspraktijk zijn daarbij nog steeds de belangrijkste doelstellingen. De onderzoeksgroepen zijn verder ingericht en verstevigd. Lectoren en docent/onderzoekers hebben rondom de Inholland thema’s de onderzoekagenda van het domein uitgewerkt en vormgegeven met het oog op de verbinding met de curricula van de betrokken opleidingen en de vraagstukken van het regionale beroepenveld. Onderwijs en onderzoek vinden elkaar op deze vraagstukken en constateren dat de kracht van de profilerende thema’s ook ligt in de interen multidisciplinaire aanpak. De profilerende thema’s uit het Strategisch Programma van 2011 (‘duurzame techniek en groen’, ‘gezonde samenleving’ en ‘creatieve economie’) zijn in het nieuwe instellingsplan geherformuleerd als Duurzaam, Gezond en Creatief: Elk domein heeft zich tenminste aan één thema verbonden. Er wordt samengewerkt met andere domeinen in het onderwijs en onderzoek om alle thema’s vorm en inhoud te geven. Inholland richt zich daarbij op de belangrijkste transities in onze samenleving: -
de vorming van een duurzame en gezonde samenleving en een circulaire economie
-
empowerment en zelfredzaamheid in zorg en welzijn
-
nieuwe vorm van waarde creaties en verdienmodellen in de creatieve industrie en het toevoegen van een creatieve component aan andere sectoren.
Pagina 47 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Aansluitend bij deze profilerende thema’s heeft Inholland 8 onderzoeksagenda’s.
Thema
Onderzoeksagenda
Onderzoeksgroepen
Duurzaam
Duurzaam ontwerpen van producten en processen Duurzaam organiseren met de menselijke maat Veiligheid en rechtstoepassing met de menselijke maat Duurzaam leren
Duurzame Technologie Domein TOI Business Research Center Domein BFL Recht en Veiligheid Domein BFL Onderwijs en leren in diversiteit Domein O&I Research Innovation Center AFL Domein AFL Gezondheid Domein GSW Welzijn Domein GSW Creative Business Domein Creative Business
Duurzaam innoveren in de metropool Gezond
Zelfmanagement en empowerment Empowerment en Vakmanschap
Creatief
Betekenis en Beleving in de Creatieve industrie
Profilering en hoofdthema’s: Duurzaam, gezond en creatief De profilerende thema’s hebben geleid tot projecten die zowel door de hogeschool als het werkveld positief zijn beoordeeld. Aan deze projecten hebben studenten, docenten en het werkveld deelgenomen. Hieronder zijn enkele exemplarische voorbeelden beschreven. Centre of Expertise en kennniswerkplaats (AFL) In de Groene Hart Academie werken studenten van het domein Domein Agri, Food & Life Sciences samen met ondernemers en overheden, zoals de gemeente Nieuwkoop, in projecten om regionale kennisvraagstukken in het Groene Hart op te lossen. De thema’s zijn: Natuur & Landschap, Water, Recreatie & Toerisme, Klimaat & Energie, (Verbrede) Landbouw & Ondernemen, Leefomgeving en Greenports (Glastuinbouw & Boomteelt). Samenwerking vindt plaats met de Universiteit Wageningen en de mbo-partners, waaronder het Wellantcollege. In 2015 zijn werkplaatsen voor de facilitering van praktijkonderzoek in gebruik genomen binnen de Demokwekerij en het Foodlab op locatie Delft. Er wordt gebruik gemaakt van mobiele faciliteiten voor sensorisch onderzoek. Centre of Expertise Amsterdam Creative Industries Network (Creative Business) In de Creatieve sector is Inholland stevig verbonden met haar strategische kennispartners in het Amsterdam Creative Industries Network (ACIN). Binnen ACIN zijn in 2015 zijn 11 projecten uitgevoerd onder penvoerderschap van Inholland. Het project Train de trainer draait binnen twee jaar haar derde programma, in het project
Pagina 48 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Handshake werken studenten aan (onderzoeks)opdrachten voor start-ups en kleine bedrijven In Living Lab Amsterdam wordt door studenten, onderzoekers en bedrijven samen gewerkt aan regionale vraagstukken. Samenwerking Groen en Techniek Studenten Luchtvaarttechnologie en Tuinbouw & Agribusiness van Inholland Delft werken samen aan een project waarbij drones ingezet worden bij scouting en metingen in de kas. De studenten hebben hun eerste vlucht in één van de kassen van Bunnik Plants in Bleiswijk al achter de rug. Op technisch vlak deed de drone exact wat de piloot wilde. Bij het vliegen had de aluminiumconstructie van de kas geen invloed op het besturingssysteem.
Naast de aanwezigheid van onderscheidende expertise is de kracht van de drie profilerende thema’s voor Inholland ook het kunnen realiseren van cross-overs tussen opleidingen en domeinen in de context van de regio. Voorbeelden zijn: -
De (technologische) ontwikkeling in de zorg en verbindingen tussen mens en een duurzaam zorgsysteem: ontwikkeling op het terrein van apparatuur, datamining voor diagnostiek en apps voor de burgers (duurzaam, gezond en creatief)
-
innovatief ondernemerschap met nieuwe verdienmodellen in de creatieve en zakelijk economie (duurzaam en creatief)
-
technologische innovatie voor het onderwijs (duurzaam en gezond)
-
bio-based economy voor voedselveiligheid en energieneutraliteit vraagt bewustwording en gedragsbeïnvloeding (duurzaam en creatief).
In hoofdstuk 4 Prestatieafspraken wordt het eindverslag gegeven over het realiseren van de prestatieafspraken inzake Onderzoek en kwaliteit, Onderzoek en Valorisatie, Zwaartepuntvorming en profilering.
Versterken praktijkgericht onderzoek: Onderzoek op de kaart
Inholland heeft in 2015 op verschillende manieren onderzoek in de etalage gezet. Voorbeelden zijn:
De onderzoekgroep Business Research Centre van het domein BFL heeft een symposium georganiseerd, waar het onderzoek Business Trends gepresenteerd is: een verkennend onderzoek naar de ontwikkelingen in het economisch domein en de gevolgen voor organisatie en werk. Uit dit onderzoek kwamen veertien business trends naar voren, die leren dat organisatiestructuren, banen en grenzen verdwijnen of Pagina 49 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
veranderen. Internationalisering, digitalisering, professionalisering en individualisering voltrekken zich in een rap tempo. De opbrengsten van het onderzoek dienen als basis voor een geactualiseerde onderzoeksagenda voor het domein BFL.
Op een werkconferentie in oktober heeft het domein GSW een inspiratievisie op De Gezonde Samenleving gepresenteerd. Deze visie is ontwikkeld met een brede groep vertegenwoordigers uit het werkveld, de wetenschap en het onderwijs. Aandacht wordt besteed aan de bijdragen van professionals aan een samenleving waarin burgers, ook bij fysieke, emotionele en sociale problemen, een zo gezond en sociaal mogelijk leven leiden en kunnen participeren.
De website Onderzoek is geactualiseerd en onderzoeksgroepen (lectoren en onderzoekers) worden themagewijs gepresenteerd. Stapsgewijs wordt in afstemming met de domeinen de tekst van de website Onderzoek bijgesteld.
Inholland heeft in 2015 op haar website gericht aandacht gegeven aan het praktijkgericht onderzoek door interviews over respectievelijk Onderzoek bij Inholland (Huug de Deugd en Heleen Jumelet) en Onderzoek binnen een kenniswerkplaats (Woody Mayers en Karin van Beckhoven, domein AFL). Daarnaast zijn met regelmaat goede voorbeelden praktijkgericht onderzoek gepubliceerd op de website.
Inholland heeft actief bijgedragen aan de landelijke activiteiten rond de Nationale Wetenschapsagenda en was actief geweest bij 5 themabijeenkomsten en 2 landelijke Science conferenties. In november heeft Inholland tijdens het Eurekafestival op de HBOCatwalk haar ‘bio-scooter’ getoond, product van praktijkgericht onderzoek tot stand gekomen in het Composietenlab van het domein TOI in co-productie met het domein CB
Voor de Student Research Conference op de Universiteit Tilburg is een Inholland studente Social Work geselecteerd om haar ‘poster’ over haar afstudeeronderzoek Gegrepen door mensenhandel te presenteren. Het evenement draait vooral om onderzoek van universitaire bachelorstudenten. Er waren 69 deelnemers, die door een Review Commissie (bestaande uit ervaren universitair docenten, hoogleraren, docenten en lectoren) werden geselecteerd. Slechts drie deelnemers waren afkomstig uit het hbo.
Pagina 50 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
De Dag van het Onderzoek heeft plaatsgevonden met in 2015 als thema Onderzoek in het licht van de profilerende thema’. Onderzoeksgroepen presenteerden hoe het profilerende thema uitgewerkt is in een onderzoeksagenda en in werkprogramma’s. Daarbij is ook gekeken naar de manier waarop er wordt gewerkt in samenwerking met het regionale werkveld. Voorbeelden van cross-overs tussen onderzoekers, onderzoeksgroepen, clusters van opleidingen, domeinen en hogescholen zijn gedeeld.
Versterken Praktijkgericht Onderzoek De Dag van het Onderzoek Op de Dag van het Onderzoek is kennis gedeeld over de wijze waarop de verbinding tussen onderwijs en onderzoek vorm en inhoud krijg. Daarbij is aandacht besteed aan de methodiek Kenniswerkplaatsen in het domein AFL, twee Rotterdamse projecten House of Hope en Rotterdams Talent (GSW en O&I), psychosociale interventies in de 24-uurs dementiezorg (GSW), inzet van videoteaching in het toerisme onderwijs (CB) en raden van advies bij MKBfamiliebedrijven (BFL). Een debat heeft plaats gevonden over de bevindingen van het onderzoek naar trends in het economische werkveld in het licht van een onderzoeksagenda voor het economische domein. De Inholland bundel ‘Praktijkgericht Onderzoek profileert’: is gepresenteerd: een bundel met artikelen, die eerder door onderzoekers van Inholland zijn gepubliceerd .Deze bundel laat de groeiende betekenis van praktijkgericht onderzoek in al haar verscheidenheid bij Inholland zien. In deze bundel komen ook zes van onze promovendi aan het woord. Allen docenten die naast hun dagelijks werk in het onderwijs promotieonderzoek uitvoeren op onderwerpen die bijdragen aan een kwalitatief goed onderwijs en de eigen professionaliteit en deskundigheid vergroten. Zij vertellen over hun onderzoek en hoe ze hun rol van onderzoeker invullen. Onderzoek op de kaart gezet De opleiding MBRT heeft haar 25 jarig jubileum samen met het werkveld gevierd. De lectorale rede van de lector Harmen Bijwaard met de titel Zorgprofessional 2.0, brugfunctie tussen innovatie en praktijk in de medische technologie, vond tijdens deze dag plaats. Het lectoraat Dynamiek van de Stad bestaat 10 jaar. In oktober 2015 is tijdens een goed bezochte conferentie de nieuwe bundel ‘Lerende sociale professionals’ verschenen met daarin resultaten van het praktijkgerichte onderzoek van de Wmowerkplaats Rotterdam, waarin wordt samenwerkt met Hogeschool Rotterdam. Het onderzoek richt zich vooral op stedelijk burgerschap, sociale uitsluiting en sociaal ondernemerschap.
Pagina 51 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Het mini-symposium ‘Business trends in logistiek perspectief’ is georganiseerd door Airport & Aviation, een van de onderzoekslijnen binnen het Business Research Centre (BRC) in samenwerking met de afstudeerrichting Logistiek & Economie van de opleiding Business Studies. De vijf hbo-toerismeopleidingen van Nederland, waaronder de opleiding Hoger Toeristisch en Recreatief Onderwijs (HTRO) van Inholland, hebben in samenwerking met NRIT Media donderdag 16 april het Toerisme- en Vrijetijdscongres 2015 georganiseerd bij Hogeschool Inholland Diemen. Het congres stond in het teken van ‘De Verleiding’. Om succesvol in de toeristische en vrijetijdssector te zijn, is het noodzakelijk potentiële gasten te verleiden, om te komen naar bijvoorbeeld vakantieparken, evenementen en horecagelegenheden. Tijdens het congres werden vele verleidingstechnieken onder de loep genomen. Klimaatcafé Tijdens het Klimaatcafe op de Hogeschool Inholland zijn deskundigen met het publiek in discussie gegaan over innovatiemodellen. Hoe kunnen klassieke belemmeringen van innovatieprocessen worden vermeden en succesfactoren worden versterkt? Lector Christoph Maria Ravesloot sprak zijn lectorale rede uit over de succes- en faalfactoren van innovatiemodellen Duurzame Energie.
Kenniscafé Om de binding tussen onderwijs en werkveld te stimuleren heeft Inholland Den Haag het Kenniscafé ‘Succesvol ondernemen in een onvoorspelbare omgeving; geblinddoekt koorddansen?’ georganiseerd. Rudy Snippe, Inhollandlector Strategic Development in Creative Business, is tijdens het Kenniscafé ingegaan op de nieuwe economie waarin je mogelijk zelfs straks je eigen huis of auto kunt printen. Hoe kun je je als ondernemer aanpassen en inspelen op deze veranderende omgeving?
De impact van onderzoek op onderwijs Onderzoeksgroepen en lectoren zijn in alle opleidingen op verschillende manieren betrokken bij het onderwijs, variërend van een adviserende rol in de curriculumcommissie en borging en van het eindniveau van afstuderen in de bachelor- en masteropleidingen tot het verzorgen van onderwijs en het ontwikkelen en implementeren van de leerlijn onderzoekend vermogen. Studenten participeren in toenemende mate in de onderzoeksactiviteiten van de onderzoeksgroepen of voeren afstudeeronderzoek uit binnen de onderzoeksomgeving van de onderzoeksgroep. Bij verschillende opleidingen zijn afstudeerkringen actief, waarin lectoren en senior-onderzoekers een belangrijke begeleidende rol vervullen.
Pagina 52 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Lectoren In 2015 hebben zes lectoren hun lectorale rede gehouden en zijn daarmee officieel door het College van Bestuur geïnstalleerd als lector bij Inholland.
Dr. Harmen Bijwaard, lector Medische Technologie, Domein GSW 18 maart 2015 Harmen Bijwaard richt zich met zijn onderzoeksactiviteiten op urgente thema's die leven binnen de medische beeldvorming, radiotherapie en ICT in de zorg. Voorbeelden zijn verbeteren van onderzoeks- en behandelmethoden, stralingsdosis, implementatie van ICT in zorgprocessen en toepassing van e-health. Daarnaast spelen de thema's functiedifferentiatie en verschuiving van medische beeldvorming naar de eerstelijnszorg.
Dr. Christoph Maria Ravesloot, lector Innovatiemodellen Duurzame Energie, Domein TOI 30 maart 2015 Christoph Maria Ravesloot is landelijk bekend als toegepast wetenschapper, aanjager van innovatieprocessen en als iemand die op komt voor de gelijkwaardigheid van professionals in innovatieprocessen. De lector richt zich op het gebruik van technische en organisatiemodellen voor versnelde invoering van duurzame energie in Noord-Holland Noord. Daarin zoekt hij de samenwerking met studenten, docenten en regionale vertegenwoordigers van overheden, bedrijfsleven en branche vertegenwoordigende organisaties.
Dr. Nelleke Kreike, lector Green Biotechnology, Domein AFL 23 april 2015 Nelleke Kreike brengt met haar onderzoeksactiviteiten de benodigde moleculaire en groene technische vaardigheden op onderwijs en onderzoek samen om de student een voorsprong te geven om de stap te maken naar de veredelingssector. Green Biotechnology zoekt naar de verbinding tussen de (moleculaire) biotechnologie, de plantkunde, fermentatie- en kweektechnologie en veredelingstechnologie ten behoeve van toepassingen in zaadveredeling en Food & Flowers.
Dr. Jos Fransen, lector Teaching, Learning & Technology, Domein O&I 25 september 2015 Jos Fransen en zijn kenniskring doen onderzoek naar en adviseren over betekenisvolle didactische inzet van technologie binnen leerprocessen om de kwaliteit van het onderwijs in een gegeven context kan verbeteren. De onderzoeksactiviteiten zijn gericht op het (her)ontwerpen van leerpraktijken met een beredeneerde inzet van technologie, waarbij wordt samengewerkt met de gebruikers.
Dr. Gürkan Çelik, lector Cross-cultureel Ondernemerschap, Domein BFL 28 september 2015 Speerpunten van praktijkgericht onderzoek van Gürkan Çelik naar crosscultureel ondernemerschap zijn het bevorderen van internationalisering, professionalisering, innovatie en integratie van ondernemers en ondernemingen. Dit leidt tot een andere kijk op ondernemen. Binnen de context van de onderzoeksgroep Business Research Centre richt het onderzoek van de lector zich onder andere op crosscultureel ondernemen in stedelijke en regionale omgeving, bevordering van maatschappelijk verantwoord
Pagina 53 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
ondernemen en vrouwelijk en jong ondernemerschap bij etnische groepen.
Dr. Donald Ropes, lector Learning and Development in Organisations, Domein BFL 28 oktober 2015 Donald Ropes heeft als focus in zijn onderzoeksactiviteiten hoe mensen en organisaties hun handelen aanpassen en verbeteren om meer effectief te worden. Als organisaties enig niveau van duurzaamheid willen hebben, moeten ze het leren en ontwikkelen stimuleren. Voorbeelden van onderzoeksvragen: Hoe zorg je dat men levenslang blijft leren in een organisatie zodat de organisatie blijft leren? Hoe benut je de kracht van leren tussen de generaties?
In 2015 zijn vier lectoren aangesteld; zij zullen in 2016 hun lectorale rede uitspreken en officieel geïnstalleerd worden:
Dr. Marije Baart De la Faille-Deutekom, Lector Kracht van Sport, domein GSW
Dr. Hans Dagevos, Lector Sociale innovatie in het groene domein , domein AFL
Dr. Robbert Goddes, Lector Multimorbiditeit, domein GSW.
Dr. Rutger Kappe, Lector Studiesucces, domein O&I
Promotie onderzoek Inholland heeft een regeling voor de facilitering van promotieonderzoek voor medewerkers. De directeur van een domein kan een beroep op de regeling doen voor een promotieonderzoek dat zal bijdragen aan de realisatie van de onderzoeksagenda van het domein. Het College van Bestuur laat zich bij haar besluit tot facilitering adviseren door een promotiecommissie. De kosten van de facilitering van het onderzoek worden vanaf 2014 gedeeld door het College van Bestuur (2/3) en de directeur (1/3). Er zijn in 2015 vier promovendi gepromoveerd, die gefaciliteerd zijn vanuit de promotie regeling van Inholland. Het totaal aantal gepromoveerden vanuit de Inholland regeling staat daarmee op 18 (ambitie prestatieafspraken: 15)
In 2015 is één promovenda (Vera van Stokkom, domein AFL) gestart met een promotieonderzoek: Vegetable taste, texture & chemical components and their influence on vegetable consumption in young children aan de Universiteit Wageningen.
Eind 2015 voerden 24 medewerkers promotieonderzoek uit dat gefaciliteerd wordt door Inholland voor 0,4 fte per medewerker. Twee promovendi zijn gestopt met hun promotieonderzoek waarbij leeftijd en persoonlijke omstandigheden in deze besluiten een grote rol spelen.
Pagina 54 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
De gepromoveerden: Annemarie Braamse, Vrije Universiteit Medisch Centrum Psychological aspects of hematopoietic stem cell transplantation in patients with hematological malignancies Bijna 70% van de patiënten die een stamceltransplantatie ondergaan hebben cognitieve of emotionele klachten maar slechts 7% heeft behoefte aan aanvullende psychische zorg. De meeste patiënten lossen het liever zelfstandig op, of met behulp van naasten. Susanne van den Hooff, Universiteit voor Humanistiek Transcending Responsibility. Empirical and theoretical perspectives on involuntary admission of patients suffering from Korsakoff’s syndrome. Zorgprofessionals hebben een overstijgende verantwoordelijkheid bij het omgaan met mensen die onvrijwillig worden opgenomen en zelf geen ziekte-inzicht hebben. Susanne van den Hooff onderzocht de rol van deze professionals bij het opnameproces van patiënten met het syndroom van Korsakov. Afke Theunissen, Universiteit Utrecht Schuldhulpverlening in Perspectief Klanten van de schuldhulpverlening hebben een behoorlijke behoefte aan zelfbeschikking en financiële autonomie. Zij gaan pas hulp zoeken wanneer hun eigen mogelijkheden volledig uitgeput zijn, ze geen grip meer hebben op hun leven en weinig mogelijkheden voor de toekomst zien. De dienstverleners zijn door de vele aanvragen en de complexiteit maar weinig met de klant bezig. Het grootste gedeelte van hun taken voltrekt zich buiten het zicht, en zij zijn voortdurend bezig grip te blijven houden op hun dagelijkse werk. Medewerkers van de schuldhulpverlening en hun klanten ervaren schuldhulpverlening heel anders, stelt Afke Theunissen in haar proefschrift. Nienke van der Voort, Vrije Universiteit Medisch Centrum Collaborative care for patients with bipolar disorder. Veel patiënten met een bipolaire stoornis houden klachten, ondanks hun behandeling. Nienke van der Voort is onderzoeker bij GGZ inGeest en onderzocht de effectiviteit van collaborativecare bij een bipolaire stoornis. Nienke van der Voort concludeert in haar proefschrift dat patiënten die op deze manier behandeld worden korter depressief zijn en dat de klachten bovendien minder ernstig zijn.
Kwaliteitszorg Onderzoek Inholland heeft in 2015 een Set van Indicatoren Valorisatie voor het praktijkgericht onderzoek opgesteld, die zijn opgenomen in de Toolkit Handboek Beleid Kwaliteitszorg Onderzoek.
Inholland kent in het kader van haar Beleid Kwaliteitszorg Onderzoek per domein 1 keer per zes jaar een externe evaluatie Onderzoek en drie jaar na een externe evaluatie een mid-
Pagina 55 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
termevaluatie, die zich specifiek op de borging van de kwaliteit van het onderzoek richt. Voor het domeinen AFL en CB heeft in 2015 een externe evaluatie onderzoek plaatsgevonden. De midtermevaluatie voor het domein OLL is in 2015 afgerond en de domeinen GSW en BFL bereiden nu de midterm evaluatie voor, die in het voorjaar van 2016 plaats vindt. Uit deze evaluaties komen de volgende gemeenschappelijke aandachtspunten naar voren: -
Meer focus voor de onderzoeksgroepen in het licht van de relatief beperkte capaciteit (kwalitatief en kwantitatief) aan onderzoekers.
-
De verbinding met stakeholders en de betrokkenheid van de beroepspraktijk bij onderzoeks-activiteiten.
-
De samenwerking en cross-overs tussen onderzoekers, die bijdraagt aan de valorisatie van onderzoeksresultaten.
-
De visie en aansturing vanuit de onderwijs- en onderzoeksagenda van het domein, geïnitieerd en geborgd door lectoren én management.
In het najaar 2015 heeft de Vereniging Hogescholen het nieuwe Brancheprotocol Kwaliteitszorg Onderzoek 2016-2022 vastgesteld. Inholland continueert haar bestaande kwaliteitszorgsysteem met de kalender voor de gespreide planning van de externe evaluaties onderzoek per domein en de mid-termevaluaties in de komende zes jaar.
Pagina 56 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Internationalisering: Mobiliteit, Internationale Projecten, Partnerschappen, Internationaal Onderwijs
Beurzen en mobiliteit Uitgaande mobiliteit De volgende aantallen zijn gerealiseerd binnen het Erasmus+ programma: 202 studenten voor studie aan een Europese partnerinstelling, 62 studenten voor een stage in Europa, 42 docenten en 7 stafleden. In termen van subsidie betekent dit een bedrag van €351.357 Buiten Europa hebben 49 studenten een studie aan een partnerinstelling gevolgd, 57 een stage afgerond en 3 docenten gastlessen verzorgd. In totaal 133 studenten hebben een beurs uit het IMF fonds ontvangen (inclusief studiereizen). Het totale beursbedrag bedroeg € 80.867. 7 kandidaten hebben een VSB-beurs ontvangen. Het totale bedrag bedroeg €58.000. Inkomende mobiliteit In 2015 waren er 232 inkomende exchangestudenten voor studie, aan een van de exchangeprogramma’s die Inholland biedt, en 31 docenten (individuele teaching staff uitwisselingen en deelname aan International Weeks). In vergelijking tot 2013-2014 is sprake van een daling van 15% en 32% voor respectievelijk uitgaande en inkomende studentmobiliteit en een daling van 21% en 55% voor respectievelijk uitgaande en inkomende docentmobiliteit. Verklaringen voor de daling ligt in de algehele daling van de totale studentpopulatie van Inholland en het minder beschikbare Engelstalige aanbod (voor inkomende studenten) en het feit dat internationalisering de afgelopen jaren minder prioriteit had. Partnerinstellingen Het EU partnernetwerk bestaat uit 180 instellingen (t.o.v. 189 in 2013-2014) en het non-EU netwerk uit 47 instellingen (gelijk gebleven met 2013-2014). Internationale opleidingen In 2014-2015 werden zes internationale Engelstalige opleidingsprogramma’s aangeboden: Aeronautical Engineering, International Business Innovation Studies, Mathematical Engineering, International Media and Entertainment Management, International Music Management, Tourism
Pagina 57 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
and Recreation Management (IBMS, ICM, Leisure Management waren in afbouw). Deze opleiding hadden samen een instroom van 415 studenten. Er werden in totaal 1780 studenten opgeleid aan deze opleidingen. De nieuwe opleiding IBIS is in september 2014 van start gegaan met 85 studenten in het eerste jaar. Daarvan zijn 50 studenten doorgestroomd naar het tweede studiejaar; 20 van hen hebben zich gekwalificeerd om in semester 2 van het tweede studiejaar op study abroad te gaan. De opleiding geniet aanzienlijke belangstelling bij het internationale bedrijfsleven in de Metropoolregio Amsterdam en daarbuiten. Een kleine vijftig bedrijven zijn actief betrokken bij de uitvoering van het opleidingsprogramma (gastsprekers, workshop leiders, aanleveren van praktijk casussen voor study units en assessments) en de praktijkopdrachten lijn in het studieprogramma.
Highlights uit de domeinen Internationalisering binnen het domein CB In het domein Creative Business is gedurende dit collegejaar besloten tot het structureel ontwikkelen van internationalisering binnen de opleidingsprogramma’s. De aanpak kent twee onderdelen: allereerst analyseren alle opleidingen op basis van een scaninstrument hun huidige stand van zaken op het gebied van internationalisering en bepalen zij hun gewenste ontwikkeling. Vervolgens bepalen de opleidingen hun kwalitatieve en kwantitatieve behoefte aan internationale partnerschappen en analyseren zij in hoeverre de bestaande partnerschappen hierbij aansluiten. Dit proces wordt in collegejaar 2015-2016 afgerond. Internationalisering binnen het domein AFL Binnen het domein AFL vindt bij een aantal opleidingen een herontwerp van het curriculum plaats, waarbij onder meer een internationale leerlijn wordt ingevoerd. Bij de andere opleidingen ligt de focus op stimulering van docent- en studentmobiliteit, crossculturele competenties en de beheersing van de Engelse taal in woord en geschrift. Internationalisering binnen het domein TOI Alle opleidingen hebben internationalisering in hun jaarplannen opgenomen en volgen het TOI beleidsplan dat erin voorziet dat binnen drie jaar tijd Internationalisering integraal onderdeel uitmaakt van de curricula. Bij diverse opleidingen worden door de studievereniging buitenlandreizen georganiseerd.
Pagina 58 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Binnen Erasmus plus zijn er over en weer gastlessen verzorgd door AE en FH Joanneum (Graz). Een MoU is getekend met een Braziliaanse Hogeschool ( FATEC São José dos Campos) waarbij het composieten onderzoek leidend is. Bij verschillende Chinese Universiteiten zijn er workshops verzorgd door Inholland docenten: HEBUST (Hebei University of Science and Technology), HIT (Harbin Institute of Technology) en NPU (Northwestern Polytechnical University) (AE en Informatica). Het Build environment cluster is in oktober op werkweek in Harbin University of Commerce geweest. In februari heeft een groep studenten uit Harbin en Xi’an bij Inholland een maatwerkprogramma gevolgd. Een bezoek aan CPUIT (Cape Peninsula University of Technology, Cape Town) door drie MTleden was het startpunt van een brede en strategische samenwerking. Internationalisering binnen het domein BFL Elke opleiding beschikt over een actueel opleidingsprofiel waarin internationalisering is opgenomen. De opleidingen Bedrijfseconomie, SJD, HBO-Rechten en de opleidingen BKM, FSM (in transitie) beschikken over een international classroom van minimaal 30 ECTS waar de Nederlandse studenten samen met buitenlandse uitwisselingsstudenten onderwijs volgen. Vier van de zes afstudeerrichtingen van de opleiding Business Studies ( in ontwikkeling) krijgen een international classroom. Het domein kent veel studiereizen (Berlijn, Brussel, Praag, Bergen, Istanbul, Londen). Een aantal van deze reizen is integraal onderdeel van het curriculum. Daarnaast dragen Intensive Programmes bij aan de internationalisering van het curriculum. In studiejaar 2014-15 is een kleine relatieve groei (3.3%) gerealiseerd m.b.t. studentmobiliteit ten opzichte van het studiejaar 2014-2014. Op locatie Rotterdam is het aantal inkomende uitwisselingsstudenten in semester 1 verdubbeld. Naast studiereizen en excursies werden er in totaal vier Intensive Programmes aangeboden, waarvan er twee door Inholland werden gecoördineerd. In het studiejaar 2014-2015 zijn ruim vijftig docenten en medewerkers als docent, begeleider van een studiereis of Intensive Programme, voor werkbespreking of voor internationale conferenties naar het buitenland geweest.
In studiejaar 2014-15 heeft het domein intensief samengewerkt met strategische partners op de volgende gebieden: internationale benchmarking Business Studies, verkenning van de mogelijkheden van een Double Degree voor Business Studies met London South Bank University en Aarhus Business Academy, verkennende gesprekken t.b.v. een internationaal
Pagina 59 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
mastertraject met LSBU (Business Studies) en de National University of Public Science Budapest (Integrale Veiligheid, HBO-Rechten). Daarnaast is er samengewerkt op het gebied van internationale projecten, zoals de Intensive Programmes ‘Ethics in Banking’, ‘Smart Cities’, ‘Freedom en Security & Justice – Crossing Borders’ die in Spanje, Finland en Hongarije plaatsgevonden hebben. Om het internationale netwerk verder te verstevigen en om de studenten met internationalisering in aanraking te laten komen, werd op de locaties Rotterdam en Den Haag een International Week georganiseerd waarbij 18 gastdocenten aanwezig waren. Tijdens deze week kregen de studenten les van verschillende buitenlandse docenten en konden ze op de internationale markt informatie inwinnen over studeren en stage lopen in het buitenland.
3.4
Personeel
Reorganisatie 2013-2015 In 2015 is de reorganisatie 2013-2015 afgerond. De reorganisatie had niet alleen een kwantitatieve doelstelling, maar moest ook deels de kwalitatieve frictie oplossen. Met de vakorganisaties is afgesproken dat per domein geïnventariseerd zou worden wat, op basis van het toekomstige curriculum (2015-2018) en de studentenprognoses, voor de komende jaren de behoefte zou zijn aan de minimaal noodzakelijke kwalificaties om het curriculum op het gewenste niveau te kunnen uitvoeren. Om de kwalitatieve doelstelling te realiseren werd gekozen voor een reorganisatie op basis van expertise. Hiermee werden op een objectieve manier kwaliteit van het onderwijs en van ondersteunende werkzaamheden gekoppeld aan de minimaal noodzakelijk formatie-omvang.
In totaal zijn 254 medewerkers boventallig verklaard. Een deel is herplaatst op een andere functie of werkeenheid binnen Inholland. Anderen hebben met of zonder hulp van Inholland elders een betaalde baan gevonden en 86 medewerkers zijn uiteindelijk ingestroomd in de WW/BW. Zij worden nog door Inholland begeleid bij het vinden van ander werk of het vinden van een alternatief teneinde uit de uitkeringssituatie te komen. In de nasleep van de reorganisatie is in verband met eigenrisicodragerschap voor de komende jaren in het kader van wettelijke verplichtingen (zoals WW/BW) een voorziening getroffen.
Pagina 60 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Ziekteverzuim Inholland heeft een aantal gerichte initiatieven genomen om het ziekteverzuim structureel naar beneden te krijgen. Zo is er een nieuw verzuimprotocol opgesteld, waarin de rollen van de medewerker, de leidinggevende, de HRM-adviseur en de bedrijfsarts duidelijk zijn beschreven. De aanbesteding voor de bedrijfsartsen heeft plaatsgevonden in 2015, waarna besloten is opnieuw een contract met Arbo-Vitale af te sluiten. In dit contract zijn conform het verzuimprotocol nieuwe afspraken gemaakt over de rol en de dienstverlening van de bedrijfsartsen. Inholland is tot slot in 2015 overgegaan naar een verbeterde versie van het registratiesysteem voor verzuim: Humannet Verzuim. Hierdoor kunnen de leidinggevenden doeltreffender handelen in geval van (langdurig) verzuim. Het ziekteverzuim nam in het verslagjaar licht af en bedroeg in het verslagjaar 5,4 % (2013: 5,9 %, 2014: 5,6 %).
Opleiding en ontwikkeling Opleidingscommissies Opleidingscommissies spelen een rol in de onderwijscyclus. Hierdoor hebben de opleidingscommissies een aantoonbare functie bij de kwaliteitszorg, en de evaluatie en de verbetering van de kwaliteit van de opleidingen. De positie van de opleidingscommissie is met de wet Versterking besturing verstevigd. Via de medezeggenschapsraad is een geschillenprocedure geregeld en leden van de opleidingscommissies moeten in de gelegenheid worden gesteld om de scholing te volgen en de faciliteiten te ontvangen, die zij voor de vervulling van hun taak nodig hebben. Inholland heeft daartoe een drietal trainingen ontwikkeld voor zittende en nieuwe leden van opleidingscommissies. In 2015 hebben 19 opleidingscommissies een traject gevolgd. Onderwijsleiderschapstraject Passend bij de koers die in het Strategisch Programma was uitgezet, is de afgelopen jaren een traject onderwijsleiderschap van start gegaan. In 2015 heeft de laatste uitvoering van het huidige leiderschapstraject plaatsgevonden. In 2016 wordt gestart met een pilot voor een vervolgtraject.
Teamontwikkeling Teamontwikkeling is een continu proces waaraan door elk team voortdurend gewerkt moet worden. Dat wordt in het kader van het HRM-begeleidings/coachtraject voor teams ’Pitstop’
Pagina 61 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
gedaan door elk team input te geven op een aantal indicatoren (NSE, MTO, aantal langstudeerders e.d.). Aan de hand van de scores wordt een verbeterplan opgesteld. In totaal hebben 11 teams in 2015 een Pitstoptraject doorlopen.
Personele samenstelling Aantal contracten voltijd/deeltijd en verhouding bepaalde en onbepaalde tijd In onderstaande tabel worden de fte’s en aantallen contracten op peildatum 31 december 2015 weergegeven: naar man/vrouw en fte/aantal FTE Man
2015 FTE Vrouw
FTE M+V
2014 FTE M+V
Aantal Man
2015 Aantal Vrouw
Aantal M+V
2014 Aantal M+V
Deeltijd Voltijd
250 561
644 329
894 890
894 900
387 560
961 328
1.348 888
1.379 900
Omvang Dienstverband
811
973
1.784
1.794
947
1.289
2.236
2.279
Arbeidsovereenkomsten
811
973
1.784
1.794
947
1.289
2.236
2.279
694 148 4
801 183 1
1.494 331 5
1.533 213 6
782 197 4
1.034 266 2
1.816 463 6
1.910 363 6
16 35
35 12
51 47
42 37
36
13
49
0 37
Aard van dienstverbanden Onbepaalde tijd Bepaalde tijd Bepaalde tijd met uitzicht op onbepaalde tijd Tijdelijke uitbreiding Stagiair
In onderstaande tabel wordt de totale personeelsformatie (fte), gesplitst naar onderwijzend personeel en ondersteunend personeel op peildatum 31 december 2015 zichtbaar:
Onderwijs 31-12-2015
Ondersteuning 31-12-2015
Totaal 31-12-2015
Onderwijzend Personeel Ondersteunend en BeheersPersoneel Totaal Intern Personeel
1.107 192 1.299
7 478 485
1.114 670 1.784
Begroot
1.278
477
1.754
44
46
90
1:21,3 1:22,1
1:54 1:59,1
1:15,3 1:16,1
Extern (gemiddeld) Ratio * Totale Personele Bezetting (incl extern) / studenten Totale Intern Personeel / studenten
Pagina 62 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
3.5
Management Control Systeem, Doelmatigheid en Risicomanagement
Inholland is een open organisatie en een onderdeel van het maatschappelijke bestel. Inholland is graag bereid om verantwoording af te leggen over de realisatie van de doelstellingen. De beheersorganisatie waarborgt de kwaliteit van deze verantwoording. Het management control systeem van Inholland heeft tot doel het mede inrichten en verbeteren van de beheersorganisatie. Concrete beheersingsmaatregelen zoals de planning- en controlcyclus worden vormgegeven en onderbouwd vanuit de risico’s die worden onderkend bij de realisatie van de doelstellingen en belangrijke interne en externe veranderingen. De beheersorganisatie is er ook op gericht de doelstellingen van de organisatie effectief en efficiënt te bereiken. Concreet waarborgt het onder meer een doelmatige en doeltreffende besteding van de van rijkswege ontvangen vergoedingen, ontvangen subsidies en de ontvangen collegegelden. Een ondersteunend systeem van risicomanagement maakt deel uit van het management control systeem.
Planning- en controlsystematiek Inholland werkt met een meerjarig Instellingsplan waarvan de voortgang jaarlijks wordt bewaakt. In 2010 is een nieuw Instellingsplan vastgesteld voor de komende jaren. Eind 2011 is de strategische visie herzien in het strategisch programma “Verbinding als Opdracht”. Voor ieder collegejaar wordt in het verlengde van het Instellingsplan een jaarplan vastgesteld. Het jaarplan bestaat uit een kaderbrief, een begroting en de plannen van de organisatorische eenheden domeinen en staven - waarin concrete en meetbare (onderwijs-)doelstellingen zijn vastgelegd. De jaarplannen worden per collegejaar opgesteld. De realisatie van de doelstellingen wordt per triaal gemeten en besproken in triaalgesprekken tussen het College van Bestuur en de directeuren. De administratieve organisatie borgt daarbij de doelmatigheid en rechtmatigheid van de inzet van de (financiële) middelen. In 2014 hebben wij de begroting gehanteerd voor de collegejaren 2013/2014 en 2014/2015 ter ondersteuning van de analyse in de reorganisatie. Dit heeft focus gegeven op de opleidingen en domeinen ten behoeve van benodigde kostenbesparingen in de personeelslasten. Daarnaast is dit ter voorbereiding op de overgang naar een systematiek op basis van kalenderjaar, met ingang van 2015. De prestatie afspraken die met het Ministerie van OCW gemaakt zijn voor ultimo 2015, zijn in deze systematiek door vertaald in de dashboards van de onderwijsorganisatie. In de trialen wordt de voortgang door middel van deze dashboards op de indicatoren gevolgd. Omdat een aantal indicatoren slechts op jaarbasis gemeten worden, zijn
Pagina 63 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
deze indicatoren door vertaald naar indicatoren met een kortere cyclus waarop eenvoudiger tussentijds de vorderingen zichtbaar gemaakt worden.
Scheiding publiek en privaat Inholland heeft in overeenstemming met wet- en regelgeving een scheiding aangebracht tussen de publieke en de private activiteiten. De private activiteiten worden uitgevoerd door de werkmaatschappijen van Holding Inholland B.V. De planning- en control systematiek voor de Holding Inholland B.V. is gelijk aan die van Inholland.
Risicomanagement Risicoanalyses op hogeschoolbrede risico’s zoals financiële risico’s, risico’s op het gebied van organisatie en sociale veiligheid, risico’s op het gebied van wet- en regelgeving worden geïntegreerd in een risicorapportage. Het College van Bestuur rapporteert over de interne risicobeheersing en controlesystemen aan de Raad van Toezicht en zijn Auditcommissie. Inholland heeft het risicomanagementproces tevens geïntegreerd in de planning- en control systematiek. In de jaarplannen is een risicoanalyse opgenomen en over de risico’s en beheersmaatregelen rapporteren de directeuren per triaal aan het College van Bestuur.
3.6
Financiële kerngegevens
Inholland heeft ook meer specifieke doelstellingen geformuleerd voor financieel-gerelateerde kerncijfers: 1. Marktaandeel Het marktaandeel van Inholland is wat inschrijvingen betreft iets gezakt: 6,0 % tegenover 6,4 % vorig collegejaar. We staan daarmee nog steeds in de top tien ( nummer acht, vorig jaar nummer 6) van Nederlandse HBO-instellingen . Wat marktaandeel instroom – inclusief wisselaars - betreft zijn we gedaald van 6,3 naar 5,9 % maar behouden daarmee de zevende positie. Het studentenaantal voor collegejaar 2015-2016 is voorlopig vastgesteld op 26.770. Deze percentages en aantallen zijn vanaf februari 2016 terug te vinden op de website van de Vereniging Hogescholen onder het kopje Studentenaantallen. 2. Verhouding publiek/private inkomsten Inholland streeft ernaar de afhankelijkheid van de overheid te verlagen en de private omzet te laten stijgen door actief in te springen op marktontwikkelingen. De totale omzet van Inholland bedraagt € 233,0 mln., opgebouwd uit Rijksbekostiging € 169,0 mln. (73%), Pagina 64 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
collegegelden € 51,0 mln. (22%) en overige omzet (waaronder maatwerk, contractactiviteiten, subsidies) € 13,0 mln. (5%). 3. Solvabiliteit Inholland streeft, net als het ministerie van OCW, naar een solvabiliteit van minimaal 30%. Daarnaast hanteert Inholland vanuit de treasurystatuut een maximum van 50%. De solvabiliteit bedraagt per balansdatum 45,0%.
3.7
De financiële verantwoording
In onderstaand overzicht zijn de belangrijkste kerncijfers opgenomen waarbij als vergelijking de cijfers opgenomen zijn zoals deze waren vastgelegd in de begroting voor het jaar 2015:
Werkelijk
Begroot
Totaal activa (in € 1.000.000) Totale omzet (in € 1.000.000)
€ 285 € 233
€ 272 € 224
Totale bekostiging in % van de omzet Solvabiliteit
72,7% 45,0%
73,9% 42,3%
Totale Investeringen in boekjaar (in € 1.000.000) Totaal aantal studenten 2015 - 2016 (voorlopig)
€ 5,7 26.770
€ 15,2 26.771
Gemiddelde totale personeelslast intern per fte Totale ratio intern personeel/studenten
€ 89.333 1:16,1
€ 95.072 1: 24,3
3.8
Toelichting op de financiële cijfers t.o.v. het vorige kalenderjaar
In onderstaand overzicht is het verkorte geconsolideerde kasstroomoverzicht opgenomen. Werkelijk 2015
Werkelijk 2014
Kasstroom uit operationele activiteiten
27.598
38.103
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
-5.749
-3.079
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
-5.104
-5.479
Mutatie liquide middelen
16.745
29.545
Beginstand liquide middelen Mutatie liquide middelen
81.955 16.745
52.410 29.545
Eindstand liquide middelen
98.700
81.955
Pagina 65 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
toelichting 1 Activa Vaste activa Vorderingen Liquide middelen
2 Passiva Eigen vermogen Minderheidsbelang derden Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden
Werkelijk 31 december 2015
Werkelijk 31 december 2014
160.028 26.277 98.700 ----------285.005
171.552 26.672 81.955 ---------280.179
128.331 650 24.227 48.272 83.525 ---------285.005
112.185 485 38.585 53.376 75.548 ---------280.179
1,50 45,0% 41.452
1,44 40,0% 33.079
(a) (b)
(c)
(d) (e)
Kerncijfers Current ratio Solvabiliteit Werkkapitaal
(a+b)/(d) (c ) / (e) (a+ b) – (d)
Current ratio: De current ratio is gestegen van 1,44 naar 1,50 wat betekent dat de liquiditeit van Inholland verbeterd is t.o.v. vorig jaar. Hiermee wordt de mate aangegeven waarin de verschaffers van het kort vreemd vermogen uit de vlottende activa kunnen worden betaald.
Solvabiliteit: De solvabiliteit ad 45,0% blijft boven de norm van het ministerie van OCW van 30% en onder de interne norm van 50% vanuit de treasurystatuut.
Werkkapitaal: Door het verminderen van de uitgaven en het niet plegen van investeringen is het werkkapitaal aanzienlijk verbeterd ten opzichte van 2014.
Pagina 66 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Onderstaand is de geconsolideerde staat van baten en lasten samengevat.
Werkelijk
Begroot
Werkelijk
2015
2015
2014
3.1 Rijksbijdragen 3.2 Overige overheidsbijdragen en- subsidies 3.3 Collegegelden 3.4 Baten werk i.o.v. derden 3.5 Overige baten
169.382 3.309 51.345 3.982 4.899
165.879 3.054 50.993 1.911 2.534
173.104 4.658 53.482 4.034 6.740
Totaal baten
232.917
224.371
242.018
4 Lasten 4.1 Personele lasten 4.2 Afschrijvingen 4.3 Huisvesting 4.4 Overige instellingslasten
162.901 17.273 16.735 18.457
169.262 18.369 13.476 19.683
160.422 18.216 12.602 19.677
Totaal lasten
215.366
220.790
210.917
17.551
3.581
31.101
Saldo financiële baten en lasten
110 -1.221 -1.111
35 -3.580 -3.545
55 -1.838 -1.783
Resultaat uit gewone bedrijfsv.
16.440
36
29.318
6 Belastingen Vennootschapsbelasting
-129
0
-62
Resultaat na belastingen
16.311
36
29.256
-165
0
-107
16.146
36
29.149
3 Baten
Saldo baten en lasten 5 Financiële baten en lasten 5.1 Financiële baten 5.2 Financiële lasten
8 Aandeel derden in resultaat Resultaat
Het resultaat ten opzichte van de begroting is ca. € 16,0 mln. hoger.
De Rijksbijdragen zijn lager dan in 2014 door een lager aantal studenten (t-2 effect). Ten opzichte van de begroting zijn de Rijksbijdragen € 3,0 mln. hoger. Dit wordt verklaard door additionele bijdrage van € 2 mln. die in december 2015 is ontvangen.
Pagina 67 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Collegegelden zijn gedaald ten opzichte van 2014, door afname van het aantal studenten. De personele lasten liggen bijna € 6,0 mln. lager dan begroot. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door onderbesteding van de scholingskosten, lagere kosten ten behoeve van de externe inhuur en het feit dat meer kosten ten laste van de reorganisatievoorziening gebracht konden worden.
De huisvestingslasten zijn hoger dan in 2014; in 2015 is een reservering gemaakt voor de verhuiskosten van de Composieten lab en bouwkundige aanpassingen aan diverse panden in verband met brandveiligheid. Hieronder een overzicht van het resultaat over 2015 exclusief de incidentele baten en lasten. Werkelijk 2015
Begroot 2015
Werkelijk 2014
Resultaat volgens staat van baten en lasten
16.146
36
29.149
Vrijval/ dotatie reorganisatievoorziening
-4.300
0
1.435
-263
0
1.045
Afwikkeling waarborgfonds
0
0
-2.040
Vrijval voorziening MEM/CE
0
0
-400
Vrijval leegstandsvoorziening i.v.m locatie Amstelveen
0
0
-314
Vorming reservering kosten verhuizing Composieten lab
1.900
0
0
Vorming reservering aanpassingen brandveiligheid panden
1.135
0
0
900
0
0
15.518
36
28.875
Vrijval/ vorming reservering BTW buitenlandse crediteuren 20092014
Vorming reservering duurzame inzet Resultaat exclusief incidentele baten en lasten
3.9
Continuïteitsparagraaf
De continuïteitsparagraaf geeft inzicht in het gevoerde en toekomstige beleid en de gevolgen daarvan voor de financiële positie. Hogeschool Inholland stelt elk jaar een meerjarenbegroting op waarmee de organisatie inzicht krijgt in het te verwachte exploitatieresultaat in de komende jaren en de ontwikkeling van de vermogenspositie. De meerjarenbegroting maakt deel uit van de P&C cyclus van Hogeschool Inholland. De Raad van Toezicht heeft de begroting 2016 en de meerjarenraming 2017-2021 vastgesteld.
Pagina 68 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
De continuïteitsparagraaf is opgebouwd uit de Gegevensset (A) en de Overige Rapportages (B).
De meerjarenraming is gebaseerd op een scenario waarin voor 2016 wordt uitgegaan van een instroomstijging van 6,8%, dat is 3,8% hoger dan de referentieraming. De jaren daarna wordt de referentieraming aangehouden. De plus ten opzichte van de referentieraming is gebaseerd op de inzet en ambitie van Inholland om de instroom te verhogen. Uit de meerjarenraming blijkt dat een stijging van het aantal studenten ten opzichte van de huidige situatie noodzakelijk is voor het realiseren van een meerjarig sluitende exploitatie. Het beleid van Inholland is o.a. gericht op het vergroten van de instroom. Om de kwaliteit van het onderwijs te versterken zullen extra middelen, opgebouwd uit de positieve resultaten in de afgelopen jaren worden ingezet. Deze worden aan de reserve onttrokken. Daarnaast zal geld worden vrijgemaakt voor het uitvoeren van instroombevorderende activiteiten. Op grond van deze beleidsmaatregelen achten wij het gekozen scenario realistisch. Behalve de benodigde instroomstijging zijn van belang de versterking van het onderwijs, de focus op studenttevredenheid en de benodigde ondersteuning hierbij. Op basis van de doorrekening is het van belang om te investeren in onderwijs. Om dit te financieren zal op basis van voorliggende meerjarenraming bezien worden hoe een mogelijke herverdeling van middelen dient plaats te vinden. De vertaling hiervan vindt plaats in de kaderbrief 2017 e.v. en is nog niet verwerkt in de cijfers. A GEGEVENSSET De meerjarenbegroting is gebaseerd op de standaardindeling van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Aangezien de meerjarenbegroting is december in opgesteld gaat deze uit van de verwachtte balansposities ultimo 2015 en het verwachte resultaatoverzicht over 2015. In de gegevensset wordt uitgegaan van de enkelvoudige cijfers van Hogeschool Inholland. A1. Kengetallen Kengetal
Personele bezetting in FTE - Bestuur / management * - Onderwijzend personeel (OP) - Ondersteunend personeel (OOP) Aantal inschrijvingen van studenten Onderwijzendpersoneel/Totaal
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
1.771 17 1.087 667
1.864 15 1.160 689
1.820 15 1.118 686
1.777 15 1.072 691
1.791 15 1.082 694
1.794 15 1.082 697
1.800 15 1.085 700
26.859
26.326
25.758
25.224
24.940
24.785
24.803
61%
62%
61%
60%
60%
60%
60%
* College van Bestuur, domeinen directeuren en stafhoofden
Pagina 69 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Toelichting op de kengetallen: In de begroting van 2016 is een aantal van 1.160 fte OP opgenomen, rekening houdend met een verbetering van de ratio gewogen studenten: OP van gemiddeld 1 op 17,4 voor de interne profielvergoeding. In 2015 was het aantal fte 1087 en bedroeg de ratio 1 op 18,7. De stijging van het aantal fte en de sterke verbetering van de ratio is mede het gevolg van het beschikbaar stellen van incidentele beleidsgelden in 2016, welke na 2016 weer afnemen. Het aantal fte zal zich vanaf 2018 stabiliseren rond 1080 fte. Deze daling wordt enerzijds veroorzaakt door de verlaging van de beleidsgelden en is anderzijds het gevolg van de daling van het aantal gewogen studenten (maximaal 4 verblijfsjaren). De ratio gewogen studenten: OP zal vanaf 2018 stabiliseren op 1 op 18,2. In 2013 was de ratio 1 op 22,8. Met de ratioverlaging heeft Inholland een goede stap gezet in de richting van de gewenste investering in het onderwijs. De in 2016 begrote formatie OOP bedraagt 689 fte, deze daalt naar 686 fte in 2017. Vanaf 2018 stijgt de OOP formatie geleidelijk. Deze stijging wordt veroorzaakt door het aanstellen van Wajongers, als gevolg van de Participatiewet die per 1 januari 2015 is ingegaan Tot 2016 stijgt het aandeel OP ten opzichte van het OOP als gevolg van de inzet van OP op projecten, gefinancierd middels incidentele beleidsgelden. Vanaf 2017 daalt de OP formatie, doordat er minder beleidsgelden beschikbaar zijn. Doordat gelijktijdig de OOP formatie stijgt, verslechtert de verhouding OP:OOP. Deze komt echter niet onder het gewenste niveau van 60:40%.
Het aantal ingeschreven studenten is dalende in de meerjarenprognose. Dit wordt veroorzaakt doordat de relatieve omvang van het stuwmeer (5 jaar en hoger) afneemt. Tevens is het aantal inschrijvingen in september 2015 fors gedaald. Inholland is niet de enige hogeschool met minder eerstejaars op de bachelor opleidingen. Voor het hele HBO geldt dat er gemiddeld 8% minder aanmeldingen zijn geweest.
Pagina 70 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
A2. Balans (enkelvoudig) BALANS (bedragen x € 1.000)
2015 1
ACTIVA VASTE ACTIVA Immateriële VA Materiële VA Financiële VA TOTAAL VASTE ACTIVA VLOTTENDE ACTIVA Vorderingen (a) Liquide Middelen (b) TOTAAL VLOTTENDE ACTIVA
2016
2020
2021
100 100 0 0 0 0 162.000 168.600 176.500 183.300 171.400 160.800 800 800 900 1.200 1.600 2.200 162.900 169.500 177.400 184.500 173.000 163.000
0 150.900 2.900 153.800
TOTAAL ACTIVA
284.600 273.000 253.200 248.700 243.600 238.300
240.200
PASSIVA EIGEN VERMOGEN Algemene reserve Bestemmingsreserve (privaat) TOTAAL EIGEN VERMOGEN (c) VOORZIENINGEN (d) LANGLOPENDE SCHULDEN KORTLOPENDE SCHULDEN (e)
138.500 130.600 122.500 127.100 128.000 128.200 -500 -500 -400 -100 300 900 138.000 130.100 122.100 127.000 128.300 129.100 23.800 18.300 13.900 10.800 7.800 4.900 48.300 44.300 40.300 36.300 32.400 29.200 74.500 80.300 76.900 74.600 75.100 75.100
134.200 1.600 135.800 2.900 26.300 75.200
TOTAAL PASSIVA
(f)
284.600 273.000 253.200 248.700 243.600 238.300
240.200
FINANCIELE KENGETALLEN
Gemiddelde 1
2015 48% 57% 1,63 18,5% 4,45
2016 48% 54% 1,29 -6,07% 0,93
2017 48% 54% 0,99 -6,55% 1,39
23.400 40.800 64.200
2019
23.600 62.800 86.400
HBO 2013 43% 48% 1,03 2,80%
22.600 53.200 75.800
2018
23.000 52.300 75.300
Solvabiliteit I Solvabiliteit II Liquiditeit (current ratio) Rentabiliteit Debt Service Coverage
24.700 23.400 97.000 80.100 121.700 103.500
2017
2018 51% 55% 0,86 3,86% 4,21
23.200 47.400 70.600
2019 53% 56% 0,94 1,01% 3,70
2020 54% 56% 1,00 0,62% 4,06
2021 57% 58% 1,15 4,93% 6,06
1
De Meerjarenraming is eind 2015 opgesteld en bevat derhalve voor 2015 een raming (latest estimate). Deze wijkt af van de cijfers in de definitieve jaarrekening.
Toelichting op de balans: De materiële vaste activa nemen toe als gevolg van voorgenomen investeringen in het pand in Alkmaar en het laboratoriumonderwijs. Deze investeringen worden volledig gefinancierd vanuit de eigen middelen waardoor een daling van de vlottende activa plaatsvindt. De vorderingen blijven op een constant niveau rond de € 23 miljoen. Dit betreft voornamelijk studentdebiteuren door de vorderingen op collegegelden bij gespreid betalen in termijnen. Het eigen vermogen van de hogeschool is door de positieve exploitatieresultaten uit het verleden toegenomen. Gezien het ruim aanwezige eigen vermogen biedt dit mogelijkheden om
Pagina 71 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
meer middelen in het onderwijs te investeren, wat in de bedrijfsvoering leidt tot een negatief resultaat in 2016 en 2017. Deze bewuste keuze is afgestemd met stakeholders en beantwoordt aan de afspraak die het HBO met minister Bussemaker heeft gemaakt om vooruitlopend op de studievoorschotmiddelen een impuls uit eigen middelen te geven aan de kwaliteit van het onderwijs. De voorzieningen dalen door de onttrekking van reorganisatievoorziening. Het grootste onderdeel in de reorganisatie zijn de meerjarige WW en BW lasten. De reorganisatievoorziening bedroeg in totaal € 51 miljoen. De langlopende schulden nemen af doordat er een tweetal langlopende leningen afgelost wordt. De liquiditeitsratio daalt onder de 1 doordat de financiering van de verbouwing in Alkmaar en het laboratorium uit eigen middelen wordt voorzien. De rentabiliteit is in 2016 en 2017 negatief doordat er meer middelen in het onderwijs worden geïnvesteerd. Daarna bevindt de ratio zich op een gewenst niveau.
A3. Staat/raming van baten en lasten (enkelvoudig) EXPLOITATIE ( be dra ge n x € 1.0 0 0 )
2015 1
2016
2017
2018
2019
2020
2021
BATEN Rijksbijdragen Rijksbijdragen (vanuit w et Studievoorschot) Collegegelden
170.600 159.900 152.800 153.900 152.200 149.500 149.500 0
0
0
6.600
6.600
7.600
12.900
50.800
50.100
50.100
49.600
49.100
48.700
48.500
Baten w erk i.o.v. derden
1.600
1.800
2.000
2.200
2.400
2.600
2.800
Overige baten
7.300
6.800
6.300
6.300
6.300
6.300
6.300
TOTAAL BATEN
230.300 218.600 211.200 218.600 216.600 214.700 220.000
LASTEN Personeelslasten
155.700 171.700 165.800 159.800 160.900 161.000 161.300
Afschrijvingen
16.200
17.100
18.700
19.700
20.300
19.100
18.400
Huisvestingslasten
13.700
16.200
14.100
14.100
14.100
14.100
14.100
Overige lasten
17.500
19.900
19.200
19.100
19.200
19.200
19.200
TOTAAL LASTEN Saldo Baten en Lasten
203.100 224.900 217.800 212.700 214.500 213.400 213.000 27.200
-6.300
-6.600
5.900
2.100
1.300
7.000
1.700
1.600
1.400
1.000
800
500
300
0
0
0
0
0
0
0
TOTAAL RESULTAAT
25.500
-7.900
-8.000
4.900
1.300
800
6.700
TOTAAL RESULTAAT (excl. Studievoorschot)
25.500
-7.900
-8.000
-1.700
-5.300
-6.800
-6.200
Saldo financiële baten en lasten Saldo buitengew one baten en lasten
1
De Meerjarenraming is eind 2015 opgesteld en bevat derhalve voor 2015 een raming (latest estimate). Deze wijkt af van de cijfers in de definitieve jaarrekening
De Rijksbijdrage, exclusief de inkomsten vanuit de wet studievoorschot, neemt af van € 160 miljoen in 2016 tot € 149 miljoen in 2021. In 2017 is rekening gehouden met een derving in verband met het niet behalen van de rendementsdoelstelling uit de prestatieafspraken ten Pagina 72 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
bedrage van -/- € 3,4 miljoen. Vanaf 2018 stijgt de rijksbijdrage door de verwachte rijksbijdragen die voortkomen uit de wet studievoorschot. Deze opbrengsten lopen op van € 6,6 miljoen in 2018 tot € 12,9 miljoen in 2021. De effecten zijn berekend op basis van de verwachtingen van de Vereniging Hogescholen. Het marktaandeel van Inholland heeft invloed op de hoogte van deze opbrengsten. Er is echter grote onzekerheid over de omvang van deze middelen. Ook toekomstige politieke ontwikkelingen kunnen van invloed zijn op de wet studievoorschot. De collegegelden houden gelijke tred met de ontwikkeling van de studentenaantallen. De schommeling in de personele lasten in 2016 en 2017 komt voort uit de extra te investeren in de kwaliteit van het onderwijs. De loonkosten zijn gerelateerd aan de omvang van de formatie. De overige lasten stijgen als gevolg van kosten ten behoeve van de instroomverbetering en extra ICT kosten. Vanaf 2017 blijven de kosten constant. In de afschrijvingen en rentelasten wordt rekening gehouden met incidentele investeringen in Alkmaar en het laboratorium in de planperiode 2015-2018 van in totaal € 51 miljoen.
De meerjarenbegroting geeft inzicht in het toekomstige beleid en de gevolgen daarvan voor de financiële positie. Aangezien de praktijk weerbarstig is, zal de realisatie van de meerjarenprognose altijd afwijken. De meerjarenprognose gaat uit van ‘on going business’. Toekomstige, nog niet gemaakte, strategische keuzes waaronder nieuwbouw zijn niet in dit model verwerkt. Afhankelijk van de keuzes die hierin gemaakt gaan worden zullen verschillende impact berekeningen gemaakt worden. Als de studievoorschotmiddelen (deels) uitblijven zullen scherpe keuzes noodzakelijk zijn.
B OVERIGE RAPPORTAGES
B1 Aanwezigheid van het interne risicobeheersings- en controlesysteem Risicoanalyses op hogeschoolbrede risico’s zoals financiële risico’s, risico’s op het gebied van organisatie en sociale veiligheid, risico’s op het gebied van wet- en regelgeving worden geïntegreerd in een risicorapportage. Het College van Bestuur rapporteert over de interne risicobeheersing en controlesystemen aan de Raad van Toezicht en zijn Auditcommissie. Inholland heeft het risicomanagementproces tevens geïntegreerd in de planning- en control systematiek. In de jaarplannen is een risicoanalyse opgenomen en over de risico’s en beheersmaatregelen rapporteren de directeuren per triaal aan het College van Bestuur. Aanscherping van de verbeterinitiatieven wordt in de triaalgesprekken besproken. In 2016 zal Risicomanagement binnen Inholland worden versterkt, waarbij de dialoog over risico’s een vast onderdeel wordt in de bestuurlijke P&C-cyclus.
Pagina 73 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
B2. Risico’s en onzekerheden Uit de risicoanalyse zijn onderstaande risico’s gebleken:
Imago Negatieve gebeurtenissen die in de pers komen kunnen het imago van Inholland beschadigen, met negatieve effecten op de studentenaantallen (instroom) en docenten. Het instellingsplan 2016-2022 geeft de focuspunten aan waarop gestuurd en rekenschap wordt afgelegd o.a. ter voorkoming van imago schade.
Studentenaantallen/instroom In 2015 is de instroom meer gedaald dan de landelijke trend. Als deze daling zich doorzet betekent dit dat de budgetten dalen en dat sommige opleidingen te klein worden om kostendekkend hoogwaardig onderwijs te verzorgen.
In de begroting zijn middelen gereserveerd voor instroombevorderende activiteiten. Communicatie stuurt vanuit een instellingsbreed masterplan de activiteiten aan. Bij uitblijven van resultaten zal er bezuinigd moeten worden.
Kwaliteit van onderwijs/accreditatie Het risico dat de kwaliteit van sommige opleidingen onvoldoende is voor het verkrijgen van een accreditatie.
Inholland geeft veel aandacht aan het verbeteren van de kwaliteit van opleidingen. In de begroting zijn middelen voor diverse projecten opgenomen die kwaliteit als doelstelling hebben, zowel binnen domeinen als instellingsbreed.
Prestatieafspraken / stuwmeer langstudeerders Het risico dat de prestatieafspraken niet worden gehaald, met eventuele korting van het selectieve budget tot gevolg. Een reeks van maatregelen en monitoring is ingezet om te voldoen aan de prestatieafspraken. In 2016 zal duidelijk worden welk oordeel er over de door Inholland behaalde resultaten zal worden geveld.
Pagina 74 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Het project Langstuderen wordt voortgezet. Onderdelen van dit beleid worden voor zover van toepassing ook doorgevoerd in lagere leerjaren. Er zijn diverse projectmiddelen toegekend aan projecten die verhogen van studiesucces als doelstelling hebben.
Studenttevredenheid Het risico dat de studenttevredenheid (in vergelijking met andere hogescholen) onvoldoende toeneemt, waardoor de aantrekkingskracht op nieuwe studenten afneemt. Dit heeft ook een effect op de gepercipieerde diplomawaarde bij afgestudeeerden.
In de domeinplannen zijn diverse plannen opgenomen om de studenttevredenheid te verbeteren.
Kwaliteit personeel / Medewerkerstevredenheid-werkdruk Het risico op dalende prestaties van docenten als gevolg van de ervaren werkdruk, met als gevolg een hoog ziekteverzuim, hoger verloop en lagere studenttevredenheid.
Inholland werkt aan een strategisch personeelsplan. Via teamontwikkeling en professionalisering geeft Inholland invulling aan het beleid om de werkdruk te verminderen en de docenten de middelen te geven die nodig zijn voor het uitvoeren van hun taak.
Innovatiekracht Het risico dat de organisatie niet in staat is om de hoeveelheid noodzakelijke verbeterprojecten tijdig uit te voeren, met als gevolg een vertraging in de verbetering van kwaliteit en tevredenheid.
Projecten zullen vanaf de start worden gemonitord, zodat kan worden bijgestuurd als een project uit de planning loopt. Bij instellingsbrede projecten is de regie centraal belegd.
Huisvesting Het risico dat door omstandigheden (instroom, digitalisering, veranderende onderwijsconcepten) de huisvestingssituatie niet voldoende aansluit bij de huisvestingsbehoefte.
Pagina 75 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Plannen ten aanzien van nieuw- of verbouw zullen zorgvuldig worden afgewogen, waarbij de meest actuele trends in het hoger onderwijs zullen worden meegenomen.
Informatievoorziening Het risico dat als gevolg van het project Management Informatie, belangrijke informatie niet of niet tijdig voorhanden is.
Tijdige beschikbaarheid van informatie is van groot belang voor de besluitvorming en sturing binnen de organisatie. Het project heeft als doel om de ontsluiting te verbeteren. In de transitiefase zal worden geborgd dat oude systemen blijven gehandhaafd totdat onomstotelijk vaststaat dat de nieuwe systemen stabiel en betrouwbaar zijn.
Informatieveiligheid Onderwijs en onderwijsondersteuning binnen Inholland is in hoge mate afhankelijk van informatie en communicatie. Informatie is daarmee een belangrijke risicofactor voor het functioneren en de continuïteit van de hogeschool. Verkeerd of frauduleus gebruik van informatie kan ernstige gevolgen hebben voor Inholland.
Studenten en medewerkers moeten erop kunnen vertrouwen dat informatie binnen de hogeschool op een adequate wijze is beveiligd. Ook moet de continuïteit van de instelling en het onderwijs worden gegarandeerd. Daarvoor neemt Inholland allerlei maatregelen, die samenvallen onder het begrip informatieveiligheid. Binnen Inholland wordt gekozen voor een integrale aanpak, waarbij niet alleen wordt gekeken naar ICTbeveiliging, maar ook naar processen, gedrag, juridische zaken, fysieke veiligheid en bewustzijn.
3.10 Studenten De ontwikkeling van de studentenaantallen is als volgt: Studentenaantal per 1 oktober 2014 (peildatum) Studentenaantal per 1 oktober 2015 (peildatum)
28.657 26.770
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de tabel op de volgende pagina.
Pagina 76 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Onze gegevens over studentenaantallen betreffen de inschrijvingen, weergegeven per domein en locatie. De gebruikte terminologie is als volgt:
Een inschrijving is een (her)aanmelding waarvoor geldt dat op de wettelijke peildatum aantoonbaar aan alle inschrijvingsvoorwaarden is voldaan.
Bij het overzicht Inschrijvingen wordt het totaal aan nieuwe inschrijvingen en herinschrijvingen opgenomen. Nieuwe inschrijvingen zijn inschrijvingen waarvoor geldt dat de student in het vorig studiejaar niet voor dezelfde opleiding ingeschreven stond bij Inholland.
De aantallen zijn gebaseerd op de interne bestanden van Inholland (PeopleSoft en Infofinder).
Voor de HBO-bekostiging (OC&W) gelden vaak iets afwijkende aantallen. Deze zijn op de website van de Vereniging Hogescholen gepubliceerd en daar terug te vinden met bijbehorende definities.
De Inhollandpopulatie bestaat uit Bachelor-, Associate Degree en Masterstudenten. Cursisten en exchange-studenten uit het buitenland worden niet als inschrijving meegerekend.
De aantallen zijn ingedeeld naar de verschillende domeinen en vestigingen van Inholland waarbij Verloskunde als samenwerkingsinstituut met het VUmc apart genoemd wordt. In het afgelopen jaar heeft domein Onderwijs, Leren en Levensbeschouwing de naam gewijzigd in Onderwijs en Innovatie (O&I). Inschrijvingen per domein Peildatum 1-10-2015
Peildatum 1-10-2014
1.195 6.857 6.975 5.773 2.687 2.556 407
1.179 7.446 7.977 5.881 2.999 2.516 392
26.450
28.390
Peildatum 1-10-2015
Peildatum 1-10-2014
Gezondheid, Sport en Welzijn Onderwijs en Innovatie
206 114
169 98
Subtotaal Inholland Masters
320
267
26.770
28.657
Ad/Bachelors per Domein Agri, Food en Life Sciences Business, Finance & Law Creative Business Gezondheid, Sport en Welzijn Onderwijs en Innovatie Techniek, Ontwerpen en Informatica Verloskunde Subtotaal Inholland Ad/Bachelors
Masters per Domein
Totaal Inholland Bachelors+Masters
Pagina 77 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Voor de vergelijking met landelijke ontwikkelingen zijn de aantallen ingedeeld naar maatschappelijke sectoren en OCW-clusters. Alleen de mutatie ten opzichte van vorig jaar wordt aangegeven. Mutatie inschrijvingen totaalpopulatie 2015 tegenover 2014 per peildatum per sector: OCW-cluster hao-cluster heo-cluster hgzo-cluster hpo-cluster hsao-cluster Ht(n)o-cluster kuo-cluster Totaal
Sector agrarisch economie gezondheid educatie gedrag en maatschappij techniek kunst
Inholland - 5,7% -10,2% 3,4% -9,5% -4,0% 2,1% -5,9% -6,6%
Landelijk 4,9% -1,9% 2,4% -4,5% -3,1% 3,3% -1,4% -0,9%
Profileringsfonds 2015
Sub-totaal van de Aantal EERin 2015 aan EERstudenten dat in studenten 2015 een verstrekte tegemoetkoming vergoedingen uit heeft ontvangen het uit het Profileringsfonds Profileringsfonds (x € 1.000) 251 € 248
Aantal niet-EERstudenten dat in 2015 een tegemoetkoming heeft ontvangen uit het Profileringsfonds 45
Sub-totaal van de in 2015 aan niet EERstudenten verstrekte vergoedingen uit het Profileringsfonds (x € 1.000) € 104
Grand totaal van de in 2015 verstrekte vergoedingen uit het Profileringsfonds (x € 1.000) € 352
Pagina 78 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Instroom 2015 nader bekeken In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de nieuwe inschrijvingen bij Hogeschool Inholland. Er wordt aangegeven hoeveel studenten voor het eerst bij Inholland aan een studie zijn begonnen in vergelijking met studenten die zich opnieuw inschreven al dan niet bij dezelfde opleiding. Bovendien wordt gekeken naar de vooropleiding van die studenten en de provincie waar zij vandaan zijn gekomen.
Definities Nieuwe inschrijvingen zijn inschrijvingen waarvoor geldt dat de student in het vorig studiejaar niet voor dezelfde opleiding ingeschreven stond bij Inholland. Een student is een herinschrijver als deze in het vorige studiejaar bij dezelfde opleiding stond ingeschreven. Deze twee samen vormen het totaal aantal zittende studenten. Omzwaaiers zijn de studenten die in het vorig studiejaar al bij Inholland stonden ingeschreven, maar een andere opleiding deden dan dat zij in het huidige studiejaar volgen.
Ontwikkeling instroom 2015 Op basis van het fotobestand “Bekostiging & Aanmelders PLUS” van december 2015 (met peildatum 1 oktober 2015), wordt een weergave van de nieuwe inschrijvingen per locatie gegeven. Het aantal nieuwe inschrijvingen (8.150) laat een afname zien van 14% ten aanzien van dezelfde criteria in 2014. Inschrijvingen per vestiging en nieuwe inschrijvingen
Per vestiging Inholland Alkmaar Amsterdam Delft Den Haag Diemen Dordrecht Groningen Haarlem Rotterdam Totaal Inholland Bachelors+Masters
Peildatum 1-10-2015 3.403 4.554 966 2.483 4.100 278 173 4.986 5.827 26.770
Peildatum 1-10-2014 3.568 4.483 995 2.767 4.463 301 168 5.496 6.416 28.657
Nieuwe inschrijvingen (incl. feb doorstroom) HBO - Ba september instroom HBO - Ba februari doorstroom HBO - Ma Totaal nieuwe inschrijvingen
Peildatum 1-10-2015 7.190 793 167 8.150
Peildatum 1-10-2014 8.622 722 101 9.445
Pagina 79 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
De totale populatie is gedaald met 6,6% naar een kleine 27.000 studenten. De instroomdaling in het verleden werkt in de hogere jaren door, terwijl het aantal nieuwe inschrijvingen verminderde (-13,7%). Belangrijkste oorzaken zijn de introductie van het nieuwe leenstelsel, de verhoogde vooropleidingseisen voor Pabostudenten (een van de grootste opleidingen binnen Inholland) en vermeerdering van fixusopleidingen. Per 1 februari 2015 zijn er meer studenten ingestroomd dan in het verleden. Zij konden nog studeren binnen het oude financieringssysteem dat per 1 september 2015 wijzigde in het leenstelsel. De februari doorstroom is als gevolg daarvan ook hoger dan vorig jaar. De masteropleidingen lieten groei zien, net als enkele domeinen met bacheloropleidingen in de technische en biomedische sector.
Kengetallen studiesucces In deze paragraaf worden enkele kengetallen rond het studiesucces van Inhollandstudenten nader uitgewerkt. De kengetallen zijn gedefinieerd volgens de prestatieafspraken, die zijn gemaakt met het ministerie in het kader van het Hoofdlijnenakkoord. De gegevens betreffen alleen voltijd bachelorstudenten, die met hun inschrijving bij hogeschool Inholland voor het eerst zijn begonnen met een opleiding in het hoger onderwijs. Definities kengetallen studiesucces en legenda 1. Instroom: Alle bekostigde voltijd bachelorstudenten, die in september van het aangegeven jaar voor het eerst stonden ingeschreven in het hoger onderwijs (debutanten ho) en wel bij hogeschool Inholland. 2. Cohort: het jaar waarin de student bij hogeschool Inholland is begonnen. 3. Uitvallers: Het aandeel van de instroom (1), dat na één jaar niet meer bij hogeschool Inholland staat ingeschreven. 4. Switchers: Het aandeel van de instroom (1), dat na één jaar studie staat ingeschreven bij een andere opleiding bij hogeschool Inholland. 5. Her-inschrijvers: Het aandeel van de instroom (1), dat zich na één jaar studie opnieuw inschrijft bij hogeschool Inholland. 6. Diplomarendement: Het aandeel van de her-inschrijvers (5) dat in de nominale studietijd + één jaar (C+1 = 5 jaar) bij hogeschool Inholland het bachelorsdiploma behaalt. 7. Bron: De gegevens zijn gebaseerd op het bronbestand 1cijferHO (DUO, februari 2016). 8. Afronding: De gepresenteerde gegevens zijn afgerond tot gehele getallen. Dit kan afrondingsverschillen opleveren. 9. Legenda bij de tabellen en grafieken: Domeinen van hogeschool Inholland. AFL: Agriculture, Food & Life Sciences; BFL: Business, Finance & Law; CB: Creative Business; GSW: Gezondheid, Sport & Welzijn; O&I: Onderwijs & Innovatie; TOI: Techniek, Ontwerpen & Informatica; VLK: Verloskunde.
Pagina 80 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Studiesucces: uitval, switch en diplomarendement Hogeschool Inholland wil betere prestaties op het gebied van studiesucces. Zo is het streven om de groep studenten, die zich voortijdig uitschrijft bij de opleiding (switch) of instelling (uitval) te verkleinen. Daarnaast is het doel een toename te realiseren van het aandeel studenten, dat binnen de gestelde tijd hogeschool Inholland met een diploma (rendement) verlaat. Figuur 1 geeft een overzicht van de ontwikkeling van deze drie indicatoren in de afgelopen jaren.
Figuur 1. Ontwikkeling studiesucces Inholland uitval na 1 jaar
70% 60%
switch na 1 jaar
50%
rendement na 5 jaar
40% 30% 20% 10% 0% 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 Cohort Bron: 1 cijferHO (DUO, feb. 2016 ); Op basis van voltijd bachelor debutanten in het hoger onderwijs.
Het diplomarendement veert op na een langere periode van daling en is licht gestegen ten opzichte van cohort 2009 (+3 procentpunten). Ruim 49% van de her-inschrijvers van cohort 2010 ontving een diploma na 4 jaar. Ook het aandeel studenten dat de instelling verliet na één jaar werd iets kleiner ten opzichte van cohort 2013 (-3 procentpunten). Het aandeel studenten dat binnen hogeschool Inholland wisselde tussen opleidingen (switch) bleef gelijk met 8% procent. Uitval en diplomarendement op domeinniveau Figuur 2 toont de ontwikkeling van het aandeel studenten dat de instelling na één jaar verlaat, uitgesplitst naar de zeven domeinen van Inholland.
Pagina 81 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Figuur 2. Ontwikkeling uitval uit de instelling na 1 jaar (domeinniveau) 2011
60%
2012
2013
2014
50% 40% 30% 20% 10% 0% AFL
BFL
CB
GSW
O&I
TOI
VLK
Bron: 1 cijferHO (DUO, feb. 2016 ); Op basis van voltijd bachelor debutanten in het hoger onderwijs.
Uit figuur 2 blijkt dat uitval bij vrijwel alle domeinen is gedaald, behalve bij TOI en Verloskunde. Het aandeel uitvallers van cohort 2014 is het hoogste is bij het domein O&I (44%).
Het diplomarendement is bij vrijwel alle domeinen gestegen ten opzichte van cohort 2009 (figuur 3). Alleen bij het domein Verloskunde is sprake van een daling tot 78%. Het rendement is het laagste bij het domein BFL (33%). Figuur 3. Ontwikkeling diplomarendement na 5 jaar (domeinniveau) 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
2007
AFL
BFL
CB
GSW
O&I
2008
2009
TOI
2010
VLK
Bron: 1 cijferHO (DUO, feb. 2016 ); Op basis van voltijd bachelor debutanten in het hoger onderwijs.
Uitval en diplomarendement gesplitst naar etniciteit, geslacht en vooropleiding In deze paragraaf worden uitval en diplomarendement in beeld gebracht aan de hand van verschillende studentkenmerken. Achtereenvolgens wordt gekeken naar etniciteit, geslacht en vooropleiding. De instromende populatie is volgens deze kenmerken als volgt verdeeld (tabel 1). Tabel 1. Samenstelling instroom hogeschool Inholland
Pagina 82 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Cohort
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
instroom 5567 5620 3400 3649 4379 4575 3621 man 41% 40% 41% 42% 41% 44% 46% vrouw 59% 60% 59% 58% 59% 56% 54% autochtoon 64% 63% 65% 68% 68% 68% 67% n-w allochtoon 27% 28% 25% 24% 24% 24% 25% w allochtoon 9% 9% 10% 8% 8% 8% 9% havo 49% 48% 51% 52% 52% 53% 53% vwo 6% 6% 5% 4% 4% 4% 4% mbo 37% 38% 32% 36% 36% 37% 34% buitenlands 5% 5% 6% 5% 5% 4% 5% overig 4% 3% 6% 2% 3% 2% 4% Bron: 1 cijferHO (DUO, feb. 2016 ); Op basis van voltijd bachelor debutanten in het hoger onderwijs.
In cohort 2015 is het aandeel mannen in de instroom verder gegroeid ten opzichte van de voorgaande cohorten tot 46%. Ook is het aandeel instromers met een mbo-vooropleiding iets gedaald (-3 procentpunten). Verder geen grote verschuiving in samenstelling van de instroom in de afgelopen 3 cohorten.
Etniciteit Figuur 4 laat de ontwikkeling zien van het aandeel studenten dat de instelling verlaat na het eerste jaar, gesplitst naar allochtonen en autochtonen.
Figuur 4. Ontwikkeling uitval uit de instelling na 1 jaar (etniciteit ) 60%
autochtoon
50% niet-westerse allochtoon
40% 30%
westerse allochtoon
20% 10% 0% 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014 Cohort
Bron: 1 cijferHO (DUO, feb. 2016 ); Op basis van voltijd bachelor debutanten in het hoger onderwijs. hoger onderwijs.
Zowel onder niet-westerse allochtonen en autochtonen daalde de uitval met 3 procentpunten. Opvallend is dat uitval onder westerse allochtonen niet is afgenomen. Het aandeel van deze groep in de totale instroompopulatie is echter beperkt (9%).
Pagina 83 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Bijna de helft van alle niet-westers allochtone debutanten heeft de instelling na 1 jaar verlaten. Verder is de kloof tussen niet-westerse allochtonen en autochtonen ten opzichte van cohort 2013 verder toegenomen tot 15 procentpunten. Het diplomarendement is onder alle getoonde groepen gestegen ten opzichte van het voorgaande cohort (figuur 5). Onder westerse allochtonen is de stijging aanzienlijk (+10 procentpunten), maar het betreft een beperkte groep. Van cohort 2010 ontving slechts een kwart van de niet-westers allochtonen binnen de gestelde tijd een diploma bij hogeschool Inholland. De rendementskloof tussen niet-westerse allochtonen en autochtonen bedraagt 32 procentpunten in cohort 2010. Figuur 5. Ontwikkeling diplomarendement na 5 jaar (etniciteit) 80%
autochtoon
60%
niet-westerse allochtoon
40%
westerse allochtoon
20% 0% 2005
2006
2007
2008
2009
2010Cohort
Bron: 1 cijferHO (DUO, feb. 2016 ); Op basis van voltijd bachelor debutanten in het hoger onderwijs.
Geslacht Vrouwen hebben in de afgelopen jaren consistent beter gepresteerd dan mannen op de indicatoren uitval en diplomarendement. Figuur 6 geeft de ontwikkeling van uitval uit de instelling na 1 jaar, gesplitst naar geslacht.
Figuur 6. Ontwikkeling uitval uit de instelling na 1 jaar (geslacht) 50%
Man
40%
Vrouw
30% 20% 10% 0% 2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Cohort Cohort
Bron: 1 cijferHO (DUO, feb. 2016 ); Op basis van voltijd bachelor debutanten in het hoger onderwijs.
Uitval daalde voor beide groepen met 3 procentpunten ten opzichte van cohort 2013. De kloof tussen mannen en vrouwen is vrij stabiel (9 procentpunten).
Pagina 84 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Ook het verschil in diplomarendement onder vrouwen en mannen is aanzienlijk. Het aandeel vrouwen dat een diploma haalde (56%) ligt 17 procentpunten hoger dan het aandeel mannen (39%) in cohort 2010 (figuur 7). Het rendement onder mannen steeg iets meer dan onder vrouwen (resp. 4- en 2procentpunten) ten opzichte van cohort 2009. Hiermee is ook de rendementskloof tussen de geslachten weer iets kleiner geworden. Figuur 7. Ontwikkeling diplomarendement na 5 jaar (geslacht)
Man
80% Vrouw
60% 40% 20% 0% 2005
2006
2007
2008
2009
Cohort
2010
Bron: 1 cijferHO (DUO, feb. 2016 ); Op basis van voltijd bachelor debutanten in het hoger onderwijs.
Vooropleiding De vooropleiding van de studenten, die bij hogeschool Inholland instromen is divers. Naast de reguliere vooropleidingen worden ook studenten met diverse buitenlandse vooropleidingen toegelaten. Ten opzichte van cohort 2013 is het aandeel uitvallers met zowel een havo- als mbovooropleiding afgenomen (figuur 8). De kloof tussen havo en mbo werd kleiner en bedraagt 7 procentpunten voor cohort 2014. Uitval onder de vwo-groep nam toe, maar is nog steeds aanmerkelijk lager dan bij de overige groepen.
Pagina 85 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Figuur 8. Ontwikkeling uitval uit de instelling na 1 jaar (vooropleiding) 60%
2011
50%
2012
40%
2013
30%
2014
20% 10% 0%
havo
vwo
mbo
buit dip
overig
Bron: 1 cijferHO (DUO, feb. 2016 ); Op basis van voltijd bachelor debutanten in het hoger onderwijs.
Het diplomarendement onder de groep studenten met een vwo- havo- of mbo-vooropleiding is hoger dan onder de overige groepen (figuur 9). Opvallend is dat er in cohort 2010 een rendementskloof is ontstaan tussen havo en mbo. Het rendement onder de groep met een havo-vooropleiding is gestegen met 6 procentpunten, ten opzichte van cohort 2009. Figuur 9. Ontwikkeling diplomarendement na 5 jaar (vooropleiding) havo
80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
vwo mbo buit dip overig
2005
2006
2007
2008
2009
2010
Cohort
Bron: 1 cijferHO (DUO, feb. 2016 ); Op basis van voltijd bachelor debutanten in het hoger onderwijs.
Pagina 86 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
3.11 Holding Inholland B.V.
Werkelijk 2015
Werkelijk 2014
1.109 7.201
1.174 5.572
14.448 -66
13.061 -290
Eigen vermogen Balans totaal Totale omzet Resultaat
Alle private activiteiten van Hogeschool Inholland zijn ondergebracht in de Holding Inholland B.V. Holding Inholland B.V.;
Richt zich op – niet door het rijk bekostigde – activiteiten en speelt een rol op de markt van contractonderwijs
Heeft een private functie en beschikt over eigen, private middelen
Is ondernemend en innovatief, speelt in op ontwikkelingen in de markt en benut c.q. verbindt de beschikbare kennis intern en extern
Is maatschappelijk betrokken en speelt flexibel in op actuele ontwikkelingen in de samenleving en vertaalt deze naar activiteiten
Versterkt de relatie met beroepenveld van Inholland
Richt zich op het professionaliseren van Inholland medewerkers
Richt zich op het aanbieden van Life Long Learning voor studenten van Inholland
Holding Inholland B.V. bestaat uit verschillende werkmaatschappijen, die ieder hun eigen strategie hebben om de uiteindelijke doelstellingen van de Holding te behalen.
De kosten van de hogeschool worden bij de Holding tegen integrale kostprijzen in rekening gebracht. 2015 Holding Inholland B.V. heeft in 2015 haar kosten zo laag mogelijk gehouden en waar mogelijk verder bezuinigd. De omzet van de Holding is in 2015 met €1,4 mln. gestegen ten opzichte van 2014. Deze stijging is vooral terug te brengen naar een stijging in omzet bij HBO Services. De omzet van Inholland Academy is nagenoeg gelijk aan 2014. De overige werkmaatschappijen zijn qua omzet te verwaarlozen.
Pagina 87 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
3.12 Stichting Samenwerkingsinstituut Verloskunde Amsterdam Groningen Per 1 september 2008 is de stichting Samenwerkingsinstituut Verloskunde Amsterdam Groningen (AVAG) opgericht. AVAG verzorgt het onderwijs en onderzoekt de komende jaren de mogelijkheden tot academisering van het curriculum. VUmc, Stichting KVV en Inholland nemen deel in het AVAG. Inholland beschikt niet over overwegende zeggenschap. Inholland ontvangt de bekostiging en is als zodanig het formele aanspreekpunt voor Ministerie van OCW (zie het Onderwijsprotocol en de Richtlijn Jaarverslag). Verder is Inholland de formele licentiehouder en in die rol aanspreekpunt voor de NVAO als het gaat om accreditatie. Verantwoording aan ministerie van OCW en NVAO loopt formeel via Inholland, bijvoorbeeld via het jaarverslag. Voor verdere informatie wordt verwezen naar paragraaf 3.14.
3.13 Treasurybeleid Hogeschool Inholland is een organisatie met taken die voornamelijk met publieke gelden worden gefinancierd. De treasury-activiteiten liggen in het verlengde hiervan, wat betekent dat de insteek van deze activiteiten is om te voorzien in financieringsmiddelen op korte en lange termijn, waarbij de risico’s van rente- en valutaschommelingen zoveel mogelijk worden beperkt. Het treasurystatuut geeft richting aan en randvoorwaarden voor de uitoefening van de treasurytaken. In het treasurystatuut zijn de uitgangspunten, de financiële- en organisatorische kaders en de doeleinden voor genoemde taken vastgelegd. Het treasurystatuut is mede gebaseerd op de aanschrijvingen van de minister van OCW “Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek” (kenmerk: FVE 2001/57965N) van 13 juli 2001, aangevuld door de Regeling van de Minister van OCW “Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010” (kenmerk: FEZ/CC/150185) van 16 september 2009.
Uitgaande van het treasurystatuut wordt in het treasuryplan op jaarbasis de beoogde realisatie van de treasurytaken beschreven. In 2015 is binnen de kaders van het treasurystatuut frequent overleg gevoerd tussen het College van Bestuur en de treasurer. De effecten vanuit de mogelijkheden binnen de financiële markten met betrekking tot de credit gelden van de organisatie, de financiering van huisvestingsplannen en de gevolgen van de dalende instroom in samenhang met de gevolgen van het leenstelsel, alsmede het stabiel houden van de investeringen in de onderwijsfaciliteiten en het renterisico zijn de belangrijkste thema’s geweest.
Pagina 88 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
De opbouw van de bestaande financiering sluit aan op het te verwachten verloop van de meerjaren liquiditeitsplanning. Daarbij mag uit oogpunt van risicospreiding maximaal 15% van de financieringsinstrumenten in enig jaar vervallen.
In het afgelopen kalenderjaar is geheel conform deze uitgangspunten gehandeld. In het kader van de renterisico’s heeft de hogeschool een aantal producten afgesloten, waardoor structurele renterisico’s tot en met 2013 voor ruim 50% waren afgedekt. In 2014 ligt dit percentage net boven 30%, terwijl het percentage voor 2015 onder de 30% is gedaald.
Aangezien de invulling van de huisvestingssituatie een belangrijk onderdeel is binnen de lange termijn financieringsbehoefte, heeft de concretisering van de plannen in de regio Groot Amsterdam invloed op deze financieringsbehoefte. Hoewel in 2015 stappen zijn gemaakt met betrekking tot de plannen voor de regio Groot Amsterdam, zijn deze nog niet dusdanige concreet dat de totale financieringsbehoefte bekend is. De beheersing van het lange termijn renterisico hebben wij gekoppeld aan het vraagstuk de totale financieringsbehoefte .
Op de korte termijn is de rentestand ruim onder de gehanteerde rekenrente. Hogeschool Inholland heeft geen contractuele verplichtingen tot kasstortingen met de banken ter garantstelling bij negatieve waardes. De beleggingen hebben in 2015 bestaan uit het beheer van positief saldo via een direct opvraagbare spaarrekening bij de Rabobank.
Op balansdatum 31 december 2015 bedroeg de solvabiliteitsmarge 45,0% en is daarmee boven de doelstelling van het Ministerie van OCW van 30% en boven de solvabiliteitseis van de banken.
Debt service coverage ratio
2015
Debt service coverage ratio Rabobank Debt service coverage ratio BNG
realisatie
norm
3,2 3,2
1,6 1,2
De debt service coverage ratio Rabobank wordt berekend door de operationele cashflow te delen door de jaarlijkse rentelasten plus jaarlijkse aflossingsverplichtingen plus jaarlijkse leaseverplichtingen. Met operationele cashflow wordt bedoeld het geconsolideerde nettoresultaat plus/min bijzondere lasten, jaarlijkse rentelasten/baten vermeerderd met
Pagina 89 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
leaseverplichtingen, afschrijvingen en dotatie voorzieningen verminderd met vrijval voorzieningen, resultaat deelnemingen verminderd met positief rentederivaat vermeerderd met negatief resultaat derivaat.
De debt service coverage ratio BNG wordt berekend door de EBITDA van het afgesloten boekjaar te delen door jaarlijkse bruto rentelasten plus aflossingen in het afgesloten boekjaar. Met EBITDA wordt bedoeld de nettowinst voor belastingen, gecorrigeerd voor het netto resultaat van de rentebaten en rentelasten, het netto buitengewoon resultaat, het netto resultaat uit deelnemingen, het netto resultaat uit hoofde van operational lease, de netto mutatie van de post voorzieningen en de afschrijvingen en afwaarderingen op de vaste activa. De ratio’s komen boven de door de banken gehanteerde normen uit. Dit betekent dat hogeschool Inholland een cashflow heeft die ruimschoots voldoet om aan de door de banken gestelde financieringsverplichtingen (aflossingen en rentebetalingen) te kunnen voldoen. Het risico op het niet kunnen voldoen aan deze financieringsverplichtingen is daarmee nihil.
3.14 Notitie Helderheid
Uitbesteding van onderwijs aan bekostigde hogeschool In 2015 heeft geen uitbesteding van onderwijs aan bekostigde hogeschool plaatsgevonden.
Uitbesteding van onderwijs aan een private entiteit Stichting Samenwerkingsinstituut Verloskunde Amsterdam Groningen Per 1 september 2008 is de stichting Samenwerkingsinstituut Verloskunde Amsterdam Groningen (AVAG) opgericht. AVAG verzorgt het onderwijs en onderzoekt de komende jaren de mogelijkheden tot academisering van het curriculum. VUmc, Stichting KVV en Inholland nemen deel in AVAG. Inholland beschikt niet over overwegende zeggenschap.
Inholland ontvangt de bekostiging en is als zodanig het formele aanspreekpunt voor het Ministerie van OCW (zie het Onderwijsprotocol en de Richtlijn Jaarverslag). Verder is Inholland de formele licentiehouder en in die rol aanspreekpunt voor de NVAO als het gaat om
Pagina 90 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
accreditatie. Verantwoording aan het Ministerie van OCW en NVAO loopt formeel via Inholland, bijvoorbeeld via het jaarverslag.
De Rijksbijdrage en collegegelden worden ontvangen bij Inholland en zijn als zodanig verwerkt in de baten. Het personeel (deel van) is in dienst van Inholland. De kosten zijn verantwoord onder de loonkosten. Het saldo wordt verrekend met AVAG. In de exploitatie van Inholland is dit saldo resultaatneutraal verantwoord.
Werkelijk
Werkelijk
2015
2014
3 Baten 3.1 Rijksbijdragen OC&W 3.3 Collegegelden
8.586 822
8.265 772
Totaal baten
9.408
9.037
4 Lasten 4.1 Personele lasten 4.4 Overige instellingslasten
4.174 149
4.157 123
Totaal lasten
4.323
4.280
Te verrekenen met SI KVV
5.085
4.757
Eigen personeel in het onderwijs 69 medewerkers van Inholland volgen een opleiding bij Inholland, waarbij de opleiding wordt gefinancierd door Inholland.
Uitwisselingsovereenkomsten buitenlandse instellingen Hogeschool Inholland heeft in het collegejaar 2014 – 2015 met 227 buitenlandse partnerinstellingen bilaterale samenwerkingsovereenkomsten gekend. In het betreffende collegejaar hebben 232 buitenlandse studenten bij Inholland les gevolgd. Daarnaast hebben 391 studenten les gevolgd aan een van de buitenlandse partnerinstellingen.
Pagina 91 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Scheiding publiek en privaat onderwijs Inholland heeft middels de inrichting van een Holding B.V. de scheiding tussen publiek en privaat vormgegeven. In de jaarrekening van de Stichting zijn zowel de enkelvoudige cijfers (zonder privaat) en de geconsolideerde cijfers (publiek en privaat) opgenomen. Inholland heeft geen onderwijsprogramma’s uitbesteed aan private organisaties.
Corporate Governance De regels met betrekking tot corporate governance van Inholland zijn neergelegd in de statuten van de Stichting Hoger Onderwijs Nederland, het bestuursreglement en het huishoudelijk reglement van de Raad van Toezicht (code of conduct corporate governance). Inholland past tevens de branchecode Governance van de Vereniging Hogescholen toe.
Maatwerktrajecten Inholland heeft met de volgende bedrijven maatwerktrajecten afgesloten. Het aantal daarbij betrokken studenten in het collegejaar 2015 - 2016 en 2014 - 2015 is vermeld.
Naam bedrijf
Naam opleiding
Albert Heijn Watson Kruidvat C&A C1000 Jumbo Karwei Slagerij J.J.W. van Schip Vomar Weernekers Supermarkten
Small Business and Retail Management Small Business and Retail Management Small Business and Retail Management Small Business and Retail Management Small Business and Retail Management Small Business and Retail Management Small Business and Retail Management Small Business and Retail Management Small Business and Retail Management
Totaal
Aantal studenten 2015 - 2016
Aantal studenten 2014 - 2015
3 0 0 0 0 0 1 0 0
8 1 1 1 0 0 1 0 0
4
12
Pagina 92 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
3.15 Tot slot Deze jaarrekening is vastgesteld door het College van Bestuur in haar vergadering van 10 maart 2016 en goedgekeurd door de Raad van Toezicht in haar vergadering van 29 juni 2016.
College van Bestuur Inholland
Mw. drs. G.M.C. de Ranitz, voorzitter
Drs. H. de Deugd, lid
Dr. M.J.W.T. Nollen, lid
Pagina 93 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
4.
Prestatieafspraken
4.1
Inleiding
In 2012 heeft Hogeschool Inholland prestatieafspraken afgesloten met de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Deze prestatieafspraken zijn tot stand gekomen binnen de context van de strategische agenda van de Staatsecretaris en het hoofdlijnenakkoord dat de Vereniging Hogescholen met de Staatssecretaris heeft afgesloten. De prestatieafspraken zijn afgesloten voor de periode tot en met 31 december 2015. In de jaarverslagen van 2013 en 2014 is tussentijds verantwoording afgelegd over de voortgang en realisatie. Bovendien heeft in 2014 een midtermreview plaatsgevonden. In deze eindverantwoording wordt ingegaan op de geformuleerde ambities, de ingezette maatregelen, de bereikte resultaten en de daarbij afgesproken indicatoren. De aan de prestatieafspraak verbonden doelstelling van sterkere profilering van hogescholen sloot aan bij de door Inholland geformuleerde strategische doelen die de hogeschool in december 2011 in het strategisch programma ‘Presteren in Verbinding’ heeft geformuleerd. Dit strategisch programma was opgesteld om de hogeschool in een periode van grote onrust en spanning nieuwe koers en richting te geven. De prestatieafspraken zoals geformuleerd in het beleidsdocument ‘Presteren in verbinding’ zijn tot stand gekomen op basis van voorstellen van de domeinen van de hogeschool. De uitwerking van de prestatieafspraken heeft eveneens in belangrijke mate binnen de domeinen plaatsgevonden, mede op basis van de door de domeinen opgestelde jaarplannen. Samenvattend kan worden gesteld dat de hogeschool de prestatieafspraken in belangrijke mate heeft gerealiseerd. Tegelijkertijd moet worden onderkend dat resultaten op het gebied van studiesucces achterblijven bij de in de prestatieafspraken geformuleerde ambities. Hieraan wordt in paragraaf 2 nader aandacht besteed. De verantwoording is opgebouwd uit twee delen. In paragraaf 4.2 wordt nader ingegaan op de prestatieafspraken onderwijs. In paragraaf 4.3 wordt nader ingegaan op realisatie van de afspraken met betrekking tot de inhoudelijke hoofdthema’s van de hogeschool en onderzoek en valorisatie.
Pagina 94 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
4.2
Prestatieafspraak Onderwijs
4.2.1 Onderwijsportfolio en – differentiatie Afspraak In het kader van het opstellen van het strategisch programma van de hogeschool in 2011 is onderkend dat Inholland in de loop van de jaren een te breed bachelorportfolio had opgebouwd dat soms te smalle of te specifieke opleidingen bevatte. In de prestatieafspraak is reeds melding gemaakt van de besluitvorming tot afbouw van een tiental opleidingen. Daarnaast is de ambitie geformuleerd om te komen tot bredere bachelorprogramma’s, de concentratie van internationale opleidingen en het versterken van de partnerships met ROC’s. Nieuwe AD’s zullen worden aangeboden in samenwerking met een ROC-partner. De bredere bachelorprogramma’s zullen aansluiten bij de sectorplannen zoals die zijn, dan wel worden, opgesteld voor het agrarisch onderwijs, de techniek en de economische sector, waarbij wordt gestreefd naar minder - en bredere- bacheloropleidingen.
Realisatie en toelichting Onderstaand overzicht geeft aan welke aanpassingen er de afgelopen 4 jaar zijn doorgevoerd in het bachelor- en Ad-portfolio.
Kader: overzicht portfolio mutaties Bachelors en Associate Degrees (stand van zaken 2015) Domein Agri, Food & Life Science: - Samenvoeging negen opleidingen in vier brede bachelors - Positieve doelmatigheidstoets AD Tuinbouwmanagement in Delft in samenwerking met ROC Onderwijsgroep Lentiz. Domein Techniek, Ontwerpen en Informatica: - Conversie van Bouwmanagement en Vastgoed naar differentiaties van een bredere stamopleiding; de opleidingen Elektrotechniek, Luchtvaarttechnologie, Technische Bedrijfskunde, Toegepaste Wiskunde, Bouwkunde, Civiele Techniek, Informatica en Technische Informatica zijn aangemerkt als brede stamopleidingen - Opheffing van de opleidingen Human Technology, Medisch Ingenieur, Business Engineering, AD Bouwkunde - Positieve doelmatigheidstoets AD IT Servicemanagement in Diemen in samenwerking met ROC van Amsterdam. Domein Business, Finance & Law: - Afbouw Commerciële Economie, Small Business and Retailmanagement, Human Resources Management, Financial Services Management, Logistiek en Economie en Bedrijfskunde MER in verband met planningsneutrale conversie en start brede bachelor Business Studies - Overdracht AD Accountancy naar Hogeschool Rotterdam - Positieve doelmatigheidstoets AD Business Studies Logistiek in Haarlem in
Pagina 95 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
samenwerking met ROC van Amsterdam. Domein Creative Business: - Start opleiding International Business and Innovation Studies; beëindiging van de opleiding IBMS en geleidelijke afbouw van de internationale varianten van de opleidingen Media & Entertainment Management, Communicatie, Vrijetijdsmanagement, Hoger Toeristisch en Recreatief Onderwijs en Commerciële Economie - Overdracht AD Crossmediale Communicatie naar Hogeschool Rotterdam - Overdracht IBMS-Rotterdam naar Hogeschool Rotterdam. Domein Gezondheid, Sport en Welzijn: Afbouw opleiding Management in de Zorg - Afbouw enkele varianten van Social Work opleidingen op een aantal locaties - Afbouw AD-programma’s in regio Amsterdam. Domein Onderwijs & Innovatie: - Afbouw AD-programma’s in de regio Amsterdam - Afbouw opleiding IMAM en Godsdienst Pastoraal Werk - Overdracht van de PABO van Hogeschool Rotterdam naar Inholland te Dordrecht. In 2013 hebben de Hogeschool Inholland en de Hogeschool Rotterdam vanuit het oogpunt van samenwerking en een doelmatige inzet van middelen afspraken gemaakt over het opleidingenaanbod in de regio Dordrecht – Rotterdam. Daarmee is ook de profilering van beide hogescholen in deze regio versterkt. Naast de samenwerking met betrekking tot nieuwe AD’s, zoals de AD Tuinbouwmanagement, de AD IT Servicemanagement en de AD Business Studies Logistiek, heeft de versterking van de partnerships met ROC’s vorm gekregen via: -
het Regionaal convenant mbo-hbo Noord-Holland/Flevoland (2014), getekend door de bestuurders van álle mbo- en hbo-instellingen in deze regio. De partijen stellen zich tot doel de overstap mbo-hbo op basis van actuele ontwikkelingen te optimaliseren en zodanig vorm te geven dat de student de hbo-opleiding kiest die bij hem past en die hem een gerede kans geeft om de opleiding succesvol af te ronden
-
het instellen van een werkgroep door het samenwerkingsverband van roc’s, hbo-instellingen en universiteiten in Rotterdam, die álle gezamenlijke activiteiten organiseert, waaronder de intensivering van de samenwerking met de verschillende leerwerkbedrijven, de gezamenlijke presentatie naar het bedrijfsleven en lokale overheid en het project Global Entrepreneurship. Kennis wordt in deze groep gedeeld op het gebied van ondernemerschapsonderwijs in de curricula
-
het juridische mbo-hbo traject in Rotterdam, met ingang van 2014 een volwaardig samenwerkingsverband van het cluster Recht van Inholland Rotterdam met ROC Albeda, Rotterdam Weena. Vernieuwend aan dit traject is dat kandidaten niet alleen de mogelijkheid hebben een volledig vak op hbo niveau te volgen, zij kunnen ook examen doen in het
Pagina 96 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
betreffende vak (vrijwillige keuze) en bij voortzetting van de studie hbo-recht kunnen zij hiervoor een vrijstelling aanvragen.
Tabel: indicator aantal actieve bacheloropleidingen Bachelors (voltijd) actief
2011-2012 89
2012-2013 2013-2014 85 83
2015-2016 74
% mutatie -17%
Vooruitblik In het instellingsplan ‘Durf te leren’ (december 2015) is de noodzaak van verdergaande differentiatie benadrukt met het oog op een meer doelgroepgerichte benadering van het onderwijs en de behoefte aan ‘een leven lang leren’. De deeltijdopleidingen vormen bij flexibilisering een speerpunt. De aangevraagde en in januari 2016 gehonoreerde aanvragen in het kader van de pilot flexibilisering vormen daar een uitdrukking van. Differentiatie komt ook naar voren in voorgenomen mastersopleidingen die aansluiten bij de profilerende thema’s van de hogeschool. Bijvoorbeeld de master in het domein Creative Business die ontwikkeld wordt met London South bank University. De verbreding van bacheloropleidingen zal zich naar verwachting voortzetten ten aanzien van de opleidingen SPH, CMV en MW naar de vorming van een bacheloropleiding Social Work.
4.2.2
Docent/studentratio
Afspraak Het verbeteren van de docent/student ratio is als doelstelling opgenomen in de prestatieafspraken. Beoogd was een verbetering met 7,5 %: van een ratio van 1:27,0 naar een ratio van 1:25,0.
Realisatie en toelichting Geconstateerd kan worden dat de beoogde verbetering van de docent/studentratio daadwerkelijk is gerealiseerd. De verbetering heeft plaats gevonden ondanks de toename van het aandeel onbekostigde studenten in de Inholland-populatie.
Pagina 97 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Tabel: indicatordocent/student ratio Dec 11 31.577 1.173 1 : 26,9
Studenten FTE OP Ratio staf:studenten
Dec 12 29.571 1.097 1 : 26,9
Dec 13 30.242 1.054 1 : 28,7
Dec 14*) 28.574 1.089 1:26,2
Dec 15 26.677 1.114 1:24,0
*) De cijfers dec 2014 zijn opnieuw bepaald en wijken daardoor af van de cijfers uit het jaarverslag 2014. 4.2.3
Studiesucces
Context Studiesucces is in het kader van de prestatieafspraken, aansluitend op het strategisch programma van de hogeschool, geduid als een kernthema van de hogeschool. Daarbij is opgemerkt dat het vergroten van studiesucces een complexe opgave is, vanwege factoren die deels buiten de invloedssfeer van de hogeschool vallen, het opereren in de specifieke context van een Randstedelijke hogeschool en het zogenaamde trilemma: het spanningsveld tussen toegankelijkheid, kwaliteit en studiesucces. Ten aanzien van het rendement is geconstateerd dat het rendement – zowel in het hoger beroepsonderwijs in het algemeen als bij Inholland een dalende tendens liet zien. De norm voor het hbo-niveau is in de afgelopen jaren onmiskenbaar verhoogd. De commissie Dunnewijk2 heeft in 2011 een beoordelingskader voor het eindniveau van hbo-bachelors geformuleerd. Deze nieuwe normstelling heeft grote gevolgen gehad, voor het hbo in het algemeen en voor Inholland in het bijzonder. Het trilemma zoals dat eerder was geformuleerd is daarmee steeds manifester geworden. Inholland heeft daarbij expliciet gekozen voor kwaliteit en de focus gelegd op kwaliteitsverhoging van de opleidingen. Realisatie en toelichting Tabel: indicatoren studiesucces3 Indicator Uitval Switch Rendement
2 3
Nulmeting Stand van Stand van zaken 2013 zaken 2014 33,5 % 33,2 % 39,3 % 6,9 % 8,3 % 8,0 % 60,6 % 54,3 % 46,6 %
Stand van zaken 2015 36,5 % 7,9 % 49, 4 %
Ambitie 33,5 % 6,9 % 61,6 %
Rapport van bevindingen NVAO-commissie Onderzoek Hogeschool Inholland, 26 april 2011 Bron: DUO Pagina 98 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
De cijfers laten zien dat de hogeschool als geheel de gestelde ambities op de drie studiesucces indicatoren niet behaald heeft. Voor uitval en switch is het resultaat respectievelijk 3 en 1 procentpunt boven de ambities uit de prestatieafspraken, voor rendement is het resultaat 12,2 procentpunt lager dan de prestatieafspraken. Wel is op elke indicator in het laatste jaar een (duidelijke) verbetering te zien.
Aanpak studiesucces De prestatieafspraken zijn uitgewerkt in plannen van aanpak op domeinniveau, aansluitend bij de domeinspecifieke situatie, zowel naar problematiek als naar de passendheid van maatregelen (zie kader). Daarnaast heeft de hogeschool op centraal niveau de bevordering van studiesucces op verschillende manieren gefaciliteerd:
Op instellingsniveau is een zgn. menukaart opgesteld waarin mogelijke maatregelen gericht op studiesucces zijn opgenomen. Deze menukaart is door de domeinen benut voor het nemen van op het domein toegesneden maatregelen.
Een aantal instrumenten voor monitoring is ontwikkeld. De struikelvakkenmonitor/toetsmonitor geeft inzicht in welke vakken een belemmering vormen voor de studievoortgang van studenten. De studentenmonitor geeft ‘real time’ inzicht in de studievoorgang van studenten al dan niet op het niveau van groepen. Op basis van deze informatie zijn binnen de domeinen concrete maatregelen genomen. Ook is deze informatie benut in de reguliere plan- en controlcyclus. Tevens is een SLB-afsprakentool ontwikkeld die continuïteit in het studieloopbaantraject ondersteunt.
Inholland heeft de norm voor het bindend studieadvies met ingang van 2013/2014 verhoogd van 45 naar 50 EC en een kwalitatieve eis voor het bindend studieadvies ingevoerd. Oogmerk is het stimuleren van studenten tot het leveren van prestaties en het verminderen van studieachterstand bij de start van het tweede jaar. Daarbij is onderkend dat deze maatregel de uitval in het eerste jaar kan versterken; prioriteit is evenwel gegeven aan de kwaliteit: het verhogen van de lat zowel in prestaties als in studiegedrag.
In lijn met de landelijke regelgeving heeft Inholland in 2014 de Studiekeuzecheck hogeschoolbreed ingevoerd. De Studiekeuzecheck (SKC) is een instrument om de student tijdig te kunnen adviseren of de door hem gemaakt studiekeuze bij hem past. Voor de invoering van de SKC was de wettelijke invoering van de aanmelddatum van 1 mei een vereiste. Dit is pas in 2014 gerealiseerd. Inholland heeft gekozen voor een intensieve SKC: de student komt 2 dagdelen naar de opleiding om te beoordelen of de gekozen studie voor
Pagina 99 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
hem of haar de juiste is. Met de recente daling van de uitval in het eerste jaar (- 1,5 %) lijkt de invoering van de SKC effect te sorteren.
Inholland heeft de afgelopen periode een zwaar accent gelegd op het terugdringen van het aantal langstudeerders. Dat was noodzakelijk vanwege de sterke groei van het aantal langstudeerders als gevolg van de verhoging van het eindniveau. Het aantal langstudeerders bedroeg per 1-10-2014 27% van het aantal studenten. In 2015 was dat afgenomen tot 24%. Inholland ziet het als zijn maatschappelijke opdracht om deze studenten perspectief te geven. De domeinen hebben in de afgelopen studiejaren succesvol activiteiten uitgevoerd om langstuderen te voorkomen en het stuwmeer van langstudeerders te reduceren. Op instellingsniveau is een programma Lang Studeren opgestart om ervaringen te delen, kennis te ontwikkelen, te faciliteren en regie te voeren over het totaal. De aanpak van langstudeerders heeft ook kennis opgeleverd voor een effectievere aanpak in de eerste vier jaren van de studie. Het betreft met name een doelgroepgerichte, situatiegebonden en consistente vorm van begeleiding, die gekenmerkt wordt door een combinatie van binding en een zakelijke benadering.
In het G5-verband heeft Inholland samengewerkt met de hogeschool Utrecht, Hogeschool Rotterdam, Haagse Hogeschool, Hogeschool Leiden en de Hogeschool van Amsterdam gericht op kennisdeling en afstemming op het gebied van studiesucces. Er is onderzoek opgestart en uitgevoerd naar verklaringen voor studiesucces en onderbouwing van beleid (zie kader). Dit onderzoek is uitgevoerd door het G5-onderzoeksteam. Daarnaast heeft Inholland een Inhollandbrede onderzoeksgroep ingesteld voor het bevorderen van studiesucces door kwalitatieve verbetering van het onderwijs en duurzame didactische innovatie. Bovendien is een lector studiesucces aangesteld.
Kader: maatregelen studiesucces; voorbeelden vanuit domeinen -
2e jaars buddies voor eerstejaarsklassen Herijking SLB-programma BSA-waarschuwingsgesprekken Zomerbegeleiding voor afstudeerders Summerschool op gebied van taal en rekenen Agenderen en bespreken studievoortgang en studievertraging in de teams Versterken oriëntatie op studie en beroep en Instituutspracticum Aansluiting met mbo: maatjesproject, doorstroommodules Summerschool voor studenten met een achterstand op wiskunde B. Versterking selecterend karakter propedeuse Analyse struikelvakken en aanpassing curricula Herijking inzet van drempels/ stoplichten in de curricula Versterking persoonlijke begeleiding van de student Inzet dashboard en ontwikkeling cijferbewustzijn
Pagina 100 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Onderzoek Studiesucces in de G5
De onderzoeksgroep van de G5-hogescholen heeft in de periode tot november 2015 drie doelgroepenstudies uitgevoerd. Gekeken is naar het studiesucces van zogeheten ‘late switchers’, de groeiende groep langstudeerders in het hbo en het studiesucces van studenten gerelateerd aan de sociaal-economische status van hun ouders/verzorgers. Uit de studies komt naar voren dat op de Randstadhogescholen dezelfde factoren een rol spelen bij studiesucces als bij andere hogescholen, maar dat er wel sprake is van een Randstadeffect. In die zin dat factoren die negatief samenhangen met studiesucces vaker voorkomen bij de G5hogescholen. Uit de onderzoeken blijkt dat de heterogeniteit van de studentenpopulatie een belangrijke rol speelt. De veranderende samenstelling van de bevolking in de Randstad is zichtbaar in toegenomen diversiteit van de studentengroepen. De diversiteit in de klas uit zich niet alleen in verschillen in vooropleiding of etniciteit, maar ook verschillen in leeftijd4. De komende tijd zal de G5 onderzoeksgroep zich vooral richten op kwalitatief onderzoek naar succesvolle praktijkvoorbeelden om te bepalen ‘what works’. Voor Inholland geldt specifiek dat het aandeel mbo’ers in de instroom groter is dan bij de andere G5 hogescholen, en het aandeel instroom vanuit het vo kleiner. Bovendien in de instroom in de sector economie en de sociale sector relatief groot. Er is dus sprake van een oververtegenwoordiging van risicogroepen. De risicogroepen t.a.v. etniciteit zijn in de Inhollandvestigingen Rotterdam, Den Haag en Diemen ook oververtegenwoordigd. Voor Inholland geldt bovendien dat het aantal – deels onbekostigde - switchers vanuit andere instellingen relatief groot is. Uit ervaring blijkt dat dit de diversiteit ‘in de klas’ vergroot – en gerichte begeleiding vraagt.
De inspanningen die Inholland doet om de trendmatige ontwikkeling van de indicatoren te keren lijken in het aflopen jaar effect te sorteren. Voor rendement is er sprake van een stijging van cohort 2010 in vergelijking met cohort 2009 van 46% naar 49%. Bij de uitval is er, ten opzicht van 2014, sprake van een lichte daling (1,5%). Ook de indicator switch vertoont een lichte daling. De dalende trend ten aanzien van het studiesucces in de eerste jaren van de looptijd van de prestatieafspraken hangt in belangrijke mate samen met de niveauverhoging in het hbo. De trendbreuk in het afgelopen jaar indiceert dat de genomen maatregelen effect sorteren. 4
G5 onderzoeksteam, Studiesucces in de G5. Opbrengsten studiesucces onderzoek door zes Randstadhogescholen, 2015 Pagina 101 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Geconstateerd kan worden dat in het verlengde van het strategisch programma van de hogeschool en de gemaakte prestatieafspraken binnen de hogeschool in de afgelopen jaren een grote inzet is getoond om het studiesucces te vergroten. Bovendien zijn we tijdens de looptijd van de prestatieafspraken geconfronteerd met gewijzigde omstandigheden en de impact daarvan en hebben opgedane ervaringen geleid tot aanpassing in de wijze waarop Inholland de problematiek van studiesucces benadert. Dit wordt hieronder toegelicht. Zoals hiervoor al is aangegeven is binnen het hbo een grote druk komen te staan op het trilemma tussen toegankelijkheid, kwaliteit en studiesucces. Voor Inholland is deze druk bovengemiddeld groot geweest en groter dan bij het afsluiten van de prestatieafspraken is onderkend. De hogeschool heeft ondubbelzinnig gekozen voor het borgen van de kwaliteit en het eindniveau van de opleidingen. Daarin is de hogeschool, gelet op de behaalde accreditaties ook succesvol geweest, maar de impact op studiesucces was groot. De hernieuwde definiëring van het eindniveau heeft hogeschoolbreed geleid tot aangescherpte beoordelingscriteria, herziene procedures rondom afstuderen, herontwerp van curricula en het ontwikkelen en uitvoeren van flankerend aanvullend onderwijs en versteviging van de begeleiding van studenten. Meer in het algemeen heeft de hogeschool geconstateerd dat het belangrijk is rekening te houden met verschillen tussen groepen studenten en hun context om resultaat te kunnen bereiken op studiesucces. Maatregelen die binnen een bepaalde context effect sorteren, doen dat binnen een andere context soms in het geheel niet. Een one-size-fits-all-benadering werkt niet. Bovendien lijken afzonderlijke maatregelen niet zozeer effectief, maar is de combinatie van interventies in aansluiting bij de specifieke problematiek bepalend. Deze factoren indiceren de noodzaak van ‘evidence-based-maatwerk’. Het is nodig om meer inzicht te krijgen in de mechanismen rondom studiesucces. Wat zijn in bepaalde omstandigheden de succesfactoren voor studiesucces? Een en ander zegt ook iets over de omgang met ‘good practices’. Het overnemen van good practices vereist vooral ook een nadere analyse van de good practice en een vertaling naar de eigen situatie. Daarnaast heeft de hogeschool in toenemende mate het belang van eigenaarschap onderkend. Kwaliteit en studiesucces in het hoger beroepsonderwijs behoeft eigenaarschap van de onderwijsteams, de teams van professionals die de daadwerkelijke kwaliteit van het onderwijs bepalen en maken. De ontwikkeling die de hogeschool daarin heeft ingezet zal de komende periode verder worden versterkt waarbij aan teamontwikkeling ook nadrukkelijk het leveren van prestaties zal worden gekoppeld.
Pagina 102 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Samenvattende conclusie Onverlet de inspanningen die zijn gepleegd zijn de prestatieafspraken met betrekking tot de indicatoren voor studiesucces niet gehaald. Wel lijkt het rendement zich te verbeteren en kunnen we constateren dat bij het eerste jaar van toepassing van de Studiekeuzecheck de uitval in het 1e jaar met 2% is afgenomen. Ook de aanpak van langstudeerders leidt tot resultaten. De stijgende lijn waarbij het aantal langstudeerders sinds 2010 elk jaar toenam is omgezet in een daling. Het aantal langstudeerders is gedaald van 7.485 (27% van het aantal studenten) op 1 oktober 2014 naar 6.452 (24% van het aantal studenten) op 1 oktober 2015.
Vooruitblik Op basis van de ervaringen in de afgelopen jaren zet Inholland voor de komende periode in op een meer gedifferentieerde aanpak voor verschillende doelgroepen, op het analyseren van effectieve aanpakken, op het versterken van het eigenaarschap van onderwijsteams, op het ondersteunen van teams met cijfers en informatie over ‘what works’ om de prestaties op het gebied van studiesucces te verbeteren en op intensivering van studiebegeleiding, vanaf de SKC tot en met het afstuderen. Daarbij ligt de focus op studenten die het risico lopen veel vertraging op te lopen of langstudeerder te worden. Tot slot zullen we de lessen van de langstudeerdersaanpak ook toepassen in de eerste 4 jaren van de opleiding.
4.2.4 Onderwijskwaliteit
Afspraken In de prestatieafspraken is de inzet van Inholland ten aanzien van de kwaliteit van het onderwijs geformuleerd in lijn met de strategische notitie ‘Verbinding als Opdracht’ en de onderwijsnotitie ‘Ruimte voor presteren’. Het gaat daarbij met name om de volgende elementen: -
Degelijk en ‘WHW’-proof onderwijs
-
Intensief en uitdagend onderwijs
-
Kwaliteitsversterking.
Op indicatorniveau heeft Inholland in de prestatieafspraken gekozen voor de indicator studenttevredenheid (studentenoordeel over de opleiding in het algemeen; NSE-score).
Pagina 103 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Realisatie en toelichting Tabel: indicator algemene tevredenheid (NSE) NSE-score algemene tevredenheid
2012
2013
2014
2015
3,4
3,5
3,5
3,6
De studenttevredenheid van studenten wordt nauwlettend gevolgd, zowel op het niveau van de afzonderlijke opleidingen en vestigingen als op het niveau van domeinen en de hogeschool als geheel. Op basis van analyses en gesprekken met studenten worden op de verschillende niveaus maatregelen genomen. Geconstateerd kan worden dat de studenttevredenheid is de periode van 2012 – 2015 is gestegen van 3,4 naar 3,6. Daarmee is de prestatieafspraak gerealiseerd. In de afgelopen jaren heeft Inholland veel gedaan aan het verhogen van de lat. Zo is bijvoorbeeld het onderzoek in het afstuderen en in het curriculum versterkt. Ook is de rol van de examencommissies versterkt. Inholland heeft het concept van de onderwijscyclus gebruikt om de rollen van de onderwijsprofessionals ten aanzien van het onderwijs te expliciteren en het eigenaarschap voor het onderwijs bij de onderwijsteams te versterken. Gezien de behaalde accreditatieresultaten (en hoeveelheid kwalificaties ‘goed’ op de NVAOstandaarden5) en het feit dat er bij het aflopen van de prestatieafspraken geen enkel hersteltraject loopt, kan geconstateerd worden dat Inholland een belangrijke slag heeft gemaakt ten aanzien van de onderwijskwaliteit.
4.2.5 Docentkwaliteit
Afspraken In de prestatieafspraken heeft Inholland de ambitie voor docentkwaliteit 2016 als volgt geformuleerd: Inholland biedt docenten zo veel mogelijk ruimte om zich te bekwamen op de dimensies vakmanschap, meesterschap, werkveld en (specifieke) doelgroepen. Integraal onderdeel van dit beleid is het opleiden van meer docenten tot de graad van master. Deze ambitie is geformuleerd vanuit de keuze van de hogeschool voor een kwaliteitsversterking die de professionaliteit van de medewerker centraal stelt. De garantie voor kwaliteit ligt bij de expertise van de docenten en hun teams.
5
Op standaard 1 is bij 30 % van de geaccrediteerde opleidingen van Inholland de kwalificatie ‘goed’ toegekend. Pagina 104 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
In de prestatieafspraken is de ambitie geformuleerd om het aandeel docenten met een mastergraad 10 procentpunt te laten stijgen.
Realisatie en toelichting
% masteropgeleide docenten
1-1-2012
31-12-2015
51% (herziene nulmeting: 46 %)6
58%
Inholland heeft met een stijging van 12 procentpunten t.o.v. de herziene nulmeting deze prestatieafspraak gerealiseerd.
Ten aanzien van het zittend personeel is het volgen van een masteropleiding gestimuleerd. Het volgen van een masteropleiding is aan de orde gesteld in de reguliere PCM-gesprekken en via het scholingsbudget is het behalen van een mastergraad gefaciliteerd. Daarenboven is bij het aannemen van nieuw personeel de eis van een mastergraad gesteld.
De reorganisatie binnen Inholland heeft de gewenste groei van het percentage masteropgeleide docenten op een tweetal wijzen getemperd. Bij het bepalen van de uitgangspunten van de reorganisatie is het niet mogelijk geweest om de mastergraad als selectiecriterium te gaan hanteren. Daarnaast is als gevolg van de reorganisatie de instroom van nieuw personeel beperkt geweest en het percentage 58-plussers gegroeid. Hoewel ook binnen deze groep een stijging van het masterpercentage is gerealiseerd, blijkt deze groep minder gemotiveerd om een masterdiploma te gaan halen. 4.2.6 Onderwijsintensiteit
Afspraken In het strategisch programma ‘’Verbinding als Opdracht’ heeft Inholland aangegeven de nadruk te leggen op intensief en uitdagend onderwijs met een gevalideerde kennisbasis. Daarbij hanteerde de hogeschool een eigen norm voor de contacttijd in de verschillende studiejaren. In de prestatieafspraken is overeengekomen de definitie en norm van de Reviewcommissie – 504 contacturen in het eerste jaar - te gaan hanteren.
6
Een finale interne kwaliteitscheck op de registratie van masterdiploma’s einde 2015 van alle medewerkers in de categorie onderwijzend personeel heeft duidelijk gemaakt dat de twee eerdere nulmetingen (2012 en 2014/15) dienden te worden gecorrigeerd.
Pagina 105 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Realisatie en toelichting Binnen de randvoorwaarde van de 504-urennorm zijn de opleidingen en domeinen verantwoordelijk voor het realiseren van intensief en uitdagend onderwijs. Via de reguliere planen controlcyclus is hierover de dialoog gevoerd. Uit de geprogrammeerde contacturen in de Onderwijs en examenregeling dan wel het systeem van inzetplanning dat de hogeschool hanteert, blijkt dat alle opleidingen voldoen aan de norm met uitzondering van het cluster Tweede Graadslerarenopleidingen en de opleiding Verpleegkunde. De tweedegraads lerarenopleidingen en de opleiding Verpleegkunde kennen – bij de opleiding Verpleegkunde mede op grond van de wet BIG - een onderwijsconcept met een substantiële stage in het eerste jaar. Deze stages die begeleid worden door docenten van de hogeschool dragen naar het oordeel van Inholland in belangrijke mate bij aan het bereiken van de doelstelling van hoge onderwijsintensiteit, vormen integraal onderdeel van het onderwijsconcept van de opleidingen en worden door Inholland niet gehouden aan de contacturen norm.
2e graads lerarenopleidingen verpleegkunde
4.2.7
Contacturen
Stage
396
131
Geprogrammeerde tijd propedeuse 527
453
256
709
Indirecte kosten
Afspraken Inholland heeft de ambitie geformuleerd om een daling van het percentage ondersteunend personeel ten gunste van het onderwijzend personeel te realiseren. Dit betekent een kwaliteitsslag waarbij onderwijs en onderzoek centraal staan: meer docenten per student, professionalisering van docenten en optimale ondersteuning van de docent. In de prestatieafspraken is een ratio voor OP/OOP overeengekomen van 60:40. Realisatie en toelichting Tabel: indicator ratio OP : OOP Dec 11 Dec15 Ratio OP:OOP 53 : 47 61 : 39 De prestatieafspraak is daarmee gerealiseerd.
Pagina 106 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
4.3
Profilering en zwaartepuntvorming en Versterken Praktijkgericht Onderzoek
Afspraken In het strategisch plan Verbinden als opdracht heeft Inholland naast het profilerende kenmerk Waarde(n)volle Hogeschool gekozen voor de profilering op drie thema’s: Creatieve Economie, De Gezonde samenleving en Duurzaam Techniek en Groen. De profilering is daarbij geconcretiseerd in het versterken van praktijkgericht onderzoek door de focus op de thema’s in de onderzoeksagenda’s, het aantal lectoren, het aantal promotietrajecten en gepromoveerden, het aanbod van masters, vwo-routes en honoursprogramma en de deelname aan Centres of Expertise. Inholland heeft daarnaast als indicatoren voor onderzoek en valorisatie publicaties en publieke optredens van onderzoekers gekozen, vanuit de gewenste betekenis van onderzoek voor het onderwijs en de beroepspraktijk.
In het kader van zwaartepuntvorming en profilering heeft Inholland in de periode 2012-2016 daarom ingezet op:
Vertaling van de profilerende thema’s in de onderzoeksagenda’s van de domeinen. De beleidsagenda’s vanuit de topsectoren, de sectorplannen en de Europese programma’s vormden daarbij een inhoudelijk referentiekader voor zowel het onderwijs als het onderzoek.
Regionale verbinding, het aangaan van samenwerking met kennispartners en werkveldpartners en het versterken van de Inholland-deelname aan relevante netwerken.
Versterking van praktijkgericht onderzoek door: o
voor elke opleiding of cluster van opleidingen een onderzoeksomgeving in te richten in het licht van de drie hoofdthema’s,
o
met publicaties en publieke optredens van onderzoekers de impact van onderzoek c.q. kennisontwikkeling voor de beroepspraktijk te vergroten,
o
de bijdragen van onderzoek aan het onderwijs te richten op de interne professionalisering en de kwaliteit van onderzoek in het curriculum en het afstuderen.
Versterken praktijkgericht onderzoek: realisatie en toelichting
Vanaf 2013 is een Dashboard Onderzoek gebouwd voor de centrale registratie van de prestaties op onderzoek. De informatie in het Dashboard Onderzoek is gebaseerd op de gegevens vanaf het schooljaar 2011-2012.
Pagina 107 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Onderzoek/valorisatie Aantal lectoren
Nulmeting 26
Aantal lectoren 19 gepromoveerd Aantal promovendi in promotieregeling 38 Aantal gepromoveerden via promotieregeling Inholland 5 * (..) = gepromoveerd of promotietraject gestart Indicatoren Deelname aan onderzoeksnetwerken *
Nulmeting 7 Nationaal 15 Internationaal 13
Ambitie 26 26*
Realisatie 1-01-2016 26 (incl. 4 vacatures) 22*
40
29
15
18
Ambitie 5% Nationaal 232 Internationaal 63
Realisatie 1-01-2016
Wetenschappelijke 0% onderzoeks56 publicaties publicaties per jaar 56 Beroepsgerichte 131 publicaties 5% publicaties per jaar 138 Programma’s continue 5% ontwikkeling 245 activiteiten 257 *0-meting opnieuw uitgevoerd, zie Jaarverslag Midtermevaluatie 2014 Profilerende thema’s en vorming onderzoeksgroepen
Nationaal 196 Internationaal 43
56 166 273
In de Prestatieafspraken heeft Inholland geconstateerd dat het versterken van onderzoek op het gebied van de drie profilerende thema’s een herordening van de lectoraten vraagt. Inholland kende in 2012 26 lectoraten van één lector met een (vaak) relatief kleine aanstelling die met een kleine onderzoekscapaciteit haar/zijn onderzoeksopdracht uitvoerde. Daarbij waren deze 26 lectoren onevenredig verdeeld over de verschillende domeinen. Er is daarom ingezet op het versterken van de onderzoekskracht in de domeinen door de ontwikkeling van bredere onderzoeksgroepen, waar één of meerdere lectoren aan verbonden zijn. Het resultaat is dat in 2015 elk domein (ten minste) één onderzoeksgroep heeft, die in samenwerking met het werkveld en het onderwijs werkt aan de onderzoeksagenda voor één van de profilerende thema’s. In de onderzoeksagenda’s zijn de ambities uitgewerkt op de vier doelstellingen van praktijkgericht onderzoek in het hbo (kennisontwikkeling, valorisatie, impact op onderwijs en professionalisering). De domeininrichting van Inholland sluit aan bij de gewenste profilering op de thema’s voor onderwijs en onderzoek met het ‘nieuwe‘ domein Creative Business waar alle opleidingen voor de creatieve zakelijke dienstverlening en de media & entertainment industrie zijn onder gebracht. 7
Nulmeting en Realisatie op basis van gemiddelden per jaar tussen 2005-2010
Pagina 108 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
In 2015 is daarbij het budget financiering Onderzoek substantieel verhoogd. De interne budgetten waren – als gevolg van de dalende instroom- in de jaren 2012 tot 2014 afgenomen van € 3,9 miljoen naar € 2,9 miljoen. Met de vorming van de onderzoeksgroepen is het budget verhoogd naar € 4,3 miljoen in 2015. Budget Externe inkomsten Baten Externe baten %
2012
2013
2014
2015
3.942 1.958 5.900
3.466 1.582 5.048
2.875 1.727 4.602
4.274 1.683 5.957
33%
31%
38%
28%
De uitwerking van de verschillende onderzoeksagenda’s heeft ook geleid tot een verdere aanscherping van de profilering van Inholland voor onderwijs en onderzoek met de thema’s Duurzaam, Gezond en Creatief. Voor Inholland ligt de kracht van de drie profilerende thema’s met name in het kunnen realiseren van inhoudelijke concentratie en verdieping tussen opleidingen en domeinen in de context van de deelname aan relevante regionale netwerken. Onderzoek en onderwijs zoeken steeds meer op de vraagstukken van het regionale werkveld de verbinding en de mogelijke cross-overs met elkaar.
Eind 2015 heeft Inholland op de profilering Duurzaam, Gezond en Creatief acht onderzoeksagenda’s met enkele onderzoekslijnen ( zie bijlage 1). In de acht onderzoeksgroepen zijn 22 lectoren en 11 associate lectoren actief en er zijn 4 vacatures voor de functie van lector. Daarnaast werkt elke onderzoeksgroep met enkele fellows, docenten en onderzoekers ‘van buiten’. De ontwikkeling naar bredere onderzoeksgroepen en de vorming van profilerende thema’s heeft - zoals verwacht - geleid tot veranderingen in het bestand van lectoren. Daarbij heeft Inholland de prioriteit gegeven aan de inhoudelijke profilering. Het beoogde aantal van 26 lectoren zal eind 2016 behaald zijn als de bestaande vacatures vervuld zijn. Elk domein heeft zich verbonden heeft aan ten minste één thema en werkt samen met andere domeinen in het onderwijs en onderzoek om de thema’s vorm en inhoud te geven. Verbinding Onderwijs – Onderzoek - Beroepspraktijk Naast het inrichten van de onderzoeksomgeving is in elk domein ook ingezet op het versterken van de relatie Onderwijs-Onderzoek-Beroepspraktijk. Exemplarische voorbeelden zijn:
Een adviserende rol van een lector in een curriculumcommissie, vanwege de expertise op het vakgebied en op onderzoek.
Betrokkenheid van opleidingen c.q. curriculumcommissie bij het opstellen van de onderzoeksagenda.
Pagina 109 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Participatie van de leden van onderzoeksgroepen in afstudeerkringen en/of commissies en/of vakgroepenoverleg, studentparticipatie in onderzoek en docentparticipatie in onderzoeksgroepen.
Bijdragen van lectoren aan programma’s voor professionalisering van docenten op het gebied van onderzoek en het begeleiden van studenten die onderzoek doen.
Review door leden van de onderzoeksgroep van beoordelingen van onderzoek van studenten in het afstudeerprogramma.
Inholland heeft in 2015 hogeschoolbreed de volgende maatregelen genomen om de kwaliteit van het onderzoek en de professionalisering van docenten op dit gebied te bevorderen:
Actualisering van het Kader Onderzoek in het curriculum en Niveau Onderzoek in het afstuderen, wat heeft geleid tot een bijgesteld beleid Kader Leerlijn Onderzoekend vermogen en Onderzoek in het Afstuderen. De implementatie vindt in het collegejaar 2015-2016 in elk curriculum plaats.
Het opnemen van de bekwaamheid onderzoeksmatig handelen in het programma Basis Didactische Bekwaamheden en in het vervolg hierop in het professionaliseringsaanbod van Inholland.
Het faciliteren van docenten om te promoveren, waarbij de onderzoeksopdracht voortkomt uit de onderzoeksagenda van het domein.
De ambitie van het aantal promovendi in de promotieregeling is niet gerealiseerd, als gevolg van twee ingrijpende reorganisaties, de in 2012-2014 verlaagde budgetten voor onderzoek en de prioriteit op de basiskwaliteit en het ‘WHW-proof’ zijn van opleidingen. In 2015 is de faciliteringsregeling bijgesteld en is het promoveren en de Inholland vouchers voor een promotietraject bij medewerkers onder de aandacht gebracht. In 2016 worden er in februari vijf promotieaanvragen voorgelegd worden aan de Promotiecommissie.
Valorisatie Valorisatie van kennis uit onderzoek naar het onderwijs en de beroepspraktijk is en blijft voor Inholland een belangrijke doelstelling. Voor Inholland is daarbij valorisatie ook nadrukkelijk een integraal onderdeel van het onderzoeksproces. In 2015 is het werkdocument Inholland Set van Indicatoren voor Valorisatie ter beschikking gesteld aan de domeinen, om te gebruiken bij het opstellen van de onderzoeksagenda en het domeinplan. De set is opgenomen in het Handboek Kwaliteitszorg Onderzoek.
Pagina 110 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Het uitgangspunt dat elk onderzoek voorkomt vanuit de beroepspraktijk en dat ons onderzoek verbonden is aan een netwerk heeft geleid tot een herijking van onze deelname aan netwerken. Inholland wil met name in die netwerken participeren waar de verbinding onderwijs-onderzoekberoepspraktijk kansen biedt, die aansluiten bij de profilerende thema’s en waar voldoende subsidiemogelijkheden bestaan. Het totaal aantal netwerken is teruggebracht en de verwachting is dat deze ontwikkeling zich voort zet.
We kunnen in dit verband ook constateren dat de concrete samenwerking met het beroepenveld toegenomen is en in verschillende vormen gestalte krijgt: in living labs, kenniswerkplaatsen, leerwerkbedrijven en centres of expertise. In de paragraaf Thematische profilering geven we daar per domein enkele voorbeelden van.
Eén van de Inholland indicatoren voor valorisatie is de hoogte van de externe inkomsten. De externe inkomsten liepen op van 33% in 2012 naar 38% in 2014. In 2015 daalde de externe geldstroom percentueel naar 28%, maar bleef in absolute zin nagenoeg constant op 1,7 miljoen. De in de tabel genoemde percentages blijven ruim boven de Inholland gehanteerde prestatienorm van 25%.
Vooruitblik In Durf te leren beschrijft Inholland dat het doorgaat met het versterken van praktijkgericht onderzoek in de driehoek onderwijs-onderzoek-beroepspraktijk, met als doel onderwijs up-todate te houden met een goed kennisniveau en aansluiting op de vraagstukken in de beroepspraktijk en de samenleving. De ambitie van Inholland is in 2022 per profilerend thema minimaal één structurele samenwerkingsvorm in de triple helix.
Profilering en Zwaartepuntvorming: realisatie en toelichting
Waarde(n)volle hogeschool In de prestatieafspraken heeft Inholland de ambitie geformuleerd zich als Waarde(n)volle Hogeschool te profileren. Het thema Waardenvol is vertaald in drie Kernwaarden van Inholland: Verbinden, Persoonlijk en Dichtbij en Professioneel. In 2015 is besloten het thema Waardenvol
Pagina 111 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
te vervangen door Persoonlijk en dichtbij. De uitwerking richt zich op het investeren in duurzame relatie, op de servicegerichtheid naar studenten, collega’s en externe contacten en op het elkaar kennen en elkaars verschillen respecteren. Hoofdthema’s Het overzicht laat zien dat de gewenste ontwikkelingen op de hoofdthema’s tot resultaten hebben geleid in de vorm van focus en massa op de profilerende thema’s door de onderzoeksagenda’s van de onderzoeksgroepen en concrete onderwijsproducten: vwo-routes, honoursprogramma’s en geaccrediteerde masters.
Daarbij dient het volgende opgemerkt te worden: Indicator Creatieve economie
De gezonde samenleving
Duurzame techniek & groen
Nulmeting 5 lectoren
Ambitie 6
Geen master
1
Geen vwo route
3
Geen Honoursprogramma 7 masters
In aanbod 9 masters
Stand van zaken 2016 3 lectoren, 2 vacatures 6 associate-lectoren 1 master i.s.m. London South Bank University, start September 2017 Vwo-route voor de opleidingen Communicatie en Vrijetijdsmanagement is beschikbaar. Ontwikkeling 3de vwo-route is opgeschort. 1 programma XLNT (Exellent) is gestart. Twee nieuwe accreditaties voor de masters Miro (in 2012) en AHIP (in 2013).
Geen vwo route 2 vwo routes Vwo routes S&B en Pabo zijn beschikbaar, Honoursprogramma Honoursprogramma Honoursprogramma voor studenten per opleiding domeinbreed Pedagogiek en Social Work in samenwerking met het werkveld is gestart. Geen CoE CoE primair Geen CoE is toegekend. onderwijs 4 lectoren 5 lectoren 6 lectoren: TOI 2 lectoren en AFL 4 lectoren Honoursprogramma HonoursHonoursprogramma Agri/techniek: TOI en Agri programma AFL hebben ieder een domeinspecifiek Agri/techniek honoursprogramma. In februari 2016 start het honoursprogramma TOI waaraan naast TOI ook AFL studenten deelnemen. CoE Biobased 3 Deelname in 4 CoE Economy
Pagina 112 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
De vwo-routes zijn ontwikkeld en in 2015 aangeboden, maar geringe belangstelling van studenten met een vwo-opleiding heeft er toe geleid dat de routes niet daadwerkelijk zijn gestart. De vwo-route zijn opnieuw in het aanbod voor komend studiejaar opgenomen, waarbij de werving van studenten gerichte aandacht heeft.
De ontwikkeling van de 3de vwo-route in het domein Creative Business is opgeschort. Inholland heeft ervoor gekozen om de ontwikkeling van deze derde route te verbinden aan de uitkomsten van het onderzoek naar de haalbaarheid en wenselijkheid van een brede (internationale) creatieve bachelor.
Thematische profilering Duurzaam , Creatief en Gezond: realisatie en toelichting Elk domein heeft in de periode 2012-2016 de thematische profilering inhoudelijk geconcretiseerd in een onderzoeksagenda. Waar mogelijk is vanuit de gekozen profilering aansluiting gezocht bij de landelijke topsectoren en sectorale agenda’s. Elk domein heeft onderzocht met welke partners in de triple-helix samengewerkt kan worden en bij welke (onderzoeks)netwerken aansluiting gezocht dient te worden. In alle domeinen zien we verschillende vormen van samenwerking met de kennis- en werkveldpartners o.a in centres of expertise, kenniswerkplaatsen of livinglabs. Binnen dergelijke platforms benutten onderwijs, onderzoek en werkveld elkaars netwerken, vindt kennisuitwisseling plaats en wordt innovatie mogelijk door onderwijs en onderzoek meer integraal te organiseren. Inholland biedt zo een rijke en betekenisvolle leer- en onderzoeksomgeving om samen te leren, kennis te ontwikkelen en toe te passen. Per thema beschrijven we de stand van zaken en geven we enkele exemplarische voorbeelden.
Thema Creatief
Betekenis en beleving in de creatieve industrie Het nieuwe domein Creative Business kent met ingang van 2015 de onderzoeksgroep Creative Business. Het domein heeft als thema Betekenis en Beleving met een focus op persoonlijk ondernemerschap gekozen, mede op basis van de Human Capital Agenda van het topsectorteam Creative Economie. Deze focus geldt niet alleen voor de creatief zakelijke opleidingen. Ook voor de Kunstopleiding (Music) heeft Inholland haar profilering aangescherpt en is de focus persoonlijk ondernemerschap.
Pagina 113 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Centre of Expertise Sinds 2013 neemt Inholland aan het Amsterdam Creative Industries Network (ACIN) 8 samen met Hogeschool van Amsterdam (penvoerder) en Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten. AICIN is een samenwerkingsverband van onderzoekers, die gezamenlijk creatief industrie onderzoek uitvoeren voor Media en ICT. Nadat in 2014 elf onderzoeksprojecten binnen het ACIN onder penvoerderschap van Inholland succesvol zijn afgerond, zijn in 2015 acht van deze projecten voortgezet en drie nieuwe projecten gestart.
Om de ACIN-doelstelling (het verbinden van onderzoek, onderwijs en het bedrijfsleven) optimaal te kunnen realiseren, is begin 2015 gekozen voor het werken met zelfstandige onderzoekslabs met elk een programma van onderwijs- en multidisciplinaire (cross over) onderzoeksactiviteiten met een herkenbaar thema, inhoudelijk geleid door een lector. Aan projecten zijn altijd minimaal twee van de drie consortiumpartners verbonden. Alle Inholland projecten zijn ondergebracht bij één van de labs.
Twee Inholland projecten, Train de trainer en Handshake, zijn ingezet om het creatieve industrie-netwerk nauwer te betrekken bij het ACIN. Het programma Train de trainer is succesvol, binnen 2 jaar is een derde nieuw programma gestart. Consortiumpartners zijn intensief betrokken zijn en het bedrijfsleven participeert en investeert met enthousiasme en vanuit overtuiging.
Handshake heeft zich goed gepositioneerd, op dit moment fysiek binnen B.Amsterdam, met een snel groeiend netwerk binnen broedplaatsen in de Metropool Regio Amsterdam (MRA). Studenten werken binnen broedplaatsen aan (onderzoeks)opdrachten voor start-ups en (met name) kleine bedrijven.
De start van een Inholland Living Lab Amsterdam in 2015 biedt mogelijkheden voor het realiseren van de verbindingen met de andere Inholland domeinen en opleidingen. Dit Living Lab is een werkplaats waar onderzoek, onderwijs en bedrijfsleven samenkomen en toegankelijk worden voor onderzoekers, docenten en studenten van álle domeinen binnen Inholland. Naast een centrum voor onderzoek is het Living Lab ook een proeftuin voor het ontwikkelen en testen van een eigentijds didactisch instrumentarium, waarin studenten 21e century skills ontwikkelen in een fysieke leeromgeving die daarbij past.
8
Zie www.amsterdamcreativeindustries.com.
Pagina 114 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
In de Creatieve sector is Inholland stevig verbonden met haar strategische kennispartners: Vrij Universiteit, de HvA en AHK in de regio Amsterdam en met de Hogeschool Rotterdam en de Erasmus Universiteit in de regio Rotterdam. De living labs die in het ACIN ontwikkeld zijn, zijn een goed voorbeeld van de succesvolle samenwerking van kennispartners én het regionale werkveld in de metropool Amsterdam. Het ACIN en CLICK NL zijn vanuit de topsector Creative Industries een partnership aangegaan.
In het kader van het sectorplan Hoger Kunst Onderwijs loopt de samenwerking met de Minerva Academie voor Popcultuur (Leeuwarden) van de Hanze Hogeschool Groningen op het gebied van onderwijs en onderzoek, met als resultaat actieve participatie van studenten en docenten van beide instellingen bij verschillende (gezamenlijke) projecten.
Thema Gezond
Zelfmanagement en empowerment en Empowerment en vakmanschap Voor de invulling van het thema Gezond heeft het domein GSW een inspiratievisie De Gezonde Samenleving opgesteld met betrokkenheid van management, onderwijs, onderzoek en werkveld. Het praktijkgericht onderzoek richt zich op de kansen, de uitdagingen en de grenzen van De Gezonde Samenleving, waarin het perspectief van burgers en professionals uitgangspunt is. Het onderzoek draagt bij aan de drie opgaven van De Gezonde Samenleving: a) het opleiden van professionals die bijdragen aan empowerment en zelfmanagement, b) studenten leren interprofessioneel samen te werken vanuit een integrale benadering van burgers in hun omgeving en c) optimaal gebruik maken van technologische ontwikkelingen. Nadat in 2014 de onderzoeksgroepen Welzijn en Gezondheid in samenwerking met het onderwijs een onderzoeksagenda opgesteld hebben, is in 2015 door beide onderzoekgroepen deze agenda herijkt met input van de inspiratievisie De Gezonde Samenleving. De subsidieprojecten, actieve participatie in duurzame netwerken en (door)ontwikkeling van kenniswerkplaatsen versterken de kennisontwikkeling op het vlak van De Gezonde Samenleving. Verschillende clusters ondernemen momenteel initiatieven gericht op werkplaatsleren en praktijkgericht onderzoek in samenwerking met het werkveld. Voorbeelden zijn: Inholland Center of Health and technology (ICHT), lector multimorbiditeit i.s.m. de Zonnehuizen, de samenwerking van de lectoren GSW en OnI in Rotterdam, de Actieacademie in Rotterdam en de samenwerking met VuMc, AMC, HvA en Inholland m.b.t. visievorming Amsterdams Gezondheidsonderwijs.
Pagina 115 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Thema Duurzaam
Duurzaam leren Het domein Onderwijs & Innovatie richt zich op het opleiden van professionals die duurzaam inzetbaar zijn en op duurzaam leren, door persoonlijke ontwikkeling en teamontwikkeling en onderwijsverbetering en onderwijsonderzoek hand in hand te laten gaan. Het domein richt zich hierbij op co- creatie met het werkveld bij zowel onderwijsontwikkeling en onderwijsuitvoering als bij onderzoek en professionalisering. Het domein profileert zich als partner voor leven lang leren door in nauwe samenwerking met het beroepenveld samen opleiden, samen professionaliseren en samen onderzoeken invulling te geven. De onderzoekgroep heeft drie onderzoekslijnen: Pedagogisch-didactisch handelen in het onderwijs, Teaching, learning & technology en Studiesucces. De onderzoekslijn Taal in Interactie maakt deel uit van de onderzoekslijn Pedagogisch-didactisch handelen in het onderwijs.
Samenwerkingsverband en regionale partners Het domein heeft bij de uitwerking van de profilering op Duurzaam leren de strategische keuze gemaakt voor de samenwerking met regionale partners. De relatie met opleidingsscholen is geïntensiveerd, Inholland is erkend ‘preferred partner’ voor een aantal instellingen en enkele subsidies (OIDS, recent ook NRO) zijn toegekend. De lerarenopleidingen van Inholland participeren in het overleg van de Amsterdamse Lerarenopleidingen (UvA, VU, HvA, Inholland, Ipabo).
Inrichting organisatie op verbinding onderwijs en onderzoek In 2015 heeft O&I heeft ten behoeve van de verdere integratie van onderwijs en onderzoek portefeuillehouders onderzoek en kerndocenten onderzoek aangesteld. Met behulp van deze rollen, die door docenten worden ingevuld, worden het onderwijs en het beroepenveld sterker betrokken bij de onderzoeksagenda en het uit te voeren onderzoek.
Duurzaam innoveren in de metropool Het domein AFL heeft als thema Duurzaam innoveren in de metropool gekozen met daarbinnen drie onderzoekslijnen: Voedsel voor de metropool, Leven in de metropool en Gezondheid in de metropool. In 2015 heeft het domein AFL het Research Innovation Center (RIC) AFL opgericht. Het proces van kanteling van meerdere onderzoeksagenda’s van de afzonderlijke lectoren naar een agenda die gebaseerd is op een thematische benadering is daarmee afgerond.
Pagina 116 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Kenniswerkplaatsen, Centres of expertise en de Kennisinfrastructuur Ook het domein AFL werkt met de methodiek van de kenniswerkplaats, voor het domein het leidende principe om structurele verbinding te realiseren met de 5 O’s (Ondernemer, Onderzoek, Onderwijs, Omgeving, Overheid). De kenniswerkplaatsen zijn inhoudelijk verbonden aan de meerjarige kennis- en innovatieagenda en de human resource vraagstukken uit de beroepspraktijk, bijvoorbeeld Groene Hart Academie, Greenport Horti Campus, Campus Greenport Aalsmeer, Agritech Campus NHN, Food Academy, Schiphol Biobased Centre. In dit kader vinden ook promotietrajecten plaats.
Het domein AFL neem daarnaast deel aan de Centres of Expertise Greenport, Food, Agrodier en Open Teelten. In 2015 hebben hebben deze CoE’s bij de midtermreview door de Reviewcommissie een positieve beoordeling gekregen. In HAO verband is nu de oriëntatie gestart op de vraag hoe de samenwerking in de CoE’s na afloop van de huidige financiering mogelijk is.
De participatie van Inholland in de samenwerking WUR/HAO is gecontinueerd. Inholland heeft ook in 2015 deel genomen aan het internationaal onderwijsnetwerk met AOC’s i.s.m. de topsectoren en het Ministerie van Economische zaken onder de werktitel Borderless Academy.
Per 1 januari 2016 is het landelijk Kenniscentrum Natuur&Leefomgeving van start gegaan, met aandacht voor de thema’s Groen wonen en werken, Gebiedsontwikkeling en nieuwe functiecombinaties en Agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Dit kenniscentrum sluit aan bij de ambities en uitdagingen in het natuurbeheer en de groeiende aandacht voor de stedelijke leefomgeving zoals beschreven in de Human Capital Agenda Natuur & Leefomgeving. Vraagstukken met betrekking tot deze thema’s zijn via het netwerk van de Groene Hart Academie verbonden met het onderwijs en praktijkgericht onderzoek.
Het Ministerie van Economische Zaken en de HAO instellingen hebben gekozen voor een instellings-overstijgend onderzoeksprogramma voor transitievraagstukken in het groene domein: het Impact-lectoraat. Iedere HAO-instelling heeft een lector binnen dit programma. Bij Inholland is op het onderwerp Sociale innovaties in het groene domein lector Hans Dagevos in juni 2015 benoemd.
Duurzaam ontwerpen en bouwen Het domein TOI heeft één onderzoeksgroep ingericht op de agenda Duurzame Technologie (Sustainable Technology). Binnen de onderzoeksgroep Duurzame Technologie ligt de focus op
Pagina 117 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
het duurzaam ontwerpen van producten en processen. In elke onderzoekslijn zijn docenten vanuit de opleidingsclusters actief; de onderzoeksgroep staat daardoor ook op de werkvloer in verbinding met het onderwijs.
Cross-overs De samenwerking tussen de domeinen TOI en AFL op het thema Duurzaam techniek en groen is zichtbaar in de resultaten van verschillende projecten. Twee sprekende voorbeelden zijn:
Drones in de kas : Studenten Luchtvaarttechnologie en Tuinbouw & Agribusiness van Inholland Delft werken samen aan een project waarbij drones ingezet worden bij scouting en metingen in de kas.
Argo: De Argo is een human powered onderzeeër, aangestuurd door een vissenstaart en in beweging gebracht met pedalen. Het voortbewegen met de vissenstaart maakt Argo uniek; dit principe is gebaseerd op biomimicry. Argo is een multidisciplinair project waarbij studenten van de opleidingen Dier- en Veehouderij en Luchtvaarttechnologie samenwerken. Argo was in 2015 de winnaar van de Wij Inholland Award.
Naast cross-overs tussen TOI en AFL heeft in 2015 de cross-over van TOI met GSW een duidelijke inhoud en vorm gekregen. TOI levert een bijdrage aan het profileringsthema De Gezonde Samenleving in de vorm van het thema Techniek en Zorg. Projecten op het snijvlak van techniek en zorg laten zien wat mogelijk is aan innovatie. Een voorbeeld is het internationale project over 'domotica en IT', aan de Metropolia University of Applied Sciences in Helsinki, waar Inholland in participeert. De cross-over tussen techniek en zorg is in 2015 uitgewerkt in het expertisecentrum ICHT en een nieuwe afstudeerrichting bij Informatica Haarlem: ICT in de Zorg (start: feb 2016).
Duurzaam organiseren met de menselijke maat Het domein BFL heeft twee onderzoeksgroepen ingericht: Business Research Centre en Recht&Veiligheid, die als gemeenschappelijk thema Duurzaam organiseren met de menselijke maat hanteren. In 2015 heeft de onderzoeksgroep Business Research Centre een verkennend onderzoek Business Trends gepresenteerd. De uitkomsten van dit onderzoek - veertien business trends - dienen als basis voor het actualiseren van de onderzoekagenda. Vanuit het domein thema wordt de verbinding gelegd met de thema’s duurzame en gezonde samenleving (o.a. circulaire economie), empowerment in zorg en welzijn en nieuwe vormen van waardecreatie en verdienmodellen. De profilerende thema’s zijn daarmee richtinggevend voor het onderwijs- en onderzoek-sportfolio van het domein.
Pagina 118 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Valorisatie Inholland heeft bij haar valorisatieactiviteiten ingezet op vraaggestuurde samenwerking en cocreatie tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen, regionale afstemming en samenwerking in de triple helix. De focus van de valorisatieactiviteiten ligt in de metropoolregio’s Amsterdam en Rotterdam. Amsterdam In de metropoolregio Amsterdam is er sprake van duurzame betrokkenheid van de Inholland opleidingen van de locaties Amsterdam én Haarlem in de samenwerking in de triple helix en onderzoeksnetwerken. De strategische thema’s van Inholland - Duurzaam, Gezond en Creatiefsluiten aan bij de agenda of de Challenges van de Amsterdam Economic Board en daarmee bij de vraagstukken van de Metropool Regio Amsterdam MRA :
Inholland is partner in het traject rondom Amsterdam Green Campus (AFL, Challenges Circulair Economy/ Health/ Quality of Life)
Inholland werkt aan een samenwerking met de regio Haarlemmermeer op het thema Circulaire Samenleving (AFL en TOI en wellicht later ook CB, Challenge Circular Economy)
Inholland is partner in de 3D Makerszone Haarlem (TOI en CB, Challenge Circular Economy/ Jobs of the Future)
Inholland ontwikkelt samen met het ROCvA College Airport en gemeente Haarlemmermeer een AD Logistiek (Challenge Mobility, Jobs of the Future)
Inholland participeert in het zgn. House of Hospitality (Toerisme, Challenge Jobs of the Future)
Inholland is partner in het International Talent Event Amsterdam ITEA (IBIS, Challenge Jobs of the Future)
Inholland participeert in Amsterdam Creative Industries Network ACIN (Challenge Jobs of the Future)
Inholland IBIS (International Business and Innovation Studies) participeert in de A-Lab organisatie; studenten voeren opdrachten uit vanuit hun curriculum t.b.v. start-ups
Inholland zet in op Start Ups & Living Labs (GNR8 en Handshake zijn gevestigd in B.Amsterdam – Creative Hotspot & Start Up verzamelgebouw in West – Challenge Jobs of the Future)
Pagina 119 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Rotterdam Het Valorisatieprogramma Rotterdam heeft sinds 2012 het hoofdthema ‘Ondernemerschap’ met de subthema’s: creatieve industrie, haven en industrie, medisch/zorg en welzijn en talentontwikkeling. Samen met de andere partners in het VPR is gewerkt aan het versterken van het onderwijs op het terrein van ondernemerschapsonderwijs en entrepreneurial skills.
De nieuwe opleiding Business Studies, die in september 2014 is gestart, vervult een centrale rol bij het ontwikkelen en aanbieden van ondernemerschapsonderwijs. Business Studies biedt in september 2016 een afstudeerrichting Ondernemerschap aan op meerdere vestigingen. Een effectieve vorm van ondernemersondersteuning is het leerwerkbedrijf. Inholland heeft er drie in Rotterdam: het leerwerkbedrijf Zuid Onderneemt, het juridisch loket en NEWb, het leerwerkbedrijf van de opleiding Media en Entertainment Management. Op de locatie Inholland Rotterdam wordt nu ook gewerkt aan het zgn. Plintplan waarbij ruimten in het gebouw aan de Posthumalaan worden ingericht als incubator en verzamelplaats voor de z.g. leerwerkbedrijven. Inholland heeft in 2015 de onderzoekslijn cross-cultureel ondernemerschap opgezet in samenwerking met de ondernemersfederatie Hogiaf. In 2015 is dr. Gurkan Celik als lector benoemd. Zijn onderzoek is gericht op de samenwerking tussen ondernemers uit verschillende branches en disciplines en verschillende culturen. Het doel is om groei van de ondernemingen te stimuleren en blijvend te werken aan de kwaliteit van het ondernemerschap. Op het terrein van het Sociaal Ondernemerschap heeft de lector Dynamiek van de Stad in samenwerking met de opleiding Social Work de zg. Actie-academie opgezet, waar ondernemers en potentiële ondernemers geïnspireerd worden om ondernemerschap, welzijn en maatschappelijke verantwoordelijkheid aan elkaar te verbinden.
Samen met de Hogeschool Rotterdam heeft Inholland het Nederlands Lectoren Platform Ondernemerschap opgezet. (Dit is een initiatief van dr. Guy Bauwen van de HR, partner in het VPR). In juni 2016 zal samen met de Europese Commissie een Europese mini-conferentie worden georganiseerd, waar ook Hogescholen (UAS) van andere Europese landen aan deel zullen nemen. Doel hiervan is het versterken van het Europese netwerk, het uitwisselen van kennis en ervaring en het eventueel gezamenlijk oppakken van projecten en aanvragen van subsidies op het Europese niveau.
Vooruitblik Zoals in Durf te leren beschreven is, zet Inholland zich ook in de komende jaren sterk in op de profilerende thema’s duurzaam, gezond en creatief. In alle regio’s, waarin we actief zijn, dragen
Pagina 120 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
we binnen deze thema’s bij aan de regionale vraagstukken en ontwikkelingen. Ons onderwijs en onderzoek richten we daarbij op drie belangrijke transities in de samenleving: de vorming van een duurzame samenleving en een circulaire economie, de transities in de zorg en samenleving naar empowerment en zelfredzaamheid en de zoektocht naar nieuwe vormen van waarde-creatie en verdienmodellen in de creatieve industrie en andere sectoren Elk domein van de hogeschool verbindt zich aan tenminste één profilerend thema en werkt in het onderwijs en onderzoek samen met andere domeinen en om alle thema’s vorm en inhoud te geven. De drie profilerende thema’s blijven daarmee richtinggevend voor ons onderwijs- en onderzoeksportfolio Bijlage: Overzicht Onderzoeksagenda’s per thema Thema
Onderzoeksagenda
Duurzaam Duurzaam ontwerpen van producten en processen
Duurzaam organiseren met de menselijke maat
Onderzoekslijnen
o o o o o o o o o o o o o
Veiligheid en rechtstoepassing met de menselijke maat
o o
Duurzaam leren
Duurzaam innoveren in de metropool Gezond
Zelfmanagement en Empowerment
o o o o o o o o
o
o
Lichtgewicht construeren (Composiet) Innovatie modellen duurzame energie Robotica (o.a. in de zorg) Cloud computing Big data Hightech engineering Leren en ontwikkelen Mens en organisatie Logistiek en complexiteit Innovatie en ondernemen Governance en leiderschap Finance & accountancy Effectieve beïnvloeding van (on)veiligheidsbeleving op lokaal niveau Veiligheid vergroten zonder onveiligheidsbeleving te versterken Stimuleren van regelvolgend gedrag/compliance door helder en klantvriendelijk organisatiebeleid Toegankelijkheid van het recht Pedagogisch-didactisch handelen in het onderwijs Teaching, learning & technology Studiesucces Voedsel voor de metropool Leven in de metropool Gezondheid in de metropool Zelfregie en empowerment van burgers vergroten door gebruik van nieuwe technologie (eHealth) Evidence-based interventies binnen de geestelijke gezondheidszorg, de verstandelijk gehandicaptenzorg en de psychogeriatrie Optimalisatie van diagnose en behandeling door gebruik van (beeldvormende) apparatuur,
Pagina 121 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
o
o o Empowerment en Vakmanschap
o o o
Creatief Betekenis en Beleving in de creatieve industrie
o
o
4.4
systemen, techniek en ict Behoud van kwaliteit van leven en het voorkomen van verdere beperkingen bij cliënten die te maken krijgen met multimorbiditeit. Sportparticipatie en aangepaste sport Opvoedsteun, de nieuwe jeugdprofessional in de sociaal en etnisch diverse beroepspraktijk Sociaal werk en generalistisch vakmanschap, transformaties op het snijvlak van welzijn en zorg Stedelijk burgerschap, sociale uitsluiting, sociaal ondernemerschap De professional van de toekomst in de creatieve industrie en in creative business en leisure Waarde creatie (materieel en immaterieel) en ‘business modellen’, gegeven veranderende omgevingen Onderzoeks- en ontwikkelmethoden voor de creatieve industrie en creative business in het algemeen
Gehanteerde definities
De gehanteerde definities voor de verplichte indicatoren onderwijskwaliteit en studiesucces zijn vastgelegd in de brief van OCW dd 3 juli 2013.
Pagina 122 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
5. 5.1
Jaarrekening Geconsolideerde balans per 31 december 2015 (na resultaatbestemming)
1
Activa
1.1 1.2
Werkelijk 31 december 2015
Werkelijk 31 december 2014
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa
64 159.964
152 171.400
Totaal vaste activa
160.028
171.552
26.277 98.700
26.672 81.955
Totaal vlottende activa
124.977
108.627
Totaal activa
285.005
280.179
128.331 650 128.981
112.185 485 112.670
24.227 48.272 83.525
38.585 53.376 75.548
285.005
280.179
Vaste activa
Vlottende activa 1.5 1.7
2
Vorderingen Liquide middelen
Passiva
2.1 Eigen vermogen 2.1.9 Minderheidsbelang derden Groepsvermogen 2.2 2.3 2.4
Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden
Totaal passiva
Pagina 123 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
5.2
Geconsolideerde staat van baten en lasten 2015 Werkelijk 2015
Begroting 2015
Werkelijk 2014
Rijksbijdragen Overige overheidsbijdrage en -subsidies Collegegelden Baten werk in opdracht van derden Overige baten
169.382 3.309 51.345 3.982 4.899
165.879 3.054 50.993 1.911 2.534
173.104 4.658 53.482 4.034 6.740
Totaal baten
232.917
224.371
242.018
Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten
162.901 17.273 16.735 18.457
169.262 18.369 13.476 19.683
160.422 18.216 12.602 19.677
Totaal lasten
215.366
220.790
210.917
17.551
3.581
31.101
110 -1.221
35 -3.580
55 -1.838
Saldo financiële baten en lasten
-1.111
-3.545
-1.783
Resultaat
16.440
36
29.318
-129
0
-62
0
0
0
16.311
36
29.256
-165
0
-107
16.146
36
29.149
0
0
0
16.146
36
29.149
3 Baten 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
4 Lasten 4.1 4.2 4.3 4.4
Saldo Baten & Lasten
5 Financiële baten en lasten 5.1 Financiële baten 5.2 Financiële lasten
6 Belastingen Vennootschapsbelasting
7 Resultaat Deelneming Resultaat na belastingen
8 Aandeel derden in resultaat Nettoresultaat
9 Buitengewoon resultaat Totaal resultaat
Pagina 124 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
5.3
Geconsolideerd kasstroomoverzicht 2015
Werkelijk 2015
Werkelijk 2014
Saldo Baten en Lasten
17.551
31.101
Aanpassing voor: Afschrijvingen Mutaties voorzieningen
17.273 -14.358
18.216 -8.254
395 7.977
1.079 -1.970
Totaal Kasstroom uit bedrijfsoperaties
28.838
40.172
Ontvangen interest Betaalde interest Te betalen vennootschapsbelasting
110 -1.221 -129
24 -2.031 -62
Totaal Kasstroom uit operationele activiteiten
27.598
38.103
Investeringen immateriële vaste activa Investeringen materiële vaste activa Desinvesteringen materiële vaste activa
-6 -5.743 0
-91 -1.680 -1.308
Totaal Kasstroom uit Investeringsactiviteiten
-5.749
-3.079
Aflossingen langlopende schulden
-5.104
-5.479
Totaal Kasstroom uit financieringsactiviteiten
-5.104
-5.479
Mutatie liquide middelen
16.745
29.545
Kasstroom uit operationele activiteiten
Mutaties werkkapitaal - Vorderingen - Kortlopende schulden
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Pagina 125 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
5.4
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
Juridische vorm en voornaamste activiteiten De juridische naam van de organisatie is Stichting Hoger Onderwijs Nederland, ook wel Inholland genoemd. De organisatie is een stichting; de voornaamste activiteiten bestaan uit het bevorderen van hoger onderwijs. Algemeen De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. De jaarrekening is opgesteld op basis van historische uitgaafprijzen. Tenzij anders vermeld zijn de activa en passiva opgenomen tegen de nominale waarde. De jaarrekening is opgesteld in euro’s, afgerond op bedragen x €1.000 tenzij anders vermeld. Waarderingsgrondslagen en vergelijkende cijfers De gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. De rubricering van diverse posten in de jaarrekening is gewijzigd voor het vergroten van het inzicht. De vergelijkende cijfers over het voorgaande jaar zijn omwille van vergelijkbaarheid dienovereenkomstig aangepast.
Waarderingsgrondslagen Consolidatie In de consolidatie zijn opgenomen de entiteiten die behoren tot de economische groep van de Stichting en waarover de Stichting overheersende zeggenschap uitoefent. Dit betreft hier Holding Inholland B.V. (inclusief haar geconsolideerde deelnemingen). De jaarrekening van de Holding Inholland B.V. ( inclusief haar geconsolideerde deelnemingen) is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving. De jaarrekening wordt op basis van integrale consolidatie opgemaakt. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van de Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. Verbonden partijen Alle groepsmaatschappijen, zoals opgenomen in paragraaf 5.8, evenals de deelnemingen, worden aangemerkt als verbonden partij. Transacties tussen groepsmaatschappijen worden in de consolidatie geëlimineerd. Schattingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat de leiding van de instelling over verschillende zaken zich een oordeel vormt en dat de leiding schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht
Pagina 126 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
noodzakelijk, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten debiteuren en overige vorderingen, liquide middelen, langlopende leningen en overige financieringsverplichtingen, crediteuren en overige kortlopende schulden. Financiële instrumenten omvatten tevens in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Financiële instrumenten, inclusief de van de basiscontracten gescheiden afgeleide financiële instrumenten, worden bij de eerste opname verwerkt tegen reële waarde, waarbij (dis)agio en de direct toerekenbare transactiekosten in de eerste opname worden meegenomen. Indien instrumenten bij de vervolgwaardering niet worden gewaardeerd tegen reële waarde met verwerking van waardeveranderingen in de winsten-verliesrekening, maken eventuele direct toerekenbare transactiekosten deel uit van de eerste waardering. Na de eerste opname worden financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd. Verstrekte leningen en overige vorderingen Verstrekte leningen en overige vorderingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen Langlopende en kortlopende schulden en overige financiële verplichtingen worden na eerste opname gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieverentemethode. De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden opgenomen onder kortlopende schulden. Afgeleide financiële instrumenten De eerste waardering voor afgeleide financiële instrumenten is reële waarde. Na de eerste waardering worden afgeleide financiële instrumenten gewaardeerd op kostprijs of lagere marktwaarde, tenzij hedge accounting onder het kostprijs hedgemodel wordt toegepast. Zolang het afgeleide instrument betrekking heeft op afdekking van het specifieke risico van een toekomstige transactie die naar verwachting zal plaatsvinden, vindt geen herwaardering van dit instrument plaats. Zodra de verwachte toekomstige transactie leidt tot verantwoording in de winst-en-verliesrekening, wordt de met het afgeleide instrument samenhangende winst of het met het afgeleide instrument samenhangende verlies in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Indien de afgedekte positie van een verwachte toekomstige transactie leidt tot de opname in de balans van een niet-financieel actief past de onderneming de kostprijs van dit actief aan met de afdekkingsresultaten die nog niet in de winst-en-verliesrekening zijn verwerkt. Een verlies voor het percentage groter dan de omvang van het afgeleide instrument ten opzichte van de afgedekte positie wordt op basis van kostprijs of lagere marktwaarde direct in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Indien afgeleide instrumenten aflopen of worden verkocht, worden de afdekkingsrelaties beëindigd. De cumulatieve winst die of het cumulatieve verlies dat tot dat moment nog niet in de winst-en-verliesrekening was verwerkt, wordt als overlopende post in de balans opgenomen totdat de afgedekte transacties plaatsvinden. Indien de
Pagina 127 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
transacties naar verwachting niet meer plaatsvinden, wordt de cumulatieve winst of het cumulatieve verlies overgeboekt naar de winst-en-verliesrekening. Voor hedging vindt generieke documentatie plaats in het treasurystatuut. Jaarlijks wordt de effectiviteit van de hedgerelaties getoetst door vast te stellen dat geen sprake is van overhedges. De effectiviteitstoets vindt plaats door vergelijking van kritische kenmerken van het afdekkingsinstrument en de afgedekte positie. Indien sprake is van een overhedge wordt de hiermee samenhangende waarde op basis van de kostprijs of lagere marktwaarde direct in de winst- en verliesrekening verwerkt. Kostprijs Hedge Accounting 2015 Voor het kalenderjaar 2015 maakt hogeschool Inholland gebruik van hedge accounting, waarbij gebruik wordt gemaakt van het, voor het verslagjaar geldende, kostprijs hedge accounting model. Dit model voorziet in de mogelijkheid om hedging instrumenten te waarderen op kostprijs, in overeenstemming met de waardering voor de herziening van deze standaard en daarmee in lijn met voorgaande verslagjaren en daarmee te voldoen aan de vereisten die binnen Richtlijn 290 worden gegeven om hedge accounting te kunnen toepassen. Hogeschool Inholland gebruikt interest rates swaps om zich in te dekken in veranderingen in de rente die wordt betaald op de variabel rentende financieringen. Dit gebeurt zowel voor reeds lopende financieringen als ook toekomstige financieringen. Het afdekken van dit risico is in lijn met het opgestelde en door het College van Bestuur goedgekeurde treasury beleid. Om de rente-exposure te verruimen of te verkrappen mogen traditionele en off balance instrumenten worden ingezet, waarbij gesteld is dat deze rente-instrumenten alleen defensief ingezet mogen worden. Voor hedge accounting doeleinden is het risico van veranderingen in de variabele interest die wordt betaald op financieringen als afgedekte positie aangewezen. De afgesloten al lopende en toekomstige financieringen evenals hoogst waarschijnlijke toekomstige financieringen zijn aangemerkt als afgedekte positie. Alle interest rate swaps die Inholland heeft afgesloten zijn als hedging instrument aangewezen, voor zover deze het hiervoor genoemde variabele rente risico afdekken. Hogeschool Inholland zal minimaal voor elke verslaggevingperiode de effectiviteit van de hedge relaties testen middels het vergelijken van de kritische parameters, welke de waarde van de instrumenten het meest significant beïnvloeden. Indien ineffectiviteit wordt vastgesteld, dan zal deze ineffectiviteit in de winst- en verliesrekening worden verwerkt. Op het moment van aangaan van de hedge wordt deze effectief geacht omdat aan de volgende criteria is voldaan: Looptijd van de swaps overeenkomst korter of gelijk is aan de looptijd van de leningen. De hoofdsom (notional) of onderliggende waarde van de swapovereenkomst ( € 10.8 mln.) is gelijk aan (of lager dan) de hoofdsom van de afgedekte positie ( € 17.7 mln.) (‘principal’ of wel de langlopende lening). Vervaldatum; Timing van de cashflows (rentebetaling en renteontvangst) is voor de bovenbedoelde swaps en leningen gelijk. Rente termijnen/rentefixatiedata en prijsgrondslagen zijn voor de bovenbedoelde swaps en leningen gelijk.
Pagina 128 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Omdat de overeenkomsten gedurende de looptijd in principe niet gewijzigd worden, wordt verondersteld dat de hedge effectief blijft voor de gehele looptijd van het contract. Jaarlijks evalueren wij of de bij inceptie van de overeenkomsten van toepassing zijnde criteria nog steeds van toepassing zijn en ongewijzigd zijn gedurende het verslagjaar. Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen aanschafprijs minus afschrijvingen. Het betaalde gebruiksrecht/eigendom in verband met het gebruik van software wordt geactiveerd en in drie jaar ten laste van het resultaat gebracht. Bedragen boven de € 12.500 worden geactiveerd. Alle andere (software) licenties worden beschouwd als vooruitbetalingen en gedurende de looptijd als vooruitbetaalde kosten onder de vorderingen opgenomen.
Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen, Verbouwingen De gebouwen en terreinen waarvan het economische claimrecht door het ministerie van OCW op 31 december 1993 is overgedragen aan Inholland, zijn in de balans opgenomen tegen de bruto deelnamesom die door het ministerie is vastgesteld. Gebouwen en terreinen verkregen na 31 december 1993 worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs onder aftrek van de jaarlijkse afschrijvingen. Onder de post verbouwingen worden investeringen opgenomen die te maken hebben met uitbreiding of wijziging van de bestemming van bestaande gebouwen. Verbouwingen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs minus afschrijvingen. Afschrijvingen vinden plaats in 10 jaar.
Op de gebouwen, die tot en met 2000 in gebruik genomen zijn, wordt lineair in 30 jaar afgeschreven. Voor gebouwen die na 2000 in gebruik genomen zijn, wordt een onderverdeling gemaakt in investeringsgroepen. Casco Afbouw Inbouwpakket Technische installaties Terreinvoorzieningen op sportterreinen
60 jaar 30 jaar 15 jaar 15 jaar 10 jaar, overige 30 jaar.
Op grond wordt niet afgeschreven.
Gebouwen in aanbouw (geen afschrijving) Zolang een gebouw niet is opgeleverd, worden investeringsfacturen op het moment dat deze worden ontvangen opgenomen onder gebouwen in aanbouw. Op het moment van oplevering vindt er een overboeking plaats naar de post gebouwen.
Pagina 129 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Inventaris De aankoop van inventaris in gebouwen die niet aard- en nagelvast zijn, worden geactiveerd onder inventaris. Hieronder vallen ook infrastructurele voorzieningen zoals netwerkbekabeling en de telefooncentrales. Inventaris wordt gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs minus afschrijvingen. De afschrijvingstermijn is 7 jaar. Afwijking is toegestaan als de economische levensduur daadwerkelijk korter is. De grens voor activeren is € 2.500 per investering. Apparatuur Onder de post apparatuur worden die investeringen opgenomen die geen inventaris zijn en die betrekking hebben op ICT-investeringen, audiovisuele middelen en andere technische gebruiksapparatuur in het onderwijs. Apparatuur wordt gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs minus afschrijvingen. De afschrijvingstermijn varieert van 2 tot 6 jaar. De grens voor activeren is € 2.500 per investering.
Financiële vaste activa Deelnemingen waarin invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid kan worden uitgeoefend, worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode op basis van de nettovermogenswaarde. Bij de bepaling van de nettovermogenswaarde worden de waarderingsgrondslagen van de organisatie gehanteerd. Deelnemingen met een negatieve nettovermogenswaarde worden op nihil gewaardeerd. Wanneer de organisatie garant staat voor de schulden van de betreffende deelneming wordt een voorziening gevormd. Deze voorziening wordt primair ten laste van de vorderingen op deze deelneming gevormd en voor het overige onder de voorzieningen ter grootte van het aandeel in de door de deelneming geleden verliezen, dan wel voor de verwachte betalingen door de organisatie ten behoeve van deze deelneming. Deelnemingen waarin geen invloed van betekenis wordt uitgeoefend, worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of duurzaam lagere bedrijfswaarde. De overige financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of lagere marktwaarde. Dividenden worden verantwoord in de periode waarin zij betaalbaar worden gesteld. Rentebaten worden verantwoord in de periode waartoe zij behoren, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de desbetreffende actiefpost. Eventuele winsten of verliezen worden verantwoord onder financiële baten en lasten.
Aandeel in het resultaat van organisaties waarin wordt deelgenomen Het aandeel in het resultaat van organisaties waarin wordt deelgenomen omvat het aandeel van de groep in de resultaten van deze deelnemingen. De resultaten van deelnemingen die gedurende het boekjaar zijn verworven of afgestoten worden vanaf het verwervingsmoment respectievelijk tot het moment van afstoting verwerkt in het resultaat van de groep
Pagina 130 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Door de instelling wordt op iedere balansdatum beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde per 1 januari van het boekjaar. De opbrengstwaarde is vastgesteld met behulp van de bepalingen van de actieve markt. Voor de bepaling van de bedrijfswaarde wordt voor de contant making van de kasstromen een marktconforme disconteringsvoet gehanteerd. Een bijzondere waardeverminderingsverlies wordt direct, als deze naar verwachting duurzaam is, als een last verwerkt in de staat van baten en lasten. Indien wordt vastgesteld dat een bijzondere waardevermindering die in het verleden verantwoord is, niet meer bestaat of is afgenomen, dan wordt de toegenomen boekwaarde van de desbetreffende activa niet hoger gesteld dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn verantwoord. Ook voor financiële vaste activa beoordeelt de instelling op iedere balansdatum of er objectieve aanwijzingen zijn voor bijzondere waardeverminderingen van een financieel actief of een groep van financiële activa. Bij aanwezigheid van objectieve aanwijzingen voor bijzondere waardeverminderingen bepaalt de instelling de omvang van het verlies uit hoofde van de bijzondere waardeverminderingen, en verwerkt dit direct in de staat van baten en lasten. Bij financiële activa die gewaardeerd zijn tegen geamortiseerde kostprijs wordt de omvang van de bijzondere waardevermindering bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het actief en de best mogelijke schatting van de toekomstige kasstromen, contant gemaakt tegen de effectieve rentevoet van het financiële actief zoals die is bepaald bij de eerste verwerking van het instrument. Het waardeverminderingsverlies dat daarvoor opgenomen was, dient te worden teruggenomen indien de afname van de waardevermindering verband houdt met een objectieve gebeurtenis na afboeking. De terugname wordt beperkt tot maximaal het bedrag dat nodig is om het actief te waarderen op de geamortiseerde kostprijs op het moment van de terugname, als geen sprake geweest zou zijn van een bijzondere waardevermindering. Het teruggenomen verlies wordt in de staat van baten en lasten verwerkt.
Bij een investering in eigenvermogensinstrumenten op kostprijs wordt de omvang van de bijzondere waardevermindering bepaald als het verschil tussen de boekwaarde van het financieel actief en de best mogelijke schatting van de toekomstige kasstromen, contant gemaakt tegen de actuele vermogenskostenvoet voor een soortgelijk financieel actief. Het bijzondere waardeverminderingsverlies wordt slechts teruggenomen indien het wegnemen van de indicatie van een bijzondere waardevermindering objectief waarneembaar is.
Pagina 131 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Vorderingen De vorderingen worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs op basis van de effectieve rentemethode, verminderd met bijzondere waardeverminderingsverliezen. Er wordt een voorziening opgenomen voor mogelijke oninbaarheid van deze vorderingen: Hierbij wordt de volgende grondslag gehanteerd: Vordering 3 - < 6 maanden 50% Vordering 6 - < 9 maanden 75% Vordering ≥ 9 maanden 100% Afwijking van deze grondslag is mogelijk indien uit statistische toetsing van individuele posten blijkt dat de getroffen voorziening geen getrouw beeld geeft van het aanwezige inningsrisico. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas en banktegoeden. Rekening-courantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit algemene reserves en bestemmingsreserves en/of -fondsen. Hierin is tevens een segmentatie opgenomen naar publieke en private middelen. De bestemmingsreserves zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, welke door het bestuur zijn aangebracht. De bestemmingsfondsen zijn reserves met een beperktere bestedingsmogelijkheid, welke door derden zijn aangebracht. Minderheidsbelang derden Het minderheidsbelang derden als onderdeel van het groepsvermogen wordt gewaardeerd op het aandeel van derden in de nettovermogenswaarde, zoveel mogelijk bepaald overeenkomstig de waarderingsgrondslagen van de organisatie.
Voorzieningen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de contante waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Wanneer de verwachting is dat een derde de verplichtingen vergoedt, en wanneer het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting, dan wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen. Een voorziening is gevormd indien op balansdatum verplichtingen bestaan tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen aan personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten
Pagina 132 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
door ziekte of arbeidsongeschiktheid. De verplichting is een beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de desbetreffende verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorziening jubilea wordt opgenomen voor verwachte lasten gedurende het dienstverband van de werknemers. In de leegstandvoorziening zijn de huur- en servicekosten tot en met einde contractduur opgenomen van panden die niet meer gebruikt worden. Daarnaast zijn eventuele sloop- en schoonmaakkosten meegenomen in de berekening. Hierbij wordt tevens rekening gehouden met eventuele toekomstige huuropbrengsten. De voorziening wordt berekend op basis van de nominale waarde ultimo verslaggevingsjaar. De reorganisatievoorziening wordt gevormd op basis van realistische inschattingen met gemiddelde loonkosten, rekening houdende met maximale aanspraak op WW/BW. De voorziening wordt berekend op basis van nominale waarde. De voorziening wachtgelden is tevens tegen nominale waarde gewaardeerd.
Grondslagen voor bepaling van het resultaat De baten en lasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn verwezenlijkt. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het verslagjaar, worden in acht genomen, indien zij voor het vaststellen van de jaarrekening bekend zijn geworden.
Opbrengstverantwoording De rijksbijdragen worden opgenomen conform de door het ministerie van OCW vastgestelde toekenning en tijdsevenredig toegerekend aan het exploitatiejaar. De collegegelden worden ten gunste van het resultaat verantwoord naar rato van de voortgang van het collegejaar. De cursusresultaten uit hoofde van contractactiviteiten worden verantwoord naar rato van de looptijd van de cursus De verantwoording van de overige opbrengsten uit het verlenen van diensten (w.o. detachering, verhuur ruimte) geschiedt naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. Subsidies worden als bate verantwoord in de staat van baten en lasten in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen en de instelling de condities voor ontvangst kan aantonen. Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa
Pagina 133 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Immateriële vaste activa inclusief goodwill en materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Over terreinen wordt niet afgeschreven. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de economische levensduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Boekwinsten en -verliezen bij verkoop van materiële vaste activa zijn begrepen onder de afschrijvingen. Personeelsbeloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de staat van baten en lasten voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. Voor de medewerkers van de organisatie is een pensioenregeling getroffen die kwalificeert als een toegezegde pensioenregeling. Deze pensioenregeling is ondergebracht bij een bedrijfstakpensioenfonds (ABP) en wordt – overeenkomstig de RJ – in de jaarrekening verwerkt als toegezegde bijdrageregeling. Dit betekent dat de over het boekjaar verschuldigde premies als kosten worden verantwoord. De risico’s van loonontwikkeling, prijsindexatie en beleggingsrendement op het fondsvermogen zullen mogelijk leiden tot toekomstige aanpassingen in de jaarlijkse bijdragen aan het pensioenfonds. Deze risico’s komen niet tot uitdrukking in een in de balans opgenomen voorziening. Informatie over eventuele tekorten en de gevolgen hiervan voor Inholland voor de pensioenpremies in de toekomstige jaren is niet beschikbaar. De dekkingsgraad van het ABP Pensioenfonds bedraagt per 31 december 2015 98,7%.
Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva. Bij de verwerking van de rentelasten wordt rekening gehouden met de verantwoorde transactiekosten op de ontvangen leningen. Belastingen De belasting over het resultaat wordt berekend over het resultaat voor belastingen in de staat van baten en lasten, rekening houdend met beschikbare, fiscaal compensabele verliezen uit voorgaande boekjaren (voor zover niet opgenomen in de latente belastingvorderingen) en vrijgestelde winstbestanddelen en na bijtelling van niet-aftrekbare kosten. Tevens wordt rekening gehouden met wijzigingen die optreden in de latente belastingvorderingen en latente belastingschulden uit hoofde van wijzigingen in het te hanteren belastingtarief. Toelichting op het kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Kasstromen in vreemde valuta zijn omgerekend tegen een geschatte gemiddelde koers.
Pagina 134 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
5.5
Toelichting op de geconsolideerde balans
Immateriële vaste activa Verkrijgings- Afschrijvingen Boekwaarde Investeringen DesReclassificatie prijs t/m t/m investeringen (verschuiving van in uitvoering naar in gebruik) 31-12-2014
31-12-2014
31-12-2014
2015
2015
2015
Afschrijving & Waardeverm.
Boekwaarde
2015
31-12-2015
1.1.2 Vergunningen en rechten
8.046
7.894
152
6
0
0
94
64
Totaal
8.046
7.894
152
6
0
0
94
64
Onder vergunningen en rechten worden onder andere verstaan de rechten om gebruik te maken van generieke bedrijfsapplicaties (met name licenties). In 2015 is er voor een minimaal bedrag geïnvesteerd in nieuwe licenties.
Materiële vaste activa Verkrijgingsprijs t/m 31-12-2014 1.2.1 1.2.1 1.2.2 1.2.3
Gebouwen en terreinen Gebouwen Terreinen Gebouwen in uitvoering
Afschrijvingen Boekwaarde Investeringen DesCumm.afschr. Afschrijving & Boekwaarde t/m investeringen desinv. Waardeverm. 31-12-2014
31-12-2014
2015
2015
2015
2015
31-12-2015
Totaal
280.433 12.096 585 293.114
132.595 0 0 132.595
147.837 12.096 585 160.517
1.241 0 478 1.719
0 0 0 0
0 0 0 0
12.073 0 0 12.073
137.004 12.096 1.062 150.162
1.2.2 Inventaris en apparatuur
184.327
173.445
10.883
4.024
0
0
5.106
9.802
Totaal
477.441
306.040
171.400
5.743
0
0
17.179
159.964
De investeringen in gebouwen betreffen voornamelijk onderhoud van panden op diverse locaties. Vanwege de renovatie van locatie Alkmaar waarbij in 2016 een deel van de huisvesting niet meer zal worden ingezet voor onderwijs is in 2015 een versnelde afschrijving toegepast van €0,7 mln. De gebouwen zijn bezwaard met hypotheken. De investeringen in inventaris en apparatuur betreffen voornamelijk vervanging van ICT apparatuur.
Pagina 135 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Verzekerde en WOZ-waarde gebouwen en terreinen
x € 1.000
Bedrag
Peildatum
1.2.a.1 WOZ-waarde gebouwen en terreinen
€ 147.314
01-01-2015
1.2.a.2 Verzekerde waarde gebouwen
€ 284.006
01-01-2015
In deze jaarrekening gaan wij uit van de WOZ-waarde per de laatst geaccordeerde datum. Onafhankelijke taxateurs bepalen de verzekerde waarde van de panden en inventaris middels een gedeeltelijk roulerende systematiek over alle panden. Tijdens het opstellen van deze jaarrekening waren nog geen recente taxatierapporten beschikbaar en is de taxatiewaarde gebaseerd op taxatierapporten uit 2011. Voor twee gebouwen is de taxatiewaarde (marktwaarde in verhuurde staat) € 12,0 mln. lager dan de huidige boekwaarde per 31 december 2015. Op totaalniveau is de taxatiewaarde € 44,0 mln. hoger dan de boekwaarde. De taxatiewaarde is gebaseerd op langjarige bezetting van de panden door Inholland. De afschrijvingslasten worden derhalve gedekt door de inkomsten en is er geen impairmenttrigger voor de waarde van het vastgoed.
Pagina 136 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Vorderingen 31 december 2015
1.5
31 december 2014
Vorderingen
1.5.1 Debiteuren 1.5.1.1 Voorziening Incourant
3.404 -272
2.007 -289 3.132
1.5.5 Studentdebiteuren 1.5.5.1 Voorziening Incourant
21.737 -2.203
1.718 23.115 -2.349
19.534 1.5.7 Overige vorderingen 1.5.7.1 Voorschotten personeel 1.5.7.2 Overige
26 12
20.765
65 18 38
1.5.8 1.5.8.1 1.5.8.3 1.5.8.4. 1.5.8.5 1.5.8.6
Overlopende activa Vooruitbetaalde kosten Overige NS abonnementen Nog te ontvangen bedragen Nog te factureren bedragen
Totaal vorderingen
2.394 6 41 29 1.103
82
2.659 -1 490 24 935 3.573
4.107
26.277
26.672
Debiteuren In december 2015 is voor circa € 1,4 mln. meer gefactureerd waardoor de debiteurenpositie ultimo 2015 hoger is dan in 2014.
Studentdebiteuren De afname van het openstaande saldo is met name het gevolg van het nieuwe beleid van Inholland waarbij studenten met een openstaande schuld zich niet mogen herinschrijven. Van het openstaande studentdebiteurenpositie van € 21,7 mln. heeft € 16,6 mln. betrekking op de periode januari tot en met augustus 2016. Dit bedrag is ook verantwoord onder de kortlopende schulden. Vorderingen hebben alle een looptijd korter dan 1 jaar.
Pagina 137 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Liquide middelen
1.7.1 Kasmiddelen 1.7.2 Banken Totaal liquide middelen
31 december 2015
31 december 2014
0 98.700
1 81.953
98.700
81.955
Inholland heeft een kredietfaciliteit van €12,5 mln. bij de BNG bank waar nog geen gebruik van wordt gemaakt. Alle liquide middelen staan ter directe beschikking van de stichting.
Eigen vermogen
Mutaties Stand per 31-12-2014
2.1.1
Algemene reserve Algemene reserve
2.1.2
2.1.3
Stand per Bestemming resultaat
Overige mutaties
31-12-2015
112.185
16.212
-16.066
112.331
Bestemmingsreserve (publiek) Onderwijs algemeen
0
0
16.000
16.000
Bestemmingsreserve (privaat) Deelneming Holding Inholland B.V.
0
-66
66
0
112.185
16.146
0
128.331
Totaal vermogen
Deelneming Holding Inholland B.V. heeft een negatief algemeen resultaat en dient derhalve verwerkt te worden in de algemene reserve van Stichting Hoger Onderwijs. In de afgelopen jaren heeft Inholland positieve financiële resultaten gepresenteerd. De ingezette reorganisaties en het strakke financiële beheer hebben geleid tot een substantiële verhoging van het eigen vermogen. De positieve resultaten uit 2014 en 2015 vormen een solide buffer om de nu noodzakelijke maatregelen op het gebied van onderwijs in uitvoering te nemen. Tegelijkertijd heeft het HBO met minister Bussemaker afspraken gemaakt om vooruitlopend op de studievoorschotmiddelen een impuls te geven aan de kwaliteit van het onderwijs. Deze middelen worden vanaf 2018 verwacht. Binnen Inholland wordt hieraan voldaan via extra investeringen in diverse plannen en maatregelen om het studiesucces en de studenttevredenheid te vergroten. Deze noodzakelijke impuls zal met de huidige voorgenomen investeringen leiden tot een exploitatietekort van € 8,0 mln. in 2016 en € 8,0 mln. in 2017.
Pagina 138 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Ten behoeve van het afdekken van deze exploitatietekorten wordt in de jaarrekening 2015 een bestemmingsreserve gevormd van € 16,0 mln.
Minderheidsbelang derden
2.1.9 Minderheidsbelang derden: 2015 ASA Student Campus
2014 650
485
Voorzieningen
Saldo 31-12-2014 2.2.1 2.2.1.1 2.2.1.2 2.1.2.3 2.1.2.4 2.1.2.5
Dotaties 2015
Mutaties Onttrekkingen 2015
Vrijval 2015
Saldo 31-12-2015
Onderverdeling saldo 31-12-2015 naar looptijd < 1 jaar 1-5 jaar > 5 jaar
Personeelsvoorzieningen Wachtgelden WAO Eigen Risico Langdurig zieken Jubileumuitkering Reorganisatievoorziening
304 151 889 1.108 34.251
21.188 25 67 0 0
-141 0 -141 -190 -8.669
0 -33 0 0 -25.389
21.351 142 815 918 194
2.057 60 598 114 100
10.071 63 217 437 24
9.223 19 0 367 70
Totaal personeelsvoorzieningen
36.704
21.280
-9.141
-25.422
23.420
2.929
10.812
9.679
1.881
117
-1.191
0
807
807
0
0
1.881
117
-1.191
0
807
807
0
0
38.585
21.397
-10.332
-25.422
24.227
3.736
10.812
9.679
2.2.3 Overige voorzieningen 2.2.3.1 Leegstandvoorziening gebouwen Totaal overige voorzieningen
Voorzieningen
Wachtgelden Tot 2001 vielen medewerkers van onderwijsinstellingen onder wachtgeldregelingen. Vanaf 2001 vallen deze onder de toepassing van de werkeloosheidswet (WW). Omdat de WW in bijna alle gevallen (veel) lager uitvalt dan de vroegere wachtgeldregelingen, is de zogenaamde bovenwettelijke regeling in het leven geroepen. Deze bovenwettelijke regeling bestaat uit een aanvullende uitkering en een aansluitende uitkering. Deze bovenwettelijke uitkering is om het uitkeringsniveau van de vroegere wachtgeld zoveel mogelijk te handhaven. Inholland valt onder de wettelijke WW-regeling die van toepassing is voor werknemers van Onderwijs- en Overheidswerkgevers. Inholland is eigenrisicodrager voor de Werkloosheidswet (WW) en de Bovenwettelijke Werkloosheidsregeling Hoger Beroepsonderwijs (BWRHBO). Dit houdt in dat Inholland zelf de WW-uitkeringen en ook de Bovenwettelijke
Pagina 139 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
werkloosheidsuitkeringen van de (ex) medewerkers bekostigt voor zolang deze medewerkers recht hebben op de uitkering. Deze voorziening dient ter dekking van de ingeschatte kosten van: Werkloosheidsuitkeringen voor ex-medewerkers, die op 1 januari 2007 van de werkloosheidsregeling gebruik maakten of vanaf 1 januari 2007 in die regeling terecht zijn gekomen; Pensioenpremies voor ex-medewerkers met een WW uitkering; Bovenwettelijke werkloosheidsuitkeringen voor ex-medewerkers; Ex-medewerkers die nà 30 juni 1996 in de wachtgeldregeling terecht zijn gekomen; Ex-medewerkers die vóór 1 juli 1996 in de wachtgeldregeling terecht zijn gekomen. De schattingselement bij de berekening van deze voorziening is de procentuele benutting van de uitkeringsperiode. De voorziening is gewaardeerd tegen nominale waarde. De reorganisatie is in 2015 formeel afgerond. Het risico van WW/ BW is opgenomen onder de voorziening wachtgelden. WAO Eigen Risico Inholland is eigenrisicodrager geworden voor de WAO. Deze voorziening dient er toe om de reëel ingeschatte kosten voor de WAO verplichtingen te kunnen opvangen voor medewerkers die na 1 januari 2001 in de WAO zijn terechtgekomen. Conform de regels voor het eigenrisicodragerschap, heeft Inholland een garantie moeten afgeven dat zij aan haar verplichtingen kan voldoen. Dat risico is via een verzekeringspolis afgedekt. De schattingselement bij de berekening van deze voorziening is de uitstapkans. De voorziening is gewaardeerd tegen contante waarde (2,0%). Langdurig zieken Op balansdatum heeft Inholland verplichtingen staan tot het in de toekomst doorbetalen van beloningen aan personeelsleden die op balansdatum naar verwachting blijvend geheel of gedeeltelijk niet in staat zijn om werkzaamheden te verrichten door ziekte. Voor deze verplichtingen is een voorziening opgenomen berekend uiterlijk tot twee jaar na de eerste ziekmelding. De verplichting is gebaseerd op feitelijke gegevens waarbij het maximale risico voor Inholland wordt berekend. De voorziening is gewaardeerd tegen contante waarde (1,9%). Jubileumuitkering De werkgever kent de werknemer, volgens de CAO-voorwaarden, bij het bereiken van een 25jarig, een 40-jarig en een 50-jarig ambtsjubileum een gratificatie toe ter grootte van respectievelijk 50%, 100% en 100% van zijn inkomen per maand. De rechten die elke werknemer opbouwt ten aanzien van deze uitkeringen zijn opgenomen in een voorziening. De schattingselement bij de berekening van deze voorziening is de vertrekkans. De voorziening is gewaardeerd tegen contante waarde (2,7%). Reorganisatievoorziening Deze voorziening dient er toe om de reëel ingeschatte kosten voor algemene Werkloosheidswetuitkering (WW) en Bovenwettelijke werkloosheidsuitkering (BW) verplichtingen te kunnen opvangen voor medewerkers die in de WW/BW terechtkomen. Deze voorziening bestaat uit verschillende facetten met een financieel risico welke voortkomen uit het Sociaal Plan van de reorganisatie. Ook de kosten van vrijwillig vertrek en de
Pagina 140 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
reorganisatiekosten komen hier terecht. De reorganisatie is in 2015 formeel afgerond. Het risico van WW/BW is ultimo 2015 overgenomen in de voorziening wachtgelden De onttrekkingen hebben betrekking op de werkelijke kosten als gevolg van afvloeiing. Als uitgangspunt is de fte reductie genomen zoals bepaald bij de portfolio rationalisatie. Daarbij is rekening gehouden met ervaringscijfers over het daadwerkelijk gebruik maken van het recht, de gemiddelde duur van het recht op uitkering en zijn gemiddelden bepaald voor indicatoren die voor de verdere berekening relevant zijn, zoals loon, leeftijd en datum in dienst. De voorziening is gewaardeerd tegen nominale waarde.
Leegstandvoorziening De voorziening voor de leegstand van gebouwen heeft betrekking op toekomstige huurlasten, inclusief aan de huur gerelateerde bijkomende servicekosten, voor de contractperiode waarover naar verwachting geen gebruik gemaakt wordt van het gebouw op de locatie Hoofddorp. Voor locatie Hoofddorp is besloten vanaf september 2013 geen gebruik meer te maken en is het huurcontract, dat loopt tot en met augustus 2016, opgezegd.
Langlopende schulden
Bedrag lening
Aangegane
31-12-2014
leningen o/g
2.3.3 Kredietinstellingen 2.3.3.1 BNG 2.3.3.2 Rabobank (Hypotheek)
5.113 5.503
0 0
639 1.135
2.3.3.4 Rabobank (Hypotheek)
11.561
0
1.770
2.3.4.5 BNG
31.200
0
1.560
53.376
0
5.104
48.272
53.376
0
5.104
48.272
Totaal langlopende schulden
Aflossingen
Saldo Resterende
Rente
31-12-2015
looptijd
% (*)
4.474 4.368
10 jr 6 -9 jr
2,88% + 3,85% euri + 0,65%
9.790
21jr
euri + 0,65%
29.640
22 jr
euri + 1,75%
(*) De vermelde rentepercentages zijn gebaseerd op de afgesloten leningscontracten inclusief de daarop van toepassing zijnde aanvullende rente financieringscontracten.
In het kader van het risicomijdend beleggen en belenen maakt Inholland gebruik van renteswaps en een rentecap. Het renterisico betreft de verandering van het renteresultaat als gevolg van een stijging of daling van de geld- en/of kapitaalmarktrente en is een risico. De swaps worden ingezet om de variabele rente af te dekken met een vaste rente. De rentecap, is erop gericht om het gemiddelde rentepercentage te beheersen. De swaps en cap zijn gekoppeld aan de langlopende leningen van de Rabobank en BNG waarbij de maximale looptijd van een van de swaps tot 1 april 2029 loopt. Inholland maakt gebruik van kostprijshedgeaccounting. Ultimo 2015 bedraagt de marktwaarde van de renteswaps € 1,8 mln. (2014: € 2,2 mln. negatief) en de rentecap € 0 (2014: € 0). Er is geen sprake van over-hedging. Voor verder informatie over financiële instrumenten wordt verwezen naar hoofdstuk 5.7 Financiële instrumenten.
Pagina 141 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Kortlopende schulden
31 december 2015
2.4.1 2.4.3 2.4.7 2.4.8
Kredietinstellingen (kortlopende deel) Crediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake pensioenen
2.4.9 2.4.9.3
Overige kortlopende schulden Nog verschuldigde salarissen
2.4.10 2.4.10.1.1 2.4.10.1.2 2.4.10.2 2.4.10.3 2.4.10.4.1 2.4.10.4.2 2.4.10.5.1 2.4.10.5.2 2.4.10.6 2.4.10.7 2.4.10.8
Overlopende passiva Vooruitontvangen collegegelden (HBO) Vooruitontvangen cursusgelden (Privaat) Vooruitontvangen geoormerkte subsidies OCW / EZ Vooruitontvangen investeringssubsidies Vooruitontvangen overige subsidies Vooruitontvangen overige bedragen Vakantiegeld Vakantiedagen Accountants- en administratiekosten Rente Overige
Totaal kortlopende schulden
31 december 2014
5.854 6.130 8.303 1.726
5.479 5.638 8.234 1.881
22.013
21.233
93
45
34.310 2.811 2.822 516 2.629 380 4.602 1.958 4.431 124 6.836
36.225 1.782 1.011 736 2.891 659 4.441 553 4.457 322 1.198
61.419
54.273
83.525
75.548
De vooruitontvangen geoormerkte subsidies OCW / EZ zijn toegenomen door een ontvangst van €1,7 mln. ten gunste van domein AFL inzake MIP-projecten. De overige overlopende passiva zijn hoger dan in 2014 doordat ultimo 2015 een reservering van €1,9 mln. is opgenomen in het kader van verhuizing Composieten lab en €1,1 mln. voor bouwkundige aanpassingen aan diverse panden in het kader van brandveiligheid. Daarnaast is ook €2,3 mln. opgenomen voor uitkeringen die in 2016 zullen plaatsvinden in relatie tot de afronding van de reorganisatie. Voor het overzicht geoormerkte subsidies OCW / EZ (model G) wordt verwezen naar de tabel Model G - Geoormerkte subsidies OCW / EZ op de volgende pagina’s.
Pagina 142 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Model G G1 Subsidies zonder verrekeningsclausule
Bedrag toew ijzing EUR
Toew ijzing Omschrijving Kenmerk Lerarenbeurs voor scholing 2009-2017 (2014-2015) Lerarenbeurs voor scholing 2009-2017 (2015-2016) Educatieve Minor 2e graads subs MIP Know ledge for Impact Praktijkleren 2014-2015 Totaal
602074-1 705096-1 MUO/2014/38061 DGA-AK/13216988; /15178868 DGA-AK/13216988; /15178868
Ontvangen t/m 2015 EUR
Prestatie afgerond ? Ja/Nee
Datum
17-11-14 20-12-13 20-12-13
388 445 150 828 527
388 445 150 828 527
2.339
2.339
Pagina 143 van 180
Ja Nee Nee Nee Nee
Jaarverslag Inholland 2015
G2 Subsidies met verrekeningsclausule G2.A. Aflopend per ultim o verslagjaar 2015
Omschrijving Kenmerk
Ontvangen t/m verslagjaar EUR
Bedrag toew ijzing EUR
Toew ijzing Datum
Totale kosten EUR
Te verrekenen EUR
Greenport(Groene+ Lectoraten 2009)
DK/2009-2194
27-11-09
480
480
480
Groen Onderw ijs in de Randstad/Food Acad
DGA-AK/14125374
30-07-14
190
190
190
0
BRT-comp. en zelfreflectie Impulsmiddelen 2010-2015 (Praktijkleren en Groene+ ) OVP's Plant en Voedsel&Consument (Praktijkleren en Groene+)
MUO-2013/15436U/KM10063 (Heropening) 14-04-15 DGA-AK/14038781 10-03-14 DGA-AK/14063480 16-05-14
70 235 324
70 235 324
36 235 324
34 0 0
OVP september - december 2014 OVP's Plant en Voedsel&Consument (Praktijkleren en Groene+)
DGA-AK/14121855 DGA-AK/14063480
250 324
250 324
250 324
0 0
1.873
1.873
1.839
34
09-09-14 16-05-14
Totaal
0
G2.B. Doorlopend tot in een volgend verslagjaar Toew ijzing
Omschrijving Lectoraat Green Biotechnology(Groene+ Lectoraten2012) OVP Groene tafel 2014 Totaal
Kenmerk 4850010757720 DGA-AK/14187591
Datum 31-12-12 29-01-15
Bedrag toew ijzing EUR
Saldo 01-01-2015 EUR
Ontvangen in verslagjaar EUR
Lasten in verslagjaar EUR
Totale Saldo nog te kosten per besteden per 31-12-2015 31-12-2015 EUR EUR
396 2.000
71 0
0 2.000
113 251
252 251
-43 1.749
2.396
71
2.000
364
503
1.706
Pagina 144 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
5.6
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen
Huurcontracten De huurcontracten zijn opgenomen in onderstaande tabel en te verdelen in 2 categorieën: Huurcategorie
< 1 jr
< 5 jr
> 5jr
Studentenhuisvesting Huisvesting onderwijs/ondersteuning
0 4.732.479
0 3.998.519
0 617.637
Totaal
4.732.479
3.998.519
617.637
Bankgaranties Per 31 december 2015 bestaat de volgende categorie bankgarantie: Huurovereenkomsten; bedrag € 0,4 mln. Investeringsverplichtingen Ultimo kalenderjaar 2015 zijn er geen investeringsverplichtingen aangegaan. Eigenrisicodragerschap Wet Arbeidsongeschiktheid Conform de regels voor het eigenrisicodragerschap heeft Inholland een garantie moeten afgeven dat Inholland aan haar verplichtingen kan voldoen. Dit risico is middels een verzekeringspolis afgedekt. Zekerheidsstelling De financiering is geborgd doordat een drietal panden in onderpand zijn ondergebracht bij de financiers als zekerheid. Belastingen De fiscale eenheid vennootschapsbelasting bestaat ultimo 2015 uit de volgende vennootschappen: • Holding Inholland B.V. (moeder); • Commerciële HBO- opleidingen Inholland B.V. (handelend onder de naam Inholland Select Studies); • Zakelijke Dienstverlening B.V.; • Contractgroep Inholland B.V. (handelend onder de naam Inholland Academy); • Participatiemaatschappij Holding Inholland B.V. HBO Services B.V. is voor 51% in handen van de Participatiemaatschappij Holding Inholland B.V. en maakt om die reden geen onderdeel uit van de fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Per 31 december 2014 bedraagt een totaal van € 4,7 mln. als beperkt voorwaarts te compenseren verlies met toekomstige winsten van de fiscale eenheid. De fiscale eenheid Holding Inholland B.V. verwacht over 2015 een belastbaar bedrag te hebben van nihil (na verliesverrekening ad € 66.000). Dit houdt in dat er ultimo 2015 € 4,8 mln. aan beperkt
Pagina 145 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
voorwaarts te compenseren verlies resteert. Omdat het gezien de marktomstandigheden onzeker is of deze verliezen in de toekomst gecompenseerd kunnen worden, is er geen actieve latentie opgenomen in de jaarrekening. Er zijn definitieve aanslagen vennootschapsbelasting opgelegd tot en met het jaar 2014. De aangifte vennootschapsbelasting van de fiscale eenheid voor 2015 zal kort na het definitief worden van de jaarrekening 2015 worden ingediend bij de belastingdienst. Voorziening Op grond van de CAO kunnen medewerkers onder voorwaarden gebruik maken van de regeling werktijdvermindering voor senioren (onderdeel DI-regeling). Terzake van verplichtingen dient in de basis een voorziening te worden getroffen. Aangezien de verplichting ultimo 2015 niet op betrouwbare wijze valt in te schatten is geen voorziening getroffen.
5.7
Financiële instrumenten
Inholland maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van uiteenlopende financiële instrumenten die de hogeschool blootstellen aan met name renterisico, kredietrisico en liquiditeitsrisico. Om deze risico’s te beheersen heeft de hogeschool een treasurybeleid opgesteld om de risico’s van onvoorspelbare ongunstige ontwikkelingen op de financiële markten en daarmee de financiële prestaties van de hogeschool te beperken. De hogeschool zet de afgeleide financiële instrumenten interest rate swaps en rentecaps in om risico’s te beheersen. Afgeleide instrumenten worden niet ingezet voor handelsdoeleinden. Kredietrisico Het belangrijkste kredietrisico betreft de vorderingen op de collegegelden van studenten. Door middel van actief beheer van de incasso van de door studenten afgegeven machtigingen wordt dit risico beheerst.
Renterisico Inholland loopt renterisico over de rentedragende vorderingen en schulden en herfinanciering van bestaande financieringen. Voor vorderingen en schulden met variabel rentende renteafspraken loopt de onderneming risico ten aanzien van toekomstige kasstromen en met betrekking tot vast rentende leningen reële waarde risico. Om de variabiliteit van de variabel rentende leningen te beperken heeft Inholland afgeleide rente instrumenten afgesloten. Het renterisico op langlopende leningen wordt beheerst door binnen de mogelijkheden van het treasurystatuut middels treasuryproducten te streven naar een gemiddelde rentevoet. Inholland loopt renterisico over de rentedragende (her)financieringen. Om de variabiliteit van de variabel rentende leningen te beperken zijn afgeleide rente-instrumenten afgesloten. Middels onderstaande producten is hier invulling aan gegeven.
Pagina 146 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Portefeuille overzicht rentederivaten Overzicht per 31-12-2015
Transactie nummer
Type
8406850
Swap
Rabobank
€
15.000.000
€ 1.500.000
1-11-06
1-11-2016
€
-37.806
8748820
Swap
Rabobank
€
10.000.000
€ 6.750.000
1-04-09
1-4-2029
€
-1.584.175
144975.65
Swap
BNG
€
10.000.000
€ 2.500.000
1-04-08
1-4-2018
€
-140.173
Totaal
€
-1.762.154
Tegenpartij
Nominaal
Pro resto
Ingangsdatum
Einddatum
Marktwaarde
In onderstaande tabel een overzicht van de overige voorwaarden per swap/cap. Transactie nummer
Type
Tegenpartij
Vaste intrest/
Pro resto
Capniveau
Variabele rente
Spread
Rente looptijd
8406850
Swap Rabobank
€
1.500.000
3,855%
Euribor
0,00%
3 maanden
8748820
Swap Rabobank
€
6.750.000
4,08%
Euribor
0,00%
3 maanden
Swap BNG
€
2.500.000
3,87%
Euribor
0,00%
3 maanden
144975.65
Het renterisico kan worden weergegeven door de leningen in te delen naar rentevervaldatum. (in € 1.000)
Vers trekte va s trentende l eni ngen Fi na nci el e va s te a ctiva
Bedrag
< 1 jaar -
-
Opgenomen va s trentende l eni ngen Opgenomen va ri a bel l eni ngen La ngl opende l eni ngen (excl l ea s e en l i qui di tei ts bi jdra ge)
5.114 48.638 53.752
639 48.638 49.277
Per s a l do Afgel ei de i ns trumenten
53.752 10.750
49.277 10.750
Per saldo rentepositie
43.002
38.527
Het overgrote deel van de leningen kent een variabele rente die gebaseerd is op de driemaands Euribor tarieven. Deze leningen, alsmede de afgeleide instrumenten, hebben een rentevervaldatum korter dan een jaar en worden daarom in bovenstaande tabel ingedeeld in de kolom korter dan een jaar. Wanneer het saldo van de leningen met een rentevervaltermijn korter dan een jaar wordt afgezet tegen de afgeleide instrumenten, blijkt dat Inholland op korte termijn een rentepositie heeft van € 43,0 mln. Over dit bedrag loopt Inholland renterisico binnen een jaar. Concreet betekent dit dat, indien de rente per 1 april 2016 met 1% zou stijgen, waarbij alle andere variabelen constant blijven, de rentelast in 2016 met € 0,4 mln. zal stijgen. In deze tabel zijn leningen opgenomen met een looptijd tot 25 jaar. De leningen hebben een aflopende nominale waarde. Ook voor de afgeleide instrumenten geldt dat deze een aflopende
Pagina 147 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
waarde hebben na de periode van 1 jaar. In bovenstaande tabel is de mate waarin het renterisico aanwezig is na 1 jaar niet weergegeven. Liquiditeitsrisico De liquiditeitspositie wordt door middel van opvolgende liquiditeitsbegrotingen gemonitord. Er wordt op toegezien dat er voldoende liquiditeiten beschikbaar zijn om aan de verplichtingen te kunnen voldoen en dat tevens voldoende financiële ruimte onder de beschikbare faciliteiten beschikbaar blijft om steeds binnen de gestelde voorwaarden leningconvenanten te blijven. Reële waarde De reële waarde van in de balans opgenomen financiële instrumenten verantwoord onder kasmiddelen, kortlopende vorderingen en schulden e.d. benadert de boekwaarde daarvan.
5.8
Overzicht verbonden partijen
Meerderheidsdeelneming (BV of NV)
Holding Inholland B.V.
Juridisc he vorm
Statutai re zetel
Code Eigen activiteit vermog en en 31-122014
Exploitat Omz ieet saldo 2015 2015
Verklari Consolid ng art. atie 2:403 ja/nee BW
BV
Rotterd am
1/4
1.109
-64
14.4 76
N
1.109
-64
14.4 76
Totaal
J
deelnem ing beeindig d
Deelna mepercenta ge
100%
Overige verbonden partijen (m inderheidsdeelnem ing) Juridische vorm
Statutaire zetel
Code activiteiten
Stg. SI Verloskunde Amsterdam Groningen
Stichting
Amsterdam
4
Kenniscentrum voeding en groen
Coöperatie
Den Haag
4
Toelichting code activiteiten 1 = contractonderwijs; 2 = contractonderzoek; 3 = onroerende zaken; 4 = overig.
Pagina 148 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Holding Inholland B.V. Inholland is voor 100% eigenaar van Holding Inholland B.V. In deze vennootschap zijn de private activiteiten van Inholland ondergebracht. De activiteiten bestaan voor 33% uit contractonderwijs (code 1) en voor 67% uit overige zaken (code 4). Stichting Samenwerkingsinstituut Verloskunde Amsterdam Groningen Per 1 september 2008 is de stichting Samenwerkingsinstituut Verloskunde Amsterdam Groningen (AVAG) opgericht. AVAG verzorgt het onderwijs en onderzoekt de komende jaren de mogelijkheden tot academisering van het curriculum. VUmc, Stichting KVV en Inholland nemen deel in AVAG. Inholland beschikt niet over overwegende zeggenschap. Inholland ontvangt de bekostiging en is als zodanig het formele aanspreekpunt voor her ministerie van OCW (zie het Onderwijsprotocol en de Richtlijn Jaarverslag). Verder is Inholland de formele licentiehouder en in die rol aanspreekpunt voor de NVAO als het gaat om accreditatie. Verantwoording aan het ministerie van OCW en NVAO loopt formeel via Inholland, bijvoorbeeld via het jaarverslag.
Kenniscentrum voeding en groen Samenwerkingsverband tussen Hogeschool Inholland en Stichting Wellant. De ondersteuning van de door leden aangeboden groene opleidingen; Het bereiken van nieuwe doelgroepen jongeren voor ‘groene’ opleidingen en het realiseren van instroom in het groen onderwijs, vanuit de randstad en te beginnen in Amsterdam; De bevordering van de doorlopende leerlijnen tussen de door de leden, alsmede Wageningen UR, aangeboden opleidingen.
Transacties verbonden partijen De transacties ten aanzien van onder anderen omzet, managementvergoeding, rente tussen de instelling en de met haar verbonden partijen zijn: Werkelijk 2015
Werkelijk 2014
Holding Inholland B.V.
12.001
11.013
Stg. SI Verloskunde Amsterdam Groningen
-5.085
-4.757
6.916
6.256
Er hebben zich geen transacties met verbonden partijen op niet zakelijke grondslag voorgedaan.
Pagina 149 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
5.9
Toelichting op de geconsolideerde staat van baten en lasten
Overheidsbijdragen Rijksbijdragen
Werkelijk 2015 3.1.1.1 3.1.1.2 3.1.2.2 3.1.2.2
Begroot 2015
Werkelijk 2014
(Normatieve) Rijksbijdrage OCW (Normatieve) Rijksbijdrage EZ Overige subsidies OCW Overige subsidies EZ
162.280 4.886 836 1.380
165.315 0 564 0
165.354 5.384 1.979 388
Totaal rijksbijdragen
169.382
165.879
173.104
De Rijksbijdrage wordt vastgesteld op basis van het bekostigde studentenaantal van twee jaar geleden. In het kalenderjaar 2015 heeft Inholland € 1,9 mln. aan extra rijksbijdrage ontvangen. Dit bedrag is opgebouwd uit een bedrag loon- en prijscompensatie en een verhoging van de ontvangen rijksbijdrage per student, veroorzaakt door een verandering in de verhouding tussen bekostigde studenten en ingeschreven studenten op macro niveau. Daarnaast heeft hogeschool Inholland voor € 1,7 mln. aan extra Subsidie OC&W en EZ ontvangen. De extra ontvangen subsidies komen voor het grootste deel voor rekening van het domein Agriculture Food & Life Sciences (€ 1,4 mln.).
Overige overheidsbijdragen en –subsidies Werkelijk 2015 3.2.2
Begroot 2015
Werkelijk 2014
Overige (overheids)bijdragen
3.309
3.054
4.658
Totaal overige bijdragen
3.309
3.054
4.658
In 2015 is €0,3 mln. meer aan subsidies van gemeenten, provincies ontvangen ( verdeeld over de verschillende organisatieonderdelen van Inholland) dan begroot.
Pagina 150 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Andere baten Collegegelden Werkelijk 2015 3.3.3
Begroot 2015
Werkelijk 2014
Collegegelden sector HBO
51.345
50.993
53.482
Totaal collegegelden
51.345
50.993
53.482
De daling van de opbrengst collegegelden wordt veroorzaakt door afname van de studentaantallen in collegejaar 2014 – 2015 en 2015 – 2016. In de opbrengst zijn tevens de collegegelden voor AVAG (€ 0,8 mln.) verantwoord.
Baten werk in opdracht van derden Werkelijk 2015
3.4.1
Begroot 2015
Werkelijk 2014
Contractonderwijs
3.982
1.911
4.034
Totaal baten werk i.o.v. derden
3.982
1.911
4.034
Overige baten Werkelijk 2015
3.5.1 3.5.2 3.5.4 3.5.5 3.5.6
Begroot 2015
Werkelijk 2014
Verhuur onroerende zaken Detachering personeel Sponsoring Studentbijdragen Overige
1.542 1.484 24 1.449 401
1.162 348 0 911 113
1.543 2.815 -9 1.399 992
Totaal overige baten
4.899
2.534
6.740
De overige baten zijn in totaal ca. € 3,0 mln. hoger dan begroot. Dit wordt voornamelijk verklaard door hogere detachering personeel (hoofdzakelijk domein O&I en afspraken met Hogeschool Rotterdam) en niet in de begroting meegenomen administratiekosten van de collegegelden (€ 0,5 mln.).
Pagina 151 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Personele lasten Werkelijk 2015 4.1.1 4.1.1.1 4.1.1.2 4.1.1.3
Lonen en salarissen Brutolonen en salarissen Sociale lasten Pensioenpremies
4.1.2
Overige personele lasten
4.1.2.1 4.1.2.1.1 4.1.2.1.2 4.1.2.1.3 4.1.2.1.4 4.1.2.1.5
Mutatie personele voorzieningen Reorganisatie Wachtgeldregelingen WAO Eigen Risico Jubileumuitkeringen Langdurig zieken
4.1.2.2 4.1.2.3
Personeel niet in loondienst Overige
Begroot 2015
117.636 13.303 14.198
106.202 11.325 16.987 145.137
4.1.3
Uitkeringen (-/-) Totaal personele lasten
Werkelijk 2014
114.314 13.082 16.015 134.514
143.411
-10.680 -36 -9 -190 -80
-7.910 0 0 0 0
-5.387 -1.335 2 -17 -5
15.023 14.234
27.528 15.281
12.036 12.384
18.262
34.899
17.678
-498
-151
-667
162.901
169.262
160.422
De totale personele lasten liggen € 6,0 mln. lager dan begroot. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door onderbesteding van de scholingskosten (€ 2,0 mln.), lagere kosten ten behoeve van de externe inhuur (€ 2,0 mln.) en het feit dat meer kosten ten laste van de reorganisatievoorziening gebracht konden worden (€ 2,0 mln.). De lonen en salarissen zijn hoger dan begroot en hoger dan 2014 door uitbetaalde ontslagvergoedingen. Het personeel (deel van) van AVAG is in dienst van Inholland. De kosten zijn verantwoord onder de loonkosten (€ 4,1 mln.). De Rijksbijdrage (€ 8,6 mln.) specifiek voor deze opleiding is verantwoord in het totaal van de ontvangen Rijksbijdragen door Inholland. Het resterende saldo (€ 4,5 mln.) is verantwoord onder de post personeel niet in loondienst. Onder de post ‘Wachtgeldregelingen’ en ‘WAO Eigen Risico’ zijn - naast de reguliere kalenderjaaruitgaven – ook de dotaties en vrijvallen aan de daarvoor aangehouden voorzieningen opgenomen. De post ‘ Personeel niet in loondienst’ is hoger dan in 2014 door inzet van externen bij diverse projecten, met name project Langstudeerders. Onder de post ‘Overige’ is ultimo 2015 een reservering gevormd van € 0,9 mln. Deze vorming houdt verband met de aanspraak van medewerkers op niet- ingezette uren duurzame inzet welke vanuit de cao 2015 zijn gaan gelden.
Pagina 152 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Gemiddeld aantal werknemers Het gemiddeld aantal werknemers bedraagt in 2015: 2.272 (2014: 2.304). Alle medewerkers zijn werkzaam in Nederland.
Bezoldiging bestuurders en toezichthouders ( x €1,00)
WNT 2015 De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), kortweg: Wet normering topinkomens, is in 2013 in werking getreden. Het doel van deze wet is het tegengaan van bovenmatige beloningen en ontslagvergoedingen bij instellingen in de (semi) publieke sector. In de WNT worden inkomens en ontslagvergoedingen van topfunctionarissen bij instellingen met een publieke taak, genormeerd en openbaar gemaakt. Topfunctionarissen zijn, kort gezegd, degenen die behoren tot het hoogste uitvoerende of toezichthoudende orgaan, of de laag daaronder, en in die rol verantwoordelijk zijn voor de gehele instelling of rechtspersoon. Ook extern ingehuurde topfunctionarissen vallen onder de WNT zodra zij in een aaneengesloten periode van 18 maanden zes maanden of meer de functie van een topfunctionaris vervullen. Per 1 januari 2015 is de WNT aangepast met de Wet verlaging bezoldigingsmaximum WNT (WNT2) in verband met de verlaging van het wettelijk bezoldigingsmaximum van 130% naar 100% van de bezoldiging van een minister. De maximering is van toepassing op de hoogst leidinggevenden (topfunctionarissen) van de instellingen en interne toezichthouders (leden raad van toezicht). Jaarlijks worden de bezoldigingsnormen in een ministeriële regeling aangepast. Op grond van deze WNT2 geldt het volgende:
In 2015 mag het inkomen van topfunctionarissen in de (semi) publieke sector maximaal 100% van het ministersalaris zijn. Dat komt in 2015 neer op € 178.000 inclusief belaste kostenvergoeding en pensioenbijdrage werkgever. Het bezoldigingsmaximum voor leden en voorzitter raad van toezicht bedraagt in 2015 10% respectievelijk 15% van het voor de HBO sector geldende bezoldigingsmaximum, te weten € 178.000. Voor ontslagvergoedingen van topfunctionarissen geldt ook voor 2015 een norm van maximaal één jaarsalaris, met een maximum van € 75.000.
Het inkomen van de voorzitter en de leden van het College van Bestuur van Hogeschool Inholland ligt onder het bezoldigingsmaximum van WNT2. De honorering van de voorzitter en leden van de Raad van Toezicht ligt onder de voor hen gestelde norm van WNT2.
Pagina 153 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semi publieke sector 2015 4.1 Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen Vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking Functie of functies
Voorzittersclausule Naam van toepassing
Voorzitter College van Bestuur Lid College van Bestuur Lid College van Bestuur
J N N
Ingangsdatum dienstverband
G.M.C. de Ranitz M.J.W.T. Nollen H. de Deugd
Einddatum Omvang dienstverband dienstverband in FTE
1-12-2014 1-3-2012 1-4-2012
Beloning
1,00 1,00 1,00
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen 160.729 153.950 153.992
-
Voorzieningen Uitkeringen wegens beloning betaalbaar beëindiging van het op termijn dienstverband 16.522 16.241 15.856
Vermelding alle interim-bestuurders Functie of functies
Voorzittersclausule Naam van toepassing
Ingangsdatum dienstverband
Einddatum Omvang dienstverband dienstverband in FTE
Beloning
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
Voorzieningen Uitkeringen wegens beloning betaalbaar beëindiging van het op termijn dienstverband
Ingangsdatum dienstverband
Einddatum Omvang dienstverband dienstverband in FTE 1,00 1,00 1,00 1,00 1,00
Beloning *
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
Voorzieningen Uitkeringen wegens beloning betaalbaar beëindiging van het op termijn dienstverband
Vermelding alle toezichthouders Functie of functies
Voorzittersclausule Naam van toepassing
Voorzitter Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht
J N N N N
H.W. Breukink M.F. Andriessen E.C. van der Sluis K. van der Steenhoven H.J. Rutten
1-6-2011 1-12-2011 1-12-2011 1-12-2011 1-3-2012
14.700 10.500 10.500 10.500 10.500
* dit zijn de vergoedingen excl 21% btw
Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semi publieke sector 2014 Vermelding bezoldiging topfunctionarissen en gewezen topfunctionarissen Vermelding alle bestuurders met dienstbetrekking
Functie of functies
Voorzittersclausule van toepassing
Voorzitter College van Bestuur Voorzitter College van Bestuur Lid College van Bestuur Lid College van Bestuur
J J N N
Naam
D. Terpstra G.M.C. de Ranitz
M.J.W.T. Nollen H. de Deugd
Ingangsdatum dienstverband 22-11-2010 1-12-2014 1-3-2012 1-4-2012
Einddatum dienstverband 1-12-2014
Omvang Beloning dienstverband in FTE 1,00 1,00 1,00 1,00
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen 152.908 13.378 151.267 145.471
3.596 1.292
Voorzieningen beloning Uitkeringen wegens betaalbaar op termijn beëindiging van het dienstverband 24.630 2.319 26.118 23.799
Vermelding alle interim-bestuurders Functie of functies
Voorzittersclausule van toepassing
Naam
Ingangsdatum dienstverband
Einddatum dienstverband
Omvang Beloning dienstverband in FTE
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
Voorzieningen beloning Uitkeringen wegens betaalbaar op termijn beëindiging van het dienstverband
Naam
Ingangsdatum dienstverband
Einddatum dienstverband
Omvang Beloning * dienstverband in FTE
Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen
Voorzieningen beloning Uitkeringen wegens betaalbaar op termijn beëindiging van het dienstverband
Vermelding alle toezichthouders Functie of functies
Voorzitter Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht Lid Raad van Toezicht
Voorzittersclausule van toepassing
J N N N N
H.W. Breukink
1-6-2011
M.F. Andriessen E.C. van der Sluis K. van der Steenhoven H.J. Rutten
1-12-2011 1-12-2011 1-12-2011 1-3-2012
1,00 1,00 1,00 1,00 1,00
13.600 9.500 9.500 9.500 9.500
* dit zijn de vergoedingen excl 21% btw
Over 2015 heeft bij de overige medewerkers geen overschrijding van de WNT norm van €178.000 plaatsgevonden.
Pagina 154 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Declaraties College van Bestuur Op basis van artikel 3j van de Regeling jaarverslaggeving onderwijs dient Inholland vanaf het verslagjaar 2011 inzicht te geven in de declaraties van de individuele leden van het College van Bestuur. Met opname van onderstaand overzicht wordt hieraan voldaan.
Naam
G.M.C. de Ranitz
M.J.W.T. Nollen
H. de Deugd
Functie
Voorzitter
portefeuillehouder
portefeuillehouder
Bedrijfsvoering Fte Representatiekosten Reiskosten binnenland Reiskosten buitenland
1
Totalen
Onderw ijs en Onderzoek 1
1
3
911
215
0
1.126
3.745
1.111
0
4.856
0
0
0
0
Overige kosten
2.160
1.920
1.920
6.000
Totaal
6.816
3.246
1.920
11.982
De overige kosten worden met name gevormd door de maandelijkse onkostenvergoeding.
Correctie in 2016 als gevolg van maximale bezoldiging 2015 In 2016 zal een nabetaling plaats vinden voor alle drie de leden van het College van Bestuur. Als gevolg van de aftopping pensioengevend salaris tot een maximum van € 100.000 heeft het voltallige bestuur, vanuit hun arbeidsovereenkomst nog recht op een nabetaling tot hun contractueel vastgestelde bezoldigingsgrens, die per abuis in 2015 niet is doorgevoerd. Dit is geaccordeerd door de Raad van Toezicht. De nabetaling en daarmee de totale bezoldiging over 2015 is in de tabel hieronder opgenomen.
Met deze nabetaling in 2016 komt de voorzitter en de twee leden vanaf 2015 in het overgangsrecht voor de WNT2. Door de externe accountant zal in het kader van de controle van de jaarrekening 2016 getoetst worden of de nabetaling in 2016 in overeenstemming is met het overgangsrecht WNT2.
Pagina 155 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Afschrijvingen
Werkelijk 2015 4.2.1
Begroot 2015
Werkelijk 2014
Immateriële vaste activa
94
0
122
4.2.2 Materiële vaste activa 4.2.2.1 Gebouwen 4.2.2.2 Inventaris en apparatuur
12.073 5.106
11.312 7.057
11.437 6.656
17.273
18.369
18.215
Totaal afschrijvingen
De afschrijvingslasten zijn, zowel in relatie tot vorig jaar als in relatie tot de begroting gedaald. Door versnelde afschrijvingen voor locatie Alkmaar komen de afschrijvingslasten op gebouwen hoger uit terwijl in 2015, in verhouding tot voorgaande jaren, weinig geïnvesteerd is. Door meerdere jaren achtereen terughoudend investeren in vooral ICT-projecten zijn de afschrijvingslasten op inventaris en apparatuur drastisch verlaagd. Ondanks het voornemen om dit jaar aanzienlijke ICT-investeringen te verrichten is dit door omstandigheden niet gelukt. In de begroting van de afschrijvingen is hier echter wel rekening mee gehouden. Het uitblijven en later activeren van deze investeringen veroorzaakt een onderbesteding.
Huisvestingslasten
Werkelijk 2015 4.3.1 4.3.1.1 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.3.6 4.3.8
Huur Leegstand panden Klein onderhoud en exploitatie Energie en water Schoonmaakkosten Heffingen Overige huisvestingslasten
Totaal Huisvestingslasten
Begroot 2015
Werkelijk 2014
4.853 0 3.962 2.168 2.563 480 2.709
4.856 0 2.151 2.371 2.504 878 716
4.926 -314 2.411 1.848 2.312 908 512
16.735
13.476
12.602
De huisvestingslasten zijn € 3,0 mln. hoger dan 2014. Dit wordt grotendeels verklaard door de reservering voor de geplande verhuizing van Composieten lab (€ 1,9 mln.) en de reservering
Pagina 156 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
van €1,1 mln. voor bouwkundige aanpassingen diverse panden in het kader van brandveiligheid. Overige instellingslasten
Werkelijk 2015 4.4
Overige Instellingslasten
4.4.1 4.4.1.1 4.4.1.2 4.4.1.3
Administratie- en beheerslasten Administratie en beheer Reis- en verblijfkosten Overige beheerslasten
4.4.2 4.4.2.1 4.4.2.2 4.4.2.3
Inventaris, apparatuur & leermiddelen Inventaris en apparatuur ICT lasten Leer- en hulpmiddelen
4.4.3
Mutatie dubieuze debiteuren
4.4.4 4.4.4.1 4.4.4.2 4.4.4.4 4.4.4.5 4.4.4.6
Overigen Studentenvoorzieningen Wervingskosten Uitbesteed werk Telefoon/internet Overigen
Totaal Overige Instellingslasten
Begroot 2015
Werkelijk 2014
4.431 11 53
3.546 20 2.041
4.457 3 1.417
4.495
5.607
5.877
65 3.483 4.627
0 2.965 4.306
777 3.205 3.579
8.175
7.271
7.561
-163
0
711
1.362 2.753 842 993 0
1.854 2.670 1.263 1.020 -2
983 3.035 366 1.143 0
5.950
6.805
5.527
18.457
19.683
19.677
De instellingslasten overall zijn lager dan 2014 terwijl meer is ingezet op leer- en hulpmiddelen ten behoeve van het onderwijs. Ultimo kalenderjaar 2014 is onder de post overige beheerslasten een reservering getroffen van € 0,9 mln. voor verwachtte fiscale kosten. Deze reservering is voor € 0,6 mln. in 2015 vrijgevallen. Voor het kalenderjaar 2015 heeft hogeschool Inholland binnen de begroting ruimte gecreëerd voor speciale beleidsprojecten, de zogenaamde beleidsgelden. Het verschil t.o.v. de begroting (€ 1,2 mln.) is met name het gevolg van het niet besteden van deze beleidsgelden.
Pagina 157 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Accountantshonoraria
Werkelijk 2015
2015
EY
4.4.1.1 4.4.1.2 4.4.1.3 4.4.1.4
Onderzoek jaarrekening Andere controleopdrachten Fiscale adviezen Andere niet-controlediensten
2014
Voormalige accountant 97 0 0 0
96 36 4 52
121 48 9 4
97
188
182
Financieel en buitengewoon Werkelijk 2015
Begroot 2015
Werkelijk 2014
Financieel en Buitengewoon 5 5.1 5.5 5.5.1
Financiële baten en lasten Rentebaten Rentelasten Overige financiële lasten
110 -1.221 0
35 -3.580 0
55 -2.031 193
Totaal Financiële baten en lasten
-1.111
-3.545
-1.783
-129
0
-62
0
0
0
-165
0
-107
-1.111
-3.545
-1.783
6
Belastingen
7
Resultaat deelneming
8
Aandeel derden in resultaat
De rentebaten zijn toegenomen door hogere rentepercentages op de spaarrekeningen. De rentelasten zijn in 2015 afgenomen; dit wordt veroorzaakt door rentecorrecties in 2015 en lagere rentelasten op leningen.
Pagina 158 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
5.10 Enkelvoudige balans per 31 december 2015 (na resultaatbestemming)
1
Activa
1.1 1.2 1.3
Werkelijk 31 december 2015
Werkelijk 31 december 2014
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
64 159.964 1.109
152 171.400 1.175
Totaal vaste activa
161.137
172.727
25.067 94.267
25.730 78.572
Totaal vlottende activa
119.334
104.302
Totaal activa
280.471
277.029
128.331
112.185
24.218 48.272 79.650
38.581 53.376 72.887
280.471
277.029
Vaste activa
Vlottende activa 1.5 1.7
Vorderingen Liquide middelen
2
Passiva
2.1
Eigen vermogen
2.2 2.3 2.4
Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden
Totaal passiva
Pagina 159 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
5.11 Enkelvoudige staat van baten en lasten 2015
Werkelijk 2015
Begroting 2015
Werkelijk 2014
Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en - subsidies Collegegelden Baten werk i.o.v. derden Overige baten
169.382 3.309 51.345 1.392 5.035
165.879 3.054 50.993 1.911 2.534
173.104 4.658 53.482 1.763 6.963
Totaal baten
230.463
224.371
239.970
Personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige instellingslasten
162.331 17.272 16.676 16.850
169.262 18.369 13.476 19.683
159.516 18.165 12.507 18.530
Totaal lasten
213.129
220.790
208.718
17.334
3.581
31.252
99 -1.221
35 -2.832
24 -1.838
Saldo financiële baten en lasten
-1.122
-2.797
-1.814
Resultaat
16.212
784
29.438
0
0
0
-66
-748
-294
16.146
36
29.144
0
0
0
16.146
36
29.144
0
0
0
16.146
36
29.144
3 Baten 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
4 Lasten 4.1 4.2 4.3 4.4
Saldo baten en lasten
5 Financiële baten en lasten 5.1 Financiële baten 5.2 Financiële lasten
6 Belastingen 7 Resultaat Deelneming Resultaat na belastingen
8 Aandeel derden in resultaat Nettoresultaat
9 Buitengewoon resultaat
Totaal resultaat
Pagina 160 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
5.12 Toelichting op de enkelvoudige jaarrekening De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de jaarverslaggeving. Deze bepalingen zijn van toepassing op grond van Regeling Jaarverslaggeving Onderwijs. De jaarrekening is opgesteld in euro’s, afgerond naar € 1.000 tenzij anders vermeld. In de toelichting op de enkelvoudige balans en staat van baten en lasten wordt met uitzondering van de post financiële vaste activa en het eigen vermogen, verwezen naar de toelichting bij de geconsolideerde balans en de staat van baten en lasten. Immateriële vaste activa Verkrijgings- Afschrijvingen Boekwaarde Investeringen DesReclassificatie prijs t/m t/m investeringen (verschuiving van in uitvoering naar in gebruik) 31-12-2014
31-12-2014
31-12-2014
2015
2015
2015
Afschrijving & Waardeverm.
Boekwaarde
2015
31-12-2015
1.1.2 Vergunningen en rechten
8.046
7.894
152
6
0
0
94
64
Totaal
8.046
7.894
152
6
0
0
94
64
Onder vergunningen en rechten worden onder andere verstaan de rechten om gebruik te maken van generieke bedrijfsapplicaties (met name licenties). In 2015 is er voor een minimaal bedrag geïnvesteerd in nieuwe licenties Materiële vaste activa Verkrijgingsprijs t/m 31-12-2014
Afschrijvingen Boekwaarde Investeringen DesAfschrijving & Boekwaarde t/m investeringen Waardeverm. 31-12-2014
31-12-2014
2015
2015
2015
31-12-2015
1.2.1 1.2.1.1 1.2.1.2 1.2.1.3
Gebouwen en terreinen Gebouwen Terreinen Gebouwen in uitvoering Totaal
272.205 12.096 585 284.886
124.368 0 0 124.368
147.837 12.096 585 160.517
1.241 0 478 1.719
0 0 0 0
12.073 0 0 12.073
137.004 12.096 1.062 150.162
1.2.2
Inventaris en apparatuur
183.882
172.999
10.883
4.024
0
5.106
9.802
Totaal
468.768
297.367
171.400
5.743
0
17.179
159.964
De investeringen in gebouwen betreffen voornamelijk onderhoud van panden op diverse locaties. Gezien de renovatie van locatie Alkmaar waarbij in 2016 een deel van de huisvesting niet meer zal worden ingezet voor onderwijs is in 2015 een versnelde afschrijving toegepast van €0,7 mln. De gebouwen zijn bezwaard met hypotheken. De investeringen in inventaris en apparatuur betreffen voornamelijk vervanging van ICT apparatuur
Pagina 161 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Financiële vaste activa Deelnemingen in groepsmaatschappijen
1.3.1 Deelnemingen
Boekwaarde
Investeringen
31-12-2014
2015
Desinvesteringen 2015
Resultaat
Boekwaarde
2015
31-12-2015
Holding Inholland B.V.
1.175
0
0
-66
1.109
Totaal deelnemingen
1.175
0
0
-66
1.109
Vorderingen (enkelvoudig)
31 december 2015
1.5.1 Debiteuren 1.5.1.1 Voorziening Incourant
1.5.3
2.486 -67
Vorderingen gelieerde partijen
1.5.5 Studentdebiteuren 1.5.5.1 Voorziening Incourant
31 december 2014
1.372 -98 2.419
1.274
364
289
21.738 -2.204
23.116 -2.350 19.534
1.5.7 Overige vorderingen 1.5.7.1 Voorschotten personeel 1.5.7.2 Overige
22 0
20.766
53 0 22
1.5.8 1.5.8.1 1.5.8.3 1.5.8.4. 1.5.8.5 1.5.8.6
Overlopende activa Vooruitbetaalde kosten NS abonnementen Nog te ontvangen bedragen Nog te factureren bedragen Overige
Totaal vorderingen
2.394 41 29 262 2
53
2.622 491 24 216 -5 2.728
3.348
25.067
25.730
Pagina 162 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Eigen vermogen (enkelvoudig)
Mutaties Stand per
Stand per Bestemming resultaat
31-12-2014 Algemene reserve 2.1.1 Algemene reserve
Overige mutaties
31-12-2015
112.185
16.212
-16.066
112.331
Bestemmingsreserve (publiek) 2.1.2 Onderwijs algemeen
0
0
16.000
16.000
Bestemmingsreserve (privaat) 2.1.3 Deelneming Holding Inholland B.V.
0
-66
66
0
112.185
16.146
0
128.331
Totaal vermogen
Voorziening ( enkelvoudig)
Saldo 31-12-2014 2.2.1 2.2.1.1 2.2.1.2 2.1.2.3 2.1.2.4 2.1.2.5
2.2.3 2.2.3.1
Dotaties 2015
Mutaties Onttrekkingen 2015
Vrijval 2015
Onderverdeling saldo 31-12-2015 naar looptijd < 1 jaar 1-5 jaar > 5 jaar
Saldo 31-12-2015
Personeelsvoorzieningen Wachtgelden WAO Eigen Risico Langdurig zieken Jubileumuitkering Reorganisatievoorziening
304 151 885 1.108 34.251
21.188 25 62 0 0
-141 0 -141 -190 -8.669
0 -33 0 0 -25.389
21.351 142 806 918 194
2.057 60 589 114 100
10.071 63 217 437 24
9.223 19 0 367 70
Totaal personeelsvoorzieningen
36.700
21.275
-9.141
-25.422
23.411
2.920
10.812
9.679
Overige voorzieningen Leegstandvoorziening gebouwen
1.881
117
-1.191
0
807
807
0
0
Totaal overige voorzieningen
1.881
117
-1.191
0
807
807
0
0
38.581
21.392
-10.332
-25.422
24.218
3.727
10.812
9.679
Voorzieningen
Pagina 163 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Langlopende schulden ( enkelvoudig)
Bedrag lening
Aangegane
31-12-2014
leningen o/g
Aflossingen
Saldo Resterende
Rente
31-12-2015
looptijd
% (*)
4.474 4.368
10 jr 6 -9 jr
2,88% + 3,85% euri + 0,65%
2.3.3 2.3.3.1 2.3.3.2
Kredietinstellingen BNG Rabobank (Hypotheek)
5.113 5.503
0 0
639 1.135
2.3.3.4
Rabobank (Hypotheek)
11.561
0
1.770
9.790
21jr
euri + 0,65%
2.3.4.5
BNG
31.200
0
1.560
29.640
22 jr
euri + 1,75%
53.376
0
5.104
48.272
53.376
0
5.104
48.272
Totaal langlopende schulden
Kortlopende schulden (enkelvoudig)
31 december 2015
2.4.1 2.4.3 2.4.4 2.4.5 2.4.6 2.4.7 2.4.8
Kredietinstellingen (kortlopende deel) Crediteuren OCW / EZ Schulden aan groepsmaatschappijen Schulden aan andere deelnemingen Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden terzake pensioenen
2.4.9 2.4.9.3
Overige kortlopende schulden Nog verschuldigde salarissen
2.4.10 2.4.10.1.1 2.4.10.2 2.4.10.3 2.4.10.4.1 2.4.10.4.2 2.4.10.5.1 2.4.10.5.2 2.4.10.6 2.4.10.7 2.4.10.8
Overlopende passiva Vooruitontvangen collegegelden (HBO) Vooruitontvangen geoormerkte subsidies OCW / EZ Vooruitontvangen investeringssubsidies Vooruitontvangen overige subsidies Vooruitontvangen overige bedragen Vakantiegeld Vakantiedagen Accountants- en administratiekosten Rente Overige
Totaal kortlopende schulden
31 december 2014
5.854 5.471 0 953 0 7.997 1.724
5.479 5.133 0 777 0 7.982 1.878
21.999
21.250
0
45
34.310 2.822 516 2.629 380 4.376 1.947 3.418 124 7.129
36.225 1.011 736 2.891 659 4.200 541 3.647 322 1.363
57.651
51.595
79.650
72.887
Pagina 164 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Overige gegevens 5.13 Controleverklaring De verklaring is opgenomen op de volgende pagina’s.
Pagina 165 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Pagina 166 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Pagina 167 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Pagina 168 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Pagina 169 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Pagina 170 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Pagina 171 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
5.14 Gebeurtenissen na balansdatum Na balansdatum hebben zich geen gebeurtenissen voorgedaan die hier vermeld zouden moeten worden.
5.15 Bestemming resultaat Werkelijk 2015
Begroting 2015
Werkelijk 2014
Toevoeging / onttrekking aan algemene reserve Toevoeging / onttrekking aan bestemmingsreserve (publiek)
146 16.000
36 0
29.144 0
Resultaat
16.146
36
29.144
Van het resultaat 2015 ad €16,1 mln. is € 0,1 mln. toegevoegd aan de algemene reserve, voor €16,0 mln. is een bestemmingsreserve ( publiek) gevormd.
College van Bestuur Inholland Mw. drs. G.M.C. de Ranitz, voorzitter
Drs. H. de Deugd, lid
Dr. M.J.W.T. Nollen, lid
Raad van Toezicht Inholland
Mw. dr. M.F. Andriessen (vice-voorzitter)
H.W. Breukink (voorzitter)
Mw. prof. dr. L.E.C. van der Sluis
Drs. K. van der Steenhoven
Mr. H.J. Rutten
Pagina 172 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
6. Bijlage 6.1
Specificatie posten OCW
(Normatieve) Rijksbijdragen
Rijksbijdragen HBO 2015 2014/2/380930 2015/2/409463 2015/2/114810
148.420 1.285 1.433
151.138 HAO/LNV 2015 2014/2/38 2015/2/409500 2015/2/114876
5669 196 66 5.931
Overig 2015 2014/2/379387 Prestatiebekostiging H(B)O 2015/2/409463 Prestatiebekostiging H(B)O 2015/2/114810 Prestatiebekostiging H(B)O 2014/2/380922 Prestatiebekostiging HAO/LNV
10.992 41 109 234 11.376
Totaal Rijksbijdragen
168.445
Pagina 173 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
6.2
FSR Financiële Specificatie Rijkssubsidies (HO)
Subsidieverstrekker en Naam subsidie eventueel uitvoerder
Projectnr. subsidiegever of kenmerk beschikking met datum
SIA
Green Eyes
PRO-3-30; 24-11-2011
€ 699.503,95 € 699.503,95
1-1-2012 31-12-2015
€ 516.043,70 € 108.878,83
€ 624.922,53 € 699.503,95 Vast te stellen
SIA
Praktijkgericht Onderzoek Multi-method coaching
PRO-3-11; 10-2-2012
€ 699.977,00 € 699.977,00
1-4-2012
31-3-2016
€ 411.313,01 € 161.871,60
€ 573.184,61 € 699.976,75 Lopend
SIA
Automatisering vacuüminfusieproces voor composiet
2014-01-26M; 25-7-2014
€ 300.000,00 € 300.000,00
1-9-2014
31-8-2016
SIA
Somatische Zorg en leefstijl in de GGZ
2014-01-35P; 17-10-2014
€ 296.750,00 € 296.750,00
1-3-2015
SIA
Versterken van opvoedsteun aan ouders van tieners
PRO-3-10; 29-04-2013
€ 667.692,00 € 667.692,00
SIA
Samenmarkt: samenw erken in de tuinbouw markt
2015-02-09M; 30-07-2015
SIA
PACT: Petunia and CRISPR/Cas Technology
2014-01-04PRO; 11-05-2015
Totaal projectbudget
Subsidie
Looptijd begin
Looptijd einde
Stand 01-01-2015
€ 11.142,00
Mutaties
Stand 31-12-2015
Voorschot
Status
€ 48.858,00
€ 60.000,00
€ 60.000,00 Lopend
28-2-2017
€ 0,00 € 101.733,30
€ 101.733,30
€ 59.350,00 Lopend
1-5-2013
30-4-2017
€ 198.401,89 € 161.126,81
€ 583.282,00 € 291.641,00
1-9-2015
31-8-2017
€ 0,00
€ 45.086,80
€ 45.086,80
€ 995.714,30 € 697.000,00
1-9-2015
31-8-2019
€ 0,00
€ 27.614,77
€ 27.614,77 € 139.400,00 Lopend
€ 359.528,70 € 667.692,00 Lopend € 58.328,20 Lopend
Centre of Expertise partnerprojecten WUR
Centre for Biobased Economy (CBBE)
DGA-AK/12354007; 12-12-2012
15-12-2010 31-12-2016
€ 412.239,36 € 299.690,76
€ 711.930,12 € 537.000,00 Lopend
HAS
Centre of Expertise Greenports (CoEG)
DGA-AK/13125407; 24-10-2013
1-12-2010 31-12-2017
€ 141.199,31 € 121.960,49
€ 263.159,80 € 153.370,15 Lopend
CAH Vilentum Centre of Expertise Open Teelten
DGA-AK/14186250
1-1-2014 31-12-2017
€ 5.646,00
€ 18.690,53
€ 24.336,53
€ 10.664,00 Lopend
HAS
DGA-AK/13181498; 29-10-2013
1-9-2013 31-12-2017
€ 198,40
€ 44.103,02
€ 44.301,42
€ 55.640,33 Lopend
Hall Larenstein Centre of Expertise Agrodier
DGA-AK/13125591; 25-10-2013
1-9-2013 31-12-2017
€ 0,00
€ 35.532,89
€ 35.532,89
€ 63.694,00 Lopend
HvAmsterdam Centre of Expertise Creative Industry
464117; 04-12-2012
1-1-2013 31-12-2017
Center of Expertise Food
€ 450.394,12 € 137.070,29
€ 587.464,41 € 342.497,78 Lopend
Toelichting op het FSR model Gehanteerde Kostengrondslagen: Forfaitaire (voorcalculatorisch) uurtarief op schaalniveau voor directe personeelskosten inclusief een forfaitaire opslag voor personeelsgebonden kosten/kosten van personeelsbeleid. De uurtarieven zijn gebaseerd op een maximale calculeerbare inzet van 1.400 uur per fte. Overige directe kosten: dit betreft de directe uitgaven, gedaan ten behoeve van het project (real expenses/out of pocket kosten) De Kostengrondslagen zijn gebaseerd op het rapport "Univers(ele) vereenvoudiging; Eindrapportage Juli 2007 Bijlage 3".
Pagina 174 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
6.3
Specificatie Meerjarig Investeringsprogramma ( MIP) IN MIP GEPLANDE INZET VAN MIDDELEN
In Holland
Actielijn art. 17
Investeringsmiddelen
FIM2014 a.1 vernieuwing opleidingen
Eigen middelen
FIM2015
FEM2014
Financiering derden
FEM2015
FDD2014
FDD2015
Totaal geplande inzet (control)voor
Totaal geplande inzet (control)voor
2014
2015
DAADWERKELIJK BESTEDE INVESTERINGSMIDDELEN Besteed Totaal Besteed in in 2015 Besteed in Besteed in 2014 uit uit 2014 uit art. 2014 (uit Art. Besteed in art. 5 + 5a overloop Besteed in 5 2014, 5+5a 2013 en 2013 uit art 2013, 2013 (Art. 2015 uit Art. 5 volgens Art. 5 2014) 5 + 5a 2013 volgens 2015 5+5a) opgave volgens opgave en/of instelling opgave instelling 2014 instelling (Art.5)
51.600
0
19.000
48.600
0
0
70.600
48.600 119.200
0
0
0
6.000
0
130.000
100.000
0
0
136.000
100.000 236.000
0
0
0
a.3 kennistoepassing
70.800
156.878
220.000
200.000
0
0
290.800
356.878 647.678
0
0
0
70.800
b.1 samenwerkingsverbanden
21.000
29.787
20.000
17.000
0
0
41.000
46.787
87.787
0
0
0
21.000 1.800
a.2 groene kennis voor burgers
51.600
2.400
VERWACHTE INZET INVESTERINGSMIDDELEN Totaal Besteed Art. 5 in 2015 (M+N)
Totaal Besteed Art. 5 t/m 2015(L+O)
Actielijn
Geplande inzet in Geplande inzet 2016 uit overloop in 2017 uit Art.5 overloop Art.5
54.000
54.000
-5% a1
0
0
0
a2
6.000
175.252
246.052
246.052
-8% a3
0
3.158
24.158
24.158
b1
26.630
0
0
b2
14.274
46.766
48.566
48.566
c1
15.622
0
0
c2
0
b.2 teams vakdocenten
6.000
8.274
5.000
4.250
0
0
11.000
12.524
23.524
0
0
0
c.1 innovatieve bedrijven
1.800
62.387
20.000
17.000
0
0
21.800
79.387 101.187
0
0
0
c.2 inhuur deskundigheid
0
0
170.000
150.000
0
0
170.000
150.000 320.000
0
0
0
d.1 groene groei
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
13.850
13.850
13.850
d1
0
137.313
205.219
45.000
41.750
0
0
182.313
246.969 429.282
0
0
0
117.950
0
117.950
117.950
d2
189.900
0
0
20.000
20.000
0
0
20.000
20.000
40.000
0
0
0
0
0
d3
0
30.000 324.513
41.371 503.917
0 649.000
0 598.600
0 0
0 0
30.000 973.513
41.371 1.102.517
71.371
0 0
0 0
0 0
0 1.295 241.425 505.869 incl besteed in 2013
1.295 505.869 505.869
d4
70.076 322.502
d.2 thema’s innovatieagenda’s d.3 agenda bèta – techniek d.4 voedselzekerheid
Beschikking DUO 2013
1
0
pm1
0
Beschikking DUO 2014
324.513
Inholland is nog gedurende de afronding van de jaarrrekening in overleg met EZ rondom de vaststelling van het definitieve beschikkingsbedrag 2013. In de jaarrekening 2016 zal verantwoording hierover plaatsvinden.
Pagina 175 van 180
1.295 264.445
Beschikking DUO 2015
503.917
51.600
0
322.502
Jaarverslag Inholland 2015
Meerjarig Investeringsprogramma “Van School naar Kenniscentrum” Beknopt verslag van de uitgevoerde acties en bereikte resultaten 2015 A: Thema en actielijn “versterking kennisinfrastructuur” Vernieuwing opleidingen Met succes zijn de onderstaande activiteiten uitgevoerd en geborgd:
Implementatie studiekeuzecheck (aandacht voor beroepsbeeld)
Doorontwikkeling van de intake & assessment procedure (detecteren van talent en deficiëntie)
Uitwerking van het concept T-skills (diepte kennis in een breder perspectief kunnen plaatsen) en inpassing in de curricula
Herijking Studieloopbaanbegeleiding gericht op de ontwikkeling van de professionele identiteit
Vergroten leerwinst door werving van SURE opdrachten binnen meerjarige onderzoeksprogramma’s
Herformulering van curriculum: Herontwerp curriculum Landscape & Environment Management gereed tot jaar 3; herontwerp uitstroomprofiel Bedrijfskunde & Management van de opleiding Tuinbouw & Agribusiness is gereed, flexibilisering van deze opleiding is deels gereed. Zowel Food, Commerce & Technology en Dier & Veehouderij is herontwerp curriculum deels gereed.
Het Honours programma is voor de 4x uitgevoerd.
Groene kennis voor burgers: Deze actielijn betreft het vinden van nieuwe doelgroepen (met name in de metropoolregio Amsterdam en de metropool Den Haag-Rotterdam. Tevens is een doel het vergroten van de zichtbaarheid van het groene onderwijs via de icoonprojecten. In de regionale media verschijnt o.a. een maandelijkse column en zijn de symposia “Green China”, “Tuinbouw techniek” en “Weerbaar telen” krachtige voorbeelden. Voorbeelden zijn de promotieonderzoeken van Vera van Stokkom, Daniel Scheepens en Alex v.d. Zwart. Kennistoepassing Ontwikkelen van nieuwe docentrollen voor de “Docent van de Toekomst” valt onder deze actielijn. Beschrijven van de benodigde T-skills en de teamplannen per opleiding zijn gereed. Er is aandacht voor individuele ontwikkelingstrajecten van docenten. Er heeft een visitatie/ audit plaatsgevonden met betrekking tot onderzoek/lectoraten. De KWP methodiek is ontwikkeld. Nieuwe docentrollen, nieuwe studentrollen zijn beschreven. Pagina 176 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
De kenniswerkplaatsen (KWP) Groene Hart Academie, Groen OnderwijsCentrum, Food Academy Amsterdam, Greenport Horti Campus en de werkplaats Analyse werken ieder op het eigen ontwikkelniveau. Alle drie de KWP hebben een stevig netwerk gebouwd met de 5O’s. Young Professionals zijn in dienst. De lectoren vormen de vaste kern van nieuw ingerichte onderwijsgroep “Research & Innovation Centre Agri, Food & Life Sciences”. https://www.inholland.nl/onderzoek/ric-agri-food-lifesciences/
Samenwerkingsverbanden: Nieuwe samenwerkingsverbanden zijn ontstaan en bestaande samenwerkingsverbanden zijn hernieuwd cq verstevigd. Als voorbeeld noemen we de doorlopende leerlijn Green Biotechnology, De aansluiting mbo-hbo is zowel op inhoud als vaardigheden voor verschillende opleidingensamen met de partners geanalyseerd. Deficiënties worden bijvoorbeeld weggewerkt door pre-cursus aan te bieden. Als voorbeeld noemen we het aanbod voor leerlingen van Lentiz tuinbouw. De verbetering met betrekking tot de aansluiting hbo-wo loopt met name via route Wageningen. Het doorstroomtraject MLO-HLO loopt vanuit team life sciences. Concrete resultaten: toename van 30 credits Green Biotechnology in het doorlopende leertraject (jaar 1 (4EC),2 (6EC) & 3(20)). Aansluiting Green Biotechnology met Seed Valley en Amsterdam Green Campus. Het convenant (MLO-HLO) is getekend. De keuzemodule mbo-hbo is ontwikkeld met potentie op meer instroom vanuit het mbo. De curricula van 7 opleidingen zijn (grotendeels) afgestemd/ herontworpen voor het werken met vraagstukken uit de praktijk (kenniswerkplaats). Studenten waarderen het werken met vraagstukken uit de kenniswerkplaats hoog. Voorbeelden van samenwerking in de regio:
ISW Westland, (mbo Westland)
Ontwikkeling met mbo’s uit de regio de (internationale) Ad Tuinbouwmanagement
Demokwekerij Westland
Getekend convenant met Rabobank Westland en Rabobank Zuid Holland Midden.
Getekende samenwerkingsovereenkomst Wellantcollege-Inholland
B: Thema en actielijn “doelmatigheid opleidingen aanbod” Teams/ vakdocenten: hier valt o.a. de uitvoering van het sectorplan HAO onder, onder andere de ontwikkeldoel-matigheid en uitvoeringsdoelmatigheid. Ook wordt er binnen HAO verband een pilot uitgevoerd m.b.t. gezamenlijk toetsen en benchmarking m.b.t. afstuderen.
Pagina 177 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Het handboek Kenniswerkplaatsmethodiek is gereed: middels werkgroepen zijn vastgesteld de docent- en studentrollen, waarde- en verdienmodel, verbinding lectoren/ CoE met de KWP. De pilot m.b.t. het leerwegtrajecten Authentiek bedrijfsleren wordt in 2016 afgerond en de eerste student zal het diploma ontvangen. Een nieuwe groep start i.s.m. AB Zuid Holland-groep. C: Thema en actielijn “versterking authentiek leren” In samenwerking met innovatieve bedrijven en organisaties is de actielijn authentiek leren verder ontwikkeld:
Doorontwikkeling Kenniswerkplaatsmethodiek: nieuwe rol voor zowel student als docent, bedrijven en instellingen als partner, regionale kennisagenda.
Doorontwikkeling rol van regisseur tussen de KWP’s
Inhuur deskundigheid: Gastcolleges van experts uit het werkveld brengen veel nieuwe kennis binnen. Ook middels excuses komt “in kind” wordt deskundigheid inggehuurd. Inhuur deskundigheid is niet bekostigd vanuit MIP gelden. Via Groene Plus regeling is een IMPACT lectoraat gestart: Sociale innovatie in het Groene Domein https://www.inholland.nl/onderzoek/research-and-innovation-centre-agri-food-lifesciences/hans-dagevos/ D: Thema en actielijn “inhoudelijke vernieuwing van opleidingen” Groene groei Het Borderless netwerk heeft verschillende symposia en werkconferenties georganiseerd. Zowel samenwerking binnen de groene onderwijskolom m.b.t. internationalisering als de intensivering van de banden met internationale partners zijn het resultaat. Ook de Nederlandse bedrijven met internationale activiteiten zijn betrokken bij deze actielijn.( , internationale ketens) De uitvoeringsplan van de Greenport Horti Campus is up & running, Stichting Green China is een studentenproject wat naadloos aansluit bij de ambities op de inhoudelijke vernieuwing van de opleiding T&A, zowel op gebied van kennis, vaardigheden als attitude.. Thema’s innovatieagenda’s Diverse verkenningen zijn gestart met betrekking tot voedsel/voeding; mens-dier-plant relaties, gezondheid-biomedisch, virusonderzoek bijen, schaarse grondstoffen, integrale gebiedsontwikkeling. Een concreet project wat we hier noemen is de uitvoering van het zoönose onderzoekt binnen de opleiding Dier & Veehouderij i.s.m. opleiding Biomedisch laboratorium onderzoek en Sanquin. Zowel studenten als docenten participeren. De verdiepende thema’s die een duurzame borging in het curriculum krijgen (start in 2015, verdere uitwerking in 2016):
Pagina 178 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
Voedsel en Voeding
Ontmoeting mens-dier-plant
Gezondheid/Biomedisch
Virusonderzoek Bijen
Aquacultuur
Schaarste aan grondstoffen
Social Return
Integrale Gebiedsontwikkeling
Sociale Innovatie
Beleving, Leefstijl en Recreatie
Water
agenda bèta – techniek: binnen het profileringsthema en programma “Duurzame techniek en Groen” zijn diverse projecten en onderzoeken uitgevoerd. In totaal zijn er 18 gestart. Sommige projecten zijn uitgevoerd binnen de Green Juniors, andere binnen de curricula en via de Innovatiestudio. Voedselzekerheid: alle tweede jaars studenten van de 7 opleidingen zijn uitgenodigd voor de hackathon “People Feed the World”, 9 en 10 maart 2015. De 36 uur durende marathon heeft tot doel de studenten de specialistische kennis in een breed maatschappelijk context te leren plaatsen. Het thema “How to Feed the world in 2050” sluit aan bij de wereldvoedselvoorziening en voedselzekerheid. Jurering door het zorgt voor de verbinding. De essays van de studenten zijn vastgelegd in een publicatie. Vervolg staat ook in 2016 gepland. Voedselzekerheid heeft op meerdere plaatsen binnen het curriculum een duurzame plaats gekregen. Ook (student)projectopdrachten als onderzoeksopdrachten.
Pagina 179 van 180
Jaarverslag Inholland 2015
6.4
Gegevens van de rechtspersoon
Rechtspersoon Stichting Hoger Onderwijs Nederland (marktnaam: Hogeschool Inholland) Postadres: Postbus 95597, 2509 CN Den Haag Bezoekadres: Theresiastraat 8, 2593 AN Den Haag College van Bestuur Mw. drs. G.M.C. (Jet) de Ranitz - voorzitter Dhr. drs. H. (Huug) de Deugd Dhr. dr. M.J.W.T. (Marcel) Nollen Brinnummers 27PZ Hogeschool Inholland 21KC Hogeschool Inholland MBO Kamer van Koophandel Dossiernummer 37.099.586 Kamer van Koophandel Haaglanden Telefoonnummer / Faxnummer 070 - 312 32 00 / 070 – 312 32 11 Internetsite http://www.inholland.nl/
Contactpersoon Dhr. M. Emmerik, Manager Finance Hogeschool Inholland Bereikbaar onder telefoonnummer 06 -12653149 E-mailadres:
[email protected]
Pagina 180 van 180