Jaarverantwoording 2011
Samen Leren
1
De weg naar kwalitatief hoogstaand onderwijs Dit is het bestuursverslag inclusief de jaarrekening van Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland over het kalenderjaar 2011. Ik nodig u graag uit om te ervaren hoe de stichting en de met haar verbonden scholen in het verslagjaar vorm hebben gegeven aan het bereiken van doelen en ambities.
Door de huidige politieke ontwikkelingen rondom Passend Onderwijs zal de tekst in het jaarverslag niet geheel meer aansluiten bij de huidige situatie.
Het jaar 2011 was het eerste kalenderjaar waarin onze stichting heeft gewerkt conform de Code Goed Bestuur. Dat betekent dat het bestuur samen met de Raad van Toezicht op weg is gegaan om de stichting nog meer ‘in control’ te krijgen. Het negatieve resultaat van 2010 diende omgebogen te worden. Niet alleen voor 2011, maar ook voor 2012 en verder. De directeuren hebben samen met het bedrijfsbureau een geweldige inspanning geleverd om dit te realiseren. Het kleine negatieve resultaat over het afgelopen boekjaar is er dan ook één waar we best trots op mogen zijn. In 2012 werken we verder aan ons riskmanagement om de toekomst nog beter te “beheersen”.
Ook dit jaar is het jaarverslag voorzien van een aantal gefilmde interviews over de ontwikkelingen rond onze stichting. Wij bedanken Bodes de Vries (wethouder van de Gemeente Zeist), Bertus Koot (bestuurder KMN Kind & Co), Eva Bosman (lid GMR) en Barbara Keijzers (locatieleider Mozaïek), die hun visie op onze stichting op deze wijze met u willen delen.
Helaas was er stichtingbreed sprake van een terugloop van leerlingaantallen. Met de wetenschap dat onze inkomsten onder druk staan, zullen we scherp aan de wind blijven koersen.
Zeist, 1 juni 2012
Alle scholen hebben eind 2011 hun schoolondernemingsplannen voor de komende vier jaar vast laten stellen. Deze plannen passen naadloos in het strategisch beleidsplan van onze stichting. Alles is er op gericht om de kwaliteit van ons onderwijs dagelijks te verbeteren.
2
In deze jaarverantwoording omvatten de hoofdstukken 1 t/m 7 het jaarverslag.
Een woord van dank past aan alle medewerkers van de stichting, maar ook allen die op een andere wijze hebben bijgedragen om de kern van de stichting te realiseren: het aanbieden en verzorgen van kwalitatief hoogstaand onderwijs.
L.W. de Wit voorzitter College van Bestuur
P.S. Heeft u naar aanleiding van dit bestuursverslag vragen of opmerkingen? Wij ontvangen uw reacties graag per mail op
[email protected].
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverantwoording 2011
Welk initiatief van een leerling op jouw school is rechtstreeks terug te voeren naar een speerpunt van ons nieuwe strategisch beleid?
Wat was 2011 op deze school meer dan 2010?
Welke uitspraak van een “managementgoeroe” is op jullie school van toepassing op het verslagjaar 2011?
Inhoud Voorwoord 1. Verslag Raad van Toezicht 2. Verslag GMR 3. Organisatie 4. Onderwijs 5. Bedrijfsvoering 6. Risico 7. Toekomst 8. Jaarrekening 9. Bijlagen 10. Afkortingenlijst
2 4 7 9 12 19 39 40 43 56 61 3
1. Verslag Raad van Toezicht
Samenstelling
In 2011 werd geen verandering aangebracht in de samenstelling van de Raad van Toezicht. De Raad had de volgende samenstelling: drs. M. Schoon, voorzitter, geboren op 29 maart
1960, benoemd 18 november 2010, voorzitter remuneratiecommissie. De heer Schoon is werkzaam als voorzitter van het College van Bestuur van Stichting Scholengemeenschap Reigersbos te Amsterdam. Nevenfuncties: - Voorzitter Raad van Toezicht Zorg op Noord (eerstelijnsgezondheidszorg Rijnmond) - Lid staatsexamencommissie NT2 - Lid Bestuur Vereniging van Toezichthouders in - OnderwijsInstellingen (VTOI) mevrouw mr. S. van Gemeren-Boelhouwer, vice-
voorzitter, geboren op 18 april 1968, benoemd 18 november 2010, lid remuneratiecommissie. Mevrouw Van Gemeren is zelfstandig gevestigd
4
onder de naam Adviesbureau van Gemeren (Juridisch Bedrijfsadvies). Nevenfuncties: - Adviseur van Openluchttheater Eibergen (onbezoldigd) - Lid Raad van Commissarissen woningcorporatie Baston te Zevenaar - Lid Raad van Toezicht Stichting Openbaar Onderwijs Zwolle te Zwolle de heer drs. W. Bontes, geboren op 10 juli
1969, benoemd 18 november 2010; voorzitter auditcommissie. De heer Bontes is werkzaam als Chief Financial Officer RET NV Nevenfunctie: - Lid van de Raad van Toezicht Stichting Kinderopvang Barendrecht - Lid van het Bestuur van de Nederlandse Vereniging van Financial Executives - Lid van de Raad van Commissarissen Cyclus NV
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverantwoording 2011
De Raad van Toezicht heeft na het eerste jaar na de invoering van het two-tier-model de jaarlijkse zelfevaluatie gehouden.
de heer drs. H. Tulner, geboren op 9 maart
1953, benoemd 18 november 2010; lid auditcommissie. De heer Tulner is zelfstandig adviseur/interimmanager & DGA / Connict BV – Maarssen en Public Impact BV – Den Haag. De leden hebben allen een maatschappelijke achtergrond en inbedding, waardoor zij het onderwijsveld gezamenlijk goed kunnen overzien. Hierdoor kent het toezicht niet alleen diepgang, maar kan de toezichtstaak ook vanuit de samen leving een brede invulling krijgen. Daarbij wordt gewerkt in overeenstemming met de Code Goed Bestuur in het primair onderwijs. Onderwerpen
De Raad van Toezicht heeft in het verslagjaar vijf reguliere vergaderingen gehouden in aanwezigheid van het College van Bestuur. De agenda voor de vergaderingen van de Raad van Toezicht werd opgesteld in overleg tussen de voorzitters van het College van Bestuur en de Raad van Toezicht.
Het jaar 2011 stond voornamelijk in het teken van de integrale planning & control cyclus van de stichting en de informatievoorziening aan de Raad van Toezicht. Andere belangrijke agendapunten Goedkeuring jaarrekening 2010 Goedkeuring algeheel jaarverslag 2010 Goedkeuring begroting 2012 Themabijeenkomst Balansleren Omgevingsverkenning primair en voortgezet
onderwijs in de grote regio Samenwerking met andere partijen, zoals KMN
Kind & Co Nieuw strategisch beleidsplan Afronding Governance Handboek Opstellen meerjarigToezichtsplan Voorbereiding werven lid Raad van Toezicht Evaluatie functioneren voorzitter College van
Bestuur Evaluatie werkwijze Raad van Toezicht
5
Hoofdlijnen remuneratierapportage
In 2011 is de bezoldiging van de voorzitter van het College van Bestuur vastgesteld. Deze vindt plaats binnen de daarvoor geldende normen: zie voor de invulling het financiële jaarverslag. De vergoedingen voor toezichthouders zijn voor 2011 vastgesteld binnen de grenzen van de door de VTOI opgestelde leidraad: zie voor de invulling het financiële jaarverslag. Hoofdlijnen auditrapportage
Belangrijkste onderwerpen waren de jaarrekening 2010, de begroting 2012, de planning & controlcyclus en de tussentijdse rapportages van het College van Bestuur aan de Raad van Toezicht. Tegenstrijdige belangen leden College van Bestuur
In 2011 was geen sprake van besluiten over transacties waarbij tegenstrijdige belangen van het College van Bestuur spelen die goedkeuring behoeven door Raad van Toezicht.
6
Onafhankelijkheid
Naar het oordeel van de Raad van Toezicht is voldaan aan het onafhankelijkheidsprincipe. Een overzicht van de hoofdfunctie en belangrijkste nevenfuncties maakt deel uit van het jaarverslag. Zelfevaluatie
De Raad van Toezicht heeft na het eerste jaar na de invoering van het two-tier-model de jaarlijkse zelfevaluatie gehouden. Met behulp van een checklist heeft de Raad enerzijds terugblikkend en anderzijds toekomstgericht het eigen functioneren besproken. De onderdelen van de checklist zijn Procedures en besluitvorming, Toezicht, Samenspel Raad van Toezicht/College van Bestuur, Teameffectiviteit Raad van Toezicht, Beoordeling individueel lid en Beoordeling voorzitter. Op alle punten is naast de terugblik minimaal een verbeterpunt geformuleerd. drs. M. Schoon Voorzitter Raad van Toezicht
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverantwoording 2011
Speerpunten worden scherp en de energie is groot!
2. Verslag GMR Speerpunten worden scherp
Ingevolge de Wet op de Medezeggenschap is er ook een Gemeenschappelijke Medezeggenschaps Raad ingesteld. Gezien de omvang van de stichting is gekozen voor een model waarbij per cluster een vertegenwoordiging in de GMR zit, bestaande uit een ouder en een leerkracht. Onze huidige GMR is sinds begin 2011 aan de slag. Na een aantal personele wijzigingen bestaat zij uit elf leden. Er wordt minimaal vijf keer per jaar vergaderd, waarbij het College van Bestuur als bevoegd gezag informatie brengt en haalt, ter instemming of advies. Ook kan de GMR ongevraagd advies geven aan het College van Bestuur. Het is zoeken geweest naar het reilen en zeilen van de GMR het eerste jaar. Naast onwetendheid
van de nieuwe leden, en een aantal tussentijdse opzeggingen, zijn er weer nieuwe mensen enthousiast aangehaakt om de vaak ingewikkelde zaken gezamenlijk te wegen. Inmiddels hebben de leden een cursus over het functioneren van een GMR gevolgd, is de GMR bijna voltallig en begint duidelijk te worden wat de taken en bevoegdheden zijn. Speerpunten worden scherp en de energie is groot! Alle bovenschoolse zaken zijn zaken waarover de GMR meepraat. Dit kan zijn in de vorm van instemming of advies. Andere zaken worden door het bevoegd gezag gedeeld ter informatie. En er gebeurt veel. Passend Onderwijs moet worden ingevoerd, nieuwe meerjarenbeleidsplannen zijn in de maak, er wordt krimp verwacht in leerlingenaantallen en de ambitie van de stichting is groot én breed.
7
Natuurlijk is daarbij het doorkijkje naar de eigen school in relatie tot de andere scholen voor iedereen interessant. Een beweegreden om deel te nemen aan de GMR is tenslotte de gedachte dat er wellicht verbeteringen mogelijk zijn! Een aantal van de GMR-leden zit tevens in de MR van zijn of haar school. Een andere kant van het onderwijs en van de aansturing van de scholen van onze kinderen komt naar voren als zaken op stichtingsniveau besproken worden.
De begroting van de stichting voor ruim 80% uit
loonkosten bestaat; Gemeenschappelijke inkoop een interessant
fenomeen is voor de stichting; Het bestuursformatieplan met instemming van
de leraargeleding wordt vastgesteld, waarbij de oudergeleding advies kan geven. Het altijd mogelijk is om een mail te sturen naar de GMR met vragen en opmerkingen. Namens de GMR 2011-2013,
Wist u dat: Er een strategisch beleidsplan is vastgesteld door de stichting, waarop de GMR instemming heeft verleend; Ouders als vierde partij na de kinderen, het bestuur en de leerkrachten, in dit beleidsplan formeel als stakeholders worden aangemerkt;
8
Dop van Ulzen (voorzitter) en Dagmar Vervat (secretaris).
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverantwoording 2011
De stichting vindt het belangrijk dat onderwijs voor èlk kind bereikbaar en beschikbaar is.
3. Organisatie Onderwijs voor elk kind
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland verzorgt onderwijs op 24 scholen, verdeeld over 42 locaties. Van deze scholen richten 22 zich op het verzorgen van primair onderwijs. Daarnaast worden door 2 scholen praktijkonderwijs, speciaal en voortgezet speciaal onderwijs verzorgd. In bijlage 9.5 vindt u een overzicht van de scholen binnen de stichting. De stichting maakt ook deel uit van een vijftal samenwerkingsverbanden voor Weer Samen Naar School (WSNS) en één Regionaal Expertise Centrum (REC). Het verzorgingsgebied van alle activiteiten van de stichting strekt zich uit van Veenendaal tot Maarssen. Het onderwijs dat de stichting verzorgt, is openbaar. De stichting vindt het belangrijk dat onderwijs voor èlk kind bereikbaar en beschikbaar is. Elke school die onderdeel is van de stichting geeft hier vorm aan door kinderen, ongeacht hun niveau, afkomst of gezin te leren respectvol met elkaar om te gaan. Er wordt
kwalitatief hoogwaardig onderwijs geboden, dat aansluit bij de mogelijkheden van elk kind. De scholen van Rijn- en Heuvelland willen kinderen prikkelen om zelfstandig te zijn en hun eigen verantwoordelijkheid stimuleren in een uitdagende leef- en werkomgeving. Daarbij krijgen kinderen de mogelijkheid om verschillende culturen te ontdekken en van elkaar te leren. Het gaat erom de kinderen onze samenleving te laten leren kennen, inclusief de normen en waarden die hierin gehanteerd worden. Elke school en elke leraar van de stichting gaat een pedagogisch partnerschap aan met de ouder(s)/verzorger(s) van de kinderen. Dit pedagogisch partnerschap wordt gekenmerkt door respect voor de verschillende rollen en verantwoordelijkheden van ouders, kinderen en leraren. Pedagogisch partnerschap tussen de ouders, de scholen en leraren betekent ook dat inspraak en medezeggenschap goed geregeld zijn en dat ouderparticipatie prioriteit heeft. Zie bijlage 9.1 voor een organogram van de organisatie.
9
Bertus Koot, bestuurder van KMN Kind & Co ‘Niet de makkelijkste weg kiezen’ Bertus Koot is bestuurder van KMN Kind & Co. Met vestigingen in heel Midden-Nederland en 30 jaar ervaring is KMN Kind & Co voor Rijn- en Heuvelland een belangrijke samenwerkingspartner. ‘Als KMN Kind & Co geloven wij in de verbinding met onderwijs, dus dat doen wij in de brede zin. Onze organisatie opereert in de hele provincie Utrecht, dus zit ook op veel plekken waar je diverse onderwijsorganisaties van christelijk, tot katholiek tot openbaar tegenkomt. De verbinding op de inhoud vind je op de locaties, ondernemen hangt voor een belangrijk deel af of dat met het onderwijs samen lukt, of de partner met wie je werkt ook ondernemend is ingesteld. Dat zit dan wel vaak in de geest van het bedrijf, in het ondernemende karakter van de bestuurder van het bedrijf. Met openbaar onderwijs ondernemen is wel extra lastig, omdat openbaar onderwijs wat meer beperkt is dan katholiek en christelijk onderwijs in regelgeving en financieringsstructuur. Dus als je daar instapt, dan kies je niet de makkelijkste weg. Maar misschien wel de boeiendste... Het ondernemen zit er echt in dat als je verbinding zoekt, je dezelfde geest hebt. En dat is ook de basis voor succes. Je moet veel weerstanden overwinnen en daar moet je dus ook zin in hebben.’ Inhoudelijke verdieping KMN Kind & Co en Rijn- en Heuvelland ontwikkelden samen het nieuwe concept ‘Balansleren’. Koot licht toe: ‘Balansleren is in onze ogen de beste vorm
10
van integrale samenwerking tussen kinderopvang en onderwijs. Een andere term daarvoor is integraal kindcentrum, maar dat hebben wij met een inhoudelijke verdieping nog dichter bij elkaar gebracht. Onderwijs en kinderopvang werken steeds meer met elkaar samen, soms delen ze alleen een gebouw, soms zitten ze naast elkaar. Maar daarnaast heb je ook een inhoudelijke samenwerking nodig. Dat zie je landelijk op allerlei plaatsen gebeuren: naast elkaar, met elkaar of integraal. En dat geeft een verdieping aan de samenwerking. Dat doen wij onder andere in het Balansleren-concept, pedagogisch partnerschap tussen kinderopvang en onderwijs verder verdiept. En hier is dat volledig geïntegreerd vormgegeven, waarbij formeel en informeel leren volledig door elkaar heen lopen. Dat zit dus in het concept, het aanbod aan de kinderen. En dat zit ook in de organisatie die we daarvoor hebben ingericht van onderwijs en kinderopvang. Dat betekent dat medewerkers dus ook integraal werken en ook niet meer gekoppeld zijn aan een specifiek functie, maar door de dag elkaar aanvullen op inhoud en op taak. En daar zijn we wel trots op.’ Lovende reacties ‘In principe breng je ‘s ochtends je kind voor een boeiende dag, waarin leren (dus onderwijs), opvang en ontspannen integraal tussen ’s ochtends acht uur en ’s avonds half zeven mogelijk is. Zo’n dagprogramma wordt van tevoren gepland en daar lopen allerlei thema’s en onderwerpen doorheen. Dat hebben wij
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverantwoording 2011
Bertus Koot
Bestuurder van KMN Kind&Co
ook gekoppeld aan specifieke thema’s zoals een atelier, een kindercafé, een persbureau. Daar worden de leerelementen uitgehaald: het formele leerelement, maar ook het informele leerelement, wat minstens even belangrijk is. Het wordt dan praktisch vormgegeven en de reactie van de ouders en kinderen zijn heel lovend.’ ‘In principe rollen we dit op meerdere plaatsen uit als samenwerkende organisaties, maar Bilthoven is de eerste die van start gegaan is. We zullen ook de kritische succesfactoren waarop het lukt in kaart brengen en bekijken of een dergelijk concept ook integraal toepasbaar is op een andere plaats. Wellicht moet je dan nuances bijstellen. En op sommige plaatsen zal het concept minder of niet kunnen werken. Daar zijn we nu mee bezig.’
Boegbeeld van de samenwerking Balansleren is een mooi voorbeeld van innovatief ondernemerschap in het onderwijs... ‘Je ziet steeds vaker het ondernemerschap, de behoefte om te bewegen, naar boven komen. De mensen die dat lastig vinden, die worden daarin ondersteund, dat zie ik ook. Dat gaat steeds beter en dat voel je ook op diverse plekken terug. En ik weet daar ook dat de directieleden daar zelf ook een ondernemingsplan dan wel een jaarplan voor schrijven. Ik heb het idee dat daar duidelijke stappen in gezet worden.’ ‘Balansleren is eigenlijk een soort stip op de horizon. Een droom die je had, die we met elkaar hebben proberen te verwezenlijken. Aan de voorkant is bedacht wat het betekent en hoe het moet, dus dan loop je tegen allerlei barrières aan. Waarop wij dachten: laten we het dan maar gewoon doen. Dus in de zin is Balansleren het boegbeeld van de samenwerking van Rijn- en Heuvelland met KMN Kind & Co.’
11
4. Onderwijs
4.1 Missie, visie en onderscheidingskracht
De missie van Stichting Openbaar Onderwijs Rijnen Heuvelland richt zich op kansen die voor ons liggen, het ontwikkelen van talent en het creëren van maximale mogelijkheden voor iedereen. Het credo waarin deze missie te vangen is, luidt: “Elke dag verleggen we de horizon”. Rijn- en Heuvelland creëert binnen haar regio op innovatieve wijze maatschappelijke waarde voor haar omgeving. Daarbij gaat zij uit van de onbeperkte en grensverleggende mogelijkheden wat betreft onderwijs voor alle kinderen. De scholen binnen de stichting helpen mensen nieuwe kansen te ontwikkelen en uitdagingen aan te gaan. Daarnaast bieden zij de aan hun toevertrouwde kinderen binnen een vernieuwende en inspirerende leeromgeving nieuwe perspectieven voor hun toekomst. Perspectieven die kinderen helpen hun ambities te verwezenlijken en ‘elke dag de horizon te verleggen’.
12
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverantwoording 2011
In 2011 zijn voor alle scholen van de stichting de schoolondernemingsplannen vastgesteld.
4.2 Op weg naar verdere professionalisering
Om de missie te verwezenlijken, is er in vervolg op diverse ontmoetingen met directorium, stafmedewerkers, Raad van Toezicht en GMR in 2010, op 23 maart 2011 een eerste stakeholderscongres georganiseerd waar het concept beleidsplan is besproken. Door middel van o.a. speed dates zijn de strategische speerpunten in verschillende groepen en werkvormen besproken. De opbrengsten van deze bijeenkomst hebben mede geleid tot het definitieve strategisch beleidsplan. De strategische speerpunten van de stichting zijn: Excellent en maatschappelijk betrokken onderwijs in de regio
Rijn- en Heuvelland biedt excellent onderwijs in de regio aan waardoor kinderen hun talenten ontwikkelen en toekomstkansen grijpen. Uitgedaagd door het beste onderwijs, halen kinderen binnen hun eigen onderwijsprofiel maximaal leerrendement.
Samen oneindig veel leren
Kinderen verhogen hun leerrendement optimaal doordat zij continu gestimuleerd worden veel te leren. Zij groeien op in een omgeving van ontwikkeling en vooruitgang waar ze door hun ouders en begeleiders gezamenlijk gestimuleerd worden hun talenten optimaal te ontwikkelen. Werelds leren
De aan Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland toevertrouwde kinderen ontwikkelen zich met behulp van nieuwe technologie. Internationalisering en multiculturele diversiteit zijn daarbij de context om hun creatieve vermogen, communicatieve vaardigheden en toekomstkansen te vergroten.
13
4.3 Maatwerk voor iedereen
Rijn- en Heuvelland wil voor een breed publiek aantrekkelijk onderwijs bieden zonder daarbij haar onderscheidend vermogen te verliezen. De stichting wil een duidelijke koers varen die voor elke school helder is. Om dit te realiseren, hebben alle scholen binnen de stichting een eigen schoolondernemingsplan ontwikkeld. In deze schoolondernemingsplannen staat niet alleen het (gewenste) onderwijsprofiel geschreven, maar ook hoe iedere individuele school haar marktaandeel kan uitbouwen of behouden en haar aantrekkelijkheid kan vergroten. Imagobeleid en PR maken een belangrijk deel uit van dit plan. Met nadruk is er bij het opstellen van deze plannen sprake van maatwerk; binnen de openbare stichting is namelijk een gedifferentieerd geheel van scholen aanwezig. De stichting wil graag het beste onderwijs in de regio realiseren en er op die manier voor zorgen dat de voorkeur van ouders en hun kinderen uitgaat naar één van de scholen binnen de stichting. De kenmerkende aanpak van Rijn- en Heuvelland bestaat onder meer uit betrokkenheid bij alle participanten in het onderwijs, door de heldere omgangsvormen tussen medewerkers en kinderen, medewerkers onderling en kinderen onderling. Het gaat om ‘onderwijs-ècht-opmaat’ waar elk kind van kan profiteren door in gevarieerde onderwijsleersituaties en heterogene groepen het onderwijs aan te bieden. Rijn- en Heuvellandscholen hebben medewerkers met passie voor het onderwijs. De kinderen en leraren gaan ‘Samen op ontdekking’. En kinderen krijgen de ruimte om invloed uit te oefenen op hun eigen leertraject en leren medeverantwoordelijkheid te dragen voor hun eigen ontwikkeling. Bij Rijn- en Heuvelland wordt erop gestuurd dat scholen onderwijskundig goed presteren, werken volgens onderwijsvernieuwende concepten, een leerlingvolgsysteem hebben en gericht zijn op een adequate voorbereiding op het vervolgonderwijs. In dit verslag laten alle scholen van de stichting zich uit over de uitvoering van hun schoolondernemingsplan in relatie tot het strategisch beleidsplan.
14
5.4 Excellent en maatschappelijk betrokken onderwijs
In 2011 zijn voor alle scholen van de stichting de schoolondernemingsplannen vastgesteld. Met het strategisch beleid als uitgangspunt wordt er ingezet op een veilige- en uitdagende schoolomgeving voor elk kind en pedagogisch partnerschap; het aangaan van samenwerking met ouders en externe partners zoals scholen voor voortgezet onderwijs, KMN Kind & Co, jeugdzorg, bedrijfsleven, internationalisering, 21st century skills, enz. Op alle scholen zijn de speerpunten uit het strategisch beleid zo concreet mogelijk vertaald in concrete resultaatverwachtingen en in een tijdpad van vier jaar gezet. Aan de hand van beoordelingscriteria zijn de plannen langs dezelfde maatlat gelegd en waar nodig aangepast. Niet alleen voor de stichting liggen de ambities hoog, ook de ondernemingsplannen van de scholen getuigen van lef en ondernemerschap. Alle Medezeggenschapsraden hebben hun instemming gegeven. De plannen liggen nu bij de Inspectie om de wetmatigheid vast stellen. Om de resultaatverwachtingen te kunnen volgen en waar nodig te meten, zijn projectplannen geformuleerd. Deze projecten hebben een directeur als agendahouder. 4.5 EarlyBird
In deze beleidsperiode starten alle scholen van de stichting met Engels als tweede taal. Jonge kinderen hebben het vermogen om snel een nieuwe taal te leren. Door speels met een nieuwe taal om te gaan, leren ze die taal haast ongemerkt. EarlyBird is een methodisch aanpak die leraren en kinderen ondersteunt om Engels te leren vanaf de kleuterperiode. Onze scholen grijpen de voordelen van een vroege start met het vreemde talenonderwijs om de kinderen zo goed mogelijk voor te bereiden op de toerkomst. Vroeg starten met een vreemde taal werkt bovendien zeer motiverend voor de kinderen. Wetenschappelijk is bewezen dat het leren van een tweede/derde taal de taalvaardigheid sterk bevordert. Parallel aan de invoering van EarlyBird in de klassen, loopt een scholingstraject voor alle leraren op de HU te Utrecht. In 2011 zijn 4 scholen gestart met EarlyBird: ‘t Palet te Maarssen, Kameleon te Doorn, De Bongerd te Odijk en de Anne Frankschool te Bunnik. De overige scholen staan in de startblokken.
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverantwoording 2011
4.6 IPC
In het streven naar doorbreking van het jaarklassensysteem is invoering van het International Primary Curriculum (IPC) een belangrijke stap. Het IPC staat voor projectmatig en opbrengstgericht onderwijs in natuur, techniek, geschiedenis, aardrijkskunde en de creatieve vakken. IPC ondersteunt inmiddels ruim 2600 scholen in 65 landen. Het IPC houdt bij de verwerving van kennis rekening met de verschillende leerstijlen van kinderen en met de kennis die beschikbaar is over hersenfuncties en leren. In vier jaar wil de meerderheid van de scholen van onze stichting voor het IPC geaccrediteerd zijn. Dolfijn in Driebergen en OMS Zeist vormen de voorhoede van onze scholen. Hun expertise wordt gedeeld naar de overige scholen. Illustratieve filmpjes over het IPC zijn te vinden op www.leraar24.nl. 4.7 Excellerend onderwijsaanbod
Systeemdoorbrekend is het initiatief van de Anne Frankschool uit Bunnik, OMS Zeist en de Jenaplanschool Het Spoor om met leraren van OSG Schoonoord excellerende leerlingen een extra uitdagend onderwijsaanbod te geven. Als onderdeel van de samenwerking met OSG Schoonoord is een pilot gestart om ca. 27 leerlingen kennis te laten maken met in overleg gekozen thema’s als: Grieks en Latijn, Engelse conversatie en scheikunde/natuurkunde. Leraren van OSG Schoonoord ontwikkelen in samenwerking met de bovenbouwleraren van de betrokken scholen de leerstofinhoud. De lessen worden gegeven in drie blokken van vier weken. De leerlingen gaan naar Schoonoord en maken dan tegelijkertijd kennis met deze scholengemeenschap. In principe komen kinderen vanaf groep 7 met een sterk VWO-profiel in aanmerking. Met ouders worden duidelijke afspraken gemaakt over keuzemotieven, ondersteuning en veiligheid. Ouders verlenen expliciet toestemming dat hun kind deel neemt. In 2011 zijn de voorbereidingen afgerond. In 2012 starten de eerste bijeenkomsten.
4.8 Geen taal-rekenzwakke scholen
In het strategisch beleid staat dat Rijn- en Heuvelland geen taal- en rekenzwakke scholen meer kent. Als onderdeel van het beleidsspeerpunt ‘resultaatgericht’ en op basis van het deelplan Onderwijscontinuüm verantwoorden alle scholen hun resultaten op het gebied van taal, rekenen en lezen met behulp van standaardtoetsen. Vanaf begin maart 2012 worden de gevraagde onderwijsresultaten bovenschools gemonitord. Enkele scholen hebben in 2011 een periode van drie jaar in een rekenverbetertraject afgesloten. De Jenaplanschool Dolfijn uit Driebergen, De Koppel en Op dreef in Zeist, Van Everdingen in Bilthoven en de Merseberch in Maarn hebben aan dit project deelgenomen. Over het geheel genomen is er een verbetering zichtbaar in de rekenresultaten bij alle deelnemende scholen. Op basis van een zevental verbeterlijnen is gewerkt aan uiteenlopende doelen ter verbetering van het rekenrendement. Ook is uitbreiding van de rekentijd tot 20-30 minuten per dag in de kleuterbouw bereikt en is een beredeneerd aanbod vastgelegd. Voor die scholen die een samenwerking hebben afgesproken met een peuterspeelzaal is een doorgaande lijn in rekenen naar de groepen 1-2 vastgelegd. De deelnemende scholen hebben het rekenverbetertraject ook als aangrijpingspunt genomen om de leerkrachten doelgerichter en pro-actiever te laten werken bij alle vakken op basis van groepsplannen en groepsoverzichten. Daarbij is gestart met de inzet van groepsplannen bij rekenen. Deze implementatie is nog niet gereed en zal naar verwachting twee tot drie jaar duren. Binnen de stichting zal de opgedane expertise gedeeld worden met andere scholen van Rijn- en Heuvelland door rekencoördinatoren en intern begeleiders met elkaar in contact te brengen. De stichting heeft voor dit project ondersteunende subsidie aangevraagd en verkregen.
15
4.9 Verantwoording 2011 Totaal lasten
€ 83.300
Totale subsidie
€ 30.000
Co financiering (verplicht minimaal 30.000 euro per jaar)
€ 53.300
Meer aandacht voor kinderen met leer- en of ontwikkelingsproblematiek vraagt van alle scholen toenemende expertise en soms ook externe ondersteuning. De stichting onder steunt en inspireert onze scholen met onder steuning en diensten rond de organisatie en professionalisering. In 2011 is specifieke aandacht besteed aan innovatie en het verder opbouwen van expertise. In het kader van de omslag van curatieve naar preventieve zorg ondersteunt de onderwijs adviesorganisatie Giralis. Het budget voor deze ondersteuning is met € 36.000 overschreden wegens de inzet. 4.10 High Performance voor vijf scholen
Binnen Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland werken vijf scholen voor het tweede jaar nauw samen om een High Performance School te worden. De Anne Frankschool te Bunnik, De Bongerd te Odijk, OMS Zeist, Het Spoor en Op dreef te Zeist, vervullen een voortrekkersfunctie binnen de stichting om het leerrendement van de leerlingen substantieel te vergroten. Gekozen is voor het profiel van de High Performance School. High Performance Schools werken vanuit een maatschappelijke waardecreatie op langere termijn, waarin de verbinding gemaakt wordt tussen een breed en steeds vernieuwend mondiaal perspectief én een smaller, veilig en beschermend lokaal perspectief. Concreet gaat het binnen het HPS-traject om de invloedsfeer van onze school te vergroten door meer en gerichte samenwerking en betrokkenheid te generen met ouders, stakeholders en de verdere schoolomgeving. Het HPS-traject heeft als missie: het substantieel vergroten van het leerrendement en leerresultaten van de leerlingen in de betrokken scholen. Om deze missie te verwezenlijken zijn 5 kernthema’s geformuleerd. Deze kernthema’s zijn tot stand gekomen op basis van wetenschappelijk onderzoek van onder andere Fullan, Marzano, Quinn, Hargreaves, de Waal e.a. De scholen worden extern ondersteund. In dit tweejarig traject is € 60.000 geïnvesteerd.
16
4.11 Tevredenheid: meten is weten
In een cyclus van drie jaar wordt de tevredenheid gemeten van leraren, leerlingen en ouders. Halverwege 2011 bleek het bedrijf dat de instrumenten voor deze tevredenheidonderzoeken verzorgde niet langer aan haar verplichtingen kon voldoen. De inmiddels verzamelde data is niet meer beschikbaar. Vanaf augustus 2011 is gestart met een offertetraject onder drie bedrijven en goeddeels afgerond. In de loop van 2012 kunnen de scholen naar verwachting over de gevraagde instrumenten beschikken. In 2011 hebben 602 schoolverlaters uit groep 8 deelgenomen aan een onafhankelijk schooleindonderzoek. Tien Rijn- en Heuvellandscholen kozen weer voor de Nio-test; twee voor het drempelonderzoek en tien scholen deden weer mee met de landelijke Citotest. Op basis van de testuitslagen van ofwel de Nio, de Cito of het drempelonderzoek is in onderstaande grafiek aangegeven naar welke vorm van voortgezet onderwijs de leerlingen van groep 8 zijn uitgestroomd. Uitstroom naar schooltype
Percentage
Praktijkonderwijs 0.5% VMBO gemengd+K
11.5%
VMBO theoretisch
22%
HAVO 26% VWO 40% Praktijkonderwijs Zeist
Totaal verlieten dit jaar 27 leerlingen het Praktijkonderwijs, 13 leerlingen volgen een vorm van betaalde arbeid, 7 leerlingen gingen naar een ROC en 4 leerlingen vervolgen hun opleiding in het VMBO. Drie leerlingen verhuisden of gingen naar een aangepaste vervolgopleiding al dan niet in combinatie met een leerwerktraject. Meerklank
In 2011 hebben twaalf leerlingen Meerklank verlaten in de leeftijd van 18 t/m 20 jaar.
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverantwoording 2011
Zeven leerlingen stroomden uit naar de dag besteding, twee richting het arbeidsproces en drie naar een vervolgopleiding. Meerklank heeft vier vestigingen en is een school voor Speciaal Onderwijs en Voortgezet Speciaal Onderwijs. Het strategisch beleid van deze school voor Speciaal Onderwijs van Rijn- en Heuvelland was gericht op meer één school worden. We zijn het jaar 2011 gestart onder de naam “Meerklank” voor onze vier uitvoeringslocaties voor SO en VSO in Zeist en Bosch en Duin. Vernieuwing van het (V)SO-onderwijs
Het verschil met 2010 is dat zowel in het SO als in het VSO het onderwijs op Meerklank in alle groepen/klassen een toekomstgerichte en waar mogelijk een arbeid voorbereidende inhoud heeft. Oftewel: elke leerling heeft een beschreven ontwikkelperspectief (SO) of uitstroomperspectief (VSO) gekregen. Op alle locaties werd het onderwijs opnieuw ingericht naar de streefdoelen van het ontwikkelperspectief en naar de uitstroombestemming. Gelukkig zijn voor elk van deze uitstroom bestemmingen leerroutes met streefdoelen vastgesteld die beschreven zijn in de CEDleerlijnen, zodat we duidelijk richting kunnen geven aan ons onderwijs. Special Heroes
Special Heroes is een gezamenlijk initiatief van de Landelijke Vereniging voor Cluster 3 scholen (LVC3, Gehandicaptensport Nederland en Nederlands Olympisch Comité * Nederlandse Sport Federatie (NOC*NSF). Special Heroes is een landelijk sportstimuleringsproject om leerlingen binnen het Speciaal Onderwijs te laten zien en ervaren hoe leuk sport en bewegen kan zijn. Hierdoor zijn 43 leerlingen van Meerklank actief lid geworden van een sportclub. Verbouwing
Het VSO Bosch en Duin is al jaren gehuisvest op de begane grond- en de kelderverdieping van “Demetrius”. Er is door zowel Amerpoort (als verhuurder) en Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland (gebruiker) flink geïnvesteerd in een succesvolle opknapbeurt. Er zijn nieuwe vloeren gelegd in een warmere kleur, de plafonds zijn vernieuwd en er is behoorlijk geïnvesteerd in de verlichting, zodat het nu lijkt of binnen de zon schijnt.
4.12 Transparant over de kwaliteit
Jaarlijks overlegt het bestuur met de inspectie voor het basisonderwijs m.b.v. van een risicoanalyse welke scholen bezocht en beoordeeld worden. Dit overleg vond plaats in november 2011. In combinatie met de reguliere toezichtplanning zijn afspraken gemaakt voor 15 scholen die in 2012 worden bezocht. In 2011 bezocht de inspectie vijf scholen van onze stichting. In een vervolgtraject van intensief toezicht zijn zowel Achtbaan uit Veenendaal, als de Montessorischool Den Dolder op de goede weg. De inspectie beoordeelde de voortgang van de verbeterplannen positief. Ook het verbeterplan van Meerklank mocht op een positieve waardering van de inspectie rekenen. 4.13 Kritische succesfactoren: de randvoorwaarden voor succes
Kritische succesvoorwaarden zijn de rand voorwaarden die aanwezig dienen te zijn om de doelstellingen succesvol te bereiken. De stichting heeft de volgende kritische succesfactoren benoemd voor het bereiken van haar doelstellingen: Scholen die de kinderen prikkelen en uitdagen
vanuit een helder onderwijsconcept in een omgeving met duidelijke omgangsvormen; Handhaven van het huidige leerlingaantal en inzetten op groei*; Klanttevredenheid bereiken van minimaal een 8 (op een schaal van 1-10); Medewerkers die competenties ontwikkelen en zich professionaliseren binnen het ambitieniveau van de stichting, de veranderingscapaciteit van de school en hun eigen ontwikkelingsperspectieven; Medewerkers en management die continu hun kwaliteit toetsen en verbeteren met behulp van een kwaliteitszorgsysteem; Medewerkers en management werken vanuit partnership met ouders en samenwerkingsorganisaties; Medewerkers en management die planmatig werken volgens de beleid- en begrotingscyclus; Medewerkers, management en bestuur die omgevingsbewust opereren. *De ontwikkelingen van de leerlingaantallen zijn specifiek beschreven in bijlage 9.2.
17
Het derde leerjaar 10-14 onderwijsvoorziening
Behaalde resultaten
Iedere dag worden er door leraren en leerlingen resultaten behaald en successen gedeeld. Ter verdere optimalisering van het primaire onderwijs zijn er in 2011 resultaten behaald, die genoemd mogen worden: Alle scholen hebben een schoolondernemings
plan opgesteld dat geaccordeerd is door de MR; Het uitbreiden van BSO’s in samenwerking met
KMN Kind & Co is voortgezet; Project Balansleren is samen met KMN Kind & Co
gestart in Bilthoven en Veenendaal. Dit project zal ook in Maarssenbroek uitgerold worden; De samenwerking met OSG Schoonoord is gecontinueerd; Deelname aan het landelijke rekenverbetertraject door vijf van onze scholen (Dolfijn, Merseberch, Van Everdingen, Op dreef en De Koppel);
18
(zie www.10-14.nl); Functiemix conform CAO Primair onderwijs
verder uitgewerkt; Voor optimalisering van de bedrijfsvoering
zijn de volgende bedrijfsprocessen verder geoptimaliseerd: - Kwartaalrapportage bedrijfsbureau aan CvB; - Kwartaalrapportage aansluitend aan managementcontract schooldirecteur; - Governance Handboek met Toezichtsplan; - Centrale inkoop; - Voorbereiding insourcen financiële- en personele administratie; - FAQ; - Functiemix.
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverslag 2011
5. Bedrijfsvoering 5.1 Huisvesting Frisse scholen
De subsidieregeling ‘verbetering binnenklimaat scholen’ heeft ertoe geleid dat aan een aantal scholen binnen de stichting een eenmalige uitkering is verstrekt waarmee bestaande huisvesting kon worden aangepast. Door deze aanpassingen moet het binnenklimaat op scholen beter worden en het energiegebruik omlaag gaan. Veiligheid
In het kader van het gebruiksbesluit (voorheen gebruiksvergunning) worden eisen gesteld waaraan de schoolgebouwen dienen te voldoen. De controlerende instanties kijken of het onderhoud structureel gebeurt. Daarom werken wij met kwaliteitshandboeken en checklisten; dit voorkomt problemen en geeft een betere garantie op veiligheid. Ook in 2011 voldeden de scholen aan de gestelde eisen. Er zijn contracten met gecertificeerde bedrijven voor de keuring van speeltoestellen, brandblusmiddelen, noodverlichting, brand meldinstallaties, alarminstallaties en CV-ketels.
Onderhoud
Onderhoud van de scholen is een doorlopend proces. De staat van de gebouwen is goed te noemen. De scholen die betrokken zijn bij nieuwbouwplannen zijn niet opgenomen in de meerjaren-onderhoudsplannen. In 2011 is de verbouwing van Praktijkonderwijs Zeist afgerond. Het betrof een uitbreiding en herinrichting van de binnenruimte. De school bleef tijdens de bouwwerkzaamheden door draaien. Overleg en afstemming was daardoor noodzakelijk. Tevens zijn er extra veiligheidsmaatregelen genomen om de veiligheid van de kinderen te waarborgen. Op de Van Everdingenschool te Bilthoven heeft een verbouwing plaatsgevonden ten behoeve van Balansleren. Twee lokalen zijn omgevormd om het concept te kunnen uitvoeren. In Maarssenbroek is de verbouwing van scholen complex Zwanenkamp afgerond. Een groot project waar drie scholen, BSO en een wijkcentrum bij betrokken waren. Met de algehele aanpassing aan De Triangel voldoet de school weer aan de huidige eisen.
19
Bodes de Vries, wethouder Sociale Duurzaamheid, Gemeente Zeist. ‘Je moet lef hebben om het zo ambitieus te willen neerzetten’
20
Bodes de Vries is wethouder Sociale Duurzaamheid van de Gemeente Zeist. In die portefeuille zitten onder meer Onderwijs en Jeugd. Het lokaal bestuur staat tegenwoordig op afstand van het openbaar onderwijs, maar voor Rijn- en Heuvelland is de wethouder een belangrijke stakeholder.
100 zouden kunnen worden, moet z’n kind dus nog ongeveer 90 jaar mee. Dan is het ook niet gek dat je als onderwijs heel erg vooruit denkt. En dat vind ik ook terug bij de Stichting Openbaar Onderwijs Rijnen Heuvelland: hoe je kinderen, het onderwijs erin meenemend, toekomstgereed maakt.’
Hoe kijkt wethouder De Vries naar de ambitieuze plannen van Rijn- en Heuvelland? ‘Dat vind ik heel goed om te zien. Ik ben er heel positief over. Onderwijs moet per definitie kleinschalig plaatsvinden, in geborgenheid, maar tegelijkertijd moet je toch vooruit kijken naar de toekomst. Dus het gaat niet alleen om het hier en nu, maar je moet ook vooruitkijken naar hoe het verder moet. Daarbij moet je je goed realiseren wat je feitelijk aan het doen bent: een kind van tussen 6-12 jaar helpen om toekomstbestendig te worden. En als ik er dan aan denk dat kinderen wel
Dichtbij Aan de het hand van het strategisch beleid willen de scholen van Rijn- en Heuvelland aantrekkelijker worden. Hoe bekijkt de wethouder die ontwikkeling? ‘Het is een hele ambitieuze stap... en het feit dat het zo ambitieus is, zegt wel wat. Je moet lef hebben om het zo ambitieus te willen neerzetten. En dat spreekt me heel erg aan. Als je het op die manier redt, is dat heel goed. Maar als je het op die manier niet redt, dan verzandt en verwatert het. Maar je moet niet beginnen binnen de bestaande mogelijkheden. Die
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverantwoording 2011
Bodes de Vries
Wethouder Sociale Duurzaamheid, Gemeente Zeist.
ambitie spreekt mij heel erg aan. Ook een verre reis begint dichtbij, dus je moet de stappen wel gaan zetten daarna. Maar dat je je reisbestemming niet vlakbij de deur neerzet: heel goed.’ Is een wethouder tegenwoordig nog betrokken bij de ontwikkelingen in het openbaar onderwijs? Bodes de Vries: ‘Wij hebben andere structuren gekregen... zo’n lokale educatieve agenda, dat loopt in Zeist behoorlijk goed. Steeds beter ook, zoals ik terughoor uit het veld. Daar zitten in feite alle onderwijsinstellingen rond de tafel, inclusief de gemeente, om lopende ontwikkelingen en de ontwikkeling van het onderwijs met elkaar te bespreken.’ ‘Dat je met die positie een paar keer per jaar grondig overlegt en een aantal werkgroepen rond projecten draait, vind ik prima. En dat is goed genoeg. Het is wat anders als je zelf verantwoordelijk bent als bestuurder voor een school of een gemeenschappelijke
groep scholen, dat geeft je ook veel managementverantwoordelijkheid. Over het algemeen lijkt het mij heel goed dat het op afstand gezet is.’ Nieuwgierig Rijn- en Heuvelland wil een nieuwe generatie wereldburgers afleveren. Vindt wethouder De Vries dat een goede zaak? ‘Het maakt me wel nieuwsgierig: wat de impact is, of het lukt, of het gaat lopen. En of het juist in een wat kwetsbare wijk als Zeist West aanslaat, dat je daar ook internationalisering en globalisering ziet. Ook de mate waarin scholen zich in de wijk opstellen, de manier waarop, vind ik ook puur een gemeentelijk thema. Een brede school kan nog steeds een intern gerichte, gesloten brede school zijn. Wij zien veel liever dat een school zich ook naar buiten profileert, de wijk opzoekt, daar een thema over heeft...’
21
In diverse gemeenten participeert de stichting in nieuwbouwprojecten. Dit zijn veelal langlopende trajecten.
gestart in een tijdelijke huisvesting. De multi functionele accommodatie ‘het Ontmoetingshuis’ moet uiteindelijk in 2014 huisvesting gaan bieden aan de school.
Anne Frankschool
Jan Ligthart
In Bunnik wordt de nieuwbouw Anne Frankschool gerealiseerd. Een multifunctionele accommodatie waar diverse scholen en andere maatschappelijke organisaties gehuisvest worden. In 2011 is gestart met de Europese aanbestedingsprocedure voor de selectie van aannemer en installateurs die het pand moeten gaan bouwen. Volgens planning zal de MFA in juni 2013 worden opgeleverd.
Het project Melkweg in de gemeente De Bilt is in 2011 volgens planning verlopen. De verwachting is dat in 2013 de Jan Ligthartschool samen met twee andere scholen het nieuwe gebouw zal betrekken.
Nieuwbouwprojecten
De Breeakker
Het project Allemanswaard in Amerongen, een voorziening voor onderwijs, cultuur, welzijn & gezondheid, sport, winkelen en wonen, heeft in 2011 enige vertraging opgelopen. Voor De Breeakker betekent dit dat de oplevering naar 2014 verschoven is.
Schoonmaak
Om inzicht te krijgen in de kwaliteit van schoon maak, wordt vier maal per jaar een kwaliteitsmeting uitgevoerd door een onafhankelijk bureau. De kwaliteitsmetingen op het vlak van het dagelijks onderhoud laten zien dat 80% van de scholen deze beoordeelt met een voldoende of ruim voldoende. Bij het periodiek onderhoud, met name voor wat betreft het vloeronderhoud komt deze beoordeling lager uit. Er wordt een plan van aanpak gemaakt om het vloeronderhoud structureel te verbeteren.
Kameleon
De haalbaarheidsstudie in 2010 heeft geresulteerd in vaststelling van nieuwbouw voor de Kameleon in het IHP van de gemeente Utrechtse Heuvelrug. Eind 2011 is het project gestart, met als doel oplevering in 2014.
Inkoop
Op het gebied van inkoop heeft de stichting in 2011 een offertetraject doorlopen betreffende bedrijfsafval. Met de nieuwe leverancier is in 2011 een implementatietraject gestart, met een uitloop naar 2012.
De Meerklank
Voor de nieuwbouw Meerklank en De Berk (Reinaerde) is in 2011 een massastudie uitgevoerd. De locatie aan de Geiserlaan is geschikt bevonden. Oplevering staat gepland voor 2015. Veenendaal Oost
In Veenendaal Oost is Kindcentrum Omgang
22
5.2 Personeel
In lijn met ons motto ‘Elke dag verleggen we de horizon’ streeft de stichting naar een continue ontwikkeling van competenties van zowel leerlingen als de professionals werkzaam binnen
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverantwoording 2011
onze stichting. Hierbij werkt de stichting bewust aan de verbetering van de kwaliteit van de organisatie. Binnen ons personeelsmanagement richten we ons op ontwikkeling en verbetering van de medewerkers zodat zij optimale ondersteuning kunnen bieden aan de ontwikkeling van talenten van kinderen. De stichting vindt het belangrijk zorg te dragen voor een goede koppeling tussen onderwijs, kwaliteit en personeelsmanagement. De stichting wil vooral door middel van een boeiend en bindend HRM-beleid een aantrekkelijke werkgever zijn voor de professionals die hun loopbaan in het onderwijs vormgeven. 5.2.1 Strategische Personeelsbeleid
HRM (human resource management) is een niet te onderschatten thema binnen het strategische beleid van onze stichting. De ambities op het gebied van onderwijs en zorg zijn groot, en dat veronderstelt bekwame leraren, management en staf en overige medewerkers, die duurzaam inzetbaar zijn, competent, betrokken en gezond. Het HR-beleid dient deze duurzaamheid van de inzetbaarheid te stimuleren, maar daarnaast in verband met de ‘war for talent’ ook onderscheidend te zijn ten opzichte van concurrenten en tot slot bij te dragen aan een professionele cultuur. In 2010 is vormgegeven aan het transitie programma ‘Rijn- en Heuvelland als stichting voor ondernemende scholen’. Resultaat van dit programma is het strategisch beleidsplan voor de planperiode 2011-2015. In 2011 zijn als vervolg
hierop schoolondernemingsplannen vastgesteld. In het verlengde van het strategisch beleidsplan en de schoolondernemingsplannen is in 2011 een start gemaakt met de omslag naar Human Resource Management. Een belangrijk fundament wordt gevormd door de thema’s: Op weg naar verdere professionalisering, Excellent en maatschappelijk betrokken onderwijs in de regio en Samen oneindig veel leren. Concrete ontwikkelingen in 2011 zijn geweest: Start ontwikkeling Rijn- en Heuvelland Academy
De academie beoogt een professioneel, kwalitatief hoogstaand, ambitieus en inspirerend karakter te hebben waarbinnen onderstaande doelstellingen vorm krijgen: Komen tot verdere professionalisering en performanceverbetering van de medewerkers, teams, scholen en Rijn- en Heuvelland als geheel; Ondersteuning bieden bij het waarmaken van strategische ambities; Aantrekkelijke opleidings- en carrièreperspectieven bieden voor zittend en komend personeel; Komen tot intensivering van de loopbaanontwikkeling en mobiliteit in elke fase van het arbeidzame leven; Leren en ontwikkeling een zichtbare plek geven, waardoor de academie een belangrijke aanjaagfunctie bekleedt bij het realiseren van de innovatie binnen de scholen. De functie van de Academy is drieledig: Het is een cultuurinstrument; versterken van de
cultuur van Rijn- en Heuvelland, ontwikkelen van een onderzoekmatige cultuur en vergroten van het innovatief vermogen/verandercultuur;
23
Het is een HR-instrument; invullen goed
werkgeverschap door het aanbieden van opleidingen en scholing, loopbaan- en mobiliteitsbegeleiding van medewerkers en management development; Het is een kwaliteitsinstrument; opleiden en trainen strategische speerpunten alsmede uitwisselen van good practice. Start ontwikkeling Expertisecentrum Het expertisecentrum beoogt een
professioneel, kwalitatief hoogstaand, ambitieus en inspirerend karakter te krijgen waarbinnen de onderstaande doelstellingen vorm krijgen: Efficiënte inzet en bundeling van expertise; Ondersteuning bieden aan scholen op het gebied van passend onderwijs en realisatie strategische ambities, zoals IPC, EarlyBird. Strategische personeelsplanning
In 2011 is veel aandacht besteed aan strategische personeelsplanning, zowel kwalitatief als kwantitatief. Strategische personeelsplanning, ook wel genoemd meerjaren- personeelsplanning, is het voorbereiden, vormgeven en implementeren van beleid rondom de instroom, doorstroom en uitstroom van personeel, waardoor de juiste personen op de juiste momenten aanwezig zijn op de juiste plaats in de organisatie, teneinde de activiteiten uit te kunnen voeren, benodigd voor het behalen van de strategische doelen. Concrete resultaten van dit onderwerp waren in 2011: Kwalitatieve vlootschouw Doorkijk naar kwantitatieve formatie voor
schooljaar 2013-2014 Tevredenheid van medewerkers
In 2010 waardeerden onze medewerkers hun baan gemiddeld met een 7,6, maar waren ontevreden over de werkdruk. Op andere fronten, waaronder
24
loopbaanmanagement, besluitvorming etc., zijn de resultaten vatbaar voor verbetering. In een cyclus van drie jaar wordt de tevredenheid gemeten van leraren, leerlingen en ouders. Halverwege 2011 bleek het bedrijf dat de instru menten voor deze tevredenheidsonderzoeken verzorgde niet langer aan haar verplichtingen kon voldoen. De inmiddels verzamelde data zijn niet meer beschikbaar. Vanaf augustus 2011 is gestart met een offertetraject onder drie bedrijven en goeddeels afgerond. In de loop van 2012 kunnen de scholen naar verwachting over de gevraagde instrumenten beschikken. 5.2.2 Personele administratie
In 2011 is het besluit genomen zowel de financiële-, personele- als salarisadministratie in eigen beheer uit te voeren. Dit besluit is gebaseerd op de uitkomsten van een business case met als vraagstuk in- of outsourcen administratie. Op basis van de volgende uitgangspunten is besloten om de administratie in eigen beheer te gaan uitvoeren: Kwaliteitsverbetering uitvoering administratie; Beschikken over betrouwbare management informatie; Vermindering kosten. De uitvoering van de administratie in eigen beheer zal in 2012 gerealiseerd worden.
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverantwoording 2011
Binnen ons personeelsmanagement richten we ons op ontwikkeling en verbetering van de medewerkers. 5.2.3 Personeelsbestand
Ons personeelsbestand laat een aantal uitdagingen zien. In onderstaande tabel is het totaal aantal medewerkers weergegeven en de verhouding man/vrouw. Totaal aantal medewerkers in dienst per
31-12-2011
31-12-2010
31-12-2009
Aantal mannen
90
97
100
Aantal vrouwen
477
483
504
Totaal
567
580 604
In onderstaande tabel is het totaal aantal fte medewerkers weergegeven en de verhouding man/vrouw. Totaal aantal fte in dienst per
31-12-2011
31-12-2010
31-12-2009
Aantal mannen
69,87
77,32
76,53
Aantal vrouwen
300,48
317,24
331,05
Totaal
370,35
394,57 407,58
Het totaal aantal medewerkers op 31 december 2011 t.o.v. 31 december 2010 is afgenomen met 13 medewerkers. Het totaal aantal fte’s op 31 december 2010 is tevens afgenomen. Het totaal aantal vrouwen kent een grotere krimp dan het totaal aantal mannen. Verder is opmerkelijk dat binnen alle functiecategorieën het aantal vrouwen groter is dan het aantal mannen. Het merendeel van de leraren behoort tot
de leeftijdscategorie vanaf 45 jaar. Binnen de categorie directie behoort het merendeel tot de leeftijdscategorieën 35 tot en met 59 jaar. Opvallend is dat de verdeling binnen deze categorieën gelijkmatig is. Binnen de categorie OOP behoort het merendeel van de medewerkers tot de leeftijdscategorie 25 tot en met 54 jaar. Verdere cijfers aangaande het personeelsbestand zijn terug te vinden in bijlage 9.4.
25
functiebeschrijvingen opgesteld voor de functies leraar LB primair onderwijs en leraar LC speciaal onderwijs.
Functiemix
In augustus 2011 is de eerste tranche leraren benoemd in deze functie. Er zijn in samenspraak met de GMR
Overzicht realisatie functiemix in % Streefcijfers functiemix cao PO per 1-10-2011 1 okt 2011
LB primair onderwijs
19,67
16
LC speciaal onderwijs
1,23
2
5.2.4 Ziekteverzuim Verzuimanalyse
Totaal verzuimpercentage (excl. zwangerschap) Meldingsfrequentie Gemiddelde duur
2010 2011 Branche Afwijking
5,7%
5,7%
6,1%
1,1 1,2 1,0 20,1
15,6
18,9
0,2 -3,3
Analyse en advies
Meldingsfrequentie
In 2011 is het verzuimpercentage stabiel gebleven ten opzichte van 2010. Afgezet tegen de branche scoort de stichting positief. De gemiddelde meldingsfrequentie is licht gestegen. De gemiddelde verzuimduur is goed gedaald en komt daarmee onder het landelijk branchegemiddelde.
De meldingsfrequentie lag in 2011 op 1,2 keer per medewerker per jaar. Dit ligt net boven het branchegemiddelde. In de maand januari is de meldingsfrequentie het hoogst. In deze periode zijn er landelijk ook meer gevallen van griep. Indien de meldingsfrequentie nader geanalyseerd wordt dan valt op dat de maanden juli en augustus extreem laag zijn (waarschijnlijk door vakantie).
Opmerking is dat is gebleken dat de verzuimcijfers mogelijk “vervuild” zijn. Verzuimherstelmeldingen belegd bij administratiekantoor Prosco zijn niet altijd correct doorgegeven en/of verwerkt. Hierdoor kan het verzuimpercentage mogelijk naar beneden bijgesteld worden. Verzuimpercentage
Het verzuimpercentage is gelijk gebleven aan vorig jaar en komt hiermee 0,4% beneden het landelijk branchegemiddelde. Opvallend hierbij is dat het verzuimpercentage bij mannen gedaald is van 5,3% naar 4,6% terwijl dit bij vrouwen juist gestegen is van 5,7% naar 5,9%. Wel dient hierbij opgemerkt te worden dat het percentage vrouwen in de organisatie met 84,3% duidelijk hoger ligt dan het aantal mannen (15,7%).
Nulverzuimers:
Het percentage nulverzuimers is 45%. Verzuimduur
Indien men kijkt naar het verschil tussen kort, middellang, lang en extra lang verzuim valt op dat met name het lang verzuim bij Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland hoog is. Het kort verzuim is ten opzichte van 2010 stabiel gebleven. Het middellang en lang verzuim zijn daarentegen met respectievelijk 0,1% en 0,5% gestegen. Het extra lang verzuim is goed gedaald van 2,1% naar 1,4%.
1
26
-0,4%
De laatste versie van het controleprotocol OCW van 05-12-2011 is terug te vinden op http:// www.onderwijsinspectie.nl/binaries/content/assets/Actueel_publicaties/2011/Onderwijscontrolepr otocol+OCW+ELI+2011.pdf
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverantwoording 2011
5.3 Financiën
Op twee locaties, Veenendaal Oost en
5.3.1 Jaarrekeningcontrole
De samenwerking met KMN Kind & Co is
De Personeels- en Salarisadministratie en Financiële Administratie is sinds 2007 uitbesteed aan Prosco te Rotterdam. De jaarrekening 2011 is opgesteld door Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland in samenwerking met Prosco te Rotterdam. Deze jaarrekening is gecontroleerd door Deloitte Accountants B.V. te Rotterdam. De accountant heeft haar werkzaamheden gebaseerd op de uitgangspunten die worden vastgelegd in het Onderwijscontroleprotocol OCW/EL&I 20111. De controle is gericht op de inrichting van de jaarstukken en de rechtmatige besteding en verkrijging van rijksbijdragen. 5.3.2 Financieel beleid Beleidsnota’s
Het bestuur van de stichting kent een financieel beleid en beheer dat aansluit bij de ambities van de organisatie. Hierbij zal te allen tijde een rationele afweging worden gemaakt tussen de kosten in relatie tot terugverdientijd en realiseerbaarheid van het gewenste ambitieniveau. Uiteraard zal de stichting hierover altijd transparant rekenschap afleggen. Het gewenste ambitieniveau is beschreven in het strategisch beleidsplan van de organisatie waarvan het financiële beleid een afgeleide is. Bij de uitvoering van het financiële beleid wordt gebruik gemaakt van de volgende, door het bestuur vastgestelde documenten: Nota Activeren en Afschrijven Nota Planning en Control Nota Reserves en Voorzieningen Treasurystatuut
De stichting houdt bij haar financiële beleid rekening met de streefwaarden betreffende het financiële beheer van scholen, zie paragraaf 5.3.9.
Bilthoven, is gestart met Balansleren; bezegeld in een samenwerkingsovereenkomst; Het Strategisch beleidsplan is afgerond en
heeft geleid tot concrete projecten om de doelstellingen van het plan te realiseren; Het resultaat is verbeterd door naast intensieve kostenbeheersing ook mogelijke inkomsten en kansen beter te kennen; Er is strakker personeelsbeleid ingezet, gericht op een betere verhouding tussen leraren inzet en groepsgrootte, om de personele kosten te verlagen; Er zijn activiteiten gestart om de interne (management) rapportages te verbeteren teneinde de interne controle van de stichting te optimaliseren en de risico’s goed te beheersen. In ogenschouw moet worden genomen dat bovenstaande inhaalslagen zijn gerealiseerd in een context van bezuinigingen, teruglopende leerlingaantallen en het op een hoger plan tillen van verantwoording aan stakeholders, het bewerkstelligen van verdergaande transparantie en hogere onderwijskundige kwaliteitseisen. Resultaat van het gevoerde financiële beleid
De stichting heeft met bovengenoemde maatregelen bewust gehandeld waarbij als uitgangspunt gold dat binnen de financiële ruimte van de begroting van 2011 moest worden gebleven. Dit heeft ertoe geleid dat het resultaat ten opzichte van 2010 sterk is verbeterd en dat met het financieel strakke beleid en beheer een stevig fundament is gelegd om de organisatie te begeleiden naar een goede financiële in de toekomst. Aanpassingen financiële beleid
Als uitvloeisel van toegepast risicomanagement in het verslagjaar 2011, zijn de volgende aanpassingen gedaan in het financiële beleid doorgevoerd:
Trend
Het jaar 2011 was een zeer uitdagend jaar. Na een financieel slecht verslagjaar 2010, heeft de stichting in het verslagjaar 2011 op meerdere vlakken een inhaalslag gemaakt. De belangrijkste feiten op een rij:
27
Een verbetering van het monitoren personele
inzet; Het analyseren van grote kostenposten
om hieruit een kostenreductie planning te ontwikkelen; Maandelijks rapporteren en analyseren van de bestedingen in relatie tot de begroting; Maandelijks rapporteren van de het geprognotiseerde resultaat per jaareinde in relatie tot de begroting; Het in projectvorm opzetten van verbeteringsacties ten einde een betere te krijgen tussen doelstelling en (financiële) inspanning.
In het verslagjaar 2011 is €1200k aan de depositorekening van de ABNAMRO onttrokken voor investeringen in vervanging van schoolinstallaties, stoffering, meubilair, verbeteringen aan het binnenmilieu en leer methoden. De rente over de depositorekening is dientengevolge 40k lager dan 2010.
5.3.3 Treasurybeleid
5.3.4 Governance beleid en rol Raad van Toezicht
De stichting onderkent het belang van een verantwoord en adequaat beheer van haar financiële middelen. Het treasurybeleid van de Stichting is risicomijdend en defensief. Daarbij worden de richtlijnen uit de OCW-Regeling “Regeling beleggen en belenen door instellingen voor onderwijs en onderzoek 2010” met kenmerk FEZ/CC-2009/150185 dd. 16 september 2009 nageleefd.
De PO-raad en de VO-raad hebben een code voor goed onderwijsbestuur vastgesteld. Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland is lid van zowel de PO-raad als de VO-raad teneinde het gedrag en cultuur binnen de stichting zodanig te beïnvloeden dat goed onderwijs voor ieder kind kan worden gewaarborgd.
In dit treasurystatuut zijn de kaders voor treasury-management vastgelegd in de vorm van uitgangspunten, doelstellingen, richtlijnen en limieten. Bij het opstellen van het statuur is rekening gehouden met deze kaders. Het treasuryfunctie van Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland is beperkt en richt zich voornamelijk op geldstroombeheer en administratieve organisatie omtrent de activiteiten die nodig zijn voor een efficiënt betalingsverkeer. De financiële risico’s van de stichting zijn beperkt, de stichting belegd niet in derivaten en heeft geen leningen opgenomen noch uitgezet uit welke hoofde dan ook en heeft hierdoor geen koersrisico’s en kredietrisico’s.
28
Het liquiditeitsrisico is afgedekt doordat de stichting haar kasgelden en depositierekening aanhoudt bij een betrouwbare Nederlandse bank, ABNAMRO. Deze bank heeft een Aa rating. Daarnaast maakt de stichting gebruik van een liquiditeitsplanning.
De principes uit deze code voor goed onderwijs bestuur zijn terug te vinden in de organisatie Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland en zijn vastgelegd in het Handboek Governance. Hiermee worden zaken geregeld als: Verantwoording afleggen aan belanghebbenden in het onderdeel horizontale verantwoording van het Handboek Governance; De scheiding van bestuur en toezicht wordt binnen de nieuwe statuten van de stichting geïmplementeerd door de invoering van de structuur van een College van Bestuur en een Raad van Toezicht; De beschreven bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn conform de principes uit de code verdeeld over bestuur en Raad van Toezicht.
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverantwoording 2011
5.3.5 Analyse financiële positie 5.3.5.1 Kerncijfers Bedragen x €1.000
2011 2010 2009 2008 2007
Baten
29.929 30.236 30.771 29.322 28.318
Lasten: Personeel
24.289 24.933 25.046 23.551 22.279
Lasten: Afschrijving
397 609 554 447 366
Lasten: Huisvesting
1.837 1.723 2.205 2.317 2.861
Lasten: Overige & leermiddelen
3.521
Financieel/buitengewoon Resultaat
13
3.721 51
3.482 112
3.056
2.768
18 -1.161
-102
-699
-404
-31
-1.117
Vergoeding VVF en RF
1.085
920
903
729
949
Aantal leerlingen
5.063 5.211 5.303 5.416 5.441
FPE
373 389 391 Nb Nb
Headcount
550 580 604 560 552
5.3.5.2 Resultaat
Het jaar 2011 was een in financieel opzicht een uitdagend jaar met name als het gaat om de financiering vanuit de overheid. Desondanks is het resultaat aanzienlijk verbeterd ten opzichte van 2010. Over 2010 werd een fors verlies geleden (€700k) terwijl 2011 wordt afgesloten met een klein tekort van €102k. Het tekort in 2011 is voornamelijk veroorzaakt door hogere overige instellingslasten en de extra inhuur van personeel. Het inkomsten niveau ligt €300k lager dan 2010. Het wegvallen van vergoeding bestuur en management is deels gecompenseerd door hogere overige inkomsten. De verbetering van het resultaat ten opzichte van 2010 is gerealiseerd door verlaging van de personele kosten (circa €644k), afschrijvingen (circa €212k) en Overige kosten (circa €200k). Alleen de huisvestingskosten zijn gestegen ten opzichte van 2010 met €114k. Een en ander wordt hieronder nader toegelicht. 5.3.6 Resultaatanalyse: vergelijk realisatie verslagjaar 2011 vs. 2010 Lasten
De totale lasten van de stichting zijn met €942k aanzienlijk gedaald ten opzichte van 2010. De lastendaling is gerealiseerd over alle kostenrubrieken heen. Alleen de huisvestingskosten zijn hoger dan 2010 door een vrijval van de voorziening in 2010.
29
Lasten 2011 € 31.040
Personele lasten
2950 397 1837
570
31040 25.284
Van de totale lasten is evenals 2010 circa 80 % personele last. Vanaf het schooljaar 2011-2012 is een personele omvang aangepast aan de krimp van het aantal leerlingen. Het aantal FPE is vanaf die datum verlaagd van 377 FPE op 1 januari naar 360 FPE per 1 augustus 2011. Daarnaast zijn een aantal vacatures die zijn ontstaan gedurende het schooljaar niet meer ingevuld (4 FPE). De vermindering in FPE heeft een terugloop in de lonen en salarissen ten opzichte van de kosten in 2010 van circa €320k tot gevolg gehad. Daarnaast zijn de overige personele kosten zoals inhuur van personeel (circa €520k) ten opzichte van 2010 lager uitgevallen. De verhoging van de werkgeversbijdrage van de pensioenpremie met circa 1% in 2011 heeft tot een lichte stijging van de lonen en salarissen geleid.
Personele lasten Huisvestingslasten Afschrijvingen Overige instellingslasten Leermiddelen
Lasten 2010 € 31.870
3143 609 1723
577
31870 25.818 Personele lasten Huisvestingslasten Afschrijvingen Overige instellingslasten Leermiddelen
30
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverantwoording 2011
Afschrijvingen
Er is in 2011 evenals in voorgaande jaren geïnvesteerd in nieuwe leermethoden en vervanging van installaties op de scholen. De afschrijvingslast is met €212k gedaald ten opzichte van 2010 omdat de initiële waardeoverdracht van de OLP-middelen bij de oprichting van de stichting van 2005 in 2011 volledig is afgeschreven waardoor de afschrijvingslast van leermiddelen sterk is gedaald ten opzicht van 2010.
Afschrijving 2011 € 397k
48
145
Gebouwen Inventaris Installaties
397
121
Infrastructuur ICT Machines
3
Leermethoden
44
9
29
Afschrijving 2010 € 609k
32 104 Gebouwen Inventaris
609 370
29 8 63 3
Installaties Infrastructuur ICT Machines Leermethoden
31
Huisvestingslasten
De huisvestingslasten 2011 zijn €114k hoger dan ten opzichte van 2010. De stijging van schoonmaakkosten en huren en daling van energie en water worden veroorzaakt door overlopende posten uit 2010. De kostenniveaus van overige rubrieken in de huisvestingkosten van 2011 liggen in lijn met het kostenniveaus van 2010.
Huisvesting 2011 € 1.837
56
51
238 Huur
275
1837
701
Onderhoud Energie en water Schoonmaak Bewaking Overige
517 Huisvesting 2010 € 1.723
56
53
216 Huur
190 665
1723
Onderhoud Energie en water Schoonmaak Bewaking Overige
544
32
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverantwoording 2011
Overige kosten
De overige kosten zijn €200k lager dan in 2010. In 2010 zijn veel uitgaven gedaan in de ondersteuning en professionalisering van de schooldirecteuren bij het ontwikkelen van hun School Ondernemings Plan (SOP) en het Strategisch beleidsplan. Deze investering heeft zich terugverdiend in een goed strategisch
beleidsplan en een sterke visie waar de organisatie naar toe gaat. Dit heeft in 2011 geleid tot lagere advieskosten (€130k) en exploitatiekosten (€60k). Een groot gedeelte van de overige kosten hebben een vast karakter. De kosten voor leermiddelen, ICT en het administratiekantoor liggen op het zelfde niveau als vorig jaar. De reprokosten zijn hoger door overlopende kosten uit 2010.
Overige kosten 2011 € 3.521
338
570
Repro ICT
366
973
3521
Administratie Contributies Exloitatiekosten Advies en Accountant
289
Overige Leermiddelen
257 245
481
Overige kosten 2010 € 3.720
280
577
Repro ICT
408
975
3720
Administratie Contributies Exloitatiekosten Advies en Accountant
419
Overige Leermiddelen
320 241
499
33
Eva Bosman, lid van de GMR ‘Op alle scholen excellerend onderwijs’ Eva Bosman staat voor de klas bij OMS Zeist, een van de Rijn- en Heuvellandscholen. Ze is lid van de GMR, de Gemeenschappelijke Medezeggenschaps Raad. ‘Als GMR zijnde vinden we de plannen heel mooi,’ stelt Eva Bosman. ‘Ze zijn heel erg vernieuwend, ze willen Rijn- en Heuvelland op een hoger plan brengen. Eigenlijk zeggen de plannen over Rijn- en Heuvelland: als je daar naar school gaat, dan zijn alle scholen hetzelfde als het gaat om excellerend onderwijs. Dat is een kwestie van één lijn trekken, dus het maakt niet uit of je in Maarssen zit of in Zeist, allemaal hebben wij excellerend onderwijs en bieden we zo goed mogelijk onderwijs. Dat vinden wij zelf als GMR heel mooi en dat is toegespitst op de speerpunten rond ‘het beste er uit halen’. Als leraar en ook als ouder word je daardoor geprikkeld. De plannen doen dat door onderwijsaanbod op zorgniveau te verbeteren. Maar ook maatschappelijk gezien: hoe ga je mee met alle veranderingen? Multicultureel gezien, maar ook qua kenniseconomie. De plannen van Rijn- en Heuvelland zijn op dat punt heel anticiperend, ze zijn heel erg vooruitdenkend. En dat maakt de plannen in onze ogen heel mooi, en helder.’
34
Inspelen of voorbijgaan ‘We zijn wel een hele kritische GMR, we hebben wel onze kanttekeningen bij bepaalde punten. Daar zijn we ook heel duidelijk in. Ik denk dat ons als GMR wel heel sterk maakt. Er zijn punten die vinden we hartstikke goed, dat is in orde, maar er zijn ook punten, daar hebben we onze vraagtekens bij. Dan willen we antwoorden of veranderingen. En als dat gebeurt, dan stemmen we in.’ Vernieuwing en ambitie, is dat nodig volgens de GMR? Eva Bosman, GMR-lid: ‘Ik zei vroeger altijd: als ik later groot ben dan ga ik alles zo anders aanpakken. Jullie zijn ouderwets. Maar de generatie van vroeger is niet meer de generatie van nu. Als je niet meevernieuwt, denk ik dat je tekortschiet. Zoals bijvoorbeeld met Engels, waarmee veel meer kinderen in aanraking komen. Ga je daar op inspelen of ga je eraan voorbij? Ik denk dat je daarop moet inspelen, om ons klaar te maken om in deze maatschappij zo goed mogelijk te kunnen functioneren. Ik geloof echt dat je moet vernieuwen. Nieuwe uitvindingen, nieuwe psychologische achtergronden waar ze achter komen, andere manieren van denken. Daar moeten we wel op anticiperen, daar moeten we wat mee doen.’
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverantwoording 2011
Eva Bosman Lid van de GMR
Laten landen Wat is er volgens Eva Bosman inmiddels concreet te merken van innovatiekracht bij Rijn- en Heuvellandscholen? ‘Dat ligt nu vooral nog op het niveau van het laten landen. Daar zit een groot stuk, het laten landen van vernieuwing geeft ook een hoop weerstand. Mensen willen niet af van wat veilig en prettig is, dus dat is een proces dat echt gaande is. Er worden allerlei dingen verteld, geïmplementeerd en gaat een beetje lastig bij sommige mensen, die vinden dat moeilijk. Dus we zitten nog in het proces van vernieuwen en veranderen. Dat voelt wel als ‘veel’, het kan overkomen als werkdrukverhoging. Maar we zijn een andere denkwijze aan het creëren, daarin merk ik heel sterk dat we echt aan het veranderen zijn, echt aan het vernieuwen. Voor mijn gevoel zijn we vooruitstrevend in vergelijking met andere scholen om
mij heen. Ik zie bijvoorbeeld dat wij al in fase 3 zitten en andere scholen beginnen nog in fase 1. Dat voelt heerlijk, met dat proces zijn wij al lekker begonnen...’ Rond? ‘De wereld is zoveel kleiner geworden, ook in de school. Eerst was je druk bezig met uitzoeken, het moest op papier, ophangen, het kostte veel meer tijd. Nu gaat alles zo veel sneller. Kinderen komen met vragen: juffrouw, is de aarde echt rond? Ik zeg dan: ga maar opzoeken. Dan gaan kinderen op de computer aan het zoeken en zo komen ze erachter dat de aarde niet helemaal volledig rond is. Dat soort dingen gaat veel sneller, de informatie kunnen ze veel sneller verkrijgen doordat alles digitaler is geworden en de computers er zijn.’
35
5.3.7 Resultaatanalyse: vergelijk begroting vs. realisatie 2011
Totaal personele lasten Totaal afschrijvingen
Begroting 2011
Realisatie 2011
23.407.119
24.288.514
553.405
397.322
Totaal huisvestingslasten
1.850.513
1.837.471
Totaal overige instellingslasten
2.342.215
2.950.189
510.000
570.403
Totaal leermiddelen Totaal lasten
28.663.252 30.043.899
Rijksbijdragen
27.811.996 28.162.457
Overige overheidsbijdragen
195.000
536.216
Overige bijdragen
630.000
1.230.209
Totaal baten
28.663.996 29.928.882
Baten
De baten zijn begroot op basis van het werkelijke leerlingaantal per oktober 2010 en de prognose van oktober 2011. De werkelijke overheidsbijdrage is gebaseerd op oudere tellingen van 2009 en 2010 toen het gemiddelde leerlingaantal circa 125 leerlingen hoger was ten opzichte van die van het werkelijke aantal 2010 en de prognose 2011. De werkelijke bekostiging is hierdoor hoger dan begroot, namelijk circa €350k (125 leerlingen x additionele gemiddelde inkomsten €3.500). De overige (overheids-) bijdragen zijn hoger door extra inkomsten vanwege een vrijval van de reserves van een aantal samenwerkingsverbanden waar de stichting aan deelneemt. Tevens heeft een inhaalslag plaatsgevonden op de huurinkomsten. Personele lasten
De werkelijke personele lasten zijn hoger dan begroot, circa €881k. Afschrijvingen
In de begroting was geen rekening gehouden met beëindiging van de afschrijvingstermijnen van de overdracht van OLP-middelen in 2005.
36
Hier tegenover staan ongeplande hogere eigen bijdragen in de verbouwingen van het Praktijkonderwijs en Meerklank. Dit voordelige verschil is circa €125K. Huisvestingskosten
In de begroting zijn de schoonmaakkosten van scholen te laag ingeschat door incidentele uitgaven voor extra kwaliteitsmetingen en overlopende kosten uit 2010, met circa €115k. De kosten van de kwaliteitsmetingen zijn overigens gedeclareerd bij de leverancier van de schoonmaakdiensten; deze komen tot uiting in de baten. Overige instellingslasten en leermiddelen
De overige instellingslasten en leermiddelen zijn duidelijk te laag ingeschat, circa €665k. Door de aard van de uitgaven (incidentele karakter) zijn wel de vaste contracten goed begroot maar niet de eenmalige kosten. De overschrijdingen zijn met name door de scholen veroorzaakt en onjuist begroot waardoor de advies- en bijscholingskosten, kosten voor licenties van digitale leermiddelen en kopieerkosten hoger zijn uit gevallen.
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverantwoording 2011
5.3.8 Analyse balans: vergelijk realisatie 2010 vs. 2011
2010 2011
Totaal Materiële vaste activa
3.795.737 D
3.901.217 D
Totaal Vorderingen
2.812.132 D
3.219.544 D
Totaal Liquide middelen
1.832.093 D
881.050 D
Totaal Eigen vermogen
4.375.030 C
4.272.950 C
884.883 C
746.855 C
3.180.434 C
2.982.006 C
Totaal Voorzieningen Totaal Kortlopende schulden Eigen vermogen inclusief voorzieningen
Kortlopende schulden
Het resultaat van 2011 is verwerkt in het vermogen. Het vermogen (inclusief BAPO voorziening) 2011 is met €100k gedaald naar €4.273k. De voorzieningen voor jubilea en onderhoud liggen op het niveau van 2010 en bedragen, circa €845k.
Door een snellere betaalprocedure zijn de kortlopende vorderingen met €320k gedaald.
5.3.9 Financiële kengetallen Solvabiliteit
Materiële vaste activa (MVA)
De MVA zijn gestegen door investeringen in nieuwe lesmethoden (€160k), schoolmeubilair (€120k) en geactiveerde verbouwkosten (€170k). Vorderingen
De vorderingen zijn ten opzichte van 2010 gestegen met circa €400k. Dit betreft met name een navordering op huren, €175k en rekening courant met de beheerstichting van OBS De Bongerd, €100k. Deze worden in het eerste kwartaal van 2012 betaald. Liquide middelen
De liquide middelen zijn met circa €950k gedaald ten opzichte van 2010. De oorzaak ligt in investeringen in leermethoden en schoolinstallaties, toegenomen vorderingen, en sneller afrekenen met de crediteuren. Gedurende het eerste halfjaar 2012 zal de liquiditeitspositie sterk verbeteren met circa €1.000k door de betaling van openstaande vorderingen en hogere inkomsten van OCW.
De solvabiliteit geeft de verhouding aan tussen eigen en vreemd vermogen. Het verschaft inzicht in de financieringsopbouw en geeft aan in hoe verre aan de verplichtingen op langere termijn kan worden voldaan. Er zijn twee verschillende berekeningen: Definitie solvabiliteit 1: eigen vermogen gedeeld door totaal vermogen, exclusief voorzieningen en; Definitie solvabiliteit 2: eigen vermogen en voorzieningen gedeeld door totaal vermogen. Als vuistregel geldt dat de solvabiliteit minimaal tussen de 20 en 45 moet liggen om aan de langetermijnverplichtingen te kunnen voldoen. Liquiditeit
De liquiditeit geeft aan in hoeverre op korte termijn aan de betalingsverplichtingen kan worden voldaan. Liquiditeit wordt gedefinieerd als: de verhouding tussen de vlottende activa (som van de liquide middelen en de vorderingen) en de kortlopende schulden. Een liquiditeit groter dan 1 wordt doorgaans gekwalificeerd als voldoende,
37
omdat dan tegenover de snel vervallende schulden tenminste evenveel vlottende activa staan. Rentabiliteit
De rentabiliteit heeft betrekking op het rendement en geeft aan of er sprake is van een positief dan wel negatief resultaat. Voor de onderwijssector is een rentabiliteit van 0% verdedigbaar omdat het onderwijs geen winstoogmerk kent. Rentabiliteit wordt gedefinieerd als: resultaat uit de gewone bedrijfsvoering gedeeld door de totale baten uit de gewone bedrijfsvoering.
2011 2010 2009 2008 2007
Solvabiliteit 1
54 52 52 53 54
Solvabiliteit 2
63 62 66 68 70
Liquiditeit Rentabiliteit
138 149 189 163 178 0 -2,3 -1.4
0
0
Kengetallen Kengetal
Waarde 2011
Solvabiliteit
Waarde 2010
Streefwaarde
63% 62%
20%
1,38 1,49
0,5
Eigen vermogen + Voorzieningen/ Balanstotaal
Liquiditeit Vlottende activa/kortlopende schulden
Rentabiliteit
0 -2
0>
Resultaat/ Totale baten
Kapitalisatiefactor
22%
24%
Bovengrens 35%
Balanstotaal- MVA gebouwen en terreinen / Totale baten
Financieringsfunctie
8% 8% 17,50%
financieringsbehoefte* x aanschafwaarde overige MVA/totale baten
Transactiefunctie
10% 11% 11,25%
kortlopende schulden /totale baten
Financiele buffer
4%
5%
5%
Kapitalisatiefactor - transactiefunctie - financieringsfunctie
*Financieringsbehoefte = 55%
38
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverslag 2011
6. Risico Het beleid en het financiële beleid van de stichting in het bijzonder is gefundeerd op risicomanagement. Risicomanagement stelt de stichting in staat de focus te richten op het behalen van door haar gestelde doelen, rekening houdend met onverwachte gebeurtenissen die effect zullen hebben op het bereiken van doelstellingen, als deze zich zouden voordoen. De belangrijkste financiële risico’s die zich bij de stichting voordoen zijn: Afwijkende leerlingenprognoses waarbij de bekostiging sterker terugloopt dan verwacht terwijl de vaste lasten licht stijgen; Bezuinigingen op onderwijs door de Rijksoverheid op speciaal onderwijs en ambulante begeleiding die op korte termijn worden geëffectueerd; Het doen van (onrechtmatige) bestedingen waarbij de relatie tussen uitgaven en (onderwijs) doelstellingen minder duidelijk is; De CAO wijzigingen zijn van materiële invloed op de Gemiddelde Personeelslast (GPL). De lonen en salarissen bepalen ongeveer 80% van de kosten van de organisatie en een wijziging van 0,5% in de GPL leidt tot een budgetaanpassing van €125.000; De arbeidscontractuele verhoudingen met personeel lopen niet gelijk met de jaarlijkse wisselingen in de leerlingenaantallen op de scholen. Dit betekent dat er een discrepantie ontstaat tussen werkelijke (personele) uit voeringskosten van het onderwijs op en de vergoeding van de overheid die is gebaseerd
op het leerlingenaantal op 1 oktober van het jaar er voor. Er wordt op de scholen gestreefd naar constante leerlingenaantallen door de jaren heen maar voorspellingen van het leerlingenaanbod lopen vaak uiteen met de werkelijkheid; Vermindering in de bekostiging van de Rijksen gemeentelijke overheid zijn vaak niet op korte termijn te vertalen in kostenverlagende maatregelen door de stichting. De organisatie doet investeringen en gaat verplichtingen aan voor meerdere jaren die niet direct weer zijn terug te draaien. Om deze risico’s te beheersen heeft de stichting de volgende interne controle maatregelen getroffen en procedures ingesteld: Een betere koppeling van middelen aan concrete onderwijs doelen in de begroting en administratie; Van een korte termijn naar een lange termijn perspectief door een meerjarige financiële en personeelsplanning; Inzet van bredere financiële deskundigheid; Het vaststellen en (in de toekomst) nauwgezet monitoren van financiële signaleringsgrenzen die voldoen aan de minimale kengetallen en normen; Totstandbrenging van financiële bewustzijn in de decentrale organisatie door betere financiële verantwoordingsinformatie.
39
7. Toekomst 7.1 Prognose
Voor de komende jaren zal de stichting wederom worden geconfronteerd met afnemende inkomsten. De gevolgen van de bezuinigingen op Passend Onderwijs zullen vanaf 2012 ook voor Rijn- en Heuvelland merkbaar zijn. 7.2 Begroting 2012
2012
31 december 2010
3 Baten 3.1 Rijksbijdragen 3.2
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
3.3
College-, cursus-, les- en examengelden
3.4
Baten in opdracht van derden
3.5
Overige baten
800.000
Totaal Baten
28.407.346
200.000
4 Lasten 4.1 Personeelslasten 4.2 Afschrijvingen
27.407.346 23.392.422 432.900
4.3 Huisvestingslasten
1.775.290
4.4
Overige lasten
2.807.117
Totaal lasten
28.407.729
Saldo Baten en Lasten
-383
5
Financiële baten en lasten
Resultaat
15.000 14.617
6 Belastingen
-
7
-
Resultaat deelnemingen
Resultaat na belastingen
8
14.617
Aandeel derden in resultaat
Netto resultaat
40
27.407.346
14.617
9
Buitengewoon resultaat
-
Totaal resultaat
14.617
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverantwoording 2011
De begroting van 2012 van de stichting is sluitend. In de begroting van 2012 is rekening gehouden met de bezuinigingsmaatregelen van 2011. Om tegenwicht te bieden aan de dalende in komsten zal de stichting zich dit jaar en daarop volgende jaren richten op:
De strategische speerpunten zijn waar nodig ondergebracht in een project, waarbij een projectgroep een item uitwerkt wat uitgerold kan worden op alle scholen. Voorbeelden hiervan zijn o.a. EarlyBird en IPC. 7.3.2 Communicatie
Administratieve organisatie
De administratieve diensten zullen vanaf april 2012 niet meer worden uitbesteed. Dit levert, naast een betere beheersing en interne controle op de financiële cijfers, een besparing op van circa €100k per jaar. Kostenreductie
In het verslagjaar 2012 zal nog meer nadruk liggen op het structureel verlagen van de kosten. Dit zal voor een groot deel moeten worden gerealiseerd door verlaging van de personele lasten door slimmere onderwijsvormen, grotere klassen en eventuele sluiting van kleine scholen. Efficiency
In 2012 zal meer nadruk worden gelegd op efficiënte inkoop door centrale inkoopcontracten. Vanaf april 2012 zullen de leermiddelen centraal worden ingekocht via een Europees aanbestedingstraject. Tevens zullen de contracten energiekosten en contracten voor het afvoeren van bedrijfsafval opnieuw worden bekeken of hier betere prijsafspraken zijn te maken.
Om de missie, visie en ambitie van de stichting en onze scholen meer accent te geven, worden er nieuwe websites ontwikkeld voor zowel de stichting als de scholen. Om als merk beter herkenbaar te zijn in de regio wordt een merknaam met logo ontwikkeld. Hiermee wordt aan ouders en partners zichtbaar dat ook de kleinere scholen en locaties deel uitmaken van een groter geheel, een betrouwbare stichting die voor kwaliteit en ambities gaat. 7.3.3 Financiële ontwikkelingen
De ontwikkelingen voor Passend Onderwijs hebben ook consequenties voor de scholen vallend onder Stichting Openbaar Onderwijs Rijnen Heuvelland. Meerklank, school voor SO en VSO, is reeds geïnformeerd door het ministerie over de financiële gevolgen van Passend Onderwijs. Daarnaast zijn de financiële consequenties voor de leerlingen met een rugzakje op de reguliere scholen nog niet geheel in beeld. Totaal wordt er uitgegaan van een korting op het budget van minimaal € 500.000. 7.3.4 Passend Onderwijs
Risicomanagement
De stichting zal zich nog meer richten op verbeteren van de koppeling tussen (onderwijs-) doelstellingen en de inzet van financiële middelen en het inzichtelijk maken van de opbrengsten en kosten van de doelen. 7.3 Ontwikkelingen
Voor de komende periode zijn de onderstaande onderwerpen de belangrijkste ontwikkelingen binnen de stichting. 7.3.1 Schoolondernemingsplannen - de scholen als maatschappelijke ondernemingen
Alle scholen van de stichting hebben een schoolondernemingsplan waarin de verbinding naar het Strategisch beleidsplan is gelegd en een gezamenlijkheid voor alle scholen vorm wordt gegeven.
In augustus 2012 treedt de wet passend onderwijs in werking. Met deze wet geeft het kabinet besturen en scholen de ruimte om onderwijs aan kinderen te bieden dat nauw aansluit op hun mogelijkheden. De versterking van de samenwerking met jeugdzorg en jeugd hulpverlening is een belangrijk uitgangspunt. In plaats van de huidige leerling gebonden finan ciering (“rugzakfinanciering”) komt een flexibele inzet van middelen waarbij scholen aan de hand van hun onderwijszorgprofiel al dan niet middelen krijgen toegekend. Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland heeft zich in het afgelopen jaar voorbereid op de komende wetgeving. Er is beleid beschreven dat uitgaat van een onderwijs continuüm voor alle kinderen van de stichting. Binnen dit continuüm hebben alle scholen van de stichting per 1-8-2012 een onderwijsprofiel dat voldoet aan de vereisten vanuit wet- en regelgeving. Bovendien hebben
41
alle scholen per genoemde datum te maken met een “verantwoordingskader” waarin staat beschreven via welke toetsen leerprestaties in kaart gebracht worden. Het verantwoordingskader is gekoppeld aan de monitoring van de leeropbrengsten van de inspectie voor het onderwijs.
percentage wordt gewerkt in 5 niveaus, waarbij voor circa 8 % van de leerlingen gebruik gemaakt wordt van externe deskundigheid naast de groepsleraar. Het onderwijs continuüm met deze verdeling past zowel binnen de PO- als de VOscholen van de stichting. 7.3.5 Personele en financiële dienstverlening
Naast het vaststellen van de schoolprofielen en het werken met een stichting breed verantwoordingskader gaat het onderwijs continuüm er voor de stichting van uit dat circa 98% van haar leerlingen “passend” binnen de eigen scholen kan worden bediend. Binnen dit
42
In 2012 zal de personele- en financiële dienstverlening in eigen beheer uitgevoerd gaan worden. De stichting heeft daarbij de ambitie om de dienstverlening naar onze medewerkers en crediteuren te professionaliseren en de kosten verder naar beneden bij te stellen.
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverslag 2011
8. Jaarrekening
8.1 Grondslagen Algemeen
De in de jaarrekening opgenomen bedragen luiden in hele euro’s. De algemene grondslag voor de waardering van activa en passiva, alsmede voor het bepalen van het resultaat, is de verkrijgingsprijs. Voor zover niets anders vermeld, worden activa en passiva opgenomen voor de nominale waarde. Voor zover van toepassing zijn ter vergelijking de cijfers opgenomen, de realisatiecijfers van het voorgaande jaar, alsmede van de (goedgekeurde) begroting over het huidige jaar. De grondslagen voor de jaarrekening zijn ge baseerd op het Burgerlijk Wetboek (boek 2, titel 9), en de richtlijnen van de Raad van Jaar verslaggeving. In dit jaarverslag zijn de richtlijnen voor het financieel jaarverslag van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen gevolgd. Waardering van de activa en passiva
De materiële vaste activa worden gewaardeerd op aanschafwaarde, verminderd met lineair berekende afschrijvingen, gebaseerd op de verwachte eco nomische levensduur. Ten aanzien van de eerste waardering van de reeds aanwezige activa is
in 2006 een start gemaakt en in 2007 verfijnd. Afschrijving geschiedt vanaf de eerste volle maand volgend op de periode waarin het actief is aangeschaft. Financiële Vaste Activa
De overige vorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde, voor zover noodzakelijk onder aftrek van een voorziening voor het risico van oninbaarheid. Vorderingen
De vorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde, voor zover noodzakelijk onder aftrek van een voorziening voor het risico van oninbaarheid. Liquide middelen
De liquide middelen staan, voor zover niet anders vermeld, ter vrije beschikking van het bestuur. Reserves
De algemene reserve bevat een buffer ter waar borging van de continuïteit van de stichting en de scholen en wordt opgebouwd uit resultaat bestemming van overschotten welke ontstaan uit het verschil tussen de toegerekende baten en de werkelijk gemaakte lasten. (In geval van een tekort wordt dit resultaat ten laste van de algemene reserve gebracht).
43
Reserve eerste waardering
Deze bestemmingsreserve is gevormd door de activering van het aanwezige meubilair en OLP. Jaarlijks valt middels resultaatbestemming een deel van deze bestemmingsreserve vrij, dat over eenkomt met de afschrijvingslast van de eerste waardering welke ten laste van de exploitatie is gebracht. Voorzieningen
De voorzieningen worden opgenomen voor de nominale waarde. De voorziening voor het grootonderhoud is aangepast aan het gewijzigde onderhoudsbeleid van de stichting. Investeringen voor vervanging en verbeteringen aan installaties en gebouwen die voorheen werden voorzien in de onderhouds voorziening worden vanaf boekjaar geactiveerd en afgeschreven in overeenstemming met het investerings- en afschrijvingsbeleid van de stichting. De voorziening van het groot onderhoud zal alleen nog worden gevormd voor de gebruiks duur verlengende renovatie en onderhoud van materieel actief dat na een gebruiksperiode van enige jaren dient te worden uitgevoerd. Door het gewijzigde onderhoudsbeleid zal de gevormde voorziening voor grootonderhoud lager zijn dan in voorgaande jaren.
Grondslagen voor de resultaatbepaling
Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten (subsidies en overige baten) en alle hiermee verbonden, aan het verslagjaar toe te rekenen lasten. De lasten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor vermelde waarderingsgrondslagen. De baten en lasten worden toegerekend aan de verslagperiode waarop deze betrekking hebben. Jubileumvoorziening
De kortlopende schulden hebben een verwachte looptijd van maximaal één jaar.
Als gevolg van de invoering van de RJ 660 dient er een voorziening voor jubileumuitkeringen in de jaarrekening van 2011 gepresenteerd te worden. Deze voorziening is gebaseerd op het gemiddeld aantal FTE’s per balansdatum en een normbedrag van € 550,- per FTE. Op basis van voortschrijdend inzicht zal in de toekomst dit normbedrag worden geactualiseerd. De verwachte kosten in het kader van jubileumuitkeringen zijn verwerkt in de meerjarenbegroting en veroorzaken hierop geen tekorten.
Overlopende doelsubsidies
Kasstroomoverzicht
Bij de overlopende doelsubsidies zijn de richtlijnen van het Ministerie van OCW toegepast.
Het kasstroomoverzicht wordt opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit liquide middelen en vlottende effecten. Effecten worden als liquide gezien indien deze als vlottend actief worden verantwoord. Ontvangen interest en betaalde interest wordt opgenomen onder de kasstroom uit bedrijfsoperaties.
Langlopende schulden
Niet van toepassing. Kortlopende schulden
Pensioenverplichtingen
Er is sprake van een pensioenregeling. Hierbij is een pensioen toegezegd aan het personeel op pensioengerechtigde leeftijd, afhankelijk van de leeftijd, salaris en dienstjaren. Deze toegezegde pensioenregeling is verwerkt als er sprake zou
44
zijn van een toegezegde bijdrage regeling. Voor de pensioenregeling worden op verplichte basis premies betaald aan het pensioenfonds. Behalve de pensioenbetaling zijn er geen verdere verplichtingen uit hoofde van deze regeling. Er is geen verplichting in geval van een tekort bij het pensioenfonds tot het voldoen van aanvullende bijdrage anders dan toekomstige premies. De premies worden verantwoord als personeelskosten als deze verschuldigd zijn. Vooruitbetaalde premies worden opgenomen als overlopende activa indien deze leiden tot een terugstorting of tot een vermindering van toekomstige betalingen.
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverantwoording 2011
8.2 Balans
31 december 2011
31 december 2010
Activa Vaste Activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa
3.901.217
3.795.736
3.901.217
3.795.736
Financiële vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Voorraden Vorderingen
3.219.544 2.812.668
Effecten Liquide middelen Totaal vlottende activa Totaal activa
881.050
1.831.943
4.100.594
4.644.611
8.001.811
8.440.347
Passiva Eigen vermogen Voorzieningen
4.272.950
4.375.030
746.855 884.883
Langlopende schulden Kortlopende schulden Totaal passiva
2.982.006
8.001.811
3.180.434
8.440.347
45
8.3 Staat van Baten en Lasten
2011
Begroot 2011
2010
Baten Rijksbijdragen
28.162.457 27.811.996 28.777.457
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
536.216
195.000
458.407
College-, cursus-, les- en examengelden
-
-
-
Baten in opdracht van derden
-
-
-
1.230.209
630.000
999.957
Overige baten
29.928.882 28.636.996 30.235.821
totaal baten
Lasten Personeelslasten
24.288.514 23.407.119 24.933.036
Afschrijvingen
397.322 553.405 608.927
Huisvestingslasten
1.837.471 1.850.513 1.723.463
Overige lasten
3.520.592
totaal lasten Saldo Baten en Lasten
2.852.215
3.720.324
30.043.899
28.663.252 30.985.750
-115.017
-26.256 -749.929
Financiële baten en lasten
12.937
-
50.989
Resultaat
-102.080 -26.256 -698.940
Belastingen Resultaat deelnemingen Resultaat na belastingen
-102.080
-26.256
-698.940
Aandeel derden in resultaat Netto resultaat
-102.080
-26.256
-698.940
Buitengewoon resultaat -102.080
Totaal resultaat
-26.256 -698.940
8.4 Kasstroomoverzicht
Het onderstaande kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. Hierbij wordt het nettoresultaat als uitgangspunt genomen, waarop vervolgens correcties worden aangebracht voor verschillen tussen opbrengsten en ontvangsten en kosten en uitgaven.
46
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverantwoording 2011
Kasstroom uit operationele activiteiten
31-12-2011 31-12-2010
Kasstroom uit operationele activiteiten Saldo Baten en Lasten
-115.017
-749.929
Aanpassing voor: Afschrijvingen Mutaties voorzieningen
397.322
597.087
-138.028
-497.556
Verandering in vlottende middelen: Vorderingen (-/-)
-406.876
-710.818
Schulden
-198.428
-189.473
-461.027
-1.550.689
Ontvangen interest
21.020
62.685
Betaalde interest (-/-)
-8.083
-11.697
Totaal Kasstroom uit bedrijfsoperaties
Buitengewoon resultaat
Totaal kasstroom uit operationele activiteiten -448.090 -1.499.701
Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa (-/-) Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten
-502.804
-958.446
-502.804
-958.446
Mutatie liquide middelen
-950.894
-2.458.147
47
Barbara Keijzers, locatie- leider van Het Mozaïek ‘Het mooie is dat je je hele team meeneemt’ Barbara Keijzers is locatieleider van Het Mozaïek, de Daltonschool in Veenendaal. Hoe kijkt zij vanaf ‘de werkvloer’ naar de strategische beleidsplannen van Rijn- en Heuvelland? Kennis delen Dat IPC, International Primary Curriculum, wat merk je daarvan in de klas? Barbara Keijzers: ’IPC gaat uit van de leerdoelen, erg kindgericht. Kinderen worden daar heel erg betrokken, gaan ook hun eigen leerdoelen benoemen. Onderwijs wordt concreter, het wordt tastbaarder. We gaan ze leren om verbanden te leggen tussen verschillende vakken, tussen verschillende onderwerpen, tussen kennis de zij zelf hebben en ook kennis die een medeleerling kan hebben. Met elkaar kennis gaan delen. Hoe meer verbanden onze
48
leerlingen gaan leggen, hoe meer wij leren. En het mooie is dat je daar direct je hele team ook in meeneemt: wij leren ervan en onze leerlingen leren.’ Vernieuwing in de school, hoe werkt dat in de praktijk? ‘Wat je ziet is dat leraren het spannend vinden wat er gaat gebeuren, maar de vraag vanuit hun zelf is ook: geef ons middelen, geef ons ruimte om ons zelf te gaan ontwikkelen. En om meer aan te sluiten bij de behoeften van onze leerlingen. Ik merk dat dat meer leeft bij hun dan de angst voor de vernieuwing. Dus ja, het is spannend, maar ook de manier waarop nu binnen onze stichting vorm wordt gegeven is goed doordacht. Dan grijp ik even naar het IPC-verhaal: als je ziet hoe dat nu wordt geïmplementeerd ten opzichte van vroegere methodes. Destijds werd meer gezegd: dit is de nieuwe methode, daar gaan we mee
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverantwoording 2011
Barbara Keijzers
Locatieleider van Het Mozaïek
werken, dit is de handleiding. Nu met IPC gaat het veel meer uit van samenwerking tussen leraren, kennis delen met elkaar, kijken waar zitten de kwaliteiten binnen ons team. Maar wij zijn ook een samenwerking aangegaan met een andere school binnen de stichting en in het hele traject zitten we zelfs met vier scholen vanuit de stichting. Dus je kunt dan heel veel kwaliteit gaan benutten. Je kunt heel erg op zoek naar elkaar en verbindingen leggen met elkaar. Dat zorgt dat leraren ook de uitdaging meer gaan zien, en hun betrokkenheid wordt groter.’
zichtbaar is naar de werknemers. Wat we verwachten van onze leerlingen, klaar zijn voor de 21e eeuw, diezelfde waarden gelden ook voor de werknemers van de stichting. Dus het ondernemerschap, de nieuwsgierigheid, de betrokkenheid bij de samenleving, dat zijn wel punten die ook van je verlangd worden als werknemer. En wat ik persoonlijk daar ook in ervaar: dat je professionele groei daarin ook de ruimte krijgt. Je moet die ruimte wel pakken, dus het ook hoorbaar maken als iets niet duidelijk is of als jij ergens tegenaan loopt.’
Ruimte voor groei Wordt er ook gekeken of de ambities in de werkpraktijk wel aanslaan? ‘Het mooie van onze stichting is dat wat we willen bereiken met onze leerlingen, ook heel
49
8.5 Toelichting op de balans 1.2 materiele vaste activa Aanschaf Afschrijving
1-1-2011
Gebouwen en terreinen
1.387.109
Inventaris en apparatuur
Boek
Investering
Boek Afschrijving Aanschaf Afschrijving
1-1-2011 1-1-2011 31-12-2011 85.374
1.301.735
200.074
47.922
1.587.182
31-12-2011
31-12-2011
133.296
1.453.886
3.630.115
1.938.691
1.691.424
137.568
204.695
3.767.683
2.143.386
1.624.297
Andere vaste bedrijfsmiddelen 2.787.428
1.984.851
802.577
165.162
144.705
2.952.590
2.129.556
823.034
Totaal Materiele vaste activa
4.008.916
3.795.736
502.804
397.322
8.307.455
4.406.238
3.901.217
7.804.652
0
Afschrijvingstermijnen Afschrijvingsmethode Gebruiksduur
Gebouwen en terreinen
Lineair
20-40 jaar
Inventaris en apparatuur
Lineair
10 jaar
Andere vaste bedrijfsmiddelen
Lineair
3-8 jaar
In 2011 hebben er voor een totaal bedrag aan €502.804 de volgende investeringenplaatsgevonden: Specificatie investeringen
CV ketel
28.074
Glasvervanging 52.331 Verbouwing schoollocatie
118.569
Nieuwe leermethoden
145.867
Schoolmeubilair 122.552 Overige 35.411 Totaal investeringen
502.804
1.5 Specificatie vorderingen
Debiteuren OCW/EL&I Overige vorderingen Overlopende activa Af: Voorzieningen wegens oninbaarheid Totaal vorderingen
50
Boekwaarde
31-12-2011 31-12-2010
226.253 120.337 1.399.464 1.431.887 537.848
623.349
1.055.979
688.251
0
51.156
3.219.544 2.812.668
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverantwoording 2011
Onder de vorderingen zijn voor een bedrag van € 260.000 aan vorderingen oude boekjaren opgenomen. Dit betreft vorderingen op gemeenten en schoolbesturen. Deze vorderingen hebben wij beoordeeld en wij vinden deze posten volwaardig. Voor de vorderingen op de gemeenten hebben wij de claim bij de gemeenten neergelegd. Inzake de vorderingen op de schoolbesturen zullen alsnog maatregelen worden getroffen.
In 2011 zijn er door het nieuwe salarispakket bij het administratiekantoor vertragingen ontstaan in het tijdig indienen van declaraties bij het vervangingsfonds. Van de vordering ultimo 2011 van € 355.000 is in 2012 circa € 206.000 afgewikkeld. Het risico bestaat dat het restant niet of niet volledig wordt ontvangen. Mocht dit het geval zijn, dan zal de stichting een claim neerleggen bij het administratiekantoor.
1.7 Specificatie Liquide middelen
31-12-2011 31-12-2010
Kasmiddelen
0 89
Tegoeden op bank- en girorekeningen
881.050
1.831.854
Totaal liquide middelen
881.050
1.831.943
2.1 Specificatie Eigen vermogen
Stand per 1-1-2011
Resultaat
Stand per 31-12-2011
803.643
-102.080
701.563
2.249.548
2.249.548
Algemene reserve Bestemmingsreserve (publiek) Herwaarderingsreserve
1.321.839 1.321.839
Totaal eigen vermogen
4.375.030
-102.080 4.272.950
De post bestemmingsreserve bestaat uit de voormalige voorziening BAPO ad €1.300.000 en een algemene reserve personeel van €949.548. 2.2 Specificatie voorzieningen
Stand per 1-1- 2011
Dotaties
Ont-trekkingen
Personeelsvoorzieningen 219.081
Vrijval
Stand per 31-12-2011
8.750
Overige voorzieningen
665.802
195.799
225.077
100.000
Voorzieningen
884.883
700.203 738.231 100.000
210.331 536.524 746.855
51
De personeelsvoorzieningen betreft een voorziening jubileumuitkeringen. Deze voorziening kent een langlopend karakter. De overige voorzieningen betreft een voorziening voor groot onderhoud en kent een langlopend karakter. De overlopende passiva kunnen als volgt worden onderverdeeld: 2.3 Specificatie kortlopende schulden
31-12-2011 31-12-2010
Crediteuren
468.352 839.268
Belastingen en premies sociale verzekeringen 1.083.609 Schulden terzake van pensioenen
1.006.196
304.806
308.632
Overlopende passiva
1.125.239
1.026.338
Totaal kortlopende schulden
2.982.006
3.180.434
31-12-2011 31-12-2010
Vakantiegeld en -dagen Doorontwikkeling praktijkonderwijs
-7.579
801.025
19.800
-
Overige
1.113.018 225.313
Totaal overlopende passiva
1.125.239 1.026.338
Subsidies zonder verrekeningsclausule Omschrijving
Toewijzing Kenmerk
Toewijzing datum
Bedrag toewijzing
Ontvangen t/m verslagjaar
Prestatie afgerond?
Cultuur Educatie
PO
2011-2012
54.010
54.010
Ja
Cultuur Educatie
WEC
2011-2012
1.809
1.809
Ja
55.819
totaal
55.819
Subsidies met verrekeningsclausule Aflopend per ultimo verslagjaar Omschrijving
Toewijzing kenmerk
Toewijzing datum
Bedrag toewijzing
Ontvangen t/m verslagjaar
Totale kosten
Cultuur Educatie
PO CULT EDUC 10/11
2010-2011
54.653
54.653
54.653
Cultuur Educatie
WEC CULT EDUC 10/11
2010-2011
2.071
2.071
2.071
OVERBLIJF 10/11
2.500
1.458
1.458
Scholing overblijfmederwerkers Doorontwikkeling praktijkonderwijs totaal
52
VO
2011 19.800
79.024
Te verrekenen ultimo verslagjaar
19.800
19.800
77.982 58.182
19.800
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverantwoording 2011
8.6 Toelichting op staat van Baten en Lasten Specificatie baten
OCW Geoormerkte subsidies
31-12-2011
31-12-2010
27.537.081 27.946.083 49.355
58.331
Niet-geoormerkte subsidies
576.021
773.043
Participatiebudget
145.018 92.181
Overige overheidsbijdragen en -subsidies
391.198
Verhuur
210.759 245.298
Overige baten Totaal Baten
1.019.450
366.226 754.659
29.928.882 30.235.821
Specificatie personeelslasten
31-12-2011
31-12-2010
Brutolonen en salarissen
19.785.260
18.544.043
Sociale lasten
2.157.407
3.663.485
Pensioenpremies
2.295.961 2.294.260
Dotaties personele voorzieningen
-
-7.876
Personeel niet in loondienst
376.915
486.428
Overige
782.193 1.146.836
Af: ontvangen uitkeringen Totaal Personeelslasten
Specificatie huisvestingslasten
1.109.222
1.194.140
24.288.514 24.933.036
31-12-2011
31-12-2010
Huur
237.595 215.598
Onderhoud
404.625 289.075
Energie en water
516.677
Schoonmaak
701.058 665.014
Heffingen Dotatie overige onderhoudsvoorzieningen Overige Totaal Huisvestingslasten
Overige lasten
Administratie en beheer Inventaris, apparatuur en leermiddelen
543.960
33.800 48.497 -129.266
-98.680
72.982 59.999 1.837.471 1.723.463 31-12-2011
31-12-2010
745.096
884.028
2.072.931
1.961.423
Overig
702.565 874.873
Totaal Overige lasten
3.520.592 3.720.324
In de post Administratie en beheer zijn accountantslasten opgenomen die als volgt kunnen worden gespecificeerd:
Onderzoek jaarrekening Andere controleopdrachten Andere niet-controledienst Totaal Accountantslasten
31-12-2011 31-12-2010
21.242
55.374
535
-
298
-
22.075 55.374 53
8.7 Gesegmenteerde informatie
VO PO
Baten Rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen en -subsidies
1.390.967 26.771.490 2.012
534.204
College-, cursus-, les- en examengelden Baten in opdracht van derden Overige baten Totaal baten
42.196
1.188.013
1.435.175 28.493.707
Lasten Personeelslasten Afschrijvingen Huisvestingslasten Overige lasten Totaal lasten Saldo Baten en Lasten
Financiële baten en lasten Resultaat
1.163.730 23.124.784 60.620 336.702 79.122 1.758.349 140.434
3.380.158
1.443.906 28.599.993 -8.731 -106.286 42
12.895
-8.689 -93.391
Belastingen Resultaat deelnemingen Resultaat na belastingen
-8.689 -93.391
Aandeel derden in resultaat Netto resultaat
-8.689
-93.391
Buitengewoon resultaat Totaal resultaat
54
-8.689 -93.391
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverantwoording 2011
8.8 Bezoldiging bestuurders en toezichthouders
Voorzitter College van Bestuur L.W. de Wit Voorzitter
Onbepaalde tijd
Drs. M. Schoon
Nvt
mr. S. van Gemeren
Nvt
Uitkering wegens einde dienstverband 2011
Pensioen-bijdragen/ Beloningen op termijn 2011
Bonus/Gratificatie 2011
vanaf tot
Betaalde beloningen 2011
Dienst-Betrekking/ interim basis
Naam
Taak-omvang FTE
Functie
Ingangsdatum dienstverband
Duur arbeids-overeenkomst/ werkzaamheden
Vanuit de BW-bepalingen is voorgeschreven dat een opgave wordt verstrekt van de beloningsgegevens van de leden van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur.
Sep-05
1
D
€97.500 0 0 0
Nov-10
I
€5.000 0 0 0
Waarnemend voorzitter/ Secretaris Nvt
Nov-10 I €3.000 0
0
0
Lid
Drs. H. Tulner
Nvt
Nov-10
I
€3.000 0 0 0
Lid
Drs. W. Bontes
Nvt
Nov-20
I
€3.000 0 0 0
Totaal €111.500 0 0 0
8.9 Niet uit de balans blijkende verplichtingen
De stichting heeft de volgende lange termijn verplichtingen: Huurverplichting: Lisman en Lisman: €35k per jaar, looptijd 6
maanden Leaseverplichtingen: Broekhuis: circa €25k per jaar, looptijd 30
maanden Pon: circa €12k per jaar, looptijd 45 maanden Key Investements Europe (ECS): €325k per jaar,
looptijd 42 maanden Stepco: som van de waarden van de individuele
contracten €550K per jaar, looptijd contract per school afgesloten en is gemiddeld ongeveer 6 maanden
Telefonie: T-moblie: circa €30k, resterende looptijd 12
maanden Overige diensten: HAGO: Europees aanbesteed in 2008, looptijd
contract verstreken Schippers: €55k per jaar , looptijd 12 maanden Ricoh: €550k per jaar, looptijd betreffen
individuele contracten per locatie met een resterende gemiddelde looptijd van ongeveer 36 maanden 8.10 Verbonden partijen
De stichting heeft geen transacties gedaan met partijen zoals bedoeld in art 381 lid 3 van Titel 9 Boek 2 BW.
55
8.11 Overige gegevens 8.11.1 Resultaatbestemming, reserves en voorzieningen
Het resultaat van 2011 zal ten laste worden gebracht van de algemene reserve. De voorzieningen voor jubilea en onderhoud liggen op het niveau van 2010, circa €845k. 8.11.2 Gebeurtenissen na balansdatum
Er hebben geen gebeurtenissen na balansdatum plaatsgevonden die het inzicht in de feitelijke financiële situatie zouden hebben veranderd.
56
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverantwoording 2011
8.11.3 Controleverklaring Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan de Raad van Toezicht van de Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de (in dit verslag in hoofdstuk 8 van pagina 43 tot en met 55 opgenomen) jaarrekening 2011 van Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland te Zeist gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2011 en de staat van baten en lasten over 2011 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het Bestuur Het College van Bestuur van de scholen is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Het bestuur is tevens verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen. Het bestuur is voorts verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening en de naleving van die relevante weten regelgeving mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 171, vierde lid van de Wet op het primair onderwijs. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden en het onderwijscontroleprotocol OCW/EL&I 2011. Dit vereist dat wij voldoen aan voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de
accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de entiteit. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het bevoegd gezag van de entiteit gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controleinformatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van het vermogen van Stichting voor Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland per 31 december 2011 en van het resultaat over 2011 in overeenstemming met de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2011 voldoen in alle van materieel belang zijnde aspecten aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat de bedragen in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeld in paragraaf 2.3.1. Referentiekader van het onderwijscontroleprotocol OCW/EL&I 2011. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Ingevolge artikel 2:393, lid 5 onder e en f BW vermelden wij dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig Titel 9 Boek 2 BW is opgesteld, en of de in artikel 2:392, lid 1 onder b tot en met h BW vereiste gegevens zijn toegevoegd. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in artikel 2:391, lid 4 BW.
Rotterdam, 8 juni 2012 Deloitte Accountants B.V. was getekend: F.A.J. van Kuijck RA RO EMIA
57
9. Bijlagen
9.1 Organogram
Raad van Toezicht
College van bestuur
GMR
Bedrijfsbureau Directorium Adviserend overleg integrale schooldirecteuren
Schooldirecteur MR Schoolteam
58
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverslag 2011
Met de ambitie om nieuwe leerlingen aan te trekken.
9.2 Ontwikkeling leerlingaantallen inclusief prognoses
04GC De Breekakker
2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
88
97
91
75
68
66
62
57
54
05YA De Kieviet
105 100 98 93 102 101 99 97 95
05ZW Meander
174 200 203 209 199 191 192 191 190
08EO Dolfijn
281 280 279 278 267 260 255 251 247
08GH Anne Frank
163
173
174
186
199
202
207
210
206
09GJ De Bongerd
103
117
119
135
144
150
155
164
162
12CI Van Everdingen
188 183 169 147 116 107 96 86 80
12DF Het Mozaïek
485
445
429
405
384
370
354
338
335
12IW Montessorischool Zeist
489
511
541
544
537
539
542
542
540
12LK Van Dijckschool
384
369
360
347
345
339
331
323
320
12YM Op Dreef
135
131
141
164
171
187
194
201
198
13AN Achtbaan
211 192 187 175 139 122 110 101 100
13JT Montessorischool Den Dolder
81
79
79
81
66
67
64
60
60
13MO De Triangel
150 135 115 109 104 94 86 80 78
13SY De Koppel
267
13VD Daltonschool Maarssen
257
261
252
239
241
236
230
228
75
65
52
47
49
48
43
40
40
13YR De tweesprong
140
131
122
119
143
140
138
133
128
14DF Het Spoor
324
319
321
321
321
320
319
318
317
18EA Kameleon
338 357 349 358 331 347 347 347 344
18JW De Meent
194
18LK Merseberch
201
195
170
169
161
155
152
148
94 97 98 102 99 98 96 97 95
19TJ Meerklank
191 201 190 170 158 158 153 148 145
23EW ‘t Palet
669
26KN Praktijkschool Zeist
658
630
630
629
624
618
611
610
112 118 102 94 88 80 75 66 65 5.441
5.416 5.305 5.211 5.067 5.012 4.927 4.843 4.785
59
9.3 Overzicht leerling gewichten en verdeling leeftijdscategorieën
Gew 0
Gew 0,3
Gew 1,2
<8 2011
04GC De Breeakker
61
5
2
29
05YA De Kievit
84
12
6
40
62
05ZW Meander
123
19
57
99
100
08EO Dolfijn
257
6
4
136
131
08GH Anne Frank
199
0
0
108
91
09GJ De Bongerd
144
0
0
73
71
12CI Van Everdingen
87
7
22
36
80
12DF Het Mozaiek
274
16
94
143
241
12IW Montessorischool Zeist
519
9
9
283
254
12LK Van Dijckschool
343
0
2
140
205
12YM Op Dreef
68
8
95
96
75
13AN Achtbaan
111
16
12
54
85
13JT Montessorischool Den Dolder
66
2
0
18
50
13MO De Triangel
86
8
10
57
47
13SY De Koppel
164
5
70
103
136
13VD Daltonschool Maarssen
36
1
12
27
22
13YR De tweesprong
138
4
1
86
57
14DF Het Spoor
318
3
0
156
165
18EA Kameleon
325
1
5
143
188
18JW De Meent
165
0
0
70
95
18LK Merseberch
94
0
5
40
59
19TJ Meerklank
158
0
0
12
59
23EW ‘T Palet
605
8
16
289
340
26KN Praktijkonderwijs
86
0
0
0
46
>8 2011 >12 2011
39
87 40
4.511 130 422 2238 2698 127
9.4 Medewerkers Opbouw leeftijd per 31 dec 2011
categorie 0-24
vrouwen
totaall
wtf wtf 0
9,41
9,41
25-34
3,65
64,88
68,53
35-44
6,31
52,78
59,09
45-54
18,64
100,64
119,28
55-60
25,08
49,16
74,24
60+
16,19
23,61
39,80
Totaal
60
mannen
69,87 300,48 370,35
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverslag 2011
Opbouw leeftijd per 31 dec 2011
categorie
mannen
totaall
vrouwen
aantal aantal
0-24
0
15,00
15,00
25-34
5
89,00
94,00
35-44
8
91,00
99,00
45-54
26
167,00
193,00 108,00
55-60
32
76,00
60+
19
39,00
Totaal
58,00
90 477,00 567
Functiecategorieen per 31 dec 2011
mannen
aantal
Directie
vrouwen
wtf aantal wtf
9 9,086
Op
18 11,37
OOP
62
Uitstroom vaste aanstelling 2011
Wtf
50,02
12 9,95 65 33,59 396 256,95
wtf
26,09
aantal
41
instroom 2011
wtf
Wtf
15,23
aantal
26
250
200
man vrouw
150
totaal
100
50
0 0 t/m24
25 t/m 34
35 t/m 44
45 t/m 54
55 t/m 59
60+
61
9.5 Overzicht scholen
Brinnr.
School Aantal locaties
Plaats
Gemeente
SWV
04GC
Breeakker
1
Amerongen
Utrechtse Heuvelrug
Veenendaal & omstreken
05YA
Kievit
1
Maartensdijk
De Bilt
De Bilt
05ZW
Meander
2
Leersum
Utrechtse Heuvelrug
Zorg Gebundeld
08EO
Dolfijn
2
Driebergen
Utrechtse Heuvelrug
Zorg Gebundeld
08GH
Anne Frank
1
Bunnik
Bunnik
Zorg Gebundeld
09GJ
Bongerd
1
Odijk
Bunnik
Zorg Gebundeld
12CI
Everdingen
2
Bilthoven
De Bilt
De Bilt
12DF
Mozaïek
4
Veenendaal
Veenendaal
Veenendaal & omstreken
12IW
Montessori Z
4
Zeist
Zeist
Zorg Gebundeld
12LK
Van Dijck
1
Bilthoven
De Bilt
De Bilt
12YM
Op Dreef
1
Zeist
Zeist
Zorg Gebundeld
13AN
Achtbaan
2
Veenendaal
Veenendaal
Veenendaal & omstreken
13JT
Montessori DD
1
Den Dolder
Zeist
Zorg Gebundeld
13MO
Triangel
1 Maarssenbroek
Maarssen
Maarssen
13SY
De Koppel
2
Zeist
Zorg Gebundeld
13VD
Dalton
1 Maarssenbroek
Maarssen
Maarssen
13YR
Tweesprong
1 Maarssenbroek
Maarssen
Maarssen
14DF
Het Spoor
2
Zeist
Zeist
Zorg Gebundeld
18EA
Kameleon
1
Doorn
Utrechtse Heuvelrug
Zorg Gebundeld
18JW
De Meent
1
Maarn
Utrechtse Heuvelrug
NIS
18LK
Merseberch
1
Maarsbergen
Utrechtse Heuvelrug
NIS
19TJ
Meerklank
4 Zeist
Zeist
Reactys
23EW
’t Palet
4
Maarssen
Maarssen
Maarssen
26KN
Praktijkonderwijs Zeist
1
Zeist
Zeist
SW 19-1
Totaal
62
Zeist
42
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverslag 2011
10. Afkortingenlijst Afkorting
Betekenis
AO/IC Administratieve Organisatie/ Interne Controle: beschrijving van administratieve processen BSO Buitenschoolse Opvang BW Burgerlijk Wetboek CPS Christelijk Pedagogisch Studiecentrum DIR Directeuren DUO Dienst Uitvoering Onderwijs: Dienst van Ministerie van OCW die de bekostiging uitvoert FA Financiële Administratie FAQ Frequently Asked Questions: veelgestelde vragen GG&GD Gemeentelijke Geneeskundige en Gezondheidsdienst GMR Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad GPL Gemiddelde Personeelslast HRM Human Resource Management ICT Informatie- en Communicatie Technologie IT Informatie Technologie MR Medezeggenschapsraad OBS Openbare Basisschool OCW Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap OP Onderwijzend personeel OOP Onderwijs Ondersteunend Personeel OSG Openbare Scholen Gemeenschap REC Regionaal Expertise Centrum ROC Regionaal Opleidingscentrum PO Primair Onderwijs PR Public Relations SO Speciaal Onderwijs SWV Samenwerkings Verband: Samenwerkingsverbanden Weer Samen naar School VO Voortgezet Onderwijs VSO Voortgezet Speciaal Onderwijs WSNS Weer Samen Naar School
63
Welk initiatief van een leerling op jouw school is rechtstreeks terug te voeren naar een speerpunt van ons nieuwe strategisch beleid? Gesprek over entree-toets: Leerling Groep 6: “Als Groep 7 de toets maakt, mag Groep 6 dan naar Balansleren? Zo vet om samen te spelen, werken en leren!” @Van Everdingenschool/Balansleren en Jan Ligthartschool In 2011 konden we met elkaar weer gaan bouwen aan de @Breeakker met aandacht voor sfeer, onderwijs, resultaten. En uitkijken naar onze #nieuwbouw. @Breeakker Leerlingen van groep 7/8 ontwerpen een #gymles voor alle groepen. Zij bereiden voor, bouwen op in de gymzaal en geven de les onder begeleiding van de leerkrachten. @Breeakker @kinderraadmeander in overleg met gemeente UH voor een schone en veilige schoolomgeving leren met plezier in #Leersum @Meander leerling #Palet nodigt Wim Hof uit, http://www.innerfire.nl en maakt een video voor de lokale omroep #nieuwekenniseconomie #speerpunt7 @tPalet ‘Adopteer een WC’-project van de leerlingraad is een groot succes. Wordt vervolgd met schoolbreed project ‘schoonplein’ ism @Hago. Samen verantwoordelijk voor #hygiëne + #leefbaarheid in de school. @Kameleon #Internationalisering door vroegschools Engels van groep 1-8 olv #EarlyBird #trots @DeBongerd Onze #bieb staat vol met, door de kinderraad gekozen, nieuwe boeken. @Dolfijn Wereldburgers op de #Koppel: eerste werkstukken worden in het engels gemaakt! @DeKoppel Tijdens de voorbereiding van de leerlingenraad gingen de leerlingen uit groep 7/8 gelijk los: we hebben nu een #ideeënbus op de @Pirapoleon @Pirapoleon Leerlingenraad #obsDeMeent stelt vraag aan voorzitter voetbalclub over ongelijke bekers jongens en meisjes bij schoolvoetbal @Merseberch en De Meent @obsAFgr5 wint camera na het sturen van #spikoptweets naar #directeuren R&H in #Zoetermeer. #MSH11 @obsafrank @AnneFrankschool Leerling uit groep 8 regelt het hele schoolvoetbaltoernooi van inschrijving tot begeleiding en haalt zo met team kwartfinale. Hulde! #onderzoekendehouding @OpDreef Een #spreekbeurt durven houden in het Engels. @HetSpoor Leerling 4e klas rapt de #schooldisco op fantastische wijze aan elkaar: muziek en taal als #talent in onderwijs! @Praktijkonderwijs Alle groepsleerkrachten zijn veel meer op dezelfde wijze voor de groep gaan staan. Duidelijkheid en een doorgaande lijn herkenbaar, daarbij houdt een ieder zijn eigen #spontaniteit @Achtbaan #Ishi maakt het waar. Ontwikkelde zich dit jaar tot een jongen die vol zelfvertrouwen op tv-crew van Eigen Huis&Tuin afstapt om interview te regelen voor KinderPersBureau Balans. @BalanslerenVeenendaal
64
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverantwoording 2011
@Ümmüsümeyye (groep 8) heeft zich verkiesbaar gesteld voor de nieuwe leerlingenraad. Ze is gekozen! @Mozaïek Spreekbeurt milieustraat, met milieubus en voorlichting voor hele bovenbouw. @VanDijckschool http://tinyurl.com/7aq737u #obstriangel #readyfor21stcentury . @DeTriangel/Daltonschool Maarssen/DeTweesprong
Wat was 2011 op deze school meer dan 2010? Na meerdere directeuren en office-managers nu mensen die blijven. Samen #verantwoordelijk voor onze fijne school. Houden zo!@Van Everdingenschool/Balansleren en Jan Ligthartschool Leerlingen leverden spontaan en op bijzondere wijze hun input voor de promotiefilm op youtube voor hun school. @Breeakker In 2011 zijn we op de @Kievit van start gegaan met werken volgens groepsplannen. Voortgeborduren op werken met 3 instructiegroepen: voor taal en spelling zon, maan, ster en voor rekenen rondje, driehoekje, vierkantje. @DeKievit @meanderleersum: diversiteit en kwaliteit. leren met plezier in #Leersum @Meander Op OBS ‘t Palet 2011 hebben we ons plan op één A4. Van SBP tot POP. Zes ambities met #Paletino’s. Eén doel: verhogen van het leerrendement @tPalet Het jaar van #veranderingen! Handelingsgericht werken, Engels vanaf groep 1, zelfstandig werken door de hele school en een nieuwe directeur. @Kameleon #2011 startte @obsdebongerd met #Marzano door studiedag #coöperatieve vaardigheden. Samen lerend doelgericht in beweging! @DeBongerd We are speaking, playing, working English in the whole school. @Dolfijn Onze Wereldburgers werken dit jaar op de Koppel met een #leerlingenraad. Er is door de kinderen ook al een enquête afgenomen in de wijk. @DeKoppel Op de Pirapoloen hebben we in 2011 anders dan in 2010 ingezet op collegiale consultatie. Dat levert ons veel op... @Pirapoleon Sociale media krijgen rol in onderwijs. Leerlingen #obsMerseberch leren met #tweets @Merseberch en De Meent Bewustwording wat van iedere leraar wordt verwacht rond #opbrengstgericht denken en werken. @OMS Zeist/Den Dolder
65
#Challenging education @obsafrank door mbv #EarlyBird invoering VroegschoolEngels op hele school! @AnneFrankschool #OpDreef is groeischool@HPS. Explosieve toename van leerlingen bij Op Dreef in combinatie met meer ouders in de school @OpDreef Bewustwording bij leraren wat data voor het #onderwijsleerproces kan betekenen als je er maar het goede (eigen) gezicht aan geeft @HetSpoor PrO Zeist verbetert samenwerking met omgeving en vult deze systematisch in: trots op ‘handboek bedrijven’ @Praktijkonderwijs Leerlingen hebben zitting genomen in de redactie van de schoolkrant #Achtbaan. @Achtbaan ‘Mam, ik wil nog niet naar huis! Je komt te vroeg!’ (17.30u) en ‘Yes, ik kan het!’ zijn veelgehoorde uitspraken bij #BalanslerenVeenendaal @BalanslerenVeenendaal Het Mozaïek was meer #klassenoverstijgend bezig. We zijn aan de slag met de referentieniveaus en zijn vooral opbrengstgericht aan de slag @Mozaïek Nieuw in 2011: de #leerlingenraad @VanDijckschool Next step in digital world: Digitale kerstgroet lipdub http://tinyurl.com/88ntlgh groep 7/8 #OBSTriangel #Maarssenbroek #maakhetverschil2011 @DeTriangel/Daltonschool Maarssen/DeTweesprong
66
Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Jaarverantwoording 2011
Wat was 2011 op deze school meer dan 2010? Michael Fullan: “Realized effectiveness is what motivates people to do more” @Van Everdingenschool/Balansleren en Jan Ligthartschool Kinderen van De Breeakker waren sterren in #Karaokekids van de @TROS. @Breeakker John West-Burnham: “The teacher matters”. Leerkrachten worden zich steeds meer bewust dat hun instructie de belangrijkste factor is bij het behalen van resultaten door de leerlingen. @DeKievit “Verandering door zien dat collega’s succes hebben” - J.W. Burham. @tPalet “A goal is a dream with a deadline” – Napolean Hill @DeBongerd “Het gras groeit niet sneller door eraan te trekken” (vrij vertaald naar Fullan). @Dolfijn “Ieder kind een talent” - Martha Nussbaum (filosoof). Om tot volledige ontwikkeling te komen is kennismaken met kunst in alle facetten van levensbelang @DeKoppel Wij gaan voor #SMART! @Pirapoleon Eeuwenoude uitspraak nog steeds actueel op #obsMerseberch: “Wij leren niet voor de school, maar voor het leven” - Scena (4 v. C-65) @Merseberch en De Meent “Help mij het zelf te doen” werkt ook met het gedachtegoed van #Marzano: “Wat werkt in de klas?” @OMS Zeist/Den Dolder “Success is achieved and maintained by those who try and keep trying” - W. C. Stone @AnneFrankschool “The connection that we aspire to make is shared by all participants: the community connecting” – John West-Burnham. @OpDreef “Leren vertrouwen in jezelf en in de ander” – P.J. Hoogendoorn @HetSpoor “Contributed leadership” (John West Burnham) - gezamenlijk verantwoordelijkheid dragen voor de ontwikkeling van jongeren, binnen- en buitenschools! @Praktijkonderwijs Niet van één goeroe, maar van @Mozaiek-team: doen we de goede dingen, doen we de dingen goed? Hoe weten we dat? Weten anderen dat ook, en wat gaan we met die wetenschap doen? @Mozaïek “De lat hoger leggen, de verschillen tussen prestaties van leerlingen kleiner maken” - Fullan @VanDijckschool “Als jij en ik ‘n appel hebben en we ruilen, hebben we elk een appel. Maar als jij en ik een idee ruilen, hebben we elk twee ideeën.” - #Shaw @DeTriangel/Daltonschool Maarssen/DeTweesprong
67
www. rijnheuvelland .nl
‘Elke dag verleggen we onze horizon’
Colofon: Jaarverantwoording 2011 Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Contact gegevens: Stichting Openbaar Onderwijs Rijn- en Heuvelland Postbus 344 3700 AH Zeist T/ 030-6969100 www. rijnheuvelland .nl
[email protected] Hoofdredactie: Leon de Wit Eindredactie: Bram Donkers Vormgeving en digitale realisatie: Barnyard Creative Powerhouse
69