JAARVERSLAG 2013 Stichting Punt Welzijn WEERT

JAARVERSLAG 2013 Stichting Punt Welzijn WEERT

Stichting Punt Welzijn | Postbus 112 | 6000 AC Weert | Tel. (0495) 69 79 00 [email protected] | www.puntwelzijn.nl | Rabobank 57.50.27.126 Punt Welzijn is onderdeel van Unitus

Jaarverslag 2013 Punt Welzijn

2


3


4


Inhoudsopgave Voorwoord Algemeen

7 11

Organisatie Unitus, Raad van Bestuur, Raad van Toezicht in 2013 Samenvatting jaarverslag Ondernemingsraad Unitus 2013

23 25 28

Jaarverslag per dienstenkaart Prestatieveld 1: Het bevorderen van sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen/wijken/buurten. Burgerparticipatie Wijkaccommodaties Prestatieveld 2: Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen bij het opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden. Schoolondersteunende activiteiten Ouderondersteunende activiteiten Op Stap Peuterspeelzalen Vindplaatsgericht jongerenwerk Jongerencentra Weerbaarheid en zelfsturing Coaching2Gether/ coaching4kids ProPunt Jongerenraad Let´s Move Netwerkoverleggen Prestatieveld 3: Het geven van informatie, advies en cliënt ondersteuning. De Vraagwijzer / Welzijnsplein Vluchtelingenwerk Ondersteuning zelforganisaties Prestatieveld 4: Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers. Servicepunt Vrijwilligers Mantelzorgondersteuning

31

115 121

Prestatieveld 5; Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem. Zelfstandig wonen en sociale contacten Bewegen op Maat

127 133

33 41

49 51 53 57 59 65 75 77 81 87 89 95

97 103 109

5


6


Voorwoord De maatschappij in beweging! Dat waren de woorden die ik in de inleiding van het dienstenboek 2013 schreef. De verschillende decentralisaties, de bezuinigingen op rijksbeleid, die doorsijpelen in de wijze waarop de gemeenten naar organisaties zoals de onze kijken en de maatschappelijke ontwikkelingen hebben veel gevraagd; ook van onze organisatie. Als welzijnsorganisatie staan we volop in de belangstelling. Waar veel gevraagd wordt van de burgers in het kader van zelfsturing, zelfredzaamheid en samenredzaamheid, van meer taken eerder en anders neerleggen bij vrijwilligers en mantelzorgers en van preventie, daar wordt het welzijnswerk naar voren geschoven. Na de bezuinigingen in 2012 is het vet van onze organisatie. Gezien het feit dat de “winkel” gewoon open blijft, vraagt het bovenstaande veel van onze professionals. Soms zo veel dat we ook keuzes moeten maken. Een voorbeeld: de gemeente heeft in 2013 nieuw vrijwilligersbeleid vastgesteld. Dat heeft consequenties voor de uitvoering, die wij (deels) verzorgen. Mede daarom is de dienstverlening van het Servicepunt Vrijwilligers aangepast. Dat kon binnen de personele kaders niet met behoud van de “oude” afspraken. Desondanks zijn wij in staat gebleken om intensief met alle (beleids)ontwikkelingen in onze maatschappij aan de slag te gaan en met (netwerk)partners mee te denken. Ook hebben we gewerkt aan een actualisering van onze eigen visie (gereed mei 2014). Een visie die nog meer dan voorheen inzet op de eigen kracht van de burger en zijn/haar sociale omgeving. Dat vraagt ook echt een ander besturingsmodel en anders handelen als organisatie en welzijnsmedewerkers. Onze kernkwaliteiten zullen niet ingrijpend veranderen, immers onze uitgangspositie blijft de kern van het welzijnswerk; • Er-zijn; zorgen dat je er bent als je nodig bent; met het juiste advies, informatie, of een luisterend oor; • Ont-moeten; invulling geven aan de behoefte van ieder mens; in betrokkenheid, binding, empathie en zingeving; • Ont-wikkelen; oude denkpatronen doorbreken en nieuwe dingen doen. Voor u ligt het jaarverslag 2013 van de Stichting Punt Welzijn Weert. Ik ben trots op de 73 medewerkers, waarvan 9 bij ons gedetacheerd, (gemiddeld) 51 PIO’s en ruim 460 vrijwilligers, die zich zijn blijven inzetten door er te zijn, te ont-moeten en ont-wikkelen. De resultaten van onze activiteiten zijn er dan ook naar.

Theo van Ekerschot Manager Stichting Punt Welzijn Weert

7


8


9


10


Algemeen 2013 was het jaar waarin in Tallinn gratis openbaar vervoer werd ingevoerd, de oorlog in Syrië voor veel slachtoffers zorgde en er grote bosbranden waren in Tasmanië. Sven Kramer en Ireen Wüst Europees schaatskampioen werden en Barack Obama aan zijn tweede termijn begon. In Brazilië kwamen bij een brand in een nachtclub honderden mensen om en prinses Beatrix trad op 30 april 2013 af en droeg het koningschap over aan Willem-Alexander. In het Oeral gebied kwam een meteoriet de dampkring binnen en Paus Franciscus werd geïnstalleerd. Een bomaanslag kostte tijdens de marathon van Boston het leven aan drie mensen en Denemarken won het Eurovisiesongfestival. Het Pakistaans schoolmeisje en Taliban-slachtoffer Malala Yousafzai sprak de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties toe en riep op tot verplicht gratis onderwijs voor ieder kind. Boeken en pennen zijn ‘onze machtigste wapenen’. Op de Filippijnen passeerde een tyfoon en trof 11 miljoen mensen met ten minstens 6.000 doden. Prins Friso kwam te overlijden en het best verkochte album in Nederland was van Marco Borsato; “Duizend spiegels“. George van Cambridge, eerste zoon van prins William en Catherine Middleton, derde in lijn van troonsopvolging, werd geboren en op 13 maart werd een laagste minimumtemperatuur van -13,3 graden gemeten. Kortom, 2013 was weer een enerverend jaar. Dat jaar, 2013 was ook het 2e jaar in een reeks van 4 van de uitvoeringsovereenkomst tussen de gemeente Weert en Punt Welzijn. Een jaar waarin de vele maatschappelijke ontwikkelingen zichtbaar werden van Rijksbeleid. Ontwikkelingen, die het gemeentelijk zorgen welzijnbeleid ingrijpend zullen gaan veranderen. Veranderingen, die ook plaats vinden in een tijd dat de middelen (lees Euro’s) beperkt beschikbaar zijn. De bezuinigingen van 2012 maakten dat “het vet van de botten” van onze organisatie is. Als gevolg van de krimp in budgetten zijn personele en organisatorische maatregelen genomen om de bezuinigingen gedeeltelijk op te vangen. Door enkele (eenmalige financiële) meevallers sloten wij 2012 positief af. De jaarrekening 2013 sluit met een negatief resultaat van € 116.027,--. Dit negatieve resultaat was ingecalculeerd. Er waren eenmalige extra uitgaven. Deze kunnen voor 2013 opgevangen worden binnen onze reserves. Ook voor 2014 en 2015 verwachten wij nog een negatief resultaat. Extra (bezuiniging)maatregelen dienen ervoor te zorgen dat wij vanaf 2016 weer een financiële neutrale exploitatie draaien. De werkzaamheden van Punt Welzijn waren in 2013 gericht op de eerste vijf prestatievelden van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Deze prestatievelden zullen in de loop van 2014 vervallen als de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning wordt aangenomen. Mede daardoor zien wij, dat de gemeente Weert ook in 2013 al een andere focus heeft. Er wordt meer dan voorheen ingezet op zelfregie van de inwoners. Het programma (houding/werkwijze) “Welzijn Nieuwe Stijl” is in dat kader omarmd. Als organisatie zetten wij ons ook in om deze beleidswijziging mede vorm te geven in een medewerker Nieuwe Stijl, een Organisatie Nieuwe Stijl, een Politiek Nieuwe Stijl en een Maatschappij Nieuwe Stijl. Het kabinet Rutte 2 is aan de slag gegaan en heeft het pad van de drie decentralisaties voortvarend ingezet. Niet alleen decentraliseren, maar deze ook nog eens gepaard laten gaan met forse bezuinigingen. Deze ontwikkelingen zetten, nog los van de inhoudelijke wettelijke beleidswijzigingen, in ieder geval het welzijnswerk nadrukkelijker op de kaart. De “Chinese Muur“ die voorheen aanwezig was door de verschillende wijzen van financiering tussen welzijn en zorg, lijkt geslecht te zijn. Als welzijnswerk worden wij nu van alle kanten benaderd door zorginstellingen. De decentralisatie van de begeleiding AWBZ naar de Wmo, de decentralisatie van de Jeugdzorg, de nieuwe Participatiewet, maar ook de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning verandert de positie van de meer kwetsbare groepen. Ook de bezuinigingen op de hulp in het huishouden, de wegvallende begeleiding voor burgers die

11


nu onder de Zorg Zwaarte Pakketten 1+2+3 vallen, de Kanteling en de wijzigingen rondom het Passend Onderwijs werpen nu al een schaduw vooruit. In 2014 zal dit allemaal vorm moeten krijgen. De gevolgen voor de maatschappij en dan vooral de kwetsbare groepen zullen groot zijn. Er zullen cumulatieve effecten optreden. Het is onze verwachting dat er meer “kwetsbaren” gaan ontstaan, dan wel burgers zijn, die een moment van “kwetsbaarheid” ervaren en een beroep doen op onze organisatie. Samenwerken, nieuwe ideeën invullen en innovatiever te werk gaan, zijn daarbij voor ons (nieuwe) uitgangspunten. Termen als “preventie”, “zelfredzaamheid” en “zelfsturing” lijken de nieuwe oplossing voor alle problematiek te zijn. Termen die bij uitstek horen bij het beleidsterrein Welzijnswerk. Vooruitlopend op deze ontwikkelingen dient (de inrichting van) het landschap van zorg en welzijn opnieuw ingevuld te worden. Zorginstellingen zien kansen op het terrein van welzijn en penetreren in de ‘markt’ om voorbereid te zijn op die nieuwe werkelijkheid. Dat biedt ook voor ons vele kansen en mogelijkheden. In die zin heeft in 2013 het netwerken binnen het landschap van zorg volop in de belangstelling gestaan. Echter ….voor een concrete invulling is de gemeente nog meer dan voorheen de regisseur (en financier). De gemeente Weert neemt vooralsnog de gewenste rol van regievoerder niet op. Aan de ene kant om geen onnodige verwachtingen te wekken en aan de andere kant omdat de kaders (wetgeving) nog niet bekend zijn. In de loop van 2014 zullen deze pas gegeven worden. Dat maakt dat er in 2013 een “vrije” ontwikkeling ontstond, waarin maatschappelijke organisaties zochten naar nieuwe werkvormen en verbanden. Of deze “voorinvesteringen” ook allemaal na 1-1-2015 door de gemeente ondersteund worden, is onduidelijk en maakt dat er niet echt doorgepakt kan worden. Deze ontwikkelingen hebben ook consequenties voor ons als Welzijnsorganisatie. Niet alleen verandert het werk inhoudelijk (3d’s, Welzijn Nieuwe Stijl, enz.), ook de financiële kaders (bezuinigingen) en een “andere” positionering in het landschap van zorg en welzijnsorganisaties, zoals hierboven beschreven, maken dat 2013 een intensief, doch beleidsmatig een interessant jaar was. De gemeente richt zich nu vooral op de invoeringsdatum van 1-1-2015 voor verschillende genoemde ontwikkelingen. Preventieve activiteiten (bij uitstek het terrein van Punt Welzijn) heeft vooralsnog minder aandacht. Wij wachten niet af en zijn ons -waar mogelijk- aan het voorbereiden op allerlei ontwikkelingen, danwel al actief gestart met een nieuwe inrichting, zodat wij klaar zijn voor de toekomst. Door de gemeente Weert is al in 2011 gestart met een interactief beleid om de decentralisaties vorm te geven, echter de noodzakelijke wetgeving is nog niet allemaal beschikbaar. Tijdens het transitie- en transformatietraject ondersteunen wij de gemeente. Wij zien voor ons een belangrijke rol weggelegd in het verbeteren en het verstevigen van de welzijnszorg en participatie in de (ver)nieuw(d)e maatschappelijke verhoudingen. Om ons daarop voor te bereiden en op de toekomst voorbereid te zijn, besloten wij in de loop van 2013 onze eigen toekomstvisie op het welzijnswerk te actualiseren.

12


Bijzondere aandachtspunten in 2013 waren Lokaal Educatieve Agenda en de jeugdzorg In de voorbereiding naar de decentralisatie van de Jeugdzorg is de gemeente Weert, samen met de overige Midden-Limburgse gemeenten al een eind gevorderd. Men is hard op weg om die taken die men overgeheveld krijgt, in te vullen. Deze taken liggen vooral op het hulpverleningsvlak en hebben minder betrekking op de werkzaamheden die Punt Welzijn betreffen; preventie. In de loop van 2014/2015 zal ook het voorliggende veld (de pedagogisch civil society en de basisvoorzieningen, waaronder het welzijnsterrein) op de nieuwe taken afgestemd worden. Een eerste aanzet is daarvoor gemaakt. Een belangrijk traject in dat kader zijn de ontwikkelingen binnen de Lokaal Educatieve Agenda (Lea). Door deelname in de diverse werkgroepen brengen wij onze expertise in. Binnen de Lea wordt nog veel nadruk gelegd op de onderwijsvoorzieningen en de kinderopvang. Ga je uit van het adagium; “Je hebt een heel dorp nodig om een kind op te voeden”, dan liggen er nog veel kansen om als welzijnsorganisatie ook hier een belangrijke preventieve, verbindende rol te spelen. Multifunctionele Accommodatie Keenter hart In 2009 heeft onze organisatie op verzoek van de gemeente Weert de exploitatie van het Keenter hart op zich genomen. Eind 2013 liep onze 3-jarige huurovereenkomst af. In de loop van 2013 hebben wij daarom met de gemeente gesproken over een voortzetting van het contract. Ten behoeve van de voortzetting van de overeenkomst, hebben wij onderzocht of de exploitatie en de bezetting van het Keenter hart geoptimaliseerd en het gebouw op commerciële basis (zonder subsidie) geëxploiteerd kan worden. De regels rondom paracommercie maken een efficiëntere exploitatie niet mogelijk. Mede naar aanleiding van dit onderzoek en de goede behaalde resultaten, heeft het college van B&W besloten om het contract inzake de exploitatie van het Keenter hart met Punt Welzijn voor 5 jaar te verlengen (inclusief het subsidie). De Kanteling en de positie van de Vraagwijzer In het kader van de Kanteling heeft de gemeente Weert in 2013 een traject uitgezet. De burger dient in denken te kantelen; niet meer spreken over rechten op Wmo voorzieningen, maar over het leveren van maatwerk om te kunnen anticiperen. Doelstelling is in een eerder stadium beoordelen op welke wijze burgers zelf in staat zijn een bepaalde problematiek op te pakken; zelf of met ondersteuning van zijn directe leefomgeving. ‘Keukentafelgesprekken’ zijn bij een dergelijke aanpak een belangrijk onderdeel. Medewerkers van de Vraagwijzer en dan specifiek de ouderenadviseurs passen deze methode min of meer al jaren toe. Deze medewerkers worden gezien als een voorportaal voor de aanvraag van een voorziening. Als Punt Welzijn zijn wij gevraagd om samen met de gemeente, de keten van een dergelijk proces in beeld te brengen en als het ware opnieuw in te richten. Dat vraagt van ons allemaal, zeker ook voor de gemeentelijke organisatie (“Gemeente (Ambtenaar) Nieuwe Stijl), een hele omslag. De samenwerking is geïntensiveerd. We ‘kijken bij elkaar in de keuken’ om van elkaar te leren en om te beoordelen op welke wijze de keten nog beter ingericht kan worden. Wij verwachten dat door deelname in dit proces, de positie van de Vraagwijzer en onze ouderenadviseurs (in de toekomst door een bredere inzet; welzijnsadviseurs) in het bijzonder, een heldere en duidelijke positie krijgen in de trajecten naar een Wmo voorziening. Onze inzet daarbij is en blijft de realisatie van een bredere Vraagwijzer; het Welzijnsplein. Combinatiefunctionarissen In de loop van 2014 lopen de convenanten met betrekking tot de combinatiefunctionarissen af. Punt Welzijn verzorgt voor deze activiteit de coördinatie functie en de werkgeversrol. In de afgelopen jaren heeft de gemeente Weert, door extra externe subsidies en via sponsoring, de financiering rond gekregen. Willen we echter een

13


structurele invulling realiseren, dan zal ook de gemeente Weert een structurele bijdrage beschikbaar dienen te stellen voor deze activiteit. In de loop van 2013 hebben wij de nut en noodzaak van deze bijzondere activiteit onder de aandacht van onze maatschappelijk partners en de gemeente Weert gebracht. Ook zijn wij blij, dat mede door de inzet van onze combinatiefunctionarissen, de gemeente Weert begin 2013 de erkenning Sportstad van Nederland mocht ontvangen. In de loop van 2014 zal besluitvorming dienen plaats te vinden over het verlengen van de convenanten na 1-9-2014. De raad van de gemeente Weert beslist daar in november 2014 over. Inmiddels hebben wij een traject met alle partners ingezet om te beoordelen of en op welke wijze het gemeentelijk deel in de kosten substantieel omlaag kan. Fatima aan zet In de loop van 2013 is binnen de wijkraad Fatima een initiatief ontstaan om aan enkele doelstellingen van de decentralisaties een invulling te geven. De vraagstelling was: ‘Hoe kunnen wij als burgers/bewoners van de wijk Fatima zelf het initiatief nemen om langer thuis te kunnen blijven wonen?’ Niet voor niets heeft dit project de werktitel “Fatima (de inwoners van de wijk Fatima) aan zet” meegekregen. In de praktijk blijkt echter wel dat de materie weerbarstiger is dan de theorie. Initiatieven vanuit de burgers zijn er mondjesmaat en de behoefte aan ondersteuning van burgers door burgers waren relatief beperkt. Ook bewoners dienen nog te “ontdekken” wat de mogelijkheden zijn. Daarnaast vond dit project plaats in een tijd dat professionele zorgen welzijnsorganisaties zochten naar de (on)mogelijkheden van een ‘sociaal wijkteam’. In de loop van 2013 werd het bewonersinitiatief als het ware “gegijzeld” door de professionals. Deze zagen in het project een goede mogelijkheid om dagactiviteiten van specifieke doelgroepen in het project onder te brengen. Echter ….. zoveel aanbod aan “dagactiviteiten-werk” was en is er niet. In de uitwerking van het plan is dit inmiddels gecorrigeerd en concentreren wij ons op de primaire inzet van het project; burgers ondersteunen burgers, om zo langer zelfstandig te kunnen blijven wonen in de mooie wijk Fatima. Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door Wonen Limburg. Veni Vidi Vici en Kamers met Uitzicht Middels het project Veni Vidi Vici hebben wij een bijzondere ingang om met jongeren in contact te komen en hen te ondersteunen. Door middel van de inzet van “ervaringsdeskundigen” worden jongeren bereikt, die hoorden tot de groep vergeten jongeren (risicojongeren): jongeren die zelf nauwelijks toekomst-perspectieven zien, die weinig om handen hebben, die gemakkelijk beïnvloedbaar zijn, meelopen en verzeilt raken in het (lichte) criminele circuit. Naast ontmoeting, ontspanning en talentontwikkeling, is nu het inzetten van sport als middel de voornaamste interventie. Het ontbreekt aan een passend aanbod op het vlak van kunst en cultuur en dan vooral Urban Culture. Met dit project wordt dat gat gedicht. Het geven van informatie en advies en het bieden van een luisterend oor is een wezenlijk onderdeel van het project. Dit project wordt mede tot stand gebracht met een bijdrage van het Oranjefonds en het VSB fonds. Kamers met Uitzicht is een preventieve vorm van jongerenhuisvesting: een woonmilieu dat leren, ontwikkelen, werken en ondersteuning samenbrengt. Een thuis, een goede basis, voor jongeren die aan het begin staan van zelfstandigheid. Naast wonen zijn werken, leren en coachen de vier kerntaken van dit project. De regie ligt bij de jongeren zelf en passende ondersteuning in de vorm van coachen wordt geboden door 2 jongerenwerkers. Kamers met Uitzicht is voor jongeren tussen de 18-25 jaar, die gemotiveerd zijn om een zelfstandig werkend bestaan op te bouwen. De doelgroep is thuisloos of bijna thuisloos, tussen de 18-25 jaar, in bezit van een geldige verblijfsvergunning, ongetrouwd en niet samenwonend, heeft een dagbesteding of er loopt een traject (voltijdstudie en/of bijbaan en/of baan of vrijwilligerswerk, mantelzorg), is gemotiveerd, heeft de mogelijkheid om binnen 12 maanden zelfstandig te kunnen wonen, kan en wil met medebewoners samen wonen en woont zo dat de buren

14


er weinig van merken. Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door de gemeente Weert en Wonen Limburg. Bewegen op Maat en Nieuwe Vrienden Maken Uit onderzoeken bleek dat het invoeren van sport/beweegprogramma’s voor kwetsbare ouderen gunstige effecten heeft op hun lichamelijk en mentaal welbevinden. Voor de doelgroep inactieve 70-plussers hebben wij een zeer laagdrempelig en op maat gemaakt sportprogramma -Bewegen Op Maat- ontwikkeld. Binnen het programma Bewegen op Maat worden vrijwilligers opgeleid, die vervolgens ingezet worden met als doel inactieve 70-plussers activeren. Door het programma willen wij de sociale fitheid laten toenemen van 0% naar 40%. Onder sociale fitheid verstaan wij, dat de oudere mimimaal 2 keer in de week bewegen of een andere activiteit ondernemen, samen met iemand of in een groep. Deelnemers hebben daarna minder eenzaamheidsgevoelens, voelen zich fitter, geven aan meer zelfvertrouwen te hebben en voldoen aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen. Inmiddels is het basisprogramma (theorie en handboek) gereed en is gestart met het koppelen van vrijwilligers aan ouderen, die daar behoefte aan hebben. Dit project wordt mogelijk gemaakt door de gemeente Weert, het Oranjefonds en de Provincie Limburg. Uit de 55+ monitor van de GGD blijkt, dat 41% van de Weertenaren zich in meer of mindere mate eenzaam voelt. Het proces van vereenzamen zet een negatieve spiraal in werking, waardoor problemen zich kunnen opstapelen, mensen de eigen regie over het leven langzaam verliezen en de gezondheid verslechtert. Een uitgebreid en stevig sociaal netwerk blijkt het beste middel ter voorkoming van eenzaamheid. Het Project Nieuwe Vrienden Maken heeft dan ook twee hoofddoelen; eenzaamheid bespreekbaar maken en het opbouwen en/of het uitbreiden van het sociale netwerk van mensen die eenzaam zijn. Dit doen we door een vrijwilliger (maatje) tijdelijk te koppelen aan iemand die eenzaam is, die graag in contact wilt komen met andere mensen en het oprichten van vriendengroepjes. Samen activiteiten ondernemen is dé manier om mensen met elkaar in contact te brengen. Er zijn enkele mooie initiatieven ontstaan, die leiden tot het toegankelijker maken van het aanbod en/of het oprichten van vriendengroepen. • Zo zijn burgers met een kleine beurs samen gebracht naar het Theater. Met een financiële bijdrage van de Weerter Serviceclub konden de kosten voor de deelnemers laag gehouden worden. • Op 3 september was de eerste aanschuiflunch bij een Weerter brasserie. Het doel is mensen, die anders alleen een horecazaak bezoeken, de mogelijkheid te bieden gezamenlijk te eten en nieuwe contacten te leggen. • Op 14 oktober vond de eerste T en T Eetidee plaats. In samenwerking met een lokale ondernemer wordt er samen met en voor eenzame mensen met een smalle beurs een gratis driegangen menu bereid. • Vrijwilligers hebben naar idee van het Ouderenfonds een breigroepje in De Roos opgericht. Inmiddels zijn er wekelijks zo’n 35 dames aan het breien. De ‘stadsmutsen’ zijn inmiddels klaar. Het volgende doel is al gesteld, namelijk mutsen en sjaals in de carnavalskleuren. • Op 8 oktober is het wandelgroepje voor (oudere) mensen die, bijvoorbeeld door een lichamelijke beperking, niet zo snel kunnen wandelen en daardoor moeilijk aansluiting vinden bij reguliere wandelverenigingen het bos in gegaan. Dit programma wordt mogelijk gemaakt door het Oranjefonds en het VSB fonds. Aanpassing werkwijze Servicepunt Vrijwilligers Zoals al eerder aangegeven wordt er bij het servicepunt een transitie doorgemaakt van een aanbodgerichte organisatie naar een vraaggerichte organisatie. Een organisatie die niet alleen een aanbod heeft voor verenigingen en organisaties, maar ook oog heeft voor de vrijwilliger zelf. Wat wil hij/zij zelf en welke verbinding kunnen wij maken. Een organisatie die niet alleen bemiddelt in aanvragen voor collectieven en verenigingen, maar ook in speelt op de individuele vragen met maatjes-achtige projecten onder de naam “Eén op één projecten”. Een bijzonder instrument dat daarvoor ontwikkeld wordt, is de website waarin vraag en aanbod op het terrein van vrijwilligerswerk gemakeld

15


wordt. Het is een marktplaats met individuele en collectieve vraag- en aanbod advertenties. Het ontwerp is inmiddels gereed en er wordt gewerkt aan de technische realisatie. Wij verwachten veel van dit nieuwe instrument. De site kan niet alleen gaan dienen als ‘interne sociale kaart’ van Punt Welzijn, maar door de manier waarop de site ontworpen is, kan deze uitgroeien tot een sociale kaart van de gemeente Weert. Overigens verwachten niet alleen wij veel van dit product. Inmiddels hebben collega welzijnsorganisatie al belangstelling getoond voor dit product.

16


17


18


Sociale veiligheid Punt Welzijn zet zich op vele fronten direct of indirect in voor een veilige woon- en leefomgeving, versterking van de leefbaarheid en sociale cohesie. Voorbeelden zijn: • Onze bijdrage aan het Mijn Straat Jouw Straat project, waarin de doelstellingen gericht zijn op schoon, heel en veilig. In de projecten van de leefbaarheidsagenda’s komen deze thema’s terug. • De uitvoering van het jongerenwerk -zowel de activiteiten die we voor en met jongeren in de jongerencentra organiseren als het vindplaatsgericht werken-. In de jongerencentra kunnen jongeren hun vrije tijd op een zinvolle manier doorbrengen. Ze leren hier van de jongerenwerkers en van elkaar. Hierdoor worden ze zich meer bewust van hun gedrag en de consequenties hiervan. Door elkaar (te leren) aan te spreken op fout/grensoverschrijdend gedrag worden vernielingen, pesten en agressie ingeperkt en hopelijk voorkomen. • Door het vindplaatsgericht werken heeft het jongerenwerk de jongeren(groepen) in beeld. De jongerenwerkers kunnen daardoor snel inspelen op zaken, die in buurten en wijken gebeuren (onder andere het project M-power). • Sociale veiligheid is ook een onderwerp binnen de opvoedingsondersteunende activiteiten. In gesprekken met ouders blijkt dat met name allochtone ouders zich niet altijd veilig voelen. Tijdens (groeps)bijeenkomsten is hier aandacht voor en kunnen deelnemers ervaringen uit te wisselen. Dit zijn enkele voorbeelden waar en op welke manier het thema sociale veiligheid een rol speelt binnen de diensten. Welzijn Nieuwe Stijl In de veranderende omgeving wordt de rol van een welzijnswerker steeds meer zelfstandig, outreachend, pro actief en preventief, faciliterend en coördinerend werken. Een verbinder zijn tussen veel aspecten. Mensen in hun eigen kracht zetten en al dan niet met ondersteuning zaken zelf laten doen. Die kanteling in ons handelen voeren wij uit met het programma Welzijn Nieuwe Stijl (WNS). Het programma kent acht bakens: 1. gericht op de vraag achter de vraag (waar gaat het écht om); 2. gebaseerd op de eigen kracht van mensen (benutten van talenten/empoweren); 3. direct er op af (om erger te voorkomen: niet afwachten, doen!); 4. informeel (vrijwilligers) en formeel (professionals) in optimale verhouding; 5. doordachte balans van collectieve voorziening en/of individuele oplossing; 6. integraal werken (samenhang zien en samenwerken); 7. niet vrijblijvend maar resultaatgericht; 8. gebaseerd op ruimte voor de professional. In 2013 zien wij bij onze medewerkers vooral een kentering in denken en doen ten aanzien van de eerste 4 bakens. Wij zijn er ons nog meer van bewust, dat een problematiek alleen aangepakt kan worden als de voornaamste ervaren bottle-neck aangepakt wordt. Door dringen tot de kern van de problematiek is daarbij essentieel. Je ziet, dat een burger als hij eenmaal zelf oplossingen gevonden heeft en/of aangereikt gekregen heeft, enorme stappen kan maken. In ieder mens schuilt immers een kracht. Om die te benutten zullen sommigen geholpen dienen te worden om deze te ontdekken. Rekening houdend met die eigen kracht van de burger blijft voor ons als welzijnswerkers het “er op af gaan” of “overlaten aan die burger zelf” een spanningsveld. Met ons “sociale hart” willen we nog wel eens te snel gaan. Echter … we leren snel. Integraal werken en een goede balans vinden tussen individuele oplossingen en collectieve voorzieningen staan voor 2014 en 2015 nadrukkelijker op de agenda. Werken volgens de uitgangspunten Welzijn Nieuwe Stijl vraagt ook handelingsruimte voor die professional. Wij zien dat door weten regelgeving, maar ook de kwaliteitseisen (procedures HKZ) en de opdracht van de gemeente vertaald in ons eigen dienstenboek, deze handelingsruimte beperkt wordt. Kijk je naar het dienstenboek 2013 dan zijn er 8 hoofdindelingen te maken verdeeld in 21

19


dienstkaarten en 62 deelproducten. Elk deelproduct kent weer zijn eigen randvoorwaarden, verantwoordingsvoorschriften en doelen. Waar zit nog de handelingsvrijheid van de professional? We gaan kritisch naar deze opzet kijken en niet tot in detail vooraf zaken vastleggen. Want, willen wij onze rol in de maatschappij optimaal vorm kunnen geven, dan zullen onze medewerkers (professionals, vrijwilligers, en pio’s) voldoende handelingsruimte moeten hebben om dat te doen, wat zij vanuit professioneel oogpunt vinden, dat er gedaan moet worden. Rekenkamer onderzoek In het najaar werd het langverwachte rekenkamer onderzoek naar de aansturing van Punt Welzijn door de gemeente Weert uitgebracht. Opvallende conclusie is, dat door de gemeente Weert met Punt Welzijn weinig tot geen afspraken gemaakt zijn op het niveau van effecten. De rekenkamer stelt vast dat de aansturing Punt Welzijn door de gemeente Weert en daarmee de effectiviteit van het welzijnsbeleid de laatste jaren is verbeterd, maar dat er nog verbeteringen mogelijk zijn. Het meten van effecten zou een goede volgende stap op deze weg zijn. De raad worstelt wel met de invulling van haar eigen rol, zowel in kaderstellend als controlerend opzicht. Beide rollen zijn in zekere zin moeilijk van elkaar te scheiden. Aanbevelingen die naar aanleiding van het onderzoek gemaakt worden, zijn; • maak onderscheid tussen verschillende soorten doelen; Diensten waarbij nagegaan wordt of de activiteiten en resultaten volgens professionele standaards worden afgehandeld; Veranderingsdoelen, met een beleidstheorie en weloverwogen streefcijfers; De ondersteunende rol. • beoordeel welzijnsorganisaties eerlijk aan de hand van geleverde prestaties en methodisch werken. Maak daarnaast efficiënt gebruik van (wetenschappelijke) effectonderzoeken en analyses van outputgegevens om inzicht te krijgen in doelrealisatie; • laat het bij de controle op het welzijnswerk om tellen en vertellen gaan. Vraag alleen die informatie waar ook werkelijk iets mee wordt gedaan. Voer daarover het gesprek en maak daarvan een verslag; • koester de goede relaties met Punt Welzijn; • vul als Raad je rol in de aansturing van Punt Welzijn actief in. Meer informatie over bovenstaande projecten leest u in de dienstenkaarten (vanaf bladzijde 31).

20


21


22


Organisatie Onze activiteiten zijn alleen mogelijk met de inbreng van een grote groep medewerkers, professionals in opleiding (PIO’s) en vrijwilligers. Met deze medewerkers werken wij constant aan het verbeteren van de organisatie. Dit komt tot uitdrukking in de navolgende aspecten: • Op 1 januari 2013 had Punt Welzijn 63 personeelsleden in dienst. In totaal 32 fte. Daarnaast werkte er 9 functionarissen additioneel of als combinatie-functionarissen sport op detacheringbasis. Op 31 december 2013 waren er 64 personeelsleden in dienst. In totaal waren dat 34 fte. Er zijn 9 medewerkers met een 0-uren contract en 21 medewerkers hebben min - max uren. Hierdoor kunnen we flexibel sturen op uren. • In 2013 zijn er in totaal 9 medewerkers in dienst gekomen en 3 medewerkers op detacheringbasis. Er zijn 10 medewerkers uit dienst gegaan. • In 2013 zijn gemiddeld 51 PIO’s binnen onze organisatie aan de slag geweest en waren er eind 2013 460 vrijwilligers, die bij één van onze projecten actief waren (op 1-1-2013 waren er 424 vrijwilligers actief). • In totaal zijn er in 2013 53.996 uren gewerkt. • Het ziekteverzuimpercentage over 2013 bedroeg 2,43 % en 0,91 % zwangerschap gerelateerd. In de loop van 2013 hebben 3 medewerkers zwangerschapsverlof genoten en 3 medewerkers maken gebruik van ouderschapsverlof. • Als “mensenorganisatie” berust onze dienstverlening op de kwantiteit en kwaliteit van onze medewerkers, PIO’s en vrijwilligers. Binnen Unitus wordt daarvoor een integraal HRM beleid uitgewerkt. Een deskundigheidsbeleid en -programma is een belangrijk onderdeel van het HRM beleid. Wij zijn in 2013 gestart met een organisatiebrede cursus “Regisseren in Welzijn”; • Door het vertrek van onze HRM medewerker heeft het invoeren van het competentiemanagement vertraging opgelopen. • Er waren geen meldingen bij de vertrouwenspersonen. • Er zijn geen meldingen geweest als gevolg van ongevallen en agressie. • In 2013 zijn er geen klachten ontvangen. • Punt Welzijn is sinds juni 2013 gehercertificeerd voor HKZ, voor wederom een periode van 3 jaar. Er zijn daarnaast twee interne audits uitgevoerd. • In de loop van 2013 mochten wij het certificaat “mantelzorgvriendelijke organisatie” ontvangen. • Ook in 2013 waren er weer veel uitingen in weekbladen, krant en regionale tv. De onderwerpen waren zeer divers. We maakten via de regionale TV 6 speciale uitzendingen van activiteiten van Punt Welzijn. In totaal zijn er 88 persberichten en 43 keer de rubriek “Welzijn Werkt” (korte activiteiten berichtjes in plaatselijk blaadje) de deur uit gegaan. Daarnaast zijn er nog 24 redactionele artikelen van derden geweest (voor zover wij hier kennis van hebben kunnen nemen) waarin Punt Welzijn genoemd wordt. • Eind 2013 -2,5 jaar na de fusie- zijn wij gestart met een hertoetsing van het beleid van Unitus. Als wij in de toekomst over Unitus spreken, hebben wij het over Unitus als juridische entiteit, die in de overkoepeling van de afzonderlijke werkmaatschappijen een bestuurlijk kader vormt en op Midden- en Noord-Limburgs niveau een rol speelt in het Welzijn- en Zorglandschap. Daarnaast hebben wij als werkmaatschappijen een Bedrijfsbureau (Shared Service Centre), dat specifieke diensten voor ons levert. • De huidige ICT-infrastructuur van onze organisatie is niet meer bij de tijd en onze huidige leverancier gaat de dienstverlening aan onze organisatie niet meer voortzetten. In 2013 is dit besluit voorbereid en eind van het jaar is het besluit genomen. We krijgen een geheel nieuwe en vernieuwde ICT omgeving. Die wijzigingen zijn ingrijpend en worden gefaseerd ingevoerd. • De maatschappelijke ontwikkelingen maken, dat ook de visie van Punt Welzijn geactualiseerd moet worden. Niet zozeer het “wat” zal veranderen, maar vooral de wijze waarop we het uitvoeren, het “hoe” zal veranderen. Duidelijk is, dat we nog

23


• •

•

•

•

•

•

integraler en meer verbindend met elkaar zullen dienen te gaan werken. Daarnaast wordt momenteel de discussie gevoerd op welke wijze het wijkgericht werken vorm gegeven kan worden. Op innovatief gebied wordt vooral ingezet op ondersteuning bieden bij en kansen ontwikkelen in het kader van de drie decentralisaties. Inmiddels is er een procedure en de werkwijze (middels het Canvasmodel) geïmplementeerd als standaard. In augustus 2013 besloot de gemeente om Punt Welzijn niet in het Bedrijfsverzamelgebouw Poort van Limburg onder te brengen. Als alternatief biedt de gemeente nu het huidige gemeentehuis aan dat leeg staat. De locatie van het huidige gemeentehuis is ideaal. Inmiddels zijn weer diverse onderzoeken uitgevoerd naar de toekomst van dat gemeentehuis. Duidelijk is dat de gemeente gaat kiezen voor een tijdelijke invulling van minimaal 10 jaar en dat wij als organisatie een serieuze potentiële huurder zijn. De voortgang gaat traag en nog steeds kan geen duidelijkheid gegeven worden. Wij blijven echter bestuurlijke druk houden op het nemen van een besluit over onze huisvestingssituatie. De jaarrekening 2013 laat een negatief resultaat zien van -/- € 116.027,-- (begroot was -/- € 44.922,--). Een hoger negatief resultaat, omdat in de loop van het jaar in enkele projecten meer geïnvesteerd werd (innovatiemedewerker € 45.000,--, huisvesting M36 € 35.000,- Website servicepunt € 20.000,-- extra opleidingskosten € 8.400,-- en hercertificering HKZ € 6.958,--). Deze extra investeringen zijn in overleg met de gemeente Weert genomen en worden ten laste van onze reserves gebracht. Op zoek naar nieuwe financieringsvormen voor de vele maatschappelijke organisaties verenigingen en instellingen hebben wij met de gemeente Weert overeenstemming bereikt over het ophalen (deur aan deur en via containers) van 2e hands kleding. Wij hebben dit ophalen uitbesteed aan Reshare en krijgen op deze wijze een deel van de opbrengst. Met deze opbrengst gaan wij maatschappelijke initiatieven (financieel) ondersteunen. In de loop van 2013 heeft de Stichting Vluchtelingenwerk besloten zich op te heffen. Al enkele jaren geleden hebben wij de werkzaamheden van deze stichting overgenomen. De stichting beheerde nog een budget voor “bijzondere noden” voor deze specifieke doelgroep. Na opheffing zijn deze middelen aan onze organisatie overgedragen en zetten wij deze voor deze specifieke activiteit in. Een bijzondere relatie hebben wij met de Stichting Sponsorwinkel en de Stichting Leergeld. Beide initiatieven ondersteunen wij bestuurlijk. De Sponsorwinkel heeft in 2013 € 41.816,-- aan cheques uitgekeerd aan vrijwilligersorganisaties en maatschappelijke initiatieven in Weert. Dit is liefst € 10.000,-- meer dan in 2012. Dit is vooral te danken aan de start van een speelgoedafdeling en afspraken door Punt Welzijn met Reshare over de inzameling van textiel in Weert. Een deel van de opbrengst komt ten goede aan de Sponsorwinkel. In 2013 zijn uit het sponsorbudget van de Sponsorwinkel 11 doelen door Punt Welzijn aangewezen (op basis van verdeelsleutel), ter waarde van € 11.180,--. Het belang van stichting Leergeld blijkt uit het feit, dat in 2013 door Leergeld 284 aanvragen van kinderen zijn gehonoreerd (€ 24.385,--). Punt Welzijn ondersteunt Leergeld door de kosten van overhead te beperken door faciliteiten beschikbaar te stellen. Hierdoor komen alle middelen, die ontvangen worden, ten goede aan kinderen, die hierdoor weer kunnen meedoen!

Weert, 30 april 2014 Theo van Ekerschot

24


Unitus, Raad van Toezicht en Raad van Bestuur in 2013 Vanaf 2009 is er sprake van een gezamenlijke Raad van Toezicht en Raad van Bestuur voor de stichtingen Punt Welzijn (Weert e.o.) en Vorkmeer (Peel & Maas en Nederweert). In de loop van 2009 is dat organisatiemodel geformaliseerd, waarbij de statuten zijn gewijzigd en er nieuwe Raad van Toezicht statuten zijn vastgesteld voor de koepelstichting Unitus en de afsplitsing van Bestuurder / directie Hoera kindercentra (voorheen Bobo) van Vorkmeer. Het voordeel van deze MT organisatievorm is, dat gebruik gemaakt Unitus kan worden van de schaalvoordelen en regionale samenwerking, terwijl tegelijkertijd de lokale verankering, laagdrempeligheid en toegankelijkheid vanwege de 'couleur locale' behouden blijven. Bij de stichting Unitus zijn naast het bestuur ook de ondersteunende diensten ondergebracht voor de drie werkstichtingen. Deze werkstichtingen, Punt Welzijn,Vorkmeer en Hoera kindercentra, onderhouden op lokaal niveau de contacten en contracten met de opdrachtgevers en lokale netwerken. Unitus ondernemingsraad

Shared Service Center

Raad van Toezicht In het reglement Good Governance van Unitus is de taakstelling van de Raad van Toezicht als volgt beschreven; “De Raad van Toezicht houdt toezicht op de Raad van Bestuur en op de algemene gang van zaken in de Stichting Unitus en staat de Raad van Bestuur met raad ter zijde. De Raad van Toezicht zorgt tevens voor een adequate invulling van de Raad van Bestuur. De Raad van Toezicht richt zich bij de vervulling van zijn taak naar het belang van de Stichting Unitus en haar maatschappelijke doelstelling en weegt daartoe de behoeften en wensen van belanghebbenden en andere bij de onderneming betrokkenen af. De Raad van Toezicht is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn eigen functioneren.” De wijze van invulling van deze taken, die van het bestuur, de personele samenstelling en de procedures zijn in het reglement verder uitgewerkt. Samenstelling Raad van Toezicht 2013 Gedurende het hele kalenderjaar 2013 bestond de Raad van Toezicht uit de volgende leden: • mevrouw J.M.J. (Jacqueline) Ketelaar, voorzitter (lid vanaf medio 2010); • de heer T.G. (Toine) van Laarhoven, lid (vanaf medio 2009); • mevrouw P.G.M. (Nellie) Janssen, lid (vanaf medio 2010); • de heer W.P.M. (Wim) Zusterzeel, lid (vanaf medio 2010); • de heer F.J. (Frank) van Kemenade, lid vanaf medio 2011; • de heer M. (Marcel) Timmermans, lid (vanaf december 2011). Wijzigingen in de samenstelling van de Raad van Toezicht Op 31 december 2013 heeft de heer Van Kemenade zich teruggetrokken als lid van de Raad van Toezicht, vanwege zijn professionele betrokkenheid bij het werk van een van de werkmaatschappijen. Verder zijn er in 2013 geen wijzigingen geweest in de samenstelling van de Raad van Toezicht. De zittingsduur van de leden is vier jaar met de mogelijkheid tot verlenging/ herverkiezing voor nog één keer vier jaar. In 2013 is Toine van Laarhoven herbenoemd voor een 2e zittingstermijn.

25


Commissies De werkzaamheden en samenstelling in 2013 waren als volgt. • De auditcommissie (Toine van Laarhoven en Wim Zusterzeel). Richt zich op het toezicht op financiën, financiële informatieverschaffing, risicobeheersing en controlesystemen, naleving weten regelgeving, ICT en de rol van de accountant. • De P&O commissie (Jacqueline Ketelaar en Nellie Janssen). Houdt zich bezig met het HRM beleid, de organisatiestructuur, het werven, selecteren en voordragen (ook bij herbenoeming) van leden van de Raad van Toezicht, leden van het Bestuur en belangrijke kaderleden en vervult de werkgeversrol naar het bestuur. De Voorzitter van de Raad is qualitate qua voorzitter van deze commissie. • De kwaliteitscommissie (Frank van Kemenade en Marcel Timmermans). Deze houdt zich bezig met de beleidsontwikkeling van de werkmaatschappijen en de holding, het kwaliteitszorgsysteem, waaronder tevredenheidsmetingen, de marktontwikkelingen, samenwerking- en allianties met anderen, stakeholders, imago, en dergelijke. Deskundigheidsbevordering Om de kwaliteit van toezicht door leden van de Raad te blijven ontwikkelen voert de Raad van Toezicht een actief scholingsbeleid. De leden van de Raad zijn allen lid van de NVTZ (Nederlandse Vereniging voor Toezichthouders in de Zorg), welke een aparte sectie welzijn kent. Via nieuwsbrieven en website worden de leden met regelmaat geïnformeerd over actualiteiten ten aanzien van Toezicht en is er een uitgebreid scholingsaanbod. Onderwerpen van goedkeuring en bespreking in de Raad van Toezicht in 2013 De Raad van Toezicht (RvT) kwam in 2013 zes keer bijeen voor een reguliere vergadering. Eén vergadering is gecombineerd met de jaarlijkse evaluatie van het functioneren van de RvT en Raad van Bestuur (RvB). Tussen de vergaderingen van de Raad vonden commissievergaderingen plaats. Doel van de commissies is dat zij samen met de bestuurder de betreffende thema’s volgen en bespreken, zodat de RvT efficiënter kan vergaderen. De audit-commissie is vier keer bijeen geweest, voor de bespreking van onder andere de jaarrekeningen, inclusief vooroverleg met de accountant, begrotingen en kwartaalrapportages, de besluiten inzake nieuwbouw en koop van een kinderopvanglocatie in Maasbree en vernieuwing van de ICT. BDO-accountants is voor de periode 2012 t/m 2015 verantwoordelijk voor de controle van de jaarrekeningen en opstellen van de managementletter. De commissie P&O is vier maal bijeen geweest, waaronder een functioneringsgesprek met en een tussentijdse beoordeling van de bestuurder. De kwaliteitscommissie is twee maal bijeen geweest, inzake de meerjaren beleidsontwikkeling en het bespreken van het kwaliteitszorgsysteem, waaronder de positieve uitkomsten van de hercertificering HKZ van zowel Vorkmeer als Punt Welzijn. Contact met stakeholders De leden van de Raad van Toezicht zijn aanwezig geweest bij twee bijeenkomsten, waarin diverse stakeholders van de werkmaatschappijen aanwezig waren. Ze waren erbij toen de nieuwe naam Hoera kindercentra (tevens 25-jarig jubileum van de kinderopvangorganisatie) op 17 mei 2013 werd gelanceerd en tijdens de Beleidsdialogen op 7 oktober 2013, waarin met stakeholders de dialoog gevoerd is omtrent beleidsvoornemens van Vorkmeer. Daarnaast zijn er aparte bijeenkomsten geweest van afvaardigingen van de Raad van Toezicht met de Ondernemingsraad en met de centrale ouderraad van Hoera kindercentra. Raad van bestuur De vertegenwoordiging van de stichting intern en extern gebeurt door de bestuurder. De bestuurder van Unitus, is tevens de bestuurder-directeur van de werkstichtingen. De

26


bestuurder is benoemd door de Raad van Toezicht. Sinds 1 januari 2010 is er een éénhoofdige Raad van Bestuur, in de persoon van Paul Horsmans. De bestuurder heeft geen betaalde nevenfuncties. Onbetaalde nevenfuncties zijn voorzitter van stichting Sponsorwinkel Weert, Secretaris van Stichting Leergeld Weert e.o. en Lid van het bestuur van Stichting De Brug in Peel en Maas. Daarnaast zijn er diverse lidmaatschappen van stuur- en klankbordgroepen, die functie gerelateerd zijn, waaronder secretaris van de provinciale klachtencommissie voor professionele organisaties van welzijn en kinderopvang in de provincie Limburg. Meer informatie op www.unitus.nl. Vastgesteld te Weert, op 22 april 2014. Mevrouw J.M.J. Ketelaar, voorzitter.

27


Samenvatting jaarverslag Ondernemingsraad Unitus 2013 De ondernemingsraad van de overkoepelende organisatie Unitus bestaat uit de volgende leden: Martijn Geraets (voorzitter), Petra van Gog (secretaris), Ilse de Pauw, Bouke Kouters, Susan van Asten, Germie Grutters, Marion Kurvers, Jill Delmee en Peter Moors. In de loop van het jaar heeft Martijn Geraets zijn functie als voorzitter neergelegd. Het voorzitterschap is opgedeeld in de verschillende taken: voorzitten van vergaderingen (Susan van Asten), contact met Raad van Toezicht (Peter Moors) en rol van voorzitter in Dagelijks Bestuur (Germie Grutters). Omdat Martijn Geraets zijn OR lidmaatschap heeft beëindigd, was er een plaats vacant voor Vorkmeer. Deze werd ingenomen door Sandra Dekkers. Voor Hoera kindercentra was een plaats vacant, welke tijdelijk ingenomen werd door Peter Moors. In het voorjaar van 2013 heeft Luc Pelzer deze plaats ingenomen. De visie van de OR is de algemene belangen van het personeel op een proactieve wijze behartigen. OR zal daar waar nodig haar rechten uitoefenen met als doel: huidige werkklimaat behouden of verbeteren; verkleinen van problemen, die zouden kunnen ontstaan voor het personeel; juiste en tijdige communicatie inzake concrete informatie naar personeel; mee vorm geven aan goede arbeidsvoorwaarden; sparringpartner voor bestuurder op organisatorisch niveau. Richtlijn in onze werkwijze is de PDCA cyclus. De OR werkt met vaste commissies en onderwerp commissies. Begin 2013 is er gekozen voor een Dagelijks Bestuur plus een onderdeeloverleg met de manager van de werkmaatschappij, waarbij tweemaal per jaar eventueel niet-OR leden mogen aansluiten. Het DB bestaat uit de voorzitter en secretaris. Belangrijke acties, besproken onderwerpen en genomen besluiten in 2013 zijn: • evaluatie OR structuur: vorming DB plus onderdeeloverleg met manager van de werkmaatschappij; • algemene beleidsvisie Unitus: naar aanleiding van een rapportage is door de bestuurder een concept algemene beleidsvisie geschreven. Samen met OR, MT Unitus en lokale MT’s is deze besproken tijdens een heidag in oktober. Tijdens deze heidag is gebleken dat de beleidsvisie, zoals die was geformuleerd, aanleiding heeft gegeven tot de opdracht aan iedere werkmaatschappij om een eigen visie te ontwikkelen. In het voorjaar van 2014 dienen deze geformuleerd te zijn; • in augustus heeft de OR een prioriteitenlijst opgesteld: 1 HRM beleid, 2 ICT en 3 Investeringsplannen; • achterbanraadpleging bij Vorkmeer: medewerkers van Vorkmeer hebben hun zorgen rondom subsidiebezuinigingen en vacatures mogen uiten. De OR heeft dit signaal afgegeven bij bestuurder. De voortgang van de subsidies is een terugkerend agendapunt in de overlegvergaderingen. De OR staat achter de koers van de bestuurder mits dat er zorgvuldig wordt gecommuniceerd richting personeel; • invulling manager Vorkmeer door de bestuurder: deze gang van zaken is door de OR ter discussie gesteld en besproken. In de loop van 2013 is de samenstelling van het MT Vorkmeer gewijzigd; • OR heeft kritische opmerkingen gemaakt inzake medewerker tevredenheidsonderzoek; • momenteel is competentiemanagement een hot item. Dit maakt onderdeel uit van het HRM beleid. Afgehandelde onderwerpen in 2013 zijn: verzuimbeleid, directe/indirecte uren, beleid mantelzorg, attentiebeleid, wijziging beleid stagevergoeding in de kinderopvang, rookbeleid, (financieel) jaarverslag 2012, wijziging MT Vorkmeer, beleid VOG, functieprofiel DDV.

28


Verder werd besproken of heeft nog onze aandacht: aanvraag nieuwe salarisverwerking, vrijwilligersbeleid, meerjarenbeleid Unitus, opleidingskosten bij Hoera, ARBO beleidsplan, mogelijke wijziging organisatie binnen Hoera, investering in een gebouw, regelingen verblijfkosten, ICT, investeringsplannen, invulling rol mediator, beleid werving en selectie, wijziging beleid, vakantiewetgeving, bijeenkomst/gesprek vertrouwenspersonen inzake mogelijke pesterijen door collega’s, websites van de werkmaatschappijen, inhuren deskundig advies door bestuurder en huisvesting Punt Welzijn. Tijdens een overlegvergadering vindt ook wel eens een discussie plaats tussen bestuurder en OR. Door tijdens zo’n discussie op een professionele wijze met elkaar te communiceren en om te gaan, komen we tot nieuwe of andere inzichten, maar steeds met respect voor elkaar en ieders standpunt. We hopen dat we deze samenwerking in 2014 weer op dezelfde manier kunnen voortzetten, om samen met de directeurbestuurder en zijn medewerkers het beste te bereiken. Namens Ondernemingsraad Unitus: Petra van Gog.

29


30


Jaarverslag per dienstenkaart

31


32


Dienstenkaart jaarverslag 2013 Dienstnaam

Burgerparticipatie

WMO prestatieveld

1. Het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten

Doelstelling(en)

•

Het ondersteunen op maat van wijken dorpsraden bij het opstellen van de leefbaarheidagenda’s;

•

Het ondersteunen bij uitvoering van leefbaarheidactiviteiten in het kader van Mijn Straat Jouw Straat;

•

Het bevorderen van de eigen verantwoordelijkheid en participatie van burgers op de thema’s schoon, heel, veilig en ontmoeting;

• •

Het bevorderen van sociale cohesie in wijken en dorpen; Het leveren van een bijdrage aan het vergroten van zelfredzaamheid, voorkomen sociaal isolement en het leren begrijpen van de Nederlandse samenleving; Het ondersteunen van deelnemers bij het leren/verbeteren van de Nederlandse taal (spreken, lezen en schrijven); Het vergroten van mobiliteit en mogelijkheden tot maatschappelijke participatie;

• • •

Het veilig –fietsend- leren deelnemen aan het verkeer.

Indicator 2013:

Diensten

Werkelijk

boek

Mijn Straat Jouw Straat (MSJS) Het op vraag van de 16 wijk-/dorpsraden, ondersteunen van die raad bij (de voorbereiding van) de bewonersavond(en)

1

5

Ondersteunen bij de uitvoering en het opstellen van leefbaarheidagenda’s

16

14

Een bijdrage leveren aan coördinatie overleggen met betrekking tot MSJS of het bijwonen van coördinatie overleggen MSJS

10

10

Het leveren van een bijdrage aan de vergaderingen van de Klankbordgroep MSJS

4

3

Heeft plaatsgevonden

Een bijdrage leveren aan de (voorbereiding) van de jaarlijkse partnerdag en andere overlegsituaties met (alle) partners Nationale Burendag onder de aandacht brengen bij 16 wijken dorpsraden en waar nodig ondersteuning bieden

ja

ja

Ondersteunen van de organisatie van de Nationale Buitenspeeldag in 8 wijken/dorpen

8

11

p.m.

14

Burgerinitiatieven Ondersteunen van buurtopbouwactiviteiten op basis van signalen vanuit de bewoners en/of partners

33


Het inzetten van 5 BuurTerassen om signalen vanuit (één van) de partners te onderzoeken. Doel is om activiteiten die hieruit voortvloeien te koppelen aan de leefbaarheidsagenda’s

5

15

Ondersteunen bij de organisatie van eetpunten

p.m.

4

Lessenreeksen (12-15 lessen van 1,5 uur)

2

2

Aantal deelnemers

35

43

Aantal vrijwilligers

12

13

Aantal cursussen

2

2

Aantal deelnemers

25

12

Percentage deelnemers dat kan fietsten na het volgen van één cursus

95%

95%

Percentage deelnemers dat na één cursus een certificaat ontvangt en hiermee in staat is al fietsend, veilig en zelfstandig deel te nemen in het verkeer.

30%

30%

Percentage dat doorstroomt naar een volgend seizoen van de fietslessen.

65%

65%

Aantal informatiebijeenkomsten over thema’s die aansluiten bij de interesses van de doelgroep (bijvoorbeeld opvoeding, voeding, vrijwilligerswerk of informatie over wonen, welzijn, zorg en inkomen)

4

2

2

1 vrijwilliger, 5 stagiaires

Conversatielessen

Fietslessen

Aantal vrijwilligers en stagiaires die lessenreeksen uitvoeren

Doelgroep/gebied

vrijwilligers en 4 stagiaires

Wijk- en dorpsraden die samen met burgers de leefbaarheidagenda opstellen en uitvoeren; Burgers uit heel Weert die zich willen inzetten voor de leefbaarheid in hun straat/buurt/wijk/dorp; Mannen en vrouwen, die op een laagdrempelige wijze de Nederlandse taal willen leren spreken; Vrouwen, die willen leren om fietsend deel te nemen aan het verkeer om zo hun ‘leefwereld’ te kunnen vergroten.

Behaald resultaat

Mijn Straat Jouw Straat •

14 wijken dorpsraden zijn ondersteund bij het opstellen van de leefbaarheidagenda’s. Dit is altijd maatwerk. Verder zijn er ideeën aangedragen en in twee wijken werden analyses gemaakt, waaruit vijf leefbaarheidactiviteiten zijn voortgekomen.

•

We hebben ondersteuning geboden bij de uitvoering van leefbaarheidactiviteiten in het kader van MSJS zoals: 5 wijkfeesten, 4 eetpunten, Rommelroute Leuken, 11 Nationale Buitenspeeldagen, 2

34


buitenbioscopen, 3 projecten binnen Cultuur met je Buur, Besturenverwendag Boshoven, Verbroederingsmaaltijd Keent, 3 projecten rondom zwerfafval en hondenpoep en herinrichting terrein voormalige basisschool Het Dal. •

Gemeente Weert organiseerde de Partnerdag. Punt Welzijn was betrokken bij de voorbereiding en uitvoering van die dag en één van de deelnemers bij deze belangrijke netwerkdag, waarbij ketenpartners, die mee doen aan MSJS elkaar (informeel) ontmoeten.

•

Het opbouwwerk van Punt Welzijn nam deel aan de coördinatieoverleggen in het kader van MSJS. Deze zijn op stadsdeelniveau georganiseerd en vinden 2x per jaar plaats.

•

De klankbordgroep MSJS is 3 keer bij elkaar geweest. Hierin zitten alle partners, die participeren binnen MSJS. De klankbordgroep heeft een Successenkrant voorbereid en heeft zich gebogen over voorwaarden, spelregels, budgetten en beoordeling van leefbaarheidactiviteiten.

Burgerinitiatieven •

In 8 wijken zijn 14 burgerinitiatieven ondersteund. Dit werd bereikt door actief op bewoners en hun vragen af te gaan: de wijk in met het BuurTerras. Het BuurTerras werd ook meer gevraagd door burgers c.q. initiatiefnemers van buurtinitiatieven.

• De wijkanalyses die in 2 wijken werden uitgevoerd hebben naast een behoeftepeiling ook zaken opgeleverd, zoals 5 nieuwe wijkraadsleden en vernieuwde leefbaarheidactiviteiten. Het is een laagdrempelige manier om met wijkbewoners in contact te komen. • Met alle vrijwilligers, die de 4 eetpunten organiseren zijn gesprekken gevoerd zodat de eetpunten zo zelfstandig mogelijk uitgevoerd kunnen worden. Mede door de adviserende rol van het opbouwwerk is dit is gelukt. • Om de burgerparticipatie te bevorderen is begin 2013 gestart met het pilot project Fatima aan zet. Alle zorgen welzijnspartners en de wijkraad die in de wijk Fatima aanwezig zijn, hebben gekeken naar het bestaande netwerk in de wijk. Daarbij is ook de vraag aan de orde gekomen wat het optimale netwerk zou zijn. Een optimaal netwerk dat tegemoet komt aan de wensen en behoeften van de burgers in deze wijk. Dit project is in gang gezet met het oog op de 3 decentralisaties en transities. Het doel is de burgers zo lang mogelijk zelfstandig in hun eigen leefomgeving te laten wonen en participeren. Hieraan leverden zowel een opbouwwerker als het management van Punt Welzijn een bijdrage. •

Een ander project dat de sociale samenhang en leefbaarheid in wijken bevordert, is het ‘Ja, ik project’ in de wijk Keent. Het is een project gericht op jongeren dat in samenwerking met Wonen Limburg is opgezet en uitgevoerd. In ruil voor woonruimte zetten jongeren zich in voor de wijk. Deze inzet is heel divers. Zo is er het afgelopen jaar voor de wijk een buitenbioscoop georganiseerd. Jongeren zijn ook gestart met een groenproject aan de Serviliusstraat. Het aantal jongeren dat op deze manier woonruimte hier aan deelnam is kleiner dan bij de start van het project (begin 30, afgelopen jaar slechts 5). Onze opdrachtgever Wonen Limburg was tevreden over onze inzet.

•

In 2013 is het ‘groot Keent overleg’ opgestart. Aan dit overleg namen de volgende partijen deel: basisschool het Dal, Zuyderborgh, St. Josephkerk, Mensana, de wijkraad en Punt Welzijn. Nadat er de afgelopen jaren onderling meer samenwerking is gezocht (en gevonden), is afgesproken dit overleg structureel te organiseren. Alle

35


partijen komen 1 keer in de 2 maanden bij elkaar om te kijken of er activiteiten gezamenlijk opgepakt kunnen worden. Hier zijn al verschillende initiatieven uit voortgevloeid zoals: het wijkontbijt, voorbereiding van een insectenhotel op het braakliggend terrein van de voormalige basisschool het Dal, gezamenlijke voorlees-, kook- en knutselactiviteiten tussen basisschoolkinderen en Zuyderborgh, een muziek- en dansmiddag voor senioren en mensen met een beperking in het Keenter hart. Ook is er samenwerking gezocht bij bestaande activiteiten zoals de verbroederingsmaaltijd, Keent Bruist, Sint Maarten, Sinterklaas enzovoort. Fiets- en conversatielessen

Conclusie / aanbevelingen

•

Het aantal deelnemers bij de fietslessen is afgenomen van 25 naar 12. Er blijft wel een behoefte bestaan, aangezien er telkens nog nieuwe deelnemers zijn. De fietslessen hebben een belangrijke rol in het vergroten van de mobiliteit en maatschappelijke participatie, doordat vrouwen zich makkelijker zelfstandig over een grotere afstand kunnen bewegen. Deelnemers geven door hun verhalen aan dat het hun zelfredzaamheid vergroot en dat zij contacten opdoen met andere vrouwen, die in sommige gevallen zelfs tot een vriendschap leiden. Op deze manier wordt een sociaal isolement voorkomen. De interactie met vrijwilligers, stagiaires en medewerkers van Punt Welzijn levert daarnaast een bijdrage aan het leren begrijpen van de Nederlandse samenleving.

•

In relatie tot de vermindering van het aantal deelnemers zijn er ook minder informatiebijeenkomsten voor de deelnemers georganiseerd. Er was vanuit de vrouwen weinig behoefte.

Algemeen De rol en inzet van het opbouwwerk is aan het veranderen. Van ondersteuner bij activiteiten wordt het accent nu gelegd op netwerken, verbinden en adviseren van betrokken buurtbewoners en partners in de wijk. Dit komt ook tot uitdrukking in de behaalde resultaten. Zo is te zien dat naast het ondersteunen bij activiteiten, meer gevraagd wordt om mee te denken, te adviseren en bijvoorbeeld via het BuurTerras behoeftes te achterhalen en meningen te peilen. De vraag naar het BuurTerras is het afgelopen jaar dan ook gegroeid. Er is bij diverse buurtinitiatieven –waarbij buurtbewoners het voortouw nemen- ondersteuning gevraagd. De verandering is ook goed te zien bij de aanpak/uitvoering van de eetpunten. De burger ‘went’ steeds meer aan zijn ‘nieuwe rol’ en de verwachtingen, die een participatiesamenleving stelt. Door de meer outreachende manier van werken, worden meer burgers bereikt, signalen sneller opgepakt en worden de participatie en eigen verantwoordelijkheid versterkt. MijnStraatJouwStraat Het opstellen van de leefbaarheidsagenda’s is in de nieuwe werkwijze maatwerk geworden. Wijk- en dorpsraden geven nu zelf invulling aan de behoeftepeiling in hun wijk of dorp. Het opbouwwerk ondersteunt incidenteel bij activiteiten. Het wordt ook duidelijk, dat de rol/functie van het opbouwwerk verandert. Het opbouwwerk krijgt meer een signalerende functie en wordt als vraagbaak en adviseur ingezet. Burgerinitiatieven •

Het Buurterras is veel meer ingezet. Het buurterras heeft hiermee opnieuw laten zien dat het mogelijk is burgers op een andere manier te bereiken (en zo informatie te verzamelen). Soms is deze benadering nog beter en laagdrempeliger dan op andere manieren

36


(denk aan specifieke doelgroepen zoals bijvoorbeeld allochtonen of ouderen). •

De eetpunten zijn meer maatwerk geworden. De afspraak is dat degene die het initiatief hebben (al/niet de wijkraden) zelf mogen bepalen hoe ze het organiseren. In de praktijk blijkt dan ook dat de eetpunten zelfstandig worden uitgevoerd (deels met sponsorgelden van verenigingen en deels vanuit de leefbaarheidagenda’s). De animo is en blijft wisselend, zowel wat de vrijwilligers als bezoekers betreft. Het blijft maatwerk en ze vragen enige mate van aandacht, gezien de (ondersteuningsbehoefte van de) vrijwilligers en de wisselende animo. Het is echter een goed middel om verbindingen tussen bewoners tot stand te brengen en/of te versterken. Ook is het een mooi voorbeeld en goed initiatief om eenzaamheid te verkleinen.

•

In twee wijken (Graswinkel en Binnenstad) zijn door het opbouwwerk wijkanalyses gemaakt. Naast een actueel beeld van de wijk leveren deze analyses input voor leefbaarheidagenda’s, burgerinitiatieven en nieuwe vrijwilligers op. Doordat de wijkanalyses veel input hebben opgeleverd, zal in 2014 worden bekeken hoe in samenwerking met partners en burgers een gezamenlijke wijkanalyse ‘Weert breed’ kan worden uitgezet.

•

Vanuit het project Fatima aan zet zijn de eerste nieuwe ‘linken’ gelegd en is het netwerk uitgebreid. Hierbij zijn inmiddels ook verschillende doelgroepen (denk aan hulpbehoevende bewoners en bewoners die zelfredzaam zijn) met elkaar in contact gebracht. Dit gebeurt en is reeds gebeurd door middel van activiteiten (zoals kinderwerk, kookworkshops, bak activiteiten), waarbij bewoners in eerste instantie kennis met elkaar maken. Dit project wordt in 2014 voortgezet.

•

Het ‘Ja, ik project’ in Keent/de Serviliusstraat is een goed voorbeeld om jongeren te betrekken bij hun leefomgeving. De randvoorwaarden bleken goed te werken: in ruil voor woonruimte zetten zij zich in voor de wijk. Doordat de jongeren in 2013 niet meer verplicht zijn om mee te doen aan de leefbaarheidsprojecten, is het animo om mee te doen verminderd. Daarnaast zien we dat jongeren niet lang in het complex blijven wonen. De ‘continuïteit’ van de doelgroep is niet gewaarborgd. Omdat leefbaarheid van de wijk, rondom het complex belangrijk is en blijft, wordt in overleg met Wonen Limburg gesproken over een ander initiatief; de oprichting van een nieuwe bewonersgroep voor de bewoners van de Serviliusflat. Hierdoor worden alle bewoners gestimuleerd betrokken te zijn bij hun woonomgeving. • De samenwerking tussen de deelnemers van het ‘groot Keent overleg’ wordt als zeer positief ervaren. De verschillende organisaties dragen hun steentje bij aan de voorbereiding en uitvoering van activiteiten die op de leefbaarheidsagenda staan. Hierdoor ligt de verantwoordelijkheid niet meer alleen bij de wijkraad, maar wordt het gezamenlijk gedragen. Er zijn nieuwe samenwerkingsverbanden ontstaan en netwerkpartners houden elkaar op de hoogte van de ontwikkelingen in de wijk. Ze willen het groot Keent overleg dan ook voortzetten in 2014. Fiets- en conversatielessen •

Gezien het teruggelopen aantal deelnemers, is in het najaar van 2013 gestart met kinderopvang/oppas bij de fietslessen. Het doel was de drempel tot deelname te verlagen. In deze korte periode had dat nog niet het gewenste effect. Wellicht doordat het nog niet voldoende bekend was. In het voorjaar van 2014 zal dit dan ook worden voortgezet. Na deze periode zal gekeken worden of het aantal deelnemers is toegenomen en er voldoende behoefte is aan deze

37


opvang. Zo niet, dan wordt er gestopt met de fietslessen. Vanwege het lagere aantal deelnemers zijn er minder vrijwilligersuren ingezet. Twee professionals in opleiding hebben voor de theorielessen een nieuw handboek en werkboek gemaakt. Om deze reden zijn er meer uren ingezet. •

Samenwerking/ Keten

Overige info

Uren 2013 Burgerparticipatie + Burgerinitiatieven Fietslessen Conversatielessen

TOTAAL

De conversatielessen hebben een groeiende instroom van deelnemers uit Oost-Europa en mensen die pas zeer kort in Nederland verblijven. Deze deelnemers zijn over het algemeen erg gedreven om de Nederlandse taal te leren. Zij willen het liefst inburgeren en deelnemen aan het onderwijs bij Gilde Opleidingen. Dit is vanwege de hoge kosten voor hen vaak niet mogelijk. De conversatielessen zijn voor deze groep erg belangrijk, omdat dit vaak de enige mogelijkheid is om Nederlands te leren. Daarnaast is het een meerwaarde om de deur uit te komen en nieuwe contacten te leggen.

Wonen Limburg, gemeente Weert, Politie, alle wijken dorpsraden, Mensana, SGL, PSW, PGZ, DAC, RIAGG Zuid, Stg. Land van Horne, RICK, Voortgezet Onderwijs, Basisonderwijs, Gilde Opleidingen, het Keenter hart, bibliocenter Weert, diensten Punt Welzijn (de Vraagwijzer, opvoedingsondersteuning). Gevoelens van (sociale) onveiligheid in de wijk Moesel na een serie misdrijven, zijn door het opbouwwerk snel opgepakt. Door middel van een schouw, inzet van het Buurterras, ondersteuning van de bewonerscommissie Oranjeflat en een behoeftepeiling voor een buurtactiviteit.

uren beroeps werkplan 2013

2.620

2.896

Externe financiering werkplan 2013

uren vrijwilligers werkplan 2013

54

uren stage PIO werkplan 2013

240

2.000

1.978

70

55

400

110

400

500

100

73

650

780

0

72

2.790

3.024

1.050

1.130

2.400

2.550

54

38


39


40



Wijkaccommodaties

WMO prestatieveld

Doelstelling(en)

1. Het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten. •

Het exploiteren van de wijkaccommodatie het Keenter hart en het Buurtcentrum Moesel, waarbij wij ons richten op de volgende pijlers: 1. Het creëren van ontmoetingsplekken (de wijkaccommodaties voor jong en oud en kwetsbare burgers); 2. Het organiseren van activiteiten voor buurtbewoners en jongeren en (kwetsbare) ouderen in het bijzonder; 3. Het aanbieden van werkervaringsplekken voor stagiaires van het Kwadrant, ROC, Gilde, cliënten Sociale Dienst, Mensana en RCGGZ; 4. Het exploiteren van de diverse ruimtes in beide wijkaccommodaties.

Indicator 2013:

Diensten

Werkelijk

boek

Keenter kidsclub Aantal middagen

36

38

Gemiddeld aantal kinderen in de leeftijd van 5 t/m 12 jaar per middag

15

12

Aantal activiteiten in de zomervakantie

2

0

Open inloop op dinsdag en donderdag

Wekelijks

Wekelijks

Eetpunt per week

50 weken

37 weken

Aantal activiteiten per week

Min. 2

2

Aanbod MbvO

Wekelijks

Wekelijks

Aantal computercursussen op jaarbasis

4

11

Aantal activiteiten voor burgers, in het bijzonder voor kwetsbare ouderen uit de wijk.

2

5

Verhuur (in uren)

11.000

6.888

Bezoekers

50.000

44.211

Verhuur (in uren)

3.000

4.826

Bezoekers

7.000

29.098

Keenter hart activiteiten

Keenter hart

Buurtcentrum Moesel

41


Doelgroep/gebied

Burgers (jong en oud) en organisaties uit de wijk Keent, Moesel en Graswinkel.

Behaald resultaat

Keenter Kidsclub Hoewel de Keenter Kidsclub dit jaar vaker is georganiseerd, was de opkomst iets lager dan voorgaande jaren. Samenwerking werd gezocht met de naschoolse dagarrangementen van de Brede school Markeent. Sindsdien neemt het aantal kinderen weer toe. De Kidsclub heeft ook dit jaar weer regelmatig meegeholpen met het schoonmaken van de speelgelegenheid aan de Serviliusstraat. In de mei- en herfstvakantie hebben activiteiten plaatsgevonden in samenwerking met de VakantiePas. Vanwege het gebrek aan vrijwilligers, konden geen activiteiten in de zomervakantie worden georganiseerd. Keenter hart activiteiten Twee keer in de week is er een open inloop bij het Keenter hart. Het bezoek is wisselend. De plaatsing van het biljart heeft ervoor gezorgd dat er meer aanloop is. Medio 2013 stopte het eetpunt. Het aantal deelnemers was te laag. Ondanks herhaalde wervingsacties kwamen er niet meer mensen op af. In november ontstond in het kader van de decentralisaties een nieuw initiatief vanuit PSW, PGZ, Mensana, SGL en het Keenter hart om een eetpunt te gaan organiseren voor cliënten van deze organisaties en burgers woonachtig in Weert-zuid. De organisatie hiervan komt in handen van vrijwilligers. De start is gepland in maart 2014. Door een goede samenwerking met WoZoCo Zuyderborgh werden er meer activiteiten (dansmiddagen, bloemschikken samen met kinderen van de Keenter Kidsclub, kienmiddag) georganiseerd. De opkomst was niet bij alle activiteiten hoog. De dansmiddagen kunnen van een hoge opkomst (80 bezoekers) genieten. In de loop van 2013 hebben de Brede school Markeent, Wijkraad Keent, Land van Horne, Zuyderborgh, Keenter hart en het opbouwwerk van Punt Welzijn het initiatief genomen om vragen vanuit de wijk op te pakken. Naar aanleiding van de geïnventariseerde vragen, is er een breed activiteiten aanbod gecreëerd dat door de partners gezamenlijk uitgevoerd wordt. Dit heeft geresulteerd in een 6-tal activiteiten, zoals een bredere opzet van ‘Palm Pasen’ en ‘Sint Maarten’, Sinterklaasactiviteit, uitbreiding van de verbroederingsmaaltijd. De animo hiervoor was groot. Het aantal deelnemers aan MbvO neemt toe en de activiteiten, georganiseerd door de Activiteitencommissie van het Keenter hart, hebben voldoende belangstelling. Deze activiteiten liggen op het vlak van educatie en gezellig samen zijn. De activiteiten die de activiteitencommissie heeft georganiseerd zijn onder andere bloemschikken, kienen, kerstmarkt, samenwerking met de wijkraad met betrekking tot Keent Bruist, Vrouwen Verwendag. De vraag naar computercursussen was het afgelopen jaar erg hoog. Door het werven van meer vrijwillige computerdocenten kon aan deze vraag worden voldaan. Er zijn dan meer cursussen gegeven. De nauwe samenwerking tussen het Keenter hart en Mensana op het terrein van het bieden van zinvol vrijwilligerswerk is voortgezet. Een vrijwilliger stroomde door naar een betaalde baan in het Keenter hart. Naast de vele door Punt Welzijn georganiseerde activiteiten, wordt het merendeel georganiseerd door derden, zoals Bridgeclub Honneur, de

42


Wijkraad, Astmafonds, Stichting Meer Kleur en Kwaliteit (SMKK), Theatergroep Tierelantijn. Het aantal uren verhuur en bezoekers in het Keenter hart nam af. Het project Weert-Actief van de gemeente stopte en verenigingen/ organisaties hadden door bezuinigingen ook minder te besteden, waardoor ook minder activiteiten en bijeenkomsten georganiseerd werden. Met een aantal verenigingen/organisaties werden gesprekken gevoerd over aanpassingen van de huur. Het Keenter hart heeft een paar nieuwe verenigingen binnen kunnen halen. De horeca-inkomsten stegen. Eind 2013 verlengde de gemeente het huurcontract voor het Keenter hart met vijf jaar. Tegelijkertijd werd duidelijk dat de gemeente het verzoek van Punt Welzijn, om meer commercieel te mogen werken, afwees. Buurtcentrum Moesel In het tweede jaar na overname heeft de organisatie zich gesetteld. Het buurtcentrum heeft een belangrijke functie in de wijk als vlakke vloerzaal. Vooral ‘grotere’ evenementen trekken veel bezoekers. Het aantal verhuringen en bezoekers van het Buurtcentrum Moesel was aanzienlijk hoger dan begroot. Ook hierdoor is de horecaomzet gestegen; mede dankzij de Carnavalsvereniging en de Harmonie, maar ook door de activiteiten van de Wijkraad, gym-/volksdansgroepjes, EHBO en de basisschool. Conclusie / aanbevelingen

Keenter kidsclub Aangezien het niet gelukt is in de zomervakantie activiteiten te organiseren, wordt overwogen een aanbod te ontwikkelen in samenwerking met de Vakantiepas. Dit is mede afhankelijk van de beschikbaarheid van vrijwilligers. De samenwerking met de basisschool Markeent is en blijft belangrijk om zo het aantal deelnemers op peil te houden en het liefst te verhogen. Keenter hart activiteiten Het Keenter hart blijkt steeds meer het hart van Keent te worden. De open inloop trekt meer bezoekers. Deelnemers van activiteiten, die door verenigingen en maatschappelijke organisaties in de wijkaccommodaties worden georganiseerd, zien voor welke andere activiteiten men hier terecht kan. Dat is goede PR/reclame. Organisaties weten elkaar ook sneller te vinden. Mede doordat men elkaar in het Keenter hart tegen komt of zelfs samenwerkt, ontstaan er nieuwe initiatieven en vindt er meer afstemming van activiteiten plaats. Enkele concrete zaken: •

De samenwerking met Zuyderborgh is gegroeid en verloopt goed. Dit wordt voortgezet en uitgebreid. Dit geldt ook voor de samenwerking met verschillende andere instanties zoals SGL, Mensana, PSW.

•

De start van het nieuwe eetpunt, waar een mix van doelgroepen bij elkaar komt, wordt als een uitdaging gezien. Door met elkaar te eten leert men elkaar beter kennen en wisselt men ervaringen uit. Mensen leren soms oplossingen te zoeken voor elkaars probleem.

•

Het vergroten van zowel deelnemers als activiteiten van/bij de Keenter kidsclub. De activiteitencommissie wilt ook meer activiteiten gaan opzetten voor de oudere jeugd.

43


Het Keenter hart wordt steeds meer een trefpunt/ontmoetingscentrum van diverse (doel)groepen. Belangrijk is en blijft dat mensen het Keenter hart weten te vinden (PR/communicatie) en dat verenigingen en organisaties, ondanks minder leden/inkomsten hun activiteiten in dit ontmoetingscentrum kunnen blijven organiseren. Voor en door diverse doelgroepen en organisaties worden al dan niet in gezamenlijkheid verschillende activiteiten georganiseerd. Men leert elkaar steeds beter kennen. Uitgangspunt is en blijft dat mensen zelf, voor elkaar iets organiseren. Wij faciliteren het gebouw en haar omgeving. Met organisaties waar een aangepaste huur wordt afgesproken, worden tegenprestaties gevraagd (bv. inzet vrijwilligers bij activiteiten). Buurtcentrum Moesel Het Buurtcentrum Moesel blijft voorzien in de behoefte van activiteitenruimte voor verenigingen en organisaties uit Moesel en omgeving. De verhuur voor het gebruik van ruimtes overdag blijft aandachtspunt. Samenwerking/ Keten

Basisschool het Dal, lokaal jeugdwerk (onder andere harmonie en scouting) die activiteiten voor kinderen organiseren, Wijkraden Keent, Moesel en Graswinkel, Land van Horne, Mensana, Riagg, SGL, de Loods, de Risse, huisartsenpraktijken, ouderenadviseurs en huurders.

FOTO´s / of grafiek

Uren 2013

Keenter Hart


514

externe financiering Werkpla 2013 n

636



1.800

2.200

600

850

1.600

3.855

800

575

Activiteiten Keenter Hart Beheer Buurtcentrum Moesel

TOTAAL

514

636

2.760

3.600

800

1.967

250

167

100

50

3.560

5.567

3.650

6.222

1.500

1.475

44


Buurthulp Rond de Kazerne Een gedeelte uit een interview met de heer Larsen, bedenker/initiatiefnemer buurthulp. Wat is uw idee en de aanleiding van uw initiatief? Het bungalowpark, oftewel de wijk “Rond de Kazerne” bestaat al zo’n 45 jaar. Zo lang woont de heer Larsen er ook al. Kenmerkend voor deze wijk is volgens hem, dat er geen straten met rijen huizen zijn, er staan geen flats. In een bosrijke omgeving hebben de eerste bewoners destijds een stukje grond gekocht om hun eigen (droom)huis te laten tekenen door een architect en zelf te bouwen. De heer Larsen constateert, dat nu -na tientallen jaren- deze eerste bewoners mensen op leeftijd zijn geworden. Mensen, die zichzelf over het algemeen nog steeds goed redden. Wel zouden ze het prettig vinden om ervaringen en gedachten uit te kunnen wisselen. Het komt ook voor dat “dingen” allemaal niet meer zo gemakkelijk gaan. Mensen kunnen best wat ondersteuning kunnen gebruiken. Ook zijn er mensen van wie de partner is overleden. Zij vereenzamen. In dit soort situaties is het zeker goed te weten wie er in je buurt wonen en contact te hebben of te leggen. De heer Larsen merkt in zijn omgeving, dat mensen (zo) lang mogelijk (zelfstandig) in hun eigen vertrouwde huis en omgeving willen blijven wonen. Ze willen niet naar een kleinere woning of een flat verhuizen. Nee, ze willen in hun eigen buurt, in hun eigen “droomhuis” blijven wonen. Hoe dat te realiseren? Dit was het startpunt, het eerste idee van het burgerinitiatief van de heer Larssen. Dit hield hem bezig. Hij dacht er verder over na. Hij ging erover in gesprek met mensen in zijn directe omgeving; ook met de wijkraad Rond de Kazerne. Zij waren positief over zijn initiatief, maar zien voor de wijkraad geen rol. Er bleef wel contact en de wijkraad ondersteunt het initiatief in financiële zin. Het idee van de heer Larsen kreeg verder vorm. Hij zette zijn gedachten op papier. Deze brief is huis aan huis in de wijk verspreid. Het doel van de brief was te kijken of zijn waarneming herkend en gedeeld wordt. En ook om te achterhalen wie wat kan en wil betekenen voor een ander in de wijk. Daarnaast was het ook een oproep aan mensen uit de wijk, die ondersteuning (op welke manier/vlak dan ook) zouden kunnen gebruiken. De heer Larsen kreeg veel positieve reacties: persoonlijk, via mail of op papier. Deze mensen zijn allemaal uitgenodigd om over zijn idee van gedachten te wisselen. Er kwamen zo’n 25 mensen op af. De uitkomst van deze avond was, dat een werkgroep van 5 mensen dit initiatief verder zou uitwerken. Thera Hurkmans van Punt Welzijn is hier ook bij betrokken. De wijkraad heeft Punt Welzijn/Thera op dit initiatief geattendeerd. De conclusies tot nu toe zijn: Het moet mogelijk zijn om je eigen omgeving een beetje in de gaten te houden; Het moet mogelijk zijn een handje te helpen waar nodig; Het moet mogelijk zijn gewoon naar iemand te luisteren.

45


Sommige mensen waren zich er niet zo bewust van, dat er ‘buren’ zijn die daar behoefte aan hebben; buren, die dit misschien niet zo gemakkelijk vragen. Voor hen was deze avond een eye- opener. De heer Larsen vertelde over een knelpunt binnen dit initiatief. Het is de ‘vraagkant’: mensen laten niet zo gauw blijken, dat ze ondersteuning kunnen gebruiken. Ze laten niet zo makkelijk blijken, dat ze niet meer kunnen, wat 10 jaar geleden wel nog kon. Dat mensen dit niet vragen heeft met trots en schaamte te maken. Aan dit punt moet gewerkt worden: hoe kun je het mensen ’gemakkelijk(er)’ maken? Ook daar is al een idee voor ontstaan. Er zullen ontmoetingsmomenten ofwel koffie ochtenden georganiseerd worden. Een moment, waarop mensen uit de wijk met elkaar kennis kunnen maken, contact kunnen leggen. Als mensen met elkaar in gesprek zijn, kunnen en zullen ze horen wie waarmee geholpen kan worden of wie kan helpen. Ongetwijfeld komen buurtbewoners buren tegen van wie ze denken: ‘O, ik wist niet, dat zij zich daar ook voor in zet?’, ‘Ze leek altijd zo stug?’, Of: ‘Hij maakte op mij geen prettige indruk en dan kom ik hem hier tegen?’, Woont u twee huizen verder? ……Dan is het ijs gauw gebroken; Het is de bedoeling deze koffie ochtenden zo’n 6 tot 7 keer per jaar te houden. Hoewel de echte ervaringen nog moeten komen als het initiatief daadwerkelijk van start gaat, is het een mooi voorbeeld van een initiatief waarmee meer onderling contact ontstaat, sociale cohesie wordt versterkt en het belangrijkste: mensen zo lang en zo prettig mogelijk in hun eigen omgeving en droomhuis kunnen blijven wonen. Al zijn er maar een paar mensen, die op deze wijze met elkaar kennis maken, contact opbouwen en elkaar helpen, dan kan het al geslaagd genoemd worden! ‘ De heer Larsen geeft een voorbeeld van wat er inmiddels is gebeurd. Een mevrouw van 93 jaar, die nog zelfstandig in de wijk woont, zocht contact naar aanleiding van zijn brief. Eerst per brief, maar ook telefonisch. De heer Larsen is bij deze mevrouw op bezoek gegaan en vanaf dat moment is er contact gebleven. Een kwieke dame, die nog veel wandelt en zeer geïnteresseerd is in haar omgeving. Zij heeft op zijn tijd echter ook vragen, waarvan ze nu weet waar ze die kwijt kan. Prachtig toch?

46


47


48



Schoolondersteunende activiteiten

WMO prestatieveld

2. Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden.

Doelstelling(en)

•

Het ondersteunen van scholen met activiteiten zoals de Taalspeelgroep, Plusgroep, Vakantiepas en de Schakelklas;

•

Het bevorderen van de taalontwikkeling van kinderen middels activiteiten;

•

Het aanbieden van studievaardigheidstraining voor kinderen uit de groepen 7 en 8 van het basisonderwijs;

•

Het bieden van mogelijkheden voor een zinvolle vrijetijdsbesteding;

•

Het organiseren van ouderactiviteiten om kennis en kunde inzake de taalontwikkeling van het kind te vergroten bij ouders.

Indicator 2013:

Diensten

Werkelijk

boek

Vakantiepas Aantal exemplaren verspreid per jaar

20.000

20.000

Aantal vakanties

4

4

Aantal basisscholen (groep 3 t/m 6)

4

4

Aantal deelnemers

70

90

3

2

6

6

90

50

10

6

De Taalspeelgroep

De Plusgroep Aantal basisscholen (groep 7 en 8) OuderOntmoetingsMomenten (OOM) middels tweewekelijkse bijeenkomsten Aantal basisscholen Aantal bijeenkomsten Aantal deelnemers per bijeenkomst Doelgroep/gebied

Basisscholen in de gemeente Weert. Kinderen van basisscholen in de gemeente Weert en hun ouders.

Behaald resultaat

De frequentie van de Ouder Ontmoetingsmomenten (OOM) lag gemiddeld op één bijeenkomst per maand, ofwel 8-10 bijeenkomsten per schooljaar per school. Op scholen waar later is gestart vonden minder bijeenkomsten plaats. Soms moest de samenwerking met de scholen op gang komen. In enkele gevallen waren er te weinig deelnemers en kon de bijeenkomst niet doorgaan. De Taalspeelgroepen verliepen goed. Op basisschool Moesel zijn vanwege het grote aantal aanmeldingen, zelfs 4 groepen gestart in plaats van de 2 groepen zoals gepland. De Plusgroep startte op 2 basisscholen, omdat de 3e school een eigen programma had ingezet met betrekking tot studievaardigheidstraining.

49


De Vakantiepas had dezelfde oplage als voorgaande jaren en de deelname aan activiteiten was ook onveranderd hoog. Drie vrijwilligers realiseren ieder jaar deze activiteit. Conclusie / aanbevelingen

Ten aanzien van de OOM nog intensiever inzetten op de samenwerking met de basisschool. Voor ouders is de betrokkenheid van de school vaak een belangrijke factor in de deelname aan activiteiten. Ook is het van belang een vaste frequentie te hanteren om de OOM zo beter ‘tussen de oren’ van ouders te krijgen. De Taalspeelgroep en Plusgroep kunnen ongewijzigd worden voortgezet, behoudens de gewoonlijke wijzigingen en aanvullingen in de programma’s, die afgestemd worden op het aanbod van de school. Voor de Vakantiepas is het van belang op zoek te gaan naar aanvullende financiering om het voortbestaan in deze vorm te borgen.

Samenwerking/ Keten

Centrum voor Jeugd en Gezin, basisscholen in de gemeente Weert, Jeugdgezondheidszorg, bibliocenter enzovoort. Deze dienst heeft een sterke relatie met de dienstenkaart Peuterspeelzalen, Opstap en Ouderondersteunende activiteiten.

Uren 2013 Schoolondersteunend Taalspeelgroep Plusgroep Vakantiepas TOTAAL


185 380 120 50 735

239 496 101 44 880

externe financiering werkplan 2013

100

100

100

100


150 240

250

1.000 1.390

1.050 1.300

uren stage PIO Werkplan 2013

410 120

500 90

530

590

50



Ouderondersteunende activiteiten

WMO prestatieveld


Doelstelling(en)

•

Ouders actief betrekken bij Voor- en Vroegschoolse educatie;

•

Ouders met opvoedproblemen maatwerk(oplossingen) bieden;

•

Ouders informeren, ondersteunen en begeleiden met betrekking tot de opvoeding en ontwikkeling van hun kind;

•

Ouders de kans bieden om ervaringen en tips uit te wisselen met andere ouders of met professionals;

•

Ouders praktische handvatten bieden om de opvoeding en ontwikkeling positief te laten verlopen;

•

Peuters toeleiden naar een voorschoolse voorziening.

Indicator 2013:

Diensten

Werkelijk

boek

Tweewekelijks OuderOntmoetingsmoment (tussen okt. 2012 en mei 2013) Aantal basisscholen

6

3

Aantal deelnemers per bijeenkomst

8

6

15

15

20

80

Wekelijks ‘Samen Praten, Samen Spelen’ (tussen okt. 2012 en juni 2013 bij basisschool Aan de Bron) Aantal deelnemers per bijeenkomst Aantal ouders, wiens kind door de Jeugdgezondheidszorg wordt geïndiceerd als (mogelijk) doelgroepkind voor Vooren Vroegschoolse Educatie, dat wordt doorverwezen naar Punt Welzijn Doelgroep/gebied

Ouders met kinderen tussen 0 en 6 jaar in de gemeente Weert.

Behaald resultaat

De OuderOntmoetingsmomenten werden per school op maat aangeboden. Dat betekende, dat de frequentie niet altijd op ‘eens per twee weken’ lag. Het aantal deelnemers varieerde ook per school. Op sommige scholen is pas in het schooljaar 2013-2014 met deze activiteit gestart. Daar moet deze nieuwe werkwijze nog ‘groeien’. ‘Samen praten, Samen spelen’ verhuisde met ingang van schooljaar 2013-2014 naar basisschool Leuken, omdat de welzijnsruimte op Aan de Bron niet beschikbaar was. Bovendien kon op Leuken gebruik gemaakt worden van de peuterspeelzaal, hetgeen voor de opvang van de kinderen een voordeel was. Veel kinderen tussen 0 en 4 jaar met een VVE-indicatie werden door de JGZ doorverwezen naar Punt Welzijn. Samen met ouders werd gekeken naar hun behoefte en mogelijkheden op het gebied van taalstimulering en opvoedingsondersteuning. Ouders konden deelnemen aan de OuderOntmoetingsMomenten en voor hun kind gebruik maken van de voorschoolse voorziening. Waar nodig werd doorverwezen naar andere

51


organisaties, zoals bijvoorbeeld de Vraagwijzer, Algemeen Maatschappelijk Werk en de logopedie. In het najaar vond een serie bijeenkomsten plaats voor Somalische moeders met hun peuters; centraal stonden opvoedingsondersteuning en de (taal)ontwikkeling van het jonge kind. Na afloop gaven ouders aan de bijeenkomsten als zeer zinvol te hebben ervaren. Conclusie / aanbevelingen

De bekendheid van de OuderOntmoetingsMomenten kost tijd. Ouders moeten eraan wennen en scholen moeten de gelegenheid krijgen om de effectiviteit van deze bijeenkomsten te ervaren. Bij activiteiten waarbij vrijwilligers betrokken zijn, is het belangrijk hun deskundigheidsbevordering en begeleiding aan te bieden. Dit komt de kwaliteit van de activiteiten met de peuters ten goede. In het voorjaar van 2014 vindt een korte training plaats en op de werkvloer worden methodieken aangereikt om doelgericht met de kinderen te werken. Samenwerking met ketenpartners wordt steeds belangrijker. De jeugden gezinswerkers en het CJG zijn een belangrijke partner. Ouders worden waar nodig of mogelijk naar hen doorverwezen en anderzijds worden ze betrokken bij de groepsactiviteiten van Punt Welzijn. De samenwerking met de JGZ met betrekking tot de VVEdoorverwijzingen blijkt zeer zinvol: veel ouders blijken hulp nodig te hebben bij het aanmelden van kind voor de peuteropvang. Daarnaast bieden de huisbezoeken een goede gelegenheid om ook andere problemen in het gezin te signaleren en op te pakken door bijvoorbeeld door te verwijzen naar of het betrekken van andere organisaties bij het gezin.

Samenwerking/ Keten

Centrum voor Jeugd en Gezin, Jeugd- en gezinswerkers, Jeugdgezondheidszorg, ouders, kinderopvang, basisscholen, Algemeen Maatschappelijk Werk, ZorgAdviesTeam 0-4 etc.

Uren 2013 Ouderondersteunend Samen praten samen spelen Huisbezoeken TOTAAL




400 200

499 168

100

133

173 773

177 844

100

133


100

100 30

100

130

52



Opstap

WMO prestatieveld


Doelstelling(en)

•

Het ondersteunen van ouders van kleuters, zodat zij weten hoe ze de ontwikkeling van hun kind kunnen stimuleren;

•

Het geven van tips en adviezen rondom de opvoeding.

Indicator 2013:

Diensten

Werkelijk

boek

Aantal ouder-kindkoppels die een volledig jaar het Opstapprogramma volgen

70

79

Aantal groepsbijeenkomsten

14

14

Gezinnen die structurele thuisbegeleiding ontvangen

5

2

Doelgroep/gebied

Ouders van kinderen in groep 1 en 2 die woonachtig zijn in de gemeente Weert.

Behaald resultaat

Ook het afgelopen jaar zijn weer veel gezinnen ondersteund bij de opvoeding en ontwikkeling van hun kind. Veel gezinnen konden, soms mede dankzij extra individuele ondersteuning/thuisbegeleiding, deelnemen aan de groepsbijeenkomsten. Hierdoor hebben 9 gezinnen meer dan geraamd een jaar lang het Opstapprogramma kunnen volgen. De groepsgrootte liet dit extra aantal toe. Minder gezinnen ontvingen structurele, individuele thuisbegeleiding. Slechts bij 2 gezinnen was deze vorm van ondersteuning nodig. Er wordt meer aangestuurd op deelname in een groep. Dit werkt efficiënter. Vooraf wordt rekening gehouden met een aantal gezinnen die structurele individuele begeleiding nodig hebben. Het afgelopen jaar bleken dit er slechts 2 te zijn. Nieuw dit jaar was de samenwerking met de organisaties Kriebelboom en Lindekracht. Zij zijn gericht op het anders omgaan met je kind en het kijken naar jezelf. Vanuit de GGD werd aangegeven dat door het bezoek in de groepen, meer kinderen in beeld komen om te screenen.


De eisen op school worden hoger (ook de Cito-toets is verzwaard) . Kinderen moeten veel kennen en kunnen. Hierdoor hebben veel kinderen en hun ouders ondersteuning nodig bij het stimuleren van het leerproces en ondersteuning bij de opvoeding. Hoe jonger een kind de juiste ondersteuning krijgt, hoe meer profijt het kind (in zijn/haar ontwikkeling), de ouders (in/bij de opvoeding) en school ervan hebben. Opstap voorziet in een behoefte: ouders krijgen handvatten (in de vorm van materiaal en adviezen) aangereikt, waarmee ze de ontwikkeling van hun kind kunnen bevorderen. Het uitgangspunt is dat ouders in eerste instantie deelnemen aan de groepsbijeenkomsten. Soms is dit niet mogelijk en dan is een individueel traject een alternatief.

53


Onze zienswijze is, dat ouders van elkaar leren, doordat ze elkaar hun eigen verhaal en ervaringen vertellen. Ook zorgt dit bij ouders ervoor dat ze zich kunnen herkennen in andermans verhalen en niet het gevoel hebben dat ze de enige zijn met bepaalde vragen of problemen. Doordat de groepsbijeenkomsten op school plaatsvinden wordt het contact met school beter. Dit versterkt het contact tussen de school en Punt Welzijn. Voor scholen is dit een belangrijk item in het kader van ouderbetrokkenheid. Voor alle partijen en met vermelde achtergrond is het aan te bevelen de huidige aanpak voort te zetten. Samenwerking/ Keten

O.a. Centrum voor Jeugd en Gezin, GGD, logopediste, Kriebelboom, Lindekracht en diverse organisaties die bij 1 gezin 1 plan betrokken zijn.


Uren 2013 Opstap TOTAAL


2.342 2.342

2.627 2.627




750 750

500 500

54


OP STAP Een mooie, bijzondere ervaring in het afgelopen jaar In een wijk in Weert woont en leeft een grote Marokkaanse familie, die al jaren niet mee wilde doen aan onze maatschappij. Ze leefden erg op zichzelf en met elkaar. Alles wat niet gebonden was aan woon- en leefvoorzieningen was voor deze familie niet belangrijk en interessant. Een groot huis, winkel en dokter in de buurt, alles wat je nodig hebt om te kunnen leven, vonden deze mensen. Vanuit de gemeente (leerplicht), jeugdgezondheidszorg en de school waren er signalen, dat de familie zich afsloten. Deze organisaties maakten zich zorgen over de ontwikkeling van de kinderen van dit gezin. Er waren gesprekken geweest met de familie, maar de zorgen werden niet gedeeld. Ze waren niet over te halen deel te nemen aan (ondersteunings)activiteiten om zo de ontwikkeling van de kinderen te stimuleren. Ook niet op de vraag om als gezin/familie zich meer ‘open te stellen’ voor de omgeving. Ze stonden bekend als ‘niet gemotiveerd’. Op een bepaald moment is vanuit Punt Welzijn, door onze opvoedingsondersteuners, gestart om bij de gezinnen uit deze grote familie ‘binnen te komen’. Dit bleek niet gemakkelijk te zijn, onder meer door de taalbarrière. Er werden pogingen gedaan om ze mee te laten doen aan projecten zoals VVE en Opstap, maar, de gezinnen begrepen het hoe en waarom van deze projecten niet en ze vonden het niet belangrijk. Op een gegeven moment ben ik als Marokkaans medewerker van Punt Welzijn naar dit gezin toegegaan, omdat deze Marokkaanse families net als ik Berbers spreken. Het is voor mensen, die het lastig vinden aansluiting te vinden bij de Nederlandse cultuur, prettiger om met iemand in hun eigen taal te kunnen spreken. Ook deze families hadden het gevoel, dat ze beter begrepen werden en het praat gewoon makkelijker. Doordat ik naar hen luisterde en het vertrouwen won, is het uiteindelijk gelukt om de families mee te laten doen aan de projecten: VVE, huisbezoek, Opstap en Overstap. De moeders kwamen naar de basisschool, eerst onder begeleiding van de echtgenoot, daarna werd ook dat langzaam losgelaten. Ook bij de echtgenoten groeide het vertrouwen. Het was mijn uitdaging om deze vrouwen zo te ondersteunen, dat ze blijven komen. Meteen met het programma/project Opstap beginnen was te hoog gegrepen. In de gesprekken, die ik met ze had, spraken we over Nederland. ‘Wat ze van Nederland en de (woon)omgeving vinden?’ ‘Wat valt op en wat is hier zo anders?’ ‘Hoe voel en ervaar je dat?’ ‘Hoe gaat het met de kinderen?’ Maar ook: ‘Waar ben je bang voor en hoe zie je de toekomst van jezelf en je kinderen?’ Daar kwamen in eerste instantie vaak heimwee gevoelens en tranen bij kijken…..pffff. Dat was ook voor mij niet altijd gemakkelijk. Uiteindelijk groeide er een band. Vanuit het contact kon ik steeds meer en beter aangeven en hen overtuigen, dat de ontwikkeling en toekomst van hun kinderen, die hier opgroeien, belangrijk is. Dat vinden deze moeders zeker ook. Elke ouder wil het best voor zijn/haar kind. Deze moeders willen, dat hun kinderen niet zoveel onzekerheden mee hoeven te maken, als dat zij hebben meegemaakt. De moeders raakten overtuigd van de toegevoegde waarde van de projecten en activiteiten en deden uiteindelijk mee aan het project Op Stap. Ook voor een huisbezoek was ik van harte welkom.

55


In de groep maakten ze kennis met andere vrouwen en kwamen in contact met andere achtergronden en culturen, waaronder ook de Nederlandse cultuur. In het begin waren ze wat huiverig (maar met elkaar). Later ontstond er daadwerkelijk ook meer contact met andere vrouwen/moeders in de groep. De ervaring van zowel de moeders als voor mij is positief. Ze komen elke keer trouw naar de bijeenkomsten. Ik zie de vrouwen opbloeien en steeds gaat er weer een wereld voor ze open. En ….. ze doen aan steeds meer activiteiten mee! Meedoen aan projecten in de wijk, lid zijn van een leesclubje, deelnemen aan projecten van Punt Welzijn, maar ook deelnemen aan ouderparticipatie op school, bijvoorbeeld als overblijfmoeder. Om een lang verhaal kort te maken: deze ervaring maakt duidelijk dat het heel belangrijk is om dicht bij de MENS te staan. Het gaat in eerste instantie om vertrouwen te krijgen en te houden. Het is belangrijk om letterlijk en figuurlijk dezelfde taal te spreken! Het is soms belangrijk om er een persoonlijk project van te maken voor jou als medewerker. Het motto van Punt Welzijn; “iedereen is kansrijk”, is bij deze een bewezen feit!

Zahra

56



Peuterspeelzalen

WMO prestatieveld


Doelstelling(en)

•

Het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen tussen 2 en 4 jaar, vooral op de gebieden sociaal-emotioneel en spraak/taal;

•

Ouders van deze kinderen opvoedingsondersteuning bieden;

•

Het vroegtijdig signaleren van ontwikkelingsachterstanden;

•

Het exploiteren van de peuterspeelzalen Pinokkio (Leuken) en ’t Spoeëkske (Swartbroek, voorheen ‘Het Speelkasteel’).

Indicator 2013:

Diensten

Werkelijk

boek

Peuterspeelzaal Pinokkio Aantal groepen van max. 16 kinderen Aantal dagdelen per week, dat kinderen de speelzaal bezoeken

3

3

2

2

4

4

3

3

1

1

Aantal groepen van max. 16 kinderen

1

1

Aantal dagdelen dat kinderen de speelzaal bezoeken

2

2

Individuele oudergesprekken

3

3

Gezamenlijke thema/ouder avond

1

1

Aantal dagdelen per week, dat VVEkinderen Pinokkio bezoeken Aantal dagdelen in reguliere groep Aantal dagdelen in tutoringgroep Peuterspeelzaal ’t Spoeëkske

Doelgroep/gebied

Kinderen tussen 2 en 4 jaar oud in de wijk Leuken (Weert) en in Swartbroek.

Behaald resultaat

De bezettingsgraad van beide peuterspeelzalen blijft onveranderd goed. Gemiddeld namen 6 VVE-peuters deel aan de tutorgroep, waarin extra aandacht wordt besteed aan de taalontwikkeling. De ouders werden gedurende het jaar 3 keer uitgenodigd om de voortgang te bespreken. Ook kregen zij tips en materialen, waarmee ze thuis aan de slag kunnen. Tijdens de brengen haalmomenten wordt waar nodig met ouders gesproken over de ontwikkeling van hun kind. Als er zorgen zijn, worden deze ook met de jeugdverpleegkundige besproken (met medeweten/toestemming van de ouders). Eventueel worden ouders doorverwezen naar een deskundige (bijvoorbeeld het audiologisch centrum, logopedist, Integrale Vroeghulp).

57


Voor beide speelzalen gezamenlijk is een ouderavond georganiseerd waarin aandacht werd besteed aan een thema inzake de ontwikkeling van de peuter. Met ingang van het schooljaar 2013-2014 is bij peuterspeelzaal Pinokkio gestart met het peutervolg systeem van Cito. Hierdoor is de aansluiting bij het door de basisschool gehanteerde systeem beter. Bovendien worden de 4-jarigen ‘warm’ overgedragen naar de basisschool. Conclusie / aanbevelingen

In het kader van de doorgaande lijn en als aanwijzing vanuit de VVEinspectie is het belangrijk de samenwerking met de basisschool verder uit te bouwen in de vorm van een afstemmingsoverleg en gezamenlijke activiteiten. Een begin is gemaakt door bij Pinokkio met het zelfde peutervolgsysteem te gaan werken en ‘warme’ overdracht van peuterspeelzaal naar basisschool wordt al langer gedaan. Het tutorgroepje wordt voortgezet vanwege de goede resultaten die met de kinderen bereikt worden. De ouders worden gedurende het schooljaar 3 keer uitgenodigd om de voortgang te bespreken en om instructies te ontvangen om thuis ook de taalontwikkeling te kunnen (blijven) stimuleren.

Samenwerking/ Keten

Uren 2013 Pinokkio VVE Pinokkio Psz Swartbroek TOTAAL

Centrum voor Jeugd en Gezin, ouders, basisscholen Leuken en St. Laurentius, Jeugdgezondheidszorg, ZorgAdviesTeam 0-4, de Dorpsraad Swartbroek, bestuur van mfa Het Corneel.


1.694 247 340 2.281

1.731 328 321 2.380



250 250

250 250


700

700

100 800

125 825

58



Vindplaatsgericht jongerenwerk

WMO prestatieveld


Doelstelling(en)

• • • • • •

Jongeren ondersteunen bij het vinden van een zinvolle vrijetijdsbesteding; Contact leggen met jongeren(groepen); In beeld krijgen van wensen en behoeften van jongeren en zonodig en mogelijk daarop inspelen (vraag/aanbod); Jongeren bekend maken met de jongerencentra; Optreden als belangenbehartiger van jongeren; Een bijdrage leveren aan de aanpak van overlastsituaties.

Indicator 2013:

Diensten

Werkelijk

boek

Doelgroep/gebied

Ambulante rondes per week door jongerenwerkers

2

2

Ambulante rondes per jaar in samenwerking met Vincent van Gogh Verslavingspreventie

5

0

Tweewekelijks geanonimiseerde registraties opstellen voor vastgelegde netwerkpartners

-

V

Jongeren in de leeftijd van 12 t/m 23 jaar bij formele (buitenJOP) en informele ontmoetingsplekken

Behaald resultaat

Het jongerenwerk (JW) was wekelijks ambulant werkzaam. In de maanden januari tot met maart was het relatief rustig op straat. Er werden incidenteel jongeren getroffen. In deze periode bezocht het jongerenwerk vooral de basisscholen in Boshoven. In samenwerking met de directie van de scholen werden activiteiten gericht op Talentontwikkeling opgezet. Dit kwam de bekendheid van het jongerenwerk ten goede met name bij de jongere jeugd. Mede naar aanleiding van deze activiteiten, bezochten 76 kinderen in de leeftijd van 11-13 jaar jongerencentrum de HangOut. Vanaf mei trof het jongerenwerk weer wekelijks jongeren op de vindplekken te Weert. Er waren nagenoeg geen overlastmeldingen. De meeste jongeren, die de jongerenwerkers op straat aantroffen waren bekenden vanuit de jongerencentra. Er werd onder meer gesproken over hun vrije tijdsbesteding, hun wensen/behoeften, interesses en problematiek. Ook het aanbod van het jongerenwerk kwam aan de orde. Bij het zwembad en aan de poort van het Kwadrant weden acties uitgezet om het jongerenwerk meer bekendheid te geven bij de jeugd. Een overlastmelding, die herhaaldelijk terug kwam, is opgelost door onderling overleg (tussen omwonenden, jongeren, jongerenwerk, politie en gemeente) en aanpassingen aan het aanwezige voetbalveld. Vanaf januari nam het jongerenwerk deel aan het kernteam ‘Lijst Risicojongeren’. Hierin werkte het jongerenwerk samen met de gemeente Weert, politie, OM, het Veiligheidshuis, Reclassering en Jeugdreclassering om tot interventies te komen die bijdroegen aan een

59


positieve gedragsontwikkeling van de op de lijst geplaatste jongens. Eind mei pakte het jongerenwerk, in samenwerking met het opbouwwerk, een dreigende overlastsituatie bij de voetbalkooi op Molenakker op. Het jongerenwerk was en bleef in contact met de jongeren. Ook was zij als belangenbehartiger aanwezig bij overleg met netwerkpartners en omgeving. Eind mei werd het jongerenwerk ook benaderd voor betrokkenheid bij het project ‘Cultuur met je Buur’ van RICK (Regionaal Instituut voor Cultuur en Kunst) in de wijken Molenakker en Fatima. In Fatima leidde dit tot een opknapbeurt van de buitenJOP, waarbij de regie van de uitvoering bij het jongerenwerk lag. Door de analysegroep Meldpunt Overlast Jeugd (MOJ) werden acties ondernomen om overlast te verminderen. Hiervoor vonden gesprekken met buurtbewoners en jongeren plaats en werden zorgelijke situaties, zoals bijvoorbeeld het alcohol- en drugsgebruik van de jeugd in Stramproy, aangepakt. In Stramproy zijn naast jongerencentrum The Basement, twee locaties waar jongeren elkaar ontmoeten. De jongerengroep bij ‘Tinus’ werd eens per twee à drie weken bezocht om zo zicht op deze groep te houden. De jongerengroep bij de JOP werd wekelijks benaderd. Hierdoor verstevigde de band met de jongeren. En ook verbeterde het contact met de buurtbewoners. Het afgelopen jaar kwam steeds meer jongere jeugd naar de JOP. Een deel van deze groep komt ook regelmatig bij JC the Basement. Bijzonder en succesvol was de buurtvoorlichting ‘Omgaan met Hangjongeren’. Na deze voorlichting kregen buurtbewoners meer vertrouwen om zelf op de groep af te stappen. Buurtbewoners gaven aan minder onveilige gevoelens te hebben. De jongeren ervoeren het contact positiever en zelfs prettig. Conclusie / aanbevelingen

Het straatbeeld is hetzelfde als in de periode van de voorgaande jaren. Het jongerenwerk is flexibel inzetbaar. Jongeren worden opgezocht op plekken, waar ze elkaar ontmoeten om contact te leggen en een band op te bouwen. Aangezien jongeren steeds minder of korter op straat te vinden zijn, verplaatst de inzet van het jongerenwerk zich naar andere locaties c.q. projecten. Zo kan het jongerenwerk inspelen op wensen en behoeften van jongeren. Op deze manier kan het jongerenwerk meebewegen met de dynamiek in trends en ontwikkelingen bij de doelgroep; Voor 2014 zijn er reeds diverse afspraken gemaakt met scholen om de school(plein) in te bedden als structurele vindplek (sportclinics, VVV, try-outs, klassenfuiven, etc.); Er is een samenwerking met Let’s Move om in de zomer op vraag van jongeren sportactiviteiten in te zetten; Het jongerenwerk merkt, dat steeds meer jongeren neigen naar experimenteren met alcohol en softdrugs. Goed zicht hierop en advies vanuit het jongerenwerk heeft naar verwachting een goede invloed op de situatie en gedrag van de jeugd. De focus in 2014 ligt vooral op voorlichting op dit domein. Op al onze vindplaatsen heeft dat aandacht. Naar aanleiding van de succesvolle buurtvoorlichting in Stramproy, zullen we deze manier van werken uitzetten in andere Weerter wijken en dorpen. Gebleken is, dat door contact tussen jongeren, buurtbewoners en jongerenwerk minder overlast ervaren wordt en er meer onderling begrip is. Ook het contact leggen en benaderen van de jongeren is makkelijker voor buurtbewoners na de voorlichting.

60


Samenwerking/

Gemeente, politie, Vincent van Gogh verslavingspreventie, BJZ, CJG,

Keten

Voortgezet Onderwijs.


Uren 2013 Vindplaatsen TOTAAL


878 878




968 968

61


62


63


64



Jongerencentra

WMO prestatieveld


Doelstelling(en)

• • •

Een bijdrage leveren aan sociale ontwikkeling van jongeren; Een bijdrage leveren aan empowerment en talentontwikkeling van jongeren; Het onderhouden van contact en het opbouwen van een vertrouwensrelatie met jongeren.

Indicator 2013:

Diensten

Werkelijk

boek

M29 Openingsdagen per week (maandagdonderdag)

4

4

Activiteiten op het gebied van Talentontwikkeling en Empowerment

5

2

Gemiddeld aantal bezoekers

14

10

Inloopavonden

2

2


3

9


25

24

Inloopmiddag (woensdag)

1

1


3

6

Gemiddeld aantal deelnemers

25

23

Inloopavonden (woensdagavond en vrijdagavond)

2

2


2

4


15

17

Inloopmiddag (dinsdag)

-

1


-

2


-

7

HangOut

Jeugdinloop Njoy

JC the Basement Stramproy

Meidenactiviteit

Doelgroep/gebied

M29: JC Stramproy:

jongeren van 12 t/m 23 jaar jongeren van 12 t/m 21 jaar

65


Behaald resultaat

HangOut: Jeugdinloop Njoy:

jongeren van 12 t/m 21 jaar jongeren van 6 t/m 12 jaar

Meidenactiviteit:

meisjes van 12 t/m 16 jaar

Met regelmaat vinden gesprekken met de bezoekers van jongerencentra plaats over hun ontwikkeling en hun eigen specifieke problematiek. Zo krijgen we inzicht in interesses, wensen, behoeftes en knelpunten. Daarnaast zijn er contacten met ouders en ketenpartners. M29 was het afgelopen jaar 179 dagen geopend. Per dag zijn er gemiddeld 10 bezoekers geteld. De gemiddelde leeftijd van de bezoekers lag lager dan in voorgaande jaren. Een aantal oudere bezoekers kwam minder frequent en er was sprake van aanwas van jongere bezoekers (15-17 jaar). In het kader van talentontwikkeling en empowerment is deelgenomen aan het Lentebeker zaalvoetbaltoernooi. Dit leverde naast het kampioenschap in de recreatieve klasse ook een bijdrage aan de groei van een positief imago van M29 en voor de jongeren een positieve gevoel omdat ze hun talent konden laten zien. Daarnaast werd een FIFA ’14 competitie opgestart. Een langlopende competitie op de Playstation die ervoor zorgde dat er een gezonde (wed)strijd ontstond tussen de bezoekers. Deelname aan NL Doet leverde een versterking van de relatie met de jongere bezoekers op. Social media (Facebook) werd gebruikt om bekendheid te geven aan het jongerencentrum. Met 600+ contacten is het een effectief medium. De HangOut is bezocht door zo’n 24 jongeren per avond. Het jongerencentrum is 84 dagen open geweest. Er is wekelijks een extra inloopavond voor de jongere jeugd (12-16jaar) georganiseerd en op de vrijdag werd de maximale leeftijdsgrens verlaagd van 21 jaar naar 18 jaar. Er vonden 8 activiteiten plaats zoals; T-shirts pimpen, Biosnight, Basketbalclinic, NL Doet, Dropping (in samenwerking met The Basement), StreetART event, Klassefuif, Graffiti, Breakdance en Rapworkshops. Een bijzondere activiteit was de Expeditie HangOut. Zeven jongeren gingen de uitdaging aan om een intensief mountainbike parcours af te leggen in Zuid-Limburg. Hierbij kwamen educatieve en communicatieve vaardigheden aan bod. Daarnaast waren behendigheid en teambuilding c.q. het groepsproces belangrijke elementen De pilot bleek een succes. Zowel voor de jongeren, die op elkaar waren aangewezen en samen moesten werken, als voor de jongerenwerkers die op deze manier de band met de jeugd verder kon versterken. Contact met ouders is belangrijk. Ouders werden telefonisch of thuis benaderd om het oudercontact verder te stimuleren. 6 jongeren werden individueel begeleid in samenwerking met diverse netwerkpartners. Denk hierbij aan thema’s als: tienerzwangerschappen, problemen in de gezinssituatie, 18+ en dan?, stage, vrijwilligerswerk bij het jongerencentrum, etc. Het vrijwilligersbestand bij de HangOut werd uitgebreid met 2 vrijwilligers. In totaal zijn er 5 vrijwilligers. De Facebook pagina van de HangOut heeft meer dan 500 contacten. Jeugdinloop Njoy was 43 dagen geopend in 2013. Het gemiddeld aantal kinderen per dag was 23. De samenstelling van bezoekers is

66


steeds meer een ‘mix’ van autochtone en allochtone kinderen. Hierbij waren diverse nieuwe (jonge) bezoekers. Met enkele kinderen werd een gezamenlijk activiteitenaanbod opgezet. Ze namen taken op zich als telefoneren, uitleg geven aan de andere kinderen en spullen klaarzetten. Er vonden 6 activiteiten op het gebied van Talentontwikkeling plaats: Urban Sport Tour, Educatie Centrum De Grote Peel, midgetgolf, beeldhouwen, cup cakes bakken en disco. Tijdens de activiteiten stond ook het betrekken van ouders bij de activiteiten centraal. Ouders werd meer verantwoordelijkheid gegeven bij de uitvoering van de activiteit en bijvoorbeeld het regelen van het vervoer. Gesprekken in de buurt, leverden naast nieuwe contacten met ouders ook nieuwe bezoekers op. Er werd een nieuwe vrijwilliger geworven. Daardoor had het team 4 leden. PR: er worden regelmatig artikelen geschreven voor het wijkblad Moesel, de website van de wijk en het krantje van de basisschool. Ook worden posters opgehangen in de buurt en staat Njoy op Facebook Punt Welzijn. Jongerencentrum The Basement Stramproy wordt steeds drukker bezocht door een extra openingsdag (wekelijks in plaats van tweewekelijks) en nieuwe jonge bezoekers. In totaal was het jongerencentrum 96 dagen geopend met gemiddeld 17 bezoekers. Op het gebied van talentontwikkeling vonden enkele kleinschalige activiteiten plaats en tegelijkertijd werd aan de vertrouwensband met de jongeren gewerkt. De activiteiten waren met name gericht op het bevorderen van creativiteit door middel van dj- en graffiti workshops. Tevens werd een dropping gehouden (in samenwerking met de HangOut). Het jongerenwerk maakte contact met een aantal ouders/verzorgers van de nieuwe jongere bezoekers en met het netwerk rondom de jongeren (school en vrije tijd) Facebook telde 100+ contacten. Meidenactiviteit: 38 dinsdagmiddagen kwam een groep van gemiddeld 7 meiden van 11 en 12 jaar bij elkaar in het Keenter hart om deel te nemen aan allerlei activiteiten. De activiteiten, zoals vrijwilligerswerk bij een verzorgingstehuis met een gastspreker over dementie, het organiseren van een kerstmarkt met zelf gemaakte spullen en galabal voor alle jongeren in Weert, waren gericht op de inzet van hun talenten. Bij de voorbereiding en uitvoering van activiteiten was er contact met de moeders van de meiden. Bij mooi weer was er minder animo. Gedurende het schooljaar nam het bezoek/deelname aan activiteiten af, doordat de meiden zich voorbereidden op hun middelbare school tijd. De Meidenactiviteit is een zinvolle activiteit voor de hoogste groepen van de basisschool. De meiden, die zijn gestart op het Voortgezet Onderwijs, komen niet snel terug. Jaarlijks dient er een nieuwe meidengroep aangesproken te worden. Het project had 1 vrijwilliger die op afroep activiteiten ondersteunt met creatieve bijdragen. De meidengroep maakte tot het najaar 2013 gebruik van Hyves. Daarna werd een aanzet gemaakt voor Facebook. Inmiddels zijn er zo’n 30+ contacten. Het project ‘Veni Vidi Vici’ (VVV) was een nieuw aanbod voor de Weerter jeugd. Het heeft zijn vruchten afgeworpen. Meerdere bezoekers van de jongerencentra namen deel aan het talentenplatform VVV, gevestigd in Perron C. VVV is speciaal voor jongeren tussen 12 en 18

67


jaar en is in het leven geroepen om jongeren een mogelijkheid te bieden zich op een positieve manier te ontwikkelen. Het is een vorm van talentontwikkeling en empowerment, vormgegeven door 4 disciplines; muziek, dans, art en multimedia. Naast de inzet van deze instrumenten, is er ook veel aandacht voor specifieke jongerenitems, zodat jongeren zich indien nodig gesteund voelen en zo veel mogelijk gemotiveerd/gestimuleerd worden tijdens het opgroeien. Te denken valt aan informatie over alcohol- en drugs, gezondheid, voeding en bewegen, vrijwilligerwerk en financiën. De betrokkenheid van het jongerenwerk bij het kernteam Risicojeugdgroep (waarvan het overgrote deel oud bezoekers van M29 zijn) heeft geleid tot het ontwikkelen van M power. Dit is een vrijwilligersgroep bestaande uit personen uit de Marokkaanse gemeenschap, die zich inzetten om de maatschappelijke achterstand van hen die dit nodig hebben te verkleinen. Conclusie / aanbevelingen

Het afgelopen jaar leverden de jongerencentra een belangrijke bijdrage aan de (sociale) ontwikkeling van jongeren, onder andere door activiteiten, die werden aangeboden en/of gezamenlijk werden georganiseerd. Het lukte om meer jongere bezoekers naar de jongerencentra te trekken. Door het aanbieden van een beschermde omgeving waarin ze zich vrij kunnen ontwikkelen, geven ze geen overlast in buurten en zijn ze goed ‘in beeld’. Het organiseren van vraaggerichte activiteiten bleek niet op alle locaties haalbaar. Een gevolg hiervan was, dat de inzet van inloopoverstijgende activiteiten achterbleef bij de planning. Op enkele locaties is gebleken, dat betrokkenheid en inzet van jongere bezoekers positief heeft uitgepakt (eigen verantwoordelijkheid, betrokkenheid) als het gaat om zelf activiteiten te ontwikkelen/initiëren. In 2014 zal ingezet worden om de jongere bezoekers te betrekken bij inloopoverstijgende activiteiten. Dit is een onderdeel van Welzijn Nieuwe Stijl en sluit aan bij talentontwikkeling en empowerment. Laagdrempeligheid is belangrijk bij het opzetten van activiteiten en het opbouwen en in stand houden van een vertrouwensrelatie met de jongeren; een belangrijke opdracht voor de jongerenwerkers. Dit werd en wordt onder andere gedaan door de inzet van social media (facebook). Het blijft waardevol en belangrijk om de jongerencentra en jongerenwerkers onder de aandacht te brengen. Dit gebeurt via mond op mond reclame door de jongeren zelf (o.a. door de activiteiten), het project Veni Vidi Vici. Ook PR bij (sport)verenigingen en scholen en de inzet van social media (facebook) vergroten de naamsbekendheid van onze diensten. Deze middelen worden structureel ingezet om burgers en jeugd te informeren. Dat levert nieuwe, jonge bezoekers op. Zo is en wordt er blijvend samengewerkt met het (basis)onderwijs. Een waardevol samenwerkingsverband dat het komend jaar naar verwachting structureel gemaakt wordt. Er blijkt een grotere groep ‘risico jongeren’ te zijn, die meer ondersteuning/begeleiding nodig heeft. Hierdoor is het afgelopen jaar meer contact geweest met ketenpartners zoals netwerk 12+, CJG en jeugden gezinswerkers. Het is aan te bevelen deze jongeren individueel en intensiever te begeleiden. De vertrouwensband, die de jongerenwerkers met de jongeren hebben opgebouwd, maakt dit makkelijker. Zo worden (grotere) problemen voorkomen. Het project M-power dat onder meer uit het bovenstaande is

68


voortgevloeid, wordt in 2014 verder doorontwikkeld tot een aparte activiteit met een uitgewerkt plan van aanpak. Samenwerking/ Keten

Gemeente Weert, Politie, Vincent van Gogh Verslavingspreventie, Voortgezet Onderwijs, BJZ, leerplichtambtenaar, Bemoeizorg, Algemeen Maatschappelijk Werk, GGD;


Uren 2013


M29 HangOut JC Stramproy Njoy Meidenwerk VVV Jong.ontmoetings plaatsen Awards Mar interv team

1.891 847 676 180 160

TOTAAL

3.754

1.659 663 626 171 133 269

308 42 92 3.558



180 125

305


1.200 110

396 15

1.280 200 230 86 86

300 1.964

1.882

1.680

550 603

278 92

69


70


“Expeditie HangOut” Sem Douven, jongerenwerker Punt Welzijn in gesprek met Niels van Roij (18 jaar) deelnemer aan de “Expeditie HangOut”. Niels is al 7 jaar een bekend gezicht bij het jongerencentrum de HangOut. Waarom deed je mee? Ik hou van avontuur en van mountainbiken. Lekker buiten zijn met anderen, dat is wat ik graag doe! Toen ik hoorde dat jullie er weer op uit gingen met de HangOut, wist ik dat ik erbij moest zijn. Wat hield het project in? Tja, dat vind ik best lastig om te omschrijven. Je zou het misschien eenvoudig gezegd een speurtocht op een mountainbike kunnen noemen. Of een voorproefje op een survivaltocht. Wat moest je doen? Het begon bij de voorbereiding vertelt Niels. We hadden allemaal zo onze eigen taken. Zo moest de een boodschappenlijst opstellen en boodschappen kopen. Een ander ging zich verdiepen in vuur maken en het maken van een slaapplek in de buitenlucht, ook wel Shelter genoemd. Zelf ging ik aan de slag met fietsen repareren. Samen met twee anderen stelden we de remmen af, pompten we de banden, zette zadels en sturen recht, etc. Techniek is mijn ding. Ik doe ook het onderhoud van mijn eigen fiets, dat kwam nu goed van pas. Tijdens de Expeditie moesten we 35 kilometer fietsen door Zuid-Limburg. Dat was behoorlijk aanpoten. De bossen en het veld gaan er op en af, dat is wel anders dan fietsen in Weert. Tijdens het fietsen deden we opdrachten. Sommigen waren best gemakkelijk, anderen lastig. Zo moesten we bijvoorbeeld een pakketje uit een boom zien te halen op 6 meter hoogte zonder te klimmen! Iedereen had materiaal in zijn rugzak en zo moesten we opzoek naar een oplossing. Na iedere opdracht vonden we weer andere materialen om ’s avonds ons kamp mee te bouwen. Dat maakte de tocht afwisselend en ook spannend! Hoe ging dat als groep tijdens die twee dagen? Het ging wel goed. Samenwerken is in een groep is niet altijd gemakkelijk. Sommige deelnemers waren minder enthousiast en konden de uitdaging niet zo goed aan. Er ontstonden soms wat conflicten, maar bijna altijd kregen we het uitgepraat. Twee meiden gingen helaas toch eerder naar huis. Maar het was vooral erg gezellig! Je zweept elkaar op. Ik geloof niet, dat ik alleen zover had kunnen fietsen. De frikadel speciaal bij de friture in het dorpje Schimmert (nog nooit gehoord zoals al die dorpen daar) kwam precies op tijd om de benen even te laten ontdoen van kramp. Tja, dat zeg ik nu, maar volgens mij hadden vooral de jongerenwerkers zelf kramp, niet Sem?! Wat was de grootste uitdaging tijdens de tocht? We hadden heel wat uitdagende opdrachten onderweg, maar de Cauberg fietsen in Valkenburg was toch wel de grootste uitdaging. Zeker als je bedenkt, dat je al 4,5u berg op en af had gefietst en de keuze kreeg om ook op het terras te gaan zitten onder aan de Cauberg. Uiteindelijk ging bijna iedereen de uitdaging aan. De twee anderen zaten ons op te wachten op het terras bij de finish. Ik moet zeggen, dat we allemaal trots waren dat we gewoon het zwaarste stuk van de Amstel Gold Race gefietst hebben. Daarnaast was nog nooit zo blij met een cola op een terrasje.

71

Jaarverslag 2013 Punt Welzijn Hoe zag de expeditie eruit nadat jullie gefietst hadden? We kwamen in het donker aan op het eindpunt. We legden alle materialen die we hadden gevonden met de opdrachten bij elkaar en begonnen aan ons eigen karwei. Vooraf hadden we al een taakverdeling gemaakt. Dat was nu wel handig. Uiteindelijk hielp eigenlijk iedereen elkaar mee. Dat was ook nodig om snel klaar te zijn, want we waren MOE en hadden HONGER. Het was allemaal heel basic. Er was ook geen luxe als stroom of stromend water. We maakten van oranje plasticzeilen en touw slaapplekken. Ik sliep overigens gewoon in de buitenlucht lekker naast het kampvuur. Dat was wel een ervaring! Heb je wat geleerd van deze trip? Dat zelfs sprinkhanen te eten zijn. Met geluk vonden we een flinke sprinkhaan. Een van de jongerenwerkers gaf aan dat deze te eten zijn. We wikkelden hem in aluminiumpapier en bakten hem mooi bruin. Sem kreeg het volgens mij een beetje warm, maar eerlijk is eerlijk hij at hem ook op en is niet ziek geworden. Wat hebben we gelachen! Maar ook dat je zonder luxe en telefoon plezier kunt hebben en dat het samenwerken als een groep lastiger was dan gedacht. Het was een leuke voorbereiding op een survivaltocht die ik graag eens zou maken. Ik hou me aanbevolen!

72


73


74



Weerbaarheid en Zelfsturing

WMO prestatieveld


Doelstelling(en)

•

Het versterken van de persoonlijke weerbaarheid van kinderen, jongeren en volwassenen (ouders, professionals);

•

Het bijdragen aan de sociale veiligheid op scholen en in de maatschappij in het algemeen;

•

Het versterken van de mogelijkheden om zelf richting te geven aan de inzichten van je persoonlijke ontwikkeling.

Indicator 2013:

Diensten

Werkelijk

boek

Aantal basisscholen waar aan 1 groep de Rots en Watertraining of het programma Wanoe en Mila wordt aangeboden (binnen reguliere opdracht)

11

11

Aantal basisscholen waar extra trainingen gegeven zijn (in opdracht van scholen)

7

3

Aantal groepen Rots en Watertraining, voor kinderen tussen 7 en 12 jaar

6

6

Aantal bijeenkomsten

4

0

Aantal deelnemers

8

0

Aantal SoVa-trainingen gegeven op school voor VMBO

3

3

30

32

40

50

20

12

Aantal bijeenkomsten

3

0

Aantal deelnemers

20

0

‘Zeker naar het voortgezet onderwijs’ voor leerlingen van groep 8:

Een opfrisdag Rots & Water Aantal deelnemers Jaarlijkse 3-daagse training ‘Rots en Water’ Aantal deelnemende professionals Trainingsdag ‘Corepower’ Aantal deelnemers Een oudercursus voor de ouders die klassikaal of individueel hebben gevolgd

Doelgroep/gebied

Kinderen en volwassenen in Weert en omgeving.

Behaald resultaat

Door de uitvoering van onder andere sociale vaardigheidstrainingen en trainingen Rots en Water wordt (indirect) een bijdrage geleverd aan de sociale veiligheid op scholen en in de maatschappij in het algemeen. Door deze evidence based trainingen wordt de weerbaarheid van zowel kinderen, jongeren als volwassenen versterkt. Dit is positief voor de persoonlijke ontwikkeling.

75


Concrete resultaten zijn: Het aantal scholen, dat zich aanmeldt voor de Rots en Watertraining vanuit gemeentelijke subsidie blijft gelijk. Twee scholen, die de training intern verzorgden, hebben voor de extra moeilijke groepen medewerkers van Punt Welzijn gevraagd om de training te geven. De behoefte aan de niet-schoolgebonden training voor basisschoolkinderen blijft onveranderd. De belangstelling voor de 3-daagse training Rots en Water en ook voor de opfrisdag groeit nog elk jaar. Conclusie / aanbevelingen

De diverse trainingen zoals Rots en Water en sociale vaardigheden voorzien nog steeds in een behoefte. Het vergroten en versterken van de weerbaarheid en daarmee tegelijkertijd het werken aan persoonlijke groei blijven belangrijke thema’s. Rots en Water is bovendien een door het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) erkende interventie als het gaat om bijvoorbeeld gedragsproblemen, weerbaarheid en pesten. De methodiek kan volgens het NJI zowel preventief als ook ter voorkoming van recidive of als behandelmethode worden ingezet. Tegelijkertijd wordt hiermee een bijdrage geleverd aan de sociale veiligheid. In het kader van ouderbetrokkenheid en om de kwaliteit en het duurzame resultaat van de trainingen te verhogen, is het belangrijk een oudercursus op te zetten. Een aanbeveling is om leerkrachten van de zogenaamde moeilijke groepen hun positieve ervaringen op papier te laten zetten en deze te gebruiken als pr-materiaal naar andere scholen toe. Regelmatig is er vraag naar individuele weerbaarheidstrainingen voor andere doelgroepen: jongeren, mensen met een beperking. Dat is positief en het is dan ook aan te bevelen dit in de toekomst in ons aanbod op te nemen.

Samenwerking/ Keten

Uren 2013 R&W bs. Weert div. trainingen weerbaarheid TOTAAL

Primair onderwijs en voortgezet onderwijs, ouders en ketenpartners van Punt Welzijn


967

967


877

877

400

1.046

400

1.046



100

0

100

0

76



Coaching2Gether/Coaching 4 Kids

WMO prestatieveld


Doelstelling(en)

•

Het begeleiden van leerlingen uit het basisonderwijs bij de overgang naar het voortgezet onderwijs;

•

Het ondersteunen van leerlingen in het voortgezet onderwijs om de schoolloopbaan zo optimaal mogelijk te laten verlopen;

•

Het koppelen van een coach aan een leerling om te werken aan knelpunten op het gebied van motivatie, sociaal/emotioneel welbevinden.

Indicator 2013:

Diensten

Werkelijk

boek

Aantal trajecten Coaching4Kids voor leerlingen van de basisschool Aantal trajecten Coaching2Gether voor leerlingen in het voortgezet onderwijs (vooral VMBO) Begeleiden en opleiden van (nieuwe) coaches Organiseren van teambuildingsactiviteiten om de band coach-coachee en tussen coaches onderling te versterken Doelgroep/gebied

7

7

20

10

25

25

1

1

Aandachtsleerlingen en jongeren met motivatie- of beroepskeuzeproblemen binnen het voortgezet en basisonderwijs in Weert. Jongeren, die als coach opgeleid en werkzaam willen zijn.

Behaald resultaat

Het aantal leerlingen wat aangemeld werd voor de projecten en Coaching4kids en coaching2gether is over het gehele jaar krap geweest. Bij het laatstgenoemde project zijn slechts 10 trajecten gestart, mede door organisatorische aspecten binnen de scholen. Het aantal coaches was ruim voldoende om de aangemelde leerlingen te coachen. Er is gezocht naar een nieuwe vorm van teambuilding door middel van samen koken, eten, kennismakingsspelen en een kennismakingsquiz. Daarnaast werd ingezet op weerbaarheid en zelfsturing waar de leerlingen ook effecten van een andere houding of gedrag konden ervaren. Met ingang van het schooljaar 2013-2014 werd gestart met de pilot ‘Click’. In deze variant van coachingsproject worden jongeren gecoacht door een ouder op (een van de) domeinen beroepskeuze, zelfredzaamheid en sociaal netwerk. Onder de leerlingen, die werden aangemeld voor Coaching2Gether bevonden zich potentiële deelnemers voor ‘Click’. Zodra er ook ‘Click-coaches’ beschikbaar zijn, kunnen

77


trajecten in gang worden gezet. Op diverse scholen voor basis- en voortgezet onderwijs werden informatiebijeenkomsten verzorgd voor leerkrachten en ouders. Conclusie / aanbevelingen

In het afgelopen schooljaar hebben binnen het voortgezet onderwijs in Weert wijzigingen plaatsgevonden in de verdeling van de VMBOleerlingen en zijn leerkrachten/mentoren van functie of van school veranderd. Hierdoor is Coaching2Gether minder dan voorheen in beeld geweest als ondersteuningsmogelijkheid. Dit uit zich in een kleiner aantal aanmeldingen en het soms stroever verlopen van de intakeprocedure. Door veranderingen en verschuivingen in het werkveld rond de jongeren, met name door de komst van de jeugden gezinswerkers is het noodzakelijk om het project te profileren en te investeren in de samenwerking met ketenpartners. De eerste reacties van ouders hebben aangetoond, dat de werving van de eerste Click-coaches extra inzet behoeft in de vorm van een directe benadering van potentiële ‘coaches’. Evaluaties met leerlingen, leerkrachten en ouders tonen aan, dat de coach een waardevolle bijdrage levert aan het verloop van de schoolloopbaan van de gecoachte leerling. Geconstateerd wordt onder andere verbetering van het sociaal-emotionele welbevinden van de leerling, groei in de motivatie en inzet op school.

Samenwerking/ Keten

Uren 2013 Coaching2Gether TOTAAL

Centrum voor Jeugd en Gezin, basisscholen, scholen voor voortgezet onderwijs, Gemeente Weert, bedrijfsleven in Weert e.o.


795 795

620 620



1.500 1.500

1.215 1.215


580 580

320 320

78


79


80



ProPunt Naschoolse activiteiten

WMO prestatieveld


Doelstelling(en)

•

De deelnemer komt in aanraking met vrijetijdsaanbod op het gebied van sport, muziek, cultuur en creativiteit;

•

De deelnemer neemt op een positieve, sociaal vaardige manier deel aan de activiteit;

•

De leerlingen van het praktijkonderwijs zijn de op de hoogte van het bredere aanbod van het jongerenwerk.

Indicator 2013:

Diensten

Werkelijk

boek

Aantal activiteiten

20

16

Minimaal

5

7

Maximaal

15

Aantal leerlingen (onderbouw) die gebruik maken van het aanbod

30

Aantal deelnemers per activiteit

30

Doelgroep/gebied

Leerlingen van het Praktijkonderwijs (12 t/m 19 jaar), accent op de onderbouw.

Behaald resultaat

Alle 1ste en 2de jaars leerlingen van het Praktijkonderwijs konden deelnemen aan de activiteiten. Het afgelopen jaar bestond het aanbod o.a. uit toneel, pottenbakken, beeldhouwen, voetbal, free run en dans. In vergelijking met voorgaande jaren, viel de opkomst van gemiddeld 7 deelnemers per activiteit laag uit. Reden hiervoor was een sterk wisselend lesrooster en andere buitenschoolse activiteiten waardoor de programma’s niet goed op elkaar aansloten. Hierdoor konden 3 voorbereide activiteiten niet doorgaan.


Deelnemers leren op een positieve en sociaal vaardige manier mee te doen aan de activiteiten. Op deze manier geven ze op een zinvolle manier invulling aan hun vrije tijd. Ook komen ze in aanraking met (voor sommigen) nieuwe activiteiten, zoals sport, muziek en cultuur. Deze dienst blijft een goede vindplek voor het jongerenwerk. Ook het onderwijs blijft de meerwaarde zien in de samenwerking, de aanpak en het aanbod. Ondanks de lagere deelnemersaantallen is het belangrijk hiermee door te gaan. Wel moeten –voor zover mogelijk- lesroosters en overige buitenschoolse activiteiten beter op elkaar afgestemd worden. In het nieuwe jaar zullen de leerlingen nog meer worden betrokken bij het samenstellen van programma-aanbod. De eerste aanzet is al gedaan middels een behoeftepeiling.

Samenwerking/

Praktijkonderwijs, Het Kwadrant, RICK

Keten

81


Overige info

Uren 2013 Propunt TOTAAL

De pilot met zorgleerlingen waarmee in het voorjaar van 2013 is gestart kreeg in het nieuwe schooljaar geen navolging. Ondanks de inzet van het onderwijs waren er te weinig potentiële deelnemers.


70 70

103 103




150 150

205 205

82


Veni Vidi Vici Ik kwam, ik zag, ik overwon… De naam van het project spreekt voor zich en is de rode draad door het hele project. Het is niet alleen een rode draad door het project, maar ook door mijn leven en de manier waarop ik tot hier ben gekomen. Wie ben ik en waar ben ik dan precies gekomen? Mijn naam is Gart Smits, geboren en getogen Weertenaar in hart en nieren. Ik groeide op in een warm nest en tot de pubertijd was er vrij weinig aan de hand. Maar het moment kwam, dat ik naar de middelbare school ging en dat bracht mij op een ander pad. Ik kwam snel in aanraking met roken, blowen, drank, sex, harddrugs en voelde mij enorm aangetrokken tot criminaliteit. Ik bevond mijzelf al snel in een vicieuze cirkel, waar ik niet zomaar uit kon komen. Dit ging zo zeker 10 jaar door. Het ging van kwaad tot erger tot ik verslaafd was aan harddrugs, schulden had bij gevaarlijke mensen, in een identiteitscrisis belandde en met het idee van zelfmoord rondliep. Wellicht schrikt u bij het lezen van mijn verhaal en de heftigheid, maar ik zeg u, het is niet uniek, integendeel zelfs. Vele jongeren raken verstrikt in die vicieuze cirkel, ieder op hun eigen manier met hun eigen problemen en komen daar zonder de juiste hulp niet uit. Ik ben het levende bewijs, dat het wel degelijk mogelijk is om aan al die ellende te ontsnappen en toch nog iets te maken van het leven. Tijdens de avond waarop ik mijn eigen leven wilde nemen, zag ik plots het licht. En dan niet het licht aan het einde van de tunnel, maar zeker wel het licht van het lampje dat vanuit het niets begon te branden boven mijn hoofd. Ik wilde helemaal niet dood, sterker nog ik wilde leven. Ergens achter in mijn hoofd vertelde een stemmetje mij, dat ik zoveel meer waard was, dan ik mezelf vertelde. Ik begon mijn verdriet van me af te schrijven, niet zomaar schrijven maar schrijven in rijm. Zoals ik mijn idolen dat ook zag doen in de voor mij oh zo bekende muziek vorm rap. Dit lag zo dichtbij, voelde zo vertrouwd en natuurlijk aan, dat het al snel mijn redding werd. Ik begon te merken, dat het therapeutisch werkte en voor het eerst sinds tijden voelde ik de last op mijn schouders verminderen en kwam er zelfs zo nu en dan weer een lach op mijn gezicht. Ik ging meer en meer schrijven en ging mijn raps opnemen op muziek, die ik van vrienden kreeg. Dit gegeven liet mij nog meer groeien dan ik al deed. Ik had mijn roeping gevonden. Hoe meer muziek ik maakte, hoe minder drugs ik ging gebruiken en zo kickte ik mezelf af. Het ging steeds beter en vol vernieuwde levenslust ging ik er voor, maar het ging mij niet snel genoeg aangezien ik steeds van andere mensen afhankelijk was. Toen koos ik ervoor om zo hard te werken en er alles aan te doen om zelfstandig te worden en alles in eigen beheer te doen, zodat er simpelweg geen grenzen meer waren voor mij. Ik deed een opleiding studiotechnicus/producer waarin ik een officieel vakdiploma behaalde. Daarna bouwde ik mijn eigen studio, maakte mijn eigen beats, deed eigen opnames en mixte en masterde ik zelf mijn eigen eindproduct. Ik zag een kans om hier mijn toekomst mee op te bouwen en ging nog verder. Workshop docent op het gebied van rap en graffiti was die volgende stap en hier liet ik mezelf in opleiden waarna ik les ging geven als freelancer, voor RICK en CKE.

83


Voor alle soorten jongeren, die maar te bedenken zijn, stond ik voor de klas. Ik zag ze allemaal, stuk voor stuk, struggelen met hun problemen. Allemaal, stuk voor stuk, ontdekte ze in mijn workshops dat ze dingen konden waar ze nooit van durfden te dromen. Vanuit die gedachte is het idee geboren voor een project als Veni Vidi Vici; een project waarin jongeren opzoek kunnen gaan naar hun eigen talenten onder begeleiding van professionele docenten. Jongeren krijgen in korte tijd zoveel mogelijk kennis en ervaring binnen een discipline, die erg dichtbij hun zelf ligt. Dit geeft hen de handvatten om zichzelf in de toekomst te kunnen uiten, hun ‘eigen ik’ te vinden en ontwikkelen en hun vrije tijd in te vullen met iets moois. Iets moois, uit eigen kracht, uit eigen wil en iets moois om bijzonder trots op te zijn. Zet daar nog eens de begeleiding op van het jongerenwerk met hun kennis en ervaring om de jongeren zo goed mogelijk te begeleiden, daar waar nodig is en creëer op die manier een geheel nieuw toekomst perspectief voor hem of haar waar eerst van zou worden gezegd: “Kijk nou, daar komt echt niks van terecht.” tot “Wauw, kijk nou eens, dat had ik niet verwacht!” Veni Vidi Vici, Ik kom kijken wat ik kan, Ik zie wat mijn talent is en Ik overwin alles in dit leven, want ik weet wie Ik ben en weet waar Ik sta. Een hele mooie droom. Ik ben het levende bewijs, dat het realiteit kan zijn/worden. Daarom ging ik door en nog harder dan ooit streefde in naar de realisatie van mijn dromen. Nu, jaren later, heb ik inmiddels een platencontract en werk ik met internationale artiesten. Ben ik ondernemer met een eigen bedrijf en zet ik mij hard in voor de jeugd van Weert. Zodoende kwam ik met mijn project terecht bij Punt Welzijn. Daar werd ik met open armen ontvangen en zag hoe zeer er in mij en mijn talent geloofd wordt. Dat gaf mij wederom nog een extra zetje. Ik kreeg bij Punt Welzijn goede begeleiding en samen realiseerden we een financiering middels fondsenwerving, waardoor Veni Vidi Vici werkelijk het levenslicht kon zien. Daar kwam ook nog eens bij (waar ik erg trots op ben), dat mij een contract werd aangeboden om jongerenwerker te worden, inclusief de mogelijkheid een HBO opleiding te volgen, om toch nog de juiste papieren te kunnen behalen. Leg daar nog eens het feit bovenop, dat ik inmiddels vader ben van een pracht zoon, een fantastische vriendin heb, een geweldige familie band en top vrienden. Hoezo komt er van mij niks terecht? Ik dacht het wel!!! Inmiddels is Veni Vidi Vici in volle gang en hebben we 7 rappers, 4 beat makers en maar liefst 12 graffiti kunstenaars in wording, die wekelijks hard werken aan hun talent Dankzij het project kunnen wij ze de handvatten geven om succesvol te zijn in hun leven op wat voor manier dan ook. Dit is een project, waar de gemeente Weert lang op heeft moeten wachten, maar nu is het er. Laten wij er daarom ook met z’n allen voor zorgen, dat dit project nog jaren lang kan lopen en dat wij met z’n allen zoveel mogelijk jongeren kunnen bereiken om ze te geven wat ze verdienen, een eigen ik, een talent, een plek in de maatschappij, maar vooral een toekomst.

84


85


86



Jongerenraad Weert (JRW)

WMO prestatieveld


Doelstelling(en)

• •

Het laten participeren van jongeren in het maatschappelijk veld; Jongeren laten kennis maken met politiek;

•

Jongeren laten adviseren/mening laten vormen over maatschappelijke onderwerpen.

Indicator 2013:

Diensten

Werkelijk

boek

Ondersteuning bieden bij (voortgangs)overleggen;

10

8

Uitvoering geven aan concrete thema’s

2

2

Contact leggen met V.O. leerlingenraden (College, Philips van Horne en Kwadrant)

3

3

Aantal aangeboden maatschappelijke stageplekken;

12

4

Doelgroep/gebied

Een gevarieerde groep jongeren in de leeftijd van 14 tot 20 jaar oud. Ze zijn van verschillende nationaliteiten en afkomst. De samenstelling is niet representatief voor alle jongeren in Weert.

Behaald resultaat

De leden van de Jongerenraad Weert (JRW) hebben zich op maatschappelijk gebied ingezet door vrijwilligerswerk te doen tijdens NL Doet. Zij hebben hiervoor diverse acties ondernomen. Zij namen actief deel aan de 5 mei activiteit en de herdenking op 22 september (bevrijding van Weert). Ze organiseerden voor ouderen een leerzame, ontspannen middag en ze maakten het mogelijk dat zij een krans konden leggen bij het Suffolkmonument. De JRW heeft de burgemeester uitgenodigd voor een gesprek. Gespreksonderwerpen waren: alcohol en drugs, uitgaan in Weert, de laatste schooldag, activiteiten voor de jeugd en Weert 600 jaar. Ook ging de JRW in gesprek met een politicus van Weert Lokaal tijdens Weert in Dialoog om te bekijken, wat we ieder willen betekenen voor andere mensen en hoe we dat gezamenlijk kunnen bereiken. De leden vormden -mede door deze gesprekken- een mening over Alcohol- en drugs (wet), MaS (Maatschappelijke Stage), vrijwilligerswerk en dergelijke. De verlaging van de leeftijdsgrens waarop alcohol gedronken mag worden, roept veel weerstand op bij met name de 16 jarigen, die eerst wel al alcohol mochten drinken. Jongeren vinden het doen van maatschappelijke stages nuttig. Vrijwilligerswerk levert nieuwe en leerzame ervaringen op en het geeft een goed gevoel om je in te zetten voor anderen. Jaarlijks zet de JRW zich dan ook in op onder andere NL Doet. Deze zaken worden teruggekoppeld aan de ambtenaar jeugdbeleid en diverse politici en jaarlijks wordt er door de JRW leden vrijwilligerswerk gedaan o.a. op NL Doet. In de 2e helft van 2013 meldden zich 3 jongeren aan om lid te worden van de JRW. Sinds september telt de JRW 8 actieve leden. Enkele leden

87


zijn bij de JRW terecht gekomen door de Maatschappelijke Stage (Mas). Conclusie / aanbevelingen

Na lange tijd heeft de Jongerenraad weer versterking gevonden. De nieuwe leden ontwikkelen nieuwe ideeën en initiatieven, waarbij ledenwerving en PR belangrijke en blijvende aandachtspunten zijn. Social media, FB en presentaties op het Voortgezet Onderwijs worden hierbij ingezet. Bij voldoende animo is de JRW een kweekvijver voor jong talent waarin de jongeren zich kunnen ontwikkelen en de mogelijkheid krijgen te participeren. Een minimaal ledenaantal van 4 is wel noodzakelijk om activiteiten te kunnen blijven organiseren. De inzet en inbreng van de jongeren zelf is een belangrijke voorwaarde. De jeugd moet geprikkeld (blijven)en geënthousiasmeerd worden om zelf initiatieven te bedenken en mee uit te voeren. Zo draagt ook deze belangrijke doelgroep haar steentje bij in de maatschappij (maatschappelijke participatie). Bekijken welke mogelijkheden er zijn wanneer de Maatschappelijke Stage (MaS) vervalt. De MaS biedt de mogelijkheid jongeren te laten proeven aan vrijwilligerswerk door inzet bij de JRW. Het belangrijkste doel is jongeren op deze manier te interesseren voor maatschappelijke onderwerpen. Wanneer de MaS verdwijnt, is het de verwachting dat minder jeugd de weg naar de JRW vindt. Veel leden zijn via de MaS lid geworden en gebleven. Het is dan ook belangrijk om met samenwerkingspartners te bespreken op welke manier er vorm gegeven kan worden aan de vrijwillige inzet van jongeren (bij de JRW, bij projecten en in het algemeen).

Samenwerking/

Gemeente Weert, Gemeenteraad, 5 mei comité, CJG en Voortgezet

Keten

Onderwijs


Uren 2013 Jongerenraad Weert TOTAAL


200 200

102 102



1.200 1.200

400 400


80 80

80 80

88



Let’s Move

WMO prestatieveld

Op preventie gerichte ondersteuning van jeugdigen met problemen met opgroeien en van ouders met problemen met opvoeden.

Doelstelling(en)

• • • • • • •

Coördineren van Let’s Move (activiteiten); Onderhouden van netwerken met partners (sportverenigingen,onderwijs, kinderopvang, gemeente, GGD e.d.); Uitvoeren van de buurtsportactiviteiten; Uitvoeren van de sportkennismakingsactiviteiten; Ondersteunen van sportverenigingen die een combinatiefunctionaris (willen) hebben; Wekelijks verzorgen van gymlessen op diverse basisscholen; Coördineren en begeleiden van de Let’s Move leerafdeling.

Indicator 2013:

Diensten

Werkelijk

boek

Aantal combinatiefunctionarissen bewegingsonderwijs

4

4

Aantal combinatiefunctionarissen buurtsport

1

1

Aantal combinatiefunctionarissen sport en activiteiten

6

6

Aantal buurtsportactiviteiten

250

254

Aantal Sport na School activiteiten

300

310

Aantal kinderen, die deelnemen per week

175

154

Aantal basisscholen die deelnemen aan de Nationale Sportweek

7

8

Aantal pakketten bewegingsonderwijs

13

13

Aantal pakketten beweegcoach

1

1

Aantal stagiaires aan wie een leerplek geboden wordt

25

55

Aantal verenigingen die ondersteund worden

7

7

Aantal uren dat wekelijks aan gymlessen verzorgd worden door vakleerkrachten L.O. op 7 verschillende basisscholen

35

42

Wekelijks uitvoering geven aan

Doelgroep/gebied

Kinderen en jongeren tot 19 jaar wonende of naar school gaand in de gemeente Weert.

Behaald resultaat

In totaal zijn er 254 buurtsport activiteiten en sport kennismakingsactiviteiten uitgevoerd: Sport Na School, Kidssportclub,

89


Urban Sport Tour Weert, Sport 4 All en Sport 4 girls. Binnen het naschoolse project Sport Na School is het gemiddeld aantal deelnemers per groep gestegen. In totaal vonden er 310 activiteiten plaats waar wekelijks 154 kinderen aan mee deden. Op 7 kindplaatsen na zitten alle groepen vol. Sport en bewegen, waaronder Sport na School, is vanaf het schooljaar 2013-2014 geïntegreerd in de Naschoolse arrangementen Markeent. Dit is een succes. Er is zelfs een tweede groep 3-8 gestart op basisschool Markeent. Ook bij brede school Aan de Bron is de animo groot. •

Bij diverse activiteiten vond samenwerking plaats met kinderopvang Humanitas onder andere in Stramproy en bij Aan de Bron.

•

Binnen het project Kidssportclub bleef het aantal activiteiten gelijk.

•

Mede door een verbeterd promotieplan/campagne is het deelnemersaantal van de Urban Sport Tour activiteiten afgelopen jaar flink gestegen. Zo zijn op Boshoven aantallen bereikt van 130 kinderen op een doordeweekse dag (donderdag van 15.30-17.30 uur)! In Altweerterheide kwamen zo’n 50-60 kinderen op de activiteiten af.

•

Bij Sport4All en Sport4girls waren gemiddeld 30 deelnemers.

•

De Nationale Sportweek(NSW) was in 2013 nog groter opgezet. 11 combinatiefunctionarissen en 70 studenten hebben zich bezig gehouden met de organisatie en uitvoering van de NSW 2013. Daarnaast is het aantal deelnemende scholen opnieuw gestegen: van 6 naar 8 scholen. Scholen hebben aangegeven zeer tevreden te zijn over de organisatie. Ze willen de samenwerking continueren. Ook met andere verenigingen en partners zoals GGD en Mediweert is tijdens de Nationale Sportweek goed samengewerkt. Een aantal verenigingen heeft ook extra activiteiten georganiseerd tijdens deze week zoals AV Weert en de natte sporten.

•

Naast inzet van Let’s Move bij de Nationale Sportweek is er een bijdrage geleverd aan diverse evenementen zoals Bevrijdingsdag en Dag van de Sport.

•

Bijna alle combinatiefunctionarissen van de sportverenigingen hebben nagenoeg alle gestelde doelen behaald. De samenwerking verloopt goed. De combinatiefunctionaris Volleybal is na acht maanden gestopt vanwege gebrek aan financiële middelen. De vereniging is positief over de achtergrond en het doel van de functie. Wanneer de financiën het toelaten, willen ze de inzet van de combinatiefunctionaris hervatten.

•

Binnen de leerafdeling hebben 55 PIO’s met diverse achtergronden hun stage afgerond. Naast de vaste samenwerkende opleidingen zoals het CIOS en de Fontys Sporthogeschool zijn er studenten geweest van de Hogeschool van Amsterdam, HEAO Sittard, Johan Cruijff academie en het Summa college Eindhoven.

•

Er is een aantal keer gesproken met de kinderopvang om de samenwerking en afstemming te verbeteren. Gekeken is naar hoe sport en bewegen geïntegreerd kunnen worden in het bestaande aanbod/programma van de kinderopvang. Ook bekendheid over en doorleiding van kinderen naar activiteiten van Let’s Move stond op de agenda.

•

Let’s Move heeft een bijdrage geleverd aan het platform “Weert in Beweging” door deelname aan diverse werkgroepen en uitvoering

90


van beleid. De werkgroep ‘Jeugd in Beweging’ heeft het gelijknamige project opgezet. Het doel van het project is onder andere het sportaanbod voor jeugd en jongeren meer onder de aandacht te brengen. Let’s Move verzorgt de coördinatie van zowel de werkgroep als het project. Een mooi resultaat is de subsidie toekenning voor dit project.


•

In 2013 mocht de gemeente Weert de erkenning ‘Sportgemeente van het jaar’ in ontvangst nemen. Let’s Move heeft hier een substantiële bijdrage aan geleverd door de inzet van combinatiefunctionarissen voor de doelgroepen jeugd en jongeren en het stimuleren van sport en bewegen onder alle doelgroepen.

•

Met het oog op continuering van Let’s Move zijn twee werkgroepen opgericht. Die houden zich bezig met enerzijds de combinatiefunctionarissen in het onderwijs en anderzijds combinatiefunctionarissen bij verenigingen. Zij ontwikkelen een toekomstvisie, waarbij ook de functies c.q. functie invulling en financiering onderwerpen/thema’s zijn.

•

Zowel vanuit Punt Welzijn in het algemeen als vanuit Let’s Move in het bijzonder is er een bijdrage geleverd aan het ontwikkelen van Sport en Beweegbeleid 2.0.

•

Op verzoek is een tussenrapportage gemaakt over de stand van zaken: “Let’s Move anno 2012”.

•

Het onderzoek van Kennispraktijk, een gerenommeerd bureau dat de inzet van combinatiefunctionarissen onderzoekt en aanbevelingen doet, is afgerond. Belangrijke aanbeveling is dat combinatiefunctionarissen meer ondernemerschap moeten ontwikkelen.

De voorgenomen activiteiten en inzet van combinatiefunctionarissen verloopt conform planning. Bij de combinatiefunctionarissen is zoals gezegd sprake van maximale inzet binnen de huidige financiële middelen en mogelijkheden. Het onderwijs is een belangrijke schakel. Het is belangrijk deze contacten goed te (onder)houden en daar waar nodig en mogelijk te intensiveren/versterken. Korte lijnen zijn belangrijk. Bekendheid met het aanbod en werkwijze zijn van belang. Combinatiefunctionarissen zijn niet ‘alleen maar’ vakleerkrachten, maar zij bieden en doen meer. De diverse buurtsportactiviteiten lopen goed. Met name op Brede School locaties en/of daar waar Naschoolse Arrangementen aangeboden worden is de animo voor Sport na School activiteiten groot. Er is op sommige plekken wel een verschuiving geweest ten aanzien van naschoolse en buurtactiviteiten. Er wordt gekeken wat op welke locatie het beste past. Wij onderzoeken de mogelijkheid of een nieuw concept rond samenwerking met combinatiefunctionarissen mogelijk is. Het opzetten c.q. het verbeteren van de contacten met de kinderen naschoolse opvang. De deelnemersaantallen in de kinderopvang lopen terug. Hierdoor is er minder financiële bestedingsruimte om de kinderen van de kinderopvang mee te laten doen aan bijvoorbeeld Sport na School. Toch is en blijft de kinderopvang een belangrijke samenwerkingspartner. Wij kijken naar kansen die er zijn voor samenwerking op andere plaatsen/locaties. Mogelijkheden bekijken om tijdens de Nationale Sportweek door verenigingen een groter naschools aanbod te creëren (bijvoorbeeld door open dagen of andere initiatieven).

91


Communicatie en PR blijven van groot belang. Het verbeteren en verbreden van communicatie en PR in algemene zin en van naschoolse projecten in het bijzonder, zijn aandachtspunten. Concreet wordt gedacht aan Social Media. Er wordt volop gewerkt aan een gezamenlijke visie op (de toekomst van) Let’s Move. Hieraan werken het onderwijs en sportverenigingen mee. Het is belangrijk dat aanbevelingen en aandachtspunten uit de diverse (werk)groepen, het onderzoek van Kennispraktijk, signalen van (beoogde) samenwerkingspartners en speerpunten van geformuleerd/vastgesteld beleid meegenomen worden. Wanneer dit afgerond is, kan een plan van aanpak worden gemaakt. Vanuit de coördinerende rol die Punt Welzijn vervult, is het van belang gezamenlijke bijeenkomsten te (blijven) organiseren waarbij de rollen en taken duidelijk worden gemaakt. Het verdient dan ook aanbeveling de werkwijze, de aanpak en opzet met de werkgroepen te continueren. Samenwerking/ Keten

Combinatiefunctionarissen, sportverenigingen, het Basis- en Voortgezet Onderwijs, het Jeugdsportfonds, de GGD, Centrum Management Weert, de Kinderopvang, Weerter Sportraad, Weert in Beweging, Jongerenwerk, opbouwwerk, diverse opleidingen, wijken dorpsraden;


Uitreiking sportgemeente van het jaar.

Uren 2013 Let’s Move Bewegingsonderwijs Sportvereniging TOTAAL



1.600 3.337 3.995 8.932

1.721 3.348 3.400 8.469



10.000 11.995

10.000 11.995

92


93


94



Netwerkoverleggen Jeugd en Onderwijs

WMO prestatieveld


Doelstelling(en)

• • •

Het vervullen van een brugfunctie tussen ketenpartners; Het bevorderen van samenwerking en afstemming met en tussen ketenpartners; Het uitwisselen van signalen en probleemsituaties met belanghebbenden.

Indicator 2013:

Diensten

Werkelijk

boek

Punt Welzijn neemt deel aan onderstaande overleggen en/of werkgroepen: Lokaal Educatieve Agenda (LEA), Regionaal OOGO-overleg jeugd 0-12 jaar, Overleg Centrum Jeugd en Gezin (CJG) 0-12 jaar, Overleg 1 Gezin 1 Plan, Samenwerkingsverband Click, Zorgoverleg (ZAT) 0-4 jaar, Brede scholenoverleg 0-12 jaar, Meldpunt Overlast Jeugd (MOJ) 12+, Signaleringsoverleg 12+, Zat 12+, Kwadrant, Philips van Horne en incidenteel het College, Werkgroep Jeugd en Veiligheid 12+ (wordt LEA werkgroep), Overleg ambtenaar Jeugdbeleid 12+. Doelgroep/gebied

Ketenpartners zijn o.a.: Centrum voor Jeugd en Gezin, Algemeen Maatschappelijk Werk, GGD, Basis- en Voortgezet Onderwijs, Kinderopvang, gemeente.

Behaald resultaat

Rond de Lokaal Educatieve Agenda zijn diverse werkgroepen ingesteld. Punt Welzijn heeft deelgenomen aan zowel de werkgroep Opgroeien en Opvoedondersteuning als Voor- en Vroegschoolse Educatie, Brede School en Dagarrangementen, Participatie Ouders en Kinderen en de ‘Gezonde en veilige school’. De frequentie van genoemde werkgroepen verschilt. Binnen de werkgroep Opgroeien en Opvoedondersteuning werd een enquête opgesteld, die uitgezet is bij de kinderopvang, het Basis- en Voortgezet Onderwijs om te inventariseren wat de behoefte is met betrekking tot deskundigheidsbevordering. Hieruit werd een plan van aanpak opgesteld en werden themabijeenkomsten georganiseerd voor de medewerkers. Bij het twee wekelijks overleg van de (keten)partners binnen het Centrum Jeugd en gezin is Punt Welzijn vertegenwoordigd. Vanuit onze expertise leveren we een zinvolle bijdrage aan de casuïstiek bespreking en blijven we op de hoogte van de laatste ontwikkelingen. Twee gezinnen zijn enkele malen besproken in het overleg 1 Gezin 1 plan. Hierbij worden gezinnen met meervoudige problematiek besproken om op die manier de beste/efficiëntste ondersteuning te kunnen bieden en om (de werkwijze met) de verschillende partners af

95


te stemmen. Bij alle vijf bijeenkomsten van het ZorgAdviesTeam (ZAT) 0 - 4 jaar was Punt Welzijn vertegenwoordigd. Het ZorgAdviesTeam (ZAT) 12+ is acht keer bezocht. Overigens is de werkgroep Jeugd en Veiligheid het afgelopen jaar gecombineerd met het ZAT. Verder zijn er verschillende werkgroepen binnen/vanuit het brede scholen overleg. Ook hier nemen we indien nodig/wenselijk aan deel. Het afgelopen jaar richtte zich dit voornamelijk op ‘beheer’ en ‘naschoolse arrangementen’. Het meldpunt overlast jeugd is belangrijk voor de jongerenwerkers. Vijf keer is dit overleg bezocht. Aan het signaleringsoverleg is tien maal deelgenomen. Conclusie / aanbevelingen

Samenwerking, afstemming en korte lijnen worden nog belangrijker. Daarom zijn er diverse aanpakken/initiatieven waar we aan deelnemen. Door in de praktijk elkaar op te zoeken, gericht samen te werken, ken je elkaar (elkaars werk/achtergrond/werkwijze), weet je elkaar beter te vinden, zoek je elkaar makkelijker op en groeit de samenwerking. Een voorbeeld zijn de 5 ronde tafelgesprekken, die met behulp van de methode 1 gezin 1 plan zijn georganiseerd. Deze meerwaarde wordt ook ervaren door deelname aan de werkgroep LEA. Vanuit het jongerenwerk is de ervaring eveneens, dat korte lijnen positief werken. Hoewel deelname aan overleggen en netwerken tijd kosten, worden zaken snel(ler) opgepakt en doorgepakt waar nodig. De samenwerkingsverbanden met ketenpartners bijvoorbeeld binnen het CJG en scholen kunnen nog meer versterkt worden, onder andere in verband met de transformatie Jeugdzorg. Dit biedt nieuwe kansen en mogelijk nieuwe diensten. Punt Welzijn wordt bij verschillende overlegsituaties ingeschakeld vanwege de signalen, die we organisatie breed (kunnen) oppakken. We hebben brede kennis van doelgroepen, deskundigheid rond het bereiken van moeilijk bereikbare groepen en een laagdrempelige ingang bij ouders, kinderen en jongeren. Overleg is vaak ook een onderdeel van de reguliere taakstelling en wordt als dusdanig onder het betreffende project verantwoord (in uren).

Samenwerking/ Keten

O.a.: Centrum voor Jeugd en Gezin, Algemeen Maatschappelijk Werk, Jeugd Gezondheidszorg, Politie; Gemeente, Vincent van Gogh Verslavingspreventie (VVGI), Geestelijke gezondheidsdienst (GGD), Basisonderwijs en Voortgezet Onderwijs, Leerplichtambtenaar, Bureau Jeugdzorg e.a.

Uren 2013


Netwerkoverleggen

480

259

TOTAAL

480

259

externe financiering Werkplan 2013



96



De Vraagwijzer / Welzijnsplein

WMO prestatieveld

3. Het geven van informatie, advies en cliëntenondersteuning

Doelstelling(en)

•

Burgers van Weert en netwerkpartners worden laagdrempelig en via alle mogelijke kanalen geïnformeerd over regelingen en voorzieningen binnen het Nederlandse zorgen welzijnsaanbod en in het bijzonder binnen de gemeente Weert;

•

Cliënten, eventueel samen met familie/netwerk, zijn na kortdurende ondersteuning, in staat zelfstandig hun weg te vinden binnen de veelheid aan regelingen en voorzieningen.

Indicator 2013:

Diensten

Werkelijk

boek

Doelgroep/gebied

Aantal dagdelen openstelling van De Vraagwijzer inclusief een avondopenstelling

10

10

Contactmomenten

3.000

4.303

Hulpvragen

3.500

5.142

Specialisten die werken op afspraak (inclusief huisbezoeken)

5

6

Huisbezoeken/keukentafelgesprekken

350

258

Ouderen die middels kortdurende ondersteuning begeleid worden door de (allochtone) ouderenadviseurs

50

41

Ouderen (>75 jaar) en nieuwe klanten voor de persoonsalarmering en de boodschappenplusbus, die door vrijwillige seniorvoorlichters thuis worden bezocht

175

184

Organiseren van Belastingspreekuur Nieuwe Stijl.

Elke 3 weken

< dan elke 3 weken

Alle burger van de gemeente Weert. (Allochtone) ouderen en hun familie/netwerk in de gemeente Weert waarbij sprake is van kwetsbaarheid op één of meerdere levensdomeinen.

Behaald resultaat

Bovengenoemde doelstellingen werden bereikt. De Vraagwijzer Het aantal contactmomenten en hulpvragen laten zien, dat mensen/burgers ons weten te vinden. Het voortdurend stijgend aantal hulpvragen en met name de complexiteit ervan, heeft de druk op het loket (frontoffice) verhoogd. Hier is aandacht voor. Om het proces van verandering in werkwijze en benadering en verdergaande professionalisering te blijven bewaken, vinden wekelijkse werkbesprekingen plaats. Hierdoor wordt voortdurend aan de kwaliteit en klantgerichtheid gewerkt. Het aantal contactmomenten/ondersteunde cliënten is stabiel/gelijk gebleven ten opzichte van 2012. Wel zien we dat per cliënt steeds meer

97


verschillende hulpvragen worden gesteld. Door de brede vraagverkenning en -verheldering worden per contact vaak verschillende onderwerpen besproken en meerdere vragen gesteld. Met dit aantal hulpvragen is de werkdruk aan het loket hoog. Kortdurende ondersteuning ten behoeve van ouderen versus korte contactmomenten De afname van trajecten ‘kortdurende ondersteuning’ en daarmee de toename van het aantal korte contactmomenten is een verschuiving die mede is ingezet door het appèl op eigen verantwoordelijkheid van de burger en nog meer inzetten op (interne) samenwerking. Dit komt tot uiting in het verminderde aantal huisbezoeken: 258 huisbezoeken. Hiervan hebben er 216 tijdens korte contactmomenten plaats gevonden en 42 binnen een traject ‘kortdurende ondersteuning’. In totaal zijn 41 ouderen in traject ‘kortdurende ondersteuning’ geholpen. Er zijn in 2013 14 nieuwe trajecten opgestart; de overige trajecten dateren nog uit 2011 en 2012. Belastingspreekuur Nieuwe Stijl De in 2013 ingezette wijziging, waarbij De Vraagwijzer ook de nietvakbondsleden ondersteunt én het appel op aanspreken van eigen mogelijkheden (in samenwerking met het eigen netwerk), hebben ertoe geleid dat een kleinere groep burgers gebruik heeft gemaakt van het Belastingspreekuur Nieuwe Stijl. In verband met dit aantal hulpvragen is een vervolgaanbod eens in de paar maanden voldoende gebleken. Vanuit het Belastingspreekuur Nieuwe Stijl zijn in maart 127 aangiftes ingevuld. Daarnaast zijn er nog 12 burgers in een tweemaandelijks spreekuur geholpen. Spreekuur Arbeidsmigranten Begin 2013 ging De Vraagwijzer in de avonduren open met een afsprakenspreekuur voor Arbeidsmigranten. Van dit spreekuur maakte minder arbeidsmigranten gebruik dan werd gedacht. Ook de hulpvragen van arbeidsmigranten verschillen nauwelijks van andere hulpvragen. Door steeds te zoeken naar de eigen kracht van de burger en zijn netwerk zien we dat ook de taalbarrière van arbeidsmigranten kan worden geslecht en dat inzet van een tolk op locatie niet perse noodzakelijk is. Dit specifieke spreekuur is vanaf 1 januari 2014 gestopt. De doelgroep bedienen we nu regulier. De Kanteling Er vindt intensieve samenwerking plaats in verband met het project De Kanteling. Er is een pilot geweest waarbij een Wmo-consulent samen met een ouderenadviseur het gesprek met de burger aanging. Daarnaast is een Wmo-consulent bij de wekelijkse werkbespreking aangeschoven om wederzijdse kennis en vaardigheden uit te wisselen. De keten van aanvraag Wmo-voorzieningen werd hierdoor beter inzichtelijk. Samenwerking Met vele ketenpartners wordt op diverse wijzen samen gewerkt. Zo zijn er diverse structurele overleggen met AMW en Casemanagers dementie. De samenwerking met MEE is geïntensiveerd en met de huisartsenpraktijken verbeterd. Er is er een eerstelijns bijeenkomst van zorgaanbieders, rondom kwetsbare ouderen geweest. Verknopen van kennis blijft een actueel thema voor en door vrijwillige en/of professionele organisaties. We blijven attenderen op domeinoverstijgend denken binnen cliëntsituaties. Integrale samenwerking met uitwisseling en afstemming is immers van belang in situaties waarbij

98


meerdere instanties zijn betrokken. Conclusie / aanbevelingen

Door de andere manier van werken, een andere benadering (brede vraagverkenning en –verheldering), komen meer vragen naar voren over diverse onderwerpen. Dit betekent niet alleen een toename van de druk op het loket (frontoffice), maar ook op afsprakenspreekuren van de cliëntadviseurs (back-office). Steeds vaker is er sprake van multiproblem situaties, die bemiddeling en afstemming met andere organisaties die bij het gezin betrokken zijn, vragen. Cliëntadviseurs bieden steeds vaker kortdurende ondersteuning aan. Dit vergt niet alleen een planmatige en methodische aanpak. Er dient tevens goed en kritisch gekeken te worden naar de taken voor het loket en de cliëntadviseurs, maar zeker ook naar de eigen kracht van de burger en zijn sociale netwerk. 2013 stond dan ook in het teken van verdergaande professionalisering van De Vraagwijzer, waarbij meer is ingezet op (interne) samenwerking, het gebruik maken van deskundigheid van specialisten in de backoffice en aandacht voor deskundigheidsbevordering. Op deze manier wordt zo doelmatig en efficiënt mogelijk gewerkt, waarbij ook rekening wordt gehouden met een andere manier van werken (Welzijn Nieuwe Stijl). De Kanteling en de samenwerking met de gemeente daagt ons niet alleen uit om een juiste methodiek te zoeken, maar ook te zorgen voor deskundigheidsbevordering en werkbegeleiding die een dergelijk complex veranderingsproces vergt. Uiteindelijk streven we naar een methodiek voor het voeren van de ‘keukentafelgesprekken’, die uniform door andere organisaties in Weert uitgevoerd gaat worden. Door diverse ingrepen op Rijksniveau (wegvallen UWV in Weert, wegvallen begeleiding bij zorg- zwaarte pakketten 1, 2 en 3 binnen de huidige AWBZ) en andere maatregelen, zien wij dat er een steeds grotere groep medeburgers in kwetsbare situaties komt. De Vraagwijzer fungeert voor deze groeiende groep als vangnet op het terrein van Informatie en Advies. Het groeiend aantal verwijzingen vanuit tweedelijns organisaties betekent een toename vanuit de doelgroep met een hogere zorgbehoefte inclusief een intensievere begeleiding. Dit vraagt om meer samenwerking en afstemming met deze organisaties. Eveneens daagt dit ons uit om samen met organisaties en de burger, in het kader van participatie, alternatieve mogelijkheden te zoeken en nieuw aanbod te creëren. Dit moet in gezamenlijkheid nader worden uitgewerkt en vraagt een grote inspanning. Onze ambitie is het doorontwikkelen van een voor de komende jaren bestendig loket tot een Welzijnsplein, waarbij De Vraagwijzer aan kan blijven sluiten bij de vragen uit en ontwikkelingen in de samenleving. Essentiële voorwaarden om een dergelijke doorontwikkeling te doen slagen zijn beschikbare tijd, middelen en menskracht. Belangrijke uitgangspunten hierbij zijn doelmatigheid, efficiëntie en onafhankelijkheid. Echter, doelmatigheid en efficiëntie zijn uitputtend. Onafhankelijkheid is van belang, zodat in gesprekken met cliënten de cliënt en zijn vraag centraal staat en waarbij het resultaat voor die cliënt telt (niet het aanbod of het organisatiebelang). Het komend jaar zal dan ook duidelijk dienen te maken of de doorontwikkeling van De Vraagwijzer tot een Welzijnsplein uitgewerkt kan worden.

Samenwerking/ Keten

AMW/De Wegwijzer, MEE, Kredietbank, UWV, Casemanager Dementie, PGW, CPM, Juridisch Loket, Anti Discriminatie Voorziening Limburg, CJG, Land van Horne, Groene Kruis, de gemeente Weert, Huisartsengroep Weert, Praktijkondersteuners, SJG, RcGGZ, fysio- en ergotherapeuten.

99



VRAAGWIJZER KORT Contacten

2011

2012

2013

Hulpvragen

3.411

4.140

4.303

3.778

4.782

Cliënten

5.142

1.638

1.626

1.593

Onderwerpen top 5

Aantal hulpvragen 2011

Aantal hulpvragen 2012

Aantal hulp-

1. Financiën (uitkeringen, soc. zekerheid, belastingen) 2. Gezondheid

963

2.375

2.542

410

960

1.056

3. Maatschappelijke organisaties (=consumentenzak en 4. Juridische kwesties 5. Huisvesting (wonen)

122

311

204

113

388

339

67

200

180

vragen 2013

Binnen het onderwerp ‘gezondheid’ worden ongeveer de helft vragen (549) rond AWBZ/Wmo, zorgverzekering gesteld.

Uren 2013 Vraagwijzerloket Cliënt en ouderenadviseurs Allochtone ouderenadviseurs Belastingspreekuur Nieuwe Stijl TOTAAL


1.809 3.925

2.711 4.179

288

238

6.022

7.128


639 807

1.446

675 956

1.675


4.100

4.000

500

525

4.600

4.525


800

500 500

800

1.000

100


De heer en mevrouw Janssen bij de ouderenadviseur Echtpaar Bep en Jan Janssen, beiden 72 jaar, kwam op advies van een kennis naar De Vraagwijzer. Aarzelend kwamen ze binnen. Aangezien mevrouw Janssen niet meer zo goed ter been is –‘verder gaat alles wel goed hoor’-, zouden ze een traplift willen aanvragen. Ze hadden gehoord, dat je voor dit soort vragen bij Punt Welzijn moet zijn. Omdat de loketmedewerkster het gevoel heeft, dat er misschien wel meer aan de hand is c.q. deze mensen meer ondersteuning kunnen gebruiken, maakt ze een afspraak op het spreekuur van de ouderenadviseur. Tijdens dit gesprek vertellen meneer en mevrouw Janssen over hun dagelijks leven: wat ze doen en ondernemen, hoe ze zichzelf verzorgen, welke behoeftes en interesses ze hadden en hebben. Ook geven ze aan, dat hun dochter hen helpt als dat nodig is (“maar ze kunnen alles gewoon nog zo veel mogelijk zelf, hoor”). Uit dit gesprek blijkt dat niet alleen Bep maar ook Jan door gezondheidsklachten veel moeite heeft om de trap op en af te lopen. Maar het beperkt zich niet alleen tot het traplopen. Hun gezondheid, het moeilijk kunnen lopen beperkt ze in hun dagelijks functioneren en in hun sociale contacten. Bij doorvragen blijkt, dat er ook vervoersproblemen zijn. Meneer Janssen kan niet meer zelf auto rijden. Mevrouw Janssen is al jaren afhankelijk van hem. Ze ondernemen af en toe samen iets, maar mevrouw geeft aan ook eens onder andere mensen te willen zijn. Graag zou ze zelf boodschappen doen in de buurtsupermarkt in de straat. Ze zouden het fijn vinden om af en toe ergens anders te winkelen, maar dat is al snel te ver weg. Wat persoonlijke verzorging betreft, blijkt dat meneer moeite heeft met staan bij het douchen en bang is om te vallen. De ouderenadviseur komt al snel tot de conclusie, dat er meer ondersteuning wenselijk en mogelijk is voor dit echtpaar. Zo kunnen we ervoor zorgen, dat ze zo lang mogelijk op een prettige manier zelfstandig kunnen blijven wonen en mee kunnen doen. De ouderenadviseur informeert het echtpaar over mogelijkheden met betrekking tot de Wmo-voorzieningen: over activiteiten voor daginvulling, de BoodschappenPlusBus, persoonsalarmering en persoonlijke verzorging. De heer en mevrouw Janssen gaan naar huis. Ze denken na over het prettige gesprek en bespreken het met hun dochter. Ze wisten niet, dat er zo veel dingen mogelijk zijn. Hoewel ze zo veel mogelijk zelf willen blijven doen, is de conclusie dat ze het zichzelf makkelijker èn leuker kunnen maken als ze op onderdelen ondersteuning vragen en mogelijkheden die er zijn benutten. Ze gaan dan ook samen met hun dochter terug naar de ouderenadviseur. Samen nemen ze het Wmo formulier, dat ze hebben meegekregen en ingevuld nogmaals door. Naast de zaken, die in het gesprek aan de orde zijn geweest, worden ook de regiotaxi en een douchezitje aangevraagd. Hulp bij het huishouden wordt niet aangevraagd omdat Bep dit nog zelf wilt blijven doen. Ze wil graag zo lang mogelijk, op eigen tempo bezig blijven in en om huis. Haar dochter helpt haar daarbij (mantelzorger). Meneer en mevrouw Janssen geven aan, dat ze goed geholpen zijn. Als ze in de toekomst nog andere vragen hebben, dan nemen ze contact op met de ouderenadviseur.

101


102



Vluchtelingenwerk

WMO prestatieveld

3. Het geven van informatie, advies en cliëntenondersteuning.

Doelstelling(en)

• •

Het begeleiden en ondersteunen van nieuwe medeburgers bij hun maatschappelijke en culturele integratie in de Nederlandse en Weerter samenleving; Het bevorderen van het geestelijk en maatschappelijk welzijn van vluchtelingen.

Indicator 2013:

Diensten

Werkelijk

boek

Werkdagen per week waarin spreekuren plaatsvinden met een open inloop voor hulp en advies op maatschappelijk, sociaal en juridisch gebied

3

3

Begeleiden nieuwkomers

20

38

Jaarlijkse activiteit organiseren ten behoeve van de ontmoeting en integratie van vluchtelingen

1

1

Aantal dagen per week, dat er taalbegeleiding gegeven wordt in de vorm van huiswerkbegeleiding, thema bespreking en praktijkbegeleiding

2

2

Doelgroep/gebied

Alle legale vluchtelingen in de gemeente Weert.

Behaald resultaat

Alle nieuwkomers, 38 in totaal, werden maatschappelijk begeleid. Dit houdt in dat ze uitleg kregen over het wonen/leven in Nederland en ondersteund werden bij het vinden van woonruimte, aanvragen van eerste uitkering en inrichtingsbudget, bijhouden van financiën, en dergelijke. 3 werkdagen per week vonden spreekuren plaats met open inloop Daarbij zijn in totaal 93 cliënten (inclusief gezinnen) ondersteund en er werden in 2013 in totaal 2.141 hulpvragen behandeld. De hulpvragen waren zeer divers. Een nieuw project werd gestart: het AOVW project (Administratie Ondersteuning voor Vluchtelingen in Weert). Een team van 6 vrijwilligers heeft ervoor gezorgd dat alle cliënten hun administratie op orde brachten in een klapper. Dit werkt prettig, zowel voor de cliënten als vrijwilligers. Deze werkwijze legt de eigen verantwoordelijkheid bij de cliënt neer. In 2013 is ook een project taalondersteuning opgestart;


Er zijn in 2013 meer nieuwkomers in Weert komen wonen. Door de (vaste) groep enthousiaste vrijwilligers was het mogelijk hen allemaal te ondersteunen/begeleiden. Ondersteuning van deze groep mensen is nodig omdat het nieuwkomers in hun eerste fase vaak aan financiële middelen ontbreekt en zij daardoor tegen de nodige problemen aanlopen.

103


De toestroom van nieuwkomers is ook de reden dat er meer hulpvragen zijn gesteld. Er is gekozen voor koppeling van het project AOVW aan het spreekuur, zodat de vrijwilligers cliënten beter van dienst konden zijn. Na 5 maanden waren alle cliënten voorzien van een klapper met daarin hun geordende administratie die zij vervolgens consequent meebrachten naar de spreekuren. Deze aanpak werkt positief en wordt dan ook zeker voortgezet. Wellicht kan een vergelijkbare methode toegepast worden om hen in andere domeinen zelfredzamer te maken. Zelfredzaamheid van vluchtelingen staat hoog in het vaandel. Het is zaak dat vrijwilligers hun kunde en kennis toepassen om cliënten te stimuleren zoveel mogelijk zelf te doen en eigen verantwoordelijkheid te nemen. Uiteraard mag hierbij niet worden vergeten dat er situaties zijn die zo complex zijn dat zij redelijkerwijs niet kunnen worden overgelaten aan de cliënt. In dergelijke gevallen zullen vrijwilligers zelf oplossingsgericht moeten werken en kunnen daarbij weliswaar de cliënt informeren over de te nemen stappen, maar deze kunnen niet aan hen worden toebedeeld. Het is belangrijk om de grens helder te formuleren waar de kracht van de vluchteling begint en waar deze eindigt. Een goede samenwerking tussen de gemeente, Vluchtelingenwerk en de Vraagwijzer is van belang om zoveel mogelijk strategieën op elkaar af te stemmen die gezamenlijk de zelfredzaamheid van vluchtelingen proberen te bevorderen. In 2013 besloot de Stichting Vluchtelingenwerk Weert zich op te heffen. Deze stichting voerde de hierboven genoemde werkzaamheden voor 2010 uit. Punt Welzijn heeft deze werkzaamheden overgenomen. De stichting is in stand gehouden omdat er door een nalatenschap vermogen beschikbaar was om ’bijzondere noden’ bij vluchtelingen te compenseren. In de loop van 2013 hebben wij met het bestuur van deze stichting concrete afspraken gemaakt over de inzet van deze middelen. Een reden voor het bestuur om het nog beschikbare vermogen aan onze organisatie voor dat doel over te dragen en de stichting op te heffen. Wij danken het bestuur en haar medewerkers van de voormalige Stichting Vluchtelingenwerk Weert voor hun jarenlange belangenloze inzet voor deze heel specifieke doelgroep. Samenwerking/ Keten

Gemeente Weert, Landelijk Bureau VluchtelingenWerk Nederland, IND, De Vraagwijzer, ambassades, advocaten, Algemeen Maatschappelijk Werk,

104



Uren 2013 Vluchtelingenwerk TOTAAL


839 839

947 947



4.000 4.000

4.200 4.200


400 400

400 400

105


106


Project Administratie Ondersteuning Vluchtelingen Er komt een vluchtelinge naar het spreekuur met een vraag over huurtoeslag. De desbetreffende begeleider (vrijwilliger) vraagt de cliënte om het huurcontract van haar woning, zodat hij de maandelijkse huurprijs kan bekijken. Hierop antwoordt de cliënte “Is thuis in zak”. De cliënte wordt hierop verzocht om de papieren thuis te gaan halen en terug te komen. Cliënte komt vervolgens terug met twee grote plastic zakken van de supermarkt waar alle papieren in zitten. In de plastic zakken zitten papieren gedateerd van ruim 1 jaar oud. Daarnaast wordt geconstateerd, dat er nog veel brieven ongeopend in de plastic zak zitten, die zij al weken eerder had ontvangen. Dit voorbeeld is geen uitzondering, maar illustreert op wat voor manier cliënten voorheen het spreekuur bezochten. Tijdens de opstart van het administratie project worden er afspraken gemaakt met cliënten om langs te komen. Al snel bleek, dat het maken van afspraken om het project uit te leggen en hier uitvoering aan te geven, geen succes was. Vluchtelingen kwamen helemaal niet opdagen of pas na meerdere malen aandringen. Zij vroegen zich af wat het nut was van een dergelijk project en zagen ook niet de noodzaak hiervan in. Vluchtelingenwerk daarentegen was van mening, dat een dergelijk project een goede bijdrage kon leveren aan de zelfstandigheid van de vluchteling. Hierop is besloten om het beleid ten aanzien van het project aan te passen. De vluchtelingen werden verplicht om hun klapper mee te nemen naar het spreekuur wanneer zij een hulpvraag hadden. Indien zij deze klapper niet bij zich hadden, werden zij verzocht deze thuis te gaan halen. In eerste instantie riep dit bij een aantal vluchtelingen weerstand op. Echter, naarmate de tijd vorderde en vluchtelingen onderling van elkaar zagen, dat zij de map netjes op orde hadden, werd deze weerstand minder. Sterker nog, vluchtelingen waren trots op hun eigen map en de eigen bijdrage die zij hieraan hadden geleverd. Zo kwam een vluchteling naar het spreekuur en vertelde: ‘Kom kijken naar mijn klapper, mooi hè? Ik heb zelf ook mee gedaan. Ik doe papier in klapper nu’. Op de vraag ‘Eerst was je hier niet zo blij mee, hè?’, antwoordde zij: ‘Nee niet blij, nu wel, mooi hè?’. Ze ontdekken, dat ze meer zelf kunnen. Op dit moment nemen de vluchtelingen hun klapper mee naar het spreekuur en worden zij daar waar nodig nog begeleid in het op orde houden van de klapper. Nieuwkomers krijgen bij aankomst in Weert meteen een klapper en worden begeleid door de spreekuurbegeleiders om hun administratie vanaf het begin te ordenen. Dit project is een voorbeeld waarin met weinig middelen toch mooie successen zijn bereikt. Niet alleen de vluchteling heeft er voordeel van. Wij, als vrijwilligers van vluchtelingenwerk, maar ook medewerkers van andere instanties kunnen hierdoor sneller en efficiënter werken.

107


108



Ondersteuning Zelforganisaties

WMO prestatieveld

3. Het geven van informatie, advies en cliëntondersteuning.

Doelstelling(en)

•

Het ondersteunen van de werkgroep Internationaal Kinderfestival (bij voorbereiding, uitvoering, administratieve en financiële zaken);

•

Op aanvraag ondersteunen en/of adviseren van (allochtone) zelf organisaties (reeds bestaand of in oprichting) met het uitgangspunt: vergroten/benadrukken van de zelfstandigheid;

•

Ondersteunen van het Cliënten Platform Minima (CPM) en het Platform Gehandicapten Weert (PGW);

•

Ondersteunen van de Stichting Dagopvang Weert;

•

Ondersteunen Lokaal Zorgvragers Overleg (LZO);

•

Ondersteunen seniorenverenigingen/ouderenafdelingen op aanvraag;

•

Ondersteunen van besturen seniorencomplexen en gemeenschappelijke ruimtes.

Indicator 2013:

Diensten

Werkelijk

boek

Aantal bijeenkomsten van de werkgroep Internationaal Kinderfestival

8

8

Aantal (allochtone) zelforganisaties die ondersteund worden

3

2

verzorging secretariaat

Ja

Ja

organisatie reguliere bijeenkomsten

10

11

organisatie thema-bijeenkomsten

8

7

organisatie studiedagen

2

1


Ja

Ja

redactie van het PGW nieuws

3

3

organisatie reguliere bijeenkomsten

6

11

organisatie achterbanbijeenkomsten

1

3

organisatie redactievergaderingen

6

6


Ja

Ja

bijhouden archief

Ja

Ja

organisatie van reguliere bijeenkomsten

5

6

organisatie bijeenkomsten van de signaleringscommissie

Ja

Ja

bijwonen van bijeenkomsten van het WmoPlatform

5

5

Bijwonen en ondersteunen van bijeenkomsten van de seniorenverenigingen

1

6

Cliënten Platform Minima:

Platform Gehandicapten Weert (PGW):

Lokaal Zorgvragersoverleg:

109


Bijwonen en ondersteunen van bijeenkomsten van besturen van de gemeenschappelijke ruimtes en seniorcomplexen Doelgroep/gebied

3

4

Allochtone zelforganisaties in Weert. Organisaties als PGW, CPM, LZO. Dit zijn vertegenwoordigers van mensen met een beperking en chronisch zieken, minima en andere zorgvragers; Stichting dagopvang. Zelfstandige besturen van seniorenverenigingen en seniorencomplexen.

Behaald resultaat

Zelforganisatie Minderheden: de werkgroep Internationaal Kinderfestival, bestaande uit tien leden, werd ondersteund met als resultaat een middagvullend programma in het Munttheater en op het Collegeplein. Met 250 deelnemende kinderen en ongeveer 1300 bezoekers een mooi evenement. De stichting Somalische Gemeenschap werd ondersteund bij het formeren van een bestuur en de voorbereiding van een aantal groepsbijeenkomsten. Hierbij werd samengewerkt met het Provinciaal Platform Minderheden. Cliëntenplatform Minima (CPM): ondersteuning gegeven conform afspraak. Naast het secretariaat lag de ondersteuning voornamelijk op facilitair, beleidsmatig en procesmatig vlak. Met een beperkt aantal leden heeft het CPM een belangrijke rol gehad in het nieuwe minimabeleid. Met name de invoering van een collectieve aanvullende zorgverzekering voor minima vroeg veel aandacht. Voor het eerst sinds de oprichting heeft het platform een klanttevredenheidsonderzoek laten uitvoeren onder cliënten van de afdeling Werk, Inkomen en Zorgverlening. Platform Gehandicapten Weert (PGW): ondersteuning gegeven volgens afspraak. Eind 2013 is op initiatief van het PGW de leidraad “Agenda 22 voor inclusief beleid in Weert” door de raad vastgesteld. Het platform heeft op het gebied van toegankelijkheid en bruikbaarheid veel werk verzet. In 2013 is speciaal ingezet op sporten met een beperking, de nieuwe website en de toegankelijkheid van (openbare) gebouwen in de gemeente Weert. Lokaal Zorgvragersoverleg (LZO): ondersteuning gegeven conform afspraak en geïnformeerd over nieuwe, actuele ontwikkelingen. Ondersteuning seniorenverenigingen: op aanvraag één jaarvergadering van één seniorenvereniging bijgewoond en ondersteund. Verder is er vijf keer aangesloten bij een bestuursvergadering van een seniorenvereniging met als doel afstemming inzet binnen de dienstencentra. Gemeenschappelijke ruimtes en seniorencomplexen: ook dit jaar zijn er verschillende vergaderingen met de besturen van de gemeenschappelijke ruimtes bezocht. Overleg met deze besturen heeft geresulteerd in een analysestuk van de situatie waaruit ook een heel andere vraag tot ondersteuning van deze besturen naar voren kwam. Er is op verzoek ondersteuning verleend aan het oprichten van bewonersinitiatieven bij de nieuwe seniorencomplexen.


Het Internationaal Kinderfestival brengt verschillende gemeenschappen via kinderen nader tot elkaar middels kunst en cultuur. Dit is en blijft

110


belangrijk. De aanbeveling is dan ook de ondersteuning van de werkgroep Internationaal Kinderfestival op dezelfde wijze voort blijven zetten. Het is mooi evenement voor Weert. Nu de gemeente voornemens is het Integratiebeleid af te schaffen, spreken enkele zelforganisaties hun zorg uit dat de specifieke problematiek van hun achterban niet meer gehoord zal worden. Hoewel Punt Welzijn voorstander is van het feit dat er gekeken dient te worden naar de maatschappelijke achterstand in plaats van etnische achtergrond zal de uitwerking van deze koerswijziging goed gevolgd moeten worden. Het blijft dan ook belangrijk ruimte te houden voor ‘zelforganisaties minderheden’. Vooraf is lastig in te schatten welke groep met welke vraag zal komen. In het kader van participatie door moeilijk te bereiken groepen blijft dit een belangrijk doel voor onze organisatie. De diverse platforms hebben een goed jaar achter de rug. Ook de ondersteuning (sinds afgelopen jaar onder de hoede van één en dezelfde medewerker) is prettig verlopen. De wijzigingen in het sociale domein vragen extra inzet en deskundigheid van de leden van de platforms: CPM, PGW en LZO. Vaak zijn het dezelfde mensen waar steeds een beroep op wordt gedaan. Het is moeilijk om meer (geschikte) leden te vinden. Er is met de platforms gesproken over een andere vorm van cliëntenparticipatie. In eerste instantie om te peilen of er voldoende commitment is. In 2014 zal dit verder uitgewerkt worden. Het afgelopen jaar is (opnieuw) gekeken naar en gesproken over de inzet van en taken voor de vrijwilligers en die van de professional. Gemeenschappelijke ruimtes en seniorencomplexen: de problematiek met betrekking tot de gemeenschappelijke ruimtes in seniorencomplexen vraagt extra aandacht. Er is ‘concurrentie’ van andere voorzieningen. Men heeft moeite de exploitatie rond te krijgen. De vragen, die gesteld worden vanuit de seniorencomplexen gaan over het inzichtelijk maken van juridische verantwoordelijkheden en financiële ondersteuning. Ook moeten afspraken geformaliseerd worden en is er behoefte aan een meerjarenplan voor de gemeenschappelijke ruimtes met speciale aandacht voor een rendabele exploitatie. Punt Welzijn zal in 2014 samen met de betrokken partijen bekijken hoe verder op deze vraag te anticiperen. Samenwerking/ Keten

Verscheidene (allochtone) zelforganisaties, werkgroep IKF, Gemeente Weert, Provinciaal Platform Minderheden, De Vraagwijzer, Senioren Koepel Weert, CPM, PGW, LZO en Wonen Limburg, Stichting dagopvang, diverse seniorenverenigingen en seniorencomplexen

Uren 2013 Zelforganisaties CPM/PGW LZO Dagopvang/ Seniorverenigingen Seniorencomplexen TOTAAL


150 296 100 81

164 303 60 80

40 667

123 772




625

625

111


112


113


114



Servicepunt Vrijwilligers

WMO prestatieveld

4. Ondersteunen van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties zodat zij in staat zijn zelfstandig hun doelen te bereiken.

Doelstelling(en)

• •

Het ondersteunen van vrijwilligers(organisaties); Het makelen tussen vraag en aanbod (bij voorkeur vanuit het informele netwerk). Daar waar een professionele ondersteuning is gewenst zal deze geboden worden.

Actief ondersteunen van iedere burger en organisatie, vereniging of bedrijf in onze maatschappij en specifiek voor vrijwilligers, leerlingen (in het kader van Maatschappelijke stage) en vrijwilligersorganisaties Onze taken zijn conform het gemeentelijke beleid: • Het bieden van ondersteuning aan…; • Het vinden en binden van vrijwilligers aan de vraag (makelen); • Het stimuleren van waardering van vrijwilligerswerk; • Het promoten van vrijwilligerswerk en het verbeteren van het imago. Indicator 2013:

Diensten

Werkelijk

boek

Doelgroep/gebied

Bijeenkomsten voor vrijwilligers met als doel ontmoeting en uitwisseling

2

1

Workshops of themabijeenkomsten

6

7

Nieuwsbrieven naar vrijwilligersorganisaties

2

2

Nieuwsbrieven naar contacten van de vacaturebank

2

5

Nieuwsbrieven naar contacten maatschappelijke stage

2

4

Tijdens kantooruren bereikbaar en open inloop, (tijdens schoolvakanties beperkte openingstijden)

Ja

Ja

Aantal dagdelen per week open inloop bij de Vrijwilligersvacaturebank (VVB)

4

4

Bemensing van vrijwilligers VVB

5

6/7

Aantal organisaties die ondersteund zijn met betrekking tot de werving van vrijwilligers.

20

32

Aantal bemiddelingssites van de VVB en de Jonge Vrijwilliger (DJV)

2

2

Iedere 2 maanden een ander promotiefilmpje op website

2

0

Promotie NL Doet

ja

Ja

Vrijwilligersorganisaties, vrijwilligers, potentiële vrijwilligers uit de regio Weert, bedrijven en overige organisaties

115


Behaald resultaat

Het Servicepunt Vrijwilligers is in 2013 op een andere manier gaan werken. De eerste periode is er veel tijd en aandacht uitgegaan naar/met communicatie over de nieuwe werkwijze. Zowel in workshops als nieuwsbrieven en websites is hier de nodige aandacht voor geweest. (geënt op specifieke doelgroepen) Een aantal workshops stonden -naast de aandacht voor de nieuwe werkwijze- in het teken van het vervolg op de maatschappelijke stage. Ook zijn er avonden georganiseerd met het thema sponsoractiviteiten en sponsoraanvragen. Dit naar aanleiding van een behoefte van vrijwilligersorganisaties. In de nieuwsbrieven werd informatie gegeven over de nieuwe ontwikkelingen en de dienstverlening gericht aan verschillende doelgroepen: vrijwilligersorganisaties, contacten van de vacaturebank en de Maatschappelijke Stage. Er zijn via de Vrijwilligersvacaturebank 27 organisaties ondersteund bij het opstellen van vacatures en het werven van vrijwilligers. Drie organisaties zijn middels een kort traject van maximaal 3 bijeenkomsten geholpen met hun concrete ondersteuningsvraag. De vragen hadden te maken met beleid en organisatie. Twee organisaties hebben ondersteuning gekregen via de inzet van stagiaires. Deze vragen hadden meer te maken met praktische zaken. Naast bovenstaande zaken heeft het Servicepunt Vrijwilligers in de Landelijke Week tegen de Eenzaamheid allerlei activiteiten georganiseerd met als belangrijkste doelen eenzaamheid onder de aandacht te brengen, dit onderwerp bespreekbaar te maken, mensen samen te brengen en nieuwe contacten te stimuleren. Het aantal vrijwilligers van activiteiten, die Punt Welzijn zelf organiseert nam in een jaar toe van 424 naar 460.


Het Servicepunt Vrijwilligers heeft een goed jaar achter de rug; dit ondanks de transitie waarin het Servicepunt zit en de afspraak de dienstverlening in 2013 op een lager pitje te zetten. Doordat de dienstverlening is doorgegaan zijn deze mooie resultaten bereikt. De nieuwe werkwijze, benadering en inhoud sluiten ook aan op de nieuwe manier van werken volgens Welzijn Nieuwe Stijl en de ambities van de gemeente Weert. Opvallend is dat de vrijwilligersorganisaties meer ondersteuning hebben gevraagd. De ondersteuningsvragen en -behoefte lagen op verschillende vlakken/onderdelen. Wij leveren maatwerk en komen daarmee tegemoet aan de diversiteit aan vragen/wensen/behoeften. De grotere vraag is waarschijnlijk te verklaren doordat men het Servicepunt Vrijwilligers steeds beter weet te vinden, maar ook door de veranderingen in de maatschappij. Omdat ondersteuning van vrijwilligersorganisaties een belangrijke taak is en blijft zijn alle vragenondanks het interne veranderingsproces afgehandeld. De ontwikkelingen in onze maatschappij leggen nog meer dan voorheen de verantwoordelijkheid bij de burger zelf, bij vrijwilligers en mantelzorgers. Ter ondersteuning van deze doelgroepen, blijven wij instrumenten aanbieden, die aansluiten bij dit uitgangspunt/deze doelstelling. Met de komst van de participatie maatschappij geldt “jong geleerd is

116


oud gedaan” nog nadrukkelijker dan ooit het geval is geweest. Jongeren dienen meer en meer bewust te worden dat vrijwilligerswerk (ook door hen) een wezenlijk onderdeel is binnen de maatschappij. Nu de maatschappelijke stage wellicht komt te vervallen, is het nog belangrijker jongeren al vroeg kennis te laten maken met vrijwilligerswerk. Het individualisme, dat de huidige samenleving typeert, zal dienen te veranderen in betrokkenheid. Investeren in jongeren en in organisaties die jongeren willen stimuleren tot het doen van vrijwilligerswerk is daarmee een aanbeveling. Het Servicepunt Vrijwilligers wil vrijwilligersorganisaties ondersteunen en stimuleren om meer met jongeren samen te werken. Het Servicepunt probeert de doelgroep jongeren te bereiken en te stimuleren via haar netwerk van scholen, jongerenwerkers en bekende jongeren. Dit laatste punt houdt ook verband met het makelen tussen/van vraag en aanbod (bij voorkeur vanuit het informele netwerk. Een taak voor het Servicepunt die belangrijk is en blijft. In deze tijd blijven promotie van vrijwilligerswerk en aandacht voor het stimuleren van waardering van vrijwilligers uiteraard belangrijke zaken. Voor 2014 voortzetten van de ingeslagen weg, waarbij communicatie ((middelen), zoals genoemde nieuwsbrieven, thema- avonden en (op vraag) gerichte ondersteuning) belangrijk zijn. Speciale aandacht voor promotie van de nieuwe website. Deze geeft vorm en inhoud aan het sociaal makelaarschap. Via deze site worden de taken/functies van het Servicepunt zoals bemiddelen, kennis delen, maatschappelijk betrokken ondernemen en ook projecten zoals de verschillende maatjesprojecten met elkaar verbonden. Dit is ‘klantvriendelijker’, overzichtelijker en daardoor werkt het efficiënter. Samenwerking/ keten

Overige info

Gemeente Weert, bedrijven, scholen Voortgezet Onderwijs en (vrijwilligers)organisaties. Het potentieel aan vrijwilligers moet breder benaderd worden. Burgers krijgen er steeds meer (zorg)taken bij. Taken, die van hun eigen omgeving gevraagd worden. Voor vrijwilligersorganisaties is het vinden van vrijwilligers nog lastiger dan nu al het geval is. Dit gegeven pleit ervoor dat er een breder potentieel aangeboord dient te worden. Het doen van vrijwilligerswerk zal een andere status moeten gaan krijgen. Het traditionele werven van vrijwilligers geeft onvoldoende resultaat. Andere vormen van vrijwilligerswerk werken wij uit, bijvoorbeeld vrijwilligerswerk als uitje aanbieden voor collega’s, gezinnen en vriendengroepen. Daarnaast zien wij een trend dat functies (bijvoorbeeld penningmeester) opgeknipt worden in taken (bijvoorbeeld administratie voeren van een specifiek project).

Uren 2013 Ondersteuning vrijwilligers-organisaties De Jonge Vrijwilliger/MAS TOTAAL

uren beroeps werkplan

Externe financiering

2013

2.099

2.242

975

545

3.074

2.787

werkplan

2013

uren vrijwilligers werkplan

2013

uren stage PIO werkplan

2013

120

1.327

500

120

1.327

500

117


118


119


120



Mantelzorgondersteuning

WMO prestatieveld

4. Het ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers.

Doelstelling(en)

•

Mantelzorgers worden concreet ondersteund bij hun hulpvragen;

•

Door het inzetten van preventieve maatregelen worden vroegtijdig -soms nog voordat de mantelzorger het zelf weet- signalen van een dreigende overbelasting opgepakt en verminderd;

•

Begeleiden en werven van nieuwe mantelzorg-vrijwilligers voor verschillende activiteiten (o.a. respijtzorg);

•

Ondersteunen van vrijwilligers binnen de één voor één projecten.

Indicator 2013:

Diensten

Werkelijk

boek

Aantal loketten voor alle zorgvragers, respijtzorgers en mantelzorgers

1

1

Contactmomenten (persoonlijk, telefonisch, digitaal)

150

149

Hulpvragen

175

274

Voorlichtingsbijeenkomsten voor mantelzorgers

5

15

Themabijeenkomsten voor vrijwilligers

2

2

Actieve en geschoolde dementievrijwilligers

5

10

Vrijwillige respijtzorgers die worden begeleid

40

44

Aantal malen dat nieuwsbrief verspreid wordt

2

1

Vrijwillige coördinatoren die worden begeleid en ondersteund

5

3

Organiseren van activiteiten rondom de Dag van de Mantelzorg

1

2

Doelgroep/gebied

Mantelzorgers en (potentiële) vrijwilligers in de gemeente en uit de regio Weert.

Behaald resultaat

Ondersteuning van mantelzorgers is onderdeel geworden van de integrale dienstverlening van De Vraagwijzer. Door verbreding van deskundigheid binnen het Vraagwijzerteam kunnen mantelzorgers voor informatie en ondersteuning ook terecht bij de ouderenadviseurs en medewerkers van het loket. Alleen waar meer tijd of expertise gevraagd wordt, vindt doorwijzing plaats naar de mantelzorgadviseur. Het gaat daarbij vaak om meervoudige hulpvragen of (dreigende) overbelasting. Naast de ondersteuning vanuit het Vraagwijzerteam, werd door ‘ÉÉN voor ÉÉN’ ondersteuning/respijtzorg geboden in de thuissituatie. Er hebben in totaal 149 contactmomenten plaats gevonden, waarvan 68 met de mantelzorgadviseur. Mantelzorgers hebben in totaal 274

121


hulpvragen gesteld; met betrekking tot de onderwerpen mantelzorgondersteuning, de mogelijkheden tot respijtzorg en het inzetten van vrijwilligers als maatje. Er hebben 115 voorlichtingsmomenten plaats gevonden. Dit is gepresenteerd aan diverse doelgroepen, zoals de KBO Laar, het Longpunt, de Protestantse gemeenschap en in samenwerking met het Land van Horne aan de burgers in de wijken Keent en Centrum. De samenwerking met Harmonie St. Joseph Weert-Zuid is in 2013 voortgezet, waardoor er 2 activiteiten rondom de Dag van de Mantelzorg hebben plaats gevonden. 270 mensen hebben op 10 november, de Dag van de Mantelzorg, een attentie ontvangen. Deze attenties zijn door 20 vrijwilligers bezorgd. Op 8 december hebben 225 mantelzorgers het spektakelconcert in het Munttheater bezocht. Er zijn 3 vrijwillige coördinatoren mantel- en respijtzorg actief. Uit de opgedane ervaring blijkt dit aantal voldoende te zijn. Vandaar dat ook niet actief geworven is voor extra coördinatoren. Op de landelijke Dag van de Mantelzorg is de 1e nieuwsbrief uitgebracht. Het is bij 1 uitgave gebleven. Het voornemen is om deze nieuwsbrief met een oplage van 3x per jaar, digitaal, uit te gaan brengen. Overige behaalde resultaten: Er is op Weert TV één consumentenitem met als onderwerp mantelzorgondersteuning en respijtzorg uitgezonden. Ook heeft er een behoefte onderzoek naar ontmoetingsbijeenkomsten voor mantelzorgers plaats gevonden. Er zijn 4 mantelzorgers bereid gevonden om mee te denken over deze bijeenkomsten. Coöperatie Isidorus-Nederpeel heeft een benefietvoorstelling georganiseerd in het kader van hun 100-jarig bestaan. De opbrengst hiervan, € 9.847,50, is geschonken aan de organisatie van de Dag van de Mantelzorg 2014 en 2015. Vanwege de grote vraag naar respijtzorg en inzet van een maatje zijn er in 2013 zes stagiaires ingezet om het tekort aan vrijwilligers gedeeltelijk op te vangen. Zij bieden gezelschap en begeleiding. In november 2013 heeft Punt Welzijn de erkenning gekregen voor mantelzorgvriendelijke organisatie. Hierin hebben we een voorbeeldfunctie. Deze willen we uitdragen om zo het onderwerp werk en mantelzorg beter bespreekbaar te maken bij zowel werkgevers als werknemers. Conclusie / aanbevelingen

De integrale dienstverlening binnen De Vraagwijzer werkt zowel voor mantelzorgers als medewerkers positief, waardoor er meer vragen beantwoord zijn. Ook de ondersteuning/respijtzorg vanuit ÉÉN voor ÉÉN is als positief ervaren en zal op deze manier worden voortgezet. In 2013 is het aanbod van maatjesinitiatieven binnen Punt Welzijn gegroeid. Tussen deze projecten is er zoveel mogelijk samenwerking gezocht. Ook zijn zaken op elkaar afgestemd. Zo zijn er uniforme formulieren, handboeken etc. opgesteld. Het doel hiervan is om efficiënter te werken, vrijwilligers beter te kunnen ondersteunen (door onder andere meer deskundigheidsbevordering en intervisie aan te

122


kunnen bieden) en vrijwilligers en hulpvragers een breder aanbod te kunnen bieden. De inzet van stagiairs bij/voor respijtzorg wordt door de hulpvragers en stagiaires als prettig en leerzaam ervaren en zal ook komend jaar worden voortgezet. Vanwege de vraag naar collectieve ontmoetingsbijeenkomsten met als doel lotgenotencontact, ontspanning en informatievoorziening zal er begin 2014 met de mantelzorgers -die bereid zijn gevonden om mee te denken- gezamenlijk bekeken worden, hoe deze bijeenkomsten in 2014 georganiseerd kunnen worden. Door “De Kanteling” en de decentralisatie van de AWBZ wordt de inzet van het eigen netwerk steeds belangrijker. Dit kan leiden tot overbelasting van mantelzorgers en mogelijk zelfs tot ontsporing van gedrag en adequate zorg (de zogehete “ontspoorde zorg”). Samenwerking met netwerkpartners is belangrijk om eventuele (dreigende) overbelasting tijdig en integraal op te kunnen pakken. Daarnaast is aandacht nodig voor sociale veiligheid van mantelzorgers en vrijwilligers in situaties van mogelijke agressie, bijvoorbeeld verbaal of fysiek geweld ten gevolge van dementie of bij overbelaste mantelzorgsituaties. Samenwerking/ Keten

Huisartsengroep Weert, praktijkondersteuners, casemanagers dementie, GGZ, transferverpleegkundigen van het ziekenhuis, fysio- en ergotherapeuten, AMW, MEE, Kredietbank, PGW, Juridisch Loket, Anti Discriminatie Voorziening Limburg, CJG, Land van Horne, thuiszorgorganisaties, gemeente Weert (o.a. de sociale dienst), UWV, POVL, NOV, Movisie. Mezzo, PML


Uren 2013 Mantelzorgadviseur ÉÉn voor ÉÉN TOTAAL


150 250 400

259 250 509



2.500 2.500

4.896 4.896


300 400 700

408 384 792

123


124


Nathalie, een fantastische ervaring en een groot geschenk voor mij Bij de eerste kennismaking een jaar geleden voelde ik mij heel vreemd. Ik had geen flauw idee hoe ik Nathalie zou kunnen helpen. Ook mijn diploma en een hoop levenservaring, gaven mij geen beter gevoel. Nathalie straalde geen hulpbehoevendheid uit; echter iets in haar ogen en in haar gezichtsuitdrukking liet mij twijfelen. Zo liet ik mijn voelsprieten voorzichtig tastend het werk doen. Ik luisterde goed. Bij onze tweede afspraak vertelde Nathalie mij over de problemen met haar twee puber kinderen. Ik ondersteunde Nathalie met tips uit mijn eigen ervaring met mijn hevig puberende zoon. Mijn tips waren een schot in de roos en zo groeide het vertrouwen. Gewoonlijk begonnen wij onze afspraak met een kopje koffie en bespraken wij de belevenissen van de laatste week. Daarna gingen wij een ontspannen wandeling maken. Tijdens een van deze wandelingen merkte ik op, dat in Nathalie’s verhalen over haar familie veel pijn lag. Tijdens deze vele gesprekken en wandelingen bouwde zich een beeld van een diep gekwetste en beschadigde persoon op, die het vertrouwen in zichzelf en de mensen om haar heen, voor een groot deel verloren had. Maar ook een beeld van iemand, die toch ondanks alles met alle kracht probeerde het hoofd boven water te houden. Zo gaf ik Nathalie de veiligheid en mogelijkheid om alle pijn, verdriet, frustratie, woede en teleurstelling te aanschouwen, opnieuw te herleven, te voelen en op laatst te vergeven en los te laten. Ik mocht ontdekken, dat onder al die pijn een bijzonder moedig mens verborgen lag. In al die tijd met heel veel moeilijke momenten heeft Nathalie niet 1 keer een tip of voorstel van mij opzij geschoven. Soms moesten wij de voorstellen wat aanpassen of had ze zelf al een goed werkende verandering toegepast. Bijna iedere week was er een verrassend resultaat. Nathalie werd zich voor 100% ervan bewust, dat zij verantwoordelijk is voor haar leven en dat van haar kinderen. Ze draagt deze verantwoordelijkheid met grote kracht. Ik heb Nathalie geholpen te ontdekken, dat er voor alle problemen een oplossing is en als nodig, hulp ingeroepen moet worden. Sinds 1 jaar ben ik nu vrijwilliger bij Nathalie en als wij onze afspraak hebben, dan zie ik nu een persoon met een andere houding en uitstraling vol zelfvertrouwen en levensmoed. Wat ik zie, vervult mij met dankbaarheid en diepe vreugde. Het is fijn, dat ik bijgedragen heb aan deze verandering. Het was een jaar met veel verrassende draaiingen en wendingen, maar met het mooie resultaat dat een waardevol mens als volwaardig lid in deze maatschappij teruggekeerd is. Het gaf en geeft dan ook veel voldoening dat ik daar een bijdrage aan mocht leveren.

Vrijwilliger Maatjesproject Punt Welzijn De naam van Nathalie is gefingeerd.

125


126



Zelfstandig wonen en sociale contacten

WMO prestatieveld

5. Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem.

Doelstelling(en)

•

Kwetsbare burgers in staat stellen hun zelfstandigheid te behouden en/of te vergroten middels aanbod van activiteiten en diensten;

•

Het verminderen van eenzaamheidsgevoel en sociaal isolement bij kwetsbare burgers door middel van het aanbieden van activiteiten en ontmoetingsmogelijkheden;

•

Het exploiteren van de ontmoetingscentra De Roos en het Trefcentrum Stramproy.

Indicator 2013:

Diensten

Werkelijk

Boek

Leners die gebruik maken van Boek aan Huis

32

30

Mensen die gebruik maken van persoonsalarmering

420

476

Kwetsbare burgers die wekelijks boodschappen doen met de BoodschappenPlusBussen

36

40

Organiseren van uitstapjes per maand met de BoodschappenPlusBussen

2

2

Deelnemers die in De Roos en het Trefcentrum Stramproy computercursussen volgen

250

231

Aantal computercursussen in De Roos en het Trefcentrum

10

18

Deelnemers aan educatieve activiteiten gericht op het vergroten van zelfstandigheid

50

50

Ontwikkelen van nieuwe activiteiten met een specifieke insteek naar sociaal isolement en/of eenzaamheid

2

3

Aantal mensen, die via een maatje begeleid worden in hun sociale contacten bij de centra

10

14

Aantal dagen, dat de ontmoetingscentra zijn geopend met inzet van vrijwilligers

5 tot 7

5 tot 7

300

310

Aantal bezoekers gemiddeld per dag Aantal eenzame ouderen die deelnemen aan een zomer- en weekendprogramma

120 50

50

127


Aantal dagen dat eetpunt Stramproy geopend is

7

7

Doelgroep/gebied

Mensen met een hulpvraag of (zorg)behoefte; voornamelijk 55plussers, vereenzaamden, mensen met een chronische ziekte of een beperking uit de gemeente Weert, die om welke reden dan ook ondersteuning nodig hebben.

Behaald resultaat

Boek aan huis heeft een stabiel aantal gebruikers. Persoonsalarmering: in 2013 hebben totaal 476 personen deelgenomen, ondanks meer afmeldingen en minder aanmeldingen in de tweede helft van het jaar. 20 personen die al jaren gebruik maakten van alarmopvolging door de thuiszorg hebben na overleg alarmopvolging gevonden in het eigen netwerk. Aanvullend op de eigen storingsdienst tijdens kantooruren is het gelukt om in samenwerking met een Weerter installatiebedrijf een 24-uurs storingsdienst op te zetten. Boodschappenplusbus (BPB) De groep mensen die deelneemt aan de BPB boodschappendienst blijft stabiel. In totaal doen er per week gemiddeld 40 ouderen mee. Naast de ‘reguliere’ inzet van de BoodschappenPlusBus is er in 2013 een permanente rit bij gekomen. Ouderen uit Tungelroy worden wekelijks naar het Trefcentrum in Stramproy gebracht. Ze nemen daar deel aan de 55+ activiteit. Het streven naar 2 reisjes per maand (bijvoorbeeld bezoek aan streekmuseum De Locht of de IKEA) is ook behaald. Hier doen gemiddeld 7 à 8 deelnemers per uitstap aan mee. Naast de 2 uitstapjes per maand is door extra inzet van een vrijwilliger ook deelgenomen aan de museum Plusbus. Een mooie uitstap naar het Kröller Muller museum op de Veluwe. Openstelling ontmoetingscentra (De Roos en het Trefcentrum) 120 trouwe bezoekers nemen (dagelijks) deel aan 1 of meerdere structurele activiteiten binnen de ontmoetingscentra (De Roos en het Trefcentrum). 240 eigen vrijwilligers en 70 vrijwilligers van gebruikersgroepen zorgen dagelijks voor een warm onthaal en goed verloop van de activiteiten. Door verhuringen vinden in de dienstencentra ook andere activiteiten plaats, zoals bridgen, Meer Bewegen voor Ouderen (Mbv0), yoga, activiteiten door stichting Dagopvang en een pedicure. Het eetpunt Stramproy is alle dagen open. Gemiddeld schuiven een 35 mensen aan voor de warme maaltijd. Computerlessen In De Roos en het Trefcentrum, zijn 231 deelnemers gestart met een cursus. 224 cursisten hebben een certificaat ontvangen voor één van de 18 aangeboden computercursussen/workshops. Er was duidelijk minder animo voor de basiscursussen en meer belangstelling voor de kortdurende cursussen/workshops. Educatieve activiteiten Er zijn diverse activiteiten georganiseerd die de zelfstandigheid van ouderen kunnen/moeten vergroten. Deze activiteiten zijn vooral gericht op voorlichting over de oude dag voorzieningen. Eenzaamheid

128


Er zijn diverse nieuwe activiteiten ontwikkeld waarbij aandacht is voor het voorkomen van sociaal isolement en/of eenzaamheid. Zo heeft Punt Welzijn deelgenomen aan de ‘Week tegen eenzaamheid’ en zijn de projecten ‘Bewegen op Maat’ en ‘Nieuwe Vrienden Maken’ opgezet. Conclusie / aanbevelingen

Door de exploitatie van ontmoetingscentra De Roos en het Trefcentrum in Stramproy en de inzet van een groot aantal vrijwilligers is en blijft het mogelijk om kwetsbare burgers mee te laten doen. Ze kunnen meedoen aan een divers aanbod van activiteiten en gebruik maken van voorzieningen, die ervoor zorgen dat ze zo lang mogelijk zelfstandig en zelfredzaam zijn en blijven. De genoemde activiteiten en voorzieningen, zoals Boek aan Huis, Persoonsalarmering, BoodschappenPlusBus, diverse cursussen en activiteiten, bieden ook ontmoetingsmogelijkheden voor ouderen, waardoor eenzaamheidsgevoelens en sociaal isolement voorkomen worden. Het open houden van de centra op zich is al een activiteit. Gastheerschap, verschaffen van informatie, administratie, beheer en onderhoud van het gebouw zijn voorbeelden van de diversiteit aan taken. De coördinatie van de huidige vrijwilligers (van de ontmoetingscentra) vergde meer inzet dan gepland. Dit had enerzijds te maken met het veranderingsproces om de ontmoetingscentra anders vorm te geven (meer zelfredzaamheid, eigen verantwoordelijkheid en een betere dienstverlening). Dit veranderingsproces heeft tijd nodig, zowel voor de vrijwilligers als voor de huidige professionals. Het vereist een andere houding en vaardigheden. De komende periode krijgt de verandering verder vorm. Anderzijds is er een terugloop van vrijwilligers binnen de centra te constateren, die overigens bij alle projecten te zien is. De terugloop van vrijwilligers is veelal te wijten aan de verdergaande vergrijzing van het huidige vrijwilligersbestand. In samenwerking met het Servicepunt Vrijwilligers zal in 2014 onderzocht worden hoe er meer vrijwilligers kunnen worden geworven. Het is een feit, dat ook in 2013 mede door de inzet van een groot aantal vrijwilligers bovenstaande resultaten behaald zijn. Persoonsalarmering De terugloop in het aantal deelnemers in de tweede helft van het jaar heeft te maken met de opening van Wozoco Hushoven, de aanbieding van alarmering door de thuiszorgaanbieders en nieuwe technieken die het traditionele alarmapparaat vervangen. Een terugloop, die we ook begin 2014 constateren. Toch blijft sociale alarmering met aansluiting op een alarmcentrale voor veel ouderen het vertrouwd en gemakkelijk. Wij onderzoeken momenteel of het mogelijk is om met gebruik van nieuwe media een alternatief te ontwikkelen voor ons analoge alarmeringssysteem en de sleutelkastjes. Er werd gestreefd om de alarmopvolging zoveel mogelijk uit te laten voeren door mensen uit het eigen sociale netwerk. Voor wie echt geen mensen in de eigen omgeving heeft, blijft het mogelijk om gebruik te maken van de thuiszorg. Hierover zijn afspraken gemaakt met de thuiszorgaanbieders. Computerlessen De Roos en het Trefcentrum zijn beide leercentrum van het landelijk bekende SeniorWeb. In kleine groepen, maximaal 6 cursisten en 2 ervaren computerdocenten was er sprake van maatwerk. Er was zoals verwacht, een terugloop in het aantal deelnemers, omdat steeds meer

129


mensen kunnen omgaan met de computer. In tegenstelling tot de basiscursussen, blijkt voor het nieuwe aanbod cursussen en workshops –bijvoorbeeld het gebruik van een tablet- ruime belangstelling te zijn. Zoals voor alle activiteiten, geldt ook voor de computerlessen, dat gestreefd wordt naar een vraaggericht en actueel cursusaanbod. Er wordt samengewerkt met computercursussen in het Keenter hart. Samenwerking ketenpartners De samenwerking tussen partners in de zorg en Punt Welzijn in het kader van integratie van activiteiten, heeft nog niet tot het gewenste resultaat geleid. In 2014 blijven we in het kader van de kanteling van AWBZ naar WMO zoeken naar mogelijkheden om cliënten van ketenpartners nog meer te betrekken bij activiteiten. Zo kunnen de ontmoetingscentra ook voor deze doelgroepen een vaste dagactiviteit worden/zijn. Het veranderingstraject binnen de centra is daarvan een onderdeel. Samenwerking/ keten

De Vraagwijzer, thuiszorgaanbieders, aanbieders persoonsalarmering regio, zorgcentrales, woningcorporaties, SeniorWeb, Rabobank, Keenter hart, buurtcentrum Moesel, diverse zorgorganisaties en partners binnen het Wonen, Welzijn, zorg overleg

Uren 2013 De Roos Weert Trefcentrum Stramproy BoodschappenPlusBus Persoonsalarmering Maatjesproject Computercursussen Eetpunten Boek aan Huis Nieuwe vrienden maken TOTAAL

Uren beroeps werkplan 2013

851 450 88 106 88 45 150 0 2.178


1.167 496 58 121 94 58 117 18 2.129

300


24.750 5.900 300 5.400 1.000 5.000

400 400

1.235 1.535

42.350

20.016 5.271 390 4.355 1.660 4.320 4.650 685 170 41.517


500 500

835 150

1.040 2.025

130


131


132


Dienstenkaart jaarverslag 2013 Dienstnaam WMO prestatieveld

Doelstelling(en)

Bewegen op Maat 4. Het ondersteunen van vrijwilligers en mantelzorgers. 5. Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem. • •

Het bevorderen van de sociale fitheid bij ouderen middels een beweegprogramma, dat wordt uitgevoerd door vrijwillige beweegmaatjes; Na aanbieden van het beweegprogramma de senioren doorgeleiden en begeleiden naar reguliere activiteiten.

Indicator 2013:

Diensten

Werkelijk

boek

Doelgroep/gebied

Ontwikkelen van een beweegprogramma

1

1

Ontwikkelen van een handboek

1

1

Opleiden van vrijwilligers tot vrijwillig beweegmaatje

10

16

Ouderen die meedoen aan de pilot

20

15

Het project richt zich op inactieve ouderen, vrijwilligers en mantelzorgers woonachtig in Weert en netwerkpartners.

Behaald resultaat

Tijdens een werkconferentie in het voorjaar van 2013 zijn het beweegprogramma en handboek voor vrijwilligers gepresenteerd. Zo’n 25 organisaties waren hierbij aanwezig. De aanwezige netwerkpartners waren en zijn zo enthousiast over het project, zodat deze allemaal bereid waren een samenwerkingsconvenant te ondertekenen. In dit convenant geven de organisaties aan dat zij achter de uitgangspunten van ‘Bewegen op Maat’ staan en dat zij zich sterk willen maken voor de implementatie hiervan in Weert. •

Een van de pijlers, die tijdens de conferentie naar voren kwam, was het borgen van de kwaliteit en het op een juiste manier omgaan met een kwetsbare groep senioren. Hier voorziet het handboek in. Er is daarom zeer zorgvuldig gekeken naar het ontwikkelen van een goed beweegprogramma en het daarbij behorende handboek voor de vrijwilliger. Om hier nog beter op in te kunnen spelen, is ook een instructie DVD gemaakt. Daarnaast zijn enkele basiscursussen doorontwikkeld tot een interactieve cursus, die via e-learning wordt aangeboden. Het doel is vrijwilligers een stuk basiskennis te geven door een cursus Anatomie, Fysiologie en Trainingsleer.

•

Onder alle deelnemers wordt onderzoek gedaan met een 0 en een 1-meting. De uitkomst daarvan was, dat eenzaamheidsgevoelens bij allen waren afgenomen en dat iedereen zich fysiek beter voelde.

•

Om doorleiding naar reguliere activiteiten te optimaliseren wordt

133


per wijk een inventarisatie gedaan van de activiteiten die aansluiten op de (wensen/behoeften/mogelijkheden van de) doelgroep


•

Tijdens het symposium voor professionals, georganiseerd door HAGRO en Punt Welzijn op 28 augustus 2013 is ruim aandacht geweest en een workshop georganiseerd over Bewegen op Maat.

•

Tijdens de landelijke Week tegen Eenzaamheid (27 september - 5 oktober 2013) is er in Weert intensief aandacht geschonken aan het thema Eenzaamheid. Zo is er ook weer aandacht en promotie geweest voor Bewegen op Maat.

•

Olga Commandeur (voormalig topsporter en presentatrice van Nederland in Beweging) is ambassadeur geworden van project Bewegen op Maat, dit geeft een grote positieve impuls aan Bewegen op Maat.

•

Op 22 september is de officiële kick-off gehouden van Bewegen op Maat. Olga Commandeur (voormalig topsportster, Nederland in Beweging) heeft als ambassadeur van het project Bewegen op Maat, wethouder Litjens het handboek en de DVD overhandigd en de e-learning voor de vrijwilliger gepresenteerd. De officiële samenwerkingsovereenkomst werd die dag door alle netwerkpartners ondertekend. Ook werd er die dag een “Bewegen op Maat met Jong en Oud” activiteit georganiseerd tijdens het Cultureel Lint. Olga Commandeur heeft toen twee workshops ‘Weert in Beweging’ gehouden.

•

Binnen het Servicepunt Vrijwilligers is er een intensieve samenwerking ontstaan tussen alle maatjesinitiatieven, waar ‘Bewegen op Maat’ er één van is.

•

Er is veel aan PR gedaan is (cq er is in/door de media veel aandacht geweest). Dat heeft er toe geleid dat veel (netwerk-) organisaties enthousiast zijn geworden en mee willen doen/aanhaken/bekendheid geven aan Bewegen op Maat

•

Om nog meer mensen te bereiken is de leeftijd van de doelgroep aangepast. Dit was in eerste instantie 70+. Vanuit de leeftijdsgroep 60+ kwamen echter signalen dat er ook behoefte was aan een dergelijk programma. We richten ons nu meer op inactieve senioren in het algemeen. De aanbeveling is om verder doorgaan op de ingeslagen weg, waarbij actief werven van deelnemers en vrijwilligers speerpunten zijn.

•

Om de bekendheid te vergroten en meer mensen op een laagdrempelige manier te bereiken, wordt een dagelijks beweegprogramma op de lokale tv-zender WTV ontwikkeld. Hier kan aanvullend andere informatie worden verstrekt met het doel mensen te stimuleren actief te worden en te blijven en meer sociale contacten op te doen, dus nog meer mensen sociaal fit!

•

Door de samenwerking en kennisverknoping binnen het Servicepunt Vrijwilligers kunnen we deelnemers nog efficiënter en sneller doorverwijzen.

•

Het aantal deelnemers is nog aan de lage kant. Dit is te verklaren doordat in 2013 intensief is ingezet op de ontwikkeling van een goed en verantwoord beweegprogramma en opleiding voor de vrijwilligers. Na de kick-off in september is er steeds meer belangstelling ontstaan, vanuit andere organisaties zoals de Zonnebloem, Land van Horne en het St. Jans Gasthuis.

134


Samenwerking/ keten

Gemeente Weert, maatjesinitiatieven binnen Punt Welzijn, huisartsen (Hagro) , fysiotherapeuten, EFAA, ergotherapeuten, zorginstellingen, St. Jans Gasthuis/Mediweert, GGD Limburg Noord, Huis voor de Sport Limburg, Algemeen Maatschappelijk Werk, vrijwilligersorganisaties zoals de Zonnebloem en KBO Weert (ouderen bond), huiskamerprojecten e.d. Er is een samenwerkingsovereenkomst opgesteld voor ‘Bewegen op Maat’, deze is ondertekend door 17 verschillende organisaties.

FOTO’s / of grafiek

Uren 2013 Op maat bewegen TOTAAL



986 986

1.112 1.112


500 500


1.000 1.000

135


136


Interview Ton van Weert (T: deelnemer) en Jolanda Jacobs (J: vrijwilliger bij Bewegen op Maat 1. Hoe hebben jullie gehoord van het project Bewegen op Maat ? T: Via een flyer, die ik heb meegenomen bij Ververshof. J: Via de vrijwilligers vacaturebank, daar zag ik de vacature staan en daarna heb ik toen gereageerd naar Angela ten Bloemendal (de coördinator). 2. Hoe is de deelname voor jullie beiden bevallen? J: ik doe ook nog ander vrijwilligerswerk, maar dat is meer administratief en ik zit dan vaak alleen. Het contact met Ton is heel goed bevallen en vooral het persoonlijke vond ik erg leuk. T: Mij is het project Bewegen op Maat heel goed bevallen. Soms was het moeilijk om vol te houden en door te zetten met elke keer oefenen en dan kwam Jolanda weer en wist me weer heel fijn te motiveren. Wat we allebei ook heel fijn vonden was dat we zelf konden bepalen wanneer we afspraken. Het is geen vaste dag of tijd en dat is vaak heel erg gemakkelijk. 3. Heb jij Ton als deelnemer aan Bewegen op Maat er iets aan gehad? Ik heb er zeker iets aan gehad. De oefeningen zijn heel goed gegaan, ik merkte echt vooruitgang, ook in mijn conditie. Vooral de DVD erbij met de filmpjes, dat is erg handig. Ook de doorverwijzing naar de gym van Cesartherapie vind ik echt super. Ik gym daar nu elke week en dat bevalt heel erg goed. Ik was eerder bij Meer Bewegen Voor Ouderen, maar dat beviel me niet en het tijdstip was ook erg vroeg. 4. Hoe is de koppeling tussen jullie beiden tot stand gekomen? Is dit goed bevallen? Beiden: De koppeling is tot stand gekomen door Angela, zij bekijkt of het klikt tussen een deelnemer en een vrijwilliger. Natuurlijk is dan soms lastig in te schatten maar tussen ons klikte het echt goed. We vonden allebei het persoonlijke contact erg fijn. Je hebt ook alle tijd voor elkaar. 5. Hoe is jouw ervaring als vrijwilliger Jolanda? J: Het was mijn eerste keer als vrijwilliger om iemand te begeleiden voor Bewegen op Maat, maar het is erg goed bevallen. De combinatie van bewegen en het maatje zijn, vind ik erg leuk. Het handboek is erg duidelijk en vooral de DVD met de filmpjes erop is erg handig. Dan zie je nog beter wat de bedoeling is. En ik vond het persoonlijke contact met Ton ook heel erg fijn. En als ik iets niet wist kon ik altijd terugvallen op Angela. 6. Zouden jullie B.O.M. aan anderen aanraden? Zo ja welk cijfer zouden jullie geven? T: Ja, ik zou B.O.M. zeker aanraden en heb dat ook al gedaan, ik geef een dikke 8! J: Ja ik zou het zeker aanraden en heb het al aan diverse mensen verteld, ik geef als cijfer een 9! 7. Zijn er verbeterpunten? Beiden: Soms is het lastig als je de DVD afspeelt en je stopt midden in een oefening dat je dan weer van voren af aan moet beginnen. En de oefeningen op de grond zijn niet zo praktisch, graag zouden we wat meer oefeningen zien voor nog meer variatie.

137


138


139


140

JAARVERSLAG 2013 Stichting Punt Welzijn WEERT

Recommend Documents