Jaarverslag 2014
ONZICHTBARE VERANDERINGEN
Jaarverslag 2014 CertiQ B.V.
1 Voorwoord
3
2 Corporate Governance
5
3 Resultaten 2014
7
3.1 Kerncijfers
7
3.2 Geïmporteerde en geëxporteerde Garanties van Oorsprong
9
3.3 Operationele zaken
12
3.4 Klanttevredenheidsonderzoek
12
3.5 Financieel resultaat
13
4 Jaarrekening 2014
15
Bijlage: CertiQ werkt samen met...
28
Adresgegevens en colofon
31
(inhoudsopgave aanklikbaar)
2 CertiQ jaarverslag 2014
1 Onzichtbare veranderingen Per 1 januari 2015 heeft de minister van Economische Zaken TenneT TSO B.V.
2014 is ook het jaar waarin voor het eerst sinds jaren het aantal afgeboekte GvO’s
gemandateerd als garantiebeheerinstantie – en wel voor certificering van groene
afnam, van 40 terrawattuur (TWh) naar 38 TWh. 11,6 TWh daarvan betrof GvO’s
stroom en duurzame warmte. Door de wetswijziging van de Elektriciteitswet 1998
afkomstig van in Nederland geproduceerde groene stroom. Dat betekent dat dit
die op 1 januari 2015 van kracht werd, is naast groene stroom en hoog renderende
aandeel met 6 procent toenam van 25 procent in 2013 tot 31 procent in 2014.
warmtekrachtkoppeling (HR-WKK) nu ook de uitgifte van Garanties van Oorsprong
De import van GvO’s nam dit jaar voor het eerst sinds jaren niet toe; deze daalde
(GvO’s) voor duurzaam opgewekte warmte gereguleerd. Het jaar 2014 stond
van 40 TWh naar 32 TWh, ongeveer het niveau van 2012. Net als in 2013 daalde
daarom in het teken van de voorbereiding op het mandaat. Het mandaat houdt in,
de aanmaak van GvO’s voor elektriciteit. Deze trend is voornamelijk het gevolg
dat de minister verantwoordelijk is voor de uitgifte van GvO’s voor hernieuwbare
van minder inzet van biomassa voor elektriciteitsproductie.
elektriciteit en warmte en GvO’s voor HR-WKK. CertiQ B.V. (hierna CertiQ) voert die taken feitelijk uit namens TenneT TSO B.V.. Het meeste werk in 2014 is verricht
De export steeg wel, ook door de toename van GvO’s voor fossiele energie. Daar is
‘onder de motorkap’ van CertiQ met als doel om deze overgang rimpelloos te laten
vooral vraag naar in landen, zoals Oostenrijk, die werken met volledige etikettering
verlopen, zodat er voor onze deelnemers zo veel mogelijk onveranderd bleef.
voor alle vormen van elektriciteit. De uitgifte van GvO’s voor niet-duurzame energie (kolen en gas) verviervoudigde tot 1.040 GWh in 2014.
In 2014 hebben wij niet alleen onze systemen en processen voorbereid, maar ook gekeken naar onze doelmatigheid en doeltreffendheid. In dat kader is het niet
Tot slot is ook de uitgifte van certificaten voor duurzame warmte vorig jaar voor
zonder trots dat wij eind december het resultaat zagen van het rapport van SEO
het eerst boven de TWh uitgekomen, van 489 GWh in 2013 naar 1.181 GWh in 2014.
Economisch Onderzoek . Dat beoordeelt de doeltreffendheid en de doelmatigheid 1
van de uitvoering van de GvO-regeling als “goed”. Dat – en de uitkomsten van
Ir. J. van der Lee
Ir. B.G.M. Voorhorst
het klanttevredenheidsonderzoek dat wij in 2014 hebben laten uitvoeren – maakt
Manager CertiQ B.V.
Namens TenneT TSO B.V.
ons extra gedreven om onze dienstverlening verder te ontwikkelen en verbeteren. Belangrijke ontwikkelingen in 2014 waren de maatschappelijke discussies over transparantie en maatschappelijke waarde van GvO’s die als onderdeel van de (duurzame) energiemarkt steeds meer internationaal worden toegepast. Om in deze behoefte te voorzien heeft CertiQ zijn maandelijkse overzichten uitgebreid met uitgesplitste landeninformatie.
1
3 CertiQ jaarverslag 2014
SEO-rapport 2014-38 “Beleidsdoorlichting Energiebeleid 2007 t/m 2012”
4 CertiQ jaarverslag 2014
2 Corporate Governance CertiQ kiest ervoor om net als TenneT TSO B.V. (hierna: TenneT) – enig aandeelhouder
Financiële verslaggeving
en tevens bestuurder van CertiQ – de Corporate Governance Code na te leven
Het management is van mening dat de jaarrekening 2014 geen onjuistheden van
op de punten waar toepassing mogelijk is, ondanks het feit dat het daartoe niet
materieel belang bevat. Het management meent, naar beste weten en overtuiging,
verplicht is. De principes en ‘best practice-bepalingen’ uit de code vormen naar
dat er geen verdere indicaties zijn dat de interne risicobeheersings- en controle-
de mening van CertiQ een leidraad voor het handelen van de onderneming.
systemen van CertiQ ten aanzien van de financiële verslaggevingsrisico’s in het verslagjaar niet naar behoren hebben gewerkt en geen redelijke mate van zekerheid zouden
Management
geven dat de financiële verslaggeving geen onjuistheden van materieel belang bevat.
Het management van CertiQ is verantwoordelijk voor het strategisch en organisatorisch beleid en voor het uitgeven en registreren van energiecertificaten. Hierover legt
Externe accountant
CertiQ verantwoording af aan TenneT. TenneT stelt het kader vast voor de beleids-
De externe accountant van CertiQ, Ernst & Young Accountants LLP, is belast
vorming voor de interne risicobeheersings- en controlesystemen. Binnen dit kader
met de controle van de jaarrekening en rapporteert aan het management en
is het management van CertiQ verantwoordelijk voor het beheer van deze systemen.
de aandeelhouder van CertiQ. De externe accountant heeft een goedkeurende
CertiQ stelt een jaarplan op, inclusief het exploitatiebudget, het investeringsbudget
controleverklaring verstrekt bij de jaarrekening.
en de financieringsbehoefte. Dit jaarplan wordt goedgekeurd door de aandeelhouder en vormt het mandaat voor het management. CertiQ rapporteert ten minste elk
Voor meer informatie over de Corporate Governance Code van TenneT verwijzen
kwartaal aan de aandeelhouder over de uitvoering van het jaarplan. Periodiek wordt
wij u naar het hoofdstuk Corporate Governance in het jaarverslag 2014 van
er over de financiële resultaten en operationele ontwikkelingen gerapporteerd.
TenneT Holding B.V.
5 CertiQ jaarverslag 2014
6 CertiQ jaarverslag 2014
3 Resultaten 2014 3.1 Kerncijfers
Tabel 2 geeft een verdeling naar energiebron weer.
Eind 2014 waren er bij CertiQ in totaal 12.096 productie-installaties voor duurzame
Tabel 2
Uitgegeven GvO’s in 2013 en 2014 per terrawattuur (TWh)
elektriciteit ingeschreven, 2,5 procent minder dan in 2013. Zij hadden een gezamenlijk
Tabel 1
opgesteld vermogen van ruim 8,4 GW, tegenover 8,8 GW in 2013. Deze daling in
GvO’s (TWh) uitgegeven in
het vermogen werd vooral veroorzaakt door de uitschrijving van een grote installatie
Elektriciteit:
voor bij- en meestoken van biomassa. Met name voor wind en zon zien we daarentegen dat kleinere installaties worden vervangen door installaties met grotere capaciteit.
2014
2013
Biomassa
5,7
6,4
Wind
5,6
5,5
Water
0,1
0,1
Per einde 2014 stonden er 148 productie-installaties voor duurzame warmte
Zon
geregistreerd.
Totaal
Tabel 1 toont een overzicht van het aantal deelnemers in ons E-certificatensysteem.
Warmte:
Deelnemers systeem GvO’s
0,1
0,1
11,5
12,1
Biomassa
0,9
0,3
Geothermie
0,3
0,2
Totaal
1,2
0,5
31 december 2014
31 december 2013
12.096
12.401
148
98
De uitgifte van GvO’s voor duurzame elektriciteit liep in 2014 met vijf procent terug
81
74
ten opzichte van 2013. Dit werd deels gecompenseerd door de uitgifte van GvO’s
Aantal productie-installaties elektriciteit Aantal productie-installaties warmte Aantal handelaren
voor duurzame warmte, die ongeveer 1,2 TWh bedroeg. Het volume elektriciteit uit biomassa nam met 11,3 procent af ten opzichte van 2013. Het volume elektriciteit CertiQ maakte in 2014 voor in totaal 11,5 TWh in Nederland opgewekte duurzame
uit wind nam toe met 2,1 procent.
elektriciteit GvO’s aan. Dit betrof certificering van hoofdzakelijk productie uit 2014 en voor een kleiner deel productie uit daaraan voorafgaande jaren. CertiQ heeft
Het aantal afboekingen van certificaten bij CertiQ (oftewel het totale verbruik aan
voor 1,2 TWh GvO’s voor warmte uitgegeven.
duurzame elektriciteit in Nederland door particuliere en industriële afnemers) daalde afgelopen jaar van 40,0 TWh in 2013 naar 37,9 TWh in 2014. Dit is een afname van 5,2 procent.
7 CertiQ jaarverslag 2014
Klik hier voor een meer gedetailleerde weergave
Grafiek 1 geeft de certificatenaanmaak per maand per energiebron weer. Grafiek 1
Aanmaak van certificaten over Nederlandse duurzame elektriciteit
in TWh 1,0
0,9 0,8 0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 Wind
0,2
Zon
0,1
Water
0
Biomassa jan
feb
mrt
apr
mei
jun 2013
8 CertiQ jaarverslag 2014
jul
aug
sep
okt
nov
dec
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul 2014
aug
sep
okt
nov
dec
3.2 Geïmporteerde en geëxporteerde GvO’s
Grafiek 2 laat zien dat de import van certificaten ook in 2014 hoofdzakelijk betrekking had op elektriciteit opgewekt uit waterkracht.
De import van duurzame elektriciteit nam vorig jaar af met 7,3 TWh tot in totaal 32,5 TWh. De export groeide in 2014 naar 7,0 TWh.
Grafiek 2
Import van duurzame elektriciteit
in TWh 9,0
8,5
Tabel 3: Overzicht import en export
8,0 7,5
Tabel 3
Overzicht import en export
7,0 6,5
Import / Export in TWh
6,0
2014
2013
Import
32,5
39,8
5,0
Export
7,0
6,2
4,5
5,5
4,0 3,5 3,0 2,5 2,0
Wind
1,5
Zon
1,0
Water
0,5
Geothermie
0
Biomassa 2013
9 CertiQ jaarverslag 2014
2014
Grafiek 3
Import van GvO’s naar herkomst
Grafiek 4
Export van GvO’s naar bestemming 2014
2014 9%
Denemarken
73 %
België
3%
Duitsland
10 %
Finland
6%
Finland
6%
Nederland
1%
Luxemburg
11 %
Noorwegen
10 %
IJsland
3%
Duitsland
15 %
Frankrijk
1%
Zweden
34 %
Noorwegen
1%
Overig
4%
Oostenrijk
11 %
Zweden
2%
Overig
8%
Denemarken
72 %
België
9%
Finland
23 %
Finland
9%
IJsland
3%
Noorwegen
8%
Frankrijk
2%
Overig
2013
2013
45 %
Noorwegen
4%
Oostenrijk
4%
Slovenië
11 %
Zweden
2%
Overig
GvO’s voor duurzame elektriciteit kunnen binnen Europa worden verhandeld.
Grafiek 4 geeft aan naar welke landen in 2013 en 2014 GvO’s werden geëxporteerd.
Grafiek 3 geeft aan in welke landen de GvO’s die in 2013 en 2014 door Nederland
Ook hier is te zien dat de internationale handel wijder verspreid raakt.
werden geïmporteerd, oorspronkelijk zijn uitgegeven. Uit deze grafiek blijkt dat in 2014 uit meer verschillende landen GvO’s zijn geïmporteerd dan in het jaar ervoor. Met name de GvO’s uit Noorwegen hebben ruimte moeten maken voor GvO’s uit Frankrijk. Deze ontwikkeling lijkt het gevolg van een groter wordend aantal leden van de Association of Issuing Bodies2.
2
De actuele ledenlijst van de Association of Issuing Bodies is hier te vinden. Lees in de bijlage ‘CertiQ werkt samen met...’ meer over de Association of Issuing Bodies.
10 CertiQ jaarverslag 2014
Tabel 4
Mutaties in de voorraad GvO’s voor duurzame elektriciteit in TWh
Tabel 5
Mutaties in de voorraad GvO’s voor conventionele elektriciteit in GWh
2014
2013
Uitgifte
11,4
12,1
Uitgifte
Import
32,5
39,8
Import
Toename certificatenvoorraad
43,9
51,9
Toename certificatenvoorraad
8,5
10,2
Binnenlandse overboeking
37,9
40,0
Certificaten uitgegeven voor eigen verbruik
0,8
Export Verlopen
Binnenlandse overboeking Afgeboekt
Afname certificatenvoorraad Mutatie certificatenvoorraad
2014
2013
1.040,4
224,6
–
–
1.040,4
224,6
440,0
54,6
Afgeboekt
54,6
–
0,8
Certificaten uitgegeven voor eigen verbruik
42,4
–
7,0
6,2
Export
945,0
170,0
1,0
1,4
Verlopen
–
–
46,7
48,4
Afname certificatenvoorraad
1.042,0
170,0
-/-2,8
+3,5
Mutatie certificatenvoorraad
-/-1,6
+54,6
Sinds enige jaren geeft CertiQ op verzoek ook certificaten uit voor elektriciteit opgewekt uit conventionele bronnen (aardgas en steenkool). In tabel 5 een overzicht van de activiteit met betrekking tot dergelijke certificaten.
11 CertiQ jaarverslag 2014
3.3 Operationele zaken
3.4 Klanttevredenheidsonderzoek
Efficiëntie gestegen met 45 procent
Klanten waarderen CertiQ met een 6,6
Met behulp van de eerste ervaringen met de uitgifte van warmte-GvO’s in 2013 hebben
In september 2014 heeft CertiQ een klanttevredenheidsonderzoek laten uitvoeren
wij in 2014 processen hiervoor verder kunnen standaardiseren. Dit was nodig omdat
door Customeyes. De algemene tevredenheid over CertiQ werd gewaardeerd met
het aantal ingeschreven productie-installaties voor warmte aanzienlijk is gestegen.
een 6,6. In 2010 was dit een 6,7. De tevredenheid is gemeten aan de hand van factoren
Ook de werkzaamheden voor biomassa zijn de afgelopen jaren toegenomen. Ons doel
die het succes bepalen van CertiQ’s basisdienstverlening en de voorwaarden waaraan
was om deze groei met de huidige bezetting op te kunnen vangen en dat is meer dan
voldaan moet worden om toegevoegde waarde te kunnen creëren voor onze klanten.
gelukt. Eind 2013 ging het project CertiQ in Orde! van start. Het doel was om met
De waarden van de basisdienstverlening zijn: ‘deskundigheid’, ‘betrouwbaarheid’
behulp van een operationeel management systeem de kwaliteit en efficiëntie van
en ‘duidelijkheid’. Dit zijn ook de waarden die terugkomen in onze missie en visie.
de primaire processen te verbeteren. Dat heeft tot de volgende successen geleid.
Voor de basiswaarden ‘deskundigheid’ en ‘betrouwbaarheid’ voldoen we aan
De output van de primaire processen is in 2014 met 45 procent gestegen. De primaire
de verwachting van de klanten. Een aandachtspunt is de duidelijkheid. De klanten
processen werden eind 2014 met 3,7 fte uitgevoerd, terwijl dit bij aanvang van 2014
zijn hierover redelijk tevreden, maar er zijn verbeteringen mogelijk. De toegevoegde
nog door 4,5 fte gedaan werd. Een deel van die formatie is ingezet voor korte trajecten
waarde is het ‘meedenken’ en ‘signaleren’; deze is in de ogen van de klanten ook voor
zoals het Klanttevredenheidsonderzoek (zie par. 3.4). Daarnaast is door middel van
verbetering vatbaar. Op basis van deze waardevolle informatie is gekozen om eerst
procesverbeteringen een besparing bereikt van ruim 800 uur op jaarbasis. Ook al is
de basisdienstverlening te verbeteren. Aan de hand van de antwoorden op de open
CertiQ in Orde! als project afgesloten, procesverbetering is een integraal doorlopend
vragen werd duidelijk op welke punten we onze duidelijkheid kunnen vergroten.
proces geworden in onze werkzaamheden. Hiermee kan in de toekomst de kwaliteit
De volgende verbeterpunten zijn hieruit ontstaan:
van de dienstverlening verbeterd en geborgd worden.
-- Verbetering van de vindbaarheid op onze website van relevante informatie voor onze verschillende soorten klanten.
Grafiek 5 geeft de toename van de efficiëntie weer. Het percentage voor efficiëntie geeft informatie over de verhouding tussen de hoeveelheid werk en de bezetting.
-- Proactiever onze klanten informeren over de voortgang met betrekking tot vragen die zij aan ons stellen. -- Meer duidelijkheid in onze communicatie over de wettelijke rapportageverplichtingen
Grafiek 5
Efficiëntie
voor producenten die energie produceren met inzet van biomassa.
% 120
100 80 60 40 20
Efficiëntie
0
Lineair (efficiëntie) 4
8
12
16
12 CertiQ jaarverslag 2014
20
28 24 weken
32
36
40
44
48
52
3.5 Financieel resultaat
Ten opzichte van 2013 zijn de bedrijfslasten met 1,5 procent gestegen. De belangrijkste ontwikkelingen met betrekking tot de bedrijfslasten op een rij:
De kosten en opbrengsten over 2014 (in EUR duizend) zijn als volgt samen te vatten:
-- lagere loonkosten door één openstaande vacature; -- hogere afschrijvingslasten, veroorzaakt door de activering van project
Tabel 6
Financieel resultaat Omzet
2014
2013
Business Objects (BO) rapporten (datawarehouse) in januari 2014 en anderzijds volledige afschrijving van de website in september 2014;
1.957
2.050
Te verrekenen in tarieven
487
345
-- hogere kosten voor algemeen beheer;
Vrijval investeringsbijdrage myCertiQ I
150
150
-- lagere kosten voor procesautomatisering.
88
98
Overige opbrengsten
2.682
2.643
2.677
2.637
5
6
-5
-6
-
-
CertiQ werkt tegen kostendekkende tarieven. Het verschil tussen de gefactureerde bedragen en de bedrijfslasten van CertiQ wordt in de toekomstige tarieven verrekend.
Bedrijfslasten Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten Resultaat
Het saldo te verrekenen in tarieven is eind 2014 EUR 487 duizend. Eind 2014 bedraagt het saldo te verrekenen in de tarieven: EUR 494 duizend. In 2012 is, in overleg met de Deelnemersraad in 2011, hieraan EUR 750 duizend onttrokken ten gunste van de post investeringsbijdragen. De investeringsbijdragen zijn gebruikt voor de vernieuwing van het E-certificatensysteem (myCertiQ I).
De gefactureerde omzet in 2014 is 4,7 procent lager dan in 2013. De tarieven zijn
Voor een uitgebreide toelichting op het financieel resultaat wordt verwezen naar
gelijk gebleven aan de tarieven van 2013. Om de groei van omzet te vertragen
de jaarrekening in hoofdstuk 4.
hebben we vanaf 2012 maatregelen genomen. Deze zijn reeds in 2011 overeengekomen met de Raad van Bestuur van TenneT en de Deelnemersraad. Deze maatregelen zijn: 1. de tijdelijke korting op tarieven is definitief gemaakt; 2. het volledig afschaffen van de lidmaatschapskosten van zonne-installaties; 3. het gelijkstellen en verlagen van de lidmaatschapskosten voor alle handelaren.
13 CertiQ jaarverslag 2014
14 CertiQ jaarverslag 2014
4 Jaarrekening 2014
15 CertiQ jaarverslag 2014
Balans per 31 december 2014 na resultaatbestemming
16
Winst-en-verliesrekening over het jaar 2014
17
Algemene toelichting
17
Grondslagen voor de waardering van de activa en passiva
18
Grondslagen voor de bepaling van het resultaat
19
Financiële instrumenten en risicobeheersing
19
Toelichting op de balans per 31 december 2014 na resultaatbestemming
20
Toelichting op de winst-en-verliesrekening over het jaar 2014
22
Overige toelichting over het jaar 2014
24
Overige gegevens
24
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
25
Balans per 31 december 2014 na resultaatbestemming (in EUR duizend) Activa
Vaste activa
Ref.
31 december 2014
31 december 2013
Eigen vermogen
1
Immateriële vaste activa
1.734
2.326 1.734
Debiteuren en overige vorderingen
2
3 18
Overheidsinvesteringssubsidies
365
507
2.099
2.833
18 18
4
Investeringsbijdragen 507
31 december 2013
18
Langlopende schulden 365
31 december 2014
2.326
263
413
29
43 292
Kortlopende schulden Crediteuren Groepsmaatschappijen Vooruitontvangen bedragen Overlopende passiva
16 CertiQ jaarverslag 2014
Ref.
Gestort kapitaal
Vlottende activa Vorderingen
Passiva
456
5 7
8
1.072
1.140
658
1.145
52
66 1.789
2.359
2.099
2.833
Winst-en-verliesrekening over het jaar 2014 (in EUR duizend) Ref.
Omzet
CertiQ geeft hier invulling aan door de handel in duurzaam opgewekte energie
2014
2013
Overige bedrijfsopbrengsten
2.444
2.395
238
248 2.682
Bedrijfslasten Afschrijving op immateriële vaste activa Overige bedrijfskosten
Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten Rentebaten/-lasten Resultaat na belasting
GvO’s, die wij elektronisch verstrekken, zijn in Nederland het enige geldige bewijs dat energie duurzaam is opgewekt. De certificaten voor duurzame elektriciteit 2.643
komen onder de wettelijke regelingen Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE(+)) en Milieukwaliteit van de Elektriciteitsproductie (MEP) in aanmerking voor subsidie. Ze zijn bovendien nationaal en internationaal verhandelbaar.
7
Lonen, salarissen en sociale lasten
certificaten, zoals GvO’s, worden gecreëerd bij de productie van energie die is opgewekt uit de duurzame bronnen zon, water, wind, biomassa en geothermie.
6
Omzet
te faciliteren door het uitgeven en beheren van productiecertificaten. Productie-
1.000
1.045
643
633
1.034
959
Alle aandelen van CertiQ worden gehouden door TenneT.
2.677
2.637
5
6
Schattingen Bij toepassing van de grondslagen en regels voor het opstellen van de jaarrekening vormt het management van CertiQ zich diverse oordelen en schattingen die essentieel
8
kunnen zijn voor de in de jaarrekening opgenomen bedragen. Indien het voor het -5
-6
-
-
geven van het in artikel 2:362, lid 1 BW vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen – inclusief de bijbehorende veronderstellingen – opgenomen bij de toelichting op de desbetreffende jaarrekeningposten.
Algemene toelichting Aard van de bedrijfsactiviteiten TenneT, de Nederlandse Transmission System Operator en de landelijke elektriciteitstransporteur, is door de minister van Economische Zaken in een ministeriële beschikking aangewezen om een E-certificatensysteem in te richten. TenneT heeft CertiQ opgericht om dit systeem in te richten en de bijbehorende activiteiten uit te voeren.
17 CertiQ jaarverslag 2014
Grondslagen voor de waardering van de activa en passiva
de realiseerbare waarde is de hoogste van de opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde. De opbrengstwaarde is bepaald met behulp van de actieve markt. Een bijzonder waarde-
Algemeen
verminderingsverlies wordt direct als een last verwerkt in de winst-en-verliesrekening.
De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving voor kleine
Indien wordt vastgesteld dat een in het verleden verantwoorde bijzondere waarde-
rechtspersonen, die zijn uitgegeven door de Raad voor de Jaarverslaggeving.
vermindering niet meer bestaat of is afgenomen, wordt de toegenomen boekwaarde
De waarderingsgrondslagen zijn gebaseerd op de historische kosten en kostprijzen.
van de desbetreffende activa niet hoger gesteld dan de boekwaarde die bepaald zou zijn indien geen bijzondere waardevermindering voor het actief zou zijn verantwoord.
De bedragen in de jaarrekening worden uitgedrukt in duizenden euro’s. Vlottende activa Activa en passiva worden in het algemeen gewaardeerd tegen de verkrijgings-
Vorderingen worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van
of vervaardigingsprijs of de actuele waarde.
de tegenprestatie. Handelsvorderingen worden na de eerste verwerking gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Als de ontvangst van de vordering is uitgesteld op
Vergelijking met voorgaand jaar
grond van een verlengde overeengekomen betalingstermijn, wordt de reële waarde
De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling
bepaald aan de hand van de contante waarde van de verwachte ontvangsten en
zijn ongewijzigd gebleven ten opzichte van het voorgaande jaar.
worden er op basis van de effectieve rente-inkomsten ten gunste van de winst-en– verliesrekening gebracht. Voorzieningen wegens oninbaarheid worden in mindering
Immateriële vaste activa
gebracht op de boekwaarde van de vordering.
De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgings- of vervaardigingspijs, onder aftrek van lineaire afschrijvingen die
Liquide middelen
worden bepaald op basis van de economische levensduur. Met op de balansdatum
De liquide middelen bestaan uit banktegoeden met een looptijd korter dan twaalf
verwachte duurzame waardeverminderingen wordt rekening gehouden.
maanden en zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.
CertiQ beoordeelt op iedere balansdatum of er aanwijzingen zijn dat een vast actief
Langlopende schulden
aan een bijzondere waardevermindering onderhevig kan zijn. Indien dergelijke
De langlopende schulden bestaan uit investeringsbijdragen en overheids-
indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief vastgesteld.
investeringssubsidies.
Indien het niet mogelijk is de realiseerbare waarde voor het individuele actief te bepalen, wordt de realiseerbare waarde bepaald van de kasstroomgenererende eenheid waartoe het actief behoort. Van een bijzondere waardevermindering is sprake als de boekwaarde van een actief hoger is dan de realiseerbare waarde;
18 CertiQ jaarverslag 2014
Investeringsbijdragen zijn na toestemming van de Deelnemersraad onttrokken aan
Jaarlijks worden door de directie van TenneT de tarieven vastgesteld na advisering
de ‘te verrekenen in tarieven’ en zijn aangewend voor investeringen in (immateriële)
door de Deelnemersraad. Het verschil tussen de werkelijke kosten en de gefactureerde
vaste activa. Jaarlijks valt een bedrag gelijk aan de afschrijvingslasten vrij, ten gunste
omzet wordt in de toekomstige tarieven verwerkt.
van de overige opbrengsten. Het kortlopend deel van de investeringsbijdragen is opgenomen onder de kortlopende schulden.
Overige opbrengsten bestaan uit de jaarlijkse vrijval van de investeringsbijdragen en de overheidsinvesteringssubsidies.
Ontvangen overheidsinvesteringssubsidies worden opgenomen op de balans. Simultaan aan de economische levensduur van het actief waar de subsidie betrekking
Bedrijfslasten
op heeft, valt jaarlijks een bedrag vrij ten gunste van de overige opbrengsten.
De kosten worden bepaald op historische basis en toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben.
Kortlopende schulden De kortlopende schulden worden bij de eerste verwerking gewaardeerd tegen
Afschrijvingen op immateriële vaste activa
de reële waarde. Schulden worden na de eerste verwerking gewaardeerd tegen
De afschrijvingen op de immateriële vaste activa geschieden volgens de lineaire
de geamortiseerde kostprijs.
methode op basis van de verwachte economische levensduur.
De kortlopende schulden bevat de posten ‘te verrekenen in tarieven’ en het
Financiële baten en lasten
kortlopend deel van de ‘investeringsbijdragen’ en ‘overheidsinvesteringssubsidies’.
Rentebaten en rentelasten worden tijdsevenredig verwerkt, rekening houdend met
De ‘te verrekenen in tarieven’ betreft het verschil tussen de gefactureerde omzet
de effectieve rentevoet van de betreffende activa en passiva.
en de bedrijfslasten, welke via toekomstige tarieven verrekend moeten worden met de marktpartijen.
Belastingen Doordat CertiQ het verschil tussen de gefactureerde bedragen en de bedrijfslasten
Grondslagen voor de bepaling van het resultaat
verrekent in de toekomstige tarieven, is er geen sprake van een fiscaal resultaat. Derhalve is de belastinglast te allen tijde nihil, zoals met de Belastingdienst afgestemd.
Omzet Conform artikel 6, lid 6 van de ministeriële regeling ‘Garanties van Oorsprong’ voor
Financiële instrumenten en risicobeheersing
duurzame elektriciteit, zoals die van kracht was op 31 december 2014, mag de landelijke elektriciteitstransporteur de kosten voor het beheer van de productiecertificaten in
Prijsrisico
rekening brengen bij de producent, afnemer, leverancier en handelaar. Hierbij geldt
CertiQ loopt geen prijsrisico’s vanwege het feit dat overschotten/tekorten verrekend
een uitzondering voor een aantal categorieën, waarvoor de minister van Economische
worden in toekomstige tarieven.
Zaken de kosten voor zijn rekening neemt (art. 6, lid 7 van de ministeriële regeling ‘Garanties van Oorsprong’ voor duurzame elektriciteit). 19 CertiQ jaarverslag 2014
Kredietrisico
De boekwaarde van de immateriële vaste activa is als volgt te specificeren
CertiQ heeft geen significante concentraties van kredietrisico. Het kredietrisico is zeer
(in EUR duizend):
beperkt, doordat betaling van facturen een voorwaarde is om te mogen handelen in certificaten. Er is vrijwel geen sprake van afboekingen van vorderingen op debiteuren.
Immateriële vaste activa
Immateriële vaste activa in uitvoering
Totaal
2.831
287
3.118
23
-
23
277
-277
-
-
-10
-10
3.131
-
3.131
-
-
-
Liquiditeit Het liquiditeitsrisico is voor CertiQ gering. CertiQ beschikt over een rekening-
Aanschafwaarde
courantfaciliteit bij TenneT. TenneT heeft geen intentie de rekening-courantfaciliteit
Per 31 december 2012
te claimen en is voldoende liquide.
Activeringen Ingebruikname Desinvesteringen
Toelichting op de balans per 31 december 2014 na resultaatbestemming
Per 31 december 2013
(in EUR duizend)
Activeringen Ingebruikname
1 Vaste activa
Per 31 december 2014
51
-
51
3.182
-
3.182
Immateriële vaste activa
Afschrijvingen
Onder de immateriële vaste activa zijn de website, het E-certificatensysteem
Per 31 december 2012
172
-
172
(myCertiQ I, het duurzame warmtesysteem (myCertiQ II) en BO-rapporten opgenomen.
Afschrijvingen voor het jaar
633
-
633
Voor de website geldt een afschrijvingstermijn van drie jaar. De website is volledig
Per 31 december 2013
805
-
805
afgeschreven in 2014. Voor myCertiQ I, myCertiQ II en BO-rapporten geldt een afschrijvingstermijn van vijf jaar. De BO-rapporten zijn in januari 2014 in gebruik genomen.
20 CertiQ jaarverslag 2014
Afschrijvingen voor het jaar
643
-
643
1.448
-
1.448
Per 31 december 2012
2.659
287
2.946
Per 31 december 2013
2.326
-
2.326
Per 31 december 2014
1.734
-
1.734
Per 31 december 2014 Boekwaarden
2 Vorderingen
is opgenomen onder de kortlopende schulden. De resterende looptijd van de investeringsbijdragen is tussen één en vijf jaar.
Debiteuren en overige vorderingen De vorderingen bestaan enkel uit vorderingen met een resterende looptijd korter dan
Overheidsinvesteringssubsidies
een jaar. Daar het kredietrisico op nihil is ingeschat is op deze post geen voorziening
In 2012 heeft CertiQ EUR 70 duizend subsidie ontvangen van het ministerie van
voor oninbaarheid in mindering gebracht.
Economische Zaken voor het voorbereiden van het systeem voor het certificeren van duurzame warmte (myCertiQ II). Jaarlijks valt een bedrag vrij ten gunste van
De vorderingen kunnen als volgt gespecificeerd worden (in EUR duizend):
de opbrengsten. Aan het eind van 2014 bedraagt deze post EUR 29 duizend. Het kortlopend deel is opgenomen onder de kortlopende schulden.
2014
2013
309
207
Vorderingen groepsmaatschappijen
37
-
Overige vorderingen
19
43
Debiteuren
Nog te versturen facturen Totaal
De resterende looptijd van de overheidsinvesteringssubsidies is tussen één en vijf jaar.
5 Kortlopende schulden
-
257
Crediteuren
365
507
De crediteuren bestaan enkel uit schulden met een resterende looptijd korter dan een jaar.
3 Eigen vermogen
Groepsmaatschappijen Deze post betreft de kortlopende rekening-courant bij TenneT. Over het saldo
Gestort kapitaal
op deze rekening-courant bij TenneT wordt rente berekend op basis van
Het maatschappelijk kapitaal van de vennootschap bedraagt EUR 90 duizend, verdeeld
Euribor +0,55 procent.
in 900 aandelen van elk EUR 100. Hiervan zijn 180 aandelen geplaatst en gestort. Vooruitontvangen bedragen
4 Langlopende schulden
Dit betreft het verschil tussen de gefactureerde omzet en de bedrijfslasten van CertiQ (EUR 658 duizend), die via toekomstige tarieven verrekend worden
Investeringsbijdragen
met de marktpartijen.
In 2010 is met de Deelnemersraad overeengekomen hiervoor EUR 750 duizend te onttrekken aan de hieronder benoemde post ‘te verreken in tarieven’. Het saldo
Tariefvaststelling vindt jaarlijks plaats in overleg met de Deelnemersraad en
hiervan is benut voor het nieuwe E-certificatensysteem myCertiQ. Jaarlijks valt
de directie van TenneT. Bovendien bestaan de ‘Vooruitontvangen bedragen’ uit het
een bedrag gelijk aan de afschrijvingslasten vrij, ten gunste van de opbrengsten.
kortlopend deel van de investeringsbijdragen en de overheidsinvesteringssubsidies.
Aan het eind van 2014 bedraagt deze post EUR 263 duizend. Het kortlopend deel 21 CertiQ jaarverslag 2014
De uitsplitsing van het saldo ‘Vooruitontvangen bedragen’, inclusief het deel dat
Omzet kan als volgt worden gespecificeerd (in EUR duizend):
te verrekenen is in toekomstige tarieven, is als volgt weer te geven (in EUR duizend): 2014
2014
2013
2013
Afboeken van certificaten
1.107
1.171
487
345
Te verrekenen in tarieven
-494
-981
Te verrekenen in tarieven
Investeringsbijdragen
-150
-150
Transfers/import/export van certificaten
407
441
-14
-14
Aanmaak van certificaten
377
371
-658
-1.145
66
67
2.444
2.395
Overheidsinvesteringssubsidies Saldo per 31 december
Lidmaatschappen Totaal
Overlopende passiva Dit betreft verplichtingen met betrekking tot te betalen vakantiedagen en nog
Overige bedrijfsopbrengsten
te betalen kosten. Nog te betalen kosten bestaan met name uit reserveringen
De overige bedrijfsopbrengsten bestaan uit de vrijval van de investeringsbijdrage voor
voor kosten voor het jaarverslag en kosten voor inhuur van personeel en advies.
myCertiQ I naar rato van de afschrijving voor het actief waarvoor de investeringsbijdrage bestemd is en uit overige opbrengsten. De overige opbrengsten bestaan enerzijds uit een bijdrage van het ministerie van Economische Zaken voor onze
Toelichting op de winst-en-verliesrekening over het jaar 2014 (in EUR duizend)
operationele werkzaamheden inzake certificering van duurzame warmte en de vrijval van subsidie voor myCertiQ II. Daarnaast ontvangt CertiQ een vergoeding
6 Omzet
voor uitgevoerde werkzaamheden voor de Concerted Action on the Renewable Energy Sources Directive (CA-RES) van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland
In de verslagperiode is op basis van vastgestelde tarieven gefactureerd. Voor dekking van de kosten is EUR 2.682 duizend nodig. Dit wordt voor EUR 487 duizend gedekt door de onttrekking aan de (passieve) balanspost ‘te verrekenen in tarieven’. Omzet Het nadelige verschil tussen de gefactureerde omzet en de kosten zal verrekend worden met de verschillen uit voorgaande jaren.
22 CertiQ jaarverslag 2014
(voorheen Agentschap NL).
Overige bedrijfsopbrengsten worden als volgt gespecificeerd (in EUR duizend):
Afschrijving immateriële vaste activa De toename van de afschrijving vaste activa wordt veroorzaakt door BO-rapporten,
Vrijval investeringsbijdrage myCertiQ I Overige opbrengsten Totaal
2014
2013
150
150
88
98
238
248
die in gebruik zijn genomen in januari 2014. Overige bedrijfslasten De overige bedrijfslasten bestaan uit kosten voor procesautomatiseringssystemen, huisvesting, advisering, een externe accountant, reizen en verblijf. De stijging van de overige bedrijfslasten is voornamelijk het gevolg van extra accountantskosten,
7 Bedrijfslasten
advieskosten ten behoeve van het verbetertraject van CertiQ (CertiQ in Orde!) en inhuur van tijdelijk personeel.
Lonen, salarissen en sociale lasten De vennootschap heeft geen werknemers in dienst. In 2014 bedroeg het gemiddeld
8 Financiële baten en lasten
aantal ingehuurde medewerkers: -- ingehuurd vanuit TenneT: 12 fte (2013: 12 fte);
Rentelasten
-- ingehuurd van derden: 0,9 fte (2013: 1,2 fte).
Deze post betreft de betaalde rente over het saldo op de rekening-courant bij TenneT.
De personeelskosten zijn als volgt te specificeren (in EUR duizend): 2014
2013
Inhuur bij TenneT
966
993
Inhuur bij derden
34
52
1.000
1.045
Totaal
23 CertiQ jaarverslag 2014
Overige toelichting over het jaar 2014
Overige gegevens
Niet uit de balans blijkende rechten en verplichtingen
Winstbestemming
CertiQ maakt met TenneT Holding B.V. en zijn dochtermaatschappijen deel uit
De winstbestemming zoals opgenomen in artikel 29 van de statuten luidt:
van een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting en omzetbelasting.
1. Uitkering van winst ingevolge het in dit artikel bepaalde geschiedt na vaststelling
2. De winst staat ter vrije beschikking van de algemene vergadering van aandeelhouders
Op grond van de standaardvoorwaarden zoals die bij het aangaan van de fiscale eenheid zijn afgegeven door de fiscus, is CertiQ hoofdelijk aansprakelijk voor de
van de jaarrekening, waaruit blijkt dat zij geoorloofd is.
vennootschapsbelasting- en omzetbelastingschulden van de gehele fiscale eenheid.
van CertiQ.
3. De vennootschap kan aan de aandeelhouders en andere gerechtigden tot de voor
CertiQ heeft twee detacheringsovereenkomsten afgesloten. Het betreft een overeen-
uitkering vatbare winst slechts uitkeringen doen voor zover haar eigen vermogen
komst voor de inhuur van structureel juridisch advies (looptijd januari - december 2015;
groter is dan het bedrag van het geplaatste kapitaal, vermeerderd met de reserves
kosten circa EUR 57 duizend) en een overeenkomst voor de inhuur van technisch
die krachtens de wet moeten worden uitgehouden.
inhoudelijk advies (looptijd januari - december 2015; van circa EUR 86 duizend). In deze (detacherings)overeenkomsten zijn vaste uur- en dagtarieven overeengekomen voor de afname van deze diensten. Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich geen gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan die van belang zijn voor deze jaarrekening. Arnhem, 23 maart 2015 Ir. J. van der Lee
Ir. B.G.M. Voorhorst
Manager CertiQ B.V.
Namens TenneT TSO B.V.
24 CertiQ jaarverslag 2014
4. Ten laste van de door de wet voorgeschreven reserves mag een tekort slechts worden gedelgd voor zover de wet dat toestaat.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controleinformatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde
Aan: Het management en de aandeelhouder van CertiQ B.V.
werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening
Verklaring betreffende de jaarrekening
een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten.
Wij hebben de in dit jaarverslag opgenomen jaarrekening 2014 van CertiQ B.V.
Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne
te Arnhem gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december
beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening
2014 en de winst-en-verliesrekening over 2014 met de toelichting, waarin
en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden
zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële
die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter
verslaggeving en andere toelichtingen.
niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de vennootschap. Een controle omvat tevens het evalueren
Verantwoordelijkheid van de directie
van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving
De directie van de vennootschap is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaar-
en van de redelijkheid van de door de directie van de vennootschap gemaakte
rekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede
schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 van het in Nederland geldende Burgerlijk Wetboek (BW). De directie is tevens
Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende
verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht
en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samen-
Verantwoordelijkheid van de accountant
stelling van het vermogen van CertiQ B.V. per 31 december 2014 en van het resultaat
Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis
over 2014 in overeenstemming met Titel 9 Boek 2 BW.
van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat.
25 CertiQ jaarverslag 2014
Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393 lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392 lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391 lid 4 BW. Zwolle, 23 maart 2015 Ernst & Young Accountants LLP Origineel was getekend door A.E. Wijnsma RA
26 CertiQ jaarverslag 2014
27 CertiQ jaarverslag 2014
Bijlage: CertiQ werkt samen met... CertiQ werkt actief samen met diverse belanghebbenden in de duurzame-
Regionale netbeheerders
energiesector. We noemen hier:
De regionale netbeheerders dragen zorg voor de fysieke distributie van elektriciteit over het openbare elektriciteitsnet. In relatie tot CertiQ zijn de netbeheerders
TenneT TSO B.V.
verantwoordelijk voor het beoordelen van aanmeldingen van productie-installaties
TenneT TSO B.V. is de eerste grensoverschrijdende elektriciteitstransporteur van
en het periodiek bij CertiQ aanleveren van meetgegevens van elektriciteit.
Europa. Met 20.000 kilometer aan hoogspanningsverbindingen en 35 miljoen eindgebruikers in Nederland en Duitsland behoort TenneT tot de top vijf elektriciteits-
Meetbedrijven
transporteurs van Europa. De focus is gericht op de ontwikkeling van een Noordwest-
Meetbedrijven zijn verantwoordelijk voor het plaatsen en onderhouden van
Europese energiemarkt en de integratie van duurzame energie. In opdracht van het
elektriciteitsmeters, het verzamelen van meetgegevens en het doorgeven daarvan
Nederlandse ministerie van Economische Zaken heeft TenneT het E-certificatensysteem
aan de regionale netbeheerder.
voor duurzame elektriciteit opgezet. CertiQ verzorgt namens TenneT het beheer van dit systeem, dat gekoppeld is aan de elektronische infrastructuur van TenneT.
Producenten
TenneT is de enige aandeelhouder van dochterorganisatie CertiQ.
Producenten wekken elektriciteit of warmte op en voeden deze energie in op een net of gebruiken die ter plaatse. CertiQ certificeert de geproduceerde energie om de oorsprong
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO)
ervan inzichtelijk en traceerbaar te maken.
De RVO (voorheen Agentschap NL) voert innovatie- en duurzaamheidsbeleid uit en is onderdeel van het ministerie van Economische Zaken. De RVO beheert onder andere de subsidieregelingen SDE(+) en MEP. Hierbij wordt subsidie uitgekeerd
Handelaren
voor duurzame-elektriciteitsproductie die gecertificeerd is door CertiQ.
van GvO’s of andere certificaten. Een producent geeft bij CertiQ aan met welke
Handelaren sluiten overeenkomsten met producenten met betrekking tot de aankoop handelaar hij zaken doet. CertiQ boekt de betreffende certificaten dan bij op
Ministerie van Economische Zaken
de rekening van deze handelaar. Een handelaar kan de certificaten verhandelen
Het ministerie van Economische Zaken is onder meer verantwoordelijk voor
of inzetten als bewijs van levering aan verbruikers.
het duurzame-energiebeleid. Met het ministerie vindt regelmatig beleidsafstemming plaats over ontwikkelingen die CertiQ raken.
Energieleveranciers Energieleveranciers zijn bedrijven die energie (waaronder grijze en groene elektriciteit)
Autoriteit Consument & Markt (ACM)
inkopen en verkopen aan zakelijke en particuliere verbruikers. De energieleveranciers
ACM (voorheen de Energiekamer van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa))
sluiten dus de leveringscontracten met de klanten. Elke energieleverancier in Nederland
is de toezichthouder voor de Nederlandse energiesector. Deze instantie ziet onder
die groene stroom wil leveren, dient een certificatenaccount bij CertiQ te hebben.
meer toe op een correcte uitvoering en naleving van de Elektriciteitswet 1998 en de wettelijke regelingen die door CertiQ worden uitgevoerd.
28 CertiQ jaarverslag 2014
Deelnemersraad Voor een optimale afstemming op de wensen van zijn participanten heeft CertiQ de Deelnemersraad opgericht. De leden vertegenwoordigen de belangen van de deelnemers aan het E-certificatensysteem. In de Deelnemersraad zitten producenten, handelaren (ook buitenlandse handelaren die in Nederland opereren) en vertegenwoordigers van een aantal grote energieleveranciers. Bij het opstellen van zijn jaarplan houdt CertiQ nadrukkelijk rekening met de adviezen van de Raad. Association of Issuing Bodies (AIB) De AIB is een internationaal samenwerkingsverband van garantiebeheerinstanties waar CertiQ deel van uitmaakt. De leden van de AIB geven GvO’s uit. De AIB streeft naar standaardisering van certificatensystemen om de internationale handel te faciliteren. Daartoe is een gezamenlijke standaard ontwikkeld: de EECS-norm. In de Richtlijn Duurzame Energie uit 2009 heeft de Europese Commissie veel elementen van de EECS-norm verplicht gesteld. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) CertiQ stuurt maandelijks statistieken met betrekking tot de door CertiQ gecertificeerde productie van elektriciteit naar het CBS. Dit gebeurt op basis van een overeenkomst tussen TenneT/CertiQ en het CBS. Het CBS verwerkt de gegevens in zijn publicaties.
29 CertiQ jaarverslag 2014
Bijlage: Grafieken 1a en 1b Grafiek 1a
Klik hier om terug te gaan naar grafiek 1
Aanmaak van certificaten over Nederlandse duurzame elektriciteit (water en zon)
in TWh 0,025
0,0225 0,02 0,0175 0,015 0,0125 0,01 0,0075 0,005 0,0025
Water
0
Zon jan
Grafiek 1b
feb
mrt
apr
mei
jun jul 2013
aug
sep
okt
nov
dec
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
2014
jul
aug
sep
okt
nov
dec
Aanmaak van certificaten over Nederlandse duurzame elektriciteit (biomassa en wind)
in TWh 1,0
0,9 0,8 0,7 0,6 0,5 0,4 0,3 0,2 0,1
Biomassa
0
Wind jan
feb
mrt
30 CertiQ jaarverslag 2014
apr
mei
jun jul 2013
aug
sep
okt
nov
dec
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
2014
jul
aug
sep
okt
nov
dec
CertiQ B.V. is een dochterorganisatie van TenneT TSO B.V., de Nederlandse Transmission System Operator en netbeheerder van het landelijk elektriciteitsnet. CertiQ B.V. Utrechtseweg 310 6812 AR Arnhem Postbus 718 6800 AS Arnhem T
026 373 16 58
[email protected] www.certiq.nl
©
Dit jaarverslag is een digitale uitgave van CertiQ B.V., Arnhem
Tekst
CertiQ, TenneT
Ontwerp
Loep ontwerp, Arnhem
Verschijning Maart 2015
31 CertiQ jaarverslag 2014