Jaarverslag. HOED de Plataan. Praktijken: ACJ Geerlings RJ Walpot F Sana-Zerouali. Externe versie

Jaarverslag 2013

HOED de Plataan Externe versie

Praktijken: ACJ Geerlings RJ Walpot F Sana-Zerouali

Inhoud. 1.Inleiding A. Missie B. Het afgelopen jaar 2.Infrastructuur en lokalisatie 3.Praktijkorganisatie A. Samenwerkingsvorm B. Praktijkinrichting C. Automatisering D. Praktijkorganisatie E. Praktijkteam F. Opleidingen G. Klachtenregeling H. Website I. Nevenverrichtingen 4. Praktijkpopulatie A. Gesplitst per praktijk B. Leeftijdverdeling C. Trend 5. Werkbelasting A. Totale werkbelasting B. Productiecijfers 6. Medisch handelen A. Top 10 ziekten Diabetes COPD Astma Cardiovasculair B. Verwijzingen C. Medicatie D. Mortaliteit en morbiditeit E. Preventie Griepvaccinatie BVO cervixcarcinoom Borstonderzoek F. Ketenzorg G. POH-S 7. Kwaliteitsbeleid A. Nascholing B. NHG accreditatie C. VIM D. Klachten E. Protocollen 8. Samenvatting

3 3 3 5 5 5 6 6 6 7 7 7 8 8 9 9 9 9 10 10 10 11 11 11 12 13 13 15 15 15 16 16 16 17 17 17 18 18 18 20 20 20 22

Jaarverslag HOED De Plataan 2013 extern Pagina 2

1.Inleiding

Een paar jaar geleden besloten de praktijken in Oud Zaandijk en Oud Koog samen de huisvesting te gaan delen. We waren uit onze jasjes gegroeid. We wilden namelijk graag een opleidingspraktijk voor huisartsen worden. Voor ( onder andere) de begeleiding van chronische zieken hadden we praktijkondersteuners gekregen en vanuit de tweede lijn werden meer taken als ingreepjes en onderzoek naar de huisartspraktijk overgeheveld. Daarvoor is extra ruimte nodig. We kunnen bepaalde ruimtes, voorzieningen en apparatuur delen. Een gezamenlijke behandelkamer voor kleine ingreepjes, bij voorbeeld. Er is mogelijkheid tot laagdrempelig overleg en uitwisseling van bekwaamheden. Ook logistiek kunnen taken beter verdeeld en gedelegeerd worden. Er is ruimte om extra diensten, zoals het artsenlaboratorium SALT en psychosociale zorgverlening in huis te halen. Sinds we min of meer bij de apotheek onder één dak zitten, is de samenwerking met de apotheek ook intensiever dan voorheen. We hebben bij voorbeeld afspraken over delen onderzoekuitslagen en medische gegevens die belangrijk zijn voor een goede en veilige werking van medicijnen.

A. Missie: Onze missie is om de best mogelijke kwaliteit huisartsenzorg te leveren door gestructureerde, integrale medische zorg die dicht bij huis is, kleinschalig, laagdrempelig, patiëntvriendelijk en servicegericht. De zorg is gebaseerd op evidence based richtlijnen en professionele standaarden van de beroepsgroep, met zoveel mogelijk actieve inbreng van de patiënt. Maar vooral ook op good practice. Door ons te laten accrediteren zorgen we voor continue kwaliteitsverbetering en transparantie. We hebben een veilige praktijk voor patiënten en personeel.

B. Het afgelopen jaar:

In het algemeen is qua ontwikkelingen 2013 voor de HOED een rustig jaar geweest. Met de start van de huisartsenopleiding door het duo Walpot/ Geerlings is het qua tijdsinvestering zeker niet rustig geweest. Als opleiders zijn we tijd kwijt aan de begeleiding van de aanstaande huisarts, maar ook zelf moeten we getraind worden in het opleiden. In september begonnen we met goede moed met onze eerste AIOS (arts in opleiding tot specialist) Misschien wel het belangrijkste voor de toekomst vond plaats buiten de praktijk. De overheid trof met de zorgverzekeraars, vakbonden en werkgevers en de huisartsenvereniging samen met andere zorgaanbieders een zogenaamd zorgakkoord. Hierin werd afgesproken hoe de gezondheidszorg er in de toekomst gaat uitzien. Om de zorg betaalbaar te houden moet die dichter bij huis en efficiënter georganiseerd worden. Niet alleen de medische zorg, maar ook de maatschappelijke. Kernbegrippen zijn decentralisatie en substitutie.


De zorg voor langdurig zieken en ouderen, de jeugdzorg, het verschuift allemaal van de landelijke overheid naar de gemeente. Zorg die in instituties zoals verzorgingshuis en gestichten werd gegeven gaat naar de wijk. Verzorgingshuizen gaan dicht en mensen moeten langer thuis blijven wonen. Ook mensen die door psychische problemen niet goed voor zichzelf kunnen zorgen, gaan min of meer op zichzelf wonen. Je kunt je voorstellen dat dat meer zorg voor de huisarts oplevert. In 2014 worden hiertoe de wettelijke regels aangepast, maar in 2015 moet het allemaal geregeld zijn: dan gaat de gehele jeugdzorg naar de gemeenten. Niet alleen de schoolbegeleiding, de justitie en reclassering, de kinderbescherming en opvoedondersteuning, maar ook de geestelijke gezondheidszorg. Voor 2014 heeft de gemeente Zaanstad al wijksteunpunten gemaakt voor iedereen die hulp nodig heeft op het gebied van welzijn, zorg, werk & inkomen, wonen en gezinsrelaties. Er is voor al deze soorten zorg voortaan maar 1 loket. Eén coördinator die goed overzicht heeft op welke zorg geleverd wordt. Zo wordt het langs elkaar heen werken van verschillende instanties bij 1 gezin voorkomen. Zorg zou zo efficiënter en effectiever gegeven kunnen worden. Daarnaast zal vaker een beroep gedaan worden op mantelzorg en vrijwilligers. In onze wijk heeft de gemeente opdracht gegeven aan thuiszorgorganisatie TSN om dat wijksteunpunt op te zetten. In december hebben wij een gesprek gehad en daarna nog tweemaal een mail-wisseling. In 2015 wordt dus ook medische zorg aan het takenpakket van het wijksteunpunt toegevoegd. Namelijk de jeugd-GGZ. Ze gaan ze zorg niet zelf geven, maar zorgen voor de coördinatie. Het is duidelijk dat hier een raakvlak met de huisartsenzorg en de verwijsfunctie van de huisarts ontstaat. Zeker als de huisarts zijn poortwachtersrol moet waarmaken. Tijdig goede afspraken maken kan een hoop frustratie en bureaucratie voorkomen. Maar wie gaat het initiatief nemen? In januari 2014 is de GGZ al gereorganiseerd: De huisarts moet meer psychosociale problemen zelf behandelen ( de huisartsen-GGZ). Daarnaast komt de gegeneraliseerde GGZ voor meer complexe en langdurige maar enkelvoudige zorg. Dit was vroeger de eerste lijn psycholoog. En tenslotte is er de gespecialiseerde GGZ, waar de verslavingszorg, de chronische zorg en de institutionele zorg onder valt. Om het aanbod in de praktijk goed aan te kunnen hebben we in 2013 nagedacht over de POH- GGZ. Het heeft ertoe geleid dat we met de twee psychologen die reeds voor onze praktijken werkten een samenwerkingsvorm zijn aangegaan, waarin de huisartsen verantwoordelijk zijn voor aansturing op inhoudelijk vlak terwijl de werkgeverstaken en – risico’s bij Indigo liggen. Wat ook in 2013 is voorbereid en in 2104 van start gaat is de spoedpost: het samengaan van huisartsenpost en spoedeisende hulp van het ziekenhuis. Vanaf januari zal iedereen die komt aanlopen getrieerd worden door een medewerker van de huisartsenpost, zodat de juiste zorg op de juiste plaats gegeven gaat worden. We hebben de eerste cyclus van de praktijkaccreditatie met goed gevold afgerond en gaan beginnen met de versie 2011. Dat zal in eerste instantie weer een extra tijdsinvestering geven. In deze nieuwe opzet ligt de nadruk op het borgen. Al langer geven we de zorg voor diabeten in de vorm van ketenzorg. Sinds 2013 geven we ook de zorg voor COPD als ketenzorg via de SEZ. Hier echter geen integrale betaling maar een koptarief voor de organisatie en coördinatie. Achmea zal geen nieuwe ketenzorg meer ondersteunen. Daarom zijn we voor de secundaire preventie van hart en vaatziekten zelf begonnen met het opzetten van een spreekuur. Ruim 400 patiënten komen hiervoor in principe in aanmerking. Komende anderhalf jaar gaan we die inpassen.


Naast de huisartsenopleiding leiden we ook praktijkassistenten op. Een van onze assistentes heeft de opleiding tot opleider met succes afgerond. De HOED doet mee aan verschillende wetenschappelijke onderzoeken: het onderzoek osteoporose bij het SALT; het Nivel ( registratie en verwerking wat de eerste lijn doet) het IPCI ( onderzoek naar medicatie in de praktijk, bijwerkingen, voorschrijfgedrag, epidemiologie etc.) In het maandelijks overleg met de assistentes is het onderwerp bij toerbeurt kwaliteit en samenwerking. We hebben het aantal protocollen en procedures flink uitgebreid.

2.Infrastructuur en lokalisatie De praktijkvorm is een AHOED; 1 apotheek en drie zelfstandige huisartspraktijken in één pand. Het bevindt zich in het oude kantoor en kantine van HONIG in het “oude” gedeelte van Koog aan de Zaan tussen de spoorweg met provinciale weg en de Zaan. In 2008 en 2009 is het inpandig geheel verbouwd voor eigen rekening, samen met de apotheek. Het gebouw is zeer gemengd omgeven door industrieën en woningen. Het waarneemgebied wordt aan de zuidkant begrensd door de Vincent van Goghweg, aan het oosten vallen Kogerveld en het Kalf nog onder het gebied in het noorden tot plein 13, met incidentele patiënt in het verzorgingshuis de Acht Staten. In het westen komen we in Rooswijk, Westzijderveld en het noorden van Westzaan.

3.Praktijkorganisatie. A. Samenwerkingsvorm huisartsen We zijn drie zelfstandige praktijken, met een kostenmaatschap voor wat betreft huisvesting, personeel en verbruiksartikelen. Voortdurende afstemming vindt plaats met en tussen de assistentes over samenwerken en verdeling van gezamenlijke taken. In principe zijn er per praktijk twee vaste assistentes en in voorkomende gevallen assisteren de assistentes elkaar bij drukte of afwezigheid. De vakanties verdelen de praktijken zodat er altijd twee praktijken open zijn voor de waarneming. Ook voor nascholing en vrije dagen nemen de praktijken voor elkaar waar. Voor de ANW en feestdagen wordt de waarneming geregeld via de Huisartsenposten Zaanstreek/ Waterland.


B. Praktijkinrichting We beschikken over 5 spreekkamers, een behandelkamer en een onderzoek/behandelkamer voor de assistentes. De praktijk is rolstoeltoegankelijk en heeft een invalidentoilet. In de wachtkamer draait een diapresentatie die regelmatig actueel gehouden wordt. Informatie over ontwikkelingen in de praktijk, op medisch en maatschappelijk gebied zover het de gezondheidszorg raakt. Alle folders worden met een kleine toelichting op het scherm gepresenteerd. Naast het gebruikelijk basale instrumentarium beschikken we onder andere ook over een ECG apparaat, een Event-recorder voor het vastleggen van ritmestoornissen, een Doppler-apparaat om de doorbloeding van de beenvaten te meten en een ambulante 24 uurs bloeddrukmeter. Sinds vorig jaar hebben we ook een elektronische dermatoscoop waarmee we microscopische foto’s van huidafwijkingen kunnen maken. Er is inbraak- en brandalarm aangelegd. Het internet gaat over de kabel ( met een gewone verbinding voor nood bij uitval) en er is een praktijknetwerk aangelegd met een server op zolder in de apotheek in een gekoelde kamer.

C. Automatisering Met de verhuizing hebben we een praktijknetwerk met server gemaakt. Alle documenten die voor alle praktijken belangrijk zijn, zoals de protocollen, de medicatielijsten en de werkroosters, zijn zo vanaf elke werkplek door iedereen te benaderen. Voor de belangrijkste documenten en functies zijn snelkoppelingen op het bureaublad geplaatst. De drie praktijken werken in Promedico ASP en zijn als elkaar waarnemer gedefinieerd, zodat we tijdens waarneming in de dossiers van de patiënten kunnen werken. Er is aansluiting met de huisartsenpost, waardoor tijdens ANW-diensten de professionele samenvatting van de patiënten ingezien kan worden. Wanneer dat gebeurt, krijgt de huisarts automatisch een melding van opvragen/ inkijken. Voorlopig loopt de koppeling via een ELS (eerste lijn server) waar de verwijsindex op staat. Wij zijn eind 2012 begonnen met het aanmelden van patiënten op het LSP. Zonder persoonlijke brief zijn er medio 2014 nog maar 100 patiënten per praktijk aangemeld. Een hele opgave nog om iedereen toestemming te laten geven. In de loop van 2014 zal er namelijk geen alternatieve manier van inkijken in de dossier beschikbaar meer beschikbaar zijn.

D. Praktijkorganisatie: De praktijken zijn vijf dagen in de week open van 8 tot 17 uur. In alle drie de praktijken worden één middag in de week geen consulten gepland, verder is er elke ochtend en middag afspraak spreekuur. Het dagelijkse telefoonspreekuur is ook op afspraak. Tussen 12.30 en 13.30 is de praktijk wegens lunch gesloten, de deur gaat dan dicht. In de middagen plannen de assistentes hun spreekuurtjes, voor oren uitspuiten, injecties, uitstrijkjes en M&I verrichtingen. De spoedlijn wordt gedurende de gehele openingstijd opgenomen. In de middag staat een bandje aan, met instructie dat voor spoed de spoedlijn gebeld kan worden. Dat betekent dat afspraken maken, uitslagen opvragen en advies vragen tussen 8 en 12 moet gebeuren. Tussen half 4 tot half 5 staan de praktijklijnen weer open. De assistentes kunnen de patiënten die uitkomst van overleg verwachten, hierheen verwijzen.


De spoedlijn wordt gedurende de hele openingstijd binnen 30 seconden opgenomen. Voor de herhaalrecepten is er een aparte herhaalreceptenlijn, 24/7 bereikbaar. En natuurlijk online via het PatiëntPortaal. De diabeteszorg en de begeleiding van COPD en astmapatiënten wordt voornamelijk door de POH gegeven. De diabetes patiënt evalueert jaarlijks met de huisarts zijn of haar diabetes en de gegeven zorg. We zijn voor ondersteuning van de diabeteszorg en de COPDzorg aangesloten bij de zorggroep SEZ.

E. Praktijkteam: De HOED bestaat uit 3 huisartsen (totaal 3 fte), 1 huisarts in opleiding ( 0.8 fte), 6 assistentes (totaal 3.96 fte) en 2 POH medewerkers (totaal 1,26 fte) en 2 POHGGZ medewerkers ( totaal 0.52 fte)

Tabel: personeel 1 jan. 2014

Naam: R. Walpot ACJ Geerlings F.Sana-Zerouali W.Vermeulen Th van ’t Hullenaar Michelle Daas Evelinda de Bruin Diane Smit Rebecca Maasland Odet Pijnappels Margreet Tanger Rianne Spiering Bianca de Jong Veronica Michaud Else Frederiks

Functie: Huisarts Huisarts Huisarts Huisarts HIDHA in praktijk Sana Huisarts in opleiding POH-S POH-S- Verpleegkundige huisartspraktijk praktijkassistente Praktijkassistente Praktijkassistente Praktijkassistente Praktijkassistente Praktijkassistente POH-GGZ POH-GGZ

F. Opleidingen: Opleiding

Aantal

Instelling

Verantwoordelijk

Een opleidingssituatie stageplaatsen arts houdt je scherp op de interne processen en de Basisarts 1 UvA Geerlings kwaliteit. En het leidt tot Huisarts 1 Walpot/ Geerlings reflexie op het eigen handelen. In 2013 Praktijkverpleegkundige hebben we nog een paar Praktijkassistente 1 ROC Geerlings coassistenten en een Zaandam doktersassistente opgeleid. Daarnaast komen in de praktijken van Walpot en Sana regelmatig junior-co’s snuffelen. Sinds Walpot en Geerlings als duo-opleider begonnen met het opleiden van een huisarts, is er helaas geen plaats meer voor co-assistenten.

G. Klachtenregeling De praktijken zijn wettelijk aangesloten bij een klachtenregeling, te weten de klachtenregeling Patiënt Huisarts Noordwest-Nederland van de DOKh. Daarnaast werken we sinds eind 2010 intern met een protocol klachtopvang, waarvan de gang naar de klachtenregeling onderdeel uitmaakt.


G. Website De praktijken hebben elk een afzonderlijke website. Om de samenwerking te benadrukken zijn die te benaderen via een gezamenlijke AHOED pagina, waarop ook een link naar de apotheek Groesbeek staat. Naast algemene informatie over de praktijk en medewerkers, vindt men actuele informatie over vakantie en zaken in de gezondheid(szorg) Daarnaast zijn er verschillende contactformulieren. Onder andere een online klachtenformulier. Patiënten vinden hier de toegang tot het PatiëntPortaal, voor het online aanvragen van recepten ( simpel aanvinken) en het maken van afspraken, direct in de praktijkagenda. Adres: www.huisartsenkoogzaandijk.nl

J. Nevenverrichtingen: We bieden reizigersadvies en –vaccinatie aan. De meeste aanvragen worden via de praktijksite gesteld. Meestal zijn de vragen eenvoudig genoeg voor schriftelijk advies en er is geen categoraal spreekuur voor. Twee van de drie praktijken doen ook rijbewijskeuringen.


4.Praktijkpopulatie

A. Aantallen patiënten: In de grafiek ziet u dat de praktijken niet even groot zijn.

B. Leeftijdsverdeling: Geen heel grote verschillen in de leeftijdsopbouw tussen de praktijken. In de praktijk van Walpot zit het surplus aan patiënten in de leeftijd tussen 30 en 60 jaar

C. Trend: Verloop in de tijd: In 2013 is de patiëntenpopulatie van de totale Hoed gelijk gebleven. Bij verloop is het verstandig de reden van in- en uitstroom te onderzoeken. Met het oog op de kwaliteit ( “stemmen met de voeten”) is vooral de groep “andere arts” belangrijk. Vergeleken met vorig zijn er meer patiënten uit onvrede vertrokken. Zeker wanneer dit een trend zal blijken het komende jaar, valt te overwegen een soort “exit- enquête” te maken waarin men negatieve ervaringen kan aangeven. Ter verbetering in de toekomst.


5.Werkbelasting A. Totale werkbelasting De werkbelasting kan maar ten dele afgelezen worden uit de verrichtingengetallen uit het HIS. Tijd voor overleg tussen de medewerkers wordt niet gescoord, maar telt wel mee voor de werkbelasting. Hetzelfde geldt voor schoonmaakwerk, boodschappen, administratieve taken. De mate van na- en bijscholing telt ook mee voor de werkbelasting. Verder vindt er waarneming plaatst op de huisartsenpost in de avonden, de weekenden en de feestdagen. Ten slotte zijn er buiten kantoortijden zowel patiëntgebonden, als ook praktijken organisatiegebonden activiteiten. Denk ook aan bijeenkomsten van verschillende overleggen met betrekking tot ketenzorg, SALT, Zorgring, automatiseringscommissie, de huisartsenpost en de huisartsencoöperatie.

B. Productiecijfers: De consulten en visites zijn “gewogen”, dat wil zeggen: een lang consult of visite is als twee consulten of visites in het overzicht weergegeven. Wanneer we gaan vergelijken met andere praktijken, bij voorbeeld gegevens uit het Nivel of wellicht het CBS, dan komen onze aantallen contacten overeen met de landelijke cijfers van het Nivel uit 2009, het meest recent bekende jaar. (C staat voor consult, C2 voor dubbel consult.)

2013

huisartsen

Consulten

9470

Visites

1676

Telefoon

1966

Verrichting Totaal

assistentes POH 2404

Totaal 2080

13954

239

1915

5467

546

7979

259

471

456

1186

13371

8342

3321

25034

De daling in het aantal contacten van de afgelopen jaren lijkt tot staan te zijn gekomen ( - 1,3%). Behalve voor de telefonische consulten en enkele verrichtingen, zijn de getallen gelijk gebleven of licht achteruit gegaan. De POH laat een groei zien van 4,7%. Dat zit vooral in de toename van de telefoontjes en de verrichtingen, die groter is dan de afname van consulten en visites. Er is in 2013 door de POH veel tijd besteed aan de ontwikkeling van protocollen en opzetten van het CVRM spreekuur. Deze tijd zien we natuurlijk niet terug in de tabel. De eerste 100 oproepen zijn verzonden en de eerste 12 CVRM- patiënten zijn gezien. Verder heeft de POH 33 patiënten begeleid met stopen met roken. Zijn er 94 patiënten met COPD gecontroleerd en 95 met astma. 1345 consulten zijn besteed aan de diabeteszorg. Gemiddeld 3 consulten per patiënt.


6. Medisch handelen: A. Top 10 ziekten Ons HIS kan nog niet ophoesten wat de tien meest voorkomende ziektes of klachten in de praktijk zijn. Uit de verslagen van IPCI ( een onderzoeks-pool van het MedEUR, Erasmus Universiteit Rotterdam. Waarin ruim 200 praktijken anonieme data leveren ) en de spiegelinformatie van de ketenzorggroep SEZ, kunnen we wel iets vertellen over diabetes, COPD, astma en cardiovasculaire ziekten.

Diabetes mellitus Via de Ketenzorg Zwolle en het IPCI hebben we beschikking over een groot aantal indicatoren. De gegevens waaruit IPCI- en de ketenzorg verslagen maken komen rechtstreeks uit ons HIS. Procesparameters geven aan of een bepaald onderzoek gedaan is, prestatieparameters geven informatie over het resultaat van dat onderzoek. Zo is bij voorbeeld bij 96% van de diabeten onder behandeling het HbA1c bepaald ( procesparameter) en de uitslag was gemiddeld 7,0 (prestatie parameter) In het algemeen zou je kunnen zeggen, dat procesparameters iets over het handelen van de dokter zeggen, en dat prestatieparameters een beschrijving van de patiënten geven.

Een diabeet moet zorgen dat hij/zij een laag lichaamsgewicht heeft. We streven ernaar dat de BMI index ( een maat voor overgewicht) lager is dan 25. Slechts 13.6% van de diabeten heeft dat. En 41,4% heeft zelfs een BMI groter dan 30. Op zich een extra risico voor de gezondheid. Je moet je realiseren dat overgewicht juist een van de risicofactoren voor diabetes is: diabeten zijn in het algemeen te zwaar. In de grafiek valt op dat juist groep mensen met een BMI onder de 25 aan het afnemen is!

Het HbA1c is een maat voor de suikerinstelling op langere termijn: de laatste 6 weken. Dat is daardoor een betrouwbaarder maat dan alleen het suikergehalte in het bloed. Rond de 60% heeft een goede instelling, maar 40% dus niet. En het lijkt erop dat het laatste jaar er zelfs een verschuiving naar slechter plaats vindt: het percentage veel te hoog is van 8,4 naar 13,5 gestegen.


De reden van alle moeite om het gewicht en de bloedsuikers laag te houden is om complicaties op termijn te voorkomen. Naast nier- en hart/vaatschade is een van de complicaties aantasting van het netvlies van het oog (diabetische retinopathie). Dat neemt de laatste tijd flink toe! Het is een complicatie die pas na jaren van slechte regulatie duidelijk wordt. Neemt het aantal slechts schijnbaar toe door een betere terugkoppeling? We krijgen namelijk de laatste tijd vaker een brief van de oogartsen als een patiënt hun spreekuur heeft bezocht. Aan de andere kant zijn de getallen landelijk 3x laag! Dat valt niet anders te verklaren als een verschil in registratie of definitie. Wanneer noem iets een retinopathie, bij voorbeeld. Onderwerp voor onderzoek komend jaar.

zo je

Vergeleken met de zorggroep in Zaanstreek en Waterland scoort de HOED goed op het aantal patiënten dat door de specialist behandeld wordt, de hoogte van de vetten in het bloed ( oa cholesterol) en de gemiddelde bloeddruk. Waar we minder scoren is het aantal rokers, het gewicht en het HbA1c.

COPD In 2012 zijn we begonnen met een geprotocolleerde begeleiding van de COPD patiënten. Ter voorbereiding hebben we de in 2011bij 85% de diagnoses in het HIS gecontroleerd. Je ziet aan de daling dat een deel van de patiënten onterecht de diagnose hadden. In 2013 zijn we met de ketenzorggroep SEZ begonnen met de ketenzorg voor COPD.

De zorggroep. In 2013 is de SEZ begonnen met COPD als ketenzorg. De eerste spiegelinformatie laat zien dat we ten opzichte van de groep als geheel al twee jaar bezig zijn. We scoren beter met “diagnose niet gesteld” ( 5% vs 25%), longfunctie onderzoek verricht (87% vs 60%), klachtennivo vastgelegd (71% vs 49%), rookstatus bekend ( 87% vs 67%) en BMI ( 87% vs 65%). Slechter scoren we op inhalatietechniek gecontroleerd ( 47% vs 54%). En het percentage rokers is met 51.3 % hoger dat van de zorggroep: 41%. Voor een deel zal dat verklaard kunnen worden uit het verschil in vastgelegde rookstatus, ervan uitgaand dat juist de “zware gevallen” nog geen contact hebben gehad met de praktijken.


Astma Met ingang van 2012 levert het IPCI getallen voor astmapatiënten met een leeftijdsgrens: boven de 16. Dat is niet onlogisch omdat kinderen met astma een andere begeleiding krijgen. We hebben in 2012 het protocol astma voor volwassenen gemaakt. In nevenstaande grafiek zie je het effect van de grote inventarisatieronde door de POH in 2011. In de grafiek is mediaan te lezen als landelijk gemiddelde.

In nevenstaande grafiek leest u hoe de begeleiding van de astmapatiënten in de HOED is, afgezet tegen het landelijk gemiddelde ( mediaan). Wat ontbreekt in het staatje is de meting voor hinder van de astma, een mate van het onder controle zijn van de astma. We vragen het aan de patiënten en registreren het ook, maar het komt niet in de overzichten van het IPCI.

Cardiovasculair. In 2013 hebben we het cardiovasculair risicomanagement ter hand genomen.. Cardiovascular risicomanagement: diagnostiek, behandeling en follow-up van risicofactoren voor harten vaatziekten, inclusief leefstijladvisering en begeleiding bij patiënten met een verhoogd risico op ziekte of sterfte door HVZ.

Natuurlijk begeleiden we mensen met bekend cardiovasculair risico al jaren volgens de standaarden. Er is gezocht in het dossier naar de codes voor myocard infarct, angina pectoris, TIA, herseninfarct of aneurysma aortae (ICPC codes K74, K75, K76, K89, K90.03, K92.01 of K99.01). Alle patiënten waar ooit één of meer van deze codes is genoteerd werden gelabeld voor CVRM. In de grafiek hierboven zien we dat dat rond de 5.7 % van de praktijkpopulatie moet liggen. Dat zijn dan 312 patiënten. Met alle patiënten met reumatoïde artritis, “reuma” ( een onafhankelijke risicofactor voor HVZ) komen we op ruim 400 patiënten.


Welke ziektes hebben deze mensen allemaal? In de grafiek hiernaast staan de diagnoses. Er zijn 105 patiënten die ook diabetes hebben( 18%). Die worden ge-excludeerd in dit project omdat zij al gecontroleerd worden in de ketenzorg DM. Bij een geprotocolleerde aanpak hoort ook een proactieve houding van de praktijken. Niet alleen bij herhalen van de medicijnen nagaan of er “verlopen’ controles zijn. Maar naar aanleiding van zoekacties in het HIS actief mensen benaderen de controles te volgen.

In 2013 zijn de procedures bedacht en de protocollen geschreven. De eerste uitnodigingen voor controle op het spreekuur zijn verzonden en ruim 30 mensen zijn op het spreekuur geweest. We zijn dus net begonnen. Toch weten we al iets van deze patiëntengroep: een deel wordt regelmatig gecontroleerd, een deel heef ooit een controle gehad. En een deel is niet bekend, omdat ze nooit voor controle geweest zijn bij ons, of omdat onder controle bij de specialist staan. Zie hiernaast wat bekend is.


B. Verwijzingen Zie opmerking bij top 10 ziekten. Uit het IPCI van de Universiteit van Rotterdam kunnen we geen aantallen verwijzingen afleiden.

C. Medicatie Voorschriften Uit het ICPI kan op dit punt vrij gedetailleerd informatie gehaald worden. Onderstaand beperken we ons tot de grote groepen medicaties. Je leest in de tabel dat Geerlings in 2012 aan 10.1% van alle patiënten een antibioticum heeft voorgeschreven. Landelijk is dat 22,8 % (mediaan)

D. Mortaliteit en morbiditeit In dit hoofdstuk zou u de gegevens over het voorkomen van ziektes en sterfte moeten vinden. Omdat de statistiekmodule van Promedico niet werkt, kunnen we niet veel zeggen over de ziektes en redenen waarom patiënten ons bezoeken. Wel kunnen we iets vertellen over de sterfte in het afgelopen jaar. In totaal zijn in de drie praktijken 42 patiënten overleden, 11 minder dan in 2012. Elf patiënten overleden aan kanker, eenentwintig aan harten vaatziekte en tien door een andere oorzaak.

De plaats van overlijden en het al dan niet aanwezig zijn van intensieve thuiszorg (ITZ) wordt in de volgende tabel weergegeven. Bij inzet van intensieve thuiszorg is er in principe een indicatie voor opname in het verpleeghuis. Er is sprake van verpleeghuis verplaatste zorg en dat zegt iets over de belasting voor de praktijk. Er heeft twwemaal een euthanasie plaatsgevonden en eenmaal een palliatieve sedatie.


E. Preventie Griepvaccinatie In 2013 hebben we weer de traditionele vaccinatieronde tegen de griep gehad. De drie praktijken scoorden samen 67% van de geïndiceerden, in 2012 was dat nog 73%. Deze daling is volledig toe te schrijven aan de nieuwe griepmodule. Door die module kon niet voortgebouwd worden op selecties van vorige jaren. In totaal zijn er in 2013 170 méér patiënten geïndiceerd. Uit de tabel hieronder kun je afleiden dat de absolute getallen van de gevaccineerden niet verschillen tussen de twee jaren. (Onder de kolommen staat 1 voor 2010 en 4 voor 2013) Ondanks het feit dat ook dit jaar er weer een uitgebreide discussie in de media was over het nut van de griepvaccinatie

Screening baarmoederhalskanker.

Alle drie de praktijken laten de uitnodigingen, de bewaking op niet reageren en de herinneringsoproep aan de regionale screeningsinstantie. We scoren dit jaar met 54% hoger dan het landelijk gemiddelde, dat 49.6 % is.

In de grafieken staan het percentage PAP 0 ( mislukt, moet over) en het percentage B2 (slecht beoordeelbaar, maar hoeft niet (altijd) over.)


Borstonderzoek. Afwijkende uitslagen krijgen we natuurlijk wel door van de screenende organisatie, maar we hebben geen inzicht welk percentage van de “geïndiceerde” vrouwen ook wordt gescreend.

F. Ketenzorg: Voor de diabeteszorg en de COPD begeleiding zijn we aangesloten bij de zorggroep SEZ. Voor de diabetes is er een all-in tarief per patiënt. Voor de COPD zorg wordt een koptarief gehanteerd. Het is wel duidelijk dat Achmea geen nieuwe ketenzorgprojecten zoals cardiovasculair risicomanagement of kwetsbaardere ouderen, gaat ondersteunen. Daarom gaan we deze in de eigen praktijken implementeren. Vooral voor de kwetsbare ouderen zullen we samenwerkingscontacten moeten gaan leggen.

G. POH-S: De kwaliteit van de zorg blijft beter door de geprotocolleerde zorg aan diabeten, COPD- en astma patiënten. We hebben in de HOED een begin gemaakt met geprotocolleerde zorg voor de secundaire preventie CVRM. Zie ook bij verbeterplannen. We hebben hierover positieve reacties van patiënten ontvangen. Dit gaat wel een structurele extra werkbelasting geven. De samenwerking onderling verloopt soepel. Het contact tussen de artsen, assistentes, en praktijkondersteuners is door de nauwe samenwerking goed. Wekelijks is er een overlegmoment POH-huisarts voor patiëntgebonden problemen. POH-overleg ca. 4x per jaar voor het bespreken van knelpunten, praktijkvisie op nieuwe ontwikkelingen, werkafspraken etc. Er is ook in 2013 meerdere malen een protocolbespreking geweest. 2 keer per jaar vindt er HOED-overleg met etentje plaats met alle medewerkers voor praktijkgerichte veranderingen/ mededelingen. Bij dringende zaken wordt meteen overlegd.


7.Kwaliteitsbeleid Het kwaliteitsbeleid bestaat uit:1. nascholing, 2.de NHG accreditatie met praktijkjaarplannen en verbeteringsprojecten, 3. interne kwaliteitsbewaking middels VIM en 4. extern via de klachtenregeling. Ten slotte 5. door het werken via protocollen. A. Nascholing: We vinden het erg belangrijk de kennis en kunde actueel te houden en stimuleren ook onder de assistentes nascholing. We hebben daarover in 2012 afspraken gemaakt en in een protocol neergelegd. Jaarlijks oefenen we met de hele HOED reanimatie en gebruik van de AED. De huisartsen volgden gemiddeld 44 uur geaccrediteerde nascholing, de praktijkondersteuners 33 uur en de assistentes 11.5 uur, met een zeer leergierige uitschieter van 26 uur. Zij is nu wel gediplomeerd opleider. Een assistente die geen nascholing had gevolgd is niet meegeteld voor het gemiddelde.

B. NHG accreditatie: Via de NHG praktijkaccreditatie hebben we een kader om kwaliteitsprojecten te draaien en met kwaliteitscirkels te werken. We zien dat door de NHG praktijkaccreditatie de kwaliteitsbewaking en – bevordering een integraal onderdeel van ons werk gaat worden. Het wordt inmiddels ervaren als iets wat er bij hoort en niet als iets wat erbij komt. In februari 2013 sloten we het derde jaar van de praktijkaccreditatie af met het verkrijgen van de accreditatie voor de derde maal, daarmee de eerste cyclus van praktijkaccreditatie voltooiend. We hebben een aparte verslaglegging van verbeterplannen van de eerste accreditatiecyclus. De praktijkinrichting wordt op het gewenste nivo gehouden. Vooruitlopend op toekomstige eisen hebben we een privacyreglement gemaakt en op de site geplaatst. In 2014 beginnen we met de versie 2011 van de NPA. Verbeterplannen 2012-2013 zijn geëvalueerd: Plan 1: PatiëntPortaal. Eerder hebben we dit plan al geprobeerd uit te voeren. Maar halverwege de implementatie bleken in de software zoveel fouten te zitten, dat de HIS leverancier het portaal heeft gesloten en opnieuw heeft laten bouwen. Zodra het nieuwe Patiënt Portaal in werking kwam hebben we aan de mensen van wie we een emailadres hebben ( en dat zijn minimaal alle patiënten die ooit ingelogd hebben via het PatiëntPortaal) een mailing gestuurd. Op de website is een link naar het PatiëntPortaal geplaatst en in de wachtkamerpresentatie wordt dat vermeld. We ook een leaflet laten drukken. Op de eindmeting 6 november 2013 maken 343 patiënten (4,75 % ) gebruik van PP. De doelstelling van 10% hebben we niet gehaald, maar we merken dat de “loop erin zit” en we hebben vandaag de dag nog wekelijks en bijna dagelijks nieuwe aanmeldingen. In mei 2014 zitten we op 474 patiënten. Het is niet alleen een service aan de patiënten, maar de assistentes worden ook enkele malen per dag ontlast wat betreft de herhaalrecepten. Van afspraak plannen en e-consultatie wordt in toenemende mate gebruik gemaakt.


Plan 2: Gestructureerd personeelsbeleid vervolg. In deel 1 van het verbeterplan hebben alle praktijkmedewerkers een functioneringsgesprek gehad, is er een bij- en nascholingsbeleid en zijn er afspraken gemaakt m.b.t. vakantieplanning- en verlofdagen. Er zijn protocollen en formulieren gemaakt om een en ander te ondersteunen: In het vervolg ging het om het realiseren van individuele dossiers, waar de medewerker van huis uit kan inloggen. Een grote lijst van documenten is hier opgeslagen, zoals persoonlijke gegevens, CV, sollicitatiebrief, verslagen voortgangs- en functioneringsgesprekken, zieken herstelmeldingen, etc. Aan het eind van het project hadden alle medewerkers een personeelsdossier en zijn de documenten in het personeelsdossier compleet. Er is een introductiemap aanwezig voor nieuw personeel en stagiaires. Er is een functieomschrijving DA. Plan 3: Opzetten spreekuur voor sec preventie CVRM. Nu hangen veel ( hoeveel zal eind van de implementatie blijken) patiënten in het luchtledige nadat de specialist de controles heeft beëindigd. De bedoeling is om tot een sluitend controleregiem te komen. Aan het eind van dit project willen wij bereikt hebben dat 1.

2. 3. 4. 5. 6.

De patiënten die bekend zijn met harten vaatziekten of reumatische artritis en niet onder behandeling zijn van de specialist jaarlijks door de praktijkondersteuner worden gezien. Protocol CVRM aanwezig is volgens de huidige NHG standaard met frequentie, vervolgbeleid en oproepen bewakingssysteem. Er schriftelijke afspraken zijn t.a.v. het oproepen van (nieuwe) CVRM patiënten. Er schriftelijk werkafspraken zijn t.a.v. follow-up bij CVRM patiënten. Er uniformiteit in werkwijze en verslaglegging is bij de huisartsen en de POH-s. Patiënten structureel in het overleg worden besproken.

Na eerste selectie blijken 392 patiënten bekend met harten/of vaatziekten en 49 patiënten bekend met reumatische artritis. Deze patiënten krijgen allemaal een schriftelijke uitnodiging en een vragenlijst. We vragen naar overige risicofactoren, klachten en of men nog onder controle bij een specialist is. Tegelijk hebben we een praktijkprotocol geschreven waarin we de verschillende standaarden CVRM hebben verwerkt. Zo gaan we controleren en behandelen en begeleiden volgens de richtlijnen. De eerste reacties van patiënten op de brieven is zeer positief. De eindmeting houden we in dec. 2014 en dan willen we dat 75 % van de patiënten bekend met harten vaatziekten en 75 % van de patiënten bekend met reumatische artritis zijn gezien door POH / HA

Praktijk jaarplan en verbeterplannen 2013-2014:

Voor de verbeterplannen 2013-2014 volgen we de nieuwe versie van de NHG praktijkaccreditatie. Hier lopen de verbeterplannen anders: geen plannen per jaar, maar projecten met wisselende lengtes en inzet van personeel. De onderwerpen halen we uit systematische screening en zijn gekozen op gestructureerde kwaliteitsvergaderingen.


We starten met een nieuwe “doorlichting” van praktijk en werkafspraken en houden weer een patiëntenenquête. Hieruit kiezen we gezamenlijk een aantal verbeterpunten en groepjes gaan die uitwerken. In het eerste jaar wordt het kwaliteitssysteem opgezet en geborgd, wordt de triage vastgelegd, wordt het eerste beleidsplan geschreven, worden de gedelegeerde taken en voorbehouden handelingen geïnventariseerd, wordt voor elke bepaling in het praktijklab een protocol gemaakt, worden de voorbereiding gemaakt voor een protocol en scholing kindermishandeling en ten slotte wordt een instructie en scholing gemaakt voor omgaan met agressieve patiënten.

C. VIM meldingen VIM staat voor veilig incidenten melden. Het gaat ons daarbij niet om de personen maar de meldingen. We bespreken veel voorkomende meldingen en meldingen die ernstige consequenties hebben met een vaste regelmaat plenair. Waar mogelijk passen we praktijkroutines aan om herhalingen te voorkomen. Er is een apart dossier waar alle meldingen worden bijgehouden. In 2013 zijn er 32 VIM meldingen gedaan, in 2012 waren het 150, het jaar daarvoor 43. De meeste hadden betrekking op onzorgvuldige, onduidelijke, afwezige of verkeerde registratie ( het proces): 14 meldingen. 7 meldingen hadden betrekking op fouten in de communicatie en 2 op het materiaal (sterilisator) In de categorie Medisch inhoudelijk handelen waren er 12 meldingen. Daarvan hadden 8 betrekking op verkeerde dosering. Verder verkeerde verwijzing, verkeerde behandeling en onvolledige registratie. De meldingen zijn geclusterd of individueel, maar altijd plenair, besproken in het huisartsenassistentes overleg.

D. Klachten In 2013 is er geen officiële klacht ingediend. Er is zelfs geen klachtformulier ingevuld. Er wordt wel gemopperd, meestal over bereikbaarheid en wachten aan de telefoon, maar ondanks dat de assistentes er expliciet op wijzen, neemt men niet de moeite een formulier in te vullen. Dan worden de opmerkingen als VIM genoteerd.

E. Protocollen Protocollen zorgen voor ondersteuning van een uniform en kwalitatief optimaal handelen. Meestal volgen zij bestaande richtlijnen en standaarden en vormen een lokale uitwerking daarvan. Eind 2013 hebben we de volgende procedures en protocollen klaar.


Accidenteel bloedcontact Afvalverwerking Anafylaxie Astma volwassenen COPD CVRM secundaire preventie Diabetes type 2 Griepcampagne Herhaalreceptuur Infectiepreventie Instellen op insuline (POH) Klachtopvang en -afhandeling Medicatie voorraadbeheer Mictieklachten en UWI Polyframacie Stikstofbehandelingen Stoppen met roken (POH) Tetanus profylaxe (pep) Veilig incidenten melden (VIM) Voorraadbeheer gebruiksart Wondbehandeling

Protocol Protocol Protocol Protocol Protocol Protocol Protocol Protocol Protocol Protocol Protocol Protocol Protocol Protocol Protocol Protocol Protocol Protocol Protocol Protocol Protocol

Aanvragen flankerend beleid Aanvragen taxivervoer Aanvragen vakantie, verlof, ruilen Aanvragen zuurstof thuis Adressenboek/ sociale kaart Assisteren bij verrichting Bij- en nascholing Brandalarm CCQ afnemen en verwerking Cerumenlavage Dubbele dossiers samenvoegen ECG maken Enkel- arm index Event recorder Financiële administratie Functioneringsgesprekken Geboorte in Promedico Hulpmiddelen en v. aanvragen Injecteren im en sc Inschrijving in Promedico Internet verbroken Overlijden in Promedico Reizigersadvies Spirometrie Sterilisatie Stroomuitval Tapen Telefooncentrale headset Uitschrijven in Promedico Uitstrijkjes BVO Urineonderzoek Wegblijven patiënt Ziekte en herstelmeldingen Vertrouwenspersoon


Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure Procedure

8. Samenvatting: Al met al een rustig jaar zonder veel veranderingen. Maar er zijn veel voorbereidingen getroffen voor ingrijpende veranderingen in de zorg, die in 2014 en 2015 hun beslag zullen krijgen. Het conflict tussen de huisartsen en de overheid lijkt beslecht. Sterker nog, de overheid heeft in de gaten gekregen dat de huisartsen een handige bondgenoot kunnen zijn om de doelstelling om de zorg goedkoper te maken. De overheid heeft een zorgakkoord gesloten met zorgverzekeraars en zorgverleners over hoe de gezondheidszorg er in de toekomst uit gaat zien. Kernwoorden hierbij zijn decentralisatie, substitutie en poortwachter. Er zijn geen verschuivingen in de patiëntenaantallen. In 2013 zijn we aangesloten bij de ketenzorg COPD van de SEZ. In tegenstelling tot de diabeteszorg krijgen we hier een koptarief voor coördinatie en organisatie. Van de prestatie indicatoren (dat zijn die indicatoren waar de arts maar weinig invloed op heeft en meer iets zeggen over de patiënten) scoren we met het BMI, de systolische bloeddruk, het HbA1c onder het gemiddelde van de zorggroep. Ook is het percentage rokers beduidend hoger. Dit laatste komt ook terug bij de COPD benchmark. Terwijl de POH het afgelopen jaar toch 33 patiënten heeft begeleid bij het stoppen met roken. Het aantal retinopathiën, wat al behoorlijk hoog was, is het laatste jaar nog meer toegenomen. Heft blijft onduidelijk wat de oorzaak is. Uit de bechmarkgetalllen van de COPD kun je zien dat we een voorsprong hebben op de rest van de regio door de screening in eerdere jaren. Helaas wel te veel rokers. Onze voorschriften voor medicijnen liggen ook fraai in landelijke lijn, op de antibiotica scoren we zelfs beduidend lager. In totaal zijn in de drie praktijken 42 patiënten overleden, 11 minder dan in 2012. Elf patiënten overleden aan kanker, 21 aan ziekten van hart en vaten en 10 door een andere oorzaak. Het relatieve aandeel van mensen die in het ziekenhuis overleden is vergeleken met vorig jaar kleiner ( ziekenhuis 23, thuis 19) Voor het tweede jaar registreren we dit jaar het aantal palliatieve sedaties: vorig jaar 8 en nu 1. Er was in twee stervensbedden sprake van euthanasie. De discussie in de media over het nut van de griepvaccinatie komt elk jaar weer terug. Het aantal patiënten dat zich heeft laten vaccineren is in de HOED desondanks gelijk gebleven. Wat betreft het onderzoek naar baarmoederhalskanker scoren we met een beschermingsgraad van rond 54% gelijk aan vorig jaar, dat is iets hoger dan het landelijk gemiddelde. De drie verbeterplannen zijn deels gehaald, Het PatiëntPortaal is (weer) ingevoerd, maar we hebben het streefgetal van 10% van alle patiënten een aansluiting, niet gehaald. Blijft echter groeien en inmiddels ( medio 2014) is de 10% gehaald. Steeds vaker wordt nu ook een afspraak gemaakt via het PatiëntPortaal. Het gestructureerde personeelbeleid is geheel rond met verschillende protocollen, instructies en elk personeellid een persoonlijk portfolio op de VVAAapplicatie. Er zijn voorbereidingen (protocol, zoekacties) getroffen voor een spreekuur secundaire preventie CVRM ( een kleine 400 patiënten) en de eerste aanvang is gemaakt. Het aantal procedures en protocollen is gestegen naar 55.


Tot de kwaliteitsbewaking horen ook het melden van incidenten en de klachtenregeling. In 2013 waren er een bescheiden 32 VIM meldingen, die geleid hebben tot enkele aanpassingen in de werkprocessen. Daarvan hadden er 14 betrekking op het proces, 7 op de communicatie en 12 op het medisch handelen. Hiervan ging het in 8 gevallen over dosering. In 2013 is geen enkele klacht ingediend. Door het voortzetten van een goed kwaliteitsbeleid middels protocollen, afspraken, overleg en nascholing, blijven we werken aan een veilige praktijk voor patiënten en personeel. De komende twee jaren zal er hard aan gewerkt moeten worden om de veranderingen die gaan optreden in zorg en welzijn op te pakken in de huisartsenzorg. Hierdoor zullen er ook binnen de praktijk veranderingen doorgevoerd moeten worden. Toevallig gaan we in 2014 ook ons eerste beleidsplan schrijven. Een uitdaging!


Jaarverslag. HOED de Plataan. Praktijken: ACJ Geerlings RJ Walpot F Sana-Zerouali. Externe versie

Recommend Documents