JAARVERSLAG 2014
ROTTERDAMS PHILHARMONISCH ORKEST
INHOUDSOPGAVE Algemene gegevens Visie Rotterdams Philharmonisch Orkest 1. VERSLAG VAN HET BESTUUR OVER HET BOEKJAAR 2014 2. Bericht van de Raad van Toezicht 3 JAARREKENING 3.1 Geconsolideerde balans per 31 december 2014 3.2 Geconsolideerde exploitatierekening 2014 3.3 Geconsolideerd kasstroomoverzicht 3.4 Toelichting op de geconsolideerde balans en exploitatierekening 3.4.1 Toelichting op de geconsolideerde balans 3.4.2 Toelichting op de geconsolideerde exploitatierekening 3.5 Enkelvoudige balans per 31 december 2014 3.6 Enkelvoudige exploitatierekening 2014 3.7 Toelichting op de enkelvoudige balans en exploitatierekening 3.8 Overige gegevens Controleverklaring van de onafhankelijke accountant BIJLAGE 1 Kwantitatieve gegevens bezoekers en concerten BIJLAGE 2 PRESTATIERASTER
2
3 4 5 15 17 18 20 21 22 25 30 38 40 41 46 46 47 48
ALGEMENE GEGEVENS Naam Stichting Rotterdams Philharmonisch Orkest Kruisstraat 2 Postbus 962 3000 AZ Rotterdam
Ondernemingsraad Joost Maegerman (voorzitter) Arjen Leendertz (secretaris) Hans Cartigny Bart Diels Katinka Reinders Mario Rio Francis Saunders
Chef-dirigent Yannick Nézet-Séguin Eredirigent Valery Gergiev Directie Hans Pot, waarnemend algemeen directeur Management Team Caspar Abbenhuis, manager orkest en producties Arie van Dongen RA, manager Finance drs. Hans Ferwerda, interim artistiek manager drs. Pim Halkes, manager marketing en communicatie Hans Klink, interim manager HR & Organisation
Artistieke Commissie Jan Jansen, voorzitter Eelco Beinema Marieke Blankestijn Julien Hervé Igor Gruppman Francis Saunders, namens OR Quirine Scheffers
Concertmeesters Marieke Blankestijn Igor Gruppman
Raad van Toezicht Ing. Martin van Pernis (voorzitter) Mr. Paul van de Beek Mr. Herman van Campenhout (lid audit commissie) Francoise Klessens-Godfroy Ir. Thessa Menssen MBA (voorzitter audit commissie) Drs. Caroline Nagtegaal-van Doorn Drs. Coen van Oostrom
Namens Benoemd per 01/09/2014 OR 01/06/2014 01/04/2013 OR 01/08/2007 01/03/2010 13/01/2015 29/01/2008
3
Aftredend per 01/09/2018 herbenoembaar 01/06/2018 herbenoembaar 01/04/2017 herbenoembaar 01/06/2015 01/03/2018 13/01/2019 herbenoembaar 29/01/2016
VISIE ROTTERDAMS PHILHARMONISCH ORKEST
Waarde creëren voor de samenleving
Het Rotterdams Philharmonisch Orkest draagt op betekenisvolle wijze bij aan de hoogstaande en duurzame leefkwaliteit van de stad. We inspireren, innoveren en verbinden. o
o o
We inspireren de bewoners van stad en regio door het onderhouden, ontwikkelen en tonen van een internationaal hoogstaand klanklichaam en symfonisch repertoire als cultureel ideaalbeeld. We inspireren bewoners om zich goed en gerespecteerd te voelen en om bij te dragen aan cultureel hoogstaande levenskwaliteit voor de samenleving. We ontwikkelen innovatieve producties, concepten en aanpakken voor publiek uit diverse bevolkings- en leeftijdscategorieën. Op die manier bevordert het orkest de kwalitatieve toekomst in de stad en de regio. We verbinden ons met , en treden op als ambassadeur voor, de stad, de regio en ons land. We zijn een duurzame en betrouwbare partner van de overheden, economische actoren en culturele en maatschappelijke toporganisaties in de stad, de regio en de wereld.
Momenteel en in het kader van de voorbereiding op het komende cultuurplanperiode werken wij aan het verscherpen van onze strategische uitgangspunten. Wij willen ons vooral richten op het verkleinen van de afstand tussen het (jonge) publiek en de klassieke muziek. Wij doen dat door al in het komend seizoen nieuwe series op te nemen voor deze doelgroepen. Ook met innovatieprojecten zullen wij die doelstellingen nastreven. Het Rotterdams Philharmonisch Orkest wil met excellente producties, gebaseerd op het klassieke en groot symfonische repertoire, een zo groot en breed mogelijk publiek bereiken met als doel hen te inspireren en een verrijkende emotionele ervaring te bieden. Het orkest streeft op innovatieve en gedurfde wijze naar verkleining van de afstand tussen de muziek en het publiek en versterking van de banden met de inwoners, het bedrijfsleven en andere culturele instellingen van Rotterdam en omstreken. Wij realiseren ons vol overtuiging dat onze kernopdracht ligt bij ons publiek. Met onze muziek - in diverse presentatievormen - willen we verlichten, verblijden, ontroeren en inspireren. Wij bieden het publiek telkens een betekenisvolle ervaring tijdens onze producties en daarin ligt ons bestaansrecht. Voor onze verschillende doelgroepen kennen wij een gedifferentieerde programmering en concertbeleving, in en buiten de concertzaal. Wij zijn er voor iedereen in de stad. Nieuw publiek willen wij van jongs af aan laten genieten van onze muziek en de inspirerende ervaring daarvan laten ondergaan. Op scholen, in de concertzaal en in de stad zijn wij actief met educatieve activiteiten om ook op die manier de afstand tot klassieke muziek te verkleinen. En ook via radiouitzendingen en door het uitbrengen van cd’s en dvd’s brengen we hoogstaande klassieke muziek bij mensen thuis, in binnen- en buitenland.
4
1.
VERSLAG VAN HET BESTUUR OVER HET BOEKJAAR 2014
Het jaar 2014 was voor de organisatie in vele opzichten een turbulent, boeiend en ambitieus jaar. Onderstaand treft u een overzicht aan van de vele concerten, producties en projecten die wij hebben uitgevoerd. Projecten die lokaal en internationaal op diverse onderdelen van beleid zijn gerealiseerd. Realisatie van de strategie De projecten die het Rotterdams Philharmonisch Orkest realiseerde in 2014 weerspiegelen de drie strategische speerpunten voor groei die het orkest voor zichzelf benoemd heeft: � lokale verankering, � publieksontwikkeling door innovatie � relevante media-uitingen en internationale aanwezigheid De nationale en internationale pers sprak haar erkenning uit voor de kwaliteit van het Rotterdams Philharmonisch. Graadmeter voor de sterke positie van het Rotterdams Philharmonisch is ook de bloeiende Vriendenvereniging (bijna 5.000 leden), het Mecenaat met 100 leden, het florerende Gilde van Bedrijfsbegunstigers en het grote aantal trouwe concertbezoekers. In 2014 ging een nieuwe businessclub V van start voor jonge ondernemende Rotterdammers die ultimo 2014 48 leden heeft. Deze pijlers dragen eraan bij dat het Rotterdams Philharmonisch van alle Nederlandse orkesten het op één na hoogste percentage aan eigen inkomsten weet te genereren. Publieksontwikkeling In 2014 was er een lichte daling (circa 4 procent) in de gemiddelde zaalbezetting van de concerten in de Doelen in Rotterdam. In tegenstelling tot vorig jaar is er voor de traditionele concerten vanuit marketing meer aandacht geweest voor klantbehoud in plaats van klantenwerving. Dit heeft geleid tot een vijf procent hogere abonnementenverkoop voor seizoen 2014|2015. Dit effect zet zich ook door in de gemiddelde zaalbezetting die een stijgende lijn heeft ingezet vanaf eind 2014, die zich inmiddels ook voort zet in 2015.Wij zijn tevreden over deze kentering. Nieuw publiek De marketingactiviteiten op het gebied van werving richten zich meer op de niet-traditionele concerten. Voorbeelden hiervan waren The Planets an HD Odyssey (ruimtebeelden van NASA gecombineerd met muziek van Gustav Holst) en The Gladiator Live. Dit resulteerde in veel nieuwe bezoekers. Bij The Planets was 20,6 procent van de bezoekers voor het eerst bij het Rotterdams Philharmonisch; bij The Gladiator Live was dit percentage 30. Daarnaast zoekt het orkest ook actiever het publiek op buiten de Doelen. In oktober 2014 werd een concert gegeven op het centraal station in Rotterdam met naar schatting zo’n 2.500 toeschouwers en in december waren er intieme concerten in een pop-up store in de Markthal in Rotterdam. Ook geeft het orkest regelmatig gratis lunchconcerten in de Doelen. Profiel Bij onze traditionele concerten en series is de publieksopbouw niet wezenlijk veranderd ten opzichte van vorige jaren. Bij de niet-traditionele concerten zien wij een publieksopbouw die past bij de doelstellingen die we daarbij voor ogen hadden. Bij onze filmproductie The Planets was 36 procent van het publiek tussen de 18 en 34 jaar oud en 18 procent 65+. Bij Gladiator Live was 31 procent van het publiek tussen de 18 en 34 jaar oud en slechts 10 procent ouder dan 65 jaar. Verder hebben wij gevolg gegeven aan de inzichten uit ons klantonderzoek uit 2013. Inmiddels zijn voor ons komende seizoen twee nieuwe series geprogrammeerd voor nieuw publiek. Core Classic en Rise and Shine zijn concertseries voor een jong en breed publiek. Lokale verankering Voor het Rotterdams Philharmonisch is de binding met de stad een essentiële bestaansvoorwaarde. Vanzelfsprekend vormden de abonnementenseries in de Doelen daarvan de ruggengraat. Een aantal vaste en bewezen waarden kon ook in 2014 rekenen op continuering, zoals: het Rotterdam Philharmonic Gergiev Festival en de gratis lunchconcerten in de Grote Zaal van de Doelen Met educatieve projecten werd een groot aantal kinderen en jongeren bereikt. Bijna 13.000
5
basisschoolkinderen en ruim 1.600 middelbare scholieren participeerden onder schooltijd, en daarbuiten deden 3.400 mensen jonger dan 25 jaar mee aan educatieprojecten. Kamermuziekensembles speelden niet alleen in de Doelen, maar ook in Museum Boijmans Van Beuningen.
Ronduit spectaculair was het concert dat het Rotterdams Philharmonisch gaf in de centrale hal van het nieuwe Rotterdam Centraal Station. Voor een menigte van zo’n 2.500 bezoekers speelde het orkest een energiek concert, dat in samenwerking met het dagblad Metro was opgezet. Een uitgebreide reeds artikelen, waarin een tal van achtergronden en geledingen van het orkest werden belicht, vergezelde dit enerverende concert. Het Rotterdams Philharmonisch is er trots op bij belangrijke Rotterdamse evenementen betrokken te zijn. Zo was er de opening door Z.M. Koning Willem-Alexander van het nieuwe Rotterdam Centraal Station op 13 maart 2014, waar een grote afvaardiging van het orkest de live muziek verzorgde. Naast deze concerten vertegenwoordigden de musici ook in kleinere bezetting in Rotterdam het orkest. Bijvoorbeeld bij evenementen van de Erasmus Universiteit, in de Kunsthal, in de Markthal, in de Maastoren, rond de Kralingse Plas, in het Manhattan Hotel, in het St. Franciscus Gasthuis en de oude Van Nelle fabriek. In december verleende het Rotterdams Philharmonisch medewerking aan een bijzonder project: het opnemen van de toernooitune van het ABN AMRO World Tennis Tournament, dat jaarlijks in Ahoy wordt gehouden. In het bijzijn van toernooidirecteur Michael Krajicek realiseerde het orkest o.l.v. chef-dirigent Yannick Nézet-Séguin de opnames. Vermeldenswaard is dat de co-componist bij het Rotterdams Philharmonisch in dienst is, en dat ook de arrangeur Rotterdams is.
6
Film met live muziek Het enorme projectiescherm in de Doelen is zeer geschikt om films op te vertonen. Het Rotterdams Philharmonisch ontwikkelde in 2014 maar liefst vier producties rond de formule ‘film met live muziek’, alle zeer uiteenlopend van karakter. In maart speelde het Rotterdams Philharmonisch muziek van The Planets van Gustav Holst, onder boeiende NASAbeelden van alle planeten die de componist zo treffend in muziek ving. Het Rotterdams Philharmonisch heeft voor een aantal jaren het exclusieve recht deze productie te mogen spelen in de Benelux en een gedeelte van Duitsland. Na de successen in drie opeenvolgende jaren met de trilogie Lord of the Rings, gaf het orkest de formule ‘film met live muziek’ vervolg met drie voorstellingen van de bekende spektakelfilm Gladiator. Een derde project vormde The Artist, een stomme film die meerdere Oscars won. Met de componist aan de vleugel verbeeldde het orkest de verhaallijn voor een uitverkochte zaal. Ten slotte speelde het orkest de muziek van Peter en de Wolf van Sergei Prokofiev, tijdens een familieconcert op zondagmiddag. De vertoonde film was een prijswinnende productie (o.a. een Oscar) van Suzie Templeton. Bij alle producties wist het orkest nieuwe doelgroepen naar de uitvoeringen te trekken. Bijzondere programma’s Het jaar begon ‘zwierend en zwaaiend’ met Nieuwjaarsconcerten vol walsen. Het orkest speelde vier keer in de prestigieuze ZaterdagMatinee-serie in het Amsterdamse Concertgebouw. Jazztrompettist en improvisator Eric Vloeimans gaf met het orkest een buitengewoon kleurrijk concert, met vele nieuwe arrangementen van zijn muziek. Het Rotterdam Philharmonic Gergiev Festival mocht zich in de editie van 2014 verheugen op fantastische concerten o.l.v. de maestro zelf. Grote koorwerken als Verdi Requiem, Beethovens Negende symfonie, de Johannes-Passion van Bach, Stabat Mater van Poulenc en A Sea Symphony van Vaughan Williams vormden een rode draad in de programmering. Bijzondere vermelding verdient zeker het Vioolconcert van Györgi Ligeti. Dit zeer veeleisende werk, niet alleen voor de vioolsoliste (Patricia Kopatchinskaya) maar ook voor het orkest, kreeg na een intensieve repetitieperiode een aantal geweldige uitvoeringen.
7
In ensembleverband mag een vermelding niet ontbreken van de medewerking aan de organisatie van de International Children’s Peace Prize Award van de KidsRights organisatie. In het bijzijn van Z.M. Koning Willem-Alexander reikte Aartsbisschop Desmond Tutu onder grote internationale belangstelling deze prijs uit, tijdens de klanken die leden van het Rotterdams Philharmonisch maakten. Een zeer eervolle uitnodiging, waaraan het Rotterdams Philharmonisch graag medewerking verleende. In 2014 is met meer inzet dan ooit het begrip ‘innovatie’ ter hand genomen. Het aanstellen van een innovator bij het ondersteunende team van het orkest is hierin een belangrijke ontwikkeling. Projecten als de muzikale omlijsting van het Skûtsjesilen bij de Kralingse Plas, het spelen bij de KidsRights prijs en het produceren van de toernooitune van het ABN AMRO World Tennis Tournament zijn hiervan voorbeelden. In 2014 werden de voorbereidingen voor een aantal grootse innovatieve evenementen aangevangen. Uitvoering Samenwerkingsovereenkomst Den Haag Conform de samenwerkingsovereenkomst met de zalen en het Residentieorkest zijn in 2014 de voorgenomen activiteiten uitgevoerd. De samenwerking met het Residentieorkest en de Philipszaal in Den Haag betreft de volgende onderdelen: 1. Complementariteit in profiel en programmering, waaronder marketing 2. Talentontwikkeling 3. Educatie 4. Kinderproducties en familieconcerten 5. Uitwisseling musici en HRM beleid Het Rotterdams Philharmonisch verzorgt het groot symfonisch repertoire in de regio en heeft driemaal in de Philipszaal een concert gegeven. We werken op marketinggebied samen met het Residentie Orkest door middel van het actief benaderen van elkaars databases. Er werd een aparte concertserie ‘Het beste van twee werelden’ samengesteld bestaande uit twee concerten van het Residentie Orkest in Den Haag en twee concerten van het Rotterdams Philharmonisch in Rotterdam. Deze serie werd gepromoot met een mailing naar klanten die in het lopende seizoen nog geen kaarten hadden gekocht en een advertentie in Volkskrant en Trouw en leverde 100 verkochte series op. Daarnaast zijn we met het Residentie Orkest overeengekomen om drie keer per seizoen in de beide e-nieuwsbrieven aandacht te besteden aan elkaars concerten. Ten aanzien van talentontwikkeling is er een zeshoeksoverleg opgericht tussen de twee conservatoria, orkesten en zalen. Op het gebied van educatie lag het accent op de samenwerking in de ontwikkeling van kinderproducties zoals King of Games. De uitvoering van de ontwikkelde producten vond door beide orkesten plaats in eigen speelplaats. De fondswerving is gezamenlijke verricht en de opbrengsten zijn gedeeld. Door de krappe bezetting van het Rotterdams Philharmonisch is uitwisseling van de musici niet opportuun geweest. Internationale aanwezigheid Met twee tournees naar Japan en China/Zuid-Korea in 2013 nog vers in het geheugen en uitzicht op een grote tournee naar de Verenigde Staten in februari 2015, kende het Rotterdams Philharmonisch Orkest in 2014 geen intercontinentale tournee. Maar dat betekende natuurlijk niet dat het orkest geen internationaal toonaangevende podia in het buitenland bezocht. In april ging het orkest op tournee voor zeven concerten in Duitsland (Frankfurt, Berlijn, Hannover, Hamburg), Polen (Warschau) en Frankrijk (Toulouse, Aix-en-Provence). Uiteraard stond het orkest onder leiding van chef-dirigent Yannick Nézet-Séguin, terwijl de internationaal gelauwerde violiste Lisa Batiashvili soleerde. Zoals met veel tournees van het orkest, werden ook hier culturele en zakelijke aangelegenheden gecombineerd;. Nederlandse en Duitse
8
zakelijke relaties troffen elkaar in Berlijn op uitnodiging van het Rotterdamse bedrijf OVG Real Estate. In augustus vertrokken het Rotterdams Philharmonisch en zijn chef-dirigent voor een zeer succesvolle tweede tournee. Deze voerde langs vooraanstaande Europese festivals in Spanje, Groot-Brittannië en Oostenrijk: Santander, San Sebastian (3 concerten), Edinburgh en Grafenegg. De residentie in het Théâtre des Champs-Elysées in Parijs werd versterkt door twee concerten. In Duitsland baarde het orkest opzien in Bonn, waar tijdens het Beethoven Festival in twee dagen twee verschillende programma’s werden gespeeld. Er waren losse concerten in Dortmund en Essen. Het Rotterdams Philharmonisch was ook in 2014 een graag geziene en jaarlijks terugkerende gast bij onze zuiderburen, met concerten in Brussel, Antwerpen en Brugge. Educatie Educatie is één van de belangrijke pijlers van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Het orkest streeft een gericht en gediversifieerd aanbod van educatieve formats op alle niveaus na met bijzondere aandacht voor strategische partnerships op dit vlak. In 2014 zijn er tal van educatieve projecten geweest. Basisonderwijs Voor elke basisschool groep is er aanbod ontwikkeld, gedacht vanuit een leerlijn. In 2014 werden de volgende project gespeeld voor het basisonderwijs; Vergeten droom(groep 1 en 2), Droevigeluidje ( groep 1 en 2 ) voor scholen buiten Rotterdam Soeraki, heldin van de zee (groep 3 en 4), Schilderijenslurper (groep 3 en 4), King of games (groep 5 en 6), Wij bouwen de stad (groep 5,6 en 7), Slagwerkconcerten (groep 7 en 8), muziekworkshops op scholen, en repetitiebezoeken (kijkje achter de schermen). Er zijn twee projecten gezamenlijk ontwikkeld. Vergeten droom voor groep 1 en 2. Een muziektheatervoorstelling voor strijkkwartet, dwarsfluit en een acteur. Voor deze voorstelling is nieuwe muziek gecomponeerd door de jonge componist Leonard Evers. Het verhaal over dromen en muziek is geschreven door Jasper Verheugd, die tevens de regie voerde over het project. King of games voor groep 5 en 6. Een schoolconcert met hele orkest en acteur, waarbij gamemuziek, klassieke muziek en thema games de rode draad vormen. Orenopen.nl In oktober 2014 is de nieuwe educatieve website Orenopen.nl gelanceerd door wethouder A. Visser van Rotterdam. De educatieve website OrenOpen.nl is een initiatief van de Rotterdamse Muziekcoalitie, waarvan het Rotterdams Philharmonisch Orkest coalitiepartner van is. Bij OrenOpen.nl maak je op speelse wijze kennis met muziek uit Rotterdam, van rapper tot klassieke musicus. Je leert veel over muziek – onder andere over dirigeren, muziekinstrumenten en zelf je eigen muziek maken. OrenOpen.nl is speciaal bedoeld voor kinderen van de basisschool, maar ook als je ouder bent of voor volwassenen is het leuk om kennis te maken met het Rotterdamse muziekleven. Leerkrachten kunnen OrenOpen.nl gebruiken om samen met hun klas de muziek in Rotterdam en het Rotterdams Philharmonisch Orkest in het bijzonder te ontdekken. De website is in maart 2015 genomineerd voor de Gouden @penstaart in de categorie beste online content voor kinderen. IKEI ( Ieder Kind een Instrument) De samenwerking met Ieder Kind een Instrument( SKVR) werd in juni 2014 uitgevoerd met o.a. het Groot Ieder Kind een Instrument Orkest, met ruim 600 kinderen op het concertpodium van de Grote zaal in de Doelen samen met musici van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Dit was een groot succes voor leerlingen en publiek(ouders). Samenwerking scholen. Alle scholen (30 scholen uit Rotterdam) die Ieder Kind een Instrumentprogramma in hun curriculum hebben, hebben een intensieve samenwerking met het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Deze samenwerking bestaat uit de volgende elementen: � musici die de scholen bezoeken � bezoek aan schoolconcerten door, de groepen 4 en 7 � meespelen in het jaarlijkse Groot Ieder Kind een Instrument Orkest door de groepen 6, samen met musici van het Rotterdams Philharmonisch Orkest in de Grote zaal van de Doelen.
9
�
een jaarlijkse docentenbijeenkomst voor de docenten en directie van deze scholen waarin we in gesprek gaan en voorlichting geven over het muziekeducatieprogramma van het Rotterdams Philharmonisch Orkest.
Evaluatie projecten
Na elk project krijgen scholen een evaluatieformulier over het project (inhoudelijk en organisatorisch). Daarnaast worden de projecten intern geëvalueerd. De resultaten uit deze evaluaties worden gebruikt om de projecten aan te scherpen. In het algemeen worden de projecten door onderwijs positief tot zeer positief ontvangen. Voortgezet Onderwijs In 2014 werd het succesvolle project Tussen Kunst en Klank herhaald, in samenwerking met Museum Boijmans Van Beuningen. Daarbij kwam een nieuw project; RPhO meets Maas theater en dans. In deze gezamenlijke productie met Maastheater en dans ontmoetten klassieke muziek en streetdance/hip hop dance elkaar; : daarnaast waren er tal van repetitiebezoeken. Familieconcerten In 2014 zijn er diverse familieconcerten gegeven: � De Vuurvogel, een samenwerking met Theater Terra � King of Games waarbij gamemuziek werd uitgevoerd � Billy the kid met dansers van Codarts dansopleiding � een Peter en de Wolf dag, waarbij diverse versies van Peter de Wolf te bezoeken waren, met een uitgebreid randprogramma met als thema Peter en de wolf. Deze Peter en de wolf dag was in de Kindermuziekweek, een gezamenlijk jaarlijks terugkerend initiatief van de Doelen en het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Kindermuziekweek De Kindermuziek week is een jaarlijks terugkerend initiatief waarin de Doelen en het Rotterdams Philharmonisch Orkest samen activiteiten organiseren voor kinderen vanaf 6 maanden tot 12 jaar. In 2014 was er o.a. een Peter en de wolf dag met workshops. Artistiek Dirigenten Onze Canadese chef-dirigent Yannick Nézet-Séguin bleef iedereen verbazen met zijn niet aflatende energie en met de diepe inzichten die hij tijdens de concerten liet zien en horen. Het orkest en Yannick hebben een niveau van samenwerking en wederzijds respect bereikt dat op ongekende hoogte ligt. Ere-dirigent Valery Gergiev verscheen niet alleen tijdens het Gergiev Festival, maar ook in maart en in december, waarbij hij wederom liet horen waarom hij tot de absolute wereldtop behoort. De connectie tussen de Maestro en het orkest, gecultiveerd tijdens zijn lange staat van dienst als chef-dirigent, is nog steeds zeer stevig. Vaste gast-dirigent Jiri Bělohlávek kwam als gevolg van planningskeuzes in het kalenderjaar 2014 niet in actie, maar verscheen wel in zowel seizoen 2013-14 als 2014-15. ‘Grand Maître’ Michel Plasson keerde terug en ook dit keer wist hij het orkest in klank volledig naar zijn hand te zetten. De Spaans-Nederlandse dirigent Gustavo Gimeno maakte zijn debuut bij het orkest en maakte daarbij een zeer goede indruk. Andrés Orozco-Estrada keerde terug na diens succesvolle debuut in 2013, en gaf wederom blijk van een zeer goede communicatie en muzikale verstandhouding met het orkest. Het Rotterdams Philharmonisch wisselde gekende namen op de bok (Valery Gergiev, Michel Plasson, Jaap van Zweden, Sir Mark Elder, Jukka-Pekka Saraste) graag af met jong talent (Tomas Netopil, Alexander Shelley, Gustavo Gimeno). Het orkest bleef op zoek naar aanstormend talent. Solisten Ook op het gebied van solisten nodigde het orkest graag de wereldtop uit naar Rotterdam te komen (o.a. Emanuel Ax, Steven Isserlis, Lars Vogt, Barbara Hannigan, Lisa Batiashvili, Sol Gabetta, Patricia Kopatchinskaya, Rudolf Buchbinder, Janine Jansen). Maar ook de jongere/aankomende generatie werd niet vergeten (o.a. Lucas Jussen, Milos Karadaglic, Rachel Kolly d’Alba).
10
Orkest en koor De samenwerking met het professionele Rotterdamse koor Laurens Collegium (in grote bezetting genaamd Rotterdam Symphony Chorus) kon in 2014 op een drietal projecten rekenen: het al eerder genoemde The Planets, de JohannesPassion van J.S. Bach en een uitvoering van A Sea Symphony van Vaughan Williams. Net als in 2013 kon het Rotterdams Philharmonisch in 2014 de coöperatie met het koor Collegium Vocale Gent voortzetten. In maar liefst drie concertweken was dit in België gevestigde koor, samengesteld uit topzangers uit heel Europa, actief bij het orkest. Opera In 2014 verzorgde het Rotterdams Philharmonisch voor De Nationale Opera in het Muziektheater in Amsterdam de opera Faust van Charles Gounod. O.l.v. de Fransman Marc Minkowski speelde het orkest een generale en acht voorstellingen, die in een zeer extreme regie van Spaanse regisseur Alex Ollé werden vormgegeven. Mediaproducties Media en opnames Het Rotterdams Philharmonisch is geregeld te beluisteren op Radio4 én in het buitenland. In 2014 werden maar liefst 26 concerten voor uitzending opgenomen, al dan niet voor rechtstreekse uitzending. Elf van deze concerten betroffen opname en uitzending van concerten in het buitenland, vijftien opnames werden gemaakt voor Radio4. Dit is een duidelijke stijging t.o.v. 2013. Het orkest verscheen op televisie in een uitzending van NTR Podium, waarbij o.l.v. Yannick het Celloconcert van Robin de Raaff werd uitgezonden. Met enkele musici kwam het orkest in september in de uitzending bij De Wereld Draait Door, als vooruitblik op Ravels Pianoconcert voor de linkerhand. In maart werd de laatste hand gelegd aan de opname van een cd voor het label BIS. Het betrof de opname van Ravels Pavane pour une infante défunte. Het andere werk, Daphnis et Chloé van Ravel, werd in 2012 opgenomen. De release van de cd was in februari 2015. Het opnameteam van Alexander van Ingen maakte ook in 2014 een aantal opnamen voor het archief. Deze opnamen worden verzameld voor toekomstig gebruik. Premières en opdrachten Het Rotterdams Philharmonisch voerde i.s.m. de sopraan Barbara Hannigan de Nederlandse première uit van Let me tell you van Hans Abrahamsen. Verdere premières waren werk van Ludovic Bource (The Artist) en Martin Fondse (Eric Vloeimans project). Orkestbezetting In 2014 werd een adviesgroep ingesteld bestaande uit leden van het team, de OR en de AC, om te komen tot een advies over het gewenste orkestmodel. Er is in overleg met de OR en de AC een begin gemaakt met het versterken van de orkestbezetting. Er werden proefspelen gehouden voor altviool tutti (80% en 50%) en cello tutti (80%) en voor aanvoerder hoorn en cello. Dit leidde tot de aanstelling van een nieuwe altvioliste en trials voor hoorn en cello. Talentontwikkeling Op meerdere vlakken draagt het Rotterdams Philharmonisch haar steentje bij aan ‘Talentontwikkeling’. Binnen de kaders van de Rotterdam Philharmonic Codarts Academy worden de orkestmusici van de toekomst gestimuleerd in hun ontwikkeling d.m.v. orkestlessen, individuele lessen en coaching die door de eigen orkestleden wordt gegeven. Daarnaast is er voor het topsegment, de zogenaamde master, een aantal speciale stageplaatsen binnen het orkest gecreëerd, waarbij de studenten een vaste coach/mentor toegewezen krijgen. Het daadwerkelijk meespelen tijdens
11
repetities en concerten naast en onder begeleiding van een vaste musicus van het RPhO is een van de beste vormen van talentontwikkeling. Het Rotterdams Philharmonisch kijkt altijd uit naar nieuw dirigeertalent en geeft graag kansen aan veelbelovende dirigenten. Zo konden Gustavo Gimeno, Antonio Méndez en Jonathan Berman met het orkest werken. Jonge solisten waren o.a. Lucas Jussen, Rachel Kolly d’Alba en Miloš Karadaglić. Talentontwikkeling komt ook tot uiting in de samenwerkingsverbanden met belangrijke concoursen, zoals het Internationaal Franz Liszt Pianoconcours en Het Nederlandse Vioolconcours. De winnaar van dit laatste concours, Benjamin Gilmore, kreeg een solo-optreden aangeboden in januari 2015. Het derde samenwerkingsverband, dat met de Koningin Elisabethwedstrijd, leidde tot het overrompelende debuut van de winnaar van 2013, Boris Giltburg, in november 2014. Deze pianist werd direct weer uitgenodigd voor een concert met chef-dirigent Yannick Nézet-Séguin, in het voorjaar van 2016. Realiseren van de voorgenomen activiteiten Het aantal begrote producties is meer dan gerealiseerd: 56 tegenover begroot 44. Het aantal concerten is echter iets lager. Dat komt door het wegvallen van een tournee en het schrappen van enkele concerten vanwege geringe belangstelling. Er heeft ook een verschuiving plaatsgevonden tussen concerten voor eigen rekening in Rotterdam en de uitkopen. De gemiddelde zaalbezetting van de concerten in Rotterdam was 1.210 personen per concert. Financiële resultaten De begroting is in financiële termen gerealiseerd. Echter er zijn twee onderdelen die een negatief effect hebben op het resultaat. Ten eerste is daar de vordering van € 268.000 op de Gemeente Rotterdam waarover de discussie nog niet is afgerond. Wij hebben besloten deze vordering voorlopig af te boeken, maar zijn hierover nog in overleg met de Gemeente. Ten tweede zijn daar de extra kosten in verband met de ziekte van de algemeen directeur. De omzet bedroeg € 15,8 miljoen en het resultaat is € 380.000 negatief. Het eigen vermogen bedroeg € 1,5 miljoen aan het eind van 2014. Het aantal concerten is iets lager dan het aantal afgesproken prestaties met de Gemeente Rotterdam. Het aantal bezoeken is door de daling van het gemiddelde aantal bezoekers per concert achtergebleven. Het 1 percentage eigen inkomsten is in 2014 47% , vorig jaar was dit door de twee grote intercontinentale tournees hoger. OCW heeft aangegeven dat in de huidige kunstenplanperiode 2013-2016 het per saldo niet gebruikte deel van de subsidie moet worden toegevoegd aan het bestemmingsfonds OCW. Van het resultaat 2014 is € 266.122 onttrokken aan de algemene reserve. Een bedrag van € 105.150 is aan het bestemmingsfonds OCW onttrokken. De jaarlijkse bijdrage aan de concerten in de Doelen ad € 8.375 van het bestemmingsfonds mw. D.M. Zeijlstra-Suermondt is onttrokken aan dit fonds. Het boekjaar 2014 begon met een algemene reserve van € 632.137 positief en bedraagt per 31 december 2014 € 366.060 positief. Wij hebben vertrouwen dat het strikte kostenbewakingsbeleid dat de laatste jaren gevoerd wordt een gezonde basishouding in de bedrijfsvoering geworden is die moet toelaten om ook in de komende periode een gezond financieel resultaat te boeken in lijn met de lange termijn doelstellingen van de organisatie. Samenstelling van de eigen inkomsten De eigen inkomsten bestaan uit de recettes en uitkoopsommen voor run-outs en sponsoring en verder de inkomsten uit tournees. De inkomsten van de tournees fluctueren met de omvang de buitenlandse activiteiten. Opbrengsten en kosten van deze buitenlandse activiteiten zijn inclusief de sponsorbijdragen voor de variabele kosten vrijwel budgettair neutraal. Strategie bij tegenvallende inkomsten Bij tegenvallende inkomsten zal het orkest primair kijken naar aanpassing van de omvang van de activiteiten. Het verminderen van de activiteiten en een verlaging van het gebruik van de capaciteit van het orkest is de snelste weg tot besparingen. Tevens zal in die omstandigheden gekeken worden naar de verhouding tussen vast en tijdelijk personeel, en naar de verhouding tussen orkestkosten en de kosten van dirigenten en solisten.
1
Het percentage eigen inkomsten wordt bepaald door de eigen inkomsten te delen door de totale subsidie in een jaar.
12
Aandachtspunten uit de beschikking tot subsidieverlening In 2014 is zoals hiervoor vermeld de Faust in Amsterdam begeleid. Voor de jaren 2015 en 2016 zijn contractueel afspraken gemaakt met de Nationale Opera. Subsidiebeleid Het Rotterdams Philharmonisch Orkest is in september 2012 aangewezen als het groot symfonisch orkest van de regio West. De Gemeente Rotterdam toont zich een betrokken partij. Voor 2015 vindt een bescheiden indexering plaats van 1,30%, van de subsidie. Dit is onvoldoende om de kostenstijgingen te compenseren. Het gevolg is dat de stijgende loonlasten van het orkest steeds knellender worden. De toekomst van het Rotterdams Philharmonisch loopt daardoor gevaar: het adequaat bezetten van cruciale plekken in het orkest dreigt onbetaalbaar te worden, hetgeen directe consequenties heeft voor de kwaliteit van het orkest. Het Rotterdams Philharmonisch is een sterk orkest, dat zich al uitermate bewust is van zijn verantwoordelijkheid om de exploitatie met zoveel mogelijk eigen inkomsten te dekken. Dit jaarverslag is daarom ook een oproep aan de bestuurders van Rotterdam en Nederland om de bewezen internationale kwaliteit, de onomstreden maatschappelijke relevantie en de goede bedrijfsvoering van het Rotterdams Philharmonisch Orkest op een passende manier te erkennen. Cultuurplanperiode 2013-2016 Het kalenderjaar 2014 is het tweede jaar uit de kunstenplanperiode 2013-2016. In deze jaarrekening zijn de goedgekeurde begroting en prestatieoverzichten voor 2014 opgenomen. In deze cultuurperiode kan het orkest vanaf 2015 rekenen op een subsidie van € 4.368.353 van OCW en van de Gemeente Rotterdam op een met 1,3% geïndexeerde subsidie van € 6.733.500. Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT). Het Orkest streeft ernaar om de bezoldiging van de topfunctionarissen binnen de normen van de WNT te bepalen. Hierbij moeten bestaande afspraken gerespecteerd worden. Investeringen en financiering Om de uitdagingen van de komende cultuurplanperiode adequaat tegemoet te kunnen treden zal er in 2015 evenals in 2014 verder worden geïnvesteerd in de automatisering. Beleggingsbeleid In de loop van 2013 heeft het orkest voor de lange termijn een portefeuille vastrentende obligaties aangekocht met de doelstelling het gemiddelde rendement over meerdere jaren te vergroten. De vergoeding die wordt verkregen met deposito’s is namelijk te laag om de inflatie te dekken. De portefeuille heeft een laag risicoprofiel en als primair doel de dekking van de geldontwaarding. Vanaf de start in april 2013 tot en met jaareinde 2014 is met deze portefeuille een rendement behaald van 4,61%. Gelieerde rechtspersonen De stichting Rotterdams Philharmonisch Fonds en stichting Rotterdam Philharmonic Festival zijn gelieerde stichtingen. In het Philharmonisch Fonds worden de sponsorgelden van het bedrijfsleven ontvangen en de mecenaatwerking is hier ondergebracht. Via uitdelingen aan het Orkest worden de gelden op aanvraag beschikbaar gemaakt. Voor het Gergiev Festival vindt er organisatorische ondersteuning plaats. Verder treedt het orkest tegen markttarieven op in het Festival. Beide organisaties hebben een zeer succesvol jaar achter de rug. De resultaten van de stichting Rotterdams Philharmonisch Fonds maken een stabiele steun aan de organisatie mogelijk. Ondanks een licht negatief operationeel resultaat heeft het Rotterdam Philharmonic Festival een belangrijke rol voor het Orkest bij de start van het seizoen.
13
Bijzondere gebeurtenissen Er is geen sprake van bijzondere gebeurtenissen waarmee in de jaarrekening rekening behoeft te worden gehouden. Verwachte gang van zaken De publieksontwikkeling is zowel in Rotterdam als in de rest van Nederland uitdagend. Concertbezoek concurreert met vele andere vormen van vrijetijdsbesteding. Het orkest zet in 2015 versterkt in op innovatie van haar producties. In juni 2015 is een spectaculaire productie gepland om jong publiek te verbinden met klassieke muziek. De organisatie zal in 2015 grote aandacht besteden aan de strategische stappen die noodzakelijk zijn om de klassieke muziek dichter bij het publiek te brengen. Voor het jaar 2015 wordt vanwege de afwikkeling van het afscheid van de directeur een zeer bescheiden negatief resultaat verwacht. Het orkest heeft in 2014 samen met de andere Nederlandse symfonieorkesten een analyse gemaakt van het huidige orkestenlandschap en de toekomst. Het resultaat is vastgelegd in een visiedocument: Orkesten van nu, van waarde voor de toekomst, dat in november is gepresenteerd. Efficiënte samenwerking waar mogelijk, maar met behoud van eigenheid is een van de genoemde aspecten die ons aanspreekt. Orkesten nemen initiatieven, maar ze kunnen dat niet alleen. De oproep aan beleidsmakers, bijvoorbeeld om te zorgen voor goed muziekonderwijs aan kinderen en stimulering van ondernemerschap, onderschrijven we van harte. Dat er globaal gezien goede resultaten geboekt werden is te danken aan de grote, niet aflatende inzet van onze medewerkers en de blijvende steun van onze stakeholders. Ik besluit dan ook graag met een bijzonder woord van dank aan onze hardwerkende medewerkers en onze stakeholders. Rotterdam, 26 maart 2015 Hans Pot Bestuurder Rotterdams Philharmonisch Orkest
14
2.
BERICHT VAN DE RAAD VAN TOEZICHT
Vergaderingen Raad van Toezicht De RVT vergaderde in het boekjaar 2014 zeven maal regulier. In de vergaderingen van de RVT worden in aanwezigheid van de algemeen directeur, de artistiek manager en de manager Finance de algemene gang van zaken, de beleidsvoornemens en de financiële rapportages besproken. De RVT heeft onder andere goedkering gegeven aan de begroting voor het kalenderjaar 2015, de jaarrekening 2013 voor de Gemeente Rotterdam en voor het Ministerie van OCW. De directiestructuur en de ziekte van de algemeen directeur zijn regelmatig onderwerp van gesprek geweest. De RVT heeft aandacht besteed aan de artistieke prestaties van het orkest en de chef-dirigent Yannick Nézet-Séguin. De relatie tussen het orkest en de Doelen is regelmatig besproken. Directiestructuur In het verslagjaar is de directeur Hans Waege lange tijd door ziekte niet in staat geweest zijn werkzaamheden uit te voeren. Waarnemend directeur Hans Pot heeft deze functie waargenomen. Dit heeft reden gegeven voor Hans Waege om per 1 januari 2015 terug te treden als statutair directeur. Wij hebben het zeer betreurd dat Hans vanwege ziekte niet in staat is geweest om actief bij het Orkest betrokken te zijn geweest en deze beslissing heeft moeten nemen. Wij zijn hem erkentelijk dat met dit terugtreden hij ruimte heeft geboden aan het Orkest om de directiestructuur aan te passen, zoals dit door hem is voorbereid en actief de werving en selectie in 2015 te kunnen starten. De RVT heeft in goed overleg met de huidige (interim) directieleden en de OR het initiatief genomen om de directiestructuur aan te passen. In de nieuwe structuur, die momenteel wordt ingevoerd, ligt de leiding van de organisatie bij twee directieleden, een algemeen directeur en een artistiek directeur. De algemeen directeur is eindverantwoordelijk. Bij deze nieuwe structuur is een nieuw directiereglement vastgesteld waarin samenwerkingsafspraken zijn vastgelegd tussen de directieleden onderling en de samenwerking, afstemming en communicatie tussen de directie en de RvT. Met deze nieuwe structuur, taak en verantwoordelijkheidsverdeling tussen de algemeen- en artistiek directeur is een effectieve en juiste werkverdeling gerealiseerd teneinde de organisatie de komende jaren in goede balans te besturen Subsidiering De RVT maakt zich zorgen over de achterblijvende indexering van de subsidies van Rijk en Gemeente. De teruglopende financiering raakt het fundament voor een volwaardig symfonieorkest. De jaarlijkse bijdrage voor samenwerking in de regio West van € 507.000 verlicht deze problematiek de komende jaren tijdelijk. Cultural Governance De overheid verwacht dat instellingen die door het rijk worden gesubsidieerd zich houden aan de normen voor goed bestuur en vindt de door de sector opgestelde code Cultural Governance een goed uitgangspunt. De Raad van Toezicht onderschrijft deze Principes. In een bestuursreglement en een reglement voor de RVT wordt een en ander beschreven. De organisatie voldoet aan deze bepalingen. Vergaderingen Audit Commissie Met Thessa Menssen als voorzitter en Herman van Campenhout als lid heeft de commissie in 2014 viermaal vergaderd. De leden van de commissie hebben naast de vergaderingen regelmatig overleg. In de aanwezigheid van de directeur, de manager Finance en onafhankelijke accountants is met name gesproken over het jaarverslag, de begroting, de kwartaalrapportages, de management letter, de risicoanalyse, de betalingsbevoegdheden, de automatisering, het niveau van de voorzieningen, de financiële relatie met de Doelen en de beschrijving van de Administratieve Organisatie. Overleg met de Ondernemingsraad De voltallige Raad van Toezicht en in het bijzonder Jan Riezenkamp, Francoise Klessens en Paul van de Beek hebben in het jaar 2014 overleg gehad met de Ondernemingsraad. Statuten Er zijn geen statutenwijzigingen in 2014 doorgevoerd.
15
Overig Er zijn regelmatig informele ontmoetingen geweest tussen de voorzitter en afzonderlijk leden van de Raad van Toezicht en de algemeen directeur. Gedurende het seizoen zijn de leden van de Raad van Toezicht aanwezig geweest bij evenementen voor relaties en personeel. Samenstelling Raad van Toezicht De RVT bestaat uit ten minste drie leden die worden benoemd door B&W van de Gemeente Rotterdam, op voordracht van de RVT. De Ondernemingsraad kan, voor ten hoogste één derde van het aantal leden aan de RVT, personen aanbevelen om als lid te worden voorgedragen. De leden van de RVT worden benoemd voor een periode van maximaal vier jaren en zijn na hun aftreden voor maximaal één volgende periode van maximaal vier jaren herbenoembaar. De voorzitter van het Philharmonisch Fonds is ook lid is van de RVT van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. In 2014 hebben de heren Jan Riezenkamp en René Smit, na vele jaren van actieve betrokkenheid de RVT verlaten. Ook op deze plaats dankt de RVT hen voor hun grote inzet voor het orkest. In 2014 zijn tot de raad toegetreden Martin van Pernis en Paul van de Beek namens de Ondernemingsraad. Begin 2015 is Caroline Nagtegaal toegetreden tot de Raad van Toezicht. De RVT heeft een profielschets voor zijn omvang en samenstelling vastgesteld, rekening houdend met de aard van de stichting, haar activiteiten en de gewenste deskundigheid en achtergrond van de leden van de RVT. De RVT bespreekt de profielschets bij iedere wijziging met de Ondernemingsraad. Momenteel kent de RVT een vacature welke naar verwachting in 2015 zal worden ingevuld. De RvT heeft in goed overleg met de huidige (interim) directieleden en de OR het initiatief genomen om de directiestructuur aan te passen. In de nieuwe structuur, die momenteel wordt ingevoerd, ligt de leiding van de organisatie bij twee directieleden, een algemeen directeur en een artistiek directeur. De algemeen directeur is eindverantwoordelijk. Bij deze nieuwe structuur is een nieuw directiereglement vastgesteld waarin samenwerkingsafspraken zijn vastgelegd tussen de directieleden onderling en de samenwerking, afstemming en communicatie tussen de directie en de RvT. Met deze nieuwe structuur, taak en verantwoordelijkheidsverdeling tussen de algemeen- en artistiek directeur is een effectieve en juiste werkverdeling gerealiseerd teneinde de organisatie de komende jaren in goede balans te besturen Relevante Nevenfuncties RVT leden Hieronder zijn voor de leden van de Raad van Toezicht de relevante nevenfuncties opgesomd: Coen van Oostrom: Voorzitter Stichting Veerhaven Concert. Het Rotterdams Philharmonisch kan terugkijken op een op velerlei terrein uitstekend jaar. De RVT spreekt haar dank uit aan al diegenen die zich hebben ingezet om 2014 tot een geslaagd jaar te maken.
Martin van Pernis Namens de Raad van Toezicht Rotterdam, 26 maart 2015
16
3
JAARREKENING
17
3.1
GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
(na resultaatbestemming)
ACTIVA 31 december 2014
€
31 december 2013
€
Vaste activa 1. IMMATERIËLE VASTE ACTIVA 2. MATERIËLE VASTE ACTIVA Inventaris en apparatuur Duurzame instrumenten 3. FINANCIELE VASTE ACTIVA
-
17.067
50.194 445.250 1.162.337
42.488 445.250 1.138.002
1.657.781
1.642.807
.............................
.............................
269.140 1.752.898
163.710 1.231.027
Vorderingen 4. Debiteuren 5. Overige vorderingen en overlopende activa
2.022.038
1.394.737
.............................
.............................
5.740 789.622
4.194 1.883.962
6. Liquide middelen Kas Banken
18
795.362
1.888.156
.............................
.............................
4.475.181
4.925.700
PASSIVA 31 december 2014
€
31 december 2013
€
Eigen vermogen Stichtingskapitaal 7. ALGEMENE RESERVE 8. 9. 10. 11. 12. 13.
BESTEMMINGSRESERVES Bestemmingsreserve studie musici Bestemmingsreserve educatie Bestemmingsreserve investeringen arbeidsomstandigheden Bestemmingsreserve instrumenten Bestemmingsreserve innovatie Bestemmingsreserve OCW 2009-2012
14. BESTEMMINGSFONDS OCW OVERIGE BESTEMMINGSFONDSEN 15. Bestemmingsfonds mw. D.M. Zeijlstra-Suermondt
Totale eigen vermogen
45
45
.............................
.............................
366.015
632.137
.............................
.............................
1.553 41.819 187.372 510.508 235.876 179.117
1.553 41.819 187.372 510.508 235.876 179.117
1.156.245
1.156.245
.............................
.............................
23.062
128.212
.............................
.............................
-
8.375
.............................
.............................
1.179.307
1.292.832
.............................
.............................
1.545.367
1.925.014
.............................
.............................
243.223 158.465
201.673 108.552
Voorzieningen 16. Voorziening wachtgeld en gemeentelijke FPU-aanvulling 17. Voorziening jubileumuitkeringen
401.688
310.225
.............................
.............................
603.156 752.540 1.172.430
474.441 761.576 1.454.444
Kortlopende schulden 18. Crediteuren 19. Vooruitontvangen abonnementen 20. Kortlopende schulden en overlopende passiva
19
2.528.126
2.690.461
.............................
.............................
4.475.181
4.925.700
3.2
GECONSOLIDEERDE EXPLOITATIEREKENING 2014 jaarplan begroting 2014 €
jaarverslag
2014 €
jaarverslag 2013 €
BATEN DIRECTE OPBRENGSTEN Publieksinkomsten buitenland
1.160.000
Recette Uitkoop Overige publieksinkomsten Publieksinkomsten binnenland
1.011.479
2.011.822
.............................
.............................
............................
2.612.000 630.000 77.000
2.132.083 758.788 58.938
2.471.211 668.558 98.829
3.319.000
2.949.809
3.238.598
.............................
.............................
............................
21. Directe opbrengsten (publieksinkomsten) 22. Sponsorinkomsten 23. Overige inkomsten
4.479.000 540.000 -
3.961.288 540.000 4.500
5.250.420 603.300 143.407
24. Indirecte opbrengsten
5.019.000 13.000
4.505.788 10.510
5.997.127 76.429
5.032.000
Totaal opbrengsten
4.516.298
6.073.556
.............................
.............................
............................
4.356.756 6.597.500
4.368.353 6.378.502
4.361.941 6.597.500
50.000 80.000 150.000
97.448 80.000 331.450
75.000 245.500 197.394
Bijdragen 25. Structurele subsidie Ministerie OCenW (cultuurnota) 26. Structurele Subsidie Gemeente Rotterdam 27. Overige niet structurele subsidies / bijdragen Particulieren inclusief vriendenverenigingen Uit publieke middelen Uit private middelen
11.234.256
Totaal subsidies/bijdragen Totale baten
11.255.753
11.477.335
.............................
.............................
............................
16.266.256
15.772.051
17.550.891
1.347.000 895.000 222.000 230.000 921.000
1.412.263 1.027.522 384.741 1.262.674
1.604.851 1.019.352 245.699 339.800 1.047.559
LASTEN 28. Beheerslasten: Personeelskosten Waarvan vast contract Waarvan tijdelijk contract Waarvan inhuur 29. Beheerslasten: Materiële lasten Beheerslasten
2.268.000
30. Activiteitenlasten: Personeelskosten Waarvan vast contract Waarvan tijdelijk contract Waarvan inhuur 31. Activiteitenlasten: Materiële lasten Activiteitenlasten
............................
9.943.000 7.057.000 660.000 2.226.000 4.090.256
10.426.497 7.598.580 2.827.917 3.162.501
9.775.695 7.195.478 644.251 1.935.966 4.581.218
14.033.256
Saldo uit gewone bedrijfsvoering
13.588.998
14.356.913
.............................
............................
16.301.256
16.263.935
17.009.323
.............................
.............................
............................
(35.000)
Rentebaten en waardeveranderingen financiële vaste activa
2.652.410
.............................
.............................
Som der lasten
2.674.937
.............................
35.000
.............................
(491.884) 112.237
.............................
541.568 (25.689)
............................
Exploitatiesaldo
-
(379.647)
515.879
Toegevoegd/onttrokken aan: Eigen vermogen, algemene reserve Bestemmingsfonds OCW Bestemmingsreserve instrumenten Bestemmingsreserve innovatie Bestemmingsfonds mw D.M. Zeijlstra-Suermondt
-
(266.122) (105.150) (8.377)
254.100 128.212 28.592 114.713 (9.738)
Exploitatiesaldo
-
(379.647)
515.879
20
3.3
GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT
Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. 2014 € (379.647)
2013 € 515.879
38.537 91.462
43.674 (68.921)
Bruto kasstroom uit operationele activiteiten
(249.648)
490.632
Mutatie vorderingen Mutatie kortlopende schulden
(627.300) (162.336)
87.002 (40.407)
Exploitatieresultaat Afschrijvingen materiële vaste activa Mutatie voorzieningen
I Netto kasstroom uit operationele activiteiten
(1.039.284) .............................
537.227 .............................
II Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiele vaste activa Investeringen in financiele vaste activa
(29.176) (24.335)
(5.270) (1.138.002)
(53.511)
(1.143.272)
.............................
III Kasstroom uit financieringsactiviteiten
-
.............................
.............................
Mutatie liquide middelen I + II + III
(1.092.795)
Liquide middelen einde boekjaar Liquide middelen begin boekjaar
795.361 1.888.156
Mutatie liquide middelen
.............................
-
(1.092.795)
(606.045) 1.888.156 2.494.201 (606.045)
In 2014 is met name de vordering positie met de Doelen verslechterd. Het verschil bedraag pr saldo € 1.000.000. Aan het eind van 2013 had de Doelen het orkest te veel betaald. Eind 2014 was deze positie omgekeerd. Begin 2015 heeft de Doelen de betaling voor de kaartverkoop aan het orkest verricht en is de normale situatie hersteld. In 2013 is de financiële positie met € 600.000 verbeterd. Die verbetering is in 2013 gerealiseerd door het positieve resultaat van € 516.000. Die verbetering is verdeeld door een afname van de liquide middelen enerzijds en een investering in effecten anderzijds.
21
3.4
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS EN EXPLOITATIEREKENING
ALGEMENE GRONDSLAGEN VOOR HET OPSTELLEN VAN DE JAARREKENING De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving 640, die uitgegeven zijn door de Raad voor de Jaarverslaggeving. De rapportage is gebaseerd richtlijnen inzake de financiële verantwoording cultuursubsidies voor orkesten en muziekgezelschappen. Activa en verplichtingen worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Indien geen specifieke waarderingsgrondslag is vermeld vindt waardering plaats tegen de verkrijgingsprijs. In de balans, de exploitatierekening en het kasstroomoverzicht zijn referenties opgenomen. Met deze referenties wordt verwezen naar de toelichting. De in de consolidatie begrepen stichtingen zijn: � Stichting Remplaçanten Rotterdams Philharmonisch Orkest � Stichting Medewerkers Rotterdams Philharmonisch Orkest Consolidatie Intercompany-transacties, intercompany-winsten en onderlinge vorderingen en schulden tussen de in de consolidatie opgenomen rechtspersonen worden geëlimineerd, voor zover de resultaten niet door transacties met derden buiten de groep zijn gerealiseerd. Ongerealiseerde verliezen op intercompany-transacties worden ook geëlimineerd tenzij er sprake is van een bijzondere waardevermindering. Waarderingsgrondslagen van groepsmaatschappijen en andere in de consolidatie opgenomen rechtspersonen zijn waar nodig gewijzigd om aansluiting te krijgen bij de geldende waarderingsgrondslagen voor het orkest. Boekjaar Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. De vorderingen uit hoofde van verkochte abonnementen en losse kaarten, waarvan het orkest het economische en juridische eigendom bezit, worden als vordering opgenomen. De tegenhanger van deze post is de vooruitontvangen kaartverkoop. Incasso van het grootste deel van deze post verloopt via de Doelen. Stelselwijzigingen In het boekjaar 2014 hebben zich geen stelselwijzigingen voorgedaan. Schattingswijzigingen In 2014 hebben zich geen schattingswijzigingen voorgedaan. Schattingen Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening te kunnen toepassen, is het nodig dat het bestuur zich over verschillende zaken een oordeel vormt, en dat het bestuur schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het geven van het in art. 2:362 lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende jaarrekeningposten. Vergelijking met voorgaand jaar De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaand jaar. Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen, met uitzondering van deposito’s met een looptijd langer dan drie maanden. Bijzondere waardeverminderingen van vaste activa Op balansdatum wordt beoordeeld of er aanwijzingen zijn dat een vast actief aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld. Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is
22
sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde; de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs onder aftrek van afschrijvingen. Er wordt rekening gehouden met bijzondere waardeverminderingen; dit is het geval als de boekwaarde van het actief (of van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort) hoger is dan de realiseerbare waarde ervan. Materiële vaste activa Overige vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs inclusief direct toerekenbare kosten, onder aftrek van lineaire afschrijvingen gedurende de verwachte toekomstige gebruiksduur en bijzondere waardeverminderingen. Financiële vaste activa Effecten die onderdeel zijn van de handelsportefeuille worden gewaardeerd tegen reële waarde. Waardeveranderingen worden rechtstreeks in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Vorderingen Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Handelsvorderingen worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering gebracht op de boekwaarde van de vordering. Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en deposito’s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voorzieningen Algemeen Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de beste schatting van de bedragen die noodzakelijk zijn om de verplichtingen per balansdatum af te wikkelen. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichtingen af te wikkelen, tenzij anders vermeld. Voorziening jubilea De voorziening jubilea wordt opgenomen tegen de contante waarde van de verwachte uitkeringen gedurende het dienstverband. Bij de berekening van de voorziening wordt onder meer rekening gehouden met verwachte salarisstijgingen en de blijfkans. Bij het contant maken is 3 % als disconteringsvoet gehanteerd. Schulden Schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen reële waarde. Transactiekosten die direct zijn toe te rekenen aan de verwerving van de schulden worden in de waardering bij eerste verwerking opgenomen. Schulden worden na eerste verwerking gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs, zijnde het ontvangen bedrag rekening houdend met agio of disagio en onder aftrek van transactiekosten. Pensioenvoorzieningen Het Rotterdams Philharmonisch heeft een aantal pensioenregelingen waarop de bepalingen van de Nederlandse Pensioenwet van toepassing zijn en waarvoor op verplichte, contractuele of vrijwillige basis premies aan pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen worden betaald. De premies worden verantwoord als personeelskosten zodra deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien dit tot een terugstorting leidt of tot een vermindering van toekomstige betalingen. Nog niet betaalde premies worden als verplichting op de balans opgenomen. Voor vrijwel alle medewerkers is de pensioenregeling bij het pensioenfonds ABP ondergebracht. De pensioenuitvoerder is APG en de belangrijkste kenmerken van de pensioenregelingen zijn: middelloonregeling, opbouw van 1,95% per jaar en een pensioenrekenleeftijd van 67 jaar.
23
Grondslagen voor bepaling van het resultaat Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de opbrengstwaarde van de geleverde prestaties en de kosten en andere lasten over het jaar. De opbrengsten op transacties worden verantwoord in het jaar waarin zij zijn gerealiseerd. Verkoop van goederen Opbrengsten uit de verkoop van goederen worden verwerkt zodra alle belangrijke rechten en risico’s met betrekking tot de eigendom van de goederen zijn overgedragen aan de koper. Verlenen van diensten Opbrengsten uit het verlenen van diensten geschieden naar rato van de geleverde prestaties, gebaseerd op de verrichte diensten tot aan de balansdatum in verhouding tot de in totaal te verrichten diensten. Royaltyopbrengsten Royaltyopbrengsten worden toegerekend aan de verslagperiode in overeenstemming met de inhoud van de overeenkomst. Koersverschillen Koersverschillen die optreden bij de afwikkeling of omrekening van monetaire posten worden in de exploitatierekening verwerkt in de periode dat zij zich voordoen, tenzij hedge accounting wordt toegepast. Afschrijvingen op immateriële en materiële vaste activa Immateriële vaste activa en materiële vaste activa worden vanaf het moment van ingebruikneming afgeschreven over de verwachte toekomstige gebruiksduur van het actief. Indien een schattingswijziging plaatsvindt van de toekomstige gebruiksduur, dan worden de toekomstige afschrijvingen aangepast. Operationele leasing Leasecontracten waarbij een groot deel van de voor- en nadelen die aan de eigendom verbonden zijn, niet bij het orkest ligt worden verantwoord als operationele leasing. Verplichtingen uit hoofde van operationele leasing worden, rekening houdend met ontvangen vergoedingen van de lessor, op lineaire basis verwerkt in de winst-en-verliesrekening over de looptijd van het contract. Personeelsbeloningen Periodiek betaalbare beloningen Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de exploitatierekening voor zover ze verschuldigd zijn aan werknemers. De leden van de Raad van Toezicht ontvangen geen beloning. Bijzondere posten Bijzondere posten zijn baten of lasten die voortvloeien uit gebeurtenissen of transacties die behoren tot het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening, maar die omwille van de vergelijkbaarheid apart toegelicht worden op grond van de aard, omvang of het incidentele karakter van de post. Overheidssubsidies Exploitatiesubsidies worden als bate verantwoord in de exploitatierekening in het jaar waarin de gesubsidieerde kosten zijn gemaakt of opbrengsten zijn gederfd, of wanneer een gesubsidieerd exploitatietekort zich heeft voorgedaan. De baten worden verantwoord als het waarschijnlijk is dat deze worden ontvangen. Financiële baten en lasten Rentebaten en rentelasten Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva.
24
3.4.1 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS 1. Immateriële vaste activa Het verloop van de immateriële activa is als volgt: 2014 €
Boekwaarde begin boekjaar Investeringen in het seizoen Afschrijvingen
€
17.067 (17.067)
Boekwaarde einde boekjaar
2013
38.720 (21.653)
-
17.067
Aanschafwaarde totaal
62.585
62.585
Afschrijvingen cumulatief
62.585
45.518
De immateriële activa betreft geactiveerde software en wordt in 3 jaar afgeschreven. Per einde 2014 is de software volledig afgeschreven. 2. Materiële vaste activa Inventaris en apparatuur Het verloop van de investeringen in inventaris en apparatuur is als volgt: Boekwaarde begin boekjaar Investeringen in het seizoen Afschrijvingen Boekwaarde einde boekjaar Aanschafwaarde totaal Afschrijvingen cumulatief
42.488 29.176 (21.470)
59.239 5.270 (22.021)
50.194
42.488
118.600
108.299
68.406
65.811
De inventaris wordt in 10 jaar en de apparatuur (met name computers) in 3 jaar afgeschreven. Een bedrag van € 18.875 (2013: € 76.289) is volledig afgeschreven en uit het cumulatief geëlimineerd. De afschrijving van de bedrijfsauto is verantwoord onder de materiële activiteitenlasten. Duurzame instrumenten Op de duurzame instrumenten (strijkinstrumenten) wordt niet afgeschreven. De stichting had aan het begin van het seizoen een vijftal bijzondere instrumenten (vier violen en een cello) en een strijkstok in eigendom. De verzekerde waarde per 31 december 2014 bedraagt € 850.000 (vorig jaar € 840.000). De verzekerde waarde wordt regelmatig, bij voorkeur eens in de 3 jaar, vastgesteld. Gegeven het feit dat deze instrumenten waardevast zijn of zelfs in waarde vermeerderen wordt niet afgeschreven. De instrumenten zijn gewaardeerd op de getaxeerde verzekerde waarde per 31 augustus 1998 ad € 445.250. Waardeveranderingen vanaf die datum worden niet meer in de balans getoond. 3. Financiële vaste activa Begin april is een portefeuille obligaties aangeschaft om een hoger rendement te realiseren. 31-12-14 €
Saldo ultimo boekjaar
1.162.337
31-12-13 €
1.138.002
De effecten zijn onderdeel van de handelsportefeuille en worden gewaardeerd tegen reële waarde. Waardeveranderingen worden rechtstreeks in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Transactiekosten worden rechtstreeks in de winst-en-verliesrekening verwerkt.
25
4. Debiteuren Saldo ultimo boekjaar
31-12-14
31-12-13
269.140
163.710
De vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, rekening houdend met oninbaarheid. 5. Overige vorderingen en overlopende activa Per 31 december is voor deze post de volgende specificatie te geven: Vereniging Vrienden van het Rotterdams Philharmonisch Orkest Te vorderen omzetbelasting Vorderingen op gelieerde rechtspersonen Philharmonic Festival Philharmonisch Fonds Overige subsidieverstrekkers Nog te ontvangen subsidie Gemeente Rotterdam Overige vorderingen Adessium Fondsen Vorderingen uit hoofde van de kaartverkoop volgend seizoen Vordering uit hoofde van onverschuldigde betaling inzake de WNT Diverse vorderingen Overlopende activa Vorderingen uit hoofde van kaartverkoop Overlopende rente Nog te factureren Vooruitbetaalde kosten publiciteit Vooruitbetaalde tourneekosten Vooruitbetaalde overige kosten
112.501 -
15.000 36.010
36.801 334.244
113.200 281.110
-
268.498
192.082
92.058 159.570
5.043 104.853
157.041
716.056 876 61.550
4.930 36.650
79.069 109.823
24.627 42.333
1.752.898
1.231.027
De vorderingen hebben een looptijd korter dan een jaar. De vordering uit hoofde van de kaartverkoop voor het resterende deel van het lopende seizoen op de Doelen is gesaldeerd met de te betalen facturen. De vordering uit hoofde van onverschuldigde betaling inzake de WNT betreft de heer Pot. De heer Pot is beschikbaar gesteld door Pot & Mertens Management B.V. 6. Liquide middelen De liquide middelen staan ter vrije beschikking. Eigen vermogen 7. Algemene reserve De algemene reserve bestaat uit de gecumuleerde overschotten en tekorten uit de exploitatie van de stichting. De mutaties zijn als volgt weer te geven: 2014
Saldo begin boekjaar Aanpassing op verzoek van het Ministerie van OCW Resultaat minus toevoegingen aan bestemmingsreserves Saldo einde boekjaar
2013
€
€
632.137 (266.122)
407.237 (29.200) 254.100
366.015
632.137
Het eigen vermogen dient er voor om schommelingen in de resultaten te kunnen opvangen. Het vrij besteedbare vermogen wordt als te gering gezien. Een vermogen van € 2,5 miljoen wordt als wenselijk beschouwd. 8. Bestemmingsreserve studie musici Op deze reserve kunnen jonge musici van het Rotterdams Philharmonisch Orkest een beroep doen voor een tegemoetkoming in bijvoorbeeld de kosten voor het bijwonen van "Master Classes". In het verslagjaar is geen beroep op het fonds gedaan. Deze beperking is door het bestuur aangebracht. Saldo einde boekjaar
1.553
26
1.553
9. Bestemmingsreserve educatie In het najaar van 2001 heeft er ten behoeve van educatie een sponsorgala plaatsgevonden bij BMW Breeman in Rotterdam. Ensembles bestaande uit leden van het Rotterdams Philharmonisch Orkest hebben hierbij opgetreden. De opbrengst van dit sponsorgala is geschonken aan het Rotterdams Philharmonisch Orkest en zal worden aangewend voor educatieve activiteiten. Deze beperking is door het bestuur aangebracht. 2014 €
Saldo einde boekjaar
41.819
2013 €
41.819
10. Bestemmingsreserve investeringen arbeidsomstandigheden De bestemmingsreserve investeringen arbeidsomstandigheden is gevormd uit de vrijval van de voorziening backservice pensioenen en is bestemd voor investeringen in verbetering van de arbeidsomstandigheden van de musici. Deze beperking is door het bestuur aangebracht. Saldo einde boekjaar
187.372
187.372
11. Bestemmingsreserve instrumenten De bestemmingsreserve instrumenten is gevormd uit het resultaat van de verkoop van een van de violen en toevoeging van de herwaardering van de instrumenten. Deze beperking is door het bestuur aangebracht. Saldo begin boekjaar Dotatie nalatenschap
510.508 -
481.916 28.592
Saldo einde boekjaar
510.508
510.508
12. Bestemmingsreserve innovatie De bestemmingsreserve innovatie is gevormd uit de opbrengst van nalatenschappen ontvangen in 2012 en 2013. De nalatenschappen zijn verantwoord onder overige inkomsten. Deze beperking is door het bestuur aangebracht. Saldo begin boekjaar Dotatie nalatenschap
235.876 -
121.163 114.713
Saldo einde boekjaar
235.876
235.876
13. Bestemmingsreserve OCW 2009-2012 In de kunstenplanperiode 2009-2012 is op basis van evenredigheid van de subsidie een deel van het resultaat, het niet gebruikte deel van de subsidie, onttrokken dan wel toegevoegd aan het zogenaamde Bestemmingsfonds OCW. Dit bedrag is in die cultuurperiode gecumuleerd tot € 179.117. Dit bedrag is toegevoegd aan de bestemmingsreserve OCW en dient in de cultuurplanperiode 2013-2016 te worden aangewend voor projecten waarvoor de instellingssubsidie 20132016 is verleend. Saldo begin boekjaar Toegevoegd aan de reserve
179.117 -
179.117
Saldo einde boekjaar
179.117
179.117
27
14. Bestemmingsfonds OCW In de kunstenplanperiode 2013-2016 wordt op basis van evenredigheid van de subsidie een deel van het resultaat, het niet gebruikte deel van de subsidie, onttrokken dan wel toegevoegd aan het zogenaamde Bestemmingsfonds OCW Het verloop van het fonds is als volgt: 2014
Saldo begin boekjaar Onttrokken/toegevoegd aan het fonds Aanpassing op verzoek van het Ministerie van OCW Toevoeging aan bestemmingsreserve OCW restant 2009-2012 Saldo einde boekjaar
2013
€
€
128.212 (105.150) -
149.917 128.212 29.200 (179.117)
23.062
128.212
Van het exploitatiesaldo van het kalenderjaar 2014 wordt € 105.150 onttrokken aan het bestemmingsfonds. Dit is gebaseerd op de verhouding van de subsidie van OCW en de totale inkomsten. 15. Bestemmingsfonds mevrouw D.M. Zeijlstra-Suermondt Het uit een nalatenschap van mw. D.M. Zeijlstra-Suermondt aan de Stichting Rotterdams Philharmonisch Orkest gevormde fonds kan worden aangesproken voor bijzondere bestemmingen die ten goede komen aan de kwaliteit van het orkest. Het fonds adopteert jaarlijks een aantal concerten. Het fonds wordt gevoed met renteopbrengsten. Onttrekking vindt plaats voor de door het fonds geadopteerde concerten. Saldo begin boekjaar Af: ten bate van uitgevoerde concerten Rente
8.375 (8.375) -
Saldo einde boekjaar
-
18.113 (10.000) 262 8.375
Voorzieningen 16. Voorziening wachtgeld en aanvulling gemeentelijke FPU Deze voorziening is gevormd voor de ten laste van de stichting komende wachtgelduitkeringen. Zowel wettelijke als bovenwettelijke wachtgeldregelingen zijn namelijk voor rekening van de werkgever. Hiertegenover staat dat ook geen WW-premie noch sectorpremie behoeft te worden afgedragen. Ten laste van deze voorziening worden de wachtgelduitkeringen gebracht. Verder worden de kosten van de gemeentelijke toeslag op de FPU-regeling, alsmede aanvullingen op FPU-regelingen ten laste van deze voorziening gebracht. Per balansdatum wordt de ingegane verplichting berekend en dan wordt de dotatie aan de voorziening bepaald. De verplichtingen zijn contant gemaakt tegen 3%. 2014
2013
€
€
Saldo begin boekjaar Toevoegingen Onttrekkingen
201.673 198.142 (156.592)
290.808 124.314 (213.449)
Saldo einde boekjaar
243.223
201.673
Van de voorziening is een bedrag van € 15.000 als langlopend (langer dan een jaar) aan te merken.
28
17. Voorziening jubileumuitkeringen Deze voorziening geeft de reële en de contante waarde weer van de toekomstige verwachte jubileumaanspraken bij aanvang en bij het einde van het boekjaar. Het verloop van de voorziening is als volgt: 2014
2013
€
€
Saldo begin boekjaar Jubileumuitkeringen Jubileumlasten werkgever Verhoging voorziening vanwege hogere jubileumuitkering musici
108.552 (26.195) 24.360 51.748
88.338 (15.000) 35.214 -
saldo einde boekjaar
158.465
108.552
De voorziening is gebaseerd op een contante waarde van 3%, sterftetafel van 2000-2005 en een pensioenleeftijd van 67 jaar. Van de voorziening is een bedrag van € 142.000 als langlopend (langer dan een jaar) aan te merken. 18. Crediteuren 31-12-14
Crediteuren
31-12-13
€
€
603.156
474.441
752.540
761.576
19. Vooruitontvangen abonnementen Vooruitontvangen abonnementen
Dit betreft verkochte abonnementen en losse kaarten. De incasso vindt plaats op de bankrekening van de Doelen. De nog niet afgedragen gelden zijn verantwoord onder vorderingen uit hoofde van kaartverkoop. 20. Kortlopende schulden en overlopende passiva Per 31 december is voor deze post de volgende specificatie te geven: Belastingen en premies sociale verzekering en omzetbelasting Schulden aan gelieerde rechtspersonen Sociaal Fonds Personeelsvereniging Afwikkeling kaartverkoop Stichting Adessium Rotterdam Philharmonic Strings Ministerie van OCW vooruitontvangen subsidies Te betalen pensioengelden t.b.v. remplaçanten Overlopende passiva Te betalen vakantietoeslag en eindejaarsuitkering Salarissen en overwerk Diverse overlopende passiva
450.875
565.340
4.833 692 28.229 18.266 5.431 80.377
3.045 1.392 240.384
275.283 80.063 228.381
286.398 173.157 76.024
1.172.430
1.454.444
18.152 5.431 85.121
De kortlopende schulden en overlopende passiva hebben een looptijd korter dan een jaar. Niet uit de balans blijkende verplichtingen Overige aangegane verplichtingen Uit hoofde van het kunstenplan heeft het Orkest tot en met het kalenderjaar 2016 de toezegging ontvangen om van het Ministerie van OCW een bedrag in het komende jaar te ontvangen ter hoogte van € 4.368.353 en voor de resterende cultuurperiode tot eind 2016 € 4.368.353. Van de Gemeente Rotterdam, voor het komende jaar € 6.733.500 en voor langer dan een jaar € 6.733.500. Inzake afgesloten leasecontracten bestaat er per balansdatum een bruto contractuele verplichting van € 25.000. Verder zijn voor het komende jaar reserveringen voor zaalhuur van de Doelen aangegaan ten bedrage van € 776.000. Voor de kantoorhuur is een verplichting aangegaan voor € 88.000 komend jaar en voor langer dan een jaar € 676.000. Ten aanzien van de dirigenten en solisten zijn er contractuele verplichtingen aangegaan voor het komende jaar ter hoogte van € 1.498.000 en voor 2016 van € 1.019.000.
29
3.4.2 TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE EXPLOITATIEREKENING Baten 21. Directe opbrengsten (Publieksinkomsten) Een specificatie van deze opbrengsten geeft het onderstaande beeld: jaarplan
jaarverslag
jaarverslag
begroting
Publieksinkomsten buitenland
2014
2014
€
€
1.160.000
1.011.479
2013
€ 2.011.822
.............................
.............................
............................
Recette
2.612.000
2.132.083
2.471.211
Uitkoop
630.000
758.788
668.558
Opbrengst media activiteiten Verkoop Intrada Verkoop cd’s
10.000 50.000 17.000
8.425 47.707 2.806
28.418 53.310 17.101
Overige publieksinkomsten
77.000
58.938
98.829
Publieksinkomsten binnenland
3.319.000
Directe opbrengsten (publieksinkomsten)
2.949.809
3.238.598
.............................
.............................
............................
4.479.000
3.961.288
5.250.420
De recette is lager dan begroot. De bezoekersaantallen zijn lager dan begroot. In de begroting was uitgegaan van een consolidatie van de aantallen en de prijzen. 22. Sponsorinkomsten Een specificatie van de overige inkomsten geeft het onderstaande beeld: Sponsorbijdragen Philharmonisch Fonds Sponsoring Tournee Sponsoring LOTR Sponsoring Blown Away
500.000 40.000 -
500.000 40.000 -
500.000 40.000 27.800 35.500
540.000
540.000
603.300
-
4.500
143.407
-
4.500
143.407
23. Overige inkomsten Nalatenschappen
In 2014 is voor een bedrag van € 4.500 als ontvangen nalatenschappen verantwoord. Dit betreft één nieuwe nalatenschap. 24. Indirecte opbrengsten Vergoeding fonds orkestmusici Royalties Overige opbrengsten
Bijdragen 25. Structurele Subsidie Ministerie OCenW (cultuurnota) Jaarlijkse subsidie op basis van de cultuurnota voor 2014
11.000 2.000
11.895 416 (1.801)
11.697 208 64.524
13.000
10.510
76.429
4.368.353
Er heeft in 2014 een prijsbijstelling ad € 6.412 plaatsgevonden. De subsidie wordt ontvangen op basis van de cultuurnota 2013-2016. De afrekening van de subsidie vindt plaats op basis van de realisatie van de ingediende plannen. Tot en met 2013 is er met OCW afgerekend.
30
26. Structurele Subsidie Gemeente Rotterdam Subsidie kalenderjaar 2014 op basis van het kunstenplan Vordering Gemeente Rotterdam
6.647.000 (268.498) 6.378.502
Van de Gemeente Rotterdam is op 25 april 2013 een beschikking ontvangen waarin de begroting en de prestatieindicatoren zijn goedgekeurd (12dkc00659). Het subsidiebedrag is met de brief van 3 februari 2014 (SUB.13.06.00014.SBSA) verhoogd naar € 6.647.000. De afrekening van de subsidie vindt plaats op basis van de realisatie van de in het jaarplan 2014 aangegeven activiteiten. Over de vordering op de Gemeente ad € 268.498 is discussie gaande. Vanwege deze discussie is de vordering in de jaarrekening afgeboekt. 27. Overige niet structurele subsidies /bijdragen jaarplan
jaarverslag
jaarverslag
begroting
Bijdrage van particulieren inclusief vriendenverenigingen Vereniging Vrienden van het Rotterdams Philharmonisch Orkest
2014
2014
€
€
50.000
Uit publieke middelen Sponsoring door de trojka Fonds Podiumkunsten Bijdrage Gemeente Rotterdam Bijdrage uit publiek middelen
Bijdrage uit private middelen
.............................
............................
80.000 -
80.000 -
80.000 44.900 120.600
80.000
245.500
.............................
.............................
............................
100.000 50.000 -
136.950 4.000 10.000 4.000 71.000 18.000 4.000 4.500 2.000 5.000 1.000 2.000 12.500 3.000 1.500 11.000 3.000 4.000 5.000 5.000 2.000 5.000 17.000
145.644 12.000 2.500 1.500 5.000 1.250 7.500 5.000 2.000 5.000 10.000
150.000
Totaal bijdragen
75.000
.............................
80.000
Uit private middelen Bijdrage Adessium voor Community Projects Diverse fondsen Codarts Culturele projecten De Doelen Music Matters Mecenaat SKVR Elise Mathilde Fonds Erasmus Stichting Fonds Schiedam Vlaardingen Janivo Stichting KCR Cultuurtraject Schadee Fonds SNS Reaal Fonds Swart van Essen Thurkow Fonds Trekpaert van Capellen Stichting van Ommeren de Voogt van Leeuwen van Lignac van Wijngaarden Boot Verhagen Stichting Volkskracht VSB Fonds
97.448
2013
€
331.450
197.394
.............................
.............................
............................
280.000
508.898
517.894
De Vereniging Vrienden heeft naast de vergoeding aan Intrada (abonnement Intrada), de aanschaf en onderhoud van instrumenten, voor € 97.448 (2013 € 75.000) bijgedragen aan het orkest. Separaat ondersteunt de Vereniging Vrienden het Gergiev Festival.
31
Lasten Specificatie beheerslasten jaarplan
jaarverslag
jaarverslag
begroting 2014
2014
€
€
597.000 249.000 436.000
817.350 169.355 385.990
2013
€
28. Beheerslasten: Personeelskosten Personeelslasten per onderdeel Directie, secretariaat en personeel Financiële zaken Marketing en klantenservice
1.282.000
.............................
Overige personeelskosten team Reiskosten woon/werk Wervingskosten personeel Verhuis- en inrichtingskosten ARBO-dienst Overige personeelskosten
35.000 4.000 5.000 3.000 18.000 65.000
Overige personeelslasten Totaal beheerslasten: personeelslasten
1.372.695
.............................
25.455 1.271 (3.087) 3.920 12.009 39.568
933.955 148.031 452.708 1.534.694
............................
36.825 13.889 567 3.504 15.372 70.157
.............................
.............................
............................
1.347.000
1.412.263
1.604.851
Voor de afdeling directie, secretariaat en personeel is € 597.000 begroot. Hiernaast is in de begroting 2014 een algemeen budget gereserveerd van € 800.000 voor de speerpunten innovatie, marketing, media, salarissen en de basis op orde. Dit totale budget is opgenomen onder de activiteitenlasten personeel. De bezoldiging, met inbegrip van de pensioenlasten, van de bestuurders, gewezen bestuurders, toezichthouders en gewezen toezichthouders bedraagt in 2014 € 545.368. Naast de uitputting van het begrote bedrag voor de afdeling directie, secretariaat en personeel zijn in 2014 ten laste van het extra budget de kosten voor de onderhandelingen en uitwerking van het CAO traject ad € 98.000 gebracht. Verder is in 2013 de afdeling directie versterkt door de begrote beleidsmedewerker op te waarderen naar een operationeel manager (+€ 55.000). In de loop van 2014 heeft hij de positie van waarnemend directeur op zich genomen. De vacature voor manager HR&O heeft geleid tot extra kosten. Verder zijn er projectkosten gemaakt voor het voor het op orde brengen van de basisprocessen en de beheerskosten van innovatie. Bij de afdeling financiële zaken is de bezetting gedaald en wordt de salarisadministratie nu verantwoord onder personeelszaken. De bezetting van het team is door vacatures gadaald van 25,24 fte per eind 2013 naar 20,96 per eind 2014. WNT-verantwoording 2014 Stichting Rotterdams Philharmonisch Orkest Hieronder treft u de verantwoording uit hoofde van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen en de RVT publieke en semipublieke sector (WNT) aan. Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op de Stichting Rotterdams Philharmonisch Orkest van toepassing zijnde regelgeving: Het algemene WNT-maximum. Het bezoldigingsmaximum in 2014 de Stichting Rotterdams Philharmonisch Orkest is € 230.474. Het weergegeven toepasselijke WNT-maximum per persoon of functie is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Uitzondering hierop is het WNT-maximum voor de leden van [Raad van Toezicht / Raad van Commissarissen]; dit bedraagt voor de voorzitter 7,5% en voor de overige leden 5% van het bezoldigingsmaximum .
32
Bezoldiging topfunctionarissen Leidinggevende topfunctionarissen bedragen x € 1
Functie Duur dienstverband Omvang dienstverband (in fte) (Fictieve) dienstbetrekking?
Hans Waege
Hans Pot
Hans Waege 2013
Algemeen directeur 1/1/14 - 31/12/14 1,0 ja
Algemeen directeur 25/4/14 - 31/12/14 0,0 nee
Algemeen directeur 1/1/13 - 31/12/13 1,0 ja
nvt
ja
nvt
Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam?
Bezoldiging Beloning Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn
190.039 9.091 27.038
134.317 -
130.481 29.977 36.752
Totaal bezoldiging
226.168
134.317
197.210
Toepasselijk WNT-maximum
230.474
134.317
228.599
Bezoldiging leden Raad van Toezicht Toezichthoudende topfunctionarissen Naam functie(s)
Totale bezoldiging in €
duur functie in het jaar (in dagen) Martin van Pernis Voorzitter RVT 0 122 René Smit Voorzitter RVT 0 243 Paul van de Beek Lid RVT 0 214 Herman van Campenhout Lid RVT 0 365 Francoise Klessens-Godfroy Lid RVT 0 365 Thessa Menssen Lid RVT 0 365 Coen van Oostrom Lid RVT 0 365 Jan Riezenkamp Lid RVT 0 151 In 2013 is evenmin sprake geweest van bezoldiging van de leden van de Raad van Toezicht. Overige rapportageverplichtingen op grond van de WNT Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen die in 2014 een bezoldiging boven het toepasselijke WNT-maximum hebben ontvangen, of waarvoor in eerdere jaren een vermelding op grond van de WOPT of de WNT heeft plaatsgevonden of had moeten plaatsvinden. Er zijn in 2014 geen ontslaguitkeringen aan overige functionarissen betaald die op grond van de WNT dienen te worden gerapporteerd.
33
jaarplan
jaarverslag
jaarverslag
begroting 2014
2014
€
€
2013
Huisvestingskosten Kantoorkosten Algemene publiciteitskosten Afschrijvingskosten
131.000 500.000 250.000 40.000
151.536 755.258 317.343 38.537
136.885 552.951 316.011 41.712
Totaal beheerslasten: materiële lasten
921.000
1.262.674
1.047.559
125.000 6.000
117.348 34.188
130.080 6.805
131.000
151.536
136.885
20.000 30.000 35.000 10.000 10.000 -
16.246 22.282 33.896 8.119 11.376 1.668
2.575 28.234 40.982 6.857 8.119 -
105.000 33.000 55.000 30.000 40.000 100.000 12.000 120.000 5.000
93.587 31.861 62.715 23.279 70.146 116.660 20.394 324.707 11.909
86.767 36.022 49.223 27.971 39.950 146.876 10.643 150.541 4.958
500.000
755.258
552.951
€
29. Beheerslasten: Materiële lasten
Huisvestingskosten Huur vaste ruimten de Doelen Overige huisvestingskosten
Kantoorkosten Drukwerk Verzendkosten Telefoon Kantoorbehoeften Fotokopieerkosten Overige bureaukosten Bureaukosten Representatiekosten Reiskosten algemeen Salarisadministratie (verwerker) Accountantskosten Automatisering en intranet Algemene verzekeringen Overige kosten Bankkosten en dergelijke
De hogere kosten bij automatisering houden verband met het project om de processen van de organisatie op orde te brengen en te verbeteren. In de overige kosten zijn de kosten opgenomen van juridische ondersteuning. Algemene publiciteitskosten
Publiciteit (algemeen) Intrada
jaarplan begroting 2014
jaarverslag
jaarverslag
2014
2013
€ 200.000 50.000
€ 239.320 78.023
€ 257.963 58.048
250.000
317.343
316.011
Er is een verschuiving van de kosten van specifieke (zie pagina 36) naar algemene publiciteit.
Afschrijvingen Afschrijvingskosten materiële vaste activa Afschrijvingskosten immateriële vaste activa
20.000 20.000
21.470 17.067
21.653 20.059
Afschrijvingskosten
40.000
38.537
41.712
34
jaarplan
jaarverslag
jaarverslag
begroting 2014
2014
€
€
364.000 915.000
278.198 868.596
2013
€
30. Activiteitenlasten: personeelskosten Artistieke leiding Vast personeel Honoraria concerten dirigenten
1.279.000
1.146.794
331.904 772.017 1.103.921
.............................
.............................
............................
Uitvoerend personeel Salarissen Sociale lasten Pensioenlasten
4.678.000 503.000 680.000
4.981.719 520.150 683.515
4.892.989 520.317 707.831
Salarissen en sociale- en pensioenlasten Toevoeging voorziening wachtgeld en fpu
5.861.000 120.000
6.185.384 198.142
6.121.137 124.314
Salariskosten vast personeel orkest Remplaçanten orkest Honoraria solisten
5.981.000 838.000 800.000
6.383.526 966.721 833.923
6.245.451 827.855 718.560
7.619.000
.............................
318.000
Ondersteunend personeel (orkest en producties)
.............................
196.000
Overig personeel (educatie en community projects)
8.184.170
.............................
425.796
.............................
237.608
7.791.866
............................
287.252
............................
148.356
.............................
.............................
............................
Overige personeelslasten musici/ondersteunend personeel Reiskosten woon/werk Wervingskosten personeel Onderhoud instrumenten Instrumentenverzekering Verhuis- en herinrichtingskosten ARBO-dienst Overige kosten
66.000 20.000 182.000 43.000 5.000 4.000 115.000
75.660 9.708 182.765 42.888 1.225 97.240
79.557 6.769 170.321 45.161 9.027 4.480 80.149
Kosten voormalig personeel Kleine ensembles Mediavergoedingen
435.000 16.000 50.000 30.000
409.486 6.615 16.028 -
395.464 13.295 32.266 3.275
531.000
Totaal activiteitenlasten: personeelslasten
432.129
444.300
.............................
.............................
............................
9.943.000
10.426.497
9.775.695
De hogere honorering van de tournees in het seizoen 2013/2014 heeft geleid tot een betaling van overwerk in augustus van ruim € 200.000. De kosten voor remplaçanten voor het orkest zijn hoger dan begroot door een relatief hoog verzuim en een aantal niet begrote uitdiensttredingen. Om de gevolgen van de Flexwet op te vangen, is de Stichting Remplaçanten Rotterdams Philharmonisch Orkest opgericht en wordt aan de remplaçanten van het Rotterdams Philharmonisch Orkest in deze stichting per productie een kortlopende arbeidsovereenkomst aangeboden. Hiervoor is voor deze groep een CAO met de vakbonden afgesloten. De door deze stichting gemaakte kosten worden aan het Rotterdams Philharmonisch Orkest doorberekend.
35
De werkelijke bezetting van het vaste orkest was aan het begin en eind van het jaar als volgt: Eerste violen Tweede violen Altviolen Celli Contrabassen Houtblazers Koperblazers Slagwerk/harp
per 31-12-2014 fte m v 14,40 5 11 12,20 5 9 9,25 6 6 7,35 8 3 7,33 4 1 10,83 9 4 15,00 14 1 5,00 5 1
per 31-12-2013 fte m v 15,70 5 13 12,30 5 9 9,35 4 6 8,95 8 3 7,33 8 1 12,40 10 4 15,00 14 1 5,00 5 1
Totaal musici
81,36
86,03
56
36
59
38
De aantallen hierboven betreffen de medewerkers in dienst bij de Stichting Rotterdams Philharmonisch Orkest, de Stichting Medewerkers Rotterdams Philharmonisch Orkest en de Stichting Remplaçanten Rotterdams Philharmonisch Orkest die ten laste van het Orkest komen. Er zijn geen werknemers buiten Nederland werkzaam. Kleine ensembles
Rotterdam Philharmonic Strings Toonkunst Wijkoptredens, schoolconcerten en dergelijke
jaarplan begroting 2014
jaarverslag
jaarverslag
2014
2013
€ 13.000 37.000
€ 13.614 2.414
€ 13.614 18.652 -
50.000
16.028
32.266
Hier worden de bijdragen aan Toonkunst en Rotterdam Philharmonic Strings getoond. De bijdrage aan Toonkunst is medio 2013 beeindigd. De bijdragen aan de schoolconcerten en de optredens in de wijk worden nu als onderdeel van het dienstverband van de musici uitgevoerd en de exra kosten die hier werden verantwoord zijn nu onderdeel van de vaste kosten van het orkest.
36
31. Activiteitenlasten: Materiële lasten Materieel voorbereiding
jaarplan
jaarverslag
begroting 2014
2014
85.000 101.000 200.000
88.846 94.770 214.689
€
Huur en aanschaf instrumenten Huur en aanschaf bladmuziek Huur repetitieruimtes
386.000
Totaal Materieel uitvoering Séjours Reis- en verblijfkosten musici Transportkosten instrumenten Reiskosten Zaalhuur Auteursrechten
30.000 41.000 25.000
58.853 25.398 32.319
13.529 23.875 26.817
96.000 300.000 51.000
116.570 298.246 56.250
64.221 296.028 76.417
1.400.000 800.000 276.000 182.000 60.000 114.000 70.000 53.256 2.955.256
.............................
3.402.256
Specifieke publiciteit Seizoensbrochure Chronologisch overzicht Verkoopcampagnes Publiciteit concerten Advertenties Affiches Programma's Overig
Afschrijvingen Totaal activiteiten: materiële lasten
471.066
436.666
.............................
............................
331.352 461.852 219.213 121.090
550.925 913.482 405.594 434.625
1.133.507 443.250 173.279 62.797 90.387 81.493 80.688
2.304.626 672.660 191.331 82.251 95.050 46.052 55.840
2.065.401
.............................
2.536.467
3.447.810
............................
3.884.476
.............................
.............................
............................
75.000 45.000 88.000
50.060 12.037 49.193
116.403 60.479
208.000 46.000 30.000 9.000 7.000
111.290 64.319 46.922 5.198 -
176.882 22.001 33.197 -
300.000
totaal
462.700
............................
Kosten tournees Honoraria dirigent/ solisten Reis- en verblijfkosten Séjours Overige tourneekosten
totaal
96.206 141.802 224.692
.............................
447.000
Overige uitvoeringskosten
398.305
2013
€
.............................
.............................
Extra exploitatiebudget Overige concertkosten Bezoekersservice Administratiekosten Koffie en theevergoeding Kosten voor mediaproducties Diversen
€
jaarverslag
227.729
232.080
.............................
.............................
............................
2.000
-
1.962
4.090.256
3.162.501
4.581.218
Het extra exploitatiebudget is begroot voor bijzondere projecten als innovatie, verbetering organisatie en loonvorming. De uitputting van dit budget is geboekt op de onderscheiden kostensoorten. De auteursrechten en de kosten van muziekmaterieel zijn hoger dan begroot door hogere kosten voor recenter geschreven repertoire. Ten aanzien van de kosten van de bezoekersservice zijn met de Doelen andere afspraken gemaakt. In plaats van een opslag per verkocht ticket worden de kosten nu op basis van werkelijke kosten berekend. Hierbij is een efficiency slag afgesproken. Vanwege een nieuwe richtlijn zijn in 2013 de normaal te activeren publiciteitskosten ten laste van de exploitatie gebracht, dit veroorzaakte een eenmalig last in 2013 van € 38.000.
37
3.5
ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
(na resultaatbestemming)
ACTIVA 31 december 2014
€
31 december 2013
€
Vaste activa 32. IMMATERIËLE VASTE ACTIVA 33. MATERIËLE VASTE ACTIVA Inventaris en apparatuur Duurzame instrumenten 34. FINANCIELE VASTE ACTIVA
-
17.067
50.194 445.250 1.162.337
42.488 445.250 1.138.002
1.657.781
1.642.807
.............................
.............................
269.140 1.598.897
163.710 1.034.468
Vorderingen 35. Debiteuren 36. Overige vorderingen en overlopende activa
1.868.037
1.198.178
.............................
.............................
5.740 762.462
4.194 1.875.787
37. Liquide middelen Kas Banken
38
768.202
1.879.981
.............................
.............................
4.294.020
4.720.966
PASSIVA 31 december 2014
€
31 december 2013
€
Eigen vermogen Stichtingskapitaal 38. ALGEMENE RESERVE 39. 40. 41. 42. 43. 44.
BESTEMMINGSRESERVES Bestemmingsreserve studie musici Bestemmingsreserve educatie Bestemmingsreserve investeringen arbeidsomstandigheden Bestemmingsreserve instrumenten Bestemmingsreserve innovatie Bestemmingsreserve OCW 2009-2012
45. BESTEMMINGSFONDS OCW OVERIGE BESTEMMINGSFONDSEN 46. Bestemmingsfonds mw. D.M. Zeijlstra-Suermondt
Totale eigen vermogen
45
45
.............................
.............................
366.015
632.137
.............................
.............................
1.553 41.819 187.372 510.508 235.876 179.117
1.553 41.819 187.372 510.508 235.876 179.117
1.156.245
1.156.245
.............................
.............................
23.062
128.212
.............................
.............................
-
8.375
.............................
.............................
1.179.307
1.292.832
.............................
.............................
1.545.367
1.925.014
.............................
.............................
243.223 158.465
201.673 108.552
Voorzieningen 47. Voorziening wachtgeld en gemeentelijke FPU-aanvulling 48. Voorziening jubileumuitkeringen
401.688
310.225
.............................
.............................
603.156 752.540 991.269
473.991 761.576 1.250.160
Kortlopende schulden 49. Crediteuren 50. Vooruitontvangen abonnementen 51. Kortlopende schulden en overlopende passiva
39
2.346.965
2.485.727
.............................
.............................
4.294.020
4.720.966
3.6
ENKELVOUDIGE EXPLOITATIEREKENING 2014 jaarplan begroting 2014 €
jaarverslag 2014 €
jaarverslag 2013 €
Resultaat Rotterdams Philharmonisch Orkest Resultaat deelnemingen
-
(379.647) -
515.879 -
Exploitatiesaldo
-
(379.647)
515.879
Toegevoegd/onttrokken aan: Eigen vermogen, algemene reserve Bestemmingsfonds OCW Bestemmingsreserve instrumenten Bestemmingsreserve innovatie Bestemmingsfonds mw D.M. Zeijlstra-Suermondt
-
(266.122) (105.150) (8.377)
254.100 128.212 28.592 114.713 (9.738)
Exploitatiesaldo
-
(379.647)
515.879
40
3.7
TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE BALANS EN EXPLOITATIEREKENING
De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de stellige uitspraken van de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving, uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving. De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling voor de enkelvoudige jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening zijn gelijk. Voor de grondslagen van de waardering van activa en passiva en voor de bepaling van het resultaat wordt verwezen naar de op pagina 22 tot en met 24 opgenomen toelichting op de geconsolideerde balans en winst-en-verliesrekening. 32. Immateriële vaste activa Het verloop van de immateriële activa is als volgt: 2014 €
Boekwaarde begin boekjaar Investeringen in het seizoen Afschrijvingen
€
17.067 (17.067)
Boekwaarde einde boekjaar
2013
38.720 (21.653)
-
17.067
Aanschafwaarde totaal
62.585
62.585
Afschrijvingen cumulatief
62.585
45.518
De immateriële activa betreft geactiveerde software en wordt in 3 jaar afgeschreven. Per einde 2014 is de software volledig afgeschreven. 33. Materiële vaste activa Inventaris en apparatuur Het verloop van de investeringen in inventaris en apparatuur is als volgt: Boekwaarde begin boekjaar Investeringen in het seizoen Afschrijvingen Boekwaarde einde boekjaar Aanschafwaarde totaal Afschrijvingen cumulatief
42.488 29.176 (21.470)
59.239 5.270 (22.021)
50.194
42.488
118.600
108.299
68.406
65.811
De inventaris wordt in 10 jaar en de apparatuur (met name computers) in 3 jaar afgeschreven. Een bedrag van € 18.875 (2013: € 76.289) is volledig afgeschreven en uit het cumulatief geëlimineerd. De afschrijving van de bedrijfsauto is verantwoord onder de materiële activiteitenlasten. Duurzame instrumenten Op de duurzame instrumenten (strijkinstrumenten) wordt niet afgeschreven. De stichting had aan het begin van het seizoen een vijftal bijzondere instrumenten (vier violen en een cello) en een strijkstok in eigendom. De verzekerde waarde per 31 december 2014 bedraagt € 850.000 (vorig jaar € 840.000). De verzekerde waarde wordt regelmatig, bij voorkeur eens in de 3 jaar, vastgesteld. Gegeven het feit dat deze instrumenten waardevast zijn of zelfs in waarde vermeerderen wordt niet afgeschreven. De instrumenten zijn gewaardeerd op de getaxeerde verzekerde waarde per 31 augustus 1998 ad € 445.250. Waardeveranderingen vanaf die datum worden niet meer in de balans getoond. 34. Financiële vaste activa Begin april is een portefeuille obligaties aangeschaft om een hoger rendement te realiseren. 31-12-14 €
Saldo ultimo boekjaar
1.162.337
41
31-12-13 €
1.138.002
De effecten zijn onderdeel van de handelsportefeuille en worden gewaardeerd tegen reële waarde. Waardeveranderingen worden rechtstreeks in de winst-en-verliesrekening verwerkt. Transactiekosten worden rechtstreeks in de winst-en-verliesrekening verwerkt. 31-12-14
35. Debiteuren Saldo ultimo boekjaar
31-12-13
€
€
269.140
163.710
De vorderingen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, rekening houdend met oninbaarheid. 36. Overige vorderingen en overlopende activa Per 31 december is voor deze post de volgende specificatie te geven: Vereniging Vrienden van het Rotterdams Philharmonisch Orkest Te vorderen omzetbelasting Vorderingen op gelieerde rechtspersonen Philharmonic Festival Philharmonisch Fonds Overige subsidieverstrekkers Nog te ontvangen subsidie Gemeente Rotterdam Overige vorderingen Adessium Fondsen Vorderingen uit hoofde van de kaartverkoop volgend seizoen Vordering uit hoofde van onverschuldigde betaling inzake de WNT Diverse vorderingen Overlopende activa Vorderingen uit hoofde van kaartverkoop Overlopende rente Nog te factureren Vooruitbetaalde kosten publiciteit Vooruitbetaalde tourneekosten Vooruitbetaalde overige kosten
112.501 --
15.000 36.010
36.801 288.953
113.200 281.110
-
268.498
192.082
92.058 159.570
5.043 (3.856)
(38.882)
716.056 876 61.550
4.930 36.013
79.069 109.823
24.627 42.334
1.598.898
1.034.468
De vorderingen hebben een looptijd korter dan een jaar. De vordering uit hoofde van de kaartverkoop voor het resterende deel van het lopende seizoen op de Doelen is gesaldeerd met de te betalen facturen. De vordering uit hoofde van onverschuldigde betaling inzake de WNT betreft de heer Pot. De heer Pot is beschikbaar gesteld door Pot & Mertens Management B.V. 37. Liquide middelen De liquide middelen staan ter vrije beschikking. Eigen vermogen 38. Algemene reserve De algemene reserve bestaat uit de gecumuleerde overschotten en tekorten uit de exploitatie van de stichting. De mutaties zijn als volgt weer te geven: 2014
Saldo begin boekjaar Aanpassing op verzoek van het Ministerie van OCW Resultaat minus toevoegingen aan bestemmingsreserves Saldo einde boekjaar
2013
€
€
632.137 (266.122)
407.237 (29.200) 254.100
366.015
632.137
Het eigen vermogen dient er voor om schommelingen in de resultaten te kunnen opvangen. Het vrij besteedbare vermogen wordt als te gering gezien. Een vermogen van € 2,5 miljoen wordt als wenselijk beschouwd.
42
39. Bestemmingsreserve studie musici Op deze reserve kunnen jonge musici van het Rotterdams Philharmonisch Orkest een beroep doen voor een tegemoetkoming in bijvoorbeeld de kosten voor het bijwonen van "Master Classes". In het verslagjaar is geen beroep op het fonds gedaan. Deze beperking is door het bestuur aangebracht. 2014 €
Saldo einde boekjaar
1.553
2013 €
1.553
40. Bestemmingsreserve educatie In het najaar van 2001 heeft er ten behoeve van educatie een sponsorgala plaatsgevonden bij BMW Breeman in Rotterdam. Ensembles bestaande uit leden van het Rotterdams Philharmonisch Orkest hebben hierbij opgetreden. De opbrengst van dit sponsorgala is geschonken aan het Rotterdams Philharmonisch Orkest en zal worden aangewend voor educatieve activiteiten. Deze beperking is door het bestuur aangebracht. Saldo einde boekjaar
41.819
41.819
41. Bestemmingsreserve investeringen arbeidsomstandigheden De bestemmingsreserve investeringen arbeidsomstandigheden is gevormd uit de vrijval van de voorziening backservice pensioenen en is bestemd voor investeringen in verbetering van de arbeidsomstandigheden van de musici. Deze beperking is door het bestuur aangebracht. Saldo einde boekjaar
187.372
187.372
42. Bestemmingsreserve instrumenten De bestemmingsreserve instrumenten is gevormd uit het resultaat van de verkoop van een van de violen en toevoeging van de herwaardering van de instrumenten. Deze beperking is door het bestuur aangebracht. Saldo begin boekjaar Dotatie nalatenschap
510.508 -
481.916 28.592
Saldo einde boekjaar
510.508
510.508
43. Bestemmingsreserve innovatie De bestemmingsreserve innovatie is gevormd uit de opbrengst van nalatenschappen ontvangen in 2012 en 2013. De nalatenschappen zijn verantwoord onder overige inkomsten. Deze beperking is door het bestuur aangebracht. Saldo begin boekjaar Dotatie nalatenschap
235.876 -
121.163 114.713
Saldo einde boekjaar
235.876
235.876
44. Bestemmingsreserve OCW 2009-2012 In de kunstenplanperiode 2009-2012 is op basis van evenredigheid van de subsidie een deel van het resultaat, het niet gebruikte deel van de subsidie, onttrokken dan wel toegevoegd aan het zogenaamde Bestemmingsfonds OCW. Dit bedrag is in die cultuurperiode gecumuleerd tot € 179.117. Dit bedrag is toegevoegd aan de bestemmingsreserve OCW en dient in de cultuurplanperiode 2013-2016 te worden aangewend voor projecten waarvoor de instellingssubsidie 20132016 is verleend. Saldo begin boekjaar Toegevoegd aan de reserve
179.117 -
179.117
Saldo einde boekjaar
179.117
179.117
43
45. Bestemmingsfonds OCW In de kunstenplanperiode 2013-2016 wordt op basis van evenredigheid van de subsidie een deel van het resultaat, het niet gebruikte deel van de subsidie, onttrokken dan wel toegevoegd aan het zogenaamde Bestemmingsfonds OCW Het verloop van het fonds is als volgt: 2014
Saldo begin boekjaar Onttrokken/toegevoegd aan het fonds Aanpassing op verzoek van het Ministerie van OCW Toevoeging aan bestemmingsreserve OCW restant 2009-2012 Saldo einde boekjaar
2013
€
€
128.212 (105.150) -
149.917 128.212 29.200 (179.117)
23.062
128.212
Van het exploitatiesaldo van het kalenderjaar 2014 wordt € 105.150 onttrokken aan het bestemmingsfonds. Dit is gebaseerd op de verhouding van de subsidie van OCW en de totale inkomsten. 46. Bestemmingsfonds mw. D.M. Zeijlstra-Suermondt Het uit een nalatenschap van mw. D.M. Zeijlstra-Suermondt aan de Stichting Rotterdams Philharmonisch Orkest gevormde fonds kan worden aangesproken voor bijzondere bestemmingen die ten goede komen aan de kwaliteit van het orkest. Het fonds adopteert jaarlijks een aantal concerten. Het fonds wordt gevoed met renteopbrengsten. Onttrekking vindt plaats voor de door het fonds geadopteerde concerten. Saldo begin boekjaar Af: ten bate van uitgevoerde concerten Rente
8.375 (8.375) -
Saldo einde boekjaar
-
18.113 (10.000) 262 8.375
Voorzieningen 47. Voorziening wachtgeld en aanvulling gemeentelijke FPU-aanvulling Deze voorziening is gevormd voor de ten laste van de stichting komende wachtgelduitkeringen. Zowel wettelijke als bovenwettelijke wachtgeldregelingen zijn namelijk voor rekening van de werkgever. Hiertegenover staat dat ook geen WW-premie noch sectorpremie behoeft te worden afgedragen. Ten laste van deze voorziening worden de wachtgelduitkeringen gebracht. Verder worden de kosten van de gemeentelijke toeslag op de FPU-regeling, alsmede aanvullingen op FPU-regelingen ten laste van deze voorziening gebracht. Per balansdatum wordt de ingegane verplichting berekend en dan wordt de dotatie aan de voorziening bepaald. De verplichtingen zijn contant gemaakt tegen 3%. Saldo begin boekjaar Toevoegingen Onttrekkingen
201.673 198.142 (156.592)
290.808 124.314 (213.449)
Saldo einde boekjaar
243.223
201.673
Van de voorziening is een bedrag van € 15.000 als langlopend (langer dan een jaar) aan te merken.
44
48. Voorziening jubileumuitkeringen Deze voorziening geeft de reële en de contante waarde weer van de toekomstige verwachte jubileumaanspraken bij aanvang en bij het einde van het boekjaar. Het verloop van de voorziening is als volgt: 2014
2013
€
€
Saldo begin boekjaar Jubileumuitkeringen Jubileumlasten werkgever Verhoging voorziening vanwege hogere jubileumuitkering musici
108.552 (26.195) 24.360 51.748
88.338 (15.000) 35.214 -
saldo einde boekjaar
158.465
108.552
De voorziening is gebaseerd op een contante waarde van 3%, sterftetafel van 2000-2005 en een pensioenleeftijd van 67 jaar. Van de voorziening is een bedrag van € 142.000 als langlopend (langer dan een jaar) aan te merken. 49. Crediteuren 31-12-14
Crediteuren
31-12-13
€
€
603.156
473.991
752.540
761.576
50. Vooruitontvangen abonnementen Vooruitontvangen abonnementen
Dit betreft verkochte abonnementen en losse kaarten. De incasso vindt plaats op de bankrekening van de Doelen. De nog niet afgedragen gelden zijn verantwoord onder vorderingen uit hoofde van kaartverkoop. 51. Kortlopende schulden en overlopende passiva Per 31 december is voor deze post de volgende specificatie te geven: Belastingen en premies sociale verzekering en omzetbelasting Schulden aan gelieerde rechtspersonen Sociaal Fonds Personeelsvereniging Afwikkeling kaartverkoop Stichting Adessium Rotterdam Philharmonic Strings Ministerie van OCW vooruitontvangen subsidies Te betalen pensioengelden t.b.v. remplaçanten Overlopende passiva Te betalen vakantietoeslag en eindejaarsuitkering Salarissen en overwerk Diverse overlopende passiva
313.726
416.623
4.833 692 28.229 18.266 5.431 80.377
3.045 1.392 240.384 18.152 5.431 85.121
246.359 67.045 226.311
257.718 148.338 73.956
991.269
1.250.160
De kortlopende schulden en overlopende passiva hebben een looptijd korter dan een jaar.
45
3.8
OVERIGE GEGEVENS
Resultaatbestemming Het negatieve resultaat ad € 379.647 is voor € 105.150 ten laste van het bestemmingsfonds OCW gebracht. De jaarlijkse bijdrage aan de concerten in de Doelen ad € 8.375 van het bestemmingsfonds mw. D.M. Zeijlstra-Suermondt is onttrokken aan dit fonds. Het saldo ad € 266.122 is onttrokken aan de algemene reserve.
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT
46
BIJLAGE 1 KWANTITATIEVE GEGEVENS BEZOEKERS EN CONCERTEN Aantal concerten Concerten in standplaats Voor eigen rekening (recette) Uitkoop Totaal in standplaats Concerten in Nederland buiten standplaats Partage Uitkoop Totaal in Nederland buiten standplaats
werkelijk 2014
begroting 2014
werkelijk 2013
67 6
72 5
65 8
73
77
73
.................
.................
.................
10
8
2 4
10
8
6
.................
.................
.................
Totaal concerten in Nederland
83
85
79
Concerten in buitenland
22
26
36
105
111
115
Totaal concerten Begeleiding opera Specifieke concerten Educatieve concerten Opnamen Totaal specifieke concerten Totaal symfonische concerten
Aantal bezoekers Concerten in standplaats Voor eigen rekening (recette) Uitkoop Totaal in standplaats Concerten in Nederland buiten standplaats Partage Uitkoop Totaal in Nederland buiten standplaats Totaal concerten in Nederland Concerten in buitenland Totaal concerten Begeleiding opera Specifieke concerten Educatieve concerten Totaal symfonische concerten
9
9
3
.................
.................
.................
5 1
5 -
4 -
6
5
4
.................
.................
.................
120
125
122
78.599 10.727
105.900 9.800
85.548 15.562
89.326
115.700
101.110
-----------------------
-----------------------
-----------------------
12.694
9.300
1.504 4.835
12.694
9.300
6.339
-----------------------
-----------------------
-----------------------
102.020
125.000
107.449
30.276
35.150
46.285
132.296
160.150
153.734
13.857
13.500
4.782
5.082
5.000
4.235
151.235
178.650
162.751
47
BIJLAGE 2 PRESTATIERASTER
WERKELIJK
PRESTATIES Aantal producties* Aantal presentaties* Aantal bezoekers/deelnemers*
JAARPLAN
prestaties per jaar
waarvan in Rotterdam
prestaties per jaar
waarvan in Rotterdam
56 120
44 78
44 125
40 77
151.235
94.408
178.650
110.900
Primair Onderwijs
Voortgezet Onderwijs
Primair Onderwijs
Voortgezet Onderwijs
12.635 18.953
1.606 2.409
10.616 15.923
2.019 3.029
25 en ouder
jonger dan 25
25 en ouder
3.597 7.193
4.288 6.432
1.050 2.100
EDUCATIE Binnenschools deelnemers contacturen
Buitenschools jonger dan 25 deelnemers contacturen
3.405 5.107
Het aantal producties is hoger dan in het jaarplan begroot namelijk werkelijk 56 en begroot 44. Dit wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door het opsplitsen van een productie vanwege een aangepaste uitvoering in de productieweek. Het aantal bezoekers is aanmerkelijk lager dan in het jaarplan. Dit komt door een terugval in het aantal bezoekers per concert. Voor 2015 is de verwachting van het aantal bezoeken naar beneden bijgesteld. Het aantal deelnemers bij de werkelijke activiteiten is aanmerkelijk hoger dan de begrote activiteiten. Enerzijds vanwege de voorzichtige schatting van de activiteiten en anderzijds door extra samenwerkingsprojecten. De verdeling over primair en voortgezet onderwijs wijkt wel af, evenals de verdeling bij buitenschools tussen jonger en ouder dan 25 jaar. In het prestatieoverzicht wordt een schatting van het aantal bezoeken opgenomen als een opgave van de promoter/producent niet is verkregen. Voor de symfonische producties is voor 3 voorstellingen een schatting opgenomen. De schatting is gebaseerd op de capaciteit van de zaal en waarneming ter plaatse. Educatie: De aantallen bij educatie zijn gebaseerd op de correspondentie tussen scholen en de afdeling educatie. Voorstellingen op openbaar terrein zijn gebaseerd op schattingen. Contacturen: Per deelnemer wordt uitgegaan van een gemiddelde van 1,5 contactuur.
48