Jaarverslag
2
2014
14
Inhoudsopgave Voorwoord 4 Leeswijzer 5 1 Bevolkingsonderzoek Midden-West 6 1.1 Organisatieprofiel 6 1.2 Missie en visie 6 1.3 Organisatieontwikkeling 6 1.4 Ondernemingsraad 6 1.5 Raad van Toezicht 7 2 Resultaten 2014 8 2.1 Cliëntperspectief 8 2.2 Bedrijfsperspectief 8 2.3 Medewerkersperspectief 10 2.4 Financieel perspectief 11 2.5 Landelijke samenwerking screeningsorganisaties 11 3 Bevolkingsonderzoek borstkanker 3.1 Algemeen 3.2 Resultaten 3.2.1 Opkomst en herinneringen 3.2.2 Afmeldingen 3.2.3 Verwijscijfers 3.3 Wetenschappelijk onderzoeken 3.3.1 MASS-trial 3.3.2 DENSE studie 3.3.3 Onderzoek naar CAD 3.3.4 Onderzoek naar risicostratificatie
12 12 12 12 13 13 13 13 14 14 14
4 Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 4.1 Algemeen 4.2 Resultaten 4.2.1 Actieve participatie 4.2.2 Passieve participatie 4.2.3 Afmeldingen 4.2.4 Resultaten van uitstrijkjes
15 15 15 15 15 17 17
5 Bevolkingsonderzoek darmkanker 5.1 Algemeen 5.2 Resultaten 5.2.1 Opkomst 5.2.2 Uitgevoerde intakes en coloscopieën 5.2.3 Eindconclusie coloscopieën 5.3 Wetenschappelijk onderzoek 5.3.1 Proefbevolkingsonderzoek 4de ronde 5.3.2 Family Matters
18 18 18 18 19 19 20 20 20
. . . . . . . 2
6 Cliëntreacties en kwaliteit 6.1 Cliëntreacties 6.1.1 Bevolkingsonderzoek borstkanker 6.1.2 Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 6.1.3 Bevolkingsonderzoek darmkanker 6.2 Kwaliteit 6.2.1 HKZ-ISO 9001-certificaat 6.2.2 Visitatie bekijkeenheid Noord-Holland Zuid
21 21 21 21 21 22 22 22
7 Financiën 7.1 Balans 7.2 Bevolkingsonderzoek borstkanker – Staat van baten en lasten 2014 7.3 Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker – Staat van baten en lasten 2014 7.4 Bevolkingsonderzoek darmkanker – Staat van baten en lasten 2014 7.5 Totaal resultaat Bevolkingsonderzoek Midden-West 2014
23 23 23 24 24 25
Bijlagen 27 A
Afkortingenlijst 28
B
Organogram 29
C
Samenstellingen in 2014
30
D
Samenvatting resultaten bevolkingsonderzoeken
31
E
Opkomst bevolkingsonderzoek borstkanker per gemeente
32
F Opkomst bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker per gemeente
34
G Opkomst bevolkingsonderzoek darmkanker per gemeente
36
H
Personeel 38
Colofon Jaarverslag 2014 Omslagontwerp: Carlien Bierens (
[email protected]) Vormgeving en opmaak: jacobenjacobus.nl Coördinatie en eindredactie: Anne-Marie Kranenburg Bevolkingsonderzoek Midden-West Hoogoorddreef 54-e Gebouw Europlaza 1101 BE Amsterdam t 020 409 66 00 f 020 409 66 66 e
[email protected] i www.bevolkingsonderzoekmidden-west.nl Mei 2015
Versie 1.0 Vastgesteld Raad van Bestuur: 14-04-2015 Goedgekeurd Raad van Toezicht: 24-04-2015 . . . . . . . 3
Voorwoord Graag bied ik u het jaarverslag 2014 van Bevolkingsonderzoek Midden-West aan. Met dit jaarverslag wordt verantwoording afgelegd over het gevoerde beleid en de doelstellingen van het afgelopen jaar aan interne en externe belanghebbenden. Vernieuwing en doorontwikkeling vormden voor onze organisatie de uitdagingen van 2014: de start van het nieuwe bevolkings onderzoek naar darmkanker en verbeteringen voorbereiden en doorvoeren in de bevolkingsonderzoeken naar borst- en baarmoederhalskanker. Na een intensieve periode van voorbereiding is op 13 januari 2014 het bevolkingsonderzoek darmkanker voor 55- tot 75-jarigen van start gegaan. De doelgroep omvat landelijk 4,4 miljoen mensen en voor de regio Midden-West ongeveer 1,1 miljoen deelnemers. Het is daarmee dusdanig groot dat er een periode van 5 jaar nodig is om dit screeningsprogramma in te voeren. Alles wat op papier bedacht was, moest vanaf januari in praktijk worden gebracht. Het moment van de waarheid was aangebroken of zoals de Engelsen zeggen ‘the proof of the pudding is in the eating’. Zowel binnen onze organisatie als bij de ketenpartners en leveranciers is met veel flexibiliteit en een bewonderens waardige inzet omgegaan met alle veranderingen en bijstellingen die hiervoor nodig waren. Halverwege het jaar is de overgang gemaakt van een projectorganisatie naar de inbedding in de staande organisatie. Het derde bevolkingsonderzoek naar kanker is in 2014 op de kaart gezet. Over het bevolkingsonderzoek borstkanker heeft de Gezondheids raad in januari advies uitgebracht aan de minister van Volks gezondheid, Welzijn en Sport. De belangrijkste conclusie was dat de voordelen van borstkankerscreening opwegen tegen de nadelen. Het bevolkingsonderzoek naar borstkanker voorkomt jaarlijks gemiddeld 775 sterfgevallen aan borstkanker. Een conclusie die ons ondersteunt bij ons dagelijkse werk en inspireert om blijvend op zoek te gaan en mee te werken aan maatregelen en beleid dat de uitvoering van het bevolkingsonderzoek kan verbeteren. Met de implementatie van het project MammoXL in 2014 weten we de mogelijkheden van de digitale wereld beter te benutten en in te zetten voor de borstkankerscreening. De ziekenhuizen beschikken nu uiterst snel over de screeningsmammogrammen van de verwezen cliënten, omdat de uitwisseling van deze beelden momenteel volledig geautomatiseerd verloopt.
. . . . . . . 4
Begin 2014 is gestart met de voorbereidingen van de vernieuwing van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. In de loop van 2016 zal de primaire screening plaatsvinden op basis van hrHPV-bepaling op de uitstrijkjes in plaats van een cytologische beoordeling. Dit voorkomt jaarlijks ongeveer 75 extra gevallen van baarmoederhalskanker en 18 extra sterfgevallen bovenop de sterftereductie van 220 vrouwen in het huidige bevolkings onderzoek. Daarnaast zijn de kosten lager en is het nieuwe bevolkingsonderzoek ook klantvriendelijker door het beschikbaar komen van een zelfafnameset. De transitie vraagt veel afstemming op landelijk niveau met de andere screeningsorganisaties en ketenpartners. Vorig jaar heb ik in het voorwoord van het jaarverslag een uitspraak van Confucius aangehaald: ‘wie stopt met beter worden, houdt op met goed te zijn’. En daar geloof ik nog steeds in. Tegelijkertijd moeten we aandacht blijven schenken aan de positieve punten en de resultaten die we behalen. Misschien moeten we dit vooral doen, omdat zoals we weten de schijn werpers veelal vanzelf op negatief nieuws gericht worden. Onderdeel van elk jaarverslag van organisaties binnen de gezondheidszorg is het aantal klachten. Wat ik niet vaak ben tegengekomen, is de vermelding van het aantal uitingen van waardering van cliënten dat ontvangen wordt. Toch komt dit regelmatig voor. Ook bij onze organisatie komen veel positieve berichten binnen. We maken er werk van dat de complimenten terecht komen bij de medewerkers en de teams die deze met hun inzet verdiend hebben. We zorgen er ook voor dat alle reacties van de deelnemers aan de bevolkingsonderzoeken geturfd worden. In 2014 zijn in totaal 561 complimenten binnengekomen. Dat vind ik een mooi gegeven, omdat in het algemeen mensen in de pen klimmen als iets niet goed is gegaan dan als ze tevreden zijn. Deze cijfers en andere wetenswaardigheden vindt u terug in dit jaarverslag. Een digitale versie is beschikbaar op onze website (www.bevolkingsonderzoekmidden-west.nl).
voorwoord
Naast deze complimenten van cliënten spreek ik graag persoonlijk mijn dank uit aan alle medewerkers voor hun enorme inzet in 2014. Alleen door hun bevlogenheid en grote betrokkenheid hebben we onze missie in praktijk kunnen brengen en dagelijks verschillende vormen van kanker vroegtijdig opgespoord. Evelien Bongers MBA Raad van bestuur
Leeswijzer Hoofdstuk 1 schetst een algemeen beeld van Bevolkingsonderzoek Midden-West in 2014. Na kort in te zoomen op het organisatie profiel en de missie en visie volgt een beschrijving van de organisatieontwikkeling, de Ondernemingsraad en de Raad van Toezicht. Hoofdstuk 2 beschrijft de resultaten die in 2014 zijn behaald. De hoofdstukken 3, 4 en 5 nemen steeds een bevolkingsonderzoek onder de loep. Dat zijn het bevolkingsonderzoek borstkanker, het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker en het (nieuwe) bevolkingsonderzoek darmkanker. Na een introductie van het desbetreffende bevolkingsonderzoek volgen de resultaten van 2014 en de wetenschappelijke onderzoeken waaraan Bevolkingsonderzoek Midden-West heeft bijgedragen. Gegevens over cliëntreacties en kwaliteitsbeleid zijn te vinden in hoofdstuk 6. Hoofdstuk 7 beschrijft tenslotte de financiële resultaten van de organisatie. De bijlagen bevatten de afkortingenlijst, het organogram, de samenstelling van de Raad van Toezicht, de Raad van Bestuur, de ondernemingsraad en de landelijke externe klachtencommissie. Daarna volgen bijlagen met een samenvatting van de resultaten van de bevolkingsonderzoeken, de opkomstcijfers van de drie bevolkingsonderzoeken per gemeente en tot slot een overzicht van de algemene personeelsgegevens.
. . . . . . . 5
1 Bevolkingsonderzoek Midden-West 1.1 Organisatieprofiel Bevolkingsonderzoek Midden-West voert de bevolkings onderzoeken naar kanker uit in de provincies Noord-Holland, Flevoland en Utrecht. De organisatie heeft als bestuursmodel het Raad van Toezicht-model waarbij de eindverantwoordelijkheid en dagelijkse leiding in handen is van een éénhoofdige Raad van Bestuur met daarnaast een onafhankelijke Raad van Toezicht. De ondernemingsraad vertegenwoordigt het medewerkers perspectief. Het organogram is opgenomen in de bijlagen, net als de samenstelling in 2014 van de Raad van Toezicht, de Raad van Bestuur, de ondernemingsraad en de landelijke externe klachtencommissie.
1.2 Missie en visie De missie van de organisatie luidt: “Bevolkingsonderzoek Midden-West draagt door middel van kwalitatief hoogwaardig bevolkingsonderzoek substantieel bij aan een vroegtijdige behandeling van ziekten waaronder kanker met als doel gezondheidswinst te realiseren en sterfte terug te dringen.” De kernwoorden zijn: ‘kwalitatief hoogwaardig bevolkings onderzoek’ en ‘vroegtijdige behandeling’. Kwalitatief hoogwaardig betekent dat Bevolkingsonderzoek Midden-West streeft naar een state of the art screeningsonderzoek. Dat vraagt om state of the art kennis en competenties van medewerkers en uitvoering van het bevolkingsonderzoek. Ook vraagt dat om kwalitatief hoogwaardige en betrouwbare bijdragen van ketenpartners in de keten screeningdiagnostiek-behandeling bij een ongunstige screeningsuitkomst. De visie van Bevolkingsonderzoek Midden-West is dat zij vanuit een zelfstandige positie hoogwaardige screeningen kan uitvoeren, coördineren en organiseren die kostenefficiënt zijn. Daarnaast draagt Bevolkingsonderzoek Midden-West zorg voor een goede ketenkwaliteit bij een ongunstige uitslag van de screening zowel naar haar samenwerkingspartners toe als naar de cliënt.
1.3 Organisatieontwikkeling Binnen Bevolkingsonderzoek Midden-West wordt gewerkt vanuit de vier perspectieven van de Balanced Score Card: cliëntperspectief, bedrijfsperspectief, medewerkersperspectief en financieel perspectief. In het meerjarenbeleid 2013-2016 is prioriteit gelegd bij het bedrijfsperspectief en het medewerkersperspectief. In het jaarplan 2014 blijft de aandacht voor deze perspectieven onverkort aan de orde. Het meerjarenbeleid vormt het uitgangspunt van het jaarlijks beleids- en begrotingsproces. Dit proces start met het opstellen van de kaderbrief. Daarin worden de beleidsafspraken uit het meerjarenbeleid nader omschreven aan de hand van de actuele . . . . . . . 6
ontwikkelingen en wordt het financiële kader voor de begroting gegeven. De beleids- en begrotingscyclus vormt bij Bevolkingsonderzoek Midden-West een stevig en betrouwbaar besturingskader. Halverwege het jaar is de kaderbrief 2015 opgesteld en zijn de resultaten van het jaarplan 2014 tussentijds geëvalueerd. Aan de hand daarvan zijn het jaarplan en de begroting 2015 opgesteld. Per kwartaal zijn managementreviews uitgevoerd waarbij belangrijke prestatieindicatoren door het management team nauwlettend gevolgd kunnen worden gedurende het jaar. Door deze aanpak was het mogelijk tijdig knelpunten te signaleren en waar nodig bij te sturen. De komst van het nieuwe bevolkingsonderzoek darmkanker stelt hoge eisen aan de inrichting en aansturing van de interne organisatie. Naast de toenemende invloed van de informatisering, communicatie en medische technologie op de primaire processen en de eisen van transparantie, vormde dit in 2013 een belangrijke aanleiding om de organisatiestructuur onder de loep te nemen en aan te passen. In 2014 is de nieuwe organisatiestructuur ingevoerd. De drie bevolkingsonderzoeken vormen als ‘productgroepen’ de hoofdstructuur van de organisatie. Daarnaast is er een afdeling financiën en een afdeling bedrijfsbureau ingericht. In het bedrijfsbureau zijn de functies personeel en organisatie, kwaliteit en klachten, communicatie, ICT, facilitair en het secretariaat/ receptie ondergebracht. Halverwege het verslagjaar is de projectorganisatie van het bevolkingsonderzoek darmkanker overgeheveld naar de reguliere organisatie en is dit bevolkings onderzoek definitief ingebed in de organisatie. Aan het eind van het jaar zijn ook de openstaande vacatures opgevuld en is de nieuwe toekomstbestendige organisatiestructuur operationeel (zie organogram bijlage B).
1.4 Ondernemingsraad De ondernemingsraad (OR) heeft in 2014 negen keer onderling overleg gehad en zeven keer een vergadering ter voorbereiding van het overleg met de bestuurder. Met de bestuurder zijn zeven overlegvergaderingen gehouden, waaronder twee artikel 24-vergaderingen waarbij de Raad van Toezicht aanwezig is geweest. Verder heeft er vier keer een landelijk overleg plaats gevonden met de ondernemingsraden van de overige screenings organisaties. Onze ondernemingsraad werd daar vertegenwoordigd door de voorzitter en de secretaris. De volgende onderwerpen zijn met de bestuurder besproken en/of ter informatie toegezonden: • jaarplan 2014 en jaarverslag 2013 • evaluatie jaarplan 2014 • jaarplan en kaderbrief en begroting 2015 • management reviews • herhuisvesting SE33 • jaarplan en –verslag Facilitaire Samenwerking Bevolkingsonderzoeken (FSB) • overlegstructuur LBO • informatiebeveiliging bevolkingsonderzoeken • notitie formatieontwikkeling
• protocol perscontacten • pilot functiedifferentiatie • calamiteitenplan 2013 • evaluatie plan van aanpak RI&E • deskundigheidsbevordering MBB-er • medewerkerstevredenheidsonderzoek • zwangerschap en werk • arbowerkplan • werkkostenregeling 2015 • faciliteitenregeling OR • reglement OR • personele regelingen: meerwerk/bereikbaarheidsdienst/ invulling dag bij intervisie en fotobesprekingen De OR heeft een positief advies gegeven over de investerings begroting 2014-2017 en over de aanstelling van de voorzitter van de Raad van Toezicht. Instemming is verleend aan de Klachtenregeling Ongewenst gedrag/protocol grensoverschrijdend gedrag, de richtlijn salariëring, het opleidingsbeleid en de nieuwe klachtenregeling cliënten/reglement klachtencommissie. Na een aanpassing in het aantal overleggen voor de laboranten heeft de OR in januari 2015 instemming verleend aan de nieuwe overlegstructuur voor de organisatie.
1.5 Raad van Toezicht In 2014 is de Raad van Toezicht (RvT) in aanwezigheid van de Raad van Bestuur (RvB) vijf maal in vergadering bij elkaar geweest. In iedere vergadering heeft de bestuurder verslag gedaan over de activiteiten van de organisatie en over de financiën ten opzichte van jaarplan en begroting. De gestandaardiseerde managementinformatie is de basis voor een goed inzicht in de gang van zaken. Kwaliteitszorg en klachtenafhandeling hebben veel aandacht gekregen. De RvT heeft in de februarivergadering kennisgenomen van de positieve uitslag van de kwaliteitsaudit HKZ. Verder zijn de uitnodigingsintervallen bij borstkankerscreening in meerdere vergaderingen aan de orde geweest. In het verslagjaar heeft de bestuurder het plannings proces aangepast. Om verdere structurele verbeteringen te kunnen doorvoeren, heeft de RvB externe expertise ingehuurd. In alle vergaderingen is de invoering van darmkankerscreening aan de orde geweest. De landelijke invoering is -later dan geplandin het verslagjaar van start gegaan en verloopt inmiddels voorspoedig. Tevens is de RvT op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen binnen het landelijk project Vernieuwing Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. De financiële rapportages over het 1e-, 2e- en 3e kwartaal zijn besproken, waarbij steeds een doorzicht is gegeven naar de financiële situatie per 31 december 2014. De rapportage over het 4e kwartaal wordt in de vorm van een jaarrekening 2014 in 2015
op de agenda gezet. In april 2014 is de jaarrekening 2013 en de bijbehorende managementletter van de accountant besproken in aanwezigheid van de accountant. De jaarrekening 2013 is vervolgens goedgekeurd. In februari 2014 heeft de RvT ook de Investeringsbegroting 2014-2017 goedgekeurd. In het najaar is de kaderbrief 2015 aan de orde geweest. Het mede daarop gebaseerde jaarplan 2015 en de begroting 2015 zijn in de decembervergadering goedgekeurd. De rapportage interim bevindingen controle 2013 van de accountant is in februari 2014 besproken. De rapportage over 2014 is geagendeerd voor de vergadering in februari 2015. De auditcommissie van de RvT heeft alle financiële kwartaal rapportages, de jaarrekening en de begroting steeds voorafgaand aan de betreffende vergaderingen van de RvT kritisch bestudeerd en besproken met de bestuurder en de controller van de organisatie. Een vertegenwoordiging van de RvT heeft twee overleg vergaderingen met de ondernemingsraad en de voorzitter van de RvB over koers en beleid (zgn. art. 24-overleg) bijgewoond. De RvT is door de bestuurder op basis van het jaarverslag en het financieel verslag van het jaar 2013 geïnformeerd over de gang van zaken bij de FSB, de gemeenschappelijke organisatie voor facilitaire dienstverlening aan alle regionale screenings organisaties. Op verzoek van de RvT zijn de in het verleden gemaakte afspraken tussen de regionale organisaties over de aansturing van en het toezicht op FSB in een separaat document vastgelegd. In het kader van de zelfevaluatie van de RvT is onder andere de honorering van de RvT besproken en vergeleken met de WNT-normen. De huidige honorering valt binnen deze normen. De RvT heeft de honorering vergeleken met die van de andere screeningsorganisaties. Hier werden geen grote verschillen geconstateerd. Besloten is daarom om de honorering op hetzelfde niveau te handhaven en te herijken zodra de wet- en regelgeving daar aanleiding toe geeft. Zoals ieder jaar heeft een vertegenwoordiging van de RvT een functioneringsgesprek gevoerd met de voorzitter RvB. De RvT heeft zich ook gebogen over het in 2011 overeengekomen aftreedschema. Geconstateerd is dat er bij dit schema geen rekening gehouden is met de benoemingsduur van de leden bij de rechtsvoorgangers van de huidige gefuseerde organisatie. De Governance Code Zorg geeft aan dat dit wel moet gebeuren. Besloten is daarom het schema zodanig aan te passen dat de gehele RvT vernieuwd zal worden. Dit zal in een aantal jaren plaatsvinden om discontinuïteit te voorkomen. In het verslagjaar is de werving van een nieuwe voorzitter van de RvT met onder steuning door een extern bureau gestart en afgerond. De OR heeft in december een positief advies gegeven over de geselecteerde kandidaat. De heer M.A. Dutrée is per 01 januari 2015 benoemd tot de nieuwe voorzitter van de RvT.
. . . . . . . 7
2 Resultaten 2014 Afgeleid van het meerjarenbeleid zijn concrete doelen per perspectief (van het model van de Balanced Score Card) vastgesteld in het jaarplan. De volgende paragrafen gaan specifiek in op de evaluatie van dit voorgenomen beleid. Per beleids onderwerp worden de behaalde resultaten benoemd. Ook volgt een beschrijving van de ontwikkelingen en activiteiten die hebben plaatsgevonden in 2014, maar niet zijn opgenomen in het jaarplan. In bijlage D staat een samenvatting van de resultaten van de bevolkingsonderzoeken.
2.1 Cliëntperspectief Verhogen van de klantgerichtheid Cliënttevredenheidsonderzoeken vormen een belangrijke informatiebron om de dienstverlening aan cliënten te verbeteren. In 2014 is het vijfjaarlijks cliënttevredenheidsonderzoek bij het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker gestart. De uitvoering van dit onderzoek loopt door in 2015, omdat alle cliënten c.q. geboortecohorten die in een jaar worden uitgenodigd voor de screening gevraagd zijn mee te doen aan het cliënttevredenheids onderzoek. De resultaten van het onderzoek zijn in 2015 beschikbaar. Alle medewerkers met klantcontacten zijn ambassadeur van de organisatie. De bedoeling is dat zij vragen van cliënten kunnen beantwoorden over alle bevolkingsonderzoeken en hiertoe dienen zij over de relevante informatie te beschikken die daarvoor nodig is. De medewerkers worden hierin gefaciliteerd door een twee wekelijkse nieuwsbrief, waarin aandacht wordt besteed aan de ontwikkelingen in de drie bevolkingsonderzoeken. Er is relevant voorlichtingsmateriaal over alle bevolkingsonderzoeken beschik baar gesteld op elke unit en de drie onderzoeken hebben expliciet aandacht gekregen tijdens de medewerkersbijeenkomsten. De term ‘ambassadeur van de organisatie’ is op deze wijze ook organisatiebreed gedeeld en inhoud gegeven. Uit de contacten met cliënten blijkt dat zij voorstander zijn van een verruiming van de openingstijden van de onderzoekscentra voor borstkankerscreening. In 2014 is regelmatig een zaterdagopen stelling bij diverse centra gerealiseerd. Hierdoor is ervaring opgedaan met de wensen van cliënten. Deze ervaringen zullen meegenomen worden bij een pilot betreffende verlengde openingstijden op werkdagen die in 2015 zal plaatsvinden. Verbeteren van screeningsintervallen bij borstkankerscreening De intervallen voor de uitnodigingen voor het bevolkingsonder zoek borstkanker zijn leidend voor de planning. De norm is een interval van 22 – 26 maanden. Vanwege het belang van een juist screeningsinterval en de weerbarstigheid om te komen tot een goede planning blijft het verbeteren ervan een belangrijk uitgangspunt in de organisatie. Het project productieplanning is gestart om te komen tot een stabiele tweejaarsplanning met een gelijkmatige stroom van uitnodigingen binnen het afgesproken interval. Hieruit is als één van de verbetermaatregelen naar voren gekomen dat de verfijning van de uitnodigingsmethodiek naar postcodegebied zorgdraagt voor betere sturingsmogelijkheden. . . . . . . . 8
Het identificeren en implementeren van de diverse verbeter maatregelen loopt door in 2015. Proactief bijdragen aan wetenschappelijk onderzoek Door de uitvoering van bevolkingsonderzoeken hebben de screeningsorganisaties grote hoeveelheden data tot hun beschikking. Deze big data kunnen relevant zijn voor weten schappelijk onderzoek dat leidt tot verbetering van de kanker screening; natuurlijk met inachtneming van de wet- en regelgeving in het algemeen en de privacybescherming in het bijzonder. Samenwerking met (academische) onderzoekscentra leidt tot product- en procesinnovatie binnen de bevolkingsonderzoeken die bijdraagt aan de missie van de organisatie. Bevolkingsonderzoek Midden-West heeft in 2014 bijgedragen aan de volgende weten schappelijke onderzoeken: • De meerjarige DENSE studie binnen het bevolkingsonderzoek borstkanker, onderzoek naar een Computer Assisted Diagnostic (CAD) systeem en een onderzoek gericht op risicostratificatie (zie hoofdstuk 3). • Het proefbevolkingsonderzoek darmkanker 4de ronde en het onderzoek Family Matters voor het bevolkingsonderzoek darmkanker (zie hoofdstuk 5). Landelijke samenwerking Voor de vijf screeningsorganisaties is landelijke samenwerking van groot belang om uniformiteit en kwaliteit te bewerkstelligen voor alle deelnemers aan de bevolkingsonderzoeken (ongeacht de regio waar men woont). Het overleg is zowel op bestuurlijk (strategisch) als op tactisch niveau georganiseerd in diverse overlegorganen. De ontwikkeling en uitvoering van bevolkingsonderzoeken stellen hoge eisen aan de screeningsorganisaties. Voortdurend is de vraag aan de orde wat er op vergelijkbare of dezelfde wijze moet worden uitgevoerd en wat een regio-specifieke aanpak vraagt. Het uitgangspunt is: ’landelijk wat moet, regionaal wat kan’. Deze continue vraag maakt afstemming wenselijk en noodzakelijk. In 2014 is het bevolkingsonderzoek darmkanker ingebed in de landelijke overlegstructuur. Om te komen tot een efficiëntere en effectievere overlegstructuur voor de drie bevolkingsonderzoeken is ervoor gekozen om de overlegstructuur op inhoudelijke vraagstukken en multidisciplinair te organiseren. De overleg structuur is daarom omgezet van een commissiestructuur naar een projectstructuur.
2.2 Bedrijfsperspectief Sturen op resultaten en verbeteren managementinformatie Het streven om meer te sturen op resultaten gaat hand in hand met het verbeteren van de managementinformatie en sturingsinstrumenten. Op basis van de ervaringen van 2013 en de doelstellingen van 2014 zijn prestatie-indicatoren voor 2014 bepaald en van normen voorzien. De systematiek van prestatieindicatoren heeft een plek gekregen in de planning en controlcyclus van Bevolkingsonderzoek Midden-West. Ieder kwartaal worden managementrapportages en een managementreview opgesteld.
Dit is het tweede jaar waarin op deze wijze wordt gewerkt. De systematiek is geïntegreerd in de planning en controlcyclus, waardoor op een gedegen wijze monitoring en (bij) sturing plaatsvindt. Verbeteren ketenkwaliteit: Project MammoXL In 2013 is voor het bevolkingsonderzoek borstkanker gestart met de uitrol van het project MammoXL dat tot doel heeft de informatieoverdracht in de Mammacare-keten te verbeteren. MammoXL zorgt voor een snelle beschikbaarheid van beelden en screeningsverslagen voor chirurgen en radiologen in ziekenhuizen. In de eerste helft van 2014 heeft de implementatie van het project plaatsgevonden. De ziekenhuizen beschikken nu uiterst snel over de screeningsmammogrammen van de verwezen cliënten omdat de uitwisseling van de beelden nu volledig geautomatiseerd verloopt. De ziekenhuizen kunnen de beelden inlezen in hun eigen systemen, nog voordat de verwezen cliënt het ziekenhuis bezoekt. Vernieuwen met behulp van bevolkingsonderzoek darmkanker Na een intensieve voorbereiding is op 13 januari 2014 het bevolkingsonderzoek darmkanker gestart in lijn met de uitvoeringstoets darmkanker en de landelijke kwaliteitseisen. Het bevolkingsonderzoek is bedoeld voor iedereen van 55 tot 75 jaar. Deze groep mensen ontvangt elke twee jaar een uitnodiging. Vanwege de grootte van de doelgroep (4,4 miljoen mensen) wordt het bevolkingsonderzoek tot 2019 gefaseerd ingevoerd. Zowel landelijk als regionaal is in 2014 hard gewerkt aan de definitieve overgang van het project naar de reguliere organisatie, zowel binnen Bevolkingsonderzoek Midden-West als binnen de landelijke samenwerkingsverbanden. De landelijke projectgroep darmkanker van de screeningsorganisaties heeft de transitie voorbereid en de gevolgen voor de regionale screenings organisaties in beeld gebracht. In juli is de projectorganisatie opgeheven en is het bevolkings onderzoek darmkanker ingebed in de reguliere organisatie. In de nieuwe organisatiestructuur van Bevolkingsonderzoek MiddenWest in 2013 was reeds een productgroep darmkanker ingericht, waardoor de overheveling soepel kon plaatsvinden. De invoering van het bevolkingsonderzoek darmkanker vroeg om een geëigende communicatiestrategie, zowel naar de primaire doelgroep, de ketenpartners als naar de media. Van belang is om de communicatie breder te voeren dan alleen naar de primaire doelgroep. Juistheid en begrijpelijkheid van de informatie was essentieel, maar ook het positief beïnvloeden van de publieke opinie. Het communicatieplan darmkanker is uitgevoerd conform het landelijk en regionaal plan van aanpak. Verbeteren kwaliteitsmanagement Binnen bevolkingsondezoek borstkanker is de jaarlijkse visitatie overeenkomstig de procedure en de eisen van het Landelijk Referentiecentrum voor Bevolkingsonderzoek (LRCB) voltooid. De borstkanker- en baarmoederhalskankerscreening voldoen tevens aan de HKZ-normen en verbeteringen worden conform planning doorgevoerd en geborgd.
In 2014 is een plan van aanpak opgesteld voor de verbetering van het systeem van interne audits en is de uitvoering ter hand genomen. De sturing op de uitvoering van de audits is geïntensiveerd en de planning is kortcyclischer geworden. Om de kwaliteitsborging binnen de screeningsorganisaties te verbeteren is in goed overleg door de screeningsorganisatie besloten dat overgegaan wordt van HKZ-certificering naar het kwaliteitssysteem ISO voor de Zorg voor alle bevolkings onderzoeken. In 2014 is Bevolkingsonderzoek Midden-West gestart met de voorbereidingen. Verbeteren postverwerking In 2013 is een traject van procesoptimalisatie gestart van de verzending van uitnodigings- en uitslagbrieven voor de borstkanker- en baarmoederhalskankerscreening. Middels een Europees aanbestedingstraject heeft Bevolkingsonderzoek Midden-West een nieuwe leverancier gecontracteerd die voldoet aan de kwalitatieve, wettelijke en efficiëntie-eisen, hetgeen ook een kostenreductie heeft opgeleverd. Begin september is de overname van de productie door de nieuwe leverancier afgerond. Huisvesting vaste onderzoekscentra en hoofdkantoor Met ingang van september 2014 heeft de verhuurder van het vaste onderzoekscentrum voor borstkankerscreening in Amsterdam de huurovereenkomst met de hoofdhuurder opgezegd. Er is een nieuwe locatie gevonden op de Amstelboulevard, die zeer goed bereikbaar is met het openbaar vervoer en voldoet aan alle vereisten voor het gebruik van medische stralingsapparatuur. Deze locatie werd op 23 oktober, in de borstkankermaand, feestelijk geopend. Op de kantoorlocatie Hoogoorddreef 54e is het aantal werkplekken op de locatie nog beperkt uit te breiden, terwijl de start van het bevolkingsonderzoek darmkanker een toename van het aantal medewerkers met zich meebrengt. Deze toename is opgevangen door interne verschuivingen die leiden tot een hogere bezettings graad van de werkplekken en een efficiënter gebruik van de ruimte. Invoeren van standaard CC-opnamen vervolgrondes De minister van VWS heeft in juli 2013 op verzoek van de screeningsorganisaties de vergunning voor bevolkingsonderzoek borstkanker aangepast. Voorheen werden Cranio-Caudaalopnamen (CC-opnamen) bij vervolgscreeningsonderzoeken alleen op indicatie uitgevoerd. Vanaf de tweede helft van 2013 is gestart met de implementatie van het standaard uitvoeren van CCopnamen bij vervolgscreeningsonderzoeken. De implementatie en (financiële) gevolgen van deze wijziging zijn in de loop van 2014 verder gemonitord. Binnen de organisatie is de nieuwe werkwijze inmiddels standaard ingevoerd. Ontwikkelen van communicatiebeleid Crisissituaties en/of negatieve berichtgeving in de media kunnen leiden tot een piek aan negatieve publiciteit die de deelnamegraad (tijdelijk) in grote mate kan verlagen. Op een goede wijze reageren op media-aandacht is van groot belang om juiste informatie aan potentiële deelnemers van de bevolkingsonderzoeken en de geïnformeerde keuze te waarborgen. . . . . . . . 9
In 2014 is ten aanzien van communicatie met de media een persprotocol opgesteld en hebben mediatrainingen plaatsgevonden. Ook heeft regelmatig landelijk afstemming plaatsgevonden met het RIVM en andere stakeholders inzake het woordvoerderschap bij aandacht voor de kankerscreening in de landelijke media. Vernieuwen van bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker Het ministerie van VWS heeft in oktober 2013 besloten tot vernieuwing van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. In de uitvoeringstoets is een aantal wijzigingen opgenomen die grote consequenties hebben voor verschillende partijen betrokken bij dit bevolkingsonderzoek. Vanaf 2016 zal de primaire screening plaatsvinden op basis van hrHPV-bepaling op de uitstrijkjes en niet meer op basis van een cytologische beoordeling. Gevolg hiervan is een vermindering van de benodigde capaciteit bij de laboratoria. Daarnaast komt een zelfafnameset beschikbaar als vrouwen geen gehoor geven aan de eerste oproep voor deelname aan het bevolkingsonderzoek. De screeningsorganisaties zullen alle uitnodigingen en herinneringen gaan verzorgen met als gevolg dat de rol van de huisarts verandert. Begin 2014 is gestart met de voorbereidingstijd van twee jaar. De transitie vraagt heel veel afstemming op landelijk niveau met de andere screeningsorganisaties en ketenpartners. Zowel op landelijk niveau als binnen bevolkingsonderzoek Midden-West is hiertoe een projectorganisatie ingericht om de transitie strategisch, tactisch en operationeel gestalte te geven. Evalueren van bevolkingsonderzoek borstkanker In januari heeft de Gezondheidsraad advies uitgebracht aan de minister van VWS over het bevolkingsonderzoek borstkanker. De belangrijkste conclusie was dat de voordelen van borstkanker screening opwegen tegen de nadelen. Een bevolkingsonderzoek naar borstkanker voorkomt jaarlijks gemiddeld 775 sterfgevallen aan borstkanker. De aanbevelingen en verbetersuggesties uit het rapport zijn doorgesproken in het bestuurlijk overleg van de screenings organisaties. Onder leiding van het RIVM vindt landelijk afstemming plaats met diverse belanghebbenden over de verbeteragenda van het landelijk programma inclusief de prioritering en (financiële) haalbaarheid.
2.3 Medewerkersperspectief Verrijken van de organisatiecultuur In maart 2014 heeft het driejaarlijkse medewerkerstevredenheids onderzoek plaatsgevonden binnen Bevolkingsonderzoek MiddenWest. De respons was hoog (84%). De algemene tevredenheid was helaas lager dan de vorige meting. Tussen de onderzoeksuit komsten en (het verrijken van) de organisatiecultuur was een duidelijk verband te zien. De huidige organisatie(cultuur) is door de groei van de organisatie en de instroom van nieuwe medewerkers in beweging. Van oudsher is er veel aandacht voor de onderlinge relaties. Deze zijn van groot belang voor de binding en de verbinding binnen de organisatie. . . . . . . . 10
Dat proces krijgt in een steeds groter wordende organisatie met steeds meer nieuwe mensen een eigen vorm. Daarnaast is er door de toenemende eisen die aan het werk gesteld worden en de verantwoording die daarover afgelegd moet worden een groeiende behoefte en noodzaak aan meer resultaatgerichtheid. Voor het neerzetten van resultaten is samenwerking essentieel en hiervoor is het maken en nakomen van afspraken een voorwaarde. Naar aanleiding van het bovengenoemde onderzoek is onder leiding van een multidisciplinaire projectgroep een verbetertraject gestart waarin ieder team een plan met realiseerbare actiepunten heeft opgesteld. Hierdoor heeft de cyclus van besprekenafspreken-aanspreken organisatie breed aandacht gekregen, zodat aan het verrijken van de organisatiecultuur verder vorm en inhoud gegeven wordt. Dit proces loopt door in 2015 en de voortgang wordt gemonitord door de projectgroep. Bijstellen van de overlegstructuur Nadat de personele invulling van de nieuwe organisatiestructuur zijn beslag had gekregen en de afdeling darmkankerscreening en het bedrijfsbureau verder vorm had gekregen was het van belang om de overlegstructuur te evalueren en bij te stellen. Een belangrijke verandering betrof de overlegstructuur binnen de afdeling borstkankerscreening. In 2014 is hiervoor een nieuwe structuur voorbereid die moet leiden tot intensievere communicatie tussen de uitvoerende professionals en het leidinggevend kader. Implementatie zal in 2015 plaatsvinden. Ontwikkelen van het functiehuis Net als in 2013 is ook in het verslagjaar veel aandacht uitgegaan naar de beschrijving van de functies. Daarbij lag de prioriteit bij de inrichting van een samenhangend functiehuis. De functie beschrijvingen met de daarbij behorende functie-eisen waren in 2014 leidend voor de invulling van vacante posities. Ontwikkelen van arbeidsmarktbeleid Door de vele bezuinigingen in de gezondheidszorg is de arbeids markt voor zorgpersoneel aanzienlijk veranderd. De voorspelde arbeidsmarktkrapte voor laboranten is gewijzigd in een groot aanbod van laboranten bij de verschillende screeningsorganisaties. Deze aanwas bestaat voornamelijk uit jonge MBRT opgeleide MBB-ers die aan het begin van hun carrière staan en waarvan de verwachting is dat, wanneer de arbeidsmarkt verbetert, zij niet bij het bevolkingsonderzoek zullen blijven werken. In de toekomst wordt een toename van doorstroming verwacht. Tezamen met de uitstroomprognoses vanwege pensionering en het onderzoeken van mogelijkheden om de (personeels)kosten te beheersen, is landelijk besloten het onderzoek naar functiedifferentiatie voort te zetten met een 2e pilot, waarin Bevolkingsonderzoek Midden-West heeft geparticipeerd. Afronding van de pilot vindt in 2015 plaats. Klachtenregeling personeel Enkele jaren geleden is de landelijke klachtencommissie ingericht als extern onafhankelijk orgaan voor de afhandeling van cliënten klachten voor de screeningsorganisaties. Deze commissie fungeerde tevens als het orgaan voor de externe, onafhankelijke klachtenafhandeling van klachten van medewerkers.
De toevoeging van het bevolkingsonderzoek darmkanker en om te komen tot een efficiëntere afhandeling van klachten, is landelijk besloten over te gaan tot revisie van het totale klachtensysteem. Zowel de regeling als het reglement die betrekking hebben op de cliënt (zie paragraaf 6.1) als de klachtenregeling voor medewerkers zijn, met instemming van de Ondernemingsraad, gewijzigd. Om de deskundigheid van de klachtencommissie te borgen, is voor de klachtenregeling voor medewerkers aansluiting gezocht bij een externe partij. Daarnaast is een protocol ‘grensoverschrijdend gedrag tegen medewerkers Bevolkingsonderzoek door cliënten en bezoekers’ opgesteld dat handvatten biedt voor medewerkers over het omgaan met grensoverschrijdend gedrag van een cliënt en/of bezoeker.
2.4 Financieel perspectief Financieel management In 2014 zijn per kwartaal management reviews opgesteld die inzicht geven in de behaalde resultaten per prestatie-indicator. De reviews omvatten ook kwalitatieve analyses en een toelichting op de resultaten in relatie tot de normen per prestatie-indicator. Door deze werkwijze kan het management nauwlettend de prestatie per indicator volgen en tijdig knelpunten signaleren en waar nodig bijsturen. De aanpak is geïntegreerd in de planningen controlcyclus. Tevens is vanaf het begin van het verslagjaar het procuratieregister van kracht dat geënt is op de nieuwe organisatiestructuur. Herijking tarieven borstkanker- en baarmoederhalskankerscreening Onder leiding van het Centrum voor Bevolkingsonderzoek (CvB) van het RIVM wordt periodiek onderzoek gedaan naar de tarieven van de uitvoeringskosten van de screeningsorganisaties die gehanteerd worden voor de bevolkingsonderzoeken naar borstkanker en baarmoederhalskanker. De reden om dit onderzoek periodiek uit te voeren heeft te maken met de regelmatige wijzigingen in de opzet en de kosten(structuur) van deze bevolkingsonderzoeken. Van 1 oktober 2013 tot 1 april 2014 heeft Berenschot in opdracht van het CvB het onderzoek naar de tarieven uitgevoerd. Bevolkingsonderzoek Midden-West heeft in het kader hiervan gerapporteerd aan de onderzoekers. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek is het tarief voor het bevolkingsonderzoek Borstkanker verhoogd en het tarief voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker verlaagd. Hierbij is rekening gehouden met de verschillende aantallen onderzoeken die worden uitgevoerd bij deze bevolkingsonderzoeken. Daarnaast is de jaarlijkse OVA-correctie voor stijgende personeelskosten in stand gebleven. Tevens is besloten tot de invoering van een nieuwe kosten structuur om benchmarking tussen de screeningsorganisaties mogelijk te maken. Deze kostenstructuur is per 1 januari 2015 ingegaan.
Tarief bevolkingsonderzoek darmkanker Gezien het stadium waarin het bevolkingsonderzoek darmkanker verkeert, is de verwachting dat de eerstkomende jaren bij dit bevolkingsonderzoek sprake zal zijn van nacalculatie van de daadwerkelijk gemaakte kosten.
2.5 Landelijke samenwerking screeningsorganisaties Voor de vijf screeningsorganisaties is landelijke samenwerking van groot belang om uniformiteit en kwaliteit te bewerkstelligen voor alle deelnemers aan de bevolkingsonderzoeken (ongeacht de regio waar men woont). Het overleg is zowel op bestuurlijk (strategisch) als op tactisch niveau georganiseerd in diverse overlegorganen. De ontwikkeling en uitvoering van bevolkingsonderzoeken stellen hoge eisen aan de screeningsorganisaties. Voortdurend is de vraag aan de orde wat er op vergelijkbare of dezelfde wijze moet worden uitgevoerd en wat een regio-specifieke aanpak vraagt. Het uitgangspunt is: ’landelijk wat moet, regionaal wat kan’. Deze continue vraag maakt afstemming wenselijk en noodzakelijk. In 2014 is het bevolkingsonderzoek darmkanker ingebed in de landelijke overlegstructuur. Om te komen tot een efficiëntere en effectievere overlegstructuur voor de drie bevolkingsonderzoeken is ervoor gekozen om de overlegstructuur op inhoudelijke vraagstukken en multidisciplinair te organiseren. De overleg structuur is daarom omgezet van een commissiestructuur naar een projectstructuur. In 2014 is de landelijke samenwerking tussen de vijf screenings organisaties geïntensiveerd door een viertal landelijke trajecten: de start van een derde bevolkingsonderzoek, de ontwikkeling van het IT-systeem voor dit bevolkingsonderzoek darmkanker, de voorbereidingen voor de vernieuwing van de bestaande ITsystemen en de start van het project vernieuwing bevolkings onderzoek baarmoederhalskanker. Dit heeft geleid tot een uitbreiding en professionalisering bij de landelijke beheer organisatie van de door de gezamenlijke screeningsorganisaties opgerichte coöperatie Facilitaire Samenwerking Bevolkings onderzoeken.
. . . . . . . 11
3 Bevolkingsonderzoek borstkanker 3.1 Algemeen
Figuur 1 O pkomstpercentages 2013 en 2014 bevolkingsonderzoek borstkanker
Voor het bevolkingsonderzoek borstkanker worden alle vrouwen in de leeftijd van 50 tot en met 75 jaar iedere twee jaar uitgenodigd om deel te nemen. Bevolkingsonderzoek Midden-West is verantwoordelijk voor het gehele proces van het bevolkings onderzoek: van inplannen en uitnodigen van de vrouwen tot en met de uitslag van het onderzoek. Via de gemeentelijke basis administratie ontvangt Bevolkingsonderzoek Midden-West de NAW-gegevens van de vrouwen. Afhankelijk van hun postcode worden zij op één van de twee vaste of veertien mobiele onderzoekscentra uitgenodigd voor het maken van mammo grammen. Na beoordeling van de mammogrammen door twee radiologen verstrekt Bevolkingsonderzoek Midden-West de uitslag aan de vrouw. Als er een afwijking is gevonden op het mammo gram wordt ook de huisarts op de hoogte gebracht en wordt de vrouw via de huisarts verwezen voor verder onderzoek in het ziekenhuis.
3.2 Resultaten 3.2.1 Opkomst en herinneringen In 2014 zijn in totaal 291.788 vrouwen uitgenodigd voor het bevolkingsonderzoek borstkanker en hebben er 222.345 vrouwen deelgenomen. Het opkomstpercentage kwam daarmee uit op 76,2%. De opkomstcijfers per gemeente staan in bijlage E. In 2014 is aan 51.638 vrouwen een herinneringsuitnodiging gezonden. Cliënten die de laatste onderzoeksrond(en) niet hebben deelgenomen, ontvangen een uitnodiging zonder datum. Zij kunnen dan bellen om een afspraak te maken. De figuren hiernaast geven een geografische weergave van de opkomst per gemeente over twee jaar, omdat vrouwen uit de gemeenten eens in de twee jaar worden uitgenodigd.
Legenda Opkomstpercentage Gemeenten 59-76 79-82 76-79 82-83
83-87
Figuur 2 O pkomstpercentages bevolkingsonderzoek borstkanker gemeente Amsterdam per postcode
3.2.2 Afmeldingen De cliënten krijgen een uitnodiging om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek borstkanker. Een deel van hen neemt contact op met de infolijn om hun afspraak te maken, te verzetten of om de afspraak te annuleren. Ook kunnen cliënten zich schriftelijk afmelden. In 2014 hebben 69.443 cliënten geen gebruik gemaakt van hun uitnodiging. Het aantal (telefonische en schriftelijke) afmeldingen bedroeg 21.379, de non-respons 48.064. Op het totaal van 291.788 uitnodigingen is de non-respons 16,5% en het afmeld percentage 7,3%. In tabel 1 wordt een overzicht gegeven de voornaamste afmeldredenen.
Legenda Opkomstpercentage Postcode 4 gebieden 0-55 60-62 55-60 62-65
. . . . . . . 12
65-71 71-100
Figuur 3 O pkomstpercentages bevolkingsonderzoek borstkanker gemeente Utrecht per postcode
Tabel 2 Verwijscijfers* Verwijscijfers
2014
2013
2012
2011
Aantal verwijzingen
5.658
5.446
5.823
5.413
Verwijscijfer %
2,5
2,3
2,4
2,5
Verwijscijfer in 1e ronde %
5,4
4,7
4,6
4,9
Verwijscijfer in vervolgronde < 30 maanden %
2,1
1,9
2,1
2,0
Verwijscijfer in vervolgronde > 30 maanden %
3,7
3,5
3,2
2,9
Aantal opgespoorde borstkankers
**
1.677
1.767
1.471
Detectiecijfer in 1e ronde ‰
**
7,6
8,0
8,1
Detectiecijfer in vervolgronde < 30 maanden ‰
**
6,7
7,1
6,4
Detectiecijfer in vervolgronde > 30 maanden ‰
**
11,4
10,0
8,0
* Vanaf dit jaarverslag zijn de cijfers gebaseerd op de drie LETB-categorieën. Door deze uitsplitsing wijken de cijfers af van eerder gepubliceerde cijfers in voorgaande jaarverslagen. ** Deze cijfers zijn nog niet bekend, omdat de gegevens van de nadere diagnostiek uit de ziekenhuizen nog niet beschikbaar zijn.
3.3 Wetenschappelijk onderzoeken Legenda Opkomstpercentage Postcode 4 gebieden 0-60 66-71 60-66 71-74
74-82
Tabel 1 Verdeling redenen van afmelding Afmeldingen
2014
Medisch borst
4.699
Niet uitnodigen – bevestiging
4.560
Principe
4.551
Pijnlijk
1.441
Verhinderd
641
Niet nuttig
291
Straling
266
Verhuisd
192
Ervaring
176
Kanker
65
Amputatie
12
Niet uitnodigen – aanvraag
11
Interval carcinoom Overige Totaal
3 4.471 21.379
3.2.3 Verwijscijfers In tabel 2 staan de verwijscijfers gepresenteerd. In 2014 zijn 5.658 vrouwen doorverwezen voor nadere diagnostiek naar een ziekenhuis. Dit is 2,5% van het aantal deelnemers. Het verwijscijfer in de eerste screeningsronde bij 50-jarige vrouwen ligt altijd hoger dan in de vervolgrondes. Dit is ook te zien in 2014.
3.3.1 MASS-trial De MASS-trial (Modified Assessment in Service Screening) is een wetenschappelijk onderzoek naar effecten en kosten van een aangepaste verwijsstrategie voor vrouwen die via het bevolkings onderzoek borstkanker verwezen worden naar het ziekenhuis. De studie is uitgevoerd door het Landelijk Referentiecentrum voor Bevolkingsonderzoek (LRCB) in samenwerking met Bevolkingsonderzoek Midden-West, Oost, Zuid en Zuid-West en het Radboudumc. In de huidige screeningspraktijk gaan alle verwezen vrouwen naar het ziekenhuis voor nader onderzoek. Soms kunnen de radiologen niet met zekerheid zeggen of verwijzing naar het ziekenhuis nodig is en is aanvullend onderzoek nodig. Door deze groep vrouwen een mammogram en/of een echografie aan te bieden binnen het bevolkingsonderzoek hoeft een deel van de vrouwen niet meer naar het ziekenhuis. Dit aanvullende onderzoek wordt uitgevoerd door de screeningsradioloog. Cliënten waarvan de uitslag wordt bijgesteld worden alsnog verwezen naar het ziekenhuis waar een complete diagnostiek en eventueel behandeling plaatsvindt. In totaal hebben 366 vrouwen deelgenomen waarvan 114 deelnemers uit de regio Midden-West komen. De onderzoekers wilden weten of vrouwen tevreden zijn met deze aangepaste manier van verwijzen. Ook hebben zij gemeten in welke mate vrouwen spanning en onzekerheid ervaren. Tevens werden de kosten en de effectiviteit onderzocht. Een deel van de onderzoeksuitkomsten is in 2013 beschikbaar gekomen. Daarover is gerapporteerd in het jaarverslag 2013.
. . . . . . . 13
De uitkomsten laten zien dat de gemiddelde kosten van het aanvullende onderzoek bij vrouwen in de controlegroep (via huisarts naar multidisciplinair onderzoek in het ziekenhuis) gemiddeld 342 euro zijn en in de interventiegroep (snel aanvullend onderzoek door screeningsradioloog) 189 euro. De kosteneffectiviteitsanalyse laat zien dat de interventie de meest efficiënte, kostenbesparende strategie is. In het najaar van 2014 is de kosteneffectiviteitsanalyse gepubliceerd in de Canadian Journal of Public Health: Costeffectiveness of non-invasive assessment in the Dutch breast cancer screening program versus usual care: A randomized controlled trial. Aanvullend zullen nog analyses plaatsvinden van de psychologische consequenties bij verwijzing. De resultaten hiervan worden verwacht in 2015. 3.3.2 DENSE studie De DENSE studie is een wetenschappelijk onderzoek dat binnen het bestaande bevolkingsonderzoek borstkanker plaatsvindt en wordt gecoördineerd vanuit het Julius Centrum van het UMC Utrecht. Bij dit landelijk project zijn meerdere screeningsorganisaties intensief betrokken. Eén op de drie borsttumoren wordt niet via het bevolkings onderzoek, maar tussen twee screeningsronden in ontdekt. Deze zogenaamde intervaltumoren komen vaker voor bij vrouwen met zeer dicht borstweefsel (klier- en bindweefsel). Bovendien hebben vrouwen met dicht borstweefsel een groter risico op borstkanker. Het doel van de DENSE-studie is om bij vrouwen met zeer dicht borstweefsel de aanvullende waarde van een MRI (Magnetic Resonance Imaging) in het bevolkingsonderzoek te onderzoeken. Dit onderzoek wordt uitgevoerd bij vrouwen die zeer dicht borstweefsel hebben en waarbij geen verdachte afwijking op het mammogram is te zien. Onderzocht wordt of aanvullend MRIonderzoek bij deze groep vrouwen het aantal intervalcarcinomen kan verminderen en of door het MRI-onderzoek voorkomen wordt dat teveel vrouwen onnodig worden verwezen voor nader onderzoek (effect op kosten). De DENSE-studie betreft een cohort van ongeveer 5.000 vrouwen die tweejaarlijks in drie onderzoeks ronden worden gescreend door middel van mammografie in combinatie met MRI. Tot eind 2014 zijn landelijk ruim 5.000 vrouwen met zeer hoge borstdensiteit benaderd voor deelname. Daarvan toonde 66 procent interesse om deel te nemen. Van deze vrouwen zijn ruim 3.400 geïncludeerd voor een MRI-onderzoek. Vanuit bevolkings onderzoek Midden-West betreft dit 1.885 vrouwen. De verwachting is dat in 2015 voldoende vrouwen zijn geïncludeerd voor dit onderzoek.
. . . . . . . 14
3.3.3 Onderzoek naar CAD Bevolkingsonderzoek Midden-West werkt samen met (de afdeling radiologie van) het Radboudumc in het kader van het door de KWF Kankerbestrijding gefinancierde project ‘Towards an independent automated reader of screening mammograms’. In dit KWF project wordt onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van CAD systemen (Computer Assisted Diagnostic system) die de kwaliteit van de beoordeling van mammogrammen mogelijkerwijs kunnen verbeteren. Er wordt onderzocht of het aantal foutieve beoordelingen kan worden verminderd door een computer te laten meekijken met de radiologen. De computer moet dan wel leren de mammogrammen even goed te beoordelen als de beste radiologen. De computers leren van voorbeelden en worden beter naarmate er meer voorbeelden zijn. In het project wordt daarom een grote database aangelegd met geanonimiseerde mammogrammen waarin borstkanker gemarkeerd wordt. Bevolkingsonderzoek Midden-West stelt voor dit project een grote database met mammogrammen beschikbaar. Inmiddels bestaat de database al uit meer dan 200.000 onderzoeken. Het onderzoek is gestart in 2013 en loopt tot 2017. 3.3.4 Onderzoek naar risicostratificatie Bevolkingsonderzoek Midden-West werkt ook samen met het Radboudumc in het kader van het internationale EU project ASSURE, ‘Adapting Breast Cancer Screening Strategy Using Personalised Risk Estimation’. In dit project werken tien partners uit zes landen samen aan ontwikkeling en evaluatie van technieken voor verbetering van borstkankerscreening. Doel is om screening op maat te leveren, waarbij niet alle vrouwen op gelijke wijze gescreend worden. De effectiviteit van mammografie vermindert bij hoge borstdensiteit, terwijl bij vrouwen met hoge densiteit het risico op borstkanker groter is. Door de densiteit nauwkeurig te meten kan aangegeven worden bij welke vrouwen aanvullend onderzoek nodig is. Met name wordt onderzoek gedaan naar methoden voor screening met 3D echografie scanners en naar screening met MRI. Daarnaast wordt een model ontwikkeld voor de bepaling van het risico op borstkanker en het risico dat een carcinoom niet ontdekt wordt met mammografie, op basis van bekende risicofactoren en borst densiteit. Voor de ontwikkeling van dit model is het essentieel dat grote databases beschikbaar zijn waarin intervalcarcinomen bekend zijn. In 2014 konden de onderzoekers voor het eerst beschikken over data van Bevolkingsonderzoek Midden-West met betrekking tot de intervalcarcinomen uit de periode 2004-2009. Hierdoor werd het mogelijk eerste schattingen te maken van de sensitiviteit van mammografie in relatie tot densiteitspatronen. Het onderzoek is eind 2012 gestart en de uitkomsten worden verwacht in 2016.
4 Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker 4.1 Algemeen Alle vrouwen van 30 tot en met 60 jaar krijgen iedere vijf jaar een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Ze krijgen de mogelijkheid om een uitstrijkje te laten maken bij hun huisartsenpraktijk. Het uitstrijkje wordt beoordeeld in een laboratorium. Daarna ontvangt de vrouw een brief met de uitslag. Soms wordt er een afwijking ontdekt in het uitstrijkje. Dan is vervolgonderzoek nodig om te kijken of er echt iets aan de hand is. Bij een afwijking neemt de huisarts contact op met de vrouw en verwijst haar voor verder onderzoek naar het ziekenhuis. Bij een lichte afwijking wordt het uitstrijkje na zes maanden herhaald. Bevolkingsonderzoek Midden-West verzorgt het versturen van de meeste uitnodigingen en de uitslagbrieven. Een aantal huisartsen verzendt de uitnodigingen zelf. Daarnaast heeft Bevolkings onderzoek Midden-West een rol in de kwaliteitsborging door het auditen van de laboratoria die de uitstrijkjes onderzoeken en zorgdragen voor monitoring- en evaluatiegegevens.
4.2 Resultaten
Tabel 3 Bruto-opkomst per geboortecohort Geboortejaar
Bruto uitnodigingen SO & ZUHA*
Aantal uitstrijkjes
Bruto opkomst%
1954
24.230
13.605
56,15%
1959
28.985
17.150
59,17%
1964
33.186
18.807
56,67%
1969
35.187
19.242
54,68%
1974
29.737
15.356
51,64%
1979
28.853
12.667
43,90%
1984
29.328
11.407
38,89%
209.506
108.234
51,66%
5.597*
2.385
42,61%
0
24.862**
215.103
135.481***
Subtotaal Overige geboortejaren Uitnodiging eerder dan 2014 Totaal
62,98%
* In enkele specifieke omstandigheden worden ook vrouwen uit overige geboortejaren uitgenodigd. ** Dit aantal uitstrijkjes heeft betrekking op vrouwen die in eerdere jaren een uitnodiging
4.2.1 Actieve participatie In 2014 zijn 209.506 vrouwen geboren in 1954, 1959, 1964, 1969, 1974, 1979 en 1984 uitgenodigd voor het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Daarvan reageerden 108.234 vrouwen op de uitnodiging door het laten maken van een uitstrijk (51,66%). In tabel 3 worden de resultaten getoond per geboortecohort en de overige geboortejaren op peildatum 1 april 2015, inclusief de opkomst van cliënten uitgenodigd door de zelf uitnodigende huisarts (ZUHA). De gemiddelde opkomst bij de zelf uitnodigende huisarts is 66%. 4.2.2 Passieve participatie Als een vrouw geen uitstrijkje laat maken, maar wel een antwoordkaart retour zendt met reden van niet-deelname wordt gesproken van een passieve participatie. Met behulp van de passieve participatie worden de netto-opkomst/non-respons en de beschermingsgraad uitgerekend.
hebben ontvangen. De uitnodiging is 5 jaar geldig. *** Dit aantal wijkt af van de jaarrekening in verband met het na-ijleffect van de registratie.
Netto-opkomst/non-respons Voor de berekening van de netto-opkomst/non-respons wordt gebruik gemaakt van het aantal afmeldingen van vrouwen uitgenodigd in 2014. Deze afmeldingen worden afgetrokken van het bruto aantal uitnodigingen, waarna het netto aantal uitnodigingen (tabel 4 kolom 5) het resultaat is. Vervolgens wordt het totaal aantal uitstrijkjes gedeeld door het netto aantal uitnodigingen. Het uiteindelijk resultaat is dat de netto-opkomst 67,99% is en de non-respons 29,65.
. . . . . . . 15
Tabel 4 Netto-opkomst per geboortecohort Geboortejaar
Aantal uitnodigingen
Aantal afmeldingen
Afmeldingen %
Netto doelgroep
Netto opkomst %
1954
24.230
1.910
7,88
22.320
60,95
Non-respons% 35,97
1959
28.985
1.984
6,84
27.001
63,52
33,99
1964
33.186
1.864
5,62
31.322
60,04
37,71
1969
35.187
1.543
4,39
33.644
57,19
40,93
1974
29.737
1.642
5,52
28.095
54,66
42,84
1979
28.853
2.973
10,30
25.880
48,95
45,79
1984
29.328
3.627
12,37
25.701
44,38
48,74
5.597
295
5,27
5.302
44,98
52,12
215.103
15.838
7,36
199.265
67,99
29,65
Overige Totaal
Onderstaande figuur geeft een geografische weergave van de opkomst per gemeente in 2014. Figuur 4 O pkomstpercentages 2014 bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker
Legenda Opkomstpercentage Gemeenten 45-62 65-68 62-65 68-71
Beschermingsgraad Er zijn vrouwen die zich afmelden, omdat hun baarmoedermond is verwijderd (UE) of omdat zij recent een uitstrijkje (RU) hebben laten maken (buiten het bevolkingsonderzoek). Met behulp van deze afmeldredenen kan de beschermingsgraad worden berekend (tabel 5). De berekening is als volgt: het aantal afmeldingen UE en RU wordt opgeteld bij het aantal uitstrijkjes (tabel 3 kolom 3). Dit aantal gedeeld door het aantal uitnodigingen geeft de beschermingsgraad. De beschermingsgraad komt dan voor 2014 uit op 54,02%.
71-82
Tabel 5 Beschermingsgraad per geboortecohort Geboortejaar
Aantal uitnodigingen
Uterus extirpatie (UE)
Recente uitstrijk (RE)
UE + RE
Totaal
1954
24.230
287
348
635
14.240
58,77
1959
28.985
464
607
1.071
18.221
62,86
1964
33.186
475
687
1.162
19.969
60,17
1969
35.187
308
652
960
20.202
57,41
1974
29.737
117
553
670
16.026
53,89
1979
28.853
37
489
526
13.193
45,72
1984
29.328
11
467
478
11.885
40,52
Overige geboortejaren Totaal
. . . . . . . 16
Beschermingsgraad %
5.597
2
81
83
2.468
44,10
215.103
1.701
3.884
5.585
116.204
54,02
4.2.3 Afmeldingen In de groep van de jongere vrouwen, tussen de 30 en 40 jaar, is de overwegende reden van niet-deelname het zwanger zijn of net bevallen op het moment van de uitnodiging (tabel 6). Tabel 6 Passieve participatie per geboortecohort Geboortejaar
Zwanger / bevallen
Uitstel andere reden
1954
2
1.059
1959
2
713
1964
2
535
Deelname volgende ronde
Wil in toekomst geen uitnodiging meer
Totaal
25
189
1.275
28
170
913
36
129
702 583
1969
21
432
44
86
1974
538
344
30
59
971
1979
2.009
348
52
38
2.447
1984
2.558
492
47
52
3.149
Totaal
5.132
3.923
262
723
10.040
4.2.4 Resultaten van uitstrijkjes In 2014 zijn in totaal 142.706 uitstrijkjes ontvangen en beoordeeld. Dat was in 2013 in totaal 146.448. In tabel 7 staan de resultaten van de uitstrijkjes van het merendeel (14 van de 15) van de laboratoria uit de regio Midden-West in het jaar 2014. Deze resultaten zijn ingedeeld naar uitslag: herhalen in verband met onvoldoende materiaal (Pap 0), normaal (Pap 1), geringe dysplasie (Pap 2/3a1 met een vervolgadvies), matige en ernstige dysplasie (Pap 3am resp. Pap 3b of hoger met een direct verwijsadvies) als percentages van het totaal aantal beoordeelbare uitstrijkjes.
In totaal zijn er vanuit het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker in de regio Midden-West 1.204 vrouwen (met matige en ernstige dysplasie) ‘direct’ verwezen. Het is ten tijde van dit verslag nog niet duidelijk hoeveel van de 1.435 vrouwen met een vervolgadvies op basis van geringe dysplasie mogelijk in tweede instantie (op grond van een tweede of derde uitstrijkje) verwezen worden (‘indirect’). Uit andere evaluaties blijkt dit tussen de 20% - 30% te zijn. Het percentage 0,03% carcinomen is gelijk aan N=3. Tabel 7 Resultaten van uitstrijkjes Herhalen
Normaal
Geringe dysplasie
Matige dysplasie
Ernstige dysplasie
Carcinomen
2,08%
92,92%
1,01%
0,52%
0,32%
0,03%
. . . . . . . 17
5 Bevolkingsonderzoek darmkanker 5.1 Algemeen Op 13 januari 2014 is het bevolkingsonderzoek darmkanker landelijk gestart. Het bevolkingsonderzoek darmkanker is bedoeld voor iedereen van 55 tot en met 75 jaar. Deze groep mensen ontvangt elke twee jaar een uitnodiging. Tot 2019 wordt het bevolkingsonderzoek gefaseerd ingevoerd. Bij het bevolkingsonderzoek darmkanker ontvangen genodigden een buisje waarmee thuis in de ontlasting wordt geprikt. Deze ontlasting wordt in een laboratorium onderzocht op de aanwezigheid van sporen van humaan bloed, die kunnen wijzen op (voorlopers van) darmkanker. Er kan ook niets of iets anders aan de hand zijn, zoals een darmontsteking of aambeien. Om dat uit te zoeken is er een kijkonderzoek in de darm nodig (coloscopie). Ook de behandeling tijdens een coloscopie (bijvoorbeeld het weghalen van poliepen) werkt preventief en wordt ingezet om kanker te voorkomen. Bevolkingsonderzoek Midden-West nodigt de deelnemers uit, informeert en verwijst de deelnemers die een ongunstige uitslag hebben. De capaciteitsplanning van de coloscopiecentra is ook belegd bij de screeningsorganisatie. Daarnaast is Midden-West verantwoordelijk voor monitoring en borging van de kwaliteit van de gehele keten: het bevolkingsonderzoek zelf, maar ook het vervolgonderzoek in coloscopiecentra en pathologielaboratoria. Midden-West zorgt voor het auditen en toelaten van endo scopisten, coloscopiecentra, pathologen en PA-laboratoria aan de hand van landelijk vastgestelde kwaliteitscriteria. Tevens is Midden-West verantwoordelijk voor het vervullen van taken op het gebied van communicatie (met doelgroep en professionals) en voor gegevensbeheer en –levering ten behoeve van registratie, monitoring en evaluatie. Implementatie bevolkingsonderzoek darmkanker De invoering van dit grote bevolkingsonderzoek vroeg gaandeweg het jaar enige aanpassingen. Er deden meer mensen mee dan was
verwacht. Het bevolkingsonderzoek is daarom op een aantal punten bijgestuurd. Om wachttijden voor het vervolgonderzoek (coloscopie) te voorkomen, is in 2014 niet de gehele doelgroep uitgenodigd en wordt een deel van de mensen uit het cohort 2014 in 2015 uitgenodigd. Door de hogere deelnemersgraad is het uitnodigingsproces in het eerste implementatiejaar aangepast. In het eerste jaar van de invoering van het bevolkingsonderzoek ging veel aandacht uit naar informatie en voorlichting. Bevolkingsonderzoek Midden-West vervulde een aantal landelijke portefeuilles, waaronder de landelijke communicatie vanuit de screeningsorganisaties. Regelmatig werden de coloscopiecentra met de nieuwsbrief ‘Coloscoop’ geïnformeerd over de stand van zaken en wijzigingen in het registratiesysteem ScreenIt. Daarnaast participeerde Bevolkingsonderzoek Midden-West in diverse inen externe overlegorganen en is bijgedragen aan de informatieuitwisseling over diverse onderwerpen. In oktober is een netwerkbijeenkomst georganiseerd voor de coloscopiecentra en pathologielaboratoria die betrokken zijn bij de uitvoering van het bevolkingsonderzoek darmkanker. In deze bijeenkomst zijn de aanwezigen geïnformeerd over de stand van zaken van het bevolkingsonderzoek darmkanker en zijn de bevindingen van het eerste halfjaar gepresenteerd. Ook kregen de deelnemers de mogelijkheid om best practices met elkaar uit te wisselen.
5.2 Resultaten1 5.2.1 Opkomst In 2014 zijn 169.154 mannen en vrouwen geboren in 1938, 1939, 1947, 1949, 1951 en 1954 uitgenodigd voor het bevolkingsonderzoek darmkanker. Daarvan reageerden 116.4982 mannen en vrouwen op de uitnodiging door het maken van een iFOBT-test (fecesmonster). In tabel 8 worden de resultaten getoond per geboortecohort op peildatum 1 april 2015.
Tabel 8 Opkomst en verwijspercentage Geboortejaar
Aantal uitnodigingen
Opkomst met beoordeelbare iFOBT
1938
26.856
1939
25.975
1947 1949 1951 1954 Totaal
Opkomst met beoordeelbare iFOBT (%)
Aantal clienten ifobt ongunstig
Ongunstig (%)
Aantal clienten ifobt_gunstig
16.706
62,2%
16.862
64,9%
45.395
32.771
37.962
26.988
26.409
18.827
2.109
12,6%
14.597
87,4%
1.713
10,2%
15.149
89,8%
72,2%
2.236
6,8%
30.535
93,2%
71,1%
1.796
6,7%
25.192
93,3%
71,3%
1.066
5,7%
17.761
94,3%
6.557
4.344
66,2%
220
5,1%
4.124
94,9%
169.154
116.498
68,9%
9.140
7,8%
107.358
92,2%
De cijfers met betrekking tot 2014 zijn gegenereerd op peildatum 29-04-2015. Het is van belang dit te vermelden, omdat de database
1
dynamisch is en de gegevens continu aangevuld worden. De cijfers kunnen om deze reden en vanwege eventuele definitieverschillen mogelijk enigszins afwijken van de landelijke monitor bevolkingsonderzoek darmkanker (uitgevoerd door het Erasmus MC). Dit aantal wijkt af van de jaarrekening in verband met het na-ijleffect van de registratie.
2
. . . . . . . 18
Gunstig (%)
Onderstaande figuur geeft een geografische weergave van de opkomst per gemeente in 2014.
Aantal cliënten met een coloscopie Geboortejaar
Figuur 5 O pkomstpercentages 2014 bevolkingsonderzoek darmkanker*
Man
Vrouw
Totaal
1938
866
666
1.532
1939
677
517
1.194
1947
995
651
1.646
1949
780
507
1.287
1951
431
298
729
1954
86
49
135
3.835
2.688
6.523
Totaal
5.2.3 Eindconclusie coloscopieën Onderstaande grafiek geeft een visuele weergave van de uitslagen van de coloscopieën. In totaal wordt bij 8,1% van de coloscopieën een tumor gevonden. Daarnaast worden bij de coloscopieën veel poliepen gevonden. Die kunnen een voorstadium zijn van darm kanker. In 29,7% van de coloscopieën werden poliepen gevonden in een vergevorderd stadium (advanced adenomen). Tabel 10 Eindconclusie coloscopieën Eindconclusie coloscopie
%
1. Colorectaal carcinoom
8,1
2. Advanced adenoom
Legenda Opkomstpercentage Gemeenten 45-62 65-68 62-65 68-71
3. Neuro-endocriene tumor (NET) 4. Non-advanced adenoom
71-82
* De opkomstpercentages van Graft-De Rijp en Schermer zijn bij de gemeente Alkmaar
4,0
6. Overig
5,3
7. Geen afwijkingen
17,1
Totaal
5.2.2 Uitgevoerde intakes en coloscopieën In 2014 hebben in totaal 7.835 intakes plaatsgevonden. Daarvan hebben er 6.523 geresulteerd in een coloscopie (83,3%). In onder staande tabel worden deze intakes en coloscopieën weergegeven per geboortecohort. Tabel 9 Uitgevoerde intakes en coloscopieën Aantal cliënten met een uitgevoerde intake Geboortejaar
Man
1938 1939 1947
Vrouw
Totaal
1.018
761
1.779
812
619
1.431
1.179
779
1.958
1949
947
614
1.561
1951
544
376
920
1954
114
72
186
4.614
3.221
7.835
Totaal
0,1 34,6
5. Serrated poliepen
8. Geen eindconclusie gevonden
geteld.
29,7
1,3 100,0
• Colorectaal carcinoom - 8,1% • Advanced adenoom - 29,7% • Neuro-endocriene tumor (NET) - 0,1% • Non-advanced adenoom - 34,6% • Serrated poliepen - 4,0% • Overig - 5,3% • Geen afwijkingen - 17,1% • Geen eindconclusie gevonden - 1,3%
. . . . . . . 19
5.3 Wetenschappelijk onderzoek 5.3.1 Proefbevolkingsonderzoek 4de ronde Gelijktijdig met de gefaseerde invoering van het bevolkings onderzoek zijn het AMC en het Erasmus MC in samenwerking met Bevolkingsonderzoek Zuid-West en Bevolkingsonderzoek Midden-West een 4de ronde van het proefbevolkingsonderzoek darmkanker gestart. Hiermee zal het proefbevolkingsonderzoek darmkanker bij de voorlopercohorten in de regio’s Rijnmond en Amsterdam worden voortgezet (omvang 24.000 personen die nu ruim zeven jaar gevolgd worden). Er wordt onderzocht wat de diagnostische opbrengst van de 4de ronde FIT-screening (Fecal Immunichemical Test) is, het aantal intervalcarcinomen bij deelnemers en niet-deelnemers en het deelnamepercentage. Ook wordt een vergelijking gemaakt van de testkarakteristieken van twee verschillende FITs (FOB-Gold en OC-sensor die in landelijk bevolkingsonderzoek darmkanker gebruikt gaat worden). In mei is dit onderzoek in de regio Amsterdam van start gegaan. De onderzoeksgroep van 10.000 mensen is inmiddels uitgenodigd. In de loop van 2015 wordt het onderzoek afgerond en worden de onderzoeksresultaten bekend.
. . . . . . . 20
5.3.2 Family Matters In een kwart van de gevallen van darmkanker gaat het om een erfelijke vorm. In het onderzoek Family Matters wordt onderzocht hoe personen met een erfelijk risico tijdig opgespoord kunnen worden om zo de juiste preventieve darmcontroles te krijgen. Het landelijk bevolkingsonderzoek darmkanker biedt daar een goede gelegenheid voor. In het project wordt bekeken of het (mee) sturen van een vragenlijst over erfelijke darmkanker een goede manier is om deelnemers met een familiair verhoogd risico te herkennen. Het onderzoeksproject wordt gesubsidieerd door de maag-, lever- en darmstichting en zal worden uitgevoerd door het AMC in samenwerking met Bevolkingsonderzoek Midden-West. In 2014 is de WBO-vergunning om dit bevolkingsonderzoek te mogen uitvoeren, aangevraagd door het AMC. De verdere voorbereidingen zijn ter hand genomen en de verwachting is dat het onderzoek in 2015 zal starten en aan het eind van dat jaar zal zijn afgerond.
6 Cliëntreacties en kwaliteit Bevolkingsonderzoek Midden-West nodigt cliënten uit reacties en ervaringen bij de organisatie bekend te maken. Dit kan via telefoon, email, website, reactieformulier ‘Uw mening telt!’ en schriftelijk. De screeningsorganisatie stelt de reacties van cliënten op prijs, want deze feedback biedt de mogelijkheid om de geboden dienstverlening te evalueren: • Hoe ervaart de cliënt de dienstverlening? • Wat is er goed gegaan? Wat kan of moet beter? • Waar zitten aanknopingspunten om de dienstverlening te verbeteren?
Bevolkingsonderzoek Midden-West heeft een interne procedure voor de behandeling van cliëntreacties die een klacht bevatten. Als de reacties intern niet naar tevredenheid afgehandeld kunnen worden, kunnen cliënten met hun klacht naar de landelijke klachtencommissie, een extern onafhankelijk orgaan. Met het oog op een efficiëntere afhandeling van klachten in de toekomst en de toevoeging van het nieuwe bevolkingsonderzoek darmkanker is in 2014 de landelijke klachtenregeling en het reglement van de landelijke klachtencommissie, met instemming van de Ondernemingsraad, gewijzigd. Uitgangspunt was het cliëntenperspectief: voor de cliënten moet volstrekt duidelijk zijn op welke wijze klachten worden afgehandeld en er de mogelijkheid is zich te wenden tot de klachtencommissie. De klachtenregeling is te vinden op onze website.
6.1 Cliëntreacties Over de drie bevolkingsonderzoeken zijn in totaal 1.495 reacties van cliënten binnengekomen. Veruit de meeste reacties van cliënten hadden betrekking op het bevolkingsonderzoek borstkanker, namelijk 1.435 reacties. Voor cliënten van het bevolkingsonderzoek borstkanker is er een lage drempel om te reageren, aangezien reactieformulieren in de onderzoekscentra aanwezig zijn. Op het aantal totaal deelnemers van dit bevolkings onderzoek in 2014 van 222.345 betekent dit procentueel gezien 0,64%. Er kwamen 44 reacties binnen over het bevolkingsonderzoek darmkanker. Dit is 0,03% van het aantal deelnemers in 2014. Het aantal reacties over het bevolkingsonderzoek baarmoederhals kanker bedroeg 16 en dit vormt 0,01% van het aantal deelnemers. Bevolkingsonderzoek Borstkanker
Aantal Aantal reacties deelnemers
% reacties t.o.v. totaal aantal deelnemers
222.345
1.435
Baarmoederhalskanker
135.481
16
0,64 0,01
Darmkanker
116.498
44
0,03
Totaal aantal deelnemers
474.324
Binnen de reacties onderscheiden we complimenten, klachten, vragen en suggesties. In onderstaande tabel is de verdeling te zien. Categorie
Aantal
%
% reacties t.o.v. totaal aantal deelnemers
Complimenten
561
37,53
0,12
Klachten
661
44,21
0,14
Vragen
252
16,86
0,05
21
1,40
0,004
1495
100
0,32
Suggesties Totaal
De 661 klachten in 2014 hebben betrekking op de volgende onderwerpen: Categorie klachten
Aantal klachten
%
Standplaats/locatie
303
45,84
Administratie/organisatie
129
19,51
Pijn ( incl. positieve en negatieve bejegening)
99
14,98
Bejegening
83
12,56
Verwonding
13
1,97
Medisch
14
2,12
2
0,30
Leeftijdsgrenzen Overig
18
2,72
Totaal
661
100,00
6.1.1 Bevolkingsonderzoek borstkanker In 2014 zijn er 222.345 cliënten gescreend. Over het bevolkingsonderzoek borstkanker zijn 1435 reacties binnengekomen, waarvan 627 klachten. De meeste klachten hebben betrekking op de standplaats/locatie, in het bijzonder de reisafstand. Pijn bij het onderzoek blijft een belangrijk onderwerp dat de cliënten aangeven en aandacht voor vragen. Soms in combinatie met een positieve of negatieve bejegening. 6.1.2 Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker In totaal hebben 135.481 cliënten in 2014 deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Er zijn over dit bevolkingsonderzoek 16 reacties binnengekomen, waarvan 9 klachten. Deze klachten hadden betrekking op de uitslag en de kosten bij doorverwijzing (categorie administratie/organisatie). 6.1.3 Bevolkingsonderzoek darmkanker In 2014 hebben 116.498 cliënten deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek darmkanker. Van de 44 binnengekomen reacties betroffen er 25 een klacht. De klachten hadden betrekking op de uitnodiging en de uitslag (categorie administratie/ organisatie).
2
Peildatum 01-03-2015
. . . . . . . 21
6.2 Kwaliteit Bevolkingsonderzoek Midden-West heeft de in 2013 ingezette verbeteringen van haar kwaliteitsmanagementsysteem dit jaar verder vormgegeven. In het eerste kwartaal 2014 is een kwaliteitsadviseur met als aandachtsgebied de bevolkingsonderzoeken baarmoederhals kanker en borstkanker aangesteld. Hierdoor is het team kwaliteit versterkt dat ook bestaat uit de kwaliteitsadviseur darmkanker, de klachtenfunctionaris en de data-analist. Het kwaliteitshandboek is verder ontwikkeld en de verantwoorde lijkheid voor de verschillende processen is aangescherpt. Naast de functie van documenteigenaar en documentbeheerder is ook de functie van autorisator toegevoegd aan het kwaliteitshandboek. 6.2.1 HKZ-ISO 9001-certificaat In het najaar is een externe audit gehouden voor zowel het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker als het bevolkingsonderzoek borstkanker door certificerende instelling DNVGL. De verbeteracties over de in 2013 geconstateerde bevindingen ten aanzien van de interne audits en de leveranciersbeoordeling zijn dit jaar geëffectueerd. Tijdens de audit in het najaar zijn twee ‘observaties’ gedaan. Een observatie is in zichzelf niet een tekortkoming, maar kan duiden op een mogelijk toekomstige tekortkoming indien de situatie te weinig aandacht krijgt. De certificering is gecontinueerd. Bevolkingsonderzoek darmkanker is in 2014 gestart en zal in 2015 conform de norm NEN 15224 (ISO voor de Zorg) worden gecertificeerd.
. . . . . . . 22
6.2.2 Visitatie bekijkeenheid Noord-Holland Zuid Het Landelijk Referentiecentrum voor Bevolkingsonderzoek (LRCB) voert in opdracht van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) een aantal taken uit binnen het bevolkings onderzoek borstkanker, waaronder het uitvoeren van medischinhoudelijke en fysisch-technische kwaliteitsbewaking en het accrediteren en registreren van professionals werkzaam in het bevolkingsonderzoek naar borstkanker. In het kader van optimalisatie en borging van het bevolkingsonderzoek voert het LRCB een continue fysisch-technische kwaliteitscontrole uit op de beeldvormende systemen. De medisch-inhoudelijke kant wordt periodiek getoetst door middel van visitaties. In november 2014 heeft een visitatie plaatsgevonden op de bekijkeenheid Noord-Holland Zuid. Aan de hand van de adviezen wordt een plan van aanpak opgesteld op de fysisch-technische en medisch-inhoudelijke kwaliteit te borgen.
7 Financiën 7.1 Balans 2014
2013
ACTIVA Materiële vaste activa
5.377.159
6.201.501
Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa
1.959.509
1.376.089
Liquide middelen
8.514.893
5.260.206
Totaal Vlottenda activa Totaal Activa
10.474.402
6.636.295
15.851.561
12.837.796
PASSIVA Eigen vermogen Egalisatie reserve Bestemmingsreserve ICT Bestemmingsreserve Verbetering bevolkingsonderzoek BO borstkanker
2.706.023
2.218.693
823.939
461.578
620.000
620.000
Totaal eigen vermogen
4.149.962
Voorzieningen
1.797.706
3.300.271 1.279.807
Langlopende verplichtingen
3.289.372
3.283.687
Kortlopende schulden en overlopende passiva Belastingen
493.478
394.698
Crediteuren
2.156.469
1.106.445
Nog te betalen vergoedingen Overige schulden en overlopende passiva
725.310
530.849
3.239.264
2.942.040
Totaal kortlopende schulden en overlopende passiva
6.614.521
4.974.032
Totaal Passiva
15.851.561
12.837.796
7.2 Bevolkingsonderzoek borstkanker – Staat van baten en lasten 2014 Resultatenrekening in Euro
Realisatie 2014
Begroot 2014
Realisatie 2013
Baten Subsidie RIVM Borstkanker
14.005.512
15.109.000
15.071.126
Subsidie RIVM Baarmoederhalskanker
-
-
-
Subsidie RIVM Darmkanker
-
-
-
1.109.028
-
-
15.114.540
15.109.000
15.071.126
4.229.360
4.362.300
4.846.616
-
-
-
1.271.703
1.367.642
1.205.216
Subsidievrijval 2012* Totaal Baten Kosten Kosten personeel in relatie tot opname (laboranten) Kosten uitvoering onderzoek derden (huisartsen) Kosten personeel in relatie tot logistiek Kosten personeelsondersteuning primair proces (directie)
1.371.010
1.710.850
1.501.496
Kosten beoordeling
1.453.493
1.502.000
1.407.408
Kosten beoordeling radiologen
1.453.493
1.502.000
1.407.408
Kosten beoordeling laboratoria
-
-
-
5.658.293
5.258.400
5.449.445
Uitvoeringskosten screening Huisvestingslasten
348.676
370.100
255.293
Organisatiekosten
632.943
742.800
964.275
14.965.477
15.314.092
15.629.750
149.062
-205.092
-558.623
Totaal kosten Resultaat
* Dit is conform afspraak met het RIVM (brief 7mei 2014).
. . . . . . . 23
7.3 Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker – Staat van baten en lasten 2014 Resultatenrekening in Euro
Realisatie 2014
Begroot 2014
Realisatie 2013
Baten Subsidie RIVM Borstkanker Subsidie RIVM Baarmoederhalskanker Subsidie RIVM Darmkanker Overige opbrengsten Totaal Baten
-
-
-
8.780.295
7.056.000
7.964.516 -
-
-
70.180
-
-
8.850.475
7.056.000
7.964.516
Kosten Kosten personeel in relatie tot opname (laboranten)
-
-
-
1.732.761
1.516.000
1.713.878
Kosten personeel in relatie tot logistiek
255.591
224.000
290.100
Kosten personeelsondersteuning primair proces (directie)
477.120
543.600
577.420
4.471.020
3.214.000
3.632.266
Kosten uitvoering onderzoek derden (huisartsen)
Kosten beoordeling Kosten beoordeling radiologen
-
-
-
Kosten beoordeling laboratoria
4.471.020
3.214.000
3.632.266
Uitvoeringskosten screening
971.384
1.042.400
1.027.511
Huisvestingslasten
60.808
66.800
97.885
Organisatiekosten
181.162
244.200
373.640
8.149.846
6.851.000
7.712.700
700.629
205.000
251.816
Realisatie 2014
Begroot 2014
Realisatie 2013
Subsidie RIVM Borstkanker
-
-
-
Subsidie RIVM Baarmoederhalskanker
-
-
-
Subsidie RIVM Darmkanker
3.089.907
2.973.000
1.406.899
Totaal Baten
3.089.907
2.973.000
1.406.899
Kosten personeel in relatie tot opname (laboranten)
-
-
-
Kosten uitvoering onderzoek derden (huisartsen)
-
-
-
Kosten personeel in relatie tot logistiek
108.657
566.758
159.371
Kosten personeelsondersteuning primair proces (directie)
597.805
487.200
331.788
32.025
54.000
-
Kosten beoordeling radiologen
-
-
-
Kosten beoordeling laboratoria
32.025
54.000
-
1.630.287
1.327.550
482.946
Totaal kosten Resultaat
7.4 Bevolkingsonderzoek darmkanker – Staat van baten en lasten 2014 Resultatenrekening in Euro Baten
Kosten
Kosten beoordeling
Uitvoeringskosten screening Huisvestingslasten
45.102
50.100
39.154
Organisatiekosten
676.031
487.300
384.871
3.089.907
2.972.908
1.398.131
0
92
8.768
Totaal kosten Resultaat
. . . . . . . 24
7.5 Totaal resultaat Bevolkingsonderzoek Midden-West 2014 Resultatenrekening in Euro
Realisatie 2014
Begroot 2014
Realisatie 2013
Subsidie RIVM Borstkanker
15.114.540
15.109.000
15.071.126
Subsidie RIVM Baarmoederhalskanker
8.780.295
7.056.000
7.964.516
2.714.150
2.973.000
1.406.899
27.054.921
25.138.000
24.442.542
4.846.616
Baten
Subsidie RIVM Darmkanker Subsidie overig Totaal Baten
445.936
Kosten Kosten personeel in relatie tot opname (laboranten)
4.229.360
4.362.300
Kosten uitvoering onderzoek derden (huisartsen)
1.732.761
1.516.000
1.713.878
Kosten personeel in relatie tot logistiek
1.635.951
2.158.400
1.654.688 2.410.704
Kosten personeelsondersteuning primair proces (directie)
2.445.935
2.741.650
Kosten beoordeling
5.956.539
4.770.000
5.039.674
Kosten beoordeling radiologen
1.453.493
1.502.000
1.407.408
Kosten beoordeling laboratoria
4.503.046
3.268.000
3.632.266
8.259.964
7.628.350
6.959.902
454.586
487.000
392.333
Uitvoeringskosten screening Huisvestingslasten Organisatiekosten
1.490.134
1.474.300
1.722.785
26.205.230
25.138.000
24.740.581
-842.937
-
-
-180.392
-
-
-100.000
-
-
Vrijval voorzieningen NTF voorgaande jaren
-516.724
-
-
Vrijval voorzieningen NTF voorgaande jaren
-45.821
-
-
310.579
-
448.000
Totaal kosten Incidentele baten en lasten Incidentele baten Vrijval voorzieningen NTF voorgaande jaren Vrijval DMS
Incidentele lasten Project AMOL tlv bestemmingsreserve
112.324
Data Ware House investering tlv bestemmingsreserve
121.575
Extra dotatie voorziening groot onderhoud
76.680
Genormaliseerd resultaat boekjaar 1
317.333
-
149.961
Resultaat boekjaar 2
849.691
-
-298.039
1
Het genormaliseerde resultaat is het jaarresultaat zonder incidentele baten en lasten
2
Het resultaat boekjaar is het jaarresultaat inclusief incidentele baten en lasten
. . . . . . . 25
. . . . . . . 26
Bijlagen
2014
. . . . . . . 27
A Afkortingenlijst BK BMHK BVO DK FSB FTE HKZ-audit hrHPV IKNL
= borstkanker = baarmoederhalskanker = bevolkingsonderzoek = darmkanker = Facilitaire Samenwerking Bevolkingsonderzoeken: coöperatie van de vijf screeningsorganisaties in Nederland = fulltime-equivalent: rekeneenheid voor de omvang van een dienstverband of de personeelssterkte = Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector; stellen kwaliteits- en veiligheidsnormen voor de zorgsector = hoog risico humaan papillomavirus welke de vorming van baarmoederhalskanker kan veroorzaken = Integraal Kankercentrum Nederland: het kennis- en kwaliteitsinstituut voor professionals en bestuurders in de oncologische en palliatieve zorg LBO = Landelijke beheerorganisatie; draagt zorg voor ICT-ondersteuning, contract- en databeheer ten behoeve van de vijf screeningsorganisaties LETB = Landelijk Evaluatie Team Borstkanker LRCB = Landelijke Referentiecentrum voor Bevolkingsonderzoek MammoXL = ICT-programma voor de digitale beelduitwisseling tussen de ziekenhuizen en de screeningsorganisaties ten behoeve van het bevolkingsonderzoek borstkanker MASS-trial = Modified Assessment of referred women in Service Screening: wetenschappelijk onderzoek naar effecten en kosten ten aanzien van de aangepaste verwijsstrategie voor het bevolkingsonderzoek borstkanker MBB’er = Medisch Beeldvormend en Bestralingsdeskundige Ministerie VWS = Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport OR = Ondernemingsraad RIVM = Rijkinstituut voor Volksgezondheid en Milieu RU = Recent Uitstrijkje RvT = Raad van Toezicht UE = Uterus Extirpatie (baarmoedermond) WBO = Wet op het Bevolkingsonderzoek ZUHA = Zelfuitnodigende huisarts
. . . . . . . 28
4
3
2
3 screeningsgroepen (radiologen)
CI = cliënteninformatie CA = cliëntenadministratie PL = projectleider RCP – Regionaal coördinerend patholoog RCMDL – Regionaal coördinerend maag-darm-leverarts
PL2
projecten
Hoofd screening
5 laborantenteams
Hoofd screening
5 laborantenteams
1
Hoofd screening
5 laborantenteams
Coördineren radiologen (3)
Manager bevolkingsonderzoek borstkanker
Hoofd screening
Hoofd CI/CA1
Raad van Bestuur
Raad van Toezicht
Hoofd CI/CA1
Manager bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker/darmkanker
Bestuurssecretariaat
Manager Bedrijfsbureau
OR
financiën
Controller
B Organogram
facilitair
ICT
communicatie
kwaliteit & klachten
secretariaat & receptie
personeel & organisatie
RCMDL4 (DK)
RCP3 (BMHK/DK)
praktijkondersteuning
capaciteit & kwaliteit cliëntenadministratie
cliënteninformatie
cliëntenadministratie
cliënteninformatie
opleiding
3 laborantenteams
. . . . . . . 29
C Samenstellingen in 2014 Raad van Toezicht De heer Dr. Ir. T.J.F. Buunen voorzitter Mevrouw Mr. M.M. van der Burg vicevoorzitter De heer Ir. J.G.M. Groenendijk De heer Mr. Dr. H.E.G.M. Hermans Mevrouw Drs. G.H. van der Nat Raad van Bestuur Mevrouw E.J.C. Bongers MBA Ondernemingsraad De heer D. Bos Mevrouw J. Ruijter De heer D. Beijerinck Mevrouw A.F. Boere Mevrouw S. Dardak Mevrouw A.M. Fransen-Emond Mevrouw S. Smet
voorzitter vicevoorzitter secretaris
Landelijke externe Klachtencommissie Mevrouw Mr. E.P. van Dijk voorzitter Mevrouw Mr. M. Daverschot plaatsvervangend voorzitter Mevrouw G. van der Heide-Schoon deskundige, ex-voorzitter Borstkankervereniging Nederland De heer Dr. L.E.M. Duijm lid namens de Nederlandse Vereniging voor Radiologie Mevrouw Dr. J.L. Schreutelkamp plaatsvervangend lid namens de Nederlandse Vereniging voor Radiologie Mevrouw Drs. J. van der Sleen lid op voordracht OR Mevrouw M.J. Lampert plaatsvervangend lid op voordracht OR Mevrouw C. Smit-Felten ambtelijk secretaris
. . . . . . . 30
D Samenvatting resultaten bevolkingsonderzoeken Samenvatting resultaten bevolkingsonderzoek borstkanker
2014
2013
2012
2011
Aantal vrouwen in de doelgroep
700.373
687.417
670.231
635.922
642.812
Aantal uitnodigingen
291.788
319.653
310.187
285.632
274.488
Aantal onderzoeken
222.345
240.899
238.849
217.097
215.455
76,20
75,36
76,61
75,77
78,49
16
16
16
15
17
5.658
5.446
5.823
5.413
4.888
Gemiddeld verwijscijfer %
2,5
2,3
2,4
2,5
2,3
Verwijscijfer in 1e ronde %
5,4
4,7
4,6
4,9
4,5
Gemiddelde opkomst % Aantal onderzoekscentra Aantal verwijzingen
2010
Verwijscijfer in vervolgronde < 30 maanden %
2,1
1,9
2,1
2,0
1,9
Verwijscijfer in vervolgronde > 30 maanden %
3,7
3,5
3,2
2,9
2,8
Positief voorspellende waarde verwijzing %
*
30
30
26
27
Aantal opgespoorde borstkankers
*
1.677
1.767
1.471
1.258
Detectiecijfer in 1e ronde ‰
*
7,6
8,0
8,1
6,3
Detectiecijfer in vervolgronde < 30 maanden ‰
*
6.7
7.1
6.4
5.8
Detectiecijfer in vervolgronde > 30 maanden ‰
*
11,4
10,0
8,0
8,3
*cijfers nog niet bekend
Samenvatting resultaten bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker
2014
2013
2012
2011
2010
Aantal uitnodigingen
215.103
213.000
206.824
203.898
208.229
Aantal onderzoeken
135.481
141.197
133.714
122.286
125.294
62,98
66,29
64,65
59,97
60,17
Gemiddelde (bruto)opkomst %
Samenvatting resultaten bevolkingsonderzoek darmkanker
2014
Aantal uitnodigingen
169.154
Aantal iFobt retour
116.498
Gemiddelde (bruto)opkomst %
68,9
. . . . . . . 31
E Opkomst bevolkingsonderzoek borstkanker per gemeente Opkomst borstkanker per gemeente Gemeente Aalsmeer Almere Amersfoort Amstelveen Amsterdam Baarn Beemster Bergen (NH) Beverwijk Blaricum Bloemendaal Breukelen Bunnik Bussum Castricum De Bilt De Ronde Venen Den Helder Drechterland Dronten Edam-Volendam Eemnes Enkhuizen Graft-De Rijp Haarlem Haarlemmerliede en Spaarnwoude Haarlemmermeer Heemskerk Heemstede Heerhugowaard Heiloo Hilversum Hollands Kroon Hoorn Houten Huizen IJsselstein Koggenland Langedijk Laren Lelystad Leusden Medemblik Montfoort Naarden Niedorp Nieuwegein Opmeer Ouder-Amstel Purmerend Rhenen Schagen Soest Stede Broec Stichtse Vecht Texel Uitgeest Uithoorn Urk Utrecht Utrechtse Heuvelrug Veenendaal
. . . . . . . 32
Aantal uitnodigingen 4.284 10.886 6.803 1.549 42.363 112 545 2.045 5.647 1.014 2.592 1 2.494 2 3.978 7.192 1.435 4.490 3.136 5.754 3.651 1.444 2.954 1.108 7.925 450 10.288 5.617 1 1 3.808 4.089 3.081 610 2.230 7.409 73 2.001 4.335 2.012 4.769 4.574 5.602 818 2.732 2 3.005 3 2.223 12.816 2.886 4 1.715 3.483 10.637 2.435 1.906 4.264 1.759 18.667 3.241 1
Aantal onderzoeken 3.552 7.756 5.164 1.184 25.269 57 448 1.685 4.292 791 1.934 0 2.065 2 3.296 5.692 1.147 3.508 2.639 4.567 3.064 1.156 2.367 961 5.910 385 7.981 4.603 1 1 3.081 3.158 2.566 448 1.691 5.885 46 1.716 3.628 1.511 3.440 3.823 4.657 694 2.156 0 2.069 3 1.783 10.159 2.254 3 1.313 2.861 8.254 2.048 1.633 3.482 1.284 13.167 2.597 1
Opkomstpercentage 82,91 71,25 75,91 76,44 59,65 50,89 82,2 82,4 76 78,01 74,61 0 82,8 100 82,86 79,14 79,93 78,13 84,15 79,37 83,92 80,06 80,13 86,73 74,57 85,56 77,58 81,95 100 100 80,91 77,23 83,28 73,44 75,83 79,43 63,01 85,76 83,69 75,1 72,13 83,58 83,13 84,84 78,92 0 68,85 100 80,21 79,27 78,1 75 76,56 82,14 77,6 84,11 85,68 81,66 73 70,54 80,13 100
Vervolg opkomst borstkanker per gemeente Gemeente Velsen Venhuizen Vianen Waterland Weesp Wester-Koggenland Wijk bij Duurstede Woerden Wormerland Woudenberg Zaanstad Zandvoort Zeevang Zeist Totaal
Aantal uitnodigingen 10.408 1 3.126 1.450 1 3 435 7.688 348 1.788 2.200 741 1.156 5.491 291.787
Aantal onderzoeken 8.189 0 2.488 1.227 1 1 355 6.311 289 1.430 1.580 479 971 4.120 220.329 *
Opkomstpercentage 78,68 0 79,59 84,62 100 33,33 81,61 82,09 83,05 79,98 71,82 64,64 84 75,03
* Het verschil tussen het aantal onderzoeken per gemeente en het aantal deelgenomen vrouwen, vindt haar oorsprong in het moment dat gegevens worden vastgelegd. Het totaal aantal onderzoeken uitgevoerd in 2014 is 222.345. Het aantal onderzoeken per gemeente geeft aan hoeveel vrouwen hebben deelgenomen aan het bevolkingsonderzoek, op basis van een uitnodiging, ontvangen in 2014.
. . . . . . . 33
F Opkomst bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker per gemeente Opkomst baarmoederhalskanker per gemeente Gemeente Aalsmeer Alkmaar Almere Amersfoort Amstelveen Amsterdam Baarn Beemster Bergen (NH) Beverwijk Blaricum Bloemendaal Bunnik Bunschoten Bussum Castricum De Bilt De Ronde Venen Den Helder Diemen Drechterland Dronten Edam-Volendam Eemnes Enkhuizen Graft-De Rijp Haarlem Haarlemmerliede en Spaarnwoude Haarlemmermeer Heemskerk Heemstede Heerhugowaard Heiloo Hilversum Hollands Kroon Hoorn Houten Huizen IJsselstein Koggenland Landsmeer Langedijk Laren Lelystad Leusden Lopik Medemblik Montfoort Muiden Naarden Nieuwegein Noordoostpolder Oostzaan Opmeer Ouder-Amstel Oudewater Purmerend Renswoude Rhenen Schagen Schermer Soest Stede Broec Stichtse Vecht Texel Uitgeest Uithoorn
. . . . . . . 34
Aantal uitnodigingen 1.466 4.801 10.301 7.643 4.089 41.802 1.147 434 1.289 1.963 378 961 687 922 1.520 1.596 1.970 2.045 2.624 1.165 849 1.838 1.266 433 885 327 7.819 280 7.251 1.833 1.213 2.492 936 4.207 2.184 3.611 2.562 2.022 1.701 1.005 508 1.274 461 3.745 1.390 654 1.986 639 290 791 3.096 2.065 423 520 624 437 4.091 226 860 2.117 268 2.182 1.028 3.184 659 655 1.325
Aantal onderzoeken 1.052 3.159 6.108 4.963 2.479 23.394 742 266 923 1.237 248 676 470 611 985 1.116 1.233 1.372 1.829 754 598 1.200 916 314 640 229 4.953 207 5.104 1.233 831 1.673 751 2.616 1.522 2.492 1.767 1.379 1.246 779 344 935 298 1.961 874 477 1.449 440 169 555 1.915 1.236 305 366 410 304 2.655 164 516 1.463 184 1.406 779 1.990 541 471 908
Opkomstpercentage 71,74 65,80 59,30 64,93 60,63 55,97 64,66 61,33 71,62 63,02 65,67 70,33 68,35 66,28 64,80 69,90 62,60 67,08 69,71 64,69 70,45 65,30 72,37 72,52 72,32 70,12 63,34 74,06 70,39 67,28 68,54 67,13 80,20 62,18 69,70 69,02 68,95 68,19 73,26 77,47 67,70 73,40 64,66 52,36 62,90 72,86 72,99 68,80 58,44 70,20 61,86 59,86 72,12 70,36 65,66 69,58 64,89 72,78 60,05 69,13 68,82 64,42 75,74 62,49 82,14 71,84 68,54
Vervolg opkomst baarmoederhalskanker per gemeente Gemeente Urk Utrecht Utrechtse Heuvelrug Veenendaal Velsen Vianen Waterland Weesp Wijdemeren Wijk bij Duurstede Woerden Wormerland Woudenberg Zaanstad Zandvoort Zeevang Zeewolde Zeist Totaal
Aantal uitnodigingen 731 16.397 2.076 2.909 3.183 943 792 885 1.076 1.171 2.316 726 547 7.438 764 300 1.031 2.803 215.103
Aantal onderzoeken 334 9.630 1.306 1.829 2.159 591 590 592 707 747 1.508 521 363 4.499 451 217 675 1.578 135.481
Opkomstpercentage 45,69 58,73 62,91 62,88 67,84 62,69 74,52 66,91 65,69 63,76 65,13 71,82 66,34 60,49 58,98 72,44 65,46 56,30 62,98
. . . . . . . 35
G Opkomst bevolkingsonderzoek darmkanker per gemeente Opkomst baarmoederhalskanker per gemeente Gemeente Alkmaar* Almere Amersfoort Amstelveen Amsterdam Baarn Beemster Bergen (NH) Beverwijk Blaricum Bloemendaal Bunnik Bunschoten Bussum Castricum De Bilt Den Helder De Ronde Venen Diemen Drechterland Dronten Edam-Volendam Eemnes Enkhuizen Haarlem Haarlemmerliede en Spaarnwoude Haarlemmermeer Heemskerk Heemstede Heerhugowaard Heiloo Hilversum Hollands Kroon Hoorn Houten Huizen IJsselstein Koggenland Landsmeer Langedijk Laren Lelystad Leusden Lopik Medemblik Montfoort Muiden Naarden Oostzaan Opmeer Ouder-Amstel Oudewater Purmerend Renswoude Rhenen Schagen Soest Stede Broec Stichtse Vecht Texel Uitgeest Uithoorn Urk Utrecht Utrechtse Heuvelrug Veenendaal
. . . . . . . 36
Aantal uitnodigingen 5396 7728 5229 4152 23324 389 485 2378 1626 875 1510 826 818 2039 1389 1865 2923 1931 344 733 2148 1637 526 1047 1761 254 3223 1783 1412 2640 1597 2330 2710 2931 1932 2744 1402 747 475 1462 871 4593 1526 671 2066 204 421 1071 344 676 724 593 3932 211 1063 2884 2621 1265 1642 872 667 1372 606 10154 2832 2126
Aantal onderzoeken 3887 5259 3585 2724 13298 247 370 1763 1143 636 1080 609 616 1390 1040 1275 2090 1412 209 587 1544 1295 388 780 996 184 2240 1356 1025 2023 1214 1538 2095 2128 1464 1933 1019 594 368 1170 610 3137 1118 501 1609 150 291 738 257 551 515 472 2853 156 768 2178 1838 1003 1134 656 547 1013 410 6128 2010 1505
Opkomstpercentage 72,0% 68,1% 68,6% 65,6% 57,0% 63,5% 76,3% 74,1% 70,3% 72,7% 71,5% 73,7% 75,3% 68,2% 74,9% 68,4% 71,5% 73,1% 60,8% 80,1% 71,9% 79,1% 73,8% 74,5% 56,6% 72,4% 69,5% 76,1% 72,6% 76,6% 76,0% 66,0% 77,3% 72,6% 75,8% 70,4% 72,7% 79,5% 77,5% 80,0% 70,0% 68,3% 73,3% 74,7% 77,9% 73,5% 69,1% 68,9% 74,7% 81,5% 71,1% 79,6% 72,6% 73,9% 72,2% 75,5% 70,1% 79,3% 69,1% 75,2% 82,0% 73,8% 67,7% 60,4% 71,0% 70,8%
Vervolg opkomst baarmoederhalskanker per gemeente Gemeente Velsen Vianen Waterland Weesp Wijdemeren Wijk bij Duurstede Woerden Wormerland Woudenberg Zaanstad Zandvoort Zeevang Zeewolde Zeist Totaal
Aantal uitnodigingen 1193 1123 387 1150 1443 1315 275 88 597 1107 1049 419 915 3354 169.154
Aantal onderzoeken 789 828 279 785 1067 947 175 65 436 671 684 325 665 2223 116.497
Opkomstpercentage 66,1% 73,7% 72,1% 68,3% 73,9% 72,0% 63,6% 73,9% 73,0% 60,6% 65,2% 77,6% 72,7% 66,3% 68,9%
*De opkomstpercentages van Graft-De Rijp en Schermer zijn bij de gemeente Alkmaar geteld.
. . . . . . . 37
H Personeel In onderstaande grafiek is het aantal medewerkers in absolute getallen en in FTE weergegeven per maand in 2014. 250
198
198
197
197
194
195
193
196
196
197
199
200
200
Jun-’14
140,35
136,55
Mei-’14
142,22
137,66
Apr-’14
140,17
137,34
Maa-’14
137,16
133,61
Feb-’14
136,93
134,65
Jan-’14
136,66
134,79
Aantal
150
Aug-’14
Sept-’14
Okt-’14
Nov-’14
Dec-’14
100
50
0 Jul-’14
• Aantal personeel • FTE
In onderstaande grafiek is de leeftijdsopbouw van de medewerkers van Bevolkingsonderzoek Midden-West weergegeven. Binnen Bevolkingsonderzoek Midden-West is 59,99% van de medewerkers 50 jaar of ouder. In de leeftijdscategorie tot 35 jaar valt 13,03% van de medewerkers. 3,72
5,12 4,19
21,40
4,65
7,91
14,42
19,99
18,60
In 2014 bedroeg het verzuim onder het personeel 5,65%.
. . . . . . . 38
• Jonger dan 25 • 25-30 • 30-35 • 35-40 • 40-45 • 45-50 • 50-55 • 55-60 • ouder dan 60
. . . . . . . 39
Colofon Coördinatie en eindredactie Omslagontwerp Vormgeving en opmaak Uitgave
Anne-Marie Kranenburg Carlien Bierens jacobenjacobus.nl Bev olkingsonderzoek Midden-West, Hoogoorddreef 54-e, Gebouw Europlaza, 1101 BE Amsterdam t: 020 409 66 00 | f: 020 409 66 66 e:
[email protected] | i: www.bevolkingsonderzoekmidden-west.nl