Jaarverslag 2006
Jaarverslag 2006
Rekenkamer Oost-Nederland, Deventer, april 2007
Inhoudsopgave Colofon Leeswijzer Voorwoord ......................................................................... 1 1.
Rekenkameronderzoeken .............................................. 2 1.1. 1.2. 1.3. 1.4.
2.
Afgeronde onderzoeken 2006 ..................................................2 Opgestarte onderzoeken in 2006 ..............................................3 Planningonderbouwend onderzoek............................................4 Rechtmatigheid...................................................................4
Follow-up.................................................................. 5 2.1. 2.2. 2.3. 2.4.
3.
Inleiding............................................................................5 Wonen, zorg en welzijn voor ouderen provincie Gelderland.............5 Wonen, zorg en welzijn voor ouderen provincie Overijssel ..............6 Beleidsrekening Gelderland ....................................................7
Interne organisatie ...................................................... 9 3.1. 3.2. 3.3. 3.4.
4.
Personeel en Organisatie .......................................................9 Samenwerking en informatie-uitwisseling ...................................9 Inrichting en ict ................................................................ 10 Uitbestede onderzoeken: algemene voorwaarden ....................... 10
Toelichting lasten 2006 ...............................................11
Jaarrekening 2006: 5.
Staat van baten en lasten Rekenkamer Oost-Nederland ........16
6.
Balans 31 december 2006.............................................18
7.
Grondslagen van waardering en resultaatsbepaling .............18
8.
Toelichting staat van baten en lasten ..............................21
9.
Toelichting op de balans ..............................................22
10.
Overige gegevens .......................................................22
10.1. 10.2.
Verklaring van de accountant................................................ 23 Voorstel voor resultaatsbestemming ....................................... 24
Bijlagen: Bijlage 1 1. 2. 3.
Bevindingen follow-up-traject .................................26 Wonen, zorg en welzijn voor ouderen provincie Gelderland........... 26 Wonen, zorg en welzijn voor ouderen provincie Overijssel ............ 28 Beleidsrekening Gelderland .................................................. 30
Bijlage 2
Toelichting jaarrekeningposten................................32
Bijlage 3
Gerealiseerde cijfers 2006 en 2005 ..........................34
Colofon De Rekenkamer Oost-Nederland is opgericht bij besluit van Provinciale Staten van Gelderland en van Overijssel per 1 januari 2005. Vanaf dat moment is er volgens een gezamenlijk onderschreven besluit een Rekenkamer – een instelling onder regiem van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen. Haar onderzoek is algemeen gericht op verbetering en bevordering van controle en kaderstelling door de beide Provinciale Staten. De Rekenkamer wordt gevormd door een driehoofdig bestuur en een uitvoerende organisatie van zes personen. Het bestuur wordt gevormd door de volgende leden: P. van Dijk, voorzitter drs. R.S. de Heus mr. Th.O.J. Lucardie De gegevens van de Rekenkamer Oost-Nederland zijn: Rekenkamer Oost-Nederland Achter de Muren Zandpoort 6 7411 GE Deventer Telefoon: 0570 665800 E-mail:
[email protected] Directeur: drs. C.F.M. Bruggink
Leeswijzer Het jaarverslag 2006 van de Rekenkamer Oost-Nederland start met het voorwoord en is vervolgens opgebouwd uit twee delen. In het eerste deel, het jaarverslag, verantwoordt het bestuur van de Rekenkamer zich over het gevoerde beleid. Allereerst komen in hoofdstuk 1 de afgeronde en opgestarte rekenkameronderzoeken aan de orde en wordt apart aandacht besteed aan het zogenaamde planningonderbouwend onderzoek en het thema rechtmatigheid. Hoofdstuk 2 is een nieuw onderdeel van het jaarverslag. Hierin is verwoord hoe de follow-up is verlopen over de al eerder uitgebrachte onderzoeken. Dit hoofdstuk bevat dus inhoudelijke informatie die Statenleden kunnen gebruiken in het kader van de controlerende rol. Bijlage 1, de bevindingen van het follow-up onderzoek zijn in dat kader eveneens interessant. In hoofdstuk 3 komt de interne organisatie van de Rekenkamer aan de orde zoals het personeelsbeleid. Tot slot geeft hoofdstuk 4 een toelichting op de verschillen tussen de budgetten en de realisatie. In het tweede deel, de jaarrekening, vindt de financiële verantwoording plaats. Allereerst biedt hoofdstuk 5 een overzicht van de baten en lasten en hoofdstuk 6 geeft de balans weer. De hoofdstukken 7, 8, en 9 geven de grondslagen en toelichtingen aan ten aanzien van de staat van baten en lasten en de balans. In hoofdstuk 10 vindt u de verklaring van de accountant bij de jaarrekening en het voorstel van het bestuur voor de resultaatsbestemming .
Voorwoord Voor de tweede keer mag de Rekenkamer Oost-Nederland het jaarverslag het licht doen zien. Het verslag geeft alles wat men van een goed jaarverslag mag verwachten, maar het is ook een typisch verslag van een Rekenkamer. Want hoe belangrijk het ook is dat we transparant verantwoording afleggen van de manier waarop we de middelen hebben besteed, toch is dat niet uniek. Elke organisatie komt met z’n jaarcijfers. Dit verslag vindt zijn bijzondere waarde in de hoofdstukken waarin teruggekeken wordt op afgeronde onderzoeken en vooral ook in die gedeelten waar de follow-up van die onderzoeken besproken wordt. De lezer - en zeker de Statenleden! - worden daarom dan ook aangespoord die gedeelten goed tot zich te nemen. Eenmaal besproken rapporten hebben de neiging in de vergetelheid te raken. En natuurlijk, ooit verliest alles zijn actualiteitswaarde. Maar dat is nu nog niet aan de orde. Daarom misschien ten overvloede: ook de bijlagen doen ertoe! De Rekenkamer Oost-Nederland is nu volop op koers. Het eerste jaar zeker, maar ook het tweede jaar behoort tot de startperiode. Veel was nieuw en pas in het tweede jaar is de personeelsbezetting compleet geworden. We hebben inmiddels een sterk team, dat staat voor zijn werk. Daar zijn we als bestuur trots op, en we hopen er lang plezier van te hebben. De Rekenkamer is zijn werk begonnen halverwege een Statenperiode. Nu is er een Rekenkamer en treden nieuwe – heel veel! – Statenleden aan. De samenwerking met de fractievoorzitters van beide provincies is in de vorige periode heel goed geweest. We hopen de contacten met de nieuwe Statenleden nog meer te intensiveren. Want ook dat is de ervaring tot nu toe: dat gaat niet vanzelf, daar moet ook de Rekenkamer wat voor doen. Dit jaarverslag is zo’n actie waarvan wij hopen dat het de interesse van de Statenleden wekt, en waardoor men ook ziet, dat de Rekenkamer werkelijk kan bijdragen aan versterking van de controlerende en kaderstellende functie van Provinciale Staten. Laat het een reden zijn tot contact: we zijn als Rekenkamer wel zelfstandig en onafhankelijk, maar niet solistisch. Onze onderzoeksplanning is altijd in ontwikkeling en in heroverweging. In dat proces willen we graag gevoed worden door de vragen en opmerkingen van de Staten, de Gedeputeerden en de beide Commissarissen, ook als het gaat om dit jaarverslag. Onze wens is, dat ons kritisch werk mag bijdragen tot uw successen! Namens het bestuur en medewerkers,
P. van Dijk, voorzitter
Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
C.F.M. Bruggink, directeur
1
1.
Rekenkameronderzoeken
In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens de afgeronde (§1.1) en opgestarte onderzoeken (§1.2) in 2006 aan bod. Ook komen de activiteiten aan bod die zijn verricht om tot het onderzoeksprogramma 2007 te komen (§1.3). Tot slot oriënteert de Rekenkamer zich op haar rol en werkwijze op het gebied van de rechtmatigheid (§ 1.4).
Afgeronde onderzoeken 2006
1.1.
De Rekenkamer Oost-Nederland heeft in 2006 een vijftal onderzoeken afgerond: • Provincie als partner? Wonen, zorg en welzijn voor ouderen in de provincie Gelderland • Met één blik op de toekomst. Wonen, zorg en welzijn voor ouderen in de provincie Overijssel. De kern van het onderzoek betreft de vraag in hoeverre er afstemming bestaat tussen de drie beleidsterreinen wonen, zorg en welzijn binnen de provincie en in hoeverre het beleid aansluit op de wensen en behoeften van gemeenten. Het follow-uptraject van deze onderzoeken bekijkt in hoeverre de overgenomen aanbevelingen uit het rapport tot acties hebben geleid. Meer informatie over de uitkomsten van dit traject is te vinden in het volgende hoofdstuk. •
Prestaties gepresenteerd. Quick-scan jaarstukken provincie Gelderland 2005.
Onderzocht is in hoeverre de jaarstukken voldoende inzicht aan PS geven in de realisatie van het uitgevoerde beleid en of het verkregen inzicht voldoende is om kaders bij te kunnen stellen. Ook voor dit onderzoek is een follow-uptraject ingesteld. Dit is eveneens terug te vinden in het volgende hoofdstuk. • •
Pappen en nathouden. Verdrogingsbestrijding in de provincie Gelderland. Pappen en nathouden. Verdrogingsbestrijding in de provincie Overijssel.
Het verdrogingsbeleid van de provincies komt onvoldoende van de grond. In dit onderzoek was aan de orde of het beleid van de provincie helder is vormgegeven en hoe dit beleid is afgestemd met waterschappen. De uitkomsten uit het onderzoek van de provincie Gelderland zijn vergeleken met de uitkomsten van de provincie Overijssel. Uit deze vergelijking blijkt dat beide provincies door een gebrek aan gevoel voor urgentie weinig betrokkenheid hebben getoond bij verdroging. Hoewel er al sinds begin jaren negentig een beleid is om de verdroging aan te pakken, is het onvoldoende helder opgesteld. Zo is onduidelijk hoe instrumenten bijdragen aan het behalen van doelen en is er slechts
Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
2
beperkt inzicht in de financiën en de voortgang van het beleid. Bovendien is het voor waterschappen niet altijd duidelijk wat hun taak is. Het rapport is eind december 2006 aan de leden van PS aangeboden en recent behandeld in zowel Overijssel als Gelderland. 1.2.
Opgestarte onderzoeken in 2006
In 2006 zijn de volgende onderzoeken opgestart die in 2007 tot afronding zullen komen. Het betreft de onderzoeken met de volgende werktitels: 1. Sturing en beheersing van projecten op het gebied van provinciale wegen in Gelderland en Overijssel; 2. Economisch beleid in Gelderland en Overijssel; 3. Waterbeleid in Gelderland en Overijssel. Ad1. Sturing en beheersing van projecten op het gebied van provinciale wegen in Gelderland en Overijssel Het onderzoek is na de zomer van 2006 door de Rekenkamer uitbesteed en richt zich op de sturing en beheersing van projecten op het gebied van provinciale wegen. Per provincie zijn in eerste instantie drie projecten geselecteerd en daarna nog een extra project. Deze extra projecten (Laag Soeren en Weerselo) zijn geselecteerd omdat daarmee een beter beeld van projecten in de voorbereidingsfase kan worden verkregen. Voor Gelderland betreft dit de volgende projecten: - Reconstructie N303 Ermelo-Harderwijk Tonselrotonde (deel Harderwijk) - N316 Rondweg Zeddam - N325 Reconstructie Nijmeegseplein - Rondweg Laag-Soeren De geselecteerde projecten voor Overijssel zijn de volgende: - N332 Rondweg Heeten - N337 Fietspad Deventer – Olst - N348 Rondweg Deventer - Rondweg Weerselo Wij informeren Provinciale Staten van beide provincies binnenkort over het verloop van het onderzoek en de voortgang. Ad 2. Economisch beleid in Gelderland en Overijssel Het onderzoek naar economisch beleid in Gelderland en Overijssel bestaat uit twee delen. In het eerste deel, het vooronderzoek, wordt inzicht gegeven in het economisch beleid in Gelderland en Overijssel en wordt inzichtelijk gemaakt op welk deel van het economisch beleid een rekenkameronderzoek toegevoegde waarde kan bieden. Het vooronderzoek is uitbesteed aan I&O research in samenwerking met de Universiteit Twente. Op basis van de rapportage over het eerste deel besluit het bestuur binnenkort over de te kiezen richting van het tweede deel van onderzoek. Het streven is om de rapporten eind 2007 aan PS te kunnen presenteren. Ad 3. Waterbeleid in Gelderland en Overijssel Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
3
Ook het onderzoek naar waterbeleid in Gelderland en Overijssel bestaat uit twee delen. In het vooronderzoek (wat zijn de rollen en taken van de provincie op het terrein van water, wat is er al bekend en waar kan rekenkameronderzoek toegevoegde waarde bieden) heeft de Rekenkamer Oost-Nederland samengewerkt met de Zuidelijke Rekenkamer. De samenwerking was een mooie gelegenheid om van elkaars aanpak te leren en, door een gezamenlijke opdrachtverstrekking aan het bureau HKV Lijn in Water, efficiënt te werken. Op basis van de rapportage over het eerste deel van het onderzoek heeft het bestuur besloten het tweede deel te richten op de evaluatie van de zogenaamde Watertoets. De beide Staten worden zo spoedig mogelijk geïnformeerd over het onderzoeksplan. Het streven is om de rapporten eind 2007 aan PS aan te bieden. 1.3.
Planningonderbouwend onderzoek
Het zoeken naar interessante en relevante onderzoeksonderwerpen is een kernactiviteit van de Rekenkamer. Het afgelopen jaar is veel aandacht besteedt aan de organisatie en uitvoering van dit zogenaamde planningonderbouwend onderzoek. Binnen het bestuur en binnen het onderzoeksteam zijn de verschillenden provinciale beleidsonderwerpen en thema’s verdeeld. Daardoor kan de aandacht worden gefocust en is deskstudy en het bezoeken van bijvoorbeeld provinciale commissie- en Statenvergaderingen makkelijker te realiseren. Ook de mogelijkheid om onderzoeksverzoeken vanuit bijvoorbeeld de Staten bij de Rekenkamer in te dienen, worden betrokken bij het planningonderbouwend onderzoek. Inmiddels heeft de Rekenkamer enig inzicht opgebouwd in de vele en verschillende taken, beleidsvelden en activiteiten van de beide provincies. Deze inzichten tezamen met de input die uit de provincies is gekomen, hebben geleid tot het reeds toegestuurde onderzoeksprogramma 2007.
1.4.
Rechtmatigheid
De Rekenkamer doet onderzoek naar de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van provinciaal beleid en naar het bestuurlijk handelen. Tot nu toe is er relatief beperkt aandacht geweest voor specifiek de rechtmatigheid binnen de gepubliceerde onderzoeken. De achtergrond hiervan ligt mede in de gedachte dat rechtmatigheid vooral het terrein van de accountant is in het kader van de jaarrekeningcontrole. De Rekenkamer vindt het van belang een eigen visie en rol op het begrip rechtmatigheid te ontwikkelen en heeft daartoe een interne studie gestart. De studie dient onder andere inzicht te geven in de aard, inhoud en reikwijdte van rechtmatigheidsonderzoek. Ook wordt aandacht geschonken aan de relatie met onder meer de accountant. Naar aanleiding van dit onderzoek zal de Rekenkamer een visie op rechtmatigheid formuleren zodat ook dit thema meer gefundeerd en gestructureerd onderdeel kan worden van toekomstig rekenkameronderzoek.
Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
4
2.
Follow-up
2.1.
Inleiding
In het onderzoeksprotocol is aangegeven dat de Rekenkamer enige tijd na het aanbieden van een onderzoeksrapport een follow-uptraject opstart. Het doel van het follow-uptraject is om inzicht te verkrijgen in de mate waarin onderzoeken van de Rekenkamer een bijdrage leveren aan het verbeteren van de doelmatigheid, doeltreffendheid en rechtmatigheid van provinciaal beleid. De aanbevelingen uit het Rekenkamerrapport vormen de basis voor het follow-uptraject. Door middel van het volgen van de discussies in Statencommissies en Statenvergaderingen, de bestudering van de documenten en door gesprekken met betrokkenen van de provinciale organisatie, wordt een beeld verkregen van de mate waarin er uitvoering aan de aanbevelingen is gegeven. In dit hoofdstuk zijn de conclusies van de follow-uptrajecten voor drie onderzoeken weergegeven. In de eerste twee paragrafen zijn de resultaten van het onderzoek wonen, zorg en welzijn voor ouderen in respectievelijk Gelderland en Overijssel aangegeven. In de laatste paragraaf vindt u de conclusies ten aanzien van de beleidsrekening 2005 van Gelderland. In bijlage 1 staan de bevindingen waarop de conclusies zijn gebaseerd. 2.2.
Wonen, zorg en welzijn voor ouderen provincie Gelderland
Op 9 mei 2006 heeft de Rekenkamer Oost-Nederland het onderzoeksrapport “Provincie als Partner? Wonen, zorg en welzijn voor ouderen in de provincie Gelderland” aangeboden aan de leden van Provinciale Staten van Gelderland. Uitkomsten Rekenkameronderzoek 2006 Uit het onderzoek zijn de volgende conclusies naar voren gekomen: Algemene conclusie: eigen rol is doordacht, maar beleid te weinig van onderaf geformuleerd. 1. Rol en beleid provincie: provincie wil partner zijn, maar gemeenten zien deze rol niet in de praktijk; 2. Interne afstemming: beleid is intern afgestemd, maar niet altijd aan de buitenkant zichtbaar; 3. Aansluiting op gemeentelijk beleid: te weinig rekening gehouden met wensen en behoeften gemeenten. Daarnaast zijn de volgende aanbevelingen geformuleerd: a. b. c. d.
Werk meer vanuit bottom-up benadering; Plaats meerwaarde van de provincie in lange termijn perspectief; Ondersteun gemeenten meer bij uitvoering lokaal beleid; Besteed meer aandacht aan de keten wonen, zorg en welzijn.
Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
5
Conclusies op basis van het follow-uptraject Procedure voor behandeling rapport in eerste instantie onduidelijk Het rapport Provincie als Partner? is het eerste rapport geweest dat de Rekenkamer aan de provincie Gelderland heeft aangeboden. Er was nog geen vaste structuur ontwikkeld voor de behandeling van Rekenkamerrapporten: het was onduidelijk of PS dan wel GS als eerste zou moeten reageren. Het rapport (of een voorstel naar aanleiding van het rapport) is niet besproken in een Statenvergadering, waardoor er formeel geen besluitvorming heeft plaatsgevonden over het rapport. Inmiddels is afgesproken dat Rekenkamerrapporten in het vervolg altijd in Provinciale Staten zullen worden behandeld. Rapport heeft volgens betrokkene meerdere effecten Uit de analyse van de stukken blijkt dat er wordt gerefereerd aan het Rekenkamerrapport, maar dat niet expliciet wordt gemaakt welke concrete acties er zijn of worden ondernomen. Het ontbreken van een besluit in Provinciale Staten is hier mogelijk mede debet aan. Uit het gesprek blijkt dat er wel acties zijn ondernomen naar aanleiding van het Rekenkamerrapport, namelijk: Er is meer nadruk gekomen op het delen van kennis, in concreto het Kennisplein. Voor het Kennisplein is meer budget gereserveerd. Het rapport van de Rekenkamer heeft volgens de betrokkene binnen de provinciale organisatie bijgedragen aan het op gang brengen van een bottom-up gerichte benadering bij het Programma Ontgroening & Vergrijzing. De klant staat centraal. Zo is bijvoorbeeld de casuïstiek voor gemeenten ontwikkeld. De keten wonen, zorg en welzijn heeft meer aandacht gekregen.
Hoe verder? De Rekenkamer beoogt met het follow-uptraject Provinciale Staten, in het kader van hun controlerende taak, te ondersteunen bij het volgen van de ontwikkelingen op het terrein van wonen, zorg en welzijn voor ouderen. Met dit follow-uptraject sluit de Rekenkamer het onderzoek Provincie als partner? vooralsnog af. Het is evenwel mogelijk dat over een aantal jaren een nieuw onderzoek wordt ingesteld, waarbij wederom wordt gekeken naar het onderwerp wonen, zorg en welzijn voor ouderen. 2.3.
Wonen, zorg en welzijn voor ouderen provincie Overijssel
Op 10 mei 2006 heeft de Rekenkamer haar eerste onderzoeksrapport aangeboden aan Provinciale Staten van Overijssel: “Met één blik op de toekomst, Wonen, zorg en welzijn voor ouderen in de provincie Overijssel”. Uitkomsten Rekenkameronderzoek 2006 Uit het onderzoek zijn de volgende conclusies naar voren gekomen: Algemene conclusie: provinciaal beleid is een eind op weg, maar is niet uitgekristalliseerd Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
6
1. Rol en beleid provincie: aandacht voor eigen rol, maar meerwaarde provinciaal beleid is niet duidelijk; 2. Interne afstemming: beleid wordt intern afgestemd, maar komt nog niet over als één geheel; 3. Aansluiting op wensen en behoeften gemeenten: beleid vindt aansluiting, maar aandacht nodig voor heldere visie. Daarnaast zijn de volgende aanbevelingen geformuleerd: o o o o o
Hou vast aan genomen stappen, maar kijk kritisch naar de huidige opzet van het beleid; Maak keuzes ten aanzien van de beoogde meerwaarde van de provincie; Formuleer een integrale visie en pak wonen, zorg en welzijn sterker programmatisch op; Formuleer heldere doelstellingen voor gesubsidieerde projecten; Structureer de communicatie richting gemeenten.
Conclusies op basis van het follow-uptraject Uitvoerige behandeling van Rekenkamerrapport Het Rekenkamerrapport heeft geleid tot een uitvoerige discussie binnen Provinciale Staten. Deze discussie is gestructureerd door een aantal uitgewerkte statenvoorstellen en heeft in december 2006 geresulteerd in een vastgestelde visie op senioren. Vervolg gegeven aan Rekenkamerrapport De provincie Overijssel heeft vooral vervolg gegeven aan de aanbevelingen van de Rekenkamer door het formuleren van een visie op senioren. Het is van belang op te merken dat het accent is verschoven van wonen, zorg en welzijn voor ouderen naar een bredere visie op senioren. Binnen de provincie Overijssel wordt een discussie gevoerd over de rol en meerwaarde van de provincie in het sociale domein en de communicatie met gemeenten is verder vormgegeven.
Hoe verder? De Rekenkamer beoogt met het follow-uptraject Provinciale Staten, in het kader van hun controlerende taak, te ondersteunen bij het volgen van de ontwikkelingen op het terrein van wonen, zorg en welzijn voor ouderen. Met dit follow-uptraject sluit de Rekenkamer het onderzoek Met één blik op de toekomst vooralsnog af. Het is evenwel mogelijk dat over een aantal jaren een nieuw onderzoek wordt ingesteld, waarbij wederom wordt gekeken naar het onderwerp wonen, zorg en welzijn voor ouderen. 2.4.
Beleidsrekening Gelderland
Op 26 april 2006 heeft de Rekenkamer het rapport “Prestaties gepresenteerd, Quick-scan jaarstukken provincie Gelderland 2005” aangeboden aan de leden van Provinciale Staten van Gelderland. Uitkomsten Rekenkameronderzoek 2006 Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
7
Het onderzoek leverde de volgende conclusies op: 1. Voor veel programma’s moeilijk om aan de hand van de programmaverantwoording te bepalen of de doelen zijn behaald; 2. Moeilijk inzicht te verkrijgen in de jaarrekening door het ontbreken van tekstuele toelichtingen. Daarnaast zijn de volgende aanbevelingen geformuleerd: o o
Geef aan of doelen zijn gehaald; Licht tabellen meer toe.
Conclusie op basis van het follow-up-traject Rapport heeft verbeterslag ten aanzien van de beleidsrekening in versnelling gebracht De conclusies en aanbevelingen uit het rekenkamerrapport waren voor de provincie Gelderland herkenbaar. Op dit moment is men bezig met een verbeterslag ten aanzien van de beleidsrekening. Het gaat daarbij onder andere om de verbetering van de indicatoren. In de beleidsrekening 2006 wordt per programma antwoord gegeven op de vraag of de doelen zijn gehaald en worden verschillen tussen begroting en rekening per programma toegelicht. Uit het gesprek komt naar voren dat het rekenkamerrapport heeft gezorgd voor een versnelling van deze verbeterslag van de beleidsrekening. Hoe verder? De Rekenkamer heeft de intentie om het onderwerp begroting en rekening de komende jaren in haar onderzoeksprogramma op te nemen. In de toekomst zullen daarom meer onderzoeken volgen en zal ook de verbeterslag ten aanzien van de beleidsrekening 2006 met belangstelling worden gevolgd.
Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
8
3.
Interne organisatie
3.1.
Personeel en Organisatie
Medio 2006 zijn drie nieuwe medewerkers bij de Rekenkamer ingestroomd. Allereerst is de ontstane vacature voor de functie van management-assistente ingevuld. Verder zijn, zoals in de begroting 2007 al was aangekondigd, een senior en een junior onderzoeker geworven. Daarmee is het beoogde formatieplaatje van een directeur, vier onderzoekers en een management-assistente ingevuld. De drie nieuwe medewerkers zijn inmiddels in het kader van het integriteitsbeleid beëdigd door de voorzitter van de Rekenkamer. Met alle medewerkers van de Rekenkamer heeft de directeur gesprekken gevoerd conform de jaargesprekscyclus van de provincie Gelderland. De directeur voert deze gesprekken met de voorzitter van het bestuur van de Rekenkamer. De onderzoekers van de Rekenkamer hebben samen met onderzoekers van drie andere provinciale Rekenkamers een intensief opleidingstraject gevolgd. Het doel was om tot een verdere verdieping te komen van het doen van effectief rekenkameronderzoek. Een gezaghebbend opleider, de heer Dolmans, heeft dit traject verzorgd. Dit heeft ertoe geleid dat in 2007 de onderzoekers van de verschillende provinciale rekenkamers elkaar wederom regelmatig zien. Op deze wijze worden inzichten gedeeld en van elkaar geleerd. 3.2.
Samenwerking en informatie-uitwisseling
Ook in 2006 is de Rekenkamer actief geweest in het op peil brengen en houden van diverse contacten met belanghebbenden. Het bestuur en de directeur van de Rekenkamer hebben onder meer gesproken met verschillende fractievoorzitters en commissievoorzitters van de provincies. Verder zijn er ontmoetingen geweest met de gedeputeerden en met de beide Commissarissen van de Koningin. Eén van de gespreksonderwerpen was de agendering van Rekenkamerrapporten in Provinciale Staten. In beide provincies is afgesproken dat elk Rekenkamerrapport niet alleen in de betreffende PS-commissie behandeld wordt maar ook in PS. De commissie- en PS-vergaderingen worden regelmatig bezocht door de Rekenkamer. Op deze wijze wordt goed voeling gehouden met de politiek-bestuurlijke praktijk. Ook met het ambtelijk apparaat worden geregeld gesprekken gevoerd. Samen met de Zuidelijke Rekenkamer is in 2006 een vooronderzoek opgestart naar het waterbeleid van de betrokken vier provincies. De reden hiervoor was de gedachte dat water zich niets aan trekt van provinciale grenzen. Tevens betrof het een goed pilot voor mogelijk toekomstige samenwerking met deze en andere Rekenkamers. De samenwerking leidt er toe dat ook het vervolg op het vooronderzoek gezamenlijk wordt opgepakt. Verder hebben de besturen en directeuren van de provinciale rekenkamers regelmatig contact. Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
9
De Rekenkamer Oost-Nederland heeft zich verder aangesloten bij de Kring Oost van de NVRR (Ned. Vereniging van Rekenkamers en Rekenkamercommissies). Op deze wijze wordt ook gewerkt aan het opbouwen van contacten met gemeentelijke rekenkamers. 3.3.
Inrichting en ict
De Rekenkamer heeft in 2006 eveneens een intranetverbinding gekregen met de provincie Overijssel. Daardoor kan de ontsluiting van informatie benodigd voor onderzoek veel sneller en efficiënter verlopen. De inrichting van het kantoorpand in Deventer is waar nodig aangepast aan de instroom van de nieuwe onderzoekers en is nu volledig in gebruik. 3.4.
Uitbestede onderzoeken: algemene voorwaarden
Voor het aanbesteden van haar onderzoeken hanteert de Rekenkamer Oost-Nederland momenteel de Algemene Voorwaarden Diensten van de provincie Gelderland. Deze blijken echter minder goed aan te sluiten bij het primaire proces van de Rekenkamer. Daarom zijn er meer toegesneden Algemene Voorwaarden Diensten ontwikkeld waarbij de voorwaarden van de provincie als uitgangspunt zijn genomen. De aangepaste algemene voorwaarden liggen momenteel ter toetsing en goedkeuring bij de Provincie Gelderland. Indien deze goedkeuring wordt verkregen, zal de Rekenkamer deze aangepaste voorwaarden gaan hanteren voor haar aanbestedingstrajecten.
Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
10
4.
Toelichting lasten 2006
In dit hoofdstuk wordt de staat van baten en lasten zoals weergegeven in hoofdstuk 5 van een toelichting voorzien. De toelichting is gebaseerd conform hetgeen hierover is bepaald in hoofdstuk 8 (toelichting staat van baten en lasten).
Bestuur en Personeel Salarissen vast personeel Medio 2006 zijn twee nieuwe medewerkers aangetrokken, een junior en een senior onderzoeker. Doordat de begroting uitging van uitbreiding van de formatie over geheel 2006 is er minder uitgegeven dan begroot. Reis- en verblijfkosten personeel De extra reis- en verblijfkosten zijn voor een belangrijk deel te verklaren door de twee extra medewerkers. Verder leert de ervaring dat de onderzoeken van de Rekenkamer en de reguliere contactmomenten bij bijvoorbeeld Statenvergaderingen, een verhoging van de reiskosten noodzakelijk maakt. Advertentiekosten werving personeel De ervaring leert dat advertenties in landelijke dagbladen kostbaar zijn maar ook noodzakelijk om goede onderzoekers te werven. Naar verwachting zal werving van nieuwe medewerkers niet frequent voorkomen bij de Rekenkamer. Opleidingen De onderzoekers hebben samen met Zuidelijke en Noordelijke Rekenkamer en de Rekenkamer Zeeland een intensief opleidingstraject gevolgd. Door de samenwerking konden de kosten laag worden gehouden en is er minder uitgegeven dan begroot.
Inhuur Externe deskundigen Dit jaar bleek het beschikbare budget ruim voldoende om de geplande onderzoeken uit te kunnen voeren. De kritische kijk van de Rekenkamer naar een optimale prijs/kwaliteitsverhouding bij het uitbesteden van onderzoeken, heeft hieraan bijgedragen. Twee onderzoeken betroffen zogenaamde vooronderzoeken. De kosten daarvan waren lager dan begroot. Eén vooronderzoek is samen met de Zuidelijke Rekenkamer uitgevoerd. De kosten daarvan zijn gedeeld. Verder wordt aangetekend dat enkele onderzoeken door een niet voorziene uitloop in de planning niet in 2006 konden worden afgerond. Het overgehouden bedrag is dus gedeeltelijk vertekenend. Uitzendkrachten Doordat de bureaumanager een andere baan vond, was het noodzakelijk om tijdelijk een uitzendkracht als nieuwe management-assistente aan te nemen.
Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
11
Huisvesting Energielasten Er is vooralsnog afgezien van een reservering gezien het relatief geringe bedrag. Verzekeringen De ervaring leert dat de post verzekeringen lager begroot kan worden. OZB Er is vooralsnog afgezien van een reservering gezien het relatief geringe bedrag.
Servicekosten Schoonmaakkosten Deze kosten zijn lager dan begroot maar zullen volgend jaar als gevolg van een lichte uitbreiding van de dienstverlening stijgen. Beveiliging De ervaring leert dat de post beveiliging lager begroot kan worden. Onderhoudskosten De onderhoudskosten zijn hoger door het aanbrengen van diverse extra verlichting en aanpassing van de verwarmingen op de bovenverdieping. Vanuit arbo richtlijnen was dit noodzakelijk. Tevens zijn er onderhoudswerkzaamheden geweest in verband met lekkage aan de achtergevel en de goot. Telefoonkosten Het verschil tussen budget en realisatie is te verklaren door de BTWtoerekening.
Informatievoorziening Onderhoud computerapparatuur Het in gebruikzijnde netwerk met apparatuur is in de praktijk voldoende betrouwbaar maar wel blijkt dat regelmatig onderhoud, waaronder updates van software, noodzakelijk is. De ervaring leert dat onderhoud van ICT-voorzieningen (w.o. de website) hoger begroot zal moeten worden. Extern drukwerk De kosten voor het drukken van rapporten vielen hoger uit dan verwacht. Daarom is voor toekomstige rapporten een andere manier van drukken en inbinden gekozen. Tevens is er een ‘basis’ omslag gedrukt voor de komende twee à drie jaar. Boeken In de praktijk blijkt de informatievoorziening voor een groot deel te vinden te zijn bij de informatievoorzieningcentra (bibliotheken) van de beide provincies, de intranetten van de beide provincies en op het internet. Daardoor zijn geen boeken aangeschaft. Het blijft voor de toekomst belangrijk dat er wel voldoende ruimte is om noodzakelijke vakliteratuur te kunnen aanschaffen. Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
12
Contributie lidmaatschappen De Rekenkamer vindt het belangrijk aangesloten te zijn en te blijven bij landelijke beroepsverenigingen en kenniskringen. De ervaring leert dat de contributie hoger begroot zal moeten worden. Aanschaf automatiseringsapparatuur De budgetoverschrijding is voor een belangrijk deel te verklaren door de twee extra medewerkers en de daarvoor benodigde ICT-apparatuur. Aanschaf telefonieapparatuur Er was geen extra aanschaf van telefonievoorzieningen noodzakelijk. Deze is na een termijn van 3 jaar na de eerste aanschaf voorzien.
Kantoor Kantoorbenodigdheden Er is sprake van enige onderbesteding. De ervaring over een aantal jaren zal een beter beeld geven wat gemiddeld nodig is voor kantoorbenodigdheden. Aanschaf meubilair Het reeds aangeschafte meubilair was voldoende op peil om de huidige personeelsbezetting aan te kunnen waardoor nieuwe aanschaf niet nodig was. Deze is na een termijn van 10 jaar na de eerste aanschaf voorzien. Uitbesteding administratie aan de Provincie Gelderland Het verschil tussen budget en realisatie is te verklaren door de BTWtoerekening.
Overig Bankkosten Dit betreffen de rentebijschrijvingen over het tegoed van de Rekenkamer. De rentebijschrijvingen zullen fluctueren met de geldende rentetarieven en de banksaldi. De laatste zal fluctueren afhankelijk van het moment van besteding en ontvangst van de liquide middelen. Deze post zal niet worden aangepast in toekomstige begrotingen van de Rekenkamer. Algemene kosten In de begroting 2006 was deze post nog niet begroot. De uitgaven die zijn geboekt op algemene kosten hebben bijvoorbeeld betrekking op huishoudelijke producten, bijvoorbeeld koffie, die nodig zijn om als zelfstandig organisatie-eenheid te kunnen functioneren. Ook het onderhoud van de (kleine) tuin, behorend bij het pand, zijn hierop geboekt.
Reserves BTW-compensatie De provincies hebben de mogelijkheid om via de zogenaamde transparantiemethode de door de Rekenkamer betaalde BTW terug te ontvangen van het BTW-compensatie-fonds. De te declareren BTW over 2006 bedraagt in totaal € 95.826,-. De Rekenkamer heeft deze BTW, ieder Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
13
voor de helft, doorgeschoven naar de beide provincies. Het verschil in de opbrengsten à ruim € 24.000,-. is te verklaren door het verschil tussen de geschatte opbrengst van de BTW-doorschuiving (€ 120.000) en de werkelijk doorgeschoven BTW (€ 95.826). Onverdeeld resultaat Het onverdeelde resultaat van de Rekenkamer over 2006 bedraagt € 195.052,-. De belangrijkste verklaringen hiervoor zijn kort samengevat: • een lagere uitgave dan begroot op de post ‘inhuur externe deskundigen’; • een lagere uitgave dan begroot op de post ‘salarissen vast personeel’. De uitgebreide toelichtingen voor de verschillen zijn onder de hiervoor genoemde posten terug te vinden. De Rekenkamer heeft met de haar beschikbaar gestelde middelen de prestaties kunnen leveren die gepland waren. Enkele onderzoeken die gepland waren voor 2006, zijn als gevolg van een uitloop in de planning niet in 2006 afgerond en vormen dus een extra last op de begroting 2007. Deze last is echter beperkt waardoor de Rekenkamer zich op het standpunt stelt dat de reeds beschikbaar gestelde middelen voor 2007 voldoende zijn om de geplande onderzoeken voor 2007 te kunnen realiseren. Het voorstel van de Rekenkamer aan de Provinciale Staten van Gelderland en Overijssel is om het onverdeelde resultaat van 2006 toe te voegen aan de algemene reserves van de beide provincies (ieder voor de helft).
Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
14
Jaarrekening 2006
Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
15
5.
Staat van baten en lasten Rekenkamer OostNederland
Baten Rekenkamer Oost-Nederland 2006 Baten
Budget
€
Realisatie
€
Verschil
€
Bijdragen Provincies Bijdrage provincie Gelderland
400.000
387.913
12.087
Bijdrage provincie Overijssel
340.000
340.000
0
Onttrekking aan alg. reserve
101.455
101.455
0
60.000
47.913
12.087
BTW-compensatie prv. Overijssel Totaal
901.455
Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
877.281
24.174
16
Lasten Rekenkamer Oost-Nederland per 31 december 2006 Budget 2006 excl. BTW
Lasten
€
Budget 2006 incl. BTW
€
Realisatie 2006 incl. BTW
€
Verschil incl. BTW
€
Bestuur en Personeel Bestuursvergoedingen en –kosten Salarissen vast personeel Reis en verblijfkosten personeel Advertentiekosten werving personeel Opleidingen Overige personeelskosten
40.000
47.600
46.933
667
353.420
420.570
296.468
124.102
7.000
7.000
13.507
-6.507
5.000
5.950
10.210
-4.260
12.300
14.637
9.488
5.149
0
0
0
0
417.720
Subtotaal
495.757
376.606
119.151
Inhuur Externe deskundigen Uitzendkrachten
274.875
304.135
213.636
90.499
0
0
6.677
-6.677
274.875
Subtotaal
304.135
220.313
83.822
Huisvesting Energielasten
4.000
4.760
2.959
1.801
Verzekeringen
3.000
3.570
530
3.040
22.000
22.000
22.505
-505
Huren Onroerende zaak belasting
1.000
1.190 30.000
Subtotaal
0 31.520
1.190 25.994
5.526
Servicekosten Schoonmaakkosten
4.780
5.688
Beveiliging
2.500
2.975
451
2.524
0
0
4.205
-4.205
Onderhoudskosten Telefoonkosten
5.000
5.950 12.280
Subtotaal
4.374
1.314
4.988 14.613
962 14.018
595
Informatievoorziening Onderhoud computerapparatuur
4.500
5.355
8.647
-3.292
Extern drukwerk
5.000
5.950
11.434
-5.484
Boeken
2.000
2.380
0
2.380
Contributie lidmaatschappen
1.000
1.190
1.799
-609
Aanschaf automatiseringsapparatuur
9.270
11.031
8.658
2.373
Aanschaf telefonieapparatuur
2.060
2.451 23.830
Subtotaal
0 28.357
2.451 30.538
-2.181
Kantoor Kantoorbenodigdheden
9.000
10.710
6.933
3.777
Aanschaf meubilair
2.750
3.273
0
3.273
Uitbesteding adm. Aan Prv. Gld.
7.500
8.925
7.500
1.425
Accountantskosten
3.500
4.165
3.733
22.750
Subtotaal
27.073
432 18.166
8.907
Overig Bankkosten
0
0
-6.382
6.382
Algemene kosten
0
0
2.976
-2.976
0
Subtotaal
0
-3.406
3.406
Reserves BTW compensatie Onverdeeld resultaat
120.000
0
0
0
0
0
195.052
-195.052
120.000 901.455
Subtotaal Totaal
Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
0 901.455
195.052 877.281
-195.052 24.174 17
6.
Balans 31 december 2006
Balans Rekenkamer Oost-Nederland per 31 december 2006 Activa
2006
Debiteuren BNG Postbank Afstemrekening BNG Totaal
7.
2005
Passiva
2006
2005
Algemene reserve
304.364
405.819
Crediteuren
119.236
281.980 17.975
50.180
43.379
815.856
651.341
6.745
9.724
Transitoria
255.024
895
1.330
Onverdeeld resultaat 2006
195.052
873.676
705.774
Totaal
873.676
705.774
Grondslagen van waardering en resultaatsbepaling
Inleiding De jaarrekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten daarvoor geeft. Deze voorschriften zijn eveneens van toepassing op de Rekenkamer Oost-Nederland. Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening In de jaarrekening is onderscheid gemaakt tussen algemene en specifieke grondslagen van waardering en resultaatsbepaling. De specifieke grondslagen betreffen enerzijds grondslagen zoals opgenomen in de ‘Financiële verordening Gelderland 2003’ (vastgesteld door Provinciale Staten) en de ‘Uitvoeringsregeling Financiële Verordening Gelderland 2003’ (nadere uitwerking van de financiële verordening door Gedeputeerde Staten). Anderzijds betreft het grondslagen die niet als zodanig zijn vastgelegd, maar de afgelopen jaren volgens de bestendige gedragslijn zijn gehanteerd. Algemene uitgangspunten De begrotingscijfers bestaan uit de primaire begroting en alle door het bestuur van de Rekenkamer Oost-Nederland goedgekeurde begrotingswijzigingen betreffende het verslagjaar. Het stelsel van baten en lasten is van toepassing. Baten en lasten worden tot het brutobedrag verantwoord. Onder baten en lasten vallen ook de over het eigen vermogen berekende bespaarde rente. De jaarrekening geeft, volgens normen die voor de provincie en dientengevolge voor de Rekenkamer Oost-Nederland als aanvaardbaar worden beschouwd, een zodanig inzicht dat een verantwoord oordeel kan worden gevormd over de financiële positie en over de baten en lasten. De jaarrekening en de toelichtingen geven getrouw, duidelijk en stelselmatig de baten en lasten van het begrotingsjaar, evenals het saldo ervan weer. De jaarrekening geeft tevens een getrouw, duidelijk en stelselmatig inzicht in de financiële positie aan het einde van het begrotingsjaar. Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
18
De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke. Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming te weten vier jaar. Activa Vaste activa Alle vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. Materiële vaste activa met economisch nut. Alle investeringen met een economisch nut - dit zijn verhandelbare dan wel middelen genererende investeringen - worden geactiveerd, tenzij sprake is van een ideaalcomplex. Vlottende activa Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. Liquide middelen en overlopende posten. Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen. Passiva Vaste schulden Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Vlottende passiva De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
19
Specifieke grondslagen Investeringen, waardering activa en afschrijving Financiële verordening Gelderland 2003 De provincie Gelderland hanteert de volgende afschrijvingstermijnen voor investeringen met een economisch nut: • geactiveerde kosten van agio en disagio: 5 jaar; • bedrijfsgebouwen: 40 jaar; • renovatie, restauratie en aankoop bedrijfsgebouwen: 20 jaar; • veiligheidsvoorzieningen in bedrijfsgebouwen, telefooninstallaties en kantoormeubilair: 10 jaar; • zware transportmiddelen, aanhangwagens, personenauto’s, lichte motorvoertuigen en technische hulpmiddelen: 5 jaar; • automatiseringsapparatuur en –programmatuur: 3 jaar; • bijdragen aan activa in eigendom van derden: 15 jaar. Op gronden en terrein wordt niet afgeschreven. Kosten verbonden aan het afsluiten van geldleningen worden direct ten laste van de exploitatie gebracht. De materiële vaste activa met economisch nut met een verkrijgingsprijs lager dan € 25.000 worden niet geactiveerd, met uitzondering van gronden en terreinen die altijd worden geactiveerd. Uitvoeringsregeling Financiële Verordening Gelderland 20031 Activa worden annuïteitsgewijs afgeschreven. Op nieuwe activa wordt afgeschreven als op 30 juni van het jaar meer dan de helft van het begrote bedrag voor het nieuwe activum is uitgegeven. Het daaraan gerelateerde afschrijvingsbedrag wordt gebaseerd op: • de begrote investering als nog niet het gehele begrote bedrag is uitgegeven; • de werkelijke investering als geen bedragen meer worden uitgegeven. De uitgaven tot en met 30 juni worden op 1 juli vastgesteld. Rente Bestendige gedragslijn De jaarlijkse rente is berekend volgens de renteomslagmethodiek. De systematiek van renteomslag is als volgt. De rente die wordt omgeslagen betreft rente van opgenomen langlopende geldleningen, de toevoeging van rente of inflatiecorrectie aan reserves en voorzieningen (bespaarde rente) en de rente over het financieringstekort. Alle reserves en voorzieningen krijgen een inflatiecorrectie teneinde de geplande activiteiten te kunnen blijven realiseren. Over het totaal aan reserves en voorzieningen wordt een rentevergoeding berekend tegen een rentepercentage dat gebaseerd is op de kapitaalmarkttarieven van het 1
De uitvoeringsregeling is vastgesteld door Gedeputeerde Staten, en is een nadere uitwerking van de Financiële Verordening, die door Provinciale Staten is vastgesteld. Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
20
afgelopen jaar. Het verschil tussen deze rentevergoeding en de inflatiecorrectie wordt toegevoegd aan de reserve ‘Egalisatiefonds reserves en voorzieningen’. De rente over het financieringstekort betreft een renteberekening over het verschil tussen de stand van de bestemmingsreserves en de boekwaarde van de vaste activa. Dit verschil wordt vervolgens vermenigvuldigd met een rentepercentage – afgeleid van geldmarkttarieven – en geeft het rentebedrag. Over een beperkt aantal reserves en voorzieningen zijn specifieke voorschriften voor rentetoerekening bepaald door het Rijk c.q. de Europese Commissie. Het verschil met de toegerekende inflatiecorrectie wordt gecorrigeerd op de overrente die is toegerekend aan het ‘Egalisatiefonds reserves en voorzieningen’. De som van bovenstaande drie elementen (rente langlopende geldleningen, bespaarde rente en rente financieringstekort) wordt omgeslagen over de vaste activa. Vervolgens komt deze rente ten laste van functies, kostenplaatsen en activa. Met de op balansdatum lopende rente van opgenomen en verstrekte langlopende geldleningen is rekening gehouden.
8.
Toelichting staat van baten en lasten
Baten De Rekenkamer Oost-Nederland wordt, zoals afgesproken in de WGR Rekenkamer Oost-Nederland, ieder voor de helft gefinancierd door de provincies Overijssel en Gelderland. De Rekenkamer betaalt BTW over de door haar ingekochte leveringen en diensten. Op grond van de zogeheten transparantiemethode kan deze BTW door de provincies geclaimd worden bij het BTW-compensatiefonds. Dit betekent per saldo dat het beschikbaar gestelde budget geheel ten goede kan komen aan activiteiten van de Rekenkamer. Voor de beide provincies verloopt de BTW-verrekening budgetneutraal. De hiervoor beschreven werkwijze is terug te voeren op de besluiten die daarover zijn genomen door de Provinciale Staten van de provincie Overijssel (kenmerk PS/2006/80, 23 januari 2006) en door Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland (zaaknummer 2006-001079, 17 januari 2006). Lasten De Rekenkamer heeft de haar toegekende middelen zo efficiënt mogelijk gebruikt om haar taken in 2006 uit te kunnen voeren. Wel zij opgemerkt dat de begroting 2006 tegelijk met de begroting 2005 is opgesteld en dat aldus de ervaringscijfers van uitgaven nog beperkt waren. De inschatting van uitgaven was daarom soms lastig. De ervaringscijfers van 2005 en 2006 zullen leiden tot een betere inschatting van de begrote uitgaven in de komende jaren. In de staat van baten en lasten worden de uitgaven (realisatie) afgezet tegen de begrote budgetten van 2006. De cijfers worden van een toelichting voorzien wanneer: Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
21
•
•
er sprake is van een afwijking van 10% meer of minder ten opzichte van het budget (bij verschillen die minder bedragen dan € 500,- wordt geen toelichting gegeven); of wanneer de afwijking meer is dan € 50.000,-; Alle gerealiseerde bedragen zijn inclusief BTW.
Om de inzichtelijkheid van de financiële cijfers te verbeteren is een extra kolom opgenomen nl. het budget incl. BTW (afgezet tegen de kolom ‘realisatie incl. BTW’). De kolom ‘budget incl. BTW’ is gebaseerd op de kolom ‘budget excl. BTW’ waarbij de post ‘BTW-compensatie’ à € 120.000,- is verdeeld over de daartoe in aanmerking komende overige posten. Als extra informatie is in bijlage 3 een overzicht opgenomen van de gerealiseerde cijfers van 2006 en 2005.
9.
Toelichting op de balans
Hieronder worden enkele posten van de balans (zie hoofdstuk 6) nader gespecificeerd. Debiteuren Deze post betreft de BTW-vordering van de provincies op de Rekenkamer over het laatste kwartaal ’06. Algemene reserve Deze post betreft het resultaat uit 2005 van de Rekenkamer. Dit resultaat is via de resultaatbestemming van de jaarrekening 2005 toegekend aan de algemene reserve van de Rekenkamer. Crediteuren Deze post bestaat voor het merendeel uit facturen van dienstverleners die nog betaald moeten worden via de financiële administratie van de provincie Gelderland. Transitoria Deze post bestaat voor het grootste deel (bijna € 200.000,-) uit salariskosten van het personeel die nog niet gefactureerd zijn door de provincie Gelderland. De overige posten betreffen enkele uitbestede onderzoeksactiviteiten. Onverdeelde resultaat Deze post is gelijk aan het resultaat van de staat van baten en lasten (hoofdstuk 5).
10.
Overige gegevens
In dit hoofdstuk is in de eerste paragraaf de verklaring van de accountant bij de jaarrekening 2006 van de Rekenkamer opgenomen. Vervolgens is in de tweede paragraaf een voorstel voor de resultaatsbestemming beschreven.
Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
22
10.1.
Verklaring van de accountant
Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport opgenomen jaarrekening 2006 van de Rekenkamer Oost Nederland, bestaande uit de balans per 31 december 2006 en de programmarekening over 2006 met de toelichtingen gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur van de Rekenkamer Oost Nederland Het bestuur van de Rekenkamer Oost Nederland is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven, en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting, en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen en provinciale verordeningen zoals door de Provincie Gelderland in het Statenbesluit PS2004-907 is bevestigd. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intern beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van zowel de baten en lasten als de activa en passiva, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat en voor de naleving van de relevante wet- en regelgeving, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 217, tweede lid van de Provinciewet. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder het Besluit accountantscontrole provincies en gemeente. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico’s van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van zowel de baten en lasten als de activa en passiva, alsmede het voor de naleving van de wet- en regelgeving relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zij, maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
23
beheersingssysteem van de Rekenkamer Oost Nederland. Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving, van de redelijkheid van schattingen die het bestuur van de Rekenkamer Oost Nederland heeft gemaakt, en een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% van de totale lasten. Deze goedkeuringstolerantie is door de Provinciale staten Gelderland in haar vergadering van 26 januari 2005 vastgesteld. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van de Rekenkamer Oost Nederland een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2006 als van de activa en passiva per 31 december 2006 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen waaronder provinciale verordeningen.
Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 217 lid 3 onder d Provinciewet melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Deventer, 12 april 2007 Eshuis Registeraccountants
Drs. J.A. Rasing RA
10.2.
Voorstel voor resultaatsbestemming
Het rekeningresultaat 2006 bedraagt voor resultaatsbestemming € 195.052,-. Het bestuur van de Rekenkamer stelt voor dit rekeningresultaat conform het besluit Begroting en Verantwoording, ieder voor de helft, toe te voegen aan de Algemene Reserves van de provincies Gelderland en Overijssel.
Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
24
Bijlagen
Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
25
Bijlage 1 Bevindingen follow-up-traject In deze bijlage staan per onderzoek de bevindingen van het followuptraject weergegeven. Deze bevindingen liggen ten grondslag aan de conclusies die in hoofdstuk 2 zijn beschreven.
1.
Wonen, zorg en welzijn voor ouderen provincie Gelderland
Procesgang rondom behandeling rapport In onderstaand schema worden de procesgang rondom de behandeling van het rapport Provincie als Partner? en de belangrijkste bijbehorende documenten weergegeven. Jaar 2006
Actie en document
9 mei
Rapport aangeboden aan Commissaris van de Koningin, Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten.
31 mei
Presentatie door de Rekenkamer voor Statenleden waarbij is ingegaan op het onderzoek.
juni
Rapport op nr. 74 van de lijst ingekomen stukken voor Provinciale Staten. Document: Rapport Provincie als Partner? wonen, zorg en welzijn voor ouderen in de provincie Gelderland. SIS-nummer: PS-2006-368
14 juni
Het rapport is behandeld in de Commissie Welzijn.
4 juli
Statennotitie van Gedeputeerde Staten opgesteld. Document: Statennotitie van Gedeputeerde Staten: inhoudelijke reactie op het Rekenkameronderzoek. SIS-nummer: PS-2006-576
13 september
De Statennotitie van GS geagendeerd voor de Commissie Welzijn, wegens tijdgebrek doorgeschoven.
11/18 oktober
De Statennotitie behandeld in de Commissie Welzijn, ook leden van de Commissie Ruimtelijke Ordening zijn uitgenodigd aan de vergadering deel te nemen.
22 november
De Tweede Verdeelnota van het Programma O&V is behandeld in de Commissie Welzijn. Document: Tweede Verdeelnota 2004-2008, Programma Ontgroening & Vergrijzing. SIS-nummer: PS-2006-797
Toelichting procesgang Tijdens de behandeling in de Commissie Welzijn van 14 juni werd duidelijk dat alle fracties achter de conclusies en aanbevelingen van de Rekenkamer staan. Op basis van een discussie in deze Commissie is besloten dat men eerst een reactie van Gedeputeerde Staten wil afwachten, alvorens de behandeling voort te zetten. De reactie van Gedeputeerde Staten (d.d. 4 juli) is vervolgens besproken in de Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
26
Commissie Welzijn in oktober 2006, waarbij is besloten dat deze geen verdere behandeling in de Staten behoeft. Wel is in de Tweede Verdeelnota Programma Ontgroening en Vergrijzing in november 2006 kort ingegaan op het Rekenkamerrapport. Conclusies uit procesgang Uit het follow-uptraject blijkt dat er aanvankelijk enige onduidelijkheid bestond over de manier waarop het rapport in de Commissie en in Provinciale Staten behandeld zou moeten worden: het was onduidelijk of PS dan wel GS als eerste zou moeten reageren. Uiteindelijk is besloten om eerst GS een reactie te laten geven. In de Commissie Welzijn is na de eerste behandeling van het Rekenkamerrapport vooral gesproken over de Statennotitie van Gedeputeerde Staten. Het rapport dan wel een voorstel naar aanleiding daarvan is vervolgens niet meer in een Statenvergadering behandeld. Daardoor heeft er formeel geen besluitvorming plaatsgevonden over het rapport en de acties die naar aanleiding van de conclusies en aanbevelingen gestart zouden moeten worden.
Vervolg op aanbevelingen en effect Rekenkamerrapport Uit een analyse van de belangrijkste documenten (Statenvoorstel/reactie GS en Tweede Verdeelnota Programma Ontgroening & Vergrijzing) blijkt dat daarin niet concreet is terug te vinden wat er is gedaan met de aanbevelingen van de Rekenkamer. Hoewel er in de stukken wordt verwezen naar het rapport van de Rekenkamer, is niet expliciet gemaakt welke acties er naar aanleiding van het rapport zijn of worden ondernomen. Wel blijkt uit de documentenanalyse, dat er naar aanleiding van het rapport extra aandacht voor het Kennisplein is gekomen. Het gesprek in het kader van de follow-up door de Rekenkamer heeft tot aanvullende informatie geleid. In onderstaand schema wordt het aanvullende beeld per aanbeveling op samengevatte wijze weergegeven. Aanbeveling
Uitwerking (op basis van gesprekken)
Werk meer vanuit bottom-up benadering o
Geef meer aandacht aan individuele gemeenten (naast de regionale aanpak)
o
Schenk meer aandacht aan de communicatiebeleving van het provinciale beleid
Er wordt volgens de betrokkene binnen de provinciale organisatie meer bottom-up gewerkt. Concrete voorbeelden van de uitwerking van de bottom-up benadering zijn een werkconferentie, de casuïstiek voor gemeenten, ondersteuning bij WMO en het Kennisplein. In het Programma O&V wordt juist ook op gemeenteniveau gewerkt. Dit is noodzakelijk omdat er grote sociale verschillen bestaan per gemeente. Meer etaleren wat de provincie doet, staat centraal bij de genoemde activiteiten.
Plaats meerwaarde van de provincie in lange termijn perspectief o
Denk na over de vraag of de provincie op lange termijn een rol heeft op het terrein van wonen, zorg en welzijn en welke meerwaarde de provincie op langere termijn vanuit deze rol wil
De provinciale rol blijft volgens de betrokkene binnen de provinciale organisatie het ondersteunen van gemeenten. Voor wat betreft een visie op de langere termijn, laten de Staten dit (deels) over aan de Staten in volgende perioden. De provincie rekent binnen het programma
Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
27
O&V kennisdeling tot de belangrijkste doelen. Daarom wordt bijvoorbeeld al wel nagedacht over het Kennisplein na 2008, wanneer het Programma Ontgroening en Vergrijzing feitelijk eindigt. Er is bijvoorbeeld uitgewerkt wat nodig is om het Kennisplein draaiende te houden.
leveren.
Ondersteun gemeenten meer bij uitvoering lokaal beleid o
Ondersteun gemeenten meer bij de lokale beleidsontwikkeling
o
Betrek gemeenten in hoge mate bij het ontwikkelen van dit kenniscentrum
Ondersteuning bij uitvoering wordt onder andere vormgegeven door kennisdeling en ontwikkeling. Hierbij wil de provincie gemeenten zoveel mogelijk van elkaar laten leren. Er bestaat veel aandacht voor de inhoud, bijvoorbeeld middels manifestaties en een cursus wet- en regelgeving voor gemeenteambtenaren. De ondersteuning gaat daarom verder dan alleen ondersteunen van het proces. In dit kader is aan het Kennisplein meer expliciete aandacht gegeven en is meer budget beschikbaar gesteld.
Besteed meer aandacht aan de keten wonen, zorg en welzijn o
Leg meer nadruk op de keten wonen, zorg en welzijn, bijvoorbeeld door een "één-loket-functie"
2.
Er wordt meer samenwerking gezocht tussen wonen, zorg en welzijn. Inmiddels gaat het verder dan de thema's of projecten van het programma O&V. Door op het Kennisplein ook andere relevante thema’s te noemen en een vaste contactpersoon bij projecten wordt vorm gegeven aan de één loket functie.
Wonen, zorg en welzijn voor ouderen provincie Overijssel
Procesgang rondom behandeling rapport In onderstaand schema worden de procesgang rondom de behandeling van het rapport Met één blik op de toekomst en de belangrijkste bijbehorende documenten weergegeven. Jaar 2006
Actie en document
10 mei
Rapport aangeboden aan Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de Koningin en presentatie Rekenkamer. Document: Rapport Met één blik op de toekomst. Wonen, zorg en welzijn voor ouderen in de provincie Overijssel.
24 mei
Presentatie door de Rekenkamer en het rapport is besproken in Commissie Zorg en Cultuur. Op basis hiervan zal door het Presidium een statenvoorstel worden voorbereid t.b.v. de vergadering van 21 juni.
30 mei
Het Presidium heeft een statenvoorstel voorbereid ter bespreking in de PS vergadering van 21 juni. Statenvoorstel (door Presidium voorbereid), SIS-nummer: PS/2006/457
21 juni
Statenvoorstel is behandeld in PS vergadering. Op basis van een amendement wordt het ontwerpbesluit aangepast.
Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
28
31 augustus
Concept visiedocument Senioren in Overijssel, wordt aan Provinciale Staten ter discussie aangeboden overeenkomstig het amendement. Document: Concept visiedocument, SIS-nummer: PS/2006/663
13 september
Het concept visiedocument is besproken in de Commissie Welzijn.
13 september
Concept visiedocument Senioren in Overijssel besproken in PS vergadering en aangenomen.
21 november
Statenvoorstel Provinciaal Seniorenbeleid. Document: Provinciaal Seniorenbeleid, SIS-nummer: PS/2006/949
13 december
Bespreekstuk Provinciaal Seniorenbeleid: conform voorstel besloten.
Toelichting en conclusies procesgang Het proces rondom de behandeling van het Rekenkamerrapport binnen de provincie Overijssel kenmerkt zich door een uitvoerige discussie naar aanleiding van uitgewerkte Statenvoorstellen. Tijdens de behandeling is gebleken dat alle fracties achter de conclusies en aanbevelingen van de Rekenkamer staan. Zowel in de Statencommissie als in de Staten is er discussie geweest over de doelgroep senioren. Naar aanleiding van het statenvoorstel van het Presidium is er een amendement ingediend, met als belangrijkste punt het opstellen van een conceptvisie op senioren door het college van Gedeputeerde Staten. Dit conceptvisie document is vervolgens besproken en na een aantal wijzigingen vastgesteld in december 2006.
Vervolg op aanbevelingen 2006 en effect Rekenkamerrapport In deze paragraaf wordt per aanbeveling op samengevatte wijze ingegaan op de mate waarin de provincie uitvoering heeft gegeven aan de aanbevelingen van de Rekenkamer. Uit een analyse van de stukken blijkt welke acties zijn ondernomen naar aanleiding van het Rekenkamerrapport. De informatie uit de gesprekken sluit hier op aan. Het vervolg op de aanbevelingen is samengevat in het onderstaande schema. Aanbeveling
Samenvatting
Maak keuzes ten aanzien van de beoogde meerwaarde van de provincie.
Binnen de provincie Overijssel wordt een discussie gevoerd over de rol en meerwaarde van de provincie in het sociale domein.
Formuleer een integrale visie en pak wonen, zorg en welzijn sterker programmatisch op.
Naar aanleiding van het rapport is een visie geformuleerd op de doelgroep senioren. Wonen, zorg en welzijn voor ouderen is volgens betrokkenen binnen de provinciale organisatie een beperkt onderdeel van de visie, naast andere thema’s. Andere doelgroepen (ggz-cliënten en gehandicapten) zijn niet opgenomen in de visie. Daarnaast is er een verschil in benadering: de nadruk ligt nu op wat ouderen kunnen i.p.v. op de hulp- en zorgvraag van ouderen. Voor wat betreft het meer programmatisch oppakken van het beleid en het beleid als één geheel laten overkomen op andere partijen geldt dat dit weinig extra aandacht heeft gekregen.
Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
29
Formuleer heldere doelstellingen voor gesubsidieerde projecten.
Uit het follow-up traject komt naar voren dat er naar aanleiding van deze aanbeveling geen concrete acties zijn ondernomen.
Structureer de communicatie richting gemeenten.
De communicatie met gemeenten is verder vormgegeven, bijvoorbeeld door contacten met de commissie “Sociaal” van de VNG. Op ambtelijk niveau wordt gesteld dat er richting gemeenten meer uitgedragen kan worden wat de provincie doet.
3.
Beleidsrekening Gelderland
Procesgang rondom behandeling rapport In onderstaand schema worden de procesgang rondom de behandeling van het rapport Prestaties gepresenteerd en de belangrijkste bijbehorende documenten weergegeven. Jaar 2006
Actie en document
26 april
Rapport aangeboden aan Commissaris van de Koningin, Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten.
10 mei
Het rekenkamerrapport is samen met beleidsrekening 2005 en het advies Rekeningcommissie besproken in de Commissie Algemeen Bestuur. Documenten: Rekenkamerrapport, SIS-nummer: PS-2006-279; Beleidsrekening, SISnummer: PS-2006-277; Advies Rekeningcommissie, SIS-nummer: PS-2006-280.
24 mei
Provinciale Staten vergadering. De beleidsrekening is in deze vergadering behandeld, waarbij het rekenkamerrapport op nummer 34 van de lijst met ingekomen stukken stond.
Toelichting procesgang De Commissie Algemeen bestuur onderschrijft in de vergadering van 10 mei 2006 de aanbevelingen uit het Rekenkamerrapport. De Gedeputeerde geeft tevens aan dat hij alle aanbevelingen heeft overgenomen. In de Statenvergadering van 24 mei is het rekenkamerrapport tegelijk met de beleidsrekening 2005 behandeld.
Vervolg op aanbevelingen 2006 en effect rapport De beleidsrekening 2006 was ten tijde van het follow-uptraject nog niet beschikbaar. Uit een gesprek blijkt echter dat men ten aanzien van de beleidsrekening bezig is met een verbeterslag. Dit wordt bevestigd door het format dat door diensten moet worden ingevuld voor het aanleveren van gegevens voor de beleidsrekening. In onderstaand schema wordt op samengevatte wijze per aanbeveling weergegeven welke acties worden ondernomen door de provincie Gelderland. Aanbeveling
Samenvatting
Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
30
Geef aan of doelen zijn gehaald.
Ten aanzien van deze aanbeveling is een aantal vernieuwingen te noemen: o
o
o Licht tabellen meer toe.
o o
o
Er wordt gewerkt aan het verbeteren van de kwaliteit van indicatoren. Het gaat daarbij onder andere om het kiezen van de juiste indicatoren en het verminderen van het aantal indicatoren. De resultaten hiervan wordt volgens de betrokkene binnen de provinciale organisatie niet opgenomen in de beleidsrekening voor 2006. In de beleidsrekening 2006 zullen de streefwaarden uit de begroting naast de stand van zaken worden gelegd (dit is een eis in het format dat moet worden ingevuld bij het aanleveren van de gegevens door de diensten). Daarbij wordt het helder wat de conclusie is over het bereiken van de doelen (zijn de doelen gehaald?). Per programma wordt door de diensten beoordeeld wat de resultaten zijn (zelfevaluatie). Dit wordt opgenomen in de beleidsrekening. In de beleidsrekening 2006 dienen voor de programma's verklaringen over de verschillen tussen begroting en rekening te worden toegevoegd. De leesbaarheid wordt vergroot door voorafgaand aan ieder hoofdstuk een samenvattende beschrijving te geven van de programma´s die in dat hoofdstuk worden behandeld. Het is nog niet bekend in hoeverre toelichtingen op tabellen in de jaarrekening (als onderdeel van de beleidsrekening) worden toegevoegd. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om het uitleggen van vaktermen en het toelichten van de structuur van tabellen.
Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
31
Bijlage 2 Toelichting jaarrekeningposten Onder de jaarrekeningposten van 2006 worden de volgende onderdelen gevat: Bestuur en Personeel Bestuursvergoedingen en kosten
-
Vergoedingen Toelagen Consignaties Bruto salaris Sociale lasten/premies Secundaire arbeidsvoorwaarden Eenmalige toelagen Overwerk Gratificaties Overige personeelskosten Cursussen Seminars Opleidingen Dienstreizen Woon-werkverkeer
-
Inhuur extra capaciteit projecten Uitbesteding onderzoeken
-
Gas, water, licht Brand-/inboedelverzekering Aansprakelijkheidsverzekering
-
Schoonmaak pand binnen en buiten
-
Vaste telefonie Mobiele telefonie
-
Vakliteratuur Abonnementen
-
Laptops, server, netwerk etc. Telefooncentrale, vaste telefoons, mobiele telefoons
Accountantskosten
-
Papierwaren Postzegels Kantoormachines Kantoormeubelen (kasten, stoelen ed.) Verlichting Financiële administratie Personele administratie Jaarrekening controle rekenkamer
Overig Bankkosten
-
Te betalen rente
Salarissen vast personeel
Opleidingen
Reis- en verblijfkosten personeel Advertentiekosten werving personeel Inhuur Externe deskundigen Uitzendkrachten Huisvesting Energielasten Verzekeringen Huren Onroerende zaak belasting Servicekosten Schoonmaakkosten Beveiliging Telefoonkosten Onderhoudskosten Informatievoorziening Onderhoud computerapparatuur Extern drukwerk Boeken Contributie lidmaatschappen Aanschaf automatiseringsapparatuur Aanschaf telefonieapparatuur
Kantoor Kantoorbenodigdheden
Aanschaf meubilair Uitbesteding administratie aan prv. Gelderland
Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
32
Algemene kosten
-
Tuinonderhoud
Reserves Onverdeeld resultaat BTW compensatie
-
Te betalen BTW
Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
33
Bijlage 3 Gerealiseerde cijfers 2006 en 2005
Lasten Bestuur en Personeel Bestuursvergoedingen en –kosten Salarissen vast personeel Reis en verblijfkosten personeel Advertentiekosten werving personeel Opleidingen
Realisatie 2006 incl. BTW
€
Realisatie 2005 incl. BTW
46.933
39.613
296.468
90.859
13.507
9.112
10.210
23.552
9.488
3.052
0
30
Overige personeelskosten Subtotaal
€
376.606
166.218
Inhuur Externe deskundigen Uitzendkrachten
213.636
20.745
6.677
0
Subtotaal
220.313
20.745
Huisvesting Energielasten
2.959
Verzekeringen Huren
223
530
414
22.505
9.167
0
0
Onroerende zaak belasting Subtotaal
25.994
9.804
Servicekosten Schoonmaakkosten Beveiliging Onderhoudskosten Telefoonkosten
4.374
1.063
451
2.444
4.205
201
4.988
Subtotaal
651 14.018
4.359
Informatievoorziening Onderhoud computerapparatuur Extern drukwerk
8.647
11.610
11.434
7.285
0
0
Boeken Contributie lidmaatschappen Aanschaf automatiseringsapparatuur
1.799
864
8.658
26.133
0
6.320
Aanschaf telefonieapparatuur Subtotaal
30.538
52.211
Kantoor Kantoorbenodigdheden
6.933
11.307
Aanschaf meubilair Uitbesteding adm. Aan Prv. Gld. Accountantskosten
0
25.847
7.500
8.925
3.733
2.975
Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
34
Subtotaal
18.166
49.054
Overig Bankkosten Algemene kosten
-6.382
-174
2.976
15.343
Subtotaal
-3.406
15.169
Reserves BTW compensatie Onverdeeld resultaat
0
43.379
195.052
362.440
Subtotaal Totaal
Baten
Realisatie 2006
195.052
405.819
877.281
723.379
€
Realisatie 2005
€
Bijdragen Provincies Bijdrage provincie Gelderland
387.913
340.000
Bijdrage provincie Overijssel
340.000
340.000
Onttrekking aan algemene reserve
101.455
0
47.913
43.379
BTW-Compensatie provincie Overijssel Totaal
877.281
Jaarverslag 2006 Rekenkamer Oost-Nederland April 2007
723.379
35