Medisch Spectrum Twente
Jaarverslag 2015
Gebruikersinformatie Dit interactieve document kan het beste bekeken worden met Acrobat Reader. Download hier gratis de laatste versie van Acrobat Reader: http://get.adobe.com/nl/reader
START
Inhoudsopgave Voorwoord Raad van Toezicht Voorwoord Raad van Bestuur
4 6
Hoofdstuk 1
Uitgangspunten van verslaglegging
9
Hoofdstuk 2
Profiel van de organisatie
10
2.1 Kerngegevens 2.2 Structuur van de organisatie 2.3 Kernactiviteiten 2.3.1 Specialismen 2.3.2 Vergunningen in het kader van Wet bijzondere medische verrichtingen 2.3.3 Werkgebieden
10 10 14 14 15 17
Hoofdstuk 3
Bestuur, toezicht en medezeggenschap
19
3.1 Normen voor Goed Bestuur 19 3.2 Raad van Bestuur 20 3.2.1 Reglement Raad van Bestuur 20 3.2.2 Portefeuilleverdeling leden Raad van Bestuur21 3.2.3 Nevenfuncties leden Raad van Bestuur 22 3.3 Raad van Toezicht 23 3.3.1 Reglement Raad van Toezicht 23 3.3.2 Samenstelling, rooster van aan- en aftreden 27 en (neven)functies leden RvT
3.3.3 Subcommissies 3.3.4 Vergaderingen 2015
29 30
3.4 Medezeggenschap 3.4.1 Vereniging Medische Staf 3.4.2 Ondernemingsraad 3.4.3 Cliëntenraad 3.4.4 De verpleegkundige adviesraad
32 32 34 34 39
Hoofdstuk 4
Veilig verhuizen
41
4.1 Bouw 41 4.1.1 Koningsplein 41 4.1.2 Bestaande gebouwen 41 4.2. Programma Bouwen aan Beter 42 4.2.1 De Nieuwe Kliniek 42 4.2.2 De Nieuwe Polikliniek 45 4.2.3 De Nieuwe Hotfloor 46 4.2.4 Capaciteitsmanagement 48 4.2.5 Voorbereiding van medewerkers/afdelingen 49 4.2.6 Medisch Techniek en ICT 49 4.7 Verbouw MST Oldenzaal 51
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 5
Resultaten52 5.1 Kwaliteit en veiligheid 52 5.1.1 NIAZ Qmentum 52 5.1.2 VMS 52 5.1.3 Value Based Health Care 56 5.1.4 Meetbaar Beter 58 5.1.5 stichting Nationale Intensive Care Evaluatie 63 (NICE) 5.1.6 Landelijke traumaregistratie 64 5.1.7 Hospital Standardized Mortality Ratio (HSMR)67 5.1.8 Convenant medische technologie 68 5.1.9 Visitaties 70 5.1.10 Behaalde keurmerken 71 5.1.11 Patiëntervaringsonderzoek 72 5.2 Onderwijs en onderzoek 5.2.1 Onderwijs 5.2.2 Opleiden 5.2.3 Ontwikkelingen 5.2.4 Operationeel opleidingsplan MST 2015 5.2.5 Wetenschappelijk onderzoek 5.2.6 Subsidies
74 74 74 76 76 78 80
5.3 HRM 5.3.1 Jaargesprekken
81 81
5.4 Marketing, communicatie & Sales 5.4.1 Zorgverkoop
82 84
5.5. Duurzaamheid
84
Hoofdstuk 6
Samenwerken
86
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6
86 88 88 89 91 92
Eerste- en tweedelijnszorg Twentse Medische Coöperatie Grensoverschrijdend: Acute Zorg Euregio Onderwijsinstellingen Santeon: Samen voor vernieuwing in 2015 Pioneers in Healthcare
Hoofdstuk 7
Meerjarenbeleid95 7.1 7.2 7.3
Strategische Agenda 2015-2018 EPD Rendementsprogramma
95 95 96
Bijlage 1: Feiten en cijfers 97 Colofon103
4
Voorwoord Raad van Toezicht
patiëntveiligheid is vanzelfsprekend. De Raad van Toezicht stelt zich op als een kritische toezichthouder in dit proces, zowel met betrekking tot de financieel noodzakelijke ombuiging als het bewaken van de patiëntveiligheid.
Het jaar 2015 was voor MST een jaar met twee gezichten: trots met betrekking tot het prachtige nieuwe ziekenhuis, maar bezorgdheid over de financiële positie. In augustus 2015 is het nieuwe ziekenhuis opgeleverd volgens planning én binnen budget. Hierna verschoof de focus van het project naar het fysiek inhuizen. Dit traject is door eigen mensen van MST met discipline uitgevoerd wat uiteindelijk heeft geleid tot het nagenoeg probleemloos verhuizen naar het nieuwe ziekenhuis in januari 2016. Een hele prestatie van alle betrokkenen! Maar 2015 kende niet alleen maar hoogtepunten. De Raad van Toezicht werd in de zomermaanden geconfronteerd met de zorgelijke financiële positie van MST: de tussentijdse prognoses lieten zien dat ingegrepen moest worden. De Raad van Bestuur heeft, in nauw overleg met de Raad van Toezicht, onmiddellijk een vacature- en investeringsstop ingesteld. Daarnaast werd gestart met de voorbereidingen die geleid hebben tot het reorganisatiebesluit van de Raad van Bestuur eind 2015. Voor het eerst in de geschiedenis van MST zijn gedwongen ontslagen hierbij niet te voorkomen. De Raad van Bestuur moet hierin moeilijke keuzes maken. Dat deze keuzes niet ten koste mogen gaan van de
Om als MST toekomstbestendig te kunnen blijven, stond 2015 ook in het teken van het opstellen van de visie voor de komende jaren. Dit heeft geleid tot de vaststelling van de Strategische Agenda 20152018. Deze Agenda biedt in de ogen van de Raad van Toezicht een goed kompas voor de keuzes die de komende jaren gemaakt zullen moeten worden. We willen als Raad van Toezicht voeling houden met de hele organisatie, om zo goed mogelijk vorm te geven aan de toezichthoudende rol. Hiervoor worden er, naast de overleggen met de Raad van Bestuur, elk jaar overleggen gevoerd met alle adviesorganen van MST: met het Medisch Stafbestuur, de Ondernemingsraad, de Cliëntenraad en de Verpleegkundig Adviesraad. Ook worden er werkbezoeken afgelegd in het ziekenhuis, waaronder in 2015 een werkbezoek aan het Vrouw Kind Centrum en in gezamenlijkheid met de Cliëntenraad aan het Thoraxcenrum Twente.
inhoudsopgave
5 Wijziging samenstelling Raad van Toezicht Eind 2015 verliepen de termijnen van de Raad van Toezicht leden de heer. prof. dr. ing. D.H.A. Blank en de heer mr. E. ten Cate. De heer Blank heeft afscheid genomen van de Raad van Toezicht. Langs deze weg wil ik hem nogmaals hartelijk danken voor de betrokkenheid en expertise die hij in zijn acht jaren als lid van de Raad van Toezicht heeft getoond. De heer Ten Cate is herbenoemd voor een (kortere) derde termijn. De Raad van Toezicht vond het onwenselijk om in deze financieel bewogen tijd discontinuïteit te hebben in het voorzitterschap van de Financiële Commissie van de Raad van Toezicht, een positie die de heer Ten Cate reeds geruime tijd tot volle tevredenheid van de Raad van Toezicht bekleedt. In het besef dat hiermee afgeweken wordt van de Governance Code, is voor deze verlenging goedkeuring gevraagd en verkregen van IGZ. Begin 2016 heeft de Raad van Toezicht twee nieuwe leden geworven, zowel ter vervanging van de heer Blank en deels ter versterking van het medisch inhoudelijk profiel van de Raad van Toezicht. Namens de Raad van Toezicht, Frans van Vught, voorzitter
inhoudsopgave
6
Voorwoord Raad van Bestuur
2015 was voor MST weer een bewogen jaar. Na het succesvol behalen van de accreditatie van het Veiligheidsmanagementsysteem, ging alle aandacht uit naar ‘Bouwen aan Beter’ (het programma waarin MST de ingebruikname van het nieuwe ziekenhuis heeft voorbereid) en de afronding van de Nieuwbouw. Het nieuwe MST is op 1 augustus 2015 opgeleverd, op tijd, en binnen budget. Een prestatie van formaat van de medewerkers van projectbureau nieuwbouw en het bouwteam. Daarna hebben de medewerkers van het programma ‘Bouwen aan Beter’ de voorbereidingen op de ingebruikname en verhuizing geïntensiveerd. Alle medewerkers hebben een kennismakingstraining gekregen, die door onze eigen Medical School Twente is ontwikkeld, en waarbij gebruik is gemaakt van de iPad. Deze training kreeg een hoge waardering van medewerkers. Wij zijn er trots op dat we deze intensieve voorbereidingen grotendeels op eigen kracht en met eigen medewerkers hebben gedaan. Dit heeft in belangrijke mate bijgedragen aan de succesvolle ingebruikname op 9 januari 2016. MST heeft, ruim 25 jaar na het ontstaan van Medisch Spectrum Twente, eindelijk één ziekenhuis in Enschede. Ook de locatie Oldenzaal is opgeleverd en in gebruik genomen in oktober 2015. Ook daar onze complimenten voor de medewerkers die ervoor gezorgd hebben dat ook daar deze operatie uitstekend is verlopen.
De financiële situatie van MST was eind 2014 al minder goed dan deze zou moeten zijn. Halverwege 2015 bleek dat ingrijpen onvermijdelijk was. Op 17 augustus hebben wij, in nauwe afstemming met de Raad van Toezicht en het duaal management, besloten tot een vacaturestop en een investeringsstop. De maanden daarna zijn gebruikt om een gedragen begroting op te stellen, met daarin een realistische maar ook ambitieuze kostenreductie. Een van de gevolgen hiervan was dat het niet mogelijk bleek om de financiële verplichtingen aan te gaan die hoorden bij de keuze voor een nieuw EPD. Een enorme teleurstelling voor velen, omdat een nieuw Electronisch Patiënten Dossier (EPD) een grote bijdrage kan leveren aan nog betere zorg voor onze patiënten. Eind 2015 heeft de Raad van Bestuur besloten om een reorganisatie door te voeren die in totaal 300 voltijdsbanen zal raken. Een ingrijpend besluit, maar noodzakelijk om onze toekomst weer in eigen hand te krijgen. In 2016 zal het weer rendabel krijgen van de reguliere patiëntenzorg door een nieuw rendementsprogramma één van de topprioriteiten zijn. In het voorjaar van 2015 heeft MST een visie- en strategietraject doorlopen om tot een gedragen document te komen. Dit document is eind 2015 vastgesteld. In het traject is gewerkt met conferenties. Tijdens een van de conferenties hebben patiënten,
inhoudsopgave
7 zorgverzekeraars, huisartsen, verpleeghuizen en collega-ziekenhuizen uit de regio, hun inbreng kunnen leveren op de koers die MST volgens hen moet inzetten. De heer Ruben Wenselaar van Menzis, en mevrouw Wilna Wind van de Nederlandse Patiënten en Consumentenfederatie (NPCF) hebben hieraan ook een bijdrage geleverd. De drie andere conferenties hebben belangstellende medewerkers, medisch specialisten, leden van de Cliëntenraad, en leden van de Raad van Toezicht gebruikt om de visie en strategie verder uit te werken. In 2015 heeft dit traject direct al gevolg gehad voor bijvoorbeeld de samenwerking met huisartsen. Vakgroepen uit MST hebben actief de samenwerking gezocht met de huisartsen. Dat gaat tot concrete verbeteringen voor patiënten leiden, zoals bijvoorbeeld de mogelijkheid voor een laagdrempelig, eenmalige consultatie van een medisch specialist in de huisartsenpraktijk.
ZGT en MST hebben in 2015 ook intensief onderzoek gedaan naar mogelijkheden voor intensieve samen werking op meerdere terreinen. Het ziet er naar uit dat intensieve samenwerking op het brede terrein van de oncologie daaruit als meest haalbare optie naar voren komt. Dit krijgt de steun van de cliëntenraden en van de zorgverzekeraars. Deze samenwerking wordt in 2016 verder uitgewerkt.
2015 is ook het jaar dat de geboortezorg in Twente op nieuwe, gezamenlijke leest is geschoeid door de gynaecologen van MST en ZGT en de eerstelijns verloskundigen. Er is één Verloskundig Samenwerkings Verband ontstaan, en ieder kwartaal worden de uitkomsten van de geboortezorg in Twente met elkaar besproken. Verder is in oktober 2015 is het nieuwe Pijncentrum van MST en ZGT en de anesthesiologen van start gegaan, onder een nieuwe naam -Nocepta – in Hengelo. Daarmee is voor de patiënt met chronische pijn een grote stap voorwaarts gezet.
inhoudsopgave
8 MST is lid van de vereniging Santeon. In 2015 heeft Santeon belangrijke stappen gezet op weg naar betere zorg in de zes Santeon Ziekenhuizen. In april 2015 heeft Santeon de uitkomsten van Borstkanker, Longkanker, Darmkanker en Prostaatkanker openbaar gemaakt. Ook in MST hebben medisch specialisten hieraan actief bijgedragen. Voor Prostaatkanker heeft ZGT zich bij MST aangesloten, omdat de operatieve behandelmogelijkheden in ZGT geconcentreerd zijn, en de Brachytherapie in MST. MST heeft zich verder voorbereid, samen met de Santeon Ziekenhuizen op het introduceren van Value-based Healthcare (VBHC) als sturingsmechanisme. Daarmee is het mogelijk om de voor de patiënt relevante uitkomsten te koppelen aan de gemaakte kosten. Het project is na zorgvuldige voorbereiding gestart in maart 2016. Al met al was 2015 een jaar waarin de medewerkers van MST een enorme inspanning hebben geleverd in moeilijke omstandigheden. Wij hebben daar als Raad van Bestuur heel veel waardering voor. Tegelijk is deze gedrevenheid van veel medewerkers voor ons een inspiratie. En geeft het ons vertrouwen dat we de moeilijke financiële tijden goed door gaan komen en de NIAZ accreditatie eind 2016 gaan behalen. Namens de Raad van Bestuur, Bas Leerink, voorzitter
inhoudsopgave
9
1
Uitgangspunten van verslaglegging
Met dit jaarverslag legt Stichting Medisch Spectrum Twente verantwoording af over het gevoerde beleid in 2015. Sinds 2012 mogen ziekenhuizen hun jaarverslag meer naar eigen inzicht invullen. Medisch Spectrum Twente hecht veel waarde aan het creëren van openheid over het gevoerde beleid. In dit jaarverslag legt MST daarom verantwoording af over de volgende thema’s: qqHoofdstuk 2 Profiel van de organisatie qqHoofdstuk 3 Bestuur, toezicht, bedrijfsvoering en medezeggenschap qqHoofdstuk 4 Verhuizen qqHoofdstuk 5 Resultaten qqHoofdstuk 6 Samenwerken qqHoofdstuk 7 Meerjarenbeleid Tot slot treft u de geconsolideerde jaarrekening over 2015 aan. Het jaarverslag en de jaarrekening zijn op 24 mei 2016 door de Raad van Bestuur vastgesteld. De Raad van Toezicht heeft op 30 mei 2016 haar goedkeuring aan beide documenten verleend. Naast het jaarverslag en de jaarrekening heeft MST een online jaarimpressie gepubliceerd (klik hier).
inhoudsopgave
10
2
Profiel van de organisatie
2.1 Kerngegevens
Naast de RVE’s en stafdiensten kent MST vier adviesorganen:
Naam verslagleggende rechtspersoon Stichting Medisch Spectrum Twente Adres Koningsplein 1 Postcode 7512 KZ Plaats Enschede Telefoonnummer (053) 4 87 20 00 Nummer Kamer van Koophandel 41029722 E-mailadres
[email protected] Website www.mst.nl Twitter www.twitter.com/ziekenhuisMST
1. 2. 3. 4.
de Ondernemingsraad de Cliëntenraad de Verpleegkundige Adviesraad het Medisch Stafbestuur
Figuur 1 bevat het organogram van MST.
2.2 Structuur van de organisatie Medisch Spectrum Twente is een stichting en wordt bestuurd door een Raad van Bestuur. De Raad van Toezicht houdt toezicht op de Raad van Bestuur. De organisatie is onderverdeeld in zogenaamde Resultaat Verantwoordelijke Eenheden (RVE’s). Een RVE-structuur maakt het mogelijk de verantwoordelijkheden op het gebied van kwalitatieve- en financiële prestaties op decentraal niveau neer te leggen. Een RVE wordt aangestuurd door een medisch manager (afgevaardigde namens de vakgroep) en een bedrijfskundig manager. De RVE’s worden binnen MST ondersteund door een aantal stafdiensten.
inhoudsopgave
11
Figuur 1. organogram MST
Raad van Toezicht
Raad van Bestuur
Stafdienst Kwaliteit & Veiligheid
Cliëntenraad
Stafdienst HRM
Programmabureau EPD
Medisch Strafbestuur
Stafdienst F&I / Inkoop
Programmabureau Hospitality
0ndernemingsraad
Stafdienst Marketing, Communicatie & Sales
Oncologische Centrum
Verpleegkundige Adviesraad
Medical School Twente
Klinische Farmacie
inhoudsopgave
12
Figuur 1. organogram MST
Thoraxcentrum Groep 1
Cariothoracale chirurgie Thorax OK Thorax Anesthesie Cardiologie
Vrouw Kind Centrum
Groep 2
Groep 3
Groep 4
Interne Geneeskunde
Neurologie
SEH/Traumacentrum
Psychiatrie
AOA
Groep 5
MDL Longgeneeskunde
Oogheelkunde
Gynaecologie en Verloskunde
Kindergeneeskunde
Heelkunde
Bijzondere Tandheelkunde Mondziekten, KaakAangezichtschirurgie Psychologie
Groep 7
OK-complex / CSA
Radiologie
Algemene IC
Nucleaire Geneeskunde
Thorax IC Anesthesiologie
Plastische chirurgie Radiotherapie
Groep 6
Urologie Revalidatiegeneeskunde Paramedische zorg Orthopedie Patiëntenlogistiek
Neurochirurgie KNO
Medische Fotografie Decentrale Buitenlocaties Hospitality - Receptie en Telefonie -B eveiliging en Parkeerbeheer -P atientenvervoer en Gastenservice -B anqueting en reserveringen - Roomservice
Accounts
Geestelijke Zorg
- Medlon - LabMicta - LabPon - Bloedbank - MST Cleancare - Vermaat - MST - Meubilair - Mortuarium - Clean Lease Fortex
Reumatologie Dermatologie Geriatrie
inhoudsopgave
Groep 8
ICT
Stafdienst Klinisch Fysica Facilitair Bedrijf
13 Zowel op landelijk als op regionaal niveau heeft MST veel samenwerkingspartners. De financiële prestaties van de volgende entiteiten heeft MST opgenomen in de geconsolideerde jaarrekening 2015. qqStichting Vrienden MST qqStichting Bijex
qqStichting Spectrage qqMST Cleancare B.V. Daarnaast participeert MST in diverse ondernemingen, verenigingen, stichtingen en samenwerkingsverbanden. In tabel 1 treft u een overzicht aan.
Tabel 1. Overzicht deelname MST in samenwerkingsverbanden Samenwerkingsverband
Medisch Spectrum Twente neemt deel als
Vermaat-M.S.T. Services B.V.
50% aandeelhouder
Medlon B.V.
50% aandeelhouder
Fertiliteitskliniek Twente B.V.
25% aandeelhouder
Centrum Apotheek Enschede II B.V.
10% aandeelhouder
B.V. IZIT.NL
37,5% aandeelhouder
Nocepta
25% aandeelhouder
Medirisk OWM
Lid van de waarborgmaatschappij met een aandeel van 2,12%
Twents Medisch Coöperatief U.A. (TMC)
Lid van de coöperatie
Stichting Ziekenhuisvoorzieningen Twente Oost-Achterhoek (TAZDO)
Voorzitter Raad van Bestuur is voorzitter TAZDO
Stichting Laboratorium Microbiologie Twente Achterhoek (Labmicta) te Enschede
Lid Raad van Toezicht
Stichting Laboratorium Pathologie Oost (Labpon) Nederland te Enschede
Lid Raad van Toezicht
Santeon
Lid van de vereniging
Vereniging Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen (STZ) te Amsterdam
Lid van de vereniging
Werkgeversvereniging Zorg en Welzijn
Lid van de vereniging
Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
Lid van de vereniging
Regionaal Overleg Acute Zorg
Voorzitter en lid van het overleg
Opleidings- en onderwijsregio (OOR) Noord Oost
Lid
Innovatieplatform Twente
Lid
Acute Zorgpost Huisartsen/Medisch Spectrum Twente
Partner
OrthoCare, met Zorggroep Sint Maarten
Partner
ZorgNetOost
Partner
Bascule, met Ariënszorgpalet
Partner
Energ-IQ, met Fysiogym Twente, Sandton Resort Bad Boekelo, Zorg Plus Thuis en huisartsenpraktijk Boekelo
Partner
Dialysecentrum Winterswijk
Partner
inhoudsopgave
14 2.3 Kernactiviteiten 2.3.1 Specialismen MST is een algemeen ziekenhuis voor de regio Twente en heeft daarnaast een bovenregionale functie voor een aantal topklinische en topreferente behandelingen. MST kent een breed aanbod van medisch specialistische zorg, onderwijs en onderzoek.
Voor het aanbieden van klinische genetica werkt MST samen met het Radboud UMC. Klinische chemie, medische microbiologie en pathologie biedt MST aan via aan haar gelieerde organisaties (respectievelijk bij Medlon B.V., Stichting Labmicta en Stichting Labpon). Tabel 2 laat een overzicht van onze specialismen zien.
Tabel 2. Overzicht specialismen MST Specialismen Anesthesiologie
Klinische Fysica
Pathologie**
Apotheek
Klinische genetica
Plastische chirurgie
Bijzondere Tandheelkunde
Klinische neurofysiologie
Psychiatrie
Cardiologie*
Klinische psychologie
Radiologie
Cardiothoracale chirurgie*
Keel- Neus- en Oorheelkunde
Radiotherapie
Chirurgie
Longziekten
Reumatologie
Dermatologie
Maag-Darm-Leverziekten
Revalidatie
Geestelijke Verzorging
Mondziekten en kaakchirurgie
Spoedeisende Hulp
Geriatrie
Medische microbiologie**
Urologie
Gynaecologie
Neurochirurgie
Intensive Care
Neurologie
Interne geneeskunde
Nucleaire geneeskunde
Kindergeneeskunde
Oogheelkunde
Klinische chemie**
Orthopedie
* Deze specialismen vormen het Thoraxcentrum ** Deze specialismen werken via een andere rechtspersoon in MST
inhoudsopgave
15 2.3.2 Vergunningen in het kader van Wet bijzondere medische verrichtingen Voor het aanbieden van hooggespecialiseerde (topklinische) behandelingen beschikt MST over
vergunningen in het kader van de Wet bijzondere medische verrichtingen. Een overzicht hiervan treft u aan in tabel 3.
Tabel 3. Overzicht vergunningen op grond van artikel 2 Wet bijzondere medische verrichtingen Categorie Transplantaties
Vergunning Niertransplantatie
Nee
Harttransplantatie
Nee
Longtransplantatie
Nee
Levertransplantatie
Nee
Pancreastransplantatie
Nee
Transplantatie van de dunne darm
Nee
Transplantatie van de eilandjes van Langerhans
Nee
Autologe stamceltransplantaties bij volwassenen
Ja
Autologe stamceltransplantaties bij kinderen
Nee
Allogene stamceltransplantaties bij volwassenen
Nee
Allogene stamceltransplantaties bij kinderen
Nee
Stamceltherapie Radiotherapie
Nee Radiotherapie
Ja
Deeltjestherapie, waaronder protonentherapie
Nee
Bijzondere neurochirugie Bijzondere interventies aan het hart
Klinisch genetisch onderzoek en erfelijkheidsadvisering
Ja/nee
Ja Openhartoperatie (OHO)
Ja
Implanteerbare cardiovector defibrillatoren (ICD)
Ja
Percutane coronaire interventies (PCI)
Ja
Catheterabliaties
Ja
Transcatheter hartklepinterventies (THI)
Nee
Klinisch genetisch onderzoek (vergunning)
Nee
Klinisch genetisch onderzoek in samenwerking met een centrum met een vergunning voor klinisch genetisch onderzoek
Ja, i.s.m. Radboud UMC
IVF (vergunning)
Nee
Transport IVF in samenwerking met vergunninghoudende IVF centra
Nee
inhoudsopgave
16 MST beschikt over een toelating in het kader van de Wet Toelating Zorginstellingen (WTZi) om medisch specialistische zorg te kunnen verlenen. Ook heeft MST sinds 2006 een AWBZ-toelating (thans WLz) ten behoeve van de zogenaamde verkeerdebeddenproblemathiek voor persoonlijke verzorging, verpleging, ondersteunende begeleiding, activerende begeleiding, behandeling en verblijf en een erkenning ten behoeve van de Psychiatrie Afdeling Algemeen Ziekenhuis (PAAZ).
inhoudsopgave
17 2.3.3 Werkgebieden Het primaire verzorgingsgebied van MST omvat de gemeenten Enschede, Oldenzaal, Haaksbergen, Losser en Dinkelland. Voor topklinische en topreferente zorgvragen behandelt MST ook patiënten die buiten de regio woonachtig zijn.
Figuur 1. Marktaandeel poliklinieken In afbeelding 1 staat het marktaandeel van de poliklinieken van het MST in 2014 per gebied. Het marktaandeel geeft het percentage patiënten weer dat voor een polikliniekbezoek gekozen heeft voor MST.
Bron: KIWA Carity ZorgPortal
inhoudsopgave
18
Figuur 2. Marktaandeel op basis van aantal opnames In afbeelding 2 staat het marktaandeel van MST voor het aantal opnames. Het gaat om dagopnames en opnames langer dan 1 dag. Het marktaandeel geeft het percentage patiënten weer dat voor een opname gekozen heeft voor MST in 2014. In de directe omgeving van Enschede heeft 91,8% van de patiënten die in een ziekenhuis zijn opgenomen gekozen voor MST. De overige 8,2% is naar een ander ziekenhuis gegaan. Het marktaandeel op basis van opnames blijft in 2014 gelijk aan 2013 in de gemeenten Enschede en Losser. In de gemeenten Dinkelland, Oldenzaal en Haaksbergen stijgt het marktaandeel in 2014. Het marktaandeel in de gemeente Dinkelland stijgt het meest, van 61% naar 63,7%.
Bron: KIWA Carity ZorgPortal
inhoudsopgave
19
3
Bestuur, toezicht en medezeggenschap 3.1 Normen voor Goed Bestuur De Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht handelen volgens de sectorbrede afspraken, die zijn vastgelegd in de Zorgbrede Governance Code 2010. De statuten en reglementen van MST bevatten expliciet bepalingen omtrent de besluitvormingsprocessen, de samenstelling van de Raad van Bestuur en Raad van Toezicht en contacten met de adviesorganen. In 2015 zijn de statuten van de Stichting MST en de reglementen van de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht niet gewijzigd.
Belangrijk is dat medewerkers erop kunnen vertrouwen dat hun eigen rechtspositie hierbij niet in gevaar komt. Wanneer een melding betrekking heeft op het functioneren een van leden van de Raad van Bestuur, wordt de melding aan de voorzitter van de Raad van Toezicht gerapporteerd. In 2015 is er één melding ontvangen door de Raad van Bestuur.
De Raad van Bestuur hecht veel waarde aan betrouwbaar en integer handelen van medewerkers in de organisatie. Het creëren van een open en transparante cultuur, waarin medewerkers elkaar aanspreken op houding en gedrag. MST heeft twee vertrouwenspersonen in dienst waar medewerkers zich tot kunnen wenden. Daarnaast heeft MST een ‘Regeling Melding Misstanden’. Hierin is opgenomen dat de Raad van Bestuur zorgt dat medewerkers of anderen met een contractuele relatie met MST, altijd terecht kunnen bij de voorzitter van de Raad van Bestuur of bij een door hem aangewezen functionaris wanneer zij een onregelmatigheid willen rapporteren. Dit kan gaan om onregelmatigheden van algemene, operationele en/of financiële aard.
inhoudsopgave
20 3.2 Raad van Bestuur De Raad van Bestuur van MST bestuurt het ziekenhuis en draagt de eindverantwoordelijkheid. Dit houdt in dat de Raad van Bestuur verantwoordelijk is voor de realisatie van de statutaire doelstellingen, de strategie, het beleid en de daaruit voortvloeiende resultatenontwikkeling. MST wordt bestuurd door een meerhoofdige Raad van Bestuur, waarvan één persoon de rol van voorzitter vervult. De bestuurders zijn benoemd door de Raad van Toezicht. In 2015 bestond de Raad van Bestuur uit de volgende leden: qqDe heer dr. C.B. Leerink, voorzitter Raad van Bestuur qqDe heer drs. J. den Boon, lid Raad van Bestuur qqMevrouw E. Lindeman QC, lid Raad van Bestuur
Medisch Stafbestuur. Dit overleg is het zogenaamde Bestuurlijk Strategie Overleg, ook wel BSO. In dit overleg worden strategische en medisch inhoudelijke thema’s, grote projecten en financiële onderwerpen geagendeerd. Daarnaast vindt er zeswekelijks overleg plaats tussen de Raad van Bestuur en de Ondernemingsraad, de Verpleegkundige Adviesraad en de Cliëntenraad. Met het dagelijks bestuur van de Ondernemingsraad en de Cliëntenraad spreekt de voorzitter van de Raad van Bestuur tevens elke maand informeel. De vergoeding van de leden van de Raad van Bestuur is conform de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT).
3.2.1 Reglement Raad van Bestuur Afspraken over de inrichting en structuur van de Raad van Bestuur zijn vastgelegd in het Reglement Raad van Bestuur. Hierin zijn eveneens de taken en verantwoordelijkheden en regels opgenomen omtrent het voorkomen van (schijnbare) belangenverstrengeling. Het reglement is gebaseerd op de Zorgbrede Governancecode 2010. In het reglement is opgenomen dat de Raad van Bestuur ieder jaar een jaarplan opstelt met bijbehorende begroting. Het reglement bepaalt tevens dat de Raad van Bestuur functioneert als collegiaal bestuur, waarbij de stem van de voorzitter bij besluitvorming doorslaggevend is. De Raad van Bestuur vergadert wekelijks. Wekelijks voert de Raad van Bestuur overleg met het inhoudsopgave
21 3.2.2 Portefeuilleverdeling leden Raad van Bestuur Drie van de Raad van Bestuur leden hebben onderling een portefeuilleverdeling opgesteld die door de Raad van Toezicht is goedgekeurd. In tabel 4 is deze taakverdeling weergegeven.
Tabel 4. Portefeuilleverdeling Raad van Bestuur Dhr. dr. C.B. Leerink
Mw. E. Lindeman QC
Dhr. drs. J. den Boon
Groep 2 Groep 5 Oncologisch centrum
Stafdienst financiën en informatiezaken, incl: inkoop
Groep 1 Groep 3 Groep 4
Stafdiensten Sales, Marketing & Communicatie
Groep 7 (excl. radiologie en nucleaire geneeskunde), incl. verbonden partijen
Groep 6 Stafdienst Kwaliteit en Veiligheid (infectiepreventie)
Human Resource Management
Groep 8
Apotheek Radiologie
Programma Bouwen aan Beter
Projectbureau Nieuwbouw
Nucleaire geneeskunde Medical School Twente
Ondernemingsraad
Verpleegkundige Advies Raad
Cliëntenraad
Medisch Stafbestuur
inhoudsopgave
22 3.2.3 Nevenfuncties leden Raad van Bestuur In tabel 5 staan de nevenactiviteiten van de leden van de Raad van Bestuur in 2015. Tabel 5. Nevenactiviteiten leden Raad van Bestuur Naam
Bestuursfunctie
Nevenactiviteit
Dhr. dr. C.B. Leerink
Voorzitter
Voorzitter Raad van Toezicht Stichting ZIO Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Huisartsenpost Maastricht en Heuvelland Lid Bestuur Stichting Vrienden Medisch Spectrum Twente Lid Bestuur Stichting TWIN Penningmeester Stichting Bonama en SOMS Lid Bestuur Stichting Matthäus Passion Bergkerk te Deventer Lid Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (vanaf 1 juli 2015)
Dhr. drs. J. den Boon
Lid Raad van Bestuur
Lid Kamer Medisch Specialisten van het Capaciteitsorgaan Lid beroepsgenoten tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam
Lid Raad van Toezicht Stichting Labmicta
Mw. E. Lindeman QC
Lid Raad van Bestuur
Voorzitter Raad van Commissarissen Accolade
Lid Raad van Commissarissen P.C. Hooft
Lid Raad van Commissarissen Groningen Airport Eelde
inhoudsopgave
23 3.3 Raad van Toezicht In de statuten van MST is opgenomen dat de Raad van Toezicht toezicht houdt op het door de Raad van Bestuur gevoerde beleid, het functioneren van de Raad van Bestuur en de algemene stand van zaken van de Stichting MST. Naast het houden van toezicht is de Raad van Toezicht werkgever van de Raad van Bestuur en staat hij deze met advies terzijde.
Het aantal nevenfuncties van een lid is zodanig beperkt dat een goede taakvervulling is gewaarborgd en in elk geval in overeenstemming met het wettelijk maximum. Nevenfuncties worden voorgelegd aan de andere leden Raad van Toezicht en beoordeeld op belangenverstrengeling. Zo wordt de onafhankelijkheid van de leden van de Raad geborgd.
3.3.1 Reglement Raad van Toezicht In het Reglement Raad van Toezicht zijn afspraken over de taken en besluitvorming binnen de Raad van Toezicht opgenomen. Tevens bevat het reglement bepalingen over de samenstelling, termijnen en deskundigheid van de leden. Hierbij is de Zorgbrede Governance Code 2010 als uitgangspunt genomen.
Leden van de Raad van Toezicht worden benoemd voor een termijn van vier jaar. Ze treden af volgens een door de Raad van Toezicht vast te stellen rooster van aftreden. Een aftredend lid van de Raad van Toezicht kan opnieuw benoemd worden, maar mag deze functie in totaal niet langer dan acht jaar vervullen, conform de Zorgbrede Governance Code.
De Raad van Toezicht bestaat uit ten minste vijf leden. De Raad is verantwoordelijk voor benoeming, de schorsing en het ontslag van zijn individuele leden en daarnaast voor de vaststelling van de vergoeding. Bij werving, selectie en benoeming van leden van de Raad van Toezicht wordt gebruik gemaakt van een profielschets. Bij de opstelling hiervan wordt rekening gehouden met het feit dat de samenstelling van de Raad van Toezicht zodanig is dat de leden ten opzichte van elkaar, de Raad van Bestuur en welk deelbelang dan ook onafhankelijk en kritisch kunnen opereren. Een van de leden van de Raad van Toezicht is bindend voorgedragen door de Cliëntenraad.Over de te benoemen kandidaat wint de Raad advies in bij de adviesorganen van MST. inhoudsopgave
24 Toezichtsrol De Raad van Toezicht houdt toezicht op de Raad van Bestuur en de door de Raad van Bestuur uit te voeren taken, te weten: qqhet door de Raad van Bestuur gevoerde bestuur; qqhet functioneren van de Raad van Bestuur; qqhet beleid van de Raad van Bestuur; qqde algemene gang van zaken in de stichting als maatschappelijke instelling; qqde realisatie van statutaire en andere doelstellingen van de stichting; qqde strategie en risico’s verbonden aan de activiteiten van de organisatie; qqde opzet en werking van interne risicobeheersings- en controlesystemen; qqde financiële verslaglegging; qqde kwaliteit en veiligheid van zorg; qqde naleving van wet- en regelgeving; qqde verhouding met belanghebbenden; qqhet op passende wijze uitvoering geven aan de maatschappelijke doelstelling en verantwoordelijkheid van de stichting.
Werkgeversrol De Raad van Toezicht benoemt en ontslaat de leden van de Raad van Bestuur. Ook evalueert hij de Raad van Toezicht het functioneren van de leden van de Raad van Bestuur. Daarnaast zorgen zij voor het vaststellen van een maatschappelijk passende beloning, de contractduur, de rechtspositie en de andere arbeidsvoorwaarden. Informatievoorziening Voor de uitoefening van zijn functie (werkgeversrol, toezichthouder en adviseur) is de Raad van Toezicht gebaat bij juiste en tijdige informatievoorziening door de Raad van Bestuur. Om hierin te voorzien, is een tabel 6 opgesteld.
inhoudsopgave
25 Tabel 6. Informatietabel Raad van Toezicht Thema/onderwerp
Onderdeel/ indicator
Financiële commissie
Commissie K&V
Remuneratiecommissie
Raad van Toezicht (plenair)
Frequentie
Vaste documenten
Toezichtsrol
Kwaliteit en veiligheid
Financiële prestaties
Klachtenrapportage
X
X
trimester
Klachtenrapportage
Kwaliteitsvisitaties
X
X
Jaarlijks
Notitie RvB
Prestatie-indicatoren
X
X
Jaarlijks
Santeon benchmark indicatoren
CQ index
X
X
Jaarlijks
Term rapportage
Qmentum/ Veiligheidssysteem
X
X
Trimester
Term rapportage
Calamiteiten, IGZ, overige actualiteiten
X
X
Elke vergadering
Notitie RvB
X
Trimester
Termrapportage
Productie- en exploitatieoverzichten
X
Formatie (incl. ziekteverzuim)
X
X
Trimester
Termrapportage
Investeringen
X
X
Bij omvang investering van >1,5 mln.
Notitie RvB
Jaarverantwoording
X
X
Jaarlijks
Bestuursverslag, jaarrekening en jaarimpressie
Begroting
X
X
Jaarlijks
Begroting
Per kwartaal
Integrale rapportage & meerjaren businesscase
Financiële lange termijn planning (incl vastgoed)
X
X
inhoudsopgave
26
Tabel 6. Informatietabel Raad van Toezicht
Thema/ onderwerp
Onderdeel/ indicator
Financiële commissie
Commissie K&V
Remuneratiecommissie
Raad van Toezicht (plenair)
Frequentie
Vaste documenten
X
1x per 2 jaar
Notitie RvB
X
X
Naar gelang st.v.z.
Notitie RvB
X
1x per 3 jaar
Statuten, reglementen.
X
1x per 4 jaar
Strategische Agenda
Toezichtsrol Medewerkers
Wet- en regelgeving
Uitkomsten medewerkers tevredenheid-onderzoek
Ontwikkelingen RvB/ RvT (incl. ontwikkelingen wet- en regelgeving)
Herijking statuten en reglementen
Strategie & beleid
Belanghebbenden
Herijking strategie
Jaarplan
X
X
Jaarlijks
Jaarplan
Realisatie doelstellingen jaarplan
X
X
Trimester
Termrapportage
Risico analyses
X
X
Jaarlijks
Notitie RvB
Ondernemingsraad
X
1x per jaar
Notulen overleg
Cliëntenraad
X
1x per jaar
Notulen overleg
Bestuur vereniging medische staf
X
1x per jaar
Notulen overleg
Externe ontwikkelingen
Maatschappelijke, politieke en andere relevante ontwikkelingen m.b.t. gezondheidszorg, bestuur en toezicht
X
Jaarlijks tijdens de RvT tweedaagse
Term rapportage, jaarverant-woording, notitie RvB
Zelfevaluatie
Evaluatieformulier o.b.v Toolkit Toezicht Zorg
X
X
1x per jaar
Evaluatie formulier
X
X
Jaarlijks
Doelstellingen RvB
Werkgeversrol
Jaargesprek RvB
1x per jaar
inhoudsopgave
27 3.3.2 Samenstelling, rooster van aan- en aftreden en (neven)functies leden Raad van Toezicht In tabel 7 treft u de samenstelling en (neven)functies van de leden van de Raad van Toezicht aan: Tabel 7. Rooster van aan- en aftreden + (neven)functies leden Raad van Toezicht Naam
Dhr. prof. dr. F.A. van Vught (voorzitter)
Jaar benoeming
Einde 1e termijn
Einde 2e termijn
Einde 3e termijn
Nevenactiviteit
01-01-2010
31-12-2013
31-12-2017
Niet herbenoembaar
qq High level policy advisor, Europese Commissie qq Voorzitter Netherlands House for Education and Research qq Voorzitter Bestuur European Center for Strategic Management of Universities qq Bestuurder European Institute of Technology Foundation qq Voorzitter Review Commissie Hoger Onderwijs en Onderzoek, Ministerie OCW qq Lid High Council European University Institute qq Lid bestuur Stichting Vrienden van MST
Dhr. prof. dr. ing. D.H.A. Blank (tot 11 september 2015)
12-09-2007
11-09-2011
11-09-2015
x
qq Hoogleraar materiaalkunde voor de nanotechnologie Universiteit Twente qq Wetenschappelijk directeur MESA+ (tot 01-09-2015) qq Chief Scientific Ambassador Universiteit Twente (vanaf 01-09-2015) qq Universiteitshoogleraar Universiteit Twente (vanaf 01-09-2015) qq Lid Adviesraad voor het Wetenschap, Technologie en Innovatiebeleid qq Voorzitter Executive Board NanoNextNL qq Bestuurslid (captain of science) Topteam High Tech Systemen en Materialen qq Voorzitter Scientific Board MC2, Chalmers University, Zweden (tot 1-12-2015) qq Lid Raad van Bestuur stichting Fundamenteel Onderzoek der Materie (FOM) qq Lid Editorial Board Applied Physics A (tot 01-08-2015) qq Lid Nederlands Academie voor Technologie en Innovatie (AcTI) qq Voorzitter Kunst in het Volkspark qq Voorzitter Stichting Maatschappelijk Plein Twente (tot 01-10-2015) qq Voorzitter Stichting NaNOcancer qq Voorzitter Science Café Enschede
inhoudsopgave
Tabel 7. Rooster van aan- en aftreden + (neven)functies leden Raad van Toezicht Naam
Dhr. mr. E. ten Cate
Jaar benoeming
01-01-2008
Einde 1e termijn
31-12-2011
Einde 2e termijn
Einde 3e termijn
Nevenactiviteit
qq Directeur van Bank ten Cate & Cie N.V.
31-12-2015
31-12-2018 (met goed-keuring IGZ extra termijn)
qq Voorzitter Raad van Commissarissen Hydratec Industries N.V. qq Lid Raad van Commissarissen Koninklijke Ten Cate N.V. qq Voorzitter Raad van Toezicht Rijksmuseum Twente qq Lid Bestuur Stichting Kasteel Rechteren qq Kamerheer van ZM de Koning qq Lid Raad van Commissarissen Hendrick de Keyzer
Mw. mr. M.C. van der Laan
24-05-2011
23-05-2015
23-05-2019
Niet herbenoembaar
qq Voorzitter Energie Nederland (per 01-09-2015) qq Voorzitter Referendumcommissie (per 29-09-2015) qq Lid Raad van Toezicht TSM (tot 01-04-2015) qq Lid Raad van Toezicht Consumentenbond (tot 07-11-2015) qq Voorzitter Stichting Nationaal Luisteronderzoek (NLO) qq Voorzitter RODAP (Rechtenoverleg voor Distributie van Audiovisuele Producties) qq Voorzitter Overlegplatform Telecom (tot 09-12-2015)
Dhr. ir. G.J. Edelijn
03-12-2012
02-12-2016
02-12-2020
Niet herbenoembaar
qq CEO Thales Nederland B.V. qq Bestuurslid NIDV (Nederlandse Industrie Defensie en Veiligheid) qq Lid Executive Committee NMC (Nederlands Marinebouw Cluster) qq Voorzitter Industry Board Twente qq Voorzitter Human Capital Agenda Twente qq Lid Topteam ICT
Mw. prof. dr. J.M. Bensing PhD
01-01-2013
31-12-2017
31-12-2021
Niet herbenoembaar
qq Hoogleraar gezondheidspsychologie Universiteit Utrecht (emeritus vanaf 1-3-2015) qq Honorary research fellow NIVEL (emeritus vanaf 1-3-2015) qq Lid Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) qq Lid Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen qq Lid Raad van Toezicht Flevoziekenhuis (vicevoorzitter sinds 1-6-2015) qq Lid Raad van Toezicht De Hoogstraat Revalidatie qq Lid Raad van Toezicht Consumentenbond (vicevoorzitter sinds 1-6-2015) qq Lid Raad van Toezicht TNO qq Lid Raad van Toezicht Waarborgfonds voor de Zorgsector (sinds 1-12-2015) qq Lid Adviesraad Seniorvriendelijke Ziekenhuizen. qq Lid Visitatiecommissie Sociaal en Cultureel Planbureau
inhoudsopgave
28
29 3.3.3 Subcommissies De Raad van Toezicht kent een drietal commissies: Financiële Commissie De Financiële Commissie houdt toezicht op het financiële verslagleggingproces, waaronder de werking van het interne risicobeheersingsen controlesystemen, de informatievoorziening verstrekking en het opvolgen van de aanbevelingen van de accountant wordt verstaan. Bij de (voor)bespreking van de jaarrekening en de managementletter schuift de externe accountant aan bij de Financiële Commissie en de voltallige Raad van Toezicht-vergadering. In 2015 bestond de Financiële Commissie uit de volgende leden: qqMr. E. ten Cate qqIr. G.J. Edelijn Commissie Benoeming, Evaluatie en Remuneratie De Commissie Benoeming, Evaluatie en Remuneratie adviseert over de benoeming van leden van de Raad van Toezicht en Raad van Bestuur. Hiervoor stelt de Commissie selectiecriteria, profielschetsen en benoe mingsprocedures op. Ook bereidt de Commissie de jaarlijkse evaluatie van het functioneren van de Raad van Toezicht en Raad van Bestuur voor. Verder doet de Commissie voorstellen voor het honoreringsbeleid voor de leden van de Raad van Bestuur evenals het remuneratiebeleid voor de leden van de Raad van Toezicht.
In 2015 bestond de Commissie Benoeming, Evaluatie en Remuneratie uit de volgende leden: qqProf. dr. F.A. van Vught qqProf. dr. ing. D.H.A. Blank (t/m november 2015) qqMw. mr. M.C. van der Laan Commissie Kwaliteit en Veiligheid De Commissie Kwaliteit en Veiligheid houdt toezicht op de kwaliteit en veiligheid door inzicht te verkrijgen in de kwaliteitssystemen die het ziekenhuis hanteert en door de prestaties te beoordelen. Ook houdt de Commissie toezicht op de naleving van de aanbevelingen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en op de ontwikkeling van het aantal klachten, claims, tuchtzaken en calamiteiten. In 2015 bestond de Commissie Kwaliteit & Veiligheid uit de volgende leden: qqProf. dr. ing. D.H.A. Blank (t/m november 2015) qqMw. prof. dr. J.M. Bensing
inhoudsopgave
30 3.3.4 Vergaderingen 2015 In 2015 heeft de Raad van Toezicht zes keer vergaderd in aanwezigheid van de leden van de Raad van Bestuur (reguliere vergadering). Voorafgaand aan de reguliere vergadering heeft de Raad van Toezicht steeds een besloten vergadering gehouden. In juni 2015 hebben de Raad van Toezicht en de Raad van Bestuur een informele tweedaagse gehouden. De jaarlijkse informele visiebijeenkomst met het Medisch Stafbestuur heeft binnen deze tweedaagse plaatsgevonden. Een afvaardiging vanuit de Raad van Toezicht heeft daarnaast gesproken met de Cliëntenraad, de Verpleegkundige Adviesraad en de Ondernemingsraad. In Tabel 8 zijn de vergaderdata en de aanwezigheid van de leden weergegeven.
inhoudsopgave
31
Tabel 8. Aanwezigheid Raad van Toezicht vergaderingen 2015 Datum
Aanwezig
Afwezig
25-03-2015
Dhr. prof.dr. F.A. van Vught, mw. mr. M.C. van der Laan, dhr. mr. E. ten Cate, dhr. prof. dr. ing. D.H.A. Blank, mw. prof. dr. J.M. Bensing PhD
Dhr. ir. G.J. Edelijn
28-05-2015
Dhr. prof.dr. F.A. van Vught, mw. mr. M.C. van der Laan, dhr. mr. E. ten Cate, dhr. prof. dr. ing. D.H.A. Blank, mw. prof. dr. J.M. Bensing PhD
Dhr. ir. G.J. Edelijn
18-06-2015
Allen
19-06-2015
Allen
26-10-2015
Dhr. prof. dr. F.A. van Vught, mw. mr. M.C. van der Laan, dhr. mr. E. ten Cate, dhr. prof. dr. ing. D.H.A. Blank, mw. prof. dr. J.M. Bensing PhD
Dhr. ir. G.J. Edelijn
10-12-2015
Dhr. prof. dr. F.A. van Vught, mw. mr. M.C. van der Laan, dhr. ir. G.J. Edelijn, mw. prof. dr. J.M. Bensing PhD
Dhr. mr. E. ten Cate, dhr. prof. dr. ing. D.H.A. Blank
16-02-2015
Mw. prof. dr. J.M. Bensing PhD, dhr. prof. dr. ing. D.H.A. Blank
08-06-2015
Mw. prof. dr. J.M. Bensing PhD, dhr. prof. dr. ing. D.H.A. Blank
24-08-2015
Mw. prof. dr. J.M. Bensing PhD, dhr. prof. dr. ing. D.H.A. Blank
30-11-2015
Mw. prof. dr. J.M. Bensing PhD, dhr. prof. dr. F.A. van Vught
Dhr. prof. dr. ing. D.H.A. Blank (geen RvT lid meer)
19-03-2015
Dhr. mr. E. ten Cate, dhr. ir. G.J. Edelijn
20-05-2015
Dhr. mr. E. ten Cate
Dhr. ir. G.J. Edelijn
08-06-2015
Dhr. mr. E. ten Cate, dhr. ir. G.J. Edelijn
08-10-2015
Dhr. mr. E. ten Cate, dhr. ir. G.J. Edelijn
Reguliere vergaderingen
Commissie Kwaliteit & Veiligheid
Financiële Commissie
Overleggen adviesorganen 18-6-2015 Medisch Stafbestuur
Voltallige Raad van Toezicht
30-06-2015 Cliëntenraad
Mw. mr. M.C. van der Laan
15-10-2015 Ondernemingsraad
Mw. prof. dr. J.M. Bensing PhD
10-11-2015 Verpleegkundig Adviesraad
Mw. prof. dr. J.M. Bensing PhD
inhoudsopgave
32 3.4 Medezeggenschap MST kent vier medezeggenschapsorganen, te weten de Vereniging Medische Staf, de Ondernemingsraad, de Cliëntenraad en de Verpleegkundige Advies Raad. 3.4.1 Vereniging Medische Staf MST kent een Vereniging Medische Staf (VMS), die statutair tot doel heeft de medisch specialistische zorg in MST te leveren op kwalitatief hoogstaand niveau. Het dagelijks bestuur van deze VMS is het Medisch Stafbestuur. Het Stafbestuur is de strategisch partner van de Raad van Bestuur. Het Stafbestuur legt verantwoording af aan de Kernstaf (per specialisme één vertegenwoordiger) als hoogste orgaan van de Vereniging.
Inspanningen Medische Staf in 2015 In het kader van ‘duurzame inzetbaarheid medisch specialisten’ heeft de commissie Kwaliteit Commissie Kwaliteit Beroepsuitoefening Medisch Specialisten Beroepsuitoefening Medisch Specialisten (KBMS) in 2015 onder andere: qqeen 100% deelname aan het IFMS-proces gescoord; qqde werving & selectieprocedure medisch specialisten geimplementeerd; qqhet inwerkprogramma stafleden samen met de Medical School Twente geïmplementeerd en een E-learning voor tijdelijke specialisten opgezet; qqintercollegiale coaches opgeleid ten behoeve van het steunen van collega’s in een lastige periode; qqhet totaal pakket aan kwaliteitsinstrumenten bij functioneren geconcretiseerd en geimplementeerd. l deze activiteiten dragen bij aan het verbeteren van A de duurzame inzetbaarheid van onze specialisten.
inhoudsopgave
33 Financiële Raad VMS De VMS kent sinds de invoering van de integrale bekostiging (per 1 januari 2015) een financiële commissie genaamd Financiële Raad VMS, waarin de verschillende Medisch Specialistische Bedrijven en de Vereniging van Medisch Specialisten in Dienstverband gezamenlijk afstemmen met de Raad van Bestuur aangaande honorariumaangelegenheden. Gezamenlijk met de Raad van Bestuur wordt de Honorerings commissie gevormd waarin naast productiemonitoring en –verdeling ook knelpunten en onbillijkheden worden vastgesteld en toegekend. In 2015 is het Logex Verdien- en Verdeelmodel gehanteerd voor zowel Vrijgevestigd als Dienstverbandspecialismen. De samenwerking tussen de verschillende gremia heeft zich gekenmerkt als stabiel en constructief. Kernstaf In de Kernstaf zijn diverse inhoudelijke thema’s uitgebreid bediscussieerd. Het gaat dan bijvoorbeeld om de de keuze voor een nieuwe Electronisch Patiënten Dossier (EPD), de inmiddels gerealiseerde verhuizing naar de nieuwbouw, Regionale samen werking, substitutie naar de eerstelijn middels afspraken in het zogenaamde ‘Zenderen’- verband, de zorg voor de kwetsbare oudere in MST en de opbrengst van het MST-Strategietraject in samenwerking met de Raad van Bestuur. De Handleiding Medisch Dossier is vastgesteld inclusief afspraken voor intercollegiale consulten en het gestandaardiseerd vastleggen van visites.
In het kader van Kwaliteit en Veiligheid zijn in 2015 twee Medical Safety Officers benoemd en is de voorbereiding gestart voor de ziekenhuisbrede accreditatie NIAZ/Qmentum. Tevens is de mede werking aangaande Value Based Health Care in Santeonverband geformaliseerd. Adviezen VMS In 2015 heeft de medische staf de volgende formele adviezen aangeboden aan de Raad van Bestuur: qqBeleid rond aanvraag PLB uren; qqKeuze Electronisch Patiënten Dossier (EPD); qqOprichting Regionale Oncologie Commissie; qqHoofdlijnendocument Nieuwe Polikliniek en Nieuwe Kliniek; qqOprichting Vakgroep Geriatrie; qqZelfsturing ThoraxCentrum Twente; qqOprichting VOF MKA Twente; qqSamenwerkingsmodellen ZGT en MST.
inhoudsopgave
34 Vooruitblik 2016 Het jaar 2016 zal voor de medische staf in het teken staan van de herinrichting Vereniging Medische Staf ten gevolge van de inrichting van de verschillende Medisch Specialistische Bedrijven en de Vereniging van Medisch Specialisten in Dienstverband. Dit zal invloed hebben op de duale besturing van MST samen met de Raad van Bestuur. Voor 2016 is de commissie Kwaliteit Beroeps uitoefening Medisch Specialisten voornemens om het proces rondom Groepsfunctioneren uit te werken, de Intercollegiaal Coaches in te zetten bij soft signals en rondom calamiteiten en incidenten de zogenaamde ‘second victims’ beter in beeld te krijgen door middel van het opleiden van peers. Ten slotte is 2016 het jaar voor de verwerving van de NIAZ-accreditatie, de Medische Staf is nadrukkelijk betrokken bij dit proces middels de twintig tracerauditoren. Daarnaast zijn de portefeuillehouder van het Stafbestuur en de Medical Safety Officer lid van de regiegroep Qmentum. Wij zien uit naar een succesvolle accreditatie in november 2016.
3.4.2 Ondernemingsraad De OR behartigt de belangen van MST als totaal en van de medewerkers in het bijzonder. De OR streeft naar een balans tussen het belang van de medewerkers en het belang van de organisatie, waarin de patiënt centraal staat. De OR bestaat deze zittingsperiode uit 15 leden. Conform de Wet op de Ondernemingsraden zouden dat er 19 mogen zijn. Door een goede planning en effectief vergaderen was het mogelijk om het aantal OR-dagen voor de leden met één per maand te verminderen. Deze werkwijze wordt met enige regelmaat geëvalueerd. Bij aanvang van de nieuwe zittingstermijn in 2016/2017 wordt de tijdsbesteding opnieuw onder de loep genomen. De taken in de OR zijn verdeeld. Er is een Dagelijks Bestuur gekozen en er zijn twee RVE-commissies, evenals een Kern OR. De OR werkt volgens een reglement en heeft een beleidsplan 2014-2016 opgesteld, dat de beleidsprioriteiten voor de hele zittingstermijn bevat.
Het Stafbestuur zal als strategisch partner van de Raad van Bestuur nadrukkelijk naast het bovenstaande alle ontwikkelingen in MST volgen en daarmee de Raad van Bestuur gevraagd en ongevraagd adviseren over uiteenlopende thema’s.
inhoudsopgave
35 Inspanningen in 2015 De OR heeft zich in 2015 gericht op: qqDuurzame Inzetbaarheid ‘Sterk in je Werk’ qqPDCA Cyclus De OR vindt het belangrijk dat aandacht wordt besteed aan het gezond, vitaal en gemotiveerd houden van medewerkers. Door het thema ‘Sterk in je Werk’ concreet te maken, moet er een model ontwikkeld worden waarmee medewerkers zelf aan de slag kunnen. In 2015 is samen met HRM geprobeerd in kaart te brengen wat MST in huis heeft aan personeels- en organisatiebeleid en hoe dit vertaald kan worden naar ‘Sterk in de Werk’. Een delegatie van de OR maakt deel uit van de MST werkgroep ‘Sterk in je Werk’. Het is in 2015 nog niet gelukt concrete doelstellingen te bepalen. De OR is ook in 2015 door de Raad van Bestuur en het management steeds vaker vroegtijdig betrokken bij beleidsplannen en organisatiewijzigingen. De OR kan al voordat er een adviesaanvraag wordt voorgelegd meedenken en meepraten. Dit betekent dat de OR in een vroegtijdig stadium invloed kan uitoefenen en input leveren. Het Dagelijks Bestuur van de OR is aanwezig geweest bij de managementdagen en heeft mee gedacht in het visie- en strategietraject.
De gekozen richting stelt eisen aan vaardigheid en deskundigheid van de OR-leden waarbij tegelijkertijd de kwaliteit (effectiviteit en efficiëntie) van medezeggenschap zal moeten worden verhoogd. In plenaire trainingen wordt hieraan gestructureerd aandacht geschonken. Het jaar 2015 stond natuurlijk ook voor de OR in het teken van de verhuizing naar het nieuwe ziekenhuis. Er kwam een flink aantal adviesaanvragen binnen die te maken hadden met de nieuwe structuur en werkwijze. De OR heeft zich ingezet voor een heldere communicatie met medewerkers en dat er alles aan werd gedaan om de medewerkers goed voor te bereiden op het werken in het nieuwe ziekenhuis. De OR werd eind 2015 geconfronteerd met het feit dat de bedrijfsvoering van MST zo zwaar onder druk staat dat een belangrijke omslag doorgevoerd moet worden. Deze omslag werd vertaald in het rendementsprogramma met als gevolg een reorganisatie. De OR begrijpt de motivatie om tot een reorganisatie over te gaan en heeft kennis genomen van de invulling van de rendementsvoorstellen. De concrete onderbouwing en uitwerking van de deelplannen ziet de OR in 2016 ter advisering tegemoet. De gevolgen van de reorganisatie voor de medewerkers zullen worden opgevangen in een Sociaal Plan, dat afgesloten wordt door de Raad van Bestuur en de vakbonden.
inhoudsopgave
36 Bureau Medezeggenschap Een belangrijk aandachtspunt van de OR in deze zittingsperiode is een verdere professionalisering van de medezeggenschap. De OR heeft het initiatief genomen om in samenwerking met de Verpleegkundige Advies Raad en de Cliëntenraad een Bureau Medezeggenschap op te zetten. In mei 2015 heeft de Raad van Bestuur hierover een positief besluit genomen. Vanuit dit bureau worden de Ondernemingsraad, Cliëntenraad en Verpleegkundige Advies Raad ondersteund. Het doel van dit bureau is het effectief inzetten van de medezeggenschap binnen MST. Elk orgaan behoudt hierin zijn onafhankelijke positie.
Advies en instemming in 2015 qqLief en Leed protocol; qqAanvraag PLB verlof en financiële compensatie afdelingen; qqAangepaste beleidsnotitie Rekenen in de Zorg; qqDe Nieuwe Kliniek; qqDe Nieuwe Polikliniek; qqLeidinggevende structuur; qqPijncentrum Oost Nederland; qqVoorkeursleverancier ZIS/EPD; qqStart onderzoek samenwerking MST en ZGT; qqWerktijden afdelingsecretaresses E3; qqVoedingsconcept deelbesluit HRM deel 3; qqBesluit alcohol, drugs, medicijnen en werk; qqBeleidsdocument personele processen kliniek en polikliniek; qqOpleidingsreglement; qqBureau Reserveringen Vermaat; qqVoedingsconcept deel 4 Oldenzaal; qqVoorziening medewerkers; qqVervolg onderzoek samenwerking MST en ZGT; qqUitwerking zelfsturing Thoraxcentrum; qqOrganisatie en besturing Santeon; qqContinuering brugfietsen naar aanleiding van RI&E burg; qqBeleidsadvies Physician Assistant; qqWijziging dienstrooster klinische farmacie; qqWijziging diensttijden afdelingsecretaresses nieuwbouw.
inhoudsopgave
37 3.4.3 Cliëntenraad De Cliëntenraad is een zelfstandig functionerend orgaan. Het doel van de raad is een verbindende schakel te vormen tussen het ziekenhuis en de inwoners van haar verzorgingsgebied. De Cliëntenraad behartigt de gemeenschappelijke belangen van de patiënten van Medisch Spectrum Twente. De Raad van Bestuur wordt gevraagd en ongevraagd geadviseerd over onderwerpen die de cliënten van Medisch Spectrum Twente raken. Denk daarbij aan kwaliteit en veiligheid van de patiëntenzorg, hospitality, logistiek, de eenpersoonskamers, voeding van de cliënten en de bereikbaarheid van het ziekenhuis. De Cliëntenraad is nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van het nieuwe MST. De positie en het adviesrecht van de Cliëntenraad is geregeld in de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ). De Cliëntenraad heeft structureel overleg met de Raad van Bestuur (een keer per twee maanden) en een keer per jaar met een delegatie van de Raad van Toezicht. Bovendien is er een tweemaandelijks informeel overleg tussen het Dagelijks Bestuur van de Cliëntenraad en de voorzitter en secretaris van de Raad van Bestuur. De Cliëntenraad heeft mevrouw mr. Medy van der Laan bindend voorgedragen als lid van de Raad van Toezicht. Zij heeft patiëntenbelangen in haar portefeuille. De voorzitter van de Cliëntenraad onderhoudt regelmatig contact met mevrouw Van der Laan. De leden van de Cliëntenraad zijn afkomstig uit het verzorgingsgebied van het ziekenhuis en gepensioneerd of werkzaam buiten MST. De Cliëntenraad bestaat uit 10 zetels.
De Cliëntenraad heeft onderling afspraken gemaakt over de wijze van behandeling van de diverse onderwerpen. Tevens zijn er prioriteiten gesteld en werkgroepen ingesteld. Door de benoeming van speerpunten kan de Cliëntenraad zich beter richten op wat voor de cliënt belangrijk is. De speerpunten moeten het patiëntenbelang dienen en moeten binnen de cirkel van invloed van de Cliëntenraad liggen. Inspanningen in 2015 De afgelopen jaren heeft de Cliëntenraad zijn visie gepresenteerd ten aanzien van de verbetering van de patiëntgerichtheid van Medisch Spectrum Twente. Het ging daarbij vooral om aandacht voor communicatie, houding en gedrag (bejegening). Ook de parkeertarieven hebben al geruime tijd de aandacht van de Cliëntenraad. Het jaar 2015 stond ook voor de Cliëntenraad in het teken van de verhuizing naar het nieuwe ziekenhuis. De raad heeft in 2015 getracht de belangen van de cliënten en patiënten zo optimaal mogelijk te behartigen vooral met het oog op de veranderende werkwijze in het nieuwe ziekenhuis, het nieuwe hospitality concept en de healing environment. In het kader van Kwaliteit en Veiligheid nemen de leden van de Cliëntenraad deel aan de veiligheidsrondes en spiegelgesprekken.
inhoudsopgave
38 De Cliëntenraad is al een tijd in overleg met de Raad van Bestuur over de parkeertarieven voor patiënten en bezoekers in de Van Heekgarage vanaf de ingebruikname van het nieuwe ziekenhuis. Dit is een lang traject geweest waarin de raad heeft geprobeerd invloed uit te oefenen op de definitieve tarieven. De uiteindelijk door MST vastgestelde tarieven worden door de Cliëntenraad niet gedragen. Op de formele adviesaanvraag van de Raad van Bestuur is door de Cliëntenraad dan ook negatief geadviseerd. Er hebben gesprekken plaatsgevonden met de Raad van Bestuur van MST en met de verantwoordelijke wethouder van de Gemeente Enschede. Deze gesprekken hebben niet tot de gewenste resultaten geleid. Vervolgens heeft de Cliëntenraad besloten zowel een brief te sturen naar de Gemeenteraad als naar de Raad van Bestuur van MST met daarin het dringende verzoek de tarieven, specifiek de tarieven bij een langdurig verblijf, aan te passen. De Cliëntenraad blijft zich dus inspannen voor een acceptabel tarief. Cliëntenpanel De Cliëntenraad werkt aan de opzet van een cliëntenpanel. Door lid te worden kunnen patiënten en cliënten hun mening geven over de kwaliteit van de zorg en dienstverlening van MST. De Cliëntenraad zorgt er vervolgens voor dat hun mening wordt gehoord door de relevante resultaten te gebruiken bij adviezen aan de Raad van Bestuur. De raad werkt met behulp van de professionele begeleiding van de afdeling Marketing, Communicatie & Sales aan de verdere uitwerking van het panel.
Overleg en afstemming De Cliëntenraad had in 2015 overleg en afstemming met onder meer: qqRaad van Toezicht; qqRaad van Bestuur; qqProgrammabureau Bouwen aan Beter; qqBedrijfskundig en medisch managers; qqTeamhoofden; qqDiverse project- en klankbordgroepen binnen het ziekenhuis; qqCliëntenraad ZGT; qqCliëntenraad SKB. Het overleg met de leden van de Cliëntenraad ZGT heeft een structureel karakter; twee keer per jaar vindt overleg plaats op basis van een vooraf opgestelde agenda. Uitwisseling van werkwijzen en ideeën vormen het belangrijkste doel van deze bijeenkomsten die door de steeds intensievere samenwerking tussen beide ziekenhuizen als bijzonder waardevol worden ervaren.
inhoudsopgave
39
Het Dagelijks Bestuur nam deel aan de management dagen die met regelmaat georganiseerd worden door MST. Tevens is een delegatie van de raad actief geweest in het visie- en strategietraject van MST. Uitgebrachte adviezen qqRekenen in de zorg; qqBij elk bed een tablet; qqHoofdlijnendocument Nieuwe Kliniek; qqHoofdlijnendocument Nieuwe Polikliniek; qqParkeertarieven 2015; qqVoorkeursleverancier nieuw EPD/ZIS; qqToedienen epiduraal anesthesie verloskamers; qqVervolgonderzoek verdergaande samenwerking MST en ZGT; qqUitwerking zelfsturing Thoraxcentrum; qqSamenwerking TMC Radiologie en Nucleaire Geneeskunde ZGT en MST; qqDoelgroepenbeleid parkeren Van Heekgarage; qqOprichting Vof MKA Twente.
3.4.4 De Verpleegkundige Advies Raad Het jaar 2015 stond voor de Verpleegkundige Advies Raad in het teken van de nieuwbouw MST en het verder professionaliseren van de verpleegkundige zorg in MST. Voor de nieuwbouw hebben twee leden van de Verpleegkundige Advies Raad deelgenomen aan de stuurgroep De Nieuwe Kliniek en hebben op deze manier gekeken naar de invulling van de verpleegkundige processen en benodigde voorwaarden om kwalitatief goede en veilige patiëntenzorg te kunnen leveren in De Nieuwe Kliniek en te kunnen werken in De Nieuwe Kliniek. Voor het verhogen van de professie binnen het verpleegkundig vak heeft de VAR zich verdiept in actuele onderwerpen, onderzoek gedaan en vanuit daar adviezen uitgebracht aan de Raad van Bestuur.
Ongevraagd advies qqEtalage bij hoofdingang nieuwe ziekenhuis innovatie in de zorg; qqVoorstel bestemming Ariënsmonument.
inhoudsopgave
40 Beroepsprofielen 2020 qqBinnen Santeon deelgenomen aan de overleggen over dit onderwerp. qqMet de Raad van Bestuur besproken welke keuzes er gemaakt kunnen worden en op welke gronden. EPD qqDeelgenomen aan de sollicitatiecommissie voor de aanstelling van de Nurse Information Officer. qqOnderzoek gedaan naar de verpleegkundige methodiek die in EPD zou moeten worden opgenomen om het rapporteren binnen de zorg te standaardiseren. Verpleegkundig rapporteren In MST wordt op diverse manieren gerapporteerd door verpleegkundigen. De Verpleegkundige Advies Raad heeft onderzoek gedaan naar verschillende manieren van verpleegkundig rapporteren en daar advies over uitgebracht aan de Raad van Bestuur om dit te gaan standaardiseren binnen MST. Verpleegkundig leiderschap De Verpleegkundige Advies Raad heeft door studenten van de HBO-V van Saxion een onderzoek laten doen naar verpleegkundig leiderschap in MST. Naar aanleiding van de uitkomsten van dit onderzoek wordt nu een notitie geschreven voor de Raad van Bestuur. Strategische agenda Een lid van de Verpleegkundige Advies Raad heeft deelgenomen aan de stuurgroep om zo mee te kijken naar de inhoud van het verpleegkundig vak binnen de strategische agenda 2015-2018 inhoudsopgave
Bureau Medezeggenschap De Verpleegkundige Advies Raad is samen met de Ondernemingsraad en de Cliëntenraad het bureau medezeggenschap gestart. Zo hopen we efficiënter en doelmatiger te kunnen werken vanuit de visies van de diverse raden. Eind 2015 heeft de VAR afscheid genomen van voorzitter Wendy Wolters en heeft Belinda van den Bovenkamp het voorzitterschap overgenomen. In het komende jaar zal de VAR gaan met een aantal van bovenstaande onderwerpen en andere onderwerpen oppakken die van invloed zijn op de inhoud het verpleegkundige vak.
41
4
Veilig verhuizen
4.1 Bouw 4.1.1 Koningsplein De afbouw van de nieuwbouw Enschede is in de eerste helft van 2015 afgerond. De oplevering heeft op 31 juli 2015, conform planning, plaatsgevonden. In de maanden augustus t/m december 2015 is het gebouw gereed gemaakt voor ingebruikname. Daartoe behoorden onder meer het afronden van onderdelen die later in opdracht waren gegeven, het afronden in relatie tot aangeschafte of te verhuizen apparatuur (onder meer de afbouw van de nieuwe hybride OK) en de afbouw van het nieuwe Stiltecentrum. Alle onderdelen zijn tijdig gereed gekomen. De verhuizing heeft in de geplande periode, begin januari 2016, plaatsgevonden.
4.1.2 Bestaande gebouwen Ten aanzien van het plan voor de verbouw van bestaande gebouwen aan de Haaksbergerstraat heeft halverwege 2015 een heroverweging plaatsgevonden. Het bijgestelde plan zal erin voorzien dat in de komende vier tot vijf jaar de bestaande gebouwen zoveel als mogelijk gebruikt blijven worden in hun huidige of in beperkte mate aangepaste staat. Alleen de onderdelen waarvoor dit onvermijdelijk is, zullen worden verbouwd. Voorop staat het uitgangspunt, dat de locatie Ariënsplein zo spoedig mogelijk dient te worden ontruimd, om te beginnen met de kantoorfuncties (Q2 2016).
De vergunning ‘brandveilig gebruik’ is op tijd verleend. De gemeente Enschede heeft zorggedragen voor de aanleg van de tunnel naar de Van Heekgarage, de aanleg van het rolpad in de tunnel en garage en de herinrichting van het nieuwe Koningsplein en de aanliggende straten. Ook deze aanpalende projecten zijn tijdig gereed gekomen. De financiële eindrapportage van het project nieuwbouw Enschede wordt in mei 2016 uitgebracht. Vooruitlopend daarop kan worden gemeld, dat het project qua kosten binnen het budget is gerealiseerd. inhoudsopgave
42 4.2. Programma Bouwen aan Beter Om te zorgen dat de ingebruikname van de nieuwbouw succesvol zou verlopen, heeft de Raad van Bestuur een voorbereidingsperiode ingesteld vanaf augustus 2013 en deze periode ondergebracht in het programma Bouwen aan Beter. Doelstelling van het programma was om van het mooie nieuwe gebouw ook een goed werkend ziekenhuis te maken. Daarbij was het streven om niet de huidige werkwijzen te kopiëren in de nieuwbouw, maar daar waar mogelijk en nodig werkwijzen te verbeteren om zo meer patiëntgericht, met een hogere kwaliteit en logistiek beter georganiseerd intrek te nemen in het nieuwe gebouw. Op verschillende deelonderwerpen zijn onder de vlag van het programma Bouwen aan Beter nieuwe werkwijzen ontwikkeld. Daarbij was onder andere het uitgangspunt om meer gestandaardiseerd te werken en daar waar mogelijk meer regie bij de patient te leggen. 4.2.1 De Nieuwe Kliniek Binnen het programma Bouwen aan Beter is in nauwe samenwerking met teamhoofden en verpleegkundigen het hoofdlijnendocument De Nieuwe Kliniek opgesteld waarin uitgangspunten en afspraken over de werkwijze, de inrichting en de bemensing van de Nieuwe Kliniek zijn vastgelegd. Dit is de leidraad geweest voor de deelprojecten die binnen De Nieuwe Kliniek zijn uitgevoerd.
Tablets voor patiënten Het project Bebet (bij elk bed een tablet) had als doel: het aanschaffen en implementeren van een tablet voor alle klinische- en poliklinische patiënten (bed, behandelruimte en wachtkamer) waarop MST infotainment (telefoon, internet) en/ of het voedingsinformatiesysteem (VIS), en/of het Roomservice-oproepsysteem (ROS), en/of de entertainmenttoepassingen (tv, krant, boek, gaming etc.) op een patiëntvriendelijke, flexibele en toekomstgerichte manier kan worden aangeboden. Vanaf ingebruikname hebben alle patiënten op de verpleegunits, dagbehandeling reumatologie, cytostaticapoli/fb, dialyse, OBC, EHH/CCU,TIC,IC/MC en de HCK de beschikking over een iPad air2 met daarop de Gastvrij MST app. Via de Gastvrij MST app kunnen patiënten televisie kijken, radio luisteren, internetten, eten en drinken bestellen en contact maken met hun roomservicemedewerker. Medicatie Binnen het project Nieuwe Kliniek is besloten om de taakverdeling tussen de kliniek en de apotheek te wijzigen en apothekersassistenten in te zetten voor de bereiding van medicatie en het uitzetten van medicatie. Hierdoor ontstaat voor de verpleegkundigen meer ruimte om de zorg rondom de patiënt te coördineren. Een deel van de verpleegkundige formatie is overgeheveld naar de apotheek om deze verandering in taakverdeling te bewerkstelligen.
inhoudsopgave
43 Voeding en Dienstverlening Het project Voeding en Dienstverlening omvat de optimale niet-medische verzorging (service) en voeding voor patiënten en hun bezoekers waarbij de patiënt de regie heeft en de MST dienstverlening is afgestemd op de verschillende behoeften. Uitgangspunt hierbij is verbetering van de gastvrijheid (beleving/verrassing) bij gelijkblijvende of dalende kosten. De doelstellingen van het project zijn als volgt omschreven: patiënten hebben een keuze in zowel het moment als de aard van de maaltijd en de locatie waar de maaltijd genuttigd wordt. Maaltijden worden op bestelling van de patiënt verzorgd vanuit decentrale keukens en geserveerd door roomservicemedewerkers. Deze gastvrije roomservicemedewerkers zorgen naast de voeding voor de patiënt ook voor de overige nietmedische / verpleegkundige dienstverlening. Bezoekers van patiënten op de verpleegafdelingen kunnen tegen betaling mee-eten met de patiënt. Bij ingebruikname was Culicart (voedingsinformatiesysteem) succesvol geïntegreerd in de Gastvrij MST app. Het onderdeel ‘eten’ in de Gastvrij MST app is eigenlijk Culicart. Pink Roccade, Huuskes, Scoremedia en MST hebben samen deze, in Nederland unieke, integratie tot stand gebracht. Patiënten kunnen via de optie ‘eten’ in de Gastvrij MST app op de tablet zelf hun maaltijden samenstellen en bestellen op een door hen gekozen tijdstip. Indien een patiënt zijn maaltijd niet zelf kan of wil bestellen kan dit worden overgenomen door de roomservicemedewerker.
Het portaal dat hiervoor nodig was, was al voor inge bruikname opgeleverd en getest in de pilot in het VKC. MST heeft samen met ROC van Twente en Threewise een op maat gemaakte en geaccrediteerde MBO 2 opleiding ontwikkeld; medewerker facilitaire dienstverlening met focus op gastvrijheid. In oktober 2015 is de eerste groep van 15 medewerkers gestart met de opleiding, gevolgd door twee groepen van 15 medewerkers in november. In totaal zitten er nu dus 45 medewerkers in deze opleiding die een jaar duurt en moet worden afgesloten met een examen. De overige deelnemers volgen in de komende twee jaar. In de eerste maanden waren er nog een aantal zaken niet voldoende helder en ingeregeld. Denk aan inlogcodes voor leeromgevingen, te weinig tablets, geen internet, ontevredenheid over mantouxverplichtingen etc. Dit lag zowel in het domein van ROC als van MST. Inmiddels zijn alle werkbegeleiders (praktijkbegeleiders vanuit MST) aan de slag met de deelnemers met als doel deze zo goed mogelijk te begeleiden in de praktijk en richting de examens. Het project is overgedragen naar de lijn (Medical School Twente en verantwoordelijke floormanager). Naast de bovengenoemde opleiding voor de roomservicemedewerkers hebben de keukenmedewerkers een vierdaagse training gevolgd en is geprobeerd om zoveel mogelijk medewerkers ervaring te laten opdoen in de pilot. Er zijn (inloop)trainingen georganiseerd op verschillende onderwerpen.
inhoudsopgave
44 Bemensing Nieuwe Kliniek In het voorjaar van 2015 heeft het transitieteam bemensing nieuwe organisatie, voortbordurend op de visiedocumenten, een aantal besluiten genomen. De omvang van de verpleegkundige formatie voor de vierde, vijfde en zesde verdieping van de nieuwbouw, de beschouwende dagbehandeling, het Cardiovasculair Interventie Centrum en het Operatief Behandelcentrum, is vastgesteld. Alle verpleegkundigen met een vast contract hebben op basis van interesse-inventarisatie hun belangstelling voor een werkplek in de nieuwbouw kunnen aangeven. Vervolgens is iedereen op basis van het ‘Mens volgt Werkprincipe’ onder toepassing van anciënniteit geplaatst. Op 1 juli 2015 hadden al deze medewerkers een plaatsingsbrief op het huisadres ontvangen. Ook alle voedings-, afdelingsassistenten en keukenmedewerkers hebben 1 juli 2015 een brief ontvangen, met daarin hun nieuwe werkplek vanaf 1 januari 2016. Omdat er in het kader van het Hospitalityprogramma een forse uitbreiding van de nieuwe functie roomservicemedewerker is toegekend, heeft in de tweede helft van 2015 nog aanvullende werving plaatsgevonden.
inhoudsopgave
45 4.2.2 De Nieuwe Polikliniek Net als bij De Nieuwe Kliniek is ook voor De Nieuwe Polikliniek een Hoofdlijnendocument opgesteld waarin de visie, werkwijze, inrichting en bemensing zijn vastgelegd. Dit is de leidraad geweest voor de deelprojecten en activiteiten die binnen De Nieuwe Polikliniek zijn uitgevoerd. Het organiseren van kwaliteit en aandacht voor de patiënt is daarbij de leidraad geweest. Door te werken met de scheiding van front- en backoffice, door de oprichting van het KlantenContactCentrum (KCC) en door polikliniekmedewerkers toe te rusten om administratieve en ondersteunende activiteiten over te nemen van de medisch specialist, krijgt het consult bij de medisch specialist meer toegevoegde waarde. Dit traject is in gang gezet als onderdeel van Bouwen aan Beter, maar kent een langere doorlooptijd dan de ingebruikname van de Nieuwbouw. KCC Het KCC is sinds de 1 juli 2015 operationeel. Alle binnenkomende telefonie voor de poliklinieken komt binnen bij het KCC, waar geprotocolleerd vragen worden beantwoord of indien het KCC de vraag niet kan beantwoorden, doorgezet naar de betreffende polikliniek. Na de poliklinieken Cardiologie, KNO, MDL, Endoscopie, Radiologie en Plastische Chirurgie is de polikliniek Revalidatie Geneeskunde in december 2015 de samenwerking aangegaan. De poliklinieken Urologie en Gynaecologie zijn in maart 2016 live gegaan. Naast opbouw van het kennissysteem bij het KCC is standaardisatie van werkwijze op de deelnemende
poliklinieken van essentieel belang om het KCC goed te laten werken. De verdere ‘uitrol’ van het KCC over de poliklinieken zal gefaseerd in 2016 plaatsvinden. Gezien de scheiding van front- en backoffice, de oprichting van het KCC en de beperkte archiefruimte in De Nieuwe Polikliniek was het van essentieel belang om Digitale Status Voering in te voeren op alle poliklinieken. Daarnaast zijn zoveel mogelijk folders gedigitaliseerd en is Electronisch Voorschrijven ingevoerd. Daarnaast is digitaal aanvragen voor laboratorium onderzoek voor de ingebruikname live gegaan en digitaal aanvragen voor radiologisch onderzoek net na de ingebruikname. Tevens is een groot deel van het papieren archief gedigitaliseerd. In 2016 zal het restant gedigitaliseerd worden of extern opgeslagen. Medio 2015 zijn de ponsplaatjes afgeschaft. Opleiding tot doktersassistent In oktober 2015 is de eerste pilotgroep van polikliniekassistenten gestart met het volgen van de incompany opleiding tot doktersassistent (MBO4). Met behulp van deze opleiding zouden polikliniekassistenten toegerust worden om de kwaliteit te leveren die aansluit bij het concept van De Nieuwe Polikliniek. Deze pilot is voortijdig afgebroken, onder andere vanwege knelpunten in de kwaliteit van de aangeboden modules. Vanwege het belang van het opleidingstraject voor het slagen van het concept van De Nieuwe Polikliniek, is besloten om een MST-opleiding tot polikliniekassistent te ontwikkelen en aan te bieden. Naar verwachting start deze opleiding na de zomer 2016.
inhoudsopgave
46 4.2.3 De Nieuwe Hotfloor In de nieuwbouw van MST zijn alle ‘intensieve zorg’ afdelingen op de derde verdieping, dicht bij elkaar gesitueerd, genaamd de Hotfloor. Door deze hoog complexe afdelingen strategisch optimaal ten opzichte van elkaar te plaatsen is MST in staat om op een zo veilig mogelijke wijze onze topzorg te kunnen leveren. qqDe Hotfloor bestaat uit de volgende afdelingen: qqIntensive Care Centrum (ICC) bestaande uit de Algemene IC en de Thorax IC qqEerste Hart Hulp (EHH) en Coronary Care Unit (CCU) qqCardiovasculair Interventie Centrum (CIC) met de Hartcatheterisatie kamers (HCK) en de vaatinterventiekamer van de Radiologie qqAlgemene Operatiekamers (AOK) qqThorax Operatiekamers (TOK) qqHybride Operatiekamer (HOK)
Kwaliteit en Veiligheid Kwaliteit en Veiligheid is op de Hotfloor de meest belangrijke peiler. Alles is er op gericht om de best mogelijke zorg op een zo veilig mogelijke wijze voor zowel patiënt als zorgverlener te realiseren. Elke Hotfloorafdeling heeft zijn eigen specifieke processen met bijbehorende werkafspraken en protocollen. Voor de nieuwbouw zijn deze allemaal gereviseerd en daar waar nodig aangepast. Terwijl de ene afdeling is verhuisd met de bestaande apparatuur, heeft de andere afdeling naast een nieuw gebouw ook veel nieuwe apparatuur en systemen gekregen. In de afdelingsspecifieke opleidingsplannen zijn deze allen aan bod gekomen zodat ook de veiligheid bij ingebruikname van het nieuwe gebouw, systemen en apparatuur gewaarborgd is.
Elk van deze afdelingen heeft haar eigen specifieke zorgproces welke onderling deels overeenkomen maar ook sterk kunnen verschillen van elkaar. Daarom is er voor gekozen om voor elke afdeling volgens een eigen op maat opgesteld afdelingsplan te werken en daar waar er overlap zit de verbinding met elkaar te zoeken.
inhoudsopgave
47 Logistiek Wat betreft logistiek is er veel gewijzigd. Zowel de goederenontvangst en het centraal magazijn, als ook de centrale sterilisatie afdeling zijn op hun oude plek achter gebleven. Dit betekent dat er voor de nieuwbouw een totaal nieuw logistiek concept ontwikkeld moest worden. Voor de Hotfloor is hiervoor de subafdeling Hotfloorlogistiek opgezet. Uitgangspunten hiervoor waren één logistiek concept voor alle Hotfloorafdelingen, één team met logistiek medewerkers die uitwisselbaar zijn zodat we flexibel zijn en continuïteit kunnen waarborgen. En tenslotte zijn de voorraadlocaties in de nieuwbouw kleiner geworden waardoor er gewerkt moet worden met lagere voorraad en met minder ruimte voor logistieke handelingen. De Hotfloorlogistiek heeft daarom in de kelder van het gebouw Haaksbergerstraat het Hotfloor Transferium ingericht. Dit is de thuisbasis van de Hotfloorlogistiek en hier worden alle goederen ontvangen. Koop- en magazijnartikelen, steriel instrumentarium, linnen en alle huismiddelen van de apotheek worden via het Transferium verwerkt. Via twee interne transporteurs met elk hun specifieke routes komen ze op alle afdelingen de juiste spullen bezorgen en afhalen. Op een aantal afdelingen zijn ook logistiek medewerkers werkzaam om binnen de afdeling de geleverde goederen op de juiste plek af te leveren zodat het primair proces niet verstoord wordt.
inhoudsopgave
48 Opleiding Elke Hotfloorafdeling heeft haar eigen scholingsplan voor de nieuwbouw ontwikkeld en uitgevoerd. Dit varieerde van alleen de wegwijs in het nieuwe MST, tot op maat opleidingen voor nieuwe systemen en/of apparaten die in gebruik genomen zijn in de nieuwbouw. Een goed voorbeeld hierin zijn de Algemene Operatiekamers. In september hebben alle betrokken medewerkers en medisch specialisten de gelegenheid gekregen om via de intranet site kennis op te doen over alle onderdelen van de nieuwbouw. In oktober is in tweetallen aan de hand van een specifiek ontwikkelde route over het nieuwe OK-Complex via iPads de theoretisch opgedane kennis aan de praktijk verbonden. Tenslotte zijn in november 2015 alle medewerkers in de nieuwe operatiekamer uitgebreid geschoold in het gebruik van de nieuwe systemen en apparaten. De maand december is gebruikt voor uitloop in het scholingsprogramma en het uitvoeren van een aantal multidisciplinaire simulaties.
4.2.4 Capaciteitsmanagement Het project Capaciteitsmanagement had en heeft tot doel om het proces voor de patiënten te verbeteren door de planningen van de benodigde capaciteiten (poli, diagnostiek, OK en bedden) beter op elkaar af te stemmen en om de capaciteiten zodanig te benutten dat we goed in de nieuwbouw kunnen werken. Als een van de deelactiviteiten is in 2015 het Tactisch Plannings Overleg (TPO) gestart met het doel de inzet van benodigde capaciteiten beter op de vraag af te stemmen. Op basis van een set logistieke indicatoren en een toetsingskader wordt bijgestuurd in de capaciteitenverdeling. Onder de vlag van het project Capaciteitsmanagement zijn ook een aantal operationele projecten uitgevoerd die tot doel hadden om het gebruik van de klinische capaciteit in de nieuwe situatie te optimaliseren. De Nuchtere Opname Unit (NOU) is gestart in januari 2015 om de druk op de bedden van de reguliere afdeling te verminderen. De NOU is in de nieuwbouw uitgebreid voor alle snijdende specialismen. Uniek hierbij is dat 80% van de patiënten lopend naar OK wordt gebracht. Om passend naar de nieuwbouw te kunnen verhuizen is een plan gemaakt voor de afschaling klinische capaciteit. Op basis daarvan is vanaf de zomer 2015 de bedcapaciteit gefaseerd gereduceerd tot het aantal beschikbare bedden in de nieuwbouw. De Acute Opname Afdeling is uitgebreid voor alle specialismen. De AOA is verdeeld over twee plekken in de nieuwbouw, op de begane grond en op de zesde verdieping.
inhoudsopgave
49 4.2.5 Voorbereiding van medewerkers/afdelingen Voor een veilige ingebruikname, waarbij de continuïteit van zorg gegarandeerd moet zijn, zijn in het afgelopen jaar velerlei activiteiten ontwikkeld en uitgevoerd om de organisatie voor te bereiden op de verhuizing naar de nieuwbouw. Iedere RVE heeft voor zijn/haar afdeling een kwartiermaker aangesteld, die verantwoordelijk was voor de verhuizing en ingebruikname van de afdelingen binnen zijn/haar RVE. Om hen te faciliteren zijn onder meer functionele rondgangen (in samenwerking met Projectbureau Nieuwbouw, PBN), inloopspreekuren en kwartiermakers-overleggen gehouden. De kwartiermakers overleggen, die ieder maand een diversiteit aan thema’s behandelden, bleken een goed platform om kennis en informatieoverdracht te realiseren. Een onderdeel van de voorbereidingsperiode was de leerinterventie Wegwijs in ons nieuwe MST, , opgezet door eigen medewerkers voor eigen medewerkers van MST. Medewerkers hebben een interactieve rondleiding gehad door het nieuwe ziekenhuis, ondersteund door een app op een Ipad, waarbij ze met behulp van vragen en filmpjes kennis hebben gemaakt met het gebouw en de nieuwe werkwijzen. In totaal hebben 3678 medewerkers deelgenomen aan deze leerinterventie.
4.2.6 Medisch Techniek en ICT Tijdige levering en vrijgave van apparatuur en een werkende ICT infrastructuur waren randvoorwaardelijk voor het ingebruiknemen van het nieuwe gebouw. Binnen het programma Koningsplein ICT/MT is de regie gevoerd op de uitvoering van projecten op dit terrein en de benodigde investeringen. Investeringen in Medische techniek Medische Technologie heeft begin 2015 in samenwerking met programma Koningsplein en Inkoop/F&I een integraal project opgestart om alle Medisch Technologische voorzieningen tijdig te realiseren. Hierbij is gestuurd op planning en deadlines in relatie met alle betrokken partijen. In deze planning is iedere investering opgesplitst in 7 stappen om een veilige ingebruikname van de betreffende medische apparatuur volgens het Convenant Medische Techno logie te borgen. De voortgang is door wekelijkse overleggen bewaakt en bijgestuurd waar nodig. Al met al heeft dit geleid tot realisatie van alle investeringen die noodzakelijk waren voor ingebruikname.
inhoudsopgave
50 Verhuizing MT apparatuur Voor de verhuizing van de medische apparatuur was de volgende doelstelling gesteld: ‘alle te verhuizen medische apparatuur van de oudbouw locaties en alle nieuw te plaatsen medische apparatuur op locatie Koningsplein binnen de vastgestelde termijn vrijgeven (conform Convenant) aan de gebruikende afdelingen.’ In de periode voorafgaande aan de verhuizing heeft Medische Technologie in samenwerking met de kwartiermakers een uitgebreid verhuisregister opge steld en een specifiek verhuis-draaiboek In dit draaiboek waren o.a. de project-organisatie, planning, werkinstructies, afsprakenlijst en de communicatieescalatielijnen opgenomen. Het verhuisregister werd geregistreerd in het bestaande onderhoud- en beheerssysteem (Expertdesk) en was een afspiegeling van het totale aanwezige medische inventaris.
Alle multifunctionele ruimtes, inclusief het vergadercentrum zijn uitgerust met audiovisuele middelen. Er zijn grootschalige simulatietesten gehouden, waarbij zowel ICT, medische apparatuur als de werkprocessen getest zijn in samenhang met elkaar. Daarnaast zijn er ketentests gehouden waarbij alle apparatuur die via WiFi gaat in combinatie met elkaar getest is, zoals het Verpleegkundig Oproep Systeem (VOS), het Medisch Oproep Systeem (MOS) en telemetrie. Tot slot is er nog een stresstest georganiseerd, waarbij veel apparatuur tegelijkertijd ingeschakeld is, om zo de performance van de apparatuur en het netwerk te testen.
ICT projecten in relatie tot de Nieuwbouw In 2015 zijn diverse ICT-projecten uitgevoerd die randvoorwaardelijk waren voor het goed functioneren van het nieuwe ziekenhuis. Voorbeelden hiervan is de aanleg van de ICT-infrastructuur met als belangrijk onderdeel een goed werkend WIFI netwerk. Een zeer omvangrijk deel van de communicatie in het nieuwe ziekenhuis (ook van medische apparatuur) gaat via het WIFI-netwerk. Een andere belangrijke pijler van de nieuwe infrastructuur was de overgang op de nieuwe telefooncentrale. Daarnaast zijn ongeveer 1000 nieuwe werkplekken aangeschaft en 500 werkplekken verhuisd en opnieuw geïnstalleerd.
inhoudsopgave
51 4.7 Verbouw MST Oldenzaal MST heeft in 2015 met de verbouwing van de buitenpoliklinieken van MST in Oldenzaal grote stappen gezet: fase 1 werd afgerond. Deze fase omvatte het volledig renoveren en toekomstbestendig maken van diverse bouwdelen van het voormalig ziekenhuis ten behoeve van de diverse poliklinieken, dagbehandelingfaciliteiten en de huisartsenpost. Om de ingang van het ziekenhuis te moderniseren is ook een deel nieuwbouw toegepast met daarin een atrium met wachtruimte, de Centrale Receptie, het restaurant en de poli Bloedafname. Gedurende fase 1 waren voorgenoemde activiteiten ondergebracht in het voormalige beddenhuis. Op woensdag 22 en donderdag 23 oktober 2015 heeft de verhuizing naar het vernieuwde onderkomen plaatsgevonden. Deze operatie is zonder noemenswaardige problemen verlopen waarna de diverse werkplekken in gebruik zijn genomen en patiënten zijn ontvangen.
Communicatie Ook de verbouwing en (interne) verhuizing in MST Oldenzaal zijn natuurlijk communicatief ondersteund. Door lokale free publicity, middels patiëntbrieven en vooral ook door interne bewegwijzering kon de patiënt de nieuwe weg in het verbouwde ziekenhuis vinden.
Aansluitend is door de aannemer een start gemaakt met uitvoering van fase 2. Tijdens deze fase wordt het voormalig beddenhuis afgebroken, wordt de nieuwbouw met nieuwe ingangspartij afgerond en zal het gehele buitenterrein opnieuw worden ingericht. De eindoplevering is gepland in oktober 2016. Na realisatie beschikt de MST locatie in Oldenzaal over zeer goed geoutilleerde poliklinieken met daarin vertegenwoordigd alle basisspecialismen (22 poliklinieken) en waar onderzoek, controle en (dag) behandeling mogelijk zijn. Zo houdt MST de zorg voor haar patiënten dicht bij huis beschikbaar. inhoudsopgave
52
5
Resultaten
5.1 Kwaliteit en Veiligheid 5.1.1 NIAZ Qmentum Volgend op de succesvolle VMS acreditatie in 2014 is het plan van aanpak voor het traject naar de ziekenhuisbrede NIAZ-accreditatie Qmentum begin 2015 vastgesteld. Er is uitwerking gegeven aan het plan van aanpak door het instellen van een regiegroep, het benoemen van zes pilotafdelingen en de aanschaf van drie digitale applicaties. Deze applicaties bieden ondersteuning bij het uitzetten van de Qmentum zelfevaluatievragenlijsten, het monitoren van verbeteracties en het bijhouden van de normenkaders. Het eerste half jaar was gericht op de pilot om ervaring op te doen met de zelfevaluatievragenlijsten, de traceraudits en gebruik van de applicaties. Op grond van de pilotervaringen heeft eind september 2015 de ziekenhuisbrede uitrol van de zelfevaluatievragenlijsten plaatsgevonden. De uitkomsten van deze vragenlijsten bieden afdelingen handvatten voor het bepalen van verbeteracties die nodig zijn om gereed te komen/ te voldoen aan het normenkader Qmentum 3.0. Eind 2015 zijn de uitkomsten teruggekoppeld aan het duale management en begin 2016 individueel toegelicht aan de teamhoofden. In 2015 zijn bestaande interne auditoren en acht nieuwe (inhoudsdeskundige/ medische) tracerauditoren getraind voor het uitvoeren van traceraudits.
Er hebben 10 traceraudits plaatsgevonden. De nieuwe werkwijze is in 2015 geëvalueerd en door teamhoofden en auditoren als positief ervaren. Verbeteracties liggen voornamelijk op het gebied van de rapportage, de auditorenvragenlijsten en vervolg geven aan (praktische) bijscholingen. 5.1.2 VMS Veiligheidscultuur MST heeft in het medewerkersonderzoek (MO) ook veiligheidscultuurvragen opgenomen welke voortkomen uit de landelijke cultuurenquete COMPaZ. Begin 2015 zijn de uitkomsten van het MO (2014) teruggekoppeld aan de afdelingen en het management. De uitkomsten bieden zicht op de ervaren veiligheidscultuur. Hierin werd zichtbaar het effect van het toewerken naar de VMS accreditatie. De aandacht voor patientveiligheid en bijvoorbeeld het terugkoppelen van meldingen scoorden in vergelijking met 2012 positief. Tegelijkertijd scoorde de verhoogde werdruk negatiever. Ziekenhuisbreed en op afdelingen zijn (waar relevant) vervolgacties genomen. Een vervolgactie van een afdeling kon ook het uitvoeren van een IZEP (Instrument Zelfevaluatie Patiëntveiligheid) zijn.
inhoudsopgave
53 Met behulp van een IZEP verkrijgt een team middels één sessie zicht op de eigen veiligheidscultuur en bepaalt ditzelfde team meteen relevante vervolgacties. In 2015 zijn 20 IZEP’s in teams op afdelingen uitgevoerd. Daarnaast worden veiligheidsronden gelopen waarbij het spreken over veiligheidsaspecten in de praktijk centraal staat. In 2015 zijn er 24 veiligheidsrondes gelopen door Raad van Bestuur, Medisch Stafbestuur en leden van de Cliëntenraad. Aanvullend zijn in 2015 door het duale management in de RVE-en 38 veiligheidsrondes gelopen. Veilig Incident Melden MST wil continu de zorg blijven verbeteren. Daarom is sinds 2010 het Veilig Incident Melden ziekenhuisbreed ingevoerd. Dit houdt in dat medewerkers op veilige wijze incidenten kunnen melden. Door analyse van het incident kunnen maatregelen worden genomen om de kwaliteit van zorg te verbeteren en herhaling van het incident in de toekomst te voorkomen. Meldingen worden ontvangen en geanalyseerd door een afdelingsgebonden of centrale VIM commissie. Er zijn binnen MST 50 decentrale VIM commissies die op decentraal niveau meldingen ontvangen, deze analyseren en op afdelingsniveau maatregelen nemen om herhaling te voorkomen. Naast deze decentrale commissies is er een Centrale VIM (C-VIM) commissie en een calamiteitencommissie. De C-VIM commissie onderzoekt de ernstigere meldingen en houdt zich tevens bezig met het signaleren van ziekenhuisbrede trends en signalen op het gebied van patiëntveiligheid. De C-VIM commissie geeft hierover gevraagd en ongevraagd advies aan de Raad van Bestuur of het management van de RVE.
Voorbeelden van analyses die door de C-VIM commissie in 2015 zijn gedaan zijn het analyseren van de valincidenten om zicht te krijgen op de oorzaken hiervan, het geven van een advies om het beleid rond antistolling te optimaliseren. Ook ondersteunt en adviseert de C-VIM commissie de decentrale commissies bij het op de juiste wijze omgaan met meldingen. Het aantal meldingen dat wordt ontvangen, het percentage afgehandelde meldingen en de doorlooptijd van de afhandeling van VIM meldingen is onderdeel van de stuurinformatie die maandelijks door het management gebruikt wordt om het functioneren van de VIM commissies in de gaten te houden. De Calamiteitencommissie draagt zorg voor de coördinatie en het onderzoek naar (mogelijke) calamiteiten. In 2015 zijn in het Digitaal Meld- en Verbetersysteem van MST in totaal 4847 meldingen ontvangen. Calamiteiten en genomen maatregelen Conform de kwaliteitswet is MST verplicht om calamiteiten te melden bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). In 2015 heeft het ziekenhuis 19 (mogelijke) calamiteiten bij de inspectie gemeld. Dat is een toename van bijna 50% ten opzichte van 2014. Die toename lijkt met name te wijten aan de bereidheid onder professionals om te melden en te leren van wat er niet goed gaat, die steeds verder groeit. Daarnaast melden we als ziekenhuis laagdrempelig bij de IGZ als er sprake is van een mogelijke calamiteit, ook als nog niet helder is of het echt een calamiteit is of wellicht een complicatie.
inhoudsopgave
54 De definitie van een calamiteit is: ‘een niet beoogde of onverwachte gebeurtenis in de zorg die betrekking heeft op de kwaliteit van de zorg en heeft geleid tot de dood of tot ernstige schadelijke gevolgen voor de patiënt’. Het ging bij de calamiteiten in 2015 bijvoorbeeld om protocollen die niet volledig gevolgd zijn (waarbij onderzocht wordt of deze voldoende bekend zijn, de randvoorwaarden om het goed te kunnen volgen voldoende zijn ingeregeld of medewerkers aanvullend getraind dienen te worden); om patiënten die ernstige schade oplopen door een val (waarbij onderzocht wordt of er voldoende aandacht is geweest voor valpreventie); of om communicatieproblemen (mondeling of schriftelijk) die invloed hebben op het medisch beleid voor een patiënt.
ontvangen reacties scoorden allen grotendeels ‘goed’ en op enkele punten ‘voldoende’. Naar aanleiding van de calamiteitenrapportages en het oordeel van de inspectie zijn verbetermaatregelen genomen. De maatregelen kunnen betrekking hebben op de werkwijze van bepaalde vakgroepen of een ziekenhuisbreed bereik hebben. De calamiteiten met een muldisciplinair karakter zijn veelal besproken op één van de plenaire necrologiebesprekingen. Voorbeelden van verbetermaatregelen die zijn genomen zijn het aanscherpen van procedures en werkafspraken rondom de diabetesregulatie, de invoering van een introductiebijeenkomst voor alle nieuwe artsen in MST en de expliciete aandacht voor patiëntveiligheid in de scholing voor de nieuwe roomservicemedewerkers.
Elke mogelijke calamiteit wordt door een daarvoor getrainde onafhankelijke commissie onderzocht. De resultaten worden weergegeven in een rapportage. Elk calamiteitenrapport wordt beoordeeld en besproken door het Bestuurlijk Strategisch Overleg, waarna het aan de IGZ wordt aangeboden.
Vanwege de ernst en impact van deze verbetermaatregelen is vanaf het najaar 2014 een borgingscommissie ingesteld die (aanvullend op de reguliere planning- en controlcyclus kwaliteit en veiligheid) de voortgang van de verbetermaatregelen naar aanleiding van een calamiteit centraal bewaakt.
De terugkoppeling van de IGZ op de kwaliteit van de calamiteitenonderzoeken vindt plaats door middel van een rapport waarbij een aantal aspecten beoordeeld worden op een schaal van onvoldoende-matigvoldoende-goed. Bij vier calamiteitenrapportages had de IGZ nog aanvullende vragen en bij twee casussen heeft de IGZ zelf aanvullend onderzoek gedaan, waarna de meldingen naar tevredenheid zijn afgesloten. De overige in 2015 van de IGZ inhoudsopgave
55 Aantal calamiteiten gemeld bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg Jaar Aantal calamiteiten
2015
2014
2013
2012
2011
19
13
11
10
7
Prospectieve risicoanalyses Bij geconstateerde onveilige processen en/of veranderingen in zorgprocessen worden standaard prospectieve risico-inventarisatie en analyses (PRIA) uitgevoerd. Alle mogelijke risico’s met de achterliggende oorzaken worden in kaart gebracht opdat passende verbeteracties getroffen kunnen worden die de risico’s elimineren of wanneer dat niet mogelijk is, geminimaliseerd. Bij plaatsing/vervanging van nieuwe apparatuur worden hierop afgestemde risicoanalyses (RA) uitgevoerd. In 2015 zijn 30 PRIA’s uitgevoerd en 60 RA’s uitgevoerd. Het merendeel hiervan was gericht ter voorbereiding op de overgang naar de nieuwbouwsituatie en daarvoor veranderde processen/werkwijzen.
Bij de indicatoren waar verbeterruimte ligt vraagt de Raad van Bestuur aan de betreffende RVE’s om met een verklaring en indien van toepassing met een verbeterplan te komen. Deze worden via de voor- en najaarsgesprekken opgenomen in de PDCA-cyclus. Daarnaast is transparantie van groot belang binnen MST. De indicatoren die in het Transparantieportaal staan (www.clinicalaudit.nl/transparantieportaal) worden dan ook open gezet voor externe partijen als Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en de Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie (NPCF). MST doet tevens mee aan het Kwaliteitsvenster, een gezamenlijk initiatief van ziekenhuizen, revalidatiecentra en patiënten. Op de website van het Kwaliteitsvenster kunnen patiënten voor elke ziekenhuis dat deelneemt de uitkomsten zien op een tiental onderwerpen, waaronder patiëntervaringen, wachttijden en keurmerken (https://www.nvz-kwaliteitsvenster.nl).
Kwaliteitsindicatoren Evenals de rest van de Nederlandse ziekenhuizen registreert MST de prestatie-indicatoren van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) en de indicatoren van het Kwaliteitsinstituut. De uitkomsten van deze indicatoren worden gezien als een belangrijk hulpmiddel om de kwaliteit van de zorg inzichtelijk te maken en te verbeteren. Jaarlijks worden de IGZ indicatoren en de indicatoren van het Kwaliteitsinstituut gebenchmarkt in Santeon verband. inhoudsopgave
56 5.1.3 Value Based Health Care De zes Santeon ziekenhuizen zijn gestart met het programma Value Based Health Care (VBHC). Value Based Health Care, ontwikkeld door Michael Porter van de Harvard Business School, wordt in het buitenland al met succes toegepast maar staat in Nederland nog in de kinderschoenen. In het Value Based Health Care programma worden zorguitkomsten (gezondheidswinst en het effect op kwaliteit van leven) voor de patiënt in relatie gebracht met kostenbeheersing. Hierdoor ontstaat meer waarde: betere uitkomsten, minder kosten. Figuur 2. Model Value Based Health Care
inhoudsopgave
57 De start van het programma wordt begeleid door de Boston Consulting Group. In eerste instantie wordt gewerkt aan de ontwikkeling van een gemeen schappelijk model. Basis voor dit model is een multidisciplinaire verbetercyclus per zorggebied, geënt op de internationale best practice uit Zweden.
De geanalyseerde variatie, verschillen, kunnen het vertrekpunt voor een verbetercyclus zijn. De verbetercyclus per zorgaandoening wordt in elk ziekenhuis aangestuurd door een klein kernteam met een medische professional als kartrekker en een ziekenhuisbrede projectleider.
Op basis van vastgestelde data (Zorg voor Uitkomst traject) wordt een scorecard ontwikkeld met een beknopte set uitkomst- en procesindicatoren en de bijbehorende belangrijkste oorzaken van kosten.
Voor de Santeon ziekenhuizen wordt in eerste instantie de verbetercyclus doorlopen voor drie zorggebieden: mammacarcinoom, prostaatcarcinoom en heuposteoarthrose. De kick-off voor het zorggebied mammacarcinoom is gepland in maart 2016, een maand later gevolgd door prostaatcarcinoom en heuposteoarthrose.
Figuur 3. Voorbeeld scorecard
inhoudsopgave
58 5.1.4 Meetbaar Beter Meetbaar Beter is een wetenschappelijk onderbouwd programma dat met behulp van patiëntrelevante uitkomstindicatoren op een artsgedreven en patiëntgerichte manier werkt aan de verdere verbetering van kwaliteit en transparantie van de hartzorg in de deelnemende centra. Beperkte sets van uitkomstindicatoren per medische conditie, geselecteerd door medici en gevalideerd door internationale experts, vormen de basis voor de open leer- en ontwikkelomgeving van Meetbaar Beter (Meetbaar Beter boek 2015).
Sinds de oprichting van de stichting Meetbaar Beter in 2013 is het aantal centra dat deelneemt aan Meetbaar Beter gegroeid tot 19 Nederlandse centra. Van de 16 hartcentra die Nederland rijk is participeren er 14 in Meetbaar Beter, en daarnaast zijn 5 cardiologische interventiecentra zonder cardiochirurgie betrokken.
Figuur 1. Deelnemende centra
inhoudsopgave
59 Voor het verkrijgen van betrouwbare inzichten in de resultaten van de hartzorg is een hoogwaardige kwaliteit van het datamanagement van essentieel belang. Binnen Meetbaar Beter zijn daarom duidelijke werkafspraken gemaakt op het gebied van datamanagement, de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van de gegevens, minimale vereisten voor publicatie van gegevens en het eigenaarschap van de gegevens. Vanuit Meetbaar Beter zijn kwaliteitscontroles op de data uitgevoerd, zowel door trend- en logica- analyses uit te voeren, als proces- en medisch inhoudelijke audits. De resultaten van alle deelnemende centra worden jaarlijks tijdens een symposium gepresenteerd en worden daarbij ondersteund door het Meetbaar Beter boek.
Thorax Centrum Twente neemt sinds 2014 deel aan het programma Meetbaar Beter. Gegevens zijn aangeleverd voor de medische onderdelen kransslagaderziekten en boezemfibrilleren. Bij het onderdeel kransslagaderziekten werden uitkomsten gemeten voor coronaire bypasschirurgie (omleidingsoperaties), percutane coronaire interventies (dotter en stentbehandelingen) en bij behandeling van aortaklepafwijkingen (chirurgische aortaklepingrepen, klepvervangingen via catheter en aortaklepvervangingen gecombineerd met omleidingsoperatie). Bij het onderdeel boezemfibrilleren werden de resultaten van ablaties (pulmonaal venen isolatie) vergeleken met andere thoraxcentra. Over het algemeen genomen laten de resultaten van 2015 een verbetering zien ten opzichte van 2014. Met name de resultaten van de percutane coronaire interventies en ablatiebehandeling van boezemfibrilleren zijn uitstekend.
Figuur 2. Symposium 2015 inhoudsopgave
60 Figuur 3. PCI Angiografisch niet succesvol
Figuur 4. PCI Optreden van TVR In het cohort atriumfibrilleren laat Thorax Centrum Twente bij Pulmonaal Vene Isolatie goede resultaten zien in met name de lage aanwezigheid van atriumfibrilleren-gerelateerde klachten na 1 jaar.
inhoudsopgave
61 Figuur 5. Atriumfibrilleren en aanwezigheid van atriumfibrilleren gerelateerde klachten
De resultaten in het cohort gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden 2009-2013 heeft het Thorax Centrum Twente doen besluiten de invloed van factoren op de uitkomsten van chirurgie te onderzoeken. Door goed naar de dataselectie te kijken werd de 120-daagse mortaliteit met 1,0% en de 30-daagse mortaliteit met 1,4% verlaagd. Tevens werd er een mortaliteitsanalyse uitgevoerd zonder verklarende uitkomsten. Het aantal gebruikte transfusieproducten blijkt stelsel matig lager dan de bestelde producten en heeft aanleiding gegeven tot een andere logistiek rondom de aanvraag van transfusieproducten. Binnen Meetbaar Beter zijn bij meerdere medische condities Kwaliteit van Leven en informatie over morbiditeit (follow-up) belangrijke uitkomstindicatoren.
Thorax Centrum Twente is op 1 januari 2015 gestart met het meten van Kwaliteit van Leven voor alle patiënten die een interventie ondergaan of geopereerd worden. De vragenlijst Kwaliteit van Leven (SF-12v2) wordt op de baseline voor de interventie/operatie afgenomen. Om de logistieke organisatie rondom de werkstroom te optimaliseren wordt een digitaal patiëntvolgsysteem ontwikkeld waarin alle patiënten traceerbaar en de resultaten op patiëntniveau volgbaar zijn. Pas dan wordt de vragenlijst een jaar na de interventie/operatie afgenomen. Het project Safety Check is in samenwerking tussen Isala en Meetbaar Beter tot stand gekomen met als doelstelling om de mortaliteit te verlagen. Thorax Centrum Twente is in april 2015 als eerste hartcentrum (naast Isala) gestart met de Safety Check, een extra medisch inhoudelijke Veiligheidscheck vlak voor de openhartoperatie met het team dat de operatie gaat uitvoeren.
inhoudsopgave
62 Deelname aan Meetbaar Beter en het daarna transparant maken van de uitkomsten van de geboden behandeling, zorgt voor een betrouwbaar en realistisch beeld van de kwaliteit van thoraxchirurgie in Nederland. Deze benchmark biedt het Thorax Centrum Twente inzicht en motivatie zich steeds te blijven verbeteren.
De Safety Check is voor Thorax Centrum Twente niet nieuw, echter nu wel geformaliseerd. Om die reden is het proces van implementatie makkelijk verlopen en worden data actief verzameld. Verzamelde data worden structureel besproken met de cardio-thoracaal chirurg, cardio-anesthesioloog, datamanager en adviseur Kwaliteit en Veiligheid. Zo mogelijk wordt op basis van de resultaten actie ondernomen.
Figuur 6. Aanpassing Safety CheckProcedure / aanpassing procedure april – december 2015 15
IABP Ep iAortic Scanning Na Tee Geen Chirurgie
10
Klem Andere Plaats Aorta
10
Canulatie Pomp Intra Cardiale Aanpassing
5 4 3 2 1 0
4
Proximale Anastomose
4 3
2
2
Extra Cardiale Aanpassing Anders
Po In m t p Aa ra C np ar as dia s l An P ing e r as ox t im Ex om al o e t Aa ra C se np ar as dia sin le g An de rs
an
IA
BP ni Ep ng i A G Na ort ee Te ic n Ch e iru rg Kl ie Pl em aa A ts nd Ao er r e Ca ta nu la tie
1
Sc
Aantal
16 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6
inhoudsopgave
63 5.1.5 Stichting Nationale Intensive Care Evaluatie (NICE) MST streeft ernaar maximaal transparant te zijn. Daarom ook neemt de Intensive Care van het MST deel aan de NICE registratie. Door middel van deze registratie wordt er inzicht verkregen in de resultaten van de Intensive Care, bijvoorbeeld ligduur en sterftecijfers. In een funnel plot (zie figuur) wordt de sterfte op de IC van het MST vergeleken met alle andere IC’s in Nederland. MST heeft een relatief grote IC (circa 2000 opnamen), en op de IC van MST zijn minder patiënten overleden dan op basis van de casemix zou worden verwacht.
Daarnaast wordt er data ten aanzien van complicaties en kwaliteitsindicatoren op Intensive Care gebied verzameld en geanalyseerd. Samen met vrijwel alle andere ziekenhuizen met een Intensive Care werken wij zo aan het behoud en de ontwikkeling van de kwaliteit van onze zorg op de IC. Medio 2016 zijn de cijfers van MST over 2015 beschikbaar op de openbare website van de Stichting Nationale Intensive Care Evaluatie (NICE).
inhoudsopgave
64
6.000
5.00
4.00
3.00
Aantal
Aantal
7.000
6.00
1.00
6.011
5.000 4.000
2.00
Verwezen en Onverwezen patiënten SEH
2.50 3.914
3.783
3.957
2.00
3.000
1.50
2.000
1.00
Aantal
In de nieuwbouw van MST zijn de SEH en HAP naast elkaar gehuisvest in de Spoedpost. Achter de gezamenlijke voordeur zijn de processen dusdanig ingericht dat doorlooptijden zo kort mogelijk worden gehouden. De zelfverwijzers (binnenlopers zonder afspraak) die zich melden tijdens avond-, nacht- en weekenduren vallen onder de verantwoordelijkheid van de HAP. De aanlevering van data over 2015 sluit op 20 mei 2016, waarna deze landelijk gebenchmarkt zal worden. In oktober 2016 zal het jaarverslag over 2015 beschikbaar zijn. In 2014 is door de regio beter dan landelijk gemiddeld gescoord op mortaliteit na trauma. De processen zijn in 2015 gecontinueerd en de verwachting is dat hier wederom positief op gescoord zal worden.
Kengetallen SEH 2015 Naast de voorbereidingen op de integratie met de huisartsenpost is het overall beeld van de SEH dat de Triage op 2015 patiëntencategorie diekleur op de SEH komt verandert. 13.807 15.000 Door de vergrijzing komen er steeds meer oudere, ziekere de SEH. 10.000mensen met comorbiditeit naar7.846 Tevens zijn er steeds meer chronisch zieken mensen. 4.320 In 2015 5.000brachten 26.540 mensen een bezoek aan de 469patiënten dat via een helicopter of98 SEH. Het aantal de 0 ambulance naar de SEH komt is gegroeid ten opzichte Oranje Geel Groen Blauw Rood van vorig jaar. Het aantal zelfverwijzers was in 2015 ongeveer 15%, komend van 30% in 2014. Het aantal traumapatiënten is met 1914 gelijk gebleven aan 2014.
Aantal
5.1.6 Landelijke traumaregistratie Integratie SEH en HAP Enschede: Spoedpost In 2015 zijn de voorbereidingen gedaan voor de intensivering van de samenwerking tussen Spoed Eisende Hulp (SEH) en Huisartsenpost (HAP). De belangrijkste doelen hiervan zijn: - één gezamenlijke voordeur voor spoedzorg in de nieuwbouw van MST, en – de patiënt met een acute zorgvraag wordt op de juiste plek behandeld. In de stuurgroep en werkgroep zijn de nieuwe processen voor de Spoedpost uitgewerkt en de nodige stappen genomen voor gebruik van een nieuw Triagesysteem door de SEH. De samenwerking tussen SEH en HAP is geformaliseerd door ondertekening van een samen werkingsovereenkomst. Om patiënten uit het adherentiegebied goed te informeren over de nieuwe Spoedpost is er een communicatieplan opgesteld.
1.000 47
0 Eigen initiatief
2015
Ambulance
71
Heli
2014
In 2015 werden 3188 kinderen behandeld op de SEH.
inhoudsopgave
50
65 Triage Patiënten die zich melden op de SEH worden door de triageverpleegkundige beoordeeld op de ernst van de klacht. Aan de ernst van de klacht wordt een urgentiekleur gegeven. Rood Patiënt moet onmiddelijke door een arts worden gezien en beoordeeld. Oranje Patiënt moet binnen 10 minuten door een arts worden gezien en beoordeeld Geel Patiënt moet binnen 60 minuten door een arts worden gezien en beoordeeld Groen Patiënt moet binnen 120 minuten door een arts worden gezien en beoordeeld Blauw Patiënt moet binnen 240 minuten door een arts worden gezien en beoordeeld
Oorzaak Trauma 2015 6.000
7.846
10.000
0
469 Rood
98 Oranje
Geel
Groen
1.793
3.000
4.320
5.000
4.901
4.000
Blauw
Aantal
2.000
1415
1.000
299
524
9
6.000
6.011
inhoudsopgave
ila ut fm Ze l
ijf so
ng
tie
/T
ev al
t or
r
ew el d G
Sp dr
Verwezen en Onverwezen patiënten SEH
Be
7.000
Ve rk ee
iv é
0
Pr
Aantal
15.000
5.000
Triage op kleur 2015 13.807
Z
66 2.500
Aantal traumapatiënten LTR 2015 1.704
2.000
1.914
1.727
Landelijke Trauma Registratie (LTR)
1.914
Criteria selectie traumapatiënten DGU
Aantal
1.500
71
500
20 15
20 14
LT R
LT R
LT R
20 13 LT R
20 10
Heli
20 12
0
LT R
47
1.000
Oorzaak Trauma 2015 6.000 5.000
Alle patiënten die na een trauma
4.901
worden opgenomen ongeacht de hoogte van de Injury Severe Score (ISS).
4.000
1.000
299
524
96
26
Ze
lfm
ut
inhoudsopgave
rs An de
ila
tie
/T
S
ng ev al
t or Sp
ew el d G
r
0
Be dr ijf so
patiënten SEH
1415
iv é
Blauw
2.000
Pr
98
Aantal
Groen
1.793
3.000
Ve rk ee
7.846
67 5.1.7 Hospital Standardized Mortality Ratio (HSMR) De HSMR staat voor Hospital Standardised Mortality Ratio en is een indicator om sterftecijfers in de Nederlandse ziekenhuizen met elkaar te vergelijken. De HSMR geeft aan of het aantal daadwerkelijk overleden patiënten in een ziekenhuis hoger of lager is dan verwacht mag worden ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Van iedere opgenomen patiënt worden een aantal gegevens geregistreerd en op basis daarvan wordt de gemiddelde sterftekans berekend. Omdat de conditie en andere aandoeningen waar de patiënt aan lijdt bepalend is voor het risico om te overlijden als gevolg van behandeling in het ziekenhuis is het belangrijk dat, naast de aandoening waarvoor patiënt is opgenomen in het ziekenhuis, ook alle overige aandoeningen waar een patiënt aan lijdt geregistreerd worden. Dit zijn de zogenaamde nevendiagnosen. De HSMR van 2015 wordt voor alle ziekenhuizen pas medio 2016. In dit jaarverslag daarom de cijfers over 2014. In 2014 varieert de HSMR van de Nederlandse ziekenhuizen van 67 tot 150. MST heeft over 2014 een HSMR van 119 met een betrouwbaarheidsinterval van 109 - 129. Binnen MST is een commissie ingesteld die voortdurend systematisch alle dossiers van overleden patiënten onderzoekt om lering te trekken en op basis daarvan maatregelen te nemen om herhaling in de toekomst te voorkomen. Daarnaast onderzoekt MST jaarlijks op basis van het HSMR rapport onderliggende gegevens.
De HSMR 2014 van MST wijkt statistisch af van het landelijk gemiddelde en er is sprake van een trendbreuk met eerdere jaren. Dit was voor MST aanleiding tot intern onderzoek naar de oorzaken hiervan. Er is uitvoerig dossieronderzoek gedaan om te beoordelen of de kwaliteit van zorg een rol heeft gespeeld in het overlijden. Tevens is gekeken naar de wijze van registratie. De belangrijkste conclusie is dat registratieproblemen aan de basis liggen van de hoge HSMR. De patiëntenpopulatie is gelijk gebleven en het percentage sterfgevallen ten opzichte van het totaal aantal opgenomen patiënten in 2014 is nagenoeg gelijk. De registratie van nevendiagnoses in MST blijft echter achter bij het landelijk gemiddelde. Dat leidt tot een onterecht lagere verwachte sterftekans in MST en omdat het aantal werkelijk overleden patiënten gelijk is gebleven is er daardoor sprake van een hogere HSMR in MST. Daarnaast heeft MST besloten ook in samenwerking met een externe partij de verhoogde HSMR 2014 te onderzoeken. Op basis van de bevindingen uit het onderzoek worden maatregelen genomen om de registratie te verbeteren en tevens wordt het proces van dossieronderzoek naar overleden patiënten geoptimaliseerd.
inhoudsopgave
68 5.1.8 Convenant medische technologie MST heeft tot doel het veilig en doelmatig aanschaffen, gebruiken en afvoeren van medische hulpmiddelen in overeenstemming met het Convenant Medische Technologie. In 2015 heeft MST een plan van aanpak geschreven voor de Implementatie van het Convenant Medische Technologie, bestaande uit vier hoofdonderwerpen. Hieronder staan deze onderwerpen benoemd en worden de voortgang in 2015 kort beschreven.
3. ‘Status implementatie Convenant inzichtelijk maken voor alle stakeholders’ • Doel: MST managers en andere stakeholders hebben inzicht in de status van implementatie van het Convenant Medische Technologie op de hoofdonderdelen medische apparatuur, medische software, medische hulpmiddelen, gebouwbeheer, actieve implantaten en ziekenhuisverplaatste zorg. • Status: Convenant Medische Technologie is volledig inzichtelijk in iProva-iCompliance (management tool)
Voortgang van acties Convenant Medische Technologie in 2015 1. ‘Alle aanschafdossiers van 2014-2015 compleet maken’ • Doel: volledig en actueel inzicht in alle aanschafdossiers van medische technologieën • Status: de dossiers zijn gecontroleerd door Inkoop/Medische Technologie 2. ‘Procedures over aanschaf medische apparatuur en medische hulpmiddelen reviseren • Doel: --aanschafprocedures zijn conform Convenant Medische Technologie --alle medische materialen worden conform Convenant aangeschaft • Status: i. procedures zijn herzien ii. kern MMC als onderdeel van Medische Materialen Commissie (MMC) is opgericht
inhoudsopgave
69 4. ‘Actuele registratie van scholing medewerkers in Leerplein MST-breed beschikbaar maken’ • Doel: Volledige en actuele scholingsregistratie van gebruikers van medische hulpmiddelen • Status: Scholingsregistratie van gebruikers van medische hulpmiddelen, met uitzondering van de medisch specialisten, is geïmplementeerd in het Leerplein. -- Teamhoofden zijn in 2015 allen persoonlijk betrokken geweest bij het registreren van alle medewerkers en apparatuur in het Leerplein. Zij weten dat zij een overzicht kunnen krijgen in het Leerplein van al hun medewerkers en de apparatuur-gerelateerde scholingen. Tevens hebben zij de opdracht om de bevoegdbekwaamheid van medewerkers tijdens de jaargesprekken te bespreken. -- Gebruikers van medische apparatuur hebben in 2015 allemaal de opdracht gekregen (via de teamhoofden) om in het Leerplein de module ‘Medische apparatuur: Algemeen’ te volgen en de toets te maken. Dit is een module waar ook in staat wat je moet doen aan scholing en wat je moet doen als je jezelf niet bevoegd/ bekwaam acht. Tot dusver (Q1 2016) heeft 66% van de gebruikers deze module gevolgd.
Overige punten De belangrijkste overige punten die in 2016 voortgezet zullen worden zijn: 1. Toevoegen scholingsregistratie medisch specialisten in het Leerplein: Met het stafbestuur is besproken dat per vakgroep bevoegd/bekwaamheden van alle medisch specialisten op het gebied van medische apparatuur geïnventariseerd worden. Q2 2016 zullen deze gegevens in het Leerplein gezet worden. 2. Vastleggen verantwoordelijkheden en taken coördinatoren in DBS 3. Actualiseren en communiceren van uitvoeringsreglement (procedure met betrekking tot scholing en scholingsregistratie) Deze punten zijn verwerkt in het plan van aanpak Convenant Medische Technologie 2016.
inhoudsopgave
70 5.1.9 Visitaties In 2015 zijn de specialismen Neurologie, Reumatologie, Cardiothoracale Chirurgie en Neurochirurgie gevisi teerd door de wetenschappelijke verenigingen. In geval van Neurologie en Reumatologie betrof het zowel een opleidings- als kwaliteitsvisitatie. Cardiothoracale Chirurgie en Neurochirurgie ondergingen een kwaliteitsvisitatie. Naar aanleiding van het visitatierapport is in alle gevallen het Plan van Aanpak door Raad van Bestuur en het Medisch Stafbestuur is besproken en vastgesteld. De PDCA cylcus wordt gemonitord in de voor- en najaarsgesprekken met betreffende RVE/vakgroep. De Raad van Toezicht, commissie kwaliteit en veiligheid, wordt jaarlijks per specialisme geïnformeerd over alle adviezen tot verbetering vanuit de wetenschappelijke vereniging.
inhoudsopgave
71 5.1.10. Behaalde keurmerken
Uitvraag patiëntenorganisaties
Toegekend
Eigenaar
Toelichting
Freya Monitor Fertiliteitszorg (Pluim)
ja
Freya
Groene vink Bloeden lymfekanker
ja
NFK
Groene vink Darmkanker
ja
Leven met kanker, voorheen NFK
2015 voor eerste keer toegekend
Groene vink Prostaatkanker
ja
Prostaatkankerstichting/ Leven met kanker
Groene vink Stomazorg (colon)
ja
Nederlandse Stomaver.
Groene vink Stomazorg (urine)
ja
Nederlandse Stomaver.
Neokeurmerk
ja
Ver. Ouders van couveusekinderen
Certificaat stichting Zorg en Borstvoeding
ja
WHO / UNICEF
Monitor Borstkankerzorg / Roze lintje
ja
Borstkankervereniging Nederland
Spataderkeurmerk
ja
De Hart&Vaatgroep
Vaatkeurmerk
ja
De Hart&Vaatgroep
Kindvriendelijk ziekenhuis; Bronzen smiley
ja
Stichting Kind en Ziekenhuis
MST gaat nu op voor de gouden smiley.
Sterklinieken
ja
Apneu-vereniging
Aantal behaalde keurmerken
14
inhoudsopgave
72 Behaalde keurmerken patiëntenorganisaties 100% 90% 80%
5.1.11 Patiëntervaringsonderzoek CQ-index Om de patiënttevredenheid in kaart te brengen, hanteert MST de Consumer Quality Index (CQi). De CQ-index wordt één keer per jaar gemeten. Hierover is in Santeon verband een online CQ vragenlijst ontwikkeld die patiënten anoniem kunnen invullen. De resultaten worden gepresenteerd in een online rapportagetool. Op basis van de resultaten formuleren RVE’s drie verbeteracties. Tijdens de voortgangsgesprekken met de Raad van Bestuur en het Medisch Stafbestuur wordt besproken of de resultaten verbeterd zijn.
93% 81%
81%
87%
87%
75%
70% 60% 50% 40%
Aantal
30% 20% 10% 0 nov 14
feb 15
jun 15
aug 15
nov 15
feb 16
In 2015 hebben patiënten MST een 8+ als rapportcijfer gegeven. Patiënten die opgenomen zijn geweest gaven aan het meest tevreden te zijn over de communicatie rond medicatie, pijnbeleid en de inhoud van het opnamegesprek. Zij gaven ook aan dat de eigen inbreng, de kamer en verblijf en de bereikbaarheid voor verbetering vatbaar zijn. Patiënten die een polikliniek hebben bezocht waren het meest positief over de informatie over medicatie, de wachttijd in de polikliniek en de inspraak van patiënt. Zij gaven ook aan dat samenwerking tussen zorgverleners voor verbetering vatbaar is. De verpleegafdelingen en poliklinieken gaan hiermee aan de slag.
inhoudsopgave
73 Spiegelbijeenkomsten Naast de CQ-Index hebben in 2015 24 spiegelbijeenkomsten plaatsgevonden. Tijdens deze bijeenkomsten spreekt een groep patiënten onder leiding van twee onafhankelijke gespreksleiders over hun ervaringen in MST. Betrokken zorgverleners zijn als toehoorders aanwezig en mogen aan het einde slechts vragen ter verduidelijking stellen. Na elke spiegelbijeenkomst worden de drie belangrijkste verbeterpunten geïdentificeerd en teruggekoppeld aan de betrokken professionals en aan de patiënten die hebben deelgenomen. De belangrijkste verbeterpunten uit deze gesprekken liggen op het gebied van commu nicatie, informatie, privacy en medicatie. Naast verbeterpunten zijn er uit de gesprekken ook veel complimenten naar voren gekomen. De impact van spiegelbijeenkomsten op medewerkers is groot en laten vaak zien dat kleine handelingen voor patiënten vaak al een groot verschil maken.
Klachten Als patiënten/bezoekers niet tevreden zijn over hun bezoek of opname in MST kunnen zij dit laagdrempelig kenbaar maken bij het Patiënten Service Centrum. De klachtenfunctionarissen bemiddelen tussen de klagers en de medewerkers van de afdelingen/ polikliniek om de klachten zoveel mogelijk op te lossen op de plek waar ze zijn ontstaan. De klachtenfunctionarissen hebben in 2015 in totaal met 481 klagers gesproken. Wanneer een bemiddelingsgesprek met een klachten functionaris niet tot een bevredigend leidt kan de klacht door de (onafhankelijke)klachtencommissie in behandeling worden genomen. In 2015 heeft de klachtencommissie van 14 klagers de klachten beoordeeld. In 2015 zijn door MST 41 aansprakelijkheidsstellingen gemeld en zijn 3 klachten ingediend bij het tuchtcollege.
Unieke klagers bij Jaar
Klachtenref.
Klachten commissie
Tuchtcollege
Claims
2014
556
22
1
61
2015
481
14
3
41
inhoudsopgave
74 5.2 Onderwijs en onderzoek 5.2.1 Onderwijs MST wil een opleidingsziekenhuis zijn waar professionals graag werken en leren. MST biedt zijn medewerkers een veilige omgeving waar leer- en ontwikkelactiviteiten onderdeel zijn van het dagelijks werk en waar van en met elkaar wordt geleerd. MST verwacht van professionals dat zij doorlopend aandacht hebben voor en werken aan hun eigen professionele ontwikkeling. Het leren en ontwikkelen van professionals binnen MST, wordt ondersteund en gefaciliteerd door Medical School Twente (MedST).
5.2.2 Opleiden MST is een STZ opleidingsziekenhuis. Dit betekent dat veel professionals dagelijks een bijdrage leveren aan het opleiden van toekomstige collega professionals. Hieronder een overzicht van het aantal deelnemers van de belangrijkste opleidingen.
2015
2014
2013
2012
2011
Artsen in opleiding tot specialist (in fte)*
96
96
94
89
85
Verpleegkundigen in opleiding
197
231
229
212
201
Verpleegkundigen in vervolgopleiding
98
81
69
61
52
Nurse practitioners in opleiding= verpleegkundig specialisten
12
8
7
9
11
Physician assistants in opleiding
3
3
5
5
5
Perimedici in opleiding
44
45
58
54
50
Studenten Technische Geneeskunde (leerjaar 1 t/m 6)
65
43
63
68
64
58 M2 56 M3; 34 semi-arts 22 wetenschap
59 M2 50 M3
57 M2 50 M3
44 M2 50 M3
41 M2 50 M3
Co assistenten (Masterjaar 2 = M2 Masterjaar 3 = M3 semi-arts stage en wetenschappelijke stage)
inhoudsopgave
75 Co-assistenten In 2015 was Medisch Spectrum Twente 45 jaar een affiliatie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Per 1 september is een gewijzigd systeem voor de beoordeling van co-assistenten ingevoerd. Een meer longitudinale toetsing waarbij het geven van cijfers door de begeleiders van de co-schappen is verlaten en waarbij het nadrukkelijk gaat om het geven van goede narratieve feedback. De onderwijscoördinatoren zijn daar over uitgebreid geïnformeerd met het verzoek deze informatie door te spelen aan hun vakgroepgenoten. Arts-assistenten in opleiding In 2015 zijn twee medische vervolgopleiding extern gevisiteerd (Reumatologie en Neurologie) en bij twee opleidingen (Klinische farmacie en Kindergeneeskunde) heeft een interne audit plaatsgevonden. De kwaliteit van de medische vervolgopleidingen wordt, naast de proefvisitaties en interne audits, structureel gemeten door de jaarlijkse afname van de D-RECT (opleidingsklimaat), tweejaarlijkse afname van de SET-Q (functioneren leden opleidingsgroep) en exitgesprekken bij uitstromende AIOS. Hierbij wordt er nauw samengewerkt met de Centrale Opleidings Commissie.
Aantal aios 2015 in fte per specialisme
2015
Anesthesie
2,3
Cardiologie
12,9
Gyneacologie
5,0
Heelkunde
4,3
Interne geneeskunde
25,5
Kindergeneeskunde
2,3
Klinische farmacie
2,0
Klinische fysica
1,4
Longgeneeskunde
4,4
Mdl
3,2
Neurologie
11,3
Orthopedie
1,9
Radiologie
11,2
Reumatologie
2,4
Revalidatiegeneeskunde
1,5
Klinische chemie
2,0
Psychologie
3,6
Eindtotaal
97,1
inhoudsopgave
76 5.2.3 Ontwikkelingen Centraal Instituut Verpleegkundige vervolgopleidingen (CIVO) Het CIVO is vanaf 2003 de theorie-aanbieder van verpleegkundig vervolgonderwijs in de regio Twente/Salland. Het bestuur werd gevormd door vertegenwoordigers uit ROC Aventus, ROC van Twente en Saxion Hogeschool. Om moverende redenen heeft het bestuur van het CIVO besloten om per 31 december 2015 de coöperatie te beëindigen. De drie ziekenhuizen (MST, ZGT en DZ) hebben in 2015 laten onderzoeken in hoeverre het haalbaar en wenselijk is om het verpleegkundig vervolgonderwijs te behouden in de regio Twente/ Salland. Dit heeft geresulteerd in een doorstart van het CIVO onder regie van de drie ziekenhuizen MST, ZGT en DZ per 1 januari 2016. Erkenningen In 2015 is een erkenning verkregen voor de vervolgopleiding klinisch perfusionist en is de erkenning aangevraagd voor de vervolgopleiding Medium Care. AIOS snel van start In 2014 is binnen MST het project ‘AIOS snel van start!?’ gestart, een project gefinancierd door het regiofonds OOR N&O. Dit project omvat een onderzoek naar de optimalisatie van het introductieproces van de AIOS en is in samenwerking met de onderwijskundigen van MedST en van het ZGT uitgevoerd. Het eindresultaat van dit project bestaat uit een weergave van de huidige en gewenste situatie, een procesbeschrijving van het introductieproces en daaraan gekoppeld een toolbox
met checklists en voorbeeldteksten waarvan alle ziekenhuizen gebruik kunnen maken. In 2015 is het project afgerond. Een presentatie voor de leden van het OOR N&O heeft begin 2016 plaatsgevonden. 5.2.4 Operationeel opleidingsplan MST 2015 Het opleidingsbeleid van MST is vastgelegd in het Strategisch Opleidingsplan MST 2014-2017 en is in 2015 vertaald in het Operationeel Opleidingsplan 2015. Dit operationeel opleidingsplan stond in het teken van het programma Bouwen aan Beter. Om alle MST-ers voor te bereiden op het werken in ons nieuwe ziekenhuis, heeft Medical School Twente diverse leerinterventies georganiseerd in de maanden september, oktober en november 2015. Het gaat om de leerinterventies Wegwijs in ons nieuwe MST, Wegwijs Plus, Simuleren op de werkplek Kliniek en Simuleren op de nieuwe werkplek OK. Een intensief en succesvol scholingsprogramma, waar veel medewerkers aan deel hebben genomen.
Leerinterventie t.b.v. Bouwen aan Beter
Aantal deelnemers
Wegwijs in ons nieuwe MST
3678
Simulatie op de nieuwe werkplek – Kliniek en OK
1837
Wegwijs plus (voor logistiek, receptie, patiëntenvervoer en medische techniek)
103
inhoudsopgave
77 MedST biedt jaarlijks een vast aanbod aan (deels) verplichte leerinterventies zoals BLS/AED en agressietrainingen. In toenemende mate wordt klassikale scholing omgezet in e-learning modules of blended learning. Hierdoor kan individueel worden gewerkt aan deskundigheidsbevordering. In totaal is er een vast aanbod van zo’n 90 bij- en nascholingen, waarvan momenteel 32 e-learningmodules. De verplichte bij- en nascholing is per medewerker vastgelegd in het opleidingsprofiel. Dit is gebaseerd op de functie die wordt uitgeoefend en de afdeling waarin men werkzaam is. Het opleidingsprofiel is voor teamhoofden en medewerkers zichtbaar in het kwaliteitsdashboard in het Leerplein MST. Hieronder volgt een tabel met het aantal deelnemers (incl. percentage) van een aantal verplichte scholingen.
Mede door de veranderende werkprocessen in de nieuwbouw zijn er nieuwe opleidingen ontwikkeld en gestart in 2015. Een aantal loopt door in 2016. qqde MBO-opleidingen tot roomservicemedewerker; qqde opleiding tot doktersassistent/ polikliniekassistent; qqde vervolgopleiding tot Medium Careverpleegkundige; qqde vervolgopleiding tot verpleegkundige Holding HCK.
Bij-en nascholing MedST ontwikkelt en coördineert bij- en nascholingen gericht op: qqHet realiseren van de strategische thema’s van MST (eisen die MST stelt); qqHet realiseren van de eisen die de functie/het vak stelt (voor zover MedST dat aan kan bieden).
Totaal aantal medewerkers geschoold
Totaal aantal medewerkers geselecteerd
% gecertificeerd
Patiënten Identificatie en Registratie
449
512
87.7%
High Risk Medicatie
1397
1579
88.5%
Medicatieverificatie bij ontslag
388
489
79.3%
Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling
2284
3072
74.3%
ALS praktijk 2015 Totaal medewerkers gecertificeerd
180
300
60%
BLS/AED 2015 Totaal medewerkers gecertificeerd
2193
3324
66%
Rekenen in de zorg (verpleegkundigen)
1317
1349
98%
Scholingen (selectie)
inhoudsopgave
78 5.2.5 Wetenschappelijk onderzoek In 2015 zijn 245 unieke publicaties verschenen in peer-reviewed tijdschriften. Dit is een forse stijging, meer dan alle voorgaande jaren. De gemiddelde impact score van alle artikelen is 5.06, wat nagenoeg vergelijkbaar is met ons topjaar tot op heden: 2010. Dit jaar hebben we ook goed gescoord in de toptijd schriften: éénmaal in de New England Journal of Medicine en vijf artikelen in de Lancet. Hieronder volgt een overzicht van het aantal gepubliceerde artikelen per vakgroep of maatschap de totale en gemiddelde impact factor score van alle gepubliceerde artikelen. Om een indruk te krijgen van de bijdrage van eigen onderzoek is ook een overzicht gegeven van het aantal artikelen waarbij een onderzoeker uit MST 1e, 2e of laatste auteur is. Om de ontwikkeling te kunnen volgen zijn de ranglijsten van 2015 naast die van eerdere jaren weergegeven.
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Aantal unieke publicaties
109
177
190
213
191
212
245
Gemiddelde impact factor
3,16
5,12
3,63
3,97
4,38
4,03
5,06
inhoudsopgave
79 2012
2013
2014
2015
Top 3: Aantal publicaties 1
Cardiologie
33
Neurologie
34
1
Neurologie
39
1
Medical School
35
2
Medical School
27
Reumatologie
32
2
Medical School
33
2
Neurologie
33
3
Heelkunde
24
Medical School
24
3
Cardiologie
25
3
Heelkunde
31
Top 3: Totale impact factor score 1
Cardiologie
148
Neurologie
276
1
Cardiologie
149
1
Neurologie
184
2
Interne heelkunde
107
Reumatologie
157
2
Neurologie
110
2
Heelkunde
178
3
Intensive Care
80
Cardiologie
106
3
Reumatologie
107
3
Cardiologie
145
Top 3: Gemiddelde impact factor score 1
Anesthesie
30
Neurochirurgie
24
1
MDL
6.1
1
Gynaecologie
12.5
2
Interne
7
Klin. Chemie
10
2
Pathologie
6.0
2
MDL
11.8
3
Radiotherapie
6
Neurologie
8
3
Cardiologie
6.0
3
Klin. chemie
10.5
Top 3: Aantal publicaties als 1e, 2e of laatste auteur 1
Cardiologie
21
Reumatologie
24
1
Neurologie
22
1
Neurologie
17
2
Reumatologie
18
Neurologie
19
2
Medical School
18
2
Mediscal School
16
3
MDL
12
Cardiologie
16
3
Cardiologie
15
3
Cardiologie
15
Reumatologie
15
Heelkunde
15
Top 3: Totale impact factor score als 1e, 2e of laatste auteur 1
Cardiologie
126
Reumatologie
83
1
Cardiologie
98
1
Cardiologie
65
2
Reumatologie
55
Neurologie
66
2
Neurologie
52
2
Neurologie
48
3
Neurologie
43
Cardiologie
55
3
Medical School
51
3
Reumatologie
46
Top 3: Gemiddelde impact factor score als 1e, 2e of laatste auteur 1
Interne
6
Kindergnkd
5
1
Cardiologie
6.5
1
Gynaecologie
6.0
2
Cardiologie
6
Radiotherapie
5
2
Intensive Care
6.1
2
Pathologie
5.6
3
Intensive Care
5
Microbiologie
5
3
MDL
4.7
3
Intensive Care
5.4
inhoudsopgave
80 5.2.6 Subsidies MedST is actief betrokken bij het genereren van een aantal opleidingsgerelateerde inkomstenbronnen waarvan de ontwikkeling in onderstaande tabel wordt weergegeven.
opbrengst in €
2015 verwacht
2014
Beschikbaarheidbijdrage medische vervolgopleidingen
13.500.000
14.207.054
Ziekenhuisopleidingen
1.300.000
1.637.438
140.000
137.946
Kwaliteitsimpuls
3.159.420
1.088.823
Affiliatievergoeding
503.000
515.731
Stagefonds
Praktijkleren
14.300
inhoudsopgave
81 5.3 HRM Leiderschapsontwikkeling/BPU Goed leiderschap, in alle lagen van de organisatie, is noodzakelijk om de MST-ambities te realiseren. Niet alleen van de formele leidinggevenden, maar ook van vakspecialisten en alle andere medewerkers. Het vraagt om verdere ontwikkeling van de benodigde competenties. MST heeft een leiderschapsprogramma voor alle medewerkers op sleutelposities binnen het ziekenhuis. In 2015 was het leiderschapsprogramma hoofdzakelijk gericht op de operationeel leiding gevenden (teamhoofden). Voor deze doelgroep zijn verschillende vaardigheidstrainingen georganiseerd, waaronder: ‘Organisatiesensitiviteit & Hospitality’, ‘Persoonlijk leiderschap’, ‘Projectmanagement’, ‘Beïnvloedingsvaardigheden’ en ‘Jaargesprekken voeren’. MST wil het beste verbeterziekenhuis zijn en investeert daarom in Lean leiderschap en Best Practice Unit ontwikkeling. In 2015 hebben de Bedrijfskundig- en Medisch Managers het Lean leiderschapsprogramma succesvol afgerond.
5.3.1 Jaargesprekken Het jaargesprek is een belangrijk instrument om ervoor te zorgen dat medewerkers gezond, vitaal en gemotiveerd blijven. Ook is het jaargesprek bedoeld om de ontwikkeling van medewerkers te faciliteren. In het kader van goed werkgeverschap worden daarom jaargesprekken gevoerd met alle medewerkers. Ter verbetering van de gesprekken is in 2015 een nieuw digitaal jaargesprekformulier ingevoerd en, in Santeonverband, het software pakket TalentExcellence aangeschaft. Teamhoofden zijn geschoold in de kennis van het nieuwe formulier en de daarbij behorende doelstellingen, en in de vaardigheid van het voeren van een jaargesprek. Omdat MST het belangrijk vindt dat iedere medewerker een jaargesprek heeft wordt dit structureel gevolgd en gestimuleerd. In 2015 heeft 83% van de medewerkers een jaargesprek gevoerd met zijn of haar leidinggevende. Daarbij moet worden vermeld dat 68% van de gevoerde gesprekken daadwerkelijk is afgerond, zo blijkt uit TalentExcellence.
Binnen Best Practice Units wordt de zorgverlening meetbaar verbeterd door middel van het aanpassen en ontwikkelen van ideeën, strategieën en methoden volgens de laatste stand van kennis. 13 deelnemers van verschillende specialismen zijn gestart met de Best Practice Unit Scholing, die in samenwerking met het Saxion wordt georganiseerd. Alle deelnemers werken een verbeteridee uit op basis van Evidence Based Practice en voeren dat in binnen het eigen specialisme. inhoudsopgave
82 5.4 Marketing, communicatie & Sales Ook voor de afdeling Marketing, Communicatie & Sales stond het jaar 2015 met name in het teken van de verhuizing naar het nieuwe ziekenhuis. Externe communicatie Dit heeft geresulteerd in veel media-aandacht in de regionale pers om de inwoners van Twente te betrekken bij de voltooïing van het gebouw en de inrichting ervan. De regionale krant TC Tubantia plaatste een prachtige serie, ‘Operatie MST’, van artikelen die inzicht bood in de achterliggende gedachten van de nieuwbouwconcepten. Tijdens rondleiding en open dagen begin september 2015 spraken de bezoekers via onze twitteractie #MSTineenwoord hun waardering uit over hun nieuwe ziekenhuis: ‘geweldig’, ‘ruim’ en ‘licht’. Via onze social media kanalen werden de inwoners van Twente ‘live’ betrokken bij bijvoorbeeld de de plaatsing van de kunstwerken in de atria en het nachtje proefslapen in het nieuwe ziekenhuis. Het posten van foto’s en filmpjes (veelal gemaakt door onze eigen afdeling Medisch Fotografie), leverde met name op social media veel bereik en een betrokken achtterban op.
In samenwerking met Medical School Twente is de ‘Wegwijs App’ ontwikkeld en hebben al onze medewerkers voor de ingebruikname hun nieuwe ziekenhuis ontdekt en konden ze alvast wennen aan hun nieuwe werkomgeving. Verhuiscommunicatie Richting de verhuisdatum werden patiënten uitgebreid geïnformeerd over de veranderingen die het verhuizen met zich mee zal brengen via patiëntbrieven, narrow casting in de wachtruimten van het ziekenhuis, folders en posters in de huisartsenpraktijken en advertorials in de regionale media. Zo kon het niemand ontgaan dat men zich vanaf 9 januari 2016 moet gaan melden in het nieuwe ziekenhuis aan het Koningsplein 1. Voor betrokken partijen bij ons zorgproces, denk aan huisartsen, verloskundigen, taxibedrijven, leveranciers maar ook omwonenden bijvoorbeeld vanuit logistiek oogpunt, werden persoonlijke communicatie-middelen ontwikkeld. Hierin verkondigden wij met name onze verhuisinformatie die functioneel van aard was. Wie zit waar en wat gaat er gebeuren.
Interne communicatie De medewerkers van MST werden meegenomen en geënthousiasmeerd op weg naar de echte verhuizing door communicatie via Intranet, nieuwsbrieven en de inzet van ‘storytellers’: collega’s die hun visie gaven over hun nieuwe MST en de nieuwe mogelijkheden die het hen biedt om patienten te helpen.
inhoudsopgave
83 Huisstijl(en) In het verleden hadden verschillende bedrijfsonderdelen van MST een eigen naam zoals Vermaat/MST , MST CleanCare of afdeling Voedingszaken. De ingebruikname van het Koningsplein is benut om een meer klantgerichte oriëntatie in te zetten door zoveel mogelijk service gerichte onderdelen te laten opereren onder de naam ‘Gastvrij MST’.
Voor een aantal andere domeinen in het nieuwe MST is eveneens een meer opvallende huisstijl ontwikkeld. Beeldmerken van Thorax Centrum Twente, Vrouw Kind Centrum, Oncologisch Centrum en Medical School Twente zijn toegevoegd aan de corporate huisstijl van MST.
Thorax Centrum Twente
Oncologisch Centrum
Dit logo is samen met de kleur blauw ook terug te vinden in de kleding van de roomservice medewerker; het effect hiervan is dat een patiënt goed het verschil kan zien tussen een verpleegkundige en een roomservice medewerker. Dit voorkomt verwarring over welke vraag aan wie gesteld kan worden en maakt heel snel duidelijk dat de roomservice medewerker zorgt voor het ‘gastvrije MST’ en niet het medische gedeelte van MST. Een ander aspect van de huisstijl keuzen zijn de karretjes voor de schoonmaak en de karretjes voor het transport van maaltijden. Ook hier zijn de logo’s “Gastvrij MST” terug te vinden en zijn de wanden van de wagens beplakt met een speciaal folie vol woorden die passen bij de geboden service.
Vrouw Kind Centrum
Medical School Twente
Evenals de huisstijl kreeg ook de presentatie van het nieuwe ziekenhuis in de online wereld zijn aandacht en werd een start gemaakt met een nieuw en responsive design zodat de website ook goed kan worden bekeken op de iPads in het ziekenhuis en op smartphones. De ‘go-live’staat gepland op mei 2016 voor zowel de website als de nieuwe huisstijl sjablonen voor onze documenten.
inhoudsopgave
84 5.4.1 Zorgverkoop In de Afspraken 2015 lag de nadruk op prijsconsessies. In aanloop naar de Afspraken 2016 heeft MST haar topklinische en toprefente zorgprofiel bij de zorgverzekeraars onder de aandacht gebracht om zo de voortdurende prijsdruk om te buigen naar een meer gebalanceerde prijsstelling voor haar zorgproducten en om kruissubsidies tussen verlieslatende en winst gevende zorgproducten te verminderen. Verzekeraars erkennen het specifieke zorgprofiel van MST en tonen zich bereid om MST in 2016 meer ruimte te bieden voor prijsstijgingen op de complexere zorgproducten. Over de hele linie is er in de Afspraken 2016 een positieve prijs en volumeontwikkeling. Daarnaast zijn de prijzen ook meer in lijn gebracht met de regionale marktposities van verzekeraars. Menzis is met 62% traditioneel nog steeds de grootste regionale zorgverkeraar gevolgd door Zilveren Kruis 14% en VGZ 14%. De resterende 10% wordt verdeeld door CZ, DSW, en Multizorg. MST heeft in 2015 substantieel meer zorg moeten leveren dan op voorhand in de plafondafspraak was ingekocht door enkele verzekeraars. Deze zorg kon als gevolg van de doorleverplicht niet worden gedeclareerd. Deze zogenaamde doorleverplicht op niet-acute zorg is ter discussie gesteld en in de Afspraken 2016 grotendeels komen te vervallen. In de onderhandelingen 2017 blijft MST in haar standpunt volharden dat de zorverzekeraars alle geleverde zorg ook daadwerkelijk betalen. MST biedt verzekeraars uiteraard de mogelijkheid om extra zorg in te kopen.
5.5. Duurzaamheid De Duurzaamheidscampagne van MST heeft als doel om de CO2-uitstoot van MST te verlagen door medewerkers bewust(er) om te laten gaan met gas, water en elektriciteit in het ziekenhuis. De campagne stond in 2015 in het teken van de herhaling van reeds behandelde duurzaamheidsthema’s zoals warmte, water en afval. Zeer succesvol waren de quizzen bij de thema’s warmte en water. In beide quizzen werd op speelse wijze de kennis van de medewerkers getest op duurzaamheidsaspecten verbonden aan deze thema’s. Meer dan 800 medewerkers gingen de uitdaging aan en deden hieraan mee. Op vrijdag 9 oktober 2015, de landelijke Dag van de Duurzaamheid, is de Duurzaamheidscampagne met een ideeën-actie begonnen. Medewerkers kregen de oproep om duurzame bespaartips voor het ziekenhuis in te dienen. Dit mede omdat Duurzaamheid en besparingen heel goed hand in hand kunnen gaan. De actie heeft in totaal 31 bruikbare inzendingen opgeleverd. Verschillende tips konden direct doorgezet worden en zijn reeds opgepakt. Daarnaast is een aantal van deze tips als maatregel opgenomen in het nieuwe energiebesparingsplan van MST voor de periode 2016 t/m 2019. Begin 2015 bleek MST in aanmerking te kunnen komen voor subsidie voor de plaatsing van zonnepanelen op de nieuwbouw. Helaas bleek later dat jaar dat, inclusief de subsidie, de investeringen in een dergelijk project dusdanig hoog waren dat hiervoor geen positieve business case kon worden opgesteld.
inhoudsopgave
85
inhoudsopgave
86
6
Samenwerken
6.1 Eerste- en tweedelijnszorg Voor de tweede lijn is het van toenemend belang samenwerking te zoeken met de eerste lijn. Opnames zijn immers korter en er is meer multimorbiditeit. Er is een grote druk om substitutie vorm te geven. Om samenwerking met de huisartsen te bevorderen is sinds 2010 een eerste en tweede lijns coördinator aangesteld. Het aanstellen van deze coördinator heeft geleid tot verbeterde communicatie middels onder andere een website www.tussendelijnen.nl waar veel samenwerkingsafspraken op vastgelegd zijn. Er is een regulier overleg gestart tussen huisartsen van de zorggroepen met de cardiologen, longartsen, vaatchirurgen, internisten en neurologen. MST is gastheer voor diverse klinische uren die de werkgroep deskundigheidsbevordering huisartsen samen met medisch specialisten 4 maal per jaar organiseert. In de afgelopen jaren ervaren huisartsen dat het voorheen naar binnen gekeerde ziekenhuis meer contact maakt, zoekt en krijgt met hen. De kracht van samenwerken blijft het contact wat de individuele medisch specialist legt bij bijvoorbeeld ernstige bevindingen en overleg over complexe keuzes. Ook op het gebied van zorg rondom osteoporose diabetes, COPD, cardiovasculaire zorg zijn goed lopende samenwerkingsafspraken.
Eenmalige consultatie MST is ook partner van de nekwerkorganisatie Zenderen ( www.zenderen.net) waar samenwerken eerste en tweede lijns een belangrijk thema is. Een gekozen speerpunt binnen dit netwerk is eenmalige consultatie. MST stelt zich open op ten aanzien van kansen en mogelijkheden om waar mogelijk de zorg in de eerste lijn te geven en waar nodig in de tweede lijn. Dit doet zij in samenspraak met de huisartsen en ‘gooit de zorg niet over de schutting’. Essentie is om patiënten, daar waar mogelijk, te behandelen in de eerste lijn. Dit maakt het voor het MST mogelijk om zorg, welke niet in het ziekenhuis hoort, over te hevelen en zich te concentreren op complexere zorg. Voor de patiënt heeft de behandeling in de eerstelijn geen invloed op het eigen risico. Naast het feit dat het MST de eerste en tweede lijns samenwerking belangrijk vindt, ligt ook bij de zorgverzekeraar de focus op een intensivering in samenwerking met eerstelijns organisaties. Deze focus wordt enerzijds vanuit kwaliteit, maar anderzijds ook vanuit kostenperspectief bepaald. Voor 2016 zijn er twee concrete trajecten opgestart met betrekking tot substitutie.
inhoudsopgave
87 Eenmalige consultatie In 2016 start het MST met de implementatie van het eenmalige consult voor ten minste twee vakgroepen. Het eenmalige consult maakt het mogelijk dat wanneer de huisarts het noodzakelijk acht een specialist in consult te roepen, zij de patiënt naar de specialist verwijzen voor enkel een consult zonder diagnostiek of onderzoek. Deze kosten worden vanuit het ziekenhuis in rekening gebracht bij de zorggroep waardoor de patiënt voor dit consult geen eigen risico betaald. De pilot die start op 1 april 2016 zal uitwijzen of de aanname dat dit leidt tot minder verwijzingen en hiermee tot minder zorgkosten, bevestigd wordt. Bovendien wordt nader onderzoek gedaan naar overige gebieden waarvoor substitutie mogelijk is. Chronische zorg Vanuit de zorgverzekeraars wordt van MST verwacht de ketenzorg optimaal in te richten voor onderstaande aandoeningen: qqCOPD - Chronic Obstructive Pulmonary Disease qqDM – Diabetes Mellitus qqCVRM – Cardiovasculair Risicomanagement
inhoudsopgave
88 6.2 Twentse Medische Coöperatie In 2013 hebben MST en ZGT de Twentse Medische Coöperatie (TMC) opgericht met als doel om samen zo goed mogelijk voor Twente te zorgen. In 2015 is daartoe het pijncentrum Nocepta VOF opgericht waarin MST, ZGT en een groot aantal anesthesiologen participeren. Daarnaast is de oprichting van de Kaakchirurgie Oost Nederland VOF, waarin MST, ZGT en de maatschap participeren, voorbereid. Vorig jaar hebben MST en ZGT in TMC-verband door de Boston Consulting Group laten onderzoeken hoe zij op de lange termijn de best mogelijke zorg aan Twente kunnen bieden. Bij de onderzoeksopdracht stond het belang van de patiënt centraal. Aan het onderzoek is meegewerkt door een medische, een oncologische en een financiële groep professionals. Gedurende het onderzoek heeft een zorgvuldige afstemming plaatsgevonden tussen onder meer de beide Raden van Bestuur en de medische staven, de Cliëntenraden en de Ondernemingsraden. De uitkomst van het onderzoek heeft MST en ZGT overtuigd van het feit dat het voor de oncologische patiënten in Twente beter is om de oncologische zorg voortaan gezamenlijk aan te bieden. De Raden van Bestuur van MST en ZGT hebben een voorgenomen besluit genomen over een intentie verklaring waarin zij hun voornemen vastleggen om alle oncologische zorg vanuit één gezamenlijk bedrijf aan te gaan bieden.
Het gaat hierbij om ongeveer 120 miljoen euro aan omzet. Het Medisch Stafbestuur van MST, de Coöperatie Medisch Specialisten ZGT, de Cliëntenraden en de Ondernemingsraden steunen deze ontwikkeling. MST en ZGT verwachten in juni 2016 de interne advisering af te ronden en de intentieverklaring te ondertekenen; een belangrijke stap in de zorg voor Twente en in de samenwerking.
6.3 Grensoverschrijdend: Acute Zorg Euregio MST heeft als Euregionaal traumacentrum, conform de Strategische Agenda Netwerk Acute Zorg Euregio 2013-2017, ook in dit verslagjaar invulling gegeven aan de gezamenlijke inspanningen in het netwerk tot verbetering van de acute zorg in de regio. Er zijn in het afgelopen jaar belangrijke stappen gezet: De implementatie van een nieuwe dataset voor de landelijke traumaregistratie is in 2015 afgerond, waardoor deze beter aansluit bij de Europese en een betere onderlinge vergelijking mogelijk maakt. Professionals vanuit MST hebben binnen het netwerk aan vijf expertgroepen1 deelgenomen, welke periodiek bijeenkomen. De expertgroepen zijn acute verloskunde, acute psychiatrie, MICK (AMI en CVA), traumatologie en een ketengerichte expertgroep rond opgeschaalde acute zorg. Het doel is om de vakinhoudelijke samen-werking rond een aantal complexe indicaties te verbeteren. Twee concrete afspraken waren gericht op acute zorg dichterbij huis door grensoverschrijdende samenwerking.
1. Dit zijn acute verloskunde, acute psychiatrie, MICK (AMI en CVA), traumatologie en een ketengerichte expertgroep rond opgeschaalde acute zorg.
inhoudsopgave
89 Vanaf januari 2015 kunnen kinderen uit Gronau en omgeving voor acute gevallen terecht in het Vrouw Kind Centrum. MST heeft daartoe, in nauwe samenwerking met het St. Antonius Hospital Gronau, de huisartsen en de huisartsenpost in Gronau, besloten. Door deze samenwerking is 24 uur per dag acute zorg voor kinderen dichtbij huis mogelijk. In 2015 werden ongeveer 70 Duitse kinderen (0 -18 jaar) gezien. Op deze manier wordt goede zorg voor de patiënt dichtbij huis geboden, ondanks de landgrens. “Das Land NRW freut sich sehr über die grenzüberschreitende Verbesserung der Versorgungssituation und gratuliert allen Beteiligten zu diesem besonderen und mutmachenden Erfolg” aldus Dr. Bernhard Thülig van de Bezirksregierung Münster. Hiermee laat hij zien wat de betekenis van deze grensoverschrijdende samenwerking is voor patiënten in Duitsland. De acute zorg voor patiënten met verdenking op een beroerte of met verwonding aan armen en/of benen, uit de directe grensgemeentes in NoordoostTwente, is per 1 juli 2015 met de ondertekening van samenwerkingsafspraken met de EUREGIO-KLINIK in Nordhorn, een forse stap dichterbij gekomen. Naast Ambulance Oost, Medisch Spectrum Twente en zorgverzekeraar Menzis waren de Huisartsengroep Dinkelland, Bureau Acute Zorg Euregio, Landkreis Graftschaft Bentheim en vertegenwoordigers van de EUREGIO-KLINIK bij de ondertekening in de EUREGIOKLINIK in Nordhorn aanwezig.
Deze afspraken hebben het mogelijk gemaakt dat patiënten in een spoedgeval ook naar de EUREGIOKLINIK kunnen worden verwezen omdat de KLINIK dichterbij ligt dan de Nederlandse ziekenhuizen ZGT of MST. Evaluatie vindt medio 2016 plaats.
6.4 Onderwijsinstellingen Universiteit Twente In 2003 is de Universiteit Twente (UT) gestart met de opleiding Technische Geneeskunde. Deze opleiding is gericht op het opleiden van professionals in de gezondheidszorg die technologie gebruiken ter verbetering van de diagnostiek en behandeling in de patiëntenzorg. Jaarlijks worden in MST stages voor de bachelor- en masterfase van de opleiding Technische Geneeskunde aangeboden. In de afgelopen jaren is het aantal opgelopen van 10 in de beginjaren tot ruim 60 studenten nu op jaarbasis. In 2015 heeft MedST in afstemming met de UT de structurele afspraken met betrekking tot de organisatie en het centrale deel van de ondersteuning verder aangescherpt. MST biedt daarnaast op incidentele basis ook stageplaatsen voor UT studenten van de universitaire studies Onderwijskunde, Gezondheidspsychologie, Gezondheidswetenschappen, Industrieel ontwerp, Technische bedrijfskunde en Bio-medische wetenschappen.
inhoudsopgave
90 Hogeschool Saxion MST en Saxion hebben sinds jaren een goede samenwerking. MST biedt stageplaatsen aan HBOVerpleegkundestudenten tijdens hun tweede, derde en vierde jaar van de basisberoepsopleiding verpleegkunde. Ook voor studenten van de paramedische opleidingen waaronder de fysiotherapie, biedt MST onderwijs- en stagemogelijkheden. Gezien de ontwikkelingen in de gezondheidszorg zien beide partijen, en in samenwerking met ZGT, de noodzaak om de driehoek praktijk-onderwijsonderzoek in versterken. In 2015 is een begin gemaakt met de ontwikkeling van onderzoeksarragementen. In dit arrangement wordt aan strategische doelstellingen gewerkt van de samenwerkende organisaties: MST, de Saxion academie gezondheidszorg (AGZ) en het Saxion lectoraat Verpleegkunde. Andere thema’s zijn de voortzetting en doorontwikkeling van de Best Practice Unit (BPU). Binnen een BPU wordt gewerkt volgens Best Practice. In juni 2015 is de zesde BPU groep gestart. In samenwerking met Saxion en MST is een scholing tot BPU begeleider ontwikkeld van 8 dagdelen, gedoceerd door een docent van Saxion en een professional van MST. In 2015 is ook verkennend gesproken met Saxion over de gevolgen van het nieuwe beroepsprofiel 2020 voor de verpleegkundige beroepsgroep.
ROC van Twente In samenwerking met ROC van Twente lopen MBOVerpleegkunde studenten in het tweede, derde en vierde jaar stage in MST. De student wordt opgeleid tot verpleegkundige kwalificatieniveau 4. In MST zijn er praktijkleerplaatsen voor uitsluitend de variant Beroepsopleidende Leerweg (BOL). In het kader van het gastvrijheidsconcept van MST heeft MedST samen met het ROC van Twente de MBO-opleiding (niveau 2) voor onze roomservicemedewerkers ontwikkeld. De eerste lichting roomservicemedewerkers is in 2015 met deze opleiding gestart.
inhoudsopgave
91 6.5 Santeon: Samen voor vernieuwing in 2015 Value Based Health Care (VBHC) VBHC heeft als doel de waarde van de zorg te optimaliseren, waarbij enerzijds gekeken wordt naar de kwaliteit van zorg vanuit oogpunt van de patiënt en anderzijds naar de kosten die daarvoor worden gemaakt. Met dit project bouwen Santeon ziekenhuizen aan ‘leidende lerende ziekenhuis organisaties’ die samen de waarde van zorg optimaliseren. Met de ervaringen die de ziekenhuizen in fase 1 hebben opgedaan met Zorg voor Uitkomst Oncologie, gaan de zes Santeon ziekenhuizen nu structureel invulling geven aan het concept VBHC in de ziekenhuizen, waardoor de kwaliteit van de zorg structureel verbetert en de waarde voor patiënten en verzekeraars toeneemt. Voor deze samenwerking heeft Santeon ook internationale erkenning gekregen. Binnen Santeon zijn er in 2015 drie behandelingen geselecteerd waarmee in fase 2 gestart zal gaan worden. Passend bij de profilering van Santeon, waarbij veel nadruk wordt gelegd op expertise op gebied van kanker, is gekozen voor de volgende drie behandelingen: borstkanker, prostaatkanker en heup (artrose). De behandeling van heupartrose is opgenomen om ook ervaring op te doen met een relatief kortlopend interventietraject. De VBHC projectteams voor oncologische behandelingen zullen nauw samenwerken met de bestaande project teams Zorg voor Uitkomst (ZvU) en op termijn wordt gestreefd naar een integratie van deze projecten.
Zo worden nu binnen Zorg voor Uitkomst indicatoren ontwikkeld voor darmkanker die in fase 3 van VBHC worden gebruikt voor het optimaliseren van de waarde van de darmkankerbehandeling. VBHC is voor MST onderdeel van de strategische agenda. Binnen MST is men in brede kring enthousiast over deelname aan dit project. MST zal in fase 2 dan ook participeren in alle drie behandeltrajecten. Gezamenlijke zorgverkoop borstkankerzorg In Santeonverband is gesproken over de gezamenlijke zorgverkoop van borstkankerzorg met alle zorgverzekeraars. Duidelijk is dat dit voor 2016 niet gaat lukken, maar dat het er naar uitziet dat dit in 2017 met een aantal grote verzekeraars wel zal slagen. De zekerheden van een Santeon Behandeling Op het terrein van de prostaatkankerzorg heeft Santeon, in navolging van de Santeon behandeling bij borstkanker, een website gelanceerd ten behoeve van patiënten. Op deze website worden de zekerheden waar een patiënt op mag rekenen bij behandeling in de Santeon ziekenhuizen goed toegelicht, net als de verschillende behandelmogelijkheden.
inhoudsopgave
92 Dure geneesmiddelen Op het terrein van de dure geneesmiddelen heeft Santeon een succesvol jaar achter de rug. Een gezamenlijk preferentiebeleid voor TNF-alfaremmers is door de Santeon reumatologen en MDL artsen opgesteld en op basis daarvan is ook de inkoop van deze dure geneesmiddelen uitgevoerd. De analyse afgelopen najaar laat zien dat dit beleid zijn vruchten afwerpt, zowel in kwalitatieve als in financiële zin. Hetzelfde proces voor oncolytica is opgestart en zal naar verwachting in 2016 effect hebben. De financiële voordelen zijn hier overigens minder groot omdat er in de oncologie al verstrekkende adviezen zijn opgesteld door landelijke commissies. Santeon Farmadatabase In de loop van 2015 zijn alle 6 ziekenhuizen aangesloten bij de Santeon Farmadatabase, waarin alle medicatievoorschriften per indicatie vastgelegd worden. Een dergelijke database is uniek in Nederland. Middels een “heatmap” is vastgesteld bij welke aandoeningen er tussen de ziekenhuizen opvallende verschillen zijn in voorschrijfbeleid. Rondom vijf van deze aandoeningen gaan de betrokken specialisten uit de verschillende ziekenhuizen met elkaar in gesprek met de vraag of de heatmap-resultaten aanleiding zijn tot aanpassing van het lokale voorschrijfbeleid.
besturingsmogelijkheden voor het bureau van Santeon te vergroten. Dit is noodzakelijk omdat op een aantal terreinen, zoals de dure geneesmiddelen, de belangen groot zijn geworden.
6.6 Pioneers in Healthcare In 2014 hebben UT, MST en ZGT het ‘Pioneers in Health Care Innovatiefonds’ opgericht. In 2015 is Menzis ook toegetreden. Dit Innovatiefonds moet duurzame samenwerking tussen onderzoekers van het onderzoeksinstituut MIRA van de UT enerzijds en medisch specialisten anderzijds stimuleren. De vier partijen hebben voor 2015 gezamenlijk een bedrag van 500.000 euro beschikbaar gesteld. In totaal waren er 34 projectvoorstellen ingediend. Een jury bestaande uit mensen van de vier partijen hebben een voorstel gedaan voor te honoreren projecten en dit voorgelegd aan de besturen van de vier partijen. Deze hebben uiteindelijk de beslissing genomen. Het geld is verdeeld over acht onderstaande innovatieve projecten op het snijvlak van geneeskunde en technologie en twee projecten die vooral voor Menzis interessant zijn.
Santeon heeft ook een revisie van de statuten, leden overeenkomst en reglementen opgesteld, die nu – ook in MST – voorligt voor besluitvorming. Doel is om op een aantal terreinen de doorzettingsmacht en inhoudsopgave
93
Aanvragers
Titel projectvoorstel
UT-MST-ZGT vouchers Dr. Thijs Oude Munnink (MST), Dr. Kris Movig (MST), Dr. Ron Gill (UT), Dr Ton Vrij (ZGT), Dr.ir. Loes Segerink (UT), DR. Maurice Russel (MST)
Point-of-care test to guide antibody therapy: mAb-on-a-Chip.
Prof. dr. Riemer Slart (UT), Prof. dr. Wiendelt Steenbergen (UT), Dr. Jaap van Netten (ZGT), Dr. Jeff. van Baal (ZGT), Dr. Robbert Meerwaldt (MST), Dr. Bob Geelkerken (MST)
A new field for photoacoustic imaging: from validation in healthy feet to critical limb ischemia detection in people with diabetes
Dr. ir. Jan Buitenweg (UT), Dr. Carine Doggen (UT), Dr. Rianne Huis in ‘t Velt (ZGT), Dr. A. Janssen (ZGT), Dr. Mette Hanje (MST)
Betere diagnostiek van postoperatieve pijn
Prof. dr. ir. Stefano Strmigioli (UT), Dr. Erik Cornel (ZGT), Ir. Foad Sojoodi Farimani (UT)
Enhanced reality panoramatic user interface for navigation and documentation of endoscopic guided surgeries (Panosurg)
Timon Fabius (MST), Frans de Jong (MST/UT), Michiel Wagenaar (MST), Maarten Ruinemans (ZGT), Hans Tragter (UT), Jan Hendrik Crockewit (UT), Niel Tas (UT), Han Gardeniers (UT).
Adaptive rebreathing for central sleep apnea treatment
Dr. R. Hagmeijer (UT), dr. B.J. Thio (MST), prof. dr. ir. C.H. Venner (UT), drs J.F. Goorhuis (MST)
Pressure controlled high-flow therapy for airway infections
Dr. M.C. Tjepkema-Cloostermans (MST), Prof. dr. ir. M.J.A.M. van Putten (MST/UT), Dr. A. Beishuizen (MST), Drs. H. Hom (MST), Dr. J. Hofmeijer (UT/Rijnstate)
Multimodal brain monitoring in traumatic brain surgery
Dr. ir. Monique Tabak (UT), Prof. dr. Miriam Vollenbroek (UT), Dr. Marjolein Brusse-Keizer (MST), Dr. Boony Thio (MST), Dr. Ir. Rieks op den Akker (UT), Drs. Ellen van der Gaag (ZGT)
Biomedical sensing and smart coaching in a mobile gaming environment for improving asthma control in children: AIRplay
inhoudsopgave
94 Aanvragers
Titel projectvoorstel
Menzis vouchers M van Dijk (MST), Prof. dr. G.J. Grandjean (MST), Dr. M. Veehof (MST), Prof. dr. Vollenbroek-Hutten (UT), Dr. M. Tabak (UT) Eijsvogel (MST), Koffijberg (UT), van der Palen (UT), Mulder (Saxion), van Mechelen (Apneu), Steinvoren-Stamsnijder (Holland Innovative), Pleijhuis (MST), Benistant (student UT), Hertgers (TIM Solutions), Fabius (MST)
inhoudsopgave
E-health in de vroege hartrevalidatie fase DiagnOSAS als screeningstool voor het obstructief slaap apneu syndroom in de eerste lijn
95
7
Meerjarenbeleid 7.1 Strategische Agenda 2015-2018
7.2 EPD
In 2015 heeft de Raad van Bestuur de Strategische Agenda 2015 – 2018 vastgesteld. De agenda beschrijft de ambities voor de komende vier jaren. Met de verhuizing naar de nieuwbouw, het behalen van de VMS accreditatie en ziekenhuisbrede introductie van Lean/Six Sigma zijn belangrijke doelstellingen uit de Strategische Agenda 2012-2015 behaald.
In 2014 heeft een uitgebreid selectieproces plaatsgevonden om de juiste leverancier voor EPD te vinden. Op basis daarvan heeft de Raad van Bestuur in april 2015 besloten Epic Europe te selecteren als voorkeursleverancier. De contractonderhandelingen zijn afgerond en de voorbereidingen zijn gestart met als doel de implementatie aansluitend aan de verhuizing te laten beginnen. Na een eerste uitstel als gevolg van de financiële situatie is deze planning bijgesteld tot start in Q4 2016. Om dan een vliegende start te kunnen maken is besloten onverminderd door te gaan met de voorbereidingen: qqWerving en selectie van de medewerkers is gestart. qqDe programmadirectie, bestaande uit een programma directeur, de CNIO en de CMIO, is geworven. qqSamen met BIM is gestart met de definitie van de kaders voor het nieuwe EPD: • Definiëren van de standaard voor het kerndossier, • Definiëren van de standaard voor processen en zorgpaden, • Definiëren van de KPI’s en management informatie.
De Strategische Agenda 2015-2018 beschrijft wie wij zijn en hoe wij de komende jaren zullen inspelen op de veranderingen in het zorglandschap. De agenda bevat naast onze missie, visie, kernwaarden en trends & ontwikkelingen, ook een aantal randvoorwaarden om onze ambities te kunnen waarmaken.
De Strategische Agenda is door middel van een ziekenhuisbreed traject - ‘MST op PAD naar 2018’ - tot stand gekomen. Zes werkgroepen bestaande uit verpleegkundigen, medisch specialisten, leiding gevenden en medewerkers uit ondersteunende diensten hebben nagedacht over de stappen die MST tot 2018 zou moeten zetten om het beste verbeterziekenhuis van Nederland op een specifiek deelgebied te worden. De deelgebieden waarop wij ons gericht hebben zijn de topklinische zorg, electieve zorg, complexe ketenzorg, oncologie en de samenwerking met de eerstelijn. Als laatste heeft een werkgroep onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden om Duitse patiënten te kunnen behandelen. inhoudsopgave
96 Inmiddels is in maart 2016 gebleken dat de financiële situatie ook start implementatie in Q4 2016 niet toelaat en worden de alternatieven en risico’s onderzocht.
7.3 Rendementsprogramma Medio 2015 keken we vooruit naar het betrekken van de nieuwbouw. Om te voorkomen dat de ophoging van de kapitaalslasten per 1 januari 2016 de exploitatie van MST negatief zou gaan beïnvloeden is medio 2015 gestart met het formuleren van rendementsdoelstellingen. Eind 2015 is daarnom een start gemaakt met de voorbereiding van een breder rendementsprogramma, gericht op het behalen van de financiële doelstellingen voor de komende jaren en tegelijkertijd het borgen en verbeteren van de kwaliteit van de patiëntenzorg.
exploitatieresultaat 2015 een reorganisatievoorziening getroffen. Dit besluit is eind 2015 definitief genomen. In augustus 2015 was hierbij passend al een vacaturestop en een investeringsstop ingesteld. Wekelijks wordt in het transitieteam, op basis van het ‘nee, tenzij principe’ de noodzaak van invulling van vacatures beoordeeld. Het transitieteam is samengesteld uit de bedrijfskundig managers en stafmanagers, een afvaardiging van de Ondernemingsraad en staat onder leiding van het hoofd HRM.
In het MST-jaarplan 2016 zijn 18 projecten opge nomen. Deze projecten tezamen moeten leiden tot een ombuiging van € 11 miljoen en resulteren in een begrotingsresultaat 2016 van -€ 14 miljoen. De begroting 2017 moet MST door aanvullende rendementsopdrachten weer in de zwarte cijfers brengen. Er is veel werk verzet ten aanzien van het ophalen van alle informatie en het formuleren van de ombuigingsopdrachten voor 2016. Daarnaast is een eerste versie van het reorganisatieplan geschreven waarbij - voor het eerst in de geschiedenis van MST – gedwongen ontslagen niet worden uitgesloten. MST heeft voor het realiseren van het rendementsprogramma ten laste van het inhoudsopgave
97
Bijlage I Feiten & cijfers 2015 Patiënt
Eerste polibezoeken
117.019
Herhaalbezoeken
261.829
Totaal polibez.
378.848
Aantal bedden
739
Waarvan met hartbewaking (CCU)
63
Waarvan voor Intensive Care met beademingsmogelijkheid
28
Patiëntervarings onderzoek (op basis van rapportcijfers) Criticaster (1 t/m 6)
Neutraal (7 of 8)
Promotor (9 of 10)
Kliniek
10,5%
45,0%
44,5%
Polikliniek
5,9%
47,2%
46,9%
inhoudsopgave
98 Personeel
2015
2014
2.889
2.775
Aantal medisch specialisten in loondienst + inhuur + vrij beroep (in fte)
235
232
Ziekteverzuim
4,3%
4,3%
Aantal medewerkers in loondienst, exclusief medisch specialisten (in fte)
Overzicht personeel, onderverdeeld in functies
2015
7,8%
7,9% 58,7%
6,1%
2014
27,4%
58,8%
6,0% 27,3%
Functies Zorgfuncties Algemene en administratieve functies Medische techniek en onderzoeksfuncties Hotelfuncties en terrein- en gebouwgebonden functies
inhoudsopgave
99 Financiën Resultaat 2015 Stichting Medisch Spectrum Twente haalde in 2015 een resultaat van € 3,3 miljoen positief. Ten opzichte van 2014 was sprake van een daling van het (genormaliseerde) resultaat. De Raad van Bestuur heeft medio 2015 een eerste pakket maatregelen genomen. Het resultaatniveau 2015 is niet voldoende om de in 2016 toegenomen kosten van de nieuwbouw te dekken. Dit betekent dat aanvullende, structurele maatregelen nodig zijn. Zowel banken als verzekeraars zijn in deze ontwikkelingen meegenomen. De belangrijkste cijfers en ratio zijn hieronder weergegeven.
Geconsolideerde balans Stichting Medisch Spectrum Twente 2015
2014
Vast
428,2
354,6
Vlottend
204,8
237,6
633,0
592,2
Eigen vermogen
80,8
77,4
Voorzieningen
34,0
21,6
Vreemd vermogen lang
353,0
303,2
Vreemd vermogen kort
165,2
190,0
633,0
592,2
Activa
Passiva
inhoudsopgave
100 Geconsolideerde resultatenrekening Stichting Medisch Spectrum Twente (x € 1.000.000)
2015
%
2014
%
434,0
100,0%
365,0
100,0%
Bedrijfslasten
Personeelskosten
246,1
56,7%
190,1
52,1%
Afschrijvingen vaste activa
21,6
5,0%
22,2
6,1%
Overige bedrijfskosten
152,1
35,0%
136,3
37,3%
13,6
3,1%
16,4
4,5%
-10,5
-2,4%
-9,2
-2,5%
Resultaat deelnemingen
0,2
0,0%
0,1
0,0%
Resultaat
3,3
0,8%
7,3
2,0%
Bedrijfsopbrengsten
Bedrijfsresultaat
Financiële baten en lasten
inhoudsopgave
101 Ratio’s (x € 1.000.000)
2015
2014
Resultaatratio
0,01
0,02
Resultaat
3,3
7,3
434,0
365,0
Liquiditeit
Quickratio
1,16
1,20
Currentratio
1,24
1,25
12,76%
13,07%
Totaal eigen vermogen
80,8
77,4
Balanstotaal
633,0
592,2
Vermogen
18,62%
21,21%
Totaal eigen vermogen
80,8
77,4
Totaal opbrengsten
434,0
365,0
Resultaat
Totale opbrengsten
Solvabiliteit
Vermogensratio
inhoudsopgave
102 Banken en liquiditeit Eind december 2015 hebben de banken de omzetting (‘consolidatie’) van kortlopende bankfinanciering naar een langlopende lening per 31 december 2015 opgeschort. Op 24 maart 2016 hebben de banken stichting Medisch Spectrum Twente laten weten de consolidatie per 31 maart 2016 alsnog te zullen doorvoeren. Daarbij zijn tariefopslagen vastgesteld. Stichting Medisch Spectrum Twente voldeed ultimo 2015 aan haar convenanten. Stichting Medisch Spectrum Twente verwacht ultimo 2016 als gevolg van het begrote negatieve resultaat mogelijk niet aan de in de convenanten vereiste ratio’s te kunnen voldoen. Met het bankenconsortium zal worden gesproken over (tijdelijke) aanpassing van de convenanten, dan wel of een waiver kan worden verkregen. De werkkapitaalfaciliteit bedraagt € 45 miljoen. Per 24 maart 2016 is hiervan door het bankenconsortium € 20 miljoen opgeschort. Met zorgverzekeraars vinden besprekingen plaats met als doel om de kasstroom op peil te houden. Deze besprekingen richten zich op het tijdig starten van de facturering van in 2016 gestarte zorg, bevoorschotting van onderhanden werk en restitutie van overproductie/-financiering oude jaren. De jaardocumenten 2015 (jaarimpressie, jaarverslag en jaarrekening) kunt u vinden op: www.mst.nl/jaardocumenten
inhoudsopgave
103
Colofon
Medisch Spectrum Twente Postbus 50 000 7500 KA Enschede www.mst.nl
Grafisch ontwerp: Neerlandsvlak, NLVK.nl Fotografie: MST
inhoudsopgave
inhoudsopgave