Jaarthema Inhoud: - waarom dit thema? - voor het huisbezoek - voor de kleine groep - tips - achtergrondinfo
2011-2012
Als wij de wereld niet willen veranderen, verandert de wereld ons.
- 2 -
Waarom dit thema? U kent waarschijnlijk onze 5 doelen van gemeentezijn: Leren, Dienen, Bidden, Vieren, Werven. Stuk voor stuk zijn ze onopgeefbaar voor een gemeente die gemeente van Christus wil zijn. Dit jaar hebben we besloten om weer eens extra aandacht aan ‘Werven’ te geven. Dat heeft verschillende redenen: - het is weggezakt Vergissen wij ons, of is dit gemeentedoel de laatste jaren wat weggezakt? Er draait al een paar jaar geen Opweg-cursus meer en de activiteiten die we hebben worden een beetje routine. Je zou jezelf de vraag kunnen stellen: Wat zou Winsum nu echt missen, als onze gemeente verdween? - meer oog voor onze missie nodig Bij ‘Werven’ denken we vaak aan evangeliseren, aan ‘moeten praten over je geloof’. Maar dat is een misverstand. Kijk maar naar Jezus. Kwam Hij alleen om te praten? Nee, zijn missie was om Gods Koninkrijk te brengen (Mk. 1:15). In deze wereld moet weer zichtbaar worden dat God regeert, want los van Hem is er de chaos. In woord en daad liet Jezus zien wat dat Koninkrijk inhoudt. En dat is nu ook onze taak als gemeente. “Zoals de vader mij gezonden heeft, zo zend ik jullie” , zei Jezus na zijn opstanding (Joh. 17:18 en 20:21). - we moeten leren Gods liefde door te geven God had deze wereld zo lief dat Hij zijn Zoon gaf (Joh.3:16). Zo groot is Gods hart voor ons, zo vol liefde. Als je dat gelooft en je eigen gemaakt hebt, dan kan het niet anders of je wil dat anderen dat ook krijgen. “Wat ons drijft is de liefde van Christus” schrijft Paulus. Hart hebben voor de ander, brengt je daarom altijd weer terug bij Gods vaderhart. - Juist in een tijd van interne achteruitgang Ja, maar is er intern niet een hoop te doen? Waarom die aandacht voor naar buiten toe, als er binnen al zoveel achteruitgang is? Ik denk dat dit een valse tegenstelling is. Waar het om gaat is dat we in woord en daad Jezus volgen. Het gaat Jezus om zijn kerk, zijn bruid. Hij vergadert haar uit alle mensen én Hij wil haar beschermen en bewaren bij het Woord. - In januari weer een ‘Opweg-cursus’ Ten slotte een concrete reden om met dit thema aan de slag te gaan. We willen in januari weer starten met een cursus voor zoekers. Op deze manier willen we iedereen motiveren om er aan bij te dragen dat die cursus een zegen wordt. aDios Namens de Taakgroep Leren domie Jasper Klapwijk - 3 -
Voor het huisbezoek Wat is de taak van ambtsdragers? Paulus zegt het zo: Jezus heeft ambtsdragers gegeven, om de heiligen toe te rusten voor het werk in zijn dienst. In dat kader staat ook het jaarlijkse huisbezoek. Het is geen babbel- of klachtenuurtje, maar is bedoeld om te bemoedigen , te motiveren en te activeren. “Toe te rusten voor het werk in zijn dienst, wat betekent dat met betrekking tot het jaarthema? Dat we toegerust worden om deel te nemen aan Gods missie met deze wereld. In deze wereld heeft God in Jezus geopenbaard wie Hij is en wat Hij wil. Niet voor niets heet Jezus ‘het licht voor de wereld’ (Joh.8:12) . En nu Jezus naar de hemel is, moet dat licht zichtbaar worden in de gemeente. “Jullie zijn het licht voor de wereld”, zei Jezus (Mat. Het is een keuze: 5,14). Wie gelooft in Jezus krijgt dus als taak Hard zijn voor de ander dat licht te verspreiden. Hoe doen we dat concreet? Genoeg om over door te praten. of
hart hebben voor de Suggesties voor gesprekspunten: ander • Uitgangspunt: Joh.20:19-21 - Praat er samen over door wat Jezus missie was: waarom kwam Hij in deze wereld? Wat betekent dat voor jou? - Ken je de vrede waar Jezus het hier over heeft? Hoe verandert die je leven? - “Zoals de Vader mij gezonden heeft, zo zend ik jullie”. In navolging van Jezus delen we in Gods missie met deze wereld. Wat betekent dat voor je? Wat zie je daarvan in je leven? Waar zitten de moeiten? Hoe bemoedigt Jezus ons? • Uitgangspunt Jona 4 - Jona vond het vanzelfsprekend dat God hart had voor zijn volk Israël, maar had zelf totaal geen hart voor het goddeloze Ninevé. Kun je je inleven in Jona’s houding? Wat is Gods reactie? - Bespreek de stelling: ‘Wie geen hart heeft voor de wereld zonder God, heeft niet begrepen wat genade is.” - Hoe laten wij als gemeente zien dat we hart hebben voor de wereld zonder God om ons heen? Raakt het je, al die mensen die God niet kennen? • Uitgangspunt Jeremia 29: 4-7 - Begrijp je waarom deze profetie voor de ballingen een complete verrassing was? - Wat betekent deze profetie voor ons? Hoe leef jij in deze ‘Babelsamenleving’? - Kijk eens naar het voorbeeld van Daniël, die als kind van God in het - 4 -
goddeloze Babel woonde? Wat kunnen we van hem leren? - Welke plaats heeft je ongelovige omgeving in je gebed? • Uitgangspunt 1 Petrus 2: 9-12 - In het Oude Testament had God een volk uitgekozen en apart gezet (uitverkoren geslacht en heilige natie). Zij lieten in deze wereld zien wat het betekent als God Koning is en in ons midden woont (koninkrijk van priesters). Rond de grote Koning Jezus vergadert God dat volk nog steeds: zijn gemeente. Bespreek hoe wij als gemeente aan de wereld om ons heen laten zien dat God onze Koning is. - Ben jij geroepen uit het duister naar Gods wonderbaarlijke licht? Wat betekent dat voor je? Wat ziet je omgeving daarvan? - Voel jij je vreemdeling in deze wereld? Zo ja, op welke punten? Loop je wel eens tegen minachting of spot aan vanwege je geloof? Hoe ga je daarmee om? - ‘Leid te midden van de ongelovigen een goed leven’ Hoe vul jij dat in in je leven? • - Vertel iets over de voorgenomen start van de ‘Opweg-cursus’ in januari. Zijn er mensen die je zou uit kunnen nodigen? Zo niet, hoe komt dat? - Hoe zouden we als gemeente nog meer kunnen laten zien dat we hart hebben voor onze ongelovige omgeving? - Hoe draait jullie kleine groep? Zijn jullie al met dit thema bezig geweest; wat kwam daaruit? Nodigen jullie ook wel eens buurtgenoten/ niet gemeenteleden uit voor activiteiten? Nou, dat moet voldoende gespreksstof op kunnen leveren. Belangrijk is om vervolgens dat wat naar voren gekomen is in gebed een plaats te geven, en daarbij ook nadrukkelijk te bidden voor vrienden en familie die niet (meer) geloven, de buurt, het dorp, de werkomgeving, enz. een gezegend huisbezoek toegewenst.
Gedraag u wijs tegenover buitenstaanders en benut iedere gelegenheid, en als u wilt weten hoe u op de mensen moet reageren: vriendelijk, maar beslist. Paulus - 5 -
Voor de kleine groep Hieronder vind je een uitgewerkt programma voor een avond met de kleine groep. Daarna vind je nog wat extra opdrachten, die je voor jezelf kunt doen, of die je kunt gebruiken om nog een extra avond te organiseren. 1) Programma voor een avond met de kleine groep thema: ‘Hart voor de ander” Nodig: Stiften, pennen, 2 grote vellen papier die er zo uitzien: kernwoorden
Wie is de ander? ?
Opdracht 1 Het jaarthema is dit jaar: “ Hart voor de ander”. Daar gaan we eerst samen bij stilstaan. Denk eerst één minuut voor jezelf na over dit thema aan de hand van de onderstaande vragen: 1. Wat betekent ‘hart voor de ander hebben’ voor jou. Schrijf dit op in 3 kernwoorden. 2. Wie is voor jou ‘de ander’? Schrijf voor jezelf de antwoorden op. Bespreek dit daarna in tweetallen (ongeveer 5 minuten). Wat heb je opgeschreven en waarom? Bespreek dit daarna met de hele groep. Doe dat op de volgende manier. Neem de papieren met daarop de harten. Laat iedereen bij papier één de kernwoorden noemen die hij/zij had. Laat bij papier twee iedereen noemen wie voor hem/haar ‘de ander’ is. Bespreek samen: 1. Zijn er overeenkomsten/ verschillen? 2. Worden er opmerkelijke dingen genoemd? Iets waar jij nog niet aan dacht? - 6 -
3. Gaan de opgeschreven antwoorden over relaties binnen de kerk of ook over relaties buiten de kerk? 4. En wat zegt dit over onze houding naar broeders en zusters en over onze verhouding met mensen die (nog) geen lid van onze kerk zijn? Opdracht 2 Lees nu voor jezelf: Jeremia 29: 1–7 (zie hieronder). Onderstreep wat je aanspreekt in deze tekst. Als iedereen dit gedaan heeft, bespreken jullie dit samen aan de hand van de volgende vragen: Wat heeft iedereen onderstreept en waarom sprak dit hem/haar aan? Bespreek daarna de volgende vraag: Wat is het verband met thema: ‘Hart voor de ander?’
Jeremia 29 1 Hier volgt de brief die de profeet Jeremia vanuit Jeruzalem heeft gestuurd aan de overgebleven oudsten onder de ballingen, aan de priesters, de profeten en alle anderen die Nebukadnessar vanuit Jeruzalem naar Babel had gevoerd. 2 Hij schreef deze brief toen koning Jechonja, de koningin-moeder, de hovelingen, de leiders van Jeruzalem en Juda en de smeden en wapenmakers al uit Jeruzalem waren weggevoerd. 3 Hij liet hem bezorgen door Elasa, de zoon van Safan, en Gemarja, de zoon van Chilkia, de gezanten die namens koning Sedekia van Juda naar koning Nebukadnessar in Babel reisden. De brief had de volgende inhoud: 4 ‘Dit zegt de H E E R van de hemelse machten, de God van Israël, tegen de ballingen die hij vanuit Jeruzalem naar Babel heeft laten voeren: 5 Bouw huizen en ga daarin wonen, leg tuinen aan en eet van de opbrengst, 6 ga huwelijken aan en verwek zonen en dochters, zoek vrouwen voor je zonen en huw je dochters uit, zodat zij zonen en dochters baren. Jullie moeten in aantal toenemen, niet afnemen. 7 Bid tot de H E E R voor de stad waarheen ik jullie weggevoerd heb en zet je in voor haar bloei, want de bloei van de stad is ook jullie bloei.
- 7 -
Opdracht 3: Lees nu samen: Matt 9: 35 – 38
grafrede
Bespreek samen de onderstaande vragen over dit Bijbelgedeelte: 1. Wat ziet Jezus als hij naar de mensen om hem heen kijkt? 2. Wat zie jij als jij naar die ander kijkt? 3. Wat brengt dat bij Hem teweeg? 4. Wat zegt dit jou? Lees hierbij het gedicht dat hiernaast staat: Opdracht 4: Ga eens samen kijken naar de harten. Mis je na deze bijbelstudies ook dingen die er echt op zouden moeten staan? Vul dit samen aan. Opdracht 5: Bespreek in tweetallen eerst het volgende (5 minuten): Je hebt gesproken over het thema: ’Hart voor de ander’. Wat zou je nu in een gebed aan de Here willen vragen? Voor wie zou je nu willen bidden? Wat zou je willen bidden? Inventariseer samen met de hele groep de gebedspunten.
al legden ze hem in een kist hij was niet dood mijn broeder want hij was opgewekt al lang toen hebben we hem na jaren van opstanding begraven in de akker er loopt een lijk langs mijn raam mijn buurman zonder Woord wat een leven op zijn dooie gemak staat hij breeduit met beide benen in het graf van eten drinken vrolijk zijn ik moet zaaien op leven en dood wicher triemstra uit "transcriptief"
Sluit de avond af met een gebed waarin de gebedspunten genoemd worden. 2) Extra opdrachten Deze opdrachten zou je zelf kunnen doen. Een aantal zou je kunnen gebruiken voor een extra bijbelstudieavond. Je zou één van deze opdrachten ook in plaats van een opdracht uit de vorige bijbelstudie kunnen gebruiken. - 8 -
Opdracht 1: Nodig een niet- christelijke buurtgenoot (of een paar buurtgenoten) uit bij jouw kleine groep. Je zou ze samen kunnen bevragen op een aantal dingen. Boeiende vragen zouden kunnen zijn: 1. Waarin verschillen christenen en niet-christenen van elkaar op het terrein van geloven? 2. Betekenen God en (of) Jezus iets voor jou? 3. Als je God iets zou willen vragen. Wat zou je hem willen vragen? 4. Wat zijn jouw ervaringen met christenen? 5. Waarom gaan de meeste mensen in Nederland niet naar de kerk, denk je? 6. Stel je zou op zoek gaan naar een kerk/gemeente. Waar zou je je bij aansluiten? Wat vind je dan belangrijk? Het is een interview. Ga niet jezelf verdedigen en val die ander niet aan op zijn mening. Probeer juist met elkaar door te vragen naar achterliggende meningen. Pas als hij/zij aan jullie gaat vragen hoe jullie erin staan, mag je antwoord geven. Probeer niet een jullie/wij sfeer te vervallen. Opdracht 2: Zelf een interviewtje afnemen. Je kunt de voorgaande vragen ook zelf individueel eens aan een niet gelovige buurtgenoot/sportgenoot/vriend(in) stellen.
In gesprekken: wees OEN! - Open - Eerlijk - Nieuwsgierig
Opdracht 3: Lees zelf Jer 29 : 1-7 De opdracht van God is: Zoek het beste voor je dorp of stad of buurt. Hoe zou je dit handen en voeten kunnen geven? Hoe zouden jullie als kleine groep hier handen en voeten aan kunnen geven.? Bedenk een aantal activiteiten of dingen die je kunt doen. Opdracht 4: Lees thuis voor jezelf Daniel 1 – 4. Bespreek daarna met je kleine groep de volgende vraag: We gebruiken in de kerk vaak de zin: ‘Niet van de wereld wel in de wereld’. Hoe zie je dit terug in het leven van Daniel? Opdracht 5: Bekijk samen op You Tube het volgende lied van de Casting Crowns. ‘Does Anybody hear her’. (een link staat op de site van de kerk) Bekijk de vertaling van de tekst van het lied. (is te vinden op de site van de kerk) - 9 -
Bespreek de volgende vragen: 1. Het lied beschrijft een meisje. Wat zegt het lied over dit meisje? 2. Het meisje zoekt. Wat zoekt ze? 3. Is dit voor jou herkenbaar? Herken je deze zoektocht bij jezelf? Herken je dit bij anderen? 4. Het lied geeft eigenlijk een opdracht. Welke? 5. Bespreek nu samen hoe je deze opdracht uit zou kunnen voeren. Opdracht 6 Bekijk samen op You Tube het lied: “Here I go again”. (Casting Crowns)(link en vertaling zijn te vinden op de site van de kerk) 1. Wat is jouw reactie op het lied? 2. Is de angst van de schrijver voor jou herkenbaar? 3. Wat is zijn oplossing daarvoor? 4. Kun je nog meer belemmeringen opnoemen die het jou moeilijk maken om over God/ De Here Jezus te praten met andere mensen?
Tien leestips voor wie verder wil met dit onderwerp Titel
Schrijver
Visserslatijn Leverworst, communicatie en beren De werkers van het laatste uur Jezus als Heer in een plat land Een kerk die prikkelt Missionair is mogelijk In alle redelijkheid Ik heb te weinig geloof om atheïst te zijn Moeilijke vragen over God en Jezus Total Church
Peter Scheele Peter Scheele Stefan Paas Stefan Paas Graham Tomlin Jurjen de Groot, Niels de Jong e.a. Tim Keller Norman L. Geisler, Frank Ture Benno van Toren Tim Chester en Steve Timmis
- 10 -
Tien tips voor contacten in de buurt Als christenen in hun buurt willen vertellen over het evangelie van Jezus Christus, moeten ze contact hebben met buurtgenoten. Voor een missionaire gemeente zijn vooral informele contacten van de kerkleden belangrijk. “De meeste mensen die tot geloof komen, hebben het evangelie leren kennen via persoonlijke contacten”. Tien tips 1. Praat over het weer met je buurman, ook al heb je hem in geen maanden gesproken. Praat daarna over andere, dicht-bij-huis-zaken als: • parkeerproblemen • afval in de straat • de huizen/huurprijzen in de straat • wie er verhuist in de straat, wie er verbouwt etc. • en eindig weer met het weer. Probeer dit te combineren met de andere 9 manieren! 2. Probeer vaker op straat te zijn. Poets je auto op straat. Veeg eens uitgebreid je stoep. Of verf je deur. Doe dit langzaam. Veel mensen zullen spontaan met je gaan praten (over het weer!), en zo heb je weer contact. Ruim ook af en toe de rommel op die op straat ligt. Kun je weer mooi over afval op straat praten met iemand die toevallig voorbijloopt. 3. Pak vaker de fiets, of ga lopend. Zo kom je meer mensen uit de straat tegen. Groet iedereen op straat, en probeer te onthouden waar iedereen woont. 4. Leen je spullen makkelijk uit. Bied je boor, auto of wat dan ook aan om een ander te helpen. Je zou ook leesboeken e.d. uit kunnen lenen. Je mag ook zelf iets gaan lenen (breng het terug!) en bied daarna meteen aan dat de ander ook bij jou iets kan lenen. Bied koffie aan wanneer mensen aan het klussen zijn in hun huis. Misschien kun je je dan meteen eens voorstellen bij een wildvreemde buurman. Of zeg: “Als ik je ergens mee kan helpen, dan bel je maar aan!” 5. Wees actief in je straat. Probeer eens bij een straat/wijkberaad te zijn. Leer de mensen daar kennen en herken ze later op straat. Probeer eens met anderen een straatbarbecue te organiseren, of een koffieochtend/ pannenkoekmaaltijd om elkaar te leren kennen. 6. Neem de tijd voor je buren. Veel mensen in Nederland hebben weinig familie en geen gezellige kerk, en zijn daarom meer afhankelijk van leuke collega’s of leuke buren voor contact. Probeer zo’n contact te zijn voor iemand.
- 11 -
7. Stel vragen aan de ander. Wees nieuwsgierig naar anderen. Toon interesse in de ander. Dan toont hij interesse in jou. Dat geeft mogelijkheden. Bijvoorbeeld om iemand eens uit te nodigen. 8. Kinderen en zwangerschappen zijn een dankbare bron van contact in de buurt. Je mag er met iedereen over babbelen, neem er dan ook de tijd voor. Stuur alle directe buren, ook al ken je hun naam niet, een geboortekaartje. Nodig ze uit voor de doopdienst. Wees gastvrij voor kinderen van de buren en laat ze bij jou spelen, en bied ruiloppas aan. 9. Heb je kleine kinderen. Laat je kinderen spelen in een speeltuintje en blijf er zelf bij om op te passen. Dat geeft weer gespreksmogelijkheden met andere vaders en moeders. 10. Speciale kerkdiensten Geef met een speciale kerkdienst al je buren persoonlijk een uitnodigingskaart, met je naam en huisnummer erop. Als je buren eenmaal weten dat je christen bent, verwachten ze, nee, misschien hopen ze zelfs op een uitnodiging?! Kortom: “Laat iedereen u kennen als vriendelijke mensen.” (Filippenzen 4:5) en wees een goede buur.
Gemeente x heeft een zendingsavond; een zendeling komt spreken. Een gemeentelid staat hem bij de deur op te wachten: “Zo u bent zeker de zendeling?”. Antwoord: “Ja, maar u toch zeker ook?!”
- 12 -
Wat bijbelse achtergrond informatie Heb je het over evangelisatie, dan kun je zomaar denken dat dat één aspect van het christelijk leven is. Eigenlijk moet het wel, maar ja het is heel lastig, en er zijn zoveel dingen die onze tijd en aandacht vragen. Wij willen in dit thema kiezen voor Evangelisatie is niet een andere benadering. Als God je hart raakt, een stukje van het verandert dat je hele leven. In alles wat je (gemeente)leven, doet wil je nu zijn liefde doorgeven en maar een ingrediënt dat voorleven. Dat je hart hebt voor de ander is door de hele taart zit. niet een aspect van je leven, maar komt in alles naar voren. Daarom moet je als het over dit thema gaat ook niet naar een paar teksten kijken, maar naar het hele bijbelse verhaal. De onderstaande bijbelstudie wil dat duidelijk maken. 1) Elke volgeling een zendeling Als je de lijn van de bijbel ziet, dan zie je dat God een missie heeft : Hij werkt heen naar de nieuwe schepping. Daarom is God een zendende God. Hij zond Abraham, Mozes, de profeten, maar het hoogtepunt van Gods missie was de zending van zijn Zoon (Joh 3:16). En het was die Zoon, die zei: zoals de Vader mij gezonden heeft, zo zend ik jullie. (Joh 17:18 en 20:21). - gezonden zoals Jezus dat betekent: hart hebben voor die ander: echt ingaan in het leven van die ander; bewogen zijn met de ander, handelen en spreken uit liefde. - gezonden in Gods kracht. Het lijkt een onmogelijke missie; maar: Jezus overwon de duivel en de dood, en Hij schenkt ons zijn Geest. 2) elke gemeente is zendingsgemeente Het doel van Gods missie is een gemeente, een bruid voor zijn Zoon Jezus. En de gemeente van nu mag in de wereld al iets laten zien van Gods bedoeling voor de wereld van straks. In 1 Petrus 2:9 schrijft Petrus: U bent een uitverkoren geslacht, geroepen uit de duisternis naar het licht om Gods grote daten te verkondigen. Onze uitverkiezing en redding heeft een doel. Vergeten we dat, dan worden we zelfgericht, trots en gesloten. We gaan het elan missen, dat het betrokken zijn bij Gods missie het leven kan geven. Het is ook belangrijk om te zien dat Petrus de hele gemeente aanspreekt. Als gemeente moeten we samen missionair zijn. - 13 -
Dat kun je niet uitbesteden aan enkelen. Dat moeten we samen, als gemeente, waar maken in alles wat we doen. Daar hebben we elkaar ook voor nodig. 3) in elke cultuur een tegencultuur Als christenen zijn we burgers van het Koninkrijk van God. Dat koninkrijk staat haaks op het koninkrijk van deze wereld. Daarom moeten we nu al een tegencultuur vormen. We zijn het zout in de wereldpot. Dat moet onze houding stempelen, en daarom: a) geen segregatie Het zout moet niet in het potje blijven. We mogen ons niet terugtrekken uit de wereld, want we zijn in de wereld gezonden. Onze situatie is te vergelijken met die van de ballingen in Babel (zie Jer. 29:7) Er zijn drie redenen waarom we ons niet mogen en niet hoeven terug te trekken: - deze schepping is Gods schepping; in elke cultuur ook positieve elementen. - God heeft deze wereld lief (Denk aan Joh.3:16 en het slot van Jona) - God zendt ons zoals Hij Jezus zond b. geen assimilatie Maar het zout moet ook niet zijn smaak verliezen. Dat gebeurt als we ons naadloos aanpassen aan de wereld om ons heen. Christenen leven als vreemdeling in de wereld; zoals Abraham. In de tijd van het Romeinse rijk vormden de christenen een tegencultuur, en juist daarom waren ze vreemdeling. Ook in onze tijd zal het in het dagelijks leven uitleven van het geloof tot een tegencultuur lijden. Passen we ons aan, dan raken we onze werfkracht kwijt. c. maar infiltratie Het zout moet dus in de etenspot van deze wereld. Je hebt kerken die zeer bijbelgetrouw zijn, maar ook heel gesloten (segregatie); Je hebt andere kerken die heel open zijn, maar geen eisen stellen (assimilatie). In beide gevallen krijg je weinig problemen. Maar we moeten zowel heel anders zijn (we zijn een heilig volk) als tegelijk heel open (als zout en licht in een ongelovige wereld). Dat maakt je vreemdeling, dat brengt lijden met zich mee. Maar dat zal ook altijd werfkracht hebben (zie 1 Petrus 2: 9-12).
- 14 -
Aantekeningen:
- 15 -
Dit jaarthemaboekje is in opdracht van de Taakgroep Leren geschreven door Gina Boekema, Jasper Klapwijk, Jennifer Smit, Grietje Verbree - 16 -