Jaarverslag 2012 Veiligheidshuis IJsselland
Versie: 1.0 Datum: 5 maart 2013 Status: vastgesteld door de Stuurgroep op 21 maart 2013
1
Jaarverslag 2012 Veiligheidshuis IJsselland 1. Inleiding Basis voor dit jaarverslag is het meerjarenplan 2012 / 2013. Dit plan bestaat uit een planning van de verwachte activiteiten van het Veiligheidshuis 2012 en 8 actiepunten, gericht op het structureel verbeteren van de keten. Allereerst zullen de activiteiten, in relatie tot de planning, toegelicht worden. Daarna wordt de stand van zaken ten aanzien van de actiepunten beschreven.
2.
Casussen veiligheidshuis 2012
Jaarplan Aantal binnenkomende casussen
Verwachting 2012
Realisatie 2012
250
572
50
16
Aanpak casussen: Regie beleggen Netwerk verbinden Afstemmen MDO
19 60 40
251
160
226
250
572
3
12
Aantal presentaties/kennismakingsbijeenkomsten
10
13
Adresseringsinitiatieven
10
15
Info (eenvoudige infoverstrekking over partners in de keten/afspraken)
Info+ (ophalen, doorsluizen,verbindingen leggen, persoonlijke contacten) Totaal aanpak casussen
Activiteiten Veiligheidshuis Opschaling (management/bestuur)
2
Toelichting: •
In meer dan twee keer zoveel casussen dan verwacht, is ondersteuning gevraagd van de Veiligheidsmakelaars. Vooral het aantal vragen om informatie was erg hoog. Nu zeggen getallen niet alles, want sommige infovragen konden, - na raadpleging van systemen e.d.- , binnen minder dan een uur beantwoord worden. Vanaf 1 januari 2013 is Carola Baggerman aangesteld als Informatiemakelaar binnen het Veiligheidshuis. De informatievragen zullen in de toekomst vooral door haar beantwoord worden. Zoals al in Marap 3 2012 aangekondigd, zal de jaarplanning 2013 aangepast worden aan de resultaten 2012 (paragraaf 4).
•
De corebusiness van de Veiligheidsmakelaars zit vooral in de activiteiten ‘netwerk verbinden’,‘afstemmen MDO’, en ‘info +’. Conclusie is dat de Veiligheidsmakelaars ’het druk hebben’. Zo wordt het ook beleefd. Er is niet veel ruimte om zaken rustig helemaal uit te diepen of om op zoek te gaan naar aanpakken elders in het land, etc. Ook komen we aan het bespreken van leerpunten niet altijd (voldoende) toe. Door de inzet van de Informatiemakelaar hopen we ruimte in het takenpakket van de Veiligheidsmakelaars te creëren. Gaandeweg 2012 hebben we de activiteit ‘regie beleggen’ omgevormd tot ‘netwerk verbinden‘ en ‘MDO’ (besluit n.a.v. Marap 2). De noodzaak om de regie te moeten beleggen is afgenomen. Het gaat nu vooral om het bij elkaar brengen, - samen met de regievoerder-, van de juiste partners en een MDO opstarten. Zodra de aanpak voldoende loopt, doet de Veiligheidsmakelaar weer een stapje terug. We proberen zo kort mogelijk bij casussen betrokken te blijven.
•
Er gebeurt veel in ‘Veiligheidshuisland’. Landelijk zijn er verschillende ontwikkelingen w.o. een nieuwe visie van landelijke ketenpartners en het ministerie van V&J en een nieuwe financieringssystematiek. Ook ‘fuseren’ in andere regio’s steeds meer veiligheidshuizen of gaan werken met een hoofdlocatie en nevenvestigingen. Een andere trend die zichtbaar is, is dat 2 centrale uitgangspunten van de veiligheidshuizen (‘veiligheidshuis is primair een fysiek ketenkantoor’ en ‘alleen casussen behandelen die tot de 4 doelgroepen behoren’) worden losgelaten. Wat betreft de werkwijze komt de focus te liggen op ondersteuning van het bestaande netwerk bij complexe casussen. De doelgroepen zullen vervagen: veiligheidshuizen zijn er voor alle casussen waarbij de problematiek complex is en waarbij zowel zorg, strafrecht en bestuur betrokken zijn.
•
De kerngroep Veiligheidshuis, waarin managers van een aantal ketenpartners zitten en waarin casusoverstijgende zaken besproken worden, heeft inmiddels een vaste plek in de overlegvormen ingenomen. De beperkte tijd (1,5 per keer) en 3 keer per jaar veroorzaakt niet onnodig veel vergaderdruk. De opkomst van de deelnemers is erg goed en partners vinden het plezierig vroegtijdig bij ontwikkelingen betrokken te worden. Ook is de Kerngroep Veiligheidshuis een ‘feedback- platform’ (zijn we met de juiste zaken bezig?).
•
Eén van de succesfactoren van de ketenaanpak (verbinding zorg, bestuur en justitie) is de voortvarendheid waarmee gemeenten de regie in complexe casussen oppakken. Als gemeenten beschikken over een regievoerder, die ervaring heeft met de persoonsgebonden aanpak, dan kunnen complexe zaken makkelijker weggezet
3
-
worden. De regievoerder hoeft de casus namelijk niet zelf aan te pakken, maar ervoor te zorgen dat de netwerkpartners goed samenwerken. Algemene eisen te stellen aan een regievoerder zijn o.a.: goed de netwerkorganisaties kennen (en persoonlijk ingangen hebben); kennis van en ervaring met de zorg- en justitieketen en de bestuurlijke mogelijkheden; tijd in zijn/haar takenpakket voor regievoering / maken plannen van aanpak / monitoring; mandaat om binnen en buiten de eigen organisaties ongebruikelijke zaken voor elkaar te krijgen;
Met de decentralisatie van o.a. de jeugdzorg zal de noodzaak om regie te voeren in concrete casussen voor gemeenten steeds belangrijker worden. Dat wil zeggen: niet alleen beleidsregie maar ook procesregie.
3.
Actiepunten meerjarenplan 2012 / 2013
Actiepunt 1
Regie beleggen en de keten wijzen op het werken volgens het principe: één gezin, één regisseur en één plan.
Regie Zoals gezegd is het onderwerp ‘wie heeft de regie in deze lastige casus‘ steeds minder een issue in IJsselland. De verschillende ketenpartners nemen, soms ondersteund door de Veiligheidsmakelaar, deze rol inmiddels makkelijker op zich. In casussen waarbij de problemen zo complex en divers zijn,-zodat op voorhand niet duidelijk is wie de regisseur moet zijn -, nemen gemeenten (tijdelijk) de regie op zich. Voor sommige gemeenten is dat niet makkelijk, omdat ze geen regisseur persoonsgebonden aanpak hebben. Een beleidsmedewerker moet dan deze rol op zich nemen, wat niet tot zijn/haar kerntaken hoort. Soms leidt dit tot discussies en het verzoek aan de Veiligheidsmakelaar om ‘regisseur te worden’ namens de gemeente. De Veiligheidsmakelaar is echter nooit regisseur. De Veiligheidsmakelaar ondersteunt het proces van de ketenaanpak zonder zelf de regisseur te zijn. De regisseur leidt, stuurt aan en heeft uiteindelijk doorzettingsmacht nodig (opschaling naar management dan wel driehoek ‘plus’). Eén gezin, één regisseur, één plan (soms gekoppeld aan: ‘één budget’) Strikt genomen zal dit in veel gevallen1 nooit helemaal opgaan omdat organisaties in de keten altijd een eigen autonome bevoegdheid houden. Zo kunnen b.v. partners in de zorg nooit het OM verplichten tot vervolging over te gaan. ‘Driemaal één’ is een bruikbare filosofie. Goede afstemming tussen de partners én het gezin als één geheel beschouwen, versterkt de keten enorm bij complexe casussen. De stok achter de deur (justitiële voorwaarden, bestuurlijke maatregelen) is een zeer effectief middel om stagnerende zorg voor weigerachtige cliënten vlot te trekken. Het geeft mensen een (niet vrijblijvende) impuls om het aangeboden zorgaanbod te accepteren én af te maken.
1
Casussen waarbij zorg, justitie en het bestuur betrokken zijn. 4
Actiepunt 2
Systeemgericht werken en denken in de keten verbreden.
Dit punt hangt sterk samen met het vorige punt. De keten maakt hierin belangrijke stappen. Tussen organisaties uit verschillende ketens ontstaan afspraken en samenwerkinsgverbanden. Zo worden vanaf 1 mei 2013 elke dag alle zaken huiselijk geweld gezamenlijk onder de loep genomen door het Steunpunt Huiselijk Geweld en het Bureau Jeugd Zorg Overijssel. Dimence wil meer ketengericht gaan werken en wil onderzoeken hoe de deelname aan MDO’s huiselijk geweld (waarbij één van de gezinsleden tevens cliënt van Dimence is) verbeterd kan worden. Actiepunt 3
Binnen de regio sturen op een proactieve aanpak van casussen (plannen van aanpak en scenario’s).
Een model Plan van aanpak is in IJsselland beschikbaar (www.veiligheidshuisijsselland.nl). Daarin komen alle leefgebieden aan bod. Sinds oktober 2012 is daar een extra veld ‘gewenste ZSM’ afdoening aan toegevoegd. Hierin wordt kort en bondig door het MDO/casusoverleg aangegeven welke strafrechtelijke afdoening de zorgaanpak kan ondersteunen op het moment dat de persoon weer met justitie in aanraking komt. Uiteraard hangt van het gepleegde delict en de beoordeling van de ZSM-officier van justitie af, of deze ‘wens’ gevolgd kan worden. Voor partners van zorg en bestuur is dit een hele omslag in denken. Je bent namelijk bezig de cliënt weer op weg te helpen en de ZSM- vraag dwingt je na te denken over het scenario dat het niet lukt en de cliënt toch terugvalt in delictgedrag. Stap voor stap begint dit van de grond te komen. Vooral bij casussen huiselijk geweld (incl. huisverbod) wordt de gewenste ZSM-afdoening bij een volgend huiselijk geweld delict al meer een onderwerp van bespreking in het MDO. De gewenste ZSM-afdoening komt via het veiligheidshuis (
[email protected]) en de Informatiemakelaar2 in het systeem Amazone terecht. De aanpak kent nog een groot aantal verbeterpunten: • gewenste ZSM-afdoening explicieter en specifieker omschrijven (actiepunt keten) • betere raadpleging Amazone zodat de info ook daadwerkelijk op de ZSM tafel komt (actiepunt OM); • terugkoppeling (waar nodig) van de afhandeling door de ZSM-tafel, bv bijzondere voorwaarden die voor de keten van belang zijn (actiepunt OM). • Hoe waarborgen we dat werkafspraken, convenanten en prioriteiten die specifiek voor IJsselland gelden op de ZSM-tafel bekend zijn en ook gevolgd worden? (actie: OM ism de ketenpartners in de regio) Door een werkgroep ZSM Oost-Veiligheidshuizen wordt hieraan gewerkt. 2
In samenwerking met de administratieve medewerkster politie. 5
Actiepunt 4
Goede documentatie, dossiervorming en heldere plannen van aanpak liggen ten grondslag aan de persoonsgebonden aanpak.
Zoals uit het cijferoverzicht 2012 blijkt wordt het Veiligheidshuis vaak benut om informatievragen uit te zoeken. Er is veel informatie bij verschillende ketenpartners maar die moet wèl ook beschikbaar zijn voor regievoerders3. Vanaf 1 januari 2013 zal de Informatiemakelaar de keten op dit punt adequaat gaan bedienen. De Informatiemakelaar is tevens de schakel naar en van ZSM. Op 1 juli 2012 is de keten veelplegers overgegaan op het landelijk ict-systeem GCOS. Hierin worden alle afspraken, plannen van aanpak etc. vastgelegd. De gemeente Zwolle participeert in GCOS voor de nazorg volwassenen ex-gedetineerden. Voor de aanpak van criminele jeugdgroepen zal ook GCOS gebruikt worden. Voor de keten huiselijk geweld (regie gemeenten) is enige jaren gelden gekozen voor het systeem VIS 2. Verschillende doelgroepen in verschillende ict-systemen is een feit. Dat gekozen is voor Amazone en BOSZ als infosystemen voor de ZSM-afdoening maakt het er niet eenvoudiger op. Vanuit dit ‘ict-feit’ proberen wij via praktische oplossingen de informatievoorziening zo goed mogelijk te laten verlopen. De Informatiemakelaar heeft inmiddels toegang tot alle relevante systemenen en wordt op die manier de menselijke schakel in het ict-netwerk. Actiepunt 5
Organisaties aanspreken op hun verantwoordelijkheid aan tafel te komen bij een MDO.
In concrete casussen gebeurt dat door de regievoerder en/of de Veiligheidsmakelaar. Meestal leidt dit tot een adequate reactie. Soms gaat het niet soepel en is het Veiligheidshuis de ‘luis in de pels’, wat door de aangesproken ketenpartner (medewerker) niet altijd direct prettig gevonden wordt. Soms zijn er meerdere gesprekken nodig voordat de ketenaanpak weer soepel loopt. Actiepunt 6
Creëren van speelruimte bij ketenpartners om unieke gevallen uniek op te lossen.
Een beperkte groep met hardnekkige, nauwelijks op te lossen problemen vraagt om een ijzersterke keten. De zorgwekkende zorgmijders, die voor veel overlast en criminaliteit zorgen, moeten zo veel mogelijk begrensd worden.
3
Vallend binnen de privacywetgeving.
6
Begin 2013 zal een voorstel / intentieverklaring met ketenpartners besproken worden hoe op dit punt de keten versterkt kan worden. Actiepunt 7
Onder elk plan van aanpak moet ‘een titel’ liggen op basis waarvan medewerking van de cliënt verkregen kan worden.
Het meest succesvol is de aanpak waarbij de cliënt gemotiveerd is mee te werken aan de verschillende stappen in het plan van aanpak. Daarom zijn MDO’s waarbij de cliënt (een deel van het overleg) aan tafel zit, aan te raden. Er zijn echter cliënten die ‘niets willen’ of die aanvankelijk wel zeggen mee te willen werken, maar die later afhaken. ‘Niets willen’ en daarnaast voor ernstige overlast of criminaliteit zorgen is een onwenselijke combinatie. Dwang- en drangtrajecten (d.w.z. er ligt een ‘titel’ onder de aanpak) zijn noodzakelijk. Daar wordt steeds meer gebruik van gemaakt, maar nog niet in alle gevallen in voldoende mate. Te lang blijft soms het ‘vrijwillig kader’ uitgangspunt. Daar waar dit speelt is het een aangrijpingspunt voor de Veiligheidsmakelaar om met de regievoerder in overleg te gaan. Actiepunt 8
Verbetervoorstellen naar aanleiding van de enquête Veiligheidshuis IJsselland formuleren.
De resultaten van de enquête zijn in de Stuurgroepvergadering van september 2012 gepresenteerd. Op basis van deze presentatie en de reacties uit de Stuurgroep is een notitie met verbetervoorstellen opgesteld. Deze notitie is in het najaar voor commentaar aan de Stuurgroep verzonden en 8 verbeterpunten/aandachtspunten zijn vastgesteld. Hieronder worden deze punten benoemd met de inmiddels ondernomen actie: 1. Stimuleren van het maken van een Plan van aanpak, daar waar dat nog niet gebeurt. Extra aandacht zal in 2012/2013 uitgaan naar het ‘promoten’ van het toevoegen van de gewenste strafrechtelijke afdoening in het geval betrokkene wederom met politie in aanraking komt vanwege een strafbaar feit. (ZSMselectietafelafdoeningsverzoeken). 2. Regievoerders wijzen op/ondersteunen bij het aanspreken van casusoverlegdeelnemers die hun afspraken niet nakomen; 3. Informatie-uitwisseling in casussen stimuleren door de inzet van een Informatiemakelaar (gerealiseerd per 1 januari 2013). 4. Regievoerders op verzoek ondersteunen bij scholing en training; In 2011/2012 zijn hiervoor al 2 trainingsdagen specifiek voor IJsselland georganiseerd.
7
5. Duidelijkheid over de rol van de veiligheidsmakelaar (korte en bondige info). Een factsheet ‘Veiligheidshuis op 1 A4’ staat op www.veiligheidshuisijsselland.nl . De factsheet is ook in gedrukte vorm verschenen. Daarnaast zullen de veiligheidsmakelaars bij het eerste contact over een casus duidelijk met de ‘aanmelder’ afpellen waar de ondersteuningsbehoefte ligt en of dit overeenkomt met de rol en taak van de veiligheidsmakelaar (managen van verwachtingen); 6. Mogelijkheden van informatiedeling (privacy) blijft een terugkerende vraag. Verwacht wordt dat binnen afzienbare termijn het landelijk bureau Veiligheidshuizen van V&J met een voorstel komt; 7. Profilering van het veiligheidshuis: wat zijn zaken die goed lopen? Actie: via de nieuwsbrief ketenpartners meer meenemen in de dagelijkse praktijk van de veiligheidsmakelaars en succesvolle aanpakken. 8. In 2014 een vervolgonderzoek instellen naar de ervaringen van de ketenpartners en daarbij een aangepaste enquête inzetten dan 4wel werken in de vorm van expertsessies/interviewrondes.
4. Vooruitblik 2013 en aangepaste jaarplanning 2013 ZSM Vooral de afstemming ZSM-Veiligheidshuizen zal het komende jaar veel aandacht vragen. De persoonsgebonden aanpak van de meest complexe casussen (corebusiness Veiligheidshuis) kan enorm gesteund worden door adequate en snelle strafrechtelijke interventies (ZSM-afdoening). Een uitdaging vormt de aansluiting ZSM-VHH in de grote regio Oost. Het aantal lokale en bovenlokale partners, die op de een of andere wijze bij complexe casussen betrokken zijn, is erg groot. De druk zal steeds meer op gemeenten komen te liggen om de regisseursrol daadwerkelijk (niet alleen beleidsmatig) in casussen op te pakken. Opzetten Justitieel Overleg Riscicojongeren (JOR) In de Stuurgroep Veiligheidshuis van maart 2013 zal een voorstel om ook in IJsselland een JOR op te zetten besproken worden.
4
In 2014 kan niet van dezelfde lijst gebruik gemaakt worden omdat die specifiek bedoeld was als ‘nulmeting’ (vergelijk periode zonder veiligheidshuis – periode met veiligheidshuis). Er zal dus een andere informatiemethode ontwikkeld moeten worden.
8
Planning 2013 2011
2012
2013
150
250
600
Netwerk verbinden / MDO (was: regie beleggen)
50
50
75
Infoverzoeken door partners in de keten (informatiemakelaar), incl. ZSM.
50
40
300
Info+ (ophalen, doorsluizen,verbindingen leggen, persoonlijke contacten)
50
160
225
150
250
600
3
3
3
Aantal presentaties/kennismakingsbijeenkomsten
20
10
5
Adresseringsinitiatieven
15
10
10
Aantal binnenkomende casussen Aanpak casussen:
Totaal aanpak casussen
Activiteiten Veiligheidshuis Opschaling (management/bestuur)
9