Jaarverslag 2007
Colofon Verantwoordelijke uitgever Eric Verrept, leidend ambtenaar, Sainctelettesquare 17, 1000 Brussel Coördinatie Entiteit ICT en Communicatie Tel. 02 548 11 48 Vormgeving Shortcut Advertising Druk Swinnen Printing Depotnr. D/2008/7025/13
Jaarverslag 2007
INHOUD 00
VOORWOORD
5
01
Leidend ambtenaar en zijn diensten Inleiding Management- en operationeel plan
7 8
02
CULTUUR Inleiding Maak kennis met kunst Wit BruNO Met de klas naar het gemeenschapscentrum De gemeenschapscentra hervormen Het Brussels Sociaal-Cultureel (Net)Werk gaat van start Jeugdcentrum Aximax Een nieuw VGC-sportbeleidsplan Kengetallen
11 12 13 15 16 17 18 18 20 22
03
ONDERWIJS Inleiding Onderwijsondersteuners gaan meer samenwerken Word een held in je vak Rondetafelconferentie over het Brussels Nederlandstalig onderwijs Plassen met Klasse Nieuwe richtingen en initiatieven in de scholen van de VGC Sport en Spel Schoolgevels krijgen facelift Kengetallen
25 26 28 29 30 31 31 32 33
04
WELZIJN EN GEZONDHEID Inleiding Een scharnierjaar voor het Stedenfonds Werken aan etnisch-culturele diversiteit in de VGC-adviesorganen Opleiding tot werken Consulent voor allochtone verenigingen aan de slag Taalinitiatieven voor jonge kinderen Eerste Sociaal Infopunt geopend in Brussel De stad aan zet: gezonde voeding en beweging in de grootstad
35 36 37 38 39 40 42 43
05
GEBOUWEN EN LOGISTIEK Inleiding Jeugdcentrum Aximax Verbouwingen gemeenschapscentrum De Kriekelaar De Zonnebloem Het Huis voor het Onderwijs Kengetallen
45 46 47 48 49 49
06
Financiën en Algemene Zaken Inleiding Eerste Gouden Ketjes uitgereikt voor Brusselse baanbrekers Wonen in Brussel Brussel in beeld Kengetallen
51 52 54 56 57
07
PERSONEEL Inleiding Diversiteit werkt Competentiemanagement Kengetallen
59 60 61 62
Bijlage: Gegevens uit de rekening 2007 van de Vlaamse Gemeenschapscommissie
64
Voo r
wo ord
Een deskundige dienstverlening en een directe, open communicatie staan voorop in de werking van de administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. De Vlaamse Gemeenschapscommissie is als Vlaams-Brusselse overheid elke dag in de weer voor Brussel. Via allerlei initiatieven (scholen, speelpleinen, bibliotheken, gemeenschapscentra, kinderopvang, sportactiviteiten …) wil de Vlaamse Gemeenschapscommissie ervoor zorgen dat mensen graag vertoeven in het Brussels hoofdstedelijk gewest. Ze ondersteunt projecten van de Vlaamse gemeenschap in de stad, maar is er ook voor elke Brusselaar die in het Nederlandstalige circuit geïnteresseerd is, of voor pendelaars, studenten en andere bezoekers. Meer informatie vindt u op www.vgc.be. 2007 was een goed gevuld jaar voor de VGC-administratie, niet in het minst
omdat de invoering van het nieuwe organisatieconcept in 2008 werd voorbereid. Dit nieuwe organisatieconcept wil de kennis en deskundigheid van de administratie nog sterker tot zijn recht laten komen en haar werking helemaal afstemmen op de dynamiek en de nieuwe maatschappelijke ontwikkelingen in Brussel. Op 1 januari 2008 werd het nieuwe organisatieconcept ingevoerd. De informatie in dit jaarverslag is nog gebaseerd op het organogram van 2007, maar in het eerste hoofdstuk vindt u alvast een overzicht van de nieuwe organisatiestructuur van onze administratie. Een jaarverslag kan verschillende vormen aannemen. Wat mag u hier verwachten? We kozen bewust niet voor een klassiek jaarverslag met een volledig, vooral cijfermatig overzicht van de werking van onze administratie. We willen de
lezer vooral een levendig beeld geven van waar we inhoudelijk mee bezig waren, van wat er leefde in de administratie en haar omgeving, van wat de belangrijke vernieuwingen waren in het voorbije jaar. U vindt hier dus geen traditioneel jaarverslag van een overheid, maar een selectie van ontwikkelingen en feiten uit 2007 die we relevant vinden voor ons publiek en voor Brussel: de her- vorming van de gemeenschapscentra, de rondetafelconferentie over het Brussels Nederlandstalig onderwijs, Stedenfonds 2 en zoveel meer. Ik wens u veel leesgenot bij het grasduinen in de activiteiten van de VGC-administratie van het afgelopen jaar.
Eric VERREPT Leidend ambtenaar jaarverslag 2007 // 5
Inleiding
am Lei bte den zijn naar d die en nst en De leidend ambtenaar staat aan het hoofd van de administratie van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Hij is verantwoordelijk voor de organisatie- cultuur en voor de werking van de administratie in haar geheel. Als voorzitter van de directieraad en het directiecomité werkt de leidend ambtenaar samen met de directieleden aan het bestuur van de administratie. Hij staat samen met de directieleden in voor een coherente voorbereiding
en uitvoering van het beleid, dat wordt uitgestippeld door het College. Hij is ook de secretaris van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. De coördinatiecel en de interne preventiedienst ondersteunen de leidend ambtenaar bij de uitvoering van zijn taken. De coördinatiecel ondersteunt de leidend ambtenaar bij zijn taken als secretaris van het College, als voorzitter van de directieraad en het directie-
comité en als hoofd van de administratie. De interne preventiedienst staat in voor het welzijn van de personeelsleden bij de uitvoering van hun werk en voor alle andere preventiemaatregelen en -activiteiten die de VGC neemt voor haar werknemers. ‘Welzijn op het werk’ gaat onder andere over veiligheid en gezondheid op het werk, ergonomie, de psychosociale belasting van het werk, de invloed van het leefmilieu op de arbeidsomstandigheden … jaarverslag 2007 // 7
leidend ambtenaar en zijn diensten
Managementen operationeel plan Het management- en operationeel plan van de leidend ambtenaar, of de uitdagingen voor de administratie in de komende jaren
Een echt grootstedelijk beleid realiseren, en de interne werking van de administratie optimaliseren: dat zijn de twee grote pijlers uit het ambitieuze management- en operationeel plan dat de leidend ambtenaar in maart 2007 voorstelde. Bij zijn aanstelling in 2006 had de leidend ambtenaar van het VGC-College de opdracht gekregen om een dergelijk management- en operationeel plan op te stellen voor de duur van zijn mandaat. Het plan geeft aan welke uit- dagingen de administratie van de VGC de komende jaren wil aangaan.
leidend ambtenaar en zijn diensten Op 20 maart keurde het VGC-College het management- en operationeel plan goed. Kort daarna, op 30 maart, stelde de leidend ambtenaar zijn plan zelf voor aan de personeelsleden. Om de twee pijlers te realiseren stelt het plan negen strategische doelstellingen voorop (zie kadertekst). Vier doelstellingen gaan over het voeren van een grootstedelijk beleid en vijf andere doelstellingen geven aan hoe de administratie haar werking wil reorganiseren en verbeteren. Om de interne werking te optimaliseren komt er een nieuw organisatieconcept voor de administratie met vijf algemene directies in de plaats van de zes bestaande directies (zie schema). In dat nieuwe organisatieconcept staat de algemene directie Ondersteuning en Facility in voor alle ondersteunende processen voor de andere algemene directies. Zo kunnen deze algemene (beleids)directies zich in hun werking maximaal richten op hun eigen kerntaken, namelijk beleidsvoorbereiding, -uitvoering en -evaluatie. De nieuwe algemene directie Innovatie, Studie en Stedelijk Beleid moet ervoor zorgen dat er soepel kan worden ingespeeld op ontwikkelingen in Brussel en dat er een aangepast stedelijk beleid
kan worden gevoerd. Hierbij staat een geïntegreerde of transversale aanpak voorop, dat wil zeggen vanuit alle beleidsdomeinen samen. De Meet- en Weetcel in deze nieuwe algemene directie zal het beleid op een wetenschappelijke en objectieve manier onderbouwen. Nieuw is ook de afschaffing van het begrip ‘diensten’. In de plaats daarvan is er alleen nog sprake van taken en werkprocessen. Daardoor kunnen medewerkers flexibel worden ingezet en komen er mogelijkheden voor meer dynamiek en interne mobiliteit.
Laura Geerts werkt bij de diensten van de leidend ambtenaar.
Het organogram met de zes directies ruimt vanaf 2008 plaats voor het nieuwe organisatieconcept met de vijf algemene directies. In de loop van 2007 werd de invoering van dat nieuwe organisatieconcept volop voorbereid: de organisatiestructuur van de administratie werd aangepast, de invulling van de nieuwe functies van algemene directeurs en directeur werd voorbereid en de opmaak van een personeelsplan werd opgestart.
Het management- en operationeel plan van de leidend ambtenaar is voor wat mij betreft niet uit de lucht komen vallen. Het plan geeft antwoord op een reeks noden die al langer dan vandaag bestonden. De verdienste van het plan is volgens mij dat het de dingen bij naam noemt en er op een structurele manier mee omgaat en een antwoord wil geven. Iedereen heeft bijvoorbeeld al jaren de mond vol van ‘transversaliteit’, een geïntegreerde visie en aanpak over de beleidsdomeinen heen, maar zolang dat een ‘onbeheerd ding’ bleef waar iedereen en niemand tegelijk verantwoordelijk voor was,
www.vgc.be > de administratie
De strategische doelstellingen
Laura Geerts werkt bij de diensten van de leidend ambtenaar en is onder andere nauw betrokken bij de uitvoering van het management- en operationeel plan.
bleef dat veeleer een ad-hocgegeven. Soms zijn structuren nodig om een mentaliteitsswitch te kunnen maken. Het management- en operationeel plan bouwt uiteraard ook verder op wat reeds in ontwikkeling was. Ik denk hier bijvoorbeeld aan de projecten van HRM en ICT. Zo is het personeels- management van de Vlaamse Gemeenschapscommissie al enige tijd gebaseerd op het competentiemanagement. Het management- en operationeel plan ondersteunt de verdere ontwikkeling en implementatie hiervan. Dit geldt ook voor ICT dat onontbeerlijk is voor de verbeterprocessen en het beheer van de organisatie in het algemeen. Het management- en operationeel plan voorziet - eindelijk en gelukkig - een juridische dienstverlening. Alles wat we
vandaag de dag ondernemen impliceert een of meerdere juridische aspecten. Beter voorkomen dan genezen geldt ook hier. Niet alle juristen in huis werken 100% aan juridische zaken, maar we overleggen nu systematisch over de dossiers, geven elkaar feedback en verdelen de werklast. Naarmate de nieuwe organisatie meer vorm krijgt, zal ook deze dienstverlening uitgebouwd en meer operationeel worden. Wat de toekomst betreft is het in functie van de verdere organisatieontwikkeling best mogelijk dat mijn job, net zoals die van de andere personeelsleden, inhoudelijk wijzigt of dat ik van functie verander. Ik denk dan - toegepast op de VGC en zonder naïef te zijn - aan wat JFK stelde: ‘Ask not what your country can do for you - ask what you can do for your country.’
HET ORGANISATIECONCEPT
Een grootstedelijk beleid realiseren
De werking van de administratie optimaliseren
1. We werken transversaal, dat wil zeggen: overkoepelend en doorheen alle beleidsdomeinen. 2. We baseren de beleidsvoorbereiding en -evaluatie op feiten en cijfers, via een Meet- en Weetcel en een Expertisecentrum, die de omgeving voortdurend moeten monitoren. 3. We werken gericht samen met andere overheden, we maken duidelijke afspraken over de relaties met hen en we creëren aanspreekpunten. 4. We optimaliseren de relatie tussen het beleid en de administratie.
1. De administratie moet nog efficiënter werken en nog meer klantgericht, via een nieuw organisatieconcept. Processen en procedures moeten worden geoptimaliseerd. 2. We voeren een geïntegreerd humanresourcesbeleid, met HR-doelstellingen die op de strategische doelstellingen worden afgestemd. We passen het personeelsstatuut aan en stimuleren interne mobiliteit. 3. We voeren kennismanagement in en stellen daarbij de overdracht van individuele naar geïnstitutionaliseerde kennis centraal. 4. We ontwikkelen moderne beheers- en controle-instrumenten, met functionele ICT-toepassingen. We optimaliseren de juridische dienstverlening, het facilitymanagement en het gebouwenbeheer. De begrotingscyclus, het financiële beheer en de interne controle worden volledig transparant. 5. We verhogen de responsabilisering en het engagement door een betere organisatiecultuur en door doelgerichte communicatie.
jaarverslag 2007 // 8
“De verdienste van het plan is volgens mij dat het de dingen bij naam noemt en er op een structurele manier mee omgaat en een antwoord wil geven.”
jaarverslag 2007 // 9
Inleiding
Cul tuu
r
Het beleidsdomein Cultuur van de VGC is erg gevarieerd en bestaat uit verschillende deeldomeinen: algemeen cultuurbeleid, kunsten en erfgoed, lokaal cultuurbeleid, sociaal-cultureel werk (senioren, amateurkunsten, educatie, zelforganisaties), bibliotheekwerk, ge- meenschapscentra, jeugdwerk, speelpleinen en sport. De directie ontwikkelt beleidsmaatregelen voor al deze verschillende secto- ren en voert ze uit. Daarnaast realiseert ze eigen projecten en een operationele werking in de deeldomeinen (sport, speelpleinen …). De administratie geeft verder advies aan het werkveld, verleent subsidies en biedt logistieke ondersteuning (bijvoorbeeld door het uitlenen van sport- en spelmateriaal). De directie betrekt ook de verschillende overheden in het Brussels hoofdstedelijk gewest bij de uitbouw van haar beleid. Er zijn onderhandelingen met
de Vlaamse Gemeenschap, met de gemeenten en met het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, al naargelang de materie. Welke beslissingen werden er zoal genomen in 2007? Welke nieuwe maatregelen kwamen er en welke plannen werden uitgevoerd? Hieronder een greep uit de realisaties 2007. Het lokale beleid werd aan een grondige reflectie onderworpen met de ontwikkeling van een geïntegreerd cultuurbeleidsplan. Binnen het jeugdbeleid ging de her- oriëntering van de WMKJ’s (Werkingen met Maatschappelijk Kwetsbare Jon- geren) niet onopgemerkt voorbij. Een modelconvenant voor de WMKJwerking werd goedgekeurd en het convenant met JES (Jeugd en Stad) werd hernieuwd. Een algemene denkoefening over de doelstellingen van de speelpleinwerking leidde tot de oprichting van een nieuwe
adviesgroep in oktober 2007 en tot een nieuw actieplan. In het sociaal-cultureel werk werd er vooral hard gesleuteld aan de nieuwe regelgeving voor de verenigingen, met als resultaat een nieuwe verordening. Op 19 juli werd een politiek akkoord bereikt over de hervorming van de gemeenschapscentra. Het erfgoedconvenant 2007-2011 werd goedgekeurd. In de kunstensector werd geëxperimenteerd met ‘trajectsubsidies’. De VGC wil zo de groei binnen het oeuvre van een individuele kunstenaar of van een vereniging aanmoedigen. De sportafdeling maakte een sport- beleidsplan en lanceerde een aantal nieuwe evenementen, zoals bijvoorbeeld de sportdag voor studenten. In wat volgt, komen een aantal van de plannen, realisaties en beslissingen uitgebreider aan bod. jaarverslag 2007 // 11
cultuur
Maak kennis met kunst Brussels Netwerk voor kunsteducatie en publieksbemiddeling Binnen het huidige cultuurbeleid is cultuurparticipatie een belangrijk aan- dachtspunt. Kunsteducatie speelt een motiverende rol in de cultuurparticipatie en in de cultuurbeleving. Het beleidsdomein Cultuur van de VGC ondersteunde in 2007 belangrijke initiatieven op dit gebied, zoals bijvoorbeeld de huisvesting en steun aan Art-Basicsfor-Children (ABC), Jeugd en Muziek, de ateliers van BOZAR en Wiels. Een organisatie die een belangrijke rol heeft op het gebied van cultuurparticipatie en kunsteducatie, is het Brussels Netwerk voor kunsteducatie en publieksbemiddeling.
cultuur Het Netwerk werd opgericht in 2006. Aanleiding voor de oprichting was de studieopdracht ‘Kunsteducatie in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest – stand van zaken en behoeften’ die de Vlaamse Gemeenschapscommissie in 2005 gaf aan het Brussels Kunstenoverleg. Uit die studie bleek namelijk dat er nood was aan netwerking en overleg. Netwerking tussen de kunsteducatieve organisaties onderling en overleg met en tussen de verschillende sectoren cultuur, onderwijs en welzijn. Het Netwerk, een initiatief van de Vlaamse Gemeenschapscommissie in samenwerking met het Brussels Kunstenoverleg, heeft zich sinds 2007 zichtbaar geïnstalleerd. Het Netwerk is actief op alle bevoegdheidsdomeinen van de VGC: cultuur, onderwijs en welzijn. Het Netwerk stimuleert organisaties en instellingen uit die sectoren tot meer overleg, samenwerking en expertiseuitwisseling. Dat gebeurt zowel via onderlinge contacten als via werk-
groepen. Dat overleg leidde al tot enkele concrete projecten: een onderzoek naar de toegankelijkheid van culturele gebouwen voor personen met een handicap, het project ‘programma van dagvoorstellingen’ in een drietal grote Nederlandstalige culturele instellingen en een samenwerking met het Huis van het Nederlands voor culturele programma’s voor anderstaligen. Naast het aanreiken en uitwisselen van praktische informatie wil het Netwerk ook plaats geven aan reflectie. Het Netwerk organiseerde in 2007 drie infosessies voor Brusselse instellingen en één studiedag die zich richtte naar het hele werkveld in Brussel en Vlaanderen. Met de sessies wilde het Netwerk een aantal pijnpunten en mogelijk- heden duidelijk zichtbaar maken.
www.kunsteducatiebrussel.be
WIT
Anja Van Roy is coördinator van het Brussels netwerk voor kunsteducatie en publieksbemiddeling.
“Belangrijk hierbij is dat je een bepaalde groep opneemt in een breed publiek en dat je niet ineens voorstellingen gaat maken specifiek voor senioren.” Met het Brussels Netwerk voor kunsteducatie werken wij als intermediair tussen de verschillende sectoren: cultuur, onderwijs, welzijn en het socioculturele veld. We hebben 3 belangrijke opdrachten. Ten eerste stimuleren wij het overleg. Door middel van infosessies willen wij de verschillende sectoren samenbrengen zodat men elkaar beter kan leren kennen en weet welke Nederlandstalige partners hier in Brussel aanwezig zijn. In 2007 werden er 3 infosessies georganiseerd: één rond onderwijs, één rond personen die in armoede leven en een derde specifiek rond het aanbod van kunsteducatieve organisaties in Brussel.
jaarverslag 2007 // 12
Daarnaast sturen wij de samenwerking tussen de verschillende partners met een aantal concrete projecten als resultaat. Vanuit het Seniorencentrum kwam bijvoorbeeld de concrete vraag om meer voorstellingen overdag te plannen omdat het aanbod in Brussel te beperkt was. Wij zijn met die vraag naar de grotere huizen gestapt: Kaaitheater, Beursschouwburg, Ancienne Belgique, Bozar en KVS. Met deze vijf partners hebben wij een gans project ontwikkeld om enerzijds de dagvoorstellingen die er zijn meer in de kijker te brengen naar een breed publiek en anderzijds om de partners die dat nog niet deden, de mogelijkheid te geven om dat in hun programma in te plannen. Belangrijk hierbij is dat je een bepaalde groep opneemt in een breed publiek en dat je
Danneel Bogaerts
niet ineens voorstellingen gaat maken specifiek voor senioren. In september 2008 vindt de eerste dagvoorstelling binnen het project plaats met een optreden van Bart Peeters in de Ancienne Belgique. Ten slotte staan wij ook in voor kwaliteitsbevordering. Zo organiseerden wij dit jaar een studiedag met als thema ‘Interculturele kunst- en cultuur- bemiddeling’ waarbij de focus lag op de samenwerking tussen enerzijds kunstorganisaties en anderzijds socioculturele verenigingen die voor etnischculturele minderheden werken. Tijdens de studiedag werden een aantal goede praktijkverhalen aangehaald, zowel uit Brussel, uit andere steden als over de grenzen heen.
Zestiende-eeuwse sneeuwpoppen herleven in Brussel ‘WIT. Dwonder van claren ijse en snee.’ Dat is de naam van het project waarmee de VGC-Erfgoedcel in 2007 een stukje Brussels erfgoed deed herleven. Aanleiding was de 500ste verjaardag van de rederijkerskamer ’t Mariacranske- De Wijngaard en het stukje erfgoed een Brussels sneeuwpoppenfestival uit 1511. De toenmalige stadsdichter Jan Smeken schreef er een gedicht over, en dankzij dat gelegenheidsgedicht beschikken we nu over een schitterende beschrijving van de sneeuwpoppen van toen. Samen met verschillende partners uit diverse disciplines plaatste de Erfgoedcel van de VGC dit historische gebeuren in een hedendaagse context. Beeldende werken, literatuur en theater werden samengebracht. Zo gingen hedendaagse kunstenaars, schrijvers en theatermakers aan de slag met negen thema’s uit het middeleeuwse gelegenheidsgedicht. De betekenissen en universele waarden
verbeeld in de sneeuwpoppen van toen, werden op die manier vertaald naar een hedendaags publiek én naar de actualiteit.
het project een breed participatieplatform en werd benadrukt dat het om een sectoroverschrijdende samenwerking ging.
Van 1 tot 18 maart waren er op verschillende openbare plekken in Brussel artistieke interventies, gecombineerd met wetenschappelijke lezingen, een concert- en poëzieavond, wandelingen en straattheater. Later dat jaar kregen het middeleeuwse gedicht en het volledige project dat errond werd gebouwd, een weerslag in de publicatie ‘Rederijkerskamer ’t Mariacranske. 500 jaar aan het woord’, een uitgave van de gelijknamige rederijkerskamer, gecoördineerd door de Erfgoedcel.
De partners voor de algemene realisatie van het project waren:
Een stuurgroep onder leiding van de Erfgoedcel heeft het project vorm gegeven. Het startweekend viel samen met het Brusselse kunstenweekend BRXLBRAVO 2007. Op die manier kreeg
- prof. dr. Jozef Janssens en prof. dr. Remco Sleiderinck van de K.U. Brussel (Afdeling Taal- en Letterkunde) voor de wetenschappelijke ondersteuning; - de stad Brussel, Onthaal en Promotie Brussel en het Archief en Museum voor het Vlaams Leven te Brussel voor de logistieke ondersteuning; - de docenten en studenten van de SintLukas Hogeschool voor de grafische vormgeving van de communicatieproducten.
jaarverslag 2007 // 13
cultuur Voor het onderdeel Beeldende Kunsten heeft de Erfgoedcel curator Bert De Keyser onder de arm genomen. Hij is aan de slag gegaan met studenten van Brusselse kunstacademies en met verschillende Brusselse kunstenverenigingen om het beeldenparcours te realiseren. In deze samenwerking was de betrokkenheid van allochtone kunstenaars en dichters, maar ook van studenten van groot belang. Het literaire gedeelte werd gerealiseerd in samenwerking met Passa Porta vzw en de curator Literatuur, David Van Reybrouck. Voor de muzikale ondersteuning tijdens verschillende activiteiten deed de Erfgoedcel een beroep op de coördinatoren, docenten en studenten van het Koninklijk Conservatorium Brussel.
cultuur
‘Dwonder dat in die stat van Bruesel ghemaect was van claren ijse en snee, die wel gheraect was’ Anno 1511 - Brussel is sneeuwwit. Meer dan 100 sneeuw- en ijssculpturen vullen het straatbeeld: mythische en bijbelse figuren, dieren en volksfiguren. Jan Smeken, de officiële stadsdichter van Brussel en factor - zeg maar auteur en regisseur - van de rederijkerskamer ’t Mariacranske, schrijft over dit sneeuwpoppenfestival een gelegenheidsgedicht getiteld ‘Dwonder dat in die stat van Bruesel ghemaect was van claren ijse en snee, die wel gheraect was’. In 2007 vierde de rederijkerskamer ’t Mariacranske-De Wijngaard haar 500ste verjaardag. Naar aanleiding van deze bijzondere verjaardag organiseerde de rederijkerskamer samen met de Erfgoedcel Brussel een nieuw sneeuwpoppenfestival. Centraal stond het oude zestiende-eeuwse verslag van Jan Smeken. Hij beschrijft niet alleen de ijssculpturen maar schetst ook een satirisch portret van de toenmalige maatschappij en geeft een beeld van de heersende burgermoraal. De tekst van Smeken blijkt nog verrassend actueel te zijn. Aen Coperbeke stont Sinte Michiel Met sinen sweerde hooghe verheven; Onder sijn voeten hi twee duvels hiel, So vast, dat hem noch de leden beven! Op de Houtmerct waer 't qualijck bedreven: Den coninck van Vrieslant hooghe gheboren Heeft de sonne so in 't aenschijn gewreven, Dat hi nuese ende mont hadde verloren. Voer den Nieuwenborre, wille 't horen, Stont een onghemaect handeloos ruese; Hi had een aenschijn achter en een voren Ende in elck eenen slommen langhen nuese.
Tot slot werden een heel aantal locaties in de binnenstad ingeschakeld, gaande van semi-openbare plekken (bijvoorbeeld het binnenplein aan de Zenne ter hoogte van het Sint-Goriksplein) tot de winkel ‘Stijl’. In totaal bereikte de Erfgoedcel met dit project zowat 10.000 deelnemers. Dat is slechts een ruwe schatting. De installaties werden immers in de publieke ruimte opgesteld.
Aan de Koperbeek stond Sint Michiel Zijn zwaard hield hij fier, hoog geheven Twee duivels hield hij met zijn hiel Zo vast dat hun lijven er nu nog van beven Op de Houtmarkt werd de spot gedreven Met Koning Vriesland, hoogedel geboren Zijn warmste uur had hij moeten beleven Zijn neus en zijn mond had hij reeds verloren Voor de Nieuwebron stond, dit moet je horen, Onhandig een grote, veelzijdige reus Even lelijk van achter als hier van voren En aan beide kanten een kromlange neus
www.erfgoedbrussel.be
BruNO verovert de Brusselse bibliotheken In 2007 sloten de eerste Brusselse bibliotheken zich aan op het ‘BruNOnetwerk’. BruNO staat voluit voor ‘Brussels Netwerk Openbare Bibliotheken’ en wil alle Nederlandstalige openbare bibliotheken in het Brusselse hoofdstedelijke gewest helpen om hun dienstverlening te verbeteren en uit te breiden. Klanten kunnen voortaan met een en dezelfde BruNO-lenerspas terecht in alle bibliotheken die deel uitmaken van het netwerk. Ze hoeven zich maar één keer in te schrijven en kunnen dan gebruik maken van de dienstverlening en het hele aanbod van deze bibliotheken.
Op www.bruno.be kunnen bibliotheekklanten de collecties van de BruNO- bibliotheken raadplegen via een gemeenschappelijke catalogus. Deze website wordt in 2008 uitgebouwd tot een volwaardige portaalsite voor de Brusselse bibliotheken. Met één muisklik krijgen bibliotheekgebruikers dan alle informatie over de collecties van de BruNO-bibliotheken en over hun dienstverlening. Klanten kunnen momenteel de BruNO-pas al gebruiken om materialen te lenen in de Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek en de Nederlandstalige openbare bibliotheken van de gemeenten Anderlecht, Sint-Gillis en Sint-Pieters-Woluwe. De bibliotheken van Evere, Schaarbeek en Jette volgen in 2008. In 2010 moeten alle Brusselse bibliotheken aangesloten zijn op BruNO.
Hertaling door Rick de Leeuw
BruNO werd ontwikkeld door de Vlaamse Gemeenschapscommissie, de inhoudelijke coördinatie is in handen van de Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek.
Bart Gabriël
jaarverslag 2007 // 14
Bart Gabriël
www.hob.be www.bruno.be jaarverslag 2007 // 15
cultuur
cultuur
Met de klas naar het gemeenschapscentrum 17 van de 22 Brusselse gemeenschapscentra programmeren schoolvoorstellingen (theater, dans, muziek en film) en/of workshops voor het basis- en kleuteronderwijs: De Rinck, Elzenhof, De Pianofabriek, De Maalbeek, Everna, De Zeyp, De Linde, Essegem, De Kriekelaar, Nekkersdal, De Kroon, De Vaartkapoen, Ten Noey, Op-Weule, Kontakt, Ten Weyngaert en Wabo. De scholenwerking van De Kriekelaar en Kontakt verloopt in samenwerking met de gemeente die een deel van het programma financiert. In het schooljaar 2006-2007 vonden er 300 schoolvoorstellingen plaats voor 24.059 kinderen. Er werden in totaal 377 workshops georganiseerd voor 7.413 kinderen.
Mission Statement scholenwerking De 22 gemeenschapscentra voeren een beleid waardoor kinderen in alle regio’s van Brussel zowel grote als kleine theater-, dans-, film- en muziekproducties kunnen zien. Het aanbod beoogt naast een artistieke beleving en een eerste kennismaking met diverse culturele expressievormen, ook een educatieve werking (workshops, tentoonstellingen ...). Kinderen participeren in schoolverband aan het gesubsidieerd kunstenaanbod, wat hun cultuurbeleving en -participatie in de toekomst beïnvloedt. Een kwalitatief en op jongerenmaat gesneden cultuuraanbod voor scholen is vanuit deze optiek des te belangrijker.
De gemeenschapscentra hervormen
Bram Penninckx
De scholenwerking in de 22 centra wordt inhoudelijk ondersteund door de commissie Scholenwerking die de drijfveer wil zijn voor netwerking, profilering en samenwerking in een regionaal en hoofdstedelijk netwerk. Het voorbije jaar ging er bijzondere aandacht naar de visieontwikkeling
te bereiken is. Diversiteit in de zaal moet leiden tot verscheidenheid op de planken. Daarom willen we de betrokkenheid en de participatie van de doelgroep (kinderen, maar ook hun leerkrachten en ouders) verhogen. Via de scholenwerking willen we de creativiteit, de fantasie, de verbeelding, de persoonlijke expressie en de taalvaardigheid van kinderen stimuleren.
De gemeenschapscentra bouwen aan een scholenwerking: de gemeenschapscentra in Brussel zijn de partner bij uitstek om een scholenwerking uit te bouwen vanuit hun contacten met het onderwijs, hun gemeenschapsvormend karakter en hun ligging dichtbij de scholen.
Met kwaliteit: bij het maken van keuzes voor voorstellingen of educatie primeert de kwaliteit. De budgettaire of de technische haalbaarheid zijn uitdagingen waarbij de commissie oplossingen voorstelt. Het kwaliteitslabel willen we niet alleen plakken op de voorstelling of de workshop zelf, maar ook op het totaalgebeuren: de promotie, de voorbereiding in de klas (de lesmap), het onthaal in het centrum, de logistieke en technische organisatie, de omkadering, het groeitraject … We streven naar deskundigheid en specialisatie. De voorstellingen en workshops moeten hedendaags zijn en inspelen op het ‘hier en nu’. Vernieuwing is hierin belangrijk.
Voor en door de kinderen: de kinderen en jongeren zijn het vertrekpunt. Via de scholen bereiken we een sociaal gedifferentieerd publiek dat anders vaak moeilijk
Passend binnen een traject: belangrijk is het ‘traject’ dat kinderen tussen hun 2,5 jaar en hun 12 jaar afleggen en waarvan we de criteria mee bepalen. Een grotere continu-
jaarverslag 2007 // 16
en de kwaliteitsverhoging van deze scholenwerking in de gemeenschapscentra. Hieronder de Mission Statement van de gemeenschapscentra met betrekking tot hun scholenwerking.
ïteit is wenselijk. De gemeenschapscentra willen een rol spelen in het toeleiden naar theaterhuizen of kunstencentra en in het aanbieden van een geïntegreerd kunstenaanbod dat ook vertrekt vanuit de eindtermen. Vertrekkende vanuit de stedelijke omgeving: de multiculturele en stedelijke omgeving is een troef. De stad fungeert als inspiratiebron, platform en levensader. Maatschappelijke betrokkenheid in het artistieke aanbod is belangrijk en kijkt ook verder dan de eigen buurt of stad. En een samenwerkingsverband: we streven naar een nauwe samenwerking met de scholen en een dialoog met de leerkrachten. Zo willen we meebouwen aan scholen die openstaan naar de buurt. We zoeken naar kruisbestuivingen met andere vrijetijdsactiviteiten en deelwerkingen van de gemeenschapscentra.
www.gemeenschapscentra.be
Op 19 juli 2007 keurde het VGC-College de nota goed ‘Gemeenschapscentra als stedelijke motor van een lokaal beleid’. Deze nota vormt de basis voor de hervorming van de gemeenschapscentra. Inhoudelijke klemtonen uit die nota zijn: - De gemeenschapscentra worden geherwaardeerd als lokale ankerpunten voor gebruikers van de Nederlandstalige instellingen, organisaties en voorzieningen. Onder ‘gebruikers’ verstaan we zowel verenigingen als individuele gebruikers. - De gemeenschapscentra worden gepositioneerd als lokale netwerkcoördinatoren in een stedelijk beleid. - De vrijwilligers krijgen een centrale plaats in de lokale programmering van het gemeenschapscentrum. - Het beleid wil een efficiëntere werking en een kwaliteitsverbetering van de dienstverlening. Dat moet mogelijk worden door een centrale ondersteuning en een professionalisering van het beheer van de centra. In het najaar organiseerde de bevoegde minister in samenwerking met de administratie 6 informatiemomenten waarin de grote lijnen van deze nota werden toegelicht (1 voor de cultuurfunctionarissen, 1 voor het personeel van de gemeenschapscentra en 4 infoavonden voor de vrijwilligers). Om de hervorming te kunnen realiseren krijgen de gemeenschapscentra extra personeel. Via Stedenfondsmiddelen wordt er geld vrijgemaakt
Bram Penninckx
Bram Penninckx
voor de aanwerving van 15 voltijdse medewerkers niveau B voor de centra zelf en 3 voltijdse medewerkers niveau A voor de centrale dienst. Ook een overname van het vzw-personeel door de VGC maakt deel uit van de plannen. Een externe consultant begeleidt dit hervormingstraject. Een projectgroep, samengesteld uit beroepskrachten, vrijwilligers-bestuurders, personeelsleden van de VGC-administratie en de kabinetten, werkt de nieuwe organisatiestructuur uit. Vier werkgroepen rond de thema’s infrastructuur, personeel, zakelijk beheer en inhoud hebben de opdracht om de infrastructurele, personele, zakelijke en inhoudelijke elementen voor de nieuwe organisatie voor te bereiden. 2007 was een voorbereidend jaar. Bedoeling is om het hervormingsproces van de gemeenschapscentra in 2008 definitief door te voeren.
www.vgc.be/ gemeenschapscentra jaarverslag 2007 // 17
cultuur
cultuur
Het Brussels SociaalCultureel (Net)Werk gaat van start
In 2007 ging het Brussels SociaalCultureel (Net)Werk van start. Deze organisatie werkt voort op de resultaten van de ‘Search-conference’ uit 2005. Die werd toen georganiseerd door de Vakgroep Agogische Weten- schappen van de VUB en Citizenne/ Vormingplus.Brussel, in opdracht van de bevoegde minister. De doelstelling van deze conferentie was peilen naar de noden en behoeften van sociaalcultureel werk in Brussel. In september 2005 werd het eindrapport van de ‘Search-conference’ voorgesteld. Daar- uit bleek dat er een grote nood was aan communicatie, samenwerking, afstemming en het vergroten van de zichtbaarheid van sociaal-cultureel werk in de stad. Het Brussels Sociaal-Cultureel (Net) Werk wil daar nu werk van maken. Het (Net)Werk heeft als missie ‘de uitdagingen en de toekomst van stedelijk sociaal-cultureel werk aankaarten vanuit de praktijk’, meer bepaald op de volgende manieren: - Het (Net)Werk maakt de sociaalculturele praktijken en hun maatschappelijke meerwaarde zichtbaar voor de stad. - Het (Net)Werk ontsluit en deelt de kennis en ervaring van en in de sociaal-culturele werkvelden. - Het (Net)Werk is dynamisch: het evolueert mee met de stedelijke dynamieken en contexten. - Het (Net)Werk wordt gevoed en gedragen door sociaal-culturele praktijkwerkers. jaarverslag 2007 // 18
Jeugdcentrum Aximax Een nieuwe speelplek voor de Brusselse jeugd
In januari 2007 werd het (Net)Werk effectief opgericht en op 9 oktober kwam de organisatie voor het eerst naar buiten met een feestelijk startmoment. Die avond ontmoetten een 200-tal vrijwilligers, beroepskrachten en studenten elkaar in het centrum voor hedendaagse kunst ‘Wiels’. Iedereen die van ver of dichtbij iets te maken heeft met sociaal-cultureel werk in Brussel was aanwezig. De fundamenten van het Brussels Sociaal-Cultureel (Net)Werk zijn nu gelegd. Van bij het begin werd het Netwerk op 2 sporen (‘trajecten’) gezet: - Aan de ene kant worden praktijkverhalen en hun meerwaarde verzameld in een traject ‘zichtbaarheid’. - Daarnaast worden ontmoetingsmomenten georganiseerd, waarbij reflectie op praktijken en gemeenschappelijke thema’s centraal staat. Dit is het traject ‘ontmoeting’. Beide trajecten komen samen in een grote ontsluitingscampagne, eind 2008. Na het geslaagde startmoment op 9 oktober 2007 in Wiels, wordt dit een tweede groot publiek moment voor het (Net)Werk.
www.bscnetwerk.be
Op 29 september 2007 opende een nieuw VGC-jeugdcentrum zijn deuren. Het gloednieuwe vrijetijdscentrum voor kinderen en jongeren ligt in de J.W. Wilsonstraat in Brussel en kreeg de naam ‘Aximax’. Het jeugdcentrum is er voor alle 3- tot 18-jarigen, zowel voor de niet-georganiseerde jeugd als voor scholen en jeugdverenigingen. Aximax is opgevat als een intercultureel vrijetijdscentrum. Centraal staat de betrokkenheid van de kinderen zelf en de buurt. Zo begeleidde Yota!, een deelwerking van JES, een inspraakproces voor de kinderen uit de buurt. Samen met gemeenschapscentrum Ten Noey en na consultatie van ouders, kinderen en buurtbewoners werden de verlangens van de lokale gemeenschap gebundeld. De architect hield bij zijn ontwerp rekening met hun ideeën en dromen.
Dat viel allemaal best mee, de kinderen tekenden echt geen pretparken. Wie thuis en op school wat krap zit, stelt geen torenhoge eisen aan een speelomgeving. ‘Zorg dat de muren ver van elkaar staan.’ ‘Stop de kamers niet vol met spullen die altijd in de weg staan. Vandaag doen we dit, morgen iets anders.’ De architect noemt dat ‘multifunctionele ruimten’, plaatsen die zich aanpassen aan wisselende behoeften. Buiten vroegen de kinderen een klauterplek, een babbel- en rusthoekje, spelonken om zich in terug te trekken, wat op en af, wat kabbelend water, wat zon en wat schaduw. Geen uitbundig speelgeweld. In de vloer allerlei accessoires die de speelplaats omvormen tot een arena voor een hele resem sportvarianten. Resultaat is een centrum dat ter beschikking staat van al wie ruimte
zoekt voor kinderactiviteiten. Het is een intercultureel en polyvalent vrijetijdscentrum van en voor de jeugd met maar liefst 1.000 m2 oppervlakte aan nieuw Brussels speelterrein. Ook in de huidige werking worden de kinderen zelf bij de verdere ontwikkeling van de activiteiten betrokken via inspraak- en participatieprocessen. In 2007 gingen de eerste activiteiten van start: sprookjes vertellen, theaterprojecten, musiceren, knutselen en tekenen, circusateliers, dansen, bewegingsschool, speelweken en sportkampen, de zomerschool … Zo ontstaat een uniek aanbod van activiteiten voor alle leeftijden rond
beweging en sport, kunst en creativiteit; afwisselend, veranderlijk en altijd nieuw. Het oude, verloederde gebouw is verdwenen, een avonturencentrum voor kinderen en jongeren kwam in de plaats. Een plek om alle ingehouden energie van stadskinderen om te zetten in beweeglijkheid, creativiteit, sport en spelen, veel spelen. En daar heeft de Vlaamse Gemeenschapscommissie dit nieuwe centrum voor ontworpen en gebouwd.
www.aximax.vgc.be
Sophie Geenens is projectmedewerkster van het nieuwe jeugdcentrum Aximax.
“Het programma is heel divers: sportieve activiteiten, creatieve activiteiten, taalstimulerende spelen …” Het jeugdcentrum Aximax is vrij speciaal omdat het op de grens ligt van twee verschillende sociologische werelden. Aan de ene kant heb je de noord-oostwijk, waar er steeds minder mensen gaan wonen en meer kantoorruimtes komen. Langs de andere kant heb je Sint-Joost-ten-Node, één vierkante kilometer groot, met heel veel mensen en bovendien heel veel jongeren in vergelijking met de andere gemeenten in Brussel. Er was nood aan een jeugdwerking in die buurt.
Het programma is heel divers: sportieve activiteiten, creatieve activiteiten, taalstimulerende spelen … Zo is er een atelier beeldende kunsten voor de lagere school of kleuters kunnen samen met hun ouders naar de bewegingsschool komen. Met de bewegingsschool willen we het bos in de turnzaal brengen zodat de kinderen psychomotorische vaardigheden leren, maar dit al spelend onder de begeleiding van de ouders.
We willen in de toekomst meer en meer samenwerken met de organisaties uit de buurt. Zo hebben we momenteel al veel contact met de scholen. Wij nemen deel aan hun activiteiten, soms organiseren we samen iets … Op die activiteiten, een schoolfeest bijvoorbeeld, kunnen wij de ouders ook beter leren kennen. De kinderen weten ondertussen al wie we zijn. Wanneer we buiten komen zeggen ze ‘Ah, da’s mevrouw van Aximax!’
jaarverslag 2007 // 19
cultuur
cultuur
Een nieuw VGC-sportbeleidsplan In het kader van het Sport voor Allendecreet van de Vlaamse regering, stelde de VGC-sportdienst in 2007 een sportbeleidsplan op voor Brussel voor de periode 2008-2010. Het nieuwe VGC-sportbeleidsplan kreeg een positief advies van deVGC-sportraad op 6 november 2007. Het werd goedgekeurd door het VGC-College op 29 november en door de VGC-Raad op 14 december. Voor een goed begrip van het decreet, het Sport voor Allen-beleid, het VGC-sportbeleidsplan en de gemeentelijke sportbeleidsplannen, geven we hieronder de uitgangspunten op een rij. Het Sport voor Allen-beleid en het decreet dat de spelregels ervoor bepaalt, houden in dat een gemeente of een provincie of de VGC voor bepaalde acties of voor een bepaalde werking subsidies kan krijgen van de Vlaamse Gemeenschap. Voorwaarde is dat de gemeente, provincie of VGC een sportbeleidsplan opstelt. Hoe dat er moet uitzien en wat er moet instaan, wordt in het decreet bepaald. Als de Vlaamse overheid het sportbeleidsplan goedkeurt, krijgt de gemeente, provincie of VGC de subsidies. De gemeente, provincie of VGC moet hier zelf ook nog wel middelen tegenover stellen (cofinanciering van 50%). Vlaanderen bepaalt in het decreet ook ‘aandachtspunten’ waarbij de acties moeten aansluiten. Aandachtspunten zijn bijvoorbeeld: sport voor mensen met een beperking, ondersteuning van lokale sportverenigingen. Van bij het begin is de VGC-sportdienst heel interactief te werk gegaan bij de opmaak van het sportbeleidsplan: het werkveld werd erbij betrokken via bevragingen, via de sportraad en via tal van bestaande en nieuw opgerichte werkgroepen en stuurgroepen. Bij de opmaak van het VGC-sportbeleidsplan stond de afstemming tussen de gemeentelijke sportbeleidsplannen en het sportbeleidsplan van de VGC centraal. jaarverslag 2007 // 20
Welke zijn nu de klemtonen uit het VGC-sportbeleidsplan 2008-2010? Hieronder de belangrijkste punten op een rij: - 01// Er komt een nieuwe, zichtbare en efficiënte organisatiestructuur met de opstart van een ‘sportzonewerking’ (coördinatie en ondersteuning van sportactiviteiten binnen geografische zones in Brussel) en met in de toekomst een ‘Brussels Huis van de Sport’. - 02// Het is belangrijk om een goed uitgebouwd netwerk te hebben van advies- en inspraakorganen, overleg- en samenwerkingsverbanden met tal van interne en externe actoren. - 03// Kwaliteit als rode draad: op het vlak van structuren, aanbod, dienstverlening, infrastructuur en begeleiding.
Deze kwaliteit wordt permanent gemeten op basis van een nieuw opgezette methode. - 04// Communicatiekanalen en -dragers worden optimaal ingezet voor de bekendmaking van de VGC-sportdienst, het VGC-sportbeleid, haar dienstverlening en het sportaanbod, en aanpassing van de informatie aan de doelgroep. - 05// Aandacht gaat in de eerste plaats naar de ’kwantitatieve’ en ‘kwalitatieve’ uitbouw van sportclubs, zowel de grotere gestructureerde clubs als de kleinere lokale sportclubs. Dat gebeurt via een gepaste ondersteuning op basis van een nieuw reglement, via samenwerking met Vlaamse federaties en met grote clubs uit de rand rond Brussel, enz.
- 06// Bijdragen tot het creëren van een formele vrijetijdsomgeving in het Nederlands, onder andere via de uitbouw van schoolsportacademies, stageplaatsen van de vzw Buurtsport in de scholen, en de uitbreiding van het aantal ‘FOLLO’s’ (flexibele leerkrachten L.O., die kunnen ingezet worden voor de coördinatie van buitenschoolse activiteiten). Op deze manier voert het plan enkele aanbevelingen uit van de rondetafelconferentie Onderwijs. - 07// Ook het niet-georganiseerde Brusselse sportleven krijgt de nodige aandacht en ondersteuning, zowel op financieel vlak als op het vlak van dienstverlening (materiaal, begeleiding, informatie …). - 08// Het VGC-sportpromotiebeleid is een integraal beleid en richt zich tot iede-
reen, met specifieke aandacht voor de jeugd (basisonderwijs), buurtsport, maat- schappelijk kwetsbaren, personen met een handicap en de individuele sporter. - 09// De VGC-sportdienst blijft zelf actief en neemt initiatieven om sport te promoten op de diverse niveaus (regionaal, bovenlokaal en lokaal). Niettemin zullen de initiatieven meer dan tevoren passen binnen de algemene beleidslijnen en -prioriteiten. Deze initiatieven worden ontwikkeld samen met tal van landelijke, regionale, doelgroepgebonden en of lokale/gemeentelijke partners. - 10// Door de grote noden die er nog zijn op het vlak van infrastructuur, zal het VGC-beleid hier extra inspanningen doen: bestaande (school)sportinfrastructuur wordt nog meer ter
beschikking gesteld, er komen extra kunstgrasvelden en sportzalen (daar is het meeste nood aan), de VGC waakt erover dat de infrastructuur betaalbaar blijft en informatie over de Brusselse sportinfrastructuur is beschikbaar via een databank en via een digitale kaart. - 11// De dienstverlening op het vlak van deskundige begeleiding verbetert door de uitbreiding van de pool van gekwalificeerde begeleiders, het beter beschikbaar stellen van deze pool voor sportclubs en het voorzien van middelen voor de lokale uitbouw van het naschoolse sportaanbod. Het kadervormings- en bijscholingsaanbod worden uitgebreid.
www.vgc.be/sport jaarverslag 2007 // 21
cultuur
kengetallen Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek
GEMEENSCHAPSCENTRA
GEBRUIKERS
Aantal
MANNEN % VROUWEN % TOTAAL %
Aantal bezoekers
Theatervoorstellingen
700
54.000
0-14jr
15-24jr
25-34jr
35-44jr
45-54jr
55-64jr
65+
TOTAAL
852
1.700
2.453
1.888
1.483
618
277
9.271
Concerten
450
45.000
Cursusdagen
14.000
170.000
76.655
11.64%
4,36%
8,70%
12,55%
9,66%
7,59%
3,16%
1,42%
47,44%
834
2.927
2.901
1.652
1.272
488
199
10.273
4,27%
14,98%
14,84%
8,45%
6,51%
2,50%
1,02%
52,56%
1.686
4.627
5.354
3.540
2.755
1.106
476
19.544
8,63%
23,68%
27,39%
18,11%
14,10%
5,66%
2,44%
100%
leners via sociaal-culturele organisaties
1.080
UITLENINGEN
2007
leners via scholen
1.922
leners via andere bibliotheken (ibl)
167
TOTAAL
3.169
ALGEMEEN TOTAAL
22.713
%
GEDRUKTE MEDIA
De centra hebben hun deuren opengezet voor een 1000-tal repetities.
ZOMERSPEELPLEINEN 2006-2007 Ingeschreven kinderen (*) KLEUTERSPEELPLEINEN
Zomer 2006 (**)
Zomer 2007 (***)
Brouckère
177 (-58)
227
Parasol
100 (-53)
128
Sippelberg
243 (+54)
238
Linde
Veeweyde
120 (-4)
152
Populieren
Watermolen
108 (-6)
149
138 (+16)
154
VOLWASSENEN
269.851
40,97%
Wayez
JEUGD
76.655
11,64%
Windmolen
133 (+20)
170
TOTALEN
1019 (-31)
1218 (+199)
TOTAAL
346.506
52,61%
VOLWASSENEN
288.092
43,74%
JEUGD
23.993
3,64%
TOTAAL
312.085
47,39%
TOTAAL UITLENINGEN
658.591
100,00%
VERLENGINGEN
144.228
ALGEMEEN TOTAAL
802.819
Speelpleinen voor lagere school
Zomer 2006 (**)
Zomer 2007 (***)
Girabella
234 (+28)
211
Kastanjes
74 (-16)
207
186 (+25)
124
288 (+135)
310
782 (+42)
TOTALEN
852 (+70)
(*) van +/- 10 kinderen was er geen inschrijffiche (**) In vergelijking met 2005 (***) In vergelijking met 2006 (Inschrijvingen zomervakantie en paasvakantie)
AUDIOVISUELE MEDIA
Gemiddeld aantal dagen dat de kinderen naar het speelplein kwamen (= aanwezigheden : aantal ingeschreven kinderen) KLEUTERSPEELPLEINEN
CULTUURWAARDEBON - seizoen 2006-2007 Aanvragen per leeftijdscategorie Bons
%
4 tot 14 jaar
4.669
7,12%
15 tot 24 jaar
9.680
14,76%
25 tot 34 jaar
14.516
22,14%
35 tot 44 jaar
9.005
13,73%
45 tot 54 jaar
8.869
13,53%
55 tot 65 jaar
7.207
10,99%
65 tot 74 jaar
5.489
8,37%
75 jaar en ouder
3.773
5,75%
27
0,04%
2.329
3,55%
65.564
100,00%
Nieuwe inwoners: geen leeftijd vermeld TOTAAL* *Exclusief aanvragen door scholen en verenigingen. Hierbij wordt geen leeftijd geregistreerd.
Zomer 2007
Brouckère
12,7
13,7
Girabella
Parasol
13,6
13,7
Kastanjes
Sippelberg
12,2
13,4
Linde
Veeweyde
13,5
14,2
Populieren
11,5
11,9
Watermolen
14,6
11,6
Wayez
17,4
14,1
14
14,8
13,8
13,6
TOTALEN
12,2
11,6
Windmolen
LEEFTIJDSCATEGORIE
Geen leeftijd vermeld
Zomer 2006
TYPE AANVRAGER
Effectief gebruikt
%
Individuen
28.202
53,09%
Welzijnsorganisaties
10.439
19,65%
Verenigingen Brussel
10.850
20,43%
669
1,26%
1.977
3,72%
Verenigingen Rand Onderwijsinstellingen - Brussel Onderwijsinstellingen - Rand TOTAAL
984
1,85%
53.121
100,00%
INSTELLING
Bons
%
Musea en tentoonstellingen
9.808
18,46%
Muziek
8.210
15,46%
6.434
12,11%
Diverse disciplines - podia
28.669
53,97%
TOTAAL
53.121
100,00%
Zomer 2007
10,2
12,4
17
11,4
14,1
10,7
Uitleningen per doelgroep
speelplein
1,38%
10
12,69%
92
andere
16,41%
119
intern
7,03%
51
gemeenschapscentra
5,24%
38
onderwijs
30,34%
220
sportverenigingen
17,93%
130
jeugdverenigingen
12,28%
89 0
jaarverslag 2007 // 22
Zomer 2006
Uitleendienst sport en spel
sociaal-cultureel
Waar werden de cultuurwaardebons gebruikt?
Theater
TOTALEN
Speelpleinen voor lagere school
50
100
150
200
250
300
jaarverslag 2007 // 23
Inleiding
On
der
wij
s
De Vlaamse Gemeenschapscommissie ondersteunt scholen en verenigingen die de kwaliteit van het onderwijs in Brussel verbeteren, en heeft ook een aantal eigen onderwijsinstellingen onder haar hoede. De Vlaamse Gemeenschapscommissie voert haar algemeen onderwijsbeleid netoverschrijdend. Het is complementair aan dat van de Vlaamse Gemeenschap en het ondersteunt het lokale schoolbeleid. De Vlaamse Gemeenschapscommissie vormt een forum, is belangenbehartiger en spreekbuis voor alle scholen.
Ze analyseert gegevens zoals leerlingen- cijfers, wetteksten … De VGC zet zelf kwaliteitsbevorderende initiatieven op, ondersteunt derden die kwaliteitsbevorderende initiatieven ondernemen en voert een promotiebeleid voor het Brussels Nederlandstalig onderwijs. In 2007 lag de nadruk van het VGC-onderwijsbeleid op het verhogen van de kwaliteit van het Brussels Nederlandstalig onderwijs door de scholen pedagogisch-didactische ondersteuning te bieden, zo veel mogelijk op maat van het Brusselse publiek.
Daarnaast wil de VGC de schoolinfrastructuur verbeteren, bovenop de inspanningen van Vlaanderen. Een derde klemtoon is de aanpak van de knelpuntberoepen. Dat doet de VGC door de nodige opleidingen (onder andere TSO en BSO) te promoten, te garanderen, te ondersteunen en te organiseren, zowel op het niveau van het secundair onderwijs (bijvoorbeeld de studiekeuzebeurs) als van het volwassenen- onderwijs.
jaarverslag 2007 // 25
onderwijs
onderwijs Tanja Stas is beheerder van het Leermiddelencentrum.
“Tijdens de nascholingen wil men zoveel mogelijk concreet materiaal ontwikkelen en meegeven met de leerkrachten zodat ze daar direct in de klas mee aan de slag kunnen.”
Michael De Lausnay
Het Leermiddelencentrum is ontstaan enerzijds vanuit de vraag van leraren die op zoek zijn naar leermiddelen en achtergrondliteratuur en anderzijds vanuit de nood aan degelijk materiaal die het Nascholingscentrum ondervond bij het geven van nascholingen aan leerkrachten. Er was vooral nood aan materiaal op maat van de Brusselse situatie. Tijdens de nascholingen wil men zoveel mogelijk concreet materiaal ontwikkelen en meegeven met de leerkrachten zodat ze daar direct in de klas mee aan de slag kunnen. Het Leermiddelencentrum beschikt over heel wat handboeken, documentatie- en didactisch materiaal. Bepaalde zaken worden uitgeleend, andere
Onderwijsondersteuners gaan meer samenwerken
In het regeerakkoord van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de Beleidsnota Onderwijs 2004-2009 nemen respectievelijk het College en het bevoegde collegelid de optie om de werking van de verschillende onderwijspartners optimaal op elkaar af te stemmen. Deze keuze werd nog versterkt door de aanbevelingen van de rondetafelconferentie. Daarom nam de Vlaamse Gemeenschapscommissie samen met de Vlaamse Gemeenschap de beslissing om een geïntegreerd ondersteuningscentrum op te richten voor het Brussels Nederlandstalig onderwijs. Bedoeling is om de huidige ondersteuners te laten op- gaan in één werking om de efficiëntie, de effectiviteit en de kwaliteit van hun verschillende werkingen te optimaliseren. In eerste instantie gaat het over de huidige ondersteuners in het basisonderwijs: Taalvaart, BITS², de vzw Nascholingscentrum Brussels Hoofd-
jaarverslag 2007 // 26
stedelijk Gewest inclusief het Leermiddelencentrum, de vzw Schoolopbouwwerk Brussel en de vzw Voorrangsbeleid Brussel. Hieronder een woordje uitleg over elk van deze partners: - Taalvaart is een initiatief van de Vlaamse Gemeenschapscommissie om scholen intern te ondersteunen op het vlak van taalvaardigheidsonderwijs en omgaan met diversiteit. - BITS² ondersteunt scholen en leerkrachten zodat ze leren de computer efficiënt in te zetten als aanvullend leermiddel bij taalvaardigheidsonderwijs. - Het Nascholingscentrum heeft als taak specifieke nascholingsprogramma’s te ontwikkelen voor en vorming te geven aan leraren, directies en andere onderwijsmensen in het basis- en het secundair onderwijs van het Brusselse hoofdstedelijke gewest.
- Het Leermiddelencentrum is een documentatiecentrum waar leerkrachten, directieleden, begeleiders, ondersteuners, nascholers en studenten van de lerarenopleiding onder deskundige begeleiding materialen en leermiddelen kunnen verkennen en ontlenen. - Schoolopbouwwerk Brussel stelt zich als doel ouders (of leerlingen) hun rechten en plichten in het onderwijssysteem te laten kennen en die zelfstandig te leren uitoefenen ten opzichte van scholen en andere onderwijspartners. - Voorrangsbeleid Brussel biedt externe ondersteuning aan basisscholen op het gebied van taalvaardigheidsonderwijs, efficiënt omgaan met diversiteit en differentiatie, samenwerken met ouders en samenwerken met andere onderwijspartners.
materialen zijn pas uitleenbaar na het volgen van de bijhorende sessie. Voor het kleuteronderwijs heeft het Nascholingscentrum bijvoorbeeld ver- teltassen ontwikkeld. Die gebruiken we als voorbeeldmateriaal in de nascholingssessies en bij materiaalverkenning. Het is immers de bedoeling dat de leerkrachten dergelijke tassen samen met de ouders maken binnen een thema dat in de klas aan de orde is. De verteltas wordt dan met de ouders meegegeven zodat er ook thuis leuke activiteiten worden opgezet met het boek en het thema dat in de klas aan bod komt. Elke verteltas is opgebouwd rond een bepaald thema: ‘Louis de kameleon’ gaat over kleuren, ‘Rood’
Deze verschillende initiatieven zullen een geïntegreerde ondersteuning aanbieden aan de scholen die dat willen. Op korte termijn wordt ook de mogelijkheid onderzocht voor een longitudinale werking van in het basisonderwijs naar het secundair onderwijs, dat is een werking die start in het basisonderwijs en doorloopt in het secundair onderwijs. In november 2007 werd een externe deskundige aangesteld die het geplande integratieproces voorbereidt en be- geleidt. De functionele start van het centrum is gepland in september 2008. De onderwijsondersteuners werken ook samen in hetzelfde gebouw: het Huis voor het Nederlandstalig Onderwijs in de Marcqstraat (zie hoofdstuk Gebouwen en Logistiek blz. 49 “Het Huis voor het Onderwijs – Alle onderwijspartners onder één dak”).
gaat over allerlei zaken in het rood, er is een verteltas met als thema ‘Wonen’… De thema’s worden zo gekozen dat het ook intercultureel zijn waarde heeft. Het thema wordt altijd gevoelsmatig benaderd: Wat betekent wonen? Woon je hier graag? Heb je hier altijd gewoond? … Het interculturele en interactieve aspect tussen ouders en kind is het belangrijkst. Die interactie kan zowel in de eigen taal als in het Nederlands gebeuren. Het welbevinden en de socio-emotionele betrokkenheid is immers van groot belang bij het aanleren van een andere taal. Hoe meer respect voor de eigen cultuur, hoe meer respect kinderen gaan hebben voor een andere cultuur, een andere taal.
Taalvaart http://taalvaart.vgc.be BITS² http://bits.vgc.be
Nascholingscentrum www.nascholingbrussel.be
Leermiddelencentrum http://leermiddelencentrum.vgc.be
Schoolopbouwwerk Brussel www.sowbrussel.be
Voorrangsbeleid Brussel www.vgc.be > Onderwijs en Vorming > Algemeen onderwijsbeleid > Pedagogisch-didactische ondersteuning jaarverslag 2007 // 27
onderwijs
onderwijs
Rondetafelconferentie over het Brussels Nederlandstalig onderwijs
Word een held in je vak Promotie voor TSO- en BSO-richtingen in Brussel De Vlaamse Gemeenschapscommissie voert elk jaar een promotiecampagne voor het Brussels Nederlandstalig onderwijs. Sinds een zestal jaar ligt de klemtoon van die jaarlijkse campagne steeds sterker en exclusiever op het secundair onderwijs, en in het bijzonder op het technisch (TSO) en het beroepsonderwijs (BSO). De slogan van de promotiecampagne in 2007 was ‘Word een held in je vak’. jaarverslag 2007 // 28
In mei en juni 2007 organiseerden de Vlaamse minister van Onderwijs en het VGC-collegelid bevoegd voor Onderwijs een rondetafelconferentie over het Brussels Nederlandstalig onderwijs. Bedoeling was om creatief na te denken over verschillende thema’s en doelstellingen. Vier werkgroepen met organisaties en deskundigen uit het werkveld bogen zich over maatregelen om de kwaliteit van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel te verbeteren. De directie Onderwijs organiseert ieder jaar ook een studiekeuzebeurs. Deze beurs biedt jongeren uit Brussel en omstreken de kans om kennis te maken met de verschillende TSO- en BSO-afstudeerrichtingen in het Brussels Nederlandstalig onderwijs. Het is een doe-beurs voor de leerlingen.
Na of voor het bezoek aan de beurs konden de klassen een bedrijf bezoeken. Ongeveer 50 scholen schreven zich in voor een bedrijfsbezoek.
De studiekeuzebeurs in 2007 kreeg als titel ‘Kies-en-keur-je-vak’ en vond plaats van 6 tot 9 maart, op een nieuwe locatie deze keer: in Autoworld, bij het Jubelpark. In totaal namen 85 scholen deel, met 103 begeleidende leerkrachten of directies, 1.828 leerlingen en 81 ouders. De ingeschreven klasgroepen kregen de mogelijkheid om er een volledige dag van te maken. Voor de eerste keer werden bedrijfsbezoeken georganiseerd.
In juni 2007 werd daarnaast een specifieke campagne gevoerd voor de nieuwe studierichtingen in drie Brusselse Nederlandstalige TSO- en BSO-scholen: auto, autotechnieken, haarstilist, podiumtechnieken en sociale en technische wetenschappen.
Voor de tweede keer werd een ouderavond georganiseerd. In totaal kwamen een 50-tal ouders naar de nocturne.
www.wordeenheld.be
Op 6 juli 2007 sloten beide ministers de debatten af met een slotconferentie in het Vlaams huis voor amateurkunsten in Brussel (Anderlecht). De voorzitters van de werkgroepen en de ministers bespraken de beleidsaanbevelingen van de verschillende werkgroepen. Volgende thema’s kwamen aan bod: leerlingen en ouders, schoolorganisatie en personeel, curriculum, en begeleiding en ondersteuning van scholen. De beleidsaanbevelingen en meer informatie zijn te vinden op de website: www.ond.vlaanderen.be/brussel. In januari 2008 stelden de ministers de eindconclusies en de geplande acties voor. Die werden gebundeld in een conceptnota (zie www.vgc.be/ onderwijs > algemeen onderwijsbeleid > rondetafelconferentie 2007).
In 2008 zullen zowel de Vlaamse Ge- meenschap als de Vlaamse Gemeenschapscommissie mogelijke pistes onderzoeken om tegemoet te komen aan deze aanbevelingen. Het VGC- College keurde op 24 januari 2008 de prioritaire actiepunten goed die de Vlaamse Gemeenschapscommissie specifiek zal opnemen in haar beleid. Dat zijn volgende punten: - de oprichting van een geïntegreerd ondersteunings- en expertisecentrum; - de gedifferentieerde uitbouw van het onderwijsaanbod secundair onderwijs; - het in kaart brengen van de capaciteitsproblemen in het basisonderwijs; - de taalstimulering van personen die actief zijn in de Brusselse Nederlandstalige vrijetijdsinitiatieven ondersteunen vanuit onderwijs; - de opvang en begeleiding van vooral jonge leerkrachten; - het voorzien van kinderopvang tijdens lessen NT2 voor ouders; - het onderling afstemmen van het Nederlandstalig onderwijs en het Nederlandstalig vrijetijdsaanbod.
www.vgc.be/onderwijs > algemeen onderwijsbeleid > rondetafelconferentie 2007 jaarverslag 2007 // 29
onderwijs
Plassen met Klasse
onderwijs In 2007 is de Vlaamse Gemeenschapscommissie gestart met het project ‘Plassen met Klasse’. Door ‘Plassen met Klasse’ kunnen basis- en secundaire scholen subsidies krijgen om het sanitair op school te renoveren. Sanitair wordt in de scholen vaak als bijzaak beschouwd. Dankzij dit project kan sanitair dat oud en versleten is, toch vernieuwd worden.
In 2007 keurde het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie vier projecten goed, voor in totaal 119.753,97 euro. www.vgc.be/onderwijs > ondersteuning voor scholen > basisonderwijs of secundair onderwijs
Julie Van Meckeren is projectleider van de Brusselse Zomerschool.
“Nieuw in 2007 was de uitbreiding van de doelgroep: niet enkel anderstalige nieuwkomers, maar ook anderstalige taalzwakke kinderen zijn welkom.” Tijdens de Brusselse Zomerschool krijgen anderstalige nieuwkomers en anderstalige kinderen van 6 tot 12 jaar gedurende 4 weken een taalbad via speelse taalactiviteiten. Nieuw in 2007 was de uitbreiding van de doelgroep: niet enkel anderstalige nieuwkomers, maar ook anderstalige taalzwakke kinderen zijn welkom. Daarenboven werd het aanbod uitgebreid naar een volledig dagaanbod. In de voormiddag leren de kinderen via taalactiviteiten het Nederlands.
In de namiddag ligt de nadruk op het speelse, het talige spelaanbod. Hiervoor werkt de Zomerschool samen met de VGC-speelpleinen. Via deze intensieve taalbegeleiding tijdens de schoolvakantie willen wij de overgang naar het Nederlandstalig onderwijs vergemakkelijken en op die manier ook de slaagkansen doen stijgen. Tegelijk willen wij de integratie van de kinderen bevorderen. Tijdens de eerste week wordt er dan ook gewerkt
rond het thema ‘kennismaking’: met elkaar, met de stad, met Brussel. De begeleiders van de Zomerschool en ook de scholen zelf merken een duidelijke verbetering na de intensieve training: kinderen die helemaal geen Nederlands spraken, kunnen toch hun plan trekken en zo moeten ook de scholen na de zomervakantie niet vanaf nul beginnen.
Nieuwe richtingen en initiatieven in de scholen van de VGC De Vlaamse Gemeenschapscommissie voert een algemeen onderwijsbeleid, maar zij heeft daarnaast ook een aantal onderwijsinstellingen onder haar hoede. Sinds de splitsing van de provincie Brabant in 1995 is de Vlaamse Gemeenschapscommissie inrichtende macht van de voormalige Nederlandstalige provinciale scholen gelegen op het grondgebied van het Brussels hoofdstedelijk gewest. Kwalitatief onderwijs in de Brusselse context, met oog voor innovatie: dat is het soort onderwijs dat de VGC als inrichtende macht wil organiseren. Het aanbod van de VGC-scholen is complementair aan het bestaande aanbod. De VGC gaat actief na wat de behoeften
In 2007 startten in de onderwijsinstellingen van de Vlaamse Gemeenschapscommissie enkele nieuwe projecten, afdelingen en opleidingen, die tegemoetkomen aan vragen van de specifieke doelgroepen en aan vragen van de arbeidsmarkt. Voor Elishout, school voor voeding, werd een eerste onderzoek gedaan naar de actualisering van het onderwijsaanbod van de school. Het is de bedoeling om de opleidingen nog meer toe te spitsen op nieuwe knelpunten op de arbeidsmarkt. Het Centrum voor Volwassenenonderwijs (CVO) Elishout-COOVI voerde gecombineerd onderwijs in, waarbij zelfstudie via het internet mogelijk wordt. Daarnaast organiseerde het CVO met steun van het Federaal Impulsfonds een opleiding voor allochtone leerkrachten. In Kasterlinden trok men het aanbod voor leerlingen met een primaire spraak-
en taalstoornis in de basisschool door naar het secundair onderwijs. De secundaire Kasterlinden-school is in 2007 bovendien geselecteerd door Vlaams onderwijsminister Frank Vandenbroucke om te onderzoeken hoe we de kansen op werk voor leerlingen met autisme kunnen verhogen. In Zaveldal startte men in 2007 met de omvorming van de opleiding ‘schoenhersteller’ (in afbouw) naar de opleiding ‘onderhoudshulp in instellingen en professionele schoonmaak’. De nieuwe opleiding is beter afgestemd op de doelgroep en op vragen van de arbeidsmarkt. Het Centrum voor Leerlingenbegeleiding van de VGC ondersteunde de scholen in het uitstippelen van een gezondheidsbeleid.
www.vgc.be/onderwijs > eigen onderwijsinstellingen
Sport en Spel Bewegen op school
Met het project ‘Sport en Spel’ geeft de Vlaamse Gemeenschapscommissie de Brusselse Nederlandstalige basis- en secundaire scholen de kans om hun sport- en spelmateriaal uit te breiden of te vernieuwen. Scholen kunnen bijvoorbeeld hun turnzaal uitrusten met allerhande toestellen of hun speelplaats verfraaien. Ze kunnen de schoolinfrastructuur ook openstellen voor een sportclub, een jeugdbeweging … In april 2007 werd dit project in een eerste proeffase opgestart met drie Brusselse Nederlandstalige scholen uit de drie verschillende netten. De proefjaarverslag 2007 // 30
zijn en besteedt daarbij veel aandacht aan minderheidsgroepen (bijv. kinderen en jongeren met een handicap).
scholen werden gekozen op basis van volgende criteria: vertegenwoordiging van de drie netten, specifieke vraag naar materiaal en het al dan niet lang bestaan van de nood aan nieuw of extra sport- en spelmateriaal. De maximumsubsidie per school bedraagt 6.000 euro. De subsidies zijn afkomstig uit het Stedenfonds. In het Stedenfonds zijn middelen voorzien om de kwaliteit van de uitrusting voor sport en spel in de scholen en de schoolomgeving te verbeteren, en dit als element van stadsvernieuwing.
Het is de bedoeling om in de huidige Stedenfondsperiode 2008-2013 het project ‘Sport en Spel - bewegen op school’ verder uit te bouwen. Zo zullen alle Nederlandstalige basisscholen en secundaire scholen in Brussel een aanvraag kunnen indienen.
Alle informatie vindt u op www.vgc.be/onderwijs > ondersteuning voor scholen > basisonderwijs of secundair onderwijs. jaarverslag 2007 // 31
onderwijs
onderwijs
kengetallen Evolutie aantal leerlingen in het gewoon Brussels Nederlandstalig onderwijs (bron: februaritellingen Vlaamse Gemeenschapscommissie)
KO
LO
Na een terugval van het aantal leerlingen in het Brussels Nederlandstalig kleuteronderwijs en lager onderwijs in de jaren ‘60 en ‘70 van vorige eeuw, kende het basisonderwijs begin jaren ‘80 een heropleving. Ook vandaag blijft het basisonderwijs nog steeds groeien. In het schooljaar 1979-1980 zaten er 4.347 kleuters in de Brusselse Nederlandstalige scholen. Vijftien jaar later was dit aantal bijna verdubbeld. Op dit moment is het kleuteronderwijs verder gegroeid tot meer dan 11.000 kleuters. Ook het lager onderwijs is er sterk op vooruitgegaan. Waar er in het schooljaar 1979-1980 sprake was van 8.946 lagereschoolleerlingen, is dit aantal gestegen tot bijna 13.500 leerlingen in het schooljaar 2007-2008. De terugval van het aantal scholieren in het secundair onderwijs duurde tot het einde van de jaren ’90. Vanaf het schooljaar 2000-2001 begon het leerlingenaantal opnieuw te stijgen om in het schooljaar 2006-2007 terug het niveau van 1993-1994 te bereiken. De lichte terugval in het schooljaar 2007-2008 is te wijten aan de nakende sluiting van het Heilig-Hartcollege in Ganshoren. Sommige scholieren volgen les in andere Brusselse scholen, anderen zijn uitgeweken naar de rand rond Brussel.
SO
1993-1994
8.143
9.342
12.441
1994-1995
8.471
9.409
12.397
1995-1996
8.675
9.709
12.133
1996-1997
8.851
10.225
11.983
1997-1998
9.176
10.655
11.692
1998-1999
9.477
10.949
11.492
1999-2000
9.750
11.439
11.284
2000-2001
9.919
11.795
11.360
2001-2002
9.997
12.041
11.396
2002-2003
10.143
12.221
11.622
2003-2004
10.352
12.530
11.778
2004-2005
10.763
12.644
11.948
2005-2006
10.976
13.002
12.185
2006-2007
11.121
13.301
12.457
2007-2008
11.173
13.488
12.402
Evolutie thuistaal van de leerlingen in het gewoon Brussels Nederlandstalig onderwijs 01
(bron: februaritellingen Vlaamse Gemeenschapscommissie) Kleuteronderwijs
02
03
01// Secundaire school Sint-Jan Berchmanscollege – Ursulinenstraat 4 – 1000 Brussel 02// Basisschool Mariaschool – Rubensstraat 108 – 1030 Schaarbeek 03// Secundaire school Sint-Pieterscollege – L. Théodorstraat 167 – 1090 Jette
Schoolgevels krijgen facelift
Iedereen wil een mooie façade voor zijn woonst. Een goede eerste indruk maken geldt ook voor infrastructuur en gebouwen. Bij veel Brusselse scholen knelde op dit vlak het schoentje: hun gevels leken oud en versleten. Daarom besliste de Vlaamse Gemeenschapscommissie in 2004 om het ‘Gevelplan’ op te starten. Met steun van de VGC kunnen scholen hun gevel laten renoveren of een facelift doen ondergaan.
jaarverslag 2007 // 32
Een goed onderhouden schoolgevel kan een positieve uitstraling hebben op de schoolomgeving, maar kan ook navolging vinden in de rest van de wijk. Het hoeft niet gezegd dat ook de leerlingen zelf liever naar een school gaan die het bekijken waard is. Tot nu toe hebben meer dan dertig scholen van het Gevelplan gebruikt gemaakt. Ondertussen loopt dit project op zijn einde, drie scholen bevinden zich in de laatste fase.
Lager onderwijs
Secuncair onderwijs
NL
TG
FR
A
NL
TG
FR
A
NL
TG
FR
A
1993-1994
2.114
2.257
2.403
1.369
3.570
2.848
1.875
1.049
9.634
1.634
790
383
1994-1995
2.000
2.428
2.466
1.577
3.334
2.865
2.038
1.172
9.226
1.990
765
416
1995-1996
1.867
2.257
2.628
1.923
3.292
2.878
2.130
1.409
8.573
2.098
971
491
1996-1997
1.668
2.284
2.779
2.120
3.178
3.131
2.266
1.650
8.110
2.242
1.039
592
1997-1998
1.721
2.130
2.972
2.353
3.230
2.789
2.645
1.911
7.300
2.622
1.095
675
1998-1999
1.515
2.241
3.223
2.498
3.054
3.099
2.730
2.066
6.872
2.611
1.238
771
1999-2000
1.599
2.191
3.443
2.517
2.852
3.109
3.173
2.305
6.628
2.303
1.375
978
2000-2001
1.410
2.318
3.463
2.728
2.603
3.468
3.180
2.544
6.338
2.730
1.279
1.013
2001-2002
1.287
2.139
3.630
2.822
2.345
3.413
3.504
2.774
5.094
2.778
1.409
1.174
2002-2003
1.264
2.050
3.474
3.172
2.194
3.051
3.691
3.284
4.942
3.462
1.512
1.660
2003-2004
1.247
2.110
3.645
3.279
2.032
3.213
3.676
3.575
4.860
3.296
1.729
1.847
2004-2005
1.155
2.091
3.642
3.647
1.944
2.929
3.889
3.817
4.643
3.302
2.004
1.999
2005-2006
1.150
2.156
3.002
4.668
1.855
2.952
3.358
4.837
4.539
3.153
2.115
2.378
2006-2007
1.114
2.180
3.240
4.587
1.849
2.796
3.716
4.940
4.196
3.480
2.213
2.568
2007-2008
1.066
2.786
3.587
3.734
1.842
3.375
4.081
4.190
4.180
3.031
2.605
2.586
De populatie van het Brussels Nederlandstalig onderwijs is niet enkel gegroeid, maar ook veranderd. In het kleuteronderwijs is het aantal kleuters afkomstig uit een homogeen Franstalig of volledig anderstalig gezin, met andere woorden waar thuis geen Nederlands wordt gesproken, tussen ’79-’80 en ’95-‘96 vertienvoudigd (van 449 tot 4.551 kleuters). Momenteel is dit aantal verder gestegen tot meer dan 7.000 kleuters. Desondanks is het aantal kleuters waar thuis wel
Verklaring van de afkortingen
Nederlands wordt gesproken in absoluut aantal slechts weinig gedaald: van 3.898 naar 3.852. In het lager onderwijs steeg het aantal leerlingen waar thuis geen Nederlands wordt gesproken van 362 (’79-’80) over 3.210 (’94-’95) tot 8.271 leerlingen (’07-’08). Het aantal leerlingen waar thuis wel Nederlands wordt gesproken is in deze periode gedaald: van 8.584 naar 5.217 leerlingen. Ook het secundair onderwijs volgt dezelfde trend. Het aantal scholieren waar thuis geen
KO: kleuteronderwijs LO: lager onderwijs SO: secundair onderwijs
Nederlands wordt gesproken is tussen ’93-’94 en ’07-’08 gestegen van 1.173 tot 5.191 scholieren. Omgekeerd is op 15 jaar tijd het aantal scholieren waar thuis Nederlands wordt gesproken, gedaald van iets meer dan 11.000 naar een goede 7.000 scholieren. De cijfers tonen ook aan dat de stijging van het aantal scholieren sinds ’99-’00 grotendeels te danken is aan de scholieren die komen uit niet-Nederlandstalige gezinnen.
NL: homogeen Nederlandstalig TG: taalgemengd FR: homogeen Franstalig A: volledig anderstalig
jaarverslag 2007 // 33
Inleiding
We Gez lzijn ond en hei d
De directie Welzijn en Gezondheid dekt een grotere lading dan haar naam laat vermoeden. Niet alleen de sectoren ‘welzijn’ en ‘gezondheid’ behoren tot haar werkdomein, maar ook bijvoorbeeld kinderopvang, stedelijk beleid en etnisch-culturele minderheden. In al deze sectoren wordt steeds de nodige aandacht geschonken aan kansarme groepen. De dienst Welzijn werkt vooral voor jongeren, ouderen en personen met een handicap, zodat zij de nodige voorzieningen hebben in de stad. Nieuwe uitdagingen in de welzijnssector zijn: een lokaal sociaal beleid, een thuiszorgbeleid, het woonzorg-plan en de Integrale Jeugdhulp die alle instellingen voor jongeren met problemen op elkaar afstemt. In het kader van het algemeen welzijnswerk zijn er de Centra voor Algemeen Welzijn Mozaïek en Archipel. Iedereen kan daar terecht voor allerhande vragen en problemen. Deze centra werken ook mee aan de realisatie van het lokaal sociaal beleid via sociale infopunten. De dienst Gezondheid wil vooral de gezondheid bevorderen en gezondheidsproblemen voorkomen. Gezondheid
wordt daarbij zeer ruim gedefinieerd en omvat alle aspecten van lichamelijke, psychologische en sociale aard. Het Lokaal Gezondheidsoverleg (LOGO) Brussel speelt een belangrijke rol in de gezondheidspromotie en ziektepreventie. Ook de aanwezigheid van een Nederlandstalig zorgaanbod is een aandachtspunt. De dienst Kind en Gezin werkt in nauwe samenwerking met de Vlaamse organisatie Kind en Gezin aan een zo ruim mogelijk aanbod van Nederlandstalige kinderopvang in Brussel. Consultatiebureaus, kinderdagverblijven en Initiatieven Buitenschoolse Opvang (IBO) behoren tot het werkveld. Aandacht gaat momenteel vooral naar een voldoende aanbod van flexibele en occasionele opvang. Ook de taalondersteuning van het personeel in de kinderdagverblijven en in de IBO’s staat bovenaan de agenda. In 2007 werd het onderzoek ‘Opvoeden in Brussel’ afgerond, dat peilde naar het aanbod en de leemtes inzake opvoedingsondersteuning. De ondersteuning van gezinnen bij de opvoeding van hun kinderen wordt volgend jaar dan ook een bijzonder aandachtspunt.
De dienst Stedelijk Beleid overkoepelt verschillende werkeenheden. De werkeenheid Stedenfonds heeft in 2007 het Stedenfonds 1 (2003-2007) afgerond en het Stedenfonds 2 (2008- 2013) op de rails gezet. De werkeenheid Etnisch-Culturele Minderheden wil het samenleven van verschillende culturen bevorderen en de participatie en gelijke kansen van minderheden verhogen. De werkeenheid Opleiding tot Werken wil oplossingen bieden voor de werkloos- heidsproblematiek in de stad. Vooral een betere kennis van het Nederlands (op de werkvloer) en opleidingen in knelpuntberoepen vragen extra inspanningen. Belangrijke partner voor de directie is het revalidatiecentrum De Poolster. Dit centrum vult de beleidsactiviteiten van de VGC aan in de sector Welzijn en Gezondheid, meer bepaald in de sector personen met een handicap. In De Poolster kunnen personen met een auditieve handicap, met spraak-, taal-, leer- en stemstoornissen en met autisme terecht voor revalidatie. De Poolster is een eigen instelling van de VGC. jaarverslag 2007 // 35
welzijn en gezondheid
welzijn en gezondheid
Een scharnierjaar voor het Stedenfonds Het Stedenfonds heeft de opdracht om Vlaamse steden financieel te ondersteunen bij het voeren van een duurzaam stedenbeleid. Het richt zich hiervoor tot de 13 grootste steden in Vlaanderen en Brussel. Met het Stedenfonds wil de Vlaamse regering, samen met deze steden en met de VGC, de volgende doelstellingen realiseren: - de leefbaarheid van de steden ver- hogen, zowel op stads- als op wijkniveau; - de dualisering tegengaan; - de kwaliteit van het democratisch besturen verhogen. Voor het Stedenfonds was 2007 een scharnierjaar. Stedenfonds 1 liep af, en tegelijk werd het Stedenfonds 2 (2008-2013) voorbereid, in nauw overleg met Vlaanderen. Resultaat is een nieuwe beleidsovereenkomst tussen de VGC en de Vlaamse Gemeenschap, die op 18 oktober werd ondertekend. Daardoor werden sommige projecten in 2007 beëindigd, maar kennen andere doelstellingen en realisaties een nieuw begin.
School’, waarbij scholen gaan samenwerken met andere organisaties in de buurt. Ten slotte werden, door het opzetten van tewerkstellingsprojecten in onder andere de bouwsector, de scholen hersteld en verfraaid. En omdat de school ook visueel deel uitmaakt van haar buurt, werd een groot programma van schoolgevelrenovatie afgewerkt. Op onderwijsgebied waren er verder de alternatieve leerroutes voor jongeren die leermoe zijn. Voor deze doelgroep werden ook taaltrajecten opgestart met aandacht voor woorden, termen en uitdrukkingen die ze specifiek in hun latere werkomgeving nodig zullen hebben. Deze initiatieven passen in de strijd tegen de werkloosheid. Brussel heeft immers de hoogste werkloosheidscijfers van het land.
Onderwijs In het domein Onderwijs was er vooral aandacht voor de band tussen de school en haar omgeving. Door ouderbetrokkenheid te stimuleren geraken ouders meer geïnteresseerd in wat de school voor hun kind betekent. Er ontstaat ook een vruchtbaar overleg tussen de opvoedingspartners school en ouders. Daarnaast moet de school zich ook inbedden in haar omgeving. Dat werd onder andere aangemoedigd door het opstarten van enkele ‘Proeftuinen Brede jaarverslag 2007 // 36
wijken. In Sint-Joost-ten-Node opende het jeugdcentrum Aximax zijn deuren, waar kinderen en jongeren tussen 3 en 18 jaar naartoe kunnen voor sport-, spel- en vrijetijdsactiviteiten.
Welzijn De eerste stappen werden gezet in de uitbouw van het Lokaal Sociaal Beleid zoals dat ook in Vlaanderen wordt uitgewerkt (zie blz. 42).
>> Stedenfonds 2
Infrastructuur Met de Stedenfondsmiddelen werden ook enkele geïntegreerde wijkcentra uitgebouwd met een multifunctionele dienstverlening. In deze centra kunnen de wijkbewoners terecht voor allerhande activiteiten (gezelligheidsbijeenkomsten, infomomenten, sport, jongerenbijeenkomsten …). Voorbeelden zijn de zaal Excelsior in Kuregem en Zaal 58 in de Brabantwijk in Schaarbeek. Cultuur Ook op cultuurgebied ging er veel aandacht naar initiatieven op wijkniveau: kleinere activiteiten waar de buurtbewoners zoveel mogelijk actief (en passief) bij betrokken worden. Enkele artistieke interventies werden aangemoedigd, zoals de Palaverboom in de Marollenwijk, waarvoor de VGC in 2006 van de Vlaamse overheid de Thuis-in-de-Stadprijs kreeg.
>> Stedenfonds 1 Met de middelen die de VGC via het Stedenfonds 1 (2003-2007) van Vlaanderen ter beschikking kreeg, werd in de eerste plaats het reguliere beleid verbreed. Het accent lag in het algemeen op het versterken van het leven op wijkniveau. Hieronder een greep uit de Stedenfondsprojecten.
Het IBO zelf vormt hier het ‘nest’ waarrond een ‘net’ van organisaties uit de buurt hun diensten aanbieden om het de kinderen in hun vrije tijd zo aangenaam mogelijk te maken.
Kinderopvang Mensen met kinderen die werk zoeken, een inburgeringscursus of (taal-) cursussen volgen om hun tewerkstellingskansen te verhogen, vinden soms geen kinderopvang. Kinderdagverblijven zijn lang niet altijd in staat om vlot in te spelen op de vraag naar tijdelijke en onregelmatige opvang. Daarom werd een netwerk ontwikkeld van flexibele en occasionele kinderopvang waar ouders tijdens de cursus- of sollicitatiemomenten met hun kinderen terechtkunnen. Net zoals de scholen worden de Initiatieven voor Buitenschoolse Opvang (IBO’s) nauwer verweven met hun omgeving, en dat via het ‘XYZ-concept’.
Jeugd en sport Er kwam een ruim aanbod van de vzw Buurtsport in verschillende Brusselse
De VGC beschouwt het Stedenfonds 2 als een nieuwe start en wil met een vernieuwd elan een en ander her- oriënteren. Dat betekent geenszins dat goede initiatieven afgeschaft worden, maar ze moeten wel passen binnen de nieuwe beleidslijnen. Ook nu staat het Stedenfonds niet los van het reguliere beleid van de VGC, maar ligt het in het verlengde ervan. Drie grote beleidslijnen staan centraal: - De VGC wil nog meer aandacht besteden aan het aanleren en het spreken van het Nederlands in al de projecten die zij ondersteunt. Deze profilering betekent echter niet dat de VGC anderstaligen uitsluit. - De VGC wil de samenhang en de samenwerking tussen de verschillende initiatieven en organisaties op het terrein bevorderen. De meeste aandacht gaat daarbij naar projecten voor kinderen en jongeren, lokale dienstverlening, en betrokkenheid en participatie. - Ten slotte wil de VGC op een aantal domeinen extra inspanningen doen om de dienstverlening te versterken en verder uit te bouwen. Daarbij wordt onder meer gedacht aan de bundeling van alle instellingen die het onderwijs ondersteunen in een Brussels Onderwijscentrum, de verdere uitbouw van het Lokaal Sociaal Beleid, de herstructurering van de lokale dienstencentra en de gemeenschapscentra en de verdere uitbouw en versterking van het verenigingsleven.
www.vgc.be > Welzijn en Gezondheid > Stedenfonds
Werken aan etnischculturele diversiteit in de VGCadviesorganen
Sven Thierie
Realiseren van evenredige participatie en ‘empowerment’ van etnischculturele minderheden, en bevorderen van samenleven in diversiteit: dat zijn de twee beleidssporen uit het VGC-Minderhedenbeleidsplan 2006-2009 dat in 2006 werd goedgekeurd. Het beleidsspoor ‘Werken aan en realiseren van evenredige participatie en empowerment van etnisch-culturele minderheden’ werd in 2007 voor een deel geconcretiseerd met het project ‘Empowerment’ van het Forum van Etnisch-Culturele Minderheden (Min- derhedenforum). Het Minderhedenforum is een koepel van verenigingen van etnisch-culturele minderheden (allochtonen, vluchtelingen en woonwagenbewoners), die het woordvoerderschap van deze groepen op zich neemt. ‘Empowerment’ is een proces waarbij mensen of groepen ‘sterker worden’ en meer invloed krijgen op de gebeurtenissen en situaties die voor hen belangrijk zijn. Met het project ‘Empowerment’ wil het Minderhedenforum meer Nederlandstalige allochtonen laten zetelen in de advies-, inspraak- en overlegorganen in Brussel (vooral de organen binnen de VGC), en dat vanuit de vaststelling dat er te weinig allochtonen in die organen zitten. Dat komt onder andere doordat de drempel naar een dergelijk orgaan vaak hoog is. Het Minderhedenforum wil daar iets aan doen, op 2 manieren: - rekruteren en inventariseren van mogelijke toekomstige allochtone Nederlandstalige leden; - aanbieden van een vormings- en versterkingstraject aan de mogelijke toekomstige én aan de huidige leden.
De voorlopige resultaten na het eerste projectjaar zijn bemoedigend. Eind 2007 had het Minderhedenforum een sterk gemotiveerde groep van 10 geschikte kandidaten samengesteld die het eerste vormingstraject hebben doorlopen. Daarnaast staat een tweede groep van acht personen klaar om in het tweede vormingstraject te stappen. In totaal vond het Minderhedenforum 27 geschikte kandidaten om in een adviesraad te zetelen. Na dit eerste projectjaar staan zowel voor het Minderhedenforum als voor de Vlaamse Gemeenschapscommissie enkele belangrijke uitdagingen op stapel. Zo is het belangrijk om de kandidaten uit het eerste projectjaar voldoende groeikansen te bieden, en het profiel en de expertise van deze personen goed te laten aansluiten bij het adviesorgaan waarin ze terechtkomen en omgekeerd. Daarnaast wil het Minderhedenforum opnieuw verschillende nieuwe kanalen aanspreken om etnischculturele minderheden warm te maken voor het project. Het forum wil in de toekomst ook verder gaan dan louter de VGC-adviesraden en werkgroepen en de Lokale Overlegplatformen (LOP). De kandidaten moeten ook terechtkunnen in andere inspraakstructuren (gemeentelijke participatieorganen, raden van bestuur …).
www.minderhedenforum.be > (rechtsonder) Snelle links - Brusselwerking > Inspraak jaarverslag 2007 // 37
welzijn en gezondheid
welzijn en gezondheid
OPleiding tot werken Nederlands werkt. Taalcoaching op zijn Brussels. Brussel telt een aantal Nederlandstalige ‘inschakelingsacties’: organisaties die opleiding geven en werkervaring organiseren voor laaggeschoolden. Deze socioprofessionele organisaties krijgen ook te maken met anderstaligen. Omdat deze mensen na hun opleiding ook in Nederlandstalige en/of tweetalige voorzieningen en bedrijven zouden terechtkunnen, is het uiteraard belangrijk dat zij voldoende Nederlands leren om hun job te kunnen uitoefenen. Al enkele jaren begeleidt het Huis van het Nederlands deze werkervaringsorganisaties in het omgaan met een anderstalig publiek. De procesbegeleiders van het Huis van het Nederlands helpen de organisaties om een taalbeleidsplan op te stellen en om een gepast opleidingstraject Nederlands te kiezen. Daarbij wordt er vaak gefocust op het aanleren van Nederlands in functie van hun werk.
Centrum voor Basiseducatie Brusselleer
Op 6 december 2007 organiseerde het Huis van het Nederlands in het kader hiervan de studienamiddag ‘Nederlands werkt’, in samenwerking met het Centrum voor Basiseducatie ‘Brusselleer’ en Nederlandstalige Brusselse opleidings- en werkervaringsorganisaties. Tijdens deze studienamiddag stond meer specifiek ‘taalcoaching’ centraal. In verschillende workshops kwamen ervaringen met taalcoachen in opleidingen en in werkervaringsprojecten aan bod. Vakinstructeurs, taallesgevers, coördinatoren, veldwerkers en beleidsmakers uit Vlaanderen en Brussel
konden er kennismaken met de taalcoaching ‘op z’n Brussels’. Het unieke karakter van taalcoaching wordt het best zichtbaar in de praktijk. Zo was er een workshop ‘Keukenhulp in Spanje’, waarbij een Spaanssprekende lesgeefster een eenvoudig Spaans gerecht leerde maken aan de Nederlandstalige deelnemers. De deelnemers ondervonden hoe moeilijk het is voor cursisten om instructies te krijgen in een vreemde taal. Ze kregen zo inzicht in de manier waarop de taalcoach het taalverwervingsproces mee stuurt.
Work-up Brussel Het aantal werkzoekenden van allochtone origine in het Brussels hoofdstedelijk gewest ligt bijzonder hoog. Zij kennen vaak onvoldoende de arbeidsbegeleidende diensten of willen in een vertrouwde omgeving een beroep doen op de begeleiding die ze nodig hebben. In juli 2007 werd daarom, met steun van de VGC, het proefproject ‘Work-up Brussel’ gelanceerd. In dat project werken de verenigingen van etnischculturele minderheden samen om meer Brusselaars van allochtone origine aan het werk te krijgen. In het kader van Work-up Brussel heeft FMDO Brussel (Federatie Marokkaanse Democratische Organisaties) een zo- genaamde ‘toeleider’ aangeworven, met als taak allochtone werkzoekenden ‘toe te leiden’ naar opleidings- en tewerkstellingsdiensten, in jaarverslag 2007 // 38
eerste instantie naar de werkwinkels in Brussel. Daar worden werkzoekenden verder georiënteerd en begeleid naar opleiding en werk. Hiervoor werd een samenwerkingsakkoord afgesloten met Tracé Brussel, de organisatie die instaat voor de dagelijkse werking van de lokale werkwinkels in Brussel. De eerste werkwinkel die werd opgericht ligt in Brussel-centrum. In 2008 komen er 2 nieuwe vestigingen bij: de ‘Werkwinkel Zuid’ in Anderlecht en de ‘Werkwinkel Noord’ in Schaarbeek. De toeleider organiseert ook informatiesessies, samen met Tracé Brussel, waar werkzoekenden informatie krijgen over nieuwe maatregelen, rechten en plichten … Een stuurgroep leidt het hele project. Hij bestaat uit afgevaardigden van het FMDO, de trekkende verenigingen/ verbonden (Association des Burki-
nabés de Belgique, Espace Impulse, Federatie Afrikaanse Hoop (FEDA)), het Koerdisch Instituut van Brussel, de Raad van de Afrikaanse Gemeenschappen in Europa/België (RVDAGE), de Federatie van Zelforganisaties in Vlaanderen Brussel, het Minderhedenforum, RIC Foyer Brussel en Tracé Brussel. Het is een experimenteel project, de eerste resultaten zullen midden 2008 worden geanalyseerd in overleg met de betrokken partners.
Tracé Brussel
Maarten Messiaen
Consulent voor allochtone verenigingen aan de slag
Sinds januari 2007 is een consulent voor allochtone zelforganisaties aan het werk bij de vzw Regionaal Integratiecentrum Foyer Brussel. Zijn takenpakket bestaat uit gegevensverzameling, informatieverstrekking, netwerking, dienstverlening, vorming en het vervullen van een brugfunctie, om zo de zelforganisaties van allochtonen te versterken en te ondersteunen. Enkele concrete voorbeelden: - De consulent maakt de allochtone organisaties wegwijs: Welke subsidiekanalen en fondsen bestaan er? Wie zijn interessante partners om mee samen te werken? Bij welke dienst van de VGC kan een organisatie waarvoor terecht? - De consulent informeert de organisaties over het VGC-beleid, de subsidiemogelijkheden, de subsidieregelingen en helpt hen bij het opstellen van subsidieaanvragen.
- De consulent helpt en ondersteunt (nieuwe) zelforganisaties bij de uitbouw van hun vereniging, bij de ontwikkeling en de uitvoering van hun activiteiten en projecten, bij de eventuele samenwerking die ze in dit kader kunnen opzetten, bij visie- en projectontwikkeling. Tijdens de eerste maanden van zijn aanstelling nam de consulent contact op met verschillende actoren: de VGC-administratie, de hoofdstedelijke verbonden, het Minderhedenforum, de adviesraad Etnisch-Culturele Minderheden, de gemeenschapscentra van de VGC en diverse andere geïnteresseerde organisaties uit het Brusselse Nederlandstalige werkveld. Dat heeft onder andere geleid tot een gezamenlijke folder over het aanbod van al die verschillende partners voor de zelforganisaties. Via diverse platformen en rondetafels
maakte de consulent kennis met de allochtone verenigingen (bijvoorbeeld bijeenkomsten van Turkse en Marokkaanse verenigingen, Brussels Platform van het Minderhedenforum, samenkomsten project Work-up Brussel). Daarnaast werden de verenigingen elk apart gecontacteerd. Die inventarisatie- en netwerkingsopdracht in het allochtone middenveld heeft geleid tot een databank van het allochtone verenigingsleven met 172 contacten en een omgevingsanalyse van hun noden. Tot slot ondersteunde de consulent de vzw’s bij concrete dossiers in het kader van projectoproepen en organiseerde hij infomomenten.
www.foyer.be > sociale cohesie > migrantenconsulent jaarverslag 2007 // 39
welzijn en gezondheid
welzijn en gezondheid Ook Brusselse consultatiebureaus voor het Jonge Kind ontvangen heel wat anderstalige ouders. Nederlands leren kan voor deze ouders zinvol zijn in functie van het welzijn van hun kinderen. De aandacht die ouders al dan niet hebben voor de latere schooltaal, het Nederlands, beïnvloedt het schoolsucces van hun kinderen. Ouders spelen bovendien een belangrijke rol bij de moedertaalontwikkeling van hun kind. Ook als het Nederlands hun moedertaal niet is, kunnen ze wel zorgen voor optimale randvoorwaarden bij het (meer)talig opvoeden. Dat kan bijvoorbeeld door het Nederlands een plaats te geven in de vrijetijdsbeleving van hun kind. Verder kunnen ouders gestimuleerd worden om zelf Nederlands te leren, niet noodzakelijk om het zelf te spreken met hun kind, maar om hun kind te kunnen opvolgen, motiveren … en om zich beter te kunnen integreren in het Nederlandstalige schooltraject en de Nederlandstalige omgeving die ze voor hun kind kozen. Om ouders tijdig te kunnen sensibiliseren, informeren, adviseren en ondersteunen hebben de medewerkers van de consultatiebureaus nood aan achtergrond en instrumenten.
Caroline Verlinde is gezondheidscoördinator in Brussel.
“Om de zoektocht naar een Nederlandstalige zorgverlener te vereenvoudigen werd de website zorgzoeker gelanceerd.” Er zijn in Brussel verschillende organisaties actief op het gebied van de gezondheidszorg. Deze organisaties werkten in het verleden te weinig met elkaar samen, er was geen afstemming. In het kader daarvan kreeg de BWR (Brusselse Welzijnsen gezondheidsRaad) de taak toegewezen de gezondheidszorg in Brussel te coördineren.
Taalinitiatieven voor jonge kinderen
De Nederlandstalige patiënt staat hierbij centraal. Er werd vastgesteld dat Nederlandstalige patiënten vaak niet terechtkunnen bij een Nederlandstalige zorgverlener of zorginstelling hier in Brussel. Om de zoektocht naar een Neder- landstalige zorgverlener te vereen- voudigen werd de website zorgzoeker (www.zorgzoeker.be) gelanceerd. Zorg- zoeker is een databank met Nederlandstalige zorgverleners en welzijnsen gezondheidsinstellingen in Brussel. Een deel van de database is toegankelijk voor het ganse publiek, een tweede luik met specialisten is enkel toegankelijk voor de zorgverleners. Een ander initiatief is de start van de huisartsenwachtpost ‘Terranova’ in november 2007: de eerste Nederlandstalige wachtpost in Brussel, een centraal punt waar de Nederlandstalige patiënt terecht kan. De artsen die reeds deelnemen aan het centrale wachtpostsysteem zijn lovend. Ze vinden het een comfortabele, veilige manier van wachten doen en het is een betere setting om de patiënt te onderzoeken. Zeker de jongere patiënten nemen graag het heft in handen en gaan liever zelf naar de arts in plaats van thuis te zitten wachten. jaarverslag 2007 // 40
Brussel kent niet alleen een culturele, maar ook een talige diversiteit. Die diversiteit is bijvoorbeeld zichtbaar in de kinderopvang: heel wat allochtone en anderstalige kinderen vinden hun weg naar Nederlandstalige kinderdagverblijven en aansluitend naar Nederlandstalige kleuterscholen. Die diversiteit is boeiend, maar tegelijk ook moeilijk. Hoe als Nederlandstalig initiatief omgaan met kinderen die niets begrijpen van wat u zegt? Hoe anderstalige peuters zo vroeg mogelijk confronteren met het Nederlands? Kinderverzorg(st)ers willen vaardiger worden in het omgaan met die doelgroep. Het onderwijs werkt al langer aan de achterstandsproblematiek. Sinds kort is hiervoor ook aandacht in de kinderdagverblijven, in het bijzonder voor de groep kinderen tussen 18 maanden en 3 jaar. Om een antwoord te bieden op die vragen heeft de VGC ‘taalondersteuners’ aangeworven voor de voorschoolse sector (kinderdagverblijven en Initiatieven Buitenschoolse Opvang of IBO’s). De taalondersteuners maken deel uit
van het project Taalvaart, een initiatief van de VGC. Taalvaarters ondersteunen al langer intern de Nederlandstalige basisscholen met betrekking tot taalvaardigheid en omgaan met diversiteit. Dat doen ze sinds kort ook in de Nederlandstalige kinderdagverblijven en in de IBO’s. De taalondersteuners leren medewerkers van kinderdagverblijven omgaan met taaldiversiteit in een situatie waarin het Nederlands de belangrijkste communicatietaal blijft. Dit initiatief kreeg de naam ‘Leren praten gaat niet helemaal vanzelf’. In 2007 gingen twee taalondersteuners aan de slag in acht Nederlandstalige Brusselse kinderdagverblijven (Koekelberg, Sint-Lambrechts-Woluwe, Ukkel, Sint-Gillis, Elsene, Evere, Laken, Sint-Jans-Molenbeek). In een latere fase wordt dit project voortgezet en uitgebreid naar de overige kinderdagverblijven. Een derde taalondersteuner is sinds 2007 actief in de zes erkende initiatieven voor buitenschoolse opvang (Baloe, De Buiteling, De Verliefde Wolk, De Puzzel, Sapperdeboere en KIK).
Het Huis van het Nederlands ontwierp daarvoor in opdracht van de VGC een model, in nauwe samenwerking met de initiatiefnemers en de vrijwilligers van één test-consultatiebureau (Schaarbeek), met Kind en Gezin en met Taalvaart. Bedoeling is om dit model vanaf 2008 toe te passen in alle Brusselse Nederlandstalige consultatiebureaus.
Karen Verheyden werkt als taalondersteuner in kinderdagverblijven.
“We observeren, we werken mee en stimuleren de medewerkers in de kinderDagverblijven om bepaalde zaken op een andere, meer talige manier aan te pakken.” Als taalondersteuner willen wij de begeleiders in de kinderdagverblijven ondersteunen bij het aanleren van het Nederlands. Er komen immers meer en meer anderstalige kinderen naar de Nederlandstalige kinderdagverblijven. We observeren, we werken mee en stimuleren de medewerkers in de kinderdagverblijven om bepaalde zaken op een andere, meer talige manier aan te pakken. Soms proberen we ook extra structuur aan te brengen zodat er dagelijks tijd is voor taalactiviteiten.
Voor anderstalige kinderen is het kinderdagverblijf vaak het eerste contact met het Nederlands. Wij leren de begeleiders dat het belangrijk is dat je rustig en veel met deze kinderen spreekt, al verstaan ze je in het begin niet. Op die manier geef je de kinderen het gevoel dat ze welkom zijn en erbij horen. Op vraag van de VGC ontwikkelde het Centrum voor Taal & Onderwijs van de K.U.Leuven ‘Peuterprikkels’, een bundel met taalstimuleringsactiviteiten. Elk hoofdstuk is gekoppeld aan een thema
zoals ‘lieve mama’ of ‘autosporen’ en bestaat uit een inleiding, de activiteit zelf en enkele tips voor een uitbreiding zoals liedjes, extra boekjes ... Net die inleiding wordt in de dagelijkse praktijk soms vergeten en is voor de anderstalige kinderen van groot belang. Een Vlaamse peuter weet bij het thema ‘autosporen’ wat een band is want hij hoort zijn papa dat vertellen. Anderstalige kinderen weten vaak wel wat een auto is, maar kennen het woord band niet. Het is door die inleiding, de activiteit en veelvuldige herhaling dat de kinderen het Nederlands leren. jaarverslag 2007 // 41
welzijn en gezondheid
Eerste Sociaal Infopunt geopend in Brussel Het ‘Lokaal Sociaal Beleid’ heeft als doel het aanbod binnen de sociale dienstverlening beter op elkaar af te stemmen en transparant te maken. In Vlaanderen keurde het Vlaams Parlement in maart 2004 een decreet goed over Lokaal Sociaal Beleid. Om het welzijnslandschap ook in Brussel doorzichtiger, meer coherent en toegankelijk te maken stelde de Brusselse Welzijns- en gezondheidsRaad (BWR) in november 2004 een concept ‘Lokaal Sociaal Beleid in Brussel’ voor. Het conceptvoorstel, ontwikkeld door de BWR in overleg met werkveld en beleid, stelde een aanpak op drie niveaus voor, en dat zowel inhoudelijk (doelgroep, organisatie, beleid) als territoriaal (lokaal, zonaal, centraal). Om het Lokaal Sociaal Beleid in Brussel uit te bouwen, werd het gewest in 9 zones verdeeld. Daarbij werd rekening gehouden met de gemeentegrenzen en werd getracht om de zones zo
welzijn en gezondheid homogeen mogelijk uit te tekenen. De afbakening van de zones is gebaseerd op verschillende demografische en sociologische studies en onderzoeken van de afgelopen jaren. Deze 9 zones van het Lokaal Sociaal Beleid zullen in de toekomst gebruikt worden als geografische gebiedsomschrijvingen bij de uittekening van het hele welzijnsbeleid van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Het Lokaal Sociaal Beleid in Brussel wil de komende jaren Sociale Infopunten (SIP’s) uitbouwen in de 9 zones van het Brussels hoofdstedelijk gewest. Doelstellingen van deze infopunten zijn: - de onderlinge samenwerking en netwerking tussen de verschillende welzijnspartners in een bepaald gebied stimuleren; - een neutraal, professioneel en laagdrempelig onthaal- en oriëntatiepunt bieden dat openstaat voor alle welzijnsvragen zowel van hulpvragers als van hulpverleners. Op 28 juni 2007 opende het eerste Sociaal Infopunt, in de zone EtterbeekElsene. Doel van het Infopunt is de toegang tot het welzijnsaanbod voor de inwoners van Etterbeek en Elsene te verbeteren. Het Sociaal Infopunt vormt een algemeen en professioneel onthaalen oriëntatiepunt waar hulpvragers
Zones lokaal sociaal beleid
Gemeenschapscentra Dienstencentra Rusthuizen (erkend Vlaamse Gemeenschap) Rusthuizen (bi-communautair) CAW
jaarverslag 2007 // 42
informatie krijgen en gericht doorverwezen worden. Medewerkers van het Centrum voor Algemeen Welzijn Mozaïek en de vzw Chambéry bemannen het infopunt. Na enkele maanden waren in het Sociaal Infopunt een 100-tal hulpvragen binnengekomen. Die waren zeer divers: vragen over thuiszorg, kinderopvang, opleiding, financiële problemen, huisvesting, asielprocedure, noodhulp, administratieve vragen … Ook het profiel van de hulpvragers verschilt sterk: Belgen en niet-Belgen, senioren en jongeren, armen en rijken.
De stad aan zet: gezonde voeding en beweging in de grootstad
In 2008 staat de verdere uitbouw van 3 nieuwe Sociale Infopunten op het programma: Ganshoren-Jette-Sint-Agatha- Berchem, Schaarbeek-Sint-Joost-tenNode en Anderlecht. Daarnaast sloot de VGC in november 2007 een convenant met de Vlaamse overheid waarin staat dat er tegen eind 2009 een sociaal beleidsplan op tafel ligt voor Brussel. Zo wil de VGC ook inspelen op de nood aan een sterke en gedragen langetermijnvisie en een sturende rol opnemen in het Lokaal Sociaal Beleid.
‘Slimme zet!’, dat is de naam van de campagne waarmee het Brusselse LOGO (Lokaal Gezondheidsoverleg) sinds september 2007 Brusselaars aanzet om gezond te eten en meer te bewegen. Een rode pion is de mascotte van het project. LOGO Brussel nodigt het werkveld uit om zich niet ‘schaakmat’ te laten zetten. Brusselaars doen een ‘slimme zet’ wanneer ze gezond eten en meer bewegen. Heel wat scholen, organisaties uit de sociale sector en enkele bedrijven stapten mee in het project. Speciale aandacht ging naar organisaties die kansarmen bereiken. Zo werd vzw Pigment, een vereniging waar armen het woord nemen, de eerste ‘pionier’: een waarmerk om aan te geven dat men duurzaam wil werken aan gezonde voeding en beweging. Een belangrijk initiatief van deze vzw, want de doorsnee preventiecampagnes bereiken kansarmen vaak te weinig.
Daarnaast gaat bijzondere aandacht naar de Brusselse jongeren. Cijfers geven aan dat het aantal kinderen met overgewicht in Brussel toeneemt. De voorzieningen in de Bijzondere Jeugdzorg waren vragende partij om dit thema op te nemen. Dat bleek onder meer tijdens een druk bijgewoonde studiedag en via een enquête bij een 14-tal diensten die het LOGO moeten helpen om ondersteunende acties te ontwikkelen. Tijdens infosessies in de aanloop naar en tijdens het ‘Slimme zet!’-project, bleek al dat er in het algemeen veel interesse is voor gezonde voeding en beweging. Zo werden op 20 maart bedrijven en arbeidsgeneeskundige diensten uitgenodigd om samen na te denken over de aanpak van een beleid over gezonde voeding in bedrijven. In november was er een VGC- denkmiddag over hoe een stad als samenleving gemobiliseerd kan worden om te werken aan gezondere eetge-
woonten. Vertrekkend van het ‘Viasanoproject’ ging een panel van experts uit verschillende maatschappelijke sectoren het gesprek met de Brusselaars aan. Het Viasanoproject is gebaseerd op een communitygedachte waarbij het individu als deel uitmakend van een groep en als groep benaderd wordt. Het Viasanoproject werd al uitgewerkt in Moeskroen en Hasselt. Het vormt nu ook de achtergrond van het ‘Slimme zet!’-project. Geïnteresseerde organisaties en Brusselaars kunnen terecht op www.slimmezet.be voor meer info. De nieuwsbrief, die naar een 500-tal organisaties wordt verstuurd, is dé manier om op de hoogte te blijven van alle acties en projecten van partners en pioniers.
www.slimmezet.be jaarverslag 2007 // 43
Inleiding
Geb
ouw e Log n en isti ek Meer en betere gemeenschapsinfrastructuur uitbouwen om zo de fysieke omgeving in Brussel te verbeteren. Dat is wat de VGC wil bereiken met haar investeringsbeleid. Het VGC-investeringsbeleid steunt op twee pijlers: het uitbouwen van het eigen patrimonium en het verlenen van investeringssubsidies aan derden. Het Investeringsplan 2005-2010 be- schrijft de concrete uitvoering van het investeringsbeleid voor deze periode. Het plan voorziet voor de periode 2005-2010: - 68 miljoen euro investeringen voor het eigen patrimonium - 52 miljoen euro voor investeringssubsidies aan derden
De VGC voert infrastructuurwerken uit binnen elk van haar beleidsdomeinen: onderwijs en opleiding tot werk, welzijn en gezondheid, cultuur, jeugd en sport. Concreet gaat het over gemeenschapscentra, jeugdhuizen, bibliotheken, onderwijsinstellingen, kinderdagverblijven, welzijns- en dienstencentra. De directie Gebouwen en Logistiek coördineert de uitvoering van het Investeringsplan en de uitbouw en het onderhoud van het eigen patrimonium. Zij geeft ook advies aan gesubsidieerde organisaties. De directie staat verder in voor de facilitaire ondersteuning van de eigen organisatie.
De directie beheert ook een materieeluitleendienst waar Brusselse verenigingen allerlei materiaal kunnen lenen: audiovisueel materiaal (zang- en geluidsinstallaties), en allerhande ander materiaal voor de organisatie van activiteiten (tentoonstellingspanelen, een podium, sprekersgestoelte en een lichtinstallatie). In wat volgt een beschrijving en foto’s van enkele in het oog springende realisaties van de directie in 2007.
jaarverslag 2007 // 45
gebouwen en logistiek
gebouwen en logistiek
Verbouwingen gemeenschapscentrum De Kriekelaar (Gallaitstraat / Vanderlindenstraat, 1030 Brussel)
In 1995 droeg de Vlaamse Gemeenschap het gemeenschapscentrum De Kriekelaar over aan de Vlaamse Gemeenschapscommissie, net als de andere 21 gemeenschapscentra.
Jeugdcentrum Aximax
Het gebouwencomplex van De Kriekelaar ligt in Schaarbeek en bestaat uit drie grote delen: - 4 voormalige burgerwoningen gelegen aan de Gallaitstraat; - in het binnengebied een gebouw van vijf verdiepingen met aanpalende polyvalente zaal; - 7 panden gelegen aan de Vanderlindenstraat.
Een nieuwe speelplek voor Brusselse kinderen (J.W. Wilsonstraat, 1000 Brussel) Op 29 september 2007 opende een nieuw VGC-jeugdcentrum zijn deuren. Het gloednieuwe vrijetijdscentrum voor kinderen en jongeren in de J.W. Wilsonstraat in Brussel kwam er na volledige renovatie van een verwaarloosd gebouw. Het jeugdcentrum kreeg de naam Aximax en is er voor alle 3- tot 18-jarigen, zowel voor de niet-georganiseerde jeugd als voor scholen en jeugdverenigingen. Aximax is opgevat als een intercultureel vrijetijdscentrum. Centraal staat de betrokkenheid van de kinderen zelf en de buurt. Het pand werd verbouwd met 5 doelstellingen voor ogen: - een vrijetijdscentrum oprichten dat beantwoordt aan de vraag naar georganiseerde activiteiten voor kinderen en jongeren op het vlak van beweging, sport en creativiteit; - een ruimte creëren die de kinderen van de aanpalende scholen kunnen gebruiken als speelplaats; - een ruimte bieden om naschoolse opvang te organiseren voor de Nederlandstalige scholen in de buurt (zonder een initiatief voor buitenschoolse opvang te worden); - een vergader- en activiteitenlocatie bieden aan de Nederlandstalige verenigingen in de buurt; - een multifunctionele speelruimte bieden voor de speelpleinwerking van de VGC. jaarverslag 2007 // 46
Bram Penninckx
Yota! (een deelwerking van JES) en het gemeenschapscentrum Ten Noey raadpleegden ouders, kinderen en buurtbewoners en bundelden hun verlangens. Van bij de start van het project was de lokale verankering in de wijk immers van groot belang. Zo is de jeugdwerking geen eiland, maar een onderdeel van de plaatselijke gemeenschapsopbouw. Het gerenoveerde jeugdcentrum biedt kansen voor de hele wijk. Sint-Joost is een dichtbevolkte ge- meente met heel weinig openbare (speel)ruimte. De sport- en spelinfrastructuur van Aximax kan deze leemte gedeeltelijk opvullen. Een multifunc-
tionele infrastructuur in een dichtbevolkte wijk kan bijdragen tot het verbeteren van de leefkwaliteit van de buurt. De nieuwe sport- en spelinfrastructuur past in dit opzicht ook in een breder perspectief van wijkontwikkeling in Brusselse buurten die het wat moeilijker hebben. Bouwkosten en studies, inclusief btw: 3 miljoen euro
Het geheel werd volledig vernieuwd, in verschillende fasen: - In 2005 werd het pand Gallaitstraat 82 gerenoveerd tot buurthuis ‘Dada’ voor ouders met jonge kinderen. - Tussen 2005 en 2007 werd het grote ‘Klimopgebouw’ in het binnengebied grondig vernieuwd, samen met de aanpalende terrassen en tuinen. Op 27 januari 2007 werd het gebouw feestelijk geopend. Sindsdien vormt dit geheel samen met de grote zaal het kloppende hart van De Kriekelaar. - Begin 2008 werd de renovatie van het pand aan de Gallaitstraat 80 voltooid. Het is ingericht als ontmoetingsplaats voor een jeugdbeweging (KAJ Schaarbeek) en biedt werkruimtes voor jonge kunstenaars.
Bram Penninckx
De werken aan de panden in de Gallaitstraat werden mogelijk door steun van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering met Europese middelen. Bouwkosten en studies, inclusief btw: 3 miljoen euro
www.aximax.vgc.be
http://dekriekelaar.vgc.be
Bram Penninckx
jaarverslag 2007 // 47
gebouwen en logistiek
gebouwen en logistiek
De Zonnebloem
Het Huis voor het Onderwijs
Industriële hal wordt kinderdagverblijf
Alle onderwijspartners onder één dak
(Paul Jansonlaan 68, 1070 Brussel)
(Marcqstraat 16-18, 1000 Brussel)
In 1993 kocht de VGC een gebouw aan in de Paul Jansonlaan 68 in Anderlecht met de bedoeling er het ‘Djophuis’ (vzw Djophuis – Centrum voor Deeltijdse Vorming Brussel) te vestigen. Stedenbouwkundige belemmeringen en weerstand in de buurt gooiden roet in het eten en het project kon niet doorgaan. In diezelfde periode kampte het kinderdagverblijf De Zonnebloem met infrastructuurproblemen in haar pand in de Koning Soldaatlaan in Anderlecht. In 2001 werd beslist om het aangekochte pand te laten renoveren tot een nieuwe thuis voor kinderdagverblijf De Zonnebloem.
In 2001 kocht de Vlaamse Gemeenschapscommissie een pand in de Marcqstraat 16-18 in 1000 Brussel om er Brusselleer (het Brusselse centrum voor basiseducatie) en een aantal onderwijsondersteunende diensten in te huisvesten.
Het pand in de Paul Jansonlaan bestaat uit een burgerhuis aan de straatzijde, een achterhuis in het binnengedeelte en een industriële hal. Het geheel werd volledig en grondig gerenoveerd, met respect voor de oorspronkelijke architectuur van de drie delen. Kleurrijk toegevoegde bouwvolumes maken van de industriële hal een aangename
kinderwereld vol ontdekkingsmogelijkheden. Eind 2007 was de verbouwing voltooid, het kinderdagverblijf wordt in 2008 in gebruik genomen.
Bouwkosten en studies, inclusief btw: 2,7 miljoen euro
Georges Van Hamme werkt als architect bij de directie Gebouwen en Patrimonium.
“Per project stellen wij op basis van het eisenprogramma van de gebruikers een programma op om inhoudelijk te weten waar we naartoe willen.” Met onze directie zijn wij verantwoordelijk voor het in stand houden, renoveren, verbouwen en de nieuwbouw van het patrimonium van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Samen met mijn collega-architecten volg ik de grote projecten op. Per project stellen wij op basis van het eisenprogramma van de gebruikers een programma op om inhoudelijk te weten waar we naartoe willen. Vervolgens wordt er een extern ontwerpbureau aangesteld en wordt in overleg met het ontwerpbureau en de toekomstige gebruikers het programma verder uitgediept. Eenmaal het uitvoeringsontwerp af is, kunnen we overgaan tot de uiteindejaarverslag 2007 // 48
lijke aanbesteding en volgen wij als vertegenwoordiger van de bouwheer de realisatie van het project op tot bij de eindafwerking. Het kinderdagverblijf De Zonnebloem is één van de projecten waar ik nauw bij betrokken was. Een oud atelier van een lederwarenfabrikant werd omgevormd tot een kinderdagverblijf, met behoud van de bestaande architectuur. Vooral de atelierruimte die een zeer open ruimte was en het behoud van de sheddaken (typische dakvorm op oude fabrieken, red.) die zorgen voor enorm veel daglicht, maken dat het er zeer aangenaam is. Het geheel is opgevat als
één grote ruimte waarin door middel van glazen wanden diverse leefruimtes voor de verschillende leeftijden zijn ingebracht. Aansluitend werden een aantal boxen in het geheel geïntegreerd die dienst doen als slaapruimte en badruimte. De boxen hebben telkens een andere kleur - rood, blauw …- wat de ruimte een speels effect geeft. Ten slotte zijn alle leefruimtes aan elkaar geschakeld door een binnentuintje dat in combinatie met de shed-daken toch een openluchtgevoel creëert. Maar bij mooi weer kunnen de kinderen ook in de grotere buitentuin spelen.
Het aangekochte kantoorgebouw was afgeleefd en moest grondig gerenoveerd worden. De architecten tekenden een concept uit met werkruimtes voor de verschillende bewoners bovenaan in het gebouw, en met polyvalente les- en vergaderlokalen op de onderste verdiepingen. De polyvalente lokalen kunnen door verschuifbare wanden uitgebreid worden tot grotere lokalen. De vides (weglaten van een deel van de vloer tussen twee verdiepingen), het weglaten van valse plafonds en de functionele plaatsing van kasten en glaspartijen (zodat het natuurlijk licht tot diep in het gebouw kan doordringen), verhogen het ruimtegevoel in het gebouw, wat de leefbaarheid ten goede komt. Ook een doordacht ventilatieconcept en een kwaliteitsvolle architectuur dragen daartoe bij.
In het ontwerp was er bijzondere aandacht voor de integratie en de uitstraling van dit kantoorgebouw in een typische woonstraat. Belangrijk was ook een optimale energieprestatie van het gebouw, vandaar de keuze voor volledige isolatie, hogerendementsbeglazing, efficiënte verlichting en een energiezuinige gasverwarmingsketel. Brusselleer trok eind augustus 2007 in het gebouw, de onderwijsondersteunende partners (Nascholingscentrum Brussels Hoofdstedelijk Gewest vzw, Schoolopbouwwerk Brussel vzw en Taalvaart) hebben hun intrek genomen in het voorjaar van 2008.
Bouwkosten en studies, inclusief btw: 3,4 miljoen euro
kengetallen Uitleningen materieeluitleendienst Aantal uitleningen zanginstallaties Aantal uitleningen booster kofferversterker
Grootste 'lopende' (ver)bouwdossiers 152
Jeugdtheater Bronks - bouwwerken incl. uitrusting
9.986.537,88 euro
75
Gemeenschapscentrum De Kriekelaar - renovatie klimopgebouw
2.307.262,98 euro
Aantal uitleningen geluidsinstallaties
481
Aantal uitleningen videomateriaal
215
Aantal uitleningen ander materiaal (podium, lichtinstallatie …)
95
Aantal uitleningen bestelwagens en minibusje
275
Gemeenschapscentrum De Kriekelaar - renovatie nr. 80 Gemeenschapscentrum De Pianofabriek - renovatie voorbouw Fortstraat Gemeenschapscentrum De Pianofabriek - renovatie achterbouw W. Tellstraat
900.000,00 euro 3.415.615,17 euro 288.879,64 euro
Jeugdcentrum Ten Nude - verbouwing centrum en speelplaats
2.906.816,09 euro
Onderwijsinstelling Elishout - COOVI / bouwproject Campus
25.585.647,38 euro
Huis van het Nederlandstalig Onderwijs
3.403.020,57 euro
Kinderdagverblijf De Zonnebloem / Jansonlaan – renovatie
2.753.934,14 euro
Kinderdagverblijf Mallemuis – renovatie
1.325.500,20 euro
jaarverslag 2007 // 49
Inleiding
Fin anc Alg iën e em n e Zak ne en
Financiën De dienst Financiën heeft twee grote kerntaken. Jaarlijks maakt de dienst de begroting op: een raming van alle inkomsten en uitgaven. De begroting is een belangrijke richtlijn voor het beleid van de VGC. Daarnaast beheert Financiën de middelen en de uitgaven. De dienst staat in voor de beleidsondersteuning op het gebied van de financiële procedures, het vermogensbeheer, de analyse van de financiële gegevens en het voeren van een correcte boekhouding en een optimaal thesauriebeleid.
Algemene Zaken De dienst Algemene Zaken staat onder meer in voor de informaticaondersteuning. Zo werkte de informaticaploeg het voorbije jaar mee aan de opstart van het BruNO-project dat het uitleenverkeer tussen verschillende bibliotheken mogelijk maakt (zie hoofdstuk directie Cultuur). Er werd ook werk gemaakt van de beveiliging van het interne netwerk van de administratie. Daarnaast beheert de dienst Algemene Zaken de databank van de Vlaamse Brusselaars, volgt ze verzekeringsdossiers op en staat ze in voor de aankoop en verspreiding van documentatie. Ook het onthaal van de bezoekers, de catering en de dispatching behoren tot de taken van Algemene Zaken. De dienst verstrekt ook juridisch advies.
Communicatie De dienst ontwikkelt en ondersteunt de interne en externe communicatie van de VGC. Het gaat om drukwerken, evenementen, advertenties, campagnes, mediaplaatsing, intranet, websites en nieuwsbrieven. Belangrijke initiatieven zijn de onthaalpakketten voor nieuwe inwoners, de website DigitaalBrussel (de Brusselse portaalsite), de projecten Wonen in Brussel en de Gouden Ketjes en de website www.vgc.be. Burgers en organisaties kunnen bij de dienst terecht met al hun vragen over de VGC.
www.vgc.be http://stijlhandboek.vgc.be jaarverslag 2007 // 51
financiën en algemene zaken
financiën en algemene zaken
Eerste Gouden Ketjes uitgereikt voor Brusselse baanbrekers In 2007 heeft de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het eerst de ‘Gouden Ketjes’ uitgereikt. Dat zijn jaarlijkse geldprijzen waarmee de VGC Brusselse baanbrekers in de bloemetjes wil zetten. Die baanbrekers kunnen zowel organisaties, personen als bedrijven zijn – als ze maar iets uitzonderlijks gepresteerd hebben in en voor Brussel. De Vlaamse Gemeenschapscommissie had al jarenlang de traditie om prijzen uit te reiken. Zo was er de Sportprijs, de Prijs van het Sociaal-Cultureel Werk, de Kleurrijk Brusselprijs, de Onderwijsprijs. Eind 2006 groeide het idee om al deze prijzen samen te voegen en ze uit te reiken op één feestelijke avond. Zo ontstonden de nieuwe prijzen van de VGC, de Gouden Ketjes.
De doelstellingen van de Gouden Ketjes zijn: - het werkveld aanmoedigen en zijn maatschappelijk belang erkennen; - de zichtbaarheid van werkveld en VGC naar het publiek versterken; - de gemeenschapsvorming rond de VGC en haar werkveld ondersteunen. Een centraal thema loopt als een rode draad doorheen de prijzen. In 2007 was dat ‘gelijke kansen’. Op donderdag 21 juni 2007 vond de eerste feestelijke uitreiking van de Gouden Ketjes plaats in de Ancienne Belgique. Er werden Gouden Ketjes uitgereikt voor Onderwijs, voor Welzijn en Gezondheid, voor Cultuur, voor Sport, voor een Kleurrijk Brussel, en er was ook een Algemene Ket van het
jaar. Onafhankelijke jury’s droegen de genomineerden en de winnaars voor. Elke winnaar ging naar huis met 5.000 euro. De AB had een boeiende avond in elkaar gebokst, met muziek, optredens en sofagesprekken met de winnaars. Op www.goudenketjes.be leest u alles over de winnende projecten van vorig jaar en meer achtergrondinformatie over de Gouden Ketjes in het algemeen. De VGC wil van de uitreiking van de Gouden Ketjes een jaarlijks ankermoment maken: een hoogtepunt waar de beleidsverantwoordelijken, het werkveld, de administratie en nog een heleboel andere mensen elkaar ontmoeten op een geweldig feest. www.goudenketjes.be
En de winnaar is … - Gouden Ketje voor Cultuur - vzw De Krijtkring / vzw Inyangé - Gouden Ketje voor Welzijn en Gezondheid - Elmer vzw - Gouden Ketje voor Onderwijs - EHSAL, Hoger Onderwijs - Gouden Ketje voor Sport - Zwemclub De Durvers vzw - Gouden Ketje voor een Kleurrijk Brussel - Nasci, dienstencentrum voor het kind - De Gouden Ket van het jaar - Gemeentelijke Basisschool Sint-Joost-aan-Zee jaarverslag 2007 // 52
Winnaar van de ‘gouden ket van het jaar’ - 2007
“De bedoeling van het kookboek is om een ouderwerking op te starten waarbij we zoveel mogelijk ouders bereiken, een ouderwerking die ook representatief is voor de samenstelling van de school.” Sven Moens is directeur van de Gemeentelijke Basisschool SintJoost-aan-Zee. De school was met haar kookboek-project de gelukkige winnaar van de Gouden Ket van het jaar in 2007. Onze school telt ongeveer 37 verschillende nationaliteiten. De bedoeling van het kookboek is om een ouderwerking op te starten waarbij we zoveel mogelijk ouders bereiken, een ouderwerking die ook representatief is voor de samenstelling van de school. Het kookboek omvat allemaal kipgerechten waarbij de verschillende landen
aan bod komen. Tijdens kooknamiddagen wordt er telkens een gerecht uit een ander land klaargemaakt. Iedereen komt aan de beurt en men kan er proeven van elkaars gerechten. Op het moment dat de ouders aan tafel zitten kunnen vervolgens ook een aantal zaken besproken worden die zeer schoolspecifiek zijn: rond communicatie tussen school en ouders bijvoorbeeld, of een bepaalde werking of een project dat we doen. Wij zijn altijd al een vrij open school geweest. Wij gaan op huisbezoek, proberen al jaren de ouders via laagdrempelige activiteiten bij de
school te betrekken … Voor ons is dat evident. Toch was het winnen van de Gouden Ket natuurlijk leuk en een heel positieve bevestiging van de energie van alle mensen die hier werken en van de ouders. 5.000 euro is natuurlijk een grote som zowel voor de school als voor de ouders. Het geld wordt specifiek in het kookboekproject geïnvesteerd. Zo hebben wij bijvoorbeeld een aantal nieuwe kookpotten gekocht. Een groot deel van het geld zal ook gebruikt worden om aan al onze ouders een gratis exemplaar te geven.
jaarverslag 2007 // 53
financiën en algemene zaken
financiën en algemene zaken Martine Kockaert werkt voor Wonen in Brussel.
“Naast een goed uitgebouwde website bieden wij mensen de mogelijkheid om Brussel ook echt te verkennen.” Toen het informatiecentrum werd gesloten, was het belangrijk dat de aangeboden informatie op de website werd uitgebreid en overzichtelijk werd aangeboden. De rubrieken werden bijgewerkt en ook een aantal nieuwe elementen zoals een stukje rond belastingen werden aan de website toegevoegd. We hebben ook geprobeerd om woneninbrussel.be zo gebruiksvriendelijk mogelijk te maken.
Wonen in Brussel Een nieuwe website, een nieuw elan
jaarverslag 2007 // 54
Een nieuwe website met een nieuwe ‘look’, een nieuw logo, een advertentiecampagne en een nieuwe promotiefolder: In 2007 werd het nieuwe ‘Wonen in Brussel’ een feit. In 2006 al had het bevoegde collegelid beslist dat Wonen in Brussel een nieuw profiel en elan moest krijgen. De baliewerking op het Muntplein verdween. Het accent kwam te liggen op dienstverlening via het 0800-nummer, de website en het beantwoorden van vragen via e-mail. De website moest de belangrijkste informatiebron worden.
De site werd daarom volledig doorgelicht en herwerkt, met volgende doelstellingen voorop: - uitgebreide informatie bieden over alle aspecten van wonen (huren, kopen) en specifiek over wonen in Brussel (premies, bevoegde instanties …); - een sfeer scheppen over Brussel als woonstad.
Daarnaast was het belangrijk dat enkele producten van Wonen in Brussel duidelijk aan bod kwamen op de site: - In de woonbank kunnen bezoekers een woning zoeken binnen de 19 Brusselse gemeenten, of kunnen ze zelf gratis een woning te koop of te huur aanbieden. - De woontours verkennen het Brussels hoofdstedelijk gewest met al zijn charmante, maar veelal on- gekende woonmogelijkheden, per bus of met de fiets. - De buurtbeschrijving met bij- horende fotoreportage leidt bezoekers
Naast een goed uitgebouwde website bieden wij mensen de mogelijkheid om Brussel ook echt te verkennen. Tijdens onze woontours – 4 bustours en 1 fietstour – verkennen wij het ganse gewest. Naast de karakteristieken van een wijk, de bevolking en de woningen bekijken wij ook het openbaar vervoer in de buurt, de markten, het aanbod van Nederlandstalig onderwijs … Tijdens de woontours stoppen we soms
doorheen de vele Brusselse woonwijken en belicht de diverse woonmogelijkheden. - Met de digitale kaart (een interactief Brussels stadsplan) kunnen bezoekers gemakkelijk instellingen en andere voorzieningen lokaliseren. Resultaat van de herwerking is een overzichtelijke en goed gestructureerde website waarin een bezoeker vlot zijn weg vindt. De website straalt een sfeer uit van Brussel als aantrekkelijke en hedendaagse stad.
in een park in de buurt en brengen we een huisbezoek aan mensen die al jaren in de stad wonen. Mensen zijn vaak maar een korte periode van hun leven bezig met het zoeken van een nieuwe woning. Het is dus belangrijk dat je die mensen op het goede moment op weg kan helpen.
Extra troef is de link tussen de woonbank en de buurtbeschrijving: bij iedere woning te huur of te koop kan de bezoeker doorklikken naar de beschrijving van de wijk waarin de woning ligt. Vanuit de woonbank is er ook een link naar de digitale kaart, zodat een bezoeker het adres meteen op de stadskaart ziet.
www.woneninbrussel.be jaarverslag 2007 // 55
financiën en algemene zaken
financiën en algemene zaken kengetallen
BEZOEKERS VGC.BE 30.000
Totaal
25.000 20.000
236.796
Maximum september 2007
25.956
Minimum juli 2007
15.558
Gemiddelde
19.733
15.000 10.000 5.000 0 jan
feb
ma
apr
mei
jun
jul
aug
sept
okt
nov
dec
Bart Dewaele
BRUSSEL IN BEELD Fotoboek BrusselBruxelles-Brussels
jaarverslag 2007 // 56
‘Brussel-Bruxelles-Brussels’: dat is de titel van een nieuw fotoboek over de hoofdstad dat in 2007 verscheen, uitgegeven door de VGC. Enkele jaren geleden gaf de Vlaamse Gemeenschapscommissie aan zes fotografen de opdracht om het Brussels gewest grondig en systematisch in kaart te brengen. Elke fotograaf belichtte de stad vanuit een andere invalshoek: de woningen, de winkels, de gebouwen, het straatbeeld, de structuur van de stad en de mensen die er wonen. De fotografen leverden sterke foto’s af, die de rijke diversiteit van Brussel tonen. Bovendien
is het de eerste keer dat Brussel op een dergelijke schaal fotografisch in kaart is gebracht. We beschikken nu over een uitgebreide verzameling met kwaliteitsvolle foto’s over Brussel anno 2005. Het fotoboek is gebaseerd op deze schat aan fotomateriaal en vormt zo een uniek document over Brussel aan het begin van de 21ste eeuw. De foto’s zijn aangevuld met teksten geschreven vanuit verschillende perspectieven: historisch, literair, sociaal-geografisch ... Het fotoboek is verkrijgbaar bij de VGC, via het loket op www.vgc.be.
Bart Dewaele
Bram Goots
Joris Prikken
Steven Van Leeuw
Michael De Lausnay
“… trotjes gaan maken door Brussel, zomaar flanerend langs de grote lanen, langs de ‘squares’ die merkwaardig rond zijn, langs de vijvers, waarin de stijlvolle art-deco huizen zich spiegelen, langs elegante, ranke flatgebouwen, langs parken, op en neer, of langs smalle, kromme steegjes, op pleinen, op rommelmarkten… of zomaar langs de mooie rij huizen aan het Elizabethpark in Koekelberg…”. Martine de Clercq Brussel-Bruxelles-Brussels
Hans Roels
jaarverslag 2007 // 57
Inleiding
Per s
one
el
De directie Personeel is verantwoordelijk voor het sturen van het personeelsbeleid en het personeelsbeheer van de VGC-administratie. De directie ondersteunt de werking van de andere directies van de Vlaamse Gemeenschapscommissie. Zij zorgt er meer bepaald voor dat die directies over het gepaste aantal medewerkers beschikken, met de nodige kennis en
vaardigheden, om hun opdrachten en de beleidsopties van het College te realiseren. De kernactiviteiten van de directie Personeel situeren zich rond de drie HR-processen instroom, doorstroom en uitstroom.
neelsbeheer en –beleid van de VGC. Competenties zijn eigenschappen van een medewerker die zich vertalen in observeerbaar of meetbaar gedrag. Het competentiemanagement is voor de directie Personeel een instrument om richting te geven aan de selectie van medewerkers, aan hun ontwikkeling en hun beoordeling.
Het competentiemanagement vormt de basis voor het integrale perso-
jaarverslag 2007 // 59
personeel
Diversiteit werkt De Vlaamse Gemeenschapscommissie hecht veel belang aan gelijke kansen. Kwaliteiten en vaardigheden zijn doorslaggevend, niet leeftijd, geslacht of afkomst.
De VGC wil dat haar personeelsbestand een weerspiegeling is van de stad in al haar verscheidenheid. Daarom voert de VGC een actief diversiteitsbeleid dat integraal deel uitmaakt van het personeelsbeleid. In alle kerntaken van de directie Personeel zitten acties verweven die de diversiteit bevorderen, bijvoorbeeld: - Selecties en examens: De directie Personeel stelt alle vacatures zo neutraal mogelijk op voor wat betreft geslacht of afkomst. De vacatures worden niet alleen verspreid via de klassieke kanalen, maar ook via alternatieve kanalen die zich specifiek richten tot de diversiteitsgroepen (bijv. Jobkanaal, Minderhedenforum …). Daarnaast neemt de directie deel aan jobbeurzen, gericht op diversiteitsthema’s. Een voorbeeld hiervan is de Interculturele jobbeurs van Kif Kif (zie verder). Bij examens en selecties kan er rekening gehouden worden met de specifieke beperking van de kandidaat. Zo werd in 2007 tijdens een selectiegesprek een beroep gedaan op een doventolk. Onlangs controleerde de Brailleliga enkele selectieproeven op het gebied van toegankelijkheid voor personen met een visuele beperking. Op basis van hun advies werd het selectiemateriaal aangepast. jaarverslag 2007 // 60
personeel
competentiemanagement
- Vorming: ‘Diversiteit op de werkvloer’ maakt ook deel uit van het vormingsaanbod voor de personeelsleden. Zo was er een opleiding over ‘interculturele communicatie’.
De juiste m/v op de juiste plaats
- Competentiemanagement: Een open, respectvolle houding is een basisvereiste voor elke werknemer bij de VGC. Deze houding wordt vertaald in de waardegebonden competenties, waarop iedere toekomstige werknemer wordt getest.
COMPETENTIE WOORDENBOEK DIRECTIE PERSONEEL
Kansengroepen 2007 Kansengroepen zijn specifieke groepen van mensen die het doorgaans moeilijker hebben om een gepaste job te vinden dan andere werkzoekenden. Naar het voorbeeld van de Vlaamse Gemeenschap heeft de VGC volgende kansengroepen bepaald: man/vrouw in het kader van de genderproblematiek, allochtonen, personen met een handicap, kortgeschoolden en ervaren werknemers. De registratie en monitoring van de kansengroepen ‘personen met een handicap’ en ‘allochtonen’ binnen het VGC-personeelsbestand is in volle ontwikkeling. De start, onder de vorm van een nulmeting, is gepland na de zomer van 2008. Daardoor zijn er voor het jaar 2007 geen exacte gegevens voor deze groepen gekend. Op 31 december 2007 lagen de verhoudingen als volgt: - Man – vrouw: Met 58 % zijn er iets meer vrouwen aan de slag. Toch is slechts 20 % van de managementfuncties ingevuld door vrouwen. - Ervaren werknemers: Bijna de helft van de werknemers is 45 jaar of ouder. 14,5 % van de personeelsleden is 55 jaar of ouder. - Kortgeschoolden: Ongeveer 34 % van de personeelsleden heeft maximaal een getuigschrift lager secundair onderwijs. - Personen met een handicap: Van alle personeelsleden is 1,2 % geregistreerd als persoon met een handicap. Het gaat om een vrijwillige registratie. Exacte gegevens zijn nog niet gekend, het eigenlijke percentage kan hoger liggen.
Competentiemanagement betekent: het geheel van activiteiten dat erop gericht is om competenties van medewerkers optimaal in te zetten en te ontwikkelen, met het oog op het realiseren van de opdracht en de doelstellingen van de VGC. Competenties zijn eigenschappen van een medewerker die zich vertalen in observeerbaar of meetbaar gedrag. Interculturele jobbeurs van Kif Kif in Antwerpen De directie Personeel volgt de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van diversiteit op de voet. In 2007 nam zij bijvoorbeeld deel aan de eerste interculturele jobbeurs. Die allereerste interculturele jobbeurs voor hooggeschoolde allochtonen vond plaats op 27 oktober in Antwerpen. Organisator Kif Kif, een intercultureel platform, wou met dit unieke evenement een brug slaan tussen de werkzoekende allochtonen en werkgevers. De VGC was, samen met een 30-tal andere organisaties, present. Volgens tellingen van Kif Kif waren er 1.250 werkzoekenden aanwezig. Uit een kleine enquête bij deze bezoekers bleek dat ongeveer 92 % van hen ten minste een diploma secundair onderwijs bezit. 60 % zei interessante contacten te hebben gelegd die uitzicht geven op een job. Kif Kif is ondertussen al gestart met de voorbereidingen voor een gelijkaardige jobbeurs in Brussel. De beurs is gepland in 2009 en zal openstaan voor alle opleidingsniveaus.
De directie Personeel bouwt de instrumenten voor het competentiemanagement voortdurend verder uit. Als vertrekpunt is een gemeenschappelijk raamwerk ontwikkeld met welomschreven definities en gedragsindica-
toren: het competentiewoordenboek van de VGC. Dit competentiewoordenboek geeft een overzicht van de competenties waarover de VGC-personeelsleden moeten beschikken om goed te kunnen functioneren. Zo 'n werkinstrument mag uiteraard niet alleen achter de schermen bij een directie Personeel gebruikt worden, maar moet ook gedragen en toegepast worden binnen de hele organisatie. Het jaar 2007 stond in het teken van de communicatie over het competentiewoordenboek naar de personeelsleden. In een eerste fase kreeg het competentiewoordenboek een aantrekkelijk en gebruiksvriendelijk kleedje, zodat het
een aangenaam werkinstrument is voor alle personeelsleden. In een tweede fase kregen alle kabinetten, vakbonden en leidinggevenden dit woordenboek. Aansluitend waren er opleidingen om de leidinggevenden vertrouwd te maken met het competentiedenken en met het nieuwe woordenboek. Zo zien zij, als cruciale eerste schakel, de meerwaarde en het gebruiksnut in van dit werkinstrument, en kunnen ze hun werknemers begeleiden als zij vragen hebben over hun competenties. In 2008 volgen er informatiesessies voor alle personeelsleden.
Lamia Khan is administratief medewerker in de vervangingspooL.
“Het werken op de verschillende afdelingen ervaar ik wel degelijk als een soort verrijking.” De vervangingspool wordt ingeschakeld bij zowel korte als langdurige afwezigheid van werknemers. Mijn takenpakket is bijgevolg heel divers: administratie, logistieke taken … Bij de vervangingspool is het belangrijk dat je heel flexibel bent: je moet soms van de ene kant van Brussel naar de andere kant.
Het werken op de verschillende afdelingen ervaar ik wel degelijk als een soort verrijking. Je leert de Vlaamse Gemeenschapscommissie kennen, de verschillende afdelingen, hoe alles draait. Bovendien leer je heel veel mensen kennen, wat leuk is uiteraard. Men apprecieert het ook dat je komt helpen.
Het nadeel is dat je wel over een heel groot takenpakket beschikt, maar je nooit echt tot op de basis kunt verdiepen. Als je voelt dat het schoentje ergens knelt, kan je dat niet overal veranderen gezien je er maar voor een korte periode bent.
jaarverslag 2007 // 61
personeel
kengetallen De hieronder weergegeven kengetallen geven een beeld van de waargenomen situatie op één bepaald ogenblik (mo- mentopname) of over een afgelijnde
referentieperiode (periodieke opname). Door het verzamelen van deze kengetallen op regelmatige tijdstippen kun- nen er ontwikkelingen zichtbaar worden.
In 2007 werden de kengetallen een eerste keer berekend waardoor er vanaf 2008 ontwikkelingen en trends kunnen worden vastgesteld.
leeftijdscurve
personeelsbestand kengetal
omschrijving
2007
personeelsomvang in personen op 31/12/07
aantal personeelsleden in personen op 31/12/07 (incl. personeel met een startbaanovereenkomst - excl. kabinetten excl. onderwijzend personeel)
personeelsomvang in VTE* op 31/12/07
aantal personeelsleden in VTE* op 31/12/07
personeelsomvang in personen voor jaar 2007
aantal personeelsleden in personen die in 2007 in dienst waren
man/vrouw verhouding in personen
aantal mannen t.o.v. aantal vrouwen in het personeelsbestand op 31/12/07
man/vrouw verhouding in VTE*
aantal VTE* mannen t.o.v. aantal VTE* vrouwen in het personeelsbestand op 31/12/07
M: 245,9 (44,1%) V: 311,9 (55,9%)
statuutratio
% statutaire personeelsleden t.o.v. het totale personeelsbestand op 31/12/07
37,6% (245/651)
vergrijzing
% personeelsleden vanaf 55 jaar t.o.v. het totale personeelsbestand op 31/12/07
hoogkwalificatie-ratio
% van de personeelsleden met een opleiding hoger onderwijs (niveau A en B) t.o.v. het totale personeelsbestand op 31/12/07
35
651
30 25
719
20
M: 296 (41,3%) V: 382 (58,7%)
14,4% (94/651)
aantal
557,8
15 10 5 0 21
23
25
27
29
31
33
35
37
39
41
43
45
47
49
51
53
55
57
59
61
63
leeftijd
42,2% (275/652)
* VTE= Voltijds equivalenten
diversiteit kengetal
omschrijving
Vrouwen / Mannen vertegenwoordiging vrouwen
aantal vrouwelijke personeelsleden t.o.v. de totale personeelssterkte (in % en absolute cijfers) op 31/12/07
58,7% (382/651)
vrouwen binnen niveau A (licentiaats- of masterdiploma)
% vrouwen binnen niveau A t.o.v. % vrouwen binnen de andere niveaus op 31/12/07
A: 60,1% (104/173) overige: 58% (278/479)
vrouwen in managementfuncties
% vrouwen in managementfuncties (A3/A2L/A2A/A2M) op 31/12/07
20% (1/5)
vertegenwoordiging mannen
aantal mannelijke personeelsleden t.o.v. de totale personeelssterkte (in % en absolute cijfers) op 31/12/07
41,3% (269/651)
mannen binnen niveau A (licentiaats- of masterdiploma)
% mannen binnen niveau A t.o.v. % mannen binnen de andere niveaus op 31/12/07
A: 39,9% (69/173) overige: 42% (201/479)
mannen in managementfuncties
% mannen in managementfuncties (A3/A2L/A2A/A2M) op 31/12/07
80% (4/5)
aantal personeelsleden met maximaal diploma lager secundair onderwijs (niveau D) t.o.v. de totale personeelssterkte (in % en absolute cijfers) op 31/12/07
33,9% (221/652)
aantal personeelsleden ouder dan 45 jaar t.o.v. de totale personeelssterkte (in % en absolute cijfers) op 31/12/07
49,5% (322/651)
Kort geschoolden vertegenwoordiging kort geschoolden Ervaren werknemers vertegenwoordiging ervaren werknemers
jaarverslag 2007 // 62
jaarverslag 2007 // 63
Bijlage:
Gegevens uit de rekening 2007 van de Vlaamse Gemeenschapscommissie Rekening 2007 De gewone begroting - Dagelijkse uitgaven en werkingskosten INKOMSTEN DOTATIES BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST DOTATIE FEDERALE OVERHEID
In euro
in %
51.563.500,00
38,55
6.003.695,00
4,49
DOTATIES VLAAMSE GEMEENSCHAP
24.269.000,00
18,14
SUBSIDIES VLAAMSE GEMEENSCHAP
14.609.000,00
10,92
OVERBOEKINGEN
21.493.603,13
16,07
ANDERE MIDDELEN
15.830.749,17
11,83
133.769.547,30
100,00
In euro
Verdeling
Totaal UITGAVEN OVERBOEKINGEN
37.512.548,69
ALGEMENE UITGAVEN
4.557.101,23
ALGEMENE ADMINISTRATIE
4.201.094,53
RAAD
4.132.000,00
COLLEGE ADMINISTRATIE MATERIEELUITLEENDIENST ONDERWIJS
1.684.207,44 14.113.426,92 250.207,87 24.849.283,47
Algemeen onderwijsbeleid
4.950.776,34
VGC-onderwijsinstellingen
19.898.507,13
Centrum voor leerlingenbegeleiding
1.649.824,43
Normaalleergangen
0.00
Elishout-COOVI
5.267.067,21
CVO Elishout-COOVI (avondschool)
2.186.368,78
Elishout-School voor voeding
3.923.218,48
Elishout-Verblijf voor jongeren
619.082,42
Kasterlinden
3.334.118,88
Kasterlinden - verblijf voor jongeren
1.788.335,80
Zaveldal School voor aangepast beroepsonderwijs CULTUUR
1.130.491,13 19.749.291,71
Algemeen cultuurbeleid
4.289.875,32
Kunsten, cultureel erfgoed & musea
3.197.950,54
Gemeenschapscentra
4.167.222,22
Verenigingen en amateuristische kunst
1.025.705,88
Bibliotheekwerking
2.213.895,25
Derde leeftijd
447.800,00
Jeugd
2.519.475,23
Speelpleinwerking
598.631,88
Sport
1.162.341,38
Toerisme en externe culturele betrekkingen WELZIJN
126.394,01 14.995.970,16
Algemeen welzijnsbeleid
3.288.774,86
Jeugdwelzijn
226.751,00
Etnisch-culturele minderheden
1.090.040,95
Thuiszorg en ouderen
872.347,00
Personen met een handicap
274.610,00
Stedelijk impulsbeleid
7.010.282,98
Kind en gezin
902.224,41
Opleiding naar werk
599.065,00
Revalidatiecentrum De Poolster
731.873,96
GEZONDHEID
1.301.441,60
COMMUNICATIE & MEDIA
2.419.400,98
PATRIMONIUM Totaal
5.047.407,59 134.813.382,19
De buitengewone begroting - Investeringen en infrastructuur (eenmalige grote uitgaven) In euro ADMINISTRATIE ONDERWIJSSECTOR EIGEN ONDERWIJSINSTELLINGEN CULTURELE SECTOR WELZIJNS- EN GEZONDHEIDSSECTOR Totaal
jaarverslag 2007 // 64
161.569,03 7.968.132,07 23.526.060,04 1.072.808,99 2.105.221,17 34.833.791,30