PUBLICATIERAPPORT 2014 STICHTING NEDERLANDS PHILHARMONISCH ORKEST TE AMSTERDAM KvK 41198970
INHOUDSOPGAVE BESTUURSVERSLAG 2014
3
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 2014
5
GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
6
GECONSOLIDEERDE FUNCTIONELE EXPLOITATIEREKENING 2014
8
GECONSOLIDEERDE FUNCTIONELE EXPLOITATIEREKENING 2014
9
GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT 2014
10
GRONDSLAGEN VOOR DE FINANCIËLE VERSLAGGEVING
11
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
16
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE EXPLOITATIEREKENING 2014
23
OVERZICHT PERSONEEL IN VASTE DIENST
32
ENKELVOUDIGE JAARREKENING 2014
33
ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
34
ENKELVOUDIGE FUNCTIONELE EXPLOITATIEREKENING 2014
36
TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE JAARREKENING 2014
37
PRESTATIEVERANTWOORDING 2014
38
PRESTATIEVERANTWOORDING 2014
39
TOELICHTING OP DE PRESTATIEVERANTWOORDING 2014
40
OVERIGE GEGEVENS
42
CONTROLEVERKLARING VAN DE ONAFHANKELIJKE ACCOUNTANT
43
RESULTAATBESTEMMING
45
BESTUURSVERSLAG 2014
Pagina 3 van 45
Bestuursverslag van de directie 2014 Overeenkomstig artikel 394 lid 4 Boek 2 BW, ligt het jaarverslag van de vennootschap ter inzage ten kantore van de vennootschap. Op verzoek is een volledig of gedeeltelijk afschrift daarvan tegen kostprijs verkrijgbaar.
Pagina 4 van 45
GECONSOLIDEERDE JAARREKENING 2014
Pagina 5 van 45
GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2014 (na resultaatbestemming)
ACTIVA
31 december 2014
31 december 2013
(in euro's)
Materiële vaste activa Bedrijfsgebouwen en - terreinen Instrumenten Inventaris en apparatuur Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetaald op materiële vaste activa
1.101.124 123.910 327.462
1.128.773 180.885 384.364
-
29.925
Totale Vaste Activa
Voorraden Handelsgoederen
1.552.495
1.723.946
1.552.495
1.723.946
9.694
14.893 9.694
Vorderingen Handelsdebiteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige vorderingen Overlopende activa
50.440 181.171 57.722 192.024
14.893
298.098 93.188 61.145 258.494 481.358
710.924
Liquide middelen
3.887.278
4.162.118
Totale Vlottende Activa
4.378.330
4.887.934
TOTALE ACTIVA
5.930.826
6.611.880
Pagina 6 van 45
GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2014 (na resultaatbestemming)
PASSIVA
31 december 2014
31 december 2013
(in euro's)
Stichtingskapitaal Algemene reserve Bestemmingsreserves Bestemmingsreserve OCW 2009/2012 Bestemmingsfonds OCW
45 1.768.520 1.488.460 537.334 -
Totale Eigen Vermogen
Afvloeiingsverplichtingen Reorganisatievoorziening Jubileumuitkeringen
3.794.359
153.357
Totale Voorzieningen
Investeringsbijdragen
4.542.563
4.900 4.805 147.773 153.357
261.695
Totale Langlopende Schulden
Handelscrediteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden ter zake van pensioenen Overige schulden Overlopende passiva
45 1.931.698 1.646.597 893.334 70.889
157.477
297.909 261.695
297.146 252.646 114.249 57.840 999.535
297.909
334.096 224.679 126.125 58.543 870.487
Totale Kortlopende Schulden
1.721.416
1.613.931
TOTALE PASSIVA
5.930.826
6.611.880
Pagina 7 van 45
GECONSOLIDEERDE FUNCTIONELE EXPLOITATIEREKENING 2014
BATEN
2014
Normbegroting
2013
Directe opbrengsten Publieksinkomsten totaal Publieksinkomsten buitenland Publieksinkomsten binnenland totaal - Recette - Uitkoop - Partage - Overige publieksinkomsten binnenland Sponsorinkomsten Overige inkomsten - Waarvan overig Indirecte opbrengsten
1.726.245 1.525.863 1.525.863 1.307.672 163.035 29.413 25.743 142.981 57.401 57.401 482.920
2.137.830 1.710.739 134.333 1.576.406 1.407.650 128.756 40.000 389.591 37.500 37.500 342.000
2.003.466 1.789.724 138.000 1.651.724 1.381.983 238.380 13.727 17.634 166.907 46.835 46.835 972.634
Totale Opbrengsten
2.209.164
2.479.830
2.976.099
Structurele subsidie Ministerie van OCW 10.158.960 Subsidie provincie Structurele subsidie gemeente 80.220 Overige subsidies/bijdragen 257.400 Overige subsidies/bijdragen uit publieke middelen 110.000 Overige bijdragen uit private middelen 147.400 - Waarvan particulieren 81.650 - Waarvan bedrijven 50.000 - Waarvan private fondsen 15.750
10.000.000 140.000 98.815 98.815 68.815 30.000
10.144.048 80.230 137.834 30.000 107.834 88.334 19.500
Totale Subsidies/Bijdragen
10.496.580
10.238.815
10.362.112
TOTALE BATEN
12.705.745
12.718.645
13.338.211
(in euro's)
Pagina 8 van 45
GECONSOLIDEERDE FUNCTIONELE EXPLOITATIEREKENING 2014
LASTEN
fte
2014
Normbegroting
2013
1.142.156 997.991 90.591 53.574 797.211
1.200.518
13,4 1,6 0,9
579.166
1.137.909 943.548 108.910 85.451 638.893
Totale Beheerlasten
1.939.367
1.779.684
1.776.802
Activiteitenlasten personeel - Waarvan vast contract - Waarvan tijdelijk contract - Waarvan inhuur Activiteitenlasten materieel
9.581.281 6.708.141 1.010.580 1.862.560 1.978.741
9.101.164
2.056.898
9.673.787 6.376.872 1.097.988 2.198.927 1.841.486
Totale Activiteitenlasten
11.560.022
11.158.062
11.515.273
TOTALE LASTEN
13.499.389
12.937.746
13.292.075
-793.644
-219.101
46.136
45.440
53.830
47.406
-748.204
-165.271
93.542
Onttrekking reserve herhuisvesting
35.547
-
54.000
Onttrekking egalisatiereserve Onttrekking reserve marketing projecten
95.928 41.280 -
--
89.6763.160-
Dotatie reserve Yakov Kreizbergfonds Onttrekking reserve Yakov Kreizbergfonds
-8.369 -
-
-8.161 -
Dotatie reserve instrumentenfonds Onttrekking reserve instrumentenfonds
-8.317 -
-
-1.683 -
Dotatie bestemmingsfonds OCW Onttrekking bestemmingsfonds OCW
70.889
-
-70.889 -
356.000
-
343.507
-165.246
-165.271
503.152
Beheerlasten personeel - Waarvan vast contract - Waarvan tijdelijk contract - Waarvan inhuur Beheerlasten materieel
99,0 24,9 22,8
SALDO UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING Saldo rentebaten en -lasten SALDO VÓÓR MUTATIE RESERVES EN FONDSEN Mutatie bestemmingsreserves en -fondsen
Onttrekking Bestemmingsreserve OCW 9/12 EXPLOITATIERESULTAAT
Pagina 9 van 45
GECONSOLIDEERD KASSTROOMOVERZICHT 2014 2014
2013
-165.246
503.152-
Afschrijving (im)materiële vaste activa Vrijval investeringsbijdragen Vrijval / dotatie voorzieningen Vrijval / dotatie voorziening debiteuren Mutatie bestemmingsreserves en -fonds
207.500 -36.499 15.077 -2.611 -582.958
202.594 -35.148 70.826 -12.000 -409.610
Bruto kasstroom uit operationele activiteiten
-564.737
319.814
5.199 232.177 -19.198 107.484
-7.271 387.973 -61.238 -130.866
-239.075
508.412
Investeringen in (im)materiële vaste activa
-36.049
-146.377
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
-36.049
-146.377
Verkrijging investeringsbijdragen
285
6.663
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
285
6.663
-274.840
368.698
3.887.278 4.162.118
4.162.118 3.793.419
-274.840
368.698
(in euro's)
I KASSTROOM UIT OPERATIONELE ACTIVITEITEN Exploitatieresultaat Aanpassingen voor:
Mutatie in voorraden Mutatie vorderingen Mutatie voorzieningen Mutatie kortlopende schulden Netto kasstroom uit operationele activiteiten
II KASSTROOM UIT INVESTERINGSACTIVITEITEN
III KASSTROOM UIT FINANCIERINGSACTIVITEITEN
MUTATIE LIQUIDE MIDDELEN
Liquide middelen einde boekjaar Liquide middelen begin boekjaar MUTATIE LIQUIDE MIDDELEN
Pagina 10 van 45
GRONDSLAGEN VOOR DE FINANCIËLE VERSLAGGEVING
Algemeen De geformuleerde grondslagen hebben betrekking op de geconsolideerde en enkelvoudige jaarrekening. De geconsolideerde jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de volgende wet- en regelgeving: - Titel 9 Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, voor zover van toepassing; - Wet op het specifiek cultuurbeleid; - Bekostigingsbesluit cultuuruitingen; - Regeling subsidies en uitkeringen cultuuruitingen. Tevens is Richtlijn 640 ‘Organisaties-zonder-winststreven’ van de Raad voor de Jaarverslaggeving van toepassing op het bestuursverslag en de jaarrekening. Voor het opstellen van de enkelvoudige jaarrekening zijn de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling gehanteerd die ook in de geconsolideerde jaarrekening zijn toegepast. Ten aanzien van de enkelvoudige jaarrekening is gebruikgemaakt van de mogelijkheid tot het opstellen van een verkorte exploitatierekening conform artikel 402 Burgerlijk Wetboek Boek 2. Zowel de geconsolideerde als enkelvoudige jaarrekening zijn opgesteld in overeenstemming met de inrichtingseisen volgens ‘het Handboek verantwoording cultuursubsidies instellingen 2013-2016’.
Aard der activiteiten De stichting heeft statutair als doel het in stand houden van een orkest met de volgende taken: - de begeleiding van voorstellingen van De Nederlandse Opera; - het in stand houden van een symfonieorkest; - het in stand houden van een kamerorkest; en - het verrichten van al wat daarmee verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, zulks in de ruimste zin, waaronder maatschappelijk relevante en educatieve activiteiten. Subsidiëring De stichting wordt op basis van budgetfinanciering gesubsidieerd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Door het Ministerie is voor een periode van 4 jaar, van 2013 tot en met 2016, een budget (subsidie) subsidiabel gesteld. Het begeleiden van de opera-uitvoeringen geschiedt op aanwijzing van het Ministerie. Consolidatie De Stichting Nederlands Philharmonisch Orkest staat aan het hoofd van een economische eenheid. In de geconsolideerde jaarrekening zijn de financiële gegevens opgenomen van groepsmaatschappijen waarin Stichting Nederlands Philharmonisch Orkest direct dan wel indirect meer dan de helft van het stemgerechtigde kapitaal houdt of waarin de stichting beslissende zeggenschap ter zake van het zakelijke en financieel beleid kan uitoefenen. De consolidatie geschiedt integraal waarbij onderlinge verhoudingen geëlimineerd worden. De opgenomen groepsmaatschappijen, alle gevestigd te Amsterdam, zijn: Stichting Remplaçanten Nederlands Philharmonisch Orkest Het doel van de stichting is het beschikbaar stellen van musici, dirigenten, solisten en andere medewerkers aan Stichting Nederlands Philharmonisch Orkest in het kader van de doelstelling van het orkest en eventueel andere orkesten. Het bestuur wordt per einde van het boekjaar gevormd door mevrouw M.M. Mennen, de heer J.G.M. Horio en de heer R.P.J. Streevelaar in de functie van secretaris, penningmeester respectievelijk voorzitter.
Pagina 11 van 45
-
NedPhOBe B.V. De bedrijfsactiviteiten van de vennootschap bestaan uit de ontwikkeling, realisering en exploitatie van een glazen concertzaal in de Beurs van Berlage te Amsterdam. Stichting Nederlands Philharmonisch Orkest voert de directie over NedPhOBe B.V.
Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Algemeen De algemene grondslag voor de waardering van de activa en passiva, alsmede voor de bepaling van het exploitatieresultaat, is de verkrijgingsprijs. Voor zover niet anders is vermeld, zijn de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat de directie oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen, en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. De waardering wordt verder toegelicht bij de desbetreffende posten. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd op basis van de aanschaffingswaarde, onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen. De afschrijvingen worden lineair verdeeld over de geschatte economische levensduur van het actief. Investeringen die in het boekjaar hebben plaatsgevonden worden naar tijdsgelang afgeschreven. Financiële vaste activa In de enkelvoudige balans worden deelnemingen, waarop invloed van betekenis wordt uitgeoefend, gewaardeerd op de nettovermogenswaarde, gebaseerd op de grondslagen voor de geconsolideerde jaarrekening. Deelnemingen met een negatief eigen vermogen worden op nihil gewaardeerd. Voorraden De voorraden worden gewaardeerd op kostprijs of lagere marktwaarde, voor zover noodzakelijk onder aftrek van een voorziening voor incourantheid. Vorderingen Vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde, voor zover noodzakelijk onder aftrek van een voorziening voor het risico van oninbaarheid. Liquide middelen De liquide middelen staan, indien niet anders vermeld, ter vrije beschikking. Eigen vermogen Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves betreffen een afgezonderd deel van het eigen vermogen met een beperkte bestedingsmogelijkheid. De reserves mogen enkel besteed worden aan de activiteiten waarvoor de bestemmingsreserves zijn gevormd. Deze bestedingsbeperking is door het bestuur van de Stichting Nederlands Philharmonisch Orkest opgelegd. Onderdeel van de bestemmingsreserves vormen de egalisatiereserves die dienen om bepaalde kosten te egaliseren gedurende meerdere jaren. Pagina 12 van 45
Bestemmingsreserve/-fonds OCW Aan de bestemmingsreserve OCW 2009/12 en het bestemmingsfonds OCW is een beperkte bestedingsmogelijkheid gegeven. Deze beperking is door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aangebracht. Voorzieningen Pensioenen De stichting heeft voor haar werknemers met een dienstbetrekking een pensioenregeling getroffen die kwalificeert als een toegezegde pensioenregeling, waarbij de toegezegde pensioenuitkeringen gebaseerd zijn op middelloon. Deze pensioenregeling is ondergebracht bij de Stichting Pensioenfonds ABP (hierna: ABP) en wordt in de jaarrekening verwerkt als toegezegde bijdrageregeling. Dit betekent dat de over het boekjaar verschuldigde premies als lasten worden verantwoord. De risico’s van prijsindexatie en het beleggingsrendement op het fondsvermogen zullen mogelijk leiden tot toekomstige aanpassingen in de jaarlijkse bijdragen aan het pensioenfonds. Deze risico’s komen niet tot uitdrukking in een in de balans opgenomen voorziening. Deze wijze van verwerking wordt niet gesteund door de van toepassing zijnde Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, maar is ingegeven door het gebrek aan informatie over de vermogenspositie (en de te verwachte ontwikkeling daarin) van het ABP. Als gevolg van het gebrek aan inzicht kan geen indicatie worden gegeven van eventuele toekomstige wijzigingen in de te betalen premies ter dekking van de verplichtingen uit de pensioenregeling. Naast bovengenoemde regeling is voor de remplaçanten een pensioenregeling getroffen die kwalificeert als een toegezegde bijdrageregeling waarbij de toegezegde pensioenuitkeringen gebaseerd zijn op middelloon. Deze pensioenregeling is ondergebracht bij de het Pensioenfonds Zorg en Welzijn en wordt in de jaarrekening verwerkt als toegezegde bijdrageregeling. Dit betekent dat de over het boekjaar verschuldigde premies als lasten worden verantwoord. De in de toekomst te betalen bijdragen zullen mede afhankelijk zijn van de ontwikkeling van de arbeidsvoorwaarden in de bedrijfstak en van de rendementen die het pensioenfonds behaald op de belegde bijdragen. De stichting treft geen voorziening voor eventuele toekomstige verhogingen van de bijdragen. Jubileumuitkeringen Deze voorziening jubileumuitkeringen is getroffen voor de toekomstige uitkeringen aan medewerkers bij gelegenheid van hun 25- respectievelijk hun 40-jarig jubileum. Reorganisatie De voorziening is gevormd uit gelden die door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap beschikbaar zijn gesteld in verband met de reorganisatie. Afvloeiingsverplichtingen Deze voorziening betreft de bestaande afvloeiingsverplichtingen voor werknemers die recht hebben op een vervangende werkloosheidsuitkering in de vorm van een herplaatsingwachtgeld. De hoogte van de voorziening is afhankelijk van het arbeidsverleden van de werknemer en de geschatte kans waarop deze herplaatsbaar is. Langlopende schulden en kortlopende schulden Schulden worden gewaardeerd tegen geamortiseerde kostprijs. De eerste opname geschiedt tegen reële waarde. De rente wordt in de winst- en verliesrekening onder de financiële baten en lasten verantwoord. Investeringsbijdragen In de langlopende schulden is de jaarrekeningpost investeringsbijdragen verantwoord. Dit betreft van derden ontvangen bijdragen ter bestrijding van de uitgaven gemoeid met investeringen in materiële vaste activa. Deze post investeringsbijdragen valt jaarlijks vrij ten gunste van de exploitatierekening op de regel overige bijdragen uit private middelen. Deze vrijval wordt berekend op basis van de geschatte gemiddelde levensduur van de eerdergenoemde investeringen en dient ter compensatie van de afschrijvingskosten van deze investeringen.
Pagina 13 van 45
Grondslagen voor de bepaling van het resultaat Algemeen Baten worden verantwoord in het jaar waarin deze gerealiseerd zijn. Verliezen worden in aanmerking genomen in het jaar waarin deze voorzienbaar zijn. De overige baten en lasten worden toegerekend aan het verslagjaar waarop deze betrekking hebben. Baten De baten bestaan uit recettes en uitkoopsommen voor gegeven concerten, operabegeleidingen, aan derden in rekening gebrachte bedragen voor medewerking aan radio- en/of televisieopnamen (netto) en overige diensten alsmede alle overige aan het boekjaar toe te rekenen baten. Opbrengsten worden opgenomen tegen de reële waarde van de ontvangen of te ontvangen vergoeding, onder aftrek van omzetbelastingen. Bij barters worden de wederzijdse diensten en/of leveringen van goederen gewaardeerd tegen de waarde in het economisch verkeer. Zij worden verantwoord onder de baten en de lasten. Onder structurele subsidie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is opgenomen het door de subsidiënt toegezegde bedrag. Lasten De lasten worden onderscheiden naar beheerslasten en activiteitenlasten. Beheerslasten Tot de Beheerslasten behoren de personele en materiële lasten die samenhangen met het beheer (overheadlasten). Personele lasten die samenhangen met het beheer zijn nader te specificeren in algemene bedrijfsvoering zoals directie, zakelijke leiding, communicatie, secretariaat, financiële administratie, facilitaire dienst, ICT, fondsenwerving, marketing, publiciteit en verkoop. Materiële lasten die samenhangen met het beheer bestaan uit overheadlasten, zoals huisvesting, kantoorkosten, algemene publiciteitskosten en afschrijvingskosten. Activiteitenlasten Tot de Activiteitenlasten behoren de personele en materiële lasten die direct samenhangen met de activiteiten. Personele lasten die direct samenhangen met de activiteiten worden nader gespecificeerd in kosten voor uitvoerend personeel (zoals personeel hoofdzakelijk belast met uitvoering van activiteiten of programma’s, inclusief artistieke leiding) en kosten voor ondersteunend/technisch personeel (personeel hoofdzakelijk verbonden aan de activiteiten in een ondersteunende functie). Dit betreft het personeel dat niet op het podium optreedt en educatie. Onder materiële lasten die direct samenhangen met de onder prestaties en activiteiten genoemde activiteiten van de instelling vallen zaken zoals: zaalhuur (voor repetities en uitvoeringen), collectiebeheer, educatie, reis- en transportkosten, specifieke publiciteitskosten. Afschrijvingen De afschrijvingen op materiële vaste activa worden berekend door middel van vaste percentages van de aanschaffingswaarde op basis van de geschatte economische levensduur. Rentebaten en –lasten De rentebaten en –lasten betreffen van derden ontvangen of te ontvangen interest, alsmede aan derden betaalde of te betalen rente.
Pagina 14 van 45
Resultaat deelnemingen Het resultaat uit deelnemingen wordt in de enkelvoudige exploitatierekening verantwoord overeenkomstig de vermogensmutatiemethode. Vaststelling subsidie Tot en met 2012 zijn de subsidies door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap definitief vastgesteld. De subsidies voor de periode 2013-2016 zijn voorlopig toegekend.
Grondslagen voor het geconsolideerd kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Bij het opstellen van het overzicht is het exploitatieresultaat als uitgangspositie genomen met als gevolg dat de baten en lasten uit hoofde van rente en de bijzondere baten en lasten zich al in de kasstroom uit operationele activiteiten bevinden. In het kasstroomoverzicht worden de werkelijke kasstromen in het boekjaar uit hoofde van (des)investeringen in immateriële, materiële en financiële vaste activa opgenomen onder de investeringsactiviteiten.
Pagina 15 van 45
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
ACTIVA Vaste activa Materiële vaste activa Bedrijfs -gebouwen en -terreinen
Instrumenten
Inventaris en apparatuur
Vooruitbetaald op materiële vaste activa
Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen
1.233.924 -105.151
549.577 -368.692
516.266 -131.902
29.925 -
2.329.691 -605.745
Boekwaarde
1.128.773
180.885
384.364
29.925
1.723.946
Investeringen Desinvesteringen Afschrijvingen Terugname afschrijvingen op desinvesteringen
58.076 -85.725
-56.975
7.899 -64.800
-29.925
36.049 -207.500
Saldo
-27.650
-56.975
-56.901
Aanschafwaarde Cumulatieve afschrijvingen
1.292.000 -190.876
549.577 -425.667
524.164 -196.702
-
2.365.741 -813.245
Boekwaarde
1.101.124
123.910
327.462
-
1.552.495
Afschrijvingspercentages op jaarbasis
6,7%
Totaal
Stand per 1 januari 2014
Mutaties boekjaar
-
-
-
-29.925
-171.451
Stand per 31 december 2014
10%/20%
14,3%/33,3%
De verzekerde waarde van de verbouwingskosten, inventaris en apparatuur bedraagt: € 954.743 (2013: € 1.024.500). De verzekerde waarde van de instrumenten bedraagt: € 1.359.725 (2013: € 1.359.725). Vlottende activa Voorraden € 9.694 (2013: € 14.893 ) Betreft de voorraden cd’s. Ultimo 2014 is een voorziening getroffen wegens incourantheid ad € -3.618 (2013: € - ).
Pagina 16 van 45
Vorderingen € 481.358 (2013: € 710.924 ) Handelsdebiteuren Ultimo 2014 is een voorziening voor het risico van oninbaarheid (van de vordering op een vertrokken sponsor) ten bedrage van € -8.274 (2013: € -10.885 ) noodzakelijk geacht. Onder de debiteuren zijn geen vorderingen opgenomen met een resterende looptijd langer dan 1 jaar. Belastingen en premies sociale verzekeringen Dit betreft omzetbelasting. Overige vorderingen Onder de overige vorderingen zijn opgenomen leningen aan het personeel van de Stichting Nederlands Philharmonisch Orkest ten behoeve van de aanschaf van instrumenten. Over de leningen wordt geen rente berekend. Als aflossingsverplichting is overeengekomen dat de terugbetaling van de lening in 60 maanden geschiedt. Van de overige vorderingen is € 56.112 (2013: € 56.978 ) aan te merken als langlopend. Overlopende activa De overlopende activa betreffen voornamelijk vooruitbetaalde lasten en nog te ontvangen rente en overige opbrengsten. Liquide middelen € 3.887.278 (2013: € 4.162.118 ) Het totaal aan kasmiddelen en direct opvraagbare saldi bij bankinstellingen bedraagt € 3.887.278 (2013: € 4.162.118 ultimo boekjaar.
Pagina 17 van 45
PASSIVA Eigen vermogen Ultimo boekjaar 2014 bestaan er geen verschillen tussen het groepsvermogen in de geconsolideerde jaarrekening en het eigen vermogen volgens de enkelvoudige jaarrekening. Algemene reserve Het verloop van de algemene reserve is als volgt:
Stand per 1 januari Mutatie ingevolge bestemming exploitatieresultaat Vrijval herhuisvestingsreserve Stand per 31 december
2014 1.931.698
2013 1.375.543
-165.246 2.068
503.152 53.003
1.768.520
1.931.698
Bestemmingsreserves Onder de bestemmingsreserves zijn vijf reserves opgenomen, te weten de bestemmingsreserve herhuisvesting, de egalisatiereserve NedPhO-Koepel , de bestemmingsreserve marketing projecten, de bestemmingsreserve Yakov Kreizbergfonds en de bestemmingsreserve instrumentenfonds. De bestemmingsreserves mogen enkel besteed worden aan de activiteiten waarvoor de reserve gevormd is. Deze bestedingsbeperking is door het bestuur van de Stichting Nederlands Philharmonisch Orkest opgelegd. De mutatieoverzichten van de bestemmingsreserves zijn als volgt samen te vatten: Bestemmingsreserve herhuisvesting
Stand per 1 januari
2014 350.000
2013 529.804
Mutatie ingevolge bestemming exploitatieresultaat Mutatie ingevolge onttrekkingen Overboeking naar egalisatiereserve NedPhO-Koepel Vrijval ten gunste van algemene reserve
-35.547 -62.385 -2.068
-54.000 -72.801 -53.003
Stand per 31 december
250.000
350.000
De onttrekkingen bestaan uit kosten van ingebruikname en uitgaven die niet als investeringen worden aangemerkt. Van de in 2014 gedane investeringen ad € 65.974 is € 62.385 aan te merken als investeringen in de verbouwing van en de specifieke inventaris en installaties voor de NedPhO-Koepel en daarom overgeheveld naar de egalisatiereserve. De reserve herhuisvesting wordt aangehouden voor in 2015 (en mogelijk latere jaren) aanvullend te investeren en te maken extra kosten voor de NedPhO-Koepel. Egalisatiereserve NedPhO-Koepel
Stand per 1 januari Overboeking van herhuisvestingsreserve Mutatie ingevolge onttrekkingen Stand per 31 december
2014 1.134.387
2013 1.151.262
62.385 95.928
72.801 89.676
1.100.844
1.134.387
Deze reserve is gevormd ter zake van de feitelijke investeringen in de verbouwing van en de specifieke inventaris en installaties voor de NedPhO-Koepel. Vanuit de egalisatiereserve zal jaarlijks een bedrag gelijk aan de afschrijvingskosten van deze activa vrijvallen.
Pagina 18 van 45
Bestemmingsreserve marketing projecten
Stand per 1 januari Mutatie ingevolge onttrekkingen Stand per 31 december
2014 41.280
2013 44.440
-41.280 -
-3.160 41.280
In 2014 is de reserve deels aangewend voor een advies- en selectieonderzoek voor de aanschaf van een CRM-pakket. Dit project is afgerond in 2014. Bestemmingsreserve Yakov Kreizbergfonds
Stand per 1 januari Mutatie ingevolge bestemming exploitatieresultaat Stand per 31 december
2014 50.121
2013 41.960
8.369
8.161
58.490
50.121
Het Yakov Kreizbergfonds is bestemd voor de activiteiten van NedPhO GO! en wordt gevormd uit donaties en aangewezen opbrengsten. Bestemmingsreserve instrumentenfonds Stand per 1 januari Mutatie ingevolge bestemming exploitatieresultaat Stand per 31 december
2014 70.809
2013 69.126
8.317
1.683
79.126
70.809
De toevoeging aan de bestemmingsreserve instrumentenfonds betreft de boekwinst op verkochte instrumenten. De reserve wordt gevormd mede met het oog op de mogelijkheid meer orkestinstrumenten in eigendom van het orkest zelf te nemen. Bestemmingsfonds OCW Indien na het uitvoeren van de activiteiten er nog een deel van de subsidie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap resteert, wordt dit deel gereserveerd in het bestemmingsfonds OCW. De gereserveerde bedragen mogen enkel besteed worden aan de activiteiten waarvoor de subsidie verkregen is. Voor de berekening geldt als uitgangspunt het aandeel van de OCW subsidies in de totale baten. Het resultaat waarover dit aandeel wordt berekend is het saldo vóór mutaties bestemmingsreserves en fondsen. De mutaties in het bestemmingsfonds OCW zijn als volgt:
Stand per 1 januari Overboeking naar Bestemmingsreserve OCW 2009/2012 Mutatie ingevolge bestemming exploitatieresultaat Stand per 31 december
2014 70.889
2013 1.236.841
-70.889
-1.236.841 70.889
-
70.889
Bestemmingsreserve restant subsidie OCW 2009-2012 Bij de vaststelling van de vierjaarlijkse instellingssubsidie voor de periode 2099-2012 is door de minister besloten het resterende saldo van het bestemmingsfonds OCW niet terug te vorderen. Daaraan is verbonden de verplichting de middelen in de subsidieperiode 2013-2016 aan te wenden voor het doel waarvoor de vierjarige instellingssubsidie 2013-2016 is verleend. Gedurende die periode dient in de jaarverantwoording inzicht gegeven te worden in de besteding; een niet besteed deel dient opgenomen Pagina 19 van 45
te worden in een "bestemmingsreserve restant subsidie OCW 2009-2012". Onttrekkingen aan de bestemmingsreserve restant subsidie OCW 2009-2012 mogen plaatsvinden bij zowel een positief als een negatief exploitatieresultaat. Mocht er aan het eind van de periode 2013-2016 een positief saldo resteren, dient dat toegevoegd te worden aan het bestemmingsfonds OCW ultimo 2016. De mutaties in de bestemmingsreserve OCW zijn als volgt:
Stand per 1 januari Overboeking van Bestemmingsfonds OCW Mutatie ingevolge onttrekkingen Stand per 31 december
2014 893.334
2013 -
-356.000
1.236.841 -343.507
537.334
893.334
De onttrekking ad € 356.000 betreft: gederfde opbrengsten wegens het afzien van contractueel door te belasten diensten aan DNO (€ 330.000, voornamelijk als tegemoetkoming voor incidenteel veel hoger dan gebruikelijk benodigde orkestcapaciteit voor Wagners Ring des Nibelungen); meerkosten Project Voluyt; advieskosten staforganisatie en extra personele inzet in het kader van het project Voluyt; aanpassing voorziening vakantiegelden aan nieuwe regeling Cao. Voorzieningen € 153.357 (2013: € 157.477 ) Afvloeiingsverplichtingen De voorziening betreft de bestaande afvloeiingsverplichtingen voor werknemers die recht hebben op een vervangende werkloosheidsuitkering in de vorm van een herplaatsingwachtgeld. De hoogte van de voorziening is afhankelijk van het arbeidsverleden van de werknemer en de geschatte kans waarop deze herplaatsbaar is. Het verloop van de voorziening afvloeiingsverplichtingen is als volgt:
2014 4.900
2013 15.004
-4.049 -851
-36.453 26.350
Stand per 1 januari Onttrekkingen Vrijval respectievelijk dotatie Stand per 31 december
-
4.900
Per ultimo 2014 is geen noodzaak voor een te treffen voorziening aanwezig. Reorganisatievoorziening Deze voorziening betreft een reorganisatie en is gevormd uit een dotatie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Het mutatieoverzicht van de reorganisatievoorziening is als volgt:
Stand per 1 januari Onttrekkingen Stand per 31 december
2014 4.805
2013 23.593
-4.805
-18.789
-
4.805
Per ultimo boekjaar bestaan geen verplichtingen meer uit hoofde van de voornoemde reorganisatie.
Pagina 20 van 45
Jubileumuitkeringen De voorziening jubileumuitkeringen is gevormd voor de toekomstige uitkeringen aan medewerkers bij gelegenheid van hun 25- respectievelijk 40-jarig jubileum. De voorziening wordt berekend als de som van de te verwachte uitkeringen van de per balansdatum in dienst zijnde medewerkers. Bij de berekeningen wordt rekening gehouden met een ontslagrespectievelijk blijfkans en een jaarlijkse salarisgroei van 2,0%. De contante waarde van de voorziening is gebaseerd op een rentepercentage van 3,0%. Het verloopoverzicht van de voorziening is als volgt:
Stand per 1 januari
2014 147.773
2013 109.293
Onttrekkingen Dotatie
-10.344 15.928
-5.996 44.476
Stand per 31 december
153.357
147.773
Langlopende schulden € 261.695 (2013: € 297.909 ) Overlopende passiva De post betreft investeringsbijdragen. Deze bestaan uit bijdragen van fondsen, giften en donaties van particulieren en bedrijven ten behoeve van de aanschaf van muziekinstrumenten en investeringen in de verbouw en inrichting van de NedPhO-Koepel. Het verloopoverzicht van de rekening is als volgt: 2014 2013 Stand per 1 januari 297.909 326.394
Onttrekkingen Toevoeging
-36.499 285
-35.148 6.663
Stand per 31 december
261.695
297.909
De toevoeging in 2014 betreft de bijdragen particulieren voor de inrichting van de NedPhO-Koepel. De onttrekkingen zijn gelijk aan de toerekenbare afschrijvingskosten en worden in de exploitatierekening als bate verantwoord onder de overige bijdragen uit private middelen. Kortlopende schulden € 1.721.416 (2013: € 1.613.931 ) Belastingen en premies sociale verzekeringen De post betreft loonheffing over december. Schulden ter zake van pensioenen Hieronder zijn opgenomen de te betalen pensioenpremies aan de Stichting Pensioenfonds ABP en het Pensioenfonds Zorg en Welzijn. Overige schulden In de overige schulden zijn begrepen de per balansdatum verschuldigde bedrijfslasten. Overlopende passiva De overlopende passiva bevatten onder meer vooruit ontvangen baten uit hoofde van abonnementen en entreekaarten.
Pagina 21 van 45
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen Verplichtingen De overige financiële verplichtingen betreffen naast de gebruikelijke engagementen met dirigenten en solisten, de huur van de NedPhO-Koepel en de zaalhuur van concertlocaties. Pensioenvoorzieningen De risico’s die vanwege de pensioenregeling nog bij de stichting berusten (vooral prijsindexatie en het beleggingsrendement op het fondsvermogen) komen niet tot uitdrukking in een in de balans opgenomen voorziening. Subsidie De stichting wordt op basis van een vierjarige periode, de zogenaamde kunstenplanperiode, gesubsidieerd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Door het Ministerie is voor 2013 tot en met 2016 een subsidie van € 40.620.928 beschikbaar gesteld. Tevens wordt de stichting voor de periode 2013 tot en met 2016 gesubsidieerd door de Gemeente Amsterdam voor een bedrag van € 320.880. Huurlasten De stichting heeft een huurverplichting (voor 15 jaar) vanaf 2012 voor de door haar in de NedPhO-Koepel gehuurde ruimtes. De jaarlasten daarvan bedragen € 366.000. Bankgarantie ten behoeve van Stadsherstel Amsterdam NV Tot zekerheid voor de nakoming van de huurverplichtingen is een bankgarantie van € 85.000 gesteld bij de Rabobank. Verplichtingen uit hoofde van operationele leasecontracten Per balansdatum heeft de stichting op leasebasis in gebruik: Kopieer- en printmachines met een jaarlijkse verplichting van € 22.000. De looptijd van de leaseovereenkomst is 6 jaar. Het contract eindigt per 9 december 2020. Fiscale eenheid De Stichting Nederlands Philharmonisch Orkest en de Stichting Remplaçanten Nederlands Philharmonisch Orkest vormen een fiscale eenheid ten aanzien van de omzetbelasting. Beide stichtingen zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de belastingschulden van de fiscale eenheid. Per ultimo boekjaar 2014 heeft de fiscale eenheid een vordering ad. € 181.171 inzake omzetbelasting op de Belastingdienst.
Pagina 22 van 45
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE EXPLOITATIEREKENING 2014 Normbegroting De in deze jaarrekening opgenomen begroting betreft de normbegroting 2014 behorend bij het Beleidsplan 2013-2016. De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft de normbegroting goedgekeurd. In het Cultuurplan zijn alleen voor 2013 en 2016 afzonderlijke jaarbegrotingen opgesteld. Van deze begrotingen is voor 2014, rekenkundig, een normbegroting afgeleid. Resultaat boekjaar € -165.246 (2013: € 503.152 ) Over 2014 bedragen de netto exploitatielasten € 13.499.389, de eigen inkomsten € 2.209.164 en de ontvangen subsidies en bijdragen € 10.496.580 . Het nadelig saldo uit de gewone bedrijfsvoering bedraagt daarom € -793.644 in het boekjaar 2014. Na mutaties in de financiële baten en lasten, en de onttrekkingen en donaties aan de bestemmingsfondsen en -reserves komt het uiteindelijke exploitatieresultaat uit op € -165.246 . Verschillen ten opzichte van de (norm)begroting Begroot saldo Werkelijk nadelig saldo
-165.271 -165.246
Voordeliger dan begroot
25
De globale specificatie van het voordelig verschil ten opzichte van de begroting is als volgt:
2014
Normbegroting
Verschil
Directe opbrengsten Indirecte opbrengsten Subsidie Ministerie van OCW Subsidie gemeente Overige subsidie/bijdragen
1.726.245 482.920 10.248.960 80.220 167.400
2.137.830 342.000 10.000.000 140.000 98.815
-411.585 140.920 248.960 -59.780 68.585
Totaal baten
12.705.745
12.718.645
-12.900
1.142.156 797.211 9.581.281 1.978.741
1.200.518 579.166 9.101.164 2.056.898
-58.362 218.045 480.117 -78.157
13.499.389
12.937.746
561.643
45.440
53.830
-8.390
582.958
-
Baten
Lasten Beheerlasten: personeelskosten Beheerlasten: materiële lasten Activiteitenlasten: personeelskosten Activiteitenlasten: materiële lasten Totaal lasten Rentebaten/-lasten Mutatie bestemmingsreserves en -fondsen Exploitatieresultaat
-165.246
Pagina 23 van 45
-165.271
582.958 25
Onderstaand wordt een beknopte, eerder cijfermatige toelichting gegeven op de realisatie versus de normbegroting. Voor een kwalitatieve en inhoudelijke toelichting wordt verwezen naar het Bestuursverslag.
Directe opbrengsten Publieksinkomsten Concertinkomsten Opbrengst radio, televisie en opnamerechten Verkoop programma's, cd's en dvd's Overige publieksopbrengsten NedPhO GO! publieksinkomsten
2014
Normbegroting
Verschil
1.465.863 2.611 -3.244 40.145 20.487
1.663.358 40.000 7.381
-197.495 2.611 -3.244 145 13.106
1.525.863
1.710.739
-184.876
Het nadelig verschil van de concertinkomsten wordt bepaald door lagere recettes en uitkoopsommen. De concertinkomsten waren lager dan begroot. Dit is niet zondermeer toe te schrijven aan een afnemende interesse: oorzaken zijn onder meer gelegen in het bespelen van nieuwe en kleinere zalen als gevolg van gewijzigde subsidietaak (Haarlem), aan het aandeel in de prestaties van vernieuwende maar kleinschaliger concertformats (maatschappelijke activiteiten en specifieke publieksgroepen) en door het ontbreken in 2014 van buitenlandse publieksopbrengsten (geen tournees).
Sponsorinkomsten Directe sponsorinkomsten Algemene sponsorinkomsten NedPhO GO! Sponsorinkomsten
2014
Normbegroting
Verschil
20.324 122.657 -
115.500 248.758 25.333
-95.176 -126.101 -25.333
142.981
389.591
-246.610
Sponsorinkomsten zijn direct in zoverre ze aan een concert of activiteit gerelateerd zijn. Onder algemene Sponsorinkomsten zijn opgenomen de hoofdsponsors, de businessclubleden en de bedrijfsvrienden. In de normbegroting is gerekend met grotere volumes: meer concertsponsoring en meer sponsorconcerten en ook groei van het aantal algemene sponsors. Alle verantwoorde sponsorinkomsten betreffen sponsoring in financiële middelen en zijn gefactureerde inkomsten gebaseerd op reële wederzijdse prestaties. Ten opzichte van de normbegroting is sprake van een aanzienlijk achterblijven van de opbrengsten. In 2014 is een bedrijfsgift ad € 50.000 ontvangen welke verantwoord is onder de overige bijdragen.
Overige inkomsten Royalties Advertenties Overige inkomsten NedPhO GO! educatie NedPhO GO! overige inkomsten
2014
Normbegroting
Verschil
6.332 14.060 125 21.533 15.352
2.000 8.000 10.000 17.500
4.332 6.060 125 11.533 -2.148
57.401
37.500
19.901
Pagina 24 van 45
Indirecte opbrengsten Doorbelasting i.v.m. begeleidingstaak Overige indirecte opbrengsten
2014
Normbegroting
Verschil
465.193 17.727
292.000 50.000
173.193 -32.273
482.920
342.000
140.920
De indirecte opbrengsten betreffen onder meer de doorbelastingen aan De Nederlandse Opera. Aan De Nederlandse Opera worden kosten doorberekend in zoverre de gemaakte begeleidingskosten groter zijn dan structureel overeengekomen. Om niet wordt een vast aantal overeengekomen diensten begeleid. In het cultuurplan 2013-2016 en in de normbegroting 2014 is met 12.000 diensten om niet per kalenderjaar gerekend. In de in het voorjaar 2014 met DNO gesloten overeenkomst is dit gewijzigd in 12.000 om niet per seizoen. Dit leidt in 2014 tot een hoger aantal diensten om niet dan oorspronkelijk begroot. In 2014 was daarnaast (zoals in 2013) sprake van een zware operaprogrammering (Wagner) waardoor, afgezet tegen de norm, voor DNO fors hogere lasten zouden ontstaan. NedPhO is DNO tegemoet gekomen in het belang van de integrale realisaties. In totaal zijn 2.250 extra diensten om niet geleverd. Daarmee werd afgezien van € 330.000 doorbelasting. De overige indirecte opbrengsten betreffen o.a. verkoop van instrumenten en de opbrengsten uit de exploitatie van de vrije uren van de NedPhO-Koepel. Eigen inkomstenpercentage Het percentage eigen inkomsten is een graadmeter voor het verdienvermogen van de organisatie. Het percentage wordt bepaald als het totaal aan eigen inkomsten gedeeld door het totaal van de structurele subsidies. Bij het bepalen van het totaal van de structurele subsidie wordt het deel dat toerekenbaar is aan de begeleidingstaak in mindering gebracht. Voor 2014 bedraagt het percentage voor het NedPhO 40,1%. De norm voor 2014 bedraagt 22,5%
2014 Percentage eigen inkomsten Totaal baten Af: structurele subsidies Eigen inkomsten
12.705.745 -10.239.180 2.466.565
Structurele subsidie minus deel begeleiding
6.143.508
Percentage eigen inkomsten
Structurele subsidie Ministerie van OCW Vierjarige subsidie
40,1%
2014
Normbegroting
Verschil
10.158.960
10.000.000
158.960
10.158.960
10.000.000
158.960
De subsidie in de normbegroting is het opgenomen bedrag uit de subsidieaanvraag voor de culturele basisinfrastructuur 2013-2016. Het meerdere bestaat uit in de periode 2011 tot en met 2014 toegekende loon- en prijsbijstellingen.
Pagina 25 van 45
Structurele subsidie gemeente Amsterdam NedPhO GO! subsidie gemeente
2014
Normbegroting
Verschil
80.220
140.000
-59.780
80.220
140.000
-59.780
De Gemeente Amsterdam verleende NedPhO GO! voor de periode 2013-2016 subsidie voor de vrije ruimte cultuureducatie in het kader van het Kunstenplan 2013-2016. Het subsidiebedrag bedraagt € 80.220 per jaar, dit is inclusief een nominale bijstelling van 0,28% en verminderd met de door de gemeenteraad vastgestelde generieke korting. De gemeenteraad heeft op 8 november 2012 het Kunstenplan 2013-2016 vastgesteld. Voor de Kunstenplanperiode 2013-2016 geldt dat de toekenning plaats vindt voor 4 jaar onder voorbehoud van de raming in de jaarlijks vast te stellen gemeentebegroting. 2014 Overige subsidies/bijdragen Subsidies uit publieke middelen Projectsubsidie OCW
Normbegroting
Verschil
90.000
-
90.000
90.000
-
90.000
Door het Ministerie van OCW is een projectsubsidie verleend van € 120.000. De subsidie is bestemd voor het project “Van programmeren tot productie”. Het innoveren van het proces van programmeren tot productie moet binnen NedPhO zorgen voor een efficiënte en optimale inzet van de vaste en flexibele formatie van musici. De minister verwacht dat NedPhO het mogelijk zal maken dat de opgedane kennis gedurende het project kan worden gedeeld met collega-orkesten. In 2013 is bij wijze van bevoorschotting € 60.000 overgemaakt. Daarvan was in 2013 € 30.000 aangewend voor extern advies en begeleidingskosten. De overige € 30.000 was op de balans geactiveerd. In 2014 is aanvullend € 60.000 ontvangen. In 2014 is € 90.000 van de subsidie aangewend voor het project. De totale kosten van het project bedroegen € 176.437 waarvan € 143.445 in 2014 werd besteed.
Project: Innoveren van het proces 'Van programmeren tot productie' Begroting Baten totaal Overige subsidies/bijdragen uit publieke middelen - Projectsubsidie OCW 120.000 120.000 Dekking uit eigen middelen 10.000 53.437 Totale baten 130.000 173.437 Lasten Inventarisatie en ontwikkeling Keuze IT-oplossing / pakketselectie Aanschaf applicatie / implementatie Borging Totale lasten
15.000 16.000 84.000 15.000 130.000
Realisatie 2013
2014
30.000 -8 29.992
90.000 53.445 143.445
totaal 2013 24.000 24.000 26.258 5.992 110.379 12.800 173.437 29.992 2014 Normbegroting
2014 0 20.266 110.379 12.800 143.445 Verschil
Overig bijdragen uit private middelen Bijdragen uit private middelen, algemeen NedPhO GO! bijdragen uit private middelen
71.245 60.406
68.815 -
2.430 60.406
131.650
68.815
62.835
Pagina 26 van 45
Van de verantwoorde bijdragen is € 50.000 een bedrijfsgift bestemd voor NedPhO GO! Van de overige bijdragen is € 36.499 afkomstig uit de vrijval van investeringsbijdragen voor instrumenten en investeringen in de NedPhO-Koepel.
Bijdragen private fondsen NedPhO GO! Bijdragen uit private fondsen
2014
Normbegroting
Verschil
15.750
30.000
-14.250
15.750
30.000
-14.250
NedPhO GO! ontving in 2014 een bijdrage van de Turing Foundation voor de concerten in de wijk. De Amado Foundation verstrekte een gift ten behoeve van NedPhO GO! in het algemeen.
Pagina 27 van 45
LASTEN
2014
Normbegroting
Verschil
263.857 73.126 190.730 407.316 93.915 70.776 42.435
247.374 88.419 188.966 404.066 116.873 68.820 86.000
16.483 -15.293 1.764 3.250 -22.958 1.956 -43.565
1.142.156
1.200.518
-58.362
Beheerlasten personeel Directie en management Ondersteuning directie en management Financiële economische zaken Public Relations, marketing en sponsoring Algemene en huishoudelijke zaken Personeelszaken Overige personeelskosten beheer
In financiële zin zijn de beheerlasten personeel op het niveau van de normbegroting. De feitelijk lagere overige personeelskosten vloeien voort uit een overheveling naar de activiteitenlasten personeel. In de beheerlasten personeel is begrepen € 122.860 voor pensioenen en € 96.298 voor werknemersverzekeringen. Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen Op 1 januari 2013 is de Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) in werking getreden. In deze nieuwe wet zijn regels vastgelegd over de maximale bezoldiging van bestuurders en topfunctionarissen in de (semi)publieke sector. Jaarlijks wordt de WNT-norm vastgesteld in een ministeriële regeling. De WNT is van toepassing op Stichting Nederlands Philharmonisch Orkest. De WNT verplicht te rapporteren over de bezoldiging van bestuurders en topfunctionarissen. Daarnaast wordt transparantie gevraagd over bezoldiging van overige (interne en externe) functionarissen en ontslagvergoedingen die in het verslagjaar boven een gestelde norm uitkomen. Zowel in deze toelichting als in het bestuursverslag wordt verslag gedaan over de WNT vereisten die op het NedPhO van toepassing zijn. Bestuurdersbeloningen In de personele beheerlasten is begrepen de bezoldiging van de bestuurder/directeur ten bedrage van totaal € 141.603. Deze beloning bestaat uit diverse componenten in overeenstemming met de Regeling bezoldigingscomponenten WNT. De leden van de Raad van Toezicht ontvangen geen bezoldiging. Gedurende het boekjaar zijn er geen andere (tijdelijke) functionarissen geweest die een bezoldiging hebben ontvangen boven de door het Ministerie gestelde norm.
Functie Naam Ingangsdatum dienstverband Einddatum dienstverband Omvang dienstverband in FTE Beloning Belastbare vaste en variabele onkostenvergoedingen Totaal
Algemeen Directeur R. P. J. Streevelaar 13-5-2008 onbepaald 1,0 € 139.103 € 2.500 € 141.603
Pagina 28 van 45
2014
Normbegroting
Verschil
159.517 512.344 60.000 65.350
173.166 406.000 -
-13.649 106.344 60.000 65.350 -
797.211
579.166
218.045
Beheerlasten materieel Huisvesting Kantoor en organisatie Algemene publiciteit Afschrijvingen
Met een toe te rekenen deel algemene publiciteitskosten was in de begroting geen rekening gehouden, het betreft een overheveling vanuit de specifieke publiciteitskosten. In de nieuwe huisvesting NedPhOKoepel zijn in 2014 energielasten en schoonmaakkosten lager. In de begrote afschrijvingen was, omdat deze kosten deels gedekt worden door vrijval uit de egalisatiereserve, geen rekening gehouden met de afschrijvingen op de investeringen voor de nieuwe huisvesting. De uitgaven voor het project “Innoveren van het proces van Programmeren tot Productie” zijn begrepen in de kosten voor kantoor en organisatie.
2014
Normbegroting
Verschil
178.341 997.844 5.644.327 53.892 1.500.725 426.409 83.152 203.910 112.940 379.741
179.819 960.131 5.690.840 111.000 844.104 456.878 94.790 122.235 242.367 399.000
-1.478 37.713 -46.513 -57.108 656.621 -30.469 -11.638 81.675 -129.427 -19.259
9.581.281
9.101.164
480.117
Activiteitenlasten personeel Artistieke en productionele leiding Dirigenten, solisten en ensembles Orkest, vaste beloningen Orkest, incidentele beloningen Remplaçanten Orkestinspectie/-assistentie Bibliotheek NedPhO GO! staf NedPhO GO! orkest Overige personeelslasten
De vaste beloningen voor het orkest zijn lager door een kleinere omvang in fte wegens uitdiensttredingen, latere vacaturevervulling, het opnemen van sabbaticals. De incidentele loonkosten voor het orkest bevatten naast besparingen als gevolg van de nieuwe cao tevens lagere uitgaven voor overwerk van vaste orkestleden. Qua inzet van diensten van musici was het concertjaar 2014 groter bezet dan begroot. Maar ook was 2014 wederom een bovengemiddeld operajaar (Wagner/Ringproductie) waarvoor meer remplaçanten ingehuurd moesten worden. In principe worden deze extra diensten boven het overeengekomen om niet aantal van 12.000 doorbelast. De hogere kosten voor staf NedPhO GO! hangen samen met langdurige ziektevervanging en extra inzet en ondersteuning bij het project “Innoveren van het proces van Programmeren tot Productie”. De besparing op de beloningen voor musici bij NedPhO GO! vloeit mede voort uit de verruiming van de inzet van musici binnen de zogenaamde persoonlijk portefeuille. Binnen de persoonlijke portefeuille worden niet-collectieve podiumuitvoeringen en overige activiteiten (zoals educatie en maatschappelijke projecten) verzorgd. In de activiteitenlasten personeel is begrepen € 771.629 terzake pensioenen en € 675.579 ter zake werknemersverzekeringen.
Pagina 29 van 45
Toelichting op de splitsing personele lasten vast, tijdelijk en inhuur In de exploitatierekening zijn de personele lasten nader gesplitst in vast, tijdelijk en inhuur. Tevens zijn de respectievelijke fte toegevoegd.
LASTEN
fte
2014
Normbegroting
2013
1.200.518
13,4 1,6 0,9
1.142.156 997.991 90.591 53.574 797.211
579.166
1.137.909 943.548 108.910 85.451 638.893
Totale Beheerlasten
1.939.367
1.779.684
1.776.802
Activiteitenlasten personeel - Waarvan vast contract - Waarvan tijdelijk contract - Waarvan inhuur Activiteitenlasten materieel
9.581.281 6.708.141 1.010.580 1.862.560 1.978.741
9.101.164
2.056.898
9.673.787 6.376.872 1.097.988 2.198.927 1.841.486
Totale Activiteitenlasten
11.560.022
11.158.062
11.515.273
TOTALE LASTEN
13.499.389
12.937.746
13.292.075
Beheerlasten personeel - Waarvan vast contract - Waarvan tijdelijk contract - Waarvan inhuur Beheerlasten materieel
99,0 24,9 22,8
Alleen voor 2014 is de nadere splitsing gegeven en zijn de aantallen fte toegevoegd. In de normbegroting (aanvraag subsidie 13/16) hebben we weliswaar ook opgave gedaan van bedragen en aantallen maar zodanig anders ingedeeld dat vergelijk niet direct mogelijk is. De format van de exploitatierekening is in overeenstemming met het Handboek verantwoording cultuursubsidies instellingen 2013 2016 en heeft slechts één kolom voor de fte. Wat vast, tijdelijk en inhuur is, is in het handboek OCW gedefinieerd: inhuur is de zzp’er (var) of ingehuurd van een andere organisatie / bedrijf (uitzendbureau). Remplaçanten (flexibele musici) die worden verloond via de Stichting Remplaçanten zijn tijdelijk, remplaçanten met een VAR zijn inhuur. Het grote aantal fte tijdelijke en inhuurmedewerkers wordt naast een kleinere omvang van het vaste orkest overwegend bepaald door de extra benodigde remplaçanten. Dirigenten/solisten en koren vallen door de aard van de contracten onder de categorie inhuur.
2014
Normbegroting
Verschil
502.620 274 7.977 85.175 735.958 17.034 69.088 56.975 478.785 24.857
422.760 5.000 19.167 787.863 85.000 727.971 9.137
79.860 -4.726 -11.190 85.175 -51.905 17.034 -15.912 56.975 -249.186 15.720
1.978.741
2.056.898
-78.157
Activiteitenlasten materieel Voorbereidingskosten concerten Voorbereidingskosten opera NedPhO GO! voorbereidingskosten Afschrijvingen zaal Uitvoeringskosten concerten Uitvoeringskosten opera NedPhO GO! uitvoeringskosten Afschrijvingen instrumenten Specifieke publiciteit NedPhO GO! specifieke publiciteit
De afschrijvingen zaal vloeien voort uit de specifieke investeringen in de in 2012 betrokken nieuwe huisvesting, deze worden gedekt door vrijval uit de egalisatie/herhuisvestingsreserve. De afschrijvingskosten instrumenten waren begroot onder de uitvoeringskosten concerten. Van de specifieke Pagina 30 van 45
publiciteitskosten is een deel overgeheveld naar de beheerlasten. Daarmee blijft een nog aanzienlijk lagere besteding over als gevolg van o.a. goedkoper drukwerk, meer digitale marketing en herziening van publiciteitsinstrumenten.
Rentebaten en -lasten
2014 45.440
Normbegroting 53.830
Verschil -8.390
Ten opzichte van de normbegroting is het actuele rentepercentage gedaald.
2014
Normbegroting
Verschil
Mutatie bestemmingsreserves en -fondsen Onttrekking reserve herhuisvesting Onttrekking egalisatiereserve Onttrekking reserve marketing projecten Dotatie reserve Yakov Kreizbergfonds Dotatie reserve instrumentenfonds Onttrekking bestemmingsfonds OCW Onttrekking Bestemmingsreserve OCW 9/12
35.547 95.928 41.280 -8.369 -8.317 70.889 356.000
-
35.547 95.928 41.280 -8.369 -8.317 70.889 356.000
582.958
-
582.958
In de normbegroting was geen rekening gehouden met bijzondere baten en lasten. Deze zijn deels gerelateerd aan de herhuisvestings-/egalisatiereserveringen voor kosten voor en investeringen in de NedPhO-Koepel. Aan het bestemmingsfonds OCW (periode 2013-2016) is vanwege het negatieve bedrijfsresultaat € 70.889 onttrokken gelijk aan de dotatie van 2013. Aan de bestemmingsreserve OCW kan vrijelijk onttrokken worden. Een substantieel deel van de onttrekking hangt samen met de extra om niet prestaties aan De Nationale Opera. Dit is toegelicht onder de directe opbrengsten.
Pagina 31 van 45
OVERZICHT PERSONEEL IN VASTE DIENST Ultimo boekjaar bedroeg het aantal personeelsleden in vaste dienst 140 (ultimo boekjaar 2013: 136). De onderverdeling van het personeelbestand naar staf en orkest is als volgt:
Gemiddelde personeelsbezetting 2014 fte Orkest Staf
2013 fte
In dienst ultimo boekjaar 2014 Aantal
2013 fte
Aantal
fte
90 28
91 28
106 34
90 29
104 32
89 27
118
119
140
119
136
116
Pagina 32 van 45
ENKELVOUDIGE JAARREKENING 2014
ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2014 (na resultaatbestemming)
ACTIVA
31 december 2014
31 december 2013
(in euro's)
Materiële vaste activa Bedrijfsgebouwen en - terreinen Instrumenten Inventaris en apparatuur Vaste bedrijfsmiddelen in uitvoering en vooruitbetaald op materiële vaste activa
1.101.124 123.910 327.462
1.128.773 180.885 384.364
-
29.925 1.552.495
Financiële vaste activa Deelnemingen
15.436
Totale Vaste Activa
Voorraden Handelsgoederen
1.723.946
15.436 15.436
15.436
1.567.931
1.739.382
9.694
14.893 9.694
Vorderingen Handelsdebiteuren Belastingen en premies sociale verzekeringen Overige vorderingen Overlopende activa
50.440 181.171 57.722 192.024
14.893
298.098 93.188 61.145 258.494 481.358
710.924
Liquide middelen
3.878.199
4.145.374
Totale Vlottende Activa
4.369.251
4.871.191
TOTALE ACTIVA
5.937.183
6.610.573
Pagina 34 van 45
ENKELVOUDIGE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
PASSIVA
31 december 2014
31 december 2013
(in euro's)
Stichtingskapitaal Algemene reserve Bestemmingsreserves Bestemmingsreserve OCW 2009/2012 Bestemmingsfonds OCW
45 1.768.520 1.488.460 537.334 -
Totale Eigen Vermogen
Afvloeiingsverplichtingen Reorganisatievoorziening Jubileumuitkeringen
3.794.359
153.357
Totale Voorzieningen
Investeringsbijdragen
4.542.563
4.900 4.805 147.773 153.357
261.695
Totale Langlopende Schulden
Handelscrediteuren Schulden aan groepsmaatschappijen Belastingen en premies sociale verzekeringen Schulden ter zake van pensioenen Overige schulden Overlopende passiva
45 1.931.698 1.646.597 893.334 70.889
157.477
297.909 261.695
297.146 111.632 203.986 106.720 8.754 999.534
297.909
334.096 79.657 201.748 118.819 7.816 870.487
Totale Kortlopende Schulden
1.727.773
1.612.624
TOTALE PASSIVA
5.937.183
6.610.573
Pagina 35 van 45
ENKELVOUDIGE FUNCTIONELE EXPLOITATIEREKENING 2014
2014
Normbegroting
2013
(in euro's)
ENKELVOUDIG SALDO UIT GEWONE BEDRIJFSVOERING
-165.246
-165.271
503.152
EXPLOITATIERESULTAAT
-165.246
-165.271
503.152
Pagina 36 van 45
TOELICHTING OP DE ENKELVOUDIGE JAARREKENING 2014
Algemeen Voor het opstellen van de enkelvoudige jaarrekening zijn de grondslagen voor waardering en resultaatbepaling gehanteerd die ook in de geconsolideerde jaarrekening zijn toegepast. Voor een toelichting op de materiële vaste activa, voorraden, voorzieningen en langlopende schulden wordt verwezen naar de betreffende toelichting op de geconsolideerde balans. Voor de niet uit de balans blijkende verplichtingen wordt tevens verwezen naar de toelichting op de geconsolideerde balans. ACTIVA Vaste activa Financiële vaste activa Stichting Nederlands Philharmonisch Orkest heeft een 100%-belang in NedPhOBe B.V. gevestigd te Amsterdam. NedPhOBe B.V. verricht momenteel geen activiteiten.
PASSIVA Kortlopende schulden Schulden aan groepsmaatschappijen € 111.632 (2013: € 79.657 ) De vorderingen en verplichtingen wegens de inhuur van remplaçanten via de Stichting Remplaçanten Nederlands Philharmonisch Orkest worden middels een rekening-courant verrekend. Resultaat deelnemingen Het resultaat van NedPhOBe B.V. over het boekjaar 2014 bedraagt € 0.
Ondertekening van de jaarrekening door de directie Amsterdam, 30 maart 2015
w.g.
R.P.J. Streevelaar Algemeen directeur
Pagina 37 van 45
PRESTATIEVERANTWOORDING 2014
PRESTATIEVERANTWOORDING 2014 KWANTITATIEVE GEGEVENS: PRESTATIEVERANTWOORDING 2014 2014
Voorgenomen
Aantal Aantal activiteiten bezoeken
Aantal Aantal activiteiten bezoeken
2013 Aantal Aantal activiteiten bezoeken
Begeleidingen Aantal operabegeleidingen
48 48
72.805 72.805
47 42
70.500 63.000
42 42
60.778 60.778
Aantal programma's (orkesten, geen begeleidingen) Totaal aantal symfonische programma's Grote bezetting (> 80 musici) Middelgrote bezetting (40-80 musici) Kleine bezetting (15-40 musici) Programma's voor ensembles (<15 musici)
49 35 7 11 17 14
82.609 79.399 18.122 32.279 28.998 3.541
38 26 5 9 12 12
91.915
47 33 5 13 15 14
101.438 97.947 24.022 36.988 36.937 3.541
Aantal uitvoeringen en bezoeken Standplaats Buiten de standplaats Buitenland
82 68 14
76.899 65.271 11.628
81 61 14 6
82.310 62.670 12.140 7.500
85 70 9 6
93.143 80.478 4.157 8.508
Aantal schooluitvoeringen Schooluitvoeringen PO Schooluitvoeringen VO
15 13 2
5.710 5.020 690
42 40 2
9.605 7.805 1.800
41 38 3
8.295 5.586 2.709
201 2 20 14 2 107
5.323 200.000 600.000 499 78 23.974
102
4.625
6 9 28 47
612.000 170 3.600 3.265
168 4 16 8 5 77
3.028 518.000 550.000 225 158 19.517
Andere activiteiten Educatieve activiteiten Registraties / adapties voor TV Registraties / adapties voor radio Workshops voor amateurs Lezingen en inleidingen Overige activiteiten
Pagina 39 van 45
TOELICHTING OP DE PRESTATIEVERANTWOORDING 2014 De kwantitatieve gegevens van de prestaties zijn overgenomen van de prestatieverantwoording op de web applicatie Speellijsten en Tentoonstellingen van OCW. De concertprestaties zijn behaald conform Cultuurplan. In 2014 heeft NedPhO het voorgenomen aantal schooluitvoeringen niet geheel behaald. Daarmee vrijgevallen capaciteit van musici werd ingezet in een uitbreiding van de outreach programmering waarin veel nieuw publiek werd bereikt. Hieronder lichten we aantallen en afwijkingen toe per categorie. Publieksontwikkeling 2014 Van de ca. 77.000 bezoeken betroffen 60.000 bezoeken de concerten met eigen recette (65.000 in 2013). Ca. 15.000 bezoeken betroffen uitkopen. Belangrijkste factor in het lager aantal verkochte kaarten was de hoge concentratie van concerten in de eerste helft van 2014. Dit was mede gevolg van de planning van operaproducties in 2013 en 2014 (Wagnerjaren). De resultaten stegen in de tweede helft van het jaar naar een gemiddelde zaalbezetting van 78% en op onze hoofdpodia in Amsterdam (Het Concertgebouw en Muziekgebouw aan ’t IJ) zelfs naar 84%. Het aantal voor verkoop beschikbare plaatsen daalde per 2013 met het verplaatsen van een aantal concerten naar de nieuw bespeelde podia van Haarlem en Alkmaar. Ofschoon zaalbezettingen daar verbeteren, en hoger zijn dan bij het vroegere Holland Symfonia het geval was, zijn deze met ca. 60% nog niet op het niveau dat wij ambiëren. Aantal programma’s versus aantal concerten Dat het aantal programma’s hoger is dan begroot, is deels een vertekening doordat programma’s die met lichte wijziging werden herhaald in andere zalen een nieuwe programmacode kregen. Een tweede verklaring is dat het aantal concerten per programma per zaal werd teruggebracht ten gunste van zaalbezetting. Dit leidde tot een iets hoger aantal programma’s om de vereiste uitvoeringsaantallen te realiseren. Schooluitvoeringen In 2014 zijn 15 schooluitvoeringen gerealiseerd. 5 uitvoeringen betreffen het met het Concertgebouw ontwikkelde Peer Gynt. Verder hebben de projecten Op Reis, Klassiek Rondom de Klas, 1001 Nacht en de Kindermatthäus bijgedragen aan de prestaties. Basispakket Kunst- en Cultuureducatie in Amsterdam Sinds de invoering van het Basispakket in Amsterdam (met Mosa als uitvoerder) zagen wij, ondanks de goede intenties van het basispakket, juist minder deelname aan de educatieprogramma’s van NedPhO GO!. Hierdoor bleef een deel van het om-niet aanbod van NedPhO GO! onbenut door de scholen. In tegenstelling tot eerdere jaren konden wij zo niet alle voorgenomen prestaties realiseren. Naar onze mening is er geen sprake van overaanbod maar van een aansluitingsprobleem tussen scholen en cultuursector. Dat is gevolg van een groter programma vanuit culturele instellingen, een nog beperkte organisatiekracht in het onderwijs en een gebrek aan centraal punt waar het aanbod inzichtelijk wordt gepresenteerd. 36 voorgenomen activiteiten zijn niet tot stand gekomen en gecompenseerd in overige educatieve activiteiten. Dat wordt hieronder in 3 categorieën toegelicht. 1: Samenwerking Muziekschool Amsterdam De jaarlijks 10 schooluitvoeringen die voor het Cultuurplan in samenwerking met Muziekschool Amsterdam (MSA) gepland waren zijn niet gerealiseerd. MSA bracht de verbinding in seizoen 2013-2014 nog niet tot stand en stelde pas in januari 2015 5 scholen voor waarmee NedPhO nu in gesprek is voor activiteiten in2015. 2: Effecten schoolseizoenen 12 Ensembleconcerten in het Concertgebouw (Machtige Muziek) hebben niet plaatsgevonden in kalenderjaar 2014. In seizoen 13/14 vond deze plaats in november 13; seizoen 14/15 vinden deze voorstellingen plaats in april 2015.
Pagina 40 van 45
2 uitvoeringen voor CKV hebben niet plaatsgevonden in kalenderjaar 2014. In seizoen 13/14 waren er 2 edities (2 uitvoeringen Llibertat, 2 uitvoeringen West Side Story); In Seizoen 14/15 vond deze (Vuurvogel) plaats in februari 2015. Aantal: 2 uitvoeringen. Ook in kalenderjaar 2015 zullen twee projecten in 1 jaar vallen, te weten Vuurvogel en Tan Dun. 3: cao vernieuwing en organisatieverandering Een grote organisatieverandering voor het NedPhO|NKO voltrok zich in seizoen 2013-2014 met de invoering van de gemoderniseerde landelijke cao voor orkestmusici. Een belangrijk aspect daarin is dat educatieprogramma’s voortaan behoren tot de vaste seizoenstaak van musici. Dat biedt kansen (capaciteit voor educatie en talentontwikkeling) en besparingsmogelijkheden (minder extra kosten) maar het vraagt ook een geheel andere manier van programmeren en produceren. De omslag kost tijd waardoor we dit jaar in programma omvang nog niet zo succesvol waren als gewenst maar in komende jaren wel verwachten te zullen zijn. Educatieve activiteiten Het aantal educatieve activiteiten en het voorgenomen bereik is ruimschoots gerealiseerd. Er hebben onder andere 33 Repetitiebezoeken plaatsgevonden, 13 meer dan voorgenomen. Repetitiebezoek wordt aangeboden aan diverse basisscholen en aan alle groepen 5 van het Leerorkest; het is de ambitie om Repetitiebezoeken in aantal te laten toenemen, omdat het een unieke ervaring biedt en zeer verbonden is aan de eigenheid van een orkest als NedPhO|NKO. Overige activiteiten Als alternatief voor de lagere realisatie in schoolconcerten werden in deze categorie meer activiteiten uitgevoerd waarmee een groot bereik werd gerealiseerd, deels onder kinderen en jongeren. Hiermee maakte het NedPhO|NKO werk van het opbouwen van groter maatschappelijk en publiek draagvlak. In de programmering, waartoe ook kindervoorstellingen in de NedPhO-Koepel behoorden, werd aangesloten op vragen vanuit de wijken (lokale evenementen, Concerten in de Wijk en voor bijzondere doelgroepen). Schattingen in de prestatieverantwoording Van enkele van de in de prestatieverantwoording opgenomen bezoekcijfers is het aantal gebaseerd op schattingen en opgaven van derden. In het algemeen betreft het de uitvoeringen en activiteiten waarbij de bezoeker / het publiek niet op vertoon van een geldige toegangskaart toegang tot de betreffende activiteit verkrijgt en/of bezoekers van andere locaties dan podia zoals scholen en tehuizen. Schooluitvoeringen, educatieve activiteiten op/voor scholen: het aantal bezoekers/deelnemers wordt hier bepaald door het aantal leerlingen per klas (opgave school) maal het aantal klassen; Uitvoeringen in tehuizen en dergelijke: het aantal bezoekers/toeschouwers wordt bepaald door handmatige telling door een medewerker van de locatie samen met een medewerker van NedPhO; Muziekcafé en inleidingen op concertlocaties: toegang tot de activiteit hebben bezoekers van het concert die in ieder geval voor het concert een geldig toegangsbewijs hebben. Veelal wordt in het gebouw in een andere ruimte dan de concertzaal de inleiding of het muziekcafé verzorgd, het aantal bezoekers wordt bepaald door telling; Luisteraars van radio-uitzendingen/kijkers van televisieprogramma’s: opgaven van het bereik zijn afkomstig van de betreffende omroepen die zich daarbij baseren op kijk- en luistercijfers; In overige incidentele gevallen zoals een openluchtconcert betreft het schattingen door organisatie en NedPhO.
Pagina 41 van 45
OVERIGE GEGEVENS
Pagina 42 van 45
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: de directie van Stichting Nederlands Philharmonisch Orkest Wij hebben de in dit rapport op pagina 5 tot en met pagina 37 opgenomen jaarrekening 2014 van Stichting Nederlands Philharmonisch Orkest te Amsterdam gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de geconsolideerde en enkelvoudige balans per 31 december 2014 en de geconsolideerde en enkelvoudige staat van baten en lasten over 2014 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het bestuur van de entiteit is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven in overeenstemming met de in Nederland geldende Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 640 Organisaties zonder winststreven, Handboek Verantwoording Cultuursubsidies Instellingen en de bepalingen van en krachtens de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT), alsmede voor het opstellen van het jaarverslag in overeenstemming met de in Nederland geldende Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 640 Organisaties zonder winststreven. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de begroting en met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante wet- en regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het Controleprotocol cultuursubsidies instellingen 2013-2016 en het Controleprotocol WNT. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
Pagina 43 van 45 AA15-0394
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het bestuur van de entiteit gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting Nederlands Philharmonisch Orkest per 31 december 2014 en van het resultaat over 2014 in overeenstemming met de in Nederland geldende Richtlijn voor de Jaarverslaggeving 640 Organisaties zonder winststreven en de bepalingen van en krachtens de WNT. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2014 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de begroting en met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in het referentiekader. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW en het Handboek Verantwoording Cultuursubsidies Instellingen is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het bestuursverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Amstelveen, 31 maart 2015 BDO Audit & Assurance B.V. namens deze, w.g. A.P. van Veen RA
Pagina 44 van 45
RESULTAATBESTEMMING Het exploitatieresultaat 2014 bedraagt: € -165.246 . Voorgesteld wordt om het resultaat in mindering te brengen op de algemene reserve. Hiermee is in de balans rekening gehouden.
Pagina 45 van 45