JAARVERSLAG 2011 -
Directieverslag Financieel verslag
Huisartsenposten Amsterdam AMSTERDAM
INHOUDSOPGAVE DIRECTIEVERSLAG Inleiding ................................................................................................................................. 3 1.
Samenwerking HAP-SEH krijgt vorm.............................................................................. 4
2.
Stevige inzet op kwaliteit ................................................................................................ 9
3.
Patiënt zijn bij HpA ........................................................................................................13
4.
Huisartsen en HpA ........................................................................................................17
5.
Versterken van de organisatie .......................................................................................20
6.
De middelen ..................................................................................................................25
7.
Personalia per 31 december 2011.................................................................................26
8.
Organogram ..................................................................................................................29
9.
Jaarverslag Raad van Toezicht .....................................................................................32
FINANCIEEL VERSLAG 1.
Balans per 31 december 2011.......................................................................................34
2.
Resultatenrekening over 2011 .......................................................................................35
3.
Grondslagen van waardering en resultaatbepaling ........................................................36
4.
Toelichting op de balans per 31 december 2011 ...........................................................38
5.
Toelichting op de resultatenrekening over 2011 ............................................................45
6.
Overige gegevens .........................................................................................................58
Pagina 2 van 59
INLEIDING Langzaam voorwaarts Huisartsenposten Amsterdam (HpA) staat voor een grote opgave. In 2011 deden mensen 150.444 keer een beroep op ons. Vaak voor een uitleg of een geruststelling. Maar ook voor medisch zeer urgente zaken. Werken op een huisartsenpost is en blijft dus zeer verantwoordelijk werk. Aan HpA zijn 87 werknemers verbonden en er doen ongeveer 500 verschillende huisartsen dienst. De service en kwaliteit van de zorg staan hoog in het vaandel. Dat gaat niet vanzelf. Dit jaarverslag geeft dan ook een uitgebreide opsomming van de vele activiteiten die hiermee verband houden. De huisartsenposten zijn een onontkoombaar onderdeel van de huisartsenzorg geworden. Toch merken we dat niet alle huisartsen even enthousiast zijn over de organisatie van- en de ontwikkeling bij de posten. Het door het bestuur en de HDR uitgezette beleid stuit op argwaan. Besluitvorming staat te ver af, kwaliteitsregels worden vaak als bemoeienis van bovenaf beschouwd, de werkdruk is te hoog etc. Reden voor ons om de positie van de huisartsen binnen HpA tot één van de hoofdthema’s voor 2012 te maken. Met name de minister van VWS zorgde in 2011 voor grote vertraging. Haar ingreep in het huisartsenbudget zorgde voor een rem op verdere ontwikkelingen en een afname van de motivatie van de huisartsen om grote stappen voorwaarts te zetten. En toch verslaat dit jaarverslag vele stappen in de gewenste richting. Langzaam voorwaarts is een goede samenvatting. Dit jaarverslag volgt de hoofdstukindeling van het werkplan 2011 waarbij de volgorde van de hoofdstukken enigszins is aangepast. Het hoofdstuk ‘Huisartsen en HpA’ is naar voren gehaald om meer recht te doen aan het belang van huisartsen bij HpA. Daarna volgen de hoofdstukken ‘Versterken van de organisatie’ en ‘Werken bij HpA’ die in samenhang gezien kunnen worden. Immers het versterken van de organisatie doen we met de mensen die er werken.
Pagina 3 van 59
1. SAMENWERKING HAP-SEH KRIJGT VORM Onze ambitie was (en is nog steeds) om in 2013 alle Amsterdamse huisartsenposten bij een SEH (spoedeisende hulp) gevestigd te hebben, samen met een dienstapotheek. Vanuit die locaties willen we de samenwerking en afstemming met de SEH verder vormgeven. HpA staat daarbij voor behoud van de regie bij de huisartsenzorg. Ontwikkelingen bij de verschillende ziekenhuizen moeten vooral stroomlijnen met de eerstelijnszorg die huisartsen en huisartsenpraktijken leveren. Dat houdt in dat wij streven naar voldoende mate van eenheid in de ontwikkelingen in de afzonderlijke regio’s. Die eenheid en kracht zijn een groot goed. Dit beleid wordt dan ook uitdrukkelijk gedragen door de HDR. De eenheid is van belang voor patiënten: één telefoonnummer, één route ongeacht bij welke praktijk men is ingeschreven, één overdracht, één kwaliteitssysteem. Maar vooral dat patiënten waar mogelijk door de eerstelijn geholpen worden. In 2011 is de planontwikkeling met de SEH in alle zes de regio’s voortgezet. Helaas konden geen grote stappen worden gezet in het overnemen van werk van de tweede lijn door de HAP. Vertraging in de ontwikkelingen bij het OLVG was één reden. Belangrijker was de uitwerking van de door de minister van VWS opgelegde bezuiniging. Met name de dreiging dat de kostenstijging van de huisartsenposten ook in de toekomst wordt afgerekend met de huisartsen, zorgde voor een pas op de plaats. Ook aanvullende afspraken over de toelaatbare werkdruk met AGIS/Achmea werden niet afgerond. Hierbij gaat het om een garantie, dat het overnemen van werk van de tweede lijn niet zal leiden tot meer dan 208 uur dienst per jaar en een gemiddelde werkbelasting tijdens de dienst van 80%. Hieronder worden per regio de ontwikkelingen HAP-SEH toegelicht.
Ontwikkelingen in de regio’s Noord In 2010 was een bouwplan ontwikkeld waarin de HAP naast de SEH komt. De realisatie is echter vertraagd, doordat er geen zekerheid is over het profiel van het BovenIJ ziekenhuis en het voortbestaan van de SEH op deze locatie. De huisartsen in Noord, HpA en de specialisten van het BovenIJ zijn in 2011 uitgenodigd mee te denken over een plan voor een toekomstbestendige acute eerste- en anderhalfdelijns zorg (7x24 uur). Toekomstbestendig ook indien het ziekenhuis wordt afgeslankt. In overleg met het BovenIJ is een projectvoorstel uitgewerkt dat in de lente van 2012 gepresenteerd wordt.
Pagina 4 van 59
West Een onderzoek onder de binnenlopers bij de SEH is afgerond. Conclusie is dat 65% van de binnenlopers bij de SEH in ieder geval bij de HAP hoort. Bovendien zou 40% hiervan bij een andere aanpak van de triage zonder (volledig) huisartsenconsult naar huis kunnen. Samen met het Sint Lucas Andreas Ziekenhuis (SLAZ) is een pilot voor de opvang van binnenlopers voorbereid. Kern van de pilot is één ontvangstbalie voor de binnenlopers met daarna fysieke triage door een triagist/doktersassistente van de HAP of een triageverpleegkundige van de SEH. Hiermee wordt kennis opgedaan over fysieke triage en een efficiëntere toewijzing van zorg. De pilot start in april 2012 en loopt zes maanden op de vrijdagavonden. Tevens is een start gemaakt met een project voor verdere verbetering van het functioneren van de regiearts en –assistente. Zuidoost Sinds de HAP in het AMC is ingetrokken (2009) vindt er door het ziekenhuis verwijzing van binnenlopers plaats. Dat levert een stabiele stroom van ongeveer 300 zelfverwijzers extra per maand bij de HAP op, afkomstig uit het postcodegebied van de HAP. De samenwerking is overwegend positief. Belangrijkste aandachtspunten zijn de behoefte aan fysieke triage van binnenlopers door de assistente van de HAP en zo mogelijk directe afhandeling door de assistente van de zorgvraag. Nu krijgen nog teveel binnenlopers een huisartsenconsult terwijl dat vaak niet nodig is. Het AMC heeft plannen voor een verbouwing van de SEH naar een absolute top SEH, inclusief HAP. Het bouwplan gaat uit van de huidige samenwerkingsvorm en biedt voor de toekomst voldoende aanpassingsmogelijkheden (bijvoorbeeld als de HAP meer zelfverwijzers gaat opvangen). Het voorlopige ontwerp ziet er goed uit. Oost en Centrum In 2011 hebben HpA en de voorzitters van de regionale werkgroepen Centrum en Oost een voorovereenkomst voor de samenwerking tussen HAP Centrum-Oost en OLVG getekend. Belangrijke voorwaarde was instemming van Achmea met de kostenstijging voor de huisvesting. Deze is intussen gegeven en start van de verbouwing vindt in het voorjaar 2012 plaats. De HAP komt in de ruimte naast de SEH. Er worden zes spreekkamers gerealiseerd en een front- en backoffice voor de assistenten. Het is niet erg royaal maar het past wel allemaal. Oplevering is voorzien in oktober 2012. Inmiddels hebben beide regio’s ingestemd met een start van de samenwerking conform de eerder gemaakte afspraken. Zelfverwijzers uit het postcodegebied van de HAP met een laagurgente zorgvraag, gaan naar de HAP (dat gaat om ongeveer 3000 zelfverwijzers op jaarbasis).
Pagina 5 van 59
Zuid Met VUmc is een bouwplan ontwikkeld en er is een plan voor samenwerking tussen HAP en SEH. Eén en ander sterk gelijkend op de samenwerking bij AMC en OLVG. De kosten van de nieuwe locatie zijn beheersbaar, omdat een deel van de ruimte kan worden gedeeld met de universitaire huisartsenpraktijk. De verbouwing kan eind 2012 beginnen. De huisartsen uit zuid hebben echter nog geen groen licht gegeven, omdat eerst aan de in de inleiding genoemde voorwaarden voor financiering van het overnemen van patiënten van de tweede- naar de eerste lijn moet worden voldaan. HpA heeft aan het VUmc laten weten dat belangstelling voor de ruimte naast de SEH vooralsnog blijft bestaan.
Versteviging positie huisartsenzorg buiten kantoortijden In aanloop naar de nieuwe opzet van de HAP - gevestigd bij een SEH maar met behoud van stedelijke eenheid - moesten er in 2011 diverse knopen worden doorgehakt. De resultaten worden hieronder puntsgewijs besproken. Terughalen werk naar de eerstelijn Het terughalen van werk uit de tweedelijn naar de eerstelijn past bij de bepalende rol die de huisartsenzorg (landelijk en stedelijk) wil vervullen. HpA heeft deze patiëntenstromen (m.n. de stroom zelfverwijzers) in kaart gebracht. Duidelijk is dat de hoeveelheid werk te veel is om in één keer aan de gevestigde huisartsen op te dragen. Dit vraagt een langere termijn aanpak waarover overleg heeft plaatsgevonden met zowel ziekenhuizen als verzekeraar. Niet voor niets houden we bij AMC en OLVG vast aan de voorzichtige samenwerkingsmodellen waarbij vooralsnog ook het ziekenhuis een belangrijke rol vervult in het opvangen van zelfverwijzers. Het overnemen van meer zelfverwijzers door de HAP kan alleen met extra inzet van huisartsen en assistenten. Dit hangt af van de toekomstige financiering van de huisartsenzorg. Beleid ten aanzien van binnenlopers en nieuwe logistiek voor de posten De brancheorganisatie VHN stelt dat huisartsenposten zich moeten instellen op een toenemende stroom binnenlopers en meer mensen met een medisch niet-acute zorgvraag. Dit vraagt om beleid ten aanzien van binnenlopers en een nieuwe logistiek op de posten. In 2011 is een verkennend onderzoek gedaan bij de SEH’s van het SLAZ en AMC om de stroom binnenlopers in kaart te brengen. Het blijkt dat zo’n 60% van de binnenlopers op de SEH met een huisartsgeneeskundige vraag komt. Van die 60% zou 40% met een zelfzorgadvies van de assistente geholpen kunnen worden (er is dan geen consult van de huisarts nodig). Naar aanleiding hiervan is samen met de SEH van het SLAZ een pilot ontwikkeld om de binnenlopers gezamenlijk bij één balie te ontvangen en op basis van triage te bepalen waar de patiënt geholpen moet worden. Nieuw voor HpA is dat onze doktersassistenten (een deel van) de binnenlopers fysiek gaat triëren. De doktersassistenten
Pagina 6 van 59
zullen hiervoor een aanvullende scholing volgen. De pilot vindt plaats op de vrijdagavonden van april tot oktober 2012. Pilot centraal callcenter HpA is al langere tijd bezig om de service en de kwaliteit van de telefoonbehandeling te verbeteren. Met betrekking tot het opnemen van de spoedlijn heeft deze aandacht tot goede resultaten geleid. De telefonische wachttijden voor patiënten en de tijdige autorisatie door huisartsen zijn echter nog steeds onvoldoende. Ook ontbreekt vaak de regie op de afhandeling van calls die immers op zes verschillende locaties binnenkomen. Daarom is in 2011 een plan voor een pilot met een centraal callcenter uitgewerkt. Omdat er onder huisartsen zoveel betrokkenheid is bij dit onderwerp, heeft de HDR ervoor gekozen om het plan via een verzwaarde procedure aan te bieden aan de regio’s. Dat wil zeggen dat in alle regio’s een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd is (rond de zomer) en dat men twee maanden de tijd kreeg om het onderwerp in de regio te bespreken. Daarna vond besluitvorming plaats in de HDR, waarbij minimaal 2/3 van de leden vóór de pilot moest stemmen om deze door te laten gaan. Er was geringe belangstelling voor de informatiebijeenkomsten. Bij de aanwezigen was wel veel argwaan tegen ‘een plan van bovenaf’ en ‘afname van de kleinschaligheid’. In de HDR van november 2011 bleek net geen 2/3 meerderheid voor het starten van de pilot centraal callcenter; een teleurstellende uitslag. Er wordt nu gewerkt aan alternatieve oplossingen voor de lange telefonische wachttijden voor patiënten en de autorisatietijden. Gekeken wordt naar het afschaffen van postcode herkenning waardoor telefoontjes in volgorde binnenkomen, herziening pauzebeleid, discipline bij de overdracht en gerichte inzet van extra personeel. Jaarconferentie: Regie over de 24-uurs huisartsenzorg Met bijna 100 deelnemers, waarvan 70 huisartsen, was de conferentie iets kleinschaliger dan voorgaande jaren, maar de waardering was hoger. Centraal stond het behoud van regie over de 24-uurs huisartsenzorg met gespreksthema’s als: ontwikkelingen op de huisartsenposten, centraal callcenter, spoedzorg overdag, fysieke triage en de Nederlandse Triage Standaard (NTS). Deelnemers waardeerden de meningsvorming en gaven aan een beter beeld te hebben gekregen van de ontwikkelingen en ook de problematiek in de ANW-zorg, zowel landelijk als stedelijk. Omgekeerd hebben HpA, HDR en Kwaliteitscommissie input gekregen voor verdere beleidsontwikkeling: -
Als HpA en HDR de ambitie hebben om het eerstelijns werk te doen dat nu nog door de tweede lijn wordt gedaan, dan zijn draagvlak en geld belangrijke voorwaarden voor huisartsen om grote stappen te zetten.
-
Als HpA en HDR de ambitie hebben om samenwerking HAP-SEH vorm te geven, dan kan de toenemende werkdruk niet bij de zittende huisartsen wordt neergelegd. Huisartsen willen niet meer dan 208 uur dienst doen per jaar en de werkdruk moet medisch verantwoord blijven. Hierover wordt met de verzekeraar overlegd en zonder garanties zal de verdere ontwikkeling met binnenlopers stagneren. Pagina 7 van 59
-
Een centraal callcenter roept twijfel op bij veel huisartsen. Er is vrees voor vermindering van regie door de huisarts, eentonig werk, afstand tussen telefoonwerk en posten. Aan de directeur is gevraagd om de huidige bezetting nog eens kritisch te bekijken omdat men het gevoel heeft dat het werk soms met te weinig mensen gedaan moet worden.
Deze aandachtspunten zijn meegenomen in het werkplan 2012. Rol HpA in de eerstelijn - aanzet toekomstbestendige bestuursstructuur Landelijk zijn er uiteenlopende gedachten over de rol die huisartsenposten kunnen innemen in het faciliteren van ontwikkelingen in de eerstelijn. Te denken valt aan ondersteuning op het gebied van financiële administratie en/of P&O-zaken voor zorggroepen, de HAP overdag als verrichtingencentrum voor groepen huisartsen, etc. De VNH heeft hierover een handreiking geschreven, als onderdeel van de Toekomstvisie Huisartsenposten 2011-2015. HpA heeft in 2011 samen met 1ste Lijn Amsterdam en de HKA ideeën en wensen in kaart gebracht. Vanaf de start is HpA verbonden met de ROS, de stichting 1ste Lijn Amsterdam. Behalve het gebouw en gezamenlijke afdelingen voor financiële administratie en personeelszaken, delen beide organisaties één bestuurder/directeur. In 2011 is een discussie gestart over een toekomstbestendige bestuursstructuur. Enerzijds is er de uitdaging voor de twee stichtingen, om samen een antwoord te geven op de vele ontwikkelingen binnen de eerste lijn. Anderzijds is er duidelijk verschil tussen HpA als zorginstelling binnen de huisartsenzorg en 1ste Lijn Amsterdam als kennis- en innovatiecentrum voor de hele eerste lijn. De Raad van Toezicht heeft eind 2011 besloten om op termijn een eind te maken aan de personele unie rond de directeur/bestuurder. Wel zal de nodige en mogelijke samenwerking tussen de twee organisaties worden uitgewerkt. Eén en ander zal in 2012 haar beslag krijgen. Bijgestelde missie en visie De missie en visie van HpA is in 2011, in het jaarplan voor 2012, aangepast aan bovengenoemde ontwikkelingen en de (nieuwe) wet- en regelgeving. Er is een passage toegevoegd over het wettelijk kader waarbinnen zorginstellingen en dus ook HpA, moeten werken. HpA moet voldoen aan eisen die de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) stelt aan transparante verantwoording en onafhankelijk toezicht en eisen die de Kwaliteitswet Zorginstellingen (KWZ) stelt aan verantwoorde zorg, op kwaliteit gericht beleid, kwaliteitssysteem en jaarverslag. Ook is een zorgvuldige formulering gemaakt over de spoedeisende zorg die de HpA biedt. Steeds meer ervaren huisartsen het medisch gezien niet spoedeisende karakter van de hulpvragen tijdens ANW diensten. Dit zorgt voor onvrede over de noodzakelijke beschikbaarheid. Tegelijk erkent HpA, met de VHN, de noodzaak om alle vragen te beantwoorden. De patiënt bepaalt wat spoedeisend is. Wij moeten zorgen voor een gepast antwoord.
Pagina 8 van 59
2. STEVIGE INZET OP KWALITEIT Kwaliteit is nooit een eindstadium. Het gaat om een constant streven naar verbetering van de zorg ten behoeve van de patiënt. Ook de kwaliteit van de werkomgeving van huisartsen en assistentes houden hiermee verband. Evaluatie en bijstellen van beleid zijn kernbegrippen. HpA is een HKZ gecertificeerde instelling en heeft in 2011 het certificaat behouden. De inzet op kwaliteit is alom merkbaar. Hieronder volgt dan ook een uitgebreide opsomming van de vele acties op dit terrein. Op basis van het HKZ-certificatieschema zijn de onderwerpen voor het kwaliteitsbeleid geformuleerd. Andere bronnen die dienen als input voor het te voeren beleid zijn: interne/externe audits, klachten, interne meldingen, patiënt tevredenheidsonderzoek, managementinformatiesysteem (BSC), leveranciersbeoordelingen en nieuwe (landelijke) ontwikkelingen. De volgende resultaten zijn behaald:
Bestaande procedures geëvalueerd, nieuwe opgesteld en in kwaliteitssysteem Q3 opgenomen Alle procedures en werkafspraken zijn opgenomen in Q3, het kwaliteitsmanagementsysteem. Het betreft hier zowel interne procedures en afspraken als samenwerking met externe partijen. Procedures en werkafspraken zijn geëvalueerd. Het interne auditteam heeft daar een bijdrage aan geleverd; het team is tweemaal bij elkaar geweest om de planning en voortgang te bespreken. Er zijn tien audits uitgevoerd volgens planning. De uitkomsten van de audits, samen met andere signalen, waren aanleiding voor het maken van een verbeterplan. In de kwaliteitscommissie zijn negen procedures geëvalueerd en verbeterd. Verbeterd zijn het beleid van de AIOS op de HAP, de overdracht tussen de HAP en dagpraktijk. Dit laatste punt blijft voor 2012 ook een aandachtspunt, gericht op patiënten met complexe zorgvragen. Het evalueren van procedures en werkafspraken die betrekking hebben op ketenpartners, heeft geleid tot een betere samenwerking. De werkafspraken met de meldkamer en ambulancedienst zijn vereenvoudigd. De samenwerking met de toezichthoudend apotheker, verantwoordelijk voor de medicatie op de posten, is verbeterd. De procedures palliatieve zorg en lijkschouwing/lijkvinding werken naar behoren. De samenwerkingsafspraken met de thuiszorg verlopen nog altijd moeizaam. De algemene ‘Introductie op de post’, voor alle Amsterdamse posten, is vervangen door een specifieke introductie per post. Hierin zijn ook HAP- specifieke praktische zaken opgenomen, zoals het openen en sluiten, de indeling van de HAP etc. Instructies ten aanzien van pauzetijden van assistenten is ook geëvalueerd. Hierin valt nog veel te verbeteren omdat pauzes vaak vallen in piekmomenten van telefonische vragen van patiënten op de HAP. Het formulier ‘evaluatie einde dienst’ is verbeterd. Pagina 9 van 59
Het managementteam heeft de Balance Score Card geëvalueerd en verder geperfectioneerd. Overzichten met trendcijfers (zoals het vergelijken van de uitkomsten van kwartalen) en verhouding personeel (beschikbaar/benodigd) zijn verbeterd. De HDR heeft geëvalueerd. Het schema van aftreden en herbenoemen wordt beter gehandhaafd. Ook is er een verbeterslag gemaakt in de relatie en verbinding tussen HDR en kwaliteitscommissie. Met de komst van de nieuwe NHG triagewijzer en de nieuwe urgentiebepaling (U0-U5) is een aantal procedures aangepast. In samenwerking met de gemeente Amsterdam en 1ste Lijn Amsterdam is stedelijk beleid ontwikkeld rondom huiselijk geweld en kindermishandeling. Via stedelijke nascholingen zijn bijna 200 eerstelijns zorgverleners geïnformeerd over dit beleid en geschoold in de stappen die men moet zetten bij signalen van geweld. Specifiek voor de huisartsenposten zijn procedures ontwikkeld en geïmplementeerd met als doel bij kinderen tot 18 jaar alert te zijn op signalen van geweld. De kwaliteitscommissie heeft ook haar eigen functioneren onderworpen aan een evaluatie. De conclusies worden in 2012 verder uitgewerkt.
Preventieve en corrigerende maatregelen De procedure ‘preventieve en corrigerende maatregelen’ werkt nu ruim een jaar en is verder afgestemd op de verschillende overlegsituaties binnen HpA. In 2011 zijn 37 maatregelen afgerond, waarvan het merendeel preventief. Er zijn vijf corrigerende maatregelen uitgevoerd, te weten: 1. Veiligheid op HAP Zuid, naar aanleiding van een externe audit. De HAP is verhuisd en alle veiligheidsmaatregelen voor het personeel zijn nu gewaarborgd. 2. De procedure ‘Uitdiensttreding van personeel’ is onvoldoende opgevolgd. De procedure is besproken met de betrokkenen en geïmplementeerd. De eerste uitkomsten zijn positief. 3. Uit een calamiteit met een patiënt is gebleken dat het financiële aspect (het betalen na een verrichting) te zeer op de voorgrond heeft gestaan in plaats van de zorg zelf. Deze casus is besproken in verschillende overleggen en gepubliceerd in de nieuwsbrief. 4. Uit verschillende overleggen is naar voren gekomen dat het formulier dat ingevuld wordt als Call Manager uitvalt, ontoereikend en niet handig is. Twee triagisten hebben dit formulier naar tevredenheid verbeterd. 5. Er is een corrigerende maatregel uitgevoerd op de controle van uitrusting en taakomschrijving van de chauffeurs op de HAP. Dit is opnieuw geïmplementeerd en geborgd. Het beleid in dezen wordt in 2012 opnieuw geëvalueerd.
Pagina 10 van 59
Prospectieve risicoanalyse Een eerste zogenaamde prospectieve-risicoanalyse is uitgevoerd. De gang van zaken bij de ‘overdracht van de avond naar de nacht op de HAP’ is onder de loep genomen. Het uitvoeren van deze risicoanalyse heeft veel impact gehad op de betrokkenen. Ook is de samenwerking tussen huisartsen en assistenten bevorderd. De belangrijkste verbetermaatregelen zijn: telefoonarts van de nachtdienst start de dienst om 22.45 uur in plaats van 23.00 uur. De telefoonarts is samen met de assistent van de nachtdienst verantwoordelijk voor de overdracht. De agendaplanning is aangepast: er worden alleen spoedconsulten en -visites gepland tussen 22.45 en 23.15 uur op de nachtposten. Deze maatregelen zullen in maart 2012 worden geïmplementeerd.
Vervolgbezoek voor HKZ-certificering In september heeft een auditor van LRQA HAP Zuid, Noord en West bezocht. De conclusie is dat HpA een goed functionerend managementsysteem heeft waarin meerdere verbetertrajecten zijn geïnitieerd. Aanvullende aandachtspunten zijn: de registratie van morfine preparaten, vloerbedekking op de HAP in relatie met de WIP-richtlijnen, optimaliseren van het proces sterilisatie en bescherming van privacy van patiëntinformatie.
Deskundigheidsbevordering huisartsen Deskundigheidsbevordering van de huisarts op de huisartsenpost is een complexe materie omdat het over veel verschillende onderwerpen kan gaan. Steeds meer wordt de noodzaak gevoeld om een minimum aan deskundigheid of scholing te vragen. De kwaliteitscommissie heeft echter geadviseerd om vooralsnog geen verplichte scholingen aan dienstdoende huisartsen op te leggen, naast de algemene scholingsverplichting van de beroepsgroep. HpA wordt wel gevraagd een aantal scholingen te faciliteren. In 2012 wordt dit onderwerp verder uitgewerkt.
Website HpA De website voor patiënten is vernieuwd, verbeterd en aangepast aan de nieuwe huisstijl. Het ververnieuwen en verbeteren van de site voor medewerkers en huisartsen is nog in volle gang.
Pagina 11 van 59
Beoordelen van leveranciers Een onderdeel van het kwaliteitsbeleid is het beoordelen van leveranciers. Er zijn vier leveranciers beoordeeld volgens een uniforme werkwijze: toezichthoudend apotheek, Meditaxi, V-tel en SHL. De uitkomsten zijn positief. HpA is tevreden over haar huidige leveranciers. Er is een planning gemaakt om dit jaarlijks op vaste tijdstippen te herhalen.
WDH (Waarneemdossier Huisartsen) Hoewel de resultaten van de praktijktest in Amsterdam Zuidoost positief waren, kan er voorlopig geen vervolg komen. De Eerste Kamer heeft tegen de wet gestemd die de verplichte aansluiting op het landelijk elektronisch patiëntendossier (EPD) regelt. Daarnaast is de ontwikkeling van het EPD vanuit de overheid stopgezet. Het EPD zou niet veilig genoeg zijn. Er wordt nu op regionaal niveau naar alternatieven gekeken om de EPD infrastructuur alsnog in te zetten voor de uitwisseling van medische gegevens.
EMD (Elektronisch Medicatie Dossier) Net als bij het Waarneemdossier Huisartsen moeten initiatieven op regionaal niveau zorgen voor een vervolg.
Elektronisch receptenverkeer Er zijn verschillende praktijktesten gedaan. De resultaten waren negatief. Het versturen van elektronische recepten is technisch mogelijk. Echter de software applicatie van HpA sluit nog niet aan bij de werkwijze op de posten. De leverancier is gevraagd om de software aan te passen. Het is de leverancier niet gelukt om een geschikte versie in 2011 op te leveren.
Pagina 12 van 59
3. PATIENT ZIJN BIJ HPA Patiëntveiligheid Patiëntveiligheid heeft in 2011 een vaste en doeltreffende plaats binnen de organisatie gekregen. Door de klachtafhandeling en de coördinatie van de MIP- en calamiteitencommissie bij één functionaris – de coördinator patiëntveiligheid – neer te leggen komen aandachts- en knelpunten binnen de organisatie vanuit deze drie aandachtspunten scherper naar voren. De aanbevelingen naar de directeur worden vanuit de drie invalshoeken gezamenlijk, één keer per kwartaal, besproken met de directeur, locatiemanagement en de coördinator kwaliteit. Hiermee wordt de zogenaamde Deming-cirkel binnen de organisatie handen en voeten gegeven.
Klachten De HpA ontvangt ook klachten over de financiële afwikkeling van verrichtingen op de posten. Achter de financiële klacht kan ook een oordeel over de geboden service of medische behandeling zitten. Daarom worden zulke klachten nu sneller doorverwezen naar de klachtbemiddelaar. De klachtafhandeling verloopt snel, meestal wordt na één dag contact opgenomen en de afhandeling in gang gezet. De duur van een klachtafhandeling is één á drie weken. De klachtenfolder is dit jaar verbeterd waarbij de voorlichting meer is gericht op bemiddeling. Het jaarverslag klachten wordt in april 2012 aangeboden.
MIP-commissie Een belangrijke verbetering is de directe beoordeling bij binnenkomst van de meldingen. Meldingen kunnen gaan over (dis)functioneren van een medewerker of huisarts, een calamiteit betreffen of een operationele kwestie zijn die direct in de lijn opgelost kan worden. Deze beoordeling vooraf heeft een snellere afhandeling van de meldingen en een meer gerichte werkwijze van de MIP-commissie tot gevolg. Een andere verbetering is dat meldingen worden gekwalificeerd met behulp van de risicomatrix. Hierbij wordt ‘de kans van optreden’ uitgezet tegen ‘de ernst van de gevolgen’. Opvallende zaken: de meeste melding worden gedaan door huisartsen en betreffen ook het medisch inhoudelijk handelen van huisartsen. In dit jaar is een duidelijk afname zichtbaar van meldingen over onze ketenpartners. Het in 2010 gestarte regulier overleg met deze partners werpt blijkbaar vruchten af. In de HpA Nieuwsbrief is acht keer en in de landelijke HAP krant één keer een MIP-casus geplaatst waar positieve reacties op ontvangen zijn; huisartsen en doktersassistenten vinden de casussen leerzaam. Om het onderzoek te verbeteren volgt de commissie elk jaar een scholing. Het jaarverslag van de MIP-commissie is in april 2012 beschikbaar.
Pagina 13 van 59
Calamiteiten In 2011 is er slechts één calamiteit gemeld (in 2010 zes); zeer waarschijnlijk is hier sprake van ondermelding. Door regelmatig casussen te publiceren en het verzorgen van presentaties, wordt steeds opnieuw aandacht gevraagd voor het belang van melden. Om het onderzoek te verbeteren wordt de commissie elk jaar, zo ook dit jaar, geschoold. Het jaarverslag van de calamiteitencommissie is in april 2012 beschikbaar.
Ketenzorg Huisartsen vanuit hun eigen praktijk, specialisten uit de omringende ziekenhuizen of medewerkers van ketenpartners zoals apothekers en de meldkamer nemen contact op met HpA met vragen over bijvoorbeeld hulpverlening aan hun patiënten. Via de coördinator patiëntveiligheid worden zij in contact gebracht met de betreffende medewerkers en huisartsen voor overleg of feedback. Tevens is een project gestart om waarneemberichten die niet naar de juiste huisarts zijn gestuurd alsnog goed te adresseren. Hiermee wordt ten behoeve van patiënten gezorgd voor goede overdracht en informatie-uitwisseling binnen de keten van behandelaars.
Verzoeken om medische gegevens Regelmatig komen verzoeken binnen bij HpA van verzekeraars, politie of advocaten met het verzoek medische gegevens te verstrekken. Dit jaar worden deze verzoeken gecoördineerd door de coördinator patiëntveiligheid en zijn de afspraken hierover vastgelegd in een protocol. Het is merkbaar dat binnen de organisatie een besef leeft dat het verstrekken van medische gegevens gebonden is aan wettelijk regels.
Aanbevelingen en adviezen Hieronder enkele knel- en aandachtspunten: - De overdracht van de avond- naar de nachtdienst dient verbeterd te worden. Hiervoor is dit jaar een prospectieve risicoanalyse uitgevoerd, op basis waarvan verbeteringen geïmplementeerd worden; -
Huisartsen zijn onvoldoende op de hoogte van de werkwijze op de post. Belangrijke protocollen worden niet gekend, niet opgezocht en/of niet gehanteerd. Dit belemmert een goede samenwerking op de post met de doktersassistenten, chauffeurs en de hulpverlening aan patiënt;
-
Het bepalen van de juiste urgentie moet verbeteren waarbij de NTS wijzer gebruikt moet worden ook als er al eerder contact is geweest;
Pagina 14 van 59
-
Door een eenduidige registratie van basisoorzaken van alle drie de aandachtgebieden wordt duidelijker waar de knelpunten zitten. Volgend jaar wordt de tweede fase van Q3 operationeel.
Patiënttevredenheid De patiënttevredenheid is gemeten. De methodiek is veranderd met als doel de respons te verhogen, wat beperkt gelukt is: de respons is verhoogd van 3% naar 16%. Het blijft aan de lage kant. Dit blijkt een landelijk probleem te zijn. Bij het volgende onderzoek in 2014 zal hier aandacht voor zijn (een patiënttevredenheidonderzoek wordt elke drie jaar uitgevoerd). Patiënten zijn over het algemeen zeer tevreden, zij beoordelen de HAP met een ruime voldoende of goed. Patiënten vinden een aantal zaken belangrijk als zij contact opnemen met de HAP, te weten: Top drie: 1. De snelheid waarmee het eerste contact met de HAP tot stand kwam. 2. De mate waarin de patiënt serieus wordt genomen door de huisarts en assistent. 3. De mate waarin de situatie correct is ingeschat (voor het gevoel van de patiënt). Andere belangrijke zaken zijn: -
De vriendelijkheid van de assistent aan de telefoon.
-
De deskundigheid van de assistent en huisarts.
-
De mate waarin de behandeling heeft geleid tot verbetering van de klacht.
-
Inzicht in wachttijd op de post.
-
Ontvangst bij de balie/receptie.
-
Het snel verschijnen van een huisarts bij een visite.
-
De duidelijkheid van de uitleg die naar aanleiding van het verhaal van de patiënt werd verstrekt.
De uitkomsten van het patiënttevredenheidsonderzoek liggen op, of rond, het landelijk gemiddelde. Een aantal aardige en opvallende zaken: -
Telefoonnummer van de huisartsenpost wordt in de meeste gevallen verkregen via eigen huisarts.
-
De post is goed te bereiken: de bewegwijzering is goed.
-
Bij HAP Centrum en Oost worden parkeerproblemen gemeld.
-
“Ik werd adequaat geholpen.”
-
“Ik werd snel geholpen, alleen de klacht is niet opgelost.”
Pagina 15 van 59
-
“Ik werd vriendelijk te woord gestaan.”
-
“De huisarts was heel snel bij mij thuis.”
-
“Er werd goed naar mij geluisterd.”
-
“Ik werd niet serieus genomen, de huisarts luisterde niet. Ik ben met pijnstillers naar huis gestuurd, het bleek een blindedarmontsteking.”
-
“Ik kreeg geen uitleg terwijl ik nog veel vragen had.”
-
“Post is goed bereikbaar voor kinderwagens en bejaarden.”
-
“Het zijn paracetamolklinieken”
-
“Assistenten denken dat ze de dokter zijn.”
-
“Ik ben heel goed geholpen, ik ben zo blij.”
-
“De assistent nam mij heel serieus.”
Het is belangrijk dat zaken die goed gaan, goed blijven gaan. Een aantal opmerkingen moeten we ons ter harte nemen, met name opmerkingen over het serieus nemen van de klacht en de vakbekwaamheid van assistent en huisarts. Verbetermogelijkheden die betrekking hebben op het functioneren van de assistent, worden meegenomen in het medewerkerstevredenheidsonderzoek van 2012.
Informatieschermen voor patiënten Op iedere HAP in Amsterdam is een informatiescherm geplaatst. Het informatiescherm toont onder andere huishoudelijke spelregels, tarieven, openingstijden en informatie over de werkwijze op de HAP. Maar ook het regionale nieuws van AT5 is te volgen. In 2012 zullen de toepassingen worden uitgebreid. De werking van het systeem past bij de eisen van de organisatie. De configuratie is centraal te regelen. En de inhoud van de informatie is eenvoudig te beheren.
Pagina 16 van 59
4. HUISARTSEN EN HPA Landelijke discussie: van strijd voor een hogere uurvergoeding naar korting op huisartsenbudget In 2011 werd de uurvergoeding voor huisartsen verhoogd tot € 65,81. De VHN en HpA zijn nog steeds van mening dat deze vergoeding onvoldoende recht doet aan de zwaarte van het werk en de verantwoordelijkheid van huisartsen. Toch is dit onderwerp op de achtergrond geraakt. Belangrijkste zorg is de systematiek waarbij stijging van de kosten voor de HAP en samenwerkingsverbanden HAP-SEH, leidt tot inhouding op het macrobudget huisartsenzorg en daarmee tot een korting voor de dagpraktijken. In feite blokkeert de minister hiermee haar eigen beleid. Zij zegt versterking van de eerste lijn en van de huisartsenposten te willen. Maar de noodzakelijke uitgaven hiervoor worden gekort op het huisartsenbudget. In Amsterdam staan naar aanleiding hiervan de samenwerkingsprojecten met de SEH’s onder druk. Onder deze omstandigheden willen huisartsen geen werk van de tweedelijn overnemen. Op landelijk niveau voeren VHN, LHV en VWS overleg hierover, om openingen te vinden. HpA en de Huisartsen Kring Amsterdam houden nauw contact over dit onderwerp.
Solidariteit tussen de regio’s Solidariteit tussen Amsterdamse huisartsen stond in 2011 op de agenda van de HDR. Dit blijft een heikel punt, bijvoorbeeld bij het rooster 2012. Het is gelukt om een rooster te maken, dat voldoet aan het eerder door de HDR geformuleerde uitgangspunt “max 208 uur dienst per jaar per normpraktijk”. Alle regio’s zitten daar onder. Echter, in regio Noord moet een flink aantal waarnemers worden ingehuurd om deze doelstelling te realiseren. In de naastgelegen regio Oost zit men ver onder de norm, onder andere door de gebiedsuitbreiding van IJburg. Daar komen steeds meer huisartsen waardoor het aantal diensten per dokter afneemt. In regio Zuid is men er door een tijdelijke herschikking met regio Centrum ten opzichte van vorig jaar totaal meer dan tien uur op vooruit gegaan. In 2012 worden de uitgangspunten van het rooster opnieuw tegen het licht gehouden, waarbij wederom regiogrenzen ter discussie komen.
Heidagen HDR en Kwaliteitscommissie In november waren er heidagen (scholing en bezinning) voor de leden van de HDR en de kwaliteitscommissie. Veel aandacht ging uit naar de ontwikkeling van de huisartsenposten van faciliteit voor huisartsen naar zorginstelling voor patiënten - en alle consequenties die hier bij horen. Men wil dat alle aangesloten huisartsen over deze ontwikkelingen en de consequenties daarvan op de hoogte worden gesteld. Veel huisartsen hebben nog een ander beeld van de posten. Voor HpA is het van belang dat dienstdoende huisartsen zich
Pagina 17 van 59
realiseren dat HpA een zorginstelling is en dat daar gezamenlijke doelstellingen van kwaliteit en service bij horen. Verder werd duidelijk dat van de HDR en Kwaliteitscommissie een andere rol wordt gevraagd. Belangenbehartiging en controle zijn niet voldoende. De HDR is de partner van de directeur/bestuurder in het ontwikkelen van het beleid van HpA. De kwaliteitscommissie draagt mede verantwoordelijkheid voor het kwaliteitsbeleid. Beide organen hebben in die zin een meer bestuurlijke rol te vervullen dan tot nu toe wordt gevoeld. Dit inzicht is tijdens de heidagen gegroeid. Over de gevolgen van dit inzicht is het laatste woord echter nog niet gesproken. Wat betekent dit voor het vertegenwoordigen van de eigen achterban en de eigen regio? Welke competenties zijn er nodig om deze rol te vervullen? Wat betekent het invullen van deze rollen binnen de HpA, naast het runnen van een eigen praktijk? Naar aanleiding van de heidagen is daarom een kleine werkgroep samengesteld om een plan van aanpak c.q. een communicatieplan uit te werken. Er wordt in 2012 externe deskundigheid ingeschakeld om het plan van aanpak verder uit te werken.
HpA en waarnemers In 2011 hebben HpA en drie waarneemorganisaties - WHAM, Dienstdokters.nl en Waarnemers.nl - een samenwerkingsovereenkomst gesloten, waarmee de onderlinge relatie is geregeld bij het inzetten van waarnemers op de huisartsenposten. De overeenkomst, met een onderliggend reglement is aangegaan voor een periode van één jaar. In het reglement zijn afspraken gemaakt ten aanzien van de acceptatieprocedure huisartsen, kwaliteitsborging en beëindiging van de waarneemrelatie. Veel waarnemers in Amsterdam zijn verenigd in de Wagro, een huisartsengroep die de belangen behartigt voor niet gevestigde huisartsen en hidha’s. De Wagro valt bestuurlijk onder de HKA (Huisartsenkring Amsterdam). Omdat de HDR een beter contact wil opbouwen met deze groep, is sinds 2011 een bestuurslid van de Wagro aanwezig bij de HDR-vergaderingen (vooralsnog zonder stemrecht).
(Dis)functioneren huisartsen HpA kent een regeling voor huisartsen die niet goed functioneren. Deze regeling bestaat naast de klachtenregeling, de MIP-regeling en de Calamiteitenregeling. Het aantal dossiers is in 2011 uitgebreid met zestien cases. Daarbij ging het vijf keer over de attitude van de huisarts naar patiënten, vijf keer over de attitude inzake samenwerking op de posten en vijf keer om medisch inhoudelijke zaken. Eén casus ging over het achtereen doen
Pagina 18 van 59
van meerdere diensten zonder pauze. Met twee huisartsen is indringend gesproken. Eén casus is nog niet afgerond. In vier gevallen werd de betreffende huisarts om opheldering gevraagd en werd een gesprek vervolgens niet nodig geacht. De uitbreiding van het aantal dossiers ten opzichte van vorige jaren houdt verband met een beleidswijziging. Ook onderwerpen die hoofdzakelijk werden behandeld als klacht of calamiteit, kunnen ter afronding worden toegevoegd aan het dossier (dis)functioneren. De betreffende huisarts wordt dan op de hoogte gebracht van deze toevoeging. Zo’n dossier kan een rol spelen indien er later nieuwe meldingen over de betreffende persoon volgen. Ook is de MIP-commissie strenger geworden in het accepteren van meldingen. Een melding over evident disfunctioneren kan niet als een ‘blamefree’ melding worden geaccepteerd. De melder wordt dan in overweging gegeven zo’n voorval als disfunctioneren te melden bij de directeur of de eigen leidinggevende. Op deze manier wordt voorkomen, dat informatie over (dis)functioneren binnen de organisatie versnipperd blijft.
Computer in de dienstauto De werking en het gebruik van de computers in de dienstauto is geëvalueerd. Conclusie is dat er behoefte is aan een alternatief. Het systeem is volgens de coördinator ICT storingsgevoelig, instabiel en onpraktisch. De installatie en het onderhoud van de computers heeft de afgelopen jaren veel tijd gekost. Doorgaans zijn de ervaringen van gebruikers ook niet positief. In 2012 wordt onderzoek gedaan naar alternatieven. Waarbij gedacht wordt aan tablet pc’s.
Pagina 19 van 59
5. VERSTERKEN VAN DE ORGANISATIE HpA stond in 2011 voor speciale uitdagingen. Kantoor en posten zijn gescheiden in werktijden en gebouwen. In de uitvoering zijn ruim 74 parttime werkende doktersassistenten, ruim 400 huisartsen, circa 150 waarnemend huisartsen en 45 chauffeurs betrokken. Er zijn veel verschillende meningen. Daarom is extra aandacht gegeven aan de betrokkenheid van medewerkers, bereikbaarheid van locatiemanagement en een goede afstemming tussen kantoor en werkvloer. In 2011 zijn de volgende stappen gezet.
Stafoverleg De organisatie en communicatie op kantoor zijn verbeterd met de invoering van een maandelijks stafoverleg. Het overleg draagt bij aan gezamenlijke beleidsontwikkeling en een algemeen gedeelde aanpak en informatie-uitwisseling. Betrokken zijn locatiemanagers, coördinatoren kwaliteit, patiëntveiligheid en ICT, hoofden P&O en Financiën, directiesecretaris en directeur.
Versterking locatiemanagement Het locatiemanagement was sinds oktober 2010 weer op peil met de aanstelling van een derde formatieplaats. Hiermee was er gedurende een deel van het jaar voldoende capaciteit voor een goede werkbegeleiding, coaching van doktersassistenten, ordening van de gang van zaken op de HAP en het leveren van bijdrages in de beleidsprocessen van HpA. Door uitval van één locatiemanager is de capaciteit weer onder druk komen te staan. Begin 2012 is een vacature geplaatst voor een nieuwe locatiemanager. Ondanks deze tegenslag is de kracht van het locatiemanagement toegenomen en zijn mooie resultaten geboekt. Het locatiemanagement had in 2011 de volgende zaken op de agenda staan: -
Regelmaat in functionerings- en beoordelingsgesprekken. Het functioneringsgesprek heeft verschillende doelen: het bespreken van het functioneren van de medewerker en de wederzijdse verwachtingen en het maken van afspraken voor het komende jaar. Vaste onderwerpen in het functioneringsgesprek zijn: scholing en deelname hieraan, ziekteverzuim, de bijdrage die de medewerker kan leveren aan het verbeteren van de eigen werkzaamheden. In 2011 hebben alle HpA medewerkers een functioneringsgesprek gehad met hun leidinggevende. Van deze functioneringsgesprekken zijn verslagen gemaakt. Deze zijn opgenomen in de betreffende personeelsdossiers. Opvallend is dat vanuit de doktersassistenten veel vraag is naar achtergrondkennis over ziektebeelden. Voor HpA ligt het accent meer op de urgentietriage vanwege de toegenomen kwaliteitseisen. Voor 2012 is de uitdaging de twee interesses te verenigen in het opleidingsplan.
Pagina 20 van 59
-
Regelmaat in werkoverleg op de posten. Drie keer per jaar is er een postoverleg waarbij locatiemanagement en medewerkers agendapunten aanleveren. Onderwerpen die aan bod komen: checklist start- en einde dienst en bijbehorende evaluatieformulier, binding met de post, het verbeteren van de eigen verantwoordelijkheid van de medewerker, op tijd komen, werk goed uitvoeren conform afspraken en de post netjes achterlaten aan het einde van de dienst. Verder is er casuïstiek bespreking met ondersteuning van een huisarts. Deelname aan het postoverleg is niet vrijblijvend. Afwezigheid wordt zo nodig besproken in het functioneringsgesprek.
-
Verbeteren van de beschikbaarheid van het personeel voor alle diensttijden. Dit blijft een speerpunt. Met name in het aannamebeleid zijn resultaten geboekt. Iedere nieuwe medewerker krijgt een contract van minimaal 6,75 uur + de bindende afspraak om alle diensten (ook in de weekends) te draaien.
-
Werving van nieuwe medewerkers. In 2011 is gewerkt aan een plan met de ROC’s in Amsterdam om een aanwas van nieuwe doktersassistentes te creëren voor de HpA. Met ziekenhuizen vindt overleg plaats om verpleegkundigen die daar niet langer inzetbaar zijn, inzetbaar te maken bij HpA. Resultaten zijn pas in 2012 te verwachten.
-
Inzet van medisch studenten. Deze waren ook in 2011 nog nodig. Vanuit de VHN is een locatiemanager gevraagd om deel te nemen aan de werkgroep ten behoeve van het bekwaam en bevoegd inzetten van medisch studenten op de HAP.
-
Kasbeheer op de posten. Hierbij is het resultaat geboekt dat door de uitkomsten van een interne audit in het kader van de HKZ er afspraken gemaakt zijn die zowel de medewerkers op de post als de medewerkers op kantoor recht doen.
Scholingen Het scholingsplan is gericht op verbetering van de kwaliteit van onze dienstverlening. Scholingen met betrekking tot de vereiste triagevaardigheden worden vastgesteld door de VHN. Andere scholingen sluiten aan bij maatschappelijke ontwikkelingen zoals samenwerking met SEH en drukkere diensten. Ook individuele wensen van medewerkers worden meegenomen in het programma. Het opleidingsplan is gericht op medewerkers van HpA. Huisartsen vallen hier nog niet onder. Voor hen wordt in 2012 in overleg met de kwaliteitscommissie een apart scholingsplan ontwikkeld dat onder andere aandacht besteedt aan samenwerking met assistenten op de HAP. In 2011 hebben assistenten de volgende scholingen gevolgd: -
Training klantgerichtheid, waarbij aandacht voor de-escalatie bij agressie; een eendaagse scholing met afwisselend theorie en oefenen met een acteur.
-
Een bijscholing ‘werken met de computer’; deze was gekoppeld aan het postoverleg en is als zeer positief ervaren.
Pagina 21 van 59
-
Alle doktersassistenten hebben een verplichte scholing gevolgd in het signaleren van kindermishandeling en huiselijk geweld en hoe hiermee om te gaan. De scholing sluit inhoudelijk aan bij het beleid dat in 2011 op de posten is geïmplementeerd. De inhoud van de bijeenkomsten is als indrukwekkend en belangrijk ervaren.
-
De coördinerend assistentes hebben samen met het locatiemanagement een tweedaagse intensieve scholing gevolg van trainingsbureau Bloom. Doel was de rol van de coördinerend assistente binnen het eigen team en de organisatie te versterken.
-
Scholing triageassistente. HpA heeft als eis dat alle assistenten in het bezit zijn van het diploma triagist. Afgelopen jaar is het diploma ook in de CAO opgenomen als vereiste om te mogen werken op een huisartsenpost. De eisen aan inwerken en opleiding zijn hierbij nauwkeurig vastgelegd. De medisch coördinatoren hebben een rol gekregen in het beoordelen van de assistentes. In 2011 hebben 12 doktersassistentes het diploma triagist behaald. Hiermee is 60 % van onze assistenten gecertificeerd. Het streven was om eind 2011 84% gediplomeerde triagisten in dienst te hebben. Deze norm is niet behaald. Dit heeft een aantal oorzaken: er zijn triagisten met ontslag gegaan en assistenten die korter dan een jaar in dienst zijn, komen nog niet aanmerking voor de opleiding. Het streven is wel om gediplomeerde triagisten te werven, maar ze zijn er niet of nauwelijks. Medisch studenten zijn niet meegenomen in deze opleiding, zij krijgen een apart traject.
-
Training reanimatie/AED. HpA hecht er aan dat haar assistenten in geval van acute nood eerste hulp kunnen verlenen door middel van basis life support. Hoewel dit niet verplicht is, is het door HpA wel verplicht gesteld voor alle medewerkers werkzaam op de huisartsenpost. Daarom wordt er één keer per jaar een opfriscursus gegeven voor hen die al in het bezit zijn van het basisdiploma reanimatie/AED. Een basiscursus wordt georganiseerd voor hen die nog geen opleiding hierin hebben gehad.
-
Op de post-overleggen zijn er casuïstiek besprekingen geweest, ingebracht door de assistenten. Bij deze besprekingen is ook de medisch coördinator aanwezig. De inbreng van de medisch coördinator wordt door de assistenten als waardevol gezien. Dit wordt gecontinueerd in 2012.
Instroom - uitstroom Bij de HpA werken eind 2011 87 mensen, waarvan 71 in de functie van triagist of doktersassistente. Er kwamen 27 nieuwe mensen in dienst en er gingen 20 medewerkers uit dienst. De doorstroom van 13 medische studenten was voorzien, omdat aan deze groep slechts een tijdelijk contract wordt aangeboden.
Pagina 22 van 59
Rooster assistenten In 2011 is de in het voorgaande jaar gecreëerde rust en tevredenheid rondom het rooster blijven bestaan. De roosters 2011 kwamen tijdig beschikbaar. Vragen over het rooster en ruilingen werden snel en goed afgehandeld. De bereikbaarheid van de roosterfunctionaris bleek goed te zijn. Ook de bereidheid bij de assistenten om in geval van nood in te springen was groot.
Netwerken HpA staffunctionarissen hebben actief deelgenomen aan verschillende overlegvormen van de branchevereniging VHN en daarmee een bijdrage geleverd aan de positionering van de HpA in het land.
Ondernemingsraad (OR) Pogingen om een functionerende OR te realiseren zijn medio 2011 succesvol gebleken met de installatie van een OR. De OR bestaat uit vijf leden. Zij maakten daarvoor reeds deel uit van de voorbereidingsgroep. De leden zijn in 2011 getraind en hebben sinds eind 2011 periodiek overleg met de directeur/bestuurder.
Medewerkers Tevredenheidsonderzoek (MTO) In mei/juni 2011 heeft een uitgebreid MTO plaatsgevonden. De opkomst was relatief laag (60%) maar de tevredenheid over de organisatie lag hoger dan in 2009. De medewerkers beoordelen de HpA met een 7,3. Met dit cijfer liggen we nog achter bij het landelijk gemiddelde van 7,6. De uitkomsten waren bemoedigend en leverden voldoende aandachtspunten op om mee aan de slag te gaan. HpA zal zich verder inspannen om verbinding tussen kantoor en posten te vergroten. Een aantal cultuuraspecten vraagt onze aandacht. We willen dat het gedrag van onze medewerkers en huisartsen aansluit bij de doelstellingen van HpA. Bij post overleggen, werkoverleggen en bij de ontwikkeling van het opleidingsprogramma 2012 is hier aandacht aan geschonken.
Verzuim Het gemiddeld verzuimpercentage in 2011 bedraagt 4,97. Dit is aanzienlijk hoger dan de 3,5% die we nastreefden. De verhoging werd voornamelijk veroorzaakt door toename van het kortdurend verzuim op de posten.
Pagina 23 van 59
Arbobeleid In het eerste kwartaal van 2011 zijn de laatste actiepunten naar aanleiding van de opmerkingen van de arbeidsinspectie, afgehandeld. De opgelegde verbetering zijn gerealiseerd en daarmee werd voorkomen dat er boetes werden opgelegd. Tevens werden een groot aantal actiepunten van de RI&E 2009 afgehandeld. Hiermee voldoet de HpA steeds meer aan de Arbo-eisen die gesteld worden aan werkgevers en worden medewerkers in staat gesteld gezond en veilig te werken. De HpA verplicht zich om deze maatregelen periodiek te evalueren en indien nodig aan te passen. Daarom is besloten om in 2012 opnieuw een RI&E uit te voeren.
Functie ontwikkeling In 2011 is de functiebeschrijving Triagist ontwikkeld door de VHN. Aan het nieuwe functieprofiel is een competentieprofiel gekoppeld. De HpA heeft in de ontwikkeling van beide profielen een wezenlijke bijdrage geleverd. Aansluitend hierop zal, voor alle functies binnen de HpA, competentiemanagement worden ingevoerd. In 2011 is dit helaas niet gelukt maar competentiemanagement staat op de agenda voor 2012-2013.
Salarisbetalingen Met succes is een vereenvoudigde salarisbetaling voor onze doktersassistenten/ triagisten ingevoerd per 1 januari 2011. Hierdoor is gerealiseerd dat onze salarisbetaling sneller en transparanter is geworden.
Gebruik bedrijfsinformatie Het gebruik van de in eigen huis ontwikkelde rapportagetool voor bedrijfsgegevens, is toegenomen binnen de organisatie. Afgelopen jaar is gewerkt aan de ontwikkeling van standaard rapporten die eenvoudig zijn op te vragen, bijvoorbeeld rapporten met aantallen verrichtingen per kwartaal per post, gegevens over ziekteverzuim, etc. Rapporten die voorheen handmatig werden samengesteld. Door deze rapporten te automatiseren kost het de gebruiker minder tijd en is de kans op foutieve informatie nihil.
ICT scholing assistenten Tijdens werkoverleggen op de verschillende huisartsenposten is aandacht besteed aan ICT. Veelvoorkomende problemen zijn besproken en het dagelijks gebruik van de ICT middelen op de huisartsenpost is doorgenomen. Het werd door de medewerkers als nuttig ervaren.
Pagina 24 van 59
6. DE MIDDELEN De financiering voor huisartsenposten bleef in 2011 en ook voor de begroting 2012 grotendeels ongewijzigd. Dat betekent, dat er nog steeds te weinig prikkels zijn voor nieuwe ontwikkelingen. De HpA is in financiële zin een gezonde organisatie. Het aantal verrichtingen steeg ten opzichte van 2010 met ruim 5%. Dat betekende € 312.800 meer inkomsten dan begroot (1,7% meer verrichtingen dan begroot). Tegelijk bleven de kosten achter bij de begroting. Dit kwam doordat enkele grote projecten zijn vertraagd. Het nog niet verhuizen naar het OLVG en uitstel van een pilot met het Centraal Callcentrum waren hierbij van belang. Het positieve resultaat mag gedeeltelijk worden aangewend als aanvulling op de reeds opgebouwde RAK. In 2011 is (evenals in 2010) de maximaal toegestane reserve voor mogelijke risico’s (RAK) bereikt. Voor nadere informatie over de ontwikkeling van het resultaat en de financiële positie wordt verwezen naar de jaarrekening.
Pagina 25 van 59
7. PERSONALIA PER 31 DECEMBER 2011 Raad van Toezicht Mevrouw Verschoor De heer P.P.J. Butzelaar De heer A.J.J. Coenen De heer L.J.L. Stam
Voorzitter
Bestuur/directie De heer M. van Hoeve
Directeur/bestuurder
Beleid Mevrouw E.C.M.P. Lourijsen
Directiesecretaris
Financiën Mevrouw I.M.E. van Muijen Mevrouw E.W. van de Burg Mevrouw M. Lourens-Milkova Mevrouw S.K. Moelchand
Hoofd Financiën Financieel Medewerker Financieel Medewerker Financieel Medewerker
P&O De heer A.F. de Feber
Hoofd P&O
ICT De heer M. Stommel
Coördinator ICT
Kwaliteit Mevrouw H. Breimer
Coördinator Kwaliteit
Patiëntveiligheid Mevrouw Y. Hesterman
Planning Huisartsen Mevrouw A. de Blieck-Klaassen Locatiemanagement Vacature Mevrouw N.D.R. Leijnse Mevrouw R. van Rijnen Backoffice Mevrouw A.M. de Rooij
Coördinator Patiëntveiligheid/ klachtbemiddelaar
Medewerker Planning Huisartsen
Coördinerend locatiemanager Locatiemanager Locatiemanager Bureaucoördinator
Pagina 26 van 59
Mevrouw C.G. Talahatu Mevrouw P. Vogt Ondernemingsraad Mevrouw E. van der Heide Mevrouw A. de Rooij Mevrouw M.S. Rigter – Spaans Mevrouw M.I. Cramer – de Haij Mevrouw H. Breimer Huisartsen Deelnemers Raad Mevrouw M.E.C. Neijens De heer J.M.J.M. Berentzen De heer R.M. Foppen De heer H.E. van Helsdingen Mevrouw I. Jonker De heer M.L. Liefeld De heer R. Nijhof Mevrouw Reus De heer W.B. Vermeulen De heer W.Ch. Völke Kwaliteitscommissie De heer J.M. Kruyswijk De heer J.J. Baars Mevrouw H. Breimer Mevrouw D.A. van Dooyeweert De heer A.N.M. van Grunsven Mevrouw E.R.A. Kuijt Mevrouw M.H. Kuis Mevrouw J.C. Kagenaar De heer V. Micic De heer H.W. van der Neut Mevrouw N.D.R. Leijnse Mevrouw R. van Rijnen Mevrouw M.M.T. Vreugdenhil
Bureaucoördinator Bureaucoördinator
Voorzitter
Voorzitter
Voorzitter
Pagina 27 van 59
MIP Commissie De heer C.E.J. van der Post De heer A. Bax Mevrouw C. Heijstee-Hogenhout Mevrouw E. van der Heide Mevrouw Y. Hesterman
Voorzitter
Calamiteitencommissie De heer E. Courant Mevrouw Y. Hesterman De heer H. Hirschfeld Mevrouw N.D.R. Leijnse
Pagina 28 van 59
8. ORGANOGRAM
Pagina 29 van 59
Raad van Toezicht
Directeur/ Bestuurder
OR
HDR
Kwaliteits commissie
Coördinator Kwaliteit
Coördinator Patiënt veiligheid
MIP commissie
Directiesecretaris
Hoofd Financiën
Medewerkers Financiën
Calamiteiten commissie
Hoofd P&O
Medewerker ICT
Medewerkers P&O
Directie-secretaresse/ Officemanager
Medewerker Planning Huisartsen
Medewerker Planning Personeel
Locatie Manager
Coord. Locatie Manager
Medewerker Communicatie
Locatie Manager
Management assistent Regionale werkgroepen
Post Noord
Post Centrum Oost
Post West
Pagina 30 van 59
Post Zuidoost
Post Zuid
Pagina 31 van 59
9. JAARVERSLAG RAAD VAN TOEZICHT De Raad van Toezicht vergaderde in 2011 vijf keer. Er is een vast rapportagekader vastgesteld, waarbinnen de directeur voor elke vergadering een voortgangsverslag maakt. Naast de beleidscyclus van jaarplan/begroting, directieverslag/jaarrekening komen daar aan de orde: - Positionering van de Huisartsenposten Amsterdam met name in de samenwerking met de SEH. - Realisatie ten opzichte van de begroting. - Ontwikkelingen bij patiëntenorganisaties, VWS, verzekeraars, ziekenhuizen etc. - Ontwikkelingen in de regio’s en bij de deelnemende huisartsen. - Interne ontwikkelingen bij de organisatie en het personeel. - De spelregels voor Good Governance. - Stand van zaken van de pilot EMD. - Voortgang werkplan 2011. - Functioneren van de bestuurder. In vervolg op de presentatie van de jaarrekening en de goedkeurende verklaring van de accountant over 2010 heeft de Raad van Toezicht ingestemd met de jaarstukken. De aanbevelingen van de accountant in de zogenaamde management letter zijn overgenomen. De Raad stemde in met het werkplan en de begroting 2012. Er was een jaargesprek met de directeur. Ook was er een jaargesprek met een delegatie van de HDR. In 2011 is een nieuwe OR van start gegaan. Een gesprek met de OR is gepland in voorjaar 2012. Leden van de Raad van Toezicht brachten werkbezoeken aan enkele posten. Deze werkwijze wordt zowel door de leden van de Raad als door werknemers en huisartsen gewaardeerd. De Raad van Toezicht heeft haar eigen functioneren geëvalueerd op basis van een (bewerkte) checklist van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders. Extra aandacht werd dit jaar besteed aan: - De ontwikkelingen inzake verdergaande samenwerking huisartsenposten en spoedeisende hulpen. - De cultuur binnen de organisatie. - De klantgerichtheid van de organisatie. - De toekomstbestendigheid van de huidige bestuursstructuur. Op dit moment wordt de bestuurder gedeeld met stichting 1ste Lijn Amsterdam. - De resultaten van de HKZ certificering. - Een profiel voor twee aan te trekken nieuwe leden. - De zorgen over te late beantwoording van de spoedlijn en autorisaties door de huisartsen. Evenals de lange telefonische wachttijden.
Pagina 32 van 59
-
De discussie over het al of niet beginnen met een centraal callcenter. Het rapport van de Inspectie Gezondheidszorg over het jaargesprek met HpA.
In augustus 2011 droeg de heer Van der Togt het voorzitterschap van de Raad over aan mevrouw Verschoor. Per 31 december 2011 bestond de Raad van Toezicht uit de volgende personen: Mevrouw C.W. Verschoor (voorzitter) De heer P.P.J. Butzelaar De heer A.J.J. Coenen De heer J.L.J. Stam De leden Van der Togt en De Cock Buning hebben de Raad in de loop van 2011 verlaten. De werving van twee nieuwe leden is eind 2011 nagenoeg rond.
C.W. Verschoor
Amsterdam, 7 mei 2012 Voorzitter van de Raad van Toezicht
Pagina 33 van 59
1. BALANS PER 31 DECEMBER 2011 (na resultaatbestemming)
A c t i v a 2011 €
€
Vaste activa Materiële vaste activa Vlottende activa Voorraad medicijnen Vorderingen Overlopende activa Liquide middelen
Totaal activa
2010 €
€
299.276
3.796 1.134.243 66.856 2.368.881
265.433
4.176 898.810 30.775 1.847.736 3.573.776
2.781.497
3.873.052
3.046.930
P a s s i v a 2011
2010 €
Reserve aanvaardbare kosten
€
1.074.797
999.663
844.148
371.737
Kortlopende schulden
1.954.107
1.675.530
Totaal passiva
3.873.052
3.046.930
Te verrekenen in tarieven
Pagina 34 van 59
2. RESULTATENREKENING OVER 2011 2011
Begroting 2011
2010
€
€
€
Gedeclareerde opbrengst verrichtingen Gedeclareerde opbrengst aftrek/toeslag nacalculatie oude jaren Overige bedrijfsopbrengsten Gemiste opbrengsten
10.415.354
10.240.201
9.757.828
153.000 -
49.252 189.557 (12.362)
Som der bedrijfsopbrengsten
10.743.640
10.393.201
9.984.275
3.777.669 4.392.511 118.602 1.798.178
3.884.319 4.526.552 179.500 1.812.830
3.615.249 4.327.719 118.681 1.525.449
10.086.960
10.403.201
9.587.098
Personeelskosten Honorariumkosten huisartsen Afschrijvingskosten Overige bedrijfskosten Som der bedrijfskosten
137.684 194.936 (4.334)
Financiële baten en lasten
656.680 28.550
Resultaat
685.230
(10.000) 10.000 -
397.177 15.926 413.103
Pagina 35 van 59
3. GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING Algemeen De jaarrekening is voor zover niet anders vermeld opgesteld op basis van het baten- en lastenstelsel met inachtneming van de specifieke richtlijnen die hieromtrent in de beleidsregels van het NZa zijn opgenomen. De grondslagen zijn verder gebaseerd op veronderstelde continuïteit. Ten aanzien van de vergelijkende cijfers in de resultatenrekening wordt opgemerkt dat de begrote cijfers 2011 zijn ontleend aan de door het NZa goedgekeurde begroting 2011 d.d. 25 oktober 2011. Balans Activa en passiva zijn opgenomen voor de nominale waarde, tenzij in deze toelichting anders wordt vermeld. De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen aanschaffings- of vervaardigingsprijzen minus jaarlijkse afschrijvingen tegen vaste percentages van de aanschafwaarde conform de desbetreffende beleidsregels. Voor de afzonderlijke materiële vaste activa zijn de volgende afschrijvingspercentages gehanteerd: Materiële vaste activa: Instrumentarium Medische inventarissen Niet-medische inventarissen Automatiseringsapparatuur
afschrijving % 10 % 10 % 10 % 20 %
De voorraden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Op de voorraadwaarde worden, indien noodzakelijk, voorzieningen voor incourantheid in mindering gebracht. De vorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde, voor zover noodzakelijk onder aftrek van een voorziening voor het risico van oninbaarheid. De Reserve Aanvaardbare Kosten (RAK) betreft de gecumuleerde overschotten en tekorten die vanaf het jaar 2005 niet verrekend worden met de NZa. De reserve wordt gevormd door het verschil tussen de gerealiseerde en de begrote productie met een maximum van 2% van het budget alsmede door het verschil tussen de gerealiseerde en gebudgetteerde bedrijfskosten. Kosten die als niet-aanvaardbaar moeten worden aangemerkt worden ten laste van de overige reserves gebracht. De post ‘te verrekenen in tarieven’ betreft de gecumuleerde gelden die op grond van NZabeleidregels in de toekomstige jaren verrekend worden in de tarieven. De verrekening heeft Pagina 36 van 59
betrekking op het verschil tussen het werkelijk gerealiseerde opbrengst verrichtingen en de begrote opbrengst verrichtingen van meer dan 2%. Een overschrijding die lager is dan dat percentage mag toegevoegd worden aan de RAK. Resultatenrekening Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de netto-omzet en alle hiermee verbonden, aan het verslagjaar toe te rekenen kosten. De kosten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor vermelde waarderingsgrondslagen. Resultaten worden verantwoord in het jaar waarin deze zijn gerealiseerd. Verliezen worden in aanmerking genomen in het jaar waarin deze voorzienbaar zijn. De overige baten en lasten worden toegerekend aan de verslagperiode waarop deze betrekking hebben. De opbrengsten gedeclareerde verrichtingen zijn gebaseerd op het werkelijk aantal consulteenheden vermenigvuldigd met het NZa-tarief per consulteenheid onder aftrek van de verrichtingen die niet geïnd konden worden. De overige baten en lasten worden toegerekend aan de verslagperiode waarop deze betrekking hebben. Als buitengewone baten en lasten worden de baten en lasten opgenomen, die niet uit de gewone bedrijfsuitoefening voortvloeien. De HpA is verplicht aangesloten bij een bedrijfstakpensioenfonds en verantwoordt uit dien hoofde haar pensioenregeling in het financieel verslag als een toegezegde-bijdrage regeling. Er is een definitieve uitspraak van de Belastingdienst dat er geen sprake is van vennootschapsbelastingplicht.
Pagina 37 van 59
4. TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2011 2011
2010
€
€
Materiële vaste activa Medische inventarissen Automatiseringsapparatuur Verbouwingen
124.010 109.667 65.599
99.289 166.144 -
299.276
265.433
Het verloop van de materiële vaste activa was in het verslagjaar als volgt: € Boekwaarde per 1 januari 2011 Bij: investeringen 2011 Af: afschrijvingen 2011
265.433 152.444 118.601
Boekwaarde per 31 december 2011
299.276
In 2011 zijn informatieschermen aangeschaft voor op de huisartsenposten. Patiënten kunnen hierop actuele informatie lezen. Daarnaast is de post Zuid verbouwd naar onze wensen en op de post Centrum (gevestigd in het OLVG prinsengracht) is een veilige balie gemaakt voor onze huisartsenpost aldaar.
2011
2010
€
€
Voorraad medicijnen Voorraad medicijnen dienstenposten
3.796
4.176
3.796
4.176
Pagina 38 van 59
2011
2010
€
€
Vorderingen Vorderingen op debiteuren Overige kortlopende vorderingen Vorderingen op groepsmaatschappijen
1.074.846 57.208 2.189
863.353 35.457 -
1.134.243
898.810
Vorderingen op debiteuren Dit betreft ultimo 2011: € Vorderingen op zorgverzekeraars Vorderingen op zorgverzekeraars/DFA
1.060.885 13.961 1.074.846
Het saldo aan vorderingen op debiteuren ultimo 2011 bestaat hoofdzakelijk uit de gedeclareerde en gefactureerde omzet over december 2011 ad € 964.568.
2011
2010
€
€
Voorschotten personeel (1) Waarborgsom dienstenpost Wibautstraat Rentebaten Vordering uit hoofde van te ontvangen ziekengelden (2) Waarborgsom overig Waarneming te vorderen op huisartsen Overig
20.096 13.000 9.638 8.969 1.240 1.948 2.317
13.000 5.602 10.765 1.240 1.090 3.760
Totaal overige kortlopende vorderingen
57.208
35.457
Overige kortlopende vorderingen
(1) Per 1 januari 2011 is met succes een vereenvoudigde salarisbetaling voor onze doktersassistenten/ triagisten ingevoerd. Hierdoor is gerealiseerd dat onze salarisbetaling sneller en transparanter is geworden. De vergoeding voor ORT en extra gewerkte uren wordt
Pagina 39 van 59
één maand na afloop van de betreffende maand uitbetaald. In januari 2011 is aan iedere medewerker een voorschot verstrekt. Voorschotten worden verrekend bij uit diensttreding. (2) De vordering uit hoofde van te ontvangen ziekengelden ultimo 2011 bestaat uit de verzekeringsvergoeding voor zieke medewerkers over het laatste halfjaar van 2011.
2011
2010
€
€
Vooruitbetaald inzake ziekengeldverzekering Vooruitbetaald inzake licenties Vooruitbetaalde huur dienstenposten Vooruitbetaald inzake tevredenheidsonderzoek Vooruitbetaald inzake kwaliteitsmanagementsysteem Q3 Vooruitbetaald inzake roosterprogramma Overig
27.953 9.579 8.390 5.829 3.068 12.037
12.948 2.767 2.856 12.204
Totaal overlopende activa
66.856
30.775
Overlopende activa
2011
2010
€
€
Liquide middelen ABN AMRO Bank kwartaal deposito 59.94.33.132 ABN AMRO Bank rekening courant 40.10.18.849 ABN AMRO Bank maand deposito 41.18.51.748 ING Bank 68.58.62.038 Kas
1.789.095 420.219 151.437 4.060 4.070
1.115.294 378.918 342.828 1.241 9.455
Totaal liquide middelen
2.368.881
1.847.736
Het gehele bedrag aan liquide middelen is vrij beschikbaar.
Pagina 40 van 59
2011
2010
€
€
Reserve aanvaardbare kosten Reserve aanvaardbare kosten
1.074.797
999.663
1.074.797
999.663
Het verloop van de reserve aanvaardbare kosten was in het verslagjaar als volgt: € Stand per 1 januari
999.663
Bij: dotatie naar aanleiding van volume-afwijking <= 2% onderbesteding budget aanvaardbare kosten
204.804 181.791
Af: onttrekking in verband met overschrijding 10%-norm RAK overige onttrekkingen
306.537 4.924
Stand per 31 december
1.074.797
Met ingang van het boekjaar 2005 is het huisartsenposten toegestaan om een reserve aanvaardbare kosten op te bouwen. De reserve wordt gevormd door het verschil tussen de gerealiseerde en de begrote productie met een maximum van 2% van het budget alsmede door het verschil tussen de gerealiseerde en gebudgetteerde bedrijfskosten. De reserve mag maximaal 10% van de gerealiseerde omzet in het betreffende verslagjaar bedragen. Het meerdere wordt verrekend met het NZa. In 2011 heeft de Stichting meer verrichtingen gerealiseerd dan vooraf werd aangenomen. Een deel van de overproductie (max. 2%) mag toegevoegd worden aan de reeds opgebouwde RAK (2011: € 204.500). Daarnaast is in 2011 een positief resultaat op de bedrijfslasten gerealiseerd (€ 181.800 minder kosten dan begroot). Dit positieve resultaat mag volgens de NZa beleidsregels aan de RAK worden toegevoegd. Echter bovenstaande toevoegingen resulteren in een overschrijding van de maximaal toegestane omvang van de RAK ultimo 2011 (10% van de gerealiseerde omzet in dit boekjaar, € 1.074.800), hetgeen betekent dat het meerdere ad € 306.500 met de NZa dient te worden verrekend. Ultimo 2011 bedraagt de reserve 10% van de gerealiseerde omzet in dit boekjaar.
Pagina 41 van 59
2011
2010
€
€
Te verrekenen in tarieven Te verrekenen in tarieven
844.148
371.737
844.148
371.737
De post ‘te verrekenen in tarieven’ betreft de gecumuleerde gelden die op grond van NZaregelgeving in de toekomstige jaren verrekend zullen worden in de tarieven. De verrekening heeft betrekking op het verschil van het werkelijk aantal consulteenheden minus het begrote aantal consulteenheden (volumeafwijkingen boven 2% worden verrekend). Het verloop van de post ‘te verrekenen in tarieven’ in het verslagjaar luidt als volgt: € Stand per 1 januari
371.737
Bij: volumeafwijking consulteenheden > 2% mutatie RAK i.v.m. bereiken max. RAK ultimo boekjaar overige mutaties (zie ook correctie in RAK opbouw)
302.968 306.537 4.924
Af: in 2011 verrekend via gedeclareerde verrichtingen teveel verrekend inzake 2010/2009 (oninbare verrichtingen)
137.684 4.334
Stand per 31 december
844.148
De post ‘te verrekenen in tarieven’ over de periode 2007 tot en met 2011 kan als volgt worden gespecificeerd: 2011
2010
2009
2008
2007
317.737
82.164
135.592
547.662
764.286
Bereiken max. RAK
306.537
301.600
Toeslag in verband met volumeafwijkingen consulteenheden > 2%
302.968
-
155.942
-
315.939
4.924
335
50.000
-
-
614.430
301.935
205.942-
-
315.939
Saldo per 1 januari Bij: te verrekenen:
Bij: Correcties voorgaande jaren (aansluitverschil NZa)
Pagina 42 van 59
Af: verrekend Af: Correcties voorgaande jaren (aansluitverschil NZa) Af: Correcties voorgaande jaren (oninbaar)
-
-
-
1.231
1.238
4.334
12.362
17.864
75.924
42.675
Af: Verrekend via toeslag inzake voorgaande jaren
137.684
-
241.506
337.377
491.126
142.018
12.362-
259.370-
412.070-
532.563-
844.148
371.737
82.164
135.592
547.662
Saldo per 31 december
2011
2010
€
€
Kortlopende schulden en overlopende passiva Verschuldigde honoraria aan huisartsen (1) Vooruit ontvangen bedragen inzake opleiding AIOS Rekening courant 1ste Lijn Amsterdam Schulden ter zake van pensioenen Nog te betalen huisvestingskosten dienstenposten Crediteuren Overige schulden ter zake van salarissen en toeslagen Belastingen en premies sociale verzekeringen Vooruit ontvangen bedragen inzake subsidie LSP/EMD project (2) Verplichting vakantiegelden Verplichting vakantiedagen Nog te betalen kosten beveiliging dienstenposten Nog te betalen accountantskosten Nog te betalen kosten triageverpleegkundige AMC Nog te betalen kosten inzake ICT Nog te betalen omzetbelasting Overige kortlopende schulden
785.254 187.686 180.184 144.103 120.254 114.396 97.664 90.986 89.386 79.320 33.537 12.500 5.121 13.716
769.870 131.210 17.335 148.368 79.887 98.850 54.822 86.775 124.355 76.045 22.306 12.500 1.612 30.160 5.747 1.614 14.074
1.954.107
1.675.530
(1) In juli 2010 zijn het SBOH en de Stichting een overeenkomst aangegaan waarin de HpA zich committeert goede opleidingsomstandigheden voor de arts in opleiding tot specialist huisartsengeneeskunde (AIOS) mogelijk te maken. De kosten welke met deze inspanning gepaard gaan zullen overwegend in 2012 gerealiseerd worden. Hiervoor is een reservering ad € 187.686 gevormd.
Pagina 43 van 59
(2) In 2010 is een bedrag van ruim € 330.000 aan subsidie van het Ministerie van VWS ontvangen voor de realisatie van de aansluiting op het landelijk schakelpunt en het beschikbaar maken van de patiënten informatie voor de uitwisseling met andere zorgaanbieders via het landelijke schakelpunt. In 2010 en 2011 zijn de kosten ter zake in mindering gebracht op het ontvangen subsidiebedrag. Ultimo boekjaar resteert nog een bedrag van € 89.386.
Niet in de balans opgenomen verplichtingen Met een vervoersbedrijf is voor de periode tot en met 31 maart 2015 een contract afgesloten ter hoogte van circa € 1.100.000 op jaarbasis. Ultimo 2011 bestaan huurverplichtingen voor een bedrag van in totaal rond € 420.000 op jaarbasis.
Pagina 44 van 59
5. TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING OVER 2011 2011 €
Begroting
2010
€
€
Gedeclareerde opbrengst verrichtingen Opbrengst consulten (incl. aftrek nacalculatie oude jaren) Opbrengst visites (incl. aftrek nacalculatie oude jaren) Opbrengst telefonische consulten
6.477.033 2.289.671 1.648.650
6.255.484 2.309.717 1.675.000
5.882.961 2.298.217 1.576.650
10.415.354 10.240.201
9.757.828
2011 €
Begroting
2010
€
€
Gedeclareerde opbrengst aftrek/toeslag nacalculatie oude jaren Opbrengst aftrek/toeslag consulten nacalculatie oude jaren Opbrengst aftrek/toeslag visites nacalculatie oude jaren
101.675 36.009
-
35.515 13.737
137.684
-
49.252
De gedeclareerde opbrengst verrichtingen (inclusief gedeclareerde opbrengst aftrek nacalculatie oude jaren) bedraagt over geheel 2011 € 10.553.000, hetgeen € 312.800 (3,0%) hoger is dan begroot. Ten opzichte van de begroting 2011 is het aantal gerealiseerde verrichtingen 1,7% hoger dan vooraf werd aangenomen.
begroot gerealiseerd verschil verschil in %
Tel. contact Visite Consult Totaal 67.000 16.000 65.000 148.000 65.946 16.115 68.383 150.444 -1.054 115 3.383 2.444 -1,6% 0,7% 5,2% 1,7%
Ten opzichte van 2010 is sprake van een aanzienlijke toename van de productie met ruim 5% (realisatie 2010: 142.372 verrichtingen). In 2011 is via een tariefkorting (aftrek) ter verrekening van het positieve resultaat (overschot) over 2009 € 137.684 verrekend met de NZa.
Pagina 45 van 59
2011 €
Begroting
2010
€
€
Overige opbrengsten Diverse overige opbrengsten
194.936
153.000
189.557
194.936
153.000
189.557
Dit betreft onder andere een verrekening met de huisartsen inzake de kosten tussen 17:00 uur en 18:00 uur op de doordeweekse dagen (€ 153.000). Daarnaast is hieronder begrepen de doorbelasting aan Huisartsenposten Amstelland inzake administratieve dienstverlening (€ 34.500). De verwachte baten inzake betreffende dienstverlening zijn in de begroting 2011 in mindering gebracht op de salariskosten van de financiële medewerkers, hetgeen het verschil t.o.v. de begroting verklaart. Tenslotte is onder de overige opbrengsten verantwoord de bijdrage van de LHV inzake openstelling van de posten tijdens de landelijke actiedag voor huisartsen in oktober 2011 ad € 7.200.
2011 €
Begroting
2010
€
€
Gemiste opbrengsten Gemiste opbrengsten
(4.334)
-
(12.362)
(4.334)
-
(12.362)
Dit betreft verrichtingen uit respectievelijk 2010 en 2009 die feitelijk oninbaar zijn gebleken. De afname van de post gemiste opbrengsten in 2011 ten opzichte van vorig jaar wordt met name veroorzaakt doordat in 2011 het facturerings- en inningsproces verder is geoptimaliseerd.
Pagina 46 van 59
2011 €
Begroting
2010
€
€
Personeelskosten Salariskosten personeel in loondienst Sociale verzekeringspremies werkgever Pensioenpremies werkgever Kosten extern personeel Overige personeelskosten
1.962.466 275.080 174.155 1.179.305 186.663
2.037.885 285.281 197.268 1.127.885 236.000
1.784.533 245.211 163.423 1.244.161 177.921
Totaal personeelskosten
3.777.669
3.884.319
3.615.249
2011 €
Begroting
2010
€
€
Salariskosten personeel in loondienst Salariskosten assistentes Salariskosten directie/beleidsmedewerker Salariskosten locatiemanagers Salariskosten financiële administratie Salariskosten secretarieel medewerkers Salariskosten personeelszaken Salariskosten kwaliteitsmedewerker en coördinator patiëntveiligheid Salariskosten ICT medewerker Salariskosten beleidsmedewerker
1.270.125 72.296 161.685 108.850 122.317 34.446
1.409.841 73.168 114.760 91.491 122.119 36.894
1.160.375 72.971 126.561 102.983 112.011 35.596
83.488 59.410 49.849
92.311 59.636 37.665
77.318 54.612 42.106
Totaal personeel in loondienst
1.962.466
2.037.885
1.784.533
De salariskosten van het personeel in loondienst bedragen in 2011 in totaal € 1.962.500, hetgeen € 75.400 lager is dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt door onderschrijdingen op de salariskosten assistentes ad € 139.700, alsmede kwaliteitsmedewerker en coördinator patiëntveiligheid ad € 8.800. Daarentegen zijn de salariskosten locatiemanagers ad € 46.900, financiële administratie ad € 17.400 en beleidsmedewerker ad € 12.200 hoger dan vooraf werd aangenomen. De onderschrijding van de salariskosten van de doktersassistentes in loondienst houdt verband met de inzet van doktersassistentes die niet bij de Stichting in loondienst zijn. Door
Pagina 47 van 59
personele wisselingen en een te krappe formatie doktersassistenten in loondienst was ook in 2011 behoefte aan extra capaciteit van buiten onze organisatie. Tijdens het opstellen van de begroting 2011 is abusievelijk geen rekening gehouden met de vaste toeslag die de locatiemanagers ontvangen vanwege het feit dat een deel van hun werkzaamheden buiten kantooruren (avond, nacht en weekend) worden uitgevoerd. Daarnaast is de functie van beleidsmedewerker vanaf februari 2011 ingevuld door een medewerkster in loondienst, terwijl deze in de begroting 2011 was opgenomen als kosten extern personeel (€ 53.000 voor geheel 2011, zie ook kosten extern personeel).
2011 €
Begroting
2010
€
€
Kosten extern personeel Kosten extern personeel chauffeurs Kosten extern personeel assistentes Kosten extern personeel secretarieel medewerkers Kosten extern personeel financiële administratie Kosten extern personeel beleidsmedewerker Kosten extern personeel medisch coördinator Kosten extern personeel personeelszaken Kosten extern personeel triageverpleegkundige Kosten extern personeel kwaliteitsmedewerker Totaal kosten extern personeel
820.202 104.614 63.892 60.429 4.109 49.028 46.745 30.286 -
832.960 60.000 20.000 53.000 52.457 49.468 60.000 -
799.472 133.567 108.535 65.277 49.920 37.611 30.160 19.619
1.179.305
1.127.885
1.244.161
De totale kosten van het extern personeel bedragen in 2011 € 1.179.300, hetgeen € 51.400 hoger is dan begroot. Dit wordt onder andere veroorzaakt door een overschrijding op de kosten extern personeel assistentes ad € 104.600 en financiële administratie ad € 40.400. Daarentegen is minder uitgegeven aan kosten voor externe inzet van chauffeurs ad € 12.800, beleidsmedewerker ad € 48.900 en triageverpleegkundige ad € 29.700. Voor een toelichting op de post ‘kosten extern personeel assistentes’ wordt verwezen naar hetgeen ter zake is toegelicht bij ‘salarislasten personeel in loondienst’. De hogere kosten extern personeel secretarieel medewerkers in 2010 hield verband met de relatief dure externe inzet van medewerkers van buiten onze organisatie bij gebleken tekort aan personele formatie in loondienst.
Pagina 48 van 59
In 2011 is het hoofd financiële administratie tijdelijk vervangen in verband met afwezigheid door zwangerschapsverlof. Met de relatief dure vervanging door een externe medewerker was tijdens het opstellen van de begroting 2011 geen rekening gehouden. Bij het opstellen van de begroting 2011 is rekening gehouden met extra ondersteuning van een externe beleidsmedewerker. De beleidsmedewerker is met ingang van februari in loondienst getreden. De kosten voor externe inzet ter zake bedragen daardoor € 4.109 (begroot voor geheel 2011 € 53.000). Tijdens het opstellen van de begroting 2011 is rekening gehouden met de inzet van een triageverpleegkundige op zowel de post Zuidoost (AMC) als Oost (OLVG). De verhuizing naar het OLVG heeft vertraging opgelopen (niet gerealiseerd in 2011). De belangrijkste taak van de triageverpleegkundige is patiënten óf doorverwijzen naar de SEH van het ziekenhuis óf doorverwijzen naar de balie van de huisartsenpost. In 2010 was een externe deskundige aangetrokken om het kwaliteitsmanagement systeem Q3 in te richten en de implementatie binnen onze organisatie voor te bereiden.
2011
Begroting
2010
€
€
61.400 43.645 15.187 10.879 27.452 11.977 16.123
99.000 38.500 18.000 15.000 27.500 18.000 20.000
61.280 38.928 21.413 9.431 24.256 5.852 16.761
186.663
236.000
177.921
€ Overige personeelskosten Kosten bij- en nascholing personeel Reis- en verblijfkosten Kosten werving en selectie Kosten Arbodienst Ziekengeldverzekeringen Kosten ondernemingsraad Overige personeelskosten Totaal overige personeelskosten
De overige personeelskosten bedragen in 2011 rond € 186.700, hetgeen € 49.300 lager is dan begroot. De onderschrijding van kosten bij- en nascholing personeel ten opzichte van de begroting wordt veroorzaakt doordat in 2011 minder activiteiten hebben plaatsgevonden op het gebied van nascholing en certificering van doktersassistentes dan vooraf werd aangenomen. Daarnaast is tijdens het opstellen van de begroting voor scholing onterecht rekening gehouden met kosten voor bestede (declarabele) uren van doktersassistenten. Een deel van
Pagina 49 van 59
deze extra uren is tevens meegenomen in de post salarissen (als onderdeel van de opslag op de directe uren). De toename van de reis- en verblijfkosten houdt verband met de indiensttreding van een tweetal kantoormedewerkers die verder van Amsterdam wonen. De kosten voor werving van nieuw personeel zijn lager dan begroot door de inzet van goedkopere wervingsmiddelen, waaronder de eigen website.
2011 €
Begroting
2010
€
€
Honorariumkosten huisartsen Honorariumkosten huisartsen avonddienst Honorariumkosten huisartsen nachtdienst Honorariumkosten huisartsen weekenddienst Honorariumkosten huisartsen feestdagen Honorariumkosten huisartsen onverdeeld
1.681.446 1.297.115 1.171.965 44.224 197.761
1.691.820 1.297.115 1.259.559 47.330 230.728
1.660.750 1.281.150 1.111.389 62.790 211.640
Totaal honorariumkosten huisartsen
4.392.511
4.526.552
4.327.719
De honorariumkosten huisartsen bedragen in 2011 € 4.392.500, hetgeen € 131.000 lager is dan begroot. Onder de honorariumkosten huisartsen onverdeeld is opgenomen de vergoeding voor achterwacht, de vergoeding voor overwerk, de vergoeding voor de inzet van de regiearts op de post West en de extra inzet bij drukte op de posten in 2011. Een deel van de ontvangen subsidie van SBOH voor de opleiding van de arts in opleiding tot specialist huisartsengeneeskunde (AIOS) is in mindering gebracht op de kosten van de ingezette regiearts, hetgeen de onderschrijding van de kosten ten opzichte van de begroting verklaart.
Pagina 50 van 59
2011
Begroting
2010
€
€
26.445 80.206 11.951
35.000 90.000 54.500
33.700 84.981 -
118.602
179.500
118.681
€ Afschrijvingskosten Afschrijving niet-medische inventarissen Afschrijving automatiseringsapparatuur Afschrijving verbouwingen Totaal afschrijvingskosten
De afschrijvingskosten bedragen in 2011 € 118.700, hetgeen € 60.900 lager is dan begroot. Dit wordt met name veroorzaakt doordat tijdens het opstellen van de begroting rekening werd gehouden met investeringen in de dienstenpost Oost als gevolg van de verhuizing naar een nieuwe locatie (bij het OLVG). Deze verhuizing zal naar verwachting eind 2012 gerealiseerd kunnen worden.
Pagina 51 van 59
2011
Begroting
2010
€
€
€ Overige bedrijfskosten Kosten logistiek en vervoer Kosten huisvesting Kosten automatisering Kosten telecom Organisatiekosten Kosten instrumentarium Totaal overige bedrijfskosten
272.600 512.786 203.609 245.222 485.791 78.170
263.040 435.855 215.000 247.000 576.135 75.800
269.918 416.019 175.505 200.722 376.141 87.144
1.798.178
1.812.830
1.525.449
Hieronder zijn de overige bedrijfskosten nader gespecificeerd per categorie:
2011 €
Begroting
2010
€
€
Kosten logistiek en vervoer Vervoerskosten
272.600
263.040
269.918
Totaal kosten logistiek en vervoer
272.600
263.040
269.918
2011 €
Begroting
2010
€
€
Kosten huisvesting Huurkosten Overige huisvestingskosten
408.950 103.836
398.855 37.000
362.214 53.805
Totaal kosten huisvesting
512.786
435.855
416.019
De kosten huisvesting ad € 512.800 zijn € 76.900 hoger dan begroot, hetgeen met name wordt veroorzaakt door de verhuizing van de post Zuid naar de Wielingenstraat (dubbele huurlasten gedurende drie maanden, hogere huur nieuwe locatie, inrichtingskosten en niet begrote schoonmaakkosten).
Pagina 52 van 59
Daarnaast zijn voor de huisartsenpost in Oost op de Wibautstraat, over de jaren 2009 tot en met 2011, afrekeningen ontvangen inzake de energie (stook) kosten en gas/water/elektra ad in totaal € 13.000. Met deze kosten is tijdens het opstellen van de begroting geen rekening gehouden. Onder de overige huisvestingskosten zijn onder andere opgenomen: 1. AMC: kosten inzake de bijdrage van € 5.000 milieuclausule 2009 tot en met 2011 2. Wielingenstraat: aanpassen airco in Zuid ad € 5.200 3. Wielingenstraat: schoonmaakkosten Zuid ad € 13.000 4. Noord: beveiligingssysteem aangepast ad € 5.500 5. Zuid, diverse aanschaf klein inventaris i.v.m. inrichting nieuwe post ad € 10.000 Met voorgenoemde kosten is tijdens het opstellen van de begroting geen rekening gehouden.
2011 €
Begroting
2010
€
€
Kosten automatisering Onderhoudskosten/licentiekosten hardware/software Ontwikkelkosten ICT Overige kosten automatisering
165.216 14.895 23.498
180.000 15.000 20.000
159.715 15.790
Totaal kosten automatisering
203.609
215.000
175.505
De kosten voor automatisering ad € 203.600 blijven achter op de begrote kosten voor 2011 als gevolg van lagere onderhoudskosten (inclusief kleine aanpassingen aan programmatuur).
2011 €
Begroting
2010
€
€
Kosten telecom Telefoonkosten Overige communicatiekosten
212.792 32.430
192.000 55.000
172.297 28.425
Totaal kosten telecom
245.222
247.000
200.722
Pagina 53 van 59
De kosten telecom bedragen in 2011 € 245.200, hetgeen nagenoeg gelijk is aan hetgeen vooraf is begroot. De telefoonkosten zijn aanzienlijk hoger dan de kosten in 2010. Dit wordt veroorzaakt doordat alle telefoongesprekken worden opgeslagen voor opleidingsdoeleinden en afhandeling van MIP-meldingen en klachten. De benodigde capaciteit hiervoor is enorm toegenomen. Onze leverancier, V-tel brengt kosten in rekening voor de gebruikte opslagcapaciteit met ingang van april 2011. In september 2011 heeft de HpA besloten de termijn voor opslaan van telefoongesprekken te verkorten naar 2 jaar. Er ligt nu een opdracht bij V-tel om een keer per jaar gesprekken ouder dan 2 jaar te verwijderen, zodat de kosten beheersbaar blijven. De gerealiseerde overige communicatiekosten betreft de bijdrage aan de EZDA te Amsterdam voor de verzending van de edifactberichten (waarneemberichten) aan de Amsterdamse huisartsen. Tijdens het opstellen van de begroting 2011 voor de overige communicatiekosten werd tevens rekening gehouden met de kosten (ad € 15.000 op jaarbasis) van de volgende fase van ingebruikname van een nieuw systeem waarbij de meditaxi’s met de meldkamer via C2000 kunnen communiceren. Het systeem met locators per meditaxi is inmiddels gestaakt, hierdoor is de planning van de volgende fase onzeker geworden. 2011 €
Begroting
2010
€
€
Organisatiekosten Vacatiegelden Kantoorbenodigdheden, bureau-, kopieer- en portokosten Kosten contributies Kosten Raad van Toezicht Kosten salarisadministratie Kosten klachtenregeling Kosten kwaliteitsplan PR kosten Advieskosten Accountantskosten Kosten overige verzekeringen Kosten factoring Overige organisatiekosten Totaal organisatiekosten
85.888 63.534 69.743 44.165 21.503 19.314 42.745 40.537 35.649 11.500 8.866 1.670 40.677
65.548 63.500 55.000 45.500 24.000 30.000 174.295 42.500 25.000 12.500 7.000 2.000 29.292
78.276 61.865 54.483 52.818 24.304 20.093 13.988 10.553 10.495 10.500 4.927 1.946 31.893
485.791
576.135
376.141
Pagina 54 van 59
De organisatiekosten bedragen in 2011 € 485.800, hetgeen € 90.300 lager is dan begroot. De vacatiegelden bestaan in 2011 uit vacatiegelden regionale werkgroepen € 24.900, vacatiegelden werkgroepen samenwerking HAP/SEH € 14.000 (2010 samen: € 47.300), vacatiegelden HDR € 20.700 (2010: € 15.000), vacatiegelden MIP commissie € 11.800 (2010: € 13.600) en vacatiegelden kwaliteitscommissie € 2.300 (2010: € 2.300) overige werkgroepen € 12.200 (o.a. calamiteitencommissie en pilot centraal callcenter). De vacatiegelden van de werkgroepen samenwerking HAP-SEH ad € 14.000 zijn begroot onder de kosten kwaliteitsplan hetgeen de overschrijding van de vacatiegelden ten opzichte van de begroting 2011 verklaart. De vacatiegelden aan de leden van de HDR zijn in 2011 hoger dan vooraf werd aangenomen door extra aanwezigheid bij vergaderingen van de regionale werkgroepen en overige bijeenkomsten. Onder de kosten contributies is verantwoord de landelijke bijdrage aan de Vereniging Huisartsenposten Nederland. In 2011 is tevens verantwoord de extra contributie inzake de vernieuwing benchmark ad € 6.200. Met ingang van 2010 worden de leden van onze Raad van Toezicht vergoed conform de nieuwe beloningscode bestuurders in de zorg. In de vergelijkende cijfers 2010 is tevens een BTW correctie over 2009 verantwoord ad circa € 4.000. De gerealiseerde kosten kwaliteitsplan ad € 42.800 zijn € 131.600 lager dan begroot. Deze onderschrijding wordt met name veroorzaakt door de opgelopen vertraging rond de ontwikkeling van een centraal callcenter en de verhuizing naar het OLVG. Onder de begrote kosten kwaliteitsplan zijn onder andere verantwoord de verwachte kosten inzake het project centraal callcenter ad € 50.000, de verwachte kosten van de training/scholing op het gebied van acute zorg ad € 20.000, de verwachte kosten welke samenhangen met de intensivering van de samenwerking met de SEH ad € 40.000 en de verwachte kosten van de organisatie van de jaarlijkse informatiebijeenkomst voor huisartsen ad € 10.000. Kosten ter zake zijn aanzienlijk lager dan vooraf werd aangenomen. De verantwoorde kosten kwaliteitsplan 2011 bestaan onder andere uit kosten inzake de jaarlijkse bijeenkomst voor huisartsen in mei 2011 ad € 8.200, kosten van teambuilding onder de deelnemers in 2011 ad € 18.000 en kosten inzake de voortzetting van de tevredenheidonderzoeken ad € 6.900. Onder de overige organisatiekosten zijn (evenals in 2010) verantwoord de kosten voor levensmiddelen en overige (kantoor)artikelen op de huisartsenposten ad € 17.200, de overige vergaderkosten ad € 13.400 en de kosten van de pinautomaten op de huisartsenposten ad € 1.100. Daarnaast zijn hier verantwoord de representatiekosten ad € 8.300 (relatiegeschenken december € 5.800).
Pagina 55 van 59
2011 €
Begroting
2010
€
€
Kosten instrumentarium Medicijnen en overige medische verbruiksartikelen
78.170
75.800
87.144
Totaal kosten instrumentarium
78.170
75.800
87.144
De kosten van medicijnen en overige medische verbruiksartikelen bedragen in 2011 € 78.200, hetgeen in lijn is met de begroting 2011. In 2010 waren de kosten aanzienlijk hoger, dit in verband met spoedbestellingen van zuurstof. Bij spoedbestellingen worden aanzienlijk hogere kosten in rekening gebracht.
2011
Begroting
2010
€
€
30.937 2.387
10.000 -
18.033 2.107
28.550
10.000
15.926
€ Financiële baten en lasten Financiële baten Financiële lasten
In 2011 zijn meer verrichtingen gerealiseerd dan vooraf werd aangenomen. Dit heeft geleid tot een toename van de beschikbare liquide middelen in 2011. E.e.a. heeft ertoe geleid dat de gerealiseerde rentebaten hoger zijn dan vooraf werd aangenomen.
Pagina 56 van 59
Resultaatbestemming De bestemming van het resultaat over 2011 ad € 685.230 is als volgt: € Ten gunste van de reserve aanvaardbare kosten (RAK) Te verrekenen met NZa, teveel verrekend over 2010 en 2009 Te verrekenen met NZa (te verrekenen in tarieven)
80.058 -/- 4.334 609.506 685.230
De dotatie aan de reserve aanvaardbare kosten is als volgt berekend: € Resultaat uit hoofde van productie (max. 2% over begrote omzet) Resultaat op bedrijfskosten (incl. rentelasten) Te verrekenen met NZa (bereikte max. norm RAK) Totaal dotatie aan de reserve aanvaardbare kosten
204.804 181.791 -/- 306.537 80.058
Pagina 57 van 59
6. OVERIGE GEGEVENS Vaststelling jaarrekening De Raad van Toezicht heeft de jaarrekening 2011 vastgesteld op 14 mei 2011. Controleverklaring Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2011 van Stichting Huisartsenposten Amsterdam te Amsterdam gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2011 en de resultatenrekening over 2011 met de toelichting. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de Stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving en de beleidsregels van de Nederlandse Zorg autoriteit (NZa). Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de Stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het bestuur van de Stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
Pagina 58 van 59
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van de Reserve Aanvaardbare Kosten van Stichting Huisartsenposten Amsterdam per 31 december 2011 en van het resultaat over 2011 in overeenstemming met de in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving en de beleidsregels van de Nederlandse Zorg autoriteit (NZa). Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Op grond van de vigerende beleidsregels van de NZa melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening.
Amsterdam, 7 mei 2012 Baker Tilly Berk N.V.
w.g. H.R. Dikkeboom RA Partner
Pagina 59 van 59